Over dit boek

Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat
doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken.
Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke
domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land
verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van
geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn.
Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de
lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u.

Richtlijnen voor gebruik

Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op
automatisch zoeken.
Verder vragen we u het volgende:

+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden.
+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe-
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien
hiermee van dienst zijn.
+ Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet.
+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is
voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng.

Informatie over Zoeken naar boeken met Google

Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken
op het web via http://books.google.com
 THE
PENNSYLVANIA
STATE UNIVERSITY
LIBRARY
NI
NIVERSESI

VA STAATE
SNN
N
JPEE

TY

18
•
 PATROLOGIÆ
CURSUS COMPLETUS
SET
,
BIBLIOTHECA UNIVERSALIS, INTEGRA, UNIFORMIS , COMMODA, OECONOMICA
OMNIUM SS. PATRUM, DOCTORUM, SCRIPTORUMQUE ECCLESIASTICORUM,
SIVE LATINORUM , SIVE GRÆCORUM ,
QUI AB EVO APOSTOLICO AD ÆTATEM INNOCENTII III (ANN . 1216 ) PRO LATINIS
ET AD PHOTII TEMPORA (ANN . 863) PRO GRÆCIS FLORUERUNT :
RECUSIO CHRONOLOGICA
OYNIUM QUÆ EXSTITERE MONUMENTORUM CATHOLICÆ TRADITIONIS PER DUODECIM PRIORA
ECCLESIÆ SÆCULA ET AMPLIUS ,
JUXTA EDITIONES ACCURATISSIMAS , INTER SE CUMQUE NONNULLIS CODICIBUS MANUSCRIPTIS COLLATAS ,
PERQUAM DILIGENTER CASTIGATA ;
DISSERTATIONIBUS, COMMENTARIIS , VARIISQUE LECTIONIBUS CONTINENTER ILLUSTRATA ;
OMNIBUS OPERIBUS POST AMPLISSIMAS EDITIONES QUÆ TRIBUS NOVISSIMIS SÆCULIS DEBENTUR . ABSOLUTAS
DETECTIS AUCTA ;
INDICIBUS PARTICULARIBUS ANALYTICIS, SINGULOS SIVE TOMOS SIVE AUCTORES ALICUJUS MOMENTI
SUBSEQUENTIBUS, DONATA ;
CAPITULIS INTRA IPSUM TEXTUM RITE DISPOSITIS, NECNON ET TITULIS SINGULARUM PAGINARUM MARGIXEM SUPERIOR EN
DISTINGUENTIBUS SUBJECTAMQUE MATERIAM SIGNIFICANTIBUS, ADORNATA ;
OPERIBUS CUM DUBJIS, TUM APOCRYPHIS, ALIQUA VERO AUCTORITATE IN ORDINE AD TRADITIONEM
ECCLESIASTICAM POLLENTIBUS , AMPLIFICATA :
DUCENTIS ET AMPLIUS INDICIBUS LOCUPLETATA ; SED PRÆSERTIM DUOBUS JMMENSIS ET GENERALIBUS , ALTERO
SCILICET RERUM , QUO CONSULTO , QUIDQUID NON SOLUM TALIS TALISVE PATER, VERUM ETIAM UNUSQUISQUE
PATRUM, ARSQUE ULLA EXCEPTIONE, IN QUODLIBET THEMA SCRIPSERIT, UNO INTUITU CONSPICIATUR ;
ALTERO SCRIPTURÆ SACRÆ , EX QUO LECTORI COMPERIRE SIT OBVIUM QUINAY PATRES ET
IN QUIBUS OPERUM SUORUM LOCIS SINGULOS SINGULORUM LIBRORUM SCRIPTURÆ VERSUS,
A PRIMO GENESEOS USQUE AD XOVISSIMUM APOCALYPSIS , COMMENTATI
EDITIO ACCURATISSIMA, CETERISQUE OMNIBUS FACILE ANTEPONENDA, SI PERPENDASTCR CHIARACTERUM NITIDITAS,
CHARTE QUALITAS, INTEGRITAS TEXTUS, PERFECTIO CORRECTIONIS, OPERUM RECUSORCHI TUM VARJETAS
TUM NUMERUS, FORMA VOLUMINUM PERQUAM COMMODA SIBIQUE IN TOTO PATROLOGJÆ DECURSU CONSTANTER
SIILIS , PRETII EXIGUITAS , PRÆSERTIMGLE ISTA COLLECTIO , UNA , METHODICA ET CHRONOLOGICA ,
SEXCESTORUM FRAGMENTORUM OPUSCULORUMQUE HACTENUS HIC ILLIC SPARSORUM ,
PRIMUM AUTEN IN NOSTRA BIBLIOTHECA , EX OPERIBUS ET MSS . AD OMNESATATES ,
LOCOS, LINGUAS FORMASQUE PERTINENTIBUS, COADUNATORUN .
SERIES GRÆCA
IN QUA PRODEUNT PATRES, DOCTORES SCRIPTORESQUE ECCLESIÆ GRÆCÆ
A S. BARNABA AD PHOTIUM ,
AGCURANTEJ.- P . MIGNE,
Bibliothecæ SIVE
Cleri aniversæ ,
CURSUUM COMPLETOROM IN SINGULOS SCIENTIÆ ECCLESIASTICÆ RAMOS EDITORE.
PATROLOGIA , AD IXSTAR IPSIUS ECCLESIL, IN DUAS PARTES DIVIDITUR, ALIA NEMPE LATINA, ALIA GRAECO-LATINA ; LATINA,
JAM INTEGRE EXARATA, VIGINTI ET DUCESTIS VOLUMINIBUS MOLE SUA STAT, CENTUMQUE ETYILLE FRANCIS VENIT.GR.ECA
DUPLICI EDITIONE TYPIS MANDATA EST. FRIOR GR.ECOM TEXTUM CUM VERSIONE LATINA LATERALIS COMPLECTITUR , ET
FORSAX CENTUI VOLUMINUN EXCEDET NUMEREM . POSTERIOR AUTEM VERSIONE : LATIXAM TANTUN EXIIIBET IDEOQUE IN
TRA QUINQUAGINTA CIRCITER VOLUMIXA RETIXEBITUR . CUMQCUDOUE VOLUMEN CR .ECO - LATISCH OCTO , UNCHOLODOUE
YERE LATINUN QUINQUE FRANCIS SOUVODO EM ! TOR : UTROBIQUE VERO , UT PRETII NUJUS BENEFICIO FRUATUR EXPTOR ,
COLLECTIONEN INTEGRAM SIVE GR.ECAJ SIVE LATINAM CCUPARET NECESSE ERIT ; SECUS ENIM , CUJUSQUE VOLUMINIS AN
PLITUDINEY NECNOX ET DIFFICULTATES VARIA PRETIA AQUABUNT .

PATROLOGIÆ GRÆCÆ TOMUS XXIX .

S. BASILIUS CÆSARIENSIS EPISCOPUS.
EXCUDEBATUR ET VENIT APUD J. - P . MIGNE EDITOR EM ,
IN VIA DICTA D 'AMBOISE , PROPE PORTAM LUTETIÆ PARISIORUM VULGO D 'ENFER NOMINATAM
SEU PETIT -MONTROUGE,
1857
P HE PENI N
T NS S
YLV
20

VANIA
S
AT
UNE
NIVERSRSITY
 SECULUM IV.
ΤΟΥ ΕΝ ΑΓΙΟΙΣ ΠΑΤΡΟΣ ΗΜΩΝ

ΒΑΣΙΛΕΙΟΥ ,
ΑΡΧΙΕΠΙΣΚΟΠΟΥ ΚΑΙΣΑΡΕΙΑΣ ΚΑΠΠΑΔΟΚΙΑΣ .

ΤΑ ΕΥΡΙΣΚΟΜΕΝΑ ΠΑΝΤΑ.

S . P. N . BASILII,
CÆSARE Æ CAPPADOCIÆ ARCHIEPISCOPI,

OPERA OMNIA QUÆ EXSTANT,

VEL QUB SUB BJUS NOMINB CIRCUMFERUNTUR,

AD AS$ . CODICES QALLICANOS , VATICANOS, FLORENTINOS ET ANGLICOS , NECNON AD ANTIQUIORES

EDITIONES CASTIGATA , MULTIS AUCTA : NOVA INTERPRETATIONE ,
CRITICIS PRÆFATIONIBUS, NOTIS , VARIIS LECTIONIBUS ILLUSTRATA , NOVA SANCTI
DOCTORIS VITA ET COPIOSISSIMIS INDICIBUS LOCUPLETATA ,

OPERA ET STUDIO

Monachorum ordinis sancti Benedicti e congregatione S . Mauri.

ACCURANTE ET RECOGNOSCENTE J.- P. ΜΙGΝΕ,

BIBLIOTA ECNE OLERI UNIVERSE ,
SIVE
CURSUUN COMPLETORUN IN SINGOLOS SCIENTIB ECCLESIASTICAS RAMOS EDITONR.

TOMUS PRIMUS.

VENRONT QUATOOR VOLUMINA 48 FRANCIS GALLICIS .

EXCUDEBATUR ET VENIT APUD J. - P . MIGNE EDITOREM ,

IN VIA DICTA D'ANBOISE, PROPE PORTAM LUTETLÆ PARISIORUM VULGO D'ENFER NOMINATAM ,
SEU PETIT -MONTROUGE .

1887

458933
 ELENCHUS

AOCTORUM ET OPERUM QUÆ IN HOC TOMO XXIX CONTINENTUR .

Homiliæ in Hexaemeron . col. 2

- in Psalmos.
Contra Eunomium libri quinque. 469

Ex typis MIGRE, Pelis-Montrouge.

 VITA S . BASILII MAGNI
ARCHIEPISCOPI CÆSARIENSIS .

Propositum mihi est in bac pertractatione quid gesserit et scripserit S. Basilius, obser .
vato quam accuratissime polero temporum ordine , exponere . Ordinis enim in rebus gestis
enarrandis tanta virtus est, ut non solum facilius animo percipiantur, dum suum quæque
Jocum decenter tenent, sed etiam pretii plurimum accedal aut decedat, prout apte secusve
collocantur. Permulta sunt, quorum consilii ratio penitus latebit, si a suo divellantur lem
pore : alia laudem longo exiliorem , nonnuila etiam difficiliorem habebunt excusationem .
Quin etiam recte facta vim et naturam amittunt, ac virtutes nonnunquam invertuntur, si
quis evenlus loco non suo parretur. Charitas Basilii, qui palrimonium et initio monastici
iostituti, et decem post anois, gravi urgente fame, distribuit, magnus esse nævus videtur
in severo paupertatis legislatore, eumque arguere, quod non stalim se omnibus rebus nu
daverit. Sed si matrem Emmeliam grassante illa fame obiisse demonstrelur, accepta illius
morte bæreditas, utmos eral temporum illorum , et stalim in pauperes etfusa , promptuai
Basilii ad omnia projicienda animum declarat.
Hoc unum de mullis exemplum affero , ut neminem deterreat legendi et investigandi la
bor. Suscepia enim hujus vitæ scribendæ ratio , propterea quod in obscuris rebus explican
dis sæpe versatur, non tanla voluplate in legendo retinet, quanta libera et sine salebris
fluens narratio . Non tamen, ut equidem opinor, officient obscura diſficilesque quæstiones ,
in quibus interdum morabimur, quominus germana Basilii eſligies ante oculos depicla ver
selur. Unicuique in promplu erit eximia illa pielas, lot natura dona, lot doctrinæ orna
"Xenta in latebris rocondens : Suioma charilas nu in solitudine quidem discedens ab augen
dis Ecclesiæ utilitalibus, in sacerdotio autem inter perpetuos et graves morbos non uni
Ecclesiæ , sed pluribus aliis regendis, imo pacificandis lotius orbis Ecclesiis intenta : ani
mus in amplissimo gradu et summa fomæ celebrilale demississimus, in defendendo episco
palus jure magnus et sublimis, in colendis amicitiis omnihumanitate expolitus, facilis add
deponendam offensionem , semperyue ad placandos homines non amicos paratissimus : in
propriis contumeliis summa lenitas et mansuetudo, teterrimas calumnias et sparsos per
totum crbem famosos libellos silentio per tres annos perferens : in defendendis autem
Christi injuriis animi fortitudo et constantia, quam non exsilii, non mortis pericula , non
ollius potestatis melus a veritate palam et aperte prædicanda deterruerunt.

CAPUT PRIMUM . A velut ex composilo coivisse . Ipse Basilius non ol).

I. S . BasiliusCæsaree nascitur. II. Idque circa an -
nun 329 . III. De illius avis , IV . De patre Basilio
el matre Enımelia . V . Basilii sub avia Macrina ac
deinde sub palre puerilis institutio. VI. Cæsaream
Cappadocum mitiitur ad siudia lillerarum , idque
mullis ralionunimomenlis probalur.
I. Sancluiu Basilium Cæsarez in Cappadocianalum
csse discimus maxime ex Gregorio Nazianzeno, qui
eum nominatim (a) Cappadocem appellat, seque el
Basiliuin dicit (b), cui ex eadem patria in diversas
regiones discendi causa abiissent, rursus Athenis
(a) Naz. ep. 6 . (6 ) Or. 20 .
*Auctore Domno Prudentiu Marano, quí, Juliano Garncrio jam anno 1725, die 3 Junii, defuncto, editionis absolvenus
curam suscepit.
PATROL. GR. XXIX .
scure declaral nalum se esse Cesarez in homili:
in Gordium martyreni, n . 2. Patriain suam in cpi
slolis 76 el 96 appellat Cappadociam . Sed tamen
bujus nominis lionorem ipsi ctiam Ponto deferi. Il
lius paler Basilius, etsi sæpe in Cappadociain C
niebat, præcipuum tamen in Ponio domiciliuni col
locaveral; siquidem Macrina moriens ait apud Gre
gorium Nyssenuin (c) patris sui famam exira Pon
lum diffusam non fuisse , satisque illi fuisse in patria
decus assequi. Basilii frater Gregorius patriam
(c) Vil. S. Blacr., 192 .
 PROLEGOMENA .
agnoscit Pontum , ibid. p. 182. Narrat Basilius in A aliquanto fuit Gregorio Nazianzeno (c), qui cum in
epist. 51 se cum multis in patria Deum timentibus lucein paire episcopo edilus sil, cilius nasci non po
insolabiliter doluisse, quod Dianius formulae Con- luit anno 328 , quo ipsius pater ordinalus est, utpote
slantinopoli allalæ subscripsissel : patriam appellans mortuus anno 373 exeunte aut ineunte 374, emeri
Ponti solitudinem in qua lunc delitescebat. Cumque lis in episcopalu quadraginta quinque annis. Jam
aliquando sese ex hac solitudine ad Gregorium vero Gregoriuin in episcopalu patris nalum esse,
Nazianzenum contulisset et apud euin moraretur, elsi mirum id et prorsus insolilum videtur, nec cum
sui illum fratres amicitiam el palriam conmemo legibus ecclesiasticis valde consonum , clare lamen
ranles (a), veluti profugum quemdam revocare co - perspiciiur ex his Gregorii ad filium verbis (d) :
nali sunt. Præpositum quemdam pagorum in Ponto Ούπω τοσούτον εκμεμέτρηκας βίον,
appellat patriæ præpositum , in episl. 87. "Ogos Olñàoe Quoiūv čuol xpóvos.
Hæc lestimonia in speciem pugnantia si inter se Nondum lol annos vila percurrit lua,
conferantur, plus equidem Gregorio Nazianzeno Quotmi in sacris suntjam peracti victimis.
Tribuam , qui Basilium Cappadocem appellat, ante. Frustra Gregorii orlus ad primos episcopalus men
quam ulla einecessiludo cum Cappadocia intercede- ses reſeratur. Ne sic quidem dillicultas minuetur,
rel, præter eam quam nalura conflaverat. Nonduin B cum Cæsarium fratrem Gregorius habuerit nalu mi
enim episcopus erat aut presbyter . Lilleris quidem norem . Baronius exaggerationem in verbis Gregorii
Caesareæ operam dederat ; sed id tanti non eral, cur suspicatur; sed sine ulla prorsus ratione. Papebro
silium sibi vindicassent. Aliud ergo causae non vi- lwy šuol xodvoz. Sed satius est cum Tillemontio fa
detur exstitisse cur Cappadox diceretur, nisi quod leri legem ecclesiasticain de continentia episcopo
Cæsarer. in lucem editus fueral. At facilius est ex - rum nondum in omnibus omnino Ecclesiis viguisse ,
plicare cur Pontum patriam appellet Basilius; quan quam apertissimum locum ejusmodi conjecturis al
vis nalus in hac regione non fuisset. Hæc enim pa . lentare. Probabilior esset dillicultatis solvendæ ra .
tria parentis et avorum : ibi paler domicilium ba - tio , siGregorius, qui anno 325 baplizalus est, et
bueral : ibi nali fuerant Basilii fralres : ibi nulrici inter sacerdotium ac baptisına aliquod lemporis
Iraditus alendus : ibi prima illius el pietatis et lille - spalium interposuit, in presbyleri gradu dici posset
rarum tirocinia : ibi dilecta solitudo, in quam se aliquandiu ministrasse, el ad hanc dignitalem anno
receperal. Tot ergo nominibus huic loco obslrictus, 397 pervenisse . Sed hujus rei nullum exstal vesti
non immerilo illum instar patriæ habebat. Sic Gre - gium . Plura vide apud Tillemontium , nol. 4, in
gorius Nyssenus locum , in quo quadraginta mar. C Greg. Naz. Basilius ergo, qui aliquanto post Grego
vyres passi fuerant, patriam suam esse dicit, quia rium in lucem editus est, circa annum 329 nalus
palrum suorum patria erat, tom . III, p. 500. Idere videtur ; el cum senem se esse dicit (e) anno 374 ,
in oralione in S. Theodorum , p. 585, Amaseam illius id non lam illius annis tribuendum quam perpelua
patriam vocal, quia ,marlyris, inquit, palria locus est cuidam infirmitati, quæ ab ineunte ælale incepit, ac
passionis. Quin elian, ipse Basilius Armeniam appel. postea pænitentiæ et sacerdotii laboribus et novis
lat patriam in epist. 223, n. 3, ubi ait se ex variis supervenientibus morbis sic accrevit, ut in ipso
peregrinationibus redeuntem invenisse in patria alalis robore senex viderelur (1), ac dentibus careret
nonnullos, qui vilam nonasticam profitebantur : annos nalus 46.
cuibus verbis Euslathium Sebaslenum designat. Mi- III. Paternum genus Basilius c Ponto , ut lestatur
rum autem non est Basilium Cesareæ natum esse, Gregorius Nazianzenus (g), maternum ex Cappado
quamvis ipsius paler præcipue in Ponto domicilium cia ducebat. Quanquam Gregorius Nyssenus, cuin
habueril. Amplæ enim possessiones, quas in Cappa - quadraginta martyres in eo loco laudaret, ubi pass:
docia habebat, sæpe illum Cæsaream traxerunt et fuerant, id esi Sebastiæ in Armenia, hanc majorum
diu in hac urbe detinuerunt, adeo ut illius el Em - strorum patrian esse asseveral, sive quia inde in
meliæ præclare facta Gregorius inter Ponlum et Ponlum aut Cappadociam transierani, sive quia
Cappadociani divisa ſuisse lestelur (b). olim Sebastia Cappadociæ allributa eral .
II. Nalus est Basilius circa annum 329 , idque Erat autcm ulruinque illud genus militaribus, pa
salis quadrat cum illius lillerarum sludiis , quæ an . latinis el municipalibus dignitatibus insigne, ac di
no 355 exeunle absoluta ſuerunt. Non enim palilur viliis et opibus, et excelsis ibronis ac eloquentie
eximia illius ingenii acies, quæ malure disciplinis fama clarum (h ) ; sed pielale ac religionis studio ,
liberalibus cæpit excoli, ut eum , cum rediit Athenis, el rebus pro Chrislo fortiter gestis longe clarius,
annos nalum fuisse plusquam viginti seplem existi- Nain maternus Basilii avus vita et bonis pro Christo
meinus. Sed alia subest longe gravior ratio. Junior spolialus ab imperatore fuerat (i). Avi autem puler
(n) Ep. 8, n . 1, p. 80 . (1 Ep. 232.
(b ) Or . 20 . (9) Or. 20 .
c) Naz, ep . 33. in Ibiit.
(d ) Naz . De vila sua . ☺ Nyss. Vil. S. Macr. lom . II, p. 191.
(6) Ep. 162.
 VITA S. BASILII. VIE
ni erantuli quidem adomnia pro Christo perferenda A persecutionis decerlasse, ejusque el mariti bona ol.
paratissimi; sed cum meminissent Gregorium Neo - Christi confessionem fuisse publicata .
casariensem in persecutione Decii (retinebat enim Hanc dimicationem existimat Tillemonlius vel
Macrina illius documenta (a), quxcunque ad ipsani sub Masimino collocandam esse, qui persecutionem
memoriæ serie perveneranı) et fugisse el ad fug:!|| redintegravit anno 311, paucis post Galerii mortem
alios adhorlalum esse ; receperunt se in quamdam mensibus, vel sub Licinio qui persecutus est Eccle
Ponticorum montium silvam (6), paucis adhibilis siam anno 520 , ac maxime in Ponto crudelitaleni
fugæ consciis el viclus ministris. In hoc exsilio se- suam exercuit. Quo nomine appellatus fuerit pa
plem annos et aliquanto amplius sub dio vixerunt, lernus ille ayus Basilii, nescimus. Aviæ nomen
pluviis, algoribus el frigoribus exposili, ab omnibus Macrinæ fuit, quæ cum Basilium iniantem informa
vilä сommodis, ab amicis et omni hominum socie - veril et instituerit , videtur usque ad annum 340
tale renioli. Sed Christus in eorun solatium con - vixisse.
cessa olim Israelitis miracula renovavit. Quodam IV . Horum filius Basilius , nosiri Basilii paler,
enir die subiit eos lautioris mensæ desiderium ; nam eximias virtutes cum magnis eruditionis et eloquen
diulurnilas temporis fastidium alluleratnecessario - tiæ ornamentis conjunxit. Inclaruit enim in foro (e),
rum ciborum . At nequaquam mussitaverunt, ut el eloquentiam summa celebritate in Ponto docuit.
Israelite ; sed a Deo , summa illius potentiæ fiducia, Sed morom sanctitate clarior exstilit, ita ul priinas
suaviorein cibuin postularunt, vel ex avibus in acre ei in hoc genere solus filius Basilius eripuisse vide
volilantibus, vel e feris, quæ in montibus errabant. retur (i). Hujus fides miracula impelravil, ut modo
Vis locuti erant, cum eorum pedibus accidit obso - videbimus. Is in matrimonium duxit parem generis
niuin sponle oblatum , cervi miræ magnitudinis, re . et virlulum splendore ſeminain , Emmeliam , quæ
penle e lumulis apparentes, ac innuentibus sese de- id inter mulieres ſuit, quod Basilius filius inter vi
dentes , ex quibusquantum voluntas ferebat detinue- ros, teste Nazianzeno (g ). Hæc libenter matrimonio
runt, quod supereral in silvas ad aliud convivium virginitatem prælulisset. Sed et patre , quem impe
dimiserunt. Ex his Gregorii Nazianzeni verbis per- rator vita et bonis spoliaveral , et matre in ipso
spicitur non unius diei cibum hoc miraculo provi. ætatis Nore orbala, ut vitaret pericula ob suminam
sum eis ſuisse ; sed ad septem exsilij annos minus venuslalem imminentia (plurimi enim illius nuptias
ambibant, nonnulli etiam raptum meditari videban
Hæc autem contigisse narrat Gregorius in atro- tur), ad matrimonii portum confugit, ac viro mo
cissima omnium maximeque horrenda Maximini e rum gravilale spectato vitam suam custodiendain
persecutione, qui cum post plures alios, qui paulo commisit. In hoc matrimonio , quod non minus
ante fuerant , ingruisset , laudem eis humanitatis virtutis quam corporum eral , enituit pauperum
sua crudelitale conciliavit. His coloribus clare de- alendorum et hospitum excipiendorum studium ,
pingilur Maximinus secundus, minime vero, ut Pa : animæ purgatio per continentiam , bonorum portio ,
pebrochius opinalus est , Maximinus primus, cujus Deo consecraia, quæ res paucis tunc exemplis co
persecutio nec omnium crudelissima cxslilit , nec gnila erat, quia sub imperatoribus ethnicis luta
per soplem annos ; nec alias persecutiones proxime non fuisset Ecclesiis prædioruin possessio . Hæc au
qne annorum . Sed cum Maximinus secundus non eorum divitias coniininuit , sed polius fide adeo
regnaverit in Ponto el Asia Minore , nisi anno 311, multiplica sit , ut amplissimas in tribus provinciis
postmortem Galerii ; Baronius (c) el Tillemontius possessiones haberent. Quod eo mirabilius est, quod
existimant hoc miraculum regnante illo in Æ :yplo Emmeliæ patris, Basilii parentum bona publicata
et Syria contigisse , ac proavos Basilii anno 304 fuerant. Quin etiam eorum re familiari in novem
secessisse , et usque ad annum 311 delituisse . Ex partes pro filiorum numero divisa , singulæ partes
his aulem latebris prodeuntes anno 311 , post dala D palernas opes superarunt.
a Galerio in gratiam Christianorum edicta , graviora Sed precipua Basilii et Emmeliæ gloria , proles
deinceps videntur subiisse cerlamina. Ait enim exstitit. Decem liberos susceperunt (h), quoruin
Gregorius Nazianzenus eos ad dimicandum ala - tres episcopi summa sanctitalis et doctrinæ laude
criores factos esse hoc miraculo , quod eis hunc in florueruirt. Vnus aliquis ex bis liberis videtur ad
usum a Deo concessum fueral. Hinc eliam (p. 319) modum inſansmorluus : siquidem obeunte marito
cos recensel inler fortissimos albletas, qui cum pe- Emmelia qualuor filiorum el quinque filiarun m : -
superstiles (d ) fuerunt. Nyssenus vero conceptis sunt. Omnium nalu maxima fuit S. Macrina. Pri
verbis ait Macrinam in confitendo Christo tempore mus filioruin S . Basilius, secundus Naucratius de
(a) Basil. ep . 206, a . 6. (0) Naz. or. 20.
( 6 ) Naz, or. 20 . (9 ) Ibid .
(c ) Ad an . 304. (1 ) Nyss. Vit. Macr., 186.
(di Vil. Vacr. p . 178, 191. (i) Ibuu . 181, 191.
je ) Nyss. Vil. dlucr. po 392.
PUJI PROLECOJIENA.
q110 infra nonnulla dicenlur, lertius S . Gregorius Ncocæsarciu vixisse argumento esi, quod se magi
Nyssenus. Omnium postremus ſuit S . Petrus Sc- stros mysteriorum el paires spiriluales habuisse di
bastens, qui statim atque in lucem editus est, pa- cil (9 ), Gregorium , summum illuin virum el quot
trem amisil. Quatuor filias honorifice collocaverat quot post eum sedi episcopali succedentes, alius post
S. Eininelia , paulo antequam Basilius Athenis rcdi- alium veluti stelle qurdom ezorientes, iisdem vesti
ret. Haruin ex aliqua progenitæ fuerunt illæ Basi- giis instilerunt. Inter hos Gregorii successores 10 -
lii sororis filiie , quas Gaudentius (a) Cæsariensi merat haud dubic Musonium , præstantissiinum vi
monasterio præſuisse leslalur. Inter consanguineos rum , cui longe dissimilis Alarbinis successerat.
Basilii eminel inprimis patruus ejus Gregorius in Porro cæleros quidem episcopos Neocæsarienses
Cappadocia episcopus , qui cuin ipsi ac ſratribus avia narrante cognovit Basilius ; atMusonium per
parentis loco exstitisset, postea cum pluribus aliis se ipse puer videtur audiisse. Is enim cum mortuus
Cappadociæ episcopis ejus ordinationi intercessit. sit anno 368 aut 369 , non admodum senex , ducere
Cognalos Basilius habuit Atarbium Neocæsarien - non potuit Macrinam , quæ in alia diæcesi degebal
sem , Soranum Scythici limitis ducem , el Pame- non multo post annum 330, nempe in illo pago ubi
niuin , quem Salalensi Ecclesize episcopum dedit (b), Basilium educavil.
Palladiam , quam tum ob egregios mores, 11 :11 ob Translatus Neocæs: reain Basilius invenit in Em
consanguinitatem in matris loco reverebatur, ut nielia matre alteram Macrinam . Nam ab ea quogne
ipse testatur in cpist. 137. catholicam doctrinam accepisse se gloriatur (h).
V. His ortus parentibus Basilius, quem Gregorius Ipse eliam pater operam suam adjungebat usori in
fraler cun Samuele in co comparal (c), quod ut illc instiluendo ad pietalen filio (i) ; sed illius animum
matris, ila iste patris precibus a Deo concessus ſue- liberalibus disciplinis iuboere proprium suum niu
rit. Eadem patris fidc ex lethali morbo infans ere- nus esse ducebal, vir utraque laulle in Ponlo ex
plus est ; cuin Christus patri in somnis visus di cellens, et pielale el eloquentia . Sub tanlo magi
xisset , ut olim regulo Capharnailz , Vade, filius slro mirifice profecit Basilius ; sed cum eum nul.
luus vivil. Reguli lidem imitalus Basilius Glium in - lius rei espertem esse oporteret, ut ait Gregorius
columein recepit. Non in Cappadocia nulrilus Basi- Nazianzenus , in alias provincias millilir, ut vel.
lius (d), sed in quodam pago , quem parentes in it apes ex variis floribus, sic ipse ex variis niagi
Punto possidebant. Regendæ infantiæ Basilii curam scris utilissima quæque perciperet. Hinc eum Cæsa
suscepit ornatissima femina, avia Macrina, ac lene- rea , ac deinde Constantinopolis, et tandem Athena
ræ menti sana doctrina senina mandavit, quæ habuerunt.
nulla unquam temporum vicissitudine immulala, sod VI. Sed utra Basilium habuerit Caesarea , quæ sila
lulerunt. Permagni intererat sic institui Basilium , lentiarum varietate ambigitur. Mullis partibus vi
eljam ut calumniis inimicorum occurreret. Quido sarex in Cappadocia lilleris operam dedisse volunt.
quid eniin a sanctissima illa muliere acceperal, a 1º Basilius oplal iu epist. 64 ut Hesychius, quicum
Gregorio Neocæsariensi accepisse videbatur, quem se mullis rebus ab initio conjunctum fuisse dicit,
illa sic colebal, utomnia illius verba, quæcunque aliquando ad antiquos utriusque lares se conferal.
ad ipsain serie memoriæ pervenerant, accurale re. Antiquum illud Basilii el llesychii domicilium aliud
lineret (e). His se Basilius ab ea imbulum fuisse esse non po !est qu : m Casarea , unde scribebai B :1
leslalur in epist. 204, et hoc lelo repellit inuslas silius , nec aliud lepus assignari polesi, quo sesc
fidei suæ criminationes. Sic etiam in ep. 223 el in Cæsarex norerint, nisi cum uterque lilleris operang
procemio Moralium . Hæresis Ariana , quæ tunic daret.
grassabalur, curain injiciebat catholicis parentibus, 2° Narrat Gregorius Nazianzenus (j) se ei Bisi
ut malure filiorum aninios communirent. D lium , veluti Puxum quemdam fluminis, ex eodem pire
Eo autem mirabilius Basilii in bis percipiendis Iriæ fonte in diversas regiones doctrinæ cupidita e
documentis acuinen el in relinen is constantia , disseclos, rursus, velut ex composilo , Deo videlicet
quod sub avia ultra tenerain infantiam non fuit. ita impellente , Athenis coiviss.. Uterque ergo in
Nam ubi primum lilleris ediscendis idoneus ſuil, ex Cappadocia conjunctus fueral, ulergue inde in Vire
ariæ manibus ad patris disciplinam transiit , qui rias regiones profectus, non alier e Ponto , allero
rhetoricam magna celebritate in Ponto docebal (1), Cappadocia . Atque id confirmatur lum Gregorii
neque hoc munus in pago , ubi educalus Basilius, presbyteritestimonio , qui Gregorium Nazianzenum
gerere poluit, sed in magna aliqua urbe, atque, lit ulramque Cæsareain studiorunicausa peliisse lesti
verisimile est , Neocesareæ . Basilium aliquandiu lur ; luni ipsius etianıGregorii Nazianzeni, qui B.:
(n ) Homil. 17. (1) Naz. or. 20 ;Nyss. Vil. Macr ., 192.
(b) Ep . 155 , 105, 102. (9) Ep. 11, n . 2.
(c) Nyss. De Basil. p . 292 in ) Ep . 9:25, 11. 3.
id) Ep . 57 el 210 , 1 . 1. (i) Niiz. or. 20 .
le , E . 204, 1 . 0 . v Ur. 20 .
 ur ea ignolus non Culiganis cognitum fu VITA S . BASILII.
ivcumdentanlea
silium sibi plenius Athenis cognitum fuissc dicit, A cherrimam ipsique maxime propriam eripueril. Nanı
ignolus non fuissel , Sese autcm alibi non cum aliæ civilales aliis ornamentis , vel antiquis , rel
videntur povisse , quam in Cappadocia. noris glorienlur, prout, opinor, rel historiis , vel re
3° Scribit Basilius in epist. 51 se a prima aiale bus quibusdam visendis ornalæ sunt : hanc contra ,
nutrilum fuisse in aniore Dianii episcopi Ciesarien - ul arma rel tragedias nolæ quædam alque insignia ,
sis , et considerasse quam cssct ille vir aspectu sic lillerarum gloria nobililal illustremque reddil.
venerabilis , et postquam adfuil ratio , illum etiam Nihil est his in verbis quod non Cæsarex Cappa
es interioribus bonis cognovisse , illiusque delecta - docum optime congrual ; nonnulla in alteram Cæ
lum consuetudine. 'Ex topósins 62:xla ; ouvetpáony saream ineple prorsus ac inurbane dicta essent.
TO TEPI aútdy platow ... Štel of uol do :Toy xai o 26 Satis aple Gregorius urbem , in qua loquebatur el
γος παρήν, τότε δή και από τών της ψυχής αγαθών voce cl manu designansdicebai, Hanc, inquam , illu
αυτόν επεγίνωσκον και έχαιρον αυτου τη συνου strem civilalem . Non putat Tilleniontiusbanc Cæsa
ola . Ex his colligo Basiliuni Cæsarıa adolescentem rcain a sludiis lilleraruin , ut a præcipuo urbis or
pluribus annis commoraium fuisse , ibique satis diu namento , laudari debuisse. Sed ul omillam Euse
exlucalum , ut posset se in amando Dianio el consi- bium , qui Cappadociæ præsules doctrina inler alios
deranda illius oris majeslale nutrilum dicere. Tille- Beniluisse leslatur (a ), ipse Basilius Gregorii lesti
montius, ut hunc locum explicel , Basilium conjicit monio suum adjungil, et lilleris, inter patriæ orua
admodum ivfanlem Cæsaream a parentibus non - menta , palmam dat. Sic enim de illo slalu loqui
nunquam portalum ſuisse. Sed hujus conjectura , lur (b), in quem divisione Cappadociæ redigebatur :
quæ sua sponte parum congruit infantiæ , nullum Spectaculum foedissimum ſacla esi, inquit, quæ prius
proſeri argumentum doctissimus scriptor : atque cum delilleratis viris , lum de aliis bonis , quibus
eliamsi proferrel , num se in amando et videndo opulenlæ urbes abundant, gloriabalur. Similiter in
Dianio nutrilum posset dicere , quem nonnunquam cpist. 74, n . 3, lillerarum sludia , inter ea quæ civi
infans vidissel ? Nec Tillemontio favent hæc verba. ali nomen et famam pepererant , præcipue com
a prima @ lale : oprime enim referuntur ad adole- memoral. Qua autem erat urbanitale Gregorius,
scentiam . Nam ei qui scquuntur, postquam adfuil num poluit, Cæsarex nomine pronuntiato , audito
ratio, delectabar illius consuéludine non de adole . res admonere, non eam Cæsaream , in qua oratio
scentia , sed de virili ætate accipi debent , neque nem habebat, sed illustrem illam in Palæstina civi
enim adolescens Basilius in Dianii consueludi- lalem a se designari ? Nunquam evin lam inurba
rem admissus , sed postquam rediit Athenis . c ne lainque pingui Minerva loculuin credam . Quæ
Virilem ælalem similiter designal in epist. 223, sequuntur de litterarum sludiis , non minus inor
ahi se aliam ex alia doctrinam ty tñ toũ 26you gufto nala et illepida essent, si ad Cæsaream Palestina
Tanpúoel, cum adolerit ralio , non mulasse, sed referrentur ; cum Cirsarienses , quos alloquebatur
accepla ab avia elmatre principia retinuisse decla - Gregorius, hanc laudem , ut jam dixi, aliis civita
ral. libus non concederent.
Holdem cflicilur ex ipsis Gregorii verbis, quibus Non omillendum quod addil Gregorills : Jam
post Billium et Baronium Tillemonlius Cæsaream in quæ sequuntur, ii exponant qui el eum apud se
Palestina indicari arbitratur. Sic igitur Gregorius erudierunt et fructum ex ipsius eruditione ceperuni,
in oratione quain de Basilii laudibus habuit Casa quantus videlicet magistris , quantus æqualibus es
rec : 'Et! Thy Kaloapéwy tódy ÈTeslystal, tūv tń - set, etc. Non superest ambigendi locus uiris Ciesa
is uediEwy Talocutnplwy, tautTy asyw arv Tepl. riensibirs biec narranda Gregorius relinqual; is
çovi se xal MiLETÉpav (Éttel xal tüv čuñv aówn qui longe remoti erant, neque ex Basilii eruditione
cün xabnyauw xal 6:ôáoxal.os) , orv oux toy majorem quam aliæ civilales utilitatem percepe
ibywy unisporcodev, Tūv TheWvúv ÚTGÉPxeltal, mai rani, an iis quos alloquebalur Gregorius, quique
καθ' ών έχει την δυναστείαν · ήν εί τις του εν λόγοις ο eu Basilii sindiorum poterant meminisse, et illius
zpátous àTostephselev, åonerxius Zotalaütd td xãà- doctrina per tot annos imbuti ſuerant. Cum igitur
ALITÓV te xal iô.xhtatov. "Aaa ! Juèv yap tŪV TÓNEWY his verbis Cæsarea Cappadocum dignoscatur, im
Grows av olisal tüvörnynuitwy Exw5!V Ý cūv opw - sarex perorabal, Basiljun in hunc urbem conceptis
uévwv . tpos abyol to yróp !5 '11 , ÖSTS SY toi; Otto! 5 verbis venisse non dical ; cur non eam designer ,
tois õpåuasi tú Štiorua. Casaream , and scholica nisi ejusmodi nolis, quæ saliem ei cum altera Cik
rum urbis illius particeps essel, contendit , hunc iile sarea communes sint.
quam illustren civilalem , el nostram (nam meorum. Sed idem doctissimus scriptor lioc potissimum
quoque studiorum dux el magistra exstitit), quae non argumento nitilur, quod Gregorius, postquam Cir
minus lillerarum dique ducirince , quam urbium qui. saream suam esse dixit , statim addal ideo suam
bus præcellit el dominalur, inclropolis : quam si esse, quia ibi lilleris operam dederat : Ilanc, inquam ,
quis doelrince palma spoliaverit, rem onninin pul- illustrem civilaiem , el nostram ; nam meorum quo
(a) In Vila Const., cap. 13 . (6) Er. 76 .
 PROLEGOMEXJ.
que studiorum lux el magistra cistiril. Neyat Til- A sobilosopair operam non dedisse, sed lianc disci
icmontius harc convenire in Cesaream Cappado - plinam cum rbelorica Constantinopoli jungere cæ
cire , quam Gregorius suam aliis de causis vocare pisse.
poterat, inprimis , quia eam provincie metropolin Si genuine sunt scriptæ Basilium inter et Liba
gnoscebat ; quod cum omnibus nolum essel , mium litleræ , dubium non est quin bunc sophist311)
suam dicere debuit, nulla addila ralione, ut in aliis Basilius Constantinopoli studiorum socium habuerit
locis facit. aut magistrum . Commemorat Libanius (6) amici
Quod instar incommodi objicit Tillemontius, id liam communesque scholas , sibique ail (c) Basiliuin
argumenti loco adhibere possumus, quamvis illum adolescentem admirationi fuisse ; lum quod lempie
in interprelatione bujus loci sequamur. Nam cum rantia cum senibus certarel, idque in urbe volu
Cæsarean Gregorius ob disciplinas, quas ibi per- platibus diMuente, luni quod magnam disciplina -
ceperat, non solum ob metropolitica jura suain di- rum partem jam tum esset conseculus. Sed cum
ceret; rationem addere debuit, cur eam singulari Libanius, qui anno 314 nalus est, malure inter so
modo suam diceret. Alioqui nemo non exis!jmasset phislas nomen habuerit, non viderur Basilii muilo
eum ad melropolis jura respicere . Itaque etsi hunc junioris ſuisse condiscipulus. Quamobrem si lanta
locum intelligimus, al intelligil Tillemontius; nihil • fuil inter utrumque necessiludo , quanta ex his
vclat de Czesarea Cappadocum intelligi. Verum epistolis perspicitur, necesse est ut eum Basilius
Gregorii verba sic accipi possent in Billii interpre- auilieril Constantinopoli. Sed cum hæ lilleræ non
Lalione, ut illud nostram referatur ad melropolim levibus, ut infra videbitur, suspicionibus laborenl,
hoc niodo , noslram non minus lillerarum alque non libenter crediderim quidquid illarum nititur
nalur, melropolim . Sic interprelando restituius crales quidem (d ) et Sozomenus (e) narrant Basi
patriæ sue Basilius, nec illius in litteris instien hium una cum Gregorio operam Antiochiæ Libanio
lionis parles ullas Ciesarea altera rclinet. Fateor dedisse. At eorum manifeslus est error, cum neuter
lamen mibi non arridere banc interpretandi ratio- Antiochiam sludiorum causa iverit , nec dubitant
nem , quæ non quadral cum Græco contextu . Illud eruditi viri, quin hos scriptores norninis similitu
enim why oux trov, bon reſerlur ad vocem nuke dine deceperit Basilius sancti Joannis Chrysostomi
repay, quæ pluribus aliis interjectis præcedit. Præ amicus, quem dum confundunt cum Cæsariensi ,
lerea Cæsaream Gregorius doctrinæ metropoliin Gregorium ei adjunxerunt Non . video ergo quibus
vocat, non quia ibi lilleris operam dederat
deuerat , sed
sed c, monumentis slalui possit Basilium Constantinopoli
quia in boc urbe lillerie florebani. operam dedisse Libanio. Ne ipsum quidem lempus
CAPUT II. aplissime quadraret , si Libanius, ut videtur Tille
1. Sanctus Basilius e Cappadocia Constantinopolim milo montio , ab anno 346 usque ad 351 docuisset Ni
ilur. Il. Inde Athenas venit. III. Conjungitur amicomedie. Nani intra hoc lempiis videntur collo
cilia cum Gregorio Nazianzeno. IV. Eorum studia canda Basilii studia Constantinopolitana. Sed cum
el magistri picondiscipuli. V . Scribil Basilius
Apollinario . Quo anno Athenas reliquit . Libavius Constancinopoli pulsus ſuerit a Limenio,
1. Neipini cedebat Basilius corporis pulchritu - qui prefectus urbi fuit a pridie Idus Julias 347
dine et robore ac proceritate, antequam illum poe - usque ad vi April. 349, fieri poluit ul, eo docente,
nilenliæ labores debilitassent; sed eum ab ejus. Basilius Constantinopolim anno 316 all 317 ve.
modi ornamentis laudare noluit Gregorius. Liben - niret , eumque, ui inter sophistas celeberrimum ,
tius enarrat (a) illius in virtute ac literis progres- audirel.
sus. Cum esset Ciesarex , charus eratæqualibus et Cum brevi tempore Basilius in hac urbe niaximas
magistris , ac brevi tempore magno in prelio apud laudes in rlieloricæ ac philosophie disciplinis
plebeios el primores civitatis : rhetor interrlic - adeptus esset (l!, tandem Athenas peliil, que do
lores eliam ante rhetoricain exhiedram , philosophus D miciliuin el sedes litterarum habcbantur. Illius ad
inler philosopbos eliam ante philosophiæ decrela, venlum lania nuntiavit , summamque exspecialio
et quod maximum est, Christianis sacerdos ante nem omnibus movil, præcipue vero Gregorio Na
sacerdotiuin . Adeo omnes illum inirabautur. Præ - zianzeno, qui paulo ante in banc urbem sese con
cipuum illius sludium non crant lilleræ , sed philo - lulerat, ac Basilium Cæsareæ cognoverat. Mos eral
sophia Christiana , ad quam litteras referebai. Athenis, ul adolescentes, dum scholæ sue nume
de Conslaniir:opolim mittitur, quae civitas rlie - rum augere et sui quisque sophisise ara ampliare
loribus ac philosophis præstantissimis Norebat, in - cupiunt, præoccuparent urbes, vias , montium ca
quil Gregorius ; cujas ex testimonio el ex superio . cumina, campos, solitudines, onines denique Allicæ
riliis ve bi., , philosophus eliai anle philosophiæ c reliqua Grzeciæ partes , atque ipsos etiam in
decrela , perspicimus Bosiljuin in urbe Cicsariensi colas, quorum maximam partem in sua studia scin

(a) Or. 20. (d ) Lib . iv, c, 26 .

ib ) Episi. 375 et 358. (o Lib . vi, c. 17 .
(c) Ep . 336 . Naz, oral. 20 ,
 VITA S. BASILII.
debant. Ut quisille autem juvenum Athenas ve- A el studium viplus erat : uterqne alteri norma er:11
niebal, slatim eum vel vi vel sponte suum facere el regula vivendi, et quid rectum necne sit discer.
conabantur. Is primum apud eorum aliquem , qui nendi. Neque ex sodalibus in suam consuetudineni
priores eum ceperant, hospitio excipiebatur, sive asciscebant, nisi qui castissimi et pacatissimi es
amicus esset, sive propinquus, sive civis , sive er sent. Duæ illis notæ erant viæ , altera ad sacras
eorum numero, qni mercedis loco sophistis hanc ædes Christianoruin , altera ad scholas ducens :
augendi eoruin lucri curam persolvebant. Deinde festa , theatra , celebres conventus et convivia 1:
conviciis a quolibet lacessebalur, et per forum ad benter aliis relinquebant. Nihil mojori ducebant
balneum cum pompa deducebalur. Æquis enim laudi, quam ut Christiani essent et noininarevlur :
spatiis inter se distincti , bini eum antecedebaut. et in ea urbe, quæ simulacris ac simulacrorum
Postquam autem propius accesserant , lum vero laudatoribus et patronis abundabat , non modo
quasi furore correpti saltabant, et maximo clamore nulla prorsus aura superstitionis alllati sunt , sed
sublato sistere jubebant, nec fas esse ingredi : si etiam fraude oculis suis visa ac perspecta , illic
mulque pulsalis januis juvenem terrebant, ac tan - dæmones maxiine contempserunt, ubi maxime co
dem aditu concesso in libertalem asserebant, ac lebantur. Eximia Basilii et Gregorii conjunctio con
deinceps sodaljuin numero ascribebatur. Gregorius, B Naveral circa eos veluli quoddam amicorum idem
qui Basilium reverebatur, morum gravitatem et sentientium sodalitium , cujus dux et præceptor
sermonuin prudentiam videns, iis qui illum noa Basilius. Non dubiuin quin ejusdem agminis dux
noverant persuasil, ut idem de illo sentirent. Ila - alter exslileril Gregorius, quamvis de se ipse la
que solus fere ex omnibus advenis communem le - ceal. Inde evenil , ut egregiuin illud par amico
gem effugit. rum non in Græcia solum , sed etiam extra Græ
III. Amicilie Gregorium inter el Basilivix igni. ciam celebrarellir, el cum eoruni magistri famam
coti inde emicuerunt, ac paulo post in magnam Athenarum adiequarent, ipsi quoque , ubicunque
facem novo Gregorii beneficio creverunt. Nam noti erant magistri , in hominum ore versarentur
cum Armenii quidan , olim Basilii sub ipsius paire et Oresti ac Pyladi longe ab omnibus præfer
condiscipuli, illius laucles invidis oculis aspicerent, rentur.
eumque suis argumentationum tricis capere lenta IV. His prædilus erat moribus Basilius, qui
rent, Gregorius, qui gloriae Athenarum cupidus etiam sine doctrina laudem habuissent; sed ad hos
crat , veritus ne quid civilas dedecoris acciperel, si inores et (p. 333) egregiain indolem lanta accessit
novus accola antiquiores superaret , priino Ar- doctrinæ copia, ut nemo cum eo comparandus es
meniis opem ferebat ; at ubi perfidum illorum con - C sel, sive in rhetorica , sive in gramınalica , quæ
siliuin perspexit , lolum se ad Basilium vertit , eo - limguain ad Græcismum formal , historias colligit,
que adjuvanle Armenii penitus ſusi. Jude Arme- metris præest , et carminibus leges præscribit ; sive
1:10 :um iræ et inimicitiæ in Gregoriuin , ut suum et in omoibus philosophiæ partibus. Ne geomeiriam
urbis proditorem . Basilium aulem Athenarum ſasli- quidem et astronomiam ac ariilimeticain neglexe
dium cepit , quia cum magna omnia sibi de hac rat, sed iis relictis quæ ad pietatem prodesse non
urbe finxissel , minorem exspecialione reperiebal. polcrant, tantum sibi ex his disciplinis sumpseral,
llaque parum sibi beatus videbalur quod venisset, quantun : satis eral , ut ab his qui sese in hoc ge
et inanem felicitatem Athenas vocabat. Tum Gre nere venditabant, exagitarinon possel. Medicinam
gorius illius m :erorein consiliis suis abstersit , ei- aulem videlur apprime calluisse, propterea quod
que persuasit nec hominum mores brevi tempore, banc illi ariem perpetui morbi el necessariam fe
liec doctrinain et eruditionem leviter deguistando, cerant, et ad facilius percipiendam profuerant.
sed diu mullumque probando el periclitando dijiin Himerium cl Probaresinin Allenis audierunt Ba
dicari. Sic inter eos magis ac magis devinciebalur silius ei Gregorius (a ), sophistas longe celeberri
ansieitia dandis et accipiendis benevolentia signifi - , nos. Ex Basilii lilleris cognoscimus elm a leneris
cationibus. amicitia conjunctuin fuisse cum llesychio el Teren -
Postquam autem sibi invicem aperuere consi. lio (bi, cum Sophronio ofliciorum niagistro (c) et
lium amplectendæ philosophie , tuin vero conlu - Eusebio quodam episcopo (il). Cæsareæ eamdem do
bernales et convictores fuere , ac tanta fuit animo- mum babuil ac ille Hesychius. Cun Eusebio omnia
rum et in litteris el in virtutibus excolendis colle ei communia fueruni. Sed qua in urbe simul vixe
sensio , ut una ulrique anima inesse videretur, duo rint, prorsus nescimus. Celso Libanii discipulo per
corpora ferens. Par eral studium adipiscendie do. suasit Basilius ut secum Athenas venirel (e), si la
clrinæ , sed aberat invidia . Certabanı non miler men Libanii ad Baziliun lilleris adbibenda lides.
primas haberet, sed uler alteri concederet. Ulergie Julianum Peræqualorem Gregorius Nazianzenus (0)
laudes alterius suas ducebal. Unum utrique opus socium habuit studioruin : quod forle ci cum Basi

(a) Socrat. I. iv, c. 26 ; Sozim . I. ii, c. 17. ( 1) Ep. 271.

(6 Ep. 64. (v ) Ej. 5. .
(c) Ep. 272. vri Oral. 9.
 PROLEGOMENA.
lio commune fuit. At non dubium quin utrique A annum 312 aut 343 referenda. Quot autcm annos
Athenis cognitus fuerit Julianus imperator : per- ſuerit Cæsareæ , id , ut jam dixi, nullo exslal veslia
spicua res est ex Gregorii lestimoniis (a ), nec nie. gio . Idem dici potest de studiis Conslantinopolita
cesse est ut confirmelur Basilii ad Julianum aut Ju- nis. Quod aulem speciat ad Athenas, eo Basilium
liani ad Basilium epistolæ auctoritale . Charum sibi venisse pulat Tillemontius anno 351, quia Grego
ab adolescentia fuisse Basilium declarat Julianus (b). rius qui paulo ante Basilium in hanc urbem adre
Sed mirum cur Basilius sacras se cum Juliano lit- nit, imberbem se venisse declarat (1) ac proinde an
leras didicisse testetur (c). Ulrum id Athenis fa - nos nalum circiter 22 .Certior redilus ex hac urbe :
clum dicemus ? al lunc profanis studiis operam da- non enim citius contigit anno 355 exeuule aut in
bant. Utrum in Cappadocia ? lempus quidem qua- eunle 356 , siquidem ibi vidit Basilius Julianum ,
drat. Nam circa annum 345 , quo lempore Basilius qui in hanc urbem venil jani media parte anni 355
videlur ſuisse Cæsarea , Julianus in castellum prope clapsa. Neque etiam serius, quia spalium inter slu
Cæsaream deductus fuit, ubi cum Gallo fratre sex dia lillerarum el sacerdotium nimis contrahi non
annos lraduxit (d). Sed cum ibi inclusus ab omni patitur rerum Basilii gestarum multitudo.
iequalium consueludine reipoverelur, copia non erat CAPUT III.
ut eum Basilius videret. Verum his Basilii ad Julia - B I. Sanctus Basilius in patriam redil el scence mundi
nuin et Juliani ad Basilium lilleris non mullum tri aliquid iribuil . 11. Probabile est eum post reditum
bui debet. baptizatum fuisse . JII. Naucratius illius fraler
7 . Videlor Athenis scripla Basilii ad Apollina. moritur. IV . Vilam monaslicam Basilius amplecti
lur, el Orientis ac Ægypli monasteria invisil . V .
rium epistola, quæ etsi a laico ad laicuno scribeba Alexandrice morbo delentus scribil Euslaihio . VI.
lur, nec quidquam habebat nisi amicam salutativ Secedil in Pontum frustra illum relrahente Gre
niem , elapsis tamen annis viginti ab Eustathio adul gorio .
terala , el ad invidiam Basilio creandam magno so 1. Basilius igiturelGregorius (9),ubidoctrinæ mer.
nilu jactata est (e). Basilius in epistola 223 , n . 4, cibus naveni suam onuslam viderunt, redire in pa
quæ scripta est anno 375 exeunte, scripsisse se di- iriam staluerunt, lit inila sanctioris instituti con
cit Apollinario ante annos viginti el amplius. Ibidem silia perlicerent. Aderat discessus dies : sed quia
jlerum occurrenle hujus rei mentione viginti lan longe molestissimum esse solebat Athenas el soda
lum anni numeranwr. In epistola aulem 226 , nuin. les relinquere ; lui cum valedicereni, circumstal
4 , ante annos viginti lioc a se faclum confitelur. eos sodalium cl æqualium , ac magistrorum eliam
Al in epistola 224, n. 2, legimus ante annos viginti , nonnullorum chorus, ac precibus et querelis , hor
quinque, apo e' ÉTūv, sed legendum puto uiin aliis lando, el vim firciendo illorum reditum intercludere
locis ante annos viginti. Proclive enim fuit librariis conantur. Ac Basilius quidem bæc claustra perru
lilleram £, qıræ sequentem vocem incipiebat, cum pil, el abeundi veniam impetravil , quamvis non
illo x conjungere, sicque numerum viginti quinque sine maxima dimic:itione. At Gregorius victus est
annorum eſlingere. Si ergo anno 375 exeunte jam partiin amicorum precibus etlacrymis , partim etiam .
exacti erant anni viginii, ex quo Basilius scripserat illuin prodente Basilio (sic enim ipse Basiliuin incu
spollinario , hanc epistolam scribere non poluit nisi sal) el operam retrahentibus navante. lovitus ergo
Athenis, anno scilicet 354 exeunte, aut incunle 353. Athenis remansit Gregorius, sed cum diu ab animæ
Quot annos Cæsarez Basilius Iraduxerit , quot suæ dimidio divelli non posset, ac parentum el pa
Constantinopoli , quo Athenas anno pelierit, dilli- triæ desiderio iclus esset, non multo post Athenis
cile est conjicere. Videtur Cæsaream missus , cum clam se subduxit et in patriam remeavil.
jain optimum magistruni amisisset patrem : neque Rediit summa celeritate Basilius (1 ) : Constan
enim eo vivo ac suinma celebritale rhetoricam do - tinopolim , velut Ulysses Sirenum cantus, præler
cente, ad alias scholas, sallem lam cilo , missus jil : admirationem illius commovit Asia , sed ma
fuisset. Id autem probabile est contigisse circa an- D gnis itineribus Cæsareain contendenlemn morari non
num 342 aut 343. Nam Pelruin , qui paulo ante mor- poluit. Per honorilice a Cæsariensibus exceplos ,
lem patris in lucem editus est, presbyterum ordi- scena mundi aliquid tribuit invilus, sive quod rhe
navit Basilius in primordiis episcopalus, ut infra vi- loricam docuerit Caesareæ , quod munus illuin ma
debimus. Cum aulem leges ecclesiasticæ , quarum goilice exercuisse, Gregorium vero magnificentius
eral servantissimus Basilius, annos triginta ad pre - contempsisse parrat Rufinus ( i) : sive quod, ut de
shyleri gradum requirerent, hancælalem babere de- se ipse leslalur Gregorius, poscentibus civibus, us
buit Peiſus in primordiis episcopalus S. Basilii, id comportalas ab exteris regionibus opes depromerel,
est circa annum 372 aul 373 , ac proinde orius ingenii suispecimina dencgare non poluerit. Illuid
l'elri, mors patris , Basilii Cæsaream profectio ad cerle patria velut alierum conditoreio el consesva
(a) Oral. 4 . Carm . de vila
(b ) Ep. 40 . (9 ) Oral. 20
( c) Ep. 41 . (1 ) Epist. 1.
id ) Juliani, ep ad Athan li) lil), xi .c . .
(e ) En 2: 1, n . 2, cp226 , n . 4 .
 VITA S. BAS!LII XIII
torem , leste Gregorio (a ), complexa est. Non minus A lum a se discernal, sed ambo ad ecclesiam ivisse
ei honoris habuit Neocæsarea (b), quæ legalos ad simul et redivisse , ambo sacris concionibus, non
cum ex senatu misit, ut juventutis curain susciperel. mysteriis in terſuisse videantur. Sic enim loquitur
Quin eliam , cum in hanc urbem venissel , omncs (V ) : Aúo fèy tyywpicorto Duiv dôol h uły taputn
eum circumslelerunt, nibil non deferentes, nihil non xal tijelwtépa, h 6è deutépa xal où tou loou 26you ·
Jollicentes : sed eum relinere non potuerunt. Vi- te após tous le pous nuôv olxous , xal tous txelos
dentur hæc contigisse , vel cum Basilius Athenis re- ôlôa ovádous répousa, xal A Tapos cous EEwlev tal
dus, in Ponto visendae matris causa moralus est de utás. Duæ nobis vire nolæ erant, altera prima el
(vis enim dubium quin hoc officium lunc inatri pre præstanlior, altera secunda, el inferioris prelii : illa
sliteril), vel cum docendi apud Cæsarienses munere nempe quae ad sacras noslrasdcmos, eosque qui illic
solulus , spem injecit Neocæsariensibus sui allie erant doctores ferebal : hæc autem , quæ ad externos
ciendi. præceptores .
Sed mundi vinculis constringi se non passus est; In eadem orationc de rebus post reditum a Ba .
ac cilo ab honoribus fastidio el salielale a baliena- silio gestis loqucns, sic eum ad sacruin presliyle
lus. Qua in re plurimum illum adjuvit Macrina so- rorum ordinem pervenisse dicit, ut illum divina be
ror, quæ cum illum vidisset nimis magnifice de elo . 5 nignitas non subito ad hunc gradum subveheret,nec
quentia sentire , ac dignitales omnes floccifacere, simul eum et abluerel el sapientia instrueret ( Oudt
ei fastu quodam supra homines polestale claros eſ- Suoũ te schuvara xal cocloaca ), quemadmodum ple.
lerri, celeriter ad asceticam vitam , quam ipsa pro rosque eorum qui nuni antistitum munus appelunt :
liiebatur, allrasil. Wiec discimus ex Gregorio Nys verum ordine et spirilualis progressionis lege , hoc
seno, cujus verba etiam Græce referenda . Sic enim eum honore afficerei. Hoc verbo dúvara baptismus
loquiiur in l'ila S . Macrinie : Aaboūra tolvuv aúrdy manifeste designalur. Quamobrem , cum Gregorius
υπερφυώς επηρμένον τώ περί τους λόγους φρονήματι, de iis Ioquitur que Basilius Αthenis reversus ges
za ! távta nasplopovoūvta od dicópata , xal ÚTèp sil, eumque dical non statim baptizatum et presby
Tojs Šv uvastelą dautspous étonPrévov tim Byxy , lerum factum fuisse, nec obscura nec difficilis con
TOSOÚTW cáyel xixeivov Topos Edy tñs quoooolas clusio esl eum baptismo, postquam Athenis rediit,
EXOTEDY ÉTTEOTIKOHTO. Videlur buic testimonio aliqua initiatum fuisse . Præterea sic observatGregorius
iriesse exaggeratio. Nam teslalurGregorius Naziane intervallum quod inter Basilii baptismum el sacer.
zenus (c) se et Basilium scende mundi aliquid tri- dolium exstitit, sic eos carpit qui a baptismo ad sa
buisse, non ostentationis studio (ab hoc enim vilio ccerdotium assiliunt, ut laudi apponal Basilio , quod
alienos sese fuisse), sed ut plurimorum desiderio non ejusmodi homines inilatus sit , cum poluissel
perſunclorie satisfacerent. Lenienda ergo aliqua in- imilari. Al qui infans aut adolescens baptizatus est,
terprelatione verba Gregorii Nysseni; nec pulanl- an laudem meretur ob sacerdotium non statim ap
dum lanto faslu elalum fuisse Basiliuin , sed furte , petitum ?
dum eloquentiæ sue specimina civibus exhibet , Basilium baptizavit Dianius Cæsariensis. Tesla
plausibus interdum delectari visum esse ; unde me- tur enin (9) se a viro, qui diu in ministerio Dei
lus injectus sorori, ne his laqueis arctius irreljlus, vixil, baptizatum fuisse et Ecclesiæ ministerio ad
deinceps se espedire non possel. Pralerea nec ipsa molu . Soli Dianio hæc signa congruunt. Nam cum
lacrina auctor ſuit Basilio, ul ascelicain vitam am . is ab anno saliem 311, quo interfuit concilio Antio
plecierelur, sed lantum hortari poluit, ut consilium cheno usque ad annum 362 Ecclesiam Cæsariensen
perliceret, quod dudum intcodebat, alque, ut dici rexerit ; nec ejus successor Eusebius Basilinin ba
lur, currenteni incitare . plizare poluit, nec eum decessor Hermogenies le
II. Narrat Basilius (d) quomodo effuso in paupe- clorem instituere, qui cuin Athenis versarelur, lai.
res patrimonio loloi se Deo consecraverit. Idem cus ad laicum scripsit Apollinarium . Inde autem
de se narral Gregoriiis (e) ; sed neuler baptismi D conlirmatur quod de Basilii baptismo diximus. Per
mentionein facit, quamvis constel Gregorium ba - spicitur enim ejus baptismum dilalum ſuisse a pa
plizalum fuisse , postquam rediit Athenis. De Basi- rentibus. Alia autem dillerendi causa esse non po
lio buc lonlum certo scimus, ejus baptismuni dila - tuit, nisi ut lam eximium donum adolescentiä vau
lum ſuisse, sallem usque ad illud tempusquo Cæsa - fragiis non exponerent. Aieadem causa mulio gra
team missus est. Uirum autem etiam usque ad rc . vior exstitit , cum Constantinopolim el Athenas
ditum es Græcia , id non ita exploratum est : sed inissus est : quibus in urbibus perpetua innocentia
lamen libenter crediderim eum circa annum 357 ct fidei pericula imminebant.
mysteriis initiatum fuisse. Nam Gregorius, qui ca - Quod si B : silii baptismus usque ad reditum cx
iuchumenus eral Athenis, sic suum cum Basilio lilierarum sludiis dilalus luit, vix dubium est quin
omnium rerum consensum describii, ut nusquam il. lum demum baptizatus fuerit, cum sure a mundi
(a) Oral. 20 . (e) De Vil.
(b ) Ep. 210 , 11 . 2 . (1 ) Or. 20 .
(c) Or. 20 et Vil. (9) Lib. De Spiritu sancio, cap . 99.
(!) Eo, 223 , 11. 2 .
XIV PROLEGOMENA .
scena abstrasil. Cuni enim præparandus animus A vit, et omnibus staluit nudare bonis, ui Cliristum
fuit ad tantum mysterium , lum vero ipse Basilius lotus induerel. Proiniserat ei Gregorius Athenis se
declarat in epist. 223, se intimos pietatis sensus cum eo in eamdem solitudinem recessurum ; sed
concipere, el quidquid sordium ex profanis sludiis cum amicitiæ legem debitæ parentibus pielali posle
et hominum improborum consueludine conceperat, babere Gregorius cogeretur (c) ; deslilulus hoc præ
excutere cæpisse , culin sua omnia pauperibus dis - sidio Basilius (d), monasteria Orientis el Ægypti
tribuere , ac in solitudinem sese recipere staluit. invisere statuit, ut perfecta virtulum exempla ad
Lector ab eodem Dianio institutus est Basilius , imitandum haberet. Narrat ipse (e) se innumeris
non multo post baptismum (a ). Utrum autem id eve laboribus in Syriam pervenisse, ac inde in Ægy
nerit statim post baptisinum , ap post redilum ex plum lungo et difficili jsinere profectum esse. Vidit
itineribus, quæ ab eo suscepla modo narrobiinus, sanctissimos viros Alexandriæ et in reliqua Ægy
id equidein von mihi videor posse statuere. plo ( ), ac in Palæstina elCælesyria el Mesopolania :
JII. Circa illud lenipus amisit Basilius fratrem miratus est eorum in laboribus perferendis apimi
Naucralium (6), Irisli quodam casu sublatum . Is fortitudinem et in orando constantiam : obslupuit,
post Basilium natu maximus, mira quadain indole, cum eos viderel somnum superare, nec ulla natu
et corporis venustate ac viribus et celeritate, el B rali necessitale in Decli, sed in fame el siti, in ſri
eximia ad omnia habilitate cæteris præstabat. Sed gore el nuditale indomilum animi robur servare, et
cum annum assecutus esset vicesimum secunduni, tanquam aliena in carne vivere. Sed quantuin illuns
ac publica eloquentiæ suæ specimina dedisset cum juvabat hæc sanctitatis exemplaria respicere, lan
suinma audientium admiratione, subiit illum divina cum ei mæroris allulerunt dissensiones, quæ his
graliæ dono fastidium mundi, ac omnibus rebus suis temporibus, ut cum maxime, ſervebant, Videbat
projeclis, vel potins Deo dicatis , ad solitariam ac episcopos ipsos inter se digladiari (9), el Ecclesiam
pauperem vitam magno animi ardore accurrit. Se. Dei crudeliler dilacerare, ac ejus gregem obturbare.
cutus est illum unus ex famulis , Chrysaphius no . Sed cum cjus animo salia fides a teneris fuisset in
mine , qui eum diligebat, ac ejusdem vitæ sludio sculpla, nulla illum erroris aura perflavil, seque
lenebatur. Secessit propter Iridem Nuvium in col ipse lestalur, in peregrinationibus, quas vir factus
lem quemdam denso nemore consilum , et dorso terra marique suscepit (h ), si quos inveniret secun
präcelsi montis reconditum . Ibi ab urbium tumultu dum traditam pietatis regulam ambulantes, cos et
el militiæ ac fori occupationibus remolus quibus. patrum loco habuisse, et duces animæ suje secu
damn solitariis senibus se tradidit, quibus inopia et tum esse. Non vidit Alexandriæ magnum Albana
morbo laborantibus victum quæritabat manuum C sium . Significat enim in epist. 80 nunquam sibi
suaruin industria . Cum enim quodlibet venationis banc felicitatem obtigisse. Præterea Athanasium
genus non læve exerceret, pisces senibus coplabat. scimus Alexandria excessisse anno 356 . Seil dum
In quo quidem et charitatis oflicio fungebalur, et Syriam peragrat Basilius, videre poluit S. Euse
juventutem his laboribus domabal : nec interim a bium Samosatensem , quocum et ante episcopalum
colenda maire discedebat, ejusque mandatis ex. suum et in episcopatu arctissima amicitia conjun
bauriendis, si quid illa præciperet. Jam quintum clus fuit. Neniinem sane video, quem libentius inter
annum in hoc instilulo traducebal, cun ingentem eosnumerem , quos se Basilius palrum loco habuisse ,
malri ac loci familia luctuni attulii. Subito enini e et animæ suæ duces secutum esse dicit.
vila rapitur, non morbo correplus, non ex insidiis V . Basilium Alexandriæ morbus detinuit ac me
jutereniplus, sed quodam die cum ad piscanduni tum attulil ne in patriam hieme redire non possel.
profectus esset, morluus una cum Chrysaphio do. Dum autem in hac moralur urbe (i), allalx sunt ei
mum reportalur. Tain iristi nuntio ad S. Emme- litleræ Eustathii , philosophii cujusdam ethnici,
liam , quæ trium dierum itinere dislabatallalo , quem Athenis rediens visurum se in Cappadocia
mulier alias fortissima concidit exanimnis. Al tum speraverat, sed quæsitum invenire non potuil. Posle
Daxime eniluil virliis S. Macrinæ , quæ non solum ea morbi obstiterunt, quominus eum viseret. Neque
jn viciam se a dolore præstilit , sed etiam matrem eliam cum eo abeunte in Orientem proficisci po .
e profundo moeroris constantia sua revocavit. Si fuit. Postquam in Syriam venit Basilius, audiit phi
Naucraljus anno 330 , ut satis probabile est, in lu- losophum inde abiisse in Ægyptum . llluc eljalo se
cem esl edilus, ejus inors circa annum 357 collo conlulii, ac ne illic quidem oplatum philosophi
canda ; quippe cum anno ælatis vicesimo secundo congressum assequi potuit. Is enim ad Persas el
extremos barbaros abieral. Tandem ab co litteras
IV. Eo alluentior et uberior fuit in Basilio gra accepit Alexandriæ , ex quibus illum in patriam

(a ) Lib . De Spiritu sancio, cap . 29. ( Ep. 223 , n . 2.

(6 ) Nyss. Vil. Macr., p. 132. (9) Proæm . Alorai., p. 213.
(c) Naz . ep. 5 . (h ) Ep . 204, 11. 6 .
( d ) Naz. or. 20 . li) En. 1.
(c) Ep. 1 .
 VITA S . BASILII.
u be epistolam leporibus refertam , in qua se Athe- A Voluerat priino Basilius iu Tiberinam sese reci
las reliquisse , ut Eustathium viderel, ac eodem perc. Est autem Tiberina regio quædam Cappado
consilio in Orientem peregrinatum esse lingil; ct cize , in qua situs est ArianizusGregorii natale solum .
cum eum lol in locis quæsitum non reperisset, du- Num igitur cogilas, inquit in epist. 14, quo ego pe
bilasse an non falo aut fortuna omnia regantur. riculi siulius venerim , cum sedem hujusmodi Tibe
Hiec, inquam , ab eo peracule finguntur, nec proinderina orbis terrarum barathro commutare pertinaciler
niniui stricle accipi debent. Nam quod se Athe- vellem ? Videtur spes cum Gregorio vivendi præci
nis discessisse ait, ut philosophium videret, urba prum fuisse coin modum , quod sibi Basilius præfe
nissima est amici desiderii significatio , non quod renda aliis locis Tiberina proponerel. Sed ipsius
aliud discedendi consilium non habuerit. Dubitatio mater el soror, quarum intererateum non lam louge
allein illa , qua se agitatum fuisse dicit , non alio secedere, buic consilio , ut verisimile est, obstilo
spectat nisi, ut ethnico philosopho veram de Provi- runt, ac orando et instando perfecere, ut illum al
dentia sententiam facilius insinuet. Hanc cpistolam traherent in locuni solo flumine ab earum monaste
oninium primam collocavimus, utpote scriptam rio dissilum .
anno 357, inler Basilii peregrinationes. Postquam degendi curn Gregorio spes evanuit ,
Quod meluebat Basilius, dum esset Alexandrix , B dolorem suum Basilius non corde pressit, sed vio
ne se morbus in patriam hieme redire non sineret; latam ab amico promissoruin fidem queslus est.
id argumento est eum de celeri ac promplo reditu Non babemus epistolam in qua hæc scribebat; sed
cogilasse cum bæc scriberet, ac proinde jam mo- exstat Gregorii responsio (9), qui objectum crimen
Dasteria Palæstinæ , Cælesyriæ et Mesopotamiæ vi. non inficiando repellit, sed pietatis parentibus debila
sitasse . Sed cum sæpe ejusmodimorbis laboraverit, commemoratione deprecalur : ac litis dirimendæ
nec idcirco suos interiniscrit labores, verisimile causa hoc temperamentuin proponil, ut parliin ad
non est eum tandiu Alexandriæ delenlum ſuisse. se Basilius, partim ipse ad Basilium ventitet.
Reversus autem in patriam , cum tolus arderet ea Aliam amisimus Basilii epistolam , in qua jocaba
inilandi studio (a), quæ iu remotis regionibus vie uur in Tiberinam . Vicissim eum Gregorius perus
deril, pullam videtur moram interposuisse, sed sla . banis in Cæsa ream ubi nalus eral, el in Pontum . quo
liin perfecisse consilium , quod dudum extenderal, secedebal, dicteriis remordet (h ) • Ponti tenebras
utsua omnia pauperibus distribueret ac sese in so exagilat, ubi solem ad certum moduin accipi dicit,
litudinem reciperet. Quod speciat ad Cæsaream , pro lulo objicit caupo .
VI. Locum elegil secessai idoneum , montem nas, et quidquid urbes turpe et inconimodum fe
quemdam ad ripas Iridis fluvii, qui ex Armenia or- C runt. Vocat Basilium luli experiem virum , et sum
tur (b). Ad alteram Ouvii ripain sita erat villa , in ul quamvis sit Cappadox, Cappadociam fugiat. Ex
qua Basilius, apud aviam Macrinan educatus fueral. quibus verbis colligo Basilium nondum secessisse ,
Hac in villa , que paterna hæreditas erat familie cuin hæc scriberet Gregorius, sed lamen jam sla
S. Basilii, el post mortem S . Emmeliæ (c ) S . Gre - luisse Cappadociam fugere et in Ponlum se reci
gorio Nysseno cessil, constructum erat monaste . pere.
rium a virgine Macrina, in quo fratrem suum Pe Basilius omnibus rebus ila sese nudaverat (i),
trum a leneris ad omnem virtutem finxit, el sacra - et nihil haberet præter corpus et necessaria eorpo
rum litterarum cognitione imbuil (d). Remolus non ris integuinenta . Cilicio corpus tegebal ( , sed noclu
eral hic pagus ab urbe Neocæsarea , unde Basilii io tantum , ut oculos hominum vitaret. Nemo lanta
hunc lorum adventu anno 375 lerror injeclus Neo- inedia exstitit. Erat illi , inquit Nazianzenus, lunica
cæsariensibus, quasi Basilius in eorum urbem in - una, et pallium unum , et siralus humi lectulus of
gredi pararet. Non tamen subjeclus erat Neocæsa illuvies, el vigiliæ ( illa ejus decora el ornamenta ) el
ree, sed lbora , exigue civitali non procul distane suavissima cæna et obsonium , panis et sal, novum ,
li (e), cujus episcopus Araxius S . Macrinæ justa inquam , illud condimentum , et potio sobria el uber
persolvituna cum S.Gregorio Nysseno qui eum vo- rima, quam nobis nihil laborantibus fonles profun
cal locorum illorum episcopum (1). Hunc pagura duni. Ex quibus, imo cum quibus, morbi ac mor
Annesos vocalum fuisse perspicimus ex Basilii borum curationes pramanarunt : quod cominune
epist. 3, in qua loquitur de quodam agresti ex iis, utriusque noslruni sludium fuit.
Testatur etiam Nyssenus Basilium (k ) parcissimi
lem de pago trans Iridem silo accipi debere inde cibi fuisse, el cum carne sua non aliter, quam cum
perspiciwr, quod Basilii soliludo ab omuiprorsus servo fugitivo inexorabilem dominum egisse . Quanto
homivam consuetudine remota essel. sanctitalis in anima el corpore servandæ studio le
(a) Ep. 223, n. 2. (g) Naz , ep . 5 .
(6 ) Greg. Nyss. Vit. S. Macr. , p. 182. (h ) Ep. 6 .
(c) Or, in xí marl ., p. 211. i Niz. or. 20 .
(di Nyss. Vil . S . Macr., p . 185. (j) Ibid .
(-) Nyss. Or. ir XL mari., p . 212 . ik ) in Basil. p. 490, 496 .
l Vil. S . Macr., p . 200, 202,
KI PROLEGOMENA.
neretur, perspici polest ex his Cassiani (a) verbis : A cium ducebam eorum quæ non videntur, ea quae vi
Ferlur S. Basilii, inquit, Cæsariensis episcopi dio dentur.
stricla sententia. El muliereni, inquit, ignoro, el Non video quid significantius possit (Thomassi.
virgc non sum . Intanlum intellexit incorruprionem nus requirere. Vel enim nulli lunc monachi fuere,
carnis non tam in mulieris esse abstinentia , quam vel Basilius fuit. Slaluit bona omnia vendere el
in inlegrila !e cordis, quæ rere incorruplam perpeluo pauperibus distribuere. Quærit aliquem ex fratri
sanctimoniam corporis vel limore Dei vel amore ca- bus , qui monasticum instilulum prolilealur, ut
slilalis custodial. cum eo brevem hujus viiæ Duclum Iranseat. Quis
CAPUT IV . in hoc consilio vel facultatum relinendarum , vel
I . Qui Basilium negant professione monasticæ rilæ monastici instituli ad tempus amplectendi volunla
obstriclum fuisse, reſelluntur ex ipsius lesiino- lem suspicelur ? Quamvis aulem Basilius non dical
niis. II. Probalur Basiljum nihil sibi ex bonis
suis reliquum fecisse. 10 . Professio etiam nomina conceptis verbis imilatum se esse perfectum illud
tim el concepiis verbis non pronunliala violari non vivendi genus, quod in variis monasteriis perspexe
polerat. IV . Gregorius mediam inler anachorelas ral, sed tantum imitari slaluisse ; nemo lamen dise
el ascelas acluosos viam elegit. Migades apud il com
Gregorium iidem ac ascele actioni dedili. V . Ba- R ril eum ab incepto lurpiter discessisse, el quæ sla
silius in monasteriis suis medium inter anacho . ” tula ac deliberala liabueral, minime perſecisse .
relas acmigades vivendi genus instituil Nibil sanc opus est exquisitis argumentis in re
1. Doctissimus scriplor Thoniassinus novam quam . maniſesta . Monumenlum habemus monasticæ Ba
ram de Basilio el Gregorio Nazianzeno opinionem silii professionis certissimum , ipsas regulas ab eo
juvenit , quæ apud antiquos inaudita prorsus et ini. instilulas. Nibil severius aut strictius præcipi po
memorala, placuit tamen celeberrinio abbati Trap- lest, quam quæ a Basilio de omnibus prorsus rebus
pensi. Summos illos viros Saletur Thomassinus in relinquendis præcipiuntur. Ei qui semel inter fra
solitudinem secessisse, sed illis monastici instiluli tres monasterii ascriplus est, nullum prorsus ex
veram professionen invidel. Negat(b) veremonachun cundi locum relinquil : sed sacrilegum esse decla
esse, nisi qui se ad lolum vilæ lempus hac sancia ral (c), qui ad aliud vila genus transit , lil qui do
professione obstringal, seque omnibus possessionibus narium Deo consecralum abslulerit. Si quis autem
spoliet ac nudel. Difficile prolecio non erit Ulrumque dubilet an Basilius iisdem volis obstriclus fuerit, ar
de Basilio nostro astruere, el quod erudilus Tho. ii quos regendos susceperal; legere potest proc
inassinus slaluit, ut eum monachum non fuisse nium in Regulas longiores quod sic incipit : Quo
probel, id converlere in argumentum veræ illius c niam Deo juvante, in nomine Domini nostri Jesus
monasticæ professionis. Nam in his quae ad san Christi simul convenimusnos, qui unum et idem pii
clum Gregoriuin Nazianzenum spectant non immo- instituti proposilum lenemus, etc. Ol [va xal toy Qů .
rabor, quamvis amplam segelem illius opera sup- Ed oxOTIDY TOū Blou toũ xat' củsebelav Èvotryskus.
pedilent : sed bis erudito sodali illius operum edi- vol. Dubia profecto non eral monachis Cæsariensi
lionem elaboranti servalis, nonnulla tantum allin . bus Basilii professio, cui cum magna molestiae ac
gam , quæ a Basilio nostro divelli non possunt. cidissent ab Eusebio episcopo , faciam ei, qui prin
Basilium ipsuin de se loquentem audiamus, anle. cipalum inter ipsos oblinebal,injuriam graviter lule
quam aliorum referamus testimonia . Sic susceplum runt id ). His adde veterum lestimonia qui Basi .
a se monasticæ vitæ propositum exponit in epist. lium el Gregoriuin vitam monasticam ainplexos
223 , n. 2 : llaque cum legissem Evangelium , inquit, esse refcrunt. Vide Rulnuin lib . 1, c. 9; Sucraler:
ibique perspexissem plurimum ad perſeclionem va . lib. iv , c. 26 ; Sozomenuni lib . vi, c. 17.
lere , bona sua divendere, el cum egenis fratribus II. Paupertas, quam requirit Thomassinus ait
communicare,ac nulla prorsus hujusvilæ sollicitudine monasticam professionem , maxime enituil in Basi
distringi, nec ulla affectione ad res lerrenas animo lio . Teslalur Nyssenus eum ab initio slaluisse nihil
converli; cupiebam invenire aliquem ex fratribus qui D possidere, el petram immobilem fuisse hoc consi
hanc rilæ viam elegisset, ut una cum ipso brevem lium . Idem discimus ex Nazianzeno (e) Basilius
hujus vitæ fluclum Transirem . Ac multos quidem in omnibus facultatibus, quas unquam habuerat, a quo
reni Alexandriæ , multos etiam in reliqua Ægyplo : animo projectis, leviter facileque vilæ pelagus trans
el in Palæsiina alios el Cælesyria ac Mesopolamia ... misisse.
Hæc cum mirarer, ac bealain pularem virorum vi- Existimal Tillemontius Basilium slalim quidem
Tam , quod factis ostenderent se mortificationem Jesu sua omia pauperibus consecrasse, non lamest sla
in corpore circumferre, oplabam et ipse , quantuni tim distribuisse , sed cum sibi aliquid reservasser,
possem allingere, imitator esse hominum illorum . variis temporibus charilati suie satisfecisse. Ninilor
Quamobrem cum vidissem nonnullos in palria imi. doctissimus scriptor Testimonio Nysseni, qui fra
tari illorum instituta conantes, mihi visus sum adju . irem suum leslalur (1) patrimonium pauperibus ei
menti aliquid reperisse ad meam salulem , et indi. anle sacerdotium distribuisse, et maxime famis leide
(a ) Institut. lib . vi, c. 19. (d) Naz. oral. 20.
16 Disciplin. eccles. part. 11, lib . I, c. 46 . (e) 11. Basil.
Paterrog. 24 In Eunom ., p . 507 .
 VITA S . B .ISILII. XV11
pore, cum adhuc essel in presbylerorum ordine, nec A professiones, inquit, non novimus, prelerquam si
poslea eorum ,quæ residua (uerant,minus liberalem qui se ipsi monachorum ordini ascripserini : qui
fuisse . quidem tacile vitam cælibem videntur suscepisse. Ve
Conjecit Tillemontium in hanc opinionem alia rumtamen in illis quoque illud opinor præmilli opor
minus recta opinio de morte S . Eipmeliæ , quam fere, ut ipsi interrogenlur, accipiaturque eorum pro
episcopo Basilio pulat obiisse . Sed id ante episco - ſessio clara el perspicuit : ul cum se ad libidinosam
palum Basilii contigisse , et ramis lempore conti. vilam converterini, eorum qui fornicantur purilioni
gisse , quæ Basilij charitati materiain dedit, certis- subjiciantur. Hinc in Regula fusiori, interrog. x, el
bitur. Quare cum Basilius maternam bæreditatem præscribitur professio bis qui monasticam vitam
famis tempore perceperit ; facile perspicitur, quo- amplectuntur, nisi ut fratrum ordini post legitimamu
modo qui se jam antea omnibus rebus nudaveral, approbationem ascribantur. Ilujus autem tacitæ
idem lunc charilalis specimen renovarerii. Non professionis non minus stricla eraill vincula , quam
dillicilius explicalur quod ail Nyssenus, Basiliuin illius claræ etperspicue. Nam Basilius, ut jam dixi,
poslea corum quæ reliqua erant non minus libera- eum qui se dicavit Deo el deinde ad aliud vilæ ge
lem fuisse. Neque enim mirum , si amplam heredi- B mus transiit, factum esse sacrilegum , et consecra
lalem non slalim lolam percepit, sed nonnulla se- lum Deo donarium abstulisse pronuntial (e). Quare
rios, ut ju cjusmodi rebus fieri solet, in ejus ma cum Basiliusmonachorum ordini per lot annos non
nus pervenerul!l. solum ascriplus fuerit, sed etiam præſuerit ; 110
Illud ergo constare debet Basilium sedulo obser. nastica illius professio negari non polest : valdejua
vassequod aliis præscripsit in Regulis lum longio - absurduni est clarü etnominatim conceplæ profes
ribus tum brevioribus ; ncque eum hac in re iuile . sionis necessitalem ei imponere, quæ illis lempori
riorein ſuisse Macrina sorore, quar. se ex bonis æqual bus omissa , sillen in Cappadocia , nibil de volu
parte inter ipsam ac fratres divisis nihil sibi reli- rum vi delrabebat.
quum fecisse leslatur (a), sed omnia per manus IV. Existiinal Thomassinos Gregorium nibil loci
sacerdotis secunduin divinum præceplum distri- reliquisse dubitationi in carmine De vila sua, ubi
buisse. Cum aulem nihil omuino possideret Basi. se diu fluclualum leslalur ecquod vilæ genus tene
lius, victum ei ex ipsa domo, in qua nulrilus fue- rel, inter monachorum lolibula el urbium tumultua
ral,mater benigne providit (b), saltem postquam ad liones, medium tandem seculum esse Iramilem , u
preshyleri gradum cveclus est. Nam maximain aliis ila prodessel, ul ne ipse suæ officerel saluti. Tun
partem servitiorum illius domus presbytero cui. C profert hos versus Gregorii :
cam , Dorotheo nomine, qui Basilii collactaneus Media inter illos, hosque procedo via,
eral, ejusque nulricis unicus Glius, ea conditione Medilans ul isti, commodum illorum æmulans
Iradidit, ut Basilio alimenta suppeditarel. Sic all
lem tradidit, ut nequaquam donum essel, sed usus Deinde addit : Ergo cum vitæ ejus scriptor ail, ma
per vitam . Quam alienus fuerit Basilius ab ea re- luisse eum monachum esse , quam sæcularis vilcc
missionc, seu potius dissolutione, quæ illi aflingi- sequacem , pauperem quam opulentum , non de mo
Ferlur sententia , inquit, sancti Basilii Cæsariensis de vila sæcularibus curis expedila , el de frequenti
episcopi, ad quemdam prolata Synclelium , lali quo ab urbibus secessu . Longe aberrat doctissimus scri
diximus lepore lorpenlem : qui cum se renuntiasse plor ab bujus lestimonii sententia , quod cum Basi.
dicerel huic mundo, qua:dam sibide propriis fucul. lii rebus lucem afferre possil, paulo accuratius in
lalibus reservarit, nolens exercilio manuum suarum ressigandurn nobis est
sustentari, el humilitatem veram nudilale et operis Gregorii verba , quæ Juin fecerunt Thomassi
contritioné,monasteriique subjectione conquirere : El no, es carmine primo desuinpla sunt, ubi narrat
senalorem , inquil, Syncleli, perdidisti, el monachum Theologus sibi, post captuin a carne recedendi
non fecisti. consilium , dificilem incidisse deliberationem , ex
III. Illud autem Thomassinuin in errorem videlur duabus viis Deo gratis quævani essel prästintior,
potissimum induxisse, quod Basilium , Gregorium , seque initis subductisque rationibus sic apud ani
Joannem Chrysostomum et alios ejusmodi nulla mum staluisse :
professione nominalim obstriclos fuisse credideril ,
sed voluntaria pielate perfecisse, que monachi illi Μέσην τιν' ήλθον αζύγων και μιγάδων
posila volorum necessitale faciebant. Non illusissel Των μεν το συννούν, των δε το χρηστον φέρων.
error doctissimo scriplori, si legissel atientius de Gradior soulos inter alque migaaes,
einum nouum Basilii canonem (d ). Virorum autem Medilari ul ni, prodesse ut illi coyiluns.

(a) Vil. Macr . p. 192. (d) Ep. 199.

(b) Ep.37 el 38. lej Interroy. 14.
ich Institut. lib . vii, c. 19
XVIII PROLEGOMENA .
Com es his que præcedunt et sequuntur, cum ex A accuratius. Idem discrimen observatur in oratio
pluribus aliis Gregorii locis demonstrandum nobis nc 21 : 01 uovaõlvol xal gelykocs, ol tñs åtta ÓTTTOS
est & fúvous illos, id est solutos et jugi expertes, xal třs axp.belas, 7501 cñs Dewplaç xal cool tñs
anachoreias fuisse sive homines contemplationi de Topálews. Solilarii el migades, qui simpliciter vivir
ditos, miyades vero , ascelas ini agendis rebus oc- lis, et qui accurale ; qui contemplationi, el qui aclio
cupalos : nec Gregorium deliberasse ulrum niona - ni vos dalis.
slicam vilam , an sæculares tumullus ampleclere Hec autem verba, οι μοναδικοι και μιγάδες, sic
lur, sed ex duobus ascelarum generibus, quoruin reddit Billius, monachi et in sodalilio viventes. Al
alii contemplationi, alii actioni lolos se dabant, profecio migadum nomine non intelligit Gregorius
ulrum sequeretur. cænobilas. Nam cænobilæ mediam illam viam in
instilula honiinum Deo consecralorum . Nam cum Gregorius sequendam sibi esse duxit. Unde in e: -
Gregorius deliberaret utrum eligerel, jam slatueral dem oratione ait cænobilas in Ægyplo simul esse
sese Deo consecrare , ut ex bis verbis perspici po- eremitas et migades. Duo enim distinguit mona
lest : chorum genera in solitudine viventium : Olyev toy
Animum premedal nam gravis lurbo meum πάντη μοναδικόν τε και άμικτον διαθλούντες βίον,
Dum quæro primas in bonis quidnam ſerul. εαυτούς μόνοις προσλαλούντες και τω Θεώ, και τούτο
A carne dudum longius recedere μόνον κόσμον ειδότες , όσον εν τη ερημία γνωρίζου
Stalutum habebam , luncque firmabar magis.
Al cogitanti de viis gratis Deo, σιν . Οι δε νόμος αγάπης τη κοινωνία στέργοντες,
Præsianriorem non erat promptum mihi tonuixol vs Ouoū xal tey áoes. Quorum alii vilam
Reperire . prorsus solitariam , et ab hominum socielale remo
Hlærebat ergo Gregorius non inter monasticam iam aguni, sui ipsorum tantum et Dei colloquio
et sæcularem vilam , sed inter anacborelicam sive frilenles, atque hanc dunlaxallerræ partem pro
contemplativam el actuosam . Quos enim açúyous mundo habentes, quam in solitudine cognitam ha•
vocal, eorum instituti exempla ex Elia el filiis bent. Alii autem charitatis legem per communionem
Jonadab el Joanne Baptista'repelit.Retrahebat illuin el socielatem colentes, solitarii simul el migades
ab hac vita litterarum sacrarum amor, quibus ex. suni. Illud etiam laudalur a Gregorio (a ) in mona
colendis non valde apposilus eremus : illudque in chis Nazianzenis : Métpa tñs els td xolvdv értellba
coinmodi in ejusmodi hominibus reperiebal, quod Elas xal ÚtroXwphrews, tñs dès tous aidous traida
mullum sibimielipsis prodessent, al aliis nequa- yw youons, tñs o to Ilve újate MUOTQywyouons, xal
quam . Hæc profecio anachoretarum et contenipla- tñs uév év vợ xolvõ td áxolvov quaattouons, tñs
tioni deditorum hominum propria sunt, quos me. I tv tý dulatu nord gedade,pov xal gedávopw Trov.
rilo vocal & fúyous, ut qui ab omni jugo liberi, niec Modus irem in commune prodeundi, lum secedendi,
ullis prorsus vinculis astricti essent. Quod speciat illud, ad alios instiruendus, hoc, ul ipsi Spiritus
ad migades, sive eos qui cum aliis miscentur, non mysteriis imbuantur, alque ilu ulrumque, el in com
diflicilis est interpretatio . Illos enim ibidem vocat muni solitudinem serveni, el in solitudine fralernam
To paxtıxous , id est acluosos, eosque plurimum aliis benevolentiam et charitatem . Quamvis ergo miga
prodesse, at in magnis lunuliibus versari dicit. des jidem interduin sint apud nonnullos scriptores
Quare nicdiam inter utrosque viain seculus est, vel ac cænobilæ , al cerle Gregorio non potest hæc in
polius uiruinque institulum simul conjunxit, ul etterprelatio alligi, qui in cænobilis migadum vitam
litterarum sacrarum sludiis el fovendie parentum cum anachorelaruin instituto conjungi volebal.
senectutis ollicio satisfacerel. Quin etiam Maximum philosophum , qui proſecco
Sæpe alias de iisdem migadibus agit Gregorius, cænobila non eral, sed potius erro quidam et fugi-
ac ubique in eam quam diximus sententiam . Sic tivus, intermigades numeral (6). Hunc enim laudat,

ooov od ućoov TÚV Šv ouGuylais Topes tous dráuous; societatem colit el permiscelur, eremiticæ el solila
Kav TOÚTOLS Tál.lv, tùy this èpoulas apds tous xol- riæ vitæ prætulerit.
vwVixous xal flyádas . Tūv ¿EnTaguévw xal olabs V. Hæc pluribus referenda duximus, ut el de
67,xótWV év Oswplą , repas tous draws XATEUQúvov. Gregorio el de Basilio sciremus, quodnam vilæ ge
tas. Quod si accuralius rem eipendas, quantum in - nus aller elegerit, alter in monasteriis suis consti
lervallum inter conjugalos el cælibes ? Ex his rursus fuerit. Naw medium illud inler anachorelas et mi.
quunlum inter eos qui in eremo versantur, et eos qui gades institutum , quod Gregorius tanti faciebal, ipse
communes sunt ac migades ; inter eos qui accurale eliain Basilius in nionasteriis suis instituit. Non
degunt et in contemplatione profecerunt, el eos qui enim banc Basilii laudem prætermisit Gregorius,ut
simpliciter reclam viam ineuni. Migades ergo inter ex his verbis perspicimus (c) : ToŨ tolvuy épnjuixou
celibes et continentes recensentur, non secus ac βίου και του μιγάδος μαχομένων προς αλλήλους ως
ipsi anacliorele ; sed primi simplicius vivunt, isti τα πολλά και διϊσταμένων, και ουδετέρου πάντως η
la ) Or. 12. (c) Orai. 20.
(6) Or, 23. ,
 VITA S . BASILII. YUX

od raddv, if to paūlov & vittluextov Exovtos. & ld toŬ A eremiticæ vilze commoda : arcebal incommoda Basi
pily houylou uły ØVTOG yalov, xal xaleomnXÓTOS, lii cura in eis erudiendis ; cnjus rei præclarum indi
και θεώ συνάγοντος· ουκ ατύφου δε διά τό της αρετής cium est epistola oclava, quam paulisper abesse co
deoaOKVLOTOV xal doúyxptov • TOŪ atpaxtixwtépou aclus scripsit, ut eos ad everlendas Arianorum ar
per parov xal xenoiuwtémou , td Oopulūdes où qeú gutias comniuniret. Dubium non est quin socii et
YCYtes , xal toutous &plota xathadagv dialois xal inilatores Basilii fuerint cum in fide defendenda,
GUVEXépacey• downthpia xal Movaothpla deidauevos lum in aliis rebus, quas Ecclesiæ causa gessit in 80
uév, où tropew È TÔV XOLVwVeXWv xal ulyáowv, ouat litudine. Certe non alios designat, cum ait ja epist.
dotiep teixiw tivi uéou taūta Olalabwv, xal & r ' &de 51, n . 2 , se cum multis in patria Deum timeatibus
aflar xuploas, dalk thnolov ouvelas xal olaçeúo insolabiliter doluisse, quod Dianius formulæ Con
tas. Iva jujte od peabsorov axoivuntov iħ , uhte od slantinopoli allatæ subscripsissel. Alque hæc qui
Tepaxtıxdv dspeabooxov . Cum igitur solitaria vita , el dem deBasilio ejusque discipulis.
ea quæ socielale gaudel, ut plurimum inter se dissi. Al forte de Gregorio dubitari possit, utrum se in
derent, ac pugnarent : neulraque omnino, vel com - monasterium receperit. Verum etiamsi ascelicum
moda, vel incommoda sua pura et immista haberel; jostitulum in palernis ædibus excoluisset, nihil id
verum illa magis quidem tranquilla el composita es. B de ejus volorum perpetuitale delraherel, nec idcir
sel, ac Deo animos copularel : cælerum ob eam cau - co videri deberet, aut continentiæ professione ob
sam fastu non careret , quod virius non exploraretur, slrictus non fuisse , aut non se omnibus rebus pro
nec in comparationem veniret ; hæc aulem magis qui. Christo nudasse. Quot evim tribus primis sæculis
dem actuosa et utilis essel, verum a tumultibus mi. ejusmodi vilam ante exstrucla monasleria egerunt,
nuslibera : præclare eas inter se reconciliavit ac per - de quibus tamen dici non potest quod de Basilio,
miscuil, pietatis nimirum gymnasia elmonasteria ez - Gregorio, Joanne Chrysostomo et aliis propuntiat
SITHERS, non tamen longe discrepantia ab iis quæ 80 - Thomassinus, nulla eos voli necessitale astriclos
cietatem coluni, el permisceatur; nec velut muro fuisse ? Quis dubitet quia S. Cyprianus perpeluo se
quopiam interjecio hæc instilula distinguens atque a se obligaverit volo, cum bona sua pauperibus dis
s invicem separans, verum prope conjungens ac diri. tribuit, ac continentiam adbuc catechumenus am
mens : ut nec contemplario communicationis expers plexus est ? Miralor Pontius laplum in catechumeno
essel, nec actio contemplatione carerel. Existimat fervorem . Inter fidei suæ , inquit, prima rudimenta
Tillemontius anachoretarum ædes prope cænobia a nihil aliud credidit Deo dignum , quam si continen .
Basilio fuisse exstructas. In quo quidem decepit ctiam tuerelur... Quis unquam lanii miraculi memi
eum Billii interprelalio, qui bic quoque cænobilasºnit ? Inepla prorsus el absurda laudaudi ratio , si
migadum nomine intellexit . Sic enim reddidit : continentiam Cyprianus perpetuam non voveral, sed
Pielalis nimirum gymnasia el monasteria exstruens, ad tempus colebal. Quare eliamsi Gregorium mona
non lamen longo intervallo ab iis qui in sodalilio vi- steria non babuissent, non idcirco magnum illud
tani. Refellitur hæc interpretatio ex lola Basilii bi- ornamentum monastico instituto eripi posset. Sed
sloria , quem cænobilis præfuisse conslat, non ana- tamen probari polest eum non minimam vitæ par
cborelis prope cænobilas constitutis. Deinde vero lem in monasterio traduxisse. In monasterio Basilii
migadum nomine non cænobilæ , sed ascelæ actio . commoratus est aliquandiu anlequain presbyler
ni dediti, ut in superioribus locis, designantur : nec crearetur, et qualem ibi vitam eger!l, egregie de
anachoretas Basilius prope migades constituit : sed scribit in ep. 8 et 9. Unde non immerilo Basilius in
ulrumque instillum nullo prorsusmuro diremplum epist. 223, 0 . 5, leslatur secum in mouaslerio Gre
esse voluit, sicque ulrumque, cænobiis exstruendis, forium idem vilæ instilutum seculum esse. Fugit
conjuoxil , ul noc anacborelarum deessel solitudo, Gregorius iu eamdem solitudinem presbyter crea
nec migadum ofliciosa charitas, primorum au - tus. Haud scio an in solitudinem monasterii se rece
lepo abesbel faslus periculum , et posterioruiD lu - D perit, cum rursus in montem fugit post ordinationeni
Walips . Sasimensem (a), aut cum anno 375 Seleuciam se
Idem ergo propositum fuit Gregorio et Basilio . cessit, ut quod dudum decreverat amicos etnegotia
Ulrique solitudinem cum sacris lilleris conjungere fugere, id tandem perficeret. Sed cerle dubilari non
voleoli nec anachorelarum arridebat vila nec miga- polest quin , abjectis Constantinopolitanæ Ecclesiæ
dum . Ac de Basilio quidem certa et explorata res gubernaculis , rurimonachi vilam egerit, ut leslalur
est, eum vixisse in monasterio et discipulis suis Hieronymus, el cum monachis vixerit, ut discimus
eamdem vivendi formam præscripsisse, quam in ex Facundo, lib . VII, C. 7. '
monaster . Ægypu viderat, ita ut nec necessariis CAPUT V.
ad sacras literas præsidiis, ut anachorela , care 1. S . Basilius cum Eustathio Sebasleno amicitia con
rent, nec ul migades, nimium charitatis officiis jungirur. II. Qualis vir egslitit Eustathius. III.
mersarentur, sed meditarentur ut primi, prodessent Decepit eliam S. Eusebium Samosalensem Eusta
Thius fidei sludium el sanctitatem præ se ferens.
ut secundi. Ipse monasterii silus afferebat omnia IV . Damnalus viderur Cuisse in concilio Gangrensi.

(a) larm . de vila .

 A
x PROLEGOMEN .
V. Nonnulla adversus hanc sententiam objecta A ciam , ac iterum se eodeia artificio purgavit. Addixit
solvuntur. VI. Non Aetii magister Euslaikius , sed se Basilio Ancyrano , eique operam navavit in refel.
Aerii.
lendo Aelio , quem falsis criminibus apud Gallom
1. Videtur Basilius tunc primum amicitiam iniis. Cæsarem in invidiam adduxerunt, si lides adhiben
se cum Eustathio Sebasleno ejusque discipulis, da Philoslorgio (d ). Dederunt ei Ariani, teste S.
cum rediit ex Oriente. Ipse eniin ad boc tempus Athanasio (e), episcopalum Sebastenum , ui eum .con
initium refert hujus conjunctionis, ob quam gravis- siliorum suoruin adjutorem haberent. Sed paulo
simäe ei molesliæ et a pluribus aliis er ab ipso de post cum pluriini episcopi ab Arianis impietatem
mum Euslaihio acciderunt. Narral(a) se ex monaste aperle prædicantibus sese disjungerent, ac gratia et
riis Orientis et Ægypli redeuntem , cum bujus vilæ auctoritale plurimum valerent, junxit se cum eis
imitatores in patria reperissel, aliquid adjumenti ad Eustathius, eorumque partes sectalus est in conci
salutem sibi visum esse reperire. Multi eum abdu - lio Ancyrano , ubi Consubstantiale anathemalizalum
cebant ab hac consueludine, et a moribus ac fide esi, et in Seleucieusi, ubi proposita est Antiochena
Luslaihii cavenduin monebant. Sed Basilius de vila fidei forinula . Paulo post Arianis dominantibus suc

videbat; humilitatis argumentum esse ducebal liu - B psil, nec tamen depositionem el exsilium effugit.
milem vestem : suspicionem omnein arcebant ab Rediitsub Juliano, ac variis deinceps formulis sub .
ejus animo vestimenlum crassun , zona, e rudi co - scripsit Zelis et Lampsaci, Arianis semper inſensus.
rio calceamenta, austerum vivendi genus. Flaque et cum iis qui Semiariani dicebantur, arcle conjun
morosus erat laudis Eustathii defensor ; ac ne illa clus. Sed lamen persecutione post concilium Lam
quidein probabat, quæ de illius fide dicebantur, eum psacenun ingravescente, subscripsit bæreticæ for
ab Ario edoclum esse, ac Arii dogmata clam spar mulæ : el cum ea res magnum ejus noniini dedecus
gere ; sed cum hæc Basilius nunquam ipse per se inureret, Romam peliit, ubi Nicænam fidein vroles
audiissel, sycophantas esse pulabal, qui hæc nun sus est, ac ea conditione a Liberio papa receptuş.
liabant. Equidem non miror in candidum Basilii pe- Rediens libellum , quieamdem Gdem continebal, oben
clus aditum non babuisse, quæ de Euslalbio dice tulit synodo Thyanensi. Crevit Arianorum potentia
bantur. Accepla enim ab Ario disciplinæ post tot sub Valente, ac melum intulit Euslalbio, ne sen
annos vix jam ulli lestes in Cappadocia supererant : lentia in eura olim lala renovarelor. Quare mediuin

prehendi poleral. Scd amorem in Eustathiuin lon - mæ suæ consuleret, nec Arianos irritaret. Detraxit
gius promovebit Basilius, qui cum eum Constanti. Cei Basilius hunc medii hominis staluin et in verba
nopoli labi et sub Valente relabi videbit, ficta ejus Nicæna jurare cuegil anno 373. At ille ubi vidit ex
pænitentia deceplus ab eo diligendo el delendendo ea re magoum aliquod incommodum oriri posse,
non discedet, nec ei communionein renuntiabit, nisi oinnem acerbilatem in Basiliuin effudit, ut placaret
cum illius nequitiam non solum oculis ac manibus Arianos. Seculæ sunt varize formule, quarum alle
comprebendel, sed etiam insanabilein esse animad- ram , Gelasio quodam proponente, in Cilicia recepit
verlet. eodem anno, alteram Cyzici duobus postannis. lue
1 . Nihil enim aliud fuil vila Euslalbii, nisi per . lerim tamen , nec Arianis catholici dogmatis derec
pelua hæresis et catholicæ doctrinæ vicissitudo , sor, nec Catholicis Arianus videri volebat, donec
prout alterutruin ambitiosis ejus consiliis favebal. tandem anno 375 exeuole perfractis omnibus pudo
Egressus Alexandria, ubi inter intiinos Arii disci- ris repagulis sese cum Arianis palam et aperle con
pulos fuerat, in clerum Antiochenum conatus est junxit.
obrepere (6 ), oblata, ut verisimile est, sanæ fidei III. Talis erat Eustathius, cui Basilius in mari.
confessione, sed a S . Eustathio rejeclus est ob im - mis rebus confidebat (1), cujus discipulos vila
pielatem . Verum ab Arianis postea receplus credi. , suæ præsidium esse ducebal (g). Sed non soli Basi
lur, ac forte ab Eulalio , qui Paulino successit anno ºlio Eustathius illusit. Præler duos Cæsarienses epi

ubi Aelium dicitur docuisse, rediit in patriam , ac amicissimieidem erant præstantissimiviri, Silvanus
Hermogeni jmpielalem illius condemnanti sanam Tarsensis, ac ipsc etiam , quem Basilius Ecclesiæ
fidei confessionem obtulit (c), et ab eo ordinglus decus et columen esse sciebal, S. Eusebius Samosa
est. Eomortuo conlulit se ad Eusebium Constantin lensis. Mulla in litteris Basilii exstant amicitiæ Eu.
nopolitanum , a quo pulsus ob aliquas causas, quas sebii et Eustathii indicia (h). Is nascentem inter
Basilius referre noluit (depositum fuisse ait Sozo- Basilium et Eustalbion, discordiam sedare conatus
menus eo quod minus lidelis in commissis dispensa- esl. Vocalus anno 372 in Armeniam Basilius a S .
tionibus deprehensus fuissei) rediit in Cappado- Meletio et Theodolo , lum ut festum quemdam dieun
(a) Ep. 223, n . 3 . (e) Ibid .
ibi Aihanas, Ep. ad solit. Ep. 119 .
c) Ep. 224 , 11. 9. igj Ep. 131.
id ) Lib . III, c. 16 , 27. (1 ) Or. 12.
 VITA S. BiSILII. ΧΙΟ
cum eis celebrarel, lum ut de Eustachio agerelur, A in synodo Ncocæsariensi excommunicaluin , et in
adesse noluit, propierea quod Eusebius, a quo plu- Antiochena conviclum perjurii. Sed hæc concilia
rimum præsidii a Eustachii defensionem spera - nobis lenebræ sunt. Longe clarior et illustrior syn
bal (a ), co venire non poluil. llabemus in cpistola odus Gangrensis in Paphlagonia , ad quam cum
105 Sophronium Eustathii discipulum Samosala delatæ fuissentmagn:c de Eustathii discipulis que.
proficiscentem , visendi, ul rerisimile est, Eusebii relic , viginti canones ad hæc resecanda vilia con
causa . Ilanc de Eustathio hominum præstantissimo- stiluiti, quos synodus Armenia episcopis inscribit.
rum opinionem commovebal simulata non solum Eustathium Sebaslenum hujus synodi scientia
orthodoxæ fidei professio, sed etiam acerrima de- nojalum ſuissc referunt Socrates ( i) ci Sozomc-.
ſensio . Nemini sanc in hoc genere concedebal, ubi nus (j) : sed eorum Testimonja prorsus rejiciunt Ba
se catholicis addicebat partibus; ac mirabili animi ronius (k), Dupinus el Blondellus (1), quorum opinio
ardore consequebatur, ut el præteritæ illius labes valde probabilis videtur Tillemontio. Sed quominus
infirmitati tribuerentur humanx , liec präsens ulla eruditis illis viris peniliis asscntiar , detinent me
in suspicionem perfidia veniret. nonnulla rationum momenta.
Quod enim subscribendo Constantinopoli pecca - • Summa est necessitudo temporum et locorum
verat, id celeberrimis contra Eudoxium , Enippium , B cum Euslaihio Sebasleno. Is enim monastici ile
Georgium , etAcacium lilleris (6) expiare visiis esi, stilui auctor exstitit apud Armenios, Ponti incolas
quas a:1 omncs Ecclesias misil. Negabat cos episco - el Paphlagonas, ut ex Sozomeno discimus (m ). So
pos esse et Spiritus sancti participes. Unde etiain zomeni testimonium confirmat Basilius (n), qui se
minime cessit lalæ in se sententia , quamvis a quin - ad Eustaibium , ut præcipuum his in locis mona
gentis episcopis damnatus esset. Rediens e Darda- sticæ vitæ magistrum , contulit. Non pauci erant
nia, quam in regionem relegalus videtur fuisse, al- Eustathio discipuli, quorum charissimiquique sem .
taria Basilidis everlil. et in propriis mensis sacrifi- per cum Basilio fuerunt (o) : nonnulli vero (p ) pra
cavit (c). Segregavit etiam a sua coinmunione El vis suis moribus monasticum instilulum dedecora
pidium Salalensem episcopum , eo quod is com runi. Plura monasteria , sive plures fralernilales,
Amasez episcopo communicaret. Quinetiam non ut appellat Basilius, Eustathio subjeclas ſuisse vel
multo antequam a Basilii communione discederet, sallein magnis cum eo necessi:udinibus devincias,
ecclesias Amaseæ et Zelorum insectalus fueral, ibi- observamus ad epist. 223 , n . 5. Stare ergo non
que presbyleros et diaconos constitueral. Lapsus polest Baronii sententia , qui ne id quidem concedii,
sub Valente (d ) , fraudem sibi factam in concione Eustathium monasticam vitam proſessuin csse.
deploravit , atque hanc purgandi errati rationem in - Praler Basilii auctoritatem habemus Epiphanii leo
venit , nt Romam profectus inde Palrum fidem re- stimonium (9 ) , qui Eustachium et Aerium simul
ferret. Quo magis crederelur huic hoinini (e ) , ad asceticam vilain exercuisse dicit , ul adversus Ba
juvabat auslerui vivendi genus , et mulla magoa- ronium observal Tillemontius. Quod autem speclat
rum simulacra virlulum . Tanlam charitalem præ se ad syuodi Gangrensis leinpus, magna est ea de re
ferebat (( ) ut pro quavis anima sollicitus vidcrelur ; sententiarum varielas , aliis circa annum 340 boc
(g) constantiam in vila scrvare, etmendacium vel concilium collocantibus , aliis postannum 560 : sed
in minimis rebus ut horribile quiddam aversari vi- nemo illud ab ælale Eustachii Sebas!cni divellit.
debalur. Cum ergo synodus Gangrensis Eustathium , vel sal
IV. Eustathius Sebastenus circa illud lempus, qno tem illius discipulos sententia sua nolaverit ; cum
se Basilius ad ejus amicitiam applicuit , deposilus que iisdem in locis eodemque tempore Eustathius
est in concilio Melitinensi. Sed hæc ignominia ni. Sebastenus monastici instituti dux et auctor fucril,
bil lunc nocuit Eustachio, qui episcopatum suum cur alius quæralur Eustathius ?
retinuit : imo decus ei apud bonos addidit , utpole 2. Non magna erat inter Eustathiidiscipulos sen
ab improbis Arianis inusia . His enim adeo cordi D lentiarum consensio : unde nonnullis quiedam al
fuit hæc synodus , lit quamvis Eustachius eorum tribuit synodus, quæ in alios non conſeri. Ait enim
formulæ anno 360 subscripsisset ( h ) , eum tamen non communem esse omnium sententiam , sed unum
episcopalu penilus dejecerint, proplerea quod an- quemque quod sibi placuerit id asciscere ; unde et Ec
lea in concilio Melitinensi depositiis ſucral. Narrat clesive rituperia el sibiipsis damnum conciliani : 00TE
Socrates euin ab Eulalio patre, episcopo Cæsariensi, yap xorvin yvuun autūv & távtwv èyévsto, & XX ' ¢x2
dampalum : id confirinal Sozomenus, additquc eum otos, öntep àv veOyunon , coco ToposeOnxev ĖTI
ia ) Ep . 98 , n . 1 . ( j) Lib . II1, c. 14 .
(0 ) Ep. 244 , 11, 6 ; 251, n . 2. ik) Ad ann . 364.
(c) Ep. 236 , 11. 2 ; 251, 11. . ( 1 ) De primalu , p .:138 .
(d ) Ep . 244 , n . 5 . (m ) Lib . HI, c. 14.
(e ) Ep . 223 , 11. 2 . in )) Ep. 223 , n . 3 .
Ep. 79. lo ) Ibiil. 11 . 5 .
i Ep. 99, 11. 3 . ip ) Ep. 119 .
(h ) Ep . 263 , n . 5 . (g) llicres. LXXV.
(i ) Lib . 11, c. 46 .
PATROL. GR. XXIX .
XXII PROLEGOMENA .
E .0.6m) třs 'Exxnsias, xa? Éautoū Báen. Id au- A non eos abstinere dicit Epiphanius : Philaster vero
tem præclare congruit cum Eustathii Sebasleni in - el hanc eis tribuit abstinentiam .
stilulis, qui , ut infra videbimus, non cænobia ubi Cum
omnes unius præpositi nutus intuenlur , sed aliam hendat ergo nihil fere in Eustathii discipulis repre
synodusGangrensis , quod non pariter in
speciem asceticæ vitæ , ubi major multo libertas,
Aerio Eustathii Sebasleni discipulo reprehensum
instituit, fuerit , difficile est existimare Eustachiuin , de quo
3. In Eustathii discipulis hæc reprehendit syn synodus loquitur, non ſuisse Aerii magistrum . Ale
O!!!15, quod nuptias viluperarent, viros ab uxoribus, que hinc etiam patel immerilo Tillemontium existi
usores a viris abstraherent, unde adulteria a non narc hanc seclam cilo exstinclam fuisse, nec ul.
nullis commissa : quod Dei domos contemnerent lam de illa post synodum Gangrensem in historiæ
et privalos conventus haberent, oblationes in eccle monumentis mentionem nccurrere. Elsi enim sub
siis fieri solicas sibi et suis , ut sanctioribus vindi
Eustathii noniine cognita non fuit Epiphanio , Au
carent : quod insolilum vestimenti genus gestarent, gustino et Philastrio , certe ab ejus discipulo Acrio
mulieres virili veste induerent, virgines londerent, famam aliquam el nonien accepil.
servos a dominis abducerent : quod die Dominico
jejunarent, et jejunia in ecclesiis præscripta con - B Eustathii Sebasteni discipulos his canonibus lo
lemnerent : quod nonnulli eorum carnium usum , cum dedisse hinc etiam confirmare possumus, quod
110 illegitimum , aversarentur , et in domibus con - ipsa synodus nihil de Eustathio , ut mali auctore,
jugatorum ne preces quidem fieri debere contende asperius staluat. Sic enim incipit synodus : 'Etsion
rent: de sacrificiis autem ibi sæpe oblatis langere συνελθούσα η αγιωτάτη σύνοδος των επισκόπων εν
nollent : presbyteros, qui uxores duxere , conlein - Tə xata Táxypav ēxxAnoia , dia tivas Éxxindlastb
merent, nec eorum sacrificii participes esse vellent: xas xpelas , Sproudévwv xal tov xat' Ejotálov,
martyrum basilicas et quæ illic fiunt, condemna εύρισκε πολλά αθέσμως γινόμενα υπό τούτων αυ
rent, denique divilibus non omnia sua projicienti. Tā tūv tepl EuotáOlov • åvayxalwç ÖpusSY , xal
bus spem apud Deum præcluderent. Cur hzc ad πάσι φανερόν ποιήσαι εσπούδασεν , εις αναίρεσιν
Euslaibii Sebasteni discipulos reſeramus, non leve Tūv ÚTE' autoũ xaxūs pivouévwy. Quonium conve
argumentum . suppeditat Aerius in hoc sodalilio niens sanctissima synodus episcoporum in ecclesia
longe celeberrimus, cui multa tribuuntur simil- Gangrensi propter ecclesiasticas quasdam el neces
lima jis quæ sy:nodus Gangrensis reprehendit. Is sarias causas , cum el de iis quæ ad Eustathium
enim , iesle Epiphanio (a),magnam hominum utrius- spectant, quæreretur , mulla reperit nefarie ab ipsis
que sexus multitudineni abstraxit , quibuscum pri- C illis Eustathii discipulis fieri ; necessario ea de re sla
valos conventus habebat. Paschæ celebritatem ri- ruit, ac nola omnibus facere decrevil , quæ male ab
debat , jejunabat die Dominica , quibus autem die - co fiunt. Legendum esse Ún 'aùtūv , el verlendum ,

lius sectatores vino et carnibus indulgebant diluculo, quuntur, και γάρ εκ του καταμέμφεσθαι αυτούς τον
lilm . cum lideles jejunia paschalia celebrarent. Im - ránov . nam ex eo quod nuptias vituperent, etc. Ni
moderatum paupertatis sludium , quod reprehendit hil sane in hac synodi præfatione reperias, ex quo
synodus, satis redolet ingenium Aerii , qui cum ma- accusalum fuisse Eustathium pateat. Ubique in di
gistrum suum Eustathium videret ecclesiasticos re scipulos crimina rejiciuntur, nulla ipsi inusta igno
ditus in manibus habentem , inde ansam capiebat minia , quamvis maxima imuri debuerit, si facino
de eo detrahendi , ac omnibus dictilandi non eum rum auctor existimalus ſuisset. Atque id quidem
esse qui hactenus ſuerat , sed ad rem allentum , et mirilice convenit Eustathio Sebasteno , quem non
cumulandis opibus lotun incurnbere. Libertas vi- nulli, teste Sozomeno (c), sic defendebant, ut cul
vendi ad arbitrium et sentiendi, quam in secta a syn - pam omnem in ejus discipulos conferrent, nec ul
odo damnala animadvertimus , non aberat a grege lam ipsius nominihac in re maculam insidere pale
Acrii. Teslalur enim Epiphaniusnonnullos ausierum " renlur. Pondus addit huic sententiæ sanctusEpipha
vivendi genus relinuisse, quamvis plerique vino et nius (d ), qui Aerium teslalur , postquam ab Eusta
carnibus sese ingurgilarent. Matrimonium ab Eu - thio sese disjunxit, ad absurda illa instituta delle .
slachii discipulis vituperari Lestalur synodus Gan- xisse. His novitatibus alios errores adjecit. Nam et
grensis : idem de Aerio non dicit sanctus Epiphanius : Arianus erat , et preces pro morluis tollebat et
sed tamen ab illius secla hujus erroris suspicionem presbytcros adæquabat episcopis. Sed fieri facillime
non abſuisse discimus ex his sancti Augustini ver- poluit, ut hi errores aliquandiu occulte sparsi ad
bis (6) : Quidam perhibent islos, sicut Encralitas vel synodi aures non pervenirenh Quod si canones
Apolaclitas, non admillere ad communionem suam nisi Gangrenses ad Aerium referimus, differenda erit
continentes, el eos qui sæculo ila renuntiaverint, ut hæc synodus, ut Socrati (e) el Sozomeno (i) visum
propria nulla possideant. Ab esca tamen carnium est, usque ad episcopalum Eustathii. Aerium enim
(a ) Hæres. LXXV. (d ) Heres. Lxxv.
loj Tom . Vill, hæres. Lili, (e ) Lib . II, c. 46 .
(c ) Lib . III, c . 14, ) Lib . II, c. 14 .
 VITA S. BASILII. XXIII

ab Eustalbio disjunxit invidia (a), quam ut placarel A ea quod Basilius (d) eum ,postquam reunit in patriam ,
Eustathius, presbyterum creavit Aerium , plocha- beatissimo Cæsarere episcopo Hermogeni confessio ·
trepbio præfecit, nec ullam humanitatis et amici- nem sanæ fidei oblulisse dicit. Inde concludit do
lize significationem prætermisit.Sed insanabilis exsti ctissimus scriptor distinguendum illum esse ab alio
uit Aerius. Eustathio , quem Armeniuin fuisse non dubitat, si
Si quis tamen cum Tillemontio contendat syn quidem synodus Gangrensisepistolam suam inscribit
odum Gangrensem aple annum 341 habitam ſuisse, episcopis Armenia , quacum Eustathius Sebastenus
proplerca quod illius canones in omnibus collection mullain videtur anle episcopalum necessitudinen ha
nibus ante Antiochenos canones anni 341 recensen - buisse.
lur, equidem huic sententiæ non repugnabo, quippe Etiamsi Eustathius Casariensis aut saltem Cappa.
cum his in rebus nihil admodum cerli habeamus. dox fuisset, nequaquam id prohibere debuit quomi
Sed cum etiam ante illud tempus Eustathius Se- nus synodus suam epistolam inscriberet episcopis
baslenus monastici instiluli auclor in Armenia et Arinenix , si ibi potissimum illius vigebat sccta. At
Paphlagonia et Ponto exstiterit , in hunc maxiine Eustathium Cæsariensem aut Cappadocem fuisse
videntur canones Gangrenses convenire . non certo concluditur ex verbis modo allatis. Ipse
V. Objicitur adversus hanc sententiam nec Basi- B Basilius nunc Cappadociam , ut supra vidimus, pa
lium , qui varios vitæ Eustathii eventus recensuit, triam agnoscit, nunc Pontuin , interdum etianı Ar
nec varia concilia quæ Eustathium deposuere , hu- meniam . llellenium Gregorius Armenium esse con
jus probri meminisse . Sed etiamsi hanc maculam ceptis verbis declarat (e) : eumdem tamen hortatur ,
perpelua delevissei oblivio, mirum id videri non ut patriam el communia sludia veritus, Basilio
deberel, cum Eustathius vel extra culpam fuerit, ut annual. Cur ergo Cappadocia Eustathii patria dici
supra diximus, vel saltem , ut existimat Sozomenus, non poluit, si in vicina aliqua regione natus est ?
synodo paruerit. Videlur lamen ei Basilius objca Eum in Armenia natum libenter colligerem ex his
cisse discipulum Aerium : nec synodus Constanti Gregorii Nazianzeni verbis : Armenius, inquit ille,
nopolitana inter varias illius deponendi causas, Eustathium designans (O), plane barbarus est. Ar
lalam de illo sententiam Gangrensi concilio præ - menii nomine similiter designatur a Gregorio Nys
termisit , si-lamen lides adhibenda Sozomeno (6), seno lib. i in Eunomium , p. 289.
qui tolus erral, cum Eustathium a Gangrensibus VI. Illud etiam de Eustathio breviter examinan
episcopatu exulum dicit. dum est , utrum discipulum habueril Aelium . Cum
Objicit Tillemontius nullum a synodo titulum Eustathius Basilio instar criminis epistolam ad Apol
Eustathio tribui ; ex quo laicum illum ſuisse con C linarium scriplam objecisset ; demonstrat Basi
cludit et alium ab Eustachio Sebasteno, qui lunc lius (9) æquiusmulto esse ul, si quis Aerium genuit
utpole in clerum Antiochenum anno 331 receplus, nerelicum , in capul parentis resiliant filii crimina
in aliquo honoris gradu constitulus erat , ac forte liones. Et in epist. 244, n. 3 : Is qui me accusat de
etiam presbyter ſuit , si concilium referatur ad an - Apollinario , respondenl nobis de Ario proprio magistro
num 340. suo el de Aelio proprio suo discipulo.Sed his in locis
Non difficilis est hujus rei explicatio : sive enimi substituendum videlor nomen Aerii. Nam alio in
Eustathius hac in re extra culpam fuit ; salis erat loco (1) eadem de re agens Basilius neutrum qui
aliunde suspectus, ut nullum ei honoris titulum dem nominat, sed quæ dicit soli Acrio conveniunt.
fiebant. auctor aut conscius exstitit ; multo minus hæresim abscissus est (omnino autem homines noristis .
decebat, ut ei signum aliquod communionis imper- lametsi nominatim non appello ), quia unusquisque suo
liretur, antequami absurdis institutis destilissel. ll. ipsius pecca:o morielur. Ilis sane verbis aliquis ili
lum enim aliquo honoris ecclesiastici titulo ornare, dicatur ex pietatis disciplina in heresim lapsus non
communionis signum fuissel. Sic Basilius (c) in lit o probante magistro. Id autem optimeconvenil Aerio,
leris de Glycerio el ad Glycerium scriplis , diaconi qui nonasticam vilam cum Eustachio profitebatur,
titulum ei nou tribuit, quamvis nondum eum depo- alnequaquam Aelio, qui summam semper impieta
suisset, sed tantuin hujus pænæ minas intentaret, len præ se tulit, nec ullos nisi ad impietalem ma
nisi cilo rediret. cum virginibus , quas e parentum gistros habuit. Primus iliius doctor exstitit, leste
domibus abstractas ini unum veluti gregem college- Philostorgio (i), Paulinus Antiochenus. Aledoctum
ral, Vide not. ad epist. 129 , p. 221. ſuisse ab Eustathio nec Gregorius Nyssenus, qui
Eustathium Sebaslenum Tilleinonlius Caesarea res Aetii accurate persequitur (i), nec ullus alius
aut saltem in Cappadocia natum existimal, propter- leslaluis esl scriptor. Quamvis ergo apud Basiliun

(a) Epiphan . hæres. LXXV. 11 Ep. 162.

(b ) Lib . iv , c. 14 . (9) Ep. 223, 11. 5 .
( c) Ep . 169, 170 , 171. (h ) Ep. 151, 11. 2.
(1 ) lip . 265 .
(c) Curit. 48. ( ) iin kuntom .
XXIV PROLEGOMENA
Aelii nomen habeant omnes codices mss. el edili, A miue ad Hellenium (p . 106 ). Sed valde dubilo an
substituendus eividelor Aerius. quæ hoc loco narralGregorius, Nazianzi aut Cap
CAPUT VI. padociæ finibus coerceri debeant. Ibi enim monasti.
I. Sanclus Basilius cænobilicæ vilce auctor in Ponto et cum instilulum generatim laudal, antequam Nazian
Cappadocia . II. Antea his in locis ascela bini aut zenos monachos nominalim Hellenio commendel :
terni degebant. III. Gregorio scribit, eumque ad se et quod ait in 107) monachos imnerilo se
allicere conalur. Eoruni virendi ralio el occupatio . et quod ait (p. 107) monachos imperilo sludio abre
IV . Busilii labores monasterii finibus non conii . plos mortem sibi !psis consciscere , alios propriis
nenlur. V . De pluribus epistolis in secessu scriptis. manibus aut fame, alios laqueo aul sese pra:cipiles
1. Testimonium Gregorii Nazianzeni supra alla . dando ; videtur id de reniotis regionibus polius
tum , in quo Basilius dicitur cænobiticam vilam quam de Cappadocibus,magisque fama et auditione.
instiluisse, confirmari potest ex epist. Basilii 207, quam propriis oculis acceplum narrare. Probabile
eos in Basilium incendente : odii causæ inanes et Hinc Basilius (p. 339) monasteria Eustathio subje
absurdæ fingebantur, psallendi rilus in ecclesia Cæ - cla vocat fraternitales in epistola 223. In his lamen
sariensi et Basilii cænobia . Nunquam profecio Ba - fraternitatibus non videnlur in morem cænobitarum
silium eo nomine incusassent, si ante eum hoc in - B sub unius abbatis imperio communibus semper mu
stilulum in Ponto exstilissel. Quin etiam Basilius, ut niis intenti fuisse , sed bini aut Irini liberius vi
invidiam a se propulsel novi hujus instiluli, quod xisse.
maximam laudem merebalur, nequaquam exempla Basilio enim secessum meditanti nulla ob oculos
ad suam defensionem repelit ex Ponti et Cappado- versabantur his in locis cænobia (e); sed cupiebat
ciæ aut finitimarum gentium Ecclesiis, sed ait se unuin aliquem ex fratribus invenire, qui ascelicam
audivisse talem esse in Ægyplo virorum virtuleni, vitam profileretur, ut una cum eo brevem hujus
fortasse etiam nonnullos in Palæstina evangelicam vilæ fluclum transiret. Speraverat se cum Gregorio
vilam excolere, el rursus aliquos in Mesopotamia viclurum ; idque inter se pacti fuerant : sed eorum
beatos esse et perfectos viros. Non videntur ergo consilium interpellavit imposita Gregorio necessilas
cænobia in Ponto anle Basilium exstitisse. ſovendæ parentum seneclulis. Basilii monasterium
Sed si Basilius ejus instilutiauctor , mirum videri non stalim , ut modo videbimus, cænobii formam
possit, cur Eustathius non soluin apud Armenios et habuit. Monachi Nazianzeni cænobilæ non erant (p.
Paphlagonas, sed etiam in Ponio , ut in præcedenti 107). Nam Gregoriusin carmine ad Hellenium deceni
capile vidiinus, monasticarn vilam dicatur insti- c præstantissimos ascetas recensel, quibus singulalim
luisse . Commentum esse existimat Baronius quod immunitalem a tributis petit, quam salis fuisset
de Eustathio apud Sozomenum legitur. Sed clarum toti coenobio semel pelere, si in iisdem omnes ædi
et perspicuum est de Eustachio ejusque discipulis bus fuissent. Hinc etiam unus ex illis Eulalius aniis
Basilium loqui, cum ait (a) se monasticæ vitæ slu- so fralre Helladio (p. 108), quem ejusdem instituti
dio flagrantem , ubi nonnullos vidit in patria qui boc socium habuerat, aliclæ et ægrolæ matri assidebal.
instilulum profitebantur, magnum ex eorum amici- Teslalur abbas Pyamon apud Cassianum (r), ler
lia ei consueladine præsidium ad salutem sperasse. lium genusmonachorum , qui Sarabaylæ dicebantur,
Jam tum ergo discipulos liabebat Eustathius. Quare et bini aut terni degebant, abundare ac prope so
litem sic dirimit Tillemontius ut Basilio cænobili . lum esse in civitatibus quas diaconiam , ut jam di
cxe vilæ institutum acceplum referal, Eustachii au - ximus, in Pontum et Armeniam deferens peragra
lem discipulos in urbibus et oppidis vel etiam in vit. Canones Gangrenses, qui Armeniz episcopis
remotioribus locis solos vixisse existimet. inscripti sunt, dubitare non sinunt quin ascelarum
II. Libentius crediderim Eustathii discipulos in in hac regionc magna fucrit sentiendi ac vivendi
pagis et oppidis binos aut lernos vixisse, ita utnec liberlas. Vix ergo dubiun, quin institutæ his in locis
anachoretæ fuerint nec coenobitz . Teslalur Sozo - D cænobilicæ vilac gloria non Eustathio altribuenda
menus (b) in Galatia et Cappadocia el finiliinis pro- sit, sed Basilio, cujus maximum exstirit hujus pro
vinciis maxime rarum esse anachorelaruin genus, pagandi instituti studium . Illud longe (g ) præferen
quia per frigoris acerbilalem in desertis locis dege , dum esse demonstrat vila solitariæ ; duo (h ) in ev
re non licet. Id confirmat abbas Pyamon, qui apud dein pago monasteria esse non probat, sed omnes
Cassianum (c) narrat se in regionibus quas sub Va- ascelas sub uno el eodem præposito existimal con
lente peragravit, ut fratribus in Pontuin et Arme jungendos. Perspici etiam potest illius sententia ex
niam relegatis diaconiam ferrel, ne ipsum quidem epist. 295,in qua ascelas in eodem quidem mona
anachoretarum nomen auditum comperisse. Existi- slerio, sed non more cænobiorum viventes borla
mat Tillemonlius (d ) nonnullos a sancto Gregorio tur, utab bac vila lestibus carente ad cænobilicam
Nazianzeno Cappadoces anachorelas laudari in care Transeant. Præter coenobium , quod in Ponto ron .
(aj Ep . 223, n . 3 . (e) Ep. 223,
ib ) Lib. vi, c. 34. o Collal. 18 , c. 7.
c) Collal. 18, c. 7. (g) Reg. pris. 7.
u ) Tom . IX , p. 33. (n ) Reg. Jus. 35 .
 VITA S. BASILII. XIV

struxit, aliud ab eo conditum in suburbio Cæsa - A que tractum , ut locus præruplus aquarelor. llis
riensi discimus ex epist. 95 et 150. Probabile est aduil (e) lignorum comportationes et lapidicinas,
cænobiticum institulum eliam ante episcopatum arborum consitiones el irrigationes , imprimis vero
ab eo in Ecclesiam Cæsariensem inductum . Non platanum sua manu planlalum .
Jeerant quidem buic ecclesiæ monachi, eorumque Quod supererat olii ab ascelicæ vitæ muniis, im
sluuium exarsil in Basilii causa, ut infra videbimus, pendebant in meditandis sacris litteris (0) : el cum
adversus Eusebiuin episcopum defendenda : sed no- in hocstudio plus antiquis scriptoribus, quam inge
la illis non videntur fuisse cænobilica inslilula . nio suo tribuerent, collegerunt ex Origene plurima
Unde Basilius (a), cum quidam Cæsarex monasti observatione digna, quæ in unum corpus redacla
cum institutum amplecti vellel, sequc illi regendum Philocaliam appellaverumt. Hunc librum dono misit
el informandum traderet, millere eum maluit in Gregorius Theodoro Tbyanensi (9), ut opus sibi cuni
Ponti munasteriuin . Gregorius autem , cum mona- sancto Basilio commune.
slicæ legis institutiones a Basilio presbylero el voce IV . Basilii labores monasterii finibus non conti
el scriptis Iradilas laudat, induciam ab eo cænobi. nebantur. Nam cum ejusmodi instilulum amplexus
ticam disciplinam videtur laudare. esset, in quo etmeditari posset, ut anachoretæ ,
III. Ubi priinum secessus delicias degustavit Ba- B el prodesse, ut hi quos diximus migades ; non se
silius, Gregorium loci descriptione conalus est gnis fuit in promovendis Ecclesiæ utilitatibus. Ba
allicere. Respondit Gregorius se loci forma el silu silius Ponti urbes, inquit Rufinus (h), et rura cir
parum moveri, nisi etiam de vivendi ratione aliquid cumiens, desides gentis illius animos el parum de spe
e fiscal. Utramque epistolam amisimus. Sed aliam fulura sollicilos stimulare verbis et prædicatione suc.
habemus, quam Basilius (b) stalim post acceplas cendere, callumque ab his longe negligentiæ wspit
Gregorii litteras scripsit, ut ei satisfaceret, ac suam abolere : subegitque, abjectis inanium rerum el sæcu
vivendi rationem exponeret. Diurnas ac noclurnas larium curis, suimel notitiam recipere, in unum
preces, lectionem Scripturarum , laborem manuum coire, monasteria construere, psalmis , el hymnis, et
describit. Sed nihil in hac epistola reperitur , ex quo orationibus docuit vacare, pauperum curam gerere,
eum cænobilarum more vixisse conjicias. Preces eisque habilacula honesta, elquæ ad victum necessa
ante el post cibum præcipit : al nihil prorsus de ria sunt, præbere, virgines instituere, pudicam caslam
mam ne tunc quidem a Dei cogitatione Oliosain brevi permulala esl lolius provinciæ facies, ut in ari
esse debere , sed ex ipsa alimentorum et corporis do el squalenti campoviderelur seges ſecunda, ac liela
ea suscipientis natura materiam Dei laudandi esse C vinea surrexisse. Testatur etiam Sozomenus (i) B :1 .
ducendain . Forle ergo cum uno aut altero ex Elle silium Ponti urbes circumeuntem , multa illic ædi.
slalhii discipulis degebat, ut alii harum regionum ficasse monasteria ; elpopulis prædicantem , ut eam
ascelæ . dem cum ipso doctrinam Idei sequerentur persua
Sed cito ad eum mului conluxerunt, seque illi in sisse. llæc confirmari possunt utriusque Gregorii
disciplinam tradiderunt. Ejusmodi enim discipulos testimonio . Teslalur Nyssenus (j) solitudinem sub
habebat anno 360 a quibusne ad brevissimum qui- Basilio ad imilationem Joannis Baptistæ in urbem
dem tempus sinc magna illorum molestia discedere conversam esse ob multitudinem eorum qui ad
polerat, ut perspicimus ex epistola 8 . Jam illius Basilium confluebant. Gregorius Nazianzenus jam
monasterium suis numeris absolutum erat, cum multa illum ad utilitalem Ecclesiæ navasse dicit (p .
Gregorius ad eum sc contulit, quod quidem videlur 335), cum ad presbyteri graduin evectus est. Dunc
ſecisse anno 358 aut 359. Nam inter ea que se in multiplex Dei benignitas, inquit, cum mullis antea
hoc inonasterio vidisse memineral, laudal imprimis rebus gestis clarum eſſecissel, old todāv tūs įv
fratrum , quos Basilius ad pietatem instituebat, ué.sw yowploata, in sacrum presbylerorum ordinem
eximiam concordiam . Meminit psalmorum et hym - ascribil.
norum ex quibusmiram suavilalem perceperal (c).D V . Inter epistoras, quas Basilius scripsit in soli
Non sine lepore ineminit in alia epistola (d) pauperis Ludine, nunieranda imprimis (k) epistola ad Candi
vilæ , quam ibi tradurerat, cum panis adeo durus dianum . Rusticus quidam ex iis, qui cum Basilio
apponeretur ul dentes frangeret; ac tanta esset Annesis morabantur, mortuo Basilii famulo, non se
omnium rerum inopia , ut nisi mater Basilii oppor - negolii quidquam cum hoc famulo habuisse dixit,
lune succurrisset, faine moriendum ſuisset. Comme non ad Basilium accessit , non conqueslus est, non
morat etiain laborem manuum , Augiæ fimum e do - rogavit, ut a volente acciperet, non minatos esl se
mo exporlalum ut horti steriles implerenlur, ac vim facturum nisi acciperet, sed subito cum non
immane plausirum sua et Basilii cervice manibus- nullis bui similibus domun invasil, mulieres que
(n ) Ep . 23. (g) Naz , ep . 87.
(6) Ep. 2. 17.
(C ) Naz. ep . 9. li ) Lib . VI, c.
(d ) Ep. 8 . l In Busil.
(e ) Ep . 3. 16 ) Epist. 3 .
in Ibid.
XXVI PROLEGOMENA .
quæ eam custodiebant, vcrberibus conludit,ac cf- A ad hanc dignitatem pervenil. Non improbabilis
fractis foribus exporlavil omnia , parlim sibi ipse conjectura est hunc Nectarium eumdem esse Con.
rapiens, partim ail diripiendum cuilibet proponens. stantinopolitano. Ille enim ex ampla etnobiliCilicia
Verilus itaque Basilisis, ne domus sua omnibus in domo ortus erat. Idem huic nostro congruit, siqui
juriis paterel, si impunitum facinusrelinquerelur, dem illius filii mors,il ait Basilius (d), plaga exslilit
opem implorat Candidiani, cui rr's suas cordi esse duarum provinciarum , Ciliciæ el Cappadociæ .Nec
jain sæpe perspexerat. llac aulem mulcta conlenlum . rcfert quod Constantinopolitanus usque ad episco
se ſore declaral, si agrestis : pagi præposito com - parum catechumenus fuerit, is autem , ad quem Ba
prehensus, brevi lempore in carcere includalur. Silius scribit (e), in Christum credere dicalur. Nam
Miec domus , ut supra diximus, non erat propria multi his temporibus, ut observat Tillemontius, etsi
Basilii possessio, qui sese omnibus rebus nudave- baptizatinon erant, in Cbrislum lamen credebant,
ral (a ), sed ex ea, matris su provido consilio , ali - et Christianam religionem profitebantur. Gregorius
menta percipiebal. el Basilius cum cssent Albenis, nihil majori laudi
Hujus autem Candidiani amicitia cum Basilio, ducebant, quam ut Christiani essent et diceren
animimoderatio in magnis honoriblis, amor lille - tur , quamvis nondum essent sacris mysteriis
rarum ac inentis tranquillitas in ipso negotiorum B initiali.
Istu ac summa publicæ tranquillitatis cura miri- Mutuam sibi operam in meditandis Scripluris
fice probant eumdem prorsus esse Candidianum ad tradebant Gregorius et Basilius , non solum co
quem exstal Gregorii Nazianzeni epistola 194 . In ram , sed etiam absentes. Cujus rei monumenlumi
eo enim Gregorius eadem prædical ornamenta vir - est epistola 7, quam idcirco ad hoc lempus referi
tulum , ac similia adhibet ex profanis litteris pi- mus. Basilium consulueral Gregorius de rebus ad
sienta, ut in ethnico laudando por erat. Is in Cap- theologiam , id est ad sanctam Trinitatem perli
padocia nalus erai, eamque sub Juliano rexit, sed nentibus. Respondit Basilius per litteras quæ non
lanla animi integritate , ut se fidelem quidem in - . exstant, sed minus satisfecit. Quod cum ei Grego
peralori ministrum in iis quæ ad imperium spe- rius libere significasset, ut inter amicos fieri par
ciabant, minime vero lurpem assentalorem in erat , falelur Basilius se hoc incommodum provi
vexandis Chris!ianis præberei. disse (omnem enim de Deo sermonem et cogila
Sequitur alia ad Olympium epistola (6), civem lioni loquentis, el desiderio interrogantis imparem
Neocæsariensem ,impriinis divilem , qui Basilio Eu- esse); sed tamen silere non potuisse , ne in proditio
stathii et Neocæsariensium calumniis exagilalo non nis crimen incurrerel, si amico consulenti respon
defuit. Is cum Basilio misisset munera , cujus soli- sum denegaret. Cæterum Gregorium hortatur, ut,
tudinem jam antea visitaverat ; respondet ei Basic se omisso , tolus ad veritatis defensionem , acceptis .
lius, festive incusando, quod pauperiem e monaste - a Deo adjumentis conlenlus, incumbat.
rio suo ejiciat. Cum autem inlirma esset valetudine, CAPUT VII.
jamqueremedia nonnulla aggressus esset; oplat Ba
silius, ut faustum exilum habeant, eique auctor est I. cyrano
Basilius Conslanlinopolim venit cum Basilio An
, cui operam naval adversus hærelicos.
ut sollicitudinum et molestiarum experiem corporis Ji. Dolens quod Dianius subscripsisset, fugii Na.
curationem adhibeat. zianzum . jis. Scribit Moralia. Huic operi non
Cum Nectarius, vir inter Cilices opibus et digni convenil epistola de fide. Scripla Moralia sub Con
slantio. IV . De epistola ad Marimum qui idem
tale conspicuus, unicum filium , qui spes erat am videtur esse ac sancti Gregorii proditor, V . De plu
plissimæ domus , amisissel , Basilius rumori hanc ribus epistolis in secessu scriptis, præsertim de de..
molestiam nuntianti per tres aut quatuor dies cre cima quarla, et decina quinta .
dere nolebat. Sed acceptis ab episcopo illius loci lit - 1. Jam solitudinis deliciis perfruebatur ab annis
ieris, quæ irisiem illum casum confirmabanı, Ne- duobus Basilius, cum iler Constantinopolim sus
ciarium ejusque uxorem consolatur (c). In his lit. o cepit anno 559 exeunie, vocalus, ut verisimile est,
leris omnes eloquii sui opes profundil ; præcipue a Basilio Ancyrano et Eustathio Sebasleno, qui
vero in epistola ad uxorem Nectarii nonnulla recens cuin a synodo Seleuciensi legati ad Constantium
ab Athenarum palæstra ingenium redolent, velut missi essent, magna Constantinopoli adversus Ano
cum ail : 0 terra talem coacia suscipere casum ! mpos prælia sustinuerunt, sed tandem eoruin ma
Horruil forle ipse sol, si quis in eo sensus, Triste chinationibus suecubuere . Existimant eruditi viri
illud spectaculum . Hanc ergo epistolam vel anle se Basilium noluisse se interponere in has conlenlio
ressum vel saltem ad secessus primordia cum Til- nes , et disputationem , ut suo lectoris graduiminus
lemontio collocamus. Cerle illum episcopum lunc convenientem , aut veritatis defensioni parum pro
non fuisse patet ex his verbis, accepilitteras episcopi. futuram , declinasse. Sed ex testimoniis Philostor
Non enim de collegis suis sic loqui solel, postquam gii, Eunomii et Gregorii Nysseni, quibus biec nititur

(n ) £ ; . 57.
(6 ) Epist. 4 . (e, Ef. 5 , 11. 2 .
(il Egrisi, 5 ei 6, U Naz, or. 20.
 VITA S. BASILII. xxvu
opinio , illud potius colligitur, Basilium in his A eo consilio, ut adesset Ancyrano episcopo, venisse
disceplationibus sub episcopo Ancyrano secundas Constantinopolim , ac inter eos sletisse , qui suppe
lulisse, ac proinde victoriæ , quam ille relulit, ad tias illi ſerebant : et dum ſugam ei exprobral, solo
jutorem fuisse . alclorenililur Eunomio .
Eunomii (p. 301) verba sic refert Gregorius Nys. Sed præcipue Gregorii Nysseni auctoritate ni
senus : 'EY TOÚTW onoi suloyov yeyevñolar to tilur Tillemontius, quem concessisse putat adver
Tavtayo0zvdoykowy, xal évaxuácel TV đóry veavixūs, sariis Basilium celeberrimæ illius disputationis nul
Üs'&fov rw ofOsv thu tūv mpayuátwy ôla.sxeutv. las paries sustinuisse. Sic loquiturGregorius : Ęi 63
Ε'τα δικασταϊς τισι λέγει, μηδε τούτων ονομαστί περί των εν Κωνσταντίνου πόλει γεγονότων φησί (d)...
μεμνημένος, τον περί των εσχάτων προκείσθαι δρό - δεξαίμεθα τας αιτίας, ότι παρόντες τω καιρώ των
μον, υποφωνείν δε παρόντα τον ημέτερον καθηγητήν αγώνων, τους αγωνιζομένοις ου συνεπλάκημεν. Δει
και πατέρα της δε κρίσεως προς τους εναντίους το ξάτω τοίνυν και εκείνη την δειλίαν επονειδίζων, ει
xpátos uetatilelons, çeúyelv aútdy toùS TÓTOUS, XQ - xatnaOev els mésous autós. Quod si (Eunomius) de
tallTÓVTQ Thy tá 5 v, xal tivo xa vòv cñs matploos rebus Constantinopoli gestis loquilut... accipiamus
hetaồLúxsiv . Ibi ail coelum exstilisse hominum un . criminationem , nos scilicét, cum adessemus pugnæ
dique seleclorum : seque vehementer in dicendo ven- B lempore, cum adversariis non pugnasse. Demonsirel
dilal, oculis videlicet subjiciens rerum apparatum . igitur qui ei timiditatem exprobral, an ipse in me
Deinde judicibus quibusdam dicil, neque eliam illos dium processeril, elc. Hæc legentibus illud primo
nominatim appellans, capitale propositum fuisse dis - intuilu occurrit, Gregorium quidquid concedere vi.
crimen ; ac præsentem secundas parles sustinuisse delur Eunomio, non sine aliqua ironia concedere,
magistrum nostrum e: patrem ; sed victoria a judi- ut criminationem in ipsum convertat Eunomium .
loca ordine deserlo , et fumum quemdam patriæ per- aljud concessum , quain quod objecerat Eunomius,
seculum esse. Basilium , cum in prælio secundas lulissel, inclinata
In eo sane requirendus pudor Eunomii, quod suis in adversarios victoria discessisse. Atque illud qui
victoriam adjudicet. Aelius enim , qui pro Anomais dem fieri potuit, ut Basilius, ubi vidit Basilium An
contra Basilium utrumque pugnabal, exsilium ex cyranum , post tanta veritatis adversus Aelium de
hoc duello relulit, nedum victoriam ; eumque vi- fendendæ studia, Acacianorum artibus et Constanti
clum fuisse narrat Sozomenus (a). Non minus im - minis cedere , non exspecialo rei exitu abirel. Nec
pudens Eunomius, cum Basilium vocal timidum et improbabile est Eunomium inde ansam arripuisse
ignavum ac graviorum laborum fugientem (6) ; calumniandi : al neque ex illius, neque ex Gregorii
cique exprobrat secrelam domunculam , el januam verbis concludi polesi, Basilium in certamen mini
tulo clausain , et trepidationem ob melum introeun - ne prodiisse .
lium , et in voce, uculis ac vultu pavoris signa. Sunt Quin etiam ipse Basilius mulum se et Oliosum

minis serio disserentis. Sed tamen ex ejus lesti. rilatis defensionem incubuisse indicat, Non enim ail
monio perspicilur Basilium in hoc certamine præ . aliud lempus videntur referri posse habiti ab illo
senlem succlamasse, id est, secundas partes lulisse de lide sermoncs Chalcedone et Heracleæ , quorum
sub Basilio Ancyrano, nec discessisse ex his locis, leslem cilat Eustathium in epist. 223, n. 5. Quæ
fingit Eunomius. sæpenumero Heracleæ , quæ prius in Cæsareæ subur
Philoslorgins (c), qui Eunoinjimendacia compi- bio, an non ex nostra parte consona sunt omnia ?Ex
lat, sic de Basilio loquitur : IlpoesthXEGav È tūv his cerlo colligimus Basilium in hac rerum pcriur
Mèv xall'oºolav öuolov Tepsoeuóvtwv, BacideLÓS TE balione operam suam episcopis non denegasse ; ac
xa! Evoti0 oç . o?s Ediou te xal B2cielos étapos n jam tum de illius eloquentia et eruditione magna bo
Tapřv GuVESTIGWY,& caxóvwv Etc táELV Eywy . buvaust misum exstitisse judicia .
foto tou dévely Towy tepovépwy . two of tñs yróur,
s l l. Anno 360, formulam Ariminensem , quæ lan
állaposl, tapos tons XOLVOUS ÚTOSTSAMóusvos à ywvas. las strages in Ecclesia edidit, Constantinopoli Cæ
El eorum quidem , qui filium similem secundum sarcam allulit Georgius Dianius Cæsariensis ,
substantiam profitebantur, anlesignani erant Basilius elsi Nicanos Patres magni faciebat ; cessit tamen
el Eustathius. Quibus ium alii aderant suppetias tempori el formulæ subscripsit. Hoc illius casu do
ferenles, um Basilius alier, intra diaconi gradum luil insolabiliter Basilius cum multis aliis in patria
adhuc consistens : dicendi quidem facullale multis timenlibus Deum , el a Dianii communione creditur
superior, rerum ob limiditalem el pusillum animum recessisse. Non tamen videlur palani. el aperle co!ll
publicas disputationes declinans. Manifeste preniil munionem ei renuntiasse ; sed tantum cccasiones
Eunomii restigia Philostorgius : Basiliun faietur cum eo communicandi cvitasse. Nam in epistola 51
(a ) Lib . iv, c . 23. (n ) lib . 18, « . 12 ,
(b) Nysa , i Eunom . Till I l. 14740!!).
XXVIII PROLEGOMENA.
negal instar magni criminis anathematizatuin a se A Cits: rea autem excessit non rei inopinala nuntio
fuisse Dianium : falelur se doluisse quod is sub- perculsus, sed se invidiæ ac ainulationi subducens.
scripsisset; sed tamen, ubi ab eo graviter ægro. Præterea non ex urbe in solitudinem , sed potius ex
tante accersilus, ipsius sententiam cognovit, ad ejus solitudine in urbem concesseral , lum cum hæc
communionem remola oingi dubitatione accessisse. scriberet, ul.in adnotatione ad hunc titulum obser
Qua ex narratione palet leniter declinalam polius vavimus.
fuisse communionem , quain aperlc renuntiatani. Sed si illud manere debel , epistolam 8, non ad
Porro Basilio in alia lunc diæcesi degenti facilius Cæsarienses, sed ad discipulos scriplam esse , fa
fuit Dianii honori consulere. lendum est assignatam fugæ Basilii causam non
Videlur hoc casu perculsus Basilius , doloris sui carere difficultatibus. Nam Gregorius Theologi pa
solatium in Gregorii colloquio quæsivisse , eumque ter idem commisit ac Dianius , absente filio , cui
suis , desiderium suum ei significant , el tanquam est , apud Basilium commoranle . Non deerunt ergo,
profugum amiciliæ el patriæ commemoratione co . qui Basilium , subscriptionum illarum lenspore , ad
nanlur ad se revocare . Tum Basilius inirari se re- Gregorium fugisse negeni, cum ipsum lunc apud se
spondet (a), quod se lantopere diligant, lenuein ho- 1 Gregoriuin haberel. Sed tamen , cum nihilaliu: re
uninem ac nibil forle habenlem amabile . Faletur perire possim , quod Basilium subito perculerit es
se casu inopinato perculsum fugisse , ac præterea ad Gregorium lagere coegerit, præter illud , quod
voli compos faclus sil , electionis invento vase et trem serius subscripsisse quam Dianium vel cilius.
puleo profundo , id est Gregorio , quem os Christi lu enim alios citius, alios serius ſecisse docet Gre .
appellal, parum temporis sibi concedi petit, non gorius (b). Quin etiam Gregorii subscriptionem lon
quod urbium commoratione delectetur, sed quod ging differre cogit monachorum Nazianzensium
ver ari cum sanciis longe utilissimum esse judicet. agendi ratio, ut infra videbimus.
Deinde hortatur, ut caveantab Arianis, mulla dis - III. Anno 361 videtur Basilius Moralia scripsisse :
seril de sancta Trinitale, ac objecia ab Arianis te. quo quidem in opere (p. 229), quæcunque sparsiin in
stimonia explicat. Novo Testamento interdicia aut approbala invenie
Nullum sane eventum video in vila sancti Basilii, bat, ea sludiose in regulas quasdam compendiarias
ad quem hæc epistola aplius referri possit, quam collegil, apposilo ad singulas regulas numero capi
ad lapsum Dianji. Quod enim ait se re inopinala lum Scripturæ , quæ regula qualibet comprehendun
perculsum fugisse, velul qui ob repentinos sirepilus tur. Quibus autem causis ad lioc opus elucubran
illico expavescunt , his verbis indicat gravissimæ dum adductus fuerit, ſuse in procemio edisserit (p .
alicujus molestiæ nuntium , de quo nec abiens quiú . 214). Nam cum variis in peregrinationibus, quas vir
quam dixerat, nec tunc scribendum esse ducebat. factus obiit , in aliis quidein disciplinis el artibus ,
Cum bis auleni mirilice quadrat subscriptæ a Dia - suminam inter eos, a quibus ille arles excoluntur,
nio formulit Irislis nuntius , quem cur ascelas suos concordiam animadvertisset, in Ecclesia autem plu
celaret , multă gravesque causæ polerant subesse. rimos el inter sc et cum Scripturis sanctis pugnare,
Nam Basilius simile et dissimile rejicit in hac epie inter se digladiari , ac Christi mandatis adversari,
610la . Idem tamen in epistola sequenti , quæ mulio et Ecclesiam dilacerare ; lanii mali cajout et fontem
posl scribi non potuit, non improbal simile, modo conalus est investigare. Ac primo quidem incerius
addalur cilra ullam differentiam . Credo ergo Biasi. hærebat, et ani: um nunc huc, nunc illuc divide
lium , in summo illo dolore, quem ei factum Diavii bat ; sed tandem hanc mali originem verissimam
allulerat , non libenter audiisse ejusmodi vocem , deprehendit, quod non quisque regis Christi nulus
in qua lolies luserant Ariani , ac nuper Dianio et D inluerelur, sed opinionum suaruni commentis ple
innumeris aliis ſucum lecerant. rique ejus mandala ac voluntatem posthaberent.
Decepil erudilos viros epistolæ lilulus, quze Cäe . Postquam autem , lisa ejus animo bac sententia ,
sariensibus inscribitur, eamque anno 363 Cæsa. illud etiam consideravit , inobedientii crimen in
riensi plebi scriptam existimant , cum Basilius pre- currere, si quis vel semel peccet , ac ipsa ignoran
sbyter paci Ecclesiæ commoda sua posthabens, su- lix peccala pænam bon eſfugere; imo eos eliam ,
spicionibus Eusebii episcopi cessit, seque in soli- qui nihil peccarunt, sed percalorum salis vel:emen
lodinem Ponti una cuin Gregorio Nazianzeno rece- les animadversoresnon fuere, graviter puniri: lum
pil. Mirum sane non essel, si plebem Cxsariensem vero opere pretium esse duxit ad certas quasdam
cito Basilii desiderium cepisset, cumque veluti pro regulas revocare , ac veluti in lolidem capila redi.
fugum patriz et amicitic commemoratione revo - gere, quizcunque in Scripturis velantur aul praci
casset. Sed ipsanı etiam Ponti solitudinen ) sa pe Ba piuntur.
sitiivs patriam suam appellat , ut supra vidimus. Sic suum ipse consilium Basilius exponit in proce
(a) Ep. 8. (6) Or. 21.
 VITA S . BASILII.
mio Moralibus præixo, quod inscribitur in omnibus A scripsit Moralia : nee tali operihæc congruebat ac
codicibusmss. et editis De judicio Dei. Sed alius commodatio . Ex his liquet in boc testimonio (p.
buic proceniio titulus datur in libro il De baptismo, 228) , sic sentimus sicque baptizamus in Trinilala
quæst. 5 , ubi eadem quæstio ac in proæmio Mora. consubsiantiali , postremam vocem expungendam
lium instiluilur, An cujuslibel mandati prælergres . esse, ut quæ Basilii promisso el instituto repugnet,
sio ira el morle digna sit. Tum responsio sic incipit : ac in pluribusmss . desil.
Dictum est quidem fusius de hoc argumento in epi- Jam Pholii (a) tempore Moralia Basilii cum ulris
siola De concordia . Liquel indicari proæmium illud que regulis in unum veluti corpus redacta erant,
Moralium : quod quidein merito vocalur epistola, quod dicebatur Ascelica Basilii. Sed lanien diver.
cum instar epistolæ nuncupa !oria ascelas coinpel- sum opus, Regulæ el Moralia , nec idem tempus,
let, quorum rogalu Basilius Moralia composueral. nec consilium idem . Moralia videntur scripla sub
Nec minus conmode dicitur epistola de concordia . finem imperii Constantii, anno 361. Quod enim ait
Nihil enim aliud sibi proponit Basilius, nisi ut dis. (p. 223) se sero hoc opus perficere, propterea quod
sensionom causam aperiat; et quidquid de judicio alios verilatis defensores exspeclaret , nec tantum
Dei disserit , illud ad suum concordia stabiliendæ sibi ipse confideret , ut lioc solus aggrederelur, id
propositum refert. B argumento est Basilium non slalim atque ex pero .
Antequam Moralia inciperel Basilius, piam et sa - grinationibus rediit, ad hanc elucubrationem prosi.
nam exponebat de Paire et Filio et Spiritu sancio luisse. Sed tamen liinidilas illa indicium est ingenii
filem . Sed nescio quomodo quæ hic disse rebat, de nondum in scribendo exercitati , nondum ullum
sua sede cesserunt , eorumque loco inducta quæ - opus aggressi. Quare Basilium scribendiinitium fe
dain epistola de fide, quæ huc ininime pertinet. cisse crediderim ab hac elucubratione, quæ proinde
Nain 1° Moralia primum opus videnlu ” esse B:- ultra Constantii imperiu :n rejici non debel. Præter
silii : hæc autem de lide epistola post edilas ad. ea recens admodum crat Anomcoruin hæresis ,
versus liæreticoselucubrationes scripla est (p. 224, cum hæc scriberet Basilius. Ait enim (n. 1) nunc si
225 et 229), cunque presbyter esset Basilius aut unquam alias, erorlis Anomæis , impleri in ipsis
episcopus , ut patet ex his verbis (p. 228), sic episcopis illud Pauli vaticinium : El ex vobis ipsis
sentimus, sic bap'izamus, elc. 9. Proæmium de exsurgent viri loquenles perrersa ”, elc . Anomæi
judicio Dei sic finit Basilius ad expositionem fidei autem vocali sunt, qui Filium Palri dissimilem :
Iransiens : Et quoniam memini Apostoli qui dicit : rerunt anno 361, leste S . Athanasio (b) cum So
« In Christo Jesu neque circumcisio aliquid valet, crale (c). Quare hoc ipso anno scripla Basilii Mora
neque præpuliun : sed fides quæ per charitalem ope- lia, ante mortem Constantii. Sic enim Basilius in
ralur ', i consequens simul ac necessarium exislio lolo hoc loco pugnas et dissidia deplorat, ul fa
mari (p. 223), ul sanam fidem ac piam de Paire et cile pateat nondum subiraclum fuisse Anomais
Filio et Spiritu sanclo sententiam priusexponereni, Constantii patrocinium , nundum Catholicis red
et ita demum moralia allererem . Protinus ergo de dilam libertalen) , quam sub Juliano consecuti
Sde incipiebat disserere, nulla alia adbibila præfae sunt.
tione. Al epistola de fide banc exhibet praefationem : Credo Basilium hoc opus jam absolvisse , cum
Dei oprimigralia cum mihi innoluissel vestræ piela . scriberet epistolam nonam , sed adhuc dubitasse
tis mandatum , elc. Nemo non videt quam hæc utrum in lucem ederet necne. Id colligo ex his ver
inter se disconveniant. 3. Scripsit Basilius hanc bis : Præsertim cum alioquinoslra rulgare non om .
epistolam , nonnullorum hominum rogalu , qui ab nino slatuerimus. Scripserat ergo aliquid Basilius,
eo petierant tñs ette6Oūs TOTEWS Évypaçov opo- sed dubitabat an vulgarel. Id aulem polli alii operi
doylav, piæ fidei pelilam ex Scripturis confessionem , melius convenit, quam Moralibus. Nam libros in
ita ut consubstantiali carerel. Annuil eorujn preci - Eunomium studio veritatis palam et aperle defen
buis : sed ne quis merilo reprehenderei omissionem , dendæ composilos ſuisse ex ipso exordio perspici.
consubstantialis , rationem reddit cur, cum antea ºlur.
jo refellendis hæreticis voces adhibuerit, quæ scri. IV . imus ille philosophus , ad gnein scripla
plæ non sunt , nunc abstineat ejusmodi vocibus, est nona Basilii epistola, pelieral a Basilio scripla
quæ ipsis litteris el syllabis in Scriptura divina non Dionysii Alexandrini, simulque quid de hoc scriplo .
Teperiuntur, lamelsi insilam Scripluræ sententiam re sentirel sciscitalus ſuerat. Scripta Dionysii non
servant (p. 224). Privalim ergo nonnullis consulit habebat in manibus Basilius et idcirco millere non
Basilius , seque ad eorum inlirmitatem accommo- poluil : sed de ipso Dionysio judicat, ut in Nolis
dal, consubstantiali prelermillendo , quod illi forte
Dondum receperant : sed nequaquam eorum rogalu essentiam probal, modo addalur, cilra ullam diffe
Gaial. v, 6 . • Acl, xx, 30.

( a ) Coci. 191 . (c) Lib. 11, c. 45.

(6 ) De synod ,
 PROLEGOMENA .
rentiam ; secus vero, si illud non addalur, ut faclum A latur viduam , cujus filium Dionysium , olim Diome
in concilio Constantinopolitano. dem nomine, habebat in monasterio suo , ut ipsa
Scripla hæc epistola post concilium Conslantino- eliam in eamdem solitudinem se recipial, scilicet in
politanum anni 360. Non lamen slalim post illud monasterium mulierum , quod ad alteram Iridis ri
scripla , sed lorie interjeclo duorum annorum spalio pam situm eral. Miltit ad eam filium : velul columba
Nam in epistola octava, quæ concilium proxime vie cicur unguento oblita millitur, ul alias odore alira
delur secuta , recentibus Anomæoruin fraudibus of bat. In undecima epistola ad idem institulum hor
fensus, rejiciebat simile sine exceptione. Nunc au - talur unum ex amicis, cujus filii monasterium
1em simile secundum essentiam probat , modo ad . Basilii inviserant, et cum eo diein ſestum trans
dalur citra ullam differentium . Rem ergo allentius egerant.
consideraveral post scriptam epistolam oclavam . Videnlur bliain ad secessum el primordia Basilii
Dubium autem non est quin nona anle sacerdo- referendæ epistolæ 12 et 13 , ad Olympium : sunt
lium scripla sit. Eum enim el corporis infirmitas ctenim in eodem urbanitalis genere ac quarta ad
amor solitudinis eodem semper loco fixum , instar eumdem data ; nec quidquam habentde magnis re
planlarum , lenebant. Quamvis aulem presbyter fa- bus, quas juſra Basilium , cum hoc Neocæsariensi
clus in solitudinem redierit , hic lamen secessus B cive pertractantem videbimus.
brevissimus fuit. Scripta ergo hæc nona epistola Sed precipue nobis reddenda ratio , cur epistolam
circa annum 361, out 362, cum jam Moralia, ut su - deciinam quartam , alias decimam nonam , quam
pra diximus, composuisset. Tillemontius et alii critici omnium primam in se
In vulgalo lillerarum ordine duæ eidem Maximo cessu scriplam existimani, serius collocemus. Vix
philosoplio inscriplæ erant epistol:c , nempe 41 et dubium quin scripla sit Cæsarex , cum Gregorius
42. Neque id parum facessebat dillicultatis. Mulla frater Basilio scripsisset velle se cum eo congredi,
enim dubitare cogebant, utrum idem sit in ulraque idemque esse consilii Gregorio Nazianzeno. Tum
epistola Maximus : el si jdem , a Maximo in histo- Basilius, cum partim negotiis revocarelur, partim
ria sancti Gregorii Nazianzeni decanlalo distin. Gregorio Nazianzeno, a quo lolies deceplus fuerat,
glicndus videbalur, propierea quod Maximus in parum erederet; scribit ei se exspectare non posse,
epist. al. 42 Basilii ex nobili domo sed gentili, pro- ac solitudinis suæ elegantem picluram anle oculos
disor aulem Gregorii ex obscura , sed tamen marly. illius ponit. Facit cum Tillemontio prima rerum spe
res numerante familia ortus dicebatur (a). Sed cum cies el epistolæ lectio non valde intenta. Videtur
epistola alias 42 in antiquis codicibus inscribatur enim Basilius solitudinem suam describere, ut lo
Maximo scholastico , nihil jam officit quominus Ma- C cum nunquam Gregorio visum . Deinde vero quod
ximus, ad quem dala est epistola noga Basilii, idem ait sibi migrandum esse in Pontum , ubi se tandem
sit ac ille apud Gregorium Maximus. Multa sane aliquando finem oberrandi facturum speral ; nemo
concurrunt simillima. Idem nomen , idem philoso- fere est, qui non hæc hominis solitudinem appelen
phi lilulus. Maximus , de quo Basilius, civem se lis , sed nondum illam experti dicta esse pulel. He
orbis terrarum fecerat. Idem de suo Maximo tesla - notiones animum subeunt, si summa vestigia se
lur Gregorius (p . 411) , Nec enim cynicismus, inquit, quamur. Sed si quis singularum rerum pondera
exiguis finibus circumscribi sustinet. Unde palet examinet , is profecto hanc epistolam intelliget
immerito cynicam illam disciplinam videri Tille . non station post reditum ex Oriente el Ægyplo
montio cum laudibus, quas Maximo tribuit Basic scriplam esse, sed aliquot elapsis annis et posl.
lius (p. 412), pugnare. Mit etiam Gregorius Maxi- quam Gregorius in monasterio Ponti aliquandiu vi
mum , cum videret solitariam vilam nec propriis in - xisset.
commodis carere, nec in aliorum augendis incom . 1° Illud cerlo constat, Basilium , ubi primum re .
modis versari,maluisse in rebus gerendis ocupari, sedit in soliludine , ad Gregorium scripsisse et loco
quod et sibi el aliis prudest. Ex quibus supra pro- nulla prorsus exstalGregorii responsio. Quod enim
bavimus (6) Maximum ex numero ascelarum fuisse. respondit se locorum silu non multum moveri, nisi
Eadem prorsus apud Basilium . Nam si vobis, in eliam de vivendi genere aliquid ediscal, id ex Ba
quit, acluosis compelunt populi et urbes , quibus re- silii epistola secundæ initio discimus, at nulla pror
cle facla oslendilis , etc . Exslat etiam sancti Atha. Sus in epistola Gregorii legilur. Amisimus ergo
nasii epistola ad Maximum philosophum , quem san. quod Gregorius Basilio solitudinem lum primum
clus Pater eximiis ornal laudibus : nec improbabile degustanti rescripserat. At idem de bac epistola
est eumdem esse, ac eum de quo Gregorius ac Ba- 14, olim 19, dici non potest. Habemus enim huic
silius. cpistols, accuratissimam et elegantissimam Gregorii
V . Sequuntur duæ lilleræ ,manifestissecessusnolis responsionem , nempe epistolam 7, quæ singulis
signatæ , nempe decima et undecima. In prima hor- epistolæ Basilii vestigiis insistil, ci paribus verbis

(a) Naz.or. 23. (6) Cap. 4, n . 4.

 VITA S. BASILIT. XXII
paria rependit. Distinguenda ergo hæc epistola 14 A concipies, quanto magis nos ex ipsis rebus? Ac ma
ab ea qnam initio secessus scriplam vna cuin Gre- jorem partem prolermillemus aliarum rerum , quæ
gorii responso amisimus. muliæ nobis contigerunt, pudore delerrili. Tertio
9 Perspicitur er Gregorii epistola 7, eum jam eadem de re Gregorius scripsit (6), sed non eodeni
in solitudine Basilii commoratum fuisse, cum hæc modo. Declarat enim se non salibus ul antea el
inter utrumque scriberentur. Postquam enim le- jocis indulgere, sed serio loqui. Grala recordatione
slive jocatus est in Ponticas lenebras, in siluin illius renovat in animo dies cum Basilio traduclos, psal
solitudinis, quam Basilius pene insulam esse dixe modias et vigilias, fralrum , quos Basilius ad sum
ral, el in Invium quem cum Strymone coniparave- mum pietatis evehebat, concordiam et animorum
rat; tum vero ait : "A jèv og nusis oúviguev tais conjunctionem , scriplas una cum Basilio mona
tūv parápwy výCOLS tautais... taūTá ŠOTI. Quæ slicæ vitæ leges et regulas, sacræ Scripturæ studium ,
igilur scimus de illis fortunalorum insulis.. . hæc elmanuum laborem . Sunt hæ Gregorii tres lillera
sunt. Jam crgo Basilium inviserat Gregorius, nec ila inter se nexæ , ut divelli non possint : et cum
quidquam dicebat, quod non oculorum lestinionio earum scribendaruin origo ex Basilii epistola 14
cognitum haberet, ut declarat vox Græca dúvLO - orla sit , merilo staluimus hanc epistolam nou
lev. Cerle Gregorius Basilii soliludinein sic jocando B initio secessus scriplam fuisse, sed aliquot annis
describit, ut eum ibi jam moralum esse liqueat. elapsis.
Sed quod rem causamque maxime continet, posle Decepit eruditos viros descriptio solitudinis Ba
quam satis jocatus est, ait : Tu autem , siquidem silii, sed tamen ne illa quidem indiciis caret, ex
hos jocos æquo animo feras, recte ſeceris ; sin secus. quibus loeum Gregorio nolum fuisse judicemus. Sic
plura quoque adjungemus. Cum Basilius Gregorii enim omnia depingit Basilius , sic loci commoda
jocos, ut par erat, accepisset , tum eum Gregorius exaggeral, et iis quæ incommoda el injucunda esse
sic compellat in alia epistola (a) : Quoniam quæ .jo- debebant, aliam veluti formam dicendi lepore af
can'es ad le scripsimus, æquo animo ſers, age, quæ fingit, ut nequaquam videalur amico ignoli loci
sequuntur, adjiciamus, ab Homero initium du cognitionem injicere, sed potius cum eo perurbane
centes, et eleganter colludere. Deinde vero dum ait se ne
Nunc age progrediens inlernum concine, quæso, goliis distraclum exspeclare non posse dum veniat
Ornalum : Gregorius, quænam illum negolia in Ponium cele
tugurium. videlicet leclo et januis carens, focum riter proficisci cogebant, nisi monasterii jam con
ignis et fumi experiem , parieles igni exsiccalos, ne sfrucli cura ? Sed cum primum secessit, non eum
luli gullis impelamur, Tantalis similes eademque negolia in Pontum vocarunt, sed solus amor soli
pæna mulctati, nimirum in aquis silienles : jejunas tudinis. Demonstrant eliam assuetum huic loco
etiam illas el miseras epulas, ad quas e Cappadocia animum bæc verba (p. 94) : Quod autem maximum
rocali sumus non languam ad Lolophagorum ino de hoc loco dicerej possumus, illud est, quod, cum
piam , sed velui ad Alcinoi mensam nos novi et ob silus opportunilalem ad omnes fruclus proferen
arumnosi naufragi. Memini enim panes illos el jue dos idoneus sil, unum omnium mihi jucundissimum
scula (sic enim nominantur) semperque meminero, quietem ac tranquillitalem alii, non solum qualenus
dentibus circa fragmenta collabescentibus, ac poslea ab urbanis lumultibus liber est, sed eliam quia ne
sese erigenlibus, veluique ex cæno energentibus, vialorem quidem ullum ad nos transmillit, si eos
Quæ lu scilicet sublimius exaggerabis, propriis nempe excipias , qui inter venandum nobiscum miscenlur.
calamilatibus orationis magnitudinem libi suppedi. Nam præter reliqua ſeras etiam enulrit, non ursos
lantibus. Quibus nisi magna illa vereque pauperam aut lupos vestros (absil !), sed cervorum alquesi!re
sludiosa maler tua nos quam celerrime liberassel, strium caprarum greges, leporesque, et siquid his simi
nobisque lempestale jaclalis velut porlus exstilissel, le. Num igilur cogitas, quo ego periculi stullus vene
jampridem apud vivos esse desiissemus, fidei Ponticce D rim , cum hujusmodi sedem Tiberina, orbis leirarum
uomine non majorem laudem consequentes , quam barathro, commutare pertinaciter vellem ? quem ad
miserationem moventes. Quonam porro modo sleriles locum nunc properan i veniam dabis . Nam proſeclo
illos horlos, oleribusque carentes præteribo . Augice . nec Alcmæon inventis Echinadibus amplius oberrare
que fimuni e domo expurgatum quo eos opplevimus, voluit.
cum monlosum illud plausirum , et ego vindemialor. Unum nobis restal explicandum , cur Basilius in

quæ laborum vestigia eliamnum ſeruni, Iraheremus finein oberrandi facturum , quasi lunc primum so
(o lerra el sol, orir el virtus ! paulum quiddam more in solitudinem reciperet. Non valde difficilis et abs
Iragico exclamabo), non ut Hellespontum jungeremus, Trusa res est. Quamvis enim Basilius solitudinem
sed ut præruplum et præcipitem locum exequare- suam in deliciis haberel, eum tamen ab illa non
mus. Harum rerum commemoralin si le offensura nunquam causæ graviores abstraxerunt ; coactus
non est, ulique nec nos : si autem ofensionem ex ea est Constantinopolim proficisci anno 359. Veuil Na

(a) Naz. rp. 8. (h) Naz. cp. I.

III!! PROLEGOMENA .
zianzum anno 360 . Dianio Cæsariensi periculoso A experlo , non Basilio qui nunquam hujus imperato
ægrotanti adfuil anno 362. Videlur ergo defunctus ris limen attigit. Id patet ex his verbis Juliani : Vi.
molestiis alicujus peregrinationis nova quadam cuº vimus enim inter nos non cum sola aulica simula
piditale monasterium repetiisse ; sibique nullam lione, quan le credo hacienus experium esse . Allera
deinceps oberrandi causam supervenluram spe- tribuitur Juliano ad Basilium epistola , de qua qui.
rasse . dem et de Basilii responsione iufra agemus.
Locum sibi vindicat epistola decima quinta inter I.Gregorius Nazianzenus cum paternu cedens aq
eas que scriptæ in secessu fuerunt. Commendat ctoritati, sed tamen invitus ac non libens, presby
Basilius Arcadio comiti rei privatæ cives melropo ler crealus fuisset, hac tyrannide (sic enim ipse ap
lis : quo nomine Cæsaream absens er in Ponto de: pellat) offensus in Pontum fugil (a ), lum ut dolorem
gens appellare poluit ; sic enim eam designat ipse suum amici colloquiis leniret , lum ut deliberaret
Gregorius Theologi pater in epistola inter Basilianas quid sibi agendum essel. Non tamen diu in hac so
47.Atin ipsa urbe nec aple illam nec commode liludine resedit , sed partim obducio dolori callo ,
metropolim vocassel. partim verilus ne patris iram in se concilaret (6),
si precanti non cederet , rediit ad diem Paschie ,
Cappadociæ . Sed ad eain rationem , quam allulimus, B cum alio die festo non multo anle discessisset. Ait
illud etiam accedit, quod cum epistolæ , quæ de die enim ipse de
enim ipse de se (c): Musthpoy Expugé us,luotnplu
visione Cappadociæ scriptæ sunt, Mebili prorsus μικρόν υπεχώρησα , όσονεμαυτον επισκέψασθαι , μυ
stylo mala patriae deplorent, hzec decima quinta ni otrpio xal GUVELGÉPXquar. Mysterium unxit me :
hil aliud habet, nisi peraculam et perurbanain com mysterio paulisper cessi, ut meipsum inspicerem er
niendalionem . explorarem : cum onysterio eliam simuliniroeo. Exia
CAPUT VIII. sliinat Nicelas ordinatuin illum fuisse in die Natalis
I. De Juliani inperatoris ad sanctum Basilium epi Christi, fugisse die ſeslo Luminum , qui paulo post
slola . II. Sancius Gregorius Nazianzenus presbyter
crealur. III . Basilius accersilur a Diario Cæsariensi, Natale Domini celebrabatur. Unde existimat Tille
el cum eo communicat. Ulrum merilo hunc homi. montius Gregorium die 25 Decembris ordinatum
nem laudaveril Busilius. IV . Dianio Cæsariensi ſuisse anno 363, aut 362. Sed libentius inclinat in
succedit
ream lendit. Spuriæsubepistolre
Eusebius V . Julianus
Juliano.Basilii Cæsa
el Juliani. VI.. annum 362, quia Basilium , quem post Gregoriuin
Caesarienses maxime odil, Basilio elGregorio mini ordinalum fuisse conslal, anno 362 ad hanc digni
lacur. VII. Videlur Basilius sub Juliano scripsisse lalem censet evectum ſuisse . De Basilio inſra videbi
epirtolæ . Eunomium
adversus VIII. Ad idem referendduæ
eollem scriplæ
. Sub tempus alice C mus ; sed interim doctissimi viri opinionem confir
æ sancii
Athanasii ad Basilium lillerie . IX . Probatur sub Ju mare possumus testimonio Gregorii, qui sic loqui.
liano Gregorium Nazianzi episcopum subscripsisse tur tur inin Anola
Apologia , quam redilu suo composuit (d) :
formulæ non orihodoræ . X . Starim post mortem Και τον μέν έξωθεν ου δέδοικα πόλεμον , ουδε τον
Juliani Gregorius Basilium invisil.
1. Julianus imperator, qui Basilium et Gregoriurn vūvėTravastávta 07pa cais ėxxindiais, xal toŨ TEO
Albenis cognoverat , eo magis in utroqıle studium vr poū ad tanpwua, xãy Tüp &tela , xãy Elon, xiv
Christianæ religionis odio habuit, quo majora in eis Oñpas, xãy xpnuvo s, xây Bápalpa , viv reáVtwy
ad illam defendendam ingenii et doctrinæ præsidia γένηται των πώποτε μανέντων απανθρωπότατος, κάν
videbal. Sed tamen si genuinæ sunt hujus aposta - tais oU5I!5 Tijwplais ToposeEeuen xanet:wtépas.Nec
læ ad Basilium lilleræ , videlur initio Basilii blan - vero externum bellum meluo, nec ſeram illam , quae
ditiis alliciendispes inanes concepisse. Invitat eum nunc adversus ecclesias impelum ſecil, etiamsi ignem
ad se, ut ad imperatorein ila cuin amicis viventem , minetur, eliamsi gladios, etiamsi ſeras, etiamsi pre
ul nec ei adulari coganlur ; nec ob imperii splen - cipitia el voragines, etiamsi omnium , qui unquam fu
dorem , aut rerum publicarum occupationem mo- rore præcipiles acti sunt, crudelissimus pal, etiamsi
Jesli occurrant. Concedit ei cursum publicum , si jan inventis suppliciis acerbiora alia comminiscatur.
ad se properare velit, Hæc epistola inier Juliani Ex his non oliscure colligimus Gregorium hæc scri
lilleras duodecima est. Scriplam conjicit Dupinus a psisse anno 362, ac proinde ordinalum fuisse die 25
Juliano nondum Christianam religionem aperie ejue Decembris proxime elapsi. Exhibet enim nobis avi
ranti. Negal hoc Tillemontius ; quippe cum repu . mum non lam pugnam experium , quam paralum ad
guelut Basilium Julianus ad se in Gallias invitave . pugnandum ; ex quo illud sequitur , nondum Julia
rit, et de publico in Oriente cursu al arbitrium nun in Cappadociam venisse. Præterea, si hæc scri
suum nondum Augustus staluerit. Sed lamen non psisselGregoriuspost Pascha anni 363, quo lempore
invitusconcedit Julianum , cum hiec scriberel, non - lam multa exstabant Juliani crudelitatis exempla ,
duin persecutionis signum extulisse. Abiere in has non jam suspicalus esset quid facturus esset apo
conjecturas erudili illi viri , quia hanc epistolam ad stata , sed ejus facta indicassel, euinque non exspe
Basilium scriplam putabant. Sed si eam scripsit claliune, ut in testimonio allato , sed re crudelissi
Julianus, homini scripsit Constantii aulie incommoda mum judicassel. Videtur ergo hæc scripsisse Grego

( a) Carin , 1 . (c) Or. 41.

(6 ) Ibid. (d ) Naz. or. 1.
 VITA S. BASILII. IXXIII
rius, anſequam Julianus, quiConstantinopoli profe - A Basilius vero maximis laudibus efferat. Sed minus
clus est mense Maio anni 362, in regionibus, quas cominoda videlur hæc famæ Dianii defendendæ ra
Antiochiam pelens peragravil, horrenda crudelitatis tio. Eliamsi enim Theognis in Julii epistola , non
monuments reliquissel, quibus poslea cumuluni in Dianius legerelur (quod tamen fieri debere negat do
Oriente imposuit. clissimus editor lillerarum Romanorum pontificum ,
III. Non mullo post Gregorii reditum , Basilius quia Theognis Nicænus in eadem epistola proprio
Cæsaream venit, Dianii Cæsariensis accersilu . Is nomine appellatur) ; num idcirco Dianii nomen ex
enim cum iu gravem morbum incidisset, ex quo Sozomeni Historia (c) deleri posset, qui eum inter
etiam e vila discessil, cum Basilio , quem a se sub præcipuos concilii Antiocheni episcopos numeral !
scribens formula Constantinopoli allalæ alienave- Prælerea aliud probrum non multo minus inhæret
rat,amicitiam el coinmunionem redintegrare voluit , Dianio Cæsariensi ex Sardicensi concilio , in quo
antequain niorerelur. liaque accersilo Basilio di- cum Arianis conjunctus luit (d ), seque cum eis dis .
sit (a) : Domino iesle, se scripto Constantinopoli junxit ab orthodoxis episcopis, neque exsors videtur
allato in simplicitale cordis assensisse , sed nihil ad fuisse eorum nefariie in Juliuin papam , Athanasium ,
fidei Nicænæ a sanctis Patribus exposilæ eversionem Osium , Maxiininum Trevirensem audaciæ , quos
sibi proposuisse, neque aliud in corde habere, quam B anathematizare non dubitarunt. Frustra ergo er
quod ab initio Iradilum acceperal... imo elium precari pungalur Dianii nomen ex epistola Julii papæ , in
se ulne separelur a sorte trecentorum decem el ocio qua lamen priinus ob sedis dignitatem videlur re
episcoporum , qui piam illam doctrinam orbi annun . censeri, quod primas inter hæresis defensores iene
liarunt. His auditis Basilius, scrupulo omni evulso , rel.
ad communionem Dianii accessit. Sed cur hunc hominem , cujus famæ ejusmodima
Magnis laudibus hunc episcopum efferi Basilius; cula insidebal, lot laudibus cxlulit Basilius 9 Illum
el cum eum anathematizasse dicerelur , id a se in - sane Basilius, si recle allendiinus, non si' e exceptione
slarmagni criminis detestatus est. Declarai (6 ) se ab laudal. Non enim ei studium sane doctrinæ , non con
ineunte ætale educalum fuisse in illius amore ; et slantiam in periculis pro fide obeundis altribuit : que
intuendo considerasse quam esset ille rir aspectu ve- tamen præcipue laudari his lemporibus in episcopo
nerabilis, quanta majestate prædilus, quantum digni- lantæ sedis debuissent. Quinetiam ,utse ab ejus com
lalis sacerdotalis ore præferens. Postquam aulem munione removeret, forte non solum novissimoillius
virilem ætalem adeplus est, tum vero illum ex ani. facio , sed etiam superioribus gestis rebus adductus
mæ bunis norisse , illiusque delectalum consueludine, fuil. Non enim video , cur Gregorji Nazianzi episco
simplicilalem el ingenuitatem ac liberalitatem morum pi, qui formula non orihodoxe subscripsit, coinmn .
perspexisse, el quæcunque alia propria erant viri or. bioni semper allixus fuerit, Dianio autem , cui lot
namenta, animimansueludo, magnanimitas simul et nominibus obstricius erat, non eamdem exbibuerit
bonilas, decori studium , animus iræ expers, hilarilas animi moderationem ; nisi quia perspicuum erat
et affabilitas gravilale permista . Quare ipsum inter Gregorii mentem illæsam ac atramento, ut ait ejus
homines virtule specialissimos numerabal. Aduit eum filius (e), minime infectam ſuisse, Dianius vero non
pro sua morum lenitate el mansuetudine omnibus ila sese hactenus paraverat, ut eum suspicio non
paterno pectore satisfacere solere. altingeret.
Dillicile prima specie videlur has laudes concilia Sed si Dianius Arianorum fermentum non effugit,
re cum maculis , quas numini Dianii bisloriæ mo non tamen eorum errorem animo suscepisse cre
numenta inurunt. Is enim in sede inter alias emi- dendus est, et a Basilio laudari non debuisse.Con
nenti collocalus , ac magnorum fidei Nicænæ defen - slal enim Arianos, quandiu in solo Consubstantiali
sorum successor , conjunclus cum Arianis reperitur oppugnando hærere videbantur , ac hæresis vene
in concilio Antiocheno anni 341 , in quo tam mulla nuin preinebant, pluribus orthodoxis episcopis fu
impie el nelarie gesia sunt : ejusque nemen a Julio p cum fecisse, qui parlim pacis decepti studio , parlim
papa primo loco recensetur inler episcopos Eusebia- spe aut melu conducii, eorum intererant conciliis et
naruin partium . In annotatione , quæ ad hunc Julii formulis subscribebant. At postquam Ariani es dissi
epistolæ locum apposita estapud sanclum Albanasium , mulationis latebris in apertam impietatem prodie
observal eruditus editor Dianium sive Danium , quem runt, lum vero plurimi ab eorum communione dis
Julius prinio loco recenset, non esse episcopum C :e - cessere, eorumque impielali bellum indixere , qua .
sariensem , sed eumdem qui passiin apud Athanasium les in concilio Seleuciensi quinque supra centum
Abbyvios, quandoque apud Hilarium Diognius, com - numerati sunt. Videlur ex ejusmodi hominum 10
munius apud ulrumque @cóYVIOS el Theogais vocalur, mero fuisse Dianius. Lenis illius indoles , qualis
id est Theognidem Nicænum . Ilujus conjectura hæc a Basilio depingilur, ut omnino idonea non eral quæ
aſſertur ratio , quod Dianium Cæsariensein nusquain Arianis fortiter resisteret, ila a perturbanda Eccle
Athanasius inter Arianos vcl Eusebianos numerel, six suæ pace aut doctrina immutanda eral alieuis
(a) Ep. 51, n. 2. ( d) Hilar. fragm . 2.
(b ) Ibid . n . 1 . (e) Or. 19.
(O) L . III, c . 5 .
 XXXIV PROLEGOMENA .
sima. Nicænam fidem ab eo minime allenlaiam in A cunt, ac episcopis offerunt, a quibuspartim prccibus,
Ecclesia Cæsariensi ſuisse lestantur quæ moriens partiin vi et immoderato et lumultuario impelu con
Basilio juravit. Huc accedit ipsius Basilii leslimo- tendunt, ut Eusebium baptizent et episcopum pro.
uium (a), qui fidem Nicænam in Ecclesia ;Cæsariensi clament. Coacti illi Eusebium baptizant, episcopumu
semper viguisse leslalur: nec probabile est Dianiuin renuntiant, in throno collocant, sed manu potius
novam ausum esse formulam proponere. Eral cnim quam animi sententia , ut postea declaraluni esl.
plebs Caesariensis, ulail Gregorius Nazianzenus (6), Slalim enim atque ab importuna multitudine liberi
ob fidei calorem ad seditionem proclivis ; nec si et soli fuere, consilium inter se inierunt , ut nihil
quid novi docuisset Dianius , illius memoria lanto in eorum quæ gesla fuerant, ratum ac firmum duce
prelio fuisset, ut odium Basilio conflaturos se inimi. rent; viin ei objicientes, qui non minus quam ipsi
ci sperarent, si Dianium ab eo anathematizatum vim passus fuerat. Dissensit huic consilio Nazianzi
dicerent. episcopus,ac ordinationen Eusebii non niinus for
Neque eliam illud dubium est quin se ab Arianis liler deſendit, quam si libere facta esset. Demon
disjunxerit, ubi eorum aperte erupit impietas, et stravit collegis vim sibi cum Eusebio communen
cum fortissimis fidei defensoribus conjunxerit ; si- fuisse : ilaque aut accusandum eum non esse, aut
quidem S . Melelii communicator exslilil, et præ . cpiscopos pari crimine implicandos vel etiam gra
clari certaminis , quod magnus ille athlela sustinuit, viori. Longe enim satius ſuisse extremum peri
admiralor,ut colligi potest ex his Basilii verbis (c) : culum adire, ordinationi resistendo , quam semel
Nos aulem , inquit, quia qui prior veritatem libere peraclam antiquare velle , præsertim eo tempore,
defendit , et bonum iltud certamen Constantio impe. quo veteres iniiniciliæ deponendae erant ; nou nova
ranie certavil, Melelius est reverendissimus episcopus; suscipiendæ .
eum habuit Ecclesia mea communicatorem , Exspectabalur enim Julianus, qui lunc in Chri
magnopere eum diligens ob forlem illam ac invi- stianos fremebat : minitabatur ei qui ordinatus fue
clam dimicalionem , idcirco habemus illum hactenus, ral, ac in summum periculum deveneral civilas.
Deo largiente, communicalorem , el cerle , si Deus vo. Nam iracundiæ , quam Julianus in Cesarienses ob
lueril, habebimus. incensuni Forlunæ templum conceperal, novas faces
Videtur ergo Dianius ex conciliis Arianorum re- admovit unius ex magistralibus ordinatio, qua rem
versus ad Ecclesiam suam , vel occullasse quæ foris publicain lædi querebatur. Ipse etiam prases que
egerai, velmorum lenitate, ac ejusdein semper fidei rebat quomodo el gratiam apud Julianum iniret,
prædicatione invidiam el indignationem declinasse. et Eusebium ulcisceretur , cui amicus alioqui non
Quare non debuii Basilius episcopo suo exprobrare, eral, sed ob diversa in rei publicæ administratione
quæ se puero dillicillimis temporibus gesta fuerant, sludia succensebat. Accersebal ergo per litteras
nec ei debilas laudes denegare , quas eimagna virtus episcopos, ut Eusebium accusarent, additis etiain
lum ornamenta omuiuin judicio conciliabant ; cum minis tanquam jussu imperaloris. Hic quoque eni
præsertim Bisilius cum pluribus aliis, qui non semper luit episcopi Nazianzeni summa animi fortiturlo .
ab omni Arianorum fermento puri et intacti fue- Sic enim respondit presidi (0 : Nos, inquit , (po .
rant,ut Basilio Ancyrano et Eustathio Sebasleno, lentissime præses) rerum omnium , quæ geruntur,
communione et amicitia conjunctus fuerit. Forle censorem unum ac regem habemus , qui nunc op
iisdem de causis Alhanasius nunquam Dianium in pugnalur. Is el præsentem electionem expendel, quam
ler Eusebianos ac bæresis defensores numerat : nos rite ac legitime, atque, ut ipsi gratum est , fecimus.
quanquam cum eo minime communicabat Athana Vos autem alia quidem aliqua in re nobis, si animus
sius. Enumerans enim provincias quibuscum com - ita lulerit, vim afferre perfucile poleslis, id auler
inunicabal, de Cappadocia prorsus silet (d ). nemo unquam nobis adinel , quin ea , quæ facla suni,
IV. Mortuo Dianio Cäsariensi, cum advenissent ul recie ac jusle ſacia deſendamus. Nisi forle hanc
nonnulli provinciæ episcopi ut successorein ordina- p quoquelegem slaluatis, quibus ne in nostrus quidem
rent, scissi sunt Cæsarienses in contraria sludia, res prospicere fas est. Epistolam admiralus est pra
aliisalium episcopum poscentibus (e). Vehemens crat ses, elsi primo moleste lulit : alque hac Gregorii'
sedilio nec facile sedari poleral. Propensa enim erat constantia Juliani impelus compressus , civitas
civilas ad seditiones, in electionibus präserliin, ob melu liberata, episcopi dedecore et ignominia .
lidei fervorem : ac præcellens cathedræ dignitas ca- Cum hæc ordinatio peracla sit instante Juliani
lorem animis addebat. Tandem universi summo con- adventu, ut leslalur Gregorius, videtur ad mensein
sensu unum ex magistralibus, Eusebiuni nomine, Junjun aut Julium collocanda. Profeclus est enim
viruin fide et moribus præstantem , invituin el relu - Constantinopoli Julianus inense Maio ,exeunte , et
clantein corripiunt, ac opem ferentibus militaribus cum in regionibus interjectis aliquandiu conimora .
copiis, quæ lunc in urbe erant, in sacrarium addu - lus fucrit (ubique enim impietatis suze vestigia

(a) Ep. 140, :). 2. (d ) Misl. Arian .

(b ) Ur. 19. (e) Naz, or. 19.
(c) Ep. 258 . ) Ibid.
 VITA S. BASILII XXIV
reliquit), vix poluit ante Julium aut Augustum Cæ - A Sed Juliani dictum deest in plerisque codicibus,
saream advenire. Basilii vero in omnibus præler Harläanum . Præ
V . Dum autem urbi propinqual, si illius ad Ba- lerea cum lola epistola hæc lam parum cobæreni,
silium epistolæ habenda fides , præcipit Basilio , ut ul assuta essc merito pronuntiet Dupinus.
sibi Cæsaream advenienti et adhuc publicum iter VI. Vix ullam civilalem pejus oderat Julianus
tenenti, præsto sint mille auri libræ : secus mina . quam Cæsaream , eo quod sludiis Christianæ reli
lur se Cæsaream eversurum , ac statuas et lempla gionis ferveret, ac paucissimos haberet ethnicos.
erecturum . Sed hoc ipso ex loco spuriam esse cpi Præterea ex tribus templis , quæ in hac urbe fue
slolam perspicitur. Non eniin lunc Cæsareæ erat rant, jam duo antea a Christianis eversa fuerant,
Basilius, sed latebat in Ponti solitudine, vixque nempe Jovis et Apollinis. Terlium , quod Fortuna
peracla erat ipsius Eusebii ordinatio , cum Julianus dicebatur , sub ipso Juliano eversum , furiis eum in
venil. Idem erratum cominissum est in Vila S . Ba cendit. Quomodo pænas a Cæsariensibus repetierit.
silii, quæ supposita est Amphilochio . Ibi enim Basi. legi potest apud Socratem lib. v, C. 4. Iracundia
lius Juliano obviam processisse dicitur, el Libanius præcipue exarsit in S . Eupsychium , qui hujus facti
Juliani quæstor genibus pontificis, nempe Basilii, dux et auctor ſuisse dicitur. Huic adjungitur a Ba
advolulus. Nec accuratior Nicephorus, qui Basilium , B silio (b) sanctus Damas et alii , qui egregii facinoris
Juliano per Cappadociain transeunte, Ecclesias Cap- videntur conscii fuisse . Horurn dies feslus quoian
padociæ rexisse dicit , tūv èv Kattaðoxią txxan - nis Cæsarer die septima Septembris summa celebri
Ctūv tov.záõe tnv ÉTEITporotv Exovtos. Frustra Pa- tate recolebalur, ut perspici potest ex pluribus Ba
gius hæc revocat ad auctoritatem , quam sub Eu- silii epistolis (c), in quibus episcopos Ponti , Euse
sebio presbyter Basilius habebat, nam ne presbyter bium Samosatensem , Amphilochium , ad hunc diem ,
quidem tunc erat. In Chronico eliam Alexandrino It longe celeberrimum , invitat. Sed si passus est
Basilius Cæsarex sub Juliano episcopus staluilur. S. Eupsychius mense Septembri, ac proinde
Fucum ergo fecit epistolæ fabricalori hæc de Basi- anno 362 (non enim alius annus regnantem habui:
lii episcopalu opinio . Julianum mense Seplembri), vel (d) alia illius mar
utraque epistola , Juliani et Basilii , nihil prorsus templum , cum Julianus Cæsaream venit ; vel eum
Eas lamen non omnino rejicit Tillemontius, et quo- detineri voluit , ut pænas ejus longius produceret.
minus oinnino rejiciat, delinelur potissimum lesti- . Error est in MenæisGræcorum . Nam die 9 Aprilis
monio Sozomeni, cui nolas illas fuisse putat. At habemus festiim S. Eupsychii sub Juliano passi
profecto epistolæ illæ non exslabant tempore So- die aulem 7 Seplembris S. Eupsychii Cæsarea in
zomeni. Is enim Juliani epistolam commemoral (a ) Cappadlocia martyris, quem sub Adriano collocant.
ad episcopos qui lunc maxime insignes erant, tois Fidem etiam coram Juliano liberrime confessus est
the OLD APÉTIOUGEV È TELOXÓTOLS ÈTIÉOTELlev. Quæ autem ac varia pertulit supplicia, lesle Palladio 1 , presby
hodie exslal, soli inscripla Basilio, nec alium quam ierPhiloromus, Basilio charissimus, qui describendis
Basilium compellal. Deinde vero Julianus res Chri libris el victum sibi et pauperibus subsidia parabal,
irridebat, et Apollinarii adversus elbnicos librum exstant Juliani ad Basilium litteræ ; illud sallem
exagitabat. Nullum hujus rei vestigium in epistola constat, infensum ei fuisse Julianum (g ). Nam Basi
quam nunc habemus. Ipsa etiam episcoporum re lium et Gregorium consilii et incæpli sui adversa
sponsio , quam Basilio Sozomenus a nonnullis tribui rios et hostes dicere solebat, nec leviter eis minaba
lestalur, videtur opus aliquod insigne ad eruditio- tur : sed minæ decus addebant el ad pielalem acue
nem fuisse. Ait enim idem scriptor , quicunque bant. Cum autem eos et moribus et eloquentia et
operis auctor sit , eum ob animi magnitudinem et p mulua inter se concordia claros jam inde a Græcia
eruditionem admiratione dignum esse. At neminem esse sciret , Cyclopis honorem illis deferebat, po
puto in epistola , quæ sub Basilii nomine ad Julia - siremosque reservabat : vel dæmonibus eos ut
hom scripla servalur, eruditionem miralurum . Le- magnum quiddam muous immolare volens , vel se
guntur quidem in nostris epistolis quæ Sozomenus abrepturum in baralhrum suum stulte .sperans.
es Juliani et episcoporum litteris excerpil : nempe VII. Scripli videntur sub Juliano libri adversus
illud Juliani : 'A È ávéyvwv , Kyrwy xal xatéyvwv. Eunomium , ac non mullo post Juliani mortem in
Quæ autem legi, intellexi el condemnavi : tum Ba- lucem editi. Non enim citius hoc opus aggredi potuit
silii responsio : & ubytol &véyws Oůx Eyvws . eliyap Basilius. Depositus est Eunomius anno circiter 361.
Erw , oux dv xatéyvws. Quæ autem legisli, non in - Coram judicibus , qui eum damnavere, ne verbum
tellecisti ; nam si intellexisses, non sane condemnasses. quidem proloqui voluit, eo quod neſarii homines et
(a ) Lib . v, c. 18 . (e ) Naz . or. 19.
16 ) Ep. 252. Hisi. Laus. c. 113.
(c ) Episi, 100 , 176 , 252. (9) Naz. or. 4.
(d ) Tillemont., vol. 19 in Basil.
xirri PROLEGOMENA .
improbi, ut ipse aiebal (n ), in judicum munus sese A neam dicendi vim acceplurum . Sed nescio unile
obtrusissent. Sed postea librum suum composuit, bauserit Photius hanc quoque prima:n Apologianz
quem inscripsit Apologiam . Non tamen hanc elucu . Eunomium in tenebris arcano rovisse , ita ut eam
brationem slalim exsudavit. Nam peralsurile illum vix nancisci potuerit. Nihil ejusmoili apud Basilium
facere ait Nyssenus (6) quod sibi videretur Apolo. legilur : sed suas quidem Eunomium blasphemias
giam in tempore instituisse , quamvis longe aber. sub specioso Apologico nomine occultasse dicil ;
rassel a lempore, quod tunc maxime opportunum ipsam aulem Apologiam minimcdicit occullasse.
fuil, cuin judices sederent. 'Ezutėv Mev xarà xal- Scripla est adversus Eunomium epistola 16 , quie
pov å troddoyn 50ml 2.ével, TUSOTTOV TOû xalpoū xat- tamen videlur longioris elucubrationis fragmentuin
STELV yevóuevov. Ex his patet aliquid spatii judicium potius esse, quam epistola .
inter et Apologiam eMorrisse ; nec proinde Basilium Scripla sub Juliano epistola sequens ad Orige
ante annum 362 aut 363, stylum ad eam reſellen nem , cujus filios Basilius libenter in sua solitudine
dam exacuisse. viderat. Erat Origenes ille vir eruditus, et religio
Neque etiam serius hoc opus collocari potest. nem sub impio imperatore scriptis defenderal, allt
Ait eniin Basilius (c) se in hoc scribendi genere R saliem liberrime confessus fuerat. Deo enim gratias
omnino inexercitatum esse , seque silentium , cujus agit Basilius, quod veritatem ex eoruni qui sum
ab initio sludiosus fuit , servalurum fuisse , si nihil nam potestatem habent proditione lüli non sive
contra verilatem Evangelii tentalum fuissel. Pre - rit , sell per Origenem defensionem veritatis imple
lerea hoc opusmisit Leoncio soplistä anno 364, verit. Non dubiial quin illi cilo exarcscani, Orige
ul videre est in epistola 20. Sed dubitandi locum nes vero eſflorescentem ac semper novamimerce
non reliquit Nyssenis. Is enim testatur (d) Euno - dem a Domino consequatur ob ea quæ pro ipsinis
mium in elaboranda adversus Basilium responsione nomine loculus est. Existimat Tillemontius id de
non minimam vitæ suæ parlem insumpsisse ; necmi- Ecclesia merilum esse Origenem , ut cum Julianus
rum esse, si tantam amalorum suorum approbationem Christianos a liberalibus disciplinis arceret , ip : e

piades concinnaverit. Quare cum hæc secunda Eu - elaboraret.

nomii Apologia slalim post mortem Basilii prodierit, Redolet idem tempus epistola 18 ad Macarium et
qui prima die anni 379 obiit ; saltem duodecim Joannem , quos cum inulla delerrerent ab ascelica
annorum spatium inter opus Basilii et responsionem c vita amplecienda , bortalur Basilius ut nec eos con
Eunomii slaluendum , ne tot olympiades , quas in turbelmendax contumelia , nec minæ lerreant eo
bac elucubratione insumpsisse Eunomius dicitur,
absurdain exaggerationem habere videantur. Vic rum , qui summam potestatem habent , nec risus
dentur ergo libri in Eunomium prodiisse anno 363, demnatio abaut hominibus
contristel contumelia familiarium , nec con
curam el sludium præ se
aut 364.
ferentibus, a quibus fortissima ad decipiendum
Narrat Photius (e) Eunomium , etsimullas olym . esca pretenditur, simulala adhortalio
piades in hoc opere insumpsit, illud lainen vivente VIII. Videtur sub Juliano sanclus Basiliusaccepisse
Basilio absolvisse, sed sedulo cavisse ne in illius lilleras a S . Athanasio ; quas in manibus habere se
manus perveniret, ac lidis Cantum amicis legendum
commisisse. Addit easdemn cautiones morluo Basilio et exposcentibus ostendere lestalıir in epistola 204,
n . 6 . In his lilleris sanctis Athanasius a Basilio con
adhibitas fuisse, quamvis nibil jam meluendum vi
derelur : sed lainen conseculum non esse Eunomium , sullusclare
Transferri
pronuntiabat, Siquiser Arianorum hæresi
voluerit, fidem Nicænam confiiens , eum
ul opis non incideret in manus Theodori , Gregorii admillendum esse , nec in eo recipiendo hasilandum .
Nysseni el Sophronii, quiillud egregie profligarunt. Hujus decreli socios citabal Athanasius et Macedo
Es bis palel quain non pudenter mentialur Philo - Puiæ
D et Achaiæ episcopos omncs.
slorgins, cum Basiliuin ait (1) lecio hujusrespon
sionis primo libro,perculsum dolore e vila migrasse. Cur has litteras ad hoc tempus referain , polius
Secunda illa Eunomii Apologia in tres libros distri- quam ad annum 371, non infirina suppetunt ratio .
bula eral, si Pholio crediinus. Quinque numeral punimomenta . I. Cum sanctum Athanasium consuluit
Philosiorgils. Prima vero unico libello contineba- Basilius anno 371. jain moveri cæperat quæstio de
lur. Vindelur Basilius lioc opus monachorum s10 - Spiritu sancio , quæ Basilium aliquid fidei Nicænie
run rogalil reſellendum suscepisse . Ait enim addere coegil. Al lilleræ de quibus nunc agimus, ni
(p. 207, 208) iis, quibus elucubrationem suam nun- bil prorsus addendum prescribebant : quod argu
clipai, se eorum amore adduci , ut ipsorum manda - inenlo est nihil ea de re sciscilatum esse Basilium ,
lis wurem gerat; seque eorum precibus sperat ido- sed tantum de iis qui ab Arianorum hæresi redio

( a ) Nyss. ! Eunom . (d ) Ibid . 86 .

(6 ) Ibit. (e ) Cod . 138 .
is) i Eunom . u. 1. Lib . viii, D . 19.
 VITI S . PASILII. XISVII
hant. 3. Citabat Athanasias hujus dccrcii socios A Juliano . Erat cnim illud icmpus, ctsi omnibus
Macedonia ct Achale episcopos omncs, qui idem Christianis mulcslim , orthodoxis tamen ad fidei
procul dubio in conciliis suis staluerant. Al nihil catholica , quain læreticis defensionem erroris
prorsus dicebat de aliarum gentium , nempe in comniodius. Sed iamen cum sua sponte non repu
Gallia el llispania ctibique, episcopis , quibus idean gnal, ut Gregorius . pacilicationis causa eliam sulo
placuisse lestatur in epistola ad Rullinianum . Num Juliano formulie alicui non sange subscripserit ; lumi
igitur S. Athanasium dicemus lol synoilorum de vero eum lunc subscripsisse biec maxime demon
crela imprudentem omisisse, aut Basilium , qui strat ralio, quod monachi Nazianzeni stalim atque
illius epistolain in manibus habebai, et exposcenti- subscripsil ab ejus communione discesserunt, nec
bus solebat ostendere, quid in ea scriptum esset tamen anle illud quod dixi lempiis discesserunt.
Nondum profecio monachi discesserant a com
longe savius est epistolam S. Albanasii scriptam munione episcopi Nazianzeni, cuin Gregorius o

Achaia celebralas existimare, sed antequam con zenæ concordiam laudarel in secunda oralione
cilia eadem de re iu Hispania el Gallia et aliis locis (p . 48 ). Recens erat lumultus cum scriberel oratio
habcrentur, aut saltem babila nuntiarentur Atha. B nem terliam , quæ prima est in Julianum . Ibi enim
nasio. z. Rationem reddit Basilius. cur Eustathium sic loquilur (p . 33) : E70€ uo! TOù yopoū uépos tv
ad suam communionem admisissel.Non enim dif xaxcivo tò cúotnp.a., 8 suv nuiv ośw ; to Oso nepoo
ticile est Eustathium his verbis depictum agnoscere : Qõov 09 xl6orov pony , ouot aoóximov, dala xal
Si quos aliquando, inquit Basilius, ab Ario magistro 77, 62 L.; Tots Stésew ; d Eloújavov , TELOTEVU) 83 06
proſeclos in communionem admisimus, morbum in και μετ' ολίγον αξιωθησόμενον , ουκ οίδ' ότι παθόν,
timo corde occultantes el pia verba loquentes, aut εξαίφνης μεθαρμόζεται τε και μετατάττεται και
cerle iis quæ a nobis dicebantur non repugnantes, ila ουδε υπό της ευφροσύνης, και και θαυμάζω μάλλον,
suscepimus : cum non omne de calibus judicium εις ταυτόν έρχεται. Αιφue uriname ille quoque celus
uobis ipsis permilleremus, sed sententiam , quæ prius ad chorum nostrum se adjungerel, yui, cum prius
cantionem haudquaquam adulterinam atque ignobi
Eyo enim cum accepissem lilleras beatissimi patris lem nobiscum Deo accinerei, ac dextro quondam ur
Athanasii...... ratus necesse esse lantum virum se dine dignus haberetur, alque etiam , ul confidc,
qui ob eorum qui legem tulerant, auctoritatem , si brevi habebitur, haud scio qua re commotus, repente
mulque cupiens pacificationis mercedem consequi, fic canlum in diversum mulal, alioque gradu alque or
dem illam confitentes ascribebam numero communi dine sese collocal; ac ne ob communem quidem læli
calorum . Adduxerunt ergo Basilium Athanasii lice liam (quod etiam magis miror) adduci polest ut.
leræ , ut cum Eustathio communicarei : et ante nobiscun conjungalur. His certe vocibus, cum hac
quam has acciperet lilleras, incerlus erat utrum tenus Deo cantionem accinerel nobiscum , subito ad
Eustathii communionem neene admilleret. Id au aliane communioneni prorumpit, recens esse indicat
lem minime congrui: anno 371. Tunc enim nullas monachorum factum . His adde spcm illorum redi
habebat, aut saltem nullas sibi habere videbatur los, summam lenilalein , qua cos al miembra sua
ainbigendi causas : ct curo longe ante annum 574. coniplectitur ; et quod ail in oral, 12, p . 196 , el or.
firma cum Eustathio communione et anicilia con 19, p. 297 , monachos oniniui postrenios disces
junctus esset; nequaquain eum lilleræ hoc anno sisse . Ex his aulein sinul probalur non mullo anle
acceptæ ad banc communionem adducere potuerunt. subscripsisse Gregorium . Nam , si subscripsissel sub
Sed cum Eustathius. anno 560 . subscripsissel cor. Constantio anno 560 vel 301, quomodo inonachi
mule Constantinopolitanæ , ac sub Juliano rediret indignationem suam usque ad annum 363 corde
"' Dardania (in hanc eniin regionem relegatus fue- pressissent? aut si landiu presscrunt, cur disces
ral) , magna deliberatio incidit Basilio , quibusnam D sionem subito el præcipiti consilio attribuit Grego
conditionibus cum eo communicaret. Nam cum se rius ? Eosdem vocal calidiorem Ecclesiæ parlem in
Basilius eadem de causa ab episcopi Cæsariensis oratione 19, pag . 297 . Generalin de omnibus mo
communione removisset , temere cum Eustathio nachiz ait in oral, 21, p. 388, eos in aliis rebus pa
communicare non debuit. Quare digna res erat de calos el moderalos esse , hac in re lenes el faciles
qua ad Athanasium relerrel : nec aliud lempus non esse , cum per silenlium el quietein Dei causa
magis idoneuin bis inter Athanasium & Basilium proditur, sed bellaces et in cooligendo acres el fo
lilleris assignari polisi. roces. Cum his non quadral dissimulatio plurium
IX . Iter in Pontum videtur suscepisse Gregorius' annorum , quam monachis Nazianzenis aliribuit
sub finem imperii Juliani; nempe cum ipsius paler Tillemontius, cum Gregorium sub Constantio existi
Pn, ul satis per se palel, absente subscripsit cuislam mal subscripsisse.
fornsulæ , que magvas in ecclesia Nazianzena tur . Præterea cairsam subscribendi non repetit Gre .
bas commovit, ac monachis locum deditad episcopi gorius ex jussis aula profectis aut ex rerum pertur
sui communione discedendi. Mirum sane ac vix batione, quæ tunc summa fuit, sed ex desiderio
credibile cjusinodi subscriptionis exemplum sub picis et communionis cum nonnullis ineundan
PATROL. Gn . XXIX .
 IIIII PROLEGOMENA.
Palet id ex his verbis orat. 19 (p. 297) : Ilapå to A Quam non mo:lo cirra ambitionem , sed etiam
Ypaguati xhaTÉVTES xal oruzo sexvexois els rovno gorii perspicimus. Tu quoque caplus es, inquit B :si
pdv Xolvwvlay. A ferrenliore Ecclesiæ parte ob eam lio , quemadmodum et nos circumscri;ili : quando
causam seditio in nos e.vcilala est , quod scrizio quo- quidem ad presbylerium pertracti sumus. Alijue id
dam el arlificiosis verbis circumscripti, in pravam quidem a nobis non expelebatur. Nam ulerque oileri,
socielalem pertracti fuissemus. Hinc etiam Grego - si alii cuipiam , locupleles esse lesies possumus, quam
rius ait in oratione 12 (p. 196 ) Ecclesiam Nazianze nobis cordi essel pedestris philosophia humique de
nam ante illud dissidium , arcam Noc vocari solilam prossa . Ex primis ejusdem epistolæ verbis, Epistolac
esse, ut quæ universi orbis diluvium sola effugis . Tuæ proæmium laudo. Quid autem luurun non lau
sct. Sed, si episcopus Gregorius sub Constantio dandum ? liquet Basilium priorem scripsisse, ac Gre.
Arianorum artibus succubueral, non video cur Ec- gorio onus sibi imposilum significasse, vel polics
clesiam Nazianzenam mala communia minime alli- ingemuisse. Illum enim consolalur Gregorius; ct
gisse dicantur . quoniam id factum est, quod fortasse non fieri
X. Juliani mors divinitus Basilio revclala fuisse præstilissel, ferendum esse slatuil, preserlim ob
dicitur ; sed cum lanla circumstantiarum varietate , B lempus mulins, inquit, in nos excitans hærelicorum
ut referre non libeal, quæ ea de re leguntur in linguas; užalota očà còn xalpdv tomhas niiv alpe
tixûy'ÉTELO yovta yhtsoas.
Chronico Alexandrino, apud sanctum Damascenum
in libro De imaginibus, qui Vitam 'Basilň ab Hella II. Satis inter erudilos convenit Basilium ance
dio scripiam cital, et in Basilii Vila Amphilochio 362 presbyterum fuisse ordinatum . Baronius et
supposila . Hermanlius ex epistola modo laudata colligunt or
Ex his verbis secundæ orationis Gregorii in Ju dinalum illam fuisse eodem fere tempore ac Gre
lianum , læc tibi Basilius el Gregorius , colligunt gorium ; conjicit Tillemontius Basiliuin , cum Cir
erudili viri Gregorjuin a Basilio adjutum fuisse in saream venisset ægrolanie Dianio , ibi usque ad ele
his orationibus componendis. Probabilis sane hæc clionem Euscbii moralım esse, el ab Eusebio , forle
onjectura ; el cum Gregorius scse palernz domus lorlalu Gregorii patris, relenlum et ordinatum .
solliciludini interdum eripere solerei, videlur in Timidilalein injicit hominum doctissimorum au
Ponlum venisse postmortem Juliani, et Basilii con clorilas, quominus ab eis dissentiam : sed tamen
silio ad hanc elucubrationem usus ſuisse. cogor dissentire. Alque illud quidem certo staluere
CAPUT IX . videnlur, serius Basilium ordinalum fuisse quam
1. Presbyler crealur Basilius. II. Ordinatus anno 364. C Gregorium . Non minus perspicuum el esploratum
III . De primaillius oratione el tribus epistolis. IV . est eum non a Dianio , ut quidam voluerunt, sed
Pacis causa secedit in Ponium . V. Redit Casa - ab Eusebio ordinalum fuissc. Nain Dianius paucis
ream , ut hanc ecclesiam Valente adveniente de.
ſendal. VI. Secessio ponenda exeunte anno 364, mensibus post Gregorii ordinationem mortuus esi,
aut ineunle 365 . Redilus anno 365 . nec com co Basilius ab anno 560, nisi in extremo
I. Deplorai Gregorius (a ), utmagnum ælatis six morbo communicavil. Sed quod ordinationem ad
vilium , quod sæpe in elcctionibus nulla haberetur annum 362 reſerunt, id vellem vincibili aliqua ra .
doctrinæ el sanciilalis ratio , ac homines neulro in lionc firinassent. Nam Basiliom Cæsarcæ usque ad
el primo loco constituti, meliores se ac sanctiores nulla prorsus fulla ratione, vel polius Basilii solitike
despicerent, quasi cum dignitate sapientiam et eru - dinis amori, el curæ monasterii regendi repugnans,
ditionem accepissent. Non sic Basilius, sed præ - cum præsertion ſaleatur Tillemonlius lempus in bac
scripto canonibus ordine ad sacerdotium pervenit ; electione dissensionibus extraclum fuisse.
et cum sacros libros populo legisset, in presbyle- Seil, quod me maxime delerrel ab hac aniple
rorum ac deinde in episcoporuin cathedra sedil, o clenda opinione, pluribus rationum momentis ad
non honorcin quærens, sed ab honore quæsitus; ducor, ut Basilium anno 364 sub Valente credam
nec all hoininibus, sed a Deo gratiam accipiens. ordinatum fuisse. 1° Ipsa Gregorii verba Basilium
Basilium Philostorgius (6) jani anno 359 diaconum monenlis , ul sibi caveat præserlim ob rempus, mul
ſuisse pulal : Socrales (c), qui cuin Basilio S . Chry- las in nos, inquil(d), hæreticorum excilans linguas ;
sostomi amico nostrum confundit, ad houo eum hæc, inquam , verba Valentis imperio mirilice con
dignitatem a S. Melelio eveclum narrat. Sed Tille- gruunt, Juliani vero nequaquam . Nam sub Juliano
montius ne diaconum quidem fuisse Busilium pro - nulla ab hæreticis pericula masina ab imperatore
bat ex lcstimonio Nazianzeni, qui in lam accurala apostala exslilerunt. Sub Valenle autem hæresis
ordinui , quos exercuit Basilius, enumeratione, non slatim verlicem suslulii, et ignis, qui sævienle Ju
omisissel diaconatum , si in hoc quoque gradu mi- liani persecutione suppositus cineri vidcbalur, de.
nistrassel. nuo exarsil. Nɔla profecio rcs csi el ab ipso Tille
(@) Oral. 20. (c) Lib . iv, c. 26 .
16) Lib. IV, c. 12. (a ) Naz. ep. il.
 VITA S. BASILII. INC
moulio notala , hæreticos ipsos sub Juliano a do- A videlur ea exstilisse, quam habuit in sex primos
mesticis dissensionibus quodammodo ad communis versus Proverbiorum . In primordio enim declarat
cause defensionem avocatos ſuisse . Non erat ergo se obedire benigno patri, qui more perilorum veni
9. Basilius, in epist. 210 ( . 313),ait se in Ponii soli- caluli alicujus cursum experiri volens, Proverbiorum
ludine plures annos continuos commoratum esse. principium proposuerat exponendum . Inter Basilii
At in ea quam refellimus opinione plures quidem hoinilias bäc sola occurrit, quæ coram episcopo
Traduxit annos in Ponio , sed interruplos ac minime habita videator ; sola enim præscnlem episcopum
continuos. Illuc enim se contulit anno 358. presliv . bonorifice salutal.
ter anno 562 creatus rediit in Pontum anno 363. Cæterum non in solo verbi ministerio Eusebium
ibique, ut existimat Tillemontius, usque ad annum juvabat Basilius , sed plures Ecc!esice administran
366 resedit. dæ partes ei coinmissæ videntur. Nam crebræ illi
3° Duas habemus Basilii ad Leontium epistolas, occupationes paruin otii relinquebant, ut ipse le
quæ , il modo videbimus, nolis anni 364 exeuntis slatur in epist. 20. Hujus aulem et vicesimæ primæ
signalx sunt. Esædem initio sacerdotii scriplic viden - scribenda ea fuit occasio : Cum Leontius sophista
lur. Ait enim : Nobis enim crebræ illæ occupationes , B Basilium accusasset quod raro ad se scriberet, cri
quibus nunc dislinemur, escusalionem ſorte afferani, men in Leontium retorquel Basilius, eumque eo ma
sililleris desimus. 4• Libros in Eunomium scriptos gis culpandum demonsirat, quod et plurimas scri
esse ostendimus anno 363. Longe autem probabi- bendi occasiones habeal, el, ntsophista , loquacissi
las lunc Basilium adhuc in solitudine resedisse, mus sit : cur autem ipse rarius scripserit, exciisat
quain insolitis sacerdolji occupationibus difficillimi crebras occupationes quibus distinelur, el contraa
operis laborein addidisse. æruginemRespondit
quam
Non videtur anie mensen Septembrem hæc per dam clam , ex sophistassermonis
quæe vulgaris alloqui usuprobibeal.
acta ordinatio . Neque enim anle huc tempus verii- Leontius et Julianum quemdam incusavil, quod suas
cem sustulit hæresis. Quandiu in Oriente fuil Vico Basilio lilieras non reddidisset. Tum Basilius per
lentinianus, nihil meluendum fuit ab ha'reticorum acule Julianum comparat cum iis a quibus lunc allo
polenlia. Valens die 28 Marlii Augustus renuntialus , liqua debila reposcebantur : el quærit ex Leontio
elapso circiler mense fratrem Sirmium usque co - nun ei placeat celeberrimum illud tetraplum , qnon
milatus est ( a) ; cl cum in nonnullis civitatibus in - lunc pluris faciebant pecunic publica collectores,
terjectis salis diu morati fuerint, vix potuit Valens quam Pythagorxi Telraclyn . flis leporibus nolabat
alle mensem Septembrem Constantinonolim redire . ' 'Basilius crudelitilem Pelronii, soceri Valenlis, qul,
Redeunli occurrerunt Heracleæ legali Lampsaceni ; ut ait Ammianus (c), ad nudandos sine discretione
sed, cuin jam illum in suas parles iraxissel E11- cuncios immaniler flagrans, nocerias pariter el insoft
doxius, præcepit legalis ut Eudoxio sesc adjunc les post exquisila tormenta quadrupli neribus tincie
rent : renuenles iracunde dimisit ac Ecclesiam per- bal, debita jam inde a lemporibus principis Aureliani
sequi cæpit. Hæc prima fuit bærcticorum sub Val- perscrulans, el impendio mærens, si quemquam absol
lente nefaria molitio, cujus fama jam in Cappado - wissel indemnem . Hæc autem Pelronji crudelitas, eo
ciain perlata fueral, cum Basilium recens ordinatuin dem lesle Aminiano, cuin omnium animos in Valen
monuitGregorius, quantum ab hæreticis periculuin lein exulcerasset, spem injecit Procopio poliundi
inmineret. Basilii ordinationem longius a mense imperii, quod tandem occupavit anno 365 . Utrani
Septembri reinovere n : 11 sinunt, quæ ab eo deir que ergo epistolam non immerilo referimus ad an
ceps, usque ad Valentis adventuin gesla narrate num 364 exeuntem , aut 505 incuntem . Serius enim
collocari non debent, quia Basilius circa hoc lem
NII. Eveclus ad sacerdotium Basilius locum , non pus Cæsarea discessil.
ieslilulum mutavit. Quemadmodum enim ex so- D Cum scriberet Basilio Gregorius more siio epi
litudine urbem effeceral studio juvandi proximi, stolam verbis brevem , sententiis copiosam , labella
ila in urbe tanquam in solitudine versari sciebat, rius, absente Basiliu , epistolam commisil uni ex
leste Nysseno (b), nec bominum frequentia nec ne- Basilii amicis : ex quo conjicio eum Cesare poliuis
goliorum multitudine a pio et callo virendi genere quam in Ponto domicilium habuisse . Nam in mo
avocatus. Magnum sane präsidium exstitit Ecclesiz nasterio iradila fuissct epistola ei, ad quem cura
Cæsariensi in ejusmodi prcsbytero , qui præter clo- ejusinodi rerum perinebal : nec quærendi in hunc
quentiam , qua sophislas oinnes illius alatis longe usum fuissent Basılii familiares . Respondet Basilius
superabat, per octo annos sese exercuerat in sa - per Petrum , quem ipsius fratrem fuisse nolim asse
cris Scripturis legendis , in meditanda ac proprie verare, quippe cum eum de more Basilius fratrem
guanda Ecclesiæ doctrina , ac in omnibus monastici sulm non appellet .
justituli virtutibus excolendis . Prima illius oratio IV. Eo charior Eusebio debuissct esse Basilius,
(a ) Am . I. XXVI, c . h .
(b) De Basil , ww. l!!, p. 185. (c) Lib . IXVI, c. 6 .
XL PROLEGOMENA .
quo magis eum in fcrendo episcopalus oncre juva - A causa, abduxissel, idem illius reditum ad Ecclcsiz
bal. Sed quamvis Gregorius dissensionis causam defensionem pari prudentia conſecil. Vocalus per
consullo laceal, videlur Basilii fama et summus in honorifice ab Eusebio Cæsariensi ad aliqueın spiri
genii el doctrinæ splendor oculos Eusebii læsisst. talem conventum , id est ad aliquem diem ſestum ,
Erat enim Eusebius cælera quidem fortis et piclale gralum animum , ill par eral, significavit (l) ; sed
conspicuus, ut persecutio declaravit; sed lainen rc- non oinisil occasionem libere conquerendi, quod in
cens in cathedra collocalus (a ), nondum omnes sæ - juriam Basilio fecisset Eusebius el adhuc facerel.
culi affeclus deposuerat, ac bumani aliquid passus Dum enim sibi honorem babel, contenipio Basilio ,
esi, et Basilium ab Ecclesiæ administratione non idem eum facere, ac si quis unius viri caput aliera
sine ignominia removit. Ducem suum sic injuria manu demulceat, altera malam ſerial; aut etiain
affectum el rejectum monachi Cæsarienses ſerre convulsis domus fundamentis parietes pingat, al
non poluerunt (6) ; sed slalim audaci facinore ab que externas partes esornet. Pollicelur suminam
episcopi communione recedere statuunt, secumque fore in eum Basilii observantiam , si æquus in Ba
parlem plebis elhonoralorum non cxiguam abstra- silium esse velit ; se quoque statiin seculurum ,
huni. Eral perfacile schisma conflare, tribus de quemadmodum umbræ corpora sequuntur.
causis : nemo venerabilior eo cui facla injuria, ac B Quamvis admonitionem eximiis laudibus lempe .
idoneus erat qui, si voluisset, robur et fiduciam ad. ret, eumque sacerdotem appellel omnium , quos no
derel factioni; Eusebius civitali suspectus propler verit, et vila et sermone præstantissimum , illius la
ordinationem ; aderant ex Occidente episcopi, qui men libertatem sibi injuriosain videri significavit
omnes orthodoxos in suas partes pertrahebant. At Eusebius. Tum Gregorius (9) declarat se non con
Basilius non is eral, qui aut jis quos adversarios, lumeliose, sed accommodale ad leges spiritus scri
aut iis quos nimium sui studiosos habebat, oblu - psisse : æquum enim esse, ut sibi Eusebius, quam
ctari vellet, aut Ecclesiam sua causa dilacerari pa - vis gradu superior sit, justam libertalem concedat.
Terelur, cum præsertim aliunde oppugnalam et in Cælerum , si se inslar ſamuli esse velii, quique ne
periculum conjectam videret ob hæreticorum , qui oblueri quidem debeat, passurum se hanc injuriam ,
lunc vigebani, doninalum . Quare consiliario ulens sed id pielale Eusebii prorsus indignum esse. Signi
ct hortalore Gregorio fugit cum illo in Ponlum , et fical in alia epistola (h) nullam se offensionem ani
monasteria, quæ illic erant, gubernat. Episcopos mo suscepisse ; sed, eliamsi suscepissel, libenter
illos occidentales existimant erudili viri Eusebium hoc tempore depositurum , cum videat feras in Ec .
esse Vercellensem cum aliis nonnullis, qui nobis clesiam irruentes, el gencrose , resistentem Euse
cogniti non sunt. Revera narrant Socrates (c ) cu bium . Jiaque venturum se promillit, si ila videalur
Rufinus (i ) S. Euscbium , Antiochia digressuin , Eusebio , ut cum illius precibus suas conjungal, el
Orientis Ecclesias peragrasse. Inde concludit Tille - simul pugnet, eumque, ul præstantissimum aible .
montius dissidium illud ad annum 363 referenduin . lam puerihortatores, succlamando incitel.
Sed, si lunc adfuit S . Euscbius Vercellensis , nie- Non ingrata fuit Euscbio opera Gregorii (i), sta
Cisje esi longiores ci in Oriente moras allribuere, timque ad eum se contulit Gregorius, eumque lem
cum Basilii ordinatio ad annum 363 reſerri non pore, ut ferrum igne, mollitum esse animadvertit,
possit. et ad reddendam Basilio benevolentiam omnino
V. Si secessio Basilii digna fuit admirationc, propendere. Quinetiam significavit se ad B. silium
mullo dignior reditus exstilit. Nam cum (e) impe- placandi et advocandi causa scriplurum , idque
ralor Valens, auri amantissimus, utait Gregorius, mulli, qui Eusebii consiliis intimi crant, confirma ·
cl Christi inimicissiinus, Cæsarea immineret anno runt. Slatim crgo Gregorius Basilium totius rei
365 , agmen impium agens, episcopos Arianios, crie certiorem facil, eumque hortalur, ut episcopum oc
deles Ecclesiarum lelrarchas, Cæsariensis Ecclesia cupel aul adveniendo aut scribendo , vel potius
quidem viris abundabat, sed propignalore destilula fulurum Basilio, si prior episcopus cessisse videre
erat ac defensore sermonis et spiritus præsidiis lur. Prälcrea lempiis poslulare, ut quos hactenus
instructo : nec Ariani, qui jam alias Ecclesias vi sudores ac labores sustinuit, nequaquam illos Icm
cerant, alias oppugnabant, alias vicluros se spera - poris puncto efundal, sed potius auxilio accurrat
bant, ulla re alia magis erigebantur ad spem ever. Ecclesiæ hæreticorum concursu vesalr, quorum
tenda. Cæsareæ , quam Basilii secessu et ducis im - alii jam aderant el lurbas ciebant, alii mox erant
peritia . aluluri. P'roniillil se comitem itineris libenter ſu
Sed eorum fregit consilia Gregorius Nazianzc- turum , si hoc operæ pretium evistimet Basilius.
nus, qui cum Basilium Cæsarea , pacis ccclesiastice Non multis opus habuit sermonibus generosa Ba
(a ) Naz., p . 340. ) Naz, rp . 20.
(6 ) Ibid . p . 336 . (9) Ep . 169.
(ci Lib . lll, c. 9. (hi Ep. 170 .
(d ) Lib . I, c. 3 ). ( i) Ep. 19.
(c) Naz . ur. 20 .
 VITA S . BASILII. ILI
siiianima (a), scd slalim ac Gregoriam vidit legali A lilur rerum a Basilio presbylero gestarum series ,
munus obeuntem , cum co accurrit Cæsarcam , ac quam infra lesemus. Ipse Gregorius nihil in pri
nullis prorsus simulatis reliquiis in animo residen- mordiis sacerdotii narrat præler simullalem cum
tibus lotum se ad defensionem Ecclesiæ matris im - Eusebio . Inilium magnarum rerum a reditu sumit,
pendit. Omnia quippe simul præsial, inquit Grego - quod argumento est nec diu abſuisse Basilium , ncc
rius, inimicitias deponil, consultat, aciem instruit, multo post ordinationem secessisse. 2º Certissi
scandata el offendiculu, quæ in medio erant, submo . mum argumentum suppeditat Valentis in urbem
vel, cunclaque ea, quorum fiducia illi nos bello laces- Citsarcam adventus anno 365 . Erat in bac urbe iv
sendes pulaverani. Alios assumil, alios relinel, alios Nom . Jul. eodem anno, ut perspicitur ex lege quinta
propulsal. Aliis murus firmus el rallum efficitur; de susceptoribus data Cesarex , Cod. Theod. lom .
aliis securis pelram scindens, aut ignis in spinis , ut IV , p. 539. In eadem urbe nuntium accepit defectio
divina Scriptura loquitur, sarmenlilios homines et nis Procopii. Valentem a Caesarea Cappadocum , in
in 'divinitatem contumeliosos, facile absumens. De- quil Aminianus (c), lil vaporatis æstibus Cilicice jam
claratGregorius, si quid Barnabas Paulo decertanti lenilis ad Antiochiæ percurrerel sedes, Sophronius
navavit (sic enim et sc el Basilium designal), id averiil Galaliam , defectionis Procopii nuntium alle
Paulo tribuendum esse, qui eum certaminis socium rens. Quis ergo dubitet ad hunc annum referre re
adhibuit. Rediere ergo re infecta hæretici, tunc dilum Basilii, qui necessario conjunclus est cum ad .
primum pudore suſſusi ct victi, nec aliud quidquam ventu Valentis ?
ex tantis conatibus perceperunt, nisiut invictum in Fatelur Tillemontius Valentem venisse Cäsaream
defendenda Trinitatis lide Cappadocum animum anno 365 ; neque enim iil negari possit. Sed venire
perspicerent. ilerum poluisse contendil anno 566 . Poluit sane
VI. Secessionem ac reditum Basilii aliter ac Tille- venire, sed eum venisse pullo prorsus argumento
montius et alii crilici distribuimus. Nam secessisse suspicari possumus. Imo non venisse , saltem cum
illum anno 363, rediisse anno 366 existimat Tille- triumphante illo episcoporum hæreticorum comi
montius. Redilum ad annum 367 cum Baronio re- lalu , perspcclum et exploratum habemus. Nam
jiciunt continuatores Bollandi, Pagius ad annum viclo prope Nacoliam in Phrygia el occiso Procopio
370. Pluribus rationum momentis adducor, ut eum die 27 Maii, anno 366, postea negotiis, qux vicio
anno 354 eseunte , aut ineunle 363, existiinem se- riam in bello civili subsequi solent, occupatus fuil,
cessisse, anno autem 503 rediisse. De secessu jam ac non parum temporis in consciis perquirendis
magna ex parte perfecta res ex his quæ diximus dc c insumpsit. Postquam auleni his curis expeditus
illius ordinatione. Nam si presbyter creatus est an - convertit se ad everlendas Ecclesias , lum vero
no 365, si anno eodem exeunte, aut sequenti in- multæ civitates peragrandæ fuerunt,multi episcopi
euple adhuc Ciesarea sacerdotio perſungebatur, ut Arianis subjiciendi, antequam Casaream venirel.
vidimus ex epistolis 20 et 21, non poluit anle hoc Sic enim in banc urbem advenit, ut jamduduin nul
icmpus imminentes lurbas prudenti secessiu decli- lum aliud bellum habuisse videalur , præter illud
nare. Atque id quidem mirifice quadrat cum ipso quod Ecclesiis inferebat. Alque hoc quidem ille
Basilii testimonio , qui secundam illam secessionem animo , inquit Gregorius (d) , el cum ha
ne numeral quidem (b ), sed se plures annos concie tale adversum nos expeditionem suscipit. Inpelun
nuos in Ponti solitudine traduxisse leslatur. Adeo quoque una cum eo facit exercilus ipso dignus, im
brevis fuil secunda illa secessio. Sed nihil signili probi ecclesiarum gubernatores, sævi illius imperii
cantius Gregorii testimonio qui conceptis verbis lelrarcha . Qui cum ex ecclesiis alias jam lenerent,
testatur magnani hæreticorum poleslalem fuisse, alias oppugnarent, alias ob imperatoris opem ac
cum Basilius discessit : quod quidem de Juliani im - manum , quæ partim adhibebatur, partim denuntia
perio dici non potest, multo minus de Joviani. Sic balur, in poleslalem venturns sperarent, huc quoque,
autem loquitur Gregorius (p. 537) : Ojos Tipos aú- D ut nostram in ditionem suam redigerent, venerunt.
του το μάχεσθαι ή διασπάν το σώμα της Εκκλησίας , Nemo est sane, qui bis legendis non animadvertat,
ral &a).ws TosjLouuém , za! coadepūs оrazsluévris, Valeniem jamdudum ab aliis curis liberum et solu
υπό της τότε των αιρετικών δυναστείας . Νec illius tum, oίo suo ad persequendam Ecclesiam abusum
erat dimicare, aut Ecclesiæ corpus lacerare , quæ fuisse ; ac proinde noii salis superſuisse lemporis
etiam alioqui ab hæreticis, qui sum potentiam atque ul Cæsaream veniret anno 390.
imperium obtinebant, oppugnabalur, ac periculose His adde Valentem Procopio in Phrygia superalo ,
affecia erat. internarumque dissensionum materia consopita , 11t
VII. Quod speciat ad reditum , immerito in an- ait Ammianus, oliosum non fuisse. Misit enim Vi
num 366 aut 367 differtur. Mullo absurdius rejice clorem magistrum cquitum ad .Gothos , ul es cis
telur ad annum 570 ; necessario collocandus ad an- sciscitarelur, quamobrem Procopio auxilium dedis
num 365. Nain 10 lam longam absentiam non pa - scnt. Reverso Victorc Valens parri ducens excusa

(«) Naz., or. 10 . (c) Lib . IXVI, c. 7

(6) Ep. 210. lid) Ur. 20.
 Χιιι PROLEGOMENA.
lionem vanissimam , inquit Ammianus , lib . XXVII, A tia el eloquentia et consilio el virtute superari, nec
c. 5, in eos signa commovil , molus adventantis jam Basilius ideo episcopum minuscolerel et observaret,
præscios, el pubescente vere quæsilo in unum exerci. quod eo lot esset partibus superior el præstantior.
la , prope Daphnem nominemunimentum est castra l'ræclarissimum illum concenlum sic describit Gre
meralus. Quare Valentis ille Cæsaream adventus, gorius Nazianzenus (e) : Tớ dé ! O Úte poy Épyov
qui tantum habuit apparatum , ad annum 365 refe- x21 cttouoaoua givetal Ospaneve:V cov Topo:Opov ,
rendus. Tunc enim in Syriam lendens lenlius pro- uelv tv ÚTobiav, telOelv otávtas åv púttous, 85 &
grediebatur , ul Ciliciæ calores evilarel, teste Ain - pèy 2526tonto , mipá tus v TOŨ Trova poū xal táhn
uniano. ταις εις το καλόν ομονοίαις βασκαίνοντος αυτός δε
3. Etiamsi darelur Tillemonlio Valenlem anno fôl VOUOUS EủTTELOslas zal Tivou uatixis tásaws.
566 ilerum venisse Cæsaream , non idcirco causam Aid COŪTO rapñv, ¿56Q?SEV, UTÝxouzv, ¿ vou étel .
obtineret. Modo enim constet, ut profecto constat, llávia tv ajtó , ju.Eoukos dyalos , Tolpastát 5
Valeniem in hanc urbem anno 365 venisse, refe. EE5105, tūv Qelwy cenynths , Tiv Topaxtéwy xah
quein imminens a perseculore periculum in solilli. Ó TOLSTÓTATOS, Tüv extd; ó ropartiturasos : yl by
dine residere non sivisset. Non enim lenis quidem B COSOūros eis eŰVolav, ő50 ; els EyOpav to aplv Švoji
initio et moderalus fuit Valens, ut existimat Tille- }Eto. 'EvtcūO:v ajtó Teplny za ! compétoç this
montius, sed eadem prorsus illius imperii ac perse- 'Exxancias, el xa ! tis yatéôpas elys på dettepa .
cationis primordia fuerunt. Certir el explorala res Tov ydp eÚvolQV Els ÉOwn , try èsouglav åvielajo
est ex lestimoniis Gregorii Nazianzeni (a). Perti- Cave· xal ñv Qaupastń Tas oublowvia xal * Todoxn
mescendæ erant bærelicorum linguæ , cum Basilius ToŨ õuvaslai, ouvody dady Byev, • & Toy & yovta .
presbyter ordinalus est. Cum pacis causa rediit in Kai olov deovtomóUOS TIS fv, téxvn t:0QGCEÚwy edy
solitudinein (6), oppugnabatur Ecclesia et periculose δυναστεύοντα. Και γάρ εδείτο, νεωστί μεν επί την
affecla eral ob hæreticorum dominatum . Basilius et xalopay teO2ls , Etc ô tñs xoglexñs uans ti TovÉWY,
alii episcopi, qui in Occidentem anno 376 scripse- oŰTW Ô£ matriptioquevos ėv tois ToĀ TEVEÚlatos, Toh
runt, jam tredecim annos persecutionis numerabant, λού δε του κλύδωνος περιζέοντος και των επικειμένων
ulpalet ex bis verbis epistolæ 242, n. 2, Tp.oxal- tñs 'Exxanclas ėyapwv, Toû xelpaywyOūvtos, xal
δέκατον γάρ έτος εστίν, αφ' ου ο αιρετικός ημίν πο- υπερείδοντος. Διά τούτο και την συμμαχίαν ηγάπα,
hegos Éttavéorn. Decimus enim terlius annus est, ex zalxpatoūVTOŞ Exeivou , xpateiv QŮTOS ÚTeháybave.
quo haerelicuin nobis bellum exorlum est. c Proximum aulem Basilio negotium ac studium hoc
Tillemontio , qui persecutionem differt usque ad fuit, aniistilem colere aique observare, suspicionem
annuin 366 , fucuin fecit auctoritas Theodoreti. Is exstinguere , morlulibus omnibus persuadere mo.
enim narrat Valenlem initio catholice sentientem , sesliam eam , quam acceperat, lentationem quamdam
uroris Dominicie et Eudosii artibus tum demuin et lucłam pravi illius fuisse , honesiæ ac laudabili
corrumpi cæpisse , cum se baptismi presidio ad concordiæ invidentis : cælerum non ignarum se esse,
bellum Goihicum munire voluit. Tunc enim ab quid obedientiae ordinisque rituaris leges postularent.
Eudoxio , a quo initiabalur, obstriclum jurejurando Ac proinde adesse, dovere, dicto audieniem se præbe
fuisse, nunquam se ab Ariana hæresi recessurum , re, monere, quidvis denique illi esse, monilor pro
el contrariæ fidei cultores omnibus locis expulsu - bus, opilulalor commodus, divinorum oroculorum
rum . Longe polior hac in re Gregorius Theodorelo ; enarralor, rerum agendarum præmonstrutor, sene
nec dubito quin Tillemontius, si ad primi testimonia ctutis subsidium , fidei adminiculum , domesticorum
animum advertisset, parum tribuisset Theodoreto, fidelissimus, exiernorum ad res regendas aprissinus :
cujus ex narratione ne illud quidem elicitur , quod ul uno verbo dicum , lanius ad benevolentiam , quan .
contendit Tillemontius, persecutionem ad annum ius prius ad inimicitiam esse pulabalur. Ex quo hoc
566 referendam esse, sed potius ad annum 367. D consequebalur, ut eliamsi cuthedra inferior esset,
CAPUT X . Ecclesiæ lamen imperium obtinerel. Elenim pro be
Cæsariensi. Il. Videiur in monasterio vixisse, el mirus quidein eral concentus nexusque poleslalis.
unan præcipue Ecclesiam regendam accepisse. ac
1:1. Basilii auctoritas sub Eusebio in ecclesiasticis Ille plebem ducebut, hic duclorem : ac velul quidam
negotiis ad Cæsaream , ul metropolim , spectantibus. leonum curator eral, cum , qui principalum tenebal,
IV . Quanam exsliterini ecclesiastica illa negolia. arle demulcens. Quippe, ut nuper in cathedra collo
V . Quæ Basilii parles in iis quæ post synodum
Lampsacenanı gesta sunl. VI. t'robatur hanc syn catus, ac mundana materice aliquid adhuc spirans,
odum anno 364 hubiram fuisse. nondumque in his quæ spirilus erunt , instructus, ac
1. Reportala ex liæresi victoria Basilium cuin præterea ingenii lempesiale undique sluante ,
Eusebio lam arcle conjunxit, ut nec episcopo mole- ulque imminer:libus Ecclesiæ hostibus, opus hubebas
s!I'm esset ab eo, quem dignitate superabat, scien - homine, a quo velut porrecla munu duceretur et ful:
' Naz. ep . 11. (c) Or. 20.
(6 ) Idei, or. 20 .
 VITA S. BASILII. XLII
ritelur. Ac propterea ipsius opem alque auxilium A ſuisse cognoscas. Hinc plebem sibi commissam sic
amplectebatur, eoque dominante seipsum dominari alloquilur in homilia de fame et siccitale , num . 1 .
judicabal. pag. 62 : Filii mei , quos per Evangelium genui.
II. His verbis &là TOUTOnepřiv , idcirco aderal, in- linc eliam illa clausula homil. 2 in llccnem : l'o
dicari videtur olliciosa quædam sedulitas Basilii, elucealis in splendore sanctorum reluli sol, ad nieam
domum episcopi sui assidue venlitantis , non tamen ipsius exsullalionem in die Christi, cui gloria el im
in hac Jomo simul cum episcopo degentis . Revera perium in sæcula sæculorum . Amen. Videnlur enim
Basilius videlur in monasterio presbyter vixisse. Basilii homiliæ , perpaucis exceptis , anle episcopa
Id perspicitur ex Regulis monasticis (p. 243), qua: tum pronuntiatæ . Sed dehis alius erit dicendi lo
rum auclor cum sacerdotio monasticum instilulum cus.
conjungebat.(a) Cum quidam in eo loco , ubi degebat III. Comnissa Basilio auctoritas non unius eccle
Basilius,monasticarn vilam amplecti vellet, maluit size nec unius civitatis finibus continebatur ; sed
eum Basilius millere in monasterium , quod in cum Cæsariensis Ecclesia exarchicum jus in plures
Ponto instituerat. Forte in eo loco ubi degebat Ba- provincias baberel, ut infra videbimus, minime du
silius, non vigebat cænobilica disciplina, sed binibiun esl quin B .asilius, qui elsi cathedra inferior,
aut terni vivebantascelx . Alque banc conjicio exsti- B Ecclesiæ imperium oblinebal, plurimas partes susti
lisse causam , cur hunc hominem mallel in Ponti - nuerit caruin rerum , quiz lunc in ilis regionibus
cum monasterium millere. Poslea insigne cenobium ad fidei defensionem et ecclesiarum pacilicalioncin
Cæsareæ exstruxit Basilius anno 372. Sed vix due geste fuerunt. Id aulem colligimus non solum ex
bium , quin ante episcopatum cænobilicam vitam in Gregorii lestiinonio , qui lantam Basilio auctorila
harc urbem introduxerit. Nam in epistola 81 in - len ab Eusebio concessam fuisse narrat, sed etiain
signis ex urbis presbyterio sacerdos in ascetica et ex pluribus Basilii epistolis, quas presbyter scri
continenti vita hactenus vixisse, et ex labore ma- psit. Discimus ex episi. 28, n . 3 , Musonium episco
nuum sibi cum fratribus simul degentibus viclun puin Neocæsariensem cum Basilio ad pacem Ecclc
dicitur comparare. Videtur huic mouasterio præ - siarum concurrere propter quasdam anticipataa
fuisse Basilius. Hinc illius sludium excipiendorum opiniones noluisse , sed lamen Basilium idem sem .
liospilum laudat Gregorius ; quo quidem oficio in per cum ipso sentiendi, illiusque ad oppugnandos
privatis ædibus et summa rerum omnium inopia , bärelicos advocandi nullum lempus intermisisse.
ad quam se libens redegerat , vix perfungi poluis. Videlur Athanasius Ancyranus cum Basilio con
sel. junctior fuisse in loc consilio pacificandarum Ec
Ex Cæsariensibus ecclesiis unam præcipue Basi- u clesiarum . Nam cum is eodem tempore ac Muso
To ad regendum commissam fuisse perspicimus ex nius morlem obiisset, sic desiderium suum signit
homilia in psalmum cxiv (p . 199). Nam , cum in cat Basilius (6) : Cuinam deinceps ecclesiarum curam
quodam mariyrum templo populus a media nocle deferemus ? Quem adjungemus molestiarum socium ?
usque ad meridiem Basilium exspectans perduras . Quem lætitiæ participem ? Deploral in epistola 30 ad
sel. ubi advenil Basilius, hac usus est excusatione, Eusebium Samosalensem tristem Ecclesiarum sla
cur sero venisset, quod aliam ecclesiam honore pa- lum , Lugel in ep . 34 ad eumdem , delapsain in bie
rem administrans, diei lempus in liturgia ibi cele- relicorum manus Tarsensem Ecclesiam , dum cpi
Jiranda insumpsisset. lllius verba perspicuitalis scopi morantur ac deliberant, seque muluo respi
causa referam . Quod si el mihi ipsi,inquit, redden . ciani.
da ralio cur moralus sim , el perdiu a vobis abſue IV . Quænam autem illa exstilerint ccclesiastica
rim , id causae afferam , quod cum aliam iuic honore negolia , in quibus gerendis studii ac sollicitudinis
parem ecclesiam Dei administrem , non parvo a vobis Basilii bona pars accessit, paucis exponendum . Jam
disjunclain intervallo , hoc diei lempus insumpserim . diximus plurinos in Oriente orthodoxos episcopos,
illis adimplere, nec vestræ deesse charilali ; gratias pere, ab eorum communione, quam hactenus ob
mecum agile largitori benefico , qui hanc quam video hæresis perſidan dissimulationem non fugerant, pe
iis corporis nostri debilitatem invisibili sua potential nitus:recessisse. Hi apud S. Epiphanium vocantur
deduxil . Episcopus in aliqua diæcesis suæ ecclesia Semiariani, apud Socralem et Sozomenum Mace
concionem habens, nequaquain profecio dixeril, doniani, iniquis prorsus nominibus. Bellum Aria
aliam a se honore parem adininistrari ecclesiam . nis acerrimum indixerunit anno 358, ac lum gratia
llec soli congruunt preslylero . Cum ergo allixus el auctoritate apud Constantium floruerunt. Sel
essel uni ecclesixe administrandæ Basilius, minime Ariani anno 360 relracio ad se imperatoris animo
mirum , si io ejus homiliis, præter eain , quæ omnium pænas ab eis repetieruntdeſensä veritatis, ac plu
prima in principium Proverbiorum pronuntiata rimos deposuere. Rediere plerique sub Juliano, et
est, nihil prorsus occurril, ex quo episcopum ad - magnum fidci studium declararunt. Cum ejusmo:li
(2) Ep. 93. (6) Ep. 29.
XLIV PROLECOMENI.
episcopis conjuncti erant præstantissimi viri Mele- A noris episcopos habuisse homini non alia quam le
tius, Eusebius Samosatensis, Basilius el plurimi cloris dignitale ornalo . Nam sæpe alias Basilius,
alii doctrina el sanctilale celeberrimi. ulConstantinopoli auno 359, ulilein episcopis operam
Quamvis autem magno Ecclesiae commodo eve- navaverat, ac nuperrime causam Ecclesiæ adversus
nerit, ut ab Arianis orthodoxi secederent, non id - Eunomium præstantissiinis scriptis defenderal.
circo lamen pax restituta, sed dissensionibus et Concilium Lampsacenum subsecuta est persecu
parliam sludiis referla omnia fuerunt, ita ut alius tio , in qua quidem jam vidimus quid de Ecclesia
alios communicatores haberet, aut a sua commu- Basilius meruerit anno 365, cum Valentis, qui plu
nione removerel. Communicabat Basilius cum Alha- ribus jam vastatis ecclesiis Cæsariensem spe et
nasio ; sed nequaquam Athanasiiis cuin Meletio et aviditale devorubat, irritos infeclosquc conatus redo
Eusebio Samosalensi, intimis Basilii amicis. Fla - didit. Præter hanc victoriam , quæ fractos auimos
grabat Eustathius justissimis Arianismi suspicionie exsuscitare debuit, exortum civile bellum episcopis
bus ; Basilius, qui illius animum ex suo spectabat, copiam dedil de rebus ecclesiasticis inter se deli
mulia illius causa bella sustinuil. Multi alii lidem berandi. Non enim perducta ad exitum fuerant de.
defendebant non insincero, ut Euslathius, aniino : creta Lampsaccnæ synodi ; eadem semper erat re
sed lamen pluribus suspecti erant. Hinc illæ opi. B rum perlurbalio ; episcopi qui ab Arianis recesse
niones anticipalæ , quibus se Musonius Neocasa- rant, bellum inexpiabile habebant cum Anomois,
riensis detineri fatebatur, quominus Basiliuin in nec tamen Occidentis et Ægypti communionem ba
pacificandis Ecclesiis juvaret. Permagni ergo inter- bebant, aut sallem non per se ipsi, sed per medios
erat el ad fidem el ail unilalem Ecclesiæ , ut ortho . quosdain communicatores habebant : præterea mul
doxi omnes remolis suspicionibus ac una prorsus eorum lapsus in persecutione novum vulnus fece
stabilita communione vires suas in oppugnandis ral. Itaque varia concilia Smyrnæ , et in Pamphy
hæreticis conjungerent. In hoc perficiendo opere dia, Isauria ac Lycia celebrata sunt (c), quorum
Basilius nec presbyter, nec episcopus elaborare de- nomine tres legali in Occidentem cum litterismissi,
slitit. Sud eum ad oplatos exilus esinjum boc Eustathius Sebaslenus, Silvanus Tarsensis et Theo
consilium perducere mors prohibuit. Al operi co - philus Caslabalitanus. His dalum in inandatis, ut
ronidem imposuit synodus æcumenica secunda, in fidei Nicænæ subscriberent, et lilleras communionis
qua Basilii amici plurimum poluerunt. Ibi enim a Liberio impetrarent. Præler communia negolia
constituta suntquædam veluti centra communionis, curandæ erant Eustathio res propriæ . Deposilus
ac specialissimiquique in singulis provinciis electir enini anno 360 ab Anomais, ac poslca in Valentis
sunt episcopi, quibuscum quicunque coinmunica - persecutione lapsus, magnis præsidiis egebal, ul a
rent, eos pro catholicis baberi synodus voluit ; se - Catholicis reciperelur, nec opprimeretur ab hærc
cus, si illorum carerent communione. Synodi de- licis. Non enim ad aliud lempus referri debet quod
crelum auctoritate sua confirmavit Theodosius, ut ait Basilius (d), Eustathium , cum lomo ab Eudoxii
palet ex celeberrima illius lege, lib. xvi Cod. Theod., factione composito consensissel, in concione frau
lit. 1. Magnus sane dolor exstilit Basilio , quod la - deni sibi faclam deplorasse.
borum suorum fructum non viderit : sed illius no . Aliquid Basilius consilio suo ad hanc legationem
mini rebusque gestis magnalin mihi videtur decus videtur contulisse . Erant enim tres legali er inti
addidisse synodus Constantinopolitana, dum ejus mis illius amicis : quod quidem de Eustachio certum
vestigia premit , el inchoalam ab eo lelam perlexit. sua sponte el exploralum est ; de Theopbilo autem
V . Jnitium niagnarum rerum exstilit synodus consuli potest epistola 245 ad eum scripla. Alquo
Lampsacena, cujus convocandæ licentiam (a) con- haud scio an Silvanum omnium plurimum fecerit,
cessit Valentinianus, dum adhuc in Occidente mo- quem et mortuum bealum appellat, et vivum sic
rabatur. Iu hoc concilio per duos menses delibera- coluit, ut illius visendi desiderio solitudinem suam
tum est, ac decretum ut irrita essent, quæ Con - n aliquando reliquerit (®), comitem se Eustathio ad
stantinopoli Eudoxii et Acacii machinationibus jungens. Deinde vero plurimum intererat Basilii,
gesta fuerani, alque ut Constantinopolitana fidei ut lapsus Eustathii repararetur; vixque dubiuin
formula rejiceretur , Filius Patri similis secundum quin suadente aut sallem probable Basilio ( ) ,hanc
substantiam prædicaretur, eaque in omnibus Eccle- Eustathius errati purgandi viam invenerit , ut Ro
siis fides vigeret, quæ Selcuciæ quidem confir - mam profectus, inde fidem patrum acciperet, ila
mala, Antiochiæ vero in dedicatione majoris eccle- ut quod Ecclesiis detrimenti intulerat malo appro
siæ exposila ſuerat. Non adfuit Lampsaci Basi - bando, id meliore introducendo emendaret. Deni
lius(6), sed eum Eustathius cum pluribus aliis epi- que Basilius anno 371 sic agit cum sanclo Albana
scopis Lampsacum proficiscens, in locum Eusinoe sio de legalis Romain loillendis, ut non lunc pri
dicium advocavit, ibique Basilius cum episcopis de mum hanc cogitationem suscepisse videatur, sed
lide mulla disseruit. Minime mirum esi tantum lo- jamdudum illius vtilitatem perspexisse . Dudam

(a) Sozom ., lib . vi, c. 7. (cl) Ep . 244, 0 . 5 .

16 ) Ep. 223. (e ) Ep. 2: 3 , 11. 5 .
(c).Socral., lib . iv, c. 12. ( ; Ep. 241, 11, 3 .
 VITA S. BASILII. ILV
novi el ipse, inquit (a ),pro mediocrimea rerum notitia , A Quod ait Basilius (d) Euslatbium Roma allulissa
unam esse Ecclesiis nostris auxilii viam , si nobiscum
lilicras, qux eum in episcopalui restituchant, id
conspirent Occidentales episcopi, de litteris Liberii dictum videtur, in quibus Libcrius
Videnlur tres legati sub extrema autumni lem - Eustathio elduobus aliis legatis honorem habel, ut
pora anno 365 profecti esse. Nam cum Liberius collegis suis ac legitimis cpiscopis ; nec necesse est
obicrit anno 366 , cumque legati non solum ab eo, cum Baronio alias lilleras comininisci. Sic enim
sed etiam ab episcopis Italia, Africa ,Galliæ et Si Basilius litteris Damasi cpiscopalum Antiochenac
ciliae litteras allulerint initio veris anni 367, Ron Ecclesiæ Paulino attribui dicit (e), quia ad Pauli
salis babuissent spatii ad tol ac lantas res couli- blm Dainasus, ut ad legitimum episcopum scribe.
ciendas, si serius profecti fuissent. Probabile enim bal. Unde etiam cædem litteræc vocantur cujusdam
est illos has regiones, ut existimat Tillemonlius, principalus lessera ) . Quinetiam cuin sancio Alha
aut simul peragrasse, aut sallem laborem inter se nasio agens de restiluendis S. Melelio ovibus, quas
parlitos esse . Paulinus abslrarcrat, idem ait (g) placuisse Occi
Dixi legalos rediisse verno lemporc anni 367, dentalibus, ut lilleræ per bealum Silvanur allala
quia redeuntes Liberii lilicras concilio Tyanensi , leslantur. Mclelii autem Liberius non aliter videtur
oblulerunt, cui aliud lempus assignari non potest. episcopalum confirmasse , quam illum inter alios
In bac enini synodo slalulum (b), ul episcopi anie episcopos salutando. Sed si lacc adinillitur conje
ezirum veris, id est ante estatis calores Tarsum clura pro Eustathio, qui interepiscopos primus a Li
Cilicize convenirent. Hoc autem anno 367 conti- berio noninatur, legendum erit Meletio, nec Cyril
gisse palel, quia probabile non est legalos postlus, qui secundo loco salutatur, alius erit quain
obilum Liberii, qui mense Seplembri anno 360 Hierosolymilanus, qui cum S . Melelio conjunctissi
mortuus est, lam diu moralos esse, ul non redi- mus fuil. Illud tamen occurrit incommodi, quod
fent nisi anno 368 .

lem , ut in aliis rebus, ila in hoc cogendo concilio reditum illis ad saniorem mentem gratulatur. Porro
suis eum consiliis juveril . Synodo interfuerunt nec S.Melerius videtur unquam hanc culpam comme
Albanasius Ancyre , Pelagius Laodicex , Zeno ruisse nec S. Cyrillus. Sed haec dillicullas facile
Tyri, Paulus Einesa , Olreius Melitina , Gregorius solvitur. Non enim pulandum est inter episcopos
Nazianzi et alii complures, qui sub Joviano consul - c 59 quos rccensel Liberius, nullum fuisse ab hoc
slaotiale retinendum in concilio Antiocheno decre- havo integrum . Plerique hoc commiscrant ; quod
verant. Cum lecis , fuissent Liberii el alioruin epi- satis fuil ut eos Liberius sic alloquerelur. Alioqui
scoporum litteræ , summio omnes gaudio exsulta - ne unus quidem in lolo Oriente excipi posset, cuin
runt, ac lætitiæ suæ EcclesiasOrientis certiores Liberii epistola universis Orientis cpiscopis ortho
fecere, indicio in urbem Tarsensein anle exitum doxis inscripla sil.
reris concilio , ut pax omnium consensu firmare:ur. Lilleris Liberii adjuncta erat lides cui subscri
Sed banc synodum baberi veluit Valcos, ac præler. psit Eustathius. Id ipse Liberius (n . 1) et pluribus
ea cum jamjam congreganda esset, triginta qua- locis Basilius (1) lcstanlur. Quod aulem Basilius,
luor Asiæ episcopi in Caria congregati consubstane seu potius Orientales sic de Eustathio loquuntur :
liale rejecerunt, ac formulam , quæ Antiochiæ et Quænam autem ei proposita fuerint a bealissimo
Seleuciæ proinulgala ſueral, ralam esse voluerunt. episcopo Liberio, el quibusnam assensus sil ignora
Hos episcopos ab ampleciendo consubstantiali non mus, nisi quod epistolam allulit quæ eum restituebat,
scrupulus quidam deterruil,sed sententiæ pravilas, eaque oslensa concilio Tyanensi in suum locum resti
quæ tanta fuit in his regionibus, mirelur
ut Basi- lulus est ; inde colligi non debet Basilium ignorasse
lius (c) anpo 375 exeunte, si qui omnino in Asiano D id quod pluribus locis (i) exprobral Eustathio, eum
Iraciu extra labem hærelicorum sini. Quanlus Basilii Romæ fidei Nicæne subscripsisse : nam hoc ipso in
dolor exstiterit optimis consiliis exilu carentibus, loco ail eum depopulari îdemn ob quam susceplus
facilis conjectura est. Quid deinceps usquc ad epi- est. Sed cum mulia alia inter Liberium et legalos
scopalum ad paciGcationem Ecclesiarum navaverit, intercessissent (cos enim non facile admisit Libe
planenescimus. Al eum de suis laboribus nihil re. rius, leste Socrale [j ]), non parvi intererai Ecclesiis
misisse perspicimus ex bis quæ supra ab illo dicta significari quibusnam conditionibus susceplus essel
relulimus, cum Athanasii Ancyradi morte magnum Eustathius. Conjicit crudilus edilor lillerarum
præsidium amisisset. Pontificum Romanorum , Basilium , cum epistolarn

(a) Ep. 66 . 1 Ep. 216

(6) Sozom ., lib . vi, c. 12.
(c) Ep. 218 .
(g , Ep. 67.
(d) Ep . 263, n . 3 . (1) Ej. 244, n. 5 , 265, n . 3.
lij 1bid .
(c) Ep. 214, 11. .. 6 ) Lib . iv , c. 12.
L1 PROLEGOMENA.
263 scriberet, gesta synodi Tyanensis ex incerlo A legati millerentur, pluribus locis balita sunt con
Lanlum rumore cognita babuisse, quæ postea accu- eilia ( ), ut Smyrne in Asia, atque etiam in Pisi
Tatius cognovit, epistolam 241 scribens. Inuliliz dia , Isauria , Pampbylia et Lycia . His autem rebus
prorsus lipc conjectura, cum epistola 263 posterior percomicodum tempus fuit, lellum Procopii, quod
sii, ut omillam verisimillimum esse, Basilium cum ab æstate anni 365 usque ad mensem Maium anni
episcopo silo ad synodumi Tyanenscm venisse. 306 , Valentem delinoil. Al qui synodum Lampsa
Vi. Magnani sane Basilio laudem delrakit opinio cenam ad annum 363 referunt, varia illa concilia
Tilleinontii , qui dum eum in solitudinis latebras et legationem anno seque:ili 366 collocare coyun
abdit ab anno 363 usque ad 366 , nullam ei parlem lur : quo lenipore Valeniem bello civili defunctum
bis in rebus relinquit. Sed quia doctissimus scri• latere dilficillimum erat. Quinetiam ila sese in ar
plor, cur Basilii redilum longilis differal, boc po - clum conjiciunt, ut pedein referre non possint. Nam
tissimo:n nitilus argumento , quod synodus Lam - cum Procopius victus non fuerit nisi mense Maio
psacena anno 365 habita fuerit (a), persecutio au anni 366 cuinque Liberilis papa memse Septembisi
tem ad annum sequentem pertineat , eraininandum ejusdem anni obierit, quoniodo intra illud tempus,
nobis est quonain anno bæc synodus collocanda quod a mense Maio ad Seplembrem duxii, LOL SC
sii, Blantæ res concludi possint, negotiorum , quae super
Lamps3cenam sy: odum (b) ab anno 364 divelli non esse solent post bellum civile, administratio , deinde
sinunt circumstantia . Licentia cogen .li concilii non persecutio in variis provinciis, quas peragravit Va
a Valente pelilur, sed a Valentiniano, qui relicla lens, episcoporum varie inter se deliberationes ac
Constantinopoli, Romam contendens, iter per Thra . varia concilia, legalorum denique delectus, corum
ciain faciebat. Responsio imperatoris miniine re que in urbem Romam advenlus, ubi cum Liberio
dolel ingenium Valentis. Sic enim respondii : Mili de rebus Orientis egerunt, eique dederunt lilleras
quidem in laicorum ordine constituto fus non est hu - et ab eo acceperunt.
jusmodi negolia curiosius scrulari ; sacerdoles rero CAPUT XI.
quibus id curie est, seorsim ubicunque roluerint con - J. Quomodo presbyleri munere in ipsa urbe pipe
veniant. Legati a concilio missi Valentcm adeunt frenclus Basilins. Il. De illius epistolis 22 el 23.
Heracle.p , e Thracia luin reverleniem . Frairem Ill. Charitas Busilii fame grassonte. IV . Duo ea de
re leslinnonia Gregorii Nysseni explicantur. V . Fa
enim Sirmium usque comitalus fueral. Hec pro mes lolo anno 368 perduraril .
ſeclo cum anno 364 omnino cohærent. Plus iri I. Sed nunc redcundum nobis est Carsaream , et
brendum his circumstantiis que narrantur a So. quid ibi preshyter gesserit Basilius, narrante Gre
zomeno, quam nolis consularibus, quas Socratesnon C gorio , audiendum . Sic igitur pergit Theologus (d ) :
ex Aclis concilii Lainpsaceni eruil, sei, ut sxpe Tís ya! teo! Try 'Exxarriav toū avô da xrasuo
alias, er propriis conjecturis. Hoc ipso enim in vias x2! 1890staslaç, toa uy xal ala yowpl
loco bellum adversus Procopium anno
rsus Procopium anno sequenti
sequenti,, Guata, Tczborola Topos á oyovaa; TOUS TE nous xal
Gratiano el Dagala pho consulibus , id est anno couş ouvatwiázous tñs rólews. 0.3.7opüv duseks
366, geri cæpisse narral. Jo quo quidem nobiscu ! Our & FLOTOVLEVOL, 2X' ÚTIÒ tis įvaivou puviisity
facii, ac Tillemontii sententiam everlii, dum Lel.TOMUSvei, vouc) cũ zpórow xpulsvsi, Topogtasiz !
ium civile anno post synodini Lampsacennin exOr- των δεομένων, αι μεν πλείους πνευματικαί , ουκ
tum esse narrat. Dum autem idein bellum Gra . Čiya. @ mal cw .tural. xai yże xai coūTO T:0,
liano et Dagalaipbo consulibus, id est anno 566 Táxis eis Vuity vecs: @i' euvolas ooulojevov . TtW .
geri ccepissc dicit , lola erral via , vec jam ei, yotpopiz! , çevoãoy!2! , - 2p0svozop ! ! , vouonssia .
dum synodum Lampsacenam duobus Augustis vastāv ŽYYORÇO ! Ts xalžypapoi c'; ovL2 =18!5 ,
primum consulibus babilam refert, lanta altri- Ejzogu !Q! toū Biustos, cà aina ois äv o unCūs
Duenda est auctoritas, quaintain altribuit Tille- άνθρωπος του Θεού και μετά θεού τεταγμένος , λαόν
moulius. nupeanselev . Jam vero ipsius erga Ecclesiam cure
Aliud nobis argumentum suppeditat persecutio , ac prasidii quanquam mulia quoque alin indicia
quæ cum anno 365 grassala sil, ut supra devon . sunt, liberlas ad præsides, cum alios, ium polen .
stralun , el concilium Lampsacenum subsccula sii, iissimos quosque civitatis, controversiarum direm
ul omnes Calentur, certissimo arguinenlo est hanc priones nequaquam suspec ! « , sed ab ejus voce for .
male ac constilulce , modoque languam lege ulenles ,
Ipsa denique series et junctura earum rerum , quæ egentium patrocinia, plura quidem spiritualia , sei
a synodo Lampsacena usque ad Tyanensem inter- tamen corporea non pauca (nam id quoque sepenu -
cesseruni, mirilice quadral in ea quam sequimur mero ad animam tendit, per benevolentiam subigons,
senlenija ; at in opinione Tillemontii penilus discoile ac velut in servitutem trahens), pauperum alendo
venit. Legatorum in Occidentem millendoruin nc- rum , hospilum excipiendorum , virginum curandaruire
Cessitatem allulit persecutionis violencia : antequam studiurn , monasticarum legum institutiones partit
( Tom . VI. noi. 81, 82, in Ariunos. (c) Socrol, lib . lll, c . 12.
(0) Suzom . lib. vi, c, 7. (d) Or. 20, 340.
 VITA S . BASILII. XLVII
scripto, partini voce traditæ , precum descriptiones, A plis mandata sunt, colligit Tillemontius nonduit
sacrarii concinnilates , ea denique omnia , quibus lunc suas ipsum Basiliuin regulas scripsisse. Do
quispiam vere Dei homo ac Deo adjunctus, plebi clissimi viri conjecluram non invitus sequar . Sel
prodesse queal. mihi probari non polest, quod idem existiinal, Ba
Duo indicanlur hoc loco Basilii insignia Opera, silium , cum monasterio Pontico abesset ad lem
Regulæ monasticæ ac Lilurgia . Regulæ prolixiores pus, hæc scripsisse ; eumque quem in bac epistola
ante ordinationem scriptæ 'videntur : nihil enim coniniendal, peliisse ab eo, ut sine mora monasti
judices ; ait ( p. 327 ) lantum sibi necesse esse peregrinabalur Basilius. Monasticum enim habit m
justificationes Dei annuntiare : quod quidem ascelæ designari Tillemonlius pulat his verbis : Ego enint
discipulos instituenti convenit. Non ergo aliud opus illum hic amoris erga Deum coronam accipere siu .
jodical Gregorius (a), cum scriplas a se et a Basilio dentem distuli.
monastici instituli leges commemorat. At in proæ - Vcrum anjoris erga Deum corona , non est 00
mio Regularum breviorum manifeste indicalur naslicus habitus, sed merces a Deo sancle viven
sacerdotium , cum ail : Necesse est nos quidem quibus tibus promissa . Nemo iuduebalur monastica veste ,
creditum estmunus docendi, paratos esse omni tem - Baul in interiores monasterii ædes admillebatur
pore et promplos ad instruendas perficiendasque ani. anle professionein , ut patet ex Interrog. x longio
mas, elmodo publice coram lola Ecclesia conleslari, rum Reg . Ipsa etiam professio in eo sita erat, ut
modo priratim permillere unicuique eorum , qui ad novitius probatis legitirao tempore periclitalisque
possini, elc . De Liturgia alibiageinus. ergo a Basilio transeunte id pelilum fuisset, quod in
II. Nondum Regulas scripserat Basilius, sed scri. ipso monasterio laulam cautionem el deliberationem
bendi jam consilium ceperat , cum epistolam postulabat ? Is ergo, qnem commendatBasilius,volebat
vicesimam secundam exaravit, quæ est De perfe. sese in monasterio Cæsariensi per lotain vilanı
clione vilæ monasticæ . In ipso enim exordio lesla - Deo consecrare , ibique amoris erga Deum coro
lur, cum mulla sint, quæ a Scriplura præcipiunlar, nam accipere. Neque illud etiam dificile perspi
se de his interim , de quibus commola quæstio fue. cilur, Basilium , elsi curam monasterii , quod in
ral, brevem adınonitionem subjecturum , non appo- Ponto fundaveral, oon omnino abjecissel; lunc la
silis Scripture testimoniis, sed lectori ad agno - men non abſuisse ad tempus, sed prorsus aslrictuos
scenduin relictis. Nemo est sane qui, si ejusmodi fuisse presbyterio Ecclesiæ Cæsariensis . Stalveral
erordium legat atlenlius, non facile perspiciat Ba- C cnim in illud monasterium proficisci, non ut ipse
silium , cum magnum aliquod de institutis mona novilium illuin regeret, sed ul ei duclorcın el ma
sticis opus meditarelur, in quo apponenda erant gistrum pietatis præliceret. Quinetiani cum se oc
Scripturae testimonia , hæc interim breviter præe - cupationibus suis eripere non potuisset, neque eri
cepla tradidisse. Unde hanc epistolam non multo pere posse speraret per lolum illud tempus, quod
post Basilii redilum collocandam existimo. in probando novilio insumenduin erat, præcipit ut
Circa iden lempus et ante scriplas regulas, se non exspecialó orobetur et fratrum ordini ascri
vel certe, cum Cæsarex presbyteri munere funge- batur.
relur Basilius, collocanda epistola vicesima tertia , lil. Inter eximia Basilii presby/cri præclare fa .
quæ minus accurate inscribitur, Commendatilia ad cla , palınam dal Gregorius Nizianzenus charitali,
monachum , cum potius loli monasterio debuisset quam in fame (6) omnium post hominum memo
inscribi. Accessit quidam ad Basilium sæculi vani- riam alrocissinia designavit. Cala! .italis causam
latem contemnens, ac viain ad Domini mansionem frustra repetit Baronius (c) es grandine inusitalic
deducentem ingredi cupiens. Algue is quidem in magnitudinis, quam instar lapidum Socrates (d ) ce
amplecti volebat; sed eum Basilius differevai, in Nonas Julii. Idem inulus locis accidisse leslalur
Poolicum monasterium deducere malens, eique Sozomenus (e) : sed famem inde conseculam neuter
illic magistrum aliquem pietatis , quem ipse ele - indicavil. Longe probabiliorem causam nobis : perit
gissel, præficere .Ai Basilius negociis delenlus cum Basilius, qui in Slomilia in ſamem et siccitatem sic
in Pontum proficisci non possct, wisit hominem loquitur 11. 2, p. 65 : lliemssoiilum humorem siccilari
cum litteris, ac nionachis præcepit, ut eum rite et admislum non liabuil, sedhumorem omnem glacieas.
legitime probarent, el quod ipse cum cis facere Irinxit exsiccavilque, el omnino uiviuin imbriumque
volueral, id sine se perficerent. expers permansil . Ver rursus alieram guidenr pro
Ex his epistolæ verbis , Elementis imbualur se- prielalem suaruin parlem ostendit , calorem dico,
cundum ea quæ a Patribus sanctis statuta el scri- humoris aulem particeps non fuil. Æsius vero es

(a) Naz. op. 9. (d ) Lib . iv, c. 11.

(5 ) Or. 20 . (e) Lib. vi, e. 10.
(0) Ad av . 367.
XLUI PROLEGOMENA.
frigus insolilo modo lerminos creationis transgressa, A abluere minime grave ducebal , ministerium imilans,
el incommode ad perniciem nostram conspirantia , a simulque puerorum , sive conservorum suorum , ed
viciu el a vila mortales abigunt. Supra sic describit eam rem opera ulens, pauperum corporu el animas
ipsam siccitalem et famem ex ea consecilam : curabal, honorem nempe cum necessario alimento
Cæluin , inquit, videmus, fratres , durum , nudum , conneclens, atque ipsorum calamitalem utrinque !e
cine nubibus, tristem hanc serenitatem creans, sua- niens. His addebat majus beneficium , et ipsos
que purilale affligens nos : quam tanien anlea valde etiam animos coelestis doctrinæ pabulo nutrie
cupiebamus, cum diu nubibus obductum inducerel bat.
nobis lenebras, el sole privaret. Terra antem per - IV . llæc confirmantur a Gregorio Nysseno , qui
quam arida, injucunda est aspectu, segele sterilis et in libro i in Eunomium (6) Ieslatur Basilium patri
inſecunda, scissa hiaribus el disrupla , et in imis sui monium et ante sacerdotium liberaliter in pauperes
partibus fulgentes solis radios excipiens. Fontes et effudisse : et prxcipue in annona caritate, cuin
copiosi el perennes defecerunt nos, ingentium pumi. præcssel Ecclesir, adhuc in presbyterorum ordine
num absumpla sunt fuenta, pueriminimiea pedibus ministrans : nec postea eorum , quæ reliqua erant,
permeant, atque onuslæ mulieres trajiciunt. Deſuit parcum fuisse : Tiv Toatpõav ojolay zal spd siis
eliam plerisque nostrum polus, ac in penuria rerum B lapu súvt,s, apetīūs åvahúsas cois tévrai, xol zá
ad vitam necessariarum versamur. Israelite που λιστα εν τω της σισοδείας καιρώ καθ' όν έπεστάνει
novum Moysem el virgam mirabilium effecıricein tñs 'Ezranslas, Eri èy tự xópu ) TŪy pasuripuu
conquirunt, ul pelre rursus percussre necessitati ac izpatavwv zal justi tohta , ym,os cūv ÚTE ! 0évswy
penuria silieniis populi medeantur, et insolentes Çelsäuevo;. Idem in oral. in Lasil. (c) sic loquitur :
quædam nubes, roris in inorem , insuetum alimen . Aipoo yöp Toots yahstoĪ %ITATIOVOJV-03 avsøy te
lum manna hominibus demillani. Vereamur ne fin , triv :62 :v Šv :21TÚLavos szúyyava , mai .
mus posteris πουμ . [amis et mulele exemplum. Vidi σαν την υποτελούσαν τη πόλει χώραν, τάς εαυτού
agros et lacrymis multis sterilitatem eorum defleri, κτήσεις αποδόμενος , και εις τροφές διαμείψας τα
εεηιφue lamentatus, quod nullus in nos ineber clusus χρήματα, ότε σπάνιον ήν και τους σφόδρα παρεσ
@ 62
est. Semina quædam germine necdum emisso uruere, xeuaguévous spinstav équtcis neapastý52502.,spécwy
talia permanentia inter glebas, qualia aratrum ob XEGsy èxsivos ¿ y start! to ypovw toŬ 2140j
teserat: alia paululum prominentia , post germina- τούς τε πανταχόθεν συρρέοντας, και την νεολέαν
tionem miserabiliter æstu et ardore arefacta sunt, sic Tavtos toū oncou oñs równ, lös xai toistov 'love
ut possil nunc aliquis convenienter hanc Evangelii cô2!wy Talsiy TX TOū GO! Topor:Oévai tñs saavopw
vocem inverlere, ac dicere : « Operarii quiden mulli, rias tautas tv festousiav. Cum fames aliquando
sed messis ne pauca quidem . · Agricole aulem in gravis affligeret cum ipsam civildlem in qua degebar,
agris desidentes, el manibus genua complexi (qui lum subjecios civilali agros omnes, proprias posses
sane lugentium habilus esl), inanes suos labores de- siones vendens, et alimentis pecuniam commu:lans,
plorant, respicientes ad inſanles pueros, ac lamen - tum cum rarum esset, ut quibus res bene laula erat.
tantes , el oculis in uxores intentis peniles, coulin - mensam sibi apponerent, non desiit ille loro famis
genies siccas frugum herbas el conlreclanles, edenles tempore alere el eos qui undique conſulebant, el lolius
magnos ejulatus perinde alque palres filiis suis in populi civitalis juvenluleni, ila ul el Judæorum filios
alatis pore orbali. æqua parle hujus humanitatis imperlirel.
Malum ingravescebat ipso Cappadociæ situ , quze In utroque Nysseni interpretando testimonio non
cum remola sil a mari, nec ea quibus abundat accuratissiine versalur Tilleinontius. Pulat enim
exportare, nec que desunt facile invehere potest ; Basilium , cum initio secessus nonnulla sibi ex pa
sed nibil in his malis crudelius, quam divitum ava . ternis prædiis reservassel, ea in pauperes liberaliter
rilia , qui vcluti ungucs quidam in patriae ulcere effudisse in sumina annons caritale. At id non
esse sulent, ac temporum dillicultatcs observare. D dicit Nysschus, Basilium reservglas sibi ab initio
ut ex publicis ærumnis opes suas augcant. Al Ba . secessus possessioncs vendidisse. Supra observavi
silius, cum oratione sua et colortationc corum nus niliil eum sibi reliquuin prorsus ſecisse, sed
aperuisset borrea , sic paupcribus, leste Grego malris morle, quæ in ipsa alinone carilare contigil,
rio (a), subvenil :Cum eos, quos fames vulnerarerut, nonmula au cum bona rediisse, que lunc pcrconi.
in unum cuegissel, nonnullos eliam spiritum aure mode in usus pauperum ccsscruul. Cuin autem usai
Trahentes , viros, ſeminas, pueros, senes, miserabilene eveniat, utmagna hiæreditas non stalim lola perci.
omneni walem , onuia ciborum genera , quibus faine's Dial!ır, indc factum est, ut post ipsam famem non
depelli solel, corrogans , acue ollas leguminam , Billa Basilio superesscnl, in quibus erogandis, lesio
salsique nostraiis obsonii el ad levandann pauperuene Nysseno, charitatem suam declararci.
faniem accomnioduli plenas proponens, ac deindc Aliud esi in quo Tillemontio assentiri non possum ,
Christi , qui linico præcinclus discipulorum pollo's Duas Cannes distinguil, quainvis una prorsus a's
in Naz , or. 20 . (c) Tom . III, p. 491.
( 6 ) Tom . II , p . 307 ,
 VITA S. BASILII. XLIX

utroquc Gregorio describitur. Incidil ci bæc opinio A prima (d ), quæ vcnienic licme scripta est, de fame
ex his verbis Nysseni, Cum fames aliquando gravis sic loquitur Basilius, ul de calamilale jamdudumi
pyligerel cum ipsam civitatem in qua degebal, lum incæpta ac fortasse brevi desilura : in allera (e)
subjecios civilali agros omnes, etc . Inde colligit Nys- şub finem hiensis scripla nuntiat se occupationibus,
senum , quem Cæsareæ loculum pulat, non hanc quas exhibebat lames,adhuc detineri: in lerlia ((),
civilatem his verbis, sed aliam prorsus designasse ; que depulsis omnibus lienis incommodis data est,
ac proinde duplicem distinguendam esse ſamen , hondum famem desiisse declarat. Necesse est ergo
quarum alicra Cæsareæ ex Nazianzeno, allera in unum saliem annum in his ærumnis consumpluin
alia civitate , forle Iborensi in Ponto , præclare fa - esse . Dixi unum saltem ; nam cum biemis acerbilas
clis Basiliimaterjain dedit. et veris siccitas hoc malum allulerint, non impro
Sed longe salius est concludere ex his verbis Nys- babile est , stalim atque spes fuluræ messis ablala ,
seni, civitatem in qua degebal, hanc orationem Cac - famem exorlam esse.
saree habitan non fuisse, quam rem maniſestam Narrat banc famem Gregorius Nazianzenus post
elexploratam in dubium revocare. Una enim omnino Basilii cum Eusebio reconciliationem ct ante cpisco
fames ab utroque Gregorio memoralır. Uterque palum . Sed quo potissimum anno acciderit, haud
illam , ut longe atrocissimam describit. Nilitur Til- B ila facile est dijudicare. Nullo argumento nililur
lemontius his verbis (pag . 493) : Servat populum Baronius, cur eam ad annum 367 referat, nisi inu
Moyses a tyranno liberalum . Paria denostro legisla - silala illa et lapidibus simili grandine, quze Con
lore testatur hic populus, quem per sacerdotium stantinopoli et aliis in locis eodem anno cecidit
duzii ad Dei promissionem . Sed quocunquc in loco niense Julio ineunte. Al fames, quæ Cappadociam
ſuerit Nyssenus, potuit, populo monstrando, plc- allixit, ex frigore et siccilale repelenda est, ul ex
bem a Basilio gubernalam designare. Quemadmo- teslimoniis supra allatis perspici potest. Mullo
dum ibidem dum ait Basilium urbanos lumullus aptius calamitas refertur ad annum 308. Non enim
elmateriales hos lumullus fugisse, necessc non est convenit annus 366 , quia Athanasius Ancyranus ,
ut Cæsareæ fuerit. Porro in hac oratione nihil aliud qui vigente dudum fame mortuus est, concilio Tya
occurrit, ex quo illam Cie.sarex habitam suspiceris, nensi interfuit anno 367. Quinctiam hoc conciliun ,
quamvis inulla cjusmoili occurrere debuissent, si cui præfuit Eusebius Cæsariensis, inter ramis ino
Cesarienses alloculus fuissel Nyssenus. Quinetiam lustias anno 367 vix cogi poluissct. Præterea Em
cum ait sc patriam Basilii commemorare nolle , non inelia grassanle fame ac paulo ante cpiscopatum
ridelur in hac ipsa patria loqui. Vide infra cap. 23, Basilii, Icsle Nysseno (9), mortua est. Quare famcs
1. 6 . uab ordinatione S. Basilii non mullum reniovenda .
Summam animadvertimus necessitudinem inter Neqne cliam serius anno 368 fames contigil. Nain
orationem Basilii de fame ct siccitate et ea quæ ab Basilius gravissimis curis tandem expcditus S . Eu
ulroque Gregorio narrantur. Sed tamen in hac ho - sebium Samosatensem jo visit. Alid ei integrum non
milia videtur sibi Tillemontius nolas episcopatus fuisset, si lames anno 369 exorta essel Non enim
perspicere, quia Basilius sic auditores compellat(a) : desiisset,nisi sub ustalein anni 370 paulo ante or.
Filii mei, quos per Evangelium genui, quos velut dinationem Basilii. Quo tempore eum Samosala pc
jasciis per manuum benedictionem involvi. Et in - tiisse nemo prorsus suspicabilur.
fra (b) : Pauci mecum precantur. Sed quid impedit CAPUT XII.
quominus hæc presbyter dixerit Basilius, qui inter 1. Basilius Cæsario gratularar inler Nicææ ruinas
Cesarienses ecclesias unam præcipue gubernandam servalo. Eusebio scribit epistolam 27. II . Episcopi
acceperat? Ila congruit hæc homilia cum famis sui niorle affliclos Neocarsarienses consolatur. lll.
lempore a Gregoriis narralæ , ut Tillemontius nul llem Ancyranos ob Athanasii moriem . Ibidem de
cpistolis 24 el 25. IV . Probalur utriusque episcopi
lum ei icmpus invenire possit, ne annum quidem ei Enumeliæ malris Basilii morlem ad annum 368
574 , quo aliam famem contigisse existimal; frustra o exeuntem , aul 369 ineuniem perlinere. V . Grego
enim referrelur ad illud siccitatis tempus, quo Ba rio molesiis neguliis implicalo opem fert Basilius.
VI. Samosala peril Basilius anno 369. Posl redi
silius, leste Nysseno (c), imbrem precibus impetra ium scribil Eusebio de mortc Silvani Tarsensis.
vil. Tunc eniin nulla spe frugum apparente, preces vil. Anle episcopalum eisiolre 35 - 37 collocandæ .
Basilii oblinuerunt, ut malum ultra minas non pro Viil. De aliis prince classis epistolis.
grederelar. Al in homilia de laine el siccitate ca I. Cum Nicæam (1) terræ molus longe post ho
Jamilas eadem describitur, ac apud utruingue Gre minum meinoriam maximus evertisset die undecima
gorium . Octobris anno 568 , Cesarius, Gregorii Craler, qui
V. Toln anno calamitatem perdurasse, id csi, in Bithynia præpositiis eral thesaurorum , solus ex
ab æstale nsque ad anni sequentis æstalein , per- insignibus viris, alll ceric cum admodum paucis
spicimus ex tribus Basilii epistolis , quarum in incolumis cvasit, idquc mo:in quodam incredibili,
(a ) N . 1 , p . 62. (c) Ep. 30.
(6 ) N . 5 , p. 07. Il ) Eijl.
(c) Or. in basil. (9) Vill diner. p . 137.
Ep. 27 . Naz , oral. 10.
 PROLEGOMENA .
utpote ipsis ruinis proleclns. Basilius, qui Cæsa- A molu eversa est ), sed lamen monet ut dolori mo
riuni amabal, eumque æquo animo consilia sua ac - dum imponant, ac canes vel potius graves ludos
cipere sciebal, non prælerinisit in lam mirabili abigant, digno pastore eligendo, qui a magno Gre
evenli occasionem gratulandi et adhortandi, ut quæ gorio , et aliis illius usque ad Musonium successo
ipsuin procul dubio subierant cogitationes periculi ribus non degeneret. Oblesialur eos ut electionem
tempore, eas semper relineret. Scripla ergo hæc episcopi suum quisque propriuin esse negotium di
epistol: 26 , anno 368 , paulo post eversam Nicæam . cal. Denunciat se, prout pastorem eligent, velarctius
Ægrolavil Basilius hoc anno non semel (a); quod conjunctum cum illis vel penitus disjunclum iri,
minime mirum , accedente ad illius comitein inür- Videtur Basilius timuisse , id quod evenil, ne quis
mitalem sollicitudine et cura , quam in pauperibus el sibi el veritati non anicus in hanc sedem eve.
sublevandis iinpendebat. Slaluerat invisere S. Eu - beretur. Musonium non appellat Basilius mortugal
Leolus est, morbis, et occupationibus, quas ei ſa . epist. 210 , n . 39, in qua Basilius gravissimos erro .
mes afferebat. Postquam cæpit emergere exmorbo res exprobrat episcopo Neocæsariensi, sed sanam
et vires recolligere , supervenit aliud impedimen . doctrinam in hac Ecclesia usque ad beatum Muso
lum , hiens, solito illa quidcm .mitior, sed tamen B niom falelor viguisse .
ned ne ex cubiculo quidem prospicere posset. Sed cyræ episcopus, qui ab Acacio (c) in hanc sedem ,
lamen lanto iclus erat Eusebii desiderio, ut ei non pulso Basilio , evectus est anno 360. Duplex ineral
Gubilel polliceri, si et leinpeslas sinal et vitæ dies huic ordinationi macula, et quod auctore insigni
supersint, et iter non obstruat fames, se cilo Sa- Ariano facla esset , el quod Basilius Ancyranus
mosala venturum , utmagnis Eusebii sapientiæ lhe per vim et impressionem ab hæreticis deposilus es
sauris exsatiari possit. sel. Quare non mirum est magnas in ordinationc
II. Intra illud spalium , quod ab hac epistola usque Athanasii discordias exstitisse. Sed tamen magnus
ad tricesimam initio veris eidem Eusebio scriplam fuil veritatis defensor Athanasius. Tesialur Grego
efluxit, obiere duo episcopi cum Basilio amicitia riusNyssenus (d ) nibil ei verilale antiquius fuisse.In
conjuncii, Musonius Neocæsariensis el Athanasius Lerſuit (c) synodo Antiochenz anno 363 ubi fides Ni
Ancyranus, ac ipsa eliain Basilii maler Eninelia . cæna suscepta , el Tyanensi anno 367,ubi pariter
( 6) Erat Musonius vir omni virtutum laude cu consubstantiale decretum est. Laudat Basilius (0)
mulatus : primus ei locus in conventibus episco - magna illius et celebrin pro recta fide certamina.
poruin non ülalis jure, sed virtutis merilo deferri Eum existimabat, veluti firmamentum rcctie fidei (9 ),
solebal. Novitalem in primis oderat, ac Ecclesiai ver:e ac veleris dilectionis somen , in solalium Ec
Silam ad antiquæ Ecclesiæ iinaginem regebal, niliil clesiis servari. Os ejus (l ) justa diccndi libertale et
de suo proferens. Unde factum , ut Neocæsarienses graiiæ verbis ad fratrum ædificationem scatebat.
inter gravissimas illorum temporum procellas seli Ecclesiam suam sic rexit, ut omnes in unam con.
vel cerie cum admodun paucis quiescerent, nec sensionem el accuratam communionem vinculo pa.
ullis liærelicorum ventis perDarendur. Musonius cis conjungeret.
cum Basilio ad pacificationem Ecclesiaruin concura Probabile est hujus Athanasii palrem fuisse Alba
rcre nolueral, propter anticipalas quasdam , ut ipse nasium , ad quem scripla esi Basilii epistola 24. In
Calebalur, opiniones. Forte ei Eustathius Seba.le . omnibus codicibus paler Athanasii episcopi dicilur,
nus et alii ejusinodi homines displicebant, quos nec alium habemus cui id conveniat, præter Ancy
Basilius secum conjuncios habebat, et cum cæteris ranum . Erat ille vir magnæ eruditionis, gentium el
episcopis conjungere conabalur. Sed tamen summa urbium gubernacula lenuerat, elmagnam progeni
crat inter ulrumque de fide consensio , illiusque lorum virtutem æmulabatur. Cum autem audiissel
auxilium Basilius implorabat, quotics cum hæreticis p Basilius hunc Athanasiuin in liberos eum non esse
certandum essel. Non pervenit ad extremam seue- quem deceret, cum præsertim palernis volis dignis .
caesarienscm rexit. Cum autem sciret Basilius quan, cidit Athanasio , qui sese apud Basilium purgavil,et
lum doloris illiusmorle traxissent Neocasarienses, iniquos rumores a Timotheo chorepiscopo ad Basi.
abenter eos javisisset, lum ut Musonio simul cum lium perlatos conquestus est.Respondet ei Basilins,
eis jusla persolverel, lum ut mærurem partiretur : eumque probatum el purgatum sibi esse declarat,
scd cui eum multa delinuissent, per lilleras eos sed tamen hortalur, ut nullam calumniis ansam
consolari instituit. Ac viri quidem obilum majus praebeat. Falelur se aliquid audiisse , at nequaquam
damnum fatelur inferre civitati, quam calainilales, a Timotheo chorepiscopo. Hujns epistolae lempus
quas anilca ſuerat experta lanno enim . 314 terræ cerlo statuere non possuin : sed collocanda ſuit ante
(0 ) Ep. 30 . (e, Sozom , lib . VI, c. 12.
ibi Ep. 28 . in Ep. 25 , 11. 2.
Ici Suzojn , lib. IV , c. 23, (g ) Ibid . n . 1. :
id ) Ep . 29. (1 ) Ep. 29.
 epistolam 29, in qua mors Athanasii episcopi lu- A liorcm facit Eusebium in eadem epistola. Scrip :a
gelur. Nonduin presbyterum ſuisse Basilium conjici est hæc epistola nondum elapsa lieme, ut ex his
posset ex his verbis : Nec moleste feras, si quid a verbis perspici potest : Si onines ordine scriberer
nobis docenlium more dicelur. Sed levis hæc conje- c!usus, quibus in hunc usque diem delenius sum ...
morbos quiilem alios aliis succedenles ,hienis mole
Basilio nostro molestissima esse delinit Basilii siiam , negoliorum continuitulem onillo dicere, etc .
Ancyrani ab Anomais ejecii depositio, ncc proinde Quare errore non carent ecclesiasticæ tabuli , in
placerc Athanasii ordinalio . Sed tamen arctissima quibusmors S . Eiomelie ponilir die tricesimo Baji.
videlor ei intercessisse cum hoc Athanasio amicilia , Enumerat cnim Basiliushicmem inter in :pedimenta ,
quo amisso neminem sibi existimabat (a ) supercsse, quibus hactenus detentus fueral. Eo probabilius est
cui Ecclesiarum curam delerret, neminem quem et lanc cpistolam non scriptam esse ineasc Junio , quod
molestiarum et lætitiæ sociuin baberel. lucidit eo- aliam Basilius postea ad eundem Euscbium cpisto
rom amicitiæ difficultas quædam , qux longius pro - lam scripscrit (d ), antequam fames desiissct. Sola
cessissel, si non sumina fuisset in Basilio lenitas. evim famedetinebatur, quominus comitarelur lly
Plurimi Ancyra Cæsaream venientes (bj uro ore patium , consanguineum suum , morbo quodam lag .
Basilio nuntiarunt Athanasium ei succensere ac mi- 1 guentemi, in quo curando consulum successim non
nas eliam aliquas intentare. Nemo erat, ex Cursarien - habuerunt viri donis curationum instructi. Quare
sibus Ancyrain proficiscentibus , cujus aures hoc Basilius ad alios confugiendum ratus, Euscbium ro
Albanasii sermone non circumsonuissent, scilicet à gal, utreligiosissiinos fratrim (monasterii alicujus
Basilio noras quasdam scribi el componi. His enim ascelas videtur designare) ad se accersal, qui sub
serbis usum esse asserebant Athanasium , qui 10li ipsius oculis Hypalio miedeantur ; vel sallem ad eos
dem verbis illius dicta referebant. Basilio , qui jam - Flypalium millat litteris suis munium .
dudum humanarum rerum imbecillitalem perspexe- IV . Nunc exponendum nobis cst, quibus adilucii
rat, nibil inexspecialumi eral ; sed tamen vehemen - rationibus ad annum 568 et 369 hos evenlus refe
ier miratus est, ac instar monstri esse duxit, quod ramus, quibus Tillemontius el plerique alii anuum
Lanta sibi injuria ab homine et veritatis el charita- 373 assignant, Pagius vero, qui aliorum errorem
lis servantissimo fieret. Causam reperire non po - alio graviore emendat, annum 370 . 1° Nullum pror
leral, cur sui odium cepisset Albanasium : suspi- sus occurrit in lolo episcopalu Basilii tempus, in
cabalur aliquem ex hæreticis scripla sua sub Basilii quo ejusmodi eventus conjungipossint, uit in his quas
nomine vendilasse . Itaque peramice cum eo expo- c recensuimus epistolis conjunguntur : nempe mors
stulat, quod nou scripserit, aut saltem non se ac. Musonii et Athanasii Ancyrani ac salicla Emmeliæ ,
cersiverit, aut per fidum aliquem amicum dolorem diuturna fames Basilium ex continuis occupationi
sigoificaverit. Rogal ut, si se ab hac sollicitudine bus respirare non sinens, consilium cundi Samosala
liberare velit, quibus de causis ad hanc offensionom per integrum angumi, id est, per duas estales ac
adductus sii, aperle declarct. unam hiemein hac fame interpellaluni. Nil verbis
Scripta est bæc epistola 25 non multis ante mor. opus est, ut hæc anno 370 non evenisse probem ,
lem Albanasij annis. Jam enirn Basilius verilale et quo Basilium recens ordinatum non ſanies occupa
scriptis et factis defendenda magnum sibi nomen bat, sed negolia ab episcopis ipsius elcclioni inter
pepererat ; ac temporum molestiis ila animum as cedentibus exhibita delinebant, nec Samosala co
suefecerat, ut nullius jam hominis erga se immula . gilabat (e), sed Eusebium invitabat, il sequenti vere
lio inexspectata ipsi videreliir. Sic autem Athana Ecclesiam C.esariensem reviseret. Ipsc Pagius non
siimoriem deflet in epist. 29 , sic desideral sumie elegisset bunc annum , nisi ordinationem rejecisset
muin illum virum , quem coluinnam et lirmamen - in annuin 371. Nullum lamis vestigium anno 371 (1) .
lum Ecc esiæ vocal; lantamque illius morte jaclu - Basilium ab aulunuo usquc ad primosmenses anni
ram fecisse se significat, ut facile pateat nascen - sequentis , adventus Arianorum , exspectatio Valen
tem inter eos dissensionem cilo sedatam fuisse. lis ac deinde ipsa persecutio sic detinuerunt, ut iler
Horlalur Ancyranos, ut diligenter caveant ne rur- Suinosalense in mentem venire non potuerit. Anno
sus liles el discordi in novi episcopi electione na 572 , station post Pascha iter ( 9) aliquod suscepit,
scantur. De Musonii et Alhanasii successoribus sic mense Maio aliud ih ) ineditalus est, quod ad exi
loquitur Basilius, ut nihil boni ab eis exspeclasse tum non perduxit. Sed postea Armeniam peragra
videalor. Neocæsarea , inquit (c), et Ancyra visæ suni vil, ac tandem suavissimum mel Ecclesiæ Samosa
habere successores eorum qui obierunt, el hucusque tensis deguslavit. Nihil ergo ex his quæ quærimus,
conquiescini. suppedilat annus 372. Superest annus 373, qui
Circa idem tempus ac Musonius et Athanasius, maxime arridel Tillemontio . Nam anno 574 et see
obiil S. Emmelia maler Basilii,decujus moric cer - quentibus exsulabat Eusebius. Reperimus quidera
(a) Ep . 2 . (e ) Ep. 48.
(b) Ep . 23, n. 2. ( ) Ep. 68, 71.
(c) Ep . 30 . (9) Ep. 95 .
(d ) Ep. 31. (h) Ep. 98.
4.11 PROLEGOJENI.
hoc anno Basilium invisendi Euscbii promissis ob - A norte alliclos liilcris amicissimis consolalus fuis .
strictum . Al cur promissa non perfeccrit, gravis- sci? Ilis adde in opinionc Tillemontii cxplicari viz
simum morbum excusat in pluribusepistolis (a), nus- posse, quomodo Basilius, qui se initio monasticir
quam ſainem . In epistola 145, appropinquante biene prolessionis, ul supra vidimus, omnibus rebus pu
scripla , chni spem omnem abjecissel visitandi Eu- daveral, quique lioc instilulum amplecientibus nul
sebii, morbis debililalus , ipsuni ad se invitat. Mor- lius omnino retinendæ rei licentiain conccdit, suo
buni el hiemem causotur in cpistola ad Evagrium , tamen patrimonio pauperes presbyter juveril.Alid
cur in Armeniam proficiscinon possil. Uno verbo nullo negotio solvimus. Nondunıdcsicrat famos, cum
nulluni prorsus hoc anno indicium famis autinci- matris morle ad euin bona redierunt, quæ slalim
pientis aut desinentis. Nemo famem anno 373 de urgente l'ame in pauperes effudil.
siisse dixerit. Hac enim sedala Eusebium invisit N ecessc fuit in his probandis immorari, quia ma
Basilius, quod quidem anno 575 perſicere non po- ximisuntmomenti ad ordinein rerum Basilii gesla
luit. E :dem causa Camis initiuni ail annun 373 re- rum . Scd objicit Tillemontius (0) Basilium in epi.
Pasilius Sainosata peliil. Al anno 374 exsulabat de insidiis sibi struclis loqui, el cum Euscbio epi.
Eusebius. Inimcrito ergo Tillemontius moriem Mu- B scopo el Athanasio Ancyrano sic agere, ut dubium
sonii, Athanasii et S. Emmelice anno 373 exeunti esse non possit, quin lunc episcopus fuerit. Videlur
afligere conalur. Cliam sibi certissimas nolas episcopalus perspicere,
nonjum , qui pos:quam mortem el sepulturam ma- pacificationein non concurrisse , sed tamen eum
Iris narravil, statim sic pergil (b) : 'Ev TOUTO O 700 - semper a se ad oppugnandos hæreticos advocaluni
avę šv dylous Basis!0; třs leyáārs Kacsapéuv 'E % - fuisse : vel cuin dicit morlilo Albanasio : Cuinam
zagolas äveõe!xOn reposcit7,5 ös ėm ? zdv xiñpov tñs deinceps Ecclesiarum curam defcremus ?
ZY TO Tspesbutspelu izowsúvrs, con đőençoy ayel • Sed lº facilem et expeditam rcsponsionem sup
ÈN TOÚTU Tádev autois Ša ! to geu.vótapón te val cxarchicuin habebal, luma Basilii in hac Ecclesia au
ůylúrepov Toporis ó Bios, tři izpusúvn tñs çıảogo- clorilas, quem Gregorius Nazianzenus ( ) Icstatur,
colas ¿ TELUET,Deions. Tum insignis inter sancios Ba- cisi calbcdra inferiorem , Ecclesiæ imperium obli
silius magnæ Cæsariensium Ecclesiæ declaratus ane nuissc .His adde maxima ingenii, doctrinx, el vir
listes, qui in clerum sacerdolii presbyterorum fra- lutis ornamenta , quibus episcopitantum tribuebani,
Trem evehit , suis eum mysticis sacramentis conse- ul cum adhuc lectorem Constantinopolim ad verita
crans ; (umque illis ad majorem gravilaiem el san - iis defensionem accersiverint, et cum eo de maxi
crilatem vila progreditur , augente philosophiam mis rebus Lampsacum profecturi deliberareni.
sacerdotio . Nimium clara elperspicua Gregorii verba, Quidmirum si presbyler laclus, cuin plurimas par
quam ui cludi possint; mullo minus dici possil er- les regendze Ecclesize Cesariensis sustineret, nor
rare in tam insignibus rebus domesticis enar- minimas etiam in iis , quæ ad exarchicum jus per
randis. linebant, sustinnerit ?
3• Ut hos eventus anno 568 exeunte aut ineunte 2° Illud asseverarc possumus, nibil his lilleris in
369 assignemus, rerum deinceps narrandarum se. esse , quod episcopalem alicloritalen necessario de
ries omnino poslulat. Modo probabimus epistolam signet. Nonne enim presbyter el perpeluis negotiis
54 ad Eusebium , cui summa est cum superioribus delineri potuil, ci insidiis inimicorum appcii ? Quar .
necessitudo , ante episcopalum scriptam esse. De quam negolia illa non alimde, quam ex ſame lunc
Athanasio Ancyrano et Musonio nibil deinceps oc - grassante oriebantur, id quod minus animadvertit
currel. Neuter subscribet lilleris in Occidentem (c) Tillemontius : insidize non magis Basilium , quam
missis anno 372. Quinetiam ab Alarbio (d ) succes- D ipsam Casariensein Ecclesiam videntur peliisse. Sc .
sore Musonii gravissimas molestias Basilio exhibi- cernil se ab episcopis Basilius, cun ! ail in epist. ad
las videbimus non multo post Pascha anni 373 . Eusebium (i ), dum vos cunclumini, elc . In epistola
Eodem anni 375 lempore sic compellat Neocæsa . ad Athanasium ( j) nihil sane animadverto , quod
rienses (e) : Mulio lempore inter nos siluimus , fra - Basilium honore parem Albanasio fuisse indicet,
ires. Queritur ibidem quod eorum iracundia lolara Imo queritur quod.se Albanasius non accersiverit,
hominis ætatem perdurel. Num sic locutus essel, il doloris causas indicaret : quod profecio episco
si anno 575 exeunt aut ineunle 574 , nondum ullie pus Cæsariensis non dixisset Ancyrano , cuin pra
exstitisscutodii significationes, eosque lunc episcopi scrlim Ecclesia Cirsariensis jura exarcbica in Ga

(a) Ep. 156 , 138, 141. Nol. 65 in Basil .

ilj Vil . Macr. p . 187. ( 9) Ep. 28 , 1 . 2.
c) Ep. ! 2 . (1 ) Or. 20 .
(cl) Ep. 126 . (i) Ep . 20 .
( e) Ep. 201, n . 1. 6 ) Ep. 25.
 VITA S. BASILII. LINI

laliam extenderel. Ridel quidem Athanasii minas Acres habenti (c), el episcopalibus curis jamdudum
Basilius. Sed num necesse ſuit eum episcopum csse, districto ct ab ætate Sophronii cl aburgii remotissi
lit se minas ridere diceret, ncc adeo pucrum esse , mo. Al quadrant optime Thcologo, qui omnibus re
lil bæc lerricula formidci? Neque etiam episcopa Dous sese nudaverat et monasticam vitam profiteba
lcm auctoritatem sibi arrogabat (a), cum nomincepi tur, el Sophironii ac Aburgiiæqualis eral. 2• Theolo
scopi sui, qui ipso dominante dominari sibi videba- gus cum lolins paternæ domus curan , tum in primis
tur, vicinos episcopos ad defensionem veritatis ad . hujus molestissioni negolii pondus sustinuit, ut per
vocaret, iisque curam Ecclesiarum deferret.
V. Cxsarius Gregorii Nazianzeni frater, anno 368 lim atque audiit fratris bona diripi, patroci-
e Nicææ ruinis mirabiliter servalus, Dei beneficio nium Sophronii imploravil, eique scripsit episto
ad animæ salutem uti, el a reipublica administra . lam 18.
tione recedere slalucrat (6). Sed præclaro consilio Vis allem dubium esse possit quin hæ cpistole
mors obstilit paulo post supervenicns. Mortui pre- ante episcopatum Basilii scriplie sini. Scriptæ enim
tiosissima qu:eque el servi et alii homines servis non sunt non multo postmortem Cæsarii, qui anno 368
meliores diripuere, ac paucissima parentibus reser- . exeunte aut 369 ineunte obiit; siquidem spalium
varunt, quæ statim pauperibusdistribula sunt. Cum non habuit ea perficiendi, quæ lempore periculi sta
enim moriens dixissel Crsarius Mea omnia volo luerat. Nec sáne verisimile est commentitios credi
esse pauperum , frater illius Gregorius, ad qnem 10 - fores, qui his litteris materiam dederunt, diu oliosos
la domus sollicilido redibai, pium mandatuin sunima sedisse, ac non stalim occasionein arripuisse. In
religione perfecit. Sed simul prodiere commentitii carmine Gregorii de rebus suis, quod ante annum
quidam creditores, qui pecuniain a se Caesarium ac. 572 collocari debel, quia nulla ibi mentio ærumna
cepisse dicerent. His slatim pumerabatur quidquid run Sirsimensium , non tamen mullo ante, quia ca
pelebant, quandiu ſuit unde absolverentur ; unde nos et rugas commemorar; in boc, inquam , carmine
nonnullos pænitebat, quod plus non petiissent. Sed molestias, quæ fratris mortem scculæ sunt, inter
cum quotidie ejusmodi sycophantæ , sive improbila . dum ut præteritas deflet, interdum ut præsentes.
te, sive lemporum miseria cogente, pelerent, necesse Sed hoc forte tribuendum carniinis licentiæ ; alque
fuil negare. Repulsam passi lites intulerunt, acGre - eliamsi nondum anno 371 defunctus his ærumnis
gorium in maximas ærumnas conjecerunt. fuisset Gregorius ; non idcirco epistole Basilii ad
Basilius, qui res adversas Gregorii suas proprias hoc tempus differendæ essent. sed negotium diu
esse ducebat, commendat illius causam Sophronio ure protraclum videri deberet.

Gregorium in ejusmodinegotiis hospilesesse et pere complexum Eusebii Samosatensis properavit. Jam

grinos ; quamobrem Sophronii prudentiæ slaluendum sese hoc promisso obstrinxerat prülerilo anno ; ac
relinquit, quod optimum ſaclu sit, ut his molestiis moras quidem fumes et morbi et hiems allulerunt,
liberentur. Cæterum rogat ut ea de re agat cum sed nequaquam consilium infregerunt, ul perspici
comile thesaurorum ,acGregorii verbis declarat eum potest ex superioribus epistolis. Quare non dubium
paralum esse quidquid de bonis Cæsarii reliquuin est quin quod tam asseveranler promiserat, lainque
est, ærario cedere, modo patronus ærarij re silienter concupiverat , id anno 369 exsecutus sit.
spondeat iis quiadoriuntur , el probationes re- Præterea ex epist. 34, quæ ante episcopalum scripla
quiral. est, Basilium in Eusebii congressum venisse cogno
In eamdem scripla seulentiam epistola sequens, scimus. Precalur enim Deum , ut sibidignetur ilerum
quam minus commode Tillemontius et alii re- perutilem Eusebii congressum concedere . Hinc etiam
ſerunt ad negolia Gregorio Nysseno exhibita anno in ep . 157, quz scripla est anno 373 exeunte, sic
375 . Agit enim de jisdem prorsus rebus ac præ . Eusebium alloquitur : Quam moleste tulisse me pu
cedens. plas, quod tuo congressu præterita æslale caruerim !
In ulraque epistola Gregorius vocatur episcopus, Alqui ne aliis quidem annis congressus talis exslilil,
neque hac in re discrepant manuscripti codices ab mihi ul salielalem afferrel. Eusebium ergo Basilius
editis. Sed bas voces margini apposilas Suisse , ut non semel invisit; sed cum semel tantum in episco
Tbeologi paler designarelur, ac inde in contextun palu hoc iter susceperit, nempe aono 372, aliud
irrepsisse,multis rationum momentis probalur. Non primo itineri lempus assignandum est ante episco
enim de Gregorio episcopo agitur in his epistoiis, palum .
sed de ejus filio , qui nondum episcopus erat. 1• Is Postquam rediit Basilius in Cappadociam , nova
quem commendat Basilius, pauper erat, jamduduin calamitas Ecclesiis supervenit, ex qua majorem in
vitam quielain agere slalueral, vetere cum Sopliro- modum ingemuit. Ariani enim Ecclesiam Tarsensem
nio el Aburgio ainicilia conjunclus erat. Hæc autem occupaverunt (d ), uno ex suis in hanc sedem impo
minime congruunt Gregorio patri opes non medio silo postmortem Silvani, qui anle iler Basilii Samo.
(a) Naz. ep. 25 . (c ) Naz. ep . 17.
(6) Naz. or. 10 . (d ) Ep . 34.
 PROLEGOMENA .
salense, vel non multo post videtur obiisse. Suur A Basilius (h), cum se parentis loco constiluluin dicit
ergo dolorem Basilius Eusebio significat, quod civic propter dignitatem illam in qua a Domino collocalis
tas lanla lamque opporlune sila, ut Isauros, Cilices , eral. Sed cur episcopum illuin fuisse non pulemi,
Cappadoces el Syros per seipsam conjungeret, unius cum tres illas scriberet epistolas, delinel me sınma
aut duorum hominum temeritate in perniciem nullo illa paupertas, in qua versari se dicit, nec prædia
negotio conjecta essel, dum episcopi catholici cun- ulla possidentem , nec quidquam proprium kaben
clantur ac deliberant, et sese invicem respiciunt. lem . Etsi enim in ipso etiam cpiscopalu pauperri
Faielur tamen nullam ejus rei culpam Eusebium unus fuit omnium hujusmundi bonorum , lunc la
sustinere, nec quidquam ab eo prætermissum , quod men magis animo el liberalitale in pauperes pauper
ad Ecclesiæ utilitatem pertinerel. fuil, quam quod nulla prædia , nullos reditus habe
Non tamen evenil quod melucbal Basilius(al, nere!. Videntur enim ccclesiic Ciresariensis satis amplie ,
periret Ecclesia Tarsensis . Videtur cnim maxima ut illis leinporibus, opes fuisse : cujus rei lestes
pars presbyterorum curam Ecclesiie suscepisse, e: sunt Taurici reditus (c), quidum ex loco tam remo:)
pro fide catholica strenue dimicasse. Cum eis Basic Cæsaream ferrentyr, spectantis Anthimi Tyanen
lius eadeni amicitia ei coinmunione conjunclus fuit, sis oculos lædebaill. Basilii erat ager ille (d), in
quam cum Silvano babucrat, ul lestantur lii- B quem plurimos cpiscopos anno 373 convocavil, ut
leræ 113 el 114. At cum episcopo Ariano nec :Basi- firma esset omnium de lide Eustachii consensio . Si
Jius nec presbyteri Tarsenses communicabant, quis considerelamplissimum ædificium (e) quod Basi
uit observabimus, cum de iisdem epistolis arc- liusanno 572 aggressus est, si sumplus quos faciebal
mus. in invitandis et excipiendis episcopis (mittebat [r]
Scripla autem hæc ad Eusebium epistola anno enim qui jam invitalos iterum admonerent et per
369 exeunte aut incunie 370 , siquidem post iter Sa - honoriſicc deducerent), illum profecto fatebitur co
mosatense scripta est, quod anno 369 circa au- paupertatis redaclum non fuisse, ut nihil posside .
luminun suscepit Basilius. Presbylerum illam Basi- rel, sed charorum et propinquorum facullatibuis
lium scripsisse monent codices mss. quibuscum sustentarelur. Quare tres illas epistolas, quæ lan .
optime consentit illud , dum vos cunctamini, delibe- lain Basilii paupertalein lestantur, inte episcopalım
ralisque el vos mutuo respiciris. His enim verbis se . nccesse ſuit collocare. Ipse Basilius discrimen ali
cernit se Basilius ab episcopis. Quæ de Silvaai quoil agnoscit inter cam paupertalem , quanı episco
morle diximus, confirmat epistola 67 ad Alliana- pus animo retinebal, el cam , quans anle illud icm
sium , scripta anno 371. Hunc enim bealum appel- pus professiis fuerat. Ait enim non illepide in epist.
latBasilius, qui hunc lilulum non solel nisinorluis (o 186 ad Antipalrum præsidem , qui crambe acelo
deſerre. condila sanalus fuerat, sibi cranbem antea invisam
vl . Ante episcopaluin collocandas duxi Ires sge fuisse, lum ob proverbium , tum quia cuinilem pau
quenles epistolas, quæ inscriptione carent. Prima perlalem in memoriam revocabal; nunc vero ni.
polenti cuidam amico, forte censitori, scripla est, rum in modum placere, postquam präsidi valetudi.
cui jam inullos commendaverat Basilius, sed nunc nem resliluil.
de meliore nota commendat ei Leonlii domum , ro- viu . Epistolam 38 milio episcopalus S. Gregorii
Falque ut Leontio eamdem bumanitatem exhi. Nysseni, id est anuo 372 , scriptam conjicit Tille .
beat , quam sibi exbiberet , si qua possiileet montius. Sed, quia Basilius in hac epistola cum Gre
prædia, nec Dei beneficio in summa paupertale ver - gorio nequaquain disserit, ut pur crat cum collega
sarelur. disserere, sed eum polius ut tyronem theologize ele
In duabus sequentibus epistolis rogat Basilius ut mentis labuit (ail enim se bunc ei commentarium
domui, in qua nulritus fuerat, antiquus census ser conſecisse , ne liypostasim , ut multi alii, cum essen
addalur. Alque id rogat non solum Dorothei presby . D fratre pertractarionem accepisse , cum relicta rhelo .
teri, collaclauei sui, sed etiam sua ipsius causa . ricæ cathedra lolum sc sacris el ccclesiasticis scri
Nam , cum nibil proprium baberet. sed charorum ploribus evolvendis dedit. Illud etiam probare possit
el propinquorum rebus sustentaretur. alimenta ei hanc elucubrationein Basilii episcopalu antiquiorem
ex bac domo præbebantur, opera illius presbyleri, esse, quod non habet de celeberrima illa quæstione,
cui maler Basilii maximam partem servitiorum ad quæ initio episcopalus Basilii de Spiritu sancto exor
la est.
eamdeni domum pertinentium , quandiu presbyler
ille riveret, ulendam tradiderat, ea conditione ut De epistolis Juliani ad Basilium et Basilii ad Julia .
Basilio alimenta ministraret. • nuin jam loculi sumus. Quod special ad quinque
Vel presbyteri vel episcopi dignitatem designat alias epistolas quæ sequuntur, sunt illæ quidem di

(a) Ep. 114. (d) Ep. 244, n . 2.

