Professional Documents
Culture Documents
Logistiek-samenvatting
De blue banana = regio in europa waar de koopkracht zich concentreert en waar dus
optimaal is om je als bedrijf te vestigen met een distributiecentrum (zone van engeland tot
Noord-Italië)
1.3.1 de E-business
In B2C & B2B denken hoe e-business toegevoegde waarde kan opleveren
disruptie van de logistiek = evolutie van de logistiek (steeds kleinere zendingen die tot aan
deur van eindconsument worden geleverd op alle mogelijke tijdstippen)
Negatieve effecten:
e-commerce heeft enorm grote impact op de stijging van de congestie op de wegen
internet of things (IoT) = tijdelijk verbinden van apparaten met het internet om gegevens
uit te wisselen
gebruik van sensoren en embedded systems om te commmuniceren met mensen
Combinatie IoT en cognitive computing = krijgen we apparaten die informatie en omgeving
begrijpen, die redeneren en leren uit de informatie die ze aangereikt krijgen en uiteindelijk
in staat zijn om autonome beslissingen te nemen
DRONES
unmanned aerial vehicle (UAV)
oorsprong bevindt zich bij militaire toepassingen
amazon en Ups leveren pakketjes via drones
ZELFRIJDENDE VOERTUIGEN
oplossing voor stadsdistributie
duurzame transportvorm want elektrisch aangedreven
zoektocht naar alternatieve brandstoffen (compressed natural gas, liquid natural gas,
space elevator)
PARTNERSHIPS
horizontale samenwerking
verticale samenwerking
Het verbeteren van het customerservicelevel bij het huidige niveau van integrale
kosten;
Of het verlagen van de integrale kosten bij het huidige customerservicelevel.
Doorlooptijd = tijd die verstrijkt tussen het moment waarop het order binnenkomt en
het moment dat het order, volledig afgewerkt, geleverd wordt.
2.3 klantenorderontkoppelpunt
Redenen uitbesteding:
1) Beter concentreren op corebusiness
2) Je moet zelf niet de nodige investering doen in vaste activa
3) Beter inzicht in logistieke kosten
4) Deskundigheid van de logistieke dienstverlener
5) Beperking risico’s
6) Kosten variabiliseren
Voordelen:
1) Leidt tot kostenbesparing
2) Winnen op efficiëntie (core activity van specialist)
3) Concurrentieel voordeel
Nadelen:
1) Service die je aan klanten levert kan minder goed zijn als die uitbesteed wordt
2) Gevaar in confidentialiteit en veiligheid van je data
3) Opletten voor extra of verborgen kosten
4) Minder flexibel dan je zelf zou zijn
meest voorkomend: doel winst maken en de continuïteit van het bedrijf garanderen
Ook in logistieke afdeling doelstellingen, logistiek draagt dus bij aan
ondernemingsdoelstellingen.
Voordeel:
1) Je kan goed zien of een bepaalde investering/actie genoeg zal opleveren
Nadeel:
1) er wordt geen rekening gehouden met bepaalde risico’s en andere factoren
ROI BEïNVLOEDEN
1) verhogen van de teller – omzetverhoging
omzet verhogen:
nieuwe markten aan te boren om zo afzet te vergroten
innoveren met nieuwe producten
PAS OP investeringskosten mogen niet hoger liggen dan de opbrengsten
2.5.3 Dupont-analyse
bijdrage aan ondernemingsdoelstellingen via vier hefbomen die winstgevendheid
verhogen
1) marktverbreding
huidige productassortiment aan te bieden op nieuwe markten
2) kostenverlaging
proberen de kosten terug te dringen, lagere transport- en voorraadkosten
Value chain management = een concept dat alle stakeholders die tot eenzelfde
waardeketen behoren uitdaagt om gezamenlijk de waardepropositie van een onderneming
te verhogen
waardeketen bestaat uit verschillende activiteiten die bijdragen tot één gezamelijke
marge, onderscheidt primaire en secundaire (ondersteunende) activiteiten
PRIMAIRE ACTIVITEITEN
nodig zijn om klantenwaarde te creëren
1) inkomende logistiek
materialen worden in ontvangst genomen, gestockeerd en verspreid
2) operationele activiteiten
middelen worden omgezet tot het eindproduct
3) uitgaande logisitiek
verzamelt, verzorgt de opslag en de fysieke distributie van eindproduct tot klant
4) marketing en verkoop
de markt en potentiële klanten motiveren om goederen of diensten aan te kopen
1) infrastructuur
zowel fysieke als niet-tast-bare infrastructuur
2) humanresourcemanagement
rekrutering, aanwerving, training..
