Professional Documents
Culture Documents
College 8
27 oktober 2022
Vorige week
Onderneming volgens financiering:
Het gehele complex van middelen, mensen en projecten waarin de bedrijfsoperaties zijn opgenomen.
De onderneming genereert een bedrijfsresultaat.
Verder:
4. Wrap-up en vooruitblik 3
Tijdbalk
“ONLY CASH FLOW IS RELEVANT!”
“Zou deze cashflow UITSLUITEND voorkomen als wij het project accepteren?”
Als het antwoord hierop “Ja” is, moet u het opnemen in je analyse omdat het incrementeel
is (differentieel)
Als het antwoord hierop “Nee” is, moet u het niet opnemen in je analyse omdat de
geldstroom hoe dan ook zal voorkomen
Als het antwoord hierop “Deels” is, moet u dat deel meenemen dat voorkomt als gevolg van
het accepteren (uitvoeren) van het project
Principe in formulevorm
Incrementele cashflow = cashflow met project -/- cashflow zonder project 6
Financieringskosten
Investeringsselectie
Wel of niet door laten gaan van een investering of project
Investeringscriteria
Investeringscriteria
Investeringsselectie - NCW
Netto Contante waarde (NPV) is het belangrijkste criterium
Maak alle relevante (differentiële) CF contant
Vergeet initiële investeringen niet
Als NCW positief is, project accepteren
10
Investeringsselectie - NCW
In de berekening van de Netto Contante Waarde wegen deze jaren “het meest zwaar”;
De discountfactor op deze jaren is nog relatief laag.
Conclusie:
Versnelde afschrijving leidt (onder normale omstandigheden) tot een hogere NCW.
12
2,000 4,000
NPV 4,000 0
(1 IRR ) (1 IRR )
1 2
IRR 28.08%
14
IRR – pitfalls
• Pitfall 1 IRR: lenen of uitlenen
Voorbeeld NPV at 10% project A:
Project Cashflows Besliscriteria
-1000 + 1500/1,1 = + 364 afgerond;
C0 C1 IRR NPV at 10%
15
IRR – pitfalls
• Pitfall 2 IRR: Meerdere IRR’s
Project Cashflows Besliscriteria
C0 C1 C2 C3 C4 C5 IRR
16
IRR – pitfalls
• Pitfall 3: Wederzijds uitsluitende projecten
Project Cashflows Besliscriterium
C0 C1 C2 C3 IRR NPV at 7%
IRR – evaluatie
Voordelen Nadelen
Een return kennen is intuïtief aantrekkelijk Pitfall 1: lenen of uitlenen
Het is een simpele manier om de waarde Pitfall 2: sommige projecten hebben
van een project te communiceren aan meerdere IRR’s
iemand die niets weet van de
schattingsdetails
Als de IRR hoog genoeg is, hoef je Pitfall 3: gaat niet goed om met wederzijds
misschien geen required return (r) in te uitsluitende projecten
schatten (wat lastig is)
Vaak gelijk aan de NPV-regel Pitfall 4: gaat niet goed om met de
termijnstructuur van de rente
18
Terugverdienperiode
de tijd die nodig is voor de cumulatieve cashflows om de initiële investering te
overstijgen (op een niet verdisconteerde – dus boekhoudkundige basis vastgesteld)
19
Criterium:
Accepteer het project als terugverdienperiode <= cutoff periode
20
22
Terugverdientijd (TVT)
Periode waarin de initiële investering is terugverdiend
Accepteer het project als terugbetaalt is binnen een bepaalde periode (cutoff)
Negeert de tijdswaarde van geld
De cutoff periode is arbitrair vastgesteld 24
Praktijkvoorbeeld Achmea:
25
Oefeningen syllabus
Opgave 8.7
Verkoopprijs x afzet
26
Oefeningen syllabus
Opgave 8.7
27
Oefeningen syllabus
Opgave 8.8
28
Oefeningen syllabus
Opgave 8.8
Verhaal goed
interpreteren en
het kasstroom
schema
opbouwen!
29
Oefeningen syllabus
Twee varianten mogelijk:
Opgave 8.8
1. Vraag 5 uitschrijven en per kasstroom
verdisconteren en berekenen (Excel);
30
Oefeningen syllabus
Opgave 8.8
Stellingen en dilemma’s
Risico hier is omtrent de rol en bijdrage van de accountant (advies versus controle)
Denk ook aan context: op papier of een mondeling advies?
Kijk breed: risico’s, gestelde kaders en invloed van stakeholders
Relevant is dat de accountant die optreed in een adviesrol niet op een later tijdstip de controle van
“zijn eigen werk” doet. Zie ook RAC.
31
Leerdoelen
Na college 8 bent u in staat om ten behoeve van een investeringsanalyse relevante data
te verzamelen, te beoordelen en te modelleren. U kunt de huidige netto huidige waarde
van een project berekenen en op basis daarvan bepalen of het project moet worden
uitgevoerd. U bent in staat uit te leggen waarom differentiële kasstromen en de
vermogenskostenvoet bepalend zijn voor de huidige waarde van een project.
32
Kernbegrippen
Project Initiële investering
Netto huidige waarde (NPV) Opportunity cost
(discounted) Payback Period Differentiële kasstromen
Internal rate of return (IRR) Average payoffs
Incidental effects
Net working capital requirements
Sunk costs
Allocated costs
After-Sales Cash Flows
Salvage value
33
Volgende week
Ratio analyse
Doorlezen syllabus hoofdstuk 9 en doorlezen paragrafen 28.4 t/m 28.9 van BMA
Volgende week verstuur ik vooraf een extra examenoefening. Lees deze alvast door!
34
35