You are on page 1of 3

HAVO NEDERLANDS

LES 3

Antwoorden huiswerkopgaven

Opgave 1
1. vacuüm 11. adjunct-directeur
2. anti-Duits 12. slaolie
3. 's-Gravenhage 13. petroleum
4. hoge en lage cijfers1 14. binnen- en buitenland
5. Hans' tas (paragraaf 3.3.2) 15. geïnteresseerd
6. elektricien 16. begroeiing
7. jongens- en meisjesmode2 17. non-stopvlucht
8. Sint-Petruskerk 18. Ankes tas3
9. tweeëndertig 19. Den Haag-Centrum/centrum
10. cafés 20. oase

Opgave 2
1. baldakijn 11. geiser
2. pastei 12. plaveisel
3. feilloos 13. pleiten
4. gedijen 14. gijzelen
5. teisteren 15. beiaard
6. bescheiden 16. geleidelijk
7. ijlbode 17. boekweit
8. heiig 18. krijsen
9. kapseizen 19. beitsen
10. vermijden4 20. ongebreideld

Opgave 3
1. bauxiet 11. fraude
2. silhouet 12. aureool
3. miauwen 13. pauk
4. verbouwereerd 14. kouwelijk
5. flambouw 15. kabeljauw
6. schapenbout 16. houweel
7. nauw 17. vlootschouw
8. tournee 18. wauwelen
9. gauw/gouw5 19. gauwdief
10. clausule 20. prauw

1
Achter hoge komt geen koppelteken, omdat hoge cijfers niet één woord is.
2
Achter jongens komt wel een koppelteken, omdat jongensmode één woord is.
3
Ankes tas (tas van Anke), Ankes' tas (tas van Ankes)
4
Met 'zich' : 'zich vermeiden' (zich vermaken).
5
gauw = snel, vlug, gouw = landstreek, provincie
© Copyright SHA082
HAVO Nederlands - Les 3 Blz. 2

Opgave 4
A.
1. besteedt, besteedde 6. vergroot, vergrootte
2. richt ... aan, richtte ... aan 7. Vrezen, Vreesden
3. interesseer me, interesseerde me 8. kerven, kerfden (korven)
4. ontbindt, ontbond 9. kruit, kruide
5. vindt, vond/ vinden, vonden 10. Onthoud (Onthou), Onthield

B.
1. georganiseerd 6. geluid
2. verspreid 7. gebarsten
3. aangeboden 8. gevreesd
4. gezouten (woordenboek!) 9. beleefd
5. versuft 10. geopend

C.
1. bijeengedreven 6. Verwachte (korte vorm)
2. verlaten6 7. verbranden (na te het hele
werkwoord)
3. verrichte (korte vorm) 8. geschatte
4. ontplofte 9. opgeschoven
5. verbaasde 10. geïnteresseerde

D.
zin 1: 1 vermoedde, 2 opgerichte, 3 probeerde
zin 2: 4 pestte, 5 werd, 6 gekrabd
zin 3: 7 veroordeeld, 8 wordt, 9 meldt
zin 4: 10 Brand, 11 aanvaard
zin 5: 12 gebakken, 13 vind, 14 gestampte, 15 fijngesneden
zin 6: 16 verloten (na te het hele werkwoord), 17 verkocht
zin 7: 18 gesloofd, 19 verdient
zin 8: 20 werd, 21 gejuicht, 22 bevrijde (bijv. naamw., korte vorm),
23 teruggekeerd
zin 9: 24 Wordt7, 25 meegedeeld

6
Let op het verschil tussen het verlaten landhuis (= het landhuis waar niemand meer in
woont) en het verlate landhuis (= het landhuis dat te laat gekomen is!)
7
Let op: achter de persoonsvorm staat weliswaar het woordje je, je is echter geen
onderwerp maar meewerkend voorwerp; je kunt je niet vervangen door jij maar door jou:
Wordt je (jou) niet meegedeeld wie er gewonnen heeft?
HAVO Nederlands - Les 3 Blz. 3

Opgave 5

a.
1. cadeaus 6. frambozen
2. prospectussen8 7. penalty's
3. etuis 8. filosofen
4. sympathieën 9. haviken
5. herbaria/herbariums 10. invités (mannelijke gasten) /invitees
(vrouwelijke gasten)

b.
1. kippenei 6. regeringsverklaring
2. minimuminkomen 7. huisartsenpraktijk (huisartspraktijk)
3. totstandkoming 8. elfendans
4. kurkentrekker 9. oorlogsschip
5. bruggenhoofd 10. prullenmand

c.
In de drogisterij 'De gulden gaper'/ De gulden gaper/ De gulden gaper/ De
Gulden Gaper, waar ik werk, verscheen op een middag een dame die vroeg
naar een bepaald merk babyvoeding.

"Volgens de advertentie heeft dat merk gezonde baby's ten gevolge", zei ze.

Toen ik haar een potje gaf, vroeg ze: "Moet mijn man dat innemen (,) of ik?"

8
Prospecti bestaat niet.

You might also like