16 ) Ep. 37. (e) Ep. 9.4 .
(6) Niz, or, 20 .
 VITA S. BASILII. LV
gnæ Pasilio ac præclarissima instituti ascelici præ - d ad Dominum , pro quo forliler et strenue in perse
cepla continent. Ipsum etiam tempus optime con- cutionibus decertaverat , annis episcopalus ſere
gruit, si conjecturæ Tillemontii recipiantur. Ex his octo exactis, profectus est. Nemo sane lanla sede
enim verbis cpistolæ 46 (p. 136) : Al spirilus aerii, dignior erat Basilio, neminem latebaut eximia do
qui nunc in fliis contumaciæ operatur, exigua aura cirine et sanctitatis ornamenta ; speciala ominibus
modo suscepla, abnegristi hæc omnia, conjicil impium erant summa de Ecclesia Cæsariensi merita, cujus
Julianiregnum designari. Illud autem cpistolae 45 : administranda jam plurimas partes ab episcopo
Nosce quomodo jam Judæorum et gentilium filii ad commissas sustinueral. Sed lamen quominus hoc
Dei cultum compelluntur, referri posse idem scriplor lumen excelso loco collocaretur, plurima obstile
existiinat ad imperium Jovjani; quippe cuin inors runt, quæ Gregorius Nazianzi episcopus summa
Juliani el exoria inter conalus instaurationis templi prudentia el animi ſortiludine removit. Ipse Basi..
miracula conversiones ejus:nodi commovere polue- lius ne suspicans quidem oculos in se conjectum
rint. Jamdudum apud Græcos nonnulli has epistolas iri, amicum suum Gregorium accersivit, verbis
B.:silio abjudicarunt. Prima, quæ est ad Chilonein , quidein , ut ei pene moriens extremum vale dicero:
S. Nilo a nonnullis tribuebatur, ut legimus in 1110 (videlur enim lunc consuelo illius el comili morbo
ex codicibus regiis. Si una S . Nilo tribuilur, caterie B aliquid novi doloris accessisse ), re aulem vera ut
etiam tribuendæ ; sunt enim oinnes ejusdem inter Gregorii consilio el opera in episcopi electione ulc
se styli. Jam nonnulli ju lis lilleris stylum Basilii relur. Perculsus hoc nuntio Gregorius lacryings
desiderarunt; scd ad hanc dubitandi rationem fudit, seque ad iter accingebal, cum episcopos ad
illud etiain acceilit, quod legitur in cpist. 45, xat- urbem sensil concurrere. Tuin vero Basilii consi
topques ÈTIC Tá 'lepocóuua, Eva gol zal avrug OUV- lium intellexit, ac prolicisci abnegans, cum Basilio
Elasp:6wv Šuaxápisov tūv å0277!XÙY Tórwy. Pelisti pluribus noniinibus jurgavit : (b) primum quidem ,
Jerosolyma, ubi et ipse lecum commoralus, ob athle - quod non vidissel se hominum sermones ac ambi
ticos le labores bealum prædicabam . Dis verbis diu ius suspicionem , amico ad ejusmodi lempus accer.
turna llierosolyoiis commoralio indicatur, quæ in silo , non evitalurum ; deinde quod cuni se ipse in
Basilium non convenit. Rem facile explicat el concie electionis lumulium interponere non auderet, per
liat Combeſisius, qui Basilium llierosolymis baptiza- Gregorium , quocum eral lam arcia amicitia 001
lum pulal, ut in fabulosa illius vila legitur, quæ junctus, ea decenter agi posse crederei, quæ ipse
Ampbilochii numini supposita fuil. per se egisse! indecore : denique quod pios boini
llarum quinque epistolarum prima ad anacho- nes plus posse in cjusmodi electionibus cxistimas .
relam quemdam in Palestina, Chilonein nomine, sel, quam potenles el apud vulgus gratiosos. His
scripta est, qui se ila in solitudinem abdideral, ut de causis Gregorius cum ipse proficisci noluit, lum
ne sacris quidem conventibus interesset. Hoc pre - Basilio auctor est, ut prudenti secessu lumullus et
cipue illum edocet auctor epistolæ , quomodo la- pravas suspiciones fugiat. Verisimile est Basilium
cogilationes sub specie obeundi sacras synaxes, electio peragerelur. Sed inimerilo Baronius (c) post
quomodo repelleadic sini. Sequitur brevissima ad Eliain Creiensem ad Basilium refert Gregorii N . -
juniores admonitio . Epist. 44 scripla esi ail mo- zianzeni verba (d ) de pastorum præstantissimo
nacbum quemdam , qui ex summo pietatis ſervoro vvilis curain adhuc detrectante , ac paulo post sus
in magna crimina lapsus ſuerat, et pecuniaruin cepluro. Loquitur enim bic de Nazianzenis mo .
raptor evaseral. Sequens ad alium monachum , qui nachis , inter quos unum præcipue laudat.
ainplis opibus relictis hoc instilulum amplexus videtur Basilius paulo antequam Eusebii oculi
fuerat, sed poslea adulterium commiserat el non clauderentur . ad Gregoriuin scripsisse, vel certe
hullos borrendum quidpiam jurare cnegerat. Simi- antequam mortis nuntius Nazianzum deferrelur.
lis est argumenli epistola 46 , et ad pænitentiain D Nan Gregorius, cum se ad iter accinxerel Basilii
bortalur virginem lapsam , quæ cum virginilalein invisendi causa, sensil episcopos ad urbein concur
violassel, volo se obstrictain negabal, quamvis vir rere, seque intellexit a Basilio non tam ad morbi
giuitatem coram Deo el angelis et hominibus pro solatium , quam ad operam in cpiscopi electione
lessa essel. tradendam allici. Cognovil crgo ex hoc episcopo
CAPUT XII . rum concursu mortuum esse Fusebium : nec du
1 Yorluo Eusebio mirus caule Basilins successoris bium est quin , si certior de hac morle faclus an
electioni providel. II. Ipse Basilius iuczue Gre .
lea ſuisset, slatin et Basilii consiliuin et conse
iercedunt plures episcopi el anle ordinationem dis - quentia ex hoc consilio incommoda vidisset.
cedunl. IV . Quo anno hæc peracla ordinalio . Non deerunt fortasse qui mirentur vel libenler
1. Eusebius Cæsariensis episcopus animam in non credant episcopos Cappadociz slatim post Eu
Basilii manibus anno 370 (a) leniler exhalavil , el scbii mortem , antequam Jilieris cleri advocarenlur,
(a) Naz. pag. 310 cl 342.
(6 ) Naz. ep . 21. id . Or 12.
LSI PROLEGOMENA .
Cæsaream advolasse . Sed tamen nihil videntur hac A Deum prerelur, eigile quinam magis idonei sint,
in re præter morem Cappadociæ fecisse. Idem fe- judicandum relinquat. Non modo sibi videlur Gre
cerunt anno 373, cum falsus de Basilii morte rie gorius bac lege non obstringi, sed etiam Ecclesix
mor allalus esset, ut perspicimus ex epistola 141, Cæsariensiac episcopis minari non dubital, se non
n. 2. Nemo sane dixeril lunc eos litteris cleri vo adfulurum , nec participem eorum consilii futurum ,
catos fuisse . si sua non vincat sententia , si quem alium Basilio
Cur idem mortuo Eusebio credam evenisse, præ præferant. Huic àutem agendi rationi non inodo
ier lestimonium Gregorii Nazianzeni, quo jam usus venia debelur, sed cliain laus maxima, eique pal
sum , aliud rationis momentum suppedilant lilleræ mam dat Gregorius filius (d ) inter cælera patris
Gregorii episcopi ad eosdem episcopos. Hi enim præclare facia . Nam cum omnium de Basilii virlu
Gregorium Cæsaream advocarunt (a), sed tam per - tibus judicia consentirent, ac luce clarius esset ne
functorie, ul nec adesse illum oportere significa- minem alium sine summo legum ecclesiasticarum
rent, nec qua de re, aut quo lempore. Permole contemplu eligi posse ; Gregorius colam acriler
slum id fuit optimo seni : al profecio molestum defendendo nec jura nec libertatem suffragiorum
esse non debuisset, si jam illum , itidem ut alios atlentabat, sed potius a factionibus et præposteris
episcopos, de more clerus invilasset. Tunc enim B studiis ad ecclesiasticæ utilitatis cogitationen
necesse nion fuisset, ut cleri litteris additæ episco . oinnium animos revocabal.
porum litteræ singula accurate persequerentur. Has patris lilleras indicatGregorius,e), cum ail :
II. Cum prævideret venerandus senex, id quod Lilleras scribebal,monebal, populum conciliabal, sa
usu evenit, varia hominum studia in eligendo epi- cerdotes, cum alios, lum eos qui altaris sunt, oble
scopo futura , declarat (6) episcopis neminem se ha slabalur, decernebal, ordinabal eliam absens, cani
bere, qnem Basilio præferre possit, viro el vilæ tiei suæ hoc dabat, ul apud alienos, tanquam apud
sanctitate el doctrinæ præstantia longe super alios suos auctoritale uleretur. Quibus ex verbis colligi
omnes eminenti : nec illius corporis debilitatem possit nou duas tantum a sancio sene, sed plures
obstare debere ; cum episcopus quæratur, non alias Ecclesiæ Cæsariensi scriplas fuisse. Videbatur
athlela , ac præterea Dei virtus in ejusmodi infir- hanc ab eo sollicitudinem poscere hujus Ecclesiæ
milale eluceat. Promillil se adſulurum , si hoc suf- slalus. Erat enim magna animorum dissensio. Basi
fragium recipiant, ac operain eis dalurum vel spi- lium omnibus præferebant selectissima et purissima
ritu vel corpore : sin autem certis conditionibus pars populi, universus clernsetascelæ : sed invide
via capessenda sit , ac factiones contra æquitaiem bant el oppugnabant magistratus, ac infima: plebis
conflentur, gavisurum se quod fucrit contemptus. perditissimi quique cum magistratibus conjuncli, el ,
Honorifice invitatus ab Ecclesia Cæsariensi Gre- quod inimicis religionis jocandi maleriam dabal,
gorius (c) demonstrat Cæsariensibus , quanti sit ipsi etiam episcopi.
momenti electio episcopi, cum in omnibus Ecclesiis, Erat sane meluendum , ne Ariani, qui anno 365
lum maxime in Cæsariepsi aliarum Ecclesiarum Ecclcsiæ Cæsarieusi insidias struxerant, dissensio
malre. Summum significal veniendi ad eos deside- uibus laborantein occuparent et everlerent. Quare
rium , si per morbum et senium liceal ; sed interim Gregorius cum nondum adesse posset, ac præsidio
declara! ex viris principatu dignis, quos in Ecclesia non mediocri tempus egere intelligerel ( ) ,magnum
Cæsariensi plures esse non inficialur, nominein ex Oriente lumen accersil, S . Eusebiuin Samosale
Basilio præferridebere ; euinque coram Deo leste num , missis per Euslaibium diaconum lillcris , in
asseverat el vilic el doctrinæ sanctilale vel solum , quibus demonstral quanto versetur in periculo Cie
vel omnium maxiine aplum esse, qui Ecclesiam his sariensis Ecclesia , rozalque ut illius veniat auxilio ,
molestissimis temporibus gubernel. Alque hæc scri- ac exantlalis pro Ecclesia laboribus hunc etiam
bil clero et monachis, et honoralis ac curiæ et uni- adjicial. Cæterum habere se præ oculis virum , ipsi '
versæ plebi. Sisibi assentiantur, atque hæc vicerit D Eusebio non ignotum , quem si oblinere possumus,
sententia , pollicelur se adfulurum spiritu , jamque inquil , scio acquisituros nos magnam apud Deum
in antecessum manus imponere : sin aliud quid fiduciam , atque in populum , qui nos advocavit .
piam illis placeat, ac sodalilia el cognationes vi- beneficium maximum collaturos. llorlalur ut ruplis
geant; aut promiscua lurba parum loci legibus omnibus moris incommoda hiemis anleverlat. Hanc
ecclesiasticis relinqual, participern se eorum con- epistolam , quæ inter Basilianas reperilur, nemo
silii non fulurum . jam ſere est, qui Gregorio restituendam non fales
Non putavit Gregorius observandum esse boc lur.
loco , quod Basilius utilius ac salius esse docel in Accurrit sanctus martyr in Cappadocian ; idque
epist, 290, ut dicto lestiinonio sludia vitenlur, nec cerlo scimus ex epistola 48 Basilii, et ex leslimo
quisquam contendat, ut sua viocal sententia , sed nio Gregorii (g), qui Spiritum sanclum ab exteris
(e ) Ibid .
(b ) Ibid . i Basil. ep. 47 .
ic ) Ep . 22. (9 ) Or. 200
(di Or. 19.
 VITA S . BASILII. LVII
regionibus viros pielale claros et zelo Dagrantes ad A conflasse, sed jam antea conflatum confirmasse.
ungendum Basilium excitasse leslatur. Non dubium Non ergo interfuerant ordinationi, nec Basilio ina
est quin tanti fidei defensoris præsentia lucem red - nus imposuerant, nec cum eo communicaverant.
diderii Ecclesiæ Cæsariensi, et multos ex curia , ac Pondus addit huic sententiae eorum Casarea anle
torte etiam ex ipsis episcopis ad saniorem senien . Eusebium discessio. Cur enim Euscbius, cui lon
liam adduxerit. Nam leslalur Gregorius (a) Spiri- gun iter peragendum erat, serius tamen quam isti
tum sanclum abunde vicisse. Sed lamen illius mo discessit, nisi quia sese proruperunt, slalim ac
nitis et hortalibus plures episcopi non videntur victos se esse viderunt ? Illud etiam argumento est,
cessisse. Nam cum eorum numero, qui'episcopum insigne
insigne aliquid
aliquid hos
hos episcopos
e fecisse, quod bujus
electionem , Nazianzi episcopus (6) non solum se - riumil, ejusque ſama ad remotas provincias pervenit,
neclute, sed etiam morbo fraclus, animamque agens, lilil posle: videbimus. Non
posles videbimus. Non opus est verbis refellere
iler aggredi non dubitavit, ut calculo silo electio - Baronii ( e) sententiam , qui Basilii adversarios
neni juvarel. Colligit Tillemontius ex his verbis fuisse existimat, non eos quos diximus episcopos,
Gregorii necessaria fuisse ad canonicam electionem sed præsidem Cappadoci:e, et alios huic proximos
majoris partis episcoporum suffragia. Quod quidem B Cæsareæ agentes , et civitalem susdeque miscentes,
eo diligentius servandum erat in electione Basilii, ul in gratiam Ariani imperatoris alius crearelur epi
quod non solum plures episcopi intercedebant, sed scovius.
etiam adjunclos secum habebant magistralus et IV . Quo Basilius anno ordinalus fuerit, non una
perditissimos quosque cives. est criticorum sententia : Baronius el Bollandus
Proficiscente patre scripsit Gregorius ( c) ail s . anno 369 ordinalum fuisse contendunt ; anno 370 ,
Eusebium , cujus zelum et sudores laudat el gra . Pelavius et Tillemontius. Nihil moror Pagium qui
lam Deo libertalem ; eique acceptum releri quod ordinationem differt usque ad annum 371 ; hic
palris senectus renovala ſuerit : unde etiam rem enim opinio stare non potest. Ex duabus aulem
es sententia successuram sperat : veniam petit. aliis sententiis longe potior videtur ea quam defen
quod non accurrat ad ejus complexum linguis im - dii Tillemontius.
proborum cedens ; sed paulo post venturum se pro 1° Pendel ordinationis annus ex mortis anno.
millit, quod tamen perfecisse non videtur. Vicit Constal enim Basilium præfuisse ( octo annos
abunde Spiritus sanctus per Eusebium et Grego. Ecclesize Cæsariensi el (9) nonum incepisse . Non
fium , qui cum vehiculo, lanquam morluns ferelro, minus certum et exploratum est quod teslalur
impositus fuisset, ex labore vires traxit ; et cum C Gregorius Nyssenus (h), novem aut decem post
rem egregie administrassel, ac dimicasset. Basie Basilii mortem mensibus, concilium Antiochiæ ha
liumque in throno collocassei, sirmus ac valens bilum fuisse, sedlala persecutione. Quare cuin Ba
domum rediit, oculos erecios habens a manuum silinis obierit C : lendis Januarii, id quod a nemine
impositione et unctione, alque eliam ab illius qui begitur, ac proin le boc concilium , quod novem aut
ungebatur capite roboralus. decem mensibus post ejus inortem habilum est, non
III. Invidorum Basilii mirum in modum furor poluerit nisi Septembri ant Oclobri mense .celer
exarsit, ubi conalus suos in ventum effusos vide brari ; ut de concilio, ita de Basilii ordinatione et
ront : plagarurn , quas sibi bac electione videban - morle staluemus. Siconcilium referamus ad annum
lur accepisse , ignominiam ferre non potuerunt. lla - 378, paulo post mortem Valentis qui die 9 Augusti
que non solum conviciis Gregorium episcopum el periit ; nors Basilii ad anni 378 initium , ordinalio
maledictis vexaverunt, sed etiam ordinationi inter- ad annum 369 referenda. Si concilium differatur
esse, el cum Basilio communicare noluerunt. De ad annum 379 , ordioalio ct nors Basilii pariter
factis patri conviciis non siletGregorius (d ), alie - uno anno serius collocandæ . Quod specialad conci
rum autem facinus prætermillit. Sed illud non ob - u lium , egregie probat Tillemontius episcopos 146
scure perspicimus ex ep . 48 ad Eusebium Samosa- (tolidein enim huic concilio interfuisse palet ex
lenum ubi Basilius sic loquitur : Nostri autem spe collectione Holstenii) non potuisse intra duos men
el exspectalione non exstilere meliores. Nam , cuin ses ex variis exsiliis Antiochiam convenire , cum
slalim post egressum tuum advenisseni, mulla qui præsertim summa esset rerum in Oriente, tristis
dem Irislia dixere, mulla etiam fecere, ac landem sima clade accepta , perturbatio . Præterea in eadem
discesserunt, firmalo nobis schismate . Ex postremis collectione (i) babemus nonnullas subscriptiones
lestimonii verbis colligimus episcopos, duin Cisa - episcoporum , inter quas legitur nomen Eulogii
reani post egressum Eusebii veniunt, minime com Edesseni. Ai is adhuc presbyter Antinoum relega
tuunicasse cum Basilio ; viec lum primum schisma ius sub Valente, rediit Edessam pace reddila, leste
(a) Naz. or. 20. Naz. carin . 65 .
(6) Naz. or. 19, 20 . (9) Nyss. Vil. Macr .
c) Naz, ep . 29. (1 ) Ibid .
(d) Or. 19, u Tom . I, pag. 176 .
le) ad an. 370.
LVIII PROLEGOMENA .
Theodorelo (a), et Barsemorluo Ecclesiam Edesse- A interfuil ; nam Gregorius Nazianzenus (1) morbum
nam suscepit, ac ordinalus a S . Eusebio Samosa . suum cxcrisat, cur una cum eo justa persolvere
lensi ſuisse ferebatur. His adde reditum confesso Basilio non possil. Sedala ergo erat persecutio ,
rum a plerisque historicis Gratiano acceplum re - alioqui non ausus esset Gregorius Nyssenusmagnæ
ferri. Revocalos a Valente dicuntRulinus el lliero - civitati vulluin suum ostendere ; ac proinde Valenti
nymus. Sed, si id concessil Valcns, perpaucis ante superſuit Basilius.
mortem mensibus concessit, nec proinde satis spa- Sumit etiam Tillemontius argumenti loco, quod
tii fuit, ut conciliura ex lol locis uno aut altero post ait Gregorius (g) se Constantinopolim profecium
ipsius mortem mense cogerelur. esse, non præler (oriis illius verilalis propugnaloris,
2° Jullæ res gesla Basilii, quarum scriem dein quique nihil unquam aliud nisi piam et salutarem
ceps texenius , inprimis persecutio , quam anno orbi universo doctrinam spiraril, volun/alem animis
371 el 372 sustinuit, necessitatem afferunt ordina - que sententiam . Quamvis huc accedat Theophanis
tionis in annum 370 conferendæ . Nondum cnim duos auctoritas , vereor tamen utsalis firinum sit argu
episcopallis annos emeruerat Basiliis, cum Valens mentum , quod ex Gregorii verbis deducit Tillemon
Cæsaream venit. Nam insumpla episcopalus initialius. Non enim se Basilii consilio hac in re usum
in recolligendis episcoporum Cappadociæ animis : B esse dicit Gregorius , sed conjecturam facit ex
quod ubi ex sententia conſecil, slaliin aggressus esl summo illius catholicæ doctrine amore, cur ei non
ad pacificationem Ecclesiarum , el luon cum mille- displicuerint suscepli ad liberandam Constantino
ret Dorotheuin in Occidentem , persecutionis lerror polim labores .
denuntia !93. Opinaliis est Baronius Basilium die 14 Junii ordi
Nec leve argunientum Tillemontio suppeditat malum fuisse, et cum inter illius ordinationem el
ordinario Demophili Constantinopolitani, quam Ba E' sebii decessoris morlein aliquid eMuxerit lem
silius in epistola (6 ) paucis mensibus post suam poris , moriem Eusebii rejicit in annum preceden
ipsius ordinationem scripta nuoliat Eusebio , si mi- lem . Sei , si obiisset Eusebius anno præccilenti, vis
nu8 lit recentissimam , sallem , utnondum cognitam serius Seplembri obijssel; siquidem Gregorius
in Cappadocia, cui Eusebius in Syriam rediil. Nazianzenus Eusebium Sainosalensem invilans ad
Quare utriusque ordinationis, Basilii et Demophili, electionem , horlalur ut hiemis incommoda anic
idem ſere tempus videtur fuisse . Porro Demophili vertal. At nimium esset intervalluin a mense
ordinationem pertinere ail annum 370 , inde palet, Septembri usque ad diem 14 Junii. Eadem ralione
quod Endoxius ejus decessor (c), qui hanc sedem probatur ordinationem dic 14 Junii faciam til
invaserat anno 360, undecim annis impietatem suam fuxisse. Quomolo eniin uno sallein mense wlile loc
exercuit, ac Valentiniano tertium et Valente ler- tempus hiemis incommoda meluissel Gregorius ?
lium consulibus obiil . am
Quamvis aulem in Martyrologiis Usuardi et Adonis
llis rationum momentis nonnulla alia addit Til dies festus Basilii ad Junii decimum quartum diem
lemoulius. Narrat llieronymus in libro De scriplo ponatur ; non tamen eum duo illi scriptores hac die
ribus ecclesiasticis Basilium obiisse sul Graliano : ordlinalum dicunt, longeque prolabilius est huic
quod quidem intelligi non potest,nisi de interjecio die:n ſesum, qui Calendis Januarii celebrasi uon
inter Valentis morienu el Theodosii electionem polerat, idcirco in Junium mensem rejectum ſuisse.
leinpore. Quarc multo commodius Eusebium circa meniscm
Otjici possct quod ait in eodem libro Hierony- Junium obiisse existimat Tillemontius, Basilium
inus sancium Ephrem sub Valente mortuum esse. aulem mense Septembri ordinatuin ſuisse. Alque
Na:1), cum exslet sancti Ephrem oratio de laudibus haud scio an eljam aplius differalur usque ad mene
Basilii, ipsius etiam Basilii mors sub eodem impe- sem Octobrem ordinatio , ad quam invitans Eu
l'alor , ac proinde ad initium anni 378 esset reſe- sebinin Gregorius melucbat , ne illi incointyoda
renda. Sed in bac oratione tanta est S . Ephrem de p liemis subeundaesseni, nisi maluire proficiscerelur.
Valentc loquendi libertas, ul eum huic superſuisse Aliud causæ esse non pulo cur Gregorius Naziano
imperalorimerilo existimet Tillemontius. Teslalur zenus ocio tantum annos Basilii episcopalus nume
Theodorelus (d ) Arintbæum interfuisse his quæ ret, nisi quia , cuin sero ordinalus fuerit anno 370,
Trajanus liberrime dixit Valenti, cuin is Constan . paucorum mensium babita ratio non fuit. Hinc
tinopoli versarelur anno 378. Tunc ergo nondua etiain Basilius, quamvis inulla . gravesque subessent
obicral Basilius (e), qui mortui Arinthi uxorem causx Eusebio post ordinationem scribendi, sero
lilleris suis consolalus est. lamen id lecil, eo quod Cappadoces ad ejusmodi
In Gregorium Nyssenum præcipue exarsit perse - jlinera bieme subeunda lardiores essent. Oljici
cutio, qui emanibusmilitum elapisus, licebras per posset Eudoxiun circa niensem Alaiuin obiissc anno
sequi coaclus est. Idem lamen exsequiis Basilii 570, nec tamen de illius successore quidquam alla
(a) Ilist. lib . iv, c. 18 , (e) Ep . 269.
15 ) Ep. 68. Niin. ep . 37.
(c) Socral. lib . iv, c. 14 ; Sozom . lib . v., c. 13. (9) Or. 20,
(d ) Lill , iv, c . 30 .
 VITA S . BASILI). LIS
fum esse in Cappadociain ante reditum Eusebii, A pit (j). Supererant etiam in Cappadocia ethnici non
quem Basilius (a) certiorem hujus rei facit. Sed pauci. Nam per omnes fere agros sparsi erant Ma
ul observat Tillemontius, quamvis Eudoxios inense gusæi, gens superstitiosa olim ad hanc regionem
Maio videalur obiisse, fieri poluit.ut Ecclesia Con - incolendam Babylone adducia .
slantinopolitana non slalim Demophilo traderetur, S. Gregorius Nyssenus (k) ab itinere Hierosoly
mora aliqua ambitiosis illius consiliis obstan !e. mila'no Cappadoces bac maxime ratione dehorta
CAPUT XIV. lur, quod, si Dei präsentiain ex iis que conspi
Cæsariensium magna fidei studia . Jl. Jus exarchi- ciuntur conjicere liceal, multo magis in Cappadocia
cum Cæsariensis Ecclesie probatur. III. Post din Deus, quain aliis in locis videatur habitare. Ibi
visionem Cappadocia idem jus relinuerunt episcopi
Cæsarienses. IV . Objecia solvuntur el decrelum enim plurima esse allaria, per quæ nomen Dei cele
secunde synodi generalis explicalur. bratur, ac pene plura quani in loto orbe terrarum .
I. Paucis describendus est Cæsariensis Ecclesize Incsl sane bis verbis magna exaggeratio ; sed tamen
slalus , ut perspiciatur quam molestum Basilio perspici ex illis polest quie ad Dei cultum perli
fueril, qui secretæ vitæ semilam in deliciis habe- nent, plurimum in Cappadocia splendoris babuisse.
jat, in tanta luce collocari (6). Clarior erat Cæsa . Necessaria sane erat religio Christiana ad emen
rea catholicæ fidei studio, quam erectis olim ob B dandos Cappadocum mores, qui inter pessimos
Jusos hostes tropäis, autopportuno lum ad hiement homines numerari solebant. Inde fiebat ul qui aut
luni adæstalem situ , aut quod virorum ferax esset, Christiani non erant, aut in Christiana religione ve
et alendis pecoribus idonea, ac omnes sub sole lerem hominem serrabant (1) , omnibus vitiorum
urbes equorum gregibus superaret. Nulla alia civic maculis nolarentur, ex quo interdum nalæ S . Ba
las sub Juliano religionem acrius defendit. Ait Gre- silio ingemiscendi causæ .
gorius Theologi paler (c) hanc Ecclesiam omnium II. Nulla deerant Cæsareæ magnarum urbium
pene Ecclesiarum inatrem et antiquitus fuisse , ac ornamenta (m ); sed magnum inprimis decus Eccle
nunc etiam esse et censeri, ac ju eam alias Eccle- siæ Cæsariensi afferebat latissime pertinens jurisdi
sias, reluti circulum centro circumscriplum , oculos clio . Quot enim provinciæ ducibus el vicariis Pon
conjicere, non solum ,propter fidei integritatem jani ticæ parebant, lolidem Cæsariensis episcopi curis
olim omnium fama prædicalam , sed etiam ob con- commissæ fuerunt. Certe Armenia , que una erat
cordiain maniſeslo Dei beneficio concessam . Hujus ex illis provinciis, Basilio, veluti cuidain exarcho
lidei et concordiæ præclarissimum specimen vidio parebat. Nain anno 372 mandalum accepit Basi .
mus, cum Valens, ejusque comitalus, nefarii lære- lius (n) ab imperatore, ut episcopos huic provincia
lici, inanem in oppugnanda Cesarea conatuum daret. Adjunctus est ei socius Theodolus provinciæ
suorum exilum plorarunt. Fidei fervor, leste Gre- metropolitanus. Is Basilio ob illius cum Eustathio
gorio Nazianzeno (d), sæpe populuin Cæsariensem conjunctionem succensebat, nec ei operam suam
in electionibus episcoporum ad contentiones el die tradere voluit. Non idcirco animum despondit Basi
micaliones arripiebat. Nunquam apud eos inter - lius, sed quidquid in ipso silum fuit, diligenter
missa lidei Nicænæ prædicatio, ut discimus ex ipso exsecutus est : pacem coniposuit inter episcopos
Basilio (e) . Non solum Ciesarea, sed lola elia in Armeniæ , eorum in nonnullis rebus negligenliam
Cappadocia incendiuin illud , quod lotum Orieniem reprehendit, et de jis sanandis, quæ indifferenter
vaslaveral, saltem usque ad annum 375 effugit, ut in Armenia peccabantur, regulas præscripsit . Co
perspiciinus ex pluribus Basilii epistolis (0 . Quin goovil eliam : Je illatis Cyrillo episcopo criminibus,
etiamn (9) Cappadocize episcopi erant veluti scopuli ac Salalensi Ecclesiæ episcopumn dedit. Immerilo
quidam in mari prominentes, ac furorein hæretico- sane ejusmodi munus Basilio commissum dicere
rum fluclium excipientes, qui dum frangerentur Lur, non ut dignitatis illius et jurisdictionis ralio
circa Cappadociain , ea quæ retro sunt non allue - haberelur , sed propter sanctitatis et doctrinæ ſa
bant. Si qui interdum episcopi pravo sentirent, D mam . Neque enim ejusinodinominibusdevinciri so
populoruin melu errorem premere cogebantur. lebat gralia Valentis ; ac præterea delraxisset ea res
Teslalur enim Gregorius Nazianzenus (1 ) nonnullos de jure Theodoli, qui præclaram habuisset causam
episcopos cum Basilio in lidei negotio minime colle missi faciendi Basilii, nec tamen aliaio protulit pre
sensisse, nisi quanluin eos populi consentire coge- ler illius cum Eustathio conjunctionem . Neque
bant. Sed , si Arianis adilus in Cappadociam non etiam crediderim Basiliuin , qua erat in observandis
patuit, antiquz bæreses nondum in hac regione canonibus religione, libenter ejusmodi munia ob
erant erstinctie (i). Nam ex Encralilarum secla duos jurum fuisse in aliena provincia , repugnante ac
episcopos Basilius in Ecclesiain redeuntes siisce- operam suam denegantc provinciæ inelropolitano.
(a ) Ep. 48 . (1 ) Or. 20.
(b) Basil. bom . in Gord . tom . II,p. 112, n. 2. (i). Ep. 188, can . 1.
(c ) Naz. ep . 22. v ) Ep. 258 , 11 . 4 .
(d ) Or. 19 ii) Tom . III.
lei Ep. 140 , n . .. (1) Ep . 119.
(11 Ep. 75 el 222. (n ) Ep. 76.
(9 ) Ep. 203 , n . 1. in ) Ep . 99.
LY PROLEGOMENA .
Anno 373, Fauslus quidam ex Arinenia venit ad A ad se querelas ea de re detulisset . Respondel Basi.
Basilium cum lilleris viri polentis, quæ ut iste or- lius se acceplam injuriam silentio perlulisse , pro
dinarelur episcopus petebant. Rejecit eum Basilius plerea quod ejusmodi molestiis assuelo nihil novi
quia litleris el testimoniis episcoporum Arineniæ aut inexspeciali accidere videalur ; cælerum spein
munitus non erat. Sed iste confugit ad Anibimum sibi affulgere, Marcellianos a se in Ecclesiam aquis
Tyanensem , secundæ Cappadocije metropolitanum , conditionibus adductum iri. Haec discimus ex epist.
qui, libenter occasionein arripiens vindicandæ sibi 266. His addere possumus quod Sozomevus (0 war
jurisdictionis, Fauslum ordinavit. Permoleste id ral,Gerontium Nicomediensein episcopum ab Hel.
tulit Basilius (a), ac pluribus in epistolis contein - ladio Cesariensi ordinalum ſuisse . Adde etiam le .
plum se a Fausto , el faciam sibi injuriam ab An - stimonium Gregorii Nazianzeni (9), qui quinqua
ihimo queritur. Injusle prorsus et absurdæ querela , ginta sub Busilio cliorepiscopos numeral, id est,
jurisdictio. Quinetiam huic rei, quæ lolam Arme- Conceptis verbis Suzomenus (h) Ponticæ diæcesi
summa sua charitale afferre voluit, et ad Peme. incl.
nium scripsit, ut certiorem se ſaceret utrum res B III. Quinetism postquam Cappadocia in duas
sanari necne posset : quod quidem illius auctorila provincias divisa fuit , episcopus Cæsariensis ami
lem el jura confirmal. sit quideill metropolitana jura in secundanı Cappa
Anno 375 , morluo Theodolo , cum periculum es- dociam , sed exarchica retinuit. Nam Ecclesia Na
sel, ne Ariani hanc Ecclesiam occupareni, Peme zianzena, quæ metropoli Tyanensi attributa fuil,
nius Salalensis episcopus, celeriler anleveniendum non idcirco desiit exarchicam auctoritatem in epi
ralus, inito cum collegis consilio , Euphronium Co scopisCæsariensibus revereri. Id colligimus ex epist.
hoc consilium auctoritas Basilii, ut ex pluribus lite scopalibusmuniis imparem se videret ob suminam
teris (6 ) ea de re scriptis perspicitur : suas ad il- corporis debilitatem , Helladium Caesariensem oral,
lum querelas detulerunt Colonienses, quos huma- ul seniuin suum , dando Ecclesiæ Nazianzenæ epi
nissimis litteris consolaius est, speinque altulii se scopo, consolelur. Baronio dubiuin minime videlur,
ad eos venturum , ac dalurum operam ul illis salis- quin hæc epistola ad Helladiu in Cæsariensem scripla
fieret. sit : sed inde concludit nondum episcopum Tyanen
Basilii in ipsum Pontum exarcbica auctorilas sem metropolitanio jure in secunda Cappadocia po
præclarissimo argumento firmaretur, si verum es- C lilum esse , cum hæc scriberet Gregorius. Merito
set quod ait Gothofredus (c), Ponti episcopos ab displicel bæc opinio Tillemontio ; ac alium Cæsa
eo convocalos (d ) de more ad synodum ſuisse. Sed ricusi Helladium intelligil, unum aliquem videlicet
eos ad synodum minime vocal : hortatur lantum , ut ex episcopis secundæ Cappadociæ . Sed uterque mi
intermissam obeunder celebritatis S . Eupsychii coul- lus animadvertit, cxarcbicum jus episcopo Cæsa
sueludinem tandem aliquandoresumant. Quanquain riensi ablatum non fuisse in secunda Cappadocia ;
hæc ipsa consuetudo videtur observationem el reve- nec necesse est aut alium Ciesariensi Helladium
rentiam in Ecclesiam Cæsariensem , ut in commu- cum Tillemontio suspicari, aut Nazianzum nondum
nem matrem , habuisse . Sed certius nobis rationis Tyapis allribulum cum Baronio conjicere. Facile
momenlum suppeditat Alarbius, Neocæsarex , ut cnim intelligitur curam Ecclesiæ jamdudum episco
mullis conjicimus indiciis, episcopus. Is cuin Ba- po viduæ et ab hæreticis lurbalæ , qualis lunc erat
silium media in Ecclesia acerrimis maledictis lace - Ecclesia Nazianzena , præcipue quidem el proximo
rasset, ac præterea Sabelliani erroris accusarelur ; ad metropolitanuin speclasse , sed tamen aliquam
scribit ad eur: Basilius (e), ul Cæsaream venjat, el bujus sollicitudinis paricni ad exarchum rediisse.
de illatis criminibus respondeal. Certe dubium esse non polest, quin se llelladius
Ipsa eliam Galatia auctorilalem Ecclesiæ Cæsa- D Cæsariensis in hoc negotium interposucril, Eum
riensis reverita .Marcelli discipuli cum petiissent a enim nominatim incusat Gregorius in epist. 225 ,
Basilio, ut in Ecclesiam reciperentur, nec slalim quod obstel ordinalioni episcopiin Ecclesia Nazianze
impetrassent quod volebant, quia res magni mo- na ; idque non spiritali consilio , sed contentionis
nienti erat, ac magnæ deliberationis ; couſugerusit sludio , nec ad canonum defensionem , sed ad irain
ad confessores Ægyptios in Palestina exsules , el ab explendam . Neque etiam Basilius Helladii deces
eis in communionein recepti sunt. Pelrus Alexanie sor curam abjecit Ecclesise Nazianzenx . Cum ve
drinus, qui Romæ versabalur, faciam Basilio doluit nissel Nazianzuin , ut morluo Theologi palri jusla
injuriam , seque mirariBasilio significavit, quod non persolveret, rogat eum Gregorius (i), ul gregein
( a ) Epist. 120, 121, 122. Lib. viii, c. 6 .
(b) Ep. 227 , 228, 229, 230. ( 9) Citri . 1 .
ic) Cod . Theod . tom . VI, p. 12, (1 ) Lib . VII, c. 9.
(d ) Ep . 252. (i) Or. 19,
(p) Ej. 126 .
 VITA S. BASIL... LII
Nazianzenum consoletur, curam el suam ac du - A oblinuisse, et una cum illo Basilii fratrem Gregorium
clum promittendo : 'Hjās Mèv oŰtw napapuohon . episcopum Nyssæ , et Otreium episcopum Melitinæ
Tiv Trojmuoè três; nepūrov pev, thy sty ÚTEROXÓ- in Armenia , elc.
Hevo ; ¿ Tilotaglay xal nyepovlav , ou Trão xaddy ÚTID Sed bæc lanli esse non debent, ut de rationum
tiç Tatépuyas avatavesai, xal ou 84@ uev this momentis, quas ad jurisdictionem Ecclesiæ Cæsa
çwvñs pārdov ,H yñs cñs xalapwrátns, ol 8l4ec riensis altulimus, quidquam delrahant. 4• Minimo
xayvovtes. Ac nos quidem ad huncmodum consola - mirum , si synodus Constantinopolitana sancit ut
beris : quonam autem pacto gregem ? Primum si Ægyplum episcopus Alexandrinus regal, de episco .
curam luam el duclum tuum (hoc est ejus viri, sub pis aulem Ephesinis el Cæsariensibus idem nomi
cujus pennis requiescere omnibus pulchrum ac pra . nalim non slaluil. Ralio discriminis in proniplu .
clarum est, el cujus vocem magis silimus, quam pu - Multo major eral auctoritas episcopi Alexandrini
rissimos fonles,ii, qui siti laborant) non defuturum in Ægypio , quam episcoporum Epbesinorum et
pollicearis . Redeunli e Ponto anno 375, cum nun- Cæsariensium in diæcesibus Asiæ el Ponticæ , in
liala esset repentinaGregorii discessio , videlur id quibus melropolitanorum auctoritas jurisdictionem
moleste tulisse , seque , ob hunc inopinatum even - exarchi arclius coercebat : quod in Ægypto factum
lum ( u ), necesse babiturum putabat Nazianzum pro- B ſuisse non videtur. Ibi enim vix ulli videntur er
ficisci. Porro non alia esse poluit hujus itineris stilisse metropolitani. 2. Propositum non erat syno
suscipiendi causa , nisi ut Ecclesiæ Nazianzena do in hoc secundo canone de variis in unaqua
provideret. quc diæcesi dignitatum gradibus slaluere : sed pro
Jy. Frustra objicitur Cæsariensem episcopum hibere ne in alienas diæceses quisquam sese ob
sedi Constantinopolitanæ subjectum fuisse a conci Iruderet. Cui quidem canoni non videntur occasio
Tio Chalcedonensi. Quinetiam ante hoc concilium nemi dedisse ordinationes persecutionis tempore a
episcopi Constantinopolitani jurisdictionem suam S . Eusebio el aliis ejusmodi præstantissimis viris
in Asia el Ponticæ diceceses extenderunt : cujus factæ ; scd polius illegitima Maximi per episcopos
quidem rei multa esslant exempla in Asiæ diocesi; a Pelro Alexandrino missos ordinatio .
illud aulem in Pontica insigne,quod (6 ), mortuo Firmo Quod speclat ad Socralem ; lolus errat hoc loco ,
Cæsariensi episcopo , Casarienses a S . Proclo Con - et cuin secundo canone confundit aliud ejusdem
slantinopolitano episcopum petierunt, isque Thalas- synodi decretum , quæ , ul tandem aliquanılo hære
sium elegit et ordinavit. Frustra, inquam , hæcobji- lici secernerenlur a catholicis, centra quædam con
cianlur. Nam ex his quidem recte colligitur episco- munionis instituit in singulis diæcesibus , et spe
pos Cæsarienses et Ephesinos non lanlæ auctoritatis clatissimos episcopos elegit, quibuscum qui commu
ſuisse , quanlæ Antiochenos el Alexandrinos, ut nicarent, eos pro catholicis liaberi voluit, secus
eorum jura immeusam episcoporum Constantino- vero, si eorum carerent cominunione. Ad decrelum
politanorum poleslalein effugerent. Ai bæc jura synodi accessit lex Theodosii, quæ exstat lib. XVI
nunquam eos habuisse, immerito prorsus colliga . Cod. Theod ., tit. 1 . Sed neque bac lege , neque
lur. sviiodi decrelo videtur ulla episcopis alıribula juris
Sed qui exarchicum jus Cæsariensi episcopo dictio . Nam Gregorius Nysscnus, qui parem sibi ac
devegant, decrelo synodi æcuinenicæ secundae nie lelladio Casariensi honoris prærogativam a synodo
tuolur, quæ canone 2 Ponticam diæcesiin non uni delatam leslalur, in quo positus fuerit ille bonor
exarcho attribuit , ul Ægyplum episcopo Alexan Slalim exponit , dum ait (d) : pardov od opovrls
drize, sed saucit ut Asianæ diceceseos episcopi Asia - tñs cây xolvūv Glopoúosws ev tio ad loov Exelv.
Eam lantum gubernent, nec non et Ponticæ diæceseos Vel polius commissa nobis cura communium rerum
ea tantum quæ ad Ponticam diæcesim pertinent: el einendandarum , ila ul inferiores Helludio non esse
Thraciæ ea lantum quæ Thraciæ sunt, administrent. mus. Nibil ergo mulavil synodus in jurisdictione
Favet huic sententiæ Socrates , qui Helladio , Gre . ordinaria : sed aactoritatem extraordinariain ad
gorio Nysseno el Oireio non extraordinarium ali- communia Ecclesia negolia nonnullis episcopis
quod munus a synodo commissum fuisse, sed juris - aliribuil.
dictionem in Pontica dioecesi gubernanda traditamı CAPUT XV.
existimal. Ait eniin (c) hanc synodum patriarchas 1. Basilii cura el solliciludo in Ecclesin regenda ,
constiluisse provinciarum facla divisione, ila utnul II . Ei ecens ordinalo Gregorius adesse non potest,
lus episcopus ultra propriam dicecesim alienas Eccle 111. Scribit Basilius ad sanctum Eusebium .
IV . Ejusdeni lilleræ ad eos qui gralulandi causa
sias invaderel. Id enim antea propter persecutionem scripserauit. V . Calumniæ ei ui ninium severo
promiscue factum fueral. Ac Neclarium quidem re struclw reſelluntur in epistolis 51, 52. VI. Leges
gium urbem el Thraciæ provincias sorlilum esse : ab eu lalie in epist. 53 , 54, 55 .
Helladiunı vero, qui Cæsarei Cappudociæ posl Basic 1. Eveclus ad lautam scilem Basilius , antequam
lium eral episcopus, Pontiiæ divcesis patriarcharum sc in pacificationem Ecclesiarum interponerel, do

(a) Ep. 217. 10) Lib . v, r. 8.

(Mi Sueral. lib . vii, c. 13. (3 ) Epild Fluvi
LXII PROLEGOMENA.
mesticis se finibus contraxit, ac primas episcopalus A qui in clerum saceraolii presbylerorum fratrem evehit,
sui curas in componendis Ecclesiæ suæ moribus ac suis eum mysticis sacramentis consecrans. Parvi re
recolligenda episcoporum Cappadociæ gratia insum - feri, quoit Basilius in epistolis 79 et 216 quarum
psit. Testatur Gregorius (a ) episcopatum in Basilio prima ad Eustathium anno 571 exeunie, altera ad
non habuisse incrementa virtulum , sed operatio . S. Meletium anno 375 scripta est, Pelrum fratrem
dem latius palentem ; quippe cum uberiorem mate . non appellat presbyterum . Inde colligi non potest
riam poiestas suppeditaret. Quare ex iis quæ ab eo nondum tunc Petrum in presbyteri gradu mini..
presbytero gesta naſravimis , spectari potest quid sirasse. Eisi enim accuralus erat Basilius in ejus
episcopis gesseril. Enumerat Gregorius (b) precum modi litulis pro cujusque dignitate deſerendis , id
descripriones inter præclara Basilii presbyteri lamen legis inslar servandum esse non ducebat in
instilula , quibus verbis videntur designari preces lilleris , quas privalim ad intimos amicus scribebal.
in sacrificio fieri solile. Seid prælerea ritum psal. Hinc Gregorio Nysseno non alium quain fratris ad
lendi in Ecclesiam Carsariensem induxit , quem sic modum reverendi tilulum tribuit in epistola 60 ad
ipse describit (c ) : De nocte siquidem , inquit, con . communem patruum . Anthimum Tyanensem reve
surgit apud nos populus ad domum precationis , et in rendissimum fratrem appellat in epist. 58 ad fralrem
labore , in affliclalione ac jugibus lacrymis consentes Gregorium , non addito episcopi titulo ; nec aliter
Deo, landem a precatione surgentes, ad psalmodiam deGregorio Nazianzeno loquilur in epist. 98 ad S .
Iransennl. El nunc quidem in duas parles divisi, al Eusebium . Sed, cum Pelrum Basilius (9) magnis de
lernis succinenies psalluni, ac simui el medilationem rebus siio el aliorum Cappadociæ episcoporum no
Scripturarum inde corroborant, el animum altenlum mine ad cpiscopos Ponti milleret, lunc eum (k ), ut
el cor evagationis expers sibi ipsi comparani. Poslea decebat, compresbyteron appellat. Non ascitus est
rursus uni commillentes. ul prior canal, reliqui suce in Ecclesiam Cæsariensem Petrus, sed monasterio
cinunt. Et sic posteaquam in psalmodice varietale prafuit, quod Basilius ad Iridein fluvium ſunda
noclem Irodusere internislis precibus , die jam illi veral.
cescente, omnes simul veluiex uno ore el uno corde Narralur (i) etiam Evagrius Ponticus a S . Basi
psalmum confessionis Domino concinunt , propria lio lector ordinalus ſuisse. Sed quam libenter Basi
sibi unusquisque verba penilentiæ facientes. Virum lius magna virtutum lumina altarinın ministerio
hæc presbyter institueril ani episcopus, non facile admoveret, demonstrat inprimis ordinalio in mo
staluerim : sed certe ab eo instituta esse probant nasterio peracta , quæ apud sanctum Dorotheum ()
exhibilæ ei a Neocæsariensibus molestiæ propler c sic reſertur : "Eleyé tls Tūv repórtwy, ÖT Ó
illam , ut ipsi existimabant, novitatem , qnam Basi- öylos Baglielos év Xolvo6 ! ) ta pabawy, letá chy
lius omnium Ecclesiarum instiuis consonam esse pétrougav 810aoxallav déyal to trouuévợ " "Exess
demonstrat. Illud etiam sedulo providit B:1silius (d), àôeägdy ūôs Exovta UttaxoMv ;'06 déyel autó · Ilava
ut Deus non humanis verbis , sed oraculis Spiritus τες δούλοί σου εισί, και σπουδάζουσι σωθήναι, δε
sancli in Ecclesia Caesariensi placarelur. σποτα. Πάλιν λέγει αυτώ: "Έχεις έν αληθεία τινά
(e) Primordia illius episcopalus optimis ad disci . EXOVTA ÚTaxohv ; 'O ôč Aveyxev avtu čva dôchoor•
plinain legibus insignia fuerunt. Quanta illius sol- και έχρήσατο αυτόν εις το άριστον υπηρέτης ο άγιος
licitudo fuerit in eligendis altarium ministris , cuim Baoldelos. Meta ÔÈ to yeusasiai, oWXEV autū vla
ex litteris ad provinciæ suæ episcopos, ad chorepi- yaslal xai déyel autó ó öylos Baolhetos. Acūpo,
scopos el ad Nociarium perspici potest, lum ex epi- xàyw õusw gol villaolal. 'O È xatedebato autoū
scopis quos e clero suo aliis Ecclesiis concessil. Éolyéovtos td Üówp. Kalaéyel auto őti, "Orav eloten
Nulla illum his in rebus humana cogitatio movebal. ywual els cd ispatstov, daupo (va troLOW os Olá
Vir calera in fraires et amicos lenissimus, inesora- xovov . Kai toutou yevouévou, ètroingev ajtòy Teps
bilis erat, si quid eis oneris ad Ecclesiæ utilitatem obutepov xal fiabev aútdy jusO ' £autoū eis od Šibe
ilmponendum essel. Hinc ulerque Gregorius episcopi D oxonetov, Old Thu ÚTOQXO v autoū . Commemoravil se
ob co invili el reluctanles ordinali. Qua eralhumi- num nonnullus, quod sanctus Basilius cum ad cæno
lilale sancius Pelriis Basilii fraier, is qui postea bium venissel, post convenientem doctrinam , dixerit
episcopus fuit Sebaslenuş, non dubium est quin præposilo : Habesne hic fratrem qui obedientiæ vir
carem illi vis facta fuerit, cum eum presbyterum lule ornalus sil ? Respondit hegumenus : Domine,
Basilius ordinavit : quod quidem , in primordiis epi- omnes servi lui sunt, el ad salutem consequendam
scopatus faclum fuisse conjicitur ex his Nysseni aspirani. Iterum dixit ei : In veritale, esine tibi
verbis ( ) : Tum insignis inter sancios Basilius mn - aliquis obedientia præditus ? At ille adduril ei unem
gnæ Cæsariensium Ecciesire declaratus est antistes, ex fratribus; ususque est eo sanclus Basiliusministro

(n) Oral. 20. in E1 . 203 , n . 4 .

(1) Ibirl . thi Nyss . Vil . Ancr .
ich Ep . 207, 11. 3. lil liist. Laus. c. 86 .
(d ) Ibid., 1 lj) Doroth. c. 1, Colel. Monum . Eccles. Græc.
(e) Episı. 160, 11. 1. 1001. I, p. 402.
i Vil. Vacr.
 VITA S. BASILII. LIINI

inler prandendum , Poslquam aulen comedissel,dedit A si Gregorium suum ad se poluissel allicerc (e). Ne
ei fraler aquam ad lavandum . Tum dixil suncius mo sane Jubitabat, quin station Gregorius ad aini
Basilius : Veni, ego quoquedubo tibi aquam abluen. cum lalus accurreret, et cum co honorem ac pole
dis manibus. ls vero passus est sibi ab ipso infundi slalem partirelur. Sed Gregorius protinus quidem
aquam , Ait illi : Cum ingressus fuero in sacrarium , ai Basilium scripsit, ut suum er ejus ordinatione
accede, ul le faciam diaconum . Quo peraclo , in pre gaudium significarel : at desislerium illius videndi
sbyterum eliam ordinavil ; assumpsilque secum in cohibuit, lum utamici fama consuleret, nec quis
episcopio , propler singularem ipsius obedientiam . quam obtreclalor eum studiosos sui colligere dicli
Non modici, ut illis lemporibus, erant Cæsarien - larel (crant enim nullorum animi adhuc exulce
si; Ecclesiæ redilus. Sed Basilius inter las opes rali) , tum etiam ne se ipse in invidiam el arrogantia
pauperrimus, sua vinnia pauperum esse ducebal. suspiciones conjicerel (1). His rationibus persua
Sic illius pauperialen et austerum vivendi genus dere Basilio conalur ne se stalim accersal : neque
prædicat Gregorius ( a), nempe lunicam unair , palo enim se prorsus venturum , nisi cum Deus jusserit ,
lium unum , vigilias, ubsonium , pauein el suleni, ut el eorum , qui Basilio insidiabantur et invidebant,
lum demiligala fuisse videanlur. Cerle Basilins cu - B Nondum viclus lis rationibus B : silius, contemni
Tom præfecto dicebat nihil prorsus sibi essc, præler se a Gregorio questus est. Querelis peracule re
laceros el detritos pannos, el paucos libros (6). Sic spondil (9)Gregorius. Fatelur sibi vilio dari posse,
viventi perſacile eral in pauperes prolixum esse ac quod Basilium non salis pro merilis admirelur,
liberalem . Quo in genere sic magnificentia el sum . quippe cum Basilii eloquentia ad eum digne laudan
plu prodiitBasilius, lit plochotrophium ab eo ædifi- dum opus sil; al insaniam polius quam illius con
calum novam civilatem appelletGregorius (p. 300),qui temptuin objici debere. Cielerum , si idcirco incu
Basilium non in sola civitale charitatem suam nobili- selur, quod philosophari velit, petit ut sibi hanc
Lasse leslalur, s d etiam rure ei in agris humanila . unam rem Basilii eloquentia: præferre liceat (1 ). Ces
lein ac munilicentiam in pauperes jis omnibus, qui sil landem Basilius et amici prudentiain judicio suo
populo præerant, ut commune certamen proposuis . coniprobavil.
se.Revera singuli chorepiscopi videntur unum ali- Gregorii absentiain lenierunt simulatis amoris si
quod plochotrophiu :n sibi commissum babuissc. gnificationibus Eustathii discipuli, quos Basilius ad
Omnes eniin chorepiscopos Basilius (c) ad festum episcopalım eveclus, per causam auxilii et amicæ
3.Enpsychii convocavitanno 373, ut eorum plocho- , communionis perlidos speculatores ab Eustachio ac
trophia numerario commendaret. Sumina illa cha - cepit, ut discimus ex epist. 223, n . 3 et 5. llorum
rilas, quæ Basiliuin pauperibus loluin addicebat, duo nominantur in epistola 109 , Basilius el Sopliro
adilum omnibus ad illius patrociniuin et commen - nius. Primi opinala sanctilas ita Basilium ceperat,
dalionem dabat, ut ex pluriinis epistolis perspic ut eum vitæ suar, præsidium esse duceret; alterum
citur, in epistola 105 alium suum appellat. Uterque in
Quamvis pleræque orationes Basilii, quae ad nos dissimulando ila perilus artiſex, ut cum eos domi
perveneruol, anle episcopatum pronuntial vide:111 suæ haberet Basilius, nefaria eorun consilia no
lur, non tamen credibile est Basilium de prædicandi subodoralus quidem sit, antequam ad gravissimam
verbi studio quidquam in episcopatu remisisse , cum ipsius contumeliain erumperent (i).
præserlim graviorem hujus rei necessitatem impo- III. Vix Basilium Cæsarea episcopum adepla fue
nerent el dignitatis accessio el hæreticorum impro- ral, cum S. Melelii tertium exsilium Antiochia plo
bilas et perseculionis violentia . Non sola Civsarea ravil, ut docet Tillemontius (i). Lilleras ea de ro
cloquio Basilii perfruebalur (d) : assiduus erat in lector allulit Basilio, quas ille non mullo post misit
pagis visitandis, nec eum morbus, nisi prorsus lecto ad Ensebiuin Samosalensem , quamvis eum de iis,
afirisset, ab hoc officio delerrebat. Nimium multa D quæ Antiochiæ contigerant , certiorem factum esso
colligenda essent, si episcopalus Basilii accuralam non dubitarel. Scribere Eusebio cupiebat slaliin
imaginem depingere aggrederer. Sed quid de Eccle - post ejus reditum , sed moram allulit bajuli penuria ,
sia Casariensi, quid de aliis Ecclesiis ei ut melro- eo quod Cappadoces ila hiemem exborrescerent, ut
politano, vel ul exarcho subjectis, quid denique de ne prospicere quidem ex ædibus auderent. Jam duos
universa Ecclesia meritus sit, satis exstabit ex iis inenses nivibus cooperti lalilabant, cum tandem
quæ deinceps narrabimus. naclus est Basilius, qui Samosata proficisci aude
II. Maguum Basilius adjutorem habuisset, et ad ret (k). Millit, ut jam dixi, Eusebio allatas Antio
secundas in omni ministerio ferendas aplissinium , chia lilleras ; nuntiai Demophilum jandului occu
(a) Or. 20 . (g ) Epist. 10.
(6) Ibid .. ) 319 . (1 ) Naz . or. 20
(c) Ep. 147. (i) Ep. 109.
(d ) Ep. 206 . Uj Tom . VII, p.1%. 360.
lei Or. 20 . s) Ep. 48
1)Epist. .
LIIV PROLEGOMENA .
pare sedem Constantinopolitanam , ac simulacro quo- A invidi m Basilio , ut homini immoderato , creandam .
dam pietatis et rectæ fidei perfecisse, ut el dissiden . De bis rumoribus, quos malevoli homines sparge
15 civilalis parles in unum coalescerent, el ex vici- bani, certiorem Basilium fecit Busporius coloniæ in
nis episcopis nonnulli eamdem conjunctionem amá Cappadocia episcopus.
pilecterentur. Norratde schismale episcoporum Cap- Perculsus hoc nuntio Basilius lotam noclem tra
padociæ , ut supra vidimus ; invitat Eusebium , lil duxit insomnem quemadmodum ipse narrat in epi .
vere Cæsariensem Ecclesiam invisal; 'ail se melius stola 51 , in qua exponit quid de Dianio a leneris
solito non valere. senserit, ac ingenue ſatelur se cum multis aliis in
Scripla est hac epistola anno 370 exeunte, vel patria Deum limentibus insolabiliter doluisse, quod
ineunte 371. Credere malim anno 370 scriplain Dianius formulæ Constantinopoli a Georgio allala
fuisse . Quod enim duos jam menses nivibus cooperti subscripsisset, sed tamen ad ejus communionem
Cappaduces dicuntur, id de mensibus non plenis et accessisse, postquam Dianius in niorbum , ex quo
exaclis accipi potest. Præterea biemscito admodum mortuus est, lapsus, Basilio accersilo juravit nibil
in Cappadocia incipiebat. Non dubium autem quin sibi contra Nicænam fidem propositum fuisse , seque
clericorum aliquis basic epistolam delulerit. Sic nihil aliud sentire, quam quod ab initio acceperat,
cnim solitum scribere Basilium , sallem cum aliquemn B ac precari, ut a trecentorum decem et octo Patrum
daia opera millebat, ex ep. 198 perspicimus. Quam - sorte non separelur.
vis aulem unus tantum initio cpistolæ designetur J oiqui de Basilio rumores ad canonicas quasdam ,
bajulus, socium tamen ei addilum fuisse palel ex sive sacras virgines perlati fuerant. Ipse etiam Ba
his verbis , ut ipsi illi narrabunt. Sæpe in ejusmodi silius falsis rumoribus deceplus , minus æquam de
Jilteris, etsi duo miliebantur, unus nominabalur, ut canonicis opinionem acceperal. Dedocuit virgines
observavi ad epist. 243. Bosporius, et ad æquiorem de Basilio sententiam
IV . Ex iis qui Basilio in primordiis episcopalus adduxit, ac rursus Basilium de rebus canonicarum
gralulandi el adhortandi causa scripserunt, duorum accuratius erudivit. Utrumque Basilio pergratuni ac
ad nos episcopornin noinina pervenere, Arcadii et cidit, ac duplicem suam lætitiam canonicis significat
Innocentij. Primus spem a se de Basilio conceplam in epistola 52, el nonnulla de dogmate disserit, ut
significaverat (a), el reliquiasmartyrum ad ecclesiam modo videbimus.
recens a se constructam pelierat. Perhonorifice Nec rebus nec tempore has epistolas (e) disjun
respondet Basilius (6), seque illius sludii adjutorem gendas duximus. In utraque is qui Basilium monel
futurum promillit, si reliquias martyrumi investigare quid de illo dicalur, Bosporius est. Basilius in utra
possil. Innocentius, quem perabsurde librarii Roma que slrucias sibi calumnias ejusinodi esse declarat,
episcopum fecerunt, moguz urbis et Cæsarea non ut earum auctores credere nun videantur se vel
parum distantis episcopus erat et Spiritus sancti oliosi verbi rationem in dic judicii reddituros. In
glorificator, id est, divinitatis ejus defensor. Basi- utraque refellitur calidioris ac immoderati animi
lius (c) gratias ei agil, quod se adhortari, ac lille- criminalio . Nam in epistola ad Bosporium legimus
ris recreare dignatus essel, et velut puerorum infun - accusalum fuisse Basilium , quod Diavium anathe .
liam ulnis suæ magnitudinis amplecii. matizassel, synodi Nicænæ defensionem ultra mo
Pergamius quidam Basilio ad episcopalum evecto dum et legem perducens. In epistola ad canonicas
gratulalus fuerat, sed cum responsum non accepis non refellit nominatim hoc Dianii anathematizaci
sel, iterum scripsit, non sine gravibus querelis quod commentum ; sed eamdem hominis immoderati opi
nova dignitas Basilio oblivionem el contemplum nionem a se removel, dum earum rogalu expo.it
amicorum allaret. Scribit ilaque illi Basilius epi. quid de consubstantiali sential, ac eos, qui nondum
stolam 56, in qua se natura proclivem esse ad obli- hanc vocem receperanı, benigne excusal, quia a
viscenduin fatetur, sed nunc negotiis districlum fa- Patribus Antiochenis , ut ipse opinabalur, rejecia
cilius oblivisci. Id causæ esse cur acceple a Perga- fuerat. Illud etiam optabant canonicæ , ut suam Ba .
mio epistolæ non memineril. Cæterum horlatursilius sententiam aperirel de iis qui Spiritum Filio
Pergamium ut paucis verbis magua crimina inferre præponunt , aut Paire antiquiorem pulant. Morem
desinat : quippe cum amicorum oblivio et contem - eis libenter gessil. Sed cur lioc ab eo postulalum
plus ex poleslale orlus uihil mali non complectalur. est, nisi quia ipse in bujus erroris suspicionem vo
Promillit se non prius Pergamii, quam sui ipsius cabalur, ejusque animi moderatio in defendenda
uhliluruip . sancti Spiritus divinitale ab inimicis requirebalur ?
V . Quæ supra diximus Basilium inter et Dianiuin Hunc enim errorem acrioribus adversariis pneuma

lio el oblivione exsuscilaruni, ac malu animo ane perspicimus ex epistola 251. Videlur ergo b.rc opie
pliaverunt (d), Dixeruntenim analbemalizalum ſuisse stola cum præcedenti el rebus el tempore conjun
ab eo Dianium : qua calumnia nibil aplius crat ad genda. Neque obscura est ratio , cur uibil Basilius
(a ) Ep . 49. (d) Epist. 51,52.
(6 ) Ep. 50. (e) lbid.
(c) Ep. 81.
 VITA S, BASIEII. LXV
de sua file exponat Bosporio, nihil de Dianio dical A eum ab aliaribus secessurum , el quæsiturum ubi
canonicis (a ). Nota enim erat fides Basilii Bospo- donum Dei emens, denuo divendat. Mulli ex his
rio (6), Canonicas de iis quæ spectant ad Dianium episcopis nondum iniquam de Basilio sententiam de
erudierat Bosporius, re paulo anie ex ipso Basilio posuerant : sed eos Basilius, leste Gregorio (h), sic
cognita . lenitale flectere conabatur, ut constantia et aniini
Quod autem speclat ad sparsos de canonicis ru - fortitudo non deessent. Atque id animadverlere est
mores, eqnidem ea de re non facile slaluerim . in hac epistola , quæ lenissimam ac charitatis plenain
Forte eorum mores in suspicionem vocali ; sed vi. adhibet praefationem , nec tamen a severitate disce
delur ipsa polins lides malo rumore flagrasse . In dit, quam tantum nefas postulabat.
sumpta enim a Basilio opera, ut pravas consubslan - Hi episcopi, de quibus moilo egimus, vocantur in
cialis interpretationes refellat el a seipso pravi er- antiquissimis codicibus mss . chorepiscopi. Sic
roris suspiciones removeat, argumento est canoni. eliam vocantur apud Gregorium Nazianzenum in
carum auribus aliquid ab Arianis inculcalum fuisse , carmine de vila sua (p. 8). Sed hoc nomen usus ad .
easque non satis sibi cavisse ab ejusmodi hominic dixit presbyteris, qui certum quemdam pagoruni
tus, ac forte idcirco male audivisse . numerum sub episcopi auctorilale gubernabant.
De tempore utriusque epistolæ , non valdediffici- B Olim (i) inos eral, ut ministri, id est, subdiaconi,
lis conjectura . Jam lum episcopus erat Basilius, in pagis non sine diligenti examine reciperentur ;
siquidem et se et Bosporium Nicænorum Patrum sedulo inquirebant in eorum mores presbyteri el
hæredes esse dicit (c) : et Bosporium duobus lo- diaconi et ad chorepiscopum referebant, qui testium
cis fralrem appellat. Videlur autem recens fuisse veracium acceplo suffragio, et episcopo admonilo ,
ab ordinatione (d ). Nam multo graviores calumniæ ministrum clero asciscehal. Sed de hoc more de
et querelæ exstiterunt anno 373, et Bosporius si- flexerant chorepiscopi in Ecclesia Cæsariensi, cum
mollales babuit cum Basilio anno 372 ineunte, nec Basilius all hanc sedem evectus est. Primum qui
unanimis ei factus est nisi anno 373. Calumniæ ipsæ , dem sibi lolam auctoritatem allribuerant, episcopo
qoz Basilio immoderatum animum affingebant , negleclo : deinde etiam hujus rei curam ipsi abje.
initiis episcopatus optime congruunt. Tunc enim cerant, el in presbyteros ac diaconos Iranstulerant.
plores episcopi, quos Basilii sanctitas , itidem ut Inde evenerat, ut multi essent ia singulis pagis mi
magistralus el perditissimos cives, lerruerat , sus- nistri, sed nullus allarium ministerio dignus repc
ceptam cum eo simultatem vel potius schisma non. rirelur , ac summam esse penuriam ipsi chor
dum deposuerant. Præterea patet adhuc exstitisse, episcopifaterentur, ubidiaconi autpresbyteri erant
qui quamvis catholice sentirent, non tamen con - eligendi.
subslanliale reciperent : quos quidem poslea anno Basilius itaque cum viderel rem in malum insa -
372 exeunte pullos fere videbimus exstare. nabile progredi, illo præsertim tempore, quo niulli
V. Teslalur Basilius (e) sc ab initio episcopalus militiæ metu ministerium appetebant, renovat Pa
probibuisse, ne quis uxoris niortua sororem in trum canones, ac chorepiscopis præcipit, ut caialo
matrimonium duceret. Hoc aulem vilium non ideo gum ministrorum cujusque pagi ad se miliani, el a
probibuit, qnod late in Cappadocia paleret. Nam quo quisque introductus sit , el quze sit illius vi
ipse fatelur 10 in hanc regionem non penelrasse : vendi ratio : eumdenique catalogum apud se reli
sed videlur id fecisse , dum Ecclesiain sibi comnis- neant, et si qui post primam indictionem a presly .
sam optimis legibus communire et ornare aggredi leris suscepli fuerint, inter laicos rejiciantur ; ac
lor. Anlea enim matrimonium ejusmodi in Eccle . rursus examinentur, et si digni fuerint, admillan .
sia Cæsariensi non ex lege prohibitum eral (n. 2), lur. Ilanc regulam deinceps accurale servari ju
sed er more a majoribus trajito . Quod si tanta fuit bel, lil chorepiscopi diligenter examinent quinam
Basiliiab initio episcopalus diligentia in iis prohi- digni sini, el ad se referant : alioqui laicum ſulu
bendis, quæ commilli non solebant; quanto major p rum , si quis se non admonilo in ministerium ob
erstitisse pulanda est in iis resecandis, quæ conira repserit.
sanctissimas Ecclesiæ leges fiebant? Quale fuit Referenda hæc epistola ad primas cpiscopalus
nonuullorum Cappadociæ episcoporum facinus, qui curas, quas Basilius in sancienda disciplina insum
prelio ordinare ferebantur ; atque hoc nefas pielalis psil : idque satis conlirmant quæ de repetendo a
nomine inombrabant, nec peccarc sibi videbantur, prima indictione, id est, ab anno 358, ministrorum
quia non ante, sed post ordinalionem pecuniam ac. examine præcipit Basilius. Hoc enim spatium , cum
cipiebant. Scribit eis Basilius (g) ac demonstrat sua sponte valde longum sit , non debet ampliari,
quantum sit hoc neſas, ac declarai, si quis post hac epistola als episcopatus initiis removenda .
hanc acceptam epistolam lale aliquid admiserit, Probibuit etiam Basilius (j) initio episcopalusmu..
(a) Ep. 52, n . 1 . (0) Ibid., n. 5.
(b) Ibid. (9) Ep. 53 .
(c) Ep . 31, n . 1. ih ). Or. 20 .
(d) Vide inſra , c. 28, n . 5 . (i) Ep.54.
(C) Ep . 160, n . 1. (i) Ep. 55.
LIVI PROLEGOMENA .
lieres extraneas, id est, virgines illas, quas presby- A quam Cappadociam pacificavit, antea lanien inicn
leri et alii continentiæ lege obstricti homines, eo dere el micuilari poluil.
libentius domi suæ habebant, quod virginitatis pro - II. Conseculus est tandem Basilius, ut episcopi,
ſessio locum suspicioni præcludere videretur. Basi. quide illo lam inique sentiebant, errorem suum
lii decreto presbyter quidam sepluagenarius, Pare. agnoscerent (d). Adhibuit ail eos Reciendos couslan
gorius nomine, minime paruit, sed longam episto - tiam et animi fortitudinem summa lenitale lempe
lam scripsit Basiliu , el chorcpiscopum suum incu- ralam : nec artificio el assentatione eos sibi divisie
sans, quod sibi hac in re veleris inimicitia signi: ciens, nec polestale terrens, sed indulgentia , quam
ficationesdedissel,etipsum.Basilium , quod calumniis in poleslale adhibebat, eos alliciens. Consulebat
aures facile præberel. Declarat Basilius se nec pijn enim in longiludinem , ac firmam el slabilem con
mum nec solum hanc legein de mulieribus extraneis cordiam quærebat. Sed præcipue illius virlutis ad .
sanxisse ; eas enim a synodo Nicena prohibitas miratione victi sunt, alque unam hanc demum sibi
fuisse. Quare, etsi ælas Paregorii suspicionem fa - salutein esse intellexerunt : Si cum ipso, el sub ipso
gilii removel, quia tamen ejusmodimulier sine alio - sese collocaroni, unum autem elcertissimum pericu
rum ollensione haberi non potest , jubel ul eam di- Tum , si in ipsius offensionem incurrerent : ab eoque
millalet in monasterio collocet. Quod si non pareal, º disjungi, nihil aliud esse judicabant, quam a Deo
longasei epistolas nihil profuturas, sed eun in olio abalienari. Sic uliro cesserunt, ac manus deserunt,
morilurum : el si depositus sacerdotium sibi arro - et quasi ad ionilrui sonum sese submiserunt, alius
gel, cum ipsum excommunicalum iri, lum eus alium ad ipsi satisfaciendum anleverlenles , conce
omues qui illum receperint. plamque prius adversus ipsum odii vim in nun mino
CAPUT XVI. rem benevolentiæ vim , ac viriulis incrementum quam
1. S. Basilius scribit S. Melelio . Il. E iscoposCap . quidem unam firmissimam ipsi satisfaciendi rationem
padociæ placal, adjuvante Theologi Gregorii pilte inveniebani) commulantes : prælerquam si quis ob
ire . Ill. Nyssenii artificiu ad pacem cuncilcuniam . deploratam improbitatem neglectus ac projeclus est,
IV . Basilius prior scribir paruo Gregorio eunque
placul. Tanilem Gregorius Naz . Busiliunt inrisil. ul ipse in seipso contererelur ulque consumerelur, non
V . De epistolis 61 68. secus ac rubigo simulcum ſerro consumi solet.
1. Quimvis Ecclesia Ciesariensis episcopo suo Non mediocre ad eam rem præsidium habuit B..
allira (a) præclare staret, nec iniquis episcoporum silius in Gregorii episcopi Nazializeni sapientia, ia
de illo judiciis noverelur ; erat lamen hoc dissen - quem , ut auctorem ordinationis Basilii, præcipue
sio cum sua spoule Basilio moleslissima (6), lum , episcoporum iracundia eriperat (e). Sed optimusse
quia illius participes erant toiie civilales el populi. " lex die el paljencia sic eos vicit, ut indignatione in
Nondum Basilii dolorem pax absterseral , cum scri- admirationem conversa, ad ipsius pedes uliro acci.
psit ad sanctum Meletium epistolain 57. Id enim col- dereni, pudore ob ea quæ gesscrant suffusi, abje:
plena sunt. Signilical Basilius quantum inter has uicrentur. Vix dubium est quin eodem tempore cum
molestias Meletii lilleris delectetur : prætermissam Basilio et Gregorio episcopi in gratiam redierint.
ab eo scribendi occasionem dolet : maximum bo. Neutrum enim placassent, si in alterutruun iniqui
Diuin sibi eventurum putai, si coram congredi el esse perslilisseni.
illius vocemi audire aliquando contingal. Quinetiam III. Neque eli: in Gregorii Nysseni in hoc insigui
ad Melcliuin se contuliseel, nisi eum retinuissent eventi deluil opera , quanquam is immoderatus
amantissimi fratres, quorum propositumi ne litteris abundavil , nimioque studio reprebensionlein 11011
crulgarel, Theophrasto fratri perferendum commi- elfugit. Ad hanc enim pacilicalionein omnino refc
sil. Tbeoplıraslus ille idem videlur (c ) esse ac Theo. rendic Basilii epistolae 58, 59 el 60. Ex his litteris
pliraslus disconlus, qui anno 372 paulo post Pascha discimus Gregorium in Cappadocia episcopum , Ba
mortuus e -l. Liquel Basilium , elsi litterarum comn - D silii patruum , cum episcopis Cappadoci:e adversuis
mercio conjuncius esset cum Melelio , nondum ta- Basilium consilia conjunxisse. El res el tempus sic
mien illius vultum viilisse, cum banc epis:olam scrie congruunt, il bæc dissensio ab ea , quam de Brasilii
berel. Id boni consecutus est circa medium annum ordinatione orlam diximus, secerni non possit . Fuit
372 , ac proinde hæc epistola anle lioc lempus col- enim vehemens hæc cum patruo discordia, illiusque
locanda . His verbis , quæ allulimus, adducti sumus participes ſuere lole civilalcs et populi (1). Non
ut eam hoc anno 374 collocarenius, antequam Ba- solus Basilio patruus siicccnsebal , sed adjuncios
silius voluntalem episcoporuin recollegisset, Arcana babebat plures episcopos. Nulla interim Basilium
autem mandala,quæ Theophrastodala sunt, videntur inter et palruum aliosque episcopos lillerae , nullus
speclare præclarum Ecclesiæ pacilicandæ consilium , congressus : sed suspiciones el calumniæ in Basis
quod Basilius elsi lum demum aggressus est post- lium . His nolis facile dignoscitur Basilii concerla
(a ) Ep. 48 . (d) Naz. or. 20.
( ) Ep. 59, n. 3. le) Naz . or. 19.
(c) Ep. 96. in Ep. 59, u . 3.
 VITA S . BASILII. LXVII
lio cum cpiscopis, qui ab ejus ordinatione et com - A perspicionus ex his Basilii ad patruuio verbis in

les de jurisdictione susceplas cum cpiscopis secun possem , prior rupi rocem . Nam cum cum intinis
die Cappadocix . Anthimus enim , qui posterioris sensibus angeret hac dissensio , nihil jain cunctan
bujus dissensionis auctor luil, in priore amicus erat dum esse ralus ( ), scribit ad patruum , eique in
Basilio , eique operam navabal, ul palel ex cp . 58. memoriam revocal palernum illum animum , quein
Tempus etiam optime quadral. Nam simultatcm sibi per lolam vitam exhibueral. Obiestalır, ut
C11 opis Cappadocic compositam fuisse le - cum pax el mansuclido propriæ sint illius animi
slalur Gregorius Nazianzenus (a ), antcquam Basi - docs, modum imponal Iristibus rebus, ducem se
lius de pacificandis Ecclesiis agiset cum Athanasio ; aliis praebens ad optima, minine vero aliiim ad il
lempus assignandum iis quæ B : silium inter ac dissensionem , sed ipsum maxime de lecere ; Cho
Gregorium patruum aliosquc episcopos , interprete præserliin malum non uno aliquo circumscribatur,
el sequestro Nysseno , gesta sunt. Gregorius enim sed lolas civitates el populus lur:dat. Rogal itaque,

dum hanc diguitalem adeptus eral, el cum eo, ut B se accersendo, sive quocunque alio modo , renie
negotiis curisque vacuo, expostulat Basilius quod dium aliquod afferal.
ad se dilicilem el molcsiam vitam ingressum auxilio Non caruit opialo exilu lam insignis omnibus
non venial. Quibus etiam verbis initium episcopalus charitatis numeris epistola. Venerunt a parroo lit
salis indical. Nyssenum quidem vocat alócsigóta- leræ , per Gregorium fratrem allatæ , quæ el animum
cov , recerendissimum . Sed hunc honorem presbyle- ad componendam dissensionein paralissimum si
ris, nii obserrat Tillemontius, interdum defert, imognificabant, alque etiam Basilium hortabantur, ut
ipsis nonnunquam laicis, ut initio epistole 71. Im -fratri, cui subiralus esse videbatur ob commenti
merilo ergo hicc Tillemontius refert ad annum 371 tias epistolas , iram redonarel. Unde Basilius (c)
el 372 . protinus ad patruuin rescribens, declarat se fratris
Rem autem sic transaclam fuisse discimus ex conspectu el antea delectatum fuisse , el prosime
epistola 58 Basilii et duabus sequentibus. Nyssenus illius adventu ex corporis infirmilale el animidolo
epistolari unam allulit Basilio , ut a communi pa- ribus recrealum , nec quidquam a se magis alienuin
lrug Gregorio scriplam . Gratissimum id Basilio , esse, quam inimicitiasgerere cum propinquis. Cum
epistolam ostendit pluribus amicis, ac Deo gratias aulein de dissensionis causa obscure luculus esset
egit. Al cilo deprehensum est commenium , seque patruus, respondet Basilius se pra, inscilia minus
lanc epistolam scripsisse Gregorius episcopus ne intelligere quid sibi velint quæ acta sunt : criterum
garil. Terram sibi dehiscere oplabat Basilius : adeo fratrem a sc coactum non fuisse quidquam viva vo
illi hoc fraudis et mendacii probrum displicrbal. ce dicere, propierea quod nec antea ipsius sermo
Alia rursus allats epistola , ul ab cpiscopo patruo , veritatis Iestimonio confirmatus fueral. Nescio cuir
per Asterium Nysseni famuluni. Ne hanc quidem Tillemoulins bis Gregorium a patrio , post accc
vere miscral episcopus , idque Basilio Authimus plam Busilii epistolamn ,missum fuisse existimel.
Tyanensis episcopus renuntiavil . Terlian allulit Bis enim verbis, El antea libenter videbam fratrem
Nysseni famulus ' Adamantius. Tum vero Basilius meum ... et nunc eodem affeciu suscepi adrenienie.» ,
inter duas cogitationes hæsil ; videbalur ei fidem et loc lantum indicat Basilius se fratris consp-clu
bunorem mereri epistola per Gregorium fratrem cum semper delectatum uisse , lum etiam proximie ,
wissa ; sed bis jam deceplus non poterat non dilli- cum a patruo epistolam afferrel.
dere. Scribit ergo ad fratrem , ejusque simplicita - Nibil patruus slalucrat de congressos lempore el
lemn cum sua spoule Christianis non congruere , loco. Quapropter iterum rogat Basilius, ut liiec ar
lam criam tempori minimeconvenire declarai. Li- D bitrio suo definial; sibi enim slalutum esse servire
bere monet eumi Lalibus negotiis manum admovere illi in charilale , sive Cæsaream venire velit ; sive
don deboisse, aut sallem ad se venire debuisse , si - privatim , sive cum aliis congredi. Quid deinde gc
bique opem ferre novam vilam ingresso , quæ et slum sit, nescimus : sed minime dubium , quin Ba
corpus conlerit el animam conficil. Tandem idem silius oplatum cum episcopis congressumi, quein sa
ei responsum dal, quod jam präsenti dederat, li- nandis vulneribus (d ) necessarium judicabat, lan
benter se cuin patruo et episcopis congressurum , dem consecutus sit , et ante medium annuin 371,
et locum definiant, seque ut par est ad quo tempore ad pacificationem Ecclesiarum aggres .
vocent : sed adesse se non posse , visi modo con sus est, finem tristissimi Jissidii viderit, cujus par
gruenti advocetur. Licipes erant tolæ civitales el populi, non quod al.
IV . Tertiam illam epistolam merilo suspectum feruiri parti sluderent (neque enim id dicit Basi
Basilio fuisse , nec veriorem quanı duas superiores, line), sed quia episcopi inter se sine populorum
( ) Or. 20. (c) Ep. 60 .
b) Ep. 59. id ) Ep. 59, n. L.
LXVIII PROLEGOMENA .
offensionalissidcre non possunt (a). Pesederunt A quc scribendum esse duxit, ut cumi allero amici.
tamen in honnullis animis reliquia doloris et invitiam iniret, cum aliero renovarci. Sunthæ epistola
diæ , quæ anno 372 emicuerunt. 65 et 64 , quas idcirco ad hunc annum referimus,
Promiserat Basilio (b) Gregorius venturum se quia pertinent ad illud tempus, quo Basilius sa
Cæsaream , postquam umbræ corum , qui Basilio in - pr. Elpidium , venicule Cisaream präside , vide
sidiabantur, præteriissent, et leprosi Davidem Hic. bal.
rosolymis desiissent excludere . Vix dubium quin Alarbins (g ) Neocæsarex , ut infra videbimus, epi
promissa circa hoc tempus perfcccrit. Quamvis scopus, Basilii consanguineus ac ælale junior, lon
enim Basilius in epistola 71, mensc Septembri hu - go silentio animum Biasiiio non amiciun signilicaliai.
jus anni scripla expostulet cum Gregorio , quod ad Scd Basilins, qui in amicitia vinci idem esse duce
se non venial ; non tamen queritur, quod nondum bat ac vincere, prior scribere ad eum non dubitat,
se inviserit, sed quod magnam anni parlem secum eumque horlalur, ut, projecta iracundia, quam si
non traducat (c). Ubi secum habuit Gregoriuin Ba - lentio significaverat , charilalem et pacem corde
silius, oblulit ci cathedræ honorém el primum in - concipiat, el cum fratribus idem sentientibus sludia
ler presbyteros locuin , sed recusanti et invidiam ac el curas pro Ecclesiis conjungal. Nisi enim sand
arrogantiæ suspicionem ſugienti non modo molestus B doctrinae deſunsores tantum ad ejus defensionein
non fuit, sed etiam eum laudavit, quamvis provide- laborent, quantum ad eam oppugnandam ailversa
rel non dcluburos qui se viluperarent et in contem - rii, nihil probibiturum , quominus veritas ab inimi
pli amici crimen vocarcnt.Gregoriuni non diu fuisse cis eversa pereat , ac condemnationis participes
Cæsareæ probant Basilii qucrelie , quas modo con - futuros qui ad Ecclesiarum conjunctionem conspie
memoravimus. rare noluerint. Rogat autem , ut hanc opinionem ex
V. Scripla videlor epistola 61, antequam Basi. animo projiciat, se aliorum communione non indi
lius cum Athanasio maximis de rebus ageret. Du gere. Id enim et charitati contrarium esse, et ho .
cem Libyæ , in Cappadocia nalum , crudeliter et na minis non cogilantis , belli malum , quod in orbem
giliose vivenlem Athanasius excommunicaverat, circumagitur, in Cappadociam ac Ponlum etiam
idque omnibus Ecclesiis denuntiaverat. Respondet perventurum .
Basilius se illius lilleras legisse Ecclesiæ suæ , Scripta ergo hæc epistula , antequam bellum ,
ut bunc ducem omnes abominandum existiment, quod circuibal, Cappadociam alligisset; cum Valens
nec ignem et aquam cum eo aut lectum com - jam multas vicisset Ecclesias, el Cappadocian op
mune babeant. Addit se las lilleras amicis ducis pugnalurus viderelur, sed nondum oppugnasset.
et propinquis et hospitibus ostcndere non desilu - Prælerea cum Alarbium salutet Basilius, ut fratrem
rum . unanimem el de ficc recie sentientem ; collocanda
Cum Parnassenus episcopus obiisset, viduam Ec- hæc epistola ante annum 573, quo ‘Atarbii acerbilas
clesiam ex more consolatur Basilius (d), atquehor- ia Basilium erupit, ejusque lides malis rumoribus
Lalur, ut dolori non succunibant , sed pastorem flagravil.
suuin beatum esistiment, alque ad necessariam Eco CAPUT XVII.
clesiæ curam assiirgant. Scripla videtur bæc epi. I. S. Basilius Ecclesiam pacare aggreditur. II. Con
stola antequam , Valentis adventu , Arianorum vires fugit ad S . Athanasium , misso Dorotheo discono ,
crevissent. Valde enim meluendum fuisset , ne ul auxilium ab Occidente impelrelur. III. S Alha
nasilis miitit Pelrum presbylerum in Cappadociam .
Ariani in electione episcopi Parnasseni turbas ſa IV . Basilii lilleræ id Mcleliuin et ud Damasuni
cerent, nec omisisset Basilius periculi magniludi. papam . llerum millitur Alexandriam Dorotheus ut
nem Parnassenis ante oculos ponere. llinc etiam inde Ruman , proficiscalur.
copia ſuil oplimi viri eligendi , quem Ariani cx . 1. (h ) Domesticisrebus ex sententia compositis ma
pulerunt anno 375. Ilypsin eum vocal Basi- jora consilia Basilius aggreditur. Vir cælera mode
lius (e). D ralus sublime quiddam et immensum animo conci .
Hoc anno 371, præsidem habebat Cappadocia pit, nec charilali, qua dlagrabal, alios quam orbis
Therasiuin , ut colligimus ex epistolis 77- el 78. terrarum lerminos præscribit. Intimis illum sensi
Hujus assessor erat Elpidius , cuin Basilio ainicilia bus angebant Ecclesiæ Orientalis calamitates.Gras
conjunctissimus. Cum eo libenter colloquebatur sabalur hæresis , sæviebat imperator, gravissimæ
Basilius (1), quoties præses Cæsaream venicbat : erant inter ipsos orthodoxos dissensiones, ac velut
cumque ex ejus sermone unulta cognovissel de duo- in noclurna pugna vix hostes ab amicis dignosci
bus eximiis viris , principali Neocæsarex et Hesy- poterant. Basilius hæc mala non precibus solum
chio , quorum primum ſama tantum noverat, cum sludetaverlere, leste Gregorio Nazianzeno (p. 346),
aliero autem communia olim litterarum sludia , sed el piam doctrinam litteris consignal, adversariis
communemque amicum Terentium habuerat,utri. que colluclationibus et præliis ingenlem hæretico
(a) Naz. or. 20 . (e) Ep. 237, n . 2 .
io ) Naz . ep . 14 . TO Ep. 77.
ic Naz. or. 20 . (9) Ep. 65 .
(1 ) Ep. 62 . in ) Naz . or. 20 .
 VITA S. BASILII. LXIX
Tum audaciam frangit ac propulsal, eos quidem , qui A in noclurna pugna nullum sit amicorum el inimico
hluinus conferre ausi fuerant , armis linguæ cominns rum discrimen . Legali a synodo Lampsacena in Oc
cuntundens : eos aulen , qui procul ab eo dissili cidentem missi reilierant cum lilleris Occidentalium :
erant, sagillis ex atramento confectix ſeriens, nihilo sed ea re nec mitigala persecutio , nec domestica
inferiore iis lilleris, quæ olim in tabulis insculpire dissensiones sedatæ . Quare salius esse videbatur
sunt :nec uni laulum et exiguæ Judæorum nationi Basilio, ut ex ipso Occidente millerentur, qui Orien
de cibis el potionibus, el caducis sacrificiis, carnis- tem inviserent. Fore eniin ut, dum se. omnes boni
que purgationibus, sed omnibus trominibus , alque cum illis conjungunt, tanla auctoritas ipsum etiam
omnibus orbis partibus, de veritatis docirina , ex qua forle imperatorem moveret : et drim Nicænam fi
salus comparalur, leges slaluente . Deinde, quoniam dem instaurant legali, dum aquas ad pacem condi
æque imperfecla res est, actio sermone destituta , el tiones proponunt, facile et erroris defensores et
sermo ab actione remoins, idcirco aclionis subsidium perturbatores pacis dignoscerentur.
sermoni adjungebat, alios videlicel aliens, ad alios II. Sed cum nemo esset loti Occidenti venerabi
legationem millens, alios accersens , admonens , ar- lior, quam S . Albanasius, nemo communibus malis
quens, increpans, minis insecluns, probris incessens, plus doleret, nemo et in cernendis rebus acutior et
pro gentibus, pro urbibus, piro singulis etiam homi- B in perficiendis ellicacior , scribit ad eum Basilius (u),
nibus cerlumen suscipiens, omne salulis genus exco. ac rogat ul pacificandi Orientis consilium suscipiat,
gilans , undecunque medicinam morbo adhibens : et ex Ecclesia sua selecios viros millal ad Occiden
Beseleel ille , ille , inquam , arcæ dirinæ fabrica. lales episcopos, eisque exponat calamitales Orien
lor, maleriam omnem el artem ad opificium accom• tis, ac suggerat modum opis ferendæ , simulque Do
moduns , atque omnia conlezens, ad eximiam quam . minio pacilicas preces offeral. Falelur reliquas ics
dem unius operis pulchriludinem el concinnitu - Orientis fortasse ab eo sir:e Occidentalium admini.
lem . culo componi non posse : sed pacificationem Eccle
Multiplex ille Ecclesiæ juvandie mocius, quem size Antiocheni ex ipso pendere contendit, ac in
Gregorius describit, non ad solum episcopalus ipsius polcslate silum esse, ut in alios lempera
tempus referri debet. Hæc enim omnia Basilius mento ulalur, alios compescat, prxfecturas parti
presbyter navaverat : ejusque prudentia enilucrat cularcs abrogel, ac antiquum Ecclesiit robur resli
in pacificandæ Ecclesiæ consilio , ut supra vidimus. luat. Rogal ergo cum , ul Antiochia malis movea
Sed ad episcopalnim evectus, et in sede supra alias lur , et instar perili mediciab hujus Ecclesiae cura ,
eminente collocatus, novos conatus adhibendos esser cui nihil præferendum in orbe terraruio , initium
intelligit, ut Catholicos inter se conjungal, el ab L

Ariauis omnino disiuo:291. Jim ea res lentata ſue. Thic epistola Dorotheo Ecclcsi Antiochen:c dia
ral paucis ante annis, sell pullum habuerat esimum . cono commissa est perferenda : sed cum ei videre .
jalerpellato a Valente concilio , quod Tarsi ſulurum tur Basilius non satis aperle declarasse, res Autio
sperabulur. Alia itaque gaireditur via, el ad Occio chenas sic componi debere, ut Melelio adjungantur,
deniales confugere slaluit. Upam eniin banc auxilii qu :e divulsa suot; aliam ejus rogailu epistolam ad
viam (a ) pandi Orientalibus Ecclcsiis existimabat: dillit Basilius (e), in qua conceplis verbis deinon
pec dubium erat quin . si Occidentales idem slu stral cl sibi ct loli Orienli in volis esse, ut Melelius
diuin ad Orientis defensionem adhiberent, quod in Aulioclicnie Ecclesiæ gubernacula Ieneat, vir et lide
Occidente adversus unum aut alteruin haereticum inculpatus, el lum vilä sanctitale longe aliis præ
adlıibuerant, imperalor multitudinis auctoritatem ferendus, lum quod universo Ecclesiæ corpori præ
revereretur, ac populi ipsos libenter sequerentur. sit, alii vero partibus tantum . Quamobrein æquum
Illud aulem nemini dubium esse debet, quin Ba - esse, ut ei alii adjungan :ur, velut magnis flumini
silius (6) idem prosequatur, quod presliyler ince- bus minora : idque ita visum esse Occidentalibile ,
peral ; ac de iisdem episcopis, jisdemque de rebus D ut litteræ per bealuni Silvanum allatæ leslanlır.
agal. Verebalur ne suspecti essent Athanasio epi- III. Non polerat Athanasius summam illam chu
Leopi illi ob memoriam prælerilorum , quia videlicet ritalem , quip semper omnibus pale!al, episcopo
corum non pauci conjuncti olim cum Arianis fue- Ciesariensi in re tanti momenti clanlere. Nullam
rant. lidem ergo sunt, ac qui anno 564, concilio migram buic eximio operi interponendam duxil, el
Lampsaceno interfuerant. Quod in hoc concilio et acceptis Basilii litteris slalim ei rescripsit, ac Doro.
pluribus aliis lenlaluin fuerat, ut qui idem sentie - theo compitem adjunxit Petrum , non illum quidem
baol, una conjungerentur communione, id Basilius qui ei successil (hunc enim nondum viderat Busi
in epistolis hoc et sequenti anno scriptis perficere lius (i) anno 373), sed alium Ecclesiæ Alexandrina
conalar : eique propositum est (c) ut, qui circa ve- preslyteruin . Is a Basilio maxima cum lætitia cs
sem fuem claudicant , maniſesti omnibus fanı, ceplus est, ejusque approbationem el laudem mº
agnoscantur autem qui recie sentiunt, nec jam velut ruit, dum Athanasii mandala strenue perseguilur,
(a) Ep. 66 . (1 ) Episi. 66.
(b) Ep. 82. le) Episc. 07.
(c) Ep. 69, n . . V) Ep. 153.
L'ATRUL. GR. ! 57X .
LIK PROLEGOMENA.
concilians contraria , ac divulsa conjungens (a). A videbimus, responsum soli attulit Basilio , qui suio
Dubium quidem non est quin Basilio , antequam nomine Damaso scripserat. Non eniin dubium esse
scriberel Alexandriam , nulli ex collegis fidem de- potest, quin epistola 70, etsi inscriptione caret, ad
dissent se libenter Athanasio el Occidentalibus ad Damasum scripta sil. lluic Basilius Orientis mala
defensionem fidei ducibus usuros : at multi alii ante oculos ponit, ac rogat ut legalos millal in
supererant, in quibus neciendis elaborandum fuit. Orientem , majorum suorum exemplo , in primis
Sperabat quideni Basilius (pag. 165 ), fore ut omnes Dionysii, qui olim in Cappadociam miserat, qui
Athanasio, quæ ad pacem Ecclesiarum constituen . captivos redimerent. Nunc autem graviores mullo
dam pertinent, landein commillerent. Sed videntur causas subesse ; non enim ædium demolitionem lu
nonnulli, Juin Arianis occulte firvent, ac lot episco - geri, sed excidiuni Ecclesiarum ; nec servilulein cor.
poruin adversus haresim conjunctioni aperte ob - porum , sed animarum captivitatem .
stare non audent, astuto moras inneclere voluisse . Cum hac epistola Dorotheum Basilius comite, ut
Tales exstilere (pag. 162) , qui requirebant ut Occi. verisimile est, Pelro Alexandrino ad Athanasium
dentales nominatim Marcelium damnarent, ac que- remislil, adjunctis aliis (a ) ad Athanasium lilleris ,
rebantur quod hactenus in solum Arium invecti ex quibus perspici potest, quando arderet simio
friissent, Marcello nulla prorsus sententia damnalo, B Basilius rei perficiendæ . Mira enim diligentia sigil
quem etiam in communionem receperant. Satis in - lalin omnia persequitur. Gratias agil ob missum ad
dicat Basilius lioc consilium a se orlum non esse se Pelruin presbyterum , a quo perutilem sibi nava
(Eustathium potius ejusque siiniles crediderim au - tam esse operam leslalur. Athanasium rogal, ut
clores fuisse), sed tamen illud sibi ſalelur probari: Doroiheum precibus suis ac consiliis muniat ac lit .
ac petendum putal ab Occidentalibus ut Marcelli terarum viatico ; el nonnullis e suo clero adjunctis
nicntionem faciant, ut nulla prorsus occasione his quamprimum dimillat. Olis quæ ab Occidentalibus
qui occasioncm quærunt relicta facile paleat qui- pelenda existimabat, illud etiam adjungit, ut Mar
nam sani sini, quive claudicent in fide, cellum nominatim damnent, ne qua occasio relin
Duin Petrus Alexandrinæ Ecclesix presbyter in qualur occasionem quærentibus. lionel etiam , ut
Cappadocia moralur, ac Basilio operam navat (6), cum legali advencrint (Alexandria enim transilurus
mulia inita sunt consilia , ac placuisse nonnullis vi - non dubitabat) modum eis præscribat Athanasius
delur, il imperator adiretur et opera summorum tanti muneris dignc obeundi. Ait se scripsisse ad
virorum , qui plurimum apud eum poterant, et ca . episcopum Rom :{', sed nonnulla narrat se scripsisse,
Tholic: lidei erant studiosi, quales fuere Arintbrus. quæ cum in epistola ad Damasum non legantur, aut
Victor eu Terentius, patrocinium aliquod amiciis arcanis mandatis aut peculiari commentario viden
Ecclesiis conciliarelur. Forlasse hoc consilium in - llir fuisse commissa . Non enim rogat Damasum in
de ortum , quoil in Alhanasii sapientia plerique sa ea quam habeinus epistola , ut legali utandur mari
lis prisidii esse ducerent ad res Orientis compo. el secuin afferant quæ contra synodum Ariminen .
nendas : ad impelrandam autem persecutionis re . sem acia fuerant.
missionem plus posse viderenlur magni illi viri Ab initio episcopatus sancti Basilii nsque ad se
quos diximus, quam legati ex Occidente. Sed cum cundam hanc Dorothei profectionem satis multa
animadvertisset Basilius viros illos nec posse nec intercesserunt, ut eum mense Seplembri, non ci
velle de exsulibus loqui, atque etiain quod res pe- lius, Alexandriam existimemus rediisse . Ordinalus
jus non irent, pro lucro ducere ; hæc vicit sententia Basilius mense Seplembri vel polius Octobri anni
ut Dorollieus Romam milleretur, ac inde aliquos 370, non parum insumpsit temporis in constituen
excilarel, qui Orientem inviserent, mari ulenles, dis ecclesiasticis legibus el pacificanda Cappadocia ;
ne quis eos interpellaret. nec probabile est inissum ab eo ſuisse Dorotheum
IV. Postquam id statulum habuit Basilius, Doro - ante Pascha hujus anni371. Postquam Alexandriam
theum diaconum , quem hactenus retinueral, misil o venit Dorotheus et ea exposuit, quorum causa ve
ald Mclelium , ut ei narraret singula , et commenta - rierat ; sanctus Athanasius, elsi plurimum Basilio
rium ostenderet, quo Romam elindi necessitas pro - Tribuebat, noluit tamen rem slalim aggredi, el e
babatur. Rogat Melelium Basilius (c), ut si res ei clero suo, lil rogaverat Basilius, Romam millere :
arridel, cam ad opus curet perduci, ac lilleras exa sed quo loco in Cappadocia el finitimis regionibus
ietac cominentarium diclet, quibus de rebus et ad essent res ecclesiasticæ per Petrum preslyterum
quos Dorotheum loqui oporteat; atque ut auctorila cognoscere voluit. Is in Cappadocia diu moratus
lem habeant lilleræ , suos etiain unanimes adjungat, esl, concilians contraria ac divulsa conjungens. Un.
cliamsi absint. ile fatelur Basiliusin epist. 69 (n. 1), diu retentum
Non videntur ad exitum perducta esse qux Basi. a se esse Dorotheum . Tandem; illum misit ad S , Me
lius a Meletio petebat : nec communes Orientalium lelium , apud quem aliquandiu videtur commoralus.
lilleras Romam pertulit Dorotheus. Nam , ut infra Tempus enim extrahere debueruntet earum rerum ,
(a ) Ep. 69, n . 1. (c) Ibid,
(by Ep . 68 . (d) Ep. 69.
 VITA S . BASILII. LUX
que a sancto Basilio proponebantur, deliberatio, cl A spicioncs hujus heresis deprehendimus. Nam tres
insumenda opera ut communibus lilieris unanimes cpiscopi es Semiarianoru :n numero Romam missi,
quique subscriberent. Quin etiam antequam Doro - plene et cumulate lilem suam purgarunil recepta
thous ad S. Meletium mitteretur ; jamn Ariani epi- fide Nicæna, nec quidquam amplius ab eis postu
scopi.partim venerant, partim esspectabantur, quos Tatum in concilio Tyanensi. Tunc ſorte prodire ce
quidem mense Septembri incunte advenisse modo pilharesis, cum pacem pene ad exilum perduciano
videbimus. Quapropler cum Dorotheus aliquandiu anno 367 triginta quatuor cpiscopi, il s' pra vidi
apud S . Meleliumi moralus sit , non potul Alexan - mus, perlirbarunt. Confirmnal banc conjectura
drian milli, nisi eodem menise Sepichibri mullum cpistoli 25 S . Bisilii, qui cum scrius anno 563
provecto : binc S. Albavasium rogot Basilius (a), scribi non potuerii (hoc enim creunte anno, all
ut Dorotheum statiin ad primam navigationcin die ineunic 369 mortuus Aihanasius Ancyranus ad
millat. quem scripla est), manifestam habetdistinctioncm
CAPUT XVIII. Pneumalomacliorum ab 1souris. Sic enim loqui
1. Ono tempore Pneumatomachi palam prodire cæ . lur Basilius (1) : 03 yip on sois 78 % 02 . évos up
perunt. II. Concio S. Basilii die ſesto S. Eupy. Tuov napos covs avóu.OLOV % xt' ousiau convýsavta ;
chii. lil. Viluperalur quod Spiritum sanctum non Belmeiv cür Tidy yo.! Ozdy TÖ Ogū vai 112 -01, i rob;
appellaverit Deum . Defendilir a Gregorio Nazian
zeno . IV , Lilleræ ea de re Gregorium inter et tous voitua
VOUS 7.-b5f4a ya!
7.25 Toolt,plz
i e!vel e) IIvzū! . :) ärlov
Basilium . V. Laudat S. Athanasius æconomiam Bazoonozcavias, tajur,v av ėmsVE;7: 10 Tvao plav
S. Basili . Yvesyou, o tojs uaya .ouş ä 2015 ¿zzivov; za! 7.00:
1. Jamdudum Spirilus sancti divinitatem non- BońcousDepoñs opocobiasOeverzióv. Non enim iis
nulli oppugnare cæperant : sed videntur satis diu quæ a nobis scripla sunt adversus eos, qui Filium el
latebris se involvisse, ac non mullo aule episcopa - Deum Deo el Palri secundum essenriam dissimilem
tom sancti Basilii prodiisse. Cum Arianis sanclam dicere ausi sunt, aut adrersus eos qui Spiritum san
Trinitalem penitus lollcntibus non plurima crat de clum creaturam el opificium esse blasphemo ore do
sancto Spirilu controversia ; Filii polissimuin divi cuerunt, conlumeliam hanc facere roluisses, quima
nilas defendebatur, qua seniel slabilita divinilalem gna illa ac celebria cerlaminn pro recta fide perlu
sancti Spiritus simul stabiliri non negabiini Ariani. listi. Probabile ergo est hanc heresim non mullo
Sed cx iis quiab Arianis discessere ,non paucialteram ante cpiscopatum S . Basilii prodiisse.
impietatis parleniretinuerunt,et cum divinitatein Fi
Jii contra Arianos (uerentur,de Spiritus divinilale cum Testalır Epiphanius (9) cx his Pneumatomachis
Catbolicis pugnarunt. Serapion episcopus Thmuita- alios de Filio recte sensisse, alios ne in lioc qui
nus (b) anno 300 aut 361, S. Athanasium certiorem dem ab Ariana impietate discessisse. ll. hoc postrc .
fecitnonnullos, cum ab Arianis ob eorum in Filinin mo genere recensendus Eustathius Sebasienus.
jmpietatem discessissent, male de Spiritu sentire , Hunc episcopi Orientales lestantur in cpist. 26.3
eumque non modo crealuram esse, sed ctiam unum 11. 3 , cum iis conjuncum esse, qui consubstantiale
ex ministris spiritibus dicere, ac gradu tantum ab anathematizient, ac diicein se prebere bæresis
angelis differre. Permolestum id accidit Athanasio Preumatomachorılın . Quamvis autem Eustathius et
ac nascentem hæresim qualuor præclarissimis ad alii, ui probabile est , Pneumatomachi gratiam
Serapionem epistolis profligavit (c ). Testantur Arianorum ambirent et Catholicos vexarent ; non
eliam Socrales (d) el Sozomenus Macedonium , cum tamen a catholicis Ecclesiis omuino abscissi crani,
anno 360 depositus ſuisset in concilio Constantino - sed diu ovis pellein retinuerunt, ut patet ex his
politano, novam hanc hæresim , quæ ab ipso 110. verbis ejusidem epistolae 263, num . 2 : Andax quidere
men accepil, slruere cæpisse . Sed tamen necesse illa, inquiuntepiscopi, ac impudens Arianorum hæ .
est novain hanc sectain aliquandiu in lenebris cre- resis palam abscissa a corpore Ecclesiæ , manel in
visse, nec tam cilo verticem sustulisse. Nam tribus D suo ipsius errore, nobisque non multum nocet, quia
annis post depositum Macedonjum , Basilius Euno - omnibus aperta ipsorum impielas. Qui autem pellem
mium , qui Spiritum sanctum creaturam appell: ve - ovinam induri sunt, ac specicm blunian prese
rat, ut novæ el bactenus inaudilæ impietatis aucio- ferunt ac lenem , intus vero dilaniantcrudeliler Chri
rem inscctalur. Primus ergo, inquit (e), illorum qui sui gregem , el propierea quod ex nobis e.rorii suni,
rerilalem adorli sunt, ex quo pietatis prædicalio die facile perniciem inferunt simplicioribus, hi sunt, qui
vulgala est, hanc de Spiritu vocem emillere ausus est. molestiam exhibent, ac argre vilari possunt. llos ro
Elenim qui Spirilum sanctum crealuram appellaril, gamus ut vesira diligentiu omnibus Orientis Eccle .
audivimus neminem ad hodiernum usque diem , ne. siis denuntiel , ul aut rectam viam ingressi, sincere
que in iis quos reliquere libris hanc appellationen versentur nobiscum ; aul si in sila permancant per
invenimus. Quin etiam annis 366 et 367 , nullis sud versilale , damnum inira se solos coniineant, nec pos

(n) Ep. 69. fe ) Lib. 11, Eunom ., p. 270 .

loj Aihan. Ep. 1, ad Scrap. (1) Ep. 23 , 1). ..
(c) Lib . 11 , cap. 43 . ( 9) llicris. 71, 11. 1 .
(1) Lib . iv , cap . 27
L.XXI PROLEGOMENA .
sint er incauir communione morbun 3111m cum A Proferebas illud Gregorii dictum cx quadilisi ora.
prorimis communicare. 110ne, Quousque lucernam sub modio abscondem -s.
tionc
II. Cum inviciam animi fortitudinem summa le . Respondit Gregorius magnum esse inter se el
nilas in Basilio lemperaret, in utroque mirabilis Basilium discrimen , q10.] dicta sua, 114 hominis
eral, el in adeundis pro veritale gravissimis peri- obscuri, non magni sint momenti : Basilii allem
culis, et in persequendis oinnibus p: cis conciliandic amplissimo in loco sedentis nulluin possil obscurum
mollis. Itaque cum Arianiad oppugnandam Spirillis esse dicium ; cl cum lixretici siliciler appelant
sancli divinitalem omnes vires suas convertissent ; ex ejus ore plain voccm arripere, lil eo cjccio
palam et aperie hoc dogma defendebal, el Scriptura Ecclesiam occupent, el inde, il ex quodam pro .
Testimoniis ac necessariis rajonibus sic constringe- pugnaculo , cæteras populentur ; mullo salius fuisse
bal adversarios, ut prorsus eſfugere non possegi(n). unam vocem , sententia in Tuto posita , prælertnic
Sed cum sciret Arianis stalilum esse cuni expel- lere, quam Ecclesiani tanto periculo objicere. Non
lere, si Spiritum verbo Dcum appellarei, ac Casa - placuit hac oratio audientibus, eamque ut louge
riensem Ecclesiam occupare, el inde velui ex arce pelilam el cavillantem rejecerunt, ipsumque Gre
quadain omnia populari; abstinuithac voce ad tem gorium clainoribus insectati sunt, ut ignaviie magis
pus, necesse non putans eam semper in ore habere , B quam sanze doctrinæ consulentem . Longe enim sa
modo in culo esset sententia voci subjecta. lloc tus esse Catholicos verilale prædican la cueri, quam
prudenti consilio effugit hæreticorum insidias : at eos hoc lemperainento debilitare , nec interim alie
calidiorum Catholicorum querelas el vituperia non nos assumere.
effugit. Atque id maxime declaravit dies ſeslus IV . Quid deinde dixerit el andicrit Gregorius, et
S . Eupsychii, qui in diem septimum Septembris in - quomodo præler modum ac præter soliluin indi
cidebat. Intererant Basilii concioni, Euippii el alio - gnallis sit, ut longius ac dictu non necessarium , si
rum Arianorum , qui jam advenerant , emissarii ul let. lloc lantum aildit nissos a se homines facios
palet cx verbisGregorii (b), quipaucis post diem esse . Sed a Basilio pelit, utdoceat se quousque ia
ſestuin diebus aiebat, ingens circa Basilium exsti- disputatione de Spiritus sancti divinita !e progredi,
tisse belluin , cum cuperent hæretici nudain voccm quasque voces usurpare,et quousque economia uli
ex eo arripere, ut ipse ex Ecclesia pellerelur, qui convenial. Alquc id quidem pelii, non sua causa ,
solus pene igniculus veritatis restabal el vitalis ſa - quero omnium miserrimuin fure el stolidissin un
cullas, vicinis omnibus caplis ac subjugalis. Ad falelur, si dubiiel quid Basilius sential; scd ul 7er
erant etiain ſervidiores illi Catholici. Usus est Basi- spondeat contiadicentibus.
lius eo quod diximus lensperampenlo . Quamvis Gregorius bujus molestiae nuntium non
III. (c) Paucis post festum diebus convivium erat sine magna cautione , magnisque an:oris significa
Nazianzi, in quo Gregorius etmulti insignes riri lionibus perscribal ; res tamen accidit Basilio per
accumbebant, Basilio el Gregorio amici, in his mo- molesla . Mirari se ail (d), non quodmonachius hæc
aachus quidam , qui die festo sancti Eupsychii Basi- dixisset, sed quod germanissimos fralres suos et
lium audicral. Nondun ventum erat ad pocula, amicos habuissel auditores, vel potius discipulos .
jarnque sermo inciderat de Basilio elGregorio , llis respondere pror:us inutile arbitralur, el cum
quod quideni salis soleinne eral in conviviis : cun - ipso Gregorio expostulal quod ad se non venial ;
que Basilium omnes plena manu laudareni, eique aditum enim non liabiluras calumnias, si magnam
Gregorium adjungerent, lum inomachus magno cla- anni partem simul traducerent, Rogal, ut saliem se
inore niendaces et adulatores appellat convivas, ac in preposito certamine adjuvel, et ei, qui lunc bel
Basilio et Gregorio , ut in cælcris rebus laudentur lum inferebat, secuni occurral. Speral se ejectum
concedit ; quod autein maximum est non concedit, iri aui aliquid gravius passurum , sicque calumnias
ut 01hodoxiie nomine laudentur, cum lidenı aller operuitestimonio refutaluru n. Quantum Gregorio
prodal disserendo , alter connivendo. Tum Grego- D tribueret, perspicitur ex perhonorifica invitandi ra
rius : Undehoi, o rane homo, el arrogantia Daihan tionc. Si enim tantum appareas, inquil (11. 2 ), sup
el Abiron ? unde nobis dogmalum promulgator ve- primes ipsius impe!um , eosque qui ad patriæ res
nis ? Siccine lantarum rerum judicem teipsum efficis ? everlendas conspirant, dissipabis, ubi ipsis nolum
Ibi monachus advenira se dixit ex conventu S . Elle feceris le , Dei gratia , nostri cælus ducem esse , elc.
psycbii, ac audivisse cum Basilius de Palie quidem Rogaverat Gregorius ut simul convenirent; quan .
el Filio mirifice dissereret, at Spirilum sanctum de- quam id quidem in epistola, quam modo relulimus,
torqueret. In quo Basiliuin comparabat cum fluviis non rogal ; sed forie id bajulo epistole in mandatis
pelras prxtcreuntibus el arenam excavantibus. dederat. Libenler annuil Basilius, si de Ecclesiig
Quin etiam quærebat ex Gregorio , cur ipse quidem deliberandum sil ; secus vero , si calumnia diluen
palam el aperie Spiritum appellaret Deum , Basilius dæ . Dolorem Basilii sensit Gregorius (e), eumque
vero politice magis quain pic veritalem prædicarei ? non sine amica reprehensione admonuit salics
(a) Naz. ep. 26. (d) Epist. 71.
(0 ) Ibid . le) Niz, ep. 27.
(c) Ibid .
 VITA S. BASILII. LISUI
fuisse incommodis meileri, quam consilium danti a quo patet Palladium minime ex numero obtrecta
succensere. Cjelerum venturum se promillil et Ba - forum Basilii fuisse . Jilem dicendum ve Dianio ,
silio duce libenter dimicaturum . Quos Basilius ger- cujus ex sermione cognoverai Athanasius frustra
wanissimos fr: ires et amicos yocal, bi videntur monachos Cæsarienses lurbari. Nolanıla cjusdem
monachi Nazianzeni ſuisse ; idque palel ex his ver epistolæ hæc verba : Aủods uły yap, uç te0ápěnxa ,
bis : Ego igitur , si necdum istius fratribusmeæ de τους ασθενούσιν ασθενής γίνεται, ϊνα τους ασθενείς
Den sententie eiperimen/um dedi , ne nunc quidem κερδήση· οι δε αγαπητοί ημών αποβλέποντες εις τον
habeo quod respondeam . σκοπόν της αληθείας αυτού , και την οικονομίαν, δο
Gregorii verba in convivio cilala reperiuntur in ξαζέτωσαν τον Κύριον τον δεδωκότα τη Καππαδοκία
Oratione octava , quam pronuntiavit anno 372 cum TOLOŪTOV ŠALOXOTOV , olov xal éxbotn yópa EYELY
objectis Sasimis Nazianzenam Ecclesiam sub patre Ellystal. Ipse enim (Basilius), ul confido, cum infir
regendlam suscepit. Sed tamen ex aliqua alia ora mis infirmatur, ut infirmos lucrifaciat. Dilecti autem
tione desumpta esse, merilo statuit Tillemonlius. nostri respicientes ad propositum veritalis illius el
Non eniin mirum aut incommoilul videri debel, si wconomiam , glorificent Dominum , qui talem dedit
eamdem sententiain non semel usurpaveril Grego- Cappadociæ episcopum , qualem unaquæque regio cu
rius, cum præsertim lolam hanc historiam , quam B pil habere . In eamdem sententiam S. Athanasius
modo narravimus, huic anno 371necessariae ratio - loquitur in cpistola ad Joannem et Antiochum :
nes addicant. Nullum enim aliud tempus occurrit, Πάνυ δε τεθαύμακα την θρασύτητα των τολμώντων
in quo instantem hostem exspectaverit Basilius, et haleiv xati toū ayatntoū nuwv, toū & rows Osou
ersilium aut aliquid gravius ex prælio sperav:'ril. Soulou , Bastasiou ToŨ ŠTILOXÓTINU. Èx yap tñs tolaútris
Appropinquantem Valentis adventum designalGre- pauaplastéYXeobal Ouvhoovta !, ius ojoš tùy llarć.
gorius (a), cum ait in convivio , ingens circa Basi- pwvåYITWVtes thv duchoylav. Omnino miror lemeri
lium esse bellum , vicinis omnibus caplis el tudjuga - lalem eorum , qui dilecto nostro, vero Dei famulo ,
lis . Prizlerea , si jam Basilius cum Valente ejusque Basilio episcopo oblieclare anderl : ex talibus enim
ministris pugnasset, num ignavia crimen futuri nugis argui poterunt, quod ne Patrum quidem dili
prælii promissione repellerel ? Quibus enim illius gunt confessionem .
fidem przelcrita certamina non approbassent, mulla Palladium existiinat Tillemontius eum esse qui
minus nondum commisso approbarent. Aliam aduit scripsit Vilam sancti Joannis Chrysostomi. Is cum
rationem Tillemontius : scilicet Basilium post Sasi . Innocentio Ilalo soliiariam vitam agebat. Ad ulruin
menses molestias dicere non poluisse, se nullius que exstat Basilii epistola 259. Auliochum autem
sibi in Gregorium neque parvi nequemajoris delictiº verisimile est sancti Eusebii Samosatensis fratris f
esse conscium . Seil non video cur Basilius elian liuin esse, de quo alius occurrel dicendi locus.
post turbas Sasimenses hanc amicitiæ nunquam Quos Athanasius vocat Ciesarienses monachos ,
violat: laudem sibi vindicare non potuerit, cum valde dubito utrum ex Cies: ricnsi monasterio fue.
presertim ipse Gregorius pluribus locis (6 ) dicat rint, an ex aliis Cappadoci:e monasteriis . Nom Cic
arnicitiain hac in re Basilium Spiritui postha . sarienses ascelie videntur Basilio semper amicis
buisse . simi fuisse ; el cum ſactam ei ab Eusebio episcopo
V. Monachorum de Basilio querelæ ad sancti injuriam ultra legem el inodum deſenderinl, eorum
Athanasii aures pervenerunt, eique occasionem de- que studium eniluerit in promovenda illius electin
derunt Basilii defendendi. Nam cum ei Dianius qui- ve : verisimile non est lain cilo eosab illo abaliena
dam dixissel monachos Cæsarienses succensere ellos fuisse, et ignaviæ crimen intulisse, cum cung
obluclari Basilio , scripsil eis Athanasius, ut patri se ad gravissiinum certamen fortiter pararet.
obedirent lapquam flii, nec ei obluctarentur do - Præter bos reprehensores, alii etiam inter Catho .
centi. Si enim suspeclus esset Basilius in iis qux ficos exstilere, qui et Basilium el Gregorium non
ad veritalem spectant, laudabilem ſore eorum con - D umiditatis, sed impietatis accusarent , ac ne pie
lentionem . Sed si conſidunt (eaindem sibi fiduciam quidem loqui existimarent ; non quod divinila -
esse ail) eum esse decus et ornamentum Ecclesiæ lem sancti Spirilus ab eis negari , sed potius
ac magis pro veritate certare, el eos qui doctrina quod eos in loc dogmale prædicando longius
indigent edocere ; nequaquam cum lali viro pu- ferri crederent. Unde Gregorius (c) rogat Basi
gnanduin esse, sed potius bonam illius conscien - lium ut se doceat, quousque in pradicanda Spiritus
tiam approbandam ). Non exstat !2c Athanasii epi- sancii divinilale progredi, quasque voces usurpare,
stola ad monachos Ciesarienses, sed hæc eruimus el quousque economia uli convenial , nimirum ut el
ex aliis ad Palladiuin presbyterum lilleris , qucm) jis satisfieret, qui nimium jejune divinitalem sancti
Albanasius, acceptis ab illo cadem de re litteris, Spirilus prædicari, el iis qui plus æquo illum ex
rogat, ut ipse etiam scribat ad monachos Cæs: - Tulli querebantur. Nonnulli his temporibus ſere
rienses , ac sibi in eis fleclendis operam navel. Ex bantur Spiriium sanctum Patri el Filio præpor
(@, Naz. ep. 26. (c) Naz. ep . 26.
Idi Or. 5, ct or. 20.
LSA۱۷ PROLEGOMENA.
nere, ut patet ex Basilii epistola 52, neque banc A piam reliquisse Nyssam conveniendicum episcopis ;
criminationem ipse Basilius effugit. Neminem sane ordinationis tempus intra angustiores adhuc fines
hoc insaniisse errore crediderim ; sed boos ruinores contrahitur , nec serius videtur contigisse autunno
spargebant Pneumalomachi, sicque fucum infirmio. anni 371.
ribuis animis faciebant. Quare adhibendir cautiones II. Videntur scripta ante Cappadociæ divisionem
erant, non solum ne qua darelur ansa Pneumato - epistolie 72 ct 73 , ad Hesychium et Callisthenem .
machis, sed etiam ut infirmis consuleretur. S. Alha- Lusus ab Eustochii servis Callisthenes , vir poiens,
masius, qui res in Cappadocia gestas ex audilu alque, ul verisimile est, in magna aliqua dignitale
poveral, videtur existimasse Easiliuin infirmorumi constitutus, panas a famulis el heris repelere vo
causa studium defendende Spirilis sancli divinitatis luit. Misit militem , quo in domo Euslochii mullum
temperasse . Ait enim de Basilio : Cum infirmis in - contumeliæ genus o:nillebal, Servos in eum locum
firmatur, ut infirmoslucrifacial. adducivolebat, ubi injuriam fecerant, ut ibi penas
persolveremi. Servi ad Basilium confugiunt qui sla
XIX. eniscopus Gre . lim
1. Circa hoc tempusCAPUT
Nyssæ ordinatur scribit Callistheni. Is perlionorilice respondci,
gorius Basilii frater. 11. Basilius Eusiochio ejus- ac folius rei arbitrium Basilio committit, sic tamen
que servis patrocinium impendit. Ill. Dolor ejus el But pænam non remilleret, sed eam Basilii auctori
scriptor
ano 371 eo epistola
ab ereunie. on division
IV. Therusi em anno
us hoc Cappado cia lale comprobari vellut. Gratias ei agil Bisilius (a ),
regebat
Cappadociam . V . Elpidius ejus (1880:sor. Vi. The- ac servos co adductum iri promillit , ubi injuriain
rasio dignitas abrogatur, vel eam sponte abjicil. fecerant, si i ] Callisthenis animo fisuin et imno
1. Rclerenda ad hoc tempus videtur ordinatio lum sedeat. Sed cuin ea res magnis incommodis
S Gregorii Nysseni, in qua non soluni summus (a) obnoxia sil, rogat ul Sasima sistantur, eoquc ve
exstitil consensus episcoporum Cappadociæ , sed niens Collisihenes polentiam suam simul et leni
eljam summa constantia in imponenda Gregorio lalem ostendal, incolumes dimillendo . Quanquam
hujus oneris suscipiendi necessitate. Sed quam - ne id quidem concedit Callistheni, nisiquoi melual,
vis nihil omissum esset neque parvum , neque ne quid iracundice in ejus corie ininus coclum resia
magnum , quod quidem ad canones allineret ; non deal. Mullo enim prix'clarius laclurum , si vindictain

Negotia ci exlibuerunt (b) anno 374, tanquam prx - pænam traditurum secundum leges ; perjurii reum
ter canones ordinatio , atque hanc illius ejiciendi non fulurum , si ex legibus ecclesiasticis, que non
ansam arripuerunt (c) anno 575. Unde Basilius (d) c minoris sunt prelii quam civiles , puniantur et
ut fratrem deſendal, sic loquitur omnium Cappado - emendentur. Videlur liac epistola per eumdem dia.
ciæ episcoporum nomine : Venimus omnes ampli- conum missa , per quem et epistola ad Sesychium
ludini iure supplices... sin autem est aliquid aliud missa esi. Hunc rogat Basilius, ut sibi in placando
canonicum , quod examine indigeat, idque magnani- Callisihene, vel per se vel per amicos operam navei.
milas lua audire ac judicare vuli, nos omnes adesse Sibi enim molestissimum fulurum , si jis qui ad se
necesse est, quia si quid deficit coruin que ad cano- confugeruni prodesse non possil. llæc autem anle
nes spectant ; culpam sustinent qui ordinarere , non is divisionem Cappadociæ evenisse conjicio, propterca
qui ministerium suscipere necessitate omni coactus. quod pelii Basilius, ut servi, quos in fidein suam
Nondum episcopus eral Gregorius, cum sese ine receperat, Sasima usque siscantur. Id enim argu
Terposuit , ilpaccon inter fratrem el patruum alios. mento esl nondum hoc oppidum in aliena jura ces
que Cappadociæ episcopos conciliarel (e). Tunc enim sisse : nec profecto charitatis Basilii et animi for
Basilius cum eo , ut cum hominc negotiis vacuo et litudinis fuisset, ejusmodi homines deserere, atque
soluii, expostulabat, quod non ad se novam vitam in - in gratiae el beneficii loco petere, il exira ditionein
gressiim opis ferende causa veniret. Deindc vero el patrocinium suum abducantur .
inter episcoporuin Cappadocize dissensiones minime D II. Cum peregre esset Basilius mense Octobri
collocanda ordinatio , quæ summo est peracta con exeule aut ineunte Novembri, ac ecclesias suas
sensul: Ad hanc autem dignitatem jam pervenerat visitarei, vel Nysse episcopum ordinarel , scri
Gregorius , cum cognoininem suum , Sasimensem psere (1 ) ad eum Cæsaricrises , et ad opem sibi cele .
episcopum recens ordinatum , invisit ante Pascha riler ferendam patria revocavit. Rediit stalim , non
anni 372 (1). Quare intra illud tempus, quod a pa- spe auxilii ferendi, sed ne deserlos se ab eo cives
cificatione Cappadociæ usque ad Sasimevsem ordi- quererentur. Lucius eorum et doloris causa, divisio
mationem eduxil, Nyssena ordinatio collocanda . Sed Cappadociæ , ex qua duas provincias effecit Valens,
cum dominalus Arianorum per totam hiemem , præ velul si quis equum aul bovem suum duas in partes
sentia imperatoris ,acdeinde consecuti ex divisione dividens, duos pro uno sibi habere videatur . Cum
Cappadociae dissensiones non videantur Basilio co - ediciuin esset ut maxima pars curiz Podandula

la ) En. 995 , (P) Ep. 58.

(1) Ep . 190 . ( Naz. or. 5 .
( c) Ep . 979, (9 ) Enist. 73.
( d ) Ep. 225 . (h) Ep . 7's.
 VITA S. BASILII. LXXV
Transferretur, quem locum comparai Basilius cum A Tot enim lilleræ in aulam missæ , nondum venisse
Ceade Laconico , aut barathris illis quæ Charonia Valentem probant. Jam biems inceperat aut sal
dicebantur, tum vero pars senalus non ignobilior tem imminebal, cum tristis nurlius Basilio allatus.
fugam copil cum uxoribus et focis, perpetuum exsi. Quod enim meluit Basilius (d ) ne Martinianum de .
lion buic luco præferens (a) : alii abducii eo ſuere terreat tempestas anni aut ætas, quominus in aulam
ut capusi, miserandum omuibus spectaculum : ler - proficiscatur; id de æstate homini ætate provecto
tia pars in urbe relicta est, miserabiliter gemens dictum non videtur. Sed tamen non multum pro .
collegarum discessil, ac sustinendo negotiorum oneri cesserat hiems, siquidem Basilius lunc peregre
bus acciderani, animo concidens, relictis urbanis mutatio anno 372 ineunte, ut infra videbimus. Al
edibus, per agros et rura vagabalur. ltaque Ciesa civilis divisio ecclesiasticam antecessit, leste Gres
rea in trislem solitudinem redacta erat, nullä jam gorio Nazianzeno (e).
nocturnæ lucernæ , nulla eruditorum hominum in IV. Hoc anno 371 , rectorem Cappadociæ fuisse
rum rerum provisio ac dispositio , sed una vox au assessorem rogat Basilius, ulnon discedat ab adini
diebalur, exaclorum el corum a quibus exigebalur, B rando Therasio , sibique decorum esse existimet
quique flagellis cædebantur, cum eo lantas curas parliri. Quibus verbis indica
Quanlum Basilio inusserit doloris, patriæ cala - tur gravissimas quasdan ac minime quotidianas
milas , perspici polest ex tribus litteris (6) ea de re diſlicullales præsidi incidisse. Præterea cum Cappa
scriplis. Antequam rediret Ca;saream , scripsit Mare dociæ divisione optime congruunt el tempus hiber
tipiario . Hac enim excusatione utilur, cur non illuin num , quo hæc scripla est epistola , et quæ leguntur
adeal, quod patriæ voce accersalur. Quod quidem in line. Nam cum mulla Basilius haberel dicenda
argumento est Martinianum non longe habitasse ab el de multis, ea in congressum distuiii, non tulum
eo loco, ubi liinc versabalur Basilius. Erat ille vir esse existimans epistolis res ejusmodi commit
omni eruditionis laude cumulatus, et cum plurimum tere.
pusset apud imperatorem , Nebili malorum descri. Quæ in hac epistola de communibus Cappadocia
ptione conulur ci persuadere Basilius, ut vel impe - molestiis indicantur, ea minus commode Tillemoldes
ralorem adeal, quod quidem commodissimuin foret, lius de propriis Therasii negotiis interpretatur ,
ac Martiniani præclaro vitæ instituto maxime de quem et præſectura dejectum , cum hrc scribere
corum , vel saltem , si id ei grave sit cum propler , lur epistola , el in judicium vocatum fuisse pulat.
anni teinpesialem , lum propter xtatem , patriæ suæ Unde etiam illius patrocinium a Basilio in epistola
lillerarum præsidium imperial , ac voce sua el 96 suscipi existimal. Sed Eliam , non Therasium in
justa illa dicendi libertate , quam sua illi vila da illa epistola 96 commendari infra videbimus. Nune
bal, omnibus declarei , quot et quanta mala ex lioc autem satis est observare nequaquam præsidi abro
dividendie Cappadociæ consilio oriantur. galam fuisse præſecluram , cuin Basilius hanc epi
Probe videbat Basilius luis patrice calamitatibus stolam 77 scriberet. llorlalur enim assessorem , lil
necessit: iem sibiimponi in aulam proficiscendi , ac cum Therasio tantas curas parliatur, ac libenter
potentibus amicis singulia narrandi, Sed cum illum ejusmodi occasionem suscipial, ex qua et amicos
corporis infirma valetudo, ac Ecclesiarum cura videre el ab eis videri liceat. Initio dixerat se ex
detineret, scribil ad duos in aula polentes viros, magni Therasii praſeclura illud commodi perce
Aborgium et Sophronium Magistrum officiorum ; pisse, ut sæpe hune assessoren videret : Verum hoc
eosque obtestatur, ut communi palliæ (ulerque ipsum amisimus, inquit, præside privati. Aberat ergo
enjin Corpados eral) Irislissimo exilio collapse ad tempus prxses, nec dubium erat Basilio , quin rc
upeni ſeranl. diturus esset Ciesarean ) ; unde assessorem hortatur ,
Non tantum gratia et auctoritate valuit Basilius Dul ab eo non discedat, ac libenter in eo persici
ut calamitatem hanc a patria averleret : scd tamen munere , ex quo videndorum amicorum occasio
aliquam mali levationem videlur conseciilus . Nam nascatur.
unus ex potentibus amicis ad quos scripsit (c), forie V. Hunc autem assessorem Elpidium fuisse, non
Aburgius, prefecto lumanitatis ostendende occa. obscuris mihi videor conjicere rationibus. Nam in)
sionem subministravit. Forte hæc humanitas in ev Elpidius in Cappadocia magnum aliquod munus abji.
posila fuit, quod secunda metropolis non Podandi, cere et Cappadocia abscedere volebat, quo tempore
ut primo sancitum fuerat, sed meliori in loco, Tya- infaustæ res erant Cappadocum , ac paulo post hva
nis constituta . manilalem aliquam in Cappadoces a præfecto exliin
Hæc autem anno 371 gcsta esse, antequam Va bilam , id est,ut conjicimus, postquam pra:ſeclas se
leus Cæsaream venirel, salis ex dictis perspicisur. cundan: metropolim , quæ Povändi locala fuerais
(2)Ep. 78. ( 1) Ep . 74 , n . 3 .
16 , Epist. 74, 75 , 76 . (e) Niz. or. 20.
(C) Lyr. 78. Ep . 78 .
LIIVI PROLEGOMENA .
Tlyanis constiluit. Hæc autem mirifice conveniunt a CAPUT XX.
in illuin assessorem , quem e Cappadocia abscelere J. Initium perseculionis ab adventu Arianorum . Euip
molestissimo tempore meditanlem Basilius ab hoc pio communionem denegal Busilius. Il. Busilii cer.
consilio in epist. 77 dehortatur. In utraque epistola tamen cum præfecto ac deinde cum prxposilo co .
q:lorum . III. Non interfuil his præliis Valens. IV .
præstantissimi viri res agitur et Basilio amici et ad Scriplıc in hac persecutione epistolie 79 el 80 . V .
sublevandam Cappadociam maxime idonei. Tempus Volens semel el ilerum venil in ecclesiam , ul Br
silio faclam injuriam sarcial. VI. Basilio postea
idem utriusqne epistolae, magna quadain calamitale pænam exsilii infligit ab Arianis impulsus, sed
recens in Cappadociam in vecia . Idem in utraque gravi morbo filii cogirur sententiam mulare. VII .
cpistola assessoris munus, Rogal amicum Basilius Rursus staluil ejicete Busilium , sed calamus tertio
in septuagesima seplima ut non discedal ab admi conteritur. Vill. Insignis Gregorii locus explicatur,
ar Valentem iterum renisse in ecclesiam probalur
rando Therasio , sed cum eo tantas curas partialur. ante moriem filii. IX . Miraculum calamorum Crp
In septuagesiina autem oclava id agit, ut Elpidius, sarerc faclum . X . Hæc persecutio ad annum 572
ex quo lota pene publicorum negotiorum cura denen . referenda.
dei, patriæ præſciatur et in Cappadocia jubealur 1. Baclenus in S. Basilii episcopalu nullum tom
remanere. p pils vidimus, quod a magnis rebus gerendis inter
Quod autem rogal Basilins, uit Elpidius Cappado- ºmissionem habuerit. Sed nunc splendidius quiddam
ciæ præficialur, non inde sequitur eum præsidlein et el illustrius enarrandum occurrit, proplerea quod
reclorein potius quam assessorem præsidis fuisse. majore sonilu prædicari solent, quæ pro Christi fide
Nam assessorum magna erat auctoritas. Hinc Gre- in gravissimis periculis fortiter et constanter funt,
gorius Nazianzenus assessorem vocat & pxñs xolvw - quam quae aut ad disciplinam prudenter decernun
vóv in epistola 48, ouvápzovta in epist. 126 eumque lur, aut ad leniendos inimicos et pacificandas Ec
cuin præside conjungit ut Jolaum cum Hercule , Pro- clesias sapienter et moderale suscipiuntur. In his
relam cum gubernatore , epist. 127. Quin etiam as- Basilii certaminibus describendis præcipue videntur
sessorem Elpidium fuisse , non præsidem confirmat antiqui scriptores elaborasse ; sed cuin in nonnullis
Basilius, dum ait lotain pene rerum publicarum cu - circumstantiis minus inter se consentiant, danda
ram ex eo pendere. Id enim de assessore satis aple est opera, ut rerum ordinem , quam fieri poterit ac
dicitur, cum pro siia experientia ac diligentia pluri- curatissime, sequamur.
ad quem summa redit folius regendæ provincize , id baros successibus elatus in Orientem lento itinere
sane minus commode diceretur. c lenderel, satis diu interjcctis Constantinopolim inte
VI. Virum Basilius ab Elpidio impetraverit, ut in ler el Cappadociam locis commoralus est.Ac in Bithy
Cappadocia remaneret, aut a præfecto , ut Elpidium nia quidem horrendæ ejusjussu actæ sunt lragadia ,
juberet remanere , slaluere non possumus. Illud cer- alque banc provinciam improviso impelu aggressus
Lom el perspicuum est, Therasium Cappadociae ad - penilus vastavit ; in Galatia aulem nullam prorsus
ministrationem aul sponle abjecisse , aul banc ei di moram invenit, ac levem et mobilem gentem sine
guilalem abrogalam fuisse anno 371 exeunie aut pulvere devicil. His victoriis indalus spem frangen
ineunte 372. Nam epistola 94, anno 372 non mullo di Basilii el capiendae Cappadociæ concepil (c). Hunc
post Valentis e Cappadocia discessum scripla est ad enim primum aggre:li non ausus est, ne illius esem
Eliam Cappadociæ rectorcm , qui ad regendos Cap- plum aliis aniinos adderel id ). Sed cuin finitimos
padoces, licet invilus , adduclus fueral, uit opera omnes impietatis viribus domuissel,ac ditioni suæ
collapsa instaurarel, loca non habitata incolis coin - subjecissetquidquid obvium habueral, lurpe el in
pleret, uno verbo solitudines in urbes transforma- dignum ducebal ab uno liomine el una civitate vin
rel. Non jam ergo Cappadociam regebal Therasius, ci. liaque cum mcminissel se anno 305, re infecta
sed commissa ſuerat Elice , qui eain tristissimum in al, hac urbe disceesisse, cum majorc impietale ac
slalum redactam acceperat. Unde illum comparat o ſerventiore acic rediens, acceplas clades reparare
Basilius cum Nauclero, quinavem nuper compactam voluit (e). Præcedebat eum Modestis prætorii pre
quin suum Therasio lempus in Cappadocia admini- ab iisque baptizalus : qui banc curam el sollicilli
stranda emeritum non fuerit, cun hanc provinciam dinem inter præcipuas administrationis sue parles
reliquil. Sperabat enim Basilius Elpidium ab eo numerabal , ut nullus fidei defensor domimanerel,
non discessurum , et ei in sanandis provinciæ rul. sed pulsis omnibus orthodoxis intruilerenlur doctri
neribus operam dalurum . Sed tamen videtur annuin nz imperatoris astipulatores, impiorum syngrapho
jam rexisse Cappadociam , cum decrela est divisio : rum exaclores, vel deteriorum etiam scriploruin au
nom sæpe Basilius (a) assessorem viderat Cæsareæ , clores. Sed ante ipsum praefectum venerunt in Cape
quem tamen non videbat, nisi preses Cæsaream ve padociam Ariani cpiscopi, quorundus videlur fuisse
wirel. Euippius.
la) Ep . 77. (d) Naz. or. 20.
1o ) Nyss. i Eunoni. (e) Nyss . 3 :9 ; Naz. 348.
(c) Thcodorel, lib . iv, c. 19.
 VITA S. BASILII. LISTI
Numerator a Basilio (a) Euippius inter signiferos A læreticorum exspectatio animosmovebal. Cur tanto
Imprubae factionis, quæ Eustathium et plurimos alios anle bæretici esploratores venirent, non obscura
deposuit anno 360 in concilio Constantinopolitano , est ratio . Cum summa esset festi S. Eupsychii cele.
In ejus potissimum nomen eruperunt Eustathii que brilas, ac magna hominum frequentia e vicinis re
rele, vel potius horrendic criminationes litteris ad gionibus conduere Cæsaream ad hunc diein soleret;
universas Ecclesias missis consignalæ . Videtur in præclarissima eral occasio observandi Basilii; quam
Galatia episcopus ſuissc. Nam cum Arianos e (b )Gae quidem non hoc lantum anno arripuerunt hæretici,
lalia accersivissel Eustathius; exagitat eum Busi- sed etiam anno 574 : alquc hand scio an ctiam 373,
lius quod qui olim Euippium episcopum esse ut infra dicemus in capite lricesimo. Quod si bære
negaverat, nunc eorum , qui ab illo ordinati sunt, lici anno 374, quo Valens in Oriente versabatur,
communionem ambial. luilium aulem præclare fa Cæsaream ad diem festum S. Eupsychii venerunt,
clorum , quæ Busilius in hac persecutione edidit,ab ul Basilium observarent, mullo id minus omillere
hujus hominis advenlu ducendum est. Nam nec ca . boc anno 371 debuerunt, cum Basilii accusandi et
nitiem Eilippii, vec eruditionem reverilus est Basie ejiciendi copiam daret imperatoris in finitima aliqua
lius, nec ipsa eliain amicitiae jura, quæ sccum ha - regione commorantis vicinitas.
Jebal : sed suam ei communionein constanter nega - 1 II. Denegala Euippio ejusque similibus communio
vil, ut ipse narrat in epist. 128 . Non multo post hos stomachum hirresis patronis facere debuit. Sed ta
molus ad tribunal Christi raplus cst Enippius. Jain mien spatium interim habuit Basilius itineris alicu
enim obieral, cum scriberet Basilius anno 373 epi. jus conficiendi, ex quo euin aMicii cives , ut supra
stolam mox cilalam . Quemailmoclum enim in epis10° diximus, instante hieme per literas revocarunt (d) .
lis anni 376 non exprobralEustathio communionem Non multo post erupit in Basilium persecutio . Non
cilin Euippio , sed cum liominibusab Euippio ordi uno aulem impugnarunt modo, neque una aggres
Datis, quod argumento est, illum obiisse ; ila in epi. sione. Adhibiti insullis, pollicitationes el minä .
stola 128 quæ scripla est auno 373 , declaral se rem Missi ex judicum ordine, es militari, ex gynæcæe
alısurdam faclurua , si postnegalam Euippio commu- etiam elmuchi, qui eum feclere conarentur. Missus
bionem , cum bominibus ideni Euippio sentientibus, id etiam ille Nabuz: rılan , coquorum præposilus, ar
est cum Arianis per Eustathium , quimedius esse Ca - tis suæ gladios minitans. Sed duo præcipuc cerla --
tholicos inter cl Arianos volebat, conjungi viderelur. nina memorantur, quorum alterum a Gregorio Na
Quamvis Basilii pugnæ cum magnis poleslalibus zianzeno referior, utrumque a Nysseno. Sic igitur
nog videantur ante mensem Novenibrein evenisse , , ex Nysseno gesla res es
(peregre enim erat Basilius instante hieme) Euippii (e) Auctores nonnulli erant Basilio, ut lempori
Lamen adventus ad initia Seplembris referendus. Die polius cederet, quain com adversariis Lain cruentis
scimus enim ex Gregorio Naziarizeno hæreticos die confliclarelur. Sed ejusmodi consiliorum inanis ope
ſeslo S . Eupsychii, qui septimus erat Septembris , in ra . Vocalus a præfecio Basilius, velutimedicus qui
insidiis collocatos fuisse (c), magnumque circa Basie dam ci consiliarius venit. Partim blandientem , parljin
lium exstitisse bellum , cupientibus nimirum hæreticis minantem monel, ut ob prælerila pænitentiam agal,
endam et aperiam vocem ex ipsiusmet Basilii ore arrio ac deinceps sanguinem servorum Dei sitire desinal.
pere, ut ipse es Ecclesia e.cpelleretur, qui solus pene Nibil enim illum possc in eos qui solum Dei regnum
teritalis igniculus restabai, vicinis omnibus capris ac appelunt. Non lædi bonorum publicatione eum , cui
subjugalis. Hæc dicebat Gregorius antequam Basi- fides sola possessiv est ; non exsilio Icrreri, quiuni
lium præfeclus oppugnalum venisset; idque perspi versam terram eadem animisententia calcal, ac eana
cimus ex epistola 71 Basilii, in qua Basilius lilleris partim alienam cxistimal , ob brevem commo
Gregorii modo ciralis respondens, invitat eum , ut rationem , partim propriam , quia omnia Deo pariter
sibi adsit ad propositum certamen , seque ignavia serviunt. Plagas aulem el labores ac mortem pro
notam a nonnullis hominibus inuslam propulsalu- o veritatc perpeli, ne mulieribus quidem lerribile vi
rum sperat, cum pugnandi lempus aderil. deri, sed omnibus Christianis hoc summum felicila
Hæreticum agmen Cæsaream ante præfeclum ve- tis esse, si quid pro hac spe gravissimum perſe .
nisse probat etiam Basilii cpistola 69 ad S . Mele . rant. Basilii constantia fit quædam , velul in scena,
lium , in qua sic loquitur : llic aulem , inquit, res personarum immutatio , ac milcscens præfecliis ad
dem , sed nondum quidquam declaraverit. Minantur rogal, ul ne modica illi el contemnenda res videa
quidem el concursum quemdam eorum , qui eadem ac lur, magnuin regem plebi suæ permistuin halere,
illi sentiunt, ex Armenia Tetrapoli el ex Cilicia . Non - cjusque magistrum ficri ; et cum hoc couisequi pos
dum ergo præfectus et alia poleslales advenerant: sil sola consubstantialis voce es symbolo deiracta ,
izao ne exspectabantur quidem , sallem lam cilo ; sola quod unum postulat imperator ,minime contra ejus
(m) Ep . 251, n . 2 et 3. (d) Naz. ibid .
(b) Ep. 244, 0 . 4 ; ep. 251, n. 2, 3. ( e) i Eunom .
(c) Ep. 26 . Vide urai. 20 .
LIXVIII PROLEGOMENA .
voluntatem venial. Ad hæc Basilius, magnum sibi A illum compellans (nondum enim eum episcopum vo
el peroplandum videri, ut imperator Ecclesiæ sit care dignabalur) ul lanto imperatori obsistere au
particeps : magnum enim quiddam esse animam deas, solusque omnium contumaciter le geras ? Quor.
salvare, non modo imperatoris, sed etiam cujuslibet sum , respondit Basilius, hæc oratio special, el quce .
hominis . Sed tantum abesse, ut fidei formulae quide nam kac contumacia el arroganlia ? nondum enim
qualiaddere velit aut detrabere, ul ne ipsum qui- id salis inielligo. Quoniam , inquit ille , imperaloris
dem ordinem eorum que scripta sunt, iminalari religionem minime colis, omnibus aliis jam inclina
pacialur. Narrat deinde Nyssenus aline Basilii cerla - lis ac superalis . Non enim , inquit Basilius, hac vuli
men cum coquorum praeposito Demosthene, qui, imperalor meus : nec rem ullam crealam adorart
accepla a Valente bac provincia , Basilium vchemente sustineo, cum et ipse a Deo crealus sim , el deus esse
lius aggressus est , prxsente rursus prælecio , sed jubear. Nos vero , inquit ille, quid landem tibi vide
nihilo magis promovil. Aderat linic certamini im . mur ? Nihil sane, inquit Basilius, dum hæc jubelis.
pius quidam ex Illyrico , quem Valentem Mursie Age vero , inquit ille, non magnum et honorific: ni
esse suspicalur Tillemontius. Non sine lepore ail exislimas ad nostrus parles adjungi, sociosque nos
Nazianzenus (a) lunc Demosthenem , cum arlis suie , habere ? Ad hæc Basilius : Vos quidem præfecti
gladios minaretur,a Basilio ad ignem ipsi convenien - eslis, el quidem illustres , non inficias eo, minime
lem transmissum fuisse. tamen Deo præstantiores. Socios aulem ros habere
Nunc nobis audiendus Gregorius Nazianzenus, mihi quidem amplum el honorificum fueril (quidni
qui omnibusrebus gestis interfuil (b). Narralipse ad- enim , cum ipsi quoque Dei creaturæ silis ?), &rld ul
fuisse se el audiisse, cum Basilius colm Valenle ile- alios quosdam ex his , quinobis subjecti sunt. Non
rul in ecclesiam veniente colloculus est. Quod si enim personarum dignitate , sed fide christianismus
idem dccrleris rebus non dicii, non idcirco cre- insignilur. Hac oratione commolus praſectus , ac
cendus est abfuisse. Nam cum Basilii sermones cum majori ira succensus , de subsellio surrexil , alque
Valente non referat , sed mirabiles ac quodammodo asperioribus verbis cum eo agere perrexit. fuid ?
divinos fui-se asscrerct , merito adfuisse se moner, Polestalen hanc non pertimescis ? Cur vero perti
ullestimonio robur addal. Al cadem cautio neces miescerem , inquil Busilius ? Quid liel? quid palior :
saria non fuit in re!erendis Basilii cum precio Quid patieris ? intulit ille , unum e lain mullis, gare
sermonibus. Quare cum Gregorius promisisset se mere sunt poles!atis. Quænam hæc ? subjunxil Basi
venturum , non video cur slaum non venerit. Moras lius , fuc enim intelligamus. Bonorum , inquil ille ,
illi morbu!n malsis altulisse putat Tillemontius, el c proscriprionem , exsilium , cruciatus, mortem . Tum
ad ji tempus refert quartam illius cpistolam , in qua Basilius : Si quid aliud habes, id riobis minilare. Hs
hunc matris morbum excusal, cur a Basilio vocallis rum enim , quæ adhuc commemorasti , nihil nos al
non occurral. Sed valde dubito an huic Basilii sel tingit. Quonam modo ? inquil ille , Quoniam , inquit
polius Ecclesiis tempori morbum matris pruulis . Basilius, bonorum proscripiioni obnoxius non est ,
sct. Preteres nihil habet hæc epistola de gravissim qui nihil habel : nisi forte laceris el deirilishisce pan
31:is veniendi causis , nihil de promissis Gregorii : nis indiges uc pilucis libellis , in quibus omnes mihi
sed mägnum significat videndi Basilii desiderium , fucullalcs el copile sunt. Exsilium autem haud co
cui satisficlurum se dicit, si Basilii precibusmater gnosco , qui nullo mollo circumscriprus sum , ac ne.
sanclur. Quare hiec epistola ad aliud tempus perii . que lerram hanc, quam nunc incolo, meam hubeo , er
nei, et qua Gregorius refert, ea auribus suis hau - eum omuem , in quam projectus fuero, pro mea duco :
sisse censendus esi. Idcirco prolixum ex ejus or: - imo , ul recrius loquar , universam lerrani Dei esse
ljone vicesima locum hic apponemus : Eccuilandem , scio, cujus udvena ego sum el peregrinus. Jam lor .
inquit, incogniius ille est, qui cum apud nos præ , menta quid accipere queant, cum corpusdesil, nisi
fecii munere fungebatur, cum suaple audacia adrer- forle primam plugam dixeris : hujus enim solins
sus nos praserlim inflammaius (nam ab illis quoque D penes le arbitrium ei potestas est. Murs porro vene
initialus, vel polius confecius fuerai), lum eliam am ricii mihi loco eril : cilius enim me ad Deum trans
plius, quam necesse essel, imperatori subserviens, millel , cui rito , et munere ineo fungor ,murimaque
atque ex eo quod illi omnibus in rebus obsequere- ex parle moriem obii , el ad quem : jampridem pro
lur, diuturnius imperium sibi conserrans ? Ad hunc pero. Quo sermone obstupefucius proſeclus : Nemo,
adversus Ecclesiam frementem leonisque speciem præ inquit, me (nomenque suum adjunxit) ad hunc usque
se ſerenlem , ac leonis more rugienten , atque ejus- diem ita est alloculus, nec pari verborum libertale .
111odi, ul a multis ne adiri quidem possel , vir forlis Neque enim , ail Basilius, fortasse in episcopum in
adducilur, imo vero ingreditur, perinde ac sinon ad cidisli . Alioqui hoc prorsus modu disseruissel , pro
judicium , sed ad festum vocaretur. Quonam autem hujusmodi rebus in certamen veniens. Nam caieris
modo, vel prajecli audaciam , vel Basilii virtutcm et quidem in rebus, o pra:fecte, manslieli el placidi su
sapicntiam , qua ei restiil, salis digna oralione com - mus, atque omnium abjectissimi, quemadmodum 1190
plectar ? Qui illa est, inquil, ratio , hcus lu , nomine nobis lege praescrip 'uin esi, ac noii dicim adrera15

(a) Or. 20. (b) Bbjd.

 VITA S . BASILII. LIST
lonium imperatorem , sed ne adversus plebeium qui. A vela . Rursus Dei athleia hoc secundo prælio , criam
dem quemquam el infimi ordinis honiinem superci- prioris gloriam superavit. Nulla hic sane imperá
lium allollimus. Verum ubi Deus nobis periclitarur, loris præsentive insignia , sed quidquid lerribilius
ac proponitur, tum demum alia omnia pro nihilo pue fuil, id ad judicem refert Gregorius Nyssenus.
lanles, ipsum solum intuemur. Ignis aulem , el gla 2• Testatur Gregorius Nazianzenus (p. 351) Va
dius , et bestiæ , et singulæ carnem lacerantes , volu - Jentem jamdudum Basilii audiendi cupidum ſuisse .
plati nobis ac deliciis posius sunt, quam lerrori. cum in ecclesiam iterum venil, el cum eo intra ve
Proinde contumeliis nos affice, comminare, fac quid . lum collocutus est. Nondum ergo Basilium audieral
quid collibuerit . potestate lua fruere : audiat hæc disscrcntem , ac proinde non adfueral cum Mode
elim imperator, nequaquam profecto nos vinces , nec slum ac Deniosthenicm Basilius lanla animi fortilll
efficies , ui impice doctrine ussentiamur : ne si his dine superavil. Hinc Gregorius postquam B : silii
quidem atrocioramirileris. Hæc postquam praefectus cum præfecto dialogos relulil , Transit ad ea quæ ad
dirit, atque audiil, ipsiusque contentionem animi ipsum imperatorem proloculus est.
cam esse cognovit, ut nulla ris eum perterrefacere ac 3° Narral idem Gregorius (p. 350) Modeslum ,
superare posset, ipsum quidem foras misil , algue quam celerrime poluil, ad imperatorein venisse ,
ablegaril, non jam cum iisdem minis , sed cuni qua - B eique quam inviclus esset ac insuperabilis Basilius
Jam reverentia el submissione. Ipse autem , quam declarasse ; quare aut vim ei inſerendam , aut non
celerrime poluit, imperatorem aliens : Imperator, in - exspectandum utminis cedal : 1001 vero imperatorem
quit,ab hujus Ecclesive antis!ile vicii sumus: Minis lantæ virtulis admiratione sese collegisse , ac ve
superior est. sermonibus firmior, verborum blanditiis luisse ne vis Basilio inferrelur, el cum illius com
fortior. Ignaviorum alius quispiam tentandus est : munionem non auderet amplecii (pudori enim illi
erat immulatio) mosime decoram ci satisfaciendi
clandum , ulminis cedat. viam quasiisse ci idcirco in ecclesiam venisse . Ex
III. Minus accurate versalur Tillemontius in ha - quiblis perspicitur nec Modeslim stalim post pri

existimat, post primum certamen, ad Valentem ac- furiis incendit hæc prima cladis ignominia), nec
currisse, eique in urbem , ut ait Theodorelus lib . iv, Valentem alteri interfuisse pugnæ ; siquidem quid
C. 19, introeunti acceptain cladem narrasse. Tuin in ea gestum essel, ex præfecto cognovil.
Valeniem iratum , quod con primo impetu fraclus Neque etiam accuratissimus fuit Tillemontius in
essel Basilius, certamen ingredi voluisse , et coquo- Basilii puguis numerandis. Quæ eniin coram præpo
rum præposilo Demostheni hoc munus commisisse, " silo coquorum gesla narral Nyssenus, haec Tille
Li Basiliam audienle se oppugnaret. monlius in duo diversa prælia dividit, quamvis
Sed inter primam illam pugnam et imperatoris unum prorsus exstileril, quod quillem , elsi præci
advenium multa intercesserunt, imprimis secundum puæ oppugnandi parles Demostheni commissæ fue
interfuit imperator. Decepere Tillemontium bc impius quidam ex Illyrico profectus convocaveral,
verba Nysseni (p. 314), äna tzotzeta! Traževó ß25:- ac ipsius præfecti præsentia celebratum fuil. Quam
deus oy reipov ajrós. Sed ilerum experirur ipse vis autem duas tantum insignes pugnas referal Nys
imperalor. Al quomodo experlus sil , indicant que senus , verisimile est lamen plures alias sustinuisse
sequuntur : Quemadmodum igituropera coquiNabu . Basiliuin : idque ipse non obscure indical in epi
zardan , inquil, Assyrius olim templum Israelitarum stola ad Eustathium , cui narral sibijani pugnas ali.
erertit : ila el isle Demostheni cuidam cuquorum quas, easque satis vehementes fuisse cum magnis
præposilo, ut aliis anduciuri, hac mandata provincia poleslalibus, præfecto et cubiculi præposilo . Na
palabat se perſeclurum quidquid aggressus eral. zianzenus el ex judicum ordine, el ex militari et
Ipse eliam Nazianzenus (p. 348) prxfectum cogno- j ex Gynæcæo immissos esse ait qui Basilium oppugna
rum numeral inter eos , qui ad Basilium missi sunt rent, ac idem munus ipsi eliam coquorum præposilo
3 Valente ; quod argumento estnon interfuisse bis commissum fuisse.
pugnis imperatorein ; sed vices suas commisisse . Videtur aliqua inesse inter utrumque Gregorium
Demostheni ; idque confirmat Nysseni narratio. discrepantia. Nam cum uterque eadem Basilii coram
Nain cum Demosthenes omnia miscerei , ac impius præfecto dicta referal ; Nyssenus hac Basilii constan
quidam ex Illyrico , qui tabellas manibus ferebal, lia iram Valentis accensam fuisse dicit, eumque vices
proceres omnes ad hoc spectaculum convocasset; Basilii ileriin oppugnandi coinnisisse Demostheni :
cumque rursus iram suam Modeslus vehementius, contra Nazianzenus iracundiam admirationi locum
quam antea , accendissel , seque omnes ad Valentis cessisse,ac veluisse imperatorem , ne quis Basilio vira
iracundiam fingerent, el cum eo indignante indigna . inferret. Ergo alleruter Basilii dicta.non satis accu
rentur, sumina eral fullrorum exspecialio . Rursus ralo ordine retulit. Nam de historia suinma, pugnis
enim ille præſeclus, rursiis terrores el mince prio non semel commissis , ac oplatissimo constantie:
ribus graviores, ac ira vehementior : judicialis ap- Basilii exilu mirifice inter utrumque convenil.
paralus, precone:, apparilores, lictorcs, cancelli ct V. Dum Basilius hac sustinei prielia ; Eustalling
LIIX PROLEGOMENA .
Seb: stenus millil ei cun litteris Elensinium , unum Alus implelur. Alque id plerisque adhuc obscurum el
ut verisimile est, es discipulis suis, qui certanti incognitnm eral. Verum cum dona, quæ ipsemet ela
adesset ac suppetias ferret Basilio . Respondet ei fecerul,divinæ mensa offerenda essent,nec quisquam ,
Basilius sibi (a), antequam illius lilleras acciperet, ulmos ferebat, simul ea caperel (quod non salis li
persuasum ſuisse de illius erga omnes, maxime vero querel, an ea Basilius accepiurus esset ) Tuin vero
erga se charilale ; illius autem acceptis lilleris et manifesle se a ſeclus prodidit. Ita enim lilubare ce
conspocio Eleusinin, gralias se Deo egisse, quod pit,utnisi quispiam ex sacrarii ministris vacillan.
sibi lalem adjutorem el commilitonem concessissel. lem supposila manu retinuisset,misere utique et lu
Narral se in pugnis vehementibus , quas jam habue. iluose prolapsurus fueril.
Tal cum magnis potestatibus , præſecio et cubiculi Verisimile non est Valenlem Basilii manu com
præposito , Oinncm issullum inconcusso animo sus munionem sacram accepisse, cuin Gregorius dicat
linuisse , Deo imbecillitatem corroboranle . Scripta cum cum Basilio pcrfunctorie conjunctionein iniisse .
videlur hec epistola ante imperatoris adventuin Videliir aulem Basilius in illius donis accipiendis
ac forte etiam ante illud vehemens cum coquorum plus consuluisse Ecclesiæ paci, quain leguin eccle
præposilo certamen, de quo nihil Basilius. siasticarum severitati (6). Constantii dona allo vullu
Scripla eliani in hac horrenda lempesiale epi. B rejecit Liberjus, sed in dissimilii occasione. Pares
rem siluin significat quod oblatam ad se scribendi licze filei odio, et aller quidem catechumenus, alter
aliquam occasionem pralermisisset. Præclarissime ab hæreticis baprizalus : sed Constantius per eu
secum agi existimassel Basilius, si ad historiam nuchuin Eusebiuin donamiliebal corrumpendi causa;
vitæ suæ congressum cum S . Albanasio adjecisset. at Valens ipse suppliciler offerebat, ut suæ in Ba
V. llis quae de Basilio narrala fuerant a præfccio , silium observantia aliquam significationem daret.
perculsus est Valens, ac instar lerri iminutalus, quod Quænam autem illa exstiterint dona , quurum opi
igne qui lemn emollitur, sed tamen ſerri naluram re - ſex Valens, non facile cst slaluere. Dona allari of.
linel. Itaque minis in adiniralionem conversis, fa ferri consuela intelligit Theodorelis (c) : vasa au
clum sunn improbal, vim Basilio vetat inferri ; et rea Nicelis ipsius Valenlis manu fabricala .
cum ipsius communionem ainplecti pudor prohibe- Nulla eo die Basiliuin inter et Valenlem fuere co!
rel, aliquam lamen ei satisfaciendi rationem quz - loquia (d ). Sed cum rursus in ecclesiam venisset,
rebat, qux sibi indecora non essel. Ilanc autem m2- satisfecit diuturnæ colloquendi cum Basilio cupi
ximc decoram judicavil. Sacro die Epiphaniæ in dirati, ac intra velum ab eo susceplus est. Tuin
lemplum ingressus cum satellilum manu , MUINC- vero Basilius sic loculus est, ut Gregorius qui ad.
ruin laicorum auxit , seque hoc modo defunclorie erat, Dei voces fuisse Icstelur. De hoc Basilii com
cum Basilio conjunxit . Videtur Valens Cæsarean Valentc congressu sic loquitur Theodorelus (e ) :
non mullo ante diem ſestum advenisse. Nain si spi - Cum Basili:ls intra sacra rela , ubi ipse sellebat, ac
lium Ariani habuissent. illius ilerum incendendi, la - cedere Valentem jussissel, multa ad illum verba le
cile illi novas iracundiæ faces admovissent. Id eniin . cit de recla fidei doctrinn ; eumque Valens libenler
non semel perfecerunt, ita ut Valentis animus per- uuscullavil. Aderal lum quidam nomine Demosthenes,
petuam habuerit iracundia iu Basiliuin et reveren - Castrensis sacri palalii, qui cum magistrum orbis
lix vicissitudinem . Terrarum objurgarel, barbarismum admisit. Tum
Illud aulein minime prælereundum , quod eo die subridens divinus Basilius : Vidimus, inquil , etiam
evenisse narratGregorius Nazianzenus. Postquam Demosthenem lillerarum erperlem . Et cum ille ve
enim , inquit, inlus fuit, atque ipsius aures psalmo hementius indignalusminarelur, subjecilmagnus Ba.
rum caniu , non secus ac loniiruo quodam personue: silius : Tuum munus est , jusculorum condimenla cu
runt, plebisque pelagus vidit, omnemque ordinem el rare. Divina enim dogmala exaudire non poles, cuin
concinnitalem , yure lam in sacrario, quam prope sa- D aures habeas obstructas. Et Basilius quidem ista
crarium eral, angelicanı polius quam humanam , at. dixit Demostheni. Valens rero tantopere eum miralus
que ipsum quidem anie populum recto corpore slan est, ut pulcherrima quæ illic habebat prædia paupe
lem , qualem Scriplura Samuelem describit, nec cor. ribus donaverit, quorum ille curam gerebat, qui tolo
pore, nec oculis , nec anino, perinde ac si nihil novi corporemulilati mullo majore curatione indigebant.
conligissel, ullam in parlem se moventem , sed Deo , Asseverat Basilius in epist. 94 , suum ædificandi
ril ira dicam , el allari affixum ; eos aulem , a quibus plochotrophii consilium Valenti perspectum ac
cingebalur, cum limore quodam . ac reverentia slan . probalum ſuisse ; cjusque auctoritate uititur , ut in
16s : hæc, inquam , simul aique perspezil (nec enim vidiam repellat, quam ipsi nonnu!li bomines apud
simile quidquam unquam videral) humanum quiddam præsidenioli susceprum tanta molis ædilicium creare
passus est, alque oculorun verrigilie ac lenebris 10- tcntabant. Al de Valentis liberalilale quam refert

(a ) Epist. 79, 80 . (d ) Naz, or. 20.

b ) Ailall. and Solit . (e) Lil . iv, c, 19 ,
(c) Liw . IV, c. 19 : Naz. 19m II, not. p. 781.
 Vita S. BASILII. LXXT1
Theodoretus , nihil prorsus legitur in illa •Basilii A seri spiritum abstulit , prædicans ingralam eorum
epistola . meniem .
VI. Darc Busilii virtutis admiralio injecia Valen Neque onvillendus nobis Rufinus (9), qui rem sic
lis animo, inilimo fuit illius in Cappadoces huma- edisscrit : Cum Basilius a Valente, inquit , in ersi
nilalis : hzec prima exstitit tempestatis sedalio . Sed lium pro fide cogerelur, ethibilis ad tribunal prac
ciio instabilem illius animum Ariani arlibus suis ſecti, terroribusque ( ut illis moris esl poleslali ) et
immularunt. Non unum autem ariiiiciuin ab cis ad - minis maximis agi copil, el nisi præceptis principis
bibitum . Interduin enim catholicam fidem præ se oberlirel, interilum sibi jamjamijue speraret impen
ferebant, ac Basilii doctrine assentiri se profiteban - dere. Tum ille intrepidus, el absque ulla animi
lur, 110 testatur S . Ephrem (a ). Non idcirco Basi- perlurbatione hæc sibiminilanli præfecto res;'ondisse
lius eorum forinulis aut communio: i cedebat. Sed ferlur : Alque ulinam aliquid mihi essel dignimune
inde, ut verisimile est, ansain arripiebant illius ac - ris, quod offerrem huic , qui malurius Basilium de
elsandi apud Valenlem ,ut hominis ab omniaccom - nodo follis ejus absolverel ! Cumque darelur ei nox,
modatione el pacificatione alieni. His artibus vin - gure eral media ad spalium deliberandi, respondisse
cunt improbi ; exsilium decernitur, parantur omnia , denuo perhibelur : Ego crastino ipse ero qui nunc :
nox aderal, in promplu currus, in plausu liostes , B tu le ulinam non mulares ! El illa quidem nocle uzor
in luctu pii ; Gregorius et alii amici latus alacris imperaloris velul lortoribus tradita crucialur ; filius
viatoris cingebant : Basilius exsilio mulctalus, hoc vero qui eis eral unicus, exstinclus pulernae impiela .
tantum Degolii suscipit : uni ex famulis imperat , iis creditur ex solrisse supplicia. Ila ante lucem missi,
ul se acceplis pugillaribus sequatur. Sed Deus re- qui rogareni Basilium , ul precibus suis intercederet
scindit exsilii decrelum : filius Valentis in febrim pro eis, ne etiam ipsi, et quidem multo justius sini
incidit, el cum illius morbo nullam prorsus medic liter interirent.
cinam pater inveniret , ad Basilium confugit, non VII. Victi at non defatigali Arianinon multo post
quidem per se, ob contumeliam modo ei faciam , sed ad pugnam redierunt, el infirmam Valentis mentem
per eos quos sancio episcopo amicissimos esse 110 novis artibus aggressi sunt. Hanc autem inprimis
veral, id est per Terentium et Victorem aut Arin - aleam adhibuerunt, quae perraro fallebat, ul Basilio
theum . Nam magistris rei militaris hoc munus com - slanle nibil se promovere posse , eo relegalo cæle
niissuin ſuisse refert Theudoretus (b).Accurrit Basilius, ros facile cessuros dicerent (1 ). Gravis enim illeno
ejusque ingressu levior lil niorbus, nec dubitabant bis est, aiebant, vel solum conspectus. Etenim valde
qui aderant, quin filium imperalor incolumem re- contrarius nobis est in sermonibus : propterea fieri
cepisset, si non dulci aquae salsam miscuisset, Ba- º nequit, imperalor, ut fides nostra progressum capiat
silium vocaus et hzrelicis credens. Alque hæc qui- si isle adsil. llerum ergo decernitur exzilium , sed
dem Gregorius Nazianzenus, cujusnarrationem ac- Deus novo miraculo suum Ecclesiæ Cæsariensi pa
Curale sequitur Sozomenus (c) ; el quod Gregorius slorem servavit, quod a S. Ephram (i) sic narra
ait Valeulem aquæ dulci salsam miscuisse, id So- lur : llorum sermonibus, inquit, inductus imperalor,
zomenus interpretatur de hæreticis una cum Basi- suscepit in ensilium eum millere : slalim vero cala
lio advocatis, utpro Valentis filio precareutur. Ex mus, qui non sustineret iniquo subservire consilio ,
Tbeodore!o (d) Dominica Augusta magnis dolori. ultro confractus est , insipientem erudiens , quan
bus, vel, ut ait Socrales (e), horrendis visis vexala , enormefacinus patrare vellel in servum Christi, unius
Valenti auctor fuit, ut Basilium accerserci. in Paire et Filio el Spiritu sancio divinitalis præco
Res a S . Ephræni (1) sic narralur : Dum gravi nem , quique ita non senlientes aut loquentes, lanquam
morbo detinerelur filius lyranni, rogabant virum canes rabidus sapienter redarguebat. Cum aulem non
huuc, ut pro eo precarelur ; illo vero proponente con sentirel is, inanino calamo insensibilior, filius revera
dilionem : Si eum mihi tradideris, ul adducam ad erroris, secundum quoquesumpsit ad subscribendum ,
immaculatum fidem , libereinque ab omni impietale D el ad finem imponendum mala voluntali ; verum hunc
Ariane doctrinæ : el ipso assentiente ; stalim Basi- similiter confringi vidit, nec pati velle communionem
lius pro imperatore terreno erga cceleslem interces- mali, quod ipse facere nitebalur. Quid conaris , o im
Sor exstitit ;obtulit viri promissum , eique sanitatem perator, in peregrinam eun ejicere regionem , qui in
filii retulit. Ut aulem serpentes viderunt puerum ser. habitatorem habet universa com ;lentem ? Cur capere
talum , rursus levis imperatoris mentem depravaruni, tenlas nulli expugnabilem ? Quare civilale pellis ci
ejusque filium acceplum baptizuruni aqua, non la vem coeli ? Nam si lertium quoque.calamum sumpse
men Spiriiu ; docebant abnegare Filium Dei ; inle . ris , cernes conltitum , nolentem , nec libi cooperanten .
rius irrelienles, et e.clerius induenles ; foris Christum Quod utique etiam contigil . Tunc aperle viclorin a
induil, inlus dilacerat. Quare non multo posi, mi. cunciis prædicala ſuil, lum illustre tropæum inoi
(a) Cotel. tom . IIl Monumeni. in Corel. t. III Monum . Lccles., p. 63.
(6 ) Lib . iv, c . 19 . (9) Lib . XI, c. 9.
(c) Lib . vi, c. 16 . inj Colel. iom , III, Monum . Eccl., p . 64.
(d ) Lib . iv, c. 19 . li) Ibid . p. 65.
(e) Ibid. c. 26 .
LIXX1 PROLEGOMENA.
cli hominis, calumi ires exstilerini, Trinitatem con- A calamorum in scribendo cxsilii lecreto fractorum .
substantialem prædicanti patrocinantes . Hanus ad Sed conjicit vel Antiochiæ rem geslam esse, ubi
proferendam sententiam festinabai, el calami eam in - non semelinila de pehlendo Basilio consilia ; velhanc
jislam demonstrarunt. Manus prarum caículum dare novam persecutionem anie secundum Valentis in ec
properabuł ; calami vero inane studium relinebant. clesiam ingressum contigisse , vel in alio Cæsaream
Imbres miraculoruin pluisse ait (p. 64) idem scri- Valentis advenli , qui in hanc urbem redire potuit,
ptor , seque hoc unuin de omnibus narrare . liein elsi non legilur rediisse .
miraculuin narral Theodorelis (a ), additque Valen - At inutilis prorsus videtur lut conjecturarum
lem , cum secundo el terlio calamus laissel contri opera in re sua sponte soluta et explicala . Nam
lus, dextra subito conculi ac tremere cæpisse. bec Gregorii verba : Hoc ſuil imperatoris erga nos
VIII. Locus quidam Gregorii Nazianzeni minus humanitatis inilium , hæc prima rerum sedario , rlc .,
recte intellectus in maxinias Tillemontium angustias non referuntur ad illud Valentis intra velum cuni
conjecil. Postquam retulitGregorius, Valenlem Bä- Basilio colloquium , sed ad illam Basilii virtutis ad
silii admiratione perculsum veluisse, ne vis ei il- mirationem , qua perculsus Valens veluit ei viin
ſerrelur, et duin dona offeri, mirum in modum ire . inferri. Id palel ex lola narrationis scrie . Ail
muisse ac lilibasse , cumque rursus in ecclesia in B enim Gregorius Valentem , his quæ Basilius gesse
ve issei, intra velum divinas Basilii voces audiisse; rat auditis, in lantam illius virtutis admirationem
postquam , inquam , lac narravit , stalim addit : venisse, ut ei vim inferri veluerit , eique satisfa
Aj-riveta: cñs Foo 235:1éws rep! mpeão: &vipu - ciendi causa in ecclesiam venerit, ubi ad solum
Toc ; À037, % a ! 29715T15:5 Topiúir , touco D 27414, Basilii aspectum contremnuit et titubavil, ac postea
tpis cóc: 5:0 /100tri; c.7,62.25 to istov in te rediens longum illius videndi et audiendi desiile
¿Ejua :c7ugev . lloc exstilit imperatoriæ erga nos rium explevil. Quod ergo slalim addit hanc primam
humanitatis el clementiæ principium : hæc primu se- fuisse tempestatis sedationem , id manifeste refer.
dalio : hæc occasio maximam impressionis illius par. tur ad summam Basilii in certamine constantiam ,
tem , qua lum vexabamur, non secus ac fluctus quos. cujus admirator exstitit Valens, et idcirco in ec
dam , fregil ac dissolvit. Hæc refert Tillemontius ad clesiam venire staluit et cum Basilio colloqui.
secimidum Valentis in ecclesiam ingressum , ac inde 2. Idem probant hæ voces, Hcc prima sedario ,
certo colligi existimal, Basilium ac omnes etiain quæ in interpretatione Billii omissä ſucum réce

pore, vel saltem satis diu post Basilii cum Valenle scdalam ſuisse tempestatem , cum Valens Basilio
colloquium , pacem retinuisse . Sed animadvertitº vetuit molestiam exbiberi : quod quidem vetuil an
Tillemontius longam illam pacem , quam secundum tequam in ecclesiam veniret. 3° Huc accedit lesti
Valentis in ecclesiain ingressuin consecutam esse monium Gregorii Nysseni, qui Basilii in sustinen
putat, conciliarinon posse cum persecutione, quam dis præfecti assullibus constantiæ acceplam refert
stalim narrat Gregorius postquam de secundo Va - tranquillitatem , quarn Cappadocia ex omnibus pro .
lentis in ecclesiam ingressu loculus est. Hæc enim vinciis Valenti subjectis sola experia est . Sic loqui
persecutio , in qua dccretum Basilio exsilium morbus inr Nyssenus (6) : Ka ! Thalv Ở đ027015 toj Ozoù
Galatæ avertit, diu differrinon potest ; siquidem ex fois osurépous tūv årlövwv, xzi tnv è ! tois 25.000
Themistii oratione anno 373, pronuntiata in annum 2a6ovo: õógav umspfandóuevos. El od onceis coú
decimum Valentis, janimortuum esse Galatam per- twv tås àToosife 's, els aúta sašyou tà topaypata .
spicitur. Solvi possel dillicullas, si qua ratione ni. Ilotov oux ¿ Tisvziuato TÓTOV Tūv 'Exxanseñv thub
teretur quod narrat Socrales , lolam rem Anlio - xaūta xatastpoon ; rotov ÉJLELVEV ŽOvos sñs tūv
chiæ gestam esse , coque accersilum Basilium . Va. aipetixūV ŠAT!Otasias åtelpatov ; tis tūv yard tas
lesius, qui hanc opinionem merilo rejicit, Valentem 'Exxanoiasejôoxluoúvtwvoºx år.Ege !c0n cūv Trówv;
existimat cum aliquot annos Antiochiæ traduxisset D Tolos océçuya hads thv tolaútny tanpalav ; où Lupia
ventu persecutionem redimtegrasse . Sed huic sen- tous Baphåpou; öpwr . où golvixn, xal Manalotivn ,
lentiæ obsial mors Galatæ , quæ iam sero differri xal'Apz6:a, xal AlYUTITOS , xal od Ovn tñs Albuns,
non potest. Salius ergo videtur Tillemonlio a Gre- ČWS TOj répulatos tñis xal' horas oizoudévna, où tà
gorii auctoritate discedere , el Theodoreti inhærere ėml cáos távta , Ilovtixoi , xal Kla :xes, Auxlol, Au
testimonio, qui decrelum Basilio exsiliumi elmorbum .0!, II:slozi, Ilázqužol, Kåpe;, 'EarSTÓvt O , vie
Galatæ sic narrat, ut ante secundum Valentis in oiūrai, uéxp: tñs Ulpotovcião ; aütñs; Oů ode ÈTE!
ecclesiam ingressum evenisse videantur. Θράκης πάντα, έως ήν η Θράκη, και τα περί αυτήν
Postquam pedem ex hoc incommodo referre co- EOvri, łws Topos adv 'loopdv ajróv; el tŪV TÁVtwy
nalis est Tillemontius , aliud ei occurrit, diuturnæ È z oxidatos ējusive, crv si un al ttpaxateixETO TO)
paci, quae secundum Valentis in Ecclesiam ingres- to !Ov= xaxo ; adag uóvos Éx TrávtWV Ó K29.raðó.
sum sccula est, pariter repugnans, miraculum trium 43.092ads, tñs xouvñsTūv 'Exzano:ūvourpopas oux
(a) L . iv , c. 19. (0) Eunom .
 VIT. S. BASILII. LXXXIII
επήσθετο : ον ο μέγας πρόμαχος ημών επί των πει- A prorsus est aliisi quam Cesarca dixisse ; nunquam
pasuāvo!cousato . Iterum generosus noster athlela enim Antiochiam accersilnis Basilius.
in cerlamine conspicitur, gloriam prioris pugna lon. Cæsareæ etiam collocat Gregorius Nazianzenus,
ge ersuperans. Quod si hujusce rei pelis lesles , res quæ præfecto Modesto contigerunt. Is enim , com
ipsas intuere. Quem enim locum inlacium reliquit Basilij constantiam et animifortitudinem experius
temporis illius calamilas ? Quænam gens hærelica esset, illius apud Deum patrocinium sensit. Ægro
rastationis ei grassationis expers mansil ? Quis eo- tabat, inquit Nazianzenus (p. 352), illacrymabal,
rum qui in Ecclesia porebant, non dejectus est a distorquebatur, Basilium accersebat, obsecrabal : Sa
captis et laboribus suis ? Quis populus insultationem iisfactionem habes, clamabal, da salutem . Alque
illam effugit ? Non Syria universa, non Mesopotamia banc quidem precibus Basilii consecutus est , idque
usque ad fines barbarorum , non Phænicia ,non Pa ipse fatebatur, et mullis, qui rem ignorabant, per
litslina , non Arabia , non Ægypius, non incolæ Lie suadebat, Unde etiam Basilii virtulesmirari el præ
byc usquead terminos nostri orbis, non alii, qui in dicare non destilit, ac occasiones bene de illo me.
eo degini, Pontici, Cilices, Lycii, Lydi , Pisidii, rendi quærere, quamvis in fidem , qua illi Basilius
Pamphylii, Cares, lellespontii, insulani usque ad sanitatem impetraveral, æquior, quandiu vixit Va
ipsam Proponiidem , non genies Thraciæ , qua paiel " lens, et lenior ſuisse non videalur.
Thracia , el finirimi quiqueusque ad ipsum Danubium ! X . Jam diximus Valentem non multo ante Epi.
Quæ e.r his omnibus provinciis calamitalis hujus phaniæ diem venisse Cæsaream , ita ut spatium non .
CIpers ſuil, nisi forte illa quæ antea hoc malo lene- habuerint Ariani illius animo novas faces admo
balur ? solus ex omnibus populus Cappadox commu- vendi. Quæ autem gessit Basilius cum maguis po
nem cladem et arumuram non sensit, quem magnus leslalibus ac deinde cum ipso Valenle , ea immerito
noster propugnalor ex omnibus lentationibus eri- nonnulli ad annum 370 et 571 relerunt : nec coma
puit. modior Socratis et Theodoreli sententia, qui cum
* Ex iisdem verbis, lac prima sedalio , luce Syriam et vicinas regiones ante a Valente deviclas
clarius esl lempe-lalem non semel escitalam et narrent, quam oppugnarelur Basilius, sequerelur ex
eorum narratione Valentem e Syria Cæsaream ve
sedatam fuisse : idque confirmat Gregorius , qui
Galate morbielmortisnarrationen sic incipit :"Ete nisse , idque non citius anno 372 cxeunte . Al per
sccutio ad annum 371 cxeuntem ct 372 ineuntem ,
ρον δε των ειρημένων ουκ έλαττον, ενίκων οι πονη
poi, etc . Sequitur aliud iis quæ dicta sunt non infe c id est, ad secundum Basilii episcopatus annum ne
cessario referenda . Nullum enim persecutionis ve
rius :vincebant improbi, elc. Quare neque boc, ne- C sligium anno 370 exeunte el incunte 371, id est,
que calamorum fractorun miraculum , antc Valen primo Basilii episcopalus anno. Recens lunc erat
tis in ecclesiam adventum collocari debent, all
Antiochiam transferri. Mors Galalæ posterior est ab ordinatione Basilius, nondum cgerat cum Alba
secundo in ecclesiam adventu , qui Valentis longum nasio de pacificandis Ecclesiis : hoc enim consilium
non suscepit, nisi compositis rebus domesticis. Al
audiendi Basilii desiderium iniplcvil. Nondum ergo cx epistola ( n) ad Athanasium in ipso persecutionis
illum filii causa accersilum audicral. Alullo absur
dius id Antiochiæ fingeretur contigisse. Nunquain asiu scripta , jam mulia inter utrumque acta et
deliberata fuisse perspicitur. Hinc Basilius in una
enim eo accersilus Basilius, nec mors Galatæ lolle
gius, ut jam dixi, differri potest. Præterea Grego el eadem epistola (6) certiorem facit Melelium et
de susceplo Romam millendi Dorolhei consilio, et
rius sic hujus miraculi narrationem concludil , ut de persccutionis minis, cuni jam advenissel Euip
illud cum cæteris rebus antea narralis necesse sit
pius et alii exspeclarenlur Ariani.
Cesareæ contigisse. Ait eniin : Tå dèy tapos éxei Nequc etiam anno 372 excunte el ineunte 375
vous acco cosaūta xal eis toūO' zxovta tehous. Quie collocari possit persecutio. Nam initio anni 573
cum illis egil, nempe cuin Valente al præfecto , n .
talia exstilere, el eum finem habuerc. Ecco · D consilia inita sunt de pellendo Basilio, sed Antio .
chia , non Cæsarcx , ut perspicitur ex cpistola 120
IX . Sed quae ad Galatam spectant, ca libenter quæ initio anni 373 scripta est. Prxierea refrisit
fatetur Tilleinonlius non alibi quam Cæsarcæ con aliquantum amicilia Basilium inter et Eustachium
igisse. Al non ita aversus est ab corum opinione, auno 372 exeunte aut ineunte 373 , cum perfidia
qui Ires calamos aut Anliochic , aut in alio Valen . duorum Elistallii discipulorum , quos domi suz
ti; Cæsarcam adventu fracios fuissc cxistimant. Ne habebat Basilius, in oculis lotius civitatis erupisset.
hoc quidem miraculum Cæsare:c auferenduin . Præ - Al cum Basilius persccutionis procellam sustineret,
lerquam quod Valens ante annum 378 lingi non confidebat Eustachio , ut cum maxiinc, et missum
potest Caesaream reiliisse , sanclus Ephram testa - ab co Elcusinium , cum summa grali anini signili.
lur Arianos impelras e exsilinin Basilii, cum de- catione, lll optimum ailjutorem cl commilitonem ,
monstrarent Valenti lidem suam co præsentc pro- escepil. Pariter repugnant anno 373 quæ deinceps
gredi non posse : quod quidem eos improbabile narrabimus ; in primis magnum illud ædificiuni,

(a) Ep. 80. (1) Ep. 68.

 LIXXIV PROLEGOMENA.
quua cuin Basilius paulo post discessum Valentis in - A lurum , sioccasionem dealiis benemerendinegligeret.
ceperit , jam tamen excipiendis hospitibus aplum D elalum munus Ecclesico Innocentii post ipsius
erat anno 373. mortem curandæ Basilius a se deprecatur , ut
Venit itaque Cicsaream Valens anno 371 exeunte , majus viribus suis , quodque ex tanto intervallo
idque omniuo nexum el conjunctum est cun re- facile adıninistrarinon possit. Alieri autem pelio
rum illius gestarum historia . Nam cum Antiochiam lioni libenter annuit,ac Innocentium laudal. quod
peleret lento itinere, eral Ancyrx Julio mense anni utMoyses, successorein suuni videre velit. Itaque
371, ut cerlo perspicitur ex lege 76 de decurioni. memor illius minaruni, simulque considerans civi.
bus dala in hac urbe in lu . Jul., Gratiano A . II et talem amplam esse et celebrem , opus lunocenti:
Probo css ., cod. Theod . lib . XII , lil. 1, p . 426 . Cum apud nullos clarum , lempora dillicilia , magno in
ergo illius emissarii et præcursores episcopi Cæsa - digentia gubernalore ob continuits procellas, probe
rean venerint mense Septembri ejusdem anni , intellexit non juniorem aliquem millendum esse,
cumque Valentem Ciresarex lestum Epiphanie ce. qui ad negotia laotum exteriora idoneus sit. Sed
lebrasse constel; nullus profecto dubitandi locus circunispiciens in Cäsarcæ presbyterio , elegit pre
quin iit anno 372 ineunte contigerit.Huc acccdit liosissimum vas, alumnum beati llermogenis et ab
auctorilas Gregorii Nysseni (a), qui leslalur Valen - b eo ordinalum . presbyterum ecclesixe a multis jam
lem rebus contra barbaros feliciter gestis elalum , annis, gravibus ac constantibusmoribus prædilum ,
cum e.Propontide progressus Billiyniam ex impro rcverendum adeuntibus, adversantcs in mansuelu
viso vastassel , ac Galatiam nullo negotio cepisset, dine corripienlein , peritum canonuin , bominem
sic landemn in Cappadociam , quæ proxima eral, accuralæ fidei, in continenti el ascelico instituto
pervenisse. Cæsaream ergo Valens eodem anno ve- hactenus degenlein , etsi illius carnem consumpse
nit, quo Galatiam peragravit ; ac valde Socrales et rat vilæ austerilas; pauperern ac nullos in hoc
Theodorelus hallucinantur qui jain Syriani el vi. mundo reditus possidentem , adeo ul ne panis qui.
cinas regiones Arianorum ditioni subjectas fuisse dem ipsi copia suppeleret, sed labore manuuin cuin
pulant, cuin Cæsarea oppugnala . Consentit cum fratribus victum sibi compararet. Hunc slation mil.
Nysseno Nazianzenus (0), qui Valentein narrat, tere potuisset Basilius : sed quia ·Innocentius aliuun
cum vicinos omnes impietatis robore ac potentia petieral, probum illum quidem , sed altero longe
duwuisset, ac ditioni suæ quidquid opviuin habuc. inferiorein ; rogat Innocentium Basilius, ul, si ejus.
rat, subjecissel, sic landem peragratis omnibus re - modi virum dcsideret,millat aliquem ex fratribus,
gionibus Ciesaream aggressum esse. Liquet Naziano c qui eum circa jejunia assumat : si neminem habel,
senum loqui de regionibus Cappadociam inter et quem millai, sallem ad se scribat.
Constantinopolim interjectis, quas lente peragrabat Videlur Quadragesimam designarc Basilius, cum
Valens anno 371, non solum ut ubique catholicam Jonocentium rogat, ut aliquem millat, qui venera
Sidem opprimerel sed eliam ut vere ineunte anini bilem illum presbyterum circa jejunia assumial.
372 e Cappadocia egredi, el intolerabiles Cilieiz Cur aulem hæcanno 372 pulem contigisse, hoc po
calores vitare possel. lissimum adducor argumento , quod cum Basilius
CAPUT XXI. mulio ; hoc anno episcopos creavcrit (multiplicatos
I. Deepistola 81. II. Scribit Alhanasio Basilius an. enim fuisse episcopalus leslitur Nazianzenus (ul),
Teguam Roma redeal Dorotheus : rogal eum ad non videtur sumimum illum virum , quo prestantio
prior scribut episcopis. lll . Elias hoc anno 372
prases Cappadociæ . IV . De epistolis Basilii 83- rem
rein neuninem
neininen babere poleral, pratermissu
daberc poterit, prætermissurus fuisse ,
88 . cuin (e) præsertini Pæmeniuin , quem dedit Sala
1. Scriptam conjicio anle Quadragesimam hujus lensibus, libenter Ciesareæ retinuisset, nec matri et
anni 372 epistolain 81 ad Innocentiuin episcopuri, Ecclesiic lugenti abstulisset , si quem ei invenisset
ad quem etiam exstat epistola Basilii 50. Is præ - parem ad munus episcopalus sustinendum . Videtur
erat magna urbi, non paruin Cæsarea distanti, ac D hæc Basilii liberalitas in concedendis ex sua Eccle
in perſungendo cgregic episcopalus munere laudem sia episcopis , ila clerum Cæsariensem exhausisse,
el famain adeplus eral. Magnus enim erat Spiritus ulneminem ( ) haberet anno 375 , quem Amphilo
sancli glorificalor, ejusque divinitatis defensor (c). chio donarel, propterea quod is quem promiserat,
Sed cum admodum ætale proveclus essel, ac gregi accedente ad veterem morbuninova oculoruin ægri
suo postmortem suam meluerel, rogavit Basiliuin , ludine, impar huic oneri factus esset.
ut curam Ecclesiie suge post mortem suam suscipe- II. Quamvis Basilius, quandiu Cacsarcx fuit Va
ret, ac nunc ad se milleret e clero suo prxstaniein lens, vix ullum diem ab Arianorum insidiis tulum
aliquem viruin , quem successorem suum vivus desi. habuerit , nihil laincn de suo pacificandaruin Ec
gnarci. Quo magis Basilium exacuerel ad rein lanti clesiarum studio remiliebar. Tuin cui Athanasio
momenti,minabatur se ei litem coram Domino illa . (g) scriberel anno præcedenti , spem ci allerebat
( a ) In Eunom . (e) Ep. 102.
(6 ) Naz. 07 . 20 . ll top . 217.
(c) Ep. 50 . (1) Epist. 69.
id ) Or. 20 .
 VITA S . BASILIS . LXSXV
fore,ut omnes illius judicio pacificationem Eccle- A rexerit , inquirere. Eliam hoc munus sustinuisse
siarom commillerent. Id landem conseculus est Ba- perspicimus ex epist. 91, quæ scripla est hoc anno
silius, forte ipsa persecutione animos a contentioni- 572, ante mensem Junium . In hac epistola Basi
bus ad communis fidei defensionem revueante (a). lius Eliam regendam Cappadociam invilum susce
Scribil ergo Athanasio quidquid in Cappadocia el pisse dicit, utopera collapsa inslaurarel, loca non
Initimis locis sanum est, verc nunc ad eorum qui habitala incolis repleret, ac uno verbo solitudines
jdein sentiunt , communionem alque unilalem pro. in urbes transformaret. Præterquam quod hzec epi.
pendere : eumque idcirco rogat, ut nobis, inquil, stola 94 ad præsidem Eliain manifestas label hu
sil admoneal. Volebant eniin episcopi, quos Basilius Cappadociæ pictura, quam in Basilii verbis perspi
cum Albanasio conjungere sludebat, ul Athanasius cimus,niirilice congruil cum superioribus lilleris (6),
prior scriberet. Sed quia suspccli Athanasio esse in quibus Cæsarea in solitudinem mutala grum
polerant, ob ea quae oliin gesserant antequam al nas deplorat. Quarc primus exstitit Elias , qui
Arianis discederent; obleslalur eum Basilius , ut provinciam in hunc slalum redaclam acciperel.
sibi bas ad cpiscopos literas millal : non prius Minus accurate ac minus æque de illo viro sense.
se eas dalurum , quain responsum ab eis accepe- B runt eruditoruin nonnulli , in his Tillemontius , qui
ril : sin minus, inquit, peccalor ero in le oninibus eum anno 371 Cappadociæ præfuisse et cum inimi
diebus ritæ meæ . cis Basilii conjunctum fuisse existimarunt. Quo
Erat sane periniqua conditio , ab Athanasio po onno rexerit Cappadociam , jam probavimus. Chri
slulare ol qui ab eis læsus fueral, prior ipse scri slianum illum et amicum vocat Basilius, nedum in .
berel. Non ex Basilio , non ex Melelio orlam credi ter iniinicos numerel. Magnum ei pielatis teslimo.
deriin ejusmodi conditionem , quæ paci obstare puses nium tribuit, cum verelur ne altercationibus epi
lerat ac revera obstitit , scd ab hominibus non lain scoporum vulneretur illius anima, qure pura sua in
pacem appelentibus quam meluentibus , quibus la Deum pielale perſeclam religiosi cultus mercedem
men Basilius et Melelius, ut ioler homines earw5 percipere debel. Sed quod omnem ambigendi loc:un
dem partium studio conjuncios lieri solet, non ce præcludit, iidein est ille prases, quem Basilius lioc
dere non poluerunt. anno 372 dignitate dejeclum mense Maio aul Junio ,
Scripla boc epistola antequam Dorotheus Rona et in periculo non levi constitulum Sophronio come
rediisset, ac forle eliam antequam Valens Giesarea mendat. Quod enim de Eliæ pietale ci amicilia se
discessisset, aut saltem post vexalam ab eo Ciasa- c cum intercedente dixeralin epistola 94, idem de illo
raam . Id enim indicare possit caula et obscura de præside dignitale spolialo leslalur in cpist. 98 ,
persecutione loquendi ratio. Comparat eniin Basi- cum eum elaborasse lestatur, ut res Christianoruna
lius Ecclesiæ mala cum naufragio partim ob call- ad antiquum decus revocarel, id est, ut hæresim
sam externam mare exagitantem exorio , partim ob everlerel el pacem inter Catholicos stabiliret. llis
navigantium sibi invicem obsiantiuin perlurbalic - eniin rebus antiquum Ecclesix decus metiri solet
Rein . Tum addit se in bac similitudine sermonem Basilius, ut perspicitur ex epist. 92. Prelerea præ
concludere, cum nec Alhanasii prudentia amplius ses ille , cui abrogala dignitas mensc Maio aut Ju
quidquam requirat, nec rerum slalus del dicendi nio hujus anni 372 , Cappadocian brevissimo rexis
libertatem . Nondum cerle redierat Roma Dorotheus ; tempore, nec eam alius ante illum rexeral , ex quo
sed brevi eum redituruin sperabat Basilius, qui tot malis et ærumnis amicla eral. Unde Basilius :
Athanasium rogal, ut lilleras sibi ad episcopos mil. Pairia nostra per somnium ditala est , viro quidem
lal vel per aliquem e clero Alexandrino , vel per conmissa , qualem non alium dicunt qui res nosl3.48
Dorotheum diaconum . Hanc lamen Tillemontius antiquissimas sciuni, in rectoris sedem conscendixeo,
epistolam anno 371 scripiam pulat, antequam Do - sed cilo eo prirala improbilale nonnullorum , qui est
rolbeus ex primo ilinere Alexandriam susceplo iu D illius libero et nescio assentalionis animo ansam belli
Cappadociam rediissel. Sed ad ea quæ præsentiam ei inſerendi arripuerunt el calumnias ei instruxeruni.
Valentis aut saltem graviorem persecutionem into El poslea : Quæ ne muliis quidem annis ab alio fane,
dicare possint , illud etiain accedit , quod Basi- hæc brevi tempore ab eo perſecla . Is ergo alius essa
lins iu bac epistola , ut jam observavimus, consecu non potest, quam Elias, qui Cappadociam molestis
lom se esse nuntiet id quod in epistola anno pre simo divisionis tempore regendam suscepit ; idque
Lerilo scripla futurum sperabat, ut omnes Athana confirmant, quæ de duobus aliis præsidibus dice
sii judicio pacificandæ Ecclesize modum commille - mus, Maximo el Antipalro, quorum aller hoc anno
real. Præterea buic Basilii epistolæ responsum ar- circa Junium mensem , aller anno 373 circa Angu
feret Romna rediens Dorotheus , ut modo videbi- slum mensem gubernacula Cappadociæ cepit. Plu
mus. ribus aliis laudibus virum exornat Basilius ; solus
II . Plurimi interest, quis Cappadociam hoc anno esse videbatur, qui provinciæ vulnera sanare posset,

(c) Ep. 82 (6) Ep. 74, 75 .

PATROL. GR. XXIX .
LXXXVI PROLEGOMENA.
sinceriis æqı, custos, affabilis injuriam palientibus, A facile summum illum virum , Eliam , agnosces, qai
lerribilis delinquentibus, æquabilis et idem paupe. supra Basilii penicillo depiclus cst.
ribus et divitibus. Quod autem a muneribus om - Tanla crat his temporibus calamilas Cappado
nium maxime abhorrebat, id ut levius cæteris il. ciæ , ut una ros ubique audirelur , exacloruin , et
lius virtutibus prætermillendum videbatur. Cum eorum a quibus exigebalur , quique Dagellis cæde
eximiam Eliæ elligiem his color:bus depiciam ha- bantur, ut leslalur Basilius in epist. 74, n. 3. Vi.
bcamus, facilius nonnulla ad cum pertinentia dein - delur molestum illud tempus pravam hanc con
ceps dignoscemus. sueludinem induxisse vel saltem auxisse, ut rustici
IY. Tot ac talila virtutum ornamenla animos ad . ob vectigalia in jusjurandum adigerentur. Non de
diderunt Basilio, ul, cum ab ipso præside , tum ab sinebat Basilius in omni conveniu et in privatis
jis, qui sub ipso aliquam adninistrationis parlem colloquiis hoc vilium insectari ; sed tandem ea de
gerebant , multa pelerel , ac libere admonerel , si re scribendum esse duxit ad censitorem (ad hunc
quid fieri videret non decore. Hinc censitorem (a) enim scripta videlur hæc cpistola 85 inscriptione
lorlalur, quem ſama magis quam consueladine carens) , cui demonstrat hoc jusjurandum nec
noverat, ul, cum cjusmodimunus susceperit , in quo vectigalibus prodesse et certissimam perniciem ani
Cappadociam omnino solo æqualam. instaurare pos. mabus inferre.
sil, miserorum ærumnas allevel ; cique commen - Erat Dorotheus presbyter, ut supra vidimus, Ba .
dat suam quamdam possessionem , quæ circa Cha - silii collacianeus : cui cum frumentum , quod ad
manenem sila tributis premebatur : suam peracule necessarium vila usum habebat, quidam in Berisis
vocans, quæ erat unius ex amicis. Scripta hæc epi. diripuissent, rogat Basilius (6 ) præpositum pagi, ut
stola non multo post divisionem Cappadocir , quam illud restituere cogantur , nec eis liceal culpam in
Basilius , ut recenti adhuc vulnere , omnino solo alios rejicere.
æqualam existiinat. Manifesta est epistole octogesimæ sexlæ neces
Scriplam credimus ad Eliam epistolam sequentem . siludo cum oclogesina scplima , quæ et in codi
Is provinciam ita allliclam el deſormalam accepe cibus Harlæano et Valicano et pluribus aliis al
rat, ut, quamvis omnes suas cogitationes ad eam teram sequitur cum hac inscriptione , Úsèp tūv
sublevandam incitarel, nonnulla lamen faceret in - ajtūv , de iisdem rebus ; el revera de eodemn agit
vilus, aut fieri sineret, ipsius huinanilali parum presbylero , qui quod unicum habebat vilə susten
congruentia. Senem quemdam cum diploma regium land:e præsidium , eo spolialus est. Quare cum Ba
publicis muneribus exeuncrat, lum ipsa ante regem csilius dical in epistola octogesima septima se scri
senectus immunitaiem dederal. Beneficium regium psisse ad præpositum patriæ , inde colligiinus ad
confirmaverat präses, sed eum rursus alia via in hunc præpositum scriptam esse epistolam octogesi
negolia prolra xeral, illius nepole, qui nonduin an - mam sexlam , et Dorotheum loci illius, quem Basi
nos quallor naliis eral, curiæ addicio . Nam cum lius patriam appellat, presbyterum ſuisse.
puerulus inter curiales recenseri non posset , nec Utramque autem epistolam ad hunc annum rele
tribula colligere , pul militibus annonam suppedi- rimus, quia oclogesima septima ad præsidem Eliam
care ; necesse eral miseri senis caniliein dedeco - videtur scripla. Laudat Basilius in Elia , ut sapra
rari, et quod solamen orbitatis esse debueral, id vidimus, summam in jure describendo æquabilita
ei in occasionem innumerabilium malorum converti. lem , magnumque fidei catholicæ et pacis eccle
liaque Basilius, qui commune perfugium eratmi siasticæ studium . Quare cum eum , ad quem scri
serorum , el parvulo el seni misericordiam præsi- bit epistolam 87, non modo non permillere debere
Jis implorar. dicit, sed etiam louis viribus impedire quominus
llæc autem contigisse, cum Cæsariensis ordo ab- hæc commillanlur,maxime quidem in omnes homi
latis plerisque magistralibus pene concidissel, vel nes ; sin minus saltem contra presbyteros, eos præ
ipsum clamat præsidis factum , quem talibus prae - D sertim , inquit , qui nobis unanimes sunl et eamdem
ditum moribus , quales predicat Basilius, sola ne- pielniis riam ineunt; hæc, inquam , cum dicit, non
cessitas cogere poluit, ut cum sene el illius niepole alium videtur alloqui quam Eliam . Neque enim
durius ageret. Deinde vero präses , cui senex et alium habemus Cappadociæ præsidem , apud quem
puer commendantur , amicus erat Basilii, ut ex hæc reprehendendi el commendandi ratio adhiberi
initio et line epistola palei , ac summa in jure de potuerit. Perspicitur etiam ex iisdem verbis alia
scribendo el calamitosis juvandis constancia. Mi- laus Eliæ , summa cum Basilio amicitia .
rilice hæc quadrant cum libero Eliæ el nescio as. In sequenti epistola 88 facile agnoscitur idem
sentationis animo. Quibus laudibus si addas Basilii Elias, qui pro summa sua humanitale hactenus
volum , quod præsidi ab omnibus illius administra . Cappadocum misertus erat, et cum illis indulgenter
lionein experlis deberi dicil, ut omni hominum ge- egerat , nusquam a leni illo morum suorum slalu
neri cuslodialur, præfecturas ex præſecluris gerens, discedens ob melum eorum , quæ a sublimioribus
el alios alque alios sua administralione adjurans ; potestatibus iniminebaril. Tempus etiam oolime con
(u) Ep. 83. b ) Ep. 86.
 VITA S, BASILII. LEXXVN
gyuil. Nam plerique magistraluum erant in agris. A nianis, qui co nomine vocalur in epistol: Liberii,
Hluc enim secesserant, ut vidimus in superioribus Sed tamen ila mihi quadrare omnia videntur, ila
episiolis (a), animum in lot ærumnis despondentes. apla esse et inneva,utad alium quain magnum Alha
Cum autem appropinquarel lempus , quod ad sol. nasium referri non possint.
rendum aurum comparalitiuin præstituebalur , et f• lliter episcopos, quos Basilius cum magno
ad præscriplam summain aliquid deessel, Basilius Athanasio conjungere conalus est, præcipna illius
universam civitalem hortalus est, ut suam quisque cura fuit sanclus Melelilis. llinc etiam alqne eliain
symbolam darel. Sed perincommode ceciderat, ut polit in epistolis 66, 67 el 69, uil initium pacifican
plerique magistraluum urbe abessent. Quarc Eliam dæ Ecclesiæ ab Aniochena Ecclesia ducalur. llas
rogat, ut vel summam auri, qualis hactenus colligi procul dubio lilleras indical, cum ait Melelio se ni
polueral, in thesauros mitial ; reliquum postea so - hil litteris suis promovere. At ut Meleriun cum
lulum iripollicelur : vel, si lolum necesse est milli, Macedoniano aliquo conjungeret, non videtur id
ila ut nihil prorsus reliquum sit , spatium eorum , eum valde sollicitasse, nec ulla prorsus erstat
qui urbe aberant, admonendorum concedal. Scripta ea de re epistola, nullum illius laboris monumen
crgo hæc epistola hoc anno 372 circa Martin. lum .
Nam lempus auri comparalilii colligendi a Kalendis B 2. Albanasius ille, de quo loquilur Basilius, pro
Septembris ad Kal. April, extendebatur, ut in Noia pensus erat ut conjungeretur cum Melelio ; sed nihil
ad hanc epistolam observavimus. ab eo impetrari polerat, nisi Meletius aliqua com
CAPUT XXII . munionis signa prior impertirel. At quis hæc postu
S . Ainanasius respondel Basilio per Dorotheum lare potail, nisi magnus Athanasius, cui paulo ante
Roma revertentem . Negal se priorem posse S. Me. Basilius (d) significaverat, episcopos peiere ul Alba
lelio scribere. 11. Probatur Alhunasium illum , qui
se a Melelio sine communione dimissum queritur, pasius ad eos prior scriberet ? Necessario ergo con .
Alexandrinum esse. lll. Dorotheus reiluii Basilio junctamagni Athanasii responsio cum postulatis epi
lineras Occidentalium . IV . Basilius respondel per
Sabinum diaconum . V . Epistola communis Orienia .
lium missa per eumdeni Sabinum . VI. Consulilur 3. Querelæ Athanasii, quod a Melclio dimissus sit
Basilius de domesticis communionibus. sine communione, manifestam habent necessiludie
1. Suora vidimus episcopos, quos Basilius cum nem cum jis quæ Meletium imler et magnum Alha
Atbanasio conjungere volebal, peliisse ut Athana nasiumi sub Joviano intercesserunt. Rem illustrant
sius prior ad se scriberet, el quid agendum sit ad hæcverba Basilii in epistola 258 ad Epiphanium , ubi
pacificandas Ecclesias exponerel. Basilius (6) eorum c sic loquiluir, 11. 3 : 'Enel xal o uaxupótato ; rác
poslalala Athanasio significavil, ac cum rogavil, il as 'AOavário :, ŠTILOTN , år ) 'Alacavopsias, travu
sibi lias litteras milleret, sive per aliquem e clero εβούλετο αυτή την προς αυτόν κοινωνίαν κατα.
Alesandrino, sive per Dorotheum , quem redeuntem πραχθήναι. Αλλά κακία συμβούλων εις έτερον
Alexandria Transilurum sciebat. Satis opportunc rc καιρόν υπερετέθη αυτών ή συνάφεια: ώς ουκ
diit Dorotheus, ut ei Athanasins his postulatis re- ÚPELNEV . Nam el beatissimus papa Athanasius , cum
sponsa conmilleret. Nam Basilius, eo adveniente Alexandria venisset, omnino oplubat, ul sibi cum ipso
Cesaream , scripsit S . Meletio , eumque de sancto communio conciliarelur ; sed malitia consiliariorum
Athanasio sic alloquitur (c) : Jam quod ad reverente in aliud lempus dilala eorum conjunctio , quod ulinam
dissimum episcopum Athanasium allinel , probe scien , non erenissel ! Cum his verbis . In aliud tempus dilata
lem erimiam luain prudentiam monebo , fieri non pos. eorum conjunctio, nempe S. Athanasii el S. Melelii,
se ni meis lilleris aliquid promoveulur, aut quidquammanifestaın habet necessiludinem illud epistolæ 89
eorum quæ oporlel perficialur, nisi el a vobis quilunc ad Meletium , Qui lunc ipsius, nempe Athanasii,
ipsius communionem procrastinastis , hanc ipsam ali communionem procrastinaslis.
quo puclo accipiat. Aiunt enim ipsum omnino pro• Dilala ergo fueral Meletium inter et Athanasium
pendere, ut nobiscum conjungalur, el quidquid pole- D communio ; nec alio nunc spectantAthanasii quere.
ril collaturum , sed dolere quod el lunc dimissus sille , qui quamvis Basilii precibus plurimum tribue
sine communione, el eliamnum promissa maneant ir - ret, roganti tamen , ut prior lilieras communionis
rita . scriberet,minime annuit, commillere nolens utile
II. Non pulal Tillemontius hæc de magno Atha rum despicerelur. Elsi enim Basilius in epistola
Dasio intelligi posse ; neque enim probabile esse ad Epiphaniuin culpam non rejicit nominatim in
sanclum Meleliam ei unquam denegasse communio . amicos Melelii, potius quam Athanasii, sed rem in
nem suam , idque postquam illam proinisisset. Quare ambiguo relinquil ; tamen es bac epistola 8o per
salius esse putal alium Athanasium intelligere , non spicimus, non per Athanasium , sed per Meletium
illum quidein Ancyranum ( is enim concilio Melevi slelisse, quominus communio inter utrumque firma
interfueral anno 363), sed forle unum ex Maceilo - relur, ac proinde consiliarios, qui rem inierpelia.

(a) Ep. 74, 75 , 76. (c ) Ep . 89 , n . . .

16 ) Ep. 82. (« ) Ep. 82 .
 J.XXXVIII PROLEGOMENA.
runt, non S. Athanasii, sed sancti Meletii amicos A nihil fere de rebus ecclesiasticis. IIæ autem Damasi
fuisse . In quo sane inirari subit, cur cum S . Mele . ad Basilium lilleræ non solius Damasi fuere, sed 10
tii nihil magis interessel ad juris sui el causæ de. lius concilii Romani episcoporum 93 ex Italia et
fensionem , quam communicatorem habere S . Atha- Gallia , quod de rebus Illyrici babebatur, cum Doro.
nasiun , rebus suis iam male consuluerit. Sed idem theus advenit, aut sallem paulo anleguani advenirel.
illi evenit ac Basilio , ut in amicis el communicatori. Synodicam concilii epistolam perlulit Sabinus dia
bus suis nonnullos haberet longe sui dissimiles, conus, primum quidem ad lllyrios, quos ea po
qui diſerendæ cum Athanasio communionis causas lissimum spectabat, deinde in Ægyptum el Orien
innecterent. lem cum litteris ad Athanasiumi tl Basilium .
Non favent Tillemontio hæc Basilii verba : Aiunt Vix dubium est quin eum Dorotheus perpetuum rie
enim ipsum omnino propendere ut nobiscum conjun- comilem habuerit ; ambo enim simul advenie .
· galur. Quarnvis eniin Basilius communione et ami- runt.
cilia conjunctissimus cum sarcio Athanasio es- IV . Basilius sancto Meletio nuntiat (I) quid priva
set, quia lamen illius conimunionem suis eliam lim suo nomine scripsisset; sed quia consentaneum
amicis conciliare avebal, idcirco tanquam unus ex erat, ut aliquem mitterent Orientales, qui commu
illis loquitur. Hinc in epistoia 82, Athanasium ro- B nes litteras deferret, rogat Melelium , ui bas lilleras
gal, ut nobis omnibus, inquit, scribas epistolam exarel. Scripla quidem communis epistola , sed eam
unam , qure quid agendum sit admoneat. Licet etiain solas rediens Sabinus perlulit, nec quisquam missus
animadvertere quam caulus esset Basilius in his re - Orientalium nonline. Hujus epistolæ conjicit Tille
bus administrandis, qui, quamvis responsa Alha- montius auctorem esse sanctum Melelium , cui Busi
nasii per Dorotheum accepisset, arcani lamen lius hoc munus delulerat. Sed lamen omnino Basilii
legendi causa, ulilur his verbis, Aiunt enim ip- stylum redolet.
sum , elc . Videntur autem lilali in his epistolis librariorum
III. Misit eliam S . Athanasius S. Basilio (a) lit . incuria confusi el perturbati fuisse. Nam cum Basi
teras, quas ab Occidente acceperat, ut eas Basilio lius dicat in epistola 89 se scripsisse ad Ilalos et
perferendas curaret. Has Roma allulit Dorotheus Gallos ; cumque Melelium rogel, ut communem ad
diaconus, vel Sabinus diaconus, qui ei conies (6) Occidentales epistolam dictel, nescio quo pacio
videlur adjunclus fuisse ab Occidentalibus, et Basi- contigit, ut privala epistola Occidenlalibus, commu.
lio epistolam Valeriani Aquileiæ episcopi reddidit. nis Ilaliæ et Galliæ episcopis inscriberelur : quod
Basilius, facultate oblata Sabini diaconi, scripsil (c) contra oportebal.
ad Illyrios , el ad Italiæ elGalliæ episcopos, et quos- C In hac epistola quam Basilius (9) Italis el Gallis
dam alios, qui privatim lilleras ad eum dederant. S110 scripsit nomine, lælitiam suam significat ex eo
Ex iis Basilii epistolis duæ exstant, una generatim rum litteris acceptam , ex quibus summam eorum
Occidentalibus inscripla, altera Valeriano Aquileiæ coricordiam et unitatem perspexerat. Sed ut pro
episcopo, qui ob vicinilalem Wlyrici cpiscopus in li- prium suum esse ducit felicem illorum Ecclcsiæ sla
lulo dicitur. Illyrii aulein el lialiæ ac Gallize episco - lum , ita eos rogal, lit vicissim Orientis malis com
pi non generation Orientalibus, sed soli Basilio scri - moveantur. Egregie describit bas ærumnas, quæ
psere : nec video quid Tillemontio persuaserit com - jain per tolum orbem personuerant.. Nuntiat Patres
junem Occidentalium ad Orientales epistolam non el traditiones conleinni, novatorum commenta do
defuisse . Neque enim suo nomine Basilius rescribe- minari, abactis pastoribus lupus introduci : domus
rel lialiæ et Galliæ episcopis, si eorum lillerie coin , orationis desertas esse ; solitudines lamentantibus
munes ipsi cum aliis fuissent. Prælerea Orientales referlas esse . Rogal ergo Italiæ et Galliæ episcopos,
in ep. 92 nullam ab Occidentalibus acceplam episto - ul landem Orientis auxilio veniant.Assentiri se de
lam memorant. Solus Basilius (d ) gratias agit ob claral jis omnibus, quæ canonice acla fuerant in
acceplum ex eorum lilleris solatium . Neque id mi. . synodo Roinana.
rum videri debet, nam solus Basilius Damaso scrie Scripla est in eamdem sententiam epistola se
pserat : et Athanasium rogaveral, ut aliqueo e suis quens (1 ) ad Valerianum , cujus charitalem co magis
clericis comjiem Dorotheo darel, suasque adjunge- miralur Basilius, quod is prior scripseral, nullis
rel lilleras . Quare cum Athanasius Basilii cpistoiam compellatus lilleris. Necesse esse ail, si modo non
Romam inisissel, vicissim Damasus huic epistolæ jam conclusuin est mundi tempus, sed adhuc vila:
responsa ad Alhanasium misil, ut ea Basilio reddene humanæ dies supersunt, ut Occidentales lidem
da curarel. Eo magis hac in re Basilius opus habuit Orientis renovent, el bonoruin , quæ ab Oriente ac
S . Athanasio , quod ipse res lantas solus aggredi 11011 ceperunt, remunerationem illi in tempore per
andehal, idque per canones non licere ait in ep. solvanne
141. Voluitquidem solus scribere anno 375 (e ), sed V. Epistolæ (i) Gallis el llalis scripla subscribunt
(a) Ep. 90. (1) Ep. 89.
( b ) Ep . 91 . ( 9 ) Ep . 90 .
(ci Ep. 90 . (to) Ep. 91,
( 1) Ep . 90 , n . 1 . (0) Ep. 92 .
(ej wp . 233, 11. 2. .
 VITA S. BASILII. LIXXi2
episcopi 32, inter quos insignes sunt sanciusMeie- A Pascha dimilli velit, quia responsa Saniosalis cx•
tius, S. Eusebius Samusalensis, sanctus Basilius, spectabal.
Gregorius Theologi paler , Pelagius Lavdicææ , An - Vi. Consuluit Rasilium malrona quedam , an
Thimus Tyanorum , Theodolus Nicopolitanus, Villis utile sil quotidie communicare , el ill domesticis
Carhorum in Mesopolania, Abraham Urimorum in communionibus an liceat laicis , absente presliylero
Syria, qui concilio Antiocheno interfuil anno 363 ; aul diacono , communionem propria manu accipere.
aller Abraham B : lnorum , ad quem exstat Basilii Laudat Basilius communionem quotidianam , quam
epistola , Zeno Tyri, Eustathius, ul verisiinile est, tamen falelur apud Cæsarienses usitalain non essc .
Sebastenusa Pro Narses,legit Valesius Barses Edes . Nos enim qualer singulis hebdomadibirs communi
sie. Sed cum is inter postremos subscribat, conjicit care, Dominica die , quaria die, in Parasceve et Sabse
Tillemontius eum potius, qui Bassiis diciluir, esse balo, et aliis diebus, si sancti alicujus occurralme
Barsam Edessa . Pro latrio libenter legerem moria . Alleri quzstioni respondet nihil prorsus
Oireium Melitinensem .. Faveni huic sententize non - incommodi csse, si quis persecutionis lempore,
Dulli codices, in quibus legitur Alreius. losacem , absenle presbytero el diacono , Eucharistiam pro
sive Isaacem Tillemontius eumdein essc existi pria manu accipial. Id enim el monachos in solilu
mal, ac Isacocem Armeniæ majoris (a) . Equideni B divibus, et unuinquien que de plebe Alexandriz es
pro eo quod est in editis 'lwsáxns libentius legerein in Ægypto facere solere, ut Eucharistiam domum
'Isakxns. Sic enim in epist. 158, cum quatuor mss. auferant, el per se ipsi communicent. Porro cum
haberent 'Iwcáxt,s, sequimalui alios nielioris nola sacrificium sacerdos absolvil, si quis ab eo Enchä
in quibus legilur 'lsaárns. Ilic autem nibil in ristiam ad plures dies accipiat, is a sacerdote cen
coolextu mulavimus ob summam codicum ve- selur accipere, quolies propria maut communical.
leruin discrepantiam , sed tamen Isaacein inler Hanc epistolam circa annum 372 scriptam conji
prelalus surg, Gregorius autem alter non alius cimus, quia persecutio præsentia Valentis ingre--
videius esse quam Nyssenus, quem probavimus vescens in Oriente et finitimis locis, videlur ejus:
jam tum fuisse episcopum . Czeleri nobis prorsus mouli quæstioni locum dedisse. Quamvis cnim il
ignoti. pluribus locis Catholici, 11t supra vidimus, udio bie
Nibil significanlius hac epistola, nihil ad permo- resis extra urbein sub dio precarentur, neque his
vendos animos aplius. Fatenlur justo Dei judicio conventibus presbyteri el diaconi decssent, ul palel
evenisse , ul,cum Occidentales tristem Orientis sla - cx lib. iv Theodoreli, ubi Modeslus Edessenæ
tum didicerint, nondum tamen opem fulerint. Sed plebi pro mænibus eflisie parcere coactus, solos
hunc demississimis precibus rogant,ul tandem ali- " duces, id est preshyleros et diaconos, aggreditur :
quando succurrant, ubi omnia a Sabino didicerint. non tamen probabile est sacrificium sub dio oblaluna
Non enim unam periclitari Ecclesiam , sed ferme a Suisse, sed tantum in privatis ædibus. Unde Basi.
finibus Illyrici usque ad Thebaidem bæresim gras- lins in epist. 243, n. 3 : Vacant allaria cullu spiri.
sari. Hinc confusæ Ecclesiæ leges, episcopalus im - Tuuli. Non jain conventus Christianorum ... nequs
pielati in præmium propositus. Summa peccandi li. benla illa animarum exsultatio, quæ ex synatibus
berlas, episcopis omnia ad gratiam el voluplalem el communicatione donorum spirilualium , animabus
eorum facientibus, a quibus episcopatum accepere. credentium in Dominum innascitur. Quare cum sacri
Nonnulli ansain sanæ doctrine arripiuni, ut adver- liciuin non lam frequenter celebrari possel, quam
sarios ulciscanlur. Alii discordiam alunt, ut crimi. pielas lidelium oplabal, necesse erat ut sacrum
na sua occullent Populi pro mænibus ejusi sub dio alimentum sibi in mullos dies providerent.
preces fundunt, ac precationis domos, ut impietatis Basilii non esse hanc epistolam suspicalur doctis
scbolas fugiunt. Roganlur ergo Occidentales, ul cilo simnus Armaldus (c) : sed nullam opinionis sua
plures in Orientem fralres millani, lil non solun rationem affert. Gonjicit Tillemonlius longioris epi
gravitale sua, sed etiam numero pondus et au - n stole fragmentuin esse, et Casarian Patriciam , cui
clorilalein habeant ad hæresion everlendam , et inscripla est , uxorem esse Pelronii patricii , qui Va
concordiam inter eos qui idem scntiunt restiruen - lentis socer ſuit, ac solus his temporibus patricii
dam . dignitatem habuit. Sed ut omillam Cæsario patricio
Cum Dorotheus, qui aliquantum in Illyrico et epistolam inscribi in collice Colbertino, ac simpli
Alcxandriæ moralus est, ante Pascha Cæsaream ciler Cæsario in uno ex Regiis codicibus; cerle ho:
advenerit; id argumento est concilium Romanum Putriciæ nomen non necessario dignitalem designal.
non serius initiis anni 372 babitum fuisse (6).Rogal CAPUT XXIII.
enim Melelium Basilius, ut slalim post Pascha Anthimus Tyanensis metropolitana jura in secun .
Doroloeum , ad proposilas res peragendas dimillal. Num Cappadociam sibi arrogal, II. Gregorius Na.
zianzenus Basilio operam suam porrigii. lll. llas
Ex quo frustra conjicias voluisse Basilium , ut is dissensio orla post discessun Valeniis . IV . Pugnce
Romam rediret. Rationem enim addit, cur eum post prope Susima interest Gregorius ac relicns orui.

(a ) Socral. lib . III, c. 15. (c) Freq. com . lib . 1, c. 8 .

ib ) Ep. 89, n . 2.
ТС PROLEGOVENA ,
nalur Susimorum episcopus.. V . Reprehensus ob A discordiic repulit ex invidia , episcoporuin videlicei,
hunc ordinationem Bus 111 . 1 . Peracta esl Na quibus hoc vitiumi Ollribuit in oral. 20 . Sed tamcn
zianzi, el ipso die Gregorius orationein septimam
pronuntiat. VIl. Paulo post invisiluir a Vysseno et plures ex iis, qui Basilii lalus cingebant, extra
orationem seriam label. Vlll . Fugil Gregorius culpam non esse pronuntiat, ut qui commoja su
ubjeclis Sasimis , el ilolorem suum Busilio signifie per Basilium qu:er: nt, el dissensionis fomile ac
cal pluribus lilleris. cendani. Censet Tillemontius Eustathii discipulos
1. Divisio Cappadocia , ex qua lot mala in hanc ab co designari : neque hæc improbabilis conje
provinciam Quxisse vidimus, ad ipsius etiam rei cura . Videtur enim Eustathio amicus non fuisse
ecclesiasticæ perturbationem redundavil. (0 ) A :l- Anthimus, qui cum hæreticis pendendum non esse
Thimus Tyanensis episcopis conten :lebat hanc civic tribulum diceret, lain iulioneste conviciandi ansain
Lalem , qua: secundze Cappadociæ metropolis facta aliunde arripere non potuit, quam ex Basilii cum
fuerat, eodem jure in ecclesiasticis rebus esse de Eustathio conjunctione. Postquam Basilium inter
bere. Contra Basilius veleri consuetudini ac divi- ci Eustathium rupla communio, Basilius Auhimu
sioni a patribus factä inhærendum . Basilii causa vocat unanimeni suum in epist. 210, n. 5. Non im
multis nominibus potior videri poterat. Nam , utait probabile ergo est E115lathii discipulo: , alin intel
iu re simili Innocentius I, in epistola ad Alexan - aligcrent quid de ipsis senilirel Anthimus, pro sua
drum Antiochenum , non decet ad mobilitalem ne- parle Comitem dissensionis incendisse.
cessitalum mundanarum Dei Ecclesiam commulari; Necessario referenda est ad eam , quam dicimus,
honoresque aut divisiones perpeli, quas pro suis causis discordiam hæc Niiziarizeni epistola . Ut enim invi
faciendas duxerit imperalor. Sed , quod Anthimi res viam episcoporus el factas Basilio injurias praler
pluriinum promovil, episcopis Cappadociæ non dis- millam , ipsa illa spes, quam sibiGregorius inesse
plicuit occasio rejiciendi Basilii, cui tribus de lestalur, nihil faciuruin Basilium , quoil philosophia
causis amici non erant. Nam nec in fide cum eo indignum sili, oprime congruil ejusmodidissensioni,
consentiebant, nisi quantum id ipsis, cogente mul. in qua non lides and doctrina , sed reditus et sedis
litudine, faciendum erat ; nec conceptum dolorem amplitudo agebantur : deinde vero exbibile illae
ex illius ordinatione deposuerant : et gloria lain molestia ob recentem rerum novalionem , et orla en
longe ab eo superarimoleslissimum illis erat, licet sophistica quadam el usilala eorum , qui reruin po .
fateri lurpissimum . llæc discimus ex Gregorio , cu - riuntur, curiositale negotia , non possunt ad Cappa
jus testimoniom confirmat Basilius in epistola 98 , dociæ divisionein non referri,
in qua (n. 2) sic loquitur de episcopis secunde c III. Divisionem civilem Cappadociæ non statiin
Cappadociæ : Postquam alterius, inquit, provincire secuta est ecclesiastica provincie divisio. Nam
nomen habuerunt, subito e.ristimaruntse ex alia ac prima sub initium biemis instituta , altera vero post
nus natione et gente esse , tantumque nos ignoraruni, discessum Valentis, id est, circa mensem Marlium
quantum qui nullum prorsus periculum fecere, nec bujus anni 372. Res probari polest non obscuris in
unquam in colloquium venerunt. De ipsis etiam epi- diciis.
scopis primæ Cappadocia querenteni videbimus Bao go Summa eral episcoporum concordia säviente
silium in epistolis anni sequentis ad S. Eusebium persecutione, ut leslalur Basilius (c) in epistola ,
Samosatensen . quam lunc ad S. Athanasium scribebat. Nec sane
Inchimus hoc præsidio munilus coepit conven- aplum eral litibus persequendis hoc tempus, quod
liis a Basilio averlere, rediluis Ecclesiæ Cæsariensis animos ad communis causæ defensionem revocare
diripere, Ecclesiarum presliyleros partim sermo- debuit. Prælerea non statim Tyanis sccunda metro
num blanditiis allicere, partim expellere et alios polis constituta , scd pars curiæ Podandum primo
substillere. Si quid autem de Basilii reditibus Translala fuerat : unde non mirum est , si serius
prädarelur, speciosa in latrocinio et avaritiæ cau - mala Anthimo jurisdictionis sibi arrogandæ occasio .
sam prælexebal, lilios spirituales et animas , el D 2. Sic discessit Cäsarea Valens ut Basilio mirum
lidei doctrinam , itemque illud, iribulum non esse in moduin faverel. Quare si eo præsente controver
hærelicis pendendum . sia erupisset , satis durx Anthimi partes fuissent ,
11. Eral ejusinodi bellum et episcopis prorsus in - qui lamen ab ipsis initiis velut in victoria exsulla
honesluin , el populis perniciosum . Cum audisset bat:At Valenieni ea de re non modo nihil staluisse ,
Gregorius Basilio molestias exhiberi, debilum huic sed ne audivisse quidem inde colligi polest, quod
lempori olliciuin non prelerinisit (b ). Suain ei. post ejus discessum Anllimus el ei faventes epi
obtulit opcram , seque Ciesaream venturum promie scopi (d), ut in re prorsus integra et intacta præ
sit, si ila Basilio videretur, lumi lit cum consilio sidem adieruni, eumque in suas partes trahere co
juraret, lum ut containelias cum eo partirelur. nati sunt. Ipse eliam Basilius (e ) cum præside post
Quanquam declarat se non incluere, ne quid Bin imperaloris discessum agere ca de re voluerat. Sed
silius indignum pliilosophia commuillal. Causali se ipse repressii, lum nic bomini lol negotiis occu
(a) Naz. or. 20 . (d ) Ep. 94.
10) Naz. ep. 23. (c ) Ibin .
fo ) Lpisl. 82.
 VITA S. BASILII. SCI
palo novun onus adderet, lum ne puram illius ani. A ordinatus esi. Locum egregie describit Gregorius
mam episcoporum altercationes læderent.Non multo in carmine de Vila sua, ubi hæc leguntur:
lamen post discessum Valentis exarsit dissensio ;
siquidein Cregorius Sasimorum episcopus, ut modo Tis Kam radox @ v , os grisët' els tpisov ôóv.
videbimus, ante Pascha hujus anni 372 ordinalus "Avuôpos, žyouç, ouo' önws è sú spos,
Δεινώς απευκτον και στενόν κωμύδριον.
Κόνις τα πάντα, και ψόφοι, συν άρμασι,
IV. Auxilium enim a Gregorio peramailer obla θρηνοι, στεναγμοί, πράκτορες, στρέβλα :, πέδαι:
lum , procul dubio Basilius libenter sibi ascivil, el Λαός δ' όσοι ξένοι τε και πλανώμενοι.
amicum , utvenirel quam celerrime, rogavit. Ambo Αύτη Σασίμων των εμών εκκλησία .
simul profecti sint ad montem Taurum , ubi locus In regiæ medio viæ esl vicus silus,
quidam eral sive ecclesia sub sancti Orestis 10 Qui scindit in ires se vias, lymphis carens,
mine, unde annuos reditus capicbal episcopus Cæ Ersors viroris, libero indignus viro,
Arclumqueprorsus oppidum , Iriste et nimis.
sariensis. Duin redeunt, Authimus præterælalein Hic cunctu strepitus, pulvis hic cum curribus,
suain et cpiscopalein gravitatem cum prædaloria Lamenta , pelus, carniſex, el compedes,
manu angustias occupat (a ), el transeuntis Basilii Tormenta : cives hospiles hic, el ragi.
mulis, qui rebus ex sancto Oreste perceptis onusti B Erat hæcmeorum Sasimorum ecclesia.
videntur ſuisse, iter interclu lil ; nam lacientes et V. Hac ordinatione vulnus impositum cordi Gre
aves et alia ejusmodi inde percipiebat Basilius. gorii, quod nulla die obduci poluit. Pluribus locis
Commissa hæc pugna prope Sosima. Nam Grego . exprobrat Basilio elationem animi quamdam magni
rius (b) non sinestomacho jocalur in Basilium ; quod mudine sedis aMalam . Queritur elapso decennio quod
se Sasiniorum episcopum constiluissel, ut cum Aue cum oliin se Basilius Gregorio non præferret, el si
ibiino belluin gereret, si quando is Basilii mulos prælulisset, dissentientes habuisset æquos reruin
arriperel, angustias lenenset velut Amalec Israelem æstimalores ; postea in amplissimo collocalus loco ,
coercens. Idem dicit in carmine de vila sua, nempe amicum non pluris quam simium ſecerit. Eo lile
dalum se fuisse Sasimis, quia bellicæ fortitudinis riws in hias querclas erumpebat, quod eorum , quae
significationcs dederat ad Basilii causæ defensio Basilii causa fecerat, lesies erant Pontus el Cesa .
nein . Unde etiam colligo eum interfuisse illi prope rea, ac ipsi Basilio suum approbaverat vivendi in
Sasimos pugnæ ; non enim aliud lempus video , in solitudine consilium , postquam parentes e vila mi
quo bellicosuin se Basilii amnicuin prastare polue - grassent. Itaque amicilia colendæ laudem , quia
rii . Locum integrum referam . illum falebalur excellere, hac in re ei denegabat.
Τούτοις μ' ο πεντήκοντα χωρεπισκόποις Juliorum sane in viluperia incidit Basilius, fidis.
Στενούμενος δέδωκε της ευψυχίας. simo amico ac optime de se incrito in episcopales
Και ταύτ' έν' αρπάζοντος άλλου προς βίαν, curas prxter ipsius voluntatem conjecto , el quod
Περικρατήση της καθέδραν καινίσας, minus habebat excusationis, viro lot ac lanta ba
"Ημείς γάρ αυτω των 'Αρητων φίλων benti Ecclesiæ juvandæ instrumenta in obscurissi
Τα πρώτα ( και γάρ ήμεν άλκιμοι ποτε )
Και δεινόν ουδέν τραυματ’ ηυλογημένα. mum anguluin cl omnibus vilæ conimodis destitutum
His, quinquies me chorepiscopis vlecen relegalo (d).Qui levissinie reprehendebant,neglectum
Donavil arclus, mira amoris pignora ! ac contempluin ſuisse Gregorium dicebant, el a Basic
Algue id quidem , ul rapiente non probe allero lio , postquam ipsius opera usus fuerat, veluti vas
Victor manerel , erigens sedem hanc nove .
Nam bellicosus illi amicus exstili quoddam ignobile, projectum (e). Ne ipsi quideix
Primo ( acer etenim el sirenuus quondam fui) Eusebio Samosaicnsi probala hæc ordinatio ,
Benedicia non est conquerendum ad vulnera . Reprchensam in Basilio clationem animi lic
Dum Cæsaream redit Basilius, videlor venisse benter arripiunt 1101mulli, ut ejusmodi hominum
Nazianzum , ibique Sasimorum episcopum urdinasse sancliialem non lantain ſuisse probent, qualila
Gregorium . Non enim id Cäsareæ factum , ut exist . D vulgo existinulur. Sed ipsc Gregorius (1) lumn
mavit Tillemontius (c). Basilius cuin nec Anibimi cum de Basilio queritur, in quo posita fuerit hæc
malefacta imilari vellet, nec rem negligere , opta - animi elatio , sic explical : Nisi quis lamen , inquita
tissimum remedium excogital, el episcopalus muis hoc a me pro illius purgatione accipial, quod subli
tiplicare slaluit, ut ipsum dissidium ad Ecclesiæ miora, quam pro hominis conditionesenliens, atque
utilitatem convertatur. Iloc consilium diu mullum hinc, prius etium quam vita excederet, digressus,
que doluit Gregorio, qui cum episcopate onus fur- omnia ad spiriiun reſerebat ; atque amicilice officia,
midarel, ac prorsus fugeret, adeo ei institit Basi- quae alioqui sanc!e colebal, hic solum aspernabalur,
lius, adjuvante Gregorii patre, ut tandem cedcre co . ubi Deum anteponi oportebal alque antiquiores ha .
gerelur, et si minus animum , sallem caput ordina - bere resin speposilas, quam fragiles el caducas.llæc
tioni submitteret. Hlaque Sasmorum episcopus Gregorius de Basilio in cælum evecio. Nec aliter

(a) Naz. ep . 31, or. 20. (d) Naz . ep. 31.

(b ) Ibid . " lej Ep. 98 , 1). 2.
(c) Naz. or. 20. ir Or. 20.
$ 631 PROLECOMENA .
eum in terris versantem allocutus est, ut palet ex A solaretur. Et quia Nazianzenus in oratione ( 1),
his verbis (a) : Oix # veyxas od TeveŪga cñs çàias quam habuit corain Nysseno, ab amico eum venire
Ticinoae Deútepovº Érsel täiy uły Elwy lows hueis, dicit, qui nec virtute inferior erat , nec minus dili
amiciliæ posthabere minimesustinuisti,quandoquidem S. Meletium aut S. Eusebium Samosalenum . At
ulnos pluris forlasse, quam alios omnes ducis : ila profecto amicus ille non alius est, quam ipse Basi
rursum Spiritum nobis longe anteponis. lius. Postquam enim Nazianzenus in orationis exor.
VI. Manc ordinationem non Casareæ , sed Na- dio amicum sibi ab amico venire dixit, tum pelit
zianzi peractam esse testatur ipse Gregorius (b), qui oralorum more ab audientibus, an rem clarius de
Basilium venisse Nazianzum dicit. pingi velint, statimque Moysen et Aaronem in me.
'Αλλ' ήκεν ημίν των φίλωνκαι φίλτατος dium adducil, jisque peracute inter se comparalis,
Basidios , elc. jlerum postulat ab auditoribus, an non perspicue
Sed venil ad nos omnium charissimus cognominem suum , id est Gregorium , el unani
Basilius, elc. mem , id est Basilium , pictrix oratio ellinxerit. Ho
Tum narrat quomoclo patre Basiliuin adjuvante de- rum alier, inquit, nos until ac latentes in medinm
ceplus fuerit. Præterea, quo die ordinatus est, ora - B produxil... non ut dignum erat eo spirilu qui in ipso
tionem habuit coram patre el Basilio, etaliis episco - cst ; aller renit ut nos consoletur ac componal, Spiri
pis qui eum ordinaverant. At Gregorium senern cuiquemansuefaciat.
bujus ordinationis causa Cæsaream venisse, res est Venit ergo Nazianzum Nyssenus ; et cum a Basi
cuin sua sponte improbabilis, lum silentio minime lio missus fuerit, advenire non potuit postridie or
prælermillenda a Gregorio , qui simile patris ilcr, dinationis, ut perabsurde legitur in titulo oralionis
Basilii causa suscepluin , ul summæ animiforlilli. sextae Nazianzeni. Sed lamen perpaucis post ordi
Jinis in effelo corpore speciinca, admiratur. Septi. nationem diebus advenil. Nam bæc oratio , quam
ma est hæc oratio inter orationes Gregorii.Miscel coram eo Nazianzenus feslo quodam mariyrum die
Ruudibus Basilii viluperia , el obsequio querelas, habuit, in eandem prorsus sententiam pronuntiala
quod coaclus magis, quam persuadendo victus luis. esl, ac septima coram Basilio. Viluperal enim Ba
cel. Postquam autem exposuit cur episcopatum ſu - silium quod sibi vim intulerit, sed tamen suum obo
geril, ac nonnullo temporis spalio opus habueril, sequium significat. Dulet quod Gregorius serius
ut se ipsc colligeret, ac tandem melioribus cogija - renerii, veluti post cladem auxilium , post lempesla
tionibus subeuntibus (p. 144), Spiriini sese daret e lem gubernalor, post cicatricem medicina (p. 138,
ad ministerium ; tum vero ad episcopos a quibus 141). Sed tamen se nunc cedere ei fiduciam conci.
ordinalus fuerat, ac nominatim ad patrem ac Basi- pere declarat; quod argumento est hæcdixisse Gre
lium orationem convertit, el ab eis pelit, ut sibi gorium , antequam fugeret. Nulla mentio Gregorii
optimam Ecclesiæ regendæ rationem tradant. patris in hac oratione : forie quia lemplum marty .
Adfuisse aliquos e Sasimensi populo legalos exi. rum , qui eo die colebantur, nimium urbe distabal,
stimat Tillemontius, idque colligit ex eo quod ait quam ut senex eo pergeret.
Gregorius (p. 143) se Spiritui cessisse els xatap. VIII. Vix Nyssenus Nazianzo discesserat, cum
Cloudy toūdao toutou , ad perſectionem hujuspopuli: Gregorius deceptum se esse sensit. Recursarunt
el sub finem orationis : El me, el una mecum sa- illiusanimo priora fastidia : vidit hanc (e) Sasimo
crum hunc gregem pascile, odolualvolte xal ouletto ruin sedem sine sanguine obtineri non posse : non
ualvolte, Sed supra (c ) observavimus Gregorium babiturum se ubi seniom ponat, sed subinde lecto

lainen de Basilio : Teslalur hic populus quem per hospile partiatur ; nullum omnino ſore laborum

dum etiam ibidem ait Basilium , urbanos lumullus D moda . His cogitationum aculeis pungentibus iterum
elmaleriales hos tumulius fugisse. Non alius videtur
esse sensus Nazianzeni verborum . Dicere poluil,
Nazianzenosmanu monstrando , se ad perfectionem
hujus populi constilulum esse episcopum , quamvis
Sasimorum esset, non Nazianzi episcopus. Eo mia-
gis probande ejusmodi rationes loquendi, quod in
Erclesia una est cathedra el unus gres.
Vil. Illud eliam non belle opinatus est Baronius
Gregorium Nyssenun postridie ordinationis Naziane
xeni Cæsareai renisse , ni cognominein sur cun
Sugil , ac solitudinis deliciis perfruitur.
Permolesta fuit Basilio Gregorii fuga, qua qui
dem consilia sua perverti videns, cum eo exposlula .
vit non sine animi offensi el subirati significationi.
bus. At Gregorius (l) in respondendo non minus
veheniens, negat sibi litem inferendam esse quod
fraudem landem aliquando senserit, periniquum
enim esse , ut idem injuria aflicialur et accuselur.
Declarat se arma ferre non posse, el pro laclentibus
e ! avibus Basilii lanquam pro animabus el canonio

(a) Or. 5. (d) Naz. or. 6 .

(bj Carin , de Vit. le ) Carmm . I de Vit.
(s) Cip. 11, a. 4. Tri Episi. 31.
 VITA S. BASILII. XCI11

bus digladiari, rogat ut ipse cum Anthimo bellum A ponuntur inter Basilium et Anthimum . VII. Rursus
gerat, ac sibi omuium rerum loco quietem conce in Armenian Basilius, ut episcopos constitual : al
Theodolus eum jurare non rull , nec cum eo conta
dat. Sed illius dolor lunc maxime crumpil, cum municare. Cognoscil Basilius de criminibus Cyrillo
Basilium hortalur, ut omnia ad suam ipsius gloriam , episcopo illalis. VIII. Rediens scribit Terenlio el
quemadmodum fluvii torrenles, trahal, nec amicitiam Eusebio, el epist. 101. Premenium Sulalensibus
nec consueludinem el familiarilaleni virlule ac pielale episcopum concedit.
po:iorem habens, nec quæ ex his rebus hominum 1. Inter negotia ab Anthinio et aliis secundæ
Cappadociæ episcopis exbibila , magnum ædificium
opinio de se ſulura sil, curans, sed uni dunlazal spiri. Basilius ad utilitatem Ecclesiæ Cæsariensis exstrue
lui se addicens.
Credere non possum Basilium ca ingessisse male bat (a). Jo primis precationis domus magnifice ex
dicta , quibus appelilum se Gregorius dicit : Desi struebatur ; circa illam ædes erant, alia quidem
nesne, inquit, ROS landem maledictis incessere, ut liberali specie, episcopo privation addicia, aliæ vero
insulsos el rusticos el sine amore, el ne olla quidem inferiores Dei famulis ex ordine distribulæ , quarum
dignos ? 'Qg ánaudEÚTOUS, xal oxalous, xal aglaóus, usus et provinciæ recloribus, eorumque comitatui
xal ouda Golv communis erat, ita ul rectores insignibus illis ædi
Basiljum usum& Elous
esse. His, inquamimprobabile
prorsus , e trivio conviciis
est, sed B bus, quæ episcopo addiclæ erant, eorum autem
er ejus dictis consequi Gregorio videbantur per comites inferioribus exciperentur. Erant etiam
nimio dolore. hospitia peregrinis , sive Iranseuntibus, sive medela
aliqua indigentibus, quibus Basilius necessarium
Scripla bæc tricesimaprima Gregorii epistola non providebat
soluin post ordinationem , sed etiam post ſugam , solatium , ægrorum curalores, medicos,
Siquidem Gregorius daninum acceptum et fraudem jumenta , deductores. Adjunciæ etiam erant aries ,
tum
sibi faclam sensisse se dicit, et a Basilio omnium lem quæ ad vitam necessariie , lum quæ ad libera.
serum loco quielem postulat. Ipsa eliam maledicta, viclum cultumque juvenlæ . Erant elizm aliæ
quibus se Gregorius a Basilio pelilum dicit, jam ædes ad facienda opera idoneu .
fugisse Gregorium probant, et Basilio stomachuma Basilii consilium , elsi Ecclesiae ac reipublicæ pcr
fecisse, dum palam et aperieSasimensem episcopa ulile, incurrit lamen in reprehensionein nonnul.
projicil.
lumScripla lorum hominum , qui inde ansain arripuerunt illius
etiam in secessu sequens epistola 39. in apud præsidein accusandi; sive quod ejusmodi in
qua Gregorius indignatur accusari se inertiz , quia cu
cu?plum hominis parum quieli, nimiumque audacis
Sasima non accepit. Olio se el quiele unice gloriariori esse dicerent, sive quod crimnini verterent Basilio ,
profilelur, nec dubital quin et Ecclesiæ in Iranquillo C quod
49 inultitudinem his artibus sibicharitale devin
essent,et fides in culo, si omnes sibi hoc exemplum cirel. Voluerat Basilius cum præside, lum cum ille
ad imitanduin proponerent. essel Casareæ , et de exterioribus suis negoliis ct
Immerilo Tillemontius scriplam inter hæc jurgia de rebus ecclesiasticis colloqui, ut criminalionibus
pulal epistolam secundam Gregorii, quæ est ad Ni. in antecessum occurrerel. Sed repressil se ; lum
cobulum . Cum millerel Nicubulo limeras Basilit si ne prasidem a publicarum rerum cura averleret,
luin ne puram illius animam altercationes episcopo
mul cum suis , bis quæ Basilii erant priore loco rum
positis, suas subjunxit, sese quidem cum Basilio læderent. Ubi autem audivit adversarios suos
ubique conjungi volens, sed eum sibi anteponens. mulia illius auribus insusurrasse , tum vero , infir
Minus intellesit Tilleinontius hæc verba : Cum Ba. milale corporis, quominus præsidem adirel, pro
silium magnum mihi semper prælulerim , tametsi illi bibenle, causam per lilleras dcfendit ac demonstrat
contrarium videalur ; nunc quoque præſero, elc ., id consilium suum non modo publicis rebus non no
esi, inquit Billius, lamelsi illa me sibi anleſeral. Non cere , sed etiam plurimum prodesse, ac ipsi impe.
enim hæc verba ita accipienda sunt, quasi Basiliun ratori probalum fuisse . Quæ aulem Eliæ , ut amico
existimet Gregorius plus sibi Iribuere quam ipsi. och
Dº Christiano, de ecclesiasticis rebus respondere
par erat, ca Basilius in aliud templis dilferi, ac
CAPUT XXIV. præsidein rogal, ut sibi alterani aurem exemplo
I. S. Basilius exstruil plocholrophium , el eo nomine Alexandri, usque ad congressumn integram servel.
accusatur ab episcopis apud Eliam . II. ReditGre
gorius paulo post Pascha el coran Basilio quiniam Hæc epistola (b ), quam eruditi viri ad annum
orationem pronuntiat, III. Episcopum Doaris or . 571 relulerunt, inter bas Basilii cum Antbino et
dinal, qui primus oppidi episcopus fuit. IV . De epi. aliis episcopis dissensiones colloranda Hic
. chim
slola Basilii 95 . Elias accusalus Sophronio coin
mendaint a Basilio . V. Pelens Sasima Gregorius gesta sunt postquam Valens Cirsarea discessit, ut
repellitur ab Anthimo. Ejus tamen rogalu agit cum palet ex his verbis : Unde mihi ridelur el magnus
Basilio de congressu . Annuit Basilius ac scribit imperalor, ubi nostram hanc solliciludinem perspezil ,
senalui Tyanensi. vi. Proficiscitur Sebastiam .
Ibi Eusebio respondet per epistolam 98 . Probalur veniam dedisse, ut Ecclesias per nos ipsi administra
de Gregorio Nazianzeno hic agi, ac eum ante Pa remus. Frustra ergo haec epistola in annum 371 rem
scha ordinatum fuisse. Synodus in qua liles como Irahatur. Non tamen multo post Valcutis disccssum

(e) Ep . 91. (h) Ep. 94.

 CIV PROLEGOMENA.
scripla. Vix enim ædificare cæperal Basilius, ma- A ditur ab hac sui in patrem et Basilium obsequii si-,
toria hactenus comportala : opus autem non po- gnificatione. Oudts Loyupótegov, inquit, yhpws, xal
Luil serius incipere (a), siquidem jam aplum erat ođaču çalas aldevejÚTepov . 'Yd costwy Pyry
el paralum hospitibus suscipiendis, jam monasterii úuiv cyws Séoulos ėv Xploto , 8ebels oux &duossi 36
forma suis absoluta numeris ante finem anni 373 . inpais, and cons aðútoks deguois toŨ Tvúuctos.
Quare muluæ illæ altercationes episcoporum , qui- Nihil seneclule forlius, nihil amicitia venerabilius.
bus Basilius animam Eliæ lædi nolebat, nibil aliud Ab his ego ad vos ductus sum , vinclus in Christo ,
8111t quam dissensiones cum Anthimo et aliis; non non calenis ferreis , sed tenacissimis spirilus vinculis
enim aliud prorsus suspicari licet, nec immerito constricius. His sane verbis indical Gregorius se
Teinpus ejusmodi dissensionuin ex hac epistola aliquo ex loco Nazianzum venire ; ac proinde hæc
constituimus. oratio non statim post ordinationem et ante oratio
Hoc plochotrophium in suburbio conditum a nem septimam , ut visum est Tillemontio , sed post
fratre laudat Nyssenus. Novam civitatem (6) extra reditum ex fuga pronuntiata esi. Sic etiam quod
Casaream appellat Nazianzenus (c). Erat aulem addit se antea aliis omnia reliquisse , ul secum phi
hospitibus et peregrinis destinatim , tum iis qui p losopharelur, et Elix Carmelum ac Joannis desertumo
rito transeunt, cum iis quimedela aliqua indigent. cogilasse, id profecio dicere non poluit ipso ordina
italibus lionis Sasimcnsis die , quam non præcessil solitudo,
His verbis indicantur leprosi, qui cum civitatibus
pellerentur, non immerilo inter hospiles et pere sed Tillemontii
potius sacerdotii labor in patre adjuvando.
opinionem
grinos habebantur. His præcipue provisum fuisse clarius refellunt quæ se
loc liospilium testantur Nazianzenus (d ) et Theo quuntur. Ait se antea ſorlem quemdam et insupe:
rabilem sibi visum esse ; ac ne anantissimis quidem
dorelus (e) : non lamen videolur exclusi fuisse alii bis fratribus sermones dedisse, ut secum ipse tran
ex civilate aut ex aliis locis advenientes ægroti. Sed
præcipue in leprosos enilnit charitas Basilii, quos quille philosopbaretur, secumque ipse el cum spi
rilu colloquium haberel. An potest manifestius in
vir nobilis et nobilibus ortus osculari non dubita - dicari
bal, non ad inanem gloriain (nemo enim ab lioc solitudo in quam se receperal ? Sed quod am
vilio remotior, inquit Nazianzenus, sed ut alios (0) bigendi locum omnem præcludil, recantat quæcun
exemplo suo ad corporum curationem libenter ac - que post ordinalionem dolore suadenie in Basilium
ocerel. Nec
cedere docerel. Nec vero
vero sola
sola civilas
civilas illius clarila . asperius dixerat. Jam enim iram abjicio (Audians
illius charita
tom sensit, sed in pagos etiam sollicitudines suas mansueli ei lætentur (Psal. XXXII, 31 ) , manumque
extendebat,ac omnibus populi præpositis humani- c hanc, quæ mihi vim altulil, placido rullu conspicie,
ac spiritui arrideo , mihique commolum pectus seda
latem in pauperes, ut cominune certamien propone
bal. Unde (9) singuli chorepiscopi videntur in pa lur, reditque rulio ; alque amicitia, instar flammc
gis sibi commissis commune aliquod habuisse plo consopita el exstincla , rursus ex parro igniculo re
viviscil, et excitalur. Renueral consolari anima mea ,
chotroplium .
et anxielale afficiebatur in me spirilusmeus. Dixi :
fli) Sirpissime in plochotrophium veniebat Basi. Nunquam in posterum amicitiæ fidem habebo. Ante
Jius, non solum , ul pauperum curam gereret, sed ordinationem amicitia Basilium inter et Gregorium
etiam ut monasterium inviseret, quod ibi constru• turbata non fueral ; iras inter eos sola movil ordi
olum erat. Monachi enim erant servi illi Dei, qui- natio, el quod Gregorius falelor se dixisse, nulli se
bus assigwalæ erant ædes inferiores. Ex hoc loco (i) deinceps amico fidem habiturum , id conceptis ver
perscribit Amphilochio lleraclidas audita ex Basilio bis dicit in clausula epistolæ 31, quam post abje.
monasticæ vitæ præcepla . Præfuit el monasterio et clum gubernando Sasimorum Ecclesiæ consilium
plochotrophio vir eximize virlulis , Sacerdos no - scripsit. Quin etiam cum obsequium suum in oration
inine; sed ei utrumque ministerium , quod Basilius, nibus 7 et 6 , non sine querelis el aculeis in Rasi
ul verisimile est, cominiseral (j), Helladius Basilii , lium lestelur, in hac quinla oratione adco lenis el
successor indignis modis abrogavit. Celeberrimus placalus est, ut nulla lunc ejus animo videatur re
fuit hic locus ac Basiliadeni vocari solitum esse sedisse offensio ; ct cum Basilii consilium in ora
discimus ex quodam scholio in antiquis codicibus tione sexta , dignum non fuisse dical eo spiritu , qui
post regulam brev. 286 , reperto . Laudat Sozome- eral in Basilio : nune idem consilium ad astra lol
pus (k ) eximium quemdam chorepiscopum , Prapi- lit : Svirilum amicitiæ , inquit (l) , posthabere mini
dium nonsine, quem Basiliadi præiuisse lestatur. me sustinuisti (quandoquidem ul nos pluris fortasse ,
II. Non diu perstitit in fuga Gregorius, qui se hac quam alios omnes ducis : ila rursum Spiritum nobis
una in re minus forlem ac generosuin ſaletur esse, longe antepunis). Non passus es lalentum in terra
si ira patris perſecenda. Orationem quintam exor defossum a:queobrutum lalere. Non passus es luce:
(a ) Ep. 150 . (9) Ep . 142 el 1.15 .
b ). In Basil. in Ep. 150.
(c ) Or. 20 . (i) Buil.
(o ) Ibid . ) Noz, ep. 216 .
le) Lib . iv, c. 19. (k ) Lill, "1, c. 31.
in Ibid , (l) Or. 5 .
 VIT.: S. B.JSILil. NCT
non modio diutints obiluci ; koc enim lumen meum A orationer. Tillemonlius (c) refert ad annum 375
treamgne negotiationem esse existimas. ac ha:relicorum aliquem aniea Doarorum episco
fliud autem non valde abstrusum est, quod ait se pum fuisse pulat; quo espulso Eulalium a Gregorio
ne bis quidem amantissimis fratribus antea sermo. ordinatum fuisse , non exspectato ob moræ pericu
nem impertire voluisse . Nam cum fugisset in soli. Jum Basilii consensu. Scd facile est probare lunc
ludinem , atque ibi ſeslum paschale Iraduxisset, primum Doaris constitutuni episcopum ſuisse, idla
caruil interim oplatissima iltius voce Ecclesia Na. que ſervenle Basilium inter el Anthimum dissidio .
zianzena, ut evidenier probanı que sequuntur : Digna sunt quæ notentur hæc verb. Gregorii (d) :
Utpote qui omnia reliquissem, κι αν omni negotio Δεξασθε λόγον νεόκτιστον επί νεοκτίστω ποιμέ
ſerialus tranquille philosopharer ,mecanique ipse el vi. Novam propler norum pastorem orationem acci
cum spirilu colloquium haberem . Non video cur id pile . Vocat orationem veOnTLSTOY ob maleriæ pror
Tillemontius Cæsarcæ dictum potius existimet, sus insolitæ novitatem , veÓXTLJTOV pasiorem , quia
quim Nazianzi. DixiGregorium paschalc festum in hunc primum Doara episcopum acceperant. Inſe
solitudine egisse, quia hujus quinta: orationis , quain rins hanc interpretationem confirmal, cum ait: Ilpose
slatim post reilitum pronuntiatam fuisse patet, au - Ofixov iepéwv érpaqueteutäusla , ouy ügaipeolvº
dilor luit Basilius, quem improbabile est Czesarea B zipetizov åvatpativ , oux 0pDoãöbWV ¿DÓTTWIIV .
diebus Pasche abfuisse . Al cum scripsit episto - Sacerdotes augere studuimus, non subirahere ; hæ
lim 95 (scripsit autem die duodecimaMaii), red . relicos everlere, non orthodocus imminuere.Non aliud
Bal ex quodamn itinere , quod proinde non multo tempus occurrit in Historia sancti Basilii, quo
post Pascha suscepera ::: vixque dubium est, quin multiplicati sacerdotes fuerint in Cappadocia , prze
lunc Naziạnzum venerit. ler illud cum Antbimo dissidium .
III. Non (a) solis Sasimis episcopalum erexit Ba Vehementem hanc discordiam maniſeste indicant
silius, sed pluribus aliis locis idlein benelicium ac- que a Gregorio in presbylerum quemdam , calidum
cessit. Narrat Gregorius Nazianzenus hoc dissidium Anibimi partium defensorem , dicuntur. Sic eniin
polria nimirum pluribus episcopis communila : ex posv , xal otpaonyè kowopóvista ; ó xatà MWÜGEWS
quo Ires præclarissimæ res conseculce . Nam el ani. toaunoas, xal ysipaç ėracels quiv, xeivo:
marun cura major suscepta est, el qualibet civilas tas gaúoras usyon.y)Opatrovat ; oux Éçpeças; oux
provenius suos habuit : et bellum hac ralione compres. õlavooupéves
Évet párons ; oux Locavoáv Gol caūta
sum el exslincium est. Ilujus consilii, inquil, vereor 2014 yñs ai cápxes ; eita tas xeipas tautas dvarsl
ne relul appendix quædam fuerim . Quibus ex verbis ve !; to oco ; eita Eūpa apodáEELS ; ET TO Úrtepe 's
palet, pluribus in locis olim Cæsareæ subjectis Ba- àaoû ; $ 069Ūual uh TOTE TOGOūTOVÝ pois. ala toj
silium novos episcopaliis constituisse, et cum hoc OzoŬ xatwon xal topsunoelev . 0CTE Tŷ Tooluéve Tô
consilio materia dissensionis amputata esset, An- o ubya tz txaplow , xal gauzov od ubyista ėSogn
ibimum libentius ad pacis conditiones accessisse . uiwsas, äidotpiúras ceauTÖV tis toū Deoû xape
Quod autem proprio marle l'ecil Basilius in jis lo - cos. Quid ais , fili Dalham et Abiron , el duc mili
ris, quæ Anthimus in ditionem suam vindicare non laris contumax, qui adversus Mosem insurgere au
potuerat, idem videlur in aliis oppidis controversis, sus es ? quimanus in nos , quemadmodum illi linguas
ipso consentienle Anthimo, factum fuisse , postquam in magnum illum Dei servum , immisisti ? Non co
ad pacis conditiones perventum est. Nam Basilius, horruisii ? non pudore suf'usus es ? non harc animo
poskquam congressus est cum episcopis secunda agitanti carnes in terram collapse sunt ? Et postea
Cappadociæ , rogavil sanctum Eusebium ul in Cap- manus has sursum ad Deum lendes ? poslea dona
padociam veniret, sibique opem ferrel (b) ad con - oferes ? poslen oraliones pro populo fundles ? Vereor
sliwionem episcoporum . Supererant ergo alii epi- equidem ne Dei gladius landiu rubiginem contrahat,
scopi ordinandi prxter eos quos Basilius in ipso D el conquiescal. Nec a pastore iuo ingenlem aliquam
dissensionis æstii ordinaverat, ac proinde hac pa- gratiam iniisii, el Teipsum maximo delrimento mula
scopains in controversis locis erigerentur. presbyterum non immerito ducem militarcm appel
Tricesimæ sancti Gregorii Nazianzeni orationi latGregorius, quia pro Anthimo vehementer con
locum dedit ereclus ejusmodi cpiscopalus in quo . Tra Basilium pugnaverat ac manus in ipsum injece
dam oppido, de quo cum magna exstitisset dimica - ral Gregoriumi. Pastor ille , a quo presbyter gia
lio , repulsis Anibimi amicis, Gregorius ibi cum iam inire voluerat, alius esse non videtur, quain
aliis episcopis, absenlc guidein, sed procul dubio Anthimus; idque argumento est, pugnatorem illum
agsentiente Basilio, episcopum ordinavil. Oppidum Doarorum episcopum non fuissc, sed potius Tya
illad Deara vocatur apud Eliam commentatorem nensem aliquem presbyterum , cujus pastorcm esse
sancti Gregorii, cpiscopus vero Eulalius. Hanc Adibimum Gregorius agnoscebal.
(a) Or. 20. (c) Toni, IX , p . 391.
(6) Ep. 100 . ( 1) Naz . or. 20 .
XCVI PROLEGOMENI.
Convertit deinde orationem Gregorius ad ipsum A Circa noc tempus inaximum lucttim allulii uni.
Eulalium quem pastorum optimum et præstantis. versis Cappadocibus Elie præsidis discessio,- eui
simum vocat, ac vita et moribus dignum episco- alorogala dignitas et iufliciæ calumniae , cum ex
palui esse testatur. Hortatur (p . 496 ) at in rebus ejus libero el nescio assentationis animo ausang
spiritualibus lantam sibi approbationem conciliel, arripuissent, qui se justitiæ moleste lerebant post
quanlain in mundi negotiis conciliaveral. haberi. Basilius (6) universæ patriæ nominc So
Videlur Doarensium aipor in Basilium Anthimi phronium rogat, ut Eliam commcndlet imperatori ,
impelum repulisse . llinc Gregorius, quusi melueret ac illatas ei criminationes diluat. Jam successerat
ne molestum illis esset Basilium deincrps episco. Eliæ Maximus, cum Basilius nedio mense Junio
pum non habere , sic eos aſfalur (p. 495) : Non ve- elapso scriberet epistolam 98 ad S. Euscbium . Unde
nimus ut gladium millanus, sed ul pacem . Non non immerilo patriam per somnium ditalam esse
renimus in magni illius pastoris conlemplum et dicit (c), cui summus ille vir lain cito ercplus est.
ignominiam , qui splendidæ civitati præsidet. Hono. Non mirum sane est , si his temporibus invidiz
rabilen scimus, capul agnoscimus, sanclum voca- lela non effugit provincia præses, qui terribilis erat
mus, lanielsi injuria affecii. Patet ex postremnis delinquentibus, idemque in pauperes ac diviles ; ac
verbis jam ordinatum fuisse Sasimensem episco - B misericordia in Cappadoces commolus (d ), allentior
pum Gregorium : ac conceptum ex ea re dolorem erat ad eorum sublevandam inopiam , quam ad ea
ejus animo insidere . Sed lamen illius ardor in den vilanda quæ ipsi lam leniter agenti a sublimibus
ſendenda Basilii causa dubitare non sinit , quin potestatibus imminebant.
lunc episcopalum vel nondum abjecisset, vel potius V . Stelit promissis Gregorius, et Sasima venit,
ex fuga reversus obsequii sui significationes pairi ul hujus Ecclesiæ gubernacula capesseret. Sed ejus
ac Basilio dedissel. Post Gregorium alii episcopi consilium diligentia sua præripuit Anthimus, ac
verba facturi erant, novi episcopi adhortandi paludes Sasiinorum occupavil. Quin eliam probi
causa , ut patet ex his Gregorii ad eum verbis : benti et comminanti Gregorio epistolam (e) scripsit
Perfectiorem armaluram a majoribus ducibus acci- conviciis et probris referlam , veluti triumphum in
pies , elc. victum canens. Postea Nazianzum venit, sive ut
IV . Proficiscens Basilius (a) post Pascha, ut jam videret Gregorii patrem (id enim præ se ferebat), sive
diximus, lilleras ad Eusebium Theophraslo dia - ut ea conarelur quæ conalus est. Plura enim el de
cono dederat, ut eas perferri curaret. Sed interim pluribus rebus lestamenta injecil,de paræciis ,de Sa
diaconus morbo correplus moritur, litteris non simensibus paludibus et Gregorii ordinatione, lar
missis. Id eo moleslius Basilio redeunti fuit, C giens, pelens, minas adhibens, cx jure disceplans,
quod de rebus magni momenti scriple erant, ac vituperans, laudans; circulos sibi ipse jurisdictionis
celerem responsionem poscentibus. Nam cum S . circumscribens, ut Gregorium probarel ad se et ad
Melelius et Theodolus Nicopolitanus Basilium ad novom melropolim , vipote majorem , respicere de.
diem reslum , in quodam loco, quem Phargamum bere. Sed ubi nulla in re cedere Gregorium anim
dicebant, medio mense Junio celebrari solitum in adverlit , rebus infeclis iralus abscessit , Basili
vilassent, tum amiciliæ causa , lumul de rebus smum ei, veluti Philippismum quemdam expro.
Eustathii cum eo agerent ; Basilius Eusebium ro brans. Non longum lempus , el litteræ Gregorio
gabal, ut secum hunc diem obirel. Itaque cum venerunt ab eodem Anthimo, qui eum vocabat ail
redilu suo cognovisset lilleras suas non fuisse per. synodum . Cum permolestum id esset Gregorio , ac
Jalas, statim eas misit ad Euslaibium Sebastenun injuriain fieri clamarel , Anthimus, rogavit ut sal
cum epistola 95 , ut quam celerrime utraque epi. lem illius opera Basilius ad deliberandum ea de re
stola ad Eusebium ſerrelur : supererant enim lan . cuin Anthimo adduceretur. Promisit id Gregorius,
lum dies triginta tres. Declarat Eusebio in hac utmulto commodius quam quod primo propositum
epist. 95 venturum se ad diem festum , si ipse etiam fuerat, et Basilio scripsit, lolam rem illius judicio
Eusebius veniat ; secus vero , malle se contractum D relinquens, utrum vellet Anthimum el alios epi.
anno prælerilo invisendi Eusebii debitum solvere, scopos convocare, el ubi vellel el quando.
et congressum cum episcopis in aliud lempus dif Quamvis Basilii causam non läve Gregorius de
ferre. Erat in iisdem lilleris Theophrasto com - fendissel, illius tamen litteris offensus est Basilius,
missis de Sasimensi ordinatione. Nam cum de ea e! cum eo jurgavit, quod Anthimo ſaverel . Unde
nihil prorsus occurrat in epistola 93 , quæ serius Gregorius in epistola 33 Basilium lit calidiorem el
scripla est, sed simul missa ; Eusebius in sua ad pulloruin more ferocientem amice castigal ; breviter
Basilium responsione ea de re loquebalur, et cum exponit quid ejus causa gesserit , æquunique non
sibi banc ordinationem minus probari signilicas csse demonstral, ut cum Basilii causa in offensio .
sel, Basilio causam allulit illius defendenda in opi- wem Anthimo veneril, Basilio displiceal, ut in An
stola 98 . thimum propensior . Denique Basiliuiu rogal ut
(a ) Ep . 95 . (d ) Ep. 88 .
ib ) Ep . 96 . (e) Näz, ep . 33.
(c) Ibid.
 VITA S. BASILII. ICY:1
sibi, sallem ut natu majori, injuriam non facial : A duæ illum canse Cæsaream vestigia reſerre coegc
quod si sese ostenlet aique efferal, ac tanquam me- runt. Nam Theodotus, ubi enim cum Eustathio esse
tropolitanus e superiore loco parræ civitatis vel cognovit, antequam discerel qua de causa id fccis.
pouils nulljus episcopum alloquatur, sibi quoque sel,et quid es congressu consecutus esset, non jam
superciliuni esse quod opponal. illum ad convenlum vocandum esse judicavit, nec
Cielerum libenter accepit Basilius conditionem , quemquam misit qui iterum admonercl aut dedu
quæ ab Anthimo ferebatur, utde restituenda pace ceret. Res eo molestior ſuit Basilio , quod illum
communis inirelor deliberatio . Ilujus rei testem antea perfunctorie per Hellenium invitaverat. Alia
babemus epistolam ad senatum Tyanensem , in qua suberal causa longe gravior. Accepit enim Sebastie
declarat se omnia quidem Anbini consilia , oin lilleras , quibus venturum se Eusebius negabal ,
nesque moliliones pervidisse ; sed tamen nihil sibi slalimque refrixit cupiditas eundi Nicopolim , ct
esse pace antiquius. Persuasuin enim sibi esse, perfuncioria invitandi ratio animum subiil. Nam
pibil se posse solum perficere, magisque indigere cum Eusebio ne gravissima quidem discrimina re
se uniuscujusque fratrum auxilio , quam alteram formidabat, sine eo vel levissimis impar sibi vide
manum alterius ope. Ilaque ccrlum sibi esse pacis batur. Quare salius esse duxit omisso die festo Ni
causa nec laborem ullum prælernillere, non hu. B copolim alio tempore proficisci, et cum Melelio de
mile diclu quidquam aut faclu , non itineris 101 - rebus ecclesiasticis colloqui, vel etiam cuni eo Eusc
giudinem vereri, non quidquam aliud moleslum bium invisere . Qua de re utriquescripsit, utriusque
refugere , ut mercedem pacificationis consequa- responsa exspectans. Sed litteris ad sanciun Mele
13r. lïum idem prorsus evenit ac pluribus aliis, ul ad
VI. Basilii cum Cappadociæ secundæ episcopis nos non pervenireni. Dixi Basiliuni, cum Seha
congressuimoras attulit iter in Armeniam . Vocalus sliæ esset, litteras Eusebii accepisse. Res per so
fuerat Basilius a S . Meletio et Theodolo ad diem patet. Ait enim se lectis his lillcris repudiasse con
feslum medio mense Junio celebrandum , ut de Eu• silium eundi Nicopolim , propterea quod venturus
stathio et Basilii cum eo communione, quæ multos non erat Eusebius. Al hoc consilium non repudia
ledebat, aliquid stalui possel. Sentiebat magno sibi vit, nisi cum Sebastiæ esset ; idque conceptis verbis
hac in re præsidio fulurum Eusebium Samosalen . declarat in epistola sequenti , se e medio itinere
sem . Is enim cum amicus erat Eustathio, vir, ili Irislem reversum esse . Forle etiam , antequall: ex
dem ut Basilius, probitatis minime suspiciosz ; tum hac urbe discederet, Eusebio rescripsit hanc epi
vero nemo magis idoneus, qui pro eumma sua au - stolam 98 in qua congressurum se dicit cum epi.
Ecclesia merilis iniquas suspiciones compesceret. gressuin esse , cui lestimoniuin reci fidei tribuit.
Scripserat ad eum Basilius triginta tribus ante fe- Loquitur etiam de nonnullis episcoporum litteris ad
stum diebus; sed cum suinmæ essent temporis an . Eusebium non perlatis, et de Palmalio, qui Maximo
gusliä , antequam responsa Sarnosatis acciperet, præsidi ad persecutiones ininistrabal, id est ail
Tiæ se commisit, ut ad diem possel indictum locuin exacliones tribulorun . llas episcoporum litleras
assequi. Transeundum autem Sebastia fuit , ibique Basilius, culpa eorum , qui ipsius Jilleras non cu
commorandum , ut de Eustathii fide certa indicia raverant perferendas, ad Eusebium non pervenisso
Nicopolim perferrenlur. Ac primus quidem dies in dicit. Videlur autem vel litteras Occidentalium de
disputando insumplus nullam certam habuit con - signare, qui ipsi scripserant , vel sancti Meletii et
clusionem .Alpostridie , quamvis Basilio accessisset Theodoli, qui eum ad diem ſestum medio mense
vebemens adversarius, Pämnenius Sebastiã presby . Junio celebrandum invilaverant. Quiis ille fuerit
ter ; sic lamen Basilius et objecta dissolvit , el Palmalius, qui se Maximi ministrui priebebal,
catholicam doctrinain ante oculos exposuit , ut planc nescio : quod autem ait Basilius eum Maximo
nulla prorsus in re dissentirent.Itaque surrexerunt o ministrasse Topd; tous oww yuous, ad persecutiones,
circa horam nonam ad precandum , et gratias ege. id de persecutione Ecclesiæ dictum non pulo , sed
runt Deo , quod idem sentire, idemque loqui de- de exactionibus tribulorum . Hunc enim Maximum
dissel. Basilius in epist. 147, virum longe oplimum ap
Probe sciebat Basilius privaluin hoc colloquium , pellat, quod de perseculore Ecclesiæ non videtur
non satis insigne monumentum idei Eustathii fu - diclurus fuisse . Probabilius multo est hunc pra :si
lurum , nisi scriplo aliquid consignarelur. Sed ut dem , cum sciret Eliam , cui succedebat, in maximas
faceret accuratius ac diligentius, fidei formulam ab molestias ob suam in Cappadores lenitalem inci.
ipse Theoilolo accipere volebal, ut una et eadem disse, striclum el severum , sallem initio , fuisse in
opera duo consequeretur, nempe el Eustathio re - exigendis tributis.
clam lidem persuaderet, et illius adversariis post Sed in his litteris,ea præcipue observanda, qux.
acceplas ipsorum conditiones , nullum contradi- de Gregorio dicuntur :Cæterum fralrem Gregorium ,
cendi locum relinqueret . inquit , vellem el ego Ecclesiam gubernare ingenio
Colloquiorum cum Eustalbio oplatus exitus Ba- suo parem . Ea aulein eral Ecclesia omnis quc sub
clium iocitabat, ut recla Nicopolim pergerel. Sed sole est, in unum collecla. Cum aulei peri id non
XCVIII PROLEGONEN :
queal, episcopus sil, non ex loco ornamentum ac- A bium invilat in Cappadociam , ulsibi in constituen ·
cipiens, sed loco ex sese addens. Nam viri rere dis episcopis operam navel : quam quidem pacis
magni est non magnis lanlum parem esse, sed etiam , conditionem fuisse diximus. Habila ergo fuerat
quæ parva sunt facultate magna facere. De Gregorio synodus antequam proficiscerelur.
Nysseno Tillemontius hic agi esistimat, deceptus VII. Præclarissime aclum cum Basilio, quod Ag
his vocibus čudy róv, fralrem meum , quas ope co - thimi benevolentiam recollegisset. Sed cilo nove
dicum novem eliminavimus. Ad codicum mss . au- supervenerunt molestix . Accepit mandalum impe
cloritalem accedit bæc ralio (a ), quod Nyssenus, raloris cum lilleris comitis Terentii, ut Armeniæ
elsi invitus ad lam sublime ministerium evectus episcopos darel. Non id sane molestum fuit boinini
est, non tamen videlur, suscepla semel ordinatione, nihil oplalins liabenti, quam ut Ecclesiæ causa la
recalcitrasse, utGregorius : imo Nazianzum missus boraret. Imo lola res perhonorifica Basilio ; nec
t'st, ut Gregorii dolorem ex ordinatione conceplum salis mirari possum , cur quo lempore bæretici in
abstergeret. Præterea Nyssenus de more ordinalus lot Ecclesias pastoribus pulsis lupos intrudebant,
est, postulante plebe et clero, consentientibus vacuas Armeniæ Ecclesias non occuparinl. Forle
provinciæ episcopis, ut patet ex epist. 223. Al comes Terentius cognitionem illis bujus consilii
Nazianzeno solus Basilius, adjuvante ipsius patre, præripuit, el a Valente decrelum illud impelravit,
hoc onus imposuit : unde in multas reprehen - antequam summa Basilii virtutuin admiralio , quam
siones incurrit , quod lanlum virum Sasima rele . Cæsarea discedens significaverat, ex ejus animo
fassel. elaberelur. Libenler itaque viæ sese commisit Bio
lloc autem semel constituto, ruit penilus opinio sikias (d), sed cum ei Theodolus solliciludinis sa
Tillemoulii, qui Nazianzenum mense Julio ordina . cius adjunctus essel, meluebat Basilius, id quod
tum fuisse coulendit. Relralienda hæc ordinalio accidit, ne singulare hominis ingenium el suspicio
ante feslum Paschæ ; siquidem S . Eusebius lilleris nes jam men se Junio signilicalæ plurimum noce
paulo post Pascha scriplis respondens, hanc sibi renl. Sed lamen , ul Theodolo satisfaceret , ac
ordinationein minus probari significat. Præterea eorum quæ egeral, coram locuplele leste rationem
aliic suppetunt rationes. Nam 10 bis Nazianzuin redderet, venit Gelasa in agrum S . Meletii, ubi
venit Basilius hujus ordinationis causa , semel qui- Theodolus interfuil, simulque Diodorus presbyler.
dem cuin Gregorium ordinavil, iterum vero, cum Ibi accusalus a Theodolo ob conjunctionem cum
redeuntem & fuga invisit. Al prinium iler ante Eustathio , dixit se ex congressu conseculum esse,
ilum queindain rebus nccessariis urgentibus con ret. Tuin Theodolus, Eustathium negasse , stalim
fccit : inde reversus circa diem duodecimum Maii, ac discessit ab en Basilius, suisque ipsum discipulis
Sebastiam se contulit mense Junio : ilerum in Ar- aflirmare , se sulla prorsus in re cum Basilio de fide
meniam mense Julio longuim el moleslum iter sus consensisse. Ad hæc Basilius, non eum esse Eusta
cepit. Bis ergo post Pascha Nazianzum venire non thium , qui nunc huc, nunc illuc feralur, cum sibi
poluil; mense autem Julio ne semel quidem id ei mirifice in lota vita constet; aut in rebus lanti
integrum fuit. 2° Basilius in epistola 98, quæ scri- momenti el omnium ſama celebralis menjalur, cum
pta est circa mediuin mensem Junium , nuntiat Elle nendacium eliam in minimis ut horribile quiddara
sebio se brevi congressurum cum episcopis secundæ aversetur. Sed lainen proponendum ei esse libel
Cappadocive . Alhic congressus non soluin post or- lum fidei, cui nihil desit ad reclæ fidei speciinen ; si
Jinationem Gregorii constitutus est, sed etiam post subscribendo assenlialur,mansuruin se in ejus com
cjus fugain et redilum el inutiles conatus capes- munione; sin autem recusel, ab ejus conjunctione
sendi episcopalus el colloquia cum Anthimo. Con - discessurum . Probala hæc conditio Melelio el Dio
venere landem episcopi, ul modo videbimus, ante doro, nec ipse Theodolus dissensit, sed peramice
illud iler, quod mense Julio Basilius in Armeniami Basilium hortalus est, ut Nicopolim descenderet,
suscepit. Nulla ergo ratione nililur opinio Tille- tum Ecclesiae invisendæ causa, lum ut eum Tbeo
monui. dolus Salala usque deduceret, ac operam in omni
In hac episcoporum Cappadocia synodo par inter bus navaret.His ila actis Nicopoliın rediit Theo
Basiliuin et Anthimuin ea conditione sancila est, ut dolus, Basilio Gelasis relicto. At ubi Nicopolim
cpiscopalus multiplicarentur ; quod quidem in Ec- advenit Basilius, sic eum aversatus est Theodotus,
clesize commodum cessisse lestalur Gregorius ( c). ut neque ad matutinas, neque ad vespertinas pre
Slenge Junio exeunte, vel ineunte Julio hæc synodus ces assumere voluerit.
collocanda, non solum quia Basilius in epistola Permolestum id Basilio accidit, non tamen sua
suedio mense Junio scripla brevifuluram nuntiabat, ipsiuscausa (faletur enim se dignum fuisse qui sic
sed etiain quia slatim ac reliil es itinere , quoil Traclarelur), scd quia mandala imperatoris perfi
iterum in Arineniam habuit mouse Julio , Euge . cerc. el episcopos Armeniæ dare non polcral, sic

(a) Ep. 225. (c) Or. 20 .

10 ) Ex. 95 . ( ) Ep. 99 .
 VITA S. BASILII. ICIS
affecto erga se curarum socio, cujus opera sperabal A Porro ad eam rem necessarii erant saltem triginta
se idoneos viros inventurum , eo quod in ejus pa tres dies, ut vidimus ex epist. 93.
ræcia non deessent el religiosi et prudentes, el lin - Circa idem tempus scripla cpistola 101. Cum
guæ perili, el qui reliquos gentis usus proprios enim de morte insignis personæ didicissel, slalim
scirent. Sed lamen quod in ipso silum erat, id ad eum , ad quem præcipuus dolor redibat, conso.
minime negligendum ralus, Salala pervenit infirmio landi causa scripsit, infirmam valeludinem excu
admodum corpore ; pacem composiit inter episco- sans, cur adesse non possel, el ncgolia ob iter
pos Armeniæ , eosque a summa indifferentia ac ne majorem in modum aucia .
gligentia ad sincerum pro Ecclesiis Dei sludium Salaleuscs, ut supra vidimus, suffragia , sive de
revocare conatus est, ac de nonnullis quæ indiffe - crelum publicum obtulerant Basilio, eumque roga
renter in Armenia peccari solebant, regulas præ - bant, ut sibi episcopum daret. Eo dignior erat
scripsit. Accepit a Satalorum Ecclesia suffragia , Basilii sollicitudine lijec Ecclesia , quod jamdudum
quibusrogabatur, ut episcopum illis darei. Guræ episcopo destituta propemodum in ruinis jacebal.
eliam illud ei fuit, ut de aspersis Cyrillo episcopo In pelendo autem episcopo adeo institerunt el con
criminibus inquireret : quæ cum ab inimicis con - lenderunt, ut Basilius coram Domino promiserit ,
ficla esse cognovisset, idque ipsi coram Basilio B nihil se , quod quidem penes se foret, prielermissu
manifeste confessi essent; populum Satalensem rum . Colligi posset nominatim ab iis pelicum Pee
Cyrillo mediocriler placavit, ita ut non jam ab illius menium presbyterum . Nam Basilius (a ) declarat se
communione refugerent. Ex his colligi non debet consanguinilalem et consueludinem sibi cum hicc
Cyrillum eorum episcopum fuisse. Jamdudum enim viro intercedentem , populi gemitus, universa Pue
episcopo carebant, ul modo videbimus. menii cognationis ac matris ipsius lacrymas coruin
vul. Redux Cæsaream Basilius, vel etiam , ut con - postulatis posthabuisse. Horlalur ut Deo gratias
jci Tillemontius, antequam Salalis discederet, agant, quod votuin suum adimpleveril. Sed lamin
quid ad exhaurienda imperaloris mandala præsti. peliissent ad repa randas Ecclesiæ sue ruinas ido
sime esposuit. Scriplam esse Satalis hanc episto - lætitiæ nuntium perferrel. Scripla harc episte !a
lam 99 (n. 4) colligi posset ex his verbis : Etnunc magistralibus : sequens , quæ brevior est , sell
cum Satala venissem cum lali corpore, elc. lamen in eamdem scripla sententiam , universam
Lilleræ S. Eusebii, quæ suaves scmper et plehem compellal, concessum illis nuntians pasto
cnlalæ Basilio veniebant, cum ei in regione Ar- ºrem hoc dignum nomine. In quo forte alludit ad
menia vicina, post lot molestias redeunti redditæ nomen Painenii.
luissent, tantum lætitia allulcrunt, quantum navi. CAPUT XXV.
gantibus, gravi orla tempestale, fax eminus lucens. 1. S . Basilius conqueritur apud prrcfectum , quod
Redilu suo, quamvis sibi videretur a suo corpore clerici Cresarienses censui addicti fuerint. ll. In .
visit S. Eusebium . Rediens scribii ad filias Teren .
deseri, et in magnas difficullales incidisset, landin lii el ad quemdam militem . HI. Tres lillere de
neglectis Ecclesiæ rebus , sperabat lamen se ope negolio Julillæ . Inde nala occasio scribendi aá
precum Eusebii Samosata iturum . Sed interim eum Mödeslum . IV. Andronicum ducem placare cona
lur Domiliano. V . Pacem conciliat in presbylerio
rogal, el Cæsaream veniat ad diem festum sancti Tarsensi. VI. Simpliciæ temerilalem comprimit.
Bupsycbii, die septimo Septembris. His enim se VII. De epist. 115-117. VIII. Prodilur a discipulis
negotiis implicari, quæ auxilio indigeant Eusebii, Eustathii.
lum ad constitutionem episcoporum , qua de re J. Modeslus præfectus, qui Basilium pro se utillo
inter episcopos Cappadociæ mense Junio convene- ter precantem senserat, pro aliis precanli plurimum
nal, lum ad deliberationem et considerationein semper honoris babuit. Suam apud illum gratiam
eorum quæ in nos, inquit, meditalur Gregorii Nys- D Basilius sæpe interposuit; sed priona omnium vide
seni simplicitas, qui synodos cogit Ancyrre , nec ullum tur Ecclesia Caesariensis precalorem habuisse Basi
nobis insidiandi modum prcelermillil. Lucem huic linm . Cum censitores censui addisissent clericos
loco afferre conalus sum in nola. Pertulit hanc Cæsarienses, ac eos tantum excepissent, quibus
epistolam idem diaconus, qui lilleras Eusebii allie wlas inmunitalein dabat, propterea quod mandala
lerat; el cum Basilium redeuntem in regione Arme immunitatis concedende a præfecio accepisse se
niæ vicina alligisset, videlur cum eo Cesarea in negarent ; confugit ad præleclum Basilius, eique
vepisse. Narranda ei relinquit Basilius, que sibi demonstrat et ipsius famæ et imperatoris fanuiliæ
in Armenia evenerant. perutile ſulurum , ut aliqua immunitas concedalur
Non dubium est quin Basilius ex hoc itinere re - episcopi arbitrio dispensanda. Mulla sunt in hac
dierit mense Julio ; nam salis supereral lemporis . epistola difficilia, quæ in nolis conalus sum expla
ut Eusebias illius lilleras accipere posset, ac Ce- nare.
saream venire ad diem septimum Septenibris. Scripla autem videlor circa hunc annum . Adhuc
(6) Ep. 102.
 PROLEGOMENA.
enim rccentia erant Cappadociæ vulnera, cai in A mosala deduxere, nihil fere liabuerunt, nisi difficile
genua inclinale opem præfecti Basilius implorat. lima negolia ant gravissimas molestias. Quare cum
Pra:lcrea jam de rebus coinmunibus scripserat præ - Basilius in epistola 106 iler quoddam commemorel,
ſecio , antequam ei privalos commendare incorpis. in quo se molla a Deo beneficia accepisse leslalur,
set, idque colligitur ex his verbis epistolæ 107, iter Samosatense indicari conjicio . Viderat in bac
que vix serius lioc anno exeunte scribi poluit : Ego peregrinatione militem quemdam , cujus perfecta
enim , inquit, decere non pulavi lantuntmihi licentiae erat sub nilitari veste charitas , acceplis ab eo lit.
sumere cum lanlo judice ; eo quod nondum ei de ieris respondet Basilius, eumque ad perseverandum
ulla re privala scripserim , verearque ne quo pacto borlatur.
rem improbct : quippe cum summi viri in ejusmodi III. Circa hoc tempus scriplæ videntur tres sc
rebus, ul nosti, facile irascantur. Jam ergo aliquid quentes epistolae, quibus maleriam dederuntniole
scripserat de rebus communibus. Ipsa timiditas , sla Julillæ viduæ, Basilii propinqua , exhibila ne
quam præ se feri initio epistolze , argumento est golia . Eam enim lulor illius bæredum urgebat ob
nondum invitalum ſuisse a præfecto , ul sæpe scri- ingentem pecuniæ summam , quam cum persolvere
berel. Iinmerito ergo hæc epistola a Tillemontio cilo non posset, egit Basilius cum creditore, ul lein
refertur ad annum 376 , sub vicario Deniosthene. B pus vidux concederet. Promisit ille coram Basilio
Non solum lenipus, sed etiam personæ ac res dis. et alio viro dignilale insigni; seque tempus quidem
crepant. llic eniin agilur de censitoribus , illic brevius scribere dicebat , sed amplius concessu
de vicario . Ilic censui, illic curiæ addicuntur cle - ruin . Postea immemor promissi viduam rursus ve
rici. xare cæpit. Significat illa dolorem suum Basilio , qui
JI. Non semel hoc anno S. Eusebium Basilius in . ei rescribit consolandi causa ; seque el creditori
vilavil, ul Cæsariensemn Ecclesiam in viseret. Sed scripsisse leslalur utpudorein ei inculerei, el llcl
hoc beneficium impetrare non potuit : quod qui- ladio præfecli domestico, ut hoc ei negoliam com
dein mirum non videtur. Cum enim mullæ alia: niendarel. Nam ad praſectum ipsum scribere nou
causæ sanclum senem detinere poluerunt, lum in audebat.
primis vicinitas Valentis, quæ perpetuas excubias Tulori hæredum Juliuiä Basilius mirari se decla
ad gregis custodiam postulabat. Quare Basilio ral, cur quod verbis conceptis corain se et alio
eundum fuit Samosala, ut Euscbium viderct. Id viro promiserat, id nunc exsequi nolii. Fatelur se
autem conseculus est hoc anno 372. Nam in duabus illius liberalilalis famam cum lioc implacabili in vi
epistolis (a ) anno sequenti scriptis leslalur se anno duam animo conciliare non posse. Revocat ei in me
præterito mel dulcissimum Ecclesiæ Samosatensis C moriam aliud promissum . Nam pollicilus eral, si au
degustasse . Quod autem addil extremo tantum di rum de quo conveneral, acciperet, charlas omncs,
gito degustasse , argumento est non diu eum apud cum eis quæ eoram judicibus, lum eas quæ priva .
Eusebium fuisse. Redeunti promisit Eusebius se in conſocie , vidus traditurum . Monel ergo illurg
anno sequenti in Cappadociain venturuin : alyue Basilius, ul opem el misericordiam Dei sibi ipse du
hoc promissum Ciresareain referens Basilius, ma. rioriagendi ratione non intercludat.
gnain Eusebii adrenius cxspecialionem moril. Negat Tillemontins ad hoc negotium pertinere
Speraverat Basilius (b) visurun sc Samosatis dia . epistolam sequentem . Sed tamen mirifice el perso
conissas Terentii comitis Alias, quas , ut bonæ næ et res consentiunt. Commendat enim Basilius
radicis bona germina, nec circumstantium harreli- viduam a lutoribus hæreduin illius rexalam . Com
corum turba decipere, nec ventis secundis ulens mendat eam non præfecio , sed Helladio comiti, ui
novilas movere polucral. Non mediocrem jacturam dixerat in epistola 107. Non tamen idem rogat quid
esse duxit, quod eas non invenisset Samosalis. in epistolis præcedentibus, ut tempus concedatur ad
Sed ut lilleris compensaret, quod colloquio perfi- solvendum , sed ut remillanlur usurp., forte jain
cere non potuerat, oblala facultale Sophronii , , persoluta, quia coram Basilio sic pacla ſuerat, ut
quem filium appellat, laudal eas ob summum ca- " usura redonarenlur, si sorlem solveret. Hoc ipsum
tholica Quei sludium et ad perseverantiam horla - est quod creditor promiseral, iil in memoriam re
lur. digit Basilius in præcedenti epistola, si aurum de
S . Eusebium presbyler Basilius invisib, ul supra quo convenerat acciperet , charlas omnes, luni eas
vidimus. Sed ad jier bujus anni 372 reſerendam quæ coram judicibus, tum quæ privalim conſecta ,
epistolam ad diaconissas probal circumstans illa huic viduæ traditurum . His sane verlis promissum
hominum veritatem corrumpentium turba, præsente usuræ remillendæ continetur. De evden crgo nego
scilicet in Syria Valente. Cælerum non multo post tio bis in epistolis agitur. Sed cum importunus cre
reditum hæc scripsit : Sophronius enim ille , quem ditor duo promisissct, concessurum se lempus et
lilimsa appellat, idem videtur esse , qui anno 372 uşuras remissurum ; vel Basilius bis scripsit Hella .
exeunic , onini scelere Basilium laceravil. dio, primum quidem ul lempus dareler, deinde ut
Basilii peregrinationes, iis exceptis quæ illum Sa . usure remillerentur : vel idcirco de usuris lanluin
(a ) Epist. 145 cl 137. (6) Epist. 105.
 YITA S . BASILII.
loquilor, quia, antequam milieret epistolam ad Hcl- A in hanc urbem intercludel Eustathii perſidia , quae
ladium , audierat creditorem a vidua absolulum esse, anno 373 erupit.
nec tamen ja co stare quod secundo loco promise- V . Tarsensis Ecclesia (b ), morluo Silvano, in ma
ral. nus hæreticorum delapsa , luctuin et gemitus Basilii
Has aulem epistolas circa annum 572 exeuntem presbyteri commoverat. Sed non deſuere egregii
scriplas conjicimus, quia scriplie sunt antequam presbytcri, qui fidem sub hæritico episcopo deſen
Basilius limidilalem illain deposuisset, quae illum a derent, el ab ejus communione plebein removenles,
scribendis præfecto litteris delerrebal. Porro non Ecclesiain per se ipsi regerent. Nomen hæretici epi
videtur illa timiditas diu ejus animo insedisse, ex scopi non proditinmemorie. Al nec Basilium com
quo gratiam iniit a prxfecio (iniil aulem anno 372 eo communicasse, nec magnam parlem cleri Tar.
ineunte), neque spatium anno longius interponen - sensis , perspicimus ex litteris 115 cl 114. Nata
duru inter initium scribendi el devincium benevo- enim inter eos controversia , cum unum ex collegis ,
lentia animum præfecti. Tot enini homines Modeslo Cyriacum nomine, suspectum haberent, ul minus
coininendavit, loc ad euin litteras dedit, ut id non recte de Spiritu sancto sentientem , ad Basilii colle
videatur extremis vile annis incæpisse. Res patet ex silium et auctoritatem confugerunt, missis ad eum
epistolis 279, 280 . Videtur his litteris initium de- B e suo numero nonnullis . Unum quidern designat
«lisse Helladius comes, quem verisimile est, cognila Basilius initio epistolæ 113. Sed plures missos patet
Basilii in Julilla negolio limiditale, pro summa sua ex bis verbis epistolæ sequentis, Postquam igilur
apud præfectum gratia et aucloritale rem indicasse ; cum fratribus congressus sum , Basilius, lola rc ex
unde ortum , ut Basilium præfeclus conſidere jube illis cognita , privatiin nonnulla disseruit, quæ rera
rel ac ad se scribere. renda presbyleris Tarsensib' s mandabal, sed in
Post lam bonoriſicum mandatum scripta epistola epistola , quam ad eos scripsit, hanc sedandæ cor
110, in qua, cur bactenus scribere ausus non ſue- troversie viam inil. Queritur quod Ecclesize mala ,
rit, quamvis plurimum cuperet, tarla potestatis re- sua sponte gravissima, multum augeanlur, dum
verentiam excisal. Commendat Tauri incolas, eis nulla erga infirmos adhibelur commiseralio, nulla
que nimia ferri tribula pendentibus humanitalem sanorum fratrum deſensio . Quare necesse esse sla .
præfecti implorat. In sequenti epistola pro amico tuil, ut quibus in rebus aniinæ non læduntur, in bis
in aulam accersilo, el idcirco sibi meluenle Mode nos ad infirmiores accommodemus : ac proinde pic
slom rogal, ul, si vir ille nihil peccavit, veritatis bil amplius exposcendum a fratribus præscribit,
beneficio vincat ; si quis peccavit, sua causa id ei nisi ut lidem Nicænam recipiani, ac Spiritum san
remillalur. Cum bæc scriberet Basilius, nondum C clum crealuram dici non oportere, et eos, qui di
Cappadocia es malis provinciæ divisione indictis cunt, ad communionem adrulllendos non esse fa
emergebat, idque Basilius indicat non obscure. Leantur.
IV. Domitianus quidam , qui in tribus oplimæ no- Scribit (c) eliam ad Cyriacum , eique narral se
le codicibus presbyler dicitur, Basilii necessarius in fratribus e clero Tarsensi missis magnum anim
erat ab antiquo ex parentibus, ila ut nibil a fratre advertisse fiilei sludium , magnumque in Cyriacum
differrel. Is cum graviler peccassel in virum pre- amorcm ; seque pro co spopondisse , sanam esse
polentem , Andronicum ducem , imminentis supplicii illius fidem et animum , ad omnia pro fide perpe
melo pene mortuus epistolas a pluribus obtinuit tienda prompluns el paralum . Rursus pro fratribus,
ipsius causa supplicantibus, sed Basilii commenda- spondet, si modo Nicænam fidem recipial, nullain
Lionem longe omnibus præferendam esse duxit. Li in ea vocem rejiciens, alque huic fidei addal Spiri
benter sane Basilius, nisi el corporis infirinitas et lum sanctum creaturam dici non debere, nec cum
hiemis molestie obstitissent, Andronicum adiissel, iis, qui dicunt, communicandum , fore ut ei onne
lum ut precaloris munere per se ipse fungerelur, obsequium fratres exhibeant. Ex quibus verbis illud
lum ut veleris promissi debitum persolverel. Pro . , obiter colligere possumus, Cyriacum auctoritate ill
Iniserat enim venturum se Sebastiam ; idque jam " ter alios prxcelluisse.
perſecerat, sed minime invenit Andronicum , Scri- Non pertinent duæ illæ epistolie ad initia episco
bit itaque ad eum præclarissimam epistolam , ac palus ; tunc enim non tantopere fervebat de Spi
exquisitis rationibus persuadere conatur, ut me- ritu sancio controversia , nec dcerant inter urthouo
lum , quo fractus et prostralus jacebal Domitianus, xos , qui consubstantiale nondum recepissent ut er
salis supplicii esse existinel, ac insigne humanita - epist. 52 observavimus. Ai, dum scriberentur dulie
lis speciinen edat, omnibus Cappadocibus, qui even - illic epistolæ , vix supererant quibus inolestum esset
lus exspectatione suspensi crant, admirationi futu . consubstantiale. Non meluebat Basilius, ne morain
rum . Hanc epistolam (a) cuin Tillemontio referen . huic rei afferrel Cyriacus ; sed pro eo libenter
dam duxi ad hiemem hujus anni 372. Venit enim spor:debat. Præcipua enim eral de Spiritu contri
Sebastiam hoc aono Basilius, eique deinceps adilum versia etiam inter Catholicos, aliis Deulo appellan
(a ) Ep. 112. (c) Ep. 114.
(6) Sup . ep . 34.
PATROL GR. XXIX .
CU PRULEGOMENA
dum esse contendentibus, aliis divinilalem quidein A lanti. Sin autem ut deponatur, tanquam indignus
tribuientibus, sed lanien bac voce uli recusantibus. sacerdotio , consentit eliam ul, ipsa præsenle alque
Videntur tamen ante annum 373 scripiä . Nam etiam , si libueril, judicante, res episcoporum judi.
Basilii querelix , quod nulla sit erga debiles commi- cio explorelur.
seralio , nulla sanorum fratrum Jeſensio , haud scio Simpliciæ servi ordinationem cum Tillemontio
an eos langant, quibus Basilii in Eustathiuin ejus. circa hoc tempus, id est, circa annum 372 aui 373
que discipulos lenitas non placebal. Præterea non peractam putamus. Non enim cilius collocari po
præscribil, id quod deinceps ab eo perspectis Eusta - lest, quia Gregoriuin hac in ordinatione Basilius
ibii dolis præscriptum videbimus, ut Spiritus sau - collegain babuil. Neque etiam mullo serius ; cum
Gregorius secesscrit Seleuciain anno 375 : unde
VI. Quædam Cappadociæ Ecclesia (a) cun dudum non videlur ante Basiliimorlem egressu : csse .
episcopo careret, communi consensu elegil servuin VII. Claros eral Basilio nobilis quidam adole
Simpliciæ , divilis matronæ el in pauperes muniſi- scens, cujus majores gubernacula civilalis, ul veri
cæ , sed hæresis suspicionibus A. grantis. Ilaque ad simile est, Caesariensis tenuerant; avus aulem pa
Basilium et Gregorium loci incolæ hunc servum terpus arına seculus fueral. Is co majori curæ
adduxerunt non sine lacrymis, ut illum sibi episco - B erat Basilio, quod cum se volo virginitatis obstrin
pum darent. Annuerunt episcopi ſervidis precibus, xisset, ul eo nomine gratior eral el charior, ila
ac servuin reluctantem el invilum ordinarunt, non naufragii nielum ob ætatis florem afferebat. Itaque ,
exspecialo dominæ consensu , qui tamen co inagis cum audisset Basilius euin , relicto beatoruni proge
requirendus videbalur, quod heric bona lamulus ad . nitorum ordine, ad avum palernuni transfogere , et
ministrabal. Sed hac in re Basilius el Gregorius, Brellanium pro Firmino fieri velle , majorem in nio
cilin Simpliciæ liberalilalem sibi nosse viderentur, dum sollicitus ſuit . Auxerunt sollicitudinem brevis
simplicius egerunt. Ubi id rescivil iracunda mulier, simæ Firmini litteræ , quæ silentio suo pudorem
furiis in Basilium incensa, conviciis eum azgredi novi consilii indicabant. Scribit itaque ad eum , ut
cæpit, docere audens ul oflicii minus perilum . nibil pudore dignum suscipiat, scd si quid illius
Quinetiam in cum quosdam homines concitavit, frentem subiil, malure emnendel, ac longo vale mi
quos Basilius lacerlos et rubelas appellat, id est, ut litiæ et armis dicto in patriam redeal, satis ad
conjici polest ex his quæ sequuntur, servos el eu - vile securitalem el ad omnem splendorem existi
nuchos. Ilanc Basilius non deprecando, non blande mans, urbi, ilidem utmajores, præesse : id quod
appellando demulcendam esse duxit : sed vehementi c libi, inquit, citra laborem obventurum confidimus,
ulens reprehensione, demonstral, etiamsi pecuniam respicientes cum ad idoneas naluræ dotes, ium ad
arena copiosius profundal, liec opera apud Deum compelilorum paucilatem . Postrema verba tempus
impiira esse. Illius contumel:as silentio premit, sed indicant epistolæ ; cum enim plerique magistralus ,
liortalur ut semetipsain de judicio divino commo- aut alio inviti essent translali, aut sponle Cæsarea
veal, seque docere desinat, ut qui plura, quam illa, abscessissent, id quod anno 372 faclum , non eral
sciat, nec inlernis spinis tarn suffocelur, nec bonis cur competitores meluerel Firminus. Quare non
paucis decuplam malitiam admisceat. Postremo multo post Cappadociæ divisionen scripta videlur
gloriatur, quod sibi reddenda sit ratio in Dei judi bæc epistola .
cio, in quo non servi el eunuchi lesies erunt, sed Sequens epistola non est Basilii , sed Firmini,
justi el perfecti viri. qui peccatum ingente fatelur, el Basilio gratias
Sic compressa ad tempus mulieris insolentia : agil , quod se , ut par erat, adnionuisset. Celerem
quandiu eniin vixit Basilius, inulire no:1 ausa csl. dimissionem sperabal, nec quidquam ad eam im
Al co mortuo ad ingenium rediit, et ad Gregorium pelrandam omillebat. Sed tamen declarat se non
ea de re scripsil, perhonorifice quidem de Basilio idcirco discessurum a proposito , etiamsi nibil im
loquens, sed tamen vehementer conlendens, ul scr- D petret ab imperatore. Persuasum enim sibi esse in
vi ordinatio antiquarelur. Minabalur sæcularia judi- ejusmodi rebus potiorem regiis mandatis esse vo
cia ; et qui consenserant ordinationi, negabant se luntatem , quam si immutalan el immolam , inquit,
consensisse , ut mulieri assentarentur. Respondel a proposito vilæ perſeclæ exhibuero, inexpugnabilis
ei Gregorius (6 ) multo leuius quam scripserat Basie nobis el inviolabilis Deiauxilio erit virginitalis custo
lius. Rogat ul quæ Deum opibus suis colebal, Eccle. dia. Commendaveral ei aliqucm Basilius, quem el
siain sacerdole , preliosissimo donario , non spoliet ; libenter a se exceplum el amicorum numero ascri
mullo plus laudis nunc babiluram , si rebus ea in plum fuisse leslatur.
consulla gestis consential, quam si autea rogala Cum Basilium in viserit Jovinus episcopus Per
consensisset. llorlalur ul suspiciones ſugiat, et rhæ , anno 313 , paulo post Pascha , epistola ,
quod dicebatur odio fidei catholic:e hæc facere, qua eum Basilius urgel ul ad se veniat, anno
hunc rumorem propulsel. Quod si petit ut rationes 372 exeunte , aut ineuple 373 , videlur collo
reddat famulus, assentilur Gregorius utæqua poslu - canda.
(a) Nuz, ep . 38. (b) Ibid .
 VITA S. BASILII. CIII

Vill. Basilio ad episcopatum Citsariensem evecto A insignes injurias, non tam calidum illiusdefensorem
dedit Eustathius Sebastenus (u ) duos ex suis asce- ſuisse . Quare immerilo Tillemontius hæc evenisse
tis, sub specie auxilii el amice communionis, re- pulat initio anni 372 , anle strenuam illam Eusta
vera ut illius actiones observareni. Horum nomina, thii causæ defensionem , quam Basilius coram S.Me
Basilius el Sophronius. lli manebant in domo Bue letio el Diodoro presbytero adversus Theodolumi
silii et candidam illam animam simulatis charitatis susccpit ; cum dicerel (c) persuasum sibi esse con
sermonibus ludebant. Primum Basilius ob decoram jecturam facienti ex reliqua viri constantia , ipsum
pielalis pellein vilæ suæ præsidium esse ducebat ; haud ila leviler in contraria circumferri, neque nunc
alleruin filium appellat in epistola 105. Sed ul licia quidem confiteri, nunc vero negare quæ dixeril ; ho
omnia serius ocius nudari solent, tandem e domominem mendacium in rebus mininiis , ut horribile
Basilii prorupere , scque bactenus immensam quam quidilam , aversanten ; nedum in rebus lanti mo
dam doli et acerbitatis voraginem occullasse , bac menti ac ita omnium fama celebralis verilari unquam
illiberali fuga ostenderunt. Non audel exponere Ba- adversari velil.
silius quas ab eximio Basilio contumelius accepe CAPUT XXVI.
ril : sibi autem alicta a Sophronio crimina eo spe RI. Sanctissimus presbyter Cresarea Transil. Per eum
clare dicit, ut Eustathius a se abalienclur. Testis 5 agil Basilius de legalione Romam millenda. lI.
fuil hujus perfidiæ lota civitas , magnusque risus F'ausius ordinatur ab Anthimo contra canones.
exstitit eorum , qui piam vilam oderant , nec jam III . Basilio exsilium imminet. Ejus lillerce ad Ur.
bicium el Theodorum . IV . Iter Basilii in Arme
quidquam magis suspectum eral, quam vilæ asce niam . V . Alarbius calumniis appelit Busiliumi.
licæ professio. Ipse lucresis Sabellianır accusalur. VI. Hunc N20
Basilio (6) tantum dolorem inussil eorum , quibus cæsariensem episcopum fuisse ostenditur
maxime fidebat , deprehensa improbilas , ut pene I. Anno 373, cum veleinens ac longa hiems ad .

vis ipse fons esset et caput tolius mali ; sed verilus exsulamtem . Cæsarea (d) transiens cum Basilio de
ne illius a se animum alienarent discipuli, et ad rebus Orientis ac de pacificandis Ecclesiis commu
defensionem eorum , quæ improbe fecerani, calum . nicavit. Allalæ etian Basilio fuerunt ante illius ad .
nias adornarent; misit Sebastiam fratrem suum ventum , vel torle eliam per ipsum Sanctissimuin
Petrum , ut singula narrarel Eustathio, eique scri- lillerx S . Eusebii Samosatensis, qui hortabalur, ut
psit insignem omnibus charitatis nolis episto - iteruin in Occidentem de certis quibusdam eccle
lam , rogans ut pro sua prudentia cogitet quo- siasticis rebus scriberelur, ac Basiliuin rogabat, ut
modo curanda sint quæ discipuli peccaverant , epistolam ipse scriberet, omnesque communicatores
C charilale sua aslringat potius quæ disjun- subscriberent. Sed Basilius , cuin minus reperire! ,
cta sunt , quam cum illis ad dissidium incuia . quomodo bis de rebus dissereret, commentarium ,
bal, quod Samosalis missum ſuerat , misit ad S . Mele
Existimat Tillemontius duos illos ascetas, sallem tium , oblata facultale Sanctissimi, eumque rogal,
eum qai Basilius vocabatur, lurpe aliquid et igno - ut ipse his de rebus scribal , assensuin pollicelur
miniosumn commisisse, anlequam Basilii domo au - ac suam etiam operam , ul scriplum ad coinmuni
ſugerent. Al nequaquam id colligitur ex sancti Ba- calores celeriter perferalur, ita ut is qui in Occi
silii querelis , qui duo tantum cis exprobral, fugam denlem iturus est , cuin omnium subscriptionibus
illiberalem , ex qua palebat eos hactenus vultu hic proficisci possit.
lari ac simulatis dilectionis sermonibus inmensam Presbyler ilie Sanctissimus idemi sludium anno
quamdam doli e!ucerbitatis voraginem animo occulo 375 el 376 , in colligendis episcoporum subscriprio
lasse, et contumelias sibi facias a Basilio , crimina nibus adhibuit,sed felicioresuccessu .Bis enim missis
a Sophronio alicia. Occulta ergo erat illorum ante D est in Occidentem cum Orientalium lilleris, nempe
illiberalem fugam improbilas. annis 376 et 377. Hunc Tillemontius (e) ob Lali
Non dissiluit hoc evenlu Basilium inter et Eusta - num pomen Occidentis potius , quam Orientis pre
chiun amicitia , sed tamen aliquantum refrixit ; id- sbyterum fuisse suspicatur : ejusque adventum
que colligere est ex epistola 223, ubiBasilius, post. litterarum , quas anno 372 Sabinus ex Oriente re
quam acceplum ex speculatorum perfidia dolorem tulerai, fruclum videri posse. De illius autern col
enarravit, bæc addit : Sed lamen videbalur interim ligendarum subscriptionum studio dubital , utrum
aliqua nobis inesse species consueludinis cum illis, id sua sponte fecerit, an acceptis a Romano epi
atque diam disputationes habitæ inter nos de dogma- scopo mandatis. Sed improbabiles prorsus doctis
libus semel. el ilerum , ac visi sumus inter nos non simi viri conjecturæ .Non enim Ronna venerat San
pugnare , sed consentire. His sane ex verbis palet ctissimus , sed Antiochia , eique narrandum relin
Basiliuin post acceplas a discipulis Eustathii lam quit Basilius quid Antiochiæ gererelur. Ejus vie
(a) Ep. 223. (d) Ep. 120 ,
ib ) Ibid . le) Tom . IX, p. 219.
(c) Ep. 99, n . 3.
CIV PROLEGOMENA.
finis erat Armenia locus, ubi exsulabat Mclelius , A inila de se Antiochiæ consilia brevi ad exilum per
ut palet ex his verbis epistola ad Theodorum (a) : ductum iri. Rem paucis indicat in epistola ad Me.
Desideralissimus (raler noster Sanctissimus com - lelium ( d ) : necesse non existimans pluribus edis
presbyler ad vos usque iler suscepit. Hinc diu apud serere, quod Sancti:simus Antiochia recens profe .
Meletium mansit. Erat ergo Ecclesia Antiochenaclus narrare poleral, ac forle ipsa etiam fama nun
presbyter , aut cerle Ecclesia : Orientalis , quæ bis liaverat. Ad hanc exsilii exspectationem pertinet
illum in Occidentem misit. Neque huic sententiae epistola ad Urbiciuin nionachum (e), quem ad se
obstal nomen Latinum Sanctissimi. Nam interduin venturum Basilius speraverat , sed peccatis suis
ejusmodi nomina ferebant Orientales , velut ille assignat , quod hoc malorum suorum partiin præ

Gregorius Nazianzenus in pluribus epistolis , el rit. Bac præcipua viilur tol ærumnarum levatione ,
Innocentius episcopus ad quem duæ Basilii epi- ut tempori cedat, seque perseculoribus subducat ;
stole. - sed tamen orgel Crbicium ul tandem ad se veniat
II. Eadem de re aliam Basilii epistolam ad Theo vel consulaluras, vel consilium dalurus, vel profici
dolum Nicopolitanuin (6) perlulit Sanctissinius : scenlem deduclurus. llis postremis verbis indicat
sed in ambabus ad S . Melelium et Theodolum epi- B imminens exsilium , ac summam ab amicis solitudi
stolis aliud agitur negocium non parvi momenti. nem . Revera ab ejus domo non ita pridem aufuge.
Pacem anno 372 composuerat Basilius inler Sala - rant Eustatbii discipuli, quos pietatis specie dece
lensem populum el episcopum Cyrillum . Sed postea plus vitæ sus solatium ac præsidiuin esse ducebat.
recruduil vulnus, el Fausius quidam , qui eral cum Unde ad hoc lempus referendam ( ensuimus epi.
papa, id est, in donio illius viri vel amicitiæ causa stolam ad Theodorum , quem rogat Basilius (1) ut
vel ad ministerium aliquod non ignobile versabalur, ad se venial, seque vilam ingralam trahere si
allulit ad Basilium lilleras ab hoc papa , quibus ro- gnificat , eo quod ab amicis disjunclus sit. Vide
gabalur Basilius, . Fauslum ordinarel episcopuni. tur ille Theodorus ſuisse nionachiis , el in co
Negavit Basilius se quidquain ejusmodi facturum dem monasterio cum iis vixisse , quos Basilius
eine testimonio Theodoli el aliorum Armenize epi. illius ſralres appellat, quorumque in conspe.
scoporum . Tum Faustusad Antbimum Thyanensem clu imaginem ipsius Theodori sibi visus est in
se conlulii, qui, quamvis pacem cum Basilio dudum lucri.
fecissel, tamen oblatam poleslalis sue exercendæ IV. Magnos lumullus in Armenia excitavit Fausti
et molestiä Basilio exhibenda occasionem non die ordinatio , sed tamen videtur Pænienius Basilio
inisii, ac Fauslum ordinavit episcopum in locum scripsisse laudabilem illius esse vitam , nec vitium
Cyrilli , non exspecialo episcoporum Armeniæ suſ ordinationis insanabile. Forle eliam , ut eum roga
fragio : el Basilii in canonibus observandis irrisa veral Basilius , alios Armeniæ episcopos ad idem
diligentia. Rediens Fauslus iterum Cæsarea trans- lestimonium Fausto Tribuenduni adduxit. Unde Ba
jit, sed eum Basilius ad communionem non admi- silius iler in Armeniam suscepit , ut (g) malo ali
sit , eique denuntiavii se cum eo, nisi lilleras Ar- quid remedii afferrel, Plurimum (6) molestiæ susti
meniæ :episcoporum afferat , nunquam communica- nuit Nicopoli , sed ei in bis rerum difficultatibus
lurum , ac suos unanimes in eamdem sententiam versanti peropportune supervenil Jorinus Perrhæ
adducturum . Ne id quidem Fausto ejusque sociis episcopus, S . Eusebij Samosatensis discipulus, qui
bonoris habuit Basilius, ut eis aliquam ad Arinenia Basilium acriler quidem defendit, sed præcipue ad
episcopos epistolam cominilleret : sed postquam
abiere, Meletium et Theodolum lolius rei certiores dem omnino conseculus est quod sibi proposueral ;
fecit per Sanctissiinum . Primum rogat, ut del ope- nam reversus Cæsaream , his quæ contigerant amfi
ram ne diendacia ab ejusniodi hominibus spargan - clam esse Ecclesiam Cæsariensem el consolatione
lur, el quomodo res acla sit ipse aliis nuntiet. Vi- n egere leslalur in epist. 126 , sed tamen videtur ali
delur cum his duabus epistolis Sanctissimus ler- quid promovisse. Nain et plurimum utilitatis se
tiam (c), qua est ad l'æmenium Salalensem , per percepisse dicit ex Jovini advenlu ; el acceplas irse
tulisse.Rogat illum Basilius, ut ad se scribat ulrum jurias narrarenoluii Eusebio in epist.127, ne videre
res sanari necue possil : ac si vitam Fausti lauda - tur homines sibi amicos animis immulatis factos,
bilem reperiai, tribual ei testimonium et alios ad culpæ commemoratione quodammodo nolare.
idem faciendum lortelur. Quod si malum in Sine ratione Tillemontius Alarbium bis verbis vel
sanabile judicet , id quoque ad se scribat ; nul Theodolum designari putat. De Alarbio mox
lam enim se Fausti deinceps rationem habilu - videbimus quam non amicus Basilio faclus lam
rum . cilo fuerit. A Theodolo aulem nibil molesti vide
III. Tum cum hæc scriberet Basilius , sperabat Tur accidere poluisse Basilio , cum uterque eain .
(a ) Ep . 129, n . 2. (e) Ep . 123 .
ib ) Ep. 121 el 99, 11. 4. (0) Ep. 124 .
(c) Ep. 122 . (9) Ep. 126 ,
(d ) Ep . 120. (h) Ep. 128 .
 VITA S . BASILII.
dem causam defenderet , ac utriusque jura pa - A erat Basilii consanguineus, ut videre est in epistola
riter fuissent ordinatione Fausti violala. Præterea 210, n. 4. Al querela et expostulatio Basilii in
peramice inter se Basilius el Theodotus de propo- epist. 61, quod ad se majorem nalu Atarbius non
nenda Eustathio fidei formula deliberarunt. Solus prior scripsisset, argumentum est intercedentis in
ergo Anthimus culpam sustinebal : ex eo malum ter eos alicujus necessitudinis, ita ut jus suum Ba -
omne orium , ut perspici polest ex superioribus epi- silius non ex sedis dignilale, sed, ut inter propini
stolis, in quibus ejus agendi ratio non leviler per- quos fieri solet, ex ælale repeleret. 2. Mulla dicit
stringitur. Sel cuin Basilius esset ad deponendas Basilius et in hac epistola 126, et in sexagesima
jujurias promptissimus, cilo ei placalus est, nec eum prima , quæ Neocæsarez inelius conveniant, quam
in bac ad Eusebium epistola commemoratione cul- obscuræ alicui in Armenia ac forle eliam remola
päe notare voluit, quia jam sarta erat inter eos gra civitati. Vicinilalem indicat, dum Alarbium monet,
tia, vel sallem , si nonnullorum codicum scripturam utparvo itinere confecto ad se venial. Sic eum hor
sequimur, jam sarciri cæpla ; sive Nicopolim ve tatur in epistola 61 ad pacem Ecclesiarum studio et
sum inviserit, aut aliquos ex suis miserit. Cerle videalur præfuisse. Conatur etiam ex ejus animo
cum rocat unanimem suum Basilius in epistola 210 , B eamdem opinionem evellere , quam Ponticis episco
anno 575 scripla. Hæc aulem sive reconciliatio, pis illusisse perspicimus ex epistola 203, n . 1, ul se
tigerunt. Verisimile est enim Jovinum , quein tanto communione crederentnon indigere. 3. Ul Atarbium
Blodio invitaverat Basilius, non station ab eo dimis- in hac epistola, ila in tribus aliis, nempe 204, 207,
sum , sed Cæsaream deductum , ut Ecclesiain Ciesa . 210 , Neocæsariensein episcopum Sabellianæ bæresis
riensem inviseret. Is abiens detulit epistolam 127, nomine Basilius accusal. 4• Tota Alarbii agendi ra
quæ est ad S . Eusebium . lio Neocæsariensem episcopum oinnino redolet. Ba
V. Circa idem tempus scripla epistola 126 ad silius episcopo Neocæsariensi in epistolis 204 el
Atarbium episcopum , quocum sc Basilius Nicopoli
207 ; idem ac Alarbio in hac 126 exprobral, quod
congressurum , et de rebus magni momenti aciy suum fugiat congressun . Alarbius media in eccle
rum sperabal. Audierat enim Alarbiuin ea in media sia Basilium gravissimis contumeliis vexabat. Eum
Neocæsariensis episcopus (a) in concionibus omni
id est, ut ex his quæ sequuntur intelligitur, Basi . maledictorum genere lacerabat, el somnia quædam
lium gravissimis contumeliis el consiciis exagitasse . sibi divinitus oblata lingebat, ut Basilium in suspi
Atque hæc quidem etsi gravia el molesta erant, 10 - " cionem pravæ doctrinæ vocaret. His addere possu
lerabilia tamen videbanlur, utpole in hominem mus quæ a Basilio Neocæsariensibus eorumque duci
gesla, eumque a vindicta alienuin , nec quidquam exprobrantur (b), diuturnum silentium et producta
magis meluentem , quam ne culpa sua aliquid noxii per colam hominis vilam odia . Hæc optime con
populo Dei evenial. At doloris stimulos acriores gruunt Alarbio , qui litteris perlionorificis a Basilio
admorit, quod ad eum quidain bonorandi ac fide provocalus (c) non modo non respondil, sed etiam
dignissimi fratres delulerant, Atarbium novilates omnem in Basilium acerbitalem effudit. His ratio
in fidem inducere, et sanæ fidei contraria, ac Sa- num momentis , velustissimorum codicum auctori
bellianz bæresis allinia docere. His de rebus cum tale conjunc!is adducor, ut Alarbium episcopum
Atarbio colloqui volebat, sed suo Nicopolim adventu Neocæsariensem fuisse existinein .
didicit eum sumia celeritate excessisse. Permole CAPUT XXVII.
stum id Basilio accidit , ac ubi Cæsaream rediit, 1. Formulæ a S . Basilio proposilæ subscribil Eusta
scripsit Alarbio epistolam 126, eumque monel, ut Thius, sed paulo post omnia perlurbar. II. S. Euse
bius nascentem discordiam sedare conalur. III. El
modico itinere conſecto ad se veniat, ac plene de stathius a Basilii communione discedil , eumque
bis rebus satisfaciens, el se et Ecclesias luin iis quæ famoso libello laceral. IV . Tres ea de re Basilii
acla fuerant, lum iis quæ ab Alarbio dicia fere litlere . Quo anni tempore hæc acta et scripia
banlar, amiclas consolelur. sunl. V. Basilius nondum liber ab exsiliiminis. Ejus
sententia delegatis Romam millendis. Scribit Abru
VI. Alarbium in Armenia episcopum fuisse existi mio per Sanctissimum epistolani 132.
mat Tillemontius; quæ quidem opinio prima spe 1. Nicopolitanum iter initium dedit aliis rebus,
cie admodum probabilis . Is enim Nicopolim ad sy. quæ in Vita S. Basilii exslant el emineal maxime.
noduui sive ad conveniun venil, eique Basilius ven Pust discipulorum Eustathii facinus, quod supra nar
lurum se in sernionem Nicopoli sperabat. Sed 14. raviinus, refrixit aliquantum Basilium inter et Eu
men legitur in duobus antiquissimis codicibus Me- slatbiuin amicitia , sed lainen speciem quamdam
dicæo et Coisliniano,'Alapblo Neoxaloapsias, Alar inter se consueludinis relinebant, ac seinel et ile.
bio Neocæsareæ . Mulla sane concurrunt hanc scri- rum ila de dogmatibus collocuti sunt, ut inter se
pluram confirmantia . 1• Neocesariensis episcopus consentire viderentur. Duo autem illi de dogma

(a ) Ep . 207, n . 1. (c) Ep. 61.

(6 ) Ep. 204 , 1 . 1
CVI PROLEGOMENA:
tibus congressiis si post proditionem habiti fuere , B partim accurrereni, scripsit ad Eustathium ejusqu :
necesse est ut dicamus Basilium euntem Nico amicos , el misit qui episcopos advenisse nuntia
pulim ac redeuntem cum Eustathio colloculum reni, At ex parte Eustathii nemo aderal, nemoillins
esse . adventum prænuntiabat, el qui a Basilio missi fue
Illud autem certo constal Basiliuin hoc anno per- rant au Eustachium , plurimam illic Iristitiam et in
ſecisse , quod proxime elapso morositas Theodoti dignationem , quasi nova lides a Basilio proposila
interpellaveral, ut cum Theodolo de proponenda fuisset, se animadvertisse narrarunt, alque ex Eu
Eustathio fidei formula deliberaret (a). Sperabat slathii discipulis audiisse, cum dicerentnunquam
enim se duo una el eadem opera lucralorum , si se passuros, ut ad designalum locum Euslalbius se
Euslaibius comprobalæ ipsi Thcodoto formulæ sub conferrel. Venit tamen aliquis perfunctoriam Eusta .
scriberet ; se ab inimicorum calumniis, ipsum Eve chii epistolam ſerens, nec de iis quæ ab initio con
stathium a Theodoli querelis el suspicionibus libe- stilula fuerant, quidquam babentem . Misit etiam
rum et solutum fore. Ipse enim Basiliusmullum po . Theophilus Castabalorum episcopus aliquem ex suis,
mit discriminis inter Theodolum (6), qui solo fidei qui Basiliim conviciis perfunderet : neque enim
studio movebatur, el iniinicos ac oberectalores suos, scribere dignalus est ; non tam melvens die es lil
quorum perpetuis calumniis maleriam dabat con - B teris argui posset, quam ne in necessitatem veniret
junctio cum Eustathio. Purgaveral se semel et ile. Basilii appellandi episcopi. Sic re infecla Basilius
rum Basilius : sed , cuin nihil promovisset, poslu - et episcopi, quos convocaveral, mesti discesse
Janti Theodolo , ut fidei formula Eustathio propo - runt.
neretur, libenter annuit. Scripia ergo fides Nicopoli Liquel ex his quae narravimus Theophilum Se.
conjuncle cum Theodolo , ac forte cliam cum aliis basliæ fuisse, cum a Basilio venere , qui de episco
episcopis. Hanc enini synodicam appellat Leontius. porum adveniu nuntiarent (h). Cum hoc Cilice
Perferendæ ministerium suscepit Basilius (c) : sub- episcopo Eustathius in Basilium frequentissimis in
scripsit Eustathius cum Frontone el Severo chor. concionibus invehebatur, quasi Basilius populi ani
cpiscopo etaliisnonpullis clericis . Hxc formula in - mis aliena ab ipsius Eustachii doctrina inseruisset
ier Basilii epistolas numerala est, esique centesima dogmata . Huic criminalioni locum videlir dedisse
vicesima quinta . Præler Nicænam lidem ea continet non lam subscripta ab Eustathio , Basilii pelilu , fides
quæ ad perspiciendam Eustathii de Spiritu sanclo Nicæna , quam a Basilio , duin Sebastia Transiret,
fidem necessaria videbantur. palam el aperle, non ex re et sententia Euslatbii,
Postquam subscripsit Eustathius , indiclus est populo prædicala . Non enim dubitandum esl quin
alius locus, aliudque lempus iterum conveniendi, Eustathius bunc honorem Basilio habuerit, quem
ul coeuntibus parceciæ episcopis insignior essetani- episcopis in aliena ecclesia deſerri mos eral, ui eis
morum conciliatio , ac deinceps suspicionibus locus populus erudiendus traderelur.
præcluderetur (d). Adfuturum) se promisit Eusta . II. S. Eusebius Samosatensis, cum moleste ferret
thius et discipulos adducluruin . Ail Basilius (e) hoc amicorum dissidiuin (i), medium se inter ulrum
suum fuisse locuin illuin qui designatus est, id est, que interposuit, ac pacem conalus est sarcire. Egit
agrum episcopo Cãesariensi subjectum . Videtur vo- cum Eustathio , ntis fidem suam purgaret, et ab eo
calus fuisse Colonia . Huc enim refero quod legitur accepla de lide responsa misit ad Basilium ( ), quem
in epistola 128 : Elnisi pacis studio non abnegaverim eliam ad pacein borlabatur, el bumilitatis signii .
venire Coloniam , non mihipacificelur vila. Repellit cationes ab eo reposcebat.
lijs verbis Basilios criminationes Eustalliji ejusque Respundel Basilius se pro pacc vitam profundere
amicorum , qui ipsum malo animo hanc pacifica - paratum esse, scd veram pacem , quæ a Domino re
tionem suscepisse dictitabant. Quamobrem Colo- licia est, exquirere ; ab Eustathio autem nibil al
nia , quo se pacis causa venisse asseveral, ipse ille ferri quod ejusmodipacem conciliare possit ; ab eo
locus intelligidebet, ubi conventus episcoporum in - D cuim quæsilum esse ab initio, utrum a communione
dictus. arceal eos qui lidem Nicænam non recipiunt, el cum
Quamvis Basilius ((), cum formulam Eustathio iis qui Spiritum sanctum creaturam dicere audent,
subscribendam proposuit, fidem illius suspectam parlein labere nolit : cui quaestioni cum respondere
non haberet, sed hoc unice spectarel, ut amicorum ad verbum debuisset, in illas verborum ambages
suspicionibus et inimicorum occurrerct calumniis; deflexisse , quas miserat Eusebius. Ilaque rogal Eu
ea res lamen Eustachii furorem accendit, isque banc sebium Basilius, ne se ejusmodi cavillationibus de
primam internæ labis significationein dedit, ut ad cipi cum aliis paliatur. Adeo autem exploratum erat
diem et locum adesse pollel. Adfuil aulem Basilius Basilio de Eustalbii asculia , ul in se omnem diesi
(9) diligenter, el cum ejus amici partim adesseni, dii culpam conferri paliatur, si Euslathius adduci
(a) Ep. 244 , n. 2. (1) Ep. 923, n. 7.
(6 ) Ihid . ( 9) Ep. 244 , n . 2.
ic) Lib . r in Nestor. el Eutych . (b ) Ep. 150 .
id ) Ep . 130 . lij Ep. 128 .
(e) Ep. zi4, 11. 2 . (j) Ibid ., 11. 2.
 VITA S. BASILII. EVII
possit, ut communionem cum fidei bostibus clare A vera ad omnes homines scriptis (1). Nam intra
et perspicue conlleatur aut ejuret. Quandiu autem paucos dies per omnem Ponluni el Galatian disper
in boc medii hominis slalu perstabil, nunquam se sue fuerunt ; quinetiam ferebatur ejusmodi lillera
cum co communicaturum declaral. Non tamen ab rumbajuli, Bithynia peragrala, usque ail ipsum
jis qui lidem non recipiebant, omnino discedendum Hellespontum penelrasse. Jam seplem dies !9) in
putal ; sed quomodo curandi sint cl reducendi ex- aliorum manibus erat epistola , cum ad Basilium
ponil. Esimia virtus S. Eusebii ct studium Gdei, pervenit. In boc repudii (1), ul appellabial Gene
quod in eo sunimum exstitit, dubitare non sinunt, ihlius presbyter, libello , magnæ humilitatis laudem
quin Basilium bac in causa longe Eustathio prælu . sibi sumebat Eusia ihius : Basilio autem fastum el
leril. llinc eum Basilius hoc ipso anno , ut homi. arrogantiam , fraudem el versutian , corruptionem
nein de Eustathio , ut par est, sentientem consu - Ecclesiarum el animarum pernicien exprobrabal.
luit, quid clericis Eustathii opem suam , déléclo Querebatur quod chorepiscopos suos recipere no
episcopi sui ulcére , implorantibus respondendum luissel, et quod es insidiis elmalo animo celcber
esset. riniam illam fidei confessionem elicnissel. Post has
lil. Non hic slelerunt Eustathij in Basilium inju . criminationes elaliasnonnullas subjiciebantur verba
riæ . Graviora postulabal inimicum len:pus Basilii B bæretica Apollinarii, lacilo lamen ancloris nomine,
virtuti ( a) . Quærebantillius animam Ariani, eorum . ut Basilius ipse auctor esse existinjarelur.
que molitiones brevi oplalum exitum habituræ vi- Pulat Tillemontius in jisdcm litteris dicteria
debantur. Quare in rein non erat Eustathio, con - fuisse in fidem Nicenam , ac Basiliuin homoon -ia
tum . Ai non puto
junclum cuin Basilio videri : contra maxima apud slain per ridiculum fuisse appellaationis
Arianos commendatio , capitaliter ab eo dissidere. Eustathium tam cilo ex dissimul is
involucr
Paulo post ea quæ narravimus (6), abiit Eustathius procliisse (i). Non enim ſalcbalur se panilere quod
in Ciliciam ac Gelasio cuidam eam fidem expo libello , quem ci Basilius proposueral, subscripsis.
suit (c),quam solius Ariieratscribere, etsi quis Ario set. Quare cum ail Basilius de Eustathio (j) : Hi
similis (d ). Inde reditus el slalim lilleræ communio nunc el de Nicæna detrahunt fide,nosque vocani ho.
nem Basilio renunciantes :has litteras allulit Eusta- moousiastas, id referenduin vidctur ad postremam
thius chorepiscopiis (e), qu:us cum tradidissel cohurli Eustatbii formulam , quam Cyzici recepit anno 375 .
Vicarii, ac dies tres in urbe commoralus esset, ad Uode Basilius (k ) : Palel aulen , inquit , etiam ex
sua rerersurus, multo iam vespere dicitur ad Ba- iis quæ nunc circumferuntur, condemnalam ab illis
silii des venissc. Al eum dormire cum audiissel, esse fidem Nicænam . Viderunt enim Cyzicum el cum
abiil nec postridie ad eum accessit, sed ad hunc alia fide reversi sunl. El sub finem ejusdem episto
modum suo erga illum expleto perfunctorie officio læ : Promoli ad episcopalum , ul media incidam ,
rediit. Causa ruple communionis hæc prælexeba - quot fidei formulas ediderunt? Alium Ancyra , aliam
tur, quod Basilius ad Apollinarium scripsissel, et Seleuciæ , aliam Constantinopoli , eamque celeber
presbyterum Diodorum haberet communicatorem . riman , Lampsaci alian , posthac eam quæ Nice in
His lllieris. perculsus Basilius nihil respondere po Thracia edita est, nunc rursus aliam Lyzici, cujus
luit, erat enim constrictum illius cor,lingua disso . quidem reliqua ignoro, sed hoc tantum audio , els
luta , manus torpebat. Quinetiam fatelur se pene silentio consubstantiali indicto , simile secundur:
in hunc animi non generosi morbum incidisse, ut essentiam nunc inſerre, atque una cum Eunomio
odium hominum conciperet, ac suspectos omnium blasphemias in Spiritum sanclum conscribere. Hæc
mores haberet, nec charilalem inter honines, nisi ergo Cyzicena formula, quæ de lide Nicæna aperto
solo nomine, crederet superesse. Nam cum consi. Jelrahebal, inter formulas, quibus subscripsit Eu
deraret Eusta ilium , qui ab infantia ad summam stathius, postrema est.
seneclutem vias fuerat præclare se gerere, tam Præler litteras ad Dazinam , quas suo nomine
levibns de causis in summiam discordiam erupisse, n vulgavit Eustathius, sparsit eliam in vulgus Epi
non videbat quomodo aliis hominibus confideret, stolam Basilii ad Apollinarium . Sed eam profere
qui nec tanta a se acceperant amoris pignora, nec bal, non ut a Basilio scripta fuerat, sed adultera
tanla virlutum specimina ediderant. Ilaque litteris tam , forle ab ipso Euslaihio, ul conjici possel ex
Eustaibii nibil respondit, non contempli, sed con - his Basilii verbis (0) : Quod si proferunt epistolam ,
silii inopia, et quod nihil dolore dignum cloqui pos. calerum ante annos viginti quinque ad ipsum (Apol
sel. Sic alleclum Basilium multo graviora excepc- linariuni) scriplam , et ne hanc quidem ut a mescripla
ruul. Eustathius palain el aperle virus animisuiin esl, sed adulteratam ; a quibus aulem , Deus scil, elc .
litteris specie quidem ad quemdam Dazinom , quem "Corruptam in eo fuisse pulau Tillemontius, quod,
iosissimum fratrem appellat.
Basilius religiosissimum fratrem appellat, sed re-
re . cum Basilius nibil scripsissel præler amicam salu
(a ) Ep. 120 . (9) Ep. 223, n . 7.
(b ) Ep. 244 , 11. 2 . (h ) Ep. 224, n. 1.
(C ) Ep. 130 . i) Ep . 226 , 9 . 3.
d ) Ep . 244 , n . 3 . Ibid .
(e) Ep. 226 , 1 . 2. (k) Ep. 244, n . ^.
V Ej. 244, 11. 5. (1 Ep. 221, n. 2.
79 PROLEGOMENA.
bationem ; in ca epistola, quam Enslattins profere- A 129, 130 , 131, referuntur a Tillemontio ad antum
bal, lilorum De Spiritu sancio pelerei ab Apollina- num hujus anni. Al profecto prima, qux est ad
rio . lluc special quod ait in epistola ad Patrophic sanctum Eusebium , non solum ante violentas aid
2010 (a ) : Non tamen de Spiritu sancio aui librum Danizam litteras collocanda, sed etiam anle eas,
wie ab eo pelere memini aut missum accipere. quas Eustathius e Cicilia rediens scripsit, ut coni
IV . Postquam rumor ad sanctum Meleljum delu . munionem Basilio renuntiaret. Nan tº era! quidem
lit Eustathii in S. Basilium calumnias, mirari se Basilius, cum ad Eusebium scripsit, lixus el immo
significavit, quod novum Apollinario crinen inſer- ius in consilio Enstabii a sua cominunione remo
relur, ac multo magis , ut verisinile est, quod iam vendi; at consilii hujus æquilalem sic defendit , ut

lil ei Basilius (6) Apollinarii verba firmoso libello nec famosos libellos, sed tantum aslutias illius et
ab Eustathio subjuncta : ex quo conjectura est cavillationes causelur. 2. Eusebius, quem supra
nondum bæc oculis suis vidisse Meletium . Negal observavimus iion ininus amicum , Eustalbio , quam
Basilius adduci se posse, ui liæc Eustathii manu ipsum Busilium , fuisse, sic discordiain inter uirum
fabricala existimel : seque coachim ſalelur fuisse, que sedare instiluelial, oil ipsum Basilium quodamn
lum criminationis diluendæ , lum fidei suc decla - B niodo reprehendere , el illius hac in re humilitalen
randæ causa, Apollinarium , ut bominem Sabellia . requirere viderelor. 1.1 palet ex his verbis Basilii :
na: bæresis allinen , notare. Tunc a nie humilitaiis significationem reposce . Non
Ex quo Basilius Nicopoli discesserat, ut fidei ergo viderat Eusebius epistolas illas Euslalbii,
formulam ferrel Eustalbio , nibil prorsus Theodolo , quarum una communionem renuntiabal ob salula
qilocum ea de re deliberaverat, neque parvum ne. tam olim per lilleras Apollinarium ; altera horren
que magnum de Eustaibii rebus scripseral. Repre- dis criminationibus referla eral : ulraque, si minus
bun sus ob eam rem a Theodolo negal (c) hanc si- spem omnein auferebat pacis sarciendæ , at cerle
lentii sui esse causam , quod quæ sibi ab Eustathio accusandi Basilii et humilitaiis ab eo reposcend:
a ciderant, negligenda ducerel, sei quod omnium locum oullum relinquebat. 3º Eustalbius, cum
fama celebrala essent. Id enim ipse curaverat Eu- scripsit Eusebio, Basilii communionem ad se relra
stathius. Illius injurias breviter enarral Basilius, here volebat ambiguis responsis, nedum illi com
ac novum facinus adjungil, quod tamen , ut rumore munionem ipse prior renuntiassel, aut in oculis lo
acceptum , asseverare non audet. Ferebatur enim lius pene Orientis nolam impietatis inussisset.
Eustathius reordinare . Quod quidein minus verum . Exisliinat Tillemontius Basiliuni, postquam Eva
fuisse , ac merilo assensuin cohibuisse Basilium ex stathium vidit ad extremas iracundiæ significatio
aliis ejus litteris perspici pole: 1, in quibus nulla nes efferri, nonnullas ci pacis conditiones tulisse,
prorsus hujus sceleris nicntio . Forle accusandi Eu easque declinasse ac subterfugisse Eustathium . Sed
slaihii inde nata occasio quod veleniens el immo ex quo Eustathius indicium congressus locum adire
deralus interdum in hoc genere fuissel. Nam in noluit, nullus jam Basilii cum eo congressus exsti
Jilleris (d) quas scripsil ailversus episcopos a qui. 111, nullæ prorsus ad eum lilleræ . Sed cum Euse
bis depositus fueral, regabal eos esse episcopos ; bium rogal (lj, ut eorum quæ ab initio proposila fue
allaria Basilidis everleral, el in propriis sacrilic:se rememinerii, ea intelligit quæ Nicopoli redieos Eu
veral nieusis ; ac in ecclesiis Anaseit et Zelo - stathio proposuerat, nempe ulrum eos, qui non re
rum (e) presbyteros el diaconos per se ipse consti cipiunt Nicænam firem , arceamus a communione, el
Meral. ulrum cum iis, qui creuluram dicere Spiritum san .
In manus Olympii, qui insignis erat iuler Neo - cium audent, parlem habere nolimus. Hiec enim 10
ræsarienses civis et Basilio amicus, pervenerunt lidem verbis habemus in formula fidei, cui a Basi
lillera Eustathii ad Ditzinam ; easque slatim Basi- lio proposila subscripsit Eustaibius,
lio perferendas curavit ( ), suspicans id quod usup Quod special ad Tres alias epistolas, scriple sunt
evenit , Eustathium 1100 lani citu illius Basilio mis- post epistolam ad Dazinam , de qua mentionem lite
spondei enim Basilius Melelio et Theodolo , qui
quil (9) , ad missum comum respondi, ul et ipse ve- suum ex Eustathii facinore stuporem significave
rilalem intelligas, el iis qui rerilalem in injustilia rant, statiin atque ad eorum aures pervenit. Prae
ilelinere nolunt, inaniſeslurn facias. Exponil ei Ba• lerea palet ex epistola ad Melelium nondum lunc
silius quid deacceptis ab Eustathio injuriis sential, abjectum ſuisse consilium scribendi in Occidenlem ,
Seque nec tres deos admitiere nec cum Apollina quod in litleris bac æslale scriplis penitus evanuis
rio communicare declaral. se videbimus. In epistola autem ad Olyinpiuin im
Qualior lilleræ , quas recensuiinus, nempe 128, probitas Eustathii pene adhuc ulrisque Basilii auri

(a) Ep. 243.n . 3. (e) Ep. 226, 11. 6 .

