You are on page 1of 20

Beleggingsinstrumenten Overig

Hoofdstuk 7 Portefeuillevorming

© A.P. Walter
7 Portefeuillevorming
7.1 Opbouw van een beleggingsportefeuille
– Uitgangspunten en doelstellingen
– De asset mix
– De asset allocation

7.2 Beleggen via fondsen en verzekeraars


– Beleggingsinstellingen
– Indeling naar beleggingscategorie
– Hedgefondsen en private-equityfondsen
– Beleggen en verzekeren

7.3 Prestatiemeting en -vergelijking


– Maatstaven

2
7.1 Opbouw van een beleggingsportefeuille

7.1.1 Uitgangspunten en doelstellingen

Beleggingsbeleid
– Risicoafkeer: mate van afweging risico
en rendement
– Beleggingshorizon

Overig
– Liquiditeit
– Direct rendement ←→ indirect rendement

3
7.1.2 De asset mix

Asset mix: spreiding over beleggingscategorieën;


risicoreductie door:
geringe correlatie tussen categorieën
geringe correlatie binnen categorieën

7.1.3 De asset allocation

Asset allocation: tot stand brengen asset mix


Strategisch: lange termijn
herbalanceren
Tactisch: korte termijn
overweging en onderweging

4
Portefeuille
Strategisch Tac sch Liquide
100

Tactisch: allocatie op kortere termijn, inspelen op de markt.

75
Belegd percentage

50 Strategisch: allocatie op lange termijn

25

0
1 2 3 4
Tijd: jaar
5
ti
De beleggingsadviseur
Ken uw klant
Beleggersprofiel op basis van antwoorden van de klant.
Rendementsverwachtingen
Risico

6
Vragenlijst risicoprofiel Vermogensopbouw Hypotheek t.b.v. ABN AMRO Profielfondsen

Cliëntgegevens

Naam
Adres
Postcode
Woonplaats
Hypotheek, leningnummer
Beleggingsrekening, nummer

Bij deze vragenlijst is een toelichting opgesteld. Deze vindt u aan het einde van het document

Deel A: Beleggingsdoelstelling, risicohouding en financiële situatie

punten uw score
1. Wat is voor deze beleggingsportefeuille uw belangrijkste doel om te beleggen?
a. Noodzakelijke aanvulling op huidig inkomen. 50
b. Noodzakelijke aanvulling op toekomstig inkomen (aanvullend pensioen). 40
c. Streven naar een bedrag dat bestemd is voor het aflossen van een hypothecaire schuld. 30
d. Streven naar een vast bedrag voor een specifieke uitgave in de toekomst. 10
e. Algemene vermogensgroei (geen specifiek doel). 0

2. Over hoeveel jaar wilt u uw beleggingsdoel voor deze beleggingsportefeuille hebben bereikt?
a. 0 - 5 jaar 70
b. 6 - 9 jaar 40
c. 10 - 14 jaar 20
d. 15 - 25 jaar 10
e. In meer dan 25 jaar 0

3. Hoe bouwt u uw vermogen via beleggingen op?


a. Door middel van een maandelijkse inleg 0
b. Door middel van een eenmalige inleg 10
c. Door middel van een combinatie van beide 5

4. Door meer risico te nemen, neemt de kans op hogere winsten toe. Tegelijkertijd neemt dan ook
de kans op hogere verliezen toe. Dit bepaalt uw zogenoemde risicohouding. Stel, u hebt een
beleggingsportefeuille van € 10.000,-. En stel dat onderstaande antwoorden de mogelijke
waardeontwikkelingen van deze portefeuille zouden aangeven na een jaar. Welk antwoord
– oftewel welke risicohouding – zou dan het beste bij u passen? U neemt het risico dat het bedrag
na een jaar een waarde vertegenwoordigt tussen:
a. € 9.500 en € 11.500 (-5% + 15%) 50
b. € 9.000 en € 12.500 (-10% + 25%) 30
c. € 8.000 en € 15.000 (-20% + 50%) 10
d. € 0 en € 30.000 (hierbij loopt u het risico uw volledige inleg kwijt te raken) 0

