You are on page 1of 12

lOMoARcPSD|6179383

Samenvatting boekhouden

Boekhouden (Arteveldehogeschool)

StuDocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit


Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)
lOMoARcPSD|6179383

Boekhouden: hoofdstuk 1

1. De balans = overzicht van onze rijkdom


->rijkdom= bezit – schulden
->bezit= rijkdom+ schulden

-Rijkdom: eigen middelen


-schuld: vreemde middelen

Linkerkant balans = Rechterkant balans


 ACTIVA *PASSIVA
-Vaste activa: bezit lang in bedrijf -Eigen vermogen = rijkdom
-Vlottend activa: bezit kort in bedrijf -Vreemd vermogen = schuld

ACTIVA zijde van balans PASSIVA zijde van balans


-Wat bezit een onderneming? -Waar haalt de onderneming haar middelen?
->indeling op basis van liquiditeit of tijd ->indeling op basis van opeisbaarheid en tijd

VASTE ACTIVA EIGEN VERMOGEN


->GEbruik op LANGE termijn= doel: behouden ->NIET opeisbaar= blijft in onderneming
Vb: gronden, gebouwen, machines, software,… Vb: Kapitaal, winst, verlies, wettelijke reserves…

VLOTTENDE ACTIVA VREEMD VERMOGEN


->VERbruik op KORTE termijn= doel: exploitatie ->OPEISBAAR= schulden
Vb: grondstoffen, hulpstoffen, geld op bank… 1. terug te betalen (op >1j of <1j)
Vb: vorderingen, voorraden, geldbeleggingen,… 2. lening, leveranciersschulden,
personeelsschulden

Wanneer een vordering? => bedrag tegoed!


o Handelsvordering => bedrag tegoed van klant
= VORDERING op klant
o Bank of zichtrekening= bedrag tegoed van bank
=VORDERING op bank
o Waarborg betaald bij aankoop= uitgave (betaald aan lev)=> later terug te krijgen van
leverancier
=VORDERING op leverancier

Wanneer een schuld? => bedrag later te betalen


o Leveranciers (=handelsschuld)=> later betalen aan leverancier
=SCHULD aan leverancier
o Financiële schuld(=lening bij bank)=> later terug te betalen aan bank
=SCHULD aan bank
o Waarborg ontvangen bij verkoop=> inkomst (ontvangen van klant) => later terug te betalen
aan klant
=SCHULD aan klant

ACTIVA = PASSIVA BALANS = MOMENTOPNAME


->Bezittingen = financieringsbronnen BEGINbalans (1 ste dag van boekjaar)
->aanwendig vermogen = herkomst vermogen EINDBALANS (laatste dag boekjaar)

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)


lOMoARcPSD|6179383

2. resultatenrekening = hoe wijzigt onze rijkdom?


Opbrengsten= positief
Kosten: alles wat we nodig hebben
binnen productieproces, direct
gebruikt (vb elektriciteit)

Winst= opbrengsten – kosten


Arm in bedrijf -> meer kosten dan
winst

KOSTEN OPBRENGSTEN
OFFERS bedrijfsactiviteiten MEERWAARDE bedrijfsactiviteiten

-BEDRIJFSkosten -BEDRIJFS opbrengsten


Vb: handelsgoederen, grond-en hulstoffen, personeel, Vb: omzet (verkopen goederen of dienstprestaties
afschrijvingen,… andere bedrijfskosten & niet-recurrente Andere bedrijfsopbrensten (buiten normale of wel
-FINANCIELE kosten reccurent/regelmatig) -> bv: iedere maand huuropbrengst
Vb: rente lening, negatief wisselkoersverschil, bankkosten -FINANCIELE opbrengsten
Vb: rente spaarrekening, positief wisselkoersverschil
Resultaatbestemming: totaal K = totaal O OF O-K=0.00

Vereenvoudigde resultatenrekening
Bedrijfs- en niet reccurente opbrengsten
-bedrijfs-en niet recurrente kosten
=BEDRIJFSWINSTEN/BEDRIJFSVERLIES
+financiële-en niet recurrente opbrengsten
-Financiële-en niet recurrente kosten
=WINST/VERLIES voor belastingen
-belastingen op resultaat
=WINST/VERLIES VAN HET BOEKJAAR: BALANS