3) technologieontwikkeling
knowhow, procedures, technologie..
4) inkoop/verwerving
geheel van aankoopprocessen
WINST = wnr som van alle opbrengsten van alle individuele activiteiten groter is dan de som
van alle kosten van alle activiteiten samen
Toegevoegde waarde:
1) value added logistics (VAL)
2) value added services (VAS)
Hoofdstuk 3: voorraadbeheer
Belangrijke activiteit in een bedrijfsproces
E-commerce nog belangrijker: wnr niet in voorraad op zoek nr andere webwinkel
houden van stock kost geld (deel beschikbare kapitaal van bedrijf in beslag)
Risico’s:
1) voorraad niet meer up-to-date
2) schade door brand
3) alle processen worden erop afgestemd
2) Goederen in bewerking
WIP (work in progress)
Goederen in verschillende mate van afwerking die zich in het productieproces bevinden
3) Hulpstoffen
MRO’s (maintenance, repair and operating supplies)
Producten die niet rechtstreeks in het product verwerkt worden maar wel nodig zijn
In distributielogistiek:
1) Veiligheidsvoorraad
safety stock
Om onvoorziene omstandigheden op te vangen
Out of stock en dus nee-verkopen te voorkomen
Hoogte stock wordt bepaald door de hoogte van customerservice (CS %)
2) Seizoensvoorraad
Meer verkocht in het ene seizoen dan het andere
3) Speculatieve voorraad
Om mogelijke speculaties op de prijs van bepaalde producten voor te zijn
4) Strategische voorraad
Van essentieel belang voor het bedrijf
1) Economische voorraad
Voorraad die financieel risico van het bedrijf weergeeft
2) Technische voorraad
Fysieke voorraad die effectief in het magazijn te vinden is
3) Bestelde voorraad
Voorraad die nog niet fysiek aanwezig is in de onderneming
4) Beschikbare voorraad
Aanwezig in het magazijn en nog te benutten
5) Gereserveerde voorraad
Al voorbehouden voor een klant
6) Effectieve voorraad
De volledige voorraad in de administratie/boekhouding
3.2 vraagvoorspelling
In geval van pushmodel bepaald door vraagvoorspelling
Beslissingen in verband met voorraad en voorraadniveau worden voor het KOOP bepaald
door vraagvoorspelling of door het bestelpunt
Na het koop, weet het bedrijf wat er gevraagd wordt en welke specifieke voorraden er
nodig zijn
Dient om de toekomst zo correct mogelijk te voorspellen
Kenmerken:
1) Bedoeld om vast te stellen in welke richting verkopen, productie enz zullen bewegen,
ze dient niet om huidige situatie vast te stellen
2) Loopt over zeer verschillende tijdhorizons
3) Verschillende methodes
4) Keuze is afhankelijk van beschikbare data en voorspelbaarheid van de te voorspellen
hoeveelheid
Drie belangrijke regels die je moet onthouden als je aan vraagvoorspelling doet
1) Vraagvoorspelling is per definitie fout.
2) Een geaggregeerde voorspelling zal een correcter resultaat geven dan een
voorspelling op basis van details
3) Hoe verder in de toekomst, hoe minder betrouwbaar
Geen
patroon
Stijgende lineaire
trend
Kwadratisch
stijgende trend
korte tijd aangehouden worden, maar elke periode wordt er meer verkocht dan de periode
ervoor
Seizoenale
stijgende trend
modeproducten/voedsel.. worden beïnvloed
door seizoenen, wanneer het patroon
onveranderlijk terugkomt en het afhankelijk
is van de kalender
TIJDREEKSANALYSE
Tijdreeksvoorspellingen
Geen sterk verband tss oorzaak en gevolg kan je gebruik maken van
tijdreeksvoorspellingen
De vraag naar een product zal heel vaak op deze manier worden voorspeld.
Eerst en vooral moet data uigezuiverd worden
Data best voorspellen met date vrij van incidenten, seizoensinvloeden en trends..
