You are on page 1of 22

Een

ontwerponderzoek
DIFFERENTIËREN OP BASIS VAN ACHTERGROND

Rani Eykens en Kyana Dehertogh


2SA1 | 2019-2020

1
INHOUD

1. Inleiding 3
1.1 Probleemoriëntering 3
1.2 Onderzoeksvraag en deelvragen 3
2. Differentiëren op basis van achtergrond 4
2.1 Betekenis differentiëren op basis van achtergrond 4
2.2 Elementen van het tandwiel 6
2.3 Tips en werkvormen differentiëren op basis van achtergrond 7
2.4 Evaluatie 11
3. Onderzoeksresultaten 11
4. Conclusie 12
Bijlagen 13
Bibliografie 21

2
1. INLEIDING

1.1 PROBLEEMORIËNTERING

In dit actieonderzoek willen we ons richten op het thema differentiëren op basis van
achtergrond. Differentiëren betekent een onderscheid of een verschil maken. Wij willen ons
vooral richten op binnenklasdifferentiatie. Binnenklasdifferentiatie is omgaan met verschillen
tussen leerlingen in een klas op een proactieve en planmatige manier om te bekomen tot
verhoogde motivatie, welbevinden, leerwinst en/of leerefficiëntie (Binneklasdifferentiatie een
beroepshouding, geen recept: Castelein, Coens, De Witte, et.al.). Dit kan op verschillende
aspecten en niveaus. Tijdens dit ontwerponderzoek gaan we de focus leggen op de achtergrond
van de leerlingen.

We willen gebruik maken van het tandwiel uit een artikel van Castelein, Coens, De Witte et.al.
om verschillende elementen te gebruiken in dit onderzoek.

Differentiatie gebruiken in de praktijk is niet altijd evident. Het neemt vaak meer tijd in beslag
dan een voorbereiding van een algemene les. Er zijn ook veel individuen in een klas waardoor
het moeilijker wordt om alle achtergronden in acht te nemen. Leerkrachten hebben hier vaak
nog een beperkte kennis over dit onderwerp. Dit blijkt uit eigen ervaringen. Via dit onderzoek
willen we onze kennis over differentiatie op basis van achtergrond verbreden. Daarnaast hopen
we de werkvormen die we willen opstellen, te gebruiken in onze eigen lessen.

1.2 ONDERZOEKSVRAAG EN DEELVRAGEN

De onderzoeksvraag die we geformuleerd hebben voor het ontwerponderzoek luidt: ‘Hoe kan ik
differentiëren binnen een klas op basis van de achtergrond van de leerlingen in de eerste graad?’
Daarnaast hebben we vier deelvragen geformuleerd die ons moeten helpen bij het
beantwoorden van de hoofdvraag.

Deelvragen:

- Wat betekent differentiëren op basis van achtergrond?


- Welke elementen van het tandwiel kan ik het best bespelen om te differentiëren op basis
van de achtergrond van leerlingen?
- Welke tips en werkvormen kan ik gebruiken om de differentiëren op basis van de achtergrond
van leerlingen?
- Hoe kan de leerkracht evalueren of ik op een correcte manier gedifferentieerd heb op basis
van de achtergrond van de leerlingen?

3
2. DIFFERENTIËREN OP BASIS VAN ACHTERGROND

2.1 BETEKENIS DIFFERENTIËREN OP BASIS VAN ACHTERGROND

Om een antwoord te kunnen formuleren op de onderzoeksvraag: ‘Hoe kan ik differentiëren


binnen een klas op basis van de achtergrond van de leerlingen in een eerste graad?’ zijn we
eerst op zoek gegaan naar wat differentiëren op basis van achtergrond precies inhoudt. De
onderzoeksmethode om de eerste deelvraag ‘Wat betekent differentiëren op basis van
achtergrond?’ te kunnen beantwoorden, is een bronnenonderzoek, meer bepaald een
literatuurstudie.

Uit onderzoek blijkt dat eerst en vooral de beroepshouding of de visie op het onderwijs van de
leerkracht allesbepalend is voor de intentie tot en het succes van binnenklasdifferentiatie. De
leerkracht moet bereid zijn om het eigen onderwijs aan te passen aan de noden van de
verschillende leerlingen. Hij moet er bovendien vanuit gaan dat elke leerling kan groeien. De
leerkracht moet zijn lessen zo kneden dat alle leerlingen zoveel mogelijk tot leren komen.1

Er bestaan enkele bouwstenen voor binnenklasdifferentiatie die door Castelein, Coenens, De


Witte et.al. in twee tandwielen gegoten werden. Aan de ene kant hebben we het tandwiel van
de ‘lerende’. Deze geeft bouwstenen die ons helpen kiezen op basis waarvan we kunnen
differentiëren. Het andere tandwiel baseert zich op de ‘leeromgeving’ en geeft mee welke
elementen we kunnen bespelen om differentiatie mogelijk te maken. Dit laatste tandwiel haakt
in op het eerste tandwiel en gaat over het inspelen op de verschillen tussen leerlingen op een
dynamische manier.