Bezit stijgt -> meer winst (eigen vermogen) rijker => meer bezittingen
Bezit daalt -> meer verlies (eigen vermogen) armer => minder bezittingen

WINST VERLIES
->Bedrijfsactiviteiten MEER ->Bedrijfsactiviteiten MEER
opbrengsten/winstgevend (resultatenrekening) kosten/verlieslatend (resultatenrekening)
= =
Onderneming meer bezittingen/rijker (balans) Onderneming minder bezittingen/armer
(balans)

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)


lOMoARcPSD|6179383

3. Basiselementen in het registratieproces op grootboekrekeningen

Verschil tss aankopen van goederen en investeringen?


-Aankopen goederen = doel = korte termijn verbruik of verkoop
=Stijging kost-> impact resultatenrekening

-Aankopen investering= doel= lange termijn gebruiken in onderneming


=Stijging vaste activa -> impact op balans

Bij AANKOPEN van HG, hulp- of grondstoffen Bij VERKOPEN van HG, gereed product
=stijging voorraad =daling voorraad
 Steeds impact op KOST, nooit ACTIEF of  Steeds impact op OPBRENGST, nooit
voorraad ACTIEF of voorraad

AFSLUITEN boekjaar
->verschil tss eindvoorraad – beginvoorraad registreren
->enkel dan voorraadwijziging registreren
->enkel dan impact op ACTIEF

Actief altijd links & passief altijd rechts


Debet altijd liknks & credit altijd rechts

Elk element van balans krijgt eigen T-rekening of


grootboekrekening

A+D K+D
A-C K-C Balans in evenwicht na verrichtingen&resultaatwerking? -> nee = fout in analyse
P-D O-D
P+C O+C

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)


lOMoARcPSD|6179383

4. Proef- en saldibalans
=Ter controle!
PROEF-balans SALDI-balans
=debet en credit totaal per rekening =debet of credit saldo per rekening
Totaal alle debetbedragen = totaal alle ->als totaal debet > totaal credit : DEBET saldo
creditbedragen ->als totaal debet < totaal credit: CREDIT saldo
Totaal alle debetsaldi=totaal alle creditsaldi
Wanneer?
->op einde van een periode (=voorlopige p&s-balans)
->op einde van boekjaar om resultaat te bepalen (=definitieve p&s-balans= eindbalans)
Handig om resultaat te bepalen vh boekjaar!

Hoe resultaat bepalen?


->Via resultatenrekening
 Debetsaldo < creditsaldo = WINST
-Herstellen evenwicht door verhogen kosten -> K+D
 Debetsaldo > creditsaldo = VERLIES
-Herstellen evenwicht door verhogen opbrengsten -> O+C

->via balansrekeningen
 Debetsaldo < creditsaldo = VERLIES
-Herstellen evenwicht door verlagen eigen vermogen -> P-D
 Debetsaldo > creditsaldo = WINST
-Herstellen evenwicht door toename eigen vermogen -> P+C

MAR: Minimum Algemeen Rekeningstelsel (bundeltje bij boek)


 Cijfers
 Eerste cijfer: klasse
BALANS:
1. P: eigen vermogen, schulden >1jaar
2 = A: vaste activa en vorderingen > 1 jaar
3 = A: voorraden en bestellingen in uitvoering
4 = A en P: vorderingen (40-41) en schulden < 1 jaar (42-48) 49
5 = A: geldbeleggingen en liquide middelen
RESULTATENREKENING:
6 = K: kosten
7= O: opbrengsten

5. Journaalpost
=impact die een verrichting heeft op het grootboek
Eerst in dagboek noteren = JOURNAAL = journaliseren

 Aankoopdagboek= alle aankopen (AK)


 Verkoopdagboek= alle verkopen (VK)
 Financieel dagboek = alle financiële (FIN)
 Divers dagboek= alle andere verrichtingen (DIV)
Steeds dagboek en verantwoordingsstuk meedelen !

