Professional Documents
Culture Documents
Frans
ste
1 leerjaar
GVBS WONDERWIJS
Debby De Cauwer
GVBS Wonderwijs
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
Woord vooraf
De taalnota van minister Vandenbroucke houdt in dat er ook Frans mag gegeven worden aan
kinderen die nog niet in het 5de leerjaar zitten.
Bij zo’n jonge kinderen spreken we dan van taalinitiatie. Spelenderwijs en op een ongedwongen
manier Frans leren. Kinderen worden ondergedompeld in de Franse taal. Het is als het ware een
ontdekkingstocht.
U heeft het misschien zelf al meegemaakt in uw klasje dat kinderen spontaan een woordje Frans
laten vallen en ze dan zo fier zijn als een pauw. Ze staan reeds op jonge leeftijd open om een
vreemde taal te leren, ze zijn nog heel nieuwsgierig. Van deze mooie eigenschappen moeten we
als leerkracht gretig gebruik maken.
Het doel van taalinitiatie is dat kinderen een vreemde taal gaan ‘verkennen’. Er wordt dus niet
gevraagd naar letterlijke vertalingen van teksten en er wordt nog niets opgeschreven. We willen
wel dat kinderen attitudes aanleren om met een vreemde taal om te kunnen gaan. Ze moeten
durven meedoen en vooral plezier beleven aan de activiteiten. Op deze manier wil men kinderen
een positieve houding ten opzichte van vreemde talen, in dit geval Frans, mee geven.
Dat dit allemaal op een creatieve en speelse manier moet gebeuren spreekt voor zich. Gebruik
maken van spelletjes, liedjes, gedichten,…is dus zeker een must. Taalinitiatie gebeurt dan ook op
een geïntegreerde manier. Het vreemdetalen-onderwijs verloopt in grote lijnen parallel met het
aanbod van een bepaald leergebied.
In deze bundel vindt u verschillende lessen en materialen om aan de slag te gaan. Er zijn 6 lesjes
uitgewerkt. Het materiaal dat bij deze lessen hoort (klaspop, prenten…) kan u terugvinden in de
box en/of in de bijlage. Er zijn nog extraatjes voorzien; liedjes, gedichtjes, tussendoortjes,... U kan
zelf kiezen wanneer en hoe u deze in de klas gebruikt.
Zoals elke leerkracht wel weet, is herhaling heel belangrijk. Bij sommige lesjes zal dit dan ook
nodig zijn. U zal niet altijd alle woordenschat in één lesje kunnen geven. U kan dan een selectie
maken uit het aanbod of de les opsplitsen in meerder lesjes. Ik vind het nog steeds belangrijker
dat kinderen enkele woorden zeer goed kennen dan dat ze veel woorden kennen maar de
uitspraak bijvoorbeeld niet goed is. Als leerkracht moet u een goed evenwicht zoeken tussen
Franstalige en Nederlandstalige opdrachten geven. Het Frans ondersteunen met gebaren kan een
grote hulp zijn voor kinderen. Ik hoop dat deze bundel u een eindje op weg kan helpen en
inspireren.
GVBS WONDERWIJS
2
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
Inhoudsopgave
Woord vooraf 1
Inhoudsopgave 2
Algemene doelen 3
Inhoud box 4
Lijst van bijlage 6
1. Lessen 8
1.1 Kennismaking 9
1.2 Zichzelf voorstellen 11
1.3 Tellen tot 10 13
1.4 Delen van het lichaam 15
1.5 De dagen van de week 17
1.6 Dieren van de boerderij 19
2 Liedbundel 21
2.1 Bonjour Amélie 22
2.2 La ballade des chiffres 23
2.3 Tête, épaules et genoux, pieds 24
2.4 Jean petit qui danse 25
2.5. La semaine 26
2.6 Mon coq est mort 27
2.7 Dans la ferme des martiens 28
2.8 Sur le pont d’Avignon 29
2.9 Frère Jacques 30
2.10 Joyeux anniversaire 31
5 Woordenlijst 48
6 Bronnen 50
7 Bijlage(n) 52
GVBS WONDERWIJS
3
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
Attitudes:
Leerlingen beleven plezier aan het leren van een vreemde taal.