1
Binnenklasdifferentiatie een beroepshouding, geen recept: Castelein, Coens, De Witte, et.al.

4
Wij hebben ervoor gekozen om ons in dit onderzoek te richten op het differentiëren op basis
van de achtergrond van de leerlingen. Wat wordt er nu juist bedoeld met de achtergrond van
de leerlingen?

Wanneer we de betekenis van het woord ‘achtergrond’ opzoeken vinden we in het Van Dale
woordenboek het volgende terug: “het gedeelte dat van de beschouwer het verst af ligt: (van
personen) op de achtergrond blijven (a) zich niet laten zien; (b) zorgen dat je weinig aandacht
krijgt; de achtergronden van een conflict de diepere oorzaken”.2

Dit is echter niet de betekenis waar wij in deze context naar op zoek zijn. In deze context past
de volgende, eerder figuurlijke, definitie beter: “een onderliggende oorzaak, het verleden van
een persoon”.3 De achtergrond van leerlingen bestaat uit verschillende elementen. Wanneer we
dus willen differentiëren op basis van deze achtergrond zullen we één of enkele van deze
elementen moeten kiezen om ons op te focussen. Het is namelijk onmogelijk op met al deze
kenmerken tegelijkertijd rekening te houden. Als we dit zouden proberen zouden we in de
eerste plaats heel veel werk hebben met het maken van onze lesvoorbereiding. Daarnaast zou
het differentiëren zijn doel missen omdat we niet op de juiste elementen zouden letten.
Hieronder zullen we eerst enkele elementen die een deel uitmaken van de achtergrond van
leerlingen opsommen. Later zullen we in een conclusie duidelijk maken op welke elementen we
ons in dit onderzoek vooral zullen richten en waarom.

Enkele elementen die te maken hebben met de achtergrond van leerlingen:

- Leeftijd
- Geslacht
Jongens en meisjes hebben verschillende interesses en motivaties. Hier moet dus rekening
mee gehouden worden bij het lesgeven. Het is dan ook zeker de moeite om op basis van het
geslacht van de leerlingen te differentiëren om zo hun motivatie te versterken.
- Taal
Er kan binnen een klas diversiteit zijn in de moedertaal van leerlingen. Sommige leerlingen
beheersen het Nederlands beter dan anderen. Het is belangrijk om hier ook rekening mee
te houden omdat communicatie een belangrijk element is van educatie.
- Economische achtergrond
De economische achtergrond van leerlingen heeft een invloed op hun schoolprestaties, dit
blijkt uit onderzoeken. Leerlingen uit minder bemiddelde milieus hebben bijvoorbeeld
minder bijscholingsmogelijkheden. Ook de manier van taken indienen zal voor hen anders
zijn. De mogelijkheden die ze hebben omtrent het maken van online taken en/of het volgen
van online lessen verschillen van die van leerlingen die het financieel wel makkelijk of
makkelijker hebben.
- Opleiding ouders
De opleiding die de ouders van leerlingen gevolgd hebben kan een invloed hebben op de
onderwijsprestaties van die leerlingen. Zo kunnen hoog/goed opgeleide ouders bijdragen tot
de ambities van de leerlingen, hen helpen met taken en opdrachten, een goede leerhouding
aanbrengen, etc. Minder goed opgeleide ouders doen hier zeker ook hun best voor, maar
beschikken vaak over minder kennis hieromtrent.

2
Van Dale online woordenboek: https://www.vandale.nl/gratis-
woordenboek/nederlands/betekenis/achtergrond#.XoSUT4gzY2w
3
https://www.woordenboeken.nu/betekenis/nl/achtergrond

5
Om er toch voor te zorgen dat al de leerlingen in je klas dezelfde kansen op succes krijgen,
kan ook op basis van deze eigenschap gedifferentieerd worden.
- Cultureel-Etnische achtergrond
Cultureel-etnische groepen worden gedefinieerd als bevolkingsgroepen met een eigen taal
en eigen gewoontes en opvattingen, een eigen geschiedenis en tradities en vaak ook met
verschillen in uiterlijk. Het is belangrijk om hier tijdens de les ook rekening mee te houden.
Leerlingen met een andere etnische achtergrond kunnen ook een andere kijk geven op
bepaalde lesonderwerpen. Wanneer je hun etnische achtergrond ook bij de les betrekt,
voelen ze zich als persoon ook meer betrokken bij de les en de klas. Er werd uit onderzoek
aangetoond dat minderheidsgroepen ook beter presteren en meer actief deelnemen aan de
les wanneer de schoolomgeving gevoelig is voor hun cultuur (De Neve en Devos, 2016).
- Sociaal milieu
Het sociaal milieu is het geheel van sociale, culturele, economische, religieuze factoren dat
van invloed is op het menselijk gedrag. Dit is bij leerlingen extra duidelijk in de klas, omdat
zij zich volop aan het ontwikkelen zijn als persoon. Zowel leerkracht als leerling kan er baat
bij hebben wanneer er ook op basis van dit element gedifferentieerd wordt.