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)


lOMoARcPSD|6179383

VB journaalpost!

Bij het opstellen van journaalposten


1. Welk verantwoordingsdocument ligt aan de basis?
2. In welk dagboek? (tip: bewijsstuk bepaalt dagboek!)`
3. Welke datum staat er op het bewijsstuk?
4. Welke rekeningen zijn betrokken bij de verrichtingen?
5. Welke rekeningen worden gedebiteerd/gecrediteerd?
6. Voor welk bedrag?
7. Is bij elke boeking het totaal debet = credit?

CONCLUSIE

4
1
2 3 Voorlopige
Analyseren
Journaliseren Bijwerken PROEF –en
Verrichting
grootboek SALDIBALANS

Hoofdstuk 2 boekhouden: registratie vd aan-en verkoopcyclus


D1: Aan -en verkoop inclusief
-BTW (=belasting over toegevoegd waarde)
->verbruiksbelasting gedragen door eindgebruiker (eindconsument)
->verschillende tarieven: standaard 21%
->onderneming: tussenpersoon niet gelijk aan eindgebruiker!
->op AANKOPEN die onderneming doet: schuld (&betaling) à lev incl BTW bedrag (later terug vragen
aan BTW administratie)
->op VERKOPEN die onderneming realiseert: vordering (&inning) incl BTW bedrag (later terug geven
aan BTW administratie)

Ter herinnering!
Niet elke aankoop = bedrijfskost!
Vb: aankoop materiële vaste activa zoals gebouwen, rollend materieel, meubilair,…
->Analyse blijft hetzelfde, enkel soort aankoop & soort rekening wijzigt

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)


lOMoARcPSD|6179383

Resultatenrekening
->Aankopen HG, grond-en hulpstoffen (60)
->Diensten en diverse goederen (61)

Balans
->Aankopen vaste activa (21 tem 28)

-BTW soms slechts gedeeltelijk terugvorderbaar


* Betaalde btw is niet altijd 100% aftrekbaar
-btw op personenswagens: max 50%
-btw op autokosten: max 50%
-btw op relatiegeschenken duurder dan 50 EUR: niet terugvorderbaar
-btw op restaurantkosten: niet terugvorderbaar

*Deel BTW dat niet terugvorderbaar is bij aankoop toevoegen

-Inkomende of ontvangen creditnota


ICN of OCN= correctie van een aankoopfactuur
=aanpassing van eerdere aankoopfactuur (je stuurt iets terug naar lev)
->Retour= teruggestuurde goederen, niet aanvaarden van goederen
->Foutief: opgemaakt aankoopfactuur of goederen niet geleverd (bv fout bedrag)
->Commerciële kortingen

->Soorten verkopen
-Verkopen en dienstprestaties (70000)
-Verkopen van andere goederen en diensten van ‘normale’ (74-rekening)
-Verkopen van vaste activa (70700)
=>opgelet! Later ook impact op balans

-Uitgaande creditnota
UCN= correctie van een verkoopfactuur
=klant goederen terugsturen aan ons
->retour: teruggestuurde goederen, niet aanvaarden van goederen
->foutief: opgemaakt VF of goederen niet geleverd
->Commerciële kortingen

Aankopen Verkopen
-Aankoopfactuur incl BTW (AF) -Verkoopfactuur incl BTW (VF)
-Soorten aankopen -Soorten verkopen
-BTW slechts 50% terugvorderbaar -Uitgaande creditnota (UCN)
-Inkomende of ontvangen creditnota (OCN/ICN) -Inning via bank of kas
-Betaling via bank of kas

D2: Factuurschema
-Berekening factuurbedrag
2. Bijkomende kosten door derden gepresteerd
o BIJKOMENDE kosten bij aankoop (KOST)
=transport, verzekering, opslag, keuring,… (verzekeringen niet onderhevig aan btw)

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)


lOMoARcPSD|6179383

o BIJKOMENDE kosten bij verkoop (OPBRENGST)


=idem

3. Terugstuurbare verpakking bij AANKOOP


o GEEN kost
o Verpakkingsmaterieel: pallet, leeggoed,… (teruggeven lev -> waarbprg terug) -> geen btw!