Leerlingen ontwikkelen een positieve taalattitude: hierin is een affectieve component, een
conatieve component en een cognitieve component te onderscheiden.
Leerlingen verhogen hun zelfvertrouwen om een andere taal te gebruiken.
Leerlingen verwerven culturele competentie over het land waarin men de aangeboden taal
spreekt.
Leerlingen ontwikkelen attitudes van meer openheid ten aanzien van talen en in het bijzonder
de talen die ze op school moeten leren.
Taalvaardigheden:
Leerlingen ontwikkelen taalvaardigheden die van nut zijn bij diverse leerprocessen: luisteren,
spreken, observeren, analyseren.
Leerlingen ontwikkelen taalvaardigheden op een niet-academische manier, zonder de
verplichting om resultaten te halen.
Leerlingen kunnen allerlei concrete taalsituaties met meer talen aanpakken en ontwikkelen
daardoor meer en betere taalvaardigheid.
Leerlingen kunnen allerlei concrete situaties met meer talen aanpakken en beheersen en
verwerven daardoor op jonge leeftijd meertalige competenties.
Kinderen die deze vaardigheden en attitudes verwerven, hebben ongetwijfeld meer kansen op
welslagen in het aanleren van om het even welke taal op latere leeftijd.
GVBS WONDERWIJS
1
Vanderhauwaert, R., Vreemdetalenonderwijs in het gewone basisonderwijs, VVKHO
FrBaO/DOC/05-06/01, 24 oktober 2005, pp. 9-10.
4
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
INHOUD BOX
GVBS WONDERWIJS
5
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
• Algemeen
Handpop Amélie
Lessenbundel
• Les 1 : Kennismaking
Koffertje met foto’s
Foto Amélie
• Les 2 : Zichzelf voorstellen
Poppetjes
• Les 3 : Tellen tot 10
Prenten met cijfers
• Les 4 : Delen van het lichaam
Prent van het lichaam
Woordkaarten
• Les 5 : de dagen van de week
Kalender
• Les 6 : Dieren van de boerderij
Prenten dieren
• Tussendoortje 1
Bingokaarten
Kaartjes om te trekken in zakje
• Tussendoortje 2
Geen extra lesmateriaal
• Tussendoortje 3
Muizendobbelsteen
• Tussendoortje 4
Geen extra lesmateriaal
• Tussendoortje 5
Geen extra lesmateriaal
• Tussendoortje 6
Geen extra lesmateriaal
• Tussendoortje 7
Kaartjes
• Tussendoortje 8
Kaartjes
• Tussendoortje 9
Prenten
• Tussendoortje 10
Prenten
Blad met sleutelgat
GVBS WONDERWIJS
6
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
7
• Algemeen
Diploma Frans
• Les 1 : Kennismaking
Geen extra materiaal in bijlage
• Les 2 : Zichzelf voorstellen
Geen extra materiaal in bijlage
• Les 3 : Tellen tot 10
Geen extra materiaal in bijlage
• Les 4 : Delen van het lichaam
Geen extra materiaal in bijlage
• Les 5 : de dagen van de week
Verhaal bij de kalender
• Les 6 : Dieren van de boerderij
Geen extra materiaal in bijlage
GVBS WONDERWIJS
8
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
GVBS WONDERWIJS
9
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
10
Uitwerking Inleiding (5 minuten):
De leerkracht vertelt: ‘Net voor ik ging slapen ben ik Amélie de muis
tegengekomen. Ze zat buiten voor het raam en had het heel koud. Ik heb
haar dan maar snel binnengelaten. Amélie vertelde me dat ze een beetje
verdrietig is, ze komt uit Frankrijk en heeft hier in België nog geen
vriendjes. Ik heb haar gevraagd of ze bij ons in de klas wil komen om jullie
te leren kennen. Ze zei dat ze jullie dan graag een beetje Frans wil
aanleren.’
