You are on page 1of 3

Practicum soortelijke warmte

Door: Hamna, Azra, Romeo


School: Calandlyceum
Lerares: Mvr. Nieberg
Datum: 30-9-2019
Vak: NLT
Klas: 4V

Inleiding

In deze proef gaan we meten of 200ml water sneller opwarmt dan 300ml water, en gaan wij de
soortelijke warmte van water berekenen.

Onderzoeksvraag: Wat is de soortelijke warmte van water?

Hypothese: -

Materialen en methoden

Voor deze proef waren de materialen die we nodig hadden:

1. Een bekerglas (niet van plastic, maar glas)


2. 500 mL water
3. Een dompelaar met een vermogen van 200 W
4. Een thermometer
5. Een stopwatch

DEEL 1: 300 GRAM WATER IN HET BEKERGLAS

stap 1: Noteer het vermogen van de dompelaar. De waarde die op de sticker geschreven staat is
preciezer dan de waarde die de fabrikant opgeeft.

stap 2: Vul het bekerglas met 300 mL water uit de kraan. Dit komt overeen met 300 gram water.

stap 3: Breng de dompelaar en de thermometer in het water.

stap 4: Sluit de dompelaar op het lichtnet aan en meet de tijdsduur waarin de temperatuur oploopt van
30 o C naar 80 o C.

stap 5: Bereken de warmte die de dompelaar heeft afgegeven gedurende deze tijdsduur.

DEEL 2: 200 GRAM WATER IN HET BEKERGLAS

stap 1: Vul het bekerglas met 200 mL water uit de kraan.

stap 2: Herhaal de stappen 3, 4 en 5 uit deel 1.

DEEL 3: BEREKENING VAN DE SOORTELIJKE WARMTE

stap 1: Bereken uit deel 1 en deel 2 hoeveel warmte nodig is om 100 gram water (zonder bekerglas,
thermometer en dompelaar) in temperatuur te laten stijgen van 30 o C naar 80 o C.

stap 2: Bereken hoeveel warmte nodig is om 1 gram water in temperatuur te laten stijgen van 30 o C
naar 80 o C.

stap 3: Bereken hoeveel warmte nodig is om 1 gram water 1 graad Celsius in temperatuur te laten
stijgen.

stap 4: Hoe groot is nu de soortelijke warmte van water? soortelijke warmte =

Laat dit controleren

Resultaten

Het verwarmen van 300 gram water:

Het duurde 5.10.69 minuten tot het water van 30 graden naar 80 graden verliep. De warmte die het
water in deze tijd heeft afgegeven is 190 x 310 = 62000 J.

Het verwarmen van 200 gram water:

Het duurde 3.10.21 minuten tot het water van 30 graden naar 80 graden verliep. De warmte die het
water in deze tijd heeft afgegeven is 190 x 200 = 38000 J.
Om 100 gram water 50 graden te verwarmen is er dus 62000 – 38000 = 24000 J nodig en dus voor 1
gram 24000/100 = 240 J.

Om 1 gram water 1 gram te verwarmen heb je dus 240/50 = 4.8 J dus de soortelijke warmte van water is
0.0048J/kg/o C.

Conclusie & Discussie

Conclusie: Volgens onze berekeningen is de soortelijke warmte van water 4.8/kg/oC. In de realiteit is dit
4.1/kg/oC. Wij zijn trots dat wij zo dichtbij zijn gekomen en vinden dit een geslaagde meting, wel denken
wij dat de meting minder accuraat was vanwege ons bekerglas en de luchtomgeving die mogelijk invloed
had op de temperatuur. Het bekerglas kon bijvoorbeeld warmte absorberen en weer afgeven wat de
validiteit van de meting minder accuraat maakt.

De proef ging vloeiend en gecontroleerd, de berekeningen kostten ons wat tijd maar na confirmatie van
de docent bleken wij op het juiste pad en zijn wij blij met de uitkomst.

Meningen

Mening Azra: ik vond het een goede kleine practicum waar ik ook best wat van heb opgestoken. Over
wat soortelijke warmte is en hoe je er eigenlijk mee rekent.

Mening Hamna: Ik vond dit een leuke proef aangezien de proef niet te moeilijk was en het niet te druk
was in de klas.

Romeo: Ik had het oppervlakkig gezien verwacht maar ik heb geleerd hoe ik aan de hand van formules
soortelijke warmte kan berekenen.

http://www.roelhendriks.eu/Natuurkunde/w2H%20warmte/warmte%20practica.pdf

You might also like