3. Terugstuurbare verpakking bij VERKOOP


o GEEN opbrengst
=idem

4. Commerciële korting
Handelskorting
->Prijsvermindering
->Hoeveelheidskorting
->korting wegens late levering
->Korting wegens zichtbare schade
->korting wegens kwaliteitsverlies

BIJ AANKOOP
 Enkel de kostprijs van aangekochte goederen vermindert door korting
 Bedrijfskost vermindert dus door korting
BIJ VERKOOP
 Korting omdat klant bepaalde hoeveelheid afneemt; goede relatie, late levering, mindere
kwaliteit… van de verkochte goederen

5. Financiële korting (AANKOOP)


=korting bij CONTANTE of SNELLE betaling
Bv: 3% korting bij betaling vd factuur binnen 10dagen betaald
->Korting pas gegeven BIJ BETALING dus AF zonder korting!

BIJ VERKOOP
->Korting bij CONTANTE of SNELLE betaling
Idem voorbeeld
->Korting pas gegeven BIJ DE INNING dus VF zonder korting!
Enkel geregistreerd bij betaling!

OVERZICHT
Aankopen en verkopen inclusief factuurschema met:
->Bijkomende kosten (transport, verzekering…)
->Terugstuurbare verpakking
->Commerciële korting
->Financiële korting

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)


lOMoARcPSD|6179383

D3 buitenlandse aan -en verkoop in vreemde valuta


BTW SCHEMA !!
AANKOPEN VERKOPEN
België België
- 41100 Terug te vorderen BTW -45100 Te betalen btw

Binnen EU: Binnen EU


-41100 Terug te vorderen “intracommunautaire -geen btw “intracommunautaire verkoop”
verwerving”
-45100 Te betalen BTW

Buiten EU Buiten EU
-geen btw -> btw douane document “invoer” -geen btw “uitvoer”
(uitzondering: aankopen met verlegging heffing:
AF (41100 terug te vorderen btw & 45100 Te
betalen btw

Geen land bij? -> België

D4 Btw verrekening
Verrekening met de btw-administratie
• Maandelijks of per kwartaal (zie fiscaliteit)
• Enkel het verschil met de administratie wordt vereffend

TOTAAL Te betalen btw > TOTAAL terug te vorderen btw


TOTAAL Te betalen btw < TOTAAL terug te vorderen btw
• Boekhoudkundig
De rekeningen ‘41100 Terug te vorderen btw’ en ‘45100 Te betalen btw’ op salderen brengen (=
saldo 0)
‘45101 Te betalen btw’: de verschuldigde btw > terug te vorderen btw
‘41101 Vorderingen op btw-administratie’: verschuldigde btw < terug te vorderen btw’

D5 interne overboeking
= om liquide middelen TIJDELIJK boekhoudkundig te PARKEREN
58000 interne overboekingen
 Om overdrachten of transferts tussen 5-rekeningen
Bank<->spaar
Kas<->bank
Kas A <-> Kas B of Bank A <-> Bank B

Kas -> Cash


!Kas naar bank, of bank naar kas onmogelijk, want er zouden 2 bewijsstukken zijn -> opl:
interne overboeking

 Bankafschrift: wat gebeurd er met rekening van bank?


 Kasafschrift: wat gebeurd er met rekening van kas?
1 gebruiken!!!

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)


lOMoARcPSD|6179383

Hoofdstuk 3: registratie van de andere elementen van de ondernemingscyclus


D1: personeelscyclus: berekening + registratie
Werknemer
-Arbeider (loon)
-Bediende (wedde)

 Onderscheid tss brutobezoldiging (=hoeveel verdient?) & nettobezoldiging (=hoeveel


ontvangen op rekening?)
 Werknemers verplicht RSZ te betalen ! (=RSZ-bijdrage werknemer)
 Automatische afhouding als voorschot op de personenbelasting (=bedrijfsvoorheffing)
 Mogelijks ontvangt werknemer terugbetalingen n.a.v kosten voor werk (=andere
personeelskosten) bv: maaltijdchecks, woon-werkverkeer vergoeding,…