De leerkracht toont de foto van Amélie en hangt deze op het bord. Naast
de foto schrijft ze ‘bienvenue’ en legt dit uit aan de kinderen.
Leerkracht: ‘Amélie is wel een beetje verlegen en durft niet goed naar de
klas komen. Maar als jullie je ogen toe doen en ik muziek opzet komt ze
misschien wel.’
De leerkracht laat de muziek horen, de kinderen sluiten de ogen.
Amélie vertelt de kinderen dat ze veel van zingen houdt. Ze wil graag een
liedje aan de kinderen aanleren.
Het lied wordt stap voor stap aangeleerd. → ‘Bonjour Amélie’
Slot (5 minuten):
Amélie neemt in het Frans afscheid van de kinderen en zegt dat ze zeker
en vast nog wil langskomen.
Bordschema
11
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
12
Uitwerking Inleiding (5 minuten):
Leerkracht zingt het lied uit de vorige les samen met de kinderen.
Amélie: ‘Bonjour mes amis! Comment ça va?’ Amélie vertelt de kinderen
dat ze graag hun naam wil weten. Maar deze mogen ze natuurlijk niet
zomaar vertellen. Ze moeten zich in het Frans voorstellen.
Variatie: Je kan ook gebruik maken van een bol wol. Op die manier
ontstaat er een spinnenweb.
Dialoogje
Het dialoogje wordt klassikaal ingeoefend met de kinderen zodat ze het in
grote lijnen kunnen memoriseren. De popjes worden hierbij reeds gebruikt
door de leerkracht.
Tip: Kinderen die het moeilijker hebben met het Frans kan je de 2de rol
laten spelen. Deze is meer herhalend.
13
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
Slot (5 minuten):
Amélie vertelt aan de kinderen dat ze gisteren een leuk spel heeft gespeeld
en dit nu met de kinderen wil spelen.
Hinkelspel tot 10: Een leerling staat voor het hinkelspel bij de 1 en gooit
een steentje in een van de vakjes. Ligt het steentje bijvoorbeeld in 4, dan
springt hij op één been in de vakjes 1-2-3-5-6-7-8-9-10en keert daarna
terug. Tijdens het springen zegt de leerling in welk vakje hij springt.
Amélie neemt afscheid van de kinderen.
Bekijk ook de tussendoortjes ‘bingo’ en ‘le jeu des chiffres’. Op deze manier
kunnen de cijfers nog extra ingeoefend worden.
Bordschema
GVBS WONDERWIJS
15
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
Dit is het 4de lesje dat in het 1ste leerjaar gegeven wordt.
Beginsituatie
Deze lessen werden reeds uitgevoerd:
Kennismaking met het ankerfiguur.
Begroeting en zichzelf voorstellen.
Tellen van 0 tot 10.
Materiaal Handpop Amélie (box)
Prent lichaam + woordkaarten (box)
Liedtekst ‘tête, epaules et genoux, pieds’ (liedbundel)
Liedtekst ‘Jean Petit qui danse (liedbundel)
Spel ‘Jacques a dit’ (tussendoortjes)
Uitwerking Inleiding (3 minuten):
16
Amélie begroet de kinderen in het Frans. ‘Bonjour les enfants! Comment ça
va?’
Amélie: ‘Eigenlijk zien jullie er wel een beetje gek uit hé. Jullie lijken
helemaal niet op mij. Vous avez une tête, 2 yeux, un nez, des épaules, des
oreilles, une bouche, des genoux et des pieds.’ Amélie duidt de
lichaamsdelen aan bij de juf.
Het is leuk en grappig als je het tempo steeds wat verder opdrijft.
Extra:
Ook het liedje ‘Jean Petit qui danse’ kan je aanleren bij dit thema.
