You are on page 1of 1

Biologie Natuurlijk Thema 3 Groei en ontwikkeling

2 Groei van planten


Als bloemen bevrucht worden, groeien er vruchten uit.
In vruchten zitten pitten of zaden.
Uit die zaden kan weer een nieuwe plant groeien.

Zaden
Niet alleen bloemen van verschillende plantensoorten zien er anders uit, ook hun zaden zien er
anders uit. Vergelijk zonnebloempitten maar eens met maiskorrels. Of tuinbonen met
rijstkorrels. Het zijn allemaal zaden. Er bestaan net zoveel soorten zaden als bloemen.

Op de volgende drie punten komen alle zaden


overeen:
1. Ze bevatten een kiem voor een nieuwe
plant;

2. Ze bevatten voedsel om de kiemplant te


voeden als die groeit;

3. Ze hebben een taai zaadvlies (de zaad


huid), als bescherming van de kiem
en het voedsel.

Van zaad tot plant


Als je een zaadje in de grond stopt, komt er niet meteen een plant uit. Eerst komt de kiemrust:
het zaad rust uit en wacht op een speciale prikkel. Dat is soms zonlicht, of juist kou. De kiem
groeit eerst omlaag (de wortel) en dan omhoog (de stengel). Zodra de stengel blaadjes heeft,
kan hij zelf water en zonlicht opnemen. Het is een plantje geworden.

Waar bestaat zaad uit?


Zaden hebben een kiemplantje, een poortje en een navel, één of twee zaadlobben en
een zaadhuid.

Het kiemplantje is een heel klein plantje in het zaad. Het gaat groeien als het op een goede
plek terecht komt: voldoende water, warm genoeg, genoeg voedsel in de boden, genoeg licht en
genoeg zuurstof.

De navel van een zaadje lijkt op je eigen navel. Het is een soort littekentje op de plek waar de
navelstreng aan vast zat toen het zaadje nog in de vrucht zat. Door de navelstreng kreeg het
zaadje voeding en water.

Het poortje is een klein gaatje dat bij de navel ligt. Door het poortje komt het water het zaadje
binnen.

In de zaadlobben zit voeding die het kiemplantje nodig heeft om te gaan groeien. Zodra het
plantje zelf met zijn wortel en stengel genoeg water, voedsel en zuurstof kan binnenhalen,
verschrompelen de zaadlobben en vallen ze van het zaadje af.

De zaadhuid houdt het kiemplantje en de zaadlobben bij elkaar. Het is de schil van het zaadje.
Vaak zie je aan de zaadhuid wat voor zaad het is.

Van plant naar zaad


Het jonge plantje krijgt een steeds langere stengel en steeds meer bladeren. Als de plant
volwassen is, kan hij gaan bloeien. Bloeien betekent dat hij knoppen vormt. Daaruit komen weer
bloemen die bevrucht kunnen worden. En als die bloemen vruchten laten groeien, zitten daar
weer zaadjes in voor nieuwe jonge plantjes.

14

You might also like