Eenmaal je de voorspelling hebt berekend kan je die invloeden terug toevoegen
VIER MANIEREN
1) Het voorschrijdend gemiddelde
Meest eenvoudige manier
Gemiddelde gemaakt van een aantal data
We gaan er in deze methode van uit dat er geen trend in de gegevens te vinden is
Probleem deze methode: alle gemeten waarden hetzelfde belang of gewicht krijgen in de
formule, recentere data geschikter om een correctere voorspelling te maken
3.3 Voorraadkosten
Kosten zijn afhankelijk van de waarde van de voorraad, de bedrijfsactiviteit en de
omloopsnelheid van de voorraad
Voorraadhoogte hangt af van de tijd of het product.
Kapitaal van bedrijf zit voor een deel vast in voorraden maar ook in de investeringen.
Balans vinden tussen de kwaliteit van de dienstverlening en de kosten die je er aan wil
spenderen.
1) De vraagvoorspelling
2) Werken met een bestelniveau (rekening houden met levertijd, gemiddelde vraag
gedurende deze levertijd en de optimale bestelhoeveelheid)
3) Een afwijking van de gemiddelde vraag (kan leiden tot out of stock en nee-verkopen,
dit kun op vangen door de safety stock)
4) Effectieve klantenorders (minst risico)
3.3.2 voorraadkosten
1) R1 – RUIMTE
opslagplaats nodig (magazijn kopen/huren)
inrichting (T°C, rekken etc)
personeel nodig
WMS (warhouse mgmt systeem) stuurt het orderpicking-proces en inventarisatie aan.
2) R2 – RENTE
geld of % dat vastzit in voorraden / kapitaal
Bedrag aan rente dat je misloopt doordat je geld ‘vastzit’ in de voorraad.
3) R3 – RISICO
Kosten die risico’s vermijden (verzekering, sprinklers en alarmen)
Kosten die problemen oplossen als ze ontstaan (kortingen op onverkochte goederen)
Formule van Camp ook wel economic order quantity (EOQ) genoemd
Totale
voorraadkosten:
Totale bestelkosten:
Totale
kosten:
Optimale bestelhoeveelheid:
3.5 veiligheidsvoorraad
Voorraad die we aanhouden om onvoorziene omstandigheden te overbruggen
Betekent extra kosten
Hoogte kan afhankelijk zijn van CS % die we aan onze klant willen geven. (hoe hoger CS %,
hoe hoger de veiligheidsvoorraad)
3.7 warehousemanagement
1) Dedicated warehouse
Magazijn volledig in dienst van één verlader (vb. Colruyt)
2) Contract warehouse
Beheer overlaten aan gespecialiseerde firma’s (vb. Kuhne+Nagel voor Nespresso)
3) Public warehouse
Magazijn dat door een bedrijf uitgebaat wordt maar waar voorraden voor
verschillende firma’s beheerd worden (vb. Fiege en ODTH voor Coca Cola of Unilever)
2) Replenishment functie
Continue bevoorrading van de volgende schakel in de keten
3) Overslagfunctie
Grote partijen binnenkomen en in kleine partijen het magazijn verlaten
4) Groepagefunctie
Goederen van meerdere bronnen en meerdere leveringen te combineren in een
uitgaande levering
(Ook: unbundling-functie = het ontvangen van hele vrachtwagens.. die worden dan
opgeslagen en wachten op bestellingen)
LOCATIESYSTEMEN
De af te leggen afstand minimaliseren
Oplossing: vrije locatie: computersysteem zal plaats toewijzen afhankelijk van
beschikbaarheid en het belang van het goed
Drop down= proces waarbij goederen in grote volumes op palletten binnenkomen maar in
kleine aantallen ‘gepickt’ worden.
ABC-analyse
Om te bepalen waar welke goederen in een magazijn worden gestockeerd.
Fast movers: 20 % van de producten 80 % van de tijd gepickt
Medium movers: 30 % van de producten 15 % van de tijd gepickt
Slow movers: 50 % van de producten 5 % van de tijd gepickt
ORDERPICKSYSTEMEN
“time is money”
Zo weinig mogelijk afstand leggen, het kost tijd en geld
3.8. warehousemanagementsysteem
Systeem dat de processen in een magazijn ondersteunt
Werkt samen met ERP-pakket (enterprise resource planning) en een
transportmanagmentsysteem (TMS)
Samenwerken met leverancier via vendor managed inventory (VMI)
Warehousemanagementsysteem belangrijkste taak:
= informatie voorzien rond de operationele afhandeling van goederen in het magazijn
tracking & tracing van inkomende en uitgaande goederen.