Het spel ‘Jacques a dit’ kan je toepassen na het aanbrengen van deze les.
Jacques a dit:
- Les mains sur la tête.
- Les pieds sur la jambe.
- Les mains sur les oreilles.
- Les bras sur les jambes.
Slot (2 minuten):
Amélie neemt in het Frans afscheid van de kinderen.
têt
Bordschema ne 2
oreill
épaul
e
bouch
e
pie geno
u
17
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
18
Uitwerking Inleiding (2 minuten):
Amélie begroet de kinderen in het Frans. Ze vraagt aan de kinderen of ze
de dagen van de week kennen.
Amélie zingt het lied ‘la semaine’. (lied moet aangeleerd worden op een
donderdag) Het lied wordt stap voor stap aangeleerd. Op die manier
kunnen de kinderen de dagen van de week gemakkelijker memoriseren.
Slot (3 minuten):
De leerkracht hangt de kalender omhoog in de klas. De leerlingen zingen
het lied een laatste maal en nemen afscheid van Amélie.
Tip: je kan elke dag aan de kinderen vragen hoe we die dag in het Frans
noemen. Door de herhaling zullen ze alles beter onthouden.
Bordschema:
19
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
Alle leerlingen krijgen een stukje karton. Daarop tekenen ze een dier van
de boerderij dat zij het leukste/mooiste vinden. Het dier kan ingekleurd
worden met kleurtjes of verf. Daarna worden de kartonnen dieren op een
wasknijper gekleefd.
De leerkracht vertelt de kinderen wat ze van de werkjes vindt. Ze doet dit
met de volgende Franse woorden: magnifique, fantastique, superbe, tres
bien,…
Slot (5 minuten):
De kinderen zingen het lied een laatste maal. Amélie neemt in het Frans
afscheid van de kinderen.
Bordschema
21
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
2. LIEDBUNDEL
Dit liedje heeft dezelfde melodie als het Nederlandse ‘Zeg ken jij de mosselman’.
22
J
Bonjour.
Bonjour.
Bonjour Amélie.
Dit liedje is heel leuk en makkelijk aan te leren. Je zingt telkens één zin voor. De
leerlingen zingen onmiddellijk na en imiteren het gebaar dat je maakt.
23
2.3 TÊTE, ÉPAULES ET GENOUX, PIEDS
24
2.4 JEAN PETIT QUI DANSE
Terwijl de kinderen de eerste twee zinnen zingen (‘Jean petit qui danse’) kunnen ze per
twee ronddraaien. Bij de volgende zin laten ze elkaar los en maken een gebaar met
25
het lichaamsdeel dat bezongen wordt (‘de son pied il dans’ =hard stampen) Je kunt
verschillende lichaamsdelen kiezen die je in de voorlaatste zin opsomt, telkens met
het juiste gebaar erbij. (Bijv: ‘de son nez, nez, nez; de son bras, bras, bras; de sa
main main main; de son pied, pied,pied… Ainsi danse Jean Petit.’)
2.5 LA SEMAINE
Dit liedje heeft dezelfde melodie als het Nederlandse ‘Zeg ken jij de mosselman’.
26
Lundi, mardi, mercredi,
27
Dit liedje is ook een canon: na de eerste zin tweemaal gezongen te hebben, valt de
volgende groep in. Leuk is om met de kinderen nieuwe strofen te maken rond andere
dieren van de boerderij: ‘mon chien est mort’, ‘mon cheval est mort’,…. De kinderen
zoeken dan naar het juiste geluid dat erbij hoort.
28
Bij het aanleren van dit lied kan je de prenten gebruiken. Duidt deze aan wanneer je
aan het zingen bent. Zo zullen de kinderen het lied sneller mee kunnen zingen.
29
Je kan de kinderen een foto tonen van de brug. Op die manier breng je hen ook een
beetje cultuur bij.