Ep. 923 , 0 . 7.
(9 ) Ep. 131, 11. 2 .
n. 6 ; 251, 11. 2, 3. (h ) Ep. 128.
 VITA S . BASILII.
bus tinnitum inferebat. Ipse Olympius, cum scri- A cedendam esse, sed seniel una parle electa reliquos
lieret Basilio, dubitabal an epistola ad Dazinam in ex lestimonio eorum , quibus concessa fuerit com
ejus manus pervenisset. Unde adductus est ut il munio , adniillendos : si enim nullus in his rebus
lam Basilio millcrci. babeatur delectus, usu eventurum ut hæresis ma
Videtur ergo lolan lanc eragediain egisse Eu - gis accendalur, dum ii, qui inter se maxime dis
slalbius a diebus Pascbæ usque ad mensem Ju- sentiunt, communionem Occidentalium pari jure
uium . Nihil enim babent literæ , quas reccusuimus, relinent, el acceplas ab ipsis filleras sibi mutuo
de gravissimo morbo, quo Basilius bac esiale labo- objiciunt.
ravil : et cum eum morbus delinucrit per duos Redeunti Sanctissimo Basilius epistolam 132 de
menscs (nondum enim sanalus erat die quinquage- dit ad Abramium Balnorum in Mesopotainia episco
simo), ac landem aliquantum recrealis, ſestuin S . Eu - pum , cujus nomen legiiur inter episcopos Orienta
psychij die septimo Sepleinbris celcbraverit , se les in epist. 92. Venerandus ille episcopus Basilivin
rius mense Julio ineunte in morbum incidere non ab initio dilexerat, id est, ex quo sese inter se ro
poluit, ac proinde lillere quæ hunc morbum ante verant, ideoque Basilius sæpe ad eum scribere op
redunt ad Jupium referendæ , el lotius historie ini. tassel; sed cuin eo Batnis ejecto , varii rumores
Pascha collocandum .
Ad idem lenipus, quo spem pacis nullam relique- varielas nuntiorum Basilium ab autunno suspen
rat Eustathius, refert Tillemontius hanc brevissi. Sum et sollicitum lenuerat. At ubi eum didicit AR
mam Gregorii Nazianzeni epistolam ad Amphilo liocbiæ in ædibus Saturnini comitis commorari ,
chium (a) : 00 Bapbapov od étoltayua tñs &geuhtou lam vero libenter facultale Sanctissimi usus est ut
GOU xadoxeyallas, &XX' 'EX7V.xov , väldov 64 X22 eum salularel .
OTLIVIXÓV. ' ad 'Apuévios, rávu ç :20tlun, Ilanc aulem epistolanı hoc anno collocare malui
Bapézpos autizpůs, xal abbowlay this matépas Que quam anno 376, quo plures ejusinodi litteras Ba
Noriulas. Non barbaricum est inimilabilis lux pro. silii perlulit Sanctissimus. Istæ enim de lælis rebus
bilatis ediclum , sed Græcum , imo Cliristiunum . At ex Occidente allalis scriptæ sunt. Ju bac autem
longe a nostra laude et gloriatione remolus. mus non redierit anno 376 , visi autumno jam affe
V . Ad bas Eustathii calunnias illud accellebat, clo , non lunc dixisset Basilius se sollicitum ab au
ul pullum prorsus dienı ab exsilii minis solutua lumno ſuisse ; jam cnim tolus aunus ellluxissel.
Basilius haberet. Impelraverant ab imperalore
Ariani, ut is corum volunlali traderelur. Sed , anle CAPUT XXVIII.
quam scriberet ad Melelium Basilius (b), nuntiave. J. S. Basilius scribit Petro Alexandrino, Peonio,
rat quidam ex aula veniens, hoc decretum mula el Diodoro. ll . Incidit in gravissimum morbum
tum fuisse, ac jussisse imperatorem , ut aliqua di el scribit S. Eusebio. Rumor de illius morte . Ad
latio fieret. Itaque quid fulurum esset, omnino in aquas calidas proficiscitur, unde scribil Antipalro.
Ili. Invisilur ub Evagrio el S. Hieronymo . Ime
certum erat. plorant ejus præsidium Sebasleni orthodoxi. Vo
Mirabatur in eadem epistola Basilius, quod lan calur ad electionem episcopi Iconiensis. IV. Die
dio Sanctissimus apud S. Meletium morarelur. Sed morbi quinquagesimo scribit S . Eusebio , ac non
mullo post Alexandrinis el Antiochenis. V . Duæ
com spes millendæ in Occidentem legationis cito S. Eusebii lilleræ , quibus respundet Basilius. Quo
evapuerit, ut niodo videbimus, vix dubium est, quin sensu Bosporium sibi adjuncium nuper ſuisse dicil.
polla eum jam his in locis delinenlc causa , initio VI. Nulla hoc anno Romam missa legalio .
zslatis redieril. Allulerat enim Meletio commenta . 1. Cum migrasset in cælum S . Athanasius die
rium S. Eusebii de hac millenda legatione et lille secunda Maii hujus anni 573, eique Petrus magno
ras S . Basilii, qui S . Meletium rogabat (c ), ut epi- , Ecclesiae Alexandrina plausu successissel ; Basilius
stolam ad Occidentales exararet. Valde enim pro - acceptis illius de more lilleris respondit per epi
babat Basilius legalos in Occidentem miui, sed de stolam 133 , in qua declarat quanti faciat amicitiam
que in commentario quod iniserat S. Eusebius, Pelri, quam non corporei oculi, sed donum Spiri
neque ipse sua sponte quidquam reperiebat, quod tus sancti conciliaverat. Minime dubitat quio pe
rem causamque contineret (d) : propterea quod ne. Trus, ut lanli viri alumpus, ac longa illius con
cessaria jam præoccupala erant , superdua autem suetudine usus, codem spirilu incedal, ac eadem
seribere prorsus inutile, el de iisdem rebus mole- dogmala sequatur. Obleslalur ul Athanasii ia se
sliam exhibere ridiculuin videbalur. Hec lantoin ainorem cum cæteris rebus excipiat, ac sæpe ad se
videbatur illi inlacla esse maleria , si monerentur scribal, el fraternitatis ubique diffusæ curam eo
Occidentales non sine judicio ac deleclu communio - dem studio , ac beatissimus ille vir, suscipiat. Cum
nem iis, qui ex Orientc veniunt aut scribunt, con - haec scriberet Basilius , nonduni allatus erat in
(a ) Ep . 162. (c) Ep. 120.
(b) Ep . 129, n. 2. dj Ep. 129.
 PIOLEGOMENA.
Cappadociam persecutionis slalim post Petri ordi- A recentes adhuc eralil calamitales es divisione
nationem excilale nuntius. Cappadocia ortr.; tum vero non obscure indical,
Videlor stalulum habuisse Basilius (a) slaliin cur librarii, iil est in superiore epistola , ad prisli
post Pascha Eusebium Samosatensem invisere. nas artes rediissent. Id enim ut facerent, videlur
Seil ei tot impedimenta sa pervenerunt, ut deside - eos coegisse di fficultas comparandi viclus ex cjus
rium sirum explere non potuerit . Eustathius diaco . modi arte, cui in suinma egestale, ac litteralorum
nus in gravem morbum delapsus, delimuit eum per hominum luclii, quorum plerique urbem relique
lolos duos menses, dum diem ex die illius valelu rani, non plurimum loci esse poteral. Prælerea
dinem exspectat. Deinde omnes qui cum Basilio cum dicat Basilius, sibi nec per valetudinem , nec
erant, id est, clerici in ejus domo degentes,agro - per negotia scribere licere, id argumento est eum
iarunt ; ac postremo ipse Basilius longa el peri- ad opus de Spirilu sancio , quod anno 374 elaborare
culosa ægritudine correplus. incæpit, nondum tunc animuniadjunxisse.
Ad illud tempus, quo agrolabant Basilii clerici, A . Basilius post clericos suos lain gravi morbo
videntur referri posse epistolæ 134 et 135, altera correplus est, ut cum illius magnitudinem non
ail Paeonium presliylcrum , altera ad Diodoruin
Bo possetdijudicandam
Antiochix presbyterum . Pæonius lum primum ad ºslatu esprimere, ex ipso consuelæ valetudinis
relinqueret. Ait enim se (c),
Basilium scripseral, ejusque accepia epistola Ba dum valere videretur, infirmiorem iis fuisse,
silius silentium præleriti temporis moleste tulit,
eumque ut pergat scribere horlalur. Negat sibi quorum salus desperatur : unde non illepide col.
ulluin adesse calligrophum aut tachygraphum : clarissimam mulalionein,
ligit habitus
valetudinem
non morbuin , sei præ
esse debuisse. Discimus
quos enim exercueral , horum alii ad pristinuni
vilge institutum redierant , alii diuturnis morbis cx epist. 141 nihil ei magis obstitisse, quominus
aMicti labores ferre non poterant. vires repararel, quam inusiim ex mulestis Eccle
Diodoriis presbyter cum duos libros in dialogo morbi six temporibus dolorem . Forle idem dolor lolins
rum morem contra hzrelicus scripsisset, ac Basilio slathii causa exslitit. Nam preler horrenda Eu
legendos el examinandos nisissel ; suam ci sen ipsis episcopis,, quibuscum
facinora non parum angebatur quod ab
lentiam Basiliu , (b) sine fico exponil : ac in secundo cliis erat, nihil auxilii ad rescommunione conjun
ecclesiasticas acci
quidem multa laudal, in primis siinplex nec elabo perel. In epistola 136 in . 2), quam leclo allisus
ralım dicendi genus, Christiano maxime con scripsit ad Eusebium , ingemiscit, quod episcopi,
gruens; in altero autein qui longior erat, illud . dum suæ quisque securitati consuluni, parum cu
reprehendit, quod, cum personas indelinitas Dio"" C rent quæ ad proximum spectant, nec rebus con
dorus induceret loquenles, adversariorum vitupe munibus male cadentibus privalas simul perire
ria , nostrorumque laudes intexeret. Proponit ei
exempla cun Aristotelis et Theophrasti, qui in intelligant. Fatetur non indicente Eusebio hæc
fieri : eum enim omnia velut ex specula quadam
dialogis scribendis stalim res ipsas aggrediuntur, prospicientem , alios et lilleris et sermonibus ad
nec Palonicos lepores imilari andent, lum etiam
ipsius Platonis, qui ubi personas indefinitas indue horlaluni csse , nihilque intentalum reliquisse ;
atque illius monitorulu memoriam , ul quitque res
cil, id quod fecit in legibus, non jam eas coinico accidit, oculis obversari, sed non idcirco res com
more describil , nec quidquam adoni scel sermoni munes adjuvari. Sic descrlus ab episcopis Basilius,
quod personarum proprium sit. Falclur itaque slalueral extra ecclesiastica esse lela, id est, ut ait
Bisilius, ubi persona in deteriorem partem omnibus supra in epist. ad Urbicium , inimicorum furori se
cognila suljicitur, nonnulla ex illius indole ora . subducere , cum se imparaluin et inermem vide
lioni posse inlexi , si lamen Christianum deceat rel : ac ipsum illum Eusebii conspeclum et collo
personas omissis rebus vituperare . At ubi personæ quium , a quo eum suorum morbi ac deinde suus
imelinität disserunt, ejusmodi ad personas excur
scar D abstraxerant, non ad communen , scd ad propriam
sibus orationis seriem frustra interrumpi. Hæc Bi suam utilitatem quxrebal. Scripla cst bæc epi
silius ingenue, ut æquum judicem decebat ; nec ut stola antequam Bisilius aquis calidis uleretur,
scriplat corrigerel Diodorus, sed ut esset deinceps
in scribenilo cautior ; illum enim sperat plura scri quo remedio usum se esse dicit in sequentibus
epistolis.
piurum . Priinum ei libruin remittit, alleruni ser
vai, describere volens, nec copiam fhabens tachy Ante illud iler, quod Basilio ad aquas impe
graphi. Causam non alieri, cur ca real laclygrapho : rarunt inedici, videtur contigisse quod ipse narrat
sed videlur eadem , ac in superiore epistola , easti in epistola 141. Auilio ejus mortis nuntio, vene
lisse. Deinde vero quod addit, Ad lanlam enin runt episcopi Cæsaream ; sed vivus ab eis lepre.
penuriam invidendæ Cappadocum res devenere , liensus , etiam atque etiam eos adhortatus est
cum optime convenit in hunc annum 373, quo ad Ecclesie defensionem , ac Dei judicium eis ante

(a) Ep. 136 . (c) Ep .136, n.1.

(6 ) Ep . 135 .
 VITA S . BASILII . a.
oculos posuit, id quod jam antea per lilleras præ - A Romanis exarala epistola , qualem ad se ab Orien
stiteral. talibus scribi oportere judicabant. Evagrium bor.
Tum cum aquis calidis curarelur Basilius , suic falus est Basilius (d), ut Antiochiæ cum Dorothen
cessit Antipaler Maximo præsidi, cui abrogata sancli Melelii presbytero communicarel : promisit
dignitas fuerat non sine gravissimis injuriis. Scri- Evagrius, at promissis non slelit.
bit Antipatro Basilius (a) morbum suum in hoc Probabile est sanctum llieronymum Evagrii
maxime molestum sibi esse , quod tanto viro guber. socium itineris ſuisse, el cum co Cæs: ream venisse.
Dacula patriæ capessente abesse cogatur. Com - Cerie Hieronymus circa hoc tempus in Orieniem
mendat etiam præsili negotium Palladiæ , quam venit. Nam in primis lilleris quas suo adventu
malris loco reverebalur non solum ob generis scripsit , loquitur de confessoribus Ægyptiis (e),
propinquitalem , sed etiam ob morum probitatem . quos Valens hoc anno in Palæstinam relegavit :
Circa domum hujus malronæ exortus fuerat quidam seque Antiochiæ una cum Evagrio versari indi
limulluis ; ſorle opera unins ex ejus famulis, qui cat (1), illius verbis Florentium salutans. Enumerat
idcirco detinebalur a cohorie. Rogal Basilius ut ju . (9) eliam Cappadociam inter provincias , per quas
dicium diſſeralur usque ad suum adventum . Transiit ; el cum se ſervido Cilici esti fracluin
Jam lolum mensem ad aquas residebal, cum B fuisse lestelur, id eliain optime quadrat cum Eva
scripsit Antipalro. Videtur protinus rediisse, sal grío, qui Basilium ante mensem Siplembrem invi
lemn se ila ſaclarum indicat in hac epistola. Ciele . sit. Quod si Hieronymus interfuit Evagrii cuin
rum aquæ non multum illi profuerunt : seque ipse Basilio colloquiis, co magis miror quod iis quæ ex
dignum faletur risu , quod proverbium illud non Basilio audieral aut traditis oblivioni aut con
rediit Cæsaream , adhuc eum febris conficiebat (b) Melelio senserit.
ac ne quinquagesimo quidem morbi die sedala fuit, Circa idem tempus duo magni momenti negolia
sed nutriente maleria destilula, et in arida illius Basilio supervenerunt (h). QuiSebastiæ catholice sen
carne, velut in ellychnio quodam exusto circum - liebant, occullo prave opinionis Eustathii ulcere
volula , marcorem pariebat. lluc accedebat je - delecio , aliquam a Basilio ecclesiasticam sollicity
cur, antiqua illius plaga ; et a cibis el a somno dinem poposcerunt, id est, ad ejus communionem
excludeos, ac lanlum sinens vivere , quantum opus el patrocinium conſugerunt. Illius etiam opem im
erat ad sentiendos dolores. Nec aque , nec alia ploravit Iconiensis in Pisidia Ecclesia, qua mortuo
mcdicorum remedia tantum malum supcrare po- episcopo Faustino Basilium invitavit, ul se invi
tuerunt, seret ac episcopuin darel. Hæc autein collo
III. Post reditum ex aquis et ante quinquage - camus post reditum ex aquis el anle diem morbi
Antiochensis filius, qui in Occidentem cum sancto tium , quod ab epistola 136 initio morbi scripta ,
Eusebio Vercellensi proſeclus ſuerat, ibique per- ad epistolam 138 ad eumdem Eusebiuin die qume
alilem Ecclesiz operam navaverat, tandem in quagesimo scriplain , eMuxit. Nihil enim habet his
Orientem rediens Cæsarea Transiit , ac Basilium de rebus epistola 136 , quas lamen non videtur
invisit (c). Scripta Romam a Basilio'missa retulit, omissurus Basilius, si jam lum illum invisisset
trorsum rejecia : peliitque ut epistola Romam Iconiensis Ecclesia implorasseni.
scriberetur, ad verbum ea ipsa continens, quæ a IV . Quinquagesimo die morbi adrenit Caesaream
Romanis scripta crant ; ac legati auc!oritate præ - Elpidius diaconus cum lilleris Eusebii summum
diu millerentur, ut Romanis Orienten invisendi Basilii ridendi desiderium significantibus. Respon
speciosa occasio darelur. Non poluerunt hæc Ba- dil Basilius (i) eodem die, ut patet ex his verbis :
silio molestissima non esse, non lam propter illius, Quinquagesimum hunc diem agebam in infirmitale ,
scripta minus honoriſice excepla , quam proplerº cum advenil nobis dilectus ac oprimus (raler noster
consilia Ecclesiæ pacificandæ pullum exilum hac condiaconus Elpidius. Declarat se, leclis Eusebii
bentia . Scripla autem illa, quæ Romanis non pla - lilcris, incitalum fuisse, ut recla ad Syros con
enere, videntur aliquod csse commentarium , Sa- volarel, sed non modo id sibi deesse, ut volare
Lioo commissum , in quo forle Basilius eadem possil, sed etiam ul se in lecto converterel. Cale
libertale, ac in lilleris ad Athanasium , Meletii rum morbo suo, quem , ut supra vidimus, descri
jura tuebatur. Nam non lain res ipsæ videntur bit, diu vexalum , nunquam laulum doluisse, quan
displicuisse , quam quidam scribendi modus non lum nunc, ab eo impedilum , quominus in Eusebii
salis accommodalus ad deliniendum : unde ab ipsis complexum et colloquium veniat. Noveral enim
(a) Ep. 137. In Idem ep. 2.
(b) Ep . 138, n . 1. (9! Jilem ep. 1.
(c) Ep . 138, n . 2 . h ) Ep. 138, n . 2 .
(d) Ep. 156 , 1 . 3 . ( ) Ibid .
(e) Hieron., (p. 1 uovæ edit.
GXII PROLEGOMENA.
quali careret voluplale, elsi extremis tantum digilis A psil. Quapropter verilus Basilius, ne lillere suz
auno prælerito dulcissimum mel Ecclesiæ Samosa- excidissent, breviter repelit qu:e jam scripserat. Ac
lensis deguistaveral. Eo autem videndi Eusebii morbum quidem suum excusat, cur non veneril ;
cupidior erat , quod veram cbaritatem in Cappa . cur autem res Ecclesiæ adversoriis traditæ sint,
docia non reperiret, aut si quem omnino amantein suam culpam esse negat, qui solus tanti momenti
reperire posset, neminem cerle cum Eusebii prue negolia aggredi non possit, cum id canones non si
dentia el experientia comparandum . Sibi enim illius nant ; sed causam rejicit in episcopos secum com .
consilium ad nulla opus esse intelligebat : el cum munione conjuncios. Videbantur plures ejusmodi
nonnulla essent, quæ scribere non licebat, de iis episcopi cum Basilio conjuncti, eorumque numero
quæ licebal, interim consulit, quid de rebus ab Bosporius nuper ascriplus fuerat : sed nihil opera
Evagrio propositis sentiendum , quid respondendum navabant ail res maxime necessarias ; atque hæc
Bebastenis , etperegrinas ordinationes an delreclare animiiegritudo maxime obstabal , quominus vires
Cappadociam venientem nanciscatur, de his om . audilo mortis suæ nuntio venientesborlatus fuerit :
nibus respondeat ; sin minus , precelur, ut sibi in queritur quod , cum se præsentem rcvereantur, et
mentem veniat, quod Deo acceplum fuerit. Pelit B ollicium facturos promillant, ubi discessere, ad in
etiam ut sui mentionem in ecclesia fieri jubeat, ac genium redeant.
ipse pro se, adjuncto populo, precelur. Mirum sare est cur Basilius suorum numero nu
Majorem in modum perculsus est Basilius (a ), per adjunctum dical Bosporium , quicum conjun
cum audiit borrendani persecutionem , quam Ale . Clissimus fuerat inilio episcopalus , ut perspici po
xandriæ Ariani el in reliqua Ægypto exercebant. test ex epistolis 51 et 52. Videlur illorum amicilia
Libenter Ecclesiam Alexandrinam invisisset ; sed refrixisse, cum Colonia , cujus episcopus eral Bo
cum diuturno morbo confeclus ne lecio quidem sporius, nova metropoli Tyanis allributa cum plu .
posset surgere , oblata facultate Eugenii monachi, ribus aliis. Nam episcopi secundae Cappadociæ ,
Epistolæ tempus indicant cum morbus, quo labo alterius provinciæ nomen habuerunt, subilo existi
rabat Basilius, lum ipsa persecutio, quam Alexan marunt se et alia ac nos natione et gente esse, lan
driæ paulo post Athanasii morlem die 2 Maii anno cumque nos ignorarunt, quantum quinullum prorsus
373 in cælum sublati scimus exarsisse. periculum fecere, nec unquam in colloquium vene
Scripla in eamdem sententiam Ecclesiæ Antio. runt. Non tamen credideriun Bosporium a Basilii
chenæ epistola sequens (b ), quæ huic lempori ma. communione unquam recessisse . Quod quidem ut
xime videtur convenire lum propter Basilii corpus intelligatur , duplex distinguendum communionis
longa ægritudine debilitatum , tum propter perse- genus. Aliud enini lilleris canonice scribendis, aut
culionem , quæ tunc videtur fuisse admodum vio - precibus et mysteriis simul celebrandis perageba

ratoris, qui co venit anno 372. Quare hanc episto in consiliorum ad Ecclesiæ pacificationem conjun
lam immerito nonnulli rejecerunt ad primordia epi- clione posilum erat. Primum genus designal Basi.
scopalus Basilii. Neque enim formulam Nicænam , lius (e), cum ait rogandos esse Occidentales, ul cum
quam ab initio receplam in Ecclesia sua dicit, ea judicio communiones peragant, el eas quæ cum ac
mente apponit Basilius, ut fidem suam more episco- cedentibus ad ipsos, el eas quæ scriplo secundum
porum recens ordinatorum declarel, sed ut hoc Ecclesiæ normam fiunt : vel cum plurimas provin
præsidio Antiochenos communialadversus hæresiin , cias enumeral (f) quarum ad episcopos litteras
quie audacissime in illa urbe verlicem tollebat. millebat et accipiebat. Allerum coinmunicatorum
V. Morbi reliquias adhuc ferebat Basilius, cum genus babemus in pluribus epistolis, quæ de lega
duabus respondit (c) Eusebii epistolis, quaruin una , lis Romam millendis agunt. Horlalur Basilius (9)
significabai, quantam sui exspeclationem Basilius S . Meletium ut communibus litteris adjungat no
populo Samosatensi commovisset, quantum doloris mina eorum qui idem sentiunt, etiam absentium ,
altulisset illius absentia ; altera vero , antiquior Ipse promillit in alia epistola (1) dalurum se ope
quidem , ut ex scriplura conjiciebatur , sed serius ram , ut commune scriplum ad communicatores
reddita , borlabatur ad Ecclesiæ defensionem , et perferalur. Nemo sane diserit ejusmodi liueris om
etiam alyue eliam monebat ne res ecclesiastica ad - nes subscripsisse , quicunque cum Basilio commu
versariis traderentur. Copatus fuerat Basilius his nicabant. Tola res transigebalur inter eos quos
de rebus Eusebio satisfacere in superioribus cpielo - non solum eadem communio , sed etiam eorumdem
lis, sed eas Eusebius non acceperat, cum bæc scri- consiliorum ac sententiarum consensio devinciebal.

(n) Ep. 139 . (e) Ep. 129, n . 3.

(b) Ep. 140 . in Ep. 204, n. 3.
( c) Epist. 141. (g) Ep. 68 .'
(d) Ep. 98 ; . 2. Thi tij . 120.
 VITA S. BASILII. схії
De eodem communicatorum genere loquebalur (a), A ficasset, Basilius ci respondit (g) uon sua, sed epi
cum Fauslo præler canones ordinato declararel, se scoporum nullam sibi operam navantium culpa id
alienum ab eo semper futurum , nisi litteras afferal evenisse . His profecto querelis locus non fuisset, si
Armeniæ episcoporum , ac unanimes suos, ut idcm missa communi consensu legalio spem ausilii allu
de illo sentiant, adduclurum . Ex his intelligitur lissct. Hæc confirmat epistola 156, in qua Basirius
quomodo Bosporius, quamvis non videatur a Basilii respondel Evagrio , neminem prorsus sc habere
communione discessisse, sese tamen illi adjunxisse idoneum ad legationis munus obeundum ; nec ob .
dicatur. Abstraxerauit eum ab intima cum Basilio scure indical, quanı dillicile sil el Occidentalcs ad
conjunctione dissensiones ob Cappadocic division auxilium ferendum el episcopos Orientales ad sube
nem exorlæ ; sed non idcirco desierat cuin Basilio scribendum adducere, cum ail : Quod si quis et
communicare vel per se, vel per metropolitanum fratribus qui apud ros sunt, Ecclesiarum causa la
suum Anthimum , quicum Basilius cilo in gratiam borem suscipere volet, is scil procul dubio et ad
rediit. quos profeciurus sil el ad quem finem , el quorum
VI. Iu hii yur hoc ammo gcsta narravimus, nul- sil lilleris communiendus el qualibus. llis rationum
lum prorsus exstal vestigium missir in Occidentem momentis alia addi possent: sed quia cum rebus
legationis. Asseveral lamen Tillemontius Dorotheum B anno 375 ct 376 gestis conjuncta sunt, videntur in
presbyterum missum fuisse cum lilleris 242 cl 243 , illud tempus differenda.
alias 182 el 70. Sed his lilleris suum locum assi CAPUT XXIX .
gnare conabimur. Nunc probandum neininein mis
sum fuisse hoc anno 373 . Patel id 10 ex ipsa serie 1. S . Basilii morbus ad asialem referendus. II . Diem
rerum gestarum (b ). Consilium millendi in Occiden ſesium S . Eupsychii celebral, el paulo post tres
lilleras scribit in graliam plochoirophiorum . III .
lem ortum est ab Eusebio Samosalensi , qui cuin Eusebium inrital Cresaream , ejusque fratris filio
aliarum Ecclesiarum lantain curam gereret, quan scribil . IV . Invisilur a S . Ephram . V. Maximum
Tribus lilleris cummendal. VI. De epistolis 150 .
lain suše propriæ , commentarium de rebus apud 0c 153 . VII. Respondel Busilius Aschulio Thessaloni
cidentales traclandis misil ad Brusilium initio bojus censi, el Sorano duci, a quo petit reliquias marly .
anni per Saniclissinum , eumque rogavit ut episio rum . VIII. liem Evagrio. Milius animam quærunt
Ariani.
lam exararel, cui omnes communicalores subscri · ler de dogmale Scribit S. Eusebio el Antiocho. IX Liben .
respondel Eupalerio. Epistola ad
berent. Basilius (c) cum minus reperirel, quid scri. Diodorum de nupliis cum sorore uxoris morluæ .
bendum essel, Melelio detulit scribendæ epistola I. Quamvis longa exstilcril ægritudo Basilii, ac
munus, ac lolan rem illius arbitrio
rbitrio commisit. Post reliquiæ diu insederint, et sæpe angentibus molestis
commisit. Post
lelerrima Eustathii in B.isiliuni Cucinora (d ), adhuc Ecclesiæ temporibusmorbus (h ) recruduerit . videtur
morabatur apud Melelium Sanclissimus , ac consi- tamen satis virium babuisse, ut dican festuin S. Eu .
lium milieudæ legationis nihil omuino processeral, psychii obiret, .cujus meinoria die 7 Septembris
nec valde arridebat Basilio. Venit Cäsaream (e) recolebalur. Tillemontius, qui in bunc annum mulla
idense Augusto Evagrius : pelil ullegali auctoritate contulit, quæ alio rejicere coacti suinus, deceplus
præditi milantur. Consulit Eusebium Basilius quid nonnullis verbis epistolæ 27 Basiliuin autumno exi
ſacio opus sil.llerum per litleras urgentiEvagrio sub slimat in morbum incidisse. Sed , cum Eusebium
initium hiemis, respondelBasilius (1) sibi integrum æslale jnvisere slaluisset (i), nec ejus consilio aliud
non esse legalos millere. Nondum ergo initio hiemis quidquam præter morbum obstiteril : morbus ad
quidquain aclum erat, vel polius novam dilliculla æslatein necessario deber referri. Prælerea jam
sem allulerant dala ab Occidentalibus Evagrio man . dudum ægrotabat B :asilius, cum ad euin venit Hie.
data, eorumque de Basilii scriptis minus æqua sen ronymus (venisse enim ¡Hum cum Evagrio proba.
lentia . bilissimum judicat Tilleinoinius), qui tamen se e
90 Idem probant frequentes S . Basilii et S . Eu - Cappadocia egressum gravissimos in Cilicia astus
sebii gemilus el querelæ , quod quæ de pace Eccle- o persensisse testatur. Denique in epistola 145 , quain
siarum concilianda deliberaverant, ea inſecta pror. post morbum scriplam esse probabimus, rogat Eis
sus et irrila viderent. Non eniin alio special Basilii sebium Basilius, ut Ecclesiam Cæsariensem invisal.
dolor in epistola 136 , quod res ecclesiasticæ adver- Salis ergo supererai lemporis ut longum iter Euse .
sariis tradantur, dum suis quisque rebus episcopi bius anle hieinis incommoda conficere possel.
consulentes parvi pendunt quæ ad proximum alli- II. Eo probabilius est non defuisse Basilium diei
nent. Eosdem gemilus redintegral in epist. 138, ubi ſeslo S. Eupsychii, quod cum anno 375 ex gravi
germanam ac sincerain charitatem in episcopis se - morbo pariter convalescerel, nequaquain prætermi
com communione conjunctis desideral. Hiec Euse- sil occasionem honoris sanclismartyribus exhibendi,
bio non minus doluerunt : quod cuniBasilio signi- sed curru post Pascha veclus est in locum , ubi es
( a) Ep. 122. (1) Ep. 156.
(b ) Ep. 120 . (g) Ep . 141.
c) Ep . 129. * Ep. 141.
(d ) Ibid . j) Ep. 157.
le ) Ep. 138, a . 2.
CSIV PROLEGOMENA .
Ira vrbem colebantur. Commodior fuit S. Eupsy- A pus non differat : etiainsi enim illam aliquando pcs
chii solemnitas, quie in ipsa urbe Cæsariensi cele- sil invisere , al non secum illam invisurun , que:a
brabalur . morbus urgebat ab ærumnosa vita discedere.
Convocavit ad hunc diem festum omnes chorepic Quamvis Basilius graviter ægrolasse videatur,
scopos suos, ut eos numerariorum alleri, quem ver - cum hic scriberet , non tamen scripsit in gravis
luroni sperabat, coram commendarel. Sed neuter simo hujus Islalis morbo, sed cum morbus recru
adfuil numerarius. Tractator präsidum diligentior desceret, id quod sibi continenter accidere leslalur
fuit, ac Basilio roganti, il pauperuın domos, quæ in epist. 141. Non enim exponit quo morbo laborel,
in pagis silæ erant, tribuijs eximierel, prolixe om . sed id , ut nolum ex superioribus litteris præler
nia promisit. Paulo post hunc diem festum scriple millil. Hinc etiam nulla utilur excusatione , cur
tres epistolae, nempe ad ulruinque numerarium , et Eusebium non invisal : id enim fecerat in Iribus
ad iraclalorem praesidum , ad quos unum aliquem epistolis : sed cum nulla spes superesset eundi Sa
ex chorepiscopis mittit. Rogal numerarium , quem mosata , Eusebiuio invital Cæsaream . Prelerea in
exspeclaveral, ul chorepiscopo idem babeat, utho- epistola 157 , quæ sub initium hiemis hoc anno
inini dignissimo cui credatur, ac pauperum domuun scripla est, peramice queritur Basilius, quod Euse
ad pågos ipsi comnissos pertinentem invisere et B bius sibi ne scribal quidem ; ac idcirco ejus absen
tribuiis dignetur eximere . Scribit alteri numerario tiam nulli alii causa attribuit, nisi quod piger sit
se libenter venturum ad eum foisse, nisi inlirma ad peregrinationes charitatis causa suscipiendas. Al
mendat chorepiscopum , liortalurque ul eo consilia - illo morbo ægrotaret Basilius. Tunc enim plures ab
lur. Cum autem numerarius ille plochotrophium ream . Inde ergo orlie Basilii querelæ quod nullas
quodilam Amase:e opibus suis sustentaret, spem af- ab eo lilleras acciperet , quamvis eum Cæsarcam
ſert Basilio lanla pielas , eum pauperum domlui invitassel per epistolam 145 , quæ proinde post gra
chorepiscopo commissæ immunilalem a tributis vem asiatis morbum scripta est.
concessurum . Ulrique numerario dicit jam sibi ab lluic epistolæ aliam Basilius adjunxit ad Anlio
eorum collega, nempe traclatore, humanilalem in chum , qui non scripserat quidem , sed manu sua sa
pauperes promissam ſuisse . In lertia epistola ipsum lulem apposuerat in patrui ad Basiliuin litteris. Une
traclalorem rogal, ul promissa perficial. de gralias illi agit Basilius, eumque hortalur ulstre
Tres illæ epistolæ ila el lempore et rebus inter nue incumbat ad animæ salutem , et Eusebium
se congruunt, ul prorsus divelli uon possint. Hujus comitetur, si is non gravelur Cesaream venire.
zuleni anni 373 non hoc solum referunt signum , IV . Sanctum Ephram existimat Tillemontius cir
residuam Basilii ex gravi morbo debilitalem ; sed il ca boc leinpus venisse Caesaream Basilii invisendi
lud eliam accedit , quod tres ofliciales, ad quos causa. Induxit euin in hanc opinionem non recla
scriplæ sunt, novi in provincia videntur ſuisse. Non hujus loci interpretatio ex epist. 157, ouo H TW
ut fieri solet in exordiis administrationis , chorepi- discipulos, in bis S . Ephräm , C :csarean venisse .
scopi, quem ad eos milit Basilius , consilio pluri. Verum , etsi aliam in sententiam bæc verba accipien
mum juvari polerant. Unde colligo eos sinul cum da , non lamen discedemus ab ordine Tillemontii,.
Antipalro praside, quem modo gubernacula capes. quia illud saltem verisimile est, S . Ephrem Ciesa
sentem vidimus, in Cappadociam venisse . ream venisse postquam Valens bac urbe discessit.
III. (a) Rediens e Syria Basilius anno præterito lia enim accurale de Basilii rebus in persecutione
lætissimam Ecclesiæ suæ spem videndi S. Eusebii gestis loquitur, ut cas per se ipse videatur didi.
Samosatensis reluleral. Is enim venturum se pro- cisse .
miseral Cäsaream . Non tamen videtur se hoc anno D (6 ) Narrat Gregorius Nyssenus S . Ephräm a di
venturum promisisse. Nam bactenus Basilius Samo- vino Spirito ductum esse Cæsaream , cumque ibi vi .
satis exspecialus fuerat, non Eusebius Cæsarez . disset Basilium , mullis laudibus venerationem suam
Mulla obstabant quominus lunc Eusebius promissa cæpisse teslari. Videbat enim dextro Basilii hume
perficeret, deſessum corpus lol exandlatis pro Ec- ru insidentem columbam , quæ verba illi submini
clesia laboribus, negotiorum moles in tam accurala strabat. Eadein columba Basiliuin docuil adesse
Ecclesiæ gubernandit ratione, imminens e propin - Eobram Svrum . Cum hac narratione minus con
quo Valens, sub quo necesse erat, velut aves sub gruit quod apud Bollandum (c) legitur, sanctum il
aquila formidantes , non longe e suo quemque lecto Tum diaconum Basilio cogniluin antea ſuisse. Tota res
discedere. Sed tamen Basilius cum desiderio suo a S. Ephrænı (d) sic enarratur , nulla prorsus co
majorein in modum elalus, lum etiam Deo confi- ' lumbie facla inentione. Ubi ergo Dominus, inquit,
dens, Eusebiuin rogare non dubital, ul piuni visi. erga memisericordia commolus fuit, occasione orla
undæ Cesariensis Ecclesiæ officium in aliud lei . miserans in quadam civilale, illic audivi vocem din
(a) Ep . 145 . (c ) 1 Febr., n . 6.
iv ) Vir. S. Ephræm , com . II , pag. 605. (d) Monum . Eccles. Græc., lom . Ill, p. 58.
 VITA S . BASILII. сху
ceniem mihi , Surge, Ephrem , el comede sensa. El A cel elegerint mori pro Christo , quantaque periculo
respondens dixi in mulia anxielate :Unde ego, Do . contempserint, ut ipsum lucrifacereni; lum quol nu
mine , comedam ? Dizilque ad me: Ecce in domo mea mero fuerint facti illi; reliquaque ad pielatem co
regium vas suppeditabil libi cibum . Vehemenler au rum pertineniia edizil. Tangit obiter Sozomenus
tem admiratus super dictis, surgens perveni ad len - bunc Basilii el S . diaconi congressum , idque ante epi.
plum Altissimi, et cum sensin ad aulre vestibulum scopalum Basilii contigisse videlur existiinasse (a ).
ascendissem , ac præ desiderio per locum portæ ad . Ait enim Basilio, qui poslea Ciesarea Cappadocum
hæren!em prosperis:em , vidi in sanctis sanctorum vas metropolis episcopiis fuit,adıniralioniſuisse eruditio
electionis coram ovili præclare extensum ,rerbis Deum nem S. Ephræm . Videtur ad S . Ephräm referri quod
decentibus rarie ornatum , omniumqueoculos in illum Basilius in libro De Spiritu sanclo (6) accepisse se
deptos. Vidi templum per eum spiritu nulritum , nec leslatur a quodam Mesopotamio , viro el linguae pe
non erga riduas el orphanos polissimum misericor- rico et sententia incorruplo .
diam .Aspexi illic apud eum , lacrymas, fuenla fluvios V . Maximo Cappadociæ præsidi, cui successit hoc
imilantia , el rellus vilæ cunctis instar auri radians ; anno Antipaler, non solum abrogata dignilas, sed
ipsumque paslorem pennis spirirus pro nobis preces eliam gravissimæ calamitales supervenerunt. Accu
evehentem , ac deducentem rerba. Vidi ab ipso Ec- B salus enim (c), ul verisimile est , repelundarum ,
clesiam decoratam , el eam quæ di!ecla est exornalam . omnibus bonis tum palernis, tum labore suo partis
Consperi per eum Pauli doctrinam , Evangeliorum nudalus est, ac innunieris amicius corporis incom
legem , mysleriorum timorem . Illic intuilus sum uti. modis, dum susdeque errat; imo ne ipsum quidem
lem salularemque sermonem , ad ipsum usque cælum civis slalum ab injuriis integrum relinuit. Tot ma
fideliler assurgenlem , uno verbo, tolum illum cælum Torun origo Vicarii iracundia , boninis nequam el
splendoribus gratiæ collustratum . His porro cunctis crudclis , cui Maximus in offensam veneral. Cum in
religiose adeo per vas regnieleclum vigentibus, lau - bis rerum angustiis judicium poposcisset ab impe .
sic ipsum glorificantes glorificat. Post,auditorium no, lil suum ei contra structas calumnias patroci
vero, ea Spiritu sancio nolilia riro dala est de ine ; nium impendant. Est eliam alia epistola quæ in
el arcessens vililaiem meani, per interpretem interro - scribitur eidem Trajano, sed perperain . Is eniin
garitmedicens : Tune es Ephræm ,, qui præclare cer- ad quem scripta est, viderat oculis suis calamitates
vicem inclinas!i, el sustulisii jugum salutaris verbi ? Maximi; sed, cum postea majorem in modum aucla
El respondens dixi : Ego sum Ephrem , qui cælesti , essent, cumque Vicarius cum cohorle advenisset,
cursu meipsum ſrustralus ſui. Cumque me apprehen- ut mala expleret, rogat bunc virum Basilius, ut
disser divinus ille vir, sanctum osculum suum in me magna sua manu miserum hominem defendat. Hæc
confirmavit , apponensque mensam , ex esculeniis sa- autem Trajano non conveniunt, cui Basilius Maximi

corruptibilibus conditam ſerculis , sed incorruptis re- Maximum id facere puderet.

ſerlam sententiis. Quibus enim , dicebal, bonis operie Trium illarum epistolarum tempus in promplu
bus possumus Dominum præclare nobis placalum red - est, cum novus præses hoc anno Czesaream ,absente
dere, quo pacio peccalorum coerceamus insullus, el Basilin , venerit. Pruulerea Basilii stupor in lac Maxi.
quomodo affecluun occludamus ingressus ? qua ra- mi calamitale, quem talia passum esse dicit , qua
Talione apostolicam comparemus virtutem , el quonam lia nonduin ullum hominem , argumento est hæc
pacto incorruptum exoremus judiceni ? Tum la - contigisse anie horribilem illam lragoediam anni
neulatus olamuvi, el dixi : Tu , paler, custodi mol. 374 , in qua plurimi nobiles viri longe graviora quain
lem ac desidem ; tu in reclam semilam dirige me ; Maximus passi sunt...
lu lapideum meum cor compunge. Ad le enim projecil VI. Serius collocarenon possumus epistolan 150 .
me spirituum Deus, ut animam meam cures. Tu | Ampbilochius in loco Cappadociæ Ozizalis dicio
animæ meæ navem seda, ad aquam requielis. Alque patris seneclulem fovebat, et quamvis Basilio charus
hic mihipræclari magistrisludium , contemplare , un in primis essel (d), eum lamen fugiebal, vel potius
de virtulem meum comprehendil, formam continuit, ordinalionem . Cum autem pepigisset cum Herar lida ,
ut ila dicam , virgum corporis, evellensque irraliona . qui pariter in foro versalus ſueral, uit ambo in de
bilium affectuum mores , detraxit squamas, labem serlun aliquem locum secedereul ; misit Heraclidanı
oculorum , et subtrahens viridilalem immaturitalem - Casaream , ut de hoc consilio ad Basilium referrel.
que sermonis, me zelo cepit, ac demersil in documen - Heraclidas, ubi prope Cesaream venit, in ipsa urbo
forum suorum immersoria. Tunc concepit venter noluit commorari , sed ad proximum pauperum bo ..
meus prudentiam , ul parerel quadraginta mariyrum spilum confugit : et cum co venissel exmore Ba
laudes.Omnenı enim loleranliæ ipsorum modum meis silius, relulit ad eam de iis quæ mandaverat Am .
adjuntil auribus egregius vir ; quemadmodum scili. pbilochius.
(a) Lib . 311,c. 16 . (c) Ep. 148.
(b) Cap. 29, pag. 63. (d) Ep. 161, a . 1.
CXVI PROLEGOMENA .
Relinuit hunc juvenem Basilius in suio , ut verisi- A lala fuerat Basilii ſama , niinime moveri significa
mile est, monasterio. Postea Amphilochius ad eum verat. Referenda bxc videntur ad Eustathii in Ba
scripsit, ul pacla in memoriam revocaret, seque silium calumuias.
litem illi impaclurum minalus est. Inde Basilio nala V II. Inter molestias quæ Basilio acciderunt, dum
occasio scribendæ ad Amphilochium egregiæ epi- se ab episcopis deserlum queritur, peropportune
stolæ sub Heraclidæ nomine. Describit juvenis pri- videntur allatz esse Ascholii Thessalonicensis lit
mos suos sub Basilii disciplina progressus : conlen - leræ , ex quibus charilalem non in omnibus refrisiske
lurum , etiamsi corpore absit; quia una est prorsus mum intueri : el quamvis breves essent numero
via quæ ad Dominum ducit. Nonnulla refert ex ore syllabarum , copiose ostendebant quidi sentiretAscho
Basilii accepta præcepta : sed Amphilochium horia - lius et quanluin bcati Athanasii sludiosus esset : id
lur, ui illius audiendi brevem a patre licentiam ini- quod Basilius evidentissimum sance docirina argu
pelrel. Scripla est hæc epistola ante episcopatum menlum esse ducebal. Ascholii lilleras allulit Eu
Amphilochii, hoc est, ante annum 373 excuniem , plemius, vel saltem perferendas curavil. Vam ei
sed tamen non mullo ante. Jam enim erat hospiti pro accepta ex lilleris lætitia gracias agit Basi
bus excipiendis idoneum , inmensum illud ædif - B lius (c), prec:ilurque ut eum cito cum ornalissima
cium , quod Basilius construere cæperat anno 372 ipsius conjuge recipiat : quod argumento est eum
ineunte . vel bis iler in Scylbiam aut Macedoniain suscepisse,
Supra vidimus in epistola 158 clericos Sebastenos, ac lum Ascholii epistolæ , lum Basilii responsionis
qui idem ac Basilius sentiebant, detecto Eustaibii bajuluin fuisse : vel saltem , dum his in locis mora
prava opinionis ulcere, ad Basilii communionem et iur, operam dedisse ut Ascholii epistola au Basilium
auctorilalem confugisse . Tam insigne factum cum perveniret.
ſama lale spargeret , Eustathiusmellicus, Basilii in Salis aple conveniunt huic anno gemilus Basilii,
primis amicus, dolorem suum in bac rerum pertur quod charitas majorem in modurn inter episcopos
balione ei signiſicavit,adhibitis ex arle medica non refrixissel ; sed hoc in primis ducor argumento ,
Bullis admonitionibus. Respondet Basilius inutilem quod Athanasius beatissimus vocetur. Non ine label
esse ejusmodi admonitionum operam , cum nec ipse id interdum apud antiquos scriptores deferri viven
nec amici ſerrum adhibuerint, scd ipse Eustathius tibus ; velut cum Dionysius Corinthi episcopus (d)
in ferrum ruerit. Quare quod illius clerici necessi- in epistola ad Romanos Solerem eorum episcopum
lale adducti fecerant, sibi id quidem voluplati nun vocat bealum . Ai Basilius bac voce morluos desi.
esse, quemadmodum nec medici libenter urunl, nec guare solet, vivos autem nusquam designat. Hinc
mercatores libenter merces ejiciunt, sed lamena in epistolis 204 el 258 beatissimum pariter vocal
seminime improbari, quia veritatis amor , qua nihil Albanasium . Huc accedit quod episcopum illuin non
antiquius habent, sic agendi necessitalem eis impue appellat, quod quidem non omillit, cum loquitur
sueral. Huc redit tota obscuræ el dillicilis episto- de viventibus. Quare cum sanctus Athanasius cælum
e
Ic sententia , ut ex nola eidem apposila perspici petierit hoc anno 373 ,mense Maio , vix citiusmense
polest. Octobri ejusdem anni hanc Basilii cpistolam collo
Circa nunc annum visæ sunt collocandie duæ ad care possimus. Tempore enim opus fuit, ut el mor
Victorem epistolæ (a). Basilius anicilia conjunctus lis Athanasii nuntius in Macedoniam , el Ascbolii
erat cum potentissimis viris, in bis cum Victore: liuera in Cappadociam ferrenlur, el Basilio prompla
cui querenti quod ad se non scriberet, meluisse se esset ac parata scribendi occasio. Illud verisiınilli
respondei, ne lanto viro molestiam exhiberet ; sed mum videtur Ascholium), cum de saucti Athanasii
nunc conſidenter scribere el deinceps scriplurum . norle didicissel, antequam scriberet in Cappado.
Cæterum gratias agit quod suas pro Ecclesia preces ciam , ut in recenti eventu , desiderium significasso
anteverlerit, ſecerilque omnia quæcunque ipse Ba• D lanti viri, ac summa illius de omnibus Ecclesiis
silius peliissel. Scripla ergo hæc epistola post illud merila prædicasse .
lempus, quo Basilius requirebal in præslantissimis Epistolae ad Ascholium adjuncta fuil epistola se.
illis viris studium Ecclesiz juvandæ . Nec male huic quens (e), quam quidem elsi inscriptione carei,
anno convenit, quo Arianorum (L ) conatus in ever . Junio Sorano scriplam esse inter eruditos convenit.
ienda in exsilio Basilii Ecclesia Casariensi in ven - Is enim ad quem dala est, in Scythia cum dignilale
lum effusi sunt. Verisimile et Victoris operam in militari versabatur : doinum babebat Cæsarem ei
re lanti momenti non defuisse, ejusque consilio po- sororem ac cognalos, quibuscum Basilius non solum
fins quam sua sponte Valentem ad rescindendum amicitia , sed etiami, ul verisimile est, sanguine
quod de Basilio decreverat , adductuin luisse. In conjunctissimus fuit. Petit ab eodem Basilius reli.
altera epistola gratias agit Victori, qui prior scri- quias mariyrum . Mirifice hæc quadrant Junio so
pserat perhonorifice, seque calumniis, quibusalien - rano duci limitis Scythici, qui gratificari rolens pa
(a ) Ep. 152 et 153 . (d ) Epist. 154.
(b) Epist. 68. (e ) Euseb. Hist. lib. iv, c. 23.
(c) Epist. 120 et 129.
 VITA S . BASILII. c11
triæ suæ , ut legimus in epistola Ecclesiæ Gothicæ , A Perperam bæc epistola in omnibus codicibus mas .
corpus S . Sabæ martyris misit in Cappadociam . Is et editis inscribilur Antiocho. Nam ipsi Antiocho
Ascholii litleris suas adjunxerat , et querebalur scripta sequens epistola (c) in eamdem sententiam .
quod ad se Basilius non scriberet, seque oblivioni Dolorem eniin suum pariler significat, quod illics
traderet, atque etiam quod ab eo aut ab ejus chor- videndi desiderium , quo dudum flagrabat, ad exitum
episcopo minus æqua in aliquem ex amicis suis non perduxerit. Hæc ergo scribebat eodem tem
lata esset sentenlia . Nuntiabat persecutionein in pore ac epistolam præcedenlem ; ac proiode ulram
Golthia martyres facere, seque persecutionem pa . que uni et eidem non scripsit. Præterea pigritizo
lientibus opem pro viribus ferre. His omnibus re - criminalio optime quidem in Eusebium convenit,
spondet Basilius in epistola 155 , de qua alius redi- quem Basilius (d) eliam atque etiam rogaverat ut
bit agendi locus. Cæsaream veniret, at nequaquam in Antiochum ,
Vill. Incipiente vel appropinquante biemeaccepit quem penes situm non erat Caesaream proficisci,
Basilius litteras ab Evagrio presbytero, qui eum nisi patruus eum mitleret aut secum ducerel. Deni
rogabat, ut pacificandæ Ecclesiæ Antiochenæ consi- que soli quadrat Eusebio, quod ail Basilius, ne præ
lium susciperet, ac legalos in Occidentem milleret. teritis quidem annis talem fuisse congressum , ut
Quod spectat ad Ecclesiam Antiochenam , summum salietatem afferret. Nam Basilius Eusebium invisit
præ se fert amorein pacis Basilius (a), seque nulla anno 369 et 372. Ulrum autem anno 369 Antiochum
prorsus in queinquam criminatione præoccupatum Samosalis viderit, id plane incertum . Restituenda
profilelur. Sed tamen declaral, ellainsi gratiæ rivi ergo hæc epistola Eusebio, el sequens Antiocho ser
in se afluerent, ne lum quidem adductum iri, ut vanda, in qua Basilius ei commendat fratrem ca
hoc negotium solus suscipiat, cum præsertim epi- melis præposilum .
scopum babeat hæc Ecclesia Meletiuni, qui nec ad IX . Consullus Basilius ab Eupaterio ejusque alia
se venire polest, nec ipse ad eum , luin propter de rebus dogmalicis,magnæ voluplali lilteras eorum
hiemis molestias, tuin propler Armeniæ montes sibi fuisse significat; libenter enim se his de rebus
brevi impervios futuros etiam rccle valentibus, ne- interrogari. Respondet se Nicænam fidem omnibus
dum sibi longa ægritudine confecto . Sed lameu scri- aliis poslea excogitatis præſerie . Sed propter bære
plurum se ad euni profitelur, quanıvis non inultum sim , quæ nuper prodieral, Idei Nicænæ addendam
speret ex hoc inanimo sermone. Dolorem suum esse censel gloriGicationem Spiritus sancti cum Patre
obiter significal, quod a Dorotheo diacono didicis- el Filio . Scripta ergo hæc epistola postquam Basi-
luisse ; contra quam sibi Cæsareæ promiserat. cum Patre et Filio addendam censuit. Id autem lum
De millendis in Occidentem legalis idem sentit, demum videlur censuisse, cum Eustathium , veluti
quod jain in pluribus epistolis hoc anno declaravit. quemdam Proleum , constringere voluit. Quare post
Negal se quemquam babere quem mitlal ; non enim illud quidem lempus scripla hæc epistola , sed tamer
ei operam navabant episcopi : millendos autem anlequam Eustachii et aliorum inimicorum nova
episcopos censebal Evagrius, idque Occidentalium molitiones Basilium in triste quoddam silentiuni et
verbis nuntiaverat. Præterea subobscure indicat suspiciosas cautiones conjecissent; ila ut non liben
Basilius parum sibi satisfacere Occidentales, nec se ler de rebus dogmaticis responderet, ut videbimus
guid eis scribendum sit, aut quid ex ejusmodi lit- anno sequenti.
leris sperandum videre . Cæterum in hoc rerum Basilius initio episcopalus mulla ad disciplinain
slalu precalur, ut inter septem mille viros nume- emendandam decreverat, in his ut ne cui liceret
relur, qui genu anle Baal non incurvavere : el cuin uxoris morluæ sororem in malrimonium ducere.
animam suain ab bæreticis quäri scirel, de studio Sed aliquot annis elapsis prodiere sub nomine Dio
Ecclesiis debilo nihil se remissurum promiliit. dori presbyteri litleræ ad defensioneni ejusniodi
Jam luserant operam Ariani initio hujus anni, D matrimoniorum compositæ , quas quidam ostendit,
dum insidias Basilio struunt. Sed nequaquam de- sed rursus abstulit, et contra Basilium veluti quod
ſessi idem rursus aggressi sunt, ejusque animam dam Tropæum circumlulit, licentiam dictitans se ha
quærebant lum cum Evagrio scriberet. Mala eorum bere scriplo mandalam . Quibus ex verbis colligitur
consilia indicat in epistola sequenti (b) , in qua Eu - eum commisisse quod prohibuerat Basilius. Si has
sebiuin rogal, ut pro se Deum precelur, ut quem - dilleras babuisset Basilius, libenter Diodoro misis
adınodum a præleritis lenlationibus, ita etiam ab sel ; sed cum mininie dubitaret, quin ejus noniini
immineolibus liberetur. In eadem epistola dolorem per fraudem aflictæ ſuissent, prior ipse illas refellit,
Soum significat, quod Eusebium præterila æslale ut duplici manu oppugnentur; idem enim ficlurum
Don viderit : queriturque quod Eusebius ad se ne Diodorum sperabat. Decretum suum defendit ex
seribat quidem ; unde ejus absentia non alii cause consuetudine Ecclesiæ Cæsariensis : explicat cur
Tribuenda, nisi quod piger sit ad peregrinationes Moyses ca de re siluerit, vel potius non siluisse con
charitatis causa suscipiendas. lendit : naturalem cognationem his nuptiis confundi
(a) Epist. 156 . (c) Epist. 158.
(0 ) Epist. 157, (d ) Epist . 145 .
PATROL. GR . XXIX .
схуун PPROLEGOMENA .
demonstrat. Clausula epistolæ probat hoc facinus A gravi causa pori non debet. Deinde vero Basilium
in Cappadocia commissum non fuisse : Precor au - invisit slalim post Pascha Amphilocbius; quod qui
lem , inquit, ut vel nostra admonilio vilium superel, dem non videtur fecisse stalim post ordinationem ,
vel non serpat in nostram regionem hoc piaculum , quam difficiles et necessariæ occupaliones subsequi
sed in quibus admissum est locis, in his permanedl. debuerant. Probabilius ergo est duos illos evenlus,
Laudalur hæc epistola in canone 23, ep. 199 , ac qui eodem tempore contigerunt, ordinationem Am
proinde scripta est ante annum 375. Aliquot annos philochii etmortem Gregorii, vel anno 373 exeunte
effluxisse ab initio episcopatus indical Basilius, cum contigisse , non mullo post Basilii ad Evagrium
ait (a) se ab initio bas nuplias prohibuisse. Quare epistolam , in qua longa se ægritudine confici ait
probabile est eum scripsisse Diodoro anno 373 Basilius, itidem ui in epistola ad Amphilochium
aut 374 . recens ordinalum ; vel initio anni 374 , si quis Me
CAPUT XXX . næis Græcorum inhærere malit.
J. Basilius anno 374 ineunle interest funeri Gregorii
11 Basilium (e) rogaverat morluo Faustino Ecclesia
pairis. Scribit Amphilochio recens ordinalo . II.
Æger scribit ad S. Eusebium , etper Amphilochium Iconiensis , ut sibi episcopuin darel. Verisimile non
ad Jovinum comitem . Ob missum corpus S , Sabre . est Basilium hoc ofliciuin eshibuisse Iconiensibus ;
gralias agit Ascholio et Sorano . III. Exsiliun S . guippe cum Amphilochio recens ordinalo gratulandi
Eusebii, IVad. quem
Basilii. epistolædiacono
De Glucerio 166, 167, quæ virginum
qui cum non sunt vel potius consolandi et adborlandi causa scripserit.
grege aufugerat. *'. De epistolis 172- 175 . VI. Fue Stalinn enim atque ordinatus fuit Amphilocbius,
roi in Basilium hæreticorum die resto S. Eupsy onus sibi impositam in lilleris ad Basilium missis,
chii. Inde nala occasio scribendi libri de Spirilu
sancio . VH . Epistolæ ad conjurationem anni 374 ulmajus viribus suis, luxit: suumque dolorem lesla
speclanles. VIII. Nonnullæ aliæ ad Samosalenses, batur quod, cum hactenus Basilium fugissel, ne ab
ad episcopos Eusebio amicos el ad Antipatrum . eo ordinaretur, in Pisidiam veniens ibi episcopatum
1. Ineunte anno 374 Nazianzum se contulit Basi. accipere coactus esset. At Basilius ejusmodi ordi.
lius, ut Gregorio patri mortuo justa persolveret, nalionem miraculo carere negal ; ideoque Amphi
ejusque fainiliam in hoc luclu solarelur. Patrem lochiuin jubel non imposilum onus lamentari, sed
oratione funebri laudavit Gregorius audienle Basi. divino auxilio conſidentem viriliter agere, et navem
lio , cujus a laudibus inilium dicendi facit, eumque prava doctrinæ fluctibus immersabilem custodire.
hortalur (6 ) ut suum quoque eloquium deproniat Rogat ut si se longa ægritudine ad exitum propc
in laudando palre, cui multis nominibus obstricius
erat, utpote illius opera in sedem Cæsariensem c rantem invisere
clel. Monet velit, nec leinpus
ut diligenter necsesignum
caveal ne pravis exspe
mori.
eveclus el ab eo ordinatus. Probat Tillemonlius (c) bus abripi sinal ; sed missum se esse meminerit,
id contigisse initio veris
eris ex epistola 27,
ex epistola 21, inin qua
qua bae
Ba. non ut alios sequalur, sed ut ipsc præeat bis qui
silius pedem se domonon exlulisse bac hieme lesta
lur. Aliud argumeatum petit ex ordinatione Am II. Hoc anno post diem Pascha Basilius ( in
pbilochii, quæ in idem tempus incidit, ac Gregorii gravem morbum incidit, febribus, ventris resolulio
exsequiæ , quibus interfuit Basilius.Amphilochium
autem initio veris ordinatum fuisse suspicatur, bac nibus el viscerum commotionibus agilatus. In hoc
nixus conjectura , quod non proxime successerit slalu erat, cum per Baracbum scripsit Eusebio,
Faustino præterita æstale morluo, sed inter ulrum cui morbuni excusat, quod non ad eum proficisca
lur. Cæterum se vires ad hoc iter recuperaturum
que bæreticus quidam interjecius fuerit. Conjectu .
ram eruit ex his verbis Basilii ad Amphilochium (d) sperat, si pro se Eusebius precelur. Tantum enim
recens ordinatum : Inimici pereunt, ut rex Israel illius precibus confidebal, ut se etiam juvenem es
fial. Plus tribuendum pulat his conjecturis, quam sene, non modo vegelum ex infrmo el prorsus al
Menæis Græcæ Ecclesiæ , quæ natalitia Gregorii ce - lenualo , fieri posse crederet.
lebrat Kalendis Januarii. Testis fuit hujus morbi Amphilochius (g), qui
Equidem doctissimi viri argumentis uli non pos. Basilium , ut rogalus fuerat, invisil, ac diu com
sum . Nain epistola 27, ex qua colligit Basilium hac moralus est Cæsareæ , non solum ægrolanien Basi
hieme pedem domo non extulisse , anle episcopalum lium olliciosa sedulitale fovens , sed etiam populo
scripta, ut supra demonstralum . Interjeclus autem divini verbi pabula ministrans. Unde Basilius in
Faustinum inter et Ampbilochium hæreticus eva . epistola (h ) hoc anno ante mensem Seplembrem
jiescit in hac nova editione. Legimus enim cum co - scripla sic eum alloquitur : Nam persuasum sit
dicibus mss. : Asince pereunt, ut rex Israel fiai. An - libi, inquit, populum nostrum , cum mullos espertus
philochii ordinatio ad initium veris auni 374 differri sit, nullius præsentiam ila desiderare,ut luam : lan
non potest. Tam longum enim intervallum inter tum ei amoris aculeum brevi illo congressu immi
mortem Faustini, elordinationem Amphilochii, sine sisti. Videtur Amphilochius Basilio attulisse Juvini
(a) N . 1. (e) Epist. 138.
(6 ) Naz . or. 19 . Ep . 162 .
(C) Noi. 20 in Naz. (9 ) Ep. 163.
ü) Epist. 161. (h ) Ep. 176 .
 VITA S . BASILII. CIIX
omilis lilleras, et eidem Basilii responsum relu - A Fructibus spirilualibus nationem exteram replevi
lisse . sli... El cum pro fide certamina sustineres, Deum
Jonium Soranum limitis Scythici ducem rogave - glorificabal palria nostra , bonam parrum hæredila
rat Basilius, ut supra vidimus, ut martyrum reli- tem in le audiens custodiri. 2. Cerlissime Cappadox
quiis ratrian. dilarct ; quandoquidem illic perse - erat Junius Soranus. At idem de $ . Ascholio dici
cutio , ipso asseverante Sorano, martyres Caciebat. non potest, quem nunquain viderat Basilius, ut
Non segnis Soranus in mandatis Basilii exhaurien - patel ex initio epistolae 154 . In secunda epistola ad
dis corpos S. Sabæ , qui anno 372 die 12 Aprilis eum scripla , quæ est 164, gratias ei agit Basilius
passes fueral, in Cappadociam per viros lide dignos quod Cappadociam laudaverit. Etiamsi Cappadoci
misit , cum consensu preshylerii illius Ecclesiæ , conveniat laudare Cappadociam , saliem causa non
quæ has reliquias possidebat. Optatissimo dono eral cur ei gratiæ agerentur. Prælerea quae de S.
adjunctæ erant litteræ Ecclesiæ Gotthicæ , tum Ascholio narrat Ambrosius, eum iu Achaia aut vi
etiam aliæ duæ , Ascholii ei Sorani. Eliamsi enim cinis regionibus natum esse probant. Ille se mona .
Ascholius cpistolam Ecclesiæ Golthicæ , utexislimat sleriis puer dedil, inquit S. Ambrosius (c), et inira
Tillemontius, scripsisse dicalur ; cerle alian ) SUO Achaian angusto clausus lugurio gratia lamen inul
nomine adjecit (a) . Nam Ascholius in suis ad Ba - B larum lerrarum peragraril divorlia . 3. Non ipse
siliuni lilieris laudabal sanclum Eutychen el Cap- Ascholius corpus sancti Sabæ misit in Cappadu
padociam , ex qua semina pietatis apud Gotthos per- ciam , sed id Sorani curis tribuitur in epistola Ec
venerant. Alnihil ejusmodi legitur in literis Ec- clesiæ Golihică . Melius ergo ei congruit epistola
clesiæ Goubicæ . Quinetiain non inmerilo dubile - 165, utpole ad eum scripla, qui patriam hoc dono
inr, an litlerarum Ecclesiæ Gotthicæ auctor sit ornaverat. 4. Tunc primum per lilleras Ascholium
sanclus Ascholius. Nam cum hæ lilleræ accuratam noverat Basilius, cum scripsit epistolam 54. At is,
habeant martyrii sancti Sabe descriptionem ; si ad quem scripla esl epistola 165, dudum cum Ba.
eas scripsisset sanctus Ascholius , non video cur silio amicitia el necessitudine conjunctus erat, ut
iterum in aliis ad sanctum Basilium lilleris iterum patel es bis verbis : Volum nobis antiquum adım
idem martyriuin descripsisset : quod tamen Basi- plevit Deus sancius, cum nobis dignatus est conce
lius ab eo testatur descriptum fuisse in illa epi- dere, ul veræ pietatis luæ lilleras acciperemus. Hoc
slola , quæ sanclum Eutycben el Coppadociaun bau - enim maximum est et maxime exoplandum , videre le
dabal. el videri a te, ac Spirilus donis , quæ in le sunt, per
Cum sancti Ascholii litteræ Spirilus sancti gra- c nosmelipsos perſrui. Sed quia id et loci distantia an
lia scalerent, visus est sibi Basilius, dum eas le ſerb, et negolia quibus privatim uterque noslrum de
geret, priscis temporibus versari, cum Ecclesiæ linemur: in secundis volis (ueril, ut anima (requer
omnes, velut mulla membra in uno corpore, miri- cibus luæ in Christo charilalis litteris alatur . His
fice consentirent; cum inaniſesti esseul, et qui profecto verbis significalur antiqua necessitudo cum
persequebantur, et qui persecutionein patiebanlur. hoinine diversum a Basilio vivendi genus profilenlo ,
Rediit animus Basilii ad priscam illam beatitudi- el idcirco in exteris regionibus commorante .
nem , ubi lillere ex remola regione venerunt, di- Hoc semel posilo epistolam 165 ad Junium Sora
lectionis pulchritudine eMorescentes ; ac martyr num scriptam esse , non jam duo martyrum cor
advenit a barbaris ulira Istrum babitantibus, per pora variis lemporibus missa in Cappadociam dici
se ipse prædicans fidei illic vigentis integrita possunt. Nam corpus S . Sabæ missum a Junio So
lem . rano lestalur epistola Ecclesiæ Goulbicæ ; ejusdem
Epistola sequens (b), quæ eidein Ascholio in martyrium describebal sanctus Ascholius, siquidem
omnibus codicibus mss. et editis inscribitur, in eum per ignem et aquam consuminaum fuisse din
magnas dificultates Tillemontium conjicit . Nam cebal, ut in ipsa Ecclesiæ Goubicæ epistula begi-,
cum is , cui scripla est, Cappadox ſuerit, Ascholium D mus.
in Cappadocia nalum esse existimat ; et cum gra . Hanc autem lætitiam sancto Basilio existimamus

martyris corpus, inde colligit vir eruditus duorum reliquias non pelieril a Junio Sorano, nisi anno
martyrum corpora variis lemporibus a S . Ascholio 373 multum proveclo , aliquod intervalluin poni
in Cappadociam missa esse. Sed certissimis argu - debet inter illius litteras et reliqniarum adventum .
mentis probari polest hanc epistolam non Ascho Testatur quidem Ecclesia Goulbica sanctum Sabam
lio scriptam fuisse, sed Junio Sorano, ad quem pridie Idus Aprilis passuin esse anno 379, sed
epistolain 155 scripserat Basilius. ejus corpus slalim a Junio Sorano missuin esse von
Nam f• Basilius in epist. 155 Soranum numerat dicit.
izier eos, qui ob Domini nomen libere loquuntur el ll. Jam ab anno præterilo Samosata cozilabat
spiritales fructus eduni. Sic etiam in bac epist. 165 , Basilius, sed huic consilio obstilit exsilium sancti
(49 Ep. 164, (c) Ep. 15, n. 12.
Ep. 165 .
C :X PROLEGOMENA.
Eusebii Samosatensis , qui lindem hoc anno conse- A vehemens Eusebii amor et admiratio, cujus litte
culus est, quod jamdudum sub impio imperatore ræ non solum sua sponle utiles esse dicuntur, seu
inviclæ illius constantiæ et summis de Ecclesia me. etiam accipienti apud alios homines perhonoribca ;
ritis debitum videbatur. Id aulem contigisse hoc quippe cum in aliquo apud tantum virum numero
anno, et; quidem circa aslalein , cum ex epistola esse perhonoriſicum sit. Hæc epistola reperitur
162 post Pascha scripta perspicitur, in qua Basilius etiam apud Gregorium , estque inter illius episto
spem invisendi Eusebii adhuc relinebal ; lum las duceplesima quarta.
etiáin ex epist. 198, anno 375, post Pascba simili IV. Circa hoc tempus videtur collocanda Gly .
ler scripta, in qua Basilius plus quatuor litteras al cerii bistoria . Is monastica i vilam (c ) profitebalur,
Eusebium exsulantem misissc se lestalur, quamvis et Venensis Ecclesiæ diaconus a S . Basilio ordina
se l'alealur non sæpe scripsisse. lus, ut presbytero ministrarel, el opus Ecclesiæ
Dum in Thraciam S. martyr recla lendil (illuc curaret (1101 leve enim manibus operabatur), non
cnim relegalus est a Valenle), per Cappadociam nodo opus, quod ei commissum eral, penitus ne
Transiil, ejusque complexu potilus videtur Basilius. glexit, sed etiam coaclis privala auctoritate mise
Nam in epistola 168 ad Antiochum et alios sancti ris virginibus, partim sua sponte ad eum accurren
confessoris comiles scripla, quod de eorum cordi- B libus, partim invitis et repugnantibus , cæpit impe
bus persuasum habebat Basilius, id se facto paulis- riuin gregis sibi arrogare , ac patriarchæ nonien et
perGregorio
eorum periculo perspexisse declaral. habituin sibi sumere, inde velut ex quadam arle
Nazianzeno eadem felicitas non obligit. victum sibi comparaus : parumque abfuit, quin 10
Ita enim ægrolabal, il ex ædibus prospicere non lam Ecclesiain sedibus suis conmoveret. Nam nec
possel; nec lamen morbus, elsi gravissimus , tam presbylerum suum , nec chorepiscopum , nec Basi
moleslus illi eral, quam quod Eusebio carendum liumi reverebatur, perpeluisque urbem lumultibus
esset . Postquam Eusebius ad locum exsilii perve- ac universum cleruin permiscebal. Tandem a Basi
nit, scripsit ad eum Gregorius (a) ac rogavit, ut lio et chorepiscopo leviter verbis objurgalus, ne
quod ex ejus congressa ad animæ salulem consequi contemplor evaderel (nain juvenes eliani ad eamdem
non polueral, id sibi precibus apud Deum concilia- conlumaciam exercebat), facinus admodum audax et
rel : neque enim viri lot persecutionibus pro Evan . inhumanum excogitat : virgines , quotquot po
gelio probati minus prodesse apud Deuin preces, tuil, per sacrilegium prædatus, nocle obscrvala, fu
quam alicujus ex sanctis martyribus patroci- gam capessit. Rei molestiam el facinoris nequitiam
nium . lempus augeba . Tunc enim (d) ibi habebalur con
Rescripsit EusebiusGregorio , eumque de rebus venlus, alque ingens undecunque , ul par esl, con.
suis certiorem fecit. Quare cum Eupraxius paulo Puebal muliiludo . Ille aulem vicissim chorum suum
post per Cappadocian transiensad Eusebium sese introduxit , juvenes sequentem , ac Iripudianiem , ac
conferrel, luin ut illius videndi desiderium saliarel, plurimum quidem Iristiliæ piis afferentem , plurimum
lum ut debila huic lempori oflicia exhiberet ; Gre- aulem risus lascivis et lingua procacibus. Neque his
gorius hanc scribendi el gratiarum agendarum oc- ' contentus ſuit, elsi lum alrucibus el horrendis ; sed
casionem non prætermisit. Hæc enim epistola , quæ etiam parenles virginum , orbitalem non ferentes,
est inler Basilianas 166 , apud Gregorium vero tri - alque dispersant lurbam reducere cupienles , et ad
cesima, videtur adjudicanda Gregorio . Gregorii filiarum suarum pedes cum gemilibus , ul consenta .

Ac pairium quidem solum habent alii, nos vero su datoria sua manu contumeliis alque ignominia affe
pernam civitatem : alii nostrum fortasse thronum ,
nos Christum . O præclara negotiatio ! qualia con -
cil.Cum Glycerius Nazianzum venisset cum hoc vir
lempsimus, qualia lucratisumus .Huc accedit quod ginum grege , collegit hanc captivitateniGregorius,
hæc epistola in omnibus nostris codicibus mss. de . Dac commune dedecus conlegere conalus est. ld
r excepto ano ubi rescivit Basilius, scribit Gregorio , rem geslam
Tribuitur etiam Coislini
sideralu Gregorio .sequens ad Eusebium narrat ordine, ac rogal ne hæc lolerabilia existi.
epistola (b), quæ pariter in solo legitur Coisliniano mel, sed in priinis jubeat Glycerium cum virgini
codice. Existimal lamen Tillemontius Basilio me bus redire : eum enim misericordiain aliquam , si
lius convenire excusationem , qua utitur auctor epi- cum Gregorii litteris redeal, sperare posse. Quod si
slolæ , cur ad Eusebium non proficiscalur, ut ab eo is redire nolit, sallein virgines ad Ecclesiam ma
patientiæ in ærumnis exeinplum capial. Ait enim trein remillanlur. Quod si hoc fieri nequit, at cerle
se molestiis et negotiis detineri. Sed suæ Gregorio in eas quae redire volunt, tyrannidem exerceri Gre
molestie cur defuerint non video . Certe negotia gorius non palialur. Alioqui Deum et homines lesla
deesse non poterant Ecclesiam Naziauzenamn post tur Basilius hæc ininime recie lieri, neque ex legi
unorlem patris gubernanti. Ulrique optimacongruil bus Ecclesiæ . Glycerio cum disciplina et congruenti

( a) Ep . 28 . (c) Ep . 170 .
(6 ) Ep. 167
 VITA S. BASILII. CASI
modestia redeunti indulgentiam pollicetur; secus A slias, quas ei exhibuit, ut supra vidimus, Cappado
vero , a ministerio remolum esse denuntial. cis episcoporum negligentia ,et aliorum plurimorum
Scripsit etiam ipsi Glycerio Basilius, eumque ut animus ei non amicus, præsertim in Ponto , ila ul
amenlem el lemerarium , ac cum sua stola el can - nibil esse! lam rarum , quam spiritualis fratris con
lilenis virgines non ad Deum , sed ad barathrum gressus, et verbum pacificum et spiritualis communio.
deducentem castigat. Sed tamen palerno aniroo Scriptam itaque hanc epistolam putamus circa
veniam offert, propierea quod mulli ejus causa sup - annuni 374.
Catholicam fidem sic defendebat Basilius, ut nec
plicabant, in prinsis illius presbyter. Si diutius per
stet in impudentia , gradu illum omnino excidisse infirmis durum se et inexorabilem præberet, nec
declarat. improbis hæreticis lalus apertum obderci. Sed
Cum nec Glycerius nec virgines redirent, iterum tainen cum de ipso dogmale nibil remilleret, ac
scribil Basilius Gregorio , cui has moras ascribere veritatis prædicatio in lam illustri sede ac tanta
videlur; quanquam illuin fatetur nequaquain id fae sanctitatis et doctrinæ fama maximiesset ponde ,
cere, quod sibi succenseat,aut gratiam ab aliis inire ris, furorem in se hæreticorum accendit. Nibil
velit. Postulat ergo ut redeant omni melu posilo , propius factum , quam ut illius exsilium a Valente
eorumque sponsor sit Gregorius. Angebatur enim impetrarent anno 373 ineunte. Poslea insidiari non
Basilius membra abscindi, quamvis merito abscin - destilerunt, ac inimicitiam eo usque perduxerunt.
derentur. Declarat, si perseverent, aliorum onus ul curiose inquirerent, nuin quis ab eo lilleras
fore, se vero extra culpam fulurum . acciperet. Inter has insidias silere slalnic Basi
Has autem epistolas ad Gregorjum Nazianzenum lius (e), atque hoc consilium forle longius produxis
scriptas diximus; quia sic reperimus in duobus co - set, nisi ei Amphilochius Iconiensis et Eustathius
dicibus mss. Et cum verisimillimum sit, si ad Gre- medicus anno 374 exeunte necessilaleni fidei palam
goriuin scriptae sunt, lunc scriptas ſuisse, cum is el aperte defendendäe demonstrasseni.
Nazianzenam Ecclesiam mortuo patre regeret , idcir- Scripla videtur iu hoc mærore alque bac sollici
co banc historiam anno circiter 374 credimus conti . tudine epistola ad Theodoram canonicam (f), quam
gisse. Nazianzenæ enim Ecclesiæ curam gessit Gre- Basilius eximiis præceptis ad boc institutum perti
gorius ab anno 374 ineunte usque ad annum 375 nentibus informat. Halic causain affert, cur lardius
exeuntem . Sed tamen non valde contendam , si quis scribat, quod melual ne lillerü suü in alienasmanus
hiec ad Gregorium Nyssenum referre malit. Nam incidant, cum præserlim , inquil, ea nunc sit rerum
prælerquam quod non certissima est in his rebus perturbalio in orbe terrarum . In sequenti episto
codicum mss. auctorilas, nec plures babuimus, quam la (9) viduam hortatur, ut divinum judicium doclu
duos, qui de Gregorio Nazianzeno mentionem fa - diuque cogilet, sed tamen caveat, ne aut animuin
ciant; cerle illa in recipiendo Glycerio lenilas el despondeat, aut de salute diffidat. Sæpe ad eanı
indulgentia videtur Nysseno, bomini interdum sim - scribere voluerat Basilius, sed sese cohibuit, ne
pliciori, magis convenire, quam Nazianzeno, qui quid ei crearet periculi, propterea quod inimicos
summam semper prudentiam in rebus ad Basilium suos sciebat curiose inquirere, num quis ab co lille
suum spectantibus declaravit. Ai Nyssenus sæpe ras acciperel.
fratrem gravavitoficiosis conatibus (a). Duin eum re - Magnenianus comes sive Magninianus (h!, ad
conciliare vult cum patruo, conquerendi locum de- quen duæ exstant Basilii epistolæ , cum ab eo pe
dit, quod sibi bellum indiceret. Vebementior exstilit tiissel, ut de fide aliquid ad se scriberet; laudat
Sono 372 Basilii conquestio (6 ), quod Gregoriusob ejus pietalem ac fidei sludium Basilius, sed negal
simplicitatem contra se nonnulla molirelur, synodos se adduci posse, ut ejus petitioni annuat. Hunc co
cogeret Ancyra , nec ullum sibi insidiandi moduin milem Neocæsareæ vixisse colligo ex his quæ se
prætermilleret. Hinc illum Basilius (c) negotiorum guuntur : Cæterum mihi, inquil, videmini erụdiri
ecclesiasticorum prorsus inexpertum esse judical, D ab hominibus illic nihil agentibus, qui ulme calum
V . Episcopus quidam , Sophronius nomine, cilin nientur nonnulla proferunt; quasi inde seipsos sint
Basiliu litleras scripsissel, in quibus charitas spira - conimendaturi, si demelurpissima mentiuntur. Illos
bal, summa ejus animam lætitia perfudit. ltaque enim nudat præterilum lempus, el progrediens expe
gratias ei Basilius (d)agitperhonorifice , acmagnum rienlia noliores faciet. Olii et ivertiæ probruin nou
desiderium significal cum caulo viro congrediendi, lam mihi videtur Eustathio et Pneumalomachis qua
quem venerandi fratres et compresbyteri Pairum drare, hoininibus semper ad insidiandum excuban
fidei defensorem esse narraverant ; sed quominus tibus, quam Alarbio Neocæsariensi episcopo el non
eum adirel, obstabant negotia ac corporis velus nullis ejusdem Ecclesiæ presbyteris, quicum somno
ægritudo. Insuntbuic Basilii epistolæ signa nonnulla , el vino dediti esseul, ut eis exprobrat Basilius,(i),
ex quibus scriplam esse conjicias inter eas mole - somnia el visiones proferebant, ut Basilium calunde
(a ) p . 58. in Ep. 173.
(b ) Ep. 100 . (9 ) Ep . 174 .
(c) Ep. 215. (1) Ej . 175 .
(d ) Ep. 172, (i) Ep. 210, 1 . 6 .
(e) Ep. 174 .
CIKII PROLEGOMENA .
niis ligerent. His autem verbis , Illos enim nudal A absolutum erat anno 375 cum Amphilochius ad diem
prælerilum lempus, ideni Alarbius videtur designari, festum venit sancti Eupsychii : idque clare perspi
evjus invidiæ morbum Basilius non solum ex his quae cimus ex his verbis epistola 231 quæ anno 375
contra se egerat, sed eliam ex lola vila perspici exeunte scripta est : De Spirilu liber scriplus qui
declarat in epist. 210, n . 2. dem a nobis est etabsolulus, ut ipse nosti. Quominus
Cum autem Magnenjano scriptum aliquod de lide aulem millerem in charla descriptum , prohibuere
postulanti ila neget Basilius, ut firmum non scriben - qui mecum sunt fralres ; cum se a le mandala habere
di consilium præ se feral, in quo tamen non diu dicereni, ut in membranis describant. Ne quid igilar
perstitit ; jure mibi videor banc epistolam cum dua - cuntra præceplum luum facere videamur, nunc pro
bus præcedentibus aliquanto ante scriplam existi - crastinavimus ; sed paulo post mittemus, si quen
mare, quam Basilius divinitalem Spiritus sancti, idoneum ad perferendum nanciscamur. Non potuit
horlalu Amphilochii el Eustathii, scriptis defendere Amphilochius hoc opus absolutum cognoscere, aut
fuoc anno 374 instituerel, utmodo videbimus. librariis mandare, ut illud in charla describerent,
VI. Ainphilochium Basilius (a) invitavit boc anno nisi cum Basilium invisil. Non alio autem invisit
ad diem festum sancti Eupsychii, qui die septimo R tempore anno 375 , quam die ſesto sancti Eupsychii .
Seplembris celebrari solebal. Rogat autem ut feeJam ergo absolulus erat liber De Spirilu sancio ; et
slum tribus anteverlat diebus. quo possint inter cum illius scribendi occasionem dederit excitalus
se oliose colloqui, seque invicem donorum spiri ab bæreticis præsente Aniphilochio lumulius, quæ
Lualium communicatione consolari ; tum etiam ul renduin nobis est aliud tempas, quo Ampbilochius
memoriam sive ecclesiam Plocholrophii Amphilo Basilium inviserit; nec aliud occurrit præter diem
festum sancti Eupsychii anno 374, ad quem ila in
chius præsentia sua insignem reddal. Indical ei Ba vitalus est Amphilochius, ut ei abesse integrum non
sllius præstilulum buic ſeslo diem , quod argumento
fueril. Præterea hæreticos hoc anno 374 in Basi
est nondum huic celebritati interfuisse Amphilo lium die festo sancti Eupsychii majorem in modum
chium , ac proinde epistolam , qua invitalus a Basilio incensos fuisse perspicimus ex epist. 190, quæ non
Suit, ad bunc annum pertinere. Nam anno sequenti multo post hunc diem anno 374 scripla est. Eorum
diem non indical Basilius, sed lantum horlalur, ut aulem , qui lunc a nobis abscissi suni, inquit Basilius,
memoriæ sancti Eupsychiimeminerit, nequeexspe alii quidem ad -aulam se conlulerunt, alii vero re
clel dum iterum moneatur . manent, rumorem inde exspectanles. Hæc optime
Cum autem ad boc ſeslum lola vicinia conflueret consentiunt cum his quæ narrantur in proæmio
(accurrebant enim eliam episcopi maritimi anle libri De Spirilu sancio, ac Amphilochium adſuis
quam a Basilio dissidereni), præclara erat hæreticis se probant bæc verba, qui iunc a nobis abscissi
occasio inscctandi Basilii,si quid insigne lam fre sunt.
quenti conventu ad veritatis defensionem faceret VII. Nemo nescit quantas strages in Orienle an
aut dissererel. Jam eum observaverant anno 371 no 374 concitaverit deprehensum eorum facinus,
velut in insidiis collocali. Hinc forle anno 375, post qui de Valentis successore per sortes inquisieranl.
ſuslum sancti Eupsychii, consilia Antiochiæ adversus Ominium fere ordinum multitudo, quam recensere est
Basilium inita , ut patet ex epistola 213. Idem eve arduum , joguit Ammianus (b ), in plagas calumnia
uisse anno 373 conjici posset ex epist. 156 , n . 3, rum. conjecia, percussorum dexteras fatigavil . Cum
uno aul altero mense post diem festum scripla, in Eusebius quidam , quem Basilius filium appellal,
qua Basilius animain suam ab hærelicis quæri le - ejusmodi calumniis appetitus fuisset, a quibus ne
slatur. Sed præcipue boc anno eorum furor exarsil. mo lulus esse polerat, Basilius Sopbronium et
Basilio enim precanli cum populo , ut legimus in Aburgium rogat, ut illius innocentiam palrociaio
libro De Spiritu S ., c. 1 , el ulroquemodo glorifica - suo adjuvent : etsi enim in jure plurimum præsidii
siunem absolventi Deo ac Patri, interdum cum Filio D positum habeat, lanien periculum esse ne tempus
una cum sancio Spirilu, interduin per Filium in san . causam illius lädat, et quia mulli in atrocissi
cto Spiritu , quidam ex iis qui aderant, crimen inten - mis sceleribus deprehensi, in eum hæc suspicio re
derunt, dicentes eum non modo peregrinis ac novis dundet.
uli vocibus, verum etiam inter se pugnantibus. Tuin Videnlur ad illud suspiciosissimum ac sævissimum
Amphilocbius, qui proinde intererat, illorum utili tempus pertinere duæ sequentes epistolæ (c ). In pri
lati consulens, vel sallem eorum , qui in ejusmodi ma commendat Arinthæo virum longe nobilissimum
homines incidunt, securitati, postulavit a Basilio ac moribus magis spectandum quam genere, qui
dilucidam de vi barum syllabarum pertractationem . judicium sustinebat, leve illud quidem el coolem
Juide nala occasio libri de Spiritu sancto Stri- rendum ), si veritas speclaretur, sed alioqui difficile
bendi. elmolestum ob calumniæ vehementiam . lo altera
Non pulest ad aliud tempus relerri hoc opus, Nam cominendalir Sophironio vir nobilis et eruditus, qui

15 ; Lib . XXIX , c. I el 2 . (c) Epist. 179 cl 150.

 VITA S. BASILII. CXXI11
in calamitatem inciderat intolerabilem ac negotiis A scribere, quod cum Ecclesiæ præpositis suis ca
præter meritum implicalus erat. reant, plurimum negotii habeat in circumcursandis
VIII. Samosatensi Ecclesiæ Basilius eo magis, re- Christi ovilibus ac lupis undique arcendis. Rogat
legalo Eusebio, meluebat, quo magis eam omnibus tamen Basilius ulad se scribai, quoties occurrel Oce
bonis spiritualibus sub hoc præstantissimo pastore casio. Salis perspicitur inler episcopos, quorum ex
Dorenlem viderat. Piam illius pectoris solliciludinem silium negotia exhibebat Eustalbio, numerandum
plures littera lestantur. Oireio Melitinensi (a ), cui in primis esse sanctuin Eusebium Samosalensem ,
exsilium Eusebii non minus quam sibimetipsimo- qui eolumen erat Ecclesiarum . Quare hæc epi
leslum esse sciebat, has muluarum lillerarum vices stola noni wulto post ejus exsilium videlur collo
proponit ; ut ipse quidem Basilio scribat quæ Sa - canda .
mosalis afferentur, ei aulein Basilius, quæ ex Thra. Non longe ab eodem tempore removenda epistola
cia. Nam nec Basilio populi Samosatensis constan- ad Theodolom Berex episcopum (e). Nullum enim
Liam coguoscere, nec Oireio de communis patris indicium habet persecutionis, quain deinceps in
rebus edoceri, leve solatium erat. Is autein qui Ecclesia Bercensi excitatam videbimus. El cum
hanc Basilii epistolam ferebat, Oireio narraturus Basiļius in epistolis , quas scripsit anno 375 ,
erat quo in slatu Eusebium reliquisset etquo animo B cum cteru, lum populo ejusdem Ecclesiæ , nullam
ærumnas ſerentem . prorsus mentionem facial episcopi, id argumento
Supra Gregorius Nazianzenus dicebat Eusebio in est eum in magno numero confessorum exsuluin
epistola paulo post ejus adventum in Thraciam scri- fuisse. Quare aule illud lempus collucanda hæc epi
pla : Habent alii nostrum fortasse thronum : nos stola .
Christum . Jam lum ergo suspicio erat aliquem in Cum anno 373 Antipatrum gubernacula Eappado
locum sancti Eusebii intrusum fuisse, quod argu - ciæ capessenlem viderimus , epistola sequens ,
mento est rem diu non fuisse dilatam ; neque enim quæ ad eum scripla est, anno 373 aut 374 collocari
his in rebus lenti erant Ariani. Ciro eos facinus debet. Non sine lepore gratulatur Basilius quod
aggressos esse indical Tbeodorelus (b ), qui sic lo - crainbe acelo condila saualusessel, ac cibo
quilar : Cum Ariani post ademplum gregi eximium pa- rum annat
appetentiam redarassed. Epistola
entiam reparasset. Epistola 187
187 nor.
por
Horcm , ejus loco alium substituissent, nemo ex in- est Basilii, sed breve el festivum ejusdem An
colis civitatis, non pauper, non dives, non servus,non lipatri ad superiorem epistolam responsum con
opiſex , non agricola , non horlulanus, non vir, non tinet.
femina, non adolescens, non senex , conventus eccle
siasticos ex more frequentavil. Solus ipse degebal, CAPUT XXXI.
cum nemo eum videre, nemo alloqui vellet. I. cam
Scribit sanctus Basilius primam epistotum canoni·
Ad hunc ergo annum referendæ duæ epistolæ (c), . II. Circa idem tempus scripta epistola 189
quas Basilius videtur scripsisse , postquam ad eum ad Eustathium , quam Basili esse ostendilur . Ni.
demirifica eleri ac populi constantia allalum est. In Respondel Amphilochio de restituendo episcopatu
in civitate Isaurorum . Agit in eadem epistola de
prima bealos prædical presbyteros, quod ad talem cujusdam Geurgii negotio, ad quod referiur elinne
cerlaminis mensuram perducti fuerint, quam qui epistola 192 . iv . De alia epistola quæ falso in
dem precalur ut Dei dono palienter decurrant. In scribitur Amphilochio . V . Basilium persequilur
aitera senatui Samosatensigratulalur, quod cum per Ponti vicarius.
lolum orbem persecutio diffusa sit, ac maximæ Sy 1. Plenus apostolici fervoris Ampbilochius, eum
riæ urbes eadem ac ipsi mala expertæ fuerint, nul- Ecclesiam suam moribus ornare el sanctis legibus
libi lamen adeo spectatus sit senalus, ac bonis ope- emendare incæpisset, Basilium consuluit pluribus
ribus clarus, ut Samosalensis. Quare parum aberat de rebus ad disciplinam pertinentibus. Libenler ei
quin gratias eliam haberei his quæ Deus Beri permi- respondit Basilius (9), seque fatelur plurimum utili
seral, quippe cum quod auro exl caminus, id eorum latis percipere, quolies Aniphilochii litteras accipit,
virtuti calamilas fuerit . Horlalur jam exantlatis la - sibique magistram quodammodo fieri respondendi
boribus alios deinceps dignos adjiciant, ila ut et curam : et cerle cum de rebus ab Amphilochio pro
redeuntem aliquando paslorem circumslent alii aliud positis nunquam antea sollicilus dala opera fuisset,
pro Ecclesia gestum narranles et in magna Do- coactum esse illas accurate considerare , el si quid
mini die parem recte faciis mercedeni consequan a senioribus didicisset, recordari, alque ex iis quæ
lur .
didicerat, multa ratiocinando colligere. Tres ejus
Videtur Eustathius (d) Himmeriæ in Osrhoena epi- modi epistolas canonicas babemus, variis tempori
scopus, Adei magnus defensor fuisse, et Eusebio er- bus intra anninon pleni spalium compositas. Priina
suli vicariam operam navasse in sustenlandis Eccle - anno 374 exeunte scripla. Nam secunda, quæ salis
siis. Suspicalur enim Basilius eum idcirco ad se raro longo post primarn intervallo missa est, paulo
1a) Ep. 181. (e) Ep. 185.
(6)c) Hisi. eccles. lib. iv, c. 15.
Ep. 182 , 183. 0 Ep. 186 .
d) Ep. 184. (g) Ep. 188.
 CXXIV PROLEGOMENA .
postPascha anni 375 missa ſuil, lilmodo videbimus. A nilas in controversiam ab impiis hæreticis voca
II. Anno 574 ereunle scripla videlur epistola 189 balur.
ad Eustathium archiatrum . Is artis suæ beneficium Jam vero si adversus Pneumatomachos scripla
corporum morbis non definiebal : quod quidem Ba - hæc epistola ; tunc cerle scripla est, cum Basilius
silius non solum consentiente plurimorum firma, sed consilium cepit scribendi de S . Spiritu , quod quidem
etiam sua ipsius experientia cum sæpe alias didice ccpit anno 374, post festum diem S. Eupsychii, ut
ral, lum maxime in summo dolore, quem ei non modo vidimus. Quemadmodum enim in hac epistola
enarrabilis inimicorum nequitia inurebat. Gravi declarat Basilius se lacere el mala silentio perſerre
enim cordis vulnerc inflammalum Eustathius infusis satius existimasse, sed ab Eustathio ad defensionem
consolationis verbis demulsit, et lacere volenti, ac veritatis revocatum ; sic etiam in libro De Spiritu
mala silentio perferre, mullo satius esse demonstra - sancto (n . 78 el 79), leslalur se lacere salius du
vil verilalein non prodere, sed sycoplanlas redar xisse, sed charilale, quæ non quærit quæ sua
gliere , ne plures lædantur prosperis niendacii con - sunt (I Cor. XIII, 5), relraclum ſuisse. Cum ergo
Ira veritalem successibus. Ut lupus cum agno ita utrumque scriplumi, nempe epistolam ad Eustathium ,
cum Basilio inimici decertabant, nunc hoc nunc il el librum De Spirilu sancto voluntas lacendi præces.
Jad incusantes . Tres deos alfingebant : fraclo el con - B serit, necesse est ul coilem tempore et epistolam
viclo hoc mendacio , in promplu erat Sabellius. exaralain el consilium de Spiritu sancio scribendi
Inde pariter dejecti novitatem objiciebairt, eo quod susceplum dicamus. Neque enim Basilium a silentio
unam in tribus personis divinitalem Basilius do relraxissel Eustathius, si jam Amphilochii rogalu
ceret. Postreinam hanc criminationem non in stylum ad refellendos Pneumatomachos acuissel.
ficiatione Basilius refellit, sed demonstrando Spi. Sed uterque in Basilio flectendo operam conjunxit,
rilum sanclum in omnibus Patri et Filio adjungen - pec videlur Eustathius, dum Basilium ad scribendum
dum .
borlatur, una aliqua epistola conlenlus fuisse, sed
llanc epistolam Tillemontius collocat ad annum magnum aliquod opus ab eo postulasse . Sic enim
376, el contra Eustathium Sebastenum scriplam exi. eum alloquitur Basilius : Tu vero recle fecisti, quod
stimat. Sed tamen dispar omnino ac discolor vide- horlalus es , utne verilalem proderem , sed redargue
lur iis quæ adversus Eustathium scriplæ suni : ne rem sycophanias, ne plures lædantur, prosperos men
verbum quidem ullum de Euslaubio ; nihil de illius dacio contra verilalem successus habente .
in file inconstantia , nibil de violalæ amiciliæ sce- Non dissimulandum est hanc epistolam exstare
lere : nihil non consentaneum silentio , quod Basilius inter opera sancti Gregorii Nysseni, eique attribui,
per tresannos maximis ab Eustathio provocatus in - ulillius stylo magis consentaneam , in quodam scho
juriis servavit. Quare non alii hoc loco quærendi lio, quod e ms, codice erulum in Notis apposuimus.
adversarii, quam generatim Pneumalomachi : quos Scriptam conjicil Combetisius a Gregorio post mor
vis interim de privatis Eustathii Sebasleni calunn post morteni Basilii. Signala enini est pluribus per
niis laceret. Neque enim a solo Euslaihio res secutionis notis, nec unquam alias videtur major
molestä Basilio acciderunt: quantus in euin exs'ileril læreticorum potentia exstilisse . Al morluo Basilio ,
Pneumalomachorum furor, quam inexpiabile cum vel polius stalim alque ipse Valens divinæ justitiæ
eis bellum habueril, perspici potest ex epist. 213, el pænas luit, penitus concidit poleslas hæreticorum ,
ex libro Do Spirilu sancio , n . 13, 25, 34, 52, 60, 69 nec jam poterant in Catholicos, velut lupi in agnos,
parantur, qui cum jure vincerelur, dentibus vince- bec epistola , ad hoc ipsum tempus.reſerri deberet,
bat. Hi in Basilium insurrexerunt hoc anno 374 , lie ad quod referendam duximus. Non enim referri
feslo sancti Eupsychii, eo quod in precibus Spiritum potest ad initia episcopalusGregorii ; siquidem au
sancium cum Patre et Filio glorificarel (a) , ac ila o clorem epistolae jam diu vexabant hæretici. Neque
sese ab eo absciderunt, ut eorum alii in aulam pro - eliam mullo serius hoc anno 374 eam scripsissel
ficiscerentur, alii remanerent, rumorem inde exspe . Gregorius, qui anno 375 ſuga sibi consuluit, seque
ctantes. Quineliam per lolam hiemem negotia e fa. læreticorum furori prudenter subduxit. Alque eliam
cessere nou desierunt. Non enim alios designat Bine dubilo an ejusmodi persecutionem experlus sit san
silius in epist. 197, cum occupationes sibi per totam clus Gregorius Nyssenus, quæ cum hac epistola
qui Ecclesiis nocent, exhibitas fuisse lestalur. Non hæretici, non eum tamen , ut Basilium , solo veri.
ergo Euslaibium pelit hæc epistola , nisi quatenus latis nomine inseclali sunt ; sed varias causas fin
cum Pneumalomachis, elsi occulte, conjunclus erat. serunt (b), ordinationem non canonicam , pecuniain
Huc accedit ipsa dogmalis pertractandi ratio. In Ecclesiæ dissipalam . At nihil prorsus reperias,
probandaenim Filii divinitate , uipule ab abiversariis quod non cum Basilii rebus mirifice congruat. Siy .
concessa non iinmoralur Basilius. Sola Spiritus Jivi. Tus ipse Basilium plane redolet ; nec mulios fore ar
(a) Ep. 190. (h) Ep. 225.
 CISV
bitror, quiscbolio, quod mo lo cilaviirus, assentian - A dem Ainplilochius ad hunc diem festum anno 375.
lor. Si quos autem moveat aut Dei nomen Spiritui Sed ad hoc lenipus referri non debent illæ hæreli
sanclo datum , aut opinala quædam cum alio com - corum molitiones , de quibus in hac epistola Basilius.
mentarii in Isaiam loco dissimilitudo, his jam oc- Quæ enim hic de restituendis in Isauria episcopis
currimus in Notis . disserit, ea jain magna ex parte ad exilum perducia
III. Ad jilem tempus referendæ videntur duæ alic fuerant, anle mensem Septembrem anni 375 ordi
epistolæ , nempe 190 et 191. Inter alias provincias, nalo Macedonio episcopo, alque, ul verisimile est,
vel polius segmenta provinciarum , quæ Iconio ad- pluribos aliis. Non poluit ergo hæc scribi epistola
junctæ novam provinciam composuerunt, civitas nisi anno 374.
Isaurorum cum pluribus aliis ejusdem provinciæ lo - Danc epistolam non pertinere ad annum 375 con
cis attribula fuit. Sed cum hæc loca , itidem ut ipsa Ormalur ex his verbis : Res Nyssenæ eo in slalu
civitas, sive ab hostibus, sive ab Arianis vastata , sunt, in quo erant a le relictæ , el ope muarum precum
episcopis destitula essent, plurimum negotii el solli- cedunt in melius, Designat Basilius exbibita Grego
citudinis addiderunt (Amphilochio. Consullus ab co rio fratri negotia et illatas ab bæreticis lites. Hæc
Basilias qua potissimum ratione hæc Ecclesia in aulem post lestum sancti Eupsychii anno 375 1.ca
pristinum vitorem restituenda esset , accuralissime, B modo non cesserunt in melius , sed etiam hæreli
ut in re maximi momenti, respondet. Ac utiliuscorum furor lunc maxime in Gregorium exarsit,
quidem fatetur esse , lit in plures episcopos Ecclc- eumque vicarius jussit comprehendi.
size administratio dividalur ; sed quia nec facile est in eadem epistola loquitur Basilius de Georgio
reperire, qui episcopalu digni sint, nec mediocre quodam Amphilochii, ul verisimile est, propinquo ;
damnuin imminet ab episcopis Tanto ministerio ille cujus domus cum in magnas difficultales incidissel,
dignis , salius esse pulat vuum aliquem probalum auctor erat Amphilochius ul is codicillariæ alicujus
el speclatum præficere civitati, eique committere dignitatis beneficio ex his rerum angustiis eripere
singula suo ipsius periculo dispensanda : hunc enim lur. Basilius autem curam domus in Dominum pro
procul dubio , ubi imparem se videril oneri, adjun- jiciendam putat, eumque daturum intelligentiam ,
clurum sibi operarios ad messem . Quod si ne is ut hæ molestie alio inodo vitentur. Quod si Amphi
quidem facile reperiri possit, aucior est Basilius, lochio secus videatur , rogal eum Basilius, ul com
ut vel a parvis civitatibus et oppidulis , que inenlarium ad se millat, de qua dignitale oporleat
olim episcopos habuere , initium fiat restillen- curam impendere, ut eam a potentioribus quibusque
di episcopalus, ac deinde civitati detur episco - . amicis aggredialur exposcere, sive gratis, sive
pos, ne is, si primus ordinelur, aliorum ob-Celiam modico pretio , prout Dominus faverit. Non
slel ordinationi : vel sallem Isaurorum episcopo, videtur alia de re loqui Basilius in epistola 192 ad
qui nonnullos vicinos ordinabat, suus circum - Sophronium magistrum olficiorum , qui cum duplex
scribalur circulus , sicque restituendi episcopa beneficium sibi viderelur accepisse, et quod Basilii
Ins in aliis locis jus integrum Amphilochio ser lilleras accepissel, et quod occasionem habuisset
vetur . suæ illi opere navandæ ; sic ei gratias agit Basi
In eadem epistola Basilius Philonis de man - lius : Quantam me existimandum est habere gra
na sententiain , et Scriptura de curribus Philº liam , qui et litteras suarissimæ luæ rocis legi, et id
raonis testimonium exponit. Ait etiam se ad quod expetebanı lam celeriter conſeclum vidi? Ilaque
Valerium fralrein , ul rogaverat Ampbilochilis , id quod missum est sua sponte pergralum fuil : sed
scripsisse , et a Sympio lilleras communionis longe libentius hoc ipsum eo nomine suscepi, quod lu
accepisse . Sed de bis et nonnullis aliis modo rei illius conficiendo exstileris duu el auctor. Hæc
agemus. mirilice cohærent cum dignitate codicillaria , quam
Tempus epistolæ perspici potest ex bis verbis (a): a potentioribus amicis pelere staluerat Basilius, si
Eorum aulem , qui tunc a nobis abscissi sunt, alii ila viderelur Amphilochio. Quare hanc epistolam
quidem ad aulam se cortulerunt, alii vero remanent, 192 scriptain pulamus anno 374 exeunle.
inde erspectantes rumorem . Polesiaulem Dominus lum Sed antequam dimittamus epistolam ad Amphi
horum spem frustrari,lum illorum reditum irrilum red - lochium , aliud est quod in ea observalum velimus .
dere. Loquitur Basilius, ut supra observavimus, de Ait eniin Basilius sibi Sympium epistolam olicii et
iis quæ contigerant die ſesto sancti Eupsychii, cum communionis causa scripsisse ; seque ei rescribere
adessel Aniphilochius. Quare hanc epistolain imme. el lilleras suas Amphilocbio millcrc , ut diligenter
rilo rejicit Tillemonljus (6 ) post Pascha anni 375 . Non probalas ad Sympium transnilli curel , additis
enim probabile est aut eos , qui Cæsareæ aut vicinis etiam suis ipsios lilleris.
in locis remanserant, tandiu exspeclasse , aut ab iis IV. Epistola 191, quæ perperam inscribitur Am ..
qui Antiochiam iverant,nullum per hoc tempus nun - pbilochio , videlur ad illum scripla episcopum , quein
lium venisse . Uno ergo aut fallero mense post dien Basilius Sympium voeal. Gratias ei agil Basilius
ſesium S. Eupsychii collocauda epistola . Venit qui- quod prior ad sc scripscrit, nec amici per literas
(a ) Ep. 190 , n .2.
CIXV : PROLEGOMENA .
colloq ni mceplor esse erubuerit. Rogal ul unani- A Quid aliud , nisi ut eam assereret, relinerel, omni
mos suos in eamdem sententiam adducat, el cum cura lueretur : Dei clementiæ et legi, quæ altaribus
cecto constiterit , quibuscum futura sil communio ; honorem haberi jubet , manum porrigerel, omnia de
tum vero locus utrisque commodus el lempus iti. nique prius facerel et paleretur , quam ul inhuma
neri faciendo idoneum designentur ; ac firmata in - nius ullum adversus eam consilium iniret, sicque et
ler episcopos concordia el pare non jam alii aliis mensam sacrosanctam , el fidem etiam illam , cum
suspecti singulis urbibus circumscribantur ; sed fra . qua supplex eral, contumelia afficerel ? Nequaquam ,
lres ex unaquaque Ecclesia brevibus lesseris lan - inquit novus judex ; sed omnes imperio inco cedere,
quam viatico instructi millantur el recipiantur. ac Christianos leges suas prodere oportet. Ille igitur
Cum hæc epistola non congruat Amphilochio, cu - supplicem deposcebat : hic omni vi retinebal. Ille rur
jus communione nunquam caruit Basilius ; duplici sum furore concilatur ; ac magistratus quosdam mit.
conjectura inquirit Tillemonlius, cuinam bæc in - iit, quisancti viri cubiculum perscrutarentur, igno
scribeada sit epistola . Harum alteram refellimus in miniæ causa polius id faciens, quam quod ejusmodi
Nolis ; alteram vero , quæ Symposium Seleuciæ quidquam necesse essel. Quid ais ? Domumne illius
episcopum pro Sympio legendum docet, vehementer ab omni libidinis molu liberi, quem angeli compte
probamus. Magna est enim similitudo noninum B cluntur,quem vel solum intueri ſeminæ reformidanı:
Sympii et Symposii : vicinus eralAmpbilochii Seleu - Nec eo contentus , ipsum insuper adesse, et causam
ciensis episcopus. Præterea Basilius Isauros nume- dicere jubel, neque id placide el humane, sed quasi
rat inter suos communicatores in epistola 204, unum ex iis qui capilis damnati sunt, Atque ipse qui
num 7 . Non lamen videtur Basilius cum episcopis dem aderat. Ille autem ira et arrogantia plenus pro
illius provinciæ convenisse : nam biems appropino Tribunali sedebat. Slabal Basilius , quemadniodum
quabat, cuin näc scriberet, unde pelil lempus iti- Jesus meus Pilato judicante. Cunciabantur porro
neri faciendo idoneum designari : post hiemem in fulmina, Deique gladius adhuc exacuebatur, eldiſſe
gravem morbum incidit . Sed cuai de fide nihil in - rebalur, arcusque ila contendebatur, ut tamen reline
ler eos disceplanduin esset , facile poluit inter ab- retur, pænitentiæ videlicet tempusac locum aperiens.
senles concordia lirmari , interprete præsertim et ffoc enim apud Deum in more atque usu posilum
sequestro pacificationis Amphilochio. est. Aique hic mihi, quæso , alterum perseculoris et
V. Videtur ad hiemem anoi 374 exeuntis aut athlelæ cerlamen specia . Pallium detrahi et lacerari
375 ineuntis referenda persecutio , quam a vicario jubebat. At ille : Exuam præterea, si ita lubet, etiam
Ponti excitalanıGregorius Nazianzenus ila diligen- c tunicam . Eum , qui carnis expers eral, verberaturum
ier et accurale narrat (a), ut locum hunc locum bic se minabalur, corpus submittebal ungulis lacerala
apponere operæ pretium esse ducam . Is quinera . rum . Alille : Hujusmodi,inquit,laniationemedicinam
rium illum Adad , inquit Gregorius, adrersus Israe- hepati afferes, magnopere, ut vides, me premenli.
lem olim excitavit, idem contra hunc quoque Ponticæ Alque hi quidem in his erant. Civilas aulem , simul
provinciæ præfectum excilavil ; hoc quidem præleatu , alque hujusmodi malum ac commune periculum re
quasi mulierculæ cujusdam causa stomacharelur, sed scivit (periculum enim suum quisque ipsius contume
revera impietatis defensionem suscipiens, ac pieta - liam esse existimabal), lola furore corripitur, alque
tem oppugnans. Millo alias omnes contumelias, qui incenditur, ac, velut fumo apum examen movente,
bus Basilium vecavit, quod perinde est, ac si Deum cerlalim omnes cujuslibet generis alque ælalis exci
dicerem , adversus quem , et cujus causa bellum ge- tantur et exsurgunt, ac præserlim armorum opifices,
iobalur. Quod vero, et eum , qui contumeliam infe - imperaloriique lexlores. Nam hi in ejusmodi rebus
rebat ,maxima ignominia affecil, el pugilem nostrum ferventiores suni , atque ob liberlalem ac licentiam ,
summopere exlulit (si modo magnum quiddam et qua fruuntur, ad audendum paratiores. Unicuique
excelsum existimandum est philosophia , el hujus porro leli loco erat, vel quod ars offerebat , vel quod
laude vulgus unleire), id oratione persequar. Mulieri D in re præsenti tumultuarie confecerat, Faces in ma
cuidam amplissimo loco ratæ , cujus marilus haud ribus, sata, fustes in prompiu , unus omnium cursus,
pridem exiremo vilæ die funclus erut, judicis asses. Urus clamor, communis animorum alacrilas ; furor,
sor vim afferebal, invilamque ad nuplias pertrahebar. miles vehemens, imo belli dut. Nemulieres quidem
Illa aulen , cum nulla ralione hanc vim effugere pos lunc lemporis inermes erant, hac nimirum occasione
set, consilium capil, non majoris audaciæ , quam animos earum exacuente ( radii aulem ipsis kasla
prudentiæ plenum . Ad sacram elenim mensam con - run loco erant), imo nec mulieres jaor manebani,
ſugil, Deumque adversus hanc injuriam propugnalo - quippe quas zelus roborassel, alque ad virilem forli
rem sibi adoplal. Quid igitur per Trinitatem ipsam rudinem animique magnitudinem traduzissel. Quid
( ut forensi quoque dicendi genere nonnihil inter multa ? pietatem omnes ila demum inter se partiluros
landes ular ) faciendum fuil , non dico magno Basi. censebanı, si ipsum dividerent ac discerperent : alque
lio , ac de his rebus aliis leges statuenti, sed alii cui. is majorem apud eos pielalis laudem habiturus vide
pian longe illo inferiori , dum lamen sacerdoti ? balur, qui primus in eum , qui lantum facinus aggres
(97) Oral. 20.
 VITA S. BASILII, CIIVII
sus essel , monum injecissel. Quid igilur audax ille A buisse, id est, boc certamen cum vicario omniam
et insolens judex ? Supplex eral,miserabilis, calami. postremum fuisse.
tosus, quovis homine dejectior : quoad in conspectum (d) Sed cuin Nicetas, cujus hac in re non spere
prodiens ille marlyr, el sine plagis vicior, ac popu - nenda auctorilas, vicariuni illum , de quo Gregorius
inm pudore correplum per vim relinens, supplicem loquitur, Eusebium Dominicæ imperatricis avun
suum el vezatorem a periculo vindicavit. culum fuisse lestelur, nobis integrum non cst hanc
Tangil etiam hanc historiam Gregorius Nysse bistoriam . in Deniosthenis nomen conferre. Non
aus (a ), qui Basiliuin narral, cum ei judex quidam enim probabile est id Nicetam de suo finxisse ; sed
minarelur se illius jecur ex visceribus evulsorum , potius verisimillimum est , ut observat Tillemontius,
insulsas minas subridendo excipientem dixisse : hanc eum notationem ex aliquo exemplari vetusto
Gratiam tibi kabebo ob hanc voluntalem ; non enim eruisse , in quo nomen Eusebii ad marginem ascri
mediocriter me angit in visceribus jecur. Quare si plum erat.
illud ejicias, quemadmodum minatus es, molestia Cum autem bæc perseculio neque ad annum 372,
corpus liberabis. neque ad 375 referri possil, videtur intra illud
Judicem illum , qui lam indignis modis Basilium B lempus collocanda, quod inter utramque persecu
lionem eluxit. Nam post Demosthenis persecutio
vexavil, uterque Gregorius ÚttaPXov, præfectum , ap
pellat. Sed his in locis legendum videtur Ésta oxov , nem , nihil nobis suppeditat bistoria Basilii, quod
vicarius enim fuit præfecti in dicecesi Pontica, quam cum hoc evenlu quadrarepossil. At hicms hujus anni
374 exeuntis mirifice congruit. Jam evim vidimus
ab eo gubernalain lestatur Nazianzenus : el cum nefariasbæreticorum molitiones, quorum alii post few
judex ab eodem vocetur , comes Ponticæ esse non slum S. Eupsychiiin aulam
poluit, ac proinde rices præſecti agebal. Apud runt rumorem exspectantes.cucurrerunt, alii remanse
Prælerea Basilius initio
eumdem Nazianzenuin pro liis vocibus tréu TTEL Il
epistolæ 200 leslatur sibi negolia ab iis qui Ecclesiis
vis TūY È TI' teouslas, quosdam magistralus millil,
legere malim ÚTi' tEouslas, milit aliquos ex mini nocent exhibila per tolam hiemem fuisse. Similiter
uris suis . initio epistolæ 203 cominemoral sua cum iis, qui
Malronam , cujus nuptias lam violenier appelebat doctrinam veritatis impugnani,certamina.Non incom .
vicarius præfecti, Vestianam illam fuisse opinatur mode
vicarioergo in haca hieme
narratam GregorioBasilium
pugnamcumet Eusebio
mullas
Baronius (b), de qua in Vila S . Nacrinæ Grego- alias sustinuisse existimamus.
rius Nyssenus loquitur. Sed in hac expendenda . Non magni refert, quod Gregorius boc bellum
conjectura , quæ nulla pititur ratione, non immo- ' omnium postremum fuisse dicit. Loquitur enim
rabor . Illud ad staluendum diflicilius, quinam ille Gregorius de ejusinodi puguis, in quibus Basilius in
fuerit vicarius, el quo hæc acla tempore. judicium vocalus, veritatem pro tribunali acriter de
Narrala Valentis Cæsaree commorantis persecu - fendit : quod quidem ei in Demosthenis persecutiono
tione, sic ad islam transit Gregorius, ut eam non non videtur contigisse. Hue accedit quod Gregorius,
obscure demonstrel alio evenisse tempore. Al enim , dum ait, Hic bellum mundanum desiil, non eum rc
inquit (c), hujusmodi quidem fortasse ea, quæ cum rum ordinem sequitur, quem temporum series poslu
illis egil, fuerunt, eumque finem habuerunt, cæterum labat, sed quem sibi ipse in adornanda oraliore
cum aliis alio modo se gessit, uut parvis de rebus, præscripseral. Hinc bellum episcopale ibidem a
aul parum egregie dimicarit, aut non ila sapienler dissensione cum Anthimo incepisse dicit ; quamvis
disseruis, nec ut hominum commemorationem , aut couslet Basilium in ipso episcupalus primordio plu
cerle insignem laudem mereretur ? res Cappadociæ episcopos schismale a se disjuncles
Mulla sane ex jis , quæ narrantur a Gregorio , babuisse . CAPUT XXXII.
oprime conveniunt in impium illum Ponticæ vica
riwin , Demosthenem , qui in Cappadocia et finitimis D I. Gravissimus Basiliimorbus ante Pascha anni 375 .
provinciis grassalus est anno 375 et 576 . Is cum Qualuor lilleræ ad huncmorbum pertinent. II. Ac
sui in Basilium odii plurimas significationes dede curala historia translationis sancti Dionysii ex
epistola sancii Basilii ad sanclum Ambrosium .
ril, seque acerrimum hæresis defensorem præbue jil. De epistola 198 ad S. Ev sebium . IV . Epistola
rit, non imunerilo idem videri posset, ac ille vica - canonica secunda et epistola 200 ad S. Amphi.
lochium . Paulo post epistolu 201 ad eumdem
rius, quem varrat Gregorius Basilio mullas alias scripla. V . Concilium Amphilochii de restiluendis
conlunelias fecisse , et in speciem quidem mulier episcopalibus, ad quod vocalur Basilius.
usa escanduisse , sed revera hæresis defen- 1. (e) Longior soliio fuit hienis anui 375 in Cap
sionem ac pietatis oppugnationem sibi proposuisse . padocia, ac viæ onines usque ad Pascha interclusin
Huic lavet opinioni quod ail hic bellum munda- fuerunt. Basilium per loluin hoc lenipus occupatio
num desiisse , et ſelicein Deo favente exilum ha - nes negotiorum exteriorum , el, ut jam diximus (1),

(a ) In Basil. pag. 185. Id ) Nol. in Nut. pag. 781.

(6 ) Aid : ll. 370. le) El. 198 .
o Or. 20 . (!) Ep. 200.
CXXVIII PROLEGOMENA .
prælia cum veritatis hostibus delinuerunt. (a) Con - A sepultus dicitur. Simplicius mullo ac verins Usuar
linuæ etiam ac vehementes ſebres illius corpus adeo dus et Ado S. Dionysium in Cappadocia morluum
consumpserunt, ut visum sit aliquid ipso lenvius, esse tradunt, ejusque corpus Ambrosio Basilium
ipse aempe Basilius. Præterea quarlanarum acces reddidisse. Viris monumentis fides adhibenda sit,
cus ultra viginti vices persijterunt. Febribus libe ambigere velat epistola Basilii ad Ambrosium , quam
ralus, ila debilis erat, ut nihil ab aranea differre in aliis codicibus mss. el editis insigni parte trun
videretur. Itaque cum eum Melelius medicus in calam , in velustissimo codice Harlæano integram
suam solitudinem invitasset, non potuit hoc iter percommode reperimus.
suscipere, quemlibet auræ impulsum reformidans, (b)Ambrosiusinter primasepiscopalussuisollicitu
sed ilurum se verno tempore promisil, modo eum dines id curæ habuit, ut corpus beati Dionysii, qui
Deus magna sua manu sanarel. in Cappadocia obieral, Mediolanum reducerel. Mi
Incidit in hunc morbum ante Pascha ; siquidem sit ergo e clero suo selecios viros cum litteris ad
liber a febribus vernum tempus exspeciabat. Quod Basilium , quem rogabat ut sibi in hoc consilio ad
si in epist. 198 febrium acerbitatcm commeniorat, julor essel. Mediolanenses clerici laudem toti clero
vel de præleritis febribus id intelligendum est, vel Mediolanensi conciliarunt morum suorum gravitale :
de morbo recrudescente . Recruduit enim morbus : B el cum adhuc sæviret hiems in Cappadocia , libenter
unde ait in epistola 200 : Morbi me ex morbis exci. hoc incommodum perlulerunt , ut mandala episcopi
piunt. sui adimplerent. Sed difficillimum fuit fidelibus il
Morbum suum eodem modo indical in epistola ad lius loci, ubi sepullus erat S . Dionysius, persuadere,
Zoilum , quæ proinde ad idem leirpus referenda. ul patrem el patronum suum cederent , cui marly
Eruditus ille vir ac disertus , cum sic ad Basilium ris honores deferebant, queinque præsidium urbis
scripsisset, ut velut in audaciore quodani facto ve- sum esse ducebant. Sed tamen eos flexil clericorum
niam peteret, borlatur euni Basilius, ul ad oninein Mediolanensiuin animi firmitas. ln quo quidem per
occasionem saribal ; libenter enim lecturum se viri utilem eis operam navavit Therasius presbyter Cæ .
eloquentis litteras, et cum a Scriptura didicerit sariensis, quem Basilius eis socium adjunxerat. Is
quantum sit charitatis bonum , suavissimum sibi labore itineris sponte susceplo vehementiorem fide
fore hominis amantis colloquium . Ejusdem morbi lium loci illius impelum compressil : et cum re
nola observantur lum in epistola ad Euphronium luclanles oratione sua lexissel , coram presbyleris,
Coloniæ episcopum , in qua dicit videri se adhuc in diaconis, multisque aliis Deum timentibus sublatas
lerra versari, lum in alia ad Aburgium , quem oplal, c cum debita reverentia reliquias Meiliolanensibus
ul aliquando in patria videre possit, dum in terris servavit, quas qui antea cuslodiebant, non sine la
versalur, atque aerem ducit ; in hoc enim tantum crymis prosecuti sunt, sed tamen aliorum gaudiuin
participem se esse vile, quod respirel. suæ consolationi prartulerunt.
Cuma Colonia, cui præerat Euphronius, a viis Sic rebus ex sententia conſectis Ambrosio re
publicis dislaret, Basilius raro ad eum scribebal, scripsit Basilius, se inter magna Dei dona numerare,
quamvis sæpe ad alios Armeniæ episcopos scribe. quod eum cognoveril, et interni hominis pulcbrilu .
rel, quia neminem futuruin sperabal, qui lilleras dinein ex litteris perspexerit. Deum glorifical , qui
suas Coloniam perferrel. Sed cuin lunc haberelur eqin e judicibus terræ ad cathedram apostolorum
concilium aliquod in Armenia, quod quidem paulo mirabiliter transtulit. Hortatur ul boouin certamen
post Pascha videlur contigisse ; Basilius aut ipsuin cerlel , et palrum renovel vestigia et sæpe ad se
Euphronium sperans adfulurum , aut saltem episco - scribat. Narral quomodo corpus beati Dionysii im
pos quibus scribebat, operam daturos ut sua perfer- pelratum fuerit a lidelibus illius loci, in quo re
relur epistola, banc illius salulandi occasionem non quiescebal. Declaratnullum esse ambigendi locuin :
prælermisit. Epistola illa ad cpiscopos Armeniæ hunc illuin esse invictuin athlelam : hæc ossa qu :e
scripla , ju magno numero est earum , quas ami- D cum beala anima dimicaverunt : unam arcam fuisse
simus . quæ . venerandum illud corpus excepit ; neminem
II. De translatione corporis sancti Dionysii Me- prope ipsum jacuisse , insigne sepulcrum ſuisse ;
diolanensis variæ feruntur historiæ , in quibus die Christianus qui illum hospitio exceperant, et lunc
judicandis recentiores scriptores sudaverunt. Ex manibus suis deposuisse et nunc exlulisse ; bonorem
quibusdam Aclis apud Mombritiuin sanctus Diony- martyris ei delatum fuisse .
sius obiisse dicitur in Armenia , in quadam urbe , Non una est causa , cur hanc epistolam hoc anno
quam alii Arreicium , alii Ariaratiam , alij aliis ap - circa Pascha scriplain existimein . 1• S . Ambrosium
pellant nominibus. Hujus urbis episcopus Aurelius, Basilius, ut recens electum , bortalur ad patrum se
prout Dionysius moriens rogaverat, illius corpus Me- quenda vestigia , eumquelaudal, ul spe el exspecia
diolanuin ad Ambrosium episcopum relulit ; ibique lione magis, quam rebus pro Ecclesia foruler ge
post lres annos ipso sancti Dionysii anniversario stis insignem . 2. Illius etiain clericos laudat, quod
die moriuus , prope eumdem a sancto Ainbrosio liemein imperviam non reformidaverint, dummodo
(a ) Ep. 193. (b) Ep. 197.
 VITA S. BASILII. CXXIX
episcopi cui mandala facesscrent. Id autem nulli A epistola canonica secunda ci sequens epistola 200.
2000 melius congruil, quam huic 375, quo omnes Nam in epistola canonica excusat morbum et mi
Cappadociae vix usque ad Pascha interclusæ fue- nistrorum penuriam , cur non scriptum illud cilius
runt, ut legimus in epistola sequenti. 3º Sanchis miserit, cum jamdudum propositis ab Amphilochio
Ambrosius sic de Dionysio loquitur in epistola ad quæstionibus respondissel. In epistola aulem 200
Vercellenses : Bealus Dionysius, inquit, exegil vo- niorbos et occupationes negotiorum exteriorum el
tis utin exsilio vitam poneret, ne regressus confusa certamina cum hæreticis causalur, quibus se per
institulis el usu infidelium studia plebis aut cleri in lolam hiemem usque ad hujus epistolæ lempus di
weniret :meruilque hanc gratiam , ut pacem Domini cit delentum fuisse. Missa ergo simul ulraque epi
Iranquillo affeclu secum referrel. Sic ergo conjunclus slola , siquidem utrique moram eædem causæ al
Dionysii rediliis cum Ambrosii ordinatione , quae tulerunt.
viderelur. Ex his colligimus Ambrosium episcopalus mam simul cum secunda missam ſuisse. Nam in
sui primordia sancti Dionysii reditu illustrasse. secunda non solum multæ quæstiones solvuntur de
IH . Paulo ante Pascha scripsit sanctus Eusebius quibus prima nihilhabucrat, velul de raploribus (b),
ad Basilium . et cuin eo .iurgavit, quod ad se non B de presbytero nupliis illicitis implicalo (c), de
scriberet, ac si desint occasiones , non aliquem e absurdis volis (d) et aliis ejusmodi; sed eliam mulia,
suis clericis millerel. Jam antea aliam ejusdem quæ in prima slalula fuerant, clarius et uberius
Ensebii epistolam officiales detulerant. Revera non explanantur in secunda , ul de lapsis virginibus (e),
müllas Eusebio scripseral epistolas Basilius, quia de baptismo bæreticorum (?) el pluribus aliis . Ex
naclus non erat, qui ad eum proficiscerentur, sed quibus palet Amphilochium , lecta priore epistola
lamen plus qualuor scripseral , simulque litteras canonica, novas quæstiones Basilio proposuisse , et
ad se post priorem Eusebii epistolam Samosatis al de præteritis, quid dubium aut obscurum sibi vide
lalas, Leontio peræqualori Nicæde miserat, ut illius relur significasse. Id præcipue observari potest in
opera darentur Sophronii domus procuratori, eas canone 47 de baptismo hæreticorum , ubi Basilius
que ille ad Eusebium perferendas curaret. Unde idem de Encratitis , Saccophoris et Apolactitis ſe
suspicatur Basilius (a) alicujus eorum , quibus bze rendum esse judicium negat, ac de Novatianis : non
litleræ traduntur, aut negoliis aut segnilie ſieri ut aliam sane ob causam , nisi quia Amphilochius
non reddantur. Cur autem aliquem ex clericis non significaveral discrimen inter has sectas sibi minus
miserit, excusat acerbissimam hiemem , quæ omnes probari. Unde Basilius : Quod si apud uus, inquit ,
vias usque ad Pascha inlercluserat; lum etiam cle - " prohibita est rebaprizalio sical apud Romanos,noslru
ricorum suorum alienum a peregrinationibus ani. Tamen ralio vim obtineat. Decepit Tillemontium
mum , eo quod ex sedentariis artibus victum com . hoc epistole secundæ canonicæ proæmium : Cum
parent. Unde eliam rure coactus fuerat accersere, pridem ad propositas nobis a lua pielale quæstiones
qui hanc epistolam perſerrel. Eusebium lectorem respondissem , non misi scriptum , partim quidem
diu apud se retinuerat Basilius, aerem temperatum longo et periculoso morbo delenius, partim vero
exspectans : landem dimisit, non sine metu , ne propler penuriam ministrorum . Hæc vir doclus de
iter infirmæ valetudini noceret. Nonnulla in Oriente primis canonibus dicta existimavit , quamvis de se
novala fuerant, sed cum ea fratres Eusebin narra. cunda epistola canonica dicta sint, cui jam absolute
luros scirel, scribendis supersedil. Ila morbo debie Basilius, ut scriploribus non insolitum est , præla .
litatom se esse dicit, it se ærum 110s hujus vitae lionem apponebat. Hæc enim secunda epistola ca
lempus exegisse crederet. Quid aulem in Oriente monica simul cum ducentesima epistola missa est
novi evenerit, non facile est assequi. Forle loqui- per Melelium , qui proficisceas inonuerat Basilium
tur Basilius de Ecclesiæ Antiochenæ perlurbatione, copiam esse salutandi Amphilochii. In exordio
quæ paulo ante hujus epistolæ tempus lanla exstien utriusque epistolæ easdem affert rationes, cur talle
ul, ut presbyteri nonnulli jurare coacti sint nun - diu siluerit. At duæ illæ epistolæ siinul milli non
quam se publice Antiochiæ sacerdotio functuros. poluerunt, quin canonica multo ante absoluta fue
Vid . epist. 199 , can . 17. Forle etiam Basilii verba rit. Cum enim inutile fuissel duas simul ad eum .
de rebus Samosatensibus accipi debent. Nam Euno . dem epistolas scribere , lum vero improbabile est
Basilium unius aut alterius diei spatio triginta el
non diu videlur hac in urbe mansisse. Cum enim amplius canones condidisse, cuin præsertim decla

abscessit : at ejus loco Lucium Ariani hominem diligenter attendere, et si quid a senioribus audiis
longe deteriorem ordinaverunt. nach einen Sendoribus
sel, recordari, et cognala iis quæ didicerat, per se
IV . Missæ etiain Amphilochio paulo post Pascha ipse ratiocinari. Non verisimile est Basilium io sco

(a) Ep . 198. ( 1) Can . 8 .

(bj Can . 30 . (e ) Can , 18
lc Can . 27. i Can . 97
CITI PROLEGOMENA.
cunda canonica epistola adornanda segniorem fuisse. A consulucrat anno proxime elapso Ampbilochias,
Jamduduin ergo conditi canones ante oblatam fa- qua potissimum via remedium huic malo feren
cultalem Melelii, ac præfatio post absolulum opus dum esset; sed hoc anno rem minime protrahen
addila. Similiter duabus aliis epistolis canonicis dam ratus cum episcopis deliberare slatuit, ac
præfatio, postquam absolutæ fuerunt , apposila ſuit. Basilium ad concilium suum advocavit. Præter
Nam cum ait Basilius in primæ proæmio , pruden- desiderium videndi Amphilochii, lam exiinia con
liorem factum se esse, el multa quæ ignorabat didi- veniendi causa Basilium (c) esacuebat. Seil eum
cisse, ac coactum fuisse diligenler altendere, et si moveri non sinebant morbi reliquiæ . Nuper enim
quid audierat a senioribus. recordar \ et cognata curru ad martyres usque veclus, pene in eumdem
udieral, per se ipse ratiocinari ; cum , in - slalum relapsus fueral. Rogat ilaque ut res, si fieri
quam , hæc dicit, manifeste declarat se hujus operis possil, in paucos dies differatur, seque adfuturuin
labore defunclum esse. Terlize epistolæ præfationem promiuit. Sin autem urgent negotia , borlalur ut
scripsil Basilius, cum redeunti ex Pontico itinere peragant quæ in manibus sunt, seque languam præ
allalæ sunt lillerae Amphilochii, quibus nulla inter - senlem eorum , quæ præclare gerentur, participem
posila mora respondit; ac proinde spatium non ha- nomerent.
buisset condendorum canonum , nisi antea absoluii B Non dubium est quin exspectatus fuerit Basilij
ſuissent. adventng. Nam se in Pisidiam venisse leslalur (d),
Narrat Basilius (a) in epistola canonica secunda , ut cum episcopis illius regionis ea, quæ ad fratres
consullum se fuisse a preshyteris Antiocbenis, qui Isauriæ speciani, componerel. Cum autem huic de
coram infideli viro coacti fuerant jurare nunquam resliluendis episcopalibus deliberationi mulia ires
se Antiochiæ sacerdotio perfuncturos; seque auclo- sent dificullales , videlur ea vicisse sententia ,
rem eis fuisse, ut a publicis quidem conventibus quain anno superiore proposuerat Basilius, utma
abstinerent, privatim aulem munia obirent pre- gnæ civitati primum episcopus darelur ; suoque
sbyterorum . Cum autem unus ex illis, Bianor no- illi circulo circumscriplo, quia vicinos nonnullos
mine, Iconii, Antiochia relicla , domicilium suum ordinabat, deinceps penes Amphilochium jus esset
constituisset, censet Basilius eum hac lege non el arbitrium episcoporum in aliis civitatibus con
Teneri, et publice sacerdotio perfungi posse ;modo stiluendorum . Id colligimus ex initio epistolæ 247,
lamen pænitentiam agat ob facilem et promplum quæ est canonica tertia , ubi Basilius auctor est, ut
ad jusjurandum animum aliquis es neophylis ordinelur episcopus, sive Ma .
Melelius, qui has lilleras delulit, milites recens c ccdonio ila videatur, sive non . Erat orgo Macedo
colleclos deducebat.Gratissima ſuit Basilio scribendi nius magnæ civitatis episcopus , ac metuebat Basi
ad Amphilochium occasio : hunc rogal, ut invisal lius ne is jurisdictionem suam episcoporum in aliis
Ecclesiam Cæsariensem , postquam res Lycaoni:c civitatibus ordinatione coercerimoleste ferret. Sed
composuerit, eamque , sive se vivo , sive morluo , bujus rei interpellandæ ablalom ei jus fuerat consi
ut propriam curet. Commendat ei Meleliuri, mo- lio Basilii, qui suum illi circulum voluerat circum
netque ut diei ſesio sancti Eupsychii non desil, scribi. Macedonius non diu Isaurum rexit : nam
neque exspeclet, dum ilerum monealur, imo ipsum huius civitatis episcopus Hilarius in concilio Con
diem anleverlat, ul se exhilaret. slantinopolitano et in Teslamento sancti Gregorii
Cum hæc scriberet Basilius, Amphilochium pil Nazianzeni vocalur.
tabat oplima uli valeludine. Sed paulo post scripsit CAPUT XXXII .
Amphilocbius se in morbum incidisse . Permolestum I. Dazimonem periurbat Euslathius elmultos absite
id fuit Basilio, qui Anophilochii videndi magno le hit a communione Basilii, qui ad eos scribil. II .
etiam ad Neocæsarienses. Ill . llerum minit
nebatur desiderio , ejusque consilio ad mulla ali inScribit Ponlum et agit de congressu cuni episcopis, IV .
volebat. Sed (b)ei veniain dal et pelit vicissim , cum Neocæsariensibus nihil respondentibus ilerum scri
utrumque eædem causæ detinuerint, morbus Am - D bil. Duæ aliæ eadem de re ad amicos lillere . V .
philochium , Basilium velus ægriludo quae nonduin Post feslun sancii Eupsychii in Pontum profici
sculur. Eo veniente ad fralris ædes , turbatur
abscesseral. Neocæsarea. Scribil ad eos et ad Olympium . VI.
V. Postquam e morbo convaluit Amphilochius, Basilio redeunti nuntialur quid contra ipsum hære.
curam et sollicitudinem in re magoi momenti con lici, quid conlra Meletium Paulini secialores mo
lianlur, Plures his de rebus lilleræ . VII. De epistola
slitnenda insumpsit. Inter alia provinciarum sem canonica tertia ,' et epistola 218 quæ simulmissa
gmenta, quze attribula Iconio fuerant, insignis erat esi. VIII. Lilleræ ad Samosatenses, ad Beræenses
civilas Isaurus, quæ provinciæ Isauriæ nomen de- el Chalcidenses per Acacium missæ .
derat, et inde cum multis aliis oppidis avulsa, I. Præler famosos libellos, quibus Basilii fainam
Lycaoniæ adjuncla est. Destilula aulem episcopis Eustathius laceraveral, occultis eliam illum machi
erant lum magna illa civilas, tum alia oppida, sive nationibus lædere conabalur. Nam (e) Dazimonem ,
ab bärelicis, sive ab hostibus vaslala ; Basilium quæ regio est Ponti secus Iridem sila , perturbave.
(a) Can. 17. (d) Ep. 216.
b) Epist , 201 . (e) Ep. 216.
(c) Ep. 202.
 VITA S. BASILII. CXXX1
ral, ac multos in Poulo episcopos a communione A fronte prodeal (n. 4), nec jam calumniator sit , fed
Basilii abstraserat. Hæc autem illum aslu molitum accusalor, imonec accusator, sed fraler admonens
esse , non palam et aperle ut in famosis libellis, in charilale. Non pulo eum de Eustathio sic locu
inde perspicitur, quod, cum ei Basilius moluum lurum fuisse , si ab eo hæc omnia orla esse depre
Ponti conceptis verbis causam in epist. 216 ascri hendissel. Forle ergo id non deprehendit , nisi ex
bat, in epistola 203 postulct it auctor calumnia congressu cum episcopis Ponti. Cerle post hunc
rum e latebris in aperlam lucem prodeat. Basic congressum rem perspectam et exploralain habuil.
lius (a ) dudum avebat cum episcopis Ponti con - Sic enim loquitur in epistola 216 : Atque inde nos
gredi : al enim detinuerunt causæ eædem , quas in Ponlum excepit peregrinalio , cum Dazimonem
supra recensuimus, morbi, sollicitudines Ecclesia - salis perturbassel Eustathius,multosque illic addu
rum , et pugnæ cum hærelicis . Sed paulo post re- gissel, ul se ab Ecclesia nostra abscinderent. Mani
dilum ex Pisidia epistolam (b) scripsit ad episcopos festa est hujus testimonii necessitudo cum epistola
marilimos, eos præsertim qui Dazimonem incole hac ducentesima lertia . Quod enim iter suscepisse
bant. Permolestum erat Basilio (c), quod eorum se dicit iu epistola 216 , id in epistola 203 susce
charitas jamdudum sibi deesset , nec ulla ab eis plurum se promillil, si locum designare velint
epistola , nulli clerici venirent, quamvis rerum B Ponti episcopi. Locus ex utraque parle designalus
Cappadociæ stalus ad hæc oficia frequenter exbi- rem confirmat, Nam ut Basilii commodo consule
benda eos horlari debuisset. Nam excitalos ab rent Ponti episcopi, ut modo videbimus , consti
hæreticis fluclus Cappadoces excipiebant, jis qui luerunt cum eo congredi, ubi is pareciam suam
retro erant in tranquillo degentibus. Forle hæc ipsa visitans ad fines Comanicos venissel. Erat aulein
causa eorum sludia retardabat. Metuebat enim Ba- Dazimon infra Comanam .
silios ne, quia eos luebatur locorum silus, aliorum Scripta videlur epistola 203 post reditum ex
auxilio et communione viderentur sibi non indi- Pisidia. Nam cum Pelrus oplala responsa relulis.
gere, et idcirco vulnera, quæ eorum animis calum - set, Basilius iterum Meletium presbyterum misit,
niæ fecerant, dilicilius sanarenlur. Dolorem suum ac episcopos ob corporis infirmitatem rogavit, ut
corde janidudum premebat; pudebat enim querelas lunc congressus fierel, cum ipse in fines Comani
suas apud remolos communicatores deferre. Sed cos, pareciam suam visitando, pervenisset. Non
lamen ea de re (d ) cum omnibus Cappadociæ epi. ergo aliud iler meditabalur, cum hæc scriberet, ac
scopis communicavil, qui ei auctores fuere ut ad itineri Pontico , cujus suscipiendi gravissimæ sub
maritimos episcopos scriberet, ac epistolam Pelro erant causæ , moras afferret infirma valetudo.
presbylero , ipsius, ut verisimile est, ſratri, viro ad C II. Mullo graviores Basilio molestia.acciderunt a
ea , quæ deerant epistolæ , explenda idoneo comnit- Neocæsariensibus, quam ab alijs Ponti civitatibus.
teret. Erant Basilio cum hac urbe magna necessiludines .
Scripsit itaque ad eos epistolam ducentesimato Patriam suam , ut supra (e) vidimus, Ponlum ap
berliam , quæ omnibus charilalis et humilitatis nolis pellat, quia puerilem institutionem prope Neoca
insignis est. Proponit viam perfacilem el expedi- saream acceper al ab avia Macrina , quze (0) Grego
lamlad cognoscendam veritalem . Profitetur para - rium ejusque successores magistros ac patres
tom se esse coram eis illata sibi crimina diluere , habuerat. Basilium Athenis reducem cum missi ex
modo adversa fronte prodeant qui injuriam faciunt, magistratibus legali (9), tum postea lola civitas
ut is qui conviciatur, non jam sit diabolus seu ca- circumfusa maximis honoribus allicere conala
lumniator, sed accusator, imo neque accusalor, sed fuerat, ut juventutis erudiendæ provinciam suscipe
frater admonens in charilale et ad emendationem ret. Prælerea (h) summa semper exsliterat inter
arguens ; ipsi vero non conviciorum auditores sint, vtramque Ecclesiam , Cæsariensem et Neocæsarien
sed argumentorum judices : neque nos, inquit, in . sem , animorum conjunctio : utriusque clerus ac
curali relinquamur, nostro nobis non indicalo de- populus sæpe diebus festis obeundis permiscebatur :
lico. Sive igitur in Cappadociam venire velint, et ipsi pastores ila inter se diligebant,ut alterum uler
ipsius peccala scrutari, ulrum talia sint qualia au- que inslar niagistri ac ducis haberet Videtur
dierunt ; pollicelur sc eos supinis manibus exceptu - summa illa charitas aliquantum refrixisse sub Mu
rum . Sive locum aliquem in Ponlo designare ma sonio . Quanquam is , etsi suam Basilio operam
fuerint, libenter se eo venturum , ut probandum se in concilianda Ecclesiarum pace non navabat, nullo
et examinandum exhibeat. quam tamen eam ad debellandos bæreticos dene
De auclore calumniarum sic loquitur Basilius , gaverat : ejusque morle amicios Neocæsarienses
quasi eum non nossel, aut unum aliquem ex Ponti diserlissima epistola consolalus est Basilius (i).
episcopis esse suspicaretur. Postulat enim ut aperla Sed jam lum meluebat ne quis ex hominibus sibi
( a) Epist, 203, n . 1 . (1 Ep. 204, n . 6 .
(b ) Ep . 203. (9) Epist. 210 , n . 2 .
c) Ep. 216 . (i ) Epist. 201, 11. 7.
id )Ep. 203, A . 4. (i) Ep . 28,
( Cap. 1.
CSXXII PROLEGOMENA .
non amicis in hanc sedem eveberelur : denuntiat A mis lacessitus injuriis , supplex ultro veniret, el cum
enim Neocæsariensibus suam cum illis conjunctio hominibus arrogantibus demisse se gereret, scripsit
stríctum iri, aut penilus relaxalum . lam civilalem epist. 206. Queritur quod cum tolar,
Usu evenit quod Basilius metuebat : neque a lantas cum eis habeat necessitudinis causas , lan
Neocæsariensibus, ex quo novum episcopum ba- dju invisus eis sit, ac utramque aurem calumniato
buere , ullas amoris et communionis significationes ribus præbeant. Humiliter faletur semulla peccare ;
accepit. Unde queritur (a), quod eorum iracundia sed rogat, ut si vila sua in crimen vocetur , coram
lolan bominis ætatem perdurot : causam ubique episcopis ,aut coram specialissimis ex cujusque Ec
in episcopum rejicit : expostulat (b ) cum Neocæsa - clesiæ clero res dijudicelur. Quod si fides sua sus.
. quod belli sibi illati ducem omnes ail cepla sit, postulat ut scriplum proferatur, et ut par
unum sequantur. Tempeslalem ab iis qui ad clavum est examinelur. Ac ne viderelur examen subterlu .
sedent excitari ail (c). Supra episcopum Neocæsa gere , sua scripla eorum judicio permillil. Scripla
riensem probavimus esse Alarbium illum , qui cum videlur hæc epistola circa idem lempus ac ducente
Basilium gravissimis maledictis in media ecclesia sima tertia. Verisimile est enim Basiliuni, cum
lacerasse, el errori Sabelliano aline aliquid prædi- Ponti episcoporum benevolentiam recolligere cona
casse dicerelur, accersilus a Basilio , non modo non relur, non neglexisse similia vel potius longe gra

sectari, fanda et infanda in eum concionari perrexil, diversæ essent in utrisque oflensionis causae , diver
alque (d ) etiam mercede conduxit, quisomnia illius sis opus fuit lilleris .
Scripla Basilii, ut profanam sapientiam redolentia , parum addebat ponderis Petri presbyleri prudencia ,
esagitabat : ac criminandi ansam ex illius cum sic animos permovit, ut parati ad deponendam ol
Eustathio communione videlur arripuisse. Cau fensionem viderentur. Quare Basilius iterum misit
sam (1) inexpiabilis odii prælexebal nonnulla Cæ cum litteris Meletium presbylerum ad Elpidium ,
sariensis Ecclesiæ instituia , velut psallendi rilum , unum ex episcopis Ponti, sed forle non ex eorum
el virorum ac virginum movasleria, quæ nec Ec numero , qui ab Ecclesiæ Cæsariensis cominunione
clesiæ Neocæsariensi nota erant , nec Gregorii discesserant. Basilio enim amicum in primis fuissa
tempore fuerant usilala . Quinetiam (g) inpudens patet ex hac el sequenti epistola, Rogat euin Basi .
illud os de virginibus Basilii nonnulla licenter elu - c lius ul, si necessarius ei videlur congressus, desi
liebal, quæ antea ne Salauas quidem mendaciignet locum et tempus, seque et Ponti episcopos ca
pater proferre ausus fuerat. de re certiorem facial. Quidam ex hoc convocando .
Veras odii causas Basilius (1 ) duas potissimum rum episcoporum munere , quo perſunctus est hoc
refert, invidiam cæco igne carpentem , el melum ne in negocio Elpidius, concluserunt eum metropolita
a Basilio Sabelliani erroris argueretur. lovidia non num fuisse Ponti, atque adeo episcopum Neocæsa
in solum Basilium eruperat : sed hoc morbo lola riensem el Musonii successorem . Sed hæc opinio
boininis vita laborabal. Impietatis aulem sibi con - consistere non potest cuin iis quæ de episcopo Neo
scius Basilii congressum caule fugiebat. Vix enim cæsariensi diximus. Potuit quidem Elpidius, ut erat
negare poluisset , cum lestes illius sermonum es- ælale provectus, (k ) metropolitani dignitatem obli
sent non pauci. Auditum erat ex eo , cum diceret nere, quæ in Ponto ælati defcrebatur, interduin
(n. 3) nomen adversarii traditum esse , Unigeniti etiam virtuti (1); ut Musonio delalam supra vidi
vero nequaquain . llæc Basilio pudorem incutiebant, mus. Sed , utobservat Tillenioulius, cum rogelur
quia consanguineus illius erat impielalis auctor. Elpidius ut et Basilio et episcopis Pontidesignet lem
Cum aulem esset ille vir indoctissimus , ut Basilius pus et locum congressus ; quemadınodum inde col
(i) non obscure indicat, ac impiis suis cavillationi- o ligi non potest eum in Basiliuin jura metropolitana
bus ne verisimilitudinis quidem colorem illinere va - babuisse , ita probabilius est non alias eum bac in
leret (j), errores suos ineplo cuidam scriplo mian- re quam amici et interprelis vices defendisse.
daveral, quod ad Meleljum missum , el relrorsuin Difficile ad explicandum prima specie videtur, cur
a sancio viro , ul par eral,rejectum , ipse in tenebris, Basilius dicat ilerum a se Meletium compresbyteruin
velut malres quæ monsira pepererunt , alebal, Pe- milli. Non enim illum antea miserat, sed Petrum
riclitalus eliam fuerat in quadam epistola Anthie presbyterum . Sed verisimile cst eum simul cuin Pe
mum Tyanensem , proposito quodam Gregorii Neo- tro missuiu fuisse , elsi solum Petrum nominat Ba
cæsariensis testimonio . silius in cpist. 203 . Mos enim erat unum nominare,
Basilius, qui se dedecorari non pulabal, si maxi. quamvis duo millerentur, ut observavimus ad epist.
(a) Ep. 204, n . 1. ( g) Ep. 207, n . 2 .
b) Ep. 207 , 11, 1. (h ) Ep. 218, 11. 2.
c) Ep . 210 , n . 2. ii) Ep. 204 , 1 . 5, el 207, n. l.
id ) Ep. 207 , 1 . 1 ( ) Ep. 210 , 11. 5 .
ier Ep. 294, n . 5 . (k ) Ep . 206 .
(1) Ej . 207, 11. 2. ) Ep . 23.
 VITA S . BASILII. CEISINI
243 . Eum paulo ante ejusdem itineris labores susti- A prione, sed liquel scriplam esse homini prælia pro
nuisse, inde etiam confirinari potest, quod Basilius Basilio sustinenti, et inter hominum genus versanti,
ei parcere statuerat ob carnis infirmitatem , quam qui Basilio valde succensebant. Unde precatur Ba
sibi sponte adsciveral, carnem in servitutem redi. silius, ut et ille idem permaneal, et isti meliores
gelis ob Evangeliuin Cbristi ; sed cum sibi decorum Gant.
esse intelligeret Elpidium per ejusmodi hominem V . Antequam Basilius in Ponlum proficiscerelur,
salulare, ac ipse Meletius, ex quo noverat Elpidium , celebravit diem ſestum S. Eupsychii, cui interſuit
magno illius videndi desiderio teneretur ; exoravit Ainphilochius, ut jamdudum rogatus a Basilio fue
euin Basilius, ut iteruin in Pontuin proficisceretur. rat. Jam absolulum eratopus de Spiritu sancio , quod
Quamvis Basilius pro summa sua urbanilale lo - Basilius ipsius hortalu susceperat ; sed videlur Ba.
cum el lempus congressus Elpidio constituendum silius illud relegere et extremam manum imponere
relinqual , dedit tamen in mandatis Melelio , ut epi- voluisse, ac idcirco auferendum Amphilochio non
scopis demonstret percoin inodum sibi locun et dedisse. Quin etiam cum postea vellet inillerc, nio
lempus fore, si lunc congressus fierct, com parce- ram attulerunt data librariis ab A :opbilochio man
ciæ suæ pagos visilans ad Coinanicos fines perve. dala, ut hunc librum in niembranis describerent.
nissel. Id enim ab episcopis Basilius peliisse se di- B Hæc perspicimus ex verbis epistole 231, quæ supra
eil in epistola sequenti, eosque annuisse palel ex retulimus. Basilium Tillemontius ante diem festum
eadem epistola , in qua Elpidium nepolis morte af- S . Eupsychii in Pontum existimat proſecluin esse .
dictum consolatur, ac rogat ut ne illius dolor spe. Sed hæc sententia conciliari non potest cum epi
ralum ad Comanicos Gnes congressum interpellet. Stola 915 , statim post rediturp scripta, in qua Basim
IV. Lilleris Basilji vibil responderont presbyteri lius denuntiat Dorothco Roinam cogilanti, hoc iter
malle ab episcopo suo, quam æquos se Basilio præ con fuisset anle mensem Septembrein . Sic eliam
bere significarunt. Hæc agendi ratio videbatur Ba in epistola 213, quam reditu silo protinus scripsit,
silium adborlari, ut vicissim ipse conlicesceret. Sed cum rogatus ſuisset ut in Mesopotamiam se con
cum calumniis se appeti viderel, ac prælerea Ndem ferret , corpus suum huic itineri bierne faciendo lino
ab episcopo Neocæsariensi perverti , salius esse par esse dicil. Præterea in prodamio epistolæ lerliæ
duxit animarum saluti consulere. Scribit itaque cle- canonicæ , quod Basilius itinere Pontico defessus
ricis Neocæsariensibus, eosque hortatur ut ne ple- scribebat, magnum videndi Ainphilochii desiderium
beni pravis erroribus Sabellii imbui patiantur. significal, seque libenter Euphemiadem venturum
Demokslral congressum suuin non alio consilio an C promillit, si eo Amphilochius accedere non grave
eorum episcopo declinari, nisi quod meluat,nepra - tur. Sed si instabat dies feslus S . Enpsychii, cur
vorum dogmalum noinine arguatur. Illius impuden - oon ileruin Amphilocbium in vital ? Jam enim in
liam exagilat, quod somnia et visa fingere audeal, vilaveral paulo post Pascha. Nam eliam si iter Pon
ut Basilii doctrinæ , lanquain perniciosa , odium im . ticuin ante Septembrein collocari posset, cerle non
portel. Cum belli implacabilis causæ inanes profer. mullo ante : siquidem maxima pars lemporis a die
rentur, psallendi rilus el monasteria , declarat Ba Pascha, usque ad hoc tempus in itinere, quod ha
silius se hæc instilula maguae laudi ducere : et cum buil Basilius in Pisidiam , deinde in visitandis pa
objicerenthæc Gregorii lempore non fuisse , oblala ræciæ ecclesiis , in conficiendo itinere Pontico jo
cccasione demonstral, quancum eorum niores a Gre- sumidebuisset.
gorii magni moribus deflexerint. Cælerum paralum Videlur Basilius ex hoc itinere oplalos pacis et
se esse declarat privalas injurias voluntaria oblie concordiæ fruclus percepisse. Auno enim sequenti
vione conlerere, modo Gues in luto sil, bypostases invitat Ponti episcopos (b ), ul apliquam memoriæ
non everlaulur, Cbrisli nomen non abnegetur, nec $. Ewysychii oheundæ consileludinem de inlegro
Gregorii verba pravis interpretationibus perverlan - o repelant.Aliain causam addit Tillemontius, quod se
tur : quibus verbis subindicat Basilius quæ apertius med .ocrilerafficium e Ponto rediisse dical (c): ex quo
espouil in epistola 210 , n. 3, de episcopo Neocæsa colligit doctissinius scriptor Neocæsarienses mole
riensi, ex quo auditum fuerat, cum diceret, nomea Slias aliquo a maritionis episcopis solatio compen
Caigeniti Iradilum non esse, sed nomen adversarii. salas fuisse ; alioqui non mediocrem Basilii fulu
Duæ sequentes epistolje videntur ad illud lemipus rum fuisse, sed maximum mærorem . Veruin illud
pertinere, quo Neocæsarea bellum inferebat Basilio. Metplus, quod fucum ſecit Tillemontio , non medio
Prima scripta est Eulancio (a), sophistæ Neocæsa . crem , sed gravem dolorem significat, ut in nola ad
riensi, qui cum jamdiu nibil scriberet Basilio, me bunc locum observavimus.
leadi locum afferebat, ne Basilium Neocæsarien Non enim mediocrem dolorem inurere polerans
sium causa odisse cæpisset, qui antea Basilii causa quæ Neocæsarex in Basilium commissa'sunt. Post
Neocæsariensibus invisus erat. Altera caretinscri: quam egit cum episcopis maritimis quæ sibi propo
(a ) Ep. 208. (c) Ep. 217.
3 Ep.252.
PATROL, GR. XXIX ,
CXXXIV PROLEGOMENA.
suerat , respirationem aliquam a negotiis naclus(a), A rum exercitationibus claro, el in corpore infirnic
contulit se ad ædes fralris Petri, quæ prope Neo - animum constantem ac in amore veritatis slabiletu
cæsaream sitæ erant.Hunc enim locum in amoribus gerenti. Sed paucis diebils posiquam advenit Basi
habebal,' lum quia ibi apud aviam matrem educa- lins, Hilarium abiisse didicit. Id eo magis doluit
lus infans ſueral, ac postea plures annos ibidem Basilio , quod libenter aperuisse! Hilario molestias,
procul a civilibus undis pbilosopbando Iraduxeral , que sibi accidebant ab Eustachio et ab Anomcis
lum quia ibi instituti ab eo monacbi sub (ratris et Preumalomachis : ex quibus Eustathius , quein

Neocæsariensibus nuntialum est, luin vero quidam rat humana natura, sic eum ubique terraruin ac
mendacii artifices clamitarunt Basilium in urbem narium decantaverat , lit nihil Basilii nomine de
venturum , ut erroris argueret quos eo nomine su - leslabilius esset apud pios. Aniomæi etiam Basilio
perioribus litteris accusaverat, seque populo vendje belluru inferebant, sed præcipue Pneumatomachi eur
laret. Itaque lumullu civilas repleta, aliis ſugienli conviciis perfundere et insidiari non desinebant ,
bus, aliis clauculum egredientibus : et barioli ac quanquam hactenus eorum conalus inutiles Domi
somniorum interpreles lerrorem sparserunt, ac Ba- nus reddideral. Hilarius , ut Ecclesiæ causa vele
silium acerrimis maledictis fixerunt, ita ut in pu - B menter cupiebat , Basilio de rebus ecclesiasticis
blicis conviviis fabula fieret. scripseral ; cumque nihil responsi acciperel, aimo
Nihil sane cogebal Basilium ejusmodi hominibus nuit Basilium ; sed hanc epistolam sibi redditam
consilii sui ralionein exponere : sed lamen summa non fuisse Basilius leslalur.
illum charitas inpulil, uthanc quoqiie viam ad eos VI. Redeunti e Ponto Basilio non sine nulla in
sanandos tentaret. Scripsit itaque primoribus civi- firmilale ex imbribus el molestiis collecta lillera es
talis epistolam 210, in qua declarat non eum se esse , Oriente allalæ sunt ac varia negotia supervenerunt.
qui cum olim ab eis perhonorifice vocalus venire Tum cum eniin constituendæ. in Ponto paci operam
noluerit , nunc in vocalus se obtrudat, et navigium daret , hæretici in aula solilis nocendi artibus ule .
gubernalore destilulum ingredi velit. Faclæ sibi in - bantur. Ilague redeunti nuntialum est , brevi eum
juriæ causam repetit ex ducis eorum invidia , ac in aulam (d ) pacis oblenlu vocalum iri. Quod qui
joducendæ bæresis Sabellianæ proposito : et quamvis dem ubi didicit episcopus quidam , quem Meletium
eum vehementius quam in prioribus litteris accu• esse conjiciinus ex initio epistolæ 216 , Basilium
set, lenitalem lamen eo perducit, ut euin sibi salis. per lilleras horlaliis est, ut festinanter in Mesopo
facturum dicat, si errorem suum et impie dicia , Lamiam tendens , ibi veritatis defensores in unun
quæ ex eo audila ſuerant, neget : quod si perseve - cogeret, ac simul cum ipsis ad imperatorem prod
rel, scriplurum se ad alias Ecclesias. Cæterum ciscerelur. Rem necessariam Basilius non judica .
somnia illa non a Deo esse docet, sed a vino ex bat, ac præterea itinere Pontico fractus etdebilita
æsluante ; alque etiamsi essent Evangelio consenla - lus, impar sibi ad novum bieme conficiendum vi.
nea , quia lamen claritatem lædunt, iis prorsus su debatur. Sed lamen quid facio opus sit , er alio
persedendum esse. Nondum e fratris ædibus discese quodam episcopo sciscitalur, cujus lilleræ Neocæ
serat Basilius, cuin hanc scripsil epistolam , ut sariensi lumullu afliclum recreaverant.Neque enim
patet ex primordio : Plane nihil opus eral, inquit, aliam doloris causain indicant hæc verba (e ) : Eram
ul meum vobis enuntiarem consilium , aul quibusnunc enim quodammodo male affectus animo , cum in
de causis in his sim locis esponeren . magna hominum multitudine ferinam quamdam ac
Cum in his angustiis versarelur Basilius, percom ralionis omnino experlem vidissen socoriiam , et du
mode Olympius (6) insignis inler Neocæsarienses clorum inveleralam vixque emendabilenmali consue.
civis, suos ad euin alios cum lilleris misit.Magnum Iudinem . Unde micor hunc eventum atque hanc
id solarium fuil Basilio , quipostquam lineras Olym - epistolam , quæ lam maniſeslis hujus auni uolis
pii legit, el cuin ejus filiis collocutus est, facile ob - D signala sunt , ad annum 373 a Tillemootio re .
liius esų veneni, quod somnioruin caupones apud ferri.
Neocæsaream circumferebant, utab iis qui eos con - Significabant eadem Antiochia allale lilleræ (1),
duxerant, gratiam inirent., Narrat se lilleras qui- Paulino venisse Roma epistolam quamdam , quæ ei
dem alias scripsisse, alias vero scriprurumi, si ila episcopaluin Antiochenuin deferebat , et Melelium
videalur Olympio . Tanlum precalur ut prosint ac- frustrabatur, valdegue efferri hujus partis duces
cipientibus. Videtur inter has lilleras duineranda et gloriari de hac epistola : deinde eliam fidein eos
epistola 210. Verisimile enim est Olympii Glios, qui proponere , et paralos esse ea conditione, id est, si
Basilii animam adeo alllictam invenerunt, lunc ad nihil amplius ab eis peleretur, cum Meletii Ecclesia
euin venisse cum adhuc moraretur apudfralrem . conjungi. Quin etiain , quod Basilio acriores cura
Speraverat Basilius se (c) Dazimone in collo - rum stimulos admovit, Terentium comitem in suas
quiurn Hilario venturum , homini ab ipsis schola - partes trahere conabantur, et cum eo agebant , ut
( a ) Ep . 207 et 213 . (d ) Ep. 213.
ib) Ep. 211. (e ) Ibid .
(C) Ep. 212. Ep. 214 21 216 .
 VITA S. BASILII. CXXXV
hanc cum Melctii Ecclesia conjunctionem auciori- A oleo el opera scripsit ac Terentiu . Cum autem si
lale sua juvarel. gnificasset Dorotheus sibi in animo esse Romain
Audierat Basilius (a) Terentium ex olio, in quod proficisci, scilicet ul causam Meletii luerelur ; ac
se ad animam curandam remioverat, iteruni ad bel Basilium rogasset utGregorium Nyssenum ad hoc
licos lumultus redire coactum fuisse. Sed lunc, iler suscipiendum impelleret , negat Basilius Doro
ubi cognovit eum Antiochiæ versari, el negolia theum hieme Romam proficisci posse ; propterea
cum magnis poleslatibus administrare ; tum vero quod a Constantinopoli usque ad fines Cappadociæ
minime cessandum ratus in re tanti momenti, ex - omnia hostibus reſerta : si lamen Dorotheus mari
spectare noluit, dum Acacius, qui tum erat Cæsa. Ulalur, lempus futurum : modo hoc legali munus
rep.(6), in patriam redirel ; sed præterea minus su non recuselGregorius Nyssenus. Sed Basilius non
speclum esse ducens per ignolos Terentio scribere, videbal quinam cum eo proficiscereutur ; quod qui
epistolam dedit numerario oficii præsidis, cui præ - dem de episcopis intelligendum ; nam presbyteri
cepit ut eam Dorotheo presbytero ejusque amicis non difficile inventi fuissent : sed viros auctoritate
prius ostenderet. prædilos Evagrius Roma rediens miltendos esse
Veritus ilaque Basilius ne sibi magnum hoc nuntiaverat. Prælerea (rairem suum fatetur ad
S. Melelii causæ præsidium eriperetur, demonstrat B ejusmodi negolia minus idoneum esse : ejus enim
Tereolio quid de litteris Roma allatis sentiendum congressum benigno acmili viro venerabilem foro :
sit , quid de aliis lilieris Athanasii ad Paulinum . al com ela lo et sublimi et altius sedenti , quique
quas illius seclalores jactabant. Quamvis Paulinuin propterea veritatem bumi prædicanles audire non
perhonorifice appellet, negat lamen se cum eo com . possil, parum cominunibus rebus profulurum hom
municaturum , etiamsi litteras cælo allalas profe- minem ab illiberali assentatione alienum . Ad has
ral. Neqne enim quæstionem de hyposlasibus levis de Romano pontifice querelas impulit Basis
momenti videri debere , sed latissimun hærelicis lium commolior iniquis judiciis animus , quæ
campum ad detraliendum de Ecclesia aperluin iri, Romze de S. Meletio (d) , re non examinata , sed
si qui unam cum Sabellio hypostasim profilelur, ex bominibus partium sludiosis audila , ſereban
Ecclesiæ Antiochenæ principalum , contempto Me tur.
lelio , oblineal. Hanc in sententiam accipienda esse Magni momenti estobservare epistolain 215, boc
Basilii verba probavimus in Præfationis capile ter- aiino 375 post reditum ex Ponto scriplam fuisse.
lio. Postremo Terentium rogal Basilius, ut inte . Maniſesta res est ex primis epistolæ verbis : Slas
grum se servel usque ad reditum conſessorum , quos lim occasionem nactus, inquit, scripsi viro in primis
Basilius columnas et firmamentum verilatis et Ec- admirando comili Terentio , minus suspectum esse
desiæ esse declaral. existimans per ignolos ad eum de propositis rebus
Perspicuum et exploratum est hanc epistolarn scribere ; simulque rei moram afferre nolens a cha
slalim post reditum ex Ponto scriptam esse . Nam rissimo fratre Acacio. Scripta ergo hæc cpistola cuin
in epist. 216 , quam recens ab hoc itinere scripsit apud Basilium essel Acacius. At hoc ipso tempore
Basilius , certiorem facit S . Melerium se , postquam Acacium Cæsaream venisse demonstrant qualuor
audiit Paulini seclalores operanı dare ut Teren - lilleræ , quas ei Basilius in Orientem perferendas
lium in suas partes pertrahant, celeriter ad hunc co - commisit , ul modo videbimus. Prælerea epistola
milem scripsisse , ut eorum fraudes illuin edoceret. illa , quain se Terentio scripsisse narrat lanla cum
Immerilo ergo epistola Dawasi ad Paulinyin refer. celeritale, ul Acacii redilum exspectare nollet , et
lur ad annum 378 , ab erudito editore epistolarum tanta cum cautione ut per ignolos scribere lutius
summorum pontificum . Exstant enim hæ Damasi crederet, alia profecto esse non potest, quam præa
lilleræ , quæ cum Paulinum Antiochiæ episcopum cedens ad Terentium epistola , quæ et celerrime
saluieni, visa sunt ei episcopatum adjudicare . In scripla est, ut testatur Basilius in epistola 216 , et
quo quidem discessit Damasus a Liberii decessoris , cum ageret de rebusMelelii , minus forle animum
suivestigiis, qui in lilleris per Silvanum Tarsen . Terentii commovissct, si eam Acacius Meletio ot
sem in Orienlem allalis S . Melelium Antiochiæ Basilio amicissimus reildidisset.
episcopam agnoverat , ut leslalur Basilius in epi- Episcopum illum , quem supra Basilius (e) auclo
slola 67. Eum autem Damasus non solum episco- rom sibi esse dicebal, ut in Mesopotamiain ac inde
pala frustratur, sed eliam cum gravissimanolal ile Antiochiam se conſerrel, Meletjum fuisse coguio
juria, cum ail eos qui de Ecclesiis ad alias Ecclesias scimus ex primis verbis epistolæ 216 , quæ est ad
migraverunt, landiu a communione sua alienos fore, Meletium : Mulla nos, inquil, el aliæ peregrinatio
donec ad eas redierint civilales , in quibus primum res a patria avocarunt. Tum sua in Pisidiam el in
sunt constiluti. Pontum narrat itinera , ac scriptas reditu suo ad
Lilleræ Antiochia allale Basilio , scriptæ fuerunt Terenlium lilleras. Ex verbis, quæ altulimus, per
a Dorotheo presbytero , cui Basilius (c) de eodem spicitur aliquam peregrinationem a Meletio propo
(a) Ep. 214. (d) Ep. 214 , n . 2 .
(b) Ep. 215 . ( c) Ep. 413 .
(c) Ibid .
CXXXVI PROLEGOMENA .
silam ei fuisse , de qua quid sentiat non edis- A dum Ampbilochio perscribere voluerat , sed nescio
scrit, quia satius videbatur rem tanti momenti quo pacio oblitus est. Quidam ex bis qui e Lycia
arcanis mandatis nuntiari, quain chart com - Cæsaream veniebant, nualiaveratBasilio plures esse
milli. in hac provincia, qui ab Asianorum sententia alicui
VII. Cum rediisset Basilius,ut vidimus, el animo essent, el communionem Basilii cuperent amplc
alictus et corpore confractus ; subito omnium cli. Rogal ergo Amphilochium , ul probum aliquet
oblitus est, ubi vidit lilleras Ampbilochii ab Æliano virum initial in Lyciam . Primo enim eos sine lille
quodam allatas (a), quem Basilio commendabat Am - ris explorandos, deinde, re perspecta , scribenduin
pbilochius, ac rogabal ul ad negotia , que Cæsarea el de congressu agendum . Si quis auleni ilurus sit,
habebal, patrociniumi suam impenderel. Is Basilii ei auctor est Basilius , ut perquirat Corydalis Ale
patrocinio opus non habuit , sed confectis negotiis xandrum ex monacho episcopum ; Limyrz Diali
duas ab eo epistolas ad Amphilochium accepit, qua- mum , Cyris Talianism el Polemona el Macarium
rum altera est centesima decima septima , sive ca - presbyteros ; Palaris Eudemum episcopum , Telmesi
nonica tertia , allera centesima decima octava . Hilarium episcopum , Pheli Lollianou episcopum .
Uiramque enim epistolam simul missam fuisse pa - Hos el plures alios aliquis nuntiaverat de lide recle
let, non solum quia in ulraque collectum ex Pon - B sentire. Unde Basilius plurimas Deo gratias agen
lico itinere norbum coinmemoral, sed etiam quia das duxit , si qui omnino in Asiano tractu esira
paulo post Basilii reditum mulla evenerunt , quæ labem hæreticurum essent.
Basilius ipse in epist. 231 scriplurum se ſuisse VIII. Nullus erat in orbe terrarum locus, in quo
Amplilochio declaral, si qua fuisset occasio scri- major enituissel el cleri el magistraluum el populi
bendi. Viraque ergo epistola præcedit illos eventus, consensus ad fidei defensionem , quam Samosalis.
quos modo narrabimus. Sed communis vilæ humanæ hostis , cum eos perse
In exordio epistolae canonicæ lerlie magnum vi. culorum viribus vincere non potuissel , discordia -
dendi Amphilochii desiderium significat Basilius , run semina inter eos sparsit , quæ initio quidem
seque libenter ad illius ædes , quæ in Eupheniiade parva et facile sanabilia , in malum jusanabile
silə erant, accessurum , si eo Amphilochius venire emergere poterapi, nisi mature remedium afferre
r.on gravelur. Præterquam quod molestiis , quibus iur. Quare S. Eusebius in re anti momenti non
Cassareæ preniebalur, libenter se eripuissel el ad cessavil, sed ea scripsit Ecclesiæ suæ , quæ par erat
Ampbilochiom festinassel ; suspicabalur nece-se a lam sanclo episcopo esspeclari. Basilius aulem ,
sibi futuruin Nazianzuin proficisci , quia Gregorius cum a Theodoro subdiacono didicisset Ecclesiain
ex hac urbe subito discesserat, ne ipso quidein ad - Samosalensem perturbari, iulimis sensibus dolorem
mc::ilo Basilin , qui quibus de causis id consilii ce traxit, seque Samosata contulisset , si tempora si
pissel Gregorius, fatelur se nescire. Narral ibidem vissent. Sed cum scribere nihil velarel , eo liben
Basilius, quem se missurum Amplilochio promi. lius hoc adhortandi oflicio perfungitur, quod , cuin
seral al episcopus constitueretur, eum el veleri exsilii niinæ ei intentarentur, incertus erat an se
ægriludine, el recenti oculoruin morbo inipa rein mel prætermissa occasio scribendi reversura esset.
episcopalus oneri sustinendo facluin esse . Quare Subdiaconus ille Theodorus in Thraciam ad san
elsi electionem judicio Basilii el Ampbilocbii com - ctum Eusebium contendebat : unde Basilius non
miserant Isauri, existimat Basilius necessilalem bæc Jubilgi quin serum rus ess :
verba ex eis expressisse, sed vere et ex animo eos bus Eusebius.
oplasse id quod initio poposcerant, ul suorum ali . Non eo contentus videtur fuisse sandlus Euse
quis prælicerelur ; salius ergo esse ex neupbylis bius, ul lilleris suis nascentem in Ecclesia sua dis
aliquem episcopum ordinare , sive Macedonio ita cordiam exstingiieret ; sed etiam ea causa videtur
videatur, sive non. Epistola canonica tertia præ - Antiochum fratris filium misisse . Hunc enim Samo
cipue insumitur in decernendis pænitentiæ annis , o satis redeuntem videbimus anno 376 , circa vernung
quos cuique peccato par erat infligi.Hos aulein ca- tempus, ex quo conjicitur has dissensiones anno 375
nones Basilius non soli Iconiensi condebal Eccle- evenisse. Huc accedit quod , cum scripla est Basilii
sim . sed eos ad Cæsariensis Ecclesiæ usum vulga - ad Samosatenses epistola , jam imminerel Cappado
vil. Commemoral epiin in epistola 270 , canonem a ciæ gravissima leinpestas, ut salis indical Basilius,
se de raptoribus antea vulgalum . Hinc etiam in qui se idcirco Samosala non venisse dicit ( 11. 1 ) :
epistola canonica secunda sic loquilur (6 ) : Quod si Quia id tempora non sinuni. Sic etiam cum ait : Eo
apud vos prohibita esl rebaplizalio , sicul el apud quod adhuc concessum sit, ut vobis propiores simus,
Romanos, economire alicujus gratia ; nostra lamen his verbis inesl non obscura exsilii exspeclalio .
ratioIn epistola
vim oblineal. Vix aulem dubiuin est quin hanc Basilii episto
218 . quze siinulmissa est cuin canonica Tam in Orienlein perlulerit idem Acacius, qui (: )
tertia, agit Basilius de re magnimoinenti, quam du - et trium aliarum bajulus fuit. Is eral Cæsarea .

(a) Ep. 217, 218 . (c) Ep. 215.

b Ep. 199, can . 47.
 VITA S. BASILII. CXXVII
cum Basilius rediit e Ponio , qui cum eum apud se A clarissima luce el omnium oculis exponeret. Blanc
aliquandiu habere vellet, noluit usque ad ejus re- eniin Basilius rumpendi silentii causam habuisse se
ditum differre lilleras, quas Terentio magnis de dicit, quod viderel (6) inimicitiam simul cum iein
rebus scribebai. Missus fuit Acacius cum nonnullis pore progredi, nec illos poenilere eorum quæ ab initio
aliis ex eodem clero, ac lilleras Ecclesia Bercensis dixerunt, nec quomodo præterita sanent, cogilalio.
allulit Basilio. Hujus urbis episcopus erat Theodo- nem ullam suscipere, sed nova opera el facto agmine
lus, ad quem supra exstat Basilii epistola, sed is , in id incumbere, quod sibi ab initio proposuere, ut
ulmulti alii confessores, in exsilio agebat : siqui. vilam ipsius affligant el existimationem apud fralres
dem pulla illius mentio in lois duabus litteris. Pasto- artificiis suis contaminent. Quam juslæ sint Basilii
ris absentia nihil profuit lupis ad dispergendum querelæ testis est Dazimonis regio, in qua Eusla
gregem . Nam summa eniluil et cleri et populi et ibius mullos a Basilii communione abstraxerat.
magistraluum (u) in certaminibus quotidie pro tide Meluendum erat ne ejusmodi arles vaferrimo inge
obeundis constantia, summa in omnibus rebus con - nio in aliis locis succederent. Itaque silentij rum
cordia : quæ cum Basilius cognovissel ex serinone pendi lempus esse animadverlens Basilius, scripsit
Acacii et lilleris Ecclesiæ Bercensis , mirum io adversus Eustatbium epistolain 223, in qua suæ
modum banc Ecclesiam beatam prædicavil, ac dua- B cum illo conjunctionis origineın repelit, violala arni
bus epistolis , quarum prima ad clerum , altera ad ciliæ jura queritur, fictas et inanes inimicitiæ cau
plebem scripla est, ad perseverantiam eos hortalus sas refellit, ac certissimam bujus rei causam esse
esi. demonstral, studium gratize apud hæreticos in
Scripta in eamdem sententiam , ac codem tem - eundæ .
pore, vel potius per ipsum , ut verisinile est, Aca Scripla non multo post ad Genethlium presbyte
cium missa epistola 222 ad Chalcidenses. Ait enim rum epistola, qui se cum Basilio sentire per litteras
Basilius se acceplis eorum litteris rcspirasse ex comba significaverat, et repudii libellum Euslaibii adver
linuis tentationibus, et certaminum memoria, quæ sus Basilium scripla appellaveral. Brevius cogit
pio fide Chalcidenses sustinuerant, corroboralum Basilius quæ in superiore epistola disscruerat ube
esse ad propositur certamen forliler subeundum . rius, eamque satisfacluram monet, si quis plura
Enimvero , inquit, incendium quod plerasque Orientis desideret.
parles devaslavil, serpil jam et in nostrum regionem , Viramque epistolam ante manifestam Euslathij
elc. Non possunthæc referri ad eam persecutionem , cum Arianis conjunctionem , collocaudam duxi ,
quam Valens in Cappadocia mullis jam vaslatis pro - quamvis Tillemontio secus videalur. Hujus conju'
vinciis, anno 371 esercuii. Tunc enim persecutio clionis, quæ uberrimain arguendi Eustathii male
ex lucis Constantinopolim inter et Cappadociam fiain dedit, nulla prorsus mentio in his epistulis ,
interjeciis , non , ut hoc anno 375 , ex Oriente gra . quamvis nullibi aplius fieri potuisse videatur, quani
liebalur. Mirum aulem videri non debet cur duæ in epistola 223, non ad unum aliquem boininem , sed
præcedenles lilleræ nibil habeant de serpente in ad plurimas Ecclesias missa. Non utitur hoc argu
Cappa lociain persecutione. Nam cum Bercensis mento , cum Eustathii inconstantiain probat, sed ei
Ecclesiae presbyter esset Acacius , dubiuin non erat tantum objicit (c) formulam fidei iradilam Gelasio.
quia Bercensibus nuntiaret quä in Cappadocia vi- Quin etiam (d ) ei non audel crimini vertere, quod
deral, nec proinde necesse erat omnia chartis con - Arii discipulus, el Aetii, seu potius Aerii, magister
siqnare. CAPUT XXXIV .
fuisset. Sed quod rem causamque maxime continet,
studium placendi potentioribus Arianis non exsgilat
l. Scribit sanctus Basilius adversus Eustathium epi. Basilius in Eustathio, ul rem omnium oculis lesla
stolas 723 el 294. Il. Demosthenes vicarius Pon lam , sed ut morbuin pluribus occullum detegit non
ticæ Ecclesiam persequilur. Concilium hærelico .
rum Ancyræ cogit. Gregorius Nyssenus e mani sine aliqua verecundia . Sic enim loquilur sub finem
bus salellilum fugit , ejusqué causa scribil Basi- D epistolæ 223 : di enim epistola separalionis causa
thius.Drmostheni.
lius Scribit Basilius adversushuic
Ill. Inleresi epistolamEusta
eum concilio 26 . non est : verum alia est disjunctionis ratio , quam
IV . Euphronius Coloniensis ad sedem Nicopolila equiden referre verecundor ac semper siluissen , nisi
nam evehitur. Qualuor ea de re epistolæ Basilii. ea quæ nunc gesta sunt, necessilalem mihi allulis
V. Aliud Nyssæ concilium hæreticorum . Vi. Pro
balur utramque synodum ante unnum 376 habilan seni lolius eorum consilii ob multorum utilitalen
oculis exponendi. Existimarunt boni viri impedi
fuisse.
I. Hactenus tacebat Basilius, cum Eustachium menio sibi esse ad recuperalionem potestatis commu
opprobria recautalurum sperare , ac ignoratione nionem nostram ... Ne quid ex illa confessione vi
Wagis veritatis quam malitia peccasse crederet. Sed deretur illis impedimenti occurrere , quominus ab his ,
Landem ipse Eustathius, cumulo prioribus facino qui nunc dominantur, suscipianlur ; communionem
ribus addito , banc ei necessitalem iinposuit, ut in nobis renuntiarunt. His ergo verbis, quæ nunc gesla
nocentian suam cl adversariorum inprobitatem in suni, non manifesta cum Arjanis conjunctio, sed ,
(a ) Epist. 220 et 221. (c) Ep. 224, n. 3.
(b) Ep . 223, 11. 1. (d) Ep . 223, 1 . 5 .
4XXXVII PROLEGOMENA .
ut initio epistolæ , novị Eustallii ad amigendam a ac præterea renum infirmitate ob collectum frigus
Basilii vitam conalus indicantur, ex quibus Eusta . laborantem inexorabiles mililes detinerent, eorum
thii consilium evidenter cognosci in epistolae clau - manibus clapsus, in quielum aliquem locuin effugit.
sola declarat, Crediderat Basiliys seipsum accersitum iri, non
II, Providit velut ex quadam specula.Basilius im - vero fratrem . Sed ubi vidit in illius potissimum ca
minentem Cappadociæ . et vicinis Ecclesiis tempe- put hæreticorum nequitiam erupisse, ipsumque au
slalem . Nam in epistola 221, quam Chalcidensibus fugisse ; tum vero meluens ne illius fuga stomachum
non multo post reditum ex Ponto scripsit, incena Demostheni faceret, placare vicarium lenial perbo
djuin, quod plerasque Orientis Ecclesias depastuin noriſicis lilleris (i), ac demonstrat dilalo Gre
fuerat, jam in Cappadociam serpere significat. Pri- gorii occursu nec publicas res lædi, nec ecclesiasti.
mum (a) et maximum Cappadociæ malorum fuit cas; paralos enim esse pecuniæ sacræ cuslodes
vicarius Demosthenes, quo tamen gubernacula ca - rationem reddere : el ex beati episcopi scriptis ve
pessente gratias egit Deo Basilius, quod patriam rilalein manifestam facere . Quod autem speclat ad
videret commissam viro (6), primum quidem Chri- ordinationem Gregoriii, si lamen his de rebus De
stiano, deinde moribus recio , el legum accurato cu - mosthenes judicium sibi arrogare velit ,æquum esse
stodi, Sed si bis laudibus dignus initio videbalur B ut omnes episcopi conveniant, cum eorum culpa sit
Demosthenes, ac non potius monila et bonor qui- qui ordinavere, non illius cui imposila necessitas
dam potestati debitus existimari debent ; certe cilo ministerii suscipiendi, Rogat itaque Demosthenem
$ego aperuil et nudavit ac spes ompes de se con- Basilius, ut sibi auditum servet in patria , nec per
ceptas mentitus est. Utrum hæreticus sententia fue Irabat in exteram regionem , nec convenire cogat

batur oinnis doctrinæ exper!em esse, nec ullum dissentiebat,

ejusmodi rerum sludium aut usum habere; quippe Scripla hæc epistola omnium Cappadociæ episco
cum eum ją aliis rebus carne el animo, noclu et porum nomine. Venimus omnes, inquit Basilius ,
Interdia occupalum videret. Sed cerle hæreticis amplitudini luæ supplices. Quo numero videtur
amicum fuisse, noc magis cos dilexisse, quam Ca . utriusque Cappadociæ episcopos comprehendere.
tholicus odisse, confirinat. Hunc videtur designare Uirique enim ordinaverant Gregorium , quippe cum
Basilius, cum Doarensem Ecclesiam ab obeso ordinatus sit anle divisionen Cappadociæ . Quare
ceto (d) perlurbari ait. Alibi (e) angelum Satanæ ulrorumque res agebatur, Minime ergo mirum si
appellat, et hæresis defensorem ne sanguini quidem operam suam Basilio hac in re navarunt. Huc ac
fidelium parcenlem . Non improbabile est eumdem cedit quod cum eo ante hoc lempus in gratiam
ſuisse Demosthenem , sacri palatii castrensem , qui vere et ex animo redierant. Eorum enim melro
cum in Basilio coram Valenle objurgando barbari- politanum Anthimum vocat unanimem suum in
smaid admisissel () subridens Basilius, Vidimus, epist. 210, n. 5.
inquit, eliam Demosthenem illitterarum . In codein concilio Demosthenes, cujus nutum epi
Bis (9) venit Cæsaream hoc anno Demosthenes : scopi horrebant, Hypsio Parnassenum episcopum
Dam Basilius postquam dixit, Advenit nobis vica - ejecit (k) , ejusque loco Ecdicium constituit. Erat
rius,elc., nonnullis interjeclis de eodem ait : Rursus ille Ecdicius Euippii alumnus (), id est, ab eo ordi.
ad nos accessit, iram cædemque spirans. Quod argu . Dalus, eumque cum Anysio Euippii ilidem alumno
miento est eum primum quidem venisse, ut guber in vexandis Ecclesiis arctissime conjunclum videli.
Dacula dioecesis suæ capesserel. deinde ut sui in mus. Hypsis aulem videlur ei successisse. cujus
Catholicos odii specimen ederel.
Inter prima illius gesta recenseri debet concilium Basilius in epistola 62.
impiorum , quos media hieme Ancyram convocavit. III. Interfuil huic concilio Eustathius, ac landem
Volebat enim ut ad facinora sua species quædanı D ex dissimulationis involucris in aperlain cum Aria
auctoritatis cpiscopalis accederet. In hac synodo nis conjunctionem erupit. Non enim (m ) ad aliud
accusalus Gregorius Nyssenus (1) a Philochare, ho• lempus reſerri polest illius cum Arianis Ancyra
mine ignobil: (i) quod sacras pecunias ab ipsius de- coinmunio , de qua nihil habert superiores epistolar
cessore, ut verisimile est, relictas dissipassel. Si. 223 el 224, quia scilicet nondum hoc facinus edide
milis calumnia canones in ejus prdinatione violatos ral Eustathius. Non lanien cum eis communicavit in

mosthenes abripi jussit. Mandalo oblemperavit impetrare poluit, ul publice reciperetur. Verebani.
Gregorius : sed cum eum lateris dolore correntum , lur enim (n) ne, cum Eustathius anno 360 a quingen
(a ) Ep. 237, n . 2 . (h ) Ep. 225 .
16) Epist. 225 . li) Ep . 437 , n . 2 .
lei Ep. 237, n . 2. (j) Ep . 225 .
(d ) Ep. 231 . (k ) Ep . 237.
( e) Ep. 948 . ili Ep . 239.
Theodoret., Hist. lib , iv , cap. 19. (911) Ep. 221;.
la Fp. 237. (n ) Ep. 244, 1 . 7.
 VITA S. BASILII. CXXXIX
tis episcopis depositus fuisset, eorum auctoritali A consilium episcopi Spiritu sancto inspirante cepis.
antnumero parum tribuere viderentur, si eum pu - sent, nec minus ipsius Coloniæ securitali providis
blice episcopum agnoscerent. Ambigi possit an eom sent,quam Nicopolis, quæ si in Arianorum manus
passi sint in concilio sederc. Equidem non puto hunc venisset, idem maluri alia provinciæ oppida non
ei honorem denegalim fuisse. Quamvis enim ne effugissent; nihil lanien tanti fuil Coloniensibus, it
Sebastiæ quidem , ubimaximnis ab eo lionoribus cu pastoris sui discessionem moderale ferrent. Clerici
mulati sunt, optalam ei communionem reddiderint, (c ) iracundiam et dolorem eo perduxerunt, ul se ad
mos lamen cum eo Nicopolim oppugnarunt ut ab Tribunalia judicum abiturosminarenlur, ac res ho .
ipso Euslaihio episcopum acciperet. Quod si Eusla- minibus commissuros , quibus ecclesiarum cversio
thius concilii episcopis ascriplus fuit, difficile cre- caput erat volorum . Videntur haec dixisse in lille
ditu est non eum pro sua apud vicariuin gratia et ris ad Basilium scriptis. Verisinile enim est eos
auctoritale maximam partem eorum quæ nefarie scripsisse , quamvis acceptani ab eis epistolam neon
acta sunt sustinuisse , commemoret Basilius. Del'ortalur eos a lam insana
Eustathii facinore non valde obslupuit Basilius, cogitatione, ac Spiritui sancto tribuenduin demon
qui dudum bominem non nævo aliquo, sei lolo strat episcoporum consilium , cui si resistant, Dei
corpore noverat. At uberrimam habuit materiam resistent ordinationi. Non decere ut cum matre Nj.
illius nequitiæ omnium oculis el manibus subjicien - copoli delitigent : eoruin enim securitati provisiin
dæ . Alque id quidem egregie perficit in epistola esse , dum caput munilur Armeniæ : pr:elerea non
226 ad monacbos suos, quos cum in visere non pos repudialos ab Emphronio Colonienses, sed alios as
set, vices suas committit Melelio pre-bylero . De sumplos ; suscepisse illum Nicopolis curam , et ad
monstrat se post trium annorum silentium ad de . futuras illic solliciludines Coloniensiuni curam ac
fensionem suam coactum esse assurgere ; sed ila cessuram .
perspicuam esse veritatem , ut etiamsi ipse taceat, In eamdem sententiam scripsit (d) magistratibus
nemo eam ignorare possil, modo considerel actio
nes Eustathii, qui cum antea lam vehemens fuisset Coloniensibus, qui ad eum scripserani. Laudat eos
quod rerum publicarum curis occupati ecclesiasti
in oppugnandis Arianis , nuper animi sui senten cas non negligant, sed de eis solliciti sint, ut de
tiam nudavil, cum eis Ancyræ in domibus commil
nicans, quia nondum publice ab eis recepliis eral. proprio quisque negolio el ex quo vila sua pendeal.
Sed hortalur, ut temporis dillicultatem el economia
Scripla ergo hæc epistola post conciliuin Ancyra
num , sed anlegnam Arianos perhonorifice Seba necessitatem considerantes episcopis ignoscant. In
stiam accerseret Eustalbius. Nihil enim ea de re Culraque epistola spem afferi se ad eos venturum , et
legilor in ep. 226 , n . 3. Aliud Eustathii facinus nu majus quoddam eorum quæ acta fuerant, solatium
per deprebenderal Basilius, quod quidem sie com allalurum , si id eis necessarium videalur.
memoral : Hi nunc et de Nicæna detrahunt fide, Scripsit etiam Basilius (e) ad clericos Nicopolita
nosque vocant flomoousiastas. Quibus verbis indi. nos el aliam ad magistralus epistolam . Ulrisque
calur fidei formula Cyzici ab Eustaihio recepla (a), spem affert se eos invisurum . Clericos horlalur, ut
in qua consubstantiale condemnabat. Videtur Cy fratres Colonienses deliniant, ne forte iracundiawi
zico rediens Ancyræ cum Arianis se conjunxisse. longius lendani, si se ob tenuitatem contemplos pu
IV . Circa illud lempus, quo Ariani Ancyræ con lent. Auctor est magistratibus, ul datum sibi epi
siliabantur, obiit magnus veritatis deſensor, Theo scopum complectantur, et cum ipsi de Ecclesiæ
dolus Nicopolitanus. Cum autem hanc urbem et utililale oplime sentiant, civitatis ac ruris populum
ipsius situs (eral enim Armeniæ caput) et Ariano in eamdem sententiam adducere conenlur.
rum polestas sub nequissimo vicario , in maximum Hæc autem contigisse circa illud tempus quod
periculum adduxissel ; Pemenio Satalensi episco. diximus, quatuor illæ demonstrant epistolæ . Quod
po (b) optimum consiliuin in mentem venit, ut Eu - Denim episcopi fecerant, (1) temporum tribuitur dif
phronius Coloniensis episcopus ad sedem Nicopoli. licullali. Quotidie (9) aures undique rumore ever
tanam eveheretur. Res placuit episcopis provinciæ . sarum ecclesiarum percutiebantur. Ariani erant in
el clero ac populo Nicopolitano. Ilaque nulla pror- insidiis collocati (h ), et idcirco forliler antevenien
sos interposila mora Pemenius id quod prudenter dum videbat Pemenius. Nemo adeo parvus eral,
excogitaverat, summa animi fortitudine exseculus qui non posset magnorum malorum occasionem
esi, et antequam lempus daretur Arianis sibi provin subministrare bis qui occasionem quærebant. Ne
dendi, Euphronius communi consensu in sede Ni- que id , inquil Basilius, ex conjecturis dicimus, sert
copolitana collocatus est. experientia propriorum malorum ėdocri, qua Deus
Sed quam gralum boc Nicopolitanis, lam mole. vestris precibus averlat. His verbis videcur indicare
sium accidit Coloniensibus. Quamvis enim hoc facinus commissum in Gregorium Nyssenum , quem
(a) Ep. 244 , n. 5 et 9; ep. 253, n. 4 . (ej Ep . 229 el 230.
ib ) Ep. 229, 11. 1. Ep. 227 el 229.
(c) Ep . 227. (9) Ej. 228 .
(d , Ep. 228. ( h) Ep. 229.
CAL PROL: GOMEX.A .
ab uno bonine, eoque ignobili, accusalum Demo- A ventus decreta allribuil. Ili S. Gregorium Nyssc
sibenes abripi jusserat. num deposuerunt. Hactenus enim judicium , quod
Eleitus ergo Euphronius post concilium Ancyra - de eo ferre voluerant Ancyra , fuga el lalebris de .
num , sed anle ordinationem Frontonis, ante per clinaverat. Sed lunc alisentem depositum fuisse
soculinnem , quam passi sunt Nicopolitani. Res perspicimusex his Basilii de boc concilio verbis (9):
adeo clara et maniſesta, vt dubiam Tillemontio vi. Ili nunc fratrem meum Nyssa expulerunt, sententia
sam esse mirer. Tranquilla enim eral Armenia, ila sua videlicet. Nam nihil aliud polerani in alssentem
ut Colonienses Arianorum motus ignorarent. Nos ac luto delilescentem ., Ejus loco introduxerunt ho
rero , inquit Basilius (a ), qui in mediis rebus versa . minem , vel potius nianicipium paucis obolis venale,
miut, el quorum aures undique unoquoque die rue sed quod ad fidei corruplelam allinel, bis, qui cou
sors erersarum ecclesiarum perculiuntur, valde slitnere , non inferius.
anzii sumus, ne forle communis hostis diuturna ( h ) Miserunt ctiam in oppiduin Doara hominem
vilæ vestræ Iranquillitali inridens, in vestris quoque pestilenlem , pupillorum famulum el a suis heris
loois sua ipsius zizanio serere possil, cedalque el Ar- fugitivuni, quem episcopum ordinaverunt, ut assen .
slola sequenti (b ) summam Pemenii fortitudinem B arbitrium suuin usa fueral, el postea hunc illius
animi, quod non dederit lempiis adversariis sibi babueral successorem . Alium boininein desperalum ,
providendi, neque eorum insidias exsuscilaverit. in Ecclesias immissum , id est, ab Anysio el Ecdi
Quomodo bæc dici potuere, si jam Ariani Nicopoliin cio ordinalum , Basilius in hac el superiore ad san
oppugnabant, el intruso per vinn et impressionem clum Eusebium epistola teslalur. Quem autem sai
lupo gravissimam persecutionem exercebant ! De serunt Doara, is est de quo Basilius ait in epistola
nique Theodolnın paucis diebus obiisse antequam 231 , Doara antiquum receperunt Mulionem . Quibus
hæc scriberet Basilius, ex his verbis colligitur : Si. ex verbis colligit Tillemonlius ( )hunc hominem anlea
mul aulem el nobis prosperum iler precemini, ul ad. Doarensem episcopum fuisse, sed a Catholicis expul
vonienles unbiscum gaudeamus de præsenti pastore, sum , qui ei Eulalium substitueruni, postea sub
nosque muluo de obilu comniunis patris nostri con - Deniosthene, dala occasione, sedem suam recupe
solemur . rasse. Confirmat bajic bistoriam doctissimus scri:
Tam præclarum Armeniæ episcoporum consilium plor ex oratione tricesima sancti Gregorii Nazian
oplalo oxila caruit. Cilo enim videtur Euphronius zeni, Sed cum supra ostenderimus Gregorium in
Coloniam rediisse ; nulla illius deinceps occurret hac oratione non de expulso bärelico, sed de Eula .
mentio ; Nicopolim a presbyleris vigente persecue Clio in novum episcopatum evecio agere , ruit lola
hanc sedem instar latronis javasit, illud crimen antiquum Mulionem receperunt, nefarium hunc ho
objicitur, quod legilinnum episcopum expulerit. Ve- minem
dict.
olim Doaris munus Mulionis exercui-se iu
risimile est coacíos fuisse cpiscopos querelis ac dicat.
minis Colonensium cedero. j) Galalæ Ariani cum amicorum Eustathii co
V . Post concilium Ancyranum Demosthenes pau . milalu , Nyssa egressi sunt, et hoc salellitio sli .
lisper circa res militares occupalus, rursus venit pati, omnem paræciæ Euslalbio subjeclæ regionen
Cæsaream (c ), ac protinus voce unica omnes Ec - peragraverunt, episcoporum honoribus et officiis
clesiæ. Cæsariensis clericos curiæ tradidit. Inde ve- ornati. Introducti autem sunt perhonorifice in civi.
nil Sebastiam , ubi plures dies sedit , ac omnes latem , concionem babentes summa cum potestate.
8 . Basilii communicatores curiæ addixit, Eustathii Tradilis est enim illis populus, traditum altare, in
autem amicosmaximis honoribus fovit. quo sacri licaverunt (k), et proprium panem populo
RursusGalalarum el Ponticorum synoduin Nyssæ omni distribuerunt. Quales essent ejusmodi homi
jussit celebrari. In quo quidem operam ei navavit , nes (1), et quomodo corum quisque ordinalus : et
Eustathius, ac vicarii mandatis adjunxit legatio . quali ex vila ad hanc erectus potestatem , silentio
nem seleclorum (d) ex sua Ecclesia bominum , qui Basilius, ul nolum omnibus (m ), qui cuin eis lair
Galatas accorserent ac perhonorifice deducerent, tisper versati fuerant, prætermillendum existimal.
Adſuerunt etiam Pontici episcopi. Nam utrosque Sed tamen post tam insignia renalis el turpificati
Basilius (e)mandatis vicarii paruisse testatur. In animi specimina, eorum ad se communionem Eu
hoo concilio dominati suntAnysius el Ecdicius Par. slatbius non retraxit (n). Quod eis dabat accipie
passenus, quibus potissimum Basilius ( ) impii cone bant; sed nihil'lanti eis fuit, ut ab episcoporum ,
(a ) Ep. 228 . (h) Ep. 239.
( b) Ep. 229 . (1) Tom . IX , p. 394 .
(c ) Ep. 237 .
In) Ep. 244,n. 7, et ep. 250 ct 251, n. 3.
(e) Ep. 239.
(h ) Ep. 244 , n . 7, ct ep. 250 .
l) Ep . 214, n . 7.
(1) Ibid. (m ) Ep. 251, n . 3 .
ibid . (11) Ibid ,
 VITA S. BASILII. CILI
qui Eustalhium deposuerant, auctoritate discede- A Cappadocia, et post Pascha sæviebal, ut' anno 375
real (a). Cum hocagmine Eustathius Nicopolim ve- observavimus.Nec mirum proinde si interdum cilo
nit, ut et vicarii el Arianorum poleslale munitus, veniebal.
hoic Ecclesize., quæ nuper episcopuru Theodolum N on adhibui argumenlum , quod sibi objici pusse
amiscral, alium episcopum darel.
VI. Non mullum babuimus negotii in disponenda est anno 376 , ait Basilius Arianos ab Euslathio
ejusmodi eventuum serie. Sic eniin ab ipso Basilio accersilos e Galalia anno prælerito fuisse . Unde
ordine narrantur in epistolis 237 el 239. Sed dilli. facilis conclusio id contigisse anno 375 . Sic rein
cilius est slaluere, nitrum anno 375 exeunte , an expedit Tillemontius. Slaluit hang epistolam 251
ineunie 376, contigerint. Tillemontius et auctor mense Octobri, anno 376 , scriptam esse ; anni au
Bibliothecæ ecclesiastice ad initium anni referunt, tem initium apud Orientales a mense Sepleinbri
excepto lamen concilio Ancyrano, quod fatentur duci. Hinc colligit Basiliuin , cum scriberet episto
sub finem anni 375 convocalum fuisse . Cum Tille- lain 251,mense Octobri, ad annum præteritum ea
quod synodus Ancyrana, quam alii eventus conse- contigerant. Sed de bis agemus conjecturis , com
coli sunt, media hiemne in episl. 237 habita fuisse B ad epistolam 254 venerinus.
legitur : quod Eustathius annis decein et seplem CAPUT XXXV.
non exactis post conciliuin C . P . anni 360 , sese cum 1. Amphilochio significal Basilius en quæ gerunlar .
Arianis, ol opinatur Tillemontius, aperte conjun Respondet in alia epistola illius litteris el mune
sisse dicitur in epistola 251, n . 2 . ribus ad Natale Domini missis. Millit commenla
rium in quo solvit illius quæstiones. II. Fronto
Sed his conjecturis longe præferenda epistole mercalur episcopalum ab Arianis . III . Resistunt
231 auelorilas, quæ ante nalale Domini, ut postea ocriter Nicopolitani. IV . De epistolis 237-241 ad
videbimus, scripta, Ecclesiæ Doarensis perturbatio Eusebium el ad Nicopolitanos. V. Legali in Occi
dentem Dorotheus el Sanctissimus presbyleri. V .
nein et episcopum ei impositum Amphilochio nuo Probalur eos hoc anno circa Pascha , non cilius
lial. Jam ergo accersili e Galatia Ariani, jam Nys . proſeclos fuisse .
sena synodus pestilentem hominem in hoc oppidon 1. Inter has ærumnas, ut quxque res eveniebat,
miserat. Utrum iidem Ariani Sebastiam introducti libenter Amphilochio protinus nuntiasset Basi
fuerint, com hanc epistolam scriberet Basilius, lius (c), lum ut ipse narrandis amico rebus suis ac
equidem staluere non possum . Res differri polest quiesceret , lum quia matimam se esse sciebat
usque ad initiam anni 376 . Salis est ad concilianda Amphilochii curam . Sed deerant qui litleras por
Basilii testimonia , ut synodus Nyssena ad annura C ferrent ; magnum enim non era : Cappadociam inter
375 exeuntem referatur. Arianos enim Basilius in el Pisidiam commercium . Naclus tanı!em Elpidium ,
epistola 251, accersilos e Galatia anno præleriio qui ad lierum sunim properabat, il siruclas sibi ab
fuisse dicit : introductos in urbem eodem anno inimicis calumnias dilueret , vtitur hac scribendi
faisse non dicit. occasione. Commendat Elpidium Amphilochio, bre
Minus animadvertit Tillemontius, cum Basilium viler narrat de fralris exsilio , el de leinpesiale
existimat a concilio Constantinopolitano ad conjun - Doaris excitala , ac de insidiis sibi in aula structis,
clionem Eustalbii cuin Arianis annos decem et se- quas amen se Dei auxilio superalurum sperat.
piem non plenos numerare. Tolidem enim numerat Absolulus erat liber De S;viritu sancio , ut supra
usque ad illud tenipus, qno hanc conjunctionem diximus, neque id latebat Ampbilochium . Sed cum
Eustathio exprobrabal, minime vero usque ad is librariis Basilii præcepissel, ut hoc opus in meni
ipsam conjunctionem , quæ non paulo anterior est branis describerent, Basilius cognitis illius manda
epistola 251. Tola res facile perspicitur ex ipsis vis, Elpidio perferendum non dedil, sed brevi mis
Basilii verbis. Hæc autem evenerunt, inquit (b ) , surum se promillil , modo nanciscalur, cui luto
Dempe Enslathii depositio in concilio Constantino- possil commilli.
politano, ejusque adversus hanc synodum lilleræ , Scripla est hæc epistola 231, anno 375 exeunte .
ante decem et seplem non exaclosannos. Numerandi est enim velustior ducentesima tricesinia secunda ,
ergo illi decem et seplem anni usque ad tempus, quæ missis ab Amphilochio ad Nalale Domini lil
quo scribebat Basilius epistolain 251. leris respondel. His lilieris Amphilochius arjun
Probabilior essel ducla ratio ex concilio media xerat munuscula , nempe lampenas et bellaria . Re
hieme convocato, si hæc verba larius interpretari spondet Basilius sibi diem festum esse , quicunque
non liceret. At facile est boc loco non niediam lilleras afferat Amphilochii ; sed adjunctis diei
hiemis partem , sed medium , id est, acerbum frigus ſesti symbolis festum festorum esse, ut apud Ju
intelligere. Hienis enim dicilor acerbum frigus ; dæos Sabbata Sabbatorum . Etiam alque eliam ro
unde Basilius longissimam esse hiemem queritur in gat ul se invisere non gravelur. Illius aulein inule
epist. 121. Interdum sero admodum decedebat in nera sic interpretatur, quasi validam Amphilo
(a ) Ep . 237. (?) Ep. 231.
(6 ) Ep. 2 : 1, o %.
CXLII PROLEGOMENA.
cbius precalus esset senectutem , lampenis quidem A tuendos vicarii nulus adduclurum . Erat hæc civilas
hortando ad nocturnos labores, bellariis autem magni ad rem ecclesiasticam momenti, tum quia
validum esse omnibus membris et robustum ju - caput erat Armeniä , lum quia martyrum olim san
bendo . Jam eniin prülerierat ælas ad rodenda bella - guine illustraia , et a præslantissimis episcopis ha
ria , dudum contrilis morbo et velustale dentibus. clenus gubernata, nutrix eral pietatis el veluti sana
Gratulalur Basilius , quod et sano corpore et doctrinæ nietropolis , ut appellat Basilius (b). Digna
quiela Ecclesia Amphilochius salutaris Incarna . ergo visa est Arianis , quam in poleslalem suam
kouis memoriam celebravcrit. Unde conjici posset redigerent, aut omni scelere perturbarent. Fronto
scripsisse Amphilochium post Natale Domini. Sed unus ex presbyleris civitatis, qui veritalis defensor
longe probabilius esi Basilium bæc grawlari ducia visus hactenus fuerat (c) , postquam Arianos vi
ex litteris paulo ante Natale Domini scriptis con - carii auctoritate frelos ad dandum urbi episcopumn
iectura. Nam ipsa Ampbilochii munera videntur ad venisse cognovit , victus ambitione tradidit se ini
ipsum diein missa , et diei lætitiam non parum micis Christi, el ejurata fide catholica episcopatum
auxisse, ut perspiciiur ex his quæ supra retulimus. ab illis mercalus est.
Scripla ergo hæc epistola 232, vel sub finem anni Hoc enim prelio episcopatum illi constitisse ex
575, si tunc Natale Domini die Decembris 25 cele - B pluribus Basilii lestimoniis perspicitur . Miser ille
brabalur ; vel ineunte anno 376 , si dies ille festus Fronlo , inquit in epist. 239, qui prins quidem de
cum Epiphania conjungebatur. Cerle posterjor est fensionem simulaveral veritatis, landem turpiter pro
lilleris, per Elpidium missis, in quibus Basilius et didit, et fidem el seipsum . El in epist. 240, n. 3 :
veniam pelit, quod jamdiu non scripsisset, et de Cum speraverunt adepturos se inanem illum prin
persecutione loquitur, ut de re uberrimain scri- cipalum , adjunxerunt se inimicis Christi. Ubi vident
bendi materiam suppedilante, sed tamen Amphilu populos ira efferalos, rursus simulant reclam fidem ,
leras perferrent. dum , argumento est anlea Frontonem impiam hæ
Simul cum epistola 232 misit Basilius commen - resim professum fuisse ; unde merilo Basilius ibi
larium , in quo variis Amphilocliii quæstionibus sa - dem ait illum profanis manibus ad eversionem fidei
tisfacere conatus fuerat, quantum per tempus li- ordinatum fuisse. Quin etiam eum S . Paler existimat
cueral. Quod quidem , inquit, ad interrogala allinet : nunquam vere el ex animo veritalein deſendisse,
factæ sunt in commentario responsiones quædam , sed commodi sui causa ; ac tum demum sese ape
guales polui, el ut per tempus licuit. Ex his verbis ruisse , ubi vidit se secundis Arianorum ventis ad
cognoscimus lempus quatuor Basilii epistolarum , C honores pervehi posse. Palet id cum ex lestimoniis
nempe 233, 234 , 235 et 236 . Nam cum nec initium modo allalis , lum maxime ex his verbis epist. 238 :
nec clausulam habeant, quæ epistolis conveniant, Ac ille quidem lotius suæ vilæ maniſestum protulit
nec quidquam de Basilii aut Amphilochii rebus lo- indicium ex præsenli consilio, nunquam videlicel se
quantur, sed tanlum Ampbilochii interrogatis re - vixisse in spe repositarum nobis promissionum apud
spondeant; vix dubium quia ex eo, quod diximus, Dominum ; sed si quid sibi aucuparelur humanarum
commentario , in quo Basilius Amphilochii inter- rerum , el verba fidei et commentum pielalis, omnia
rogala explanabal, laclæ sint librariorum arbitrio denique ad obvios quosque decipiendos elaborasse.
qualuor epistolæ , In prima demonstrat bonum qui- Non certissima videlur bæc rationis conclusio .
den esse mentem el mentis operationem , eamque, Fieri enim potest, ut qui veritalem sincero animo
si Spiritu sancto se tradal, ad Dei cognitionem diu defendit, oblalo præmio hizresim ampleclatur.
eveni, sed tamen tantum cognoscere , quantum fas Sed forle aliæ suberant causæ , cur de Fronlone
est infinitam majeslalem a tenuissimo cognosci. Basilius hoc judicium ferrel, imprimis arctissima
In secunda reſellit hanc ca villationem Eunomiano - honiinis cum Eustathio Sebasleno amicitia. Quanti
rum , colisne quod nosli, an quod ignoras ? Refel . enim Frontonem faceret Eustathius , non solum

expedit quæstiones . Hanc ultimo loco posuimus, fas el nefas Irudendo declaravit, sed etiam eximio
quia ubi venit ad quæstionem de falo, delessun amoris testimonio , quod ei post formulam fidei,
se esse significat (n. 5), eamque prælermillit, ut quæ est Basilii epistola 125 , exhibuit. Is eniin vi
pro præsenti sua debilitale longiorem : ex quo delur esse, quem Eustathius Frontonem nostrum
patel has quæstiones, quæ in quarta epistola ira appellat. Quare suspicio erat eum , cum in intimis
Clanlur, omnium postremas in commentario tra - esset Eustathii , illius etiam errorum , quos fidis
Clatas fuisse . amicis credebal, conscium fuisse, ejusque exemplo
II. Agmen illud Arianorum , quod cum Eustathio nunc veritatem compendii sui causa, nunc errorem
Nicopolim venisse diximus initio anni 376 , vel deſendisse .
exeunte 375, promiserat (c) se banc urbem ad in III. Nibil nocuit Nicopolitanis Euslatkii et Arid

!a ) Ep. 251, 0 . 3. (c) Ep. 239.

(b) Ep. 248.
 VITA S. BASILII. CXLIIT
norum improbitas, sed potius novum huic Ecclesiæ A sunm levassel Basilius. Scripsit tandem ad eum
decus allulit , oblata fidei defendendæ occasione. epistolam 237, initio hujus anni 376 , post reditum
Frontonem Ariani quidem episcopuin ordinarunt (a), Arianorum ex urbe Nicopoli , tum cum vicarius
sed in eo rejiciendo eniluit cleri ac populi consen - graviora minaretur, ac forte antcquam tradita esset
sus. Vix unus aut aller clericus cum eo abiere : at Ecclesia Fronloni. In bac epistola rationem reddit,
faclus est communis exsecratio lolius Armeniæ . cur lanto intervallo scribal, ac persecutionem , ut
llaque Ariani re infecta redierunt; et in redeundo vidimus, ordine describit.
aliqua impietatis suæ vestigia reliquerunt, de qui- Scripserunt presbyteri Nicopolitani ad Basilium
bus sic Basilius in ep. 251, n. 3 : Hi Nicopolim de ærumnis Ecclesiæ suæ . Sed eorum litteras fania
usque progressi, cum nihil poluissent eorum , quæ sua celeritate superaveral, et in vicinam omnem
promiserant, perficere ; quomodo redierint, qualesque regionem scelus Fronlonis et cleri ac plebis in eo
in redeundo visi sint, norunt qui adfuerunt. delestando consensuin deluleral. Ilaque Basilius
Demosthenes ubi vidit Nicopolitanos non cedere, nihil novi ex eorum lilleris didicil. Respondet per
vi el impressione ordinatum illis episcopum impo - epistolam 238 , ac hortatur ne animum despondeant
nere aggressus est, ac Ecclesiam civitatis Frontoni ob lapsum unius aut alterius qui se Frontoni ad
tradidit. Sed lamen nibil promovil, maluerunt pii junxerant , cum cleri corpus integrum maneal ;
homines sub dio conventus suos agere, quam cum neque etiam nimis doleant, quod extra muros
Frontone communicare. Itaque in vacuis ædibus ejecti sint, sed si qua sit hac in re molestia , spe
quotidie cum parva seclalorum manu recumbebat. mercedis et adfuturi cilo auxilii constanter per
pro episcopalus gloria, quam tantopere concupive lerant.
ral, ignominia et opprobriis cooperlus. Non mullo post scriplam Eusebio epistolam 237,
Hæc paulo aliter ac Tillemontius descripsimus. Antiochus ex Oriente in Thraciam contendens Cæ
Existimai enim doctissiinus scriplor Demosthenem , sarea transiit, ac novæ epistolæ occasionem Basilio
cum Nicopolitanorum animos levioribus lenla allulit. Hanc epistolam , quæ est 239 , non mullo
mentis oppugnassel, ut Eustallii manu episcopum post eam quæ est 237, scriplam esse perspicitur es
acciperent, ubi vidit eos non cedere , violenlum ipso initio : Dedit nobis Dominus etiam nunc... salu
illud agmen Arianorum immisisse. In eaio senien . lare sanctitatem luam , elc. Stalum Ecclesiarum
liam interpretalur illud ex episi. 237 , Ubi videl eos deploral , ac de legalis Romam millendis nonnulla
libenter non cedere, nunc aggreditur violenliore manu disserit , quæ modo examinabimus. Sed antequam
dalum illis episcopum constituere. Sed hæc inter - ad hanc legationem veniamus , quæ niultis diflicul.
prelalio slare non potest ; coristal enim Frontonem - Latibus implicata est , alia Basilii commemoranda
ab Arianis episcopatuin accepisse. Quare violen - ad Nicopolitanos presbyteros epistola . Cum parum
liam illam , quam Demosthenes adhibere slaluit , bealus sibi viderelur Fronto vacuæ Ecclesiæ posses
ul dalum episcopum constilueret , non immillendis sione, rem aslu tractare el fidem catholicam prof
Arianis adhibuit, qui jain perfecerant quod silimleri ccepit : neque eum hæc alea omnino fefellit;
in ipsis fucral, sed sacris ædibus Frontoni per vim nam nonnulli dubitare ac Aucluare cæperunt. Inte
Iradeudis, Vide quæ observavimus ad epistolam rim varii el incerti rumores Basilium sollicitudine
237. distringebant, et cerlo scire majorem in modum
IV. Tum cum Nicopolitanis graviora minarelar avebal, quid Nicopoli agerelur; cum peropportune
Demosthenes, rumor eral Arianos, qui forle non - ad eum presbyleri Nicopolilanimiserunt cum lilleris
dum in Galatiam redierant, aliud concilium medi. Theodosium compresbyterum , ex quo singula accii
tari, ad quod accersiluin Basilium , aut secum com - rale cognovit. Sic respondet Basilius , ut quæ ipse
municare cogerent, aut sua consueludine ulerenlur. sibi suadebat, eadem illis propunal ; nempe banc
laler has molestias Basilius nihil de valeludine sua persecutionem eumdem exitum habituram , quem
scribere audebat Eusebio , ne vera dicendo ali- o mullä aliäe superiores habuerant ; quamobrem si
gerei. Jamdudum nullas Eusebio lilleras miserat, gravis sil, spe coronæ perferendam : si levis , non
nou negligentia aut oblivione , sed quia cuin scri - valde in parvo incommodo lugendum . Ilorlalur u!
psissel per Thraciæ vicariuin , et per præposilum meminerint se martyrum et confessorum filios esse,
Philippopolis thesaurorum , Jilleræ redditæ non ac domesticis exemplis ulanlur. Illud autem eriani
fuerunt. Peragranle enim pareciain Basilio , ad alque etiam monel, ne rectæ Gdei simulatione delu
venil vespere in urbem vicarius, et summo mane dantur. Negal se commissurum , ut Frontonem
abiit, ejusque advenlus ceconomos ecclesiie latuit. episcopum agnoscat; idque eorum potissimum causa
Præposilus vero , quem Basilius rogaverat ul lite declarat, quos audieral fluctuare : ne quis ex illis
leras sumerel, urgente fortasse aliquo negolio , communione Frontonis,præoccuparelur, autaccepta
profectus est nec susceptis litteris nec salutalo Ba - ab eo ordinatione , poslea reddila pace vim faceret
silio . Eo molestiora bæc erant, quod quotidie res gradus retinendi causa, Perspicuuin est hæc scripta
novæ evenirent, quibus Euscbio scribendis dolorem esse , antequam persecutionis violentia crescereh
(c) Ep. 238, 240.
UILIY PROLEGOMENA.
Nondum enim inlictæ erant plaga , nondum essilia , A duabus lilleris, quæ a presliyleris Dorothen et
nondum carceres. Sanctissinio perlalæ optalos exilus habuerunt.
Ad hoc tempus pertinet brevissima ad Eusebium Sunt hæ lilleræ 242 el 243. Prima Orientalium
epistola, quæ est ducentesima quadragesimaprima. nomine Occidentalibus scripla . Alleram Basilius
Videtur questus esse Eusebius, quod in lilleris privalim scripsit ad Italiæ et Galliæ episcopos. In
Basilii nihil nisi mærore et lacrymis dignum lege prima significant Orientales se inter gravissiinas
rel : quod quidem superioribus duabus ad Euse procellas ab Ecclesiarum defensione non dimoveri,
bium epistolis optime congruit. Respondet Basilius nec animum despondere , el idcirco auxilium ab
se demolestis rebus sæpe scribere , non ut illius Occidenle jam sæpe exspecialum poscere . Nume
dolorem augeat , sed utsuum ipse lenjut, ac Euse rant decimum tertium persecutiouis annum , in qua
bium ad intentiores pro Ecclesia preces excilet. plures Ecclesiis evenisse allicliones asseverant,
V. Duo præslantissimi Ecclesiæ Antiochenæ pre quam evenisse memorantur, ex quo Evangeliumi
Christi annuntialur. Rogant ergo ut landem ali
sbyleri, Dorotheus et Sanctissimus,magno Ecclesiæ quando millantur ex Occidente, qui Orientali Eccle
pacificandæ sludio flagrabaol ; cumque precibus et siæ opein ferant.
hortalibus egissent apud episcopos Orientales, ut* BB Scripla est in eamdem sententiam epistola 243.
legatio in Occidentem milleretur, commissa utrique
bæc provincia circa Pascha bujus anni 376. Videlor Rogat Basilius ut imperatorem Orcidentis certiorem
Dorotheus superiore autumno Romam cogilasse (a ), faciant
dillicile
de iis quæ geruntur in Oriente ; vel si id
fuerit, sallein ipsi millarit qui consolentur
vel sallem Basilium bortalus fuisse , ut Gregorium alllicios. Perseculio uberius describitur, quam in
Nyssenum in Occidentem legalum milterel. Caruit
exitu hoc consilium , sive quia Gregorius, ut prævi superiori epistola. Narrat Basilius episcopos indicla
causa damnari ; imo nonnullos sine accusatoribus ,
deral Basilius, hoc munus suscipere noluit , quod sine tribunalibus, intempesta nocie raplos , in lon
illius stomachi non erat, sive alia de causa. Sed
ginquas regiones fugalos ſuisse. Hinc fugæ presby
tamen Dorotheum in Thraciam venisse , et cuin lerorum et diaconorum , cleri depopulatio , popular
Eusebio Samosatensi ſuisse anno 375 exeunte vel rum gemilus, allaria spirituali cultu vacantia , ædes
376 ineunle , discimus ex epistola 239, quæ scripla precationis clausæ sine conciovibus ac synaxibus :
est non multo post inilium anni 376 . Erat cum Ba dum Ecclesiæ columnæ dispersæ sunt , hæresis li
silio vel in finitimis locis , cum Basilius eamdein bertalem nacla , multitudinem inducit deorum , et
epistolam scripsit. Rogal enim Eusebiuin quales Spiritum sanctum rejicit, ac dum onnia sibi eccle
redeunti Dorotheo dandæ sint litteræ : forle eniin C siastica munia arrogal, baplismata , deductiones
comitem illuin futuruin oplimo Sanctissimo, qui proficiscentium , consolationes ægrotantium , come
magno animi ardore Orienten peragrabat, et ab muniones mysteriorum , Ecclesiæ filios impiæ co
insignibus quibusque episcopis subscriptiones et clrinæ assuefacil. Hæc eo molestiora erant Orienta
epistolas colligebal. libus , quod metuerent ne incendiuin consumplo
Legatos in Occidentem milti non mullum proba. Oriente Occidentem etiam pervaderet.
bat Basilius : si enim Doininus propitius fiat, alio VI. Duos illos presbyleros paulo post Pascha
opas non ſore auxilio : si Dei ira perseveret , non hujus anni 376 in Occidenlem non serius profe.
magno præsidio fulurum Occidentale supercilium . clos esse , hoc maxime argumento nixus existimo,
Frustra ejusmodi homines orari demonstral , allalo quod idein legatorum munus iterum obierint, el ab
in eam sententiam versu llomerico . Nondum enim eoruin ex secunda legatione reditu usque ad initium
callus obduclus erat dolori , quem ex inutili lille anni 378 , nonnulla evenerint, quæ aple disponi non
rarum anni 272 exilu , el ex responsis parum æquis possent, si prima legatio serius contigissel.
per Evagrium anno 373 allalis conceperat. Quin Neque etiam cilius hæc legatio possil collocari,
eliam vulnus refricuerantnovissiinä Damasililleræ , D in quo sane a Tillemontii sententia longe distamus.
quæ Paulino episcopalum allribuebant , defraudato is enim legatum anno 373 aut 374 missum esse
Meletio . Narral in eadem epistola 239 sibi in Dorolheun existinial, el anno 375 , sub fineni au
mentem venisse privatim ad coryphæum Occiden - luinni rediisse . 1• Neminem anno 373 missum
talium scribere, de rebus quidem ecclesiasticis nihil, fuisse jam supra satis probalum . Nulluin legalionis
uisi quod insinuasset, neque illos de rebus Orientis vestigiuni babent anni 373 aut 374 Fucun ſecit
vera nosse, neque viam , qua possint discere , am eruditis viris opinatus Dorothei ex Occidente reditus
plecti ; ac generatim , liominibus , quos lentationes anno 375, quem colligunt ex his verbis epistola
amiguul, insultanduin non esse , neque dignitatem 239: De rebus aulem Occidentalibus prius ipse didi
existimandam esse superbiam . Non tamen obstilit cisti , narrante omnia fraire Dorotheo , cui quales
legationi Basilius ; neque enim is erat, qui ulli Ec- dandæ rursus , lilleræ abeunti ? Ex bis concludunt
clesiæ commodo moram allerret: sed potius libenter Dorotheum Romaredeuntem , apud Eusebiain fuisse ,
communi causae stilum suum impendii in exarandis eique de rebus in Occidente perspeclis carrasse .
(a) Ep. 215.
 VITA S. BASILII. CXLV
Sed quomodo Dorotheus, qui sub initium hiemis A rabant, quam cum imperio Valentis sciebant ince
anno 575 Romam quidem cogitabal (a ), sed tamen pisse . At Tillemontius initium tredecim annorum
nondum lilleris episcoporum instructus erat , non repetit ab anno 361, aliiab anno 360. Sed estrema
dum episcopos nactus erat , quibus comitem se persecutionis Constantii minus recte cum initiis
itineris esse oplabat; quomodo , inquam , lam cito Valentis conjunguntur. Inter utramque persecutio
redire poluil , ut in Tbracia apud Eusebiuin esset nem aliquot anni interjecti sunt , Catholicis sub
injiio anni 376 ? Nou enim dubium est quin , cum Juliano in sedes sugs restitulis. Præterea si de per
Basilius scriberet epistolam 239 ( scripsit autem secutione Constantii Orientales loculi fuissent, non
non mullo post initium anni 376; , jam lum Doro - jam tre lecim annos numerassent, sed longius multo
theus ab Eusebio discessissel el in Cappadocia aut initia persecutionis repetiissenl.
finitimis locis versarelur. Unde quærebal Basilius 4• In opinione Tillemontii lurbatur et confundi
quænam eidandæ essentabeunti lilleræ . Illud aulem lur rerum gestarum series. Proficiscitur Dorotheus
non minus exploraluni el cerlum est, Dorothei Ro anno 373 aut 374 ; non redil nisianno 375 exeunte.
mam cogilantis iter nondum sub initium hiemis Niinium sanie hoc intervallum in re non difficili ad
omnino slalulum fuisse ; siquidem Basilius in epi- deliberandum el dijudicandum , nec mullum tempo
slola 215 negal eum hoc iter bieme conficere posse, Bris requirenle. Idem Dorotheus iterum millilur
Disi mari Utalur, et cum Dorotheus comitem se anno 377. Al inler utramque legationem non tantum
Gregorio Nysseno fururum speraret, fola res Basilio spalii videlur elluxisse. Nam cum promisisse
plurimis obstructa difficultatibus videtur. Quare Occidentales se Orientis auxilio veuluros , si ab anno
quod ait Basilius Eusebium de rebus Occidentis ex 375 usque ad 377 nihil præstitissent, merilo questi
Dorotheu didicisse , id de rebus in Occidente auditis essent Orientales , qui lamen in epist. 263 , quain
aut perspectis accipi non debet, sed de iis quæ Do . Dorotheus iterum missus detulit , gratias agunt ob
rolheus ex Damasi litteris sub æstatis finem allatis prolisie voluntatis significationem , ac promissa De
cognoverat. Petit aurem Basilius quales rursus cidentalium reposcunt, ut prorsus recentia .
dandae sint litteræ Dorotheo abeunti in Orientein . CAPUT XXXVI.
Memineral enim consilium scribendi ad Occidene 1. Reprehensus a Patrophilo Basilius ob bellum cum
Eustachio , causæ suæ justitiam defendil. II. Theo
tales anno 373 , quod ex sancio Eusebio ortim philo injurias redonai, sed roganli ut cum Eusla
fuerat , lol obstruclum difficultatibus fuisse , ut in Thio communicel , minime annuil. Ill. Persecutio
rein minime collatum fuerit. Nicopoliianorum ingravescil. De epistula ad Am .
20 Duæ exstilerunt Dorothei in Occidentem lega philochium , et alia sine inscriptione. IV . Scribit
ilerum Basilius Parrophilo. De litteris ad Eræse
Liones, prima quidem , cum lilleras 242 et 243 de. nos el inicio unni apud Cappadoces. De ep. 252.
lulit, allera cum epistolanı 263. Prinde legationis V . Redeunt Dorotheus el Sanclissimus. Pluies
oplalissimus exilus fuit, non quod auxilium Romani Basilii lilleræ per Sanciissimum (erünlur, Conso
lalur Beræenses monachos , quorum ædes Ariani
re vera Orienti lulerint, sed quia sinceram ferendi incenderani. lien alios monachos ab Arianis vexa
voluntatem significarunt. Unde Orientales , dum 108. VI. Epistola ad Epiphanium de Ap. llinario et
Dorotheum iteruin millunt (b), gratias agunt am de rebus Antiochenis. Scribit Basilius Palladio el
Innocentio. VII. Consullus ab Oprimo explicat
plissimas Occidentalibus . Hinc etiam Basilius in Scripturæ locum difficilem . VIII. Epistolæ ad So
tribus epistolis, quas reverlenle ex prima legatione zopolitanos el ad Urbicium de hæresi Apoilınarii.
Dorotheo scripsit, lætitia exsullat, ut in rebus es 1. Patrophilus Ægearum in Cilicia episcopus Ba
sententia conſectis. Ex his evidenter probalur banc silio amicus eral, et fidei catholicæ addiclus; sed in
legationem non citius susceplam esse , quam miodo Eustathiuin plus æquo propensior. Is ubi vidit Ba
diximus, nempe circa Pascha hujus anni 376 . Nam silium in aperlas contra Eustathium querelas eru
Basilius , cum scriberet epistolam 239 , melise Fe- pisse, satis diu siluit. Sed tandem nisit presbyte
bruario autMartio ejusdem anni, non valde proba - rum Sıralegium cum litteris, in quibus non sino
bal legalos in Occidentem milli, nec quidquam D reprehensione et quibusdam aculeis stuporem ani
sperabal a supercilio, ut ipse appellat, Occidentali : mi sui significabat, quod Basilius, qui a puero de
nondum enim deposuerat dolorem , quem ei inus- deral se Euslaibio, et illius causa lol ac tanta fece
seraot et lillerarum anni 372 inutilis exilus, et rat, lot bella cum innunieris aliis sustinueral, nunc
responsa per Evagrium anno 373 allata , et novis cum ipso bellum gereret. Nihil læserunt Basilium
simäe Damiasi litteræ anno 375 . ejusmodi reprehensiones : quin etiain ridere subiit,
30 (c) Numierant Orientales annog tredecim per quod Patrophilus, quocum sibi amicitiam lol vil
secutionis ; quod quidem optime quadrat cum anno culis adscriclan pulabal, levibus de causis in lan
376 . Incæpit enim Valens decimum tertium iniperii tom sluporem incidisse se dicerel, Sed quia nenio
annum mense Martio hujus anni. Quare cum scri prorsus erat, cujus non communionem et amicilio
plæ sint duæ illæ epistolæ post Pascha , non imine - perinvilus au:illeret Basilius ; exponit Patrophilo
riio Orientales lotidem annos persecutionis nunie.

(a) Ep. 215. (c) Ep. 242.

b) Ep. 263, 11. 1.
 CILVI PROLEGOMENA.
thio : demonstral quam injuslæ Euslaikii querelæ , A non dignalus est, non iam metuens né ez lilleris at
quam graves injuriæ et calumniæ , quam inconstans guerelur, quam sollicilus ne nos necesse haberel at
nunc hac nunc illa fide tenenda el subscribenda , episcopos salutare ; sed cerle verba erant vehementin,
nunc bis nunc illis partibus luendis animus; ac lan - el ex pectore fervente prolaia ; in nis discessimus.
dem rogal ut sibi per eumdem Siralegium perscri- Antea non lam leniler cum eo agebat Basilius (b),
bal, utrum idem erga se permaneat, an ex con - cum quereretur, quod se Eustathius una cum Theo.
gressu cuin Eustachio immutalus sit. philo Cilice in frequentissimis convencibus dilacera
Novissimum Eustathio facimus in hac epistola rel. Ubi viiles Theophilum nec fratrem nec episco
(n. 5) exprobratur. Viderunt enim Cyzicum , inquit pum appellari.
(n . 9), el cum alia fide reversi suni. Non viderat mi . Cuni parum Fronto proinovisset fica reclæ
hanc fidem Basilius, sed lioc lantum audierat silen - Bdei professione, in aperlum furorem , relictis asto
lium consubstantiali imposilum , simile secundum tiis, erupit. Facla magistralibus contumelia (c ),
essentiam induclum fuisse. IIæc formula inter va. verbera inflicta , ædes expilatæ , civitas vastala, sa
rias formulas , quibus subscripsit Eustathius , ut cerdotes expulsi, et irruen libus lupis grex disper
recentissima pariler recensetur in ep. 251, n. 4. sus. Basilius acceplis ea de re litteris presbytero
Indicalur etiam in ep. 226 . Quo tempore id conti- B ruin elmagistraluum , tribuit eorum tempori quide
gerit, non declarat B : silius ; sed cum recens esse quid in se situm eral, coram supplicavil polentibus
faclum indicel : anno 375 , evenisse supra diximus viris, et per litteras jis a quibus in aula diligeba
anle concilium Ancyranum . lur, ut rabidi bominis furor comprimerelur. Cum
II. Theophilus Castabalæ in Cilicia episcopus, ve- autem animadvertisset in presbyterorum litleris
hemens fuerat in causa Eustachii luenda ; in prin aoimum inter lol ærumnas lassum ac minus cone
nordiis dissensionis miserat aliquem ex clericis slantem , consolalur eos spe auxilii a Deo venturi,
suis , qui Basilio indignis modis conviciarelur : nec ac horlalur ul precando ne defaligentur, et quæ
digualus erat ad eum scribere, ne episcopum illum hactenus verbis docuere, ea nunc opere perficiant,
salutare cogerelur. Postea (a) socium adjunxeral se Similiter magistralibus celerem a Deo adfuluram
Eustathio in Basilio frequentissimis in conventibus opem pollicelur.
dilacerando. Sed tamen ubi vidit causam suam Ba Basilius præ summo suo Amphilochii desiderio
silium in clarissima luce et omnium oculis expo- moleste ferebat se lam longe ab eo disjungi ; sed
nere , suam vero , Eustathium turpi cum Arianis cum Amphilochii tranquillitalein consideraret, gra
conjunctione prodere; tum vero Basilii amicitiam c tias agebat Deo, quod is remotus esset ab incendio
recolligere conalus est , sic lamen ut pro Eustalbio Cappadociam el vicinas provincias vastante , quibus
peliisse videalur. Respondet ei Basilius se amici- angelus Salanæ bellum inferebat, ut hæresim pro
tiam illius magni semper fecisse, nec ab ea , quan - pagaret, ac ne sanguini quidem Odelium parcebat.
lum ad animi affectionem pertinet, ullum diem Namn Asclepius quidam , eo quod communionem cum
discessisse ; quamvis mullæ ac magna doloris cau- Doec, id est, cum Fronlone jnire nollel, ab hæreli
sæ acciderint: sed cum jucunda cum moleslis, velut cis verberalus, ex plagis obieral. Non dubitabat
in trulina, ponerel, plus apud se jucunda ponderis Basilius, quin hujus rei faina ad Amphilochium per
habuisse. Quod spectat ad Eustathium , hanc a venisset. Cælera omnia huic facinori respondebaul,
Theophilo veniam pelit Basilius, ut cum Euslalhii persecutiones presbyterorum et magistratuum , et
communio semper sibi oplatissima fueril, quandiu quidquid ab hominibus auctorilale ad arbitrium
is a sanioribus slabal partibus; nunc eo cuin ad . abulentibus proficisci possil.
versariis palam el aperle conjuncio, liceat sibi ni- Jam absolutus erat liber De Spirilu sancio , cum
bil veritati præponere. sanctus Amphilochius Cæsaream venit anno præ
Jamduduin scripserat Theophilus, moleslumque terito ad diem festum S. Eupsychii. Moras altule
erat Basilio quod occasiones deessert respondendi. D runt librariis mandala Amphilochii , qui eum in
Sed tandem nactus Strategium , commisil ei banc membranis descriplum voluit. Sub finem ejusdem
epistolam cum præcedenti. Bis quidem venit Sira anni promillit se missurum illud opus, si quem
legius, utmodo videbimus ; sed primo ejus adventu idoneum inveniat, cui perferendum commillalur.
Basilius Theophilo scripsit : sic enim in præcedenti Hujus enim cautionis necessitalem afferebat perse
epistola de Theophilo et acceptis ab eo injuriis cutio. Cum neminem ejusmoili hactenus invenis .
Joquitur ut jam lum videatur Theophilus ad ejus sel, rogal. Ampbilochiuin in bac epistola 248 , ut
communionem et amiciliam redijsse .Ait enim (11. 2) : si quem ipse reperial, opus accersal. Nolebat enim
Cum onni mihi reverenlia el honore dignus fraier Basilius illud hominum judiciis commillere, ante
Theophilus uno ex his qui cum eo sunimisso, non - quam Ampbilochio probaluin fuisset.
nulia declarassel, quæ nec sibi indecora diclu , et Sequens epislola , quae inscriptione carel, inter
nobis audilu congruenlia esse ducebal ; scribere enim hos tumultus videtur scripla . Num cum aliquete

(a) Ep. 130. (c) Ep. 247.

(6 ) Ep . 378, n . 1 .
 VITA S. BASILII. CXLVII

mendaret, praeclare cum eo viro agi existimat, non morbo bæresis laboral, reliquam vero Ecclesiam in
solum quod bonum sibi ad fuluram vilain viaticum , sana el incorrupla doctrina versari.
bonum cum hominibus Dominum timentibus convi- Numeral Basilius (n. 2) annos decem et seplem
clum eligal, sed etiain quod hisce, inquit , nostris non exactos a concilio Constantinopolitano , in quo
tumultibus liberelur. deposilus est Eustathius anno 360 ineunte. Ex quo
IV. Superiores Basilii ad Patrophilum lilleræ ce palet hanc epistolam anno 376 scriplan csse. Sed
lerem responsionem merebantur. Rogabatur enim cum Tillemontius Arianos existimet e Galatia ac
Patropbilus, utnisso iterum Sıralegio responderet, cersilos ab Eustathio ſuisse anno 376 , in varias se
utrum in Basilii manerel communione, an lolum se conjicil ambages, ut explicet quod ait Basilius, id
Eustathii partibus addixisset. Tardus fuit ad re . faclum anno prælerilo fuisse . Suspicalur Orien
spondenduin Ægeensis episcopus. Tandem , ubi satis tales annum incipere solere a mense Septembri ,
deliberasse sibi visus est, per eundem Sıralegium ac proinde, si hæc epistola rejiciatur post mensein
scripsil se euindem esse erga Basilium , qui hacie. Septembrem , Basilium id prælerilo anno factum
pus fueral, ita tamen ut a sua in Eustathium pro- dicere poluisse, quod verno tempore anni 376 eve
pensione non mullum discederet, ac Basilii in de . B neral. Quamvis autem probaverimus in capite 34
neganda.Eustachio communione constantiam minus Eustathii conjunctionem cum Arianis anno 375
probaret. ante Natale Domini evenisse , hæc tamen ad Eva
Gratias agit Basilius quod idem erga se perma- senos epistola post Septembrem rejicienda essel,
neal. Sed iis omissis, quæ de Eustachio disseruerat si Cappadoces, ut existimat Tillemontius, annuin
Patrophilus, factum suum boc uno rationis mo- incæpissent a mense Seplembri. Sed hæc opinio
mento defendil, quod cum Eustathius palam et aper. non magnis nititurmomentis, longeque probabilius
le communicaverit cum Galatis, qui ab insignium est initium anni apud Cappadoces a mense Marlio
Arianorum partibus slabani, si cum ejusmodi ho- repelilum fuisse . Nam Basilius in epist. 69, quæ
minibus communicare liceat, etiam cum eorum du- citius mense Seplembri scribi nou poluil, sanctum
cibus et magistris liceat, quorum lamen communio . Athanasium rogat, ut'Dorotheum ad primam navi.
nem fugiebat Patrophilus, gationein dimillal, ut saltem possil, inquit, anno
Evæsenam Ecclesiam , quæ vicina erat Cæsareæ , sequenti aliquid peri eorum quæ precamur. Plana
nibil læserallemporum difficultas, id quod maxime est el aperta bæc oratio, si anni ivitium erat apud
rarum erat et inventu difficile : integra erat apud Cappadoces mensis Mirlius; sed si Septembris ,
eos et intacta fides apostolica ; ac suuin veritatis quomodo Basilius initio anni scribens, non salis
amorem egregie declararunt, cum struclas Basilio superesse existimassel temporis , satisque habuis
calumnias in menlientiuin capila rejecerunt. Præler sel, si sallem anno sequenli suscepla consilia ad
libellos, quibus Basilium Eustalbius ante tres annos exiluin perducerentur ?
laceraverat, videlur recentiori aslulia vel per se Existiinal Tillemonlius (a ) orationem Basilii in
ipse, vel per cmissarios suos persuadere Evæsenis sanclum Mamaniem primo anni die babitam ſuisse ;
voluisse (n. 4), ordinem sanctæ Tripilatis a Ba- et cum S. martyris festum apud Græcos mense
silio immutari, ac Spiritum Patri et Filio præ - Septembri celebrelur, initium anni apud Cappa
poni. doces a primo Septenbris die repelil. Sed festum
Persuasum habet Basilius magnam fore Evæseno. S. Mamantis secundo Sepleinbris die , non priino,
runmercedem , quod calumniis adiluin jo corda sua apud Græcos celebratur, vigebatque hæc consue
non dederint : eosque laudat, quod præclare ani. Ludo Constantinopoli, ut observat Tillemontius, lem
madverterint, iniquilatein et inconstantiam Eustaibii, pore Leovis Thracis. Deinde vero Basilii verba non
qui cum Nicænæ fidei subscripsisset Romæ, postea sic accipi debent, quasi dies festus S. Mamantis
Basilio bellum intulit eo quod, ipsius pelilu, eidem o primo anui civilis die celebrarelur; sed cum ad
formulæ iterum subscripsissel; el cum Arianos negas. bunc dieru magna hominuin multitudo quolannis
navere ; et cum violenter esagilasset eos, qui cum novi quodainmodo initiuin . Sic loquitur Basilius :
Arianis communicabant, nunc Arianoruin commu . Obe replayaywy nuwv rov tarnyupos tautnu,
nionem persequitur. Falelur Basilius humilem se xai trépas dous tais trepuoivais euxais, xal xegaan
esse el parvum, sed tamen eundem semper esse, δεύς τω έπιόντι χρόνο ( ή γάρ αυτη ημέρα ορίζει
nec unquam cum rebus iminulalum . Non aliam apud Muir Toy Trapeadóvta xúxàov, xal wepan ylystal
se Gidem esse Seleuciæ , aliam Constantinopoli, dály tip ŠTEPXquéuw ) ..... Slaquaábelev fuás év
aliain Zelis et Lampsaci aliam , ei Roina aliam , nec aútõ abiabeis. Qui vero hanc nostram celebritalem
nunc novam circumferri a prioribus diversam . reduxil, el præleriti anni volis finem dedit el succe
lloriatur Evæsenos, ut in fide constanter perseve denti lempori initium largilus est (eadem enim dies
(a) Tom . IV , p . 358.
CILVHI PROLEGOMENA.
præterilum circulum nobis lerninal et rursus inse- A lerea anno 373 et sequentibus querebatur Basilius
quentis fel initium ) .. .. conservel nos in semetipso de Occidentalibus, quos plena manu in his tribus
illæsos, elc. Quæ hic de diei quotannis redeuutis epistolis laudat. Cuin bis epistolis conjungit eliam
vicissitudine dicuntur, de quolibet die festo quol- Tillemontius epistolam 132 ad Abramium Batrorum
al. is redeunte dici possunt : præsertim si ad illum episcopum . Sed eam rejeciipus in annum 373 .
diem magna boninum multitudo convenire soleat. Quartam epistolam delulit Sanctissimus , quæ
Nulla ergo nobis imposila necessitas epistolæ ad presbyteris Acacio , Aelio , Paulo et Sylvano, Silvino
Evæsellos post Septembrem rejicienda . Nam si el Lucio diaconis , cælerisque fratribus monachis
aut Martio incipiebant, potuit Basilius, cum mense mus nominalur , non alium esse ab eo Acacio , qui
Julio aut Augusto scriberet , ea anno præterito Basilium anno 375 Bercensis Ecclesiæ et Chalci
facia dicere quæ Decembri proxime elapso conti. Jensis nomine invisil, ac postea in episcopalu Be
geranl. ræensi celeberrimus exstitit, sed pralerilos labores
Referimus ad hunc annum epistolam 252 in qua nefariis in S. Joannem Chrysostomum molitionibus
Basilius episcopos Ponti perhonorifice rogal, ut an . dedecoravit.
liquum morem resumant visitandæ ad diem fee B Jamdudum Ecclesiam Bercensem et Chalciderr
stum Sancti Enpsychii ecclesize Cæsariensis. Cilius sem persecutio impugnabal, sed hoc anno 376 sta
collocari non potest bæc epistola ; nam anno quin tim post Pascha bæretici Bero.ensium monachorum
dem superiore pax inter Basilium et Ponti episco- labernaculis supervenientes , eorum labores igni
pos sarla , sed post ſestum S. Eupsychii. tradiderunt. lugemuit Basilius, ubi id rescivil, non
V. Dorotheus el Sanctissimus Roma redierunt tamen monachorum causa , quibus aliud in cælis
hoc anno , rebus , quarum causa profecti erant, si domicilium videbat hoc scelere præparari, sed bæ
minus ad oplatum exilum , sallem ad bonam spein relicorum , qui sibimetipsis ignis thesaurum com
perductis. (a) Magnos labores in hoc conficiendo parabant. Speraverat Basilios fore, ol ad se lan
itinerecolerarunt: sed summam lætitiam toli Orienti quam ad paratum perfugium omnes accurrerent , ac
altulerunt, cum el sententias Occidentalium et re- ipse eorum complexu ex continuis doloribus et
rum slalum accurate perspectum nuntiarent. Doro . ærumnis respiraret. Sed cum id conseculus von
ibeus in epistola Orientaliuin solus noininalur, quia essel, optabal ut sallem sæpe scribendi occasio da
is solus nominari solebat,, qui præcipuas partes retur. Ne id quidem contigit, quia nesciebat ubi
legationis sustinebat. In litteris autein , quas Basi- c nam versarentur, tum etiam quia non nulti e Cape
lius post eorum reditum scripsit , nulla Dorothei padocia in has regiones proficiscebantur. Nactus lan
mentio , sed lanlum Sanctissimi, sive ob eamdem dem Sanctissimi facultatem , hortalur ut ob fulu
causam , sive quod, reinanenle apud S .Melelium ram mercedem fortiter se gerant; et, quia persecu
Dorotheo, Sanctissimus in Orientem missus esset, tione adepti sunt fiduciam apud Dominum , noctu
ut res Occidentis nuntiaret , ac Orientaliuın sludia et interdiu pro Ecclesia precenlur.
ad id quod inchoalum erat perficiendum incilaret. Ad idem tempus referri potest epistola 257 ad
Videntur allem Dorotheus et Sanctissimus præci- alios monachos, quibus pariter Ariani bellum infere
pue res Antiochenas corji habuisse, lum quia ma- bant. Evs Basilius consolatur spe mercedis eo ube
xima corum cura erat hæc Ecclesia , quam lillenia rioris, quod bellum inferebatur ab hominibus Chri
Damasi anno 375 perturbaverant, tum quia ut ipse stianos se esse prolitentibus, nedum hoc nomen , ut
censebat Basilius, pax Orientis ex Antiochiæ pace niulli existiinabant, de eorum , qui persecutionem
plurimum pendebal. Quare ad S. Melelii causam paliebantur , merito delrahere possel. Horlalur ut
reſero quod ait Basilius presbyleris Antiochenis, nec episcoporum exsiliis, nec quod proditores non
Sanclissimuin eorum sullicitudinem partim sedam nulli ex ipso clero exstilere, fides eorum vacillet,
ruin his quæ in Occidente perspecta narrabil, par- D nec eos magna populi multitudo lerreat : non eniin
tim excitalurum , et quantum sludii res præsentes nomina essc , quæ nos salvos faciunt, sed proposi
requirant, demonstraturum ; ac inde colligo Dama. lum animi et dilectionem ; nec multitudinem sal
sum opera duorum illorum presbyterorum æquiorem vari , sed eleclos Dei. Videtur Basilius Frontonem
factum esse Melelio . Hinc lailla lætitia exsullat Ba- notare, cum proditores ex ipso clero exortos com
silius non solumn in epistola ad presbyteros An - memoral. Tola epistola persecutionem ad summam
liochenos, sed etiam in aliis duabus , nempe una acerbilalein pervenisse declaral.
ad Pelagium Laodicenuni, altera ad Vilum Carrho- VI. Anno 376 exeunle S . Epiphanius clericos e
ium episcopuin , quibus quid actum essel in Occi- sua Ecclesia cum litteris ad Basilium misit, Dolo .
dente per se ipse non enarral, sed Sanctissimo enar. rem suum significabat , quod dissiderent inter se
randum relinquit.
Miror Tillemontium bas tres epistolas ad annum nonnullorum cominenla deprehendissc , ac de illis
373 reſerre. Tunc quidem in Orienlein rediit San - emendandis sollicitudinem suscepisse nuntiabal.
ctissimus, minime vero ex Occidente , sed ex Arme- Basilium rogabat, ut ad bas perturbationes sedandas
nia , in quan visendi Mcletii causa veneral. Præ - auctoritatem suam interponerel. Illud etiam Basilii
(a ) Ep. 255.
 VITA S.BASILII. CXLIX

curis dignum judicabat, ut dissidentes Catholicos A

sollicitudinem his de rebus susceperat, atque, utipse
Antiochenos ad concordiain adducerel : quorum narral (a), Vitalem ad accuralam dogmatis comº
de dissidio sic loquebatur Epiphanius, ut necesse ſessionem et ad concordiam cum Paulino ineundain
esse slalueret lres hypostases confiteri. Alleram horlalus fueral. Ortæ his de rebus lurb in monte
adjunxeral epistolam , in qua Basilii de dagusis Elæone el aliis in locis , sed lamen malum insana
sententiam sciscitabalur. bile non videbatur Epiphanio, ac Basilium rogabat
Gratias ei agit Basilius, quod eo tempore , quo ut remedium afferret.
refrirerat charitas , omnesque omnibus quodanı Hiec aulem mirifice congruunt anno 376 exeunti.
modo suspecti erant, et sui ineminisset , el lot ac. Nondum enim ordinalus erat Vitalis anno 375 , cum
lantis marium et terrarum spaliis disjunclus sum . Damasi lilleras accepit Paulinus circa mensem
mam animi conjunctionem significasset. Sed onera Seplembrem . Al loc facinus commissum eral, cuin
sibi ab eo inposila , ut viribus suis majora , depre . S. Epiphanius Antiochiam venit ; quo ex itinere
calur. Jam enim se scripsisse Palladio et Innocen - reversus erat, cum scripsit ad Basilium . Apollina.
to, integrum sibi non esse lidci Nicænæ quidquam rii aulem hæresis , etsi in his Damasi ad Paulinu :
addere. Quæ autem de Incarnatione adtexta fuerant litteris, ac multo ante , nempe anno 362, in concilio
buic formulæ , ea Basilius nec examinaverat , niec B Alexandrino damnala , elsi ab Athanasio in epistola
receperat ; proplerea quod meluebat ne , si semel ad Epicletum anno 369 egregie confulala fuerai,
a fidei simplicilale discedatur, nullus jam foret dis- non tamen illius auclor prodibat Apollinarius. Cum
palandi linis , ac simpliciorum anima lurbarenlur, Basilius accusalum vidit ab Eustathio Apollinariuin
dum fidei formulam augeri vident. anno 373 , mirum id ei visum est ; aunquam enim
Quod special ad dissidium Antiochenum , declarat de eo quidquam audierat ejusmodi. Nec tamen hæc
Basilius se hactenus cum Melelio communicasse, criminalio ad Incarnationem speclabal, sed ad Tri
semperque cum eo Dei gratia communicaturum , nitalem . In epistolis, quas scripsit Basilius anno
proplerea quod primus sub Constantio egregiuin 375 et 376 , ut ſamam suam ab Eustathii calumniis
certamen pro fide certavil , ejusque communionem vindicarel , declarat se cuin Apollinario , nec com
ab initio Cæsariensis Ecclesia amplexa est ; ipsum munione , nec sententia conjunctum esse : sed
etiam Albanasium cuin eo communicare voluisse, alios a se non propulsal errores, præler eos, quos
sed rem in aliud lenipus pravis nonnullorum con - ipsi Eustalbius alinxeral, dum ei impia quædam
siliis dilatam fuisse ; eorum autem qui post Mele - Apollinarii dicta altribuit (b) , eumque ab Apollina.

non quod indigoos judicaret, sed quia nihil habe. “ cpistola 245 Orientis mala accurale describuntur :
bat , cur Meleliuin condemnaret ; itaque facere se al nulla prorsus de Incarnatione bæresis orla nun .
non posse ut ad eos scribal. Caeterum Epiphanium lialur. Quare hæresis Apollinarii palam et aperte
laudat, quod Tres byposlases conſileri necesse esse non erupit, nisi post banc Orientalium epistolam :
existimet : eique originem et instituta Magusæorum ncc proinde epistola ad Epiphanium , quæ multis
exponit. Suminia Basilii humilitas elucet in bac jam rebus post exorlam hæresim scripla est, citius
epistola : hoininem se nullius prelii (11. 1) vocat, collocanda anno 376 exeunte.
et in peccatis (n. 2) viventem , quique verila . Antequam Epiphanii litteras acciperet Basilius,
tis dogmalum nondum idoneum asseculus usum . alias acceperal (c) a Palladio el lunocentio degen .
flanc epistolam ad annum 376 exeuntem referi- tibus in monasterio montis Olivarum , in quo dis
mos, quia cum haec scriberel Basilius , jam Antio . sensionein aliquam cominoverat hæresis A pollinarii.
chia episcopalum Vitalis invaseral, jam turbas cie - Royalus ab eis Basilius, ut se in pacificationem in
bat pravis opinionibus Apollinarius, nondum lamen lerponerel, ac Nicænæ fidei aliquid de Incarnatione
bæresim suam palam el aperle prædicabal. Nullius addcndum constitueret, loc unus suscipere noluit.
autem , inquit Basilius, ex iis qui postea introierunt, D Cuin enim id præ summa humilitate altius'intelli.
judicemus indignos, sed quod nihil habeamus unde jurgiis maleria daretur , ac simpliciorum anima
hunc (Meletium ) condemnemus. Jam ergo præler Pau- lovis rebus introductis læderentur. Cæterum . ad
linum novus aliquis S . Melelio superveneral con - pacem eos horlabatur. Sed cum illius epistola, quam
petitor , quem cum Basilius episcopalu indignum amisimus, non multum promovisset , iterum ad eum
non judicet , alius esse non videtur, quain Vitalis scripserunt Innocentius et Palladius iisdem de re.
nondum in hæresi palam oblirmialus. Neque enim bus, non sine aliqua excusatione quod ad eum non
aut de Euzoio sic locutus fuisset Basilius , aut de venirent, Libenter eis remillit Basilius hujus itine
ipso Vitali postmanifestom bæresis incendium . Non ris laborein , ut hominibus labore inanuum viventi.
latebant Epiphanium quæ a nonnullis male escogie bus perincommodumn , simulque dolorem suum signi
lata , nempe ab Apollinario , fralres conturbaverant : licat, quod in concilianda pace parum prolecerit
(a ) Hæres. 77 , c . 20. (c) Ep . 258, . 2.
(6) Ep. 214, n . 3 .
PATROL. GR. XXIX .
CL PROLEGOMENA.
El pacis quidem , inquil, semper optavi concilialor A silius quinam in Ecclesia , in qua degebat Urbicius,
esse, sed re.infecla , mæreo ; quomodo enim non me sani sint, ut quibus scribendum sit et in quibus ac
rerem ? Quali autem ex genere sil dissensio in mu- quiescendum coglioscal. Cum autem audiisset non .
nasterio illo exorta perspicere possumus ex his quæ nullos ex iis qui cum Urbicio erant, Deum ipsum
sequuntur : Sed tamen ea causa succensere nenini in carnem conversum dicere, breviter errorem re
possum ; cum sciam pacis bonum jam olim a nobis ſellit , Urbiciumque hortalur ut hæc impielas eccle .
esse sublatum . Non sic locutus fuisset Basilius , si siastica emendatione non careat. Ex quo colligi po.
ejusmodihomines errore Apollinarii infecri fuissent, lest hunc Urbicium vel monasterii præposilum , rel
Non eniin negassel se illis succensere posse : sed aliquo ecclesiasticæ dignitatis gradu præditum ſuis
illius lenitalem inde ortan) puto , quod Apollinarium se. Nemo est qui non videat in liac el superiori epi
cjusque nonnulla dicla sic defenderent, lil senten - stola Apollinarii coninienta damnari : nec mirum
lim pravilalem minime sequerentur. Idem fere sibi videri debet si non unus el idem error in utraque
evenisse icslalur Epiphanius (a), antequam Apolli- epistola reſellatur. Narrat eniin Epiplianius (l) se
narii læresim cognilam et perspectam baberet. inter Apollinarii seclalores magnam sententiarum
Credere malebat illius dicta minus accurale re- varietatem perspexisse .
ſerri , quam absurdos errores lanio viro altri- B CAPUT XXXVII.
buere.
VII. Circa hoc tempus Oprimus Antiochi:e, in Pie tur. ll. Non ridentur conſecisse quod præcipue illis
sidia cpiscopus, Basilium consuluit de his Scripluræ propositum erat. III . Laudat Basilius confessores
Ægypiios quoll Apollinarium daminaverini. IV . Re
verbis : Omnis qui occideril Cain ., elc. (b); item de prehendit quod Marcellianos ail communionem re .
Lamechi ad uxores el Symeonis ad Mariain verbis. ceperint. y . Reprehensi etiam fuere a Peiro Ale
Numeralur Optimus a Theocloreto (c) inter strenuos mandrino ad quem scribit Basilius ep . 266. VI.
Examinatur an jure Busilius dixeril Marcellum ex
Sidei defensores, eiqne a synodo ecumenica se Ecclesia exiisse . Quo tempore fidei conſessio Atha
cunda idem bonos delatus est ac Helladio Caesa nasio oblata a Marcelliunis. VII. Peiri querelis de
riensi, Gregorio Nysseno el aliis nonnullis. Eluce Dorotheo respondei Basilius in eadeni epistola .
bal (n. 1) in jilius ad Basiliumi litleris el de Eccle I. Dorotheus et Sanctissiinus presbyteri, quos
siis solliciluido el Scripturæ legendæ studium . Quare anno 376 iu Occidentem rissos fuisse ct eodem anno
Basilius pueros ab eo missos, quos alias libenter vi- rediisse diximus, non diu ex molestiis itineris quie
debat propter egregios illorum mores, ac eorun cum rerunt, sed statim novus illis suscipiendus ſuit la
Oplino necessiludincin , lunc eo libentius vidil, c bor, ul episcopis Orientis nuntiarent quæ in Occi.
quod illius epistolam ferebant. denle viderant (g), eisque persuaderent magno stu
Scriplam hanc epistolam post hæresim Apollina- dio præsentia negotia indigere. Nani etsi prolixam
rii probant, quæ de hæresibus Incarnationem op- succurrendi volunilalein significaverant Occidenta
pugnare non cessantibus legunlur, num . 8. Huc ac les, eadem manebantOrientis vulnera (hl, nec quis
cedit quod senein se esse dicit Basilills, el lempore quam niissus ex Occidente qui ea sanarel : nec lit .
ac imbecillitale corporis etmultitudineadictionum , Ters , quas Occidentales misere per Sanctissimum et
quæ plurimæ in eum concilalæ vitam iilius prægra. Dorotheum , magnum remedium allulerant. Quare
va verant, einarcuisse. ac novis episcoporum
(i) nova opus erat legatione,colligendaruin
YIII. Cum Apollinarii hæresis in urbem Sozopo - subscriptionibus, quarum causa vi.
Jiranam penetrassel ac nonnullos inſecissel, scripse- delur Sanctissimus Orientem peragrasse. llerum
runt ea de re Sozopolitani ad S. Basilium , qui bre. ergo profectus cst in Occidenlem cum Dorothco,
viler quidem , sed eximiis rationibus demonstral, epistolam Orientalium deferens, in qua rogant ut
quam absurdum sil cælesterr. Christo carnein aflin - tandem aliquando millailur (j) qui Orientem invi.
gere, et humanos affeclus in ipsam divinitatem con - sanı; vel, si id lieri non potest, sallemi veniant ab
ſerre. Hanc epistolam cilat Leontius (d), el pluribus D Occidente lilleræ , quæ auciores luniullus el perlur
locis Eulogius (e). balionis nolent, eosque (n. 5) ab ecclesiis arcendos
Urbicius monachus, idem procul dubio, quem Ba- decernant, si in pravis novilalibus perseverent. Inier
silius anno 373 exsilium exspectans ad se accerse- eos, qui Orieplem perlurbant, duo nominalim re
bat, scripsil ad Basilium non sine aliqua timiditale, censentur Euslalbius et Apollinarius. Referuntur
ut ad virum fama et dignitate præstantem . Sed eum variæ Eustachii mutationes partium : cum iis, qui
hortalur Basilius, ut hanc timiditalem ,ex animo consubstantiale anathematizant conjunctus esse ,
ejicial, ac supe ad se scribal ; neque enim nescire seque Pneumatomachorum hæresis ducem præbere
se bominum præstantiam ex timoris Dei gradu pro dicitur. Scire avent Orientales quibus olin condi
ficisci, nec quidquam impedire, quominus se major tionibus a Liberio susceplus sil ; alque hæc addi
sit Urbicius, si Deum magis limeal. Scire cupit Ba- tur causa, cur ad eum reprimendum Occidentales
(a ) læres. 77, p. 996 . (0) Hæres. 77, p. 996 .
(9) Ep. 253.
ic) Hist. eccles . lib . iv, c. 30 . in ) Ep. 263, n. 1.
) Ep. 253 et seqq .
le) Phol . cod . 225 , p. 700 , 8C1, 808 . li ëp. 263, n . 1.
 VITA S . BASILII. Gud
auctoritatem suam adhibere debeant, quod unde A licile fuisse Dorothco a sua lenilale non discedere,
acrepit fiduciam ad subversionem inullorum , inde cum lum iniquum Pelrus de Meletio et Eusebio ju
æquum sit emendationem venire. Apollinarii erro. dicium ferret. Quamvis autem Occidentales non
res exponuntur. Perstringitur etiain ordinatio Pali Lantum S. Meletio favorem exhibuerint, quanluin
lini Antiocheni, isque accusalur, quod in Marcelli oplassel Basilius ; constituerunt tamen episcopos
errorem propendeat, ac illius seclalores sine discri- millere in Orientem , qui sequestres el arbirri refun
mine ad communionem admillat. dendæ , si fieri posset, pacis exsistereni, il legimus
II. Non videtur bæc legalio prosperos cxilus ba- in epistola concilii Aquileicnsis ad imporalores,
buisse. Vix quidem dubium est, quin persecutionis quæ est duodeciina inter Ambrosianas. Scd ibidem
descriplione el tot malorum debili specie corda leli . boc consiliuin bello Gothico interpellatum fuisse
gerint. Forte etiam de Eustathio el Apollinario in - discimus.
petrarunt, ut ulerque condemnarelur. Sallem de in quodam codice manuscriplo annolalur hanc
Spollinario scimus eum in synodo Romana (a ), prz . epistolam missam non fuisse, unde colligil Combe
sente Pelro Alexandrino , damnalum ſuisse. Prolie fisius Basilium inutasse consilium quod intenderat,
sam Occidentalium voluntatem perspicimus in quo - ob ea quae de Paulino minus honoriſce in hac epi
dam fragmento synodi Romanæ . Cæterum , inquit B stola dicuntur. Sed bunc codicem refellit Basilii le .
synodis, quod ad removendas vestræ dilectionis in - stimonium . Quod eniin ait Meletium et Eusebium
jurias, nec fraler nosler Dorotheus presbyler expli. numeratos fuisse inter bæreticos, id referri non
care omnia vivaciter prætermillit, nec nostri nisus, polest ad legalionem anni 376 ; quæ tanlam Besi.
ul ipse leslis esl, defuerunt. lis lülitiam non aliulissel, quantain allulisse vidi
Alpræcipue propositum eral legalis, ut Occiden mus, si lunc Meletius el Eusebius lam inhoneste
tis gratiam ac favorem sanclo Melelio conciliarent. appellati fuissent, Quare necesse est aliam admil
Cum enim nibil Antiochiæ Basilius (6) in orbe ter tere legationem , cujus exilus exspecialioni minus
rarum præferebal, eaque ad concordiam adducla respondit.
caleras Ecclesias facile sanaluin iri pulahat, luin Profecti ſuisse videntur Dorotheus el Sanctissi
Tero Dorotheus et Sanctissimus hanc potissimuin mus verno lempore anni 377. Nam cum redicrint
proficiscendi causam babueruit (c), quod Paulinus ex Occidente anno 376 , circa autumnum et in col
lilleris Roma acceplis mirum in modum eſſerrelur, ligendis subscriptionibus aliquid temporis consum
Slatim ac allalæ fuerunt Antiochiain hæ lillere
(allale antem fuerunt anno 375, circa autumnum ), c pserint,
cilius
sccunda illorum in Occidentem profectio
collocari non debet. Neque etiam inulio se
Dorotheus Roinam cogitavit !'), ac Sanctissirxus rins; quia ab eorum reditu usque ad illud tempus ,
(e) Orientem peragrare ca , il, ac subscriptiones et quo Pelrus Alexandrinus Roma discessit (discessit
lilleras colligere. Lülitia, quam Basilius eorum re
dilu percepit anno 376 argumento est lunc Roma autem circa inensern Maium anni 378), nonnullæ
res geslæ sunt, quæ nimiuin angustis spatii finibus
num pouliſicein non alienum a Meletio animuni si concludi non debent. Quare immerito synodum
gnificasse, At secunda legatio prospere non cessit. Romanam , in qua damnalus rogalu Orientalium
Nam cum Melelii causam defenderet Dorotheus co
rain Damaso cc Petro Alexandrino , sanctus ille Apollinarius, nonnulli referuntad anni 378 initia.
m.
præsul una cum sancto Eusebio inter hæreticos nu III. Non mullo post epistolam , quæ est ad Occi.
meralus est, idque, ut conjicimus, ab ipso Pelro Palæstinascripsit
dentales, Basilius confessoribus Ægypliis in
exsulantibus (y). Horum plures commu.
Alexandrino . Non lulit Dorotheus lantum nefas, ac
stomachuun suum erupit in Pelrum , qui cum apud niter , privatim vero Adelphius el Isidorus scripsc
Basilium conquestus esset. sic ei respondel Basi- rant Apollinario . Sed is postquam in apertum
lius (() : Nos autem in Iristitiam conjecil fraler Do. schisma erupit, confessorum testiinouio el perlio
rotheus, quod , ut ipse scripsisti, non omnia leniter et , norilicis litteris se jactabal in quadam adversus
mansuele dixerit dignitari lua . dique id equidem lem . • Paulinum Anliochenum epistola . Coufessores com
porum allribuo difficultati. Videor enim mihi nulla movit hæc epistola ac dc Paulino suspiciones injecit :
in re ob mea peccala prosperos habere successus : sin sed ubi in eorum manus vencre nonmulla Apollinarii
quidem fralruni oplininon comperiuntur lenes , neque de fide scripta ; lum vero illalom Ecclesiis dam
ad obeunda munera idonei, eo quod ex mea sententia num tacere non poluerunt, ac suum de Apollinaria
non omnia peraquni. His verbis satis indicat Basi. judicium litteris ad Nitrix monacbos scriptis con
lios legationem ad optalos esilus perduclain non signaruul.
fuisse : causam avleir, rejicit quidem in Dorotheum Basilius, ubi didicit eos confessionis laudi ma.
ac sua ipsius peccala , sed tamen in bis quæ so- gnum bæresis relellendæ studium adjicere, commy.
quuntur non sine perpolito acumine demonstraldif- nionein cum eis ſovere per epistolam (h ) voluit, ac

(a ) Damas. epist. 14. (e ) Ep . 239, n . 2.

bi Ep . 66 , n. 2. Ep . 266 .
(c) Epist. 216 . (g) Tillemont., loin . VII, pag. 620 .
(d) Ep. 215 . in) Ep. 265.
MA PROLEGOMENA.
Elpidium diaconum misit cum litteris suis. Gralu . A si Deus dederil, nobisque patientem aurem præ .
latur eis exsilium et egregiam de Ecclesiis sollici. beant, speramus nos populum ad Ecclesiam ad.
ludinem in refellendo Apollinario cognitam . Hujus ducluros, ila ul non ipsis nobis exprobretur nos ao
hon.inis.facinora ad scindendas Ecclesias, errores Marcellianos accessisse, sed illi membra corporis
de Trinitate et de Incarnatione perstringit, el quam Ecclesiæ Christi fiant : el malum dedecus, quod ea
absurda sint illius de lenipli es legis instauratione hæresi aspersum est, nostra suscipiendi ratione de
cominenta breviter demonstral. Hortatur confesso - lealur, nec nobis opprobrium inuralur, ut ad illus
res ut eum dogmalibus Ecclesiæ forliter proponen - Translatis.
dis ad sanitatem reducere conentur, ita ut illius Scripta videtur hæc ad confessores epistola post
omnibus innolescat penitentia. Orientalium lilleras ad Occidentales. 4• Nihil ha
IV . Alia erat scribendi causa ad confessores. bent Orientalium lilleræ de facinoribus Apollina
Norloo pancis ante annis Marcello , pars cleri el po- rii (d), qui illegitimos episcopos in Ecclesias at
puli Ancyrani, quæ ei semper alixa fueral, nec episcopis catholicis gubernalas inmittebal : unde
episcopos in ejus locum substitulos aynoverat , ridebalurmagnum pietatismysterium , episcopis sine
communionem catholicam amplecti slaluit. Erant clero ac populo obambulantibus el nudum nomen
enim ab omnibus Orientis Ecclesiis abscissi, si ex . W circumferentibus. 2º Paulinuin vituperanı Orienta
cipialur Paulinus, cujus licentiam in eis ad commu les, quod Marcellianos sine discrimine ad conimu
nionem recipiendis vituperant Orientales in epi. nionem suam admillerel. Al boc crimen inferendum
stola præcedenti (a). Studio igitur recuperandæ einon fuit, vel saltem cuin confessoribus commu
communionis caiholicæ , quatuor preslyteri ex bac nicandum eral, si jam recepti palam et aperle a
socia cum quatuor aliis clericis Diocæsaream ve- confessoribus ſuissent Marcelliani.
niuni, ostendunt confessoribus Ægyptiis litteras, V. Quod ergo Petrus Alexandrinus de recepi:
quas olim a sancto Athanasio acceperant, fidei for- Marcellianis ad Basilium scripsit, id post reditum
mulam offerupt, erroribus, quos ei hominum allri Jigatorum Dorothei el Sanctissimi scripsit. Per.
buebat opinio , contrariain ; sicque a confessoribus amice expostulabal cum Basilio , quod se certioreni
admilluntur ad communionem . Pluribus ea res per bujus rei non fecisset : simulque dolorem suum si
molesta fuit, etiam in Palæstina (6 ) : sed nemo po - gnificabat, quod nec canonum ncc Basilii habila ra
liori jure conqueri polerat, quam Basilius. Nam lio fuisset in Marcellianis ad communionein recie
cum Galatia una essel ex provinciis Cæsarea sub piendis. Falelur Basilius (e) non immerito repre
jeclis , Galate in comniunionem ecclesiasticam in- c hensum se a Petro, quod non ad eum de omnibus
consullo Cæsariensi episcopo restitui non debebant. rebus, sive parvis , sive inaguis scribal. Nama
Hac injuria accepla Basilius eamdem ac sæpe alias tibi, inquil, convenitnostra curare, et nobis ad luan:
animi moderationem adbibuit, ac querclas suas ne charilalem de rebus nostris referre . Cæterum decla
ad Petrum quidem Alexandrinum detulit. Scripsit rat se molestiis, non solum quæ ab Arianis aceidunt,
tantuni confessoribus non debuisse eos sibi rei ad sed etiam quæ ab unanimis fratribus, ita assuelum
omnes Ecclesias spectantis judicium arrogare. Me esse, ut iis, quæ præler ordinem gesta super fue.
luendum enim esse ne pax scindalur, aliis absce- rant, mininie commotus fuerit.Hinc etiam Petri au
dentibus, dum alii admillunlur. Rogal ul ad se mil. res oblundere noluit, parliin quidem cum sciret
Ant propositiones , quibus assentientes Marcelli difamam sua sponte res geslas perlaturam , partim
scipulos rcceperunt. exspeclans dum alii bas molestias nuoliarent; fo
Non is eral Basilius qui, quod ipse commilleret, stremo decorum esse non ducens indignationem el
id reprehenderet in aliis. Sæpe a Galatis imporlunc dolorem signiſicare, quod contemplus fuissct. Sie
rogalus (c), respondere eis noluil absque ulla ex- guificat Basilius se scripsisse conſessoribus , ut
ceplione, quia aliaruin Ecclesiarum judiciuin ex- a charitate quidem non discedant (aliqua enim
speciabat. Cavendum enim csse intelligebal, ne, si o exorla fuera de recipiendis Marcellianis dissensio),
niinus æquis conditionibus reciperentur, nori illi ad el ab iis qui ecclesiastico jure erralis mederi pos
Catholicos, sed ad eos Catholiciaccessisse videren - sunt, exspecient emendationem . Laudat Pelrum
wr, sicque pas cum paucis schismalicis composila quod hoc opus aggressus sit prudenti consilio : ex
schisma inter Ecclesias excilarel. Cum aulem dicat quo colligilur eum scripsisse confessoribus de ca.
Basilius se importune a Galatis sæpe rogalum nonica recipiendorum Marcellianorum ratione : id
fuisse, verisimile est eos ad illum accessisse, anle que eum Tillemontius ſecisse putat in alteruira epi
quam so ad confessores conferrent. Sed dubium stolarum , quas scripsit adversus Apollinarium . Se.
esse non potest quin , postquani recepti a conſes- cundze (ragmentum exslal apud Facundum (1), qui
soribus fuere , a sancio Basilio pelierint ut con - hanc epistolam ad episcopos, presbyleros et diaco
cestuin sibi beneficiuin confirmarel. Hinc Basilius nos pro lide apud Diocæsaream exsules scriplam
sic de illis loquitur in epistola 266 : El nunc ſuisse teslalur.
(a) Epiphan . bæres . 72. (d) Ep. 265, n . 2.
(b) Ep. 266. (e ) Ep. 266 .
ici Ep. 266 . ( Lib . IV, c. 2 .
 VITA S. BASILII. CLIII
VI. De Marcelli sententia el doctrina in ulrain - A hendit, quod unam liyposlasim doceat. At si buic
que partem multa disputari solent. Sed hoc unum nævo addita fuisset communio cum Marcellianis,
nobis examinandum est, an verum sit quod ait Ba- non id omisissel Basilius.
silius in epist. 265, n. 3, eum ex Ecclesia exiisse . Non onillenda sunt quæ de Marcello adhuc vi
Desiderium ecclesiasticæ communionis, et catholicæ vente Basilius loquitur anno 371 . Rogal S. Athana .
gidei professio, quanu Marcelliani præ se ferunt, sium , ut ipsius opera el. auctoritate interposila
pon mediocris esse ponderis videntur, ul, si minus Marcellus a Romanis darnelur. Requiriiur aulem et
Marcellus, saltem ejus discipuli suspicione exsolvan - illud, inquil(c), a nonnullis qui hic sunt, ac necessa
lur. Neque eniin probabile est clerum el plebem rio quidem , ut etiam nobis ipsis videtur, ut ipsi Mar
Marcelli , si erroribus telerrimis infecti ſuissent, celli hæresim velut perniciosam el noxiam el a sana
Lam libenter, imo lanlis conatibus, norino Marcello , fide alienam exterminent. Nam hactenus in omnibus
Ecclesiæ fores puls: Turos ſuisse. Mulla alia ad Mare quas scribunt lilleris, Arium quidem infausti noni.
celli defensioneni afferuntur, S . Albanasii coininu nis virum susque deque anathemale ferire, el ab eccle
Dicaloriæ lilleræ , Romanæ Ecc'esiæ communio , sy- siis relegare non cessant : Marcello rero, qui impie
Dodi Sardicensis judicium , persecutio ab impiis talem ei ex diametro opposilan prolulil, el in ipsum
bærelicis, et quod Athanasius interroganti Epipha- B divinitatis Unigeniri exsistentiam impius fuil,el Verbi
nio sic respondit (a), ut purgatum habere Marcel- appellationen prare accepit, nullum videntur intu
lam videretur. Atque ex his quidein constal Mar - lisse viluperium . Qui Verbum quidem dicium fuisse
cellum usque ad certuin tempus in Ecclesia persti- Unigenitum concedii, ad usum et ad tempus progre
tisse. Sed quæ ex Basilii epistolis eruuntur, ea ad diens, sed rursus ad eum unde prodiii rererlens, ne
extremos Marcelli annos pertinent ; satisque diſti- que ante exilum esse, neque post redilum subsistere.
cile est ex eis non concludere a communione Dubium ergo non erat Basilio quiu Marcellum Atha
S.Athanasii et totius Orientis Marcellum ante mortem nasius condemnarel : hoc unum contendit, ut Oc
esclusum fuisse,nec lunc Occidentis babuisse coni cidentales aid iidem de Marcello ferenduni judi
munionem . Conjecturas meas proponam , lola re ad cium adducat. l'identur posteriora Morcelli scripta
dijudicandum doctioribus relicla . (mulla enim scripsit lesie Hicrony :cid ]) vel aper
Cooceptis sane verbis leslalur Basilius (6) Mar- tior erroris prædicatio Albanasium adduxisse, ut
cellum ex Ecclesia exiisse : neque hoc testimonium a sua illum communione removerel. De Romania
in re ante ipsius oculos posita videtur rejici posse . eiiain non queritur Basilius quod cum Marcello
Non enim is erat Basilius qui, si Marcellus in com - communicent, sed quod olim communicaverint,
munione Albanasii et Ecclesiæ Romanæ ante annos a nec quod illum foveant el defendant, sed quod
qualuor aut quinque obiisset, ex Ecclesia eum di aperle non condemnent. Sic enim pergil (c) : Ala
cerel abiisse. All Basilii auctoritatem accedunt non que hujus rei argumenta sunt servali quod nos ne
inlirma argumenta . Cur enim Marcellianis concessa fariæ iilius scriplionis libri. Sed lamen nusquam eum
a confessoribus communio mullorunı indignationem reprobare visi suni, idque eo nomine rituperali, quod
Diovit, ac ipsius eliam Petri Alexandrini reprehen - eun ab initio ex veritatis ignoratione in ecclesiasticom
sionem non effugit, si Marcellus communione etiam communionem receperini.
S , Albanasii ante mortem non carueral? Demonstrat Ulruni Basilio Athanasius el Albanasio annuerint
Basilius Marcellianos a confessoribus recipi non Occidentales, equidem haud facile slaluerim . Ba
debuisse sine consensu Occidentaliuin et eorum qui silius in epist. 89 ad Melelium , hoc unum comme
in Oriente cum confessoribus communicabant. moral, quod a S . Athanasio impetrare non potue .
Clausa ergo erat Marcellianis et Orientis el Occi- rat, nempe il S . Albanasius prior scriberet S . Me.
dentis communio . Rumæ erat Petrus cum de con - Jelio . Unde conjici posset quae de Marcello poslu

questus est : quod quidem non videlur faclurus Quod special aid Occidentales, non pulo nominatiin
ſuisse , si Romanam Ecclesiam in concedenda illis ab eis damnatum fuisse Marcellum ; id enim nullo
communione perslare vidissel. Nullus proferri po exstat monumento . Sed forte idem lunc facluin ,
lest episcopus , qui eos admillerel, præler Pauli- quod quinglie alle hoc tempus annis fecerat Libe
nuio , quem solum eo nomine accusant Orientales rius papa. Nain cuni legali Euslalbius, Theophilus
jo epistola 263, quæ anno 377 scripta est. Perabsurda el Silvanus in Occidentem missi Marcellum cum
autem hæc fuisset accusatio , si ipsi Occidentales Photino el Paulo Samosateno damnent in idei con
idem ac Paulinus commillebaut. Quinetiain Pauli- fessione quain Liberio obtulerunt, ipse Liberius
bus non semper videlnr ila se gessisse. Nam anno in sua ad Orientales epistola confirmat legalorum
375 Basilius omnes eloquii sui conatus adhibuit, ut doctrinam , sed generatim Palripassianos et Sabel
comitis Terentii conjunctionem cum Paulino inter- lianos dapinal (n. 4), nec Marcellum , nec ullum
pellaret. Illud aulem in Paulino potissimum repre- alium nominatim appellans. Quare nescio unde
(a ) Hæres. 79, A . A. (d) De vir, ill., c . 86.
(6) Ep . 265, 11. 3. le ) Ibid.
(c) Ep. 69, 11. 2.
CLIV PROLEGOMENA .
hauserit Melroplanes Smyrna episcopus quoil ail A se. alioqui nead horam quidem se illorum commn .
in concilio oclaro, acı. 6 : Novissime autem Mar- nionem admissurum fuisse, si claudicantes in Ide
cellum ad proprium romilum reversum el deprehen• viilissel.
sum hæreticum hi qui circa Silvanum erant anathe. Cum spatium aliquod ponendum sil inter redi
malizaverunt, quibus et Liverinis papa per lilleras tum legatorum et hanc Basilii epistolam , scripla
suas, qui post Julium fuil, concordaldicens : Marcelo non videtur nisi anno 378, non mullo anleguam
Juin denun impie dogmatizantem . Pugnat cum hoc Petrus Roma discederel. Is enim ante alios couſes.
Testimonio Basilius, qui in epist. 89, quam supra sorcs in Ecclesiam suam rediil (d), incolumi adhuc
cilavimus, Marcellum nusquain a Romanis pontific Valente , sed molestissimi belli incommodis ila im
cibus damnnalum qucsilur. Testatur Hilarins Fragm . pedito , ut olium persequendæ Ecclesiæ non habe
Doisl. 2 , n . 21, Marcellum , cuin S . Athanasio proba - ret. Tum cuin hanc cpistolain scriberct Basilius,
liis el purgatus fuisset, posica ab ejusdem remolum omnium Orientis Ecclesi:rum oculi in Pelrum , Ba
fuisse cominunione. Al Hilarii testimonio uli non silium , Melclium , el alios ejusmodi conſessores con
relur Photinus : quod quidem refellit ipse Athana . sit ut prælerila oblivioni tradanlur, et pacificum
sins, cui Marcellus, ut oliservai Tillemontius, plu . B aliquod initium instilualur : quippe cum eorum , qui
ribus annis post domnalum Photinuin probalus veritalem defendunt concordia populos ad persecu
fuit. lionem sustinendam acriores factura sil, el discor
Nihil detrahunt de his rationuin momentis, quae dia lardiores.
ad Marcelli defensionein proferuntur, cum ad ex CAPUT XXXVIII.
Iremos i!lius annos non pertineanı. Frustra commu. 1. Concilium Amphilochii, in quo laudatur liber De
nionis lilleræ , quas Marcelliani confessoribus Ægy Spirila sancio . II . Epistola nonnullit anno 377 et
378 scriptæ . II. De pluribus aliis in senectule
pliis ostenderunt, scriple a S. Athanasio dicuntur S. Basilii scripris. IV. Deepistolis in episcopalu qui
anno 371. Nulla inest hujus lemporis nola in fidei dem scriplis , sed quarum lenijus incertum .
confessione, quæ Marcelli ejusque cleri et plebis I. Concilium celebrabat Ampbilociius (e), cum a
nomine oblata litteras communionis a S. Athanasio remola quadam Ecclesia consullus est die dortrina
impetravit. Quinetiam illam perpaucis annis post Spiriliis sancti. Respondit suo et aliorum episco
cxorlos Anomaos ohlalam ex his verbis colligi po je porum nomine, sed lilleris suis adjunxil elucubra
set, αναθεματίζομέν τε και τους νυν εξελθόντας και tionerm Basilii de Spiritu sancto, dolere se signifi
deyouévous'Avojolous (a).Anathemale eos quoquedani- C cans , quod Basilius morbo delenlis concilio non
namus, qui nuper exorii sunt el Anomæi dicuntur. abfuissel, eum enim litterarum ad illam Ecclesiam
Hinc nulla mentio de Pneumalomachorum heresi. scribendarum socium vel potius auctorem ſulurum
Cum autem missi ad S . Athanasium Galalæ lilleris fuisse. Videlur hoc concilium anno 377 liabilum
apiscoporuin Græciæ el Macedonie munili vene fuisse : jam eniin magna pars anni 376 elluxerat,
rint (6 ), conjicio bc conligisse non mullo post antequam librum suum Amphilochio Basilius mi.
synodos in Græcia et Macellonia celebralas circa sisset.

esse, quicunque fidem Nicænam reciperent, viden- Amphilochii epistolam , que exstat tom . III Monk
lur Marcelli discipulos ea conditione libenter susce- mentorum Ecclesiæ Græcæ , scriplam esse ad epi.
pisse . scopos remolæ alicujus provinciæ , qui cum anles
VII. Inerant eliam Pelri(n. 2) litteris querelæ ad communicassent cum Macedonianis , el in commu
versus Dorotheum , cujus lenitatem ac mansueludi- nionem cuin Catholicis redire averent, adhuc la
nem Petrus requirebal. Permoleslum id fuil B :1si- men fluctuanti erant de Spiritu sancto sententia, et
lio, qui peccatis suis fieri declarat, ut fratrum op. mirari videbantur, cur sibi ad credendum boc do
limia lenitale discedant, nec ad commissa munera D gma proponerelur, de quo nihil sialueral synodus
idonei reperianlur . Sed postquam Dorotheum cul- Nicæna.
pavil , rursus peracule demonstrat ignoscendum Sed barum rerum nihilin hac epistola reperitur,
esse illius dolori, si patienter audire non potuit, cum legitur allenlius. Scripla est enim ad Eccle .
cum Pelrus eorain Damaso inier bærelicos nume- siam , que a presbyteris, absente, ul verisimile est,
raret sanctum Meletium et sanctum Eusebium , ob persecutionem episcopo, regebatur, ac magna
quos si nihil aliul, saltem tolcrala pro fide perse- quidem pro ide certamina sustinueral, sed jorgiis
cutio suspicionibus exsolvere et cum Pelro conjun- el domesticis odiis laborabat. Patel id ex his ver
gere debuissel. Sed præterea leslalur Basilinis nul. bis (9) : Postquam autem lilleras quoque pietatis
jum esse rectæ doctrinæ verbum , quod non cum vestræ accepimus, agnovimus re vera Ecclesie apo
oinni liberlale prædicaverint, Deo leste el andienle stolicae characterem , bonorum pastorum selum , el im
(n) Collect. Græc. Pair ., l. II, p . 3 . (d) Tillem ., 1. VI, p. 510.
(6) Ibid ., p. 1. e) donum . Eccl. Grrec., l. II, p. 99.
(c ) Athanas., ep . ad Ruf.; Liberius, ep . 13 ; Ba. (O) Tom . IX , p . 624
sii., ep. 204, n . 6 . (9) Monum . Eccl.Græc., lon . II,p. 100.
 VITA S . BASILII. CLV

pigrum studium , quoa veros Christianos decent. Nam A quit Basilius, appropinquat delcclio el quæ nunc
quod nec viæ longitudinem reputaveritis, nec sepa - funt, exordia sunt ingressus Antichristi. Narrat
ratim delulerilis qurstiones, sed communiler per lile Theodorelus (a) bunc Barsen primo in Aradum in
teras interrogaverilis, id nos bona spe replevil, ſulu . sulam , deinde cum innumerabilis hominum multi
rum ul qui una voce scripsislis, unanimietiam con- tudo eo conflueret ob illius miracula , in oppidum
sensa nostram responsionem recepluri silis :ac velul Ægypti Oxyrinchuai, ac postreino in castrum re
coordium perfectioris roncordiæ vestram in lilleris molissimum , cui nomen Philo , relegatum fuisse .
consensionem suscepimus. Et infra (p. 103) : Nolile lluic Basilius scripserat oblata facullale Domnini,
illud deremalo, al disjungol quæ pulchre connero seque illius precibus commendaveral. Sed cuin is
sunt, neque vos lupis efficialis caplu faciliores per Basilii salutationem non pertulisset, vel sallem an
dissensionem , illorun vola confirmundo. Didicimus lequalli pertulissel, de Basilii silentio queslus est
quippe quanla cerlamina pro recla fide sustinueri- Barses. Quare Basilius ilerum scripsit per nonnul
lis. Quocirca minis el ærumnis, qure per adversa - los Cappadoces ad eum proficisce: tes, quibus eliam
rios intentabantur, derictis, nullam prebele dissi- quædam munuscula sancto exsuli offerenda com
dio occasionem : ne forle paulaliin illapsum odium , misil.
si locum inreneril, magna vobis supponai præcipilia . Inler inmullus quos Gothi in Thracia excitarunt,
Gregera ergo alloquebatur Amphilochius, non epi- venit in summum vitæ discrimen (b) , bello undi
scopos, quos nequaquam liortatus fuisset, ne se que circumstante, sanctus Eusebius Samosatensis :
Jupis caplu faciles per dissensionem præberent. quod quidem fere Basilio æque mirabile vide
Neque etiam dissensiones in hac Ecclesia de lide lur, ac Jonain in ventre ccli et in. Mamma ignis
videntur exortæ . Cum eniin hujus rei suspicio non tres pueros esse servalos. Hiec Basilius didicerat
quadral cum lanlo lidei defendende studio , cum ex Libanio diacono Cæsarea transeunte ; sed postea
vero Amphilochius postquam de fide breviter dis - evenisse alia mullo majora audierat. quæ scire ave
seruil , non eos hortalur ul banc fidein teneant, bat, si minus anle redilum Pauli presbyleri, qui
sed ad aliud adhortationis genus plane diversum illius epistolam ferebat, sallein eo redeunte . Huic
Iransil : Quibus sulis est , inquit, adjicere brevem presbytero Basilius nihil in manus tradere ausus
adhorlalionem . Horlamur namque vus ul mianealis est, ne eum in mortis periculum conjiceret ; viæ
pacis filii, etc . Quare non dubitationem , sed ube- enim priedonibus el desertoribus differla erant.
rioris scientiæ desislerium desigual eorum interro. Sed lameo appropinquantis exercitus fama spem
gatio , cur synodus Nicæna non eadem de Spiriluc aliquain afferebat Iranquillitatis : quam quidem si
exposuerit ac de Filio . Dominus concedat, promilli: Basilius missurum se,
Perhonorificum de sancti Basilii libro judicium qui Eusebium in visat. Volebat ergo Basilius aliquid
Secere episcopi Lycaoniæ , cum euin ad hanc Eccle- muneris Eusebio in exsilii solatium millere .
ziam miserunt. Sed tamen asseverare nou ausim lanc epistolam anno 377 exeunte , aut ineunte 378
quo.I ail Tillemontius, in ipsa synodo lectum et scriptam existimat Tillemontius, cui equidem prius
probatum fuisse, ac B : silii vices supplevisse. ld assentiebar. Sed re attentius considerata , duæ illæ cir
enim non probant epistole verba , quibus nititur cumstantiæ quas observavimis, nempe differlä la
Tillemontius. Hoc lanlum dicunt episcopi, adesse ironibus et deserloribus vix , videntur nielius qua
sibi librum Basilii De Spiritu sancio, et in ipso li . drare cum æslale anni 377. Tunc eniin , leste Am
bro Basilium : qui vos, inquiunt, nobiscum alloqui. iniano (c) , hostibus se adjunxerunt sequendarum
lur, xàxsivov OŠ TOū ypáupatos éxousv juiv Gula auri venarum perili non pauci, vectigalium perſerid
Qisyyóusvov, quia videlicet eum millebant Eccle- posse non sufficientes sarcinas graves. His deserlo
siæ , a qua consulebantur ; non quod eum in ipso ribus præeuntibus nihil Gulli intaclum reliquere,
concilio legissent. Tulius ratiocinatur Tillemon - scd omnia igni ferroque vastarunt nullo ælatis ant
lius cum opus dc Spiritu sancto subscriptionibus D sexus discrimnine. Quibus de rebus admonitus Va
episcoporum in aliquo Cappadocia concilio muni- lens Profulurum nisil Antiochia el Trajanum cum
lum fuisse colligil ex bis verbis synodi Chalcedo- legionibus ex Armenia ductis. Atque hic videtur
nensis, quze Basiliuin ait (p . 826 ) accuratan de esse exercilus quem exspectari ait Basilius.
sanclo Spirilu doctrinam tradidisse , consacerdo - Epistola 269 scripla in extremis Basilii vile
lum per subscriptiones pelilo consensu . miensibus. Nam Arinthæus, cujus morie amictam
II. Duæ ad sanctum Barsen Edessenum episcopum vxorem consolalur Basilius, nonduin obieral cuin
illeræ , quarum altera cst 261, altera 267 , ad ex - Yulens ad præliuni cum barbaris commillendum se
Iremos Valentis asinos vilenlur referendae . In ulra. accingeret. Cum enim Trajanus Valenti declara
que enim spes elucet appropinquantis pacis , cum ret, calamitaluni causam non aliunde quam ex per
persecutio ad cumulum sic perducta esset, ut Dei seculione Catholicis illata repetendam ; fictor et
ruxilium longe abesse nou videretur,nisi forle, in - Arinthæus, lesle Theodorelo (d), sententiam Tra
(a ) Hisi. ecri., lib . iv , c. 16 (c) Lib . XXXI, cap. 6 .
TUÍ Ep . 268 . id ) llist. eccles., lib . 18, c. 33.
CLVI PROLEGOMENA .
jani confirmarunt, ac Valenlem rogarunt, ne veri- A 272, el quid locum eis dare poluerit, ingenue es.
latem cum reprchensione conjunctam ægre ſerrel. ponit. Fidein sibi haberi postulat; non enim adeo
Non tamen in hoc Valentis extremo prælio occubuit desperalum se esse, ut magnum peccati mendacium
Arinthæus, sed non mullo post sunimus ille vir, purvipendat. Prolitelur se nullo ex iis, qui ami
nondum senio (raclus, unicam filiam relinquens, ciliæ laude speciali sunt, ignobiliorcm esse ; quippe
placida morle quievil. Erat præstantissima cor- cum nunquam in amicitia quidquam peccasse de
poris forma, ac corporis robori parem animi virlu - preliensus sit.
tem habebal, bellicisque abundabat laudibus : sed A lium Basilii condiscipulum ex tribus sequenti
fidei catholicæ sludio clarior erat, ac omnem ani- bus epistolis, Heram nomine, cognoscimus, quem
mæ maculam regenerationis lavacro in ipso vilæ invidiæ felis et ininicorum calumu: perilum Basi
exitu expurgavil. Tanti beneficii conciliatrix elad- lius non perfunciorie commendal.
jutris uxor : cujus luctum Basilius hoc potissimum Insignis erat Cæsareæ civis, Harmalius nomine,
solatio conalur deriulcere . simulacrorum quidem addictus cullui, sed tamen
Vidit tandem Basilius quod omnibus volis exqui- civilali charissimus. Hujus filius inscio patre Chri
sierat, pacem Ecclesiarum , ac pastores Ecclesiis slianam religionem amplexus lolam civitatem gau
suis reddilos. Hiec divinæ misericordiæ indicia cum B dio perſudil, quæ sibi videbatur ipsum etiam pa
Valentis morle conjuncta fucrunt, quo miserabili. Irem in filio Christianum suscepisse . Sed com pa
ler, ut omnibus noluirsi, exstincio die 9 Maii tris iracundia metuerelur in prirclarissimo filii fa
anno 378, confessores in Ecclesias suas Gratiani cinore, pairem Basilius suo el civilatis nomine pla
edicio revocati sunt. Non multo post mirabilein care conatur.
hunc eventuin dimissus a Domino in pace Basi. Cuin didicisset Basilius ex Theotecno de summa
lius, sed antequam illius nioriem referamus, brc- Maximi Scholastici pielale, qui es ampla el illustri
viter recensend:e plures epistola , de quibus agendi familia ad ascelicam vitam transierai, libenter eum
uondum occurril occasio . convenissel, nisi senium et consuela infirmitas ac
III. Scripla est epistola 270 pose secunlani ca. Ecclesiæ negolia detinuissent. Quare per lilleras
honicami. Cilat enim Basilius canonem tricesimum eum in susceplo instituto confirinat, ac breviter
a sc vulgatum . Cum puella quadam rapta esset, admonel unum esse expetendum ,æternum bonum :
scribit Basilius presbytero , seu potius locorum res autem hunianas umbra lenuiores el somniis
satis commoveri yueritur. Jubel ut puella restilla Distinguendus ille Maximus Scholasticuis a Maxi
lur parentibus, raptor a precibus arceatur el ex - mo philosopho, ad quem scripta est lona Basilii
communicatus denuntietur, ac ii eliam , qui cum epistola . Pröpter diversa cogiiomina , Maximus phi.
eo facinus aggressi suni, a precibus per tres anuos losophus equalis erat Basilii et ascelicam vilam
removeantur, quin el ille ipse pagus, qui raplam profitebatur, nondum Basilio presbylero ; Schola
recepit ac custodivit, vel etiam ad eam retinendain sticus aulein recens erat a susceplo vilã ascelicæ
pugnavit, universus a precum societale rescinda- consilio , cum Basilius Ecclesiae curis distringeretur;
lur . gc juvenis erat sene Basilio , qui cum ait ratione ju
Cum Basilius (a) senem se dicere incoeperit an - ventutem frenare.
no 374 , cum eum gravissimis morbis fracluin vires TV . Seneclutis suæ meminit etiam Basilius in
defecerunt; post hoc tempus scriptas ducimus plu - epistola ad Valerianuin , qui negolia cum nonnullis
res epistolas, in quibus senii sui incommoda com . civibus Cæsariensibus habebal. Quare Basilius, qui
memorat. Talis est epistola 271 ad Eusebium , quo - ne ab bis quidem rebus componendis operam suara
cum olim Basilius et ſocupi unum et pædagogum el removebal, Valerianum accersit, ut suis eum adju
animi relaxationem et studia , el delicias et in vel consiliis.
opiam et omnia prorsus habuerat coinmunia. Suum D Tres sequenles epistolæ post annum 372 scriple
ei dolorem significat Basilius, quod eum in civitate sunt, qno Basilius cæpil apud Modestum præfe
non repererit, in qua luluruin speraverat ut eum cluin auctoritale et gratia valere. In prima com
viderel. Commendal ci Cyriacum presbyteruin in- mendal civem Tyanensem , in secunda unum ex pro
legerrimum , cujus ſamam ne ii quidem allentare pinquis suis quem in alii loco habebal, in tertia
ausi fuerant, qui manus in omnes injiciebant. llelladium , quem peræqualoris munere essolvi
Cum mullos Basilius ab ineunte alale usque ad rogal, ulin Cappadociæ rebus procurandis operam
seneclulem dilexissel, neninem unquam prælule- suam impendai. Liquel ex bis lilicris solilum esse
ral Sophronio oſliciorum magistro. Sed tamen non - Basilium plurimos præfecto comn:endare : quod
nulli assentalores Soplironio persuadere conali quidem ul facerei, ab ipso præfccio invitatus fue.
luerant, ui Basilio succenseret , eumque contra rat. Scribebat ilaque libenler ei Basilius, non so
r.cm el voluntatem suam in quodam negotio venisse lum se responsa perhonorifica acceplurum spe
crederet. Refellit has calumnias Basilius in episiola rans, sed etiam ab ipso prieſcclo , dum ei oceasio
(a) Ep. 162.
 VITA S. BASILII. CLVII
nes bencficiorum subministral, inter beneficos nu- A rogatus, ut eum ex hoc periculo eriperel, respon
meralum iri. det æque sibi ab episcopi oflicio alienum videri, ne
Basilius in epistola 282 episcopum quemdam in . centes aut judicibus tradere aut traditos eripere :
vitat ad ſeslum sanclorum martyrum , non sine sive quia improbus ille recontare opprobria nolebal,
acuta reprehensione quod non vocalus queratur, sive quia ne recantando quidem dedecus virgini im
vocalus non venial. In sequenti viduæ cuidam , quæ posilum salis reparassel.
illius videndi et consulendi cupida erat, spem alert Nectarius Basilio ex præclaris dotibus a puero
sc illam visurum , cum aliquem conventum indicet : nolus, in summum splendorem omni virtutum ge
neque enim sibi lot negotiis occupato aliud cum ea nere pervenerat. Rogalus ab eo Basilius ul aliquein
colloquendi lempus occurrere. Ejusdem viduæ ne- pagis chorepiscopum præliceret, vel saltem de opli
scio quod sompium interpretalur. ma eligendorum chorepiscoporum ratione consul.
Censitorem rogat Basilius in epistola 284, ulmo- lus, esimia tradit præcepta , et episcopo et iis qui
nachos, qui nec pecuniis nec corporeo labore rem suffragium dant convenientia. Declarat se caupo
publicam juvare poterant, tributis eximal, sibique nem , non dispensa lorem futurum , el quidvis polius
eos apud Deum precalores hoc beneficio parei. Vi- , quam eleccionein peracturum , si quid gratiæ causa
delur etiam censitorem alloqui in epistola sequenti, aut limori cedens fecerit. lis autem qui suffragium
quae per economuni Ecclesiæ missa est. Rogat ul al- dant auclor est, ut dicio Testimonio ab omni con
level pauperum possessiones, tanto tribulorum onere lentione abstineant, el Dcum precenlur, ut quod
oppressas, lit semper quærantur qui eas suscipiant, utile fuerit, non laleal.
ac suum potius insuper absumat Ecclesia , quam ex Videlur in episcopalu scripla epistola 291, in qua
bis possessionibus quidquam percipiat. Basilius Timotheum chorepiscopum ex sunimoasce
Episcopalis auctoritatis defendendæ studium elu - licæ vitæ fervore ad siccularia negotia delapsum
cet in epistola 286 . Fures in quadam ecclesia vilia revocare ad pristinam pictatem conalur. Videtur
pauperum vestimenta subripuere, et ab iis, quibus idem esse Timotheus chorepiscopus, de quo in
recli in ecclesia ordinis cura commissa, compre - epistola 24 loquitur. Grato animo suscipit missa a
oculis vestium inventario , el vesles et fures recipi munuscula , ceras el acopa, si lunc prieslo adfuis
ac custodiri jussil, vestes quidem parlim tradens sent; sed cum aderunt, niissurum promillit.
bis qui aderant pauperibus , partim venituris reser CAPUT XXXIX .
vans, fures aulem canonicæ pænitentiæ subjiciens . I. De epistolis quarun lempus inrertuni. II. De episto
Sed cuin commentariensis ejusmodi hominum reoe . lis Basilii ad Libanium et Libanii ad Basilium . III .
plionem sibi vindicare vellet, contendit Basilius. Maxime dubiæ videntur. IV. Sex epistolæ spuriæ .
quæ in ecclesiis peccantur , ab episcopis emendari 1. Nunc breviter nobis recensende sunt alia Ba
debere , nec judices esse interpellandos. Quod si silii epistolæ , quæ cum nulla temporis nola signen
commentariensis ad comilem his de rebus referre lur earum ordinem ex ipsis rebus , de quibus
velit , libcnler assentilur Basilius, et suo juri et agunt, repelendum duximus. Alie enim egregia
viri integritati conlidens. morum præcepta traduni, aliæ propinquorum morte
Jam sæpe vidimus quam libenter Basilius homi- aMiclos consolantur, aliæ commendationein egeno
nes in judiciuia vocalos gratia sua et auctoritate rum , aliæ denique amicam habent salutationem ,
sublevarel : sed tamen hujus rei modum aliquem Digoa visa est quz agmen duceret epistola ad
et delectum sciebat tenendum esse. Cum virgo Palladium recens baptiz: lum , quem Basilius lorla
quædam improbuin hominem et in corrumpendislur, ut fidelem se thesauri custodem præbeal, ac
domibus a puero instilulum , in domum suam inscia omni cura depositum regiuni conservel. Illius uxor
illius morum admisissel, eique ex simplici collo. inviserat Basilium , qui dimidium tantum desiderii
quio cognita essel ; is eo impudentice devenit, ut o sui adimplelum ducebal, quia non ipsum elian
virginem lola urbe decantarel, ac famoso libello Palladium viderat.
cerlesiæ valvis aflixo laceraret. lo exsilium missus Christianam in morbis elrebus adversis conslan
est ob hanc nequitiam : sed rediens maledicia ciam laudat Basilius in epistola ad Julianum , de quo
sua renovavit, et calumniis in rudicitiam virginis, scire avel an manus usum receperit, an illi reliquæ
ſorum , gymnasia , theatra et ædes improborum sui res viliz ex sententia Qualit. Videtur is Basilii vi
similium impievit. Hunc bominem Basilius ponis dendi caus: Cesaream venisse, sed illum Basilio

illum ecclesiastica removens : simulque virginem in mari invicem prülereunt. Eum lamen Basilius,
hortalus est, ut se non ulcisccretur, sed Domino velut ex ungue leonem , ex brevi experimento salis
ultionem permilleret. Al virgo vehementer cum eo cognoverat.
esposlulavit, quod secum palerno animo non dole- Ex epistola 294, duos cognoscimus Basilii disci
ret, ac lamæ jacluram , quæ lolius cleri damnum pulos, Feslum et Magnuin , quorum teneris anima
eral, negligere juberel. liaque inslare virgini noluit bus cum pietatem insevisset, oplabal eam ad mit
Basilius, et poslea ab aliquo sycophantæ amico turos fructus perduclam videre.
Då " 111 PROLEGOMENA.
Basilius vitæ anachoreticx longe praſerebat co - A bastis. qui illius litteras libenter accipere soletai,
nobilicam ; hujusque instituti auctor ſuit in Ponto eliam atque etiam rogat, ut civibus Alexandrinis
el Cappadocia , quibus in locis vix anlea cogailum propinquimurlui corpus publico manda:o exportan
cral. Quare cum venissel in quoddam monasterium , dum tradat, illisyue aliquid auxilii ex cuirsu pu
rbi separation ascelæ degebant, hortalus est eos ad blico concedat. Nolanda eliam epistola 307, in qua
vitam communiem . Hi docilis aniini significationes virum polentem rogal, ut duobus litigantibus opem
dellerunt, el de iis, quæ Basilius disseruerat, Domi- feral, prohibens ne ad judicem ivlroeant, seque
no gratias egeruni. Cupidus sciendi Basilius, an judicem illis præbens : quod si alteruter sententiæ
viram illam testibus carentein reliquerint, millit non cedit, faveat injuriam palienti, el æqua posti
aliquem ex fratribus, qui el quod alacre est cogno lansi patrocinium impendat.
scat, el quod pigrum excitet, et quod reluctalur Cüleræ Basilii epistolæ , salulandi causa scriplæ ,
sibiindicet. leporibus ac perpolilo sermone suaves el pielatis
In epistola 296 viduam bortalur Basilius. ut nolis inspersæ sunt. Eorum ad quos scriplæ suni,
mortem ac Dei judicium semper ante oculos habeat nomina non exstant, si excipias Philagrium Arce
Illius etiain liliam salutat, eique auctor est u in nom , bominem eloquentem et de re ecclesiastica
hæc vidua commodaverał Basilio . quibus ille qui- num , llyperechium , et Phalerium , qui lluviales
dem parce lanquam suis usus est ; sed lamen viduæ pisces
pisces Basilio miserat. !Plenze sunt acuminibus epi
Basilio miserat.
in se animumusumet sludium erga Dei opus conside slolæ ad nolarium el lilirarium , sed epistolie ad
rans, earum longius produxeral. Aliam vi. Theclam acuminamagis redolent ingenium Grego
duam in epistola sequenti hortalur ad pietatem , rii Nazianzeni (a), cujus aliæ tres exslanit ad ean
cique commendat muliercin , quæ hanc epistolam dem lilleræ . Rogal eam in illa , quæ est inler Ba
perferebat. silianas, epistola , ut eorum , qui conceptum eccle ,
siæ exstruebant, aridas fauces uvarum liquore re.
In epistola 298 refellitur commenlum cujusdam creer. Anni enim præ eriti frigas, gemmis silinta
plani, qui aque vim quamdam joesse absurdam succisis, vini penuriam adduxerat. Teinplum No.
lingebal , ut simplicioribus illuderel. Scripla est zianzenum magnis sumptibus a Gregorio .patre
epistola 299 viro pielale insigni, cui cum oblatum condilum discimus ex Theologi oral. 19.
essei munus censitoris in regione Iborilarum , signi JI. Lillere Basilii ad Libanium , el quas a Liba
ficaverat Basilio molestam sibi essc rei publice nio Basilius accepit, si vere vtrique lribuendæ suut,
administrationern . Jam enim e civili potentia in C partim in secessu Basilii scriplæ sunt, partim cum
Olium se receperat, Hortatur eum Basilius ut lioc in presbyterorum cathedra sederet , nonnullie
Bunus accipiat, illudque sic administret, ut nec postquam ad episcopatum pervenil .
potentiam formidel nec paupertalem contemnal. Ad secessum referendæ videntur epistole ikir,
Sequuntur tres lillerü consolatoriæ , quarum in quibus Basilius Cappadoces adolescentes Libanio
prima parentes consolatur, filii , queinad sludia commendat, eique in disciplinami lra:lit. Nam primic
litterarum miserant , morle alliclos ; in allera respondens Libanius miratur et laulat, quod vi a
Maximum qui uxoreni amiserat ; in Icrtia uxorem nonnullis nuntiatum erat, Basilium vitæ genus prir
Brisonis , viri rebus in bello gestis clari, quem in slantissimum ingressum esse , atque hoc magis
ipso ælatis Nore raplum imperator desideraveral, spectare quomodo amicos Deo evadat, quam quo
milites planxerant, ejusque jacturam lolum tere inodo aurum colligal. Paulo post aliam cpistolam
Romanum imperium seuseral. sic orditur Basilius : Ecce tibi el alius venit Cappa .
Ex commendatitiis Basilii litteris perspicilur, dox , etc. Hunc comitabalur alius æqualis, nobilis
quania auctoritate apud poleslales valcret, et quam el ipse ac Basilio charus, sed minime dives , quem
diljenter hac gratia ad ferendam pauperibus el plamen Basilius non idcirco apud Libanium minore
allliclis opem uleretur. Rogal comitem reiprivatæ, quam alios in prelio futurum speral. llapc episto
in epistola 303, ut cujusdam loci inculis , quibus lam Libaniusad cælum effert, seque illa privation
imperaveral præstationem cquarum , hanc muliam , lecta exclamasse narral, Victus sum , el cum cani
lipole ou falsa crimina impositan , remillat. Ple dem legissel Alypius coram pluribus honoratis,
saque ejusmodi epistolae censitoribus scripta sunt, omnes Basilio palmam detulisse. Cæterum pecuniæ
apud quos Basilius deprecaloris munere fungitur, contemplum præ se leri Libanius, ac pauperes di.
nunc pro lolis pagis , ul in epistolis 308 el 310 pro scendi studiosos pluris apud se quam divites fieri
Capralis etAriarathiæ incolis ; nunc pro amicis, ut declaral, quamvis ipse lalibus non usus sit magi.
is epistola 313 , pro Sulpicii domoin Galatia ; nunc stris. Laudes vicissim rependit Libanio Basilius,
pro necessariis et cognatis, ut in epist. 310 ct 315 . et iste rursus instat in extollendo Biasilio .
Paralum erat hospitibus et peregrinis perfugium Sex lillerarum , quæ Basilio presbytero scrip 'a
Biisilius, ut palet ex epistola 319. Priocipalem Se- videntur, hæc fuil occasio , Rogat Basilius (6) Liba .

(a) Naz . ep. 49, 100, 101. (b) Ep. 251.

