Professional Documents
Culture Documents
EXAMENVRAGEN CORPORATE
FINANCE
Inhoud
1. Bespreek : het financieel beleid is enkel gericht op shareholders. .......................................................................... 4
2. Waardering van bedrijven kan gebeuren op verschillende wijzen. Bespreek en geef een voorbeeld van de
methode van de venture kapitaal methode. .................................................................................................................... 4
3. Bespreek de rol van het Europees Investeringsfonds inzake risicokapitaal. ............................................................ 4
4. Zaaikapitaal is duur: bespreek .................................................................................................................................. 4
5. Is een business angel een filantroop? ....................................................................................................................... 5
6. Bespreek: een win win lening ................................................................................................................................... 5
7. Wat is de relatie tussen de black box en Basel II? .................................................................................................... 5
8. Verband Basel II en financiële crisis .......................................................................................................................... 5
9. Verband tussen Miller-Modigliani en illiquiditeit ..................................................................................................... 5
10. Verband onderkapitalisatie en Basel II ................................................................................................................. 5
11. Verband optimale structuur en waardebepaling.................................................................................................. 5
12. In welke mate leidt Miller-Modligiani tot onderkapitalisatie van de onderneming? ........................................... 6
13. Geef het verband tussen bootstrapping en hedging ............................................................................................ 6
14 Leg uit residuele methode + geef voorbeeld ............................................................................................................... 6
14. Een averter (eventueel veranderen door hedger, maar in de les averter gezegd) brengt het meest op voor de
onderneming, maar kan het in gevaar brengen. Bespreek .............................................................................................. 7
15. Wat is het nut van een hypothecair mandaat? .................................................................................................... 7
16. Stel de afschrijfduur is groter dan de aflossingsduur. Wat is het resultaat hiervan op het bedrijfskapitaal? ..... 7
17. Waarom vormt MBO het verschil tussen risicokapitaal en private equity? ......................................................... 7
18. Wat is het verschil tussen Management buy out & leverage buy out? ................................................................ 8
19. Waarom kan een mezzanine gebruikt worden als wapen tegen de gevolgen van Basel II? ................................ 8
20. Wat is lovemoney?................................................................................................................................................ 8
21. Carried intrest is voor risicokapitaalwereld wat tantiemes zijn voor de bedrijfswereld: Leg uit? ....................... 8
22. Wat is het verband tussen het agentschapprobleem en de carried intrest? ....................................................... 8
24. Verband bedrijfskapitaal en rotatiesnelheden? ................................................................................................... 9
25. wanneer mag je besluiten dat het een goede investering is, op basis van IRR? En wanneer gebruik je deze
methode? .......................................................................................................................................................................... 9
26. Wat is het verschil tussen private equity en venture capital? .............................................................................. 9
27. Wat is het pand handelsfonds .............................................................................................................................. 9
28. Is een kaskrediet duur ........................................................................................................................................... 9
29. Verschil tussen hypothecair krediet en lening ...................................................................................................... 9
30. Profitability index: leg uit .................................................................................................................................... 10
31. Verband tussen business angels en Basel II ........................................................................................................ 10
32. Wat is de acid test ratio ...................................................................................................................................... 10
33. Relatie tussen informatieassymetrie en risicokapitalist ..................................................................................... 10
34. wat is de new(wat doet die NEW hier ter zake?) equity gap .............................................................................. 10
35. Wat is het verschil tussen tantièmes en dividenden? ........................................................................................ 11
36. Hoe hoger de pay-out, hoe hoger de waarde van de onderneming? ................................................................ 11
37. De notionele intrestaftrek neutraliseert het intrestbelastingschild: leg uit. ...................................................... 11
38. Bespreek het agentenprobleem bij business angels. ......................................................................................... 11
39. Bespreek het agentenprobleem bij risicokapitalisten. ....................................................................................... 11
40. Bespreek: comparables ....................................................................................................................................... 12
41. Bespreek assymetrische informatie bij banken. ................................................................................................. 12
42. Banken verlenen kredieten voor zover er voldoende waarborgen zijn.............................................................. 12
43. Geef het verband tussen kaskredieten en Basel II.............................................................................................. 12
44. Doel van het financieel beleid? ........................................................................................................................... 12
45. Wat is de optimale financiering? ........................................................................................................................ 12
46. Wat is het verschil tussen formeel en informeel risicokapitaal? ........................................................................ 12
1. Bespreek : het financieel beleid is enkel gericht op shareholders.
Een onderneming houdt enkel rekening met zijn shareholders. Dat is dus de klassieke benadering, waarbij de
onderneming de waarde van de onderneming wil maximaliseren.
