You are on page 1of 3

Natuurwetenschappen

Geslachtelijke voortplanting
Kenmerken:
- Versmelting van 2 voortplantingscellen
- Bevruchte eicel ontwikkelt zich tot een nieuw organisme
- Nakomelingen zijn uniek
- Zorgt voor genetische diversiteit

De bloemdelen bouw
Kelkbladeren kenmerken:
- De buitenste bloembladeren
- De kleine bloembladeren
- De groene bloembladeren
Kroonbladeren kenmerken:
- De binnenste bloembladere
- Zijn meestal kleurrijk
- Zijn groter dan de kelkbladeren
Kelk- en kroonbladeren:
Zowel de kelk- als de kroonbladeren zijn ingeplant op de bloembodem.
Kenmerken van het mannelijk voortplantingsorgaan: meeldraden
- Lang en smal
- Bestaat uit 2 structuren: de helmdraad en de helmknop
Kenmerken van het vrouwelijk voortplantingsorgaan: de stamper
- Flesvormig
- Bestaat uit 3 structuren: de stempel, de stijl en het vruchtbeginsel

De bloemdelen functie
Functie kelkbladeren:
De binnenste bloemdelen beschermen tegen regen en kou
Functie kroonbladeren:
- De bloem beter zichtbaar maken
- Insecten lokken
Functie meeldraden:
- 4x stuifmeelzakjes
- 2x helmhokjes
- In de helmknop worden stuifmeelkorrels of pollen gevormd. Elke stuifmeelkorrel bevat een
spermacel
Functie stamper:
In het vruchtbeginsel van de stamper bevinden zich de zaadbeginsels. In elk zaadbeginsel ontwikkelt
zich een eicel
De geslachtelijke voortplanting verloop
Hoe raken de stuifmeelkorrels tot bij de stamper?
Verspreiding door insecten:
- De zonnebloem
- De distel
Verspreiding door de wind:
- Een hazelaar
- Een berk
Stuifmeelkorrels worden door insecten of door de wind naar de stamper vervoerd.
Insectenbestuiving Windbestuiving
Kroonbladeren Fel en kleurrijk Onopvallend of afwezig
Nectarklier Aanwezig Afwezig
Dikwijls moeilijk toegankelijk
 Insect zal tegen stuifmeel
wrijven
Voortplantingsorgaan Helmknoppen en stamper buiten de
bloem
Grote, kleverige stempel
Pollenkorrels Groot en kleverig Zeer klein en droog
Bezet met uitsteeksels Oppervlaktevergrotingen luchtblaasjes
Geringe productie Aanzienlijke productie

Bestuiving
Verspreide stuifmeel uit de helmknop van de meeldraad
Komt terecht op de stempel van de stamper van een bloem van dezelfde soort
Hoe raakt de spermacel tot bij de eicel?
Stap 1:
Via bestuiving komt de stuifmeelkorrel terecht op de rijpe stempel van dezelfde soort plant.
Stap 2:
Het stempelvocht zorgt ervoor dat de stuifmeelkorrel opzwelt en een stuifmeelbuis vormt.
Stap 3:
De stuifmeelbuis zal via de stempel, de stijl en het vruchtbeginsel tot in het zaadbeginsel doordringen
Stap 4:
De top van de stuifmeelbuis groeit langs het poortje in het zaadbeginsel.
Stap 5:
De kern van de spermacel zal versmelten met de kern van de eicel.
 De bevruchting vindt plaats
De ontwikkeling van zaad tot nieuwe bloemplant
Veranderingen bij de stamper:
Na de bevruchting groeit het zaadbeginsel uit tot een zaad en het vruchtbeginsel tot een vrucht.
Kiemen en groeien:
Stap 1:
Via het poortje neemt de boonzaad water en mineralen op.
Stap 2:
Na korte tijd scheurt de zaadhuid open en komt het worteltje tevoorschijn.
Stap 3:
De wortel groeit steeds verder naar beneden, terwijl het stengeltje tegen de zwaartekracht in naar
omhoog groeit.
Stap 4:
Het stengeltje tilt de 2 zaadlobben, boven de bodem en komt voor het eerst bovengronds.
Stap 5:
Onder invloed van het licht worden de zaadlobben groen. Het pluimpje groeit nu verder uit waarbij
de gewone bladeren zich ontwikkelen. Ondertussen vindt de fotosynthese stilaan plaats.
Stap 6:
Tegelijkertijd wordt het reservevoedsel uit de zaadlobben opgebruikt, waardoor ze verschrompelen
en ten slotte afvallen. De plant schakelt nu volledig over op fotosynthese.

You might also like