Hoewel er zeker met al deze elementen rekening gehouden moet proberen te worden bij
binnenklasdifferentiatie op basis van achtergrond hebben wij ervoor gekozen om ons in dit
onderzoek op vier van deze elementen te focussen, namelijk: geslacht, taal, cultureel-etnische
achtergrond en economische achtergrond. De gekozen elementen kunnen makkelijk in dit
onderzoek geïntegreerd worden omdat we kunnen uitgaan van algemene verwachtingen of
hypothesen. We kunnen uitgaan van het aantal leerlingen met een andere etnische achtergrond
uit een van onze vorige stageklassen of van het aantal jongens en meisjes er in die klas aanwezig
zijn. Wat moeilijker gaat, is onderzoeken welke opleiding de ouders van deze leerlingen hebben
genoten. Daarom leek het ons ook niet interessant om dit element in ons onderzoek te
verwerken. Bovendien zijn de 4 elementen die wij kozen ook interessant om over na te denken
met betrekking tot de online lessen en werkvormen die we hiervoor zullen bespreken.

2.2 ELEMENTEN VAN HET TANDWIEL

Voor het beantwoorden van de tweede deelvraag ‘Welke elementen van het tandwiel kan ik het
best bespelen om te differentiëren op basis van de achtergrond van leerlingen?’ focussen we
ons op het tweede tandwiel van de tandwielen van Castelein, Coenens, De Witte et.al..
Namelijk het tandwiel dat zich over de leeromgeving buigt. Welke elementen uit dit tandwiel
kunnen we het best bespelen om te differentiëren op basis van de achtergrond van de
leerlingen?

Om verschillende werkvormen te kunnen opstellen in de derde deelvraag, gaan we eerst de


andere elementen van het tandwiel bespreken. Enkele van deze elementen hangen samen met
de werkvormen en kunnen nuttig zijn bij het opstellen van een les. Vooral wanneer je als
leerkracht online lessen moet geven.

6
Er kan in een heel aantal didactische fasen van het leer- of doceerproces gedifferentieerd
worden. Dit kan bijvoorbeeld bij:

- De instructie
- Het tempo
- De evaluatie
- De ondersteuning door peers of collega’s
- De feedback
- Het eindproduct
- De leermaterialen
- Leerdoelen
- Werkvormen

Het element waar wij ons op gaan focussen, zijn de werkvormen. Encyclo.nl definieert
werkvormen als ‘een manier waarop een bepaalde taak uitgevoerd wordt’. Het is veel
aangenamer voor leerlingen wanneer er variatie in de werkvormen zit. Differentiëren op basis
van achtergrond is hier makkelijk toepasbaar.

Leermaterialen en media is zeker geen moeilijk aspect van het tandwiel om de differentiatie
aan te brengen. Er kunnen verschillende teksten, web tools, etc. gebruikt worden in een les.
De keuze in materialen hangt samen met de gebruikte werkvormen. Elke werkvorm vraagt
andere leermaterialen en media. Het is makkelijk om de verschillen in achtergrond hier te
gebruiken bij het selecteren van deze materialen.

Volgens Wikipedia betekent evaluatie ‘het verzamelen, interpreteren en presenteren


van informatie teneinde de waarde van een resultaat of proces te bepalen’ Je kan niet alle
leerlingen op dezelfde manier evalueren, er moet rekening gehouden worden met verschillende
aspecten zoals achtergrond. Bij niet-Nederlandstalige kinderen kan je milder evalueren op
spelfouten dan bijvoorbeeld bij Nederlandstalige leerlingen.

Eindproduct wordt gedefinieerd als ‘een product dat niet verder bewerkt moet worden. Het is
fijner voor leerlingen wanneer ze telkens aan een ander project mogen werken en ze de keuze
krijgen in wat ze precies moeten doen.

Differentiëren op basis van achtergrond kan door rekening te houden met etnische achtergrond.
Leerlingen kunnen werken rond hun afkomst.

2.3 TIPS EN WERKVORMEN DIFFERENTIËREN OP BASIS VAN ACHTERGROND

De derde deelvraag: “Welke tips en werkvormen kan ik gebruiken om te differentiëren op basis


van de achtergrond van leerlingen?” bevindt zich in de ontwerpfase. Om deze vraag te kunnen
beantwoorden hebben we weer gebruik gemaakt van een literatuuronderzoek.

7
TIPS

Anderstalige leerlingen ondervinden niet alleen moeilijkheden bij het vak Nederlands, maar ook
in andere vakken. Deze tip geldt dus voor alle vakken: stel begrippenlijsten op voor de
anderstalige leerlingen (en eventueel ook voor de andere leerlingen) zodat ze alle leerstof
begrijpen. Ze kunnen zich zo meer focussen op de leerstof zelf in plaats van te moeten proberen
achterhalen wat de verschillende termen betekenen. Hier kan je de leerlingen zelf inschakelen.
Zij kunnen eventueel de werkbladen al eens doornemen en laten weten welke termen nog
moeilijk zijn. De begrippenlijsten kunnen worden uitgedeeld tijdens de les, maar moet zeker
op Smartschool gezet worden aangezien er wel enkele leerlingen de lijsten zullen kwijtspelen
of er leerlingen zijn die thuis de middelen niet hebben om hem af te printen.