 VITA S . BASILII. CLIX
nium ut ad se millal oralionem , quam in hominem A paulo postBasilii reditum in Cappadociam scripta
morosum , frequentissimo convenlu ac maxima ce- est, cum Alcimus Romam proficiscens curam insti .
lebritate , pronuntiaverat.Miltit Libanius banc ora- tuendorum puerorum ei imposuissel.
tionem , seque tremere significat. Leclam Basilius Sed prima sede utramque epistolam erce alia
in astra tollit. Gratias agil Libanius, ac vicissim pellerc nililur. Nam (d) cum adolescens Cappadox
pelit orationem Basilii in ebriosos, quain perlectam ad Libanium venisset cum lilleris Basilii conque
Albenis quam Cappadocia digniorem judicat. Al rentis, quod su Libanium cepisset oblivio ; quo
Basilius Auice cloquentiæ lauilcm in ipsum Liba- modo hoc crimen a se propulsat Libanius ? Non
nium retorquet, seque piscaloru in discipulum esse scriplas a se epistolas commemoral, sed ait se de
profitetur. Basilio in patriam reverso sollicitum suisse, ec
Duæ tantum cpistolae notas episcopatus referunt. quod vila genus amplexus esset, nuin in foro ver
Libanius avaritiae cpiscopos accisal, et quanto cæ - sarelur, nuin rhelores eſliceret Cappadocum filins ;
teris doctior Basilius, tanto restrictiorem in lar- at ubi ex nonnullis e Cappadocia venientibus didi.
giendo fulurum suspicatur. Petit tamen ab eo tre- cissel eum longe præstantiorem viam ingressum
centa tigna, ne sub dio hiemare cogalur. Basilius esse, tum vero bealos sibi el Cappadoces el Basi
Libauio judicandum relinquil, ulri sint lenaciores, lium visos esse . Non immerito ergo hæc Libanii
episcopi an sophistæ ; cum sophislæ venalem elo . epistola omnium prima ad Basilium scripta videa
quentiam proponant, episcoporum nullus omnino lur. Illud etiam occurrit inconmodi, quod cum
vectigales discipulos facial. Milit Libanio quod scripta vilealur non muliis annis post redilumi
pelieral, el debili solutione fluvium Alphæum ob - Basilii in Cappadociam , lunc lamen presliylerum
stringit, fuisse Basilium aut episcopum ex alio loco pa
Magni facit has epistolas Tillemontius, nec probat leal. Sic enim incipit Basilius epistolain 337 :
eas in dubium revocari. Neque enim aul Basilii Ecce tibi et alins venit Cappadox , meus el ipse filius.
amicitiam com elbnico, aut quod Libanius plena Omnes enim nobis adoplal dignilas illa , in qua nunc
menu secessum Basilii laudat, satis argumenti esse sumus. Hanc autem epistolain paulo post præccden
ducit, cur bæ rejiciantur epistolæ . Assenlirer equi. lem scriptain esse palet ex responsione Libanii.
dem Tillemonllo, si his tantum de causis rejici de Scio le, inquit, hoc crebro scripturum , Ecce tibi el
berent. Sed aliæ rationes suppelunt longe gravio - alius venit Cappadox. Mullos namque, pulo, missurus
res. es . Nondum ergo mullos iniserat Basilius, sed ini
III. 1• Nihil habentbæ lillera , si unum aut aile Cc Basilium
lium ducebat millendi el scribendi. At si lanta ſuit
rum locum excipias, quod magnum Basilii inge his lillerisinter el Libanium necessitudo, quanla er
perspicitur, vix credibile est tum den
nicm redoleal, ribil quod Libanii fama non longe
mious sit. Non agnosco Basilium in boc insulso mum inter eos silentium rumpi cæpisse, cum Basi
lepore (a) : Pelo niveo lectus epistolam scripsi , decem post Basilii reditum idin est,
lius sacerdotio fungeretur, annis novem aut
Cappadociam . Hoc ,
quam cuin acceperis et manu contigeris , senlies
quan sit gelida , quamque referal eum a quo missa inquam , vix credibile est, ac præterea pugnat cum
est, latilantem nec exlra ædes prospicere valenlem . alia epistola , in qua Basilium laudatum vidimus
quod prior scripsisset, tum , cum adolescentium in .
Mullo minos dixisset Basilius (6) Libanii oratio stimendorum
nein admirans : O musa et lilleræ et Athene , antequam presbyter munus suscepissel, id est octo annis
qualia largimini restris amaloribus ! Quis probet fieret.
illud Libanji (c) : Horreo ac Iremo, cum eam diem Praterea ex epistola 345 colligitur Libanium Ba
mecum repulo , qua meam inspicies orationem : imo silii condiscipulum fuisse ; ipse vero magisiriniy
etiam feremenie lapsus sum ? nus sustinuisse se indicat in epist. 353 . Nam in
2. Mulla in his epistolis et cum Basilii rebus el d pri queritur quod , cum in prætorio demore una
ohus a prima
cum Basilio versarelur, euinque rogaret ul se in
secum disconveniunt. Tres epistolæ ila secum pri troduceret in profundum Homerici furoris, id im
gnant, ut nulla sit ex tribus, quæ non prima ompiuta
scripla videatur. Hunc sibi locum vindicat epistola petrare non potuerit. In altera autem Basilii ora
345 , quam sic incipit Libanius : Magis arbitror mihi tionem
lalia
contra ebriosos sic extollit laudibus, ul se
illum non docuissc fatealur. Videnlur ergohe
opus esse excusatione, quod non olim ad le scribere
incæperim , quan nunc recusatione quod scribere in Basilii ad Libanium et Libanii ad Basilium lillerie
cipiam . Tunc primum ergo scribebat Lihanius, et in maxime dubiis ponendæ .
prior scribebat Basilio . Sed quomodo id conciliabi IV. Sex sequentes, ut manifeste spurize , ab om
mus cuin epistola 358, in qua Basilius laudatur, nibus explodi debeni, si tamen excipias ultimam ,
quod scribendi incæplor ſuerit ? Eoæquius videtur, quam Tillemontius non omnino rejiciendam pulal,
il bæc epistola 358 primum sortialur locum , quod quamvis illius rationes non valde probabiles sint, ut

(a) Ep. 350. (c) Ep. 352.

d ) Ep. 336 .
) Ep. 353.
CLX PROLEGOMENA.
in nola ad hanc epistolam observavimus. Al prima, A vel manibus, vel precibus cogi possel, arripere siu .
quamvis in concilio septimo citata fuerit , sic lamen dens. Dementes enim eos calamitas reddebar : nec
innaginum cultum defendit, ut eam ab aliquo Græco. quisquam erat, qui non aliquam rilæ sure parlem , si
rum lunc fabricatam fuisse liqueat, cum hunc Ec fieri possel, illius vilæ addere paralus esset. Ut au
clesiæ usum Iconoclastæ impugnarunt. lem ricii sunt (oportebat enim eum hominem de
Quod spec!at ad epistolas Basilii ad Apollinarium prehendi) aloue ipse post ealrema hæcrerba : In ma.
et Apollinarii ad Basilium , cum de rebus e media nus luas commendo spiritum meu:n (e), inter ange
Theologia repetitis perlracleni, hoc ipso peregrini. los, n quibus abducebatur , animam lælus exhalarit,
lalem clamitant. Semel enim Basilius in vila scri - non ante lamen quam sacrosancia doctrina eos, qui
psil Apollinario , ut ipse lol locis declarai, idque lai aderant, nonnihil instruzissel, extremisque alloquiis
cus ad laicum , et nibil prorsus de file, sed tantum meliores effecissel i lum rero miraculum omnium ,
amicæ salutationis causa. Colelerius qui quatuor qua unquam fuerunt celeberrimum designalur. Effe
litteras in lucem edidit, suppositas ab Apollinaristis rebatur vir sanctus, sanciorum virorum manibus ela
pulat, et, quod ine faleor non animadvertisse, Aria - ius : unusquisque aulem operam dabal, alius ul fim
nismi el Apollinarismi seminibus inspersas. San- briam , alius ul umbram , alius ut sacriferum lectu
clus Ephræm Antiochenus apud Phulium (a) citat Blum arriperet, ac rel solum allingeret (guid enim illo
epistolam sancti Basilii ad Apollinarium , ut probet corpore sanclius el purius ?), alius ul propius ad eos,
veritalem duarum in una persona naturarum . Sed qui corpus ſerebani, accederel, alius ul aspectu solo
birc epistola ab iis, quas edidit Colelerius, distingui frueretur, lanquam eo quoque utilitatis aliquid affe
rebel, quæ nihil suppeilitant adversi:s Eutychianos : rente. Plena erant fora, porlicus, duplicia el Iriplicia
æqueautem ac islæ spuria est, cum nunquain Basi. Tabulala , hominum deducentium , præeuntium , prose
lius ad Apollinarium de rebus dogmaticis scripse- quenlium , asseclanlium , in se invicem insullantium ,
vil. multa millia hominum omnis generis el ætatis ante
CAPUT XI . eum diem incognila . Psalmodice a luclu vincebantur,
1. Basilii mors e! funus. II. Illius corporis et animi patientia doloris magnitudine (rangebalur. Cerlabant
effigies. III. Quania de illo exstiterint hominum nostri cum exteris, cum ethnicis, Juilæis, adrenis,
judicia. iique vicissim nobiscum , ulris uberiores lacrymæ ube
1. Tot laboribus pro Ecclesia perfunctus Basilius, riorem wlililalem afferrent. Denique calamitas ea
pervenit landem ad extremam horam , quam sæpe in periculum desiit. Mullæ enim anime er vi pro .
ut präsenlem gravissimi morbi intentaverant, sed Irusionis et compressionis uno cum eo excesserunt :
Deus Ecclesiæ utilitatibus providens averleral. Pau . U quæ hujus finis nomine felices prccriicalæ sunt, ut
10 anlo nioriem (b), cum fere mortuus el exanimis discessus insius sociæ , atque ferventiorum quis .
esset , novinin quodammodo robur collegil ad cxlre- piam direrit. funebres victime. Tandem corpus, curs
inos sermones, ut cum pietatis verbis abscederet, et rapientium manus vix effugissel, ac prosequentes su
fidelissimis suis discipulis manum imposuit , ne sa - perassel, in parentum sepulcro condilur, ac sacerdoli.
crarium , inquit Gregorius (c ), defraudarelur illius bus sacerdotum princeps, prædicaloribus magna doz,
discipulis et sacerdotii adjutoribus. Concludit es po - meisque auribus insonans, marlyribus martyr adjun
stremis verbis Tillemontius, quibus Basilius disci- ailur.
pulis manum imposuil , eos, cum jam antea essent B asilii mors ipsis etiam veritatis inimicis dolo
illius sacerdotii adjutores, episcopos in locis catho- rem allulit admiratione tantæ virtutis : quoniinus
lico episcopo carentibus constitulos fuisse : cujus mirum , si Gregorius et Macrina el suo el Ecclesia
rei copiam dabat pax Ecclesiae postmortem Valen. detrimento doluerunt. Sed lamen Macrina (1) a con
tis reddita. Sed hæc conjectura non nililur magnis slantia , quam in omnibus rebus servabal, minime
momentis. Sacerdotii enim adjutores dici possunt, discessit, ac episcopum fratrcio videtur hac in ro
quicunque Basilio operam in Ecclesiæ administra- | superasse. Nain cum ambo novem post Basilii mor
lione navabant. Hi ergo ex clero inferiore diaconi, lem mensibus colloquerentur, ac de Iralre incidis
vel ex diaconis presbyteri a Basilio ordinari poliie- sel inentio , Gregorii dolor slatim recruduit, ac mae
runt. Quomodo autem preliosissimam cora !n Deo slicia vullus et lacrymis proditus est : al Macrina
mortem obierit, etquam mirabili hominuni concursu jminobilis exstitit, ac lanti viri recordatione animum
sepultus fuerit,egregie describit Gregorius Nazianze. ad sublimiorein philosophiam arrexit.
nus. Jacebal ille, inquil(a ), extremos spiritusducens, Videlur Gregorius Nyssenus morienti fralri ad
alque a cælesti choro, ad quent jampridem oculo - fuisse, vel sallein audita illius morte accurrisse.
rum aciem intendebal, expelilus. Eſusa autem cir- Nam Gregorius Nazianzenus Seleuciæ delenlus
cum eum erat lola civilas, jucluram hanc cegerrime gravi et periculoso morbo mcerorem suum Nysseno
ferens, ac discessum , perinde ul lyrannidem , accu - significat (g), quod ei ac communibus amicis in boc
sans, ejusque animam non secus ac si relineri, alque tristi eventu adesse, et sanctum Basilii cincrem
(n) Cod. 215 . (e) Psal. xxx, 6 .
(b) Naz. vr. 20 , p. 370. Vir. S . Macr., p. 189.
(c) Ibid. (9) Naz. ep . 37.
( d ) Or. 20 .
 VITA S. BASILII. CLXI

elosculari non possil. Cæsariensis Ecclesiæ tanlo A modus, cum etiam ad loquendum minime promptum
ornamento spoliale soliudo (a ), spectaculum erat esse, sed ut plurimum cogitabundum atque iniro
Gregorio Nazianzeno prorsus intolerabile .Ipse vero collectum (id quodmulii non recle imitantes, nec ani
mortuus ex media parte el disseclus sibi videba - madverlenles, in odiosam quandam Iristilian inci
tur (b), amisso tali socio , a quo etiam per noclur . deruni) ; vestis etiam genus, et lectuli species , el cibi
nas visiones, ut olim cuin viverel, admonebatur et sumendi modus : quorum nihil ille dedila opera , sed
castigabalur, si quid fecisselminus Jecore. Carmen simpliciter ac forluilo faclilabal. Ac mullos jam Ba.
funebre duodecim (c) , ut ipse appellat, epigramima- silios specie lenus videre licel, slaluas nimirum in
liis constans, sui in Basilium amoris monumentum umbris ; mullum enim fuerit si repetitam Echus vo
esse voluit. Sed mulio uberius desi lerio suo salis - cem esse dixero. Nam illa quam vis postremam dunta
fecit, cum reversus Constantinopoli in Basilio exi- cal vocis parlem expressius lamen effingit , hi auleni
mia oratione laudando omnes ingenii et eloquentiæ longius ab eo distant, quam quantum accedere concu
vires proſudit. Testatur (d ) jam multos publice ac piscunt. Illud vero non jam parvi, sed mazimi eliam
privatim hoc laudavdi Basilii munere perſuncios momenti ad gloriam haud immerilo existimalur,
fuisse . consueludinem cum eo aliquando habuisse, aut eum
Præclaris etiam orationibus laudarunt S. Ephrem B coluisse, aut quidpiam ab eo joce vel serio dictum
et sanctus Gregorius Nyssenus. Nihil dicam de aut factum monimenti loco ſerre (quemadmodum
S .Ampbilochio , cuioratio allribuitur in sanctum Ba - ipse quoque me hoc nomine scepe gloriuluin esse scio) :
silium ipso Circuncisionis die pronuntiata , quo Ba - quoniam quæ ab illo velul obiter fiebuni, mullo
silius migravil in cælum . Hæc oratio, itidem ut præslantiora erant, quum ea in quibus alii elabo
seplem alia a Coinbelisio sub Ainphilochii nomine rani.
in lucem edila ', pluribus videtur non certissimuin Idem de Basilio ac de pluribus aliis sanctissimis
esse monumentum , quamvis non lam maniſeste spu• viris dici potest, miraculorum donis instruclos eos
ria sil, quam Basilii Vila eidemo allicia Amploilo non fuisse , sed gradum sanctitatis, ad quam eos
chio . Christi gratia evexil , majus quoddam esse donum ,
II. Sancli Basilii eſtigiein sic descripiam reperil quam prodigia etmiracula .Nonnulla lainen de salle
Baronius (e) in anonymo Valicano : Magnus Basilius cio Basilio warrantur, quæ in prodigiis elmiraculis
procero (uii hubilu corporis et reclo , siccus, gracilis ; numerari debeant. Præler ea , quæ anno 372 gesla
color ejus fuscus, vullus temperalus pallore, justus reluliinus, cum Valen's Caesarex versarelur , narrat
nasus, supercilia in orbem inflexa el adducta ; cogita- Gregorius Nyssenus (9) ejus precibus imbrem li.
burdo similis fuit, paucæ in rullu rugæ , eæque reni- vinitus concessum fuisse , cum siccitas liemis
denies, genæ oblonga , lempora aliquantum cava , pro- nullam spein fruguin relinquere viderelur: ac (p. 493)
missa barba el me:liocris canilies. eo noclu aliquando oranle, domum affulgente divi.
Jllius animi eligies ex rebus gestis, quas enarra . nilus quodam lumine reſulsisse.
re conati sumus, satis perspicitur. Ipse vero sese in Dies ſeslus sancti Basiliinon mullo post ejus obo
scriptis ac præsertion in cpistolis mirifice depingit. jluin celebralus. Testatur enim Gregorius Nysso
Mius gravitas et constantia nonnullis l'aslus el su - nus (p . 479) diein festum de illius nomine post Na
perbia esse videbatur, sed demonstrat Gregorius (0) Lale Doinini, et batalitia sancti Siephani , S . Petri,
neminem ab hoc vilio magis alienuin fuisse, quam S. Jacobi, S . Joannis el S . Pauli occurrere. Ampbi
Basilium , quine leprosos quidem deosculari dedi lochius, ut jain diximus, seu quivis alius orationis
gnabalur. Eral illius severilas suingia benignitale supra dictz auctor, festum sancti Basilii die Cir.
lemperala (p . 361), ita ut illius vel perlenuis risus curucisionis in omnibus orbis terrarum locis cele.
laudalio essel, et silentium objurgalio . Non lepimus brari docet : quod quidem de vicinis regionibus in .
quidam erat, el facelus aui circumforaneus : sed la terpretatur Tillemontius. Idem mos apud Græcos
men lalelurGregorius nenineni in cælibus jucun - , perseveravit, nec Basilii festum a circumcisione
Giurem et in warrando festiviorein exstitisse : ne disiungitur. Apud Latinos illius mors annolatur ad
minem in jocando argutiorem et ju objurgando le diem Circumcisionis in Martyrologio Usuardi en
niorem . ' aliis posterioribus. At dies feslus Jifferlur usque
111. Quanta exstiterint de Basilio bominum judi- ad diem 14 Junii, quo die festum Basilii nono sie
cia præclare Gregorius his verbis leslalum reliquit culo celebrari solitum fuisse ex Usuario perspici
(p. 370) : Tanla ipsius, inquit, virlus gloriæque præ - mus.
stantia fuil, ulmulta eliam ex parvis illius virtutibus, CAPUT XLI.
atque adeo ex corporeis defectibus ab aliis ad gloriam J. Quanta apud antiquos sancii Basilii operum ad
nominisque clarilalem parandam excogilata sint. miralio. Il. De novem homiliis in Hexaemeron
Cujus generis sunt, pallor, tarba, cerlus incedendi III. De iribushomiliis quæ suns de hominis siru
(a ) Naz. ep . 37. (e) Ad an . 578 .
b ) Maz. or. 21 . i Naz . or. 20.
icj Carm . 65. (9) Or. in Basıl.
di Or. 20.
 SLIIT PROLEGOMENA.
clura . IV. De homiliis in Psalmos. V. De nonnulo A II. Ex iis quæ sanctus Basilius in explicandis Scri
! is in Psalmos homiliis , que spurillant dubiae pluris elaboravit , nulluin opus majorem habet ad
existineantur. VI. De locis nonnullis, quæ in ge.
nuinashomilias assula dicuntur fuisse. mirationem , quam novem in Hexaemeron homilie.
Quanii hoc opus faceret Nazianzenus, ex his quæ
1. Antcquam huic pertractationi finem imponam , modo altulimus perspici polest. Non parcior in eo
breviter recensenda sancti Basilii opera ,ac præser- dem opere laudando Nyssenus, vel polius non sine
lim in nonnullis esaminandis immorandum , quae exaggeratione illud laudat. Hujus lestiinonium ha
perperam ei abjudicala . Sed in primis quanta ſuerit bes in Monito his homiliis præliso.
illius scriptoruin apud antiquos admiratio, ex Gre- Sed nihil ad bujus operis commendationem illu
gorii testimonio spectandum .Quærum hodie alia, in - sirius afferri potest, quain judicium sancti Ambro
voluplas ? quæ furi ? quie Ecclesiarum ? quæ princi- in re cederet, ejus lamen vestigia premere indico
pum el privulorum deliciæ ? quæ monachorum , aut rum sibi esse non duxil , alque ex his norem liomi
eorum qui societale gaudent? que eorum , qui se a liis plurima in opus simile transtulit, ac pro suis
argotiis remoreruni, vel eorum qui in rebus gerendis usus est. Pronuntiatæ fueruntQuadragesimæ lempo
rersantur ? quæ eorum qui proſana , vel eorum qui B re (c) : ac duas quidem priores eodem die babuit
nosirre disciplinæ studium profitentur ? Una el per Basilius, qui initio secunda commemoral oralionem
ümnia, el maxina oblecialio , illius volumina el lucu - matulinis boris pronuntiatam . Initio ,lertiæ pariler
brationes. Nec scriptoribus maleriu ulla alia el copia commemorat hesternain disputationenı ; sed tamen
post eum præler ipsius scripla suppelil. Silenlur vele necesse esl uno aliquo die semel tantum couciona
ra , quæcungue in divinorum oraculorum explanalione lus sit, sive aliqua ægritudine, sive occupationibus
a quibusdam elaborala sunt : nova prædicantur, ale delenlus. Nain sub finem octavæ homilize promillit
gue is apud nos eruditissimus habelur qui libros
abelur,, qui libros vespertinam (p. 80), quain eodem die, lempore ad
ipsius quam maxime intelligit , ac linguc versal, au vesperascente , absolvil (p. 88).
ribusque instillat. Unus enim omnium loco sludiosis Basilium ex tempore concionari solitum esse re
ad erudilionem comparandain sufficii. lloc lantum de fert Rulous: idque de his præsertim novem homi
10 dicam . Cun llegaemeron illius in manus sumo, liis opinalur Tillemontius, conjectura ducha ex ho
alque in ore habeo , cum Creatore conjungor, ac crea milia oclava (v . 71), ubi Basilius sermonem ali
lionis rationes cognosco, Creatoremque magis admi- quandiu interrumpit, ac nonnulla prætermissa ja
ror ac suspicio , quam prius solebam , cum solo aspe memoriain revocare instituil, acutiorum auditorum
clu magistro uterer. Cum libros eus, quibus hære . muluis inter se nutibusadınonilus. Sed cum mulla
licorum scripla refulal, lego, Sodomilicum ignem Basilii oraliones, velut in gulam et ebrietatem ,in
cerno quo improbe ac sceleralæ linguæ cinerem fæneralores, et aliæ ejusmodi, ita omnibus eloquen
linguæe inin cinerem
rediguntur, aut Chalance lurrim , ul male constru - tie numeris absolutæ sunt, ut paralus ac meditalar
ilam , ila recle interruplam aique deleiam . Cum ea , veuisse videatur ; lum etiam idem de bis novem
quæ de Spiritu sancio scripsil , erolvo , Deum , quem homiliis dicendum ; qux rebus el acute cogitatis et
habeo , nanciscor, verilalem libero el fidenli animo erudile collectis et comportatis differle sunt.
prædico , illius videlicet theologiæ atque contempla Has novem homilias anle episcopalum habilas
lioni insistens. Cum alias ejus enarrationes perlego , fuisse conjicio. Verisimile enim est posteriores esse
quas iis, qui heveliori ingenio sunt explicat Iriſariam homilias in Psalmos ; quas Basilius, utmodo vide
in solidis sui tabulis describens, eo adducor, ut non bimus, presbyler liabuit. Elsi enim certum el es
in exlerno litteræ cortice pedem figai , nec verborum ploratum non est quod leslalur Cassiodo us Basi.
lanium superficiem speciem , sed ulterius progrediar, lium coinmentarios in folain Scripluram 'coule
alque es profundo in profundum transeam , abyssum Xuisse ; quia tamen plurimoslibros interpretalus est,
per abyssum invocans (b), ac per lumen lumen inve- o probabile est eum ordine aliquo processisse , el a
niens, quoadusque ad summuin landem verlicem per- prioribus libris initiuin duxisse.
venero. Cum marlyrun enconia lego, corpus con- Præterea in his hoiniliis nulla Pneumalomachu
lemno, el cum iis qui laudibus efferuntur, animo ver. rum hæresis mentio , quæ initio episcopalus Basilii
sor, atque ad cerlamen excilor. Cum orationes eas vel paulo anle grassari copil. Quoj si novem illae
quasde moribus ac bene vivendi ratione scripsit, in orationes ante episcopalum pronuntiais , non jam
manus accipis, animoel corpore purgor, lemplumque salicio Ephräm accepla referri potest interprelalio
Dei capac efficior , alque instrumentum musicum a horum verborum , Et Spiritus Dei ſerebalur super
Spiritu pulsalum divinamque gloriam el potentiam
canens. Per eas corrigor el concinnor , alque divina aquest cop libentius calensTillenionlio
aquas (d), quam Basilius (e) a viro Syro accepisse se
leslalur. Libentius cum us,cum a
em bic de fconjicerem
lium cod. 141 et 191. congrueret quod de illo Syro ait Basilius , eum a
(a ) Naz. or . 20 . (d) Gen. 1, 2.
b) l'sal. ILI, 8. (e) Homil. 2, p. 18 .
(c) Homil. 8.
 VITA S. BASILU. сех
mundi sapientia lanlum distilisse , quanlum ad re- A ad ingenii esercitationem eligeret; cum præscriim
rom verarum scientiam appropinquabal. Nam san . statim post mortem sancti Basilii opus illius, leste
clum Eusebimin sacrarum quidem lillerarum peri - Niceta, frater absolveril. Hinc etiam ires homilia
tissimum fuisse scimus ; at in externis disciplinis reperiuntur quidem sub nomine S . Basilii in recen
hospes ſuisse non perbibelur. Nibil ergo velat, quo- lioribus codicibus mss., al nusquam apparent in
miuus ignolum nobis esse Syrum illum falealur. antiquioribus. Non eniin eruditos librarios ſraus
III. Promiserat Basililis (a) se explanalurum ho - manifesta laluisset. At recentioribus, cum doctis
minis generationem : sed lamen promissis non sini non esscnt, atque, ut verisimile est, ignorarent
videtur slelisse. Nam novem lantum orationes in Basilii opus a fratre Nysseno absolutum fuisse, pro
Hexaeinerou numerantur ab Hieronymo (c) el clive fuit bomilias, quie ad illud opus absolvendum
Cassiodoro (c). Testatur Socrales (d ) opus Basilii, cum aplæ videbantur, Basilii noniini allingere.
iaiperfectum essel, a Gregorio ipsilis fratre absolu - 2• Tres homilii nou sua sponte simul conjuncie
cum ſuissc. Aique ipse eriam Gregorius (e) banc sunt, sed bäc a librariis instilula conjunctio . Nain
sibi de honinis opilicio scribendi causam esse de secundæ oralioni mullum inest consilium absolvendi
clarat, quod vereatur ne Basilius reprehensionem id quod in prima disseri coeplum fueral. Habila
con eſugial, si illius in opus sex dierum elucubra- B enim est bæc secunda homilia ad occasionein Scri
cioni desit eorum , quæ ad hominem spectant, con - pluræ , quæ illo die lecla fueral : eamque sic con
sideratio . cludit is a quo pronuotiala est, ul se ad vecessa
Exstant (n) tamen inter opera Basilii duz bomi- rium iler properantem auditorum precibus deduci
liæ de hominis struclura , quibus lertia de paradiso poslulet. Tertia sine ullo prorsus esordio incipit a
adjungitur. Sunt hæ orationes ad Basilii promissa versiculo Scriplura , quamvis præfatio quædam ad .
perficienda satis appositæ , ac ita inter se nexæ , ut biberi debuisset, si is qui secundam pronuntiaveral,
quæ in una traclantur, in sequenti continuentur. tertiam ex itinere redux pronuntiassel. Tola res
Basilio tribuuntur a Conibelisio et Dupino ; sed eas ergo in librarium aliquem rejicienda, qui cum opus
Tillemoplius ab aliquo scriplas existiwal, cxerci- sancti Basilii absoluluin pust illius inorlem fuisse
lationis causa, nor per dolum , aut malum alieni nescirel, siinul conjunxit ires illas homilias, quico
ſelus Basilio supponendi consilium . idoneæ ad illud absolvendum videbaulur.
Dilicile estprofecto has bomilias sancto Basilio 30 Addita essc el assula , quæ in priima oratione
allribuere, cum accedal ad certissima veteruin le- consilium indicant absolvendi operis Basilii, inde
stimonia styli dissimilitudo. Sed inquirendum nobis perspicilur, quod cum sua sponte hæc oratio muilain
est, an merito existimet Tillemontius aliquem sese habeat cum duabus aliis necessitudinem , ac de plu
in bis hoiniliis sub Basilii noinine elucubrandis exer- ribus a Basilio prontissis pauca persequatur, minus
cilasse . Favel buic sententiæ aucior prime homiliæ , idonea sit ad absolvendum opus in flexaemeron.
dum declarat (pag. 324) se velus debitum , cujus Quare verisimile est eum , qui cum hac prima duas
solutionem ægra valeludo impediveral, tandem ali- alias conjunxit , ea eliam de suo addidisse, quæ
quando persolvere . Iniquum enim fueril,inquit , ut S. Basilio congruere videbantur.
cum bestiis , deque nalalilibus el jumentis ac rolu IV . Cum decem et seplem bomiliæ in Psalnios
enbus, de cælo ilen et his quæ in cælo ; de terra nibil prorsus suppeditant, ex quo Basilium tunc epi
et stirpibus, quæ in lerra sunt , didicerimus, non eliam scopum fuisse, aut jam prodiisse hæresim Preuma
de nostra generalione ex Scripturæ divinæ luce edo lonachoruin perspiciamus ; luin vero duæ cx illis
ceamur. Mirifice biec Basilio congruunt. Quinetiain decem el seplem homiliis presbyterum illum cunc
cum ait se anlea ostendisse quis dixerit , Faciu - fuisse probant. Sic enim loquitur in bomilia in psal
mus (9), et ad quem dixerit , non obscure indicat mo XIV (p. 110 ) : 'Ev! Tout 'avépousy câyrethou
oralionem nonam in Hexaemerom , in qua hæc ad COÚ VIWv oi nevntes, t &uepljevia . llac una divie
Piliuin dicta esse ostenditur. Sed lamen non Jesual p libus nos pauperes praeslanius, curarum racuitute.
raciones, cur inalim hæc a librariis recentibus as- Nunquam sane pauper esse Jesiit Basilius, etiam
sula credere, quam tres illas homilias bomini iri. inter anıplos reditus episcopatus Carsariensis : sed
bere otioso . tamen inullo æquius el verius inter pauperes soda 110
f• Perantiquæ sunt illæ homiliæ , ac velerum Pa - merare potuit, cuin eu in omnibus rebus nudum pro
Irum disserendi rationem omnino referunt. Porro pinqui el chiari sustentarent, quam cum ipse opibus
neminem ex antiquis paulo periliorem fuisse existi- ad aliorum inopiam sustentaudain abunjarel,
mem , qui opus Basilii in lleguemeron Gregorio Supra in alluliinus aliud lestimonium ex bo

ea res delerrere, quominus quisquam hanc inaleriam usque ad meridiem in quadam mariyrum ecclesia

(a) llomil. 9, p. 88. (€ ) Tom . I, p. 4 .

b ) De scriptor. Eccles. ili Tom . I, append., p. 324.
Ic ) De insiuue, divin , lit ., cap . 1. (9 ) Cell, 1, 26 .
la ) Lib . iv , c. 26 . I'l) Cop. 10, 0, 2.
 CLSIV PROLEGOMENA .
psalmis canendis occupalus ſuissel, ailveuil landem A renlur, id quod secundo Basilii episcopallis anno
ralus fuisset : Ει δε δεί και ημάς υπέρ ημών αυτών Videtur Gregorius Nazianzenus homilias Basili
& Todoyhoao0ll. tñs Olatpoñs ēvexev xal tistal in Psalmos indicare, cum laudal illius enarrationes,
Telstov &toheltew ; ouwv, è poījev thu aitian, oti in quibus Scripturam iis, qui simpliciores sunt,
Glany Subtigesv Taúen toŨ OkoŨ 'Exxanolav olzovo - trifariam explanabat. Id optime convenit bis in
Hoūvtes oux olivy Topos újas OLSLPYOLLÉvny to ôlan psalmos homiliis. Non enim Basilius in lilleræ cor
othuati, töv xpóvov toūTOV tñs huépas katavu . ó lice , ut ait Gregorius, pedem figit, sed præterea
Gajusv. 'Ettel oŭv Eôwyev • Kúplos xåxelvois no moralem sensum et ea, quae ad Christum spectant,
pical thu deltoupriav , xal vein Beauapteiv tñs investigat. Existimat Tillemontius psalinos ordine
üzerépas dyktinis, åtóāOTE LEO ' nuūv thv etxaplo a sancio Basilio explanalos fuisse , alque ex magno
silav tu eúspréty , tý thu opwévny tajony toj illo homiliarum numero perpaucas ad nos perve
ouuatos huwy dośvelay on dopáto autoū ouvápel nisse. His rationibus nititur doctissimus scriptor,
ystpaywyoūvte. Quod si nobis excusatione opus est, quod nulla videlur exstilisse causa, cur hos polius
quod morali simus, el a vobis abſuerimus perdiu , quam illos ad explanandum Basilius elegissel, deinde
hanc afferemus causam , quod, cum aliam Dei eccle - B quod nonnullorum explanationein non absolvit ;
siam , huic honore parem , administremus, non me tum etiam quia in homilia in psalm . XXXVII cilatur
diocri a vobis distaniem intervallo , hoc tempus diei homilia in psalın . vi, el apud Symeonem Mela
consumpserimus. Cum igitur dederit Donsinus, ul et phrastem homilie in psalmos si, XIXIV , XXXVIII,
illis implerem liturgiam , nec vestræ deessem chari- LV citantur. Sententiam Tillemontii confirmare
lali, mecum benefico largitori gralias agite , qui hunc possumus ex homilia in psalm . XXIX , ubi Basilius
quam videlis corporis nostri debilitalem invisibili velut iú longo quodam ac non intermisso opere ci
sua polenlia deduxit. Ex his palel unam ex Cxsa- tal que in superioribus homiliis sæpe dixerat. Sæ
riensibus ecclesiis Basilio commissam fuisse, ac pe dictum est, inquit, de clamore ad Dominum , quod
proinde nondum episcopum fuisse . Non enim sic sit ejus solius, qui magna el cælestia cupit, clamare.
loqualur episcopus ad quem omnium diæcesis ec- Scilicet hujus vocis sæpe explicandæ occasionery
clesiarum cura pertinet; aut si ecclesiam , in qua altulerant psalmiin quibus sæpe occurril. Quod au
liturgiain celebrare solet, sibi ad regendum præci. lem special ad homilias a Symeone Metaphraste
pue commissain dicere possil, non tamen huic ec - citalas, wla res nititur falsis numeris, qui ad mar
c!esiæ alias in agris aut ad urbem constructas ho- ginem Parisiensis editionis appositi fuerant. Errata
nore et dignitale pares existimel. Cemendavimus in hac editione. Ubi enim indicabalur
boniilia sancti Basilii in psalm . xi reposuimus
Si Baxilium ad has duas homilias. nempe in psalm . XIV, homilia in psalm . XXXIV cilabatur in
psalm . xiv el cxiv , ipso psalmorum ordine addu. sermonc quinto num . 5 et in septimo n. 6. Sed
cluin esse constaret , statuere possemus cæteras hæc duo loca reperiuntur in boniiliis Basilii in
quoque in psalmos homilias ante episcopalım bia psalm . XXXIII el XLV. Similiter quæ in sermone
bilas fuisse. Sed homilia in vsalm . cxiv in ecclesia , 13 , num . 4, deprompla videbantur ex homilia in
in qua Basilius concionari non solebat, ad occasio . psalm . LV, el in serinone 14, n . 3 , ex lomilia in
nem psalıni, qui jogrediente Basilio canebatur. psalm . XXXVIII, ea reperimus in homiliis in psalm .
pronuntiata est. Quod speciat ad homiliam in lix et LXI.
psalm . xiv , illam quidem habuit Basilius, ut absol- Quinetiam de illis quæ exstant dccem el seplem
veret quæ pridie de eodem psalmo disseruerat. Sed bomiliis controversia est an Basilio omines tribuendæ
cum dubinin sit an homiliam illam pridie pronuna sint. Qualuor rejeclæ sunt in Appendicem , ul spu
tiatam habeamus , incerlum etiam est ulrum in ea riæ ac Basilio prorsus indignæ , nempe prima bo
Basilius susceptam explicandorumi psalmorum se - D milia in psalm . xiv, secunda in psalm . XXVIII, bo
riem , an oblatam aliquam occasionem seculus sil. miliæ in psalınos XXXVII el cxv. Prælerea auctor
Quare lemporis nolæ , quas in homiliis in psalm . præfationis in lomuin primum nonnulla rejicit in
XIV el criv deprehendimus, ad alias in psalmos aliis homiliis, quæ ex Euscbio a librariis desumpla
homilias non pertinent : quas lamen verisimile est existinial : liempe in homil, in psalm . XXXII, ad hunc
anle episcopalum habilas ſuisse, proplerea quod, versiculuin , Verbo Domini cæli firmali sunt el spia
ul jam dixi, nullain episcopalus uolam , nibil ad- rilu oris ejus omnis virtus eorum , iuilium homilie
versus Pneumatomachos habent. Quinetiam in ho - in psalm . xliv, longum fragmentum in fine bonilie
milia 'in psalın . XXVIII, n . 3, el sub linem homiliæ in psali . cxiv.
in psalm . cxv, vehemens reprehensio eorum , qui V. Scio eruditorum hominum non paucis displi
relicta ecclesia , synaxes in privatisædibus celebra uisse, quod S . Basilio in duobus prioribus tomis
bant, probare possit has homilias anle babilas fuis. am molla abjudicala sint opera. Ul eorum querelis
se, quam persecutio in Oriente Valentis præsentia satisfaciam nec in contrariam incurram reprehen
ingravescere !, ac pluribus in locis Catholici extra sionem , quania polero inaximabis in rebos cautione
muros vel io privatis ædibus congregari coge. versabor. Quod special ad qualnor homilias, qo3
 VITA S . BASILII. CLIV

in Appendicem rejectæ sunt; non timide asseve- A memoriam onerasse alienis cjusinodi diviliis. Incst
rabo nibil in eis legi, quod Basilio indignum sit aut idem vitium homiliæ in psalmum xiv, cujus initio
ab ejus doctrina alienum . Io homilia in psalm . xiv, prolixus Eusebii locus, lotidem pene vcrbis, sed
quid sit labernaculuin Dei eodem modo explicatur minus eleganter constructis legitur. Diſicilius est
ac in genuina homilia in psalm . XXVIII, ad has vo . Basilio auferre bomiliam in psalmum crv, quæ nihil
ces liluli, in ezitu a labernaculo. His eliam vocibus, habel ex Eusebio tolidem verbis desumplum , nec a
Qui ingreditur sine macula , pia et acula apponitur stylo Basilij discedere videtur, si excipias ha:c verba
observatio (p . 93), quam etiam in homilia in psalm . I, modo allala : Sed ulinam el mihi contingat digne
liæ delectus quidam præcipitur el cautio in elecino verba loquar in mente mea . Cum hæc Basilii siylum
synis ut in aliis Basilii locis, nempe reg. brev. non redolent, lum etiam videntur ab alio qun
100 et 101, et ep. 150, n . 3. Neque eliam Basilio dam episcopo, sive presbytero Ecclesiam Cæsa
non digoissima, si res et sententias species, homi. riensem invisenle pronuntiala . Inest enim bis
lia in psalm . civ. Sub finem vituperantur qui re - verbis species quædam honorificæ salutationis ,
licia ecclesia in privatis ædibus synaxes celebra. qualem ab hospile concionanle par erat adhi
bant, ut initio genuinæ homiliæ in psalm . XXVII. B beri.
Displicere non debent quæ legunlur n . 5 : Quando VI. Quod speciat ad quædam loca, quæ Præ
quidem luo in infernum descensu a peccali vinculis falionis auctor contextui S. Basilii assula a libra
me liberasti, alque humanam naturam mortis asiri- riis putat, falendum sane est initium explicationis
clam vinculis, et in inferni carceribus, unde evadere hujus versiculi, Eruclavit cor meum verbum bonum ,
non datur, deleniam exsolvisti, idcirco libi sacrifi. quod Lolidem verbis apud Eusebium reperitur ,
cabo, etc . Ex his colligi potest auctorem hujus ho- cum sua sponte nimis prolixum esse , quam ut eum
miliæ existimasse ipsos etiam patriarchas et justos Basilius ad verbum edidicerit, tum vero nullam ne
veteris testamenti in inferis ante Christi adventuin cessitudinem habere cum explicatione ejusdem ver
delentos et inclusos fuisse . Sed similia occurrunt siculi quam slalim affert Basilius. Al idem null
apud alios scriptores ecclesiasticos ; ipse Basilius dicam de explicatione hujus versiculi, Verbo Do
homil. in psalm . XLVIII, num . 9, sic loquitur : De mini cæli firmali sunt, et spirilu oris ejus omnis
pascebat enim mors ab Adam ad usque Moysis admi- virtus eorum . Quæ apud Eusebium similia sunt
nistratic .em donec venit verus pastor, qui suam ani- huic Basilii explicationi, ex Basilio polius desun
mam pro ovibus posuit, sicque eas secum excitalas el pla videri debent. Falelur auctor Præſationis non
e inferni carcere ad resurrectionis matulinum edu . C nulla librarios e genuina Basilii in psalın . XXVIII
clastradidit suis angelis. Vide orat. in psalın . XLVIII, bomilia apud Eusebium transtulisse . Idem ab eis
pag. 186 . Ridicula immerilo videntur bæc verba faclum in hoc versiculo , cujus explanatio enien
(p. 371 ).: 'AXX'£:0€ x&ual YÉVOLTO TELOTEūOAL &Elws, dalior mullo et plenior est apud Basiliam , quain
iva daahow yŪy th 'Exx pola coũ coi th Meyahan apud Eusebium . Prælerea ab Eusebii ingenio , qui
ταύτη πέντε λόγους εν τω νου μου. Sed utinam el nihil magis meluebat quam ne Filius et Spiritus
mihi contingat digne credere, ut nunc magnæ huic sanctus ex Patris subslantia esse dicerentur, alie
Dei Ecclesiæ quinque verba loquar in menle mea . Nec nissimum fuit dicere, Verbum oris et Spirituin oris
quæ proximesequuntur, xal undels xatayaevaGÉTW dici, ut intelligatur Salvalor ipse el sanctus ejus
ody dóyov, Nec quisquam irrideat doclrinam , in eain Spirilus ex Patre. Immane quantum hæc ab Eusebio
sententiam accipio, quasi vercalor auctor bomiliæ discrepant (a), qui Spiritum sanctum per Filiun,
ne risum auditoribus ob suam simplicitatem mo- ut cælera alia , crealum ſuissc conceplis verbis
real ; sed generalim monet ridendam non esse re - pronuntial.
ligionem Christianam , quasi sine argumento audi- Superest aliud fragmentum homiliæ in psalm .
lores ad assentiendum adducat.Neque etiam Christi cxiv, ab his vocibus, ó xóquos oŭtos autós te tot!
passionem martyrium appellat, sed hæc verba (p. D Ovntós, usque ad finem . Cur lolus hic locus, il
374) : Hoc est, sitiens ad martyrii consummationem planespurius et ex Eusebio sumplus rejicialur,mul
contendo, ad Davidem referuntur. 12 afferuntur rationes in Prefalione (6), quarum
Sed tamen inest his homiliis quædam cum stylo nonnullæ aliquid suspicionis et dubitationis in bunc
Basilii dissimilitudo, quæ certo illas ei allribui non locum conjicere possini, sed nullius prorsusmo
sinit. Idcirco homilia in psalm . skvu ſere ab omle menui quæ secundo loco ponitur. Postquam scri
nibus rejicitur. Dubia nonnullis visa est homilia in plor, inquit auctor Præfationis, omnem hominum vi
psalm . XXXVII. Præterea non levis momenti videri lam tribus annorum hebdomadibus definivil, nihilo .
debet quod observat auctor Prælationis comiprimi, minus, secum ipse non consentiens, eodem in loco
hanc in psalmum xxxvij homiliam ex variis Eusebii quinque recensel, lempus dentitionis, accommodalan
locis ad verbum excerplis construclam esse. Non ad disciplinas ediscendas ælalem , annos ephebios,
enim probabile est S. Basilium , dum concionarelur, slalum virilem , senectutem . Non lolain liominis vi
(a) 1 De theol., cap. 8 . (6 ) N . 37, p. 33.
PATROL . Ga , XXIX .
 CLXVI PROLEGOMENA .

Anit, sed tempus intra quod homines crescere so - non debet; scd lamen cerii argumenti pondus non
lent. Similis sententia reperitur in oral. I de homi. oblinet. Quare alia ineunda est via ad veri in .
nis structura , n . 17 et 18. vestigationem , ac in primis inquirendæ temporis
Pluribus Basilii in psalmos homiliis nulle insunt notæ .
nolæ , ex quibus pronuntiatas ſuisse cognoscas.Nam Antiquilatem operis plurima probanı; sed nobis
glorificatione, qux hujusmodi orationes claudere nola aliqua opus est, quæ non lule paleal, ac non
solei, carent lomiliæ in psalm . VII, XXIX, XXXII, moilu sæculum quarium designet, sed etiam illud
XXXIII, XXXVII, XLIV, XLV, XLVIII . Sed cum Basilius lemporis spalium , quo Basilins in Ecclesia Caesa
dicat (a ) in homilia in psalın . Xxx : Quot fornica . riensi presbyter aut episcopus fuit. In hunc usum
lores, quot ſures hic slant? el in homilia in psalm . colligi possunt, quae de Anomais leguntur pluribus
XXXIII : Audile vos, qui aures cordis habelis aperlas, in locis : Sunt nonnulli, inquit auctor Commenta .
liquet has duas lionilias, etsi in finc glorificatio . rii (p . 555), qui cum palres suos el tradila ab eis
nem non habent, pronuntiatas lanien in ecclesia dogmata sequi faslidiant, ipsi hæresum cupiunt au
ſuisse ; nec video cur idem de aliis glorificationc ca- clores esse. Quare novitates quasdam comminiscuntur
rentibus judicium non ſeralur. B adversus reclum sermonem , maliliam impietatemque
CAPUT XLII. scriplis prodenles : ad quos pervenil, ve, ad paires
1. Commentarium in Isaiam prophetam perpauci videlicel falsæ el adulterince scientiæ , el ad dogmatum
Basilio non allribuerunt. II. Scriplum hoc opus impiorum scriplores. Tales enim cos, qui fidei inopia
intra illud tempus quo Basilius presbyter ſuil. laborant, diripiunt , atque in animas vero illo sponso
Scriplum etiam in Cappadocia . VII. Basilii inge
nium et senientiæ in hoc Conmentario. IV . Eadem Deo Verbo viduas lyrannidem exercent. Sed el si
Scripluræ interpretandæ raliu . V . Comparatur hoc qucmipiam Deo orbalum ob peccalum viderint, et hunc
opus cum homiliis de jejunio et in ebriosos. VI. sibi quasi prædam vindicant : quippe eis promillunt
Nonnullis aliis exemplis el argumentis confirmalur
auctorem Commentarii Basilium esse. VII. Solvun securitatem omnem , el voluptariani viram proponuni,
lur objecla . si modo eos dogmalis Divinilalem oppugnantibus in
1. Debitam S. Basilio laudem vindicalurum me telligant assentiri. Qualis nunc pullularit Anomwo
spero, si ejus nomini vindicem commentarium in rum hæresis, qui scorlaloribus, adulieris,masculorum
Isaiam , qui ei, ul opus lanlo viro indignissimum , concubitoribus, plagiariis, perjuris ac mendaci
a bjudicatus est in Prelatione iomi I, p . 48. Jamdu - bus veniam peccalorum pollicentur, si su 'm sure
dum visus est sibi Erasinus eloquentiarn Basilii in adversus Unigenitum blasphemiæ socios illos habue
hoc opere non reperire, quod salis ei argumenti u rint.
fuit, ut genuinum esse felum negarel. Ascriplo - II. Illud, otoia vŪy trapablastńcasa töv & vo
rem (b) hac in re habuit Rivelun . Ipse etiam Peta - Holwv aipsois, Qualis nunc pullulavil Anomeorum
vius obiter pronuntiat commentarios ad Isaiami, hæresis, non referendum necessario est ad ipsum ar
qui Basilio solent inscribi, illius non esse, sed nul- liculum , quo hæretici illi prodiere. Stalim enim al
lain judicii sui rationem proſeri. Inter Græcos Joan - que verlicem sustulit eorum impietas, velicmenter
nes Drungarius, sxculi duodecimi scriptor, cujus ab iis qui Semiariani dicuntur, oppugnati sunt ; el
fragmentum exs:at in Collect. Palrum Græcorum , cum in offensionem ipsi Constantio venissent, pluri.
hoc opus S . Basilio abjudicat (pag . 350j. Sic enim muin pcgolii habuere in illius recolligenda gratia,
loquitur : Kal toūTO 03 xatáônkov TolŪ tois įve nec lempus eral impunilatis aliis promillendæ , sed
TuYyávovoiv , us Ó įv dyloue Basileios KÉPOS te tñs sibimetipsis quærendæ . Relraxere illi quidem ad se
įv xepol tepoontelas nou “ veugeV • * Tis épurvela ta- postea mobilem ac levem Constantii animum , ac de
på toalois å uchádetai. Hoc autem lectores admo. Semiarianis poenas vicissim sumipserunt anno 360.
nilos volo, Magnum Basiliuin hujus prophetiæ par. Sed tamen cum ipse Constantius non tantam eis
lem interprelatum esse , quæ quidem interprelalio a d auctoritatem ac licentiam daba!, quania in allalo
mullis in dubium revocalur. Quod ait Drungarius a testimonio perspicitur (nain cum ventis masinie
multis dubitari, an auctor sit hujus commentarii secundis uterentur, imposita Eudoxio eorum duci
Bisilius, id de scriptoribus ecclesiasticis intelligen : tristis necessitas Eunoinii sui deponendi) ; lum vero
duin non videtur. Quos enim novimus, bi summo nomen Anomæoruir, accepere, lestibus sanciu Atha
consensu parentem hujus operis Basilium agnoscunt, nasio (c) et Socrale (d ), postquam in concilio Anlio
Maximus conſessor, Joannes Damascenus, Symeon cheno Filium Patri dissimilem dixerunt, quod qui
Logothela , Antonius Melissa, Tharasius, auctor dem anno 361 contigit paulo ante mortem Constan
Scholioruin Græcorum in epistolas apostolicas. lii. Quare quæ deAuomæis in hoc commentario di
Griecis assentiri non dubitarunt recentiores critici, cuntur, referenda ad eorum sub Valente dominalum .
Natalis Alexander, Dupinus, Tillemontius, et erudi- lllud vũv , ut observavimus ad epistolam 238 ,
lus editor operum S. Joannis Dainasceni. Tot homi- siepe idem sonal,ac auper , cide rebus ante aliquod
(a ) N . 3, pag. 127. (c) De synod. p. 907.
10) Tom . II Doqni. Theolog., lib. I, c. 2, n. 4. (u ) Lib . II, c. 45 .
 VITA S. BASILII. CLXVII
lempus peractis dicitur. Unde Basilius de liæresi A dumi scriptis cogoitum lanla similicudine relušeril,
Pneumatomachorum in epist. 159 : Tð vũv Tiapaxúc quanta semetipsum Basilius in oninibus operibus re
yav mapá tūv del Xolyotoueiv € TTLxelpoúvtwy 55- ſert. Paucis ergo demonstrandum sunmam esse
sua, Nunc proidiens ab hominibus semper novi ali- inter commentarium et alia Basilii scripla sinililu
quid inducere conaniibus quæstio. dinem .
Ad idem Valentis imperium pertinent quæ de con- (a) Nemo est sane qui, si animadvertat allenlius ,
troversiis inter ipsos Catholicos exorlis leguntur, quam libenter commentarii aucior de physicis re
p . 50 % : "Usedov od oi aúxoūvtes thv & TTOSTOM .XT bus, ac præcipue de aniinalium proprielalibus dis
0:c2547 av tetno xévai, xal xata ola @ oxov &Ta' Èxel seral, non facile agnoscat auctorem homiliarum in
Voy to xńcuyuz toj Ejayyelou zta Pelangeval, bid Heraem .Redolent etiam (b) nonnulla operam a Ba
This Tep! TŪy @oyuátwv Quocpwvías ¿ôslxvuov, ötl silio in astronomia (c ) Athenis ediscenda in
llis elol mépn tñs Xp!STOū 'Exxanolas. Ulinam au sumplam . Inter artes quæ ad vitam necessariz , et
lern qui se doctrinam apostolicam servare, ac per suc. eas quæ vanae et inutiles sunt, idem prorsus discri
cessionem ab apostolis prædicationem Evangelii acce. men slaluitur in coinmentario (p . 941), ac in prima
pisse gloriantur , ostenderent, eadem de dogmalibus bomilia in Hexaem . (p . 7 ), el utriusque loci simil.
dicendo, se unius Ecclesiæ Christi parles esse ! Miri . B lima sententia . Legimus in homilia 3 in Hexaem . p.
fice hæc conveniunt in illud Valentis tempus , cum 23, et in comnient. p. 382, ea quæ labore parta sunt,
el de tribus hypostasibus maxima essel contentio , servari diligentius, facile parabilia conlemni. Ob •
ac inter plurimos episcopos disrupla communio es. servat Basilius (p. 2) in homil. 1 in Hexaem . Moy
sel, in qua sarcienda nec presbyter Basilius nec epi- sen certis gradibus pervenisse ad Dei visionem , al
scopus laborare destitit. Scriptus ergo commenta - que hoc beneficium anno ætatis octogesimo assecu
rius in Isaiam sub Valenle ; idque intra septem tum esse. Eamdem observationem habemus in
priores annos illius imperii , antequam e latebris procinio commentarii (p . 382). Mirifice placebal Ba
dissimulationis prodiisset nefaria Pneumatomacho - silio adhibita a Naihan prophela Davidis reprehen
rum bæresis , quæ initio episcopalus Basilii grassari dendi ratio. Hanc laudat in epist. 2 (p. 479). Eam
crepit , ac deinceps perpetuuin cum eo bellum ha - dem commendat in commentario .
buil.Nihil enim de illa bæresi reperias in commen . Observat auctor coinmentarii versuin vicesimum
lario . solus Filius deſeodilur : soli impugnantur secundum capitis secundi, cum deessel in exempla
Ariani, qui, ut in alio loco (p. 523) legimus, tradi ribus communis editionis , ac in Hebræo ſonte lege
luros se pollicebantur qu: ad Filium spectant, at- relur, ex aliis interpretationibus huc esse transla
que boc specioso sermone simplicioribus illudebant. ' lum . Quod quidem Tillemontius consonum judicat
Quinetiam Pneumalomachos intelligil commenta consueludini Basilii , qui in homiliis in flecaem . sæ
lor, non harrelicos, qui divinilalein Spiritus sancti pe cilat interpretationes Aquile et aliorum . Ejus·
impugnabant, sed homines anaros el malos, quos dem Tillemontii judicio, commentaior, dum in expli
cum api ex immisso aculeo inoriente comparat (p. cando prophela literam sequitur, explicationes
531). Talis est, inquit, hominum amarorum et adver . proferi, itidem ut Basilius, claras et perspicuas,
sus Spiritum pugnanlium natura , Tūv TolX Oūv & vo pú - non longe pelilas aut per vim traclas : dum auteni
TWY xal Ilveujatouaywy, qui semelipsos nequitia in moribus informandis versalur, morum doctrinam
magis lædunt, quam eos qui in eorum iracundianı tradit, non solum æque sanctam el puram , ac in
inciderint. Videlur ergo Pneumalomachorum vox aliis operibus sancti Basilii, sed etiam , ut in homiliis
nondum tunc designandis hæreticis fuisse ad . Basilii in Psalmos, e singulis prophetä vocibus de
dicta. ductam .
Jam magnum habemus argumenlum , cur Basilio IV . Sæpe commentator ex aliis Scripturæ libris
tribuatur hoc opus. Præterquam quod ei adjudica - tcstimonia depromil, ul Isaiam illustrel. Sic illud
tur ab antiquis , intra illud tempus scriptum compe- D Isaiz : El erallabilur Dominus Sabaoth in judicio (p.
rilor, quo presbyteri inunere perfungebatur. His 499), illustrat his psalmi verbis, Exaltabo le, Domi
adde non infirmain conjecturam , ex qua auctorem ne, quoniam suscepisti me, variosque assignatmo
operis Cappadocem esse colligitur. Nam varias gene dos, quibus Deus ab homine exaltari possit, sest
les enumeraus primo loco (p . 428) nominat Cappu- eosdem prorsus ac in homil. in eumdem psalınum
dociam . XXIX, Basilius bomil. 3 in Heraem . explicans illud ,
Hi. Quod si el Basilii ingenium et sententiæ et Cæli enarrant gloriam Dei, negal (p. 31) inde colli .
Scripluræ interprelandæ ratio in eodern opere de. gendum cælos esse animalos, sed Scripturam sic
prebendantur, non video quid loci relictum sit du interprelalur : 'Ala' ó įv tohto 's Móvo ; Tiapž tūv
bilationi. Neque eniin intra illud lempus, quod ab voūv èxóvtwy teleworquévws exhaubzvóuevos, oul
anno 364 ad annum 371 eMuxil, alius in Cappadocia TenPWTIXÓS Èote this poylas to✓ xtisavtos. Sed
scrip :or fingendus, qui Basilium recentibus admo . horum constilulionis ralio accurala contemplatione

(a) Vid . p. 414, 131, 177, 178, 500, 503 , 529, (b) Vid . p. 582.
53 ). (c) Niz. or. 20
GLXVIII PROLEGOMENA .
ab hominibussensu præditis excepla , complet glorif - A stum derelictum , nec semen ejus quærens panem ...
talio , sed quae a me allala est confirmatur sinsillima rat filios patriarchæ nostri Jacob panum causa de
commentatoris sententia , qui sic loquitur (p . 494) : scendisse in Ægyplum , sed de spirituali loquitur
OlouparolBinroūrtaidoEar @ koữ•o'xõteQwtv al- alimonia, qua interior noster homo perficitur. Ne
oOnth aglaoi tais axoais hucov, aXX' öti o tois aó- veniat eliam in nos jejunium quod Deus comminalur
Yous tñS TOū xóguou JUSTÁGEWSÈYYUuvasáuevos, xal Judæis : « Ecce enim dies reniunt, dicit Dominus,
yvoplaas & Távtwv tūv xar' oúpavov thy Olá esiv olce el inducam in lerram hanc ſamem , non famem pa
TOÚTwv olovei yuvinv åprévtw , od ueyahsiov tñs 86 . nis, neque silim aquæ , sed famem audiendi verbum
Ens toũ TTETEOLNXÓTOS aŭtous 8:ôaxOhsetal. « Cæli Dominiº : 1 quam ideo inmisil juslus judex , quod
cnarrant gloriam Dei ' : , non quod ad aures perspicerel eorum mentem rerorum dogmatum ine
noslras emillant vocem sensibilem , sed quod qui in dia , fame necari : contra vero , exlernum eoruin
iis meditandis rationibus, quibus constilulus mundus hominem supra modum pinguescere el obesum
est, erercilalus ſueril, el per cælos quasi vocem fieri.
edenies , cæleslium omnium rerum dispositionem ac B Pergil commentator : Quemadmodum enim in li.
ornalum cognoverit, addiscal magnificentiam gloriæ bræ momento , quando lanz allera deorsum vergil, ea
ejus, qui condidil cælos. quæ huic obversa est , altollitur : pari ratione in
V . Maxima etiam est similitudo inter ea quae de homine id ipsum feri quiris adverlere potest. Cum
jejunio leguntur in commentario et in utraque homi. enim pinguescit caro, contingit mentem fieri quodam
lia in jejunium : quod quidem testimoniorum appo - inodo infirmiorem : exlenuari vero sccpenumero car .
sitione prolandum videlur. Sic igitur commentator nem , dum mens ilerum bona habitudine gaudel. Et
nobis: est,
n . 31, p . 405
carendum Itaque a jejunio quod in occullo cisl, id ipsum est quod ail Apostolus '' , quod quan
quod justo judicio dicitur a Do Tum corrumpitur exlerior homo , lanium renovalur
mino odio haberi, quod el prophela deprecalur, di. interior ; ) ilem illud : «Quando infirmor, lunc polers
cens :'.« , Non interficiet sum " . Nam fuliginoso quædam exhalationes et
rum Siquidem nonſame Dominus fame
de corporali animasloquitur
justo copioso el pingui alimenlo emissæ , densæ nubis in .
( alioqui dixisset corpora justorum ), sed de animarum star infusam animæ a Spiritu sancio illustrationem
inedia . « Non enim interficiel fame animas juslo - inlercipiunt.
rum ; , alioquin hoc pacio in beatorum rila Sulura . Simili prorsus sententia , licet non iisdem verbis
essel contrarielas, quandoquidem Paulus in his de Basilius homil. 1 in Jejun., pag . 8 : An ignoras quod
quibus glorialur id enumeral : « In jejuniis sæpe, , perinde atque in acie hinc alque hinc instrucia , qui
justis deprecatur. Verum singula hæc præslal juzia ita qui carni sese adjungit, expugnal spiritum , el qui
sublimiorem inedia intelligentiam interprelari. Ejus ad spiritum transit , carnem in servitulem redigit !
modiest et illud : « Non vidijustum derelictum , nec Hæc enim sibi invicem adrersaniur. Proinde si cnpis
semen eius quærens panem . , Meminimas eliam mentem reddere validam , fac carnem domes jejunio .
Eliæ , qui a Sidonide pelitil panen 5 : quin el se - Hoc enim est quod ail Apostolus, quod e quanium
men Jacobi in Ægyplo panes quærebal. Quod si vila . externus homo corrumpitur, tanium internus renorn
verimus abjectam et humilem inielligentiam , jam iur ; , irem illud : 1 Cum infirmor, lunc potens
evanesce! ea quæ in verbornni repugnantia sila est sum . , Postrema commentatoris periodus reperitur
inepria . Ejusmodi igilur jejunia jejunubani Judæi, in eadem homiliæ pagina , pluribus aliis interje
fame enecantes interiorem suum hominem , quod ad clis.
ipsos pervenissel comminalio illa, quæ dicit : Ece Sed lum maxime Basilius agnoscitur, cum co3
dies veniunt, dicit Dominus ', el inducum super ler- D parantur cum illius in ebriosos homilia , quæ in
ram hunc ſamem : non ſamem panis , neque silim comentario leguntur de ebrielale (p . 488 et
agua ; sed famem audiendi verbum Domini. 1 liaque seag ). Nonnulla et verbis et sententiis siinilia sunt
jejunia vdisse se dicit Dominus, eorum , qui aninum in commentario el in bomilia ; sed quæ absunt ab
suum conſciunt quidem tabe pro salutarium ac honiilia non minus præclara sunt, quam quæ in
vivifcanlium documentorum inedia : sed pingue utroque reperiuntur, ita ut facile paleat eumdem
faciuni prælermodum saginanique etleriorem homi. ubique Basilium disserere. Quin etiam verisimilli
nem . mum est Basilium ex commentario in homiliam
Basilius in bomil. 2 in Jejun . 1 . 8 : Rursus ab transtulisse, quæ conveniehant. Quod enim ait in
interno meulis jejunio caveamus, quod el prophela homilia (p . 126 , n . 5) : Quemadmodum cava , drerit
deprecatur, his verbis : « Non occidet Dominus fame Torrentes cunfluunt, plena videntur ; sed ubi erunda .
animus justorum ?. , Ac rursus : « Non vidi ju . lio præleriil, sicca aridaque relinqui; ila ebriosorum

: Psal. 84113, 2 . Prov. x , 3 il Cor. x1, 27. Psal. xxsvi, 25. o lll Reg. XVII, 11. a Aus
VI:T, 11. ' P'rov, X, 3 . I'sil. x111,05. ' Auus VIII, 11. 2011 Cor. 13', {G . III Cor. xII, 1 !!.
 VITA S. BASILII. CLXIX
2% , reslagnanle vino, plenum quodammodo esse, A lum vero præcipuæ dilliculiali solvendæ plurimuin
el madidum , sed siinul ul paululum efluxit, siccum conducer. Quam non fastidiret Basilius trita a ve
el humoris expers relinqui, id aple quidem et in leribus vestigia , leslalum reliquit insigni.monu
homilia el in commentario dictum est, sed haud scio mento , Philocaliam dico , quod una cum Gregorio
an aplius in commentario , ubi necessariam ha- Nazianzeno exegil. Pralerea aliter judicandum de
bet joncluram cum explanatione , quam subjicit ejusniodi scriplo, ac de orationibus , quas cum pro
Basilius his prophelæ verbis : « Væ iis... i qui nuntiaret Basilius , verisimile non est eum proli
exspectant vesperam ; vinum enim eos combu- ris Eusebii locis memoriam onerasse . Al minime
Tel. repugnat , ut ex scriptore celeberrimo transferrel
VI. In Nolis ad cap. 5 libri De Spiritu sancio , inin commentarium
comment suum quæ convenire videbantur
ubi Basilius ait (p . 7) universa sese ad Unigenitum Denique ut omillam fieri potuisse , ut librarii ex
convertere, invincibili atque insedabili quodam desis Eusebio in hoc opus Basilii nonnulla assuerent ,
derio et arcano affectu ad auctorem et largitorem quemadmodum ejus orationibus ex eodem Eusebio
rile respiciencia , apvosuimus hoc commentarii le . nonnulla inseruerunt ; cum Basilius hoc opus non
slimopivin : Unigenitus (p . 477) ipsum bonum , quod absolverit, quis scil an iale ellilurus fuisset, quale
appetunt omnia, cujus amor naturali el inenarrabili º nunc habemus ? Nonne potius verisimile est hæc
modo omnium ratione ulenlium animis instillalus. testimonia ex Eusebio, veluli maleriam quamdam
Agnosci etiam facile possit Basilius in illo mona scriptoris judicio poslea expoliendam et illustran
slici instituti sludio , quod præ se fert commen - dam
dam ,, fuisse
fuisse com
comportata ?
lator (p. 464), cum vehementer invehitur in illos Quin etiam decerpta ex alienis messibus loca id
populi principes , qui volontarios pauperes , cum afferunt commodi, ut facile intelligamus, cur stylus
bealos prædicare deberent, calumnianlur ac con commentarii non semper Basilii Magni eloquentiam
temnunt. redoleal. Ex his enim quæ objecta sunt, nihil video
Unum superest, quod diligenter nolalum et ani quod, cum aliqua verisimilitudine objeclun sit, præ
Summ velim . Nimirum Eusebii testimonia . ter styli discrepantiam . Sed ille verisimilitudi
quæ in hunc commentarium translata sunt. Loli. nis color evanescit , ubi animadvertitur in boc
dein verbis exstant apud Eusebium , ut perspici opus , quod maxima ex parte nitorem Basilianæ
potest in Præfatione primi lomiOperum sancti cui Ba
Ra. orationis
ora relinel, aliorum testimonia interdum in
silii. Atquæ in boc commentario similia sunt aliis text.
Basilii locis , sententiis tantum non verbis similia C Frustra objicitur commentatoris de dæmonibus
sunt , si unum autalterum locum excipias. Unde sententia (n. 25 et 236), quos victimis delectari et
hoc discrimen , nisi quia Basilius alios de industria nidoribus gaudere el ali non semel pronuntiat.
el data opera imitabalur ; ut avlem seipsum imi. Hæc quidem , inquit auctor Præfationis, utcunque
laretur, salis erat, veluti natura duce , insitas ani. toleranda essent apud poelas , aut apud jocosum
no sententias et Scripluræ intelligentias sequi ? scriptorem Lucianum : al eadem in Palrum gravis
Non est ergo cur vereamur hunc commenlarium , simo Basilio quis ferai ? Scio quidem cælestia quæ
ut genuinum Basilii laboris monumentum , susci dan corpora angelis a quibusdam Patribus Græ
pere. cis tribui : sed nullus , quod sciam , ejusmodi nu
Sepe Basilius in hoc opere unum se esse indi gas unquam garrivil. Arbitror aulem Basilium
col ex senioribus et principibus populi (a ) : ex quo a laniis deliramentis maxime omnium abhor -
sallern presbyterum fuisse perspicilur. Aliiorem di- ruisse.
gnitatis gradum lunc obtinuisse non crediderim , Necesse non est longam seriem scriptorum idem
lum quia , cum bæc scriberet , nondum aperle sentientium bic lexere. Satis erit unus ex multis
prodibat , ut supra diximus , hæresis Pneuma- , ad demonstrandam hujus judicii iniquitaten Gre
lomacborum , quæ tamen anno 371 grassari coe - gorius Nazianzenus (p. 127 ), qui in oratione & dæ
pil ; tum quia verisimile est labores episcopalus ob mones vocat gulosos et fraudulenlos, et in oratione
slilisse , quominus Basilius ad umbilicum opus 18 corporum et voluplalum amalores (p. 279) ; co
perduceret. rumque mercedem esse victimas et libamina pro .
VII. Non valde difficilia sunt ad solvendum , quæ nuntiat, ac per sanguinem el nidorem cum eis ali
nobis objiciunlur, vel potius ad eorum indicium , nitalcm contrahi.
qui boc opus Basilio Iribuunt, confirmandum appo . Inler ea quæ ut Basilio indigna colliguntur Præ
sita videntur. Quod enim indignum Basilio fuisse fal. num . 56 , forle alicujusmomenti videri possit
dicitur (b) , oratore præslantissimo , ut ex Eusebii quod ail conimentator de intelligibili quadam cruce
commentario lain mulla in saum transferret , id ad quatuor mundi parles pertinente. Sed id absur..
cum sua sponle Basilium non videtur dedecuisse ; duin videri non debe:l ; vel potius eruditionis S . B :

(1) Pag.417, 418, 419, 422,463, 401, 309. (6) Twin . I l'raſ., p . 54.
 CL.SK PROLEGOMENA

martyrem Justinum viderat non longe a fine ma- nem salutiſera passionis perducentia antecedebat
Joris Apologiæ . Nolum hoc opus non fuit S. (p. 10).
Hieronymo : neque hujus rei obscura causa Mirari salis non possum quomodo Basilio secunda
est , cum verisimile sit ab ipso Basilio edilum oratio de jejunio abjudicari poluerit. Levissima
in lucem non fuisse. Cilanlur ( a) nonnulli codices afferuntur causæ : Posterior oratio et elegantia et
mss. in quibus commentarii in Isaiam a quodam copia mullo inſerior ( g) : mulla in secunda legun
presbytero vulgati dicuntur post mortem S. Ba - tur, quorum alia es prima sumpta , alia ex eadem
silii.
CAPUT XLIII. mum virum Basilium . Secundam orationem mullo
1. De homiliis secundi lomi. Homilia secunda de inferiorein priore esse elegantia et copia nec possum
jejunio non auferenda Basilio. Il. De homiliis 3, concedere, nec concessuros arbitror quicunque al
4 , 5 . II!. De homiliis 6 , 7, 8 , 9 , quarum lenipus
examinatur. IV . De homiliis 10 -20 . V . Homilia lentius legerint. Prima longior est , ac secundam
21 in episcopalul scripla. De tribus aliis oralio bac una re superal. Quod spectat ad alteram ra
nibus. De homiliis deperditis. VI. De homiliis tiunculam , quid mirum si, cum Basilius eadem de
in appendicem rejectis. Nonnulla explicantur B re iterum disserat ac eadem vilia castiget, eæden
perperam in his homiliis vituperala. VII. De libris
in Eunonium , Ascetico ac duobus libris de Bapli. sententiæ in ulraque oratione interdum occurrunt?
smo. Sed tamen tanta cum varietate repetuntur, ut novi.
1. Nunc breviter nobis recensendæ sunt aliæ talis gralia non careanı : quod quidem sancti Ba
sancti Basilii homiliæ , quarum viginti qualuor in silji ubertatem dicendi maxime demonstrat. Pene
tomo secundo disponuntur eodem ordine ac in aliis omiseram , ut rem nullius momenti, quod objici
editionibus, octo aliæ in Appendicem rejectæ sunt. tur, duabus Basilii de gratiarum actione concioni
Agmen ducunt duæ de jejunio homiliæ in quibus bus tantam inesse varietatem , ut ex jis quæ in
Basilius non id solum horlalur, ut indicia ab Ec- priore dicta fuerant, nihil in posteriore repelatur.
clesia jejunia observentur, et ea ratione, quæ Deo Manifestum est sua sponte discrimen . Sanctus Ba
placere possit, observenlur (6 ), sed etiam ut silius in secunda prosequitur quæ pridie disserue
ne crapula instantibus jejuniis præmillalur (c ). rat. At duæ de jejuniu orationes non eodem anno
Quin etiam falelur uon tantum sibi laboris insu - pronuntiatæ . Citalur hæc secunda oralio a sancto
dehortelur, ne quis hodie, inquit ( d ), in ebrietatis mio . Basilius promillit (p . 16 ) ex more suo malu
mala incidal. Nam a jejunio violando plerosque con- C timam et vespertinam concionem sequentibus dic
sueludo et pudor delerrebani. Nulla eniin erat in . bus.
sula (11. 2), nulla continens lerra , non civitas, non II. Orationem terliam (n ) habuit Bosilius in illud
gins uja, non extremusmundi angulus; ubi non au- 'Scripluræ , Allende libi ipsi, quod antea lectum fue
direlur jejunii promulgatio, quam et exercitus et ral. Es brevibus illis verbis uberrimam præceplo
vialores, elnaulæ el negotiatores summo gaudio ex- rum segetem deducit , ac demonstrat, quomodo vi
cipiebant, Unde nec divites nec pauperes ab hac gilandum adversus pravas cogitationes, ac ratio ad
jejunii lege eximios habet Basilius :mulieribus lam nostri custodiam adbibenda, quomodo non iis, quae
conveniens ac secundum naluram esse censel je . nostra dicunlur el circa nos sunt, sed nobismer
junare , quam respirare : pueros , veluti virides ipsis allendere debeamus. Quomodo sua quisque
plantas,jejunii aqua irrigandos : senibus eo facilius peccata et conditionis suæ officia considerare de
jejunium esse , quo antiquior cum eo familiaritas ; beat, quomodo uti præsentibus et ſuluris providere,
viatoribus expedituin esse ilineris comitem jejunium . nec in aliena vilia , sed in semetipsum inquirere.
Sed instantibus jejuniis præire solebat iminoderata Quomodo sui ipsius cogoitio id afferat commodi,
lætitia . Sic enim nonnulli apud se cogitabant (e) : ut nec efferamur in prosperis, nec in adversis fran
Quoniani nobis quinque dierum jejunium ir.diclum D gamur, sed ex animæ ac ipsius etiam corporis con
est (neque enim apud Græcos jejunium in Quadra - sideratione ad opificis contemplationem assurga
gesima Sabbalo servabalur), hodie nosipsos lemu. mus.
lenlia obruamus. Pravam hanc consuetudinem , vel. Sequuntur duæ de gratiarum actione orationes.
uti paternam hæreditalem ( ), retinebant, et velut Cum explicandum suscepissel Basilius illud Pauli :
qui longinquam profectionem adornant , die Do - Semper gaudele, sine intermissione orale, in omnibus
ininica adversus illos quinque jejunii dies vino in gratias agil: 19.1, qux codem die lecla fuerant, unam
dulgebant. Hanc pravitatem Basilius acerrime in- orationem insumpsit in iis reſellendis, qui fieri non
seclatur. Ulraque oratio diversis annis hobila , sed posse contendebant, ut semper gaudeamus. Postri
11.1 | Thess. v , 26 .
(a) Tillemon, not. 8.5, in Basil. le) Ibid ., n . 4 .
(6) Or. 1 . (f) Ibid ., 11. 7 .
(c) Or. 2, n . 4 et 7 . (a ) Prælat, 10 :11. H , 11. 4 .
(d) Ibid ., n. 7. (hij llom . 3, 4, 5.
 VITA S. BASILII. U
die autem , cum celebraretur dies festus sanctæ Ju- A quasi unus exmiserrimis. Alias illius voces el lalam
littæ martyris, quem ipse Basilius antea annuntia . de illo sententiam similiter explanat.
verat, sanctæ martyris passionem breviter descri Initio septimæ orationis commemorat Basilius ,
bit,ac hesternam maleriam reprehendens, quomodo quæ antea in quadam concione dixeral de divile illo
semper orare possimus ac in omnibus gratias agere adolescente , qui Dominum de vita æterna interfo
denionstrat. gavit. Nunc demonstrat quam slulle adolescens ille
Quod spectat ad martyrium sanclæ Julillæ , cu divitias Christo prætulerat, idemque eos facere de
jus ſesium die Julii tricesimo celebratur, sic lolam clarat, qui alia quidem præcepta adimplere volunt,
rem a sanclo Basilio discimmis . Spoliata omnibus sed eleemosynæ præceplum violant. Pluribus casti
bonis a potentiore quodam urbis cive , id est Cie . gal hoc vilium , el inanes refellit causas, quibus uli
sarex , bomincm in jus vocavil , et quomodo sua es solcbant, cum sibi liberos esse, ac sibi ad necessa
sent hæc bona, quomodo per vim et impressionem rios usus dicerent providendum esse, seque mulla
rapia ostendit. Tum ille negat licere mulieriex lege pauperibus legaturos promillerent.
secum agere : neque enim fas esse ut communis Supra conati sumus probare orationem octavam ,
juris participes sint qui imperatorum deos non co - quæ est in famem ci siccitatem , habitam fuisse anno
lont, nec fidem Christianam ejurani. Ex quibus pa. " 368, cum horrenda fames Cappadociam aflligeret.
lelhæc gesla esse sub Diocletiano qui, ul testatur Demonstrat hujus calamitatis causam ex liominuni
Lactantius (a), veluerat nejus Christianis dicerelur. peccatis repelendam esse, eorum maxime, quicum
Visus est judici nelarius ille vir aqua dicere , sla abundarent, nihil ex suis acervis emeliebantur pau
tiinque thuis el fociis mulieri proposita , si vellet le - peribus. Aliam affert causam , nempe ut homines
gum beneficio perfrui. Al Juliliam minimemove . probentur, sive diviles , sive pauperes. Postremos
runt deliciaruin illecebræ , seque Christianam esse hortatur, ut Deo confidant, ac de sua cgestale pau
professa est. Cumque sæpe interrogala idem con - perioribus succurrant. Omnium enim calamitatum
slanter responderel, ab iniquo judice non solum maximam esse famem , ac eorum , qui hoc malo per
bonis, sed etiam vila spoliatur, ac igni damnatur. eunt, adeo iniserabilem esse moriem , ul interim
Sic aulem ad supplicium progressa est, ul internum manissimas belluasnumerandus sit, qui corpori fame
animi gaudium ellorescente hilaritale declararet, pereunti non succurral. Omnibus generalim propo
Fun prosilit in rogum , Topos otv ttupav Mnato, id primorum Christianorum .
esi, ut interpretatur Tillemontius (6) , læla rogum c Videntur publicæ quxdam preces extra ordinem
conscendit, qui quidem veluti fulgens quidam iha- indictæ fuisse, ut ira divina, cujus indicium eral
lamus, mulieris sanctæ corpus complexus, animam fames, placarelur. Ail enim Basilius (n . 3) pueros
in regionem cælestem transmisit, venerandum au - relictis in litterario ludo tabulis in ecclesia ad re
lem corpus propinquis integrum servavit, quod in missionem animi el obleciamentum vociferari, ſe
præclarissimo ad urbem templo collocalum . Narrat slumyue illis quodammodo diem esse publicam me
Basilius terram sanctæ adventu benedictam , e sinu sliliam , quæ illis aliquam a sludiorum molestijs in
suo suavissimam aquæ naturam emisisse , ila ut termissionem concedit. Queritur quod dum ejus
sancta illa martyr, inslar matris, eos qui urbem modi pueri in ecclesiam ventilanı, dum infantes qui
incolunt veluti quodam communi lacle nutriret , nec precari noverunt nec possunt, ad confessionem
aqua videlicet, quæ et sanis lutela erat et ægris so- veniunt, id est ad preces, quibus a Deo peccato
latium . Eo gratius fuit Cæsariensibus hoc dulcis- sum venia poscebalur ; plerique viri ac mulieres
simi ſontis beneficium , quod , ut ait Basilius, com - negotia precibus præſerant ac perpauci secum pre
muni aquarum circa hunc locum natura insita erat centur, iique oscilantes ac nunc huc nunc illuc sese
salsugo. Videlur S. Julilla non in urbe Cæsariensi convertentes , avideque exspectantes dum cantor
sepulta ſuisse, sed non longe ab ea in loco aquis D psalmorum versiculos absolverit , ut ex ecclesia
svalenti, unde saucia martyr eos qui in urbe erant tanquam e carcere dimissi necessitale precandi esi
veluti quodam lacle nutriebat. mantur .

III. Tres homiliæ sequentes, nempe 6, 7 el 8 ma. Non videlur hanc de fame et siccitale orationem
teriæ similitudinc conjunctæ sunt. Insecialur Basi- indicare Gregorius (c), cum divilum horrea , qui
lius avaritiam divitum , et in commendando ele summam annonæ charilalem aucupari et calamila
€mosyne praceplo omnes ingenij vires profundit. tum caupones esse solent, Basilium hortalibus suis
Demonstrat in sexla duplex esse lentationum ge - aperuisse narral. In hac enim oratione non magis
nus, res adversas et prosperas. Posterioris lenta - diviteshortalurBasilius, quam ipsos eliam pauperes,
lionis exemplum pelit ab illo divile , qui omnibus ut aliis succurrant. Quare libentius crederem indi
rebus circumQuens, dicebat tamen , Quid facian . cari a Gregorio orationem in illud Lucæ : Destruan

(a ) Lact. Demorle persecul . (c) Naz, or . 20.

(6) Tom . V , pag. 647,
CI.XXII PROLEGOMENA .
hurrea mea '. Tolus enim ibi versalur Basilius in ad - A baptisnitempus esse, sed tamen Paschalis tempus
Horlandis divilibus ue caupones liant humanarum maxinic baptisnio convenire: perabsurde facere qui
calamitalum (p. 46), ne exulcerent vulvera , ne fra - cum in Christum credant, Christiani tamen non
Irem tempore necessitatis ignorent, sed promplua - funt. Exponit illorum oculis quot el quanta fugiant
ria aperiant (p . 47), et frumenti fratres participes bona, cuin baptismum fugiunt. Voluplalum amori
eſliciant (p. 49). Sed tamen quominus hanc oratio - et diaboli artificiis hanc baptismi ſugain attribuit ;
nem ad famis lempus referam , bis delineor ver- ac declaral, nisi ad saniorem mentem redeant, hoc
bis (p . 46) : Cave exspecles annona charitalem ad eos maniere, ut vel morianlur sine baptismo, vel ba
horrea aperienda.... Ne ſamem auri causa , ne com - plismuin morbo oppressinon, ut par esl, suscipiant.
munem egestalem ob privulani luam copian opperiare. Quamvis autem ipsius eliai juventutis frenum esse
Nullam lunc graviorem , quam aliis temporibus, ju - baptismum doceat (n. 6), non tamen parentes vi
vandi pauperis causam exstitisse, ex bis eliam ver- luperal, qui filiorum baptismum prorogabant, ne
his perspici polesl : Nunc quid impedit quominus eximium hunc thesaurum adolescentiz naufragiis
largiare ? Nonne adest indigus ? ... Esuriens contabe exponerent ; in eos lanlum invehitur, qui cum sui
scil, nudus rigel, strangulatur is a quo debilun eri- juris essent, liberiorem vitam baptismo nolebaut
gitur, el lu eleemosynam differs in craslinum . B interrumpi.
Demonstrat Basilius in oratione nona Deum au - Dicla est oratio decima quarta in ebriosos, cujus sie
ctorem malorum non esse ; sed calamitales, quæ ab tiiexagilandi binc Basilio nala est occasio .Cum per
co inſeruntur, eo speclare, ul virtus bominum pro- septem jejuniorum hebdomadas Evangelium gratiæ
betur, vel ut peccata expientur, vel etiam , siminus Dei diu nocluque sine intermissione prædicasset ,
emendenlur improbi , sallem eorum exemplo alii permoleslum ei accidit , ut nonnulli ex plebe sibi
meliores fiant. Nullam eniin mali esse subslapliam , commissa jejuniorum fructus unius vesperæ intem
sed Adamum ac ipsum etiam diabolum liberi arbi- perantia , et accepla per folum Quadragesimæ tein
trii deteriore usu prolapsos esse. pus monita in ventum effundereni. Nam mulieres
Conjici posset hanc orationem eodem anno 368 lascivæ .... servitulis Christi excusso jugo (p. 123),
pronuntiatam fuisse , aut certe anno 369 ineunte , velamentis honestatis a capile rejectis, contempto Deo,
antequam frugum collectio, aut spes colligendi fa - sprelis ipsius angelis, virilem omnem aspec!um citra
mem sedassel. Nam inter calamitates, ex quibus pudorem ferentes, comas agilantes, trahenles tunicas,
nonnulli ansam arripiebant, ut de Dei providentia ac pedibus simul ludentes , lascirienli oculo, effuso
non pie scutireni, nuineranlur integra urbium exci- risu , ad sallandum quasi quodam furore concilæ ,
dia , fames, siccitales et sterilitas lerræ (a ). Urbium omnem juvenum libidinem in seipsis provocantes , in
excidia ad Nicænam anno 368 miserabiliter ever . martyrum basilicis pro incenibus civilalis choros con
sam referri possunt, fames el siccilates ad Cappa stituentes, loca sancia officinain obscenitatis suæ ef
dociam . ſecere. Caniilenis merelriciis ut aerem conspurcaruni,
IV . In oralione decima, quæ est adversus irascen - ila terram tripudiis pulsalam pedibus inimundis ſee
les, ostendit Basilius quot el quanla ex iracundia darunt : speclaculum sibi ipsis juvenum turbam un
orianlur mala , quam iniquæ et inanes irascendi dique statuentes, plane inverecundæ , prorsusque in
causæ : quomodo iracundia utiliter interdum uti sipientes, nullum insaniæ modum omillenles.
possimus, quomodo vitiosam iracundian superare. Cum vinum bujus lasciviæ causa exstitisset, de
Simili ratione el via procedit in oratione de invidia : monstrat Basilius quantum sit viljum ebrielas, quæ
quantun miseriæ insit huic vitio et quomodo sa - hominem intra belluarum conditionem deprin:il ,
jiandum exponit. incontinentiam movet, ac ipsum etiam corpus, non
Jam diximus primam omnium $ . Basilii oralio solum animam , corrumpil. Invehitur in pbarmaca
nua eam esse , in qua sex primos Proverbiorum ebrietatis, quæ adhiberi ad diulius bibendum sole
versiculos explanat. Hanc ei materiam disserendi , bant, et in multa alia intemperanter in conviviis
isoposuerat episcopus Eusebius, cujus precibus conie fieri. solita . Vino attribuit quæ nuper covligerant ,
Tidens Basilius rem diflicilem sine mora et cuncia communes virorum et mulierum choros, risus uirin
Lione aggressus est. Hæc una est ex omnibus Bite que, cantilenas obscenas, meretricios geslus ad li
silii homiliis, cui Eusebiusinterfuerit. Neque hujus bidinein provocantes. Declaral nec puellas innuplas
rei obscura el obstrusa ralio . Secessit enim Basi- cum virginitale, nec nuplas cum pudicitia domum
lius non multo post ordinationem ; reversus Cæsa- rediisse. Si quæ enim corpore integræ perstiterint,
ream , unius Ecclesiæ , in quam episcopus venire al mente integras non perstitisse . Idein de vinis
non sulebat, administrationem suscepil. staluit, quihuic spectaculo interfuerant. Verelur ns
In oratione decima tertia, quæ inscribitur In san . qui ita se gesserunt Paschæ lempore, his non mul
um baplisma, castigantur quisuscipiendi baptismi lum prosit festum Pentecostes. Horlalur tamen eus
buram prorogant. Demonstrat Basilius lotam vitam ad pænitentiam , ut jejunio ebrietatem espient is
• Luc. XI , 18.
(1) N . 2, 3 el .
 VITA S. BASILII. CLXXIII
sallationem genu Declendo, Rogal eos qui lasciviæ A 372 multa nou belle fieri soliia emendare conalus
participes non fuerunt, ut in quibus peccati pæni- est. Id salis convenit iis quos alloquitur. Nam cum
lentiam animadverterint, eos lanquam propria mem - eos vehementi oratione sæpe castigasset (p. 365),
lira ægrotantia foveant; quos aulem videriot per meluerelque ne hæc dicendi libertas in hospite
displiceret ; contra quam metuebat evenit, ac libe
In oratione decima quinta , quæ inscribilur De rior reprehensio illius audiendi studium accendit.
fide, disserit Basilius de divina nalura, et de Filii Quare ut eos a diaboli laqueis penitus abducal,
ac Spiritus sancti divinitale . Tanta erant Catholic deinonstral eis bostis artificia , quae hac maxime
corum fidei studia (p. 131), ut auris omnis aperta ratione vitari docet, si hanc vilam viain esse memi
essel ad audiendam ibeologiam , nec ecclesia his re- nerimus, nec quidquam esse, quod nostrum dici
buis audiendis satiaretur. In sequenti homilia expli- possit : sed solam animam et corpus nostra esse .
cat initium Evangelii secundum Joannem , usquead Tre ad præceptum elcemosynæ inculcandum fer
ha'c verba , Hoc erat in principio apud Deum . tur, quod quidem omnino necessarium esse docel,
Mullos noverat Basilius ex scriploribus echoicis , nec sine alerni ignis damnatione prælermilli
quos lanta inilii Joannis admiratio ceperat, ut il- posse . Perorantem nonnulli adınonuere ut de in
Bild in scripla sua inserere non dubitareni. cendio heslerno verba faceret. Nam incensis priva .
De oratione decima seplina, que est in S . Bar- lorum ædibus, ignis ipsi ecclesiæ minabalur, sed
laam martyrem consuli possunt. Præſalio 10mi mirabiliter exstinclus est. Id . Dei misericordiæ
secundi art. 2 , et Nolæ 74 et 75 Tillemontii in altribuit Basilius, qui diaboli aries in ipsius caput
persecutionem Diocletiani. Nihil enim mihi videtur rejecit. Horlalur ut iis succurralur, qui nihil ex
ea de re slalui posse quod non incurrat in magnas incendio , præter corpus et animam , servarun : :
difficullates . Nihil disertius et elegantius duabus Spsi vero accepluin damnum exemplo Jobi coronæ
sequentibus Basilii in S . Gordium et quadraginta materiam eliciant.
mariyres, S. Gordium sub Licinio passum esse Immerito inter homiliars collocatur oratio vel
merilo probat Tillemontius ex Basilii verbis, qui tractalus in quo Basilius adolescentes consangui
lestes illius martyrii adhuc exstare declarat (a). neos edocet, quid babeantutilitatis profanæ litteræ ,
Celeberrima est S . Basilii in quadraginta moartrres quid cavendum in poelis, atque in ipsis etiam hi
oralio quam et Gaudentius (b) el Gregorius Nysse - storicis el rhetoribus ; quomodo præclare dictis et
nus (c) laudant. factis, quæ in ejusmodi disciplinis percipiuntur, ad
S . Basilius in oratione vicesima, quæ de humili- c morum institutionem ulendum sit. Presbyter erat
late inscribitur, demonstrat honiinem , postquam a vel episcopus cum bæc scripsit. Ait enim se id
diabolo victus el dejectus est, inauia sibi inxisse alalis esse (p . 173 ), et ex rerum in utramque par
gloriæ ornamenta , divitias, honores, mundi sapien - tem mutatione, quam expertus est , salis magnum
Dei gratiæ accepta omnia referamus , memores lescentes edoceat. Scriptum opus Cæsareæ : neque
Petri, qui humanæ timidilati traditus est, ac in enim bis adolescentibus quotidie ad magistros
primis ab ipso Christo exempla bumilitatis repe. ventitantibus alia in urbe Basilius polliceri po
lentes. Edocel Basilius quibus modis hæc eximia fuit (p. 174 ) se ejusmodi consiliis eos erudire non
virtus comparari possit. Observatione dignum est desilurum (p . 184), ac si in se oculos conjiciant
quod ait diaboluin (p. 158), dum homini insidias (p . 173), fore ut suis parentibus non indigeant
struil, sibimetipsi ipscientem slruxisse , nec laplum S. Mamantis martyris laudes persequitur Basilius
docuisse ei, quem a Deo et a vita æterna alic- in oratione vicesima tertia , atque ut hoc munus
nalurum se speraverat, quantum se ipse pro- exsequatur, symbolam rogat ab iis , quibus S. mar
didit , transfuga a Deo factus et morti æternæ fyr præslo adfuit nomine invocalus, quos ex pers.
addictus. D grinatione reduxit, quos erexit ex infirmitate ;
V. Nullam hactenus recensuimus S . Basilii bo - quibus liberos jam morluos restituit, quibus pro
niliam , quæ notas episcopalus præ se ferret. Sed rogavit vilæ tempus . Nihil aliud de hoc martyre
vicesima prima, Quod rebus mundanis adhuerendum discimus ex hac oratione, nisi eum pastorem ovium
non sil, et de incendio extra Ecclesiam facts , cum fuisse, unde accepta occasione Basilius de bonis
extra Cappadlociam pronuntiata sit, non male ad Ecclesiæ pastoribus et de mercenariis disserit.
episcopatum refertur. Nullugi enim Basilii presby- In oralione vicesima quarta refelluntur Sabel.
leri iter povimus, præter illud quod Samosata sus. liani et Ariani, ac primi cum Judæis, postremi
cepit anno 369. Illuc rursus abiit apno 372. Sed cum ethnicis comparantur. Opponit eorum errori •
aptiormullo conjectura Tillemontii, qui hanc ora- bus Basilius accuratam catholicæ doctrinæ exposi
lionem Salalis habitam pusat, ubi Basilius anno tionem . Sed cum videret auditores avide expetere,
" Joan. 1, 2.
(0) N . 3 , p. 145. (c) Or. 2, in quadraginta mart., p. 206 .
(6 ) Homil. 17 .
 PROLEGOMENA.
ut de Spiritu sancto dissererel, illjas divinilalem A pænitentiæ exemplis quæ mox cilata verba præce
Scripturæ et traditionis auclorilale defendit , ac dunt el sequuntur. Immerilo Basilii doctrina cum
cavillationem dicentium , ingenilus est aul genitus, bis principiis pugnare existimalur. Simillima docet
refellit. Videtur hæc homilia ad episcopalum refe - in homilia De humililale, ubi sic loquitur (p. 161) :
renda. Jam enim celeberrima erat quæstio de Spi- Et, si proximum peccantem videris, care consideres
rilu sancto ( p. 193 ) : ac omnis arrecia auris ad ipsius peccalum solun ; sed eliam quæ fecit aut la
audiendas de hoc dogmale disputationes. Multi cit recle , cogita ; el sæpe eum deprehendes leipso
Basilium audiebant, non tam ut ejus doctrina juva- meliorem , expensis rebus omnibus , non una dun
renlur, quam ul calumniandi ansam arriperent. laxal parle examinala . Neque enim Deus hominem
Mirum sane est ex lot bomiliis , quas Basilius ex parle expendit : Ego enim , inquit, opera el
lum presbyler , lum episcopus in ecclesia Czesa - cogirationes eorum venio congregalurus 3*. Quineliam
riensi liabuil, tam paucas ad nos pervenisse. Inter cum Josaphal aliquando ob præsens peccatum in
perditas homilias numerare possumus hoiniliam De creparel, meminit quoque recte sanctorum ipsius, his
eleemosyna el judicio, et aliam , Quod Deus incom - verbis : 1 Verumlamen verba bona inventa sunt
prehensibilis, quarum primam citat Simeon Logo- in le **.
thela , serm . 4 , n . 7 ; alteram serm . 15 , n . 3 . Duše B In eamdem sententiam accipienda hæc verba
alize indicantur in superioribus editionibus ad mar. (p. 607) : Unumne malum reputat Deus,mulla vero
ginem , nempe homilia in Evangelium Malthæi, bona non repulal ? Quol marlyres qui primum ne
serm . 16 , n . 5 , et serm . 19, n . 1 et 3. Sed hæc garant, rursus redintegrala pugna cladem resar
reperimus in homilia in ebriosos. Similiter in ser . Sere ? negarant aulem non animo, sed lingua . Caro
inone 20, p. 576 et 577, indicatur hæc hornilia , namque infirma est. Excidit qui abnegat ; rursus
Quomodo quis sobrins esse debeal. Sed uterqua lo cum confilelur, instauralur. Nec enim mala obser
cus exstat in bonilia De humilitate. vat Deus, bona rero nullo loco numeral. El cum
VI. Quod special ad homilias, quæ in appendi- quis torquerelur , plerumque cessit cum ferre non
cem rejectæ , ul spuriæ , fuerunt, falendum est eas possel, non commulans voluntalis propositum , sed
a Lasilii stylo discrepare, si tamen excipias homi- labore victus. Al dimissus, ac requiem naclus, re
Basiliani sermonis elegaritiam maxime accedit. tormenta vero non enumerabunlur ? At Deus judes
Sed illud asseverare non vereor, Basilio dignis- est, non hominum audacia . Audes legem præscribere
simas esse, si pielas et doctrina specienlur. Levis . Deo, qui infirmitatem novil , el suppedital auxi
simus nævus est in auctore bomiliæ in sanctam lium , dabilque victoriam ? Quot sunt qui posl vilam
Christi generationem , historia Zachariæ inter malam martyrium sustinuerunt? Vum quoniam
lemplum el altare occisi , propterea quod san - cupidilas illexil, privabuntur laboribus? Hic etiam
clissimam Christi matrem in loco virginibus de . de lapsis ad certamen redeuntibus agitur, quos in
stinalo posi parlum collocassel. Non magnum Slaurari ait auctor bomiliae , eisque merila prioris
dadecus ſuisset S . Basilio in ejusmodi rebus decipi. vitæ restitui contendit. Nec eos qui lingua, non
Majoris momenti est, quod ejusdem homiliæ aue animo jurarunt, a peccalo eximil, sed eos a pe
c'or existiniasse dicitur, regum successiones comelis nilenlia sine crudelitale excludi non posse declarat.
significari. At nibil ab ejus sententia niagis alie- Tempus non leram in pluribus aliis explicanis,
num . Ait enim de comelis (p. 601) : Mádlota 80- quæ non merito suo vituperala in his liomiliis ſue
xūOL Bacidéwy olaôoxas OnaoūVTES Xat' ou pavdy runt. Quale est quod ait auctor homilije (p. 619) in
Cotajlar. Maxime videntur ad significandas regum illud, Ne dederis somnum oculis luis , belluis so
successiones in cælo consistere. Sed id insanis lam inesse naturam , hominibus vero ralionem ,
astrologis videri ait, quos hoc loco refellit, minime quæ naluræ parens est, tñs quDewg dóyos altios.
vero Christianis , ut ex lolo loco perspici potest. D Perspicua est bujus loci senlenlia, nec quisquam
Non debuerunt 11! absurdæ et impiæ sententiæ ignorare aut negare possit quæcunque condila
rejici,quæ in homilia in pænitentiam leguntur. Quid sunt ratione condita fuisse ; quo sensu ralio dici
cnim ris, inquit auclor homiliæ , unumine peccalum lur naluræ causa.
impulari sanctis an justitiam multam ? Fecil pec- VII. De iraclalibus sancti Basilii non multa nobis
catum : al ſecil eliam justilias multas. Quid justum supersunt disserenda : jam enim de libris Adversus
est apud justum Deum , paucorumne meminisse an Eunomium , de Ascetico, Liturgia , el libro De Spiritu
multorum oblivisci ? Sil slalera , et qua mensura sancto egimus. Quominus S. Basilio tribuantur duo
mensi fuerimus admelienlur nobis. Si peccala plura posteriores adversus Eunomium libri, mulla affe
suni, sit peccalor; sin justitiæ plures , sil justus. runtur in Præfatione lomi I rationes, quarum duæ
Nequaquam docel jusios qui labuntur, salutem ob magni ponderis videntur, styli discrepantia et quod
priora præclare facta consequi sine pænitentia ; auctor libri i legat (p. 293) Extisáur,v avOpw Toy
sed loquitur de lapsis per pænitentiam resurgen - Old toŨ Okou , Creavi hominem per Deum " , Basilius
libus, ut patet ex lolius orationis proposito, el es (p.256 ) vero extnodunu.Neque hæc legendi varietas
" Isa . LIV , 18. *** JI Paral. xix , 3. Prov. ri, 4. " Gen. iv, 1-4.
 VITA S. BASILII. CLIXY
in librarios rejici polest : nam uterque ex sua le . A sancti, nulla creatura , neque servo Palri ac Filio
gendi ratione argumentum adversus bærelicos du - conjuncto , cum deilas in Trinilale complealur. Nam
cil. Promillit quidem Basilius se explicaturum quidquid extra hos est , id omne conservum est,
alibi (a ) Scripturæ testimonia , quæ prave ab hæ . eliamsi maximeob dignitatum præslantiam alia aliis
relicis intelligebantur, in his illud Proverb. · Domi- anteponantur. Quod siauctor libri quinti Spiritum
nus creavil me ". Sed cum presbyter factus fuerit in Scripturis Deum ac Dominum vocari conleu
paulo post tres priores libros absolutos, videntur dit (p. 314), sicut et Verbum , nequaquam lol locis
novæ illæ sacerdotii occupationes obstilisse quomi. lamque manifeste, sed eodem jure Dominuin ac
nus promissa perlicerel. Quamvis autem magna sit Deum dici contendit.
inter bos duos libros et tres priores slyli dissimi- Neque ctiam validum argumentum suppeditat vox
liludo, non lamen sententiæ discrepant : et quæ révynu.a, quæ a Basilio rejecta in libro secundo
ul absurde et ineple dicta reprehenduntur, ea ex- (n. 6, 7 et 8 ) , non semel in quarto el quinto usur
plicare conabimur,ubi nonnulla in singulis tomis patur. Eamdem vocem ipse Basilius codem sensu
hujus editionis addenda et emendanda propone usurpat in libro ii, pag. 269. Quod si eam rejicit in
mus . eodem libro secundo, idcirco rejicit quod eam Eu
Aliæ afferuntur rationes, cur duo illi libri non nomius instar legis præscriberel contemplis vocibus,
sint tribuendi Basilio ; quod in his libris prælermo- quas a Scriplura el traditione accepimus.
rem ct consilium Basilii Spiritus sanctus appellelur Quamvis Basilius in libro primo (n . 25) doceat
Deus : quod Filius yévvnua sarpe dicatur, quam vo- Patrem majorem esse quatenus principium est et
cem in Eunomio viluperat Basilius : quod Paler, causa ; contrarium buic doctrinæ viderinon debet
ne quatenus quidem principiuni est , filio major quod in libro quarto (p. 289) staluitur, Palrem , no
esse dicalur. Sed hæ rationes non magni momenti; ut causam quidem , majorem esse Filio . Nam Ba
illa præsertin minime probanda, quam primo loco silius, ut supra observavimus, cum idem scmper
retuli. Etsi enim Basilius Dei lilulum interdum Spi- sentiat, non eodem semper modo in liærelicis refel
rilui non iribuebat, in hoc tamen temperamento lendis versatur ; et quamvis Patrem initio libri terlii
non perstabat, sed publice ac privalim , leste Gre majorem esse ordine el dignitate pronuntiet, qua
gorio Nazianzeno, Spiritum sanclui appellabat tenus Filius ab illo esse habel , negat in libro De
Deum , ubi lempus et locum ad eam rem idoneum Spiritu sancio (cap. 6 ) Patrem dignitate præstare.
naclus erat. Quinetiam hac æconomia tum demum Vidcntur autem duo illi libri rudis quædain esse
uti cæpit, cum factus est episcopus, ac proinde plu - o et incomposita argumentorum collectio, non opus
ribus annis post scriplos in Eunomium libros. Hinc arte el via concinnalum : nec privatim Eunomjuna
in epistola octava , Spiritum sanctum appellat Deunt. petere, scil generalis hæreticos Triadis inimicos .
Quod si in libro tertio adrersus Eunomium non Eadem fere in libro quinto refelluntur ac in libro
Lain conceplis verbis hunc titulum Spirilui sancto sancti Basilii De Spiritu sanclo : nec profecto Eu
tribuit , non videtur id de industria cavisse , sed nomium speclare possit liac disserendi ratio (p.307) :
quia cavillationes Eunomii non ei occasionem allu - Nam si Spiritum non credis ex ore Dei processisse ,
lerunt hujus vocis in tam brevi pertractatione usur. neque Verbum credis... Quod si non credis in Spi
pandæ . Quanquam eain non obscure usurpat, ut ritum , neque in Filium credis. Longe aliler reſellen
palet ex hoc lestimonio : Itaque si Deus, inquit dus fuit Eunomius, cujus manifesta erat in Filiyin
(p. 276), in nobis per Spirilum habitare dicitur, impielas.
nonne manifesta impielas est, ipsum Spiritum dicere Tam multa de Ascelico in Præfatione lonisecundi
deitatis etsortem ? Ei, si eos qui virlule perfecii sunt, et apud Tillemontium dispulata sunt, ut banc ma
deus nominamus, perfectio autem est per Spirilum ; teriam attingere non libeat. Hoc tanlum observabo,
quomodo qui alius efficit deos, ille ipse destilulus Constitutionesmonasticas eo scriptas esse tempore ,
deilale est ? Nec vero pium fuerit dicere, ul in homi- D quo cenobia majoreni in modum accreveranl. Id
nibus, ila el in Spiritu deilalem quæ participatione perspici polest ex cap. 18 (n. 1) ubi cænobilica vita
acquisila sil, honorari, non autem natura ei com commendatur. ' E telo ol TeloTO! Tūv downto
Pelere. Qui enim dono efficitur Deus, mutabilis est Xatk oustňuata TOÀLTEÚovta !, adańãous ook poví
naturæ , que nonnunquam per negligentiam a boni. Pata Tipos à pettjv tapaOnyovies, xal tñ tūv xarop
tale cucidat. Ιd au/ent aperte salularis baptismi θωμάτων αντιπαραθέσει παρορμώντες εαυτούς επί
tepugnat traditioni : « Euntes, inquit, baptizale in the toũ xaloū Topoxotiv, ôixalov ýñor,uev, xal toú
aonuine Patris et Filii et Spiritus sancti *•. • Est cnim τοις τήν διά των λόγων παράκλησιν εισενέγκασθαι.
baptisma sigillum fidei, fides vero assensus est dei- Sed quia pierique ascelæ simul degunt in communi
lali. Nam credere prius oportet, deinde baptismale late , animum muluo exacuentes ad virlulen , el recle
obsignari. Est autem noster baptismus ex Domini faclorum comparatione seipsos ad progressum in
Traditione , in nomine l'alris et Filii et Spiritus bono faciendun conci.anles, æquum esse putavimus ,
' Prov. vin , 22. 5. Malib. xxvin , 19.
(a) Lib. 11, P.8. 258.
CLITVI PROLEGOMENA.
405 elian sermonibus nostris adhortari. Supra A silius adductum se esse ul Moralia scriberet, dum
diximus Basilium cænobiticæ vitæ auctorem in dissensionibus Ecclesiam perturbantibus lerrilus ,
Ponto et Cappadocia fuisse, ac rara admodum in causam el remedium mali inquirit. Sub Gnem quæ
bis et vicinis regionibus cænobia exstitisse, quo stionis decimæ , quæ est de scandalo , hæc legimus
lempore abbas Fyamon eas peragravit. Quare Con- (p. 670) : Fusius autem hoc in prioribus quæstioni.
stitutiones monasticæ vel iv Cappadocia aut Ponto bus exposuimus, ubi et eorum qui scandalum paliun
aut finitimis regionibus scriptæ non fuerunt, vel lur clarius expensa est natura . Non alia sane quæstio
post Eustathium et Basilium scriplze sunt. hic indicalur, nisi in brevioribus Regulis inlerroga
Fatendum sane est duos libros De baptismo, si tio sexagesima quarta, ubi de scandalo disseritur el
verba speclentur, a Basilii nilore sermonis el ele . de jis qui scandalizanlur.
gantia mullum recedere. Sed si sententiarum , qua: Quid ergo bac in re staluemus ? stylus diversus :
rum nulla prorsus non est Basilii, ralio habeatur: negare id non possumus. At sententiæ prorsus ge
si summa pielas in utroque libro mirifice spirans, mellæ : et quæ certissima sunt Basilii opera, ea sua
Bi ipsius scriptoris consideretur auctoritas, qui non esse declarat auctor librorum De baptismo. Numi
solum pluribus Basilii locis utilur pro suis, sed ipsa improbam fraudem et lurpe mendacium suspicabi
eliam Basilii scripta , ut propria laboris sui monu . B mur in lam sancti operis parente ? Quidvis conji
menta , cital; equidem naliin Basilio orationem ali- cere malim ,quam ejusmodi suspicionibus indulgere.
quam minus faciam , minusque molliter eunlem Nihil enim in operibus Basilii ad morum sanclila
ailribuere, quam bomini improbo el mendaci præ - len præstantius, quam duo De baptismo libri. Nec
slantissiinum opus, ac eodem prorsus spiritu, quo credibile est eum , a quo compositi fuisse dicuntur,
omnia Basilii scripla , composituin . cum in legendo Basilio accuratissime versalus fue
Vidimus supra, cum de eucharistia ageremus in rit, non eum saltein ex hac lectione fructum per
Præfatione, quanta sit librorum De baptismo cum cepisse , ut fraudem et mendacium odisset. Forte
aliis Basilii operibus similitudo. Nam quæ leguntur Basilius, dum eum aliquis morbus lecio afligit, ut
in regula breviori 309, de iis qui minus puri ad citius jis satisfaceret, quorum rogatu scribebat
eucharistiam accedunt, ea uberius et clarius expli- (p. 624 ), incæplum a se opus et in iis quæ ad sen
captur in libro ni De baptismo, quæst. 2 et 3. Et quæ lentias spectant, informalum , alicui ex suis absol
in reg . brev. 172, ac Moral, 21, de animi affectione vendum commisit : ita ut sententiae sint Basilii ,
ad percipiendam eucharistiam necessaria dicta ſuc- alium verba habeant auctorem . Suspectum fuit hoc
rant, rursus illustrantur in libro i De baptismo, opus Conibefisio, ob doctrinæ similitudinem com
cap. 3. " Ascetico, quod Basilio abjudicat idem Combefisius.
Docet Basilius in propriis qua; Moralibus et pro- Sed hæc ratio , ut observat Tillemontius, id valer ,
lixis Regulis præfixit, omnia prorsus Dei præcepla ut certius Basilio allribuantur libri De baptismo.
adimplenda esse, ita ut si vel unum violelur aut Nihil dicam de pluribus scriptis in appendices
omillalur, certissiina sit fulura damnatio . Idem lomi primi et secundi rejectis, de quibus consuli
principium eodein modo cxponitur in libro i De possunt præfationes his lomis præfixæ . In appendice
baptismo, cap. 1, n. 3, et lib . 11, quæst. 4, 5 et 6. hujus tertii lomi habemus librum De virginilate , de
Præcipue vero Basilij doctrina agnoscitur, cum præ - quo egimus in admonitione eidem libro præmissa .
ceplum , quo jubemur omnes acciones, ad Deum re- Grammatica , quæ in nonnullis editionibus sub Ba
ferre , commendalur in libro i, n. 25, et in hac silii nomine prodiit, locus in hac novissima editione
quæstione libri secundi cap. 8 : An acceplum sit Deo non visus est tribuendus. Compendium esse existi
opus præcepli, si non convenienter Dei præceplo fial. matur (a) operis a recentiore quodam Græco con
Hoc præceptum charitatis eodem modo inculcatur in positi. Narrat Scultetas (6) tres tractatus sub Basi
regula morali 18 , cap. 1 et 2. Vide bomiliam in lii nomine in bibliotheca sua exslare, nempe expo
psalm . XLIV, pag. 160, et commentarium in Isaiam , D silionem sanctorum Palrum Basilii et Gregorii theo
11. 39 el 51. logi de sancla et orthodora fide ; dialogum sancio
. Quinetiam auctor librorum De baptismo certissima rum Basilii et Gregorii de visione Dei, qui Latinc
Basilii scripta ipse sibi adjudicat. Sic enim quæ editus est in editione Parisiensi anni 1603 , el Magni
slionem quintam proponit, utrum verbo cuilibet non Basilii enarrationem in ea quæ in sacra liturgiu per
obsequi, sit aliquid ira el morte dignum , etiamsi pri. aguntur. Addit idem Scullelus latere in bibliotheca
valim non singulis conjunclæ sintminæ ; deinde sic Palatina colloquium Basilii cum Gregorio de sacer
incipit : Dictum quidem est fusius de hoc argumento dotibus.
in epistola De concordia , an videlicel verbo cuilibet Hæc habebain quæ de S. Basilii rebus gestis et
non obsequi, sit aliquid ira el morte dignum . lodica- scriptis pro faeultatis mediocritale dissereren . Quo
lur hoc loco proæmium Moralium , ubihæc quæstio in opere minime dubito, quin mulla juler los da
fusius tractatur, nec immerito hoc proæmium vo - ciles obscurasque quæstiones, aut minus viderim ,
calur epistola De concordia . Ibi enim declarat Bae aut non , ut par eral , pertractaverim . Sed ne qui:
(a) Tillemont. lom . IX , p. 302. (6) Theol. pari. iv, D. 26 .
 D . JUL . GARNERII PRÆFATIO . CLXXVII
reprehendat quod sæpe a Tillemontii sententia dis - A bras offundere : sed satis eral Tillemontii premere
cevain , cæteros autem criticos rarius citem el re - vestigia, et si quid summo illi viro excidisset, obser
fallam ; bujus rei pancis reddenda ratio . Tillemon - vare et emendare. Nec idcirco eximius ille scriptor
lius, magnum illud historiæ ecclesiasticæ lumen , brevioribus foliis ornandus, quod in ejus scriplis
oinnium accuratissime de rebus gestis Basilii disse- interdum maculæ occurrant ; quippe cum eo facem
ruil, ac innumera aliorum errata emendavit. Quare præferenle nævos ejusmodi deprehendamus, el ac
necesse non fuit variis aliorum opinionibus referen - ceplis ab co præsidiis hos in antiquitale ecclesiastica
dis et reſellendis. lempus extrahere, ac rebus lene progressus consequamur.

PRÆFATIO .
1. Hodie vigent maxiine editiones nova ; nec est B nica , scriptores et Græci et Lalini scripta Basilii
fere nostra ælale ullum litteraturæ genus, in quo quasi certatim quantis maximis laudibus extulerint :
plus posilum sit operæ ac studii ab eruditis. Nec id quorum testimonia noliora sunt, quam ut ea in
mirom cuiquam videri debel, cum nihil forle aplius medium proferre necesse sit.
aut utilius ad bona studia promovenda excogitari 4 .Neque vero pulandum est res solas in Basilii
possit. Hominem qui id neget, arbitror ſore nemi. scriptis laudari : laudatur et ipsa quoque orationis
nem , si secum paulo attentius reputaverit,primum , elegantia , suavitas, perspicuitas, incredibilis vis
inde, quam jucundum sit in libros ab innumeris cendi sine ulla artis significatione, sumina in tra
maculis expurgalos incidere. Hinc factum , ni clandis religionis Christianæ mysteriis cura alique
ſallor, ut hoc scriptionis genus lam impense laude- diligentia , sic ut nihil vel a fastidiosis in ejus libris
lur ab omnibus, quasi suum quisque laborer alle desiderari posse videatur.
rius labore minui gaudeal, velitque studiosos hac 5 . Quid enim , quæso, expeli potest in Basilio ?
benevolentia significatione magis ac magis ad ejus. Nani, ut de facundia sileam , in Basilii scriptis in
modi studium incitare. venias non pauca, quæ ad interpretationein sacra
2. Hæc mecum cum reputarem , cæpi et ipse , C roin Scripturarum spectant. Dixisse parum est,
mullorum exemplo, de nova aliqua editione ador . traditionis monimenta et mulla el insignia apud
nanda cogitare. Vis aulem mibi, com semel ila Basilium exslare : dici potest verius , hunc sum .
animum induxissem meum , de opere seligendo de- mum virum traditionis auctoritatem præcipue sla
liberare licuit. Ea est enim Basilii operum fama bilivisse, cum eam hæreticis tanquam inexpugna
atque existimatio , ut impelu quodam magis quam bilem murum semper opposuit. Quain mulla suni,
delectu ad ea rursus edenda impulsus sim , Deside . quæ historiam temporum illorum illustrant! Quot
rium augebal quidquid legebam , quidquid audie - aul Catholicoruin aut læreticorum facla lenebris
bam de Basilio Magno. Mirabar eum vel præsian - obrula latitarent, si Basilius ea litteris non prodi.
lissimis Græciæ oratoribus anteponi, Pericli, Lysia , dissel ! Ille est acerrimus veri deſensor, qui varios
Isocrati, Phalereo , Demostheni. Et certe Basilio Sabellii, Arii, Macedonii, Eunomii , Apollinarii ,
nostro, cum ejus scripla ad posteros transmissa et aliorum quotquot hactenus ſucrant bærelicorum
sunt, optime consultum fuisse arbitror. Ea enim errores ut invictissime conſulavil, ita evidentissime
Lantis laudibus extulerant ex artiquis nonnulli, ut Catbolicoruir dogmata stabilivit. Neque vero stri
credi poluissentmodum omnem excedere , et lide , clim aut obscure de rebus loquitur : sed fuse et
najora prædicare : sed quod a lide abhorrere vi- distincte in suis epistolis antiquuin Ecclesiarum
deri polerat, id leclilandis Patris gravissimilibris, slalum quasi ob oculos ponit, sic ut res ipsas cer
et verissimum esse, et ab omni adulatione alienis nere, non legere, credas. Nunc autem de disciplina
simum , suis quisque oculis cernit. ecclesiastica quid allinet dicere, cum nemo paulo
3. El aliud ad hanc provinciam suscipiendam me humanior ignoret quantum ista scientiæ ecclesia •
movit, exspecialio eruditorum . Nec immerito sane slicæ pars debeat Basilio ? Denique si quis velit
nova Basilii operuni editio lam avide a doctis es- morum scientiam comparare,aut vilæ ascelicæ insti.
specialur. Constat enim , quæcunque maxime ad lula discere , is volvendis tanti magistri libris, quod
sacrarum litterarum sludium pertinent, dogmala , cupit, brevi consequetur.
elbica , traditio, bistoria, disciplina, eorum scien - 6. Hactenus de Basilii operum præstantia : nunc
liam non aliunde polius quam e Basilii scriptis de eorumdem editionibus disseramus. Edilio, que
hauriri. El bonc ipsam essc causam arbitror, cur omnium prima pulalur, excusa est Basilex apud
gravissimi Ecclesiæ Patres, ipsa concilia æcumc- llicronymum Froben anno 1532. In hac editione
CLIXVII PROLEGOMENA .
Græce inveniuntur opera qnæ sequuntur, homiliæ A A quo hæc accipere polueril is, quem modo dixi,
in Hexaemeron et in Psalmos, aliæ 29 homiliæ de vir clarissimus idemque doctissimus, nescio ; ccm
diversis argumentis, liber De Spiritu sanclo , cum ego, qui, si ita esset, id ignorare vix potuissem ,
epistolis nonnullis . Præit his omnibus præclara nihil tamen de hac præfectura unquam audierim :
præfatio Erasmi. Hanc editionem , cum opera Ba- sed scio lestorque, ne unam quidem lilierulam e
silii interpretarer, semper ob oculos habui, ex eaque schedis Lopininostri ad me pervenisse. Monebimus
adnotavi varias lectiones non paucas : quas in quasi prælereuntes, rursus edituros nos ad operis
nova videre cuique licebit. Paulo post alia edilio calcem præcipuas antiquarum editionum præfalio
Græce quoque Venetiis prodiit ex Ollicina Stephani nes. Ita enim eruditis placere video , qui priscarum
Sabii anno 1535 . Reperias in hac editione , quæ editionum præfationes magno lillerarum damno in
sequunlur: Ascetica Ethicaque, librum Devirginilale, novis 'deesse conquerunlur.
priores tres in Eunomium libros, brevem quemdam 7. Lutetiæ Parisiorum intra paucos annos bis
tractalum contra Sabellianos el Arium el Anomæos. edita sunt Opera Basilii, anno 1618 , apud Micha
Et hac quoque editione usus sum instar anliqui elem Sonniuin ; et anno 1638 , apud Ægidium Mo
cujusdam libri calamo nolali : in quo quidquid di- rellum . Quidquid in hac, omne id in illa continelur ;
versi reperi, id me non piguit inter alias variantes B nec una altera est auctior, autminulior. Eadem est
lectiones nolare. Anno 1551 vulgata est Basilec præfalio bibliopolarum , iidem commentarii in Scri
alia editio Græca muito auctior cum præfatione pluram , homiliæ de diversis argumentis eædern ,
Græca Jani Cornarii ad Julium Numbergensem epi- iidem libri, idem numerus epistolarum ; uno verbo,
scopum . Hæc editio complectitur quæ subjungun. si excipias ordinem quo res disponuntur, paria
lur , undecim homilias in Hexaemeron : homilias omnia : quod cum non advertissent nonnulli , falso
decein el septem in Psalmos : homilias 29 de di - el inepte allirmarunt epistolas longe plures in po
versis argumentis : librum De Spiritu sancio : epi- steriori editione contineri. Editione priori semper
stolas Basilii et Gregorii Nazianzeni 180 : doxn - usi sumus, quæ altera castigatior est et accuralior :
Tlxūv doyous seplem : brevem tractaium De judicio el quolies simpliciler citantur edili, id oportet ac
Dei : alium De pide : H0lxwy őpous 80 : épwinua cipi de priori editione. Interpretatio quæ e regione
TW đoxntixūv xata Tchátos õpous 55 : ¿ pwonus exemplaris Græci legitur, non unius est interprelis,
TWY downtıyűy xat' ĖToltou v opous 313 : Éttetilla sed mulloruin , Joannis Argyropyli, Raphaelis Vola
quædam : Constitutiones ascelicas 34 : Epistolam ad tcrrani, Erasmi, Godfridi Tilmanni qui non raro
Chilonem : aliam ad monachuin lapsum : libros duos c. vulgatas interpretationes recognovit, novasque con .
De baprismo : libellum lepl to aúteFouolou, De lexuit , Anibrosii Camaldulensis , Georgii Trape
libero arbitrio : librum De virginitale : sermonem De zonlii , Fumani , Monlacutii et aliorum , quos 10 :1
paradiso : libros quinque adversus Eunumium . Re- gum esset recensere omnes ía). De Jano Cornario
perire est in bibliothecis longe plures editiones La- mox dicam . Vulgatas illas lot hominum interpre
tinas : quas abs re non fuerit hoc loco indicare. laljones plus minus omnes vitiis propemodum in
Paris. 1525, fol., apud Ascensium . Colonia 1331, numeris laborare, jam alii notarunt. Et vero sæ
ſol., apud Cervicornum . Basil. 1540, apud Herva. pius aberrant a Græco ; el siquando Græca senten
gigin , cuin præfatione Wollgangi Musculi , fol. lia exprimilur, minus Latina est elocutio . Sed la
Basil. 1552,studio el opera JaniCornarii, fol. Basil. men priscos los interpreles valde excusalos volo,
1565, fol., apud Joan . Oporinum . Paris. Godfridi cum Græca sx pissime ila essent corrupta, ut nemo
Tilmanni, 1566, fol., apud Michaelam Guillard, vi- quamlibet perilus recte interprelari poluisset. Quod
duam Guillelmi Desboys. Antuerp. 1568, rol., apud si quæratur quid quis alteri præstal, dicam Era
Philippuin Nutium . Paris . 1571 , fol., apud Sebast . smum reliquis elocutione quidem antecellere et La .
Nivellivio : quam editionem secuti sunil qui opera linilale : sed, quæ erat liominis in scribendo cele
Basilij apud Sooniuin rursus lypis mandarunt anno p rilas, sæpe et lærle labilur et ipse. Pauca interpre
1603, Antuerp . 1616 , fol., curante Andrea Schollo : talus est , homilias duas in jejunium , librum De
quæ editio recusa est Coloniæ 1618 , fol. Postquam Spiritu sancio , el proæmium Coinmentarii in Isaiain .
vir eruditissimus Joannes Albertus Fabricius omnes Contra , Janus Cornarius Latini sermonis integri
jas editiones diligenter recensuit, monet novam tatem ac elegantiam videlur neglexisse, el ju id so
Basilii operum editionem adornari. Sed ipsuni au . lum incubuisse , ut Græcam sententiam quoquo
dire præstat. « Nunc, inquit,novam S. Basilii edi. modo exprimeret. El quidem Græca fidelius reddi.
lionem erudili monachi Benediclini , quibus tot dit : sed litterz plus justo serviebat. Etenim ver
præclarissima monumenta ecclesiastica debemus , bum de verbo semper exprimit , alque ne trans.
jubel exspectare ab insigni sodali suo Juliano Gar- versum quidem unguem ab inepla bac serviliquo
nerio , postquam alier qui ex eodem ordine ornandæ interpretandi ratione unquam discedit. Hinc ejus
buic sparlæ præfectus antea fuerat, Jacobus Lopi- interpretatio ila aspera est et dura , ut una aut al..
nus, jam anno 1693, 29 Decem .,ſalis concessit. ) lera pagina præ tedio legi vix possit. Pleraque Ba
la) Vide Præfationem lomi IIillll , & XII , ubi hæc iterum laugil Garnerius. Edit.
 D . JUL . GARNERII PRÆFATIO . CLXXIX

zilii opera Latina fecit is, quem dixi, vir eruditis - A vis cognosci potest. Postquam igitur Graecum ex
simus Cornarius. Multo pauciora verlit Georgius emplar variarum lectionum subsidio atque copia
Trapezuntius, videlicet celeberrimos quinque in corrigere conatus sum , de nova interpretatione
Eunomium libros : quem interpretem 'mullis aliis adornanda cogitavi : quam et slalim suscepi, se.
cuin considero , alius alio non mihi videlur aut ulnec labor , nec rei difficultasmeunquam a cæplo
longe superior, aut longe inferior. Cæterum si dili. delerruerit. ld aulem ante omnia mibi semper pro
gentius nosse cupias, quid quis interprctalus sil, posui, ut fideliter , quantum in me eral, et dilucide
legas veliin lom . VIII (Bibliothecæ Græcæ ] viricla - Graca converterem : deindc ut interprelatio, si non
rissimi juxta ac doctissimi Joannis Alberti Fabricii, elegans, al pro mco lamen ingenio non incleg:11 ,
I. v, c . 19. Ad editioner Parisiensem redeo , quæ neque illepida foret. Reliquum erat ul vera Basilii
non solum hac re cæteris præstat, quod e regione opera a falsis secernerem : quæe secrelio negolinin
Gracorum Latina reperianlur : sed quod doctissi - mihi exbibuit vel maximum , cum adducantur in
morum virorum Frontonis Ducæi et Federici Mo - controversiam non pauca quædain scripla , sed
relli præclarissimis notis illustreiur. Hujus paucæ omnia . El vero dissident inter se eruditi de numero
sunt, illius mullæ el eruditæ : quas nolas omnesad B homiliarum in Hexaemeron el in Psalmos. Orationes
operis calcem edlendas curabimus. Nec prætereun - illæ una et triginta non omnes uni el eidem scri
duin illud , quud editiones maxime ormai ct perficit, plori tribuuntur. Duo quos habemus De baptismo
editionem Parisiensem ad mullos mss. codiccs An - libri revocantur in dubium a quibusdam . In contro.
glicos el Gallicos recognilain ſuisse atque castiga- verso est liber De vera virginitate . Amplissimus ille
cam . In hac editione inveniuntur et aliæ variæ le - in priora sex.lecim Isaie capita non carel suspi.
cliones a peritissimo vico Andrea Schollo col cione omui. De quinque in Eunomiun libris non
lecia . una est omnium sententia. Sunt quos non puduit
8. Pauca dicam de nostro labore, cum de eo me. ultima quindecim libri De Spirilu sancio capita ,
lius judicare cuique jam liceal. Celeberrimas quas. eaque præcipua, in ſalsis alque subdilitiis ponere.
que bibliothecas Basilianis codicibus reſertas csse Antiquorum et recentiorum de Ascelicis opiniones
multis locis, Lutetiæ Parisiorum , Romæ , Florentix , inter se concordes non sunt. Vix certi quidquain
Oxonii, et alibi, vel e primo indicum aspectu con - deliniri polest de Liturgia . Jurgiorum ac discordia
slal. Codices Parisinos quorum nobis copiain hu - rum quoddam quasi seminarium continent Epi
manissime faciunt præfecti bibliothecarum , in pri- stolæ . Nam quo anno, quo miense, a quo, ad quem ,
mis diligenter legere constilueram : sed brevi sensi qua de re conscriptz sint , quotidie vehementer
esse me volvendis lot libris imparem . Adhuc hæc acriterque disputatur. Quam autem proclive sit in
erant, cum unus e nostris D . Franciscus Faverol Lanta hac rerum ac sententiarum varielale lan
lius perofliciose alque peramanler hujus laboris quam in illuni nocle errarc, vident, opinor, om
consors ac socius esse voluil. Uierque igitur vele ncs. Sed tantum abest, ut propterea spein abjece
res illas membranas cum impressis libris quam li- rin inveniendi veri, ut id eliam majori sludio in
cuit accuratissime conferre cæpimus : sic tamen , vestigandum judicarim . Recle an male hoc negotii
ut earumi majorem partem is , quem modo dixi , vir gesluni sit , aliorum quidem erit judicium : sed la
mihi amicissinius idemque omnium longe diligen - men affirmare posse videor ,me, si nihil aliud pre
tissimus conlulerit. Quin cliam , quoad ficri poluit, sliti, cerle lucis aliquid rebus per se obscurissimis
codices ipsos , qui ab hominibus doctrina præstan - altulisse. Quod si quando , quod non raro evenit,
tissimis Ducxo ei Conbelisio lecli oliin fuerant, ab eruditorum opinionibus recedo, ila me ab iis dis
rursus legendos judicavimus; neque, ut ex notis sentire profiteor, ut si erroris arguar, in eorum sen
constabit, operam nostram lusimus. Mirum sane lentiam concedere semper paral' s si:» . Maxime
quantum ceperimus fructus ex nostro labore ! 11 quidem in id incubui, ut Græca perpurgarem , per :
credibile est enim quol variantes lectiones ex his purgala Latine redderem , vera ac genuina distin
codicibus Parisinis excerpserimus : quibus , cum guerem a falsis et adulterinis : sed hæc non ila
lain muliæ sint , alia lamen non paucæ ex Anglia inihi fuere curæ ac studio , ut reliqua negligenda
Ilaliaque accesserunt. Parum fuit lot varias lectio ducerem . Addenlur igitur monita , summaria , præ
nes collegisse : sed in id maxime incumbi uporluit, fationes, noiz , Vila Basilii , anecdota non pauca ;
ut Basilius, qui in Græcis mirifice deformalus erat, el quoniam in novis editionibus nihil desiderari
harum opc pristinæ integritati restituerelur. Et operæ pretium est , invenientur in nostra eo quo
quidem spes est eum nunc proditurum nitidum el debent ordine ipsa eliam opuscula , quæ iam qui
perpargalom . Tot enim menda maculasve sustuli dem edila sunt, sed loco non suo , uti in Monumen
e Græco esemplari Basilii, ul pauri admodum loci, lis Græcis Joannis Colelerii , aut in præclaro illo
si qui sint, jam einendatione aliqua indigere vi- utilique opere Francisci Combefisii , de quo mox
dearilor. Cerle anliquas operuni Basilii interprela - loquar : quæ omnia excipient indices fidelissimi si
tiones plus ininus omnes longe mendosissimas esse mul et amplissimi. Norunt eruditi , inter alia Com
alque viliosissimas, e singulis paginis facile a quo- beſisii scripla recenseri insignem librum in Juos
CLXIX PROLEGOMENA.
tomos divisum , cui titulum fecit , Basilius Magnus A quod sciam , compareat. Equidem non ignoro quam
ex integro recensilus, Paris. 1679 , in 8• ; quo de dam Basilii Vitam , quæ celeberrimum amphilochii
opere jam quidem locutus sum , sed de eo hic rursus nomen præfert, non ila pridem a Combelsio edi
loqui visum est. Cerle mirari subit viri doctissimi lam fuisse ; sed bæc Vila pro spuria alque subdili
improbum laborem : qui in his duobus lomis sion lia a doctissimo quoque habetur, nec injuria. Scio
modo multas varias lectiones a se e variis codici - quoque mentionem fieri et apud Joannem Damasce
bus colleclas edidit, sed ipsas etiam antiquas inter- num de alia Vila Basilii, quæ ejus successori Hel
prelationes sexcentis locis emendavit. Sd opus cum ladio tribuitur : sed præterquam quod dubilari me
legerem , nolavi quod alii jam nolarant , Combeſi- rilo polest an unquam exstiterit, ipsa non amplius
sium linguam quidem Græcam diligentissimeexco. in litterarum monumentis invenitur. Quare ut hoc
luisse, et optime scivisse : sed videri Lalinam non damnum resarciri quodam modo possit, novam Ba .
ila mullum ab eo fuisse excullam . Et quidem quæ silii Vilam præsertim ex ejus scriptis colleclam con
Laline scripsit , ea constat et obscura esse , et ab scribere slalui.
antiqua illa Romani sermonis integritate prorsus 11. Opus lotum sic distribuemus. Complecietor
aliena. Quare ubi eljam priscas interpretationes lomus primus Homilias in Retaemeron et in Psal
correxit, ibi alia plorasi uli coactus sum : sed la- B mos, libros in Eunomium , Commentarium in Isaiam ;
noen virum eruditissiinum lunc quoque maximo secundus, Hoinilias de diversis, Ascelica , librum
inihi adjumenlo fuisse ingenue falebor , cum mihi De virginitate, libros De baptismo; terlius librum
bis in locis facem præferret ad Græcarum vocem De spiritu sancio , Epistolas, Liturgiam , viginti qua
delegendam sententiam . Cum audivissem eum , quem luor sermones Simeonis niagistri ac Logothela ,
sæpius nominavi, virum doctissiinum Combefisium Vilani Basilii.
ex mss . codicibus excerpere solilum quod liberet, 12. Commune quidem omnium munus est bene
relinquere quod displiceret, collalos ab ipso ve . de se merilis justam debitamque gratiam persolvere :
leres libros rursus aut contuli ipse, aut confe- hoc tamen nescio quomodo magis proprium videlur
rendos curavi; nec sane , ut dixi, tempus perdi- scriplorum . Ergo, ut huic officio faciam salis , li
dimus. benler prædicabo beneficia enrum , qui aliquid mibi
9. Nunc de anecdotis, deque Basilii Vila paulo opis ad novam Basilii editionem perficiendam cou
fusius disserendum . lla comparalum est hominum , tulere. Primum laudandus Dom . Henricus Carolus
genus, ut existiment novam aliquam editionem du Cambout de Coislin , dux et par Franciæ , episco
plurimum commendari copia anccdolorum . Ajo igi. pus Melensis , qui bibliothecam suam cum aliis ma
tur id ornamenti in nova Basilii operum editione C nuscriptis lum Græcis refertissimam apud nos de
ninime defuturum . Nova enim veleribus addenlur, posuit, utea nobis, quæ ejus in nostram congrega
fragmenta quædam , orationes aliquot, epistolæ tionem benevolentia est, facilius ac commodius uli
nonnullie . Quin etiam ea Basilii opuscula quæ hic liceret. Laudabo et illustrissimum abbatem D . de
illic sparsa inveniuntur, ipsa quoque suo ordine et Louvois, bibliothecae Regiæ præfeclum , qui niagne
loco rursus vulgare non gravabimur. Scio quidem litterarum et litteralorum damno duobus abbinic
opus Eunomii dignum esse lenebris magis, quam annis, recusato episcopalu Claromontano , e vila
luce : quoniam tamen ad dilucidandos Basilii in excessit. Faverunt nobis quoque maxime, oplimi
Eunomium libros usui esse potest, id quoque rur- et illustrissimi abbatis exemplo , viri speciatissimi
sus edemus. Notum est Rufinum et Eustathium ejusdem bibliothecæ Regiæ cuslodes, D .Ludovicus
quædam Basilii scripla in linguam Latinam olim de Targnis, Sorbonæ doctor celeberrimus, idemque
ralos mapu libros recognitam typis quidem man - unus omnium urbanissimus, et idem scriptis publi
dare visum est, sed sic, ut ad operis calcem reji- cis in toto orbe litterario clarissimus. Laudem non
ciatur. Loco eodem ejusdem Rufini ineditam in mediocrem pariter merelur illustrissimus comes de
terpretationem quarumdam orationum licebit in . Seigvelay , cujas amplissima bibliotheca semper
lueri. aperta est sludiosis, quasi fruclum uberrimum la
10. Certe si quis idoneus scriptor Basilii Vilain crumque maximum esse putaret, de lilleralis bene
proxime post ipsius morlem litleris prodidissel , mereri. In hujus laudis socielalem voco oplimum
modo ad nos usque pervenissel lam præclarum mo. el eruditissimum virum Carolum du Chestie , ejus
numentum , rem fecissel el viileni el gratam posle- quam mox dixi bibliothecæ præſeclum , qui, duin
ritali. Basilius enim , dum viveret, ila modis omni- vixit , singulari et amore et benevolentia nos sein
bus claruit, vila sanctilale, morum integritale, per prosecutus est. Hic quoque honorificentissime
prudentia, eruditione, facundia , animimagnitudine, appellandus vir magni nominis, ac infinitæ leclia
laborum pro Ecclesia susceptorum tolerantia , ut nis, Joannes Harduinus, bibliotbeca Claromonlanæ
eorum que aut gessit aut scripsit accurata cognitio præleclus, qui Græcorum aliquot codicum mihi co
rem lillerariam maxime illustrarel. Sed nescio quo- piam haud invitus fecit. Inter ingratos jure nome
inodo contigit, ut rerum a tanto viro gestarum pe. rarer, si merilam laudem non tribuerem viro inle
culiaris historia noslro maxiino daing niisquam , gerrimo alque sapientissimo, Achilli llarlæo, senalas
 D . JUL. GARNERII PRÆFAT:0 . CLXXXI
Parisiresis principi, qui mihi optimum codicem A rus (a), totidem interpretalus cst Eustathius. Alion
Græcum non dico coinmodavi!, sed dono dedit. duæ quae sequuntur De structura hominis oraciones
Maxiine, si quis alius mihi celebrandus est vir inie contrarias in sententias lilleralos distrahunt. Alii
ler Florentinos nobilitate præstansatque eruditione, tribuunt ipsas Basilio , alii Gregorio Nysseno, cujus
Antonius Salvinius, qui cum epistolas Basilii conlu - in operibus quoque excusæ sunt, lom . I, p. 133 ;
lisset cum optimo codice Græco , colleclas ex hoc alii neurri horum , sed ignolo cuipiam auciori.
libro varias lectiones ad me millendas curarit. Combelisius duas has conciones, quæ jam excusa.
Asymbolus esse noluit vir clarissimus cque ac do- fuerant in editione Basileensi, de integro in suo
ctissimus, Joannes Christophorus Wollius , qui quas Basilio recensilo (b) edendas curavil, ralus easmi
in Anglia collegerat varias lcctioncs, ad nos perof- rilice deformatas esse in vulgalis. Sinine Gregorio
ficiose atque peramanler transmisit. Inter alias lits Nysseno tribuendær., nostrum non est examinare.
terarias laudes, quibus abundat vir immensa omuis Dixerim tamen in Ironscursui, ci ascribi vix posse,
elegantis doctrina copia instructus, nosier Bernar - lun ob diversitalem styli, lum quod De hominis
dus Montlauconius, eam quoque conseculus est, ut opificio traclalum non exiguum conscripseril. Ve
el mulias varias lectiones Romæ ab amicis colle - risimile aulem non fit Gregorium Nyssenum bis
clas, et inedita quædam Basilii opuscula ibidem a B idem argumentum traclasse , idque eodem consilio ,
se exscripla mecum communicaril. Rursus hoc lo o ut scilicet quæ deerant in fraire Basilio , ca ipse
perbonorifice dominandus noster Franciscus Fave- suppleret. Addi potest et aliud argumentum ex pri
mollius, homo multiplicis scientiæ ac lectionis, qui inis prime oralionis verbis pelilum , quod mihi vi.
cum permultos codices ita accurate contulisset, ut delur vim non parvam habere. Sic igitur incipit
nullus euin præterisset apex, luin demum indices oratio prima : Ilahabū xpéous Ex LG !VåToran poriv
amplissimos maxima cura atque diligentia con- felv , ou tiiv & Tubongev ävebandunu, oux dywwuosúvn
lesuit. Et, ut verbo dicam , semper eral paralus ad Depuaspérews, ana' aclevela oliuatos. • Velus de
omnem operam præstandam is , quem modo dixi, vir bilun persolulurus advenio , cujus ulique solutio
mibiconjunctissimus ; nec unquam delerrebatur aut nera non improbi animivitio diferebam , sed infirma
labore aut temporis diuturnilale, si quid esset Bac corporis valeludine. , Nemo, opinor, non videt
silii causa aut legendum , aut conferendum , all scriplorem , quisquis fuit, loqui in persona Basilii,
esseribendum . Hæc libenter scribo , ut vublice de qui se de hominis structura sermonem accuraliorem
clarem quantum novusBasiliusfamiliari meo Fave- promiserat (c) instilulurum . Quis autem sibi facile
rollio debeat. Hæc sunt que dicere habebamus in persuaserit Gregorium in aliena persona locutum
universum de hac nostra Basilii Operum editione : C ſuisse ? Näc agendi ralio est fere corum , qui fala
nunc de iis, quæ speciatim ad primum lomum spe. lere volunt, id quod de sanctissimo candidissimogile
quisquam
clant,disseranius. viro ne potest quidem excogitari. Nec
I. De tribus orationibus dixcrit id fecisse Gregorium honoris causa, ul no..
, quæ falso tribuuniur men fratris
Basilio . memoriamque magis celebraret. Nam ,
13. Monuimus Basilii opera omnia in controver si ila essel, cur Gregorius ainplum illum De homi
siam adduci, nec de uno quidem traclalu inter erui nis opificio Iractalum non nomine Basilii, sed suo
ditos convenire , aliis aliter περί νοθείας aut γνησιό conscripsit ? Nam quo Iracialus ille duabus illis
1970; judicantibus. Primum igitur operæ pretium oraliunculis praestantior est, eo honore majore alle
fucrit expendere an tractalus quilibet, prout occor- cisset fratrem , eum ei si tribuisset . Sed tamen
reril , Basilii sit, nec ne : deinde, si quid in quoli- Gregorius celebrcon illum librum suo, non Basilii
bel tractatu videatur observalu dignum , id anno. nomine edidit. Sed rem nostram agamus.
lare (60). Primus qui se offert tractatus, Ilexaeme. 14. Mullæ sunt causæ cur opinioni non queam
ron csl. Jo confesso est quidem apud omnes Basic accedere Combeſisii, Dupinique et aliorum , qui
livni orationes quasdam conscripsisse in lexuemi'- duas has oraliones Basilio non dubitant ascribere :
ron , seu in opus sex dierum : sed de earum numero sed tamen hæ causæ omnes ad duas possunt referri.
dissident inter se eruditi. Alii enim nunierantduile ad scriptorum antiquorum auctoritatem , et ad
tasat concioncs rovein , alii undecim , quibus et ipsam sıyli diversitatem . Jam monuimus Hierony.
alia De paradiso tanquam operis lolius coronis a mum (d ) novem duntaxat orationes numerasse. Cas.
Combefisio adjungitur. Nunc secernenda sunt ceria siodorum (e) plures non cognovisse , Eustathium
ab incertis. Necesse non arbitror priores novem quoque non amplius novein fuisse interprelatum .
orationes Basilio asserere, cum ea de re nec sil, Nibil igitur impedire potest quin ea in re scriptores
nec videatur vosse esse ulla contentio. Nam lolidem antiquissimos sequamur, maxime cum recentiorumi
Gumerat Hieronymus, totidem agnoscil Cassiodo- opinio firma nulla ratione nitalur. Ad hæc Socra
(a ) Inst. cap. 1. (d) De script. eccl. c. 116.
lo ) Tom . II, p. 426 . (e) Insl. c. 1.
(c) Hlom . 9, 1001, ultimo.
(60 ) Cf. capp. 41, 42 et 43 Vita S. Basilii, a D . Prudentio Marano adornatr, qui D . Jul.Garnerii in
discernendo cerla ab incertis severitatem nimiam ad justam inensuram temperavil. EDIT.
PATROL . GR. XXIX ,
CLXXXII PROLEGOMENA .
les el Cassiodorus expresse tradunt opus Basilii A scipulorum nemo liac in parte perſicienda operam
imperfectum esse , adeo ut tantum non dicant Basi- impendissel suam , habuissel causie nonnihil adver
lium duas has de quibus ambigitur orationes non sus eximiain viri gloriaın reprehensorum libido,
conscripsisse. Expedit utrumque audire. Ille sic ha- quasi qui ad res animo indagandas auditores suos
bet lib . iv, c. 26 : ronyópios ob od 8:020x2).xdy consuefacere noluissel. Nunc cuin ea nos , quæ de
toŨ Tóyou [È Iwosv ]: 8; xal try to:nbeisav Bas - suni, explananda suscipere ausi sumus, , elc ..Nihil
EthnPwge utta Oávatov toŨ doençoữ . « Gregorius expressius. Ait enim Gregorius suscipere se suom
vero æmulatus est Basilii in docendo eloquentiam , opus de honinis nalura alque conditione, non it
qui et librum Basilii de opere sex dierum , quem fuse tractel quæ compendiosius tractaverat Basilius
ille imperfeclum reliquerat, post obiluin fralris (quæ videtur esse opinio Combeſisii), non ul absol
supplevil. » Hic vero sic loquitur lib . De instilulione vat quæ inchoarat Basilius : sed idcirco addere se
div .lit., cap. 1 : « Qui (Basilius) usque ad hominis dicit ca quæ ad hominem attinent, quod « boninis
conditionein novem libros lelendil : ubi el cæli et consideratio , in Basilii opere i desil. » Possiin et
terræ naturam , aeris el aquarum vel crealurarum aliud lestimonium proferre ex eodein Gregorio , qui
pene omnium qualitates aperuit. , Basilius igitur B boc idem lib . De opificio hominis, pag. 43, aper
ex horum auctorum sententia , opus suum non per- tissime comûrial : sed his diutius immorari nibil
duxit ad umbilicuin : sed id imperfectum reliquit . necesse est, cum si nibil aliud , ipsuin cerle dictio .
Seu, si semel constilerit, ut ex dictis constare de- nis genus duas has oraliunculas spurias atque supe
bet, opus Basilii fuisse imperieclum ; inde non ob posititias esse aperie ostenderel.
scure ellicitur, ut Basilius neque de hominis condi. 16. El quidem adduci vix possum ul cream boc
tione, neque de ejus structura disserueril, cum alio - operis serio tribui posse magno illi Basilio . Nam
quin sanctissimi Patris opus perfectum fuisset et scribendi ratio ita a Basiliana dissidel, ui eam dis
omnibus suis numeris ac partibus explelum . Nam crepantiam qui non videt, cæcutire oninino videa
si conditionem hominis atque structuram excipias, lur. Ad exempla veniamus, quæ pelerc jural ex iis
reliqua omnia eleganter ac copiose in prioribus quas Conibeſisius edidit oralionibus, cum ipsas a
novem ora:ionibus explicantur. Vix igitur dubitari se pristine suze integritati restilulas esse conten
polest quin decima et undecima oratio in spuriis dal. Noslio more vulgata interpretatione ulemur.
atque subdititiis ponendä sini. Nam quod aiunt Sic igitur legere est num . 2 : 0 )2652 xal Thúyn
eruditissimi viri Combeſisius et Dipimus, ideo mula ÖTELÇa, xal TopostQY) Tapíxor, eis od elval. Fox
tos scriplores antiquos de decima el undecima ora. quiilem zopóstayla ul apud idoneos reliquos auclo
tione lacuisse, quoniam seorsum post alias novene res, ila apud Basiliuin usilala est. Sed prastare
habilæ sunt, id quidem falerer aliquid wonenti ausim vocem --Postayń in Basilio non reperiri ; an
habere, si lestimonium proferrent vel unius scriplo invenialur in aliis bonze nolæ scriproribus, necne,
ris antiqui, qui se has duas posteriores conciones non allirmabo , dixerim tamen in amplissimo Hena
vidisse lestaretur : sed cum nihil tale proferalur, rici Stephani Thesauro non legi. Num 6 : 'Ev o 's
ejusmodi rationem probare nullo molio possum . Qjids crev de storúou 6 026s, « In iis nimirum , in
15. Ad propositum nos reſeramus. Etsi igillir quibus ipse Deus proxime dixil. , Vix mibi persua
argumentis iis quae ducuntur ex auctoritate lliero - deri poterit Busiliuin hac loquendi ratione, É ÚTEGO
ngmi, Socratis, Eustathii et Cassiodori, insit vis ruou , unquam usum fuisse. Reperias sepius apud
marima, lamen levia videri possunt, si cum eo Biilium hoc ipso sensu , ¿ v Tois xatómiV elle,
argumento quod ex auctoritate Gregorii Nysseni ( superius dixit : , sed illud, ÚTroyúos,nusquami,
petinius, comparentur. Etenim clarc el diserle ait opinor, invenias. Num . 8 : "Etsita xa! Toapaõsi.
Gregorius, parlem eam qu:e ad hominis opilicium 00! OUVETEOX !: cúor, årółausis, Tui el paradisi
special, in Basilii opere desidcrari, ut mir: ri sub- D liberiililatis cumulo adjeciæ delicis . » Illud , ouve
eat a quoquam has oraliunculas B.usilio iribui. Ensay dɛuOr, frustra , nisime fallit aniinus, in Bit
Jºræslat verba Gregorii exscribere, que si logaritur silio quæsieris. Num . 12 : Tis o tñ åpa :ocr, ! Tūr
allenle, ea de re non amplius dubitationem ullam otruowy ėxsivwv Euairwy y å vatovotv ¿yxi
fore confidimus. Sic igitur loquitur Gregorius lib . guévw Orpio) Tapa JXsuktas, « Quis raros caveze
De hominis opificio , pag. 45 : El yio ! couons tñs ligneæ cancellos inclusæ ſerà exstruxit, quo respira
'Ezannépou, tiis eis tov õvOpw Tov Ozupils, un oct; rel. , Illud, otr, ww, ulde reliquis taceam , a Basi
Tūv uaOnteutáVTwy avrò grouôÝiv teva coco ; trigliano sıylo longe dissidere arbitror. Nuin vor, ott
cou LeiTovtos avanýpw 5!y EisEVÉYXXLTO : Égyev av pov, impropria est, nec bene huic loco convenil.
Elxótw5 xatà tñsheyains avcoj o657,5 ó uwosaan Significat quidem usilale , « stamen, , aut cipsa
6nv, ás un Bouit,Qévto ; ? 5!V tlvã xatavor,texny tois quie e colo ducuntur lila : ) seil apud quos auctores
à portai; įvepricatta . Nuvi dè xata oúvalivýucov vox giúpwy signilicel caveam , 1 velim dixisset
ÉTELTOÀU OSZTWv tñ énysze TOD JEITOVTOs, cic . Cowbelisius. Nunero 14 :Mixçã r.pooyaúset èxçá
Nam culin in enarratione operum quae Deus sux 77,03 tò aspotopoiv, « Levi allaclu per aera volana
dicbus absolvit, hominis considcralio desil ; si di. lem aviculam lenuil. 1 Verbum quidem depo . .
 CLISXIII
peite cilatur e Basilio in Thesauro : sed existimo non A ut præterierim quæ erant nolatu digniora, addo
nisi ju spuriis his orationibus reperiri. Eodem num . tarim leviora . Ul ut hæc sunt, arbitramur quæ
14 : Kátw o tal xeips autoũ, xal TÙ Tróbe, Humi protulimos exempla sufficere posse recle de rebus
vero ejus elmaous et pedes. , Hoc non dictum est judicaturo .
ex niore Basilii, qui duali uti non solet, præter. 18 . Jam ad ipsas sententias quod attinet, in jis
quam quod ipsa elocutio bumi repere videlur. Num . quoque nihil Basilianum occurrit. Sunt inter se dis
18 : Kal els to dwuade utepov & Toxa lotậy, i et sulæ , male cohærentes, nihil habentes exquisilə
membra in robustiorem statum perducere. » Quis- illius facundiæ atque eruditionis, quam omnes in
quis Basilii appriine studiosus est, ejusque libros Basilio miranlur. Imo vero reperire est ineptias, nu
diligentissime alqoe assiduissime leclitavit, vocem gas, commenta , quæ non modo oralorem summum
dwualsúrspos Basilianam non essenullo negotio fa . Basilium dedeceant, sed alium quemvis scriptorem
tebilur. Num . 19 : Oixoūv &yayxaia xai &ugw xal non omnino ineruditum . Sed ipsum audiamus. Sic
lôcoonuantoa , « Itaque necessaria ambo sunt, ac igitur scribit num . 18 : 'H repútn 68ouds Thiv Tral
cujusque propriuin significalum . , Illud, loosh- Sexhv farxlav Exel. "O pous tñs Taldexñs facxlas par
javtpa , barbari aliquid et borridi præ se fert, et vepoi ih tây bôbvtwv éxboàn . Ol uèY ÉTTESOV• oloč
quod a Basiliano loquendi ratione inaxime abhor . B å vegúnsav. . . "Ettsoov ol bôbytes, Eyvojev õti nu
reat, ξήθη τόσον μέτρον. Τριετές το παιδίον εμέτρησεν ο
17. Jam ad secundam orationem properemus. Sic πατήρ. Οίδεν ότι το διπλάσιον τούτου μέγεθος απο
legere est num . 2 : 'H aútt, . . . . . . wploon TW - ahuetal tv th TELELÚDEL. " O005 yap év tñ tpletly to
sbte spoon, « Eadem lunc alimonia constilula. , unxel Ó & vo pw Tos palvetal, ols TOOOTTOV Fotal Èv
Basilius passim scribit tóte, nunquam , nisi ine fal- tñ oujihnpvoel tñs auEncEws. Touto tù dérpov tñs
lit animus, tutóte . Imo etiam non pulo vocem ww . &vo pwteluns Quoews Méxpe hépatos. Primum se
Tóte apud ullum bonum auctorem usquam inveniri. Plevnium infantilem alalem continct. lofantilis
Nuin . 8 : Ilpos ablay tūv auapanuátwv & UTLUÉTon - lines ætatis manifestat dentium eruptio, cum in 10 .
O'5 xal & vtLOTXwois , Jusla scelerum retributio cum eorum qui ceciderunt, alii fucrint enali . . .
æquaque lance repensio . , Alio vocabulo, non voce Dentes ceciderunt : scimus tantum augmenti ac
dvilohxWols, pulo usururo fuisse Basilium . Num . 9 : cessisse. Trieonem inſanlein admensus est parens ;
Το ίδιο βάρει των αμαρτημάτων πεπεδημένοι κάτω novit fore, ut duplo maiorem hac quantitatem reci
RECOVTES, Xivtal Durouvelõntou, Peccatorum pro . piat, cum ſuerit ælatis perfecte . . . . . Quanta enim
prio pondere præpedili ad inferna cadentes , jace. triennis ülalis slatura bominis visilur, duplo au
bunt, ipso conscientiæ præjudicio confusi. , Quid- C clior erit cum jam augmentum expleverit. Hic bu
vis potius, quam ut falear vocem durouvelon to : manæ modus natura est , in finem usque. , Quid
Basilianam esse. Imo lam insolita mihi videtur vox est, quæso , ineplire, si hoc non est ? Viderint qui
illa ,ut valde admodum Jubilem an ab ullo locupleti has oraliunculas Basilio tribuunt, qui fieri possil ut
auctore unquam usurpata sit. Num . 10 : Luynuut hominem gravissimum acerrimoque judicio prædi
wws xal Quesolabýtws, 1 juncta opera immediale - lum non puduerit ila nugari. Nosmelius de viro
que. » Legere non memini vocem åuesohabhtws prudentissimo Basilio semper existimabimus, quain
neque in Basilio, neque in alio ullo scriplore . Eo- ut eum ejusmodi nugarum auctorem esse unquam
dem num . vox tapeu ú aliquid alienuin sonal. lle - pulemus. Quod sequitur num . 22, majoris monienti
rum eodem num . 'EĘ ÚToyúou EYELS TO Strouvnua esse fortasse videbitur. « Vidi ego mulierem , clam
is autoũ TATTELVÁGEWS, co procinclu est vilila- viro, quæ usus familiæ essent pio salutarique furio
lis luæ abjectionisque monumentum . » Jam nola - subducentem , ac pauperibus occulte distribuentem ,
vimus in oratione prima, num . 6 , illud, è ÚToyuou, invitumque virum ac nescientem , nec non domesti
a Basilio profeclum non fuisse. Nuin . 12 sic legi- cos demerentem . Pro illo namque et familiæ aug
mus : E70 : MOL tosOŪTOV oxoans, üste xatadeTetov o mento , natorumque incolumilale , beneficientiæ
mei áxp:boloyouuévWS ÚTTOOETEal sol thy toŨ &vo pú - opera præslabal. , Nunquam , ni fallor, ejusmodi
Xov xataoXEUÝV1 « Alque utinam laplum mihi sup- furla generalim laudasset Basilius. Res est enim
pelerel olii, ot sublili et accurata disputatione bo - periculi plena, jurgiisque multis atque dissensioni
ininis liceret facultatem submonstrare ! , Vocesmatch bus obnoxia , quaque abuli facillimum sit. Laudavit
λεπτών και ακριβολογουμένως non videntur Basilii ergo Basilius mulierem que inscio Diarito stipen
esse. Num . 14 : 'OTTÓTE xal logupótepos ylvetal, modicam nec limites transgredientem erogavit pau:
ELTOUV évepyłotepos, Cujus scilicet major vis ac peribus : sed ab eo commendalam fuisse mulierem ,
efficacior sit. » Elnum . 17 : KalOpeyrou autņi TOLOŪe quæ insciente conjuge, ipsa ta tñs olxlas XPELÚón
TOV Trepubahsiv, « Circumjeclaque communire ma- egenis largita sit, nunquam in aniinum induxerim .
ceria . , Illud, eltour, a Basilio , quod quidein sciam , Græca ipsa apponere abs re non fuerit, lil culpa non
adhiberi non solet. Vox vero , Opiyyós, non nihil in Latinum interpreteni, sed in ipsum scriplorem
videtur exbibere peregrinitatis , quod a more Basilii Græcuni conjicialur. Hæc autem sunt : E !oov tyw
Jonge positum sit. Timeo ne in his colligendis eve- yuvaixa , dãopa toő & vopos, úpaipouévry sátñis ol .
Derit mihi quod fere similibus in casibus usu venil, xlas xpelúon, xào totiv ETALVETİv xal owor,piav, Xuer!
 CLAXXIV PROLEGOJENA .
Toevrov aurk ėv TI NEIT,Oite blavóuousav, xa! ăxovta A paulo sagacior eam nullo negotio videre potcst.
mal åyvooūvia tov ávôpa xal cous oixclous eúspre - Num . 1 sic legilur : Nonowlev, & xpoatal, å lav Osoj
TOŪGAV. Y rep yåp èxelvo:), xal tñs tūv téXVWV 10 - qutelav, « Ad mentem revocemus, auditores, ejus
Movis Eopa Tiiv EU TO:lav. Monere libel videri Coni- modi plantationem , quae Deo digna sit. » Combeli
belsium suæ causæ diffisum fuisse, alque bujus sium mirari satis non queo , qui se bas orationes
doctrinæ incommoda perlimuisse , qui, utdebueral, idcirco el verlisse et edidisse ait, quod eas male in
non verterit , « laudabili furlo , 1 xhorony Talve impressis libris acceplas oporteret rursus typis
thy : sed mollius verteril, « pio furlo . 1 Combeli- mandari ad codicum mss . fidem , sicque pristinæ
sius, opinor, pie et benigne Basilii sui verba inter- integritali restitui , cum tamen ipsas pejus ab ipso
prelatus est, illius ut doctrinam tolerabiliorem red . accipi perspicuum sit. Eisi enim in veleri editione
derel : sed hanc excusandæ doctrinæ rationem exstant mulla certaque falsitatis argumenla , plura
nemo sapiens unquam approbarit. lamen certioraque in Combefisiana inesse nenio
19. Denique, si qua est scriplorum manu codicum barum rerum perilus inficiabitur. El utalia omillil
auctoritas, quæ mulla esse debel, dubitari. vix po - miis, qur, cuique in ipsis fontibus legere licebit ;
terit quin sint pro spuriis habendæ hæ duæ orationes. illud, åxportal, verum essc quod dicimus aperte
Etenim cum sint in variis bibliothecis codicesmulti, B ostendil. Vox enim est cum apud reliquos Palres ,
qui Hexaemeron Basilii exbibeant, quorum alii sunt fuir. apud Basilium inusitata, priscisque illis lem
membranei, el antiquissimi, et optimæ nolæ ; alii poribus prorsus inaudita , quæ non nisi sæculis
vero chartacei, recenles, et notæ malæ ; in priori posterioribus in usu esse cæpil. Numero eodem , Kal
bus quidem illis desiderantur due ha de hominis å ' autñs ondotroliral tos r pavñs. Illud , ärao
opilicio oraliuncule : reperiuntur vero solum in Tolaitai, peregrinitatem quoque sapit, Num . 2 :
posterioribus. Prima classis sunt :codices Regii 'Epuloxovto, vai aru Ovto, Difluerent ac inter
1824 , 2349, 2892 , Colbertinus 3069 , Coisliniani irent. , Inest asperitas quædam in illo, èputoxovro,
228 , 229, in quibus omnibus non plus novem con - quæ a Basiliana suaviloquentia longe abest : imo,
ciones nanciscare. Ad secundain classem pertinent til mihi videtur, facile non erit id verbum apud al
Regii 2286 , 2287, 2877 , 2896 , cic., in quorum luin diserlum scriptorem invenire . Num . 7 : 'Exci
nonnullis inveniuntur quidem adulterinæ illæ oratio xal opviewv Tavto aTūV yévn, tō te tūY TECūv
wes : scd codices tam recentes si cum antiquissimis & vosi xa ! th çwvñis auyreo & Trózusiy olva lau .
coinparemus, dubio procul (~ ) fidem nullam me- heisst,v apot:0évta Tois ópw uÉVOLS , « Ibi et avicula
rentur. Nec illud prætereundum silentio, librariune , rum omnigenum genera , lum pennarum flore , lum
a Combeſisio laudatum duas has orationes Basilio nalivo concentu alque garritu , miram quamdam a
Tribuere nolle : sed rem in dubio relinquere. Quod se jucunditatem spectantibus offerentia . , Pulet
autem homo et Græcus el credulus in dubiis labuil, Combeſisius vocem auyrpä Basilianam esse ; ei ego
id homo emunclæ naris inter spuria reponere nonnunquam assentiri polero . Nec satis intelligo Cido
est , has orationes in Basilii persona , non in sua quovis modo, cum vox duyupós minime omnium ai
ediderit ; itemque, cur hac dicendi formula , èv cois id significanduin apla esse videatur. Reperire quis
xatotiv, Basilio familiari, perle dixerain peculiari, dem est in Lexicis voces duyó el auraios, quaru ::
usus sit. Num putandus est id fecisse malo animo, prima redditur Latine obscuritas, , aliera ( ot
lectori ut imponerel, an polius bono, seul exerce- scurus : , sed quid bis cum a natiro , communa
rei, Basiliumque, quoad licebat, imitarelur ? Nolim esse possit, viderint alii ; id me non videre bona
ego quidquam dictum gravius in veleren scriplo . fide fateor. Num . 7 : ’AXX' oux èx tis olxelas çú
rern , pro virili de re lilleraria benemeritum ; proin. GEWS, eitouy tñs vospãs ousias, i llaud tamen ex
dejue salius mullo esse duco rein in bonam quam sua ipsa indole, id est , qua parte substantia menie
in malam partem accipere. D prædita est. 1 Jam in oratione secunda , num . 14 .
20 . Adjungil Combelisius duabus liis oraliunculis monuimus illud , éltour, a Basilio non usurpari, Hic
et lerliam De paradiso, quæ et ipsa quoque ab eo. addam hanc vocein non adbiberi quoque ab idoneis
dem inter genuina Basilii opera recenselur. Fale - auctoribus ila , ut hic adhibetur ab ignolo illo scri
mur quidem hanc orationcm bene hic collocari lan - plore. Esi enim , ut aiunt, relatio quædam inter
quam in proprio loco : sed fetum esse Basilii ne- voces sitouy et eľte, nec bene una ab aliera sepa
gamus. Negandiautem nobis causä eædem , quibus ralur, adeo ut, inquit Budæus (6), Eltovy Topotaxti
cavimus, antiquioruin silentium , slyli diversitas, imponemus, si prius unum adjecerimus , barum
codicum manu exaratorum penuria . Tacuisse de la orationum falsitalem inde ostendi, unde earuin yur
oratione antiquos vel ex eo satis intelligitur, quod GLÓcris maxinie pulatur comprobari. Dico immensa :D
nondum eorum testimonium a quoquam procluclun illam variarum lectionum silvam , qua impressi et
sit. Ad styli discrepantiam quod altinet, quilibet manuscripti libri mirifice inter se dissident : qua:n
(a) Bus. recens., 1. 1, p. 558. (6) Bud. p. 931.
 D. JUL. GARNERII PRÆFATIO . CLIII

tainen tantopere jactat Combelisius, quæque in causa A accipiendam esse Moysis narrationem censet. Mirum
ſuit cur eas de integro edendas curaret. Nam vera non est in eam sententiam ivisse allegoriarum
Basilii opera a falsis non semel in eo differre ad - amantissimum virum Origenem . Velus ille scriptor,
nolavimus, quod illa modice , hæc immodice lectio - quantum conjectura augurari licet, in suis in Gene
nuin varietate luxurient, quasi reveriti quidem es- sim Commentariis quæ hactenus in lucem non pro
sent librarii genuina opera additamentis aut detra- diere, ea de re fuse disputaveral. Ila enim loquitur
Clionibus depravare, falsa vero sibi licere pulassent libro sexlo contra Celsum ,pag. 317 : Katd td õuva
pro arbitralo immutare , corrigere, et, ut libebal, Edy fuiv ļy tois II paymateuleidLV elç enn réreoir
Jeformare. Cujus rei cum sioldeinceps proferenda eipnxauev , « Pro virili nostra parte (de rerum crea
exempla varia , hic monuisse salis est. lione ) diximus in Commentariis in Genesin . » Sic
§ II. An res uno momento creatæ sint, an sex dierum prosequitur: Kal èv tois avwtépw ÔÈ ŠyxadoŪVTES
spatio . τοις κατά την προχειροτέραν εκδοχήν φήσασι χρόνους
21. Promisimus num . 13, si quid in quolibet Bir- E nepūv Oleanauoéval els thv xoguotoslav, siapa
silii opere notatu dignum viderelur, de eo nos in Tilbueba TO,AŰTN NY BL6105 pEréoews oŮparoũ xal
præfatione aliquanto diligentius dispulaturos. Igitur rñs Öte éyéreto, ñ nuépq étoinder Deos tor où
promissis ut slemus, nonnulla , ut occurrent, adno- B pardr xal tin gñr. . Quin et in superioribus dum
labimus. Nemonescit verba illa Moysis, In principio reprehenderemus eos qui secundum sensum magis
fecil Deus cælum et lerram ', lum ab antiquis lum a obvium aiunt sex diebus absolutam mundi creatio
recentioribus varie accepta esse. Plerique omnes nem , objecimus illad : Hic liber generationis cæli el
esislimarunt res, uti a Moyse narrantur, effectas lerrce, cum facta sunt : qua die fecit Deus cælum el
esse , et reipsa sex dierum spalio fuisse condilas. terram ... Facile autem crediderim Origenem , viri
Nec diflileodum ipsa Moysis verba huic illi opinioni quod erat in allegorias sludium , multa alia in eam .
mullun favere, cum singillalim atque ordine expo- dem sententiam in suis libris inspersisse; qui si
natur quid quolibet die conſectum sit. Haud defuere erstarent omnes, non dubito quin perinulta exenipla
tamen qui aliter senserint, rati hanc agendi ratio proferre liceret , quibus quod dico - mirifice contir
nem opifici poleatissimo Deo non convenire, qui si marelur : sed cuin eorum pars maxima interierit,
ila se gessisset in condendis rebus, non ut Deum testimonium unicum e nolissimo(c) loco addere satis
decet, sed hominum more egissel. Inter eos qui babebo. Est autem ejusmodi : Tis yoûv voūv Exov
existimavere res simul non per vices creatas fuisse, olhostal Tepeútry xal deutépay xal tpiony huépav,
primus recenseri potest Philo (a), cujus hæc suntc ontépay të xal nepwtav xwpls halou yeyovéval, xal
verba : Τότε μεν ούν άμα πάντα συνίστατο . Συνιστα- σελήνης, και άστρων και την δε οιονεί πρώτης και χωρίς
MÉXwY ôi' óvoũ cántwv, ý tág:s avayxa!» abyw oupavoû ; Quis igitur menuis compos existimabit
Úterpåpeto, Sež tiv toouévny aūOLs tĘ &lanhw yć. primam et secundam el tertiam diem , et vesperam
vetry . ( Tunc igitur oronia simul sunt condita . Etsi etmane sine sole, luna, el slellis ? et primam illam
autem omuia simul constabant, ordo lamen neces- eliam sine cælo fuisse ?, Polest cum his annume
sario descriplus est, propter muluam quæ deinceps rari acerrimus catholicæ fidei defensor Albana
fulura eral, ex sese propagationem . , Nec soluin sius (d), qui cum inter alia Scripluræ lestimonia
doctrinam camdem tradit alio loco, sed eos etiam cilassel locum illum Proverbiorum , Ante omnes
qui secus sentiuni, slullilise accusare non dubitat. colles gignit me , sic pergit : Kal yap xal léywv,
Ip:um audiarnus.(6) EÚTBES Trávu td olsslacēE fuépais, Ipd Aártwr yerrõ je, addov ļautdv elva . TÕy teáve
ή καθόλου χρόνω κόσμον γεγονέναι, διότι σύμπας και των σημαίνει, δειξάσης εν τοις προ τούτων της αλη
κόσμος ημερών και νυκτώνεστι διάστημα και ταύτα θείας, ότιπερ των κτισμάτων ουδέν έτερον του ετέρου
ηλίου κίνησις υπέρ γήν και υπό γήν ιόντος εξ ανάγκης προγέγονεν, αλλά αθρόως άμα πάντα τα γεννητά ένι
& TOTENSI, Plane slullum est arbitrari sex diebus, xal to autó portáyMati UTTéotn . Namque di
aut omnino in tempore mundum factum fuisse, D cendo, Ante omnes vero gignit me, se alium ab
propterea quod mundus lotus intervallum est die - omnibus esse declarat, cum ex supra dictis constet
rum ac noclium . Alque solis super lerram et infra nullam e rebus crealis prius allera factam esse , sed
terram euotis motus necessario hæc efficit. , Quo res omnes factas uno eodemque mandato simul
aulem seusu verba Moysis interpretari oporleat, essiilisse. , Gregorius Nyssenus ila perspicue loqui
slalim edocel ipse, cum addit : Luvetéhegev ēxtn lur, ut dubitari non possit quin sit opinionem eam
quépą od épya, vontkov ötl ou teañoos ñuepūv toa - dem amplexus. Ejus verba exscribere operæ prelium
pahaybavel, TÉNELOV & åp.Oudy TOY EE. Itaque cum est e lib , in Hexaem ., pag. 7 : Kalavtl toő ElTeiv őt:
dicit : Complerit die sexto operu ', intelligere non ¿Opóws távta za Ovta Oids étroingev , £itev ÉV XE
debes de dierum numero , sed de senario perſecio calaleu, hrou év å pyn TIETTOLT XÉVal Toy @ edy toy ou
Παmero.» Ιιιque per allegoriam non ad verbum ρανών και την γην. Μία δε των δύω φωνών ή σημα
· Gen . 1, 1. Gen. 11, 2 . : ibid . 2. Prov. VIII, 25.
(n ) Philo De mundi opif., p. 11. (c) Philoc. c. 1, p. 12.
( 0 ) Lib . i Alley . initiv . (d ) Oral. 2 conira Ar., num . 16.
CLTÖXVI PROLEGOMENA .
ola , tñ' te åpxñs xal toũ xeçałalou. Andoūtal yap A parare el intelligere fonge difficilins polerat. Rem
ètions 8c' exatépwv to a poov • Šv uły yap tý xe- tamen si quis paulo allentius expenderit, facile sibi
φαλαίου το συλλήβδην τα πάντα γεγενήσθαι παρίστη- persuadebit Augustinum ex ipso fonte, non e rivo
σι • διά δε της αρχής δηλούται το ακαρές τε και lausisse . Qua de re ut cuivis existimare liceat,
do:dotatov. «Et pro eo , ut Jiceret, simul omnia prinum Ambrosii et Augustini verba subjicere visumi
Deum fecisse , dixit Demn in summa fecisse cælum est, deinde Ambrosii Augustinique et Basilii verba
el terram . Utriusque autem vocis, principii et sum inter se comparare : qua ex contentione plane con
mæ, una significatio est. L'iraque enim æque de slabit Augustinum , cum scriberet, non Lalinam
clarat simul. Quare per summam ostendit omnia Ambrosii interpretationem , sed ipsum Græcum Ba
simul esse procreala : el per principium cuncta silii exemplar ob oculos habuisse. Sic itaque loqui.
momento et sine ullo temporis spalio facla fuisse lur Ambrosius lib . i in Hexaem ., num . 29 : « Spiri
significat. , Plura qui cupit, legat ejusdem libri Ius Dei superferebatursuper aquasº. Quem , etsi ali
paginam duodecimam , ubiGregorius suam ipse sen- qui pro aere accipiant, aliqui pro spiritu quem spi
Jocum cilat. Nibil opus est de Augustini opinione, tamen cum sanctorum et fidelium sententia con
cum pola sit, disserere. Sed quid Basilius(ejus enim B gruentes , Spiritum sanctum accipimus...... Deni
causa hæc suscepla et instituta dispulalio est) ea de que Syrus qui vicinus Hebræo est , et sermone con
re senserit, silentio præterire fas non est. Dixerim sonat in plerisque et congruit, sic habet : E . Spiri
igitur Athanasii opinionem et aliorum satis Basilio lus Dei fovebat aquas; id est, vivificabat, ut in no
probari (a ), imo vero ipsam , quantum conjicere vas cogeret creaturas, et folu suo animaret ad vi
Jicet, ei alia videri probabiliorem . Qua de re dubi. tam . , Augustinus vero sic babet lib . i De Genes .
talurum puto neminem , qui secum paulo allentius ad lit., num . 36 : « Nam et illud quod per Græcam
repulaveril illud Basilii : "OTTSP É TE COL TŪy épurveu - et Latinam linguam dictum est de Spiritu Dei,
Tūv, captotepovody voūv ÈXOLSÓVTES, elphxaoiv , 'Ev quod superſerebalur super aquas , secundum Syrą
Hiçadaly etroingey OEDS, TOUTÉotiv, & póws xai èy linguæ intellectam , quæ vicioa est Hebrææ (nam
ülyes, Quod ipsum interpreles alii, sententiam hoc a quodam docto Christiano Syro fertur exposi
Deus, hoc est , confeslim et in brevi. , Basilius ligi perhibetur. Nec sicut foventur lumores aut
enim et dum interpretationem eorum , qui verlere vulnera in corpore aquis vel frigidis vel calore con
tv xeyalaly , laudat uti dilucidiorem , et dum illud, gruo temperatis ; sed sicut ova foventur ab alitibus,
tv xeparaly , sic accipi vull ut significet « confestim ubi calor illematerni corporis etiam formandis pul
et in brevi, o aperte , opinor, indicat se non ila lis quodammodo adminiculatur. , in quibus Augu
multum ab Origenis opinione abhorrere. Attamen slini verbis duo præcipue nolata volo : priinum ,
vir prudentissimus nihil in re dubia asseveranler Syrum quemdam viruni doctum simul et Christia
dictum voluit, sed tulius duxit assensionem cohi. num hunc Scripluræ locum ita exposuisse, ut Dei
bere. Sic aulem se ipse explicat aliquanto ante Spirilus aquas, dum super eas superſerretur , fove
eodem num : "H taxa ded to åxaplaiov xal & xpovov ret; alterum ſotas esse aquas in alilum modum a
sns enucoupylas elpntal id, 'Er dpxñ trolnoer, Dei Spiritu , Jani nemo non videt neulrum borum
Emelon äuepés ti xal åbikotatov ý ápxh, « Aul for- ab Ambrosio muluatuin esse Augustinum . Etsi enim
lasse quia opiſicium illud in momento et citra ullam generalim profilealur Ambrosius sequi se sancto
temporis moram absolutum est, ideo dictum fuit : rum et fidelium 1 sententiam , tradatque Hebræis
In principio ſecil', quandoquidem principium est vicinos esse Syros, quorum sermo, ut ipse monet,
quiddam insecabile ac dimensionis expers. » Basi- cum Hebræorum lingua « consonat in plerisque et
lium exmore seculus Ambrosius, eadem tradit lib . i congruit, , nihil tamen nominatim dicit neque de
in Hexaem ., num . 16 . illa docti cujusdam Syri explanatione, cujus inemi
& III. De dicto quodam Augustini. nit Augustinus , neque de illa avium ovis incuban
22. Quæri polest ab ulro Augustinus mutualus tium comparatione, qua idem doclor atilur. Fieri
sit ea quæ de doelo quodam Syro refert lib . i De igitur non potest, ut Augustinus hæc duo mutualus
Genesi ad til., num . 36, ulrum ab Ambrosio , an a sit ab Ambrosio , cum in ejus scriptis nihil tale in
Basilio. Idcirco autem hanc quæstionem proponimus, veniatur. Sed quis sit, quem sibi sequendum pro
quod nisi sibi caveat lector, facile possit in errorem posuerit Augustinus, indicare haud arduum . Ad il
incidere. Nam cum Ambrosius et Augustinus in enim ostendendum satis nobis fuerit verba Basilii
omnibus fere conveniant inter sese, arbitrari cuivis referre, quæ hæc sunt ex oratione secunda in
promplum est Latinum scriptorem Augustinum a Hexaem ., num . 6:'Epū oux tuautoūdbyov , äild Lúpou
Latino scriptore Ambrosio isthæc sumpsisse potius, & vopos, sorplasxogjixñs TodoŰTOV &QEoTnXÓTOS, Doov
quam a Græco auctore Basilio , cujus libros et com - Syyüs Butñs tūv älg ocvūV È TtLotńuns, "Elsye tolvuv
• Gen . 1, 1. ibid. 2.
(a) Hom . 1 in Hexaem ., num . 6.
 D . JUL. GARNERII PRÆFATIO . CLIXXVII
την των Σύρων φωνήν εμφατικωτέραν τε είναι, και Aliceat eum partim eum fratre convenire , partim als
Old stiv Tepos ttv 'E6paloa yeltvlao v mãnhóy Towę co discrepare. Dissenlit in eo a fratre, quod aquas
τη έννοια των Γραφών προσεγγίζειν . Είναι ούν την illas quibus iacabuisse dicitur Spiritus Dei, el que
Otávolav toŨ en toŨ COLZÚTTY. TO ÈREWépeto , noiv, supra ſirinameplum constiterunt, cælestes quasdanı
¿Enyoūviai, avtl toŨ ourébalak xal tcwoyóvel thy esse virlules putet : in eo rero assentitur, quod
Tūv võátwy quoiv , xatá thy eixóva tñs êtwasouons æque ac Basilius inferioresaquas abyssi pro rebel
épvidos, xal (WTIXÁY Tiya Qúva u cv švisions tois Úte libus ac malignis poleslatibus accipere nolit. Mirum
Ba, TEOLÉVO S. TOLOūTÓv TLVÁ SADLV ÚTO cis çwvñs fortasse videbilur Gregoriuin a fralre Basilio , quem
taúrns Trapaondoūobar toy voūv, US ÈTICEpouérov unice colebat ac observabal, in re hujusmodi dissi
toũ llreúpatos, TOUTÉSTI, Topds Swayovlav thy TOŨ dere , atque Origenis opinionem opinionifratris præ
übatos puoly TrapaoxsuáGovtos. Dicam ibi non lulisse . Hanc tamen Gregorii fuisse opinionem ,
meam , sed viri Syri sententiam , qui tantum a esse hominem qui neget arbitror neminem , si quæ
mundi distabat sapientia , quantum ad rerum vera- subjicinius Gregorii verba aliquanto diligentius le
fun scientiam appropinquabat. Aiebat igitur vocem gerit. Sic itaqueloquilurGregorius lib. in Hexaem .,
Syrorum et significantiorein esse , et ob suam cum pag. 15 : TỜ of u wp ý od Ilvaūda toŨ OSOū ÈTrepé-
llebraica lingua cognationem , quodain modo ad B esto, äädo ti tapà chv xatwyepñ taútyy twv peu .
Scripturarum sensum propius accedere. Itaque la - ctv coátwu quocv Šotiv, 8 tū otepecuati tepos ad
lem dicebal esse hujus dicti sententiam . Mud, in - Bapu ta xal xatwpepès cowp OlateIxibetal. El &
quiebal, verbum , super ferebatur , interprelantes üöwp kärsivo Tapa oñs r pacñs ovouáčetal, ý olde
sumunt pro verbo, confovebal, et naturæ aquarum tñs Uniotépas Oswpias od tūv vontwv Suvauswv
vim tribuebat ſetificandi, instar incubantis avis , et Tatowua onualveolar Otoya Sóuela , Eeviceoow Sick
vitalem quamilanı facultatem iis quæ lovebantur im - tosouwvunias unosls , etc. « Aqua profeclo super qua
partientis. Talem quamdain intelligentiam aiunthac ferebatur Spiritus Dei, diversa est ab istarum
voce indicari. Nimirum ferebatur Spiritus super aquarum nalura , quæ deorsum fluunt et firma
aquas, hoc est, naluram aquæ ad feluram præpara - menio ab aqua gravi et ad inferiora lendente
bat, 1 Addam et illud Augustini, « sccundum Syrä sejungitur. Quod autem in Scriptura vocetur aqua
linguæ intellectum , quae vicina est llebrææ , , ad etiam illa , qua sublimiori contemplatione divina-
verbum e Græco videri expressum . rum mentium pleniludo significatur, ne quis id
§ IV . De aquis quæ super cælos esse dicuntur. alienum aut novum pulei, , etc. Et paulo post : Kar
23. Couvenil inter erudilus Origenem indicaria le unoEls u Trovoeltu &ld oñs tportodoylas oúyXUGEV
Basilio oratione lerija in Hetaem ., num . 9. OrigenesĖTáyelv tñ Oewplą tñs abgewS , US tais utovolais
enim , quæ erat viri indoles, trahebat omnia ad tv tapo tijūv od colaūta telew pnxótwy oudeceps.
allegorias, ex quo liebat utmagno Ecclesix damno oui, xal aéyelv tas jèn &TOOTatixàs Ouv &gets
Scripturas suo quisque arbitralu et intelligere et luogov aśyeolar: rdv 6€ xooloxpatopa tou 0x6
Hlerpretari posset. Origenem autem ita sensisse τους, το επάνω της αβύσσου νοείσθαι σκότος. • Nec
docet Epiphanius in Epistola ad Joannem Jerosoly . quisquam arbitretur nos verborum interpretationi
milanum , ut legere est apud Hieronymum , epistola ex hoc morali expositione confusionem afferre, ut
olim 70, nunc 110. tomo IV , pag. 820, Postquam opinionibus eorum qui ante nos interpretali sunt,
igitur Epiphanius nonnullos Origenis errores per faveamus, dicamusque polestales illas quæ defece
strinxit , sic persequitur, Hieronymo interprele : runt, abyssum dici ; principem vero tenebrarum
« Illas vero præstigias quis non slalim abjiciat al intelligi lenebras illas, quæ super abyssum erant. )
que contemnat? dicente Origene , de aquis quæ Quod supra diximus, Gregorium a Basilio in eo
super firmamentum sunt, non esse aquas, sed for dissentire, quod aquas eas, quibus incubuisse scri
tiludines quasdam angelicæ polestalis : et rursum bilur Spiritus Dei , el quæ supra armamentuni
aquas quæ super lerram sunt, boc est, sub Grma- D constiterunt, Origenianorum more per allegoriam
mento , esse virtutes contrarias , id est dæmones. , interprelalus sit , nihilque esse aliud crediderit
Hieronymus quoque et hunc ipsum errorem inter nisi cælestes quasdam alque intelligibiles virtules,
oclo Origenis errores recensere non omisit. Hie - id mirifice ex ejusdem Gregorii posterioribus ver
ronymi autem verba sunt ex epistola 38 , ad Pam - bis confirmatur. Elenim nisi Gregorius perinde ut
machium , uomo IV , pag. 310 : « Sexlum quod sic Origenes superiores aquas pro sanctis ac supernis
paradisum allegorizet, ut bistoriæ auferat veritatem , virtutibus accepisset, procul dubio arnoliri a se
pro arboribus angelos , pro Numinibus virtutes cæ illam opinionem debuisset, quemadmodum repu
lesles intelligens, lolamque paradisi continentiam diare se leslalus est alteram ejusdem Origenianæ
tropologica interpretatione subverlat. Septimum , sententiæ parlem , quæ inferiores aquas abyssi ,
quod aquas quæ super cælos in Scripturis esse di- apostalas illas potestates interpretatur. Itaque, duin
cintur, sanclas supernasque virtutes ; quæ super unam Cantum Origenianæ opinionis partem rejicit,
terrain et infra terram , contrarias et dæmoniacas amplecti se alteram non obscure indical. Nec in .
esse arbitrelur. , Gregorius Basilii frater, subob - jucundum , puto, nec inutile fuerit errorem Justi.
kurius ea de re disserit, sic lamicii, ul colligere niani imperatoris nolare. Elenim , duin .alioruin ar.
 CLXXXVII PROLEGOMENA .
guuntur errores, quilibet, ut caulior ac conside- A rum esse , si qua Ambrosii lóca illustrare coner .
ratior in scribendo sit, admonelur. Primum igilur Cum enim nibil sil præter Scripturam sacram li
Justinianus illa Basilii verba (a), 'Huiv dè xal needs bris Palrum pretiosius , nemo est, qui ex eorum
Tous & Trd tñs 'Exxanolas ļoti TLS Wóyos nepl tūv emendatione singularem quandam animo volupla
Glaxp:0 vtwy Udátwy, etc. , in medium profert : tem capere non debeat. Nec quemquam pulo re
quæ cum ita interprelari debuisset : « Quin eliam perlum iri lam iniquum , qui id alienum esse a 110
aliquis nobis adversus ecclesiasticos quosdam scri- stro proposito arbitretur. Cum enim Hexaemeron
plores de discretis aquis habendus est sermo, , ipsa Ainbrosii non immerito dici possit opus Basilii, eo
non lain vertit, quam pervertit. Sed expedil ipsa dein jure el nostrum quoque dici polest, qui novam
Justiniani verba, quo illius error magis eluceal , oinnium Basilii operum editionem suscipiamus.
referre. Hæc autem sunt e Iractalu quodam , qui Quare si quid forle occurrerit in Anrbrosio , quod
Tomo V Conc. editionis Labb., pag. 661, reperitur : videalur opera nostra dilucidari posse, id adnotare
Asl 6è sopoo Xely tous expoatás, čte so eineiv tdy non pigebit. Primum occurrit illud e lib . II i
Hatépa, Ilpos tous & tod tñs 'Exxanolas toti trs liezaem ., cap. 15, num . 63 : « Quid autem tibi re
ģuiv lovos , tepi 'Opuyévous 0:0)éyeta !, tñs tou feram , clementem licet esse serinonem , quod ele
ECOū xápitos xal tñs dylas toŨ OkoŨ 'Exxanolas B cirum lacryma virgulii sit.» Quæ verba cum lego,
åtshalvtos, xal tūv ouoopowy exelvos. Ou yao pendeo animi, nec bene intelligo cur Ambrosius
s !Te, DJpos tous Év tñ 'Exxanola , ärad , Ilpos tous suum sermonem clementem potius dixerit quam
ato tñs 'Exx.ncias huiv cotl tes lóyos. Kai oca inclemenlem
inclemenlem .. Quid
Quid enim
enim comn
commune est clemcneæ
uév tol elnsiv,'Huiv , tous tñs'Exxinolas ¿öhawge : cum electro ? Quid ad rem facit sermonis aut cle
õla dè toī citeiv, Tous and tñs 'Exxanolas, tous mentia aut inclementia ? Vix ergo dubitari rolest
est auditoribus, Palrem , illo modo loquendi usum , cile non erit eum emendare ex Græcis Basilii, apud
Sermo quidam nobis est ad eos qui sunt ab Ec- quem ila legitur hom . 5, num . 8 : Abros o tis
clesia , de Origene disserere, a Dei gratia et sancta Èsti xal to Elextpov öredv elval qurūv, « Ferunt ele
Dei Ecclesia espulso, ejusque sequacibus. Non clrum quoque succum esse. plantarum . , Flenim
enim dixit, Ad eos qui sunt in Ecclesia , sed , si compareinus Ambrosiana cum Basilianis, slalim
Sermo quidam nobis est ad eos qui sunt ab Eccle- animadvertimus Anibrosium palam interpretis pare
sia . El per illud quidem quod dicit, Nobis, Ecclesiæ les peragere : deinde facile in menteni venit hunc
homines dixit : per illud autem , Qui sont ab Ec - locum ex Græco ila restitui posse : « Quid autem
clesia , dejectos ab ipsa denotavil. , Mirari subitº libi referam , aliquem scilicet esse sermonem , quod
Justinianum imperalorem verba Basilii, cum per- electrum lacryma virgulii sit ? , Et verba quæ
spicua sint, in contrarium sensum detorsisse. ld proxime sequuntur, vilio quoque non carere suspi
crediderim contigisse non aliam ob causam , nisi cor ; quod ut facilius intelligalur, lolam periodum
tenebras rebus clarissimis obducere soleat. Pro - autem , inquit, tibi referam , clementem licet esse
ſecto , si nihil aliud, ipsa cerle orationis series im - sermonem , quod electrum lacryma virgulii sii, et in
pedire debuerat quominus hunc Basilii locum ila lania materiæ solidilalem lacryma durescal.) Nam
perverse interpretaretur. Paucis jam aperiam men - quo magis illud, « lantae maleriæ , » in animo volvo ,
lem Patris gravissiini atque propositum . Hoc ila - eo minus mihi persuadere possum Ambrosium ila
que dicit Basilius : Prius sermonem instituimus de locutum fuisse. El vero , nisi me omnia fallunt ,
externorum sententiis, de ethnicorum somriis, de idonea nulla sententia ex his vocibus ellici polest .
philosophorum deos falsos colentium placilis : Placet maxime lectio editionis Romanæ , quæ sic
nunc vero nobis habendus sermo est adversus eos habet, «el in lapidex natura soliditalem durescat, ,
qui supt ab Ecclesia , hoc est adversus ipsos eccle- D tum quod rem optime explicet , tum quod possit
siasticos scriptores . Nec aberraveris a menle Ba - confirmari ex illo Basilii (b), els aloou quo:v &Tone
silii, si ila interpretere :Nobis etiam habendus sermo yvúuevov, « in lapidis naluram concretum . » Quo..
est adversus ipsos Christianos scriptores. Quod niam tamen scriplura hæc nimium recedit a vul
igitur dicit Justinianus, Origenein ab Ecclesia ex- gala , suspicor ita ex Græcis emendatum fuisse ab
pulsum el ejectum esse, et ab Ecclesia exciilisse, aliquo , qui hunc locum in priscis editionibus vi
id e sua dixit, non ex Basilii sententia . Nihil aliud liosum esse vidisset. Satius igitur esse duco, si
ex Basilii verbis colligere licet, nisi Origenem fuisse soluin mulemus quod aperte videtur esse court
ecclesiasticum scriptorem . Quidquid ultra adjici- plum . Emendatio enim quo simplicior est, eo ve
lur, omne id glossemalum loco ponendum . Lege rior solei esse et melior. Quare libentius ila lege
Basilium oratione tertia in Hexaem . , num . 8 rem , i et in lantam maleriæ soliditatem durescat,
el 9. cum sic correclus locus ulcunque ferri possit. Præ
& V . De quibusdam Ambrosii locis. terea liæc nostra emedalio hinc confirmari potest,
24. Non puto me rem studiosis ingratam faciu . quod Avibrosius non semper verbum pro verbo
(a ) Hom . 3 in Hexaem ., num . 9. (6) Hom . 5 , num . 8 .
 D. JUL . GARNERII PR .EFATIO . CLIISIS
reddat, sed liberius plerumque interpretari soleat. A 26 . Ambrosiana illa e lib . iv in Hexaem ., cap. 3,
Ea de re alii judicabunt. num . 10 , « Sed illuminatio ejus [ignis] inexstingui
25 . Sunt qui Ambrosiana illa e lib . iu in He bilis est ad perfunctionem bonorum , exustio vele
caem ., cap. 10 , num . 67 : « Ilaque si magna virtute mens ad supplicium peccatorum , 1 revocant mihi
Dci sterilem bruchum terra generavit, » etc., cu in memoriam nolam quamdam Dacei, qua similem
riosius scrulari ac interpretari voluerunt : quod in Ambrosii locum e lib. ill ejusdem in Elecnem .,
causa fuit , cur in errorem lapsi esse videantur. cap. 13, aut emendavil, aut cerle emendari sibi
Legerunt enim lib . iv ejusdem in Heraen . cap. 1 : visus est. Postquam igitur relulit vir doctus verba
( Anterior bruchus quam sol, » ubi legi oporluerat, Ambrosii, hoc modo : « Prajaciuntramis ejus pal..
i anterior rubus quam sol. , Nec aliter, puto , sen - marum quædam velut semina mascularum , quibus
liel, qui capot primum Geneseos perlegerit, cujus illi velut quidam sensus perfruitionis infundilur,
er lectione colligere licebit , ut reliqua animalia , el expeliti concubitus gratia repræsentatur, o con .
ita bruchumi non nisi post conditum solem in lucein lidenler aduit : « Sic enim emendandum censeo,
proliisse . Ex quo fit ul si Ambrosius scripserit , cum hic Græce legalur, ¿v ouvalo0hosi tas å to
o anterior bruchus quam sol, , palain convincalur lauoews.» Ducæana hæc declaratio dudum mihi pla
falsi. Sed (a) cui persuaderi poterit tantum virum B cuil, et valde eliamnum placet. Unde si quis con
in laulum errorem incidisse ? Pulo igitur eum scri- lenderet legendum esse apud Ambrosium in viro
psisse , e anterior rubus quam sol. Eoque minus que quem citavimus loco, ' perfruitio , » ubi • per.
dubilo quin hæc scriptura , i rubus, , vcra, sit ge functi , legilor in editis, ab ejus opinione non ila
ruina, quod ila et in codicibus multis et in edilis multum abessem . Et ut laceam nunc de emenda
omnibus libris scriptum invenianus. Cave existimes lione Ducæi, dubitari vis posse arbitror qnin in
bruchum ab Ambrosio pro arbuslo sterili sume alio loco legi oporteal, e ad perfruitionem bongo
pdum esse in eo quem cilavi loco. Etenim dixit rum , ; cum hunc Ambrosii locum ad verbuin e
Ambrosius slerilem bruchum , non quod bruchus Basilio conversum esse palam sit. Proferimus ir
arbustum sterile sit, sed quod corrodendis arbustis medium verba Basilii ex oralione sexla in Heracm ..
sterilitatem inducal. Quanquam autem quæ dixi, num . 3 , ut cum Ambrosianis possint comparari.Kad
satis superque per se palcant, possunt tainen non co uły güç eis & rólavotv toiç Olxalois , td & the
paruin verbis Basilii confirmari. Hæc autem sunt xaúdews uvmpdy tois xoaGouéVOLS & TEOTEXOhoechos
lomil. 6 , num . 2 : 'A Yñ TIETĀMPwto tois olxelous Et fore, ut lux quidem in fruitionem justis , adu
yeyvýuasi, tá te uupia yévn tūv Botavūv èx6haoth slionis vero acerbilas puniendis destinelur. , No
02-2, xal TEAVTOôanois eloegr qutūv eübtvoupéyn . C stram banc conjecturam nonnihil hinc adjuvari
* R .LOS E OUTW Tv, xal scann . « Terra propriis existimamus, quod admoneamur in nolis, codices
germinibus erat referla : quandoquidem et innu- mss. non sibi constare, babentibus aliis , , ad per
mera prolulerat herbarum genera , el omnimodis ſectionem bonorum , , aliis, i ad perfunctionein . )
plantarum speciebus exuberabat. Necdum tamen Verisimillimum enim mihi videlur, si codices plu .
erat sol, ant luna. » Etenim quod Basilius universe res consulerentur, fore, ut nonnulli scripluram ve.
dixit de fruticibus, id speciatim dixisse Ambrosium , ram germanamque exhiberent, hoc est, « perſrui.
lib. iv, num . 1, de rubo perspicuum est. Ei in lionem , ) non perfectionem , , neque « perfuu
verbis illis quæ proxime sequuntur, i noli ergo clionem . ,
Deum credere, cui vides Dei munera esse præla. 27. Conveniunt inter se et editi el codices mss
la , o aliquod quoque vitium inesse suspicor. Etenim
in eo loco , ubi Basilius sermonem instituit de vullu
quid sibi velit illud, « noli ergo Deum credere, .
ribus. Ejus hæc sunt verba oratione 8 in Hexaen...
sion satis intelligo. Mihi autem verisimile fit, pro
num . 6 : Mondd tūv opviowy yśwn củódy apds thy
bis verbis, « noli ergo Deum credere, 's legi opur-
xungi Eeitai tñs tūv & béWY È TTLThoxñs . al ' t:
lere, « noli ergo Deo non credere (61). , Ita enim
uły tois addons kyová toti tdk véula : tous SA
optime oratio coherebit. Ηoc enim videtur dicere '
γύπας φασιν ασυνδυάστως τίκτειν ώς τα πολλά, και
Ambrosius : Elsi sol et aliæ quædam creaturæ pro taūta maxpoblwtátous Øvras. Os ye uéXpis exatdu
diis colanlur, veroque Deu præſeranlur , noli étūv, ús th toale, traparslvetal th Swh. Toūtó por
proplerea Deo non credere. , Hujus interpretatio -
Exe tra paseonuelwulvov È % tñS TIEP! tous Spridae
nis auciorem babeo Ambrosium ipsum , qui lib . ill,
(otoplas, lv' ÉTTELOCV Tote rons yeawvtác Tivas od
film . 27, sic loquitur : « Solent enim plerique di.
Yurth plov nuôv, ús à ouvátou vtos zal Law tñs qu.
cere : Nisi clementior solis calor Lepefecerit terras,
σεως παρθένον τεκείν, της παρθενίας αυτής φυλατ.
et quodammodo radiis suis foverit, non poterit ger-
toułyns dypartou, ĉvouunonis õr! Ó Euôoxhoas év TÌM
minare terra ; et proplerea gentes divinum bono μωρία του κηρύγματος σώσαι τους πιστεύοντας, μυ.
rum penel :et sinus, , elc . To2paôbEwv xatsbaheto. « Multis avium generibus :
(a) Leges nolam priman , p. 63.
(61) Hallucivalum se, cum lixc scriberet, falelur D . Garnerius in Præfatione lom . II [III], $ xiv , cui
tilului fecit : De erralis quibusdam meis, etc. EDIT.
Схс PROLEGOMENA.
co: ceplum nihil opus est marium copula : sed in A ircarnationis decorem probarel, el astrueret veri
aliis generibus edita citra coilum ova , infecunda lalein ? , Nemo non videt Ambrosium isthæc fere
sunt. Ferunt autem sine coitu ut plurimum pare- ad verbuin convertisse e Basilio , sed ila lamen , ut
re vultures, licet maxime longævos : quippe quibus ea quodammodo sua ſecisse videatur, aut ornando,
vila ad centum usque annos plerumque protenda. aut ampliando, Et, quod ad rem pertinet, perspi
lur. Id velim nolatum et observalum es alilum bi cuum est ex his, Ambrosium non aliter legisse
storia , ut si quando nonnullos videris mysterium atquenunc legitur : id quod suspicioni Combelisii
nostrum irridere, quasi fieri nequeat, et quasi sil a non minus adversatur , quam magna illa quam
nalura alienum , ut virgo , virginitate ejus inteme. initio leslali sumus librorum omnis generis con
rala permanente, pepereril, veniat in mentem tibi, sensio . Accedit etiam quod velus interpres Euslje
Deum , cui per prædicationis stultitiam credenles thius ita , uthodieque legilur, legerit et ipse . Vide
salvos facere libuit, innumera incitamenta , ab ipsa Appendicem . Quod addit Combeſisius, , Subven
natura desumpla , ad lidem rebus slupendis conci- lanea fecunda, quod ascriplum , ex margine obre
liandam in aolecessum proposuisse. · Hæc quæ psil, » id mirum videri potest , cum hæc pugnent
longiora fortasse videbuntur, non ideo reluli , quod inter se : scd scripsisse virum doctum arbitror,
allatam a Basilio de vulluribus historiam probein : B subventanea inſecunda, , ob illa Basilii, ayova
sed ut in transcursu doceam hunc Basilii (a) locum invejlQ . Verum non ita facile excusari potest,
sanum esse et incorruplum . Non possuin igitur a cum hæc ait e margine irrepsisse. Eisi enim Eve
Combetisio aliter sentiente non dissentire. Sed slachiusinsigniter hallucinalus sit, pessimeque Basi
ipsum audiamus. « Laborat, inquit, aperte lex- lium interprelatus, ejus lamen verba apertissime
lus, falsuinque ingerit sensum , quem interpres ostendunt non secus eum legisse in suis codicibus,
expressit ; quasi sic concipere absque mare com - alque nunc in nostris legimus. Ejus liæc sunt :
mune sit pluribus avium generibus. In uno Basie Aliæ sanc earuin , quæ allius volilant, steriles
lius exemplum posuit , nec alia sollicitavit. Sic er- omnino sunt. » Ex quibus intelligitur Euslaibium
go emendo, yén úv Êv oúčć , quorum unum ne in suis quidem libris vocem útonvégla reperisse :
marium quidem copula opus habet , vullurum sed eam male reddidisse , quasi videlicet rem ope
scilicet : quod ipsum incerla fama refert, 1 Sub- ventorum alle elalam significaret. Plussalis de his.
renlanea ſecunda , quod ascriplum , es margine Redeamus ad Ambrosium , cujus in verbis aliquid
obrepsit. , Hanc autem Combeſisii emendationem inesse vilii suspicor. Ubi enim legitur, « indulgere
arbitror puram putam esse corruptionem . Elsi concubilu , » legendum censeo , - indigere concu
enim aflirmavit Basilius mulla esse avium genera, “ bitu, , tum ob illud Basilii, deital tñs tūv a opévwy
quæ concipiunt sine concubitu , poluit tamen de étitioxñs, lum quod ipsa construclio grammatica
solis vulluribus mentionem facere, videlicet aut ila postulet. Recle enim dixeris, « indigere concu
brevitatis causa, aut oratorum more , qui res ejus- bilu : indulgere concubilu , lion item , cum dicere
inodi non tam diligenter narrare , quam ornare slu - soleant, i concubilui indulgere. ,
dent. Sed quod magis confirmat nihil in vulgalis 28. Clara sunt verba Basilii et sana, quæ legun
corrigi debere, illud est, quod ila legisse Ambro- tur in oratione 8 in Hexaem ., num . 8 : 'Osoia ral
sium constel. Ejus hæc sunt e lib . v in Hexaem ., Tepl toŨ 'IvôoŨ oxúanxos istopeital toh xepao pópou,
cap. 20 : « Nunc de integritate dicamus, quæ in 85 els xáfe Tony od atpūta jetabadúv, elc. Qua
pluribus quidem avibus its esse asseveralur, ut lia etiam de Indico verme cornigero narran
possit etiam in vulturibus deprehendi. Negantur tur, qui primum in erucam transmutalus, , etc .
enim vultures indulgere concubilu , et conjugali Sed hic locus mirifice et in Eustathio corruplus
quodam usu nuptialisque copulæ sorle misceri, invenitur, et in Ambrosio (b ). lllius verba sunt :
atque ita sine ullo masculorum concipere semine, Quid dicitis , qui Paulo apostolo de resurrectione
ct sine conjunctione generare, natusque ex his in p non creditis, cum videalis certa de aereis animan
mullam ætatem longævitale procedere , ul usque ad cibus figuram propriam commulare, sicut lodiacum
centum annos vilæ eorum series producatur, nec vermem , qui est corniger , primo in verucæ se spe
facile eos angusti ævi linis excipiat. Quid aiunt qui ciem transformanlem , 1 elc. ; hujus : « Ferlur hic
solent nostra irridere mysteria , cum audiunt quod corniger vermis (Indicus) conrerti primum ia spe
virgo generavit, et impossibilein innuplæ , cujus pu - ciem caulis, atque in eam mutari naturam . , Men
aurem nulla viri consueludo leinerassel, existimant dum quod in interpretatione Eustaibii legitur, grave
parlum ? Impossibile pulalur in Dei matre , quod in quidem est : sed illud quod in Ambrosio invenitur,
vulturibus possibile non ncgalur ? Avis sine niascu - certe multo gravius videbitur. Quilibel enim , si sit
lo parit, et nullus refellit : el quia desponsala viro in hujusmodi rebus paulo exercitatior, facile pole
Maria virgo peperit, pudoriejusfaciuntquæstionein . rit Eustachio mederi, Anbrosio fortassis non nisi
Nonne advertimus quod Dominus ex ipsa natura dillicillime. Et vero cæculit qui non videt Eusta.
plurima exempla ante præmisil, quibus susceptæ thianum erralun Eustathio ipsi tribuendum non

( a) Bas. rec . p . 18. (1) Ambros. in Hex ., lib . v. cap. 23

 D. JUL. GARNERII PRÆFATIO . CXCI

pro « eruca » scripsere . Fateor equidem pari facili- veant lectiones aliæ , ' post pridie » et « postridui. ,
Lale e re expedilurum sese , quilectionem editionis Nunc ergo videndum , utra scriptura sit et veriur et
Romanæ admiserit.Etenim cum in hac editione le - convenientior. Certe si qua exslarent exempla , qui
galur : , in speciem erucæ , , jam nibilerit amplius, bus evinci posset vocem i postridie, , quemadmo
quod possit quidquam faccssere negotii, cum lectio dum mane, , aliquando nominis locum oblinere,
isthæc el rei opline conveniat, et illud Basilii, els ea mibi lectio satis probaretur, lum quod impressi
xáu tav, expriniat accurate . Sed constans ille alia - omnes libri el codices aliquot mss. illam lotidern
rum editionum et omnium codicum manu exara . syllabis lucantur, lum quod scriptura illa , i post
torum in vulgala lectione luenda consensus acce- pridie, , licet falsa mendosaque, eamdem non pa
dere me buic opinioni non sipit . Quanquam eniin rum cunlirmel . Sed cum , nisi valde fallor, exempla
boc commune vilium est librariis, vocem pro alia , ejusmodi frustra quærerentur, placet magis scriplura
cum voces inter se similes sunt, apponere : id la - alia , " postriduum : 1 quæ prælerquam quod fide
men , si sint valde dissimiles voces, facere non so- quatuor codicum nililur, ipsa quoque nonnihil mo
lent. Vix unquam igitur mibi persuadere polero menti atque roboris ex mendoso illo , postridui ,
scripsisse Ambrosium , ( in speciem erucæ , , cum B acquirit . Latine autem dici « postriduum , , palet
si ila esset, nunquam librariis venisset in mentem ex Plautinis illis in Milile : « Postriduo nalus sum
vocem ( caulis , commipisci, ob magnam scilicet ego mulier, quam Jupiler ex Upe natus est. » Nemo
harum vocuin , erucæ , et , caulis , , inter se dis- enim ignorat, nisi sit rerum grammaticarum omni.

Romanos hujus lectionis auctores esse el architectos; postriduo, 1 et alia id genus, quæ pro adverbiis
qui cum viderent vulgatam lectionem , I caulis , , sumi solent, proprie tamen adverbia non esse, sed
pomina, quorum fere sexlus casus solus usurpalur,
Basilii emendare non dubitarunt. Neque vero nos Ilaque legendum esse arbitror in eo quem dixi
magis adjuval conjectura Latinii, qui legendum su - Ambrosii loco, ' postriduum . , Jam quod attinet
spicatur, « in speciem campæ . ) Nam voces hæ , ad alteram quæstionem , quid lai:dem sibi velint
« caulis , et l campæ , , magis quoque inter se jlla Ambrosii : « Certe illius tridui nostrum hoc po
dissident, quam ut omnes omnis talis omniumque striduum laboriosius est, , fateor id mibi diclu vi
regionum librarii quasi ex compacto pro i campz , deri pcrdifficile. Experiar lamen , In primis autem
scripserint i caulis ; , idque eo magis, quod vox scire juvat has in Hexaem . orationes ab Ambrosio
( caulis , ineplissimam sententiam elliceret. Jam cum ad populum ultimis sex Quadragesimæ diebus ha
neque vocem rerucæ , neque vocem ( campæ , recipi bilas esse , hoc est, ipsa hebdomade majore a ſeria
merilo posse ostenderimus,vel inviti fateamur pecesse secunda ad Sabbatum usque . Nec quemquam pulo
est summum virum Ambrosium aliquid bic huma- ea de re dubitalurum , qui præclaram illam quæ
ni passum esse , et ideo peccasse , aut quod re ipsa operi Ambrosiano præfigitur admonitionem legeril,
in aliquo mendoso codice repererit els xpkuonv, in qua ut alia permulta, ila boc quoque docle et
cin caulis speciem , , pro ei ; xáunny, ( in erucæ clare tractalur. Et alioqui de bac lemporis nola sa
speciem ;; aut quod, si codex mendo carebat, nomi- tis convenit inter eruditos. Velim insuper memine
nis similitudine deceplus, pro xáutiny sibi legere rimus dixisse Plautum « postriduo, » pro « postero
visus sil xpáu hrv. die ; ob idque nihil obesse, quin eodem sensu
29. Quando autem semel Ambrosium in manus voce e postriduum , usus sit Anibrosius. Hinc a4
sumpsimus, non lam cilo ab eo avellamur : sed lem colligere licet hæc Ambrosii verba , ( certe
proponamus locum quendam e libro quinlo in He- illius tridui nostrum hoc postriduum laboriosius
saem ., cap. 25, difficilem admodum , et ita obscuru:n, est, 1 reduci posse ad banc formam , i cerle illius
ut Edipo aliquo ad mentem Ambrosii assequendam p Iridui noster hic posterus dies laboriosior est. .
opus esse videalur. Ambrosii igilur hæc sunt : Hoc igitur dicel Joctor egregius : Jam perveninius
Cerle illius triduinostrum hoc postridie laborio ad tres ultimos Quadragesimz dies, qui reliquis bu
sius est. , Jam duo quæri possunt, quoinodo legi jus sacri jejunii diebus laboriosiores mullo sunt al
oporteal, et quis horum verborum sensus sit. Quæ que diliciliores. Tridui illius diem primam celebra
slio prima pendet multum ex variantibus lectioni- bamus heri. Celebramus bodie diem secundam , cras
bus, quas proinde referre operæ pretium est. Dili celebraturi tertiam , hoc est, diem Sabbati sancti.
cullas sila est lola in voce ( postridie , , quæ aliler Tolum illud triduum laboriose quidem traducilur :
in aliis codicibus legitur. Vocem ( postridie , exhi. sed tamen illius posterus dies labori majori obno .
bent omnes libri edili cum aliquot codicibus. At xius est. El vero lamelsi constat Sabbalum san .
Carpi., Corb ., Th . ac Reg . habent « post pridie., Big. clum ubique terrarum apud Christianos cum ob
elGein . « postridui,, Germ ., Colb . cum Vict. duo- cæplera hujus diei ollicia , tuin maximeob baptisma.
bus < postriduum . , Ex quibus ellici videlur, si iis cæremonias laboriosum fuisse : videlur lamen
velerum librorum labealur ralio, vocum harum , nescio quomodo fuisse laboriosius Mcdiolani. Her
I postridie » et « postriduun , , alterain pro vera fert enim Paulinus, quod magnus ille Ambrosius
CICII PROLEGOMENA.
die Sabbati sancti solus efficere solebat, id, eo mor- A loir etiam vespertinum sacrificium , id est, missa
130, a quinque episcopis.elici vix poluisse. Paulini vespertinis horis diebus jejunii celebrari solila : de
verba sunt hæc in Vila Ambrosii num . 38 : « ln qua in conc. Vas. cap. 3 , c. 29 , Matiscon . c . 9,
rebus etiam divinis implendis fortissimus, in lan - actum reperimus. , Ad hæc, antiquum illum sacri
lum ut quod solitus erat circa baplizandos solus ficii vespere offerendi morem olim apud Mediola
implere, quinque postea episcopi, lempore quo de- nenses jejunii diebus obtinuisse probant et ea , quæ
cessit, vix implerent. i Decessisse aulem Ambro- paulo ante leguntur num . eodem : « Indictum est je
sium matutinis horis Sabbali sancli,palel ex eodem junium , cave ne negligas. Elsi le fames quotidianum
Paulino, qui in ejus Vila , num . 48 , ita scribit : cogit ad prandium , aut intemperantia declinat je .
1 Atque inde ad ecclesiam majorem antelucana bora junium , lanten cælesti magis le servalo convivio .
qua defunctus est, curpus ipsius (Ambrosii) por. Non epulü paralæ extorqueant, ut cælestis sis va
talum est; ibique eadem ſuit nocle, qua vigilavimus cuus sacramenti. Diter aliquantulum , non longe
in Pascha... Sed lucescenie die Dominico, cum cor- finis est diei : imo plerique sunt ejusmodi dies, it
pus ipsius, peractis sacramentis divinis, de ecclesia Slatim meridianis horis adveniendum sit in eccle
levarclur, portandum ad basilicam Ambrosianam , , siam , canendi bymni, celebranda oblatio. Tunc
in qua posilus esi, ila ibi dæmonum turba clamabat ulique paralus assiste , ut accipias libi munimen
se ab illo torqueri, ut ejulatus eorum ſerri non tum , ut corpus edas Domini Jesu . , Nam quod ait
possent. » His aulem semel positis, sequitur sacrili. Anibrosius, plerosque esse ejusmodi dies, in qui
cium , cuni advesperascerel, Mediolani temporibus illis bus mos essel slatim meridianis horis advenire in
celebratum ſuisse ipsa Parasceves die, Christique ecclesiam , oblationem celebrare , corpus Domini
corpus intra solemnia et conſeclum fuisse, et po. Jesu edere, id non obscure indical alios fuisse dics,
pulo dalum .Horum , quæ ex nostra explicatione con in quibus hæc ob indiclum jejunium peragerenlur
sequi dixi, lestis est Ambrosius ipse. Postquam enim non meridianis lemporibus, sed vespertinis. Quare
ita scripsit : « Cerle illius tridui nostrum hoc po- monel populum vir sanctissimus, ut lunc fame
stridie laboriosius est, , sic prosequitur : « El ideoconlcmpla servet se celesti convivio , neque vinci
qui cum avibus lusimus, cum gallo canlavimus, se sinal epulis apparatis : sed potius, ne vacuus sit
jam Domini canamus mysteria , et ad corpus Jesu cælestis sacramenti, linem diei baud longe dissilum
conveniant aquilæ peccatorum ablutione renovatæ ; exspeciet. Nec ab re erit et alium locum libri sexti
jam enim cætus ille magnus verum nobis Jonain expendere. Basilius animalium diversas proprietales
reddidit : el gralulemur quod faclus est nobis ve- c cum recenseret, dixerat asinum pigrum esse : quem
spere dies quinlus ; fiat nobis mane dies sexlus. , locum rhelorum more exorijans Ambrosius , ita
El quidem ex illis, « jam Domini canamusmysle- scripsit lib . vi , cap. 3 : « Piger asinus, et expo
rum ablutione renovalæ , , plane constat et cele cet, nisi nos vivaciores esse debere , nec desidia
bratum ſuisse sacrificium post concionem Ambrosii, corporis animique pigrescere, confugere ad fidem ,
el convenisse populum aquilarum in morem ad cor. quæ onera gravia allevare consueverit ? , Sed illud,
pus Jesu recipiendum . Illa vero , i el gratulemus i el exposilus ad prædam , ) mihi non videtur huic
quod faclus est nobis vespere dies quintus, » aperte loco convenire ; contra , si legas, uti in codice Val.

cum advesperascerel, ad populum babitam fuisse . Omnia. Hoc enini dicit Ambrosius : Si considere
Cuid enim , ut diximus, concionari cæperil Ambro- nus asinun pigrum esse , el sensu tardiorem ; ab
sius ſeria secunda majoris hebdomadæ , perspicuuia sil ut eum in eo imilari velimus, sed potius debe
est diem quintum in Parasceves diem cecidisse. Nec mus vivaciores esse et alacriores, Rursus si con
cuiquam valde mirum videri debet, sacra ipso Pa- sideremus euin ad pondera expositum esse, hinc
rasceves die et celebrata esse, et populum , cum D edocemur confugere ad lidem , quæ onera gravia al
advesperascerel, corpus Christi accepisse, cum hæc levare consuevil. Sententiani hujus loci consecuti
illis jejunii majoris diebus olim Mediolani in usu
sunt quidem editionis Romanæ auclores , qui ila
fuisse conslet. edenduin curarunt, i et ad onus expositus : sed
De hoc audiamus Ambrosium in psalmum cxvii, præterquamquoi videntur ita correxisse ex ingenio ,
num 48 : 1 Admonet eliam , inquit, sacrificium in eo reprchendendos eos pulo , quod nimium a
vesperlinum , ut nunquam Christum obliviscaris. vulgata scriptura recesserint. De bis satis . Jam de
Non poles oblivisci, cum leclum ascendis ejus Do . Psalmis sermonen iristiluamus.
mini, cui in occasu diei precem ſuderis, qui esu
rientem le sui corporis epulis expleveril. , Qui Am - 30. Præclarum sane , etin primis elegans proc .
brosii locus eruditissima illa nola illustratus legi. mium Basilii in Psalmos : quod qui legerit , miram
tur : 1 Ad hæc indidem quoque intelligere est mo- illam in Basilio dicendi arlem mirabilur, qua, quo
ris ſuisse in Ecclesia Latina cliam jejunii diebus cunque se incendisset, excellebat. Ambrosius mulia
sacrificium offerre , el Eucharistiam accipere, contra e Basilio muluari solitus , hinc quoque nonnulla
quaio in Orientali obtinebat. Postmoduin nemora. excerpsit. Cum autem non desint quibus jucundum
 D . JUL. GARNERII PRÆFATIO . CXCI,
sii et gratum cognoscere, quid alius scriptor ab alio A veluti in communi animarum curandarum officina ,
sumpserit , quoque modo alius alium aut interpre- nos omnes quotquot sumus bonines ad nostrum
lelus, autcerte imitalus sil, omnia quæ occurrerunt morbum sanandum medelam seligere possimus....
Ambrosii loca hic ascribere non pigebit. Quod ut Aliud igitur prophelæ docent, aliud bistorici , aliud
magis intelligalur, Ambrosii primum (a), deinde lex , aliud species ejus quæ in Proverbiis iuvenitur
Basilii verba subjiciam . Etenim licet omnis exhortationis . At quidquid in cæteris ulilc esl, hic
Scriplura divina Dei gratiam spiret, elC.... In aliis unus Psalmorum liber complectitur.... Psalmorum
igitur siogula advertere licet. Historia instruil, lex oracula et domimodulanlur, et in forum circum
docet, prophetia annuntiat, correptio castigat, mo lerunt.... Psalmus consociat dissidentes, inter ini
ralitas suadel : in libro Psalmorum profectus est mnicos graliani componit. Quis enim adhuc eum ,
omnium , etmedicina quædam salutis humanæ . Qui. quocum unam ad Deum vocem emisit, loco inimici
cunque legerit, habet quo propriæ vulnera passionis habere possit?... Psalmus incipientibus initium est,
speciali possit curare reniedio . Quicunque cernere incrementum prolicientibus , perfectis firmamen
voluerit, tanquam in comuiuni animaruin gymnasio , lim .... Psalmus angelorum opus est, cælestis con
el quouam stadio virtutum diversa genera certami- versatio , spirituale llymiama. O sapiens magistri
uum reperiens præparala , id sibi cligal, cui se in - B inventum , qui arlem qua simul caneremus, el uli
telligit apliorem .... Domi Psalmus canitur , foris re- lia disceremus , excogita vill unde et inagis quo
censelur. Psalmus dissidentes copulat, discordes dammodo animis præcepla imprinzunlur. Vix el
social, offensos reconciliat. Quis enim non remiuit enim durare solet quod invilus didiceris : quod alle
ei, cum quo unam ad Deum vocem entiserit ? Psal. lem jucunde suaviterque acceplum est, lenacius in
mus.... instilulio incipientium , profeciorum con - animis nostris insiilcl.... Psalterium vero a parle
firmatio , angelorum ministerium , militia cælestis, superiori ducit concinnä sus modulationis origi
hostia spiritalis.... Certat in Psalmo doctrina cum nem .. .. Cæterum initium Psalmoruin videamus. ,
gratia simul. Cantatur ad delectationem , discitur Quin et Augustinus ipse, ulmonet Ducæus, nar

ad eruditionem . Nalg violentiora præcepta non per- ratione in psal. Lvi, cum bec verba prophetica
manent : quod autem cum suavitate perceperis , id interprelatur : Exsurge , psalterium et cithara ,
infosum semel præcordiis non consuevit elabi.... nonnulla e Græcis Basilii mutualus est. Ulriusque
Ajunt.... causas quoque modulaninum et quædam verba nostro more referemus, quorum ex collatione
clausira rhythmorum in superiore parle esse Psal. cognoscere licebit, Augustinum interprelem fuisse
lerii.... Sed jam Psalmi istius qui propositus est magis quam imitalorem Basilii. Augustinus igilur
nobis , ingrediamur exordia . 1 (b ) lãsa l'papinsic loquitur : 1 Psalteriuin est organuill, quod qui.
θεόπνευστος και ωφέλιμος , διά τούτο συγγραφείσα dem manibus fertur percutientis , et cliordas dis
παρά του Πνεύματος, ίν', ώσπερ εν κοινή των ψυ - tentas habet ; sed illumn locum unde sonum acci
χών ιατρείω, πάντες άνθρωποι το ίαμα του οικείου piunt cliorde , illud concavum lignuin quod pellet
πάθους έκαστος εκλεγώμεθα... "Αλλα μεν ούν προ- et lacluin resonat, quia concipit aerem, psalte
φήται παιδεύουσι, και άλλα ιστορικοί, και ο νόμος rium in superiore parle habet. Cithara autem hoc
έτερα , και άλλα το είδος της παροιμιακής παραινέ. genus ligni concavum el resonans in inferiore parte
σεως . Η δε των Ψαλμών βίβλος το εκ πάντων ωφέ - Ilabel. Ιtaque in psalterio cliorde sonum desper
λιμον περιείληφε..... Tα των Ψαλμών λόγια και κατ' accipiunt : in cithara autem cliorde sonum ex in
οίκον μελωδούσι, και επί της αγοράς περιφέρoυσι.... ſeriore parle accipiunt. » Basilii autem verba hac
Ψαλμός .... ένωσις διεστώτων, έχθραινόντων διαλλα- sunt e proemio in peal. 1 : Πάντα ώσπερ εν μεγάλο
κτήριον. Τίς γάρ έτι έχθρον ηγείσθαι δύναται, μεθ' ου τινί και κοινό ταμεία, τη βίβλο των Ψαλμών τε
μίαν αφήκε προς Θεόν την φωνήν;..... Εισαγομένοις θησαύρισται, ήν, πολλών όντων οργάνων μουσικών,
στοιχείωσις , προκοπτόντων αυξησις, τελειουμένων προς το λεγόμενον ψαλτήριον ήρμοσεν ο προφήτης,
στήριγμα..... Ψαλμός τό των αγγέλων έργον, το ου - ο την άνωθεν, εμοί δοκεϊν, ενηχούσαν αυτω χέριν
ράνιον πολίτευμα, το πνευματικών θυμίαμα. "Ω της παρά του Πνεύματος ενδεικνύμενος , διότι τούτο
σοφής επινοίας του διδασκάλου, ομού τε άδειν ημάς μόνον των μουσικών οργάνων την αιτίαν των φθόγ
τα λυσιτελή μανθάνειν μηχανωμένου · όθεν και μάλ- γων έκ τών άνωθεν έχει. Τη κιθάρα μεν γαρ και τη
λόν πως έντυπούται ταις ψυχαίς τα διδάγματα. Βίαιον λύρα κάτωθεν ο χαλκός υπηχεί προς το πλήκτρον:
μεν γάρ μάθημα ου πέφυκε παραμένειν, τα δε μετά το ψαλτήριον δε τούτο των αρμονικών ρυθμών άνω
τέρψεως και χάριτος εισδυόμενα μονιμώτερον πως θεν έχει τάς άφορμάς. « Omnia in Psalomorum li
ταις ψυχαίς ημών ενιζάνει.... Το ψαλτήριον δε τούτο Dro velut in magio quodam et communi proin.
των αρμονικών ρυθμών άνωθεν έχει τάς άφορμάς..... Stuario recondunlur. Quem librum, tametsi diversa
"Ίδωμεν δε λοιπόν και την αρχήν των Ψαλμών. Ηoc Sunl instrumenta ηusica , ad psalterium, quod vo
est : « Omnis Scriptura est divinilus inspirala call, Propheta aptavil. Quippe gratiam , ut mihi
alque ulilis, ideo a Spiritu sancto conscripta, ut videtur, in co desuper a sanclo Spiritu resonare
* Psal. ινι, 9.
(a) Ambros. in preſ. in psal. i. 10 ) Basil. in præf. in psal 1.
CXCIV PROLEGOMENA .
ostendit , proplerea quod boc solum ex musicis in - A dem opus est æquale, borum etmerces eadem .
strumentis editi soni causam ab alliore loco habet. Quod si quispiam hac locorum contentione delecia
Nam ciibaræ ac lyrir æs inferiori parle sonitum lur (quam voluptatem neque frugis expertem , ne
cdit ad plectrum : psalteriuin vero a parte supe. que illiberalem arbitror), fontes ipsos adeat, sua
riori ducit suæ concinnä modulationis origi- deo . Spero studiosis non injucundum fore, si rursus
nein . hoc loco de Basilii proæmio in Psalmos loquar. No.
Vidimus Ambrosium Augustinumque duo illa ma- lum est, quæ apud 'Basilium Græce leguntur, legi
gna Ecclesiæ lumina nonnihil e Basilii libris in suos Latine apud Augustinum . Quæri ergo potest utruin
translulisse : nunc notabimus Eusebium et Basi Augustinus ipse Græca Basilii converteril, an Rufini
lium idem dicere , casu an secus, nescio. Eusebii interpretatio inepte a librariis ante Augustini opus
igitur verba bæc sunt e proæmio in Psalmos :Nábla locata sit. Suspicionem augebit, quod Augustinus,
& trap' 'E6palocs Néyetal to Waachprov , 8 & uovov cum psalmum quinquagesimum sextum interprela
cūv jouDIYWv oprávwy opobratov, xal un ouvepyou. relur, nonnihil ex hoc Basilii proæmio expressisse
uevoy els fixov Èx Tūv xatwiátw nepūv , &# X' & vw credi merilo possit. Et vero qui utrumque locum
Bey Exelv tov ÚTONXOūvta xaaxóv . Et aliquanto post Basilii et Augustini inter se comparaveril (a), facile
pag. 7, stávta ÜSTEP év deyády tivi xalxoLvW ta - B intellecturum pulo Latina e Græcis conversa esse ,
Lely tñ .Blbly tūv Yaduw teorozúplotal, elc. sed paulo liberius, hoc est, antiquorum more. Ergo
« Nabla apud Hebræos vocatur psalterium , quod si Augustinus aliquid e Basilii proæmio in Psalmos
ex musicis instrumentis solum rectissimuin est ; ne. sibi sumpsit, non ita mirum videri debet, si dicalur
que ab infimis partibus ad sónum adhibelur, sed a hoc idem et Latine reddidisse , et ante suam ipsius
supernis sonanti ære instruilur . . lo Psalmorum interprelationem collocasse.. Sed provisum est a
libro omnia ceu in magno ac publico penuario re - librariis , ne quis specioso hoc argumento in erro .
condita sunt. , Poluit ergo lieri ut Basilius ob oculos rem inducerelur. Nam eliamnum in veteribus qui
habuerit Eusebium quem imilaretur : sed si ita est, busdam libris exslant Latinæ quædam Rufini in
maglius ille Basilius, ut perilum oratorem decebat, terpretationes, inter quas el id Basilii proæmium
vim quidem ac pondus Eusebianæ sententiæ reli- invenitur : quæ omnia in secundo como edenda cu
nuii, al eam mira quadam dicendi arte ſecil suam rabimus, cum ob interprelis Rutini antiquilatem ,
31. Liquet ex dictis,Ambrosium nonnulla e Basilii lum masime ob auctoris Basilii dignitatem .
proæmio sibi sumpsisse. Nunc ostendam eumdem ex 52. Difficile diclu est quanta sit adhibenda diligen
codem fonte in ipsa psalmi enarratione nonnihil c tia ei, qui vult cerlo luloque trepl vobelas aut yun .
quoque mutuatum esse. Sed, ne.lecloribus lædium LÓTntos operis alicujus judicium ferre. Mirum est
pariam , ea loca sola in medium proferam , quæ non enim , cum verum et falsum inter se longissime di
tam imitalus esse , quam ad verbum expressisse versa sint, sæpius tamen alterum alterius ita simile
putandus est. Ambrosii igitur verba sunt ex enare esse, ut in iis discernendis, nisi valde caveamus,
ratione in psal. 1, num . 14 : « Consideremus nunc errorem vitare vix possimus. Cujus rei libet pro
qua ratione, Bealus vir , dixerit. Nunquid a consor- ferre exemplum unum , ex quo de multis similibus
lio beatitudinis exclusit mulieres , quia virum so- facile sit conjecturam facere. Exstat inler Basilii
lum bealum nuncupavit ? Absit ! Accedit illud, opera enarratio quædam in psalmum tricesimuin
quoniam quorum nalura eadem , eorum operatio - septimum , de qua non una est omnium sententia,
nes utique non possunt esse discrelä ; et quorum aliis aliud sentientibus. Conibelsius ita de ea du
opus æquale, corum utique æqualis el merces.. .. bilat, ut lamen nolit quidquam pronuntiare, rem
Paria igitur sludia virtutum , quia par prærogativa que lecloris judicio permillat. Argumenta quibus
est creaturæ . , Basilii vero bæc sunt itidem ex enar- adductus Conibefisius eam enarrationem suspectam
ratione in psal. 1 : Ald ti, enolv, o nepochons tov habuit, hæc sunt, eam deesse in aliquibus codici.
& vopa Móvov ÈxdeEduevos paxapicel ; 'Apa un toū D bus, videri præterea cæleris languidiorem , ac in
paxa plouaū taç yuva?xas atéxàELOE ; Mn révolto. ipsa fieri mentionem psalmi sexli, cujus, inquit,
Mla rap åpeth &vopos xal yuvaixos, ÉTTE Lôn xaish explanatio nusquam apud Basilium comparel. Cerle
xtlocs duçotépous Ouótipos Ūote xal o floods o primo aspectu videlur inesse vis maximain his ar
xal tvėpyelal al avtal. W È TO Epyov loov, toÚTWY ila mullum dilicile fuerit. Nam , inquiel quis , cer
xal o uloods autós. « Cur propheta , inquit, hu- tum est orationem in psalmum tricesimum septi
minem solum eligit , ac prædicat beatum ? Num mum in vere Basilianis reponendam esse . Nam ca
mulieres a beatitudine exclusit ? Absit ! Enilovero ia re produci non potest lestis locupletior , quam
viri et mulieris una est virtus : quandoquidem Ambrosius, quem norunt omnes Basilii aut inter
utriusque crealio honore par est, ac proinde utrius. prelem fuisse non raro, aut cerle ejus fidelissimum
que quoque merces est eadem . . , . Quorum aulein æmulatorem . Ergo si Ambrosius hanc orationem in
Dalura una, horum et actiones eadem : quorum ili- suo codice babuit, ex eaque nonnulla aut conrerlin,
(a) Lege num . 30.
 D . JUL . GARNERII PR .EFATIO . CSEV
antimilatus est,nibil supercrit dubii, quin pro Basi- A rem appellet, non quod rcvera lex ira el ſurore cor
liano ſelu accipienda sit. Rem autem ita esse, siutrius- ripiat, sed quod qui punitur, legis supplicium
que verba Basilii ct Anibrosii inter se conferantur, iram esse putel. . . . Ubi ilidem sernio habetur de
negarinon potest. Ambrosii enim hæc suntex enarra - decem plagis contra Ægyptios immissis, dictum est
lionein bunc de quo agitur psalmum , num . 19 et 20 : similiter : Misit in eos iram el ſurorem , immissio
« Non enim Deus passioni patet, ut irascalur, cum sit nem per angelos malos " .... Quapropter dicebal Job :
impassibilis. .. . Denique usus habel, ut dicamusde Sagillre enim Domini in corpore meo sunt , quarum
quoquam punilo , quia iram incidit legum : non quia irameum ebibit sanguinem ' . David autem non in cor
leguiu irain , sed quia legum severitatem incidit. porc velut Job perculsus, sed in ipsa anima vulnere
Sic et alibi de decem plagis Ægyptiorum ait : Misit lethali confossiis, non ait quemadmodum Job , Sa
in eos iram per angelos malos . . . . . Qui sanari gillæ enim Domini in corpore meo sunt, sed , Quo
vult, argui non reformidat : sed non vult argui in niam sagillæ tuæ infixæ sunt mihi, et confirmasli
ſurore, sed in verbo Dei. .. . Non vult erudiri in superme manum luam " .
ira, sed in doctrina ; ut si medicum roges, ne secet His perleciis, a quo, queso , stabil lector, quam
vulnus luum , sed medicainenlum apponat. . . . Et sententiam amplecielur, Combelisiine, banc oratio
addidil : Quoniam sagittæ lure infizce sunt mihi. B nem pro suspecta habentis, an ejus, qui cam Basilii
Eadem videtur dicere, que sanclus Job ; sed din esse conlidenler allirmabil? Certe quidem ego non
versa sunt. Nain et ille ait : Sagittæ enim Domini dubito quin prudens lector atque eruditus, deserto
in corporemeo sunt, quarum ſuror bibit sanguinem Combelisio, alteri accedat. Nam argumenta quæ ex
meum '. . . . Ille de vulnere sui corporis queritur, hac locorum collatione peli possunt, validissima vi.
bic deploralanimæ suæ vulnera . . . . Ille dicit sa - denlur esse atque gravissima ; quæ vero profert
gillas Domini in suo esse corpore, iste deplorat Combelisius, minus sunt idonea ad persuadenduni.
infixas. » Illa vero leguntur apud Basilium in eum . Etenim , si orationem quampiam spuriam esse alque
dem psalmum : Λέγων δέ· Κύριε , μη το θυμό σου alallerinam ex eo colligi potest, quod in aliquibus
Èlérens que, où tov EEYYOV Trapalteitai, anne cdy niss desit, actum est de pluriinis sanctorum Patrum
μετά θυμού . Και το • Μηδε τη οργή σου παιδεύσης opusculis, que quarmvis genuina et vera, lainen
Je, o psúyel od toa :ôeuOva!, olya ôč oprñs tñs trae aliquibus duntaxat codicibus exstani, in aliis vero
öelzs. cuycin aglol, us el xal latpū TIS . . . . déyou desiderantur. Quod addil vir doctus ad confirmar
Jihy O: Trupós ue departeúsns, unot old olon pou xal dam suam opinionem , i stylum bujus orationis
mouwv, 82 od na'wv xal tepagtépwv yaguáxwy. . . . languidiorem esse, , id , puto, neminem movebit,
Davide ydp trádous daaótploy od belov . . . . 'Qsel C cum de styli aut similitudine aut varietate ila inter
τις και τας εκ του νόμου το ανδροφόνω επηρτημένας se dissileant auctores, ut quod alter dissimile pro
xodásels oorty xal Quudu ovojásol, oùx darbūs toŨ nuntiat, id simile esse aller judicet. Neque sano
vóuou OuwouLévou xaiopreçouévou, TOŪ xomaso . mullo gravius est quod sequilur, « in hac enarratio
dévou dprov toŨ vóuou thu tiuwplav Ú Toscangbros. . .. ne mentionem fieri sexti psalmi, , quem tamen
Outw yoūv elpo, tai ly to toe pl tñs Dexa teñyou tñs constat in Basilii operibus non inveniri. Quot enini
Xit' Aiyurtlwy TrayOelons adyw tó•'AAÉOTELIFT ÊT' velerum monumenta omnis generis magno rei lille
avro' s oprir val Ovuor ,årootoANY di' árgédum raria damno temporum injuria periisse dolemus ?
cornpôr.. .. Aid Eleys, Béln gàp Kvpiov ér o His de causis ejus qui eam orationem defendit, opin
unti yov čorir, ár o Ovuds aútor ÉxirEljov To nio videri poterit Combeſisiana longe probabilior,
alja . 'U od Aaolo oů od oüja teangels óvolws ta multoque propior vero . Nolum est enim Ambrosium
Iw6, aúthy & thy yuxtv xacplav tpwoels , oux quacunque occasione data Basilii vestigiis inhærere,
cuslw , Tõ 'Iw6 cáoxe!, Béan ràp Kvplov Èr tūcú ex eoque mulla muluari solitum esse . Quam mulia
uatl jov eicir. all '" Oti tà BEAN Cov êrenároar autem ex bac in psalmum tricesimum seplimum
Joi, xal ÉRECTHOLEaç ÈR ' js rinn zeīpå cov . Hoc enarratione sumpserit, aliquanto ante ostensum est.
est : « Cum vero ait, Domine, ne in furore tuo " Cur igitur hæc oratio Basilio non tribuerelur, ex
arguas meso, non quamlibet reprehensionein detre- qua Ambrosium perinde ut ex reliquis Basilii operi
clat, sed eam , quae cum furore conjuncla sit. Et bus mulla excerpsisse constat ?Neque non eam sen
cum dicit, Neque in ira tua corripias me " , corre- tentiam adjuvat, quod Ambrosius e Basilii in primum
ptionem nequaquam fugit, sed rogat ut citra iram cor- psalmum prologo in suam non pauca transtulit. Ex
sipiatur , ac si quis medico per aduslionem , per quo fit, ut jure credi possit nonnulla ex hoc quo
ferrum , per acerba remedia levamen ad quempiain que in psalmuio tricesimum septimum commentario
morbum curandum offerenti dicat : Nemihi ignem , sumpsisse. Jam quid sentiam ipse, paucis aperiam .
de ferrum , ne secciones ad medelam adınoveas, sed Reprehendendum Combeſisium pulo , non quod eam
dulcia mitioraque remedia .. . . Nam ab omni per orationem in suspeclis habuerit, sed quod nibil au
turbatione alienum numen esl. . . . Ac si quis pe - sus sit pronunciare. Quin enim inter opera falsa nu
nas quæ ex lege impendent homicide, iram ac ſuro- meranda sit, Jubium non est, cuw , ut num . 36 pro
• Psal. LXIII, 49 . Job vi, 4 . 1' Psal. {XVII, 2. ibid. " Psal.:LXXVII, 49. old Job vi, 4, 1* Psal.
IIIVII, 3 .
 CICI TROLEGOMESSA
babilur, Eusebii ſelus sil, non Basilii. Ambrosius A conscri non sinil, Basilium in priora cjusdem psalmi
igilor hinc inde e Græcis fontibus quilquid libebal, verba concionem ad populum habuissc . Ex quo fit
corradere assuctus, ea quæ retulimus non e Basi ut quisque hanc primam in psalmum decimum
lio , sed ex Eusebii Commentario mulualus est. Allt, quarlum cxplanationem ad Basilium magnum perli.
quod forle vcrius est, jam ab illo tempore hxc Eu- nere facile sibi persuadeal. Aliter lamen , cum Euse.
sebii oralio inter Basilianas in Ambrosii codice re- bii in bunc psalmum lucubrationem legerein ,' ea de
periebalur. Vereor ne in his plus justo immoralus oratione judicavi. Scriplor enim , quisquis est, non
csse videar. Sed hæc observasse, si propterea dili . lam Davidis, quam Eusebii verba explanal ; et,
gentia major a scriploribus in crilicis suis de quod magis falsilalem redolet, mulia ex Eusebio ad
Palrum operibus judiciis adhibealur, ine non pæni. verbum sumit. Sane quibus perspecta est Basilii
lebit. ubertas in dicendo el copia , ii, pulo , nunquam in
33. Quam ardoun sil de anclorum scriptis recie plagiariorum numero disertissimum hunc virum re
judicare, patel el es dictis, el res ipsa clamat. Sed ponent. Jam lempus est ut pscudo-Basilii furla pro
quo dificultasmajor est, eo pulo rei lam necessaria damus. Eusebii igilur verba sunt hæc : kúpis, tis
obstinatius incumbendum esse. Quapropter nec la- παροικήσει εν τω σκηνώματι σου, και τις κατα
bori parcemus, nec tempori, ut veruin a falso, B σκηνώσει εν τω όρει τώ αγίω σου ; Από των
certam ab incerto secernamus. Νec male tempus προσεχεστέρων προβαίνων διαγράφει τον τέλειον.
collocasse nobis videbimur, si quinque aut sex die. Παροικία δε εστι διαγωγή πρόσκαιρος, επ' ελπίδα της
rum labore vel unius Oraliuncule out νοθεία , aut κρείττονος. Διό φησι και Δαβίδ : Παροικός είμαι και
γνησιότης tuto dignosci possit. Εtenim, cum contin- παρεπίδημος, καθώς πάντες οι πατέρες μου . Πάρ
gal non raro, ut in brevioribus sanctorum Patrum oικος γάρ 'Αβραάμ, μηδέ βήμα κεκτημένος τους,
scriptis aliquid insit quod aut ad dogma, aut ad μόλις δέ τάφον πριάμενος , ο δε σύμβολον του ζωντα
tractitionem, aut ad historiam ecclesiasticam perti . μεν εν σαρκί πάροικον είναι προσήκειν, μεταβαίνου
neat, quanti intersit cjusmodi opusculorumauctores τα δε ταύτης, τους οικείους τόπους αναπαύεσθαι. Και
cognoscere, nemo non videi. Sed, quoniam praesea. μακάριον φησιν, εν αλλοφύλους παροικούντα, μή ως
tio non defore, qui mihi adversaluri sint, mouere οικείους προστετηκέναι τοίς εν τη γή. Σκήνωμα δε
mihi optimum visum est quo sim animo scripturus. Θεού, η παρ' αυτού δεδομένη σάρξ τη του ανθρώπου
Producor igitur me eruditorum celeberrimoruinque ψυχή προς ενοίκησιν. Τίς ούν ως αλλοτρία κεχρημέ
liominum opiniones permagni facere, meque ens νος , έγκαρπον αυτόν παραδώσει τα δεδωκότι, ως αν
non nisi invitum oppugnare ; atque, ubi prinιum nova γένηται και σκήνωμα του Θεού τοις αγίοις ένοικούν
1xafalserit, ad nmutandarm sententiam paratissimum & τος; Είτα προς το μείζον τροκόπτει ; Και τις κατα
fore . Uno verbo , me mihi now ita placere, ut mean σκηνώσει εν όρει αγίω σου ; Ουκ εν τη γένη Σιών ,
aliorum sententiae preferam; sed ita dunlaxal pro- ώσπερ Ιουδαίοις δοκεί, αλλά περί ής ο Παύλος φη
bare quecunque sentio, quecunque dico, dum ue σιν : Προσεληλύθατε όρει Θεού ζωντος, Ιερουσα
hominibus doctioribus et in hoc studiorum genere λήμ επουρανίω. Παρελθών ούν τις την σάρκα ταυ
exercitatioribus improbanda videantur. Rem nunc την, και νεκρώσας αυτού τα μέλη τα επί της γης.
aggrcdiamur. Onmnium orationumque nomine Basilii τον αγιασμόν κατορθώσας, εν τη αγία κατασκηνώσει
circuinferuntur, aut fere omnium fit mentio non S0- πόλει, ής επιθυμών ο Δαυίδ έλεγε : Διελεύσομαι εν
Ium apud Symeonem magistrum ac logothetam, sed τόπω σκηνής θαυμαστής, έως του οίκου του
passim etiam eedem in catena Nicete Heracliensis Θεού · και, ως αγαπητά τα σκηνώματά σου, Κύ
et aliis similibus citantur. Sed lanta non est aucto - ριε των δυνάμεων. Το δε τούτου σπάνιον εμφαίνει
ritas neque Symeonis, neque Nicele, neque aliorum το, Τίς, ως το, τις έγνω τον νούν Κυρίου , και το,
quorunovis qui calenas edidere, ut ob eam omnes Τις αναγγελεί υμίν τον τόπον τον αιώνιον ; και το ,
illas septem et decem in psalmos Orationes Basilii Τις άρα φρόνιμος και πιστός οικονόμος ; Μήποτε
18se statim fateamur . Putant eruditi viri qui ea de , δε και τον Θεόν ερωτήσας, έτυχε αποκρίσεως . ... Ού
re disputarunt, Combefisius, Tillemonlius, Dupinus, " γαρ μία πράξις τελειοί τον σπουδαίον , αλλά παντί
alteram quiden in psalmum vicesimum octavuin τω βίω ταϊς κατ' αρετήν ενεργείαις συμπαρατεί
enarrationem adulterinam esse , enarrationen vero veslar. « Domine, quis habitabil in tabernaculo luo ?
in psaliaum tricesimum septimum in dubiis reponi aut quis requiescet in monle sancio (uo 's ? A vici
oportere ; sed quin reliquæ quindecim genuinæ nioribus procedens, perfcclum virum describit. Ha
sint et veræ , nequaquam dubitant. Nos autem de bilatio autem esl lemporanca commoratio, cum spc
aliis quibusdam dubitari posse arbitrainur, et de iis melioris conjuncta . Quamobrem ait David : Adrena
quidem , quæ nullum dubitationi locum relinquere sum et peregrinus, sicutomnes patres mei '6. Advena
videbantur. Ejusmodi est prima oratio in psalmuin quoque eral Abraham , ulpote qui ne vestigium qui
decimum quarium . Conslal enim vel ex primis ver dem pedis possideret, vixque sepulturæ locum co
bis secundæ in hunc psalmum orationis , quam lesti cmerit. Quod sane symbolice significat bominem in
monium Gregorii Nysseni (a) inter dubia opera re - carne viveutem , ceu advenam reputari debere ;
15 Psal. λιν , 1 . 16 Psal. XXXVII, 13.
( α) Τοn. 11, p . 223.
 D . JUL . GARNERII PREFATIO . CXCVII
cumque ab ipsa carne transmigraverit, tunc pro- A αυτήν φιλοπονήσαντας , έγκαρπον αποδούναι το δε
TA. A beatum dicit eum ,
priis in sedibus quiescere. Ac beatum dicit eum, δωκότι. Εάν δε η Θεού αξία ή σαρξ, γίνεται τω όντι
Θεού σκήνωμα, κατά την ένοπροδος ή επί το τε
gni cum apud alienigenas liabitaverit, terrenis Θεού σκήνωμα, κατά την ενοίκησιν αυτού εις τους
quasi propriis sibi rebus non addictus fuerit. αγίους .... είτα προκοπή και πρόοδος ή επί το τε
Tabernaculam autem Dei est caro, animae ab λειότερον. Και τις κατασκηνώσει εν όρει αγίω
ipso ad habitandum concessa. Quis itaque ea σου ; Ιουδαίος μέν ο γήϊνος όταν όρος ακούση , πρές
υι aliena usus, frugiferam enindein largilori re- την Σιών αποτρέχει .... όρος εκείνο την υπερουρά
si. net , ut fat talbernaculum Dei , qui in sanctis νιoν χώραν , την περιφανή και λαμπράν• περί ου και
habitat? Deinde vero ad praestantiora procedit : Απόστολος λέγει, ότι Προσεληλύθατε Σιών βρει ,
Ααι quis τeguiescet in monte sancto tuo 11 ? Non και πόλει Θεού ζώντος , Ιερουσαλήμ έποι ανίω ,
m terrestri Sion , οι Judei arbitrantur , sed in ea εν ή πανήγυρις αγγέλων, και Εκκλησία πρωτοτόκων
de quo Paulus ait : Accessistis ad montem Dei απογεγραμμένων εν ουρανοίς . Επάν ούν τις παρέλθη
είventis , Jerusalem celestem18. Quisquis igitur ea- την σάρκα ταύτην απροσπαθώς, ως αλλοτρίαν παροι
den carne quasi in transcursu usus , ejus metabra
super terram mortificaverit, postquam sanctifica- 30, και ουκ ειμα ,τα επί της γραφείων ερεικατά
κών, και ουχ ώς ιδίας εξηρτημένος , ούτος διά το νε .
κρώσαι αυτού τα μέλη τα επί της γης , τον αγιασμόν
tionem illam consummaverit , habitabit in sancta κατορθώσας , αξιός έστι της εν τω αγίω όρει κατα
illa civitate, cujus desiderio motus David aiebat : σκηνώσεως · ής επιθυμών ο Ψαλμωδός έλεγεν , ότι
Transibo in locum tabernaculi admirabilis usque ad Διελεύσομαι εν τόπω σκηνής θαυμαστής • και το,
domum Dein, er, Quam dilecla tabernacula ιμα, Do- Ός αγαπητά τα σκηνώματά σου, Κύριε των δυνά.
mine virtulum 10. Illud autem, Quis, alium hominum μεων . . . . Σπάνιος δε και ο παροικών εν τω σώματι ,
Earilaleim Bubindicat , cujusmodi est illud : Quis και ο κατασκηνών εν τω όρει. Διά τούτο ως άπορων
norit sensum Domini1! et illud , Quis annuntiabit υο- ο λόγος φησί • Τις παροικήσει ; και , τις κατασκη..
bis locum elernum 11 ? atque illud : Quis est prudens νώσει ; ώς το, Τίς έγνω νούν Κυρίου , και το, Τις
αε Κdelis economus18 ? Nunquid postquam Deum αναγγελεί υμίν ότι πυρ καίεται ; και το, τις αναγ
interrogavit , responsionem obtinuit ? . . . Non enim γελεί υμϊν τον τόπον τον αιώνιον ; και το, Τις
Όnica res gesta strenuum hominem ad perfectionem άρα ο πιστός και φρόνιμος οικονόμος ; Τάχα δε
docit ; sed per totam vitam virtutis operibus insi- και ερωτηματικόν εστι το, Τίς, ως απόκρισιν επιζη
slendum. • Videamus nunc quomodo pseudo- Basi- τούντος .. . . Ου γαρ μία πράξις τελειοι τον σπου
liusfrigida quadam periphrasi mox Εusebiana ampli . δαίον , αλλά παντί προσήκε το βίω τας κατ' αρετάς
licel, mox eadem ad verbum exprimal. Igitur sic c éveppelas ou letra patelveolai. ( Scriptura , cum virum
Ioquitur : Τον τέλειον ημίν ο λόγος υπογράψαι βου - perfectum nobis describere vulc , elum videlicet , qui
λόμενος , την των μακαρισμών επιτυγχάνειν μέλλοντα, adepίus sit beatitudinem , ordine quodam hac via
τάξει τινί και οδο των περί αυτόν θεωρουμένων χρη- in iis, que circa ipsum considerantur , usa , ab iis
σάμενος , από τον προσεχεστέρων- και πρώτων την que magis obvia sunt et prima , initium duxit. Do
αρχήν πεποίηται • Κύριε , τις παροικήσει εν τω mine , quis peregrinabitur in tabernaculo tuo 16 ? Pere
σκηνώματι σου ; Η παροικία έστι διαγωγή πρόσ - grinatio est cominoralio temporaria , que vitam non
καιρος , ουχ ιδρυμένην ζωήν, αλλά παροδικήν, επ' stabilem, sed Transiloriam ob spem ad meliora
ελπίδι της επί τα κρείττονα μεταστάσεως, υποφαι- emigrandi indicat..... Ιdeo et David de se ips0 ait :
νουσα. . . Διό και ο Δαυίδ περί εαυτού φησι• Πάροι - Incola ego sum aud te a peregrinus, sicut omnes
κος εγώ ειμι παρά σοι και παρεπίδημος , καθώς μαtres mei 10 . Incola enim fuit Abrahain , qui ne
πάντες οι πατέρες μου. Πάροικος γαρ 'Αβραάμ, passum quidem pedis terrae proprie possedit ; sed
ουδε βήμα ποδός ιδίας γης κεκτημένος , αλλ' ότε τα- ubi opus ei sepulcro fuit, id argento mercatus fuisse
φής αυτώ εδέησεν , αργυρίου κτησάμενος ταύτην perhibetur 14. Ostendit scilicet Scriptura in carne
φαίνεται δεικνύντος του λόγου, ότι ζώντα μεν εν τη viventem, incolam esse oportere , migrantem vero
σαρκι πάροικον είναι προσήκει , μεταβαίνοντα δε από D ex hac vita, in locis propriis requiescere. Propterea
της ζωής ταύτης τους οικείους εναναπαύεσθαι. Διά in hac vita incola est cum alienigenis : in sepul
τούτο εν μέν τη ζωή ταύτη παροικεί τους αλλοφύλλοις, ιura vero propriam terram corpus suum exceplu
εν δε τη ταφή οικείαν εαυτό την δεξoμένην αυτού το ram sibi ipse counparavit. Porro beatam plane fue
σώμα γην έπραγματεύσατο. Μακάριον δε τω όντι, rit , rebus terreis non ul propriis addictum esse...
μη ως οικείους προστετηκέναι τοίς εν τη γη .... Rarus auleni is est, qui præscntibus non ut pro
σπάνιος δε ο τοιούτος , ο μή ως ιδίοις προσέχων τοίς priis studeat..... Quis igitur peregrinabitur in taber .
παρουσιν .... τις oύν παροικήσει εν τω σκηνώ- naculo fuo ? Tabernacularm Dei, caro dicitur , quam
ματι σου; Σκήνωμα του Θεού η παρ' αυτού δεδομέ - ipse anime hominis dedit pro habitatione.... ita
η σάρξ τη του ανθρώπου ψυχή εις ενοίκησιν ονομά- ct nobis ex syngraplia commissa est carmis cura,
ζεται . ... ούτω και ημίν κατά συγγραφής και της ut eam lecenter excoleutes , largitori fructiferarm
σαρκός επιμέλεια παραδέδοται , ώστε προσηκόντως reddamus. Quod si Deo digua est caro , revera Dei
17 Paol . Χιν. 1 . 18 Ηebr. Χμ. 29 . 10 Psal . ΧLΙ. 5 . • Psal. LΧΧΧιιι, 2 . 11 Cor. 1, 36.
21 Luc. χιι , 49 . 2* Psil). ΧΙν, 1. 28 Psal. XXXVII, 15. 1: Gen. XXII , 16. 11 Isa. XXXII, 14.
PATROL . GR. XXIX .
n
CXCVIII PROLEGOMENA.
tabernaculum cfficitur, ad eum modum , quo habitat A falsitalem ; addemus tamen el alia , quibus hoc idem
jo sauclis..... Deinde profectus quidam fit et progres - inagis ostendatur. Quale est quod auctor ila scribit
sio ad quiddam perfectius. Elquis requiescel in monte num . 1 : 'Ekv EÈ ñ sou & Ela (okp5], ylvetal dip
sancio luo "? ? Judieus quidem ierrester cum montem buce OsoŨ oxhvwyz , warka thv evoixnoly autó tTV
audit, ad Siou recurril..... Mons ille locum cæle - eis cous dylous. Niin mirari subil scriptorem , qui
slem , splendidum et conspicuum significal , de quo Eusebianus esse sluderet , senlentiam tamen Euse
Apostolus ait : Accessislis ad Sion montem , el civi- bianain barbaro loquendi genere expressisse. Dise
lalem Dei vivenlis, Jerusalem cæiestem 28 : in qua est rat Eusebianus usilale, ws åv yévn tal xai oxhwua
celebritas angelorum , Ecclesia primitivorum qui TOŪ O :0Ū Tois dylous éVOLXOūvtos, « Ul liat el Dei la
conscripti sunt in cælis ?9. Postquam igitur quispiain bernaculum , in sanctis babilantis : ; ille vero in
hac carne quasi in transcursu citra affectum usus usilale, xará thu švoixno:v aŭtoũ Thveis tous dylous,
est, eam ut alienam incolens, nec ei ut propriæ de- aid verbum , « secundum habitationein ipsius , que
dilus, is proplerea quod sua inembra, quæ sunt est in sanctos. » Quid est hoc , nisi Bapkapičelv , et
supra terram , mortificavil, exercuitque sanctimo- in Græcis balbutire ? Ejusdem generis est et illud :
niam , dignus est qui in monte sancto reqniescat, "Opos txeīvo Thy Štrou Pávcov xúpav thy Thepipava
cujus requiei cupidus Psalmista dicebal : Transibo xat dauttpdv, TEPL ins O 'A TÓCTONOS aśyel, elc. : ad
in locum tabernaculi admirabilis 30 : el, Quam dilecia verbum , « mons ille locum coelestem , splendidum ,
Tabernacula lua, Domine virlulum " ! Rarus aulem de quo Apostolus ait , , etc. Scriptori excidit, quod
est et qui in corpore tanquam incola habital, et qui ad absolvendam periódum addere debuerat. Nec ali
in monte requiescit. Propterea Scriplura , ut dubi- simile illud : 'Exsi huãs xalo após tous tehnolov
lans, ait : Quis peregrinabilur ? et Quis requiescet? tõ abyu èxeivns tñs èy to 6pel xataoxr,VÉGEWS, xal
Quemadmodum illud : Quis cognovit mentem Do- f Èx toll rauwvã cñs áðixlas yovouévn gula xatz
mini" ? Ilem illud : Quis annuntiabil vobis quod oxnvoi, « Illic nobis el proximi amor, qui causa
ignis ardei's ? et illud : Quis annuntiabil vobis locum illius requiei in monte fruendæ exhibelur, et
æternum " ? et, Quis , putas , fidelis est el prudens amor qui ex mammona iniquilalis, nascilur, ba
dispensalor '8 ? Forlasse aulem et illud, Quis, inter- bilationem præbel. » Certe quo magis hæc consi
rogative dicitur quasi exquireret responsum ..... dero , eo magis mihi persuadeo, Basilium rectius
Non enim :: lio una virum probum eficit, sed opera et loculurum fuisse, et cogitalurum . Nam illa , xata .
virtutis extendi oportet ad vitam omnem . , Hæc oxnyci huãs, pro eo quod est, ( faciet ul babile
elsi longiora, exscribere visum est, quo furla quæ mus, o invenire non est neque apud Basilium , ne
scriptor noster longa verborum circuitione occulo º que fortasse apud alios idoncos scriptores. Senten
lare voluerat, facilius clariusque innolescerent. tiam verboruin jam si expendamus, ea non pulo re
Jam velim comparclur prima bæc oratio in psal- periri quidquam posse aut ineplius (a), aut quod
muni decimum quarlum cum secunda oratione in a sana mente magis abhorreat. Nain si proximiamor
psalmum eumdem . Ea est orationis secundie uber - deducit nos ad coelestem bealamque requiem , amor
las, varielas, copia, quam paucissimi oratorcs non qui ex inammona iniquitatis nascitur, ab ea ulique
dico superare, sed imitari possint. Versiculus vel nos abducit. Quod in tine orationis legitur, To dp
υnicus amplissimam concionandi Dmateriam Basilio γύριον αυτού ουκ έδωκεν επί τόκω, Qui pecunians
subministravit. Hoc idem observalum volo et in suam non dedit ad usuram 36, aut (variant eniin li
enarratione in primum psalmum , in qua prima bri), To aitoūrti qe dos, xal and toŨ délortos
psalmi verba ila ornat amplificatque Basilius, ul si careloacoai un drootpaçñs. Qui pelil a le, da
explicassel plura, concionis justos limites transgredi ei; el volenti muluari a le , ne averlaris " , id vel so
coactus essel. Possim et mulla alia esempla miri- lum concionis hujus falsitatem delegit. Elenim si le
ficæ illius uberlaris , quam ei nalura ad dicendum geris, od aprupcov aŭtoő , elc., Basilius ipse oratio
largila erat, hic congerere : sed cum doctis nola D nis secundæ initio docel se hunc Psalmi versiculum
sini, ea reſerre necesse non est. Qui igitur fieri po- in concione priure ob temporis angustias omisisse :
luit, ul summus orator Basilius suze'ipsius facundiæ si vero legeris, tõ altoūvtl os , elc., hoc conslal cem
quasi oblitus, non sententias solum , sed ipsa etiam præcedentibus nullo modo cohærere . Postquam
verba ab Eusebio mutualus sit ? Et quod magis mis enim dixerat mulla scriplor in hunc rersum : Qui
rabere, id fecisset Basilius non cum unum psalmi jurat prozimo suo, et non decipit , quid allinebat
alicujus versiculum sibi explicandum proposuissel, subito el præter omnium exspectationem illa Mal
scd multos : quod el indigentiam summam in scri- ibæi, altoūvti se, etc . , explicare ? Præterea si Basi.
plore arguil, nec ullo modo cum Basiliana facundia lio per lempus non licuit verba Davidis explanare,
polcsl conciliari. Et si autem sufficere arbitramur quomodo ei facultas ſuit Matthæi verba exponendi?
quæ diximus, ad demonstrandum hujus orationis Arbitror Parisienses typographos hæc incommoda
39 Psal.. xiv, 11 . 28 Hebr. xii, 22. 19 ibid . 23. 30 Psal. xii, 5. * Psal. L * XX111, 2. * I Cor. 1 , if.
13 Isa. XXXIII, 14 . 36 ibid . 38 Luc. X11, 42. * Psal. xiv , 5 . 37 Matth . v , 42 . 38 Psal. xiv, 4.
(a) llæc retraclavit D . Garnerius in Præfatione lomi II (011), § XIV . Edit.
 CICIL
persensisse ; ob idque non edidisse , altoūvil ge ,elc., A qua alioqui dictionis Busilianz restigia , ut in ejus.
Eed , ed å prøploy autoū, etc . Sed imprudentes in molli rebus, salis perspicua exstani. Hanc igilur
inajus incommodum inciderunt. Nain , prætermissa orationem e numero Basilianarum expunctam no
fuisse in prima oratione verba illa , od àpyúplov, elc ., lim . Sed cum in eadem sententia semper perma
monet lccopletissiinus testis Basilius. Basilii igitur neam , verisimile non videri, ianlum ac talem vi
non est hæc oralio , sed alterius cujusvis, qui quod rum Basilium ex Eusebio fragmenta salis longa ad
concionem illius nusquam comparere videret, hoc verbum sunt psisse, arbitror fecisse librarios more
damnum suo ipsius labore et opera utcunque re suo, ut aliquando diversas diversorum scriplorum
sarcire voluit. interprelationes inter se conjungere non vererentur.
34 . Duas habemus in psalmuin vicesiinuin octa . Puto igitur illud, "Otl ailplas ouons Él thy xopu
vum orationes, quarum quidem posterior jure reji- ny to✓ Kaputilov , hxovev owwhv Úôáowy Todhovo
citur ab oninibus ; allera vero, nemine reclamante, e Basilio in Eusebium a librariis Translatum esse .
Basilio tribuitur. Sunt tamen que molestiain quo . Etenim , si Eusebius ipse ila scripsisset, mentionen
que exhibeant in prima illa oratione, si non alieri, ſecisset ejus qui hæc audiveral, Elize videlicet ;
mihi certe maximain . Nam illud quasi cerlum cri- , quod cum non feceril, non ipse putandus est hæc
tices principium posuimus, Basilivin cum non fuis- " scripsisse , sed librarii. Et de illis verbis, 'O rào
se, qui scripla Eusebii ad verbum compilarel. El távta loxúwv, elc., idem quoque sentio. Sed ante
tamen in hac oratione occurrunt nonnulla , quæ 10- quam meam menlem aperiam , inouere juvat, ali
lidem syllabis in Ensebio leguntur. Primum exscri- quos psalmorum versiculos aut ab Eusebio explana
bam quæ reperiuntur apud Basilium , deinde, quæ los non fuisse, aut potius eorum explanationem a
in Eusebio . Sic igitur legimus in Basilii oratione negligentibus quibusdam librariis fuisse omissam .
num . 4 : "Ot€ aloplas ouons ét! ohv xopuchy toŨ Certe quidein ut in aliis quibusdam psalmis , ila in
πάντα ισχύων εν τω ενδυναμούντι αυτόν Χριστώ, ού esse conslal. Ejus generis est illud, « Dominus di
της ακούει των εντολών του Κυρίου , και ποιεί. Φωνή luvium inbabilare facit, et sedebit Dominus rex in
ούν Κυρίου, ουκ εν τη ασθενεί και εκλελυμένη ψυχή , æternum " . , Suspicor igitur librarios aliquos, qui
all dy t) CUTÓVWS xal loxupūs xateprasouévn td viderent horum verboruin , « Vox Domini in virie
dya06v. « Quando, occupante Carmeli verticem sudo, le “ , » explicationem in Eusebio non amplius es
aquarum multarum vocem audivit . . . . . Qui eniin stare, e Basilij oratione supplevisse illa , 'Oyap
omnia polest in eo qui ipsum corroborat, Christo , c Trávta loxuwv év tõ évouvapoūvti, cic., « Qui enim
is audit Domini mandala, et facil. Vox igilur Do- ornia polest in eo qui, ) elc. Jam ad secundam
mini non in debili et dissolula anima, sed in ea, oralionem in eumdem psalmum quod attinel, de e:
quæ strenue ac viriliter bonuin perficit.1 Eadem nulla est, quod sciam , controversia inter eruditos.
plane reperimus in Eusebio. Ejus itaque hæc sunt Nam uno omnium consensu in spuriis ponitur, nec
verba : 'Uti aioplasocoris ètil thy xopuohv toŨ Kapo dum ullum sui patronum nacla est. Et vero ejus vo
tou, hxCuev quvv üdítwy Tooldūv . .. o yap tráva bela ila conspicua est, ut nemo, nisi plane obesæ
Ta loxúwy év tio ĉvourquoüvti aütdu Xprotõ , outos naris, non slalim eam perspiciat. Jam litteris pro
& xoúes tūv évtoly Kuplou, xal trolei, owhu our dilum est banc orationem in multis codicibus de
Κυρίου ουκ εν τη ασθενεί και λελυμένη ψυχή, αλλ' εiderari : in ipsa repeii eadem, que in priore fue
¿Y si EÚtóvY loxupūs xateprasquévy zd dya0bv. rant explicala : eam denique a Basilianis elegantia
Quia cum in verlice Carmeli aer sercnus essel, multum distare, el copia. Hominis alicujus qui se
audiebat vocem aquarum multarum ." .. . Nam qui exercere, seque ad Basilii imilationem compararo
omnia potest in Christo, qui se conlorlat " , is prie voluisset, opus esse vel cæco apparet. Hæc igitur
cepla Domini audit, etea exsequitur. Vox ergo Do - dixisse satis habebimus, qui in rebus perspicuis lem
mini non in debili ac solula anima; sed in robusla 1) pore abulendum el argumentis non pulemus.
quæ paviler bonum operatur. , Hæc cum legerem , 35. Præter spem acciderat, ut in prima Basilii in
prope faclum esl, ut banc orationem e numero Ba- psalmum vicesimum octavum oralione occurrerent
silianarum deleverim , boc præsertim nixus argu nonnulla, quæ totidem verbis in Eusebio reperiun
iento , quod in jis orationibus, quæ cerlo magnum lur. Sed legenti mihi ejusdem in psalmum tricesi

ram . Erant et alia , quibus non modice augebatur spectatum contigil. Nam cum pauca essent in ex
suspicio . Ea eniin quæ dicuntur de bonis operibus, planatione psalmi vicesimi oclavi, lam multa sunt
quæ fieri debent coram hominibus, deque primitiis , in ea quæ exslat in psalmum tricesimum secundum ,
qoze dandæ sunt ex justitiæ fructibus, et de adora- ulab jis exscribendis fere deterrear. Quia tamen
lione, quam fieri oportet intra ecclesiam , videri Eusebii in psalmos Commentarius rarior est, illius
poterant ex Eusebio sumpta fuisse. Allamen , re di- verba subjiciam , quze cum Basilii oralione suo loco
ligentius considerata ,melius judicavi de oratione, in edenda a curiosis polerunt conparari. Euscbii igi
to Psal. xxxII, 3. 40 Philipp. iv , 13. " Psal. XIV:11, 10 . - ibid., d.
 PROLEGOMENA .
Eur verlba sunt Itec : Τα λόγω του Κυρίου οι ουρα- Α τη συστάσει, και το οιονεί φυράματι της ουσίας αυ
νοι έστερεάθησαν , και το πνεύματιτου στόματος των, συγκαταβληθείσαν έσχον την αγιότητα. Διό και
αυτού πάσα ή δύναμις αυτών. Τα ούν Πατρί πά- δυσμετάθετοι εισι προς κακίαν, ευθύς, οιoινεί βαφή
σα η δύναμις ή υπερουράνιος έστερεώθη· τουτέστιν, τινι ,το αγιασμό στομωθέντες , και το μόνιμον εις
το εύτονον και βέβαιον και πάγιον εν αγιασμό, και αρετήν τη δωρεά του αγίου Πνεύματος έχοντες.
πάση πρε πούση ταις ιεραις δυνάμεσιν αρετή . έκ « Non enim infantes creati sunt angeli, deinde pall
της του Πνεύματος επικουρίας έχουσιν. Ενθάδε μέν latin exercitio perfecti , sic effecti sunt digni , qui
ούν πνεύμα στόματος αυτού αναγέγραπται. Ευρήσο- Spiritum reciperent : sed in prima constitutione , et
μεν δε αλλαχού και λόγον στόματος αυτού ειρημένον · quasi una cum substantiae sue inislura infusam
ένα νοηθή ο Σωτήρ και το άγιον αυτου Πνεύμα. Αμ. habuere sauclitaten. Quapropter etiam agre ad
φότερα δε συνήργησεν εν τη κτίσειτων ουρανών και malitiam convertere se possunt, quippe qui illico
των εν αυτοίς δυνάμεων. Διά τούτο είρηται• Τα λό- sanctimonia veluti tinctura qualarm corroborati
γω Κυρίου οι ουρανοί έστερεώθησαν, και το sint, frmilalemque in virtute atque constantiam
πνεύματι του στόματος αυτού πάσα ή δύναμις domo Spiritus Sancti acceperint. o Νam si es nulla
αυτών . Ουδέν γάρ αγιάζεται (ει) μή τη παρουσία του alia re, certe ex voce είτα plane Constaret omnia
Πνεύματος. 'Αγγέλων γουν τον μεν εις το είναι πάρ- B haec ab eadern manu profecta fuisse, eaque conjun
οδον ο δημιουργός Λόγος ο ποιητής των όλων παρ. genda esse. Ει φuidern , si conjungantur, nemo non
είγετο . τον αγιασμόν δε αύτοίς το Πνεύμα το άγιον videt ipsa mirifice inter se colierere. Ouis autem
συνέφερεν ου γάρ νήπιοι κτισθέντες οι άγγελοι. facile crediderit hominem eloquentissimum Basilium
Verbo Domini cæli firmati sunt, et spiritu oris lam mulla ad verbum ab Eusebio sumpsisse ? Cui
ejus omnis virlus eorum *3.4 . A Patre igitur omnis verisimile hel summum hunc virum Eusebiana me
virlus cælestis firmala est, id est, firmitas, solidi- moriler didicisse , cum ei, ulpote in arle dicendi
tas, stabililasque in sanctificatione ac omni sacris exercitatissimo , longe facilius fuisset ex tempore
poleslatibus convenienti virtute ex Spiritus auxilio familiariter dicere , quam aliena memoriler pro
dala est. Hic porro spiritus oris ejus scriptum est. nuntiare ? Quis eniin , quæso , ea quæ apud auctores
Alibi quoque reperire est Verbum oris ejus, ut bis mediocris sortis legeril , memoriler discel, si ipse,
intelligatur Salvator et sanctus eius Spiritus. Uler . cum sit disertissimus , possit ex leinpore meliora ,
que porro in creatione cælorum et poleslaluni eo - elegantiora , uberiora que de suo proferre ? Quod
rum cooperatus est. Ideo dictum est : Verbo Do- cerle nemo oralorum unquam fecit , nec ſaciet , id
mini cæli firmaii suni, et spiritu oris ejus omnis oratorum optimum Basilium fecisse quis sibi per
virius eorum . Nihil enim sine Spiritus præsentia C suadebit ? Sane Eusebiana illa , Táylov tv syuaguâ ,
sanctificatur. Αngelis igitur transitum ad exsisten- και πάση πρεπούση ταϊς ιεραις δυνάμεσιν αρετή , εκ
tiam creator Verbum praebuit, universorum opi- της του Πνεύματος επικουρίας έχουσιν , apud me
ſex : sanctificationem vero eodem tempore Spi- dum repulo , probabile mihi non videlur Basilium
ritus sanctus indidit ; non enim inſanles creati meinoriam suam ejusmodi suppellectile oaerasse.
angeli sunt. Reperias eadem apud Basilium suo loco . Sed , elsi onerare induxissel animum , non parvum
Quantam autem in duenxavlav ine conjecerit res lam periculum erat, ne inter recitandum ob verborum
inopinala, dicere non queo . Necduin video qui fieri malam constructionem novitalemque litubassel. Nam
poluerit, ut Basilius qui et longos el egregios De ila indiserte loqui non consueveral. Neque vero ei,
Spirilu sancio libros conscripsit , ad Eusebii libros cum de Spiritus sancti presidio aut de colestibus
recurrere necesse habuerit, Spiritus sancti dignila- coleslalibus sermonem haberet, familiares erant
lem gloriamque commendalurus. Nihil, opinor, ma- voces izpós et éttixou pla . Imo vocabulum titlxoupiz
gis a vero , aut a lide , imo nihilmagis a verisimili unguam ab eo adbibilum fuisse non memini. Occur.
abhorret. Quidvis igitur malim , quam tale aliquid runt el alia in hoc fragmento , quantulum id cunque
de lapio viro existimare. Sed antequam rem dili- est, quæ familiaria non erantBasilio .Cur igitur Pater
gentius expendainus,monebo videri mihi in Eusebio gravissimus, proprio habilu mulalo , peregrinum in
legenduin esse, rõ our Ilyeújati nãoa, elc., ubi duit ? Sperabatne gratiam novam ex verboruin novila
legitur, cã oův Matpl tãoa , etc. , lum quod ila in le, aut ex eorum insolila constructione orationi suz
Basilii concione legitur , tum quod aliter orationis accessuram ? Quis hoc credal. Ego quidem si crede
ακολουθία constare vix polest. Sane exiguum non rem, illud de quo disceptamus fragmentum ex Εuse
est fragmentuin illud, quod ex Eusebii commentario bianis fontibus a Basilio bauslum esse , jam insignis
in Basilii orationem translatum esse diximus ; et ille De Spiritu sancio liber, jam præclari illi in Eu
lamen dubitarivix potest , quin id a librariis trun- nomium librimihiin suspicionem venireni. Non enim
calum sit. Puto igitur post vocem áryeol supplenda probabile mihi videretur, hominem , cui opus fuisset
esse illa, quæ in oratione Basilii leguntur : Elta Eusebii commentario ad pauca verba alicujus
τελειωθέντες τη κατ' ολίγον μελέτη, ούτως άξιοι της psalini explananda , tam egregia opera componere
του Πνεύματος υποδοχής γεγόνασιν · αλλ' εν τη πρώ- μoιuisse. Sed longe Satius duco fragmentum illud
43 + Psal . xxx , 6.
 CGK
(201uam peregrinuw rejicere , quan de veleberri- A mpera omnia quæ ab ipsis auctoribus conscriplin
mis illis quos dixi libris vel mininum dubitare. Unt, suspicione omni vacabunt, ob eas quas allu
Quando aulem semel libri De Spiritu sancto men - linusrationes. Ad quod genus referri quoque dc.
tionen ſeci, monebo cumdem illum versum psalmi bent panegyrici, orationes de niysteriis et de rebus
tricesiuni secundi, Tm Nógy) toū Kuplov ol ovparol dilicilioribus, et quevis aliæ , quæ majorem indu
ÈOTEÇeooncar, etc., lotis duabus paginis a Basilio striain elegantiamque præ se ferunt, quam ut ex
esplicari hoc in lib. cap . 16. Veliin aulein legatur lempore pronuntialæ fuisse dici possint. Faleor vi
liæc Basilii interprelatio ad oninem tollendam du - deri quosdam Patres , quæ eorum erat facundia ,
bila :ionem . Nani tani erudite , lam eleganter , tam aliquando ad populuni ex tempore sermonem ha .
copiose hunc versum tractat, ut intelligere facile sit buisse , præsertim , cun : solum sibi proposuissent
cum , cum psalmum tricesinium secundum interpre- plebem ad virlulem amplectendam colortari. Sed
taretur. Eusebii auxilio ad ejusdem loci explanatio el lias ipsas orationes ab omui corruptionis periculo
nem non indiguisse . Hxc est igitur nostra sententia , vindicare diNicile non est. Quod ulmelius intelliga
Basilium ne cogitasse quidem de Eusebio conipi- lur, rem , ut faciam esse arbitramur, dicemus.
lando. Fieri potuisse damus , ut oralor optimus Aderant, cum Patres concionarentur, perili quidam
Basilius sententias aliquas ab Eusebio mulyatus sit, B nolarii, qui loquentium verba exciperent. Nec enim
quas lolo dicendi genere immulato suas fecerit; alium moduin quo ejusinodi orationes ad nos trans
sed ipsa Eusebii yerba , eaque multa , ab ipso sumpla milli poluerint , video . El vero probabile non est,
esse pernegamus. Uno verbo, quidquid Eusebianum Patres ea quæ ex tempore pronuntiarant , postea
in Basilianis reperitur, omne id a librariis temere domum ingressos scripsisse ; cum eorum quæ sic
additum fuisse arbitramur, Incommoda, quæ ex fiac imparati dixerant, ne mensinisse quidem poluissent.
opinione sequi videntur, præsentio quidem ; sed non Igitur notarios ad orationes quæ ex temporc habe .
propterea a sententia deterreor. Non enim deerunt bantur exscribendas adhibitos esse , qui rem alien
qui conquerantur, si ita est, nihil luti, nihil indubi
lali, nihil firmiin Palrum scriptis amplius futurum , vero notariorum illorum tanta eral celeritas indu
cuin semper limendi erit locus , ne ea temere suis striaque, ut timendum non esset, ne quid scribendo
additamentis corruperin librarii. Sed malun lave omillerent. Nam , ut docet Martialis lib . XIV , epigr.
tum non esse puto , quantum primo intuitu videri 208 , de nolariis loquens ,
potest. Primum enim ab operibus quæ et ineditala , Currant verba licel, manus est velocior illis ;
el manu ipsius auctoris conscripta sunt, corruptio - c. Nondum lingua suum , dextra peregit opus.
nis suspicio oinnis amovealur necesse est. Postquam ' Ex quibus efficitur vel extemporales illas orationes.
enim Patres ejusmodi opera composuerant, tum ab si paucas quasdam in Psalmos exceperimus, depra
eis tradebantur non quibuslibet librariis , sed do - valioni non ita mulluin obnoxias fuisse. Cur aulem
mesticis , iisque diligentibus , quiea accurate tran - enarrationes quædam in Psalmos facilius quam
fcriberent. Nec enim aliter edi in lucem potuissent reliquæ conciones corruplæ sint , nunc declarare
Palrum scripta , nisi ipsi exemplaria nonnulla ex operæ pretium est. Pulo hujusmodi in Psalmos
scribenda curassent. Librarii autem illi, quorum orationes minoris venditas fuisse, ob idque præcipue
monus erat libros dominorum suorum describere , negligentius a librariis exscriplas. Cum enim min
sine dubio omnem operam el curain in suo munere nibus omnium lererentur innumeri in Psalmos sive
obeundo ponebant. Eoque magis, quod beriles oculi commentarii, sive sermones , quibus eadem sæpe
negligentes eos esse non sinerent. Neque vero ij. cantilena canebalur ; binc factum est ut emptores
mendum erat ne librarii alii , qui sibi victum tran- qui jam hujusmodi niercibus abundabant, ad emen
scribendis libris quæritabant, ejusmodi scripla cor. dum forent segniores. Prælerea cum librarii , qui,
rumperent. Nam eorum fraudem dolunique, compa- si quid in iis orationibus deesset, id ser
ratis inter se exemplaribus , promptum erat dele - D nullo negotio posse confidebant, non. ila diligenter
gere. Quibus semel delectis , nemo , opinor, bomo munere suo fungebantur. El vero cuin præ mani
Cinscriplos ab eis libros emnisset. Præterea diligen. bus haberent multos in Psalmos comentarios ser
ler servabantur ipsa autographia , quibuscum de- monesque , ex iis id quod in scribendo prætermi
scripta componere el conferre cuivis licebat. Sic serant, facile supplebant. Accedit , quod Patres
quidquid est majoris momenti in Palrum scriptis , nonnunquam familiares illos in Psalmos seriones
quidquid insign:us, quidquid utilius, id in tulo esse, haberent aut ruri , aut in conventibus minus cele
ex iis quæ diximus, palet. Quales sunt tractatus de bribus, quo ire nollent librarii diligentiores , expe
fide, de dogmatis , de rebus difficilioribus : quales rientia edoci, non tantum se lucri ex suo itinere ,
libri, qui aut ad bistoriani, aut ad disciplinam ec- quantum speraverant , fecisse. Unde necesse erat
clesiasticam , aul ad controversiam pertinent ; epi- orationes illas indiligentiorum manu exscriti ; ideo
stolz denique. Non enim dubitari potest quin ejus que mirum videri non debet, si maculis aliquibus
generis opera omnia ex ipsis autographis a librariis conspergantur. Notandumi præterea , Palres non
eldomesticis el diligentibus exscripla sint, sicqnc semper omnes cujuslibet psalmi versiculos sibi in
ad nos usque lideliter pervenerint. Vno verbo , lerprelandos proposuisse , sed aliquos aut omnino
 PROLEGOMENA .
omisisse , aut previus explanasse : quod cum anim - A ET.ev , őt 'H plôcod pov xálauos reafijartus
adverterent librarii, rati fure, ut sous labor ex lon- oEvrpácov . 'Opałos záullel zapà tous vious tür
gitudine orationis æstimarelur; aut quod Jeeral , droporwr. Ou ydp ex tñs repos tous &vopúTOUS
supplere , aut quod brevins explicatum ſuerat, ex guyxploews Thv ÚTTEpox v toū xárdous " Eye.. Kal
aliorum interprelum scriptis augere non dubitarunt. repołùy é unor Aid toūTO EXPIOÉCE D O &os, o DEOS
36. Exslal inier Basilii opera enarratio quædam cov šlalor dyallido Ewc. Où rap eltey . Explok of
in psalm um tricesimum seplimum , quam in dubium εγώ ο Θεός , αλλ', 'Eχρισε σε • ώστε εκ τούτου παρ
ab eruditis revocari monuimus num .32. Tillemon - lotacdal Étepov elvac od Sladeyouevov Tepównov.
lius ita de ea dubilat ut ad eam defendendam magis llotov oŭv totL TOŪTO, H o Tepoctons o xwphoas cty
propendere videalur. Sed eam spuriam esse alque toŨ dylou Ilveúmatos eis aútdy yevouévriy évép
adulterinam constal. Et cerle repetitio yocum qua- yelav ; Hoc est : « Quidam arbitrali sunt ex porsuna
rumdam quæ apud Basilium aut inusilala sunt, aut Patris psalmum sive canlicum pronuntiaride Verbo,
insolitæ , vel sola opusculi hujus falsitatem non quod in principio erat apud Deuni " , quodque ipsc
obscure indicat. Ejus generis sunt voces, Éqaoxev, ceu ex corde, sive ex ipsis visceribus produxit : et
yoūv, ouvaproayh. Imo sont et alia vocabula ita a ex bono corde bonum verbum prodiit. Bibi porro
Basilii genio abhorrentia , ut præstare ausim si non B hæc ad propheticam personam referenda videntur :
oninia , cerle eorum aliqua in illius libris nusquam quæ enim post dictum bujusmodi subsequuntur,
reperiri. Qualia sunl, ouyxativ, avtiboaei, o iepos non ita planam exhibent nobis de Palre narratio
& Tootoos, tñs yuxñs aloonthplov, dva tej TTÁČETAL. nem . Neque enim de lingua sua Paler dixerit :
Sed quid plura ? Hæc dc qua agimus enarratio Eu- Lingua meu calamus scribæ velociter scribentis. Spe
sebii Cæsariensis ſelus est, non Basilii. Nam quo ciosus forma præ filiis hominun " . Siquidem pul
plura reperiuntur in lucubralione ea quæ male ine chritudinis præstantiam ex comparatione cum ho .
ter Basilii opera collocata est , quam in vulgaris minibus non mulualur. In sequentibus vero ait,

eam Eusebio tribui non oportere : sed sequitur so . neque enim ail, Unxi le ego Deus, sed, Ungit le :
lum aliqua in Eusebii commentariis omissa fuisse . ita ut hinc liquidum sit aliam personam esse quæ
Ila aulem csse multis argumentis probari cum loquitur. Quænam igitur illa , nisi prophela , qui
possit, duo solum proferemus. Primum est, quod illapsam Spiritus sancti vim in se recepit ? » Basilii
hanc lucubrationem quæ in Basilii editionibus le - in hunc psalmum orationem si quis legere voluerik
gilur, ab eadem plane manu profeclam esse lolam in ea boc Eusebii fragmentum syllabis lolidem
quilibet paulo sagacior facile intelligat, cum idem reperiet. Dixi sæpius, nec dicere desinam , me mibi
stylus, idem ingenium , eadem cilandorum interpre- persuadere non posse hominem disertissimum eum
tum ratio in lolo sermone perspiciatur : alterum . demque copiosissimum Basilium græculi malam
quod aliquot versiculorum interpretationem in vul. arlem imitalum esse. Quid enim allinebat Basilium
galis Eusebii libris deesse constet. Puto igilur caue induere se pennis alienis, qui suis magis quam ascitis
sam cur psalmi tricesimi septimiexplanatio brevior decorabatur ? Poluisse Basilium ab Eusebio sententias
sit apud Eusebium quam apud Basilium , aliam non quasdam muluari, quas politiori dicendi genere
esse, nisi quod librarii aui nacti sint codicem mou suas fecissel, non ierim inficias:sed eum ab eodem
Lilum , aut poperceriut labori. longam verborum seriem sumpsisse , ut credam vix
37. Quædam Basilii in Psalmos orationes, in qui adducar; præsertim cum sinemulto labore elegantio
hus fragmenta Eusebii ad verbum transcripta repe- ra dixisset. Librarios igitur ea in remale olliciosos
riebamus, non parum nobis, ut suo loco notavinius, hæc Basilianis annexuisse arbitror.Legas velim nu .
exhibuere negolii. Et hæc quoque in psalmum qua. merum 35 , in quo eam in sententian mulla pro virili
dragesimum quarlum enarratio , quod huic eidem disputa vinus.
incommoclo obloxia sit, non minus nos male habet, 58 . Orationis ejus qua psalmus centesimus deci.
quam priores. Verba Eusebii subjicimus, ul cum mus quarlus in Basilianis editionibus explanalur,
Basilianis , quæ suo ordine excudenda sunt, possint reperiuntur quidem fragmenta in Corderiana ca
conſerri. Hæc igitur leguniur apud Eusebium non Tena, sed nonline diversorum , non Basilii. Alia enim
longe ab initio : Tevès úningar ús èx neposúrou tribuuntur Didymo, alia Chrysostomo, Theodoro
του Πατρός λέγεσθαι τον ψαλμόν ήτοι την υδήν περί alia , alia Anonymo. Sed locus ille qui ea in calena
του εν αρχή όντος προς αυτόν Λόγου, όν εκ της cuidamalieri tribuitur, nonin uno Basilio, sed etin
olovel xapoias ij aŭtoy tūv ottháyxvwv, ono!, Toco . Eusebio quoque reperitur. Viri aulem adjudicandus
frayev, xal åtid åyaoñis xa polasayo.Ooş abyos Topoña- sit, ex stylo facile cognosci potest. Nam fragmen
osv. 'Exo!Ôè boxsi taūTA È TÈ DÒ repoợntixòv åvaçé- lin illud dictionem Eusebianain usque adeo redo
ρεσθαι πρόσωπον. Τα γάρ εφεξής του ρητού ουκέτι let, ut, qui decipiatur, pulenm fore neminem. Qua
ομοίως εξομαλίζει ημίν την περί του Πατρός εξήγη- de re ut per se quisque possit judicare, verba ipsa
piv . Obte yàp dv tepi tñs &autcū yius57,5 ó llatine ascribam . Sini aulem hæc : 'O xoshOS OÚtos airós
" Joan . 1, 1. * Psal. vell , 2 , 3. iibid . 8,
 D. JUL. GARNERII PRÆFATIO . CCIII
e €551 Ovrtós, xa! xwpioy 00vnsxó viwv ļotiv. A David : 1 ereplan ı esse animam suam a morte, ocua
πειδή γάρ σύνθετος εστι των όρωμένων ή συστα- Ios suos a lacrymis, pedes denique suos a lawsu 48;»

xbouw bvtes, uépoc BVTES TOū xoguou, åvayxaiws siculos, sed aple explicarat Basilius. Quid igillir
sis toŨ TeeVids pusews & Tolajousy. 'Exsi az oùm opus fuit mulla effutire ad explicandum versum il
Estly ado!w5!5, Ots Jólatos, OÛTE çuxas Out Tum , Placebo Domino in regione vivorum " , quem
yko Šoti Loylovoū noapztpotti , ovôd letá0:015 yvú vipole valetudinarius et alioqui defaligalus consulio
uns, oudspecās Tiep!STÁGEWS TO Eůstallès mal åtápa. omiserat ? Nam prætermissam esse de industria
Xov tūv hoylojov aça!goudévos. Xópa ļotiv ėxelvn esplanationem verborum illorum , Placebo Domino,
ο προφήτης κατεπαγγέλλεται, ώς υπ'ουδενός μέλλων Ierel, inter concionandum non recilarit. Quarta de
tūv [Ewlev Olayottegla. Slóvtwy. 'Exelvn xúpa įv nique suspicionis causa est, quod verisimile non fiat
oºx kve vję, oux Éve Tevos od toŨ Cavátou piunua, hominem puri sermonis sludiosissimum vocabulis
Gux Éve Bpõses, oux Eve Trósis tá this & cbeveias Avūv impropriis elab usu loquendi politiore abhor
unspelouata, où tūv EEWÓÉV TL TTE P !Statixūv. aldi rentibus usum essc. Quis enim facile credal voca
xépa Górowy, oux & toovnoxovtwy Old tñs Quap- B bulum , a to60),ń , a Basilio adhibilum esse ad signi-.
clas , aiš Gróvtwv chy żano.vny 5why the èv Xplor ficandum dentium ortum , cum tamen per se signi-.
'Incoj. e llic mundus vere et ipse mortalis , el mo- licet polius corum lapsus atque jacluram ? Arbitror .
rientium locus est. Quia enim rerum visibilium con - Basilium hoc in loco repoboań,non To60) ,scripturum
stilulio coinposita est, omne vero compositum sul- fuisse . Quid quod verbum ēve sæpius in eadem
viiur ; cum in mundo el pars mundi simus, ne- periodo repelilum legimus, quod tamen difficile sit
cessario naluræ universi consorles sumus ; at illic in Basilii operibus non controversis semel aut his
enim est cogitationis aberratio, neque sententiz cum possel ipse de suo meliora pruſerre, maluerit
variatio , cum nulla calamilas pacalum Iranquillum - tamen Eusebianis uti ? Non dubilo igitur quin lolum
que cogitationum ordinem auſerat. Illa ilem est illud, ó xóguos duros aúrós té Èoti O' q, vós, elc., ad
regio viventium , ubi se maxime Deo placiturum finem usque, additum sil a librariis (b), qui ut ora
Prophela prænuntiat ; ut qui a nullo extraneo ex lionein Basilii pluris venderent, eam ampliandam
numero viventium abscindendus sil. Illa regio est, esse censuerunt. Timebant enim ne, si imperfecta
in qua neque nox, neque somnus, mortis imago, videretur etmanca, minoris æstimarelur ab emplo
neque cibus, neque polus, infirmitatis nostræ falci . ribus. Sane non parrain gratiam librariis habendami
menla , nec quidpiam eorum quae extrinsecus mo- esse pulo , qui orationes aliasin alios psalmos, quo .
lestiam creant ; sed regio viventium , nec per pec- rum quoque non singuli versus explicantur, nobis
calum morientium , al vera vila viventium in Christo intactas reliquerint.
Jesu , , Plura quidem reperiuntur in Basilio ; sell 39. Inter psalmos quos aut explanavit Basilins ,
quin restituenda sint bæc ipsa auctori suo Euscbio , aut esplanasse pulalur, ultimo loco reperitur enar.
dubitandi locus esse vix polest. Nam deesse mulla ratio quaedam in psalmum centesimum decimum
in commentario eo quem in hunc psalmum con - quintum . Sed fragnienta omnia quæ ex hac inter
scripsit Eusebius, vel ex sola commentarii brevio prelatione in Corderii catena cilantur, æque ac in
Lale palet. Jam quid de hoc fragniento sentiam , superiori psal:no, diversis scriptoribus, non Basilio
paucis dicendum . Arbitror ascitum id esse , tribuuntur. Et, ut verum falear , inclinat animus
et buc ex Eusebianis iniqua manu exportaium . Cum ut hanc enarrationein in spuriis atque adulterinis
aulem hoc suspicandi mihisint causæ mull , ires ponam . Nam , ut interim de cæleris laceam , quid
lantum aut quatuor proferam . Prima est, quod B:- sibi vult illud : ’AXX' cils zäuo! YÉVOLTO FLSTEūOQI
silius itinere et labore delaligalus, brevilati, ut ex åbiws, ivan.anow vũy tñ 'Ex.ansia tojOsoŨ tŤ ME
ipsa psalmiexplanatione consial, siuderet quam ma. ” yadri tauon Trévis dóyou; ¿y tin voi jou, i Sed uti
xime ; nec proinde mirum videri debeal, si Basilius namn el mihi contingat digne credere, ut nuncma
ul alias (a ) , et hic quoque psalmum non omoino gnize huic Dei Ecclesiæ verba quinque in sensu meo
exposueril. Allera, quod postquam scriptor omnem dicam . » Certe non immerito addilum esl a scriptore,
hominum vitain tribus annorum hebdomadibus de- xal unaels xatazhavasétu tdvàoyov , Nec quisquain
finivil, nililominus, secum ipse non consentiens, hunc irrideat sermonem . , Quid enim lunc factum
todein in loco quinque recenseat, lempus detentio - sil, nescio quidem , sed probe scio hominum genus
uis ,accommodalan ad disciplinas ediscendasælalem , nunc ila comparalum esse , us , si quis hodie hoc
arnos eplebios, slalum virilem , senectutem . Tertia , idem inter concionandum dicerci, risus non paucis
quod tantum abest ut hæc inter se colicrcan! , 11t exprimerelur. Dicas auctorem , quicunque ille fuil,
poljus redundare aperle videantur. Tria enin ail valicino quoclam furore concilatum exclamasse , åå)'
** Psal. cxiv, 8. " ibid. 9.
(a) Viile homilias in Psal.sal LIL. (6! Lege hom . in psalmum 1, clin p. Il ps. siv,
 CCTV PROLEGOMENA .
elde xåjol, ele. Sed quam alienum sit turgidum il. A est Basilium duo hæc fragmenta ab Eusebio mula
Jud loquendi genus a Basiliimoribus, nemo, qui vellum esse : sed non ila incredibile est ipsum alia
primoribus labris naluralem illam Basilianæ facun- quædam loca Eusebiana suis annexuisse. Sed si ila
diæ pulchritudinem guslaverit, ignoral. Nec desunt est, inde necessario sequitur, ut Eusebiana Basi.
alia in bac oratione, quæ phrasim Basilii et stylum lianis non nunquam allexuerint librarii. Verum si
minus sapiant. Cujusniodi sunt illa : Tl åvayxatti- semel librarii deprehendantur in culpa , quæro jam
XÚTepov .... OJET CUyojuaxnoai td tl toti. Videriqui- cur omnium rei jure a nobis dici non possint, Hac
dem possunt hæc leviora : sed mullo , opinor, gra ego ratione adduclus superius dixi,habere me pro
vius est iliud : Toutésti, O %ūv È Thv old toū uap - additamento librariorum quidquid ex Eusebii com
Tupiou temelwOLY Épyouai, « boc est , siliens ad mar- mentariis in Basilii orationes ad verbum translatum
lyrii consummationem contendo. » Cum enim multis est. Sed, ut quisque melius ea de re judicel, velim
locis loculus sit Basilius de Christi Dominimorte, legal assidue genuina opera Basilii ; legat præser
eum tamer unquam voce martyrii usum esse non tim præclaras illas orationes, in quibus quodlibe!
arbitror. Neque vero dissimulandum , illum loquendi argumentum lam copiose tamque facile tractat, eum
ynodum , ėy tỏ xatótolv Yahuo , qui in hac oratione ut lempus defecisse videatur, non loquendimaleria .
adhibilus est, Basilio perquam familiarem esse ; sed B Legatin primis orationem eam , quæ inter diversa 3
imile non sequilur, ut Basilius hujus explanationis decima quarta est, quam si non imparalus, at non
parens sil; sed alier quivis, qui eum iinitari slu - ila mullum paratus ad populum babuil : quæ tamen
duerit. Cæterum cum quoquam pertinacius conten- Libanium , qui et ipse erat dicendi optimus magi
dere nolo . Quare si quis hanc orationem Basilio sler, tantum in admirationem rapuit, ut eam a B : .
Tribuere volueril , per me licet. Unum id eliam al- silio muneris eximii loco poposcerit. Legat oratio .
que elian rogo, ut mihi quoque, quid sentiam di- nem vicesimam tertiam , cui finem imponere cum
cere liceat. El quoniam magni interest nosse quid cogitaret, subilo el præler esspecialionem de que
tribuendum sit sanctis Patribus, aut non tribuen - dam incendio admonilus, lam apposile lamque elc
dum , summatim perstringain quæ dixi. Velim igi- ganter ea de calamitale loculus est, ut aller quivis
tur ex suo quisque animo aninium Basilii spectet. vel paralissimus meliora dicere non potuisset. Et,
Nemo, opinor, ſulurus est, qui libenter velit plagia . quod magis ad rem pertinel, legal orationem in
rius audire , maxime si ita sit facundus , ut nullo psalmum decimum quartum , elegantissimam illam
negotio id dedecoris vilare possit. Quam autem fa - quidem et rebus ac verbis refertissimam ; el lamen
cile fuerit homini copiosissimo Basilio alicujus psalmi ejus psalmi duo aul tria verba lanlam dicendi co
versiculos sine ope aliena explicare, inde cerlo co- piam Basilio subministravere. Hæc qui paulo al
gnoscitur quod vel unicus psalmi decimi quarti ver- lentius consideraverit, melius , opinor, de Basilio
siculus concionandi amplissimam maleriam ei de- existimabit, quam ut pulet lantum ac lalem virum ,
derii. Mos est indiserlorum disertos compilare ; sed nisi Eusebium compilasset, paucos quosdam psal
diserti indiserlos opibus spoliare non norunt. Et morum versiculos explanare non potuisse .
quidem nostra ælale videmus optimos concionalo. & VII. Pauca quædam , quæ nolari deben ! ir osalmis
res ab infacundis quibusdam quotidie compilari ; 1, VII el XXVIII.
sed nondum contigit, quod sciain , ut oplimi concio 40 . Antequam ad alia transeamus, baud inutile
nalores compilarint infacundos. Faleor fieri po- esse judicavimus nonnulla hic adnotare . Nemo,
luisse , ut Basilius, optimorum oratorum exemplo , quod sciam , dubitat, nec dubitari posse arbitror ,
aut Eusebium aut alium quemvis scriptoreru anli- quin oratio ea quæ inter Basilii opera reperitur in
quiorem imitalus sit, ab eisque aliquas sententias psalmum primum , Basilii vere sit. Et tamen verba
hauserit, quas ornaril slio modo : sed Basilium lam illa , Trávta őOTED Èv meráhu tivl xal xorvo tajel
multa ad verbum ab Eusebio sumpsisse nunquam tñ B16w tūv Yaauwy tebt,gaUplotal, quæ in Basilii
mihi persuadebo. Quis enim facile crediderit Basi- o procmio leguntur , edita quoque in Eusebii in
lium , hominem videlicet qui lam copiose , lam do- Psalmos prologo invenimus. Fluseriutne hæc ex
cte , tam eleganter de Spiritu sancio in totis duobus Eusebianis in Basiliana, an e Basilianis in Euse
libris disseruil (a ), ipsum lumen , cum divinitalem biana, quæri polesi. Sed , quantum conjectura au
Spiritus sancti sibi declarandam proponeret, ad guror , e Basilii oratione in Eusebii prologumi
Eusebii commentarios confugisse, ex eisque per transiere. Elenim verba illa in Eusebio connexa
mulia ad verbum surripuisse ; idque in re perquam esse non videntur, neque cum præcedentibus, ne
Sacili, lioc est, in explicando versiculo sexlo psalmi que cum subsequentibus; contra , hæc ipsa mirifice
secuindi el tricesimi. Ethæc quoque verba, o xoguos apud Basilium cum lola reliqua oratione cohærere
outos, etc., quæ leguntur in interpretatione psalmi perspicuum est. Quod allinet ad orationem in psal
centesini decimi quarli, lam aperte librariorum ad- mum septimum , quæ in Basilii editionibus sequi.
ditamentum olent, ut ea in re neminem falli posse lur, spre nobis fuit, quod in ea nullum deprehen
arbitremur.Atdicet aliquis : Credibile quidem non derimus vestigium homiliæ , id est cjus orationis
( ) Lego num . 3j.
 D . JUL. GARNERII PRÆFATIO . COV
quæ ad populum habetur, cum lamen alioqui salis A $ VIII. Quid sentiendum sil de Theodori Heracleolæ
conslet omnes Basilii in Psalmos orationes ail po commentario,
pulum babitas esse. Ejus rei rationein redilere cum 41. Edidit jamdudum eruditissimus vir Balthasar
non possimus, eam discere a sagacioribus cupi- Corderius egregios tres lomos, in quibus continetur
mus. lllud , napk sdy xtioavta , quod legitur in Paraphrasis in Psalmos, Commentarius in idem ar
psalmo xxvIII , num . 2 , aliter ab aliis interpretibus gumenlum , Calena , quain vocani, e muliis scriplo
ail vir eruditissimus Ducæus in suis ad hunc psal. borem ,quis aut paraphrasim aut calenam scripserit ;
wom notis, duas has Apostoli voces" ila vertendas sed de scriplore commentarii, si pessimam suspi
esse , preterito Creatore, in eo seculus est Hilarium , cionem a Basilio amovcre veliin , multum sollicitus
qui initio libri su De Trin . verba Apostoli non esse debeo. Scio hunc commentarium Theodoro
aliler reddidit. Nec ob id solum probaridebet ejus- Heracleolæ ab eo quem mox dixi viro doctissino
modi interprelatio , quod sanctissimum doctissi- Balthasar Corderio tribui; nec nego adduclum eum
mumque virun Hilariuin auctorein habeat , sed fuisse in hanc opinionem argumento gravissimo et
quod inenlem Apostoli optime exprimat. Contra, ad persuadendum accommodatissimo : sed ipsi ta
didit, aut cum aliis quibusdam , præler Creatorem , non queo. At præstal virum eruditissimum audire.
quam longissime a Pauli proposito aberrabil. Calenam itaque, inquit , ex utrisque pleniorem
Quare , ul idem Ducæus monet, baud immerens conlexui; quam ne solam darem , Commentarium
reprehensus est Erasmus a Theod . Beza , quod ila Græcum anonymum , in charla quidem , sed peran
interpretatus esset, ut Apostoli sententia in fal. tiqua, eleganter conscripluni, ex Cæsarea addere
sum sensum detorquerelur. Nam ex inepla illa placuit , hactenus quidem incognitum ; nisi quod ,
Erasmi interprelatione sequilur impios illos de dum anle mensem Romam veniens , Vaticanam
luris siinul et Deo exhibuisse , cum hoc solo discri- cardinalis Barberini Bibliothecam perlustro, el cum
mine, quod Deo minorem , creaturis reddiderint manuscriptis pervelusiis, quæ in pergameno de
majorem : quo nibil polest dici a Scripturæ sensu scriplo ibidein servantur, confero , repererim esse
aul remolius, aut magis alienum . Couslat enim ex Theodori Heracleolæ ; cujus nomine ita erant in
Apostoli verbis , debitum Deo Lionorein a peridis scripta : ΘΕΟΔΩΡΟΥ ΕΠΙΣΚΟΠΟΥ ΗΡΑΚΛΕΙΑΣ
illis totum ad idola translatum esse. Ergo furen ΘΡΑΚΗΣ ΕΡΜΗΝΕΙΑ ΕΙΣ ΤΟΥΣ ΨΑΛΜΟΥΣ, Ηoc
oplimo viluperatus est Erasmus, qui Vulgatam le- ipso in loco edendum curavit Corderius lestimonium
ctionem , El servierunt crealuræ potius quam Crea . illud Hieronymi e libro De scriptoribus ecclesiasticis :
fori, haud ila malam , pessima commularit, llaud Theodorusfleracleæ Thraciarum episcopus,elegan
plane, pisi valde fallor, a Pauli seulenlia mullam iis apertique sermonis, etmagis historicæ intelligen
abluseril, qui dicet præpositionein tapa hoc loco lix , edidit sub Constantio principe Commentarios in
rice præpositionis evtl posilam fuisse, riinque illius Mallhæum et Joannem el in Apostolum of Psalterium . .
habere, sic ut apostolicum illud, Kalėdát sugay th Ex quibus duo colligere licet, primum , commenla
xtiset Tapak toy xiloarta , salis commode ila Laline rium illum Theodoro tribulum esse ex fide codicum
reddi possil : El coluerunt ea que condila sunt pro Vaticanorum et Barberinianorum : alterum , bung
eo qui condidit, aut, loco ejus qui cundidit. Peri. eumdem commentarium editum a Tbeodoro ſuisse,
tissimi duo Scriplurarum interpretes Eusebius et imperante Coaslantio . Sed , siita est, frustrahactenus
Basilius hæc psalmi vicesimi octavi verba , Adorale laboravimus ; nobis vel invitis Basilius inter pla
Dominum in alrio sanclo ejus6o , ita interpretantur, giarios numerabitur . Neque vero pro qualicunque
ut dicant adorationem deri oon debere extra eccle. plagiario habebitur ; sed præcipuum quemdam lo
siam : id quod viro eruditissimo (a) visum est longa D cum inter eos obtinel. Etenim lam mulla sunt, quæ
explanatione atque curiosa indigere. Sed , ut mihi lolideni verbis syllabisque simul et in Theodori
quidem videtur, opus non erat lam mullis verbis commentario leguntur, et in Basilii orationibus, ul,
ad senteoliam Eusebii et Basilii exponendam . Nam , si Theodori opus esse semel faleamur, jam lalro
nisi valde fallor, salis fuissel dicere, ecclesiam bis cinii suspicionem a Basilio removere non pos
is locis sumendam non esse pro ipso lemplo , sed siinus.
pro catholica communione. Hoc igitur docet uter- 42. Nec longe quærenda exempla sunt, cum ne
que interpres Græcus , omncs omnino, qui vere quærentibus quidem sese passim oſſerant. Exscri
Deupi adorare voluni, ingredi oportere in catholi. bere quidem omnia hæc loca longum essel, el alin
cam societalem : extra quam nemo Deum rere ad. quin inutile ; sed fortassis e re fuerit aliqua in mc
orare polesi. vium proferre, ut ex his de aliis similibus conje

" Rom . 1, 25 . 10. Psal. XXVIII , 2.

(a) Coll. Græc. PP. in Præf., p. 34.
CCVI FROLEGOMENA.
clara Meri possit. Itec itaque leguntur in commen. A επαχθείσης ιατρείας ... Ου πάντων δε Θεός ο Θεός ,
1ario in primum psalmum: Ουκ απέκλεισε δε του αλλά των οικειωθέντων αυτώ δι’ αρετής... ουδέν,
μακαρισμού τάς γυναίκας, αλλ' εκ του ηγεμονικωτέρου φησί, γέγονε μέσον της έμής φωνής, και της σής
το όλον ενεδείξατο. Μιάς γάρ φύσεως και ανήρ και χάριτος , αλλ' ομού ανέκραξα, και προσήλθεν ία
γυνή. Ουκ είπε δέ• ος ου πορεύεται. Ο μεν γαρ εν σις. « Bealus autem ille , qui in fondo suam plagarm
τω βίω τυγχάνων, ούπω μακαριστός, διά το άδηλον agnoscit, ut possit ad medicum accedens, dicere :
της εκβάσεως και δε αναντιρρήσω τέλει την ζωήν Sana me , Domine 11». Ηic itaque gratias agilpro cu
κατακλείσας, ούτος ήδη ασφαλώς μακαρίζεται ( α). ratione quam fueral consecutus... Deus autem non
« Mulieres lamen a beatitudine non exclusil , seil omnium Deus, sed eorum qui ob virlutem ipsi fa
ex principaliori loluin declaravit : siquidem unius miliares sunt. Nihil, inquit, intercessit inter vocem
naluræ sunt vir el niulier. Non dixit autem , Qui meam , el gratiam luam ; sed simul ut clamavi, cu
non abil. Qui eniin exsisi: t in hac vita , necdum ratio advenil. , Hæc qui voluerit conferre cuin Ba .
bealus dici debel, propler incertitudinem eventus : silianis, ulraque haud dissimilia reperiel. Plura qui
at qui irrefragabili line vilam conclusit, hic jam cupit, legat explanationem horum versuum , « Psal
lulo bealus prædicalur. , Eadein reperias et in B : - , lile Domino, 1 et, « Confiteminimemoriæ sanctita .
silii oratione in primum psalmum . Commentarius in ºlis ejus : , quibus in locis, ut sxpe alias, ineple
psalmum decimum quarlum exhibet quoquenon pauca, plagiarium agit auctor commentarii. Idem senlien
quæ totidem syllabis reperire sit in orationeca , quæ dum de enarratione in psalmum tricesimum secun
inler Basil anas edila est in eumdem psalmum . Sed dum , in qua tam miulla sunt, quæ e Basilii in eum .
cum opusculi hujus yvno:oins possit in dubium dem psalmum oratione ad verbum sumpla esse con
revocari, ex eo quidquam exscribendum non cen - slal, ea atmalim indicare , quam exscribere. Legan.

prima in psalmum vicesimum octavum , quam si cum versus, Confilemini Domino in cithara 5* ; el :Mise
commentario coinparaveris , eadem in utroque ricordia Dominiplena est lerra5**; el : Verbo Domini
opusculo reprehendes. Sic enim legimus in coin cæli firmati sunt, et spiritu oris ejus uninis virtus
nenlario pag. 491 : Ως μέν προς το αισθητόν, έπει eorum 88 : quae Ioca si cum Βasilianis comparentur,
αι νεφέλαι πλήρεις γενόμεναι ύδατος , ψόφον αποτε - nihil utraque inter se differre suis quisque oculis
λούσι, και η θάλαττα πνεύματι ταραττομένη , βίαιου cernet. Nolomus tamen omnia quaecunque in co
ήχον εκπέμπει , δεικνύντος του λόγου, ότι πάσα ή mentario exstant in illud, Verbo Domini, ele .,
κτίσις μονονουχί βοά , τον εαυτής δημιουργών καταγ· . tribui Basilio, cum eorum parleni maximam ex Εu
γέλλουσα. Καν βροντή δε εκ νέφους εκραγή, ουκ άλλο sebio sumριam esse credamus (6).
1. γρή νομίζειν, ή ότι ο Θεός της δόξης εβρόντησε, 45. Quod si que indicavimus, nequaquamsuice
και ότι ο Κύριος την υγράν ουσίαν συνέχει δι' εαυ- re videantur, legi insuper potest expositio aliorum
του, et celera non pauca, que quisque, si labet , versuum, exempli causa illius : Congregans είcut
legere polest. Eadem autem exstant in Basilii ulrem aquas maris 5#* ; item illius : Quoniam ipse
oratione, non quidem continenter, sed interpositis dixit el facta sunt " . Denique præstare audeo, si
nonnullis. Nec dissimilia quoque habentur in hunc lola psalmi explanatio legatur, eadem passim et in
psalmi versum : Vox Domini intercidentis Ram . commentarii auctorc et in Basilio reperlum iri. Pa .
mam ignis " . Sed ubi legimus usilale el eleganter riler si in commentario legatur psalınus quadrage
in Basilio, ένα ..... το μεν δριμύ και κολαστικών του
simus quarlus, ipse quoque id quod a Basilio in
πυρός τους αξίοις της καύσεως προσαπομένη, etc., eundem psalmum dictumn est, exlibebit. Cujus rei
, Ul...ignis quidem asperitas ac torquendi proprie - Testimonium unum peti polest ex his psalmi verbis :
tas iis qui adustione digni sunt servetur, , etc., Lingua mea calamus scribæ velociler “cribentis 5 * .
inusitale et barbare edilum in Commentario inve- Nam versiculi hujus explicatio , quain in commenta
imus, ίνα το μεν δριμύ και καυστικών τους αξίοις D rio legimus, si non tota, al ejus pars magna ex B7
καύσεως προσαποδείσου, ita ut acerbitas quidem silii Oratione sampla est. Deinde rem eamdem miri.
el urendi vis ustione dignis depuletur. , Sed facile fice contirmal illud commentarii pag. 834 : Tpotole
crediderim meudum esselibrariorum, qui, pro προσ- κως ηγούμεθα ταύτα λελέχθαι διά την σάρκωσιν του
απομένη, προσαποδείσου oscilanter scripsere. Com- Θεού Λόγου , ός έστι τομώτερος υπέρ πάσαν μάχαι
mentarii aucior, quisquis ille fuit, fecit more suo, ραν. Διότι ο μηρός σύμβολόν εστι της κατά γένεσιν
1:1, cum psalmum vicesimum nonuin interpretarelur, ενεργείας. Επειδή δε μέλλει συνάπτεσθαι τη ασθ:
Basilii in eundem psalmum orationem compilarit. νεία της σαρκός ο Χριστός , καλώς πρόσκειται το ,
ριος δε και την εν τω βάθει αυτού πληγήν γνωρίζων, εν ανθρώπου φύσει γενέσθαι. « Figurate existinatus
ώς δύνασθαι προσιών των ιατρώ λέγειν. "Ιασαι με , Inec dicta esse propter incarnationem Verbi Dei,
Κύριε. 'Ενταύθα μέντοι ευχαριστία εστίν υπέρ της αιοd onini gladio aculius est. Quoniam femur sym
51 Psal. ΧΧνιι, 7. 5 •Jer. Χνιι, 15. 55 Psal. XXXII , 2 , 84 ilbill. 5. 32 ibid. 6. 38•ibid. 7. • ibid. 9.
16 Peil. XLIν, 2 .
(a) Uli soleo vulgatis interpretationibus. ( 5) Leg. num, 35.
 D. JUL. GARNERII PRÆFATIO . CCUIT
bulum est operationis generativæ . Cum vero Cbri. A raro bis aut ter in eadem commentarii pagina legi
stus infrmilati carnis copulandus esset, pulchre lur, vel sola satis ostendit eum commentarium , qui
additur, Polertissime. Maximæ enim potentiæ eral, noncine Theodori fleracleolar, circumferlur , ejus
posse Deum nasci in nalura hominis. » Siquidem vnius felum non esse, sed multoruin ; ob idque
Basilius explicans illud , Accingere gladio quo super non erraturum , qui hoc operis in calenarum nume
femur luum , polentissime * **, verbis iisdem ulilor, ro reponet. El vero si res diligentius expendatur,
sic lamen , ut ſusior sit illius interpretatio . Idem hac voce, « alius, , mododesiguari Origenem ,modo
omnino sentiendum de aliis quibusdam psalmi ver. Eusebium Cæsariensem , modo Athanasium , modo
siculis, quorum explicationem bis edilam videmus, Didymum , modo Apollinarium , modo Basilium ,
semel in commentario, iterum in Basilii oratione. modo Chrysostomum , modo Theodoretum aut alios
Ejus generis versiculi sunt : Myrrha el gulla el ca . quosvis, ncgari non poterit. Sed exempla pauca e
sia a vestimentis iuis a domibus eburneis 88 ; et : Om - multis subjicere præstat, quibus res ila manifesta
nis gloria fliæ regis ab inius ***; el : Adducentur regi fiat, utnullus dubitationi locus relinquatur.
virgines post eam * . El vero quisquis virumque 44. Initium ab Eusebio duocre visuin est, quod
opus erolveril, mulla ad verbum aut e Basilii ora - Corderiani commentarii pars non minima ex eo
lione in commentarium , aut e commentario in Ba - B sumpla esse sidealur. Eusebii igitur verba sunt hæc
silii orationem translata esse facile ex locorum ex enarratione in psalmum primum : 'Enel qusixūs
collatione cognoscel. Pauca quidem sunt in psalmum opeyou.eba trávces toū uaxápioi elvai, cékos dyabov
vragesimum primum , quæ commentarii scriptori od maxáplov Opisódevol, TET )avnuévews yɛ urin
cuum Basilio communia sint ; sed tamen quantulum πολλοί τούτο μεταδιώκειν εν σωμάτων ήδοναίς ηγούν»
id cunque est, rem se ila babere , ut diximus, ta ... ElxótWS Xbyo, ¿v TOMTO:S ÕDev ÈxPDV Thiv xat
ostendit. Leclam igitur volo in utroquc opere expo- apxhvěTrolhoato tñs xatá Oedy úuvyvolas, toy áhne
sitionem bujus versiculi, Non movebor amplius 86e : Ows parápiov xal témous dyaboù toy Tapa Oem tę.
quam quilegerit, falsi nequaquam nos accusabit. révov ÚTroy páqwv. i Quandoquidem vel ipso naluræ
Quod si cuipiam hoc suficere non videlur, rive: t instinclu omnes bealitudinem appetiinus, boni linein
explanationem verborum illorum , Ore suo benedice- slaluentes felicitatem , erroreque mentis ducti com
bant " . Denique commentarii auctor el Basilius ita plures illam in voluptatibus corporeis quaerendam
interpretantur verba illa psalmi centesimi quarti : Pulant... binc jure hymnorum ad Deum laudandum
Deus nosler miserelur "*°; et : Custodiens parvulos exordium ductum est, describiturque quisnam vere
Dominus 58, ut aliquando unius interpretatio cum bealus sit, atque bonum finem a Deo consequatur.)
allerius interpretatione ipsis verbis syllabisque C Sic aulem commentarii auctor loquitur : Maxapie
conveniat. Intelligerc licet cum ex iis quæ exscrie Tntos uły quosi ära VTES Opeybuela, tédos dra007
psimus, tum maxime ex iis quæ quisque in ipsis od paxáplov op. 66usvoi. 'AXX' È TELOH TIVES Év ow
libris legere potest, aut Basilium fuisse plagiarium, ματικούς αγαθοίς τούτο είναι νομίζουσι πλανώμενοι,
non unum aliquem e multis, sed perquam insignem , sixótws õdev txeñv, thy & puovlay o abyos étrolnok
aut isthæc librariorum opera in Basilii orationes tñs xatá Dedy juvwồias, toy dancūs uaxáploy xal
irrepsisse , aut maximam partem orationum quaereos dyaloi tapa Dew hE.Wlévov ÚTroypa.pwv. Bea
Basilii nomine circumſeruntur, ad eum oon perli tiludinem quidem natura omnes appetimus, linem
dere, aut denique Theodorum Heracleolem com . boni beatitudinem slaluentes. Verum cum erronee
mentarii auctorein non esse. Sed Basilium inter nonnulli in corporeis bonis hanc silam arbitrentur,
insignes plagiarios recenseri, quis animo æqno ſe . merilo , unde conveniebal,divinæ laudis barmoniain
rat? Ex alia parte, cui verisimile fiet lam multa a hic sermo concinnavil, duin rere bealum el qui a
librariis fuisse inserla Basilii orationibus ? Nec vi- Deo finem boni adeplus est, describit. » Accedit,
deo quoque, quomodo orationes Basilio lol seculo - quod scriptor uterque, Eusebius et continentarii aq
rom spalio ascriplæ , in quibus alioqui dictionis . cior, explanationein verborum illorum : Ei eril
Basilianæ indicia non obscura exslant, pro spuriis " Lanquam lignum quod planlalum est 68', etc., verbis
baberi possint? Reliquum igitur est ut putemus iisdem el syllabis ordialur. Etenim in Eusebii opere.
hunc coipmentarium Theodori Heracleolæ opus sic edilum invenimus : '0... tu belu ozodátwy vó
non esse , sed scriptoris alicujus, qui cum e Basilio Uw , xal tois Ę autoù dorixoiş vámasiv åpåóuevos,
permulla sumpseril, Basilio simul et Theodoro po - Ocôpa oixelws putý Tozp' cõaos ėbčiswuévy tapa
slerior sit. Sed adhuc quæri polesl ulruin scriplor6i6antai. i Qui...divinæ legi vacal, el spirilualibus
ille posterior quisquis est, de suo composuerit coin - rivis cx ea Quentibus irrigalur, admodum apposite
mcalarium , an polius eumdem e mullorum operibus ligno, cujus radices proxime aquas posile sunt,
concinnarit. Ad quam quæslivnem solvendam neque comparatur. , Jun commentario vero : 'Oyap tu
longuin lempus, nequemullum laborem aul Studiun Osiw gyonátwv vóun , xal tois Ę aútoù vánaolv åp
requiri arbitramur. Nam vox illa , e alius, ' quæ non subuevos, tā stap' ü&asiv &stūTL 8év&pw & Treixaot@..

