Professional Documents
Culture Documents
Definitie
= Een blad is een plantendeel met:
1
1. Veernervig
2. Handnervig
3. Rechtnervig
4. Kromnervig
3.3 bladrand
Gave bladrand: de rand van de bladschijf is effen. (geen insnijdingen)
Ingesneden bladrand: de rand van de bladschijf heeft insnijdingen
a. Ondiepe insnijdingen = insnijding van bladrand
a. Gezaagd
b. Getand
c. Gekarteld
d. Gegolfd
b. Diepere insnijdingen = insnijding van bladschijf
a. Gelobd
b. Gespleten
c. Gedeeld
= enkelvoudige bladeren
c. De insnijdingen komen tot aan de hoofdnerf
=samengestelde bladeren
a. Handvormig samengesteld
b. Veervormig samengesteld
i. Topblaadje aanwezig
1. Even geveerd
2. Oneven geveerd
ii. Afgebroken geveerd
iii. Dubbelgeveerd
iv. Drievoudig geveerd
2
1. Gaaf 9. handnervig
2. Gekarteld 10. Veernervig
3. Gegolfd
1-5: kleine insnijdingen =
4. Gezaagd
insnijdingen van
5. Getand
bladrand
6. Gelobd
7. Gespleten 6-10: insnijdingen van
8. gedeeld bladschijf
3.4 Bladstand
= de wijze waarop de verscheidende bladeren op de stengel staan ingeplant.
a. Verspreide of spiralige bladstand = een blad per knoop
b. Tegenoverstaande bladstand= twee bladeren per knoop
a. Kruisgewijs
b. Tegenoverstaand
c. Kransgewijze bladstand= verschillende bladeren per knoop
3.5 Bladval
3
Vlotters: de bladsteel die opgezwollen is tot een ronde blaas en als drijforgaan dient.
2. Bloembiologie
1.1 Definitie
De bloem ontstaat uit een stengels met beperkte groei, waarvan de aangehechte bladeren
omgevormd zijn tot delen die geschikt zijn voor de voortplanting.
1.2 De bouw
Kelk
Kelkbladeren
Spiraalsgewijs
Aantal constant voor elke soort
Evenveel als het aantal kroonbladeren
Meestal groen en klein
Beschermen andere bloemdelen tegen ontluiken
Bijkelk
Kroon
4
Choripetalen met vrije kroonbladeren
Sympetalen met vergroeide kroonbladeren
Vlinderbloemige= vlag, zwaarden & kiel
Lipbloemigen= bovenlip & onderlip
Bloemdekbladeren= buitenste en binnenste bloembladeren hebben dezelfde kleur
Meeldraden en stuifmeel
Bouw
o Helmdraad= draadachtig deel
o Helmknop= knopvormige verdikking op het einde van de helmdraad
o Helmhokjes= bestaat uit aan elkaar gegroeide stuifmeelzakjes, zijn verbonden
door het helmbindsel
o Steriele meeldraden= staminodiën; vormen de overgang in de evolutie van
blad tot meeldraad.
Lengte
o Meestal even lang
o 2 lang en 2 korte meeldraden = tweemachtige meeldraden
o 4 lange en 2 korte meeldraden= viermachtige meeldraden
Vergroeiingen
o Eenbroederig= meeldraden zijn allemaal met elkaar vergroeid
o Tweebroederig= allemaal behalve 1 vergroeid
o Veelbroederig= vele meeldraden zijn in bundels vergroeid
o Saamhelmig= helmknoppen zijn met elkaar vergroeid
Stuifmeel of pollen
o Bevat zaadcel
o Microscopisch klein
o Studie van stuifmeelkorrels= pollenanalyse of palynologie
Stamper
Bouw
o Vergelijken met een fles
o Buik= vruchtbeginsel
5
Bestaat uit 1 gesloten vruchtblad of meerdere die met elkaar
vergroeid zijn.