Voor anderstalige leerlingen kan het een hulp zijn wanneer er in niet-taalvakken niet te streng
beoordeeld wordt op spelfouten. Zo kunnen ze meer aandacht besteden aan de leerstof zelf en
hoeven ze zich minder druk te maken over spelfouten. Voor hen kan het al moeilijk zijn om hun
antwoorden te verwoorden. Het is in die vakken zeker even belangrijk om te testen of de
leerlingen de leerstof en nodige inzichten beheersen. Dit wil zeker niet zeggen dat er helemaal
geen rekening meer gehouden moet worden met de gemaakte spelfouten. Leerlingen met een
andere moedertaal hebben vaak thuis niet (veel) kans om wel correct Nederlands te leren.
Daarom is het als leerkracht onze taak om er in de klas genoeg rekening mee te houden. Neem
nu bijvoorbeeld dat een leerling met een andere moedertaal een toets van geschiedenis
gemaakt heeft. Zijn antwoorden, redeneringen en inzichten zijn correct, maar er zijn enkele
spelfouten gemaakt. Om ervoor te zorgen dat de leerling niet gedemotiveerd geraakt door de
slechtere punten die hij eventueel verdiende door teveel rekening te houden met die
spelfouten, zou er apart geëvalueerd kunnen worden op spelfouten. De spelfouten kunnen
aangeduid worden en op een apart blad kan je dan als leerkracht tips meegeven om die
spelfouten in de toekomst te vermijden. Op die manier krijgt de leerling het aantal punten dat
hij verdiende op de toets van geschiedenis en leert hij tegelijkertijd over zijn fouten op het
vlak van spelling.

Wanneer je instructies geeft, zorg dan dat het gestructureerd is. Er moeten duidelijke stappen
aan bod komen. Maak aan de leerlingen duidelijk wat je van hen verwacht en hoe het
eindproduct eruit moet zien. Je kan eventueel al meegeven hoe er geëvalueerd zal worden en
waar ze extra aandacht aan moeten besteden.

Zorg dat aan het einde van je instructie alles duidelijk is voor de leerlingen bijvoorbeeld door
de stappen of verwachtingen te visualiseren op het bord of op een blad. Structuur biedt
leerlingen een overzicht en houvast, iets wat vooral voor jongens belangrijk is (SLO, 2019).

Sommige leerlingen bevinden zich in een economisch moeilijke situatie. Dit mag hen niet
belemmeren in hun leerproces. Hier zijn enkele tips om deze leerlingen te ondersteunen:

Geef de leerlingen de keuze om hun taken op papier of online in te dienen. Het is mogelijk dat
leerlingen de kans niet hebben om documenten af te drukken. Op deze manier worden ze niet
benadeeld.

Soms kan het zijn dat de leerlingen als opdracht een creatief werk moeten maken. Zorg ervoor
dat al het materiaal beschikbaar is voor iedereen zoals papier, lijm, etc. Zo heeft iedereen
dezelfde middelen en kansen om de opdracht tot een goed einde te brengen.

8
Voor het vak Nederlands moeten leerlingen verschillende boeken lezen. Het is geweten dat
leerlingen steeds minder graag lezen en het dus ook moeilijker vinden om geïnteresseerd te
raken in een bepaald boek. Om hierbij te helpen kan het een goed idee zijn om een boekenlijst
op te maken van boeken met verschillende thema’s die zowel jongens als meisjes interesseren.
Zet hier dus zowel boeken over de oorlog als science-fiction boeken als coming-of-age-boeken
als romantische of horrorverhalen op. Op die manier heeft elke leerling wat wils en kunnen ze
hopelijk met meer interesse een boek kiezen en lezen.

Als leerkracht kun je de etnisch-culturele achtergrond van de leerlingen gebruiken in de les.


Wanneer je een onderwijsleergesprek voert, probeer dan aansluiting te zoeken bij de
leefwereld van de leerlingen. Laat hen het onderwerp vergelijken met de huidige situatie. Hier
kan het leerrijk zijn de etnisch-culturele achtergrond van de leerlingen te betrekken. De
leerstof wordt zo dichter bij de leerlingen gebracht en zorgt voor motivatie. In de lessen
geschiedenis komt bijvoorbeeld het onderwerp volksverhuizingen vaak aan bod. Het kan dus
interessant zijn om hier dieper op in te gaan met leerlingen die dit zelf meegemaakt hebben of
waarvan hun familie dit meegemaakt heeft.