**.•P -al. xliv. 4. 55 ibid. 9. *5* ibid. 16 . $* ibiit. 15. MR. 'sal. LX1, 3. * ibid. 5 . *** Psal. crir, 5.
** ibij, 6. BR . Pal. 1, 3.
CCVIII PROLEGOMENA.
« Qui enim divinæ legi vacal, el rivulis ejus A quidem , in decore sanctificalo, edidit ; Symmachus
irrigalur, assimilalus est arbori juxta aquas colistic vero, in decore sancio . Vuli enim nos cum decculi
lutæ . , Et quoniam non multum refert utrun ea orualu et amica Deo justitia facere adorationem . »
quæ transcribimus, cohæreant inter se , necne, Velim legatur in ipsis libris lola hujus loci explana
psalmos singulos animusnon est ordine percurrere : tio , lumque una cum altera comparetur ; quo cla
sed quidque, ut occurrel, adnolare salis.habebimus. rius appareat commentarii auctorem nihil magis
Olio qui abundat quominus suæ curiositati satisfa - facere, quam Eusebium palam compilare . Quod dixi .
cere possit, nibil velat. Quare ad psalmum vicesi- mus , vocabulo , 1 alius, , modu unum auctorem ,
mum octavum transibimus, e quo nonnulla exempli modo alterum significari, ejus exempluw in inter
loco proferentur, si tamen priusmonuerimus Euse- prelatione psaliui vicesimi noni habelur. Nam vox
bium et commentarii scriptorem , duni initiuni psalmi ea , ( alius, , ut ex Eusebii commentariis palet,
decimi quarti interpretantur , non raro quoque ea . Eusebium ipsum indical. Omillemus quæ utrique
denu iisdem verbis dicere. Haec igitur leguntur in scriplori, pseudo- Theodoro et Eusebio , communia
enarrationc Eusebii in psalmum vicesimum octavum : sunt vel ipso inilio enarrationis in psalmum trice
"Εν οίς ο λόγος την ευαγγελικήν χάριν την εις πάντα simum secundum; sed que dicuntur in haec ejas
χυθείσαν τα καθ' όλης της οικουμένης έθνη προευαγ. Β dem psalini verba : Qui incit είgillatim corda eo
γελισάμενος . . . . ταύτά τε κομίζειν παρακελεύε- τum 66*, non pigebit ascribere. Eusebius : Καταμό
ται , ουκ "Ιουδαίοις , αλλά ταις πατριαις των εθνών, σας δε είρηται αντί του αφωρισμένως παρά τα λοιπά
η κατά τους λοιπούς ερμηνευτάς, ταϊς συγγενείαις ζώα. Καρδίας δε λέγων, τους λογισμούς εδήλου , και
των λαών . . . . Διό και ωφέλισται παρά τους Ε6- ότι αφωρισμένως έκαστος άνθρωπος ώσπερ ταμείον
δομήκοντα, ώς μη κείμενον μήτε εν τω Εβραϊκή, αποκεκλεισμένον έχει την εαυτού διάνοιαν, ώς μη
μήτε τιαρά τους λοιπούς ερμηνευταίς . . . . Αντί δε δένα δύνασθαι ετέρου καταλαμβάνειν λογισμούς . Ού.
του , εν αυλή αγία αυτού, ο μεν 'Ακύλας, εν δείς γούν οίδεν ανθρώπων τα του ανθρώπου . . . .
διαπρεπεία ηγιασμένη , εξέδωκεν· ο δε Σύμμαχος , Συνήπται το , ο συνιεις πάντα τα έργα αυτών .
εν διαπρεπεία αγία . Βούλεται γαρ ημάς ο λόγος Μόνος γάρ αυτός συνίησιν εξ οποίας προαιρέσεως
μετά του πρέποντος κόσμου και της τώ Θεώ προσφι- τα των ανθρώπων έργα επιτελείται μηδενός άλλου
λους δικαιοσύνης την προσκύνησιν ποιείσθαι. « Qui- δυναμένου συνιέναι , ποία προθέσει και οποία ορμή
bus sane evangelicam gratiam in omnes totius or - έκαστος των ανθρώπων πράττει και πράττει . • Sigil
bis nationes diffusam prænuntians . . . . hæc af. latin dictum est quasi separatim et scorsum a re
Terre jubel, non Judicos, sed familias gentium 59, cliquis animalibus. Dum autem corda memoraret,
aulsecundum reliquos interpretes, cognaciones po- ^ cogitationes significavit , quia quilibet homo seor
pulorum . . . . Quare hæc in Sepluaginta interpreli- sum mentem suam ceu receplaculum occlusum
bus obelo notantur, quod neque in Hebraico exen - habet, ut nemo allerius cogitationes deprehendere
plari, nec apud reliquos interpretes compareant. valeat. Nullus igilur hominuin novit quz sunt
Loco autem illius , in aula sancla ejus 59", Aquila, hominis 65 . . . . Additur loc , Qui intelligit omnia
in decore sanctificalo , Symmachus vero , in decore opera eorum 614. Ipse namque solus intelligit ex cu
sancio, cdidit. Vult eniin nos cum debito ornalu , jusmodi electione voluntatis hominum opera edan
ac Deo dilecta justitia adorationem peragere.» Hæc iur, cum nullus alius intelligere queat ex cujusmodi
vero in commentario : 'Εν οίς ο λόγος της ευαγγε- proposito, ex quo molu voluntatis quivis hominura
λικήν χάριν καθ' όλης χυθήσεσθαι προθεσπίζει της agat que agit. Pseudo- Theolorus vero : Καταμό
οικουμένης. Παραγγέλει γάρ τα λεχθέντα κομίζειν, νας δε, αντί του αφωρισμένως , κεχωρισμένως παρά
ουκ Ιουδαίοις, αλλά ταϊς πατριαϊς τωνεθνών» ή κατά τα λοιπά ζώα : καρδίας δε λέγει τους λογισμούς.
τους λοιπούς , ταϊς συγγενείαις των λαών . Ωβέ- Και ότι άφωρισμένως έκαστος άνθρωπος ώσπερ τα.
λιστα: γαρ παρά τοις Έβδομήκοντα το, υιοι Θεού, μείον αποκεκλεισμένον έχει την έαυτού διάνοιαν,
ως μη εγκείμενον το Εβραϊκώ, μηδε ταρά τοις άλ- η ώς μηδένα δύνασθαι ετέρου καταλαμβάνειν λογι .
λοις . . . Ανοι δε τού, εν αυ.. η αγία, ο μεν 'Ακύ- σμούς . Ουδείς γαρ οίδε των ανθρώπων, και εξής . . .
λας, εν ευπρεπεία ηγιασμένη, εξέδωκεν · ο δε Συνήπταν τό, ο συνιείς εις πάντα, ώς μηδενός
Σύμμαχος, εν ευπρεπεία αγία. Βούλεται γαρ ημάς άλλου δυναμένου συνιέναι, οία προθέσει και ορμή
μετά του πρέποντος κόσμου και της προσφιλούς τώ έκαστος των ανθρώπων , α πράττει, πράττει . ( Sigil
Θεώ δικαιοσύνης την προσκύνησιν ποιείσθαι. In latim autein posuit pro seorasim, separatim a reli
quibus oraculum gratiam evangelicam per universum quis animantibus : corda autem intelligit cogitatio
orbem diffundendam prædicit. Jubel enim illa quæ nes. Etquoniam quilibet homo segregatim quasi con
recensila sunt afferre, non Judæos, sed patrias gen. clusum quoddam penu menteni suam babet , ita ut
ljuin , vel secundum reliquos , coynaliones populo - nemo alierius cogitationes valeat percipere. Nemo
rum . Apud Sepluaginta enim expuuclum est illud, enim scil quæ sunt hominis, elc . . . . . Adjungitur :
Filii Dei so, quod in Hebræo id non habealur, nec Qui intelligit omnia , ac si nullus alius possit intel
apud alios. Cælerum pro, in aula sancla , Aquila ligere , quanain intentione et quo instinclu quilibet
» Psal. XXI, 28. 59• Psal. XXI , 9 ; Σεν, 8. ** 10 !. ΧΧ11, 1. 9• Psal. Xxx11, 15. 1 Cor . 1,
11. 61 : Psal . XXXII, 15 .
 D. JUL, CARNERII PRÆFATIO . CCIY
hominum agat quæ agit. , Hic , ut alias, observari A adversus cor inimicorum luorum , deinde vero, Po
potest, librariorum incuria factum esse, aut typo puli sub le cadeni6 % , pulsis immissione telorum lno
graphorum , ut vitia quædam apud Theodorum de- rum inimicis . , Pseudo- Theodorum audiamus, sic
preliendlantur. Νam ubi legitur , αφωρισμένως, κε Ioquentem : Πρώτον γάρ τα ήκονημένα βέλη γενή
χωρισμένως , obscurum non est vocem alterulram σεται κατά της καρδίας των εχθρών, έπειτα λαοί
παρέλκειν ; idque ex eo evenisse, quod cum vox υποκάτω σου πεσούνται, ελασθέντων τοίς βέλεσι των
una in uno codice reperiretur, altera vero in altero, y pwy. Primum enim sagittæ dient aculæ in
librarius quispiam utramque apposuerit. Deinde, corde inimicorum , deinde populi sub le cadent,
ubi legiinus, OVYiels els nárta, præposilum , els , postquam sagittis subacti fuerint inimici. , Plura
redundare quoque certum est ; eamque erroris can subministrabit psalınus quadragesimus octavus, ubi
sam esse, quod vocis ouvielę syllaba ultima oscilan - illa : El auxilium eorum velerascet in inferno a
ler bis edila sil. Denique legi oportere , npattel à gloria eorum " , explicans Eusebius, sic loquitur :
πράττει, non & πράττει πράττει, vel tirones intelli- Αντί δε του , και η βοήθεια . . . . ο μεν 'Ακύλας,
gunt. Sed ad propositum nostrum nos feramus. και χαρακτήρ αυτών κατατρίψαι άδην» εκ κατοι
lla psalmi tricesini tertii, Timete Dominum, omnes κητηρίου αυτών. Ο γάρ χαρακτήρ αυτών , ον εαυ
sancti ejus 61, opinionem nostram non parum con- Β τοις εξετύπωσαν , το μεν κατ' εικόνα και ομοίωσιν
firmanl. Hec Eusebii verba sunt : Πάντα ταύτα του Θεού εξ αυτών αφανίσαντες , είδη δε και μορφές
γνωμικώς ο Δαβίδ εις την ετέρων ωφέλειαν προφέρε- αλόγων ζώων και ερπετών διά τρόπων μοχθηρίας τη
ται , αυτός πρότερον απολαύσας αυτών . . . . Παρα• ψυχή περιθέμενοι, κατατριβήσεται . . . . Και τούτο
κελεύεται τοίνυν τον φόβον του Κυρίου προ οφθαλ- μεν των ασεβών το τέλος. Οι δε ευσεβείς κατ' εκείνο
μων τίθεσθαι τους αγίους αυτού • υπό γάρ αυτού του καιρού πρωίας αξιωθέντες και νέου φωτός, ανατολής
φόβου αγιοι ανατελούνται . .. . ο φόβος Κυρίου της των ασεβών κατακυριεύσουσιν , ή κατά τον
αγνός, αντί του, αγνοποιός . . . Και σημείον του φο- 'Ακύλαν, ενί κρατήσουσιν , ή κατά τον Συμμα .
δείσθαι τον Κύριον τούτ' αν γένοιτο, το καθαρεύειν χον , υποτάξουσιν αυτοίς. Τών γάρ ενταύθα τα
μεν πάσης ρυπαρίας αισχράς πράξεως, φυλάττειν πεινωσάντων τους ευθείς ασεβών, εκεί ρύσεται την
δε αυτούς αγίους και σώματι και πνεύματι, etc . ψυχήν προς το μή συναπαχθήναι τοίς ασεβέσιν , αλλ'
• Hec omnia David ad aliorum utilitatem sententia- εν ετέροις είναι χωρίοις τε και ποιμνίοις. « Pro illo
rum more profert, quorum prior ipse potitus erat.... autem , et auxilium .... Aquila , el character eorum
Præcipit ilaque sanctis Dei , ut timorem ejus prae conlerere infernum ex habitaculo eorum . Nam chara
oculis habeant : ab illo quippe timore sancti effi- cler quem sibi effinxerunt, eliminata ex seipsis Dei
ciuntur. . . . Timor Domini castus 68*, videlicet, ca . imagine ac similitudine, atque irrationabilium ani
slos eſlicicns . . . . Atque signum illud evidens malium repliliumqne formis per varios improbitalis
ſuerit limoris Domini, si quis a sordibus et pravis modos animæ suæ adscitis, in babitaculo inferni
operibus purus et vacuus fuerit , seseque sanclum conleretur... Et bic quidem impiorum Onis . Pii
corpore et spiritu servaverit, 1 elc. Sic vere loqui. autem illo tempore, matulina et nova luce donati,
tar cominentarii auctor : Πάντα γνωμικώς εις την orienti iampiorum dominabuntur ** ; sive secundum
ετέρων λέγει ωφέλειαν, αυτός πρότερον απολαύσας Aquilam, imperabunt ; sive secundum Symmachunυ,
αυτών. Και παρακελεύεται τον του Κυρίου φόβον εubjicient sibi. Nam cum impii hic proborum ani
προ οφθαλμών τίθεσθαι τους αγίους, υφ' ου άγιοι τε- mas depresserint, illic animam piorum liberabic,
λούνται. Ο γαρίφοβος Κυρίου αγνός, αντί του, αγνο- Όt ne una cumimpiis abducantur ; sed in aliis locis
ποιός . Και σημείον του φοβείσθαι τον Κύριον τούτο el oilibus degant. » Sic autem hunc eumdem Io
αν γένοιτο, το καθαρεύειν πάσης αισχρότητος και cum interpretatur pseudo- Theodorus : 'Αλλά των
σώματι και πνεύματι , etc. • Omnia sententiose ad μεν ασεβών τοιούτο το τέλος. Οι δε ευσεβείς κατ'
aliorum profert utilitatem , cum ipsemet prius iis εκείνο καιρού πρωίας αξιωθέντες, και ανατολής νέου
frailus esset. Ει jubet sanclos timorem Domini D φωτός, των ασεβών κατακυριεύσουσιν · ή κατά τον
ante oculos collocare , a quo sancti perfciuntur. Ακύλαν, κρατήσουσιν · ή κατά τον Σύμμαχον , υπο
Nam timor Domini sanctus, id est, sanctificans. Αι- ταξουσιν αυτούς. Των γάρ ενταύθα ταπεινωσάντων
que hoc tilnoris Domini sigoum esse possit, si quis τους ευθείς ασεβών, εκεί κρατήσουσι. Kάμου δε του
purus sit ab omni turpίtudine , tam corporis quain ταύτα λέγοντος ρύσεται την ψυχήν, προς το μή συν
spiritus, » etc. Pauca et ex psalmo quadragesimo απαχθήναι τοίς ασεβέσιν , αλλ'εν ετέροις είναι χωρίοις
quario libel adjicere. Hec autem sunt ex explana- τε και ποιμνίοις... Ο δε Ακύλας αντί του , Βοήθεια ,
lione versiculi illius : Sagitte fue acule 8, quem Χαρακτήρ αυτών κατατρίψει άδην» εκ κατοικητη
hoc modo interpretatur Eusebius : Πρώτον μεν γάρ ρίου αυτών. Ο χαρακτήρ αυτών , ον εν εαυτοίς εξ
φτσι: Τα βέλη σου ήκονημένα γενήσεται κατά της ετύπωσαν, το κατ' εικόνα αφανίσαντες, και αλόγων
καρδίας των σων εχθρών • έπειτα • Λαοι υποκάτω μοχθηρίαν μιμησάμενοι , συντριβήσεται. « Αιφui
σου πεσούνται, ελασθέντων τοίς σοις βέλεση των impiorum quidem talis est finis . Ceterum viri pii
expôv. ( Nain primo ait, Sagillæ luæ acute ſientisto lempore malutino el novæ lucis ortu digni

* Psal. XXX1, 10. 61: Psal. XVIII, 10. 65 Psal. XLIV, 6. 13: ibid . * Psal. Σιντι, 13. • ibid
 CCX PROLEGOMENA.
habili, dominabuntur impiis, vel juxta Aquilan , A sunt in illa psalmi sexti : Laboravi in gemitu meo " :
ineperabunt; vel juxta Symmachun, subjicient illos . 'Axouousflav Olav Ó Baoideus Metávolav È TEE BELEQto.
Impios enim quihic rectos humiliarunt, ibi supera- Oux andūs trajev, &XX' èxonlasev steve Wy : oux
bunt. Elmeam quoque hæc dicentis animam libera - &tus coexpugev, ådda thu xàivny Elousev, xal xal'
bil, ne simul cuni impiis abducar; sed in aliis locis èxàotny vúxta . Kai où cd trapeady Oxonei, sila
ac gregibus verser ... Aquila vero pro, auxilium, και επαγγέλλεται τοίς (sic) προς το μέλλον διά πάσης
legit, Character illorum leret infernum de habitaculo της ζωής και όν οι πολλοί ποιούνται αινέσεως (sic)
eorum . Character illorum , quem in semetipsis ex - xalpov, TOŪTOV Èzeivos eEojohoytoEWS. « Audiamus
presserunt, illud quod ad similitudinem erat abo- regis illius pænitentiam , qui non solum laboravit,
lenles, el brulorum pravilalem imitantes, contere. sed etiam ingemiscendo magno afeclus est dolore;
lur.» Quidquid aulein in his deprehenditur variela non solum collacrymalus est, sed lavit per singulas
tis, tribulum ipsis auctoribus nolirn , Eusebio et nocles leclum suum . Neque tamen id illo respicit
pseudo- Theodoro ; cum non minima pars ul hic, quod jam prxteriil, scd similia facturum se polli
ila alibi, polius librariis ascribenda sit. llaque ubi celur per totum vilæ tempus 6 * : el quod alii lem .
legimus in Eusebio , doc6wv, èxei dúostai, etc., non pus laudibus insumunt, id ille confessioni depulal.
valde admodum dubito , quiu ibi aliquid omiserint B Eadem omnino leguntur in pseudo-Theodoro; vli
librarii. Puto igitur polius legenduni esse vii in ex illius verbis, que subjicere non gravabimur, pa
poseudo - Theodoro : Kauoù È TOū tauta , etc. Nam lebit. Sic ergo loquitur : 'Axouowlev oiav o Bari
joc pacto orationem plane cohærere conslat : con - deusMetávolav ÉTTE ELEato. Oůx & ndūs čxajev, all '
ira , aliquid necessario in Eusebio supplendum est, exotiage oteváśwy.oux dtchws toáxpugev , add this
cunu incerle dictuin sil púgetal thy yuxýv, nec ad - xalvny Elouge , xal xal' èx&otiv vuxta. Kal ou co
editum sit, cujus animalm liberaturus sit Deus. Ει παρελθόν σκοπεί , αλλά και επαγγέλλεται τούτο και
alioqui illa psalmi ex eodem loco, Verumlamen Deus προς το μέλλον διά πάσης της ζωής. Και αν οι πολ .
cant Eusebium non aliter, atque in pseudo-Theo - loyhoews. « Audianus qualem rex hic pænitentiam
doro editum est, loqui debuisse. Dixerat enim Da- demonstraverit. Haud simplici modo laboravil , sed
vid , ſore, ul sua ipsius anima, non alterius redime- laboravit gemens ; haud vulgari ratione lacrymalus
relur. El quia Basilii causa criticæ bæ nolæ susce - fuit, sed leclum suum lavil, idque per singulas mo
plæ suni, ejus in Psalmos orationum ordinem cles. Neque præterituin duntaxat lempus special,
seculi, nonnulla quoque e psalmo quinquagesimo verum criam in ſulurum se per tolam vitam id fa•
nono in inedium alteramus. llæc igitur scripta sunt C clurum spondet. Alque tempus quod alii destinant
ab Eusebio in illa hujus psalmi: Quis abducel me quieli, hoc ipse impendit conſessioni, , Recle et
in civilalem munilam 66., etc. : E' lothsas tŤ Tūv emendate in pseudo- Theodoro editum est avé.
reponex évtwy Slavola ó Opochons Ú TIE pEXT ýtte- GEWS, ubi in Athanasio ineple el mendose a libra
tab... Aid uaxapicee uè toutous, OIS È TILÔNG ÝGELV riis scriptum est alvéoews. Nam ipsa temporis ratio
Ameddev Deos. Euxiv od tibetai Xatag.wiñval Toote vocem đVÉGews necessario exigil ; cum noclurnum
xal aútdy tñs toutwy Olas, etc. « Supradiciorum tempus de quo hic agitur, vulgo non laudibus, sed
sententiæ insistens Propheta, supra modum mira somno ac quieli impendi soleat. Vidimus pseudo
(ur... Quare bealos illos prædicat, ad quos accessu- Theodorum , cum interpretaretur illud, Laboravi in
rus erat Deus, oratione:nque eminlil, ut ipse quo- gemilu meo ,Athanasii interprelationeio compilasse :
que hæc videre dignus babealur, , etc . Pseudo- videainus nunc eumdem hoc idem rursus præstilisse
Theodorus non secus. Ejus hæc sunt verba : Eita in explanandis illis ejusdem psalui verbis, Discedile
Štolott,oas th tūv lex évtWV 8:avola ó Olpoohons a me, omnes 67, etc . Athanasii igitur sunt illa : 0ů
εκπλήττεται... Και μακαρίζει τούτους, οίς ενδημή- μικρά δε και αυτη πρός αρετήν οδός , το φεύγειν και
σειν έμελλεν ο Θεός και ευχήν τίθεται, καταξιω- διακρούεσθαι τας των πονηρών συνουσίας. Ούτος γάρ
θήναι και αυτόν της των ειρημένων θέας, etc. D της μετανοίας ο καρπός, και των δακρύων το κέρδος.
« Deinde insistens sensui eorum quæ dicta sunt, "HEALTŪS TOūTO , &vel toū, 8ds etteiv tois éttejbal
obsluprscit Propheta ... El healos prædicat illos, in VOUGEV èx @ pois . &TOOTTITEÕti cionxovotny,oti topos
quibus Deus commoraturus est; et orationem ponil, 8xOnv, o Bit tñs ajapolas drowobels. Necminima
qua rogat dignus haberi visione eurum quæ dicia illa est ad virtutem via , fugere et abjicere improbo
suni, , etc. Nec se sui dissiinilem præstitit hic rum consortium . Hic enim est pænitentiæ fructus et
pseudo- Theodorus. Nam , qui ejus mos est, hinc lacrymarum lucrum . Aut fortasse illud per ellipsim
inde ab Eusebio voces quasdau mulualur. Sed dictum est, ut intelligatur : Coneede nobis ut dica
Euscbium dimiliamus, ut aliqua e :iam ex aliis scri- mos iis qui in nos irruunt adversariis : Abscedile
ploribus liceat ascribere. Plura qui cupiunt, libros quoniam exaudivit me, quoniam ipse susceplus sum ,
ipsos adeanı, suadeo. qui peccali causa espulsus fueram . , Pseudo- Theo
45. Succedat jam Athanasius, cujus hæc verba dori aulein hæc : Oů jixpda xal aúrn tipos & pectiv
Psal. xlvin , 16. *** Psal. lix, 11. " Psal.vi, 7. *• ibid . ibiu. 9.
 D . JUL . GARNERII PRÆFATIO . CCXI
άδες, το φεύγειν και διακρούεσθαι των πονηρών συν- Α μιον deest in commentario , sed ita legisse Corde
ουσίαν. Ούτος γαρ της μετανοίας ο καρπός , και των rium, ex interpretatione palet. Ιderm Chrysostomus
δακρύων το κέρδος . "Η ελλιπώς τούτο, αντί του , δος illa ejus psalmi verba, Dominus judicabit popu
ειπείν τους επιβαίνουσιν εχθροίς : Απόστητε, ήδη Ios 9, interpretatur Ιιοο ιοιιο : Διδάσκει τους
εισηκούσθην, ότι προσεδέχθην, και διά την αμαρτίαν απ- απλώς και ως έτυχε νομίζοντας άπαντα φέρεσθαι,
ωσθείς. « Haud parva quoque ad virtutem via est, ότι πρόνοια τις εφέστηκε τοις πράγμασιν, απαιτούσα
fagere ac repellere consortium malorum. Ηic enim τας ευθύνες των γινομένων. « Docet eos, qui omnia
fructus est pænitentiæ , ac lucrum lacrymarum . Vel casu el lemiere ficri putant, rebus quamdam prxcsse
eliam est læc loquendi formula per omissionem , providentiam , quæ eorum quæ fiunt rationem exl.
quasi diceret : Da ut dicam insultantibus mihi ini- git.» Haud dissimiliter pseudo- Theodorus, qui sic
micis meis, Discedite : jam exauditus sum, quoniam scripsit : Διδάσκει τους νομίζοντας απλώς και ως
altnissus suur, qui ob peccatum fueran repulsus. 5 έτυχεν άπαντα φέρεσθαι, ότι πρόνοια τις εφέστηκεν,
Institueram plura ex Athanasii in Psalmos Εεροεί- απαιτούσα ευθύνας των γινομένων. • Docet eos, qui
tioribus colligere , verbi gratia , ex psalmo decimo putant omnia lemere et fortuito fieri, imminere re
quinto in illa , Providebam Dominum in conspectu bus humanis providentiam quamdam , quæ factorum
meo seinper "?", (xque Psalmo vicesimo primo in B pænas exposcat. , Pseudo-Theodoruin vel in ipso
illa, Deus Deus meus, respice in me... Longe a sa. psalmi initio Chrysostomi verba compilasse osten
lule mea verba deliciorum meorum " , et ex aliis si. dimus : nunc eumdem e line quoque nonnulla sibi
militer psalmis non paucis ; sed est causa, cur in sumpsisse, quæ sequuntur probabunt, Chrysostomi
coeplo desistendum putem . igitur verba sunt in illa , Conplcbor Domino 69 :
46. Accedat ergo Chrysostomus. Sed antequam Ευχαριστήσωμεν, φησίν, ου ταίς ετέρων χαίρων σφα
exempla quibus nostra opinio confirmari possit, γαίς, αλλά του Θεού την ψήφον αποδεχόμενος.... Τι
subjicianus, monere expedit grave meudum in εστι, Κατά την δικαιοσύνην αυτού ; Αντί του , επί
commentario inesse , mibi librarii impudenler 'Edèse th Oxacosúvn autoū . « Gratias agamus, inquit, non
pro 'Addy scripserunt. Legas velim commentariuin aliorum gaudens cædibus, sed Dei sententiam sus
in illa , Deus , Deusmeus, respice in me. Chrysostomi cipiens...... Quid est, Secundum justitiam ejus" ?
aulem sunt hæc in priina psalmi septimi verba : Pro eo quod cst, Propter justitiam ejus. » Iu Com
Ουκ είπε • Κόλαζε τον «εολέμιον, άνελε τον εχθρόν. inentario autem sic editum inveniimus : Ουκ επιχαί
'Αλλά τι ; Το εαυτού ζητεί μόνον, και λέγει: Σώσον ρων ταις ετέρων σφαγαίς.... Ευχαριστήσω, φησί,
με, τουτέστι, μη αφής με κακώς παθείν, εκ πάντων , αποδεχόμενος την δικαίαν αυτού ψήφον. Το γαρ,
των διωκόντων με, και ρύσαι με. " Ορα πώς ουδε κατά την δικαιοσύνης, αντί του , επί δικαιοσύνη
πάσχων κακώς, ονομαστι μέμνηται του πατραλοίου, σου ψαλώ. « Νοι φuod aliorum eum cades deleclent.
και εν τη συμφορά την φύσιν επιγινώσκων, και εντώ Gratias , inquit, agam, ejus justanm sententiam ap
πολέμω τον υιόν ορών, και εν τοίς κινδύνους των probaudo. Quod enim ait, Secundumjustitiam, idem
σπλάγχνων ουκ επιλανθανόμενος . « Non dixit : Puni est ac si dical : propter justitiam tuam cantabo. »
hostem , lolle de medio inimicum : sed quod suum Possim et ex psalmo octavo mulla corradere ; sed
est lantuin quæril, el dicit : Salvum me fac, hoc id necesse non esse rali, admonebimus solum eailem
ealne permillas ul male paliar, ab omnibus pere in ulroque scriptore identidem reperiri, videlicet
sequentibus me et libera me 68*. Vide quoinodo in illa : Domine Dominusnoster, quam admirabile , elc .;
ne male quidem patiens, nominatim meminit par- lum in illa : Quoniam elerala est magnificentia lua ;
ricidæ , et naluram in calamitale agnoscens, et in item in illa : Ex ore infantium et lacientium perſen
bello respiciens filium , et in periculis non oblivi- cisti luudem propler inimicos tuos, ut destruas, elc.;
scens viscerum . , Loquilur vero pseudo- Theodorus jlem in illa : Quoniam videbo colos opera digilorum
hoc inodo : Ουκ είπε• Κόλασον, άνελε τον εχθρόν. ιuorum10 . Hoc idem dictum volo de ps:lio nono,
' Αλλά τι ; Σώσον με. Το γαρ εαυτού ζητεί, οίον, D cujus in explanatione eadem aliquando dicuntur ab
μη άφες με κακώς παθείν. Και το έκ πάντων δε, utroque interprete, in illa scilicet : Conβtebor tibi,
μετά φειδούς. Ου γαρ ονομαστί μέμνηται του πατρα - Domine ; et in illa : Paramit in judicio thronum suum:
λοίου , αλλά καν τη συμφορά την φύσιν επιγινώσκει in illa quoque : Factus est Dominus τεfugium pau
και των πατρικών σπλάγχνων ουκ επελάθετο. « Non peri; adjutor in opportunitatibus, in tribulatione ".
disit : Puni hostem , interlice inimicum . Sed quid ? Atque ut de aliis locis conjectura fieri possit, ver.
Salvum me ſac . Quod enini se concernebat, illud borum illorum , Infixæ sunt genles " , interpretativ
quærit, quasi dicat: Ne sipas mealligi. Illud aulem , nem ita , ut in utroque opere legitur, ascribero
Ex omnibus, cum moderatione adjunclum cst. No libitum est. Chrysostomi igitur hæc sunt : Alação
minatim enim parricide mentionem non facit, quin ραν την κακίαν λέγει, Ουδέν γάρ ούτω διαφθείρου,
etiam in calarmilale naturam agnoscit, et palerno- ως κακία . Ουδέν γάρ ασθενέστερον του πονηρού. Τους
rum viscerum non obliviscitur. Vox quidem πολέ - οικείους όπλοις αλίσκεται.... Και όρα πως κυρίως
• Psal. xw, 8. * Psal.XXI, 2 . 68• Psal. VΙΙ, 2 . • ibid. 9. 9• ibid . 18. 10 ibid . το• Psal. vu, 2-4 .
* Psal. 15 , 3 , 8, 10. 11• ibid . 16.
CCXII PROLEGOMENA .
κέχρηται ταις λέξεσιν. Ενεπάγη, φησί, τουτέστι, Α νητικών παραστήσαι βουλόμενος. Τι εστιν ή μερίς:
κατά κράτος κατεσχέθη, άφευκτος αυτή γέγονεν η Τούτο αυτοίς κλήρος , φησί , τούτο κτήμα, τούτω
επιβουλή . Και πάλιν • 'Εν παγίδι ταύτη, ή έκρυ- ενδιατρίψουσιν, εν τούτοις δαπανηθήσονται. Είσα και
ψαν, συνελήφθη ο πούς αυτών . Δεσμοίς αλύτοις, η αιτία • ότι και πάντα εφορών, ουκ ανέξεται ταύτα
φησίν, οι πονηροι περιπείρονται . « Interitum sive ατιμωρητί παραδραμείν. « Postquarm dixit suppli
corruptionem dicit vitiuin. Nihil enim æque cor . cium quod ex vitio oritur, quoniam mului id contem
rumpit ol vilium . Improbo enim homine nihil est nunt, mentem deinceps improboruin conculit, et
imbecillius. Propriis arıois capitur ... Vide aulem iclu qui superne infertur, emphatica et rem expri
quam proprie utalur dictionibus. Infitæ sunt, hoc menle oralione ulens, el per nomina lerribilia pro
est, per vim relenlæ sunt, sunt ei inevitabiles paralæ cedens. Ignem enim et sulphur et spiritum procella
insidiæ . Et rursus : In laqueo isto quen absconde. rum el carbones dicit eis superne pluilurum , dictio
runt, comprehensus est pes eorum " . Vinculis, inquit, num translatione pænam inevitabilem , supplicii
quæ solvi nequeunt, astringuntur improbi. , Sic profusionem , feriendi facililatem et consumpiricem
vero loquitur pseudo- Theodorus : Alagopky thu vinn volens ostendere . Quid est, pars calicis eorum !
κακίαν λέγει. Ουδέν γάρ ούτω διαφθείρει , ως κακία .... lec, inquit, est sors eorum : lic possessio : in eo
Τί γάρ του πονηρού ασθενέστερον , οικείοις όπλοις τη Β versabuntur, in eo consumentur. Deinde causan
κακία αλισκομένου ; Και όρα πώς κυρίως ταϊς λέξε- quoque affert, φuod qui omnia respicit, non per
σιν έχρήσατο. Ένεπάγησαν, κατά κράτος κατεσχέ- mitιιι υι likec impune abeant. » Audiendus nunc est
θησαν, άφυκτος αυτούς γέγονεν η επιβουλή. Και pseudo-Theodorus, qui sic loquitur : Ειπών την από
πάλιν 'Εν παγίδι, ή έκρυψαν, συνελήφθησαν · της κακίας δίκην,επεί πολλοί ταύτης καταφρονούσι,
τουτέστιν, δεσμοίς άλυτους περιπάρησαν ( sic). « In- κατασείει την διάνοιαν των πονηρών, εμφαντική τη
teritum malicianm vocal. Nihil enim sic interimit, ut λόγω χρώμενος , και διά φοβερών ονομάτων προϊών,
malitia..... Quid enim imbecillius est improbo , qui και υλών πολλήν εχουσών την τιμωρίαν, πυρ, και
propriis armis, scilicet iniquitate capitur ? Ει νide θείον, και πνεύμα καταιγίδος, και άνθρακας άνωθεν
quam proprie vocibus his usus sit, Infie sunt, vio- λέγων αυτόν ύσεσθαι ( sic), τη μεταφορά της λέξεως
leuter delenle sunt, inextricabiles ipsis facta sunt το άφυκτον της τιμωρίας, το δαψιλές και το εύκολον
insidie. Ει rursus : In Iaqueo φuem absconderunt, της πληγής, το δαπανητικών παραστήσαι βουλόμενος.
comprehensi sunt, id est vinculis insolubilibus afixi Μερις δε αντί του κλήρος , και τούτο αυτοίς κλήρος,
sunt. » Reperi similia in alios hujus psalini versus; εν τούτοις δαπανηθήσονται. Είτα και η αιτία • " Οτι
sed ne longior sim,ea exscribere non pergam. Ηaec και δίκαιος Κύριος · αντί του • Ο γάρ πάντα έφορών ούν
Ioca videre, et inter sese comparare qui volei, libros " ανέξεται ταύτα ατιμωρητί παραδραμείν. « Cum
ipsos legere poterit. Scriptor ita interprelalur psal. ipsam , quæ ex malitia provenit, pænain recensuisset
in commentarium translata esse constet. Id auteni malignorum , vehementisermone ulens, et lerribilia
patet vel ex primis psalmi verbis, quæ hoc modo nomina proferens, ac materias quä magnum inclu
Chrysostomus explanat: Meyado tñs &mcl tov Kúplov dunt crucialum , ut dum ait igneni, et sulphur, el
ελπίδος η δύναμις, φρούριον αχείρωτον, συμμαχία spiritum procelle, carbonesque ignitos super ipsos
ακαταγώνιστος. « Magnae sunt vires spei in Douni- pluiturum, metaphorico sermone intolerabile sup
num , præsidium quod non potestsuperari, auxilium plicium , et uberem facilemque plagam ac devasta
insuperabile. , Haud aliter pseudo - Theodorus, cujus tionem proponere volens. Pars aulem bic ponitur
nec sunt : Μεγάλη της επί τον Κύριον ελπίδος ή pro sorie , quasi dical : Hec illorum sors est, in his
δύναμις, φρούριον αχείρωτον, συμμαχία ακαταγώ- consumentur. Deinde etiam causa adjungitur : Quo
VLOTOS. « Magna vis spei in Dominuin : præsidiuin niam juslus Dominus , quasi diceret : Qui enim
est inexpugnabile , auxilium insuperabile . » Omillo omnia videt, non sinet hæc iinpune pertransire. ,
non pauca , quae ad verbum ex eodem fonte in boc D 47. Commentarium dum legere pergo, mihi facile
explanando psalmo hinc inde hausil pseudo-Theo - persuadeo eum non aliunde magis quam e Chryso
dorus ; sed lamen ea quæ ab utroque interprete di- slomioralionibus excerplum esse. Etenim ila pseudo
cuntur in illa : Pluel super peccalores laqueos " ", elc., Theodorus psalmum undecimum interprelalur, ut
præterire non queo. Chrysostomi igitur hæc sunt : eum inde maximam suæ interprelationis partem
Ειπών της από της κακίας δίκην, επειδή ταύτης πολ- mutualum esse constei. Ει ne hunc psalmiumomnino
λοι καταφρονούσι, λοιπόν κατασείει την των πονηρών praeterire vieleamur, initium cominentarii non pi
διάνοιαν από της άνωθεν φερομένης πληγής, εμφαν- gebit ascribere . Eo igitur loci Iliac habentur :
τικώς τώ λόγω χρώμενος, και διά φοβερών ονομάτων Ούτος ο μακάριος μόνος απειλημμένος , πάντων
προϊών. Πυρ γαρ και θείον, και πνεύμα καταιγίδος, την εναντίαν βαδιζόντων, επί την του Θεού πρόνοιαν
και άνθρακας αυτούς άνωθεν λέγει ύεσθαι· τη μετα- καταφεύγει. Και ουκ είπεν, ότι γέγονεν όσιος, αλλ'
φορά των λέξεων το άφυκτον της τιμωρίας, το δαψι- ότι και οι όντες απώλoντo, επεί εκράτησεν ή κακία...
λές της κολάσεως, το εύκολος της πληγής, το δαπα- "Ωσπερ των χρωμάτων τα μεν αληθή εισι, τα δε
11 Psal. ιΧ , 16. 14" Psal. X , 7.
 D). JUL. CARNERII PRÆFATIO . CCITIE
ψευδή ούτω και πολλαί εισιν αλήθειαι, αλλά κυρίως Agcsimi tertii verba interpretantis : 'Ανακτωμένων
αλήθεια το όντως όν . Επει δε και ταύτα διεστραπτο οι λόγοι τους το πλήθει και τη ισχύϊ των πολεμίων
και ημαύρωντο, ου την απόστασιν απολέσαντα, αλλ' καταβληθέντας. Και προτροπή εστι, το παν επί του
από των ανθρώπων φυγαδευθέντα. • Ηic sanctus S0 - Θεόν ρίψαι κελεύουσα, και της εκείθεν ελπίδος εξαρ
Ias derelictus, omnibus contrariam viam ineuntibus , τήσαι την νίκην. Διά τί δε τοις ώσι; τίνι γάρ τις
ad Dei providentiani confugit. Εt non dixit : Quo- μέρει άλλο ακούει ; Κοινόν έθος εστίν, όταν τις πε:
niam Sanctus fuit, sed quod hi etiam qui sancti sunt, πληροφορημένα διηγήται, προτιθέναι τοίς ώσιν άκη
perierint, eo quod prevaluerit inalitia ... Quemad- κοέναι... "Ορα δε πως δεινά πάσχοντες , ου λέγουσιν,
modum colores aliqui quidem sunt veri, alii vero τo και το επάθομεν διά σε , βοήθησον ημίν· αλλ' ώς
falsi : eodem modo multae etiam sunt veritates, sed οικείον μηδέν έχοντες αγαθόν εις παρρησίαν, εις τα
proprie veritas est id quod vere est. Quia vero etiam τους , προγόνους υπηρμένα παρά Θεού καταφεύ
hæc perversa erant, et offuscala ; non quod sub - yousi. « Hüc verba sunt erigentiuin eos, qui multi
stantiam perdidissent, sed quod ab hominibus rele- tudine ac robore hostiam prostrati sunt. Et adhor
gala essent, 1 elc . His absimilia non sunt quæ le- tatio est, quae lolum in Deum projicere, et ex ejus
gunlar apud Chrysostomum , hoc modo : Outoç ãte spe victoriam suspendere jubet. At cur auribus ?
δή μόνος αυτής επειλημμένος , πάντων την εναντίαν Β quonam enim alio membro quis audiat ? Communis
βαδιζόντων, επί την του Θεού πρόνοιαν καταφεύγει... enim consuetudo est, ut quando quis certa narrat ,
Και ούκ είπε, Σώσον με , ότι ου γέγονεν όσιος , αλλ', addal auribus se audivisse... Observa vero, que
"Οτι εκλέλοιπεν όσιος• δεικνύς ότι και οι όντες απ- πιodo cun aspera quaeque passi sint, non dicall,
ώλοντο, επειδή εκράτησεν η κακία ... Καθάπερ επι Ηoc et hoc passi sumus propter te ; adjuva nos :
των χρωμάτων, και των άλλων ειδών , τα μέν έστιν sed ac si nihil haberent boni quo contidant, confa
αληθή , τα δε ψευδή... ούτω δε και επί των αρετών. giunt ad ea que majoribus suis a Duo facta sunt. »
'Αλήθεια γαρ το όντως ον , ψεύδος δε το μη ον. Επει Αpud Chrysostomum autem ita legitur : Τούτο γάρ
ούν ταύτα διεστραπτο και ημαύρωντο, ου την υπό- τους ασθενέστερον προς τους πόνους διακειμένους ήν
στασιν απολέσαντα εξ εαυτών, αλλ' υπό των ανθρώ- ανακτωμένου ... Η ευχή αύτη προτροπή τους στρατο
των φυγαδευθέντα, etc. Hic quoque justus, οι φοί πέδους έστι, το παν επί τόν Θεόν δίψαι κελεύουσα,
bus, Confugit ad Dei providentiain... Ει non dixit : δε ουκ είπεν, Ηκούσαμεν, απλώς , αλλ','Εν τοίς ώσιν
Salomon me fae, quoniam non est sanctus, sed Quo - ημών ηκούσαμεν ; ποίω γαρ ετέρω μέρει τις ακούει
mian defecit sanctus * , ostendens eos etiam, qui του σώματος και... Κοινόν έθος των ανθρώπων εστίν ,
erant, periisse, postquam invaluit vitiuin... Quem- όταν τινά διηγωνται, υπέρ ών εισι πεπληροφορημέ
admodum in coloribus et aliis generibus alia quidem νοι... προστιθέασιν άει τα ώτα, φάσκοντές τοις ώσιν
sunt vera, alia falsa... ita etiamin virtutibus. Veri . ακηκοέναι... Τοσαύτα και τηλικαύτα παθόντες δεινά
Las enim est quod vere est : mendacium autem φuod διά τον Θεόν... ουδέν τούτων φασι τέως, ότι το και το
non est. Quoniam ergo haec inversa , el obscurala επάθομεν διά σε, βοήθησον ημϊν · αλλ' ως... ουκ
fuerant, non quod suam perdiderant substantiam, έχοντες εξ οικείων κατορθωμάτων παρρησίαν, ούτως
sed quod ab hominibus fugata fuerant, 5 etc. Cum εις τά τους προγόνους υπηργμένα παρά του Θεού κα.
lam mulla ha clenus sumpserit pseudo - Theodorus ex tapeúyousi. « Hoc est eniin ejus qui eos recreal est
orationibus Chrysostoni, mirum videri non debel, reficit, qui sunt molliori el imbecilliori animo ail
si ab illo plurima quoque in explanando duodecimo labores suscipiendos. Hæc precatio est ad milites :
psalmo mutuatus sil. El certe pars maxima eorum adhortatio , quæ jubet universa in Deum conjicere
quæ a pseudo- Theodoro dicunlur, nihil aliud sunt saluereque ex spe in illum pendere victoriam . Cur
quam varia orationis Chrysostomi fragnienta, ea - autem non dixit absolute, Audivimus, sed, Nostris
que male assola. Ejus rei exstant exempla in ipso auribus audivimus * ? quanam enim alia corporis
interprelationis initio ; sed ne copia major lectori- D parte auditur ?... Hic est mos communis hominuni.
bus ladium afferat, missa ea facimus. Ordo poslu . qui quando aliqua narrani, de quibussunt facti cer
larel ut de psalmo lertio decimo nonnulla proferren - tiores... semper aures adjiciunt, dicentes se auribus
lur : sed cum psalmus ille et alii multi in vulgalis audivisse... Cum 101 et lania passi essent, propter
Chrysostomi editionibus desiderentur, de his omni. Deum ... nihil eorum interim dicunt, videlicet : Hoc et
bus nihil dicere babemus. At ubi novam suam edi. illud passi sumus propter le, da nobis auxilium ; sed
tionem perfecerit Montfauconius noster, in qua inler tanquam fiduciam ex suis factis non habereni, ad e:i,
clera anecdola illi quoque psalmi prodibunt, non quæ Deus majoribus illorum fecerat, confugiunt, o
dubilo quin sil futurum , ut hinc eliam similia his De cætero velim conferas inter sese Chrysostomi
quæ relulimus, uberlim erui possint. Interiin pseu . orationem et commentarium , el experiare quemail
do-Theodorum in sequentibus psalmis exponendis modum illius dicla ia hoc explanando psalıno passim
euin esse, qui fuit in esplanandis prioribus ostenda- compilarit pseudo- Theodorus. sæpius contrahens ,
mus. Ejus igitur verba sunt, prima psalmi quadra- interdum nonnihil immularis ; sed ila tamen, ut
* Psal . Xι, 2 . 14 Psal, XLII, 26.
PATROL. GA. XXIX .
CCTV PROLEGOMENA.
partem maximam eorum, que profert, e Chrysosto . A θείω νόμω το οικείον θέλημα συναρμάττων. « Elenian
no ad verbum sumptam esse nemonon videal. Quod virtutis athlelæ laborum quidem fructus in futura
si quispiam libros adire nolit, libentes addemus et vila reportabunt... el animni delectatione laborum
qux ab utroque scriplore dicunlur in ultima psalmi molestiam fallunt... Nibil contrarium divinislegibus
verba, quo melius de reliqua pseudo-Theodori inter- hujusmodi homo ſacere volet, ut qui divinæ legi
pretatione existimare possit. Hæc sunt igilur Chry. suam ipsius voluntalem accommodel. , Verba vero
sostomi verba in illud : Exsurge, Domine, adjuva pseudo- Theodori bæc sunt : Kal våp oi tiis åperii;
πος 18 : Στήθι αντιλαμβανόμενος ημών, και ρύσαι αθληται τους μεν των πόνων καρπούς κατά το μέλλον
ημάς διά το έλεός σου. " Ορα που τον λόγον κατέκλει κομίζονται... και κλέπτουσι τη ψυχαγωγία τήν τών
σι σώζεσθαι ; Από ελέους, από φιλανθρωπίας... Τί νόμοις διενεργήσει , τω του νόμου βουλήματι συναρ
έστιν, "Ένεκεν του ονόματός σου; "Ινα μή αυτό βε- μoττων το θέλημα. • Siquidem athlete virtutis in
672w97 . Sta nos defendens, el libera nos propter fullira quidem viia laborum fructus referent . . .
misericordiain luam . Vide quomodo concluserunt atque animi alacrilale laborum molestiam fallunt...
oratiune! . Post innumerabilia quæ ab eis recie et Nibil enjin divinis legibus contrarium perpetrabil,
ex virtule facta fuerant, undenam salutem assequi B cum legis decreio voluntatein conformans. , Mutat
quum censent ? A misericordia , a benignitale et voculas quasdam pseudo- Thcodorus more suo : sed
clementia ... Quid est, Propler nomen tuum ? Ne ip - nemo, opinor, nisi volens falletur, cum perspicuum
sum profanelur. , Sic aulem editum invenimus in sit hæc non aliunde quam e Theodoreti commenta
commentario : Aνάστηθι αντιλαμβανόμενος ημών, riis sumpta esse. Sciens printereo aliqua ex expla.
και ρύσαι ημάς διά το έλεός σου. "Ορα που τον λόγον natione secundi ps:lui, et deinceps preterilo que
κατέκλεισεν. 'Αφείς γάρ τα κατορθώματα, από ελέους a quolibel in interpretatione aliorum psalmorum
και φιλανθρωπίας άξιοι σώζεσθαι. Τί δέ έστιν, "Ενε- legi possunt ; neque enim mihi propositumest (guis
κεν του ονόματός σου; "Ίνα μή αυτό, φησί, βεβη- enim possit ?) omnia adnotare. Interium tamen, ut
awon. " Exsurge, prolegens nos , el libera nos alios dillicultate quærendi eximainus, nonnulla e
propler misericordiam tuam . Vide quomodo sermo- tertio psalmo ascribemus. Theoloreli igitur haec
nem clauseril. Omissis enim bonis operibus, propter sunt in illa , Voce mea ad Dominum clamovi "' :
noisericordiam et benignitatem postulat salvari. Το δε, Εισήκουσέ μου εξ όρους αγίου αυτού, κατά
Quid porro, Propter nomen tuum? Ne illud, inquit, την πάλαι κατέχουσαν είρηται δόξαν. Ενομίζετο γάρ
contaminetur. : Postquam singillatim de psalmis non , εν τη σκηνή κατοικείν και των όλων Θεός, επειδή να
paucis disputatum est, universe nunc dicam psalinos “ τους χρησμούς εκείθεν τοις ιερεύσιν εδίδου. Ει paula
quadragesimum quartum , quadragesimum quintum , post explanans illud, Ego dormivi 18 , elc ., sic loqui.
quadragesiimum sextum, quadragesimum septimum, tur : Επειδή ως εν σκότει διάγειν νομίζουσιν οι τοίς
quadragesimum oclavum et quadragesimum nonum άγαν ανιαροίς περιπίπτοντες. ... σημαίνει τοίνυν κατά
fragmentis hinc illinc e Chrysostomo excerptis re- ταυτον τας θλίψεις και την τούτων απαλλαγήν.
ferciri. Ad alia properabimus, si prius monuerimus Hoc aulem , Exaudirit me de monte sanclo suo "',
in commentario , lomo primo, p. 836 , dici ab Hele dictum est propter opinionem , quæ olim obtinuit.
na Eudociaque el ab aliis regum filiabus plurimis Existimabatur eniin universorum Deus in taberna
construcla fuisse. Jerosolymis leinpla magnifica : quo culo habitare, quoniam el oracula illinc sacerdoti
magis miror boc opus Theodoro Heracleolæ ascribi bus pandebal. . . Quia velut in tepebris vivere se
poluisse. Nam libenter quærerein , quæ fuerit existimant illi, qui in res admodum tristes incur.
Eudocia illa , quæ multæ illie regum filiz , quæ tem - runt... Una igitur demonstrat afdictiones el ab illis
pla suinpluosa Theodori ælale Jerosolymis ædifica- liberationem . , Verba pseudo - Theodori jam exscri
rint. Nam , ut interim sileam de multis illis regum bamus, qua sunt ejusmodi : Tè xai, 'Eanxovo é
filialbus, non salis intelligo qua de Eudocia hic ser- η μου εξ όρους, κατά την πάλαι κατέχουσαν είρηται
mo h : bealur. δόξαν. Ένομίζετο γαρ εν τη σκηνή κατοικείν, επειδή
48. Εx iis que retulinus facile intelligitur εκείθεν και οι χρησμοί τους ιερεύσιν εδίδοντο. . . Ως
commentarium qui uomine Theodori Heracleole γαρ εν σκότω και ύπνη διάγειν νομίζουσιν οι ανια
posse. Allanen ne Theodoretus asymbolus esse vi- τας θλίψεις , και την τούτων απαλλαγήν. « llud
olealur, nonnulla ex eo adiere libel. Theodorelus aulem , Exaudivit me de monte, dictum est jusla
igitur illa priini psalmi verba, « El folium ejus non velerem , quæ tunc obtinebat, opinionen . Pulabatur
defluel 78, , etc., interprelatur hoc modo : Kal rap eniin in tabernaculo habilare, quoniam ibi sacer
οι της αρετής αθληται των μεν πόνων κατά τον μέλ- dolibus quoque Oracula dabantur... Sicut enim in
ιοντα βίον κομίσονται τους καρπούς... και συλώσει τη tenebris et sonno versari se existimant qui in res
ψυχαγωγία την των πόνωνβαρύτητα... Ουδέν εναντίον ristes incidunt, Sic etiam a simili explical afictio
τοις θείοις νόμοις όγε τοιούτος δράσαι βουλήσεται. το nes , el harum liberationem. • Sed et aliud exem
τ8 Psal. XLII, 26. 76 Psil. 1, 5. 17 Psal. 1 , 5. 18 ibid. 6. 70 ibid . 5 .
 D. JUL, GARNERII PRÆFATIO . CCSV
plom adjiciamus e psalmosexto , priusquarn a Theo - A quod, 11 dixi, plura, quam opus eral, jam relala
dorelo avellamur. Igitur sic interpremiur illa , sint; alterum , quod calenise quibus ejusnioditesti
Domine, ne in furore luo 80 , elc. : Natpixūs us, monja depromi oporteret, ides magna adbiberi non
spol, Taideusov , din OlxaotixŪę. latpixios, leis xo- soleat. Quia lamen non deerunt fortasse qui exein
2.25T!Xüs: un petphons on auaptly. The Tidewplav, plorum multitudine delectentur, nec iis unquam
anda tipravopw Tigo cò bixalov xepasov. 'Edénoór satiri possint, indicabimus loca quædam , quibus
fle, Kúpie , ori do derns elji. 'Apuóttouoa tois huap planum liat eadem interdum in pseudo-Tbeodoro
TNXÓSIV h tolaúon Owiń. Ao evelas yap Grouuévns, legi, quæ et in Origine et in Didyino. Compares
etc. « Palerne me, inquit, corripias, non judicis velim paginam 211 lomi primi cuni pagina 214 ;
rilat ; melici more , non tortoris ; ne meliaris vin - item paginam 223 cum pagina 225 ; item paginain
dirlam peccato , sed benignilale justitiam lempera. 391 cum pagina 402 ; quarum lectione disces pseudo
Wiserere mei, Dumine, quoniam infirmus sum 81. Theodorum et ab Origene quoque nonnulla mutua
Mujusmodi vox peccatoribus convenil. Nam inlir. lum esse . Compares rursus paginam 277 cum pa
milale præcedente, , etc . Haud secus pseudo- Theo- gina 270 ; item paginam 358 cum pagina 353 ; ilemi
dorus : Natpixūs us Taldeusov , uh Olxaotixos: paginam 604 cum pagina 593 ; quibus perlectis
iatpixws, un xohaotixūsuth Metphons th duaprla B ſalebere pseudo-Theodorum pariler el ex Didynio
shu tijeeplav, anda pilavopurią to bivalov xépa - nonnihil excerpsisse . Finem landem criticis his
GOV.... 'EMÉNCÓN je. 'ApuóttOVOQ Tois fuaponyó. nolis imponamus. Nihil enim allinel dicere plura ,
OLV y pwvh. 'A6(sveias yåp froujevns, etc. « Paler- cum satis superque ex his constel coinmentarium
ne me corripias, non rilu judicis ; medicimore, non eum qui nonine Theodori Heracleolæ circumfere
tortoris ; ne admieliaris vindictam peccato , sed be. lur, ei tribui non debere, nec posse . Cave igilim
nignitate justitiam tempera . Miserere mei , conve- pules habendum esse pro plagiario Basilium , en
niens peccatoribus vox , dum enim infirmitas præ - quod in ipsius orationibus in psalmos Jeganlur
cedit, , etc . eadem non raro , quae in commentario ; sed existi.
49 . Plura ex Theodorelo colligere institueram : mes velim commentariuin illuin ut ex aliis multis,
sed cum ea quæ relala sunt, jam modum superare ita e Basilio sumplum esse. Nec dixerit quisquam
videantur, de hac mea decessi sententia . Quoniam non fuisse ex omnibus psalmis allata exempla ; et
lamen Theodoreli mentionem fecimus, non possum fieri posse, ut reliqua commentarii pars ejus sil,
quin dicam in commentariis iis quos in Psalınos con - cujus nomine insignitur. Etenim conjicere licet es
scripsit, reperiri multa que apud Eusebium verbis iis quæ in medium adduximus , commentarium ,
Lolidem el syllabis leguntur. Ejus rei exempla videre º quanlus quantus est, ejusdem generis lestimoniis
quicupiel, eum aliqua inventuruin spondeo in expla - referluin csse, nec nomen aliud ei magis couve
natione psalmorum decimiquinti,decimisesti, vice- nire , quam calenæ . Audivi erudiluin hominem Ri
simiprimi,ericesimiprinri et tricesiminoni.Neque ad chardum Simon dicere solitum , videri sibi bunic
modum dubito qnin his similia , si quis quærere vellet, TheodoriHeracleolæ commentarium omnium quos
alibi quoque invenirentur. Virum autem quæ indi. legerat optimum atque utilissimum . Nam , inquie
cavimus , et alia quæ fortasse ab barum rerum bal,omnein Patrum Græcorun doctrinam summatim
studiosis deprehendi poterunt, alicyla sini Thcodo- complectitur. Cerlehocdicerejure oplimo potuit, cum
reli interpretationi a librariis, an Theodoreliis ipse ex selectis Patruin locis constelhic commentarius.Sed
ea sibi sumpserit, expendere menm non est, sed commentarium illum cum Patrum catena, quam quo .
ejus, qui Theodoreti operum editionom novam que in iisdem voluminibus edidit doctissiinus vir Cor
suscipiet. Quod autem dixi, inveniri in Theo loreto derius, comparare debueral; luncque nullo negozio
non pauca, quæ totidem syllabis legimus apud Eu- animadvertissel ea quæ in catena proferuntur no
sebium , non ita acceptum volo , ut hæc omnia e mine Eusebii, aut Chrysostomi, aut alterius, ipsa aid
commentariis Eusebii in Theo loreli commentarios , verbum sæpe in commentario inveniri, Ex quo
Translala esse pulentur. Est enim mibi persuasissi. " (res enim ipsa loquitur) facile intellexisset com
mum , fragmentum illud quo explanantur illa psalmi nientarium , qui Theodori Heracleolæ nomen pra '
decimi sexli, « Doinine, a paucis de terra divide ſeri, ejus non esse , sed aut Theodoro cuipiam ra .
ens es,, elc., quodque incipit : Ei xa! ool to Cavatu centiori, aut alteri cuivis tribui oportere.
spantényau cabcov , elc ., e Theodoreti commentario SIX . De paraphrasi anonyini.
in Eusebianum advcctum esse. Nam anle verba 51. Volumina iria, ut nolum est, edenda curavit
illa , ei xal, elc., legimus in Eusebio, bados pnoiv, eru litissimus vir Curderius, in quibus opera toli.
• ait alius. 1 Quin autem , alius » ille sit Theodo. dem reperiuntur, Paraphrasis anonymi, Commen!:
retus ipse, apud quem eadem oninino inveniunlur, rius de quo numero superiore lam niulia diximus,
dubilari possc non arbitror. Calena denique Græcoruin Palrum ). Contigil autem
50. Duo mihi impedimento sunt ne lestinsonia nescio quomodo, lil dum Thcodoreti in Psalmos com
proferam aut ex Origene, autex Didymo. Priznam , mentarium legerem , temere el casu in banc anony:ui
* Psal.11, 2. " ibid. 5. ** Psal. avi, 11.
CCXVI PROLEGOMENA.
illius parapbrasim oculos conjecerim . Atque, quod A rare velis. Nam inter posteriores recensere licer
non quærebam , reperi anonymi illius paraphrasim Maximum conſessorem , Joannem Damascenum , Sy .
ipsuin esse Theodoreti commentarium , non lolum meonem Logothelam , Adlonium Melissain , Thara
illum quidem et integrum , sed contraclum et in sium Patriarcham Constantinopolitanum , auclorem
erat, ni fallor , psalmus quintus et decimus. Rem quibus adjungendi sunt et librarii, qui in fronte
cum mirarer, legere slalui et alios quosdam psal- scriplorum manu codicuin nomen Basilii Magni Cæ
mos, quo, quid de illa paraphrasi sentiendum esset, sariensis archiepiscopi diligenter inscribere cura
lutius nosse possem , utrum videlicet lola paraphra - runt. Nec mirum si recentiores, majorum exem
sis epitome quædam esset commentariorum Theodo- plɔ, eamdem amplexi sint sententiam . Celebriores
reli, an uni huic paraphrasis loco ineple a librariis sunt Tilmannus, Ducæus, Combefisius, Natalis Ale
interprelatio Theodoreti inculcata fuisset. Coepiigi- rander, Dupinus, Tillemontius, Lcquienus : quorum
lur primos quinque psalmos legere : sed eorum opinioni, nisi gravissimæ causa impediant, accedere
quæ in Theodorelo videram , nihil, ul verum falear, semper gloriabor. Numerare facilius erit adversæ
reperi in Paraplırasi. At cum aliorum quorumdam sententiæ patronos , cum tres aut qualuor dunlasat
psalmorum paraphrasim evolvere pergerem , anim - B inveniamus, Joannem Drungarium , Erasmum , Ri
rum ad usque decimum seplimum nibil a Theodo - idem sentientium opinio non alio magis argumento

busdam , quæ in variis ejusdem scriptoris codicibus Basilii Magni felu ab antiquissimis illis quos dixi
occurrere soleni. lino identidem anonymi para viris habealur : eorum vero qui adversam tuentur
phrasis interpretatione Theodoreti nihilo fere bre sententiam , argumenta aut nulla sunt, aut non ika
vior est : sed in utroque nullum majus discrimen mullum ad persuadendum idonea. Erasmus conſu
intercedit, quam quod psalmorum verba semper in gil ad illud suum , ut dicat non videri sibihoc opus
lioc grandioribus lilleris edila sint, in illo non item . divinam illam Basilii phrasim sapere. Pelavius, cu
Ejus generis sunt psalmi undecimus, duodecinius, jus in lilleris aucloritas apud omnes plurimum ra
el decimus quartus. In aliis quos dixi psalınis bre - lere debet, ait quidem disertis verbis imperfecluin
vior quidem est paraphrasis , sed ita , ut quidquid in illum in Isaiam commentarium qui nowine Basilij
ea legitur, omne id legere sil in Theodorelo . Præter- circumferlur, ejus non esse : sed nihil omnino alert
ea, quo minus in judicando fallerer, iniliuin para - , ad suam sententiam conärmandam . Petavii autein
pbrasis et finem oculis perlustravi a psalmo decimo verba hæc sunt lom . III Theol. dog., lib. 1, c. 2 , n . 4 :
octavo usque ad tricesimum ; atque factum est, ut Rursus, inquit, auctor commentariorum ad Isaiam ,
quæ in ea legeram , ea lemn el in Theodorelina in - qui Basilio solent inscribi, nec sunt tamen illius,
terpretatione invenerim . Unde, quin lorum quoque videlur etiam corporalos angelos facere, · Montfau
tredecim psalmorum paraphrasis ex eodem fonle conius noster, cujus labor ut alias, ita hic quoque
hausla sit, non valde adınodum dubilo . Quod si admodum utilis est et fructuosus, edendum curavit
quispiam psalmos plures legat, hoc idem fortasse cujusdam Joannis Drungarii (rag!nenlum , quod cerlo
alibi quoque animadvertel. Nos rem lanli esse non ad rem vel maximie ſacil. lude enim discere est
arbitramur, ut plus in ea operæ ponamus. Sed quæ quid Græci de Basilii in Isaiam commentariis selle
diximus, ea vel sola paraphrasim illam non ano - serint duodecimo sæculo , quo ille scriplor vixisse
wymicujusdam , sed variorum scriptorum opus esse, creditur. Sic aulem in prologo quodam , quem
salis , opinor, ostendunt. Scriptor eniin qui tam tom . II Coll. Patrum Græc., p. 350 edituro in
inulla a Theodoreto sumpsit, baud injuria credi po - venimus, loculus est Joannes Drungarius : Kai tous
lest el ab aliis alia quoque sumpsisse. Videlur igitur to £ xatáóndoy ThouŪ tois ÉvtuYXávousiv, ws Ó įv
el boc opus inter calenas, quas vocant, referri me- n dylous Baoidelos , mépos ti tñs tv xepol tepooritalas
zilo posse : cujus pars alia e Theodorelo, alia ex fpuhveugeV • * tes punvela toa på todois áuqc6cà
aliis scriptoribus sumpta esse putanda sit. astal. Hoc item monilum lectorem volui, Mil
& X . De Commentario in lsaiam . gnum scilicet Basilium hujus propbelix parlem in
52. Eisi hic videtur esse locus de quinque in Eu - lerprelaluin esse : quæ tamen interpretatio an ejus
nomium libris disserendi : lamen , ne sacrarum sit, a multis in dubium revocalur, ) Cui dubitationi
Scripturarum interpretationes a se invicem divelle- ſavet is, quem modo dixi, vir eruditissiinus Moul.
rentur, malui de imperfecto in Isaiam coinmentario ſauconius.
disputare, mox de bis quos dixi libris loculurus. 53. Hactenus de aliorum sententiis : nunc meam ,
Monui autem alicubi amplissimum illum in priora ut soleo , proponam . Mihi ægre est quidem , quod
sexdecim Isaiæ capita commentarium , etsi fere ab hic quoque vulgalam opinionem impugnare cogar,
omnibus pro genuino Basilii felii habetur, non sed quoniam veri amor plus valere debel quam quo
omni lamen suspicione vacare. Invenias quideni rumlibet hominum aut fama, aut auctoritas, dissi .
paucissimos qui negent , si ipsos cum iis qui hunc mulanduin quidquam esse non pulo . Ergo lantuin
commentarium vere Basiili esse allirmant, compa - abest, ut iinperfectum illuin in Isainm cum menia
 D . JUL . GARNERII PRÆFATIO . CCXVII
rium tribuam Basilio, ut eum eliam ipso indignissi- A veniet. Nam obvia sunt, et tam mulla , ut ea qux
mum esse judicem . Legi, perlegi hoc opus ; nec rere, sil arenam in maris lillore quærere. Longe
quidquain Basilianum usquam reperi. Nibil non olet parcias bisce vocabulis vli solet eloquentissimus
peregrinitalem . Quæcunque mirantur eruditissimi orator Basilius. Neque vero ejusmodi voces sunt so
quique in scriptis Basilii, orationis perspicuitatem , lum plus justo familiares interpreti . sed , ut dixi,
facundiam , singularem quamdam interpretandarum sunt non paucu ila duræ , ita insolitæ , ut præstare
Scripturarum facilitatem , verborum oplimorum de- ausim maximam earum partem apud Basilium nus
lectum , sententiarum gravitalein , horum ne vesti . quam reperiri. Quod genus sunt, otoYQOTIXWS, tapo
gium quidem in his commentariis exstat. Et vero erbatixÚtepov , OXETĀLA STIXüs , &vtibatıxç, oxo
scriptor, quicunque ille fuit, frigel ubique. Stylus TEUTLxds, xatavuxtix , & TTLÖLastıxá, et aliæ , quæ
illius a Basiliano lam longe distal, uteam discrepan- plures sunt, et frequentius obviæ , quam ut hic
liam qui non videt, nihil videat necesse sil. Repelit debeant referri. Nec prætereundum silentio, innu
quæ aliquanto anle dixerat : immodicum se præstat mera alia vocabula passim in bis commentariis
in digressionibus, iisque ad rem non pertinentibus. occurrere, quæ . qui libros Basilii diligentius legerit,
Imilalur sæpius plagiarios, qui, cum non habeant peregrina esse et a Basiliano usu aliena facile fale
quod scribant, el tamen scribere velint, alienos la- B bilur. Qualia sunt, & trapaxolou @noia , axatavayxa
bores metera non verenlur. lla aliquando a pro - otov , olotixal, etra U POTEPLOTĀV , & totnyavisouée
posilo aberrat, ut eum illius quasi oblitum di- vns (a ), tpuokolol, & TINOTTOLOS, & sebnuata , axona
cas , nec ipsum pules interprelem esse Isaiæ , sed othuata , ward ouvaptayhy, & trapaxohoúÔntov , åtnja
Davidis. Vocabulis duris passim ulitur, quæ fru- déanta , olnoloocos, EeuyenSouévns, el alia per
slra quæras in suavissimo oralore Basilio : sed multa , quæ si velimus omnia exscribere , pars non
quorum parsmaxima apud Eusebium juvenitur; ob minima commentariorum exscribenda nobis erit.
rius fuisse, Ineplit, garrit nugas, Patrum gravis. riodis disserendum . Profeclo ,ut mihi quidem vide
quam ad docendum accommodatiores. Atque, quod jus operis vobelav aperte ostendit. Commentarios
a Basilii moribus alienissimum est, non absolvit hos cum verterem , inter cælera vitia , illud vel
periodos, sed divinandum aliquid relinquit, scriplo maximum mihi visum est, quod scriplor sæpissime
ris sic ut multis in locis sententiam consequi vis periodos non absolvil. Ex quo fit ut, si, quæ Græce
possis. Denique in his commentariis verba non raro legisti, reddere velis Latine, auctoris mentem asse
ila inter se ordinantur, eorum ul constructio fieri qui vix possis . Proponam hic ejus rei aliquot exem
nullo modo possit. Sane tot sunt eorum quæ di- pla , ut quidque occurret : ex quibus de multis si
siipus exempla, quot pon dico paginæ , sed periodi milibus conjectura ficri poleril. Scriploris igitur
commentariorum . Sed ne copia ipsa molesta sit, verba sunt hæc in illud (num . 112) : Et respondeas
pauca e multis ad hanc nostram opinionem com - in illa die 8s , etc. : Nūv o poboữuat , un Šv tñ 'low
probandam in medium proferam . δαϊκή στάσει ήσάν τινες οι αναξίους εαυτούς των
54. Primum ila auctori familiares suntex voces &tépwv & pxelv froújevo !, Old thy guvalo noi tñs
quæ in xos desinunt, ut statim commentariorum čvunaprouons aútois titwyelas. étel os tūv trapov
yostórns in dubium revocari merito possit. Sed si twv, xây uits wol TLVES Évôe uuévol Xplotov, un og
quis easdem voces attentius consideraverit, pleras. Tháyxva olxtipuoū, xttà tov 'ATTÓStoàov, xàv È il
que lam duras, tam obsoletas, tamque inusilalas dental is oux & vtidérouoi, xãy with tridental,
inveniel, ut hunc Commentarium male Basilio tribui elowloūvtai tooddol. Quod ita ad verbum interpre
stalim pronuntiaturus sit. Quam autem frequens sit labimur : « Nonc autem limeo ne in Judaica quidem
in Commentario usus barumce vocum , ex qualibet seditione erant, qui indignos se præfeclura aliorum
fere pagina a quovis quidem facile cognosci potest : p rati, utpote suæ ipsorum paupertatis conscii; sed
sed tamen ut res oculis ipsis subjiciamus, ejusmodi hoc tempore, etiamsi non sint qui induti Christum ,
vocabula quibus usus est interpres in explauandis neque viscera misericordiæ , elc. Cerle si quis
illis. Et arguel populum mullum ; et concident ita Latine interpretaretur, risum audientibus mo
gladios suos, , elc ., boc loco adnolare visum est. veret; et lamen unaquæque vox Latina cuilibet
Hec igitur sunt quæ ibi intra paucos versus legun. voci Græcæ plane respondet. Sed , ut dixi, verbo
lur, owuatıxdy, Tanxtixos, eipnvexiv, cipnvexov , rum Græcorum obscuritas inde orlum habel, quod
Guybatıxdv, qBaptiXHU, noyixais, trapaOXEvaOtextu, non videalur scriptor periodos absolvere; qui mos
Tointixdy, ouraxtixov, OUVÕETIXOV, Loyixóv. Hæc, ut plurimuin fastidii parit leciori; ila maximum ne
ir:quam , sunt quæ legere sit in brevi illo quod dixi golium interpreti exhibel. El vero credas post vo
spalio. Plura qui videre rolet, is, opinor, si vel se - cem froújsvol secuturum aliquod verbum , quod
mel librum aperial, ejusdem generis alia mulia in orationem absolvat : sed id verbum additum DOD
* Isa . 111, 7 .
(a) Verbuin lainen å notriyavičesa: legilha in prima oratione De jejunio . Edit.
 COM PROLEGOMENA.
est. Ηoc antem dicere videtur interpres Graecus : A αισθανόμενοι της παρ' εαυτού δωρεάς: οι δε , ele
Nunc autem limeo, ne, ut olim in Judaica sedi. Bem viljum , quod alias . Participia illa , ÖVTES et
tione erant qui seipsos arbitrarentur indignos, qui alolavóuevot, verbum aliquod adjunclum habeant
cæteris pralicereulur, utpole suæ ipsorum pauper. necesse est, ut sententia idonea efficiatur, com
talis conscii, ila hoc tempore sint nonnulli, qui pleaturque. Forlasse menlem scriptoris assequeris,
licet Christum et miserationis viscera induli non si ila interpretere : « Qui quidem lei ope Lales
sint, secundum Apostolum , si quis tamen eos pro- exsistunt, donum illud ab eo profiscisci agnoscunt.)
moveat, non contradicant : el si promoveat nemo, Quam inepla sit hæc loquendi ratio , quamque
lamen plurimi se intrudunt. , Notandum et illud, aliena a Basilii slylo, hic dicere nibil altinel. Eum
verba Græca perlurbari, nec suo loco poni. Ila dem ad modum mulila dictio est, ubi explicantur
eirim scribi oportuerat : 'El& tūv tapóvtwv,xây illa (num . 183) : El in manu sua habebat carbonem 68.
Tempore, etiamsi inveniantur qui Christum induti νες, τα δύο του ουρανού ημισφαίρια, ανά μέρος υπέρ
ron sint, 5 etc. Interpres explanans illa Isaiae 8 , γής φαινόμενα, έξ μέρεσιν εκατέρων, οιονεί τισι πτε
Γι humiliabantur, et Iugebunt theca ornatus vestri, ροίς, προς την οξείαν κίνησιν κεχρημένων, πώς αι.
sie Ioquitur (num. 152) : Χρυσίου και αργυρίου θήκαι Β εστέλλετο το έτερον τούτων ; Post vocem φαινόμενα
και εσθήτος πολυτελούς, και λίθων βαρυτίμων, έως verbum aliquod exspeclas, sed illud tibi divinandum
μεν αν έχη τα κειμήλια , πολλής άξιούται σπουδής reliquit interpres.Ιbidemlegiimus :'Αλλ' όπερ είπον,
και επιμελείας· εν οίκοις οχυροίς αποκείμενα επί δυνάμεις υπερκόσμιαι, της εγγυτάτω στάσεως διά
υψηλών τόπων, και μοχλοί, και κλείς, και σφραγίδες, την εν αγιασμό ακρότητα καταξιωμέναι» ών ή , etc.
αι φύλακες, και πάντα τα προς ασφάλειας και φυλα- Tot participia, verbo destitula , nihil quidquam Ba
κήν επινοούμενα. Επειδάν δε κενά, etc . Quo exem- Silianum preferunt, nec parum habent obscuritalis.
plo perspicue probalur interprelem éZELTETIXūs si- Ad idem genus pertinet illud, quo ulilur interpres
mul et obscure locutum fuisse. Nam post illa , xai ad explananda illa (num . 211) : Et quodcunque con
μοχλοί , και κλείς , etc., aliquid supplendum esse cilium inieritis 89, etc. : " Ωσπερ γάρ οι τη προσθήκη
nemo non videt ; nec necesse habeo de obscuritate της ύλης της καιομένης , επί το μείζον αίροντες την
dieere, cum ea per se satis paleal. Alius quivis çaóya , oŰtw , etc. Deesse aliquid post vocem qóya ,
seripior diligens ila seripsissel : X puoiou xal a gyuo vident omnes. Similiter cuin interprelatur illa
ρίου θήκαι και εσθήτος πολυτελούς, και λίθων βαρυ - (τιum. 296) : Quia parvulus natus est nobis 8, sui
τίμων, έως μέν αν έχωσι τα κειμήλια, πολλοίς , ηοη dissimilis est interpres, sic loquens : Ούτος ο
αξιούνται.... αποκείμεναι.... επινοούμενα προστί- " την μεγάλην βουλήν την αποκεκρυμμένης από των
θενται : quod ita interpretari licuisset : Theca αιώνων γνωρίσας ταϊς ετέραις γενεαίς μή φανερω.
aori et argenti vestisque sumptuose el pretiosoruna θείσαν · ούτος ο αναγγείλας και φανερώσας τον
Japidum , quandiu suppellectili pretiosa replentur, ανεξιχνίαστον εαυτού πλούτον εν τοις έθνεσιν, είναι
studio molto atque diligentia asservantur , ac se- τα έθνη συγκληρονόμα και σύσσωμα αυτού γάρ τού
Bonuntur in Iulis edium partibus et in excelsis Io » του, ου η αρχή εστι επί του ώμου αυτού , τουτέστιν ,
cis ; adlibellurgie vecles, claves, » etc. Legi po- η βασιλεία και η δύναμις εν τω σταυρώ. Επί του.
Test ea quam ad hunc locum addidi nota. Nec dis - Nunc omitιo participia illa, γνωρίσας, αναγγείλας ,
simile illud, quo explanantur verba hæc (num . gaveposas, quæ videntur indelinile posita : sed
135 ) : In die aulem illa splendescel 85, elc . : Kaod quæro quid sibi velit illud , Elvar. Non enim video
και ο προφήτης προς τους έν έργοις μεν πονηρούς quo regalur, et ad quod referri possil. Scriptor for
όντας, επείγοντας δε την ημέραν της ανταποδόσεως . tasse voluit suppleri has duas voces, εις το ( a) :
" Iva, elc . Quemadmodum et propheta in eos in - quod ita interpretabere : 1 ul lierent gentes cobe
vehitur, qui etiamsi in operibus flagitiosis versa - redes el concorporales.» Accedit, quod illud, auto
rentur, nibilominus tamen diem retributionis urge o ràp toutou, indefinite quoque positum esse , videa
bant. Ut quid , 1 ele. Certe verbum aliquod excidillur. Nec absimile est, quod legimus in illa (nu;u.
interpreti, qui aliud cogitans orationem imperſe 145): Et erit in die ilta , non ulira adjicielur " , etc.:
claim reliquit. En explicandis illis : Νon putabitur, Τούτοις προστιθέντες ώσπερ παίδες ανόητοι τοίς αν.
neque fodietur amplius 85, ita se exprimit (num. δραποδισταίς, οι πολλάκις, etc.ibidem: Προστιθέντες
147) : Eίς ούν την αγεώργητον ψυχήν πολύ το πλή- ούν κακείνοι τοίς αδικούσι• καιημείς, etc. Sub finen
θος των μεριμνών. Διό, etc. Ει hic quoque curta capitis 14 sie Ioquitur interpres : Οι δε τον νούν
est et mutila oralio. Verburn si suppleas, ita inter- εαυτών κεκαθαρμένον έχοντες, ός ονομάζεται Σιών.
prelari licebit : « Ilaque ingens curarum turma ' Estetôn , elc. Plura adnolare facile est, cum com
invadil in animam incullam . , Illa : Væ qui intelli- mentarius similibus excmplis referlus sit ; sed nolo ,
gentes eslis in vobismetipsis 87, explicantur boc ino- m loquendi quoque de reliquis viliis supersit locus.
do (num. 175) : Οι μεν από Θεού όντες τοιούτοι οι Νου possumtamen quin adjiciam locum quendam,
85 Isa. 1, 26. 86 Isa. ιν , 2 86 Isa . V, 6. 87.ibid. 21. 68 Isa. V1, 6. 89 Isa,Τυ, 10, 90 Isa. ΙΧ, θ.
1 Isa, x, 20.
(a) Vide Præfaliunchu tomill, apud 105 Ill, f 18. EN .
 D . JUL. GARNERII PRÆFATIO . CCKIE
ubiexplanantur illa (num . 306 ) : Audivimus coniu - A duisset perspicuitati. Uic locus in notis illustratur.
meliam Moab : contumeliosus valde " , elc . Est au - la legilur num . 166 98 : Thpel xal iti to, èv aúrn,
tem ejusmodi : Και ενταύθα τοίνυν πολλήν τοις έπι- κατά την κοινήν συνήθειαν είρηται· ώς και επί των
στρέψασιν έμφήναντα χρηστότητα τα ειρημένα, από ιδιωτικών οίκων πολλάκις τους υπερέχοντας αυτούς
άλλης αρχής τα πικρότερα πάλιν επανατείνεται. προσαγορεύεσθαι υπό των ενοικούντων σύνηθες. Quid
Quein locum cum crederet Combelisius mendosum est, si non hoc ineptia est ? Dissimile non est,
esse , eum sic emendandum censuil, toàn tois quod edilum invenimus in illa (num . 175) : El in
ŠALJTpéYaoi ėjebývas tnv xpnotótnta napa tá , dignatusest ira Dominus se, etc. Sic enim loquitur
additque, « Sic mihi videtur Basilii restituenda interpres : Xelp yie Kuplou y avauévn Mos ļoti,
lectio , ac solæcismo liberanda, cui is minime solet Kai Ŝy toútW 8:266) ou xeipa déyovtos Šv to xaipo
esse obnoxius. » Tum deinde hunc locum recte , ut tñs xolásaws: où uno è,aidd & TÓTTELNOV Thv xeipä
putabat, feliciterque correclum sic interprelalur : 00s, xai ayol tūv Ostūv autoū. Tolya poūv, elc. Nec
• Ubi per ea quæ dicta sunt, iis , qui convertuntur, elegantius scribit interpres, cum explanatilla (num .
multam insinuavit lenitalem ac clementiam , ab alio 187) : Et dixit : Ecce leligit hoc labia lua 97, elc .
rursus principio acerbiora intenlat. Sed eum le- Ejus hæc sunt verba : Ileplacpwy [a6yos] tk EEW
fellit vana solæcismi imago. Solccismus non est, B toữ Oelou vóuOU STILTENOúueva , Xai Èx tūy agapan
sed pessima loquendi ratio , huic auctori, ut vidi- TEXŪS topattouévww xalaipwy. Scriptor paulo hu.
mus, perfamiliaris : qua participiis incerle alque manior dixisset : Kal ta duaptatixūs atpattóueva
indefinite uti solet. Itaque , ut alias sæpe , ila xalalowy. « Qui sermo prorsus abolet quæ commit
etiam hic participium sic debel accipi, ut ali luntur præter divinam legem , atque peccata expur
quid necessario supplenduin sit ad orationem gat. , Ejusdem generis est illud , quo explicatur
absolvendam . Nec erraturum puto, qui existima- (num . 217) versiculus decimus eloctavus capit.vili :
Loyvarta ταta ειρημένα,
ril voces εμφήναντα Elpnjeva , nic
hic inin modum
modum Ecce ego el pueri quosmihi dedit Deus, , ' Idoù oüri
casus absoluii positas esse : aut, si mavis,mo- éro xaltà caldia , deixvuse toùs èx).extoüs tautoū.
dus indefinitus šuohvavta hoc loco , ut alibi passim , ALÓTL, etc. Scribi polius oportebat, old toúrou, etc .
positus est pro finito , èvéconvav , sic lamen, ut Itaque per illud, « Ecce ego).... electos suos signifi
subaudiatur vox ÉTTELÔ , aul alia similis , quod ila cat. Consimile est , quod dicitur in illa (num .
verti polerit : « Et bic igitur postquam ea, quæ 237) : Et eril cum consummaverit Dominus " , elc .:
dicla sunt, mullum ostenderunt lenitatis atque cle - Meta od apostágal tois èy 'lepoursangi , xal tois év
mentiæ , iis qui se convertunt, rursus ab alio prin - Lauapiz cauruov , xal tñ Šit' autois nela ).
eipio intenlanlur amariora . » Quantas autem lene- Olov. Quæro quid sibi velit illud, xal thĖt' aútois
bras mutilum illud ac ineplunı dicendi genus offun- & Trendin. Interpres, si sibi constare vellet, scribere
dat rebus, vix dici potest . Profecto si scriptor suum debuerat , xat letak TÚV ŠTI' autois åttelhv. Posl
commentarium intelligi cupiebat, eum debuerat quam sculptilia que erant in Jerusalem et in Sa
aliquibus scholiis illustrare. Certe si non aliunde, maria, ululare jussa sunt, eisque intentalæ sunt
at salis tamen hujus commentarii volela. ex eo pa. minæ , etc . » Exemplum aliud proferemus ex inter
leret, quod scriplor non absolvat orationem , sed prelalione verborum illorum (num . 242) : El erit
incerte el indefinite loquatur . Nam ut nihil est fa- lumen Israel in ignem , el sanctificabit illum ' , etc. :
miliarius huic auctori, ila nibil est minus usitalum PÅSKOVTES THY uży dotelav Tivok elvai, xal Étel con
apud Basilium Magirum . Otrouĉaiov alTitelv répws oŭsav åElwoeke od 86. Su
56 . Quidquid viliosum est in hisce commentariis, spicor non defuturos, quibus lenebræ sint hæc tria
oinne id adnotare nunquam mihi proposui. Alioquin verba , sépws Oūdav & Elwoiv Nec dilucidius expli
enim lolus fere mihi exscribendus fuisset commen - cantur illa (uum . 249) : Et levabit signum in gen
larius. Sed lamen alia aliquot loca subjicere libilum les '. lia ergo scribit interpres : "HŐTL Tepd toû Ew
est, quæ tam obscura sunt, tamque vitiosa, ut ex divou staU POÙ vontós tis tõ xooLW Tavt ! OUVEJTX'
jis nulla omnino idonea sententia extundi posse vi- cwtar. Ad verbum : Sive quod anle lignean cru
dealur. Tale est, quod dicit interpres in illa (num . cem intelligibilis quædam una cum toto mundo crni
16) : Hæc dicit Dominus : Pro eo quod elevatæ sunt citixa est, , Quid est, quæso, inepte loqui, si hoc
flice Sion 93, etc. Postquam enim insecialus est eos, non est ? Hoc autem , si divinare licet, dicere voluit
qui reliquos contemnunt, desinit his verbis : 00 ; interpres : « Sive quod anle ligneam illam crucein ,
Léve! td &Telanèv mt ua td Old cñs taTIELVÚ GELUS,. crucis cujusdam intelligibilis imago ac figura in lolo
od & Tod toj Övous. Kal Kúpios, etc . Nihilo meli!! miundo haberelur. . Basilius non ita loqui solet : sed
quod legitur num . 87 " . Sic autem scribil : Ti äv ila enucleale dicit, ut hihil ullo opus sit OEdipo ad
T ! tñ toutou Céą naleiv cd artwydv Oñuov èxcivov, intelligendum . lteni quid sibi velint quæ dicuntur in
- réws Tee uexpà Bavuálovte tous tautāv Ústep- illud (nuin . 267) : Es perdam injuriam iniquorum , et
txovt25. Sane aliter loculus fuisset scriplor, qui slu- conlumieliam superborum huniiliabo ',promplum non

" Isa . xvi, 6 . ps Isa . ii, 16. o Isa . 11. 11. 98 15:1. v, 14. jbid. 25. 9 :, 17, 7 98 Isa . x, 13.
na ibid . 17 . ' lsa . XI, 12. ' lsa . Nii, ll.
6 .Xv PROLEGOMENA.
esl conjeclare. Ilicc aulem suut : 'AXX' ITO Èvos A recurrit in comumentario , ut salielalem crcare
Qo & pthuatos.8latatixūs éqöla tá eion cñs xaxlas possit.
caxoyetv mposhxel tiis ü6pews. Ol yap, elc. Rur- 58. Posiquam de verbis deque eorum constru
siis , si interpretari velis, ad conjecturas confugias clione disceplavimus, reliqunin est ut de senlentiis
necesse est. Nec forte male angurabere , si dicas ipsis aliquid dicamus. Sunt autem nonnulla , quæ
illud , ad audoinua , supplendum esse ante vocem , sic fabulain sapiunt, ut ea Palri gravissimo tribui
ubpews, ui verbis bis hic subsil sensus : « Sed par non posse videantur. Insigne est, quod narratur de
" sl contumeliæ peccatum ila interpretari, ut ab uno dæmonibus. Sed interpretem ipsum audire præsial,
pieccato ad oninia nequiliæ genera extendatur signi- illud (num . 25 ): Plenus sum ”, explanantem . (Dico
licalio . » Sed qua'roan bomini, non dico Græco, monjes quidem utpole voluptatibus affectibusque in
sed barbaro , ita loqui liceal ? dulgentes, ex victimis non nibil capiunt voluplatis
57. Aldam el alia , quæ peregrinit:item ila aperle ac emolumenti. Quippe duin incenduntur, sanguis
d'ent, ea ut nemo, nisi præjudicata opinio obslel, per adustionem convertitur in vaporem , sicque in
Basiliana dixerit. El quoniam de ordine in ejusmodi ejusmodi minulas partes resolulus in eorum sub
rebus non mullum laborandum est; ul quidque stantiam subil. Id quidem ridiculum est per sese;
porimam in mentem venerit, ila primum propone- D sed longe magis ridicula est comparatio ea, qua ad
mus. Dico igitur voces desineples in téov, muELW id probandum utitur. Ejus h :ec verba sunt : « Om
tsov, vontéov , yw piotcov , et alia id genus permulla nino enim loli vaporibus aluntur , non quod eos
possim occurrere in hoc commentario , in Basilio mandant, aut injiciant in ventrem , sed perinde ut
vero longe rarius. Basilius ita jungit infinitivum animalium pili, ungues, et quæcunque sunt ejus
præpositioni, ul eo loquendi genere parce utalur : generis , ad suam lolam constiluendam substantiam
at auctori noslro hac dicendi forinula nihil familia alimentum excipiunt. Quapropter avide gaudent
rins. Cujus generis est illud : 'Ettel oj oj HET- nidoribus, ac fumum ex ibure prodeuntem lanquam
€6hOroav did tot ãôlxoc eival, mal oxohla Eysty od sibi ad alimoniam accommodatom exsorbent. El for
επιβούλια. Ιtem illud : Παρά το, και εκ στόματος tasse in animalibus inest aliqua cum daemonicorum
Tou Osoù déyeolai apoeanauoéval. Iiem illud : 'Yoèp corporum propriclalibus necessitudo. Porro qui
lid : TOOLUTA Els to saqÉotepov vonoñval... Xata runt, lanquam eis ad alimoniam accommodalius. )
ad... Els td,tuépas lèv oxláSELV aŭtous Thy vecény. Græca , ne longior essem , non apposui ; sed a quo.
Ilem illud : Ketà ed èjetepeetangeval. ltem illud : libet legi possunt eo quem dixi loco . Quid , quod
*EEw couty toū radavičestal ÉTEL TOTS COLOÚTOLS . parum habuit scriptor præclara illa semel effuli
liein illud : Alá ydp oo yalportasautous xalupisov. visse ? Dicas eum hoc commento summopere de
tas tpexsiv . Ad idein genus, cuin de infinitivo quo - lectatum esse , el timuisse,ne si semel tantum dixis.
i toũ Èykata).ELTSIY tėv Kúpcov auapola èveprno igilur hæc sunt, illa (num . 236 ) : Ululale , sculpli
0608tal.. Hæc reluli, non quod pulem ejusmodi lia, in Jerusalem , elc., interprelantis : Quoniam ,)
exempla nulla esstare apud oplimos quosque scri- inquil, lignis ab humanis manibus formam ac
plores : sed quod horum usus frequentiormulto sit figuram babentibus.... aut reliquis idolis, quæcun
in nostro auctore, quam in Basilio . Et quod magis que alia sunt ex preliosa vel vili materia facta , et
movere debet, non pauca sunt ila nova, ila insulita, quæ a gentibus adoranlur, lalenler assidens præsi
utsimilia alibi nancisci difficile sit. Qualia fortasse des quidam dæmones , ex impuris sacris voluptatem
illa : Japã có , xal éx otÓLATOS coŨ OEOŨ Néyeolai capientes . Quemadmodum enim in locis macello
Topoearaudéval • EEw couév toū tahaviceolar o of rum , ubi cruor et sanguis jam corruplus invenilor,
επιστήμων κατά το έμπεριειληφέναι τα αναγκαία canes cupcdiis dediti commorantur : ita et demo
els uaxapócrita Oswphxata , met de tous Mor,Èxtlxūs D nes gula, servienles, voluplalem ex sanguine ac ni
zal naylws OUVÉXsLV év tautý . Quod aulem polavi dore sacrificiorum caplanles, circa aras staluasque
ultimo loco, ουκέτι ή του εγκαταλείπειν τον Κύριον sibi consecralas volutantur. Forte enim nutriuntur
ouaptla Èveponoroetai, de eo babeo'polliceri, lalein etiam eorum corpora , quæ aeria suut aut ignila ,
loquendi moduin in genuinis Basilii operibus pus. aut ex utroque elemento composila .... Hinc qui
quain reperiri. Leve videbitur quod addain ; addere vescuntur idolochytis , participes dicuntur mense
Tamen libes, quod ad rem facial :nempe, vocem xata - demoniorum . Cum enim viclima offertur idolo , por
venous raro admodum adhiberi a Basilio , ea vero lio aliqua eliain assidenti džinoni destinatur : quan
voce interpretem vli quam frequentissime, Hoc Joyuidem dæmonium et ex sanguine qui veluti in
idem fere dictum volumus de illo , ocopatixos. Nec aerem versusest, el ex adipe suffumigante, el es
aliter sentiendum de voce fyzpovexos. Scio quidem reliquis holocaustis parlem quamdam sibiassumit,
hanc vocem ul a Basilio , ila a polilioribus scriplu - elc . Legas velim Græca in ipso commentario . Hæc
ribus libenter usurpari : sed ea vox lam frequentcr quidem utcunque toleranda esscnt apud poetas,
• Isa.!, 11. * lot. x, 10 ,
 D. JUL. CARNERII PRÆFATIO . CC.XXI
aut apud jocosum scriptorem Lucianum : at eadem A ipsum coarguil. Filios genui et exaltari • Genera
in Patrum gravissimo Basilio quis ferat ? Scio qui. tionis duæ species sunt, quarum alia est illa secun
dem cælestia qoxdam corpora angelis a quibusdam dum Deum forma, quæ ex operibus et ex mandalo
Patribus Græcis tribui : sed nullus, quod sciam , rum perceptione perficitur : qua ratione Paulus di
ejusmodi augas unquam garrivil. Arbitror aulem scipulos suos per Evangelium gignil. Eadem re
Bitsilium a tantis deliramentis maxime omnium peries suo loco apud pseudo-Basilium in eailem pro
abhorruisse. Vir summus ne opliina quidem , que phetæ verba (num . 13), Filios genui el exallavi. Moneu
erat ejus mirabilis copia dicendi, repelere solet. tamen , ubi legitur in Eusebio , uaptuplav téYXEL,
Quomodo ergo sui tant dissimilis esse potuit, ut se- legi apud pseudo-Basilium, αμαρτίαν ελέγχει. Sed
miel et iterum aniles fabulas narraverit ? Legi eljam mendum esse arbitror librariorum . Non enim dubito
possunt, quæ dicuntur de Calvariæ loco atque na . quin legendum sit, &uaptlar, lum quod ea vox sen
inine, non procul ab initio capitis quinti. His cerle lentiam magis idoneam efficiat, lum quod Procopius,
nihil lepidius, nihil facelius. qui et ipse quoque Eusebiana passim compilavil,
59 . Hunc qui in manibus est commentarium cum scripserit eodem modo, & uaptlay theyxel. Eusebij
interpretarer, a plagiario conſecluni esse suspica - iterum verba sunt, illud : Eversa a populis alienis,
liar. Elenim non raro eadem propbelæ loca bis aut sicul labernaculum in vinea ', etc ., interprelantis: Els
Ier explanal scriptor ; ob idque milli in mentein φρουράς των εν ταίς αμπέλοις καρπών αι σκηναι
veniebat eum alia aliunde sumpsisse. Exermpla, cum πήγνυνται. "Οταν μεν ούνευθηνή τους οικείους καρ
obvia είοι, inutile fuerit aliqua proferre. Augebat ποίς η άμπελος , σπουδάζεται η σκηνή, και πάσης
suspicionem, quod scriptionis genus Eusebii stylo άξιούται επιμελείας ώστε απ' αυτής κατοπτεύειν
quam proxine accellit. Norunt enius qui Eusebium τον φύλακα, μήποτε τρυγώσιν αυτήν οι παραπορευό
vel primoribus , ut dicitur, labris alligerunt, quam μενοι την οδόν . "Οταν δε άκαρπος ή , αμελείται αναγ
ei familiare sit nominibus in κος desiuentibus uti ; καίως της αμπέλου τα φυλακτήρια . Διά τούτο του
id quod, ut monuimus, noninsolens facit interpres. Ισραηλιτικού λαού την εγκατάλειψιν απειλεί, ως μη
Voces multas quas inusitatas apud Basilium esse καρποφορούντος τα επιβάλλοντα. Φοβηθώμεν ούν είναι
et novas putabam , in Eusebio legere memineram . άκαρποι, μη εγκαταλειφθώμεν υπό της οργής του
Ejus generis sunt voces, ασεβήματα, κατά συναρ- Θεού . Το φυλάσσον ημάς, το Πνεύμα το άγιον εστιν.
παγήν, δεκάπληγος, etc. Imo non verba solum, sed “ Όταν μεν ούν καρποφορή ή ψυχή άξια των αιωνίων
sententias etiam ipsas ab Euselbio mutuari mihi αποθηκών, παραμένει και φυλάσσει, και πόρρωθεν
videbatur. Eι, ut multa omittam, scriptor ita inter- . απείργει τάς του μονιού του αγρίου επιβουλάς: όταν
pretatur illa (num. 273) : Ειerit Babylon que voca- δε σταφυλής χολής γεωργή , και βότρυν πικρίας εκ
tur inclyta etc., υ dubium non haberem guin n0- φέρη, εγκαταλιμπάνει την άκαρπον ψυχήν και τότε
minuin quorumdam interpretationes sumpsisset ab υπό παντός λογισμού θηριώδους και πάσης αλόγου
Eusebio. Quid plura ? Commentarium euin , qui no- επιθυμίας καταπεσείται. Πολλαχού και τροπικώς αμ
Inine Basilii circumfertur, attentius cum legerem, πελώνα τον Ισραήλ ο λόγος προσαγορεύει» ως το
eundemque cum Eusebii commentario diligenter "Αμπελον εξ Αιγύπτου μετήρας και , 'Αμπελών
compararem, illius auctorem purunmputum plagia - εγενήθη τώ ηγαπημένων και, 'Εγώ δε έφύτευσά
rium esse comperi. Ejus rei nunc subjiciam exem- σε άμπελον καρποφόρον, πάσαν αληθινήν. Ει δε
pla multo , ex quibus constabic imperfectum illum και Ισραήλ αμπελών, σκηνή της αμπέλου ταύτης και
in Isaiam commentarium non magno illi Basilio οίκος τάχα ο του ναού. Σκήνωμα γαρ δόξης ελέγετο ,
Cesariensi episcopo, sed alieri cuivis scriptori tri- και σκήνωμα, ού κατεσκήνωσεν εν ανθρώπους.
Duendum esse. Neminem enim puto hominem fore, "Έως μεν ούν ότε επoίει καρπόν πολύν, και η σκηνή
qui tam inίquos sit rerum estimator , ut Basilium διά τήν των καρπών φυλακήν συνειστήκει» έπει δε και
Magnum inler insignes plagiarios recensere velit. φυτεύσας αυτήν έμεινε του ποιήσαι σταφυλήν,εποίη
Exemplum primum ex ipso Eusebiani commentarii p σε και ακάνθας, αίς τον Κύριον εστεφάνωσαν, και
Initio pelain. Sic igitur Ioquitur Eusebius : Σύνθε - εστράφη πάσα εις πικρίαν· εποίησε γάρ σταφυλής
τος ο άνθρωπος έκ ψυχής και σώματος ή σαρξ από χολής και βότρυν πικρίας. Διό και εις το βρώμα έδω
της γής, η ψυχή ουρανία. Έπει ούν προς αμφότερα καν τω Κυρίω χολήν. Διά τούτο εγκατελείφθη ή
αυτών ή συγγένειά έστιν, επί των οικειοτάτων αυτού σκηνή του αμπελώνος . Ιδού γαρ, φησίν, αφίεται
Γεννήσεως είδη δύο, ή μεν η κατά Θεόν μόρφωσις εξ λή αύτη: 'Εγκατελείφθη γάρ ώς σκηνή εν αμπε
έργων και παραδοχής δογμάτων επιτελουμένη» ως λώνι. Εξ εκείνου λοιπόν και ταις νεφέλαις ενετείλατο
γεννά Παύλος δι’ Ευαγγελίου τους μαθητές αυ- του μη βρέξαι επί τον αμπελώνα. Διά τούτο ουκέτι
του . « Homo es 2nina et, corpore constitutus est : προφήται παρ' αυτοίς, ουκέτι ουρανία χάρις : αλλά
faro es terra , anima celestis exsistit. Quia vero γέγονεν εις χέρσον και καταπάτημα, οι τε φραγμοί
om utroque eorum cognationen habet bono, circa του ναού εκείνου καθηρέθησαν, και υπερασπισμός των
ca que ipsi maxime propria sunt, testimonio suo αγίων δυνάμεων, κάν τι εργάσωνται κατά τον νόμον,
* A5a. XII, 19. • Isa. 1, 2. 1 ibid. 8.
CESSUI PROLEGOMENA .
els àTchstáv Èotl. Quæ sic Latine reddidit vir im - A luamur : , deinde quod legimus in Eusebio , xata
mensa quadam doctrinæ copia instructus, quima- Tasteitai, i decidei, , apad pseudo - Basilium vero ,
gnam Eusebiani commentarii parlem ex multis ca- xataTateitai, cunculcatur. 1 Sed et bæc quoque
lenis collectam haud ita pridem edidit : 1 Ad cu - inter librariorum errata numeranda esse pulo .Nam
slodiam fructuum in vineis nascentium figunlur si ita verba Eusebii secundum eorum vim nativam
entoria . Cum ergo vinea propriis fructibus probe interpretari velis, i ul ne ab ira Dei deseramur, ,
instructa est, omni cura et sollicitudine tentorium id nescio quomodomale sonal. Et, quod gravius est ,
servalır ; ita ut custos diligenter prospiciat, ne, videlur Eusebius non aliter scribere debuisse,quam
qui in via prælereunt, fructus ejus decerpant. Cum É TELOXOTās, ut orationis partes possint inter se
autem vinea infrucluosa est, illud a cuslode, at cobærere . Dixerat enim prius servari frucluum
consentaneum est, negligitur. Quamobrem Israeli- lempore lentorium vineze , tuncque custodem pro
licum populuin dereliclum iri interminatur, utpote spicere , ne, qui in vinea prætereunt, fructus ejus
qui consentaneum fructum non emittat. Timendum decerpant : negligi vero vines muniinenta post
itaque nobis est, ne infructuosi simus, ut ne ex ira vendemiam . Verisimile igitur fil eum , si sibi con
Dei deseramur. Spiritus sanctus est quinos custodit. stare voluit, scripsisse , È TILOXOTINS, eo scilicel sensu :
Cum igitur anima fruclus æternorum penuariorum B Quemadmodum si vinea infrucliiosa est, non pro.
Gignos prolert , lum permanet ille custos, el singu - spicit custos, sed eam polius deserit : ita timenduin
laris feri insidias procul abigit; cum aulem uvam esl, ne nos, si infructuosi simus, inspeclione Dei
fellis et bolrum amaritudinis profert, infructuosam destituamur. Lectionem alteram deſendi non posse
animam ille deserit ; et lunc in quemvis brutum arbitror. Quod ut intelligatur, satis est si verba
cogilalum , et in quamvis irrationabilem concupin Eusebii ascribamus, quæ hæc sunt : Kal tots und
scentiam decidit illa. Plerumque porro Scriptura παντός λογισμού θηριώδους και πάσης αλόγου επι
Ægypto Iranstulisti 8; et : Vinea facla est dilecto 9 ; xatanTE OETTaL ÚTEO doylouoũ, « incidet in cogitatio .
et : Ego autem planlavi te vineam fructuosam ,tolam nem , » ineplum esse et vitiosum vident, ut opinor,
veram 10 . Quod si Israel vinea fuerit, labernaculuin omnes. Scribi
omnes. Scribi oportuisset,
oportuisse xata nedeita . eis 20
sane ejus domus templi erit : nam Tabernaculum youóv. Contra, vocem , xata TaTETTQi, huic loco op
gloriæ . "1 dicitur ; et : Tabernaculum , ubi habitavit lime convenire, nemo, si animum alienderit , difi
in hominibus "s. Donec itaque multuin fruclumn tebilur. Cælera persequamur. Quod sequitur fra .
protulit, tabernaculum ad fructuum custodiam sub - gmenlum breve quidein est : id tamen adnotare
slitit ; quia vero qui plantavit eam , exspectavit ut non pigebit. Eusebius illud : Principes lui non ob
faceret uvam , fecit autem spinas, quibus Dominum temperant '', interpretaus, 'verbis illis ulitur : OED
fecit enim uvam fellis et bolrum amaritudinis 18 : Tayuévals Úti'aŭtoŨ mens funévovTES, « Deo repu
ideoque in polum Domino fel dederunt ; ea sane de gnant, declinantes ab eo, et in præceptis ejus non
causa tabernaculum vitæ derelictum est' : nam , manentes. » Hæc ad verbum legere est apud pseudo
Ecce, inquit,relinquelur vobis domusvestra desertas* Basilium in hunc ipsum Isaiæ locuin (num . 49). Eu
Tunc vere impleta est illa comminatio ; etenim de- sebius in explicandis illis : Quid vos injuria afficitis
relicta Est sicut laternaculum in vinea 18. Exinde populum meum 18, elc., sic loquitur : "5005 tois
vero nubibus mandavit ne pluerent super vinearm. αδικούσι και αποστε
αποστερούσιν,επειδάν εγκαλώνται παρά
circo non ultra prophetæ penes illos suni, non tivy työxnuévwv, i6pesi xal doudoplais xata !! ) ývely
cælestis gratia ; sed conversa est ir aridam et in autous, ÈESUTEILGOVTes ya ! Anyás & TIELÀOŪVTES. Tou .
ronculcationem ; sepes lempli illius destructæ sunt, to ojvoool, thu údiv Tipoorxou gav èx tos ao xias
nec non sanctarum virtutum propugnaculum : ac aloxúvny taútv, èx tñs tupavvloos vuwy toiç mtw
eliamsi quidpiam secundum legem agant, id illis in B XOTS Toep !TPÉTETE. « Mos est iis qui jujuriam inſe
perniciem vertit. ) Eodem plane modo loquitur runt, et abripiunt, ul cum a læsis expostulanlur,
pseudo- Basilius (num . 20) in iisdem explicandis contumeliis et conviciis ipsos conſundant, vilipen
Isaiæ verbis 18 . Cui autem , quæso, persuaderi un denles ac plagas comminantes. Hoc igilur ail : Con
quam poterit oratorum eloquentissimum Basilium gruentem vobis ex illata injuria pudorem , lyranni
vel ipso commentarii sui initio ab Eusebio fragmene ca vi utenles in pauperes reſundilis., Illa, toūTO Civ
lum lantum sibi sumpsisse ? Notandum variare com noi, si excipias, cælera ad verbum invenies apud
mentarios in duobus. Primum , quod legitur in pseudo -Basilium (oum . 122), eamdem proplelæ
Eusebio , My éyxatadelgoñuey 7 ) tñs oprñs toŨ sententiam explanantem . Invenies, inquam , non
Osoū, ad verbum , ne ab ira Dei deseramur, , in continenter quidem , sed verbis nonnullis interjectis.
alio vero interprete, Μή εγκαταλειφθώμεν υπό της Ει quonian statui nihil pricelerire eorum, φue re
E TILOXorns toú Meoū, i ul ne Dei inspectione desli- perire polero, adjiciam pauca verba. Eusebii igitur

* Psal. lxxix , 9. Isa . v, 1. 10 Jer. 11, 2. 11 Psal. xxv, 8 . 18 f'sal, LXXVII, 60. 13 Deul, s1911, 3. .
Luc XIII, 35. 10 Isa . 1, 8. 18 jbid . ? ibid . 23. 18 Isa . Mi, 15.
 D. JUL. GARNERII PRÆFATIO . CCXXIII
nec sant, illud : Yα is, qui mane surgunt 10, etc., Α εύξασθαι· και ου μή δύνωνται εξελέσθαι αυτόν,
exponentis : Της αποστολικής λέξεως την εξήγησιν το τάχα τον επί τέλει αφανισμών πάσης ειδωλολα.
παρόν τούτο μέρος της προφητείας περιέχει. « Apo- τρείας, εκ της του Λόγου επιφανείας, προφητεύει
stolici dicti explanationem pars hee prophetise con- ο Ησαΐας: ότι μάταιοι πάντες οι επι ταις κα
tinet. » Hand aliler erprimit se interpres alter , ubi τασκευαϊς των ναών μόχθου, και ανωφελείς αι εις
eidem prophele verba interpretatur (num. 154). τα χειροποίητα ελπίδες. Προσεύξονται γάρ, φησί:
Eusebius eumdem Isaiae Iocum explanare sic per- και ου μή δύνωνται εξελέσθαι αυτόν. Τούτο δε
git : Τουτέστιν, οι άρτι την έκ της νεότητος νύν επί της Χριστού επιδημίας πεπλήρωται. Αντί
Ενοιαν αποθέμενοι, και αντί [adde es ps. Basil. σκοπέλων μεν γαρ εστήκασιν οι ναοί περιβόητοι.
του διά] της του λόγου δυνάμεως εντόνως καταπα. Ουκέτι δε αι από των δαιμόνων απάται φυγαδευ.
λαίειν τα πάθη, ανατρεπόμενου παρ' αυτών, και οίόν θείσης της αντικειμένης δυνάμεως διά το μυστήριον
τινα μέθην τα πάθη μεταδιώκοντες . • d est, qui του σταυρού του κατά πάσαν την οικουμένην κε
nondum juventutis insipientiam deposuerunt, etqui, xnpurdévou . « Quid ergo sibi vult illud, quod sane
cum lurbulenlos animi molus strenue oppugnare temere dictum videatur, Erit ut le revereantur * ?
deberent, ab iis contra subverluntur, et ceu quam - Ideo, inquit, firmas mihi inlus cogitationes elargi
dam ebrielalem , animimorbos sectantur. » El bæc B lus es: ita ut qui sese ad le minime converlunt, lui
quoque leguntur ad verbum in nostro commentario . reverentiam habeant ; ob argumenta ex indiuis mibi
Tam varie auclor noster explicat illud Isaiæ (num . prævalidis cogitationibus ipsis oblata . Deest itaque
160) : Væ iis, quimune surgunt, elc., lamque sæpe illud , ipsi, ut sana verborum sententia reddalur :
bæc Scripturæ verba repelit, ut ea ex re vel sola Et erit ut ipsi reverentiam lui habeant. Quemadmo
constet illius commentarium nihil aliud esse, nisi dum enim qui in bellis adversa facie consistunt,
alienorum scriptorum compilationem . Eusebius illa : quandiu æquo marle pugnatur, non lerga dant,
Quia ablalum est jugum ipsis imposilum * , etc., in - neque pedem referunt ; cum autem altera pars præ
lerpretans, scripsit hoc modo : 'Artegeloavto toy valet, tunc fugam faciunt: ila etanima impudenter
βαρύν ζυγόν του τη δουλεία της αμαρτίας αυτούς in acie stabat, nec reverebatur ; verbo autem edi
υποζεύξαντος, και ράβδω τον τράχηλον αυτών κατα- caci convicto , in pudorem el reverentiam vertitur.
κάμπτοντος: ένα το αποστολικόν κήρυγμα της ψυχής Εισυia in occulta hominis parte haec conversio e
καταβάλλοντες, μή υποκύψωσι τη δουλεία της αμαρ- citur, εντροπή , sive confusio nuncupatur. Ιdeo ergo
tlos.«Grave jugum illud excusseruul, ejus, qui peccati venter sonabit, et interiora quasimurus, quem in
servituti se colligabal, quique virga caput ipsorum novavit Deus prophetæ ; ut mulentur, et confundan
deprimebat ; ut apostolicam prædicationem in anima C lur, Deumque revereantur : antehac ulilis pudoris
fundantes, se peccati servituti Don infleclerent. Ignari . Per illud sane, Ouία defatigatus est Moab in
Eadem legere poles in pseudo- Basilio , ubi eadem altaribus, et ingredietur in manufacla ad or
propbelæ verba explanat (num . 224) . Illud Isaiæ : Kal non volerunt eruere illum , fortasse omnis idolola
lotai Elç TÓ Értpannrai ce, sic interpretatur Eu - crize destructionem , in line ex adventu Verbi futu
ram , vaticinalur Isaias, quia omnes in construendis
σθαι, το Εσται εις το εντραπηγαι σε ; Διά τούτο Lennolis insumpti labores vani sunt, infructuosaque
μοι, φησίν, ισχυρούς έχαρίσω ένδοθεν τους διαλο- spes in manufactis posita . Nam, inquit, orabunt,
γισμούς, ώστε τους νυν μή επιστρέφοντας επί σε , εν et non poterunt eruere illum . Cæterum hoc jam in
τραπηναί σε, διά των ελέγχων των προσαγομένων adventu Christi completum est : illa quippe olim
15 των δεδομένων μοι λογισμών εύτονίας. famosa leimpla pro scopulis habentur : nec ultra
Λείπει ούν το, αυτούς, ίνα υγιώς ο νους των ρημά- ille daemonum fallacie consistunt, adversaria illa
των αποδοθή • Και έσται εις το εντραπήναι αυτούς potestale per mysterium crucis in ιοιο orbe pradi
σε. " Ωσπερ γάρ οι εν τοις πολέμους αντιπρόσωποι entum in fugam vers . Ει haec videre licet ad ver
εστώτες, έως μεν ισοπαλείς δοκούσιν είναι, ου τρέ- bum in pseudo- Basilio (num. 314).
πονται ουδέ έκκλίνουσιν· επειδάν και υπερέχη αυτών D 60. Οue haelenus ex Εusebio protulimus exem
το έτερον μέρος, τραπέντες φεύγουσιν· ούτω και ψυχή pla, vim maximam ad conιmunem opinionem ever
υπό αναιδείας παρατεταγμένη έστηκεν, ουκ εντρέ- endam apud idoneos existimatores habitura arbi
πομένη • ελεγχθείσα δε υπό λόγου καθαπτομένου αυ- tror : sed spero fore , ut ea quae mox subjiciam, vi
της, τρέπεται προς αισχύνην. Και επειδή εν τω κρυ- deantur ipsis Ionge majoris momenti esse. Elenim
πτω του ανθρώπου γίνεται η τροπή , εντροπή προσ - si credibile non est disertissimum Oratorem Basi
ηγόρευται . Διά τούτο ούν ή κοιλία ηχήσει, και τα lium, cum Isaiam interpretaretur, malia ad verbum
έτος, ώσει τείχος και ένεκαίνισεν ο Θεός του προφήτου, ex Εusebii in Isaiam commentariis hinc inde mutua
ένα μεταβάλωσι και έντραπώσι, του αιδείσθαι πρότε - tum esse ; profecto Ionge minus probabile viders
ον ουκ επιστάμενοι την ωφέλιμον αισχύνην. Διά debet, eundem ejusdem in Psalnuos commentarium
μέντου του, "Οτι εκοπίασε Μωάβ επί τοίς βωμούς , compilasse. Ει quidem si prius egisset, fortasse
και εισελεύσεται εις τα χειροποίητα, ώστε προ - excusatione dignus esset ob nonnullorum exemplar:

1” Isa . V, 11. 1o 12, 13, 14 151. X61, 12,

 CCXXIV PROLEGOMEXA .
sed si posterius, nullius, quod equidem sciam, ex . Α κτανθη εκ της ψυχής οιονεί ξίφει τινί τω τμητικά
eimplani eum excusaret. Quis enim, queso, larm λόγω και αφανιστικό των παθών, και τούτο γένηται
izieruditus, tam rudis, tamque dicendi inops fuit, ένα πρωία, τουτέστι, κατά την εις το φανερόν αποκά
it cum Isaie valieinia explanaret, ob imperiliata λυψιν ( πάν γάρ το φανερούμενον φώς έστι), μετά την
ad Eusebii in Psalmos commentarium recurrere εν καρδία μοιχείας, καιεπί την μείζονα ταύτης αμαρ
conclus sit? Quod tainmen, opinor, nondum auditum τίαν προάξει τον άνθρωπον, προς την διά του σώμα
est, nec postea audietur, id scriptorem nostrum fe- τος ενέργειαν αυτόν εκκαλούμενος . « Nemini pulo ποι
cisse conslat. Exempla supponimus. Eusebius igitur manifestum esse hæc ænigmalice dicla fuisse ; ne
in commentariis iis quos in Psalmos composuit, que enim ea est dicti sententia , me ineuntibus sin .
illa : Illic naves periranseunt" , explanans, sic scri- gulis diebus humano sanguine manus foedasse meas :
φείι : Και έστιν επαινούμενα πλοία τα διαβαίνοντα id enim praeterquam quod delestandum esset, nulla
την θάλασσαν, αλλά μη εναπομένοντα αυτή, μηδέ Ιenus credibile est. Quomodo enim singulis maluti
όντες , και μη κατά σάρκα στρατευόμενοι, κατα - potuisset ? Νeque enim unus omnes superare valuis
πατούντες τον κλύδωνα του βίου, και υψηλότεροι αυ- , sel, cum, ut verisinile est, magna esset peccatorum
του όντες, ποιούσιν εργασίαν εν ύδασι πολλοίς συγ- 6 multitudo : ac si eos in bello vicisset , uno in ma
καταβαίνοντες επί το κερδήσαι τινας των βεβυ- ευtino omnes interfecisset, neque singulis maturinis
Olouévwy. 1 Laudantur porro naves quæ mare per- ipsos propria manu interemisset . Quid ilaque signi.
Transeunt, non vero quæ ibi permanent, vel quæ ficat illud ? Allentius et prudentius dicla intelliga
Auclibus demerguolur. Nam qui in carne sunt, nec mus, ne propbetica oracula mendacii accusemus,
secandum carnem militant, vilæ auctum calcanles, quod nefas esset. Civitas Domini est humanæ stru
eoque superiores , faciunt operationen in aquis cluræ compositio ; peccalores autem terræ ii sunt,
multis, ac descendunt, ut ex demersis aliquos lu - de quibus Salvalor ail : Ab inlus et corde exeunt co
crenlur. , Hæc io pseudo-Basilii commentariis hoc gitationes malæ , homicidia , adulteria, fornicaliones,
ipso in volumine editis invenies,silegas quæ dicia sunt furla , falsa testimonia , blasphemiæ " . Hæc sunt
in illud (num . 93) : Elsuper omnem navem maris . quce coinquinant hominem . Hos autem peccatores
Eusebius rursus illa : In matulino interficiebam omnes ex terra orlos, id est, ex lerrena carne prodeuntes,
peccalores terræ * , interprelans sic loquitur : dum singulæ de Deo cogitationes exoriuntur , er
Παντί που δηλον , ότι εν αινίγματι κεκαλυμμένως propria structura Tollic, qui sese purgat. Matutinum
ρας αίματι ανθρώπων τας χείρας έμολυνόμην, ου dogmatis ortus accidit, quo omnes cogitationes que
τούτο φησιν ο λόγος . Τούτο γάρ , προς το εναγεί, operantur iniquitatem, de medio Colli oportet. Nisi
έτι και το απίθανον έχει. Πώς γαρ πάντων ήδύ- enim primi anime motus ad malitiam exscindantur,
νατο καθ' εκάστην πρωίαν αυτόχειρ γίνεσθαι των necessarium est cupidines ad opus procedere.
αμαρτωλών της γης; Ου γαρ περιγίνεσθαι πάντων Exempli causa , peccator terre est cogitatio forni
δυνατόν ένα, πολλών των εξαμαρτανόντων ώς το εί- cationem suggerens , quae eficit et quis mulierem
κός όντων, και εί πολέμω αυτών κατεκράτησεν , εν respiciat ad concupiscendum eanm 26 : haec porro
μια αν απέκτεινε πρωία τους σύμπαντας , αλλ ' ουχί nisi in anima occidatur, ac ratione ceu gladio scin
καθ' εκάστην πρωίαν αυτόχειρ αυτών εγίνετο. Τι dente et affectustollende cedatur, idque in tnatolino
ούν τούτο εστι ; Συνετώτερον των λεγομένων ακού efficiatur, scilicet cum primum illa palam depreben.
σωμεν, ίνα μή κατηγορήσωμεν επί ψευδεί των προ- ditur ( nam quidvis Conspicuuin lux est ), post illam
φητικών λογίων , και μη θέμις . Πόλις του Κυρίου ή in corde fornicationem, ad gravius etiam peccalam
σύστασίς έστι της ανθρωπίνης κατασκευής • αμαρ- illa hoolinen deducet , id est ad corporeum opus
τωλοί και γης, περί ών φησιν ο Σωτήρ , ότι " Έσω- evocabii. » Hec ad verbum leguntur apud pseudo
θεν εκ της καρδίας εξέρχονται λογισμοί πονηροί , D Basilium eo in loco , ubi ultima vice explanal
φόνοι, μοιχείαι, πορνείαι, κλοπαι, ψευδομαρτυ- illa ( num. 163) : Ιιαφue me tis qui surgunt mane 11,
ρίαι, βλασφημίαι. Ταύτά εστι τα κοινούντα τον etc. Necesse non puto quidquam addere. Spero
άνθρωπον . Τούτους δή τους εκ της γηίνης σαρκός enimomnes homines mihi assensuros, ineptissimain
προϊόντας, καθ' εκάστην έννοιαν την περί Θεού εξ. illam interpretandi rationein non decere magnum
αφανίζει εκ τηςιδίας συστάσεως και εαυτόν εκκαθαίρων. illum Basilium, nec ei ullo modo tribui posse. Pro
Πρωία ούν και όρθρος εν ψυχή καθ'εκάστην ανατολήν ferano tamen et aliud testimonium e psalmo cenle
σωτηρίου γίνεται εν ή εξαφανίζεσθαι δεί πάντας simo tertio (ν. 34), ubi Eusebius in explicandis
τους εργαζομένους την ανομίαν λογισμούς. Ει γάρ verbis illis, Jucundum ειι ει eloquium meum, etc.,
μη τα πρώτα προς πονηρίας κινήματα της ψυχής hoc se modo exprimit : Πολλοί κατά συναρπαγήν
εκτμηθείη , ανάγκη εις έργον προχωρήσαι τάς ενθυ. παρηλλαγμένως τάς κρίσεις εκφέρoυσι, προ καταλή
μήσεις . Οίον. γης αμαρτωλός εστιν και την μοιχείαν ψεως της εξ ικανού λόγου , και επιπλείον ερευνηθέντος ,
υποβάλλων λογισμός, όστις ενεργεί το έμβλέψαι γυ- εγγινομένης, άβασανίστως κατά προπέτειαν τάς περ!
ναικι προς το επιθυμήσαι αυτής • ούτος εάν μη απο- εκάστου δόγματος διπτούντες συγκαταθέσεις. Η :
* Psal. 1, 26, 28 Ιsa. 11, 16. » Psal. c, 8. 10 Matili, 10, 19 . 16 Math. V, 28. ?" Isa. V, 11.
 D , JUL, CARNERII PRÆFATIO . CCXIV
this @ alextixñs quais vádlota TenLSTEUTAL TRŪTA A centesimi fuse el intempestive sibi explicandam
Yuátwv PÚBels, xalok Opola yuwpleiv , xal ta éau- oratori primæ notæ in mentem venire polueruni.
της διακρίνειν. Διόπερ συνειδώς εαυτό την θείαν
διαλεκτικήν έχoντι, έλεγεν ο Δαβίδ το, Ηδυνθείη 61. Eusebii commentarios et pseudo- Basilii cum
velxws ÉTEU 6a VÓVTWY mois apáyuasi Olahextixh. maximam sui operis partem ad verbum sumpsisse.
oux föcia , adă neapa trixpalvoudá tis totiv. « Multi Tanta est enim in utroque commentario convenien
quæslus causa perverse judicia fèrunt , sed el an - tia slyli, tanlaque similitudo , id ut mihi minime
lequam per accuratum examen et perquisitionem , dubium esse videatur. Sed cum pars duntaxat Eu
qua de re agaiur intelligant, temere singulis sen - sebiani commentarii ad nos pervenerit , quam ex
ientiis assensum præbent. At ea dialecticæ natura
est, ut rerum naturas accurale distinguendi, el quæ pseudo-Basilii furla detegere frustra conaremur.
ad se pertineant discernendi facullalem præstare Allamen præter ea quæ jam notavimus, et alia quo :
posse pulelur. Quamobrem David cum se divina que non pauca eodem ex ſonle ab eodem hausta
dialectica instructum esse cognosceret, dicebat : B esse nullo negotio , nisi valde fallor , pervincamı.
Jucnndum sit tibi eloquium meum , sive dialectica Monuit in nolis suis idem ille , quem mox nominavi,
mea. Nam dialectica eorum qui altercandi ac con . Bernardus Montfauconius, Hieronymum multa ex
tendendi animo res aggrediuntur ,'non jucunda, sed Eusebii in lsaiam commentario ad verbum fere
polius exasperans est. , Et hæc quoque pseudo-Ba- convertisse , eaque in suum transtulisse : quod ex
silius in suum commentarium transferre non dubi- locorum collatione perspicuum est. Ergo si osten
lavit (num . 173 ), cum illa , Væ quidicilis malum dero multa legi apud Hieronymum , quæ aperle es
bonum "8 , etc. , explicaret. Exemplum ultimum pelam pseudo -Basilii commentariis expressa sint , jure ac
e psalmo centesimo secundo , cujus initium sic in - merilo uterque lum Hieronymus tum pseudo-Basi
lerpretatur Eusebius : Tois évids autoŨ Tapostás- lius hæc ab Eusebio sumpsisse putabuntur. Nec
GEL E YEtv to dvoua Kuplou , toutdoti tñ qúset quemquam dicturum puto , Hieronymum ejusmodi
tūv low ay tesexouływy blahoylouwv, úv dettaoûy loca ex hoc ipso qui Basilii nomine circumfertur
ÈSTI TÓ cáyua. Ol uèv ydp roxonpol elol , pó commentario mutuari potuisse , cum id opus ipsi
VO!, polyeia ', xhontai• ol o doteiol xal owth plou, nolum non fuisse videamus. Hieronymus enim Isaiæ
Quavopwr.la , oweposúvn , od XOLVwvixóv . ' tolvuvinterpretes in suo prologo recensens, ejus quiBasi
πάντα τα εντός κατώρθωται εις ετοιμότητα του ευλο- & lii nomen prefert commentarii nullam omnino mei
yeiv cd voua toŨ Geoù ed äylov, OÚtos xalūs ouble- lionem facit. Neque vero credi merito potest Hie
Trapalaubavel thv Evôov 1& colv , els thy toŨ BeoŰ ronymus ideo de hoc commentario lacere , ut sua
suyapıorlar. Nomini Domini benedicere jubet furia celet ; cum de Eusebiano commentario lo
interiora sua , id est cogitationes suas, quæ ab in - qualur, e quo permulla convertere non dubilai.
lus procedunt , quarum duplex est ordo. Aliæ eniin Rursus dixerit nenio , imperfecti illius commen
pravæ sunt, nempe cædes , fornicationes et furia larii auctorem ea quæ Latine in Hieronymo le
spectantes ; aliæ vero urbanæ et salutares , nempe geral,Græce reddidisse . Alienissimum enim id esse
bumanitas, temperantia et communitas. Is itaque a Græcorum moribus omnes, ut opinor, sciunt.
cujus omnia interiora recta sunt et parala ad bene- Prælerea cum exslarent temporibus illis mulli
dicendum nomini sancio Dei , interiori suo affectu Græci in Isaiam commentarii, dubium non est quin
recle utitur ad gratiaruin actiones Deo agendas. ) scriptor Græcus Græcos polius compilarit quain
Haec totidem syllabis et vocibus reperiuntur quidem unum aliquem scriptorem Lalinum . Reliquuin est
apud pseudo-Basilium (num . 314), verba illa : Ideo igitur ut uterque, Hieronymus et pseudo -Basilius
renler meus super Moab quasi cithara sonabil " , elc., loca illa sibi communia ab aliquo mulualus sil :
interprclaplem : sed sic tamen , ut in eo paulo quem ego aſlirmare posse videor alium ab Eusebio
sint ſusiora . Ex quo fit, ut librarios qui Eusebiana non esse, cuni et Hieronymum et commentarii Græci
erscripserunt, aliquid boc loco omisisse suspicer. scriptorem mulia ab Eusebio sumpsisse aliunde
Satis est , ni fallor, hæc retulisse , ut imperfecui il constet. Jam proferamus exempla , quibus utrum
lius in Isaiam commentarii voisia ostendatur ; nec que ab eodem fonte hausisse cerlo cognosci possit.
mullis verbis opus esse ad id probandum arbi. Sic igitur loquitur pseudo-Basilius (2 , 13, num . 91):
itur. Nam res ipsa clamat, facundissimum oralo - pépet od to bévôpov toūto xaprody, aidd xo!pwy opo
rem Basiliom , si Isaiam interpretalus essel , de chv. Add toūTO GÉvôpov aloxúvris úvouacs. To tåp
compilando commentario Eusebii in Psalmos ne co - Baokv siç thu alsxúvny metadau6ávousiv . 'Qv ojy ń
gitalurum quidem fuisse.Eivero,ut neloquar de cæ - 8652 tñs xaptopopias aloxúum toti, xal ÉT ! TOÚTOLS
leris, quis sibi facile persuadebit Basilium Magnum , total of quépa toū Kupiou. Quae sic expressa leguni.
cum Isaiam interprelari debuissel, pariem psalıui tur apud Hieronymuin pag. 27, liberius, id esi,
13 Isa. 20. 39 Isa . Ivi, 11.
CCXVI PROLEGOMENA.
flieronymi more : « Quä etsi fecerint fructus, pe- A dilum esse ab Hieronymo ria paspartixws, quem
corum sunt alimenta... et interprelalar aloxúvn, id mullo tempore desideraveradi. Hieronymus pag.
est, ignominia ... Super omnes ergo qui erigunlur 44, in verba illa : Cum abluerit Dominus sordes fe.
in superbiam , et faciunt opera ignominiæ , alque in liarum Sion " , sic scripsit : « El pola quod sordes
cono libidinum volutantur, Domini vindicta con - fliarum laveril spiritu judicii, sanguinem aulem Je
surget. , Quin et Hieronymus cum paulo post sic rusalein spiritu combustionis. Quod enim leve
scriberet : « Etnunc diem Domini super cedros Li. esi, lavalur : quod gravius, exuritur, elc ., 1 quæ
bani sermo prophelicus comminelur ; 1 respexisse quin e Græcis expressa sint, dubitari posse non
videtur ad Græca illa , quæ ibidem leguitur : 'A pulo. Sed quæ fuse dixit pseudo- Basilius, eadem
του Κυρίου ημέρα και τοις δένδρους της αισχύνης Hieronymus breviler perstrinxit.Legi polest pseu
ως φοβερά απειλείται. Pseudo- Basilius rursus sic do- Basilius in hunc ipsum Isaiae Iocum. Dubium
Ioquitur ( 3, 9 , num. 113) : " Ωσπερ εκείνοι... ουχί quoque non est quin Hieronymus pag. 49 exemplar
δήμασιν ευπροσώπους την ασέλγειαν συνεκάλυπτον . Graecum habuerit oυ oculos, cum illa : Ve qui
Πού γάρ εισι, φησίν, οι άνδρες οι εισελθόντες παρά conjungitis domum ad domum ", etc., ita interpre
σοί ; Εξάγαγε αυτούς προς ημάς, ένα αυτούς συγγε - aretur : « Juxta tropologiam contra hereticos qui
νώμεθα. Εκείνην εμιμήσατο την αμαρτίαν τήν γάρ Β darn hoc dictum arbitrantur.... et audiant sub aliis
αμαρτίαν αυτών, ως Σοδόμων ανήγγειλαν και ενεφά. verbis : Audite hac, duces domus Jacob, et residui
Vloav. Hieronymus pag. 38 : « El quomodo Sodo- domus Israel, qui abominamini judicium , et omnia
milæ , cum omni libertale peccantes, el ne pudorem recta perverlitis, qui ædifcalis Sion in sanguinibus,
quidem ullum habenles in scelere, dixerunt ad Lot : el Jerusalem in iniquilale “ . Isti domos domibus, iil
Educ foras viros, ut concumbamus cum eis 10 . Sic et est, dogmala conjungunt dogmatibus : quibus dici
isti publice proclamantes, suum prædicavere pecca - tur per Michæam : Nolite ædificare in domo ri
lum . , Priora autem Hieronymi verba credi pos- sum “ : ne supra fundamentum Cbristi quod apo .
sunt expressa fuisse ex Græcis illis quæ eodem in stolus Paulus posuit, et in quo debuerant ædificare
Ioco leguntur : “Αμαρτίαν ήν ουχί λάθρα ουδέ έπαι aurum , argentum , lapides preciosos , e contrariu
OYUVÓLEYOL TIETOLhxasiv . Pseudo -Basilius (3, 23, num . ædificent ligna, fenum , stipulam . 1 AscribimusGræ
129) : "Έοικε το θέριστρον επίβλημα είναι θερινόν,ca ut cum Hieronymianis possint comparari. Ila ig •
ώς και περιβάλλειν δοκείν, και μη βαρύνειν εν τω ιur eadem propiele verba explanat pseudo- Basi
καύσωνα • ως και εν τη Γενέσει με μαθήκαμεν την lins (nom. 132) : Δυνατόν δε τώ φιλοπόνω κατά αν
Ρεβέκκαν περιβαλλομένην το θεριστρον. Hierony- . αγωγήν επί πλείον άγειν το από της προφητείας χρή
Aug pag. 42 : « Ηabent et theristra, que nos pal- σιμον . Δύναται γάρ οικία εκάστου νοείσθαι τά -
lia possurous appellare : quo obvoluta est 6 Re- γματα... "Οσοι ούν το της πίστεως δόγμα, όπερ έχει
becca... Graece θεριστρα : ab eo quod in θέρει , hoc θεμέλιον και αρχήν τον Κύριον ημών Ιησούν Χριστόν,
est, in æslale et caumale, corpora prolegunt femi δόγμασιν αλλοτρίοις και ξένους της θεοσεβείας επισυν
narum. Pseudo- Basilius : Eίρηται δέ τισιν, ότι αι άπτουσιν... ει δέ τις εποικοδομεί επί τον θεμέλιον
επτά γυναίκες , επτά πνεύματά εισιν, και μικρόν υστε- τούτον χρυσον, άργυρον, λίθους τιμίους , ξύλα, χόρ
ρον και αυτός ούτος προφήτης καταριθμείσθαι μέλλει, τον, καλάμην... ο Μιχαίας καθαίρων τα οιήματα των
ως επαναπαυόμενα επί την έκ της ρίζης Ιεσσαί καταγελάστων, Έν Γεθ, φησί, μη μεγαλύνεσθε, και
εξανθήσειν μέλλοντα. Πνεύμα σοφίας και συν- οι εν 'Aκαρειμ μη ανοικοδομείτε εξ οίκου κατά γε.
σεως και ευσεβείας, πνεύμα φόβου Θεού. "Απερ ροίς διδασκάλους , φησίν : Ακούσατε δή ταύτα, οι
διά το πάντας εκκλίναι, και άμα αχρειωθήναι, ουκ ηγούμενοι οίκου Ιακώβ, και οι κατάλοιποι οίκου
έχοντα και επαναπαύσεται αγαπητώς, του κατά τον Ισραήλ, οι βδελυσσόμενοι κρίμα, και πάντα τα
Κύριον ανθρώπου λαβόμενα , ποιεί τα αναγεγραμ- ορθά διαστρέφοντες , οι οικοδομούντες Σιών και
μένα. Hieronytous pag. 43 tantum non ad verbum D αιμασι και Ιερουσαλήμ εν αδικίαις . Pseudo Basi
bec ita convertil : « Septem mulieres, id est, Be- lius (v, 12, πum. 159) : Ούτος [ Ιουβάλι ήν ο κατα
ptem gralieSpiritus sancti, de quibusin consequen- δείξας ψαλτήριον και κιθάραν. Ηieronymous pagina
libus idem propheta dicturusest : Exiel virga de ra. seu columna 51 : « Requirit citharam el psalterium
dice Jesse : et flos de radice ejus conscendet : el re- cujus reperior est Joubal. , Hieronymus columna
quiescet super eum Spiritus Domini,spiritus sapientiæ eadem , « Quod autem primum tempus bumanæ sa
el intelleclus, spiritus consilii el foriiludinis, spiri- pientiæ ,quando egredimur pueritiam , el ad ralio
Ixs scientiæ etpielaris : et implebit eum spirilus limo- nalem venimus ætalem ,mane in Scripluris jotelli
ris Domini " ; apprehendent Jesum quem mullo galur, mulla testimonia docere nos poterunt : de
lempore desideraverant, quia nulluin aliuin pole quibus exempli causa ponenda sunt pauca : 1 Mane
rant invenire, in quo æterna slalione requiesce- millebam prophetas se, et : Mane exaudies orationen
rent. , Animadverlas veliin illud, ayatntūs, red - meam , mane assislam tibi, el ridebo " ; et : Ce
16 Gen. Xx, 3. ( ** Isa . XI, 1-3 . 11 153. ιν, 4. 10 Isa. ν, 8. * Mich. II, 9, 10. * Mich. 1 9.
* Jere ». ΧΧ . , 4 . 11 Psal. 1 ) , 6 .
 D . JUL . GARNERII PRAEFATIO . CCSXVII
nocte consurgetspiritus meus 38; et: Deus, Deus meus, A num. 166) : Ου γαρ δή ζωόν τι ο άδης, ουδε δύναμις
ad te de luce vigilo 39 ; et : In malatinis intericie- επιτεταγμένη τους αποθνήσκουσι, κατά την μυθο

s quisoepuedroa-BmuarsaibliutrurRepienrs,odeeine sunt hæc colum

bam omnes peccatores lerro : ul disperderem de ci- tollav tūv EEwlev, Haud aliter Hieronymus, cujus
une".P
eilale Domini omnes quioperantur iniquilatem *o ; et sunt hæc columna 52 : « Infernus autem animam
in alio loco : ad vesperam demorabilur fletus, et ad babere dicitur, non quod animal sil, juxta errorem
tel que
malulinum lætilia " . Pseudo-Basilius : " Iva od Étl quorumdam . « Pseudo-Basilius (v, 17, num . 170) :
μάλλον ημίν το της πρωίας όνομα τρανωθή, ότι η Δεθέντες χειρών και ποδών οι καταδικασθέντες εκ
από σκότους επάνοδος , είτε του κατά την εκ της νεό- βάλλονται εις το σκότος το εξώτερον. Hieronymus
τητος αλογίαν, είτε του εκ της άγνωσίας του Θεού col. 33 : « Conviva quoque cene Dominicae, vestem
ταις ψυχαίς έγγινομένου, η πρώτη είσοδος εις την non habens nuptialem, vinctus pedibus ac manibus
αλήθειαν πρωία λέγεται. Συνάξεις δε τα πολλαχού των ejicitur in tenebras exteriores 1. » Sic prosequitur
προφητών περί πρωίας, ή περί όρθρου , υπέρ του τη Hieronymus : Ει Dominus venit, ut liis qui erant
των πλειόνων παραθέσει φανήναι το προκείμενον · in vinculis diceret, Exile 8, et qui versabantur in
οίον, Άπέστελλον όρθρου τους προφήτας και τo , tenebris, Revelamini 4. 5 Que verba haud dubie
Πρωί εισακούση της φωνής μου και το, Πρωί expressa quoque sunt en Grecis illis (v, 17, ηum.
παραστήσομαί σοι, και επόψη με· και το, 'Εκ Β 474) : Δυνατόν μέντοι γενόμενον δέσμιον αμαρτίας
νυκτός ορθρίζει το πνεύμα μου προς σέ, ο Θεός· ακολουθήσαι Χριστώ το ερούντι τοίς εν δεσμίους,
και, Ο Θεός, ο Θεός μου, πρός σε όρθρίζω και 'Εξέλθετε, και τοις εν τω σκότει, 'Αποκαλυφθήναι .
το , Εις τας πρωίας απέκτεινον πάντας τους αμαρ- Hieronymus eadem col. 33 : « Achitophel quoque et
τωλούς της γης και το, Εσπέρας αυλισθήσεται Judas ... periere suspendio, putantes malum con
κλαυθμός, και εις το πρωί αγαλλίασις. Ordinem eum scientiae presenti morte iniri, et nihil esse post
quo loca Scripturae referuntur quisquis considera- mortem. » Pseudo-Basilius (ibidem) : 'Αχιτόφελ και
verit, is, opinor, Latina e Graecis conversa esse fa - Ιούδας... τον δι' αγχόνης θάνατος του αυτομάτου
cile fatebitur. Nolandum obiter pseudo- Basilium προετίμησαν. Ουκ αν γάρ πιστεύοντες περί του μέλ
(5 ,12, nurn . 163 ) etiam Eusebii in Psalmos com- λοντος αιώνος απηγχονίσαντο . Jlierouyinus col. 55 :
mentarium , ut vidimus, hoc loco hic compilasse : Juxta tropologiam ante jam diximus, quod sa
quam inauditam interpretandi rationem sapienter cerdoles ingressuri tabernaculum Dei, non debeant
prudenterque cavit oplimus interpres Hieronymus. vinum bibere el siceram . Quibus nunc addimus,
Unum omnium imperitissimum scriplorem pseudo- quod Nazaræis quoque præceptum sit, qui se san.
Basilium lanla ineptia decebat. Hieronymus columna clificant Domino, ut vinum et siceram , et omne
itidem 51 : Hæc juxta litleram accidisse populo G quod de uvis est, non bibantnec coinedani, ne uvam
Judæoruin sub Vespasiano et Tito Romanis princi- quidem passam , el acelum ex vino. Sed el in Pro
pibus, tam Græca quam Latina narrat historia . verbiis præcipitur : Potentes, quiiracundi suni, vi
Cuod quidem et spirilualiter hodie quoque patiun- num non bibani, ne, cum biberint, obliviscantur sa
lur, sustineules non famem panis, neque silim aquæ , pienliæ ' . , Pseudo Basilius (v, 22, num . 176): Kal
sed Camem audiendi sermonis Dei. • Pseudo-Basi- τοίς ιερεύσιν απαγορεύει ο νόμος εισερχομένους εις
lias (v, 13, nam. 165 ): Ταύτα καθ' ιστορίαν δυνατόν τα άγια , οίνω και σικέρα κεχρήσθαι» και τους κα .
τυχείν της εξηγήσεως επί των καιρών της εσχάτης λουμένους Ναζωραίσις... και εν ταις Παροιμίαις και
πολιορκίας των Ιουδαίων, των μεν εις αιχμαλωσίαν Σολομών φησιν: Οι δυνάσται θυμώδεις εισιν, οίνον
απαχθέντων... τάχα δε και η αληθής νέκρωσις ου μή πινέτωσαν, ίνα μή πίοντες επιλάθωνται της σο
δια λιμον άρτου, ουδε διά διψαν ύδατος τούτου του φίας. Hieronymus columna 56 : Ει in alio Ioco
αισθητού, αλλά διά λοιμών του ακούσαι λόγος Κυρίου , legimus : Domine, ne in furore two arguας me , ne
Pseudo - Basilius eodem in loco sic loquilur : 'Exeiva que in ira lua corripias " . Et Jeremias : Corripe no:,
λέγομεν, ότι οι διώκοντες το μεθυσμα... τοίς δε έργοις inquit, Domine , verumtamen in judicio , et non in
Κυρίου εμβλέπειν μη ανεχόμενοι, διά το φιλήδονοι , furore 1. Furere autem Domninus dicitur 8, ηοιι
είναι μάλλον η φιλόθεοι, αιχμάλωτοι γίνονται και φιod humanis perturbationibus subjaceat... Quce
επιχείριοι τοίς υπεναντίοις . Αλλά και πλήθος εν αυ- είt autem manus quae extenditur, vel elevatur su
τοις νεκρών εγενήθη δια λοιμών, και ύδατος απορίαν. per populum peccatorem, Job Ioquitur manifestius :
Hieronymus manifeste vestigiis iisdem insistens, Manus enim Domini leligil me " . Unde et diabolus
sic scripsit col. 52 : « Qui surrexeruntmane ad se scieos potenlem manum Domini, et brachium quod
Clavdam siceram , el permanserunt in ebrietale usque universis gentibus revelatum est, dicit ad Dominum :
ad vesperam , el voluplale ac deliciis occupali, opus Mitte manum tuam , et lange omnia quæ habet, nisi
Domini respicere noluerunt, nec opera manuum in faciem benedixerit tibi 50. , Pseudo-Basilius :
ejus contemplati sunt : propterea ducii sunt in ca . Ουδε γαρ πάθος Θεού, ουδε αυτή τη ουσία αυτού
pivilalein... et in ipsa captivitate fame perierunt συμβεβηκός... κατά το ειρημένον , ότι Έν θυμώ
ac aruerunt siti..» Pergit pseudo- Basilias sic (5 , 14, αυτού ταράξει αυτούς... ότι Τότε λαλήσει προς

18 Isa. ΧΧνΙ. 9. 10 Psal. ιπι, 2 . 0 Psal . C , 8. 1 Psal. XXIX , 6 . Μatth. Xxu, 12 , 13. » Isa.
ILII, 9. * ibid. 8 Proν. ΧΧΧΙ, 4. * Psal. νι, 2 . " Jer. x , 24. * Psal. 1, 3 . • Job 15 , 21 . ** Job ι, 3 .
CXXΓιι PROLEGOMENA .
αυτούς έν οργή αυτού · χείρα λέγων την κολαστικήν Α ουι espressa esse. Cum igitur commentarium elin
δύναμιν, κατά τον Ιώβ : Χειρ γάρ Κυρίου η άψα- qui nomen Basilii prefert, non noveril Hieronymis ,
μένη μου έστι, και εν τούτω του διαβόλου χείρα λέ- Dec credibile sit commentarii scriptorem Hierony
γοντος εν τω καιρώ της κολάσεως : Ου μην δέ, miana Grece reddidisse, praesertim cum in mani
αλλά αποστειλαν την χείρα σου, και άψαι των bus omnium essent commentarii Greci, unde faci
dotár autoû. Hieronymus col. 61 : « Et Abrabam , lius baurire polerat, cerle neuter ab altero quid
poslquam vidit Dominum , et audivit vocem ejus, quam sumpsisse putandus est. Quare, ut mihi qui
terram et cinerem esse se dicit * . , Pseudo- Basi- dem videlur, dubitari vis polesl quin ulerque , et
lius ( νι, 1, num. 182) : Eπει και ο 'Αβραάμ, ότε Hieronymus et commentarii scripιor ea quae exscri
ώφθη αυτώ ο Θεός , τότε αναγέγραπται ειρηχώς τo, psimus Ioca ab Eusebio sumpserit, quandoquidem
'Egis 8é elu rñ xal onc&os. Hieronymus col. 69 : ejus in Isaiam commentarios ab ulroque compilatos
1 Ergo sicut profundum , jufernum significat ; ila esse aliunde novimus. Illud tamen nolaluin volo ,
excelsum supra celos intelligere debemus... Quod scriptorem commentarii ab Hieronymo in eo dissi
utrumque, ad lypum pertinet mortis Domini et dere, quod ille Eusebii fragmenta in suum comment
ascensionis : Qui enim descendis, ipse est qui et tarium ad verbum transferat; hic vero ita Eusebiana
ascendit " . Et in Aposlolo legimus : Ne dixeris in B muluelur, ut ea et ornando el addendo sua quo
corde tuo : Quis ascendet in cælum ? hoc est Christum dammodo elicial. Ex quibus omnibus colligere lie
deducere ; aul, Quis descendet in abyssum ? hoc est cel eum , qui imperfeclum illum in Isainm commen
Christum de morluis reducere " , Pseudo-Basi- larium scripsil, maximam sui operis parlem ab
lius (7, 11 , num. 198) : "Η τάχα βάθος σημαίνει τα Eusebio ad verbum mulualum esse. Quod enim no
κατώτατα του άδου , ύψος δε την υπερουράνιον χώ- lavitatus sumpίum fuisse ab Hieronymio e commen
είπης εν τη καρδία σου , τις αναβήσεται εις psit bic plagiarius. Quis autern futurus est tam ini
τον ουρανόν ; τουτέστι Χριστον καταγαγείν : η quus reruin estimator, ut magnin Basiliuin ιοι ac
τις καταβήσεται εις την άβυσσον : τουτέστι tantorum furtorum:reum existianet ?
Χριστόν εκ νεκρών αναγαγείν. Επεί ούν ο κα
ταβάς αυτός έστι και αναβάς, το εις βάθος και 62 . Temere non fuit , quod nolavimus aliquando
εις ύψος σημείον περί της καθόδου αν είη λεγόμενον ante , num . 66, auclorem imperfecti commentarii
της του Κυρίου και ο αναβάς αυτός έστιν υπεράνω evariorum scriptorum fragmentis opus suum
πάντων των ουρανών. Hieronymus col. 70 : Ει Composuisse. (α) Ει quidein ea est verborum atque
boc notandum quod Achaz rege implissimo nolento C sententiarum confusio in hoc commentario, lam
signum petere , sermo propheticus ad domum Da- que sæpe eadem Scripluræ loca bis aut ler aut am
vid. .. converlalur. , Pseudo-Basilius (7 , 12, nuin . plius explicantur, ut quodam quasi impelu in eius
199) : Ου γαρ ευλαβεία τινί παρητείτο την αίτησιν modi suspicionem adducti simus. Ita autem esse,
του σημείου και Αχάζ... αποστρέψας γάρ τον λόγον que ex ipso Basilio subjicimus exeimple evidenter
dal toŰ Aabis, elc. Quæ refert Hieronymus, col.71, probant. Basilii igitur hæc sunt e priina oratione
de puella cujus do mentio in Deuteronomio , et de in jejunium : Τούτο γάρ έστιν ό φησιν ο Απόστολος,
Abigas, ea ipsa quoque e Graecis espressa esse ne- ότι "Όσον ο έξωθεν άνθρωπος διαφθείρετο
gari non potest. Velio conferas Latina cum Graecis σούτον ο έσωθεν ανακαινούται. Και το, " Οταν
num. 201 . Hieronymus col. 76 : « Οuidam prophe- ασθενώ, τότε δυνατός ειμι ... Εx γάρ της παχείας
tia8am sanctam Mariam interpretantur, quam pro- τροφής οίον αιθαλώδεις αναθυμιάσεις αναπεμπόμεναι,
phelia fuisse non dubium est : ipsa enim Ioquitur νεφέλης δίκην πυκνής, τας από του αγίου Πνεύματος
omnes generationes. , Pseudo-Basilius (8 , 3 , num . Hoc enim est quod ait Apostolus, quod Quantum
208)** : " Ότι δε προφήτις ή Μαρία... ουδείς αντερεί , και externus homo corrumpilur, tantuminternus renovat -
μεμνημένος αυτήςτων ρημάτων... Ιδού γαρ από του tur ". Item illud : Cum infrmor, tunc potent
νύν μακαριούσι με πάσαι αι γενεαι . Hieronymus summ “ ... Νam fuliginosae quaedam exhalationes e
col. 82 : « Hoc scire debelis, quod unaquæque gens pingui alimento emissæ , densæ nubis instar inſu
proprios consulat deos, et de vivorum salute mor- sam animæ a Spiritu sancto illustrationem interci
luos sciscitelur.) Pseudo-Basilius (8, 19 , num . 218 ) : piuni. Hæcsibi sumpsit pseudo-Basilias (mun. 32),
"Έκαστον έθνος τω εαυτού θεώ προσάγει την περι cuminterpretaretur illud : Jejunium et otium el s0
ου βούλεται μαθείν ζήτησιν... νεκρούς γαρ θεούς υπο- lemnitales vestras odit anima mea 1. Οuin el alia
θέμενοι, αυτούς επερωτώσι περί των ζώντων. Ει alia adjici possunt e secunda oratione de jejunio , uli
id genus congerere paraveram ; sed nihil opos esse sic legitur sub ancin : 0υ μέντοι εξαρκεί καθ' εαυτήν
arbitror, cum ex allalis testimoniis satis superque η εποχή των βρωμάτων προς την επαινετήννηστείαν·
constel multa ab Hieronymo e Grecis aut conversa αλλά νηστεύωμεν νηστείαν δεκτήν, ευάρεστον τω
* Gen. Αντί, 27. 1 Ephes . ιν , 10. * Rom. 3 ,6, 7. * Luc. 1, 48. 1 Cor . IV, 16. • 1 Cor. 3, 12.
η Isa. 1, 14.
(aj Lege interprelationem capilis v.
 D. JUL. GARNERII PIRAEFATIO. CCXXIS
Θεω... Από μέντοι της εν τω κρυπτώ νηστείας φυ- A natum expendendi, οι ex recto borum ordine Opit
λαξώμεθα, τερά ής και προφήτης απεύχεται λέγων· cem intelligant. Sed statim incipiente die convίνιο
Ου λιμοκτονήσει Κύριος ψυχάς δικαίων και τo, runi suorumIoca apetibus variis ac doridis auteis
Ουκ είδον δίκαιον εγκαταλελειμμένον , ουδε το ornant ; atque studium ac diligentiain in poculis
oxépfia autpū (nroür åprous. « Allamen ad hor, apparandis ostendunt, vása ad refrigeranduin vinam
ut laudem pronierealur jejuniuin , non est per se cralerasque el phialas velut in pompa aliqua ac con
satis abstinere a cibis , sed jejunium jejunemus ac- ventu publico dispunentes, ul vasoruiu diversitas sa
ceplabile , Deo graluni... Rursus ab interno mentis lietalem ipsis surripiat, el alternatio poculorum ac
jejunio caveainus, quod et prophela deprecatur, perinulalio eos diu in bibendo delineal. Adsunt in
his verbis : Non occidet Dominus fume animas juo super quidam convivii niagistri, ac pincernarum
slorum , ac rursus : Non vidi justum derelictum , principes, necuon archilriclini : imo ordo in con
wec semen ejus quærens panem S . , Hæc quoque re. fusione, ac dispositio in re incomposila excogitalur :
perire est apud pseudo-Basilium (1, 14 , num . 31 et ul quemadmodum sæculi magistralibus ex satelliti
32) in eadem Isaiæ verba , sic lamen, ut de suo ali- bus major auctorilas accedii, ila etiam ebrietati
qua julerseral. Exemplum aliud hic proponere libi- velut reginæ cuidam famuulitium præbentes, sludio
lum est ex oratione in ebrielalem et lusum , ubi B quam maxiino dedecus ejus ac lurpitudinem conic
Basilius sic loquitur: Elxspa , tãy od Suvajevov uén gant. Prælerea coronæ , flores, unguenla, sufilus et
θην εμποιήσαι πόμα τους Εβραίους ονομάζειν σύνηθες. innumera quedan externa oblectanenta perditos
Οι ούν αρχομένης ημέρας περισκοπούντες, που πότοι diutius occupant. Hec legere est apud pseudo
γίνονται, και οινοπώλια και καπηλεία περιαθρούντες , Basilium eo Ioco, ubi interpretatur illa ( v, 11 , num,
και αλλήλους επί το πίνειν παραλαμβάνοντες, και 134) : Kα , qui surgunt mane , ο ειceram sequuntur,
πίσαν της ψυχής την μέριμναν περί την των τοιού- ημι erspectant vesperam , etc. Videas quidem
των φροντίδα καταναλίσκοντες , ούτοι υπό του προ- pseudo- Basilium ut soperius, ila bic pauca de sue
φήτου καταθρηνούνται, ώς καιρόν ουδένα εαυτοίς Basiliadis iminiscuisse : sed eorum pars in codes
προς την των θαυμασίων του θεού κατανόησιν Oraline statimlegitur. Quale est illud : οι ηττώμε
απολείποντες. Ου γαρ άγουσι. σχολήν οι οφθαλμοί νοι, νικώντες, πάντες μεθύουσιν . Ιterm illud : 'Έλεει.
αυτών ανανεύσαι προς ουρανόν, και τα εν αυτώ νον θέαμα Χριστιανών οφθαλμοίς. Νeque vero satis
διακόσμησιν επισκέψασθαι, ώστε εκ της τούτων lii oratione sibi sumere. Ιbidem ex ea sumpsit et il
ευταξίας τωνΔημιουργών εννοήσαι· αλλ' ευθύς άρχο. : Οι μένοντες το αψε, και διημερεύοντες εν τη μέση
μένης ημέρας , κοσμούσιν εαυτών τα συμπόσια τάπη- " ως μηδένα καιρόν εαυτοίς παρέχειν εις τό τα έργα
και επιμέλειαν εις την των εκπωμάτων παρασκευήν τανοείν. Ο γάρ οίνος αυτούς συγκαύσει· διότι το
επιδείκνυνται, ψυκτήρας και κρατήρας και φιάλας, ως εκ του οίνου θερμόν έγγινόμενον τη σαρκι , εξαμμα
εν πομπή τινι και πανηγύρει, διατιθέντες, ώς αν το γίνεται των πεπυρωμένων βελών του εχθρού » τον μεν
των αγγείων διάφορον τον κόρον αυτοίς υποκλέπτη, γάρ λογισμών και τον νούν και οίνος καταβαπτ !
και η των εκπωμάτων υπαλλαγή και μετάβασις ικα- ζει. « Qui respectant vesperam, et diemin evrielato
την αυτοίς εις το πίνειν διατριβήν εμποιή. Συμπο- transigunt sic, ut nullum sibi den tempus ad opera
σίαρχοι δέ τινες επί τούτοις και άρχιοινοχόοι, και άρ- Domini inspicienda et ad opera mantum ejus consi
χιτρίκλινοι, και τάξις εν αταξία, και διάθεσις εν deranda. Vinumenim eos comburet, propterea quod
ακόσμω πράγματι επινενόηται · ίν', ώσπερ ταις αρ- vini calor carini accedens, iguiculas it ignitoruιιι
καις ταις έξωθεν εκ των δορυφορούντων ή σεμνότης inimici jaculorum. Vinum namque rationem denei.
συναύξεται, ούτω και τη μέθη οίον βασιλίδι τινι θε. ειι et mentem. • Hec , inquam, edita invenias ομιά
ραπείαν περιστήσαντες , το επονείδιστον αυτής τω pseudo- Basilium in eo quem indicavi Ioco ( ν, 11 ,
υπερβάλλοντι της σπουδής περιστέλλωσι. Στέφανου D num. 150), non continenler quidem, sed paucis qui
επί τούτοις και άνθη και μύρα και θυμιάματα, και busdaminterjectis. Ex his patet, quod maxime
μυρίαι τινές έξωθεν θυμηδίαι , πλείονα την ασχο - lalum volo, scriptorein commentarii ita psalmos ali
λίαν τοις απολλυμένοις παρασκευάζουσιν. ι Ροιιικ quos citare in interprelando Isaia, ut inde occasio
omnem , qui inebriare potest, solent llebræisicerain nem arripiat Eusebiani in Psalmos commentarii
appellare. Ilaque qui ineunte die explorant ubi fiant compilandi. Ego autem præslare ausim , Basilium ,
compotationes, quique et enopolia ac caupones cum lam sæpe in suis operibus non controver
collustrantes, se muluo ad coinpolandum conjun - sis psalınos cilel , nunquam tamen hac occa -
gunt, ac omine animi studium sollicitudinemque iu sione inductum ſuisse, ut euin, quero mox dini,
ejusmodi curis inguinuni, bos propliela deplor: 1, Eusebii commentarium unquam compilarel. Cur
Tanquam qui nullum sibi tempus ad Dei miracula ergo in interpretando Isaiam aliter sc gessisset ?
consideranda reservent. Nec enim oculis eoruin 63. Wiec sunt, quibus adductus, a communi vii.
olium csl suspiciendi in coelum , ejusque pulchritu - ierique sententia discedere non dubilavi. Nec enim
Jinein condiscendi, et omncm rerum conditarum or. inihi persuadere possum , nec unquam polero, gria
* Proν. , 5. • Γsal. ΣΥΧνι, 23. • Isa. ν, 11 .
PATROL. GR. XXIX ,
 CC PROLEGOMENA.
vissimum eumdemque disertissimum scriplorein Ba- A sententiam stabilien.lam , nolo lamen. Vereor enjila
siliuin tam ineple lamque ineleganter locutum fuis- ne, quihæc legeni, in re aperla plus salis immora
se , eumque non raro eadem Scripluræ loca ler aut lum esse me judicent : sed meminerint velim , velc
qualer præposlere explanasse. Neque unquam ad . rem opinionem , lol celeberriinis viris omnis ælalis
ducar uit credam ipsum maximam sui commentarii probalam , nonnisi vi argumentorum atque copia ex
parleni ex Euschiana interprelatione ad verbum mu- animo evelli.
lualum esse. El vero mihi persuasissimum est , tum 64. De ioso commentario , deque ejus auctore ali
ob ſragmenta quæ relulimus, lum ob styli similitu - quid jam dicere opere pretium est. Etsi enim hoc
dinem , in :perſecti illius in Isuiam commentarii par- opus in numero spuriorum a nobis reponitur, sla
lemn masimain ex Eusebii in eumdem prophetam lim lamen rejectum id, aut omnino contenipium
comiculario ad verbum sumplam esse ; el pre - nolumus. El quidem si nihil aliud , cerle antiquitas
stare ausim , si unquam Eusebianus ille com - illud commendat. Scriptum enim ipsiim fuisse ipsa
mentarius integer in lucem prodeal, rem evento Basilii ætale obscuruin non est .Nam quod narralur
comprobatum iri. Sane quidvis potius, quam ul Ba - de idolis (pag. 415 ), quæ jam neglecta in speluncas
silium lol ſurtoruin suspcciun liabeam . Et mullo cavernasque et abstrusissima luca dejiciebantur, id
magis in hac inca sententia confirinor, dum mihi in B sæculo quarto oplime convenit. Neque non aperle
mentem venit, ejus de quo agimus operis auctorem eamdem temporis nolam indicat, qucd initio capitis
mulla eliam ex ejusdein Eusebii in Psalmos com - decimi edilum invenimus, Anomæorum scilicet hae
mentariis ad verbuon compilasse ; quod quain absur- resim lunc temporis pullulasse. Nemo eniin qui
dum sil et Basilio Magno indignum , nemo, opinor, rerum ecclesiasticaruin non omnino rudis sil, pessie
non vider. Noliin dicas, si loc ac lanta Euscbii mam illam hæresim quarto sæculo orlam ſuisse
fragmenta hodie in omnibus hujus commentarii iglioral. Quare si quid eo in commentario occurrit,
exemplaribus lum excusis, luin manu exaratis invc- quoll aul ad dogma, aut ad Iraditionem , aut ad
nianlur, culpam esse non ipsius scriptoris, sed libra - disciplinam ecclesiasticam pertineat, id ob antiqui
riorum , qui interduin , ul nolum cst, aliena genuinis litis reverentiam plurimi faciendum esse arbitra.
allexuere. Fateor enim librarios, cum aliqua opera mur. Non negamus quidem id opus indiserie ab
exscriberent, nonnunquam aliquid addidisse : sed id indiserlo auclore conscriptum fuisse , sed non
ſere contigit in iis orationibus, qux habilæ sunt ad propterea aliclorilale omni carere debel, cum ab
populum , quæque scriptæ sunt non ab ipso auctore, homine et antiquissimo el probissimo conscriptum
sed ab aliquo auditorum qui notis scribere nossci. Ei ſuisse videatur. Hæc de commentario : nunc de ejus
enim si quid excidissel imperilo alicui notario , id ex C auctore reliquum est ut dicamus. Sunt qui esisti .
aliorum scriptis supplere non verebantur librarii. ment commentarii scriplorem episcopum fuisse : scd
Quod autem allinetad longiora opera, que ab ipsis id ex illius verbis colligi cerlo posse non pulo (pag.
auctoribus scribebantur, nec pronuntiabantur publi- 417 et 509). Docel quidem aliquando se populi prime
cc, in his non ita mulla a librariis addita fuisse in - cipem esse, seque ei prælici : at non episcopi so
venimus. Neque vero difficile eral, si quid addilum lum , sed ipsi etiam presby!eri s:10 moilo plebis prine
fuissel, librariorum dolum ac fraudem delegere , cipes sunt, eique præficiuntur. Equidem ea de re nie
cuin corum exemplaria cum autographis conferre hil certi slalui posse judico , seil mihi lainen ncscio
cuique liceret. Prælerea , ut mihi quidem videlur, quomodo verisimilius fit illum iniei prelem non

Psalmos commentariuin compilare. Hoc enim non libentius in sententia permaneo, qnoil lilleris prodi
in alium convenil, quam in ipsuni auclorem , qui cuin luin sit hunc commentarium a Basilio quidem com
scribendi inopia laborarel, hinc inde ad conficien . positum fuisse , sed post ejusmortem presbyteri cn
dum librum adjumenta querebat. Arbitror proferri jusdam opera in lucem prodiisse (a). Mihi enim
non posse aliud ullum excmplum scriptoris alicujus, o probabilissimum videtur, presbyterum , qui hoc opus
qui, cum Isaiam interpretari vellet, mulla ex Eusebii mortuo jam Basilio in lucem edidisse dicitur , eum
in Psalmos commentario sumpserit. Res est enim dem esse, qui et illud proprio marle elucubravil. Ult
tam nova , ul nisi oculis ipsis cernerelur, lidem vix ut hæc sunt, dubitari non potest quin scriptor,
haberet. El quidem Hieronymus el Procopius, qui, quisquis est, Basilium io aliquibus imitari sludueril.
cum Isaianı interprelarentur, lam mulia ex Eusebii Nulum est enim hanc dicendi formulam , èv tois
i: eumdem prophetam commentario mutuati suni, xatóttiv, Basilio perquam familiarem esse : qua el
tanien ne cogitarunt quidem quidquam ex ejusdem ille commentarii scriptor sæpissime usus fuisse
Eusebii in Psalmos commentario muluari. Hoc dc- comperilur. Nec prælereundum silentio, videri scri.
cebat hominem qui, cuin de suo scribere nullo modo plorem Cappadociam patriam habuisse. Nam alicia
possei, el lamen scribere instituisset, sallem alio bi varias gentes enumerare cum instituisset (p. 423),
rum scripla undecunque cumpilabal, Cerle quidein quasi popularibus suis gratificari sellel, Cappado
inibi facile fuerit plura addere ad hanc nostrain ciam priinam nominal,

(a} Lrge Vitam Basilii · Tillemontio vernacula Imgua scriptaru , pag. 683.
 D . JUL . GARNERJI PRÆFATIO . CCXIII
& XI. De libris in Eunomium . A lantam esse , ut si Basilius horum auctor esse dicalur,
65. Egregios quidem in Eunomium libros a Ba- cum sui dissimillimum fuisse oporteat. Elvero verba ,
silio Maguio conscriptos fuisse, cum ex aliorum ve- dictio , phrasis, et, ut paucis absolvam , omnia con
lerum , lum ex Hieronymi testimonio notum est : spicuas ac certas peregrinitatis nolas videntur præ
sed quoi ab eo editi sint , neque Hieronymus, ne- ferre. Nova sunt verba el apud Basilium inusitata ,
que ullus alius auctor idoneus litteris prodidit. Hinc, nova quoque loquendi genera ; et universe dicam ,
ut fil, orlæ sunt contentiones inter eruditos, aliis tantam esse diversitatem dictionis , ut qui eam non
aliain opinionem defendentibus. Pars quidem ma videt, lippiat necesse sit. Nolo mibi cilo credalur :
xima vulgatos quinque libros tribuunt Basilio no malo doctissimos quosque viros eosdemque acerrimo
slro : sed nonnulli lamen , inter quos L'rasmum nu judicio præditos per se experiri id quod dico : quod
merare licet, adversam sententiam ila luentur, ut si fecerint, spero omnes mibi facile assensuros ,
ei quidem ascribant tres priores libros , sed duos duos bos de quibus agitur libros Basilio Magno tri
posteriores ipsi tribui debere negent. Dissident bui nullo modo posse. Jam rationes et argumenta,
quoque inter se lum calamo notati , lum typis de quibus hæc nostra suspicio nititur, in medium ad
scripti libri. Combelisius enim in suo Basilio recen - ducere operæ pretiuin est. Legenti mihi librum
silo , lomo II , pag. 27, monet ullimos duos libros quartum occurril primum particula el , quæ lam
in uno codice Regio desiderari : similiter et in edi. sæpe contra communem usum repetitur , ut nulla
tione Venela , quæ ex Stephani Sabii officina anno ſere periodus invenialur , quæ hac vocula si non
1535 prodiil, tres tantum priores exstare constat. incipiat. Et certe eo magis tam frequenti hujus vocis
Codicem eum , in quo , leste Combefisio , exarati repetitione offendebar , quod ex ea brevia quædam
sunt solum priores tres libri , non reperi ego in argumenta ducantur , nibil aut exquisiti , aut va .
bibliotheca Regia : sed jaciderunt in manus alii lidi habentia , et prorsus indigna , quorum auctor
sex præler unum Colbertinum , in quibus omnibus, dicatur oratorum præstantissimus Basilius. Hanc
ut rerum fatear, hi quinque libri pariter Basilio vocem aliquoties adhiberi nihil velat : sed eam pas
Magno tribuuntor. Monere juvat, reperiri in Regio sim et quolibet loco ad satietatem usque repeti ,
quinto codice initio libri quarli nolam quamdam , ul oplimorum quorumque scriplorum , ila Basilii
quam hic exscribendain censui. Est autem ejus consuetudo non patitur. Alia oralionis vitia perse
Todois 66EQ Xpatei, tüy uèv deyóvtwv QÚTÓV TOÛ que occurret, proferemus.Hæc legimus non longe ab
dylou Basislou , sūv s &vtideyÓVTWV učv , our initio (p . 279) : El het, yeVvHOEWS TO yovoysvės, addas
xamropoúvtwval, tiåtte u gaivov Exovtos. «Etiam Blak to doúyxpitov , uovoyevns xal o lathe. 'Acúy
de hoc libro mulli varie sentiunt : alii quidem xpiros ráp. « Si unigenituin generationis non est,
dicunt illum esse sancti Basilii, alii vero negant ; sed propterea quod est incomparabile, unigenitus
sed tamen eum non condemnant, quasi absurdi ali. etiam Paler esis Scio suam cuique sententiam esse,
quid contineat. » Ex quibus intelligitur, non unam et alios aliter sentire solitos : puto tamen neminem
omnium de hoc libro fuisse sententiam apud Græ - futurum , qui id loquendi genus , El pith yeVvh OEWS
COB : sed alios aliud sensisse . Nolim quidem ex si- co dovoyevés, Basilianum esse dical. Paulo post ita
milibus polis probari slalim opinionem aliquam , legitur (p. 279) : 'Dv yapo O qucoupros ou xard quocv ,
aut improbari : sed eas tamen non omnino con - tùs tak onurou pynévta xata quoly ; 1 Quorum
lemnendas esse pulo . Elenim si nibil aliud inde enim condilor non secundum naluram est , quo
consequimur, cerle eruditis hominibus rei exami- modo condita secundum naluram erunt ? , Quibus
nandæ dalur occasio . Percuperem ego ejusmodi in verbis vilium inesse vident, opinor , omnes.
quæstionem obscuram sane et perdifficilem ea qua Scriptor enim , si reele loqui voluisset, aut sua fa
par est diligentia jam agitatam fuisse ab aliquibus miliari particula el uti debueral, boc modo : El yde
viris haruin rerum peritis, et lingnæ Græcæ impri. Do onuloupyös, etc . « Si enim condilor non secundum
mis intelligentibus, qui mihi tanquam in bivio ver- naluram est , quomodo condila secunduin naluram
santi duces essent et signiferi : sed quo gravius erunt ? aut si voce úv uti vellet, sic scriptum opor
eral argumentum , oo magis neglectum fuisse dicituerat: 'Qv yap o ongeloupyoç où xata púriv, tws
polesl. Nunc ergo celebrem de quinque in Euno- taūta xata puolv ; Quorum enim condilor non se
mium libris quæstionem diligentius examinare co- cundum naturam est, quomodo ea secundum naturam
nabor ; el quoniam in re tali quidquam dissimulare erunt!,Sed alia prosequamur. Ila igitur libro quinto
non licel, dicam quidem bona fide quod senlio , sed loquitur (p . 300) : 01 &uol lóyol , Sodouúv onoiv , úrad
sic , olmeam sententiam proponam potius , quam coő elpnutar. Kal o llaūlos, ÚTO X PLOTOū• ÉTEL, etc .
proferam . Sermones mei , inquit Salomon , dicti aunt a Deo,
nomium libros legerem , incidisse vel invilum in que absurde loqui scriptor infime notæ , sed non
suspicionem . Animadverti enim , quod jam animad- magnus ille Basilius, qui, si eloquentia non omnes
verterant multi , eos a iribus prioribus genere di- superavit, cerle a nullo unquam superalis est. Nec
cendi quam maxime differre , eamque diversitatein meliora pulo illa, quæ non ita mulio infra legun .
CCIISII PROLEGOMENA
lur (p . 306 ) : Eipntai taūta, xal Loti xalws, us Éoti, A ganterqueac copiose probassel vocemi e ingenilus )
Tols & TTE PLEPYWS TELOTEÚOUGLV els Deóv, elc. Hæc substantiam ipsam non esse , sed aliquod nomen,
dicta sunt, et sunt recte , sicuti sunt, iis, qui sine postea de eodem argumento in libro quarlo scri
curiosa ilivestigatione credunt in Deum , : elc. Hæc psisset obscure atque ineleganter ? Sed non opus
enim cum lego,Græculum balbutientem audire mibi estnostris verbis, ut ostendatur eorum quæ in libro
videor. Libelreferte el illa, quæ mox sequuntur (p. primo el quarto leguntur non unum et eumdem au
308 ) :'Add xal tų übatı ouvap:Queiolalaurdenis, ús clorem esse : sed satis est, si aller locus cum al
tots xtloews By. Sed el cum aqua dicis eum numa tero comparetur. Nam eruditissimus quisque ut in
rari lanquam qui creaturæ sit. , lulerpretari ad primo libro masculum quoddam dicendi genus mi
verbum volui, il sermonis inconcinpilas asperi- rabitur, ita in quarto debiles quasdam ratiunculas
lasque leclorem magis moveal. Nam libens quære- huic scriplori perfamiliares fastidiet. Paulo infra
rcin quid sibi velit illud, 'Os tñs xolosws 8v , 1 lan- eum quen cilavi locum , leguntur illa (p. 286 ) :
quam qui creaturæ sit : 1 aut potius quærerem , an Eltattova Deds ongelou pyEiv oux pouvata to✓ Evos
barbarus aut Scytha inconciunius unquam et inele. Ylow, 8132 od let the quxéval, ou o rids åpa Olágo
gantius loculus sit. pa 87,uloupyhcel, addå ty tl. « Si Deus pauciora
67. Auctorem male loquentem hactenus audivi. " uno Filio condere non poterat , quod naturæ suæ
nius : nunc eumdem pejus ratiocinantem audiamus. non convenit : igilur nec Filius condet diversa,sed
da igitur loquitur , ubi ostendit vocem ingenitus unum quid. Hæc quomoio inter se cohæreant,
substantiam ipsam non esse , sed unum quoddam alius viderit. His suljungam illa (p. 291) : El to
"X nominibus , seu modum quemdam essistendi: Oanga toŨ Datpós toti, tÒ TELOTEÚELV huis els con
Ει ο γνούς, ότι αγέννητός εστιν ο Θεός , και τι ποτέ Υιον αυτού ( Τούτο γάρ έστι το θέλημα του πέμ
έστιν ο Θεός ακριβώς έγνω , μείζον δε ουδέν έστι του ψαντός με, ίνα πας και θεωρών τον Υιόν, και πι
τον Θεόν κατά την αυτού φύσιν γνώναι , αλλ' αύτη στεύων εις αυτόν , έχη ζωήν αιώνιον), ουκ εκ θε
εστίν η αιώνιος ζωή και διδάξας ημάς, ότι αγέννητός λήματος και Υιός, έπει το πιστεύειν ημάς εις αυτόν ,
έστιν ο Θεός, μείζων ευρεθήσεται ών ο Θεός ητοί- και συν αυτώ, ή προ αυτού ευρίσκεται. « Si volunlas
Hage tois dyattwowy autóv . 'Exclvwv yap ougèv Due Patris est, ut nos in ejus Filium credamus (Hæc
vatdv &vopw Toy Svia yvūvar. U oŰts opladuós tiç est enim voluntas ejus qui me misit, ut omnis qui vi
είδεν, ούτε ούς ήκουσεν , ούτε επί καρδίαν ανθρώπου del Filium, et credit in ipsum, habeat vitam eler
dvéén . 'Alld utiv xal dyaptwhol ed åyévvntos Ovoua nam " ), non tamen est ex voluniale Filius: quippe
Axougav. To jetsov oúv 14 8L' £autou 178L'Erépou o Oedsc credere nos in ipsum , aut cum ipso, aut ante ipsum
tous &uaptulous Oldásas, to TTTov xalprovels (why invenilur. , Quæ verba quid sibi velint, ne Mopsus
aiúvcov OUVTEAoûv tois Elxalous égulace. Kal trūs quidem aut OEdipus facile, opinor, divinaril. Au
ojx & tonov; « Si is qui cognovit Deum esse ingeni. clor de Abraham loquens, sic scribit (p. 314) :'Etlo
rum , quid tandem sit Deus accurate cognovit, rur: OTEUGE & 'Abpadu tõ oeq , ÈTLOTEUGEV , aŮTds, xal
sus si nibil majus est quam Deum secuudum nalu . Oůx holotysev us Ouets. « Credidit autem Abraham
ram ipsius cognoscere, imo si hæc est vita ælerna : Deo , credidit ut ipse , nec incredulus fuit vt vos.
qui nos docuit ingenitam esse Deum , is major in . Non valde admodum dubito quin vir, cum sic loru
venietur iis quæ Deus diligentibus ipsum præ - Ils est, pro salsissimo scriptore et acutissimo ba
paravit. Nam fieri non polest ut homo quidquam beri volueril ; sed vereor ne, cum sibi maxime
cognoscal eorum , quæ nec oculus vidit, nec au - placuit, aliis et frigidus et ineplus esse videalur.
ris audivil , quæ nec in cor hominis ascende. Præclara sunt quæ vidcre est aliquanto ante. Sunt
sunt " . Atqui peccatores etiam nomen ingenitus autem ejusmodi (p. 312) : "Hüs ötav å id üdatos
audivere . Quod igitur majus est, id aut per se λιθου πύρ, ή άλλης τινός ύλης ώσαύτως το τοιούτον
ipsum aut per alium Deus peccatores docuil : quod Yeuntai Trūp. 1 Aul sicut cum ex aqua aut lapide
vero minus est nihilque ad vilain æternam confert, p ignis, aut ex alia quavis materia, sinuiiiter ignis
id juslis servavit. Et quomodo hoc absurdum non fieret. » Reliqua quidem non incommode : sed pulo
est ? , Hæc, etsi longiora, exscribere non piguit, quo bominem mentis compoleng non ſuisse, si cui se
magis character scriptoris innotescal el ingenium . hoc probare posse speraverit, videlicet Geri ex aqua
Quid magis in his mirari subeal , nescio , inutilila - ignem . Unus omnium felicissimus est Basilius in
lem an inepliam ? Quid, quæso , lam verbosa ralio - seligendis exemplis aplis : qui ergo fieri poluit, ut
cinalio ad rem facil ? Quid causam juval ? Quid exemplo lam inepto tamque absurdo usus sil ? Quæ
habetmoinenti? Verbis ipsius scriptoris ular, quo autem fueril scriptoris diligentia , quasi præteriens
modo hoc absurdum non esi ? » Neque indignum adnotabo. Sic igitur scribit (p. 318 ):Kal tõsMaplas
puto, quod nolelor, traclari quoque in primolibro deyouons. Kata ol yvuooual TOŪTO, Etel & vôpa od
hoc idein argumentum (p. 221 et seqq .), videlicet Yevúoxw ; , Et cum Maria dicerel : Quomodo co
vocem e ingenillis i substantiam ipsam non esse, gnoscam istud, quandoquidem virum non cognosco ?,
scd nomen quoddam .Al, quæso, quid fuissel homi- Ultima verba , « Quandoquidem virum non coguo
nis Basilius, si, postquam in primo libro clare ele - sco, Mariæ quidem esse nemo inficiabilur (ex Luc.
"1 Cor. 11, 9 . 69 Joan. vi, 40.
 D . JUL. GARNERI PRÆFATIO . CCXXXVI
1, 34) : sed priora, « Quomodo cognoscam istud, · A qui hos libros Basilio iribuunt, curhic aliter quam
Zachariæ esse constat ex Luc. 1, 18. solebat locutus sit, seque sui dissimilem præstile
68. Hactenus loca quædam , quæ phrasim Basi- ril. Illud (p . 305) : Kalad Olde 'ioj treo vėvai gadis
lianam minus sapiant, relulimus : nunc voces mulo TSTOlnxev, « Elper Filiuni cffulsisse claruin ſecil, 1
tas, quas in genuinis Basilii operibus inveniri non videtur mihi non parum a Basiliana eloquentia
pulamus, hic siinul congerere nobis propositum est. alienum . Hac dicendi formula, saqes netolnxe, pa
Vox Ocois prima occurrit. Nihil cerle ea voce fa - tuil uli scriptor indiserlus , non Basilius oralorum
miliarius est scriptori, pro eo quod est« adoptio. 1 disertissimus. Peregrinitatem olet illud quoque
Frequentiora sunt exempla , quam ut aliqua in me- (p . 307) : 'EXTOUTE] ydp xal METZ óse Ilveúuatos
Jiuin proferre pecesse sil. Nusquam tamen , opinor, td yevojeva ylvetai. Nam quæ fiunt, emissione
ea ros pro adoptione in sinceris ac germanis atque participatione Spiritus fiunt. » El vero , si
Basilii libris usurpatur. Vocein violecia , nou vocein bene commemini , voce èxTourth non ulitur Basi
Ofois , eo intellectu adbibere solel orator optimus. lius. Haud procul, de Davida loquens auctor sic
Cerle si alias, maxiine in libro De Spiritu sancio scribit (p . 309) : Ouô' dv thu tоū Ilvaúdatos ta pove
et in tribus primis in Eunomium libris nomeu Oé- olav , doúrou xal xiloyatos övtos, tai trávia OLAXELV
GLS a Basilio usurpari debueral, cum in iis de ado.BĚçasxav o Ouveõós. 1 Neque Spiritus präsentian ,
ptione frequens sil sermo : lamen , quod ab horum si servus el creatura essel, omnia pervadere dixis
lectione reccns sum , præslare audeo ejas ne vesti- sel hymnorum cantor. , Vox Ouvindos alieni aliquid
gium quidem in his exslare. Sinililer vox Oeixos el peregrini videtur præſerre ; nec eain puto usquam
frequentissime in duobus his posterioribus libris inventum iri apud Basilium . Hoc idem dictum volo
Basilij institulo , es ejus genuinis libris perspici Basilius frequentissime Paulum nominat; tamen
polest. Falebor quidem vocem Oeixos in ea oralione epithelum illud , &ylos , nunquam , opinor, ei tri
quæ inter diversas decima septima numeratur, buit. Non nego quidem has voces, o & ytos Daūlos,
legi : sed causæ sunt non leves, cur id opusculum conjungi simul iu libro De Spiritu sancio , cap. de
posamus et ipsum in subdilitiis. Nusquam alibi, cimo sexto : sed vocem äylos expuogendam esse,
quod sciam , ea vox reperitur. Non ita pridem , ut ex libris antiquis conslal. Nec prælereundum illud
mox aiebam , librum De Spirilu sancto et tres prio . (p. 313), Deus dici ab auclore Tavaylov : quam
res in Eunomium libros diligenter legi, in quibus vocem apud Basilium qui quæsieril , oleum perde!
ut in reliquis genuinis Basilii scriptis non memini , et operam . Sed quoniam bæc fortasse leviora qui
vocis deixos ullum vestigium invenisse. Rogo jam busdam videbuntur, ea el alia id genus permulta
cplimosquosque viros eosdemque in legendis auctori. omillamus.
lias versatissimos , num in more auctorum positum 70. Paulo gravius quod sequilur, ila cilari verba
sit, ut quibusdam vocibus in uno aut allero opuscu - Scripturæ in ultimis duobus in Eunomium libris, ut
lo sæpissime ulaplar , easdem vero in reliquis suis eorum auctor a Basiliano more tolus discedal. Res

passim delur occasio. Fieri quidem . potest ut fal- plor (p. 317 ) : Ouôè yap reposxUVMOELS OEū addo
Ijr : sed arbitror rei tam nove proferri exemplum ipiu , réypattal, ad verbum , « Neque eninı adora -
nullum posse, idque volelas esse argumentum cer- bis Deum alienum , scriptum est. , Basilius cuni
lissimum . Cum igitur hæ duæ voces, 0tous et Oei- Scripturam cilat, primo loco ponit quod hic vide
xós, sæpissime occurrant in ultimis duobus in Eu- mus ulimo. Nec mihi dubium est, si horum auctor
nomium libris, nec tamen legantur in tribus prio- esset , quin scripsisset hoc fere modo : Térpantai
ribus, neque in aliis Basilii scriplis non controver- y & p OÜ È TPOOXUYHTELS REQ adotplus. « Scripluin
sis, in quibus lamen bis ulendi frequens fuit occa. est enim : Neque adorabis Deum alienum ' . , Nec
sio ; hinc ellici videlur, duos hos libros posteriores D aplius auclor cilavil Scripturamn , cum ita loculus
Basilio tribui non debere. est (p.306) : “Ev 53 xal to Ilvaūda ad öylov, din
69. Ejusdem generis suut et alia mulla , quæ , Oūs äylov Ilveüua, xate to yeypaupévov, td leta
quod et ipsa nonnihil ad rem faciant, non pigebil Datpo ; xai YloŨ ouvoo &ašbuevov. « Et unus Spiri
adnolare. Ducam inilium ab his verbis (p . 298) : El lus sanclus , vere Spiritus sancius , secundum id
talvuy od OtepxÓSulov owua XplotoŨ tx Ilveudatos quod scriptum est, qui cum Patre el Filió conglori
ÈOTEV dylou. « Si igitur supermundanum Christi ficatur., Velim discere ab aliquo, ubi Scriplurarum
corpus ex Spirilu sancto est. » Nunquam , nisi vale ita scripluni sit, « Qui cuin Paire et Spiritu sancto
de fallor, sic corpus Christi appellat Basilius. Nec conglorificatur. , Erunt fortasse qui dicant bæc
secus judicandum de illo (p. 299) : 'ETTELOT OEDS verba non in Scripturis quidem reperiri, sed
Beoū mais 'Ingous, etc. « Cum autem Deus Dei puer in concilio Constantiuopolitano primo; ob idque
Jesus, etc. Basilius sexcentis locis Christum Do- ipsa ob auctoritalem concilii citari poluisse. Sed
minum vocat Dei « Filium : . sed nusquam eum si ita est, faleantur vel inviti Basilium , qui anle id
appellat Dei « puerum , ) DEOū Traioa. Dicant igitur tempusmorluus sil, liorum librorum auciorem non
" Malib. iv , 9; Deul. vi, 13.
CCXXXIV PROLEGOMENA.
esse. Ego quidem , ut sincere loquar, non arbitror A citandi ratione aliquid a Basiliana consueludine
scriptorem , quicunque ille fuit, ad concilium Con - alienissimum proferatur. Qua de re ut existimare
slantinopolitanum prirnum respexisse, sed ad illa cuique liceal , ascribam auctoris verba, quæ bæc
Davidlica, Verbo Domini cæli firmali sunt, el spi- sunt: TI 6È Zopo6á6€ xal toũ Zopo6a66 coola ;
rilu oris ejus omnis virtus corum 6 . Satis enim se ăpå col Metplus xal où oacūs taplotával ooxei thiv
ipse explicat , cum aliquanto post ita scribit ÚTOOOTAOLV xal (why tñs öanosias, öre çnol· Dasa
(p . 507) : 'Ettel zal ó A2610 Abyov xal liveŪua rñ , etc. « Quid vero Zorobabel et Zorobabelis
0056 ;ww, to Aoyw Kuplou tous ou pavous Elonxev sapientia ? num subobscure et non clare libi videlur
totepeñoal, xa! to Ilveujati TOū otouato , aútoũ hypostasim ac vitam veritatis indicare, cum dicit :
Trãoay the dúvapiv aútāv. • Nam et David Verbum Omnis terra, 1 . elc. Do reliqua Basiliana esse : sed
et Spirilum simul glorificans, dixit cælos Verbo illum citandi modun , TL 8€ Ó Zopobá682 xal y teu
Domini firmalos esse, ac Spiritu oris ejus virtutem Zopobábed copla ; Quid vero Zorobabel el Zoro
corum omnem . » Sed notandum , auctorem , quis . babelis sapientia ?, au Patrem gravissimum pertinere,
quis est, non propria Davidis verba protulisse, sed nemo, opinor, dixerit. Norunt eniin qui Basilium
illud suum glossema, Qui cum Paire et Filio sic vel primoribus labris alligerunt , eum simplicius
mul conglorificatur. 1 Jam vero nec Basilius, nec B loqui solitum , hoc fere modo, o Lohoucúv onoi, ó
alius ullus scriplor diligens, sua ipsorum glossemala Daūdos &TooTONÓS Gnoi, nusquam vero uli hoc
pro ipsis Scripture verbis unquam protulere ad grandiori stylo, ο Σολομών και η του Σολομώντος
aliquod dogina comprobandum . Neque vero ad con- coola onoi, elc. ( Salomon et Salomontis sapientia
ſulandos hæreticos apla est bec citandi ratio . Alio . dicit, , elc .
qui enim illud ab ipsis responderi posset quod jam 71. Filium non raro vocat i genituram i scri
a multis in modum proverbii Jici video , glossema plor ; imo ei id nomen dignitatis loco tribuere vi
pejus esse contextu . Et quoniam res est magni delur. Ejus rei, ut se dabit occasio , exempla aliqua
momenti , simile exemplum rursus adducam . Sic subjiciemus. Exordiemur ab boc loco , ubi ila legi
autem scriplor loquitur (p. 303) : Katà tò yaypal - lur (p. 280) : Elxtioua abyovteS rdv ridv, oux us
μένον · Ζωή το Πνεύμα, το των ουρανίων δυνάμεων έν των κτισμάτων λέγουσι• διατί γέννημα λεγόντων
đTTOTENEOTIXóv, « Secundum quod scriplum est, Vila huwv, us êy tūv yevunuátwy vooūgiv ; « Si cum Fi
est Spiritus , qui potestales coelestes perficit. , lium dicunt creaturam , non ut unam ex crcaturis
Quis, quæso, si paulum modo in legendis sanclo - dicunt; cur cum dicimus nos geniluram , eum ut
rum Palrum scriptis versalus sit, non slalim credat unam ex genituris intelligunt? , Et aliquanto post
illa , Vila est Spiritus, qui potestales cælestes C (p . 283) : El xtigua xal ou yévvnua o rids , xab
perficit,, alicubi in Scripturis lolidem verbis et Trávta dè ad Ovta xtiopata , uátny dyévvNTOS Ó Ila
syllabis inveniri ? Nam ut carterorum Patrum , ila the Néyétal, oöx Øvros ödws revvňuatos, repos 8
Basilii mos est, ut, cum ulunlur bis dicendi for . Xaletta : Syévvntos. « Si Filius creatura est, non
mulis, xata o yeypauuévov , Ús YeYeartai, aut genitura, et cuncla quæ sunt, crealuræ sunt, fru
similibus , lunc eorum auctorum qui ab ipsis ci- stra Paler ingenitus dicitur, cum non sit omnino
tantur propria verba proferant. Aliter lamen se genitura , cujus respectu appelletur ingenitus. 1
gessit scriptor, sic ut bæc verba, « Vila est Spiritus, Haud longe ila legilur (p. 284) : El púoei áyévvntos
qui potestates coelestes perlicil, , propria non sint, ó llathe, Qusel yevuntos xal o Ylós : el of quset
neque Mallbæi, neque Marci, neque ullius alius scri- révynua, ouxéti ytloua ."Ovtoç oỦv toũ qúoel yev
ploris sacri,sed sua ipsius verba sint, id est,hominis vnuatos, áváyxn xal toy yevyhoavia elval. « Si na .
Scripluram commentario suo corruinpenlis. Et vero lura ingenitus est Paler, Filius quoque nalura est
cuin auctor ita loculus est, « Vila est Spiritus qui Benilus : sed si genitura est nalura , nequaquam
poleslales coelestes perficit, , nihil aliud quam illa est creatura . Cum igitur genitura sit natura, ne .
jpsa Davidis verba , « Verbo Domini cæli firmati cesse est et genitorem esse. ) Aliquanto post eo
sunt, » elc., significare voluit. Forlasse ejusmodi dem modo scriptor loquitur (p. 286) : Oudèy aga
licentia utcunque loleranda est , cum auctorum XO:vớy Šotiv rioù xal llatpos , obè ñ xtiois, sittep
profanorum testimonia proferuntur : sed in ci. Toinut val ou yévvnua o ribs.. Ei yévunja ó rids ,
landis scriptoribus sacris eam quis ferat ? I'rofecto oux us Ëy tūv revynuátwy, tãy o révoqua
si propria Scripturarum verba sic immutare semel woloua , ou xtigua o rlós. Oust yüp yévvnua 5
liceat, quidvis probare, quidvis negare facillimum exsiva . « Nihil ergo commune est Patri cum Filio , ne
erit. Ex quo sequerelur, ut controversiis atque crealio quidem , si factura non genitura Filius est.
contentionibus nec finis posset imponi, nec modus . Si Filius genitura est, non tanqnam una e genituris,
Addam (nam id quoque huc reſerri polest), librum omnis autem genitura creatura est , non creatura
tertium Esdræ ab illo auctore bis cilari (p . 316 ) : Filius est, neque enim genitura est ut illa. Dis .
quem tamen a Basilio nusquam laudalum inveni simile non est quod sequilur (p . 287) : El ó rios
mus. Nec solum citatur hic liber, sed sic, ut in ipsa Évé pynua, xal ou yeyunua, oŰTE Ó Èvepyysas, outi

** Psal. xxxi , 6.
 D . JUL. GARNERII PRÆFATIO . CCXXXV
utiv td ¿vepyrody autós ¿OTIV . « Si Filius ope- A ritatem palain oppugnal, sibi ipsi lanien consona
ratio est , non genitura , neque qui operatus est , loquitur. Quemadmoduni enim in superioribus de
neque opus ipsum ipse est.» Slalim ita scriptum cernebat, in Deo universoruin substantiam ejus per
ur po 20 ? : MOVOXTLOTOS XUplotepov av de ingenerationem significari : ita hic quoque subslan
yosto, xtigua uży dhows xar' Eůvoulov ūv, rév- riam Filii per genituram signiſicari dicit, ut genili
vrua yeudovúuws xaloudevoç. « Unicrealus magis ad ingenitum oppositione , Unigenituin secundum
proprie diceretur, cum secundum Eunomium vere ipsam substantiana contrario modo ad Patrem se
crealura sit, falso aulem nomine genitura vocetur. ) habere ostendat. Quapropter cum Filium genituram
Rursus sic scribit (p. 292) : El apo tñs xtloews ó appellal, verba quže a divino Spiritu usurpala pon
rids ou yévvnuá totiv , add xtigua • TEOWTÓYTISTOS sunt, præscribit. Unde læc accepit ? ex qua do
av tałyeto xal oů ztpwtótoxos. « Si Filius ante clrina ? a quo propheta ? a quo apostolo , qui hoc
crealuram genitura non esset, sed crealura : pri- ei cognomen tribuerit ? Ero quidem certe hanc vo
mocrealus ulique diceretur , non primogenitus. , cem sic expressain nullo Scripluræ loco juvenio.....
Unicum , cum possim plura , exemplum addam , ubi Patrem quidem genuisse, ex multis locis didicimus :
sic legitur (p. 306) :Kal to yévunua E aŭtoū èxpai- . Filium vero genituram esse necdum ad hunc usque
vel sdy Abyov, « Et genimen quod ex ipso est , edit, diem audivimus.... Sed si , inquit , Deus genuit ,
Verbum videlicet. » Ex his et similibus locis in quomodo par non est genitum genituram vocare!
telligitur , Filium a scriptore, quicunque ille fuit, Quia horrendum est nobis eum , cui largilus est
vocalum esse i genituram , , eique nonien révo Deus nomen quod est super omne nomen, nostris
vida probalun ſuisse.Nam in primo exemplo docet nominibus appellare ..... Quod igitur nec communis
Filium ab Eunomianis vocari crealuram , dici vero consueludo , nec Scriplurarum usus admisil, id
a se geniluram . Et quidem ita loqui, el xtigua aé. audere, nonuę summu Jemenliäe est ? , Postquam
Youtes EDV Yióv, etc., uti paulo ante legitur, ejus autem Basilius hæc el alia id genus multa, quæ in
est, qui in eo ab Eunomianis dissentiebat, quod illi ipso fonte legi operæ pretium esl, ut eleganter, ila
Filium dicerent creaturam , ipse vero cum genilu copiose eo, quem dixi, loco scripsit ad vocem rév
ram dicerel. Patet quoque ex illo , MOVÓXTLOTOS XU unua repudiandam , sic tandem sermonem conciu
ριώτερον αν λέγοιτο, etc. , vocem γέννημα FilioO dit : 0őtw dēv oŭv alotpla tñs te xouvñs ouvyoslas
Lanquam decoram ac decentem ab illo auctore fuisse και της των Γραφών χρήσεως η φωνή του γεννήματος
Lributam . Vertit enim vilio Eunomio , quod Filius återfeyxoa !. Hoc itaque modo genituræ vocem
w c el a communi consueludine et a Scripturarum usui
ex ejus sententia vere diceretur crealura , appella
relur vero falso nomine genitura : quem sane nun alienain esse demonstratum est. » Quæ omnia si
quam sic arguisset , nisi credidisset ipse Filium inter se comparentur, perspicuum erit ex hac lo
proprio ac vero nomine genituram appellari. Basi corum collatione, Basilium aut sibi non consentire,
lius autem non modo non usus est nomine yėve aul, quod verius est, horum librorum , in quibus
vnua , sed eo uli non licere docuit. Al ipsum audire vox yévviija lanquam solenne quiddam et familjare
preslat . Ejus igitur bæc sunt lib . 11, num . 6 , 7 et passim adbibelur , auctorem non esse.
8 : Kal Šv toÚTOLS tobuus tñ pêv dagoela gavepos 72 . Ostendi bactenus auctorem librorum quarlı
διαμάχεται, εαυτώ δε όμως ακόλουθα λέγει. Ως γάρ
Év toi ; ávw abyols to åyévvrtov ÉT ! toő Deoü Tüv et quinti contra Eunomium uli aliquo dicendi ge
Twv, tñs ouslas autoj õlwpiçeto e vai onuertixov , nere, quo non solel uti Basilius : nunc, quoniam
ούτω και ενταύθα το γέννημα την ουσίαν του Υιού varietas ipsa per se placet, ostendere conator euin
oriflaively Néyale iv? ¿v tñ toŨ yevuntoŨ tipos co dein non uli aliquibus dicendi formulis, quæ srpis .
àyévvtipov årTiO ÉDEL, Évavtius šyoyta tû llatel toy sime apud Basilium leguntur . Res aulem iis quæ
Movoyevñ xatk ohv oủslav aüthy Šttedelen . Alde subjiciam exeniplis fiel clarior. Postquam igitur Ba
Tzūta Vojo stei pñueta EEW tñs xehoews Övez toū , silius aliquid aut probavil , aul confulavit, aut ex .
Oslou Iveúpatos , yévvnua toy rid ovouátwy. planavit , orationem concludere consuevil bis ver
1160ev dabúv ; £x tolas Ôtônomaaias; tlvos tiposentou ; bis : Kal taūta uły ĖTI TOGOŪTOV , vel, eis tooOū
τίνος των αποστόλων ταύτην αυτώ την προσωνυμίαν τον ; verbi gralia, postquam Basilius libro De Spi
Énion juisantos ; 'Eyù diy yap oudapoñ tñs rpaşñs ritu sancto, cap. 14 , de Moysis baplisajale loculus
Xaluévny otw the owviv taútry Eůpov... reyevur - est, orationem absolulurus sic scripsit : Ta mèy oly
révai pey yàp adv Ilatépa, Tomayoũ côtôáyuela . Tepi tútov, ěot! TOOOūTOV , « Ilaque de figuris qui
gévvnua ôl elval toy ridv, ouôÉtw xal thuepov åxn - dem hactenus. , Nec aliter scriplum invenitur cap.
29. Postquam enim velerum aliquot scriplorum ver.
zbzusy ..... 'AXX'ɛi łyévvnse , orolv , ó Deds, Tūs au
χρή τον γεννηθέντα προσαγορεύειν γέννημα; "Οτι φο ba relulii, ſecil non insolens, ut hæc addiderit : Kal
βερον ημίν ημετέροις αυτον ονόμασι προσφωνείν , ώ caūta uły els togGŪTOV, · Eihæc quidem hactenus. )
έχαρίσατο ο Θεός όνομα το υπέρ πάν όνομα..... "Ο Ejusdem rei el alia exempla legi possunt lioc ipso
colvuv OÚTE H xoLv ouvge.a, ocze tūv Ipaçov in libro cap. 30. llem , in lib . primo contra Euno
Xp7ous thapa toexTAL, TOUTOU Xatatolužv , tous onyi mium , num . 5 , ubi hæc loquendi ratio bis adhibe
sis isfátt, O.TSOV!!25 $ 57!; El in his ulique ve. ur. Cum igirur Basilius hac concludendis orationis
( CXSIVI PROLEGOMENA .
formula unice clelectalus fuisse videalır, cur non - A nomii opusculum edendum curavimus. Sic igitur
quam ea in ultimis duobus in Eunomium libris usus loquitur scriptor num . 12 : " 0 .1 o£ xal els rids
esi ? Paulo magis movere debet, quod liorum quos (Movoyevhsyap), évñv pèy the twv aylwv quvis Toge
mox dixi librorum auctor vocein xatát :y nusquam pao &uévous, Ol' wv ridy xal yévvua xal toolnua

Magno, ui in ejus scriptis sursum deorsum legatur autem Filius unus sil quoque (Unigenitus cst enim ),
Quanquam autem Basilius ealli vocem multis va- vocibus sanctorum in niedium allatis, quibus Filium
riisque modis usurpel, presertim tamcn ea utitur, tum genituram lum crealuram prædicant. .. possimus
cum significare vult se alicujus rei jam antca men - cura liberari. » Ergo de Eunomii sententia , ut Filius
lionen fecisse. Ergo ubi plerique alii scriptores sæ . vere prædicalur crealura , ita etiam idem vere ge
pius scribunt ws apolprtit, aut simpliciter elpr . nilura dicitur. Paulo post magis perspicue menlem
Tal, s ut jam antea dictum est, ut dictum est, , ille suam apcrii Eunoinius, his verbis : révvnua solvuv
siam orationem sic componit, ut potius ila scribal, zdy riov çajev, xatà chu tūv spaçãy ô!ða oxallav,
'Ev tois xatóriv dóyols, aut simpliciler, 'Ey cols oux étepov jév ti otiv cuolav vcO VTES, Étapov El tt
XITOTT:V, o ut superius dictum est.» Cuin igitur in Trap aúchv od sr,marvójevov, dia 'aŭzty elvei cty
wllimis duobus in Eunomium libris sepe scriptum B ÚTSÓSTAO!V, fv onualvet touvoua , štaanbevoúsns to
sit aut προείρηται , aut simpliciter είρηται, nec us- ουσία της προσηγορίας . « Genituram itaque Filium
quam in his scribatur Šv tois xarotiv , quomodo, dicinus, ex Scriplurarum doctrina, non aliud quid
quæso , Basilius ejusmodi librorum aactor dici me. essentiam intelligeoles, aliud quid präler ipsam ,
rilo possit ? id quod significalur, sed ipsam essc subslantiam ,
73. Monere juvat, libellos duos fuisse edilos ab quam nomen significat, cum cssentiæ vere congruat
Eunomio. Unuin , quem conſularii Basilios, alterum , isla appellatio . , Cerle genituræ appellationem es
quem confutare non potuit, cum non editus sit nisi sentiæ Filii vere congruere qui dicit,is Filium pro
post ipsius moriem . llæc mecum cum reputarem , prio , non ſalso nomine genituram vocat. Legunlur
ultimi duo in Eunomium libri milii magis ac inagis num . 17 hæc verba : '0 uły yap totiv dyevut,tou
suspecti facti sunt. Putavi enim conſulari in ultimis xal &Tochtou yévvr,ma xal toolnua. Est enim (Fi
duobus conira Eunomium libris non primum libel- lius ] ingenili et infacti genitura et factura : , quæ
lum Eunomii, sed secundum ; ob idque secundi hu. Eunomii verba ut intelliganlur, non opus est ulla
jus libelli confulationem tribui non posse Basilio, ob interpretatione. Cum eniin homo impins Filium vere
eain quam alluli rationem . Et quidem scriptor, qui- n lacluram diceret, nemo non videt eumdem pariter
conque ille fuit, qui ultimos duos in Eunomium li- ' ab eo verc geniturain vocalum fuisse , cum ipsum
bros vulgavil, ila confulat Eunomium , ut eum re- eodem modo el genitoram et facturam appellet.
prehendat, quod Filium vere diceret creaturam , af. Stalim sic persequitur : OÚtw yap av tais Ipa
firmaret vero eumdem falso nomine genituram pais to dyeuôETV quattolto , moltya xal yłyvt,ja
dici. Quod ut manifestius liat, ipsa scriptoris ver . deyousats sov ribv . ( Sic enim sua constabil veritas
lia , quæ jam relulimus, rursus ob oculos ponere non Scripluris, quæ Filium facluram dicunt el genitu .
pigebit. Hæc aulem suni lib. quarto pag. 287 : Mo ram . . Videre licet illa num . 19 : Kort od sdy aŭ
νόκτιστος κυριώτερον αν λέγοιτο, κτίσμα μεν αληθώς τον λόγον και του Μονογενούς, αυτόν τώ γεννή
κατ' Ευνόμιον ών, γέννημα δε ψευδωνύμως καλούμε uati. « Eadem quoque ratione dicendum est de Uni
vos . Unicrealus magis proprie diccreluir , cum se. genilo , quod ideni valel quod genitura . 1 Sequun
cundum Eunoinium vere creatura sit, falso aulem tur illa num . 22 : Movoyevns rlos éttelon kovos
nomine genitura vocetur. , Scriptor igitur, quis. dyeyvh tou yévvnja. « Unigenilus Filius, quoniam so
quis est, confulabal eum Eunomii libellum , in quo Jus ingeniti genitura esi. , Sic pergil num . 24 : El
hæreticus ille docebat Filium falso nomine genilu . xóva tolvuv oqués , oux às áreynhTV yêuurija tilo
ram appellari. Quemadmodum enim illud, Keloua p pabaldovtes. Imaginem igitur [Filium ] dicimus,
ués danos xat' Eůvoulov ūv, sic accipi debet, ut non quod ingenito genituram comparenius, 1 His
Eunomius affirmaret Filiuin vere crealurain esse : adili potest illud : " H & ndo uły napk adv ribv. réx
ita good sequitur, γέννημα δε ψευδωνύμως καλούμε- νημα δε · είς γαρ και μονογενής ο Κύριος ημών.
vos, sic videlur intelligendum , ut ipse quoque dic Aut aliud sane pra:ter Filium . Est auleio geni
ceret Filium falso nomine geniluram vocari. Nihil lura : quippe unus el unigenilus est Dominus no
autem tale tradidit in primo sue libello Eunomius, sler. 1 Maxime notandum quod legitur num . 27
unde consequens est, ut id docuerit in secundo, qui hoc modo : 0373 63 wro s ó llatie, CUTE Nyévvno
cerle dici non potest conſulatus a Basilio fuisse, τος ο Υιός, αλλ' όπερ έστιν άτελευτήτως, τούτο και
cum solom post ejus interitum prodierit in lucem. λεγόμενον αληθώς γέννημα, Υιόν υπήκοον, etc . • Ne
Nec salis ſuit dicere, nihil tale in primo Eunomii que vero genitus est Poler, neque ingenitus Fi
libro reperiri, cum dicere liceret aliquid omnino lius : sed quod est sineullo fine, id etiam falemur
contrarium in eo logi ab omnibus posse . Jam pro. vere dici geniluram , Filium obsequentem , 1 elc.
banda res esl aliquibus exemplis, quæ cuique libe- Denique sub finem operis num . 28 sic scriptum
rum erit ridere in Appendice , ubi primum hoc Eu . inveuimus : rlds cou 0800 , yévvtiua toj dyevuti.
 D . JUL. GARNERII PRÆFATIO . CCXXIV

sou , . Filius Dei, genilura ingeniti. , Ecce congesta A Elenim si eum vero nomine vocassel genituram ,
sunt in unum omnia loca, in quibus Eunomius in dicere non poluissel ipsius esscntiam indiscrimi
primo suo libello nomine geniluræ utilur. Sed lan . natim dici posse genitam , aut non genilam . Illu :/
lum abesl, ut alicubi dicat Filium falso nomine eniin apertissimerepugoal, aliquid vero nomine ge
genituram vocari, ut etiam uno in loco doceat ge- nituram vocari, cujus tamen essentia dici possil
miluræ nomen essentie Filii congruere, in allero non genita . Non est ergo quod miremur, si quis
vero conceptis verbis pronuntiei Filium vere geni. piam scriptor conſulans secundum librin Eunonii,
turam dici. Cum ergo , ut cx dictis patet. in ulli . dixerit Filium ex cjus sententia falso nomine ge
mis duobus in Eunomium libris confulalus sit is lin niluram appellari : sed mirandi esset locus, si Ba
bellus, in quo hæreticus ille allirmabat Filium falso silius ejus rei Eunomium insimulassel, cuin Euno
nomine geniluram appellari, id non videlur acci- mius, ut ex dictis liquet, in primo suo libello huic
piendum de primo Eunomii libello , in quo nibil accusationi locum nullum dederil. Et quoniam ma
tale iovenilor, sed de secundo , qucm certe conſu - gni momenti est, nosse uler libellus Eunomii reſu
lare non poluit Basilius, nisi morlui librum aliquem letur in libris quarto et quinto contra eumdem Euro
conſulare posse dicantur. Sequitur quidem neces . nomiuin : experiar rursus an probare possim re
sario , ut in postremis duobus in Eunomium libris D fulatum fuisse non primum , sed secundum . Nemo
confulatus sit secundus Eunomii libellus, si primus autem paulo peritior nescit adversarios dicere soli
ejus liber in his non confulatur : sed id lamen rur. 1os, (b) Basilium in libris quarto el quinto contra
cus confirmare libet ex Gregorii Nysseni verbis, Eunomium de multis quæ ab ipso afferebantur
qui, ul nolum est, secundum hunc Eunomii libel. Scripturarum testimoniis seorsum loqui. Ego qui
Jum refellit. Jaducit igitur sic loquentem Eu dem libenter falebor prolulisse Eunomium ex
bomium Gregorius Nyssenus oratione 3 , lom . Scripluris loca mulla ad probandam suam opinio .
II, pag. 511 : Tevvatdv Evra, conol, còy ridv , nem : sed nego hæc Scripluræ loca quæ in libris
xal yévvnua ałyelv Oů Tapaltoúueba, tñs yevunOelo quarto el quinto conıra Eunomium explanantur , in
67,5 a 'sis oúciaç, xal tñs toũ Tlou tepoonyoplas, ejusdem Eunomii libro primo reperiri. Elvero cuin
ttv colaútny TŪy ovojátwy OLXeloupéms oytorv. lanimulla exponahlur Scripturarum lestinionia in
• Genilum , inquit, Filium esse, et genituram di. duobus his quos dixi libris, tainen allirmare pos
cere non recusamus, cum ipsa genila essentia , et sum , si forle iria aut quatuor excipias, reliqua
Filii appellatio talem nominum relationem sibi vin - omnia in primo Funomii libello non legi. Reliquuni
dicare possit. ) Eunomius quidem , ut verum falear, , est igitur ul loc Scripturarum testimonia, quæ in
son expresse hoc loco ait Filium falso nomine ge- libris quarto et quinto contra Eunomium explicap
niluram appellari : sed tamen ila loqui, « genilu. lor, prolata sint ab Eunomio non in primo suo lj
rain dicere non recusamus [Filium ), , ejas esl, liello , in quo non inveniunlor , sed in secundo,
qui quasi invitus Filium vocat geniluram , quique quem certe Basilius confutare non poluil, CUM
aliquo modo significet eum non proprie ita vocari ante mortuus esset, quam secundus ille libellus pure
debere ; ob idque Eunomius a scriplore repre. blicum accepissel. El ut magis confirmelur quod
bendi merito poluit, quod quodam modo doceret dixi, velim diligenter legantur qnæ in libro quarto
Filiam falso nomine geniluram vocari. Magis ad scripta sunt,pag. 291, ubi ejus libri auctor espii
rem faciunt quæ hoc ipso in loco leguntur. Hæc au- cal illud Marci, Nullus bonus nisi unus Deus “ . Jani
lem sunt (a) : Téws uły og Ó xpitixūs twv deya quæram ad quem Eunomii librum respexerit scri
utrwy & xoúwv, tostou usurtouw , 8ti thy Yevv7Oei- plor, cum ea quæ reluli Marci verba explanaret.
cay déyel, us HTXÉTe uita ttv dyevinclav, jetite thy Respexiine ad primum , an ad secundum ? Constal
γέννησιν αντ' ουσίας παραλαμβάνεσθαι, αλλ' ιδία certe ad primam respicere non potuisse, cum in eo
μεν την ουσίαν παραλαμβάνεσθαι, ιδία δε το γεννη- illud Marci testimonium non legatur. Consequens
Oñvai aurtu, nt ut yeyvnoñvai,old tãyétabewpowdéo o est igilar, ut respexerit ad secundum , in quo, leste
nos auch idew judowy xatavoslobal. « Eo usque qui- Gregorio Nysseno, utebatur Eunomias iis quæ dixi
den , qui cum judicio ea quæ dicuntur audil, bujus Evangelii verbis ad suam opinionem stabiliendani.
meminerit, quod genilam essentiam dicit, ut non Audiamus Gregorium Nyssenum , cujus hæc sui:
amplios naturam generationis expertem , neque ge - libro undecimo contra Eunomium , lomo II, p.694 :
nerationem pro ipsa essentia sumamus : sed sepa. Oůxoûy dyadds o rlos. 'AXX' oubels, oonolv , dyalds
ratim quidem essentiam , separatim vero ipsam eieth eta o Deos... 'Alld , onol, toũ éves h 165ls
genitan esse , vel non genitam, per proprietates αποκρίνει τον Υιόν της του αγαθού κοινωνίας. • Βο·
quæ in ea conspiciuntur, intelligamus. , Ergo sinus igitur Filius . Sed nullus, inquil, bonus nisi
Filii essentia, ot Eunomio placet, dici polerat indisc unus Deus.... Sed , inquit (Eunomius), unius die
criminalim ant genita , aut non geuita , Filius fal clio Filium a boni communione secernil. , Plura
80 lanlum nomine genilura ab ipso vocabalur. qui volet, legal primas seplem paginas ejus quein
(al Greg. Nyss., tom . II, oral. 3.
(6) Lego Prologum qui in edit. Paris. posilus est apte lib . iv in Euromium .
Nare. a , 18.
CCSIIVIII PROLEGOMENA .
mox indicavi libri, quarum ex lectione plane con- A nitatem revocarit in dubium , sed quod tempori
stabit Funomiuni inter cætera Scripturæ lestimo serviendum sapienter judicaril. Atque in illis ipsis
nia prolulisse et illud, " Nullus bonus nisi unus quos De Spiritu sancio conscripsit Jibris, nomen
Deus. » Est locus in primo Eunomii libello , qui Dei ne semel quidem Spiritui sancto Tribulum le
errorem viris vel eruditissimis objicere potest, cum gimus. Ejus generis sunt liber lertius in Eunomium
viro doctrina præstanti Joanni Alberto Fabricio re el celeberrimus ille ad Ampbilochium De Spiritu
ipsa objecerit. Verba autem Eunomii hæc sunt sancio liber : quorum in utroque ut evidentissime,
num . 27 : Toutwv on TrávtWV Eůxpivôsfèy xalTha ita invictissime probat quidem Spiritus sancti di
tútepov ły trépous fuis &TOEWELYMÉvwv, èv ßparei vinitatem , nec usquam tamen Spiritum sanctum
& vŪy repos Ouās duchoyoujévwv, elc. « Cum jam Deum appellat. Qui ergo fieri pussit, ut eorum de
universa liquido magisque prolixe alibi a nobis de quibus agitur librorum auctor sit , cum in ipsis non
inonstrala , nunc vero in brevem ad vos confessio - semel Spirilus sancius Deus vocelur ? Exempla eo
nem sint contracla, i elc. Quem ad locum is quem quo inveniuntur ordine, subjicere visum est. Pri
mox nominavi vir doctissimus banc notam addidit : mum occurrit illud (p. 299) : Ei tolvuv obe vós
« Notandus bic locus, quo ad uberiora sua scripla ļotiv doiévai & quapolas, üsttepOůx Zotiv ,ElLes Móvou
jam ante illud tempus edita Eunomius provocat. 1 B Ocoñ, doingi ÔÈ to Ilvɛūua to ãylov old toy ÅTO
Et vero si semel verum est Eunomium ante eum Otów . Beds ápa to liveūna to ãylov, xal tas au
quem Basilius confulavit librum alios quosdam της ενεργείας τω Πατρί και το Υιώ. Itaque si
longiores edidisse ; quidquid a nobis superius di- nullius est remillere peccala, sicut sane nullius est ,
ctum est, per se penitus ruil. Nam dici poterit Ba. nisiDei solius, remiuit autem Spiritus sanctus per
silius, cum in libris quarto cl quinto contra Euno apostolos; Deus crgo est Spirilus sanclus, el ejus
mium multa Scripturarum loca explicaret, non dem operationis atque Pater et Filius. s Rursus
respexisse quidem ad eum librum , quem nominavi sic loquitur scriptor (p. 300) : El de dadei ły & Tro
primum Eunomii libellum , sed ad scripla quædam OTÓMOLs xal év apochtais to Ilveõua, näsa o r parça
longiora , quæ jam ante edila ab Eunomio fuisse (=ÓTEVEUOTOG , Epttata tois &ceboữol, trūs оů Oeds to
allirmat Joannes Alberlus Fabricius. Sed qui rein Ilveūdea to ãycov tuYXável, tñs toutou guyypaonis
paulo attentius considerarit, facile, opinor, fatebi- OEOTIVEÚJTOU ouons; . Quod si Spiritus in a poslokis
wur non loqui Eunomium , eo quem exscripsi loco , de el prophetis loquitur, omnisque Scriplura divinitus
prioribus quibusdam scriplis a se jam antea vulga inspirala est, dicite impiis : Quomodo Spiritus
lis, sed de prima sui libelli parle , eaque prolixiore. c sanctus Deus non est, cum illius Scriplura divini
Constat enim Eunomium libellum suum in duas lus inspirala sil ? » Verba scriploris, cum explicat
vartes divisisse : quarum in priore suam sententiam illud Joannis jv , 24 , Spiritus est Deus, hæc sunt
ſusius exponit, in altera vero , libelli sui quasi epi- (p. 310 ) : "Qotep ydp ed IlveŪua Beds, xata to ,
Iomen quamdam fecit. Ιd ita esse docet Eunoιnius Ναός Θεού εστε και το Πνεύμα του Θεού οικεί εν
ipse , cujus hæc sunt verba,num . 26 : 'All' Iva un div . oŰtw xal o Osos od Dvsūda, tñs Tprávos ten
το μήκει των λόγων αποχνήσωμεν τους ακούοντας , διακοπτομένης, μηδε χωριζομένης την φύσιν, ώστε
πάσαν εν βραχεί των ρηθέντων περιλαβόντες της και τα ονόματα μη χωρίζεσθαι. • Queimadmodum
Búva uiv, elc . Verum ne sermonum prolixitale enim Spiritus Deus est, juxta illud , Templum Dei
auditores gravemus , minusve alacres reddamus , eslis, el Spirilus Dei habitat in vobis : ila el Deus
paucis eorum quæ diximus vim omnem comprehen . Spiritus est, non dissecta Trinitale , neque secun
dentes, i elc. Quare horum verborum , Toútwy on dun naturam separata : sicut nomina eliam non
πάντων ευκρινώς μεν και πλατύτερον εν ετέροις Separentur. : Parum fuit hoc loco scriptori Spiri
fuiy & TOOEÕELYNÉvwy, is esl sensus : « Cum jain de tuin sanctum Denim vocare : sed etiam rationem
monstrala sint a nobis hæc omnia liquide el magis reddit cur ita faciat. Quoniam , inquit, ut Trinitas
prolixe in cæleris quæ præcedunt argumentationi- D non separalur secundum naluram , ila nec nomina
bus, 1 clc. Sane a me faciunt antiqui omnes scri- etiam separantur. Secus autem fecisse Basilium
plores, qui duos duntaxat Eunomii libellos agno- norunt, quibus non omnino ignola est temporum
vere , Gregorius Nyssenus, Pbilostorgius, Pbolius, illorum historia , sic ut intereadum Spiriluin san
el ati. Jam si quis quærat ex me, cur Eunomius, clum naturæ divinæ participem esse privatim et
qui in primo suo scriplo Filium libenter simplici- publice profiterelur , eum lamen pacis ergo Deum
lerque genituram vocabal, hoc idem tamen non le appellare abstineret. Sed audire mihi videor qui
cerit in allero ; dicam hujus rei fortasse aferri dicunt fuisse etiam lempus, cum Basilius lum in
posse probabilem causam , videlicet Eunomium a aliquibus epistolis tum in publicis quibusdam con
Basilio ob genituræ nomen lam male acceptum cionibus Spiritum sancluin Deum vocarel ; ob idque
fuisse, ut eo deinceps lam libere uli ausus non fieri potuisse, ut in quinto quoque contra Euno
sil . mium libro hoc ei nomen dederil. Bene. Sed quæstio
73 . Fuil lempus, ut notum est , cum Basilius ne- non cst, utrum Basilius Spirilun sancion in quinto
que in suis libris, neque in publicis orationibus Spi- contra Eunomium libro Deum vocare poluerit, seul
riwin sanctum Deuin vocaret, non quod ejus vivi. utrum re ipsa vocarit : quod falsum esse arbitror .
 D . JUL . GARNERII PRÆFATIO . ссіх
Elenim si Basilios sibi per tempus licere credidisset A aliquid dici posse majus aut magnitudine, aul lemn
Dei nomen Spiritui sancio in libro quinto tribuere ; pore, aut dignitate , aut polentia , ant tanquam cau
non video causam ullam , cur in tertio libro hac sam . Postquam autem dixit Patrem Filio non esse
ipsa de qua agitur voce uti noluerit. El vero mi- majorem , neque magnitudine, neque tempore ,
randi essel locus , si, postquam Basilius Spiritum neque dignitate, neque polentia , concludit genilo
sanclum in tertio libro Deum vocare lam studiose rem genito majorem quoque non esse tanquam cau
cavissel, stalim id ei nominis in quinto libro srpe sam .Ejus hæc sunt verba ( lib . 14, p. 289 ) : OÚte us
tribuerel. Unum adhuc superest, quod videtur no- altlog- éttel Ogolwg va! autoū vainuôvuelówv, eltep
lalu dignissijaum . Postquam scriptor, ut ex supe- rap aútoũ xal tuñv altios. « Nec ul causa (major est
rioribus conslal, aliquot in locis Spiritum sanctum Paler Filio ); quoniam pariter et illo elnobis major
Deum vocarit ; confidentior facius, aliquanto post essel, cum ipsius el nostri essel causa. , Basilius
majora audet. Ait enim Dei Spirilum vocari et Do vero eum , quem dixi, Scripturæ locum ila inter
minum et Deum , queniadmodum et Verbum . Sed prelatur, ut asseveranter dicat Paireni Filio najo .
ipsum audire præstat. Sic igitur loquitur (pag . 314): rein esse tanquam causam . Sic aulein loquitur lib .
Kai Kúplos xai ads siontai tÒ TOŪ Ocoû llysūua,ús primo num . 25 : Achtestat coivuv xatà Toy trs aitian
xal o Abyos, a El Dominus el Deus dictus est Spi- '
B byov Évtaūda to ucitoy aeyeolai. Estôn yap à TEO
ritus Dei, sicut et Verbum . , Adduci nunquam po - toū Natpos , åpxinh tố riõ , xatà tomto uciśwy Ó
tero, ut hæc a Basilio scripla fuisse credam . Nihil latip, ús altos xal åpxh. Aio xal • Kúpios oŰTWS
enim , ut mibi quidem videtur , a Basilii consilio Einsy• 'O Tarno uov jeifwr joú toil, yaod lla
magis alienum excogitari polest. Quod ut manife The 07,20vóti. TO CË , Mathe , ti kdo ot,jaival, 1
stius fat atque exploratius , rem altius repelam. ουχί το αιτία είναι και αρχή του εξ αυτού γεννη
Ælate illa erant non pauci, qui, quod Spiritus san - évtos ; « Rcliquuin est igitur, ut vox majus bic
clus in Scripturis nusquam Deus expresse voceiur, secundum causæ rationem dicatur. Nam quoniam
a Patre origo est Filio, hoc major est Paler, quod
tissimus Basilius tempori paulisper cedendum ralus, causa sil el principium . Quapropier et Dominus sic
modo rem slaluerel, de nudo verbo contendere dixit : Paler mells major me est, prout Pater vide
noluit. Malebat enim , quæ ejus in omnes clarilas licet. Illud autem , Paler, quid aliud indical, nisi,
eral, infirmus cum infirmis fieri, ut eos lucriface causam alque origincm esse jus qui ex ipso genitus
ret, quam unam vocem obstinatius defendere , ve- est ? , Postquam autem Basilius paucis ostcndit
ram illam quidem , sed ad saluten) lamen non ne . Palrem non dici majorem , neque secundum subo
cessariain . Fides, ut recte judicabal, in rem ipsam , slantiam , neque secundum molemi, stalim ita perse
non in nudum verbum cadit. Fides jubet, ut Spiri- quilur : 'Y7:62.0LT.Os oly ŠOTIVÓ TEQp'tibor asyoels tou
lum sanctum Deum esse credamus ; eum ut nomi- ueiçovos tpótos, ó tñs åpxñs, déyw , xal tñs aitlas.
nemus Deum , non jubel. Es quibus perspici potest, Superest igillir is, quem nos diximus, majoris
Basilium prestitisse se eurn in lolo boc negotio , qui modus, principii, inquam , el causa . 1 Basilius ,
el ipse cum infirmis infirmus videri vellet, nec æquuin quod tam asseveranler dixit, id slalim negare non
pillasse , ut ob unam vocem , quæ dicebalur non solel ; nec pulo ejus rei exempluin ullum proferri
inveniri in Scripturis , infirmorum salus negligere possc . Malim ergo Juos bos in Eunomium libros
lur. Ergo unum boc ego ab eo rogassem , ut osten - alteri cuivis scriptori Tribuere, quum magnum Bi
disset hunc Scripturæ locum , in quo Spiritus san - sitium ipsuele levitatis suspectum reddere. Sed de
clus et Dominus el Deus vocalur, sicutet Verbum : bis sillis : nunc de quibusdan Veleris Testamenti
qua utique via et brevi el facili infirmos illos sa - locis instituendus sermo est.
Dare potuisset. Verbum quidem apud Joannem 75 . (a) Mirari subit adversam sententiam non
espresse Deum dici constal : sed quo Scripluræ aliunde magis infirmari, quam unde maxime confir
Inco Spiritus sanclus expresse Deus dictus sit, D mari vulgo putalur. Monere ergo juval, lioc ab
bodieque ignoratur. Equidein non mirarer , si adversariis callidissime dici solilum , Basilium in
Spirituw sanclum in Scripluris oblique Deum quarto in Eunomium libro exseculum ſuisse quod
appellari dixissel Basilius : sed , vi mihi vi in secundo faclurum se promiserat. Basilius enim ,
delur, Spiritum sanctum eodem quo Verbum modo inquiunt, pollicebalur in secundo contra Eunomium
in Scripluris Deum appellari 6 , nec ipse, nec quis . libro, se ab illa Salomonis sententia , Dominus crearit
quam alius, visi fuerit omnino Scripturarum rudis, me 68 , fusius in proprio loco loculurum : quod ab
dicere potuit. eo in libro quarto faclum fuisse censent. Ego qui
74. Illud Joannis, Paler major me est 07, bis in dein non nego hæc promissa esse a Basilio lib. II,
libris conira Eumomium explicatur : sed hæc expli - num . 20 : sed ita sentio , laulum abesse ut hoc
catio iam diversa est, ut ejus unus et idem auctor corum sententiam slabilial, ul eain polius lundilus
esse non possit. Ait igilur scriptor quarti libri, everlat. El, ul ea de re a quolibet existimari possit,
(a) Lege Prologum qui in edit, Paris. posilus est aute librum quarlum contra Eunoininn .
" Joan. 1, 1. 67 Joan. xiv, 28. 68 Prov . viii, 22.
 CCXL PROLEGOMENA.
oper : prctium duco quæ in libris secundo el quarlo A VOS on ywvñ. « Qui enim dixit , Possedi hominem
leguntur (p. 256 , 293), diligenter inter se compa. per Deun , constat eum bac voce usum esse, non
rare . Animadvertendum igitur, Basiliuin verba hæc quod creassel Cain , sed quod genuissel. Vide
Salomonis, Dominus creavit me, alio quidem loco igitur, ecce libi duo homines, quorum alier, ut pro
aplius diligentiusque sibi examinanda proposuisse : posilum assequalur, eum , quem dixi, Geneseos
sed tamen liac ipsa Salomonis verba tam parce locum depravat ; aller vero hunc ipsum locum aplc
lamque indiligenter in quarto contra Eunomium el docle cilal. llic laudem huic disputationi finem
libro expenduntor, lil si quis Basilium barum in - imponam , si tamen prius monuero, me, quod res
terpretation no ficialaliciorem , cum promissis non nola sit, non allaturum insignia aliquot exenipla,
stelisse lalealur necesse sit. El vero si quid alicu . quibus ostendi possil opera aliqua aliis etiam Pa
jus momenti legitur in libro quario , id jam a Ba- tribus olim falso tribula ſuisse : neque hanc meam
silio præoccupalun , fuerat in secundo. Ouale est, opinionem obstinatius defensurum , si eam eruditis
quod dicitur de scriptore Proverbiorum : nec valde hoininibus non probari intelligam .
dubito quiry libri quarti auctor suam explanationem & YIL Delucubratiuncula quadam de Spiritu sancio .
a Basilio mulualus sil. Reliqua, quæ pauca sunt,
cum iamen Basilius responsionen longam et accu . B 76 . Sequitur pusl quintum in Eunomium librum
ralam promisisse videalur, aut non pertinent ad lucubraliuncula quædam de Spiritu sancto : de qua
rem , aut perperam ct contra librorum omnium nunc more nostro disputare instituimos . Libellus
filem proleruntur . Ad primum genus speclat illud ille non magni est momenti ; nec multum relert
Davidis : Kapolar xalapar utloor ér čuol , o cui tribuatur, Basilio, an cuivis alteri scriptori :
Deds. Cor mundum crea in me, Deus "9. llem illud : quoniam tamen mihi non licet quidquam priclerire,
Peroũ HOL Els bedr üzɛpao Alotr. Esto mihi in paucis dicam quod sentio. Arbitror igitur hoc opus
Deum proleciorem 7o . Illud quoquc : 'Erérov volculum Basilii non esse : sed cujus sil, certo dicere
elç owenplar. Faclus es mihi in salulem " . Uno non queo. Mihi tamen verisimile fil composilom id
verbo, quisquis legeril breve hoc quasi fragmenlum . Suisse ab hoc ipso scriptore, qui ultimos duos in
in quo auctor locum Proverbiorum explanare in . Eunomium libros edidit. El quidem non tanta dili
sliluerat, nequaquam , puro, inficiabilur ipsum sæpe gentia scriplus cst hic libellus, ui Basilio Magno
quidvis polius ſecisse , quam quod faciendum sibi tribui jure possit : imo potius compositus est iudi.
proposuerat. Ad secundum genus referri posse vi ligentia ea, quæ in eum quem dixiscriptorem optime
delur illud : 'Erolno er vious xal Ovratépuc. convenjal. Quod autem dixi, videri hanc lucubra
l'ecit filios et filias. Nam in Gen. cap. v non raro liunculam ab eodem scriptore editam ſuisse , qui
legi èyévvrosy clous xal Ouyatépas, Genuit filios postremos duos in Eunomium libros vulgavit, id ex
"'t lilias, , scio quidem : scd ubi scriplom invenia . notis palet. In his enim monuimus ultima quinti
1115, èsolnosv vlovs xalGuyatépas, « Fecit filios el libri verba cum primis hujus lucubraliuncule ver
lilias, , ncscio. Forlasse scrip 'or putavil legere bis ita in veteribus quibusdam libris inter se con
sibi licere, écolnosy vlovs xal Ouyarépas, quod ila jungi, ut continua oratione plane legantur : quod
ejns propositum postularet : sed hoc ei quisdederit ? cerle indicio est hanc lucubrativoculam nibilaliud
Fijasdem generis sunt el illa (p. 295): Aéystac esse , nisi quinti libri epilogum ab uno el eodem
xalél yevvhuatos xtigua xal toimua,osob• "Extb. anclore conscripluin . El hoc iode confirmari potest,
okunu &vo pw trov 8d toŨ Osoñ. Quin et genilura quod ut in ultimis duobus in Eunomium libris , ila
dicitur creatura et factura ,utillud , Creari hominem et in illo quoque opusculo Spiritus sanclus Deus
per Deum . » Salis , opinor , omnes norunt non ita vocelur. Qua autem diligentia scriplus sit hic li
legiGen. iv , 1 , · Creavi hominem per Deum : , sed bellus, jam videamus. Ubi auclor de anima pura
lamen rem paulo diligentius considerari volo . Hoc loquitur , ila scripsit : Upooltw E AJÚXw th xa
igitur dicit scriplor , geniluram vocari posse eltartásel. "Houyov of autis Eotw , ut uovoy to the
crealuram facluram : 1 qood ul probet, locum pixeljevov sivua, xzi o toŨ ocuatos xaúdwyº anase
Geneseos corrumpere veritus non est. Enimvero xa! TrãU TO TEPLÉxov. oúpavos, rn , bådasoa, xal to
neque in Bibliis , neque in notis Nobilii, neque in Šv couTOLS dorixá. « Accedai aulem tranquillo stalu .
llexaplis,neque in aliis quæ viderelicuitcxemplari. Nic solum corpus ejus circumjacens, et æslus cor
bus usquain lcgilir Gen . iv, 1, èxtioáutiv ,e creavi :) poris tranquilla sini : sed etiam quidquid anıbil el
sed ubique magno librorum inter se consensu legi- circumplectitur, cælum videlicet, terra, mare, el
1118 ' Extnodunr , Possedi. Jain audiamus Basilium , quae in jis sunt rationalia . » Quasi vero situm in
qui hoc ipso Scripluræ testimonio fidelissime ad nobis esset, ut cælum terraque el mare tranquilla
institutumque accommodatissime usus est lib . ll, forent. Quod sequitur, ita obscurum esl, ut doctis.
num . 20. Sic autem loquitur : 'O rap eltwy , simiduo viri Trapezuntius et Combelisius scriplo
'Extnodunr ür @ pw .Tor Old ToŨ DecŪ, ouxl xtisas ris sententiam non assecuti fuisse videantur. Est
slv Kóiv, ånd.de yevvhoas, tauty qziystal Xprodus- autcm ejusmodi : Kal trãoa Urbotasis bizalwv, xal
< Psal 1, 12. 40 Ps.ib. xxx, 5. * Psal.cxvii, 21 .
 NOTITIA EX FABRICIO . CCIL;
peyddwr, xal jixpwv, xal &yyé wwxal apxayyťàwv A clariora sunt quæ in fine opusculi leguntur. Ia
hylaoral. Kal änan uğu xalGain xeljuśwww tūv ow aulem loquitur scriptor : 'U roape totOU TOÛ TEVEÚ
μάτων, του μεν ώδε , του δε ώδε, και των άλλων δυ- ματος διδασκόμενος,τι είπη εν τη των ανακρινόντων
vauewy aa alatawy éxouowy oluésov . Quis autem & Trohovia, ôlôaxtdS DEOū åxoúe: trapà toŨ Tepovýtou :
borum verborum sensus sit, fortasse ex ea quæ ad quæ verba in nola quoque, ul polui, cxplanare co
buoc locum addita est nota cognosci polerit. Nec nalus sum .

NOTITIA EX BIBLIOTHECA FABRICII.

(Ed. HARLES, tom . IX, Hamburgi 1804.)

B gistros præclaros habuit Antiochiæ , et CPoli Liba

Basilius, magnus ille veritatis doctor (a) alque dium (9), Athenis, ubi Juliano (h) commilitone in
doctrinz imprimis de Spiritu sancto catholicæ vin - sludio bonarum lillerarum (et Gregorio Nazian
des et asserlor precipuus, nalus Neocæsareæ , quæ zeno) usus est, Himeriuin Prozresiumque. Hinc cum
ante Mazaca, in Pontica Cappadociæ regione circa in Ecclesia Cæsariensi lecloris, diaconi et presby
A. C. 316 (6) parentibus Basilio , communi lum in teri muneribus funclus esset, monasticam vilam
illis locis virtutis magistro (c), et Emmelia : ne de prælulit (i), simullale ipsi cum episcopo suo Eusc .
avia Macrina dicam , cujus memoria inter sancios bio intercedenle (j). In Ponti igitur solitudines circ.
14 Januar.(d) recolitur, quemadmodum parentum 30 A. C . 358 secessil, atque ibi Gregorii Nazianzeni
Maii (e), frater fuit Gregorii Nysseni, major nalu, suavissima consueludine est usus (k). Reconcilialus
el Naucratiimonachi, Pelrique, cpiscopi Sebasteoi, indo episcopo suo (1), adhuc superstiti adjunctus ,
et Macrina (1), sororis. Eloquentiz et artium ma- et a . C . 370 (m ) defuncto successit Ecclesiæque
(a) 'O péyas cñs danbelas Öldásxados, Zachariæ C suspicatur. Adde Schreckh . pag. 9 sq . HARL.
Myrilenæo , pag . 224 edit. Barthii, el xaúxoua tñs (0) Atque Martin . Chemnit. in orat. De lectione
'Exxindias, S . Athanasio Epist. ad Palladium presb. Patru ..., pag. 6 , nolat, B : silium M . secessui el no
lom . I, pag. 754 ; Ó Evdeos ons olxouuévns owotne , nachisino plus quam satis esset, tribuisse . Tbo
massin . quidem in Discipl. rel. Eccl., parl, di, li.). I,
lebrior, auctor. ed . Genev. pag. 241 sqq. Garnier quoniain nec per omnem suain vitam se consecras
in præf. ad lom . I elit. Opp. Basilij suinmis laudibus sel illi ordini, nec omnium suarum ſacullalum usuin
eum extollil. Ab Hemsterhusio ad Luciani Dial. abjecissel : sed is salis refulatus est a Garuier. in
morluor. tom . I, pag . 453 ed . Reilzii, dicitur non Vila Basilii , pag . XLVI sq . Addi debel, disciplinama
infrequens Xenophontis jmilalor, el pag . 389, Pater monasticam eo lempore nondum æque ac sub tinem
eloquentissimus. Artis critica peritiam ex Baxilii
scriptis elucere, testatur H . Valesius in libro i De 25 , qui tamen , quæ Garn . de migadibus , ascetis ,
crilica , cap. 25 , pag. 173 sq ., subjuncto ejusdem aclioni deditis, sentit, nondum ceria el explorala
emendationibus , a Burmanno edilis. HARL . esse judical, el de vila nionastica studioque Biosilij
( ). Vide Acta sanctor., lom . VII Maii , pag . 658 . est copiosus. Basilium fuisse auctorem ordinis cu .
FABR. Basilium in lucem editum fuisse Cixsarea in jusdani monastici ( atque nonachi ordinis S . Basi
Cappadocia circ. A . C . 328, Oudinus I, pag . 543 , lii. præcipue in Ecclesia Græca , adhuc floreni), jure
prodil. Garuerius (1) vero in Vila Basilii (in tom . lii alii vegani. V . Schreckb., pag. 206 sqq . Harl .
Opp.) pag. XIXYLI &qq. operose demonstratum ivit , (j) Baertius Aci. Sanctor. loin . II Junii, p. 833 .
Basilium Cæsareæ in Cappadocia, sed non in Ponto D Sozomenus vi, 15 . Gregorius presbyter, in Vila
(ex quo quidem palernum genus, uli inalernum ex Nazianzeni p . 13, elc, lu eremo delectalum esse Phi.
Cappadocia ducebat) naluin esse circa A . Chr. 329, loromi amicitia Basiliuni, parrat Palladius in Lau
el de parentibus illorumque liberis disputavit ube- siaca, pag . 121 . Vide el quæ ipse de vita sua nio
rius. IJARL. nastica Basilius, epist. 79 , ubi ſratrem Gregorium
(c) “Ον κοινών παιδευτών αρετής ο Πόντος τηνι (Nyssenum ) secumDe vixisse in monasterio ad luvium
XaŪTQ tipoủ64 /deto . Nazianzenus orat. 20, pag . 324 . Iridem leslalur. Gregorio Nazianzeno autem in
Palladia, quam matrem memorat Basilius epist. lelligendus epist. 141, quen ox &ūOs exhoyñs xal
366, non fuit mater, sed cognata, quam matris loco spéap Baou , co tou X PLOTOŪ ordua , appellat. Mulla
veocratus est. de illius et Basilii amicitia Gregorius presbyler in
(d) Bollandos in Acris sanctor. tom . 1 Januarii, Nazionzeni Vita .
pag. 952 sq . Meminit aviæ hujus suæ Basilius epist. (b ) Vide Greg. Nazianz. epigr. 4 in Basilium ,
79, pag. 895 . apud Lambec. VIII, p. 779 cd. Koll. HARL .
242le)seq
Papebrochius
.
loin . VII Act. sanclor. Maii, pag. (1) lilem Baerlius, pag. 839. [Schreckl. p. 31
s99., 36, 62 syg., 70 899.).
, Vide. Nicephorum x, 19, et Nyssenum in Elogio
Macrinæ (m ) Ab A . C . 371 Basilium fuisse Cesareensis
Cappadociæ episcopum , scribit Saxius in Onomast.
(9) Sed r. Schreckl in flisl, eccl. Christ. part. I,369,pag.nr.422.
III, pag . 7 sq . HARL .
laudaique Pagii Critic. Baron. A. C.
(h) Basilius epist. 208 . ad Julianum imp. (Vide
XVI, pag. 270, ii. ad A . C. 370 , nr. IX
XIX . pag . 288 - 295 ; inprimis nr. XXIII , pag . 297 ,
in eil.Garo . lom . III, pag . 122 sqq. Il Juliani epp. Tom . V. Eodem Pagio duce l. 6. A . C . 365,ur. VII,
ad Basiliuin , et hujus respons. pag . 124 sq. epp. pag . 215 - 217, loin . V, probabile esse judicai
39-41.Sed Garn . iu Vita, pag . Liui,j'las dubias esse Saxius, a Basilio A . 365 epistolain ad senatum Tya
(1) Imo D Prud. Marapus, qui, D . Gargerio e vivis sublalo . editionem absolvendam suscepit. Edit.
CCXLII PROLEGOMENA.
Siesareensis episeopus ordinalus die 14 Junii (a ), A sletur Baronius ad Martyrolog. Rom . ad Kalendas
cum per ai.nos oclo (b) illud sacrum munus gessis- Januarii.
sel, diem obiit supremum (6) A . C . 379, Calendis Simeon Melaphrasles, de S . Basilio (quem Græce
Januarii. (De anno quo vila decessit Basilius, vide ms. Iestatus est se habere Heribertus Rosweidus ) ,
Asseinanni sententiam contrariami vol. VIII, ad edit. etGræcorum Menca 1 Januar.
vet. vol. VII, p. 231 , not. uu , add. Assemann . in Gregorius presbyter in Vila Greg. Nazianzeni.
Biblioth . orientali, loin . I , p. 52 , not. 2 , el p. 54 Joannes Euchailensis (d), Philolheus, CPol., Ni.
fin ., ubi colligit, Basilii morlein ulira A . 378 nequa- colaus Cabasilas , Theodorus Melochita , Matthæus
quam esse promovendam . llarl. Camariola, in tres hierarchas , qui sunt Basilius ,
II. SCRIPTORES VETERES DE S. BASILII VITA ET Nazianzenus et Chrysostomus, et quorum memo
LAUDIBUS CONSULENDI. riam junciiin celebrantGræci 30 Januarii. Ex his
Greg. Nizializeni oralio 20, que dicta est in solus Philotheus edilus est ; cæleri resti adbuc fe
S. Basilii funere. Ejusde:Il epigrammala xu in Ba- runlur, ut dixi lib . v, c. 11 (vol. VIII, p. 459).
silium cum anonyosi (vel potius Nicctir ] Græca pro- Philoslorgius VIII , 11, 12, 13 ; Socrates ir, 26 ;
saria expositione, cdita a Lambecio VIII, pag. 366 - Sozomenus vi, 15 ; Triparlila vii, 36; Nicephorus x ,
371. (wg. 778 sqq. ed . Kollarii, cujus nolas vid . B 17 sf., elc.
el pag. 782 sqf. de Nicelæ prosaria expositione. Photius cod. Csli sq . Bibliothecæ .
Harl. ] Epitaphium carmen , quod est quartum de- Hieronymi cap. 116 S. E .; Theodoreti iv , 19 et
cimum ordine, lom . II Opp. Vidend. etiain epist. præf. in Canticum ; Augustini i contra Julian. Pe
38,Gregorii
etc. Nysseni oralio in laudeni Basilii lagianum ; Suidie , Gaudentii Brix., Vincentii Leri
fratris, nensis , et Theodori Prodromni loca S. Basilii operi
ÉTELTÁQLOS, com . II, pag. 911. bus a Parisiensibus præmissa sunt.
Epiiræmi Syri elogium S. Basilii, ipso superstile III. SCRIPTORES RECENTIORES.
adhuc scriptum , ut notavi lib . v, cap. 2. (pag. 231 J o . Baptistæ Manluani De vila S. Basilii libri ii,
sq . ed. vel., ubi jam adnotavi, Asseinann. negasse carmine heroico .
contra Fabric. illaun Ephræmi laudationein scriptam Erasmus lib . xxviii edit. Londinensis, epistola 7,
esse Basilio superstite . Add. Asscmanni prol. ad ad Jac. Sadoleluni, quæ loco præfationis præmilti
Opp. Ephr. Sy:i, vol. I, § 1x, pag. ix sq . Sed Ephr. lur editioniGræcæ Basilii A . 1532. Vide eliam lib .
Syrus, aeque ac Greg. Nyss., nimii sunt ac super - XXIX , epist. 90 seq .
stitiosi in laudando Basilio M . HARL.] Adde Combe- c Orario de S. Basilio inserta lom . III Declamatio
Osii Bibliothecam concionaloriam , lom . Vu , pag. pum Witebergensium , pag . 716 seq .
9 sq . Godfridus Hermantius ( Tillemontii Memoriis,
Pseudo-Amphilochius (sæculi ix scriplor, ut vi- tunc adhuc ineditis, usus), in Vila Basilii el Na.
detur ) De vila el miraculis S. Basilii, Dixi de illo zianzeni,Gallice scripta , Paris, 1674 [al. 1679] 4•,
lib. v, cap. 8, (pag. 379, in vol. VII, sccl. 11, et duobus voluminibus. Laudat Baertius eaque usum
p. 381 , sect, 14 ; add. Scullel. Medulla Patrum , se profilelar, lom . Il Act.sancior. Junii, pag . 810.
polg. 1043. Leidæ inter codd. Voss. et dicitur in FABR.- llermantii dicendi ratio el diligentia , præci
cat. Voss . esse Juslini. V. cat. bibl. Leid ., pag. 396 pue in excerpendis Basilii opp., sunt laudandæ :
lin .) sed jam addo, partem ejus extremam , quæ in sed modum is excedit in celebrandis Basilii virlu
Cunobelisii editione non exstal, vulgatam ex codice tibus, nec limam artis criticæ historicæ adhibel.
Vindobonensi XXXV, a Lambecio, VIII, pag. 366 HARL .
[pag. 775 Koll.]; adde pag. 382 (pag. 787 sq. Kol- Tillemontius, lomo IX Memoriarum historiæ ec
lariique noi., il. pag. 813 sq. De cod . XXXVIII, nr. clesiasticæ , edito Paris. 1703, 4•.
20, in c. Auguslano . v. Reiser. cal, pag . 24 .Harl .). Franciscus Baertius in Vila Basilii, com . II Act .
Joannes Damascenus, oral. 1, De imaginibus, D sancior. Junii, pag. 807 seqq.
loin . I edit. præclaræ Lequinianz , pag. 327, laudat Matthæus Raderus in Viridario sanctorum , pag.
Biov Baot).clou toū uaxapos 8c' 'Eldaðlou toj aŭtoŰ 24 seqq.
uaOntoū xal oladóxou tñs lepapxlas, Vitam S. Ba- Omillo velut poliss. Centurias Magdeburgenses,
silii scriptam ab Helladio , discipulo ejus el successore. centuria iv ,'Baroniumque el alios anualium el hi
Sed illa jain pridem intercidit, licet partem ejus ex storiæ ecclesiasticæ scriplores, atque Eliam du Piu ,
Anastasii Bibliothecarii versiune legisse se ms. le - loino secundo Bibliothecæ suæ , pag. 154 seqq., et

nensem esse scriptam . - Caput S. Basilii tanquain pag. 368 (pag. 782 Kollar.].
reliquiæ servabatur in magna ecclesia monasterii (c) Bieriius loco laudalo, pag. 813 .
in hionle Allo. V. Monllaucon , Palæugr. Gr., pag. id ) Conf. vol. VIII, lib . v. cap. 12, § XIX , de
155 . HARL . Joannie Mauropoile, metropolita Euchailensi , pag.
(n) Hinc Martyrologia Basilii memoriam 14 Junii
celebrant, Menologia
ut Kalendis Januarii. in Basilium M .,Gregoriuin Theologum , el Jo . Chry
(6) Nazianzenus de Basilio , epigr. 9 , bxtastă sostomum ; il. pag. 632 de ejus canonibus in ſesia
hacio Oso povos Aula telvas, apud Lambecium VIII, triun illorum Palruin ecclesiast. HARL .
 NOTITIA EX FABRICIO . CCXLIII
cæteros, qui de scriptoribus ecclesiasticis egere. A lii narratio, sed sæpius emendala ; præterea mullas
Antonius Possevinus in Apparalu sacro etiam de ille res vel certius vel saltem probabilius exposuit :
codicibus scriptorum , Basilii manu exaralis, qui in maxime versala est ejus cura in vila, præcipue
bibl. Augustana,Messanensi elMunachiensiexstant, epistolis aliisque scriptis Basilii secundum temporis
munel, atque in versiones varias scriptorum Basi - rationem in meliorem ordinem redigendis , aut ve.
lianoruin observationes complures cum lectore ris a falsis ac supposililiis discernendis : nec tamen
00 :01municat. a partium studio aut timiditate quadam in judiciis
Abrahanus Scullelus parle iv Medullu Pairum , suis oinnino ſuit is alienus (a).
pag. 1043 seqq . Aqua lance lam eruditionis , ingenii animique
Guil. Caveus in Vitis primilivorum Patrum Ec- virtutes, quæ insignes in Basilio al. fuerunt, quam
clesie, Anglice scriptis, el deinde translatis in line infirmilales, disciplina vitæ monasticæ cum primis
gnas Belgicain atque Germanicam , nom . Il edit. contractas, ponderavit solirieque judicavil el viiain
Germanicæ , pag. 504 - 598. Brem . 1701, 40. scriplaque ac doctrinam Basilii copiose et curate
D. Theophilus Spizelius in Velere Academia Je- exposuil, nec raro Garncrii sententias rationesque
su Christi, pag. 73 seq . FABR. examinavit et rejecit Jo. Malihias Schrærkb in :
Cave in Historia litleraria scriplor. eccl., lom . I, B Christi. Kirchengeschichte, parl. XII, pag. 1 - 220.
pag. 238 seqq., ed . Basil. De præcipuis Basilii scriptis curale egil, et in
Theclergies llonour ; or, the Lives of S. Basilthe nolis acute libereque judica vil de illis Semler in :
Greal, arch -bishop of Neo - Cæsarea , and St. Chry - Geschichte der christlichen Glaubenslehre, præmissa
aostom , arch - bishop of CPole , drawn by way Baumgartenii Theologiæ polemicæ , lom . JII , pag.
of Parallel. London . Printed for W . Cooper. - 123- 168.
1681, 8 . Christi. Frider. Ræssler in : Biblioth . der Kir
Cas. Oudinus in Comment. SS. eccles., 10m . I, chenvæler, loin . VII, p. g. 1-157, de Basilio M . egit
pag . 543 segg ., qui se proſitelur multa ab El. du el excerpla dedil, aspersis hinc inde bonis animad
Pin vel omissa , vel dissimulala esse animadver version :bus, ex libris Jil contra Eunomium , ex lib .
lisse , et in cap. primo vitam ac doctrinam S . Ba - ad Amphilochium de Spiritu S ., ex homiliis 1º Deum
silii, Cesarez Cappadocum episcopi, uberius pere non esse auctoren mali, 2. De gentilium libris cum
sequitur. fruclu legendis, el 3º De libero arbitrio ; ex asceli
Sam . Basnage in Anna.., tom . III, pag. 4, 25 cis scriptis, denique ex epistolis ; in his præcipue
seng., pag. 29, de tempore quo Basilius crealus secutus est recensionem Du Pin , qui in secundo
fnerii episcopus Cæsar., pag. 32, 56 seqq., 42 seqq., lomo Novce Bibl., pag. 268-312 edit. Lal., eas
51, 69, 70 . secundum temporis ordinem disponere alque ex
Jac. Basnage in : Histoire de l'Eglise, pig . 613 , plicare sustinuit. Sed dolendum cst, Ræsslerum
633, 641 seqq ., 1156 seqq ., 1195 seqs. caruisse edit. Garnerii, quimulta vidit acutius me
Arnold in : Kirchen -und Keizer-Historie, part. 1, liusque disposuit. HARL
lib . iv , cap. 4, § 37, 38, 39. . IV. ALII BASILII ULTRA XXX.
Goulieb Siolle in : Nachricht von den Leben
....der Kirchenræler, elc ., pag. 359 seqq. Basilius abbas S . Laurse prope Hierosolyma.
R . Ceiller Hist. gen. des aut. eccles., lom . VI, Vide infra, Maleinus.
pag . 60 Basilius, Achridenus. Vide infra , Thessalonicen
Apollinare Agresla Vila del prolopatriarca S. sis.
Basilio M . In Messina, nella staniperia di Vicenzo (Basilius, episcopus Alexandriæ , cum 72 episco
pis subscripsit Gennadii, patriarchæ CPolit., Epi
Jo. Ge. Werenberg, Diss. de prudentia Basilii stolz encyclicæ ad omnes inelropolitanos A . C .
1 . in reſulandis hærelicis. Lipsiæ 1724, 40. D 459. V . cod . Vindobon. Cæsar. XLIV, el Lambec.
J. Ge. Walch , Hist. eccles. N . T ., pag. 1537 Comment. VII, pag. 888 seqq., ibique Kollar.
seqq., et passim in Bibliotheca palrislica ; len Harl.]
1770, mai. 8 . Basilius, Amasenus in Cappadocia episcopus et
Dilucidazioni critico-istoriche della vila di santo martyr Niconedix A . C . 322, de quo Henschenius
Basilio M . dalGiuseppe del Pozo. Romæ 1746 , 4 . in Actis sancior., lom . III April. 26 , pag. 416 seg
Hamberger in : Zuverlæssig . Nachricht., tom . II, Acta illa fabulosa videntur Valesio, pag . 208 ad
pag. 804 seqq. Inprimis laudandus est a diligentia, Euseb. (canlicum sacr . in illum d. 26 Apr. V .Lam
sludio curaque in Vila Basilii uberius explicanda bec . Comm . VIII, pag. 210.)
et colligendis alque melius ordinandis Basilii scri Basilas, sive Basilius arcis Mechææ (b) atque ab
pris. A . C . 336, quo Marcellum in synodo CPol. deposi
Jul. Garnier. in Vita S. Basilii, præmissa 10m . III lum consial, Ancyranus episcopus, de quo Hieron.
Opp., pak. IXSVII:CXXXVII.Basis quidem est Tillemon - De scriptor. eccles., cap. 89. Plura de eo Tillemon
(a ) Recole nolam (1 ) superioris paginæ ccxls. Edit.
Ib) Rectius in pluribus colu. libri Hieronymiani De scriploribus eccles., cap. 89, legitur, artis medicinæ .
CCXLIV PROLEGOMENA .
Lius, lom . VI Memor. Piclesiastic. Cumi Arianis A dicarit, fainiliaris, jam episcopus circa A . C . 372,
lion fecisse, probal D. litigius appendice ad lib . De adeoque a Seleuciensi, qui annis sexaginta amplius
hæresiarchis sæculi i el 11, pag. 453 seqq. post Doruit, haud dubie diversus, licet aliud visum
Basilius, Ancyranus episcopus, junior, qui in sil viris quibusdam doctis, seculis Pbolium cod .
synodo Nicæna sı, A . C . 787, confessionera oblulii, CLXVIII. Confer Tillemontium , lom . IV Memor.
quæ esstal low . III Concilior. edit. Binianæ, pag. hist. eccles., pag. 340, et que jpfra in Basilio Ra.
481 . FABR . Conf. Acta sanctor. m . Mart. , Antwerp . phauensi.
1683, lom . II . Divcrsus ab Basilio , Ancyrano pre- [Basilius Jalimbanensis. V . supra vol. IV , pag.
sbytero. 666 , not. o. Harl.
Basilii, presbyteri Ancyrani, mariyrium , Flo- Basilius, Irenopolitanus in Cilicia episcopus, :
rent. in coil. Laurent. IV , nr. 43, plut. 4 . V . Baise quo Nestoriaui dicti Baswelavol , ut no avil
dini Cat. codd. Laur. I, pag. 322 seqq., FABRIC . Mich . le Quien ad Jo. Damascenum , lom . i ,
Basilius, Antiochenus episcopus, A . C . 456 el pag . 100. De ejas Historiæ ecclesiasticæ libris tri
457, cujus meminit Nicephorus xv, 19. Simeon.s bus, Photius cod , slil. (Add. Phol. cod. xcv.) Vige ,
cremilæ ad eum epistola apud Evagrium , lib. II, quæ dixi lib . 1, cap. 1. (vol. VII, pag. 419 et 437,
cap. 10. Ad eumdem Basilium scripsit Lco imp., B g XXXV.] Ejus opus contra Archelaum , Coloniæ in
ct Leo I episcopus Rom . etBaradatus, lcste Ephræ . Armenia presbyterum , memorat Suidas : contra
mo apud Pholiuin cod . ccxxii , sub lin . - Fabr. Lau . Joannem Scythopolilam , Photius cod . CVII.
dalur in Nicæna synodo, in cod. XXXIV Coislio . V . Basilius coufessor, episcopus Cretensis et dein
dloutſauc. Bibl. Coisl., pag. 102. Harl. Thessalonicensis, de quo Bollandus ad Kalend.
(tiasilius Arnjeniacus, calligraphus, A . C . 1066 . Februar., lom . I, pag. 249 seqq. FABR. — Caplicuin
V . Montfaur. Palæogr. Gr., pag. 53 ac 96 ; el pag. d. 12 April. in S . confessorem Basiliuni, episcopum
9, 35 , 63 , 76, 80 , 303. Adhuc memoranlur Basilius Parii in Asia Minore, inter cantica sacra in sanclos
Barele, s . Baleris, qui scripsit quaedam Euripidis ; folius mensis April. in cod. XII Cæsar. Vindob. de
Basilius, lector, scripsit sæculo xu Putri Antiocheni quo V. Lambec. Commenl. VIII, pag. 208 seqq.
et alioruin epp .; Basilius sacerdos scripsit Origenis HARL.
opus in Job. et Chrysostomi quædam , A . 1448 ; Consules : Cæcina Decius Basilius (c) A . C . 463,
Basilius Scalidrus, notarius, scripsit a . 1424 Da - el Cæcina Decios Basilius, junior, A . 529 ;un Flar
masceni opp. quædam ib ., pag. 35 , de notariis, sive vius Basilius A . 480, et Flavius Basilius junior, A .
arcanorum scribis. llarl. ] 541, ultimus privalorum , qui consulatum ordina .
Basilius, Aquaruw Sextiarum episcopus, cujus rium gesserit, nomeaque anno dederit. Vide Viclo
wemiuit llouoralus in Vila Hilarii Arelal. cap. 22. rii Canonem Paschalem , pag. 69.
Basilius junior, ascela , cujus Vilam scripsit [Basilius , Emesseuus episcopus, scr. Vitam
Gregorius, ejus discipulus, clarus lemporibus Lro Theodori, archiepisc. Edesseni, in cod. Tauriu .
nis Sapientis imp. Exslat in Actis sancior., lomn .
IV April. 26. [Montfauc. in Palæogr. Gr., pag. 323 ,
CXLVII. Vid. Cal. codd. Gr. Taur., pag . 238 .
ex cod. Regio .) Alde Lambeciuin VIII, pag. 339 HARL.)
(pag. 760 ed. Kollar. de cod. XXXIV , n . LII.) [Basilius, diaconus et a commentariis, interfuit
synodo
Basilius, Bicantiorum presbyter, de quo Moschus fuuc. Bibl.ab Alexio Comneno congregalą . V . Vonk
in Pralo spirilali, cap. 40. Coislin ., pag. 105. - Alius Basilii, dia
Basilius Bulgarociouus (a) imperator, ab A . C . coni, reliquorumque monachorum supplicatio ad
976 ad 1025, de cujus novellis constitutionibus dicam impp. Theodosium et Valentinianum , adversus Ne
libro VI.(Ejus Antipharniacum in cod.Laurent. XIX , storium , in concilii Ephesini part. 1, pag. 310, ed .
n . 3 , plur. 75. Vide Buu Jiu . Cal. codd. Gr. Laur., Rolpanze 1608. V. Asscmanni Prolege. ad Ephır.
III, pag. 167. HanL. } Syri, Opp., lom . I, pag. 2, § x1, HARL.)
Basilius Caesariensis (6 ) junior, cujus inediti Basilius, Epbesi cpiscopus, A . C . 434-444.
commentarii ad orationes Nazianzeni, Constantino (Ad Basilium , eremilam , scribit Theodor . Sludi
Porphyrogenelo dicati, cisland in variis bibliotho. la . V . Montfauc. Bibl. Coisl., pag. 313.
cis, ut (Flor . Laureni. Vide Ban Jini Cal. I, pag. Basilius, Euchaitarum episcopus, et Basilius, epi
536 seqq.) Coislinjaua, pag. 296 , et in tribus co- scopus Larislæ , interfuerunt synodo, ab Alesio
dicibus, pag. 298 seqq. (ubi quoque pag. 299 de Comneno congregatæ . V . Montlauc. I. C., pag . 104.
ejus ep. ad Constantinuin imp., ejus Vita in c . HARL. ]
Cæs. CLXXXVII. V. Lainb. III, pag. 412. llarl.) Basilius, Mierosolymitanus palriarcha, cujus epi
Basilius, Chrysostomi, qui ei librus De sacerdolio slola synodica ad imp. Theophilua , qui ab A . C .
(a) Vide Allatium , pag. 230, ad Georg. Acropoli refert ad A . C . 675, sod junior est, et Constantini
Lamn . ( El Baudin . Cai. codd . Laur. III pag . 191, Porplayrogeniti alale scripsit. A Sambuco vocatur
11. 17 et 18 . 1 Thessalonicensis, sed ipse se Basilii Cæsariensis
(b) Vide quac de illo lib. V, cap. 13 , pag . 540 . XOLVWVÒv xal ovouato; xal Opévou appellat
la vol. VII nov. ed ., pag. 431 scgg.) Caveus huuc (c ) Ad bunc scribit Sidonius.
 NOTITIA EX FABRICIO . ccxLT
829 ad 844 rebus præfuit, exstat in Combelsii Ma- A Coislin . CCLXX , quam edidit Montfauc. in Bibl.
nipulo orig. CPol., pag. 110-145. Paris. 1664, 4•. Coisl., p. 349 sqq. et Basilius iste nominatur p.373 .
pros
FABR. Epistola illa sybodalis ad imper . Theophi-
achum,, pro ccullu
erpilupsacrarum
697.Add.p.conies Harl. ]
Jum Iconomachum imaginum (Basilius, medicus, Bogomilorum haereseos fax et
memoratur et locus excerpilur a Lambecio Comm . luba. V. Allatium De consensu , pag. 635. De aliis
de bibl. Cæsar., vol. VIII, pag. 697. Add. pag. 708 Basiliis medicis v. infra in elencho medicor. vell.,
seqq., ubi in nola Combelisius carpilur et conter . Megal
vol. XIII, p. 100 sq.; sed conf. ipsom Fabric. in
Bo
VIll.p. 347 osq.mhivel.
Vol.VIII, illeslart.)
eed. rel. EllVill
lus Gr. beneficio codicis Cæsarei suppletur. Conf.
supra vol. VII, pag. 84, scct. 3 . Harl.
vol. bi. edit.
BasiliusMegalomites, cujus Ænigmala Græce ex.
(Basilius, Aativeléyxons hieromonachus Studila , slant ms. CXI in bibl. Boilei. (De Basilio Megalo
qui contra Latinos scripsit, memoratus ab Allalio mile v. infra vol. X, p. 538 ed . vet. Ejus Æni
De consensu , p . 553 el 624. Harl.] gmala in codd. bibl. publ. Paris. CMLVIII et
Basilius Irenopolitanus, perperam a Cilice distinº MDCXXX. Harl.)
guitur in Charlophylace Cavei (qui id recte deinde (Basilius , Moldav. princeps, de quo v. Kollar.
emendavit) et in Pandeclis Hendreichii Brandenbur. Supplem . ad Lambecii Comment., pag . 240 sq.
gicis. B Harl .)
Basilius, Isauria episcopus , idem cum Seleu . Basilius, monachus Cappados , cujus ferlor re
ciensi. sponsum sive åvacopo ad Nicelam , melropolitam
Basilius, Larissze in Thessalia melropolitanus Ba - Thessalonicensem circa A. C . 1200. FABR. ad Ba
luz. , p. 886 Novce collecl. concil. (V . de Basilio silium v . Bandin. Cal. codd. Gr. Laur., I, pag. 9,
Euchailar., elc., nolala p. 8 extr.) n . 86 .Monachum scribit Theodor. Sludila . V . Mont
Basilius Macedo, imp. ab A . C. 866 ad 889 de fauc. Bibl. Coislin ., pag. 149. Inter melodosGræcos
cios xeoghalore teglvetixois dixi lib . v. c. 5 . [vol. infra, vol. X , pag. 131. Quidam calligraphus sæc.
VIII. p . 12 sq .1 De ejus variis Constitutionibus et XI. V . Montfauc. Palæograph. Gr., p . 511. HARL.
legibus, aliisque scriptis, ad jura spectantibus, dis - [Basilii minimi (qui scholia quoque scripsit in
serendi locus erit libro vi , quemadmodum et de Gregorii Nazianz. XVI orail.) epistolam ad Constan•
Novellis Basilii Porphyrogeniti imp. linum Porphyrogen ., e cod. Napiano LXIV publi
Basilius , Magnesiæ episcopus , interfuit concilio carit Mingarell. in cal. codd. gr. Nan , p. 115 sq.
Nicæno 11, lom . III Binii, p. 816. Add. Bandin . in cal. codd . Gr. Laurent., 1, p . 536
sqq. Harl.)
Basilius magis, de quo Gregorius Magnus lib . 1C [Basilius, episcopus Naux éwv, inter subscriplores
Dialogor., p . 1531 seq ., lom . I Opp., el Cassiodo- epistole
epistolæ Gennadii encyclicæ a . 459. V . Lambecil
rus iv, 2, Var. Comment. et Kollar. not. vol. VIII, p . 894. HARL.)
Basilius Nicomediensis , martyr. Supra in Ama
chipresbyler elabbas, cujus &oxntixh ÝTOTÚ TWOIS (a), seno. De aliis Basiliis martyribus oclo vel novern ,
a libellus, quo probal, ascele non esse caplanda Baronius ad Martyrolog . Romanun).
honoraria nec honores ambiendos, ms. Græce in Basilius, patricius et præſeclus cubiculi, cujus
Bodleiana bibl. FABR. Informatio ascelica , in bibl. Naumachica, bactenus inedita , dabo Græce infra .
Bodlei. cod . V .Herberi. ibid. inter codd. Th . Roe, n . Fabr. Ad eum scribit Theodorus Sludila . V. Mont
CCLXIII cod. XVII, Ascelæ non esse caplandos hono. fauc. Bibl. Coislin ., pag. 322. HARL.
res. — Add. ad nolam scripla. Basilius Pegoriola , qui inter melodos Græcæ Ec
[Basilius abbas , Hyojuevos: ad eum scribit Theo- clesia laudatur a Leone Allalio , ei, qui plura de eo
dorus Sludita . V.Montfalicon. Bibl. Coisl., pag. 144, dicet, Urbano Godfrido Sibero (infra vol. X , p. 181].
320 , 322, 324, 413. Harl.] Basilius Philippensis, cujus homilia in præsenta
Basilius ascela, Marciani discipnlus, a quo con- p lionem B . Virginis in templo , ms. Græce in bibl.
dilum monasterium in Seleucobelo, civitale Syriæ , Bodlei. (n . CCXXXIV et MMMCCCLXXXIII,
NYITY 1
el in .

nentiam prædicans. Eumdem cum Basilio Seleu .
ciensi illum facit Baronius ad A . C . 382, n . 68, sed
rectius, distinguendum esse , monet Tillenionlius
lom . XV Hemor., p . 341.
[ Basilius Manichæus, Sergii discipulus, in Photii
narratione de Manichæis repullulantibus , in cod.
(a ) TTHOTÚTworç illa sive descriptio vila mona.
sticæ Latine exslal in bibliothecis Patrum , inter
prete Jac.Pontano , tom . XXII edit. Lugd ., pag . 750.
752 . ( In indice cod. msli Anlonii Eparchi , infra
in vol. X , (pag . 479 ., In codd . bibl. publ. Paris .
PATROL. GR. XXIX .
quem invehuglur Patres synodi vii,actione 1, loin , I
Binianæ edit. a. 1618, p . 482.
Basilius preslyler, cujus Vila auctore incerlo ia
tom . III Act. sanclor., Marlii 22, pag. 380. Laline
et Græce ad voluminis calcem . FABR. Ad Basilium
presbyterum scribit Joan . Chrysoslom . V .Montfauc.
DCCCLVIII et MDCXXX . - Basilii monachi, pre
positi Laure Mallinorum , Capita parenerica ad
filiunı smum ; il. ejnsdem el aliorum Eclogæ legum ,
in codd . Escorial., teste Pluero in lliner. per Hisp.
pag . 161. HaRL. )
 CCXLVI PROLEGOMENA .
Bibl. Coisl., p . 568. - Fuit quoquc Basilius presby. A epist. ait B : sil. Thessal. el lujus responsio in cod .
ler calligraphus sæc X1. Harl. Czesar. CXIII, n . 9 et 10 , quein et propler rarr.
Basilius, patricius et præſeclus prætorio , sub re - lect, el vero , quia vtraque epist. in fine aliquanto
ge Ojoacro. Vide Baronium ad A . C . 483, n. 10 seq. auctior est, conserendum pulat Lamb . V, p. 86 sq .
(Basilius, Ó mpw povos, citalur inter eos qui - In eod, cod . n . XI, ibid ., p. 88, esi Basilii Tiness.
scripserunt de vila Joan . Chrysostomi , in coil. Disp . de controversiis fidei inler Lalinos et Græcos,
Cæsar. XXVII. V . Lambecii Commenl., VIII, p. 638 . habita Thessalonicæ cuin episc. Beneventano, con
Supra vol. VIII, pag. 457. scripla autem instar dialogi a Nicela monacho. V .
Basilius proedrus Mæri subscripsit et interfuil sy- not. Kollar. et supra vol. VII, p. 752, ibique nol.,el
nodo ab Alexio Comneno congregate, in cod. XXXVI infra vol. X, p. 495 vel. ed. Basilius Thessalon.
Coislin . V. Montfauc. Bibl. Coisi., p. 104. Harl.) De gradibus cognationis in cod. Paris. bibl. publ.
(Busilius, reclor el papas Blachernarum . V . Mont. MCCCLV , n . 13. HARL.
fauc. l. cit. Harl.] Basilius Trajanopolitanus in Thracia, qui interfuit
Basilius, Raplianensis in Syria episcopus, qui A . concilio Chalcedonensi.
C . 381 synodo CPol. subscripsit. llunc Basnagius ad [In Mongilor. Biblioth . Sicula , vol. I, p. 99 sq.,
A . C. 382, 6, pulat esse illum cui Chrysostomus B uberius recensentur vila et scripla Basilii Amabilis
libros De sacerdotio inscripsit. Messanensis, ord. Prædicatorum , med. sæc. XVII ;
Basilius, Russiæ imperalor, cujus epistolam de Basilii Cainpanellæ , Panormitani, ejusd. ordinis A .
translatione reliquiarum suæ matris cilat Allatius 1617 ; Basilii Cavarretze , ord. S . Maria de monte
contra Hollingeruin , p . 177 seq. Carmelo, circ. A . 1660.
Basilius, S . Sabæ archimandrita Roma ,ad quein Basiliide Laurentio, ord. S . Basilii. Ejus carmen :
Theodori Sluditæ epistola 35 libri 1. ( V. Montfauc. De Basilii M . lesseræ habilusque sub noctis specie pro
Bibl. Coislin.,p. 148 et 318 . flarl.] Panormilani ca:nobii Translatione eadem in urbe A .
SBasilius Scamandrenus , patriarcha CPolil. A . 1697 religionisque stemmali alludentis elegiacks
1183 -- 1186. V. infra vol. X , p. 492. Harl .) triumphus, Panormi 1697 , 4, in Anton . Nagri N >
Basilius Seleuciensis, de quo infra . lilia monasterii Panormilan . S. Basilii, p . 42, edi
Basilius, episcopus Sycomazanus (al. Sycamina . tum est.
nus), quiinterſuit synodo CPol. subMenna A . C . 536 . Basilius a Scledo, eremila Camaldulensis montis
Basilius, Sylei episcopus, qui interfuit synodo Coronæ : de quo ejusque scriptis in codd. bibl. S.
seplima , sive Nicænæ 11, A . C . 787 celebrata . Vide Michael Venet. V. Millarel . in Cat. illius bibl.,
Loin . III Binianæ edit., p. 515 . C p. 113 .
Basilius Achridenus, circ. A 1155 Barocc . CXI, et Sed recentioris platis Basilii dicii ad nostrum non
archiepiscopus Thessalonicensis , cujus responsio ad pertinent institutum . Harl .)
" pistolam Adriani IV papæ , in Jure Græco -Rom ., V. CODD. (a) ET EDITIONES OPERUU BASILII MAGNI.
p . 305 et 307, et apud Allalium De consensu , p. 658, Graca .
el post Joan. Zonaram in Canones concilior.783.[In Basil. 1532 , fol., cum præſ. Erasmi, apud His
cod. Laurent. II, n . 89. V . Bandin . Cal. codd . Gr., ron. Froben . et Episc. In hac cilitione sunt homiliæ
1, p. 10.) Ejusdem Basilii ad quæstionem de conju - in Hexaemeron , in Psalmos, et aliæ varix liomiliæ
gio duorum fratrum cum amita consobrini, a ma XXIX ; liber De Spirilu sancio et Epistolæ . FABR .
gno Dyrrachii sacellario propositam exstat in Jure Pleniorem integramque inscriptionem el plura de
Græco -Rom ., p. 309 et 408. FABR. Pape Adriani in hac edit. leges in Maillaire A . T., II, p. 765 (qui
( a) Tanta est copia mss. Basilii M ., ut verear, ne 66 bis . Quanta vis sil codd. Basil. Vindobona in
omniumi el singulorum opp . atque epistolarum enume bibl. Cæsarea , uno obtulu cognosces in cal. Nessel.
ratione lempus et chartam perdam , saltem pluribus in ind. pag. 33 -36 . Eos Lambecius in Comment, suis
lectoribus diam moleslus, Quare prinum generalim D passim , pr:ecipue in vol. III. V . indic. ad illud col.
indicabo, in quibus bibl. plures codd. Basilii opp. 580 -586 , lum in vol. IV (ind. col. 523 sq.), vol. V
custodiantur. Augustæ Vindel. in bibl. publ. Biisilii (ind . col. 682-684 ) copiosius recensel. - Incod . XLIV ,
liomiliæ 46 . — Commentar. in Isaiam . Epistolae n . 23 sqq ., sunt varii generis epistolæ ; v. Lambec.,
548 (ex quo cod . magnam esse factam accessionem VIII, pag . 878 sqq ., et in aliis codd. ejusdem vol, sunt
ad ed . WolfgangiMusculi, etc., in prima codicis pa . Basilii liturgica , orationes, epistolæ , etc., el Lambec.
gina legitur ascriptum ). — Tres ávtepontixol conlra aliquoties emendat supplelque aut illustrat ed .
Eunomium . - Ad Ampbiloch . Iconens. episcop . - Paris. Gr. Lalin . - Wratislaviæ in bibl. Relidingcr.
De divinitale Filii capp . XXXII. V. plura in Reiseri non pauca Basilii esse opp . leslalur Kranz. in Ve.
indice mss. bibl. Augustanæ , p . 15 -21. - Ib. Basi. mor. bibl. publ. Elisabeth , pag. 83 . - Francofurii
lii et aliorum sententiæ , in Panoplia dogmatica , in bibl. quondam Uffenbach , fuerunt in codd . VIII,
clione, pag. 27.- Protheoria exposilionis in Isaiam , Maii Bibl. MSt. Uffenbach ... pag. 430, 436 el 498
pag . 28 . – 10 . plures homiliit , in duob . codd . pag . (Conf. infra ad n . XXV). - Nubein codd . qui sunt
50 . — lb . canones, pag. 30. — Ib . quedam homi. in bibl. publ. Paris, nec non Coislin . el varia Basilii
lize , pag. 57. — Fragium , ex Basilio aliisque, bis ; opp . aut parliculas comprehendunt, congeslum vi
et Basilii aliorum expositiones in illud : ad imaginein dcbis in jnd , ad vol. II Cal. codd. Paris. et in ipd .
el similitudinem suain, pag. 39 el 40. Dialogus Basi- ad Montlauc. Bibl. Coislin . ex Gr. Basilii opera in
hi el Greg . Naz ., p . 40 el 41 bis , - Epistole, pag . cod. Coislin . L , el CCXXX (Monlf. Bibl. Coisi.,
 NOTITIA EX FABRICIO . CCXLINE
magnam Erasm . præel. parlem et ultimam Basilii A Volaterranum nuper in Latinum conversa . In ane :
episi, ad calligraphum in nola recudi fecit) ; Denis. Impressum apud Jac. Mazochium , etc ., fol. De hac
Memor. bibl. Garell., pag. 347 sq.; Clement, Bibl. ed. v.Maillaire d. T. II, p. 264 et Panzer . A . T.
critique, etc., II, p. 485 ; Panzer., A . T., vol. VI, VIII, pag. 255, n. 92. Copiosius eam edil. recenset
p. 285, n. 853. Harl. Lambacher in Bibl. antiqua Vindobon . cirica , pag.
Venet. 1535 , fol., apnd Steph . Sabium , in quo 83, sqq., qui pag. 86 monel, in illa edit. etiam nu
volumine sunt ascetica ethicaque et De virginilale merari tantum XVI homilias in Psalmos , el uni
el contra Eunomium libri quinque , sermiones et cam tantum in Psalmum SXVIII , cum in aliis ex
epp. FABR. Conf, Maillaire Ann . Typ . II, pag. 819, slent binæ in illum ; ex quo Combelisii judicium ,
qui præfal. ex qua , quos codd. adhibuerit editor, alteram illam in psalmum xxviii homil. non esse
cognosci polesh, magnam partem reddidit. Harl. genuinum Basilii ſelum , non leviler confirma
Basil. 1551, fol. (apud Hieron. Froben . el Nic. ri censet. - Basilij opuscula varia, Basil. 1494 ,
Episcopium , ut in calce legitur) cum præfatione , cilat Maittaira A . T., IV, pag. 570, ex bibl.
Græca Jani Corvarii ad Julium , Numburgensem Adr. Paw ; sed fides sil penes auclorem . HARL .
episcopum . In hac editione continentur : In llegae- Paris. 1520, fol., apud Ascensium [opera Jac.
meron homiliæ undecim . In Psalmos homiliae XVII. B Fabri Slapul. V. Panzer., VIII, p. 67.)
Variæ homiliæ XXIX .Liber De Spiritu sancto.(Epic Coloniæ 1523 et 1531, fol., apud Cervicornum ,
stolæ Basilii etNazianzeniCLXXX. 'Asantexūv nórok quam editionem persequilur Gesnerus in Bibl. FABR .
seplein . De judicio Dei. De fide. 'HO.xūv õpo : Edit. Colon . 1523, quam in manibus babeo, inscri.
LXXX. 'Epwinuatwy doxntixūv xatd whátos opou pla est
LV. 'Eowth uátwy doxn tixûy xat' ÈTILTOuty őpot Divi Basilii M . Cæsar. episcopi eruditissima ope .
CCCXII . 'Entluca Slávopa sive pænæ variae ec- ra, quorum calalogum in sequenli pagella deprehen
clesiastice , delinquentibus monachis et xavove des. Interpreles Joan . Agyropylus, Georg . Trapezun
mais conseilulæ . Constitutiones asceticæ XXXIV . tius , Raphael. Volaterranus , Rufinus presbyler.
Epistola ad Chilonem . Alia ad monachum , præva. Monodia Gregor. Nazianz. 1523. In calce
ricalurem . De baptismo libri II.Liber Ilsp! toŨ aŮt sunt hæc opera in ædibus Eucharii Cervicorni, ære
Sous!o'), De libero arbirrio. Alius De virginitale. el impendio M . Godefr. Hiltorpii, cibis Colon. M .
De Paradiso liber el libri V adversus Eunonium . Junio ſol. Add. Lambach . I. c., p. 86, qui in nota ,
(V. Garnerii præl. ad lom . I Opp., pag. iv.] Habenlur, ail, kic præler opera quæ modo recensui.
Latinæ . mus ex edil. Romana, libri V contra Eunomium ,
Romæ , 1515 , Opera M . Basilii per Raphaelem C Georgio Trapezunlio interprele, et regula monacho
pag. 118 et 292 sqq . ) mulla Basilii in opere ex Evangelio Lucæ in paralylicum ; in ordinationen
ascetico in end . CCXXXII ( ib. pag. 291.) – In S $ . apostolorum . - In cod . LXII usque ad LXV,
cod. CCLXXXI, 30 , sermones ad monachos , et sunt Basilii ascelica (cat. pag. 43 sq .). - 19 cod.
alia (ib. p. 393 ,, elc. ~ Nec vacat singula Basilii M . DIII Basilii ex proverbiis ; capitula VIII in diversas
opuscula, etc ., qua: in codd . Bodleianis aliisque hypotheses, elc . - Taurini in Bibl. quondam regia in
Britanpicis exslant, vel enumerare ; el ablegandus mullis codd. multas epistolas homiliasque aliaque
mibi est illorum notilize cupidus ad indices calal. inesse opcra , cognosces ex catal, codd . gr. Taurin .
mes. Angliæ et Hiberniæ subjecios. - Quot cold. V , indic. voc. Basilius, Cæsar. Insignis variorum
quimului sunt, et varia Basilii opp. continent. ser. Basilii librorum , Florentiæ in bibl. Laur. servalo
ventur in bibl. Escorial. docebil Pluer. in liinerar. rum , numeris designatur a Bandin . in Cat. codd,
per Hispan., pag . 161, ant qui in aliis mullis bibl. Gr. Laur. Vide ind. ad tom . Ill, pag. 480 – 482.
reperiantur, indicabit Montfauc . in indice ad Bibl. - De codd. Neapolitan . V . supra . vol. V , in calce.
biblioth . inss. - Venetiis in bibl. Marc. in codd. Lili, Lcidæ in bibl. publ. inter. codd . Bonavent. Vulca
usque ad coil. LXVI, in Cat. codd .Gr., pag . 36 , usque nii ; ex Basilii appendice ad Naucleri Chronogra
ad 45 , curaliusmemorati, exstant permulle,homilice phiam ( cat. bibl. Leid ., pag. 348 ſin ) . — lb . in bibl.
et alia opisc . in bis , bomiliæ et alia, quæ in edit. publ. inter mss. vol. meinbran , pervelus, contineris
monachor. S . Mauri non reperiuntur. De homiliis quædam Basilii M ., præserliin ascelica , quod vir
nonnullis iuſra agemus : rcliqua inedita quorum doctus videtur contulisse ad edil. Basileens., Iesle
initia retulit auctor illius Calal. ea esse nolanlur : D confeciore cal. bibl. Leid., pag . 234, n . 1. - Ib .,
in cod. LIII, 1x obscuritalem prophetiarum , et quo- pag. 336 , n . 47, Basilii in Heraemeron . Pag . 343 ,
modo nos oporleat diligenter in eas incumbere. In n . 61, Epp . amabææ Juliani et Basilii, quas lesia
cod. LIV , consolaloria ad infirmos ; de admini tur Scaliger se vidisse Arabice. — Ibid. pag. 402 ,
Hralione, seu regimine in Christo ; de misericordia . 7, inter codd . Vossian ., ænigmala Basilii tou
el judicio (est quoque in cod . LVI, el bujus argil Malouudy els Kúti. — El 11, 16 , Basilii M . Šxxan
menli bomiliam ineditam meinoral Monilauc. in glastixh xal Mustixn podewpla : per interrogativ
Bibl. Coislin ., pag. 118). - Ep. od Urbicum monu . nes. — Montfaucon . in Palæographia Gr. XLV, lau.
chum de continentia . In cod. LV, Encomium in præ dat cod. Colberiin . CCCCXCIX ,membr., qui eshi
cessorem suum ; in Trinitalem (exstat quoque in bet Basilii upp . scr. manu Nicetæ , protospatharii,
cod . LXI) ; in illud Christi : Horam illam nemo no elc., A . Ch . 971 oblalus ecclesiie mariyris Georgii
vil, nisi Paler (conſ. Bibl. Coislin ., pag . 295) ; in Oriali, - el pag. 287, cod. Romanus P . P . S . Ba
Evangelium Lucu el in Annan ; in Pascha (est quo - silii, qui continet Basilii ascelica el quæstiones, et
que in cod . LXI); in lacum Cennesareth et in Pea illustral, qui nulalu digna ad calcem leguntur. Sed
Irum , aposiolum (ejusdem arguinenti homiliam sub hæc sufficiant, ne leges instituti nostri migrein : el
Chrysostomi nonne laudat Mlonil. Bibl. Coisl., p . de quibusdani opp . codd . passim adhuc locus crit
131, quæ tamen initio discrepat ab exenipl. Vene - diceudi. IJARL .
LO) ; In memoriam mariyrum ; homil. in Abraham ;
CCXI.151 PROLEGOMENA .
rum , a Rufino conversa. De regula monach . V . in - A De scriptor. eccles.. pag . 177 seg., ab Hendreichio
fra ad IX , 11. Rufinum esse pessimum interpre- in Pandectis Brandenburgicis , sed , qui mulla con
tem ., statuil Hluetius De interprelalione , libr. 11, fuse ac falso de editionibus Basilii scriptorum Ira
pag. 246 sq. ed . Stadæ . 1680 , 8º. - De ed. Col. dit. Qui hanc Parisiensein editionem curaruni,
1531. Vide Panzer. A . T ., VI, p. 414, n. 609. Fronto Ducæus el Fed. Morellus, lestanlur, se usos
HARL . editione Græca anni 1551, collala cum mss . a Ri.
{Paris. 1523. Basilii M . opera ex interprelal. Joan . chardo Montaculio . Ducæi nolæ , quibus versiones
Argyropuli, G . Trapezunlii, et Raph . Volalerrani. passim castigantur, implent in Appendice lomi II
ap. Jod . Badium . fol. ; conf. Schoenemann. Bibl. paginas 118 ; hinc succedunt exiguu Federici Mo
- Patrum Lal., 1, p . 619 sq. — De Trapezunlii relli p . 119 — 126. (Add. Garnier I. c ., p. v. ]
versione librorum Basilii conlra Eunomium , ejus- 1638. Paris . ap . Ægid . Morell.. fol., 3 voll. ; mi
que editionibus v . Zeni Dissert. Vossiane, lom . ) , nus nitida minusque emendata , neque ulla re alia
p . 9 , n . VI. - Garnier in præſ. ad tom . 1 Opp., p. auctior. Hanc recenset Casimirus Oudinus in Sup
jv , memorat edit. Lat. Paris. 1525, fol., ap. Ascen plemento de Scriploribus eccles., p. 42 seq. liom . I
sium . Harl. Commenl., p. 548 sqq., el ibid., p. 577 sqq.) no
Basil. 1540, ſol., apud Hervagium cum præfat. B vam sciagraphiam subjicit ordinis, quo ipse oplet
Wolfgangi Musculi. Hanc editioneni præler Gesne- opera S . Basilii recudi, ut primo tomo homiliæ ,
rum recenset Bellarminus De S . E , et B . Gerhar - allero libri et tractationes, lertio epistolæ , liturgia
dus in Patrologia . Fabr. Inscriptio hæc est : Opera et alia quædam , in prioribus non obvia , exhibean
D . Busilii M . - Omnia , sive recens versa , sive ad tur. proscribendi tamen lib . De grammatica csere
Græcos archetypos ila collala , per Wolfg. Muscu - cilat. et epistola in adversis consolaloria ].
lum , Dusanum , ul aliam omnino faciem sumpsisse Novam Basilii operum editionem molilus pridem
videantur.Quorum calalogus insequitur præfationem . fuit Franciscus Combelis., cumque edendi ipsius
Basil. ex off. Hervagiana MDXL , fol. Exempl. est vasti operis occasio deessel, castigationes sallim
in bibl. acad. Erlang. HARL. suas ex variis codicibus mss. et observationes va
Basil. 1552, lol., edente Jano Cornario . rias ad paginas editionis Paris. 1618 vulgare insti.
Basil, 1565, fol.,apud Joan . Oporinum , cum eadem luit, variaque inedita S . Basilii monumenta passim
Musculi præfatione, qui in hac editione scholia in inseruit. Sed A . 1679, 23 Jun., ælat. 74, operi im
Psalmos , et enarrationem in sedecim capila Isaiæ , morluo Combelisio, observationes illæ eodem adhuc
et epistolas quasdam adjunxit. FABR. Lale recenset c anno publicatæ , et archiep. Parisiensi, Francisco
hanc edit. el alia leclu digna de Basilio ejusque Harlæo, inscriptæ sunt a Vincentio le Fevre , ord.
scriptis alque interpretibus profert, notatque cria Præd., qui sub nomine Pauli de Golefer lalere vo
interprelum peccata Joan. Fabric . in Hisl. bibl. suce , luit. Tilulus operis est : Basilius magnus es integro
lom . I, pag. 101 — 106. HARL. recensilus , lezlus fide oplimorum codicum ubique
Parisiensis Godfridi Tilmanni 1565, fol., quæ re- castigatus , auclus, illustratus, emendalus, rersiones
cusa est. recognita , elc . Paris. 1679, 8°, duobus voll. [Conf.
Antwerp. 1563, fol., apud Philippum Nutium . Garnerii præf. cit. p. vi.]
Hanc editionem recenset Possevinus in Apparalu Memini et Wilhelinum Ernestum Tentzelium , aby
sacro . [Add. Garnier præſat. cit. p. iv .] faxapitov, mullis annis, et beatissimuin desidera
Paris. 1571, fol., apud Sebast. Nivellium : prio lissiinumque Godfr. Olearium nostrum aliquando
ribus nitidior, pleniorque et castigalior , quam se- de nova Basilii editione concionanda cogilasse , et in
cala Parisiensis apud Sonnium A . 1603, fol. eam rem varia collegisse subsidia , sed utriusque
Postrema Antwerpiensis 1616 , curante Andrea doclos conalus properans ſalum anteverlit
Schollo , lol., repelita Coloniæ 1618, fol. Novam nunc S. Basilii editionem erudili monachi
Denique Franciscus Combeſisius in Ecclesiane D Benedictini, quibus lot præclarissima monumenta
Græco, Paris . 1674, forma octava majore, lum in ecclesiastica debemus, jubent exspectare ab insigni
Bibliotheca concionaloria ibid ., 1662, fol., varias bus sodalibus suis, Juliano Garnierio , Francisco
Basil. homilias Laline a se vel recensilas, vel de Faverollio et Joan . Jacobo Raverdo, postquam ille,
inlegro versas Laline edidit. qui ex codem ordine ornanda buic spartæ præfe
Germanica . clus antea fuerat, Jacobus Lopinus, jam A. 1693,
Ingolstad . 1591, fol., Schweikhardo coinile Hel 29 Dec., falis concessil. [Lopinum anica ſuisse præ .
fensteiniensi, elc., interprele . [Præf, scripla est feclum , negatGarnier. præf. ad tom .1, Opp . pag. iv . )
Landsbergæ in Bavaria super., 1589.1 [Prodiit ed. Garnier . quæ huc usque priucipalum
Græco -Laline . luelur; alium librorum Basilii ordinein babel, et
A . 1618 , Paris., fol., 2 voll., ex officina Nivellia . est inscripta :
na [ap. Claudium Morell. sccundum Hamberg. Toù — Barthelou — - Sancti Palris nostri Basi
Zuverl. Nachr., II, p . 808). Hæc insignis et nitida lii, Cæsareæ Cappadociæ archiepiscopi, Opera omnia ,
censita ) editio recenselur a Philippo Labbeo lom . I ad mss. codd. Gallicanos, Vaticanos, Florentinos et
 NOTITIA EX FABRICIO . CCILIE
Anglicos , nec non ad antiquiores edit. castigala , A ra in conferendis eniendandisque libris sacris lau
multis aucta : nova interpretatione, crilicis præfutio datur (v. supra vol. III, p. 715) ; in omnes tamen
Ribas, notis , variis lectionibus illustrata , nova S . libros divinos id ab eo factum esse, probari nequit.
Doctoris vila el copiosissimis indicibus locupletala. Homiliæ in Hexaemeron exstant msplæ in XIX
Opera et studio Domini Juliani Garnier, presbyteri codd. Paris., etquidem , Garnierio in præf. pag. xI
et monachi Benedictini, e congregatione S . Mauri. monenle, novem homiliæ in codd. antiquissimis
Tomus primus Paris. typis el sumptibus Joan. Bapl. membran., in nonnullis autem recent. charlaceis
Coignard, 1721, fol. ; tomus secundus, ibid . 1722;
lomus tertius (defuncto jam Garnier d . 3 Jun . 1725 ), Florentiæ in codd. Laurent. XII, n. 2, plut. 10,
opera et studio monachor. ord . S . Benedicti, ibid. novem homiliæ in Hexaon . - In cod . XVIII, n . 1,
1730. Conf. doclas censuras in Actis erud . Lips . A . plut. 4, duodecim hom . in illud. — In cod. XXVII,
3722 , p . 465 sqq. ; - A . 1731, p . 491 sqq. et p. n. 3, novem hom . cum scholiis nonnullis margin. Se•
537 sqq. — Codd. ad quos exacta est editio , singu - veriani, Gabalorum episcopi, lempore Chrysostomi,
lis tomis post præfat. indicantur. — Garnier ipse Gregorii Nysseni, et anonymi. V . Bandio . Cal. codd .
in præf. ad vol. I, pag. v 899., quid præstiterit, Gr. Laur., 1, p. 482, 541 et 550 , ubi scholion Seve
et in quibus superare studuerit laborem merita - B riani ad principium homiliæ speciminis loco relulit .
que superiorum editorum , late ostendit. Tolum Venetiis inter codd. bibl. S . Michaelis, sunt Basi
autem opus sic distribuit. Complectitur lomus pri- lii hom . novem genuinæ , et duze De structurahomi
mus bomilias in fleraemeron et in Psalmos, libros nis spuriæ , ab aliis Gregorio Nysseno allribulæ , V .
in Eunomium , atque commentarium in Isaiam ; se- Millarelli Bibl. codd. mss. S . Michaelis Venel., p .
cundus, homilias de diversis, ascelica, librum De 111 sq. - ibid. in bibl. Marc. cod. LV el LVII.
virginilale , librosque De baptismo; terlius, librum Matriti in bibl. regiæ cod . CXXIII, bomiliæ XII
De Spiritu sanclo, epistolas, liturgiam , viginti quatuor iu Hexaem ., quarum tamen tertia in duas est dis
sermones Symeonis, magistri ac logothelæ , vilam Tracta, ila, ut proprie sint XI numerandæ , ut plu •
Basilii. Quare in recensendis Basilii M . scriptis ila ribus ostendit Iriarte in Cat. codd. Gr. Malr., pag.
versabor, ut illum quidem ordinem leneam , ordinem 501, qui hunc codicem in ullinois homiliis cum ed .
valum el a Fabricio indicatum designem , adjiciam . Monachii in codd. Bavar . XXXII, XXXIV, CCXLII,
que, quæ de singulis notarat Fabricius, quæ autem CCLI.
mihi adnolanda supplendaque videantur, uncinis c Augustæ Vindel. inter codd. Basilii undecim ho
separem a reliquis. Harl.] miliæ in primum Geneseos caput de opificio sex
VI. Basilii Magni scripla , quæ exstant, in edil. dierum ; alque Reiser . in Calal. p. 30 adnotat, in
Græco-Lalina Paris. Garneriana. illo codice duas posteriores homilias ascribi Gre
1. Els chv'Egañuepov, in Hexaemeron homiliæ IX . gorio Nysseno, sed, judice Hoeschelio, perperanı
[1, p . 1, Garn .) Ex his pleraque ad verbum expressit propter Nysseni libr. ( qui in eodem sequitur cod.)
S. Ambrosius libris vi (a) in Hexaemeron , qui etiam - De hominis structura, qui ejusdem quidem est ar
DUID supersunt. Easdem Eustathius, sive Eustachius gumenli, sed non ejusdem melhodi.
(Afer), vir disertissimus, ila Iranstulit in Latinum , Vindob. in codd. Cæs. LXIV, quimulla Basilii opp.
ul ingenium doctissimi viri (Basilii) facundiæ suce continet, n. 1. V. Lambert., III, p. 294. — Il. in
viribus æquiparasse videatur, qui usque ad hominis cod. LXII, n . 1 . — Cod. LXIII, n . 1 , cum nonnullis
conditionen norem libros telendit, ut notat Cassio - schol. margin . - Cod . LXV . n . 1 . cod . LXVI.
dorus cap. 1 Divinar. Lecl. Qua versio sorori Sya . (Lamb., III, p. 285 sq ., 289, 314 et 325.)
clelicæ , diaconissæ (i), ab Eustathio dicala et memo- Leidæ inter codd. Vossianos Eustathius in Heral
rata etiam Sigeberlo Gemblacensi cap. 21 De S . E . meron , et in idem Basilii homiliæ , sed sine Gine. V .
et Beda , sive Juvilio præf. in Genesin (inler Lalin . D Cat. bibl. Leid ., p . 393 , n. 50, et sic in aliis biblio
codd. Venet. D . Marc . V . cal, codd. illorum , p. 23 Thecis, supra memoralis. In eadem bibl. Leidensi,
sq .). prodiit Nicolao Fabro curante , exstalque in p. 32 sq., occurrunt Hexaen . ct aliorum opp. Basi
Bibliotheca Palrum Paris. 1654 , tom . I, atque in lii edilt. — In cod. Mosq. bibl. synod. XIV, sunt
Singularum homiliaruin argumenta strictim refert designat Matthæi in Nolit. codd . Mosq., p. 24 sqq.
examinalque Schroeckh. I. c., pag. 168 sqq., et Ibid .in cod . IV hom . in Spiritum sanctum .- In cod.
180 sq. Basilium in quosdam quidem libros divinos XVIII, 9 homiliæ . – In cod. XX, 51 homil., in bis
commealalum esse, negari non potest, ejusque ope- oral. De perfectione vilæ Monach., inedila, quam .
( ) Homilia prinia Basilii respondel primis sex Ambrosii loca illustrat Garnier . præf. ad tom . I,
libri priori Ambrosii capitibus, secunda capitibus $ V.
reliquis quatuor ejusdem libri, lertia libro integro (6 ) Hæc Synclelice , cujus, ut æqualis suæ , Sedu
secundo , quarta capitibus quinque, el quinta cæle . lius in præl. Operis Paschalismeminit, non confun
ris duodecim tertii libri ; sexta libro quarto , sepijo denda cum S. Synclelice, antiquiore, de cujus vita
ma libri quinti capitibus prioribus undeciin , octava disi inter scripia S . Athanasio supposita lib . v ,
posterioribus, nona Jenique libru sexlo . (Quicdam cap. 2 . 11. 81. IVol. VIII, p. 207.)
CEL PROLEGOMENA.
Malib . cum Xiphil. et duabus aliis Basilii oral. A dentis, interpretatione subjiciuntur, in Græco -La.
37usquz 1775, H , in luceni prolulil. V . Malth . iinis omissæ sunt, quonian multi velerum leslan
Notil., elc ., p . 30 seq., ibique noi. 2. — In codd . lur, Basilium non ulterius progressum , nec de bo
XXI el XII permultæ homiliæ . (Malth . pag. 32 seq.) minis structura tractasse. Tamen illas post longam
- In cod. XXII , varia Basilii opp. - In cod. XXXII, morbum a Basilio revera additas, eique adeo vin
n . 30 et 34, fragmenta. Harl. dicandas esse contendit Franciscus Combelisius ,
Dionysii quoque Exigui versionem Caveus, el qui eas e mss . emendavit et supplevil , el cum ar
ante euin Possevinus et Elias du Pin , memoral. Sed gumentis quie in codice regio præfiguntur, in capila
vereor, ne Greg. Nyssenus, quem a Dionysio Latine distincla, addila nova versione sua notisque, dedit
redditum constat,memoriæ eorum obversalus; vel, 8°, Tom . I Basilii recensili, pag. 418 seq. , Paris 1679,
ut b . doctori meo , Tho. Juligio , observalum , verba subjuncia eliam pag. 524 boniilia De paradiso ,
Tilmanni non recte intellecta illos induxerint, ut quæ inter diversas est tricesima, el lom I, pag. 625,
Basilium quoque ab eo versum aflirmarent. Inter edir.Græco -Lal. A 1618 legitur. (Gar. I , pag. 347
recentiores primus Basilium interprelalus est La seqq. orat. II De hominis structura, inter spuria
line Johannes Argyropulus , cujus versio prodiil , Basilii scripta .) Cerle hømilias X el XI a Greg . Nys
B seno adjunctas Basilii operi non esse , docet luculen
A . T ., II, p . 274, in operibus Basilii, A . 1564, fol. lis, quem ab eo supplementi Basiliani loco habeinus
Laline Basileæ vulgatis, et a Godfrido Tilmanno liber De opificio hominis, et inier cujus opera ille
recognila cæleris Lalinis ac Græco -Lalinis Basilii duæ homiliæ lom . I , pag. 159-153 leguntur cum
editionibus occurrit. versione Petri Francisci Zini FABR. Homilias XI et
XII et De paradiso falso tribui Basilio, contra Com
Hinc Joachimus Perionius, Paris. 1552, in cujus belisium , du Pin el alios lale docieque oslendit
interprelatione plura nolal ac reprehendit Possevi . Garnier in pra:f . ad tom . 1, pag. Vili, multis usus
nius lom . 1 Apparatus sacri, pag. 184 seq. arguinentis , a diversa sıyli et sententiarum ratione,
Jani Cornarii versionem invenies in editione ope elmeliorum antiquiorumque codicum auctoritate ab
rum Basilii Latina Basil. 1552, fol. eamque passim
præfert Pronto Ducæus in notis ad hoc Basilii opus. immensaque variarum lectionum silva, quæ in ge
nuinis Basilij opp. haud adeo magna est, sumplis, et
Fabr. Contra Garnier , in præf. ad lom . I, p. v, ubi ipsius Gregorii Nysseni loco , quem male interpre
de interpretibus Basilii Lalinis agit, plura culpat in talus est Combeſisius. Tum subjungit quasdam quæ
Cornarii versione, quam ila asperam duramque esse cstiones , ad loca quædam nolalu digna illustranda
judical, ul una aut altera pagina præ lædio legi vix C pertinentes. Add. Riveli lib. m Critici sacri, cap.
possil. HARL. 20, pag . 328 , ed. quintæ , el Schroekh I. c., p. 178
Viciorini Sirigelii interpretatio separatim lucem sq . – Est in duobus codd. Paris. Harl
vidit Lipsiæ 1566, 8'. Laudant Basilium in Hexae - [ll.] 'Oualer Homiliæ XVII in Psalmos (1, pag.
meron certalini veleres, Nazianzenus (a), Nysse. 89 sqq., Garn.] Hoc est, præter unam in Psalnis
nus (6), Hieronymus (c), Pholius (d), Suidas (e), initium , prooemii loco præmissam , singule in psal
aliique. Ante Basilium in Hexaemeron qui scripsere, num vii, xxix (1), XXXII, XXXIII, XXXVII, XLIV , ELV,
temporis injuria interciderunt omnes præler Philo . XLVIII, LIX , LXI, el binæ in psalmum xiy , XXVIII,
nem Judæum , ut Rhodon , Tatiani discipulus, Hip - cxiv . Hla, quam proæmii loco præmissain dixi , ex
polylus el Origenes, Hieronymo laudali, Justinusque Rufini versione solet præfigi Laline S . Augustini
Martyr, et alii complures, quos Anastasius Sinai. Enarralioni Psalmorum , etiain in novissima editione,
la ( ) commemorat. l'ost Basiliun scriplores hujus ab eruditis monachis Benedictinis curata , lomo IV (i).
arguinenti tulere ætatem Græci scriptores, Nysse . Homilias universas seplemdecim Latiue verlit God
hus, Eustathius, Anaslasius, Joannes Philoponus. fridus Tilmannus, cum cujus interpretatione exstant
Homilia X el XI de opificio hominis (ap . Garn . I, p in Græco -Lalinis el postremis Lalinis Basilii editioni
p. 323 , quæ velut Basilii in Græcis edilionibus plu - bus. Ante Tilmaonum easdem transtulerant Raphael
ribusque mss., ut in Cæsareo, apud Lambec. , III, Volaterranus, cujus versio legitur in Lalinis qui
pag. 122 (9) et in versionibus Cornarii , Perionii, busdam editionibus, ut Basileensi 1565 fol., el Ja
Sirigelii, alque in Latinis Basilii editionibus ple- nus Cornarius, quæ occurrit in editione Latina A .
risque e Wollg.Musculi, Argyropulum supplere slu - 1532. Plura ex bis homiliis afferuntur in Calena
(a ) Nazianzenus oral. 20 in S . Basilium : "Otav ce produxit Michael Le Quien ad Damascenum ,
Egañuepor autoū Metaxelpiswaai, ustd ToŨ lom . I, pag. 174 . Aliumi ex libro i Fronio Ducæus
κτιστου γίνομαι. in limine notaruin ad Basilium .
(b) Nyssenus in Hexaem ., lom . I, pag . 5 , cum (9) Pag . 285 sq . , 289, 314 , ed . Kollar. ; sed in
dixissel' se neutiquam velle å vtcooypatibel ti cod . XV, 11. 3, oral. Greg . Nysseni in Genes. 1, 26 ,
ayiw Barthelw nepi tây xata tnv xoologoviav aútū male ascribitur Basilio M . quasi ea sit oratio x in
çaogoproÉvowy, subjungit, Qaa xeiva fièv mexpa - Hexaem . V . Lambec. III, pag. 514 sq. ibique Kol
anoow , wal pórns this DeoTTVEVOTOU O1a0fxns ta lar, noi. HARL .
δευτερεία φερέσθω. (h ) Secundum llebraicam editionem in psalm .
(c)'Hieron . Catalogo, c. 116, el epist. 55. VII, XV, XXIX , XXX , XXXIII, IXXIV , XXXVIII, XLV , XLVI,
d ) Pholius cod . CXLI. XLIX , LX , LXII el CXVI.
lei Suidas in Baol.lelos. Vide et Socratem įv , 26. (i) Conf. Fontanini Histor. lillerar. Aquiieiens.
Anastasius vir in Hexaem ., cujus verba Gre Romæ, 1742, 49, pag. 299. Ilarl.
 CCLI
Græcorum Patrum ad Psalmos Corderiana ; non - A xxvili, una in psalm . XXIX , XXXII , XXXIII, XXXVII ,
nulla etiam præterilo Basilii nomine. FABR . - Fuse XLIV, XLV, XLVIII, LIX , LXXI, CXIV et cxv , quaruia
disserit de illis homiliis Garnier el in monito pre- initia posuit Lambec. in Comment., III, p. 326 sqq.
misso pag. 89, el vero in præfat. § VI, pag. xxi sqq. — Eadem eodemque ordine in codd. LXVIII , 11. 1.
Priore loco paucis observal psalmi XXXvu inter- (Lambec. ibid ., pag. 339.) – In codd. CCXLIV,
prelationem , jam Combelisio suspectam , esse Eu . n. 10 , fragment. homiliæ in psalm . XXVHI, notanic
sebii , non Basilii fetum ; interpretationem psalmi Kollario ad Lambec. I, p . 237 .- In cod. CCXXXVI,
XXVIII, a Combelisio , Tillemontio, Du Pin pro adub 1. 5, sunt qualuordecim Basilii orat. (Lambec . V, p.
lerina babilam , esse opus plagiarii, vel polius slu - 184 sq.); in bis septima inscribitur xatda tox156v
diosi cujuspiam , qui se exercere, el Basiliuni imilari twv, contra feneralores , sed Kollar. in nola animad
voluerit ; in genere, orationes, quæ vere Basilii sunt, vertit , illam nihil aliud esse , ac Basilii homiliam ,
ad populum babitas esse , in conventuque publico initio mutilam , in parlem psalmi xiv, el contra fe
pronuntiatas ; quæcunque autem banc nulam præneralores in ed. Garn . tom . I, pag. 107, Add. Kol.
se non ſerat, eam debere ob id solum suspectam lar. not. ad vol. III, pag. Lyil , de cod. XI. — Ex
rideri : tum animadvertit, commentarium , hacie - . cod. Patrua Basilii Romano specimen Basilii ser
nus Theodoro Heracleolæ attribulum , non esse Ba- bmonis in septimum psalmum dedit Montfauc. in
silii in Psalmos expositionem . Denique adnotal, Am - Palæogr. Gr., p. 283 . Idem in Bibl. Coislin. p .
brosium , cum suos in Hexaemeron scriberet libros, 117 sq ., aliquot codd ., homilias atque epistolas Bit
eliam Augustinum , permulta ad verbum sumpsisse e silii continentes, recensel, in quibus eliam exslant
Basilio : quæ omnia aliaque copiosius exponit de- homiliæ in Psalmos : in cod. igitur XLVIH membr.,
monstratque in Prælal. I. c., in qua etiam docet , sæc. x, leguntur hom . sexdecim , omissa secunda in
orationem i in psalmum xiv haud esse genuinam ; psalm . xxvi , homiliæ in psalm . XIV , Lix et Lxi bis
Dolat quædam in explicationibus psalmorum i, vi occurrunt. — In codd. XLIX et L sexdecim hom . ,
et xxvni; judicat de comment. in Psalmos , perpe. omissa secunda in psalm . XXVIII. - Veneliis in
ram sub nomine Theodori Heracleolæ a Corderio bibl. Marc. sunt, præter multas alias homilias li
edilo , et, multis argumentis atque exemplis allatis, brosque Basilii, hujus homiliæ in Psalmos iu codd.
oslendit, esse calenam e multorum Patrum eccles. LIII, LIV, LV , LVI, DLIX et DLXII, teste catalogi
libris consarcinatam . Idem Garn . edidil pag. 352. auctore, etc . – Edit. Lat.Romanam jam supra me
377 Basilii homilias, in quibus mulla loca ex Eu - moravimus.
sebio non a Basilio , sed ab alio auctore compilala in editione Garner., pag . 207 sqq., sequuntur lie
sual, in psalm . XIV, aliam ineptam in psalm . XXVIII, “ bri v contra Eunomium , inscripti Toũ — Baoidelou
lum in psalm . XXXVII, el in psalm , cxv. – Floren - - & vatpeittiXDS TOŨ åttooyntiXOŰ toŨ duosebous
liæ in cod. Medic. Laur. VIII, plut. 4, qui al bun Eůvoulou . — Basilii libri quibus impii Eunomii apo
soil. continet , est n. 5, bom . in psalm . xiv , quam logeticus evertitur. Alque Garn . in nola monet, tot
Garn . in append. tom . I, p . 352, tanquam Basilio esse fere tilulos varios quot codd., se autom secu
suppositano posuit. Bandin . vero I Cat. codd. Gr., tum esse ed. Venet. el meliores codd. — 'Artippne
pag. 526 , arbitratur ex Laur. illo codice , sæc. XI TLxós legitur in cod. Regio secundo ; & vtipentixw
scriplo, argui posse, homil. istam eljam ante illud doy. a ' in cod. Colbertino. — In edd . super. Paris.
lempus fuisse Basilio adjudicalam , eique propterea sunt libriilli in tom . II, atque Fabricius in vet. ed.
locum assignalum ante sequentem , n. 6 hom . in locum illis assignavit seplimum , et ea quæ sequun
parlem xiv psalmi contra (eneratores, cujus litulus lur, de illis notavil. Harl.
ac prima verba aliam supponant in eumdem psal (VII.] ’ArtipencixdS TOū áno OYTTIXOŪ TOŨ QUOTE
inum homiliam . – Add. Schroeckh I. c., pag. 181 Goūs Eůvoulou , Adversus apologiam impii Eunomii
sqq . – Basilii prologus in psalm . repelilus est in antirrhelicus, libris quinque, wm . II, pag. 1. Egre .
Liturgia antiqua, Hispanica , Gothica, Isidoriana , D gios libros vocat Hieronymus cap. 116 Catalogi, et
Mozarabica, Toletana misla, illustrata adjectis ve- Græcus Hieronymi interpres alque Suidas ¿Eacpé
lastis monimentis, cum additionibus, etc. (a),iom . Tous dóyouç. Laudai eliam Photius cod . CXXXVU ,
II, p. 153 sq. — Codices in bibliothecis el catalogis CXXXVIII, ubi Eunomii Exteriv et ad Basilii libros re
supra memoratis, reperiunvur. Hic paucorum dabe sponsionem , in tres (b) distinctam abrous, sed post
notitiam . Exstant igitur illæ homil. in XVII codici. illius mortem demum in vulgus datam , commemo
bus bibl. publ. Paris. - Vindobonæ in cod. Cæsar. rat. Ex his Basilii libris tres priores accuratiorem
LXXII , qui permullas Basilii homilias atque epi argumentorum Eunomii confutationem continent ,
stolas continet, reperiuntur n . 2 homiliæ xvii in quibus quartus deinde et quiotus veluti spicilegium
psalm . 1 , vii, duæ in psalm , xiv, duæ in psalm . quoddam (c) a Basilio adjuncti, excutiendis, que

(a ) De hoc opere, Romae , tom . I, II, lypis et sum -
plibus Hieron . Mainardi 1746 , lol., edilo, plura le .
fes in Baumgartenii Nachricht. von merkwürd . Bü
chern , loin. V, p . 508 sqq.
(6) Philostorgius viii, 12 , quinque libros Euno-
mii weinoral, ailque, Basilium primo lecio Bapulu-
uhoavta Actety Tov Biov. Quod postremum menda
cii arguit Pholius, hæc e Philosiorgio referens.
(c) Ita malim , quam quod Pelavius pag . 107
Dogm . theol. de SS. Trinitate : Ntmirum quarius
ille liber el quintus lumultuariam locorum argumen
lorumque si!vam el materiam nondum absoluti operis
CCLII PROLEGOMENA.
Sorte superessent, locis, argumentis ac minuliis. A Lascarim epistola do processione Spiritus sancti
Neque enim assentior iis, qui hos binos posteriores (edila a Pelro Arcudio Gr. cum duplici interprela
Basilio abjudicant, nulla certa ratione nisi. Nam et tione Lat. cum opusculis theologicis circa proces
lo mss. codicibus quamplurimis sub Basilii nomine sionem Spiritus sancti Romæ ); quod opusculum
prioribus sub lilulo 'Attopbūv xata Eůvoulou (c) jun . Kollar. ad Lamb. Comm ., V , p. 367, miratur, non
cli babentur, et a Græcis sub Basilii nomine (6) consultum ſuisse a Garnerio , ad corrigendum lo
laudantur, quorum merilo plus se tribuere lestimo- cum in Basil. Contra Eunomium libro ini, p. 977,
nio ail Rich. Simon . lib . ll Aisi, crilicæ N . T., &Eccóuati uły ráp, elc., quem Kollar. contendit in
pag. 107, quam Erasmi, Abr. Sculteli el aliorum recentioribuscodd. a Græcis schisinaticis fuisse cor
quorumdam censuris , parum firmiter colligenti. ruplum , et plura in banc rem disputal, — In cod.
bus (c). Græce primum prodiere tres primi in edin XCIX , n. 4, sunt duo fragmenta ex opere adrers.
tione operum Basilii Venela 1535, fol. , posteriori Eunomium libri v. V Kollar. in Supplem . ad Lamb.
bus duobus additis in edit. Basil. 1551 . a Jano Comm ., p . 624. - In cod . XII Mosquensi fragm .
Cornario. Laline vertil universos quinque Georgius ex Basilii terlio libro Antirrhel,ex opere ad Amphil.
Trapezuntius, cujus interpretatio (multis aliis , ju - el op. adversus Eunomium , elc. Vide Mallhæi Nolit.
Lalinis Basilii editionibus , et in utraque Græco- fol. 4 ex libro contra Eunomium de Trinilale . Vide
Lalina Parisiensi (d) . Nonnulla in hac versione repre- Montfauc. Bibl. Coislin ., p . 193 , atque alibi in aliis
hendit Jac. Billius , quæ in p'ossevini Apparalu coch mss . - In Heur. Canisii Lecliun . antiq. aut
possunt videri. Longe plura Ducæus et tom . II Ba. Thesauro monumentorum eccles , et hislor., cora Jac.
silii recensili Combelisius. Jani Cornarii interprela Basnage, lom . I, n. 6, p. 169 seq., sout Latine,
Basileensi A . 1552, fol. Denique cum versione sua terpr. Fr. Turriano, et particula operis Contra Eu.
tres el quartum extrema parle truncum vulgavit nomium , quod ingenitum non substantiain , sed
Theodorus Beza, adjunctis Athanasii dialogis v De Unapev, id est exsistentiam , declaret. Sequantur,
Trinilale, Anastasii et Cyrilli explicatione fidei et p. 223 seq. appendicis loco opera quædam , Basilio
Pbæbadio, 1570, 8°, apud H . Stephanum . In tertii perperam ascripla , adjunclo Eunomii opere.
libri exordio locum , a Græcis corruplum , nolavit 1. Dus homilia . De opificio hominis et una De
Possevious Bibliothecæ seleclæ vi, 16, el Allalius paradiso , p. 323 seq., de quibus jam autea ad n . 1
De processione Spiritus sancli , capite 20, p. 114 , homiliarum egimus uberius.
seq. Confer Joannis Vecci capita de processione 2. Homiliar in psal. XIV, XXVIII, XXXVII et csv,
Spiritus sancti in lomo I Græciæ orthodoxæ Allalii, pag. 352 seq ., de quibus v . Garnier. in Præf.
p. 225 seq. FABR . ~ ' Quinque libri sunt in cod . pag. IXXV .
Vindob. Cæsar. LXIII, 1 , 3, et LXXXVIII, n.2 3 . Commentarius imperfeclus in prophelam
(Lambec. III, p. 290 et 475). – In vol. V, cod. Isaiam . Antequam de illo plura adnolem , ea quæ
CCLVII, n. 8 , est cardinalis Bessarionis ad Ales. Fabric. (ubi est n. 6 ) scripsit, hic ponam . HARL.
continent. Quo minus admirandum est , quædam ibi Garnierii monilum , libris illis præfixum , pag. 205
case aliter, alque in cleris meditalis elaboralisque sq ., et Scbroeckh . I. C., qui pag . 37 sqq. summain
scripiis aó eodem auctore prodila . dedit librorum , et pag . 57 sqq . comprobal Garnie
(a) Vide Combelisii Basilium recensilum , lom . II, rii judicium , librorunique istorum duorum condem
pagO.)27. nalionen . Allamen præeler Simon , aliosque, a Fa .
Ducæum in limine nolar. ad lib. I contra Eu bricio cila103 VV. DD. eliam Bellarminus, Fronto
nomium . Ducæus, Combcisius , Tillemontius, Du Pin , etc.,
tantum esse Basilij arbitratur , cum lamen , qui in concilio Florentino ul a Lalinis, ila a Græcis ,
quarlus numeralur, ul minime inutilem , adjunxit ; Basilii nomine pariler citantur. Nec desunt codices
quintum vero prælermisil. IV autem Græcos edidit, (ut ad finem bujus sectionis nolabiinus) in quibus
ut ait, multo , quam ante hac, emendatiores. — De sub Basilii nomine duo illi libri prioribus adduntur.
illa vero controversia mullus estGarnier. in præl., Alque Kollarius ad Lamberii Comment. III, pag . 289,
pag . LXlll sqq . § XI, ubi de libris in Eunomiun agit. noi. B . , Simonii ae Fabricii sententiam acoplal.
Erasmus igitur aliique negant, duos posteriores li Al enim Garnieri ac Schroekhii argunienla, quibus
bros a Basilio esse prolecios : alque antiquioruin volela illorum demonstralur , graviora videntur.
fuisse hominum illud judiriuin , vel ex eo palet, quod , HARL.
observante Garner. in quinto cod ., oliin Regio, Gr. (d) Terlius liber , in qno disseritur de Spirilu
nianu initio libri quarti notatum est, alios llegare, sancto ex interpretatione Georgii Trapezunt., repe
illum esse S. Basilii ; sed tamen eum non condem ritur quoque in collectione Conciliorum , fucla a Pe
nare, quasi absurdi aliquid contineat. Alqui Garn . iro Crabbe, Minorita , Colop . apud Peir. Quentel,
illorum subscribit senientiæ , quod (mullis in banc 1538 , fol. , p. 810 , et Romæ per Anion . Bladum .
sententiam exemplis arguinentisque aliis prolalis 1526 , fol., in actisque concilii cecumenici, sub En
verba , diccio , phrasis omniaque peregrinjialis nec geni . Il congregati, jesle Aposl. Zeno in Dissertas.
subacli judicii nolam pre se ſerant, et Basilius a se Vossiane, loin . II, pag . 9 , 11. 6 . - Antirrheticus a
ipso dissentire videalur : tum quia isti duo libri de Georgio Trapezunlio Latine versiis, præmissa Resi
sint in ed . vel. Venela , el in nonnullis cod. Sed le- Sarionis epistola , in cod. Lal. Veneio Mare. XLV.
gat velim atque examinet Basilii cupidus Garnierii Vide cal. Latin . codd ., pag . 23 . BARL.
ipsius arguineula , speciose docteque exposita . Adu .
 NOTITIA EX FABRICIO . CCLIII
(VI.) 'Epurvela , sive (ut alius codes Combel.) A nihil contrarii de Pythonissa Eudorea aflirmari iis,
lere cæpit Erasmus, scd non progressus est ultra dispulantur, quilibet intelliget, qui cum Allatio
proæmium . Basil. 1510 , 4º. Celera a Godfrido Til. p . 447 , ad Eustathium De engastrimylho observavc
manno, Paris. 1556, rol. Translata sunt, qui in ril, verba in epistola Basilii, quyaywyousa ody
apologia præmissa hoc opus adversus Erasmi du- Edoua, significare, quæ Saulis animum uayyavalais
bitationes Brusilio vindicat testimoniis S . Maximi, siis moveral, 11011, quæ Saulem ab inferis evocavit.
Simconis, Melaphrasta , Antonii Melissä el Joannis FABR .
Damasceni. Confer Michaelem le Quien in notis ad Cour. Oudin. loco antea citalo , Riveti Critici sacri
IV , p. 140 , qui Tarisii Constantinopol. lestimonium seq ., in primis Garnier. Præſ. ad lom . I, § X , p .
addit atque Ecumenii (el G : ro . p. 377, in Monilol; XLVII seq., qui illum Comment. negant a Basilio M .
Lamen Joannes Drungariensis proæmio Cilenä ms. esse confeclum , el Garn. p. Lm -LX docel, compa
Patrum Græcorum leslalur, jam olim fuisse dubi- ralo Eusebii commentario , a plagiario quodam ex
taluin , sitne hoc opus Basilii, nccne. Kal toŪTO Eusebianis commentariis potissimum compilatum ,
xataonov tolo tots évtuyxávousiv , ús Ó Šv dyious B et rnagnam operis partem ex illis ad verbum sum
Baodelos uépos ti tñs év xspol reportelas mouho plam . Tum p . isi seq .demonstral,auctorem e Basi
VEUGEV. "Hals teunvela ta på troddois au qubaddetal. fii M . aliorumque scriptorum fragmentis confuse
Eliam hodie a multis inter dubia opera censeri, inepleque, nec eleganter opus suum composuisse,
monet Montfauconius præf. in Eusebium ad Isaiam , et eadem Scripturæ loca bis lerque aut amplius
p. 550. Hodiernis porro scriploribus hæc dubitandi explicuisse ; ipsum vero B: silium M . non posse lot
causa esl, silentium nempe Hieronymi, qui cum in furiorum suspeclum baberi. Denique p. lxdi varia
omnes , quotquot anlea Isaiæ interpretes egerani, conjecial de auclore , atque comnionslral, opus
accurale recenseal, ne you quidem de Basilii com - istud scriptum fuisse ipsa Basilii M . ætale, compo
mentario haber.Græcis aulem hinc haud dubie suspic situm quidem a Basilio , sed post ejus mortem
cio nascebatur, quod s'ylus commentariorum Basi. presbyteri cujusdam opera in lucem prodiisse, et
liano longe absimikis videatur. Remillimus nostris, bunc proprio marle elaborasse : sallem auctorem ,
qui Basilii operum editionem noram adornani. Care quisquis est, studuisse Basilium in aliquibus imi
Lerum , quæ ab Erasmo versa sunt el visio prima a Tari. - Al Garn . in Vila Basilii (1 ), cap. XLII , p.
Tilmanno inscribunlar , a p . 802 usque ad verba 179 seq., retractavit suam sententiam el B: silii
p. 808 C, UTÓBEOLS TOū B16Alou ni wavepa xalautó svº nomini vindicavit comment. in Isaium . — Sub Bi
AT;TOTH . 'ETELỘT XATà Xpóvous réyovsv Tepohons, silii nomine in cod. mss. occurrere illum come
cum commentario in Isaiam nibil habent commu- ment. haud mirum videtur. Sic, ut quosdam nomi
de, licet illi præmillanlur eliam in aliis codicibus, nem , Vindobonæ in cod. LXX, LXXI el LXXII, in
of Colbertino MMDXCVI(a) (oliin Thuane bibl. ), sed quo ascripta sunt in margine antiqua Gr. scholia , ex
in quo male commentarius ille Eusebio tribuitur. Eusebii Pamphili aliorumque operibus desump!a .
constal eliam , non lolumn Isaiain , sed parlem lan - corum Basilii comm . in Isaiam , el ejusılem Pro
lum , ejas prophetiæ a Basilio illustralam commen - theoria expositionis in Isaiam . Ville Reiseri Cal.,
tario fuisse , ul necesse sit errasse Tilmannum , qui P. 16 et 28 . – Monachii in cod. Bavar. XXXI,
sibi persuasil , Erasmum ex Grocini bibliotheca XXXV et XCV. Vide Cal. cod . Gr., p. 7, 8 et 36 ,
commentarios Basilii in integrum prophielam allg . - Veneliis in cod . Naniano XXXV. Vide Cal. cod.
lisse : nimis enim leve est, quod adjungil, argu- Gr., Nan., p. 48 . – Ibid . in cod. bibl.Marc. LX .
mentom : alias fuerat diclurus, in quot se extenderet Vide Zanelli Cal. cod. Gr. p. 42. – Florentiæ in
capila (6). Novam ex inlegro versionem hujus ope- j) cod. Medic.-Laurent. II, plut. 4, de quo copiose dis
ris a viro aliquo docio ac, probo parari oplat Com - serit Bandin . Cal. cod. Gr., I, N. 518 seg. - lo
belisius, qui plura in Tilmanni versione reprehen - novem cod. bibl. publ. Paris. – Taurini in cod.
dit atque castigavit tom . I Basilii restituti, p. 417. XXX , n . 1. Vide Cal. cod Gr. Taur., p. 107, elc .
In epistola 80 Basilii ad Eustathium medicum (c), Tum sequitur p. 618 sey . ed . Garn. Eunomii
(a) Vide Montfauconium I. c., p. 348. FABR.Add . videri esse alium Basilium , qui in plerasque Gre
alios cod ., a Garuer. in nol. p. 378 cilalos atque gorij Nazianz. oruit. commenlalus cst, alque sub
collalos. HARL. Constantino Porphyrog., circ. A . 920 vel 030 flo
(6 ) Possevinus, cum veleres libros Messanensis ruisse creditur. Tum coil. Anglicos nominal , in
bibliothecae recenseret, scripsit in App. p . 37, ad qu bus id opus exslal. Dein examinat refutatque
calcem operis : Copiosissima in Isaiam prophetan Testimonia veterum el Tilleinanni, id Basilio M . as
D . Basilii interprelatio . Opus integrum et rarum . serentis , aliorumque judicia ; denique ostendit,
Seil Garı , jure dubitat in Monilo præliso : et ipsi illum comment, non pertinere ad Basilium . HARL .
verisimillimum esse videtur, talem librum inie (6 ) Non Basilii, sed Nysseni esse illam epistolan ,
gruin nunquam exstitisse. Adde Oudin . I. c., p. 557 scribit Natalis Alex ., de qua infra. .
seq., qui opiualur, auctorein bujus commenlarii
(1) Harlesii errorem jam polavimus qui Garnerio Vilan Rasilii tribuit, cum sit Prudentii Marani. Ed.
CCLIV PROLEGOMENA.
apologia, quam confutuvil Basilius M . e Fsbricii A CCXXXVI, oral. XIV , in his duæ De jejunio. Vide
B . Gr. repelila . Dein p. 631 seq . Lambec . Commenl. V, p. 184 seq., etc.
Eustathii in Heraemeron s. Busilii. Cappadociæ Ediciones. - Basilii M . De jejunio orat. duæ Gr.
episcopi, Latina melaphrasis, ex Latina opp. Basilii et Lat. Erasmo interprele , ap. And. Wechel. 155 ),
editione Antwerpiensi sumpla . cum variis cod . Mail
4º. - Ib . apud Joan . Binenalum 1579 , 80, leste
lectionibus nouisque criticis. Calci lomiprimiadh :e - laire A . T . II , p . 057 el 777. De jejunio orat. II
rent : 1) Nolæ Frontonis Ducæi, Burdegalensis, e Gr. Paris . ap. Guil. Morel. 1563, 8º. Vide eumdem
soc. Jesu, quæ vero, ipso Garn , monente, nec ad in indice, p . 117. - Joan . Xiphilini et Basilii M . ali
hujus editionem saepius quadrant. vec possunt ob quol oral. ex variis cod . edidit et animadvers. ad
novam quadrare interpretationem ; 2) præcipuz jeci Cr. Frid . Matthæi. Mosquæ typis univers.
jecil
antiquarum edil. Præfationes ; 3) Indices. Cæsar. 1775, 4. (el Matthæiedidit ex cod. synod.
In tomo secundo insunt : 1) genuinæ, ex vulgari 977 tres Basilii oral. 1) Nep! TEMELÓTYTOS Blou Hova
opinione, homiliæ XXIV , de diversis ; 2 ) Ascelica, xôv. 2) Ilɛpl ¿héous xal xploews, sive, ulMallh .
Napapuottexn
quae genuina habentur ; 3) spuria scripla , n. duæ verlit De liberalitate el justitia ; 3)
seq. Ilarl.
Bucubraliunculæ Cotelerianæ ; 4) altera Combeli- R &oevoūvte. Ad. n .
2. Dep? vnotelas, De jejunio secunda. Incipit :
siana ; 5) Juo De baptismo libri; 6) Liturgia , et B Dapaxaheite,
homiliæ quas transtulit Rulinus e Græco in Lati Erasmus. Lectaonoiv, lapais, tòy daóv. Verlit idem
liæc bomilia in Græcis ecclesiis (6 ),
pum . In Prolegomenis agit de illis uberius. - Tapa3xEU Tĩs Toevs, site feria sexta post
1. Igitur exhibentur homiliæ XXIV. In ed . Paris. Cineres (al. pridie diei Cinerum ). Prodiit Græce
super. in prinio adhuc lomo numerantur XXXI cum priore Lovan . 1543 , 4°, et ex interprelatione
liomiliæ , diversi argumenti, et totidem olim recen - Erasmi. Fribury. 1532 , et ex Petri Galesinii ver
sebantur n. III, in Fabricii B . Gr. Harl. sione Rom . 1587,4º, el Monachii 1613, in -12. FABR.
(DI.] 1. llepl motelas, De jejunio. Incipit : Lal- Vide ad anteced. n. 1 et n . 22. — In Garn. ed. II,
Teloate , onolv , įv veojurvela :s. Garn . II, p. 1 seq.) p. 10 seq . Is vero islam orat 2 recepit, non quod
Vertit Erasmus (a). Solita bæc homilia in Græco - cam certam alque indubitalam pularet, sed quia a
rum Ecclesiis legi Dominica Quadragesime sive doctis viris talis haberetur ; conf. Garn. judicium
in Eio6&set tūV VISTELWv. Separatim prodiit Græce de illius volela in Præf. p. iv , § 1. HARL.
Helmstad. 1666, 4º. FABR. — Homiliæ frequenter 3. Els có · Ipódexe ceavtý . In illud ( Deut.
reperiuntur in cod . Parisiensibus (vide indicem ad xv, 9 : « Allende libi ipsi. 1 Incipit : Toũ lóyou try
nensibus Cæsareis, Mosquens. (vide Anton . Schiada, præler Franciscum Craneveldium , Lovan. 1534, 8°,
Cal cud. Gr. in bibl. synod . Moscuensi, p. 28 seq., Godfridus Tilmannus : atque in Ecclesiasle suo
cum aliis Basilii operibus) et in aliis. Florentiæ in Græco Franciscus Combefisius. Cilat S. Maximus ad
bibl. Medic.-Laurent., cod. VIII, plut. 4, homilize Dionysium Areopag., lom . I, pag. 29. FABR. Basilii
LX cum epigraphe Toū – Baolelou — HO xá. In his M . oral, in Allende tibi, Lat. Francisco Maturantio
n . 7, sermo 1 De jejunio , in ed. Paris . secundo loco interprele . Hagenoæ , in ædib . Thom . Ansbelni,
posilus, el sermo 2 de eodem , in ed . Paris. primo Badensis , 1522, 8º. (Maill. II, p. 626 . ) - la XXII
loco collocatus. Plura leges in Bandin . Cal. cod . codd. Paris. bibl. publicæ exslat illa oratio . -
Gr. Laur., I, p. 525 seq. — In cod. XXVI, n. 20, Florentiæ in cod. Med . Laurent. XXVI, n. 21 (Ban
sermo primus De jejunio ex ejus Moralibus. — Idem din . I. c., I, pag. 284.) — In cod . reg. Taurinensi
in cod. XXXIII, 11. 9, plut. 7, el cod. XVII, n. 1, CCCXX, fol. 110, cum orat. De jejunio. (Cal. codd.
plut. 4. Vide Bundin . loc. cit., p. 284, 294 et 541. Gr. Taur., p. 399), elc. Harl.
- Ibid . in cod . CXLIII, n . 12 , Naniano duæ horn . 4 . Depi kuya protias, De gratiis Deo agendis. In
De jejunio , cum aliis qualuor. Vide Cal. cod . Gr. D cipit : 'Hxoutate tūv OnuátwY TOŨ 'A TOStódou .
Nan ., p. 334. - Apud Montfaucon. in Bibl. Coislin ., [Garnier. II, pag. 24 sqq . Est in codd. Paris.,
p. 117 seq ., homiliæ diversæ XXXII. In cod. XLVIII, in cod. Vindob . CCXXXVI, n. 4. V. Lamb. V, pag.
ju his De jejunio liber il, Nnotelas xal la- 185 ). Verlil Godfridus Tilmanuus. [ V. ad n. sq. )
in jejunium , vide Garn. Præf. ad tom . II, & X , pag. martyrium Cæsarex subijt. Incipit : 'Hudy Ú TÓ0€
XXXI seq .) – In cod . XLIX , homiliæ XIX diversæ . OS tñs 'Exxanolas. Meminit Martyrologium Roma
- In cod. XV , bomiliæ xiv morales, iterum qua- num 30 Jul. et Suidas in Baollelos. Verlit God
luor, el duæ De jejunio, Vindobonæ in cod. Cæsar. fridus Tilmannus et ante Tilmannum Janus Corna
(a ) Fallilur Labbeus , qui com . I De scriplor. eco 1569, 4º ; sed illæ jam mihi non sunt ad nianus, iili
cles., p . 177, homilias XXXI Erasmo interprele nec Gallica S . Supplicii (Paris. 1580 , 89) nec lialica
exhiberi scribil , cuin duas tantum primores Era - Galeazzi Sessa interpretatio .
Snius verlerit. Erasmi versionem , non Galesinii , 6 ) Vide Combefisii Basilium recensilum , tom . I,
servarunt editiones Latinæ et Græco -Latinæ ope - p . 85 , 91. Tupruń Græcis , quæ Lalinis Dominica
rum Basilii. Homiliae octo Basilij ex versione A11 - Quinquagesimæ , ul Allalio Cangioque volalum .
tonelli Arcimboldi prodierunt Latine Mcdiolani
 NOTITIA EX FABRICIO CCCV
rius. Occurril et in Ecclesiaste Graco Combefisii. A ab eo Iraducli e Græco duo D . Basilii sermones, Ado
Fabr . lis Garn. ed., II, pag. 33 sqq. Conf. Schroeckh. versus irascentes, De invidia ; el ab eodem versa e
I. c., pag. 191. - Reperliur in XII codd. bibl. publ. Græco Sophoclis Antigone el Herveli ejusdem epigrr.
Paris . - flem in cod. Vindobon . Cæs. CCXIV, 11. aliquol. Lugduni ap. Steph . Dulelum . 1541. - Nom .
12, Admonitio de gratiarum actione erga Deum , f. Advers. iracundus, Gr. Romæ 1530, 8°, in bibl. Bare
polius , ut Kollar. aduolal, excerplum ex Basilio berinæ cal. p. 118 . - Leida in bibl. publ. inter
homil. in Julittam . V. illum el Lambel. Comm., V, mss. ex legalo Bonav. Vulcanii sunt adnolall. in
pag. 93. Pariter, observanle Kollario , longum Basilii concionem Contra irascentes et Plutarchum
est fragment, ex or. in Julillam , quod in cod. De virlule morali. V. Cal. bibl. Leid . pag . 347, n . 71.
CCXXXVI, n . 4 , nempe oral. XI, inter alias orali. - Add. ad 1 . 18. – Oral, illa Basilii est in XIX
Basilii, in illo cod . servalas ap . Lambec. V, pag. could . bibl. publ. Paris. Harl.
185, inscribitur Rom . de gratiarum actione; hinc se - 11. Tepl çaóvou . De invidia . Incipit : 'Aya @ds o
qnitur ibid . oral. XII inscripla Abyos BEÚTECOS Tep! Deos. [Garn . II, p. 91 sqq. ] Verterunt Volaterra
EůXapuotlas. Homilia autein in Julittam est revera nus el Cornarius, el Franciscus Craneveldius,
continuatio homiliæ De gratiarum actione, pridie Lovan . 1534,8. Gentianus item Hervelus. Ante los
habilæ . Vid . Schreckb. I. C ., pag. 191. – Basilii Nicolaus Perollus. FABR . De edil. versionis Hervel.
bomiliæ De graliis Deu agendis, et in Julillam mar. v. ad n , anteced. — Basilii M . hom . De invidia ,Gr.
iyrem , Gr. Lovan., ex offic . Ruigeri Rescii, 1533, el Lai, ex vers. Daniel, Augentii. Paris. ap. Morel.
89. – Lat. interprele Huberlo Barlando, Philialrio , 1586 , 4º. Vid . Pinelli Cal. I, pag . 55 . - el Maill.
Lovan . ex ead. offic . 1541, 8 . V . Maitlaire A . T., III, p . 795. - Censorinus - Cebelis tabula per
II, pag. 780 , el III, pag. 323. HARL. Loduv. Odoax. e Græco conversa ; Plutarchus De
6 . Lepl Theovelas, in illud Lucæ xii, 18, « de- invidia el odio ; Basilii or. De invidia per Nic. Pe.
slruan horrea mea, , elc. De avaritia (Garnier. II, rollum traducta ; Basilii epist. De vila solitaria per
p . 43 sqq. ) Incipit : AlthoŪy to sloos tūV TELPQ- Philelphum etGræco traducla , s. I. et a, 4 . min . V .
uwy. Ante Cornarium vertit Raphael Volaterranus, Fossii Calal. codd. — Magliab . I, p . 511 sq. De alia
cujus interprelatio in Græco -Latinis editionibus edit. Benon. 1497 v . ad n . 24. – Censorinus. -
binc inde emendala a Fronione Ducæo. Volaterrani Cebetis tabula – Basil. De invidia et De vila solita
versio homiliarum Basilii lucem vidit apud Ascen - ria, Lat. elc. Venet. per Bernardin . de Vilal. 1500,
sium Paris. 520 . fol.. Colon . 1531. fol. ſ Est in XVI 4º. V . Maill. IV , pag. 720 sq. -- Cel. Panzer. A . T .,
codd. bibl. publ. Paris . ] c VII, p. 270, n . 123, versionem Craneveld , el edit.
7 . Ipos toùS TOUTOūvTas, sive Kara Tidoutoúvtwy, refert ex Val. Andr. Bibl. Belgic ., pag. 227, ad A .
In divites, ad Luc. XVIII, 22. Garn . II, p. 51 sqq.) 3534, 8º. Inscr. est : Basilii M . homiliæ Ires. De
Incipit : Elpntai xal topóny nuiv . Verlit Volaterra . utilitate capienda ex gentilium auclorum libris. De
aus et Cornarius. [ Exslat iu XV codd. Paris. bibl. invidia . In illud : « Allende tibi ipsi. , Latine per
publ. 1 Franc. Craneveld . Lovan. ex off. Ruigeri Rescii.
8 . 'Evacuo xal aúxuý , lempore famis el siccila . 1534. — Basilii M . ac Plularchi De invidia el di
lis , dicla homilia in diviles avaros (Garn . II, p . 62 scrimine invidiæ el odii, grall, II. Leipzk . 1507, 4º.
sqq. ) Incipii : Aśwy peu betal. Veriit Volaterranus - Athanasius in Psalm . opusc . - Epicleli , Angelo
el Cornarius. (Est in XV codi. Paris. bibl. publ. Poliliano interprete. Basilii orai. De invidia , Nic .
Conf. Schræckh ., p . 67 sq. ) Perollo interprele. Plutarchus, etc ., Argenlor. ex
9. "Oti oỦx ŠOTIV QlTlOs twy zaxūv ó oe6s, off.Matth . Schurer. 1508 , 4º. Vide Panzer, VI, pag .
quod Deus non est auctor malorum . (Garn. II, 42, n . 131. Exslal iu XIX codd. bibl. publ. Paris ,
p. 72 sqq. ] Incipil : Ilondol rñs oloasxahlas ol toe Harl.
TO!. Verlerunt Voluierranus el Cornarias. Vidi et 12. Eis thv doxty tūv la posueñv, In principium
Gallicam versionem excusam Rothom : g . 1584, 89. D Proverbiurum . (Garu . II, p . 97, elc.) Incipit : 'Aya
FABR . Mullus est de bac bom . Schrackb . I. c., Ods ó tñs EÚ TELOelas p.:60ós. Verlerunt Volaterranus
p. 194 sqq. — Exslat in XVII codd. bibl. publ. Pa- el Cornarius. Esstal in XII codd. bibl. publ. Paris.
ris. – Florent, in cod . Laurent. XVI, 11. 22, plui. 7 . Harl.
(Bandin. I, p. 284. ) Ilarl. 13. II potpetitex els od öylov Bármiloua , Exhorta
10 . Kată opresquévwv, De ira , sive adversus ira- tio ad baptismum et pænitentiam . [Garn. II, p. 113.
scentes (Garn . II, p. 83.] Incipit :"QOTTSPĖTI tūv sqq. ) lacipit : 'Ouèv poços Loquúr. Verlit Vola
latpixūv tapayye uátwv. Verlerunt iidem Volater. lerranus. (Est in XXXV codd. Paris, bibl. publ. et
rauus et Cornarius. Prodiit el separatiuc Græce et in cod . Coislin . CV, n . 28 . V .Montfiue. Bibl. Coisl.,
Lal. Paris. 1587, 4 , cum interpretatione Gentiani p. 179 . In Cal. codd. Paris. tom . II,pag. 67, in cod.
Herveli. FABR. A Maittaire A . T ., III, p. 798, edit. CDLXXVI, n . 18, scriplum est ab antiqua manu, o
sic designalur : Basilii M . hom . adversus irascentes , stylo judicari posse , orat. illam non esse germanum
Gr. et Lal. interprete Dan. Augenlio , cum ejus nolis. Basilii fetum . Additur : Neque illud lenere ; est
Lulet, ap. Fed. Morel. 1587, 4•.- Ibid. vero p. 330 : enim Cyrilli Hierosol. procatechesis. Harl .]
Gentiani Herveli orall. Tres, De palientia, etc., ilem 14 . Kara usOuóVtWV, In ebrielalem et luxum . la
 CCLVI PROLEGOMENA.
cipit : Kivei név us topos adyacyov . (Garn . II, pag. A el de ipsa homilia, quam ila elegantem el orna
122 899.) Verlit Volaterranus, cum cujus interpre - lam esse judical, ut ejus auclor, quicunque ille fait,
latione separatim etiam prodiit hæc bomilia Kilo- præcipuum locum inter oralores mereri videatur ;
niæ 1675 , 4°, adjunctis aliis ebrietatis descriptioni- comparal eam cum illa , quze sob Chrysostomi no
bus etaccusationibus variorum scriplorum Græcorum mine circumferlur, et colligit, utriusque orationis
Latinoruinque. Interprelatus præler Cornarium unum et eumdem esse auctorem , ac posteriorein ,
etiam est Franciscus Craneveldius, Lovan . 1538, 8º, quasi prioris, Chrysostomo Iributæ , epitomen , alque
et Simon Sienius. fleidelberg . 1594,8º. FABR . Secun - Antiochiæ habilam , Chrysostomo quoque posse
dum Maillaire A . T . in indice, p .117,Craneveldii vers. vindicari, saltem Basilio non asserendam . Add .
Lal, proili i Lovan. ex off. RuigeriRescii 1555, 89. - Schrærk !. I. c., pag. 190 sq . – Hæc homilia , item
Eadein ,Græce, ib . 1533,dº. Idem lestatur cel.Panzer. In ximartyres ; Contra irascenles , etilla in Lucæ XII,
A . T. VII, pag. 269, n. 114. el p . 270 n . 125. - Basi- 18, « destruam horrea mea, , atque in Luc. XVII, 3 ,
Daventriæ per Theod. Bærne. 1510, 4º. V . Tholl. pædia philolog. Venel. 1710, 80, vol. II. – Esslal
Calal. VII, pag. 124. — Descriptio ebrielalis, in col. illa hom , in XII codd . Paris. Harl.
lectione inscripla : Francofurdiense emporium . Ejus B 19. Els ráptupa Tópôlov, In Gordium , marly
encomium : - - Methysomisia auctore llenr. Sle- rem , militem Carsariensem . Incipit : Nouos toti
phano. Epigrammata ex anthologia contra ebriela - quoews tais uelocais (Garn . II, p . 141 sqq. ) Ver
lem , cum Lat. Jos. Scaligeri interprelatione. Liba- lerunt Volalerranus el Cornarius. Memivit Maris
nii descriptio ebrietaris et Basilii,Gr. et Lal. Lu - rologium Romanum 3 Jan. Damascenus in Paralle
Liani orall. pro ebrielnle el contra ebrielalem , elc. lis et Suidas in Bao llELOS. Exslat eliam Laline
typis Henr. Stephani 1574, 8º. - Oral, est in XYL apud Bollandum el Surium ad 3 Januar. ex Vola
codd. bibl. publ. Paris. — in cod. Taurin . CXVI, lerrani versione. Fabr . Reperitur in XVI coud .
fol. 42. V . Cal. codd . Gr. Taur., p . 219, etc . Harl. Paris. — In cod. Taurinensi CXVI, inter variorum
15. Lepl flotEWS, De fide, sive De Trinilale. In - orationes in martyres, d. m Jan. ( Cat. codd. Gr.
cipil : 020 neuvñolai yêu ôl vexūs. Garn . II, Taur., p. 219. ) — Pariter in cod. Laurent. XVII,
pag. 130, elc. ! Verterunt Volaterranus el Corna. n . 8, plut. 9, scd inter alia variorum opera, in coil.
rius. [ Est in XVIII codd . Paris. bibl. Add. Lam - XVI, n . 13, plut. 60. V . Bandin . Cal. codd. Gr.
bec., III, p . 337, etc . ) Laur., 1, p. 417, et II, pag. 607. – Matrili in cod.
16 . Eis ohv åpxhy toŬ xatda 'lwávury Euayyedlou, c LXXXVI regio . V. Iriarli Cal. codd Gr., pag. 454
In prima verba Evangelii Joannis. Incipit : Daca sq. — In cod. August. Vindel. In Barlaam , In Gore
juży oh tūv Eủarysiwy wrh . (Garn. II, p . 134 , etc .) dium ; In XL martyres ; Contra ebriosos el iracundos
Verlerunt jidem . Cililur a Pachymere Procem . ad el aliæ Basilii homiliæ . V . Reiser. Calal. pag . 30.
Dionysium Areop. ( Est in XV codd. Paris. ] HARL.
[ Sequitur in recensione Fabric. n. 17 , hom . Els 20 . Els tous Sylous testapáxovta udptupas. In
inter spuria Basilii opp., ul suo loco pluribus osten - dv yévoito xópos to pedopáptupl. (Garn. II, p. 149
demus. llarl. ) sog. Meminit Martyrologium Rom . 9 Marli, Va .
(17. Eis od ãycov Battloua , in sanctum baptisma, mascenus in Parallel. et Suidas in Baoldeloc.
spuria homilia . ) Græce cum nov. versione sua el notis edidil Ger .
18. Els Bapaakye uaptupa , In Barlaamum , An- hardus Vossius ad Gregorii Thaumaturgi calcem ,
tiorbenum , martyrem . Incipit : Ilpótepov uèy tūv pag. 75. Moguntiæ 1604, 4°, el Simon Sienius. Hei
dyiwy oi Bávatol. (Garn. II, p. 138 sqq. )Meminit delberg . 1614, 8º. Vertil et Petrus Morinus , inter
Miriyrologium Romanum 19 Nov. Suidas in Baol. cujus opuscula Laline vidit lucem Paris. 1675 , 12*,
NE1OÇ. Verlernt Volaterranus et Cornarius. Ex D pag. 226 . Anle Morinum , Vossium Sieniunque ver
Volaterrani versione legitur etiam apud Surium ad lerunt Cornarius, el, cujus versio apud Suriuin ad
19 Novemb. Quod vero Combelsius loin . I. Basilii 9 Marlii, et in Græco-Latinis Basilii editionibus
resliiuli, p . 182, ail, Chrysostomi in Barlaainum exstat, Volaterranus. Vossii versionem exhibent
Allisquam comparere, fefellit eum meinoria ; exstat Acla Sancior., tom . II Martii, pag. 25 . FABR . Ho
cnim lom . I Operuin Chrysostomiedit. Ducæi,p . 783, milia in XL martyr.Græce. Lovan. ex olic . Rutgeri
el lom . V Savil., pag. 493 , atque incipit : uvexáde Rescii, 1536 , 8º. Adv . 0 . 18. – Est in coul. Na
osv huã; els thuispày caujanvéopony xal Travúrupev piano CXLIII, n . 13, inler sex bomilias Basilii M .
8 Maxáp.os Bapkaõpe. Fabr. Du Pin pulabat, hanc (Car. codd. Non. gr., p . 334. ) - In cod. Coislin ,
oral. ad Chrysostomiplirasin magis accelere, el ve- CCCLXVIII, rol. 226 . (Montfauc. Bibl. Coisl., p .
risimilius videri ,, cam habitam fuisse Antiochiæ . 565.) – 111XXXIcodd. bibl. Paris. publ., clc. Harl.
Sed secus videbidur Tillemontio, qui pro Basilio , 121, 'Prozioa Šv Aarlbous , homilia dicta in La .

