Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting
De waarde van een project wordt bepaald als de huidige waarde van alle kasstromen die het
project genereert, rekening houdend met het vereiste rendement op het
investeringsproject.
Sunk costs (= uitgave die in het verleden gebeurd is): Deze uitgaven kunnen niet
teruggedraaid worden, en beïnvloeden dus niet de beslissing om al dan niet (verder)
te investeren.
Opportuniteitskosten ('Kiezen is verliezen'): De onderneming verliest alternatieve
opbrengsten uit activa indien het project uitgevoerd wordt.
Neveneffecten: Er moet rekening gehouden worden met de verandering in
kasstromen in de volledige onderneming. De introductie van een nieuw product kan
een negatieve impact hebben op de verkoop van andere producten.
De levensduur van het project: De relevante looptijd waarover de kasstromen
bepaald dienen te worden, is de economische levensduur van het project.
VOORBEELD 1 EN 2
Zodra de vrije kasstromen van het project bepaald zijn, dient geëvalueerd te worden of de
investering waarde creëert of vernietigt.
Evaluatiemethoden:
Terugverdienperiode
Indien de paybackperiode kleiner is dan of gelijk is aan de maximaal toegelaten
terugverdienperiode, wordt het project aanvaard. Ondanks enkele bezwaren bij deze
methode wordt deze in de praktijk dikwijls gebruikt. Terugverdienperiode:
Begininvestering/jaarlijkse netto kasontvangsten.
Interne rendementsgraad
Dit wordt opgelost via 'trial and error'. Indien de interne rendementsgraad groter is dan het
vooropgestelde vereiste rendement, wordt het project aanvaard. De IRG-methode
beantwoordt de vraag “welke rendement geeft een investeringsproject op het geinvesteerde
vermogen?”
Nettocontantewaardemethode
Indien de netto contante waarde groter is dan of gelijk is aan 0, wordt het project aanvaard.
De NCW geeft aan hoeveel waarde het project creëert voor de onderneming.
VOORBEELD 3
Uitbreidingsinvesteringen
Vervangingsinvesteringen
Breedte-investeringen
En verder
o Investeringen in vaste activa vs. vlottende activa
o Oprichtingsinvesteringen: bij de start van de onderneming, een nieuw project,
een nieuwe activiteit.
o Strategische investeringen: om latere investeringen mogelijk te maken of de
voordelen ervan te vergroten.
o Ondersteuningsinvesteringen: noodzakelijk om bepaalde projecten in stand te
houden.