WERKVORMEN

In onze huidige maatschappij zien we veel diversiteit binnen een klas, ook vooral in de taal.
Voor leerlingen waarvan Nederlands niet de moedertaal is, kan het soms een uitdaging zijn om
hun ideeën te delen met de klas. Het is belangrijk om deze leerlingen kansen te bieden om hun
Nederlands in te oefenen terwijl ze bezig zijn met de leerstof. Deze leerlingen zullen het
waarschijnlijk niet fijn vinden om voor de klas te moeten spreken. Om dit probleem te
overbruggen kan je discussiemomenten inlassen met kleinere groepen leerlingen. Plaats de
anderstalige leerlingen samen met Nederlandstalige leerlingen en geef iedereen spreekkaartjes.
Telkens wanneer iemand aan bod komt, moeten ze een kaartje afgeven. Iedereen moet al zijn
kaartjes opgebruiken. Op die manier stimuleer je ook de anderstalige leerlingen meer te
spreken tijdens de les en zo hun Nederlands te oefenen. Omdat ze in kleinere groepen zitten,
kunnen ze hun angsten overwinnen om te spreken. De andere leerlingen kunnen hen een handje
helpen om hun ideeën correct te verwoorden.

Een andere mogelijkheid om te differentiëren op basis van de taal is de werkvorm flipped


classroom. Hierbij bekijken de leerlingen de leerstof vooraf zodat ze de informatie al zelf voor
een deel verwerkt hebben. Tijdens de les is er dan meer tijd en ruimte om vragen te stellen,
de leerstof in te oefenen of een andere leuke werkvorm uit te voeren zoals bijvoorbeeld een
groepswerk. Bij deze werkvorm krijgen anderstalige leerlingen de tijd om de leerstof op hun
eigen tempo te bekijken. Ze kunnen vragen stellen tijdens de les of voordien wanneer ze niet
voor de klas willen of durven spreken.

Wanneer je filmpjes laat zien in een andere taal kunnen anderstalige leerlingen helpen bij het
vertalen. De Nederlandstalige leerlingen kunnen iets opsteken uit het filmpje en de anderstalige
leerlingen oefenen hun Nederlands terwijl je nog steeds de leerstof besproken hebt.

Je kan als leerkracht je klas opdelen in (niveau)groepen. Deze werkvorm is gelijkaardig aan de
vorige in de zin dat je de klas indeelt op basis van het kennis en/of vaardigheden waar de
leerlingen al over beschikken. De ene groep kan na een instructiemoment individueel verder
werken aan oefeningen, terwijl de andere groep meer ondersteuning krijgt van de leerkracht.

9
Deze indeling kan gebaseerd worden op meer aspecten dan alleen achtergrond, zoals
bijvoorbeeld cognitieve of affectieve vaardigheden.

Co-teaching is een werkvorm die zeker een meerwaarde biedt in een les. Wanneer je samen
met een andere leerkracht een les geeft, kan je de klas opdelen in twee groepen. De
anderstalige leerlingen die meer ondersteuning (nodig) hebben en de Nederlandstalige
leerlingen. Elke groep wordt begeleid door een leerkracht die zich op deze manier beter kan
aanpassen aan de noden van de leerlingen. Er kan een verschil in tempo en moeilijkheidsgraad
komen waardoor de leerlingen meer gemotiveerd en uitgedaagd worden. Zo verhoog je de
leerkansen van je klas. Deze werkvorm kan zeker gebruikt worden in andere contexten.

Het is belangrijk en vooral leerrijk dat je leerlingen hun eigen ervaringen laat delen met de
klas. Ze kunnen hun ervaringen uiten voor een kleine groep en ze leren uit andermans
ervaringen. Je kan van deze belevenissen grondig gebruik maken in je lessen. Bijvoorbeeld:
Wanneer je het in een geschiedenisles hebt over de positie van de vrouw in de maatschappij
kan je de groepen eerst hun ideeën laten uitwisselen over de positie van de vrouw vroeger en
de positie van de vrouw nu in verschillende culturen. Laat hen beiden vergelijken zodat ze een
duidelijk beeld krijgen van hoe de maatschappij is geëvolueerd. Deze werkvorm kan nuttig zijn
in verschillende vakken.

WAAIER

Om deze tips en werkvormen op een overzichtelijke manier samen te brengen, hebben we


besloten ze samen te gieten in een waaier. Alle informatie die we bestudeerd hebben, wordt
er duidelijk in weergegeven. Het is een zeer gebruiksvriendelijke manier om de tips en
werkvormen aan te bieden aan leerkrachten.

Link waaier:

http://waaierdifferentiatieachtergrond.weebly.com/

QR-code waaier:

10
2.4 EVALUATIE

Om onze waaier te laten evalueren, hebben we gekozen voor een enquête via Google Forms.
Deze enquête wordt afgenomen bij zowel leerkrachten secundair onderwijs als studenten
lerarenopleiding secundair onderwijs. We willen vooral de focus leggen op de bruikbaarheid van
de waaier, de relevantie van de werkvormen en de lay-out van de waaier. Op basis van deze
feedback hopen we de waaier nog meer op punt te stellen.
Link enquête:
https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSePmcAFf5BHFNBbEk4fx5H3AFcAf6iKxjWFME-
NSyHLrjkS5A/viewform?usp=sf_link