Andere taken:
1) opdrachtverwerking
2) Ordervrijgave
3) Voorraadbeheer en administratie
4) Inventarisatie
5) Managmentinformatie
Voordelen:
1) Lagere veiligheidsvoorraad
2) Meer transparantie (vraag en voorraad)
3) Reductie transportkosten
4) Reductie transactiekosten
Hoofdstuk 4: Inkoop
4.1 Inkoop en logistiek
4.1.1 Inkoopdefinitie
Inkoop is het beheren van de ‘externe bronnen’ van het bedrijf op een dusdanige manier
dat het leveren van alle goederen, diensten, talenten en kennis die nodig zijn voor het
uitvoeren, onderhouden en beheren van de primaire en ondersteunende activiteiten van
het bedrijf kan worden gegarandeerd en dit tegen de meest gunstige voorwaarden.
Inkopen of aankopen?
Inkopen = goederen voor wederverkoop
Aankoop = goederen en diensten voor intern gebruik
In bedrijfseconomische context spreken we over INKOOP!
4.1.2 De inkoopfunctie
Geheel van activiteiten die in organisaties vervuld worden om producten.. van externe
bronnen aan te trekken
4.2 De inkooporganisatie
Legt verdeling van taken, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de
inkoopfunctie vast
4.2.1 De inkoopniveaus
1) Strategische inkoop = Link met bedrijfsstrategie en richt op beslissingen die de
marktpositie van de onderneming op lange termijn beïnvloeden
3) Beiden
Gemeenschappelijke behoeften van verschillende afdelingen bundelen om de totale
kosten te drukken of een hogere servicegraad te bereiken bij de leveranciers.
Juiste evenwicht vinden tussen flexibiliteit en structuur om als groot bedrijf optimaal te
kunnen blijven functioneren.
STAP 1 SOURCINGSTRATEGIE
De manier waarop je je als bedrijf wenst te contracteren
STAP 4 SELECTIE
Inkoopafdeling analyseert de antwoorden op de request for quotation
Resultaten komen in een vergelijkingstabel, leveranciers krijgen ranking Per
leveranciers evaluatiecriterium en score.
4.3.3 Contracteren
Nadat leverancier geselecteerd is contract opstellen (prijs, leveringsvoorwaarden,
betalingsvoorwaarden, boetecausules, garantie)
Uiteindelijke resultaat = overeenkomst tss bedrijf en leverancier
Service level agreement (SLA) = bevat concrete afspraken over kwaliteitsniveau en de
rechten en plichten
4.3.4 Bestellen
1)Contracten die ook een bestelorder op zich zijn + onmiddelijk uitgevoerd kunnen worden
2)De contracten die de levering van producten/diensten voor een langere periode
vastleggen
Aparte activiteit: elke bestelling wordt uitgevoerd volgens de bepalingen die in het
contract werden opgenomen
Call-of-agreements = een call voor grondstoffen is tegen een vooraf bepaald volume
4.3.5 Bewaken
Bestelling geplaatst = uitvoering bestelling volgens afgesproken voorwaarden opgevolgd.
Quality agreement; kan vereisen dat de leverancier bepaalde informatie over de
samenstelling van het product aanlevert of kan eisen dat er periodiek een testrapport wordt
doorgestuurd.
4.3.7 Inkoopsituatie
1) nieuwe aankoop (new task) = wanneer de onderneming beslist om een totaal nieuw
product in te kopen
2) gewijzigde herhalingsaankoop (modified rebuy) = situatie waarbij de onderneming
een nieuw product bij een bekende leverancier of een bekend product bij een
nieuwe leverancier wil aanschaffen
3) rechtstreekse aankoop (straight rebuy) =gaat om het inkopen van een bestaand
product bij een bestaande leverancier
Strategische keuzes:
1) insourcen versus outsourcen
Alleen te richten op primaire bedrijfsactiviteiten, ze besteden zoveel mogelijk
ondersteunende activiteiten uit
3) leveranciersintegratie
Leveranciers worden steeds meer en/of vroeger in bedrijfsprocessen van een
onderneming betrokken
Moderne informatietechnologiëen
Soms betrekken ondernemingen hun leveranciers ook in het orderbehandelinsproces
Snelheid waarmee nieuwe technologieën zich ontwikkelen en de kosten ervan
4.5.1 ABC-analyse
Leveranciers indelen op inkoopvolume
A-leveranciers = zorgen voor grootste inkoopvolume en dienen grootste deel van
inkoopbudget toegewezen
1) Hefboomproducten
Standaardproducten door verschillende leveranciers geleverd aan standaardkwaliteit
en relatief duur kunnen zijn.