Dit liedje gaat over de mensen die dansen op de brug van Avignon. (Franse stad in de
Provence). De brug werd in de 12de eeuw gebouwd, was 900m lang en had 19 bogen.
Maar in de 17de eeuw stortte ze deels in en nu is er enkel nog het deel dicht bij de
stad.
Tijdens het refrein wordt er in een kring rondgestapt. Tijdens elke strofe wordt er
uitgebeeld: de heren nemen hun hoed af om de dames te groeten, de dames maken
een buiging.
31
GVBS WONDERWIJS
32
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
3. GEDICHTENBUNDEL
Ter inspiratie
33
Le roi des animaux
J'aime l'été
34
Pour tous les enfants du monde,
35
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
4. TUSSENDOORTJES
36
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
4.1 TUSSENDOORTJE
Onderwerp
10 minuten.
Tijdsduur
37
Leerplansituering Doelen gekoppeld aan het leerplan Frans:
Lu. 1: Tonen dat ze auditief aangeboden taalmateriaal begrijpen: een
korte instructie, een eenvoudige tekst, een vraag.
Lu. 3: Blijk geven van de nodige luisterbereidheid.
Lu. 4: Durven aangeven, eventueel in de moedertaal, dat een
boodschap niet begrepen is.
Sp. 3: Woorden en beeldmateriaal combineren.
Om dit spel te spelen moeten de kinderen les 3 van het 1ste leerjaar zeker
Beginsituatie
gehad hebben.
Amélie trekt cijfers en leest ze voor in het Frans. Als de leerlingen het cijfer
terug vinden leggen ze een blokje op het cijfer. Als ze een blokje op
alle cijfers hebben gezet roepen ze ‘bingo’.
4.2 TUSSENDOORTJE
10 minuten.
Tijdsduur
Materiaal Balletje
Cijferkaartjes (box)
Amélie geeft aan elke leerling een cijferkaartje. Amélie noemt 2 cijfers in
Uitwerking
het Frans. De kinderen die dit cijfer gekregen hebben verwisselen van
plaats.
Variante:
- De leerlingen staan tegenover elkaar achter de lijn. In het midden ligt
een balletje. Wanneer Amélie een nummer roept moeten de kinderen
met het genoemde nummer het balletje zo snel mogelijk gaan halen.
- Dit spel kan je ook spelen door kinderen in plaats van cijfers, kleuren
te geven.
- Kinderen die dezelfde kledingstukken aanhebben verwisselen van
plaats wanneer de leerkracht het kledingstuk noemt.
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
4.3 TUSSENDOORTJE
Le jeu du dé.
Onderwerp
10 minuten.
Tijdsduur
39
Leerplansituering Doelen gekoppeld aan het leerplan Frans:
Lu. 1: Tonen dat ze auditief aangeboden taalmateriaal begrijpen: een
korte instructie, een eenvoudige tekst, een vraag.
Lu. 3: Blijk geven van de nodige luisterbereidheid.
Lu. 4: Durven aangeven, eventueel in de moedertaal, dat een
boodschap niet begrepen is.
Sp. 3: Woorden en beeldmateriaal combineren.
Doelen De leerlingen oefenen het tellen in het Frans.
De leerlingen voeren verschillende opdrachten uit.
De leerlingen beleven plezier aan de activiteit.
Om dit spel te spelen moeten de kinderen les 3 van het 1ste leerjaar zeker
Beginsituatie
gehad hebben.
4.4 TUSSENDOORTJE
Le jeu du pictionnaire.
Onderwerp
10 minuten.
Tijdsduur
40
Leerplansituering Doelen gekoppeld aan het leerplan Frans:
Lu. 1: Tonen dat ze auditief aangeboden taalmateriaal begrijpen: een
korte instructie, een eenvoudige tekst, een vraag.
Lu. 3: Blijk geven van de nodige luisterbereidheid.
Lu. 4: Durven aangeven, eventueel in de moedertaal, dat een
boodschap niet begrepen is.