3. ONDERZOEKSRESULTATEN
In de enquête worden eerst de algemene kenmerken van de persoon bevraagd zoals geslacht,
leeftijd, hoelang ze al in het onderwijs staan etc. Daarna wordt de bruikbaarheid van de waaier
ondervraagd. Deelnemers aan de enquête moeten aangeven of ze de waaier handig in gebruik
vinden, of ze de waaier zelf zouden gebruiken en kunnen tips meegeven om de waaier nog te
kunnen verbeteren. Daarna wordt de lay-out bevraagd waar ze eveneens kunnen aangeven of
ze die al dan niet goed vinden en eventuele tips over wat we nog zouden kunnen aanpassen.
Tot slot wordt de relevantie van de tips en werkvormen besproken. De ondervraagden kunnen
aangeven welke tips en werkvormen ze zelf zouden gebruiken en welke niet. De enquête sluit
af met de vraag welke tips en werkvormen er ontbreken.
De enquête is ingevuld door tien studenten uit de lerarenopleiding tussen de 19 en 23 jaar.
Negen van deze tien studenten zitten in de tweede opleidingsfase en één student volgt een
bijkomende lesbevoegdheid geschiedenis. Alle bevraagden vinden de opgestelde waaier handig
in gebruik en zouden hem ook daadwerkelijk gebruiken bij het maken van een lesvoorbereiding.
Daarnaast vinden alle bevraagden de lay-out van de waaier goed. Slechts één persoon vindt hem
niet echt overzichtelijk. Uit een bijvraag kunnen we opmaken dat hij/zij liever een inhoudstafel
gezien had waarin een overzicht van de soorten tips en werkvormen aan bod komt. De tips in
verband met differentiëren op basis van achtergrond vinden alle deelnemers aan de enquête
relevant. 60% vindt ze redelijk relevant en 40% vindt ze zelfs heel relevant. Deze verhouding
zien we terug bij het antwoord op de vraag “Hoe relevant vindt u de werkvormen i.v.m.
differentiëren op basis van achtergrond?”.

Op de vraag welke tips men zou gebruiken in eigen lessen zijn alle opgegeven tips aangeduid.
Er is dus geen enkele tip die niemand van de bevraagden zou gebruiken. De meest aangeduide
tips zijn: ‘beoordeel niet streng op spelfouten in niet-taalvakken’, ‘zorg voor gestructureerde
instructies’, ‘zorg dat bij creatieve opdrachten al het materiaal ter beschikking is op school’ en
‘sluit aan bij de leefwereld van leerlingen’. Deze werden elk 9 keer aangeduid dus elk goed
voor 16,36% van de 55 gemaakte keuzes. De tip die door de bevraagde studenten het minst werd
aangeduid, was ‘geef leerlingen de keuze om taken online of op papier in te dienen’. Maar 9%
van de 55 gemaakte keuzes gingen naar deze tip.

We waren blij verrast om te zien dat er bij de volgende vraag maar drie tips waren aangeduid
die studenten niet zouden gebruiken in hun les. Het gaat hier over een tip o.b.v. de economische
achtergrond van de leerlingen en een tip o.b.v. het geslacht van leerlingen die beiden drie keer
werden aangeduid.

11
De tip over minder punten aftrekken voor spelfouten in niet-taalvakken werd maar een keer
aangeduid. Uit de bijvraag konden we afleiden dat een bevraagde dit aangeduid had omdat
hij/zij enkel taalvakken geeft en deze tip dus niet van toepassing is op hem/haar. Ook de reden
dat de tip over boeken voorzien voor zowel jongens als meisjes werd aangeduid omdat dit ofwel
niet van toepassing is op de vakkencombinatie van de bevraagde of dit voor de bevraagde als
vanzelfsprekend beschouwd wordt. Het online laten indienen van taken zou door sommige
bevraagden niet gebruikt worden omdat niet alle leerlingen over een laptop of computer
beschikken. Deze tips werden bij deze vraag dus niet aangeduid omdat onze medestudenten ze
niet goed vonden, maar vooral omdat ze vanzelfsprekend lijken of niet van toepassing zijn op
hun persoonlijke vakken.

Ook bij de werkvormen is er geen enkele die door niemand van de studenten gebruikt zou
worden. Ze werden allemaal meermaals aangeduid. Bij de vraag welke werkvormen niet
gebruikt zouden worden is dit jammer genoeg ook bijna het geval. Behalve de werkvorm op
basis van cultureel-etnische achtergrond van de leerlingen: het discussiemoment over socio-
cultureel domein vroeger en nu, zijn alle werkvormen één of twee keer aangeduid. De redenen
hiervoor zijn vaak omdat de bevraagden het gevoel hebben dat deze werkvorm niet zo prettig
zou zijn voor de leerlingen. Dit antwoord komt vooral naar voor bij de werkvorm: leerlingen
indelen in niveaugroepen. Later in de enquête wordt hierop ingegaan door als extra tip mee te
geven dat leerlingen wel op andere manieren in groepen ingedeeld kunnen worden om samen
te werken. Daarnaast wordt er ook gewezen op het feit dat niet alle werkvormen mogelijk zijn
in elke situatie.