1 , pag. iv sqy.,mullus est de controversia agilala 22. llepl Tate LVOG posúvns, Dehumilitale. Incipit :
(a) Garnier. reposuil illani in appendice inter spuria , ll, p . 587 sq., ct in Præf. § IV, pag. si sql.
 NOTITIA EX FABRICIO. CCLVIL
Opelev dv@pw Tos tv th rape Ocñ 8667 MejevnxÉ. A (Garn. II , pag. 163 sqq., bom . XXI.] Verterunt
val. (Garn. II, p. 156 sqq. honil. XX.] Verlerunt iidem Volaterranus et Cornariur.
jidem . Fabr. Joan. Casp. Suicer. edidit'Eu tupsuja 24. Dpds tous veous, õrsws &véĘ 'Endqvixūvope
EUGEbelas, qno continentur miscellanea, in his ll loivto abywv. Ad adolescentes (consobrinos) de gen .
Basilii M . homil. in illud «allende libi ipsi, ' p. 21, Lilium libris cum fruclu legendis . Incipit : Nould de
el De humilitate , pag. 57. Tiguri. 1681, 12. — Er- To tia paralojtá Esti. (Garı . II, pag. 173 $991.)
stat in X codd. et sequens bom , in IX codd. bibl. Eximiam hanc dissertationem præter Volaterranum ,
Paris. BARL. Cornariumque verterunt1• Leonhardus Arelinus (a),
23. llepl toū un topoondola! toiç BewtLXcis, cujus interpretatio Colu :io Salutato dicala , sine loci
Non adherendum esse rebus sa’cularibus, el De in - annique nola anle duo circilor secula pro ljit in
cendio extra ecclesiam orlo. Incipit : 'Eyw név Gunv. 4. (6), nec non Græcis a:lditis, curante Hieron.
contra Tillemontium docel, illam aut spuriam aut 4*, quam editionem , Saxio aliisque ignolam , ube
sallem suspectam esse habendam , atque auctorem , rius recensel Frill. Ollo Meuken. i11 Miscellan .
quisquis est, aut Basiliuin ipsinin voluisse videri. Lips. novis, vol. VII, parl. I, pag. 158 sug. Ille
aut certe Basilianum esse sluvuisse . Quare eain in sus,.icalur, velust. edit. s. I. el a . a Fabricio me
fra secundum ordinein Garuer. recensebo . Harl . moratam , el qua se usum profilrlur 1. Hrur. M : jus
(a ) Antiquas edil, nullas, al (etiam in codd.mss. in prul. al suam editionem , e -se illam ipsam s. a .
ali posica observabinius), diversis lilulis instrucias, el l. quam Saxius excusam Alediolani 1474 seribil.
jam excitavi in Introd , in list. L . Gr. II, 2, pay. Idem alias releri ertiliones, el copiose ayil de Ver
248 sy . De edd . versionis Latine, ab Aretino coni. gerio ejusque utilis-imo libro , el ile Areline, hujus.
Seclä , V . Mazzuchelli Scrilloriďlialia , vol. II, que interprelatione, quam vilile ladal. I ' m non
pari, iv, p. 2208 . De Leonardo Aretino. Y . Fabric. nullorum VV. DD . errores, ex diversis Biasi:i.ini
B . L . med . el inſ. æl., I, pag. 290 sqq. eil. Mansi libri inscriptionibus in exeinplaribus el scriptis et
Laur . Mehus in Vila Aretini, hujus epistolarum , editis ortos, ap-rii. Denique comparal eilil. Medline
lanensem , quæ Aretini epistolam ac versionem 11811.
Appar. liter., II, 843 seqy . ubi plures laudal. IlARL . 10 curalius meliusique realdivil , cum ea , quanıMr.
(6 ) Leon Arel. Lal, versio mis. fuit in bibl. Pinell. jus curavit, et longum dat diversorun lectionu :
V. Calal. III, pag. 357, n . 7932. – Est Vindobon. errorumque inlicemi. — Sed redeamus ad nosiliano
in coil, Ciesar. CCLXXXV, 11. 68. V . Lambec. li, editionum antiquaruin . Siue anni all loci nota sæc.
pag. 810 . - Veneliis in bibl. Marc. cod. Lal, Cl. XV , prodiit Basilii lib . Le011. Aretino interprete ;
v . Cal. codd . latin . Marc., pag. 205 . - Ibid . in cuni ejus epistola, 8. I. el a. 4 (Norimberg:e, ispis
codd. mss. S . Michael. V . aliitarelli, Calal., pag. Jo. Regiomoulani). V . Panzer, II, pag. 234 . - De
658 sq ., qui plures aliaruin biblioth . codd . ei edů. legendis libris sæcularibus: in line : M . Basilius De
in ouibus varii libri exhibentur lituli, ia medium poetarum , oratorum , legendis libris Ulme impressus.
producit, el pag. 111 o prodiit eliain ,inquit, versio Celc., charact. Jo. Zeineri, 4º, sine anni nota .
Hriaia in vulgarem sermonem A . 1736, i algue Opusculum M . Basilii ad juvenes (in fronte fol. a.
Freylag. I. c., pag. 846 sqq . -- In cod . Dresdensi charactere, quo ugus est Schorllur pro Ps:illerio , A .
Lai. vid . Guez . Nemor, bibl. Dresd ., I, pag. 362. 1457, el pro Suo Thoma, A . 1467). In aine : . Ba .
Aliquot edd . antiquæ , nola aut anni, ani loci, aut silius De poelarum - legendis libris Moguntii im
utriusque destilula , prodierunt. Velustissima est pressus, el per Mari. Brenningarium , quo facilius
edii, quæ incipit : Leonardi Arelini ad Colucium intelligalur, rubricis lilulisque interstinclus, 4 ., sine
Salulatum Præfalio : in altero aulein folio incipit. anni judicio. Plura leges de rarissima hac edir, ia
Hagni Basilii liber ad juvenes, quantum ex gentilium Laire indice librorum ab inventa lypographia, etc.,
libris ac lilleris proficiunt, 4 , s. a, el l. = Audil pari. I, pag . 28 sq. Senonis, 1791, 8º. - De legen .
fred . De edili. Komanis sæc. xv, pag. 363, refert dis poelis. Ad calcem rol. in reclo : Sic finis libelli
edil. s. a . el I. (Romæ lypis Georg . Laveri.) E ma. Basilii est, per A . - H . (1 . e . Andream liess) Bude.
gno Basilio : Leonardi Arelini Traductio ad Colue Fol. verso : Apologia (sic) Socralis incipit. 4 . min .
cium : cuin Xenopboale De Tyrannide. – Est autem V. Denis Annal. Typogr., Mailt. Supplem ., part. II,
illa reprlitio antiquioris edit. Venela vypis Adami pag . 506 sq., qui suspicalur, illam ed. esse A . 1473
de Amibergau , de qua v. eumdein Audilfred ., pag. antiquioremi, el ejusd . Nachirag zu seiner Buch
194 sq. Schelboro . ad card . Quirini, lib. De opria druck. Geschichie Wiens, pig. 19. – Ab eo.lem
morum scriptorum edili., etc., pag . 82 sq. Panzer. ibid . præter alias edd. velusias memoralur : Basi
A . T ., IV , pag. 487 , n . 2737. - In Calal. bibl. du - lii - Opusc. quomodolegendi sini libri sæculares, etc.;
cis de la Vallière, a Guil. de Bure edilo , tom . I, n , D in calce : Zwollis per me Thymannum Peiri Os de
388, occurrit : S. Basilii De liberalibus sludiis et Breda 4 ., s. a. nola . Liber De studio poelarum et
ingenuis moribus, per Leon . Aretinum ex Græco in oralorum (Lipsire ) per Arnoldum de Colonia. 4,
Lat. conversus : ac Bure adjidit, impress. circa A . sine a . nola . V . Leich . De origine el incrementis
1480 , 4º. - Tum s. I. el a. M . Basil. De poetarum , Typogr., Lips., p. 100 , imprimis Freylag . Appar.
oratorum historicorumque ac philosophoruin legendis Hiller., II, pag. 846 sqq., qui cital ed. Brixia per
libris, cum commentariolo M . Ju. Honorii Cubilen Boninuin , 1485, 4 . — Opus divinum , elc. Floreliliæ
sis, etc., 4 . (Panzer. I. laud ., IV , pag. 94 , p . 161.) sine a. Hola, in 4°, min ., cum Vergerii aliorumque
- De liberalibus studiis et ingenuis moribus liber, libellis. V. Fossii cal. bibl. Magliabech., 10m . 1,
diolani 1474, 4• Conſ. Sazii cal. librorum Neuio . ia a. el l. moia s.cc, av, prodiit eodem Aretini ver
lani edill., s. Histor. lillerur.-lypograph . Jediol., sio : Basilii - liber ad jurenes , quantum ex genti
pag. DL8. Panzer, II, p . 98 . - Ibid . cum Petri lium libris ac lilleris. Venetiis per Bernard , i'icio .
Pauli Vergerii, Justinopolitani, De ingenuis moribus reiu 1478, 40 . — De legendis antiquorum libris. Pa
ac liberal. studiis, per Phil. Lavamiam 1477 , 4º. V . ris., 1494, 4º. - Petri Pauli Vergerii De ingenuis
Sas. 1. C., pag. DLXVIII. Panzer. Il , pag, 27 . - moribus, – Basilii Tractalus De liberis educanidis
lidein Vergerii ei Basilii libri, Mediol. per M . Au cum præſ. Guarini. Veron . Mediol. per Udalr. Scine
lon . Zaroliin Parmens. 1480 , 4o (Panzer IV , pag. zeuzelur. 1495 , 4•. V . Panzer., II , pag. 78 , n . 467,
356 , II. 159 V .), el per Ulderic . Sciizenzeler. 1488, qui cital Saxinin 1. c., p. 598 (leg. 597 ); scil Sux.
CCLVIII PROLEGOMENA .
Brunello, S. I., Romæ 1594 , 12 (a). 2. JustinusGo- A vem Basilii recudi curavit Joannes Pollerus, 010
blerus,quicum aliis opuscolis consimilis argumentiniensis episcopus, additis ad calcem roluminis va
edidit utraque lingua, nolasque addidit Basil. 1537, riis lectionibus brevibusque notis. Oxon. 1694 , 8 .
8º. 3. Franciscus Craneveldius , qui Latine edidit [V . Acl. erud. Lips. 1695 , pag. 435.) Polleriana
cum homilia Basilii De invidia el in illud : « Allen editio una com novis atque erudilis Jo. Henrici
de libi ipsi. , Lovan. 1534, 8º. (6) 4. Martinus Hay . Maii, filii, notis recusa Francof. 1714, 4°, ail cojus
neccius, qui Lipsiæ 1600, 8°, illam Græce et Laline calcem occurrit eliam diserla el elegans Areliniin
vulgavil in Enchiridio ethico , in qno prælerea con lerpretatio (d). Notis addi poluissent, quæ Ducæus
tinentur Basilii brevis hortaliuncula ad virtutes in notis ad Basiliun, pag. 53 sqq., el Combelsius
Christianas, Plutarchi De puerorum institutione et in Basilio restituto, tom . I, pag. 208 seq ., monuere .
de legendis poetis libelli, Herculis bivium a Prodico [Cinlexliis PollerianusGraecus sine versione Latina
descriplum , quale in Xenophontis libro secundo nulisque in 18' In scholarum , (curanle do . Tot.
'A Tournuoveujátwv Socratis traditur : Isocralis Krebsio (e), typis repelitus est Lipsiæ 1779, 8 . -
ires orationes morales, et Agapeti Scheda regia (c). Recentissima utilisque editio est : Basilii M . ad
5 . Hugo Grotius cum nova versione sua hanc Ba- adolescentes oratio De modo e lillerisGræcis ulilila
silii orationem castigatam aliquot locis et Plular- B lem percipiendi.Græce, cum Jul.Garnierii et Fron .
chi librum De legendis poelis prænuisit excerptis e lonis Ducæi animadverss . edidit, præcipuam varie
Stobæo Paris. 1623, 4°, in append. p . 80 - 110 . lalem lectionis nolavit, passim emendavit, notis et
Cum eadeic versione et librum Plutarchi et oratio . indice illustravit M . Frid . Guil. Sturz (profess .
Basiliani libri mentionem non facit. -- Contra Ver- 49. ( Tholt. Cat. pag. 173 .) - Cum Vergerii, lib .
gerii liber, Basilii liber De liberalibus sludiis et Plutarch . De institutione filior., elc., omnia cor
Piut. De cducandis liberis cum praeſ. Guarini, Bri- recla el in conciuniorem formam reducla per
xiæ impress. per Baplist. Farsengum . - 1495 , 46, Joan . Baptist. Bunelum Brixian . Brixia per Joan ,
prodiit , teste Denis in Supplem , annal. Typogr. Ant. Brixian ., etc. 1511, 4• V . Pauzer. VI, p .
Maju . I, p. 399, 11. 3365. – Petri Pauli Vergerii 340, ex Gras. Merckvürdd., p . 245 . - Basilii – lina
Deingenuis moribus, upa cum commentar. Jo. Bue culin scholiis per Udalricum Fabri concimilor ad .
nardi. Basilii De legendis antiquorum libris opusc . jectis. Vienna Panon , per Jo . Singren . 1518 , 4 ,
divinum . – In lille : Impressum Veneliis per Jo. quam eit. copiosius recensel Denis in : Wiens
Tacuinum de Tridino. 1497, 4°. V . Millareli in An- Buchdruck . Gesch., pag. 190 sq . Add. Lambacher
pend . ad Bibl. codd . mss. monast. S . Michaelis Vene . Bibl. ani. Vindob. civicam , p . 88 . - De liberalib ,
liarum , pag . 49, et Panzer. , II , p . 416 . - Censo - Sludiis et inyen . mor. , interpr. Aretino, Lips . per
rinus De dia nalalis Cebelis Tabula versa per Lud . c Jac. Thanner. 1515 , 4 . - Florent. opera el sumpra
Odaxium ; Luciani Dialogus de virlule - a Carolo Phil. Joinlæ . 1516 , 8. - Ibid . per bæred . Pluil,
drelino in Lat. Traducius ; Epicieli Enchiridion Junla . 1516 , 8º. lbid . per læred . Phil. Junlæ 1526 ,
ab Angelo Politiano versum — Basilii De liberalin sine anni el loci nola. 4º. (Circ. A . 1508.) V . 8 *. -
bus sludiis et ingenuis moribus liber per Leonem Ibid . Bandini Annal. Junlar, typogr. , part. II , p .
Arel. ex Græco in Latinum conversus; Basilii oral. 108, 202, et inter dubias Juntiin. edd. pag . 258
De invidia e Græco in Lat. conversa per Nic. Perot. 89 . - Paris, ap . Ludov. Grandin. 1543. 8o.
lumn ; Plutarchi libell. De diferentia inter odium el – De instiluenda sludiorim ralione, etc. , locis
invidiam . In line : Impressum Bunoniæ permeBene . quam plurimis e Græco restitutis, ab aliis paslim
dicium Hectoris Bononiensis , A . 1497 , fol. Vide plura corrupiis , partim oinissis , lab. Paris . ap. Marchæ .
el curalius scripla , quam ab iis, quos Panzer. I. C. Davijem . 1344 , 8°, de qua ed. vid . Maillaire A . T . ,
d, pag. 234, cital, factum est , apud Fossium l. III,
4 . p. Coucio
359, not.
ad d adolesc.
, - ibidquomodo
. ap . Guil, profanis1551,
ex Morel. au
laud . 1, pag. 512 sqq.
silii M . oral. Parænelica ad juvenes, bū ; ày 'Elan nolis margin . Borigarsii mss. iu bibl. Bernerisi, V .
VLXWY ' behoivro Xbywy. Plutarch . De pueror. edu - hujus cal , 1001 . I, pag . 253. – Jani Curnarii ver
car. Xenophontis Hieron . , in 8°, sine ullis notis lyº sio Lai. Francof. 1539, 4 . Vid . Denis Buchdr.
pographicis, probabiliter per Zachar. Calliergum , Gesch .Wiens, pag . 191 , imprimis Thesaur, biblio
judicibus Mailtaire A . T . IV , pag. 752, nol. 4 , et thecal., lom . II,Noriberg. 1738, 40, pag. 200 sq .HABL .
Fossio I. C., lom . I, pag. 270 ei 507. (a ) Griece. Luvall . ex ollic. Baril . Granii. 1550 ,
Sæc. xvi, ex prelo exiit Leon). Aretini ant álio - " 8 . - Græce et Lal. ex interprelal. Jani Cornari.
rum VV. DD. versio Lal. Basil. De legendis libris . Hannov . 1651, 8. . HARL.
Mulinæ 1500, 4º. (Maill. IV, pag. 729, ex bibl. Ba (6 ) Vide ad 11. XI. HARL.
1112., pag. 281 . - De sludio poetarum et oratorum , (c) ll. Luciani "Epws s . Cupido. Cl. Slurzio in
Lipsie per Jac. Thanner. 1501, 40. — Cuin præf. prolegg . ad suam edir. , pag . 11, nol. E ; videlur ex
Leon . Arelini, ib . per Wolig. Monac. 1503, 4.. illa editione expressa esse Helmstadiensis Græca,
1508, 4'. - De legendis antiquorum , etc. libris, quæ sine editoris nomine el polis prodiit 1660 , **.
cum commentario M . Ju . Honorii Cubitensis. ibid . HARL .
per Juc. Thanner. 1504 , 4º. Vide Leich . in Annal, (d ) Sed versionis Aretin , edit. veluslam , ad cu
ispogr., Lips., pag . 82. — El sine illo coinm , 1512, jus lidem Majus islam rexudi recit, esse minime
49. (Venis, Buchdruck. Gesch . Wiens, p . 191.) - probam , sed erroribus pene infinitis opplelam , qui
Sinė I. ela e versione Arelini : in line insigne ly . Dus lollendis Maii arc industria nec acumen suffe .
pograph . cum lill, D . S. charact. Goth . 4 . (Panzer. cisset, pluribus docuit Fr. Ullo Mencken in Miscell,
ix , pag. 317.) – Cuin præfal. Jac. Wimplielingii Lips. novis, vol. VII, pari. I, pag. 147 sqq. HARL.
per Matchiam Hupsul . Argentinæ . 1307, 4º. - live (e ) lden Krebsius scripsit prolus. qua lectio au
derprete Leoni. Aretino . Paris. in ædibus Ascensia . clorum veleruni « Basilii M . disciplina commenda
mis. 1508, 4•. - E versione L . Aretini, cum Ver - tur. Lips. 1772, 4°, rec. in ejus opusculis academ .
gerio , el Isocralis Parænesi ad Demonicum . Viene el scholasticis denuo recognitis. Lips. 1778 , 8 , p .
uæ per llieron . Philuvallem et Jo . Sigren . 1511, 398 - 420. Harl.
 NOTITIA ES FABRICIO . CCLIX
gymnasii Gerani) Gerä 1791, min . 8º. Ad calcem A libelli, alleram libri De legendis antiquorum libris
pag. 141 sqq. repelila est Krebsii prolusio modo male iribuisse ; accommodatam vero esse eorum in
memorala. — Ille liber est quoque in Jo. Palusæ scriptionem . Ad adolescentes de gentilium libris cum
Encyclop . philos., vol. III inil., et locus ex illo in fruclu legendis. — At homiliæ nomen buic libello
Lectii Corpore poel. Græcor, inil. Harl.) Laudat convenire nullo modo posse , res ipsa loquitur, ad
hanc Basilii diatribam aliquoties Jo . Damascenus nolante Garnierio in nol. ad illum librum , pag. 173 .
in Parallelis, quæ exstat quoque Latine ad calcem - Copiose pulchreque nolat judicatque de illo lib .
Staluce Mercurialis, editæ ab Henrico Julio Scheurl. Schroeckh 1. c., pag. 196 sqq. Ilarl.
Helmst. 1636 , 8°. Gallice olim convertit Claudius (25. Eiç thv dylav toŨ Xp!OTOū yévvnoiv. In nala
de fonlux . Paris. 1561, 8º. Ville et Ludovici Tho- lem Christi sive Theophania. Incipit : XPLOtoŨ Yévvn
massini Methodun ulendi foelis, Gallice edilam , Ols (a) ]
lib. 1, cap. 2. FABR. Anglice vertit Guil. Berker. 26 . Els tóv @ ylov páptupa Máfiaita . In S.marly
Londini 1557. 8º. V . Brüggemann . View , etc. , pag . rem Mamantem . Incipil : 0ůx åyvow to MéYE oz.
413. - Italicæ versiones sunt Jo. Maria Lucchini [Garn . Il, hom . XXIII, pag. 185 sqq . ) Meminit Mar
in : Orazioni ed . omilie de SS . Giov. Chrisostomo e Tyrologium Romanum 17 Augusti, et in Parallelis
Basilio, elc. Florent. 1711, 4• ; - separation (ab B Jo. Damascenus. Verlerunt Volalerranus etCornarius ,
Alex. Sirigallo.) Venet. 1635, 8º ; — ab alio , Brixie. FABR. De lempore quo babita sil, contra Tillemon
1736, 12°, rec. in Operelle varie de canonico Paolo lium disputatGarn . in Vita , cap. 36, p. 142 sq. m
Gagliardi, Bresciano accademico della Crusca : ed . Exslal in JV codd. Paris. bibl. publ. — Græce pro
a D. Jo. Bapı. Chiaramonti, In Brescia . 1759, 8º. diit ex typogr. Steph. Prevosteau. Paris. 1599, 4'.
Vide Pailoni Bibl. degli aulori – volgarizzuli, HARL.
tom .I, pag. 146 sq.Add. quorumdam codd.Jotitiam . 27 . Kata Label)savāv xzl 'Apelou xal twv 'Avo .
Esslat in XIX codd. bibl. publ. Paris. — Augustæ Holwy. Contra Sabellianos, Arium el Anomæos. Inci
Vindel. el aliä Basilii homilia . V . Reiseri Cat. pit : Máxstei 'Ioudaiouds 'Elnulouco . Verierunt
pag. 47, n. 39. - Monachii in cod. Bavar. CXXVMI. jidem . FABR. In Garnier. ed . est homilia XXIV ,
V. Cal. codd . Gr. Bau ., pag. 54. – Vindobon. in pag. 189 sqq ., el Garn . adnotat. in cod. Il Regio in
cod. Caesar. XIV, n. 1 : Bao.delou abyos els tous scriplam esse homil. Kazd Labellou xal 'Apelo's
νέους • πως αν εξ Ελληνικών ωφελούντο λόγων• et και των 'Ανομοίων και ακριβής θεολογία περί της
n. 2, Leon. Aretini versio Lat. V. Kollar. Supplem . & ylas Tpráons. - Hom . in Mamantem , contra Sabelo
ad Lamb. Comm ., p. 152 sq . — In cod. Escorial. lianos el aliæ Vindob. in cod. Cæs. LXVII, n . 22.
V . Pluer. Itiner . per Hispan., pag. 161. – Venetiis “ sqq., et cod. XC , n . 19. V. Lamber. Comm ., III,
in bibl. Marc. LXXV. V. Cal. codd. Gr. Marc., pag. 332 sqq., el VII, pag. 361. — Paris. in X codd.
p. 52. — Ibid. in bibl, mss. Michael. V. Miliarell. bibl. publ. - Taurini in cod . CLI. V. cal. Codd.
Cal. illius bibl., p. 111. - Taurini in cod. CCCLVI, Gr. Taur., pag. 242. — Florent. in cod Laur. XXI,
sol. 231. V. Cal. codd. Gr. Taur. , pag. 484. - n. 5, el, mulila in line, in cod. XXVII, n. 5. V
Florentiæ in bibl. Medic. Laur., 'Odihia els tous Bandin . Cal. codd. Laur. Gr., II, p. 544 et 551.
VÉOUS, örtws av éĘ '
E nvexūv upeloivto dóywy • in Homilias Basilii Gallice vertit, addiris Asterii ho
cod. VIII, n. 37, plut. 4 . — Abyos oujhoudeUTLYOS miliis, Francisc . Bellegardeus, Paris. 1693, 8º. -
Fod ; touş veous, öfws ây èx tūv abywy upehoivro, Omelie scelle di Basilio M . es lingua Gr. versæ ab
In cod. XXV, plut. 4 . V . Cat. cod . Gr. Laur., I, Angelo Maria Ricci. Florent. 1693, 4'. - X oration.
p . 527 el 547. — Ib. in cod . XXIX , n. 6, plut. 58. variorum lialice versæ ab Jo. Ant. Deluca. Venet.
- In cod. XL , n. 2, plui. 53, Aóros rapacvetiXOS 1760, 8•. V. plura in Pailon . Bibl. degli autori —
apos tous vécus, trūs ày 'Eld. ócea , abywy. - In volgatizzati, I, pag. 144 sqq. — In Slavicam lin
cod. LXXIX , n. 2, plut. 89. Vide Band . I. c., II, guain conversa est Basilij M . Instilulio ad adole
pag. 472, 571, III, p. 416. — Leidx inter codd. D scenles, et adhærel operi Slavico : Beckwar Mosque
Vossian . V. Cutal. bibl. publ. Leid ., p. 398 , n. 65. a mundi Coll', A . Chr. ,ale', 4•. Des Kirchenlehrers
Inscriptiones eniin in libris lam Græcis, quam Are . Basilius Predigten und sämtliche Schriften , aus dem
tini vers , Latinis mire variare, aliquoties jam obser - Griech . überselzl von los. v. Wendel. I. - VI tom .
vavimus ; atque Menken . I. c., pag. 145, ex Mebu . Vindobon. 1776.1778, 8 .
sio varias libri in codd.inscriptiones, referi, nolaique, Hic desinunt homiliæ , et sequuntur Ascelica in
auclorem operis : Mémoires pour servir à l'hisi. edit. Garnier. In vet. ed. Par. el indice Fabr. ad .
des hommes ill. dans la rép . des lellres, lom . XXV huc sequebanlur n. 28 , De poenitentia ; n. 29, Ad
pag. 287, diversitate illa inscriptionum deceplum , eos, qui nos calumnianlur, elc.; n . 30, De paradiso
Arelino diversas duas opusculorum Basilii interpre- (de qua homilia jam supra ad 11. I hom . quædam
lationes, alteram De liberalibus el ingenuis moribus sunt adnolala ), et n. 31, De libero arbitrio . De n. 28 ,
(a) Hanc homiliam Tillemontius jam in dubiis pendice, pag. 595 sqq. inter dubias spuriasqne bo
posuit, ac Garoier. in præf., & V , pag . xv sqq. mul milias reposuil, cl nos, cum in ordine librorum
üs argumeniis ejus vobalay contra Combetisium et Basil. seculi, $ 110 loco plura direnius. HARL .
Du Pin deluonstrare sluduil. Dinc eam in ap
COLX PROLEGOMENA .
29 et 31, infra in append. ad. Carn . tom . Il age . A re studet, ulrarumque regularam , lam breviorum
mus. Quæ vero Fabric. de n. 30 scripserat, hic re - quan longiorum , unum esse eumdemque auctorem .
pelemus. HARL. Contra in quinta parte negal, ulrasque regulas et
30 . Els tdy Trap& oelsov. De paradiso. Ad Gen . 11, constiluliones monasticas uni eidemque auctori esso
8. Incipit : Nońswusv åglav Osoũ Qutelav. Veriit tribuendas. In sexta parte eoruin aduplal ornalque
Cornarius. Recensilam a se et in capita distinctam judiciuin , qui censent, Basiliuni esse virarumque
eabibel cum versione sua Franc. Combeſisius Ba- regularum auctorem . In seplinia parle videntur illi
silii sui lom . I, pag. 525, velut postremam homi- coustilutiones monastice Eustachii Sebasieni opus.
Jiarum in Hexaemeron. Hactenus Fabricius. In octava , epitimia adjungenda esse spuriis probat.
[IX .] 'A5% r Tix & , Ascelica, ubi1 . Ilpoolalaala xal Denique in sona parte expenduntur duo opuscula,
bráywo!S Tūv doXT TEXWV ÜTOTUTIÚ GEWV (a). Prævia quæ Combeſisius in suo Basilio rccencilo , pro no
alloculio ac dignolio asceticarum informalionum vis ac genuinis edidit, eaqne in spuriis nuaserat.
(Garn . II, pag. 199 ), sive Prologus, qui incipit, Sed ulteriorem eorum quze Garn . diligenter collegit
Meyala dèy toũ Baordéws, pag. 228 . Exslal eliam el scripsit, conmemorationem prohibel institutio
Garnier. dedil inscriptionem : 'Aoxntixth Tapoồlatú- sqq.
TWILS, pravia institutio ascelica , et in nola observat, B. Basilii — opera quredam , scil. traclatus Ethi.
in Regio cod . prinio legi, apoồladalla xal topowym . corum ; Ascelica ; De virginilale (adjuncio sermone
GL5 tūv doxntiXã ÚTOTUTÚTEWV, Com :belisium au- De paradiso) ; contra Eunumium (additur in fine
lem nominis similitudine deceplum legisse non apo aliquid contra Sabellianos) ; sermones et epistola
Ochyrois , sed r.podláyvwois , prævia nolilia. Denique nonnullz . Grice : que oninia nunc primuin im
ab initio Garnier, non dedit cum ulraque ed. Pari. pressa sunt per Stephanum de Sabio . Venet. 1535,
siensi : Meyada uđu toŨ Baguéws, sed cum ed . Ve- sol. V. Mailiaire A . T., 11, p. 819 sq., qui locura
nela, ulroque combcfis. el cod. Regio tertio , xadá ex dedicatione editoris in nola b escorpium reddie
Mły coi Bao. - Sed de Asceticis, num et quænain dit .
illorum sunt genuina, quænam sintspuria dubiave, In Josephi Mariæ Thomasii opere : Institutiones
magna lis orla est inter VV. DD ., et alii in alia om - theologicre antiquorum Patrum , elc. Romæ 1703,
nia transeunt. Præcipue Bellarminus aliique, qui 1710, 1712. III voll. 8 . Sunt in vol. secundo Basilij
camdem profilentur doctrinam , negant, Ascelica M . Ascetica, liber De judicio Dei, De rera ac pia
pertinere ad Basilium M . quod hic Traditiones hu- c fide, nec non ejus Moralia Gr. et Lat.
manas projiciat nec admillendas ducal. Enimvero lo codd. sunt modo plures; moilo pauciores aut
Oudinus, pag. 565 sqq., ubi mullus est de illis singulæ partes. Sic in codd. LXII, I.XIII, LXIV Ve
Asceticis illaque controversia , Ascelica seu moralia net. bibl. Marci sunt Ascalica ; quænam illorum
judicat, genuinum esse alque etiam indubilalui parles in singulis insint codd. cognosces ex Gal.
Basilii felum . Nec tamen omnia quæ hodic Asccli. codd. Gr. Marc ., pag. 43 sq. — Florentiae in bibl.
coruin nomine comprehendi solent, olim in Asceli. Laur. in cod. XXII,26 -28, plut. 5, quædamn (Bandin .
cis comprchendebantur. Photii quidein ælale (v . cod. Cal. codd. Gr. Laur., I, pag. 47). — In codd. XVI,
cxci) Basilii opus 'ArxntixØV duos De jejunio ac De n. 13 De ascelica disciplina , quomodo oporteat or
fide 'ibellos, Moralia et Regulas lum majores, lum narimonachum ; et n. 15, Excerpla ex Ascelicis, ex
minores proprie complectebatur. V.Garnier. in præ - capp. 1, 19, 146 et 306. – In cod. XX , n . 1, plui.
misso Monilo , pag. 198 in primis in Præf. $ XI, 9, ex Il sernionibus De fide; sed ulergne serio
pag. XXXIV, sqq. Dividit illum paragraphum in do . mulio brevior est, quam in ed. Paris. ; lum aliæ par.
vem parles el lot igitur quæstiones, in quibus di- les n. 8 — 14, 18 et 19 (Band. I, p. 414 ct 323 sqq.!
versa variorum testimonia et judicia collecta sunt - Taurini in cod . XCI quædain parles, que cura
atque examinala , ipsius sententia de auctoritale fi- D tius indicantur in Cal. codd. Gr. Taur., pag. 189
deque libellorum subjecla, Quare in parle prima sq. - Mosquæ in bibl. synod . codd. XXVII, XXVII,
Lionem ascelicam , 2) sermonem ascelicum et exhor. Mosq ., p. 49, qui ex primo edidit Mosqua 1775 , 4 ,
lationem de renuntiatione rerum humanarum , et Prologum cum Xiphil. el Basilii orali. — Monachij
perfectione spirilali, 3) serm . de ascetica disciplina, in bibl. Bavar. LXXXIX . V . Cat. , elc., p. 31. -
quomodo monachum ornari oporteat, auctorem ha - Quænam singulæ parles exslent in codd. Paris .
buisse Basilium . In secunda probare sluduit, recle disces ex indice ad vol. II Calal. codd. Paris., itt
sentire, qui ut libellos De judicio ac fide ; ila Mora - de codd. Vindobonn. aliisque ( de quibus supra in
lia ascribant Basilio . In tertia docet, duos breves genere egi) brevitalis studio laceam . HARL.
libellos, qui post Moralia locari solent, in spurio . 2. Dlapalveois mtepi årrotayns Blou xal telectores
rum nuinero esse ponendos. lo quarla demonstra- TEVEULatixñs. Adhorlalio de abdicando sæculo, el
(a ) Sic in ms. Regio Prologus ille inscribitur , dit Græcc et Latine, de quibus infra , monelque
lesie Combeſisio, tom . Il Basilii sui, pag. 83 , qui addendain hisce asccticis epistolam Basilii 411. .
pag . 99 et 106 alios duos prologos e ms. Regio edi.
 NOTITIA EX EARL . IO . CCENT
spiritali perfectiune. Incipit : Acute repos Mè távo A in compendium redaclæ ; de quo cod. mullus est
ces, pag. 232.(Garn ., p. 202 sq ]. Iriarte in Cal. codd. Gr. Malril. pag. 410 899., qui
3. Ispl doxhssw ;, Thios Esl xosusisdal tov uova - ex eo lum indicem , luin prologum Gr. exscripsii.
xov, De exercitatione morastica, quo se debeat pacio Tum uberius niemoral notitiam ac versionem illius
χόν προ πάντων ακτήμονος βίον κεκτησθαι. Ρ. 216. lis, Basiliani ordinis monacho , conſeciam , collalo
(Garn . p. 211, clc .) Latino cardinalis Sirleti exemplari; edit. Hispali
1. lep ! Alstews, De fide. Incipit : OkoŨ TOū & ya. 1615, 4. — Matriti 1664, 4 . – Correct, ib . 1609 et
gou zápit.. Pag. 249. Fabr. Garnier ordinein mula - 1669, 8. et cura Franc. de Bejar, ibid . 1736 et
vil, el, præeuntibus Pholio, ed . Venela libris luc 1749, 12. HARL.
releribus, priore loco libell. De judicio Dei, p, 215 11. "Upol xat' ÈAltouhy, Regulae breviores, que
sq., posleriore auiem pag. 223, De fide reposuil. slionibus el responsionibus cccxm . Incipiunt :'0 QL
Idem in præf. pag. XXXVII sqq. illos libellos el mo- dvopw Tos ®£65, pag. 505. Pridem anile Fumanum
ralia asserit Basilio, contra Combefisium , duo prio . verlerat Rulinus, cujus versio exslai in Liica lol.
res lib . Eustathio ascribenlem , forliler dimicans. sleniiCodice regularum monusticaruin , Rom . 1661, 4,
5. Ilpoolulov tūv 'HOLXār nep! xpluzgo ; Osoj , nianum lib . II. Deorigine el proyressu monachalus,
proæmium ad Echira , de judicio Dei. Incipit : o :cü pag. 69 self. FABR. Guru., II, pag. 401 sqq., imex
tou dyaloû xenotótnti. P . 257. capitum illorum , pay, 413, sequitur proreininni, et
6. Ilpoolulov tūv 'Holxur. Aliud Proæmium brere H. 414 s94. Regulia ipsæ breviores. In cod . T.:u
ad Ethica , de his, quæ in sacris lilleris velila juss: rin . XCI reguls fusius iraclale el breviores
ve sunt. Incipit : Tž tepl tñs Oylaivouons tole capp. 350 continuo leguntur, in unum corpus reda.
GTSWS. Pag . 272. clie . V . Catal. codil, Gr. Taur., pag. 182. - Quide
7. 'HOLrd, Capira muralia Christiana, ex meris de Rulini versione, eam esse contractan Regula
Novi Testamenti diciis contexta el regulis LXXX sub run breviorum S. Basilii, cum Labbro, Dupin ,
ceriis capitibus sive litulis comprehensa , Incipil . Caveo, Oudino aliisque scripserat Fabricius, ca ca
"Otu tous PLOTE ÚNVTAG tū Kuplu detavonoa: stigavit Lambacher in Bibl. antiqua Vindob. civica ,
Tepôtov. Pag. 273. (Garo. II, pag. 234 sqq.) Quaa. pag. 86 s ., nol. 4, el, nionenle jam Possevino ju
quam vero nonnulla loca scriplorum sacrorum ali - Appar. sucro, vol. I, pag . 183, animadvertit, a Rom
ler quandoque cital, quain in vulgalis Novi Fæderis c lino tam breviores quam ſusius dispulatas Regulas,
codicibus bodie liguntur, tamen intulur: fuerit ex neutras lamen integre versas esse : Rufinuen in
eo illa in his corrigere, ut prohe observavit Rich, choasse versionem suam a proæmio, quod Basilius
Siinon, toin . Ill Hist. crilicu N . T., pag. 111, nam præniserat Regulis suis brevioribus ; ab ipso primo
non tantum est, quando e memoria cilal ; sed etiam capile incepisse Regulas ſusiores, iisque nondum
ad argumentum suuin sacrorum scriptorum verba le. absolutis hinc inde admiscuisse Regulus brevio
vilerimmulala accommodat. Fabr. Conf. Scbroeckb. res, adeoque ex utrisque unuw opus reddidisse, il
1. c., p . 16 -24. Ilarl. cenlum capila distinctum . Ila eliam judicarunt Hugo
8. Abyo; åsxr,T!xós , De instilutione religiosa ri Menardus in notis ad Concordia regularum , in
læ . Incipit :'0 &vOpwntos xat'eixóva Osov . Pag. 389. S. Benedicto Anianensi abbule initio sæculi ex con
Garn. pag. 318 sqq. Conf. Scbroeckh ., p . 29 sq.n.] reclam , p. 56, el Just. Fonlaninus in Historia lile
9. 'T FOTÚTW SIS asxhosw ; , xai tapódoyo ; tūv teraria Aquileiensi, lib . v, cap. 1, p, 205 sq ., ubi
bpwr, Religioso? vilæ brevis instiluliu el ad regulas quoque ducle recenset editiones interpretationis
prolusio . Ila in ms. regis Christianiss. (a) inscribi. illius (sepe paraphraseos polius, nullis eliain a
lor boc scriptum , quod in editis non alium liculum Rufino de suo intextis ). Copiosius tamen recenset
habet, quam Abros doxntixós. luc.pit : '0 doxntixd5 D quasdam edilt. Rufinianæ regulæ Schoenemann in
Blo ;, pag. 397. FABR . Garn ., II, pag. 323 sqq., qui Bibl. historico-liter . Palrum Larin ., lom . I, pay.
ex utraquc ed, Par, el cod. Comidef. dedit insidio 619 -629. A Maillaire A . T ., IV , pag . 710. edit. V .
ptionem : Toj autoū Aoyos doxntiXOS , et in nola nela 1500, 4 , sic cilatur : Reguiæ S. Benedicii,
aliorum codd. titulum indicavit. Harl . S. Basilii, S . Augustinii, et Francisci collect. alquer
10 . "Upou xará Tátos, Regulæ monachorum lit , ordinai. per D . Jo. Franc. Brixianum monachum -
cura et impensis - Luc. Antonii de Giunta , Floren
Incipiunt ; 'Etteidh Osoù xápiti. Pag. 402. Farr. lini, arle el solerii ingenio magistri Jo. de Spires.
Garn ., 4 . pag . 327 sqq ., qui ex codd . (quorum van Venet. 1510, 4 . Adde Bandini Annal. Junlar. Typogr .
rietales in not. allulit) post Tidátos addidil Iloco!. part. 1, pag. 7 . WA
HARL.
L.

plov . - Regula ipse : Kepadala tây xati á -05
iowv, incipiunt pag . 332 . Matriti in cod . CV Regio
sunt B .usilii M . ascelicæ et monasticæ constitutio -
nes pro wonachis, a Bessarione, Paire purpuralo,
(a) Vide Combelisium ioni. II. pag. 153.
PATROL GR. XXIX
12. 'Entitlul, Pence LX in monachos, el XIX
adversus monachis delinquentes (els taka xavovea
xáz) constilulæ . Incipit : ET T 'S Ýylairwy tù ocsa
lati. Pag. 058. FABR Garn . II, pig . 526 sqy..
 COLXII PROLEGOMENA.
Pænæ LX in monachos , el pag. 530 sq., Price XIX A utramque parlem disputanlur a Jo. Georgio Dor
in canonicas.Yol præſ. pag . LXXIII sig., § XI, dispu - sched in Indice iniquitalis, pag. 22 sqq., el Melch .
tal de illis. In edili . Paris, adcoque in recensione Cornæo in Judicio iniquitalis Dorscheanæ depulso,
Fabric . Epilimia non eodem loco leguntur ; sic pag. 19.64. FABR.Garnir. in Præf., & XI, pag. LXVI,
ulim 11. 12 poenæ XI in monachos el XIX adv. ca - mullis rationibus evincere studuit , non Basilium ,
nquicas, el ll. 14 pænæ Liu monachos el mona . sed Eustalbiuin Sebaslenum , fuisse Constitutionum
chas delinquentes, pag. 731 ed. Paris. a . 1638, monasticarum architectum , ellam antiquiorum
quas inler Basilii scripla reperit, sed sine titulo qui cilantur tanquam pro Basilio tesles, loca , quam
auctoris, Janus Cornarius, el Laline interprelalus recentiorum argumenta examinal refelliique.
est. Contra Garnier. omnia Epilimia continuo or- Cel. Carpzov. in Progr . mox cilando, p. 1, sentit,
dine, ut in cod . Regio, simul edidit, et omnia hae Basilii Ascelica fuisse ab Eustathio Sebasleno in
buit adulterina . In tres aulem classes illa divisit. terpolala. — In 11. 14, s. Pænaruni L, etc., opusc.
Prima, priora undecim Garn . editionis Epilimia desiit tomus secundus edit. Gr. Latinæ a. 1638
coinplectitur ; secunda reliqua oinnia , usque ad [ul in n . VI Fabric . Tomus I editionis Græco La
sexagesimum ; tertia alterius generis Epilimia, quæ , o linæ Nivellianæ 1618 , a qua recentior 1638 dillert
incerlo auctore, inscripla sunt 'Entitiuca els tås in hoc, quod commentarios in Isaiam ponit primo
xavovixác. At in Paris. edit. antiquiore Epilimia Joco in tomo secundo, et primum vicissiin claudit
primæ et lerliæ classis tanquam genuina posila libris Adv. Eunomium , quos Nivelliana jussit in
sunt anle monasticas constitutiones ; contra , Epi- lomo secundo familiam ducere , leste Fabr. p. 78
limia secundæ classis tanquam adullerina post illas eu. vel.] Contra ea lom . Il ed. Garnier. adhuc ail
rejecta sunt. Quæ omnia in Prief. uberius explicar. dita sunt lanquam appendix operum Basilii , quæ
Add. Irizirl. I. c., pag. 413 sqq. - Pænæ in inong. Garnierio videntur falso Basilio ascripla , el quæ
chos delinquentes el in canonicas in cod. Tau . parlim , alio lamin loco , eliam iliserla sunt tomo II
rin . XCI. V. Cal. codd. Gr. Taur., p. 183, ubi dir . ed . mem . a. 1638.
ferentia qu:edam nolalur. Harl. 1. Depl toū dylou Ilvejuatos, De Spiritu sancio .
13 . Aoxntıxa ! Slatábeis apo; tous įv xo'voiw Pig. 583 sqq. Atqui sic rectius inscribitur homilia
xal xarausvas doxoûvras. Constitutiones monasticre in nis. bibl. Coislin . (V. Montfaucon . Catal, miss.,
lam ad cænobilus quum ad solitarios. Incip . Thy pag. 117) el duobus antiquis libris ap. Garn. Inic .
xat. XCLOTOU PLàooolav Štravelóusvos. Pag. 662. O Batticóuevos , els Tpiáda santierai. In ulr::que
(Garn . cui suspectæ sunt, pag. 533 sqq.) Operæ c Paris. el apud Fabric. (qui tamen alteram probat
pretium fueril conferre codicem Cæsareum , de quo inscriptionen ), n . 17 inter homilias inscripta est :
Limbecius, III , pag. 123 (a). Ascetica bactenus Els td äylov Béret:5 2. In XV codd . Paris. citalur
cominemorala Latine vertit Adamus Fumanus, secundum catal. codic. oral. in Spiritum S. Sine
cujus interpretationem , Lugd. 1540 , fol., apud inscriptione est illa bomilia Florentice iu cod . L .11
Gryphium editam , deinde recensuerunt Musculus, rent. XII, n . 24, plui. 4 . V . Bandin . Cal. codd . Gr. , I,
Tilmann' s, Ducxus, Gallice Golfridus Hermanius pag. 536 . Verterunt, ait Fabr., Volaterrauus et
Paris. 1672 , 8 . Dicitur el exstaru editio Græca Cornarius. Prodiil separalim Helmstadii a . 1613 , 8 ,
Constitutionuin monasticarum cum llalica versione, Gr. el Lat., edente Joanne a Fucht.
exciisa Romæ 1578 , 4, apud Franciscum Zanellum , 2. 'Pngeida tv saxlçois , Dicla in Lacizis bonilia
quam non vidi. Quamvis autem Eustathio Sebasteno a in aliquot Scripture S . loca el de hominibus non
quibusdanıolim tribula ſuisse consiel e Sozomeno ni, accepla:idis, fugiendaque ira , invidia el avaritia .
13, elNicephoro is , 16, XII, 29, mullique etiam re - linc in cod. secundo Regio , in quo bis reperilur
centiores viri docti de auctore dubilent , lamen, ut oratio hæc (testc Garn . in nola ) inscripla est,
observat Natalis Alexander, Basilio asscruntur a llepi xploews xal tepi Quuoi xal ayánns, xal Theo
Gregorio Naz ., Vieronymo, Rufino, Cassiano, Justi- D vegias xal qlovou , ondaica tv Aaxlçois. Inc. 'Avce
niano imp. in edicto , et Photio cod . cxli el cxci. aywiścia ! èx0pós.Garn . II, p.g. 587 sqq. Add.
Couſer Ducæisolas ad Basilii lom . II, pag. 28, el emm el de superiore hom . De Spiril. S. et de hom .
Billium ad Nazianzeni oral. 20 , nola 60,mbi a Nie in Lacizis babila , Basilio indigna, in præf. § III el IV,
(ela eliam Basilio tribuileslalur, el Lambeciuni,III, pag. x sqg. In ed. Paris. olim et ap. Fabr. numera
p.is . 122 sq. [pag. 315 sqq. Kollar.] colous åsxń balur inter homilias n . 21, et Fabric. addit : « Ver
gew ; vocat Gregorius presbyler in Vila Nazianzeni, lerunt Volaterranus el Cornarius. Cilal aliquoties
quem una in illis elaborasse innuit. Vide él quiť in Damascenus in Parallelis. - Exstat in cod. Au
(a ) Pag. 315 sqq . ed . Kollar. in cod . LXV, n . 5, Cæsar. LXXXIX , n . 5 (Lambec, 1 c ., pag. 479) est
el ll. 4 , præcedit scholion Gr. Theodori Swdinit', Constitutionem monastic. cap. 24 : Quod monachus
quo ille contendit , Constilutionumi monasticaruni, non debeat honores el prorogativas appelere. - .Ex
que incipiunt, Τήν κατά Χριστόν φιλοσοφίαν επαν stanl islie Constilull. in VI could . Paris . — Floren
EASuevos , etc., verum aliciorem esse Basilium , in liæ in bibl. Lolirent. cod. XX , 1 . 8, plul. 9 (Bel)
cod . Cæsareo divistilli est opus in capila iriginta , din . Cal. could . Gr., I, pag . 423 ) el capila quiæduin
quorum prologlis (1ili in ed . Garn . ) incipit: Thy in aliis illius bibl. coud . HARL .
xart X 15. 1.000play in...Valój :995. - In cou .
 NOTITIA EX FABRICIO .
gust. Vindel. lesle Reisero in Indice mss., etc., A NII, p. 463, ibique Kollar, el pag. 488, elc. Augusti
pag . 37. - In 13 codd . bibl. Paris. Harl. Vinilel. in duobus codd., leste Reiser, in Indice s.
3 . Els thv dyiar toũ X PLITOJ Yévvr,olv, In sanctam Catalogo, etc. p . 8 et 30. — Florentia in bibl. Lal
Christi generalionen , Garn . II, p . 595 sqq. ; olim reat. in cod. XXVI, 11. 2 , plut. 7 . 11 cod. XVII,
et apud Fabric. n . 25, inter homilias, ad quem n . 3, plut. 9 , - el cod. XXXI, n . 7 .plut. 10. V . Baie
num . jam Garnieri de illius vooɛla judicium laudavi. din . Cal, codd. Gr. Laur., I, p . 277, 416 et 495. –
Inc. X PLOTOÙ yévvnois. Primum , quæ ibi admolave- Venetiis in codd . Marc. jawi meinoratis LV, LVI,
ral Fabricius, huc reducam . « flæc honsilia Pre. LVII bis --- Cod. LXXV. - Taurini in cod . CXXIV,
quenti usu in Ecclesia Græca irita , et in libris rol. 53. V . Cal, codd.Gr. Taur., pag . 231. - Paris.
Græcorum ecclesiasticis obvia est ; unde, diversis in XXIV codd. bibl. publ. – Secundum Montlauc.
lectionibus eam abundare , notat Conubeſisius. (Sed in Bibl. Coislin ., pag. 179 et 423, inter libros Grie
Garu . in præf. pag. XVIII-lac multiludine variarum cor. ecclesiast. in codd. CV, n . 22, el CCCVI, u. 31 .
lecit. arbitratur, coirfirmari suam sententiam , lale - Mairiti in coj. regio LXVI, pag. 16 , vide Iriart.
expositam , islam orationem esse adulterinain , nec Cal. codd. Gr., pag. 355. Ilarl.
usquain se invenisse,leslalur, illam bom . Ecclesiarum 4. Depl ustavolas, De pænilenlia, pag. 603 sql.
usu maxime trilam ſuisse. Add. Oudin .l. c., pag. 551 B Inc. Tūv thy metávolav ávarpsiv tohuÚVtwy shy ades
sq . IARL.) - Græce prodiituna cum aliis Lovan. Govelav, etc . Garn . in Præf., § VI, pag. xvill sqq.,
1537, alyue es recensione Dav. Hæschelii, Angusiæ copiuse demonstral, hanc orat. in qua auctor, quis
Vindelicor. 1587, 8. ( In collectione variarum bo . quis est, non id sibi proposuit, ut auditores suus
iniliaruin : Ouidla . Osogopwy trvūv Glatépwv. Ho ad pænitentiam horlarelur, sed ut Novatianos el
miliæ sacræ ex codd. vel nunc primum , vel einen Montanislas, pænitentiam negantes, couſularel, a
datius editie : typisMich. Maugeri, pag. 85 .Harl. ] Basilio non esse scriplam , sed ab episcopo quodam
- et curante Mich . Prosselio , scholie Northusanze allerius episcopi rogalu . – In prior. edd . Paris, et
reciore. 1633, 8 . 1 - isem a Jo. Beveil. Carpzov. apud Fabric ., qui eam versam esse a Vulaierrano
theologo Helmstad. in Progr. acad . Basilii Vayni el Cornario aduolal, est homilia XXVIII.
orario de humana Christi generatione. Græce et Lat. 5 . Ilpos tous ouxoçavtovta ; hjäs, öti tpels
ex recensione JulianiGarnier. In sectiones primum cous dévouey . Adversus eos, qui per calumnium
descripla , nova versione, argumento el nolulise cuni, dici a nobis deos tres. Inc.Meyaan napáxina
iwacta. Helmstadii 1757, 4 . In præfat. Carpz . valile 015 yuxais old to leloeislai, etc. Ap. Garn . pag . 609 ,
Jaudat hanc homiliam , gravemque judicat el dignam qui in . Præſ. § VII, pag. &XH sqq. sustinel osienia
lanlo oralore. In contextu quidem Græco consti. dere , hanc homil. indignam esse qux tribuatur B:1
luendo in primis secutus est Garnier., contulit lä - silio ; sed auciorem illius sibi imitandam proposuisse
inen edit. Basileensem a. 1551, el interdum discessit eam orationem quae inscribitur Contra Sabellianos
a Garn. lain ia verbis quain interpunciono, el in no- et Arium el Anomæos. Secundum edil, supier. Paris.
jis sane doctis atque eruditis contra Garnier . , pag . 12 , el apud Fabric . numeralur homilia XXVII imler
23, 39, 40, elc., de fide bujiis orat. pro Basilio reliquas Basilianas. Vertit eam , solante Fabricio ,
disputal. Conf. Nova Lips. acla erudil. a . 1759, Julins Coruarius ejusque interprelalio sırvata est
mens. Jani., pag. 35 sqq . HARL. ) in edill, superioribus BasiliiGræco -Latinis ,
Latine verterunt præler Volaterranum et Lorna- 6 . NÓros tiepl tců aútspouslou• De libero arbitrio .
rium , ac fortassis alios , Georg . Langewithus, Lin Inc. 0:5 évutá pxei o bɛios vóuos, elc . Garn . pig.
şsize 1575, 8 , cum cujus versione eam recudi cu . 013 sqq., nec ei tanti visa est loin . ut novam inter.
ravit Christian. Daumius in Homiliis Patrum in prelationein susciperet, scd velerem , hinc inde inu
festum nativitatis Christi, Cygneæ 1670 , 8 . Prodiit lalam , rritinuil. lo prælal. § vill, pag. XXVI 594.
el cum versione et notis Christiani Wilhelm . Ca- (add . $ XIl fill., pàg. LXXVI, negat Basiliuin illius
leni 1669, 4. Alias jiem binas editiones Helmsla - os. bomilie, sive , lide duorum codd., Prologi ascelici
dienses hujus orationis a. 1600 et 1645, 4, Daumius fuisse parentem . Idem sentiunt Oudin .I.c.,pag .552,
memoral, quas non vidi. (Nec vidit illas Carpzov. el Schroeckh I.mem ., pag. 188 sq. — Apud Fabric.
qui pag. i Præf. Calenianum edil. valde culpal, et secundum edin . Paris. numeralur hom , XXXI,
« quod textus , ail, viliose depravallis , et scabra isque, « verlit, inquit, Cornarius. Prologus asceticus
Hesiles ubique ineptiunt. , HARI. ) – Argumenta, censili. , - Exstat ilia oratio in tribus codd. Paris.
quibus hanc homiliam Busilio abjudical Cave: s et Florentiæ in cod. Laurent. XX, n . 2 , plut. 9 . V .
(vol. I, pag . 242 ed . Basil.) non videolur mihi lam Bandin . Cal. codd .Gr. Laur., 1, p. g. 423. GARL.
explurala , ut illis assentiri lector debeat. FABR . – 7. Abyos eis tó . Min Göç Ürror oois os baixois.
Graviora lamen altulit Garnier. Dubius esse vide. unde ¿Airvordens oois Bleyápois . In illud :
tur, saltem non omnino decernit cl. Schroeckl l. c., Ne dederis somnum oculis luis, neque indormitos
pag. 186 sqn. — Esstat Vindobonæ in cod. Cæs. palpebris luis. » Inc. 0° auttei ue tláttwSIS TWY OUL
aliis qualuor bomiliis Basil. V. Lambcc. Comm ., Combelisius non indignam label Bisilio . SelGavrilo
CCLXIV PROLEGOMENA .
in Monito previo , pluribus autem el gravioribus in A adulterino Garn. in Præf. § XII, pag . LXXVII, suam
præf. § IX et X , pag XXVIII–XXXIII, prolatis ralio amplissimis verbis dixit el gravissimis luitus est
nibus, contra Combeſisiu , Colelerium , Tillemon argumentis sententiam , disputans inprimis contra
lium et Du Pin , illarum palronos, dimicans, islam Tillemontium et Du Pia , id Basilio asserenles, alque
et sequentem . Combeſisium , Euslaihio Sebasteno tribuenlein . Al.
8. Iepi mnotslas, 2.oy. Y'. De jejunio orat. Ill que Garnierio assentilur Schroeckh I. c., pag. 203 .
( quae incipit Nhotelas zal idaguoù ó ralpos, p . 621 - Florentiæ in cod . Laurent. a bibliopega in verse
8119 .) pro spuriis habuil ; sed tamen ita rursus eden compacto , XX , n . 3 - 6 , plut. 9, nolanle Bandinio
diis esse censuit, ut Græca el Lalina nolasque mu in Cat. codd. Gr. Laur., I, pag. 423 , occurril 1°
lua sumeret a Colelerio . Nam duas istas homilias sermo I (quod est cap. 1 libri ne baplismo, pag .
ediderunt Fr. Combeſisiusin Ecclesiasle suo Græco, 624 ed . Garn.) ; – 2 . Quæstio cum responsione, s.
Paris . 1674, 4, Latine duntaxat, ct Jo . Baptista Co- cap. 2, pag. 629 ed . Garn . ; - 3. Sermo II, s. 13
lelerius Græce ac Lal. in 1011 . 1 Monumentorum quæstion . cuin responsionibus, apud Garnier. pag.
Ecclesiæ Græcæ , Paris. 1677, 4 , pag. 38 - 40. In 652 sqq.; - 4º Sermo terlius, sive caput tertium ,
superioribus edill. Græco -Latinis non exslal or. III pag. 649Garn. Harl.
De jejunio. Hinc Fabric . in vel. edit., § VII, inter 11 . Aeltoupyla. Liturgia . Garn . II , pag. 672 sqq .
scripla Basilii quæ sub ejus nomine ferunlur, sed in Sed antequam , quæ ille reddidit, enarrem ,ea quæ
edd. Gr.- Lat. non exstant, n . XVIII retulit. — De Fabricius in vel. ed . inter scripta, in edile. Basilii M .
codd. quibusdam v. ad n. 2, inter liomilias, loin . I. Gr.-Lal, desiderala n. XX el XXVI scripsit, additis
HARL. quibusilam observationibus h . I. reponam . Hall.
9. Aoyos els thv ÚTSOTÚTWELV tñs doxý,geu);" De XXV. Oela deitoupria , divina liturgia (a), cujus
religiose exercilalionis informalione sermo. Inc. To codicem Græcum plus quam mille annorum in bi
Kuplow huñv 'Inaoũ XPLOTOŨ Tepootdogovtos. Garn . bliotheca Barberina reperiri teslalur Montfauconus,
II, pag. 623, ex editione Combelisii in hujus Basilio pag. 210 llineris lalici. Incipit : '0 Ogos , o Od;
recensilo , pag. 98 - 105, recudi ſecit, et in præſ. Huwv, o adv oupavlov åptov, thy tpoohv , elc .
ſ XI, contra Combelisium disputans, probavil fuisse Græce cum liturgia Jacobi el Chrysostomi, allis
ab aliquo, qui Basilii Regulas diligenter legisset, que scriptis liturgicis prodiit Paris. 1560, ful., pag.
illam oral. vel polius epistolam Basilio suppositair . 43, lypis regiis apud Guil. Morellium , el Venewis
lu edilt. super . Gr.- Lat. non exslal, et a Fabricio 1548, 1601, elc .
in vel. ed. inter ejusmodi o.nissa scripla n. XXII . Laline ex veleri versione in Rincaviensi S . Joan
memorabalur. — Exslalin VII codil. Paris. Harl. nis monasterio reperla , post Jo . Cochläum , in Spe
10. Nepl Battlouatos . De buplismo. Dehoc opusc. culo antiquc devolionis circa missam , Moguntiæ 1549,
Fabric. qui in vel. e.lit. numerabat post homilias IV , fol., pag. 119 [ conf. Iulig. De bibliothecis Palrum ,
10in . I edd. super.Gr-Lal. • Debaplismo, ail, el de pag. 664 ], edidit Claudius de Saincles inter Lilur
ufficiis baptizandorum baplizatorumquelibri tres, quo . gica Palrum , Antwerp. 1562, 8 . Præterea vertitGen
rum secundus continet responsionem ad tredecim lianus Hervelus Venet. 1548, 8; Antwerp. 1562, 8.
quæstiones ; tertius vero brevior male in editis pag. Græce et Latine cuin Herveti versione exstat in
670 secundo præmillilur. Vide Combelisiuin Basilii Auctario Ducæano Bibliothecæ Patrum Paris. 1624,
restituli loin . 1, p . 249. Vertil Wolfgang. Musculus, fol., lomo II, et in Bibliotheca Palium Paris. 1654,
Basil. 1540 , cujus versio in Græco-Lalin . edili. com . XII, p. 282, ex Græco Demelrii Ducæ , Roma
exstal, a Ducæo castigala , el Janus Coroarius. 1 – 1526, 4.
A Garnierio , II, p. 624, inter spuria positum est id El cum variis lectionibus notisqne Jacobi Goari,
opus, quod apud illum consial duobus libris ; quo - in Euchologio Græcorum illustralo, Paris. 1647, fol.,
rum prior distinctus est in tria capp. Alqui leriium p. 158 seq. [rec. Venel. 1730 ; el aliul illius litur.
capul olim inscribebalur Liber secundus. Sed Garn. D giæ exemplar ex ms. Isidori l'yromali, Smyrnæi,
in nola pag. 649 : « Lucubraliuncula , inquit, quæ monasterii S. Joann. in insula Palhmo diaconi, p.
sequilur (11. cap. lertium apud illum ) rejecia est in 180, cun V. L . edil. Lalinze Margarini de la Bigne,
Reg. primo post eam commentationem , qui in ini- p . 184, el nol. p. 185 .)
pressis libris inscribitur Liber secundus, sic ut in (Fabricius infra vol. XIII, & XLIV , pag. 814 sqq .,
eo codice distinguantur tres libri. Res aulem non dedit calalogum liturgiarum veler. edilarum , et re
lanti nobis visa est, ut propter ea judicaremus aut censet pag. 816 sq. Georgii Cassandri Lilurgica .
ires libros distinguendos esse , aut antiquum ordi- Colon. 1559, 8 , et in limine operum , junctim edilo
nein mulandum . , Liber secundus continet XIII rum , Paris . 1616, fol., in quibus non integræ qui
quäest. cum lotidem responsionibus. De illo opere deru liturgi:c veleres, sed argumenta breviler expo
(c ) Basilium scripsisse aliquid hujus arguinenti , nes, quid demuin in ea Basilii sit, cerlo dicere, vix
el liturgian litteris consigliasse, 11011 est dubitandum est opis bumanæ , Basilii liturgiain illustrat Allatius
posl lol velerumi el lotius Orientis testimonium . Sed eserc. XXV, contra Creyghionum . Vide et Acha
imler lol el tam multas, quie ab illius tempore Basic sunctor. loin . II Junii, pag. 813.
ii liturgiie allale sunt mutalionci di interpolatio .
 NOTITIA EX FABRICIO . CALIV
sita habentur ex liturgia Chrysostoni per leonem .A lurgiam : in cap. 17, inter alia ex missa, quanı
Tuscum , ex liturgia Basilii et Græca illa , et altera , vocant, Basilii el ejusdem liturgia Gr. Alexandrina
quam Syri Anaphoram vocant; lum recensel pag. et Syriaca sive Coptica ostendere conalur, missam
818 sqq. amplissimamn Liturgiarum Orientalium col- sic dictam esse verum sacrificium , etc. Hoc quoque
lectionem ab Eusebio Renaudolo , Paris. 1716 , 4 , pertinere arbitror opus quod tamen ad manus non
duobus voll. publici juris faciam . Fabric. aulem habeo :
observal, Renaudoti versione non tulo ubique stare Jos. Al. Assemianni Codex liturgicus Ecclesia : uni
nos posse, sive causæ suæ inservientis, sive non sa - versæ , in XV libros distribulus. Romæ 1749-1763.
tis assequentis verum sensum , idque docuisse Ma XII voll. 4 . HARL. Add . Zaccari Bibl. Ritualis ,
Iburinum Veis, erium la Croze in Apologia pro Jobo tom . I, p. 12 ; tom . II, p. 16 sq
Ludolſo contra Renaudotium inseria Diario lillero Differt ab hac in non paucis liturgia Basilii, quam
239 sq . (In thesauro epistolico Lacroziano Renau . Arabico (cui Coplica erant adjuncta ,, versam La
doli et ejus controversiæ cum Ludolfo frequens lit line edidit Victorius Scialach , Accurensis, Maronila
mentio. V. lom . I, pag. 136 ; II, p. 122, 129, 143, e monte Libano, curante Marco Velsero , Augusta:
155 ; NI, p . 18 sqq , 126 sq ., 153, ele ) - lu illa B Vindel. 1604, d, el lom . VI Bibl. Palrum Paris.
igitur collect. est in lom . I, 11. 1, Basilii liturgia a 1684, pag. 75. Incipit : Domine, qui nosli corda
Scialach olim versa ( sed Renaudolus novam ex hominum . (Garm . II, p. 688 sqq., cuin vers. Renau
Coplico concinnasse se versionein profilelur)pag. 1, Joti.)
et Renauddli ad eam comment. pog . 169 - 300 lum Nec non Anaphora, quam ex Syriaco dedit Andreas
ex cod. Paris. bibl. liturgia Alexandrina, inilio mille Masius, Antwerp. 1569, alque inde inseriam habes
lila, p. 57. ( a Garn . reridila ,) ex cod. Regio Paris. – lomo IV Bibl. Palrun Paris. 1575 ell. VIParis. 1589,
ac nolæ Renaudoti p . 333-352. In loin . II, qui con. 1654, 1624, fol., atque supplemento Francofurlensi
tinet liturgias ex codd. Syriacis bibl. Colbertinæ criticorum sacrorum loin . II,p.439 .Brevior est,alque
s. Seguierianæ mss . Lal. versas a Renaud. est 11. incipit : Æterne Deus, qui in principio homines creusii
4 , Basilii M . ( sive , utin cod. Colbertino, Basilii et ad immortalitatem . Anaphorae siveliturgiæ subjicitur
Gregorii Theologi) Liturgia s. anaphora , pag. 548, precatio qua consuevil sacris operulus uti apud Dium .
es Andr. Masii versione, edita Antwerp . 1569, 8. – Incipit : Laudetur essentia quæ omnibus essentiis su
Renaudoti obss. p . 562. blimior est. [Edit. a Renaudotio , ut paulo ante jam
Aertouprixdv güv Dav dylo , xata chiv rágcv toū , animadverti.]
TUALXOŪ tñs TavoÉTITOU Movñs tñs xpu teto céééns, Apud Pelrum Diaconum (a ) lib . De incarnatione
val univ xaid koos tūv 'Italoy paixūv uovasóvtwv et gratia Christi, cap 8 , leguntur ex Basilii Cæsa
toŰ perádou Satpos Mucov Basileiou . 'Ev 'Póun riensis oratione, sise precatione sacri altaris, quam
Tapă 'Iwávvn B2TITLOTT Tio BouoséTTW ,QXTY' ( 1683), pene universum ait frequentare Orientem , quæ in
ſol. , conſeclum ab Apollinare Agresta . Vide Baumi- nulla liturgiæ editione leguntur : Domine rirlulum
garlen , Nachrichlen von merkwürdig Büchern, lom . ac lulamentum ,malos, quæsumus, bonos facilo, bonos
lil, p. 359 sq . — Ibid . p. 357 sq . recensentur 'A ex- in bonitale conserva : omnia enim poles, el non est
uçatıxóv . Liber pontificalis Ecclesiæ Græcie qui coniradical libi, cum enirn rolueris salvas, et
labore Isaaci Haberli, etc. Paris. 1643, fol., el Goari nemo resistil voluntari lua .
Etyodbylov, elc., jam a Fabricio memoratum ; et XXVI. Basilium tóy Mégav Šv tñ épurvela tõs
pag. 207 sqq ., Liturgia Romana velus, iria sacra . deltouprias citat Isaacus, magna Arinenæ catholi
inentaria complectens , Leonianum scilicet, Gela - cus, sæculi xi scriptor, invectiva 1 in Armenios, p.
siangın et antiquum : Gregorianum , edenle Ludo . 341 (lom . Il Auclar. novi Combeſisiani). Ai, quæ af
vico Antonio Muratorio, - qui el ipsam cum alia . ferl, exstant hodie in dewplz juurtaywrexß (Basilio
ruon gentium liturgiis conlulit, ad confirmandam ascripla in duob. codil. Paris. el cod. Escorial.] quæ
præ cæleris catholicæ Ecclesia de Eucharistia do - auctorrin habel Germanum , patriarchain CPol. A .
clriuam , elc., Venel. 1748, Il voll. fol. In prolego . Chr. 1255 defunctum , licet illa in codicibus qui
men. cap . 12 et 13 demonstrasse sibi viilelur Mue busdam nomen Basilii, in aliis Cyrilli Hierosolymi
ratorius consensuin Occidentalium Ecclesiarum cum lani, præferat, el licet Basilio vindicare eain velit
Romana in doctrina de sacra cena , et enumerat Combeſisius in nolis p . 420 . Incipit : 'Exxansia sot!
præcipuas Orientalium liturgias, primoque loco lit. vads Dagū. FABR .
Grecorum, que vocetur Liturgia Basilii M . et Chry- Ιστορία μυσταγωγική και εκκλησιαστική citatur
sostomi; lum comparat Basilii lilurgiam , inscriptam et exstat in cod. Naniano CCXXVIII, n. 29. V. Cal.
TWY Toponylaguéreur, el postea Coplicam Basilii li- codd. Gr. Nan., p. 422. – A Garnier. II, d. 674
(a) Inter Fulgentii opera, tom . IX Bibl. Pairuni sequi, nisi ut quædam liturgia Basilianæ particulæ
edil. Lugil., pag . 198. FABR . Renauoi, quidem in sint servalæ , atque quænami sint germanæ , dici non
viss. De liturgiar. Oriental, origine el auctoritale, posse, sobrie apimadvertit cl. Schroeckli, qui l..c.,
2011 . I, pag. XXXVIII sq ., contra Tillemont. aliosque pag. 203 -206 , de liturgia Bas. agit, el quædam
oslendii, majorem dimidiam ex Fulgentio citalam contra Renaudoi bene disputal. DARL .
parlem in Gr. liturgia reperiri: scd inde nihil aliud
Célsta PROLEGOMEXA.
sqq., c. Renaudoti operc cit. redilitie sunt tantuni A ralus, pridem intercidir. Vide Tillemont. tom . 188
prima el tertia ; 1º Liurgia S. Basilij Alexandrina.ex Memor. hist eccles.. p. 611. , llactenus FABR. Gar
cou . Græco-Arabico, initio mutila , Gr. ac Lal. - O rier.,qui iria hæcopuscula Gripce unquam exstitis
Liturgia S. Bis. ex Coprico conversa. – In præf. se dubital, e contrario a Latinis composila fuisse
$ XIII , p. LXXXV, admodum pauca de Basilii liturgia pro cerlo hibel, discedil a sententia Fabricii alque
caule monet, quoniam ab aliis abunde sit de illa in Oudini, etnegal libellum primum , in quo ne unum
ulramque parlem disputatum . Adde Riveti Crilici quidem verbum de liberorum amissione legalur, il
sacri lib. 111, cap. 20, p. 354 599. L'herius de illa lud ipsum opus esse Victoris Carlennensis, quod
euil et diversa variorum judicia collegil Oudin . ill Gennadius ait, ideo scriptuin fuisse a Victure , ut
Comm . cil. Tom . I, de Basilio , cap . 5 , p . 572 sqq ., quemdam amicum suum super filii morte consolare .
lil Renamoci aliorumque narrationes schieniiasul lur. Docel, auciorein voluisse omnes consolari ca
prætermillani. - De cod . bibl. Paris. n . MUMXSIDI, Pamitosos, præcipue eos qui leprie morbo allicia ! an
bonbycino , Græco -Arabico , qui continel liturgiain tur. Denique laudal amici cujusdam judicium , illuin
Basilji Alexandrinam , Coplice versam , cum versio . libellum a Gallo fu ssc composilum , eo videlicet
ne Arabica, sed diversa ab ea quit occurrit in Copli- tempore, quo leprie lues regiones illas maxime in
cis codd. plura tradit Renalidot. in Montfauc. Pa - B festarel. De secunda oratiuneula adoplaiGarn . Fa
laogr. Gr., p. 313 sq . — Ibid . inter libros suos Ge - bricii alioruinque judicium . Tertium denique opus
rasilis in diplomate Græco pair. S. Basilii Roniæ , sculum aflirmal Basilii quidem non esse ; sed, aut a
pros! ann. circ, 110 , memoral toy épurvelav, etc ., quo , aut quo tempore elaboratum sit, plane ignoraf,
juerprelationen liturgico S. Basilii. - In bibl. Ur- llarl.
fisbash. Francof. fuit in cod . siec. 1x , Basilii litur- (XIV .) De laude solilariæ vitæ , Latine. Incipit:
gia, sed non modoab edilit Grirca in mollis diver. Libel de singularis vilke mer merilis, elc. P . 705.
S:1, verum etiam ab ea quain Euseb . Renandol. in Neque hoc Basiliuon lictorem habet, sell Pelrum
Collectione liturgiarum Oriental., lom . I, p . 57 sqq., Damiani, pelilum ex ejus opuscolo XI, sire libro
ex Regio cod. prinus edidit, longe recedens, uti le. Dominus vobiecum , cap. 19, lom . III Opp. pag. 103
giæ invicem conveniunt. Quare J. II. Mails in Bibl. [XV.) Admonitio ad filium spiritalem , Laline, n
ms. Uſenbachiann, p . 497 -522, eain Graece cum certo interprete. Incipil : Audi, pli, admonitionem
sua versione Lal, et nonnullis adnotall. publici juris patris lui, p . 208 Exstal el in appendice Codicis
fecit. — Paris. in bibl. publ. liturgia Gr. exstat in c regularum monasticarum , recensita a Luca Holsie
VIII cod . V . Cal. codd . Paris., vol. 11 ; præterea in nio , Rom . 1661, 4 , el inter Parænelicos réteres cuin
vol. I enumeratur, p. 57, inter could. Syriacos, li- notis Melchioris Goldasli edilos busulis 1604, 4 . De
Jurgia Basilii el Gregor. Nazializ. cum aliis in cod. Anglo -Saxonica versione ms. ville catalogum scripto
LXVIII. - Pag. 72 sq . inter could . Copticos liturg. rum septentrionalium in Thesauro Georgii Hickelii,
una crin interpretatione Arabica , codu . XXIV usque pag. 72. Fabr.
ad XXX, in 4, cod . XXXIX , in 8. – Lilurgia Ba- [15. Homiliæ oclo Basilii, quas transtulit Rifinns
sil. in epitomen redacta , in coll. XXX , fol. – Vin - de Græco in Latinum , a Garn . II, p. 712 sqq., e duo
dobonæ in cod. Cirs. XC , 11. 3, Basiliipræceptuin ad bus leleribuis Paris. codd. primum in lucem pro
sacerilolenide divina liturgia , leste Nesselio , Car. ducim. Add. ejus Præl. p . LXXIV sq. Conf. Just.
codd , part. v, pag. 146. IIIAL Forlanini Historiæ lillerar. Aquileiensis librum v,
12, 13, 14 . l'rucialus S. Basilii de consolatione cap . 8, pag. 298 sq ., qui etiam lestatur, probalque,
in adversis , incerlo, seil onliquo interprete. Garii. a Rusimo ocio, non , lili Tillemontinis putabal, decern
II, p . 697, qui in præf. & XII, p . LXXXV sq ., de hoc Basilii homilias Liline csse redditas, laualquie cod .
el duobus sequentibus opusc. Latinis, quæ apudFa . Vibinalem LXVII, wiembr., in bibl. Valicana , ubi
bric . numerantur XIV e XV, latius disserit. Harl. D priser homiliæ Vili Basiliane a Rufino conversa
Fabricius autem in releri edir., n. XIII appendicis cum prologo ad Apronianum leguntur. Oclo quoque
Gr. -Lat.. p. 195 ed . Paris . a . 1618 . « Latine, ait, in - loomiliæ cum Rufini præefol. in librum liomiliarum
cipit : Quemudmodum naris cum undarum tempestale Basilii, sunt in cod. Lai. Dresdensi elect. V . Goelz
nuassalur. Non est Basilii, nec e Graco versuis , seit Memorabilia bibl. Dresd. , l, part. iv , p . 362.
Latine scriplus a Victore, qui posı Rusticum Car - Appendicem vol. secundi Garn . excipiunt Fron)
lenna Mauritanie in Africa episcopus circa A . Chr. louis Ducæi in homilias el alia diversi argumenti,
460 ſuii, et bunc consolatoriliin libellum , qui eliane in regulas el fusius et brevius iraclalas ; in libros
inter S. Elicherii oper: legilor, ail nescio quem Bal De baptismo : lum breves notae ct animadversiones
silium super morte filii scripsii, leste Gennadio cap. Federici Morelli in quasdam Bussilii homilias ; deni
77 De scriplor. eccles. Ejusd . Vicioris liber Depæni- que indices . Im edil. Paris. a.1618 sint quoque sub
lentia publicuni inter S. Ambrosii opera lucem vi. jeciznolic in illa aliaque opera Basilii, et lorum
dil, el in ms. Remensi male refertur ad Victoreni opus obsigniant varie lectiones in Ascetica , cx coli
Timnensem : liber vero ad Gensericum , Vandalo- co perantiquo Gerorili Vossii notavit ab Andrea
runi reuein .contra Arianos, Gennadio ilidem memo. Scholu ail cuil. Grarum a . 1551,
 NOTITIA EX FABRICIO . CCLSVII
In illa ed. a. 1618, n . XVI, claudit, ut verbis ular A inquit Coinbelisius (qui pluribus locis hunc librum
Fabricii, appendicco Gennadii Scholarii, patriar- emendat illustratque, et Erasmi versionem emeli.
cha CPolil. A . Chr. 1460 denati,dissertatio episto - dat) tom . II Basilii recensili, p. 84, librum hunc
lica De vilæ lermino el prædestinalionead Josephum , quasi in mysterio credilum Amphilochio, ea lege, ne
monachum Thessalonicensem ,pro vindicanda senten - in vulgus ederetur,ne quid inde æmuli in eum gravius
lia S . Bisilii, quem magnismaclatelogiis.Incipit : Kas constiluerent : quo fuctum est, ul is obscurior antiquis
VOTESTIS Ėoefáumus. « Hanc dissertationem , a Maximo manserit, non ut suæ illi auclurilatis quidquam dece
Margunio, Cytherorum episcopo, nartus, primus dat; inter præcipuas Basilii lucubrationes merilo
Græce e lideral David Beschelius Augustiz Vindel. numerandus. Plura in Erasmi versione eliam casti
1594, 4. Federicus Morellus Latine verlil et Basilii gaverat Joan. Billius, quæ Possevinus in Apparalu
operibus subjunxit, cujus etiam nolx in Brasiliuin excerpsil. » Hactenus Fabricius. Conf. Scullel. Me
p . 95 videantur. , HARL. dullani theol. Patrum , qui p. 1055 magnam libri par
(In lomo tertio edii. Garner., post hujus morlein lem judicat esse Basilio suppositam ; Du Pin Nouv.
absolulx , sunt Basilii M . 1° liber De Spiritu sancio ; Bibl. des auleurs eccl., loin . II, p. 181 sq.; Roesler
9. Epistolae ; 3o Sermones XXIV de moribus, per Bibl. cit., vii parl., pag. 44 -76. Oudin . Commenl.,
Symeonem magistrum el logothelam selecti ex om - B etc. I. p. 560 sqq., qui, contra Du Pin ejusque asse
nibus Basilii operibus ; 4° Liber De virginilaie. In clis potissimum dispulans, cum Cocco, Anglo , is
prafatione nonnulla Basilii opiniones el doctrinæ , censura scriplorum quorumdam veterum , voc. Bite
jira'sertim de Spirilli sancio , de traditionibus, Eu - silius, p. 245, Rivelo , Erasmo, elc ., evincere sludel,
charistia , elc., expenduntur, illustrantur alque vin . permagnani operis partem esse interpolatam ; porro
dicantur, el auclur sæpe rein habuit cum Scultelo Præf. ad tom . III eil.Garii., $ III sqq . el in Vila Ba
aliisque ad defendenda potissimum suæ disciplinæ silii, cap . 30 , sect. 6 (ubi ostendilur absolului
placita , el Basilium cum illa conciliandum : frequen- fuisse a . 375 ), el cap. 38, Schræckh l. cit., qui
ler dissentil quoque a Tillemonlio . Sed hæc legant summam dedit libri, pag. 149 -164, el pag. 1(i3
esaminenique ji ad quorum munus furumque ejus- 168, caule el moderate de eo judical. - llistoriæ
modi pertinent qua:sliones. Tuin copiose enarralur synodi Nicænæ – collecte el accurale descriptie a
Vila Basilii, el de ejus siriptis, lam genuinis qıam Joach . Camerariu, Lips. 1552, 8 , aduiior appe::dis
dubiis spurjisque, ellenipore quo opera pleraque er dispulatione , quae ascribilur Basilio , Cirsa ree epi
elepistolæ sintscripte, uberius agilur. Posthæc se- scopo, De sanclo Spiritu . — Exslat liber mslus
quuntur Basilii opera . Vindobonæ in bibl. Ciesar. LXXV, n. 3 (quem coil.
1. llepl toù dylou Iveupatos. Liber de Spirilu milem ad plura loca emendanda censet lore Lam
sancio ad S. Amphilochium , Iconii episcopum , Cism bec.) – In cod . LXXXVII, n . 2 . - ln cod . XLIV ,
interpretation.e Erasmi, plurimis locis emendala : 1 . 29, ex cap . 27 el 29 operis De Spiritu suncto
pag. I sqq.; at in edl. Paris. super . p. 142 tomi II, fragmenta (quæ eliani Gr. et L : . esslant in Thien
el in vel. Fabric. Bibl. Gr, ed . 11. VIII. Fabricius au - dori Balsamonis Syntagmale canonum , cum ipsius
tem ea quæ sequuntur scripsit de co libro : « Ilic in expositione Graeca, p. 1029 - 1036. ) V. Lambec.
capila triginta divisas, atque inde tpraxovta xEÇQ- Commeni. III, pag. 572, 475, el VIII, p . 883. -
alwy nomine a Joan . Damasceno in libro 1, il eldi lbid . in cod . XII, 11. 14. Basilii canon XC , ex libro
De imaginibus, cilalus (a), quem Basilius scripsit De Spiritu sancio s. fragment. capitis 27 libri Do
occasione (6) Aelianorum , Spiritum sanclum rebus Spiritu sanied. V. Kollar. Supplem , au Lambec.,
prealis impie accensentium . Laline verlie Erasmus, pag. 113. - Eadem duo fragmenta sunt in cod .
cujus interpretatio prodjil Basil. 1532, 4 ; Paris. Taurin . CV. V . Cal. could . Taur., p . 196 . — el in
1532, 8 ; 1580, 8 ; inque editionibus Basilii el tom . cod. Laurent. XI., n . 57 ac 33. V . Bandin. Cai.
VIII operujui Erasmi legilur; vertit el Cornarius in codd . Gr. Laur ., 1, p. 74 . - fragmm . in cod. Mo
editione Basilii Latina, Basil. 1552, fol. Porro non o squensi XXIII, 11. 4 . V . Malihæi Notit . codd .
modo censeo, falli bos, qui istun librum vel parlen Mosq., p. 35. - Liber ipse Venetiis in cod . bibl.
ejus postremam , Erasmum seculi, Basilio abjudic Marc. LVIII et LXVI. V . Cat. codd. Gr. Marc.,
cani, aut suspectam habent ; sed ctiam inter pula P . 42 el 45. Harl
cherrima illum esse Basilii monumentorum haud 2. 'Etreetodal, Epistolæ , p. 69 sqq., quæ in Garn .
dubito ; magisque amliendım Casaubonun Eieri . eilit secundum temporis ordinem sunt positæ et ins
Ivi ad Baron., n. XXXIII et XLIII, p. 459 et 430 , tres classes distribulæ , quarum prima comtinel epi
cui addes Theophilum Raynaudur , p. 24 Erolemu. stolas anle episcopaluin scriplas, ab a. 557 usque
Tum de bonis etmalis libris ; Natalem Alex., sæc. iv, ad a . 370 , quibus adduntur nonnullie dubiæ , quia
cap. 6, arliculo 19, alque Allatiuin contra Creyghio videantur ad hoc tempuspertinere, sliera eas quas
KUIN , pag. 510 seq. Liquel ex Basilii peroralione, episcopus scripsii, ab a. 370 ad a. 378 ; Tertia episto
( a) In tribes codil. Paris. addilur quoque titulo , tv dit wat' EÚvoulou . sed in notis ed . Garn , p . 1, di.
2 : anglois splexovta , UARL . cilurnon siam Eunomium quam Pneumatomachos op
16 ) Vide notas Benedictinorum all S . Ambrosiulli, pugnare Basilius; quan Visislinis quoque impie -alun .
lon . II, pag . 647 . Fark . Cod reg. quintus Piris . id ealeen opera subscrlül llare.
 tti.tv:11 PI:OLEGOMENA .
Jas nulla temporis nola signalas, cum pluribus A 4. Ilpos Mováčovta ÈXTIE GÓVIZ , Ad alium mons
dubiis et sporiis. Numerantur vero in hac ed . chum elapsum . Incipit : ALTTOs jo! çobos. P . 747.
CCCLXV . In comment. De vila Basilii, de epistolis [Garn. p. 133, ep . XLV.)
el lempore quo illae scripta fuerint, quam plurimis 5. lpos tapoévoy ŠX TTE GOūJav, Ad virginem ela .
locis diligenter agitur. Editor autem pag. 192, post psam . Incipit : Nūv xalpos èxbonsai. P. 749. [Garn .
erChinecom Jo. Goirle
Præf., enumerat multos codil. ad quos exaclæ sunt p. 135 , ep. XLVI. ) Græce et Latine cum Jo . Curle
atque emendalæ Basilii epistolæ . In primis laudatrii versione prodiit separatim Paris . 1574, 12. Con
tres codd. antiquissimos, Coislinian. 1 . CCXXXVII, tra has quinque cpistolas , ut Basilio ahjudicet ,
säc. circiler xi, scriptuin ; Harlzanum , sæc. mulla dispulat in Indice iniquitatis Dorschens,
aut xi, el Medic . - Laurent. ab Antonio Maria p. 114-172.
Salvinio collatum : his tribus, sallem quando 6. lpos 'Auquàóxlov ÈTÈOTOlal xavovexa! Y . Ad
inter se consentiunt, plus visuin est edilor: tri- Amphilochium Iconii episcopum , epistolæ canonicæ
buendum , quam aliis omnibus. Primus autem com - III, canones sive constilulioncs LXXXV de variis
plectitur epistolas 351, Harlæanus 249, Mediceus rebus, in ecclesia et inler Christianos observandis,
323. Alij plures aut pauciores comprehendunt epi- complexæ . Prima incipit : 'Avontu , onolv, tpwth
stolas. Sic cod. Regins MMCCXCIII, olim Mazarin., 1 cavti. Pag.757 [p . 268 sqq. Garn . ep. CLXXX VIU ,
qni est 500 annorum , complectitur epp. 272 ; coil. scripla a. 374.] Secunda : Nádai topos tas trapà tiis
Reg . MMDCCCXCVII,epp 354 ; Vaticamus epp. 327 ; Eůhabelas oou. P . 766 . (p. 290 sqq. Garn . np .
Coislin . CCLXXXVIII, epp . 328 ; alii paucas el in CXCIX , scr, a. 375. ] El tertia : 'ATIO 6800 uixpås

Alque quanla codd . copia epistolarum in bibl. publ. scr. a. 375 . ] Vertit Gentianus Ilervelus, el bas epi
Paris . reperialur, cognoscere licet ex indice ad Cal. stolas el Theodori Balsamonis in eas scholia . Paris .
codd. Paris., lom . II, in qno numerari possunt LIX 1561, rol., inter alias Patrum canonicas epistolas
codd. modo plures modo pauciores cpistolas Basilii pori canones apostolorum conciliorumque . Prodie
comprehendentes. .- Monachii in cod. Bavar. Ciu ranil Græce et Latine cum Balsamonis scholiis, Pa
sunt 174 epp. Basilii. V . Calal. codd . Gr., p. 40. - ris. 1620, fol. Conſ. Garn. Vilam Basil. , cap .
Quæ autem Fabricius de epistolis Bus. in tomo II 31, 32 el 33, de bis aliisque ad Amphil. epistolis .
ed . Paris . 1618 , n. X , prodidit etadnolavit, ea hic Barl.]
Com scholiis Joannis Zonaræ , que vertit Anio .
c nins Salmatia , collegii Anibrosiani doctor, al cala
8. Epistolæ . cem operum Gregorii Thaumaturgi,Macarii Ægy
1. Ad Chilonem discipulum , lipd ; Xiawva adv plii, el Basilii Seleuciensis. Paris. 1622, fol.
mujerū uabnttiv. Incipit : Ewtriplou repárlatos. Cum Balsamonis, Zonara el Alexii Aristeni scho
P . 755. Vertil Godfridus Tilmannus. Fabr. In ei!. His Græce et Latine inter alias canonicas epistolas
Garn. epist. XLII, p 125 , ubi in nolis animadverti- conciliorumque canones edidit, nolasque suas addi
qur hanc epistolam in cod . Mazarin . inscribi, 'Oulle dit Guil. Beveregius in Magne Synodico sive Pan .
à la tapós, elc. ; in cod . autem Regio MMDCCCXCV, declis canorum , Oxon . 1672, fol. (Conf. infr. rol.
Jiæc legi : Tevts toy abyov toūTOU toj dylou Niãou XI, p . 56 el 57. A Græcis el Lat. interpr, sæpe dis
Elvar méyouot Quidam hanc orationem S . Nili esse sentit rec. editor. tom . Ill in notis.)
dicunt. In cod. Medic .-Laurenl. XX , inter alia Bil 7 . Epistolæ ad eumdem Amphilochium ſraginen
silii opera est n . 15 , plut. 9 , episi, ad Chilonem , al um reol tie Tüy oltiwy Blacopas. De differen .
ouclior quam in ed . Garn . Alque Bandin . Cal. codd. liain ciborum
ciborum .. Incipit
Incipit :: Tois
Toie o xouçois
vouloid èyxpari.
Gr. Laur., 1, p . 424 , ea quæ desunt in edit. excudi Tais. Pag. 780 (a) . Legitur ilerun infra cpist.
ſecil. In cod. cod . n. XV fin . sunt epist. XLIV. ccccx .g. 11
XLVI; nam duæ ad monachum lapsum , el una ad D Epistolæ
: CCCCXXVIII. Fallitur Caveus , qui ait
virginem lapram . WARL. editionem anni 1638 prioreGræco-Latina Parisiensi
2. Novbesla Topos tous vious, Admonilio brevis ad anni 1618 esse auctiorem epistolis plus quam du
juniores monachos. Sucipit : Mãos sis, o mová centis , quas Rich . Montaculius eruerit. Nam ne
unam quidem epistolam label, quæ non in allera
idem Tilmannus. etiam legalur. Ex illis porro CDXXVIII exstant in
3. Ilpos povaxdvėZTEGÓVTä , Admonachum qui er prioribus Basilii eclitionibus epistolæ tantum prio
ciderai. Xaipeiv où déyouev. Pig . 744. [Garn . ep . Pr's CLXXX (b) quæ partim a Vincentio Opsopreo
VLIV, p. 131.) Verlil Wolfgangus Musculis. Griece vulgatæ erant ex illustris Bilibaldi Pirckai.
(a) In ed . Garn . non cst fragmentum , sed legilur (6 ) Epistolas editionis Græcæ Basil. 1550 , fol.,
!11'n . III, pag . 363 , 11. 4 epistolic CCXXXVI, in qua variis locis emendat e codicibus Augustanis Dav.
Basilius pergil variis Amphilochii quæstionibus re. læsciielius ad calcem orationis Damasceni in trans
pondere. Coul. Schroeckl l. C., p. 129 sqq ., 140 figuralionen Domini , Augustæ Vindel. 1588 , 8,
911. De quibusulam po . Lanıbcc. ci Kollar. V. p . pag . 110 , 116 , longe plures editis dalurum se pol
Lil. Want . Ticilia:
 NOTITIA EX FABRICIO . CCLXIX
meri codice (in bibl. regis Hungariæ pridem repo- A Soulwv euxals. V. Bandin . Calal. codd. Gr. Lnur.,I,
silo), Haganoæ 1528, 8, usque ad numerum CXLI. p. 424. Id anlea nondum vulgatum Bundin . l. c.
Cæteræ a numero CXLII ad CLXXX ab Aldo Manu. pag. 459 -466 , Gr. ! ecil publici juris. In cod . iria
sio cum aliis variorum epistolis. Vcnct. 1499, 4 (a), builur quidem Basilio ; nui vero revera sit ejus
in qua collectione etiam occurrit 1, 3, 19, 88 el 89. opus, affirmare cerlo non audet. Est quoque De sy.
Illa collectio deinde cum Latina versione prodiil nisaclis commentariolus in Angeli Mariæ Bandini
Genev. 1606, fol., sub falso Jacobi Cuiac.i nomine. Græcæ Ecclesiæ Monimentis. Florent. 1762, 8, vol.
6. alia versio est, quæ in Latinis et Græco-Launis III, n . 4.
colitionibus legitur. Obsopreanas varii verteruni, lu ed. Garn. III, pag . 463 seqq., sunt inter spu
ul primam slalim Guil. Budæus, alias Jacobus My- rias epistolas mului epistole n. CCCLXI usque ad
cr fuis, Rbelus, cujus versionem , Parisiis 1531 , 8, CCCLXIV Apollinarii el B:silii, Prima incipit : To
escusam , soliilo Gallico vendi suo lempore nolabat &CO TEÓT jou aloeoiuwtátu 'Atrohevapiw o Baslielos.
Go! nerus, appendice ad Bibliothecan , edita a. 1555. 11 póte pov uév 60!, elc., alque auctor epistolæ con
Centesimam oclogesimam primam inter canonicas Sulit Apollinariuin de usiæ el substantiæ vocabulis ac
Græcorum epistolas vertit Gentianus Ilervelus. de consubstantiali, ut barbare dici solet. Sed episto
CLXXXII usque ad CCII transtulit Wolfgangus B las islas esse supposititias, docel Garnier in Vira
Musculus, in cuitione S . Basilii Lalina a . 1565 . Basilii, cap. 39 lin ., pag. 173. Mis accedit alia si .
CCIII el CCIV Flaminius Nobilius a . 1603. milis fere argumenti, edila el inscripta :
CCV (b) Basilii neutiquam est, licet sub ejus no Epistola ad Apollinarem Laodicenum celeberrima
ir ile aleratur in Aclis concil. Nicæni 11.. Cæler de divina essentia, divi Basilii nomine ab Eustathio
usque ad CCIX a Frontone Ducxo addile sunt ex Sebasleno lolo fere Oriente per summum scelus vul.
edit. epistolarum Juliani imp., curala a Bonav. gala , ex cod . ms. bibl. Angelicue Gr. et Lal. nunc
Vulcanio , Lugil. Batav. 1597 , 8. primum in lucem prodit, historica narratione et
CCX ad CCXIV (c )Griecc primus e codice Augu- animadversion . illustrata , Romæ 1796 , 8 . Editor
Blano vulgaral David llasihelius ad calcein nolarum est Leopoli Sebastiani. In opere ipso sunt mult.c:
ad Pbryuichum , Auguste Vindel. 1601, 4 , pag. 130 variorum scriptorum eccles. el ab initio LXXXVII
seqq . Basilii epistolæ , quas excipit epistola nunc a p .
CCXV ad CCCCXVII neque Grece neque Latine 23.29 edita , quam sequitur historia dissensionum
lucem viderant ante editionem Paris. 1618, in qua juler S. Basilium et Eustathium Sebastenum , atque
exstant cum versione Richardi Monlacutii, qui eas na pag. 39 - lin . animadversiones in epistolam . In
es codicibus Anglicis descripsit el cum sua ver. Prolegomenis pag. J•LXVIII orthodoxia Patrumi
sione ad Duceum misil. Ex editione bac recusæ ad eccles. ante concilium Nicænum defenditur. HARL.
verbum sunt in Græco -Latina anni 1638, lomo III. Nonnullas Latinorum interpretum ballucinationes
Elias Du Pin quando scribit (ll), postremus Basilii emendavit, qui novissiinc epistolas Basilii ordine
epistolas ab Hoschelio versas esse, pro Hæ chelio temporis, quo scriplæ sunt, digessit verlilque Gal
Monlacutium dicere voluit.
Florentiæ in cod. Laur - Med. XX , n. 15 , est Ba- Traduiles du grec, disposées en meilleur ordre, avec
silii opusc. llep!OUVELJáxtwv, De synisniciis, vel subs- des notes et les sonmaires de chaque lellre. Interpres
introductis (ile quibus egil Muratorius in Jiss. de Franciscus de Bellegarde.
jis, adnexa illius Anecdo!is Gr., p. 218.) Inc. 'Ap- Epistola I. (11. Garn. p. 70 scqq. ad Nazianze.
ξώμεθα και ημείς λαλήσαι ταις των αγίων Χριστού μum De vita in solitudine degenda, ex Latina Guil.
(a) In bibl. Leidensi est exemplar illius edit. va. borc epistola ; sed ad hominem aulæ vitia hactenus,
riis in locis a Gerarilo Falkeburg . emendalum . V . sub imperalore, quem pra se spernebal Julianus ,
Cal. bibl. Leid ., p. 279. Harl . prperlim , quod de Basilio dici omnino non polest.
(b ) In eil. Garii., p . 462, ep . CCCVI, ex epistolan Alque Garn . in Vila Basilii , cap. 8 , 1, primum
Julian . sunt in ed . Garn . p . 124, ep. XLI, alias ep. muine, et Du Pin ac Tilleur:onlii, qui cam epist. a
CCVIII el CCIX , el p. 431, ep. CCXCIII, alias ep . Juliavo scriplam pularunt, conjecturas de tempore
CLXVI. HAAL. quo exarala videatur, eo argumcnlo, islain ad Ba
(c ) Epistola in CCIX integriorem ex codice Bigo - silium haud miissam esse, couvellit.
liano edidit Combeſisius lom . Il Basilii recensili. In eod. Mosquens. synod . XLI, n . 9, sunt epistola
pag . 368 , el ex miss. regis Galliæ Colelerius lumi. Il Gregorii Nazianz. el Basilii M . mutu , cum ejus .
Garn . ex codd. pag . 124 ,) el pars eorum , quitado Ilutuæ . Conſ. Malllræi Nolil. codd . Mosq ., pag. 61.
necluntur de Lauso tribuno, legebantur etiani in – In cod. Vindobon . Cesar. CCXCI, n . 2, indire
vulgatis ad calcem epistolæ CCVIII. Eliam illam Lanibecio Comm . V , pag. 518 seq., quæ sunt epi
CCIX , que com CCVIJI ſere eadem , integriorem stolie ad Gregor. Naziitliz . : sed Kollur. im nol. A
legi in codice Cxsareo, nolaverat Lainbecius lib . v , alleram , quæ incipit : 'O ¿ Q XTŪy elva . Aéywv chy
pag. 246 . ( pag . 519, cod . CCXCI, 3, Kollar., el cod . tūV ÖVTWY SÚPEOLV , observal scriptam esse a Basilio
CCXCII, 6 , p . 524 . adde lib . VIII, pag. 485 segu . adversus Eunomium . Est illa epist. XVI, pag . 95
p . 1014 segg . ed . Koll. quem vill . de cod LIV . pil. Garn ., inscripia , Ilpos Eůvoulon Tov aipeilxóv.
Epistola CCVI est inter epistolas Juliani duodecima. Alue sic mss. sex . V. cditoris nojam a. IlarL.
FABR. In edil. Garn . est epist. XXXIX , pag . 122, Vilt Tom . ll Bibi. scriptorum eccles., pag. 193
who ih nolis editor, non ergo, ail, ad Basilium scripta cdil. Ainsl.
CAIS PROLEGOMENA .
Hudai versione legitur lono i cjus operum (a ). A seri Gymnasmatum litteraluræ libris ini,Gr. et Lal.,
cadem Græce et Latine cum grammatica vocabu - Lips. 1574, 8, sunt in libro ii Basilii M . Ires epi
lorum iulerprelatione prodiit separation Paris. 1657 stolp . Harl.
(1647 ap. Malllair. A . T . II, pag. 910 ) 8. Exire . Basilii epistolas quasdam edidit quoque Græce
main parlem , quæ in editis desideralur, ex ms. llieron. Brunellus S. J., Romæ 8, cum aliis aliorum
Cæsareo Græce dal Lanibecius III, p. 149 (coil. Palrum selectis scriplis et homiliis.
LXXV , p. 373 ed. Kollar., cujus nolam vide. Harl.]
Epistolas sexaginta ex Jo. Jacobi Beureri ver.
Epistola XLIII 38 Garn . , pag. 115 . ubi v. 101.1 sione exhibet Abraham Scullelus tom . IV Medulle
a S. Maximo ad Dionys. Areopag. lom . I, p. 27, Patrum , pag. 253 seq .; acceperat autem illas Scut
cilatur ut 26yos Busilii ad fratrem llepl olayopão lelus a Jano Grulero , quemadmodum Beurero
coslas xal ÚTOOTÁSEWs. Hanc verlit (Jo . Ccnon. Græcas ex codicibus Augustanis descriplas suppe
Patav. 1507. 4 . V . Panzer. VII . pag. 2231 et Bea diiaveral læschelius. Jo his legitur etiam epistola
jus Rhenamus Paris. 1513 . Eadem epistola quibus ad Apollinarium (b), quam , in editionibus Basili
dam lucis interpolata legilor tom . II Nysseni velut haud obviam , Græce deinde et Latine cum altera
ipsius ad Petrum fralrem . [Vide in Greg . Nyss.] ad Apollinarem el duplici Apollinaris responsoria
Epistola LXXX 189 Garnier., ibique v. not. B vulgavit Colelerius tom . Il Monument., p. 84. Paris.
Jegilur inter Gregorii Nysseni scripla, lom . II, pag. 1681, 4 . Idemn alias duas antea ineditas åvert:ype
438 , sub titulo De S. Trinitate ad Eustathium , cum onus, unamque item ad Libanium e: ad imp. Theo
versione Laurentii Siſani. dosinm , unain eodem loco in lucem cum versione
Epistolam CCLXXXIX (93 Garn .) com versione sua extulit. (Vide infra ad o . XIX.]
Bua notisque primus Græce edidil Ger. Vossius (Garnier tom . III, pag. 66 , ediilit ex codd. fra
ad calcem Gregorii Thaumalurgi, Mogunt. 1604, 4. grenlum epistole Basil. ad Theodoram canonicam ,
Basilii et Libanii cpistolas muluas, una cum aliis Grace cum versione Lalina. Illam epistolain inte
sex vel sepiem brevioribus epistolis Græce in liro - gram , at ex Latina incerli cujusdam veleris inier
nam usus recudi ſecil H . Stephanus 1577, 8, interpretatione, rudi quidem , sed fida (utpote cum toli
epistolia , dialogos, Oratiunculas el poematia ,e variis dem pene verbis expressa auctoris sensum eraclis
scriploribus collecta . Fabr . Basilii et Libanii epistolze simne reddal, aileoque deperdici Græci lexlus de
muine, quas magni facit Tillemontius, probalque feclum maxima ex parle suppleal), ex cod. membr.
ut genuinas, maxime dubiæ videntur Garnier . in circ. sæc. Xili bibl. Monach. congregal. Casinersis
Vila Basilii cap. 39, p. 172 seqq., is lamen illas Florent. (qui codex ejusdem Basilii ascetica plura
sparsim edidit, quasdain inter cpp, a Basilio in se- C complectitur, ab eodem interprcle Laline versa )
ce;su scriplas, quasdam , cum Busil. in presbytero - primum in lucem proiulil Petr. Aloysius Galletius,
ruin cathedra sederet, et alias, postquam episcopus ejusdein congregationis abbas, in (Amadutii) Anecdo
furral. Quarum mullas p. 452 seqq. dedit. Conf. lis lillerar., vol. I, Romæ 1773, 8, pag. 27 seqq.4.
Schroeckh p. 6 seqq., qui Garn. dubitationi de Jdem præmisit Græcuin textuin prioris, quæ jam
omnium illarum epist. muluarum vobeig quædam innoluerat, pariis, cum Lal. versione. In cod. Tan
opponit ; Oudin. I. c ., p. 568 sqq., et Ræssler I. C., rin . XCI, ſol. 268, est epistola ad Theodoranı ca
qui p. 107 seqq. de epistolis Basilii in genere, el conicam :in edil. Benedictin . ep. CLXXIII, V. Cai .
de supposititiis quoque agull. — 10 : Twv 'ENTUL- codd. Gr. Taur., p. 183. Ilarl.
rüy ÉTILOTOMūy &vooanyia , Paris . ex typogr. Sieplı. Epistolam B :silii CCLVII laudatNicephorus Grie
Prevosleau, bæredis Guil. Morelli, Typographi in goras libro xx Hisl., p. 620 .
Griecis regii, in clauso Brunello , 1583 , 4 . Sunt n . Hic ile Basilii epistolis , quibus ojõdy a ukivoy.
12 el 13 Libanii ep . ad Basilium , el Basilii ad Olym - nihil præstantius reperiri ail Suidas, quasque lan
pinm . - In Joach . Camerarii collectione epistola - quam xavova et normam toũ È TOLSTOÀlyalou xa paxti,
rum LXXXVI, 'Exàoyin xal olov å távocoua olacó- n pos commendat Photius cod. cxliu et epistola ccvii
pwv É TELOTOTūv 'Enanvexwv, etc . Tubing:c 1540, 8, FABR
SUNT nonnullæ Basilii epistolæ . — 111 Maith . Dres. Codd. aliquot nioliliam subjungam ; el plures epi
a Italica versio in cod . Veneto bibl. S .Michael. De fortuna Komanoruin et Alexandri M . - et Basil.
V . Millarell. Car, illius bibl. p. 112. - De aliis Lat. M . De vila solitaria. Latine, Budæu interprete , Pa.
edil. vid . supra ad 11. 11 Homiliar . Basil . M . ad Gre . ris . ap. Senant. 1505 , 4 . Maillaire II, pag. 172 ,
gor. Naz. epistola . Ejusilein De ralione vilin solibri Basilii et Grey. Nazianz, epistole, nunquam antea
riæ lib ., Petro Mosellano interpr. Lips. 1516 , 4 . editie Gr. Hagano 1528, 8 . Harl .
Elitio Lal. Budæo interprete , De vila in solitudine (b ) Ad Apollinarium scripsisse se non dilitelur
agenda, cum Budæi epistolis Lal. lib . v, el Græcis Basilius, laicus ad laicum . Vide indicem corum ile
lib . 1, Paris . ap Jo. Bad. Ascensium 1531, rot., de quos Basilius scripsit, in Eustathio , FABR . In llai.
qua ed . vide Clemnt. Bibl. cur . V , pag. 377 . - duini Collect. concilior., tom . III, inter acla conci
Basil. - Paris. ap. Guil. Morel. 1562, 8. — Gripce, lii Constantinopolitani an . 533, in collatione v, es:
cum Budæi versione. Ibid . ex Lypogr. Sleph .,Pre - Basilii ad Patrophilum , Ægearum episc., in qua
vost - in ædibus Jo. Bene - niali, 1581, 4 . Plutarch . Apollinario scripsisse se non diſlitelur, MARL .
(* ) Quæ Latine tantum ut anecdota ed dit Galletius, hæc totidem rerbis Græce et Latine leguntur in cpist. 22
S . Basilii, De perfectione rila monustice, p. 98 ed. Bened . Epil .
 NOTITIA ES FABRICIO , CCLFIT
stolarum codil. inter ens, quos supra laudavi, repe- A Theodoram canonicam , lum n . 16, epist. ad Am
riuntur . philochiuin (ad quem plures sunt ep islolæ in variis
De cod . Augustano Vind ., in quo sunt epist. codd. V indicem ail illum Cat. voc . Basilius). Conf.
CCCXLVIII, v . Reiser. Indic . inss. bibl. A :lgust., Bandin . Cal. codd. Gr. Laur. I, pag. 424 . -- In cod .
D. 16 -20 . — Ibid. pag. 89. Basilil M . epistola ad VII, plut. 4, XL homiliæ et IV epp. — In coil. IX
quemdam Grigoriu : ), ailulila nola , ab aliis illam exstantXLVII homiliæ , X epp.et liber De virginitate.
ascribi Gregorio Nazianzeno. — Vindobonæ in cod. - In cod. XII, o . 18, XXV epistole. -- In cod. XIV,
Cies. LXIV , 11. 21, suntepp . XXXIV , quas recensuit n . 2, CCCXLIV. V . Bandin . I, pag. 523, 528, 535,
Lambec. Comm . III, pag. 300 seqq., el Kollarius 533. In lom . II, in cod. VII, n . 29, plut. 57, initio
adnolal epistolam septiinam in hoc et qualuor erant epist . CCLXXIII, sed quædam exciderunt,no
aliis codd. Cics. inscribi renyopio tpeobutépw . Tante Bandin ., p. 347. – In cod . XXXIV , 1 . 49,
non, ut in eil. B .usilii Opp. Benedictina, lom . III, epist. Basilii ad Libanium el bujus responsio. — In
pag. 149, ep. LV ex codd. Harlei, el tribus aliis, it. col. XVI, 11. 3, epist.XXIV, el in cod . XXX , n . 7 ,
ex edil., Ilzpriyopiw , sed editor in vota observal, in plui. 59, ep. XXXIII muluc Basilii ac Libanii. V .
ser codd. et in tribus ail marginem legi roryopio . p . g . 454 et 551.
(Ath . Lambec. IV , pag. 481 sq. ile cod . LXXIX ,in quo B Add. codil. Taurin . XCI. - CV, - CLXVI, -
11. 12 calen legilur epistol: ). — 1:1eodem cod. LXIV CLXXIX , in Cal. codd. Gr. p . 183, 196 , 252, 266.
(in quo alia mulla suni Basilii opp.), n . 28 (Lamb., lil, Epistola ail Gregor. priecepla vilæ religiosæ et
p . 298), epist. responsoria ad Oplimum episcopum . perfecta , c Graeco in Italicum sermonem Translata ,
- In cod . LXIII, n . 4 , epistola : AXI Basilii M ., el edila Brixiæ 1733, 12. V . Pailoni Biblioth ., etc .,
Gregórii Nazianz., Antipatri præsidis, et Juliani. I, p. 148.
(Lamb. ibid ., p . 290 sqq.). — In cod. LXVII, præ - Ep. ad Gregor. Nazianz. Anglice vers . per Ricn .
ler mulias homilias atque epp. Basilii, n. XXI, En. Scherrie. Lonil. sine a. nola , 8. Vide Brüggeinann
comium in Melerium , sub nomine Basilii ; sed vide View , elc. , p. 412 , qui ibid. versiones Anglicas
infra ad n . XXX el Lambec. III, p . 331. – N . aue aliorum B . silii opusculorum refert. - Garnier inter
lem XL , B .,silii cpist. ail Simpliciam de ipsius eu• spurias epp. recepil quoque pag. 462 sqq. niu•
nuchis, el Lambec . p . 336 sqq . excerpsit argumev. luas Libanii el Basilii epistolas , et p . 462 ex Busilii
lum hujus epistolie premissum scituque dignum , epistola ad Julianum Apostatam , de S . Trinilale , etc .
sed omissum quoque in ed. Benedictin ., atque lo tun mutuas Apollinarii Basiliique epp., denique ad
cum memorabilem contra eunuchos. - Cod .LXXV Theodosium , de quibus infra ad n . XIX agemus.
continel CCLVIII epistolas cuin XII epp. Libanii ad Epistolas sequuntur in appendice p. 468 sqq.,
Basilium ; de quibus mullus est Lambec. III, p.358. præmisso monito , 'H0.xol đóyo! xô', elc., qui ad
372, el varios errores edit. Gr. Lat. Paris. corri- tom . Il in edit. Gr.-Lal. a . 1618, in appendice primo
gil. - In cod. CCXCI, n . 1 epistola, non ad Grego - loco ponuntur ; de quibus Fabric . in vet. edit. n .
rium Naz ., ut in cod . proditur, sed adversus Euno . XI, hæc, quæ sequuntur, lillcris consignavit. HARL .
mium , ac n . 3 , Juliani ep . ad Basilium , hujusque (XI. ) Sermones XXIV morales ſin apjend . lom .
integra responsio ; de quibus v. Lambec , aique Kol- II edil. Gr.-Lat. 1618 ) a Simeone magistro el lo .
lar. V , p . 518 sqq. gothela, excerpli e Basilii scriptis , el cenlonis in
Veneliis in bibl. Marc. cod . LXI, epp . CCLXXIV. more:ll composili dóyou xô'. 'Exey évteç Elde Eu
« Omnes, ait Zaneli p. 42 Cal. codd. Gr. Marc . in μεών του μαγίστρου και λογοθέτου εκ πασών των
edil. novissima monachorum S . Bened.præler cami), repaypatslūV TOū ły dylous llatpos tuwy Bacidelou ,
qur posita est sub numero CCLXXIV , hoc titulo : I1pd ; etc. Simeon ille magister, qui etiam Melaplırasles
às svoūvta Tapanuortexh, Consolnloria ad infir- vulgo audit, clarus fuil sub sæculi decimi inilium .
mum ; incipit : 'O Bios tūv åvpctw Spaxus. Loca Basilii e quibus serinunes hi contesti sunt in
Habetur el in cod . LIV. 1 - Cod. LXXV , cpist. ad D marginibus adnolantur.
Simpliciam hærelicam . – Cod. LXXIX , epistolae 1. llgol åpetñs xal zaxlas, De virtule el rilio .
CCCXXXVII!, et Juliani epistola ; inc. od Édoua lucipit : 'O uěy Kúp.o; nuwv 'Inacūs Xplotós.
tov, cum B : silii responsione. - - Cod . CXXXIX 2. llepl ölôayős zal voulesias, De docirina el aa
epist . una ad Julianuin , el ep. ail Simpliciam . - monitione. Incipit : El ÈTI! togaútais.
Cod. DLXXV. Basilji elNazianz. epistol.z XXXVII. 5. Περί αγάπης της προς τον Θεόν και τον πλη
V . Calal. codd. Marc., p . 52, 55, 80 ei 502. slov, De amore erga Deum el proximum . Incipit :
Inter codd. Thom . Gale in Cul. codd. Angliæ , 11, Tous tūv Siwtixūv.
pag. 188, n . 5945, memoratur Basilii M . epistola 4. llepl ther,uosúvns, Demisericordiu el benignilale.
nondum edita ; sed nec principium illius nec ulla Incipit:
a!ia nolilia additur ; an illa , quæ infra n. XX.XII Eί θαυμάζεις τα χρήματα
memoratur ? 5. Jep! Tolostou xal Tevias, Dediviliis el pauper
Florenliæ in hibl. Medic.-Lavrent. in cod. XX. lale. Incipit : T3 qptat Ésavtrojf ? .
plul. 9, sunt varia Basilii opera ; in his n . 45 , epp. 6. Tapi TEOVEG!as, Dc aranillu . Incipit : " Utav ett
to Chiloncm , ad ( regor'um Thcologin , et ad oixiav à vôpis.
CCL1811 PROLEGOMENA .
7 . Tepl &japolas, De peccato . Incipit : Ilodův,aya - A suspicor, esse lomilias novem breviores, quas a
Torto !. Francisco Vergara versas esse Laline narrat Nico
8. Ilep! uetavolas, De pænitentia. Incipit : Aittos laus Antonius in Bibl. Hispana. FABR. Suntin decem
μοι φόβος ενέσκηψε. cod . bibl. publ. Paris .
9. Nepl Toposeuxñs. De precatione. Incipit : Xpn Ultimum locum in lomo III ed. Garn . occupat de
Thu Teposeuxhv. Ilic scrmo cum Nicolai Glaseri ver- pl tñs èy trapevig aandoūs dcponplas topos Antetov
sione, junciis duobus libris Chrysostomi De modo ÉTisxOTOV Meditnyas (a ), Liber de vera virginilalis
orandi Drum , proiliit in ejusdem Glaseri Cynosura integritale ad Leloium , Melilinensem episcopum . In
pietatis el morum Greco Latina , Giesse 1609, 8. cipit : Ul jèn troddol tūv toy vuuçlov , elc. In ed.
10 . Dlepl vnstelas, De jejunio. Iuscipit : Etpatnyol Paris. a . 1618, lom . I, el a Fabricio in vel. ed . in
μεν εις παράταξιν. recensione illius tomi .. V, inter genuina recipitor
11. Iepl Oavátou, Demorle. Incipit : ' Q toj laŭ Basilii opera. Alque Fabricius bæc quæ sequuntur
uatos, ayatirtol. Janc ex mss. Vaticanis vertit et de illo libro nolavit : « Verlit Ambrosius Camaldu
Laline inter opera Ephraini Syri edidit Ger . Yos. lensis, Venet. 1530, 8 . Licet vero Dorscheus noster
sius, lom . I, p . 200. in Indice iniquilalis, pag. 173 sq., el ex ipsis etiam
12. Depl Autons xal &buuias, De mærore el tri- B Rom . Ecclesiæ addictis Nalalis Alexander et alii
stilia . Incipit : "Otay low xal od xaxdy cŮCHOů . libell. De virginitale Basilii esse negent, tamen illi
μενον. vindical loc scriplum , a Suida eliam memoratum ,
13. lip! itouovñs xal waxpo@uulas, De patientia Combelisius lestimonio Nazianzeni, qui oral. 20 , De
el lvleran:ia. Incipit : Myaels te v na0€. Basilio , pag. 358, tá Lyypaya ipsius de virginibus
14 . Iepi uellouons xpisews, De fuluro judicio. Dlatáquata conmemorat. Leloius ille laudalur a
Incipit : "Otav uénans cal tiva opuãy. Hunc quo Theodorilo iv, 2 , Hisl. , llaclenus Fabricius. Atenimi

Vossius tom . I Operum EphræmiSyri, p . 241. esse denionstrat ex slyli dissimilitudine.el

15 . Nepl åpxñs xal teouolas, De principalu el po bus indecoris, aique quoniam Leloius ille, cui non
τονος άγεσθαι. nis ad dignitatem episcopi Melitinensis pervenit,
16 . Tepl yaotpigapylas xaluéons, De inglurie el priinum Suidam nihil moratur ; deinde Nazianzeni
ebrietale. Incipit : Movótpo TIOS O tom XplotlaviouoŨ lestimonium , quod grare videlur, et quo
Blos. sius ac Du Pin ad librum Basilio unice asserendum ,
17. Dep! oprñs xal Ex @pas, De irn el odio. In - nituntur, non de nostro intelligit libro. « Sed, ail,
cipit : Méyiotov xatnyóprija X Plotlavoū. cum Gregorius Basilii scripta laudat, quibus virgi.
18 . Dep! pobvou xai Baoxavlas, De livore et in . silalem vere colere docebal, Regulas indical, quæ
vidia. Incipit : Ilonahy Huiv tu trolei Thy & volav. nibil prorsus habent, quod non ad oplimam exco
19. Nepl owppooúvris xal axonasias, De lempe. lendæ virginitatis rationem pertineat. Atque etiamsi
rantia el incontinentia. Incipit : '0 tūv Maxe óvull constarel Basilium singulari opera De virginilale
'Alçavopos . scripsisse: verum illuid opus desiderandum esset ;
20 . Depi tantsivosposúvris xal xevgôo glas, De hu minime vero illud , quod in manibus habemus
mililale el vana gloria . Incipil : 'Auhxavov zóv un allingi ei in tam maniſesta sıyli dissimilitudine
καταδεξάμενον. ac lemporum discrepantia deberel. 1 Opus la
21. llepi eútuxlas xal Buotuxlas xa! oppovt,gelus, wen , ab antiquitale compiendalum , concedil,
De felicitate ac inforlunio ; lum etiam De prudentia. scriplum esse quarlo sæculo, eidemque Lelvio nun
Incipit : OUTE Td begik . cupalum Melitinensi, ad quem etiam Gregorii Nys
22. llepltepovolas, De providentia. Incipit : Toj ėy seni exstat epistola canonica. Garnierio assentilur
το προστάγματι. Schroeckl l. c ., pag. 205, sed nullo copiosius per
23. Depl quxñs, De anima. Incipit : To thu nisav sequitur idem argumentum Uudin . I. c., pag. 553
Otroudhv. sqq., qui primum nominat Bellarminum , Labbeom ,
24 . llepl truñs yovéuv, xal yhpw , xa ! veotn Du Pin , Cavcumque, qui id opus censent legitimum
TOS, De honore quo afficiendi sunt parentes, de sene esse Basilii felum ; dein vero multas rationes, qui
clule el juventute. Incipit : TO, 'Egeyiponte, Kúpie . bus molus Godefr. Hermantius in Vila Basilii el
Prolierunt hi sermones primum Græce e bibl. Gregorii Nazianz. Gallice scripla, id abnegavit Ba.
regis Christianissimi, Paris. apud Guil. Morelloni silio, reſeri, probalque el ornal. — Exstat in cuil.
1556, 8 . Hinc a Siinone Mailleo , archiepiscopo Tuo Naniano Venel. CXXIII, n . 15 , de quo v. Cat. codd .
ronensi, translati in Latinum sermonem , ibid . 1558, Gr. Nan., p . 256 sq., et in codd. Bavar . Monach .
8. Posiea utraque lingua com nova interpretatione XXXII, LXXXIX el XCIII. V. Cal. codd. Gr. Bav.,
Sianislai llovii, Francof. 1598 el 1611 , 8 . Sinonis p . 8 , 34 el 35 . - Dresdæ in bibl. elect. est cond .

Latinis operua Basilii editionibus. Ex his ethicis, Basilii De mililia monachali ad quemdam discipulum
(n) Vulgo legitur Medieris sed Garnier. file codd. correxil M :2:57,076
 NOTITIA EX FABRICIO . CCLXXIII
suum ; De lauilibus vilæ solitariæ ; ad Leloium De A Basilii ab Arianis vel Apollinaristis conficlas esse ,
tera integrituie virginilalis el quasılam epp. ad Am - non dimitelur ipse Colelerius, quem , si placet, vide
pbilochium , ad Terentium el alias ; De studio genii . pag. 553. Illi vero ad Theodosium hanc nuiam adde
lium lillerar. lib . el Rulini in librum homil. Basilii dilam in ais, reperisse idem p. 559monel : 'H &Tabo
Prælationcm cum VIII homiliis. V. Goelz. Memor, Oton aton OUTE &nd tūv vonjátw OUTE & tid oñs
bibl. Dresd., lom . I, coll. 4 , p . 363 sql. φράσεως έoικεν είναι του μεγάλου Βασιλείου. FΑΒR.
flæc sunt opera et genuina el dubia spuriaque, Garn. III, p. 463. V. supra ubi n . X de epistolis
quæ continentur in eilit. Garu . -Benedictinorum . agebatur, ad finem nolala , ubi quoque Ba ilii ep.
Agmen claudunt addenda alque eniendanda ad Iria ad Apollinarem Laodicenum supposititia allaia est.
olomina ; lum seleciæ Frontonis Ducri nole in - Epistola ad Theodosiuni imp., ap. Garn . lll, p .
librum De Spirilu sancio , deniqueindices. 466 sq., inter spurias ex Colelerii Monum . Eccl.
Ne quid autem eorum qu:e Fabric. in vet. ed. ad Græcæ , lom . II, p. 47. Aique in margine notatur,
buc scripscrat, in hac ed. desiderelur, reliqua hic alias legi tantum tū Beocaci. Tillemontio quidem
subjiciam , omissis iis, quæ jain in superioris Gare videlur hæc epistola juvenem et rhielorem non de
lerianæ edit. recensione reddideram . Ili appendice decuisse, isque Theodosium , cui inscripla est epi.
igitur ad lom . Il edil. Gr. Lal. a. 1618 , ei apud Fa - stola, non magnum illum imperatorem intelligit,
Lric. olim , 1 . XII s19., adhuc reperiuntur : sed præsidem aliquem Cappodociæ . It in nola ani
XII. Tepl ypaumatixis yuuvaolas, De grammatica madvertit editor Benedici. in ed. Garn. lotam epi
erercilatione. Incipit : Kúple 'IngoŮ XPLOTÉ..... et stolain Basilii stylo atque ingenio repugnare, et
ÖET 08 YcVÁOXEIV, tratõlov. P . 171. Verlil Gilberius alias adducit rationes graves, quibus impugnalur
Cognatus, Nozorenus. De huius libelli editionibus Tillemontii judicium , et lilleram esse adulteriuain
disi tomo sexto bujus Bibliothecre, pag. 319 et demonstralur. HARL.
322, ubi nioniui etiam , verum auctorem non esse XX . Rationes syllogisticæ contra Arianos, quod
S. Basilium , sed Manuelem Moschopulum , longe Filius sil Deus, prodiere lomo Leclionum anli.
recentiorem scriplorem , qui circa sæculi xiv tinem quarum Henr. Canisii, pag. 166 -171 (a ), seu Laline
claruit. Fabr. Conf. Henr. Vales . De crilica, lib . i, lantuin , interprete Francisco Turiano, S. J. Ingol
cap. 25, pag. 173 sq. - lo Gilberti Cognati (Cousin ) slad. 1604, 4. Incip . Si Filius est natura Deus, et
Nozorenioperibus, Basil. 1542 , fol., tom . 1. 11. 1 . V . Paler est nalura Deus, non est alius Deus Filius.
Baumgarten . Nachrichi. von merkwürd . Büchern, FABR. In schol. ad Euthym . Zigabenum citatur o le
10m . X , p . 48 sqq. pos xal ubras Baolelos Év tots Ludoyiquois, alque
Quæ sequuntur n . XIII, De consolatione in adver - cl. Malbai præſ. ail Euth . Zigab. commcul, in IV
sis ; n . XIV , De laudesolitarice vile, el XV, Admo. Evangelin , lom . I, pag. 19, nol. 9, suspic : lur, in
nilio ad filium spiritalem , el Garnier. tom . II. inler telligi libruni, Raliones syllogisi. elc . llARL .
spuria reposueral, item n. XVI. Gennadii diss. epi. XXI. Philocalia e scriptis Origenis concinnata a
stolica, atque XVII, Frontonis Ducæi nolæ , jam B.usilio el Nazianzeno, ut dixi lib . v, cap. 1 (pag.
supra suis locis explicilu suni. Iart. 221 sq. vul VII). FABR. Codd. in vol. VII cil,menu
VII. Scripla S . Basilii, vel quæ sub ejus nomine fe ratis add. cod. Augustan . Vindel. sccundum Rei.
runtur, sed quæ in editionibus Græco - Lalinis non seri indicem mss. bibl. August., p . 38. 11 . 4!), el
erslani. Medic. Laurent. XV, plui. 4, in quoquaestiones
quaestiones in
XVIII. Homilia Terlia de jejunio , ſedila a Garne duo libros pariile sunt; primi libri sunt'
rio in tom . II, inter spuria Basilii scripta , et ego de XXI, secundi autem XII ; aduolantur quoque suis
illa ad n . 2 spuriorum illorum dixi. Harl.] locis varia Origenis opera, e quibus auctorilales ad
lomilia in Proverbiorum VI, 4 , edila Griece el solvendas quæstiones sumplä sulit. V. plura in
Laline a Colelerio in lom . I Monumentor. Ecclesiæ Bandini Cal. codd. Gr. Taur., I, pag. 540. In ed .
Græcæ , p . 28 -37. Incipit : 0ů au nei us éáttwo!S Tarini unico laulum libro, in xxvi capp. distributo ,
tū ouveàOóvtwv. Hanc quoque int superiorem ) alle continetur Philocalia . Turini ed., quam in manibus
Colelerium verlerat Lalineque edideral Franciscus babeo, inscripta est : Origenis Adamaniii Philoca
Combelisius in Ecclesiaste Græco , qui loca quædam lia, de obscuris S. Scripturre locis, a S . S . P . P .
illius illustrat lom . I Basilii recensili, p. 21. Basilio M . etGregorio Theologo, ex variis Origenis
XIX . Ad Apollinarium epistolze dux, unaque ad commentariis excerpla . - Omnia nunc primum Græ
Libanium : ad Theodosium imp. una, et duæ com . ce edila ex bibl. Regia, opera et studio Jo. Tarini,
mendalitiæ ad incertum , Græce cl Laline editæ ab Andegavi, qui e: Larina fecit el nolis illustraril. Llo .
eodem Colelerio tom . Il Monumentor. pog. 84 seq. let. Paris. ap. Sebasl. Cramoisy. 1624, 4 . Additi
una cum Apollinarii binis, lolilemque Libanii ad sunt libri Zachariz Scholastici De mundi opificia
Basiliuin epistolis et una ad eumdem Ansphilochii. contra philosoplios dispul. ; Anastasii, presbyteri,
Paris., 1681, 4 . Epistolas muluas Apollinarii el De hominis ad imaginem Dei crealione liber el cele
(a) Sec. vel. ed. Ingolstad. a . 1601- 1604 , sed in rum , etc., vol. I, Amstel. 1725, fol., p . 6 , pag. 169
Bastiagii repclila inula laque el aucta ed . inscripta : 171. HARL .
Thesaurus monumentorum ecclesiast. et historico
 CCLASIV PROLEGOMENA.
bres opiniones de anima. - Edit. Tarini Paris, 1618, A J. Chrislph. Wollius, cum in Anglia versaretur, er
4, exstat in Cal. bibl. Leidensis , pag. 62. Hant. codd . bibl. Bodleianæ . Sunt autem
XXII. Abyos els thv ÚTEOTÚTIWJLY this doxnews. 1° Basilii precatio dicta anle S . communione:a
Ju Görn . ed ., II, pag . 623. V . supra n. 9. HARL. corporis Dominici, ex Nicctæ Choviale Thesauro
XXII. Basilii et Nazianzeni Expositio fidei, edila orthodoxæ fidei : cod. Bodlei. MLXXXI.
Laline a Canisio lom . V Anliquar . Lecl., p. 177 2º Basilii precatio et exorcismus super uomine
180 ( ). Incipit : Credo in Palrem et Filium et Spi- vexalo ab inipuris spiritibus, ex coil. Barocc . Vill
rilum S., Trinilalem homousion . in quo et Epiphanii et aliorum SS. Patrum adjura
XXIV . "Ex eolç TLotsw5 ty ouvrópy , Expositio liones ejusmodi leguntur. Precationem sequitur
Idei in compendio , quæstionibus et responsionibus, exorcisnii formula . Aliæ exorcismi formulæ repe
edita Græce et latine a Stephano le Moyne in Variis riuntur in Goari Euchologio , p. 335 sq . — In cod .
sacris lom . I, p. 147-149. Incipit : Ilocaç qúGELS regio Matrit. CV, 11. 66, exstal å opxiouds toū —
ομολογείς επί της αγίας και ομουσίου και ακτίστου Βασιλείου κατά πνευμάτων ακαθάρτων, Basilii eror -
Tpiádos ; cismus adversus spiritus immundos. loc. 'O Aids tūY
XXV. Dela deitoupia . Sewv, etc. Atque Iriarte in Cal. codd . Gr. Matrit.,
XXVI. Basilium - év tñ épugvelg ons deltoup- B p. 421 sq., adnolal, kunc Basilii exorcismun el Fa
glas. Apud Garn. II, p. 672 sqq. el quz Fabric . de bricium VIII, pag. 95 vet. ed . el Goaruin Eucholo
tom . II, Garn , inler spuria recepi. HARL . Malrit. ab utroque escuso bene multis variis lectio
XXVII. Scholia in Psalmos centum el quinqua - nibusdissentire; se , rogante Franc. de Bejar, con
ginia . Græce nonduin prodierunt, quod sciam , sed fecisse versionern Lal, el hanc subjectam esse edilo
in Lalinis editionibus (nam in Græco -Lalinis { el opusculo : S, Basilii Regulæ . In eod. codice occor .
Garner.), suntomissa ) exstant e versione Wolfganie runt quoque plures partim a Goaro libr. cit. editi,
bi Musculi. Non Basiliuin habere auclorem , sed partim nondum evulgali similes exorcismi atque
cx Basilio , Chrysostomo ac Theodorelo esse col precationes Chrysosloni, Gregorii Thaumaturgi,
lecia. jam mulli po it Possevinum observaronil. Cont Epiphanii, Gregorii Nazianz., Saloinonis et aliorum
mentum Lucumonis, qui sub nomine Busilii mundo anonymorum , de quibus mullus est Iriari. -- Pre
illusit, vocal Rich. Montaculius pag. 83 Appuralus cnlio Basilii quædam est Vindobon . in cod. Cæsar.
ad origines ecclesiasticas.
XXVI . Basilii N . supplicaliones in S . Penteco- . % Quæstiones Eunomii et Apollinaris cum respon .
sten , memoral Gabriel Philadelphiensis, apmi Alla - ' sionibus S. Basilii ex cod. Cromwell. CXII, pag.
lium , cap. 13 De purgatorio , p. g. 93 . Precationem 579. Sed quoniam n. 2 sq. exorcismus alibi occur.
aliam Börsilii Græce ms. e. codice VIII Barocciano rit, eum bic omisi, n . aulem i el 3 in supplemienia ,
chismu practico, addila Anglica versione. Oxon . XXIX . Pænitentiale sive 'Enetlulov els tous le
septima est editio), p. 278,calecbismi
8 (qu:e1684,
1662,Lond. partitetovtas xal dyaptávovtas.
el lomo ( boat Incipit : 'Hapa
Oup . fol. Etin Germanica toŨ Noylovov & vaudpontos. Ms. in bibl. Ca så
illius versione Francof. 1696, 8. Eam quoniam bre- rea. Vide Lambeciun, III, pag. 100 . FABR. In cod .
vis est alque Christiano doctore digna, hoc loco cuin LIX , n . 14, p. 265 ed. Kollar. , qui in nola obser
versionemea Lalina ascribain . (Vide inler Opp . Bas val, diversum esse hoc epilimion ab illis , quæ in
silii, 1, III. Edit.) Garnieriedit. edila sunt com , Il, p 526. In hoc au
A Joach . Camerario edita est : Disputatio de piis lein Kollar. ne umbram quidem Basilii videl. HRL.
calholicis alque orthodoxis precibus el invoculione
nvoculione XXX . 'Eyxcóuen els Meattlov 'Enloxonov , Est
numinis divini : el exposilæ formulæ harum , lam de comiuni funebre Melelii episcopi Antiocheni, A . C .
sacris , quam aliorum usurpatione, descriptæ Gracce o 384 defuncti. lucipit : Huenosy huiy adv àpouby
el Lal. Accesserunt definitiones præcipuarum rerum , TÜY STTOGT6hwv. In codicibiis quibusilam mss. B .:
quarum menrio in hac dispulalione fil. Argentor. silio tribuitur. ut illo , qui est in bibl. Casarea apud
1560. 8 . In boc op. reperiuntur, p . 71- 92, pre . Lambecium (6 ), III , p . 129 , sed quiGregorio Nys .
ces SS. Chrysostoni, Basilii, Gregorii Nazianz ., seno illud testimoniis Socralis v, 9, Sozonieni vii,
Jo. Damasceni et aliorum , Græce descriplie ex lie 10 . Nicephori xi, 29, el Martyrologii Roin . 12 Febr.
bello Precarionum que Græcæ Ecclesiæ uluntur , et recle vindical. Legitur etiam inter Nysseni Opera ,
Camerarius appellac Μηνάριον. lom . II, p. 119 , licel Melelium Basilius etiam in
Fabricius ju vel. ed. alia quædam subjunxeral cpistolis non uno loco laudel et contra inimicos
Gr. cum versione Latina , quæ Græce descripserat causam ejus luc: lur
(a ) E jl. Ingol. Sed in Busnagi Thesaure monum . bri) , n . 21 , p . 331 ed. Kollar. , cujus notam confe
eccl., tom . I, 11. 8, p. 188 . In indice coil. Antonii res Sent in cool. CVI , n . 13 , ap. Lan :bec . IV , pag .
Eparchi, n . LXI, Basilii brevis expositio lidei el 5 : , Iribuitur illa oriiljo funebris Gregorio Nyssenii,
quædam contra ſeminas. Adv. 11. XXXIII. V . infra , Allile cap . de Grey. Nyss. ad ll. 60 Operum ivms. l:.
vol. X . p. 181 el 484 ed . vel. BARL. HARL.
(6 ) lu cod . LXVII (in quo mulli sunt Basilii li
 PRAEFATIONES ANTIQUÆ . CALE.50
XIX . Ex homilia commemorationis B. Mariæ A delow. FABR. N . in cod. CDLXXVI, 11. 18 , ubi in
rirginis, cujus exemplar in insula Rhodo descriplum nola marg. ab antiqua mianu abjudicalur Basilio.
habuit Gilberlus Gaulminuis , loca Arabice et Laline V . confecior. calal., II, p . 67. Harl.
affert Abraham Ecchelleusis in Eurychio vindicalo , ΧΧΧΙV. Περί του ότι ακατάληπτός εστιν ο Θεός ,
Rom . 1661, 4 , p . 226 , 216. Quod Deus sil incomprehensibilis. Incipit : Eapros
XXXII. Cavens testalur , apud Thom . Gateum uey orbaduois Dedy Dewprowl. Ilidem sub Basilii
fuisse mslas. responsiones Basilii ad Eubulum : nomine in jam dicto Barocciano cod . CXCI legitur
epistolam brevern ad Oplulum quendam et ex . atque in allero CCXXXIX (a ), scd itidem auctorem
cerptum ex epistola ad Neapolitanos (pulo legendum babet Cyrillum Hierosolymitanum , inter cujus Ca
ad Nicopolitanos), cum scholiis. lecheses, ul eidem laudalo Wollio observalum , 110110
XXXIII. Iepl quilomatos, De illuminatione sive loco legitur.
baptismo. Incipit : "Hôn uaxapłótntos South Topos Hæc de S. Basilio ejusque scriptis adnolanda mihi
üuas. Sub Basilii nomine exstat in variis codicibus siiccurrerunt, quem Cassiodorus in proo mio Di.
niss. , Uli Juobus bibl. Regiæ Paris., leste Corelerin vinarum Lectionum reſeri inter eos, qui tolain S.
ad Clementis Recognitiones, ii, 67, et in Barocciano Scripluram explicavere. Feruni itaque Scripturas
perperam iribuitur, cum sit Procalechesis S. Cyrilli usque ad finem Græco sermone declarasse Clemen
Hierosolymitani, sive Præfatio ejus ad Calecheses. lem Alexandrinum , cognomenlo Siromaleum , et Cy
doctor scholii quod in allero coilice Regio Colele - rillum ejusdem civilaris episcopum ,el Joannem Chry
rius reperil : Lapūs fuiy Osixvuol o yaparthe toù sostomum , Gregorium el Basilium , nec non ci alios
TEPOZeljévou lóyou, öte oux ÉSTLV TOŰ åylou Bach. studiosissimos viros, quos Græca facundia concelebral.
(a ) liem in cold. Paris . bibl. publ. CDLXXVI (in laudavit Augustinus, v. supra vol. VII, pag . 325 . In
quo multa sunt Basilii script. ) , ii. 33, MICILXIX , codd . Paris. MMDCCCLXXIII, 11. 4 , Basilii interro
11. 7 . Garnier in Viln Basilii, p . 185, S V lin . hillic gala el responsit de charilale , el 2 , excerpla ex
el aliam bom . De eleemosyna el judicio inter perdi Chrysostomi ac B : silii opp . – MCDV,.n. 10, Basilii
las numeravit . ail Grigorium fratrem de minenru Iriplici observatio
Ad spuria opp. perlinel inlerrogalio ad Grey . Na brevissima. — MCX , 1 , 3 , B : silii explicario orationis
zianz. de Ecclesia el sacerdotibus, qui in cod .
Vindols. Cæsar. CCXCIII , 11. 4 , apud Lainbec . V . analysi Opp . SS. Patrum , etc., tom . XII. Ex cod.
p . 537 , tribuitur Basilio M , sed Kollar. in nola do Musqucnsi edidit Mallbæihomiliain De perfect. rile
cel eam esse nugacis mugivenduli soinnium . monach . V . supra ad a . 1 de homiliis. Seit hæc
De Basilii libro contra Manichæos deperdito , quem sulliciani, ne extra oleas vagari videamur. HARL .

PRÆCIPUÆ ANTIQUARUM EDITIONUM

PRÆFATIONES.
PRÆFATIO EDITIONIS PARISIENSIS,
Que prodiit anno 1520.
Pieverendissimo Patri ac DD. Stephano Poncherio Senonensium archiepiscopo Jo. Badius Ascensius S.
Jacobus Faber Siapnlensis, philosophus insignis, el omni discipuina laudabili extra invidia aleam or
mälus, Iuæque, archiepiscope dignissime, sapientissime excellentiæ mullis magnisque nominibus ( id
quod accepi) charus, el (quod cerle scio ) deilicissimus, ubi in adolescentia sua cuin experiundi, lim
religionis ergo, varias regiones peragrasset, multasque bibliothecas invisissel, perinde ac apes dædaleæ ,
solerii indagine tanquain e floribus fragrantissimis , oplima et liquidissimamella , præslantissima summi
cujusque scriploris opera delegil : eaque onustis alis ad nos usque transvexit. Toter quæ superioribus
annis , divi Hilarii, Ægesippi Nicolai Cusani, el quasdam alias neutiquam pænitendas lucubrationes ipso
aliciore emisimus : nuper autem divi Basilii vere Magni nioaumenia , ælerna cedro dignissima, ab urbe
Roma ad nos usque perlal: , hinc ad negotia siia profecturus prelo nostro commisit, ea stipulatione, ut
qualila maxima valerem diligentia , recognita , non segniler compressa , faustissimo nomini luo , Paler
amplissime, nuncuparein : qualenus incoinparabilis viri divina scripla , sapientissimi et polentissimi alle
listi:is præsidio, ab inviduloruin delenderentur morsiculis. Operæ siquidem pretium videbar illi, eriami
non vulgare faclurus, si meis vel importunis precibus exorarem , ui ejus viri, qui unus post Christum
Dominum Magni cognomentum vere meruit, et irrefragabilem auctoritatein obtinuit (usque alleo ut non
minus apud ipsilis, quali oliin apud Pythagorie discipulos pro summa dicii comprobatione sullecerit , si
quispiam muliverit, ipse, vel magister, dixit) ejus priesulis clypeo prolegerentur, cujus maximna quondaju
in primario senalu , el nunc in lola Christianissimi regis curia , auctoritas eloquentissima suflulta sa .
• COLSINI PROLEGOMENA .
pientia prævilet. Accesserunt ad fabri nostri equissima niandata Nicolai Beralii, liominis summa cum
scicnlia lum eloquentia præditi, et magnificentia tua ut alacris ita indeſessi buccinaloris , exhorta
lioncs neutiquam vulgares, quibus quod antca subverebar (nam ne de facie quidem nolum opinor) alle
dcre ca:perim . Boni i:aque consulis, prisul humanissimc, el hujus lucubraliunculæ nostræ dulcis
simo pritsidio luo diralæ proleclionem , cum ob Basilii excellentiam , cum ob utrorumquc el Fabri et
Beraliji noslrorua desideria non aspernabere. Valc . E . chalcographia nostra ad XV Kalend . Decemb.
M . D . XX.

PRÆFATIO EDITIONIS HAGANOENSIS

Anni 1528.
Clarissimo viro Domino Bilibaldo Pyrckheimero, Patricio Norinbergensi, Vincentius Obsopæus Sal.
Cum nuper inspiciendum mihi obtulisset es bibliotheca liia , Bilihalie clariss., Georgius Leuiius co .
dicein epistolaruin Basilii el Gregorii, quein cum oh litteraruin characieras, cum ob velustalem vehe
Dienler videre cupiebani. Est enim , ut mihi conjecluram facienti visum est, ante ducentos aut amplius
annos descriplus , inque regis Ungariæ bibliothecam repositus. In eo ergo cum avidissime versarer,
cpi cpistolas quoque aliquot exculere , quæ prima stalimi degustatione (quantum quidem nos in litteris
Græcis palati habemus) ila mibi cæperunt arridere, ut magnum nefas ducerein , lantuin et tam insignem
elegantissimarum episiolarum thesaurum ila deſossum esse , ac non omnium polius usui et lectioni
obvium el exposituin . Sed enim cuin animadverterein hujus lam rari codicis pretium nulla tua invidia
premi, cum alias luze instructissimæ bibliothecæ utriusque lingue auctorės studiosis a le Nagitantibus,
camlidiss. et libentiss. ulendos dare soleas, sed potius librarii penuria hactenus in obscuro deliluisse .
cæpi le per audream Rulelliuin fainiliarem tuum interpellare (ie quid in rebus luis le invito et nescio
facerem allt slalucren ) me describendi laborem et ladium libenti animo suscipere cl devorare velle,
modo meæ voluntali iuus assensus non refragelur. Ibi iu mihil cunclatus, perliberaliter respondisti ,
sumine libi probari nostrum justilulum , atque ut cæplum laborem strenuo urgerem , amice coliorlalus
es. Itaque ego hoc tuo lam liberali responso sum non mediocriter erectus et exhilaralus, luæque cohor
lalioni non illibenter obsecutus, eas vel loc nomine diligentius transcripsi, partim quod antea nunquam
editas compererim , partim quod sperarem studiosis el candidis lectoribus ine nou vulgariter gralilica
lurum , si nostra opera lanti ac lani rari ihesauri polirentur. Promiserat quidem Alilus ille optiune de
lilleris gerilus , in Epistolio ad Codruin Urceum , quod secundo libro Græcaruin epistolaruin prælisuna
(«SL, cas aliquando se editurum . Verum , quid ejus voluntalein ab edendo retraxerit, paruin compertuin
habeo . Paucas saliem Basilii au Libaniui sophistam , el alios nonnullos in secundo volumine edidit ,
quas nos in hoc libello consulto prælermisimus. Porro aulem , qui aliquem fructum harum epistolaruus
lectione consequentur, eumiem libi jure optimo acceplum ſerenduin existimo, deinde 11011 minorem gra
tiain Joanni Sucerio solertissimo Typographio babendam , propterea quod illas lua humanitas non gra
vatim exscribendas dederit, et ille easdeui suis impensis ei laboribus non parcens, diligentissime excusas
in vulgaverit. Neque enim vulgareni de lillerario profeclu illi merentur gratiam , qui id genus auctores
in lucem eduul el procudunt. Qua in re et le, jain per multos annos feliciter elaborasse et sudasse
conspeximus, dum unum huc sedulo curas, ut vcluslis auctoribus suus restilualur nitor et dignitas,
Caleruin præter alia quæ in hisce epistolis continentur el traclantur leclu dignissima, facile videre est,
quæ misera sit et perturba la Ecclesiarum conditio , ubi Christianorum unanimis el consentiens per
lidem concordia , bereticorum impiis condiclationibus divulsit luerit et impugnala . Vixerunt enim eo
lempore in Ciesaria Cappadociæ quidcin Basilius, Constantinopoli aulem Gregorius, quo vehementissime
viguit Ariana hæresis, quam sub Constantino Magno Alexandriic emersissc accepimus, cu ,us perlidia et
malitia lunc Christianismus crudelissime rouvellebatur , Eas ergo lurbas, quibus Ecclesiae nisere in
ſestabanlur, quibuscunque siinplicium conscientiæ variis erroribus involvebantur, diclu mirum , quibus
lamientationibus, quibus lacrymis, quibus denique querimoniis ubique fere dellel Basilius , acerrimus
alioqui Arianorum impugnator, dum lacrymans inonet, obsecral, borlalur, ac aliquoties interminalur
episcopis , ul relicia inuuli el ambitiosa , cumque mullis ollendiculis conjuncia contentione, Christia
norum nientes solo Dei verbo pure el sincere pascant el ductilent, nec eas hæreticorum pestilera el
lethali contagione imbuerent, Verbi divini puritatem el simplicitatem adulteraules, el contaminantes :
plenæ sunt harum querimoniarum pleraque Basilii epistolæ , quas qui 110n oscilanter legerit , baud
Jubie in illis nostri infelicis sæculi miserandam faciem , el slaluio ad amussim expressum esse videbil.
Neque eniin minore muliorum ruina et offendiculo jam luriunt haeretici Munzerani, et omnium maxime
Ecolampadiani, quam olim insaniebant Ariani, Christum in verbis suis (prob impietalem exsecrabilem ! )
plus quam blasplieino ore mendacem coargueules , Christiana? pacis concordiam maligne el lactiuso
couscimdentes ei perlurbantes, simplicium conscientias alitiose erroribus non dicemulis illaqueanles,
Jumque rationis ductum et lallibilem caruis s. pientiam furiis per pra:ceps acli sequuntur, sacrarum lii
leraruin simplicein sensum ad suas blasphemas el impias lla:uias comprobandas violenter pertrahunt,
adeo ut nihi ex tripode prodita videantur ista verba, quæ nimium graphice de hæreticis protulit B .1
silius. Ila enim scribit iu Apologia ad Cæsarienses (el quid velat Græce ejus verba subjungi cuu siut
et verissima el elegantissima?) : Touto uby autois , onolv, as! ŠOTLY ČLENēs, un ÈX TWv oilwy Spaqur
διδάσκειν τας ακεραιοτέρας ψυχάς , αλλ' εκ της εξωθεν σοφίας παρακρούεσθαι την αλήθειαν. Vide vero
quaii strictim et compendiose talium hominum mores et conatum eligerit, quibus pruleclo uequaquani
studiu esl, ut ex sacris litteris simpliciuin animas instituant, sed polius externa sapientia ipsam veri
lalew lundilus subvertunt, Sensisti haud dubie hoc ipsum el tu in conflictu cum OEcolainpad.o (quem
Jonge verius oixboxOTOV quis dixerit , cuin tallias Ecclesije Dei et sacræ Scriplura olunual Tenebras)
Sibyllinis foliis esse certius. Verum isla præsentis non sunt instituti. Prius tamen quam epistolani
claudan , unum boc relicere nequco, quandoquidem ipsi adeo Pairum scriptis iuniluntur, quæ lawen
pro more suo falso el lemere, ut sacram quoque Scriplurain , cilant erronicis interpretationibus de
pravala, subjiciam quiduzw de Sacramento corporis el sanguinis Christi iduw senserit Basilius, queus es
 PRÆFATIONES ANTIQUÆ .
vetustissimis aucioribus unum esse salis certo conslat. Ad hunc enim non modum in eadem ad Cæsa .
rienses Apologia scriptum reliquit, super illud Joannis, vi, 58 : 'Er' yw old tor larépa , quod usurpabalur
ab Arianis in hoc, ut probarent Christum non esse aequalem Pairi. Ille ergo inter cætera ita subjungil,
exemplum inferens : Kal õti totó ėgti Onaojuevov, Šx toŨ êtrecepouévou eloóueda , xal o tpúywy us,
φησί, ζήσεται δι' εμέ. Τρώγομεν γάρ αυτού την σάρκα, και πίνομεν αυτού το αίμα, κοινωνοί γινόμενοι διά
της ενανθρωπήσεως, και της αισθητης ζωής του λόγου και της σοφίας. Σάρκα μεν και αίμα, πάσαν αυτού
Thy HUSTLETU ŠTrLorulav úvouacs. Sed facile ariolor, quid ad isla dicturi sint, nempe de spirituali
manducalione intelligenda esse (ut homines sunt plus quam cælestes, plus quam spirituales), et minora
hæc esse quam ut hisce verbis quidquain probari aut improbari possit, Næ , si isla dicuni, recle pro
spiritus sui vesano el vertiginoso ductu dicunt, quibus quæcunque ab aliis producta fuerint pauca , hoc
est, nibili videntur, et mullo spiritu condita , Cæterum quæ ab ipsis in medium allata fuerini, ex opu
lentissimo ipsissimi spiritus ærario deprompia sunt. Qui enim isti bacchanles et ſuriosi spiritus move
rentur, aut crederent scriptis Basilii , quorum perdilam vesaniam nec Christus ipse, nec Paulus, nec
lol Patruin consentiens auctoritas ad sanam mentem retrahere polest ? Atqui nec propterea ista pro .
duximus QEcolampadianis et Munzeranis spiritibus ut crederent, qui nihil prorsus solent credere, nisi
quod illorum perfidiæ videbitur consentaneum , nempe, quod cernituir el palpalur, el ratione percipi
potest. Quasi vero Basilius non hisce paucis verbis egregium et præclaruin præsliteril suæ fidei tesii
nionium , quid de Sacramento recte sentiendum sit, ipsumque illud, si opus fuisset, eliam quam copio
sissirpe ut alia leslalus esset. Quis aulein credidisset aliquando orituros pestiferos et sediliosos hosce
Nuozeranos el OEcolampadianos spirilus, qui ila crudeliter et impie Christi verba essent dilaniaturi ,
discerpluri, el abnegaluri, ut suis blasphemis nugis fidem facerent et staluerent? Atqui isla jain missa
faciamus , neque enim humane palilur istorum spirituum intolerabilis arrogantia alicujus mediocris
admonitionem , cum summa ingenia moderale non audiant, sed contemplissinie quosque fastidiunt ,
contenti interim quod el Basilius una nobiscum adversus illos de Sacramento sential , cujus unius
calculum omnibus Munzerano el CEcolaippadiano spirilu bacchantium sultragiis anteferendum existiino.
Quanquan homini vere Christiano , Puruli quid hic aut ille dixerit aut senserit, curæ est , cui unius
:ideo Christi verba, qui solus est via, verilas et vila, quique certius de se dicere possil illud , quod Jori
suo tribuit Homerus : 00 yao įuoy mah.váypetov oủ ' áttatnady oj ' ateheÚTYTOY Y' 7 . XEV xewaan xa
Taveúow , vera videntur. Hominum autem eatenus vera , quatenus a Chrisii verbis non abborrent et
discrepant. Siquidem Evangelium omnis veritatis, imo omnium verboruin est amussis et regula , el plane
rentes, qui istam pugnam prior crepisti, et hactenus non inauspicalo Marle depugnasli. Faxii Christus ,
ut per le el Marlinum nostrum inconiparabilem illum sacrae doctrinæ vindicem , perque omnes cuin
Evangelio sentientes, quam primum triumphel veritas, adversariorum impia perfidia el vauilale delecla
el prodigala. Bene vale, vir clarissiine, el tios ut lacis ama.

PRÆFATIO EDITIONIS BASILEENSIS

Anni1532 (a).
Des. Erasmus Roterodamus R . D . Jacobo Sadolelo, episcopo Carpenloraclensi, S. D .
Prorsus obGrmaram animum , hujus ævi decus Sadolele , statueramque typographorum quamlibet im .
portunis Nagitationibus, obsequium præfandi in alicnas lucubrationes in posteruin omnino pernegare :
sed ab hac adamantina, ul mibi quidem videbalur, sententia me transversum abripuit divus Basilius, vir
optimo jure dictus Magnus, sed Maximi cogniomine dignior. Ex his quæ versa legerami, veluti per nebu .
lam suspiciebam ingenii doles plane divinas, ac pecius humana conditione majus. Veruni simul atque
contigit audire Christianum Deniosthenem , imo cæleslem oratorem sua lingua loquentein , sic animum
prius curandum duxerim , quain at inæstimabilis hic thesaurus in publicam utilitalem typis evulgarelur.
Elenim si me lusciosum ac frigidulum sic ad pietatis amorem accendit, quanto magis rapiet eos, qui pro
ingenii felicitale proque copiosiore doctrina cum perspicaciores babent oculos, lum ad pietatis sludiuir
suaple sponle sunt propensiores ! Neque enim hunc, al arbitror, affeclum io me genuit arcana quædam
ingeniorum cognatio , quemadmodum puerum rapuit oliin Horatius, cum ipse nonduin scirem quæ res nie
tantopere delectarel.: quid enim allinitatis huic mortalium infimo cum incomparabili heroe ? sed omni
polens ille spiritus per organunu eleclum suam exerens évéprelav sic allicil anjinos nostros. Hæc est enim
illa , cujus somnium modo vidit Plato , vere pulcherrima reruin sapientia , quæ spiritualibus oculis con
specta , incredibiles excitat amores sui. Equidem contumeliam esse judico Basilii facundiam cum quo
quam eorum comparare, quorum eloquentiain supra modum admirala est Græcia , Juxta modum æmulala
Italia. Quis enim inter illos sic omnibus dicendi virtutibus excelluit, ut in eo non aliquid vel desiderelur
rel offendat ? Tonat ac fulgurat Pericles, sed sine arle . Auica subtilitate propemoduin frigei Lysias. Pha
lereo suavilalem tribuunt, gravitalem adimunt. Isocrates umbralilis orator affectatis structuræ numeris
ac periodis orationis , perdidit illam nalivæ dictionis gratiam . Demostheni , quem velut omnibus numeris
absolulum eloquentiæ exempluw producit M . Tullius, objectum est quod orationes illius olerent lucernam ,
nec desunt qui in eo affeclus et urbanitatem requirunt. Sed ut maxime aliquis exstiterit, in quo neque
naturam neque arlem neque exercitationem desideres, quein mihi dabis , qui divi Basilii pectus numine
plenom , non dicam æquarit, sed vel mediocri consequatur intervallo ? Quem mihi qui iantuin philoso
pbiæ , qui omniuin disciplinarum circulum cum suruma dicendi facultale conjunxerit ? Sed , ut dixi, conlu
(a) Ex olicina Frobeniana , ap.Hieronymum Frobenium et Nicolaum Episcopium . In fronie legitur : En,
amice Leclor, thesaurum libi damus inæstimabilem , D . Basilium Magnum sua lingua diserlissime layneil .
lemn , quem hactenus habuisli Latine balbutientem . Unum hunc dedit nobis Græcia numeris omnibus absolu
lum , sive pietatem animi species, sive sacre pariter ac profanæ philosophiæ peritiam , sive divinitus afilatam
eloquentiam . Mihi crede, reddet le libi meliorem , quisquis hunc familiarein habere voles.
PATROL. CR. XXIX .
C . LXXVIII PROLEGOMENA.
meiiæ gentis est virum divinilus aMalum cum profanis ac nihil aliud quam hominibus conferre . Decen
lins est divum cum divis coniponcre. Tulit eallum ferme alas aliquot summa facundia parique doctrina
ac pielaic viros, Athanasium Alexandrinuin episcopum , Gregorium Nazianzenum Basilii Pyladem ac slu
diorum sodalem , Joanneun Chrysostomum et ipsum Basilio familiareırı , ac fratrem Gregorium Nyssegum
episcopum . Horum suis quisque dolibus sunimus erat. Athanasius ad docendum accommociatissimus :
Nazianzenus floridum et arguium orationis genus amplexis viderur : Ciirysostomus licet pulchre silo
cognomini respondens alicubi verbis redundat, et in digressionibus videtur iinmodicus ; Nysseno placuit
pia simplicitas. Al Philostorgius in lantum pruulit Athanasio Basilium , ut virum alioqui summun cum
Basilio collatuni scripscrit videri pucru . Nazianzenus videbatur cum Basilio paria facturus, ni inter
lol ornamenta nuevos aliquot interdum haberet inspersos. Arguliarum el externa sapientiæ alectalio, di
crionisque structura ab Isocratis exemplo non abhorrens , nonnihil resipiunt scholam rheioricam . Cujus
rei si quis fidem requirat, in Mo: odia, quam ab se summa cura elaboraiain non dissimulat ipse, videbit
mallum fabularum e polis ascilim , videbit el collationem qua Basiliunt cum cleris Testamenti claris
heroibus committil, Juriusculam esse, Al in Basilio nescio quid morosulus etiam lector possil deside
rare. Manal e sanctissimo pectorc, cunctisque humanis cupiditatibus defecalo , simplex ac naturalis ora
lio. Præstantur omnia qua pole .t ars, nec ullit tamen usquam artis significatio ; agnoscas ibi summam
mundanæ philosopbiäe cognitionem , sed nullam prorsus osicntalionem . Sentias illum callere discipiinas lia
berales, et in his wathenialicas omneis, sed sic adliberi,ut nihil aliud quomiancillcnlur pielali. Divinarum
Scriplurarum testimoni: tam concione admiscel orationi perpetua , ui geomas purpuræ non assulas, sed
ibi balas dicas. Nec in vno tantum gencre excellit. Tanta cral ingenii desteritas ut quocunque se inlen
dissel, ſelicissiine rem gereret. In enarrandis sacrorum voluminum mysteriis , mire 6102XTIYOS, diligens,
cautus, apertirs, minimeque viole::lus. All genus panegyricum putatur maxime ilura fuisse compositus,
in quo sic orationem allemperat ad animos auresque multitudinis, ut et imperilis sit perspicuus, et eru
ditis admirandus. In disputando adversis Eunomium cum adinirabilem habeat subliliialem , nusquam la
men alt orationis perspicuilale recedit : alque intra Catholici doginslis defensionem sese continens,
nusquam evagatur in convicia nihil ad causam facientia. Nec sui dissimilis est in opere ad Ampbilocbium
De Spiritu sanclo : scd quodcunque tractat argumentum , nusquam illuin destituit perpe!!la dictionis le
niias ac jucunditas, eaque ion ascita, sed naliva . Adest ubique, juxta nomen illius, regia quædam ma
jeslas cuin admirabili quadam humanitate conjuncta ; sic invebilur in mores hominum , ut objurgantem
cliain possis amare . Qualis erat oralio , lalis erat et vita . Hac ingenii dexteritatc Euscbium episcopain
älvbitione tendentem ad seditionem , es umulo reddidit amicissimum . llac Moulestum Caesaris præfectuin
Sic contempsit, ut hominem impium virtutis fulgore raperci in sui admirationem . llac Eusebium Ponti
pra:fectum devicit dejecitque, ac inos dejecto lulit opem . Hac ipsum imperatorcm Valenlem , cum ingres
sus esset ccclesiam , primum in stuporem adegit :mox sapienti colloquio a concepla crudelitate deterruil,
aique eliani ab Ariana faclione revocavit, nisi quod hujus amabilis librrlas construxerat, aliorum perti
naš improbilas desirusissel. Animus erat adeo paratus ad martyrium , ut illud muneris eliam exoplarer
loco. In scriplis illius nihil usquain obstrepit huinani alleclus, nusquam suam agil causam . Postremo
inest quiddam quod quo nomine sit appellandum nondum inveni. Adest peculiaris gratia quæ nunquain
saliat iegenlem , sed semper sitieniem dimittit. liaque cum mihi persuasissein baud mediocrem utilitalein
el sacris sludiis et .Christianie pielali accessuran), si non umbra Basilii, sed ipse Basilius in manibus
oinnium versaretur, persuasi Hieronymo Frobenio atque hujus socio Nicolao Episcopio, ul quidquid ejus
pervestigari possel, lypis evulgaremi. In his enim qua; Basilii litulo Laline versa tenemus, Basilii maxima
pars abest. Georgius Trapezunlius , liomo doclus, ingenue falelur sesc imparem suscepto negotio , quod
liegue lanza Romani sermonis auessel lacullas, quxc Grieci serinoris gratiam elegantiamque referrel , nec
rei Theologicæ tanta peritia , ul ubiquc rerum quæ tractantur sublilitatem assequeretur. Rulinus nusquam
liec elegantem nec bonæ fidei interprelem præstitil. Ul aulcın de his quæ verlit Raphael Volaterranus
aliquod experimentum capereni, visum est cum Griecis conferre , quidquid primum occurrisset. Occurrit
21:1em Homilia De jejunio, maleriain Iraclans popularem , nullis dificullaribus in volutam . Omillo nunc
elegantiam ; qua lide rem gesseril, vide. In primo slalim versu , quod est in Græcis, év viounviaus, id est,
on iniliis mcnsium , omisit : sed id pensans , nox addidit de suo , quia præceptum in Israel est : idque
paruin concinne, cum mox sequatur τούτο πρύσταγμά εστι προφητικόν. Dein quod Graece est την προάγου
oay tür Muebūv toptív , id est, antecellentcm cæliris diebus festiviialcm , verlit, banc horuin Vierum ce
lebrilaleni. Ai Basilius allusil ad insiglich dicm qui priecessit. Rursus quod Græce est , utrosquaivat
dvayvúguata , id est, indicant lectiones, reddil, significare videntur : diminuens , quod auclum voluit
Basilius, cuin ante dixerit, omni luba vocalius, omnique musico instrumento signilicantius. Prætereo mi
Ditula , quod pro tyropioajev, id esi, didicimus , ventil, novims, proque trapwgauévou, id est, rejiciente,
dixit, viivperante. Alque hic rursus ex Isaia LVIII, 3, 4 , adjecit interpres : In die, inquil, jejunii conve .
nitis debitores vestrus, (ora contentionesque exerculis, cum Graca sio habeant, un els xpica 's zal uayas
VIE,STEÚSTE, & ad nue, etc., id est, nolile jejuniare ad lites cl contentiones. Paulo post, quod est, un oxu
OCWT ágns DepaTTEUOLLEVOS, id est, nic sis tristis duin curaris , verlit , nemo curatus liberalusque meret.
Kursus, eubúdencov, id est, bono sis animo, vertit, gaude si sapis. Paulo posi, 67€ 5 åinows tautas tñs
Toosryopla ; asia , prorsus omisii, quod ut opinor non intellexit illura alludere ad elyuiologiam Græcæ
vocis unateia . Quod idem mox facit in his, o delfá LEVOS Šypicato, ò vefácevog & TIETTAÚvato. Dehinc , quod
est, επί τα ένδον λάμβανε των μελών την νομοθεσίαν,id est, preceptum ad interna meinbra accommoda ,
sic verlit, inlus unge sancto oleo caput. llem quod est, iva écoyo ; yévn Xplotoù , perdidit allusionem a
chrismale ad Christum). Mox xal outo) Cógenos t vr,Oteiz , ju est, ita accede ad jejunium , vertit, hoc
modo jejunio appareas. Mulla sciens transilio pe molestus siin lectori. Il pocopaue, id est, accurre, vertit,
prodi : paulo post, itatéPWV ¿ sil xisluhacov. Nav to apyalótnti :apépov Šotly aidésilov, id est,a majoribus
iradilus thesaurus est. Quidquid excellitantiquitale renerabile esi. Priorem partein omisit, posterioren
sic reddidit : proverbium est, omneper antiquitatem fierinobilius. Jum quod continenter sequi!ur, duge
anonte thy toddy cñsmotelas, id est, reverere capiliem jejunii, vertit, jejunii capitiem diligenter perscru
Laie. Rursum post versus aliquot, spelāci tñs ou pxos thy Bpūsly Ú TEOTICéuevov, in carnis indulgentiam ci
bumi suggerenlcm , reſerlur enim ad serpenteni, qui priecessit ; ille separavit atque ita vertit : parce
carni cibum subministrare, ralus gelaoi verbum esse , cuin sit nomen Jandi casu , alioqui esset pel
bou, Heliqua quid altinel persequi, cum ex his abunde liqueal, lantum interesse inter Basilium versum , et
sua lingua loquentein , quantum inter lusciniam modulantem , el corvum crocilanlein ? Equidem fateor el
Kayh elis, et Francisci Arelini, ci Aniaui, aliorumque hujus nolie scriptorum iudustriæ nos uoouulla :u
 PRÆFATIONES ANTIQUÆ . CCLXXIX
delicre gratiani : sed quid lulurum conjeclamus, cum ex ad hunc modum versis auctoribus graves tbew
logi serio proferunt testimonia , ac de catholicæ fidei dogmatibuspronontiant? Proinde cuin oingi pro
ſessioni, tum in primis theologicæ necessarium arbitror, ut aut e fontibus haurire malint, quam e lacu
nis, aut eorum qui vcriere, fidem exploralam habcant. Quanquam inter innumerus, qui hoc opere susce
perunt, quolusquisque cst qui non plurimis in locis vel imperitia , vel oscilantia lapsus sit ? Quv sane nu
inine studiosorum omnium favorem mco judicio proueretur officina Frobeniana, quæ prima apud Germa
nos ausa estGra:cum auctorem antea non cvulgatum excudere formulis, ab omnium laudatissimo Basilio
rem auspicala . Quod si successerit, ut successurum spcro, decretum est quotannis huic negolio prælum
unum dicare. Dein quod in Vitis Plutarchi tentalum est a quodam utriusque linguæ peritissimo, idem
curabitur in Basilio , Chrysostomo,Athanasio , Cyrillo ,Gregorio Nazianzeno, ct horum similibus aucto
ribus, licet quædain ita versa videantur, ul appareal minus negotij fuluruui ci qui denuo veriat ab in
legro , quam qui dcpravala restitual. Annon igitur publico omniuin bonorum favore digni sunt, qui ad
139lam studiorum ac religionis utilitatem et facultates omnes expendunt, et cuirain vigilantiainque sumi
nam impenduvil ? Verum hic quoque videlur haudquaqnam dorinire Ale Homerica, qui per Eridein
maiom coulentiosiim inter Italos, Gallos ac Germanos immittere conatur. Al quanto consullius erat nos
invicein mutuis ofliciis adjuiare : il qui poslerior sil, præcedenti non invidcal , scd appl.iudat; qui prior
sequi conanti mon01111 porrigat. Hac admonitionenihil eral opus, si cunciis adessel is animi candor eaque
sinceritas, quæ tibi. Nihil enim dubilo quin huic boneslissimo justilulo sis utroque laulurus pollice , aul,
ut melius dicam , tolo pectore. Atque hac potissimuin de causa visum est curare, ot Basilius ille Magnus
lui nominis auspicio prodeat in publicuni, qui iam admirabili facundia Iraclas arcana volumina , ut non
immerilu Lalinus Basilius appellari possis . Propitia sit mihi lua mudestia , si quoi scutio relicere non
valeo. Verum hæc scribenti mihi recrudescil dolor, quem gravissimum ex bibliotheca lua panoletbria
pridem conceperam . Polerat enim illa ad hoc instiluluin , quod absque Græcorum volumiuuin copia geri
non potest, magno esse adjumento . Nunc si lua forle bibliotbeca Basilium Græcum non habet, hujus sala
lem accessione supellectilem luam lilterariam augenius. Atque ulinain tulum Basilium dare licuisset ! Lin
bros enim quos divinitus scripsit in Eunomium , nullum vestigalos pancisci non quivimus. Precor ut Do
minus R . amplitudinem luam studiorum ac rei Christiane coin niodis diu servet incolumiem . Datum apud
Friburgune oclavo Kalend. Martius, anno a Christo nato M . D . XXXII.

PRÆFATIO EDITIONIS VENETÆ

Anni 1535.
heverendissimo in Christo Patri D. GaspariSalut,
Conlarcno, Tit. S. Vitalis S. R. E. presbytero cardinali,
in Domino.
Gralia Domini nostri Jesu Christi et diligentia laa, reverendissime Paler, effectum est, ut beati Basi.
Ja 'AsxrtxOy (quod opus auctor ipse episcoporum sanctissimus et doctissimus pro communi utilitate
Ecclesiæ studiose elaboravil) nunc primum editum , nunc primuin calliolicorum desideriis viroruin et mus.
lierum donalum censeri possil : quando autehac tam rari habebantur hujusmodi libri, adeoque difficilis
erat eorum inspicienilorum neduin describendorum facultas, ut paucis quibusdam exceplis diligentioribus
Sorte, vel felicioribus, reliqui omnes quanivis docti ci pii, vix famam operis hujus vel riomen agnoscerent.
Erant quippe pauci, ut diximus, præsertim apud nos, el ii pauci mulla cura servabanilor in Bibliothecis
publicis el in nonnullis monasteriis. Addebalur huic etiam alia Jitficultas, seu potius negligentia : mulli
enim cum legissent illa fragmenta a Rufino presbytcro Aquilegiensi translata sub appellatione ac limulo
Regulæ beati Basilii, nibil amplius cogitantes, neque melius quidquam nec aliter de ea re sensisse, vol
scripsisse hunc virum arbitranles quam quod ipsi in parvo illo ac diminuto libelló Translatum legereol :
illico frigescebant, adeo ut suamet cogitatione decepti, quasi consumpta jam spe, remillerent omne slu
dium diligentius inquirendi. Inter hæc incommoda refulsit nobis gratia Domini per amplitudinem tuam .
Ipse enim le, ut negolio lam pio et utili opem ferres, induxit, voluitque tam probitale ei wumauilale isla
tua omnibus prodesse ut velis , quam aucloritale ut possis . Itaqué ope atque industria lua iria
antiqua exemplaria ex Bibliotheca publica civilatis luæ , boc est reipublicæ Venelorum , liberalissime no
bis concessa sunt, quibus ad hanc rem quvad vellemus uti liceret ; quarlum obtinuimus ex monasterio
Sanctæ Justina Congregationis Cassinensis , studio et diligentia nobilissimi viri atque doctissimi
Rainaldi Poli Britanni, qui etiam ex his omnibus codicibus sludiose inter se collatis unum elegit, ac per
familiarem suum oplimuin juvenem , quintum nobis describendum diligentissime curavit ; quem nos sexlo
loco acceplum postea non minori diligentia usi, ad hunc moduin quein vides, imprimendum curaviinus.
lo collatione aulein quatuor exemplariorum uniusque descriptione, ut diximus, quantum fuerit laboratum ,
quantumque profeceriinus, facile judicabit quisquis voluerit hunc nostrum cum quovis alio codice singo
lariter conferre. lolelligcl euiin , ul spero , qui ista lenlarcrit, rem sibi esse cum pluribus codicibus siinul:
qui tanquam communicato inter se consilio et junctis viribus sextum hunc nostrum non tam adjuvisse
el supplevisse videri possint, quam resliluisse ex inlegro ac denuo peperisse. Fuit certe labor noster in
gens, sed non injucundus. Coniperiebaldus enim quotidie !ere in singulis aliquid deesse , idque prout ca
Leri codices arguebant, diligentius complebamus in nostro, experiebamurque illorum quemlibet, ubi forte
socium supplevissel in verbo vel in syllaba (ut fit) sive in liliera ita affectum , ut oon minus ipse alterius
auxilio indigerel, nam deerat plerumque in eo uon liflera lantuni aut syllaba , sed sententia in lepra ,
neque una tantum , sed plures simul muliorum verslum , fiebalque ut plura aliquando quis re
slilueret censori suo , quain accepissel , plurimumque adjulum se iile ſalerelur ab eo quem ipse
anle correxeral. Ad haec cum auc!or opus suum in partes diviserit, iil dicelur inſerius, offendimus
quemdam sermonem in medium duarum partium obrepsisse : quem alii codices neque in eo loco,
wequc alibi omnino habebant, eumquc arguebal illegitimum quasi alienos fines occupasset, et operis
ipsa divisio et præfatio auctoris, nccnon absoluta præceptio et disceplatio præcedentis partis el proæ .
wium subsequentis , quin etiain genus scribendi el disserendi diversum a reliquis scriptis beati Basilii,
mojusque alius cilandi Scripturas apparebat in eo inaniſestius. Hoc idein evenit in cauonicis omnis qux
CCLXIX PROLEGOMENA .
hic appellantur è teltlula ; nam mullo plures inveniebantur descriptie in uno codice quam in reliquis tri
bus, apparebatque in panis illis diversitas loquendi a primis el nonnullarum dictionum novitas, pecnon
vocabula quædam peregrina et vulgaria ab eo loco legere incipiebamus, ubi aliorum codicum pæne
desinebant, hæc lainen , sicut in illo codice invenimus, in fine posila sunt, ne quid deessel his qui etiam
talibus recie uli noverunt. Observabalur insuper nonnulla diversitas nunc verlinrum , nunc sententiarum
inter ipsa exemplaria , qua in re quamvis lutius videretur propositum ulrumque servandi, et in margine
describendi, lit libera facullas darelor lectori eligendi quod vellet ; quia tamen hoc in primis bojus volu .
ininis paginis niinis anxie servalum fuisse quibusdam videbalur, remi ita deinceps temperavimus, ut
adbibila majori .diligentia, minus sæpe in reliquis hoc facere cogeremur. Verumiamen neque in his
neque in aliis unquam suppletionibus nostris aut emendationibus etiam syllabarum vel elementorum
proprium sensum secuti sumus, sed exemplarioruin lauitum fidem atque consensum . Sed et in quibusdam
eorum , si qua aliquando nobis exorla dificultas, vel quæ non admodum levis videretur dubitatio occur
risset, idcm servavinius : nam confestim recurrebamus ad viva exemplaria, hoc est ad viros eruditos non
solum lilleris ac linguarum peritia , verum etiam sub jugo Christi et in religione assidua exercitatione
versalos : quos optime novit diligitque etiam palernilas tua . Hæc tamen non ideo dicimus quia arbitre.
miur nos lali diligentia omnia asscculos, vel quod ignoremus adhuc plurimum loci remanere, in quo sese
aliorum industria post conalus nostros exercere possit pro Christi gloria et proximi utilitale : verum ila
commen:orainus, ut per ea aliquos excitenus ad æmulandum nos bona æmulatione, provocemusqne fratres
nostros ad id cum charitate supplendum el corrigendum in quo lapsi sumus. Igitur hæc ita se habent ;
nunc cælera explicemus. Opus ipsum dividitur in partes plures, sed inelius est ut prius lolum volunien
dividamus. In boc volumine tria opera continentur, inter se quidem diversa, ejusdem tamen auctoris,
videlicel priinum TWvXoxTTXoy, secundum De virginitale, lertium contra Eunomium . Primo operi annexus
est tractatus Ethicorum colleclus potissimum ex Evangelio et Apostolo. Secundo De virginilaie adjungitur
sermo De paradiso. Tertio additur etiam aliquid in fine contra Sabellianos, quæ oinnia ab hoc pontifice
fuisse composila nemo dubitat. De primo el tertio meminit bealus Hieronymus in libro De ecclesiasticis
scriptoribus. De secundo bealus Gregorius Nazianzenus in laudibus Basilii sui, quanquam nec primum
ibi tacet oninino nec lerlium : duin alterum apaxtixOUS, alterum ártusortixou ; Xoyous appellal xal ooooo
Tixdy Trūp. Ilaque ul ad primum redeamus, post prologum et nonnullos sermones downtixos xal fra patve
TLXOÚS sequitur hoinologia catholicæ fidei; post banc traclalus Ethicurum quem diximus, cui succedunt
etiam alii sermonies doxntixoi, indu auctor persequens iraclalum tñs doxhoews, per interrogationem ct
responsionem eum bifariam dividit ; nam primo agit rem copiosius per responsiones seu definitiones
quasdam latiores, quam parlem ipse appellat pous xatda datos, secundo contractius per responsiones
breviores, banc vocal xat' È TILTOuñv : tertio loco ponuntur Olatábeis quas dicere solemis constitutiones,
valde quidem utiles et necessariæ tuin solitariis, tum etiam cænobitis. Sequitur deinde epistola ail
Chilonem ejusdem prope argumenti, cuin alia ad monachum lapsuso : postremno ponuntur serniones duo
De bapiismo; nam et los inveniinus in multis exemplaribus. Paries igitur operis tūv doxtitiXWy el quasi
membra ipsius lere hxc sunt. Quantæ autem utilitatis et excellentiie sit hoc opus facile intelligemus, si
titulum ipsius allenderimus intentionemque scriptoris ; sumitur enim ab ea re ju qua versalur, videlicet
al) usu atque exercitatione virtutis ; si quidem omnis conatus auctoris huc potissimum respicit, ut doceat
nos non modo vilia ſugere ac virtutem eligere, quod fere omnes faciunt : verum ipsam exercere, ut
scilicet elecla semel vircule constanter in ea perseveremus, vivendo et operando ut decet ; neque enim
suficiebat liuic viro malos tantum corrigere atque hortari ad bonum , nisi eliam doceret jam bonos, quo
pacio se exercerent, ut fierentmeliores. Quamobrem cuin reliqui auctores, idemque isle vir summus in
aliis homiliis et tractatibus suis interpretando et suadendo virtutis viam tantum ostendat : in hoc opere
urgel nos, Irabilque vehemeuler ad recie vivendum , ac secunduin id quod ostenderal, operandum , docens
quanto conatu , quo lempore , quibus inodis, quave intentione singula nos facere alque evitare oporteat,
ut apud Deuin recie vivere jullicemur, et in nobis ipsis non lam videri boni, vel dici, quam exsistere va
leamus. Mulli enim appelunt recluin non recle, faciunique quod bonum est non bene, quibus per Moysen
Dominus dicit : Jusle quod justum est persequeris '. Primo itaque loco in traclalu Ethicorum siatuit poeni
lenliain juxta prædicationein Salvatoris, asserens ab ea necessario incipiendum Ghristiano, declarans
etiain tempus, locum , modumque ipsius el fruclur. Deinde distinctis diversis didelium gradibus docel
ordines inira Ecclesiam constitutos persequens singulos , plurimisque sententiis Novi Testamenti in unum
collectis atque dispositis, elicit ex iis varia argumenta ad formandos mores et ad cognitionem pertinentia
lacidissiinä ac solidissiinä veritalis in obedientiain mandalorum Dei, ubique docens auctoritate non sua,
sed Scripluraruni, qua in re locus ille maxinje excellere videtur, ubi enumeratis fere omnibus Scripturæ
locis quibus Dominus monendo vel præcipiendo , ut aliquid fial, promillit obedientibus præmium vitam
æternam : mox e regione alios staluit, recensendo quibus verbis quibusve causis minelur supplicium
Transgressoribus, probibendo hoc aut aliud ne liat. Per quæ hæc omnia unumquemque lidelium deducens
in tinem proprium professionis suæ , ostendit primo quales esse oporteat eos quibus prædicatio verbi Christi
commissa est in Ecclesia et cura gregis ipsius, ut veri præpositi sint, verique episcopi : deinde expressa
imagine veræ fidei, ac forma cujuslibet renascentis in Chrislo, declarat quid propriun fidei, quid proprium
Curistiani. Hinc interpositis quibusdam serinonibus persequens maleriain tñs doxhdews, prius nonnulla
Jalius disserit, deinde pressius reliqua , sicut diclum est. Incipiens ilaque a duobus præceptis charitalis,
in quibus omnis perfeciio religionis consistit, docel ea per quæ corpus animumque exercere quis devel
ad acquirendam exercendamque charilalem Dei et proximi, deducensque ex ea velut ex fonte quiduam
facere vel nou facere oporteal militem Christi cupientem post hac in novilale vilæ ambulare, et sublats
cruce sequi Donjinuin suum dicentem : Qui vull venire posl me abneget semetipsum · el reliqua : ostendit
priinum necessario renuntiandum omnibus quæ in hac vita possidentur, declinandumque a turba , ut
Jesus inveniri et retineri possil : relinquenda est enim patria , cogualio, amici ; relinquenda negolia ,
diviliar , occupationes, familiaritales, atque in primis voluntas propria , sæpius revocans ad memoriam
verbuni Domini dicentis : Descendi de cælo non ut faciam voluntatem meam ; quam certe si ſecissel errare
non poterat. Mox plurimis rationibus comniendalo instituto religionis el proposito vivendi in inonasterio
iu societale multoruni sub jugo Christi : ostendit quomodo fratres instiluendi sunt, qui se Dompino offerre
per hanc viam el consecrare decreverunt, quandiu probandi, quibus laboribus exercendi, quando reci
piendi, quo studio regendi el perficiendi, tradens etiam nonnulla de solitariis el de sanclinouialibus
• Deut. xvi, 20. Malih. xv , 21. Joan, vi, 38.
 PRÆFATIONES ANTIQUÆ . CCJ.XXXI .
feminis quas lic vocal canonicas : quibas in libello De virginitale suppletur quidquid in hoc desiderari
corpus animumque exerceant ad paupertatem relincndam , castilalemque non modo carnis, sed spirille
el cogitationum : necnon ad dimicandum fortiter contra seipsos per obedientiam , ut apposita semel mani
aid aralrum retro amplius nunquam respiciant. llinc de religiosorum sludiis atque exercitationibus singile
latim loquens, docet quomoclo el quandiu orandum , quo ordine psallendum , cur et quomodo manibus
operandum , item quanto studio cogitationes regere , iram frenarc, a risu et crapula abstinere, quam
humiliter fratribus servire, senioribus obedire, seipsos abnegare, ultimum locum eligere oporteat disci
pulos et imitatores Christi ; addens quomodo infirmiores tolerandi, peccatores corrigendi, ægroti curandi,
hospites suscipiendi, quantopere mulierum consortia evilanda, sæculariumque et consanguineorum fami
Jiarila les ſugienda, in quibus potissimum abscondi solent insidia et laquei inimici. Mulla quoque de cibi
et polus abstinentia, de jejuniis, de silentio, de vigiliis aliisque exercitationibus sanctis, et quid dicam ,
quando neque de vestimento , neque de calceamentis, neque de zona admonere desistit philosophos
Christi ? Verum ut ad eas virtules quæ sunt propriæ Christiani veniamus, quam multa el utilia hic prope
semper, imo nonnisi semper atque omnia Tradit ad ædificandam in nobis fidein , spem , charitatem , asse
rens ante omnia exercendain quasi fundamentuin vile spiritualis patientiam , bumilitatem , mansuetudi.
nem , deinde capleras virtutes, ut in omnibus semper honorificelur Deus, el ædificetur proximits. Mulla
præterea de oppositis vitiis disseruntur eorumque periculis ac remediis que facile legentibus patent. Illud
plicem rerum experientiarn , quod, quamvis de quacunqne re ei disserere placuisset, nonnisi sapientissimo,
loqui posset : nihilominus videas eum omni conatu lugere et quasi forinidare, ne quid ipse per se in hoc
opere tradere vel servandum sua auctoritate præcipere cuipiam videalur, adeo in omnibus et per oniniai
solum prædicat Christum . Præponit enim fere in singulis, de quibus locuturus est, exemplum vel verbini
Domioi es Evangelio vel Apostolo, adeo quod , dum aliud agere videtur, in hoc etiam proilest, quod supra
ducentos Scripluræ locos legentibus interpretalur, lam commode, lam opportune, lam vere, ul sensum
quidem Scripturæ qui per se latebat in liiiera observalum solummodo revelare, aliisque ostendere velle
videatur, non autem ipse invenire excogitando el disserendo ut fit : nihil omnino neque a seipso , neque
ab aliis sibi postulans credi : quo fit, ut quo magis aliquid asserere vel jubere lrrinidal, tanto persuae
deal verius, jubcatque vehementius, magisque legentiuin aninos Trahat atque accendat in ainorem
sapientiæ , cum omnes ad eam ila hortelur, ui sola jubeat charitas Cliristi, quid in ore ipsius loquitur et
spirat in pectore. Habent igitur hinc monachi omnesque religiosi viri el mulieres per ea qu:e legunt, quo
pacto ad Deum conversi in via ejus lulissinie progredi et proficere possint, si doctrinam docentis non
spernant, præsertim ubi eos :nonet nihil proprium possidere, consanguineos suos negligere , seculariuin
ampicilias fugere, claustrum silentiumque diligere, publicum evitare , nullo inodo a congregatione disce .
dere , crucem lollere, tantumque amplecti quam sibi elegerunt in parlem , eamque corde et corpore
assidue circumſerre. Habent prælali el episcopi hinc inulta quæ hauriant, quibus greges suos optime
regant formentque in Christum . Habent el plebes fidelium (quandoo ullus gradus, vel sexus , nulla est
ælas intra Ecclesiain , quam iste non doceatj quid faciant etiam ipsie, quidve offerant præpositis suis in
obsequium Christi, sive vii , sivemulier, sive liber, sive servus, sive senex, sive adolescenis, sive paler,
sive Glius, omuibus enim loquitur qui in Christo renati Christum induerunt , horlando eos post rectain
fidem ad patientiam , ad contemplum hujus mundi, ad castigationem carnis, ad imitationem Domini et
Salvatoris nostri Jesu Christi, docens etiani qui habilus, qui vocis modus, quis gestus corporis alque
membrorum , quæ verba, quimores deceaut Christianum . Clerici insuper nostri habent ipsi quoque non
pauca quæ discant, inter quæ etiam illud, ut non tam fircile in privalorum vel sæcularium domibus cele .
brent divioa mysteria. Quin etiam fratres quondam nostri, qui Salanæ callidilale decepti nuper ad
Ecclesia catholica discesserunt, et ipsi profecio invenient hic mulla quibus ad resipiscenduma suis
erroribus, ac ad eamdem sanctam malrem Ecclesiain revertendum plurimum adjuventur, atque illud in
primis, scilicet non esse deserendam Ecclesiam Christi proplerea quod intra illam el malos plerumque
homines esse contingal . lum discent quid eos sapere , quidve sentire oporteal de poleslale et unitale
Ecclesiæ ; de ecclesiasticis sacramentis, de fide et operibus, de libero voluntatis arbitrio, de religiosis
volis, de jejunio , deque aliis mollis, modo recte ac diligenter allendant quæ leginnt, et errores suos
velintmagis corrigere quam tueri, a quibus olim eos revocare , lu quoque scribendo el disserendo , oplinie
Paler, non deslilisti priusquain vel ipsi le audire, vel lu eos talia docere ob graduin apustolicæ dignitatis
tanlopere tenereris. Fuisti hactenus meinbruin corporis, jain vero membruin es capitis , hinc ilaque recle
iolelligis nunc eos quandiu curari possunt ad le multo magis quam prius atque aliter pertinere ; bain
quos anlebac ad unitatem corporis redire scribendo bortalus es, posthac exeniplis atque orationibus tibi
expugnandi, nionelidi, sanaudique sunt, ac benignissime pertrabendi, sic tamen ut eosdem , ubi opus
fuerit, etiam arguendo el disserendo nibilominus cures, atque julrare compellas, ul si forte ob mores
postros se ipsos ita præciderunt, moribus ilein nostris, vel saltem alicujus nostrurum revocentur, subji
cianturque capiti suo ad obediendum fidei in obsequiuni Christi. Quamobrein volumen hoc canctissimi
viri dignum quidem semper ingenio et studiis tuis, istorum causa sit, ut temporibus nostris tibi potissi.
mum debealur, tuque in doctrina ipsius ad prædicandum aliis veritatem sectanda el astruenda juvicein
debeas pluriinum olii adbibere et diligentiæ , non pro reparatione eorum modo qui ceciderunt, veruin
etiam pro Ecclesiæ catholica. ædificatione, omniumque fidelium fruclu , necnon sanctæ sedis istius orna
mento et adjumento , quæ te puper nibil lale cupieulem , neque etiam cogitanleni, splendore hujus digni
latis lam legitime, lam rile, lain sancte ad seipsam invitavit, ut in lantis perturbationibus Adoi, dissell
sionibusque ac scandalis inobedientiuin filiorum adjula , sicut par est, studiis ac moribus tuis, solidetur
in Domino et dirigalur in laudem el gloriam Domini et Salvatoris nostri Jesu Christi : qui cum Patre et
Spiritu sancto vivit el regnat,Deus per omnia sæculorum sæcula . Amen .
• Galat. III, 27.
LCLXXXII PSOLEGOMENA .

PR.EFATIO EDITIONIS BASILEENSIS ,

Quæ Græce prodiit anno 1551.
Το περιβ.λεττοτάτω καιΕπισκόπο,
αιδεσιμωτάτω "Αρχοντι Ιουλίω, της των Noυμβουργέων Εκκλησίας
Κορνάριος ο Ζουϊκκαβιεύς ιατρός, υγιαίνειν .
ευσεβεστάτω Ιανος
Ούτε της αρχής σου το προτέρημα , ούτε της επισκοπής σου το ιεράτευμα , εμπόδιον μοι είναι ηγούμην,
του μη θαρσαλέως προς την σην, Ιούλιε αιδεσιμώτατε επίσκοπε , τιμιότητα τούτο το γέρας προσφέρειν .
Γέρας δε φημι, ήτοι δωρον, το των αγίω Βασιλείω τω επίκλην Μεγάλω πάλαι ποτέ γεγραμμένων βιβλίων
τεύχος , νεωσει τη μεν ημετέρα δεξιότητι συλλελεγμένον , και προς παλαιότατα αρχέτυπα επανωρθωμένον,
το δε πόνο και ευφυία του εν τη πόλει Βασιλεία τυπογράφου Φρονε6ίου και των εταίρων αυτού εκτετυ
πωμένον, και τη σου τιμιότητι δι' ημών επιγεγραμμένος και προσπεφωνημένον. Τούτο γάρ τοσούτο μάλλον
χαριέντως σε προσλήψεσθαι ήλπισα, όσον εν την νύν χρόνω η αληθής ευσέβεια τεθορυβωμένη κυμαίνει, και
τοικίλαις, μάλλον δε πικραίς αμπελακιών αέλλαις καταιγίζεται. Επειδή γαρ και επί του Βασιλείου τοιαύτη
τις γέγονε των Εκκλησιών κατάστασις , συμβήσεται μανθάνειν τους αναγινώσκουσι ταύτα τα βιβλία , ήτοι
μυθιον εξουσι των ψυχών σφετέρων οι ταις του αγιωτάτου ανδρός ευσεβεστάταις γραφαϊς προσδιατρίβοντες.
Και γάρ ταύτα πάντα ουκ ιδία εις την σην χάριν και χρήσιν εξεδώκαμεν, αλλ' ώστε εκ της σής αυθεντίας
προτραπέντας τους της ευσεβείας τε και της αληθινής θεολογίας φιλετιστήμονας προς τούτων των βιβλίων
ανάγνωσιν προσκαλείσθαι, το σον παράδειγμα μιμουμένους, ός όντως πολυίστωρ τις. και πραγμάτων και
πειρασμών έμπειρος , και γλωσσών επιστημων, και πολλών ήδη ετών τη ιερατεία επίσημος ανήρ ών, προς
ταύτην την επισκοπήν αναβέβηκας, προς μεγίστην εικότως αναβησόμενος, ει μή ο φθόνος , των αρετών
σου σκιά, εμποδών τέως έστηκε. Και ταύτην γε εν τοίς μάλιστααιτίαν δοκείσθαι θέλουμι, του προσφωνείν
με νύν τη σου τιμιότητι τούτο το τών του θείου Βασιλείου γραφών τεύχος, και έτσι να τον Ρωμαϊκώς δι'
ημών λαλούντα Βασίλειον, ομοίως σου προσφωνηθέντα, και τελειότης σου ήδιον δεξιώτo sic ? ! ]. " Όφελον δε
πάντα τα ημέτερα τοιαύτα είεν, ώς τη σου τελειότητα και εις χρήσιν και εις τιμήν είναι δύνασθαι. Ταύτην
γαρ πάντες σοι οφείλουσιν, οί την ομόνοιαν και το συμφέρον των Εκκλησιών φιλουσιν, ήν δη ομόνοιαν
μάλιστα διά της σου συνέσεως. εν ταύταις γε χώραις, παρά Θεού και Πατρός του Κυρίου ημών Ιησού
Χριστού ελπίζομεν. "Έρρωσο. Εν τη των Ζουίκκαβιέων πόλει, μηνός Σεπτεμβρίου τετάρτη, έτει της θεο
(ονίας αφμθ'.

PR .EFATIO EDITIONIS BASILEENSIS,

Anno 1566.
Ad Rererendum in Christo el illustrem principen ac dominum D . Julium Numbergensium Ecclesiæ episco
pum pienlissimum , Jani Cornarii Medici physici Zuiccaviensis in suam divi Basilii operum translationem
Praefatio.
Quæ mihi causa fuit olim divi Basilii scripa conquirendi, legendi, ad .Lalinos transcribendi, et ad
publicam omnium utilitalein edendi : ea ctiam nuper me invitavit , imo impulit, ut eadem sanctissimi viri
scripta in manus resumpserim , ipsaque rursus perlecla, correcta et ad varia velusta exemplaria emen
dala , lum Græce lum Laiine ex nostra iranslatione invulganda duxerim : atque id boc maxime lempore,
quo 111 , Juli pontifex , his regionibus mihi patriis episcopus datus es : per cujus cxccllenlein doctrinam ,
altissimain prudentiam , cxactissimum judicium , ainabilem æquitatem ac moderationem , omnes boni
fore sperant, ut Ecclesiarum infelici discordia per annos aliquotmisere diveralarum concordia reparelur.
Nam cum in hoc pietatem tuam lolam versari videam , ut publicæ paci ac concordiae in Christiana reli
gione copulelur, et non fuerit aliud sæculum a Cliristianic rcligionis initio , in quo lol harcses, seciæ , ac
dissensiones viguissent, ac magna contentione, et sua defendendi pertinacia, se quam latissime quoquo
versus per omnem Orientem exiendissent, quam id quo Athanasius, Gregorius Nazianzenus ct Basilius
vixcrunt, et hic vel imprimis 101 bærcsibus ac seciis ad unitarem ac concordiam reducendis, omni sludio
claboravit : el si hoc vostrum sæculum illi proxim :im , sive quis inultiplicem secla in sectam sectionem
considerel, sive contentiosorum pertinaciami, quæ alicubi ad sedilionein usque progressa , el civilales jam ,
et innuincros homines consumpsit : non scio an , quod ad humana auxilia aulinei, aliunde aul amplius con
silium , aut paralius solatium inveniri possit, quam ex divi Basilji scriptis , el prxsertim epistolis , quas
concordiæ ficiendæ gratia , plurimas ad pluriinos episcopos et civitates scripsit : quæ polissima causa et
prioris D . Basilii scriptoruin , et jani repetita eorumdem editionis mibt ſuit. Quanquam bujus non levis
causa reverenda pielas lua baberi debeat, cui Basilium inscribere ac mittere visum fuit, non ut ardens
illius sanctissimiviri sludium in reconciliandis ad veram pietatem animis, ipsa in seipsa hinc agnoscat.;
sed ut mulli qui zeli luipienlissimi alieclionem , aut non noverunt, aut malevoli maligne de illa sentiunt,
hinc cognoscant te revera esse lilijus ævi Basilium , qui ex veræ commiserationis ac misericordia visce
ribus, Ecclesiis condoles, dissensiones tollere conaris, unionein ac consensum reparare sludes, nunc qui.
dem in lioc loco constilulus vel maximc, sed tamen eiiam anles : ila ut nihil unquam omiseris, quod huc
facere pilares, ut paucurum etiam ac singulorum adeo colloquiis inleresse non sis dedignalus, pibil
hactenus laborasse, nec frustra cucurrisse videris : quod facile, eliam me tacente, ieslantur qui tuis
consiliis acquieverunt. llæc tempora angusta , dillicilia et turbulenta , in quibus lu episcopum agis, dum
ego mecum expendo, non diversa ab illa persecutionę mibi esse videntur, de qua Basilius in epistola ad
Occideniis episcopos sic ail ;
 PRÆFATIONES ANTIQLÆ . GCLISX1!1
Persecutio nos apprehendil , fratres venerandissimi, et persecutionum horrendissima. Persecutionem
enim patiuntur pastorcs, ut dispergantur oves gregis * : et quod gravissimum est, neque qui malis
verantur, in perfectione martyrii alllicliones suscipiunt, neque populi in martyrum locu hos athletis
colunt, propterea quod Christianoruni nomen persequentibus incumbit. Unum cst crimen quod nunc vebe
menter dainnatur ac punitur, diligens observatio traditionum patrum . Ob hoc ſugantur patriis pii, et
cætera. Atque eadem de re ad cccxvui illos cpiscopos, qui in Nicæno concilio congregati fuerunt, Basilius
el alii Oriensis episcopi hæc verba scribunt :
Nobis autem ad manifestum bareiicorum bellum , amplius etiam id quod ab his qui idem sentire videli
tur exortum est, ad extremam debilitatem Ecclesias perduxit. Ad quæ sane mala etiam maxime veslio
auxilio opus halenius, quo hi qui apostolicam fidem confitentur, dissolutis sectis quas excogitaverunt,
de cælero auctoritali Ecclesie si:bdivi sint, ul integrum fiat corpus Christi, omnibus in.emiris ad iniegri
talem reversis, et non solum apud alios pripdicemus bona , id quod nunc facimus, sed etiam nostras
ipsorum Ecclesias relerein de recia fide glorialionem rccepisse videainus. Revera enim supremia bealiludiue
dignum est id quod vestræ pielati a Domino datum est, nimirum adulterinum a probo si!iceroque ac puro
discernere : pairum vero fidem , citra aliquam detractionem prxdicare : quam ctiam nos suscepimus, et
cognovimus ex apostolicis notis elformalam , consentientes elipsi, etomnibus in concilii scriptu regulariler
ac legaliter decretis. Hacicous illi,
Christi corpore se avellant, cum Ecclesia Dei una catholica Christi sil corpus, et singuli in ipsa com
prehensi, luni inter se, lum Christi sint membra . Quapropter mibi imprimis in solatium , sepe pientissini
viri, el ad pacem , concordiam , el unilalem omnia molientis scripta lego, relego , ci exosculur : nec dubito
quin etiam aliis eamdem utilitatem exhibilura sint, qui illa in manus sumcre volent. Aique utinam contin
gat, ut multi pii ac boni viri hinc consilia ac auxilia petant, ct quisque qiranlum in se essel huc conferret,
quo et ad unius sanctæ catholicae Ecclesiæ concordiam oinnes deveniremus, et idem in Domino sentire
mus : id quod juxta regium Prophelam rogare jubentem quæ ad pacem sunt Jerusale.nº, precor ut
Deus solus bonus ' pro sua benigna erga suos voluntale, elementer suis tribuat. Porro quod R . P. T .
inscribendum ac millendum Basilium duxi, non ideo solumn feci, ut, velut dixi, pietatis fuæ zelus divi Basilii
zelum referens, binc ab omnibus cognosceretur, sed ctiam ut privalam meam crga liam pielalem affectionem
binc tibideclararem . Memini enim el suavissime recordor illius cognitionis, quæ mihi adolescenti contigit,
dum lu item adolescens illum dicendi artis magistrum aniantissime ampleciereris, quo ego paulo aulea
Græcæ linguæ doctore usus fueram , Quo tempore non eo soluin nomine apud me in admiratione consti
1u!us eras, quod summam generis nobililalem , el famosas illas majorum iuorum imagines, sub communi
præceptore Petro et Mosellano illustrare instiluisses : sed non vulgariter eliam a me diligebaris, quod
Gregorium Haloandruin coulcrraneum mcum ,magnum illum postea jurisconsullum , cum quo a pueris fami.
hiariter educalus fueram ', tantum quanlus ille fuit, tum consiliis, cum suniptibusdalis, cfficere proposuisses.
Mili enim el patriæ imprimis id iribui a le putabam , quod in illuni conferres. Nec hactenus aliquid deruit
mihi præler occasionem , quo minus meum erga P . T. animum declararim , Hanc autem jam adeplum me
Jalus, ut elaberetur mihinon permillere volui, sed sanctissimi viri libroruin , aut, ut rectius, dicam , 'The
sauri puri puliad ic missione, publice testatam facere meam erga R . P . T . observantiam : quam nuper adeo
Deus optimus maximus his regionibus inter quas el patria mea numeralur , episcopum dedit : qui publici
serum pacis el concordiæ ac reconciliationis in religione Christiana reparandæ gratia , omnia facere ac
pali paratus est, et hactenus non exigua pericula pertulit. Macie.igitur animo, magnanime Juli pontifis ,
id quod cuin Deo cæpisli prospere perlice , et oves lue curæ commissas veræ verbi doctrinæ pabuio pusce ,
el Ecclesiam Dei ad veram Evangelii filii sui unilatem collige . Nos vero inter quos recense , el nostram
Jauc Latinam Basilii Translationem , ct simul Græcorum cjusdeni sanctissimi viri opcrum collectionem ,
ei sub nomine luo editionem , ita aslima, velut simt viduæ illius duo illa quæ sola habebal, et in fiscuru
millebalminuta. Quæ apud R . P . T .a me deposita , ila babcri cupio, at intelligat illa, me hanc means in his
edendis operam lolam ipsius judicio subjicere, et unius sanctae catholicæ Ecclesije censuram , sive quid rcvo
care, sive immulare in mea translatione, ex negligentia forte, si ila accidit, non certo malignitate admis
sum , oporteal, minime reſugere : el alioqui ea esi rerum mearum tenuitas, ut ad präsenlein religionis
lurbatæ statum , nibil amplius conferre queam , nec propria professio medica sinat, quæ jam mihi instalis
ad se revocal. Valeat reverenda pielas lua. Zuiccavii Kulendis Seplembris, alino Christi 1549.

Quæ prodiit anno 1618.

Bibliopolæ Parisienses Lectori S .
Post editionem operum S. Gregorii Nysseni, ne fratrem Sraler desereret, Basilii Magni lucubrationes
sludiososum hominum votis ex pelilas lilraqiic lingua ju lute: : edere conjunctim cupiebamus : cum a viro
c'octissimo Richardo Monlacutio ad nos ex Anglia missa est editio Græca Frobeniana anni 1551, cunni
Januscriptis codiciblis collata, et in margine mullis variis lectionibus el emendationibus illustrata, excepilis
solis adversus Eunomium ei ascelicis libris, quibus et Latinal editionem nostram addidcrat anni i605,
in homiliis in Psalmos recognitam , et in commentario in lsaiam in lliginta vel circiter locis emendatall,
una cum Græco ejus libri lextu manuscripto, ac ducentis qualuordecim cpistolis nondumi vulgaris , :
eodem Latinitale donatis . In quibus ne quid esset forlasse , quod calholicis hominibus suspeciuin essel,
quasi non bona fide omnia e libris cala ino exaralis repræsentata essent, el ut aliquo etiam ciuto come
rectiones illae augerentur, eruditissimos aliquos hujus academic viros oravimus, ut cxcutere illa vellent,
el cum Regiae bibliotheca libris conferre.
El quouiam ante annos tredecim nolas suas in Lalinam Basilii interprelationem ad los Burjigula lice
· Malih. XX11, 31. Psal. 6851, 6. Marc . I, 18
 C - LXXIIV PROLECOMENA .
seral vir doctissimus Fronto Ducæus Societatis Jesu theologus, ab ec precibus contendimus, ut eas re
censere, et aliquo auclario vellet ornare, quod el fecit, et libros conlra Eunomium cum Regiæ bibliotheca
codicibus conferri curavit, atque a R . P . Andrea Schollo ejusdem ordinis theologo, varias lectiones el
emendationes in libros ascelicos impetravit ex libro clarissimi Gerardi Vossii manuscriplo colleclos :
sed et iisdem notis snis rarias correctiones aliorum Basilii operum inspersit, quæ cum manuscriptis Regiæ
Christianissimi regis bibliothecæ collala illustravit.
Alias emendationes Latinæ interpretationis ejusdem doctissimiRichardi Montacutii mandalum fuerat
inissas dolemus : sed in suis nolis quas alibi edere staluit, eum leelores admoniturum speramus.
Interprelum nomina, qui homilias , libros et epistolas verlerant multas non expressimus, propterea
quod in pr:ecedentibus editionibus Latinis suppressa fuerant, et nobis ignola : pleraque tamen aut a
Raphaele Volalerrano, aut a Volfango Musculo prilamus fuisse in Latinum sermonem conversa. Sed in iis
polissimum quæ a Desiderio Erasmo et eodem Volfango Musculo, versa data erant recensendis , desudan
dum præcipue fuit, quod merito suspecta sit eorum lides probis viris, cum partim negligentia et nimia
ingenii sui confidentia, partim sludio partium impediti, minus sincere suas interprelationes publici juris
fecerint.
Eustathii versionem homiliarum in Genesim in Appendicem non conjecimus, quod bibliothecæ Patrum
potius debealur, una cum ipsius Basilii liturgia, quemadmodum et Anaphoru ab Andrea Mazia e Syriaco
versa, quæ ab altera S. Joannis Chrysostomi liturgia ægre separari potest : cum mullas orationes et
divini officii partes communes ulraque habcal, quas soli Græci ritus sacerdotes miscere aut inter se co
pulare suis in templis noverunt : ei nos speramus propediem Deo favente libros omnes e Græco versos
Elraque lingua edicuros, qui in illa bibliotheca Patrum hactenus Laline lantum lucem aspererunt.
Addebalur antea in calce operum Basilii commentarins quidain in Psalmos, cujus interpretationem
Volfangus Musculus perlexuil, el apud Oporinuni excudi curavit, Basilcæ , an . 1565 ; sed quoniam ul anle
multos annos admonuit vir doctiss. Fronto Ducæus apud apparatum Aoi. Possevini, verbo Basilius, eum
nihil aliud esse quam Epitomen ex homiliis S . J. Chrysostomi et commentario Theodoreti consarcinalam
comperimus, merilo illun censuimus omillendum : præsertim cum ejus textus Græcus in bibliotbecarum
inss. codicibus pon facile occurrat, qui nihil aliud polest suggerere, quam dictiones Græcas illorum Pa
Irum , vel compendiose junclas, vel oliose repetitas. Nam priores quidem XIV psalmos ille scholiasles
commentario suo ex homiliis Chrysostomi collectis flosculis exornavit : in sequentes aulem a decimio
quinto ad xLui Theodoreti commeniarium ad verbum descripsit, cujus versionem cum illa cardinalis Ca
rassæ apud Theodoretum sensu prorsus convenire comperies. Jam quia reperitur homilia Chrysostomi
in psalmum XLII et reliquos usque ad li, ex bujus scriptis in compendium redactis, hic collector suam
lalem lexuit. Rursus ubi se destitui Cbrysostomi operibus sensit, ad Theodoretum rediit, ejusque faclus
est amanuensis, el centesimum oclavum psalmum , ac reliquos quadraginta duos petitis e Chrysostomi
bomiliis enarrationibus illustravit.
Exslal eljam asceticorum librorum Epitome, vel certe Regularum fusius et compendiosius exposita
rum , quam Latinitate donavit Rulinus Aquileieosis, ac librum De instilulis monachorum appellavit :
eaque Coloniæ una cum reliquis in Regulam S . Benedicli commentariis est edita anno 1575 ; sed com
modius una cum cæleris Rulini operibus seorsim edelur, præsertim cum ordinem Regularum non servet,
quem Basilii opera præ se ferunt, et sæpe non lam interpretem , quam paraphrasten agal, multis de suo
ctiam intertextis. Præterea Fredericus Morellus professorun regis Christianissimi decanus, ad hanc
Regiam Basilii Magni Asywv EÚwylay aútouatos, ut Menelaus Homericus ad Agamemnonis fratris Epu
juin , accessit, 'Hoes yào xata Ovudv å osa EDV ÚS È TOVETte , quare prælo fraterno præesse non gravalus,
Græcæ editionis Basilianæ menda quibus scalebat, quod ad interpunctiones et prosodiam special, ut e
contexlu hujus ÉxôOJEWS lollerentur, studuit ; interprelum Latinam versionem labefactatam subinde sub
sidio suo integravit : Græca mutila parlim mss. codd . suorum ope, partim conjectura restituere lentavil,
ul e notis ipsius ad calcem Appendicis rejectis, animadverles. Idem quas a Davide Häschelio Augustano
variarum lectionum observationes emendationesque acceperat , recognovit et fideliter exbibuit. Porro
novissimis ejusdem litteris rogatus, ut Gennadii epistolam nepl Otoplouou , perelegantem et eruditam ,
Græce pridem ab ipsomet accurate editum , lacunis tamen et miaculis quibusdain affeclam , Laline con ver.
Terel, laborem non recusavil, eoque libentius fecit, quod illo Genpadii scriplo apologiam assertionis Basi
Tianæ De prædestinalione, atque cloginin Basilii gravissimum contineri. Itaque id opusculum , quasi co
rollarium auctori doctorique nostro acceplissimum , vbi dencgare religioni nobis fuit. En lilleratorum vi
Forum φιλοβασιλείς κοινωφελούς ευσεβείας avidissimorum σύμβολα Dono animo benevolenti tibi oblala.
In quo Si quid le adjuvent, curamve levassent, ecquid eril prelii ! Æquanimitas, qldog pooúmn xal Eurowe
jogúvy. Hac mente, ulere, fruere bac rögali
ieliæ Parisior. Kalendis Marliis cıy XVIII .
imo'divina Tavorala. Vive, vale, Lector, éttleixéotate. Lu

ELENCHUS VETERUM LIBRORUM ,

Ad quos exacta et emendata sunt Basim opera quæ in hoc primo volumine (a)
continentur.

Heraemeron , scu Opus sex dierum collatum est ad eos manuscriptos, qui infra recensentur.
Rgius codex 1824 (nunc 476 ), quem vocanius primuni, sicque de reliquis ordine, ila ut qui primo loco
ponitur, vocetur primus ; qui secundo , secundus : quæ methodus scinper servabitur. llic liber mein bra
Douceus est et antiquissimus.
(a) Quod complectuntur tomiIct Il nostrx recensionis. Epit. PATR.
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS. CCLXAXI
Reg. codes 2286, Henricisecundi, jam olim a Ducæo collalus, chartaceus, nolxe sai bana .
Reg. codes 2987, primo, in charla .
Reg . codes 2287, secundo, jam olim a Combelsio collatus.
Reg . codex 2349, membranaceus et antiquus.
Reg . codex 2892, undecimisæculi .
Reg . codex 2896 , Medicæus, jam olim a Ducæo collalus, in charla.
Reg . codex 9989 , in charla , sed bonæ nolæ .
Colbertinus codex 3069 , membr .
Colbertinus codex 1721, prout inscribitur in froule prima paginæ : at in dorso libri inscribitur 1721
bombycinus.
Coislinianus codex 229, membranaceus, vertente is sæculo vel ineunte x scriplus.
Coislianus codex 235, membranaceus quoque el antiquissimus.
Bodl. codex , a doctissimo viro Juanne Wollio collatus.
Pro Psalmis.
Reg. codes 1824, membr.
Reg . codex 1906 , membr.
Reg. codex 1907, membr.
Reg . codes 2287 , terlio , membr. et antiquissimus ac oplimæ nolie .
Keg . codex 2289, membr.
Reg. codex 2323 , membr.
Colb . codex 457, undecimo seculo scriplus.
Colb . codes 499.
C . db . codex 1528, membr. quidem et velustissimus, sed cujus pars maxima legi non potest
Colb . codex 1934 , optimize notæ , scriplus decimo sæculo.
Colb . codex 2540 , membr. el antiquus.
Colb . codex 4275 , membr.
Colb . 4490, bomb.
Colb . codex 5102.
Coisl. codex 230, membranaceus quidem et antiquissimus , sed a librario imperito scriplus, ob idque
vendosissimus.
Ad emendationem librorum in Eunomium collalı suni libri qui sequunlur.
Reg. 1991, in charla , annorum circiter 200 .
annoruin circiter 350 .
Reg . 2893 , membranaceus el nola optimæ , annorum 500 .
Reg. 2896 , in charla, annorum circiier 350 .
Reg . 3430 , in charla , annorum 350 .
Reg. 3442, in charla, sed antiquus lamen , annorum 500.
Colb . 4529, prout inscribitur in fronte prima pagine : al in dorso libri inscribitur 1529.Membrana .
Crus el nolæ perbonæ , undecimo sæculo ineunle scriplus.
Prælerea in hac nostra editione nolantur variæ leclioues Anglicorum quorumdam codicua , quos cila '
rir erudilissimus Ducæus.
Ad emendationem Commentarii in Isaiam collati sunt codices qui infra notantur,
Reg. 1909, qui Corabelisii est codex recentior, quique jam anlea • Ducæo fueral collatus,.papyraceus
quo libro usi sunt typographi Parisienses.
Reg. 2290 (ounc 492), membr., jam olim a Ducæo collalus.
Keg. 2291 (nunc 495 ), qui antiquior codes est Combelsii, membranaceus el oplinæ notæ .
Reg . 2299 nunc 496 ),membranaceus et optimæ polæ .
Colb , 402 (uunc 493 ), potæ optimx .
Colb . 4184 (aunc 494), uolæ quam optimæ.

EXCERPTA
EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS .
(Junii t. II, die 14,p. 807.)

De duplici lesio, Ordinalionis apud Latinos, el Obilus apud Græcos.

Magnus Basilius , Cæsareensis in Cappadocia cpi- quidem primum Januarii quo obiit, in Occidente
memoriæ suæ antiquitus consecralos : in Oriente scopus , malentibus Laliais primum sui anni dier
 OCLXXXVI PROLEGOMENA.
Totum occupare recolendo Dominicæ Circumcisionis A perduraril. 1 Hæc ul quoad rem pleraque vera sunt,
mysterio . His recentior Græcorum pielas,sæculo XI ila in circumstantiis ab bistoria multum aberrant ;
addidit lertium ipsi Gregorioque Theologo et Joanni quod patebil consideranti Acla inferius danda. Es
Chrysostomo communiter celebrandum . De hoc dif- Adone tamen ostenditur, sanclum Basilium , annis
ferimus agere usque post Aula vilæ fusius expli. abhinc octingentis coli solere bac decina quaria
canda : de prioribus duobus præfari placet. Latinis Junii ; indeque suadelur eadem die consecratum
crgo Martyrologiis hoc xiv Junii ascriplus sancliis episcopon ; quamvis ignorelur unde hoc Lalini
Basilius est : non sunt tamen antiquissima illa : acceperint, lacentibus Græcis
lacent enim de Basilio Hieronymiani Martyrologii 3. Usuardi Lubecæ excusi el Florarii Sanctorum
ecgrapha oinnia ; necnon genvinus Bida , omnia . auclores, cum forsan ignorarent qua de causa dies
que Bedæ velusta Supplementa , una cum Floro bic Basilio sacer haberclur, translationem ejus
Lugdunensi, ac denique Wandelberlus Prumiensis. quamdam , sed omnibus aliis ignolam excogitarunt,
Primi in illo nominando , ex communi lamen nescio Primus : ( Apud Cæsaream Cappadociæ , inquit ,
quo fonte, fuerunt Usuardus et Ado : quorum pri. Translatio S . Rasilii, episcopi el confessoris. , Fin
mus, more sio brevior, ad xviii Kalendas Julii sic rarium iisdem addit, « fratris Gregorii el Petri, qui
scribit in omnibus fere exemplaribus : 1 Apud Cie - B lempore Valentis imperatoris , doctrina et sapientia
saream Cappadociæ Natalis S. Basilii episcopi, qui insignis ; cum ipse imperator de illius exsilio sen
lenipore Valentis doctrina et sapientia insigpis, tentiam vellel scribere , primus, secundus, el ter
ominibusque virtutibus fundalus. mirabiliter elful. ius calamus fraclus est; linde indignalus chartam
sil. , Per natalcm diem , alium bic intelligere non ſrcgit. Claruil anno salutis 369, 1 Manuscripliim
vossumus. quam anniversarium ordinationis , uti S . Gudul:e, non translationised elevationi, hujus diei
sanctus Leo Magnus , sermone lertio in anniversa festum ascribil : el recte , si præler ordinarium lo
rio assumplionis suæ , eum servitutis suæ natalitium quendimodum , per elevationem intelligerel exalla
diem appellat. Ideo hodiernum Romanuin Martyro tionem ejus in cathedram episcr.palem . Additur in
lagium , servatis aliis Usuardi verbis, loco Natalis, codem Florario elogium ,ab aliis Usuardi apographis
ordinationem posuil ; addiditque quod Ecclesiam diversum , nec erroris espers . ( Apud Cesaream
adversus Arialios et Macedonianos mira constantia Cappadociæ , elevatio bcati et magni Basilii , epi
defendit. scopi et confessoris, fratris sancti Gregorii Na
zianzeni et Petri : cui Christus cum suis aposlolis
2. Ado, cujns priora verba transcripsit ejus ab- apparens, niinisterium Missæ docuit : el cujus pre
breviator anonynus, qui sub Bedæ numine circum - ribus Ephrem Syrus Græce loculus est: quique
fertur, et Baronium aliosque plures fefellit ac morlem Juliani A postalæ per revelationeni cogno
fallit , Ado , inquam , ad similem fere Usuardo vit, qui vadens ad bellum Persicum ,sibiin rediru
commemorationem , bis verbis conceptam : « Apud destructionem Cæsarea fuerat comminalus. , An
Ciesareain Cappadociae sancti Basilii episeopi, fra - jatellectus errore , an calami nimium festinantis.
tris Gregorii cu Pelri, , prolixiori elogio eumdem Nazianzenus pro Nysseno bic legalur, non facile
sic prosequitur : . Qui cum esset omnibus virtuti. dixeris. De aliorum hic narratorum veritate sla
bus ſundalus, et quodam lempore a Valente impe- lues, cum Acta inſerius danda perlegeris .
salore in exsiliuni pro lide cogerelur, exhibitus ad 4 . lo ritualibus Græcorum libris, loc die xiv Ju
tribunal præſecti, terroribusque (ut illi moris est nii neninem reperio, quimentionem sancti Basilii
polestati) el minis maximis agi cæpit, ut nisi prae - faciat, præter Horologium seu llorarium , ad usum
ceplis principis obediret, interilum sibi jam jamque monasterii Cryplz ſerralæ el aliorum monasterio
spcraret impendere. Tunc ille, intrepidus el absque rum ordinis S . Basilii , curanle eminentissimo car
ulla animi perturbatione , hæc sibi minilaati præ - dinale Nerlio , Romir, impressum , ubi legilur divini
ſecto respondisse ſerlir : 1 Alque utinam aliquid pollicii bic litulus : « Sancti Patris nostri Basilii Ma
mihi esset digni muneris, quod offerreni huic, qui gni, , deinde præscribitur ordo , plerisque desum
malurius Basilinin de nodo follis hujus absolve- plis ex prima Januarii : bac eniin in præfalo Hora
rel. ; Cumque darelur ei nox quæ erat media , ad rio sancti Basilii ſestuin habelur, solemniter per
spalium deliberandi, respondisse denuo perhibetur : agendum , simul cum ſesto Circumcisionis . El de Ba
« Ego crastino ipse ero qui nunc : lu le , utinam silio quidem ad missam hoc canitur tropariu :D :
jion mulares ! , El illa quidem nocle uxor irnpera . ln omnem terram exivit sonus tuus, ut susciperel
toris, velul lortoribustradita, cruciatur ; filius vero , sermonem luuin , quo nos divine congruenterque
qui eis erat unicas, exstinclus, paternæ impie. crudivisti , explanalis naturam rcrum , et mores
lülis solvit supplicia : ita ut ante lucein missi sint, honinum exornans. Regale sacerdotium , Pater
qui rogarent Basilium ut precibus suis intercede sancle, inlercede apud Christum Deum nostrum , un
rel pro eis, ne eliam ipsi, et quidem mulio justius salvenlur animæ noslræ . , lluic subjungitur de Cir .
interirent. Sic accidit , ut cum omnes Catholicos cumcisione simile Iroparium : « Qui sedes in exccl
expulerit Valens, Basilius usque ad vilæ exilum , sis super thronum ipslas ignis splendiduin , Cho
intemerato communionis sacramento , in Ecclesia Patre xierno el divino luo Spiritu , dignatus es na
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS . CCLXIIIII
sci in terra ex malra 10a iniacla Virgine , et cir- A Es mielrico eliam Synaxario sen Kalendario dies
cumcidi puer ocio dierum : sit gloria optimo consi- obitus ejus hoc verso annuntiatur :
lio luo , gloria incarnadoni 1næ , gloria summæ erga larr'ovapiovo Oárec Buo uléte Torn .
nos demissioni tuæ , unice hominum ainulur. , Hinc Ipsis occumbis Jani, Basilie, Kalendis .
rursus ad Basilium : « Tu basis inconcussa Eccle Tunc etiam ejusdem ſeslum præcipuo cullu celebra.
sia:, præbens cunctis mortalibus inviolalum refu - tur in sanctissima magna Eçclesia Constantinopoli .
gium , luaque confirmansdogmata ; cceli instar re. vii legitur in One Elogii historici , quod hoc die
splenilens, sancte Basili. , Similiter et priirium ve- recitanılum , præscribitur in Menæis excusis . Elo
tuslinsque officium , descripluin in Menæis , resti Bium hoc non carelmendis. Quare, eo omisso , satis
alque sancti encomia miscet ; el in vespcris quidem habeo producere aliud brevius , sed velustius et
habet tres versus similares , ut vocanı; quo- accuratius, ex Menologio Basilii imperatoris, circa
rum primus de sesio ascribirur Byzanti ; duo ani- annum 984 conscriplo hac verborum forma :
lem de sanclo dicuntur esse Basilji et Joannis 6 . 'O įv 'Ayloue llatte Auñv Baosios tv cñs
monachorum , quorum posterior videtur esse Da Baoideias Ováhevtos, Övtiva vůádevta ik 'A pelou
mascenus, idem et auctor canonis prolixi de eodem tot aipstixoŨ ypovoūvta tagon olarajevos Reyge,
sancio , cui elogium de vila interponitur hoc disti. B xai Étte!88 Tap' önlyov tov alpeoly apvt,oaolal, el
cho præeunle : μη αισχυνόμενον αυτόν έβλεπεν · όμως εί την αίρε
Zη Βασίλειος και θανών εν Κυρίω. σιν τελείως ουκ ηρνήσατο, τέως και της Εκκλησία
Ζή και παρ' ημίν ώς λαλών εκ των βίβλων . προσήλθε, λειτουργούντος του μεγάλου Βασιλείου ,
Basilius, etiam mortuus, Domino vivil ; και δώρα προσέφερεν · ήν δε ο μέγας Βασίλειος υιός
Nobisque vivil, in suis loquens libris .
Βασιλείου του από του Πόντου, και Έμμελίας της
Exstat apud Combeſisium oratio sancti Amphilo . Sad this Kattitaônxias, ÖGT!S Èv govla xal yvuose
chii,Iconiensis episcopi, in Dominicircumcisionem , Távtas xal tous Tradacous évixnoz, xate galpetov OŠ
in quo ille sic de sancto Basilio loquitur : « Hic cir- TOSOŪTOV ŠYÉVEto súlans,ús xal åpXtepeüs YevŁ6021
cumcisione, quæ fit in spiritu el divino baptismale , COÙ Opovou Kaloapelas, otou xal mondous drūvas
dagno animo prædicala , perspicue admodum si úèo tñs oplocósou nistew , ustojuelvas, xal faoileis
quis alius Dei cultor, circumcisionem in carne sube xal unáexouş xatztehelfas, val tüy aipetixiov od
movit. Idcirco etiam ejus ad Deuin å lerra el cor. Orduata spagas tols abques , xal Bubala delota
pore solutio migratioque , non abs re , neque (ut ourypay áuevos, xal uupla baúuata sprasajeros .
quis præler rationem fuerit suspicatus) a caso, hoop tv cipívy TeposKupcov tępot,unoev . Sanclus Paier
dierna die circumcisionis Jesu , media divinæ Chri- sosier Basilius floruit sub Valentis imperio . Valen
sli nalivitati baptism.oque concurrit ; sed velut qui tem vero, Ariana hæresi inſeclum , libcrius admo
beatissimus vir , in Christi nalivitatis baptismique nendo redarguit, persuasitque propemodum hære
renuntiatione el exaltatione, spiritualem circumci- siin abjurare, si non sibi id dedecori futurum li
rionem esaltaverit , sacra memoriæ ejus die, una muisset : quamvis enim hæresim plene non abju
el ipse resolutius , ad Christum exaltari meruit : raverit , accedebat tamen ad ecclesiam , magno
decretumque fnit ut per id tempus annuia ejus me. Basilio rem divinam facienic , el dona offerebat.
moria celebritasque recoleretur : idcirco universalis Erat vero magnus Basilius filius Basilii Pontici, et
per omnes orbis partes sanctorum universorum Ec- Enımelize Cappadocis. Vir isle egregius, sapientia
clesia , sanctissimam ejus sacramque die hac agens el doctrina coævos æque ac soliquos superavit.
glorificansquememoriam , gratissimis Deo laudibus, Pictalis rero eral tam eximiæ , ut in Ihronum epi
ana Christum , qui gloriosus est in sanctis suis , scopalem Cæsareæ erecliis sil , ubi el mulla cerla.
canticis celebrat el glorificat. , mina pro orthodoxa fide sustinuit ; stuporem simul
5. Menza quoque Veneliis cxcusa ,prima Januarii, el terrorem imperatoribus et præfectis inculiens,
ot jam dicere cupi , olicium sancti Basilii solemni- D hæreticorumque ora dicendi vi oblurans : ac
ler celebrandum , simul cum resto circumcisionis tandem , cum multos libros scripsissel , et pluri
præscribunt, bymnis variis canticisque ad honorem ma palrasscl miracula , in pace migravit ad Domi
sancti interium , quibus orthodoxa ejus doctrina , num .
pastoralis sollicitudo , casla conversalin , miraculo - 7. Neque solum in sacris Græcorum fassis hac
rum gratia cælilus concessa , laudanlur. Exemplo , die ascriplus est sanclus Basilius ; sed tanta festi
reliquis omissis , sint hæc : « Diffusa est gratia in solemnilas, quæ per Orientem prima Januarii ad
labiis luis , sancie Paler, el ſaclus pastor Ecclesiae ejus venerationem institula est , occasionem prae
Christi ; docuisti rationales oves credere in Trini- buit antiquioribus Martyrologiis Latinis, cjus me
Lalem , consubstantialem in una deilale. Miraculo moriam saltem aliquam eadem quoque die faciendi.
rum gratia cælitus exornatus , fraudem idolorum inter eos Beda supposililius habel , sancti Basilij
prædicatione confudisti, antislilum princeps, glo- episcopi. Usvardus Coloniensis , in Cæsarea Cap
ria, fulcimen , beatissinie Basili, el Patrunj opnium paduciæ depositio sancli Basilii. Maurolycus, in
doctrinæ exemplar . Fidueiam apud Christum na- Cæsarea Cappadociæ depositio sancti Basilii epi
cus, ipsum deprecare, ul salvenlur auiinf. nostræ , 1 scopi, cujus celebritasdecimo octavo Kalendas dulii
 ECEXSIVII PROLEGOMEN .IO
potissimum recolitur. His, elogimn et annum mor• A alia utilia conscripsit ; et , super multa mirabilia
tis perperam designalum , addeus Florarium :« Qui, quae fecit , chirographum perditi hominis , quoil
inquit , lempore Valentis imperaloris doctrina et diabolo fecit, orando recipere meruit ; er diein
sapientia insignis, omnibusque virtutibus fundacus, mortis suæ propler couversionem Joseph Hebræi
mirabiliter effulsit. Obiit circa annum Domini383. ) distulit, et conscriptionein cujusdam neſandi sce
Nolkerus , a reliquis omnibus diversissimum elo- leris etiam defunctus abolevil. , Sed hæces pseudo
giuin lesens, ad eumdein 1 Januarii : « In Cæsa . Ampbilochio sumpla, quam exiguam Gdem merean
rea, inquit , metropoli Cappadociae , depositio san . Tur, infra palebit. . . . . . . . . . . .
cu Basilii episcopi, qui Regulam fratrum elmulla . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Do reliquiis S. Basilii Brugas Flandrorum Iranslatis et usque hodie servatisi

Nemini non videbitur admiralione dignum , B Ut in leniporibus nostris instilula salubriter
quou de lam celebris sancti reliquiis vix ulla reli- el prudenti consilio confrmala , cerla quadam noli
rla memoria sit , nulla uspiam facla corporis ele- tia propagentur in posleros, ne processu temporis
vatio, translatiove legatur, cujus monumentum vel a posterurunimemoria per ineptam oblivionis cali
historia ad posleros transierit. Tanti lamen thesauri ginem evanescant, litterarun solent indiciis æler
caput, brachium et costam Romæ haberi asserit nari. Quapropler ego Philippus, Dei gratia Flandriæ
vero non exiguam a quingentis minimum annis pos. volo , quod pater meus dignæ memoriæ conies
sidet celeberrima Flandrorum civitas Brugæ , ubi Theodoricus, el maler mea pice recordationis co
eliam exstat antiquitusecclesia, sub ejusdem sancii milissa Sibilla , Jivina inspiratione commoti, pro
nomine dicala. Fundalor ſuit Theodoricus Alsalius, animaruin suarum el suorum predecessorum nec
Flandrorum ac Vironianduorum comes ab anno non el successorum salute , Brugis in Castello, in
1128 ad 1169 : de qua fundatione Brugis accepi- honore Dei ct beatæ Virginis Mariæ , et sancti Bio
mus Philippi Alii diplomna , dalum anno 1187 ; el a silii episcopi, ecclesiam ex proprio sumplu ædili
Roberto III Flandriæ comite renovatum , anno cari fecerunt, et ad ibidem Deo servienduin in pro
Universis , tam præsentibus quam fuluris , tuerunt singulis decem libras iu fesio sancti Marli.
præsentes litteras inspecluris , Robertus comes ni ex oflicio Lambini, singulis XXVN solidos ex nie
Flandriæ salutem , et rei geslæ noscere veritatem . nisterio Lamberli..... , Sequitur singulorum reclio
Ad perpeluam rei memoriam , rolum facimus uni- luum accurata enumeratio ; qua sludio brevilalis
versis : Ut instituta salubriter, nostris et præde- prælermissa, sic continualur diploma :
cessoruin nostrorum temporibus , prudenli et prom Ul autem hæc omnia quæ poslea supervenerunt
viso maturoque consilio conlirmala per prædeces. vel adhuc supercrescent, rala el inconvulsa permae
sores nostros, certa quadam politia propagentur in reani, lillerarum custodize commiserunt, el privile
posleros ; ne processu temporis a poslerorum me- gii sui munimine firniaverunt : quoil longo tenprire
moria , per ineplam oblivionis caliginem , evane post eorum decessum , ex communi incendio Brise
scant, lillerarum solent indiciis publicis ælernari. gensi, per incuriain deperiit. Ne autem boc iuſur
Nos igilur allendentes , prædecessores nqsiros, pro Tunio , quod bene ſecerant eorum amillerel posteri
suarum ac prædecessorum et successorum suorum las , quidquid in eo dignum memoria conscriptum
animarum salule , Brugis in Burgo, in honorem Dei, o fuerat, rescribi el contrari feci; subscriptis eo
bealse Virginis Mariæ , el sancti Basilii episcopi , rum qui interfuerunt nominibus, Gerardi, Brugen
ecclesiam ex proprio sumplu ædificatam , ad ibidem sis præpositi, Flandriæ cancellarii ; Hugonis, deca
Deo per qualuor capellanos inibi institutos in pro - ni S. Donatiani; Juannis , Brugensis castellani ;
pria persona deserviendum , lundasse , el canonice Gilberti de Aria. Actum in Maleo, anno incarnati
slaluisse : pro quibus reditus et alia ordinarunt Verbi MCLXXXVII.
provisa , prout in litteris infrascriplis, sigillo quo . Quarum litterarum effeclum nos Roberlus, com
Jam bonæ menjoriæ domini Philippi , olin Flan mes Flandriæ supradictus, pro nobis et successori
driæ comitis , prædecessoris nostri sigillatis, appa. bus nostris ,auctoritate nostra principali, perpeloum
ebat prima facie , hæc el alia inter cælera plenius vigorem el roboris firmitatem volumus obtinere.
continentur. Quas lilleras nos vidimus , et diligent- In cujus rei teslimonium sigillum nostrum præsen
ler inspici, ac collationem de iis ficri fecimus so- tibus est appensum . Dalum Curiraci, præsentibus
Jerter :guarum lenor lalis est : magistro Nicolao de Pelra , ecclesiæ Bealæ Mariæ
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILA BOLLANDIANIS . CCLXSIN
Brugensis preposilo ; Mag. Henrico Bram , legum A eidemque parochiali, cæleræ ex Asia , Gallia , lialia ,
professore, canonico Tornacensi ; Mag. Christiano, Belgioque colleclæ , quarun in diplomate Philippi
ecclesize Harlebecensis præposilo ; domino Christia . comitis habetur notitia.
1o , dicto Matam , decano dictæ Harlebecensis ec Diploma hoc babemus transumpluin sub Ode pu
clesiæ ; Simone Vaslun , Flandriæ receplore ; el Ro. blica Claudii Agrelli, prolonolarii apostolici. Aabe
gerio , Tomun , consiliario et servienle nostro ; die mus eliam aliud instrumentum translationis alle .
Mercurii, post festum beati Petri ad Vincula, anno rius, factæ anno 1463 ; ac denique translationis
Donini millesimo trecentesimo vigesimo primo. , Et ferlis , hoc ipso quo imprimimus anno 1697 cele
bulle appendebat comitis sigillum in cera alba, et bralæ ; quando in veteris capsæ apertione sola in
jam fere flava . Inferius scriplum erat ; « Facla col. venta warralur reliquia sancti Basilii, una cum lit
Jalione hujus, cum bulla reseryala in sacello Sacri ieris in pergameno cum magno sigillo rubro, exhi
Cruoris Brugis ; inveni ego infrascriplus nolarius, benle eſligiein equestrem , el sericis antiquis liga .
Brugis quoque residens, copiam hanc cum illa con. mentis adjunctis, cujus lectura, lan in sigillo quam
cordare : quod allestor. , Et signatum erat, « Spelael in pergameno , non potuit Reri , propter nimiani
veluslalem . Cum magno profecto poslerilatis detri
nolarias 1671. ?
Inter Crucesignatos principes. qui pro recupe- B mento, es lali lectura , si lleri ea poluissel, vorosi
randa Terra sapcla per Minorem Asiam victores militer intellecluræ noinen ac lempus primi traus.
transierunt . et recuperata casis barbaris Nicaea. laloris ac donaloris. Oliverius Vredius, iuter Bru
fconium in Lycaonia, alque Cæsaream inrlusCappado genses hujus sæculi eruditos jurisconsullos nomi
ll. Hie . natissimus , anno 1639 edidit sigilla comitum
rosolymilanus inde dictus , Flandriæ comes .Huic Flandriæ , insigui Commentario illustrala . Primus
inter prædam potuit obtigisse S. Basilii corpus , ibiequestris
Pius vero a
occurrit Balduinus, Insulanus a patria ,
divino cullu dictus, tesle Meyero , elab
quod ille in Flandriam miserit, vel ex Syria post anno 1034 ad 1057 politus comilalu . Cum isto aliis
bienniummemoria
esslet reversus
. Roberti ; quamvis
altuleritillius er sorore rei nulla
ejus Gertrude que sequentibus conferre si libeat velus istud , cu .
el Theodorico Alsatiae Lanigravio nupla , nepos jus lilleræ evanuerunt, sigillum ; fortassis esmajori
C . minorive rudilale equi equitisque , baud inverosi
ſuit Theodoricus, cognomento Alsatius, post S., Ca . minorive rudi
ecem
milis formabitur conjeclura de ipsius sigilli, el resto
mum Normannun , assumptus in comitatum Flan . rum binc pendentium dlale : ego transeo ad lostru .
driæ . lic prænominalam sancti Basilii ecclesiam mentum anni 1187 . cujus hic est lenor :
fundavit dolavitque , princeps pius , et quater in c In nomine Patris , et Filii , et Spiritus sancN .
sacram militiam pruſeclus; unde prima vice rever Amen . Anno ab Incarnatione Domini millesimo
lens anno circiler 1139, videtur adduxisse uxorem cenlesimo octuagesimo sexto , vini Kalendas Junii,
Sibillam , Hierosolymitani regis Fulconis aliam , in ecclesia Beati Donaliani Brugis, aperla sunt ocio
scrinia, in quibus lavealæ sunt reliquiæ sanctorum
cuin qua prædictam deinde ædificavit ecclesiam , quamplurimæ ,
sanctoque Basilio dicavit; utique vel ob recenlem Veromandensis per manum Philippi Flandrensis et
aliquam erga eumdem obligationem , vel causa re præsente Florentio comitis , Alli Theodorici comitis ,
Hollandiæ comite, et Gerardo
icis ex Syria reditus, nisi opinari quis mallel, san. nostræ ecclesiæ præposilo ;
cui istius ossa lunc primum allala in Flandriam item Gerardo , Insulano
præposilo ; el cæleris confratribus nostris aliisque
fuisse ab ipsomel. Ut ut esl, idem comos secundam quampluribus. In uno itaque scrinio , quod san
in Orientem expeditionem suscepit an. 1144 ; indo cli Basini dicitur, inveolæ sunt reliquiæ , quæ
qne an . 1150 reversus Brugas , juxta Meyerum in subscriplie sunt, veraci lestimonio lillerarum inpo .
Annalibus Flandriæ , et seplimo Idus Aprilis, incre. site .
Jibili gaudio ac gratulatione a Flandris exceplus,
sacerrimi cruoris Christi portionem , in phiala D R .Reliquiæ S . Basilii ; scilicet ossa.
crystallina deporlalam , per Leonium Abbam Ber R . S . Andreæ . os de capile ejus.R . S. Georgii.
S . Nicolai,
tinicum , collocavit in æde Sancti Basilii , ad quam R . S . Firmini. R . S. Martini.
cum ingens undique concursus mullaque miracula
fierent, atque ita prioris patroni cullus ac venera
tio obscurarelur, visum fuerit huic renovandæ , or lersit.
nanda que pariter collegiale et primariæ ecclesiæ De petra , ubi Christus Cuil , quando jejunavil al
conduclurum , si in banc transferrentur sancti Ba - diebus.
silii sacra ossa ; nisi id malimus faclum opinari per R . S. Radegundis.
præmemoralumn Burgi Burgensis incendium , longo Dc S . Silvino, cosla una, dens, el digilusunus.
lempore post excessum fundaturum , uti loquitur R . S. Sebastiani de costa ejus.
Roberlus Ill ; quando restauralis ecclesiis amba . S. Petri, S . Mariæ .
bus, placuerit sic dividere reliquias , a Theodorico S. Joannis , S. Vedasti.
olim deposilas ad S . Basilii, ut hujus ecclesiæ , ul. De S . Folquino, costa una, el digitus vous.
pole Palatinæ , manseril sacer cruor ; collegiala R . S. Petri, S. Joapnis, S. Vedasti.
CCIS PROLEGOMENA .
R . S . Cosmæ . S. Peregrini. A Patris et doinininosiri, domini Pii divina Providen
De veste Innocentium . lia papæ Il anno quinto, in hac ecclesia Sapeli
De S . Thcodoro . De ligno Domini. Donatiani Brugensis , scallaudo bene carpentalo ,
De barba S. Amandi. ante doxale ; et sacrosanctæ reliquiæ inferius desi
R . S . Pauli, S . Remigii, S . Petri. gnalie , nuper ex quadam velusta capsa, in qua diu
De inonte Calvarize . De pra :sepe Domini. ab antea, videlicel de anno Domini 1186, rı Kal.
De brachio S . Ovulphi. R . Syronis et Judies. Junii , Philippo Flandriæ et Veromanduæ comile ,
S . Bartholomæiapostoli. Thcodorici comitis Flandriæ filio lunc regnante
S . Agnelis virginis. S . Eligii. reverenler exstileront collocala , a casu disrupla ,
De columna , ubi fuit Doiniuus Nigellaliis . extractæ fuerunt per reverendum in Christo Pa.
De concha, unde lavit pedes apostolorum . Irem , D . Guilielmum Vasoris , sacrae theologiæ
R . S. Mariæ , S. Peiri, S. Pauli. professorem , de ordine Praedicatorum , episcopure
R . S. Gregorii, S . Germani, S. Simplicii. Sareplanum ; ad hoc a reverendo in Christo Paire
S . Andreæ . S . Remacli. et Domino , V. Guilielino episcopo Tornacensi loci
R . S. Jonæ prophelæ . diæcesano, speciale mandalum habente , translatæ ,
R . S . Cæciliæ digitus. S. Bertha . B et in novo feretro, S . Basilii alitulalo , in illustris
De ligno Domini. simorum principum dominorum , Philippi Burgun
R . S . Berlini. S . Audomari. dia , Lotharingiæ , Brabantiæ , el Limburgiæ ducis ;
S . Scholastica . S . Felicii papæ . ac Flandriæ , Arlliesii, Burgundije , Palatini, Hanno
De oleo quod benedixit S. Benedictus. niæ , Hollandiæ , el Zclaudiæ , ac Namurci comitis,
De petra , super qua Dominus sletil. Sacrique Imperii marchionis ; donsinique Frigiæ ,
R . S . Pauli, S . Cyriacimartyrum . Salinarum et Mechliniæ : Caroli comins Carolesii,
S . Hippolyli mart . S . Gengulphimarl., ac de Castrolino et de Bethunia domini ; ipsius
S . Pancratii mart. S . Sabinæ virg. donini Philippi filii legitimi et bæredis : nec non
S . Odulpbi. S . Gerulphi. Joannis ducis Clevensis ; reverendique in Christo
S . Maximi. 8 . Quintini. Palris domini Caroli de Borbonio , archiepiscopi
S . Machuti. S . Idebergæ . Lugdunensis, primalis Franciæ ; Ludovici comitis
S . Martini. S .Gregorii. S. Pauli , illustrisque domina Agaelis Burgundiæ ,
De præsepe Domini. ducissa Borboniæ , ac Adolphi Clevensis domini de
De virga Aaron . Raveslain , dicli D . ducis Clevensis fratris ; ac eljam
R . S. Jacobi apostoli. C reverendorum venerabiliumque in Cbrislo Palrun
S . Marcellini et S. Geminiani, dominorum Thomæ Assanensis , in partibus Anglica
De capillis $. Christophori. episcopi, de ordine Prædicalorum ; Nicolai abbalis
De capillis apostolorum Pelri el Pauli. de Eeckhout, Brugensis ; et Roberti Waliniensis,
SS. Matibiæ et Andreæ . ordinis S. Augustini ; necnon Nicasii de Puleo, de
S . Joannis evangelistæ . R . S. Felicitatis. Beihunia ; Joannis de Vassøya, Sonegiensis ; Joan.
Bracbiuro S . Severiani. nis Vincentii , Casleteosis ; el Caroli de Campis,
Hæc autem Philippus sigillo suo muniri præ Thorallensis ecclesiarum collegialarum præposilo
cepit. rum ; ac Rolandi scriploris decani, et omniuin fere
A tergo inscriptum erat eodem characlere Rar dominoruin , hujus ecclesiæ Sancti Donatiani lunc
0012 : et additum recealiorimanu, VISITATÆ 1186 . , canonicorum aliorumque vivorum ecclesiasticorum ,
Quid autem septem aliis scriniis contineatur, vel et populi multitudinis präsenlia , reverenler el de
quid iis postea faclum sit, Brugensibus examinan . vole recoudila et reclusa , ,
dum relinquo . Exbinc sequitur eadem enuineratio reliquiarum ,
De alia reliquiarum sancti Basilii visitatione, el nulla addila aut dcmpta . Ac primum nominantur
depositione in ornaliorem capsam , teslalur regi ossa plurima S . Basilii : quibus postea nihil deces .
slrum Actoruin capitularium præfalæ ecclesiæ sisse , alio forle translalum , non ausim asseverare :
Sancti Donatiani Brugensis , nolatum F folio 246 , cum in ullinia translatione non adınodum multa
pag. versa 51 : cujus hoc est extracluin : « Die ossa reperla sint; nihil aulem cælerarum bic rursus
XVIII mensis Aprilis, anno 1463 supradicto, conclu - nominalarum reliquiarum ; specificationem autem
sum ſuit per doininos capitulum , quatenus domi baruin sequitur Dompenclalura canonicoruin , que
nus sugraganeus R . D. episcopi Tornaci, accepla translationi buic adfuerunt, videlicel :
licentia ab eodem domino episcopo , transſeral, Presbyteri.
quam reclius melius, sacras reliquias sancti Basilii, Joannes Mynbeere,
el alias in veteri capsa exsistentes , et eas reponal Vicior de Swavenaerde,
in novo ſeretro, ex auro et argento ob boc fabricalo . Jacobus Maes,
Quæ quidem translatio facla ſuit anno ab incarna Ægidius Beversluys,
tione Domini 1463, indictione sı,mensis Maii Jie PbilippusSyron ,
rero penuliwa, pontificalus sanctissimi in Christo Balduinus Spoel,
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILI BOLLANDIANIS . CCICI
Burchardus Kederkin , A Augusto imperante , el regnanle Carolo secunilo Hi
Nicolaus Brudimoni. spaniaruin rege , Flandriæ comite , accesserimus
Subdiaconi. supradictam ecclesiam cathedralem , ibidemque
Jacobusde Campis, pontificalibus induli, cum ministris et lumine, prä
Ricardus de Capella, senle clero ac bonorabilioribus viris infra noinias
Henricus de Miret, lis, et frequenti populo , ante summum allare chori
Joannes Damiens. ejusdem ecclesiæ , decanlalo prius hymno , Veni
Acolythi. crealor Spirilus , cum collecta ejusdem , postquam
Carolus Soillol, rev. adm . dominus decanus, alla voce , nomine suo
Joannes de Feraye, el capituli exposuerit, ac nos ilerum rogaverit ut
El Jacobus de Purgatorio . dignareniur rcliquias prædictas saucti Basilii trans
Nolarii vero fuerunt, ſerre de anliquo in novum ſerelrum ; jusserimus
Joannes Flaming , ad nos offerri antiquam capsam seu ſerelrun dicta -
Jacobus Juvenis. rum reliquiarum sancti Basilii , anle nostrum ad
Tertia Translatio reliquiarum sancti Brusilii in ventum in mensa a lalere evangelii expositum :
novam iterum capsam , eamque argenteam . peracia B quod prævia diligenti visitatione reperinius debile
est hac nostra setale , anno scilicet 1687 ; celebritate occlusum . Apertoque de mandalo nostro dicto anti
autem majori, si dignilalem personarum excipias, quo feretro , reperla ſuit in eo parvula cistula lignea ,
quæ prioribus interfuerunt. Etenim cæremoniæ rubro depicla , vinculis lerreis bene occlusa ; in qua
omnes adbibilæ sunt , quæ solemnitatem reddere reperimus tria ossa, nempe magnam parlein spinæ
polerant augustiorem , exquisitissima musica inter- dorsi, cui allira est schedula pergamena, in verbis
einente. Oralionem Latinam habuit R . A . D. Petrus continens, RELIQUIÆ SANCTI BASILII ARCHIEPISCOPI ;
Maes, ejusdein cathedralis ecclesize canonicus ; el duo alia , simul involuta gossypio, et obducta albo
Belgicain , ad confertam populi concionem , dixit scrico Damasceno, cum litteris in pergameno , cum
P. Jacobus Mols, societatis Jesu celeberrimus sui magno sigillo rubro , exhibentc eligiein equestreni,
temporis oralor. Reliqua tibi dabit ipsum , quod el sericis antiquis ligamentis adjunctis : cujus le
ea super re confectum est, publicum illustrissimi clura, tam in sigillo quam in pergaineno, non potuit
domini episcopi, reliquias transfercntis , instru sieri, propter nimiam velustalein . Diclaque ossa,
mentum . discooperla et integre inventa ,omnibus præsentibus
veneranda exposuimus el exhibuimus : ac praedictas
BOUBERTUS GUILIELMUS , DET ET APOSTOLICÆ SEDIS C
GRATIA EPISCOPUS BRUGENSIS , PERPETUUS AC AÆRE reliquias , in corporali alio mundo simul junclas,
DITARIOS FLANDRIÆ CANCELLARIUS , REGIÆ SUÆ deceutermanibus nostris involvimus, el in præsen
HAJESTATI A CONCILIO STATUS, elc . lia nostra in codem corporali consui curavimus Alis
Universis et singulis præsentes lilleras visuris, byssinis : ad quas eosdem reverendos admodum ac
seu legi audituris , salutem in Domino. Proipotioni venerabiles dominos de clero ejusdem ecclesiæ ,
cullus sanclorum studiose semper intendimus , aliosque nolabiliores præsentes, tam ecclesiasticos
veuin omnipotenlein in sanctis suis hono . quam sæculares, ad osculum ante summum allaro
ralum , sanctorum cultores ad sanctorum in ælerna predicti chori per ordinem adinisimus. Postmodum
beatitudine socielalem disponere, et ellicacius per omnes easdem reliquias , diclo corporali inclusas,
ducere. Cum itaque nuper, es pielale et munifica in novo serico cæruleo alis sericis ejusdem coloris
liberalitate reverendi adm . domini Eugenii de Vicq , involvimus. Denique idem involucrum inclusimus
decani ecclesiæ cathedralis Sancti Donaliani, ab . novæ cislulæ , ab extra aſfabre depiclæ , et superna
soluto opere novi ſerelri sacrarum reliquiaruia inscriptæ rubro colore : RELIQUIB SANCTI BAsilºt
sancti Basilii Magni , Cæsarex in Cappadocia ar- MAGNI, TRANSLATE Xi Juni 1687 ; el ab intra co
chiepiscopi et confessoris, singularis patroni, a D opertæ satino cæruleo (quam prævie juxla præscri•
multis retro sæculis in eadem ecclesia cathedrali plum Pontificalis Romani, cuin prædicto novo ſem
asservalarum , et piic veneralioni exbibilaruin ; relro majori argenleo, benediximus) una cum praz.
adm . reverendi et venerabiles doinini , prædiclus sentibus nostris lilleris, prædiclo pervelusto illi
decanus el capitulum ejusdem ecclesiæ , desideran - pergameno transfixis, inter duas culcitras er satino
les pro posse mandare exsecutiuni translationem cæruleo ab utraque parle facias, ac copia per nos
prædictarum sanctarum reliquiarum , ex antiquo authenticala el sigillati cujusdam testimonii anni
in auledictum novum ferelrum , nos debila cum in - millesiini centesimioctogesimi sexti viii Kal, Junii ;
slantia requisierint, id fieri cuin solemnitatibus et qua patet, per Philippum , Gliuin Theodorici conii.
cæremoniis opportunis ad hoc requisilis. lemn Flandriæ , in præsentia Florentii comitis Hol
Hinc est quod nos ea de causa , anno Domini landiæ , Gerardi præpositi Sancti Donatiani, ilem
millesimo sescenļesimo alque octogesimo septimo, Gerardi præpositi insulani, elreliqui cleri ecclesia
mensis Junii die xm , pridie festi ejusdem sancti Sancti Donaliani, prædictas reliquias sancti Basilji
Basilii, sedenle iu cathedra sancti Petri Romæ In - Magni, aliasque complures fuisse visilalas debitis
noceulio pava ejus nominis undccimo , Leopoldo cæremoniis , el sigillo ejusdem comitis Flandria
CCSCII PROLEGOMENA .
avljancio, apposito antediche novæ cistulæ sigillo A Hooghstrale , comite de Rencbourg, a consilio nii
austro , ab utroque latere in cera rubra . lilari suæ majestatis et superintendente militiæ
1 Acla fuerunt hæc in choro sæpe viclæ ecclesiæ provinciæ Flandriæ ; nobili.D. Ferdinando Augusti
calledralis Sancli Donaliani Brugis , anno, mense, no de Vicy , loparcha de Meulevell el Desmarreis,
et die, quibus supra, præsentibus in eadem solemni civitatis Brugensis scullelo : nobili D . Francisco
translatione admodum reverendis al venerabilibus hans , Toparcha de Meerkerckhove , Brugensium
dominis, videlicet nobili domino Eugenio de Vicq , burgimagistro primario ; nobili D . Claudio de Corle,
d. U . L . prædictae ecclesiæ decanu ; D . Joanne Brugensium burgimagistro secundario ; nobili Chri
Pinckel , S. T. L . archidiacono ; D. Jacobo de stupboro van Volden , primo Brugensium graphia .
Crils, cantore; D. Joanne de Blissy, S. T. I . ar. rio ; nobili Philiberio ran Volden , loparcba de
chipresbytero ; D . Joanne Francisco de Baillen . Creugeri, Franconalensium consule primario ; no .
court, J. V . L . nobili D . Joanne van Volden , J. V . bili D . Nicolao d 'Heere , Franconalcnsium consule ;
L . D. Francisco van Torre, D. Claudio Agreui , d. consaltissimo dominio Jacobo de Steenberge, Fran
V. D. nobili D. Roberto Alexandro de Haynin , d. conalensium graphiario primario ; generosissimo
U . D. Alberto Claysman, J. U . L . nobili D . Carolo viro D. Ambrosio de Præcipiano con ile de Soge,
Triesi, J. U . L. D. Henrico Mortel,D . Joanne Bapl. B regiæ suæ majealali a consiliis bellicis el nililia
Besæle , J . U . L. D . Nicolao Rosignol , D . Gaspare præfecto ; generosissimo viro D. Alberto de Mero
Gelson , D. Theodoro Benoil, nobili D. Alexandro de , comile de Wallou et Thian , tribuno legionis
van Volden , J. V. L . D . Carolo Alexio de Baillent pedestris praesidii Brugensis, nobili Jacobo de Croo
court, J. V . L . D. Joanne Bapl. vanden Bogaerde, nendale , vice comile de Vlieringe , loparcba de
D. Ludovico Collaeri, D. Petro Maes, J. V . L . 110 . Breelbaut ; nobili D . Philippo Alberto de Vicy ,
bili D. Guilielmo Josephio Alverado y Braccamonte, barone de Cumlighi, loparcha de Visscngacq ; no
nobili D. Jacobo Francisco de Aranda, J. V . L. D. bili D. Joanne Carillo , loparcha de Cauwerbourg ;
Petro Scalpacrt ; canouicis , presbyteris ac reliqno nubili D. Carole Gillon , loparcla de Snellegein ;
ejusdem chori clerico ; necnon adni. reverendis el in præsentia plurimorum reverendorum alque
et venerabilibus dominis, DD. Placido Ockerhout, bonorabilium utriusque ordinis virorum , la quo.
et Martino Colle, S . Andreæ et Dunensium respe- rum omnium idem ac lestimonium bas litteras
ctivo abbatibus ; D . Judoco Ranst J. V . L . etde propria manu signavimus , necnon majori nostro
cano occlesiæ cathedralis S . Baronis Gandavi ; sigillo , et secrelarii nostri signatura , coinmuniri
rerorendis patribus Carolo Claesioan et Jacobo jussiinus.
Wils, presbyteris Societatis Jesui. II. G . EPISCOPUS BROGENFIS . I
Presentibus eliam aut invitatia prænobilibus, lofra , de mandalo illustrissimi ac rererendissimi
Dñi episcopi præfati.
wo domino 'rucopio de Lalein , as comiubus de Brouckmans secretar. 1687.

DE VITA S. BASILIT APOCRYPHA ,

Et sancto Amphilochio episcopo Iconiensi perperam imputala .

Quemadmodum nemo curavit sancti Gregorii
Nazianzeni Vilam scribere, lum cum adhuc recens
essel aclorum ejus memoria ; sed primus Gregorius
Guidam presbyter sæculo circiler » id opus assunt
fosil, lam infeliciter, ut ejus scriptio indigna sit
visa quae apud nos recuderelur, sic neque sanctus
Basilius scriptorem ælatis propinquæ et idonede
scientiæ reperil ; sæculo autem vili vel 1x, prodiit
aliquis, vel Acti nominis Ampbilocbius, ausus ali.
quid iam digno argumento parum conveniens.: cui
lumen postremis bis sæculis magnam auctoritatem
conlulit S. Ainpbilochius , Iconiensis episcopus
ipsique sancto familiarissimus, facilius credilus Ba.
silii vitam scripsisse, quia bujus encomium aliquod,
quod supra nobis Prologi loco fuit , reliquisse po
Heris sciebalur ; omni baud dubie fide dignissimom .
Docepit ea res plerosque sequioris vi scriptores,
D pata S . Noikerum in suo Martyrologio , ut disi
Comin . pr. n. 7 ; Sigeberlum Gemblacensem , in
Catalogo illustrium scriploruin ; Petrum episcopom
Equilinum , in Catalogo sanctorum , lib. 11, cap . 28 ;
Vincentiunn Bellovacencem , in Speculo historico ,
lib . XIV, cap. 78, 79 el 80 ; S . Antoninum , parle 11,
til. 9 , cap.5, $ 8 ; Sixtum Senensem , lib , iv Biblio
thecæ sanciæ , omnes a Rosweido cilalos ad Visas
Patrum pag. 162 ; omnibus autem præivil Ursus,
S. R . E . subdiaconus, Vilæ illius interpres sæculo
1X , ut inox dicelur.
2. Istis lumen oninibus cantior Baronius, el re
Basil, Esslat nanuin Marjoribus
scante paulatim critices inajoribus neglecia sludin ,
in Notis ad Roinanuin Mariyrologium , 1 Januarii
ait : 1 Esslat Amphilochii nomine scripla Vila
Basilii, quæ lamen , ex prudentiorum omnium sene
tentia , alterius cujuspiam potius quam Amplilo
 EXCERPTA EX ACTIS S . BASILII BOLLANDIANIS. -- VITA APOCRYPHA. CCIC !!)
chii, æqualis Basilio, esse pulalur ; cum aliqua illic A planum el simplicem afectans, abstinere potuit.
habeantur, quæ illi minus convenire videntur. , Et Plura subinde explicando listerain , nullius tamen
in Annalibus ad an. 378, e quæ Amphilochii falso præjudicio . , Hæ Cumbelisii rationes poslmodum
nomine ferlur Vila Basilii, haud digna satis habe- expendendæ erunt : interim , cum lateatur Acla isla
lur quæ eruditorum auribus ingeratur ; nisi adeo qualiacunque a monachis ,per quoruin manus trans
sint perspicaces, ut in iis quæ sint vera a falsis dis - ierunt, fabellis interpolata esse ; qua in re, quæso,
quirere ac secernere valeant. Complura enim ibi dissenlit a Baronio ? quimonel, in iisdem Aclis vera
vera esse , inficias nemo iverit ; ut ea præsertim , a falsis discerni debere. Erit itaque operæ pretium
quæ ab ambobus Gregoriis, Nazianzeno atque Nys- rursus qualcıncunque Amphilochium , seposito omni
seno, necnon ex Ephrem esse noscantur accepla , præjudicio , examinare ; ut quæsila cum omni sin
vel ab Helladio mutualus est auctor. , Hactenus cerilale veritas inveniri possit
Baronius : cui, ul assentior, vera esse quæ a pseu - 4.4 . Ursus
Ursus S.S. RR .. EE .subdiaconus,
. subdiaconus, quiGræcain
quior istanı
do-Amphilochio ex auctoribus idoneis translata sunt Basilii Viran primus Latinitate donassc scitur ,
in Vitam islam , ila vel inde palere exislimo, hæc vixit temporibus Anastasii Bibliothecarii. Exstat
Amphilochii non esse; cum autem aliorum , quze in enim , Iesle Rosweydo, Roma in bibliotheca Valli
illa narrantur, falsilas relegi facile possit , conse - B cellana codex ms. qui continet Vitam illam per
quens erit nihil in ea esse Amphilochii. Undemerilo Ursum ; ex eoque exeniplar suum ,autsalten priora
Bellarminus De script. eccles. in Amphilochio ail : oclo capila , cum præfatione Rosweydus accepit.
1 Esslat, quidem , sub nomine Amphilochii, Vila Continet præterea præfalus codex miracula quæ
S. Basilii Magni, sed haud dubie falsa vel supposi dam sancti Basilii, quæ creduntur ab Helladio epi.
titia . , Rationes deinde profert, quales nos suo scopo Citsareensi conscripta , in Latinum pariter
quasque loco expendlemus. versa ab Anastasio Bibliothecario ; bujusque ibi
3. His omnibus perpensis mirari mibi liceat cuin dem legitur Præfatio ad Ursum supra memoratum :
esse virum erudilum , qui vellet pro Vila ista Am - qui sedit ab anno 858 ad annum 867. Vix Ur
philochio vindicanda apologiam scriberc ; nempe sus Vilam Amphilocbianam clucubraverat , cum
R . P . Franciscum Combefisium . Hic tamen ita illico , ut credibile est, a pluribus , præsertim mo
defendendam illam suscipit, ut fabulis interpolatam nachis , requisita est descriplaqne : a quibusdam
falealur ; in quo forsan reipsa non dissentit a Ba- eliam in compendium redacia , ab aliis ad formain
ronio . Etenim cum retulissel auclores, inter se bac c lectionum in ecclesia recilandarum aptala ; nonnul
in causa dissentientes , quos et nos supra retuli - lis mutatis, additis, omnissis, qualia habemus exeni.
mus , sic prosequitur : « Ego , ut paucis dicam , plaria ex bibliotheca Vallicellana duo, ex Casinensi
arbitror, poluisse viros eminentissimos, 10ajori re - unum , omnia scripla charactere Longobardico . Val
veremia babere npayuarelay, lol jam sæculis ct licellanum utrumque Prologo caret , eum tamen
apud doctissimus oblinentem ; nec, quia quædain quem Ursi interpretationi a se editæ , Rosweydus
vel in re,vel in modo et circumslaniiis offendebant , præfixil , ipse accepit ex eadem bibliotheca Valli
lolam repudiare et auctori impingere, eoque ac- cellana : sed et utrunique ms. in multis est ab edi.
cusare falsi , falsoque assumpti tanti nominis, quo tione Rosweydiana diversum . Exslal igitur et ler
ipse mendacia coloraret. Furle enim non pauca tium in eadem bibliotheca Ursiana versionis exem .
defendi poluerint : quædam ostendi vitiala ab plar , quod Rosweydus ex eoque Surius typis vul
antiquariis , et luin conjectura , tum ex fide codic garuni, addita interprelis Prafatione
cum restitui; ut vix pauci nævi restaverint, și la 5. Casinense exemplar Prologum habet Ursi
men , navi; quibus tam grande corpus , lamque subdiaconi, omnino alium ab eo , quem Rosweydus
grandis ævi , lot præcipue triluin manibus, quan - cdidit, dignum bic dari; eo quod videatur genuina
doque eliam impolitioribus, haud facile carue- D Ursi scriptio esse , præ Rosweydiana, el quod men
rilo Vila est Patris monachorum in Oricnle , tionem facial ejus, cujus rogatu ipsam Vitam dedit
quam innumerabiles ascelæ , majori quandoque Latinitati, scilicetGregorn II ducis Neapolitani, de
pielsle quam scientia exscripserint ; cui proinde quo, apud Ughellum 1. VI, c. 113, Bonilus subdis
suum aliquid ascripsisse possint ; ut non ea forsan conus ait, quod ſuit o nepos el proles, frater et pa
purilale ad nos venerit , quæ fuit ab Amphilocbio ler Parthenopensium ducum . , Is itaque sic habet :
edila, sive pbrasim speclemus, sive ipsam rerum Incipit Prologus in Vitam sancti Basilii archiepi
narrationem ; quæ minus continua, multisque dis - scopi el conſessoris . Postquam Lucifer ille procax
creta lilulis, non ila cuhærentibus , nisi castiga . de cælesti gloria demersus est , el invidie stimulis
u manu calainoque , ascilitia aliqua et tanpo - incitatus, de paradisi amenita le , per sævissimum
plata, non respuerit. Plura sane et pleraque æquus anguem , proloplaslum expulit; veluti stomachus
lector, assuelusque Amphilochiano stylo , non indi languens vitales fastidit dapes, ila onwegenus hu
foa Amphilochio deprehenderit; in primis usum manym cieleste atque intellectuale convivium igno
qua neque historiam lerens , styluinque omnino miseria condoluit pio aleclu , el de co:lis per vir
Patani, GR. XXIX .
CCECIV PROLEGOMENA.
ginea viscera in convallem hujus mundi descendit : A amplo ſamine præpotens, aut lam proſusa facundus
ac humanum genus, quod olim æmula loris Jolo loquacitate, ut sermonem valeret reddere sermoni
deceplum fuerat, coælerno Deo Patri reconciliare (sicut nos, non sponte, sed inviti fecimus), et non
cupiens , incontemplabilem ignem sancti Spirillis omnes vires grammaticæ artis suffocaret : quando
misericorditer accendit : de quo nimirum igne et ipsi qui gesla sanctorum conscripserunt, magis
primitus valde conflagrati sunt sancti prophetæ , sensus quam verba scripsere , siculi majores nostri
post illos sancti apostoli , martyres, confessores , referunt. Interea obnixe quæsumus, ut fidem dictis
virgines ,et omnes utriusque sexus sancti , quiusque adhibeatis, per omnia credentes, quia veraciter la ·
ad melam carnis, pro ejus dilectionis ardore , ipso lem illam translulimus, qualem illam scriplam ab
duce, viriliter dimicarunt: de quibus nimirum ag - Amphilocbio præsule lconiensi, qui magnæ auctori
minibus sanctis Basilius exstitit sancius , qui sine latis esi, in Græcorum commentis invenimus. Cre
effusione sanguinis martyr effectus est. Cujus vi- dere vero ne dubitelis , quia in illa invenielis animæ
lam et præclara miracula , cogis me Ursum , om - ferculum , et galeanı clypeumque , quein vestro
nium Christianoruni ultimum infimumque sacerdo- hosti opponatis, el illo devicto , summum Regem
tem , o Gregori clarissime, filius alque nepos, fraler facie ad faciem videalis ; adjuvanle utique ipso , cui:
patruusque ducum : nec non et loci servalor Nea - •
poleos, quo de Allica in Latinam linguam transfe - Arcibus in summis una est cum Paire potestas,
ram , et in gremio sanctæ matris Ecclesiæ i deli fa- Par splendor, communis apex , sociale cacumen ,
Æquus honor, virlus eadem , sine lempore reynum ;
mine consignem . Semper principium , sceplrum juge, gloria consors,
et multo magis pecca lorum pondere litubamus, ne
sub tanto onere succumbamus ; et lam sanclo et 7. Hactenus Ursus subdiaconus : cujus interpre.
admirabili viro magis ridiculum quam laudem pro - lationem parum exactam esse queritur Combeli
ponamus. Sed lu , clarissime, cum nos renilenles sius, nescio an dicendus ipse exactus magis. Ob
mullumque repugnantes conspicis , ais , quia Do- scuriori cerle ut plurimum phrasi ulitur : coules
minus ab initio non cum philosophis, nec rhetori . tum tamen ampliorem præfert ; quia bunc vel inte -
bus tragicisque, nec cum physicis locutionem , sed grum Ursum non habuit, vel quaedam minus credi.
cum ruricolis ac piscatoribus et idiotis orationem bilia sponte prætermisil. Novam ego versionem
habuit ; et multo magis puritatem spiritus prospe- darem , si eam auctor mereretur. Nunc, cum osten
clat , quam dialecticorum rhelorumque tendiculas dere velim , esse Vitam omnino apocrypham , et
ac phalerala commenta . Nos vero ubi vestrum affe - " Combelisium eam excusare volentem refulare ;
clum consideravimus , tandem , magis vi quam æquum est ut novam ipsius versionem sequar ,
sponte inclinali, perreximus ad dominum Nicolaum , omisso lamen textu Græco : qui, dum apud ipsum
præsulem peritissimum Græcorum alque pbiloso - columnalim impressus legi polest , exiguo fructu
phum , et secundum vestrum volum de Greca augeret molem operis. Si quæras cur scriplura tam
in Latinam linguam fideliter, quod injunxeratis, apocrypha non contemnalur ac prætermillalur lola ,
postulamus, ut quidquid ineptum invenerint saga tus sum , causam esse intelligas plurium rerum narra
cius corrigant, et ignoscant ælali puerili fragilita - tiones , passim ex hac Vila descriplas ab auctori.
tique humanæ , et magis obedientiæ , quam audaciæ bus,quas examinari distinctius, solidiusquereſutari
temeritatis ascribant. Allamen siquis garrula voce pulo rei litterariæ interesse : quapropter adnola
in clamationem proruperit, indicet prius ipse no liones eliani et censuræ prolixiores erunt , quam
bis , quis unquam , fuit tanti ingenii , et ouis lam alias mereretur fictio tam palpabilis .

VITA APOCRYPHA
Interprele R . P. Francisco Combeſisio ordinis Prædicalorum .

PROLOGUS . D ficiose egimus. Enimvero postquam luctus caligi.

Charissimi, non fuit absonum , ut devoii flii su - nem , sicut scriplum est, excussimus, el ad gralam
per paterno obitu contristarentur ; uique justas ei supplicationem , universorum Doinino, vero Deo
lacrymas indulgerent, quod omnes (1) hactenus of nostro Christo rependendam , paribus sludiis exci
(1) Quandili, queso, duravit hic luctus ? Si Vila per triennium durasse ; scripla quippe est post fun
hec ab Amphilochio scripta est , oporteret sallem Jebrem orationein , cujlis infra auctor meminit , vi
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS . - VITA APOCRYPHA . ccxcv
tati sumus ; operae pretium duximus, lum illustrem A expugnavit ; qui Christianorum sanam Idem dilu
vitam , lum vera magnaque pastoris nostri el docio- cide stabilivit. Dux ille princepsque sapientissimus
ris Basilii miracula ( ul ne diulino iraclu temporis gentis sanclæ , pastor acceptabilis populi , Ecclesia
profunda. oblivioni tradi ea contingal) scriplo con - regale sacerdotiuin , Christi ovium varius aries ,
signare . Cum enim tres sacratissimidivinique viri , divinæ fidei magister inclylus; magnis et vivus el
Gregorius (2), inquam , theologia clarus ; alterque post obitum miraculis clarus ; post conscitam , ul
et ipse Gregorius, urbis Nysscorum decanlaliis dictum est, Juliano Deo odibili , ejus precibusmor
episcopus (3) ; nec non eremi præſeclus beatissi- lem ; illi, inquam , qui cornu in altum extulerat, vt
mus Ephrem , aliique, aliis aliisque epitaphicis ser- adversus Deum locutus fuerat iniquitatem ; cujus
monibus tanti virimemoriam illustraverint ; visum (7) avus Valens, indigne purpuram imperialem suse
est el mihi, tanquam abortivo, ut cum Apostolo lo- cepil, Arianorumque pravo dogmali patronus fuit ,
quar (a ), ubi præ manibus accepissem , quæ utrique ad illustrem nostram Cæsareensein metropolim , una
illi magni viri narratione fuerant proseculi , cum pastore urbem subversurus venit. Ut autem
supplere quæ deessent. Debilum representando, res gesta sit, et quam ob causam , non est præsen

ab initio asseclalus, accuratam notitiam (4) acce. B mus, ejus ab utero ad finem usque virtutes prosc
perim . Novil enim , novit etiam nubes solem legere ; culuri.
longaque corporis successio (5), bonas facile narra CAPUT I.
Liones, oblivioni tradiderit. Adolescentia vhiloso
Basilii et conversi
studia Athenis. Eubuli
Quod igitur magnus ille mundoque quam cele phi o.
bris Basilius, Pater noster,absensessel, sapientissi Basilius solus in terra , æquali claruit lum vila ,
mus ille pontifex, ille cælestiuin virtutum sodalis, sermonum ornatu eruditioneque decora , lum ser
clarus sermone penetrabilisque, magister Ecclesiae , mone ac vi dicendi , doctrinaque vitam exhilaranle.
solida reclorum dogmalum columna, is (6),inquam , sapientia divina : qui Christo dederit omnia , ani
qui sapicnler hominum mores instituit, qui rerum mam , corpus , sermonem , manus; propter quod
naluram enucleatius explanavit , qui inſensissimum etiam erroreni gentiliuin , velut aranearum lelas,
Trinitatis Julianum Aposlalam suis precibus pro - disrupit. Hic seplem annorum faclus, lilieris im .
stravil ; qui Valentis os blasphemum obstruxit ; qui buendus a parentibus traditur (8). Cum autein
Arianorum pravam doctrinai hæresimque perspicue quinquennio operam doctrinæ artisque præceplio
clam a Nazianzeno : illam autem ipso non n .. ter. C ochius Nazianzeni de Basilio scribentis , intuli 811
tio a inorte Basilii anno pronunciavit. Quin ino, pra , anle hunc illuin scripsisse , cx quo reliqua
si ab Ampbilochio scripla hæc Vira cst, scriptam sequuntur absurda .
esse oporlel post aliam suam orationem , quam in (3) Videlur hic de vita ſuncto loqui auctor, cuni
feslo Circumcisionis Domini eodemque salicii Basi tamen verus Amphilochius paucis mensibus Nysseno
lii, de eodem sacratissimo mystcrio eodemque san . supervixerit ; quod si bic ultimis vila mensibus
elo babuil ; in qua cum præclaras Basilii virtutes scripserit, oportebit euin qualuordecim annis post
persirioxisset, ita prosequitur : Miec, inquam , om Basiliimortem scripsisse , quod inale cohærel cum
mia sacris divini Gregorii sermonibus abunde arbi prælationis initio .
tror ac sapienter tradita ; supervacaneuinque exi (4) Polnilne magis accuratam habere notitiain
slimavi longiori in presentiaria: oratione dissere pseudo - Ainphilochins, quam Nazianzenus aut Nys
re. , Cur, ambo , si Vitam Basilii Amphilochius, senus ? Polnilne Nazianzenus aliquid gravioris mo
ante hanc orationem babit:iin , scripserit ; cum menti prelerire ?
mentionem Gregorianie orationis faceret , nullo (5 ) Poluilne longa lemporum esse successio, inter
verbo addidit, se quoque de Basilii Actis scripsisse, Basilium et Amphilochiuin , qui co:evi fuerunt ?
quod maxime conveniens, el opportunum tcmpori (6 ) Hæc el qui sequitur, videnlur magna ex
oralionique videbatur ? Dicendum ilaque erit au parte e Menæis desumplit , vel bec inte allcta sunil .
clorem , post ſestum Circumcisionis el pronuntia - . (7) Græce Oůcans Ó Toutou Osio ;. Ursus subdia
luni Basilii encomium , ad hujus Vitam prolixiorem D conlus , primus Amphilochii interpres, lær.c omisit,
scribendam accessisse , ideoque ejus mentionem vel quia minus intellexit,vel quia manifestimi aglio
non fecisse. Al ev casil oportebit luctum Basilii vit errorem . Avui vertii Combelisius. Verum 0 10
lunebrem , a quo desumitur exordium , per quin . avunculum potius vel palruum significal. Deinde
quewniuin Jurasse : quod paradoxum est. Et qui idem Combetisius conjeclando interrogat , an nalura
pofuil a lali luctu verus Ampbilochius oralionein talis fuerit, saltem ex malre ? Alego pariter dubi
exordiri, tanquam iu eam usque diem durante ; lando interrogo , qua ratione Basilina, Juliani ma
cuin multo ante , in oratione de Circumcisione, ter, tilia aut soror luerit Valentis, ut hic sensu sal
quasi omnis doloris oblitus , hiec liela verba palam tem aliquo Ostos dici possit. Sed confugit Combe
usurpassel : « Nos interim divini Palris memoriam Sisius ad sensum metaphoricum , dicitque, Valentem
hodie honoremus canticis , divinitusque inspiratis Juliani avunculum ant a vill vocari, non quia eum
laudibus magistri virtutes condigno prosequamur allinitatis aut consanguinitatis gradu , sed quia ma
plausu . , Hiuc ilaque patel, exordium hoc Amphi lilia el in Christianos sævitia præcessil. Verum quo
locbio ineple allictum , exemplo monstrabitur lalis metaphora in usu unta
( -) Excusal se Nazianzenus initio oralionis 20 , quam fuisse ? Ego existimo inscitiam pseudo-Au
quod r multo serius quain lempus postulabal , ac philochii hinc argui manifeste .
post mullos alios, qui res Basilii privatim publice (8 ) Quibusmalli vero traditus est a parenti
que laudibus ormarunt, » ad eum laudandum acces bus ? Non alios præceptores in puerilia ci adulu
seril. Quia vero lioc loco mentionem facil Amphi scentia Basilius habuit quam parentes suos ; ut ex
Hi I Cor. xv, 8.
 CCXCVI PROLEGOMENA .
nivus posuisset, nec in eis molliorem se exhibuis- A hoc consecutus, niansit illic , seze oblecians medila
set, plurimum scientiae philosophicæ fruclum , na- tione divinorum eloquioruin , aqua et oleribus vi
luræ el ingenii facilitate, consequitur. crilans. Anno autem integro ibidem commoralus,
Relicta igitur postmodum patria (eral enim Cap verbumque veritatis fide considerans, intelligensque
padox genere), eloquentiæ matrem Athenas ( ) pe quod illa , si eam velimus scrulari, Nucluel, pelivit
lit; mullaque cum castilale , lum continencia el so - se dimili Hierosolyrain voli causa , ac ejus loci
brielale ornalus, profanæ et Græcanicæ sapientiæ inspecluruin miracula . At ille, apprecalus bene,
præceptorem adil, Eubulum noinine (10); sicque dimisit eum .
seipsum disciplinis tradidit, ut essel tum præceplo - Rediens autem (18) ubi Græcorum philosophia
ribus, lum condiscipulis admirationi. Fuerunt enim fuerat institutus, cepit verbis fleclere mullos pbi
sludiorum socii Magnus Gregorius, faclus Nazialle losophos , Christoque multiladinem gentium , de
cim apostolicæ sedis (12) gubernacula lenuil ; Ju- el præceptorem suum Eubului (is enim dus verbi
Jianus quoque, non ila pridem Christianus (13), et et eloquentiæ præscs era1), quo in laboruin ipsius
Libanius (14). Sic autem oionibus admirabilis vir remunerationem , inculpalæ eum fidei adınovere
posuit in corde suo non sumere panein elvinum (15), B lentaret; sic plane,ul co reclam ad fidem currente ,
donec assistente superna Providentia , divinæ sa- ceu magistrum sequerentur quotquot philosophi in
pienliæ arcana penetraret. Commoralus aulem in eam concessissent. Cum autem in omnibus eum
disciplinis annis quindeciin , cum Græcanicain om - scholis requisissel , oflendit in suburbio quodam
nem sapientiam ad finem decurrissel,astronomiam disputaniem , sociis quoque aliis philosophis :nibil
que et geometriam , ac optima quæque collegissel, enim aliud studebaut, quam ut dicerent el audirent
ac nec iis lamen ullo modo omnium Creatorem (16) aliquid novi.
invenire posset ; quadam nocle vigilanti divinus Cum ergo dissereret, inslans imminensque Basi.
splendor ingt , ut cujusque religionis scripturam lius, ipsum corripuit. Tum aliquis eorum qui erant
percurrerel (17). Surgens ergo profectus est in cum ipso , ad eum : « Corripuit le quidam , o phi
Ægyplum , el accedens ad quemdam archimandri- losophe , At ille : . Vel Deus, vel Basilius. , Cum
tam , Porphyrium nomine , pelivit sibi dari libros ergo eum agnovisset , eosque qui aderant dimisis.
sacros , quibus divina doginala perdisceret. Porro set , mansit cum Basilio , ac tres dies jejuni perse
ipsius Nazianzeni testimonio dicitur in Vita , num . G cedens Nazianzeno annos duodecim , qui Cors
9 et 10 . slantinopolitanæ Ecclesiæ curani ul sunumum triennii
(9) Non recte sallem Athenas pelit , næsit enim gessit.
aliquandiu Constantinopoli . Nec credibile est, duo . (13 ) Melius , saltem quoad ad historiam , rer .
dennem patria escessisse, quod tainen hic aflirmari til Ursus subdiaconus, apud Rosweydum , diceus
videlir. quod Julianus , ad breve tempus , Christianus
(10 ) Eubulum a nullo alio inter Athenienses do fuit
clores numeralum reperio , neduin inter Basilii ma (14) Libanius , nec condiscipulus , nec magister
gistros . Basilii fuit Athenis : sed aliqua inter eos Couslan
(11 ) Gregorius Nazianzenus a patria , non ab epi. Liliopoli intercessit familiaritas.
scopaiu dictus, ordinatus quidem fuerat episcopus (15) Si solum dixisset, i non soinere vinum ,
Sasimorum , sed titulo tenus ; patris Julein sui vi tolerabile ſorel ; poluisset enim aqua sola el pane
carius duntaxat Nazianzi, venit inde Constantino vitam sustentare : verum cum panis usum , susten
volim , labenti Ecclesiæ subventurus; ubi lidem ore Lalioni lam necessariuni , excluserit, videtur pro
Thodusam in sua Anastasia resuscitavit ; episcopa posituin istud seu volum lam indiscretum fuisse ,
joni vero ibromuin non nisi paucis mensibus insedit. ut in Basilium cadere non polueril.
Ncque error lain gravis in Amphiloclio excusari (16 ) Perabsurde fingerelur hic Basilius , cum
potest, Menceorum auclorilale , quam affert Combe. Athenis essel, omnium Creatorem ignorasse : quipe
iisills. Quainvis ea die 30 Januarii, duodecim Con pe qui prima fidci mysteria, ut in Vita ejus, capite
stantinopolitani episcopalus annos Gregorio tri- n1, dicitur, el a Macrina avia sua , el a maire Em
buani, poluerunt eorum auctores errare, diu post melia puer didicerat , nec unquain minutaverat.
rem gesiam scribenles : sed errare in eo non po - Quapropler sic Combelisius locum explicuit , ut in
luisset Amphilochius , turn lemporis Icouiensis proranis scientiis nihil invenerit , quod ad Dei cul
episcopus, qui pene coram oculis suis omnia spe tum perduceret, quamvis Crea lorem omniuin non
clavit , quæ circa episcopalum Constantinopolita ignoraret.
num gesta sunt a Gregorio . Ilaque vel pseudo-A1 (17) Ursi interpretatio habet, ( ut nostra reli.
philochius errare Mencea fecit , si prius scripserit ; gionis Scripturam percurrerel : , sed ait hoc opus
vel si serius, errorein ex Menæis in sua scripla re non erat ut abiret in Ægyptum , eain petilurus a
liilit.
(12) Cathedræ apostolicæ nomine hic intelligitur nam illam Athenis sibi comparare poterat, quo cum
Constantinopolitana , qualenus S . Andreas aposto. impio Juliano ad legendos librus sacros accessit ;
Jus Byzantinam Ecclesian fundasse creditur : sed sed el ex domo palerna habere Scripturam polerat,
quia hæc opinio , ignola priscis sæculis, non nisi diu ea eniin ulebaiur Einmelia , ad irstruiendani Macri.
post fundalain Constantinopolin creili crepil , nain liliain suunn , leste Nysseno in Vila .
pseudo-Durothei comentario nixa , uli ostend: (18 ) Peregrinalum se esse in Ægyplum et Hiero
Janningus 4 Junii 8 5 €: 6 de S. Meirophane, ante solymian , leslalur insa Busilius ep. 79 : sed posla
quein nullus probatur episcopus Byzantii fuisse ; rediisse ipsium Athcnia3, apparei maniſeste falsum ,
apparet hæc non esse Ainplilochi ; idemque consideranli Viram supra ulamu .
probat gravissimus error , eu in cathedra con
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS. – VITA APOCRYPHA.
verantes (19), multo conferebant. Interrogavit ila- A bonilale , jis qui venerant circa horam undeci.
que Eubulus Basilium : 1 Qur est definitio philoso). mam , æqualem mercedem tribuit. Donabit et
phia (20), Basili ? » Qui ait : « Prima delinitio philo - ipse pænitentibus nobis , et ex aqua et spiritu
sopbize , meditatio mortis. , llle vero admirans regenerationem suscipientibus , quæ nec oculus
ail : « Quis est mundus ? , Respondit: « Ille qui est vidit, nec auris audivil , nec in cor hominis as
supra mundum . Et quidem dulces sunt mundi ser. cenderunt, quæ præparavit Deus jis qui diligunt
mones , ipse vero mundus vehementer ainarus , ipsum (a). 1
quando quis eidem animi vitiosa affectione adhe . Eubulus ergo, cum in animum hæc induxisset,
serit : et alia est voluptas corporis , alia naturæ ail (21) : « Conemur igitur, Basili, quod tu jubes.

que habeat : nam nemo polestduobus dominis ser- verint , modo autem mibi eloquere , quod puper
vire. Cæterum , quantum possumus , frangamus percunctabar divinum sacramentum (22), quod ni
esurientibus scientiæ panem ; et eos, qui citra vi- mirum ad urbem Hierosolymorum , quidam illuce
lium et culpam sunt sine lecio , per virtutem sub seere aiunt; forle vero mecum lustrans, alicujus san
teclum ducamus. Quod si etiam viderimus nudum , cli consueludinem oblingeris. Caeterum ne, Basili,
operiamus , nec domesticos seminis despexeri- B divina dogmala discere cupienti, narrare distule
mus. ) ris . ) Al ille ait : « Audivi de Jerusalem : nihil vero
Cum bæc dixisset, eique Salvatoris in nos media minus æstimavi quam cælum : ut neque villam ipsi
pænitentia benignitatem , seu in imagine, parabolice vicinam nomine Bethlehem , quæ cæculientium ocu
expressisset, Ires tabellas pro foribus animimenti forum decussa caliginc iisdemque mundalis, admc
proponit : unam quidem supra fores, quæ exhibe. liorem vitæ rationem vitamque verissimam , trans
ret virtutem , nempe prudeuliam , fortitudinem , ju - mulala est. Quod porro unius Dei cultores , anti
siiliam , temperantiam ; in sinistra vero parle dece quiores sint Græcis el universis nationibus, doce
ptionein ; circum ipsam autem intemperantiam , lu mus vere ex divinis eloquiis. Nam a primum pla
kuriam , ebrielalem , impudentiam , pigritian , ca- smalo homine nomine Adam , adusque Noe tempora,
lumniam , linguosilalem , adulationem , et tale quod sub quo diluvium , fuerunt decem generationes ,
dam viliorum examen : pænitentiam autem decenti anni » McCILII. Pariter quoque a diluvio usque ad
habilu , lene ridentem , blandam et mansuetam ; ad . Abraham , generationes decem , annimviII; Abraban .
versarios quidem sui populi reprimenlem , sed qui autem erat annorum Lxxv, cum ex Mesopolamnia
necessarii essent. Juxta hanc vero abstinentiam , , Transmigravit in terram Chanaan , ubi andis SIV
sagacitatem , modestiam , honestatem , pudorem , demoralus, genuit Isaac ; Isaac autein cum vixisset
humanitatem , ac multorum bonorum plebem . Porro annos sexaginta, duos progignit filios. Ex iis vero
sensus hujushistoriæ videntibus quidem caulio est, Jacob, annorum factus CXXX, descendit in Ægy
audientibus vero meliora æmulandi occasio. plum cum duodecim fliis el nepotibus suis
« llaec sane et ego videns adiniralus sum , et in hoc nưinero LXXV.
duclus sum , Eubule. Sunt quippe in nobis , non Cum autem Abraham et ejus semen fuissetaccola
imagines nequeænigmata , sed ipsa liquida veritas in terra Ægypti annis ccxv, fuissetque multiplica
aid salutem adducens, Resurgemus enim oinnes , bi lum , in tribus duodeciin censitum est, et in sexa
in vilam eternan), et bi in opprobrium el confusio - ginta virorum millia computatum . Et quidem Levi
nem sempiternam ; et aslabimus ante tribunal abnepoles fuerunt Moyses et Aaron , quorum hic
Christi, quemadmodum docent nos magniloqui pro- quidem sacerdotio prælatus est ; Moyses aulem ad
pbelæ , Isaias , Jeremias , Ezechiel , atque Daniel ; principaluni proveclus. Is anno vitæ lsis mare
David item res, diviousque Paulus; post hos deni- Rubrum calcat, et educit populum de Ægypto . Flo
que ipse Dominus dator pænitentiæ el remuneralor ruil bic Moyses temporibus Inacbi, qui prinius in
ejusdem , perquisivit orem perditam ; qui cum mul- D Grecia regnavit. Sic sunt Judæi antiquiores Græcis ,
lis divitiis sinu palerno abstractum filium , iisque nec leges habent minus velcres. Quod enim Deum
luxuriose absumplis postea redeuntem et ſame la - vum colerent elcognoscerent, palerna acceperunt
bescentem , sincerc amplexalur ; honestans splen - traditione : legislatio autem , post tres dies proſe

qui nihil peccaverat,auctor est, utne ſerat indigne, sunt in deserto annis quadraginta . Sub Jesu prin
64 indulgeat ut fratri. Sic nimia Dominus effusus cipe ſuerunt annis xxv ; sub judicibus vero annis
(19) Fuisset hæc non parva philosopbi inurbanilas sic mihi persuadebit , eum unquam a Basilio pro
si buspilem ad se peregre advenientem , triduum latum , aul salisople ad mculem sancti esse conliclum .
jrjunare permisissel. Et quis credal , ab ethnico (21) Lacunam hic magnam implevit Combe
philosopho, tantuin repente conceptum jejunandi fisius , ex unu antiquiori Regio codice , reli
desideriam ? quis desidcrantibus describens alleram parlem ca
(20 ) Erudite ostendit Combeſisius , lolum hunc lecheseos.
Basilii cum Eubulo sermonein , fundatum esse in (22) Baptismum intelligit, quem quidem Jeroso
philosophia Platonica et sacra Scriplura , Alne vel lymisvol in Jordane devoiionis causa suscipiebani.
(a) I Cor. 11, 9.
 GCXCVIII PROLEGOMENA.
CCCCLIV ad usque regnum Saulis , quo primus illi A qui est. Quid igitur evangelista ? In principio eral
populo rex creatus est; sub quo, anno primo regni Verbum (a) : quia nihil aliud eral, præler ipsum
ipsius, magnus David natus est. Similiter ab Abra - qui est ex Patre, qui semper est , habens coæler
ham usque ad Davidem generationes Xiv , anni num Spiritum sanclum . Erat in principio . Quid
NXXIV. A Daride autem usque ad transmigrationem mibi annumeras sæcula ? Erat ipse in principio : sunl
Babylonis , generationes xiv , anni mix. A transmi- ommia post ipsum , siquidem el omnia per ipsum .
gratione vero Babylonis usque ad Darium , anni in principio erat Verbum . Erat, neque proferebatur.
XIV . A regno autern Darii usque ad Jesum filium Verbum erat , nec syllabis componebatur. Erat
Josedec, anni xlix . A Jesu filio Josedec usque ad Verbum illud, nec ſúil linguæ luxus : solus Filias
Jesuin , qui dicitur Christus, anni ccccxXXIV ; simul unigenitusque el veritas a Patre, nulla corruptione
julem computando , secundum seriem temporum . genitus. Quemadmodum verbum nostrum el sermo,
invenimus ab homine primum formato, usque ad in lucem profert latens animiconsilium , lla el Del
· Christum ,annos MMMMMMLX. Filius occultum in Patre maniſestavil orbi terrarum
( Nascitur itaque Dominus Jesus Christus ex præalernum sacramentum . Quemadmodum verbum
Tribu Juda, ex semine David , quod speciat ad car- procedens, nec dicentem nudum relinquit, el replet
niem , sub finem dierum sesquimillesimo anno, XXIV B audientem (sic enim adit audientem , ut non disce
Augusti inperatoris, mense Decembri, XXV ipsius dat a discente ), ita et Divi Verbum , quod est in
(23) Indictionis x die sexla. A Christi porro nati Patre ob naluræ communionem , nobisque unilim
vitale, usque ad Constantinum Magnum imperalose propter gratiæ largitatem , exsistens Deus, quoil spe
rem et virum religiosum , fuerunt anni cclix . Cum clat ad naturam ; Verbuin auleni appellatione et
crgo Judæa gens tanto tempore sit antiquior, quo- cognomine.
modo non erubuit Plato , primum et secundum di- Quemadmodum enim Joannes, cum nalura essel
luvium cnarrans ? Quondam porro nalura nostra , homo , ratione tamen prædicationis vox clamans
universo tolique illi accensebalur: eramus enim et vocalus est (b); ila et Dei Filius, Deus de Deo, ap
ipsi, in rationalium ovium centenario comprehensi. pellatus est Verbum , propter liberam a fusione
l'ostquam vero una illa ovis , natura nostra , ser- generationem . In principio erat Verbum , haudqua
penlis ( raude, cælesti slalione depulsa est , non quam vero Verbum non subsistens. Verba alia et
amplius idem ille numerus in grege non errantium sermones Dei , præcepla sunt et justificationes ; al
inemoratur, sed nominanlur nonaginta novem . Venit unigenitus Filius sermo est, non syllabis verborum
igitur Christus, Filius Dei vivi, querere el salvum fa - que sono pronuntiatus , sed sermo el verbum , ver
cere quod perierat : ulque rerum non consistentium C borum foples largiens ; quemadmodum ait : Si quis
vanitate perdilum bominem humeris impositum , audit sermones meos, habet vilam æternam . Cum
cssistentibus rebus verisque postliminio redderet, Joannes dical, In principio ; Paulus vero, Secundum
quo rursum Dominicus numerus unus fieret. Idcirco carnem , qui est super omnia Deus (c ); Petrus quo
Evangelii scriptor Joannes, paternam piscationem que : Tu es Christus Filius Dei vivi (d); David vero :
oniniaque creala relinquens , aerem item Transi- Tu autem idem ipse es, el anni lui non deficient (e );
liens , nec solem moralus nec lunan ; celsissima et ipse Dominus : Ego sum lux mundi, el verilas,
vero cæli superans, temporaque prætergressus est et ostium regni cælorum (1). Si ergo est quid crea
el sæcula ; sed et Moyses, principio illo omisso : lum , quomodo est auctor el creator lemporum et
non enim dixit, in principio fecit , ut qui non in - sæculorum ? Omnia per ipsum ſacla suni (y). Nam
duxit crealuram ; sed creatorem annuntiavil. Ubi sexta die creavit hominem , qua etiam fecit qua
enim est creatura , quispiam fecit ; ubi vero gene- drupedia etreplilia ; quinta autem volatilia coli, el
ratio erat, ex eo qui est. Qui enim esi, eum genuit pisces maris ; quarta , solem et lunam ; tertia , aquas

( 23 ) In hunc locum ita commentatur Combei - D cimam , ut ex Genebrardo et aliis quisque facile co
sius : 1 Absurdius est, quam ul quis tantilluin sa. gnoverit. Ubique Aniphilochius scile alludit. , lla
piens de Constantiniana boc Indictione poluerit ac- Combelisius. Verum , cum erudili pleriquc conve
cipere : quia hanc Christi nativitas præcessil ccc piant, exiguum aut nullum ante Constantini Magni
circiter annis : ac neque de aliis, si quæ vel veri. lempora lodictionum usum ſuisse, nescio unde Ma
tale asseruntur vel continguntur, puta Augustana , cedonicam Indictionem , aut Judaicam Combefisius
Antoniana, etc . Perspicacius ergo intuenti , stalin acceperit ? Cerle Basilius ct Amphilocbius, si Indi
occurrerit Indictio Judaica , quam sibi auctor, in crionem aliquam , inter computandum , nominare
star Constantinianze , confingal el numerel, a perfe voluissent ; non aliam nominassent, præter vulga
cia liberatione Judæorum a servitule Macedonica ; rem et Constantinjanam , quam solam noveranl.
quomodo Constantinus et Paires Nicæni, numera - Errorein itaque ascribamus oscilantiæ pseudo-Am
Lain voluerunt Constantinianam illain , a vindicala philochii, nihil inter priora el sua lempora discer
Christiana religione et exstincio Maxentio : sic nentis ; ut reliqua hujus chronologia absurda pra
enim invenietur natus Dominus ad Indictionem de- lereamus.
(a) Joan . 1, 1. (e) Psal. cı, 28.
Tb) Marc. 1, 3 . i Joan. viii, 12 ; xiv, 6 ; s, I.
Ic) Rom . ix , 5 . ly) Joan . 1, 5.
( 1) Malib . xvi, 16 .
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS.- VITA APOCRYPHA CCXCIX
divisit, fecitque ut arida appareret ; secunda, hocce A effudit, leque ab errore plurium deorum in cogni
firmamentum , quod capiti supereminet , condidit ; tionem misericordiæ suæ translalit. Ex quo aulem ,
prima denique, cælum et terram deduxil in naluram ut dixisli,mecum esse vis , ostendam libi quomodu
reruin ; fecit lucem , diem statuit , initium tempo- saluti noslræ provideamus, a sæculi hujus vinculis
rum definivit. Si igitur est creatura , illi assigna liberi. Venundemus ilaque nostra omnia , et confe
lempus ; atque ita eodem cum creatis habelo ordine. ramus in egenos : sicque demum ad sanclam civi
Nam quod sine lempore est , increatum est ; quod talem pergentes, factique ipsi inspectores miraculo
vero est absque principio,æternum est : solus autem rum quæ illic visuntur, cousequemur fiduciam apud
Deus est ælernus, deilale ioseparabili in tribus sub- Deum . , Cum sic ergo anibo res suas pie distribuis
sistenliis : sunt ergo tria sancta , Iria simul sancla , sent, solaque ex eis indumenta baptismo opporlu
tria æterna , Iria coæterna , Iria consubstantialia, na emissent, Hierosolymam profecti sunt, conver
tria efficacia , Iria subsistentia , sibi invicem coexsi lentes ad Dominum mullam gentilium multitudi
sientia. Vocalur hæc Trinitas sancla ; una barmo- nem , )
CAPUT II.
ejusdem substantiæ ac naturæ : similis ex simili , Susceptus baptismus , diaconalus, cpiscopalus :
æqualem Patris et Filii et Spiritus sancti gratiam B Juliani mors, Libanii conversio.
faciens, unam substantiam , unam deitalem , unam Cum aulem Antiochiam pervenissent, diverterunt
dominationem , unam voluntatem , unum regnum , ad stabulum quoddam . Filius porro slabularii, no
unam Ecclesiam , unam fidem , unum baptisma. Est mine Philoxenus, in mulla anxietate præ foribus
hic Deus universorum : hic Christi Paler, hic Jesus sedebat. Erat autem hic discipulus Libanii sophi
Christus : unus ille de sancta Trinitate : hic ille ste, a quo versus Homeri oralione solula reddendos
qui descendit et ascendit , quique considet Patri,
m, acceperat : eoque in mulla constitutus afflictione et
nec, separatur a nobis. consilii inops , tristis dolebat. Contuitus eum Basi
Is animos nostros custodiens , spem nostram lius, ait ad ipsum : « Cur sic mestus es , o juve
inconcussam servavit et immortalem , simulque a nis ? , At ille : « Quæ mihi ulilitas, si disero tibi ? )
vit, dignatusque fuit , ut in nubibus , in occursum prodessel , dixit ille , tum sophislain , luin versus ;
ejus rapiamur in aerem ; nostraque nomina libro quodque ea causa anisoo anxius essel. At Basilius
vilæ ascripsit ; præstitit vero, ut in eum credamus, acceptis versibus, eorum cæpit Translationem dicere.
qui a morluis surrexit , ipsum autem de cælis ex- c Stupenis vero juvenis , et quam maxiine lælus, ro
speclemus, qui sursum cum Patre est , et hic est gabal ut hæc scriplo exponerel : is porro solutio
nobiscum , qui cujusque actionem et fidei robur nem triplici versione scripsit. Puer auleni suscepit
videl. Nec enim , quia abest carne , idcirco non versus gaudens , pergensque diluculo ad Libanium ,
presentem existimaveris ; adest enim medius spi. Tradit ei versuum translationem . Accipiens autem
ritu , audiens quæ de ipso verba proferuntur, videns Libanius , et super translatione vehementius ad
quos aniini sensus, atque corda el renes scrutans : mirans, Jixit : « Per Dei (24) providentiam , nullus
qui etiam modo proniplus est, ut et nos omnesque ævi hujus sapienlum tale quid potest interprelari ;
liomines, qui erraverunt et pænitent, Patri offeral unde ergo horum novus artiſex ? , Ait adole
per sacrum baptisma , dicatque : Ecce ego et scens : « Peregrinus quidam , veniens heri ad hospi
pueri, quos mibi Deus dedit , cui gloria in sæcula . tium , eorum mihi solutionem promptissime enu
Amen . cleavil. )
« En tibi trado fidem , quam ediderunt et una Nibil ergo cunclalus Libanius, cursu ad hospitium
voce confessi sunt sancti Patres, qui Nicæam con - venit : cumque Basilium cum Eubulo vidisset et
venerant. , Eubulus autem dixil : « 0 Basili, cæle- agnovisset, velut laclus de coelo pro insperalo ad
slis doctor, Trinitatis propugnalor, pari robore o venlu factus est. Rogavit ergo ut in domum suain
præco ; per te credo in unum Deum omnipotenlem , diverlerent ; ac voli compos, orabat ut etiam cibos
el quæ sequuntur ; exspecto resurrectionem mor- conditos et delicaliores sumerent : at illi pane et
luorum , et vitam venluri sæculi. Amen . Opere aqua modice satiati, pro sua illa et apud eos obti
autem libi oslendo fidem , quæ est in me : omni- nente consuetudine , gratias egerunt Deo universo .
busque meis facultatibus in manibus tuis datis , rum et bonorum largitori. Aclulum ergo cæpit Li
residuo vitæ meæ tempore , si placilum in conspectu banius cum illis disputare, et rhelorum nugas præ
Dei fucrit , lecum ero, suscepla regeneratione ex lendere : at illi proposuerunt sermonem de lide.
aqua et Spiritu sancto. , Ait autem Basilius : « Bene- Libanius autem dicla percipiens gustansque : « Non
dictus Dominus Deus noster, amodo el usque in dum , inquil , est tempus hujus negolii : jubente
sæculum , o Eubule , qui lumen verum menti tuæ autem Providentia , non est qui resistat. Sed quia
(24 )Libanius impius idololatra, el usque ad finem Erstal ejus oratio de vita sua , in qua nihil divine
File pertinax in sua impietate, si jurare voluissel, Providentiæ , sed omnia quæ sibi cvencrani, inala
non per divinam Providentiani, sci per Jovem , For- ct bona, Foriunit attribuit.
1:111am , aut gentiliuin dcorum aliquem jurassel.
 сс PROLEGOMENA.
plurimum mibi proſuisti, o Basili, ne etiam juvenes A sissel, bumise jactat ; el cum lacrymis el clamore
qui apud me educantur alloqui recoses. , Is vero valido siguum sibi fidei revelari poscebal : moxque
nulla mora , congregalos illos docuil (25)mentis cum tremore surgens vestes exuit, ac cum eis plane
munditiam corporisque apalbiam ; decoram habitus deponit velerem boniinem . Sic demum descendens
compositionem , incessum lenem , vocem icmpera- in aquam , precabalur : et accedens sacerdos eum
lam , cibum et polum absque perturbatione ; coram baptizavit (26). Et ecce fulgur ignis præfulsit eis,
senioribus silentium , coram sapientioribusauditum ; egressaque ex eo columba in Jordanem descendit,
erga superiores obedientianı, erga æquales minores. ac lurbala aqua in cælum avolavit : qui vero asla
que charitatem non simulalam : a vanis et carna . bant iremore correpti, Deum glorificaverunt. Porro
libus negotiorumque facessendorum studiosis abs Basilius, suscepto baptismale , de aqua esivit, om
Irahi; pauca loqui, mulla vero cogitare ; non esse nesque ad preces hortatus est. Admirans allem
audaciores sermone , non loquaciores ; non esse ad Maxiinus Basilii fidem , precibusque super eum fu
risum præcipites , pudore bonestari; non colloqui sis, resurrectionis Christi vestibus induit. Baplizavil
impudicis mulieribus; esse visu vulluque denisso , aulem el Eubulum , tingensque sacro unguento ,
animo autem sursum ereclo ; fugere coulradictio - tradidit vivificam communionem . Rogavit autem
nes , non persequi dignilalem magistri, nihili facere B Basilius Dei sacerdotem , ut apprecante ipso , cibum
quod omnes habeant honori, nec proficientes quæ sibi liceret sumere : quod et oblipuit. Tuin Basi
rere humanam laudem : quod si quis vestrum lius : « Jesu Christe Deus noster, credo evangelicæ
aliis etiam prodesse polest , a Deo mercedem voci lux , elspero in tua bonilate (27),manducando
cxspeclet et ælernoruin bonorum vicissitudinem , et bibendo victurum me adversantem nobis diabo
in Cbrislo Jesu Domino nostro . lis Basilius lum auxilio Spiritus sancti. , Slupens autem Dei
ad Libanii discipulos dictis , omnibusque admi. sacerdos super fide ejus , reversus est cum illis
rationi habilus , una cum Eubulo prosecutus est in sanctam civitatem . Annum vero ibi commo
iler. ratus cum Eubulo , communi consilio venit An
Cum ilaque Hierosolymam pervenissent, omnem . liocbiam . Porro Basilius a Melelio (28), ejusdem
que locum sacrum fide et desiderio perlustrassent, urbis episcopo , ad diaconi ordinem promolus, li
el in eis Deum qui est super omnia adorassent; brumque (29) Proverbiorum interprelalus, admira
manifesti sunt episcopo civilatis, nonine Maximo. lioni ſuit.
Huic vero accedentes, postulaverunt ut divinam Non mullo post profeclus est , una cum Eubulo,
regenerationem in Jordane Nuvio liceret consequi. in Cappadocum provinciam ; cumque Cæsareensem
Eos vir ille sanclus ubi plenos lide vidisset , implelº urbem essent ingressuri , in visione noclis revela
ipsorum petitionem , sociisque fidelibus viris, veuitium est ejusdem lunc urbis episcopo (30) , Leontio
sd Jordagem . Cum vero Basilius ad ripam acces- Domine , borum adventus ; quodque Basilius ejus
(25) IJæc, el quæ sequuntur, oplima sunt, ac Ba (28 ) Basilium unquam diaconum fuisse negal
sivio digna : sed parum apte proponuntur juvenibus llerinantius, ob silentiuni Nazianzeni ; qui ante sa
ethnicis, quamvis philosopbis : nam ex eorum prio cerdotium , solum ordinem el oflicium lecioris ei
cipiis erui non possunt. aliribuit , idque in Ecclesia Cæsareensi. C't autem
(26 ) Quærit Combelisius, cur Basilius, pie ac verosimile non est , sanctum contra canones , aut
sancte educatus a parentibus et avia Macrina, lon - transiisse ab una Ecclesia ad aliam , aut ab alio
diu baptismum distulerit : lum congruentes quas- quam proprio episcopo ordinatum , ita quoque es!
dain rationes allert, ob quas id fieri polucril. Et incredibile a Melelio episcopo Antiocheno creaton
revera grandioris lorsan mlalis erat, cum baptiza - Suisse diaconum : quamvis id scripserit Socrales el
Ius est : sed non in Jordanc. Ego enim in Vita Bae Nicephorus; hic quidem illius auciorilale deceplus,
silii, capile primo, et quarto, ipsius sancti testimo- ille auieni synonymnia alterius Basilii, sancio duanui
nio ostendi , cum non a Maximo Hierosolymnorum Chrysosiono faniiliaris.
episcopo baptizalum in Jordane, sed in patria sua (29) Librum Proverbiorum interprelatus est, non
Cesareæ a Dianio , istius urbis episcopo , aul sal- Antiochiæ diaconus , sed Cæsarea presbyter factus.
tem anle episcopaluin siisceptum presbytero .Adeo - 0 (30 ) Pro Leontio Ursus apud Rosweyllum habet
que baplismum B : silii Hierosolyinilanum , meruin Eusebium : verum pro Eusebio, Leontium restituit
esse pseudo-Ampbilochii comnientum . Et propterea Combelisius , el in hunc locum ita commentalur :
siivime necesse est aliis hujus baptismi explicandis ( Lcontium restituimus ex duplici Regio codice mia .
circumstantiis immorari. joris el lidei el antiquitalis ; nec ulla veritate consi
(27) Husic locum ila interpretatus est Ursiis sub slji, quod cum impressis habebat alter codex e Ense
diaconus apud Rosweydum : « Et rogavit Basilium biuni : , anle cujus episcopaluin constal ſuisse Ba
Dei sacerdos, post oralionem sunere cibumi : quod silium Cæsareže , el valde uolum ; ut eliam diverso
ci fecit, dicens : Domine Jesu Christe , Deus riosier, rum sludiis sit pro eo inier ambos certatum , niul
ita credo evangelicæ voci luce el spero in benigni- tisque, ac præcipue monachis , ad eam sedem de
Tule tua, uimanducans et bibens vincam resisteniem poscentibus Basilium , cum vi quadam populari
nobis diaboluni, cooperatione Spiritus sancti lui. I cidem luit preſectus Eusebius , ut res pene in
Nescio ego , ubi in Evangelio scriplum sit , mandu• schisma abierit , vixquc ipsi suffragalores episcopi
Cando ei bibendo vinici diabolum ; sed bene, quod ratam habuerint suam illam electionem el ordina
genus aliquod dænionioruin non ejicialur, nisi in tionem : ac uno anpilenie paire Gregorio, Nazian .
ratione et jejunio . Credo itaque diccre voluisse zeno episcopo , ægre admodum oblingerii : de qua
fiseudo - Amphilochium , frugalem corporis rele- re mullis ipse in Basilio. Porro fuit Leontius ille
crionein non obesse confidentibus in Deuin , quo vir clarissiilllis , de quo Martyrologium Romanum
m us diaboluni viuccre possint, gratia Spiriluss. 13 Januarii : 1 Caesareæ in Cappadocia S , Leoptii
 EXCERPTA EX ACTIS S . BASILII BOLLANDIANIS. VITA APOCRYPHA. CCCI
successor falurus esset. Qui expergcfaclus a somno, A gunt Basilium ad episcopalem thronum . Ordinalus
accepit principem sacerdotalis ministerii, quos vero , sapientissima Del providentia , gubernabal
damque pios de clero ; el misit ad orientalem por Ecclesiam .
lam urbis, dicens eis visionem . Cum ergo abiissent Post aliquod vero lempus postulavit a Deo , quo
ad porlam , occorrerunt ingredientibus, visosque sibi gratiam et sapientiam et intellectum concederet,
agnoverunt : at illi rogarunt deduci ad episcopum . ut suis ipse verbis , incruentum Deo sacrificium
Ingressos autem illos cum aspexissel sanctissimus . offerrel ; utque in ipsum Spiritus sancti adveplus
episcopus, es visionis similitudine in sluporem ac- fieret. Post sex autem dies, velut in mentis ercessu
lus, Deo gratias egit ; quæsivilque unde venirent, Spiritus sancti præsentia factus, ubi advenit dies
el quo irent, ac quinam vocarentur. Cum vero di- seplima , ad horas (32) singulas Deo ministrare
dicisset, jussit ministris ut congrua eis ad requiem cæpit , diu nociuque defunctus precum officio .
præberent : ii avleni ad insigne addictis conacu - Astans enim Dominus in visione cum apostolis ,
lum , quidquid fovendis erat, prolulerunt. Porro pane et vino in sacro allari propositis , Basilium
vir sanctus, accersitis eadem hora cleri et civitatis excitavit dicens : . Secundum petitionem tuam
primoribus, enarravit illis, quæ sibi a Deo revelala repleatur os luum laude , ut tuis ipse verbis in
essent, li vero una ad eum voce : - Vere et boc B cruentum sacrificium offeras (33). 1 At ille non ſe
congruit mundæ tuæ vilæ , ut divino nobis calculo rens oculis visionem , surrexit iremebundus ; acce
revelaretur, quis post le pontificalem thronum or densque ad sacrum altare , coepit dicere , ita in
nalurus esset : unile nihil moralus , fac quod lu - charla scribens : Replealur os meum laude, ul can
bet , at ille advocalo Basilio una cum Eubulo , tem gloriam Tuam , Domine Deus noster (a), qui nos
cæpit scrutari cum eis Scripturas sacras : mira creasti et duxisti ad hanc vitam ; ac reliquas sacræ
lusque in ipsis reposila sapientiæ pelagus, bonos liturgiæ preces . Post precum vero inem elevavit
parastatas ac adjutores babuit. Cum (31) itaque non panem , intense orans, et dicens: « Allende,Donline
malio posl, episcopusmigrassel e vila, qui syno - Jesu Christe, Deus noster, de sanclo babitaculo tuo,
dum agebant episcopi, apenle Spiritu sancto eli- et veni ad sanctificandum nos, qui sursum cum
i episcopi, qui sub Licinio adversus gentiles, el sub post Leontium successionem : in qua repertam dif
(Constantino adversus Arianos plurimum decertavit. c Rcultatem sublatam ille credidit, valicinium de mie
Subscripsit concilio Ancyrano , ac subinde Nicæno. dia la solum interprelando. Verum cum ineptuni
Potuit vir sanctus grandæva ælale , ceu in subsi- existimet , vaticiniam istud attribui Eusebio, eo
dium adversus Arianos, destinalum designatumque quod hic Basilium , cui vix in episcopali electione
cælesti oraculo successorem , suscipere Basilium prælatus fuerat, dicatur interrogasse quonoinine
diaconum . Quid enim oraculi illius veritati decedit, vocarelur ; id vi revera absurdum est in Eusebio ,
destia , quam nialis civium suorum sludiis semel ter a pseudo-Amphilochio introducitur interrogans
iterumque, uum Herniogeni, lum Eusebio posthabi Basilium de nomine quem ante paucos annos vi
tus, vix tandem tertius a Lcontio thronum illum dere et audire debuisset, quotidie Scripturas sacras
conscenderit ?....... Videlor ergo Anpbilochius populo prælegentem . Cum enim , teste Nazianzeno,
voluisse lacere , quos oraculum tacuisset ; ac velut Basilius longo tempore anle sacerdotium in munere
sanctorum episcoporum seriem lexere, suppressis lectoris libros sacros populo prælegerit , nemo ne
opnullis aliquantulum invidiosis, quæ etiam ipso gabit id quoque diaconalum præcessisse, si unquam
velut procinio subindicasset ; in illa Basilii absentia, eum susceperit. Ila in mulias difficultates incidi
quæ Valenti et Arianis animos addidisset, spemque mus, si fabulas velimus facere historias.
everlendæ cum episcopo (nempe Eusebio minus (31) Hunc locum si quis perpenderit , judica
æquo Basilio , ob illud in ipsuin propensius sludium bit, ut existimo, non posse eum aple intelligi de
civium ) urbis Cæsareže : quam Amphilochji el ora melliala successione Basilii post Leontium , tribus
culi profunditatem non penetrans imperitus aliquis , interjectis episcopis , quorum unus viginti saltem
male Eusebiuin , cui proxime successissel, substiluit D apnis sedit.
S . Leontio . , Ila Combefisius. Ad Leontium quod (32) Dies pro horis Ursus posuit , contra fidem ,
allinet (nain reliqua lanlisper missa facio, donec utail Combeſisius, antiquorum exemplarium : sed
de iis sii agendi locus), ad Leontium , inquam , quod ille absurdum existimabat ad singulas horas sacri
allinel ; non poterat is redeuntem Albenis aut Hie . ficare, ideoque dies interprelalus est : hic vero ma
rosolymnis excipere Basilium : nam sanclus ipse Juil in proprium sacrificium orationum et bonorum
profitelur se, a Diavio , post Hermogenem Leonlii operum intelligere.
successore , admotum sacro ministerio fuisse, seu (33) Quam certum est a Basilio liturgiam sa .
ordinaluin lectorem . Dianius vero , qui circa annum cram conscriptam esse , lam incertum est quid
362 obiit, Cæsareensem episcopatum annis viginti nunc præcise ipsius sit, in iis quæ exslaut sub ejus
lenuit, circa 341 orjinalus episcopus , et ut ialis nomine Liturgiis. Nec mirum est tanto temporis
sequenti anno assistens conciliabulo Antiocheno : spalio , quædain immulata esse , quædam addila ,
inter quem et Leontium , si Hermogeni paucos sal quædam etiam sublata . Certe verba isla , Replealur
lem annos concesseris , non poterit ille vidisse Ba os meum laude, ul canlein gloriam luam , in nullis
silium , nisi admodum juvenem : nempe allequam Basilianæ Liturgiæ exemplaribus reperiuntur.
studiorum causa Cæsarea discederel. Si igitur An - Oralio vero , « Domine Deus noster, 1 elc., el alle .
philocbius, non Eusebium , ut recle ostendit Conibe- ra, « Allende , Domine, 1 exstant in prænominala
lisius , sed Leontium scripseril , plures sane dilli- Liturgia ; secunda , eliam in Liturgia S. Joannis
cullates bistoricæ supersunt , præter inmediatam Chrysostomi.
ia ) Psal.188,8.
CCCII PROLEGOMENA.
Palic sedes, et hic nobiscum invisibililer versaris ; A et missæ ordinem , Dominicæque communionis er:
el dignare polenti manu tua nobis impertiri sacra ploraturus. Videl vero in Basilii mapibus puerulum
Bysteria , el per nos toli populo. , Deinde : , San - velul membratim incidi (36 ) ; el cum sumerent om
cla sanctis . , Populus : « Unus Sanctus, unas Do- nes, etiam ipse accessil, datumque quod verilale
minus Jesus Christus, in gloriam Dei Patris. Amen .. caro esset accepit : cum venit ad calicem , el ipsum
Cumque panem divisissel in tres parles, unam qui- plenum sanguine, de eoque eliam participavil. Cum
dein cum mullo timore el veneratione sumpsit ; vero de utrisque servasset reliquias, domum abiens,
alleram vero una secum sepeliendam servavit (34); uxori, ad faciendam verbis fidem , ostendit, narrans
tertiam denique in columba (35) aurea depositam , quæ propriis ipse oculis vidisset. Persuasus ergo
desuper sacrum altare suspendit. esse revera horrendum et mirabile Christianorum
for bus templi, videbant in lemplo lumen spirilale , orans, ut sine mora acciperet Christi signaculum .
virosque gloriosos amiclu candido, ac vocem populi Qui nihil cunctalus, solitis vero gratiis ei habitis,
glorificantis Dominum , nec non aslanlem allari qui vult omnes salvos fieri, credentem in Dominum
Basilium : perculsique ex visione , proruerunt in cum omui domo sua baptizavit.
faciem fusis lacrymis , et glorificanics Dominum . B Cumque sanctus egrederetur, accedit ad eum mu
Egresso autem Basilio , ceciderunt ad pedes ejus, liercula , orans ut ejus haberet curam , velut qui
et adoraverunt ipsum . At ille quæsivit causam ado- apud provinciæ præsidem auctoritate valeret. At
rationis el adventus eorum . Illi vero dixerunt mira . ille accepla charla , hæc in ea præsidi exaravil :
bile spectaculum , quod vidissent in lemplo . Tunc Adiit me mulier paupercula , dicens posse me
Basilius, Deo ſerventer aclis gratis , hujuscemodi apud le. Si ergo possum , ostende. 1 Tradiique
eis inirabilia enarravit : et advocalo auriſice fecit char!am mulieri : illa vero profecla reddidit epi
columbam de auro mundo , inque ea portionem de stolam præsidi. At ille ubi legit , isla rescripsit :
posuit; et super sacram mensam , velut figuram sa. Volui, Paler sancle, vestri causa miserari mulie
cræ illius columbæ , quæ in Domini baplismo in rem , sed non polui; quod ærario publico obnoxia
Jordane apparuisset, suspendit. lis porro ila gestis, sit. , Rasilius autem scribit secundo : . Siquidem
et ubi is babilorum se verbum exhortationis ad voluisti, nec poluisti, bene fuerit : sin autem polui
populum promisisset , congregala est multitudo si et noluisti , le Deus in egenorum reiligelcho
infinita ad ecclesiam , in quibus eliam magnus ille rum , ut non possis cum volueris. , Acciditque ut
exercilator el monachus Ephrem , de quo postmo- rei scriplura , res evaseril. Non diu enim post, in
dum narraluri sumus; ut nimirum ex divina appa- C dignationem imperaloris experlus, circumagebalur
ritione, ipse inspector facius sit præclari Patris no- viaclus, jis facturus salis quos injuria affecisset.
B!ri Basilii. Tuncmiser, supplex Basilio ellicitur, rogalque ut
Cum itaque res sacra ageretur, Hebræus quidam , precibusoffensuin placet imperaloris animum (37) :
velut Christianus, seipsum populo immiscuit, oflicii quod et ſecil, Post sexlum enim diem venil iypus,
(34) Jurat hoc loco audire Rosweydum . ( Fuit cleri Antiocheni ad Joannem Constantinopolitanum
olim , inquit, quorumdam consueludo , ut eucharie episcopuin , conlra Severum episcopum suum hære
stiam etiam morluis ingererent et consepelirent : ficum : « Columbas aureas ei argenteas in formam
quam abrogavil concilium Carthaginense tertium Spirilus sancii super divina la vacra el altaria ap
Cibone sexlo . 1 Hic vero lalis est : Placuit ut pensas, una cum aliis sibiappropriavil, dicens, non
corporibus defunctoruni eucharistia non delur : oportere in specie columbu Spiritum sanctum no
diciuin est enim a Domino : Accipite el edite (a ) : minare. 1
cadavera autem nec accipere possunt nec edere. (36 ) Historiam hanc opusculo 58, cap. 11, refert
Cavendum est etiam ne moriuos baptizari posse D . Thomas. Verum si animadvertisset Docior an
Iratrum infirmitas credal, cum eucharistiam mor- D gelicus, in Græcorum ecclesiis , sacerdotem sacri
luis dari animadverterent. , Subscripsithuic conci- licantem non videri a populo , dubitasset forsan ,
lio S. Augustinus. Addit ibidein eliam Rosweydus, num id quod de Basilio narral, alteri cuidam epi
quod idem repelilur in concilio Hipponensi, canone scopo aui sacerdoti Latino contigerit. Rosweydus
quinto ; et in concilio Antissiodorensi anno DXL , ca- in hunc locum , ex Paschasio , libro De corpore el
none 12 ; et in concilio generali sexlo ..... ubi ca sanguine Domini, dicit similem historiam contigisse
pon 83 ila habet... ( Nemo mortuorum corpo Plego presbytero . Nos 23 Aprilis tomo III , pag . 144 ,
ribus eucharistiam communicel. Scriplum est narramus similem visionem , oblalam Saraceno
enim , Accipile el comedile : mortuorum autem cor cuidam , violare volenti templum S . Georgii Mega
pora non possunt accipere, nec comedere , , Hacle- lumartyris : al nisi rilus divinæ liturgie , apusi
sæculo sequenti prolibenduin concilia censuerunt ? rum , vacillabit miraculi lides , ob easdem quas
Combeſisius ail , Basiliuin id fecisse singulari in - jam alluli raiiones ; aut dicendum essel, Christum
slinclu divino. Verum quidni tam jneplus fuerit apparuisse in hostia nondum consecrat: ; non quia
pseudo -Amphilochius , uit abusum , suo lempore präsens realiter erat , sed quia ista in memoriam
Korsan non ubique sublatiin , lain pium crediderit, passionis ejus sacra lancca dividebatur in partes,
ut Basilio atlingi possel ? mox in verum corpus cjus per consecrationcm con
(55 ) Columbas olim super altaria et super bapti- vertendas.
steria , in memoriam Spiritus sancti appensas luis. (57) Decst, inquit Combeſisius , hoc capul cum

