You are on page 1of 7

4/23/2019

Sessie 9 maandag

Vandaag 15-04-2019:
• Pagina 110: Vergelijken
• Pagina 111-113: Opdracht 6, 7, 8, 9, 10
• Pagina 114: Opdracht 12
• Pagina 115/116: Opdracht 14, 15, 16

Huiswerk voor 29-04-2019:

• Pagina 117: lezen


• Pagina 118: Opdracht 17
• Pagina 124-127: Oefening 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11
• Pagina 129: Hoofdstuk 6, tekst ‘Hallo! Ik ben…’ lezen
• 3 – 5 vragen over de tekst
• Pagina 130-132: Opdracht 1 en 2
• Bijbehorende oefeningen op de website
Taaltalent 1

Sessie 9 woensdag

Vandaag 17-04-2019:
• Pagina 110: Vergelijken
• Pagina 111-113: Opdracht 6, 7, 8, 9, 10
• Pagina 114: Opdracht 12
• Pagina 115/116: Opdracht 14, 15, 16

Huiswerk voor 24-04-2019:


• Pagina 117: lezen
• Pagina 118: Opdracht 17
• Pagina 124-127: Oefening 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11
• Pagina 129: Hoofdstuk 6, tekst ‘Hallo! Ik ben…’ lezen
• 3 – 5 vragen over de tekst
• Pagina 130-132: Opdracht 1 en 2
• Bijbehorende oefeningen op de website
Taaltalent 1

1
4/23/2019

Taaltalent 1

De laatste letter van de stam in soft ketchup?


Ja: ge + stam + t
Nee: ge + stam + d
Taaltalent 1

2
4/23/2019

Transportwerkwoorden
In het perfectum

Zonder richting: hebben + participium Richting (naar): zijn + participium


Ik heb in Spanje gevlogen. Ik ben naar Spanje gevlogen.

rijden, fietsen, schaatsen, vliegen, wandelen, zwemmen, lopen, varen, reizen


Taaltalent 1

VERGELIJKEN
comparatives

de vergrotende trap
Asterix zegt: Ik ben intelligenter/slimmer dan Obelix.
Obelix zegt: Ik ben sterker dan Asterix.

Asterix zegt: Ik ben kleiner dan Obelix.


Obelix zegt: Ik ben groter dan Asterix.

de vergrotende trap
Idefix zegt: Ik ben kleiner dan Asterix en Obelix.
Asterix en Obelix zeggen: Wij zijn groter dan Idefix.

Idefix

Taaltalent 1

3
4/23/2019

VERGELIJKEN

OPGELET!

goed – beter (dan)


weinig – minder (dan)
veel – meer (dan)
graag – liever (dan)

Een glas water is goed! Een cocktail is beter (dan een glas water)!
Taaltalent 1

VERGELIJKEN

OPGELET!
De citroenen zijn zuurder dan de sinaasappels.

Zuur – zuurder (dan)


zwaar – zwaarder (dan)
duur – duurder (dan)

Een kasteel is duurder dan een huis.

Taaltalent 1

4
4/23/2019

Ik kom uit ……………………..

• Mijn land is groter dan jouw land.


• Mijn land is mooier dan jouw land.
• Mijn land heeft meer bergen dan jouw land.
• Mijn land heeft minder grote steden dan jouw land.
• In mijn land spelen betere voetballers dan in jouw land.
• In mijn land wonen oudere mensen dan in jouw land.

Taaltalent 1

modale werkwoorden
modal verbs

moeten
must, have to
ik moet
je / jij moet
u moet
hij moet
ze / zij moet
het moet

we / wij moeten
jullie moeten
ze / zij moeten

Taaltalent 1

5
4/23/2019

Taaltalent 1

Taaltalent 1

6
4/23/2019

Taaltalent 1

You might also like