Bevat zaadbeginsels (ontwikkeling eicel)
Recht, gebogen of omgekeerd
o Hals= stijl
Kan ontbreken= zittend
o Teut= stempel
Placentatie
o Wandstandige of pariëtale placentatie
Meestal bij eenhokkige vruchtbeginsels
o Hoekstandige of axiale placentatie
Bij meerhokkige vruchtbeginsels
o Centraalstandige placentatie
De zaadbeginsels staan ingeplant op een centrale spil
Indeling
o Enkelvoudige stamper= 1 vruchtblad
o Samengestelde stamper= verschillende vruchtbladeren
Eenhokkig
Meerhokkig (echte of valse tussenschotten)
Stand
o Bovenstandig vruchteginsel
o Middenstandig of halfonderstandig vruchtbeginsel
o Onderstandig vruchtbeginsel
1.3 Bloemvormen
6
Bloemformule
P.43
= de verschillende bloemdelen en aantallen worden aangegeven
Bloemdiagram
= plattegrond van de bloem verkregen door een verticale projectie van de
bloemdelen in geschematiseerde vorm op concentrische cirkels te tekenen.
P. 44
1.5 Functie van de bloem: geslachtelijke voortplanting
1.6 Bloeiwijzen
De manier waarop de bloemen op de plant staan.
Eindstandige bloem
Okselstandige bloem
Bloemgestel of inflorescentie
Bouw
o Bloemsteel
o Bloemsteeltje
o Bloemschede
o Schutbladeren
o Schutblaadjes
o Steelblaadjes
7
o Omwindsel
o Omwindseltje
Soorten bloemgestellen
o Middelpuntzoekende bloemgestellen
Tros
Aar
Kolf
Katje
Scherm
Korfje
Hoofdje
Pluim of samengestelde tros
Tuil of samengestelde schermvormige tros
Samengestelde aar
Samengesteld scherm
Speer
o Middelpuntvliedende bloemgestellen
Eentakkig bijscherm
Sikkel
Waaier
Schroef
Schicht
Tweetakkig bijscherm
Meertakkig bijscherm
o Gemengde bloemgestellen
Verschillende bloemgestellen kunnen in 1 enkel bloemgestel verenigd
zijn.
o Schijnbloemgestellen
Schijnscherm
Schijnkransen
2 De vrucht
2.1 definitie
= een uitgegroeid vruchtbeginsel en vormt een omhulsel rondom 1 zaad of vele zaden.
Vele vruchten ontstaan door verdikking van het vruchtbeginsel en door wijzigingen in
de hardheid en structuur van de wanden van het vruchtbeginsel.
2.3 soorten
8
Droge vruchten
o Graanvrucht
o Dopvrucht
o Noot
o Splitvrucht
Dubbele, drievoudige, viervoudige, vijfvoudige en veelvoudige
Openspringende
o Kluisvrucht (1 zaad per hokje)
o Doosvrucht (meerdere zaden per hokje)
Kokervrucht
Peul
Hauw
Echte doosvrucht
Vlezige vruchten
o Steenvrucht
o Pitvrucht
o Besvrucht
o Komkommervrucht
o Citrusvrucht
Schijnvruchten
o Delen betrokken tot de vorming van een schijnvrucht
Bloembodem (VB. aardbei)
Kelk (vb. lampionplant)
Bloemdek (vb. moerbei)
Gemeenschappelijke bloembodem (Vb. vijg)
Schutbladeren (vb. elzenproppen van een els)
Hoofdas, schutbladeren en bloembodem (vb. ananas)
Naaktzadige vrucht
o De vruchtbladeren worden meestal houtig.
Vb. den, jeneverbes
3. Het zaad
3.1 Definitie
9
= een uitgegroeid zaadbeginsel
Zaadhuid
o Omgeeft de hele zaadinhoud
Zaadkern
o Volledige zaadinhoud binnen de zaadhuid
o Bevat de kiem
Eenzaadlobbige plant
1. + 11: Pluimpje
2. Hypocotyl
3. +12: Worteltje
4. Micropyle (poortje)
5. Hilus (navel)
6. Zaadlob
7. +14: Zaadhuid
8. Vruchtwand
9. Zaadlob
10. Coleoptiel (stengelschede)
13. wortelschede
15. endosperm
Afb 1.48
3.4 Kieming
10
1.Zaadhuid splijt
2. Kiemworteltje komt tevoorschijn
3.pluimpje komt tussen de zaadlobben
tevoorschijn
4. Zijwortel groeit
5. Wortelharen
6. Rank
7. Blaadjes
8. Steunbladen
9. Bladschub
10. Stengel
11. Steel van zaadlob
12. hoofdwortel
Spreidingsmethoden
o Door de plant zelf
o Door de wind
o Door dieren
o Door water
o Door de mens
11
12