Groot aandeel in kostprijs vh eindproduct. (Veel concurrentie tussen leveranciers).
“Verdeel & heers”
2) Strategische producten
Dragen bij ad realisatie van organisatiedoelstellingen, geleverd door een of enkele
leveranciers.
Grote overstapkosten
Groot aandeel in kostrpijs
Gericht op samenwerking met leveranciers
3) Routineproducten
Per eenheid lage waarde, veroorzaken weinig technische en/of commerciële
problemen
Door vele leveranciers, veel alternatieven
Uitdaging zit in handlingkosten (vaak duur)
Vereenvoudiging van inkoopproces en reductie adm. en logistieke rompslomp.
4) Knelpuntproducten
Een relatief geringe waarde, maar hoog toeleveringsrisico
Slechts bij een of enkele leveranciers (dominante partij) te verkrijgen, risicovolle markt
Veiligstellen van de levering
Het ijsbergmodel
Geeft een visuele voorstelling van alle (on)zichtbare kosten
gerlateerd aan inkoop
Voordelen:
1) Geeft een eenduidig beeld van leveranciersprestaties
2) Knelpunten, incidenten en escalaties worden sneller gesignaleerd
3) Trends worden sneller opgepikt
totaalscore wordt verkregen door som te maken van de deelscore van elk criterium maal
het respectievelijke gewicht
Voordelen e-procurement:
1) Verminderde transactietijd
2) Leveranciersbasis is meer verspreid
3) Gemakkelijker om wereldwijd aan te kopen
4) Verhoogde standaardisatie
Inkoop doet dat door onder andere in de leveranciersselectie rekening te houden met
risico’s, trends, duurzaamheid, innovatie en op zoek te gaan naar partners die mee willen
denken met de onderneming net met het oog op die veerkrachtige supply chain
Hoofdstuk 5: Productie
5.1 Belang en rol in de logistieke keten
Een signaal wordt naar de inkoopafdelingen gegeven om nieuwe producten te bestellen
Dus communicatie en wisselwerking belangrijk!
Productielogistiek
= Het plannen, toewijzen en uitvoeren van de taken die betrekking hebben op de
goederenstroom en de bijhorende informatiestroom, gedurende de fase dat grondstoffen,
onderdelen en afgewerkte producten, na aankoop, van vorm veranderen om aldus
meerwaarde te realiseren.
Productie
logistiek volgt na de
inkooplogistiek en
de output gaat naar
de
distributielogistiek
5.2 Productontwerp
Uit welke grondstoffen of onderdelen het uiteindelijke resultaat zal bestaan
5.3.1 Serieproductie
Opeenvolging van processen die niet of weinig werken met tussenvoorraden
Aaneenschakeling (= niet onderbroken door tussentijdse voorraadpunten)
Productie van slechts één product, elke productiefase is één handeling
5.4 Just-in-timeprincipe
Uitgewerkt door Toyota
Je bestelt enkel maar zaken die je echt nodig hebt en je laat ze leveren op het tijdstip dat
je ze nodig hebt
Idealiter: zero stock
Oorzaak van toenoemende vrachtverkeer
Gevoelig voor storingen = risico
Accounting
Verkoop
HR
Duur en complex
TMS en WMS
Aansturen van het (volledige) bedrijf dmv ERP pakket
5.6 Kwaliteitsmanagement
Stilstaan is achteruitgaan
Doorgedreven focus op kwaliteit, volgehouden ambititie tot verbeteren
5.6.1 Plan-Do-Check-Act
Iteratief proces
Altijd opnieuw herhalen en nooit stoppen
EERSTE STAP plan
1) Acties
2) Waar en wanneer uitvoeren
3) Verwachte resultaten
TWEEDE STAP do
1) Effectieve uitvoering
2) Meten is weten
2) Lean
- Verspilling elimineren
- Creëren van maximale toegevoegde waarde voor de klant
tegen minimale inspanning
Organisaties die werken in een stabiele voorspelbare omgeving
5.8.1 Blockchain
Een keten (chain) van transacties (block)
= Een grote database die toegankelijk is voor iedereen die er toelating voor gekregen heeft.
Bijdrage door elke betrokken partij
Zero inventory-warehousing
Hacken hebben ze alles
5.8.2 Artificiële intelligentie
Big data vergroot de traceerbaarheid van de producten.