4. CONCLUSIE
Om een conclusie te kunnen formuleren op onze onderzoeksvraag ‘Hoe kan ik differentiëren
binnen een klas op basis van de achtergrond van de leerlingen in de eerste graad?’ gaan we
eerst de conclusies van de deelvragen bespreken om later tot een algemene conclusie te komen.

Bij de eerste deelvraag hebben we door een literatuuronderzoek de definitie van differentiatie
kunnen afleiden namelijk: een onderliggende oorzaak, het verleden van een persoon. Verder
hebben we de elementen die binnen achtergrond vallen, opgesomd en bekeken.

Bij de tweede deelvraag ‘Welke elementen van het tandwiel kan ik het best bespelen om te
differentiëren op basis van de achtergrond van leerlingen?’ hebben we de focus gelegd op het
tweede tandwiel van de tandwielen van Castelein, Coenens, De Witte et.al.. Na evaluatie van
het tandwiel hebben we ervoor gekozen om de focus te leggen op één element van het tandwiel:
de werkvormen.

De derde deelvraag draaide vooral rond het opstellen van de waaier. Eerst hebben we een
literatuuronderzoek uitgevoerd om werkvormen en tips op te stellen. Nadat we deze
werkvormen en tips grondig hebben besproken, hebben we ze samengegoten in een waaier. Met
deze waaier hebben we een website gecreëerd waar door middel van een korte inleiding wordt
duidelijk gemaakt wat het doel van de website is. Daarna hebben we de waaier hierop gedeeld.
We hadden in eerste instantie voor ogen om de waaier af te drukken, maar door de huidige
omstandigheden was dit niet mogelijk en hebben we een andere oplossing moeten zoeken.

12
De website was hiervoor een goed alternatief. Op deze manier kunnen andere leerkrachten de
waaier ook zelf downloaden en afprinten.

Nadat de website en waaier klaar waren, was het tijd om met de vierde deelvraag te starten.
We hebben hiervoor een online enquête gemaakt zodat andere leerkrachten feedback kunnen
geven op de waaier. Met deze feedback kunnen we de waaier nog optimaliseren.
Uit resultaten blijkt dat de meeste van de ondervraagden de waaier daadwerkelijk
overzichtelijk vinden. Bij het bevragen van de lay-out was er een persoon die deze niet zo goed
vond. De persoon had liever ook een inhoudstafel gezien. Dit hebben dan ook aangepast in de
waaier. Wanneer we kijken naar de relevantie van de tips vindt 60% van de ondervraagden ze
redelijk relevant en 40% vindt ze zelfs heel relevant. Er was geen enkele tip die niemand zou
gebruiken. De meest aangeduide tips zijn: ‘beoordeel niet streng op spelfouten in niet-
taalvakken’, ‘zorg voor gestructureerde instructies’, ‘zorg dat bij creatieve opdrachten al het
materiaal ter beschikking is op school’ en ‘sluit aan bij de leefwereld van leerlingen’. De tip
o.b.v. de economische achtergrond (tip 1) en de tip o.b.v. het geslacht (tip 1) werden beide
drie keer aangeduid bij de vraag welke tips ze niet zouden gebruiken. Ook bij de werkvormen
is er geen enkele die door niemand van de studenten gebruikt zou worden. Maar, ook bijna alle
werkvormen werden wel eens aangeduid als werkvorm die ze niet zouden gebruiken. Dit komt
ook omdat sommige werkvormen niet gebruikt kunnen worden in de kleuterschool of voor het
vak Lichamelijke opvoeding. Nadat we de waaier herwerkt hadden, werd deze gepost op de
website zodat iedereen deze kan gebruiken.

Deze waaier is zeker een tool die we kunnen meenemen naar de stage van volgend jaar. In elke
les moet er wel gedifferentieerd worden. We kunnen werkvormen kiezen uit de waaier die
passen bij de les. Zo kunnen we de werkvormen eens uittesten in de praktijk. De waaier is
handig in die zin dat hij online staat en we deze dus altijd kunnen raadplegen en aanpassen.
De waaier is op die manier ook geen statisch gegeven. Je kan hem ook afdrukken en zo
werkvormen gaan vergelijken. Het is niet ondenkbaar dat we in de volgende stageperiode nog
meer werkvormen zullen ontdekken. Deze kunnen we dan weer toevoegen aan de waaier. Op
deze manier delen we deze extra werkvormen met andere leerkrachten.

BIJLAGEN

13
Vraag 1

Vraag 2

Vraag 3

Vraag 4

14
Vraag 5
Geen antwoorden.

Vraag 6

Vraag 7

Vraag 8

15
Vraag 9

Vraag 10

Vraag 11

16
Vraag 12
Welke tip(s) zou u gebruiken in uw les?

Vraag 13
Welke tip(s) zou u NIET gebruiken in uw les?