Om in die doelstelling te slagen zal bij elke beslissing van het financiële beleid de impact van de waarde van het
aandeel dienen te worden geschat. Deze shareholders value approach strookt echter niet altijd met de realiteit.
Voorbeeld:
Mogelijkheid: 200.000 van risicokapitalist opsplitsen in: -100.000 kapitaal en 100.000 achtergestelde lening.
EV = 200 000
50% van de aandelen voor de eigenaar want deze heeft zelf 100 000 ingebracht
De versteviging van het eigen vermogen leidt tot een betere financiële structuur, daardoor kan men
gemakkelijker een krediet losweken bij de bank.
Een eigenaar kan via een derde risicokapitaal in de onderneming brengen en toch een groot deel van de
aandelen behouden. Dit door beroep te doen op een achtergestelde lening
Het klopt dat business angels hun tijd, geld en inspanningen in een onderneming steken. Maar dit betekent niet, in
tegenspraak met wat hun epitheton zou kunnen voorstellen, dat BA filantropen zijn. Zij streven naar een economisch
rendement op lange termijn van hun investeringen in geld en tijd met een gewenste return van om en bij de 20%"
Wanneer je dit principe zou toepassen en ervoor zou kiezen om alles met VV te financieren, zit je met te zware
aflossingen die in een slecht jaar niet meer terugbetaald kunnen worden.
Ondernemingen werpen hier een intrestbelastingschild op waarbij er steeds meer intresten moeten betaald worden,
hierdoor stijgen de kosten en moet er minder belastingen uitbetaald worden. Dit brengt echter grote risico’s met
zich mee. Gelukkig is de notionele intrestaftrek ingevoerd om dit pervers effect op te heffen. Hierdoor wordt het
intrestbelastingschild geneutraliseerd en zal de effectieve belastingvoet kleiner zijn dan de nominale belastingvoet.
Voorbeeld:
gewenst investeringsbedrag: 250000, gewenste return door investeerder: 40% (op die 250000 dus), discontovoet:
10%, jaarlijkse cashflow vanaf jaar 5: bv. 300000.
stap 1: de waarde van het bedrijf bepalen op het moment dat het een positieve cashflow begint te creëren, in dit
geval de waarde van het bedrijf in jaar 5: toekomstige jaarlijkse cashflow / discontovoet: 300000/0,10= 3000000.
stap 2: de investeerder wil tegen jaar 5 een return op zijn investering van 40%, dus hij wil na 5 jaar:
250000*(1,40)^5=1344560.
In jaar 1 krijgt de investeerder dus 44,82% van de aandelen van het bedrijf in ruil voor zijn investering van 250000.
Als hij zijn aandelen dan na 5 jaar verkoopt krijgt hij: percentage van de aandelen * waarde bedrijf in jaar 5:
0,4482*3000000=1344600, wat (min of meer) gelijk is aan een return van 40% op zijn begininvestering.
de ondernemer zou dan 55,12% krijgen van de aandelen, oftewel 1.653600 van 3.000000.
Geactualiseerd naar jaar 1 is dit 1.653600/(1,10)^5 =1026755,5 euro dat zijn idee waard is.