Robotisering: belangrijk middel in het voorkomen van voedselverspilling
Machine learning, reasoning bots, …
5.8.3 3D-printing
Zero inventory-warehousing
Doel = om de materialen direct aan een consument te leveren zodat ze het product in hun
eigen huis of fabriek kunnen printen.
Hoofdstuk 6: distributie
Het is het proces dat nodig is om producten hun weg te doen vinden van producent naar
consument
Distributie in eigen handen of uitbesteden aan logistieke dienstverlener
6.1 Distributiekanalen
Commerciële distributie = hoe de producent zijn klanten wil bereiken
Pas hierna kunnen we nadenken over de meest geschikte distributiekanalen
2) Indirect kanaal
Extra actoren aan de keten toegevoegd
1) Enkelvoudige distributie
2) Multikanaal distributie = combinatie van meerdere kanalen kiezen (Kan de omzet
verhogen maar ook conflicten veroorzaken)
2 basisdoelstellingen
1) De voorraadfunctie optimaliseren
2) De transportkosten verlagen door combineren van goederen stromen ifv optimale
belading
Verschillende types distributiecentra:
1) Opslagmagazijnen voor (langdurige) opslag
Maximale opslagcapaciteit is belangrijk
Materiaalverhandeling blijft beperkt tot laden, lossen en opslaan van goederen
2) Satellietmagazijnen
Dicht bij de klant (garantie snelle levering)
Bij E-commerce = fulfilmentcentra
3) Consolidatie of groepagemagazijn
Verschillende zendingen gegroepeerd, zoveel mogelijk deelladingen te combineren tot
volle vrachten
4) Public warehouse
Informatiefunctie van klant overnemen (goederen blijven eigendom van de leverancier,
niet van een warehouse)
NIET ALLE distributiecentra hebben een opslagfunctie, sommigen centraal platform,
transportkosten optimaliseren ( 5 & 6)
5) Crossdock magazijn
Inkomende goederen worden onmiddellijk klaargezet bij de uitgaande goederen
(tussendoor niet opgeslagen)
6) Overslagplatform
Transhipment-platform
Goederen van het ene vervoersmiddel naar een ander vervoersmiddel over te brengen
6.3 De transportfunctie
Vervoer van goederen in de logistieke keten, op bepaalde tijdstippen naar een of
meerdere schakels in de keten
Gebruik van verschillende transportmodi, afhankelijk van:
• De waarde, het gewicht en het volume van de goederen
• De snelheid waarmee de afstand tussen schakels overbrugd kan worden
• De bereikbaarheid van de locaties
• De afhankelijkheid van specifieke factoren (weersomstandigheden, afvaarten...)
• Met welke frequentie getransporteerd kan worden
• De totale transportkosten
• Duurzaamheid (carbon footprint)
• Multimodaliteit
6.3.1 Transportuitdagingen
1) Transportprobleem
Problemen die kunnen voortvloeien uit rechtstreekse distributie tss leverancier en
afnemer
2) Het transhipment-probleem
Betrekking op de overslag van goederen en containers via een platform, depot of
magazijn
3) Het travelling salesman-probleem
Probleem van de kortste route
4) Het knap-sackprobleem
Rekening met de maximumcapaciteit
Kortste afstand niet altijd de goedkoopste of de snelste transportoplossing.
Kosten, tijd en totale afstand zo minimaal mogelijk houden ifv de gegeven servicegraad.
Full truck load (FTL)/ Less than truck load (LTL) = zendingen worden gecombineerd tot
zoveel mogelijk volle vrachten
Full container load (FCL)/ Less than container load (LCL) = om transport te optimaliseren
worden kleine zendingen met dezelfde bestemming in 1 container geladen
6.3.3 Transportoptimalisatie
Keuze van de fysieke distributiekanalen
Type en ligging distributiecentrum
Gebruik crossdock een enorm effect op transportkosten
Routeplanning
6.4 Transportmodi
6.4.1 Hinterlandvervoer
Transportmodi die de oceanen niet kunnen oversteken (wegvervoer, binnenvaart,
spoorvervoer en short sea shipping (SSS))
Modal split = een relatief getal dat aantoont hoe de transportstromen verdeeld worden over
de verschillende transportmodi
1. Wegvervoer
Voordelen:
1) Het is snel tot op een bepaalde afstand
2) Relatief goedkope en flexibel
3) Lage vaste kosten voor de klant
Nadelen:
1) Minder duurzaam dan sommige andere modi
2) Veel externe kosten (congestie, vervuiling)
3) Veel wettelijke reglementeringen (rij-en rusttijden, kilometerheffing)
2. Binnenvaart
Steeds belangrijker ifv duurzaamheid
Fijnmazig vaarwegennetwerk: BE, NL, DE, Noord-FR, Oost-EU (Maas, Schelde, Rijn, Donau)
Internationaal vervoer (51.700 km bevaarbare waterwegen in Europa)
Laagste kostprijs per tonkilometer (bij modi voor hinterlandvervoer)
Container vervoer, bulk transport, transport van stukgoederen
Een tonkilometer is gelijk aan het aantal kilometer per vervoerde ton vermenigvuldigd met
het aantal ton vervoerde goederen.