17
Vraag 14
Waarom zou u deze tips niet gebruiken?

Vraag 15

18
Vraag 16
Welke werkvorm(en) zou u gebruiken in uw les?

Vraag 17
Welke werkvorm(en) zou u NIET gebruiken in uw les?

19
Vraag 18
Waarom zou u deze werkvorm(en) niet gebruiken?

Vraag 19

20
BIBLIOGRAFIE

Acco. (z.d.). Binnenklasdifferentiatie in de praktijk. Geraadpleegd op 14 april 2020, van


https://www.acco.be/nl-be/items/9789463796798/Binnenklasdifferentiatie-in-de-prakt

Binnenklasdifferentiatie :pencil2: (welke elementen kan je bespelen?…. (z.d.). Geraadpleegd op


18 april 2020, van https://coggle.it/diagram/WIXU--dCj2MZT67D/t/binnenklasdifferentiatie-
pencil2ijk

Castelein, Coens, De Witte, et.al. Binnenklasdifferentiatie een beroepshouding, geen recept.


Geraadpleegd op 14 april 2020, van https://feb.kuleuven.be/drc/LEER/in-the-
press/binnenklasdifferentiatie
De Bruyne, S. (2013). Binnenklasdifferentiatie in Vlaanderen. Geraadpleegd van
https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/063/039/RUG01-002063039_2013_0001_AC.pdf

Differentiatie (onderwijs). (z.d.). In Wikipedia. Geraadpleegd op 20 april 2020, van


https://nl.wikipedia.org/wiki/Differentiatie_(onderwijs)#Differentiatie_naar_organisatievorm

Encyclo.nl. (2020). Werkvorm. Geraadpleegd op 18 april 2020, van


https://www.encyclo.nl/begrip/werkvorm

Hermans, L. (2018a). Binnenklasdifferentiatie. Geraadpleegd op 14 april 2020, van


https://www.klaswerk.be/index.php/binnenklasdifferentiatie

Hoogeveen, P., & Winkels, J. (2011). Het didactische werkvormenboek. Geraadpleegd van
https://maken.wikiwijs.nl/bestanden/77778/DidactischeWerkvormenboek-selectie.pdf

Katholiek Onderwij Vlaanderen. (2014). Inspiratie tot binnenklasdifferentiatie. Geraadpleegd


van
https://pincette.katholiekonderwijs.vlaanderen/Website_buitenhuis/DPB/Regio_Limburg/SO/Sc
hoolbeleid/Inspiratietekst%20binnenklasdifferentiatie%20-%202014%20(1).pdf

Leraar24. (2019, 30 december). Deze werkvormen maken differentiëren in de klas eenvoudig.


Geraadpleegd op 22 april 2020, van https://www.leraar24.nl/2611620/deze-werkvormen-
maken-differentieren-in-de-klas-eenvoudig/

Lerarenopleiding Thomas More. (2016). Differentiëren. Geraadpleegd op 14 april 2020, van


http://eerstehulpvoorstarters.weebly.com/differentieumlren.html

Paumen, T. (2018). Differentiatie in de B-stroom, voor iedere leerling een droom die
werkelijkheid wordt. Geraadpleegd van
http://doks.pxl.be/doks/do/files/FiSe8ab2a8216440ce940164412e22e52639/Differentiatie_in_
de_B-
stroom.pdf;jsessionid=01CC06B775F4A7CF3E05490A696DD015?recordId=SEtd8ab2a8216440ce
940164412e22e52638

21
SLO. (2019, 3 oktober). Structuur en duidelijkheid. Geraadpleegd op 21 april 2020, van
https://slo.nl/thema/meer/handreiking/handreiking/rol-docent/structuur/

Smets, W., & Sas, E. (2016). Checklist kwaliteitsvolle binnenklasdifferentiatie. Geraadpleegd van
https://www.kdg.be/sites/default/files/onderzoeksrapport_checklist_kwaliteitsvol_differentier
en.pdf

Stichting Lezen. (2016). Kwestie van lezen. Geraadpleegd van


https://p.cygnus.cc.kuleuven.be/bbcswebdav/pid-26872841-dt-content-rid-
256051423_3/orgs/C-7102443-K-1920/kwestie%20van%20lezen%209%20over%20gender.pdf

Vandale. (2020). Achtergrond. Geraadpleegd op 14 april 2020, van


https://www.vandale.nl/gratis-
woordenboek/nederlands/betekenis/achtergrond#.XoSUT4gzY2w

Van Den Broeck, E. (2017). De kracht van binnenklasdifferentiatie? Geraadpleegd van


https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/351/800/RUG01-002351800_2017_0001_AC.pdf

van Os, E. (2019, 31 augustus). [MODERNISERING] Differentiëren zodat verschillen kleiner


worden. Geraadpleegd op 1 mei 2020, van
https://www.schoolmakers.be/differentieren/modernisering-differentieren-zodat-verschillen-
kleiner-worden/

Woordenboek.nu. (2020). Achtergrond - betekenis en definitie | Nederlands Woordenboek.


Geraadpleegd op 14 april 2020, van https://www.woordenboeken.nu/betekenis/nl/achtergrond

22

You might also like