Sp. 3: Woorden en beeldmateriaal combineren.
Materiaal Bord
Kleurenkrijt
De klas wordt in 2 groepen verdeeld. Amélie zegt tegen 1 kind van groep 1
Uitwerking
wat er moet getekend worden. Enkel de kinderen van groep 1 mogen
raden. Als groep 1 heeft geraden wat er getekend werd krijgen ze een
punt. (Het Franse woord moet gegeven worden.) Daarna is groep 2 aan de
beurt.
Mogelijke opdrachten:
- Fruit: appel, peer, banaan,…
- Lichaamsdelen: hand, voet, hoofd, knie,…
- Dieren: hond, kat,…
- Sport: voetbal, tennis,…
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
4.5 TUSSENDOORTJE
Amélie a dit.
Onderwerp
10 minuten.
Tijdsduur
41
Leerplansituering Doelen gekoppeld aan het leerplan Frans:
Lu. 1: Tonen dat ze auditief aangeboden taalmateriaal begrijpen: een
korte instructie, een eenvoudige tekst, een vraag.
Lu. 3: Blijk geven van de nodige luisterbereidheid.
Lu. 4: Durven aangeven, eventueel in de moedertaal, dat een
boodschap niet begrepen is.
Sp. 3: Woorden en beeldmateriaal combineren.
Omdat de kinderen in het begin nog niet veel opdrachten begrijpen, begin
je met 2 eenvoudige opdrachtjes. De volgende keer kan je de 1 of 2
opdrachten extra invoeren. Op die manier leren de kinderen stap voor stap
nieuwe Franse uitspraken bij.
Voorbeeld:
Mogelijke opdrachten:
42
Jouer du saxophone.
Jouer de la guitare.
Danser.
Sauter à la corde.
Jouer au football.
Jouer au tennis.
Savoir nager.
Faire du judo.
Faire du ski.
…
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
4.6 TUSSENDOORTJE
Le jeu du mime.
Onderwerp
10 minuten.
Tijdsduur
43
Lu. 1: Tonen dat ze auditief aangeboden taalmateriaal begrijpen: een
korte instructie, een eenvoudige tekst, een vraag.
Lu. 3: Blijk geven van de nodige luisterbereidheid.
Lu. 4: Durven aangeven, eventueel in de moedertaal, dat een
boodschap niet begrepen is.
Sp. 3: Woorden en beeldmateriaal combineren.
De klas wordt in 2 groepen verdeeld. Amélie zegt tegen 1 kind van groep 1
Uitwerking
wat er moet uitgebeeld worden. Enkel de kinderen van groep 1 mogen
raden. Als groep 1 heeft geraden wat er uitgebeeld werd krijgen ze een
punt. ( Het Franse woord moet gegeven worden.) Daarna is groep 2 aan
de beurt.
Mogelijke opdrachten:
- Fruit: appel, peer, banaan,…
- Lichaamsdelen: hand, voet, hoofd, knie,…
- Dieren: hond, kat,…
- Sport: voetbal, tennis,…
- …
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
4.7 TUSSENDOORTJE
Le jeu de kim.
Onderwerp
10 minuten.
Tijdsduur
Materiaal Voorwerpen
kaartjes
Amélie legt verschillende voorwerpen/kaartjes op tafel en overloopt ze in
Uitwerking
het Frans met de kinderen. Daarna sluiten de kinderen de ogen. Amélie
neemt 1 voorwerp/kaartje weg. De kinderen zeggen welk voorwerp ze niet
meer zien. Daarna neemt Amélie 2 voorwerpen weg….
Varianten:
- Alle kaartjes hangen op het bord. Een leerling benoemt een kaart in het
Frans en neemt het weg. De volgende leerling neemt ook een kaart weg
en benoemt haar/zijn kaart en de vorige.
4.8 TUSSENDOORTJE
Le jeu de mémoire
Onderwerp
10 minuten.
