Ik heb de zon in de zee zien zakken toen mij zuster op een zoet zure sinasappel zat te

sabbelen

Langs de koele kade liep een kale koelie met een kilo kalie op z'n kale kop

Sluwe Sjakie sloeg de slome slager sneller dan de slome slager sluwe Sjakie slaan kan

Wie weet waar willem wever woont willem wever woont wijd weg

Twee chinezen Ping en Pong speelden samen pingpong, Ping pingpongelde de pingpongbal
naar Pong en Pong pongpingelde de pingpongbal naar Ping.

Ik snij zeven scheve sneetjes brood

Toen moeder aan de was was, kwam d'r een bij bij, die vloog onder de deur deur, over de
weg weg

De spaanse prins spreekt prima spaans

Ezels eten netels niet en netels eten ezels niet

Achter oma´s hutje hingen zeven kroten op een klutje

De schipper bepikte zijn schip met pik, met pik bepikte de schipper zijn schip

Ik heb de zon in de zee zien zakken toen mij zuster op een zoet zure sinasappel zat te
sabbelen

Langs de koele kade liep een kale koelie met een kilo kalie op z'n kale kop

Sluwe Sjakie sloeg de slome slager sneller dan de slome slager sluwe Sjakie slaan kan

Wie weet waar willem wever woont willem wever woont wijd weg

Twee chinezen Ping en Pong speelden samen pingpong, Ping pingpongelde de pingpongbal
naar Pong en Pong pongpingelde de pingpongbal naar Ping.

Ik snij zeven scheve sneetjes brood

Toen moeder aan de was was, kwam d'r een bij bij, die vloog onder de deur deur, over de
weg weg

De spaanse prins spreekt prima spaans

Ezels eten netels niet en netels eten ezels niet

Achter oma´s hutje hingen zeven kroten op een klutje

De schipper bepikte zijn schip met pik, met pik bepikte de schipper zijn schip
 Mag ik magi magnetron menu van u?

 Als een tekkel een tekkel tekkelt tekkelt de getekkelde tekkel de tekkelende tekkel terug

 Jeukt jouw jeukerige neus net zo als mijn jeukerige neus jeukt?

 Liesje leerde lotje lopen lang de lange lindelaan maar toen lotje lopen kon liet ze liesje

staan

 Niet nietende nietjes nieten niet in een niet nietende nietmachine

 Zeven Zaventemse Zotten zullen zeven zomerse zondagen zwemmen zonder zwembroek.

“Zij zijn zeker zot” zei zwarte Zorro zijn zuster zaliger.“Ze zullen zinken!”

 Een roofoverval is een val waarbij een rover voorover valt, lukt nou zo'n roofoverval, dan

heeft de rover er veel voorover om voorover te vallen.

 Wij wijven willen wel witte wolle wante wassen wisten wij maar waar warm water was

 Knaap de kapper knipt en kapt heel knap, maar de knaap van knaap de kapper knipt en

kapt veel knapper dan knaap de kapper knipt en kapt.

 Achter in de koeiengroep hangen drie droge doeken, drie doeken waren droog, drie droge

doeken.

 De was was in de was, maar toen de was weer uit de was was, was de was net zo als de

was voor de was was.

 Heb je de zon wel eens in de zuiderzee zien zakken, zij mn zuster Sientje, toen ze

zaterdagavond zonder zakcenten zat, en op een sinaasappelschilletje zat te kauwen

 "Mensen, mensen, wat een mensen". Zeiden de mensen, tegen de mensen.

Toen de mensen, zoveel mensen zagen staan.

 'Frans', zei Frans tegen Frans in het frans:"Is Frans, in het frans ook Frans?"

"Nee", zei Frans in het frans tegen Frans: "Frans in het frans is...Francois".

 Als de apen de apen na apen apen de apen de apen na.

 De knappe kapper knipt en kapt knap, maar de knecht van de knappe kapper knipt en kapt

knapper dan de knappe kapper knippen en kappen kan.

 Wij zagen vele zagen zagen, maar zagen die zagen zoals onze zagen zagen, zagen we nog

nooit zagen.

 Als jouw tekkel mijn tekkel tekelt tekelt mijn tekkel jouw tekkel terug zodat jouw tekkel

mijn tekkel niet meer kan tekkelen

 Als kakkerlakken in kattenbakken kakken heb je kattenbakken vol kakkerlakken kak

 Als de poes van de postkoetskoetsier in de postkoets kotst, poetst de postkoetskoetsier zijn

postkoets met postkoetsenpoets.

 Ping en Pong waren aan het pinpongen. Ping pingpongde de pingpongbal naar Pong en

Pong pingpongde de pingpongbal naar Ping.

 Zeven zaanse zotten zullen zes zomerse zondagen zwemmen zonder zwembroek, zuster

zaliger zegt: ze zijn zot zeg, ze zullen zeker zinken

 Zeven zwarte zwanen zwommen zonder zorgen zingend naar de Zuiderzee

 Als vliegende vliegen vliegen achter vliegende vliegen, vliegen vliegende vliegen

vliegensvlug

 De kat krabt de krullen van de trap

 Als een potvis in een pispot pist heb, je een pispot vol met potvispis

 Lotje leerde Loesje lopen langs de lange Lindelaan

 De kapper kapt knap maar de knecht van de kapper kapt knapper dan de kapper kapt

 Kapper Knap knipt knap, maar de knappe knecht van kapper Knap knipt knapper dan

kapper Knap knipt

 Ik mix de whisky in de whisky-mixer

 Zeven Schotse scheve schaatsers schaatsen scheef

 Moeder sneed zeven scheef gesneden sneetjes brood

 Schoonmoeder sneed zeven schuine sneetjes brood toen ze zondags 's middags de zon in

de zee zag zakken.

 De postkoetskoetsier poetst de postkoets met postkoetspoets

 De opgefokte topkok Wopke wokt de opgehokte wipkip

 Slimme Sjaantje sloeg de slome slager

 Hoor de kleine klompjes klepperen op de klinkers

 Jan Janssens zal s'avonds Sjakie slapen leggen

 Jeukt jouw jeukende neus ook zo als mijn jeukende neus jeukt?

 Papa bukt zich en pakt de platte blauwe bakpan

 Gisteren heb ik achtentachtig kacheltjes verkocht

 Gooi geen groene groenten in de grote gracht