Schema!
->RSZ+bedrijfsvoorheffing: altijd
gegeven

Werkgevers
 Bezoldigingstaat bevat info rond berekening van nettobezoldiging
 Werkgever doet verplicht RSZ betalen (=RSZ-bijdrage werkgevers)
 Werkgever houdt RSZ-bijdrage werknemer in van de brutobezoldiging en bezorgt dit aan RSZ
 Werkgever houdt de bedrijfsvoorheffing in van de belastbare bezoldiging en bezorgt dit aan
de overheidsdienst financiën
 Werkgever bezorgt werknemer de nettobezoldiging voor geleverde prestatie + eventuele
andere personeelskosten

Bedrijfskosten voor werkgever


-RSZ werkgever  schuld aan RSZ
-brutobezoldiging (heel grote kost!)  schuld aan fiscus
-andere personeelskosten  schuld aan werknemer
= 3 schuldrekeningen
Passief (korte termijn) klasse 4 -> 45 (alle schulden voor de verwerking bewijsstuk)

->alles met personeel, arbeidscontract/bediende = 62 !

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)


lOMoARcPSD|6179383

Rekeningstelsel
Kosten (62xxx) = onder arbeidsovereenkomst Schulden (45xxx) = onder
arbeidsovereenkomst
Brutobezoldiging Werknemersbijdrage RSZ (schuld aan RSZ)
 62010 Bezoldigingen directiepersoneel 45400 Rijksdienst voor sociale zekerheid
 62020 Bezoldigingen bedienden Bedrijfsvoorheffing (schuld aan FOD
 62030 Bezoldigingen arbeiders Financiën)
Andere personeelskosten 45300 Ingehouden bedrijfsvoorheffing
 62300 Andere personeelskosten Nettobezoldiging( schuld aan WN)
Werkgeversbijdrage RSZ 45520 Bezoldigingen bedienden
62100 Werkgeversbijdrage RSZ 45530 Bezoldigingen arbeiders

RSZ en bedrijfsvoorheffing blijven dezelfde rekening !

Bestuurders, zaakvoerders en werkende vennoten (uitzonderingen)


Met arbeidsovereenkomst
 Zelfde behandeling als bediende
Zonder arbeidsovereenkomst
 Zelfstandigen
 Werkgever MAG bedrijfsvoorheffing inhouden op vraag zelfstandige
 Werkgever MOET GEEN RSZ-bijdrage doen en ook geen afhouding RSZ werknemer

Eigenaar-handelaar
Natuurlijk persoon
 Voorafname op het resultaat vh boekjaar
 Geen kost maar een vordering (=tegoed)
 Geen inhouding bedrijfsvoorheffing
Geen RSZ bijdrage werkgever
Geen inhouding RSZ bijdrage werknemer

D2: personeelscyclys: beslaglegging + voorschot


Beslaglegging
->Werknemer: veroordeeld tot beslaglegging op deel van de nettobezoldiging
(bv: allimentatie niet betaald, schuldbemiddeling,..)
->Werkgever: stort beslaglegging rechtstreeks op de rekening van de schuldeiser van de werknemer

->Boekhoudkundig
Fase 1: bezoldiging staat registreren
Fase 2: herklasseren beslaglegging
Fase 3: uitbetaling RSZ, BV, beslaglegging en resterende netto bezoldiging

Andere diverse schulden = rechtbank, leverancier, partner die beslag oplegt,…


Herklasseren schuld: van ene rekening naar de andere rekening brengen

Voorschotten
->Werkgever kan voorschotten geven aan werknemer
->Vaak toegepast binnen arbeidscontract

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)


lOMoARcPSD|6179383

->Boekhoudkundig
Fase 1: bankafschrift met bevestiging storting voorschot (FK)
Fase 2: bezoldigingsstaat registreren (DIV)
Fase 3: salderen voorschot (DIV)
Fase 4: uitbetaling RSZ, BV, resterende netto bezoldiging (FK)

Dia 55!

Gedownload door Siebe De Brandt (siebe.debrandt@student.arteveldehs.be)

You might also like