( 1) Malih. XXVI, 26 .
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS . – VITA APOCRYPHA . CCCII
quo liber ao abducentibus satellitio dimitteretur : A Quo acceplo , ail Basilius : « Nos quideni libi, im
ille vero exhibitam in ipso humanilalem non igno- peralor, ex iis allulimus, quibus vescimur ; lu au
rans, accedit ad Basilium gralias agens : advocala tem ex iis retribuisti, quibus brula jumenla alis, id
autem ſemina , duplum ei si quid debebat, ex pro- quidem affectala irrisionis specie ; sed qui nolens
priis ipse reddidit. in hujusce prati pascua (39) nos mittas. » Audiens
Circa id tempus cum Julianus (38), odiosissimus autem Julianus, quod velut imperalor gratiam suan.
imperator, adversus Persas proficisceretur, venit in revocare non possel, furore percitus ait ad illum :
parles Casareensium : Basilius aulem , una ei cum Equidem pratipascua tibimea donavil majestas ;
sociis, obviam processit. Eum intuilus imperator, oreleruin ubi subactis Persis iterum divertero ,
dixit : « Te pbilosopbia vici, Basili. , Respondit luam civitatem solo æqualam arabo : ul fructifera
vero Basilius : « Utinam philosophum egisses ! , potius efficiatur, quam hominibus edendis educan
Tunc sanctus tres ei panes obtulit, ex annona, quam disque comparala :haud enim decepli a le populi
inferebal. At ille, pro muneris parvilale ralus se impudentiam nescio : ul impotentes invidia, For
injuria affeclum , jussit satellitibus ut panes qui. tunam quam ego deam (40) adoro , postquam ei
dem acciperent, eorum antem loco fenum darent. libavi, omni prorsushonore, minuerint. » His au
omisisse videlor, viclus operis prolixitate, quam damus Combeſisio , qua ratione Basilius dici poterit
quia codices ipsius id desideraverint. Cur, quæso, B vicarius fuisse Eusebii, vivente Juliano ? Morlui,
prolixitate codicum suorum vincerelur Ursus , si jnquit ille, aut latentis, aut aliter absentis. Absen
hi capita isia habuerint ? Neque prinum caretlem landiu unquam fuisse a suo episcopalu Euse
omni dillicultate, quainvis id potel Combefisius : bium , ut vicario indiguerit , gratis asseritur el ne
parum quippe credibile videtur, exauctoratum præ - gatur. Juliano præniorluum esse, lalsum omnino
sidem , et ad vincula damnatum , Basilii apud impe- est : constal namque ex Nazianzeno vixisse illum
ralorem Julianum aui Constantium intercessionem initio Valentis. Quin capere non possum , quomodo
poslulasse , el per eain diguitali restilutum . id in mentem venerit Combelisio : arguinentum
(38 ) Hæc de Juliano imperatore omissa sunt ab enim , quo ostenditur Basiliusnon fuisse imperante
Urso subdiacono, el merito omillenda erant ei, qui Juliano episcopus, inde desumilur, quod sub Va
Vitam hanc Basilii vellet lacere credibilem . At lente adhuc in vivis esset Eusebius. Nec aplius est
Combefisius , volens hunc et alios anachronismos effugium per Eusebii latebras : cur enim hic laluis
excusare, dicit in hac Vita nihil ordine lemporis set veniente Cæsaream Juliano ? Incurrerant qui
narrari. Adeoque , quamvis adventus Juliani Cæsa - dem Aposlala odium Cæsareenses, everso Fortuna
ream hic narretur, ac si contigisset post episco - templo ; sed minís elmulta pecuniaria plerumque
palem Basilij consecrationem ; nihil impedire quo- saviebal ille, ut præ reliquis Cæsareensibus, nihil
minus referri possit ad anteriora tempora , cum sibi limere deberel Eusebius. Quod si lamen judi
nempe Basilius pro Eusebio episcopo lalente, de- casset expedire tantisper iracundi imperatoris ocu
funcio , aut saltem alia de causa absente , tanquam los subterfugere , saliem nibil opus erat latere post
primarius inter presbyteros el episcopi vicarius Ec- discessum Juliani, imo post necem ipsius , quam
clesiam Cæsareensein administrarel. Magnum quip- dicitur nuntiasse Libanius ; et pro quo tempore
pe erat Basilii nomen, etiam antequam sacerdotio Basilius vocalur pontifex , non ita sane apw
fungeretur apud Cappadocas et nationes exteras, pellandus ab Ampbilochio , si vicarius soluni
ut ex Nazianzeno affirmat Combefisius : ipsaque fuisset. Nam non distinguere inter episcopum el
Caesareensis civilas eum tanquam conditorem suum ejus vicarium imperitis quandoque possit continge
el conserva lorem suspiciebal. Deinde, inquit idem , re, non vero rerum ecclesiasticaruin apprime gna
nibil narratur lola hac historia faciuin a Basilio , ro . Librarii errorem quod speclat , gratis hic quo
quod a presbytero et episcopi vicario peragi uon que supponitur, nullo allato codice in quo aliter
potuerit ; nec, nisi semel, Basilius vocalur episco legatur, nullo urgente argumento . Manet itaque
pus, Poluit autem facile avtl lepłws pro å pxlepów ; anachronisinus , prodens quam impudenter auctor
a librario quopiam describi ; vel etiam poluit à exce- Ampbilocbium inentitus sit.
peús recle vocari presbyler, qui oflicio el jurisdi- (39) « Videlur consuetudinis fuisse... Ul vel ac
clione , ut vocant , cpiscopi fungeretur : sic certe ceplió vel traditio nonnullarum frugum cujusvis
unum episcopi vicariique tribunal agnoscimus ; et ſundi, ad quein imperator advenisset, aut occupalio
gesla vicarii ipsius episcopi gesta nuncupamus. Ila haberelur, aut missio in possessionem : ut dein
Coinberisius hunc anachronismum excusare nililur : ceps vel principi cederet, si is quidquam de alicujus
quam feliciler judicet lector. Nemo sallem mibi D privali agro sumipsisset; vel in jus alterius , velut
facile persuadebit, non fuisse mentem auctoris in principe donante transirel, si ipse de agro ad ipsum
hac Vila describenda , servare ordinem temporis. speciante, eo modo aliquid donassel. i lia Cunibe .
Cerle capita capitibus annecluntur inchoanturque fisius , probans exemplo Eudoxiæ , simili ra
narrandum ordinem temporis prosequimur. lia nean .
numero 32 , postquam dixit a Basilio convocalum (40) Vix dubito , quin auctor hujus Vilæ , quis
populum ad ecclesiam auditurum verbum Dei, se- cunque demum fuerit, incerlo relalu elmulalis re
quentem numerum 53 , quo narralur Judæi conver - rum circumstantiis ea audiverit , quæ a Sozomeno
sio , sic inchoal : « Cum itaque res sacra agerelur, , ila narrantur, lib . v, cap . 4 : 1 Sub idem tempus
etc . Quis non colligel ex hoc loquendi modo, con - imperator Julianus , Cæsaream ad montem Argiudi
versionem Judæievenisse inter rem divinain , post silam , urbem amplam , locuplelem , et regionis Cap
habilum ad populum sermonem ? El postquam bunc padociæ primariam , ex numero civilalum delevit,
numerum in Judiei baptismale conclusit, au sequen - et Cæsaris privavil nomine; quod quidem nomen
lein 34 sic transit : « Cumque sanctus egrederetur. o regnante Claudio , cum Maza jam anle appellata
Contendit tamen Combelisius, quidquid hoc numero fuisset, oblinueral. Nani contra cives ejus civilalis
referri. Ai quomodo ? nisi contra modum loquendi omnes lidem Christianam profiterentur, tum quod
CCCIV PROLEGOMENA ,
lem dictis abiit in Persidem : Basilius vero ingres- A scelesti imperaloris consilium dissipet, rogent. Illis
sus civilatem , accilaque universa populi multitudi- ilaque orantibus, el contrilo corde pervigilibus ,
ne, denuntiavit imperatoris verba, bonique consi- videl in (41) somnis Basilius multitudinem cælestis
lii auctor cfficitur dicens : « Nihili , fratres , pecu- militiæ , bic illic in monte ; mediamque illorum , in
niam facientes, vestram curale salutem ; ut , si sede gloriosa ,muliebrihabitu ſeminam , sic affanlem
eliam lyranno illi imperalori concedalur tempus, aslantes illos viros magnificos : « Vocale mihi
eum muneribus molliamus. , At illi in suas quis- Mercurium , ibilque ut Julianum interficiat , qui in
que abeunles doinos, sua singuli , lum in auro et Filium meum et Dominum Jesum inique egit. , San
argento, lapillorum item iinmensam multitudineni, clus vero , suis omnibus armis instruclus, jubente
suis ipsi manibus altulerunt. Isvero eorum perspe- illa, præslo adveniens, confestim ivil. Accersito
cta alacrilate animoque ad obsequendum facili , aulem Basilio tradidit ei librum , quo lola creatio
accepla deposuit in ecclesiæ armario , singulorum nis narratio scripta esset, postremumque hominis
inscriptis nominibus, dicens : Polest destinalorum a Deo formalio . Porro libri initio hæc erat seri
Dominus et illum interficere, el vestram vobis sub plio : « Dic , , in fine aulein, ubi hominis formatio
slaniiam restituere. habehalur: « Parce. » Suscipiens autem librum legit
Mux ergo jubet ut clerus universusque civitatis B coram illa , usquead illam subscriptionem , « Paree ;
populus, cum mulieribus et parvulis , in montem slatimque melu pariter el gaudio aclis, lomum de
Didymi, ubi perquam venerabile Dei genitricis cussit.
lemplum honori habetur el colilor, ascendant; Ejusdem porro ralionis, eliam Libanius (42) so
Tresque dies jejuni, orationi instent; ac Deum , ut phista ,ipsa nocte somnium vidit, cum Juliano in
diruissent. Quin etiam universæ civitati graviter sic - lam , post necem ejus , scripta sua elucubrarint ,
rensuit iratusque est, minalus que quod templum quomodo id polerant pra;lerire silentio , si quid
Forlunæ , quod sulum eo regnante slipererat , a ejusmodi factuin fuissel ? Apparitionis aulem hic
Christianis eversum esset : aique gentiles, qui in ea narratie vacillal ſides , propler episcopalus ana
urbe pauci numero erant, valde incusavit, quod chronismum , qui etiam reperitur ex alia simili le
illud facinus ulli non fuissent: el si forte calamila genda, in Chronico Alexandrino ad annum 363, hoc
lis aliquid ideo subeundum esset , quod id non li Tenore : « E :dem nocle (quæ post Juliani mortem
bentibus animis pro Fortuna Tulissent : oinnes prima fuit) soinnium vidit sanctissimus Basilius,
præterea opes omnemque pecuniam ecclesiaruin , Cesareæ episcopus , cælos apertos et Salvatorem
ium in Cæsarea , lum in confiniis ejus positarum , Christum in throuo sedentem , magnoque claniore
diligenter vestigari inque medium afferri , atque dicentem : Mercuri, abi, occide Juliannil impera .
slalim trecentas libras auri ærario publico solvi, C lorem , illum hostem Christianorum . Sancliis au
el clericos omnes in ouincrum milituill, qui pra:fe- lemn Mercurius, stans coram Doniino lorica ferrea
cto illius regionis parebant , ascribi jussit ; quæ res indutus, aodilo mandato evanuit. Rursus deinde
et pluriinum sum plus requirit , et in exercitibus visus est astare coram Domino, exclamans : Julia
Roinanis magno probro ducitur. llemque mullilu - nus imperator interfectus, mortuus est, ut impera
dinem Christianoruin , una cuin uxoribus et liberis, sli, Domine. Territus eo clainore episcopus Basi
renseri ; et pon aliter atque in pagis lieri solet , lius e soinno excitatur : illum enim colebat Julia
tributa pensitare manda vil ; cum jurejurando com - nus imperator, lit virum eruditum et sludiorum
minalus , neque ab ira se, ncque ab afligenda ci socium , crebriusque ad illum epistolas millebat.
vilato lemperaturum , neque perinissurum Galileis Descendens deinde idem Basilius episcopus in
(sic enim Christianos per contumeliam appellare ailem sacram ad preces matutinas , universo ad
solebal) capita sua cervicibus retinere, nisi delubra vocates clero , visionis arcanum aperuit, et quod
idolorum quamprimum de integro exstruerent. Cum interſeclus essel Julianus imperator, bacque nocle
jusminæ fortasse reipsa expletæ fuissent, nisi ce- obiisset : ii vero episcopum rogarunt ut hæc reli
amphilochio , diu post ran geslanı scribenti, con - (42) Libanium sophislain cum Juliano in Perside
fuso rumore audita , occasionem dare poluerunt ſuisse, non facile credam ; mullo minus quxstoris
comminiscendi ea quæ de adventu Juliani Cæsa- niunus obiisse : veque enim ad lale munus aplus
riam et Basilii cum eo congressu narrata sunt. At fuisse videtur Libanius, sopbistarum more ialia
sicque ex Sozomeno sequitur Julianuin Cæsarex D parum curans, dummodo sibi essel bene : quamvis
unquam fuisse : poluerunt eniin oinnia , quæ Sozo . iesie Eunapio non esset impar administrandse rei
menus facta dicit, ab imperalore apostala per lite publicar , el causis civilibus idoneus, etiam ad au
Ieras ad præfectos nasidari , el ab his deduci ad dendum perficiendumque alia nonnulla , quæ in
exsecutionem . Imo, si Nicephoro Calisto credimus, theatro speclalorum animos delinire ac recreare
jion est verosimile , Julianum unquam fuisse Cæ - possent. Cuin enim sequentes imperatores amplis
Sireæ : ita enim iste de impio lib . Xl , cap . 4 : sinium illi dignitatis gradum detulissent (nam salu
I Quas autem civitales in Christi religione ar- lalum .palatio pra:ſeclum co bonore fungi jusserant),
devliores esse scirct , infestis eis fuit , neque noluit accipere, dictitans , sopbislam illo majorem
aid eas divertere voluil. El persæpe cuin lega essC. Equidem nescio qua auctoritate asseratEnna
Lionie's ad eum , propter casum aliquem qui inci- pius, sequentes Julianum imperalores amplissimas
dissel, provinciales millerent, proces eoruin reje - dignilalcs Libanio oblulisse , cum Jovinianus ipsum
cil. ) occidere volueril , el imperanle Theodosio senex
Juliani interilus divinilus innotueril ; 100 ſuret milieu in exercilu babere volelat nou baptiza
credilu difficile, etiam Basilio , in solitudine Poulica lum , voluissel impium idololatram evehere ait din
versanti, impii jnieriluni per revelationem innotuis
se , nisi contrarium suaderet ipsius sancti et Na- est quod voluisset honoribus cumulare lam fami.
Eiulizeni silentium . Nain cumls ul contra Aposla - liarini anzicuin Juilini Aposlalæ , cujus inipictalen
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS. – VITA APOCRYPIA. CCCV
Perside exsistens, ac quæsloris munus obiens. Ba- A cilius ad montem : excitansque quos illic religne
citalo, descendit cum eo in civitatem , venitque ad tionis factæ sibi divinilus revelationis nuntium al
sancti martyris Mercuriimartyrium , in quo el ipse lulit , quod nocie illa tyrannus sublatus fuissel :
el arma ejus posila erant : cumque quaesissel, non peractisque communibus omniuni volis, gratiarum
sunt inventa. Advocalo autem custode, percuncta- actionibus, reversus est in civitatem , jubens omni
balur ubinam gentium essent. Is vero sacramento bus , ut in magna ecclesia positi , divinæ liturgiæ
respondit, ſuisse vesperi, ubi pro more continue participes lierent.
servarentur. Cerlo igitur persuasus Basilius, veram Hoc autem ita peraclo , ipsoque elevante sancia
esse visionem , Deoque dala gloria , qui non despicit (43) , non est factum signum , utmoris erat, ut ni.
confidentes in ipsum , ardore mullo gaudioque inex- mirum columba moveretur. Ipso vero cogitanio
plicabili,dormientibus adhuc omnibus, rediit quam quidnam rei esset , vidit unum de ventilantibus
ila detrslatus fuerat, ut præelegeril cingulo mili- B acerbior oroni jugulatione futura essel. , lla Liba .
lari potius , quam Christiano nomini renuntiare . Si nius in oratione De vita sua. Atque ex his colligi.
tamen credamus Eunapio , recusatam a Libanio lus Libanium , liec quæstorem Juliani fuisse , nec
præſecluran pulalii , quomodo hic adinillere vo- comitem in expeditione Persica , nec vidisse 80/10-
luisset quæstoris ilillnus? Audiamus nunc de seipso nium mortis ejus præsagium ; sed necem Apostale
loqucntem Libanium , quid sibi contigerit in Juliani el clauem Romanorum Antiochiæ duntaxat intelli
P'ersica expeditione. Quod ad reliquum tempus, xisse , simulque speclasse ia sandapila deferri cadil
quod binc eMusil , inquit , usque ad expeditionem ver, sepeliendum Tarsi Ciliciæ . Videtur porro
adversos Persas , alios alio pacto affecit : sed pseudo -Amphilochius ejusmodi somnium affinigendi:
mihi majus apud illum ainoris aliulit ; siquidein Libanio occasionem sumpsisse ex Sozomeno , qui
perseveravit hoc in ore habere : Munus tibi confe - lib . vi, cap . 2, de aliquo ex Juliani necessariis isia
rain escedens, quod non quemadmodum alia fugere narrat : « Dicilar eum , cum ad Julianum qui eral
possem . Quare cumu cenavissemus (coachiis enim in Perside, ire maluraret, in loco quodamı, quierat
ab illo fuerain ), Mi homo, inquit , len pus est ut in via publica situs, diversalum ; el ædium peninle
munus accipias. Equidem conjicere non folerain ria coactum , in ecclesia quæ ibi erat dormivisse ,
quidnam isiud forel ; ille vero subjecil : Videris el secundum quietem vel rem geslam vidisse, voi
mibi in oratorum album ob sermones transcriptus, saliem somniasse coinplures ex apostolis el pro
ob actiones vero in philosophorum numeruin rela plictis in unum coactis , graviler de imperaioris
tus. llis dictis oblectalus suin , ut olim Lycurgus ob contumelia adversus ecclesias facla , conquestos
responsum Di oraculare de se ipso : enimvero esse , inivisseque consiliuid , quid in bac causa ſa
biäec ab eo, qui cum diis conversabalur, dicta fue- rien dum esset. Accum ea de re esset deliberatum ,
rant. Porre praemissis e senalu , qui precarentur ut cel adbuc eorum animi velut in dubio versari vide
Tarsensibus dimitterentur crimina , dixit, se con- rentur , duos e medio surgentes cohorlatos reli
cessirom urbi Cilicui , si Deus ipsuni servaret : et quos ut bono animo essent, propereqne, tanquam
profecto mihi perspicuuin est, inquit, quid ad liæc ad delendum Juliani imperium , e concilio egressus.
evenlm om sil , ui in legatione funicuro spem ve- llominem illum , qui has res lam admirabiles con
slram collocelis : hunc autein ipsuin illuc prolicisci templatus fueral, iler de cælero neglexisse : atque
mecum oporlebit. Tum amplexalus lacrymantem doim mielui perculsus, bæsilaret, quis hujus visionis
non lacryinans, jam Persarum mala cernens, poc exilus fulurus essel, secundo eodem in loco soni
stremis litteris scriptis, finibus imperii excessit,agros nium cepisse, vidisseque eumdem apostolorum et
depopulaos, castella el propugnacula capiens , Au - prophelarun conventum : alque ex improviso , velut
vios trajiciens,muros conculiens, urbes expugnans : e via in conciliuin ingressos illos , qui superiore
atque horum singula nullus nuntiavil ; seu nos gau- nocte ad Julianum expugnandum abierant, cæteris .
dio spectantium gaudebamus, es que jam fiebant, que sintiasse eum occisum esse. , Pularil forsanı
porro etiam faciuin iri credenles, cum in virum pseudo -Amphilochius, islom de quo hic agit Sozo
inspiceremus. Verum fortuna suas partes eyil. Nain menus, Juliani pecessarium ; cui talis visio oblige
cum exercitus cædibus et ſuga Persarum ovarel , ral, fuisse Libanium sophislam ; in quo ipsum , si
certaminibus gyminicis et equestribus , quæ a pru hoc senserit, errasse manifestum est ex eodein So
pugnaculis spectabant Ciesiphontis häbilalores , zomeno, qui lib . vi, cap. 1, aliam Libanii opinio .
cum inuri crassiludini confidere non possunt, et nem de Juliani morte releri. Combelisii conjeclura
Medus decrevissel legatione et muneribus suppli- , est, duos fuisse Libanios , quxstoremi unum , alle
care (quippe a ratione alienuoi esse censebat, cin D rum sopbislam : el bic sophistæ nomen quæstori
viro , qui deus quidain eral, pugnare), jain legalis lemere addilum a librario quodam , lia ille credibi.
equos conscendentibus, prudentissimi regis virtus, lem hanc narrationem reddere nititur, lcmeraria ,
basla lumbo proscisso , rigavil sanguine ab eo qui ULmibi quidem videlur, conjectura , qua plures
viceral elfuso, lerraa hostium superalorum : elle
cilque eum qui terrore colorruerai, persequentium ipse, hæc nullo modo de Libanio sopbista intelligi
dominum : quandoquidem a transfuga quodam di posse .
scere Persæ licueral, in quo fortune stalu essel. (45) Ænigmati mihi simile cst, dum locus au
Nobis autem Antiochensibus hoininum cerle nemo, dientium , lam prope ad altare slaluitur, ut inde in
sed lerræmolus calamitalis indices fuerant , qui sacrarium mulier possct introspicere. Undc Comi
urbes Palæstinæ Syriæ quasdam ex parie, quasdam belisius puliol designari localm , videlibusmulieribus
lolas sulverierani. Etenim Deus nobis cladibus destinalumn : sed neque hic, sallew in majoribus
isiagois magnum infortunjum significare videbatur : ecclesiis, tam prope ad aliare erat. Demotu co
oplantibus vero nobisne vera opinaremur, acerluin luwbie in signum adventus Spiritus sancti, alibi 11
Irislis nuntii lelum aures penetravil , Juliaoui illumn bil invenio, niec satis intelligo al spoule el iniracu
in sandapii ferri, et sceptrum a nescio quo oblie losc moveretur, an vero a ministro , ut apud nos
nieri; Armeniain aulein Pers::rum esse , el quan : pulsalur campana ; et si miraculose , ali omnibus
Lumcumque agroruin reliquoruni velleit. Quapro . passim id fieret, an Bisilio landu ni. Si Basilio lan
pler slalim iu eusem oculus conjeci , qu . si vila lum , iniror miliel 1: singularis miraculi meini
CCCVI PROLEGOMENA .
diaconis annuentem mulieri , aspicienti de superio - A tem , captivitati mancipandam , liberasti , Deique
ribus deorsum ,ac inclinanti in eum : quem is gradului templum magnificentissime exornasli ; unuin
molum , intra ecclesiam servari præcepit. Cumque superest , ut plcnam nobis virtutis divinæ lacias
sic Spiritus sancti adventum signo visibili perce- fidem . · At ille , ubi brevi sermone oslensa via sa
pissel, jussil ul populus universus dies seplem in lulis, suasisset et tidei rudimenlis instiluisset, ba
ccelesia permaneret. Diacono autem jejuniis et vi- plismo linxil. Cum aulem sacra Quadragesima
giliis mancipalo , quod ei abundantius erat ad ege. advenisset, divinam illam operis sex dierum es
soruni sublevandam inopiam dari mandavit ; ulque positionem populo enarrans , plurimam lum He
sic offensum Numen placaret , hisque demum er bræoruin lum gentilium multitudinem Cbristo ob
pialus , ministerium sacrum præsumeret, jussit. lulil.
Confeslim vero præcepit suspendi vela in loco au CAPUT II.
dientium , injungens mulieribus , ut si quæ depre Decretum exsilii sub Valente impeditum , hujus filii
hensa esset, quandiu sacra peragerentur, extra vela interilus. Chirographum magicum dæmoni exlor
despicere, de ecclesia pelleretur et extra commu tum . Anastasii presbyteri sancilas. Adventus S .
nionem fieret. Sub finem porro septem dierum ,
celebri lotius populi conventu , cum festum agere- B Quidam igitur de relictis gentilibus (46), quin et
lur, essentque omnes in ecclesia congregari ; en ex Arianis calumniain apud Valentem imperatorem
(44) libi Libanius, Juliani quæslor, fuga lapsus, Basilio struunt , lanquam fidein Consubstantialis
civilalem ingressus, ubi populi in ecclesia frequen - gloria ellerrel, Arianorum aulem hæresim abomina
tiam didicit, eo accessit , odiosissimam Juliani iyo relur el despueret. lis ob animilevitatem persua
ranni mortem annuntians ; genibusque pontificis sus Valens, illum ad se Antiochiam accersit . Cumi
advolulus, Cbristi signaculum rogat accipere : quod autem Anastasius (47) quæslor advenissel Cæsa
conseculis , factus est Basilio contubernalis una ream , Basilioque injuncta sibi ab imperatore expo
cum Eubulo. suisset , ait Basilius : « Etiam ego , lili , ante non
Sequenti autem die jussit omnibus , ut suas paucos dies cognovi , quomodo imperator, stultis
quisque pecunias reciperent. At illi una voce hominibus fidem habens, deportationis meæ typu
ad ipsum : « Quibus animo constilulum erat, exaraturus, tres contriverit calamos ; atque inserie
ut ad civilatis amoliendam eversionern , morla- sati calami, inpolenlem illius impetum inhibuerint
li eas imperatori præberemus , potiori jure de- (cujus lola cupiditas est, ut verilas obscurelur, et
buerimus oferre immortali imperalori, qui nosa mendacium oblineal) , secun melius aclum iri exi.
tanto periculo redemit. Ecce vero sunt universa in stimantes, ul confringerentur, quam ut iniquæ ejus
wanibus tuis, lacito ut tibi Dominus jusseril. , Ille sententiæ deservirent. )
miralus magnum fidelissimi populi animum , ler- Ubi igitur advenit Antiochiam , ad præfectoruin

rivm lolum cum (45) ciborio induit ; cumque allare imperatoris minus amplecterelur , responditmul'a
auro mundo el lapillis ornasset , advocala civium cum libertate Dei bierarcba: 1 Absit ut viam veri
multitudine , mensaque sacra sanctificata , jussit talis deseram , Arianorumque errorem et hæresim
triduo festim agi. Cum autem hæc ila perageren . amplectar : quippe didici a Patribus, Consubstan
tur, quidam necdum gentilitio errore absoluti, euin cialis fidem amplecti, et honori babere. » Ubi pre
conveniunt, dicentes : « Ecce nrecibus luis civila - ſeclus mortem ei minalus esset ait Basilios : « Fa .
nisse Nazianzennm et Nyssenum : si omnibus , (45 ) Ciborium , umbraculum allaris , qualvor ro
magis mirum , nullam alibi exstare ejus reimemo - luminis innixum , cujus apud Anaslasium in Vilis
riam . pontificum creberrimamentio, de hoc vide Cangium
(41) Seposila yuæ gratis affertur a Combelisio p in miroque Glossario , Græco ac Lalino -Barbaro ,
conjectura de duobus Libaniis , vinino falsuin est sæpe etiam Cyboriuro scribitur ; et hanc origina.
sophislam unquam conversum fuisse , a:il post riain esse scriptioncın vix dubito, STO TOù Kú.
mortem Juiiani venisse Caesaream : nani Antiochiie 600 . ( cubo , propler formai cubicam , id est, quae
ejus orationem funebrein dixit, ut ipse de se lesla - dralain .
lur. Visum est, inquiens, partium mearum esse, (46 ) Ad gentiles parum spectabat, sive consuli
ul funebri oratione falo functum cohonestarem . , slantialis fidein defenderet Basilius , sive non . Cæ
Præterea narrat se vilæ periculum Jovinianu incuire lerum quæ hic acta narrantur Valentem inter ct
risse , quia nimium ludabat Julianuin . « Postea Basilium illiusquc ministros desiderantur apud Ro .
rursus, inquit, vir barbarus irrilavil in me princi- Sweydun, et longe aliter dala fuerunt ex Nazian
pem ; cum diceret , nie finem non facere lugendi zero in Vita .
plagam ejus quiocculuerat.Proinde imperator male (47 ) Anastasium præfcclum vel questo lorem ,
ine perdere cogilabat , mæroris poenain exigenis. nominalum invencrit auctor, equidem ignoro . Alii
Sed vir quidam probis Cappadox , condiscipulis omnes præfectii Modeslilin vocant , isque lam
olini meus , qui inagnus erat apud illuin , inter - noliis fusil vero Ampbilochio , ut in nomine ejus er .
cessit. » Miruin lamieli non sii, pseudo -Amph :10 rare non powerit. Al Combclisius, cum sit:pias len .
tala sil sub Valente Busilii constantis , puial, inier
conversuin , ob amicitiain qurum Basiiiis per lille varios adhibitos ministros , aliquc alii prieloren
ras cum eo coluit , tanquain cum soulista el viro all exactores fuisse , Anastasiuni, ob auclurilateru
erudito . scilicet diplochii
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS . – VITA APOCRYPIA . CCCIA
xit Deus,ut pro verilale absolvar vinculis corporis : A filia sua perrexissct , velletque illic puellam londere,
nam diu est ex quo id cupio ; nisi tainen ipsi mol- alque in sacram aliquam monasticam ædem lradio
liores estis in præstandis promissis. » Porro præ - lam Dco sacrificium offerre ; æmulatus homicira
ſectus pugnacem viri renitentiam et immobilitatcm ille ab initio diabolus divinos viri mores Deoquc
propositi imperatori signilicans, ait : « Victi sumus, acceptum propositum ; coucitavit senatoris famulum
imperator : vir enim minis superior est, inflexibili quendam , inque puellæ amorem succendit. Is
duroque el saxeo animo. , porro, indignus qui rem lantam moliretur , verilus
Cum autem imperalor ira effervescens delibera . que vel altingere quod erat proposituin , alloquitur
ret , quo eum mortis genere interfecturus esset ; ununi ex deleslandis maleficis , multam suninam
contigit ut ejus filius in morbum divinitus illatum auri præbiluruin pollicilus , modo ipso agente in
incideret , ila ut medici spem salutis abjicerent. potestalem puellam acciperet. Veneficus vero ait
Porro mater imperatori supplex accidens , dixit : ad eum : 10 homo, impar ad hoc virium exsisto :
« Quam male erga Deum ejusque sacerdotem Ba- sed si vis millam le ad provisorem meum diabo
silium habes ! En moritur et ipse puer . , flis audi- lum , et ille faciet voluntalem fuam , si tu modo vo
lis, imperator,Basiliuni accersivit, aitque ad illum : luntatem ejus feceris. » Qui dixit ad eum : « Quæ
« Si vera sunt quæ doces, iisque Deus delectatur , B cunque dixerit mihi, faciam . , Ait ille : « Abrenun
precibus luis blii mei morbum depuleris. , Tunc lias Christo in scriptis ? » Dicit ei : « Etianı. , Por
ille : « Si credideris rectæ fidei , imperator, leqne ro ad eum iniquilalis operarius : « Si ad hoc para
Ecclesiæ Deiadjunxeris, vivet Glius tuus. , Illo pro- lus es , cooperator tibi elliciar. , Ille autem ad in
millente, primo suo adventu ,Magnus Basilius, nulla sum : ( Paralus sum , tantum ut consequar deside.
mora, morbum leviorem fecit. Qui autem impera- rium . 1
lori asseclæ erant hæretici episcopi, victoriæ pro. Cum itaque maleficiiminister epistolam conscri
brum non ſerenles, auctores fuerunt ne a sententia psisset ad diabolum , ei tradidit hoc lenore et senten
discederet, sed se religioni eorum adjungeret, per- tia : « Quoniam par est , ut tanquam domino et
que ipsos puero sanitatem pararet. Quo facto , mox provisori meo sludeam , enilarque ul a Cbristiana
puer in manibus illorum animam emavit. Ubi religione abstraclus aroicitix luz admoveam , quo
porro quæslor bæc vidisset, post mortem Valentis, tua pars implealur; misiad te præsentium lalorem ,
res viri præclare geslas Valentiniano imperatori puellæ cupiditate saucialum ; impensiusque rogo ut
(48 ) puntiavit. Ille audiens slupensque, glorificavit voli compos fiat ; quo et in hoc glorier, majorique
Deum : multis porro pecuniis eidem quæstori dalis, alacrilale luos amatores congregem . , Dala vero ei
misit ad Basiliuin in usum egenorum (49). Basilius epistola, dixil : « Vade lali bora, noctis , el sla supra
autem magnum imperatoris animum suspiciens monumentum Pagani hominis , charlamque lolle in
probansque, pias domos tum in urbe, lum in singulis aera ; el præsto erunt, qui le ducturi sunt ad diabo.
provinciæ partibus exstruxit, refocillandis infirmis ; lum . , Is lola promptitudine quod injunclum erat
iisque viros mullos , et mulieres puerosque, pluri- gerens, inmiserabilem illam erupit voceni, diaboli
mam eis curam levamenque adhibens, in lectis po- invocala ope. Continuo aulem astilerunt principes
suit. Ubi vero imperator audivit, mullos reditus poleslatis lenebrarum , spiritus nequitiæ ; magno
in eorum sumplus et sustentationem , Christi hie- que gaudio deceptum suscipientes , in locum abdu
rarebam el pontificem ceu patrem honori habens, serunt ubi diabolus erat, atque ostendunt sedentem
largitione dedit. in solio excelso , quem spiritus nequam in orbein
Helladius (50) sanclæ recordationis , qui ipse circumstarent. Acceptis vero venefici lilleris , ait
inspector etminister fuit miraculorum ab ipso pa- ad miserum :« Credis inme lo Ait : « Credo. , Ait
tratorum , quique postobilum conserlihonore aposto . ille : « Nega Christum luum .» Dixit ille : « Nego.»
lis Basilii, ejus sedlern successor accepit , vir admi- Ail ipsi diabolus : « Scelesti estis vos Christiani, el
randus , omnique virtute cumulatissime ornatus , D quidein quando me opus habelis, venilis ad me :
mibi retulit. Senalor quidam , vir fidelis, Prolerius ubi autem assecuti estis quod est in volis,me ne
Domine, cum ad sacra el vencranda loca una cum gatis, et acceditis ad Christum vestrum ; qui cum

(48) Valentinianum juniorem intelligendlim hic sissel thesaurum ! eum enim videlur præ oculis ha
monel Combelisius ; senior enim ante Valentem buisse, cum locum inde unum descripsit in oratione
obiit. pro sacris imaginibus.An vero ea, quæ hic narrantur,
(49) Fundi , a Valente Basilio ad hospitalis sus ex Helladio sint, lector judicel, Poluit enim fieri, ut
lentationem dati, forsan occasionem hæc commi eo quo pseu(10-Amphilochins scripsit tempore, fra
niscendi præbuerunt : neque enim posl Valentis gmenta quædam Helladii exslarent, quæ ipse relule
obiluin landiu in vivis Basilius fuit , ut ea facere rit in Basilium suum . Quod altinet ad Prolerii
moraliter poluerit, quæ fecisse dicitur post acceplas diam , a demone in amorem juvenis concilalain ,
a Valentiniano pecunias. simile quid contigisse B . Mariic Antiochenæ refe
(59 ) Helladium Basilii in episcopatu successorem rimus lomo VII Maii , die 29, pag. 52. Mihi tamen
fuisse, omnibus est indubitatum : Vilim decessoris verosimilius est , cumdem qui Amphilochium
ab illo conscriptam , credimus (ut par est! S. Joan - mentitus cst mentiri eliau. Helladiuni poluisse.
ni Dauiasceno, qui utinam ad nos tantum transmui
CCCVIN PROLEGOMENA.
sit bonus, vos suscipit. Enimvero fac scriplo lum A confusioneiu mean ! Heu me infelicem l ia quod
Christi tui et baplismatis spontaneam abrenuntia- perditionis barathrum descendi ? ut quid sum na
tionem , tum liberam in me in sæcula cautionein , la ? aut cur nala , non slalim abrepla sum ! , Com
quodque mecum sis ſuturus in die judicii, mecuin crgo vir ejus , errore deceptus, sic cjulanlem no
parata mihi æterna perceplurus supplicia , moxque visset, venit ad cam , asseverans non ita esse .Mla
impleo vola lua. » Alille manu propria scriptum non nihil refrigerii ex verbis ejus delusoriis ca
edidit, quale fuerat rogatus. piens, ait ad illum : 1 Si me el miserabilem meam
Post hæc vero animarum vilialor draco destinat animam vis certiorem reddere, cras , ambobus
dæmones fornicationipraepositos, iique puellam in pari consensu in ecclesiam profeciis, præsente me
viri amorem incendunt. Illa aulem seipsam in solum intemerata sacramenta sumas, sicque poleris facere
jaclans, ccepit clamare ad patrem : « Miserere mei certam fidem et satisfacere. 1 Tunc ille coactus
infelicis, quam hujus pueri desiderium dirins ex- dixit quod rei caput erat.
crucial. Compalere visceribus tuis ; ostende in me Protinus ergo, muliebri inärmilale deposita bo
unigenitam luam , affeclum palernum ; mihique noque consilio inilo , currit illa ad pastorem el
conjugio copula adolescentem , quem elegi; quod si discipulum Christi Basilium , clamore adversus ini.
nolis præstare, videbis brevi amarissima sublatam B pielaleni sublato : « Miserere mei miseræ , sancie
morle , Deoque rationem pro me dabis in die judi. Dei ; miserere mei , Christi discipule , quæ cum
cii. , Paler aulem cum lacryinis dicebat: « Heu dæmonibus contractum feci : miserere mei, quæ
mihi peccatori ! Quid hocmiseræ meæ filiæ accidit ? patrimeo inobediens fui. » Sanctus vero ad illan :
quis meum thesaurum deprædalus est ? quis bliæ Quid tibi accidit, mulier ? , At illa docet quid
ineæ injuriam intulit ? quis dulce oculorum meo- res habeat. Porro Dei sanctus, accersilo puero ,
rum lumen exstinxil ? Equidem , qui le Christo quærebat ab illo num ila essel. Rcspondit ille com
sponso cælesti desponsare slatuissein , angeloruin - lacrymis : « Etiam , sancle Dei : nam etsi ego la
que contubernalem facere , ac in eo posuissem slu - cuero, opera nea clamabunt; » enarralque el ipse
dium ut io psalmis el hymnis el canticis spirituali. ab initio ad finem usque prorectam diaboli frau
bus cantares Deo, per le consecuturuin me saluteni dem . Tunc ail ei sanclus : « Vis ad Deum nostrum
sperabam ; tu auleni in lasciviä ostrum insanisti. converti ? , Qui ait : « Eliain volo , sed non pos
Sine ut, sicut volo , inito pacio , Deo conciliem , nec sum . Dicit ei sanctus : « Quid ila ! » Respondit
meam ad inferos cum tristitia deducas seneclulei , adolescens dicens : « Scriplo abrenuntiavi Cbrislo ,
ac neque parentum luorum nobilitatem confusione et fædus pepigi cum diabolo, Dicit ei saliclus :
operias. » At illa doccipendens patris verba, per- « Ne tibi sil curæ : bonus cst Deus et pænitentiam
severabat clamans : « Pater, aut ſac desiderium agentem susceplurus est : agit enim pænitentiam
ineum , aut post pusillum videbis mortuam . , Paler super malitiis nostris . , Porro puella ad ejus se
itaque in magna animi angustia constilulus, abun - pedes projicieus , obsecrabat verbis evangelicis :
dantiorique tristitia absorplus , amicorumque con - Domioi et Dei nostri discipule, si quid poles, ad
siliis acquiescens ; monentibus illis ac dicentibus, juva nos. » Dicit sanclus ad puerum : « Credis sal -
præstare voli compolem fieri, quam ut sibi ipsa vim vus fieri ? » Ailille : . Credo, Domine ; adjuva incre
inferret ; consensit indulgere magis desiderio liliæ , dulitatem meam (a). » Etconfeslim apprehensa ejus
quam ut se malæ exiliosæque neci traderet. Ad . manu , et facto super illuin Christi signaculo , fusa
duclo itaquo quæsito adolescente, filiaque ac facul- que oratione , reclusit quodam loco , intra sacra
talibus omnibus cum imperlitus , dixil : « Salva sepla : dataque regula , cuui Cres dies una laboras
sis, Alia, vere misera ; mullum postmodum pæ - sel et se afflixisset, eum invisil , ailque illi : « Quo
milens lacrymaberis , cum nihil pænitendo profi modo babes, fili ? » At ille ail : « lo magna suun ,
cies. 1 domine et serve Dei, necessitale : non enim ſero
Porro nefando conjugio celebralo , implelaque D clamores eorum , el terrores jaculaque, et missos
diabolica fabula, nec multo lapso lempore , obser- lapides : lenenles enim manu propria editam sche
vantibus quibusdam deprebensum est, quod adole - dam , mecum pugnant, dicentes : Tu venisti ad
scens non ingrederctur ecclesiam , neque iminor- nos ; non nos ad le. » Ait illi sanclus : « Ne timeas,
Lalia vivificaque sacramenla altingeret : dictumque dili : lantuin crede ; el dala el esca modica , lacloque
estmiserandæ uxori ejus : « Noveris quia marilus rursum super eum Christi signaculo et oratione,
luus , quem elegisti , non est Christianus, sed ex- inclusil denvo. » Post paucos vero dies visilavil
traneus a fide et penitus alienus. , Illa igitur lene- et dixit : « Quomodo habes, ali ?, Ait : Paler sancle .
bris et dolore plena, jaciavit se in pavimenlum ; a longe claiores illorum et minas audio : nam non
cæpilque seipsam unguibus laniare , et lundere pe- video eos. » Et rursus, dalo ei cibo et ſusis preci
clus , alque clamaro : « Nemo unquain , qui pa. bus , clausit ostium , et discessit. Quadragesimo
rentibus inobediens ſuit, salvus factus est. Quid demum die eum adiens, ait illi : « Quomodo babes,
exspectabain misera ? Quis patrimeo annuntiabit fraler ? , Respondit ille : « Bene, sancte Dei : vidi
(a ) Marc. ix , 23.
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS. – VIA APOCRYPHIA . cccis
cnim te bodie in somnis pugnantem pro me, et a nem sanctorum Christi donorum indulsit. Facio
vincentem diabolum . , Mox ergo , facta (le more vero vir sanclus magno convivio , universum Chri
oralione, cduxit illum , el duxit in cubiculum suum . sli amantem populum officiose babuil el fovil. Du
Mane aulem ſacto, ubi convocassel lum sancion et clo aulem adolescente, el instrucio , ac ri congrua
venerabilem clerum , lim monasteria universumque data regula , reddidit uxori , indesinenter gluril
Christi amantein populum , dixit illis : « Filii mei canlein eibenedicenten Deum .
dilecti, agamus omnes gratias Domino : ecce enini Etiam vero mili hoc narravit praefatus egregius
oremi perditam Pastor bonus, iinposilam humeris vir llelladius. Die quadam sanctus Paler noster et
reducturus est ad Ecclesiam . Elnos oporlel pervi. magnus Basilius, illustrato mentis uculo, proſcclus
giin ducere noclem , el deprecari cjus bonilalem , de civitale , nemini dicens quo essel ilurus : prior .
ul ne vincat ille animaruin corruptor. Hoc que ipse egressiis, el nos omnes præcedens, dixit
autem facio , prompleque et alacriler congregalo nobis : « Filii mei, scquiminime, utmecum videa
populo , lolam noclem , una cum bono pastore , tis Dei gloriam : exque discipulis admiremur ma
Deum deprecanlur; clamantes pro eo cuni lacry- gistrum . , Mos ergo ul communis Paler nosier du
mis : Doinine, miserere. Algue diluculo collecia nostra civilale proficisci cæpil , agnovit virlule
cum ipso universa populi multitudine , assumil B sanctissimi Spirilus, Anastasius presbyter (51); et
eum sanclus : lenensque dexteram , cum psal- dixil suæ , uxori quidem nomine, usu aulem sorori :
mis et bymnis ducebat ad sanctam Dei eccle . Ego vado ad culturam agri, domina mi suror,
siam . sed surgc et orna domum tuam ; el circa nonam
Ecce vero diabolus, qui semper invidel, nec vie acceplo ihuribulo el cereis, occurre sola S . Basilio
tam nostram a tristitia liberam sustinet, cum lola archiepiscopo : vcnit enim , utin nostram peccatoruin
exiliosa virtute sua adest ; comprehensumque invi- dunium diverlal. a Illa tremens super. sermonis 10
sibili quadam ratione puerum voluit rapere de manu vitale, fecit quod ducta eral. Eral porro bæc virgo
saricli : cæpilque puer clamare : « Serve Dei,odjele honeste versala : nam cum annos quadraginta ex
va me. , Porro in tantum processil impudens reni. egissel in illo conjugio , mysleriunque servassel,
lentia , ul ipsum divinum Basilium una impelleret in opinione hominum sterilis eral. Cum aulem de .
el contorqueret. Cunrersus itaque sanclus ad dia - bila modestia nobis obviam processisset , c011
bolum , ait : « Impudentissime el animaruin lues, gruamque adorationem imperiissel ; primum qui.
paler tenebrarum et perditionis , non libi suflicil , dem benedicitur a sancto Patre nostro , lum veru
quam libi ipse tibique subjectis acquisivisti, per- ait illi : « Quomodo habes, domina Theognia ? , Illa
ditio lua ? non cessas etiam Dei ligincnlo infeslus C slupcus ex nominis appellatione, ad eum : , Bene,
esse ! » Diabolus vero dixit ad eum : « Mihi facis sancte Dei. , Dicit illi sanclus Pater noster • , Ubi
audirent. Al sanctus Dei ad ipsum : lucrepat Dicit illi : « Marilusmeus esl, domine, et ivit ad
le Dominus, dia bole . , Ille vero ad eum : 1 Mihi colendam lerrulli. 1 At ille : « In domo lua est,
ſacis injuriam , Basili : 101 ego ad ipsum abii , sed neque faligeris. , Perculsa igitur mulier in verbo
ipse ad me. Abrenuntiavit Christo suo, mecumque išlo , non tantum quod ex nomine appellasset , sed
iniit fædus ; el ccce ejus scripluram pra:manibus eliam quod uxorem quidem nomine , usu aulem
habeo, delaturus in die judicii coram cominuni ju sororem , Dco allalus Paternoster dixissel; vehe
dice. » Sanctus autem Domini dixit : « Benedictus mentique admiratione alionita , Climore lenta ,
Dominus Deus meus : non deponel populus iste ma- cecidit in lerraus clamans el dicens : 1 Sancle
uus de excelso cæli, donec scripturam reddas. , Et Dei, ora pro me peccatrice , quia res magnas et
conversus dixit plebi : Tollite omues vestras ma . admirandas in le conlueor. 1 Tuin illo , ſusis super

miserere. 1 Cumque populus siaret ad longum lein -
pus exleasis manibus in cocluin , ecce scriptuin
adolescentis , in aere deporlalum , atque in eximij
pasloris nostri manus depositum venit. Susceplo
autem illo , gratias agens Deo, vehementiusque gil- me? , Pater autem noster ait illi : « Bene le in
visus cum populo universo , dixit ad adolescentem :
Cognoscis, frater, libellum ? llle vero ad ipsum :
« Eliam , sancle Dei : inanus propriæ scriptio est. )
Porro disrupta scriptura induxit in ecclesiam , ad .
(51) Historiae hujus jinposluram non immerilo
paleſieri putamus ex eo, quod omnia , quasi per
pios dolos, ut comicis mos est, descriple sint; qulic
a gravilale Basilii in agendo, et leli. dii in scrie
bendo abborrent. Quin , ostendat Coinveſisius , si
possit, quomodo Anastasius presbyler, lam sanctus
et Deo plenus , possit excusari mendacio ; cuin
PATROL. GR. XXIX .
nobis in domum presbyteri, etiam ipse obviain fa
clus ; honorabiles viri pedes deosculatur : at ille
ei in Domino osculum dedit. Ail vero illi presbyter :
Unde hoc mihi, ul venerit sanclus Dominimei ad
veni, Christi discipule : eamus , et rem sacram la .
ciamus. Erat enim ipse presbyter quotidie jeju
nans, et (præterquam Sabbato el die Dominica)
nihil contingens nisi pane.lt el aquam .
supra narralur dixisse uxori siæ : Ego vado ad
culiuram agri, et lameu inscia illa domi manserit ;
ubi paulo infra dicitur inventus a Basilio : et
1110. jussus Anastasius aperire ostium conclavis ,
in quo servabatur homo ulcerosus , dixit esse ne
cessarja domus.
CCCX PROLEGOJENA.
siam . princepit presbytero ut missam celebrarel. A civitatem cuin gaudio , laudantes et benedicentes
Ille aulem ait all eum : 1 Sancle Dei , ut doces, Deum .
quod minus est a meliori benedicitur. 1 Dicit ei Fratres, narrationem volo facere (52) de magno
sanctus Pater noster : 1 Ad reliquas luas omnes el celebri Basilio , et Ephrem Syro (53 ). Ei ea qui.
virtutes, obedientia accedat. , Consentiens aulem dem qux spectant ad Patrem nostrum , ipse vidi;
presbyter, astilit ad sacra missarum . Porro lem - quæ aulem ad ' sanctum et eximium Ephrem , es

pore elevationis riviſici corporis Domini nostri
Jesu Christi, vidit sanctus Dei et quidam de dignis,
sanctissimum Spiritum , descendentein in specic
ignis , circumdantemque prcsbylcrum et sancimin
N
veraci ejus ore audivi : sic antem habent, Ubi ce
lebris ille Ephrem , agens in deserto, qua ex Spiri.
lus sancti illustratione vidisset, qua ex desiderio et
percunctatione didicissel admiranda Patris nostri

allare. Cumque communicassemus , et Deo erisse.
mus gratias, rediimus in domum presbyteri, cibo .
que sumplo , dixit illi sanctus Dei : « Reſer mihi
unde thesaurus isle ; et quæ est vita tua ? » Dicil
ei presbyter : « Ego , sancle Dei , homo peccalor , rens :
sum , publicis tributis obnoxius . , Sunl porro duo
juga lioum ; unum quidem ego mino ; alterum vero
pieus mer
rium cedit hospilum ;alterum aulem in obsequium
HI
Basilii opera ; Deum intente jugiterque orabat , ut
ipsi revelarel, qualis Magnus Basilius esset. ln ex
slasim ergo raplus, videl columnam ignis , cujus ver
lex allingebat cælum : voxque de cælo audita, di
Ephreni , Ephrem : quemadmodum vidisli
columnam ignis, ejusmodi est Magnus Basilius, ,
El slalim adbibilo interprele , velut rudis lingue
Græcæ , venit ad magnam ecclcsiain celebris urbis
Cæsareæ : ad quam ipsa magna Epiphaniorum so

HO
Tribulorum : esique coufamula bæc uxor mea , ho lempilale perveniens , clamque ingressus , vidit
spitibus ministrans et mibi. , Ait illi sanctus : procedeolem Magoum Basilium ; ailque socio suo :
, Voca illiim sororem , juxta quod est ; mihique In vanum , pulo , laboraviinus. Fraler iste enim ,
edicilo reliquas luas virlules. » Dicit ei presbyter : in lanlo gradu posilus, non est qualem vidi. Con
« Non habeo quidquam boni super terram , ab omni spiciebat enim amictum stola candida , sacrumque
virtute cxtraneus sum . Dicit ei communis Paler circa ipsum cleruin , albis indulum et ei obsequen
noster : « Surge, et eamus simul. 3 Ducit vero eum tem . Stans ergo in secreto loco ecclesir , cæpit
in cellam unam domus ejus, el ait illi : « Aperi ja - velut de proposito desperare,dicens intra se : « Nos
nuain . , At ille : « Ne, sancle Dei, ne jusseris ingre- qui portavimus pondus diei el æslus nihil profeci
di : quoniam usils est domus. , Ait ei sanctus : inus ; hic autein , in tanto comilalu , el bonore hu
« Etiam ego veni ad hunc usum . , Cumque nollel mano , est columna ignis ? Plane miror. » Hæc ila
presbyter aperirc porlam , sermone aperuit admi- que ipso cogitanle , inisit ad eum sanctus archiº
rabilis Paler noster : ingressusque morbiduin illic diaconum suum , dicens : « Vade ad portam quæ
lovinem et ulcerosum , cui pleraque corporis mem respicit occidentem , ibique in ecclesiæ angulo re
bra deduerent, invenit , uno sciente presbytero el peries abbalem , cucullam habentem in capite, cum
sorore ejus. Dicit ei sanclus Pater noster : 1 UI quodam alio , raribarbium , pusillum , el cælera vube
quid voluisti celare thesaurum tuum istum ? » Dicit ius ejus ; dicesque ei : Quæso , ingredere in sacra
eipresbyter : « Promiplus est, domine, el injuriosus, rium : vocal le archiepiscopus, 1 Archidiaconus
liniuique ne forte in verbo offenderet. » Dicit ei Paler autem , discissa mullo labore populi multitudine ,
noster : « Bene circa ipsum cerlasti : sine vero ut venit ad locum ubi S . Ephrem consisterat, et ait
cl ego hac ·nocte illiministrem ; quo per te etiam illi : « Benedic , domine ; velis ingredi in sacra
mercedem consequar. , Dimnisso aulem sanclo in rium ; vocat enim le Paler luus archiepiscopus. ,
cella cuin ulceroso , cui morbi vis vel vocein ademe. Ubi autem intellexit per interprelem quod diceba -
rat, clauso oslio , discessimus. Qui aulem vulne lur, excusavit dicens : « Erras , frater ; nos homi.
ribus medebatur, lusis super eum lola nocle pre - nes peregrini sumus et ei ignoti. , Rediens autem
oibus, supplicans Deo , quimorbum omnem el lan - D archidiacomus , renuntiavit Magno Basilio. Porro
gliorem sanal, curavit illum . Presbyler autem qui dum Basilius libros sacros exponit populo , videl
foris nobiscuin eral, ait : « Gloria tibi, Deus, qui S. Eplirem linguam igneam , ejus ore loquentem .
facis voluntatem liinentivin le , et deprecationem Ailque rursum Magnus Basilius archidiacono :
eorum essudis ; en medicus sanum fecit inlirmum . ) Vade, et dic ei : Domine Ephrem , velis ingredi
Et slalim clamavit sanclus , ut portam aperi- ad sacrum allare : vocal le archiepiscopus. , El
remus, eduxitque ulcerosum inlegre sanum , non abiens ad eum arcbidiaconus, ejusque vestigiis im
babentem cicatricem in corpore suo , expedite presso osculo, dixit illi : « Domine Ephrem , quæso ,
loquentem , et glorificantem Deum . Hoc autem le accersil Paierlos archiepiscopus, ut ingredia
grandi miraculo faclo , reversi suinus in nostram ris in presliylerium . , Sanctus ergo super bis allo
(52) Videlur hic rursus narrationem resumere ligere leclor polerit , quænain bic referanlur omissa
pseudo-Amphilochins. ab Ephrem ei Nysseno ; judicabitque, an .verosimi
(53) Congressus Ephrem cum Basno dabillir in le sit , omiltenda fuisse , si contigissent; exemple
fra ad Vitam ejus , ex Nyssenu et ipso Ephrem , causa , de apparitione columnæ ignis .
omnino aliter quam hic narrelur ; ex quibus col
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILII BOLLANDIANIS . – VITA APOCRYPRA . cccti
situs dedit gloriam Deo ; ac reverentiam fa- A natisque interprete in diaconum , et ipso in pre
ciens , excipiensque ait : « Vere Magnus Basilius. sbyterum (54), eos dimisit in pace, glorificantes
Vere columna ignis Basilius. Vere per os ejus lo - Deum , in omnibus quæ viderant , sicut dictum est
quitur Spiritus sanctus. , Rogavil vero archidiaco- ad eos.
num ut responderet, opportunius , post peractam CAPUT IV .
Realiinin orthodoris Nicænis ecclesia . Castilas Peiri
Post missam vero ingressus Basilius secretarium , Sebasleni probala. Peccatricis et Judæi conversio .
eo S . Ephrem accersendum curavit ; dansque in Mors .
Domino osculum , ait : « Bene venisti, Pater filio Post Valentis Deo exosi adventum ad nos, qui
rum deserti : bene venisti , qui in eo discipulorum avus (55) fuit Juliani A poslatæ , reverlenle ipso ad
Christi numerum auxisli , et dæmones expulisti . , beatissimam Constantini urbem ac transeunte Ni-
Sed quorsum cum tibi laboreio suscepisti , o Pa. cram ; accesserunt ad eum principes Arianæ hære .
ler ? Venisti invisurus hominem . peccatorem : lar sis, Nagilarunique , consubstantialitatis asserlores
gialur tibi mercedem Deus , juxta tuum laborem . , sancia catholica ecclesia delurbari, eisque ipsam
Ubi porro venerabilis Ephrem omnia in corde suo iradi. Porro iyrannus et indignus purpura , qui ex
nala dictaque socio abbati respondens enarrassel , " secrandæ illoruin hæresis anlesignanum agerel, pe
communionem in sacras manus suas accepit ; Ba- lilis annuil ; depulsoque militari manu orthodoxo
silioque, pro hospitii religione, excipiente convivio , populo , ecclesiam tradidit Arianis . Merens itaqno
ait S. Epbrem : « Paler , summe honorande, unam animo pius omnis populus, diu nocluque orabant
abs le deposco gratiam , el banc mihi annuas re Deum , ut ne ejus ecclesia stabulum fieret et senti
lim . » Ad quem Basilius : 1 Jube , dic quæ viden - na hæreseon . Pergit itaque Nicæam communis Ec
lur ; multum cnim debeo , maxime ob tui ad me clesiarum præses Basilius , ad quem concurrens uni
adventus assumplum laborem . , Et honorabilis versa orthodoxorum multitudo ,mullo clamore es.
Ephrem ad ipsum : « Novi, Paler sancle , fore ub, poslulant imperatoris injuriam . At ille ad eos :
si quæ a Deo poposceris , ipse præbeat. Cupio au- Ne, dilecti filii, ploraveritis : baudquaquam enim
lem pro me roges , ut Græce loqui possim . 1 Cui istud Deus in Anem permillel : sustinele vero lon
Basilius : 1 Remn postulasti excedentem vires . Quia ganimes ipsius misericordiam . ,
nibilominus lide peristi, veni , Paler venerabilissi . Porro , Ingressos Conslantinopolim , ubi Valen
me eremique præposile , el Dominum rogemus : lem imperatorem vidissel, dixit : 10 imperator ,
polens enim est , ut faciat voluntatero luam : nam c Honor regis judicium diligil (c) : aitque Sapiculiin,
scriptum est : Volunialem timentium se faciel , el Judicium regis justitia (d ). Cur ergo præsumpsit lia
deprecationem eorum exaudiel , el salvos faciel dominatio, oribodoxis sua ipsorum ecclesia pulsiz
eos (a ). » Cum autem diu orassent, ait Magnus Ba- male sanos in Ode in eain millere ? , Ail Valens ud
silius : « Cur, domine Ephrem , sacram sacerdolii eum : « Rursumne, Basili, ad conluineliam versiis
ordinationem , libi congruam , non accipis ! , Cui es ? Ea res tibi non congruil. » Ait sanclus : « Con
Ephirem per interprelem : « Quia peccalor sua . I gruit inibi, ut pro juslilia bonoque etiam moriar. »
Respondit ei Magnus Basilius : « Utinam el ego Imperalor ad eum : « Vade, lu esio inter utrosque
lalis peccator esseni ! , Dixitque ad eum : « Fle. judex : vide lamen , ut nc affectioni ad populum
clamus genua . El cum humi prostrati essent, im - luum concesseris : non enim decel. » Ait ille impe
posuit hierarcba manus sancio Ephrem ; recitans. ralori: 1 Si habueris quo reprehendas judicium
que orationem diaconi , dicit ad ipsum : « Quæso meum , juste et me exsilio relega, et illos expelle .
le , nos erige . » Alque lunc soluta et expedita ejus ecclesiamque victoribus tribue. » Abiens ilaque Ni
.ingua, dixit S. Ephrem clare lingua Græca : « Sal- cæam cum lilleris Valentis , admonuit Arianos et
va, miserere , resuscita , et cuslodi nos , Deus, lua dixit : « Ecce imperalor mili injunxit , dicens :
gratia . , El implela est Scriptura : Tunc saliel sic. D Vade et juste inler Arianos , el qui sapiunt con
ul cerous claudus, el aperta eril lingua balbutien - substantialitatem , snper ecclesia , quam armata ipsi
lium (6 ). Cumque ille ex tempore omnia Græce lo - manu rapuistis, judica . , At illi : « Sed ex impera
querelur, ipsa bora glorificaverunt Deum , qui om - loris sententia . Tum ille : « Venile , ipsique et or
nia polest et exaudit preces timentium !ipsum . Spi- ibodoxi ; clausaque, el utrorumque sigillis munita
rilali ilaque lætitia cum illis triduo reſeclus , ordi
(54) Prædecessores nosiri 1 Februarii, in Com rendi Ephrem presbyterum fuisse : poluil enini ab
inentario praevio al acla S . Ephrem Syri $ 3 , de hoc auciore, aut alio simili, decipi auctor Menelo .
gradu ejus ecclesiastico disputanles , judicarunt gii Basilii imperatoris.
nibil obesse, quo minus presbyler ordinalus credi (55) De hoc pseudo-Ampbilochii errore egi ad
pusset , si conslaret Vilain hanc ab Amphilochio Prologum : ubi nolo quod hæc bistoria de ecclesia
scriplam esse : nam objectis a Baronio s: tisfacit Nicæna , orthodoxis restilula sub Viilente , omissa
Combelisius hic . Verum cum hxc Acla Amphilo - est ab Urso apud Rosweydur
chii non sint, nullum superest fundamentum asse
(a ) Psal. CXLIV , 19. ( c ) Psal. xcvIII, 4 .
ibi Isa. XXXV, 6. (d ) Prov . xvi, 13.
CCCX :3 PROLEGOMENA.
precamini diebus tribus, el tribus noctibus, lum - A qua etiam Ariani intraverant. Ailque populo : « Tol
que ad ecclesiam proficiscimini. Quod si illa preci- lile manus vestras in sublime coli, contenloque

cemus pervigilem , ibimusque cum psalmis suppli- portas signal, et ait : Benediclus Deus Christia
cando ad præfatam ecclesiam ; el siquidem nobis norum , in sæcula sæculorum . Amen . » Hac porro
patuerit, erit nostra in perpetuum : sin vero neque oratione contriti sunt vecles , et claves confractæ
nobis fuerit aperta , sic rursum vestra erit, ulque cum pessulis ; aperlæque sunt januæ forti aura , el
vestrain acceperitis . , Placuit autem sermo ejus co - ad muros illise : ipseque deiloquus in illa verba :
ram Arianis; qui vero videbautur esse orthodoxi, Tollite porlas, principes , vestras, et eleramini, porlæ
velut non juste judicasset, reprehendebant. Mulla alernales (a), orthodoso populo comite, ingressus
itaque cautione ab utrisque adhibita , dali sunt cu - est in sanclain Dei ecclesiam : expleloque missz
slodes, qui diligentia omni cuslodirent sanctissimam officio, dimisil populum cum lætitia et pace, glorifi
ecclesiam . Cum itaque, juxta sancti Patris nostri canlem Deum , qui non despexit confidenles in ipsum :
Basilii decretum , Ariani (res illos dies noctesque innumera autem Arianorum multitudo, novo illo
precati essent, ac cuin supplicatione ad sanctam Dei B miraculo confirmala , abrenuntiavit hæresi, ac in
ecclesiam progressi essent, sicque a mane usque ad orthodoxam fidem concessit. Ubi vero imperator
sextam fecissent, clamantes illud : « Domine,misere- rescivit quod gesluin erat, viloperavit quidem Aria
re, » non estaperta ecclesia : fractaque animi con - næ hæresis nequitiam , nihil habens quo sancti el
1entione, abierunt re inſecta . divina sapientis Patris postri Basilii judicium car
Ait autem sanctus Basilius (56) : Ecce fecistis perel (nam , inquit, etiam vobis amplius gratificavii),
ut constitutum erat : nec, ut accepi, vobis aperta ipse tamen , jam olim motus sensibus cæcatusque
est ecclesia : adhucel ipsi precabimurnoctem unam , cordis oculos, neque sic ut ad Dominum couverte .
et supplicando processerimus : quod si nec nobis retur adjecit ; sed mansit inflexus et obstinatus.
ſuerit aperta ecclesia , eam ipsi accipite juxla judi- tradens in bello spiritum , postmagnam cladem am
cium meum . , Assuinens itaque sanclus Pater noster buslus in paleario , in partibus Thraciæ ; eoque
et Ecclesiæ præses, populum orthodoxum , cum mu- modo tradilus est alerno igni , in sæculum sæculi
lieribus et parvulis, foras civilalem egreditur, in cruciandus.
Templum sancti et gloriosi martyris Diomedis ; ex Bene (58) olim divinus David, ceu perenni in
pleraque nocte pervigili, ac malutinis precibus ab- c sculplum æri, immortali fama publicum fecit, di
solutis , populum reducit, canlans illud : « Sanclus cens : Generatio reciorum benedicelur : gloria of
Deus , sanclus fortis, sanclus immortalis, miserere divitiæ in domo eorum (b), Vere enim generalio
nobis : , ingrediturque sanclæ ecclesiæ ferulam (57), recta el semen longævum et gentilitas omnis Deo
(56 ) Quain amplain habuissetNyssenuismateriain Sebaslenum ,uxorem habuerit ; et alterum nalu mi
pro funebri simul et encomiastica oratione , qua nimum , et prolem sanctorum parentum duodeci
fratren Basilium Eliæ comparasset, sanctum illuin mam (credo decimam dicere voluisse) inonasticam
introducens cum Arianis pro ecclesia Nicæna de vilam proſessum , Forsitan vir isle erudilus voluit .
cerlantem , Lanquanı allerum Eliain cum sacerdoti bac sua cogitatione, historiæ peritis proponere dis
bus Baal super holocausto ! Verum estne hæc credi- pulandi maleriain : et ostendere quam difficile sit.
wilis historia , si fuerit ignola Nysseno ? argumentis, ut aiunt, positivis convincere enin , qui
(57) Ferula vestibulum , seu polius porticus ad oblirmavit animuin aliquid, quainvis paradoxuin et
ingressom ecclesiæ . omnibus inauditum , sustinere. Cerlum quidem est
958 ) Caputhoc , inquit Combelisius, ex unico co- Basilii palris el Einmeliæ liberos decem omnino
dice repræsentanills , desideranle alio . Eleniin me- fuisse ; ex istis quallior fratres tantum novimus .
relur, si quod aliud , ad fabulas relegari ; non quod este Nysseau in Vila Macrinæ : ex quatuor fratri:
continentiæ probatio per ignem nunquam fuerit ad . bus, is qui secundum Basilium nalu maximus erat.
hibita (uicitur enim iali iniraculo probala uxoris Naucratius vocabalur : locus igitur non est alteri
virginitas a S . Demetrio inter patriarchas Alexali - D Pelro , nisi quinque fralres, contra lestimonium
driños duodecimo ; et ab abbate quodam , in Vila Nysseni, mumieres. Nec tamen propierea credibilis
S . Joannis Eleemosynarii 23 Januarii numer. 85 ) ; conjectura lieri potest , alieri præterquam juniori
sed quod loi fabulis et inepliis exornalum sit, ut sonen indicum Peiro fuisse : si enini alter' in es
suam palam faciat (alsiialem . Nam , ut omillam quae familia vixisset Petrus , cum ultimus prodiret in
consideranti palent, nunquam vivenle Basilio Pe- lucem , verosimiliter bic aliud nomen accepisset.
Irus Sebaslenum episcopalum gessil, ordinalus anno Quin , ul concedamus Coibelisio , allerum fuisse
sallein uno post mortem fratris : nunquam Peirus Petrum fratrein Bisilii , qui prius matrimonio jun
Sebastenus episcopus sponsam aut uxorein habuit : clus, laclus deinde sit episcopus Sebastenus ; poluit
id solum post mortem Basilii evenisse : nam ipso
calús eiinstilulus, solitariam vitam et virginitatem florente, Eustathius istam Ecclesiam lurbavil, non
coluil ; ut in Vila ipsius Peiri a prædecessoribus minus quam gubernavit. Adde prailerea silentium
meis ostensum est 9 Januarii. Ai Combelisius, cer - omniuan antiquorum : nec unam quidem a Basilio
aus Viiam hanc, sallem lil credibilem , creditis ole aut Gregorio exslare ad ipsuni epistolain ; nullam
Irudere , sicutaller Libaniuin sophislain , alteruni in 10l scriptis mentionem . Quid quod ipse pseudo
quæstorem Juliani excogitaral ; ila nunc alterum Amphilochius, in Que hujus Vilæ , ires solum Basilii
jiler fralres Basilii corwiniscitur Pelrum , inter li fralres nuinerel, interque eos unuin solain Peirum
berus postMacrinai priinum , qui ante episcopaluin Sebaslenum ?
(a) Psal. xxii, 7, 9. 16) Psal. 1 , 2, 3.
 EXCERPTA EX ACTIS S. BASILJI BOLLANDIANIS . – VITA APOCRYPHA. CCCXIII
placita . Quod itaque in Pelro, Patris nostri Basilii A illa : « Sum in manibus tuis , honorabilissime Pa
fratre , post Macrinam omnium magistram luci ler. , Porro jussil sanctus Dei, ut modius ferreus
primum edito , gestum est signuin seu miraculum , aſſerrelur, plenus ardentissimis lampadibus, aitque :
corroborante Domino nostro Jesu Christo, enarrare Explica, dominami sponsa, pallium tuum : , et
slaluo. Petrus bic , secundus ille Petrus , ille post explicavil. Aitque iis qui bajulabant: « Millile in ip
Pelrum principem illum Petrus ; sacerdotalem Se - sum Nammalissimaslampades; , iniseruntque. Tum
baslenæ civitatis, benigna Dei nostri et Patris lu - ait sponsa : , Tene in boc maphorio , donec tibi
minum providentia, adeplus sedem ; cum propria dicam . , Ailque : 1 Alerle adhuc lampadem aliam
adest, uxore quidem nuncupatione, usu vero sora accensissimain : 1 alluleruntque. Tum ille fratri :
re. Eo Ecclesiam illam sapienter administrante , Explica, domine frater , penulam luam : 1 el ex
æmulatio turbatoribus animis excitantibus orta est ; plicavit. Tum ille : « Millile in ipsum : ) elmise
populum enim provocarunt dicentes, nefas esse ut runt. Cum vero diutissimo lenerent sic acccnsas
episcopus suæ uxori cohabitaret ; multaque con - lampades et starent, in stupore. aclus populus
siliali contra normam sacrorum canonuin ad no . super eo quod videbatur, clamare cæpit et dicere :
strum pastorem , orbe autem lolo celebratissimum Dominus conservabil sanctos suos, et bealos illos
Basilium , quid res haberet informaluri, vencrunt. B faciet in terra (6 ). , Projeceruntque accensas lam
lile gaudio abundantiori profusus , ail : « Bene, pades; nec erat in eis vel ſumi odor, neque vesti
filii , veneritis : vado vobiscum ad rei probatio. menla illorum ambusta sunt. Tunc adducens quin
nem . , Profeclusque ibat cuin illis ad Sebaste - que sanclos viros, ait illis : « Edicite quod vidistis
nam metropolim : Petrus autem ipsius frater, in sanctissima ecclesia . , Narraveruntque populo,
adventu ejus cognito , ei occurrit ab ocu ) millia. Il vidissent sanctos angelos , ventilantes inculpa
ribus ; exbibitaque debila reverentia , ac in Do- lum eorum cubile : et glorificaverunt Deum , qui
mino osculatus, gratiose subridens dixit fralri suo facit mirabilia magna et inscrutabilia . Cumque
et Patri nostro Basilio : « Tanquam ad latronem sanctus Pater noster Basilius pacem in Domino
exiisti , domine frater, cum lurba, utme cape- dixissel, reversi sumus in nostram civilalem , glo
res (a ). ) rificantes Deum , qui dedil poleslalem talem homi
Cuin autem essemus ingressi in urbem Sebaste - nibus (c).
nani, ſuissemusque precati in venerabilissimo lem . Fuit lemporibus sanctissimi ac beatissimiarchi
plo Martyrum , multiplici corona illustrium quadra- episcopi Basilii, bæredis illius regni Christi, vasis
ginta, ascendentibusnobis ad sacram episcopi do- electionis illius qui porlavil Christi nomen coram
mum , salulavit ille dominam sponsam ; et ait illi : ' gentibus el regibus et filiis Israel, sicut divinus et
Salve , vera mea sponsa, seu potius Christi : lui bealus Apostolus (d ) , mulier quædam , divitiis et
causa lolus nobis hic laborassumplus est. » Aililla : nobilitale clara , reliquisque ad vana bujus vitæ
« Sum in manibus tuis, honorabilissime Pater. Do - obsequia comparatis supra omnes elala . Hæc sia
minus occasiones facit : magno enim desiderio le . lum vidualem amplexa , lurpiter poleslale abusa,
neor amplexandi preciosos luos pedes : cujus rei seipsam gulæ luxuriæque mancipavil ; nihil habens
compos effecta , gratias ago Domino meo . Faciel quo placeret Deo, sed seipsam inslar porcorum vo
ergo, maximomihi prosequendus honore meus Pa . lutans in luxuriæ cæno. Tandem itaque, dispen
ler, in filiam suam , quæcunque volueril. » Ailque sante Deo, immensa sua peccala animo repelens,
ille fratri : « Rogo le, Jomine mi frater, ut una menleque colilus illustrala , atque seorsim tacito
cum domina sponsa mea dornias in sanctissima agens, pensare cæpit mulliludinem suorum pecca
ecclesia . · At ille ad eum : - Faciam quidquid jus- lorum : dixitque lamentabiliter plorais : « Heu | me
seris, sicul debeo : fecitque. , Assumens ergo san - peccatricem el luxuriosam ! quomodo immensa quic
elos Pater nosler nonnullos Deo affalos et spirila - peccavi confitebor et expiabo ? Templum Spirilus
les viros , quinque nuinero , ex quibus unus rem psancti pollui ; habitantein in corpore apimam coin .
probe poral; etiam ipse in sancta ecclesia dormivil. quinavi :Heu me ! projecta sum . Num sicutmere
no ail : « Quid videtis circa fratrem meum ? , Al Peccavi, , cum præsertim post baptismuin pec
illi : « Videmus novuio miraculum . , llle vero : caverim ? Qui vero certior fiam , quod Deus poeni·
. Quodnam illud ? , Responderunt : 1 Videmus leniem suscipiel ? , Hæc porro ipsa cogilanie ,
angelos, ventilantes lectum ejus inculpabilem . 1 Ait is qui vult omnes salvos fieri el ad agnitionem
autem sanclus Pater nosler Basilius : « Nemini di- verilatis venire (e), et neminem vult perire , il
Xeritis quod vidistis. I memoriam ei revocal, quæ a juventute deliquerat :
Sequenti vero mane reversis nobis ad episcopum , sedensque, sua ipsius, a juvenili adusque senilem
dixit : Tempus esl, domina mi sponsa, sell po. alalem , peccata scripsit in charla ; novissimum
lius Christi, ut quod quæritur in palam fial. , At autem scripsit, quod dicebat magnum peccalum ;
1@, marc. xir, 48, (d) Act. ix , 15.
ib ) Psal. IL , 3 . ( e) I Tim II, 4.
(c) Matth . 18 , 8
 CCXIV PROLEGOMENA.
charlainque bulla plumbea obsignavit (59). Captalo A inter omnes Patres celebrem , Ephrem (61) nomine.
aulem opportuno tempore, cum sanclus Basilius ad Huic trade chartan , isqne orabit, et Deum propi
preces solitas in ecclesiam proficiscerelur , clan lium tibi faciel.
præcurrens ad pedes ejus charlam projecit : seque At illa valedicens sancio, cucurrit ad desertum :
in faciem ad ipsius pedes jaclans, clamabatdicens : confecloque longo itinere, pervenit ad pramonstra
• Miserere mei, sancle Dei, quz supra omncs sum tuin locum magni illius eremitæ ; pulsansque ad
pcccatrix . , Slanis autem bealus ille Christi famu- januam clamabat dicens : 1 Miserere mei, sancle
lus, ab ea perquirebat causam gemiluum . Tum illa : Dei. , Ille præscius spiritu quam ob causam venis
« Ecce, domine, niea omnia peccata et crimina in set, ait illi : « Exi a me, mulier, quia honio pecca
charla bac scripsi , el obsignari : lu vero, sancle lor sum , indigens el ipse adjutorio . 1 At illa jacta
Dei, ne signaculuin bullamquemoveris ; sed solis vil charlam , dicens : « Misit ire ad le archiepiscopus
precibus ea dele(60).Qui enim hanc mihi cogitatio Basilius, ut Deuin pro me depreceris, quo peccatum
liein dedil, plane obaudiet pro me oranlem . , Magnus in charta positum deleatur : delevit enim , ipsa pre
porro Basilius chartam elevans, el aspiciens in cæ - calus, reliqua. Tu vero ne pigriteris pro unico ad
Juin ait : « Tuum , Domine, solius est opus istud : Deum intercedere , siquidem ad te missa sum .. Tanc
qui enim tollis peccatum mundi , facilius quoque " ad eam sanctus Dei : « Ne, blia, ne ita : qui enim
unius bujus animæ crimina deleveris : omnia quip . pro multis illis peccatis potuit Deum placare , etiam
pe nostra delicia apud te numerata sunt : lua vero pro uno quod superal, facilius quam ego poléril.
miscricordia jmniensa est, el impervestigabilis. , Vaile ergo, ne lardaveris , ut pervenias ad ipsum ,
His auleni dictis , ingressus est ecclesiam , tenens priusquam a corpore migraverit. Illa valedicens
chartam , seque jaclans coram altari , totam no- sancto , rediit Cæsaream . Cumque ingrederelur in
ciem pervigilemn in precibus egit; inque crasti civitatem , occurrit sancti Basilii corpori, quod elle
num , per lola missarum solemnia , Deum obnixius rebalur : eoque viso se in terram jaclare cæpit ; ac,
oravil . velul sanclum in jus vocaret, dixit : 1 Heu me,
Post factam autem missionem , accersivil mulie. sancte Dei, idcirco me in desertum misisti, ut liber
rem ; lradlensque charlain , ait : « Audistin ' mulier, a molestia proficiscereris : et ecce, re infecta, lam
quod ncmo possit peccala dimittere, nisi solus iminenso itinere frustra confecto , redii. Videal
Dous? Ait illa : « Audisi, Paler, leque ideo ad Deus, eljudicet inter me et le : quod cum ipse po
intercedendum apud misericordissimum Deum sol. tuisses Deum propitium facere, me direxeris ad
licilavi. , Aique his dictis, cbarlam aperuit, to - c alium ., His cum clamore dictis,projecit charlain super
grandis illius peccati piaculo . Videns autem illa , Porro unus de clero , scire volens quam grande esset
aid pedes ejus, cum clamore dicens : « Miserere mei, tam deletam invenit ; ac voce magna clamavit ad
serve Dei altissimi : et qua ralione pro meis om - feminam , dicens : < 0 mulier, munda est charla et
nibus peccatis decerlasti, ac fuisti exauditus, ea - expuncta . Quid vero, Dei in le inenarrabilem mi
dem quoque pro islo supplica , planeque oblitera. sericordiau ignorans, aligeris ? » Viso itaque insi
bilur. , Lacrymalus vero commiserationis affectu gni miraculo , populus universus Deum glorificavil,
archiepiscopus, dixit : « Surge, mulier, nam et ego qui in lerra polestatem habet dimittendi peccata :
homo peccator sum , qui et ipse indulgentia indi- quippe tantam servis suis concessit gratiam , ul
geam . Qui delevit peccata lua, quot voluil delevit ; etiam post mortem languorem omnem sanent om
poleslque, qui inundi peccatum tollit , etiam hoc a nemnque debilitatem , quin eliam il peccat: fideliler
le peccalum tollere. Si niodo deinceps te a peccato accedentium remiltani.
continueris, viasque Domini ambulareris , non solum Joseph, præslans peritia artis medicæ , valde pro
consequeris veniam , verum etiam gloria dignaberis. D halus clarusquc ili illa ſuit, summam quandam
Yade ergo in desertum , inveniesque virum sanctum , adeptus ex pulsibus judicij certitudinem ; ut nullo

(59)Græce uoallow thoudiwosy : oplumho bullavit,
verbum barbarum medii ævi, quo Amphilochius, eru
virus Græca eloquentia , minime usus fuisset. Et
fatitur Combetisius bac in Vita, subinde verba ejus
modi occurrere ; quomodo autein hæc operis novi
lalem non arguani, ut idem ail, ipse videril.
(60 ) Simile facluin mulieris invenitur iu Vila S .
Joannis Eleemosynarii 23 Januarii cap. 15 , quod
fors: n occasione præbuit pseudo-Ampbilochio , hoc
de Basilio miraculum conjininiscendi. Quidquid sit,
recle monet Combeſisius , factuin istud non trahen .
dum in exemplum , quod si soluin in bac apocrypha
Basilii Vita haberelur, merito computarem inier
pias fabulas. Sed quod a Leontio scriplum referlur
in Via S . Joannis Eleemosynarii, pro ea quam me
relor fidem . polest benigne explicari ; si dicalur
Sauclus, mulierem , peccatum conlileri erubescen
lem , induxisse ut scripto islud exponeret in charta ,
sigillo obsignalil , adeoque a nemine legenda, co
consilio , ut deinde persuaderet facilius, permilleret
chartani a se solo aperiri el legi, atque ita cum mi
nori erubescentit peccarum suum confiterelur ; sed
cum sanctus vila excessisset, avlequam id perlicere
sier sacramenti extraordinarius confitentem absol
verit ; atque in signum vere remissi peccali, co de
leto chariam restitueril.
(61) S . Ephrem anlle S . Basiliun mortuum esse,
supra diximius cs meliori auctore,
 EXCERPTA EX ACTIS S. B.ISILII BOLLANDIANIS . – VITA APOCRYPHA. CCCXV
errore, anle tertium quintumve diem , morituros A ul, si in crastinum vixeris, baptismum suscipiam .,
piræsciret; uique verbo dicam , lantus eral, ulet Rogavit ergo Deum admirandus Paler , ul ad salutem
Dedicis et philosophis invidiam moveret, Deo aulein hoininis sibi accessionem concederet, utque mulie
atillatus Pater noster, divina præsciens illustratione rem re inſecla a S . Ephrem redeuntein susciperet.
quod in eo gerendum erat , ipsum impensius dili- Voli aulem compos electus sanclus (63 ), millil
gebal, crebriusque ad congressum vocabat ; docens mare el accersilHebræum , Jpse non credens, renil ,
pladam regiamque veritatis viam incedere. Cum plane eristimans morli concessisse. Videns vero
itaque non raro hortaretur, moperetque ut abscede- vivum , factusque in exslasim , et ruens ad pedes
rel a scelesta religione, Christuinque baptismale ejus, ait ; , In veritate confitcor,magnum esseDeum
sacro indueret; non admisil, dicens : « In qua nalus Christianorum :quodque non sit alius Deus præler
susu Gide, in ea el moriar.) Al sanctus Deiad ipsum : ipsum . Abrenuntio ilaque inimicæ Christo religioni
Persuasum habe, Joseph , fore ut neque ego, le- Judæorum , meque veritati fideliter adjungo . Jube
que tu vilæ præsenlis turbinibus absoluti migre. ergo , honorande Paler ,ut sine dilatione ipse omnis
mus, dovec Dominus ineus per aquani et spiritum que domusmea Christi consigner signaculo. 1 Ait
ie regeneraverit : fieri enim nequit, ut quis sine his illi sanclus : Upse inlingam manibusmeis com lota
inlret in regnum Dei. Nonne etiam patres vestri domo, ,
baptizati sunt in Moyse , et io nube et in mari, bi- Rursumque accedens medicus , : pprehensaquie
berunique de spirituali consequente pelra ? Petra ejusdextera, ail : « Elanguerunit luic vires, domi
autem erat Christus ( a), qui novissiinis diebus de me : naturaque extremum debilitata fatiscil. 1 Ait
Virgine incarnalus est, el propter nostram salutem sanctus : 1 Habemus naturae auctorem , qui nobis
facius homo, operalusque est miracula el morle a addat vires. , Surgensque gressu contendit ad ec
patribus vestris in carne affectus ; sepullusque, die clesiain , et sub umpiuin präsentia , euin fidei sa
tertia resurrexit ; el-ascendit in cælum , sedetque ad cramento linxit , el domum ejus lotam : vocavitque
dexteram Patris : qui etiain venturus est, in magna nomen ejus, Joannem : impertilusque vivifica sa
gloria cum angelis, judicaturus vivos etmortuos, et cramenta , eum assumpsit el reduxit ad cubiculum
unicuique redditurus jurla opera ejus. Ilaque nequit suum : ciboque apposilo , docuit quæ spectant ad
lieri, al dictum est, ut quis intret in regnum Dei, vitam æternam , adjungens suo uvili novum militem
nisi per aquam el spiritum , el nisi vivifica antic cum uxore et filiis . Quod vero reliquum vita : ſuil, sa
ypa (62) intemerali corporis et sanguinis Christi crasædes et hospitia pauperum lustrans , quæ sibi
sumpserit. ) c fuerunt donala a medico, el quæ de propriis reliqua
Cumque sanctus talibus hortationibus uterelur, erant , donavit. Circa nonam autem præslo fuit
non sustinebat ipsum audire . Ubi aulem ei placuit, ad sacrificia inissarum in sacralissima ecclesia ,
qui euni segregaverat ab utero matris suæ , ut sus - una cum cleri et civitatis primoribus , cum quibus
ciperet sacratissimum baptisma, eum vir sanclus percepto iteruin pane , diinisit eos, ac valedicens
jain vilæ hujus lurbinibus eximendus, accersivi., et deosculans in osculo sanclo dimisit eos, Hovun
prælexlu nimirum scientiae medicæ , ailque illi : Christi pugilem universosque commendans Chri
Quid tibi de me videtur ? , Ille , ex pulsu sentiens slo . Testamento auteni sepeliri sansil , cum tertia
ejus vires proximam ipinari mortem , jussit dome- illa portione dal:e sibi a Deo communionis . Recun
slicis, ut opperigoas sepulturæ vestes enerent : bensque in lecio , cum Eucharistia adbuc in ore,
Nam , inquit, cilo cilius morilurus est, , Ait ad reddidit spiritum Domino ; adjunctusque est pouti
eum magnus Basilius : « Nescis quid dicas. ) Dicit licibus pontifex ille , el prædicaloribus magnum
illi Joseph Hebræus : « Credas, domine, sol hodie illud sermonis tonitru . Videns autem fideiis ex He
cum sole occidel. , Ait illi sanctus : « Quid vero si brico medicus, ita Dei loginem el pontificem ma
non anle mane moriar ? » Dixit Hebræus : « Non gnum Basilium quievisse , quomodo dixerat, pro
polest hoc esse : vix enini post horam erit anima D ruells in ejus peclus cum lacrymis dicebal : 1 Re
lua in le. Verum dispone de lua Ecclesia cl de re vera, Dei famule Basili, neque modo ſuisses mor
bus luis : non enim , le vivo, dies hodie levebrescel. Tvis, nisi voluisses. I
Ait ei sanclus : « Quid si vencro usque ad sextam Postridie autem convenit Univerza multitudo ;
mane, quid es aclurus ? » Respondit ille : « Mo- ejusque corpori prelioso , quod lolam maleri:c obni
riar. » Ail sauclus : « Etiam . Moriaris percalo, vi- tentiam superaverat , in sacratissimam ecclesiam
vas aulem Chrisio meo . 1 Dicit ille ; ( Scio quid illalo , justa fecerunt , omni unguenlorum thymia
velis, et faciam quod jubes, Paler sancle ; si fuerit malumque obsequio . Audiens vero et Gregorius,
quod ais, lerribili me sacramento obstringens fore, Nazianzenus episcopus (64), adfuit et ipse festinus :
(62) An verus Ampbilochius non fuisset clarius fuisse, ut quosdam sacris oromious iniciore polle.
loculus de reali Corisli
Cbrisli præsentia in Eucharistia , ril : quidui et potuisset hunc Josepbum solemniter
præsertim ubi Judæus instituilur ? in ecclesia baptizare ? Verum , ut ſaclum id luisse creo
(63 ) ReſerlNazianzenus oratione 20 , Basilium sub damus, non suflicit pseudo Amphilochii auctoritas.
Sinem vitæ ad aliquod lempus ita sibi restilulum (64 ) Gregorium Theologum non interſuisse morti
(a) I Cor. x, 4.
CCCXVI PROLEGOMENA .
vidensque preciosas reliquias , in eas procidens, A relicta Ecclesiis, quam Spiritus sancti virtute con
diuque lamentatus , hortatus ad preces populum , scripsit composuitque , mundse sus vilæ monumen
congruis honoribus gloriosam magni pontificis me- tum , librorum supellectili , ad gloriam et laudem
moriam prosecutus est, in lymuis et canticis spiri. Domini nostri Jesu Christi : cum quo Patri gloria ,
*ualibus ; duodecim episcopis qui concurrerant , una cum sancto el vivifico Spiritu ; nunc, el sem
civiumquemultitudine , sociam adhibentibus ope . per, el in sæcula sæculorum . Amen . Habuit autem
sam . Deposueruntque ipsum in c:pulo , in leinplo Basilius el tres fraires : Gregorium Nysserum ,
sancti martyris Ewpsycbii ; ubi etiam Leontius , Petrum Sebastenum , et Naucralium qui ſuit :no
ejus in episcopalu antecessor, cum sacerdotibus machus, Magnus vero Basilius octo annis defun
aliis dormit. Requievit autem , qui angelicam vitæ clus episcopalu , peregrinalus est ad Dominum ; posl.
rationem in terris instituerat Basilius, prima Ja - quam pravani omnein doctrinam bärelicorum , instar
nuarii anni (65) quinti Valentis (1 Valentiniani ; silvestriu : ferarum , solo patrio abegissel (66).
allt inneri S . Basilii, colligitur ex epistola illius 37, Olim vertit nescio qui ; cujus interpretationem habeo
qua Nyssenum in inorle fratris sui consolatur : malo ex codice Marchianensi velustissimo (quæ stylo
auleni Vilam hanc Anipbilorhio , quam illam epi- B convenit cum ea quæ in Vilis Palrum est) rudem
slolanı Theologo abjudicare , ut facit Combelisius. plane et inipolilam : in Græco lamen esemplari ca
(65 ) De lempore quo sanctusobiit , pluribus ac pul mnum est,De miraculo Basilii in Petrum fratrem
lum in Comm . previo aomero 67. suum , et ejus uixorem , quod etiain in illa versione
(66 ) Hacienus Vita S . Basilii Aniphilochio allribue deest. Græca hæc Vita , et Latina velus innominali
1:1, a Combelisio ex duplici manuscripto edita ; sæ . interpretis versio , continet bec pralerea capila,
pius tamen ante , ut dixi supra, a diversis diver quie et in bac Vila Basilii, interprete Urso, el in
simode scripta, diversam fortunam et mutationem illa quiz in Vitis Palrum hactenus fuit, desunt; de
subiit : quod scire juval, el Rosweydum de ea mystica revelatione etmorte Apostalæ Juliani. liem
quam ipse edidit, legere hæc scribe item : ella eam de scriplura quam muliercula ſecit : ad hæc, quo
Roma ex congregatione Oralorii accepi, interprele modo Spiritus sancti adventum vidit, el de quodam
Urso S . R . E . subdiacolo . Quae plane convenit cum diacono et Libanio sophisia . Præterea , De quibus
ea , quæ hactenus barbaro el ruci stylo, incerlo in dam gentilibus, et interpretatione Hexameri. Deine
Terprele, in Vitis Patrum esl divulgata . Nisi quod de quomodo ductus est Antiochiam , el de filio Va.
in ea in line addatur seu interseralur historia , de lentis. Denique, de Valente Deo ollibili, seu aper
Josepb llebromedico , el morie Basilii, quæ hic tione ecclesiae in Nicäa. Surius , ollensus inopolitia
deest. lo hac contra habes caput 3, quomodo Basi- veteris versionis, quam ills . integram habuit , exce
Blus Antiochiani pervenerit, et Libanii discipulos plo capile jirell dicto de Pelro fralie Basilii, eam
1.16truxerit, quod capul deest in Vitis Patruni ; ut stylo Latiniore reformavil, el tomo suo primo de Vilis
appareat Vilam hanc olim per varia fragmella de- c sanctorum 1 Januarii iiiscruil. Sed quia ipsi esem
scriplain el translatom . liilegram Vitam Basilii, plar Græcum defuil, dum insistit contragosis ve
Græce scriptam el Amphilocbii nomine insignilami, ieris versionis vestigiis, non potuit non subinde
accepi Parisiis ex bibliotheca Regia , quam jain cespitare . )

NICOLAI RAYÆI
TRACTATUS PRÆLIMINARIS
De acoluthia officii canonici pro Ecclesiis orientalibus Græcorum in solemui
commemoralioneIrium doctorum
BASILJI, NAZIANZENI ET CHRYSOSTOMI.
Acta SS. Rollund., Junij lom . II, p. xo .)

PRÆFATIO .
1. Simul ac primum me P . Danieli Papevrochio D
ejusque cociis , ad prosequenda sanctorum Acla ex
poleratosim inperio adjunxeraill, rogatus fui, ut
Dischiorationis in litulo expositze historiam e
Grieca Lario::in facerem , crudilissimo P. Francisci
Baerlii de Magni Basilii vira iraclatui , jam lunc
masina cx parte impresso , inserendam . Id ego
præstili co nodo , quo ibi oclaro et tricesimo cac
pile in hoc secundo Junii tomo legitur. Alyne ea
occasione incidi in RitualesGræcorum librosmullos
ac varios; cosque carpi el cvolvere curiosius , el
com nosiris Latinoruin conferre. Cum avlem Ec
ciesiain Græcam 3 Luotine hic non niodice discre
pare animadverlerein , onerie preljum esse exi
stimavi lolanı seriim divini olicii , apud Græ
cos celebrioribus dicbus usitali , a nemine mucd
 AD ACOLUTHIAM OFFICII GRÆCI DISSERTATIO ONOMASTICA . CCCSVIE
sciam , usque adhuc pro diguilale explicatam , po- A verba solius Typici : 'Estépa, oův dv th dyputovi
nere ob oculos , et quasi perpeluo commentario ddojev axoloublay adv yeyovutav tapa toŰ Év dyious
illustrare. Natpos huiwv 'lwávvou untpotoaltou Etxaltwv. Ve.
2. El vero si bic opus est appositione exempli, spere in pervigilio canimus acoluihian sanctoruni
(Basilii Magni, Gregorii Theologi, et Joannis Chry
posse ullum aplius, quam officium illud , quod po - soslomi) compositam a sanclo Palre nostro Joanne
nitur in solemni commemoratione trium doctorum metropolita Euchailorum . )
Græcorum , Basilii , Nazianzeni et Chrysostomi:
tum quia a præcipuo hujus lomi argumento , vila , 3 . Ubi obiler et quasi per transennam observare po
inquam , Magni Basilii alienum non est ; lum quia, lest eruditus lector, officium divinum a Græcis &xo
uli Menæa leslaolur, superat quidquid in illo ge- doublay appellari : non aliam fortasse ob causam ,
nere editum est hactenus , et in posterum edelur. quam quod omnes ejus parles aplissime cohærescant
Hoc lam præstans horarum canonicarum officium inter sc, el aliæ alias consequantur : quippe quod
acceplum referre debemus Joanni Euchailorum an- consequi , est apud Latinos, hoc est apudGræcos
iistili , qui quo major essel populi erga insti- axoloudstv . l'l aulem res lola clarius intelligatur,
lutam a se trium illorum doctorum celebritatem B placet quædam nomina eo speclanlia , et passim in
religio , boc oflicium pro sua industria con - quocunque de peculiaribus sanctis oficio recurren
cinnavit , quotannis in Græca Ecclesia die 30 lia , alle explicare. Mihi enim verissimum videri
Januarii recitandum : quod cernere est tam ex sulet illud, quod scile omnino sapienterqne in Cra
Typico S . Sabæ , quam ex Menæis. Menæorum lylo pronuntiavit Plato : qui reruin nomina penilius
verba invenies in nostris S. BasiliiActis ,capite jam perviderit, eumdem et res itidem ipsas funditus er
supra diclo. Quainobrem salis habebo huc proferre ploralas comperlasque habilurum .

DISSERTATIO PRÆVIA .
De ouibusdam generalim ad acoluthiam Gracorum spec!anlibus.

& I. Quid sit erhus sive conus et quotuplex ; quid C nis old teogapwv, vel si mavis una quarta sub
lroparium , slicherum et sticbus ; quid idiomelum . principali descendunt. ,
4 . Quemadmodum in Ecclesia Latina, sic et in 5 . Neque dissentit Allatius : qui cum in prædi
Græca, oſicium divinum conciniturmodulale. Per. cia dissertatione, pag. 51, eamdem lonorum par.
peram lamen existimavit Meursius fixos, quæ vox lilionem , brevius quidein , sed minus distincte es
in rituum Græcorum codicibus recurrit frequen - posnisset ; de eorum libro sive octæcho dicere
lissime, significare i canticum . , Meursii erratum aggreditur : et « Canones omnes , inquit, sive tro
confuiant Jacobus Goarus cl Leo Allatius : hic in paria , el quxcunque aliæ canciones in hoc libro
dissertatione i De libris ecclesiasticis Græcorum , contentæ , ita disposile sunt , ut quæ primo tono
pag . 66, ille in Euchologio, pag. 206, ubisic loqui- concinuntur, omnia simul primuin sibi locum oc
tur : « Proprie hxos, in cantu Græco ecclesiastiro, cupent ; quæ secundo, secundum ; quæ tertio , ler.
jilem est quod « tonos , in Latino. Habent autem lium : et sic de singulis, donec ad obliquum quarii
Græci suos octo tonos, a quibus libellus 'Oxtúmxos , id perveniatur, qui inter tonos ultimus, ultimum quo
est, i continens oclo lonos, , dicitur. Qualuor toni que sibi locum vindical, el cantiones eo nodula
friores simplicem appellationer sont nacii : fixos læ ac commensuraliæ , ultimo quoque loco repo
a ', primus ; fixos B', secundus ; hxos Y', lerlius; • nantur. Continet aulem tantum eroparia el canones,
fixos 8 , quarlus. Quatuor posteriores disparem sor- qui a primis vesperis Dominice ad finem usquemis
Taylou refúrou, scribiturque nxos red . a', lonus niero Anilur. Singuli loni ires habent canones .
obliquos primus : sextus est fixos Tod . ß ', hoc est Primum , åvastkolfov , qui in resurrectionis Domi
Taylou oautépou, lonus obliquus secundus. Tertins nicæ ; secundum , otaupoavaotáciuov, qui in Crucis
dicitur hxos Bapús, lonus gravis, propter moram et el Resurrectionis ; Tertium , qui in Mariae Virginis
vocis gravitalem inter illum canendum , quanquam laudibus celebrandis, versantur. El læc in octre
dicatur etiam nxos Th. y' Ultimus est ios chis antiquis habebantur. In recentioribus morio
TEM. 5 , lonus obliquus 4. , Earlrm repeluntur pag. additur pro singulis lonis canon , qui in fLESOVU
433 et additur : Toni primiqualuor vocantura xtlou vel ueTOVUXTLXOū ,mediæ sciliccl noctis oficio ,
precipui , obliqui, ministri ; eorumque a primis diciis dicitur. ,
in eo slat discrimeu, quod rucibus qualuor, seu so . 6 . Libri isti Græcis ecclesiasticis valde comimoili
CCCSFill PROLEGOMENA .
suini, imo pene necessarii; nam , ut leslalur Goa- A cæleris discreto sono accinilur. Ad objectum locum
riis pag. 434 , libros tolis musicis exaralos inter quod allinel, is nobis nequaquam officil : neque enim
canlandun rarissime conspiciunt, vel ctiain habent quidquam aliud ibi vult Codinus, quam super men
Græci : communesque ideo, et verbis et cantu , sam imperatoris a cantoribus concini idem illud tová
memoriæ lenaciter infigunt hymnos , ad quorum medov, quod co die canitur in ecclcsia. Huc accedit,
normam alios pari syllabarum numero constantes quod locóuehov ibidem in margine exponitur proprii
cantando inflectunt; ideoque eorum priinordia calle cautus canticum , Alque hæc marginalis expositio
licis aliis inscribunt, ut ad eorum regulam , se recurrit denuo cap. 10, num . 5, ubi narrat idem
quentes indiceal esse decanlandos. , Versus au Codinus, quibus cæremoniis festo Palmarum in
icm , qui in hunc fineni æquali syllabarum numero ambulacrum venial lampadarius, lampadem ferens,
alligantur, dicuntur Otixn po stposójola , Papebro. Coluinque festi proprium canticum decantans, ,
chius versus similares appellare consuevit. Hinc Grace tantum est addwy lov locóuenov præter
intelligitur quid sibi velint ea quæ leguntur sla - misso verbo, tñs topoñs. Jam vero quid est, ama
um in ipsa inscriptione promissi oflicii. Yao bo , i proprii canlus canticum , » nisi canti.
Hey stixnpå reporóuola . 'Hyos 8 . 'Qş yevvaios con peculiari ac proprio modulandi genere canlan.
év udpxuoiv. At vero non quilibet versus Oil- B dum ?
yapá vocilanlur ; sed soli illi qui paulo longiores S II. Unde dicta troparia el hirmi ; quis hornir
sunt , et ab Aymnographo ecclesiastico conscripti. Usus.
Nam versus breviores , el e Psalmis Davidicis, vel 8. A slicheris ad troparia venjainus. Troparium ,
aliis Scripturæ locis excerpli, appellantur otlyou. Hinc iniquil Goarus pag. 32 , vox generica est, el cunctis
orilur otiyoàoyla , quæ est allerva Psalmorum Da - canticis in Ecclesia Græca receptis communis ; Mo
vidicorum per versus recitatio . Non possum lauen dulum ubique interprelaniur... Quoad sui compo
asscutire Cangio , qui pulat otixos, versiculum , et silionem Lalinis Antiphonis similis est : quam
OtiXnpoy versum , Liline reddi posse. Cum enim vis antiphonam ulla ratione interpretari ne
(lil es jam dictis constat, et animadvertit ip . queamus. llanc vocem sic explicat laudatus Liga.
se Cangius) στίχος Scripture verbis , et στιχη- ridus , tanquarn si τροπαιάριον , από του τρο
poy verbis Hymnographi contexanlur , bæ voces Talou , derivelur ; et sil quasi Pæan sive hyin
versus el versiculus istud discrimen haud satis de- nus , in quo canalur victoria ; vel in quibus ol spća
clarant. Nolo lamen doyquaxeiv , sive contendere TOL, id est, mores alicujus sancti referantur. Verum
de nomine. Quapropler modo intelligi me sciani , Goar existimans dad toū epéneby verlere, vel pro
hasce Græcanicas voces in posterum ila Laline is a pinquius & Ted tportiis conversione originem duci ;
Lerpretabor. Porro otiymp& alia sunt teposhuola , alia ( Sive dicas, inquit, ob vocem in cautando varie
L8164eaa. Quæ sint reposóuola , dictum nunc est. versam et iuſexam , ) (quæ mihi ratio est, ut mo
'18 .6ueda vero sunt ea otixnpa, quæ (ut ait doclus dulum semper reddiderim ) « sive , quia canonar
Ligaridus apud Goarum p .206) peculiari sibi, gravi cha, dum troparium illud per commala suggeril, )
nempe el concinna, voce recitanda sunt, quasi Coloy (raro namque pulpitis asiant Græcij 1 modo in cho
uéìos , id est , propriam modulationen baben - ruin hunc,modo in alimın opeteta !, sive vertitur. ,
lia . Superest sententia alia , sed quæ plenie intelligi
7. Objicietur fortasse huic definitioni Co- ante non polesi, quam vis ac palura birmi decla
dinus , in libro De officialibus palalii CP. el De rala ſuerit.
officiis magnæ Ecclesiæ , cap. 7, 11. 23, dicens : 9. « Hirmus porro , , ul est apud Allatium loc.
Eisspxovtat xal oi fántai.. . . . . xal Yaddovotv cil. pag. 98,« est hymnus sive troparium , a quo re
LELÓMENOV tñs toptñs : quod ila verti: nosler liquoruin tropariorum , quæ in ea ode canerentur,
Greiserus : 1 Ingrediuntur etiam cantores, cauunto consequentia el series ducebatur. Idque ita esse
posse concludi , canticum aliquod nuncupari 1866 - archiepiscopi libro De lemplo , sacerdote el mysla
usov, quia festo proprium sit, non vero quia pecu- gogia . Addi polest Zonaras , commenl. in canones
liarem sibimodulationein vindicet. Per bæc save Anastasimos Damasceni, in procainio : Eipuds 61 aé.
Codini verba scrupulus , faleor, mihi injectus fuit fetal ús axonou lav tivà, xał táblv utaous, xalapo
non levis ;sed evanuit, quando vidiplura esse stiche. uovias ôtôous tois pet' aútoù tpotea pious. Il pos yap
ra ſesto coogruentia , quæ non inscribuntur 1816- To trysiguw pédos xäxeiva čuhulčovtal, xal tipos
usda . Ne longius abeamus; ldeles luos oculos , ¿xeivoy avagepójeva åpuošovrai te xai yaddoviai.
Leclor, in horum trium præsulum olliciun intende: xai tñ ápuovią toū usłwotiuatos éxeivou åxoloubou
el licet slichera omnia sint huic feslo propria quain Olv, ÖTE ouveipel xal out,exel autū rata s
quæ maxime, tamen non invenias alia inscribi lôió méłoç o elpués od spottáplov, « Hirmus appellatur,
dela præler slichera Nili Xanthopuli , id quoil co quod seriem quamdam et connexionem el ordi
probis argomento debet esse , non propierea nem canlus el consonantiæ tribuat consequentibus
canicum aliquod apud Græcos dici 18:04E- post se tropariis. Nam ad cantum hirmorum con
dov , quia feslo propriuin esi, sed quia peculiari ela formantur, el allemperantur etiam troparia, el de
 AD ACOLUTHIAM OFFICII GRÆCI DISSER TATIO ONOMASTICA. cc.cx
cantaulur non sine relatione ad birmos, quorum A vox psallentium exigatur, neque concinnus erit cas .
itidem vnelodiam et sonum imitantur. Vel indelus, neque suavis barmonia , neque melodia polerit
hirinus nomen habet, quod contrahat et connectat appellari, sed rociferatio inconcinna ei inamæna. i
sibi in melodia et cantu troparium . , Et certe Er- Zonaræ consentil Arcadius, consentit Gretserus.
pw , a quo birmus deducitur , significat Irabo el Sed si hoc ila sil, iria salis mirari non possum .
ficcio , ut patet ex illo, qnod Hesiolus in Theogonia Unum est, quod hirmus ab Allatio inter croparia
de Musis cecinit : reponatur. Alteruni, quod Cangius eli:m 'lô :óue
. . . . . . . . . . . . : tal All natpl hov aflirmel esse troparium . Tertium deniquc quod
"Υμνεύσαι τέρπουσι μέγαν νδον εντός 'Ολύμπου,
Ειρεύσαι τα τ' εόντα τατ' εσσόμενα πρό τ' εόντα, cem gencricam el cunctis canticis, in Ecclesia Græ
Φωνή ομηρεύσαι. ca receptis , communem . , Elenim tradita a Zonara
. . . . . . . . Hominum parrem atque deorum Tropariorum definitio, non compleciilur tanquam sua
Laudantes, magnam mentem exhilarant in Qiympo ; menibra aut hirmuin aul idiomeluni, utpote quæ ad
Neclenles præsentia , prælerila atque futura , nullius hirini numeros inflecluntur. Qui igitur idio
Gallure fundentes carlum . melum ol hirmus troparia esse dicuntur ? Qui vor
El quamvis Boninus Mombritius, patritius Medio - illa eroparini comniunis est o : nibus Ecclesiæ calle
lanensis, in sua elegantissima Theogoniæ versione, tionibus?
non videatur sensum Hesiodi satis expressisse, dum 12 . Hæren incertus animi, neque tamen ine pos
vertit : sum adducere, ut viros in riluum Græcorum scientia
ude animum . . . . . . . Illa apprime versatos, et boc nomine per lolum orbem
La
Laude animum voi rie exhilarant
palris : plerumque canen - terrarum celebres, aulumein loqui pugnantia, et hic
iles,
a vero abesse. Quid igitur? Vi hæ coruin loculiones
Quæ sint, quæ fuerint, el quæ venlura trahantur ; duntaxat in speciem pugnantes concilientur inter
tamen a significatione verbi E ?pw neuliquam re - se, totaque tropariorum natura intelligatur, ego
cessit. quidem sic slatuo : quamlibet in Ecclesia Græca can
10. Hirmus ergo, quoad licel assequi, sequentes tionem communi nomine appellari troparium , vel
modulos ad suam musicam inflexionem trahit, ale ob vocem , quæ inter canlandum multiplici ac di
que ideo non male a Goaro redditur tractus. Tra- verso modo inflectitur; vel eliam ob canonarcham ,
clum autem cum dico , nolim equidein cum aliquo qui dum per coinojala cantionem aliquam suggerit,
apud Allatium existimes, hirmum a tractu Ecclesiae varium vertitur in chorum ; ita ut lropariuin sit
Lalinæ non differre. Etenim , ut Grelserus noster veluti genus ad plures cancionun differentias sive
lom . II, de cruce , pag.2328 observavil, Latinoruin formas pertinens. Atque alterulro sensu , vel potius
Iraclos a tralienilo diclus est , non eo quidem utroque, et idiomela et hirmi el stichera et stichi,
quod sit norma ad quam concinantur subsequentia el cantiones reliquæ omnes jure merito nuncupantur
(nam Latinorum tractus talis norma non est), sed troparia . An enim cantio potest esse ulla , in quam
quod traction cantelur. Igitur cup Grpcoruin hirmus utraque illa ratio non conveniat ? Quanquam cancio
canon sit ac regula sequentium iropariorum , tra - nes illæ aliæ sive moduli, qui inter canenduin hir
clus Latinorum non item ; consequens est, ut alle mis altemperantur, non soluin propter alterutram
rum ab altero dilerre pronuntiemus. Est autem in - vel utramque rationem , scd eliam propter illam ler.
ler Græcorum libros ecclesiasticos aliquis, quihir . eiam o Zonara allalani, commune noinen Troparii
mos, secundum ocho conorum varietatem collectos, sibi vindicent, lanquam peculiare el proprium , id
continet, atque ideo elphondylov dicitur . que per antonomasiam aut per excellentiam .
11. Hisce explicatis videtur mihi jam redeundum $ III. Quid conaciuni, quis ejus inventur ; quid ca
ad troparia , et commemor: nda sententia Cangii, non , el quoluplex.
qui Zonarain seculus, ait inde troparia appellari, u 13. Duplex illa significatio , quam voci troparium
( quod ad molos birmorum PÉTOVTQi, veriuntur et supra dedimus, modo generica , modo specifica, si
infecluntur. , Zonaræ verba, quie a Cangio iit adioillatur, plana sunt omnia , nibil in doctissimo
hanc sententiam adducuntur, hæc sunt : Tportaola rum hominum locutionibus pugnans, nihil ambi
déyovtal, os mapas tous cipuous opetrójeva , xal thy guum . Et vero adınillelur sine ulla controversia ab
avapopay toū uchous Topos čxelvoUS TOLOÚJava: xal iis, qui norunt similes homonymias in ecclesiastico
τρέποντα την φωνήν των αδόντων προς το μέλος και Graecorum sermone esse complures. Vocalbula slia
aby pu @udy tūv elpuñv. El uh yap repos !xelvouso ul prieteream , unum xovtániov quam mulia signifi
tūv auta yaadóvtWV ( Obyros eu úvolto, oux eu puQuor cal ! quam diversa ! Significat aliud in commenti
stal od ukos , ojot évapubvlov, ouoddedosav yévol lione, aliud in divino horarum ollicio , aliud in lilur
co, all' & itxes xal avapuostov púrnua : 1 Troparia gia, iterum in ordinalione aliud atque aliud. Has
vocantur, ut quæ ad birmos verlonlur eosque re- signilicaliones singulas, in 'Apxiepatixo , sive libro
spiciunt lanquam modulationis subsidimail : vel pontificali Ecclesiæ Græcæ , operose perque crudite
etiam , qua vertunt canentium voces ad modos 114 - explicat Isaacius Haberlus, doctor Sorbonicus, lunc
dierosque birmorum , Nisi enim ad corum normam abbas S . Maria de Allodiis, postea Vabrensis eri
 cccxx PROLECOMENA.

longum est enim afferre oinuia . At vero cum biccia perſecil, ita ut contaciorum ab ipso composilo
Græcorum åxodoublay evolvendam susceperim , rum copia millenarium excedai, in pace vitam fini
necesse est dicere, quid , xovzáxtov , saltem in ea vil. »
signilicet. « In oratione, , inquit ibi Haberlus pag. 16 . Verum (id quod pace viri canli dixerim ) biec
59, « seu divini borarum oſlicii recitatioue vel de- Mencorum verba indicant quidem , conlacia , a san
rantalione, coniacium estgenus quoddam modula- clo Romano composita fuisse quam plurima; sed ab
lum hymni seu coniici ecclesiastici, cæteris simpli- ipso ſuisse primum adinventa non indicant. Præterea
cins, iisque brevius, quale singulis diebus festis sancti Romani ſestum in Menæis sic indicitur :Mvh
proprium est : une Kovtáxcoy tñs fuépas conla- un toù boiou llatpos nuwv 'PonavoŨ TEOLTTOÙ
cium diei vocalur. , Tum subjicil exemplum con - xovtaxlwv. Ubi observandum est, TOIT TOū TWY XOV
lacii ejus diei in quo de contacio scribebat, qui eral taxlwv, poelæ sive conditoris contaciorum dici;
dies sacer sancto Georgio . Non est in animo exein . non supstoũ inventoris , quo pacio loqui Menæa
plum illud transcribere, quia alind in ollicio horum debuissent, si voluissent contaciorum inventionem
triuin sanctorum mox inventurus est lector. D . Romano allribuere. Miror sane acutissimum
14. Porro ex hac Haberti descriptione efici cogi- llaberlum ad hæc non advertisse animum , non ad
que polest, contacium profuere a dictione xove verlisse Morinum , non Gretserum , non viros alios
TÓS , rem brevem significante. Neque vero placet Li. eruditos. Atque hæc mibi dispulanti venit in men
garidius , qui audel årO TOŪ XOVTOū ab hasta sive ja . lem Ligaridii, qui lesle Goaro, inventorein tropa
culo deducere xovtáxlov , perinde quasi forel conta . riorum facil Chrysostomum . An Ligaridius babeat
cium oratio quani vocamus jaculatoriam .Non enim auctorem idoneum , non scio . Hoc scio , circa ala
xovtós jaculum proprie significal; licet Joannes lem Chrysostomi in usu fuisse troparia ; quia Ce
Morinus De saeris ordinationibus pag. 230, id velle drenus memoral, anno octavo Leonis Magni impe
probare videatur ex illó Honieri versiculo Odyss, 1 : ratoris, Anthymum ac Timoclem tropariorum poe
Aůtap ėmis yeipeCoi dapur nepiunxea xortor. las innoluisse. Molesla ſorlasse lecton acciderit
Hunc Homeri locum si Morinus adiissel, vidisset bæc qualis qualis ad inventores digressio , quare ad
luce clarius, xovtós non esse jaculuin , sed prælon- propositum revertamur. Contacium ergo subsequi
Latine quoque conius diciam ; ibi enim facit Home genus in Dei vel sancti alicujus laudem ita con
rus Ulyssem narrare , quomodo appropinquantern c struclum , ut quasi compagem , ædificium , fabri.
ad lillus Polyphemuin delruserit, arreplo immani camque virlutuin ejus et gloriæ videatur compo
conto . nere : et ideo xovtaxlw opponitur, ut eo amplius el
15 . Sed juvat iterum audire Haberlum sic prose - diffusius. » Explicationis clarioris causa , subdit
quentem : « Hæc autem contacia inventa sunt cir. Goar : 1 Itali quoque sua poemala habent •
ca annum Domini quingentesimum , sub Anastasio Slanze sua lingua , id est domus sive babilacula
jinperalore. Inventa , inquam , divinitus a Romano dicta . 1
(Eineseno) diacono ; qui, dum in quadam Deiparx. 17. "Q8h, autem vel canticum quid sil , nolius
warritur in Menæv Græcorum (Jie 1 Octobris) ; TO Quis enim Mosis, !labacuc aliorumque prophelarum
yaploua , inquit, tñs ouvátews (legendum ouVtásaws) cantica ignorel ? Solent autem novem Scripturæ
Tūv xovtaxlwy Kabev, éttegaveions aútä täs ÚTEP- sacræ cantica , secundum ordinem el ſerias, in Ma
aylas O otóxou xat' Evap, xal cóuov yaptou ŠTELOOÚ- culino recitare Græci. Primum quidem Dominica el
σης και κελευσάσης αυτόν καταφαγείν "Εδοξεν ούν feria II , canticum Mosis ( quod exstat Exodi rν,
ávoigai td othua xal xata tleTV toy x & ptry (Av el in Roinano Breviario seria v, ad Laudes ), 'AowueY
η εορτή του Χριστού γενεών), και ευθέως έξυπνος ο τω Κυρίω, ενδόξως γαρ δεδόξασται, Cantennas Dommi
Yevójevo , åvabas ¿v to kubwvi, noEato fáaleivono : gloriose enim magnificalus est. Secundum
'H llapoévos oņuepov toy Ú TIE POÚGLOV tixtel. Kal (quod est Mosis canticum alterum , ex Deuler,
TiOchoas xal tūv AOLTÓv doprūv že xovtáxia , addź XXXII , et in Breviario Romano ponilur Sabba
on xul tūv ÈTELSHuwv & yiwv,ws & vai to Teañoos tūv ad Laudes), incipitque Ilpódexe, oºpavè, xalla
Ún ' autoū yevouévwv xovtaxiwy ÚTÈO Td yeala, èv anow . Audite, coeli, quæ loquor, el canlalur hoc a
Eiphun Étes:607 . ^ Romanus diaconus gratiam Græcis ſeria n . Terlium ,'Estepsúon ti xapola you ¿y
coinpositionis contaciorum faciendorum accepit , Kupiy , Exsullavit cor meum in Domino, nempe cap
cum jo somnis apparuissel ipsi sanctissima Dei ticum Anox , ascribitur ſeriæ iv, sicut et apud
Genitrix , eique domum seu partem chartæ tradi. Lalipos. Quartum , Kúpie , elgaxhxoa thu axohv
disset, manducare jubens. Visus est ergo os ape. ou , Domine , audivi auditionem fuam , canticum
rire et charlam absorbere (erat autem natalis scilicet Habacuc, a Lalinis ſeria sexta dici solilom ,
Cbristi dies), atque confestim sonosolulus, am . feria v usurpatur a Græcis. Quintum , quod est
bonem conscendens cantare cæpit : Hodie Virgo canticum Isaiæ , non illuil quidem quod est Isaiæ
supersubstantialem paril. Alquo ubi reliquarum XII, et incipil, Conflebor tibi, Domine, propouilur
 AD ACOLUTIIAM OFFICII GRECI DISSERTATIO ONOMASTICA OVASTICA . CCCXXI
.
que in Romano Breviario feria 11, ad Laudles ; sed A canones relali sunt, el qui idcirco libris ecclesiasti
quod Isaiæ cap. xv , v. 9 , incipit in Vulgata : cis accenselur.
Anima mea desideraril le in nocle , 'Ex yuxtos oppi- 20. Pergil Cangius et ail : « Canones prælerea
SE! TO TaveŪuá nou repos sė , o @ cos • boc , inquam exmateria quam tractani nomina sumpsere. Alii
Isaiæ canticum alterum apud Græcos proprium est enim åvastkoluol dicuntur, quod de Christi resur.
leriæ vi. Sabbato vero sextum , 'E6ónsa èv Olpe rectioneagant ; otaupusiilor, qui de cruce ; vexpú
μου προς Κύριον, sive canticum Jone, Clαnαi de σιμοι οι αναπαύσιμοι , φui le πιortuis; σταυρονε .
tribulatione mea ad Dominum ; et septimum , Euło- xpivoluoi, qui de cruce el mortuis ; Tapaxariel
Yatos el, Kúple ó Oeds tūv Tatépwv huwv, Benedi- xol, qui de solamine animarum ; ixetý LOL, sip
clus es, Domine Deus patrum nostrorum . Reliqua plicalorii ; splaðixol, qui de Trinilale ; goynati
duo, scilicetbeatæ Mariæ Virginis et Zacbariz pro - xol, qui de dogmatibus agunt, el sic de reliquis ;
phelæ , alio tempore decantantur. canones itaque in odas dividuntur , uda in troparji ,
18. Atque bæcnovem cantica integra,in eu :n quem ex quibus componuntur. Singulit namque (ut habet
jam recensui ordinem redacta, reperire est in veu alio loco idem Cangius ex Allatio ) troparia cogli.
'Avdolayiw sive novo Florilegio AntoniiArcudii, con nent plura aut pauciora, cuni curum numerus deter
linuo post Psalterium : « Secundum autem illorum , B minatus non sit. Troparia porro quandoque libera
Uçoceye, oupavě, xal dannow , quia correptionibus aut vaga relinquuntur ; quandoque primis literis,
et minis in pervicaces et perduelles Hebræos lonai, quasi annulis in verbis veluti calenula inseruulur,
omissum idcirco lolo anni decursu , solo Quadra. quam acrostichida anctores vocant. Non ab omnibus
gesimæ magnæ lempore lugubri, quo comminalio tamen illa colligendi ratio el modus servatur. Qui.
nibus et tristis augurii vocibus peccatores lerret dam alphabeti ordinem servant, ita ut primum ca
Ecclesia, canlandum resimit, » Ila Goarus, allegans nonis Iroparium ab A incipiat, et in a demum de
Horologii typum. Ιστέον, ότι η δευτέρα ωδή ουδέποτε sinat. Αlii in acrostichide θεοτόκια (troparia sunt
OTIXoaoyaitai, el un év jóvn thi ueyang Tercapaxo- odarum postrema, in honorem Virginis concinnala )
or xati thy oployv. Sciendum quod 2 caulicuin includunt. Alii extra eam suo modo agi ferrique ca
nunquam per versus recitalur, nisi Quadragesimæ nones suos sinuni, 1
magnæ lerliis feriis . 21. Alii primis tropariorum ljileris aliquam sen
19. Hæc de scripluræ canticis. Progredior jam teptiam contexunt; alphabelum alii, ettunc dicitur
aŭ canonem , quæ est pars Ollicii Græci bene ma - canon xatd adgaontov : et exemplum alphabeticae
gna. Quippe « canones (ut loquitur Cangius) in acrostichize exhibet Paraclelicum p. 16. Aliorum
Ecclesia Græca dicuolor hymni (ex perpetuo oda. " exempla varia exbibel aliquolies Papebrochius, oc
rum et tropariorum ordine ac serie ita appellati) , casione sanctorum quorumdam , aliam fere historiam
qui post Psalmos Davidicos, precesque , et alia vel encomium non habentium . Longe pulcherrimum
troparia, antequam finianlur divina ollicia , quæ dat nobis trium doctorum Græcorum officium , quod
noclurno tempore domiaut in ecclesiis exiguntur, jam paramus illustrare, exprimens primus clemen
cani aut recilari solent. Zonaras ad Canones Ana - lis hunc versum jambicum :
slasimos Damasceni : Kavwy déYETAL, őtt úplouévOY Tolonilor çüs, tpeis drīzser Hilovs.
και τετυπωμένον έχει το μέτρον εννέα ωδαίς συντε- Ηujus sensum Latine reddam alibi, Iolilent litteris
doúuevov. Canones igitur dividuntur in nove! Totidemque tropariis seu stropbis. Et rero, ne poslea
ndas ; inter quas lamen secunda nullibi apparel, hæreas, oporlet præmoneam , tantum abesse, ut
sed componentis in pectore reinanel ; post 4 ejusmodiacrostichides semper continuentur el pro
vero oden of canon interrumpitur tais 'Avayvi - xime cohæreant inter se, ut interjectos el dispersos
G€61. Tum enimo lectiones de Vilis sanctorum , quo - habeant elſ hirmos et troparia, mariyrica, theolo
rum eo die commemoratio celcbralur, aut de diei cia, aliaque, quibus exaciis resumitur canon : qui
historia , altiori voce ab sacerdole vel ab alio le- , si duplex est, ut est sæpe, allerius canoni continua .
guntur : quibus finitis reliquæ canonis odæ percur- lioni præponilur vor addos, pleruinque vero lam
Tuntur. Neque unus canon in uno o licio semper unins quam alterius canonis oda distinguuntur per
dicitur, sed interdum duo vel tres, raro qualuor, numeros lilleris alphabeti signalos hoc modo, won
pro plurium illo die festivilalum concursu , inter - a , b , Y , etc. Quæ oppia appositione proinissi exem
miscentor. Quanvis vero canonibus oda tribuantur pli clariora evadent.
povem , non ita tamen illud perpetuum est, ut ali- 22. At quinam fuere canonum auctores ? Infiniti .si
quando numerus earuin non imininualur. Quan est recensere omnes, neque id nostri ratio instituti
dnque enim tribus vel quatuor lantum odis inter postulal; cum eos omnes novisse ad Græcoruin
cluditur : unde canonibus nomen tow@ lou et tetpaw . acoluthiam intelligendum nihil intersil. Præcipios
dlou, , Triodii tamen nonien lalius palet : nam (ut lectorisuggeret lypici capul 6, quoit hic præteriri
pluribus et erudile demonstrat Allatius De libris haud polest. 'Istkov od xal couro , ws, eineo Exel od
ccclesiast, Græc. dissert. 1 , pag. 71), non solum Movačov èyurhun ayiou tevds xavóvas tūv dapopwy
canonem ex tribus coaslaplem odis complectitur, Tointāv, éluév ļoti xavwv coû xûp Kosud , apoxplo
verum etiam librum ipsum , in quem bujuscemodi TEOS: EI OŠ Toû xūp 'lwavvou xal té300V, toũ 'Iwav.
CASSINI PROLEGOMENA .
voy Tepoxpivstae el o toŰ xüp Begcpávous xal Étépwr, A composila , ersecranda putemus ; facit ejusdem ad
O toŨ xūp Deoq & vous repoxplvetalº apotilentéos ráp vuionem Romanam accessio anno MCCCLXVII patri
ÈSTI TÔV ( wv el ot toû xūp 'Iwono , outos tūvdose archalus sui quinto , in eaque (ut opinari licel)
Tūv tepotetluncal Trontūv• TOÚTWV 8è u th Syowv, ol perseverantia usque ad finem , id est usque ad av .
toŬ xūp 'Iwávvos. aütūv ôt uch turyavóvtwy, ol toũ Hum MCCCLIXIV.
xüe Deocávous. & TÓVTWY DE TOÚtwv, of toũ xūp 'lw 25. Philotheo in ista Catena succedit Andreas
ono tōv dolnov &TÓVTWY sepoxpivovtal. « Hoc quo- Cretensis archiepiscopus, de quo, lanquam magni
que sciendum est, si Menæum habet in memoriam Canonis auctore , quædam diximus 2 Aprilis, agen
alicujus S., cavones diversorum poetarum , si canon les de S. Maria Ægyptiaca el infra dicemus. Coli
adfuerit domni Cosmæ , bunc aliis præferendum ; tur 4 Julii aut Junii. Quintus in hoc dextri lateris
sidonini Joannis et aliorum , euin qui Joannis est pra ordine Joannes Euchailarum melropolitæ , est au
ferri ; si dumni Theophanis etaliorum , D . Theophanis clor, ut diximus, ejus officii quod hic tractamus.
præferri, ille enim ante alios honorandus est ; si D . Sequitur Georgius Nicomediæ archiepiscopus : cui
Josepbi, bunc reliquis poelis anteponi; si cæleri de varias panegyres, ad Metaphraslen imperile tradu .
fuerini, D . Joannis; si hi quoque defuerint, D .Theopha- clas, restituit Allatius , pluribus de eo agens in
nis; si hietiain , D . Josephi cæleris omnibus anteponi; Diatriba de Georgiis : quo autem vixerit tempore,
23. Ex dictis non lancum colligitur, qui quibus necdum comperimus. ProximiGeorgio et inler epi.
in canonum concursu anleponantur ; verum etiam , scopos ullimi nolanlur Methodius, Cyprianus, An:
quinam sint eorum auctores præcipui. Talium insi. Lolius : omnes nobis ignoli. Quis enim postremo
gnem calenam videre est anle Triodium , anno 1601, loco relalum credat esse S. Anatolium , sub Theo
excusum Veneliis, opera et studio MaximiCylbero dosio Juniore Constantinopolitanum patriarcham !
rum in Cypro episcopi. Ibispeclatur in fronte imago , Primum liceret verosimilius credere esse eum , qui
titulum libri complectens, sumpla ex quodam ma. Sub S . Theodora orthodoxiam restituit ; sed tunc
nuscriplo , duorum aut trium sæculorum slalem debuissel præponi Philolheo et cæleris intermediis.
babente : in qua imagine, ministerio trium genio . Claudunt porro banc seriem scriptores ex ordine
rum minorum duorumque majorum augelorum sæculari quinque , Leo Despotes, Leo Magister, Ba
utrinque slanlium , circumducitur quasi lorques silius Pegoriotes , Justinus, Sergius : de quibus ni.
seu calena annulurum viginti norem , muluo se bil docere possum .
complectenlivin , dependens ex sum ino uno ornalio Catenam prælaudalam in sinistro latere impleut
rique loreumale, Christum Dominum repræsentante; c er ordine monaslico scriptores quatuordecim . In
com boc per extinos angelorum laleralium humeros bis nobis cogniti sunt, Joannes Damascenus, et
delluenle versiculo : cum boc pariter educalus Cosmas , postea Majume
episcopus, de quo agemus 14 Octobris ; Joseplı,
οι τα μέλη πλέξαντες ύμνων ανθέων , communiter Hymnographus dictus , cujus Vitam
Hymnorum modulos hi composuere sacrorum . dedimus in Aprilis ; Theopbanes, cognomento Gra
plus, ob froulem contumeliosis versibus ab icono
Juvat hujus calenæ explicationem jam a P . Pape macho Theophilo exaralam , qui x1 Octobris solus,
brochio ad diem 30 Aprilis, tom . III, p. 788, exor et rursum cum fratre Theodoro sxvu Decembris
sam , islic recognoscere alque corrigere , juxta me commemoralur. Cæleri nobis ignoti sunt, Byzantius,
liores notitias postea acccplas. Siepbanus Hagiopolites , Georgius Sicelioles , Si
24 . Vuiuscujusque sacri poelæ icon dimidia , meon, Philotheus, Arsenius , Babylas, Ephrem C :
proprio habitus el ordinis schemale distincta , in - riæ , Andreas Pyrrbus sive Rufos , et Sludiles.
wa prædiclos annulos repräsenlalur. Et, ne vaga Quis aulem hic per antonomasiam ita diclus : An
Sxerrel conjectura , adduntur circum caput no- magnus Theodorus 1 At inter primos locari mere
Inina, ut solent in nuinmis : atque ita es dextro D batur?
lalere descenduni, Germanus, patriarcha Conslan. 26. Infra omnes, et quasi geminæ seriei vincu.
tinopolitanus , qui colilur 12 Maii , Adci causa lum , ponitur Cassia , de qua Theodorus Prodro .
sub Leone Armeno sede sua ejeclus : Sophronius, mus apud Allatium dissert. 1 de libris eccles. Græ
patriarcha Hierosolyınilanus, de cujus opera , in corum pag. 75, agens de canone Sabbati sancti :
restituendis Menzis cum S . Joanne Damasceno Opus quidem est, inquit, ad quintam ipsam oden
impensa , egimus 11 Marti : Philoiheus patriarcha Marci episcopi Hydruntini; ab ea usque ad nonam ,
Constantinopolitanus, ab anno MCCCLXII usque ad magni poelæ Cosmæ ; sed multo anle (Marcum ) ut
LXIV ejusdein sæculi : quem licet Wangnerechius ex non scripla traditione discimus,mulier quædam
noster, in libro De Mariana Græcorum pietale, ac nobilis , casta el virgo, cui nomen Cassiæ , ejusmodi
Leo Allatius inerilo sugillent , non solum scbi. modulationis prima fuit auctor, el canonem ipsum
sinalis litulo , sed etiam hæreseos in Georgio Pala- absolvit. Qui vero eam subsecuti sunt, melos ado
ina , Thaboritici luminis asserlore , laudatæ , ne mirati, indignum nihilominus judicantes muliebri .
tamen ejus opera omnia , in laudem sanctorum va - bus sermonibus herois illius Cosmæ cantiones
riorum et locupletationem sacrorum bymooram conjungere , Melos tradentes Marco , et bien os
 AD ACOLUTHIAM OFFICII GRÆCI DISSERTATIO ONOMASTICA.
consignantes, tropariorum compositionem illi soli A velim ; nimirum quod auctorum nomina singula
Com reiserunt. , Idem de Marco , Cosmnæ poema singulis canonibus præfigi solent, lamelsi interdum
supp!ente, apud eumdem Allatium dicit Nicephorus taceantur, quandoque etiam acrostielidi innectiad
Callistus, addens, quod ille id operis susceperii, ex finem . Atque hæc de communibus canonibus dicio
sapientissimi imperatoris Leonis mandalo. Alqui sunto .
Leo Sapiens, sive Pbilosophus, imperavit in conli . & IV . De Maano canone , dusologiis , theolociis ,
niis noni ac decimi sæculi : Cosmas autem cum catabasia , et apolylico.
Joanne Damasceno Boruil sæculo oclavo dimidio : 29. In triodio exslal allus quoquc canon, qui ina.
unde consequitur, ul Cassia , inter Cosmam el Mar. gnus appellatur, tum quia abundat cxquisitis grile
cum media , non amplius quo sæculo Marcum pre- vissimisque sententiis ; tum quia, cum cæleri cano
cesserit ; citra controversiam orthodoxa , et san . nes triginta , aut paulo amplius , Troparia conija
criore spirilu alla , quam illa quondam celeber - neani, isle ad ducenta et quinquaginta pr.vgreditur
rima Sapplio , ut Græcia Christiana gentili Græciæ Quod significatur hisce Triodii verbis : Adyet 03
e in boc quidein cederel; digna illa profecto , de uéyas xaviòn, lows & V TLS eltol, xal xar' autás éve
qua plura sciantur. Scirentur autem plura for - volas xal tà èv@uuhuata ... xal özl, tūv 2OLTWY XQ -
Iassis , si inveniretur prαclaudali Allatii tractatus B νόνων, ανά τριάκοντα και μικρόν τι πρός τροπάρια
De meiodis Græcorum , opus allegatum ab auclore ÉXÓVtWv, oúros els Olaxógia xal taevtixovta Topóst
pag. 82 cilalæ Dissertationis , ubi satis habet eo- oiv . Sed quidni ejus canonis auctorem ct argue
rumdem nomina dare usque ad sepluaginta et mentum ex eodein illo Triodio declarem ? Tojtov
onum , eaque non omnia, qualia huc transcribere Tiūvotws Xavóvwv ubyiotov dnevtov åpistw , xa!
nco gravabor. τεχνηέντως ήρμόσατο, και συνέγραψεν ο εν αγίοις
27. « Sunt autem , Anatolius , Andrcas Crelensis, lathe nuwe 'Avopéas, ó &PXLETELOXOTOS Kpions, o
Andreas Pyrrbus, Anthimus , Athanasius, Basilius xal 'leposołujlons dvojasólevos, 8süpunto dès èx
monachus,Basilius Pegoriola, Byzas sive Byzantius, Aquarroū... . låsav yap Dalaids xal Néaç istoglan
Cassia sive Cassiana sive Icasia , Christophorus Alaohxris èpavirkjevog, xal & poloas, ad capdy ne.
proloasecrela , Clemens , Constantinus Porphyro- uósato Médos, atid 'Addaje onaaon méxer xal autis
gennela , Cosmas, Cyprianus monachus, David , De. XPLOTOŨ dvaahtsws, xal toû tûv &TOGTÓWY xmpu
metrius, Dorotheus inoniachus, Emmanuel Palæo- Yuatos. Mpotpétetal yoūv Old TOÚTON Teärav yuxriv ,
lacrila , Emmanuel Phile , Ephrem , Euthymios mó oa puêv árald tñ ; loroplas Snaoûy xa ! dijeloce
nachus, Gabriel, Georgius Nicomediensis, Georgius apd; Dúvaju!vº 702 od tãy qaúlwy & TOQEVYELV, xal
Siculus,Germanius patriarcha Constantinopolitanus, del repos Deby ávatpexecv ded detavoia ;, ola daxpisov,
Hieroiheus monachus, Ignalius, Joannes archicpi. xal èEqualoyhtsw , xal tñs cians ondovótievaplotý.
scopus , Joannes Damascenus , Joannes Euchaila Ew ;. Ilaveis tosOŪTÓv tot:y EÚpous xal tupean,
cognomerilo Mauropus, Joannes Slauracius, Joan - ius xal authu thu oranportpav Yuxiv Ixavūs uadd
nes Zonaras, Josephus Sludila , Justinus Decadio , & a:, xal após åvadne iv eraloù desyeipal, el jóvov
cus monachus , Mauroleo , Methodius patr. CP. ons taldolto . Quod sic Latine reddo :
Metropbanes, MichaelPsellus, Nicephorus Collislus, Hunc vere ex omnibus canonibus maximum ,
Nicelas lleracleola , Nicelas Slechalius , Nicolaus, optime artificioseque tesuit alque conscripsit $ 80
Nilus Xantopolus , Paulus Ammonius , Philippns, clos Paler nosler Andreas, Crelensis archiepiscom
Philotbeus patr . CP . Photius monachus, Photius pus, cognomento Hierosolymitanus, es Damasco
pair. CP ., Procopius charlophylax, Romanus, Sie- oriundus.... Universa enim antiqui et novi raderis
phanus Hagiopolila , Stephanus Sabaita , Sergius historia , coacta in unum , ab Adamo usque ad Chri
Vagiopolila , Sophronius patr. Hierosol., Theodorus sli ascensum apostolorumque prædicationem , hoe
Colonita , Theodorus Sludila, Theodosius Lascaris, D perpetuom canticum deduxit. Adborlalur crgo per
Theodosius Syceola, Theopbanes, Theophilus in . boc omnem animam , ul quæ in historiarum monu
peralor, Timocles. I mentis cernit esse bona et laudabilia, ea pro viri
28 . Hactenus Allatius , sed ordine nullo : quem bus seclelur ; quæ mala , fugiat et averselur ; senie
ego, ut commodior esset, alphabeticum feci; lic perque ad Deum recurral per resipiscentiain , por
bentius utiliusque chronologicum dalurus, si de lacrymas , per delictorum confessionem , et per alia
singulis haberentur documenta idonea. El bæc alia hujusmodi placandi divini numinis adjumenta. El
possit esse causa Oplandi , ut alicuade prodeat eniin hic canon tam Quidus est lamque argulus , ut
pralaudalus deGræcorum melodis tractalus. Inle - mentem eliam duriorem satis cmollial, et ad sequen
rim jisdem merilo adnumerandus suggeritur no. dum honcslum decoruinque excitel, modo animo
minalus supra Theodorus Prodromus qui ipsos contrilo el debila cuin allentione psallatur. 1 Quæ
canones primus commentando esposuit ; Nice. quidem allentio ne desit, canlalur lenie, soov lu
pboro Blemmidæ , in oral. i de process . S . Spiri- gubri , el lernis ai iroparia singula prostrativ
tos. ideo dictus ó tūv lepôv KavóvwyTpWTOs sapne uibus.
Vioths. Est el aliud, de quo te monitum , lector, 30 . Tempus autem , quo Magnus ille canon in ec
CCCXXIV PROLEGOMENA.
clesia recitandus est folus (nam per paries recila - A lio major. Præter duplicem islam AoEologlav , ma
lur prima Quadragesimæ hebdomada), assignatur in jorem et minorem , esl et lertia , Tpeskylov dicla
triodio aliisque libris ecclesiasticis Toe Tin tñis a ler repelita roce "Aylos. nempe "Arios o DEOS,
Tréutions thouáãos tis Tescapaxostñs, hoc est, ärros lo yupos, äros doúratos, Éléncor nuās,
I feria quinta quintæ hebdomadze quadragesimalis, Sanclus Deus, sanctus fortis, sanclus immorlalis, mi
quæ hanc ob causain a Græcis peculiari appellatione serere nostri. Quando aulem etquomodo sit ille irisa
dicitur ſeslum toū neváhou zavóvos, interdum eliamid gii bymnus introductus, erudile disputat Habertus
Tiêu Torn toŨ zavóvos. Unde non immerito a Grelse- jn Libro Pontificali anle cilato , pag. 64.
ro nostro reprehenuitur Junius, quod dicat, ſeslum 32. Sed me revocant Ocotóxla, qux unde nomen
magni canonis esse Dominicain orthodoxise. Er invenerint, ignorarinon potest, nisi ab eo cui ignola
rat, inquit Gretseros, miore suo solemni; nam Do- est Nestoriana perfidia : paucis ergo id expediam .
minica orthodosi erat prima Dominica Quadrage. Torluosus ille coluber (sic ab Alexandrino Cyrillo
simæ : 1 quæ ralio plana lil cum ex aliis,tum maxi- nominatur Nestorius)beatissimam Virginem Mariam
ne ex typico S. Sabæ cap. 42, cujus titulus est, Auk. peruegabal esse Osoróxov sive Deiparam ; asserehal.
tabus tñs Teputnsxuplaxñs tūvdyiwyyn Ste!ūv, tol que polius Xplototóxos el & vo pw Totóxov, seu Chri
ris opoôoglas. « Ordo primie Dominicæ sanctorum B stiparam et hoininis genitricein » esse dicendam .
jejuniorum rel orthodoxiæ . 1 Prima quoque ver . Hanc impietatem non luleruntCatholici. Ergo raria
ba illius capitis hæc sunt: th xuplaxñ cñs opgooo- contra Nestorium coguntur synodi, ejusque bæresim
Elas. Quid vero Junium in bunic errorem rapuerit, condemnant; et inter alias Epliesina , quæ sic fulmi
mihi quidem non est divinalu dilicile . Agedum , fan nat : Ei tis Oůx quoaoyei Oedy slva: xats & hoelav
ciamus periculum . Prima illa Quadragesimæ Dumi. adv 'E :44 &voura, xal Oick to to Ocotóxov Tiv aylav
nica (quain ex restitulo imaginum sacraruin cullu , Ilap évov (YeyévvNXe yåp oapxixūs оápxa yeyovÓTO
el hæreticis proligatis opluôosias, quasi reclæ fidei CON ÈX DEOÙ Aóyov). &válena Gotw . « Si quis nor
nominanı) vere recteque fidei professionews emil- confitelur Enmanuelem verum Deum esse, et ob id
lunt Græci, el singula religionis capila , palam el in sanclam Virginem Dei genitricem (genuit enim
aperlo , voce alla conlilenlur, sectariosque el eoruin illa incarnalum Dei Verbum sccundum carnem ), ana
hæreses longo ordine ileralis anathematis dam - thema sit. • Ex hoc autem tempore ros Ocotó
nant. xos in explicando Incarnationis mysterio obtinuit
31. Hæc apud Philotheum patriarchain Constantie eumdem usum ac principatum , quem in mysteria
popolitanun aliumve legeral fortasse Junius ; cum - Trinitatis ante obtinueral vos ouoougios. Ut enim
que novisset, plurium conciliorum sanctiones et in Trinitatis mysterio lota fidei catholicæ ratio al.
" Dalhemalismos vocari canones, venit ipsi in men - que professio uno consubstantialis vocabulo conli.
lem cogitare, Magnum canonem esse longam illam neri putabatur ; adeo ut lanquam lessera quædam
sacrorum dogmalum atque anathematum seriem , haberetur, quæ fæderati sociatique Catholici mutuo
quam modo diximus. llis aulem ila constitutis, ceu sese discernebantab hostibus, el contrarias sibi in
sen ' fieri poluisse, ut Junius prima Dominica Qua. vicem Sabellii et Arii hæreses una plaga conficie .
dragesimæ festum Magni canonis agi non arbitrare- bant ; sic ad profitendam distinclias lucarnationem ,
lur ? En igitur stirps ac semen Juniani erroris longe præcipuum in voce OEOTÓXOS momenlum a Catholi
verisimillimum ; el simul addisce, quanluin peri- cis constitulum est ; el quam isti in tuenda illa voce
culum erraudi adeant illi, qui anle de aliqua re di· constantes, lam eadein oppugnanda pervicaces ad
cunt sententiam , quam intelliguri quid sit id de versarii fuere. Alque ea causa impulit Græcos, ut
quo dispulelur. Nos disputaturi mox de Ocoto - preces et obsecrationes , quibus divini officii lem .
mlous , periculum istud forinidare mininedebemus ; pore opem magnæ Matris implorani, Ozotóxla ap
quia Ocotóxlov quid sil, jam nunc instituimus dice. pellandas censuerint. Scila profecto el ulilis appella
re ; nempe ultimum odarum sive canticorum iropa - lio : nam quotiescunque vel litulum barum precuir
rium , quo aliquod Virginis malris præconium , et intuebanlur (intuebantur autem sæpissime), non po
quidem accommodalum lempori, continelur. Solet lerat non ipsis venire in mentem , el lidem profileri
aulem in ofliciis ecclesiasticis contracta hac nola orthodoxam , et impietatem Nestorii exsecrari. Milto
non raro depingi ; el anle penultimum troparium to, dicere quantopere ex tam multis lamque variis Ozo
Aoka Natpl xal riğ xai árico llrevyatı, Gloria coxlous, in quovis horarum ollicio recilari solius,
Pairi, el Filio el Spiritui sancio contracle lac Mariana pielas Græcorum eluceal : lioc eniin pe
figura notatuin conspicitur ; sequensque ver culiari opere facere incæpit nosler Simon Wagne
Siculus, Και νύν , και αιεί, και εις τους αιώνας recchius, editis Centuriis quinque chiliadis prius
cür aicrwr, Einunc el semper et in sæcula sæculo - ejusmodi theolociorum , aliis copla continuanda
rum , to Ocotoxlu semper præmillilur. Non possum relinquens.
quin hic etiam verbo adnolem , Gloria Patria Gräe - 33. Qeotoxlous interdum subneclitur xataba
cis dici Aogoroyiav ulypáv, sive glorificationem mi- cia . Sed de hac voce allum silepi auctores oinnes,
porem ad differentiam lymni angelici, Gloria in quos mihi videre unquam licuit , præler unum
excelsis, quæ dicitur AoEodpyla meyainsive glorifica . Cangium . Hic ſatelur ejus vim ac significationem
 AD ACOLUTHIAM OFFICII GRÆCI DISSERTATIO ONOMASTICA . CCCXXV
nescire se , ſacilque conjecturam aliquam ex signiſi- A Kúple o ODS nuôv, EQT ÉSTELOV Huiv Súvahiy LE
catione vocis aváhasis , ita scribens : « Quid hac voce üçous dylou cou, xal evlcxusov nuas atpoootpecv
Græii intelligant, nondum sum asseculus, visi ul Gol Quolav &valudytny, clc. « Domine Deus noster,
αναβαθμο! fuerint αναβάσεις καρδίας seu ευσεβείς enille nobis de excelso sancto tuo virtutem ;
Tospl OcoŨ Loylouol,ut loquitur Suidas,, hoc est, as- el corrobora nos , ut tibi oferamus hostiam
census animi seu piä сngilationes de Deo : e ila xa- incruentam , » elc. At vero cum vox illa tEA TOOTEKA
tabaseis fuerint quasi descensus, seu de humana àov non occurrat in modulis illis omnibus,non video
fragilitate cogitationes. , Sicut ubique, ila el bic quomodo hæc Cangii sententia , tanquam probabi
summain viri eruditioneni veneror, pari modestize lior, admilli queal.
conjunclam ; ista tamen ipsius conjectura videtur 36 , 37. Tam mullum molestie non lacessil vox
mibi ne probabilis quidem ärodutlxlov . Banc breviter ac recie explicat doctissi
34 . Cur autem ila videalur , cognoscere ut possit mus Eichologii interpres Goarus pag. 32. < Finis
lector, quasi ea quæ oculis cernuntur, sufliciet illi oflicii å tóduous est, sive dimissio :Modulus ille qui
vel unicusmodulus ex jis, quibus in secuturo oflicio terminando oflicio idoneus censelur , &toauth .
Katabarla inscribitur, sic procedens : TD otspświa xlov est : el quia varii sunt. hujusmodi versus ,
TÛV GIL GOL THETEOLOOTWV otepéwoov, Kúple , thy 'Ex- B is qui diei illius proprius est, à toutlxlov tñs nus
xaqolav, flv exthow to relil gou aipati. Firma- pas audit ; el vocem aliam , otixnpdv videlicei,
mentum confidentium in le , Domine, firma Eccle- subaudiendam postulat. » Etpag. 121 adjungit, e non
siam , quam scquisivisti pretioso luo sanguine. ) tanlum officii completi fini , verum et parli ejus
Huc animum , buc oculos, lector. Quidquamne est prolixiori, signanter ab altera diverse, suam &nó
in hoc modulo quod memoriam excitel ad cogit: Quorv et terminum assignari. , Hic vox ipsa & nb .
tionem fragilitatis humans ? Atqui hujusmodi sautàvois mo commonel ut missum quoque faciam lec
moduli cæleri oinnes, quibus vox isla præligi. torem , jam forle faligalum legenda nimis longa circa
lur, ul postea constabil. Jgitur alio converlendaterininos solos dissertatione. Verum , cum sitin moro
mens est, alia facienda conjectura. Ego, ut quod posilum instituloqueGræcoruin, ulpronuntiala 'A TO.
sentio in re obscura , id libere proloquar, Kataba - dúoews formula , quandoque aliquid superaddant ;
ola non pulo esse troparii modulive genus, scd dabis mibi hanc veniam , erudite lector, ut ego hic
aliquam proprielalem toni ; ila ut idem sit quod quoque superaddam aliquid de Typico, ejusque lij .
rocis depressio , demissio , et (si musicis placer) storia . Typicum liber Græcorum ecclesiasticus est ,
eliam descensio Hanc mihi menteni injecit Ha- qui quid quoquo die in ecclesia lempore divini olli
giopoliles ille seu liber ms. de musica ecclesiasticacii recitandum agendumve sii, facilimethodo præ
Græcorum , quiapud laudalum Cangium verbo que scribil. Varia aulen initio fuere Typica, ita ut cs
vt inter loni proprielales novemdecim , collocat sent lot ferme quot ecclesiæ . Sed tandem labenti
octavo loco xatábagja. Nain apud Græcos nihi bus sæculis primas obtinuit illud, quod S . Sabæ
lc plus mibi videlur interesse inler xatabaclav nomine insignitur, el quod sanclus ille abbas, a
el xatábaoua , quain inter descensioneni et de. SS . Euthymio el Theoclislo accepluin , suis mona
scensuin apud Latinos. Sequitur ergo ul xataba . chis Hierosolymitanis præscripsit, unde el Hicroso.
ola in ollicio ecclesiastico rectius dicatur esse qua . Tymilicum a nonnullis dicitur. Porro, cum barbaro
si signum aliquod, quo indicelur canlori, proximnum rum incursione intereidisset, restitulum esl sludio
troparium succinendum esse depressa voce minus ac labore S. Soplironii patriarchæ Hierosolymila
que elala . ni ; deinde el a S . Joanne Damasceno rerum theo
35. Nequeminus dilicile est dicere, quid sit 'EEQ- logicarum peritissimo innovatum fuit, et ab omni.
parium ; sed per quid ab aliis diſſerat, variæ sunt censis in Dialogo contra hæreses. Alyue hoc est
maximeque discrepanles sententiæ : quas paucis D illud Typicum , quod inibi in hac re longe obscuris .
videtur complexus esse Goarus pag. 27, ila interro. sima, nullius Irila vestigiis, facem prælalurum con
gaps : « Num ille hymnus est, ad quem concinendum fido, et quod hic reperies a me sæpenumero nomija
in chori gremium millilur aliquis ? an talis alius nari. Iinpressum autem illud liabelur Venetiis una
qui in sancli vel inysterii alicujus inemoriam & cae cum plerisque hujusmodi libris anno 1603 apud
TOOTMetal, emillalur ? Num potius is est qui mit . Antonium Pinellum , sicut illud mulla accurationid
lendam Spirilus sancli gratiam advocet ? vel deni- einendaveral Josaphat bieromonachius , ex Anuro
que qui, justa docui Ligaridii sensum , ſere semper oriundus, sanctissimo domno Gabrielc patriarcha
de apostolorum in orbeni dispersione et prædicatio - lem thronum obtinente . AlquiGabriel Flamua pa
ne, aperte vel subobscure memoriain habeal? , Cerle Iriarchalum Venetiis obtinuit juxta Ughellum ab
jonge videtur probabilius , inquit Cangius , ila anno 1584, ineunte Januario ad 14 Julii anni se
appellalum ejusmodi hymnum a voce 'EEA TOSTEL- quentis ; unde intelligas coram illam annis octoile.
lov , quæ in iis fere semper occurrit , ut est oratio ciin prius impensam operi, quam illud typis adıno
illa in liturgia Præsanctificalsrum , id est, missa in verelur. Si quæ vox alia obscurior vccurrat, eam in
qua jam antea consecratum corpus Christisuinitur. Commentarii scrie explicabimus.
PATROL. GR. XXIX .
CCCXXVI PROLEGOMENA .

ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI

Es Typico , Menæis, aliisque Ritualibus Græcis impressis, interprete Nicolao Raymo
societatis Jesu .

CAPUT PRIMUM .
De minoribus Vesperis.
38. Exploratis jam iis omnibus, ex quibus oNi- A qui accendendis in templo luminibus præesi. Et sic
cium Græcum , veluti ex totidem principiis ac ele . muneris istius ratio plene cumulaleque exprimitur.
mentis constituitur ; proximum est, lit tolum tri. 40 . Quod Typicum supra dicit, candelaplen etiam
plicis festi ollicium repræsentem , ad fidem liberan- signo convocare populum , id non opinor universim
dam meam . Facio aulem inilium a Vesperis , verum esse : cum Cyrillus Scythopolitanus , Joannes
quas scilo apud Græcos diebus singulis esse binas. Moschus,et TheodorusSludila eas partes canonarchæ
Alize namque majores sunt, minores aliæ . De tribuere videantur. VerbaMoschi el Sluditæ referam
minoribus agit Typicum S. Sabæ , cap. 1, ubi sla - inferius aliud agens. Imo vero qui hoc signum edil,
tim post bunc titulum , Elonses TOū uix poū OTTES! is a Codino cap. 1 , pentade 5 (si tamen hoc caput
vož, hoc est, « Nolitia minoruin vesperarum , ) sic Codini sil), haosuváxtris, seu coaclor populi, appel
habet: 1p0 toŨ Būval tov häsov, YOUv tre pi őpavôexa. Jalur, elinter munia ecclesiastica ponitur tanquam
my cñs huépas, ávé pxetal xavonaátitas,xal to ei peculiare aliquod, a cælerisque sejunclum : Lanlum
HETávolay tŷ T.POEOTūti, xai xateow onpalvel to abest, ut candelaples id sibi semper ac ubique vin
uixpóv. < Ante solis occasum , videlicet circa hoc dicet. Quapropter non temere ego existimaverim ,
ram diei decimam , ascendil candelaples, corporis- duo illa niunia, laotuvántou et xavõrdántou , alibi
que inclinatione veneratur præsiden seu abbatem ; B in duos distribui homines, alibi coire in unum . Jani
elpostquam descendit, pulsat signum minus. ) vero cum Typicum S . Sabæ aflirmel, signum a can
39. De hoc signo antequam dicere instituo , de delapte dari, quis non vidcal in ipsius Laura unum
ipso candelapte pauca dicam , ut omne errandi peri- solum utroque isto munere funclum esse ? Atque
culum avertatur. Sanc Meursius elGrelserusnoster, ecce via facilis el expedita adducendi in concordiam
quanquam florerent uterque lingua: Græcæ scientia , codices, qui prima fronte sibi mutuo adversari vie
lainen hujus notionem nominis asseculi non sunt, dentur.
propterea quod radici sive nomini Græco xavoh - 41. Nunc de signo, quo Græci ad templum convo
da notionem eamdem subjeclans essepularent, alque cantur, dicendum esi, el audiendus Allatius, qui in
Latino candela : in quo errabant velementer.Quippe dissertatione de recentiorum Græcorum lemplis
ad xaronia significat lampadem , siculi possuin de. pag. 101, sic infil : « Campanas el campanaria (ita
monstrare ex variis scriptorum monumentis. In illi campanilia vocant) etiam apud Græcos, postre
orimis Hierosolymitanorum patriarcha S . Sophro- mis saltem temporibus, in usu fuisse, habeo ex
nius, in Vila SS. Cyri et Joannis ail : Kai jixody multis, sed præcipue es Georgii Pachymerz flislo
TOū tñs xavôňaas inalou tñs åvw topo tñs toŰ , ria , qui earum sæpius meminit, lib . vii. Toj 8 aủ.
τήρος εικόνος απτομένης λαβών εις ληκύθιον. ι Ει “ του μηνός μετά την τριακοστής του προς εσπέραν,
aliquantuluin olei ex lampade ante Servatoris ima- évtsDels àlxvw Ó 'Iwona, lovov o'x &TIVOUS ÙY, TOM
ginein ardeule excipiens in lecyıhum . , lleni cita . W tre pl éxátepa trapecouévwv, xal ÉTTEUOnuoúvtwy
lumn Typicum cap. 19, ad diem 16 Januarii : Alô - Tá apontif tothpia to ' Üjevois xa! xpótols &VO púrwv,
ται δε και άγιον έλαιον τοίς αδελφοίς εκ της κανδή- έτι δε και τών της εκκλησίας συνακτηρίων κωδώνων,
das toū dviou. « Dalur el sancluin oleum fratribus els od Toatplapyetov å váyeral. Olot Toù xkn pou , ub
ex sancti lampade. 1 Alia ut præteream , lestalur als try &ITTE OLV v úuvoolav xal' tauto 's extedesav
Cangius dici apud Codinum , de Antiquitatibus Con - TES, ĖTel 8p pos nv, xal topds hy èxxanclav årsav
olantinopolitanis , xavonia vaalvn , hoc est, « lampas Twv, xaid to givnoés oplo!v, tautois &batoy TÓv
vitrea. , UndeGoarus pag. 560, Meursiun et Grel- vady XATEVOOUV, ú ; unod onuévapois xal xúôWTIV
serum jure merito coarguil ; asseritque, tò xavônaco + Opololévo!. I lloc eodem mense , post diem triçe.
Toins duci, non a candelis , sed a lampadibus accen - ' simium , cum advesperascerel, leclicæ impositus Jo
dendis. Al vero, quoniam est in Pentecostario ó xay- scpli, lanlum non exanimis,multis binc atque illinc
Orhátttr,s GRETEL xnpia trávia xal tds xavôň concomitantibus, et præeunti pomp:e applaudenti
has, i candelaples accendit cereos omnes ac lame i bus, non sinelaudibus etstrepitu hominum ,nec noa
pades, i malim ego candelaplen interprelari eum , ecclesiæ campanis, quæ populum advocare solent,
 ACOLUTIIA TRIPLICIS FESTI. CCCXXVII
( reboantibus, in patriarchium deducitur. Qui autem A nulla , non magna admodum , sed penna anserinæ
( ex clero erant, vis vespertinis laudibus sejuriclim calamove scriptorio pervia . In medio tenuem ſuni
i absolutis, cum matutinum tempus adessci, el proculum continet. Qui populum ad templum est cose
« more in ecclesiam convenissent, inaccessum sibi vocaturus... ante fores lempli vel edito loco tabu
1 lemplum esse videbanı lanquam qui neque campa - lam prænotalam malleis duobus ligneis pulsat, non
i nis neque tintinnabulis ſuissentcongregati. , Huc sine aliqua ratione nusica, alque interim in gyruni
addit Allatius loco præcitalo , ex Michaelis Pselli ora - sensim volvitur : qua re fit , ut gravior cum non
lione nondum edita ad Constantinum monomachum ingrala raucedine sonus emittatur. Tabula , non qua
lestimonium tale : 'All' oů tráven teovo on tois latior, sed qua arctior est, quasi libræ scapus in
op zauois , oùół èq Ölocs toolELÔLÁDELS Tois opw . sinistro pulsantis humero quiescit ; ac ne pulsanilo
révols: t5syepsi váp se uéons vuxtos & xóów o ie- Jilabalur, funiculo prædiclo niordicus apprehenso
pis, xa ! Ocious êvotniwonon èõápediv. 1 Sed non relinetur : manibus enim non licet , lum quod , ca
omni ex parte oculis delectaberis, nec in omnibus apprehensa , sono non parum decedit ; tum quia
enim lelemedia
visibilibus gaudebis : excitabili enim nocle ulraque manus malleo impedilur. Ambabus enim
media nocle
sacrum iintinn abulum , et sacris incumb cs pavi inanibus pulsalur hinc inde , ut nunc quædam fre.
Dentis. ) quenlamenta , nunc quasdam pausas audias. ,
42. Ex his duobus lestimoniis recte conficil Alla 44. Cum autem dicit Maginis illam tabulam non
tius, cainpanas postremis lemporibus, id est circa posse leneri manibus, eo quod ea sic apprehensa
ano . Nil in usu ſuisse apud Græcos ; quanquam vecesse sit mullum
de sono decedere, videbitur
putem ego fuisse mullo anle. Etenim hunc Græcos fortasse aliquibus rejiciendus esse Allatius, qui
accepisse a Venetis sub annum DCCCLXXIV auctor est
manu sinistra leneri alirmat, et nihilomi vs
Andreas Dandulus, in chronico ms. el ex eo Sabel eamsuavissiinum edere concenlum . Al facile dissipalur
licus Ennead. 9, lib . 1. Sed direplo postmodum (ut isla ralio : quippe simanu apprehendalur, non ipsa
proscquitur Allatius, pag . 102) « imperii capite immediale labula,
sed funiculus ille quo Labula in
Byzantio , ditioneque reliqua Græcorum a Turcis medio libralur el paribus examinalur ponderibus,
occupata, campanarum usus in urbibus, in quibus lam clarus editur sunus , quam si apprehendatur
ipsidegupi, intermissus est, ne per aerem paluntes dentibus : quid enim ad sonum interest, manibus
animas, limor incussus, quiere qua fruuntur, expo ne an dentibus funiculus iste lepeatur ? Et veromi
liet. Ita fanatici illi homines , ex ethnicorum genti rum est, hoc non succurrisse Magio , delincauti
liumque rugamentis, de animabus philosophanlur. "C formam bagiosideri, quod (ut videre est capile se
Quapropter
Græcos sacerdotesGræci
in ecclesiam ligneo instrumento
convocandos, uluntur. Id, est
ad of
quenti) relinelur manu , funiculuin apprehendenlo.
An forte pulavit in bagiosidero non intercludi se
lignum binarum decempedarum longitudine, duorum num , intercludi aulem in illo alio, quod jam tracla
digilorum crassiludine, latitudine qualuor, quam mus, semanlerio ligneo ? Inepla el ridicula isthæc
optime dedolalum , non fissum aut rimosum , quod esset opinio : quæ enim hujusce discriminis ratio
manu sinistra medium tenens sacerdos vel alius adinveniri posset ? Huc accedit quod potius mi
(qui Aaos uváx.tou munus obire debel) dextra mal nualur sonus, quando percussa tabula pulsantis in
lco ex eodem ligno, cursim hinc inde transcurrens, humero conquiescit, uti fieri ait Magius. Hic igitur
modo in unam parlem , modo in alterain , prope vel nihil est quod nos cogat ad Allalium deserendum ;
eminus ab ipsa sinistra , ita lignum deverberat, ut nibil etiam cur fides abrogetur Magio , qui quæ hic
iclum , nunc plenum , nunc gravem , nunc aculum , refert , suis ipsemel usurpavit oculis : atque adeo
nunc crebruin , nunc extensum edens, perſecta non erit impudentiæ judicare, locis vel temporibus
musices scientia auribus
hoc ot uavchplov nuncupatur,magisque proprio ;noet diversis diversam fuisse pulsandi semanterii ratio
suavissimemodulelur
mine xelpootuavtpov , quod manibus leneatur iisque D nem . Ligoum vero, ex quo conficitur semanlerium ,
prædurum est el a Græcis opevoáxn appellatur :
pulselur,ad diferentiam alterius magni, quod uéras Corruple, inquil Allalius, eo quod non aliud ſue
ot,uav pov dicitur, es eodem ligno , et in lurribus rit, ut ipse quidem existiinal , quam opévoaje
sive campanariis , calenis ſerreis suis extremilati vos Theophrasti, el acer Plinii. Rectene an secus
bos appenditur. Illud est insigni magnitudine, ut hic censeat, non habeo dicere
quandoque sex palmos laliludo, unum crassiludo,
trigirila longitudo exæquet, malleoque pro magni 45. Hoc dico , usum bujuscemodi lignorum esse
ludine semanterii pulselur. 1 antiquissimum : id enim colligitur ex coucilio Ni
43. Hactenus Allatius, a quo llieronymus Magius cæno 1 , acl. 4, ubi Euthymius diaconus et mo
non nihil discrepat, in illo libro quem de Tinlinna- nachus pro episcopo Golihiæ bæc legit, ex mira.
bulis apud Byzantios, inter compedes scripsit. Ibi culis S. Anastasii martyris . épe on xal td ev Kai
enim cap. 15 affirmat, semanterium duobus pulsari σαρία της Παλαιστίνης γενόμενα υπό του αγίου κατά
malleis , neque adeo leneri manu. Juvat subjicere το δυνατόν ιστορήσωμεν: Πλησιάσαντος εν τη αγία
ipsius verba quæ bæcsunt: « Simandrum 'esse scias πόλει του αγίου λειψάνου , γνωστόν γέγονε, πάση τη
ligaeam tabulam .... Capita foramina habent non - Elexaleupposúvns jegáhng Tanodytaç ånavTES,
 CCCXXwιιι PROLEGOMENA .
αναστάντες, τά τε ιερά ξύλα στη μάναντες, συνηθροί- A Σάλπιζε καιρώ το ξύλον, καθο δέοι.
σθησαν άπαντες εν τω πανσέτω ναώ της Θεοτόκου , Ει tempore et rile, uι ιuύα, ligno cane.
ÈT :). Youévus siis Nia ; . « Eia nunc, el ca qua apuil Alins locos congessit Allatius , congessit et Can
Cæsareanu Palxstinc a S . Anastasio fucta sunt , gius, quos polest curiosos lector consulere. Mihi
quoail cjus fieri potest, charremus. Cum ad saile satis debet esse hic paucis ostendisse, quid sit si
clain civitatem appropinquassent sancti reliquiæ , gaum minus , quid majus. Exera bæc duo signa
id innoluit universæ civitati , el licitia magna im - sunt et alia , quæ seculuro capile locum invenient
pleti sunt omnes. El surgentes sacraque ligna percil sum . Jam enim signum minus nos ad lensplum
lientes convenerunt in suminic veneranium Deiparic Graucorum vocal, ut in minoribus vesperis et specle
emplum , quod dicitur Novx .» Ligni itidem memi
: :1Joanne ; Moschis, in Prato Spirit.cap. 11 :Kpour auliamus.
σαντος του κανονάρχου το ξύλον, εφ' ώ πάντας τους 46. Sic ergo prosequitur Typicaτη : Συναχθέν
αδελφούς συναχθήναι. « Canon: relasi lignum pulsanle των των αδελφών εν τη εκκλησία άρχεται ο ιε
ad omnes fratres congregamos. , Et Theodorus peus. Congregatis in ecclesia fratribus incipit să
Sudila , ini carminibus quibus alloquitur canonar . cerilos.
ch: Ιι :

SACERDOS. ΟΕΡΕΥΣ.
Benedicus Deus nosler, nunc el semper, el in Ευλογητός ο Θεός ημών αεί και εις τους αιώνας
scul. srculorum. Amen. των αιώνων. Αμήν.
PRESES ECCLESIÆ . ΕΚΚΛΗΣΙΑΡΧΗΣ.
Venile, adoremus. Δεύτε, προσκυνήσωμεν.
47. Ει psallit psalmum procemiacum, Benedic, Και ψάλλει τον προοιμιακόν ψαλμόν το, Ευλόγει,
anima mea, Dominum. Domine Deus meus, tran- η ψυχή μου, τον Κύριον· Κύριε ο Θεός μου, ησύχω
guilla el submissa voce . Ει codem modo dicitur φωνή και ήρεμαία . Είθ' ούτως λέγομεν το, Κύριε,
psalmus , Domine , claunavi , Iono dominicali. εκέκραξα, εις τον ήχον της κυριακής. Ιστώμεν δε
έκστίχους
έκραξεδ'. Και τρψάλλομεν
Recitantur versiculi tres. Ει psalluntur versus pro- ιχηρά προ
ακάρου στστιχηρά σόμοια ήχήχουουκακαιι
προσόμοια
Sonii sive similares Ioni 3, sicuι “Ως γενναιον έν προς το “Ως γενναίον εν μάρτυσιν.
μάρτυσιν.
VERSUS SIMILARES . ΣΤΙΧΗΡΑ ΠΡΟΣΟΜΟΙΑ.
48. Christi charitate , Basili , ascenderus in al- Εν τω ύψει, Βασίλειο, της Χριστού αγαπήσεως
tum, contemplatus es recondita ipsius ac divina C αναβάς κατόπτευσας τα απόρρητα αυτού και θεία
Oysteria , que tanquam pietatis preco Sapiens de- μυστήρια, άπερ ανεκάλυψας και έτράνωσας λαούς,
lexisti ct manifestasti populis. Quare pete, o sancle, ευσεβείας ως κήρυξ σοφός. Διό πρέσβευε εκ φθοράς
a pernicie periculisque liberari illos qui deliver se- και κινδύνων λυτρωθήναι τους πιστως εφεπομένους
quuntur lua dogmala . τοίς σοις δόγμασιν, όσιε.
49. Serimonum tuorum ac dogmatumn sapien- Τους συνδέσμους διέλυσας των αιρέσεων, όσιε ,
Lia, Sancte Gregori, solvisti vincula heresum ; et τη σοφία των λόγων και δογμάτων σου , και εις ομό
ortliodose fdei concordia conjunxisti Donos, agno- νοιαν ήθροισας ορθοδόξου πίστεως τους ευγνώμονας,
scentes et laudanles Christum : a quo pele liberari Χριστόν ευφημούντας, Γρηγόριε , ον ικέτευε εκ φθοράς
a pernicie periculisque illos, qui adeliner suscipiant κινδύνων λυτρωθήναι τους πιστως προσδεχομένους
tua divinitus dictala dogmata, τα σα θεόφθογγα δόγματα.
50. Christus le posuit firmuin Arinamentum 'Αροαγή σε θεμέλιον ο Χριστός επεστήριξε τη
Ecclesiae sue, Paler sancie, divina Iocute Chryso- αυτού Εκκλησία, Πάτερ όσιε, τηρούντα ταύτην ασά
stone, ut eau 8ervares immobileim atque inexpu- λευτον, και ακαταμάχητον των εχθρών ταις προσδο
gnalbilem adversus inimicorumimpetus, et ut pe - , λαις, θεορρημον Χρυσόστομε , και πρεσβεύοντα έx
Ieres leliferis animorum perturbationibus liberari " παθών ψυχοφθόρων λυτρωθήναι τους διψώντας των
eos, qui siliant tuoruια serinonum sententiaruin- σων λόγων και νοημάτων το πέλαγος.
que pelagus.
51. Trinitatis selectos Mores , pratiquei Or Της Τριάδος εκλόγια, ακηράτου λειμωνός τε άνθη.
Lalis unguentum exhalantes , atquυ jucundissimoς τα μυρίπνοα και τερπνότατα, του νοητού ωςυπάρχον
intelligibilis solis radios, el divinis suis luminibus τας ακτίνας ηλίου, και φωτίζοντας την γην ταις αυ
illuminatiles terram, celebremus Joannem Magnum, των θείαις λάμψεσιν, ευφημήσωμεν Ιωάννην τον
diviniin illeologuin Gregorium , et alia quadanι μέγαν συν τω θείω θεολόγω Γρηγορία και τον υψί
mente præditum Basilium . νουν Βασίλειον .
Gloria . Tonus obliquus 2. Δόξα. Ηχος πλ. β'.
lomines Dei et fideles servi, sacerdoles Doumi- "Ανθρωποι του Θεού και πιστοί οίκέται , λειτουρ
ni, viri desideriorum, vas2 electionis, columnue et γοί Κυρίου, άνδρες επιθυμιών, σκεύη εκλογής, στύλου
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI. CCCXXIX
και στηρίγματα της Εκκλησίας, βασιλείας κληρο- Α Γulcimento Ecclesie, regni beredes, be cessetis pro
νόμου, μή παρασιωπάτε του βοάν υπέρ ημών πρός μobis clamare ad Dominum.
Κύριον.
Και νυν Θεοτόκιον. Et nunc . Mariale.
Θεοτόκε, συ ει η άμπελος η αληθινή. Dei Genitris , lu es vitis vera.
Coux. 52. llic videtur recilari oratio būs lapov , sallem quantum possum conjicere ex cap. 1 Typici .
Eam autem orationem exhibeo integram , proutesslat apud Goarum pag. 32 Euchologii. .
Φως ιλαρόν αγίας δόξης αθανάτου Πατρός, ουρα- Lumen iucundum sancle glorie immortalis
νίου , αγίου , μάκαρος, Ιησού Χριστέ, ελθόντεςεπί την Patris , celestis , sancti, beati, Jesu Christe, prove•
του ηλίου δύσιν, ιδόντες φώς εσπερινον ,υμνούμεν Πα- cii ad solis occasum, et cernentes lucem serotinam,
τέρα , Υιον, και άγιον Πνεύμα, θεόν . "Αξιόν σε έν laudamus Patrem, Filium, et Spiritum sanctom,
πάσι καιροίς υμνείσθαι φωναίς αισίαις, Υιέ Θεού , ο Deum. Equum est le, Fili Dei , largilor vita , omni
διδούς ζωήν διό ο κόσμος σε δοξάζει celebrare lempore ; ideoque le mundus lolus lau
B dibus prosequilur.
Coxx . 53. Deinde cantatur psalmus, 'O Kúpos ¿basl sugev, « Dominus regnavil : ) sed quis præcise ex
tribus psalmis ila incipientibus, non indical Typicum . Tum dicitur oralio , Kataglwoor, quam in an
liquis Græcorum Rilualibus diu frustra quæsivi. Quare visum fuit eam describere ex Horologio Cryptæ
Ferrala , impresso Romæ anno 1677. Sic ergo sonal.
Καταξίωσον, Κύριε , εν τη εσπέρα ταύτη αναμαρ- Dignare , Domine , lioc vespere sine peccato
τητους φυλαχθήναι ημάς . Ευλογητός εί, Κύριε , ο ιος custodire. Benedictus es, Domine, Deus Patrum
θεός Πατέρωνημών, και αινετόν και δεδοξασμένος το 1ostrorum ; et laudabile et gloriosum nomen tuum
όνομά σου εις τους αιώνας. Αμήν. in sæcula. Amen .
Cowy . Verum an eamdem illam orationem adbibuerint antiquiores Græci, dubito : quia hoc Horolo
gium babet plurima, quæ sunt ritibus Latinorum potius quam Græcor um conſornia . Post orationem xa
ta Elwsov , quæcunque demum illa fuerit, videnlur dici scquentia .
Εις τον στίχον στιχηρά προσόμοια. " Ηχος πλ. β', 34. Ad versiculum versus similares. Ton. obl. 2,
Τριήμερος ανέστης, Χριστέ . sicut Τριήμερος ανέστης, Χριστέ,
Η χάρις υπερίσχυσεν , η πίστις επεκράτησεν, Gralia praevaluit , exsuperavit fdes , scientia
επληρώθη πάντα γνώσεως Θεού , διά των αποστό- Dei impleta sunt omnia , per apostolos, atque do
λων, διά των διδασκάλων, και σωτηρίαν έπλουτή- clores, el nos salute locupletati sumus.
σαμεν.
Στίχος. Καυχήσονται όσιοι εν δόξη. C 55. Versic . Exsultabunt sancti in gloria .
Ουράνια μυστήρια, ανθρώπινα μαθήματα, χαρι Cælestia arcana , humanæ scientize , concursus
σμάτων συνδρομή παντοδατών μετά κατορθωμάτων gratiarum omnis generis cum recte factis, supe
νικώντων πάντα λόγον, τους τρεις αγίους έθαυμάστω- rantibus omnem orationem, hos tres sanctos admi
σαν. rabiles ſecere.
Στίχος. Οι ιερείς σου , Κύριε, ενδύσονται δικαιο- 36. Versic . Sacerdotes ιωι , Domine, induent
σύνην. justitiam .
Βασίλειος ο ένθεος νους, Γρηγόριος ή θεία φωνή, Basilius mens Deo plena , Gregorius divino
Ιωάννης ο παγκόσμιος λαμπτήρ, οι τρείς της ανωτά. vos, Ioannes omni ex parle ornatum candelabrum,
σαν. glorificentur :
Δόξα. "Ηχος αυτός. Gloria , Tonus idem.
Εύ, δούλοι αγαθοι και πιστοί , εύ, εργάται του αμ- 57. Servi Doni et deles , seduli operarii in
πελώνος Χριστού, οι και το βάρος της ημέρας βαστά- Christi vines, qui portastis pondus diei, el datum
σαντες, και το δεδομένον τάλαντον αυξήσαντες, και talentuno auxistis , neque invidistis post vos venien.
τοις μεθ' υμών ελθούσι μή φθονήσαντες. Διο ήνοικται η tibus. Ideo vobis aperta est regni janua. Intrantes
πύλη βασιλείας υμίν. Εισελθόντες ούν εις την χαράν igitur in gaudium Conditoris, Orale pro nobis, Sal
του ποιήσαντος, πρεσβεύσατε υπέρ ημών, άγιοι διδά- cli doctores.
σκαλοι.
Kai vũy. Θεοτόκιον. El nunc. Mariale.
Ουδείς προστρέχων επί σοι κατησχυμμένος από Nemo accurrens ad le, pura Virgo Genitrix Dei,
σου εκπορεύεται, αγνή Παρθένε Θεοτόκε· αλλ' αιτείται derelictus abs le discedit; sed petit gratiam, el do
την χάριν, και λαμβάνει το δώρημα προς το συμφέρον την accipio petitioni conveniens.
της αιτήσεως.
Νυν απολύεις τον δούλον σου. Το Τρισάγιον. Nunc dimillis servum tuum . Trisagium , de
quo num . 31.
ΑΠΟΛΥΤΙΚΙΟΝ. DIMISSORIUM .
Οι των αποστόλων ομότροπου, και της οικουμένης 58. Disdem φuibus apostoli morilus pralii, θα
διδάσκαλοι, τω Δεσπότη των όλων πρεσβεύσατε ειρή - ctorcs υiversi orlis , orale universorum Door
CCCXXX PROLEGOMENA.
num , ut inundo tribuat pacem , el animabus nostris A VTY sĩ,oixouuévn ĉopt,carbai, xalcais yuxais olub
ya Esos.
Post hæc ol & TÓMugis sive dimissio.
CAPUT SECUNDUM .
De majoribus resperis.
59. Hæ Vesperæ Bunt slalim post occasim solis ; el quidem cum majori celebritale cæremoniaqne
quam illae aliæ , de quibus jain eginus ; atque hæc causa est, quare majores nominentur. Sed cum ex
ipso ſogle aquæ libanilor purilis, juvat Typicum consulere capite 2, cujus litulus est Eronous tou peyahou
ÈOTTE Pivou , xal tos aypuitvías Olátagis. Nolilia majoruin Vesperarum , el vigiliarum ordo . , Ibi aulem
sic babel.
Aliquanto post solis occasum , abil candelaples, Metde od dūvel toy facov fixedv, inéexetal Ó
el exbibet reverentiam præsuli. Deinde redit et xavônāántris. xal trolei MetávOlav tio TopOEOTWT . EP12
Jenle pulsat Bareas,recilans psalmum centesimum åvéexetal xał xpouse tås Bapéas oxolalws, Gándeur
decimum octa vulli. cov "Auwuov.
60. Comm. Hic psalonus quia incipit a verbis Maxá plo! oi Guwuoc, Beali immaculati, , propierea Grp.
cis dicitur "Auw eos, id est, « Immaculatus. , Pulsare aulem Bagéas nihil viidetur esse aliud, quam , ul Al
latius el Goarus interpretantur, edere sonos graviores, cerloque intervallo temporis intermissos ; quomo
do in campanarum nostralum exiremia pulsatione ad conciones ecclesiasticas fieri assolet, quodque itin
nire , dicimus. Sic autem prosequitur Typicum .
Hisce peractis discedit et accendit lanmpades , Μετά δε το πλήρωμα τούτων απέρχεται και
el verso thuribulo tas reponit jo medium eccle - äritel ods xavoti2.aç, xa ! tperioas toy Qujlatáv, tí
sie, post candelabra instrucla cereis. Postea egre - Orochaj toáðas lletde en pouavouáhla els ed uésov tas
diens , semanleriimm pulsal majus , deinde fer. Èxxanoias. "Ente !TA ÉESPXÓUEVOS onualvel to uéya,
reum . είτα το σιδηρούν.
Comm. 61. Majus semanierium , quid sit, n . 42 diximus : restat ut hic de ferreo pauca disseramus,
Seinanteriun ferreum , quod ab aliquibus eliam yanzoùv sive æneum appellatur, est ferrea lamina,
crassitudine tres digitos vel plures ex:equans, longitudine brachium , el paululum recurva in formam ar.
cus, e catenis pendens pro foribus lenipli : que locis variis ferrco percussa malleo suaviler resonal. Ils
me docent Allatius, Guarus el Petrus Belonius. Certe ego existimo hujus semanlerii sonum non
posse esse admoduin dissimileın sono illi , quem nostrates edunt , quando ſerreis malleolis pulsant
instruinentum illuci musicum , quod ex longa semper decrescentium lamellarum serie constituitur.
62. Porro illud Græcorum ferramentum , quod usibus sacris adhibelur, 'Aylogloh pouv a nonnullis di
citur, nominaliin ab Hieronymo Magio .
Agiosiderum , , inquit Magius ille (potius scripsisset hagiosiderum ) liac forma vidimus. Ferrea eral
lamina , qualuor digitorum laliludine, sexdecim vero longitudine , funiculo in medio librata. Hæc ferreo
mallen lernis interpolatis vicibus ab homine pulsari solet, qui sacerdotein , Eucharistiam ad ægroios le
woque decumbentes deferentem , solci pritcedere , ut inter iranseundum quisque rei admoneatur. ; Sed
cuin candelaple reverlamur ad icmplumi,
Reversus candelaples slal ante portas san - C ' Y Trostpéças, inquit Typicuin , istatai xate veú
clas. πιοντων αγίων θυρών.
Comm . 63. Hæ aulem porlie , ul ail Goarus pag . 24 ,(sunt coő 36 Latos, el od sacrum altare recta iler ape
riunt, nomenque hujusmodi sunt sortilir , quia sancta mysteria per eas proferuntur : vel quia per illa trans
ilum habet Rex omnium el dominorum Dominus, Baolixal etiain audire meruerunt.) Sed Goarus, 4 portas
sa'nclas , conlundens cum e basilicis, , veheinenter erral. Cuin eniin Marcus hieromonachus , de dubiis Ty
picis cap . 96 , dical : Quulz toy Štapov &pólsvos à To tūv aylwy Oupūv, xai xate pxóuevos uéyp: TUY
Bagiaexy kulov, Tolūv xal èv auto , őstep zalelsody ë tepovs, Alium incersal incipiens à sanctis porlis,
el perveniens ad basilicas portas usque, id idem quod in alio perticiens : » el paucis interpositis : llar
ρώσας δε το θυμιάν, και μέλλων εισιέναι εν τω ναώ, χαράττει σταυρόν έμπροσθεν των βασιλικών
Cuawy. Fine incensandi lacto, ingressurus in templum , ante porlas basilicas crucem designal . , Cum ,
jinquam , hæc dicat ille Marcus, quis est qui non viderit portas sanctas a basilicis esse iliversas ? Id idem
colligas ex Leone Grammatico , in Michaele Theophili F . pag . 466 , Mėjo: o tūv Basixoy quaūv cowv
σι, αλλά μετ'
και βασιλεύς , ουκ απέθετο το στέφος, καθώς έθος εστί τοίς βασιλεύdeponeb αυτού εισήλθε μέχρι των αγίων
Ou pôv. 1 Cuin imperator ad basilicas portas pervenisset, non al corol ), ul erat in more posilum
l
instiluloque imperatorum ; sed cum ea usque ad sancias portas penetravit. )
64. Ergo per porlas basilicas introilur ini lemplum , per sanclas in Bola, sive sacrum adilluni, id est,
illum lempli locum , ubi consiolllllt sacer:loles, el quem nulli laico ingredi fas eral, prælerquam inpera
lana, cail. 69 Slante ergo candelaple anle sanctas portas,
sive abb.ili , vel versus locum ipsius, viilelicet si Û Els cov TÓTOV autoi, ordovóti p ,svõnuoūvtosexa!
præsens 1100 sil : el postquam recessil, inclinat sese arealwv, multi ustavoias y éjeTopog av tūv dyiwv
tertio ante sanctas porlas, ci semel versus consi- Oupūv, xa! eis tous xopous apos plav tùy đãe,qüv
deniliyin fralrum choros. καθημένων.
Comu . Choros,nimirum dextrum sinistrumque, quomodo etiam apud nos cliori psallentium utrinque
consident.
 ACOLUTIIA TRIPLICIS TEST). CCCXXII
Els20wv od xal els ad dylov Brua, déyel tyd 66. Ingressus autem sanctum aditum dicit
ευχήν του θυμιάματος καθ'εαυτόν. secrelo orationem ad incensalionem dici soli
lam .
Coun. Hanc, hic in Typico omissam , Goarus cxhibel sequentibus verbis.
KateúduvOn the reposeuxiv Apov, us Ouulau.a Dirige orationem nostram , ut incensum ia
tvÚ T.IÓv gou, xal topósoğal auttiv eis oopsy Ellos conspectu tuo, et suscipe eam in odorem suavila
õlas. lis.
Certe hæc oratio a Goaro exhibelurpag . 29, neque aliam ego uspiam inveni.
'O È xavonátors èxqwvei , KeleÚSITE , YE- Tum candelaples , manu præſerens lampadem ,
YUVOL6P1 Quv , * pacũy xa cho Caucasa :v : xeto exclamat clariore voce, Subete.
autoū .
Comm . « Quo verbo non jubet (inquit Goarus loco jain citato ) ut sacerdote adveniente cuncti surgant :
quin potius humilitatis modestiegue demonstrandie studio, rogat ut jubeant, quasi aliis imperaluri; ut
assurgant. , Rem non omnino absimilein facit apud Lalinos lector, qui, juxta Petrum Damianum , lib .
Dominus vobiscum appellato , cap. 2, « benedictioncm a sacerdote dum pelit, non rogat ul benedicat;
sed ut benedicere jubeal quempiain alium . )
θυμιάσας δε ο ιερεύς σταυροειδώς την αγίαν Β 67. Cum sacerdos in formam crucis incensa
spánecay xal õlov to Quolasth,plov, EpXETA. Oldk vil sanctam mensam lolumque allare, egreditur
των αγίων θυρών, και ποιήσας σταυρόν μετά του sanctis portis, el churibulo ante cancellos bematis
luulatoŨ XQTEVÓTTIOV toũ ihaotnplou, atépxetai, xai formala cruce, abit et incensat imaginem sancti
θυμιά τηνεικόνα του αγίου, είτα κατά τον καθηγού (vel illius qui est ecclesiæ lutelaris , vel cujus
μενον , και εις τους δύο χορούς κατά τάξιν, της λαμ festum agitur), deinde incensat præsidem : ct
Trá os Onàovóti te pottopavouévns autoū . 'O £ Eerowy duos choros servalo ordine , nimirum lampade
και εις τους νάρθηκας, και θυμιάσας κανταύθα τους eum præeunte. Postquam autem egressus est in
αδελφούς κατά τάξιν υποστρέφει. narthecem , atque ibi ordine incensavit fratres, re
vertitur.
narth locus poeni
forle leclori fuerit
68. Comm. Jucundum hic, calec templi våp0
intelligere, quid sitassig
alque energ
n5. Est ergo proprie
. Al dicer ubi ille fuerit ,
ex tentibus humenisque iimenis nalus e
extrane an intra ecclesiam , hoc opus, hic labor est : id lanien conabor declarare brevilale quanta polero
maxima.
Allatius quidem Narthecem qui el topóvaos dicitur, quasi « anterius templum , , jisdem quibus ec
clesiam muris circumscribit , ponilque intra illam : sed Goarus ponit extra , el censel esse ecclesiæ i vesti .
bulum , propylæum , seu « porticum , (porticale vulgus appellat) quæ ædis sacræ portis obversalur. Uler .
que pro se affert auctoritales non leves. Vcrum pulo ego, hanc opinionum varietatem natam esse ex eo ,
quod non salis observaverintGræcorum ecclesias, alias esse catholicas, quæ scilicel utrique sexui universim
palent; aliasmonasticas, quæ solis viris , si virorum ; vel solis mulieribus, si sanctimonialium sini. Nam
prioribus narthex exterior est, posterioribus non item ; uti pluribus ostendit eruditus Cangius, ex quo
juval pauca delibare.
69 . Postquam præclarus ille auctor, in Glossario mediæ et infimæ Græcilalis dixisset, ( narthecem esse
porticum ante ieinpli vestibulum , sic diciam quod ſerulie speciein præleral, cum in latitudinein ad ipsius
ædis facieni diducaiur ; esseque extra ædem , si ecclesias catholicas speciemus , , id quod lib . in Constan --
tinopolis Christianæ , num . 18 , probal ex Procopio , Codino, Theoriano, Silenliario et aliis ; statim subdit :
lo monachorun vero ecclesiis aliter se res habel. Eæ enim in tres partes dividuntur : in põua seu Sa
crarium , suis cancellis disparalum ; in vaóv, in quo monachi consistunt, suis pariter cancellis divisumi
a reliqua æde, quam vảponxa appellant , quod iis våporxos vicem præstel , licet non sit revera vápong,
ut qui intra ipsam ædeui exslet illiusque septa : in qua tamen váporxos figuram relinel, cum exceplo
bemate , poliorem ædis partem obtineat vaòv , seu inonachorum chorus ; reliqua parle , ut dixi , in
anglislum contracta , el in Jaliluduein diducta, eaque sæcularibus permissa, lanquam eo instar pe
Dilentium accedentibus, cum jis intra vady consistere non liceat.... Aique eani fermc etiam monaslica
rum ecclesiarum formam semper ſuisse apud nos seu Latinos, facile conicedal, quisquis allentius veleres
ejusmodi monasticas a des consideraverit ; in quibus monachorum chorum , quem capsum ecclesiæ voca
bant (ut quidam volunt) poliorem ædis parleni occupare animadverterel, reliqua sæcularibus seu yogu !
xois palente. Quidquid igicur in iis monachorum ecclesiis extra narthecem est , Ewvápong el fúoins
corruple dicitur, ædis scilicet vestibulum , ubi in ecclesiis catholicis vápong collocari solet, in cujus
discrinien , interiorem marblecem , 'EswvápOnxo vocant. Hæc Cangius , quibus scile egregieque
positis , el conciliantur disciepantis doctorum sententiæ , et facile intelliguntur ea quæ prosequilur
'Typicum .
kal eissiowy elow tñs Bac:arxñs Tours, xapão- C 70. El inir:ins portum basilicam , sive regiam ,
τει μετά του θυμιατού σταυρόν. Thuribulo cruceni eſlingit.
Coum . Quippe quod ante diximus, per portas basilicas palere adituin in templum , id de lemplo ca
tholico intelleclum volo , non de monastico ; quia in monasteriorum leniplis (quale eral illud pro quo
scripluni est hoc Typicum ), portæ basilice non sunt portæ exteriores et omnium maximæ ; sed interiores,
el quæ e narlhcce jucujit ad vaòv sive clorum . Quid opus est pluribus ? Porta basilica in loc ipso
Typico intra nionasticam ecclesiam manifeste constituilur. Id quod patebil eliani ex sequentibus. Quapro .
pler Typici seriem repelamus.
Kal èxçwvel neyadowiórws to , Kúpis, zubyt,sov, 71. Et elala voce exclamat: Benedic, Senine:
za! Ouglaj aŭ0.5 CÒN TIPOESTÕTa eię tòy Tónov autoi, et incensat iierum præsidem vel ipsius lociim , dein .
ιτα τον άγιον. de sanctum .
 CCCXIXTI PROLEGOMENA .
Comm. De hoc sancio ante verba fecimus, et ejus imago conspicua est in præcipua chori scoc, itieoy le
εικών στασιδίου του ηγουμένου ηuncupatur .
Ει ingressius in Sanctum beina, ter signum cru- Α Και εισελθών εις το άγιον βήμα, ίσταται εμπρο
cis expriani luribulo. Ita dentum exclainal : Glo- σθεν της αγίας τραπέζης, και ποιεί σταυρούς τρεις
ria Saicle et vivifie: et individue Trinilati, sen - μετά του θυμιατού , τελευταίον εκφωνεί ούτως· Δόξα
per, ηuίic , et in perpetuuum, et in secula seculo- τη αγία και ομοουσία και ζωοποιώ και αδιαιρέτω
rum . Τριάδι πάντοτε , νύν, και αεί, και εις τους αιώνας των
αιώνων.
72 . Ει dicio Amen , incipit preses vel eccle- Και μετά το 'Αμήν άρχεται ο προεστώς ή ο εκκλη
giarcha : Venile,adorenus et procid:ιτηus aute Clui- σιάρχης: Δεύτε , προσκυνήσωμεν και προσπέσωμεν
slum regem nostrum Deum , dicentes illud Dis Xριστώ τη βασιλεί ημών Θεώ, λέγοντες αυτό δις
el:ala voce nec sine cantu. Turn iterum : Venile , μεγαλοφώνως και μετά μέλους. Είτα πάλιν: Δεύτε,
alorenus el procidamus ante Christum regen no- προσκυνήσωμεν και προσπέσωμεν Χριστώτω βασιλεί
Venile, adoreimus et procidamus aute ipsum Chri- Δεύτε, προσκυνήσωμεν και προσπέσωμεν αυτώ Χρι
slum regem el Deum nostrum . στω, τώ βασιλεί και τω Θεώ ημών.
Postea incipίι ecclesiarclia voce clariore el ιοιο Είτα άρχεται και εκκλησιάρχης γεγονοτέρα φωνή
obliquo quarto (γεalmumcm) : Benedic, anima mea, Β εις ήχος πλ. δ', το, Ευλόγει , η ψυχή μου , τον Κύριον,
Dominum, Concinentibus reliquis fratribus, leate αργώς και μετά μέλους, συμβαλλόντων αυτών και των
el cum aliqua modulatione . λοιπών αδελφών.
73. Sacerdos cual candelaple egressus e sacro Ο δε ιερεύς μετά του κανδηλάπτου, εξελθών του
ailylo , laclaque anle sancias portasreverentia, pa αγίου θυσιαστηρίου , και ποιήσας μετάνοιαν κατενώ
riter ac versus alternos clioros abit ad suum se- πιον των αγίων θυρών, ώσαύτως και εις τους χορούς
dile , ibique stal. προς μίαν απερχόμενος, ίσταται εις το στασίδιον
αυτού.
Comu. Hic oliservii, Græcos non nisi raro in ecclesiis sedere, et sedilia esse illis erecta, ut prope
moduin semper stantes perseverenil, ct YELcovoia , int est manuum gesticulatione , moilerando cantui va
rell innixi illerim brachia ili selliliunii tulcris. Unde factum est , ut sedilia ista dicantur Græce Praslo
6: a i stando , el creclo corporis stalu potius, quam a sedendo .
Quando perveuimus ad versiculum Aperiente le "Οτε δε φθάσωμεν τον στίχον, 'Ανοίξαντός σει»
manum tuam , exhibel ecclesiarclis reverentiam την χείρα , ποιεί και εκκλησιάρχης μετάνοιαν τώ ηγου
presidi sive ablati , et repetit versiculum , Imagis μένω, και αναφωνεί τον στίχον υψηλότερον: πληρω
effereus vocem. Absoluto auten psalino, collecta μένου δε του ψαλμού, γίνεται συναπτη μεγάλη υπό
1. ajor dicitur a diacono , του διακόνου.
74 . Coms . Exstal hac in Euchologio pag. 37 , et apud S . Maximum patriarcham Constantino
politanum , in libro cui titulus , Lilurgia explicula , el impresso Venetiis apud Jo. Antoniutu Ju
Italuυι.
In pace Dominum precemur . Chorus : Do- c Έν ειρήνη του Κυρίου δεηθώμεν. Ο χορός
mine, miserere. Κύριε, ελέησον.
Pro Superna pace , et animarum nostraruιω Υπέρ της άνωθεν ειρήνης , και της σωτηρίας
s:ilule , Donlinum preceinur . Ch. Domine, ni- των ψυχών ημών, του Κυρίου δεηθώμεν. Χ . Κύριε ,
serere . ελέησον .
Pro pace lolius inundi, sanclarum Dci Ecclesia Υπέρ της ειρήνης του σύμπαντος κόσμου , ευ
ruin slalu prospero , et omniuin concordia , Domi. σταθείας των αγίων του Θεού Εκκλησιών, και της των
pum precemur . Ch . Domine, niserere. πάντων ενώσεως, του Κυρίου δεηθώμεν. Χ. Κύριε,
ελέησον.
Pro sancia hac domo , et omnibus cum pielalo . Υπέρ του αγίου οίκου τούτου, και των με.
el Dei timore in eam intrantibus, Dontinuoi prece- τα πίστεως, ευλαβείας , και φόβου Θεού εισιόντων
mur. Ch . Domine, miserere.
εν αυτώ, του Κυρίου δεηθώμεν. Χ. Κύριε, ελέη
ν. σο
Pro archiepiscopo nostro N., venerando presby: Υπέρ του αρχιεπισκόπου ημών, ο δείνος, του
Ierio, ordine diaconorum in Christo , Omni clero el τιμίου πρεσβυτερίου , της εν Χριστώ διακονίας, παν
populo, Dominuin preceintur. Ch. Domine , mi- D τος του κλήρου και του λαού, του Κυρίου δεηθώμεν.
screre .
Κύριε ελέησον,
Pro Iloc sancto monasterio , universa civitate , Χ. Υπέρ ,της αγίας μονής ταύτης , πάσης πόλεως ,
el regione , et pro o nibus idelibus in ipsis liabi- χώρας, και των πίστει οικούντων εν αυταίς , του Κυρίου
1autibus , Doιuinum precenar. Ch. Doine , δεηθώμεν. Χ . Κύριε, ελέησον.
miscrere.
Pro 1eris leperie , fruelt » terra uber- Ύπερ εύκρασίας αέρων, ευφορίας των καρπών
lale , et tranquillis anni tempesialibus oblinen
dis Dominum precemur. Ch . Dyinine , muise της γης, και καιρών ειρηνικών, του Κυρίου δεηθώ
Tere, μεν. Χ. Κύριε, ελέησον.
 ACOLLUTIIA TRIPLICIS FESTI. CCCXXXIII
Υπέρ πλεόντων , οδοιπορoύντων , νοσούντων, A Pro Davigantibus , iter agentibus , inβr
καμνόντων, αιχμαλώτων, και της σωτηρίας αυτών, mis , laborantibus , captivis , et eorun salute ,
του Κυρίου δεηθώμεν. Χ. Κύριε, ελέησον. Dominum precemur. Ch . Domine , miserere.
Υπέρ του ρυσθήναι ημάς από πάσης θλίψεως, Uι liberemur ab omni erumns : plaga, et ne
οργής, και ανάγκης, του Κυρίου δεηθώμεν. Χ . Κύ- cessitate, Dominum precenar. Ch. Domine »
ριε, ελέησον. miserere.
'Αντιλάβου , σώσον, ελέησον , και διαφύλαξον Suscipe , serva, miserere el custodi D08, Deus ,
ημάς , ο Θεός , τη ση χάριτι. Χ. Κύριε , ελέη. tua gratia . Ch. Domine, miserere.
σον .
Της παναγίας, αχράντου, υπερευλογημένης, εν - Sanctissime, inlemerale , super omnes benedi
δόξου δεσποίνης ημών Θεοτόκου , και αει Παρθένου cle, glorioste Domine nostre Deipart, et semper
Μαρίας, μετά πάντων των αγίων μνημονεύσαντες, virginis Mariæ ac omniunt sanctorum niemo
εαυτούς και αλλήλους πάσαν την ζωήν ημών Χριστώ riam agentes, nos ipsos, el invicem , el vitam no
τω θεώ παραθώμεθα. Χ. Σοι, Κύριε. slram Cbrislo Deo commendeinus : Ch. Tibi ,
Donline.
Και εκφωνεί ο ιερεύς: " Οτι πρέπει σοι πάσα δό - Β 75. Ει exclamat sacerdos : Quia convenit tibi
ξα, τιμή και προσκύνησις, τη Πατρί, και το Υιώ, οιnnis glorio , honor et adoralio, Patri, et Filio, οι
και των αγίω Πνεύματι, νυν και αει , και εις τους αιώ- Spiritui sancio : nunc et semper et in secula secu
νας των αιώνων. Αμήν. lorum . Amen.
Sciendum autem est , quod quando dicimus vero
την χείρα , ο ιερεύς απελθών λέγει τις ευχές του siculum Aperiente le manuin , Sacerdos babeat et
λυχνικού, ιστάμενος ασκεπής έμπροσθεν των αγίων recitel orationes lucernarii stans delectus ante san
θυρών. clas fores.
Coun Ex hoc loco conficitur, 'ESTIEPLVÓv intet at luyvixby discrimen esse non modicum , Quippe
lonepivóy est, lolum officium vespertinum , aux vixóy vero seu a lucernarium , est lantum aliqua ejus
pars, seu pauculæ orationes, quas non gravabor describere.
ΕΥΧΗ Α'. C ORATIO I.
Κύριε οικτίρμον και ελεήμον , μακρόθυμε , και 76 . Domine miseriors et benigne, Ionganimis
πολυέλεε , ενώτισαι την προσευχήν ημών, και πρόσ - el multum cleniens, auribus percipe deprecationem
χες τη φωνή της δεήσεως ημών» ποίησον μεθ' ημών nostram, et allende voci orationis nostre , fac no
σημείον εις αγαθόν · οδήγησον ημάς εν τη οδώ σου, Discum sigouro in bonum ; deduc nos in via tua,
του πορεύεσθαι εν τη αληθεία σου εύφρανον τας καρ- ι in veritate tua ambuleunus. Exhilara cord: no
δίας ημών εις το φοβείσθαι το όνομά σου το άγιον Stra, ut lineamus nomen sanctum tuυηι , quia
διότι μέγας εί συ και ποιών θαυμάσια: συ ει Θεός magnus es ιω, et faciens nmirabilia ; ια es Deus 60
μόνος, και ουκ έστιν όμοιός σου εν θεοίς, Κύριε, δυ- Ins, el non est similis tui in diis, Domine, polens
νατος εν ελέει, και αγαθός εν ισχύϊ, εις το βοηθείν, in misericordia et bonus in virtute, al succurras el
και παρακαλείν, και σώζειν πάντας τους ελπίζοντας consoleris et serves omnes operantes in nomine
εις όνομά σου το άγιον ότι πρέπει σοι πάσα δόξα, τυο. Quia convenit tibi omnis gloria , honor el ado
τιμή και προσκύνησις, το Πατρι, και το Υιό,και τη ratio , Patri ei Filio et sancto Spiritui : nunc et
αγίω Πνεύματι, νύν, και αει, και εις τους αιώνας semper etin secula seculorum. Λιnen.
των αιώνων. Αμήν.
ΕΥΧΗ Β'. ORATIO II.
Κύριε , μη των θυμό σου ελέγξης ημάς, μηδε τη 77. Domine, ne in furore tuo arguas nos, neque
οργή σου παιδεύσης ήμάς· αλλά ποίησον μεθ' ημών io ira tua corripins nos : sed ac nobiscum secun
κατά την επιείκειάν σου , ιατρέ και θεραπευτά των dum misericordiam tuan, medice et curator ani
ψυχών ημών οδήγησον ημάς επί λιμένα θελήματός Υarum Ostrarum ; perduc nos ad portum volun
σου φώτισον τους οφθαλμούς των καρδιών ημών εις tiatis Iue; oculos cordiam nostrorum illumina Io
επίγνωσιν της σης αληθείας και δώρησαι ημίν το ιue veritatis agoitionem, atque bujosce diei reli
λοιπόν της παρούσης ημέρας ειρηνικών και αναμάρ- quum, oιuneque vitae nostree teinρας pacificum, et
τητον, και πάντα τον χρόνον της ζωής ημών, πρε- a peccato liberunm esse largire , intercessionibus
σβείαις της αγίας Θεοτόκου και πάντων των αγίων. 81ncle Dei Genitricis et omnium sanctorum. Quia
" Οτι σον το κράτος, και σου έστιν η βασιλεία, και η ιus cst potestas, tuum est regnum et virtus et glo
δύναμις, και η δόξα, του Πατρός , και του Υιού, και ria , Patris et Filii et sancti Spiritus , nunc el sem.
του αγίου Πνεύματος , νύν, και αει, και εις τους αιώ- per, et in secula saeculorum. Amen.
νας των αιώνων. Αμήν. ORATIO III.
ΕΥΧΗ Γ'.
Κύριε ο Θεός ημών, μνήσθητι ημών των αμαρ- 78. Domino Deus noster , memento nostri pec•
τωλών και αχρείων δούλων σου, εν τω επικαλείσθαι calorum et inutilium servorum loorum , cum Ξινο
ημάς το άγιον όνομά σου και μη καταισχύνης ημάς causs sanctuam pomen toum ; et ne confandas που
CCCXXXIV PROLEGOMENA.
a misericordiae tue exspectatione; sell onιmia ad Α από της προσδοκίας του ελέους σου, αλλά χάρισαι
galutem facientia postulata concede ; et fac utone- ημίν, Κύριε , πάντα τα προς σωτηρίαν αιτήματα,2.αι
mus et lineamus le ex ιοιο corde, el in omnibus αξίωσον ημάς αγαπάν και φοβείσθαι σε εξ όλης 5ης
voluntatem tuam exsequamur. Quiz Donus et ho- καρδίας ημών, και ποιείν εν πάσι το θέλημά σου.
minum amans Deus es, tibique gloriam rependi " Οτι αγαθός και φιλάνθρωπος θεός υπάρχεις , και σου
us, Patri, el Filio, el saucio Spiritui , nunc el την δόξαν αναπέμπομεν, τω Πατρί, και το Υιό, και
semper, et in sæcula sæculorum . Amen . το αγίω Πνεύματι, νυν και αεί, και εις τους αιώνας
των αιώνων, Αμήν.
ORATIO IV . ΕΥΧΗ Δ'.
79, 80. Qui non lacituris laudibus et nunquam Ο τοίς ασιγήτοις ύμνους και απαύστoις δοξολο
βnienda glorificatione a sanctis virtutibus celebra- γίαις υπό των αγίων δυνάμεων ανυμνούμενος, πλή
ris; imple Os nostrum laude tua , ut nomini tuo ρωσον το στόμα ημών της αινέσεώς σου , του δούναι
Sancto reddamus magnificentiam : et cum omnibus μεγαλοσύνην τώ ονόματί σου τώ αγίω και δες ημίν
qui le in veritate timent, et mandata tua observant, μερίδα και κλήρον μετά πάντων των φοβουμένων σε
partem et sortem nobis imperiire , precibus sanctae εν αληθεία, και φυλασσόντων τας εντολάς του, προ
Deipare et omniunt sanctorum Iuorum. Quia con- Β σβείαις της αγίας Θεοτόκου και πάντων των αγίων
venit tibi omnis gloria, Iliouor el adoralio, Patri , el σου. "Οτι πρέπει σοι πάσα δόξα, τιμή και προσκύνη
Filio, et sancto Spiritui, nunc et semper, et in se- σις, το Πατρί, και το Υιό, και τώ αγίω Πνεύματι,
cula sæculorum . Ainen , νυν και αεί, και εις τους αιώνας των αιώνων.
'Αμήν.
ORATIO V. ΕΥΧΗ Ε'.
81. Domine , Domine, qui illibata tua manu Κύριε, Κύριε, ο τη αχράντο σου παλάμη συνέχων
contines omnia, qui Ionganimis es super nos om- τα συμπαντα, μακροθυμών επί πάντας ημάς, και
1es, et qui super nostris vitiis penitentiani agis ; μετανοών επί ταϊς κακίαις ημών, μνήσθητι των οι
reminiscere iniserationum tuaruno el misericordia κτιρμών σου και του ελέους σου · επίσκεψαι ημάς εν
tua ; respice nos in bonitate tua, et concede, ut et τη αγαθότητί σου , και δος ημίν διαφυγείν και το
reliquo lιujus diei tempore varias maligniinacliina- λοιπόν της παρούσης ημέρας τη ση χάριτι εκ των του
είones effugere tun gratia valeannus. Custodi vitam πονηρού ποικίλων μηχανημάτων. Ανεπιβουλευτων
Οιostram ab insidiis liberam, gratia sanctissimi tai τήν ζωήν ημών διαφύλαξον τη χάριτι του παναγίου
Spiritus, misericordia el benignitate unigeniti tuίς σου Πνεύματος, ελέει και φιλανθρωπία του μονογε
Filii , cum quo benedictus es , cum sanctissimo eινούς σου Υιού, μεθ' ού ευλογητός εί συν τω παναγία
Mono el vivifco tuo Spiritu, nunc el semper el in και αγαθώ και ζωοποιώ σου Πνεύματι, νυν και αεί,
sæcula sæculorum . Amen . και εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
ORATIO VI. EYXH G '.
82. Deus magne et adimirabilis , qui ineffabili Ο Θεός μέγας και θαυμαστός , ο ανεκδιηγήσω
Jonitate et abundante providentia cuncta adniini. αγαθωσύνη και πλουσία προνοία διοικών τα σύμπαν
Stras ; qui dalis nobis Injuς Imundi bonis , etiam τα, ο και τα εγκόσμια αγαθά ήμίν δωρησάμενος, και
promissum regnum nobis obstrinxisti ; qui praeter- κατεγγυήσας ημίν την επαγγελμένην βασιλείαν· διά
ira diei parte per concessa bona nos deduxisti : da της ήδη κεχαρισμένων αγαθών οδοποιήσας ημίν, και
nobis ut residuam quoque parlein inculpale coram της ημέρας το παρελθόν μέρος από παντός εκκλίναι
sancia gloria lia transigere possimus, et le solum κακού» δώρησαι ημίν και το υπόλοιπον άμεμπτως
bonum et benignum Deuni nostrum collaudare. εκτελέσαι ενώπιον της αγίας δόξης σου, υμνείν σετον
Quia tu es Deus noster, et tibi gloriaτη referimus, μόνον αγαθών και φιλάνθρωπον Θεόν ημών. "Οτι συ
Patri, et Filio, el sancto Spiritui, ηunc , et semper , εί ο Θεός ημών, και σοι την δόξαν αναπέμπομεν, τις
el in sæcula sæculorum . Amen. D Πατρί, και το Υιό, και το αγίω Πνεύματι, νυν και
αεί, και εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
ORATIO VII. ΕΥΧΗ Ζ'.
83, 84 . Deus magne el excelse, qui solus habes “Ο Θεός μέγας και ύψιστος, ο μόνος έχων αθανα
immortalilaleur ; gui luceur habitas inaccessam ; σίαν, φώς oικών απρόσιτον , ο πάσαν την κτίσιν εν
φui creaturam omnem in sapientia condidisti ; qui σοφία δημιουργήσας, ο διαχωρίσας αναμέσον του φω
divisisti Iucein a tenebris ; qui constituisti solein uι τός και αναμέσον του σκότους, και τον ήλιον θέμενος
preessel diei, lunam vero ac stellas ut preessenι εις εξουσίας τηςημέρας, σελήνην δε και αστέρας εις
nocli ; qui nos peccatores et hac Ilora preoccupare εξουσίαν της νυκτός, ο καταξιώσας ημάς τους αμαρ
faciem tuam in confessione , et vespertinas tibi τωλούς και επί της παρούσης ώρας προφθάσαι το
1:nudes offerre voluisti ; ipse benigne dirige Oratio. πρόσωπόν σου εν εξομολογήσει, και την εσπερινών
nem nostram, sicut incensum in conspecta ιιιο, ει σοι δοξολογίαν προσαγαγείν: αυτός, φιλάνθρωπε, κατ
eam in odorem sua vitalis adfinitle. Se!! el presen- ευθυνον την προσευχήν ημών ως θυμίαμα ενώπιον
ten vesperam et sequentein noctem notis triiue σου , και πρόσδεξαι αυτήνεις οσμήν ευωδίας παρά
facilicaru . Lucis armis indue nos. Libera Πο5 a ti- σχου,δε ημίν την παρούσαν εσπέραν και την επιούσαν
 ACOLUTAJA TRIPLICIS FESTI. CCCAAΣν
νυκτα ειρηνικήν. "Ένδυσον ημάς όπλα φωτός. Ρύσαι A more nocturno, oι omni negotio per: mbulante in
ημάς από φόβου νυκτερινού , και παντός πράγματος tenebris. Soninum, quem in nostre infirmilatis re
εν σκότει διαπορευομένου και δος τον ύπνον, δν εις quiem dedisti , da ab omni diabolica cogitatione
λικής φαντασίας απηλλαγμένον. Ναι, Δέσποτα, των bilibus nostris compuncti , meminerianus nocιu
αγαθών χορηγέ, ένα καιεπί ταίς κοίταις ημών κατα - ninis tui ; et commentatione mandatorum tuorum
νυγόμενοι, μνημονεύωμεν εν νυκτί του ονόματός σου, illustrati, in animi exsultatione , ad dicendam boni
και τη μελέτη των σων εντολών καταυγαζόμενοι, εν talis tuae glorian, essurgamus; preces et supplica
αγαλλιάσει ψυχής, διαναστώμεν προς δοξολογίαν της tiones Euae nuisericordiae offerentes , pro peccatis
σης αγαθότητος , δεήσεις και ικεσίας τη ση ευσπλαγ- propriis et cuncti populi lui, guem precibus sancle
χνία προσάγοντες υπέρ των ιδίων αμαρτημάτων και Dei Genitricis cleanenler prolege, quia bonus et
παντός του λαού σου , εν ταις πρεσβείαις της αγίας Dominum amans Deus es, tibique gloriam rependi
Θεοτόκου εν ελέει επίσκεψαι. " Οτι αγαθός και φιλάν- nis, Patri, el Filio , el Spiritui sancto ; nunc et
θρωπος Θεός υπάρχεις, και σοι την δόξαν αναπέμπο- seumper, et in srcula seculorum. Amen.
μεν, τω Πατρί, και το Υιό, και το αγίω Πνεύματι,
νυν και αει, και εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν. Β
Jam vero nos Typicui revocal, sic habens.

κάριος ανήρ, μετά μέλους είς ήχος πλ. δ'. cum modulatione ad lonum obliqujim quar
lum ,
Comm. llic aulem rion puto aicum illuin psalmum jam dictum recitandum esse ; sed insuper seplein
sequentes, sive octo primos. Kallouata enim apud Græcos vocantur divisiones seu sectiones lolins Psal.
terii, eaque siunil numero viginti. Ac primum quidem Kálloua continet Psalmos ocio , a i all vill ; secuni
duin a ix ad xvI; tertium a xvu ad xII ; quartum a xxiv ad xxX1 ; quintum a xxxll al XXXVI ; sextum it
XXXVII ad xlv ; septimum a xivi ad Liv ; oclavulin a Lv all LXII; nonuin a Lviv ad LXIX ; lecimum a usa
ad LXXVI ; undecimum a LXXVII ad LXXXIV ; duodecimum a LXXXV al Xc ; decimum tertiain a Xce
all c ; decimum quartuin a clad civ ; decimum quintum a cv ad cvili ; decimum sexlum a cix ad
cxvii decimum septimum solum habet psalmum Cavill, Beali immaculali : quo coniplelur istud Kál
boua propler prolixitatem ; decimum octavum , a CNIX ad CXXXI ; decimum nonum a cxxx ail
Cilil ; vicesimum reliquos usque ad CL . lla post Meursium Cangius , additque singula isia Kal
15yata dividi in tres partes, quæ cum , 1 Gloria Pairi, , lerninantur, aliser ac lil in Ecclesia Latina , que
diciam doxologiam posl singulos psalinos recital. Dividirur pariler, decimal septimum callisma in ires
paries , quix eadem glorificatione terminantur. llliusmodi aulem carlismalım divisiones dicuntur 076
σεις. igitur duo Typicum dicit, recitandum esse κάθισμα το Μακάριος , octo prinos ps: linos recital
dos esse insinual. Alia ilem significatio est rocis xaliqua . Sed de illa agendi ansa dabilur secuturo
capile .
Εις δε τον γ' ψαλμόν αναρρούμεν μικρών τοc 86. Ad psalnum tertium dicinιus secundum
δεύτερον και τρίτον αντίφωνον εις τον ήχον της οι 1eriίum Antiplionum Iono dei.
ημέρας.
87. Comm . Hic nolo, quod, quamvis i antiphona el antiphonum , , ab uno et eodem Grxco vocabulo origi
beza rahani, tamen boc apud Græcos non sonat idemi, quodilla apud Latinos. « Antipliona , nanque (ut est
apud Goarum pag . 123) est seulentia vel modulus cuilibet psalmo vecantato adjunctus, el quasi ex apposito
respondens. 1 Antiphonum , aulein , uthic usurpalur, sunt plures versus psalmi unius, ad quorum singulos,
una et eadem fit semper ab altero choro responsio . El propler balic unam el reciprocam sententiam semper
illalam , 'Artiqwvov quasi vos opposila seu vocis oppositio vocalur. 'Avriçwvov aviem (quale unum ad Matuli.
pum proleram ) dividitur in primum , secundum ellertium . Primium cst in quo post singulos versus recitalur,
Ταις πρεσβείαις της Θεοτόκου, Σώτερ, σώσον ημάς. « Precibυς Deipnre , Servalor , serva Mos. Secundum,
in quo recitatur post versus singulos, Ταις πρεσβείαις των αγίων σώσον ημάς. « Precibus sanctorun serva
sos . , Tertium denique in quo singulis versibus subjungitur : liquis solennitalem utcunque exprimens ,
11 in die Pascliatis , Σώσον ημάς, Υιέ Θεού, ο αναστάς εκ νεκρών, ψάλλοντάς σοι, 'Αλληλούϊα. « Fili Dei, qui
resurrexisti a niortuis, serva nos, qui laudamus le, Alleluia . · El in hoc festo trium doctorum : Ewoov
ημάς , Υιέ Θεού μονογενές, ο εν αγίοις θαυμαστός, ψάλλοντάς σου, 'Αλληλούϊα. « Fili Dei uigenite, qui es
mirabilis in sanctis , serva nos, qui laudamus le, Alleluia.
Έν εκάστω δε αντιφώνω ποιεί ο διάκονος μικράν D In unoguoque antipliono dicit diaconius collectan
συναπτήν. parvam , quæ hæc est :
"Ετι και έτι εν ειρήνη, του Κυρίου δεηθώμεν. Ο 88. Ιterum ilerumque in pace Dominum depre
χορός : Κύριε, ελέησον. cemur. Chorus : Domine, niserere.
Αντιλάβου , σώσον, ελέησον , και διαφύλαξον Suscipe, serva , miserere el custodi 10s, Deus ,
ημάς , ο Θεός, τη ση χάριτι. Χ . Κύριε, ελέησον. ιua gratia. Ch. Donine, miserere.
Της παναγίας, αχράντου, υπερευλογημένης, εν- Sanctissime, intemerale, super onines benedi
άξου Δεσποίνης ημών Θεοτόκου και αεί Παρθένου cle, gloriose Dominae nostre Deipara el semper
Μαριας, μετά πάντων των αγίων μνημονεύσαντες, virginis Marie cun: onmnibus Sauctis memoriam
εαυτούς, και αλλήλους, και πάσαν τηνζωήν ημών, recolentes, nos ipsos , et invicem et totain vilian
Χριστώ Θεώ παραθώμεθα. Χ. Σού, Κύριε . Και nostra , Christo Dec connendemus . Ch.
ο ιερεύς εκφωνεί: “Ο:: σου το κράτος, και του έστιν Tili, Donine. Ει succlarmat sacerdos : Qui
CCCXXIV PROLEGOMENA.
tus est potentia , et tuum est regnum et virtus et Α η βασιλεία και η δύναμις , και η δόξα του Πατρός,
gloria Patris, el Filii , et Spiritus sancti. Ch. και του Υιού , και του αγίου Πνεύματος, νυν και αει,
Διnen. και εις τους αιώνας των αιώνων. Ο χορ. Αμήν.
Solita psalmoruto recitatione jam absolula , de- “Ο δε ταχθείς μοναχός κανονάρχης μετά την συμ
signalus nonachus calonarcla, Ionuin suggerit et πλήρωσιν της συνήθους στιχολογίας λέγει τον ήχον,
psallimus Dormine, clamavi, juxta Ionum in 00- και ψάλλομεν, Κύριε , εκέκραξα, εις τον τυχόντα
toecho occurrenlein • ήχον της οκτωήχου.
89. Conn. Suggerit autem canonarches tonum illum slans in medio ecclesiæ , ut me docet Philoibeus
patriarcha Constantinopolitanus in Ordine sacri ministerii ,
Postlaec sacerdos vel diaconus ( ut moris est, Είτα θυμιά και ιερεύς, η διάκονος, ως έθος εστί,
thus adolet, consuetam exhibens reverentiarn anti- ποιών την συνήθη μετάνοιαν τω καθηγουμένω.
stili vel abbali. Nos vero recitamus versiculos de• " Ημείς δε ιστώμεν στίχους ι’ από του , Έξαγαγε εκ
cem , ab Educ a custodia . φυλακής.
90. Cour . Est bic vltimus versiculus psalmi cili ; ul ergo habeantur versiculi decem , continuantur
cantus per novem primos versiculos psalmi sequentis. At vero , feslo trium doctoruin , non reci.
lanlur nisi versiculi oclo , quemadniodum videre est. ex Menæis , ubi el dicuntur post illos versiculos,
psalli versus sive stichera Prosonicea lono Icrtio sicut 'As yevvalov èy uaptuoly. Sciio assignari lantum
qualuor, sed dicenda bis, ut sint quasi ocio , ut indicant Menæa subjiciendo singulis in rubrica vocemi ais.
« Dis. » In Typico Ruleim iden sic exprinuitur : Έν ταύτη τη ημέρα ιστώμεν στιχηρά η', δευτερούντες
autá . « Hoc die capitous versiculos ocio , ipsos duplicanles, , scilicet suichera illa qualuor quæ in
Menris habentur, ut sequilur.
91. Instrumenta gralie ; Spiritus citharas ; Β Τά της χάριτος όργανα, τάς κιθάρας του Πνεύ
Insignes Evangelii tubas: terrificum et altum reso- ματος , τάς εύσημους σάλπιγγας του κηρύγματος, τάς
nantia in celo Ionitrue, Deique gloriam annuntian. φοβερών και εξακουστον εξ ύψους ηχούσας βροντάς,
εia Anibus terre ; praecones trigeniinos magne Tri- και την δόξαν του θεού γνωριζούσας τοις πέρασαν τους
nitalis, Joannem et Basilium cum Gregorio digne τρείς κήρυκας της μεγάλης Τριάδος , Ιωάννην και
bonoremus. Bis. Βασίλειον αξίως συν Γρηγορία τιμήσωμεν. Δις.
92. Trinitalis propugnato res ; pietatis defenso- Της Τριάδος οι πρόμαχοι, ευσεβείας οι πρόβολοι,
res ; post illos duodecim , tres apostoli; Πωmina οι μετά τους δώδεκα τρείς απόστολοι, οι εξ Εδέμ
aquam vivam vehentia ex Edein, el facien terrae αναβλύζοντες το ζων ύδωρ ποταμοί, και το πρόσωπον
divino ac vivideo Πωχι τιgantia ; magna elementa, της γης ζωηρρύτως ποτίζοντες θείοις ρεύμασι τα
fidem veluti aliquam fabricam constituentia, jure μεγάλα στοιχεία, τα την πίστιν ώσπερ κτίσιν συστών
merito bonorentur. Bis . τα, αξιοχρέως τιμάσθωσαν. Δις.
93. Non sunt Ioquela , inquit, neque sermones Ουκ εισί λαλιαι, ουδέ λόγοι λεγόμενοι, ών ουχί
quorum non audiantur voces eorum. Nam in ακούονται αι φωναι αυτών εις πάσαν γήν γάρ και
omnem terram et mare exivit istorum divino , θάλασσαν ο φθόγγος εξέδραμε των ενθέων και σοφών
alatorum Numine et sapientium magistrorum 80- “ διδασκάλων της κτίσεως· όθεν άριστα τοις αυτών
Late continentar el conservantur does orbis terrae . ορθοδοξίαν τα πέρατα. Δίς .
Bis .
94. Spiritus organa , veritatis buccinas , Verbi Τα του Πνεύματος όργανα, αληθείας τας σάλπιγ
Dei oratores lantis proseguamur canticis ; el eorum γας, τους του Λόγου ρήτορας, ευφημήσωμεν φωναίς
dogmala sequentes, rogilemus 60s supplices , ut pro ασμάτων, τοίς αυτών οι επόμενου ικετεύοντες αυτούς,
ea , quam habent apud Dominum, iducia, petlant παρρησίαν ώς έχοντας προς τον Κύριον, δωρηθήναι
Πrmanm pacem in perpetuum mundo dari , nobis ειρήνην σταθηράν μεν εις αεί τη οικουμένη, ημίν δε
aulem veniam , Bis. πάσι συγχώρησιν. Δις.
Gloria . Tonus obliquus 2. Δόξα. Ηχος πλ. β'.
93. Mysticas liodie celebremus Spiritus fubas, Τας μυστικάς σήμερον του Πνεύματος σάλπιγγας,
Deo impleios Patres, modulatosin medio Ecclesize τους θεοφόρους Πατέρας ανευφήμησωμεν, τους μελω
concinnum clieologie melos , scilicet unam Trinitia- δήσαντας εν μέσω της Εκκλησίας μέλος εναρμονίου
tem immutabilean, essentianique ac divinilates; η θεολογίας, Τριάδα μίαν απαράλλακτον ουσίαν τε και
donitores Αrii, et orthodoxorum antesignanos, con- θεότητα , τους καθαιρέτας 'Αρείου και ορθοδόξων προ
tinenter orantes Dominum, ut nostrarum animaruan μάχους, τους πρεσβεύοντας πάντοτε Κυρίω ελεηθήναι
miserescat. τας ψυχάς ημών.
Ει nunc. Mariale. Και νύν. Θεοτόκιον.
96. Quis le , Virgo Sanctissima , non Dealsm Τις μη μακαρίσει σε , παναγία Παρθένε ; Τις μη
predicet ? Quis non celebrei tuuni sine virili ope ανυμνήσει σου τον αλόχευτον τοκον ; Ο γάρ άχρόνως
partum ? Quippe qui ante oιnne tempus ex Palre εκ Πατρός εκλάμψας Υιός μονογενής, και αυτός εκ σου
edulsii Filius unigenitus, ille idem ex le, parissinia, της αγνής προήλθεν, αφράστως σαρκωθείς· φύσει
prodivίι, inefabiliter incarnatus ; natura Deus exsi- Θεός υπάρχων, και φύσει γενόμενος άνθρωπος δι'
 ACOLUTIJA TRIPLICIS FESTI. CCCXXXVIS
ημάς ουκ εις δυάδα προσωπων τεμνόμενος , αλλ ' εν Α slens , el natura facius homo propter nos; non
δυάδι φύσεων ασυγχύτως γνωριζόμενος. Αυτόν εκε - in duas divisus personas , sed in duabus naturis
τευε, σεμνή παμμακάριστε ελεηθήναι τάς υυιάς inconfusibiliter cognoscendus. Hunc Ora , o oυgn
ημών. sla et beatissima, ut nostrarum animarum mise .
reatur.
97. Habe jam iterum verba Typici, oil discas , quze liant post decantata hæc slichera :
'Απέρχεται ο ιερεύς και ο διάκονος , και ποιούσι Secedunt sacerdos el diaconus faciuntque re
μετάνοιαν το προεστώτι, ή εις τον τόπον αυτού, ως verentian presidi, aut versus ipsius locum, ut ante
προείρηται, και άλλάσσουσι την ιερατικήν στολήν έν dictum est, el mutant sacram stolam in diaconico.
τη διακονικό. Και εξελθόντες εν τω ναώ είσοδεύουσι Ει exeunles ad templum introeunt cum incenso,
μετά του θυμιατού, των λαμπάδων προπορευομένων precedentibus ipsos lampadibus. Fralres autem
αυτούς. Οι δε αδελφοι πάντες αποσκεπάζονται ενου- omnes leguntur, in unum coeuntibus duobus cho
μένων των δύο χορών. ris.
98. Covy. Quod nos « sacristiam , appellamus, « diaconicuin , Græcis dicitur : ideo forlasse, quod dia
conorum primitus esset in ec scdes et consessis ; vel potius, quod hic locus eornin curæ præcipue con
missus ſuerit. In eo enim non solumn quæ ad ccclesiæ vasa el sacerdotales vestes spectant, priusquam
sacra perageretur liturgia , seu divinum ac ecclesiasticum ollicium , munia obibanit diaconi ; sed et consi
debant pro muneris sui ratione. Isidorus Mercator Araxovexóv i secrelarium , verlit ; el congruento
quidem Agatbensi concilio , cujus 66 canon hic est : « Quoniam non oportet insacralos ministros li
centiam habere in secretariuin (quod Græci diaconicon appellant) ingredi et contingere vasa
Dominica. · Alqui , secretarium , idem est , quod apud nos i sacristia , barbare nuncupatur :
de quo qui dubital, adeat cardinalein Bona lib. 1 Rerum liturgicarum cap. 24, num . 2 , Aiaxove
xóv tamen , sicut et i secretarium , in aliis prælerea usurpalur significationibus, quas aon est hujus loci
esplicare.
99. lugressus autem sacerdotis in lemnplum , supra descriplus ex Typico , non est simplex qui.
dam ingressus ; sed ingressus qui fit cum sacris codicibus , quibus diacono a sacerdote traditis,
egreditur ille e porta diaconici ; el elevalos aule faciem defereas , subsequente sacerilole , viam
quamdajo sinuosam lenel ; qua peragrata anle sanclas fores ulerque sistit , ut sacerdos recitelstv
Elsó ou EÚYÓv, id est, « Introitus orationem , , quam Constantinopolitanus patriarcha S . Germanus, loco
ailea cilalo, nobis exhibetel ila sonal.
Εσπέρας, και πρωί, και μεσημβρίας αινούμεν, Β 100 . Vespere, et malue , et meridie laudamus ,
ευλογούμεν, ευχαριστούμεν, και δεόμεθά σου , Δέσπο . benedicimus , graliasagimus, et oratous le ,omnium
τα των απάντων, κατεύθυνον την προσευχήν ημών ως Domine : dirige orationem nostram sicut incensum
θυμίαμα ενώπιόν σου. Και μή εκκλίνης τας καρδίας in conspectu tuo ; et ne inclines corda nostra in
ημών εις λόγους και εις λογισμούς πονηρίας, αλλά δύ- verba vel cogitationes nequilit, sed libera nos ab
σαι ημάςεκ πάντων των θηρευόντων τας ψυχάς ημών» omnibus venantibus animas nostras: guia ad le,
ότι πρός σε , Κύριε, Κύριε, οι οφθαλμοί ημών, και Dormine, Domine , oculi nostri, et in le speravimus ;
επί σοι ελπίσαμεν μη καταισχύνης ημάς, ο Θεός ne confundas nos , Deus nosler. Quia convenil tibi
ημών. “Ότι πρέπει σοι πάσα δόξα, τιμή και προσ- omnis gloria , honor el adoralio , Patri, el Filio , et
κύνησις , τη Πατρί, και το Υιό, και το αγίω Πνεύ- Spiritui sancto , nunc et semper , et in saecula
ματι , νυν και αει, και εις τους αιώνας των αιώνων. culorum. Amen.
Αμήν.
Είτα ευλογεί την είσοδον, λέγων· Et benedicit introitum dicens :
Ευλογημένη η είσοδος των αγίων σου πάντοτε, νυν Benedictus sit introitos sanctorum laoruτα υbi
και αει, και. que, nunc et semper, elc .
Είτα ο διάκονος , χαράττων σταυρόν μετά του C 101. Postliac diaconus , thoribulo eforemata
θυμιατού , λέγει • Σοφία , ορθοί • και ημείς το, Φως cruce, dicit, Sapientia, recli. Nos autem :Luinen
ιλαρόν. jucundum .
Corn. Reliqna supple ex capite primo, de Minoribus vesperis. Hic vero nolaverim ex Joanne Morino,
diaconum dicentem ogla , « Sapientia , o verosimiliter digitum intendere in codicem sacrum : el sic a præ
sentibus exigere allentionem præstandam iis,quæ inde recitabuntur .Pauci quidam cum S . Gerinano legunt Lo
pla opon. Sapientia recla . 3
Μετά δε την είσοδος και ταχθείς μοναχός, βαλών 102. Post introitum vero, designatus ad id mone
την συνήθη μετάνοιαντω προεστώτι, ψάλλει τηςημέ- chus . premissa solita corporis inflexione versus
ρας προκείμενον δίστιχον: Ο Κύριος εβασίλευσεν. presiden sive ablalem , canic propositum diei di
Στίχος α'. Ένεδύσατο Κύριος δύναμιν . Στίχος β'. stichun, el dicit, Dominus regnavit. Versiculus 1,
Και γάρ έστερέωσεν. Στραφείς δε ο ιερεύς προς Indulus est Dominus . Versiculus 2, Elenim Armo
δυσμάς, δεδεμένας έχων τας χείρας, ίσταται περι- Fit. Interim conversus ad occidentem sacerdos, et
μένων την πλήρωσιν του προκειμένου. Είτα βάλ- junctas habens manus, propositi inem opperitur.
λει μετάνοιαν, και απέρχεται εις τον τόπον αυ- Mox exhibet reverentiam , et in locum discedit
του . suum .
103 . Corn. Ecclesia quidem Græca singulis lotius anni feriis singula disticha allribuit : non tamen in
quolibet officio videtur post Introilum el diei distichon etiam dici Dominus regnavit , cum supradictis ver
siculis , sed laplum in Vesperis Sabbati. Est enim apud S . Germanum : El £ Éoti Ek66atov co nepas, Atyu
CCCESSVIII . PIROLEGOMENA.
το, Ο Κύριος εβασίλευσεν. ( Si sint Vesperge Sabbati, dicit, Dominus regnavit, etc. ( ropterea ego
existimo , pauculas illas voces im Venelo illo quo uvor S , Sabie Typico prizlermissas esse , incuria
lypothelarim el correctoria . Qua in opinione non me liocriter confirmar, videns in Jenieis , imo et
in Typico ipso, pro hac trium doctorum solemnitale, assignari slalim post dici proposituin iria avayvo
σματα, hoc est, ires • lectiones. : Priuna est ex Deuteronomii civile I , incipitφuυ : Versa 8 et sislit in
versu 17 . Allera est ex capile x libri ejusilem , el incipiendo a quarto decimo versi comp!eclilur reliquus
oinnes præler ultimum . Tertia denique pelilur ex Sapientiie ui, continet decem priores versus illius ca
pitis. Nos autem ad se denuo revocal Typicum dicens :
103. Absoluto proposito liacouus facit consue. Μετά δε το προκείμενον ο διάκονος ποιεί την
tam prolixans. συνήθη εκτενή .
Comu . Subintellige vocem orationen , , vel i precationein , icon, veloénov, vel izaslav, quein
admodum. Act. XII, dicitur, upocevyn Externs, Oralio sine intermissione, fusa esse ab Ecclesia ad
Deuin , pro Peun in carcerem conjecto ; esique similiis « Litaniis , nusiris , quibus chorus, vel po
pulus respondens, Identiderni interponil, 1 Miserere nobis, Ora pro nobis , Te rogamus , ami!ios. 1
Sed age , sic vranlem diaconum , cique succinentemi choruillaudiamus, apud S. Germanum . Dicit via
conus :
Dicamus omnes ex ιοια anima ; et ex to- A Είπωμεν πάντες εξ όλης της ψυχής, και εξ
la mente dicamus . Cliorus : Domine , mise- όλης της διανοίας είπωμεν, "Ο χορός : Κύριε,
rcre . ελέησον .
Donuine prepolens , Deus patrum nostrorum , Κύριε παντοκρατορ ο Θεός των πατέρων ημών,
Oramus le, exaudi et miserere. Ch. Domine, mi- δεόμεθα σου , επάκουσον και ελεησον. Χ. Κύριε,
serere. ελέησον.
ΔΝserere Hostri, Deus, secunduin magnam Ini- Ελέησον ημάς, ο Θεός, κατά το μέγα έλεός σου
sericordiam tuam; oramus te, exaudi et miserere. δεόμεθα σου, επάκουσον και ελέησον. Χ . Κύριε ,
Ch . Domine, misercre. ελέησον.
Adluc orainus pro plissimis et a Deo servalis "Ετι δεόμεθα υπέρ των ευσεβεστάτων και θεο
imperatoribus nostris , pro eorum imperio, victoria , φυλάκτων βασιλέων ημών, κράτους, νίκης, διαμονής,
perseverantia , pace, valetudine , incolumilale ; et ειρήνης, υγείας , σωτηρίας αυτών, και του Κύριον
οι Dominus Deus noster ipsos magis aljuvel , pre- τον Θεόν ημών επί πλέον συνεργήσαι , κατευοδω
sperer in omnibus, ipsorumque pedibus subjicial σαι αυτούς εν πάσι, και υποτάξαι υπό τους πόδας
omnein inimicum atque hostcm. Ch. Doine , αυτών πάντα εχθρών και πολέμιον . Χ . Κύριε,
miserere. και ελέησον.
Adhuc Oramas pro archiepiscopo nostro N. et "Έτι δεόμεθα υπέρ του αρχιεπισκόπου ημών, ο
mine, miserere. Χ. Κύριε, ελέησον.
Alliuc oranus pro bealis semperque meno- "Ετι δεόμεθα υπέρ των μακαρίων και αειμνή
randis hujus saicle edis conditoribus. Ch. Do στων κτητόρων της αγίας μονής ταύτης. Χ. Κύριε,
mino, niserere. ελέησον.
Alliuc Oranus pro misericordia, vita, pa- "Ετι δεόμεθα υπέρ ελέους, ζωής, ειρήνης, υγείας ,
ce , 8:nnitale , salute, protectione, venia , el re- σωτηρίας, επισκέψεως, συγχωρήσεως και αφέσεως
nissione peccalorum servorum Dei , fratrum των αμαρτιών, των δούλων του Θεού, των αδελ
ιυusce sancti Doιasterii. Ch. Domine, nuise- φών της αγίας μονής ταύτης. Χ . Κύριε , ελέη
rere . σον.
Adlanc oranus pro referentibus fructum el bone Ετι δεόμεθα υπέρ των καρποφορούντων, και
facientibus in hoc sancis et omni ex parte augusto καλλιεργούντων εν τώ αγίω και πανσέπτω ναώ τού
templo, laborantibus, canentibus ; et pro circum- τα, κοπιώντων, ψαλλόντων, και υπέρ του περιεστώ.
stante populo, a le magnam et alueuleim toiseri- C το; λαού, του απεκδεχομένου το παρά σου μέγα και
cordiam exspeciaale. Populus : Ιο multos an- πλούσιος έλεος. Ο λαός: Είς πολλά έτη, Δέσποτα.
Dos, Donline. Tum eteri vocem sacerdos : Quia Έκφώνως ο ιερεύς: "Οτι ελέγμων και φιλάνθρω
misericors et benignus erga hoιnines Deus es , et τος Θεός υπάρχεις, και σοι την δόξαν αναπέμπομεν,
tibi gloriamimpertianur, Patri, el Filio, et Spiritui τω Πατρί, και το Υιό, και το αγίω Πνεύματι, νύν
sancto, nunc, el semper, et in secula seculorum. και αεί και εις τους αιώνας των αιώνων. Χ . 'Α
Chorus : Αιn en. Ει populas dicit : Dignare , μήν. Και ο λαός » Καταξίωσον, Κύριε.
Domine.
104. Ιterum diaconυς : Compleamus vesperli- "Ο διάκονος πάλιν: Πληρώσωμεν τήν εσπερι
na0 nostram precationen, Domino. Ch. Domi- νην δέησιν ημών τω Κυρίω. Ο χορ. Κύριε, ελέη
pe, miserere. σον.
Suscipe, serva, miserere el custodi nos, Deus, 'Αντιλάβου , σώσον , ελέησον και διαφύλαξον
lua gratia. Cb. Domine, miserere. ημάς , ο Θεός, τη ση χάριτι. Χ. Κύριε, ελέη
σον.
Vesperam omnem perfectam, Sinclain, paeia- Τήν εσπέραν πάσαν τελείαν, αγίαν, ειρηνικήν
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI. CCCXXIIX
και αναμάρτητον παρά του Κυρίου αιτησώμεθα. X. A can et peccati expertem a Donino fagitenius.
ΙΙαράσχου , Κύριε . Ch. Tribue, Domine.
"Αγγελον ειρήνης, πιστόν οδηγών, φύλακα των Angelun pacis, idelem ducein , custolen alii
ψυχών και των σωμάτων ημών, παρά του Κυρίου maruin et corporum nostrorum a Domino Maglite
αίτησώμεθα. Χ . Παράσχου, Κύριε mus. Ch. Tribue, Domine.
Συγγνώμην και άφεσιν των αμαρτιών και πλημ- Veniam et remissionem peccatorum et delicio
μελημάτων ημών παρά του Κυρίου αιτησώμεθα. Χ . run uostrorum a Domino fagilemus. Ch. Tribue ,
Παράσχου, Κύριε . Domine.
Τα καλά και συμφέροντα ταϊς ψυχαίς ημών, και Bona el animis nostris conducentia , ac nundo
ειρήνην τω κόσμω, παρά του Κύριου αιτησώμεθα. paccin a Donlino lagilemus. Ch. Tribue , Do
Χ . Παράσχου, Κύριε . wine.
Τον υπόλοιπον χρόνον της ζωής ημών εν ειρήνη Reliquum vitae nostre tempus transigi in pace
και μετανοία εκτελέσαι παρά του Κυρίου αιτησώμε- et penitentia , flagilemus. Cli. Tribue , Do
βα. Ο χορ. Παράσχου, Κύριε. μ:ine.
Χριστιανά τα τέλη της ζωής ημών, ανώδυνα , Christianos vile nostre terminos, sine dolore,
ανεπαίσχυντα , ειρηνικά , και καλήν απολογίαν την Β sine confusione , tranquillos , el bonam defensionem
επί του φοβερού βήματος , παρά του Κυρίου αιτησώ - in tremendo Clirisi tribunali , a Domino Magilemus.
μεθα. Χ. Παράσχου , Κύριε. Chorus : Tribue, Domive.
Της παναγίας, αχράντου , υπερευλογημένης, εν. Sanctissime, intemerale, super omnes bene
δόξου Δεσποίνης ημών Θεοτόκου, και αειπαρθένου Μα- dicte, gloriosae Dominae nostra Deipara semper
ρίας, μετά πάντων των αγίων μνημονεύσαντες, εαυ- que virginis Marie 20 omnium sanctorum meno
τους και αλλήλους, και πάσαν την ζωήν ημών, Χρι- Fiam agentes, nos ipsos, et invicent, et vitam no
στώ τω θεώ παραθώμεθα. Χ. Σοι, Κύριε. strain lolam Christo Deo commendemus. Ch.
Tibi, Donline.
Και ο ιερεύς εκφώνως: "Ότι αγαθός και φιλάν- 105 . Ει sacerdos elativre voce succinii : Quia
θρωπος θεός υπάρχεις , και σοι την δόξαν αναπέμπο- bonus el amans hominum Deus exsistis, et tibi glo
μεν , τω Πατρί, και το Υιό, και το αγίω Πνεύματι, riam altribuimus, Patri, et Filio, el Spiritui san
νυν και αει, και εις τους αιώνας των αιώνων. clo, Dunc et semper , et in secula seculorum.
Χ . Αμήν. Ο ιερεύς : Ειρήνη πάσι. Χ . Και Chorus. Amen. Sacerdos : Pax omnibus. Ch. Ει
μετά του πνεύματός σου. Ο διάκ. Τάς κεφα- cum spiritu tuo. Diaconus : Humiliate capita vestra
λάς υμών τω Κυρίω κλίνατε. Ο χορ. Σο) , C Deo . Chorus: Tibi, Domine.
Κύριε.
Και λέγει ο ιερεύς την ευχήν μυστικώς. Ει sacerdos Secreto dicit orationem
Comm . Hec Oralio, Kecadoxalsias, sive e capitis inclinationis , nuncupatur, et ita sonal :
Κύριε ο Θεός ημών, ο κλίνας ουρανούς και κατα. Domine Deus noster, qui inclinatis caelis pro
σας επί σωτηρία του γένους των ανθρώπων, επιδε pler salutem humani generis descendisti , respice
επί τους δούλους σου, και επί την κληρονομίαν σου: famulos tuos et hereditatem tuam: tilhi enim, tre
σοι γάρ το φοβερό και φιλανθρώπω κριτή οι σοι δου- nmendo simul ac benigno judici, tui famuli inclina
λοι υπέκλιναν τας κεφαλάς, τους δε αυτών υπέταξαν runt capita , el suas submiserunt cervices; non 26
αυχένας, ου την εξ ανθρώπων αναμένοντες βοήθειαν, hominibus sperantes auxilium , sed tuam presto
αλλά το σον περιμένοντες έλεος , και την σην υποδε- lantes misericordiam, et tuam salutem exspecian
χόμενοι σωτηρίαν· ους διαφύλαξον εν παντί καιρώ, και tes : quos custodi omni tempore et lioc presenti
κατά την παρούσαν εσπέραν, και την προσιούσαν vespere , et hac secutura nocle ab omni inimico,
νύκτα, από παντός εχθρού , από πάσης αντικειμένης ab omni diabolica machinatione, a cogitationibus
ενεργείας, διαλογισμών ματαίων, και ενθυμήσεων. vanis , et pravis affectibus. Deinde alliori Iono
Είτα εκφωνεί : Είη το κράτος της βασιλείας σου εύ- dicit : Sit regni tui potentia benedicta et glorifi
λογημένος και δεδοξασμένον, του Πατρός, και του cola , Patris , et Filii, et Spiritus sancti , nunc el
Υιού, και του αγίου Πνεύματος , νυν και αει, και εις semper, et in secula seculorunι . Αnien.
τους αιώνας των αιώνων. Αμήν. D
Prosequitur Typicum .
Ε0' ούτω ψάλλομεν τα ιδιόμελα του κατά την 106. Tum psallimus idiomela illius sancti qui
ημέραν άγίου,λιτανεύοντες εν τω νάρθηκι, του ιερέως eo die colitur, facientes processionem in parthece,
και του διακόνου προπορευομένων μετά θυμιατού και praeeuntibus sacerdole et diacono cum illuribulo
λαμπάδων. ac lampadibus.
CoMY. Jinc adverle, erudite lector, has voces Λιτή , Λιτανεία cl Λιτανεύειν, apnd Grecos ecclesiasticos
non usurpari in primæva slia significatione, quac ezt « preces » et « precari; , sed in alia , Sonal enim cir
cuilum illum , quem Latini ecclesiastici , processionem , nuncupiinl. Quid , quod eliam hi boc nonien
« Lilani: , non raro sic usurpent : quippe (ut Anastasiuro, Aimoindl , aliosque inullos lacilus præier
eam ) audi Magnuin Gregoriuin epist. 2, lib. 11, jubentem lempore mortalitatis fieri seplem processiones
divisim secundum stalus , uno die : « Lilania clericorum (inquit) eseal ab ccclesia B . Joannis Baptistæ ;
CCCXL PROLEGOMENA .
litania virorum , ah ecclesia B . martyris Marcelli ; litania mo:lachorum , ab ecclesia martyrum ' 4udis et
Pauli ; litania ancillarum Dei, ab ecclesia BB. martyrum Cosmə et Damiani ; litania ſemivarum conjugala
rum , ab ecclesia B . primimartyris Stephani ; litania viduaruin, ab ecclesia mariyris Vitalis ; lilania pag
peruin el infantium , ab ecclesia B . martyris Cæcilii . , Ubi to a lilania , aliud nihil preler processio:lein
significal. Die auiem his tribus doctoribus sacro in Aith sive processione recilavallur sequentia Jtlyn på
ιδιόμελα Nili Xantlιορuli.
Tonus 2 . Ήχος β'.
101. Ηuc agile, celestis Trinitatis cultores ; Δεύτε, της ουρανίου Τριάδος οι λατρευται, την
collaudemus terrestrem Irinilalem divinorumanti- επίγειον τριάδα των θείων ιεραρχών ευφημήσωμεν,
stitum: Gregorium cognomento Theologuin, Basi- τον Γρηγόριον της θεολογίας των επώνυμον, τον Βα.
Tium ducentem a regno Momen , et a gralia Ioan- σίλειον της βασιλείας τον φερώνυμον, και Ιωάννης
nem ; imos gurgites sapientiae ; Spiritus marina τον όντως χαριτώνυμον, τους της σοφίας βυθούς , του
Δωenla ; fonies aque vividis jugilerque salientis ; Πνεύματος τα ρείθρα τα ωκεανικά , τας πηγάς τας αει
lucidas margaritas; terrestria luminaria ; Ecclesiae βλυζούσας , το ύδωρ το ζων το αλλόμενον, τους διαυ
gubernacula ; splendidorum fructuum feraces arbo- γεις μαργαρίτας, τους επιγείους φωστήρας, της Ex
res ; administros gratie ; os Christi ; τίndices Tri- κλησίας τους οίακας, τα αγλαόκαρπα δένδρα, τους
nilatis ; ab eadem eine ullius intervents illustratos ; οικονόμους της χάριτος, Χριστού το στόμα, και της
et assidue pro nostris animabus orantes . Τριάδος τους υπερμάχους, του , εξ αυτής αμέσως ελ .
λαμπομένους, και πρεσβεύοντας απαύστως υπέρτών
ψυχών ημών.
Idem tonus. Ο αυτός.
108. Accens0s ab igne inevitabili carbones B Τους αναφθέντας άνθρακας εκ του αστέκτου πυ
Adeliver praediceinus, qui per illos collustrati su. ρος οι διά αυτών φωτισθέντες πιστώς ανευφημήσω
ιηυε. Hi enim, per eam quam labebant cumeodem μεν ούτοι γάρ τη προς αυτό ενώσει εκπυρωθέντες,
conjunctionem indammali , evaserunt mundi Iurni- φωστήρες του κόσμου εγένοντο, ζωτική τους πτωχοίς
D1 ; νίuleinque pauperibus virtutem largientes , Pa» χρηματίζοντες δύναμις, Πατέρα και Υιόν και Πνεύ
irem , et Filium , el Spiritum sanclum , pie promul μα άγιον ευσεβώς ανακηρύττοντες, οις και εμείς
garunt : quos et nos compellernus : Salve Trinila προσείπωμεν· Χαίροις , Τριάδος τριάς και θεόσο
lis trioilas , rerum divinaruin intelligens. φος.
Tonus obl. 2 . Ήχος πλ. β'.
109 . Triplicatam Davidis fundam , Salomonis Του Δαβίδ την σφενδόνην την τρίπλοκον, του
funiculum coccineum , Verbi Magellum triplex, sa- Σαλομώντος σπαρτίον το κόκκινον , το του Λόγου
pientes presales, Basilium magnum, Gregorium di- φραγγέλιον τρίπλοκον , τους σοφούς ιεράρχας, Βασί
vinum, Joannem aureo Conanlem ore, Adeliver pre- λειoν τον μέγαν, Γρηγόριον τον θείον, Ιωάννης Χρυ
dicemus. Νain Goliathum, qui animo cernitur el σόστομον πιστώς ανευφημήσωμεν. Τον νοητόν γάρ
mente intelligitur, angulari lapide prostraverunt, Γολιάθ τω ακρογωνιαίο λίθω καταβαλόντες, την πι
idem adduxerunt ad concordiam, eamque purpureo C στιν προς ομόνοιαν ήγαγον, ταερυθραία του Χριστού
Christi sanguine , quasi vallo Hiquo munierunt ; et περιτειχίσαντες αίματι, και τους θεοκαπήλους αιρε
Deo questum facientes , ieresiarclaas 1 Christi σιάρχας των περιβόλων της θείας του Χριστού ποί
divino grege longissime repulerunt , sua dicendi μνης μακράν απελάσαντες διά των λόγων , και έτσι την
scribendique vi : quin imo lidem hodiedum susten πίστιν στηρίζουσι, και πρεσβεύουσι Κυρίω ελεηθήναι
lanl, el a Domino postulant aniniabus nos!ris mi. edc duyda huwy.
sericordiam .
Tonus obl. 4 . " Ήχος πλ. δ'.
10. Apparuit gratia Dei omnibus hominibus, Επεφάνη η χάρις του Θεού πάσιν ανθρώπους,
erudiens Dυς per preceptores illos, ut emendatis παιδεύουσα ημάς, δια των διδασκάλων τα ήθη κοσμη
moribus ileguo consuetudine , mentem nostram θέντας, τους τρόπους βελτιωθέντας, θεογνωσίας αι
Ιωce divine cognitiolis illuminemus. Idcirco cla- γλη τον νούν περιλαμφθηναι· διό κράξωμεν Τριάς
Demus : Trinitas sancta , rerum omnίum domino , αγία, κυρία του παντός , ταις των τριών σου ποιμέ
borum trium pastorum cuorum precibus launc tuum νων προσευχαις το σόν ποίμνιον τούτο εν ειρήνη συν
gregem in secura pace custodi , ab omni molestia , τήρησoν ασφαλώς και αλύπως , και σώσον ως φιλάν
libera ,et ad salutem perduc sempiternam , benigna " Opw tos.
cum sis .
Tonus obl. 2 . Ήχος πλ. β'.
11. Sancta et adoranda Trinitas , gloria sit Τριάς αγία και προσκυνητή , δόξα τη σοφή προ
sapienti providenlize tue, guia hominibus largila νoία σου, ότι τρεις σους μεγάλους φωστήρας τους α
es o numero hominurn tria inagna luminaria ete- θρώποις εξ ανθρώπουν εχάρισας, το φωτί λαμπαδο
rentia agnitionis luce facem, ejusque fulgora salu - χούντας της σης επιγνώσεως , και τη αίγλη φρυκτω
Carem tuam ac venerandam voluntatem tanquam ρούντας των σωτηρίων σου και σεπτών θελημάτων·δ:
de specula είgnificantia . Quo quidem lumine Iocu» ών ή οικουμένη, φως γνώσεως πλουτούσα, την στην
 ACOLUTUJA TRIPLICIS FESTI, CCXLI
δόξαν αυγάζειαι, και προς την βασιλείαν σου την μα- A pletalus orbis,tuam cum admiratione contempla
καρίαν σπεύδει. Τούτων ημάς ταις θείαις υπακούειν tur gloriam, et ad lui regni bealitatem contendit.
πείθουσα διδασκαλίαις, και αυτή των ευχών ύτερ Cum igitur liorum divina institula tenere nos ju
ημών επάκουσον, ως θεός πανοικτίομων, και τας beas, tu vicissim audi corundem pro nobis vola ;
ψυχάς ημών σώσον, φιλάνθρωπε. ut Deus plane misericors , el ut benignus, serva
animas nostras.
Δόξα. Ηχος πλ. β'. Gloria . Tonus obl. 2.
Τους ιεράρχες, του Χριστού και των Πατέρων 112. Hierarchas Christi et Patrum decus, turres
κλέος , της πίστεως τους πύργους, και των πιστών hulei et delium magistros atque custodes , o vos
διδασκάλους και φύλακας, συνελθόντες , ώ φιλέορτοι, omnes quibus cordi est hac celebritas, concli m
ασματικούς εγκωμίοις υμνήσωμεν, λέγοντες: Χαίροις, αιm, canoris exiollamus laudibus, dicentes : Sal
της Εκκλησίας φωστήρ, Βασίλειο σοφέ , και στυλε νεο, Ecclesiae luminare, Basili sapiens , et columna
απερίτρεπτε χαίροις, ο νούς ο ουράνιος, αρχιερευ immobilis. Silve, niens celestis, maxime antistes ,
μέγιστε, θεολόγε Γρηγόριε· χαίροις , ώ χρυσολόγε theologe Gregori. Salve, o aureo potens sermone,
παγχρυσε Ιωαννη , και της μετανοίας διαπρύσιος prorsus auree Joannes , ad resipiscentiani hortator
τους. Αλλ', ώ Πατέρες τρισόλβιοι, μή παύσησθε B vehemens . Agile , o ter beati Patres, ne inlerimitile
αει πρεσβεύειν Χριστώ υπέρ των πίστει και πο- orare Christum pro nobis , qui cum fide el studio
ω τελούντων υμών την πανίερον και θείαν πανή - agimns Ihunc vestro nonline sacrosanctum atque
γυριν. divinum diem .
Και νύν εοτόκιον. El nunc. Mariale .
Ο αυτός. Idemi lonus.
Την των παρθένων καλλονήν και χαρμονών των 113. Virgioum decuset laetitiam mcntium, 60
νόων, την μόνην Θεοτόκον, και των πιστών αρραγές lain Deiparam, et drmun: Rdelium rallum, o celebri
περιτείχισμα, συνελθόντες , ώ φιλέορτοι, ασματικούς tatum amantes, modulatis preconiis eterannus,
εγκωμίοις υμνήσωμεν λέγοντες: Χαίροις, Παρθενομή-. άcentes : Salve, Virgo , parens parissima, cande
του αγνή, λυχνία χρυσαυγής, και πύλη επουράνιε » labrum lucens ut aureum, et porta celestis; salve,
χαίροις, σκηνή αγιάσματος , και τον Θεόν χωρήσασα έν tabernacularm sanctifcationis ; silve, incontami .
μήτρα σου, πανάχραντε χαίρους, των ουρανίων ταγμά- Ia, cujus uterus fuit capax Dei , salve, quae es cial
των υπερτέρα απάντων ασυγκρίτως· διό, μητράνανδρε « iscaeli ordinibus sine ulla con: paratione superior.
Δέσποινα, μη λίπης φρουρούσα τους δούλους σου, Ideo ne cesses, Domina et sine viro Mater , cute
τους ανυμνούντάς σε πίστει και πόθω άει, και τον & dire farmolos tuos, qui te seniper cum fde el desi
τοχον σου προσκυνούντας τον άσπορον . derio laudant : et qui luum felum adorant siue
virili conceptum semine.
Μετά ταύτα εκφωνεί ο ιερεύς εις επήκοον πάν- 115. Post haec exclamat sacerdos, sic ut cuci
των. audian .
Conn. Et ita quidem Typicum S . Sabæ , sed S. Germanus, loco jam plus vice simplici allegalo, ait id
sacerdotem lantuinmodo facere absente diacono . Ipsius autem verba ascribere non fuerit forte omnino
juurile,
Μετά ταύτα λέγει ο διάκονος , είκς τύχης ει δ' Posthtec dicit αιaconus , si adsit ; sin mus,
ου τύχη , λέγει ο ιερεύς: dicit sacerdos :
Σώσον, ο Θεός , τον λαόν σου , και ευλόγησον 115. Salva , Deus, populum tuum, et benelli :
κληρονομίαν σου . Επίσκεψαι τον κόσμον σου εν ελέει και hereditati tue. Visila orbem laum in misericor
και οικτιρμούς. Υψωσον κέρας Χριστιανών ορθοδό- dia el naiserationibus. Εxtolle cornu Christianoru
ξων , και κατάπεμψον εφ' ημάς τα ελέη σου τα πλού- orthodoxorum , et abundantes misericordias Iwas
σα. Πρεσβείαις της παναχράντου Δεσποίνης ημών ad nos demitle. Precibus intemerale Domine no
Θεοτόκου και αειπαρθένου Μαρίας των τιμίων επου- stre Deipare semperque virginis Marie ; veneran
ρανίων δυνάμεων ασωμάτων του τιμίου ενδόξου προ- darum celestium et incorporearum virtutum; hono
φήτου , προδρόμου και Βαπτιστού Ιωάννου των αγίων rabilis ac gloriosi propheta, precursoris et Baptisis
ενδόξων και πανευφήμων αποστόλων» του αγίου του- Ioannis; sanctoruna, gloriosorum et celeberrimorum
λυέλεε Κύριε, επάκουσον ημών δεομένων σου, και festa luś agitur) et omnium sanctorum luorura ,
ελέησον ημάς. quæsumus le , multum misericors Domine, exaudi
nos le deprecantes, el miserere nostri.
Οι & αδελφοί λένoυσι το, Κύριε, ελέησον, μ'. Fratrcs aulein dicunt (vel , ut S. Gerinanus ,
chorus primus ), Domine , miserere : quadra
gies.
Και πάλιν ο ιερεύς εκφωνεί: "Ετι δεόμεθα υπέρ 115 *. Ei ilerum exclamat sacerdos : Adhuc ora .
των ευσεβεστάτων και θεοφυλάκτων βασιλέων ημών, mus pro plissimis el a Deo servatis imperatoribus
κράτους, νίκης , διαμονής , ειρήνης , υγείας, σωτηρίας , nostris, pro ipsorumimperio , victoria, stabilitate ,
επισκέψεως, και αφέσεως αμαρτιών, και τού Κύριον pace, valetudine , protectione, venia peccatorum et
PATROL. GR. X .XIX .
CCCXLII PROLEGOMENA .
nt Dominus Deus noster ipsos magis adjuvet, pro - Α τον Θεόν ημών επί πλείον συνεργήσαι, κατευοδώσας
sperer in omnibus, ipsorumque pedlilbus subjiciat αυτούς εν πάσι, καιυποτάξαι υπό τους πόδας αυτών
omnem inimicum el hostem. Dicamus. Fratres πάντα εχθρόν και πολέμιον. Είπωμεν . Ο δε άδελ
vero dicunt (vel ut est apud S. Germanum, chorus φοί το, Κύριε , ελέησον, λ'.
secundus), Doinine, miserere, tricies.
116 . Et iteruin exclamat sacerdos : Και πάλιν ο ιερεύς εκφωνεί:
Adhuc oramus pro archiepiscopo vel episcopo "Έτι δεόμεθα υπέρ του αρχιεπισκόπου ημών, ή
Ν. et omni in Christo fraternitate nostra, et pro επισκόπου, του δείνος, και πάσης της εν Χριστώ ημών
omni Christiana anima, aflicta et merore oppres- αδελφότητος , και υπέρ πάσης ψυχής Χριστιανών
sa , divinaque misericordiae ac opis indiga; pro θλιβουμένης τε και καταπονουμένης, ελέους Θεού και
hujus sancte domus ; et in ea liabitantium prole- βοηθείας επιδεομένης σκέπης του αγίου οίκου του
clione; pro totius orbis pace ac tranquillitate ; pro του και των κατοικούντων εν αυτώ, ειρήνης και κα
statu prospero sanctarum Dei Ecclesiarum; pro ταστάσεως του σύμπαντος κόσμου, ευσταθείας των
salute et auxilio patrum et fratrum nostrorum,cum αγίων του θεού Εκκλησιών σωτηρίας και βοηθείας
Studio ac titnore Dei laborantium et ministrantium ; των μετά σπουδής και φόβου Θεού κοπιώντων και
pro dereliciis et iler facientibus ; pro egrofantium B διακονούντων πατέρων και αδελφών ημών υπέρ των
medela ; pro dormitione, requie, beata memoria , et απολειφθέντων και των εν αποδημίαις όντων ιάσεως
venia peccatorumimpelranda animabus defunclo- των εν ασθενείαις κατακειμένων υπέρ κοιμήσεως,
rum patrum ac fratrum nostrorum, hic et ubique ανέσεως, μακαρίας μνήμης, και αφέσεως των αμαρ
libertate, pro fratribus nostris qui sunt in ministe- των ενθάδε ευσεβώς κειμένων και απανταχού ορθοδό
riis, et omnibus qui ministrant et ministraverunt ξων υπέρ αναρρύσεως των αιχμαλώτων, και υπέρ
in hac ede sancta . Dicamus. Fratres autem dicunt των αδελφών ημών, των εν ταις διακονίαις όντων,
quinquagies, Domine,miserere. και πάντων των διακονούντων και διακονησάντων εν
τη αγία μονή ταύτη. Είπωμεν. Οι δε αδελφοί το,
Κύριε , ελέησον, ν'.
117. Adhuc Oramus at sancta hac edes, omnis Είτα δεόμεθα υπέρ του διαφυλαχθήναι την αγίαν
urbs et regio a peste, faine, terra molu , inunda- μονήν ταύτην, και πάσαν πόλιν, και χώραν από λοι
tione, igne, gladio, alienigenarum incursu, intesti- μου, λιμού, σεισμού , καταποντισμού, πυρός , μαχαί
no bello , et repentina morte liberentur ; at bonus c ρας , επιδρομής αλλοφύλων, και εμφυλίου πολέμου,
el hominum armans Deus posler, dat nobis propi - και αιφνιδίου θανάτου. Υπέρ του ίλεων, ευμενή και
tius , clemeris et reconciliatu facilis , ut avertat ευδιάλλακτον γενέσθαι τον αγαθών και φιλάνθρωπον
υmnem iram contra nos motam , iustisque suis Θεόν ημών, του αποστρέψαι πάσαν οργήν την καθ'
comminationibus nos eripiat , et miserealur no ημών κινουμένην, και δύσασθαι ημάς της επικειμέ
stri. Ει dicitur, Domiue, miserere, quadragies. νης δικαίας αυτού απειλής, και ελεήσαι ημάς . Το,
Κύριε, ελέησον, μ'.
118. Adhuc oramus , ut Dominus Deus noster Είτα δεόμεθα και υπέρ του εισακούσαι Κύριον
exaudiat vocem deprecationis nostrum peccalo- τον Θεόν της φωνής της δεήσεως ημών των αμαρτω
bis et vicesies. Posthæc quorum vult vivorum ac Είτα μνημονεύει ούς θέλει ζώντας και τεθνεώτας:
mortuorum memorian) agit , et denuo exclamat so- και πάλιν εκφωνεί ο ιερεύς:
cerdos :
Exaudi nos, Deus servalor noster, spes omnium 'Έπάκουσον ημών, ο Θεός ο σωτήρ ημών, η ελπίς
finium terrae et in mari longe : ac propίtius, propi - πάντων των περάτων της γης και των εν θα .
tius esto peccatis nostris, et miserere nostri . Mi- D λάσση μακράν και ίλεως, ίλεως γενου επι ταις
sericors enim Deus, et humanus es : el tibi gloriam αμαρτίαις ημών, και ελέησον ημάς. Έλεήμων γαρ
referimus, Patri, et Filio , el Spiritui sanclo, nunc και φιλάνθρωπος θεός υπάρχεις, και σου την δόξαν
el semper, et in secula saculoruτη. Amen. Ει sla- αναπέμπομεν, τω Πατρί, και Υιώ, και των αγίω Πνεύ
tim subdit : Pax omnibus. Fratres autem : Ει ματι, νυν και αει, και εις τους αιώνας των αιώνων.
Spiritui tuo. Sacerdos (vel, ut S . Germanus, dia- 'Αμήν. Και ευθύς το , Ειρήνη πάσι. Και οι
conus), Capita vestra Domino inclinale. Ει cun αδελφοί: Και το πνεύματι σου. Ο ιερεύς : Τάς
ctis inclinantibus capita seque incurvantibus versus κεφαλάς υμών τω Κυρίω κλίνατε . Και πάντων κλι
lerram , bene precalur sacerdos contenta voce di νόντων τας κεφαλάς , και επί γης κεκυφότων, εκεί
cens banc orationem : χεται ο ιερεύς μεγαλοφώνως λέγων την ευχήν ταύ
την
. 119. Dominator multum misericors , Domine Δέσποτα πολυέλεε, Κύριε Ιησού Χριστέ ο Θεός
Jesu Christe, Deus noster, precibus intemerale ήμών, πρεσβείαις της παναχράντου δεσποίνης ημών
Domine nostre Deiparae semperque virginis Ma- Θεοτόκου και αειπαρθένου Μαρίας των τιμίων και
rie ; venerandarum et celestium virtutumn incor- επουρανίων δυνάμεων ασωμάτων του τιμίου ενδόξου
 ACULUTHIA TRIPLICIS FESTI. CCCXLIII
προφήτου , προδρόμου και Βαπτιστού Ιωαννου των A porearum , venerandi ac gloriosi prophele; pra .
αγίων ενδόξων και πανευφήμων αποστόλων, του αγίου cursoris et Baptiste Joannis ; sanctorum glorioso
τούδε , και πάντων σου των αγίων, ευπρόσδεκτον ποίη- ruin et percelebrium apostolorum ; sancti N. et
σον την δέησιν ημών» δώρησαι ημίν την άφεσιν των omnium sanctorum tuorum, acceptam redde Ora
παραπτωμάτων ημών» σκέπασον ημάς εν τη σκέπη tionem nostram , nobis tribue nostrorum delicio
των πτερύγων σου· αποδίωξον αφ' ημών πάντα έχ- rum veniam; sub legmine alarum Iuaruin prolege
θρόν και πολέμιον ειρήνευσαν την ζωήν ημών: Κυ- nos, onnem inimicum et lostem a nobis propulsa ,
ριε , ελέησον ημάς και τον κόσμον σου , και σώσον vitam Mostrarm contine in pace ; Donline, miserere
τας ψυχάς ημών, ως αγαθός και φιλάνθρωπος . nostri atque orbis lui, el serva aniinas nostras, lil
pute qui es bonus et hominuin amalor.
Είτα αρχόμεθα τα στιχηρά του στίχου, και ψάλ. 120. Hisce absolutis incipinus slicliera versi
κοντες εισερχόμεθα εν τω ναώ, επίδοντες και τους culi, et psallenles templum ingredirnur accinentes
τυχόντας στίχους αυτών. etiam versiculos tali die occurrentes.
Comm. Sed antequam ad illa stichera animum applicemus, meum esse intelligo , ut dicam ea quæ de
propositis jam orationibus ac precibus dicenda restant. Atque ante oinnia , in prima el ultima oratione,
prout apud S . Germanium exstant, multo plurimuni sanctorum patrocinia implorantur, quam prout ex
stantin Typico. Quippe post hæc verba, Kai Traveuw huwv & TTOSTÓlwv, El celeberrimorum apostoloruin , .
sequitur in utraque oralione series aliorum sanctorum bene longa, et in prima quidem oratione, num ,
115, fit singularis inentio .
Των εν αγίοις Πατέρων ημών και οικουμενικών Β Sanctorum Patrum nostrorum, et universalium
μεγάλων διδασκάλων και ιεραρχών, Βασιλείου του inagnorum doctorum ac pontifcum Βasilii Magni,
Μεγάλου , Γρηγορίου του Θεολόγου, και Ιωάννου του Gregorii Theologi et Joannis Chrysostomi ; sancti
Χρυσοστόμου του εν αγίοις Πατρος Νικολάου, άρχι- Nicolai, Myre in Lycia archiepiscopi el miraculo
επισκόπου Μύρων της Λυκίας του θαυματουργού, των rum patratoris ; sanctorum, gloriosorum et victo
αγίων, ενδόξων και καλλινίκων μαρτύρων, των ris inclytorum Inartyrum ; divorum et deifero
οσίων και θεοφόρων Πατέρων ημών, των αγίων και τum Patrum nostrorum ; sanctorum et justorum
δικαίων Θεοπατόρων Ιωακείμ και Άννης, του αγίου Dei parentum Joachim et Ληιιε ; 8ancti hujus
της μονής. ædis .
Series autem quæ nulima oratione num . 119 , adjungitur , post supra dicia verba , hæc
est :
Των αγίων, ενδόξων και καλλινίκων μαρτύρων: Sanctorum , gloriosorum et victoriis inclyto
των οσίων και θεοφόρων Πατέρων ημών» του εν αγίοις rum martyruin ; divorum et deiferorum Patrum
Πατρός ημών Νικολάου, αρχιεπισκόπου Μύρων της o nostrorum ; 8ancti Patris nostri Nicolai, archiepi
Λυχίας του θαυματουργού του αγίου και ενδόξου με-
scopi Myrae in Lycia , miraculorum patratoris ;
γαλομάρτυρος Γεωργίου του τροπαιοφόρους του αγίου
sancti, gloriosi et magni martyris Georgii tro
του δείνος, ου και την μνήμην επιτελούμεν» των pæa referentis ; sancti N . cujus agimus inenioriam ;
αγίων και δικαίων Θεοπατόρων Ιωακείμ και "Αν sanciorum et juslorum Dei parentnm Joachim et
νης. Aonæ .
121. Neque hoc pretermittendum est, in utraque Oratione, slalim post haec verba : Πρεσβείας της παν
αχράντου δεσποίνης ημών Θεοτόκου και αειπαρθένου , apud S . Germanum poni, δυνάμει του τιμίου και
Cow TEOLOÙ otaupoū, id est, i virtute honorandæ el vivificc crucis . , Reliqui vero sopra memorali geniti .
vi, cum hac voce postaciaus sive patrociniis, , ibidem copulantur. Præterea S . Germani Acoluihiæ
cuin Typico non satis convenit de vicibus, quibus a choro dicendum est Kúple , Edénsovº ubi enim in 'Ty
pico scribitur X , sive irigesies, ibi apud S . Gerinanum scribitur tantuin Y , sive ter. Testatur tamen
Goarus, etiain antiquos codices habere ^'. Denique monachi, ab episcoporum jurisdictione exempli, non
nominant episcopum in prece num . 116 , posila , sed suum abbalein sive præpositum , hoc modo : "Ete
δεόμεθα υπέρ αφέσεως αμαρτιών του δούλου του Θεού ο. δείνος . « Adhuc Oramus pro veia peccatorum servi
Dei N ., , quibus verbis osiendunt quam submisse de suo genere vivendi sentiant. Atque hæc sunt quæ bic
paucis adnotanda esse existimavi .
122. Nunc romeemis ar leinplum , audituristichera hujas diei. Sunt autem illa 100G
óuola et a Nilo Xanthopalo scripta, ut iudicant Menæa.
Ήχος πλ. α', προς Χαίροις ασκητικών. D Tonus obl. 1, sicut Χαίροις ασκητικών.
Χαίροις, Ιεραρχών ή τριάς, της Εκκλησίαςτα με- Salvete, hierarciarum trias , magna Ecclesize
γάλα προπύργια, οι στύλοι της ευσεβείας, και των πι- propugnacula , columne pietatis , fidelium drina
στών εδρασμός, των αιρετιζόντων ή κατάπτωσις, Χρι- mentum, bereticorum ruina ; divinis institutioni
στου οι ποιμάναντες τον λαόν τους θείοις δόγμασι, bus pascentes Christianum populum, eumque variis
και ταις ποικίλαις αρεταίς οι εκθρέψαντες, οι της ηυιrientes virtutibus ; excelsi gralice precones ,
χάριτος διαπρύσιοι κήρυκες , νόμους οι προεκθέ- interpretles legum in plenitudine Christi, ad super
μενοι Χριστού τα πληρώματι, οι οδηγοί προς τα na ductores , paradisi introitus: Orale Chrislum,
άνω, του παραδείσου αι είσοδοι: Χριστον καταπέμψαι υι magnam animabus nostris largiatur τηnisericor
ταις ψυχαίς ημών αιτείτε το μέγα έλεος. diam .
Στίχος."Οσιοι καυχήσονται εν δόξη. Versiculus. Exsultabuntsancti in gloria .
Χαίροις, ιεραρχών ή τριάς , ουρανοβάμονες , επί- 123. Salvele , hierarcharun trias. gradientes
CCCXLIV PROLEGOMENA .
in colo, terreni angeli, salus mandi, hominum le- Α γειοι άγγελοι, του κόσμου η σωτηρία , και των ανθρώ
titia , doctores orbis , propugnalores verbi, periti nie- πων χαρά , και της οικουμένης οι διδάσκαλοι και του λό
dici morborum tum animi tum corporis, Spiritus γου οι πρόμαχοι, ιατροί επιστήμονες των νοσημάτων
perennia flamina , eruditione universarm terrae fa- της ψυχής και του σώματος, οι αείρροοι ποταμοί οι
ciem inundantia , theologi , bases , aureo insignes του Πνεύματος, λόγοις οι καταρδεύσαντες της γης
idiomate , divino Spiritu aflati ; Orale Christurn , άπαν πρόσωπον, οι θεολόγοι, αι βάσεις, οι χρυσολό
al maguain animalbus nostris largiatur misericor - γοι, οι ένθεοι· Χριστον καταπέμψαι ταις ψυχαίς ημών
Jiani. αιτείτε το μέγα έλεος.
Versiculus. Sacerdotes tui , Domine , induent Στίχος . Οι ιερείς σου , Κύριε, ενδύσονται δικαιο
justitiam. σύνην.
194. Salvele , hierarcharum trias, terrestris fir- Χαίροις, ιεραρχών ή τριάς, του επιγείου στερεώ.
mamenti sol, radii , et de triplicis solis luroine ac- ματος ήλιος , ακτίνες , και δαδουχίαι εκ τρισηλίου αυ
cense faces , in obscuris versantium illuminatio, γής, των εσκοτισμένων ή ανάβλεψις, τα άνθη τα
flores suave olentes , pulcherrima paradisi ameni- εύοσμα, του παραδείσου τα κάλλιστα, ο Θεολόγος
las, ιu Theologe Gregori, tu erulite Basili, tu Chry- Γρηγόριος , ο σοφός τε Βασίλειος , ο Χρυσόστομος ,
S0stome, Spiritus labulae a Deo exarale , distenta B τα πυξία του Πνεύματος, πλάκες αι θεοχάρακτοι,
salatis Incle ubera, ornamenta sapientiae ; Christo μαζοί οι εκβλύζοντες της σωτηρίας το γάλα, το της
supplicate, ut nuignam nobis ,tribuat misericor- σοφίας το αγλάϊσμα: Χριστόν δυσωπείτε ταις ψυχαίς
Jianl) . ημών δοθήναι το μέγα έλεος.
Gloria . Tonus idem . Δόξα. “ Ήχος και αυτός.
125. Canamus tubis, tripudiemus on facere fe- Σαλπίσωμεν εν σάλπιγγι ασμάτων, χορεύσωμεν
slo die convenit, et gestiamus letitia, colu publico εόρτια , και σκιρτήσωμεν αγαλλόμενοι εν τη πανδή .
in nostrorum gralian doctorum coaclo . Reges ac μω πανηγύρει των διδασκάλων ημών. Βασιλείς και
principes concurrant , et hierarchas cut» plausu άρχοντες συντρεχέτωσαν, και τους ιεράρχας κροτή.
excipiant, non secus ac tres immensος Πανίοs do- τωσαν εν ύμνους , ως δογμάτων βλύσαντας ποταμούς
gmatum ; tres Calirrhoe fonti similes , Spiritus υπερμεγέθεις , τρεις καλλιρρόας αειζώους του Πνευ
aquam vivain in perpetuum funtlenles . O pastores ματος . Ποιμένες και διδάσκαλοι, τους της σεπτής
ac magistri, una celebremus tres allorante Trini- Τριάδος τρισσούς ιερομύστας συνελθόντες ευφημή
talis interpretes : philosoplii, υι sapientes ; prestyle- σωμεν. Οι φιλόσοφοι τους σοφούς, οι ιερείς τους ποι
ri , ut pastores ; peccatores, ot patronos ; pauperes, ρ μένας, οι αμαρτωλοί τους προστάτας , οι πένητες τους
ut Iocupletafores ; albicii, ut consolatores ; viatores, πλουτιστάς , οι εν θλίψεσι τους παραμυθούντας, οιοδοι
ul commiles; navigantes , αι gubernatores ; reliquί πόροι τους συνοδίτας , οι έν θαλάσση τους κυβερνή
onnes, ut ubique el in quevis necessitate ardenler τας, οι πάντες τους πανταχού θερμώς προφθάνοντας
preoccupantes. Ει dum laudibus divinos illos efle- θείους αρχιεράρχας εγκωμιάζοντες ούτως είπωμεν·
rimus antistiles, dicamus : Doctores sanctissiini,
εκ των του βίου σκανδάλων, και ρύσαι κολάσεων των
Jis, el nos æternis liberare æruainis. κωνίων ημάς.
Ει nunc . Germani patriarclize Theolocion si- Και νύν. Γερμανού πατριάρχου Θεοτόκιον όμοιον .
mile . .
126. Canamus tubis , quia Regina omnium , Σαλπίσωμεν εν σάλπιγγι ασμάτων προκύψασα
maler Virgo, benevola est, et benedictionibus co- γάρ ή παντάνασσα Μητροπάρθενος ταις ευλογίαις
ronat laudatores suos. Reges ac principes concur - καταστέφει τους ευφημούντας αυτήν. Βασιλείς και
rant, Διque excitato plausu venerentur reginain, άρχοντες συντρεχέτωσαν, και την βασιλίδα κροτή
que peperit regem, gaudenlein a morte vicios be- τωσαν εν ύμνοις , βασιλέα τεξασαν τους θανάτω κρα .
nigne solvere. Pastores ac imagistri , Pastoris boni D τουμένους πριν απολύσαι φιλανθρώπως ευδοκήσαντα.
Sanctissimam genitricent una eferanius laudibus. Ποιμένες και διδάσκαλοι, τήν του καλού ποιμένος
siorem cherubim , animatam arcam, speciosum λυχνίαν την χρυσαυγή, την φωτοφόρον νεφέλην, την
Allissimi solium , urnam auream receptricem man των χερουβίμ υπερτέραν, την έμψυχον κιβωτόν , τον
ne, νίtalem Verbi tabulam, omniain Christianorum περίμορφον του Δεσπότου θρόνον, την μανναδόχον
perfugium sacro celebrantes carmine , Sic dica- χρυσέας στάμνον, την ζωηφόρον του Λόγου πλάκα .
mus : Palatiuυ Verbi, nos humiles colorum regno απάντων των Χριστιανών το καταφύγιον, άσμασι
dignare, non est enim quidquain , quod te interce. θεηγόροις εγκωμιάζοντες, ούτως είπωμεν: Παλάτιον
denle fieri non possit.' του Λόγου , αξίωσον τους ταπεινούς ημάς της ούρα.
νών βασιλείας ουδέν γαο αδύνατον τη μεσιτεία
σου .
127. Iterum repetendum est ad contestum 'Typici.
Deinde, Nunc dimitris, Trisagion , sanctissima Είτα το, Νυν απολύεις, το τρισάγιον το , πενα
Trinitas , Paler noster. Exclamat . allein Sa- γία Τριάς , συν το Πάτερ ημών. 'Εκφωνες και
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI: CCCLO
ιερεύς: "Οτι σου έστιν η βασιλεία, και η δύναμις Α cerdos : Quia iuum est regnum, virtus et gloria,
και η δόξα, του Πατρός, και του Υιού, και του αγίου Patris, et Filii, et Spiritus sancti , nunc el sein
Πνεύματος, νυν και αεί, και εις αιώνας των αιώνων. per, et in secula seculoruτη. Anen. Nos autein
Αμήν. Και εμείς το απολυτίκιον, ή το , Θεοτόκε Apolylicion, vel , Deipara Virgo , ter recita
Παρθέ :, λέγοντες αυτό εκ γ'. mus.
Cory . Primo hic notatur recilandom Canticum Simeonis, quo latini Complelorium suum claudunt.
Trisagion exhibui nuin . 31. Oratio ai sanctissimam Trinitalem dirigenda, in Eucbologio sic integra
ponitur :
Παναγία Τριάς, ελέησον ημάς: Κύριε, ελάσθητι Sacrosancta Trinilas , miserere nostri ; Do
ταις αμαρτίαις ημών, Δέσποτα, συγχώρησον ταις nuine , propilius esto peccalis nostris ; Dontia
ανομίαις ημών "Αγιε, επίσκεψαι και ίασαι τάς ά- Ior, renmitre iniquitiles nostras ; Sancle , respi
σθενείας ημών ένεκεν του ονόματός σου. ce el sana inlirmitales nostras , propter nomen,
luuin .
128 . Cown . Quod ad duo ista vocabula attinet, Deipara Virgo ; ea Salulalioni Angelicæ addidit EC: -
clesia Orientalis post condemnationem Nestorii, qui, ui num . 32 vidimus, eam tantuin XPLOtotóxov di.
( en lam esse pugnabat. Græci itaque Mariain sotóxov salutant, priusquam xeyapitwuévny sive « gralia
plenain ; nec celant causam istiusniodi salillationis ; nam hisce Elisabethe verbis , Eloynuevoço
x1οπός της κοιλίας σου, « Benedictus fructus ventris tui, statim subjungunt : " Οτι Σωτήρα ετεχες των ψυ
ywy tuwv, « Quia Servalorem genuisti animaruin nostrarum . , Non iamen opinor Angelicam illam Salula ..
rionem hic lolam recilandam fuisse a Græcis antiquioribus , licet ea iota habealur in aliquo re
centiore horologio , quia rilus salutationem illain conneciendi cum Oratione Dominica non admo
dum antiquus est ; ut licet cernere ex iis , que a doctissimo viro , Joanne Mabilione , in Præla
ljone ad saculum decinsum $ 6 , aferuntur. Sej boc tribus doctoribus sacro die ; recitalur sequens A110
Αυτίκιον .
Απολυτίκιον . 'Ηχος α'. B Dimiesorium. Tonus 1.
Τους τρεις μεγίστους φωστήρας της τρισηλίου 129. Tria unaina divinilatis , tanquam solis
θεότητος, τους την οικουμένην ακτίσι δογμάτων πυρ- triplicis Isuinaria , orbem 1o!um suis divinorum
σεύσαντας, τους μελιοφύτους ποταμούς της σοφίας, documentorum radiis, quasi de alla specula illu
τους την κτίσιν πάσαν θεογνωσίας νάμασι καταρδεύ- strantia , mellidios amnes sapientia , omnem crea
σαντας, Βασίλειον τον Μέγαν, και τον θεολόγον Γρη. ιurain irrigantes divine cognitionis Ialice ; Basi
γόριον, συν τω κλεινω Ιωάννη τώ την γλώτταν χρυ lium Magnum , Theologum Gregorium , el incly .
σορτήμονε, πάντες οι των λόγων αυτών ερασται συν lum Joannem , aureum illud eloquentize Alumell,
ελθόνηες, ύμνους τιμήσωμεν αυτοί γαρ τη Τριάδι consensu pari honoremus omnes quieorum scripta
υπέρ ημών αει πρεσβεύουσιν. adamamus. Elenim Trinilali pro nobis scmper
supplicant.
Έτερον. " Ηχος δ. Alind. Tonus 4.
Ως των αποστόλων ομότροπου, και της οικουμένης listlein quibus apostoli predici moribus, ac do
διδάσκαλοι, το Δεσπότη των όλων πρεσβεύσατε, εί- clores orbis , Dominurn universorun orale, υι ει
ρήνην τη οικουμένη δωρήσασθαι, και ταις ψυχαίς μυηdo pacem, et nobis misericordiam magnamim,
ημών το μέγα έλεος. C partialur.
130. Sequitur benedictio panis , vioi et olei : et pro communi quidem pane diebus solemnioribus
apponi paxim ::ti: , id est panes biscocios tradit Goar : credo quia tunc panem recentem coqui festi
solemnilas probibebal. Olei autem non meminit S . Germanus. De ipsa vero.prædictorum benedictione, sic
loquilur Typicon :
Ο δε κελλαρίτης προτίθησιν εν τη αναλογία Promus condus exponit in pulpίιο panes quin
άρεους ε', εξ ών εσθίομεν εν τη τραπέζης ώσαύτως gue, quibus in mensa vescimur. Apponit quoque
και στάμνον οίνου του καλλίστου , και ολίγον έλαιον Αυγhoram plenam vini generosissimi , et modicum
εις άγγος τι. Ο δε ιερεύς, λαβών άρτον ένα επί χεί- oleum in aliquo vase. Tum sacerdos, accipiens par
ρας, και τυπώσας εν αυτώ σταυρόν, επεύχεται την nen unum in manus, in eoque formans signumcru
ευχήν ταύτην εκφώνως: cis, fundit elala voce hanc orationem :
Κύριε Ιησού Χριστέ, ο Θεός ημών, και ευλογήσας 131. Domine Jesu Christe , Deus nosler, qui
τους πέντε άρτους , και πεντακισχιλίους χορτάσας, quinque panibus benedictis , quinque millia iouli
αυτός ευλόγησον και τους άρτους τούτους, τον σίτον, nuto saliasti ; itlem lios panes, frumentum, vision
τον οίνον, και το έλαιον» και πλήθυνον αυτά εν τη el oleum benedic, et her multiplica in liac sancta
αγία μονή και εις τον κόσμον σου άπαντα και τους habitalione, et per universam tuurm orbem, ex iis
εξ αυτών μεταλαμβάνοντας τιστους αγίασον· ότι συ que comesluros ideles sanctifica, φuia tu benedicis.
εί και ευλογων και αγιάζων τα σύμπαντα, Χριστέ ο el sanctifcas ounia , Christo Deus noster ; tibi enim
θεός ημών, και σοι την δόξαν αναπέμπομεν συν τω gloriam tribuimus, cum Iuo ingenuito Patre, et ou
ανάρχω σου Πατρί, και το παναγίω, και αγαθό, και D ino sancio el bouo ac vivifico tuo Spiritu, nunc,
ζωοποιώ σου Πνεύματι νύν και αεί, και εις τους αιώ. et in saecula saculorum.
νας των αιώνων .
Kai Hati od 'Auty, 26 quay ayol yarudy , -), 132 . El dicto Amen, recitamus tertiuin et iri.
CCCXLVI PROLEGOMENA.
cesimum psalmum, Benedicam Dominum in omni A Ευλογήσω τον Κύριον εν παντί καιρώ, έως του,
tempore : usque ad haec verba : Νon minuentur Ουκ ελαττωθήσονται παντός αγαθού . Ο δε ιερεύς,
omni hono. Sacerdos vero digressus slat pro san- απελθών, ίσταται έμπροσθεν των αγίων θυρών, βλέ
clis foribus , occidentem respiciens , et finiti ea των προς δυσμάς. Μετά δε την συμπλήρωσιν του
parte psalmi orat, dicens : Benedictio Donini sit ψαλμού επεύχεται ο ιερεύς, λέγων: Ευλογία Κυρίου
super vos ubique , nunc et semper, et in sacula εφ' υμάς πάντοτε, νυν και αει, και εις τους αιώνας
sæculorum . Amen . των αιώνων. Αμήν.
133. Comm . Hic , lil S. Germanns quidem ait , yiveTaL & TÓLuons , fit dimissio : sed , ut Typi
cum , ευθέως ανάγνωσις εις τον Πραξαπόστολον, id est « confestim sucredit Ιeclio Praxapostoli. Est
aviem IIpa sa ICOTOMO; liber Græcoruin ecclesiasticiis , qui sic appellatur , inquit Petrus Lambe.
cius , lib. v de Bibliotheca Cæsarea , pag. 287 , quod poiior majorque illius pars ex Actibus aposlo.
Joruni et Epistolis S. Pauli concinnata sit. Atque ea causa est cur etiam dicalur simpliciter, Afsl
oto).os. Hoc sane insignitus lililo in lucem prodiit Veneliis anno MDCVII , quæ impressio exstat in Museo
nostro . Res illo ecclesiastico libro contentas præterea , aliquis ignotus auctor apud Leonem Allatium
Disse ::at. 1 de libris ecclesiast. Græcorum , expressit carmine iambico, quod ego lion transcribo , partim
quia longiusculuin esi, partim quia ex res facile cognosci queunt ex verbis Typici, huc necessario alia de
causa transcribendis,
133. Sciendum est, quod a Dominica Paschatis B Ιστέον, ότι από της Κυριακής του Πάσχα μέχρι
usque ad Dominicarm Sanctorum Omnium, pro le- των Αγίων πάντων ειςτην τοιαύτην ανάγνωσιν, λέγω
clione majorum Vesperarum, leguntur tantumno- δη του μεγάλου εσπερινού, αι Πράξεις των αγίων
do Acta apostolorum; reliquis totius anni Domini- αποστόλων αναγινώσκονται μόναι· εις δε τας λοιπές
cis septein calliolicar , et quatuordecim S. Pauli Κυριακές του όλου χρόνου αι επτά Καθολικαί, και
Epistolar, el Joannis Apocalypsis. αι ιδ' του αγίου Παύλου Επιστολαι, και η Αποκάλυ
ψις Ιωάννου .
135 . Jain vero, ut minutissima quæque studiosissime persequar, sequentia quoque observala velim ,
Priino , quod diciæ Scripturæ , non secus atque in Lalinorum Ecclesia , leguntur cum titulo el nomino
aucioris Deinde quod lectionibus Actuum apostoloruin el Apocalypseos prämilluntur bæ particule Ey
tois touépais ¿xeivais , sive in diebus illis ; nisi forte initium libri ſuerit , vel aliana nola lem .
poris in genuino lexlu apposita , inveniatur. Tertio , quod apostolorum Epistolis , præfigitur, vox OEA
soi , Fratres , si ad plures scripla ſuerint ; sin autein ad unum tantum , illius , ad quem scri
præ sunt , nomen præponitur , addito dulcissimo Filij vocabulo , e. g . : Téxvoy Tlubbee , Téxvoy
Tite, « Fili Tiniothee, Fili Tile . , De Dominica quoque Sanctorum Omniuin , superius memorata, scire
cou venit, eain esse primani post Pontecosien . Id paiel ex Callisto, qui in Synaxário sic falur : Ty auth
ημέρα Κυριακή μετά την Πεντηκοστήν την των απανταχού της οικουμένης, εν 'Ασία , Λιβύη και Ευρώπη,
βορδά « el βορέα τε και νότω, Αγίων πάντων εορτήν εορτάζομεν" « Εadeir die Dominica post Pentecosten ,
ubique per universumi orbem exsistenliuin , in Asia , Libya , el Europa, Austroque ac Septentrione , San
lurusn Uunium festum agitamus. , Euila est etiam Oratio Leonis imperatoris , ubi sic legitur : Kuplaxi
μετά την Πεντηκοστήν εις τους απανταχού γής Αγίους πάντας, ότι τον άλάστορα του γένους ημών οικείους
αθλοις κατέβαλον, και η παγκόσμιος Εκκλησία τούτους τιμά « Dominica post Pentecostel , Oniverse
Terræ , sanctus, quia generi nostro infesiuni dænionew suis in certaminibus vicerunt, universa Ecclesia
bomorill, ,
136 . Roges fortasse quid supradicio panebenedicto Bal. Id nos edocebit Typicum , quod sic habel :
Promus condus frangil panes et da: fratribus ; C Ο κελλαρίτης , διακλάσας τους άρτους , επιδί
consimiliter de eodem calice vini , ad vigiliarum δωσι τους αδελφοίς» ώσαύτως και από ενός ποτη
nolestiam perferendam; sicut jam inde ab initio ρίου οίνου διά τον κόπον της αγρυπνίας, ώσπερ εξ
Palres nobis nostri tradiderunt. αρχής παρελάβομεν από των αγίων Πατέρων.
Coum . Neque vero hæc a Patribus instituta cærenionia videtur vacare mysterio : quid enim ad excitan
danno memoriam illius oraculi, Non in solo pane vivit homo, sed in omni verbo quod procedit de ore Dei (a),
polest esse aplius, quid magis accominodalum , quain sacrorum voluminum lectionem cum esu panis coii
jungere ? Miito illum iu Orientali Ecclesia panis esum gerere speciem quamdam ac similitudinem anti
qua agapes, et ad seriein Typici revolvor : ubi mox nominandi diaconitz , intelliguntur monasle
riorum famuli , religiosis pariter volis obstricti , quos conversos ex usu antiquo , alii ex recentiori
Jaicos dicunt, de quibus in hoc vigiliarum ordine sic legitur :
137. Diaconite igitur , facta solita reverentia D Οι ούν διακονηται, ποιήσαντες την συνήθη μετά
anle Sanctas januas el versus alternos choros, νοιαν έμπροσθεν των αγίων θυρών και εις τους χορούς
egrediuntur . Ab illa autem hora neanini fas est προς μίαν, εξέρχονται. Από δε της ώρας εκείνης ουκ
aquam bibere, propter perceptionem incontamina» έχει τις εξουσίαν πιείν ύδωρ, διά την μετάληψιν των
ιorum mysteriorum. Benedictus autem panis est αχράντων μυστηρίων. Ο δε ευλογητός άρτος εστιν
praeservatiνus a quibuscunque malis , si cum fde αλεξιτήριος παντοίων κακών, ει μετά πίστεως λαμ
sumalur. 6άνοιτο.
138 . Comm . Ultima hæc verba cum nequeant de pane alio intelligi , quam de illo qui antea quasi ad como
nulam illalus et distribulus fuisse dicitur ; dubitari possit , an indicta omnibus posthæc abstinentia etiain
aquæ , propter participationem incontaminalorum mysteriorum , ad benedicti istius panis presentein
sliinptionen , an potius ad faciendain sequenti die Eucharistiae communionem referatur . lloc quidem ulti
1010m mili videlur verosimilius ; quia homine axpávrwv Muotnplwy intelliguntur communiter mysteria
corporis et sanguinis Domini ; el bæ lain solemnies Vesperæ cuin subsequenti pervigilio , präparatio quæ
(α) Matth. IV, 4.
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI. CCCKLY!
dam erant festis subsequens : nam egressis conversis, ad pervigilandum in ecclesia remanebaut mo
narli clericique, ad ejusmodi laborem delibalis pane ac vino corroborati.
Quod tamen ad reverentiam , etiam communi, sed ila ut supra benedicto pani vinoque habendam ,
el utilitatem inde capiendain allinel ; illa probatur etiam S . Augustino doctori Latino , qui lib . II
De pecc. remiss. de illo pane, vel (ut alii volunt) de sale calechumenis dari solito , sic loquitur : Quam
vis non sit corpus Christi sanctus est tamen . et sanctior quam cili quibus alimur, quoniam sacramen
tum est.
139. Nibil necesse arbitror, ut hic aliquantulum digrediar moneamque D . Augustinum hoc loco sacra
menii nomine, non intelligere vere ac proprie dictum sacramentum , sive signum sensibile atque sym
holicum gratiæ sanctilicantis , a Deo stabiliter institutum , ut usu suo hominem sanctificet. Quippe
cum dical illum precibus consecralum panem vel salem porrigi calechumenis ; qui in theologico pul
rore esercilatus est lector, facile pervidei, eliam me lacelite, Augustinum hic nomine sacramenti lan
lum intelligere rilum aliquem ecclesiasticum , sive, ut verliis schola ular, aliquod sacramentale ,
Cuod gratiam sanctilicantem ex operato opere conſerre non potest , quanquam quasi ex opere
operalo possit aliquos electus inferiores conferre lam .quoad corpus , quam quoad animum . lu
quod de hoc pane , sacerdotis precibus consecrato , diserie pronuntiat Typicum , ut supra , num . 137,
vidinius.
140 , 141. Sed hujus panis visac virtus distinctiusdescribitur in Mincmariarchiepiscopi Rhemensis capitolis,
ubi cap . 7 legitur hæc panis benedictio : « Domine sancle , Paler omnipotens , æterne Deus , benedicere
digneris hugc panem lua sancla el spirituali benedictione ; ut sit omnibus cum aide et reverentia ac gra
tiarum luarum actione suimentibus, salusmentis et corporis, atque contra omnes morbos, et universim cun
clorum inimicorum insidias lutamentum . Per Dominum nostrum Jesum Christum , Filium tuum , panem
vitæ , qui de cælo descendit , el dat vitam ac salutem mundo , el lecum vivit et regnat in unilate
Spiritus sancti , per omnia sæcula sæculorum . Amen . , Quæ quidem oralio continetur eliam can .
9 ' Namnelensis concilii , ut videre est apud eumdem Labbeum tom . IX Concil. col. 470 . Hic
porro benedictus panis in Græcorum Vesperis , ita distribui solitus , vocatur proprio nomine xatáxha .
Gtos, a fractione, ui significetur esse diversus a pane illo benedicto , qui in liturgia sive missæ sacrificio distri.
liuebatur iis, qui ob impe.limentum quodpiam communicare von polerant ; talis panis dicebalur ávti
Ew poy, quasi avtl cior & ylwy dú pwv, seu vice divinæ eucharistiæ ei sacræ communionis. Et vero avtla
Ewpoy erat panis T.POOÉGews, sive panis ille sacer, ex quo pars aliqua ad conficiendam eucharistiam de
secta erat, el Pacliymera lib . v Aisl. cap. 8, dicitur Osios á pros, id est, « divinus panis. , katáxhaOTOS
Talis TPOOÉSEW panis non eral, ui ex ante dictis palel. Nullus itaque Meursius, nullus Casaubonus duo
illa benedicti panis genera confundat. Verum de hoc pane benedicto salis. Quare abeuntibus fratribus
liicis, nos remaneamus in templo, ut cum reliquis eliam tū oppw sive matutino ollicio , cæremoniis.
que in eo adbiberi solitis interesse possimus.
CAPUT TERTIUM
De officio malutino.
142. Malulinum in Græcan.ca Ecclesia "Oppos dicitur. De eo agil Typicum in ultima parle capitis
secundi, quod jain commentati sumus. Allainen , ne capul istud in imniensum excrescerei , visum ſuit
illud partiri. Sic ergo iolit Typicumi :
Merk Thy & váyvwOLV TOŪ IpagatosTÓLOU , ců- A Post Praxapostoli Icctionem , bene precante sa
Aoyoūvtos toŨ ispéws, atrapxóueda toŬ Eatále cerdote, auspicamur hexapsalmum .
flou.
143 . Comm. ll2 dicitur continuatio sex psalmorum : qui hoc loco erant psalmi II, XXIVII , LXII, LXXXVII,
CII, CXLII, quantum quidem possum ex Antonii Arcadii Horologio conjicere. Hexapsalmus ergo reci
Talur slalim post lectionein sacram , intellige si agendæ sint vigiliæ , ut agenda sunt hoc die, cujus expo
nimus oflicium . Nam , si vigilia agendæ non sint, sacra lectione finita , ad suam quisque cellam recipit se,
el dat quieli ; donec semanterli pulsibus a candelaple revocetur ad lempluin . Quod autem lunc sit malutine
precis initium , quæ cæremoniæ , quæ ratio pulsandi semanterij , quä ihuris adolendi, qui rilus reveren
iiarum , sal clare explicat hoc idein Typicum cap. 10 . Quanquam et lum , cum aguntur vigiliæ , semanle
rium pulselur, en videlicel tempore quo dicuntur sex assignati psalmi. Atque id siguilicat Typicum : post
quam enim institueralde illis psalmis sermoneni, dicit :
« Kai o uèy xavondeteens, étolukous ody Oullca -B Et candelaples quidem , apparalo thuribulo ,
Edv, ÉESPXETQL, xal ot,palve: To méya . o o lepeüs egreditur pulsa que seinanlerium majus , el sacer
Boglą . "Otav ovv & p5rta ! Ó TIPOESTUS TOū fb dos incensal. Quando vero præses sive abbas in .
ļauoo , Grouy od, 1 Ejacyel, ☆ yuxu you, zdy chvavit ichi psalmum , scilicet Benedic , anima
Kúplov, hével ó aúrds ispeis tas eüxts tot opo mea, Domino, dicit sacerdos, orationes malutini,
Opou, istájaros doxetons EduTipooisy tūv dylwy Ove slans delecto capile anle s ancias fores.
pov. )
144. Comu . Non invenio orationes illas in Typico, sed apud S. Germanum invenio , omnino duodecim :
fortassis pro numero folidem horarum ; quas nox præsumilur absuinpsisse absque divinis laudibus , re
speciu diurnaruin quibus cum hoc officio datur initium , licet ea borarum partitio inæqualis ad usus ci
viles parum aut nibil facial : ipse aulem orationes hæ sunt.
EYXH A '. ORATIO I.
Esxap!StoŪuév gol, Kúple medshôn, tū - Agimus tibi gratias , Domine Deus noster, qui
avaothsavti fuã ex tūY XOltūvnuwv, xal tubadóvto nos excilasli e nostris cubilibus , et verba laudis
Els tò ctbua fuãy àógov alvéoEWS, TOũ TPOIxuvsiv immisisti in 0s nostrum , ut adoremus et invece
mal įtrixadaisla . To Evous sou td äylov. Kzl oeóue02 inus nomen sanctum fuum , el misericordiam tuam ,
gol oirtuouci :,: 5 FSV 07: 286,0w me cry art. qua scmper circa vilam nostram usus es. Preca .
 CCCXLVIN PROLEGOMENA.
nur le, oftte et nunc auxilium fuum super aslanies A ραν ζωήν, και νυν εξαπόστειλαν την βοήθειάν σου επί
tionem exspeciemus : iisque tibi cum timore et απεκδεχομένους το παρά σου πλούσιος έλεος" και ας
charitate servientibus, inenarrabilem tuam bonita- αυτοίς, μετά φόβου και αγάπης πάντοτε σου λατρεύον
1em laudare concede. Quia convenit ibi omnis glo- τας, αινείν την ανεκδιήγητόν σου αγαθότητα. Οτι
ria, honor et adoratio , Patri , et Filio , el Spirituί πρέπει σοι πάσα δόξα, τιμή και προσκύνησις , το Πα.
Bancio, Dunc et semper, et in secula saeculorum, τρι, και τω Υιώ, και τώ αγίω Πνεύματι , νυν και
Aulen , αει, και εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
ORATIO II. ΕΥΧΗ Β .
145. De 50cle noster spiritus ad te vigilat , 'Εκ νυκτός ορθρίζει το πνεύμα ημών προς σε, και
Deus noster, quia precepta tua lumen sunt super Θεός ημών, διότι φώς τα προστάγματά σου επί της
terram. Doce nos justitiam et sanctitatem in limo- γής. Δικαιοσύνης και αγιασμόν επιτελείν εν τω φόβω
re perficere . Te enim υι nostrum verum Deum coll- σου συνέτισον ημάς. Σε γάρ δοξάζομεν τον όντως ον
mus .Inclina aurem Iuam, et audi nos ; et memento, τα Θεόν ημών. Κλίνον το ούς σου , και επάκουσον
Domine, praesentium, eorumque noιuituatim, qui una ημών και μνήσθητι, Κύριε , των συμπαρόντων κα.
Mobiscum comprecantur, et virtute tua eos salvος και συνευχομένων ημίν πάντων κατ' όνομα, και σώσο
fac. Benedic populum tuum, et hereditalem tuam αυτούς τη δυνάμει σου. Ευλόγησον τον λαόν σου, και
Sanctica ; orbi tuo, Ecclesiis ιuis , sacerdotibυς, αγίασον την κληρονομίαν σου· ειρήνην το κόσμο
imperatoribus nostris, el cuncto populo pacem con- σου δώρησαι, ταις Εκκλησίαις σου, τοίς ιερεύσι,
cede. Quia benedictum, gloriosum, venerandum et τοίς βασιλεύσιν ημών, και παντί τω λαώ σου. “ Οτε
magnificum est nomen tuum , Patris , el Filii , et ευλόγηται και δεδόξασται το πάντιμον και μεγαλο
Spiritus sancti, aunc el seniper, el io sæcula sæcu πρεπές όνομά σου, του Πατρός, και του Υιού , και
lorum . Amen του αγίου Πνεύματος, νυν και αει, και εις τους αιώ
γας των αιώνων. Αμήν.
ORATIO II. ΕΥΧΗ Γ .
146. De nocte spiritus Doster a0 le vigilat , Εκ νυκτός ορθρίζει το πνεύμα ημών πρός σε , και
Deus , quia precepla tua Iumen sunt. Doce nos , Θεός, διότι φώς τα προστάγματά σου. Δίδαξον ημάς,
Deus , justitiam tuam , mandala tua, justifcationes ο Θεός, την δικαιοσύνην σου, και τας εντολάς σου,
uas. Illumina mentium nostrarum oculos, ne forte και τα δικαιώματά σου. Φώτισον τους οφθαλμούς των
in peccatis ad Diorlem obdormianus. Caliginein και διανοιών ημών, μήποτε υπνώσωμεν εν αμαρτίαις εις
onnem a cordibus nostris dispelle. Prebe nobis ju. θάνατον. 'Απέλασον πάντα ζόφον από των καρδιών
stitiae solein , Ostramque vitam ab omni tentatione ήμών. Χάρισαι ημίν τον της δικαιοσύνης ήλιον, και
liberam sub sigillo Spiritus sancti lui custodi. Di- ανεπηρέαστον την ζωήν ημών διαφύλαξον έν τη σφρα
rige gressus nostros in viam pacis . Da nobis vide- γίδι του αγίου σου Πνεύματος. Κατεύθυνον τα δια
re diluculum et diero in exsultatione, ut le malu - βήματα ημών εις οδόν ειρήνης. Δος ημίν ιδείν τον
tiuis concelebremus laudibus. Quia tua est potentia , όρθρον και την ημέραν εν αγαλλιάσει, ίνα σοι τας
et tuum est regnum, et virtus et gloria, Patris, el εωθινάς αναπέμπωμεν ευχάς. "Οτι σον το κράτος , και
Filii, el Spiritus sancli, ounc et semper, el iu site σου έστιν η βασιλεία, και δύναμις και η δόξα , του
cula sæculorum . Amen . Πατρός, και του Υιού , και του αγίου Πνεύματος , νυν
και αεί , και εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
ORATIO IV. ΕΥΧΗ Α'
147. Domine Deus, sancle et incomprehensib, Δέσποτα ο Θεός , ο άγιος και ακατάληπτος, και εί
lis, φui dixisti ut e tenebris Iux splendesceret, qui πών εκ σκότους φώς λάμψαι, και αναπαύσας ημάς εν
IOS refecisti somno nocturno, et ilerano ad lauda - τω της νυκτός ύπνω, και διαναστήσας προς δοξολογίαν
είonerm supplicationemque bonitatis Iue excilasti , D και ικεσίαν της σης αγαθότητος , δυσωπούμενος υπό
10a ipsius permolus misericordia , nos , adorantes της ιδίας σου ευσπλαγχνίας, πρόσδεξαι ημάς και νύν
1e, et quaBlas possumus tibi gratias referentes, προσκυνούντάς σε, και κατά δύναμιν ευχαριστούντάς
eliam nunc suscipe ; omniaque quæ ad salutem fa σοι· δώρησαι ημίν πάντα τα προς σωτηρίαν αιτήμα
ciunt, postulata concede. Filios lucis et diei, luo τα. 'Ανάδειξον ημάς υιούς φωτός και ημέρας, και
runique alerιorum bonorum haereles, nos coustic κληρονόμους των αιωνίων σου αγαθών. Μνήσθητι,
jue. In multitudine miserationum tuarum , Domine, Κύριε, εν τώ πλήθει των οικτιρμών σου, και παντός
recordare cuncti populi lui, praesentium el una no- του λαού σου, των συμπαρόντων και συνευχομένων
biscum coιnprecantiuun, omniuinque fratrum no- ημίν, και πάντων των αδελφών ημών, των εν γη ,
strorum , vel terra vel mari vel quocunque alio do των έν θαλάσση, των εν παντί τόπο της εσποτείας
minationis fue loco ιua clementia et auxilio indi- σου , δεομένων της φιλανθρωπίας και βοηθείας και
gentium; omnibusque impende magnιτη misericor- πάσι χορήγησον το μέγα σου έλεος, ένα σεσωσμένοι
diam Ioam, ut lanι φuoad aniinam quam quoad ψυχή τε και σώματι πάντοτε διαμένοντες, μετά παρ
corpus salvi , glorificenus curn iducia admirabile ρησίας δοξάζωμεν το θαυμαστών και ευλογημένον
sc benedictum nomen tuum, Patris , el Filii , et όνομά σου, του Πατρός, και του Υιού , και του αγίου
 ACOLUTUJA TRIPLICIS FESTI. CCCXLIS
Πνεύματος, νυν και αει, και εις τους αιώνας των A Spiritus sancti, nonc et semper, et in scrula secu
αιώνων. Αμήν. lorum . Amen .
. ΕΥΧΗ Ε '. ORATIO V .
'Αγαθών θησαυρέ, πηγή αένναος , Πάτερ άγιε , 148. Bonorum thesaure , tons perennis, Pinter
θαυμαστοποιέ, παντοδύναμε και παντοκρατορ , πάν- 8ancle, mirandorun artifex, φuί oιnnia potes, Oli
τες σε προσκυνούμεν· και σου δεόμεθα, τα σέ ελέη nibusimperas, te omnes adoramus, et deprecamur
και τους στους οικτιρμούς επικαλούμενοι είς βοήθειαν le, misericordiam tuam et miserationes Tuas expo
και αντίληψιν της ημετέρας ταπεινώσεως . Μνήσθητι , scenles , subsidium ac defensionem humilitalis
Κύριε , των σων ικετών. Πρόσδεξαι πάντων ημών τας nostrar. Supplicum tuorum memento , Domine ;
Εωθινάς δεήσεις ως θυμίαμα ενώπιόν σου , και μηδένα malatinas nostrum omnium preces suscipe , sicut
εμών αδόκιμον ποιήσης, αλλά πάντας ημάς περι- incensum in conspoclu tuo ; neque quemquam 6
ποίησαι διά των οικτιρμών σου . Μνήσθητι, Κύριε, nobis reproba, sed per misericordian» tuam μου
των αγρυπνούντων και ψαλλόντων εις δόξαν σην, και omnes conserva. Nemenlo, Domine , vigilantium el
του μονογενούς σου Υιού και θεού ημών, και του psallennium ad gloriam tuam, et unigeniti Filii int
αγίου Πνεύματος. Γενού αυτών βοηθός και αντιλήπτωρ. ac Dei nostri , et' sancti Spiritus. Eorum aliotor
Πρόσδεξαι αυτών τας ικεσίας εις το υπερουράνιον και Β esto atque propugnator : eorum precesin celeste
νοερόν σου θυσιαστήριον. " Οτι συ ει ο θεός ημών, ιuum el intellectuale allare recipe. Ouia tu es Deus
και σοι την δόξαν αναπέμπομεν, τω Πατρί , και το noster, el tibi gloriam referimus, Iatri, el Filio , di
Yίω, και το άγιο Πνεύματι , νυν και αει, και εις Spiritui sancto, nunc el semper , et in secula se
τους αιώνας των αιώνων. Αμήν. culoruin , Amen .
ΕΥΧΗ ς'. ORATIO VI.
Ευχαριστουμέν σοι, Κύριε, ο Θεός των σωτηρίων 149. Agious tibi gratias, salutarinnm nostrorom
ημών, ότι πάντα ποιείς εις ευεργεσίας της ζωής Deus, quia, ut le nostrarum animarum servatorem
ημών, ένα διαπαντός πρός σε αποβλέπωμεν τον σω beneficum identidem respiciamus , condis omnia ad
τήρα και ευεργέτηςτων ημετέρων ψυχών· διανέπαυ - vitae nostre benefcium. Ει quia nos, pralerita no
σας ημάς εν τω παρελθόντι της νυκτός μέτρω, και clis parte refocillatos, excitalosque iterume culi
εξήγειρας ημάς εκ των κοιτών ημών, και έστησας libus, ad bonoranli uominis ιωι adorationem ere
είς προσκύνησιν του τιμίου ονόματός σου. Διο δεόμε- sisti ; propterea quesumus le , Donline , largiro
θα σου, Κύριε, δος ημίν χάριν και δύναμιν, ίνα κατ- nobis gratian ac robur ; υι Christi lui ope, cut50
αξιωθώμεν ψάλλειν σοι συνετώς, και προσεύχεσθαι metu et tremore nostrani saluterm operantes ; ubi
αδιαλείπτως, έν φόβω και τρόμω την εαυτών σωτη- seite psallere et indesinenler Supplicare valearnis.
ρίαν κατεργαζόμενοι διά της αντιλήψεως του Χρι- Menmento etiam, Domine, eorum qui le de 20cle
στού σου . Μνήσθητι, Κύριε, και εν νυκτί πρός σε invocant : esaudi « Os et miserere , sub eorunique
Γοώντων. Έπάκουσον αυτών, και ελέησον, και σύν- pedibus hostes invisibiles atque infestos Coolere.
τρεψον υπό τους πόδας αυτών τους αοράτους και πο- Τα enim es res p. cis, el servator Dostrarum on
λεμίους εχθρούς . Συ γάρ ει ο βασιλεύς της ειρήνης , marin; ειλhique glorian repeidious, Pali , el Fi
xαι σωτήρ των ψυχών ημών» και σοι την δόξαν ανα lio , et Spiritui sancio , nunc et semper, et in sæcula
πέμπομεν, τω Πατρί, και το Υιώ, και των αγίω Πνεύ 6 η . Α nen .
ματι, νυν και αει , και εις τους αιώνας των αιώνων .
'Αμήν
ΣΥΧΗ Ζ .
Ο Θεός και Πατήρ του Κυρίου ημών Ιησού 13o. Deus el Paler Donini nostri Jesu Christi,
Χριστού, ο εξαναστήσας ημάς εκ των κοιτών ημών, qui pos e nostris thalamis suscitalos ad horan ora
και επισυναγαγών επί την ώραν της προσευχής: δος είonis congregasti, da nobis gratiam in palefactio
ημίν χάριν εν ανοίξει του στόματος ημών, και πρόσ- D ne oris, el suscipe quas tibi pro viribus grales re
δεξαι ημών τας κατά δύναμιν ευχαριστίας , και διδα- ferimus, el nos eloce justificationes tuas ; quia nisi
ξον ημάς τα δικαιώματά σου · ότι προσεύξασθαι καθ' ιu, Domine, nos tuo Spiritu 8ancio direseris, non
δ δει ουκ οίδαμεν, εαν μη συ, Κύριε, τω Πνεύματι possumus Orare prout oportet. Ιdeo rogainus le , ut
μάρτομεν μέχρι της παρούσης ώρας εν λόγω, η έργω, verbo, vel opere, vel cogitatione, sponte vel co
η κατά διάνοιαν, εκουσίως ή ακουσίως , άνες, άφες, acle, remiatae,condones, indulgeas, quia si inίφκίία
συγχώρησον· εάν γάρ ανομίας παρατηρήσης, Κύριε, Ιes observareris, Domine, Domine, quis Busineδιι ?
Κύριε , τις υποστήσεται ; "Οτι παρά σου και απολύτρω- Οικοκiamapud e redemptio esu (0) ; solus es auxi
σις, συ ει μόνος άγιος βοηθός , κραταιός υπερασπι- Jialor sanctus , vitae nostre defensor prepoleins ; et
στής της ζωής ημών, και εν σοί ή ύμνησις ημών ad le tota nostra laudatio refertur. Benedicti sie
διαπαντός. Είη το κράτος της βασιλείας σου εύλογη- οι gloridcata regni tui potestas, Patris, et Filii, et

) Psal. CΧΧΙΧ,3, 7.
CCct PROLEGOMENA.
Spiritus sancti, nunc et semper , et in secula secu- A μένον και δεδοξασμένον, του Πατρός, και του Υιού,
loruin, Amen . και του αγίου Πνεύματος , νυν και αεί, και εις τους
ORATIO VIII. ΕΥΧΗ Η'.
15t. Domine Deus noster , qui nos, torpore Κύριε ο Θεός ημών, και την του ύπνου ραθυμίαν
somni dissipato, νοcatione sancta convocasti, ut et αποσκεδάσας αφ' ημών, και συγκαλέσας ημάς κλή
minus extolleremus noctu, et tibi confiteremur sr- σει αγία, και εν νυκτί επάραι τας χείρας ημών, και
per judicia justitiae Iue; suscipe Orationes nostras, εξομολογείσθαί σοι επί τα κρίματα της δικαιοσύνης
postulationes, confessiones , nocturnos culius; et σου· πρόσδεξαι τάς δεήσεις ημών, τας εντεύξεις , τάς
tribue nobis , o Deus, inconfusam fidem, spem fr- εξομολογήσεις, τις νυχτερινές λατρείας και χάρισαι
main , claritatem sine dctione. Benedic nostros in- ημίν, ο Θεός, πίστιν ακαταισχυντον, ελπίδα βεβαίαν,
Iroitus et exitus , actiones, opera , sermones atque αγάπην ανυπόκριτον . Ευλόγησον ημών εισόδους και
cogitationes; et nos ineffabilem bonitatem tuam εξόδους, πράξεις , έργα, λόγους, ενθυμήσεις και δες
laudanles , celebrainles, benedicenles,ad principium ημϊν καταντήσαι εις τας αρχάς της ημέρας αινούν
«liei pervenire concede. Quia benedictum est sacro- τας, υμνούντας, ευλογούντας της σής αφράστου χρη
831clum nomen tuum, et glorificatum regnum Pa. Β στότητος την αγαθότητα. "Οτι ευλόγηται το πάναγιόν
tris, el Filii , et Spiritus sancti, nunc el Seimper, el σου όνομα, και δεδόξασται σου η βασιλεία, του
in sæcula sæculorum . Arnen . Πατρός , και του Υιού, και του αγίου Πνεύματος, νύν
και αεί, και εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
ORATIO IX . ΕΥΧΗ Θ .
132 . In cordilbus nostris, Domine, incorrupίum Λάμψον, Δέσποτα φιλάνθρωπε , εν ταις καρδίαις
divince tue cognitionis Iuinen benignus accende , ημών το της σης θεογνωσίας φώς ακήρατον , και τους
et aperi mentis nostre oculos ad considerationem της διανοίας ημών οφθαλμούς διάνοιξον εις την τών
predicationis evangelice. Timorem Dealorum tuo- ευαγγελικών σου κηρυγμάτων κατανόησιν · ένθες
rum mandatorum nobis immitte, ut , omnibus car- ημίν καιτων μακαρίων σου εντολών φόβον , ίνα, πά
nalibus concupiscenliis conculcalis, spirilalem con- σας τάς σαρκικάς επιθυμίας καταπατήσαντες, πνευ
versationem seclemur , sapiendo et faciendo omnia ματικής πολιτείαν μετέλθωμεν, πάντα τα προς ευ
que tue placila sunt voluntati. Quia tu es sanctill- αρέστησαν την σην και φρονούντες και πράττοντες.
catio et illuminatio nostra ; et tibi gloriam repen. " Οτι συ ει ο αγιασμός και ο φωτισμός ημών, και σοι
dimus, Patri , et Filio, et Spiritui sanclo , nunc el την δόξαν αναπέμπομεν, τω Πατρί , και το Υιω, και
semner, el in sæcula sæculorum .Amen . 6 τώ αγίω Πνεύματι, νυν και αει, και εις τους αιώνας
των αιώνων. Αμήν.
ORATIO X. EYXA I'.
153. Domine Deus nosler , qui per penitentiam Κύριε ο Θεός ημών, και την διά μετανοίας άφεσιν
hominibus remissionem tribuisti , et nobis locum τους ανθρώπους δωρησάμενος, και τόπον ημίν επι
agnitionis peccatorum atque confessionis in prophe- γνώσεως αμαρτημάτων και εξομολογήσεως της του
1:e Davidis penitentia ad veniam commonstrasti ; προφήτου Δαβίδ μετάνοιαν προς συγχώρησιν υποδεί
ipse, Domine, nobis in multa ac gravia delicta mi- ξας αυτός, Δέσποτα , πολλοίς ήμάς και μεγάλοις πε
serere , secundum magnam Inisericordiain tuam; ριπεπτωκότας πλημμελήμασιν ελέησον, κατά το μέγα
•1 secundum multitudinem miserationum tuarum , σου έλεος και κατά το πλήθος των οικτιρμών σου .
«lele iniquilates nostras, quia tibi peccavimus, Do- Εξάλειψον τα ανομήματα ημών, ότι σοι ήμαρτομεν,
mine, qui incerta et occulla cordis liominumper- Κύριε, τω και τα άδηλα και κρύφια της καρδίας των
ιoνisti, et qui solus liabes potestatem reimittendi ανθρώπων γινώσκοντι, και μόνο έχοντι εξουσίαν
peccata. Cor mundum crea in nobis , el spiritu αφιέναι αμαρτίας. Καρδίαν δε καθαράν κτίσας εν
principali confirma nos, et manifesta nobis leuiliam ημίν, και πνεύματι ηγεμονικά στηρίξας ημάς, και
salutaris tui : ne projicias nos a facie tua (α) ; sell ' την αγαλλίασιν του σωτηρίου σου γνωρίσας ημίν, μη
placeat ibi, bono et benigno, ut usque ad nostrum απορρίψης ημάς από του προσώπου σου· αλλ' ευδό
extremum halilan offerannus tibi sacrificium justi- κησον, ώς αγαθός και φιλάνθρωπος , μέχρι της εσχά
tie, et oblationem super sancta tua allaria; miseri- της ημών αναπνοής, προσφέρειν σοι θυσίαν δικαιοσύ
cordia, miserationibus , et benignitate unigenili tui νης, και αναφοράν εν τοις αγίοις σου θυσιαστηρίοις,
Filii, guocuin benedictus es , cum sanctissimo el ελέει, οικτιρμούς και φιλανθρωπία του μονογενούς
bono et vivifico luo Spiritu nunc et semper, et in σου Υιού , μεθ' ου ευλογητός εί, συν τω παναγία και
sxcula sæculorum . Amen . αγαθώ και ζωοποιώ σου Πνεύματι, νυν και αεί, και
εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
ORATIO XI. ΕΥΧΗ ΙΑ'.
153. Deus, Deus nosler, gui intellectus et ra . Ο Θεός, ο Θεός ημών, και τας νοεράς και λογικάς
tionis participes Virtutes tua voluntale condidisti , υποστησάμενος Δυνάμεις τω σώ θελήματι σου δεόμε
guesumus le atque obtestamur, suscipe nostram θα, και σε ικετεύομεν, πρόσδεξαι ημών και των
(α) Psal. ι, 12, 13.
 ACOLUTIIA TRIPLICIS FESTI. CCCLI
κτισμάτων σου πάντων την κατά δύναμιν δοξολογίαν, Α omniunique tuarum creatnrarum glorificationem ,
και ταϊς πλουσίας της σής αγαθότητος αντάμειψαι uniuscujusque viribus congruentem , et afluentia
δωρεαϊς · ότι σοι κάμπτει παν γόνυ , επουρανίων, και bonitatis Iue dona repende ; quia tibi oιnne genu
επιγείων, και καταχθονίων και πάσα πνοή και κτίσις flectitur, celestium , Ierrestrium et infernorum ;
υμνεί την ακατάληπτόν σου δόξαν μόνος γάρει Θεός omnisque spiritus ac creatura celebrat incompre
αληθινός και πολυέλεος. "Οτι σε ανούσι πάσαι αι liensibilem gloriam tum. Quia de laudant omnes
Δυνάμεις των ουρανών, και σοι δόξαν αναπέμπομεν, Virtules caelorum, el nos tibi gloriam reddimus,
τω Πατρί, και το Υιώ, και τώ αγίω Πνεύματι, νυν Patri , el Filio, el Spiritui sanclo, nunc et seimper,
και αει , και εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν. et in secula saeculorum. Armen
ΕΥΧΗΙΒ'. ORATIO XII.
Αινούμεν , υμνούμεν, ευλογούμεν και ευχαριστού . 155. Laudamus , celebramus , benedicimus et
μέν σοι, ο Θεός των πατέρων ημών, ότι παρήγαγες gratias Agimus tibi, Deus patrum nostrorum, quod
την σκιάν της νυκτός, και έδειξας ημίν πάλιν το φώς dissipaveris unbram noctis , et nobis diei lumen
της ημέρας. 'Αλλ' ικετεύομεν την σην αγαθότητα, iterum ostenderis. Verum bonitatem tuam obse
ελάσθητι ταίς αμαρτίαις ημών, και πρόσδεξαι την cramus, propitius esto peccatis nostris , et pro ma
δέησιν ημών εν τη μεγάλη σου ευσπλαγχνία· ότι προς Β gna misericordia tua nostras preces admitle : quia
σε καταφεύγομεν, τον έλεήμονα και παντοδύναμον al de confugimus , misericorderm et omnipotentem
Θεόν. Λάμψον εν ταις καρδίαις ημών τον αληθινόν Deum. In cordibus nostris solem justitiae iue ac
ήλιον της δικαιοσύνης σου, φώτισον τον νούν ημών, cende, menterm nostram illumina, omnesque sensus
και τας αισθήσεις όλας διατήρησον, ίνα, ώς εν ημέρα conserva , ul tanquam in die per viam mandatorum
εύσχημόνως περιπατούντες την οδόν των εντολών σου, ιuorum pulclire ambulantes, ad vil:arm pervenianus
καταντήσωμεν εις την ζωήν την αιώνιον, ότι παρά αternatm , quia fons νile apud le est ; et lumine
σοι έστιν η πηγή της ζωής και εν απολαύσει γενέσθαι inaccesso perfrui mereamur, φuia tu Deus noster
καταξιωθώμεν του απροσίτου φωτός, ότι συ ει ο Θεός es, et tibi relldirnus gloriam, Patri, ei Filio , et san
ημών, και σοι την δόξαν αναπέμπομεν, τω Πατρί, cio Spiritui, nunc el semper, et in saecula secule
και τω Υιώ, και τώ αγίω Πνεύματι, νύν και rum. Amen .
αει,Είτα εις τους
και λέγει αιώνας των αιώνων. Αμήν.
την μεγάλην συναπτήν. Μετά δε την 156. • Deinde recital magnam colleclarm. Εt post
εκφώνησιν, ψάλλεται: “Ο Θεός Κύριος. c exclainationem canil : Deus Dominus.
Conn . Magna illa collecla el exclamatio eadem est, quam dedimus supra num . 72, in majoribus Vespe.
ris , aleoque supervacaneum essel eam hic totam repelere, Al το, Ο Θεός Κύριος , quod attinet ,
forte illi subneclendum est ex Horologio : και επέφανεν ημίν ευλογημενος ο ερχόμενος εν ονόματι Κυ
plou : « El app: ruil nobis , benedictus qui venit in nomine Domini. , Tyoicuin autem S . Saba dicit illud
cani, non a sacerdote, sed a designato monacbo : verba hac sunt:
Είθ' ούτως και ταχθείς μοναχός αφ' εσπέρας εις 157. Absoluta exclamatione , statutus jam
το προκείμενον της ημέρας , ποιήσας την συνήθη inde a Vesperis monachus , ad diei propositum,
μετάνοιαν τώ ηγουμένω , ψάλλει το , Θεός Κύ- facta abbati reverentia , canis : Deus Donmi -
ριος. nus.
COMM . Post OtlyOdoylav sequuntur stichera sanclorum , quorum ſesia lux agitur. Est autem
hic notandum , quod ea troparia quæ ini Menæis vocantur xallouata , non eo sensu hic Vu
centur , quo illa accepimus supra . num . 85 , sed longe alio . Hoc nimirum , quod sint canli
Ca , quæ sedendo persolvuntur , ut canloribus aliquid levanijuis concedalur. Polest ilaque xá0 .
gua Latine reddi sessio . Habe igitur hujus officii calbisinala .
Μετά την α' στιχολογίαν κάθισμα. Post primam stichologiam sessio.
Ήχος δ', πρός
"Φωστήρες Ταχύ προκατάλαβε. Tonus 4, sicut Ταχύ προκατάλαβε.
υπέρλαμπρου της Εκκλησίας Χριστού , 138. Ecclesiae corusca luminaria, doctrinis vestris
τον κόσμον εφωτίσατε ταις διδαχαις υμών: Πατέρες D collustrastis orbein ; confixis omnibus prave sentien
θεόσοφοι , πήξαντες τας αιρέσεις πάντων των κακο- tium lheresibus, lammeas conturlationes impiela.
δόξων, σβέσαντες τας φλογώδεις των βλασφήμων συγ- tis exstinxistis, Paires divinorum periti. Qua de cau
χύσεις . Διό, ως ιεράρχαι Χριστού , πρεσβεύσατε σω- εa, veluti Christi hierarche, nostrato incolumilalem
θήναι ημάς. exposcile.
Δόξα. Το αυτό. Και νύν. Gloria . Idem slicberon repelitur. El nunc.
Θεοτόκιον όμοιον. Mariale sinile , sive eidem tono allemperan
dum .
Παρθένε πανύμνητε , Μήτερ Χριστού του Θεού , Virgo summe laudabilis , Mater Clhristi Dei ,
θεόνυμφε και απειρόγαμε , πιστών ή αντίληψις , δυ - divina spousa et conjugalis ignara commercii, fde
σαι παντός κινδύνου και παντοίας ανάγκης, δέσποινα lium defensio, ab omni discrimine et omni genere
Θεοτόκε, τους εν πίστει πόθω τη σκέπη σου προσφεύ necessitatis expedi, domina Deipara , fideles qui ar.
γοντας , μόνη θεόνυμφε. denler in clientelam se luam conferunt, lu ' quæ
sola Dei sponsa es.
Μετά την β' στιχολογίαν κάθισμα. Post 2 stichologiam scssio.
ርርርርቢ PROLEGOMENA.
Tonus 4, sicut Κατεπλάγη Ιωσήφ. Α " Ηχος δ. Κατεπλάγη Ιωσήφ.
159. Vos, veluti sapientes apes , In pralo Scri- Εν λειμώνι των Γραφών, καθάπερ μελισσαι σο
plurarum circumvolitantes , lectissimum quemque φοί , προσιπτάμενοι ύμείς, περιεθρέψασθε καλώς και
Mosculum diligentissime dopasti , cunclis Adelibus των ανθέων τα άριστα, και το μέλι πάσι τοις πιστούς
nel vestrorum dogmalum simul ac lautissimum των διδαγμάτων υμών προτίθεσθε ομού εις πανδα:
epulum apponitis . Ει propterea quilibel perfusus σίαν αυτών και διά τούτο άπας γλυκαινόμενος μετ '
dulcedine, exclamat cum guodio : Vos vestris lau- ευφροσύνης κραυγάζει» Πάρεστε πάλιν και μετά
datoribus etiam post mortein adestis. πότμον τοις υμάς ευφημούσι, μακάριοι.
Gloria. Idem sicheron reperitur. El nunc. Δόξα. Το αυτό. Και νύν.
Mariale simile. Θεοτόκιον όμοιον.
Maximis ego perturbationum jaclatus occulle Τρικυμίαις των παθών ασυνείδητως εγω χειμα
lciumpestatibus, te, o casta, ardenler invoco : ne si. ζόμενος , αγνή , επικαλούμαι σε θερμώς: μη με πας
Iras perire miseruin me, tu que abyssum miseri- ιδης τον δείλαιον απολέσθαι, άβυσσονελέους ή τέξασα.
cordice genuisti. Preler le spem nullam aliam ha- Πλήν σου γαρ άλλην ελπίδα ου κέκτημαι. Μή ούν
leo. Igitur condsus in te , non prebebo inimicis εχθρούς επίχαρμα και γέλως o πεποιθώς σοι οφθή
maleriam gaudii et risus : elenim potes , quodcun- Η σομαι» και γάρ ισχύεις όσα και βούλει, ώς Μήτηρ
que vis, ut Mater illius qui est omnium Deus. ούσα του πάντων θεού .
160. Conn. dulequam fiat tertia sessio , recitalur psalmus cxXXIV : Alveite od svoua Kuplou, Laudale
nomen Domini, » ei in fine cujuslibet versiculi annectitur , Alleluia . : Hic psalınus a Græcis dicitur 70
ριον, ότι εις τον αιώνα το έλεος αυτού. Confitemini Domino Dominum, quonian in seculum misericordia
G 118 . » Quemadmodum igitur liymnus ille; in quo vox öylos ier repelilur, dicitur tpisaylov ; ila eliam psal
MUS CXXXIV , solitus copulari cum psalmo CXXXV, in quo sæpe , imo in singulis versiculis repetitur vox EAEOS,
sibi tohuehéou nomen merito ascivil. Haud equideni scio, quid passus sit Allalius, duin agens de origine ac
radico hujus nominis, loculus est sub disjuliclione : Ilonu ).€os ( inquit Disserl. I de libris Eccles. Græc.
pag. 15 ei 14), nomen babel ab eo quod eodem tempore psalmus alius (jam dictus) accinilur ; vel quod
ÀvÉNEOS, psalmius ille recilatur. flic , bonus dormilal Homerus. Etenim , quanquam Allaiio gratis conce
derem zoux & vonov, id est, coronam illam quæ ex lempli fornice pendel, compluribus lychnis instructa,
appellari apud Græcos eliam toluéhalov ; tamen psalmus ille nomen Polyelei inde trahere non potest ;
quia Eiacov, oleuni, 1 scribitur per ai, quomodo Polyeleos non scribit ipse Allatius. Quapropier pon
relinquitur locus dubitationi, quin polyeleos proveniat ab EhEos ( misericordia, 1 alleoque a jam
ciclo psalmo, in quo eos, i misericordia , 1 lam frequenler iteratur. Quando autem non est lanta solen
Dilas, tunc loco psalmi moue tou , diciturpsalmus duwuos « Immaculalus, de quo vide num . 60, ei, év (ut
dicit Typicum), θυμιά ο ιερεύς , και καθ' εν Δόξα ποιεί συναπτήν μικράν. Ει in quo sacerdos Elius adolel,
et ad unumquodque Gloria facit colleclain minorem , 1 num . 88 proposilam . Hoc ipsum el iu psalmo qui llom .
aucheos dicilur, tieri exislimo, cum hic iu majori solemnitate recitelur.
Post psalınum polyeleon sessio. C Μετά τον πολυέλεον κάθισμα..
Tonus 4, sicuι Επεφάνης σήμερον . " Ηχος δ', 'Έπεφάνης σήμερον.
161. Sapientes doctores orbis, qui in terra Deum Οι σοφοί διδάσκαλοι της οικουμένης , οι Θεόν δο
gloriβcaverunt opera et oratione , hodie erιo!lan- ξάσαντες έργους και λόγους επί γης, μεγαλυνέσθω
tur, ul nostræ salutis conciliatores. σαν σήμερον, ως σωτηρίας ημίν όντες πρόξενοι.
Gloria Sticberon simile. Δόξα. “ Ομοιον.
Ilodie celebrat Ecclesia augustam memoriam Εορτάζει σήμερον η Εκκλησία της σεπτήν
trium doctorum : elenim illi Ecclesiam divinis ia . πανήγυριν των διδασκάλων των τριών και γάρ αυ
stilulis stabilivere. τοί εστερέωσαν την Εκκλησίαν τοις θείοις δόγμα
σ:.
E: nunc. Mariale simile. Και νύν. Θεοτόκιον ομοιον.
Tulela inexpugnabilis miserorum, et velox de- Προστασία αμαχε των θλιβομένων, και θερμή
feneio in le sperantium , erue ine a periculis : ια αντίληψις των πεποιθότων επί σε , από κινδύνων
enim omnium auxilium es. με λύτρωσαι συ γαρ υπάρξεις ή πάντων βοήθεια .
Psalmigraduales. Οι αναβαθμοί.
D Το α' αντίφωνον του τετάρτου ήχου.
162. Coun. Quid sit Antipbonum in Ecclesia Græcorum , sat fuse , opinor, num . 87 declaravimus. Hic
accipe ibidem proinissum exemplum . Prius tamen ex Typico annolabo , a candelaple pulsari semanlerium
ſerreum , lempore quo illi psalm graduales concinunlur. Verba Typici hæc sunt : oi avabaluol , sv oss
απέρχεται ο κανδηλάπτης, και σημαίνει το σιδηρούν. Absolulis autein hisce psalinis, succedit Antiphonuts
primum , proposilum diei sive versiculus, tropariunu lãsa iyon dictum .
ANTIPHONUM 1. ΑΝΤΙΦΩΝΩΝ Α'.
Bonum est confieri Domnino, el psallere nomini 'Αγαθόν το εξομογείσθαι τω Κυρίω, και μάλ
tuo, Allissiane (α). Precibus Deipare, Servalor, serva λειν τα ονόματί σου, "Υψιστε.. Ταις πρεσβείαις
nos. της Θεοτόκου .Σώτερ, σώσον ημάς.
Ad annouliananm nmane misericordiain ιuain, et Του αναγέλλειν το πρωί το έλεός σου , και
(α) Γsal. scι, 2.
 ACOLUTUJA TRIPLICIS FESTI. CCCIIII
την αλήθειάν σου κατα νύκτα. Ταϊς πρεσβείαις της A veritatem tuam per noctenm (a). Precibus Deiparin,
Θεοτόκου. elc .
" Οτι ευθύς Κύριος ο Θεός ημών, και ουκ έστιν Quoniam rectus Dominus Deus noster, el non est, .
αδικία εν αυτώ. Ταις πρεσβείαις της Θεοτόκου. iniquitas in eo (6). Precibus Deiparae , etc.
Δόξα και νυν. Ταις πρεσβείαις της Θεοτόκου. Gloria. Ει ιunc. Precibus Deipart, etc .
163. Conn .Hoc, tais aperbelars, elc ., ultima vice dicitur a duobus choris simnul el maiore contentione
vocis, ut babet Pentecostarium .
ΠΡΟΚΕΙΜΕΝΟΝ. PROPOSITUM .
Οι ιερείς σου, Κύριε , ενδύνονται δικαιοσύνην. Sacerdoles lui, Domine, induene justitiam (c).
Το στόμα μου λαλήσει σοφίαν . Os meum loquelur sapientiani (d ).
Ο διάκονος: Του Κυρίου δεηθωμεν. Diaconus: Dominum oremus.
Ο ιερεύς εκφώνως: “Οτι άγιος ο Θεός ημών, και Sacerdos elata voce : Quia sanctus Deus noster
αγίοις επαναπαύει και σοι την δόξαν αναπέμπομεν, est, et sanctis deleclatur : et tibi gloriam reddi
τω Πατρί , και το Υιό, και το αγίω Πνεύματι, mus, Patri, et Filio , et Spiritui sanclo, et nunc el
νυν και αει , και εις τους αιώνας των αιώνων. semper, el in secula saculorum. Amen.
'Αμήν.
Πάσα πνοή αινεσάτω τον Κύριον· αινείτε εκ των Omnis spiritus laudel Dominum (c) ; laudale
ουρανών, αινείτε αυτόν εν υψίστοις . Σου πρέπει ύμ- Dominum de celis , laudale eum in excelsis (1).
νος τω Θεώ. Te Deum decet hymnus. )
Και ποιεί ο ιερεύς μικρών συναπτήν. B Et sacerdos facit parvam collectam .
Comm. Qualem : scilicet babes in majoribus _Vesperis num . 88. Post hanc autem exclamans, diaconus
quidem secundum S . Germanum ; secundum Typicum vero ipse sacerdos, ait :
Υπέρ του καταξιωθήναι ημάς ακούειν του αγίου 164. Οι simus digni qui sanctum Evangelium
Ευαγγελίου, του Κυρίου δεηθώμεν. audiamus, Dominum oremus.
Conv. Hic legilur evangelium occurrens.Sed prios, saltem secundum Philoihenm , dicitur a diacono En
φία , ορθοί ακούσωμεν του αγίου Ευαγγελίου. Sapientia , recii audiamus sanclum Evangelium. Sacerdog
autem dicio Ειρήνη πάσι, Pax omnibus, subinferi : Tού κατά τόνδε αγίου Ευαγγελίου το ανάγνωσμα. Evan
gelii secundων Ν. Ιectio. Respondet populus : Δόξα σοι, Κύριε , δόξα σοι. Gloria tibi, Domiae, gloria tibi.
Diaconus, liposéywley, Allendamus. Quibus autem diebus unumquodque Evangelium legatur, doret
Tylicum cap . 8, et Evangelislarium , sive liber, in quo ad hunc usum exarata sunt Evangelia. Posi lectia
nein Evangelii.
Δόξα. Ηχος β'. C Gloria. Tonus 2.
Ταις των διδασκάλων πρεσβείαις ελεήμον , εξ- Doctorum precibus misericors, lele altitud .
άλειψον τα πλήθη των . ημών εγκλημάτων. Και nein delictorum iostrorum. Ει μυις .
νύν.
Ταις της Θεοτόκου πρεσβείαις ελέησόν με, ο Deipare precibus, miserere mei, Deus.
Θεός .
Και το στιχηρών των αγίων. "Ηχος πλ. β'. Versus sanctorum . Tonus obliquus 2.
Eξεχύθη η χάρις εν χείλεσιν υμών, όσιοι Πατέ- Difusa est gratia in labiis vestris (4), Patres
ρες και γεγόνατε ποιμένες της του Χριστού Εκκλη- sancti ; et facii estis pastores Ecclesiae Christi
σίας , διδάσκοντες τα λογικά πρόβατα πιστεύειν εις docentesbelon
rationales oves credere Trinitatem con
Τριάδα ομοούσιον εν μιά θεότητι. subslantialemn in una deilale .
Πάσα πνοή. Ευαγγέλιον κατά Λουκάν. Είπεν ο Omnis spiritus, ut anlea . Evangelium Becun.
Κύριος : “Ο ακούων υμών εμου ακούει . dum Lucam : Qui vos audit, me audit (h).
165, Coun . Ainc videlor posse colligi: diebus festis duplex in Malutino legi apud Græcos Evangelium ,
allerum occurrens, quod ewolvov appellatur, alterum quod dolaxov . Sed quæres, diaconusne legat Evange
lium , an sacerdos ipse ? Typicum , dum dicit, abyouey to two voy Evayyédcov, dicimus malulinum Evalle
gelium , loquitur obscurius, quam ut hanc quæstionem inde possimus dirimere. Patriarcha Pbilolbeus
quoque et S . Germanus, in contrarias partes distrahuntur. Hic enim a diacono evangelium recitari afbr.
mal, ille a sacerdole . Locum Philothei commentans Goarus sic falur : « In missa diaconus , in maturinis
evangelium sacerdos recilal, ut quos in missa sacramentis est cibalurus , prius verbo Dei pascal. Uiro .
bique vero curam omnium cælesti cibo pascendorum in se suscipere profitelur, ad Chrisii exemplum .
qui prins verbo , quain corporis sacramento , Ecclesiam pavit. Nec usus iste ab Ecclesia Latina omnino
alienus est : adhuc evini mos iste viget inler D . Benedicti Glios et sequaces, ut finitis malulinis leclio
nibus , abbas vel superior, evangelium integrum pronuntiet. 1 Nunc redeamus ad Typicum , la .
men ante observa apud Græcos , in liturgia sive missa non legi idem evangelium quod in horis
canonicis : nam boc die in missa legitur evangelium secundum Matthæum , quod incipit, l'os estis lus
mundi (i).
( α Psal. scι, 3 . ( Ο Psal. CΧνιιι , 1.
(6 ) Ιbid. 15 . (9) Psal. XLIV , 3.
Ici Psal. CXII1, 9. ( %) Luc s, 16.
(d ) Psal. XLVIII. 4. 3) Matth. ν, 14.
c) Psal. Ca , 6.
CCCLIV PROLEGOMENA .
ασμών του ευου, και είναι εκφώνης
166. Post Osculum evangelii dicit sacerdos : Α Μετά τον ασπασμόν του ευαγγελίου, λέγει ο ιερεύς
Silva , Deus, populum fuum et benedic hereditati Σώσον , και Θεός, τον λαόν σου, και ευλόγησον την
tus. Domine, nmiserere, duodecies . Ει exclarna- κληρονομίαν σου . Κύριε , ελέησον, ιβ'. Και εκφώνη
tio : Misericordia el miserationibus et benignitate σις: Ελέει και οικτιρμούς και φιλανθρωπία του
unigenili lui Filii, quocun benedictus es , cuum san- μονογενούς σου Υιού, μεθ' ου ευλογητός ει συν τω
ctissimo et bono vivifico tuo Spiritu , nunc et παναγία, και αγαθώ, και ζωοποιό σου Πνεύματι, νυν
semper , et in secula seculorum. Amen. Ει in - και αει, και εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
choamius canones. Και αρχόμεθατων κανόνων.
167. Comm. Verum antequain irimin doctorum canonies , a Joanne Euchaita concinnalos , subjiciamus
sub aspectum , observandum esl , S . Germanın non significare dicendum duodecies , Doinine , mi
serere ; sed verbis Ευλόγησον την κληρονομίαν σου , confestion subieclit sequentia dicenda a dia
cono .
Respice orbem tuum in misericordia el mise- B Επίσκεψαι τον κόσμον σου εν ελέει και οικτιρ
rationibus. Exalta corou Christianorum orthodo- μoίς. "Ύψωσον κέρας Χριστιανών ορθοδόξων, και
Torum , et leuille super nos Luas alnuentes mise· κατάπεμψον εφ' ημάς τα ελέη σου τα πλούσια πρε
ricordias. Precibus illiliate Domine nostre, Geni- σβείαις της παναχράντου δεσποίνης ημών Θεοτόκου
tricis Dei seinperque virginis Marice ; virtule vene- και αειπαρθένου Μαρίας· δυνάμει του τιμίου και
rande el vivifice crucis , patrociniis celestium in- ζωοποιού σταυρού: προστασίαις των επουρανίων Δυ
corporearuinque Polestaturn; venerandi, gloriosi- νάμεων ασωμάτων, του τιμίου ενδόξου προφήτου,
que propheta , precursoris et Baptiste Joannis; προδρόμου και Βαπτιστού Ιωάννου, των αγίων ενδό.
Sanctorum gloriosorum el celeberrimorum aposto. ξων και καλλινίκων μαρτύρων και τα λοιπά τούτων,
Iorum ; sanctorum, gloriosorum et victoriis inclyio- ώς εν τη λιτή γένραπται.
rum martyrum , et reliqua sicut litania inscribun
lur .
168 . Comm . lacc omnia ait S . Germanus dici a diacono , cui tandem succinat sacerdos , er
clamando ut supra . Non fuerit, porro injucundum hic annotare et ritun et tempus , quo a fratri .
bus osculumn salicio evangelio imprimitur. Sic ergo scribit patriarcha Philotheus in Ordine sacri mi
Rislerii :
Sacerdos, demissa casula, sanctum evangelium C Ο ιερεύς, χαλάσας το φαιλόνιον, και βαστάζων
ante pectus deferens, egreditur, et in medio templo το άγιον ευαγγέλιονέμπροσθεν του στήθους, εξέρχε
stat. Lector autem, vel qui a cerentoniis est , stat ται και ίσταται εις την μέσης του ναού και αναγνώ
ipsi a destris, tenens candelabrum cum cereo ac- στης ή ο ευταξίας ίσταται δεξιόθεν αυτού , κατέχων
cens0; et osc Juin sancto evangelio de niore igitur μανουάλιον μετά λαμπάδος ήμμένης και γίνεται και
a fratribus. ασπασμός του αγίου ευαγγελίου παρά των αδελφών
συνήθως.
169. CeMM. Illis autem oscilantibus, conitur Troparium quod incipit, 'Ανάστασιν Xριστού θεασάμενοι,
ει εστι Κυριακή δηλονότι, και ο πεντηκοστος μετα μέλους , id est , Resurrectionero Cliristi coulei
plati , videlicet , si dies Doininica ſuerit ; quando eliain canunt psalmum quinquagiosimuin :
nain , ut idem Philotheus dicit poslea , exosculatio evangelii festis aliis pralermillilur, nisi forte
in Dominicam incideriot. Verlba ejus Graeca haec sunt : ' Εν άλλη δε εορτή ου γίνεται ο ασπασμός ,
el uh uovov ėy Kuplaxn. Igitur, nisi hoc triam doctorun festum inciäat in Dominicam , slaliin posl, Sue
cov, EOS. Dicuniur canones cum hirmis , canones aulem in hoc officio tres sunt, unus de Deipara , alii
duo de sanctis , omnes ejusdem Joannis metropolilæ Euchailorum onus : sed medius sclus acrostichicus :
unde facile est singulorum partes a partibus aliorum discernere .
CANON DEIPARÆ . D Ο ΚΑΝΩΝ ΤΗΣ ΘΕΟΤΟΚΟΥ,
Opus Joannis Elchailä . Ποίημα Ιωάννου Ευχαίτων.
ODE 1. Tonus 2. Hirmus. ΩΔΗ α'. "Ηχος β'. Ο ειρμός.
170. Ηuc huc, populi, canamus carmen Christo Δεύτε , λαοί, άσωμεν άσμα Χριστώ τω Θεώ, το
Deo, dividenti mare, et ducenti populum quem li- διελόντι θάλασσαν, και οδηγήσαντι τον λαόν, ον αν
beravit a servitute Egyptioruto, quoniain glorifi- ήκε δουλείας Αιγυπτίων, ότι δεδόξασται.
calus est.
A gravibus tam corporis quam anime periculis Τον ευσεβώς σε Θεοτόκον κυρίως αγνήν ομολο
et mortis et lapsibus , o incontaiminala , eripe me, γούντα, "Αχραντε , ψυχής και σώματος χαλεπών εκ
qui pie confiteor esse le proprie puram Dei Geni - κινδύνων και νόσων, και πταισμάτων συ με διά
tricem . σωσον. »
Integram gratiarum abyssum in le recondilarm "Ολην εν σοι των χαρισμάτων άβυσσον αποκειμε.
esse agioscimus. Propterea, o Deipara , qui ad ιο νην έγνωμεν. Διό προσφεύγοντες, Θεοτόκε, προθύμως
promριο et erecio animo confugimus , divino tuo τη σκέπη σου τη θεία διασωζόμεθα.
patrocinio servamur.
Pro nobis celebrantibus le , castissima , Ora Υπέρ ημών των σε υμνούντων δυσώπησον τον
Incarnatum ex impolluto tuo et prelios0 sanguine, σαρκωθέντα, πάναγνε, εκ των αχράντων σου και τι
ot sinιus a deliciis et anaris egrotationibusiminu- μίων αιμάτων, ρυσθήναι εκ πταισμάτων και κοση
pes . μάτων μικρών .
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI. CCCLV
ΕΤΕΡΟΣ ΚΑΝΩΝ ΤΩΝ ΑΓΙΩΝ, ALTER CANON SANCTORUM
Ου η ακροστιχίς Cujus acrostichis est :
Τρισήλιον φώς, τρείς ανήψεν ηλίον. O Trinitas, lucere lres soles facis.
Ποίημα του αυτού Ιωάννου. Opus ejusdem Joannis.
ΩΔΙΙ α'. Ήχος και ειρμός και αυτός . 171. ODE 1 . Tonus et hirmus idem .
Η !ς αμοιβή, τις ανταπόδοσις πρέπουσα τοις ημε o mortales , quam remunerationem afferetis ,
τέροις , άνθρωποι, προσενεχθήσεται παρ'ημών ευερ- quam studiorum officiorumque vicissitudinem di .
γέταις, δι' ών προς το εύ είναι χειραγωγούμενοι και gnain iis , qui sunt lain bene de vobis merili ,
et per quos perducti estis ad pie sancteque viven
dun ?
πητορικαι γλώσσαι , και τέχναι , και μέθοδοι, Herse rlielorum lingue, arlesque methodique,
και πάσα λόγων δύναμις νύν εις υπόθεσιν συμπο- el onnis licendi vis atque copia nunc in argumen
νείσθωσαν μίαν, και τους τετιμηκότας αντιτιμά- ιumincuunbant unum : el a quibus honorata sunt ,
σωσαν .
eos vicissim honorent.
sevolventes animo Dona celestia , nihil terre
– διον μεν ουδέν ήνέσχοντο κτήσασθαι εν τη οι
ουρανόφρονες, φύλακες δ' ώφθησαν του κοινού και ο stre sustinuerunt liabere proprium; sedfuerunt cu
τροστάται» κοινών ούν και των ύμνων καταξιούσθω- stodes asserioresque cominunitatis ; ideo el com
σαν. Θεοτόκιον. muni laude ornenlur. Mariale .
Με την κοινήν φιλοτιμίαν, Πανάμωμε, της ημετέ - mmunis ab omoi labe, le , commune naturæ
ρας φύσεως πάντες δοξάζομεν, χείλος έν γεγονότες , πostre decus, celeramus oιnnes, Iabium effecti
και συμφωνίαν μίαν αποτελέσαντες. unum , unumque concenlum perficientes.
ΕΤΕΡΟΣ ΚΑΝΩΝ ΤΩΝ ΑΓΙΩΝ. ALIUS CANON SANCTORUM.
Ποίημα του αυτού . . Opus ejusdem .
ΩΔΗ α'. "Ηχος πλ. δ'. “Αρματηλάτην Φαραώ. 172. ODE 1. Tonus obliquus 4, sicut 'Αρματη.
Ουκ ανθρωπίνης το παρον εγχείρημα σπουδής λάτην Φαραώ.
κατόρθωμα, αλλ' ή τού σου θρόνου πάρεδρος, φιλάν- Conalus presens
opus. Quare, o benigne cst tue
non, sedi assideridiligent
humana s sapienie
θρωπε , σοφία συνεργείτω μοι, λόγου χάριν διδούσα, tia (α) mihi prasto sit, et suppeditet gratiam ser
δι' ής δοξάσαι δυνήσομαι, ους αυτή καλώς προεδό - monis, ut, quos ipsa praeclare ante glorificavit, eos
ξισεν. dein glorificare valeain .
" Ωσπερ κρατήρ υπερελόύη , Δέσποτα, ή άγα- “ Bonitas tua , Domine , non aliter redundavit
θότης σου και ο πολύς πλούτος της φιλανθρωπίας ac craler : et divilize Bulle benignitialis tua efus.a
σου εκχείται και διώδευσεν, ώς και άλλους αγγέλους sunt , eoque perveuerunt , ut et alios condideris
μετά σαρκός υποστήσασθαι , τους νυν προκειμένους in carine angelos , qui nunc laudandi proponun -
εις έπαινον . lur.
Εξ ουρανού τοις ουρανίοις έπρεπε και τα εγχώ- Celestes celestia decent praconia ; hymnus
μια , αγγελικός ύμνος τοίς θείοις αρμόδιος. Θεοί γάρ Angelicus divinis hominibus congruit. Νain qui
κατά μέθεξιν οι τον φύσει και μόνον αληθινόν Θεόν natura unuin verum Deum habent et viventem in
έχοντες, ζώντα εν αυτοίς και φθεγγόμενον. » Θεοτό- se et Ioquentem , illi per comoιunicationem dii
χιον. sunt. Mariale .
Μνήμην δικαίων ο θεόφρων σύλλογος μετ' εγκω- Pius celus cum preconio agit memoriam justo
μίων τελεί, ος ή Θεού Μήτηρ, ώς αυτών κεφάλαιον , rum, quibuscum Dei Mater, tanquam ipsorum ca .
εικότως συνδοξάζεται, τελευταίαν και πρώτης και ραι, merito glorificatur, primum mediumque ordi
μέσην τάξιν επέχουσα , και της ευφημίας μετ - nem occupans et glorie particeps. Catabasia.
έχουσα. Καταβασία. Ο
Χέρσον , άβυσσοτόκον , πέδον ήλιος επε πόλευσέ Solum sterile et incullum , locum abyssi, sol
ποτε ώσει τείχος γάρ επάγη εκατέρωθεν ύδωρ λαώ aliquando ut campum lustravit : etenim instar
πεζοπορoύντι και θεαρέστως μέλποντι: « "Ασωμεν muri stelit aqua utrinque, donec populus pedibus
τω Κυρίω ενδόξως γαρ δεδόξασται.» pertransiret mare , et ex divino præcepto cane
ret : « Cantemus Domino : gloriose enim glorilica
lus est (6 ). 1
173 . Cour . Post carabasiam primam secundum numeroruin ordinem , sequi deberet ode 2 ; sed, quia
hiec sumitur per ordinem feriarian ex canticis sacrae Scripture, 111 dixi in dissertatione onomastica non .
17. ea præterita calonuni auctores semper transeant ad oden 3 , quæ prælermisso manifeste paiel ex
canonibus acrostichicis, qualis in hoc oflicio est secundus : qui canones continuantur eodem semper or
dine, quo supra hoc modo.
ΩΔΗ Γ . ODE 3.
Στερέωσον ημάς εν σοι, Κύριε, και ξύλο νεκρώσας Confirma nos in le, Douniae, qui ligno interfe
(α) Sap. 18 , 2 (0) Exod. XV, 1 .
 CCCLVI PROLEGOMENA .
cisti peccatum, et tui timorem ioniilte in nostra le A την αμαρτίαν και τον φόβον σου εμφύτευσον εις τάς
landantium præcordia . καρδίας ημών των ύμνούντων σε.
Quem peperisti Deum , intenmerald, hunc tua Πρεσβείαις σου , 'Αγνή , Θεόν, ον έτεκες , παρά
prece et obsecratione redde propilian supplicibus, σχου ευίλατον τοίς ικέταις , τους προστρέχουσι τη σκέ
se tradentibus in tuam tutelam, et deliver parium πη σου, και πιστως προσκυνούσι σου την κύησιν
tuum adorantibus. 9

Vitam meam totam dirige , Virgo , spes mea “Όλης μου την ζωήν διακυβέρνησον , Παρθένε,
atque elefensio ; tentationibus et necessitatibus erue ελπίς μου και προστασία πειρασμών και περιστά.
me gravibus, semper Virgo . σεων λυτρουμένη δεινών με, αειπάρθενε .
Dei Genitris, que tuis uluis vere portasti sul . Σοφίας του Θεού την ενυπόστατον αγκάλαις ως
Sislentem Dei sapientiam, pele (analos tuos igno- φέρουσα, Θεοτόκε, εξ αγνοίας και πλανήσεως λυτρω
rantia el errore liberari. θήναι τους υμνούντάς σε ικέτευε.
174. Αlius . Sicuι 'Εν πέτρα με της πίστεως "Αλλος. Εν πέτρα με της πίστεως έστερέω
έστερέωσας. σας.
Zon parva Ecclesio Duccina, Iucerna illuminans Ξ σάλπιγξ ή μεγάλη της Εκκλησίας, ο λύχνος
orbem, preco onnes mundi fnes voce comprelhein- Β και φωτίζων την οικουμένην, ο κήρυξ και το φθόγγω πε .
dens, Magni nomine insignitus Basilius hunccelau ριλαμβάνων πάντα τα πέρατα, ο μεγαλώνυμος συγ
convocat. κροτεί την σύναξιν ταύτην Βασίλειος.
- lustris vita el rebus gestis, illustris facandia . > αμπρός από του βίου και των πραγμάτων, λαμ
el documentis, omnes onti ex parte sicut sol alias προς από του λόγου και των δογμάτων, εν πάσιν
stellas essuperans, multa laude cumulatus theolo- υπερλάμπων πάντας ως άλλους αστέρας ήλιος , ο τρο
gus, hodierna die bealus prædicatur. λυύμνητος θεολόγος σήμερον μακαρίζεται.
olius mundi luinen ecce mundo loti ostendi - δού το φως του κόσμου τω κόσμω φαίνει: ιδού
Cor; ecce sal terrie terram condit : ecce lignum vi- της γης το άλας την γην ήδύνει: ιδού το ζωής ξύλον»
le, ecceimmortalitatis (ructus efforoslit saucius an- αθανασίας καρπούς προβάλλεται και χρυσούς άγιος . Οι
reus. Qui mori μου νωllis , hue adesle, et delicias θανείν μη θέλοντες, δεύτε, τρυφήσατε. θεοτόκιον.
capile. Mariale :
> principio qui creavit omnia quæ sunt, ex iis e πάντα εκ μη όντων όντα ποιήσας, και φύσιν
que nοιι erant , et qui suam cuique rei naturam δους εκάστω των γενομένων, αυτός και τας δοθείσας
dealit , dalas naturas μονίι mutare wι νult ; un- φύσεις αμείβειν οίδεν, ώς βούλεται· όθεν ακουεται
de auditur et Virgo parens. Quis non mire. . και Παρθένος τίκτουσα. Τις ου θαυμάζεται;

Conn. Tertii canonis non acrostichici pars allera sic prenotatur.