7
8
De beleggingsadviseur
Ken uw klant
Beleggersprofiel
Rendementsverwachtingen
Risico
Het opbouwen van een portefeuille
Regelgeving

9
Beleid en strategie per beleggingscategorie

Keuze benchmark(s)

Keuze strategie

Passief (markt volgen)


indexbeleggen
buy and hold

Actief (markt verslaan)


stock picking
market timing

10
Duurzaamheid in de portefeuille
ESG
Environmental
Social
Governance
Door je investeringen te toetsen aan deze drie facetten kun je besluiten om te (des)investeren,
indien zaken wel of niet binnen je portefeuille passen.

SFDR(Sustainable Finance Disclosure Regulation) onderdeel van de “Green Deal”


People, Planet and Profit

11
Duurzaamheid in de portefeuille

12
Opdracht
Jij bent beleggingsadviseur en moet een advies uitbrengen over een product.
Client wil duurzaam investeren.
Jij geeft advies op basis van ESG, niet op basis van rendement.
Overleg per onderwerp over Environmental, Social, Governance.
Beoordeel het bedrijf.
Kijk naar het verleden, het heden en de toekomst.
Onderbouw waarom een bepaald product/bedrijf wel of niet binnen een duurzame portefeuille past op
basis van de ESG criteria.
Terugkoppeling plenair per groep. Per criterium (ESG) uitleg.
1. Aandelen Shell/Koninklijke Olie 8. Samsung Telefoons/Tablets/Computers
2. Crypto’s 9. KLM
3. ACTIAM Impact Wereld Aandelenfonds 10.Tesla
4. Aandelen Halliburton 11.Groupe PSA
5. Aandelen Boeing 12. G-star
6. 5% onderhandse lening aan Fairphone
7. Apple iPhones/Ipads/Macs
13
7.2 Beleggen via fondsen en
verzekeraars
7.2.1 Beleggingsinstellingen (1)

Typen (spraakgebruik: ‘beleggingsfonds’)


Beleggingsmaatschappij (met rechtspersoonlijkheid):
aandelen
Beleggingsfonds (zonder rechtspersoonlijkheid):
participatiebewijzen
Beide ook via: beleggersgirorekening

14
Beleggingsinstellingen (2)

Koersvorming
Open-end beleggingsinstelling:
verplicht, doorlopend deelnemingsbewijzen af te geven of
terug te kopen; beurskoers bepaald door intrinsieke waarde
Closed-end beleggingsinstelling:
niet verplicht; koers kan afwijken van intrinsieke waarde
(agio/disagio)

15
7.2.2 Indeling naar beleggingscategorie

Aandelenfondsen waaronder:
– Indexfondsen en ETF’s/trackers
Prijsvorming trackers
– Clickfondsen
Obligatiefondsen
Vastgoedfondsen
Gemengde fondsen

16
7.2.3 Hedgefondsen en private-equityfondsen

niet-beursgenoteerd!
Hedgefondsen:
rendement bij stijgende en bij dalende beurs
Private-equityfondsen
beleggen in niet-beursgenoteerde ondernemingen

7.2.4 Beleggen en verzekeren

Lijfrenteverzekeringen
Kapitaalverzekeringen

17
7.3 Prestatiemeting en -vergelijking
7.3.1 Maatstaven

Sharpe ratio
Hogere Sharpe ratio betekent een gunstiger verhouding tussen rendement en risico.
Ideaal: Geen risico en een hoog rendement = utopisch.
Het rendement minus het risicovrije rendement is de marktpremie.
Standaarddeviatie is de maatstaf voor risico.

GEEN ONDERDEEL VAN DE TOETSSTOF:


reynor ratio
Jensens alfa (α)
Bijlage 7.1

18
Tips

• Oefen de vragen.
• Vraagstelling gelijk aan tentamen BIT
• Volgend college = inloopcollege online, zie BS
voor de link. Heb je prangende vragen dan kan
dat hier.
• Oefenstof in het boek, antwoorden op BS.
• Stof is boek, plus colleges, plus BS.
Fijne vakantie!

You might also like