Bijvoorbeeld: 20 ton wordt vervoerd over 500 km dan is het resultaat 1000 tonkilometer.
Voordelen:
1) Lange levensduur
2) Milieuvriendelijk
3) Veilig en betrouwbaar
Nadelen:
1) Beperkte vaarsnelheid
2) Door droogte soms geen binnenvaart mogelijk
3) Kan niet overal komen, niet zo fijnmazig
3. Spoorvervoer
Zware ladingen en grote volumes
Connecteren van gateways en knooppunten
Langere afstanden (+ 400km), maar ook kortere (LO-RO)
Zijderoute als alternatief voor zeevervoer
Alternatief voor wegvervoer en binnenvaart op ‘droge’ bestemmingen
EU standaard spoorbreedte
Spoorwegen zijn geschikt voor het transport van zware ladingen en grote volumes.
Voordelen:
1) Grote volumes en zware ladingen kunnen getransporteerd worden
2) Spoor is veilig
3) Duurzaam alternatief
Nadelen:
1) Verschillende spoorbreedtes en aandrijving
2) Beperkte flexibiliteit
3) Passagierstreinen krijgen altijd voorrang
4. Pijpleidingen
Petrochemische industrie (RAPL) 30 miljoen ton/jaar in de EU
Continue energie- en grondstoffenbevoorrading (Belangrijk in realisatie energietransitie:
Transport van waterstof en CO2 en warmtenetten)
Geschikt voor bepaalde goederen: aardolie, aardgas, waterstof, …
Transport tegen hoge snelheid (100-150 km/u)
Voordelen:
1) Milieuvriendelijk
2) Vervoerscapaciteit is groter dan wegtransport
3) Hoge efficientie: geen sprake van lege terugvrachten
Nadelen:
1) Aanlegkosten zijn hoog
2) Niet makkelijk om de nodige vergunningen te pakken te krijgen
3) Onvoldoende ruimte voorzien in de plannen van ruimtelijke ordening
Voordelen:
1) Grote volumes
2) Lage transportprijs
3) Alle mogelijke goederen
Nadelen:
1) Geen propere vervoersmodus
2) Weinig flexibel
3) Vaak lange transitttijden
Luchtvracht
Na de Tweede Wereldoorlog
Snelste en duurste
Kostbare goederen, bederfelijke goederen, express zendingen
Complementaire rol tav zeevervoer en spoorvervoer
Compact wereldwijd luchtvrachtnetwerk
Hub and spoke principe
Voordelen:
1) Snelste modus
2) Een zeer groot bereik
3) Zijn snel op hun bestemming
Nadelen:
1) Een beperkte hoeveelheid goederen mee
2) De kosten zijn hoog
3) Geluidsoverlast
Hub and spoke: kleinere toestellen (feeders) brengen (meestal) passagiers naar een hub (een
belangrijke luchthaven).
6.4.4 Incoterms
International Commercial Terms
6.6.1 Producteigenschappen
1) In enge zin = directe relatie met het product en zijn meetbaar
2) In ruime zin = een indirecte relatie met het product (verder niet besproken)
Wanneer een product een hoge waardedichtheid heeft minder voorraad wegens
kosten en centraal opgeslagen
Bij lage verpakkingsdichtheid: optimaliseren nodig
In elke schakel in de supply chain kan besmetting optreden DAAROM is tracking &
tracing zeer belangrijk in de voedselketen
Via HACCP-principes kunnen deze risico’s op besmetting beheerst worden
HACCP = hazard analysis – critical control point of gevarenanalyse – kritisch controlepunten
6.6.4 Verpakkingen
Colli = individuele verpakkingseenheden waaruit een zending bestaat, komen in
verschillende maten, gewichten materialen
Eén collo is één zending (etikkettering, stapeling, verrekening gaat per colli)
Efficiëntie van de fysieke distributie en de keuze van verpakking gaan hand in hand.