14. Een averter (eventueel veranderen door hedger, maar in de les averter
gezegd) brengt het meest op voor de onderneming, maar kan het in gevaar
brengen. Bespreek
Een averter neemt geen risico, maar zorgt ook niet voor bijkomende rendabiliteit. Het gegeven dat hij door zijn
lange termijn lening op bepaalde momenten geld gaat beleggen, is voor de aandeelhouder een minpunt (het is
voordeliger voor de aandeelhouder om zelf te gaan beleggen). Door het weinige risico die de Averter neemt zal
de waarde van onderneming niet maximaal stijgen. De debetrente die op de lange termijnleningen moet betaald
worden zal ook duurder zijn dan de creditrentes die ontvangen worden.
Een averter neemt geen risico doordat hij alle kredietbehoeften dekt met schulden op LT. Hij zit in een veilige
positie. Maar dat is niet de positie die het meest opbrengt voor het bedrijf, het zorgt niet voor een maximale stijging
van de waarde van de onderneming. In periodes waar hij niet al zijn kredieten nodig heeft zal hij de overschotten
kunnen beleggen maar de creditrente brengt minder op dan de debetrente die hij moet betalen. Een averter zal dus
niet dezelfde winsten kunnen maken die een hedger kan maken door de overschotten op KT te beleggen.
- Je betaalt bij het afsluiten van de lening minder kosten en registratierechten dan bij een volledige hypothecaire
waarborg
- Minder kosten indien je de hypothecaire inschrijving laat schrappen (bij verkoop van je onroerend goed binnen 40j
bv)
Als de afschrijfduur groter is dan aflossingsduur, dan wordt de lening voor het vast actief vlugger afgelost dan dat het
vaste actief afgeschreven wordt.
Dan zal bv. na 1 jaar het bedrijfskapitaal gelijk zijn aan het = EV + 16 - 18
Het vreemd vermogen daalt vlugger door de snellere aflossing dan dat het VA afgeschreven wordt. Hierdoor daalt
het bedrijfskapitaal.
17. Waarom vormt MBO het verschil tussen risicokapitaal en private equity?
Management Buy Out houdt in dat het management een niet-beursgenoteerde onderneming overneemt van haar
eigenaar, meestal met ruggensteun van een externe investeerder.
18. Wat is het verschil tussen Management buy out & leverage buy out?
Naarmate men meer beroep doet op vreemde middelen om de MBO te realiseren, spreekt men van een LBO, een
leveraged buy out waarbij sprake is van een belangrijk hefboommechanisme.
Bij een bimbo (Buy-In Management Buy-out) is er sprake van een management buy out, waarna de financier ook
zorgt voor nieuw of aanvullend management. Daardoor zijn er ook aspecten van een management buy –in aanwezig.
19. Waarom kan een mezzanine gebruikt worden als wapen tegen de gevolgen
van Basel II?
Voor bedrijven met een hoog risicoprofiel, die bij banken geen VV kunnen krijgen(door verstrengde maatregelen van
Basel II), is een mezzanine interessant. Het wordt door banken als EV beschouwd (omdat ze altijd voorrang hebben
bij liquidatie), dus minder risicovol, het is goedkoper dan risicokapitaal en moeit zich niet met het beleid. De enige
voorwaarde is dat er toekomstperspectief moet zijn en dat het bedrijf financieel gezond is
Tantièmes zijn een gedeelte van de winst van de vennootschap die uitgekeerd worden aan de bedrijfsleiders.
Hierdoor blijven zij gemotiveerd om de waarde van de onderneming te maximaliseren. Hetzelfde effect wordt
bereikt door het geven van een carried intrest aan de manager van een risicokapitaalfonds. Hierbij legt men een
bepaald percentage van het rendement vast, de hurdle rate, wanneer het uiteindelijke rendement de hurdle rate
overstijgt zal daarvan een deel naar de manager gaan.
25. wanneer mag je besluiten dat het een goede investering is, op basis van
IRR? En wanneer gebruik je deze methode?
(De interne rendementsgraad of internal rate of return is de rente die de contante waarde van de verwachte
kastontvangsten gelijk stelt aan de contante waarde van de verwachte kasuitgaven)
Indien de IRR groter is dan het vereiste minimumrendement, wordt het project aanvaard. Zo niet wordt het
verworpen. Het minimum vooropgesteld rendement wordt ook wel de cutoff-rate of hurdle rate genoemd.