Tijdsduur
Materiaal kaartjes
De leerkracht hangt verschillende kaartjes aan het bord. Elke leerling mag
Uitwerking
om beurten 2 kaartjes om draaien en verwoord in het Frans wat er op de
kaartjes staat. Als een leerling 2 dezelfde kaartjes heeft krijgt hij/zij deze.
Zijn de kaartjes verschillend, worden ze terug omgedraaid. Vervolgens is
het aan het volgende kind. Het doel is om zo alle kaarten die bij elkaar
horen terug te vinden.
Varianten:
- Je kan ook 2 lessen door elkaar oefenen (fruit – dieren)
- Je kan de kinderen prenten laten combineren die bij elkaar horen:
(broek en tui – fruitmand en peer)
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
4.9 TUSSENDOORTJE
10 minuten.
Tijdsduur
Elke leerling herhaalt de zin ‘Je pars en voyage et j’emporte dans ma valise
Uitwerking
un/une’ en voegt een voorwerp toe. De volgende leerling herhaalt de zin,
herhaalt het voorwerp van de vorige en voegt zelf een voorwerp toe.
Varianten:
- De leerlingen houden de objecten in hun hand.
- De leerlingen kiezen objecten die in de klas staan.
- De leerkracht kan een lijst met woorden op bord schrijven waaruit de
leerlingen kunnen kiezen.
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
4.10 TUSSENDOORTJE
Trou de serrure
Onderwerp
10 minuten.
Tijdsduur
47
Doelen De leerlingen oefenen gekende woordenschat in.
De leerlingen beleven plezier aan de activiteit.
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
5. WOORDENLIJST
48
Deze woordenschat vind je terug bij de verschillende lessen/liedjes of kan je
tussendoor zelf gebruiken om de kinderen instructies te geven.
49
Frans Nederlands
A Applaudissez! Applaudisseer!
Asseyez-vous! Ga zitten!
Au revoir ! Tot ziens!
Aujourd’hui Vandaag
B Bonjour! Goeiedag!
Bougez! Beweeg!
C Chantez! Zing!
Claquez les doights! Knip met je vingers!
Comment ça va? Hoe gaat het?
D Demain Morgen
Dessinnez! Teken!
E Ecoutez bien! Luister goed!
Entrez les enfants! Kom binnen kinderen!
Et toi? En jij?
F Fantastique! Fantastisch!
Formez un cercle! Maak een kring!
Frappez dans tes mains! Klap in je handen!
H Hier Gisteren
J J’ai bien dormi. Ik heb goed geslapen.
Je m’appelle… Ik heet….
Joyeux anniversaire! Gelukkige verjaardag!
M Magnifique! Prachtig! fantastisch!
Q Quel âge avez-vous? Hoe oud bent u?
R Répétez! Herhaal!
S Sautez! Spring!
Sortez! Ga buiten!
Superbe! Schitterend! Prachtig!
T Tapez tes cuisses! Klap op je billen!
Très bien! Heel goed!
50
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
6. BRONNEN
51
Vanderhauwaert, R., Vreemdetalenonderwijs in het gewone basisonderwijs, VVKHO
FrBaO/DOC/05-06/01, 24 oktober 2005, pp. 9-10.
Cursus Frans mevrouw Delaruelle 2e jaar bachelor lager onderwijs.
Handleiding Cocorico, taalinitiatie Frans voor de 2de graad, Pelckmans.
Handleiding Alex et Zoë, Wolters Plantyn.
Handleiding Tatou, Averbode
Van Humbeeck, S., Mijn eerste Franse woorden, Aartselaar, Uitgeverij N.V., 144.
Janssen, G., Het grote knutselboek voor kinderen, Aarstelaar, Deltas, 143
http://www.taalinitiatie.be/
http://www.franceweb.fr/poesie/enfants/poeme.htm#
52
GVBS WONDERWIJS
Grote Poerdam 1
Haasdonk
Debby De Cauwer
BIJLAGE
53
54