Collo is NIET hetzelfde als een stock keeping unit (SKU), een collo kan wel bestaan uit
verschillende stock keeping units
6.7 Outsourcing
Uitbesteding van logistieke activiteiten of diensten aan een specialist of logistieke
dienstverlener.
Nadelen:
1. Goede flow van je supply chain in de handen van een derde leggen
2. Minder flexibel? Imago niet uitstreven?...
3. Opletten voor extra of verborgen kosten.
Push = een leverancier die zijn goederen door de keten duwt, biedt meer
voorspelbaarheid in elke schakel (zekere mate van onzekerheid in effectieve vraag)
6.8.4 Stadsdistributie
Restricties en verkeersvrije stadscentra
Distributiecentra aan de rand van de stad
Inzetten van kleinere en milieuvriendelijke transportmiddelen
Nieuwe businessmodellen
Hoofdstuk 7: retourlogistiek
Sterk gestegen door boom van e-commerce
Retourstromen zeer belangrijk, kunnen de grondstoffen aanleveren van nieuwe
producten
GEMEENSCHAPPELIJKE PROCESSEN
1) Recycling (recyclage)
Verwerking en het omzetten van afvalproducten in nieuwe producten.
2) Remanufacturing (herbewerking/revisie)
Hergebruiken van onderdelen uit een afgedankt product in een nieuw product met
hetzelfde doel.
3) Re-usable packaging (hergebruikbare verpakking)
Verpakking die je opnieuw kunt gebruiken.
RETOURLOGISTIEK
1) Product returns (productretour)
Het effectief terugsturen van goederen die je hebt besteld.
2) Marketing retuns (commerciele retour)
Ontstaan als gevolg van commerciële afspraken tussen supply chain-partners.
3) Secondary returns (tweedehandsretour)
Nieuwe producten die niet meer verkocht kunnen worden op de reguliere markt.
GROENE LOGISTIEK
1) Packaging reduction (minder verpakking)
Het verminderen van verpakking
2) Air and noise emissions (luchtvervuilling en geluidsoverlast)
Stoten in meerdere of minder mate een aantal stoffen uit die niet goed zijn voor mensen
en omgeving
3) Environmental impact of mode selection (milieueffecten van modusselectie)
De ene vervoersmodus is al milieuvriendelijker dan de andere
7.2 Retourstrategieën
Retours vermijden (bv. E-commerce support tools voor bestelling.
Efficiente retours (bv. E-commerce herbruikbare verpakking, retourlabel, retourdocument)
Retours als core business (bv. 12return)
7.2.1 Eerste strategie: doe het niet! (lezen)
Op een constructieve manier werken om actief te vermijden producten te retourneren
1) Overtuig de klant door klantenservice en servicelogistiek
2) Betalen om retourstromen te vermijden
3) Productontwikkeling en marketing betrekken
4) Betere voorspelling van de vraag
5) Sectoren stellen alles in digitale vorm ter beschikking
7.3 Verpakkingen
7.3.1 Redenen voor verpakking
1) Gezicht van het product, herkenbaar
2) Een communicatiemiddel
3) Zich onderscheiden van concurrentie
4) Dient om het product te beschermen
5) Identiteit
6) Maakt transport, handling en opslag mogelijk
2) Onderhoudsmanagement
Preventief onderhoud of maintenance, eventuele problemen vaststellen, reserve
onderdelen (spare parts logistiek)
3) Retourlogistiek
Bieden retour van kapotte goederen bij aankoop nieuw product (herstelling terplekke of
retour, vervanging)
Ladder van lansink = “ideale” manier waarop we met de creatie van afval moeten omgaan
STAP 1 voorkomen
Beter voorkomen dan genezen, zo weinig mogelijk
afval creëren
STAP 2 hergebruiken
Wnr afval toch gemaakt moet worden best zoveel
mogelijk hergebruiken
STAP 3 recyclage
Wnr hergebruik nt van toepassing is deel ervan
recycleren
STAP 4 verbranden
Niet zomaar verbranden
STAP 5 verbranden zonder recuperatie en storten
TE VERMIJDEN trap