VERANDEREN KAN, DE VERANDERING VASTHOUDEN IS MOEILIJKER
Socioloog Hans Pruijt onderzocht hoe organisaties in Nederland, Engeland, Duitsland en
Scandinavië proberen los te komen van het Taylorisme (de manager denkt en plant, de werknemer voert alleen maar uit). In Nederland gaat het om vrij onopvallende initiatieven binnen bedrijven, in Scandinavië en in Duitsland is het ook een onderdeel van het overheidsbeleid. Duitsland bijvoorbeeld gaf twee decennia lang 100 miljoen mark per jaar uit aan anti-Tayloristisch ontwikkelingswerk. Uit het onderzoek vaan 150 gevallen blijkt dat het, met monumentale inspanning en veel inventiviteit, mogelijk is om positieve resultaten te boeken. Het proefschrift geeft hiervan tal van praktische voorbeelden. Teleurstellend is echter dat veel organisaties later terugvallen in de oude manier van werken. Dit trof ook verschillende bedrijven, die in de literatuur als succesvolle vernieuwers beschreven staan. Hans Pruijt probeerde te verklaren waarom het Taylorisme eigenlijk het doelwit van zovele veranderingspogingen is. De gangbare verklaring is dat Tayloristische organisaties zich niet snel genoeg kunnen aanpassen aan hun steeds turbulentere omgeving. Afstappen van het Taylorisme is in deze visie modernisering. Lang niet alle onderzoeksgegevens bleken met de moderniseringsvisie verenigbaar, zoals het veelvuldig terugvallen in oude patronen, de intensieve betrokkenheid van de vakbeweging en de aanwezigheid van anti-Tayloristische bepalingen in de regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden. Als aanvullende verklaring wijst Hans Pruijt op de altijd aanwezige onderhuidse spanningen tussen werknemers en werkgevers, die onlosmakelijk met loonarbeid verbonden zijn.