Deze methode bevat nogal complexe berekeningen maar ze houdt dan wel rekening met de tijdswaarde van het geld
en de timing van de kasstromen.
Deze soepele kredietvorm is uitermate geliefd bij menig kredietnemers, helaas is het een vrij dure aangelegenheid.
De kostprijs omvat: een basisrente op kaskredieten, een rentetoeslag(0-2%), een provisie (0-0,25% per trimester),
dossierkosten en jaarlijkse toezichtkosten en een penaliteitrente bij overschrijding van de lijn (4%)
In de risicokapitaalsector in België zijn banken de grootste investeerder. Doordat banken nu pogen op zoveel
mogelijke grote risico’s te vermijden zullen ze minder kredieten verlenen aan starter die risicokapitaal hebben
ontvangen. Het kredietbedrag dat is toegekend aan deze bedrijven zal vermoedelijk afnemen wat tezelfdertijd
risicokapitalisten nog minder happig maakt om te investeren.
deze test is vooral van belang omdat hij tot norm werd uitgeroepen. Hij wordt vooral binnen financiële
instellingen gebruikt voor het toekennen van kredieten. Wie de acid test niet slaagt, m.a.w. geen resultaat hoger dan
1 bekomt, zal weinig kans hebben om een krediet toegekend te krijgen.
34. wat is de new(wat doet die NEW hier ter zake?) equity gap
Het verschil tussen ondernemingen die voor risicokapitaal in aanmerking komen, maar dat niet bekomen, zouden we
kunnen zien als een schatting van de equity gap. Dit komt voor bij een hoog risico en een matig rendement van de
onderneming. Hierbij zullen nog de risicokapitalisten als de banken geïnteresseerd zijn. Nochtans dat ook die
ondernemingen bijdragen tot de economische groei en werkgelegenheid scheppen. De equity gap is dan ook de
legitimatie bij uitstek voor een politiek inzake financiering.
35. Wat is het verschil tussen tantièmes en dividenden?
De uitkering van een tantième
Een tantième is een gedeelte van de winst van de vennootschap. Het betreft m.a.w. een veranderlijk bedrag dat
afhangt van de winst die de vennootschap gemaakt heeft en komt de bedrijfsleider(s) ten goede. De uitkering
gebeurt door de algemene vergadering n.a.v. de winstverdeling.
Dividenden worden uitgekeerd aan de aandeelhouders en zijn voor hun volledige bedrag onderworpen aan de
vennootschapsbelasting en ondergaan vervolgens, ten laste van de natuurlijke personen, de roerende voorheffing
(15% of 25% of 10% indien liquidatie).
Volgens Litzenberger en Ramaswamy heeft de toename van dividenden een negatieve invloed op de waarde van de
ondernemingen. Doordat er verschillende fiscale behandeling van dividenden en kapitaalwinsten zijn.
Volgens Modigliani-Miller theorema is in een perfecte markt zonder belastingen de dividendpolitiek irrelevant voor
de waarde van de onderneming.
Het agentenprobleem heeft vanzelfsprekend een impact op de manier dat potentiële investeringen worden
gepercipieerd, de verwachte en gerealiseerde return en investeerdercriteria.
40. Bespreek: comparables
Dit is een methode volgende de traditionele benadering om de waarde van een onderneming te bepalen. Bij deze
methode zal men zich baseren op de verkoopprijs van analoge vergelijkbare bedrijven, de zogenaamde comparables.
De ratio die hierbij gebruikt wordt is de P/E ratio = waarde van de onderneming/ winst na belastingen
Of EBIT x waarde/EBIT
Het feitelijke doel van financieel beleid kan beschreven worden als een zodanige ordening van de financiën, dat er
een waarborg is voor de continuïteit is in de realisatie van de doelen van de organisatie.
Formele investeerder:
Informele investeerder:
Gelooft in de manager
Concentreert zich op de manager ( de jockey)
Investeert in de zaaifase of early stage
Zoekt vooral een uitdaging en verwacht een return van 20%