Alies. Sicut και στερεώσας κατ' αρχάς τους ου . "Αλλος . Ο στερεώσας κατ' αρχάς τους ουρα:
ρανούς. νους.
175. Emendatores morum, animoramqne eco- Οι των ηθών διορθωται και των ψυχών οικονόμου,
nomi ; communes omnium Servatores ; actorum . οι σωτήρες οι κοινοί των απάντων, οι και πράξεων
liciorumque speciem nobis et exemplar proponen- ημίν και λόγως τόπους δείξαντες, οι παιδευται του
tes ; νile moderatores illustres, illustri celebrewler βίου, λαμπρώς ευφημήσθωσαν.
encomio .
Spiritus Dei replevit Basilium scientia : ex lin- Πνεύμα Θεού ενέπλησε Βασίλειον επιστήμης
guis dammeis habuit unam Gregorius, etignem su- των τυρίνων δε γλωσσών έσχε μίαν οΓρηγόριος, και
Olimis eloquii spiravit : in Ioanne autem os Christi πυρ υψηγορίας ενέπνευσε το του Χριστού δε στόμα
locutum est. εν Ιωάννη ελάλησεν.
Ηujus oculi manifeste antiqualato sapientiatη Του νύν αιώνος την σαφώς καταργουμένην σο
sibi subditam habel stullitia predicationis, el per» φίαν ή μωρία του κηρύγματος έχει υποκύπτουσαν αυ
inde ac famulam servientem : nam gratia oratores τη, και δουλικώς λατρεύουσαν· κήρυκας γάρ ή χάρις
facundos facil. Mariale. D σοφούς προβάλλεται ρήτορας. θεοτόκιον.
Qui Virginis pure Inhabitavit eterum , faciι ο εν τη μήτρα της αγνής κατασκηνώσας Παρ
animas deiferorum sanctorum domicilium suum; et θένου τας ψυχάς των θεοφόρων αγίων οικητήριον
illorum ore pandit que matrem suant εpectant my- ποιεί, και τοις εκείνων στόμασι τα κατά την μητέρα
steria . Catabasia. δ.ερμηνεύει μυστήρια. Καταβασία.
Firinamentum conβdentium in le, Domine, Br- Το στερέωμα των επί σοι πεποιθότων, στερέω
na Ecclesiam quam acquisivisti pretioso tuo san- σον, Κύριε, την Εκκλησίαν, ήνέκτήσω τω τιμίω σου
guine. αίματι.
Sessio. Tonus obliquus 4. Sicuι Την σοφίαν και Κάθισμα. Ήχος πλ. δ . Προς Την σοφίαν και
λόγον. λόγον .
176. Magna Ivaninaria , splendoreno aferentia , Τους μεγάλους φωστήρας τους φεραυγείς , Ex
Grinasque Ecclesiae Eurres , concordicer laudemus , κλησίας τους πύργους τους αρραγείς, συμφώνως αι
φuί ρυθεhris eorum monumentis pariter ac gralia γέσωμεν, οί των καλών απολαύοντες και των λόγων
 ACOLUTIILI TRIP'LICIS FESTI. CCCL S11
τούτων ομού της χάριτος: τον σορών Χρυσοδεήμονα, Λ fruiιur : sapientem Joannem, fundentem aurea
και τον μέγας Βασίλειον, συν τω Γρηγορίω τω λαμ- Πωmina eloquentire ; et magnum Basilium , cum
τρό θεολόγω προς τους βοήσωμεν εκ καρδίας κραυ . Cregorio priestanti theologo ; quibus Iolo pectore
γάζοντες: Ιεράρχαι τρισμέγιστοι, πρεσβεύσατε Χρι- clamemus: Hierarchee Ier maximi, prectanmini Cliri
στώ τω θεώ των πταισμάτων άφεσιν δωρήσασθαι stum Deum, ut sanctain vestri memoriam recolenti
τους εορτάζουσι πόθω την αγίαν μνήμην υμών. bus erròla condonicl.
Δόξα. "Ομοιον. Gloria. Simile.
Την σοφίαν λαβόντες παρά Θεού, ως απόστολοι 177. Accepla divinitus sapientia , quemailmo
άλλοι τρεις του Χριστού, τω λόγω της γνώσεως συν durin alii tres (Christi apostoli , explicastis pulchro
ιστάτε τα δόγματα, και το πρίν εν λόγους απλούς κατ elegantique sermone dogmala , quæ antea sermone
εξάλλοντο αλιείς, εν γνώσει και δυνάμει του Πνεύμα- Γυdi et simplici piscatores tanquam fundanienta
τος: έδει γαρ και ούτως το απλούν ημών σέβας την ponellant , in scientia et virtute Spiritus : etenim
σύστασιν κτήσασθαι· όθεν πάντες βοώμεν υμίν, ΙΙρε- religionem nostrain simplicem, hac etiam ratione
σβεύσατε Χριστώ τω Θεώ των πταισμάτων άφεσιν Constitui oportebat. Unde omnes claimamus ad vos ,
δωρήσασθαι τοις εορτάζουσι πόθω την αγίαν μνήμην Precanini Christum Deum, ut sar clan vestri Ime
εμών. B meriam recolentibus errala conclonet.
Και νύν. Θεοτόκιον όμοιον. El nunc. Mariile simile .
Την ψυχήν μου, Παρθένε, την ταπεινήν, την 178. Anitain DeanImilen , Virgo , in Ihujus
εν ζάλη του βίου των πειρασμών, νυν ως ακυβέρνη- νile discrimine tentationumque turbine, quasi sine
στουμένων των κλάδωνε, αμαρτιών τώ φόρτώ gubernalore, fluctuantem jam ac pene submersanm,
όφθείσαν υπέραντλον, και εν πυθμένι άδου ελθείν ejiciendoque peccatorum oneri imparem, et constiti
κινδυνεύουσαν, φθάσον , Θεοτόκε, πρεσβειών σου έλέει, larm in periculo decidendi In ima tartara , serva, Dei
γαλήνην παρέχουσα, και κινδύνων εξαίρουσα· συ Cernitrix, clenmentissimis tuis precibus, after tran
λιμήν γάρ αχείμαστος· πρεσβεύουσα τω Σωτήρι και quillitatem , et periculum proposa : tu es enim
Υιώ Θεώ των πταισμάτων άφεσιν δοθήναι μοι· σε γάρ portus espers tempestatis. Roga ergo Relemporein
έχω ελπίδα και ανάξιος δούλός σου . ei Filium Deum , ut mihilapsuum veniam concedal ,
quia in le spem omnem pono , indignus famulus
(uus .

ΩΔΗ 8. Ο ειρμός. ODE 1. Hirmus.

Εισακήκοα , Κύριε, την ακοήν της σής οικονομίας , 179. Obedivi, Domine, sermo:hihus providentise
και εδόξασα σε , μόνε φιλάνθρωπε . liæ : el le , qui solus benignus es , glorificavi.
Των τραυμάτων μου, Δέσποινα, των της ψυχής Ο Donina Dei Parens, ne anime carnieque ful
σαρκός τε νοσήματων, η θεών τεκούσα λύσιν ταρά- neribus ac nuorbis libera .
σχου μοι.
Εκ περιστάσεως δυσαν με, Μήτηρ Θεού , και Es necessitate , procellis et periculis eripe se
ξάλης και κινδύνων ταις σαις ικέσιαις , μόνη παν- per 10as preces, Nater Dei, que sola es omni laude
ύμνητε. dignis-ima.
Χειμαζόμενον κλύδωνι • βιωτικών εξάρπασον, Jaclalum hujus vite Auctibus serva me, Virgo,
Παρθένε, προς τον σον λιμένα καθοδηγούσα με. ad porluin luum deducens.
Cons. Hinc iterum reditur ad canonis acrostichici melrum prosequendum .
'Αλλος . Προς Ελήλυθας εκ Παρθένου . Alias, sicuι Έλήλυθας εκ Παρθένου .
2οήμονες εκ της κάτω σοφίας γενόμενοι, κυβέρ- capientes facii ex: inferiori sapientia , guber
νησιν ένδοξοι παρά της θείας εκτήσασθε· όθεν ως p nandi rationein a divina sapientia gloriose conse
θεραπαιναν ταύτην εκείνη πανσόφως υπετάξατε. cui estis : unde illain buic, quasi famulam,sapien
tissime subjecistis.
Φιλόσοφοι, τους σοφούς ει φιλείτε, σοφίσθητε , και rumen sapientiæ quærile, philosophi, si sa
λέγειν διδάχθητε , πάντες οι λόγους θαυμάζοντες, pieules diligilis ; et doceanini Ioqui onties , qui arten
πράξεως ακρίβειαν και θεωρίας εντεύθεν εξασκού- Ioquendi admiramini, Dinc exercitati in agendi con.
μενοι. Θεοτόκιον. leioplanclique studio. Mariale.
Pς ψιμος υετός επ' εσχάτων και πρώϊμος, υδά- Οι pluvia serotina valde ac temporanea , sie
των αιώνων τε δημιουργός εις την μήτραν σου aquarani saeculoruυιφue artifex in twom, ο Virgo,
έσταξε, Πανάμωμε, κατά καιρών αναψύχων τους εκ- uterum, sine omni labe , peropportune descendit,
λείποντας . d deficientes refocillandos .
"Αλλος. Συ μου, Χριστέ, Κύριος. 180. Αlius, sicut , Συ μου , Χριστέ , Κυ.
ρέος .
Στύλος πυρός λαού πιστού προηγουμενος κα. Columna ignis Bilelem præcedens populum ,
φλογίζων τους εχθρούς της πίστεως, τάς δε φυλάς urens iuimicos dei , el sequelles tribus securia
σώζων ασφαλώς τας εφεπομένας, ο μέγας ώφθη servans custodia, anagnus exstitit Basilius. Contidis
PATROL. GR. XXIX .
CCCLVAI PROLEGOMENA.
el νιncat Christi Ecclesia , tanto dives propugna- Α Βασίλειος. Θαρσείτω και νικάτω η Χριστού Εκκλη
lore. σία , τηλικούτον πλουτήσασα πρόμαχον.
Lingue delicium et cujusvis auditus jucundilas Γλώσσης τρυφή , και ακοής πάσης ήδυσμα και σος
fuit Oratio tua , Gregori ; manna vite , ros dul- λόγος πέφυκε , Γρηγόριε " μάννα ζωής, δρόσος γλυ
cedinis , mel de petra , panis celestis angelorum, κασμού, μέλι το εκ πέτρας, αγγέλων άρτος ουράνιος ,
lectorum alliciens aniinos , ut tua suavitale sese απλήστως εμφορείσθαι της ηδύτητος πείθων, και
insatiabiliter ingurgilent ; eosque voluptate com- πληρών ηδονής τους μετέχοντας.
plens.
Fluvius cliarismalum Spiritus, Joannes, replelus “ Ο ποταμός των χαρισμάτων του Πνεύματος
est usque ad efusionem ; et pulchram Ierre faciem επληρώθη, ο Ιωάννης , μέχρι και προχύσεως και
quasi torrente voluptatis ex ore irrigat aureo ; ex- το καλόν πρόσωπον της γης, ως τρυφής χειμάρρους,
hilarans Christi totam civitatem et pinguefaciens από χρυσού άρδει στόματος , ευφραίνων και πισίνων
impetu divinarum undarum . Mariale. του Χριστού πάσαν πόλιν τοις των θείων κυμάτων
ορμήμασι. Θεοτόκιον.
Naturam simplicem , experlem compositionis , Φυσιν απλήν, ανασχoμένην συνθέσεως και φα
et perfectiorem quam ut confundatur, in ιuo , Do- Β νεισαν κρείττονα συγχύσεως, επί του σου , Δέσποινα,
mina , Filio tres illi divini doctores confessi sunt ; Υιού οι τρείς θεοφόροι δογματισται ώμολόγησαν, εκ
in duabus voluntatibus et duplici operatione, dupli- δύο θελημάτων και διπλής ενεργείας τον διπλούν κα
cem illum secundum naturam agnoscentes. Cata- τα φύσιν γνωρίσαντες. Καταβασία.
hasia .
Virtus lua , Chrisle , obduxit cælos : procedens Εκάλυψεν ουρανούς ή αρετή σου, Χριστές της
enim ex arca sanctificationis lue incorruple Ma- κιβωτού γαρ προσελθών του αγιάσματός σου της
iris, in templo gloriæ tuæ visus es ut infans eslalus άφθόρου Μητρός, εν τω ναώ της δόξης σου ώφθης ως
ulnis, et oinnia implela sunt laude lua. βρέφος αγκαλοφορούμενος, και επληρώθη τα πάντα
της σής αινέσεως.
ODE 5. Hirmus. ΩΔΗ ε'. Ο ειρμός
181. Luminis largiίοι et temporum opifer , Ο του φωτός χορηγός , και των αιώνων που-
Domine , in lumine mandatorum tuorum dirige ητής, Κύριε , εν τω φωτί των σων προσταγμάτων
ιος : extra te enim alium Deum non cognosci. οδήγησον ημάς εκτός σου γαρ άλλον θεόν ου γινώ
mus. ο σχομεν.
Habentes armaturam inexpugnabilem contra ° " υπλον αήττητον κατά ποικίλων πειρασμών έχον
tentationes diversi generis , omni adversariorum) τες των δυσμενών πάσης επηρείας λυτρούμεθα αεί,
improbitale semper expedimur, qui le Dei Genitri- oί σε Θεοτόκον, αγνή, επιστάμενοι.
cem incontaminatam credimus.
Appropinquante legis plenitudine , sublimior Νόμου το πλήρωμα, ή ανωτερα χερουβίμ, τέτο
« lierubinis, peperisti incarnatum ex e Filium Dei κας τον του Θεού εκ σου σαρκωθέντα Υιόν μονογενή ,
unigenitum , quem servis tuis reconcilia . ον υπέρ των δούλων των σων εξιλέωσαι.
Omnium condilorem quein ιuis ulnis , Inlemera- Τον του παντός ποιητήν εν ταις αγκάλαις σου,
ta, portasti, redde precibus fuis nobis propilium , Αγνή , φέρουσα, τούτον ημίν ταις σαιςέχεσίαις ευίλα
quia ad le ex animo conſugimus. τον δίδου, τους νυν εκ καρδίας προς σε καταφεύ
γουσι.
182. Αlius, sicuι Ο φωτισμός . "Αλλος . Ο φωτισμός.
Oliarismatum tuorun Toutem propinasti, o ho- Mυ την πηγήν των σεαυτου χαρισμάτων εκπιείν,
minum amaus Deus, sanctis bibendum : qui quan- όλως φιλάνθρωπε, δέδωκας τοις αγίοις, ελαττωθεί
ιumcutique bibitur, imminuitur nunquam; sed di- D σαν ουδαμώς τη κενώσει, τον δε κόσμον πάντα με
vinis rivalis , ex sinu ipsorum profluentibus, mun- θύσασαν τοίς εκ της κοιλίας αυτών θείοις ρεύμασιν.
dum inebriat universum .
picquid inihi aurum ? quid mihi opes gloriaque Η μοι χρυσός : τι μου πλούτος και δόξα και δυ
et potentia ? furni abeuntes in aerem. Omnia ναστείακαι καπνοί διαρρέοντες εις αέρα. Πάντα οιχέ
facessant , ventus ferat omnia . Mihi opes unae σθω, αύρα πάντα φερέτω· εμοί πλούτος εις πολυέρα
τηullum amabiles , eloquens , doctorum Irini - στoς ή των διδασκάλων τριάς ρητορεύουσα.
las.
zivus ambrosixe nuit el nectaris ; Quit cibus τεί ποταμός αμβροσίαν και νεκταρρεί τους πει
immortalis csurientibus , el silientibus incorru- νώσιν αθάνατος βρώσις, και τους διψώσιν άφθαρτος
plus polus , aqua vivens in secula , et bibentes in πόσις, ύδωρζών εις αιώνας και συνέχον ζώντας τους
vivis conservans. Οmnes vita exundante imple- πίνοντας πάντες πλημμυρούσης ζωής έμφορήθητε.
mini. Mariale . Θεοτόχιον .

69xsuperans malitia in nos habui' poleslalein : συσχεν ισχύν καθ' ημών ή κακία: αλλ' ουκ εις
 ACOLUTUA TRIPLICIS FESTI. CCCLIS
τέλος : ησθένησε γάρ κατά την Παρθένου τον εν ισχύϊ A at non in finem usque. Est enim lebilitata, post
δυνατόν τετοκυίαν υπελθόντα σαρκός ασθένειαν, και quam Virgo peperit polenler virtute , qui carnis
τον δυνατόν εν κακία νεκρώσαντα. infirmitatem subiit , et polentem malitia prostra
vil.

Exhinc continualur secundus dc sancris canoo .

"Αλλος. Ινατί με απώσω. 185. Αlius, sicuι Ινατί με απώσω
Τους των θείων πραγμάτων και των ανθρωπίνων Divinarum humanarumque rerum scientia im
σοφώς επιστήμονας, τας των όντων φύσεις φιλαλή- butοs , qui studio veritatis naturas rerum nobis
θως ημίν σαφηνίσαντας, και τον τούτων κτίστην πά- enodarunt , cunctisque ostenderunt illarum opifi
σε γνωρίσαντας , ως θέμις, ευχαρίστοις φωναίς αμει cein , remuneremur (ut æquum est) gratiarum ac
ψώμεθα. tionibus.
Το πικραίνουν και στύφον των προς σωτηρίαν Salubrium pharmacorum amarilien dulcem red
φαρμάκων έγλύκαναν ταις σοφαίς των λόγων επ- diderunt doctis sermonum illecebris, artibusque
φδαις τε και τέχναις και χάριση των ψυχών οι θείοι et leporibus divini mellici animarum. Letainidi,
θεραπευταί· θέλγεσθε, πάντες ευσεβείς, και τερπό- Β pii omnes , et cum iucundicate ad salutero incum
μενοι σώζεσθε. bile .
Σιωπά λόγος άπας, των θεοκηρύχων λαλούντων τα Praconibus divinis divina tractantibus, omnis
ένθεα, και κρατεί της πάλαι Διαθήκης και Νέα προ- serimo Lacet; et Testamento Velere prastat Novum,
βάλλουσα τα σεπτά πυξία τωνεν αυτη νομοθετούντων, proponens preciosas tabulas suarum legum , qui
Δ . Αθίγεται τάς πιστών σύλλογος, Θεοτόκιον. bus Iola fidelium respublica regitur ac tempera.
lur . Mariale.
Την αθάνατον φύσιν ή θνητή παρέδραμεν εις αγιό- Naturam immortalero mortalis praecucurrit san
τητα, και Παρθένος κόρη τους ασάρκους αγγέλους clitate, et puella Virgo superavit carnis esper
παρήλασεν, ως θεόν τεκούσα τον βασιλέα των αγγέ- les angelos, quando genuit regean angelorum Deum,
λων, ώ προσβλέπειν εκείνοις αδύνατον. Καταβασία. quem illi oblueri haud possuυι. Catabasia .
Ώς είδεν Ησαΐας συμβολικώς εν θρόνω επηρμέ- Uι vidit Isaias symbolice in excelso solio Deuτη,
νω θεόν υπό αγγέλων δόξης δορυφορούμενον, "Ο τά- gloria angelorum tanquam satellitio stipatum : Mi
λας, εβόα, εγώ ! πρό γαρ είδον σωματουμενον Θεόν, ser ego ! exclainabat : corarm enim vidi corpore in
φωτός άνεσπέρου και ειρήνης δεσπόζοντα . C dulum Deum , luci vesperuin non habenti paciquc
dominaniem (a).
ΟΔΗς'. Ο ειρμός . 184. ODE 6 . Hirmus.
Εν αβύσσω πταισμάτων κυκλούμενος την ανεξι- Ego qui in abysso peccatorum volator, investi
χνίαστον της ευσπλαγχνίας σου επικαλούμα : άβυσσον: gabilem misericordiae tueimploro abyssum. Ex in
εκ φθοράς, ο Θεός , με ανάγαγε. teritu educ me, Deus.
. Σωτηρίας λιμένα γινώσκων σε, πλέων πολυφρόν - Salutis portum ognosco te, Domina, el navigans
τιδος βίου το πέλαγος επικαλούμαι , Δέσποινα , κυβερ- sollicite vile pelagus, obsecro, αι gubernatrix ali
νήτης ψυχής μου γενέσθαι σε . mæ sis meæ .
Ιεράς πολιτείας εκπέπτωκα ραθυμών ο δείλαιος: Sanctiore stalu excidi, quia miser torpebam
αλλ' επανάγαγε, ευλογημένη πάναγνε , προσταγαίς οιio. Sed me reduc, benedicta et omni ex parte
του Υιού σου ρυθμίζουσα. castissima meque lui Filii mandatis accom
moda .
"Αλλος. "Αβυσσος αμαρτημάτων. 185. Αlius , sicut " Αβυσσος αμαρτημάτων.
- δια εν τη Τριάδι τριττά συνθεολογείτε την P = riplicem proprietatem in Triade explicatis :
αγεννησίαν του πατρός, του Λόγου την γέννησιν, και quippo theologica cominentatione disseritis quo-
Πνεύματος την εκπόρευσιν μόνου. modo non ut genitus Paler , quomodo genitum
Verbum , et Spiritus quomodo solus procedal.
Mήμερον τω οίκω τούτω περιφανής σωτηρία: δύο repenle huic domui refulsit bodie salus mani.
γάρ και τρεις συνηγμένους Χριστός εις το όνομα αυ- festa : nam Christus , honorans duos vel tres
του τιμών, μέσος πάρεστι τούτων. congregalos in nomine suo , est in medio eu
rum (6)
> πειρον της γης το βάθος προς το ουράνιον tylsi profunditas terræ immenso intervallo re
ύψος , αλλ' από της γης τους αγίους εξήρεν επέκεινα mola est a coli altitudine , sanctos tamen ultra
των ουρανών ο ουράνιος έρως. Θεοτόκιον. celos celestis amor extulit . Mariale.
Ζαν σε πηγήν, Παρθένε, και αφορμήν μυστη wancia Virgo, cum le haberent novum fontem
( α) Isa . VI, 1. 6) Mattl . XVIII, 20.
C.CCLS PROLEGOMENA.
ιovamque origincm mysteriorum, iiden tres lieo- Λ ρίωνέχοντες οι τρείς θεηγόροι, καιναις υποθέσεσι και
logi studuerunt formulas loquendi novas Dovis ar- νοπρεπή προσαρμόζουσι φράσιν.
gumentis adaplare.
186. Αlius, sicut “Ιλάσθητί μοι , Σωτήρ "Αλλος. “Ιλάσθητί μοι , Σωτήρ.
Trinitalern unam astruere theologice ab illis Τριάδα μοναδικήν θεολογείν εδιδάχθημεν, μονάδα
Patribus edocli sumus; unitatem Irinain laudandant τριαδικήν υμνείν παρελάβομεν, προσκυνείν εμάθομεν
accepimus; adorare didicimus unain in tribus per- παρά των Πατέρων μίαν φύσιν τοισυπόστατον
sonis naturam .
In principio erat Verbum apud Ρatrem co- "Ο Λόγος ήν εν αρχή προς τον Πατέρα συνάναρ
eternum : cum Verbo eral Spiritus, sed ex Geni- χος: τώ λόγω Πνεύμα συνήν, αλλ' εκ τού Γεννήτορος,
tore, simplex, consubstantialis , connaturalis divi- απλή, ομοούσιος , συμφυής θεότης, ώς οι θείοι φασι
nitas, quemadmodum divini illi oratores pronun - xń puxes.
liant.
Conjungo el disjungo ; conjunctim disjuncta co- Συνάπτω και διαιρώ τα συναπτώς διαιρούμενα
gito unumindividuum, et tres imaginor : sequor εν αμερές εννοώ και τρία φαντάζομαι: διδασκάλους
tres Deo aftos imagistros , qui me ad sic creden- Β δέχομαι τρείς θεοφορήτους , ούτω πείθοντας πιστεύειν
dum adducunt. Mariale. με. Θεοτόχιον.
Sine matre anle assumptam carneim , sine patre 'Αμήτωρ προ της σαρκός , απατωρ μετά την
post assutoplam : ita blius patris et matris dictus, σάρκωσιν, υιός πατρός και μητρός , ο ταύτα καλού
strinque vim intelligendi excedit. Αι enim admi- μενος· υπέρ νούν αμφότερα τω θεώ γάρ πρέπει των
rabilia , et que sunt supra intelligentiam omnium, θαυμάτων τα παράδοξα. Καταβασία.
Nomen supremum decent. Catabasia .
Dixit tibi senex (a), oculis cernens, Salulare 'Εβόησε σοι ιδών και πρέσβυς τοίς οφθαλμοίς το
quod populis apparuit ex Deo, Christe , lu Deus Σωτήριον, και λαοίς επέστη εκ θεού Χριστέ , συ θεός
meus . μου.
187. Contacium Tonus 2 sicut Τους ασφα - Κοντάκιον. " Ήχος β'. Τους ασφαλείς .
λες.
Sacros et divina Ioculos [ praecones , columen Τους ιερούς και θεοφθόγγους κήρυκας, την κο
1nagistrorum assumpsisti , Domine , ad uorum ρυφήν των διδασκάλων, Κύριε, προσελάβου εις από
bonorum usuram el requietem. Illorum enim la. λαυσιν των αγαθών σου και ανάπαυσιν τους πόνους
bores atque lassitudinem quovis holocausto liben. C γαρ εκείνων και τον κάματον εδέξω υπέρ πάσαν
tius suscepisti, qui solus sanctis ιuis imperiiris glo- ολοκάρπωσιν, ο μόνος δοξάζων τους αγίους σου.
riam .
OECUS. Ο ΟΙΚΟΣ.
Quis salis queat labia diducere , et movere τις ικανός τα χείλη διάραι και κινήσει την γλώσ
linguam, ad laudandos eos qui ellant ignem vi ser- σαν προς το αινείν τους πνέοντας πυρ δυνάμει λόγου
Ionis ac spiritus ? Νihilominus hoc ausim dicere. και πνεύματος ; "Ομως τοσούτον ειπείν θαρρήσω, ότι
IX. ires Iransierunt lotiushumanæ naluræ lerminum πάσαν παρήλθον την ανθρωπίνην φύσιν οι τρεις τους
Multis singularibusque gratiis ; actione vero et con» πολλούς και μεγάλους χαρίσμασι, και ένα πράξει και
templatione preslantissimum quemque longissime θεωρία τους κατ' άμφω λαμπρούς υπεράραντες. Διό
superarunt. Quocirca eos , languain Gdeles tuos fa - μεγίστων δωρεών τούτους ήξίωσας , ως πιστούς σου
mulos, donis maximis cumulasti, qui solus sanctis θεράποντας, ο μόνος δοξάζων τους αγίους σου.
luis impertiris gloriaın .
188 . Comm . llaclenus priores triplicis canonis Odæ ; post quarum non i quartam , (siculi num . 19
scripsi ex Cangio , quem vel sua hic fefellit memoria , vel librarij oscilantia ) sed , post sextam , » inler
rumpitur canonum cursus, ul assumanlur lectiones vel de Sanctis , vel de Tempore ; quales in Menæis
quidein suo hic ordine habentur disposile ; seorsim autem manu descripla per auni circulum reperiun
lur in jis codicibus, quos Græci passim i synaxaria , vocant , quidam etiam menologia : , quo fit, ut
inodo uno, modo alio nomine appellati inveniantur ejusmodi codices in nostris sanctorum Aclis. In quo
rum nonnullis item ut in Menæis , præmilluntur singulis elogiis sanctorum sive Historiis disticha
singula iambica : nisi quod hic pro versibus duobus ponantur versus omnino triginta tres , Oli
que ad majorem solemnitalem . Sed prius indicitur iam in Synaxariis quam Menæis festum hoc
modo :
Εoden meuse die 30 memoria sanctorum no. D Τω αυτώ μην λ' μνήμη των εν αγίοις Πατέρων
strorum el ecumenicorum doctorun , Basilii ημών και οικουμενικών διδασκάλων, Βασιλείου του
Magni , Gregorii Theologi , et Joannis Clhryso- Μεγάλου, Γρηγορίου του Θεολόγου, και Ιωάννου του
Slomi. Χρυσοστόμου.
MODUL1. ΣΤΙΧΗΡΑ .
189. Ternos simul celebrare Luciſeros decel, Oμου δίκαιον τρείς σέβειν 'Εωσφόρους ,

ja;Luc. 11, 50
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI. CCCLXI

Φως τρισσολαμπές πηγάσαντας εν κόσμω. A Qui triplice clarum lampade ostendunt jubar.
Κοινόν τον ύμνον προσφέρειν πάντας θέμις Themis ipsa pelig hos laude communi coli,
Τοις εκχέασι πάσι κοινήν την χάριν. Commune cunctis ferre qui auxilium sludent.
"Έαρ χελιδών ου καθίστησι μία: Ver una birundo non facit; sed bæc triplex
τρείς αηδόνες των ψυχών έαρ. Philomela vernum tempus animorum allulit.
Την μεν νοητήν ή Τριάς λάμπει κτίσιν, Corpore carentem spiritum , et sola potest
Τριάς γε μην αύτη σε την όρωμένην . Qui mente cerni, summa collustrat Trias :
'Απώλεσαν μεν οι πάλαι θεού σέβας, At hæc Trias te , qui sub aspectum cadis.
"Εξ ηλίου τε και σελήνης αφρόνως Perierat olim vera religio Dei,
Κάλλος γάρ αυτών θαυμάσαντες και τάχος , Quando colebatur sol atque Latonæ globus :
"Ωσπερ θεοίς προσήγον ουκ ορθώς σέβας: Nam læva mensmortalium , admirans decus
Εκ των τριών τούτωνδε φωστήρων πάλιν Cursumque olympi, sidera hæc dixit deos.
Ήμείς ανηνέχθημεν εις Θεού σέβας. Sed bene. Refulgens illa doctorum trias
Κάλλει βίου γαρ τη τε πειθοί των λόγων Veri Dei velusta restituit sacra .
Πείθουσι πάντας τον μόνον Κτίστην σέβειν. Nam sanctiore vita et eloquio potens ,
Κτίσιν συνιστά, τήνδε την δρωμένην, Ad Conditoris unius cultum impulit.
Το πυρ, αήρ, ύδωρ τε και γής ή φύσις: Quodcunque cerni luce corporea polest
Οι δ' αυ συνιστώντές γε κόσμον τον μέγαν, Id ignis, unda, terra cum levi æthero
Την προς Θεόν τε πίστιν ώς άλλην κτίσιν, Sociata condant, alterum innexa alteri.
Στοιχιακής φέρουσι Τριάδος τύπος: At ubi bi lide condunt velut mundum allerum
Μέλει γάρ αυτοίς ουδενός των γηίνων: Magnificum et amplum , Triados effigie gerunt.
Και γίνον νύν έσχον ουδέν εν λόγοις. Nec ambiunt lerrena ; terrenum nibil
Γρηγόριος γάρ πύρ πνέει νούς τον λόγον, Autmens eorum volvit, aut sermo sonat.
Προς ύψος αυ πείθοντα πάντας εκτρέχειν . Gregorius ore spiral eloquium igneum ,
Τους λειποθυμήσασι δ' εκ παθών πάλιν Quod urit omnes, atque in excelsum rapit.
'Αναπνοή τις οι Βασιλείου λόγοι. Hos qui sub alla mole vitiorum gemunt
Μιμούμενος δε την ροήν των υδάτων Et jam fatiscunt, sermo Basilii erigit.
" Ο καρδίαν τε και στόμα χρυσούς μόνος Imitalur amncs, pectore ac ore aureus,
Τους έκτακέντας εκ παθών αναψύχει. Qui moliones reprimere animorum docet.
Ούτω προς ύψος την βροτών πάσαν φύσιν Sic eruditus sermo doctorum trium
'Εκ της χθονός φέρούσι τοις τούτων λόγοις. c E terra ad astra ducit humanum genus
190. Comm . Ad majorem etiain præcipui hoc die cullus commendationem facit, ex ephemeride metrica
tolam anle lomum 1Maii expositam videre licet sumplum hexametron ,
Λάμψεν ένι τριακοστη χρυσοτρισήλιος αίγλη. Sole nilet triplicimensis tricesima Jani.
Dein legitur triplicis festi historia , salis prolixa, quam uti jam nunc dixi, Latinitale a me donalam inte
vegies in Aclis S . Basilii, cap . 38 . At vero cum plures sancti eodern die concurrunt, tum etiam plures
sun . bujuscemodi lectiones ; et singulis praemittuntur versus aliquot. Atque id colligi potest ex hoc ipsa ,
quod jani commentamur officio : nam quia xxx Januarii in Græcoruin Ecclesia celebratur i etiam S .
Hippolytus, papa Romanus , quidem dicius a Græcis , sed ui summum intelligendus episcopus Portuensis,
primus ex Romani pontificis suffraganeis, quos medio evo el anno 1090 , « episcoposUrbis etepiscopos S . Ro
manæ Ecclesiæ , dietos, postMabilionem docuit Papebrochius. Adeo autem celebris fuitGræcis bic sancius,
ut priusquam præcipuum in hujus diei officio locum occuparent tres sancti doctores , ille faceret diri
nomen in prædicta evhemeride unde lit ut post bexameirum de illis , adbuc recitelur hexamelrum
de isto,
Ιππόλυτον ποντου τριακοστή έκτανε ρεύμα: bippolytum ponti tricesima tradidit undis.
Qui autem de eodem sancto in Malulinis cantabalıır canon , habelur in Menæis excusis pridie amic
ntrasque Vesperas festi hujus sub hoc titulo : Τώ αυτω μηνί λ του αγίου ιερομάρτυρος Ιππολύτου πάτα
Ρώμης• η ακολουθία αυτού ψάλλεται εν τοις αποδείπνοις εις δε τον εσπερινός και τον όρθρον ψάλλομεν
την ακολουθίαν των αγίων τριών Ιεραρχών. « Ejustlem mensis die Xxx agitur festum S . Hippolyti pape Ro
mæ : cujus acolyıbia psalliiur posi prandium diei xxIX ; ad Vesperas aulem et Matulinum psallitur acolo
thia trium sanciorum hierarcharum . , lbi ergo canonem illum require, usui nobis fularum die sxv Au
gosti, quando sanctum islum , cum simplici lilulo « episcopi Porluensis , 5 habei Romanum Martyrologiuni.
Hic vero eidem a Græcis junguntur socii, suis expressi nominibus omnino viginti quatuor, quorum tres
præ aliis lolidem distichis seu modulis honorantur.
191 . Simili modo, eodem hoc xxx die, commemoranlur singuli cum disticho et elogio ex Vita sumplo,
sancti « Barsimæus martyr, 1 episcopus Edessenus sub Diocletiano et Maximiano ; atque « Theophilus
martyr, , belli dux sub Constantino el Irene, fidei causa a Saracenis interfeclus , i Junior , auler di
clus, pro more Græcorum , respectu plurium ejus nominis sub gentilibus imperatoribus martyrio coro
natorum . De ipso videsis Theophanem ad annuin secundum Græcos 782 , secundum Lalinos 790 , qui
com mensem diemque martyrii nusquam exprimant, uii nec Paulus Diaconus, in Historia miscella There
pbanem de more sequens, niirum esi unde ei Baronius acceperit in Romano Martyrologio diem xxi Julii.
Nempe nullum inveniens, in eo quod Sirletus ipsi rapiim collegerat valdeque imperlecio Menologio , quoila
que solum augendo Romano præeluxit, mense ac diem pro suo arbitralu legit; nolens ignotun Lalinis
relinquere, cujus tam insigne mariyrium inveniebal in prædicta Historia miscella . Alque hæc de hue
jus diei sanctis, commemorari apud Græcos solitis, obiter alligisse salis sit : hoc tamen de jis addendung
restal, quod hæc pars Malutini, idem præstans Græcis , quod Lalinis præstat lectio Mariyrologii al Ple
 CCCLXII PROLEGOMENA .
mam , hoc ab eo differat, quod plerumque sit commemoratorum sanclorum longiora elogia , seu vilã aclo
rumque compendia legenda proponal , præeunte ad singula quale diximus disticho ; consential aulem
rum eodem , quod sicut apud Lalinos Mariyrologium concludit lector, dicens, i el alibi plurimorum san
clorum martyrum et covfessorum atque virginum et respondelur a choro , Deo gratias : , sic el Grezi,
absoluta sanctorum commemoratione prædicta, clausulam adhibent, quovis die ilerandam , Tais autwo
αγίαις πρεσβείαις, ο Θεός , ελέησον και ζώσον ημάς . • Horum sanctis precibus miserere nobis, Deus, et salva
110$. ; Ex hinc resumilur canlus trium canonum eodem quo supra ordine. Est autem in hujusmodi poe
inalis perquam usilaluin , ut ultimarum trium odarum sirophæ seu troparia singula eodem fere modo
terminentur ; υι in ode quidem septima clausula sit : Ευλογητός ο Θεός των πατέρων ημών. Βenecliclus
Deus palrum nostrorum ; » in octava, Ευλογείτε και υπερυψούτε εις πάντας τους αιώνας Benedicile el
perexallate in sæcula ; , in nona denique frequentetur verbum Meya ,úvery , a magnificare : ) ut videantur
quællam quasi dispositio ad laudes, quæ sunt extrema Matulini oflicii pars ac vere Malutina , uli dicelur
capile seguenti.
ODE 7. Hirmus. ΩΔΗ ζ. “Ο ειρμός.
192. Cum adoraretur status aurea in campo Εικόνος χρυσής εν πεδίω Δεηρά λατρευομένης, οι
Dura , tres pueri tui proculcarunt implissimum τρείς σου παίδες κατεπάτησαν αθεωτάτου προστά.
nandatum : conjecti autem in medium igneum , γματος μέσον δε πυρός εμβληθέντες , δροσιζόμενοι
quasi rore perfusi psallebant : Benedictus es , Deus έψαλλον: Ευλογητός εί , ο Θεός , και των πατέρων
patrum nostrorum . ημών.
In crucem suffixus qui ex 1e , Dei Genitris, Σταυρώ προσπαγείς και εκ σου σωματωθείς , θεο
corpus assumpsit, Adami discerpsit chirographum. γεννήτρια , 'Αδάμ διέρρηξε το χειρόγραφον. “Ον νυν
Ollum nunc precare, omnis nevi espers, ut a cunctis δυσώπει, πανάμωμε, άπαντας κινδύνων ρυσθήναι
periculis liberet deles clamantes : Benedictus es , τους εν πίστει κραυγάζοντας: Ευλογητός εί, ο Θεός ,
Deus palrum nostrorum . και των πατέρων ημών.
Spes bona exspecialioque fideliumes, o Domina , Ελπίς αγαθή προσδοκία τε πιστών υπάρχεις,
el jam deprecamur te, ut effundas commiseration is Δέσποινα και νύν δεόμεθα σου δωρήσασθαι της συμ
pelagus super omnes, in te confidentes, et ad Filium παθείας το πέλαγος πάσι τοίς εις σε πεποιθόσι, και
tuum clamantes : Benedictus es , Deus patrum no- τω Υιώ σου κραυγάζουσιν: Ευλογητός εί, ο Θεός , ο
strorum . Β των πατέρων ημών.
Speciosam salubrium inandatorum vestem, qua “Ωραίαν στολήν σωτηρίων εντολών διά βαπτί
amictus fui in baptisnmale , perdidi pre incuria , ο σματος άμφιασάμενος , απημαύρωσα δι' αμελείας και
miser ! Nunc ad te, Virgo, confugio , el pelo tunica δείλαιος ! Νύν δέ σοι προστρέχω, Παρθένε , τον χιτώνα
lemperanliæ per le ilerum indui. αιτούμενος της σωφροσύνης διά σου πάλιν ενδύσα
σθαι.
193. Αlius, sicut Αντίθεον πρόσταγμα. "Αλλος. Αντίθεον πρόσταγμα.
Οιperatui , o beati, et fugit que erat ante into- Εττάται , μακάριοι , και δραπετεύει και πριν
lerabilis audacia haeresum. Ει cera liquescens 2 ανυπόστατος θρασύτης των αιρέσεων. Κηρος δε τη
facie ignis ostenditur esse quodvis adulterium do- κόμενος από προσώπου πυρός, νόθον άπαν δόγμα
ama, quod opponitur vestris verbis, ignem spiran- τοίς υμών προσβάλλον φθόγγοις πυρπνόοις δείχνου
tibus. ται.
obsoletas oυgas gentilium declinarunt tres gευδείς μεν εξέκλιναν Ελλήνων Οθλους: πειθώ
quesolans elegeruntsuadelama, que les
illis ; eamque solam elegerunt suadelam , que ho- δε την τύραννον ανθρώποις μόνην εϊλοντο, υφ'σύστημα
minum mentibus dominari idonea , corroborande , αλήθειαν οι τρείς τονώσαντες, ούτως άπαν
ής την
serviret veritali; itaque omnem idelium cetam “ πιστών χειρούνται λόγοις και καταπείθουσα.
subererunt verbis ad persuadendum accommo
dis .
Mariale. Θεοτόκιον .
Faudabilis el pura Virgo, in le omnis prophe Αν σου πασα πρόρρησις επανεπαύθη, και πέρας
tia conquievit et finem habuit : in admirationem εδέξατο, ξενίζουσα τους λέγοντας: Εκ σου δε λαμπρό
rapiens eos qui dicunt : Ε: te, o casta , scaturiant τερα και των προρρήσεων θαύματα πηγάζουσι, αγνή,
illustriora quam que predicta fuerunt miracula, δηλούντα τους ερμηνεύοντας.
quæ sapientiam interpretum declarant.
194. Αlius, sicut Θεού συγκατάβασιν. "Αλλος. Θεού συγκατάβασιν.
Tacentia et clamantia , visaque et audita virtutis Σιγώσαι και κράζουσαι, δρώμεναι τε και ακουό
20 sapientiae simulacra fuerunt illi theologi , qui nos μεναι, αρετής και σοφίας οι θεηγόροι στήλαι γεγό
opere et sermone adhortati sunt ad clarnandum : νασιν , έργω και λόγω βοάν προτρεπόμενοι: Ευλογη
Cenediclus Deus patrum nostrorum . τος ο Θεός , και των πατέρων ημών.
Ut Dei voces, horrendum ex alio intonanles,
girlminumque jacula excipimus verba vesira , o αστραπών τε βολίδας τουςυμών φθόγγους δεχόμενοι,
Sapientissimi, una vobiscum concilentcs , Benedi- πάνσοφοι, συμμελωδούμεν υμίν: Ευλογητός ο Θεός , ο
clus Deus patrum nostrorum . των πατέρων ημών.
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI. UCCLXIN
Ριπίζονται χάλαζαν εκ πυροβόλων γλωσσών, συν- Α Εx linguis ignivomis jactantur grandines, qua
τρίβουσαι τα σαθρά των δογμάτων, εί τις μέσον παρ- conferunt frivolas opiniones ; si quis vaniloquo
δησιάσηται των κενολόγων, ορθά μη φθεγγόμενος: rum audeat in medium prosilire , neque ut par est,
Ευλογητός ο Θεός , και των πατέρων ημών. Θεοτόκιον. dicat , Benedictus Deus patrum nostrorum. Ma
riale.
Παρθένον οικήσας σε, και μετά τόκον παρθένον Virginem e inhabitavit, et post partum Virgi
έλιπεν, ο αμείβων στοιχεία, θεοκυήτορ Μαρία παν- nem reliquit, mutans nature ordinem , o Deo gra
άχραντε, προς ον βοώμεν συν σοι, παναμώμητε• Εύ vida Maria et omnis expers maculæ , ad quem cla
λογητός ο Θεός, και των πατέρων ημών. Καταβασία . mamus tecum , intemerata, Benedictus Deus patrum
nostrorum . Catabasia .
Σε τον εν πυρί δροσίσαντα παίδας θεολογήσαντας, Te qui in igne irrorasti pueros de rebus divinis
και Παρθένω ακηράτη ενοικήσαντα, Θεόν Λόγον disserentes , et incorruptam Virginem inhabitasti,
υμνούμεν, ευσεβώς μελωδούντες: Ευλογητός ο Θεός, Deum Verbum praedicalnus, pie concinentes : Bene
και των πατέρων ημών. diclus Deus patrum nostrorum .
ΩΔΗ η'. Ο ειρμός. 193. ODE 8. Hirmus.
Τον εν καμίνο του πυρός των Εβραίων τοίς παι- Β Opera Deum , qui cum Hebraeorum pueris in
σι συγκαταβάντα, και την φλόγα εις δρόσον μετα- caminumignis descendit , et lammam mutavit in

υψούτε εις πάντας τους αιώνας. in omnia sæcula.

Πύργον ισχύος ασφαλή, και κρηπίδα , και φρου - Turrito fortitudinis securam, et crepidinem, et
ραν , και προστασίαν κεκτημένοι σε, πίστει διασωζό- custodiam et defensionen possidentes le , per idem
μεθα νύν υμνούμεν τον τόκον σου, Παναγνε, και nunc servamur. Laudamus autem partum fuum, ο
υπερυψούμεν εις πάντας τους αιώνας. expers maculæ , et superexaltamus in omnia sæ
cula .
'Αθανασίας διαυγή επιστάμεθα πηγήν σε , Θεοτό- Immortalitatis fontem pellucidum novimus esse
χε , ώς τεκούσαν τον Λόγον του αθανάτου Πατρός , τον Ιe, Dei Genitris, ut quae genuisti Patris immortalis
πάντας θανάτου λυτρούμενον τους υπερυψούντας αυ- Verbum, quod morte liberat omnes qui ipsum su
perexallant in sæcula.
Ρείθρον ιάσεων ημίν αεννάως τους πιστούς , αγνή, Nobis idelibus , velut ex perpetuo fonte , edun.
πηγάζεις, ού την άφθορον χάριν απορρυόμενοι, υμ- , dis medele lamen; cujus impolluta gralia ablati,
νούμεν τον τόκον σου , "Αχραντε, και υπερυψούμεν “ o incontaminala , laudemus partum fuum, et super
εις πάντας τους αιώνας. exaltamus in omnia sæcula .
"Αλλος. Ινδάλματος . 196. Αlius, sicut, Ινδάλματος .
Ζοούμεν ευσεβώς, και δοξάζομεν ομότιμον μίαν Εξ agnoscimus pie, et gloriβcamus unam ejus.
φύσιν, άπειροδύναμον Μονάδα τε και Τριάδα, την dem honoris naturam , infinite potentiae unilalem
πάντα ταύτα λόγους κυβερνώσαν κρείττοσιν' ούτω et Trinitatem ; quæ hæc omnia gubernal , ac RULUI
γάρ δοξάζειν οι τρείς θεοφόροι παρεγγυώσιν, οίς συμ torquet suo. Sic enim Jocent tres illi deiſeri, qui
προσκυνούμεν αυτήν εις τους αιώνας. buscum eam adoramus in sæcula .
Ξνώθησαν οι τρείς θεοκήρυκες ενώσαντες την cunt maxime unili inter se tres illi divini præ
Τριάδα , και το αμέριστον εν πάσι τετηρηκότες τη cones qui univerunt Trinitatem, et in omnibus ser
θεία φύσει, μίαν παρ' αυτής αντέλαβον αμέριστον Yaverunt divine naturae individuum; ab eaque id
δόξαν, εις έπαινον ένα συγκαλουμένην τους υπερ- circo receperunt unam et indivisam gloriam, in
υψούντας αυτήν εις τους αιώνας . Θεοτόκιον qua ad unam laudem convocantur superexaltantes
Trinitalem in sæcula . Mariale.
> αβών το καθ' ημάς αντιδούς τε το οικείον και η τilius Dei erga nos beneficus, operatus est 80
ευεργέτης, έδρασε μόνον, ουκ έπαθε δε, Παρθένε: Ium, non autem passus quidquam, ο Virgo , dum
ποιεί γάρ, αλλ ' ουκ εις φθοράς καθίσταται, μάλλον assumpsit quod nostrum et reddidit quod erat
δε και πάσχων εκών διά πάθους τα πάθη λύει, ώς o suum. Facit enim, sed now incurrit corruptionem :
τρείς Πατέρες ήμάς μυσταγωγούσιν. quin polius passionem libere sustinens, bac ipsa pas.
siones nostras dissolvit, quemadmodum lres illi Pa
lres nos sancte docent.
'Αλλος. Επταπλασίως κάμινον. Αlius, sicut, Επταπλασίως κάμινον.
Ούς ο Θεός συνήνωσεν εις ομότιμον ένωσιν , εγκω- 197. Quod Deus conjunxit equaliler Donoran
μιαστής μη χωριζέτω άνθρωπος· αλλ' ίσους ηγούμε- dos, homo laudator non separet ; sed donis cα
νος εν τοίς αυτοίς χαρίσμασιν, ίσων και των ύμνων testibus pares eos existimals , paribus quoque
μελιωδών αξιoύτω οι παίδες, ευλογείτε : ιερείς, αν- dignetur preconiis. Pueri, benedicile ; sacerdo
υμνείτε: λαοί , υπερυψούτε εις πάντας τους αιώνας. tes, celebrate; populi, superexaltale, in omnia Sin
cula .
Οι δυνατοί και άμαχοι της Θεότητος σύμμαχοι, Potentes et invicti Divinitatis defensorcs , et
CECLIIV PROLEGOMENA.
veritatis sincern patroni, profundi Spiritus recie A και της αληθείας αψευδείς συνήγοροι, τα βάθη του
scrutali, sententias Deo consentaneas astruitis, el Πνεύματος καλώς ανερευνήσαντες, τάς θεοπρεπείς
hinc docetis psallere : Popoli , superexaltale in περί Θεού υπολήψεις εκείθεν συνιστώσες και διδά.
omnia sæcula . σκουσι ψάλλειν: Λαοί, υπερυψούτε εις πάντας τους
αιώνας.
Duo maxima fuminaria , positum sub sole mun Εξ ουρανού μεν μέγιστοι δύο λύχνου φωτίζουσιν
dum de celo illuminant alternatim . Deterra autem εκ διαδοχής αλλήλων την υφήλιον: εκ γης δε φανό
coruscant tria supra modum immensa lamina, col- τερον την σύμπασαν αυγάζουσι τρεις κατά ταυτόν
Incentia et simul psallentia : Superexaltale , o po - υπερμεγέθεις φωστήρες , συλλάμποντες αλλήλοις , και
puli, Christum in sæcula . Mariale. συμψάλλοντες άμα: Λαοί, υπερυψούτε Χριστόν εις
τους αιώνας . Θεοτόκιον.
ropter 108 incarnatio est , et passio pretiosa . Υπέρ ημών ή σάρκωσις και τα πάθη τα τίμια:
Propter nos cum mortnis fuit Deus , mortem qui- δι'ημάς Θεός μετά νεκρώνεγένετο , θανάτου μεν άγευ
«lein gustare nescius, sicut nec dolorem alium, Bed στoς, oία παθών ελεύθερος, τη δε προς την σάρκα την
per carnis mortalis communionem factus particeps θνητήν κοινωνία λεγόμενος και πάθους μετασχεϊν
et doloris et mortis. Quare euro Superexaltamus in a και θανάτου» μεθ' ης υπερυψούμεν εις πάντας τους
oinnia sæcula . Catabasia. αιώνας. Καταβασία .
In ignem intolerabilem conjecti pii erga Deum 'Αστέκτω πυρί ενωθέντες οι θεοσεβείας προεστώ
juvenes, a lamma vero non lesi, divinum carmen τες νεανίαι, τη φλογί δε μή λωβηθέντες , θείον ύμνον
canebant : Benedicile, omnia opera Domini, Do έμελπον: Ευλογείτε, πάντα τα έργα Κυρίου. τον
mino . Κύριον.
ODE 9. Hirmus. ΩΔΗ θ'. Ο ειρμός.
198 . Ex Deo Deum Verbum , quod inexplicabili Τον εκ θεού Θεόν Λόγον , τον άρρήτη σοφία ηχότα
Sapientia venii ad innovandum Adamum, per cibuα καινουργήσαι τον 'Αδάμ, βρώσει φθοράς πεπτωκότα
corruptionis graviler lapsum , quodque ex sancta δεινώς , εξ αγίας Παρθένου αφράστως σαρκωθέντα
Virgine ineffabiliter incarnatum est propter μοs, δι' ημάς, οι πιστοί ομοφρόνως εν ύμνος μεγαλύ
unanimi cantu magniſicamus odeles . νομεν.
In le, Virgo Dealissima, spent meam omnem li- Θεομακάριστε Κόρη , την ελπίδα μου πάσαν
benter colloco; servo me, Mater vere vile: et pete, ς προθύμως ανατίθημι εν σοι· σώσόν με, Μήτερ της
ο casta , perenni gaudio impleri eos qui cum de et όντως ζωής και τρυφής αεννάου πλησθήναι καθικέ
desiderio le canticis inagniocant. τευε, αγνή, τουςεν πίστει και πόθω σε ύμνους με
γαλύνοντας.
Virgo illustrissima , Janua divini Iuntinis, illu- Επιφανείσα Παρθένε, της ψυχής μου τον ζόφον
mina anima mee ealiginem spiritalibus lucis tue φωτός σου ταις άθλους αστραπαίς αύγασον, πύλη του
radiis. Ει pete, ο Casta, perenni igne liberari eos, θείου φωτός . Και πυρός αιωνίου ρυσθήναι καταξίω
qui cuan Rde et desiderio le canticis magnificant. σον , αγνή , τους εν πίστει και πόθω σε ύμνοις μεγα
Mariale. λύνοντας . Θεοτόκιον.
Quein Pater Filium ex utero ante secula genuit, Εν τη γαστρί σου σκηνώσας, εκ γαστρος προ
is in two habitans ulero facius est perfectus homo;αιώνων Πατήρ όνπερ εγέννησενυιόν, τέλειος γέγονεν
et le , Deipara , fontem gratiarum ostendit nobis, άνθρωπος και πηγήν χαρισμάτων σε , Θεομήτορ,
φui Adeliler adoramus inef abilem Iuain proge- έδειξεν ημίν , τοίς πιστώς προσκυνούσι την άφραστον
niem . σου γέννησιν.
199. Αlius, sicut, 'Aνάρχου γεννήτορος . "Αλλος. 'Ανάρχου γεννήτορος.
Magnifca, aniana Lies , Iria magna inter anti- υ Μεγάλυνον , ψυχή μου , τους εν ιεράρχαις φωστή
stiles luminaria. ρας τρεις μεγάλους.
grum vestrum el ovile respicile ; propler quæ – δου το υμέτερον γεώργιον και ποίμνιον, υπέρ
Inaximos labores sustinuistis. In υηυιn coeunles, oύ τους μεγίστους πόνους υπέστητε εις εν συνελθόν
vos tres conjungimus el suavissimam vestram con- τες ομου τε , τους τρεις υμάς συμπαραλαβόντες κοι
junctionem pro coinmuni liabeinus laudationis τηλ- νην έχομεν αίνεσιν τήν υμών ήδίστην ένωσιν.
teria
Magnifia, anima mea, tria candelabra Eccle- Μεγάλυνον, ψυχή μου, τους τρισσολάμπτήρας
sie Christi. Χριστού της Εκκλησίας.
Shristi gralia hostibus suis objicit macha ου δίστομον μάχαιραν η χάρις, αλλά τρίστομον
Tam non bis , sed ler aculam , unum in cæ κατά των πολεμίων αυτής προσβάλλεται εν ουρανο
lo fabricalun ensem , triplici fulgentem cuspi- χάλκευτον ξίφος τρισιν ακμαίς κατεστωμένον, αει
de ; pro Deitate una el Irina semper dimican- προμαχόμενον τριλαμπους μιάς θεότητος .
tem .
 ACOLUTIIA TRIPLICIS FESTI. CCCLSV
Μεγάλυνον, ψυχή μου , τους κεκοσμηκότας Χρι- A Magnifica, anima mea, eos qui Christi exorna
στού την Εκκλησίαν. vere Ecclesiam .
Ημών το πολίτευμα εν ουρανοίς ήν, ένδοξοι, και - η celis, o gloriosi, erat vestra conversatio,
την σάρκα φορούντων εις έτι άσπιλον" ους ειλικρινώς cum adhuc carnem gestarelis incontaminalam; ubi
νύν οικούντες , τους επί γης ημάς στρεφομένους τα nunc vere habitalis. Ergo orale , ut nos versantes
άνω πρεσβεύετε και φρονείν και πραγματεύεσθαι. in terris, possinus que sursum sunt sapere , quae
Θεοτόκιον , sursum sunt quærere. Mariale.
Μεγάλυνον, ψυχή μου , την τιμιωτέραν. Magnifica, anima mea, venerandam .
Μτενοί με το πλάτος σου , των μεγαλείων Δέσποι- etringit me tua latitudo , magnificentissima
να , καταπνίγον τον λόγον υπό πυκνότητος , και μου Domina , magnitudineque sufocal orationem , et
παραδόξως συμβαίνει το απορείν εκ της ευπορίας: mili mirabile accidit inopiam nasci ex copia.
δ.ο τον τοσούτον σε μεγαλύναντα δοξάζομεν. Ideo eum qui te tantopere magnificat , Florilica -
mus.
"Αλλος. Εξέστη επί τούτω ο ουρανός. Αlius, sicut , 'Εξέστη επί τούτω ο ουρανός.
Μεγάλυνον, ψυχή μου , τους της παναγιας Τριά- B Magnifca, anima mea , sanctissime Trinitatis
δος τρείς ποιμένας. Tres pastores.
'Επήρθη της Τριάδος ή αρετή , και τα πάντα της 200. Sublimis est Trinitatis virtus , el gloria
δόξης επλήρωσεν, άλλην δ' υμίν αίγλην αναλάμψασα 3 complevit omnia. Sed in vobis Ionge alio et
τριλαμπή ως έαυτής απαύγασμα, τους επουρανίους tripartito fulgore emical , tanquam in majoribus
μυσταγωγούς, δι' ών επί την θείαν εκείνης θεωρίας radiis et celestibus Bacrorum principibus , per
οι ευσεβούντες οδηγούμεθα. quos ad divinam illius contemplationein pii dedu
ciunur .
Μεγάλυνον , ψυχή μου, τους εκ τρισηλίου φωστή - Magniβca , anima mea , es triplici sole tria ma
ρας τρείς μεγάλους. goa luminaria .
Ούκ έστι δευτερεύον εν τοις τρισί• τα πρεσβεία Nullus ex his tribus lenet secundas , sed primas
γαρ έκαστος φέρεται, πρώτος ουχ ών και τους ομοτί- tenent omnes ; cum primus non sit qui pares ho
μους υπερνικών. Εξοικειούται μάλλον δε την αλλή - Rare exsuperet. Quin potius aller alterius victoriars
λων νίκην περιχαρώς: ου χώρα γάρ ενταύθα το φθό- team gaudio facit suam : neque enimibi Iocus relia
νω παρρησίας, λυμαινομένω την ομόνοιαν. Δόξα . .. cuitur audaci invidia , labelaclanti concordian.
Gloria.
Μεγάλυνον, ψυχή μου, της τρισυποστάτου και Magnifca, anima mea , unius individue Deita.
αδιαιρέτου Θεότητος το κράτος. lis in tribus personis polentiam .
Πατέρας ή ευσέβεια τους αυτής πρωτοτόκους υιούς Postquain pietas patres primogenitos s0ος de
αναδείξασα, τέκνα φωτός γνήσια και άμωμα δι' αυ- clarat, eorum ope alios lucis generat, veros incul
των τελειούμενα Πνεύματι, τη ζωήν λαλήσαντι εν palosque ac perfectos Spiritu , qui vitam in ipsis lo
αυτοίς, και σώζειν εξαιτείται εις τέλος την ειρήνην, quitur, of petitin Anem usque servari pacern, quon
ήν απ' αυτών έκληρονόμησεν. ab ipsis consecula est.
Και νυν. Θεοτόχιον. El nunc . Mariale .
Μεγάλυνον , ψυχή μου, την τιμιωτέραν . Magpilica, animamea, veneranaam .
Υιον Θεού του ζώντος και των σοφών διδασκάλων Filium Dei vivi, o Maler, esse Glium luum præ
ακρότης εκήρυξε τον σον υιόν, εξ αποκαλύψεως πα- dicavit sapientium doctorum apex, hoc a revelanle
τρικής , ουκ εκ σαρκός και αίματος τούτο μυηθείσα, Patre edoclus , non a carne et sanguine. Quare le,
Μήτερ θεού. Διό σε και Παρθένον δοξάσασα Μητέρα Virgizerm Matrem et Deiparam, gloriose magnifca
και θεοτόκον εμεγάλυνεν. Καταβασία. η vit. Calabasia .
Θεοτόκε , η ελπίς πάντων των Χριστιανών, σκέπε, " Dei Geniuris , spes Christianorum omniunn, pro
φύλαττε τους ελπίζοντας εις σε. lege, Jefende, custodi sperantes in le.
Εν νόμω, σκιά και γράμματα τύπου κατείδομεν Ιn lege, urnbra et littera typum fideles conspi
οι πιστοί. Πάν άρσεν το την μήτραν διανοίγον άγιον cimus : Omne masculinum adaperiens Vulvam san
θεώ. Διο πρωτότοκον Λόγον . Πατρός ανάρχου Υιον, clum Deo est. Ιdcirco primogenitum Verbum, Pa
πρωτοτοκούμενον μητέρι άπειράνδρως μεγαλύνομεν. (ris eterni Filium, primogenitum a matre sine viro,
magnificamus .
Εξαποστειλαριον. υ ουρανον τοίς άστρους .
Exapostilarium, sicut, Ο ουρανόν τοις άστροις.
Τα του φωτός δοχεία , τας φεγγοβόλους αστραπάς , 201. Luminis receptacula , fulgura lucem evi
Βασίλειον νυν τον Μέγας, Γρηγόριον Θεολόγος, Χρυ brantia , Basilium Magnum , Gregorium Theolo
σόστομον Ιωάννην ανευφημήσωμεν πάντες. gum , Chrysostomum Joannem , omnes collaude
mus.
" Έτερον όμοιον . Aliud simile.
Η ενιαία θεότης, Πατήρ, Υιός,και το Πνεύμα άγιον Una Deilas , Pater, Fili , et Spiritus sancle ,
CCCLXVI PROLEGOMENA.
precibus Basilii, Gregorii et Joannis, el caste Dei Α ταϊς Βασιλείου πρεσβείαις, Γρηγορίου και Ιωάννου,
Genitricis, non separer a lua gloria. και της αγνής Θεοτόκου, μή χωρισθώ της σης δόξης.
Mariale simile . Θεοτόχιον όμοιον.
Auro implicata arris , duodecim muris cir - Χρυσοπλοκώτατε πύργε, και δωδεκάτειχε πόλις,
cumsepta civitas , e solaribus stiriis coagmenla- ήλιοστάλακτε θρόνε , καθέδρα του βασιλέως, ακατα
Cum solium, regalis sedes , prodigium fugiens νόητον θαύμα, πώς γαλουχείς τον Δεσπότης;
aciem intelligendi, quomodo lacte tuo nulris Domi
DUT
Oportet autem scire, quod ad oden notam fiat Δεί δε ειδέναι, ότι εις την θ' ωδήν ποιούμεν μετά
inclinatio corporis usque ad terran, idque a duo: νοιαν έως εις γην, οι δύο χοροί ομού .
bus choris simul.
202. Comm . Hic corporis inclinatio , quæ fit ad terram usque, appellalur passim in Ritualibus Græco.
run libris Metávola parádni, reverentia major : , illa quae usque ad terram non fit, appellatur ibidem
μικρά « minor, quandoque etiam η συνήθης μετάνοια reverentia consuela . Unde quelibel inclinatio
corporis , dicitur simpliciter uetávola . Et hæc quidem vox METávola , ex primäva sua institutione, e pe
silentiam , significat : sed jam apud monachos Græcos significat quoque dictam reverentiam ; propterea
quod , cum humilis sit el laboriosa , in mulctam pænamque peccatorum a Græcis imponi soleat. El vero
quod corpus non parum debilitelur hujusmodi incurvalionibus, patet ex illo plochoprodromi in hegume.
num ex cod. Ιns. Τα γόνατά μου ήσθένησαν από της μετανοίας, « Genu2 mihi debilitata sunt ex incurra
tione. , Consule Joannem Morinum , tum de disciplina in administratione sacramenti poenitentiæ fol. 4 ,
luru eliain de sacris Ecclesiae ordinalionibus fol. 225 , parlis 2. Imo vero sequioris ætaiis scriptores Lali
ni ab ea ralione loquendi non abhorrent; neque in monasticis scriptoribus quidquam usitalius est. Sic
Petrus Venerab. in slalulis Ordinis Cluniacensis , cap. 4 , ail : ( Atque illis melanicis, quæ quotidiano
usu in capitulo fiunt, el vulgo veniæ nominantur. , Et cap . 53, « frequentibus melancis vel genuflexioni
bus. , Hieronyinus monachus Camald . in Vila S . Romualdi abbalis, n . 67, « docebat eos ui.... discipli
nas flagellorum in cella facerent, melancas el genuflexiones frequentantes. , Consimilia habent alii. Jam
vero quod veniae sint hujuscemodi incurvationes corporis, constatapud omnes. Hinc et in Chronico Lau
risbam . exslab-bic versiculus :
Per venjas centuin verrunt barbis pavimenlum .
CAPUT QUARTUM .
De Laudibus.
203 . Apud Græcos Laudes nunquam disjunguntur a Malulino, sed sunt ejus pars : inio etiam pas ·
sim communi nomine popos nominantur ; es iisque una cum majoribus Vesperis lota dypu
avlas sive Vigiliarum ralio constituilur. Allamen propler causam illam , quam inilio antecedentis
capitis proposuiinus, judicavimus expedire , ut hio de illis seorsim ageremus, adductis verbis Typici el
Menæorum . Alque ante omnia non fuerit åttpOUÔLÓVUOov sive inutile observare, illam divini oflicii partem ,
quam nos hacienus 6ppov sive Malutinuin vocavimus, ab aliquibus vocari etiam uesOVÚXTrov , quod
media nocle persolvatur, et Laudes contrario ab iisdem vocari opopov , eo quod circa auroram con
cinantur : neque male, si etymologia spectanda sit . Ut ut est , cominunius !noinine80pos intelligitur el
divini oflicii pars, quæ ex MSSOVUxTÍW el aivois, id est ( ex Matutino el Laudibus , coalescil. Nunc ad
verba Typici veniamus .
204. Ad Laudes , Omnis spiritus. Recitamus ver- B Eις τους αίνους, Πάσα πνοή . Ιστώμεν στιχη
sus quatuor; et psallimus versus similares tono ρα δ'· και ψάλλομεν στιχηρά προσόμοια. Ηχος β',
secundo, sicut Ποίους ευφημιών. προς Ποίους ευφημιών.
Comu. Ilãoa Tivoh quomodo continuelur, ante salis superque declaratum legisti. Postea recitantur
psalıni Davidici CALVIII , CXLIX et ce , ut palet ex Hirmologio : et in Hirinologiuin id non indicaret ,
palerel ex illis verbis, els tous alynus, iad Laudes ; , quia psalmi illi ob sæpe reileratam vocem alvsite ,
laudale ,, aivou, ( Laudes » vocilantur. Versus aulein similares, huic diei proprii, hi sunt, proutexslaut in
dienæis.
VERSUS SIMILARES . ΣΤΙΧΗΡΑ ΠΡΟΣΟΜΟΙΑ,
Tonus 2. Sicut Ποίους ευφημιών. *Ηχος β'. Ποίους ευφημιών.
205. Quibus lauduin coronis coronabimus do- Ποίους ευφημιών στέμμασι στεφανωσωμεν τους
clores , divisos quidem elalibus, sed spiritu conjun- διδασκάλους, τους διηρημένους τοίς σώμασι, και συν
clos, divinorumque hominum antesignanos, nume. ημμένους το πνεύματι, τους των θεοφόρων προστά
ro pares Trinilati, ejusque cultores : fulgentia ιο- τας, Τριάδος τους ισαρίθμους και θεράποντας, φω
lius orbis luminaria , columnas Ecclesiae , victores στήρας της οικουμένης διαλάμποντας, της Εκκλη
quos coronis glorie coronat Christus Deus noster, σίας τους στύλους, ούς στεφάνοις δόξης νικήσαντας
inagnam habens misericordiam ? στεφανοί Χριστός ο Θεόςημών, οέχων το μέγα έλεος;
Qua carminum celebritale caneinus deiferos, Ποίοις υμνωδιών κάλλεσιν αναδήσωμεν τους θεο
coelestiumque arcanorum guaros , et præcones re φόρους , τους ουρανομύστας και κήρυκας της ορθού .
clie idei, ac sincerissimios theologos : inagnum sa- ξίας υπάρχοντας, τους ακραιφνεστάτους θεολόγους,
crorum interpretem Basilium , divinum et divina τον μέγανιεροφάντορα Βασίλειον, τον θείον και θεο
explicanlem Gregorium, atque Joannemexitmium, ρήμονα Γρηγόριον, και Ιωάννην τον πάνυ, τον χρυ
lingua aureum ; quos pro meritis glorificavit Trini σουν την γλώτταν, ούς εδόξασεν η Τριάς, αξίως ο Κύ.
1as , Dominus 10sler , Ιι:ibens inagna misericor- ριος, ο έχων το μέγα έλεος:
diam ?
 ACOLETEA TRIPLICIS FESTI,
Ποίους εγκωμίων ρήμασιν επαινέσωμεν τους A Quibus praeconiorum verbis laudabimus sacro
ιεράρχας, τους ισαποστόλουςεν χάριτι, και ομοτίμους rum principes , gratia et honore equales apostolis ,
χαρίσμασι, τους της ασεβείας καταλυτάς, σωτήρας eversores Jinpietatis, servatores et vie duces verbo
και οδηγούς λόγω και πράγματι, ποιμένας, χριστο- ac facto , pastores , Christi per fidem imitatores,
μιμήτους διά πίστεως, τους επιγείους αγγέλους, terrestres angelos, homines celestes, φuos honora
βρoτους ουρανίους, ους ετίμησεν ο Χριστός, της δό- vit Christus, glorie Dorminus, habens magnam mi
ξης ο Κύριος, ο έχων το μέγα έλεος ; sericordiam ?
Ποίους ευφημιών στέμμασι καταστέψωμεν τον Quibus laudationum coronis cingenus , verba
χρυσολόγον, άμα Βασιλείο Γρηγόριον, τα σεπτά δο- aurea proloquentem , et cum Βasilio Gregorium ,
χεία του Πνεύματος , τους στερρούς της πίστεως Augusta receptacula Spiritus , stabiles filei propιι
προμάχους, τους στύλους της Εκκλησίας, πιστών gnatores, columnas Ecclesia, ideliumomnium ful
στήριγμα απάντων, αμαρτανόντων παραμύθιον, πη- cimentum, peccantium solarium,fondes efundentes
γάς βλυζούσας το νάμα, εξ ου άρυόμενοι ηδυνόμεθα Iaticem , quem qui haurimus , aficimur letitia ,
μέγα έλεος ; Δόξα . diam? Gloria .
'Ηχος και αυτός , προς το, Σήμερον ο Χριστός. Β Tonus idem sicut Σήμερον ο Χριστός.
Σήμερον αι ψυχαί των γηγενών ύψούνται, εκ 206. Hodie animae terrigenarum exaltantur, ex
μνήμη: αι γάρ πύλαι των ουρανών επαίρονται, και moria . Nam porte caelorum aitolluntur, el que Do
ημίν τα του Δεσπότου γνωρίζονται οι λόγοι τους λό- mini sunt, ea nobis insolescunt ; sermones sermo
γους κηρύττουσι, και αι γλώσσαι τα θαύματα μέλ- nibus predicantur , et miracula decantantur lin-
πουσιν. Ημείς δε προς τον Σωτήρα βοώμεν: Δόξα σοι guis. Nos vero ad Servatorem clamamus : Gloria
Χριστώτω Θεών τοις γαρ πιστούς ειρήνη διά τούτων tibi, Christo Deo : pax enim idelibus per eos parla
εγεγόνει. est.
Και νύν. Θεοτόκιον όμοιον. Et nunc . Mariale simile .
Σήμερον ο Χριστός εν τω ναώ προσφέρεται ως Hodie Christus in templo portalur ut infans;
βρέφος σήμερον υπό νόμον γίνεται ο Μωύσει διδούς hodie it sub lege qui Moysi legem dedit. Angelo
τον νόμον» των αγγέλων αι στρατιαι τεθάμβηνται, εν rum exercitus obstupuerunt, quando illum qui con
αγκάλαις γηραιαϊς κατεχόμενον τον συνέχοντα πάντα Linet omnia , viderunt inter senilia brachia. Si
θεώμεναι. Συμεών, ευλαβείας πλησθείς και χαράς, C meon , pietate plenus et gaudio, claniabat : Nunc
εβόα: Νυν απολύεις με , Σώτερ, εκ της επικήρου dimitris me, Servator, ex hac fragili vita, ad quie
ζωής προς την αγήρω ληξιν είδον γάρ σε, και ευ- term ubi nulla sentilur seneclus ; ridi enim le , et
φράνθην. exsuliavi.
Δοξολογία μεγάλη και απόλυσις. Δίδοται δε και 207. Sequitur glorificatio major el dimissio.
άγιον ελαιον τοίς αδελφοίς. Dalor aulem el sanclum oleum frairibus
Coxx. Diximus quidem num. 31 . Δοξολογίαν μεγάλην, sive majorem glorificationem , esse symnum
angelicum ; sed quia illi hymno , prout hic a Græcis recitalur, adduntur aliqua quæ in Latino minime
reperiuntur, non ingralum lectori fulurum existimo, si illum lolum sub aspectuin cum sua appendice po
suero. Talis autem nobis in Hirmologio exhibetur, qualis sequitur.
Δόξα εν υψίστοις Θεώ, και επί γης ειρήνη, έν D Gloria in excelsis Deo, et in terra pax, in ho:
ανθρώποις ευδοκία. Υμνούμέν σε, ευλογουμέν σε, minibus bona voluntas. Laudarmus te , benedicimus
προσκυνούμέν σε , δοξολογούμεν σε , ευχαριστουμέν 1e , adoramus te , glorificarnus le , gratias agimus
σοι, διά την μεγάλην σου δόξαν. Κύριε βασιλεύέπου- ibi propter magnam gloriam Tuanm ; Domine Rex
ράνιε, Θεέ Πάτερ παντοκρατορ· Κύριε Υιε μονογενές celestis, Deus paler oιnnipolens; Domine Fili uui
Ιησού Χριστέ, και άγιον Πνεύμα: Κύριε ο Θεός , ο genite Jesu Christe , et sancle Spiritus. Domine
'Αμνος του Θεού, ο Υιός του Πατρός , ο αίρων την Deus, Agnus Dei, Filius Patris , qui tollis peccatum
αμαρτίαν του κόσμου, πρόσδεξαι την δέησιν ημών ο mundi, suscipe deprecationem nostram : qui sedes
καθήμενος εκ δεξιών του Πατρός , ελέησον ημάς· ότι ad dexteram Patris , πιiserere nobis : quoniam tu
συ ει μόνος άγιος , συ ει μόνος Κύριος Ιησούς Χριστός solus sanclus , tu solus Dominus Jesus Christus in
εις δόξαν Θεού Πατρός . Αμήν. Καθ' εκάστην ημέραν gloria Dei Patris. Amen. Omni die benedicapn te ,
ευλογήσω σε, και αινέσω το όνομά σου εις τον αιώνα: et laudabo nomen ιuumin seculum et in seculum
και εις τον αιώνα του αιώνος. Καταξίωσον , Κύριε, εν seculi. Dignare, Domine, die isto sine peccato nos
τη ημέρα ταύτη αναμαρτήτους φυλαχθήναι ημάς. custodire. Benedictus es , Domino Deus palrum
Ευλογητός εί, Κύριε, ο Θεός πατέρων ημών, και αι- nostrorum, et laudabile et gloriosum nomen tuum
νετον και δεδοξασμένον το όνομά σου εις τους αιώνας. in secula . Amen. Fiat, Domine, misericordia Lua
'Αμήν. Γένοιτο, Κύριε, το έλεός σου εφ' ημάς, καθ- Super nos, quemadmodum speravimus in le. Bene
άπερ ήλπίσαμεν επί σοί. Ευλογητός εί, Κύριε, δίδαξόν dictus es , Doinine, doce ne justificationes tuas.
Εκ τρίτου, Tertium .
με τα δικαιώματά σου.
 CCCLXVISI PROLEGOMENA .
208. Domine, refugium factus es nobis in ge: A Κύριε , καταφυγή εγενήθης ημίν εν γενεά και
neratione et generatione. Ego dixi, Domine, mise - γενεά. Εγώ είπα: Κύριε, ελέησόν με , ίασαι την
rere mei , sana animarm mealm, quia peccavi tibi. ψυχήν μου, ότι ήμαρτον σου. Κύριε , πρός σε κατέφυ
Domine, ad te confugi , doce me facere voluntalem γον, δίδαξόν με το ποιείν το θέλημά σου· ότι συ ει ο
tuam, guia tu es Deus meus; quia apud te est fons Θεός μου , ότι παρά σοι πηγή ζωής,εν τω φωτί σου
vilæ , in lumine tuo videbimus lumen . Extende άψόμεθα φως . Παράτεινον το έλεός σου τους γινώ
misericordiam cognoscentibus te . Saucius Deus, σκουσι σε. "Αγιος ο Θεός, άγιος ισχυρός , άγιος αθά.
Sanctus fortis , sanctus immortalis , miserere no - νατος, ελέησον ημάς. Έκή .
bis. Terlium .
Gloria Et nunc . Δόξα. Και νύν.
Sanclus immortalis miserere nobis . “Αγιος αθάνατος, ελέησον ημάς:
Deinde clariori voce Είτα γεγονοτέρα φωνή.
Sanctus Deus , sanctus fortis, sanctus immor- "Αγιος ο Θεός , άγιος ισχυρός, άγιος αθάνατος,
talis, miserere nobis. ελέησον ημάς.
LOMM. lllud autem quod addilur : Datur sanctum oleum fratribus : 1 lusius explicatur in ejus.
dem Typici capile 12 'ad 26 Septembris, cum Græci colunt translationem S. apostoli et evangelislæ
Joannis .
209. Sacerdos lampade prelucente abit, incen- Β Ο ιερεύς, προπορευομενης αυτού λαμπάδος,
satqueimaginem gaucti. Deinde ex ejusdem sancti απέρχεται και θυμιά την εικόνα του αγίου . Είθ' ού
lampade dat oleum sanctorum fratribus . Si autem τως επιδίδωσιν άγιον ελαιον εκ της κανδήλας του
proses sacerdotio initialus sit, ipse fratres illungit αγίου τους αδελφούς. Ει δε προεστώς ήξίωται της ιε
consecrato illo oleo, intingens duos digitos , et non ρωσύνης, αυτός επιχρίσει τους αδελφούς από της
unum duntaxat. τοιαύτης ευλογίας , εμβάπτων τους εαυτού δακτύλους
τους δύο, και ουχί τον ένα.
Ac ne quis putet hoc lantum lieri istius Translationis fesio , mox subjungitur :
E hac igitur nota intellige, quid fieri oporteal Eκ τούτου ούν σημείου σημείωσαι και εν ααις
etiam aliis sanctorum festis, quibus datur oleum άλλαις εορταϊς των αγίων, εν αις δίδοται το άγιον
Sanctum. Sic autem celebramus festa omnia, quo- ελαιον» και ούτως εορτάζομεν πάσας εορτές των
rum pervigilia aguntur. ανίων, εν αίς γίνονται αγρυπνίαι.
Philotheus unctionis illius ritum ila describit in ordine sacri ministerii, jam sæpe allegalo.
210. Quod si Christi Domini festuum vel magni C Ει μέν έστι Δεσποτική εορτή, ή μεγάλου αγίου
alicujus sancti memoria agitur, datur el sanctuι μνήμη, δίδοται και το άγιον ελαιον ούτως: Πάντων
oleum hoc pacio. Οιnnibus ad sancti imaginem , συναγομένων πλησίον της εικόνος του προσκυνήμα
que honoranda proponitur, confluentibus et can- τος , και ψαλλόντων, ο μεν διάκονος θυμια κύκλω, από
tantibus, diacenus illus adolet in circuitu , a preside του προεστώτος αρξάμενος , πρώτον θυμιάσας την
incipiens , eo honore prius Sancti imagini liabito. εικόνα του αγίου· ο δε ιερεύς, ιστάμενος πλαγίως της
Sacerdos autem , slans ad latus imaginis , lenet εικόνος, κατέχων άλειπτρον χρίει τους προσιόντας έν
vasculum , et accedentes inungit in fronte , ac τω μετώπω, και ευλογεί. " Οταν δε χρισθώσι πάντες,
benedicit. Cum autem omnes inuncti sunt, excla- £xewysi.
mal :
Exaudi nos, Deus, servatornosler, spes omnium Έπάκουσον ημών, ο Θεός, οΣωτήρ ημών, ηελπίς
Anium terra, et eorum qui sunt in mari longe; et πάντων των περάτων της γης, και των εν θαλάσση
propilius, propitius esto peccatis nostris, nostrique μακράν και όλεως γενου επί ταίς αμαρτίαις ημών,
miserere. ελέησον ημάς .
Alque iterum exclamal : Και εκφωνεί:
Niserie:ors atque hominurn amaus Deus es , D Έλεήμων γαρ και φιλάνθρωπος Θεός υπάρχεις,
el tibi reddiunus gloriam , Patri, et Filio, et Spi- και σοι την δόξαν αναπέμπομεν, τω Πατρί, και το
ritui sancto, nunc et semper et in saecula seculo- Yίω, και το αγίω Πνεύματι, νυν και αει, και εις
rum . τους αιώνας των αιώνων .
211 . Dato jam sancto oleo, Gt perfecta dimis- Μετά το δούναι το άγιον έλαιον, γίνεται τελεία
sio . απόλυσις.
Comm . llæc sunt verba Typici ad 26 Septembris cap . 12, supra allegato . Quare autem hic dicatur tshell
à trouous a perfecta dimissio , i colligi polest ex dissertatione nostra onomastica, ubi num . 36 illius 10
menclaluræ ratio non obscure cuilibet innotescel. Igirur tesla á móduo 's bic non solum est finis oflicii
ecclesiastici , verum etiam dimissiu populi. El quoniam sacerdos solilus est dimiliendo populo bene pre
cari, ipsa illa formula precandi non raro anoduous quoque nuncupatur. De formula illa pauca disseremus,
inferius, hic vero de iis, quæ illam solent proxime præcedere .
212 . Absoluta superiore exclamatione , statiin (ut est apud Pbiloibeum ) ait sacerdos :
Pax omnibus. Diaconus vero : Capila nostra ο ιερεύς: Ειρήνη πάσι. Ο διάκονος : Τάς
Domino inclinemus. Ει παcerdos secreto sub- κεφαλάς ημών τω Κυρίω κλίνωμεν. Και ο. ιερεύς
 ACULUTOIA TRIPLICIS FESTI CCCLXIX
λέγει την ευχήν μυστικως: Αύριε άγιε, ο εν υψη- A jungit orationem : Domine sancte , qui altis
λοις κατοικών, και τα ταπεινά εφορών, και το παντ - habitas, et lumilia respicis, et oculo perspicacis
εφόρω σου ομματι επιβλέπων επί πάσαν την κτίσιν: simo circumspicis omnem creaturam, tibi cervices
σοι έκλίναμεν τον αυχένα της ψυχής και του σώμα- animi eque ac corporis incurvamus, et oramus le ,
τος , και δεόμεθα σου , έκτεινον την χείρα σου την manum tuano invisibilem de saucio habitaculo tuo
αόρατον εξ αγίου κατοικητηρίου , και ευλόγησον πάν- extende, et benedic nos omnes : el si quid sponte
τας ημάς και εί τι ήμαρτομεν εκουσίως ή ακουσίως, vel coacle deliquimus, υι bonus ac benignus Deus
ώς αγαθός και φιλάνθρωπος θεός συγχώρησον, δω- ignosce, et bona tua lenmporalia simul atque eterna
ρούμενος ημίν και τα εγκόσμια και υπερκόσμια αγα- largire : Exclamando : Tour est enim misereri
θα σου. Εκφώνως: Σον γάρ έστι το ελεειν και el salvare nos, Christe Deus.
σώζειν ημάς , Χριστέ ο Θεός.
“Ο διάκονος: Σοφία. Diaconus : Sapientia .
Ο ιερεύς: “ Ο ών ευλογητός Χριστός ο Θεός Sacerdos. Qui est benedictus Christus Deus
ημών, πάντοτε, νυν και αει, και εις τους αιώνας των noster, ubique, nunc , et semper , et in secula secu
αιώνων. lorum .
Και ψάλλεται το, Στερέωσαι, ο Θεός , τους βασι- Β 215. Ει canilur : Confirma, Deus , imperato
λείς . res.
Comu. Ilanc orationem non inveni usqueadhuc, nisi forte putes esse illam quæ exslat in Hirmologio
el sicsonal
Επουράνιε βασιλεύ, τους πιστους βασιλείς ήμων Rex celestis, confirma Adeles imperatores no
στερέωσον, την πίστιν στήριξoν, τα έθνη πράϋνον, stros ; fidem stabili ; gentes mitiga; pacifca or
τον κόσμον ειρήνευσον, την αγίαν μονήν ταύτην καλώς bem; lhabitationem hanc sanctam bene custodi ;
διαφύλαξον, τους προαπελθόντας πατέρας και άδελ- patres et fratres nostros defuncios colloca in ju
φούς ημών εν σκηναίς δικαίων τάξoν, και ημάς εν ειorum tabernaculis ; et nos in penitentia ac con
μετανοία και εξομολογήσει παράλαβε, ως άγαθος fessione suscipe , ut qui vere bonus es el Diominum
και φιλάνθρωπος. amans.
Ο ιερεύς: Υπεραγία Θεοτόκε , σώσον ημάς. Sacerdos : Sanctissima Dei Genitris serve nos.
Και ψάλλεται: Την τιμιωτέραν των χερουβίμ, και Ει canitur : Magnifcamus te excellentiorem che
ένδοξοτέραν ασυγκρίτως των σεραφίμ, την αδιαφθό- rubim , et eine comparatione seraphirt gloriosio
ρως τον Λόγον Θεόν τεκούσαν, την όντως Θεοτόκον, rein : utpote que incirrupla genuisti Verbum
σε μεγαλύνομεν. Είτα πάλιν λέγει: Δόξα σοι , Deum, ideoque vere Dei genitrix es. Turn iterum
Χριστέ ο Θεός, η ελπίς ημών δόξα σοι. 'Αδελφοί• dicit : Gloria tibi, Christe Deus , spes nostra ,
Κύριε,ευλόγησον
" ΓΙΟΥ gloria tibi. Fratres respondent : Domine , be
C nedic .
αναστάς εκ νεκρών Χριστός , ο αληθινός Θεός ημών, dominicis haec est : Qui surrexit a mortuis Chri
ταις πρεσβείαις της παναχράντου αυτού Μητρος, των stus verus Deus noster, precibus intemerate Matris
αγίων ενδόξων και πανευφήμων αποστόλων, και πάν- sum, sanctorum, gloriosorum et percelebrium opo
των των αγίων, ελεήση και σώση ημάς, ώς άγαθος ειolorum,omniumque Sanctorum, miserentur et ser
και φιλάνθρωπος. vet nos, ut bonus ac benignus.
214. Cour. Dimissionis formula mutatur pro ratione festi vel mysterii quod celebratur, idque salis
pale! ex allato Philothei textu. Sic in Cliristi nat: li dicitur : “ Ο εν τω σπηλαίω γεννηθείς, και εν φάτνη
ανακλιθείς διά τήν ημών σωτηρίαν. « Qui in spelunca natus est et in praesepe reclinatus , propter
nostram salutem. Et in Circumcisione : “ Ο εν τη ογδόη ημέρα σαρκι περιτμηθήναι καταδεξά .
Hevos, « Qui oclavo die in carne circumcidi voluisti, cic. Formulas alias, aliis Domini nostro Jesu Chri.
sti resiis el aliquot Dominicis accoin inodalas, videre qui voluerit, , ille a deal Goarum ad calcem Eucho
logii . Mili autem salis fuerit hic paucis ex eodem Puuilotheo ann Olare , in dimissionis formula a sacei'
dnie solere pronuntiari nomen sancti, cujus sacra lux agilur, si tamen fuerit e sanctis præcipuis. Quam
obrem , cuin Basilius Magnus, Gregorius Nazianzenus et Joannes Chrysostomus inter præcipuos sancios
a Græcis semper habiti fuerint, dubitandum non est, quin in hujusce diei dimissione debcant eorum 110
mina pronouliari huc aut simili modo :
Ο τους διδασκάλους φωτίζων Χριστός, ο αληθινός D • Qui doctores illuminat, Christus, verus Deus
Θεός ημών, ταις πρεσβείαις της παναχράντου αυτού nosler, precibus intenerale Mauris sue, Sanctorum,
Μητρός, των αγίων ενδόξων και πανευφήμωναποστό- gloriosorurn el percelebrium apostolorum, nec non
λων, των εν αγίοις Πατέρων ημών Βασιλείου του με. Sanctorum Patrum nostrorum Basilii Magni, Grego
γάλου, Γρηγορίου του Θεολόγου , Ιωάννου του Χρυ - rii Theologi, Ioannis Chrysostomi Omniumque san
σοστόμου, και πάντων των αγίων, και τα λοιπά. clorum, et reliqua, ut supra.
215 . Corn . Sed et Lalinis olim solemne erat, ut aliis el aliis diebus adhiberent elian alias atque alias
formulas benedicendi, constantes interdum ex multis versibus. Vide apud Gregorium papain in Libro
sacramentorum adhuc exslal illa benedictio pro die Nativitalis Domini : « Benedicat vobis omnipotens
Deus, vestramque ad superna excitet intentionem , qui hanc sacratissimam diem nalivitale Filii sui recit
esse solemnem . Amen. El qui cuin qui panis est angeloruin , in præsepe Ecclesiæ cibum fecit esse lide
GCCLXX PROLEGOMENA .
lirim aninialium : ipse vos cl in præsenti sæculo degustare facial ælernorum dulcedinem gaudiorum , et
in futuro perducat ad salielalem plernorum præmioruin . Amen . Quique ejus infantiam vilibus voluit in
sui pannis, ipse vos coelestium vestimentorum induat ornamentis. Amen . Quod ipse præstare diguetur,
culis regnum et imperium permanet in sæcula sæculorum . Amen . Benedictio Dei Patris, ct Filii, et Spi
ritus sancti, ei pax Doinini sil semper vobiscuin . , Benedictiones illæ (ant illustrissimus llaberliis leslalur)
ili ecclesiis fere omnibus calledralibus , antiqui inoris sui sludiosis , in soleinnibus ofliciis non omillun
nur. Loquillir autem Haberius de Gallicanis Ecclesiis , quarum rilus ab isu Romano discrepans peculiari
opere explicalur a Mabilione : harum vero antiquus usiis sul imperio Gothorum in Hispaniam transiit.
llinc Missale Gothicum sive Gallicanuin velus, anno 1680 , ex miss. Regine Sueciæ Romæ vulgalum ,
præscribit alios alque alias formulas , cuique ſeslo proprias , sub hoc titulo, e Benedictio populi; , non
Callien ad finem missæ , seul post oralionem Dominicam ante communionem . Forniulæ porro ille diceban
Ilr quondam interpellaliones seu postulationes : atque hoc nomine easdem vull intelligi apud S . Pau
!1m beallis Augustinus epistola ad Paulinum : « Julerpellationes, inquiens, sive ut nostri codices babent,
postul:ationes, fiunt, cum populus benedicitur.
216 . A Lillinis in verlanjur ad Græcos eorumque rilus in pronuntiandis Benedictionibus a Philotheo
descripιος : Ο ιερεύς ανοίξας τα άγια θύρια, χαλάσας τε το φελόνιον, ισταμένου του διακόνου έξωθεν εκ
δεξιών, και το ωράριον κρατούντος συνήθως, λέγει την απόλυσιν. « Sacerdos, sanctis portis reseralis et de
missa casula , diacono staple foris a dextris, el stolam apprehendenle secundum consuetudinem , pro
nuntial dimissionell, i el benedicit populo , manum quidem movens ju formam crucis, sed digilos longe
aliter componens, quam nunc in Ecclesia Latinoruin lieri consuevil. Etenim auricularem aliquan
tulum incurval ; summum articulum annularis applical primo condylo pollicis ; indicem in lon
gum producit, ad eumque oblique adju !igil medium , el sic alleruin accommodaus alteri quasi de
cussal.
217. Porro Nicolaus Malaxus , prolopapa sive parochiis Naupliæ , ibidem allirmat: tali digitorum in
nexione Jesu Chrisli nomen informari ac veluti describi : nam , ut ipse quideni contenidil , eadem
exprizulur hæ litteræ IC . XC . Græcos alilem bac liguri Colim pinxisse suum ? nolius est , quam
116 bic dici a me debeat. Sed habe tibi locum Malaxi ipsum . Is mibi quidein dignus visus est, qui Laline
verterelur :
Reclitudo indicis , et inflexio inedii , etiam splia - A Το μεν όρθιον του λιχανου δακτύλου και επι
celi dicti , nomen 10 manifeste exprimit, cum re- καμπές του μέσου, του και σφακέλου λεγομένου, το
clitudo I referit , curvilas vero C . Unde el prope IC όνομα προδήλως χαρακτηρίζει του ορθίου το
invicem duo Di digiti ita dispositi, hoc non obscure παριστώντος , του δε καμπύλου το C. "Οθεν και έγ
pre se ferunt. Jaim vero pollicis et annularis, qui γιστα αλλήλων οι δύο ούτοι δάκτυλοι ούτωσα πως δια
el epibatus vocalor , ad sese mutuo obliqua aliun- τυπούμενοι αριδήλως τούτο εμφαίνουσιν. Η δε του
clio ; et ilerum quæ tiis proxima est , indexio auri αντίχειρος, και του παραμέσου, του και επιβάτου
cularis, nomen XC simul siguificant: quippe obli καλουμένου, προς αλλήλους πλαγία ένωσις, και αύθις
quilas pollicis et annularis, elementum sive lille . το έγγιστα τούτων καμπύλον του μύωπος, το XC
ram X ostendit : et incurvus auricularis posterius όνομα σημαίνουσιν αμφότερα ή γαρ πλαγιότης του
elementum C. llaque , ut dictum est , nomen XG αντίχειρος και του επιβάτου το Χ στοιχείον ενδεί
significalur. Verum quo , qui voluerit , cognoscat
islud evidentius , manum benedicentem delinchi et κνυται. Ο δε κυρτόσχημος μύωψ το μετά τούτο C,
δι' ών το XC όνομα , ως είρηται. δείκνυται. "Ινα δε
islud manifesle
nedictio cognoscet.et nullam
dictam figuram, El veroaliamoportet ut bet, σαφέστερον τούτο προς διάγνωσιν έχη και βουλόμενος,
exprima
quam benedic
pedicun tum Jesu
tur omnes Christi
gentes h B το9850γνώσεται. Δεί γάρ, ευλογίαν το σχήμα τούτο λεγό
in quo be-
heto, Datriarc
, sicutnomen
Abrahe proinissum est : Benedic untur enim, inquit μενον, ουδέν άλλο παραδήλουν και το του Ιησού Χρι
(Deus), in semine two omnes dentes terre (a). Non στου όνομα, εν ώ ευλογούνται πάντα τα έθνη , ώς και
disit (inquit divus Apostolus) in seminibus , ecd έη προς τον μακάριον πατριάρχην 'Αβραάμ επαγγελία
αι γάρ. φησίν, εν τω σπέρ
Εύλογηθήσοντal
υι est Christus
βguraquimanus
semine, (b). Et
benedicentis certe conveni
benedictog ebal, γέγονεν
in Christo, yeyovev πάσαι αι φυλαιrapop
ματι σου Evdomondort της γης. Ούκ ειπε δε ,
non exprimeret aliud , quam nonien illius in quo cogolv o beto , & ThootO .OS, Ér tous Orepfiadur , labot
benedicimur. Propterea enim , opinor, Sic et ab εν τω σπέρματι , ός έστιν ο Χριστός. Έχρήν τοιγαρ
initio Universoruin Conditor diviniore providenia ούν και τον σχηματισμών της ευλογούσης τους εν
digitos humalue palance annexuit, ut neque plures Xριστώ Ιησού ευλογουμένους χειρός ουδέν άλλο ση
sint neque pauciores, verum ιοι, quot neque redun- μαίνειν, ή αυτό το όνομα του εν ώ ευλογούμεθα. Διά
dent, neque deficiant , sed sufficiant istiusmodi si- τούτο γάρ, oίμαι, και θειοτέρα προνοία ούτως αρχή
θεν υπ'
gnificationi. παλάμης εξήρτηντο, και ου πλείους ουδ' ελάττονες, αυτού
ανθρωπίνης
του των όλων Δημιουργού οι δάκτυλοι
αλλ' όσοι αν μη περιττώς, μηδε ελλειπώς,
αλλ'218.
αρκούντως προς την
Hunc Malaxi locuinτοιαύτην σημασίαν
si vidissel έχοιεν.
Goarus, nulloc dum , ita coaplari, ( ut semper trium horum voca
quam tradidisset , minimum benedicentis digitum bulorum Ιησούς Χριστός νικά litteras initiales, gue
sive auricularem prolendi in longum . Tradit etiam sunt I, X, el N exprimant. Auricularis quidem , in .
idem Goarus, digilos a sacerdote inter benedicen - quil, digilus iu longum produclus od 1 ; pollex es•

a) Gen. ΧΧμ, 18. (6) Ron. 11, 16.

 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI. CCCLASI
tremilati medii accumbens , et cum eo crucem A verint. Alque ea in re doctissimum Morinum hia
decussatam referens, ad X ; medius landem et index beo faulorem .
o N majori ex parle repræsentant. Quo ex 221. Tertium denique, bicereo vel tricereo si.
fonte Goarus hæc hauserit , invenire nondum po gnare populum non usque adeo proprium est solis
lui. patriarchis cælerisque pontificibus , ut eam sibi
219. Sed hoc loco prætereundum non est, præ - prærogativam non vindicent eliam imperatores, id
dictam rationem complicandi digitorum , solere que maxime propter unctionem chrismatis. Duplex
servari eliain a pontificibus , dum cum Sexnplo el est Balsamonis locus, ubi istud asseveratur.. Aller
bisulcus , cujus unus est ramus, sive capulus aut προβαλλόμενοι ορθόδοξοι βασιλείς δι'επικλήσεως της
manubrium , duo vero e ramo in lineam reclam ra αγίας Τριάδος, και Χριστοι όντες Κυρίου, ακωλύτως ,
musculi pullulant ;qua ex notione etiam quid sii opin öte xal Boúlovtai, els cd & ylov QUTLADTÁplov eloép
xýprov facile intelligas : videlicet trisulcus cereus , Xovtai, xal Quurūsi, xal oopaylGouge ueta tpixn
e cujus uno itidem raino , tres alii ramusculi ad plou , xaows oi å pylspeis. « Imperatores orthodoxi ,
eumdem modum effunduntur. Nec suo illa deşli- qui sub invocatione sanctæ Trinitatis proponunt
luuntur mysterio : quippe Tpixholov in una divina B patriarchas , el sunt Christi Domini, sine ullo in
natura tres distinclas Personas , Alxhploy aulem pedimento ad sacrum altare accedunt, quando vo
duas in una Christi persona distinctas naturas esse luerint, et thus adolent , el signant cum tricipile
commonstrat, quemadmodum est apud Symeonen cereo queinadmodum pontifices. Aller est in
Thessalonicensem de lemplo , ubi de lychnis ec- Melele , ubi recensens opera , quæ imperatores
clesiæ . Hi ilaque cerei accenduntur; et episcopus cum patriarchis babent communia , sic loquitur :
stalis temporibus modo bisulco, modo Irisulco ,non- 'Evteübey ol TilOTOL BEGTÓTai xal autoxpátopes xa.
nunquam elian utroque simul , ad benedicendum enxntixos qedoñoi tū XPLOTwvúmy dag ,xal Ouftlin
ulilur ; sic ut lunc eliam expassa brachia signum Oboslepeis,xaifeta Ocxnplou ooparlbougi, « Hinc
crucis repræsentent. (propter unctionem Chrismatis ) Adeles Domini im
220. Non vero videbor ferri exlra oleas, si hac peralores erudiunt Christianum populum , et odare
occasione tria præterea ad huncbenedicendum ritum thuris suffumigant, et bicereo benedicunt. ,
spectantia paucis perstrinxero. Primum , dum Græcus 222. Ex his porro planum fit, quid sit apud Græ
patriarcha vel episcopus cum δικηρίω vel τρικη- COs δικηρία και τριχηρίω σφραγίζειν• ex cujus re
ply benedicit, cruces efformal Tres ; convenienler ignoratione quæ interprelationuin monstra ali
sane pontificibus nostris , etiam lres cruces , dum C quando edila sunt i luterpres nescio quis , apud
benedicunt , formare solitis . Probari id polest Grelserum nostrum Horlo S. crucis part. V, cap.
es Demetrio Gemisto ms. De ordinationibus qui 21, locum illum Balsamonis , xal Meta Olxn plou
apud Cangium ait : 'O teatpiápxns, dabūv od ftp sopaylsouri, ila veriit : « Cum cera duplici obsi
xhp:ov , rulei aŭlls staupous tpets & whey toŨ Eúaye gnanl. Quamobrem iste interpres, non immerilo
Yealou : « Patriarcha, acceplo Irisulco cereo , facit ile a Grelsero reprehenditur. Sed an non etiam repre
rum cruces tres super Evangelium . » Etmox, 'Onta - hendendus sit Grelserus ipse, quod eodem illo Bal.
tplapxns, BNÉtwy após tos duouds, Euloyst peto samonis loco, pro Olxnplou legendum censeal ops
tpext plou Edy lady tpls : « Patriarcha ad occiden - xmplou , judicium sit aliorum . Elenim vir cælera
lem conversus, benedicit populo ler cum trisulco eruditus videtur nescisse, Bexh plov quoque seu bi .
cereo. , Deinde bicerei el tricerei usus non videtur sulcum illum cereum impartiendis in sacro oficio
admodum antiquus. Hoc non ex eo quidem colligai, benedictionibus ſuisse a Gräcis adhibitum . Hic no
quod S. Sabæ Typicum mentionem ipsius non fa - stro de Laudibus commentario finem imponimus :
cial (hoc enim Typicum pro patriarchis el episco. nam fratres e templo abeuntes vocant nos ,ad suam
dis proprie scriplum non est), verum ex eo quod quisque cellulam , ut quas ibi minores horas reci
nec S . Maximus, nec S . Germanus ejusdem memi- tent, dispicere possimus.

CAPUT QUINTUM .
De horis minoribus,mediis horis ; cl apodipno, quod respondel nostro Complelorio.
223 . Græci diurnas horas babent lolidem , quot Latini , nempe apótny, oplorjv , Extnv, xal Evvá
ory , Primam , Terliam , Sexlam el Nonani. Sed in eo dissentiunt, quod post singulas horas jam comnie .
moratas recitent singula Mecúpla sive medias noras : quarum ea quæ post Primaio dicitur, usoupcov ons
nutns nuncupalur; quæ post Terliam , LEGÚ PLOY rūs spiens , et sic deinceps. De inesoriis aulein hæc ille
venio iu Typico sub Snem capilis 5 :
Ta & Megúpla tñsrūpas xal s' TÁVTOTE Èv to 224. « Mesoria Terliæ et Sexlæ semper in Eccle
Εκκλησία ψάλλονται άνευ των αγρυπνιών και των sia concinuntur, preterquamin vigiliis et festis,
toprūv év als ylvortal 60Godoylar. TO 6¢ jegú plov quando habentur glorificationes. Primæ autem lo
 CCCLXIII PROLEGOMENA .
ra mesorium tale est. Cum preces matutinge abso- Α της πρώτης ώρας εστίν ούτως. Μετά το απολύσαι τον
Jale jam sunt, in cellas discedimus, et dicio bym- όρθρον, απερχόμεθα εν τοις κελλίοις , και ποιoύντες»
no Trisagion , dicious tertio Venike , adore- τρισάγιον, λέγομεν , Δεύτε προσκυνήσωμεν, εκ
nius ; et auspicamur psalmum XLν, Deus τιoster Τρίτου και αρχόμεθα ψαλμόν με', Ο Θεός ημών
refugium et virtus; el psalmum χοι, Βonum est καταφυγή και δύναμις και ψαλμόν εια' Αγαθόν
confteri Domino ; et scu , Dominus regnavit. το εξομολογείσθαι τω Κυρίω και τον ειβ', ο
Trisagium , et troparium nocturnum; Miserere Κύριος εβασίλευσεν· τρισάγιον , και τροπάριον κα
nostri, Domino , miserere nostri : Ει nunc , Ma» τανυκτικόν: Ελέησον ημάς, Κύριε , ελέησον ημάς.
riale quoll incipίι , Misericordie januam; Do- Και νύν, Θεοτόκιον, Της ευσπλαγχνίας την πλην
mine , Miserere quadragies, et orationent quam quis- το Κύριε ελέησον μ', και ευχήν οίαν έκαστος βού
que voluerit. λεται .
925. Conn . Priusquam hæc omnia , prout jacent in Græcorum Horologio , as longum describam , ca
vendum mihi esse intelligo, ne ex eo quod dical Typicum inchoari istud inesoriuin ustka odá lūsu! chy
Bpopov, sive « Malutinis precibus jam absolutis , ) lector in animum inducal, aui Græcos Primam non
recitare ; aul , si recilent , recitare post jam diclun mesorium . Sem Græcos el habere Primam ,
et recitare post Matulinuni ollicium , ante istud mesorium , confici potest rum ex variis auctoribus ,
Regis Galliarum corlex aliquis , qui , ul lestatur Cangius lib . iv Constantinopolis Christianæ , inscribitor
Τυπικόν της σεβασμίας μονής της υπεραγίας Θεοτόκου της κεχαριτωμένης, της εκ βάθρων νεουργηθείσης
και συστάσης παρά της ευσεβεστάτης Αυγούστης κυράς Ειρήνης της δουκαίνης, κατά την αυτής πρόσταξιν
και γνώμην υφηγηθέν τε και εκτεθέν. Typίcuum venerandi monasterii sanctissime Deipara gratio
sæ , a londamentis de novo excitali per piissimam Auguslam dominam Irenen ducænain secundum
illius præceplum et inentem enarralım el expositum . , Hic codex , inquam , sic habet cap., 32, Meta
τοίνυν συμπλήρωσιν της ορθρινής δοξολογίας δεί συνάπτειν ημάς την πρώτην ώραν κατά το συνειθι
Guévov . Malulinis Laudibus absolutis , oportet nos atjungerc horam primam , secundum consuelu
dinem . ,
426 . Quid igitur, inquies, sibi vuli S . Sabæ Typicum , dum ait, Prime mesorium pust Malulinum reci
tari ? Ego quidem existimo nomine "Opopou sive « Malusini , bic Primam intelligi : sic eniin intellige
balur antiquilus. Certe libro viii Constitutionum (quæ tribuuntur apostolis , et licet perperam , magnæ
Tanmen el antiquitatis et auctoritatis sunt ) cap. 34 , dicitur Ευχές επιτελείτε όρθρου , και τρίτη ώρα ,
και έκτη , και εννάτη , και εσπέρα , και αλεκτομοφωνία όρθρου μεν ευχαριστούντες , ότι έφώτισεν υμίν
ο Κύριος , παραγαγών την νύκτα , και επαγαγών την ημέραν· τρίτη δε , ότι απόφασιν εν αυτή υπό
Πιλάτου έλαβεν ο Κύριος : έκτη, ότι εν αυτή εσταυρώθη: εννάτη δε , ότι πάντα κεκίνηται του Δεσπό
του εσταυρωμένου ευχαρ
, φρίττοντα την τόλμαν των δυσσεβών Ιουδαίων , μη φέροντα του Κυρίου την
υβριν ·εσπέρ α δε , ιστού μεθημ
ντες , ότι υμίν ανάπαυσιν έδωκε των ερινών κόπων την νύχτα αλεχ
τρυόνων δε κραυγή, διά το την ώραν ευαγγελίζεσθαι την παρουσίας της ημέρας, εις εργασίας των του φωτός
Loywy. Preca tiones facile mane , leriia hora , ac sexta , el llona , el vespere , alque ad galli cantum . Mane
quidem , gratias agentes, quod illuminarit vos, nocte sublata et reddito die ; lertia , quod ea hora Pilatus
judicium adversus Dominum pronuntia vil; sexta , quod ea bora in crucem aclus est ; nona, quod tuin
omnia inola el tremeſacta sunt, Domino crucifixo ; quia horrerent audaciam jinpiorum Juditorum , et
contumeliam Domini ferre non possent ; vespere quod noclem dederit ad requiescendum a diurnis labo .
ribus; ad galli cantum , quod ea hora nuntiet adventum diei ad facienda opera lucis . , Hic voce Epopou
Tcpútny, sive primam horam significari , alirmant Turrianus ibi , Durandus lib . II. De rilibus, cap .
7 ; el Suarez lib . iv De horis can ., cap . 5 , num . 3 . Et facile ipsis assentienlur mecum omnes qui hunc lo .
cum diligentius expenderint : quia licet hic locus nomen « Prima , quidem , lunc necdum usurpaluin
non esprimat : lanien rein ipsam , sive precationein quæ fit mane, exprimit ; eamque ab ea quæ fit per
noctem , manifeste distinguil.
227. Neque ab eo niodo loquendi abhorruil S . Basilius in Regulis fusius dispulalis . Interrogatione 30,
ubi enumerans slala tempora orandi ea in horain , quæ tertiam antecedit, 6 po pov appellat : nec enim de
noclurna oratione sive uscoVUXTÍW intelligi potest : quia postquam Tertiæ , Sexlee , Nonz , aliarumque ho
rarum meminerat, etiam meminit μεσονυκτίου, dicens : Το δε μεσονύκτιον Παύλος και Σίλας ημίν αναγ
καιον εις προσευχήν παραδεδώκασιν, ώς ή των Πράξεων ιστορία ταρίστησι . « De tempore aufenn duridise no
clis , quod id ad orationem necessarium sit, Tradilum nobis est : Paulo e Sila in Actis . » Quid , quoi et
Lalini ila oliin locuti fuerint, ut in Euchologio pag . 33 , probat Goarus, ex Cypriano , vel quocunque alio
auctore expositionis in Orationem Dominicun . 1 Ui itaque, inquit ibidem jsem Gourus, a vocum confusione
menlem libereinus ; indubium est, geminas apud Latinos Malutinas preces, sicut etapud Griecos duplicem
opov esse statuendum : unum anie solis ortum , et orto sole rursus aliuri , ut cum nos dicimus Matulinas
Jaudos, ac Primam . » Id quoil fuse probat ex Joanne Cassiano, ac landemi subalit , i circa D . Benedicti
Tempora, secundæ Maluline solcmuiiali impositum fuisse Priinæ nomien . , Illud save noinen usurpalum
in S. Benedicti Regula cap. 16 , invenio . Ai distinctius loculus fuissel Goarus, si illud nomen dixisset in
ventum tempore Cassiani , cum illius auctoren Ipsum Cassianum merilo facial. Sed his omissis , quæro
ego : Si hic duples " Oppos Goaro astruclus admillalur ( sicut videtur debere admilli ), quis est , qui pou
videat, Typicum , duin Dicit mesoriuin primæ recitari fete tov popov, aliier non posse intelligi ; quam si
dicerei, metà thy repútny post Primani ? Est etiam perquam verisimile , Primaw fuisse apudGræcos Ma
Tulini officii partem ultimam ; quod ut dicam , facit S . Germanus , qui enarrato lolo Vespertini ac Malu
Aioi olcii ordine , non ante polit Τέλος της ακολουθίας του εσπερινού και του όρθρου , quam initiuυ
Prinia in illum ordinem incluserit. Huc accedit quod Horologiuin proponai Primigin ante ipo
sum mesorium recitandain : hæc aulem recitabatur in templo , quemadmodum ex eodem Typici
luca condiciwr. Sed tempus est, ul primam aliasque horas diurnas cum suis mesoriis ex Horologio exli.
beamus .
Horologiurn istud quod excusuin est Veneiiis anno 1607 sic habel, Dpas rñ's topwins EV xatavu EL
Sexou : 1 Horam primam in compunctione incipe, , ac continuo subjungit tres psalmos : nefjue cun : S . Ger
walio et Hirmologio ibi insinual, præmillenduni esse Asūta , TEPOOXUVYSWLEY , ; Venite , adorenius,, id quod
ad alias diurnas horas facil accuratissime. Tres aulen osaluì, quos hic recit: nidos ponit, sunt bii , v , Verbu
 ACOLUTIA TRIPLICIS FESTI. COALIS 111
snea auribus percipe ; Lxxxis , Domine, refugium facius cs ; el c , Misericordiam cl iudicium . Quibus abso
hitis dicuntur sequcnlia .
Δόξα, και νυν, αλληλούϊα εκγ, μετάνοιαι γ . Και Λ Gloria , et nunc, Alleluia tertio, tertio quoque
ει μεν , Θεός Κύριος, έψαλται, λέγομεν Δόξα, το corpus infectitur. Ει si Deus Dominus conta
τροπάριον της ημέρας, Και νύν, Τι σε καλέσωμεν, ώ ιum fuerit , dicitur Gloria , Troparium diei , Ει
κεχαριτωμένη ει δ' αλληλούϊα , λέγομεν τροπάριον, nunc, Quid e appellen» , ο Benedicta. Si autem
εις ήχον πλάγιον β'. Alleluia dicalur, Troparium canilur 1ono obli
quo 2 .
228. Corn.Græci longissime absunt ab errore Vigilantii , qui (ul leslalur adversus eumdem Vigilan
s
rium scriben S . Hieronymus cap . 1) pugnabat, alleluia non nisi in Paschate cantandum esse : nam Al
leluia Græci lam charum habent, ut illud frequentenl etiam lempore Quadragesimæ , etiam in suorum er
sequiis ; eoque illud sicpins ingeminant, quo ralio temporis diuturniores Dei andes postulat. Uode pa
Iriarcha Constantinopolitanus Michael Cerularius , apud Baronium ad an . 1033, num . 29, quasi su inmami
impielalem Lalinis objecit, quod Alleluia in Quadragesima canere intermillant . Hunc Lalinis inſensissi
mum patriarcbamn imitali sunt coinplures alii Græci, ila u Humbertus episcopus , Silve-Candidæ el alii
mulii eorum calumnias scriplo refulare av : cli sint. Sed et Lalinos olim in funeribus cecinisse Alleluia
constat ex D . Hieronymo , qui in Epitaphio Fabiola sic loquitur : 1 Et jam fama volans, tanti prænuntia
luctus, lolius urbis populum ad exsequias congregaral . Sonabant psalmi; el aurata tecla templorum re
boans in sublime qualiebat Alleluia . 1 Ejusdem rilus meminit in epistola ad Alelium de lunere Rulinæ
conjugis : et narrat Baronius , ad an . 590, num . 29 , euin ritum etiam in Gallia Suissc usilalum . An au
lem ei tempore Quadragesimæ Latini aliquando illud cecinerint , non inveni usque adhuc. Hoc inveni,
illud non recie lactitalum fuisse a quibusdam llispaniæ sacerdotibus , contra quos agit Concilium Tole
tanam iv , cap . 11 : « Cognovimus quosdam Hispanie sacerdotes , qui in Quadragesime dicbus Alleluia
decantant, præter in ultima hebdoinada Puschæ ; quod deinceps inierdicimus fieri, slalueules, ut in om
uibus praedictis Quadragesimæ diebus, quia tempus est non gaudii , sed in croris, Alleluia non decante .
lur. , Plura alia disputanda de Alleluia occurrunt, sed non sunt hujus loci : capropler rerolvor ad llo
rologium , quod duos versiculos exhibel, diclo Tropario subjicieados. Sunt autem bi :
ΣΤΙΧΟΣ α'. VERSICULUS 1 .
Το πρωί εισάκουσον της φωνής μου , ο βασιλεύς 229. Mane, exaudi vocelui neau, Rex neus ε:
μου και ο Θεός μου. Deus ineus (a ).
ΣΤΙΧΟΣ β . VERSICULUS 2.
Τα ρήματά μου ενώτισον, Κύριε. Verba mea auribus percipe, Dominc ib).
Δοξα. Gloria.
" Οτι προς σε προσεύξομαι, Κύριε. Quoniam ad le orabo, Domine (c).
Και νύν. Θεοτόκιον. Et nunc. Mariale.
Τι σε καλέσωμεν, ώ κεχαριτωμένη ; Ουρανόν, ότι 250. Quid le nominem , o gratia plena ? Cα
ανέτειλας τον ήλιον της δικαιοσύνης; Παράδεισον, ότι Iam, quia produxisti solem justitiae ? Paradisun,
έβλάστησας το άνθος της αφθαρσίας; Παρθένον , ότι quia integritutis Morem etudisti ? Virginein , quia
έμεινας άφθορος ; Αγνήν μητέρα, ότι έσχες σαις nausisti inpolluta ? Castam Dalream, quia sanctis
αγίαις αγκάλαις υιόν, τον πάντων θεόν ; Αυτόν έχε- ιuis ulnis portasti alium, qui est universorum
τευε σωθήναι τας ψυχάς ημών. Deus ? Hunc precare, ut nostrarum animarum mi
serealur.
Τα διαβήματα κατεύθυνος κατά τό λόγιον σου, C Greesus neos dirige secundum eloquium fuum,
και μη κατακυριευσάτω μου πάσα ανομία. Λύτρω- et non dominetur nei omnis injustitia. Rediue me
σαι με από συκοφαντίας ανθρώπων, και φυλάξω a calumniis hominum : el custodiam Danilata tua.
τις εντολάς σου . Το πρόσωπόν σου επίφανον επί Faciem tuamillumina super servum tuum, el doce:
τον δούλόν σου , και δίδαξόν με τα δικαιώματά ne justifcationes tu3s ( ).
σου.
Πληρωθήτω το στόμα μου αινέσεώς, σου, Κύριε , Repleafur os meum laude Ima , Domine, ut
όπως υμνήσω την δόξαν σου, όλην την ημέραν την canteam glorian Ivan; Cola die magnitudinen
μεγαλοπρέπειάν σου. Εκ γ . luam (e). Ter.
Τρισάγιον , παναγία Τριάς, συν τώ, Πάτερ ημών, 231: Trisagium, sanctissina Trinitas, cum Paler
“Ότι σου έστιν . Και, ει ουκ έστι Τεσσαρακοστή, λέγε υosler, Quia ta est : et , nisi είι Quadragesi
το του αγίου κοντάκιον , ει έχει, και της τυχούσης ma, sancti contaciam , si liabeat , vel occurrealis
εορτής. Sesti.
231. Cour. Iliec omnia habes supra , ideoque nihil necesse est denuo tola describere. Tanlum hic no
latu dignum est, orationer Dominicam a Griecis semper Oniri hac formula : "Oti ogŪ ŠOTLY H Basidela ,
και η δύναμις , και η δοξα, του Πατρός , και του Υιού, και του αγίου Πνεύματος , νυν και εις τους αιώνας των
alóvar. 'Ausv. Quia tuum est regoum , et polestas, et gloria , Patris , el filii, et Spiriliis sancti, nunc et
semper et iu sæcula sæculorum . Amen . - Hiec verba, inquit Barradius in Matthæum , exponuntur a Gra
cis D . Chrysostomo, Eulhymio , Theopbylacto el ab auctore Imperfecti. In Evangelio quoque Syriaco rua
( 0) Psal. 1, +. (d) Psal. cxνι, 153 - 135.
b ) Ibid. 1. (c) Psal. LX1, 8.
is; Ibid . 4.
PATRO... GR. SSIX . .
CCCLXXIV PROLEGOMENA.
periuntur. Al vero in Græcum Erangeliumi irrepserunt ex oratione Græcorum . Sed neque ab Ecclesia .
neque a Latinis Patribus agnoscuntur tanquam ad evangelicuni lexlum pertinentia , neque in emendala
editione adhibentur. , Sanctorum contacium legisti num . 187 .
Και τη μεν δευτέρα, τη τρίτη, και τη ε', λέγε το Α 2592 . Ει secunda quidem feria, tertia et quinta,
παρόν Θεοτόκιον dic præsens Mariale :
Την υπέρδοξον του Θεού Μητέρα, και των αγίων Gloriosissimano Dei Matrerm, et sanctioreno in
αγγέλων αγιωτέραν, άσιγήτως υμνήσωμεν, καρδία gelis sonore cantennus ; eanmque corde ei ore confi
και στόματι Θεοτόκον αυτήν ομολογούντες , ως κυ- Ieantur esse Dei Genitrices, utpole qua proprie
ρίως γεννήσασαν Θεόν σεσαρκωμένον, και πρεσβεύου- genuit Deum incarnaturn , el que pro nostris ani.
σαν απαύστως υπέρ των ψυχών ημών. mabus supplicare nunquam desivil.
Τη δε τετάρτη και παρασκευή λέγε τούτο: Feria aulcm quarta el sexta , dic islud :
Ταχύ προκατάλαβε, πρίν δουλωθήναι ημάς έχ Antequam rediganjur in servilutem , Christe
θρούς βλασφημούσι σε , και απειλούσιν ημίν , Χριστέ Deus noster, velociter occurreinimicis., qui le bla .
ο Θεός ημών: άνελε το σταυρό σου τους ημάς πολε- spliemant, et comminantur nobis; per crucem tualn
μούντας. Γνωσάτωσαν πως ισχύει ορθοδόξων η πίστις erige nos certantes. Edice , qui solus benignus es,
πρεσβείαις της Θεοτόκου, μόνε φιλάνθρωπε. lll cognoscant , quantum Deiparæ precibus possit
Orthodoxoruin fides.
Το σαββάτω, τούτο : Sabbato, illud :
Ως απαρχές της φύσεως, το φυτουργό της κτί- Β 253. Ρios martyres , veluti primitias nature ,
σεως , η οικουμένη προσφέρει σοι, Κύριε, τους θεο - tibi, Domine, creature Salori, offert orbis univer
φόρους μάρτυρας ταις αυτών ικεσίαις εν ειρήνη βα- sus ; Ηorum precibus, muftum misericors , ιuom
θεία της Εκκλησίαν σου διά της Θεοτόκου συντήρη- Ecclesiam per Deiparam in alla pace custodi.
σον,Τηπολυέλεε.
δε κυριακή λέγομεν την υπακοήν του τυχόν- Die Dominica recilamus υπακοήν occurrentis
Ιοιι : Domine, miserere, quadragesies. Qui Omni
τους ήχου: Κύριε , ελέησον, μ'. Ο εν παντί καιρώ.
teinpore. Donline, miserere, ter. Gloria. Ει nunc.
Το, Κύριε ελέησον , γ'. Δόξα. Και νύν. Την τιμιω-
τέραν. Εν ονόματι Κυρίου ευλόγησον, Πάτερ. Ο Excellentiorem. In nomine Domini, benedic, Pa
ιερεύς εκφωνεί: Ο Θεός οικτειρήσαι ημάς. Και ει ler. Sacerdos exclamat : Deus miserealur no
Τεσσαρακοστή, ποιούμεν τάς γ' μεγάλας μετανοίας, 6πί. Ει si είt Quadragesima, facimus tres majore
λέγοντες την τρογραφείσαν ευχήν· Κύριε και Δέσπο - reverentias , dicentes prescriptam precationem :
ταΕίτατηςκαιζωής μου. Ομοίως και τας ετέρας μικράς ια'. Domine et Dominalor vil mez . Consimiliter et
την τελευταίαν , γινόμεναι ομου ιε'. Ε 'τα alias minores undecim. Deinde et postremam : adeo
Τρισάγιον , Παναγία Τριάς, Πάτερ ημών, το, Κυ- ut omnes simul accepte sint numero IV. Posles
ριε ελέησον, ιβ', και την παρούσαν ευχήν• C Trisagion , Sanctissima Trinitas , Pater noster ,
Domine miserere, duodecies ; ac landemn præsenlein
orationem :
Χριστε το φώς το αληθινόν, το φωτίζουν και αγιά- 264. Christe , lux vera illuminans et sanctis
ζoν πάντα άνθρωπον ερχόμενον εις τον κόσμον, ση- caus omnem hominem venientem in hunc mundum,
μειωθήτω εφ' ημάς το φως του προσώπου σου, ίνα εν signetur super nos lainen νιλιως ιωι ; ut in ipso in
αυτώ οψόμεθα φώς το απρόσιτον» και κατεύθυνον τα ιueamur lumen inaccessum; et dirige gressus ne
διαβήματα ημών προς εργασίας των εντολών σου πρέ stros ad operationem mandatorum luorum , preci
σβείαις της παναχράντου σου Μητρός και πάντων bus inlemerale Matris tue, ιuorumque Sanctorun
των σου αγίων. Αμήν. omnium .Amen .
Δόξα. Και νύν. Και γίνεται απόλυσις. Gloria. El nunc. El fil dimissio.
235. Comm. Ulinam , sicut hæc postrema Oralio bic integra describitur, sic el reliquæ omnes supra assi
gnalæ describerentur.! non occurrerent hic lot ænigmala, nulli OEdipo solvenda. In primis enim '77
axouh quid sit, ne inter Græcos quidem convenii, ut colligitur ex Goaro : quem qui volel, consulat in
Euchologio ſol. 57 . Ego autern hic ex Paraclelico tantum apponam iroparium unum , quod Yaxou h ibi
lein juscribitur. Sic autem sonal : “ Η του ληστού μετάνοια παράδεισον εσύλησε και δε θρήνος των μυροφο
ρων την χαράν εμήνυσεν· ότι ανέστης, Χριστέ ο Θεός, παρέχων του κόσμω το μέγα έλεος . « Latronis peiiiien
iia paradisum prädala est, et lamentatio afferentium unguenta gaudium siguificavit ; quia resurrexisti.
ChristeDeus, tribuensmundo magnam misericordiain , Precationem ilem illain , quæ incipit : « Qui in omni
tempore, , reperirenon polui, frustra Græcorum volumina lunc in finem scrutalus . At hanc, qui a voce Thy
toliwrépav, sive « Excelsiorein , inchoalur , inveni et dedi num . 213 , ideoque hic repelcuda non esi.
Juveni quoque precationem , quæ ad tres majores reverentias lundi consuevil. Ea S . Ephrem habet auclo
rem , non antiquum illum diaconuin Edessenum in Syria, Basilio coævum et amicum , sed linguæ Græcæ
iinperiwm ; veruin alium mullo recentiorem , monachum tamen , qui in Calena hymnograpborum es sinistro
lalere anlepenultimus ponitur, 'Espany Kapias, quod nomen mum . 25 Latine reddidi i Ephrem Cariæ .)
Non ideo tamen hic fuerit S. Ephreni", Milässe in Coria episcopus , cujus A cla ad 24 Januarii illu
stravit Henschenius : als hoc enim diversus est Melodus , simpliciter Kapias dictus , habituque mona
stico , sine episcopali pallio, expressus. Et lioc animadverso , cupit Papebrochius aliquid mulari in suo
ad 21 Marlii commentario de SS. Abrahamo et Maria , quoruin ad Hellespontum in minori Asia cou
versalorum Acla, alius quidain Ephrelli scripsit , titulo sancti Patris nostri honoratus etiam ipse,
nihilo lainen minus a Melodo diversus , si bic au seculum IK vel x pertineal, et sanctus Abrabam
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI CCCLXIV

retractare .
236 . Utut est, precatio, quam inveni ad tres majores reverencias recilandam , aucloreio babet
S. Ephrem , juxta Typicum el llorologiuin ; atque hoc molo perayilur. Ad primam reverentiam di
citur : Κύριε και δέσποτα της ζωής μου , πνεύμα αργίας, περιεργίας, φιλαργίας, και αργολογίας μη μου
86s . Domine el dominator vitiv lica , lion des amilii spiritumi pigriliæ , curiositatis , ambitionis, ei oliosi
sermonis.) Ad : llernu dicitur : Πνεύμα δε ταπεινοφροσύνης, και σωφροσύνης, και υπομονής. και αγάπης
xágioni uot ti on ooúlg . (Sed spiritum lumilitatis, ei tremperantæ , el patientir , el charitatis tribue nihi
servo tuo. - All tertiani leuique : Ναι , Κύριε βασιλεύ, δώρησαί μοι οράν τα εμά πταίσματα , και μη κατα
κρίνειν τον αδελφός μου ότι ευλογητός ει εις τους αιώνας των αιώνων. « Ilia, Domine rex, la ut leos la
psus videami, lieve condemnem fratrem meum : quia benedictus es in seculorum sircula . , Veruntamen
rudiores monachi, vullisque lilleris exculli, slicant ad quamlibel majorem reverentiam , sive corporis in
curvatiolien, thoc luntaxit cum Publicano , Ο Θεός, ιλάσθητί μοι τώ αμαρτωλώ, Deus, propilius esto
mihi peccatori. • De ipsis reverenljis vide pum . 202 .
MESORIUM PRIMÆ .
237 . Ad Prima mesorium quod altinel, de eo aliqua disseruimus num . 224, ubi el ex Typici verbis
videre licet, quando recitelur et quo loco , quosque psalmos complectatur, quas precationes alias. At vero
cum ibi barum precationuin initia solummodo expressa fuerint, nostrum est ut reliqua ex Hirinologio
suppleamys. lucipiemus ergo ab illo Trupario , quod KatavuXTIXÓv appellatur, et quod ibi , casu nescio
quo , « Nocturnuin , Latine legitur, sed inale : non enim xatavuXTIXÓv, ibi « nocturnum , significat, sed
(si mihi fas sit, ita loqui) ( compunctivum ; , quoniam verbis conlexilur adeu gravibus , ut in recilalia
jium animis spiriluin compunctionis facile possit prorgignere ; adeoque a vútow pungo,, et propius a X
savúrtW , ( compungo , ) ducit originem , non a vug, ( 'nox . ) Esl aulem lale .
Ελέησον ημάς, Κύριε, ελέησον ημάς: πάσης A Miserere nostri, Domine, miserere Bostri : el
γαρ απολογίας απορoύντες , ταύτην σοι ικεσίαν, ως enimomnis purgationis indigi hanc tibi , utpote Do
Δεσπότη , οι αμαρτωλοί προσφέρομεν. Ελέησον mino, supplicationeio peccalores offerimus. Mise
ημάς . rere nostri.
Δόξα. Gloria.
Κύριε, ελέησον ημάς • επί σοι γάρ πεποίθαμεν, 258. Domine, miserere nostri : in te enim con-
μή όργισθής ημίν σφόδρα, μηδε μνησθής των ανο- Γsi sumus, ne irascaris nobis valde, neque remini
μιών ημών· αλλ' επίβλεψον και νυν ως εύπλαγχνος , scare iniquitatum nostrarum; sed respice nos ut
και λύτρωσαι ημάς εκ των εχθρών ημών · συ γαρ ει misericors, et libera nos ab inimicis nostris. Τα
θεός ημών, και ημείς λαός σου , πάντες έργα χειρών enim es Deus noster , nos omnes opera manuum
σου , και το όνομά σου επικεκλήμεθα. luarum ; el nomea luum invocavimus.
Και νύν. Θεοτόχιον . El nunc, Mariale.
Της ευσπλαγχνίας την πύλην άνοιξον ημίν, ευ- Misericordic januam aperi nobis, Deuedicia Dei
λογημένη Θεοτόκε . Ελπίζοντες εις σε μη αστοχή - Genitrix. Non errenius in le speranies : per le eri
σωμεν, δυσθείημεν διά σου των περιστάσεων σύ γάρ pianour necessitatibus. Τα enium salus cs generis
η σωτηρία του γένους των Χριστιανών. . Β Christiani.
Το, Κύριε , ελέησον , μ'. Δόξα. Και νύν. Την 239. Domine, miserere , quadragies . Gloria. Ε :
τιμιωτέραν των χερουβίμ. Εν ονόματι του Κυρίου nunc. Excelsiorem Cherubim. In nomine Donii
ευλόγησον, Πάτερ. Και ποιούμεν μετανοίας μεγάλας ni, benedic, Paler . Ει facimus tres najores rere
1 μετά και της ευχής, ως δεδήλωται. Είτα λέγομεν realias, et una jan assignatam precationem fundi
την παρούσαν ευχήν του μεγάλου Βασιλείου. mus, ac deinde Orationem Basilii Magni.
Ο Θεός ο αιώνιος , το άναρχον και αίδιον φώς , ο Sempilerne Deus, Iax principii espers, ac per .
πάσης κτίσεως δημιουργός, ή του ελέους πηγή , το της polua omniis creature opifer, fons misericordie,
αγαθότητος πέλαγος, και της φιλανθρωπίας ανεξ - pelagus bonitalis , et beneficentia investigabilis
ιχνίαστος άβυσσος, . επίφανον εφ' ημάς το φως του abyssus: sigua ruper nos Iunei νulius , Domi
προσώπου σου, Κύριε. Λάμψον εν ταις καρδίαις ημών, ie. Intellectualis sol justitiae ac jucundilatis, illuce
νοητέ ήλια της δικαιοσύνης και της ευφροσύνης: τας 6ce in cordibus nostris, nostras animas imple ; et
ψυχάς ημών πλήρωσον , και δίδαξον ημάς τα σα με- doce nos tua cogitare semper, ac loqui judicia, et
σθαί σοι διηνεκώς,το ημετέρω Δεσπότη και ευεργέ- Manuum nostrarum opera secundum tuarm dirigo
τη . Τα των χειρών ημών έργα προς το σον κατεύθυ- και νolantalerm, et ad veragenda ea , que tibi placita
νον θέλημα, και πράττειν ημάς τα σοι ευάρεστα και sunt ac grata , altrafhe HOs , viinque facilem con-
φίλα ευόδωσον· ένα και δια των αναξίων ημών δοξά- cede ; υι el per nos indignos glorificetur sal
ζηταί σου το πανάγιον όνομα, του Πατρός , και του clissimum fuum Ποιmen , Patris , el Filii , et Spi
Υιού, και του αγίου Πνεύματος , της μιας θεότητός ritus sancti, unius el deitatis el regni, cui corive
τε και βασιλείας, ή πρέπει πάσα δόξα, τιμή και nil omnis gloria, houor el adoratio, in sæcula .
προσκύνησις εις τους αιώνας . Αμήν. Amen .
Είτα επισυνάπτομεν και ταύτην του αυτού . Posica el banc ejusdem orationem adjungia
μιus.
 CCCLSXVI PROLEGOMENA .
940. Qui emittis lucem, et vadit ; qui soleni ori- A Ο εξαποστέλλων το φως και πορεύεται, και ανατέλ.
ri facis super just0s et injustos , super bonos el λων τον ήλιον επί δικαίους και αδίκους , πονηρούς τα
milos ( @), qui fabricaris auroram, Iolumque orbem και αγαθούς, ο ποιών όρθρον και φωτίζων πάσαν
illuminas, illumina et corda nostra. Universorum την οικουμένην, φώτισον και ημών τας καρδίας. Δε
Domine, αι ιibi hoc die placeamus , nobis concede, σποτα των απάντων, χάρισαι ημίν εν τη παρούση
custodiens nos ab omni peccato, et omni iniqu:1 ημέρα ευαρεστήσαί σοι, διαφυλάττων ημάς από πά
aclione, liberans nos ab omni sagitta νolanle per σης αμαρτίας και πάσης πονηράς πράξεως , δυόμε
«liem, et omni adversaria polestate. Precibus incon- νος ημάς από παντός βέλους πετομένου ημέρας, κα.
e Domine nostre Deipara, tuorum ex nulla πάσης αντικειμένης δυνάμεως πρεσβείαις της παν
constantium maleria ministrorum , celestiumque αχράντου Δεσποίνης ημών Θεοτόκου, των άλλων σου
virtutum, ac omnium sanctorum, qui fibi a saculo λειτουργών και επουρανίων δυνάμεων, και πάντων
placuere . Tuum est enim, Deus Mosler , ιnisereri ac των αγίωντων απ' αιώνος σου ευαρεστησάντων. Σαν
servare μοs : et tibi gloriam damus, Patri, ei Filio , γάρ έστι το ελεείν, και σώζειν ημάς , ο Θεός ημών,
el Spiritui sancto , nunc et semper , et in Srcula και σοι την δόξαν αναπέμπομεν, τω Πατρί και το
sæculorum . Amen. Υιώ και τώ αγίω Πνεύματι, νυν και αεί, και εις τους
αιώνας των αιώνων. Αμήν.
Gloria , Ει nunc. Excelsiorem. Ει fnis imponi- Δόξα. Και νύν. Την τιμιωτέραν. Και γίνεται από
lor . λυσις .
241. Conn. Jam nunc marle proprio observaverit eruditus lector , hæc quæ bic panel Horologium , non
satis congruere illis, quæ num . 223 , pro Primæ mesorio habet S . Sabæ Typicum . Quippe hoc Typicum
præterit multa, quæ hic recitanda in Horologio proponuntur. Ulrum utro melius, quis decidal ? Inlerini
cum de Horis minoribus aliis , prout passim recitaulur, pauca Iradat Typicuin , ex eodem Horologio , ot•
dinem earum ac seriem pandemus.
HORA TERTIA . “ΩΡΑ ΤΡΙΤΗ.
249. Rex celestis , Trisagium ; reverentice tres, Βασιλεύ ουράνιε , Τρισάγιον, μετάνοιαι γ , Παν
Sanctissima Trinilas, Pater noster, Quia tuum est. αγία Τριάς, Πάτερ ημών, " Οτι σου Το, Κύριε, ελέη
Domine , miserere , duodecies . Venice, adoremus, σον , ιβ'. Δεύτε, προσκυνήσωμεν, εκ τούτου . Είτα οι
lertio. Deinde psalmi. ψαλμοί.
Comm . Hi psalmi suul, xvi : Exaudi, Domine, justitiam meam . XXIV : Ad le , Domine, levavi animam
meam , El L : Miserere inei, Deus, secundum .
25. Gloria. Ει nunc. Alleluia , tertio. Eι, si Deus C Δόξα. Και νύν. 'Αλληλούϊα , εκ τρίτου . Και ει μεν,
Doninus dicitur , die diei troparium, Ει nunc, Θεός Κύριος , λέγεται, λέγεται της ημέρας τροπά.
Mariale lioc» : Deipara , tu es vitis vera, Sin ριον, Και νύν, Θεοτόχιον το • Θεοτόκε, συ ει άμ
autem Alleluia , dic sequens troporium Iono obli- πελος η αληθινή. Ει δε 'Αλληλούϊα , λέγε το παρόν
quo 2 : τροπάρΟΥ πρός
τροπάριον " ήχος πλ. β'.
Christe , qui hora tertia sanctissinum Cuυτη Κύριε, και το πανάγιόν σου Πνεύμα εν τη τρίτη
Spiritum apostolis misisti, lunc, o Designe, ne au - ώρα τους αποστόλους σου καταπέμψας, τούτο, αγαθε,
feras a nobis : sed eum in nobis le deprecautibus μη ανέλης αφ' ημών· αλλ' εγκαινισον ημίν δεομένους
innova. σου.
VERSICULUS 1. ΣΤΙΧΟΣ α .
Cor mundum crea in me, Deus (b). Καοδίαν καθαράν κτίσον εν εμοί, ο Θεός.
VERSICULUS 2. ΣΤΙΧΟΣ β'.
Ne projicias me a facie tua (c). Μη απορίψης με από του προσώπου σου
Gloria. Elnunc. Mariale. Δόξα. Και νύν. Θεοτόκιον.
Dei Genitrix, tu es vitis vera , que vile fru- Θεοτόκε , συ ει η άμπελος η αληθινή, ή βλαστή
clum peperisti. Te , Domila , deprecamur, una D σασα τον καρπόν της ζωής σε ικετεύομεν, πρέσβευε,
cum apostolis pele animabus nostris uuisericor- Δέσποινα, μετά των αποστόλων ελεηθήναι τας ψυχάς
diam . ημών.
Dominus Deus benedictus, benedictus Dominus . Κύριος ο Θεός ευλογητός, ευλογητός Κύριος ημέ
de die in diem. Prospera nos, Deus,salutarium n0· ραν καθ' ημέραν. Κατευόδωσαι ημίν , ο Θεός σωτη
strorum , Deus noster, Deus salutis . ρίων ημών, ο Θεός ημών, ο Θεός του σώζειν .
9A3 bls. Trisagium, Sanctissima Trinilas, Paler Τρισάγιον, Παναγία Τριάς, Πάτερ ημών, " Οτι σου,
nosler , Quia tuum est, ethæc troparia : και τα τροπάρια ταύτα:
Benedictus es , Christe Deus noster, qui insti- Ευλογητός εί, Χριστέ ο Θεός ημών, και πανσόφους
1uisti sapientissimos piscatores , ad eosque sanctum τους αλιείς αναδείξας, καταπέμψας αυτούς το Πνεύ
Spiritum misisti, et per eos irretiisti orbem ; ο ho- μα το άγιον, και δι' αυτών την οικουμένην σαγηνεύ
minum amans, sit tibi gloria . σας, φιλάνθρωπε, δόξα σοι.
Gloria
" Τα Δόξα.
(α) Matth. V,45. (c) ibid. 13.
(6) Γsal. L , 12 .
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI. CCCLXXVII
ησoυ, εν τω διδου παραμυο
Ταχείαν και σταθεράν δίδου παραμυθίαν τοις A Velocem et franam famulis Cuis consolationem,
δούλοις σου , Ιησο », εν τώ ακηδιάσαι τα πνεύματα Jesu, adhibe in nostrorum spirituum nerore; ne
ημών: μην
ημών: μη χωρίσου των ψυχών ημών εν θλίψεσι: μη desere animas nostras in tribulationibus ; ne a men
μακρύνου των φρενων ημών έν περιστάσεσιν · αλλ' αει tibus nostris in necessitatibus elongare ; appropin.
ημάς πρόφθασον· έγγισον ημίν, έγγισον, και παντα qua nobis, appropinqua qui es ubique : el quemad
χου ώσπερ και τους αποστόλους σου πάντοτε συνής, modum eras semper cum apostolis luis, ita el no.
ούτω και τους σε ποθούσιν ένωσον σεαυτόν , οικτίρμον, bis lui flagrantibus desiderio adjunge le, o miseri
ένα συνημμένοι σε υμνωμεν, δοξολογώμεν το παν- cors, οι juncti te celebremus, et Spiritum sanctis
αγιόν σου Πνεύμα. simum tuum glorificemus.
Και νύν, Θεοτόκιον. Ει nunc. Mariale.
Η ελπίς, και προστασία , και καταφυγή των Τω , illibata Dei Genitrix , es Christianorum
Χριστιανών, το ακαταμάχητον τείχος των καταπο- spes, et patrocinium, et perfugium; inexpugnabilis
νουμένων, ο λιμήν ο αχείμαστος , σύ εί , Θεοτόκε oppressorum murus, portus nescius tempestatis :
άχραντε· αλλ' ώς τον κόσμον σώζουσα τη απαύστω quare, sicut mundum servas jugi tua deprecatione,
πρεσβεία σου , μνήσθητι και ημών, Παρθένε παν- sic et nostri recordare.
ύμνητε.
Το, Κύριε , ελέησον, μ'. Ο εν παντί καιρώ και 243 ter. Domine, miserere, quadragies. Qui omni
πάση ώρα : μεθ' ήν , Κύριε , ελέησον, γ'. Δόξα . Και tempore et bora. Post quam precem, dicitur
νύν. Την τιμιωτέραν των χερουβίμ. Εν τω ονόματι Domine, miserere, ter . Gloria. Et nunc. Excel
Κυρίου ευλόγησον, Πάτερ. Και, ει έστι Τεσσαρακοστή, είoren Cherubim. In nomine Domini benedic , Ρa
τοιούμεν τας μετανοίας , ως προεγράφη. Μετά δε ter. Eι, si sit Quadragesima , facimus reverentias,
την τελευταίαν μετάνοιαν λέγομεν την ευχήν του ut ante scriptum est. Post ultimam autem reveren
αγίου Μαρδαρίου, Δέσποτα Θεέ, Πάτερ παντοκρά . tiam, recitamus Orationem S. Mardarii, Domine
τορ. Deus, Paler omnipotens.
Hanc orationem S. Sabæ Typicum sic integram exhibet.
Δέσποτα Θεέ , Πάτερ παντοκράτορ, και Kύριε Dormine Deus , Paler omnipolens, el Domine
Υιε μονογενές Ιησού Χριστέ , άγιον Πνεύμα, μία Fili unigenite Jesu Christe , sancle Spiritus , una
θεότης, μία δύναμις, ελέησόν με τον αμαρτωλόν· και deitas, una potentia , miserere mei peccaloris ; et
οίς επίστασαι κρίμασι, σώσον με τον ανάξιον δούλον quibus scis judiciis, salva me indignum famulure
σου, ότι ευλογητός ει εις τους αιώνας. Αμήν. tuum, quia benedictus es in secula. Amen.
Cony . Sed Typicum bic nomen S. Mardarii non exprimit. Hic sanctus nobis adhuc incognitus est.
Plovimus quideni aliquem sanclum Mardarium , qui sub Diocletiano passus est in Armenia cum Eustratio,
Auxentio, Eugenio ei Oreste ; sed hic est antiquior, quam ut orationem islam coplexuisse videatur ; et
quia nec Allalius quidein ipsius meminit inler Melodos , neque reperitur in Catena seu Corona, jam sæpe
nominala , videri possit omnibus junior.
MESORIUM TERTIÆ ,
Μετά το , Ευλογητός, Τρισάγιον, Παναγία Τριάς , C 244. Post Benedictus , Trisagion , Sanctissiana
Πάτερ ημών , Δεύτε , προσκυνήσωμεν , γ', οι Trinitas, Paler noster, Venite, adoremus, er , dicun.
γαλμοί , θ• Υψώσω σε , Κύριε , ότι υπάλαβές με · ιur psalmi: ΧΧΙx, Exaltabo le, Domine, quoniam sus
είτα ο λα', Μακάριοι ών αφέθησαν · οξ', Εισάκουσιν, cepisti me : deinde XXXι , Beati , quorum remissa
ο θεός , της δεήσεώς μου. sunt: el ls, Exaudi, Deus, deprecationem meam .
Δόξα, Και νύν, Τρισάγιον, Παναγία Τριάς, Πάτερ His psalmis finitis dicuntur : Gloria . Ει nunc.
ημών, και τροπάρια ταύτα. Sanctissima Trinitas. Pater noster, et hæc tropa
ria .
Ο Θεός των πατέρων ημών, ο ποιών αεί μεθ ' Deus patrum nostrorum, gui nobiscum semper
ημών κατά την σην επιείκειαν, μη αποστήσης το agis secundum nmansuetudinem tuam , ne avertas
έλεός σου αφ'ημών, αλλά ταις αυτών ικεσίαις εν ει- misericordiam tuam a nobis, sed ipsorum depre
ρήνη κυβέρνησαν την ζωήν ημών. cationibus vitam nostram in pace guberna .
Δόξα. Gloria .
Οι μάρτυρές σου, Κύριε , εν τη αθλήσει αυτών, Martyres tui, Domine, in suo certamine aus de
στεφάνους έκομίσαντο της αφθαρσίας, εκ σού του Deo nostro retulerunt immortalitatis coronam : tua
θεού ημών» έχοντες γάρ την ισχύν σου, τους τυ- " enim muniti fortitudine vicerunt tyrannos , et de
ράννους καθείλον· έθραυσαν και δαιμόνων τα αν- monum invalidam fregerunt audaciam. Eorumden
Ισχυρα θράσης αυτών ταις ικεσίαις,Χριστέ,σώσον τας martyrum deprecationibus serva , Christe , animas
ψυχάς ημών. nostras.
Και νύν. Θεοτόκιον. El nunc. Mariale .
Τείχος ακαταμάχητον ημών των Χριστιανώνυπάρ- Marus inexpugnabilis Christianorum es , Dei
χεις , θεοτόκε Παρθενε προς σε γάρ καταφεύ- para Virgo : nam ad te confugientes, invulnerali
 CGCLISTITI PROLEGOMENA.
persistimus ; et peccantes , te habemus deprecatri- Α γοντες άτρωτοι διαμένομεν· και πάλιν αμαρτάνοντες,
en. Ideo referinus tibi gratias , el clamaimus; έχομεν σε πρεσβεύουσαν· διό ευχαριστούντες βοώμεν
Ave, gratia plena, Dominus tecum . σοι : Χαίρε , κεχαριτωμένη, ο Κύριος μετά σου.
24 . Domine , miserere , quadragies. Cloria . Το, Κύριε , ελέησον , μ'. Δόξα. Και νύν. Την
Ει ιunc. Excelsiorem Cherubim. In nomine Do- τιμιωτέραν των χερουβίμ. Εν ονόματι Κυρίου, ευλό
2nini, benedic, Paler. Per preces sanctorum Pa. γησον, Πάτερ. Δι' ευχών των αγίων πατέρων. Τας
run. Tres magnas facimus reverentias , dicimus. τρεις μεγάλες μετανοίας μετά και της ευχής του
que pretationem S . Ephrem, ac deinde Ilane Ba- οσίου Εφραίμ: είτα την παρούσαν ευχήν του μεγάλου
silii Magni : Βασιλείου :
Domine Deus noster, qui pacern tuam dedisti Κύριε ο Θεός ημών, και την σην ειρήνην δεδωκώς
Διοιninibus, et sanctissimi Spiritus donum ad tuos τους ανθρώπους , και την του παναγίου Πνεύματος
discipulos ac apostolos dennisisti , eorumque labia δωρεάν τοις σοίς μαθηταίς και αποστόλους καταπέμ
per linguas igness tua operuisti potentia , aperi et ψας, και τα τούτων χείλη εκ πυρίνων γλωσσών διαν
Iostra peccatorum latbia; ac quomodo, el pro qui - oιξας δυνάμει σου· διάνοιξον και ημών των αμαρτω
bus orare oporteat , edoce nos. Dirige vilain no- λών τα χείλη , και δίδαξον ημάς πως δεί , και υπέρ
strian , ιu, qui Tranquillas luctuantium portus es, και ών χρή προσεύχεσθαι . Κυβέρνησον ημών την ζωήν,
el viam, in qua anbulemus nobis connmonstra. o εύδιος των χειμαζομένων λιμήν, και γνώρισον ημίν
Spiritum rectum innova in visceribus nostris , et οδόν, εν ή πορευσώμεθα. Πνεύμα ευθες εγκαίνισον εν
Spiritu principali confirma (a) , quidquid in menti- τοίς εγκάτοις ημών, και πνεύματι ήγεμονικό το της
bus nostris lubricula est, ac inconstans ; ut quoli- διανοίας ημών στήριξoν ολισθερόν: ένα καθ' εκάστην
lie Spiritu tuo bono ad id , quod conveniens est, ημέραν, το Πνεύματι σου το αγαθό προς το συμφέ
leducti, manulala tua olbservare possimus, semper- ρον οδηγούμενος, καταξιωθώμεν ποιείν τας εντολάς
jne neminisse (uae gloriose presentia , scrutantis σου, και της σής αεί μνημονεύειν ενδόξου και έρευ
omnia , que a nobis hominibus fiunt, et non decipi νητικής των πεπραγμένων ημίν τοις ανθρώποις παρ
flexis hujus mundi voluptatibus; sed cupiditalem ουσίας, και μη τοις φθειρομένους του κόσμου τούτου
futuris fruendi ilhesauris corrobora. Ouia benedi- συναπατάσθαι τερπνοίς, αλλά των μελλόντων ορέ.
clus es, et laudabilis in oninibus sanctis fuis in se- γεσθαι της απολαύσεως ενίσχυσον θησαυρων.
cula sxeculorum, Amen. ευλογητός, και αινετός υπάρχεις εν πάσι τοις αγίοις
σου, εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
SEXTA,
246. Praepositus dicit ter : Venile, odoremus : C Ο προεστώς • Δείτε , προσκυνήσωμεν , εκ *
unt reverentice tres, et incipimus Horano sexlam, μετάνοιαι τρείς, και αρχόμεθα της έκτης ώρας, ψάλ
canentes psalimumLi, Deus , in nomine tuo sal- λοντες τον, γ', Ο Θεός, εν τω ονόματί σου σώσον
νum me fac : et LXII , Exoudi , Deus, Orationem με. Και ξY', 'Eνιώτισαι , ο Θεός , την προσευχήν
neam, et ne despexeris : et xo, Qui liabitat in ad- μου, και μη υπερίδης και Η', “Ο κανοικών εν βοη
julorio . θεία.
Gloria . Et nunc. Alleluia, ler . El, si canitur Δόξα. Και νύν. 'Αλληλούϊα , εκ γ'. Και ει μεν ψάλ
Deus Dominus , dicimus iroparium diei ; si autem λεται το, Θεός Κύριος, λέγομεν τό της ημέρας τρο
Alleluia , sequens iroparium . Tonus 2. πάριον· ει δέ 'Αλληλούϊα, το παρόν τροπάριον. ' Η
χος β'.
Quisexla die et hora, aſsisti cruci admissum Ο εν έκτη ημέρα και ώρα το σταυρό προσ
in paradiso ab Adamo peccatum, etiamIpsum ηλώσας την εν παραδείσω τολμηθείσαν τα 'Αδάμ
iOstrorum chirographum discerpe , Christe Dens, αμαρτίαν, και των πταισμάτων ηγιών το χειρόγρα
el salva nos. φον άρρηξoν, Χριστέ ο Θεός, και σώσον ημάς.
VERSICULUS 1. ΣΤΙΧΟΣ α'.
Exaudi, Deus, Orationem meam, et ne despexeris D Ενώτισαι, ο Θεός, την προσευχήν μου, και μη
deprecationem meam (6). υπερίδης την δέησίν μου.
VERSICULUS 2. ΣΤΙΧΟΣ β'.
Ego 20 Deum clamavi , et Dominus Audivir Εγώ προς τον Θεόν εκέκραξα, και ο Κύριος εισ
me (c). ήκουσέ μου.
Gloria . El nunc. Mariale. Δόξα. Και νύν. Θεοτόχιον.
Quia non habemus fiduciam, propter multa de- "Οτι ουκ έχομεν παρρησίαν διά τα πολλά ήμών
licia nostra ; ideo Tu , Virgo Deipara, obteslare αμαρτήματα, συ τον έκ σου γεννηθέντα δυσώπησον,
illum, qui est es le genitus : multum enim apud Θεοτόκε Παρθένε πολλά γαρ ισχύει δέησις Μητρός
( α ) Psal. 1 , 31. (c) Psal. Ι.Ιν, 18.
( 6) Ps:J. Lιν, 2 .
 ACOLU'THJA TRIPLICIS FESTI. CCCLXXIV
προς ευμένειαν Δεσπότου. Μή παρίδης αμαρτωλών Α elementem Dominum potest Matris depreprecalio.
Ικεσίας, η πάνσεμνος· ότι ελεήμων εστί και σώζειν Supplices peccatores ne despicias, o semper augi
βουλόμενος , o και παθείν υπέρ ημών καταδέξαμε- sta , quia qui lubenter pro nobis passus fuit, est et
γος .
βέτωσαν
Ταχύ προκαταλαβέτωσαν ημάς οι οικτιρμοί σου,
misericors, et vult nos servare.
Cilo anticipant nos misericordiae tue, Domine,
ερα. Βοήθη του ονός.
Κύριε· ότι επτωχεύσαμεν σφόδρα. Βοήθησον ημίν , quia pauperes facti sumus nimis. Adjuva nos, Deus
ο θεός ο Σωτήρ ημών: ένεκεν της δόξης του ονό- salutaris noster : et propter gloriam nominis tui,
εατός σου, Κύριε, ρύσαι ημάς· και λάστητι ταϊς Domine, libera nos : et propitius esto peccalis no
ήμαρτίαις ημών ένεκεν του ονόματός σου. stris, propter nomen tuum (a ).
Τρισάγιον, Παναγία Τριάς, Πάτερ ημών, και τα Trisagium, Sanctissima Trinitas, Paler Doster,
τροπάρια ταύτα, εις ήχον δεύτερον: et hæc troparia tono secundo :
Σωτήρια ειργάσω εν μέσω της γης , Χριστέ ο 247. Salutaria operatus es in medio terre ,
Θεός · επί σταυρού τας αχράντους σου χείρας εξέτει- Christe Deus. In cruce extendisii innocuas duas ma
νας, επισυνάγων πάντα τα έθνη , κράζοντα, Κύριε, nus, congregans omnes populos, clamantes, Gloria
δόξα σοι . tibi, Domine.
Δόξα . Gloria .
Την άχραντον εικόνα σου προσκυνούμεν , αγαθέ, Veniam peccatorum nostrorum petentes, Chris
αιτούμενου συγχώρησιν των πταισμάτων ημών, Χρι - ste Deus , adoramus incontaminatam imaginem
στε ο Θεός βουλήσει γαρ ευδόκησας ανελθείν εν τω tuam : lauderis , quia ultro crucem conscendisti, ut
σταυρώ, ένα δύση ούς έπλασας εκ της δουλείας του quos formasti, de inimici redimeres servitute . Unde
εχθρού· όθεν ευχαρίστως βοώμέν σοι: Χαράς επλή- in animi grati signum tibi clamamus : Gaudio ro
ρωσας τα πάντα, ο Σωτήρ ημών, παραγενόμενος εις plesti universa, Servator Ioster, qui ad servandum
το σώσαι τον κόσμον. mundum venisti.
Και νύν. Θεοτόκιον. Et munc. Mariale .
αξίωσον ημάς, Θεοτόκε βλέψον εις λαόν τον αμαρ- commiseratione : respice reum populum , ostende
τήσαντα· δείξον εις αει την δυναστείαν σου · είς σε perpetuam potentiam tuam, in te enim sperantes,
γάρ ελπίζοντες, το, Χαίρε , βοώμέν σοι, ώς ποτέ ο Ave clammamus tibi , sicut olim incorporeorum prin
Γαβριήλ και των ασωμάτων αρχιστράτηγος . ceps Gabriel.
Ταύτα λέγονται τη δευτέρα , τη τρίτη, και της 948. Hec dicuntur secunda feria ,tertia et quin
πέμπτη, ότε ουκ έχει η ημέρα κοντάκιον : το δε υπο- ta, quando dies contactum non halbet ; sed feria
τεταγμένον λέγεται τη τετράδι, και τη παρασκευή, quartz et sexta tono secundo dicitur subjectum
ήχος β' σταυροθεοτόκιον. troparium , quod laudem crucis simul ac Deiparæ
complectitur,
Υπερδεδοξασμένη υπάρχεις , Θεοτόκε Παρθένε: Celebramus te , Virgo Deipara, que gloria om
ύμνουμέν σε διά γάρ του σταυρού του Υιού σου nes exsuperas ; quoniam per Filii lui crucem si
κατεβλήθη ο άδης, και ο θάνατος τέθνηκε . Νεκρω- cius est infernus , et mors mortua est. Resurrexi
θέντες ανέστημεν, και ζωής ήξιώθημεν τον παρά- mus qui eramus mortui ; vila digni redditi su
δεισον ελάβομεν, την αρχαίαν απόλαυσιν. Διό ευχα mus ; paradisum , voluptatem priscam recepimus.
ιστoύντες , δοξολογούμεν ως κραταιόν Χριστόν τον Idcirco gratias agenles, glorificamus Christum , qui
Θεόν ημών, και μόνον πολυέλεον . Deus noster præpolens est, ac mullum miseri
cors.
Το, Κύριε , ελέησον , μ'. Η ευχή, ο εν παντί και- Domine , miserere , quadragies. Oratio , Qui
ρώ και πάση ώρα μεθ' ήν, Κύριε , ελέησον, γ'. Δόξα. omni tempore el omni Ihora ; post quain, Domine ,
Και νύν. Την τιμιωτέραν. Μετάνοιαι, ως είρηται, ει D miserere , ter. Gloria . Ει nunc. Excelsiorem.
έστι Τεσσαρακοστής και απόλυσις . Reverentiæ , ut dictum est, si sil Quadragesima ; el
ſinis .

MESORIUM SEXTÆ .
Το, Δεύτε, προσκυνήσωμεν, εκ τρίτου, και ο ψαλ- 249. Venile, adoremus, er , ei psalini LV, Mise
μοί, ο ν ', Ελέησόν με , ο Θεός , ελέησόν με, ότι rere mei, Deus, quoniam conculcavit nie Mono ;
κατεπάτησε με άνθρωπος. Και ο ξθ', Ο Θεός εις Lνι, Miserere niei, Deus, miserere mei. Ει LΣΙΣ,
βοήθειάν μου . Deus, in adjutorium meum .
Δόξα . Και νύν. Τρισάγιον: Παναγία Τριάς. Πάτερ Gloria . Ει nunc. Trisagium: Sanctissima Trini
ημών και τα παρόντα τροπάρια . tas. Paler noster, el sequentia Iroparia.
Σώσον, Κύριε , τον λαόν σου, και ευλόγησον την Salvum fac populum tuum, Donine, et benedic
(α) Psal. LΧΧν11ι, 8, 9.
CCCLXII PROLECOMENA.
11ereditati ιυ:e ( a), victorias imperatoribus contra Α κληρονομίαν σου, νίκας βασιλεύσι κατά βαρβά
Darbaros conceale, et tour custodi per tuam cruceim ρων δωρούμενος , και το σον φυλάττων διά του σταυ
imperium . ρου σου πολίτευμα.
Gloria . Δόξα.
Sanctorum crucialos, quos pro te passi sunt, Τας άλγηδόνας των αγίων, ας υπέρ σου έπαθον,
alsterge , Domine; et cunctis nostris medere dolo . δυσωπήθητι, Κύριε, και πάσας ημών τας οδύνες ία.
ribus, quæsumus lc , amator hominum . σαι, φιλάνθρωπε, δεόμεθα.
Et ounc. Και νύν.
Sanctorum omnium ac Deipare precibus, pa- Τη πρεσβεία , Κύριε, πάντων των αγίων, και της
cem tuam nobis concede, Domine, el miserere no. Θεοτόκου, την σην ειρήνην δος ημίν, και ελέησον
stri, qui solus misericors es. ημάς, ως μόνος οικτίρμων.
230. Domine, miserere, quadragies. Gloria . Ει Το, Κύριε, ελέησον, μ'. Δόξα. Και νύν. Την τι.
nunc . Excelsiorem. In nomine Domini, benedic, μιωτέραν. Εν ονόματι Κυρίου ευλόγησον, Πάτερ.
Pater . Sacerdos : Per preces. Deinde facinus tres "Ο ιερεύς: Δι' ευχών. Είτα ποιούμεν τας μεγάλες
majores reverentias , el precatioueim S . Ephrem di- τρείς μετανοίας, μετά και της ευχής του οσίου Ε
cirmus, ac continuo sequentem Basilii magni ora- Β φραίμ, και ευθύς την παρούσαν ευχήν του μεγάλου
tionem : Βασιλείου •
Deus, potestatum Domine , omnisque conditor Θεέ και Κύριε των δυνάμεων, και πάσης κτίσεως
creature, qui per incomparabilis misericordice tue δημιουργέ , ο διά σπλάγχνα ανεικάστου ελέους σου τον
viscera , Filium fuum unigenitum, Dominum no. μονογενή σου Υιον, τον Κύριον ημών Ιησούν Χρι
slrunm Jesum Christum pro salule nostri generis στον καταπέμψας επί σωτηρία του γένους ημών,
misisti; et per venerandam ipsius crucem discer - και διά του τιμίου αυτού σταυρού το χειρόγραφον των
psisti peccatorum nostrorum chirographum; deque αμαρτιών ημών διαρρήξας, και θριαμβεύσας εν αυτώ
principibus ac polestatibus tenebrarum in ipso τας αρχάς και εξουσίας του σκότους: αυτός , Δέσποτα
triumphasti : ta idem , Dounine benigne , susciρα φιλάνθρωπε, πρόσδεξαι και ημών των αμαρτωλών
has nostras peccatorum orationes, quas tibi et grati τας ευχαριστηρίους ταύτας και ικετηρίουςέντεύξεις
el supplices offerimus ; et libera nos ab omni gravi και ρύσαι ημάς από παντός ολεθρίου και σκοτεινού
ac tenebritoso lapsu , et al. omnibus , qui nos lae- παραπτώματος, και πάντων των κακώσαι ημάς ζη
dere meditantor, inimicis visibilibus et invisibili. τούντων, ορατών και αοράτων εχθρών» καθήλωσαν εκ
bus , confige-timore two carnes nostras, et ne decli- του φόβου σου τας σάρκας ημών, και μη εκκλίνες τις
na corda nostra in sermones vel cogitationes mali- G καρδίας ημών εις λόγους ή εις λογισμούς πονηρίας:
tie ; 8ell lui amore nostras Animas vulnera, ut ad αλλά το πόθω σου τρώσον ημών τας ψυχάς, ένα,
1e semper andhelemus, el tuo ducti lumine, te, in- προς σε διαπαντός ατενίζοντες, και το παρά σου
accessorm elernamque lucem, intuenmur; el jugi φωτί οδηγούμενοι, σε το απρόσιτον και αίδιον κατ .
confessione agamus tibi gratias, ingenito Patri cum οπτεύοντες φώς, ακατάπαυστόν σοι την εξομολόγησιν
two unigenito Filio , et sancto Ionoque ac vivifico και ευχαριστίαν αναπέμπωμεν, τω ανάρχω Πατρί, συν
tuo Spiritu, ounc el semper , et in secula 8aculo- τω μονογενεί σου Υιώ, και το παναγία και αγαθό
rum . Amen . και ζωοποιώ σου Πνεύματι, νυν και αεί, και εις τους
αιώνας των αιώνων. Αμήν.
Si , Deus Dominus , caulatum fuerit, recita- Και ει μεν, Θεός Κύριος, έψαλτο, τα τυπικά λέ
onus typica ; sin autel Alleluia, ea difer post No- γομεν· ει δέ 'Αλληλούϊα, υπέρθες αυτά μετά την εν
100. νάτην ώραν.

NONA.

2:31. Post Benedictus, Rex celestis, Trisagiam,
Sanctissiana Trinitas , Paler nosler, Domine, mi-
serere, duodecies, Venile, adoremus, ter ; dicun -
tur psalmi LXXXI, Quam dilecta tabernacula, et
LΧΧΧΙV, Benedixisti , Donaire, terram, et LLIXXV,
l:icling , Domine, ourein tum. Dicitur autem ultinuί
hujus psalmi versiculus bis . Fac mecum .
Gloria . Ει nunc. Alleluia, ter. Domine, misere-
re, ter. Ει si dictum fuerit, Deus Dominus, accines
diei troparium; sin autem Alleluia, troparium quod
bic ponitur, 10110 obliquo 4 .
D Μετά το, Ευλογητός, Πασιλεύ ουράνιε, Τρισάγιον,
Παναγία Τριάς, Πάτερ ημών, Κύριε ,ελέησον, ιβ', το,
Δεύτο, προσκυνήσωμεν, εκ γ'. Είτα ο ψαλμός ο πη''
"Ωδ αγάπητά τα σκηνώματα και ο πο', Ευλόγησας,
Κύριε, την γήν και πε'. Κλίνον, Κύριε , το ούς
σου . Πάλιν , Ποίησον μετ' εμού
Δόξα. Και νυν. 'Αλληλούϊα , εκ γ'. Κιοιε, ελέη
σου, γ'. Και ει μεν Θεός Κύριος έψαλτο, ετάσεις το
της ημέρας τροπάριον ει δε 'Αλληλούϊα, το παρόν
εις ήχος πλ. δ'.

α) Γsil. Στι, και,

 ACOLUTIIA TRILICIS FESTI. CCCLIII
Ο εν τη εννάτη ώρα δι' ημάς σαρκι θανάτου A Qui hora nena pro nobis mortem secundum
γευσάμενος, νέκρωσον της σαρκός ημών το φρόνημα, carnem legustasti , mortifca in nobis carnis pru
Χριστέ ο Θεός ημών, και σώσον ημάς dentiam , Christe Deus noster, el salva nos .
ΣΤΙΧΟΣ α'. VERSICULUS 1.
Εγγισάτω η δέησις μου ενώπιόν σου, Κύριε, 252. Appropinquet deprecatio mea in conspc
κατά το λόγιόν σου ρύσαι μ . ciu luo, Domine ; juxta eloquium luum da mihi in
tellectum.
ΣΤΙΧΟΣ β. FERSICULUS 2.
Εισέλθοι το αξίωμά μου ενώπιόν σου, Κύριε, κα- Intrer postulatio mea in coilspectu Ino , Domi
τα το λόγιόν σου ρύσαι με. ne, secundum eloquium luum eripe me.
Δόξα. Και νυν. Θεοτόκιον . Gloria . Et nunc. Mariale .
Ο δι' ημάς γεννηθείς εκ Παρθένου , και σταύρω- Qui pro molis es Virgine genitus es, benigne.
σιν υπομείνας, αγαθέ και θανάτω τον θάνατον σκυλεύ - et Iolerala crucis morte nmortem vicisti, et veluti
σας, και έγερσιν δείξας ως θεός, μή ταρίδης ους Deus , demonstrasti resurrectionem , ne despicias
έπλασας τη χειρί σου. Δείξουν την φιλανθρωπίαν σου , φuos manu tua formasti; oslende , misericors, be
ελεήμον. Δέξαι την τεκούσαν σε Θεοτόκου, πρεσβεύου- Β nefcentiam fuam. Suscipe tuam Genitricem , pro
σαν υπέρ ημών» και σώσον, Σώτερημών, λαόν απε - nobis deprecantem; et salvum fac, Salvator noster ,
γνωσμένον. populum prodigalum .
M i ne ημάς
Μή δή παραδώης toute ειςde τέλος
lasfun
διά τοand όνομά
Sumutσου Ne tradas nosin Anem, propter nomen 8ancluno
το άγιον και μη διασκεδάσης της διαθήκην σου, και ι n , et le disperdas testamentum tuam, et ne
μη αποστησης το έλεός σου αφ' ημών δι' 'Αβραάμ averias naisericordiam tuam a nobis , propter Abra
τον ηγαπημένου υπό σου, και διά Ισαάκ τον δούλόν ham dilectumfuum, et propter Isaac servum tuunt
σου, και Ισραήλ τον άγιόν σου. ci Israel sanclum tuum .
Τρισάγιον, Παναγία Τριάς, Πάτερ ημών. Και 253. Trisagium, Sanctissima Trinitas , Paler
ει μέν έστιν εορτή , λέγε το κοντάκιον αυτής· ει δ' ού , . noster. Ει , si dies festus sit , dic ejus con
lacium ; si aulem contacium non sil, hæc dican
tur :
Βλέπων ο Αηττης τον αρχηγός της ζωής επί Videns latro auctorem vitae pendentem e cruce ,
σταυρού κρεμάμενον έλεγεν: Ε ! μη θεός υπήρχε dixit : Si non essel carnen inclulus Deus, φαί μο
σαρκωθείς και συν ημίν σταυρωθείς, ουκ αν ο ήλιος , biscum in crucem actus est, non absconderel sol
τις ακτίνας εναπέκρυψεν, ουδε η γη σειομένη έκυμαί- radios 80ος , neque succussa terra luctuarel : er
νετο· αλλ' ο πάντων ανεχόμενος, μνήσθητί μου , Κύ- go qui hac cuncta sustines , mermento nici in regio
ριε, εν τη βασιλεία σου. ιμο.
Δόξα. Gloria .
Εν μέσω δύο ληστών ζυγός δικαιοσύνης ευρέθη Ιω niedio latronum fuit crus 101 , veluti libra
ο σταυρός σου» του μεν καταγομένου εις άδην το justitie ; altero quidem depresso ad inferos price
βάρει βλασφημίας του δέ κουφιζομένου πταισμάτων pondere impietatis ; aliero autem levato lapsi
προς γνώσιν θεολογίας . Χριστέ ο Θεός, δόξα σοι. bus , ad Dei cognitionem . Gloria tibi , Christe
Deus.
. Και νύν. Et nunc.
Τον 'Αμνών, και Ποιμένα, και Σωτήρα του κό- Agnum, et Pastoren) , Servalorem mυιιdi in
σμού , εν τω σταυρώ θεωρούσ α ή τεκούσα, έλεγε δα. cruce videns Maier, dicebat lacrynaus : Mundus
κρύουσα : Ο μεν κόσμος αγάλλεται, δεχόμενος την quidem eisultat accipiens redemptionem; sed urun
λύτρωσιν" τα δε σπλάγχνα μου φλέγονται, ορώσης ιur viscera mes , spectanle crucifixioleio, guoam, nie
την σταύρωσιν, ήν υπέρ πάντων υπομένεις , ο Υιός D Fili mi et Deus, pro omnibus pateris.
και θεός μου .
Κύριε, ελέησον, μ'. Ο εν παντί καιρώ και πά- Domine , niserere, quadragies. Qui omni tem
ση ώρα. Κύριε ελέησον, γ'. Δόξα . Και νύν. Την pore et omni hora. Domine, miserere , ler . Cle .
τιμιωτέραν. Εν ονόματι Κυρίου, ευλόγησον, Πάτερ. ria. Ει nunc. Excelsiorent. In nomine Domini, be
Ο ιερεύς: Ο Θεός οικτειρήσαι ημάς . Και ει έστι neclic , Paler. Sacerdos : Deus miserealωr nostri.
Τεσσαρακοστή , τις τρεις μεγάλες μετανοίας ποιη- Ει, si sii Quadragesima, faciendae sunt tres magne
τέον. reverentie .

MESORIUM NONÆ .
Το, Δεύτε, προσκυνήσωμεν, γ . Και οι ψαλμοί και 254. Venile adoremus , er; et psalmus Cin,
ριθ , Δινείτε , παίδες, Κύριον· και ο θ', Εξομολο- Lauctate, pueri, Dominum: et Is, Confteor tibi ,
γήσομαί σοι, Κύριε, εν όλη καρδία μου και ελθ', Domine, in toto corde Bleo : ct CuΣΧΙΣ , Eripe me ,
Εξέλου με, Κύριε , εξ ανθρώπου πονηρού. Domine , ab homine malo .
CCCLIISII PROLEGOMENA .
(Gloria. ει nunc, Trisagium. Sanctissima Tri- A Δόξα. Και νύν. Τρισάγιον. Παναγία Τριάς. Τα
nitas. Paler noster, et hæc troparia : τερ ημών, και τα τροπάρια ταύτα •
Qui terrestria per crucem illuminasti, et voca- “Ο φωτίσας τα επίγεια δια σταυρού, και καλέσας
sti peccolores ad penitentiam, ne nie separes και εις μετάνοιαν αμαρτωλούς, μη χωρίσης με της ποί.
grege tuo, Pastor bone : sed quere me , Domine, μνης σου, ο Ποιμήν ο καλός αλλά ζήτησόν με. Δε
errantem; et, quasi solus misericors ac benignus , σποτα, τον πλανώμενον, και αγία σου ποίμνη συναρί
tuo sanclo gregi annumera . θμησον , ώς μόνος ελεήμων και φιλάνθρωπος .
Gloria . Δόξα.
Queinadmodum latro conflens clamo tibi be - "Ως ο ληστής ομολογων αναβοώ σο: τω αγαθώ
nefco : In regno tuo memento mei, Domine; me- 'Εν τη βασιλεία σου μνήσθητί μου, Κύριε» και συν
φue ei adjunge, qui pro nobis erumnas fantas ultro αυτώ με αρίθμησον , ο εκουσίως τα πάθηυπέρ ημών
sustinuisli. καταδεξάμενος .
El nunc. Mariale. Και νυν. Θεοτόκιον .

adoremus : illum enim vidit Maria in ligno, el di- σωμεν· αυτόν γάρ κατείδε Μαρία επί του ξύλου, και
xil : Quainvis crucent subeas, Iainen es Filius et " έλεγεν: Εί και σταυρόν υπομένεις, συ υπάρχεις ο
Deus meus. Υιός και Θεός μου.
235. Donine, miserere , quadragies. Gloria. Ει Το, Κύριε, ελέησον, μ'. Δόξα. Και νύν. Την
nunc. Excelsiorem , et tres reverentic. Postea τιμιωτέραν, και αι τρεις μετάνοιαι . Είτα λέγομεν
dicimus islain oralionem Magni Basilii : την ευχήν ταύτην του Μεγάλου Βασιλείου :
Regnator, Domine Jesu Christe, Deus noster, Δέσποτα , Κύριε Ιησού Χριστέ , ο Θεός ημών, και
qui inter delicia nostra Ionganimis es , et nos per - μακροθυμήσας επί τοις ημών πλημμελήμασι, και
duxisti usque ad hanc lioram,in qua e vivifico ligno άχρι της παρούσης ώρας αγαγών ημάς, εν ή επί του
peridens bono latroni vian ad ingressum paradisi ζωοποιού ξύλου κρεμάμενος ,το ευγνώμονι ληστή την
preparasti, et morie mortein intereinisti : propi- εις τον παράδεισον ωδοποίησας είσοδον, και θανάτου
tius esto nobis peccatoribus et indignis famulis fuis : τον θάνατον ώλεσας: ιλάσθητι ήμίν τοις αμαρτωλούς
peccavious enim et inique egimus, neque sumus και αναξίους δούλους σου · ήμαρτομεν γάρ και ήνομή
gui, qui leverous oculos, el suspiciamus celi alli- σαμεν, και ουκ εσμεν άξιοι άραι τα όμματα ημών,
tudinem : quia dereliquimus viam justitie tue, et και βλέψαι εις το ύψος του ουρανού · διότι κατελίπο
abivimus in voluntatibus cordium nostrorum. Ergo C μεν την οδον της δικαιοσύνης σου, και επορεύθημεν
obsecramus incomparabilem tuam bonitalerm , parce εν τοις θελήμασι των καρδιών ημών. Αλλ' ικετεύο
nobis secundum multitudinem misericordie Ius, et μεν την σην ανείκαστον αγαθότητα, φείσαι ημών,
salvos nos fac propter sanctum nomen tuum , quia Κύριε , κατά το πλήθος του ελέους σου, και σώσον
defecerunt in vanitale dies nostri : de manu inimici ήμάς, διά το όνομά σου το άγιον, ότι εξέλιπον εν μα.
eripe nos, el dirnitle nobis peccata, el carnalem no- ταιότητι αι ημέραι ημών εξέλου ημάς της του αντι
stram prudentiam mortifica , ut exspoliantes nos ve- κειμένου χειρός , και αφες ημίν τα αμαρτήματα, και
Cerem hominem, induamus novum , el vivamus Do- νέκρωσον το σαρκικόν ημών φρόνημα: ίνα, τον πα
mino ac moderatori nostro : el sic tua seculi mal - λαιών αποθέμενοι άνθρωπον, τον νέον ένδυσώμεθα,
data, ad alernam perveniamus requiem, albi est και συζήσωμεν τώ ημετέρω Δεσπότη και κηδεμόνι:
oninium Icelantium liabil:ilio. Tu enim, Clhriste και ούτω τοίς σοις ακολουθούντες προστάγμασιν, εις
Deas nosler , es vers le diligentium Intitia atque την αιώνιον ανάπαυσιν καταντήσωμεν, ένθα πάντων
eisultatio : et damus gloriam tibi cum ingenito Pa- εστιν ευφραινομένων και κατοικία. Συ γάρ ή όντως
tre, et sancto bonoque ac νινιfico tuo Spiritu ,nunc αληθινή ευφροσύνη και αγαλλίασις των αγαπώντων
el semper el in sæcula sæculorum . Amen. σε , Χριστέ ο Θεός ημών, και σοι την δόξαν αναπέμ
πομεν συν τω ανάρχη Πατρί , και το παναγία και αγαθώ, και ζωοποιώ σου Πνεύματι, νυν και αει, κα!
εις τουςαιώνας των αιώνων. Αμήν.

TYPICA .

Modo ante , modo post Nonam recitanda .

256 . Comm. Horologium quidem exhibel Typica anle Nonam ejusque niesorium ; sed cum (ut ex num .
50 colligilur) Typica inodo aule, modo posi Nona in ejusque inesoriuin recitari debeant, salius esse eri
slimavi magisque consullum , ea hocce loco legenda proponere : sic enim et ponuntur in Typico S . S :
bæ , el llorarum minorum series atque ordo minus interrumpilur. Vox autem , Typica , multiplici si
gnificatione gaudel in ecclesiasticis Græcorum voluininibus. Ulan dedimusnum . 36 , bic daluri aliam . Do
hac igitur voce, prout hic accipitur, ita philosophialur Goarus in Euchologio fol. 124 ad illam vocem , tà
TUTTLXá . < Psalmum vicesiinum secunduni (voluii serilere 102) präsenis vox suggerit intelligendum , qui
cl tpūta TUTLxá , ad discrimen inter ipsum et 145 , ma'vc202 TUT !Xá vocalum ponendum dicitur. Amb
vero Tu ToLXŹ audiunt, vel quia % 0 + rojsT OU ; juxta morina el rubricas cantari , vel potius quia in
olliειο των τυπικών legi consuesent . Uιεύη (Gr.cci post μέγα απόδειπνου, Completoriun! magic :1 ,
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI. CCCLXXXIO
aliud uixo' minus habent : el post Primam , Terliam , Sextam , el Nonam medias horas sibi præseri..
pseront, jeOK' pla vocatas..... sic, quasi bis ad divinas laudes lion facientibus satis, post Sex lam el negiú
plov ejus, & xolouOlav TÙY TUTILXWv, Typicorum oflicium subjunxerunt : in quo cum inter alias preces, eliai
psalmi XXII (corrige ilermm cii), el CXLv reperiantur, ut e Typicis extracii eorum primus dirilor, apūta
TUTLXá el sccundus deútspa TUTTIXá. » Et fol. 186 his, ex mente cruditissimi Leonardi Phyllara: Areo
pagile, adılendum censet jdeir Guarus : « l'salmos illos duos jam memoratos , TUTTLXūv uomen solos
non mereri ; sed el quæcunque in liturgix principio , Christi in mundum veniuri figuram , tú
Tov, gerunt : psalmos aulem illos hoc nomine maxime dignos, quod expressiorem , ut Patribus placuil,
Chrisii ligurani exhibeant. I
257. Hactenus Go: rus. Restai ut nos Typica ipsa ex Horologio integra exprimamus. Dicuntur autem ,
nt ait S . Sobic Typicuin , xúda , id esi, sine cailu el modulatione, hoc modo : Postquam dictum est ,
Ευλόγει, ψυχή μου , τον Κύριον: Ευλογητός εί, Κύριε. « Benedic, anima mea, Doιuinum; Benedictus es, Do
mine, , recitalur psalmus cir, el cludiluir eum Absa , Gloria . Deinde succedit psalmus CXLV, et diciwr,
Kal vũv. 1 El nunc : , sequilurque hoc troparium .
Ο μονογενής Υιός και Λόγος του Θεού αθάνατος A Christe Dens, qui es unigenitus Filius et Ver
υπάρχων, και καταδεξάμενος διά την ημετέραν σω- Dum immortale Dei, φui propter nostram salutem
τηρίαν σαρκωθήναι, εκ της αγίας Θεοτόκου και αει- incarnatus, et ex sanct: ac semper Virgine Maria ,
παρθένου Μαρίας ατρέπτως ενανθρωπήσας, σταυρω- immutabiliter homo factus , crucifixusque mortem
θείς τε, Χριστέ ο Θεός, θανάτω θάνατον πατήσας: morte conculcasti, qui unus de sanctissima Trini-.
είς ών της αγίας Τριάδος, συνδοξαζόμενος το Πατρί late, conglorificaris cum Patre el Spiritu 8ancio,
και τωναγίω Πνεύματι, σώσον ημάς. salva nos.
Είδέναι χρή, ότι τη μεγάλη Τεσσαρακοστή ού 257. Scire oportet, in magna Quadragesima non
λέγομεν τους των τυπικών ψαλμούς · αλλά μετά την dici typicorum psalmos ; sed post hanc orationein ,
ευχήν την, Δέσποτα Κύριε Ιησού Χριστέ, ο Θεός exhibilam ηum. 234, Regnalor Dooline Jesu Chri
ημών, άρχεται ο τεταγμένος χορός ούτως: Μνήσθητι sle , Deus poster, incipίι designatus chorus Sic :
ημών, Κύριε, μετά μέλους εις ήχος πλ. δ', και ευθύς: Memento nostri, Domine, cum modulatione ad to
Μακάριοι οι πτωχοί τω πνεύματι. Μετά δε το τέλος nurm obliquum 2 , et statim dicuntur evangelicae
των στίχων ενούμενοι οι δύο χοροί λέγουσιν ούτως : beatitudines : Besti pauperes spiritu (α). Αι vero
post quemlibet versiculum duo chori simul dicunt
B sic :
Μνήσθητι ημών , Κύριε , εν τη βασιλεία σου. Memento nostri, Domine, in regno tuo. ae
Μνήσθητι ήμών, Κύριε, όταν έλθης εν τη βασιλεία mento nostri , Domine, cum veneris in regnum
σου. tuum .
Και ει μεν εστι Τεσσαρακοστή , ενούμενοιοι δύο Ει ει sit Quadragesima , duo simul cliori psal
χοροί ψάλλουσι μετά μέλους το , Μνήσθητι ήμών• Iunt modulate : Merneno mei, et ad singula faciunt
και μετάνοιαν α' εις το καθέν· ει δ' ού, χύμα. reverentiam unam : alio aulem tempore sine cantu
el modulatione.
258 . Coun . Ne hac hæreal leclor, sciendum est, qualuor apud Græcos celebrari Quadragesimas : pri
mam l'ascha , alteram Apostoloruin , lerliam Assumplionis , quartuin denique Nacivitatis ; eam aulem quæ
Pascha anlecellit, Meydany, magnam appellari : id quod colligitur ex Synieone Thessalonicensi, sic pro
nantinnte in respons0 Lvt : Και διά τούτο μέλλον των άλλων μεγάλη λέγεται, ότι και έτεραι εισιν
aúrn OŠ Toutwv ÚTTE PÉYel. El proptcrea hæc potius quam aliae magna vocitalur, quod aliis omnibus ex
cellai. , lino vero , ut observal Cangius, jejunia sepicin aut plurium dieruin , ante ſesta Sanctoruin ob
servari solita , eam em nomenclaturani obiinent. Atque id probare nitilur Cangius ex Joanne Jejuna
tore qui in Penitentiali pag. 89, sic Insluet : Τάς δύο τεσσαρακοστής του αγίου Φιλίππου και των ιδ'
αποστόλων κρέατος μέν μή μετέχειν τους κοσμικούς όριζομεν. Το duabus Quadragesilis, S. Philippi vi
delicet el disodecim apostolorum , sæcularibus esum carnis interdicimus. , Ilirc observatio dispellit
lenobras, quas superior llorologii locus comparatus ad alios affundere potuissel. Nunc ergo videa inus ,
quomodo in minoribus illis Quadragesimis sive jejuniis concinalur istud , Mvhooneo huwv. Memoralo
nostri.
Δόξα. Και νύν. C Gloria . Et nunc .
Μνήσθητι ήμών, Κύριε, όταν έλθης εν τη βασι- 259. Memento nostri , Dornine , cum veneris in
λεία σου. regnum luum .
Μνήσθητι ημών, Δέσποτα, όταν έλθης εν τη βα Memento nostri, Dominator, cum veneris in re
σιλεία σου. guum luum .
Μνήσθητι ήμών, "Αγιε, όταν έλθης εν τη βασι- Memento nostri, Sancte, cum veneris in regnon
λεία σου. tuum.
Χορός και επουράνιος υμνεί σε και λέγει: "Αγιος, Chorus celestis celebrat le, et dicit : Sanctus,
άγιος , άγιος, Κύριος Σαβαώθ• πλήρης και ουρανός sanctus, sanctus, Dominus Sabaolli ; pleni sunt
και η γη της δόξης σου. creli et lerra gloriæ tuæ (b).
ΣΤΙΧΟΣ. VERSICULUS.
Προσέλθετε προς αυτόν, και φωτίσθετε, και τα Venile ad eum, et illuminamini ; el νulius vestri
πρόσωπα υμών ου μή καταισχυνθή . non confundantur (c)
(α) Matth. 1, 3. (c) Psal. xXx , 6.
(6) Iss . Tι, 3.
 CCCLXXXIV PROLEGOMENA.
Clhorus celestis celebrat le, el dicit : Sanctus, A Χορός ο επουράνιος υμνεί σε , και λέγει: “Αγιος,
Bianctus, sanctus, Dominus Sabaolli ; pleni sunt caeli άγιος, άγιος, Κύριος Σαβαώθ • πλήρης ο ουρανός και
el terra gloriæ luip . η γη της δόξης σου .
Gloria . Δόξα.
Chorus sanctorum angelorum et Archangelorum, Χορός αγίων αγγέλων και αρχαγγέλων μετά πα
cum omnibus celestibus virtutibus, celebrat le, et σών των επουρανίων δυνάμεων υμνεί σε, και λέγει:
«dicit : Sanctus, sinctus, sanctus, Dominus Sabaolli; "Αγιος, άγιος , άγιος , Κύριος Σαβαώθ• πλήρης και
pleni sunt cæli et lerra gloriæ tuæ . ουρανός και η γη της δόξης σου .
Et nunc. Και νυν..
260. Ilic recitalur synbolum Nicænum , coque finito dicitur sequeos precario , cui oralio Dominica sub
ncclilur .
Remitte , dirnille, condona , Deus, peccata 2 Β ' Aνες, άφες, συγχώρησον, ο Θεός , τα παραπτώ
nobis admissa, tam libere quanm coacle , am opere ματι ημών, τα εκουσία και τα ακούσια , τα έν έργω
φuam sermone, tam scienter quaminscienter, tan και λόγω, τα εν γνώσει και εν αγνοία , τα εν νυκτί
Incle quan interdia , tam mente quain sensu; om- και εν ημέρα, τα κατά νουν και διάνοιαν τα πάντα
nia nobis condona , ut bonus atque louilium ημίν συγχώρησον, ως αγαθός και φιλάνθρωπος .
amans.
Ει si quod festum Domini celebretur, dicimus . Και ει μεν εστι Δεσποτική εορτή, λέγομεν το
ejus contaciunt : si autemcum eo concurrit sanctus ταύτης κοντάκιον είδε τύχοι και άγιος εορταζόμενος
celebrandus, prius dicitur sancti contacium , Glo. εν ταύτη, λέγεται πρώτον το του αγίου : Δόξα Και
ria , Ει none ; (postea) contacium festi. Si Alleluia νυν: (έπειτα) το της εορτής. Ει δ' 'Αλληλούϊα έψαλτο,
sit festum deinde diei; Merayoppua ws. alga. Merd twv der levaväv."Asa
cantalum fuerit , vel non sit festum Domini , dic
primo contacium Transfigurationis , deinde diei ;
ή ουκ έστι Δεσποτική εορτή , λέγε πρώτον το της
Μεταμορφώσεως, είτα το της ημέρας: τη δευτέρα
feria secunda Incorporeorum contacium. Gloria. των Ασωμάτων. Δόξα. Μετά των αγίων ανάπαυσον,
Cum sanctis dona, Christe . Ει nunc . Tutela Chri. Χριστέ. Και νύν. Προστασία των Χριστιανών. Ωσαύ
stianorum. Similiter tertia feria contacion praecur. τως τη τρίτη του προδρόμου, και καθεξής.
soris el deinceps.
261. Hæc autem contacia in Horologio integra subjiciuntur , boc modo.
Contacium Transligirationis. Το της Μεταμορφώσεως.
Ιη τηonte transfiguratus es , Christe Dens : el Επί του όρους μετεμορφώθης και ως έχώρουν
quantum capaces erant discipuli tai, viderunt glo - οι μαθηταί σου την δόξαν σου , Χριστέ ο Θεός , εθεά
riam luam , ut quando le cernerent sublatum in σαντο· ίνα , όταν σε ίδωσι σταυρούμενον , το μεν πά
crucem, nossent te id pati libere ; et ut predicarent θος νοήσωσιν εκούσιον , το δε κόσμο κηρύξωσιν, ότι
mundo, esse le Patris splendorem . συ υπάρχεις αληθώς του Πατρός το απαύγασμα.
262 . Feria 1, contacionIncorporeorum, tonus 2 . Τη β' κοντάκιον των ασωμάτων. "Ηχος β'.
Archistralegi Dci, administri divinae gloric,all 'Αρχιστράτηγοι Θεού , λειτουργοί θείας δόξης.
geloroni ductores , et principes incorporeorum ; των αγγέλων οδηγοί , και αρχηγοί ασωμάτων, το συμ
quod convenit, id nobis petite , et magnam miseri- φέρον ημίν πρεσβεύσατε , και το μέγα έλεος , ώς των
cordiam , sicut incorporeum archistrategi. ασωμάτων αρχιστράτηγοι .
263. Feria Πι, contaciuin precursoris. Tonus β', Τη τρίτη του Προδρόμου κοντακιον. Ήχος β'. Τα
sient Τα άνω ζητών. άνω ζητών.
Proplieta Dei, et Ρrecursor gratie, e capite Προφήτα Θεού, και πρόδρομο της χάριτος, την
ιιιο, velut sacerrima rosa , in terro invento, mede- D κάραν την σην, ώς ρόδον ιερώτατον, εκ γης ευρά
Ian seinper accipimus : elenim, οι ante, predicas μενοι, τάς ιάσεις πάντοτε λαμβάνομεν και γαρ
πάλιν, ώς πρότερον, εν κόσμω κηρύττεις την μετά
νοιαν.
264. Feria ir el vi, loc. Tonus 4 . Τη τετράδι και τη παρασκευή τούτο. Ήχος δ'.
Chrisle Deus, qui ultro sullixus es cruci, osten Ο υψωθείς εν τω σταυρό εκουσίως, τη επωνύμου
de misericordianm tuam, nova illa quae a te cogno- σου καινή πολιτεία τους οικτιρμούς σου δώρησαι,
minalur gubernatione : exhilara virtute tua fideles Χριστέ ο Θεός ευφρανoν εν τη δυνάμει σου τους πι
imperatores nostros : ipsis victorias concede , et far στους βασιλείς ημών" νίκας χορηγών αυτοίς , κατά
inexpugnabile. νης, αήττητον τρόπαιον.
205. teria v, SS. apostolorum . Tonus 2. Τη πέμπτη των αγίων αποστόλων. Ήχος β'.
Securos et divina Ioculos pracones , discipu- Τους ασφαλείς και θεοφθόγγους κήρυκας, την
Iorum tuorum columen, Domine, aluisisii ad per- κορυφήν των μαθητών σου, Κύριε, προσελάβου εις
fruendum bonis luis, et al requiescendum; illorum απόλαυσιν των αγαθών σου και ανάπαυσιν τους πή
enim labores ac mortem quoνis holocausto Iulien- νους γάρ εκείνων και τον θάνατον εδέξω υπέρ τά
 ACOLUTIIA TRIPLICIS FESTI. CCCLXXXV
σαν ολοκάρπωσιν, ο μόνος γινώσκων τα εγκάρ- A tius suscepisti , tu qui solus corua pernosti.
δια.
Τη αυτή ημέρος του αγίου Νικολάου. Ηχος γ'. Ή 266. Εadem feria contacium S. Nicolai. Tomus 5,
Παρθένος σήμερον. stcut Η Παρθένος σήμερον.
Εν τοις Μύροις, άγιε, ιερουργός ανεδείχθης » του Mirensibus, o sancle , ſuisli sacrorum admini
Χριστού γάρ, όσιε, το Ευαγγέλιον πληρώσας , εθηκας sler : nau Christi Evangelium adiaplens , o dive ,
την ψυχήν σου υπέρ λαού σου, και έσωσας τους animamtuam posuisti pro populo tuo , innoceules
αθώους εκ του θανάτου· διά τούτο ηγιάσθης , ως μέ- eripuisti o morte , ideo sicut magnus muysta divine
γας μύστης Θεου της χάριτος. gratiæ , sanctificalus es.
Το Σαββάτω λέγομεν Δόξα μετά των αγίων , Sabbado dicimus, Gloria cum sanctis, et pries
και το παρόν μαρτυρικών τροπάριον. Ήχος πλ. δ . , 3ens tropariunt inartyrum. Τους obliquυς
262. Coxy. Hoc troparium invenies num . 233 el inchoatur ab his verbis : 'Qs & tapyås oñs
φύσεως.
Τούτο δε λέγεται καθ' εκάστην εκτός Σαββά- Illud autem , quod sequitur, dicitur quotidie,
του . prælerquam in Sabbato.
Προστασία των Χριστιανών ακαταισχυντε , μεσι- Tutela Christianorum , que non confunditur ;
τεία προς τον Ποιητήν αμετάθετε , μή παρίδης αμαρ- Ininitabilis apud Conditorem intercessio ; we de
τωλών δεήσεων φωνάς · αλλά πρόφθασον ως αγαθή εις Β spicias voces peccatorum deprecantium, sed natura
την βοήθειαν ημών, των πιστώς κραυγαζόντων σοι: nobis ferre auxilium: ad te enim fdeliter clama
Τάχυνον εις πρεσβείαν, και σπεύσον εις ικεσίαν, ή mus, Deipara , perpetua le bonorantia patro.
προστατεύουσα αει, θεοτόκε, των τιμώντων σε. na , legationem accelera ; ad supplicalionem fe
slina.
Το, Κύριε,ελέησον , μ'· και ,ει εστι Τεσσαρακοστή , Domine , nuiserere , quadragies ; et si Kit
Την τιμιωτέραν των χερουβίμ. Εν τω ονόματι Κυρίου, Quadragesima , Excelsiorem cherubin. In nomine
ευλόγησον, Πάτερ. Ο ιερεύς: Ο Κύριος οικτειρήσαι Donini , benedic , Paler . Sacerdos : Dominos
ημάς , και τας τετυπωμένας μετανοίας. Είμα Τρια- miserealur nostri ; et funt prestitute reverentie.
αγιον, Παναγία Τριάς, Πάτερ ημών, Κύριε, ελέη Deinde dicitur Trisagium , Sanctissima Trinitas,
σον ιβ'. Είη το όνομα Κυρίου ευλογημένον, και τον Paler nOsler , Domine , miserere, duodecies , Sio
ψαλμόν λγ . Ει δ' ουκ έστι Τεσσαρακοστή , μετά το, nomen Domini beuediclum (a), cum psalmo XXXIII.
Κύριε , ελέησον , μ', ευθύς το , Είη το όνομα Κυρίου, Si autem non sit Quadragesima, post , Domine, mi
εκ τρίτου. Δόξα , Και νύν, και γίνεται απόλυσις. screre , quadragies dictum , dicitur. ucr : Sil nomen
Domini. Gloria, El nunc, et lit dimissio.

APODIPNUM .
267. « Apodipnum , , uli jam nunc in ipsa capitis bujus inscriptione declaratum est, respondel Com
pletorio , Latinorum ; itaque nuncupalur, quia à Tod toŨ oclavou , id est, a cæna decanislur. Duplex autein
apud Græcos est « àTÓÕELTIVOV ; alterum héya , majus ; allerum uexpóv, minus, » Prius psallitur per llam
magnam Quadragesimam ; posterius per reliquum anni lempiis : sic enim habet Anthologium Arcudii :
Ούτω μεν τελείται το μέγα απόδειπνον έν τη μεγάλη τεσσαρακοστή , κατά την τάξιν του παλαιού και καθ
ολικού τυπικού , καθώς γέγραπται· το δε μικρόν απόδειπνον, ο ψάλλεται όλο το χρόνο παρεκτός της μεγά
ans tessa paxostñs, etc. illa quidem fit inagnum Apodipnuin in magna Quadragesima, secundum sanctio
nem antiqui el universalis Typici, sicut scriptum est ; sed parvum Apodipnum , quod psallitur loto lempo
re extra Quadragesimanı, elc. llinc castigandus videtur Goarus, qui supra num . 255 , non obscure innuil,
Apodipnuin ulrumque quotidie recitari. Utrumque porro describitur im Horologio : sed quia magnuin proli
zius est, quaia ul comniode bic possil esponi, iaitun dabo e Apodipaum minus, ; in quo interdum psalliåxo
doublay aliorum sanctorum diximus num . 190 .
Ποιoύντες στίχον λέγομεν· Δοξα σοι, Θεός ημών C 268 . Per molumn versiculi dicimus, Gloria tibi,
ξα σοι. : Deus nosler; gloria tibi.
Βασιλεύ ουράνιε, Παράκλητε, το Πνεύμα της αλη- Rex celestis, Paraclele, Spiritus veritatis, ubi
θείας, και πανταχού παρών και τα πάντα πληρών, οθη- que presens , el repleus omnia, liesaure bonorum »,
σαυρός των αγαθών και ζωής χορηγός , ελθε και et vitelargilor ; veni et liabita in nobis , et nos ab
σκήνωσον εν ημίν, και καθάρισον ημάς από πάσης Omni nacula espurga, el serva benigne animas io
κηλίδος , και σώσον, αγαθέ , τας ψυχάς ημών, stras.
Το Τρισάγιον, τό Παναγία Τριάς, Πάτερ ημών, Trisagium , Sanctissima Trinitas, Paler 10
“Ότι σου έστι, το, Κύριε,ελέησον, ιβ', το, Δεύτε , προσ- sler, Quia ιωυη est ; Domine , omiserere, duode
(4) Psal. cx1, 2.
 LCCLIXIVI PROLEGOMENA . .
cies ; Venite, adoremus, ler ; et psa .mus L, Miserere A xuvhswuev, Y , xal stiv v , 'EXtr,cón ME, 6 Oede ,
nei, Deus, secundum magna misericordiamtuam: κατά το μέγα έλεός σου · και ξ0', Ο Θεός εις την
el , Deus, in adjutorium meum; et cXLII , Ρο- βοήθειάν μου· και ρμθ', Κύριε , εισάκουσον της
mine, exaudi orationein neam . προσευχής μου.

269. Comu . Deinde proponitur recitanda Doxologia major, quam aedi num . 207. In Apodipno autem
recitalur tantum usque ail bæc verba inclusive, Eis Edy aloya toŨ alüvos, in sæculum sa culi. Post
hæc dicitur, Kúple , xataquyó , Domine, refugium ; ut eodem illo numero boabelur : sed in fue omillilur
" Αγιος ο Θεός , Sanctus Deus ; et ejus loco dicitur : Καταξίωσον, Κύριε, εν τη νυχτι ταύτη ανα μαρτήτους
φυλαχθήναι ημάς. « Diguare, Domile, 20cle ista Sine peccato nos custodive.

Postea sic dicimus : Vere διgnum est , Excel- Είτα ούτως λέγομεν: "Αξιον εστιν ώς αληθώς :
siorem, Credo in ununi Deun», Trisagion, Sanctis- Την τιμιωτέραν , Πιστεύω εις ένα Θεόν, το Τρισ
sima Trinitas , Paler noster, tropariuαι sancti illo άγιον, τό Παναγία Τριάς, το, Πάτερ ημών, τροπά
die colendi, vel sequentia . ριον του κατά την ημέραν αγίου , και τα παρόντα.
270. Patrum Mostrorum Peus , qui semper no- Ο Θεός πατέρων ημών, και ποιών αεί μεθ' ημών
biscum agis juxta mansuetudinem tuam, ne aver- κατά την σην επιείκειαν, μη αποστησης το έλεός σου
tas misericordiam tuain a nobis ; sed eorumdein το- αφ' ημών» αλλά ταις αυτων ικεσίαις εν ειρήνη κυβέρ
gatu vitam nostram in pace guberna. νησαν την ζωήν ημών.
Sanguine martyruun , qui sunt in ιοιο orbe, vel- Των εν όλο το κόσμο μαρτύρων σου, ως πορ
Η purpura ac vysso, ornala Ecclesia Lua tibi cla - φύραν και βύσσον , τα αίματα ή Εκκλησία σου στο
mrt , Christo Deus: Per illos ostende misericordiam λισαμένη, δι' αυτών βοά σου, Χριστέ ο Θεός: Το
1uam populotwo , el pacem tua gubernatione con- λαό σου τους οικτιρμούς σου κατάπεμψον, ειρήνην
cede, el animarum miserere nostrarum . τη πολιτεία σου δώρησαι, και ταϊς ψυχαίς ημών το
μέγα έλεος.
Gloria. Β Δόξα.
Cum sanctis dona, Christe, requiem animabus Μετά των αγίων ανάπαυσον , Χριστέ, τας ψυχάς
servorum tuorum ibi, ubi non est labor, μου do» των δούλων σου· ένθα ουκ έστι πόνος, ώ λύπη , ου
lor, non gemilus, sed vila sempiterna . στεναγμός , αλλά ζωή ατελεύτητος.
El nunc. Και νύν.
Omnium sanctorum, ac Deipare precibus, Do- Τη πρεσβεία , Κύριε , πάντων των αγίων και της
mine , pacem tuam da nobis , et miserere nostri , Θεοτόκου την σην ειρήνην δος ημίν ,και ελέησονημάς,
lanquam solus misericors. ως μόνος οικτίρμων .
271. Domaine, naiserere quadragies ; deinde die Το, Κύριε, ελέησον, μ' είτα και την ευχήν, Ο
orationem, Qui onini tempore et liora. Ilerum, εν παντί καιρώ και πάση ώρα. Το, Κύριε, ελέησον,
Domine, miserere , ter . Gloria. Ει nunc. Excelsio- γ . Δόξα, Και νύν, Την τιμιωτέραν, Εν ονόματι του
Tem. In normine Domini, benedic, Paler . Par preces Κυρίου ευλόγησον, Πάτερ, Δι' ευχών των αγίων πα
sanctorum Patrum nostrorum . τέρων ημών.
Impolluta , incontaminals , incorrupta , interne- "Ασπιλε, αμόλυντε, άφθoρε, άχραντε, αγνή , Παρ
rals , casla , virgo, Dei sponso , Donnina ; quae Deum θένε, θεόνυμφε, Δέσποινα, ή θεόν Λόγον τους ανθρώ
Verburn admirabili tuo partu hominibus suivists ; C ποις τη παραδόξω σου κυήσει ενώσασα, και την απ
que objeclain generis nostri naturam conjunxisti ωσθείσαν φύσιν του γένους ημών τους ουρανίοις συν
celestibus, et que es desperatorum spes unica , at. άψασαν και των απελπισμένων μόνη ελπίς , και των
que oppressorum auxilium , prompta tutela ad te πολεμουμένων βοήθεια και έτοιμη αντίληψις των εις
recurrentium, et oιnnium Christianorum perfugiuιτι , σε προστρεχόντων , και πάντων των Χριστιανών το
Do fastidias me peccatorem exsecrabilean; turpibυς καταφύγιον: μη βδελύξη με τον αμαρτωλόν τον εναγή ,
cogitationibus , serimonibus et operibus Lotuminuti- τον αισχρούς λογισμούς , λόγοις, και πράξεσιν όλον
lem; et servum voluptatum hujus vitae pre volun- έμαυτόν αχρειώσαντα , και τη των ηδονών του βίου
taria egoisie factum. Sed languan benignissimi ραθυμία γνώμη δούλον γενόμενον. Αλλ' ώς του φιλ
Dei mater , benigne miserere mei perditi peccato- ανθρώπου Θεού μήτηρ, φιλανθρώπως σπλαγχνίσθη
rio, et meam tibi inquinalis labiis oblalam precem τι επ' εμοί τω αμαρτωλό και ασώτο και δεξαι μου
suscipe ; atquo Filiuo, ιυιη nostrorumque Domi- την έκ ρυπαρών χειλέων προσφερομένην σου δέησιν
num malerina deprecare βducia ; οι et ipse mihi και τον σον Υιόν και ημών Δεσπότης και Κύριον, τη
perial pietatis sue benigna viscera, οι, non habita μητρική σου παρρησία χρωμένη, δυσώπησον, ένα
innunierabilium meοrumlapsuuin ratione, me con- άνοιξη καμοί τα φιλάνθρωπα σπλάγχνα της αυτού
verial ad penitentiam, et facial mandala sua probe Ρ αγαθότητος, και παριδών μου τα αναρίθμητα πταί
adimplere . σματα, επιστρέψη με προς μετάνοιαν, και των αυτού
εντολών εργάτην δόκιμον αναδείξη με .
272. Adesto mihi semper misericors, lacilis, ac Και πάρεσό μου αεί, ως ελεήμων και συμπαθής
 ACOLUTHIA TRIPLICIS FESTI. CCCLXIZVIL
και φιλάγαθος· εν μέν τώ παρόντι βίω θερμή προ- A bona; cu in hac quidem vita fervens patrona , atqeo
στάτες και βοηθός , τας των εναντίων εφόδους αποτει- auxiliatrix , coercens adversantium impetus , et
χίζουσα, και προς σωτηρίαν καθοδηγούσα με, και εν viarn ad salutem commonstrans; deinde exitus mei
τω καιρώ της εξόδου μου την αθλίαν μου ψυχήν πε lempore prolege miseram mean animéni, lenebro
ριέπουσα, και τας σκοτεινάς όψεις των πονηρών δαι sasquemalorum dæmonum formas procul repelle ;
μόνων πόρρω αυτής απελαύνουσα: εν δε τη φοβερά in tremendo autein die judicii a pena sempirerna
ημέρα της κρίσεως της αιωνίου με δυομένη κολά.. erue me, et ſac bæredem Filii lui et Dei nostri
σεως , και της απορρήτου δόξης του σου Υιού και Θεού inefabilis glorie ; quanm tandem adipiscar, Domina
ημών κληρονόμος με αποδεικνύουσα· ης και τυχοιμι, mea sanctissima Deipara , tua intercessione ac ta
Δέσποινά μου υπεραγία Θεοτόκε, διά της σης μεσι - tela, graliaque et benignitale unigeniti Ini Filii ,
τείας και αντιλήψεως, χάριτι και φιλανθρωπία του Domini, Dei et Servatoris nostri Jesu Christi ; cui
μονογενούς σου Υιού , του Κυρίου και Θεού , και Σω- convenit omnis gloria, honor el adoralio, cum sno
τήρος ημών Ιησού Χριστού και πρέπει πάσα δόξα, ingenito Patre , et sanctissimo, bonogne, ac vivilco
τιμή και προσκύνησις, συν τω ανάρχω αυτού Πατρί suo Spiritu, nunc el semper, et in secula seculo
και το παναγία και αγαθό και ζωοποιώ αυτού Πνεύ- run. Amen.
ματι, νυν και αει, και εις τους αιώνας των αιώνων. Β
'Αμήν.
Και δος ημίν, Δέσποτα, προς ύπνον απιούσιν 973 . Do nobis, Domine, cuoitum coneerlentibos
ανάπαυσιν σώματος και ψυχής και διαφύλαξον ημάς quietem corporis, et animae, et a caliginos0 peccati
από τού ζοφερου ύπνου της αμαρτίας, και από πά- somno nos libera , omnique tenebrosa ac nocturna
σης σκοτεινής και νυκτερινής ηδυπαθείας. Παύσον mollitie. Reprime motionum impetus ; esstingue
τας ορμές των παθών: σθέσον τα πεπυρωμένα βέλη ignita maligni jacula adversum nos dolose emissa ;
του πονηρού , τα καθ' ημών δολίως κινούμενα» τας carnis nostre rebellionem compone, et omnem
της σαρκός ημών επαναστάσεις κατάστειλον , και πάν terrenam , atque materialem in nobis cogitationem
γεώδες και υλικών ημών φρόνημα κοίμησον και δώ- 80pί ; largire autem noliis , Deus , mentem vigilan
ρησαι ημίν , ο Θεός, γρήγορον νούν, σώφρονα λογι- tem, prudentem intellectum, cor custum, soimaum
σμών, καρδίαν νηφουσαν, ύπνον ελαφρόν, και πάσης leverm , et ab omni Salamica Imaginatione liberm.
σατανικής φαντασίας απηλλαγμένον. Διαβάστησον δε Tempore orationis do somno excita nos, in manda
ημάς εν τω καιρώ της προσευχής, έστηριγμένους έν tis tuis frmatos ; et fac, οι memoriam tuorum.ju
ταις εντολαις σου, και την μνήμην των σων κριμάτων, c diciorum indelebileni servemus. Da nobis quoque,
εν εαυτοίς απαράθραυστον έχοντας . Παννύχιον ημίν ut per noctem Iolam celebremus et benedicamus
την δοξολογίαν χάρισαι, εις το υμνείν και ευλογείν atque glorifcemus augustum et magniacum nomen
και δοξάζειν το τάντιμον και μεγαλοπρεπές όνομά τουm, Patris et Filii et sancti Spiritus , nunc et
σου, του Πατρός, και του Υιού , και του αγίου Πνεύ- semper, et in secula seculorum. Amen.
ματος, νυν και αει, και εις τους αιώνας των αιώνων.
'Αμήν.
Και γίνεται απόλυσις, και η συγχωρησις παρά Et it dimissio , el delictorum veniam pelit sa
του ιερέως cerdos.

274. Conn . Hic monet Horologium , illum veniæ pelenda rilum quærendum esse ex Apodipno mojore ,
unde non gravabor illum describere . Sic ergo habet :

Ποεήσας ο προεστώς μετάνοιαν επί γης, λέγει D
τους αδελφοίς : Ευλογείτε, πατέρες άγιοι, συγχωρή-
σατέ μοι το αμαρτωλώ. Και οι αδελφοί: Ο Θεός
συγχωρήσει σου, Πάτερ άγιε . Και έρχονται οι άδελ-
φοι από του δεξιού και αριστερού χορού κατά τάξιν choro secundum ordinemsinguli facere consimiliter
εις και εις ποιείν ομοίως, και αιτείσθαι και λαμβά-
νειν συγχώρησιν , αμέχρις
ερες λέγει:
δελφοανσχ πληρωθώσιν άπαντες.
ύσυπέρ
ΟΟ δεδε ιερεύς και Εύξώμεθα εωςτ των ορθοδόξων
Χριστιανών. Και αδελφοί συνεχώς το , Κύριε, ελέη-
σον. Υπερευοδώσεως καιενισχύσεως του φιλοχρίστου
στρατού . Υπέρ του Αρχιεπισκόπου ημών,καιη πάσης της
εν Χριστώ ημώναδελφότητος . Υπέρτωναπολειφθέν-
των πατέρων και αδελφών ημών. Υπέρ των διακο-
νούντων καιδιακονησάντων ημίν . Υπέρ των μισούν-
των και αγαπώντων ημάς. Υπέρ των εντειλωμένων
ημίν τοις αναξίοις εύχεσθαι υπέρ αυτών. Υπέρ
αναρρύσεως των αιχμαλώτων. Υπέρτων έν θαλάσ- infirmitale. Pro uberiale fructuuum terrace . Pro ol
Prepositus inclinans se ad terram usque dicit
fratribus : Benedicile, Patres sancti, ignoscito nmibi
peccatori. Ει fratres : Deus ignoscel tibi , Paler
sancle . Et incipiunt fratres a dextero et sinistro
et alier ab aliero pelere, et accipere veniam, donec
omnes absolverint. Tum sacerdos dicit : Oremos
pro Christianis recte sentientibus. Ει fratres assi
due, Dormine, miserere. Pro felici itinere, et robore
Christiani exercitus. Pro archiepiscopo nostro , et
Cola nostra in Christo Iraternitale. Pro patribus, et
Γratribus nostris derelictis. Pro omnibus, qui nobis
serviunt, et servierunt. Pro babentibus nos odio,
et amantilus. Pro omnibus , qui a nobis indignis
petierunt pro se Orari. Pro redemptione capιίνο
roun . Pro navigantibus in mari. Pro jacentibus in
CSCLXIXVIII PROLEGOMENA.
albus defunctis, patribus, et fratribus, hic sepultis, A ση πλεόντων. Υπέρ των εν ασθενείαις κατακειμένων.
ο pro Orthodoris , qui sunt ubique terrarum. Di- Υπέρευφορίας των καρπών της γης. Και υπέρ πάν
camus el pro illis, Domine, misercre . των των προαναπαυσαμένων πατέρων και αδελφών,
των ενθάδε κειμένων, και απανταχού ορθοδόξων. Εί
πωμεν και υπέρ αυτών το, Κύριε, ελέησον
75. Ει omnes accipinos veniam a preposito, Και λαμβάνομεν οι πάντες συγχώρησιν από του
el discedimus ad s0am quisque cellulain , rccitantes
προεστώτος, και απερχόμεθα εν τοις κελλίους ημών,
banc orationem : λέγοντες την ευχήν ταύτην·
Halbentibus nos odio , et ledentibus ignosce , Τοις μισούσι και άδικούσιν ημάς συγχώρησον , Κύ
Domine. Benefacientibus benefic. Fratribus, atque ριε. Τοις αγαθοποιούσιν άγαθοποίησον. Τους αδελφούς
familiaribus conceale facientia ad saluten» postulata, και ιδίοις ημών χάρισαι τα προς σωτηρίαν αιτήματα
el vitam eternam. Infrnos respice, ex iis niedelam και ζωήν την αιώνιον . Τους εν ασθενεία επίσκεψαι,
largire. Guberna in mari navigantes. Iter facientes και ίασινδώρησαι.Τους έν θαλάσση κυβέρνησον.Τους έν
comilare. In bello adjuvaimperatorem. Mendicati- οδοιπορίαις συνόδευσον. Το βασιλεί συμμάχησον. Τους
bus pro nobis , et nostri miserentibus veniam pec- διακονούσαν και έλεούσι ημάς, αμαρτιών άφεσιν δώ
calorum tribue. Secundum magnam misericordian» Β ρησαι. Τους εντειλαμένους ημίν τοις αναξίοις , εύχε
ιυam miserere corum , φui se nostris indignorum σθαι υπέρ αυτών , ελέησον κατά το μέγα σου έλεος.
precibus cominendarunt. Memento, Domine, de- Μνήσθητι, Κύριε, των προκοιμηθέντων πατέρων και
Γυηctorun patrum , ac fratrum nostroruun, cosque αδελφών ημών, και ανάπαυσον αυτούς όπου επισκι
ibi refucilla, ubi luinen vultus tui aspicitur. Me- πείται το φως του προσώπου σου . Μνήσθητι, Κύριε,
mento, Donine, fratrum nostrorum captivorum, et των αδελφών ημών των αιχμαλώτων, και λύτρωσαι
60s εb omni necessitate libera. Meniento , Donine, αυτούς από πάσης περιστάσεως . Μνήσθητι, Κύριε ,
referentium fructus ac beine facientium sanctis Ec. των καρποφορούντων και καλλιεργούντων εν ταις
clesiis ιωίε , illisque concede salutaria ipsorum po- αγίαις σου Εκκλησίαις , και δες αυτοίς τα προς σω
stulala , et vitam elernam. Meniento, Domine, etiain τηρίαν αιτήματα και ζωήν την αιώνιον. Μνήσθητι,
nostrum humilium , peccatorum , indignorinique Κύριε, και ημών των ταπεινών, και αμαρτωλών, και
famiolorum Iuorum; atque illumina mentem 10 . αναξίων δούλων σου και φώτισον ημών τον νούν τη
stram lamine cognitionis tsa, et in semila manda- φωτί της γνώσεώς σου, και οδήγησον ημάς εν τη
ιorum tuorum nos dirige, precibus incontaminale τρίβω των εντολών σου, πρεσβείαις της παναχράντου
Donine nostre Deipare el semper Virginis Marie, Δεσποίνης ημών Θεοτόκου και αειπαρθένου Μαρίας,
omniumque sanctorum , quia benedictus es in se- " και πάντων σου των αγίων· ότι ευλογητός ει εις τους
cula seculorum . Amen . αιώνας των αιώνων. Αμήν.

CONCLUSIO.

876. Hic babes , erudile lecior , lolum ollicii Græ - derabilis vox, etiamsi die noctuque pateit dici, fa
di ordinem : in quo sine dubio observasti, quam stidium non poterit generare . ..
epe υbique Ingenuinetur Κύριε, ελέησον οι 'Αγιος, 277. Observasti, opinor , praeterea singulos me
aylo ;, &ylos. Cerlo concilium Vasense, seu Vaso . dulos, sive troparia esse ferme singulas lidei ortho
nense (erraul, qui Vasalente appellant) passim ler- Joxæ confessiones : modo enim Arius, modo Ne.
lium inscriplom , et celebrandum anno DXXIX ; con- storiux, modo Eutyches , mudu Sabellius, modo alia
sueludinem islam mirifice dilaudat ; quando can. hæreticorum monstra profligantur. Verumtamen
3 , ila sancit : « Et quia lam in sede apostolica , Orientalis Ecclesia per suum Kal vùv, non tam
quam etiam per lolas Orientales alque Ilaliæ pro - clare verbo ælernitalem explicat, quam Occiden
vincias, dulcis et nimium salutaris cousueludo est talis per suum Sicut erat in principio . Quan
intronissa , ut Kyrie eleison frequentius cum gran- quam concilium Vasenee supra cilatum can. 5,
di afeciu el compunctione dicatur : placuit etiam hanc clausulam eliam iu Ecclesia Orientali usurpa
nobis, ut in omnibus ecclesiis nostris ista tam san- " lam fuisse supponat. « Et quia , inquit, non solum
cua consueludo, et ad Matutinum , et ad Missas, et in sede apostolica , sed etiam per lolum Orieniem ,
ad Vesperain , Deo propitio intromillalur. Et in om - el lotam Africam ,vel lialiaid , propier læreticorum
nibus Missis , seu in Malutinis , seu in Quadragesi- asluliam , qui Dei Filium non semper cum Paine
malibus,seu in illis, quæ pro defunctorum comme ſuisse , sed a lempore cepisse blasphemanı, in om
moratione fiunt, semper Sanclus, sanclus, sanctus nibus claasulis post Gloria , Sicut erat in principio ,
co ordine, quomodo ad Missas publicas dicitur, dicitur : cliam el nos, in universis Ecclesiis nostris
dici debeal ; quia l» m sancta et lam dulcis el desi- loc ita diccndum esse, decernimus. ,
 ACOLUTIIJA TRIPLICIS FESTI. CCCI.SENIN
278. Sui in questione facli particularis facile A procedere per Filium , el ait : « Hoc dogma Tara
errare poluit conciliu !n . Nullo facilius errare po- sius non per se explanavil, sed per doctrinain $ S .
lui ego in hujusce ollicii partibus conjungendis Patrum confessus est.» Consuli etiam potest S . Tho
explicandisque ; neque dubito, quin erraverim per mas p . 1, 9 . 56 , art. 3 . Nihil allem in hanc rem
sæpe : quis eniin lam lincenis, qui in tantis lene polest afferri illustrius, quam id , quod in sua Con
bris nusquam offendat , nusquain incurral ? Quare stitutione , . Presbyleri Græci, , habel Clemens
oro eruditum lectorem , ut quos deprehenderit er . VIII. « Giæci, inquit , credere tenentur, eliama
rores ,mihi indicare ne gravelur. Rem gratam pre Filio Spiritum sanclum procedere , sed non lenen
stiterit paralo , qui corrigam : nam (ui loquar cuin lur pronuntiare, nisi subessel scandalum ; präser
S . Augustino in proæmio libri ii, de Trinil.) « ma- tim si degant inter Latinos, aut necessitas poslula
gis oplabo a quolibel reprehendi, quam sive ab er- rel confitendi fidem catholicam , quia lunc oporte
rante, sive ab adulante landari : nullus eniin reo rel etiam pronuntiare. )
prehensor limendus estamatori veritatis. , lloc la 230. Igitur, cum hic scandani periculuni abfue
men moned, antiquum Gruecorum Officium , neque rit, ob istud de processione ex Filio silentium , or
ad Anthologiuin AntoniiArcudii , neque ad Horolo- . thodoxia Joannis in suspicionem vocari non potest :
gium Crypræ -ferrate ordinis S. Basilii , tanquam adeoque nec ipsa institutio festi , ordinalioque of.
ad suam normam , exigenduin esse : quia hoc Ho- ficii, quorum causa liæc lraclavimus, ad triun do
rologium ritibus Latinis conformius est, quam Gra. clorum Graecorum communem laudem . Nec enim
cis : iliud aulem Anthologium tantuni est pro iis, fas sit opinari, eos se voluisse per hominem hære
« quiiler agentes seu peregre proficiscentes , ægro - ticum loti Orientali Ecclesiæ commendare , velut
lanles, vel alias legitime impediti, choro inter- ex revelatione divinitus facta . Maneat eliam no
csse nequeunt , , ul paliel es literis Clementis bis Joannes, eo quo a Græcis jure appellabatur,
papæ VIII ad ejusilem Anthologii calcem legen . sanclus Pater noster ; , licet necdum compertum
Jis. sil, an elquo die fuerit a suis Euchailis cullus, ut
279. De bujus oflicii auctore Joanne Euchaila lalis ; ci credantur sancli ipsi, ea novi sui fesli in
dubitare poterit aliquis , orthodoxusne fuerit , an slitulione, ipsismet , qui illud lunc suscepluri es
bæreticus : quia , num . 186 , diserte allirmans pro - sent, Græcis , tanquam fidei a se prædicalæ secla
cessionem Spiritus a Patre lacet de Filio ; eoque toribus , lestimonium dedisse orthodoxiæ , licet
potest in suspicionem venire, ne communi Græco - quoad istud punclum minus explicitæ , dilucidæque.
rum plurium errore eumdem a Filio quoque pro- c Orelur aulem ipsorum doctorum trias , ut ad lidei
cedere non crediderit. Error, fateor, hic fuisset catholicæ unitalem , quam ipsi lenuerunt, releant
gravis , el quidem jam lum dawnalus a Romana omnes ubique eorum posteri , quibus lam salulari
Ecclesia : sed ex isto silentio , Joanni illi hæreseos doctrina olim frui ct informari licuit : ac salva
nola affricari non potest . Nam (ut est apud Baro - riluum hinc illinc laudabiliter institutorum di
nium tom . IX ad an . 791) Græci, dicentes Spiritum versitale , tam illi reverenler suspiciant Lali
sanclum a Patre procedere , sed non negantes pro - norum otficiorum cursum breviorem , quam La
cedere a Filio , non damnantur; sed illi duntaxat, tini probant prolixiorem Græcorum boc Iracta -
qui id negant. Atque hoc modo Adrianus papa, in lu explicatum , ad ejus honorem , quem omnis
responsionibus ad Carolum Magnum datis adversus lingua laudat Dominum , in secula sæculoruni.
synodi secundæ Nicænæ obtreclalores excusat Ta Aren .
rasium , qui Spiritum sancluin dixerat ex Patre D

DE RECENTIORI TRIBUSQUE GRÆCORUM DOCTORIBUS,

BASILIO , NAZIANZENO ET CHRYSOSTOMO,

COMMUNI FESTO ,
Per Joannem metropolitam Euchaitarum instituto ipsorumque vulgatis iconibus,

Janningus noster, ad diem v Junii, in Corollario prolixius agit lolo $ 3 ; docetque, ex Andrea Dar .
de tribus sanctis Dorotheis , unius eorum dicti Ju - mario , post annos CCCCLXIV opera illiusdescriber
nioris Vilam daturus , auctore Joanne metropolila le , eisque præmillende epitomen vilie, cæpisse illum
Euchaitaruin , de burjus elale, sede, alque scriplis Euchaitarum Ecclesiam regere sub Constantino Mo
PATROL. GR. XXIX .
CCOXC PROLEGOMENA .
nomacho el imperatrice Zoe. Suscepit imperium A losliluli autem festi historia , quam dixi, conse
Monomachus anno MXLII , el lenuit 11sque ad MLIN, quenter deducitur, hic autem Latine redditur a R .
perrexitque regnare ejus exor Zoe usque ad ML°11. P . Nicolao Rayco S. T . P . sludiis hisce nostris, in
Successerunt in sceptris Michael Stralovicus, Isaa . spein continuandæ successionis el operis, ex volun
cus Comnenus, Constantinus Ducas , Romanus Dio - lale superiorum nunc primum addilo , cum huc
genes, Michael Ducas , et Nicephorus Boloniales usque progressa impressio et reliquus mensis Ju
usque ad annum MLXX81 ; quando evectus ad thro- nius prelo esset paralus. Itaque ipsiiis nomen mi
num fuit Alexins Comnenus ; et adhuc in vivis eral nus frequenter hic, frequentissime autem recurrel,
prælaudalus Joannes. Isto enim anno occasionem Deo danie , in seculuro post Junium primi seme.
datam fuisse novo ſesto , de quo agere hic in - slris Supplemento. Interim ejus, Græce bene periti
sliluinus , intelligitur ex rei gesle narratione , operæ accepluin refer, lector, si Acla Græca, in di
quæ legilor in excusis Menæis ad dicm xxx Ja midia quæ imprimenda reslat Jonii parte occursu
Huarii , quando istud ſestum ibidein sic in :lici ra , accipias haud paulo emendatiora, quam dare in
tur : Tη αυτή μηνι Λ'. « Ejusdem inensis die XXX. ) priori parte potui , multipliciter distractus in re
Μνήμη των εν Αγίοις Πατέρων ημών και οικονομι- sponsionibus ad Carmeliticas accusationes depro
κων διδασκάλων, Βασιλείου του Μεγάλου, Γρηγορίου Β perandis , el defensione Roine atque Madriti in
του Θεολόγου , και Ιωάννου του Χρυσοστόμου. • Μe- struenda. Leo Allatius in sua de Symeonum scripείς
moria sanctorun Patrum nostrorum el ecumeni. Diatriba pag.112 indicat reperlum a se Joannis me
corum Doctorum, Basilii Magni, Gregorii Theologi. Iropolis Eucliaitarum Εγκώμιον εις τους τρείς
el Joannis Chrysostomi.) αγίους ιεράρχας, Βασίλειον τον Μέγας, Γρηγόριος
τον Θεολόγον, και Ιωάννην τον Χρυσόστομος, hoc
Hanc indictionem sequilur slicherum , non unius, principίο,
at ſere alias, distichi, sed disticborum jainbicorum Τρείς με πρός τριώνυμον παροτρύνουσι
ompino sedecim ; esique in line hexametron , metri xlunoiv , « Tres me ad trinominem molum exslimu
laut, , Ulinam addidissel Allatius, undenam lolus
( æ ephemeridi aplum , hoc modo : contextus Græcus baberi possil ! quid ni tamen su
Aduyer tri tpiaxoorñ zpvoorpionllos alrın . spicemur inde sumplam esse ipsam banc
Sole nilet Irivlicimensis Tricesima Jani. C subjicio, historiam ?

HISTORIA INSTITUTIONIS
Ex Menæis impressis , interprete Nicolao Rayæo . J

Causa hujus festi alis exstitit. Ιιnperante Η αιτία της εορτής γέγονε ουτως. 'Επί της βα.
Alexio Comneno , qui post Borousalem sceptra in- σιλείας του 'Αλεξίου, ός μετά βοτανιάτην τα σκή
perii suscepίι , orta est Constantinopoli dissensio, D πτρα της βασιλείας εδέξατο, εν Κωνσταντινουπόλει
inter viros scientia et vitae probitale conspicuos. στάσις γέγονε παρά των ελλoγίμων και εναρέτων αν
Αlii continendabant Magnum Basilium , dicentes , δρών: των μεν υπερτιθέντων τον Μέγας Βασίλειον,
eum alla et magna predicare, rerum oιnnium na- υψήγορον αυτόν λεγόντων, ώς την τών όντων φύσιν
turant ingenio discalere, virtute ferine superare εξερευνήσαντα και ταις αρεταίς μικρού τους αγγέλους
angelos , vel non facile ipsis concedere ; pollere παραμιλλώμενον, και μή δ' εκ του προχείρου συγχω
morum gravitale , neque quidquain terrenum ha - ρούντα, και το ήθος εμβριθή, και μηδέν γήινον
bere. Extenusband autem iidem illi divinum Chry - έχοντα: υποβιβαζόντων δε τον θείον Χρυσόστομον, ώς
Sostomum, quasi huic omnino oppositum, ac talein εναντίως δηθεν εκείνω διακείμενον κατά το πρόχει
cujus optimum quemque facillime Cinderet. Αlii c ρον είναι και ελκτικόν εις μετάνοιαν των δε τούτον
contrario eundem divinum Chrysostomum extolle » δή τον θείον Χρυσόστομον ύψούντων, ως ανθρωπικώ.
Dant, velut impensius deditum doctrine, et cunctoς τερον διακείμενον ταϊς διδασκαλίαις , και τη λεία της
«lucenterm lenitale orationis , vocanleinque ad resi- φράσεως πάντας καθοδηγούντα, και προς μετάνοιαν
piscentia »; deinuum mellifluorum verborum multi- εκκαλούμενον , και το πλήθει των μελιρρύτων λόγων,
Indine el subtilitate cogitationum eum preferebant και τη κατ' έννοιαν δεινότητι προτιθέντων του τε με
Magno Basilio et Gregorio Theologo. Αlii erga Inunc γάλου Βασιλείου και Γρηγορίου : έτέρων δε τώ Θεο
magis nfliciebantur, perinde ac si eleganti , vario, λόγια Γρηγορίο προσκειμένων, άτε δή το κομψό και
 HISTORIA INTITUTIONIS . C .. CICI

τις πεποικιλμένω, τω δ:ατόριο τε των λόγων, και A jusinuantique ac florido dicendi genere vicissit out
Tu tūY LEEUY &v0t,co), toavtas cous so: 'E21.7,- nes , qui etiam nostra ælale fuerunt, fama Græcani
νική παιδεία διαβοή τους , και τους καθ' ημάς ύτερ- ce eruditionis insignes . Ει hi huic primas defere
Εάντι. Και τούτω την νικώσαν διδόντων, κακείνων Dant , aliis eas transferentibus in alios. Unle
υπερβιβαζόντων αυτών, ως συμβαίνειν, διαιρεθήναι factum est, ut, sciss0 studia in contraria iucerlo
τα πλήθη, και τους μεν Ιωαννίτας λέγεσθαι, τους δε νulgo, alii Joannito, alii Basilila, Gregorius voci
Βασιλείτας , Γρηγορείτας δε τους λοιπούς. larentur alii.
Επί τούτοις δή τοίς ονόμασι των περί λόγους Ergo dum sul this nominibus inter se oratores
στασιαζόντων, και τούτων ούτω λεγομένων επί χρό- disceptani , maximi illi , de quillus agimus, doc
νοις εσύστερον, οπτάνονται οι μέγιστοι ούτοι καθ' ores primum scorsian , deinde et είimul viden
ένα πρότερον , είτα και άμα (ύπαρ, ουκ όναρ) το dos sese offerunt Joanni, tunc in Eucliaitarum ci
τότε της Εύχαϊτών πόλεως των ιερών εξηγουμένω, vitate sacris Dr:rfecto, valde prestanti viro, et ce
Ιωάννη το πάνυ ανδρί , τάλλα μέν έλλογίμω, και Iera quidem celebri, neque ( ωι indicant que el: bo
παιδείας Ελληνικής ουκ αμαθώς έχoντι, ώς τα αυτο ravit opuscula)imperilo Griecanica eruditionis ; sell
πονηθέντα δείκνυσιν, αρετής δε εις άκρον εληλυθότι η celebriori propter virtutem, cujus apicem attigerat.
ως οράς, παρά τω Θεώ , και ουδέν ημίν υπεναντίον, nissa vox est : Νos unum Surmus , ut vides , apud
ουδε μάχιμον· αλλά καιρούς ιδίοις έκαστος τω θείω Deu m, el nulla est inter nos dissensia, nulla pugna ;
κρουόμενοι Πνεύματι, τας προς σωτηρίαν των ανθρώ- verum quas suis quisque 1emporibus, divino in
των διδασκαλίας συνεγραψάμεθα, και ά εμυούμεθα, pulsi Spiritu, utiles ad hominum salutein (raclidi
εκδεδώκαμεν και ο πρώτος εν ημίν ουκέστιν, ούτε τηus praeceptiones ; et quae discellanigs arena, ea
μήνγε ο δεύτερος· αλλ' εί τον ένα λέξεις , οι δύο παρ- in lucem emisirmus . Νeque vero quisquam inter nos
έπονται. "Οθεν κέλευε αναστάς τους στασιάζουσιν primus est, nec secundus. Si unum voces, duo se
υπέρημών μή διίστασθαι· σπουδή γάρ και ζώσι και quuntur. Ιdcirco surge , et lic partilius, ne nostri
μεταστάσιν ημίν ειρηνεύειν, και εις ομόνοιαν άγειν causa dissideant : nain in ea cogitatione curaque
τα πέρατα αλλά και ημέρα μια σύναψον. Και , ώς σου versamur, ut vivos inter el nos qui e vivis excessi
προσήκον, τα της εορτής ημίν επιτέλεσον, και τοις mus, concilietur pax, et in concordiam reducantur
εξής παράδος , ως ημείς έν εσμεν τω Θεώ, πάντως extreina. Quent in finem nos uno die conjunge : et,
δε και εμείς τους εκτελούσε την μνήμην, τα εις σω- quemadmodumte decet , die illum uoliis feslano
τηρίαν συμπράξουμεν· δοκούμεν γάρ τι και ημείς € consecra , itaque ostende nos coram Deo unun
έχεις παρά τω Θεώ. Ταύτα ειπόντες έδοξαν αυθις esse. Nos autem simul da Dimus onein operam, ut
εις ουρανούς αναπτάναι, φωτί απείρως καταλαμπόμε- hujusce rei mentoriam celebraturi accipiant ad
νοι, και ονομαστί αλλήλους μετακαλούμενοι. eterna 0 Salutem subsidia : videtur etiano
posse aliquid apud Deum . His dictis visi sunt iterum subvolare in cælum ,mulla luce circumfusi, et
alter alterum suo quemque nomine compellantes .
“Ο δε θείος εκείνος ανήρ, ο Ευχαϊτών δηλαδή Surgens ergo vir ille divinus , nirun Euclai
"Ιωάννης, καθώς οι "Αγιοι εισηγήσαντο διεπράξατο: ι:arumantistes Joannes, fecit ut slaserunt sancti.
το τε πλήθος και τους στασιάζοντας καταστείλας Postquam autem vulgus partiumque conatus re
(έδόκει και γάρ επ'αρετή διαβόητος ο ανήρ) την εορ- presserat ( eral enim huic viro per virtutein conci
την ταύτην παρέδωκε τη Εκκλησία εορτάζειν Θεώ. liala summa auctoritas) , memoralini festuno die
τον Ιανουάριον μήνα, τους τρείς έχοντα τούτους, κα- prudentiam. Cum lios tresanimadvertisset coli una
τα μεν την πρώτην τον μέγας Βασίλειον, κατά δε el codein mense Januario, Magnum Basilium prina,
την εικοστήν πέμπτης τον θείον Γρηγόριον, κατά δε η divinum Gregorium quinta el vicesinia , ac Vice
την εικοστήν εβδόμην τον θείον Χρυσόστομος, συνήψε siina septima divinum Clhrysostomum, eosdein cen
πάλιν αυτούς κατά την τριακοστήν, κανόσι και τρο - junxit iterata colendos die tricesina . Neque pre
ι εγκωμίοις καταστέψας ώς προσηκεν αυ- terinisit eos debilis ornare canonibus, iodulis
τοίς· α και νεύσει αυτών, ώς oίμαι , γεγονότα, ουδε - que ac praconiis; in quibus, utpote non sine il
νός λείπονται τών εις έπαινον, ως και πάντων υπερ Joruin (ut ego quideni existino) assensu composi
κείσθαι των όσα τε εξ εκείνου γεγόνασι , και όσα γε- tis , silhil ad laudationem desiderari reperias ;
νήσονται. usque adeo ut superent quidquid in isto gene
re editum est usque adhuc , et in posterum ede
lir.
α τ" ηΗσαν
νφήν ικδεία,τηντηνούτοι
νοιηλ"Αγιοι θέσιν αντουτοςσώματος
ιδέέχοντες ύτως. καιοΟ μεντηνή μθείος
οούτως. ορ
μορ- Ad constitutionem corporis ac formalm quod
altiuet, ii sancti 1ales erant. Divinus Clarysosto
Χρυσόστομος, την ιδέαν του σώματος , ήν βραχύς πά- ius, quoad speciem corporis, eral admodum brevi
νυ την ηλικίαν, μεγάλην κεφαλήν τους ώμους αιωρών, Stanlura, 11agno elalogue capite, Summa gracilitate,
ίχνος εις το ακριβέστατον, επίρρινος, ευρύς τους justo DASO, diluctus indecore liaribus, pallidis
 CCCXC !! PROLEGOMENA
iino allooque vulu , oculis cavis el Lindbosis. Ηinc Α μυκτήρας, ωχρότατος μετά του λευκού, κοίλους τους
fiebat, ut ejus aspectus renileret gratisior, elimsi κίχους των οφθαλμών έχων, και βολβούς τούτων κε
Iriste aliquid reliqua forma prie se ferret. Erat nulla χρημένος μεγάλους : εφ' οίς και συνέβαινε , χαριέστε.
nagnaque fronte el multis perarata rugis; 11- ρον ταϊς όψεσιν άπoστίλύειν, ει και τα λοιπά χαρα
lis item auribus, sell barba tenui el rarissian: ca. κτήρι τον αχόμενον παρεδήλου: ψιλός και μέγας το
nisque pilis venerands . Maxillas haleial introrsum μέτωπον, και πολλαις βαλίσι κεχαραγμένος: ώτα πε
depressas , pre rigidissima , qua se alaceralal , ρικείμενος μεγάλα, και το γένειον μικρών και αραιό
inedia . Hoc vero necesse est de eo dicere , quod τατον υπό πoλιαις ταις θριξιν εξανθών: τάς σιαγόνας
οιnnibus etiam Graeciae sapientibus antecellucrit , τεπιεσμένος είσω έχων, τη νηστεία εις το ακρότατον.
tum scientia ,Tum maxime cogilandi acumine, Mori- Τοσούτον δε περί αυτού αναγκαίον ειπείν, ότι λόγω
doque genere dicendi : laudlandus etiamm quoil codi- πάντας και τους παρ' "Έλλησι σοφούς υπερήρεν, εξ.
Ces sacros tanta explanaverit claritate quanta alio- αιρέτως δε δεινότητι τη κατ' έννοιαν, και το λες
rum nemo ; quodque ita studuerit pronulgare και ανθηρή της φράσεως εις τοσούτον δε την θείαν
Evangelium, ut nisi fuisset hic sanclus (licet Ιιος Γραφήν έσαφήνισεν, ώς των άλλων ουδείς και υπό
dictum videatur confidentius) , opus fuisset altero το ευαγγελικό κηρύγματι συνετέλεσεν, ώς ει μή ήν
Christi in terras adventu : usque adeo et virtute, " ούτος ο "Αγιος (εί και τολμηρόν φάνα!), έδει πάλιν επί
et virtutis exercitatione, el coinmentatione divina- γης δευτέραν του Χριστού παρουσίαν γενέσθαι· είς δε
rum reruin priestabal celeris. Fous etiam miseri- αρετήν και πράξιν και θεωρίαν τοσούτος εγένετο, ώς
cordie et claritatis nuncupatus fuit. Ει certe, sic- και πάντας άρδην υπερβαλέσθα:: ελεημοσύνης και
ot fulgebat doctrina, ita etiam artelial zelo el in- αγάπης χρηματίσας πηγή, και ζηλος άντικρυς, φιλ
credibili erg: proximum charitale. Visit annos tres αδελφία τε και διδασκαλία.
supra sexaginta ,et ser ubcrnavit Christi Ecclesiam .
Magnus Basilius , habitu corporis , in multam “Ο δε μέγας Βασίλειος ήν την θέσιν του σώ
proceritatem erecte figurir excurrebat. Erat sic- ματος εις πολύ μήκος, επί του ορθίου σχήματος ανα
cus et macilentus, uiger colore , pallore tempe- δραμών, ξηρός και λειπόσαρκος , μέλας το χρώμα,
ratus faciem, praeditus lecoro nas0 el circumflexis ωχρότητι το πρόσωπον σύγκρατος , επίρρινος, εις
ad hirquum, saperciliis; in vertice contractior; si- κύκλον τας οφρύς περιηγμένος, το επισκήνιον συν
ouilis cogitabundo, pauculis in fronte rugis capera- εσπακώς, φροντιστικό έoικώς , ολίγαις το πρόσωπον
τις ; malas oblongus, cavus tempora , rasus fere ad αμαρυγαϊς ρυτιδούμενος, επιμήκης τάς παρείας, κοί
culem, barliam nutriens, eamque satis promissam λος τους κροτάφους, ηρέμα έχων εν καιρώ κουρίας,
ac semicanain. Anteivil ingenio , που Iantum iis την υπήνην αρκούντως καθειμένος, και μεσαιπόλιος.
qui suo, verum etiam qui multis ante seculis Πο- Ούτος εν λόγοις ου μόνον τους κατ' αυτόν, αλλά και
ruere : quippe cum per omnes pulchras ivissel ar - τους παλαιούς υπερέβαλε “διά γάρ πάσης ελθών παι
les, in unaquaque principatun: 1enuit; minus autem δεύσεως , εν εκάστη το κράτος έκτήσατο· ουχ ήττον
sese exercebat in philosophia , salis habens se ea δε τήν διά πράξεως ασκήσας φιλοσοφίαν, και διά
luce ad rerum divinarum contemplationem esse ταύτης τη θεωρία των όντων προθάς. Επί τον θρό
transgressum. Ad summi sacerdotii solium evectus νον της αρχιερωσύνης ανήχθη τεσσαράκοντα χρόνιων
est quadraginta annos nplus, et quinque annis Ec. γενόμενος, επί πέντε έτεσι της Εκκλησίας προ
clesiæ præsedii. στάς
Divus Gregorius Theologus statura fuit nie - " Ο δε ιερος Γρηγόριος ο Θεολόγος , κατά τον
diocris , sulpallidus , aliquantulum graliosus , si» τύπος της ηλικίας του σώματος, ετύγχανε μέτριος,
mus, rectis ornatus superciliis , aspectu mitis et ύπωχρος, βραχύ μετά του χαρίεντος, σιμος, επ' ευ
placidus , subiristis altero oculo (is erat dexter, θείας τας οφρύς έχων, ήμερον βλέπων και προσηνές:
quem tuberculus circa lirquum contraxeral), non θάτερον των οφθαλμών, ός ήν δεξιός, στυγνότερον
prolixe, sed leusc barbatus; valle calvus, capillis D κεκτημένος, ον ουλή κατά τον κανθον συνήγε τον
anlidus, extremis Marlbe pilis sulliger, el quasi πώγωνα ου βαθύς, δασύς δε έτ' ευθείας, ικανώς φα
infumalus. Hoc vero dignum est quod dle illo dici- λακρός, λευκός ταϊς θριξ , τα άκρα της γενειάδος ως
tur : quod , si quis ex integro Ilionminum genere περικεκαπνισμένα υποφαίνων. Τούτο δε ειπείν περί
proponendus essrt, tanquam in::go aliqua et eligies αυτού άξιον , ότι εί έδει γενέσθαι εν ανθρώποις εικόνα
simulacruinque virtulum omnium, is essel Magnus τινά και στήλην κατά μέρος , εκ πασών συγκειμέ
Gregorius, utpote qui splendore vite probatissi- νην αρετών, τούτο ήν ο μέγας Γρηγόριος , βίου λαμ
num quemque Iongissime anleivit, in lieologia πρότητα τους κατά πράξιν ευδοκίμους υπερβαλών.
Inturm profecit, ut omnes habuerit inferiores , et Επί τοσούτον θεολογίας προήχθη, ως πάντας ήττα
elegantia serimouis, el seulentiarum gravitate, unde σθαι της σοφίας αυτού , της το εν λόγοις, της τε εν
et Theologi cognomen invenit. Administravit Cou- δόγμασιν, όθεν και την Θεολόγος προσηγορίαν έχτή
stantinopolitan2m Ecclesiam duodecian annis , vixit σατο· προέστη δε και της Κωνσταντινουπόλεως Εκ
altcm amplius octoginta . κλησίας χρόνους δώδεκα, υπέρ τα ογδοήκοντα έτη γέ .
νόμενος.
Horu ! ! Triumi omniumque sanctoruin deprc Των το: ω τούτων τοεσβείαις, Χριστέ ο Θεός
 CANON DE S. BASILIO. CCCXCiιι
ημών, και πάντων των αγίων, τας των αιρέσεων A catione, Christe Deus noster, irresum insolen
επαναστάσεις κατάβαλε, και ημάς εν ομονοια και lian conpesce , et nos in concordia atquein paci
ειρηνική καταστάσει διαφύλαξον, και της ουρανίου fica tranquillitale custoli , ac celesti tuo regno
σου βασιλείας αξίωσον, ότι ευλογητός ει εις τους αιώ- Tignare, cum sis benedictus in sacula sculorum.
νας των αιώνων. Αμήν. Amen .

ANNOTATA D. P.

Triplici isti jam propositæ descriptioni forme vi, superciliis incurvis , oarba promissa, mediocri
cujuscunque, eo forle quo se conspiciendos sancii canitie, maxillis oblongis , genis parum Iurgenti
dederunt vultu , respondet in Menais conimunis bus ; temporum concavilas cogitabundi erat , ut
hæc omnium el Græcis notissima.
Solius Basilii, Gregorii Theologi, alque Chryso - B sunt.
sostomiicon , suo cujusque die in Januario eorum . Hanc descriptionem , ex ms. Valicano acceplam
clem Menæorum reperitur, sed cum descriptionibus Petrus Frison prælaudatus supposuit velustiori
forme contractioribus, quas descriptiones nihil al- solius Basilii iconi , sumptæ ex perveluslo Regis
Christianissimi codice, qui (sicuti ascriptum legi.
ponit 1 Januarii, accipe descriplionem alteram , sed lur) oblalus fuit Basilio Macedoni, imperium Orien .
verbis magis quam sententia diversam , qualem ex lis adeplo sub annuin DCCCLXXVII , illudque mode
Luis. Vaticano accepit Petrus Frison Basilianorom ralo usque ad annum Lxxxvi. Est ergo ejusmodi
operum illustrator, in eililione Parisiensi anni 1618 . icon , ea quam retulimus apparitione antiquior.
Sic autem ibi legilur. duobus utminimum integris sæculis; sed an ideo
Ο εν Αγίοις Βασίλειος επώνυμος Μέγας, προ- etiam magis exacta ad verilalem? Non existino.
μήκης τε το σώμα και ευθύς, την μεν ξηρότητα Vix edito credibile est , simplam esse cx aliqua
έχων, το δε χρώμα μέλαν, και ωχρότητα, και βαδί- que fuerit ad viventis vullum espresso . Si autem
σματος ήθος , όρθιος εγένετο την ρίνα, τάς κυκλιος ιrium istorum forms m sic expressit suis verbis
έφρύς, καθιέμενος τον πώγωνα, μετρίως πολιάς ανα- , Joanges Euclinila , qualean couspexeral in visione,
φέρων, παραμήκης τα βλέφαρα ολιγόχοθεν, το περί + firmilerque ex quα νulgo circumferuntur icones, el
κροτάφου κοίλωμα, σύννους τε ώς τα πολλά, και είσω in Menzeis conspiciuntur, propius allingere verita
CUVESTTxús. iS. Basilius, cognomento Magnus, sta. lem . Placuit inlerim , et trium istorum ex Menæis,
Tura procerus erat el reclus, corpore arido, colore el unius Basilii propriam ex codice Regio speclan
nigricanle et pallido, ingressu moderalo naso decli- dam dare.

CANON DE S . BASILIO AD DIEM PRIMUM JANUARII

EX MENÆIS .

ΩΔΗ Α'. ODE 1.

Σου την φωνήν έδει παρείναι, Βασίλειε, τοίς εγ- Tuis laudibus par forei linguam tuam adesse, Ba
κωμίοις σου» αλλά , Πάτερ, συγγνώμην διδόμενος , sili ; verum, Paler, veniam indulgens , gratiam abs
την χάριν νέμοις άφθόνως ημίν. que invidia nobis conſer.
Το εμπαθές σκίρτωμα της τυραννούσης σαρκός, Passionibus obnoxian carnis impelum amore
φιλοσοφίας ερωτι επαιδαγώγησας· διό εν ακη ράτoις philosoplise castigavisti : propterea incontamina.
αυλίζει βασιλείοις, Πάτερ Βασίλειε. lam habitas regiam , Pater Basili.
Των αρετών σύ την τραχείαν βαδίσας οδον, επί την Arduarm virtulum ingressus viam , ad leverm el
λείαν έφθασας και αστασίαστον την ουράνιον βάσιν, imperturbalan in celis ascendisti ; 2nmnibusque fa
και πάσιν αναδείχθης τύπος, Βασίλειε. clus es norma, Basili.
Tα της ψυχής πάθη χρησίμως , Βασίλειε, άμα Pas siones animi, sinιul el corporis gladio Spiri
CCCSCIV PROLEGOMENA .
tus optinue circunicilisti, Basili; leque ipsuιι Do- A και τα του σώματος εν τω του Πνεύματος περιέτα
mino ublulisti sacrilicium . μες ξιφει· σαυτόν δε τώ Δεσπότη θύμα τοροσήνεγ
κας .
Faclug ineffabilium arcanorum mystes, o Basili, Συ γεγονώς μύστης αρρήτων, Βασίλειε , έμυστα
consecrationen adeptus es , Paler ; et nobis Iuniel γώγησας ιεράτευμα, Πάτερ, σαφώς το της Τριάδος
Tripilatis wauiſeslasli φώς απαστράψας ημίν.
ODE III (al. ΩΔΗ Γ'.

Οιnni repletus disciplina , nonsolum humi repen. Παιδείας γεγονώς απάσης έμπλεος, ου μόνον της
le atque calcanda, sed etiain multo meliori,niundo κάτω
ος
και ξπατουμένης, πολλώ δε μάλλον της κρείτ.
lumen præbuisti, o Basili. τον . Αυ .
τονος, αναδείχθης τω κόσμω φώς, Βασίλειε
Timore Domini con firmatus (initium enim ille Το φόβο του Κυρίου στοιχειούμενος, αρχή γάρ
est sapientia) alas potioris sapientiae assumpsisti , σοφίας ούτος υπάρχει , τη φιλία της αμείνονος έπτε
o Basili. Β ρώθης σοφίας, ώ Βασίλειε.
Palam erorsus all actione, ab hac graduam ad Βασίλε!ε , σοφώς επέβης πράξεως και πράξιν επί
contenaplationem diviniorein facere nos doce , el βασιν θεωρίας θειοτέρας επέδειξες, και των όντων
eorum, quis vere bota sunt cognitione manifesta την γνώσιν εμυήθης σαφώς
nos imbue.
Cum Christi nalali fulgel et concurrit commemo Συνέδραμε Χριστού και συνεξέλαμψεν η μνήμη σου,
ratio lua, Paler, qui myslerium ineffabile tua As Πάτερ, τοίς γενεθλίοις, ών το άφραστον μυστήριον
bis doctrinamanifestas ταις σαις διδασκαλίαις φανέρωσας.
ODE IV. ΩΔΗ Δ'.

Sicut Ecclesia , Christi sponse, ornatur ejus
nativitale , ita , tua commemoratione , o beatis -
sime.
Graviter demonstrans esse ( Clhristurn ] Filium C
Dei , religiose distinristi divinitatem a creatura , ο
Bas! .
Dει ηοη albjectum commiliionem le ostendisti ,
Basili, quando te oιnnibus juxta mandatum ejus in -
feriorem credidisti.
Καλλωπίζεται, ώσπερ τω τόκω Χριστού , 3 κμ
φη Εκκλησία, ούτω και τη μνήμη σου, παμμα
καριστε.
Σεμνυνόμενος τέκνον υπάρχων Θεού, θεότητα εις
κτίσιν ευσεβώς, Βασίλειε, ου κατήγαγες .
'Αταπείνωτος ώφθης συμμαχών, Βασίλεις , άπασε
τω αυτού προστάγματα ταπεινούμενος .

beatissime. τείχος οχυρών, Βασίλειε παμμακάριστε.

Dei hostibus fuisti acula bipennis , et ignis dissol Τοίς αντιθέοις πέλεκυς εκκοπτικός και πυρ κας
veus eorum fraudem , Paler Basili. αναλίσκον την απάτην ώφθης, Πάτεο Βασίλεις
ODE V . ΩΔΗ Ε '.

lodie agic Ecclesia festam vere duplex , Cir- "Αγει διπλήν αληθώς η Εκκλησία εορτήν σήμε
cumcisionem scilicet Domini, quando in terra ap- D ρον , περιτομής ώς βρέφος Δεσπότου όφθέντος
paruit infatus, et mentoriam servi sapientis ac 1er επί γής, και μνήμην οικέτου σοφού και τρισμά
beati. καρος.
Luineaincomprehensibile in le, saicle, requiesce- Το ακατάληπτον φώς αναπαυσάμενος εν σοι.
re , imo esse le lampalem , que illuminat orbem, όσιε , φωτιστικήν λαμπάδα τω κόσμω σε έδειξε
Ostendit Christus. Ideo tuam, Basili , celebramus Χριστός · διό σου την μνήμην υμνούμεν , Βασί
memoriam . λεις.
Non legislator Moyses , non ante legein Joseph Oύ νομοθέτης Μωσής, ού προ του νομου Ιωσήφ
fuit distributor ejus que ex le clatur esca : ipse γέγονε της κατά σε τροφής σιτομέτρης της θείας
enim fuisti carnis divine comestor. γάρ σαρκός αυτός εστιάτωρ εδείχθης, Βασίλειε.
Universi novum malivilstein in monte Sina sub- Τήν του παντός αμυδράν Ιστορηθείσαν εν Σινά
olbscure figuratau Moysi, ut interpretatus es , bea- γέννησιν τώ Μωσει αυτός ερμηνεύων, εκ θείων

(a ) Sic apud Bulland. Decsl num . 2 .

 CANON DE S . BASILIO . Сссxст
θησαυρών ανάπτυξας πάσι , παμμάκαρ Βασί- A tissime Basili , ex divinis cliesauris eam omnibus
λειε . recludens.
ΩΔΗ ς . ODE VI.
"Εθρεψας λιμώ ταχείσας ψυχάς πάντων αφθόνως, Animas pamperum,labesceutes fame, sine invidia
και τας των πεινώντων καρδίας πάσης ενέπλησας, nutrivisti , et esurientium corda, Basili,omni divina
Βασίλειε, θεϊκής ευφροσύνης. prudentia impleristi.
"Έθρεψας ψυχάς πεινώσας τροφή τη επουρανίων Animas esurientes nutrivisti celesti alimento :
άρτος γάρ των αγγέλων υπάρχει ο λόγος, Βασίλειε, nam panis angelorum , ο Basili, est sermo, cujus
ού άριστος σιτοδότης εγένου. eras largilor optimus.
"Ήθροισας τώ της μελίσσης, Βασίλειε, φιλοπόνως Sicuι apis , Basili , operose collegisti forem
αρετής απάσης το άνθος, και περιδέξιος γενόμενος omnis virtutis , et at sapiens per eam beatifca .
εν αυταίς μακαρίζει. ris.
"Έσπευσας κόσμου ραγήναι, και Θείς συμβιοτεύ- , Accelerasti abseindi a nmando et Deo vivere. Id
σαι· διό τους αστάτους και ρευστοίς, Πάτερ Βασίλειε, Ρ circo pro rebus instabilibus ac duxis , Paler Basili ,
τα μένοντα ω- σοφό» κατεκτήσω. ælerna sapienter conseculus es.
ΩΔΗ Ζ . ODE VII.
Εικών του Πνεύματος και Υιος, και του Υιού το rius imago est Spiritus, et Spiritus Filii ; τα
Πνεύμα , συ δε του Πνεύματος, Βασίλειο , ακηλίδωτον vero, Basili, Spiritus iminaculatorm specularm , et
έσωπτρον , οίκος δε της όλης Τριάδος : μακαρία habitaculum totius Trinilatis. Beala est toi memo
ή μνήμη σου , και οι δοξάζοντες αυτής αντιδοξά . ria, el gui can recofait, recipίunt remuneralio
ζονται. nem .

ληπτα, συλλεξάμενος δε τον πολύτιμος σύ μαργαρί- gens, et colligens prelios issimam cognitionis mar
την της γνώσεως, έπλούτισας τον κόσμον σοφίας, και garitam , locupletasti orbem sapientia , et docui
κραυγάζειν εδίδαξας: Ευλογητός ο Θεός των πατέ- sti clamare : Benedictus es, Deus patrum nostro
ρωνημών. Crumli.
Ώ σύμπνοια νού ιερά τε ξυνωος, ή ώσπερ μία Ο consensio animorum et sancta Societas . qua
σώμα
ψυχή εν δυσί σιν αδιαί ρετος, εν Γρηγ ορία Βα vclut unus et individuus in gemino corpore Spiri
σιλειο: , πάθω θεϊκώ συνημμένοι , εν Βασιλείω Γρη - εις , in Gregorio Basilius divino amore Unitus, in
γόριος· νυν ικετεύσατε Χριστόν υπέρ της ποί- Basilio Gregorius fuit. Orale nunc pro grege nostro
μνης. Cbrislum
Πατήρ ορφανών, και χηρών προασπιστής, και πλού - Pupillorum paler , Protector viduarum, opulentia
τος πενησι, των ασθενούντων ή παράκλησις και των pauperunm , agrolantium solamen , et in hoc nmari
πλοιούντων κυβέρνησις, γήρους βακτηρία εδείχθης, Auctuantium gubernaculum, baculus senectutis,
παιδαγωγία νεότητος, και μοναζόντων αρετής κανών, venlulis instructio , solitariorum regula ad omnein
Βασίλειε. virtutem es, o Basili
ΩΔΗ Η . ODE VIII.
Τον άφράστω προνοία δωρησάμενον Βασίλειον τωD Jneffabili providentia concessum mundo oasi
κόσμο, φώς ευσεβείας σάλπιγγά τε της θεολογίας Jium , pietatis Iucernani , tubarm theologiae (lau
ύμνούντες λέγομεν]· Εύλογείτε, τα έργα του Κυρίου , dantes dicimus ] : Benedicile, opera Dormini, Domi
τον Κύριον. oum.
Τον δαψιλεί ενεργεία ενοικήσαντα των σοφώ Βασι Copiosa operatione inbabilanlem Basilio , el ipso
λείω, και δι' αυτού ευσεβώς θεολογηθέντα : Ευλογεί mediante pie exposilum : Benedicile, opera Domini,
τε, τα έργα του Κυρίου, τον Κύριον. Dominum .
Οι των θείων σου λόγων απολαβόντες, Βασίλειε, Qui divinis luis sermonibu's fruimur, o Basili, in
απαύστως εν τη σου μνήμη πανηγυρίζοντες βοώμεν· ιui memoriam festive congregati, clamamus: Bene
Ευλογείτε, τα έργα του Κυρίου, τον Κύριον. dicile, opera Domini, Dominum
Τας ακτίνας των λόγων εξαπέστειλας, Βασίλειε , Radios sermonum tuorum mundo emisisti, o Ba.
τω κόσμω, φωταγωγούσας μίαν σέβειν Τριάδος sili, illuminans eum, ut unam in Trinitate naturam
φύσιν: Ευλογείτε , τα έργα του Κυρίου τον Κύ- venerans, dicat : Benedicite, opera Domini, Domi
ριον. num.
CCCXCTI PROLEGOMENA .
ODE IX . ΩΔΗ Θ .
Primi pastoris Christi, tanquam avis ejus ide- Του αρχιποιμένος ως πρόβατον πιστόν Xριστού,
lis , vestigia , Basili , es Secuti:s : animam etiam Βασίλειε, τοις ζωηφόροις ίχνεσιν επηκολούθησας το
luain , Pater, tradidisti tyranno , el pro Ecclesia τυράννω γάρ την σαυτού ψυχήν, Πάτερ, προδέδω
quæcunque pericula promple subiisti, o beatis. κας, πρoκινδυνεύων άριστα της Εκκλησίας, παμμα
sime. κάριστε
Ecclesiae Christi frmamentum tyrannus circun - Το της Εκκλησιας τανιερόν Χριστού κατιδών συ
spiciens , tuo presulalu adornaturn , o sapiens , στημα, υπό της σης κοσμούμενον ιεραρχίας, σοφέ,
ιοιυς allonitus animo concidit : falgorem enim co» ο πανώλης έμβροντισθείς καταπέττωκε τύραννος,
ruscantis et le Spiritus sustinere nequibat , ο Ba- τήν γάρ έν σοι του Πνεύματος αίγλην ουκ ήνεγκε,
sili. Βασίλειε.
Dignus inventus es, ο Basili, qui consors esses Της των αποστόλων καθέδρας, της χορείας τε των
cathedre apostolorum , choree certantium pro άθλοφόρων Χριστού , πατριαρχών συνηνής και των
Christo martyrum , patriarcliarum unionis , ju- δικαίων τρυφής, της χαράς τε των προφητών ηξιώ
storum exsultationis, gaudii propluelarum, ο Ba- Β θης , Βασίλειο , της Θεοτόκου λατρεύς γάρ και της
sili ; Γuisti enim Deipare cultor, el systes Trini- Τριάδος μύστης γέγωνας.
latis.
 MONITUM AD HOMILIAS IN HEXAEMERON

Sunt qui existiment Basilium Magnum commentarios in tolani Scripturam contexuisse (1) : sed con liæc
opinio sola Cassiodori auctorilale nilalur, ea de re dubitari posse arbitramur , præsertim cum de hac
coinmentarioruin mole allum sit silentium apud antiquiores. Habemus etiamnum homilias novem in opus
sex dierum , hoc est , in Hexaemeron , orationes decem el seplem in quosdam Psalmos, amplissimum in

tariis qui olim Basilio tribuli ſuere : sed lamen quorumdam yungións, ut mihi quideni videlur, jure ac
merilo suspecta videri potest. De his in Præfatione, ubi de qualibet re suo ordine ac loco disputatur. Ve
leres aulem quanti Hexaemeron fecerini, esse hominem qui ignoret arbitror neminem . Ejus meminero
Gregorius Nazianzenus, Gregorius Nyssenus, Hieronymus, Socrates (2 ) el alii. Uplanduin cerle esset, ut
lectores lis orationibus legendis ila hodie afficereutur, ut afliciebatur oliin Gregorius Nazianzeous, cujus
bæc sunt verba : " Otav thy 'EEanuepor aútoj ustaxelp !Swual, xal old yacoonsyeow , leta toŨ Ktlotou
γίνομαι, και γινώσκω κτίσεως λόγους , και θαυμάζω τον Κτίστην πλέον και πρότερον, όψει μόνη διδασκάλω
Xpújsvos. Cum Hexaemeron illius in manus suino, atque in ore habeo , cum Creatore conjungor , ac
creationis rationes agnosco, Cresloremque magis admiror ac suspicio , quam prius solebam , cum solo
aspeclu magistro uterer. » Ascribam el verba Gregorii Nysseni, qui de coden illo opere lam magnifice
σμογονία φιλοσοφηθέντων τη μεγάλη Μωϋσή . . . . επέταξας ημίν διά τινος ακολούθου διανοίας είς ειρμόν άγα
γείν , και συμφωνούσαν προς εαυτήν αποδείξαι την αγίας Γραφής και ταύτα μετά την θεόπνευστον εκείνην
giaosoonuévwy Oauudsousiv , eủ xal elxótws , olyan, TOŪTO TOLOŪVTEs. « Vis eniin ut quæ cælesti numme
alatus de mundi procrealione magnus Moyses prodidit moninentis lillerarum , ordine quodam disponam ,
sanclamque Scripluram sibi ipsi consentientem ac constantem esse demonstrem ; idque post divinam il.
lam Patris nostri in idem argumentum commentationem , quam qui legerunt, non minus quam ea, quae
ab ipso Moyse perscripta sunt, omnes admiranlur : et merito, inea quidem sententia . ,
Alia quidem ratione, sed efficaciore nullo el ad persuadendum aptiore hoc idem opus commendavit
Ambrosius, dum , quod Basilius scripserat Græce , id ipse Latine reddidit. Et vero , nemo opinor, homo,
qui utrumque opus legerit, inficiabilur Ambrosiuni in illis suis orationibus interpretis, non auctoris mu .
nere perfunclum fuisse . Faleor quidem Ambrosiuin non nibil de suo addere , demere, transponere, im
mulare : sed ita tamen , ut interprelem agat, interpretem , inquam , non scrupulosum , sed liberiorein .
Quare si quando in Ambrosio occurrant loca quedam difficilia , perplexa, subobscura , corrupla, quæ
facessant negotiuin leciori, ei auctor sum ul ad Basilium confugiat, eoque magistro ac duce ulalur.
Constat Basilium bis die concionalun, fuisse , malulinis horis atque vespertinis ; idque tempore Qua
dragesimæ : sed quo anno, valde incertum . Non defuere qui ex orationis octavæ verbis judicarint Basi
lium , quæ erat viri facundia , couciones bas ad populum ex tempore habuisse . Et quidem , si lides Rufinu
adhibenda sit (3 ), sic concionari solebat Basilius.
Heraemeron Basilii olim in linguanı Lalinam transtulit Euslaihius : sed nibil est quod hic de ejus inter
prelatione proloquamur, cuin id opus in Appendice.edilum videre cuique liceal. Easdem has Basilii ora
lio nes transtulit quoque, quorumdam judicio (4), Dionysius Exiguus : sed qua auciorilale et quibus le .
stimoniis dictum id sit, ignoramus.
Necesse non est multa boc loco dicere de tribus orationibus, quarum duæ priores scriplæ sunt de ho .
minis formatione, tertia de paradiso . Nain ea de re satis ſuse ia Præfatione dispulatur : quam qui vo
lenl, legere poterunt § 1, n. 13.

( 1) Baron. 378 ; Cassind. De inst. p . 538.

(2 ) Greg. Naz. oral. 20, p. 363 ; Greg. Nyss. Hexaem . p . 1 , 2 el p . 45 ; Hieronyin . V . ill. c. 116 ;
Socr. lib. iv , c . 26 .
(3) Lib . II, c. 9.
(4) Eliæ Dupini, etc.
PATROL. GR. XXIX .
 S . BASILII MAGNI

ΤΟΥ ΕΝ ΑΓΙΟΙΣ ΠΑΤΡΟΣ ΗΜΩΝ

ΒΑΣΙΛΕΙΟΥ
ΑΡΧΙΕΠΙΣΚΟΠΟΥ ΚΑΙΣΑΡΕΙΑΣ ΚΑΠΠΑΔΟΚΙΑΣ

ΟΜΙΛΙΑΙ Θ
ΕΙΣ ΤΗΝ ΕΞΑΗΜΕΡΟΝ Θ.

S . P . N . BASILII
CÆSAREÆ CAPPADOCIÆ ARCHIEPISCOPI
HOMILIÆ IX
IN HEXAEMERON .
HOMILIA I. ΟΜΙΛΙΑ Α'.
In principio fecit Deus cælum el terram . Εν αρχή εποίησεν ο Θεός τον ουρανόν και την
γην.
11. Conveniens principium est mundi struclu- 1. Πρέπουσα αρχή τα περί της του κόσμου συ
rom narraturo , narrationi sue principium quo res στάσεως μελλοντι διηγείσθαι αρχήν της των όρω
visibiles exornale Sunt , preponere. Elenim celi μένων διακοσμήσεως προθεϊναι του λόγου. Ουρανού
terreque tradenda creatio est, que casu, ut qui- γάρ και γής ποίησις παραδίδοσθαι μέλλει, ουκ αυτο
dam opinati sunt, producia non est , sed a Des ori- μάτως συνενεχθείσα, ώς τινες εφαντάσθησαν, παρά
ginem traxit. Ecquis audilus magnitudine eorum 2 δε του Θεού την αιτίαν λαβούσα. Ποία ακοή του
quæ dicuntur dignius est? quali apparatu instrui μεγέθους των λεγομένων αξία ; πώς παρεσκευασμέ
convenit animam ad res Lanlos audiendas accessu- νην ψυχήν (6) προς την των τηλικούτων ακρόασιν
rain ? Par fuerit a carnis affectionibus esse puram, προσήκεν απαντάν; Καθαρεύουσας των παθών της
vite hujus curis minime excecalam, alacrem, σαρκός, ανεπισκότητον μερίμναις βιωτικαίς, φιλό
unde Deo dignam suscipere possil cogitationerm. θεν λάβοι αξίαν έννοιαν του Θεού . Αλλά πριν εξ
Sed antequanm accuralam verborum rationem ex- ετάσαι (7) την εν τοις ρήμασιν ακρίβειαν, και δι

(5 ) Aliter in aliis mss. ponitur titulus. Vetustis . B aut legendum esse παρασκευομένους ψυχήν , ant
similis codex Coisl. sic habet : TOū Šv dylous Ilztpd ; vocem Éyovtas textui inserendain esse, vie eo nobis
ημών Βασιλείου εις την πρώτην ημέραν της Εξα- Ionge aliter videtur. Uranque igitur viri doctissimi
quépou, Sancti Parris nostri Bisilii in primam diem conjecturain rejicimus. Primam , quod vox na pa
Headeuteron. Reg. prius : Του εν αγίοις Πατρός σκευομένους, vel polius παρασκευαζομένους , μe in
ημών Βασιλείου , αρχιεπισκόπου Καισαρείας Καππα- uno quidem codice reperiatur : alterin, quod vΟ
δοκίας του Μεγάλου, λόγος εις την Εξαήμερον, ήτοι ce ) έχοντας superfluam esse atque italileo arbi
εις το, « 'Εν αρχή εποίησεν ο Θεός τον ουρανόν και την trenur. Eleni Voce ψυχή ποιηunquam folum lio
Yñv, Sermo sancti Patris nostri Basilii Magni are ininem siguilicari nolum est. Proinde cum dicit
chiepiscopi Cæsareve Cappadociæ in llexaemeron , Basilius : Quali apparalu instrui animam convenil,
sive in illud , « In principio fecit Deus cælum el ler - idem est ac si diceret, Quali apparatu hominem
ram. Reg. quintus : Βασιλείου αρχιεπισκόπου Καισα. insirui convenil. Vix igilur dubitari pulesi, quin
ρείας Καππαδοκίας εις την Εξαήμερον ομιλία α', Βα vox Éyovtas melius absil ; eoqucmagis, quoll in an
silii archiepiscopi Cesare Caμμαdocia in Herae tiquioribus el melioris not codicibus desideretur.
meron homilia prima. Alde, antiquissimuin interpretein Eustathiuin eam
(6 ) Sic simpliciler edili el Regii primus et quin - vocem non agnovisse, cum verlat ad vcrbum :
lus cuin utroque Coisl. Al uterque Ducæi codex el Quemadmodum instructus esse debeat animus.
οιnlief. et Colo. Secundus cum Reg. υηο πώς πα - ( 7) Reg. Sexlus πρίν ή εξετάσαι. Δfor idem as.
ρασκευασμένην ψυχήνέχοντας. Quod ait Conveiisius, μή αφικώμεθα.
 HOMILIA I IN HEXAEMERON .
ερευνήσασθαι ήλίκα των μικρών φωνών τούτων εστι A pendamus , perscrulemurque quanta Mls etilibus
τα σημαινόμενα, ενθυμηθώμεν τις και διαλεγόμενος νοcibus significentur, quis nos alloquatur, conside
ημίν. Διότι κάν της βαθείας καρδίας του συγγρα- reunus. Quanquam enim scriptoris profunda sensa
φέως μη εφικώμεθα διά τό της διανοίας ημών ασθε - non assequinour ob mentis nostre infirnitaleim ,
νές, αλλά τη γε αξιοπιστία προσέχοντες του λέγον- lainen ejus qui Ioquitur auctoritati intenti , e0 ad
τος , αυτομάτως εις συγκατάθεσιν των ειρημένων lucemur, ut diciis non invill assentiamus. Moyees
εναχθησόμεθα (8). Μωϋσής τοίνυν εστίν και την συγ- igitur is est, qui hanc contexuit historiam, Moyses
γραφήν ταύτην καταβαλλόμενος : Μωϋσής εκείνος ille, qui dum adhuc infans laclens esset, gratus apud
o (9) μαρτυρηθείς αστείος είναι παρά τω Θεώ, έτι Drum fuisse perliilbetur : quen. sibi adoptavit
υπομάζιος ών· δν εισεποιήσατο μεν η θυγάτηρ του Pharaonis ilia , regalique cultu educavit, nagistros
Φαραώ, εξέτρεψε δε βασιλικώς, τους σοφούς των et erudiendo preficiens eos qui inter Egyptios
Αίγυπτίων διδασκάλους αυτο της παιδεύσεως επι- erant sapientes ; qui tyrannidis fastum perosus, et
στήσασα· ος, τον όγκον της τυραννίδος μισήσας, και ad tribaliumlumilitalent recurrens, una cum Dei
προς το ταπεινόν των ομοφύλων αναδραμών (10), populo divexari maluit , quam temporaria peccati
είλετο συγκακουχείσθαι τω λαώ του Θεού, η πρόσ. Suavitale frui ; qui justitiae amorem ex ipsa natura
καιρον έχειν αμαρτίας απόλαυσιν και την προς το Β sortilus est : quandoquidem prius etiam quam ei
δίκαιον φιλίαν εξ αυτής της φύσεως κεκτημένος, consilteretur populi principalus , o naturale nes
όπου γε, και πριν επιτραπήναι αυτή του λαού την quitise odium ad norlem usque malos insectatus
αρχήν, φαίνεται διά τό της φύσεως μισοπόνηρον fuisse comperitur; φui ab iis quos benefciis afe
μέχρι θανάτου τους κακούς αμυνόμενος ο φυγαδευ- cerat , fugalus, ac Iubeuter Egyptiacos Iunmulus
θεις παρά των ευεργετηθέντων, και ασμένως μέν derelinquens , adveniensque in Ethiopiam , et illio
τους Αιγυπτιακούς θορύβους απολιπών, την δε Αι- omnino ab aliis negotiis ferialus, Iolos quadraginia
θιοπίαν καταλαβών, κακεί πάσαν σχολών από των annos rerum contemplationi imperiicit ; qui ocio
άλλων άγων, και εν τεσσαράκοντα όλοις έτεσιν τη gesimum jam natus annum, Deum, guantum homini
θεωρία των όντων αποσχολάσας (11 ): ος , όγδοηκο- videre licet, vidit ; iino quantum nulli alii datum
στον ήδη γεγονώς έτος, είδε Θεόν ως ανθρώπω ιδείν est, juxta ipsum Dei testimonium : Si fuerit propheta
δυνατόν, μάλλον δε ώς ουδενί των άλλων υπήρξε tester Domino , in visione ei agnoscar , et in sommano
κατά την μαρτυρίαν αυτήν του Θεού, ότι 'Εάν Ioguar ei. Non ita velut serυus meus Moyses , in
γένηται προφήτης υμών τώ Κυρίω, εν οράματι ιοία domo nmea tdelis est : οε ad os Ioguar εί , in
αυτή γνωσθήσομαι, και εν ύπνω λαλήσω αυτώ. ρ οpecie , et non per enigmata 1. Ηic itaque diving
Ούχ ούτως , ως ο θεράπων μου Μωϋσής, έν ipsius faciei conspectu perinde ac angeli dignatus ,
όλω τώ οίκω μου πιστός έστι: στόμα κατά στόμα ea que a Deo audivit, nobis refert. Audiamus igitur
λαλήσω αυτώ, εν είδει, και ου δι' αινιγμάτων. veritatis verba , non in humane Sapientiae persua
Ούτος τοίνυν και της αυτοπροσώπου θέας του Θεού sionibus , sed in Spiritus doctrina prolata, quorum
εξίσου τους αγγέλους αξιωθείς, εξ ών ήκουσε παρά finis laus non est audientium , sed eoruin qui do
του Θεού διαλέγεται (12) ημίν. Ακούσωμεν τοίνυν centur salus.
αληθείας ρημάτων ουκ εν πειθούς σοφίας ανθρωπίνης, αλλ' εν διδακτοϊς Πνεύματος λαληθέντων (15):
ών το τέλος ουχ ο των ακουόντων έπαινος, αλλ' η σωτηρία των διδασκομένων .
2. Εν αρχή εποίησεν ο Θεός τον ουρανόν και 2 . In principio fecit Deus celum et terram .
την γην. "Iστησι μου τον λόγον το θαύμα της δια - Orationem meam admiratio hujus sententiae sistit.
νοίας. Τι πρώτον είπω; πόθεν άρξομαι της εξηγή- Quid primum dicam? unde narraudi sumam exOrs
σεως ; Ελέγξω των έξω (14) την ματαιότητα και η dium? Redarguamne ellhnicorunι Vanilalem? ath
Act. να, 20. * Num, xti, 6 -8. 1 Cor . 11, 4. • Gen.1, 1.
(8) Codex Coinber. &vayOnobuela . Reg . sexlus D Cæterum nemini paulum modo humaniori ignolund
άχθησόμεθα . est Hebraismum esse, quo in significatione vræsian
(9) Respicit Basilius ad versuni 20 Actorum c. vii: liæ alque dignitatis uli solebant.
Και ήν αστείος τω Θεώ, et eral gratus Deo. Auctor (10) Editio Paris. είλετο μάλλον. Deest μάλλον in
vero Acloruin respexerat ad versum 2 capitis 11 editione Basil. et in nostris seplem mss.
Exodi , ιδόντες δε αυτον αστείον, εσκέπασαν αυτόν, (11) Reg. Sextus τη θεωρία των όντων ένατενίζων
τidentes autem eum elegantenm , occultaterunt eum. και αποσχολάζων. Codex aller αποσχολήσας. Ιbidem
Combeſisius verba Basilii sic interprelatur : a Deo Bodl. dyBonxootoŨ... Etous. Nec ila mulio post mss.
testimonium habens, guod elegans : sed mihi persuas tres μαρτυρίαν αυτού του Θεού.
dere non queo ejus interpretationem cuiquam pro (12) Colli . Secundus ταύτα διαλέγεται.
batum iri. Eleniin ut locum haberet inlerpreialio (13) Editiones Paris. et Basil. λαληθέντων. Αι
Combelisii, sic debuisset loqui Basilius, o tapa Toll ocio nostri mss. daan deisiv. Erralumne sit librario
θεου μαρτυρηθείς αστείος είναι, α Deo testinionium rum , an lioc dictum sit per altractionem , gramma:
habens, guod, etc . ; Don anten scripsissel και μαρτυ licorum erit judiciain . Est creditu ditlicile iol libra
ρηθείς αστείος είναι παρά τω Θεώ, adeo ut illud, rios simul errasse.
παρά τω θεώ, clare el evidenter ad vocem άοτείος, (14) Tôr &Ęw . Intelligit Basilius aut eos qui
non ad vocein faptupnoeis referri debeat. Melius omnino Deum esse negabant, aut falsorum deoruon
izilur ila interpreiabere Testimonium [a Scriptura cultores.
habens, quod gratus essel Dco , sive apud Deum ;
 S. BASILII MAGNI
veritatem nostrani laudibus efteram? Proditlerunt 3 Α ανυμνήσω την ημετέραν αλήθειαν ; Πολλά περί φύ.
ηιυlta Graecorum sapientes de lalura : seu le una σεως έπραγματεύσαντο οί των Ελλήνων σοφοί , και
quidem opinio , posteriore priorem semper anti- ουδε εις παρ' αυτοίς λόγος έστηκεν ακίνητος και
quanle , fisa inter ipsos atque inconcussa perman- ασάλευτος, αεί του δευτέρου τον προ αυτού καταβάλ
sit. Quare dicta eorum confutare nihil nobis ορας λοντος ώστε ημίν μηδέν έργον είναι τα εκείνων
est; si quidem ad mutuam suam eversionen suffi- ελέγχειν αρκούσε γάρ αλλήλοις προς την οικείαν
ciunt . Εtenim Deum φui ignoravere, causam provi - ανατροπήν. Οι γάρ Θεόν αγνοήσαντες αιτίαν έμφρονα
dam ortui preesse universorum non concessere : προεστάναι της γενέσεως των όλων ου συνεχώρησαν,
sed consequentia convenienter primae sure inscilice αλλ' οικείως τη εξ αρχής αγνοία τα έφεξής συνεπέ
concludelant. Quamobrem nonnulli, origins univer- ραναν. Διά τούτο οι μεν επί τάς (15) υλικές υποθέ
sitatis rerum elemenlis mundi ascripta, ad causas σεις κατέφυγον, τοίς του κόσμου στοιχείους την αι
materiales confugeruit: alii vero aloιuis, el corpo - τίαν του παντός αναθέντες: οι δε άτομα και αμερή
ribus partium expertibus, mole ac mealibus naturam σώματα, και όγκους και πόρους συνέχειν την φύσιν
rerum visibilium contineri finxerunt. Nunc quidem των ορατών εφαντάσθησαν . Νύν μέν (16) γαρ συν
jusecabilibus corporibus inter se conjunctis , nunc ιόντων αλλήλους των αμερών σωμάτων, νύν δε μετα:
vero rursus discretis, generationes el corruptiones B συγκρινομένων, τας γενέσεις και τας φθοράς επι
feri, atque indurabilioribus corporibus diuturnita- γίνεσθαι· και των (17) διαρκεστέρων σωμάτων την
tis causam ex atoιnorum inter se complexu vali- ισχυροτέραν των ατόμων αντεμπλοκής της διαμονής
diore profcisci arbitrati sunt. Sane arranee telam την αιτίαν παρέχειν. "Όντως ιστός αράχνης υφαί
texual qui talia scribunt, qui caeli terraque el νουσιν οι ταύτα γράφοντες, οι ούτω λεπτάς και
maris principia ponunt adeo tenuia , nec uspiam ανυποστάτους αρχάς ουρανού και γης και θαλάσσης
consistentia . Non enim noverunt dicere : In princi- υποτιθέμενοι. Ου γαρ ήδεσαν ειπείν: Εν αρχή
φίο ( ecit Deus celum et terram. Quapreper ob in- εποίησεν ο Θεός τον ουρανόν και την γην. Διά
Jabitantem in ipsis divinitalisigliorationear in hunc τούτο ακυβέρνητα και άδιοίκητα είναι τα συμπ: ντα,
errorem inciderunt, οι cuncta, tanquam casu et , ώς αν τύχη (18) φερόμενα, υπό της ενοικούσης αυ
temere nnola , credant nec regi nec gubernari. Quod τοίς αθεότητος ήπατήθησαν. "Οπερ ίνα μη πάθωμες
ipsum nobis ne accidat, is qui mundi fabrican con- ημείς (19), και την κοσμοποιίαν συγγράφων ευθύς εν
scripsit, statim in primis verbis per Dei nomeri τους πρώτους ρήμασι τα ονόματι του Θεού την
mentem nostram illustravit , dicens : In principio διάνοιαν ημών κατεφώτισεν, είπών: 'Εν αρχή
fecit Deus . Quarm pulclier est ordo iste! Primo ap- , εποίησεν ο Θεός (20). Τι καλή η τάξις ; 'Aρχήν
posuit principίum, ne qui υυιdum principii exper - 6 πρώτον επέθηκεν, ίνα μή άναρχον αυτόν οιηθώσι
term esse opinarentur. Deinde adjecit : Fecit , αι τινες (21): είτα επήγαγε το, 'Eποίησεν , ίνα δειχθή.
Ostenditur, res conclitas miniumnm esse potentiae ότι ελάχιστον μέρος της του δημιουργού δυνάμεώς
opicis parlem. Queinadmodum enim βgulus qui εστι το ποιηθέν . Ως γάρο κεραμεύς, από της αυτής
eadem arte innumera efinxit visa , neque arte », τέχνης μυρία διαπλάσας σκεύη, ούτε την τέχνην
neque potentiam exlhausit : ita el universi lιujus ούτε την δύναμιν εξανάλωσεν ούτω και ο του παντός
opifer electricem potentiam habens , non uno τούτου δημιουργός , ουχ ένα κόσμο σύμμετρον την
mundo circumscriptam , sed in infinitum excedein- ποιητικήν έχων δύναμιν αλλ' εις το άπειροπλάσιον
tem, rerum quae conspiciuntur nmagnitudlines solo υπερβαίνουσαν, τη ροπή του θελήματος μόνη εις
voluntatis nula condidit. Itaque, si mundus et prin- το είναι παρήγαγε τα μεγέθη των δρωμένων. Ει ούν
cipium habet, et facius est, inquire , quis sit qui ei και αρχήν έχει ο κόσμος , και πεποίηται, ζητει, τις
dedit principίum, et quis illius είt conditor. Iwo ne και την (22) αρχήν αυτώ δούς , και τις και ποιητής.
forte, si humanis inquiras ratiocinalionibus a ve- Μάλλον δε, ίνα μη ανθρωπίνοις λογισμοίς εκζητών
ritate aberres , hoc nos documento preoccupal, παρατραπής που της αληθείας, προέφθασε τη δι
dum videlicet praestantissimum Dei nonnen tanquam δασκαλία, οιονεί σφραγίδα και φυλακτήριον ταις
(15 ) Sic Regii primus el septimus cum Conibel. D legi oportere oti divinavit Morellus ; et ita in edi
et cum utroque Coisl. Editio Paris. Olutv yap lione Paris . edendum curavil, Sanam el velerein
τάς, non recle. scripluram ti pariler cum editionibus antiquioribus
( 16 ) lia tres mss. Deest uév in editis el in aliqui. tuentur et Bodl. el nostri octo mss.
bus mss. Ιbidem sex mss. cuin editione Basil . συν- (21) Reg. Sextus άναρχον οιηθώσι ταύτην τινές.
ιόντων. Editio Paris, συνιέντων. Sed , nisi valde fallor, ita emendalam est ab aliquo
(17 ) Sic seplem mss. præler Bodl. quimox habet Græculo , ut vox Taútny ad vocem præcedentem
υπερτιθέμενοι. Editio Paris. και γάρ των. κοσμοποιίαν referri possel. Neque tamen emenda
(18 ) Onus ms. us ây túyor. Mox editio Paris. & Tou lione ulla opus eral. Basilius igitur, meo quidem
thôngav . Editio veio Basil. el duo Regii mss. TQ - judicio , non scripsit taúryv, sed autó ' , uti babent
τήθησαν. edili et reliquimss . Respiciebat enim oralor opii.
(19) Ita editio Basil. cum multis mss. Al editio mus ad vocem xóguos, ex qua vocabulum xogue
Paris . και ημείς. nolia coinponilor.
(20 ) Fusius duo Colbertini et Reg . sexius Štrolne (22) Sic coilex Combef. eluterque Duc. et Budl.
DEV Deds tov ou pavdy xal thy yov. Hoc ipso in loco cuin aliis qualuor mss. et cum editione Basil. Ai
recle el emnendale in veleribus editionibus legeba. editio Paris. cum Anglic . Gnteita. Othv.
wur, Tl xanh ; sed , ul verbis ular Cumbelisii, pro ol
 HOMILIA I IN HEXAEMERON .
φ αίς ημών εμβαλών το πολυτίμητον όνομα (23) A sigillaim el antidotum in aliimis nostris imprimit ,
του Θεού, είπών: 'Εν αρχή εποίησεν ο Θεός. Ή dicens : In principio fecit Deus. Beala natura , in
μακαρία φύσις, η άφθονος αγαθότης, το αγαπητόν gens bonitas, idipsum φuod omnibus rationis parti
πάσι τοις λόγου μετειληφόσι, το πολυπόθητον κάλλος, cipibus est amabile , pulchritudo valde desiderabilis,
η αρχή των όντων, η πηγή της ζωής, το νοερόν φώς, eorum quae exsistant principium, fons vile , spiri
ή απρόσιτος σοφία, ούτος Εποίησεν εν αρχή τον ιualis lux, sapientia inaccess2, bic , In principio
ουρανόν και την γην. fecil cælum et lerram .
3. Μή ούν άναρχα φαντάζου, άνθρωπε, τα δρώμε- 3. Ne igitur cogites, o homo, ea que conspician.
να, μηδε , επειδή κυκλόσε περιτρέχει τα κατ' ουρανον tur, principio carere : et quia ea quae in celo nmo
κινούμενα, ή δε του κύκλου αρχή τη προχείρω αισθή- ventur, circumaguntur circulatim , circulique και
σει ημών ουκ εύληπτος , άναρχον είναι νομίσης των principίum prompto sensu a nobis percipi non po
κυκλοφορικών σωμάτων την φύσιν. Ουδε γαρ ο κύ- test, ne idcirco naturam eorum corporum que orbi
κλος ούτος, το επίπεδον λέγω σχήμα το υπό μιάς culatim moventur putaveris principii esse experlem.
γραμμής περιεχόμενον, επειδή διαφεύγει (24) την Νeque enim circulum nunc (figuram dico planan
ημετέραν αίσθησιν, και ούτε όθεν ήρξατο εξευρείν (25) υna linea circunscriplan) , quoniam sensum no.
δυνάμεθα, ούτε εις και κατέληξεν, ήδη και άναρχον αυ. Β strum effugit , auι quoniam neque unde ceperit,
τον οφείλομεν υποτίθεσθαι. Αλλά κάν την αίσθησιν neque in quid desinalinvenire possuinus, continuo
διαφεύγη , τη γε αληθεία πάντως από τινος ήρξατο el principίi exsoriem esse statuere debenius. Verum,
ο κέντρο και διαστήματι τινι περιγράψας αυτόν . 00- 1amelsi sensum fugit , revera lainen omnino copίι
τω και συ μη,επειδή εις εαυτά συννεύει τα κύκλω a quopiam , qui enim centro el quodamintervallo
κινούμενα, το της κινήσεως αυτών ομαλόν, και μη. circumscripserit. Sic et , quoniam quoin orbem
δενί μέσω (26) διακοπτόμενον, την τού άναρχον τον versantur, entlem redeunt, ne ob hanc molos ipεο
κόσμον και ατελεύτητον είναι σοι πλάνην εγκαταλί- rum equalsililalein nullo interstitio interruptam,
πη. Παράγει γαρ το σχήμα του κόσμου.τούτου: falso arbitreris, mundum principίο ac due destitui.
και, "Ο ουρανός και η γη παρελεύσονται (27). Transit enim igura hujus mundi . Ει, Celum el terra
Προαναφώνησις των περί συντελείας δογμάτων και transibunt “. Que nunc breviler initio doctrine di
περί της του κόσμου μεταποιήσεως, τα νύν εν βρα , vinilus inspirate traduntur, dogmata de consum
χέση κατά την στοιχείωσιν της θεοπνεύστου διδα. nmalione, deque mundiimmutatione precinunt : In
σκαλίας παραδιδόμενα. 'Εν αρχή εποίησεν ο Θεός. principio fecit Deus. Que a tempore initium dwse
Τα από χρόνου αρξάμενα πάσα ανάγκη και εν χρόνως runt, ea in tempore etiam necesse est omnino inter
συντελεσθήναι. Ει (98) αρχήν έχει χρονικήν, μή άμ- ire . Si temporale initiani accepere , ne dubites de
φιβάλης περί του τέλους. Γεωμετρίαι γαρ και άρι- file. Νam geometria , rationes arithmetica , inqui
θμητικαι μέθοδοι, και αι περί των στερεών πραγμα- sitiones de solidis , astronomia adeo decantata , ne•
τείαι, και η πολυθρύλλητος αστρονομία, η πολυάσχο- goliosissima vanilas , ad qualem inem diveriant
λος ματαιότης, προς ποιον καταστρέφουσι τέλος ; Siquidem harunce rerum studiosi hunc mundum
Είπερ οι περί ταύτα εσπουδακότες συναΐδιον είναι visibilem sempilernum esse una cum conditore uni
το κτίστη των όλων Θεό και τον ορώμενον τούτον versorum Deo decreverunt ; mundo circumscripίο ,
κόσμον διενοήθησαν, προς την αυτήν δόξαν αγαγόν- eidenique corpus ex maleria coinoactum habenti
1Cor. VΙΙ, 31. * Μatth. ΧΧιν, 55.
(23) Colb. secundus πολύτιμον όνομα . Νec ita ctrinam nihil firmam esse, id temere dictum pula .
multo post idem codex cum Combef. to åyati tov... mus. Causa autem cur ita judicet, hæc est, quod an
& Elwua,majestas amabilis . Ibidem unus Reg. LETEL- geli animaque cæperint, nec tamen sint unquam
ληχόσι. Infra Boill. cum editis επειδή κύκλω σε. desiluri. Sed quis non videt i'nmerenti Basilio lilein
Coisl. secundus év xúxim de, duabus itidem vocibus. inferri, cum conslet eum hoc loco non de angelis
Al Reg. sexlus unica voce xúxwge : sed scriben - aut de aniina, sed de solis rebus visibilibus loculuni
dum, oi allor, κυκλόσε, non κύκλωσε. fuisse ? Ipsum audiamus : Siquidem , inquit , harumce
(24 , Editi Olaqeuyn . Al uterque Duc , et alii duo rerum studiosi visibilem hunc mundum sempiternum
mss. laqeúyel. Sialiin miss. ses xal oute. Deest xal esse una cum conditore universorum Deo decreverunt.
in editis. D Cum igitur angeli el anima per se non sint aspecla
(25 ) Colh . primus eupelv. Mox idemn ms. to eigos biles, nec oculis ceroi possint, neque de hac , neque
Ola peúyn . Edili olaqeúyel. Nec ita mullo post mss. de illis verba Basilii debent accipi. Is unicus scopus
quinque o κέντρο. Εliti και το κέντρο. est Patris gravissimi ac propositum , ut ostendai,
(26 ) Sic uterque Duc. el Anglic . et Colb , secun - mundum per se et suaple nalura æternum non esse,
dus cum Regiis primo el quinto. Editi cum Colb . sed quidquid visibile est in mundo atque sensibile,
primo μηδενί μέσον, male. Μox editio Basil. cum id omne corruptioni subjacere. Hanc autem ejus
Colb . prímno tyxatadelan , Reg. secundus dyxata . rei causam Basilius ipse slatim affert : Nec hoc qui.
λίπου . Editio Paris. cum aliquibus mss. εγκατα• dem , inquit, animadvertere potuerunt, quod necesse
λίπη . sit tolum , cujus parles corruptioni et mutationi sub
(27) Edili cum Reg. primo et cum sacro lexlu tiap jacent, ipsum quoque aliquando iisdem affectionibus
ελεύσονται. Αι guίoque alii mss. παρελεύσεται . obnorium esse, atque illius parles. Quod argunsen
Hand longe Colb . primus napadedouéva .' Landi genus pace viri doctissimi dixeriin inultum
(28 ) Sic editio Basil. cum sex mss. Al editio Pa . babere momenti atque roboris. Basilium secutus est
ris. el yap. Mos quinque iss. ducibáans. Edili Ambrosius, lib. 1 in Hexaem . pag . 6, pumi. 10.
αμφιβάλλης. Quod air Combefisius, hanc Basilii do
 S. BASILII MAGNI
ή κ τ ρ α μ μ έ νον
ελιndem gloriam atque incomprehensibili nature el και τες τ(29) ιλ
ο περπεριγεγραμμένον
ον δύτον , και σώμα έχοντα
invisibili tribuentes. Ne hoc quidern animadvertere υλικών, τη απεριλήπτη και αοράτω φύσει, μηδε
poluerunt , quod necesse sit et Ioιum cujus partes τοσούτον δυνηθέντες εννοηθήναι, ότι ου τα μέρη φθο.
θα
corruptioni el mutalioni subjacent, iisdem aliquando ραις και αλλοιώσεσιν υπόκειται, τούτου και το όλον
obnoxium esse afectionibus , atque ipsius parles. ανάγκη ποτέ τα αυτά παθήματα τους οικείους μέρε
Sed usque adeo Ευanuerunt in cogitationibus suis , σιν υποστήναι. Αλλά τοσούτον Εματαιώθησαν τοις
el obscuratum est insipiens cor eorum, οι dicenles se διαλογισμούς αυτών, και εσκοτίσθη η ασύνετος
esse sapientes , ita slului facii sunt , ut alii quidem αυτών καρδία, και φάσκοντες είναι σοφοί έμω.
simul cum Deo celum ab elerio exsistere alirina- ράνθησαν , ώστε οι μεν συνυπάρχειν εξ αιδίου το
rint; alii vero illud ipsum es e Deum) sine principίο Θεώ τον ουρανόν απεφήναντο οι δε αυτών είναι θεόν
el sine fue , atque gubernatiouis rerun singularum άναρχόν τε (50) και ατελεύτητον, και της των κατά
μέρος οικονομίας αίτιον.
4. Profecto istlinc mundanae sapientia copia eis 4. "Ηπου αυτοίς ή περιουσία της του κόσμου σο
aliquando condemnationein accersei graviorem, φιας προσθήκην oίσει ποτέ της χαλεπής κατακρί
quippe quia adeo acutum in vanis rebus cernentes , σεως , ότι ούτως οξύ περί τα μάταια βλέποντες, εκόν
suaple sponte in intelligenda veritate obcecali sunt. Β τες προς την σύνεσιν της αληθείας απετυφλώθησαν.
Qui porro spatia dimeliuntur stellarum, assignant. 'Αλλ' οι τών (31) άστρων τα διαστήματα καταμε.
que quanan seinper affulgeant, et quanam seplen- τοούντες , και τους αειφανείς αυτών και αρκτώους
trionales sint, et qui silas circa austriuurn polum απογραφόμενοι (39), και όσοι περί τον νότιον πόλων
stellas illic quidem habitantibus 5 conspicuas , no- κείμενοι τοίς μέν εισι φανεροί , ημίν δε άγνωστος :
bis vero ignolas describunt , et latitudinein aquilo- και βόρειον πλάτος , και ζωδιακών κύκλον μυρίοις
narem ac zouliacum circulum innumeris spaliis divi- διαστήμασι διαιρούντες και επαναφοράς άστρων,
dunt, et astrorum conversiones, slalbilitaten , decli- και στηριγμούς, και αποκλίσεις , και πάντων την
iationes, eorumque omnium ad prima Ioca motum επί τα προηγούμενα κίνησιν δι’ ακριβείας τηρήσαν
diligenter olbservant, el quanto leimpore ununquod. τες και δια πόσου χρόνου των πλανωμένων έκαστος
que siderum errantium circuitum suum cxpleat ; τήν εαυτού περίοδον εκπληροί• μίαν των πασών μη
ii unam ex omnibus artem non invenere , qua agno- χανήν ουκ εξεύρον προς το τον Θεόν έννοήσαι κοι
scerent Deum esse universi opificem, et justum ju- ητών του παντός, και κριτήν δίκαιον, την αξίαν αντι
neque lianc consumnmationis cogitationerm judicii κρίσεως λόγω την ακόλουθον της συντελείας έννοιαν
doctrinae consentaneanin arinum sibi induxerunt , C επιγνώναι, ότι ανάγκη μεταποιηθήναι τον κόσμον, ει
nanduin videlicet necessario mutatum iri , si et μέλλοι και η των ψυχών κατάστασις προς έτερον
animarum status ad aliam vita rationem sit transi- είδος ζωής μεταβάλλειν. "Ωσπερ γάρ η παρούσα
tirus. Queinadmodum enim praesens vita naturain ζωή συγγενή έσχε του κόσμου τούτου την φύ
huic nundo afinem habelbat: ita etiamfutura ani- σιν, ούτω και η μέλλουσα των ψυχών ημών δια
marum nostrarum vivendi ratio soriein exceptura γωγή οικείαν (53) τη καταστάσει υποδέξεται την
est suo statui convenientem. A vero tantum abest , ληξιν. Οι δε τοσούτον απέχουσιν ώς αληθέσι τού
αι lhi studium impertiani Misce veritatibus , ut etiam τους προσέχειν , ώστε και πλατύν γέλωτα κατα
effusis cachimnis irrident nos, cum de mundi Injuς χέoυσιν ημών περί συντελείας του κόσμου τούτου
consummatione et de seculi regeneratione verba και παλιγγενεσίας αιώνος απαγγελλόντων. Επειδή
rain prius slaluatur, quam ea , que ab ipso profi - αναγκαίως περί των από χρόνου το είναι εχόντων
ciscuntur, necessario tum cum de his que a tem- διαλεγόμενος, ταύτην απάντων προέταξε την φωνήν,
pore habent , quod sint, dissererel ; lianc onmnibus ειπών : 'Εν αρχή εποίησεν (34).
anteposuit vocem , inquiens : In principio fecil.
Rom. Ι, 21, 22.
29) Colh. secundus άγοντες. Νec ita multo post D sequitur,
(34) Antiqui duo libri εποίησεν ο Θεός. ΤΠnd, quod
nv ráp cl, elc., male a Combelisio accipi
Col » . primus και ασωμάτω φύσει .
(30 ) Sic libri veteres. Deest te in vulgalis. pliin . Ejus hæc sunt : Basilii hæc sententia , Græco
(31) Colb). secundus 2x20 tūv : cui lectioni favet rum communis , crenlos angelos ante mundum cor
Eustatius, qui sic verlit : Alii stellarum intervulla poreuni, in quam nihildum slalulum est, sed in cur
dinunierant. cerem animarum Origenianum . Sed propierea non
(32) lia codicesseplem . Edili Útoypacóuevot. Mox stalim debuit Combelisius Basilium reponere in nije
qu: tuor inss. εισί κείμενοι. Vox είσί deest in aliqui inero eorum , qui expresse el asseveranter dicunt
busmss . et in editis. lloc ipso in loco ulerque Vic. angelos ante mundum visibilem corporeumque esse
Quin utroque Colb . el cum Reg . quinto fois uév elot crealos, cum Basilius hanc opinionem non proferat
gavepoi. Editi cuvin Reg . primo eiol çalvóuavo!. Tanquam cerlanı atque imubitalaill, sed tamain
Hawi longe erlilio Basil. à Toxhelgeis , exclusiones, verisimilent, et quali milli :mplectallur. Addit
corruple. Editio Paris. cum llmul:is miss. inoxio enim , cos ÉOLXE, ut verisimile est, ut videtur, 'ul conji
GELS, emendale . cere licet . lio, quod s.rpe fil , si illud, us Eolye, ita
(33) Colb . primus oixeiav ohv xatásta !V &T061E- interprelemur : il fertur, ut aiunt; magis patebit
οται και την ληξιν, proprium statumet sedens excipiet.
 HOMILIA I IN HEXAEMERON .
5. "Ην γάρ τι, ως έoικε , και προ του κόσμου τού- Α 5. Nam el anle hunc mundum, ut verisimile est,
του, και τη μεν διανοία ημώνεστι θεωρητόν , ανιστόρητον erat aliquid quod nostra quidem cogitatione possi
δε κατελείφθη διά το τοίς εισαγομένοις έτι και νηπίοις mus assequi, sed narrationem ideo efugit , quod id
κατά την γνώσιν ανεπιτήδειον. " Ην τις πρεσβυτέρα iis , qui instituuntur, suntque adhuc in cognitione
της του κόσμου γενέσεως κατάστασις ταϊς υπερκο- infantes, nequaquam congruelat. Eral status qui
σμίοις δυνάμεσι πρέπουσα, η υπέρχρονος, η αιωνία,η dail mundi ortu antiquior, celestibus potestatilus
αίδιος. Δημιουργήματα δε εν αυτή ο τών όλων κτίστης conveniens, transcendens tempus onmne , eternus,
και δημιουργός απετέλεσε, φώς νοητόν πρέπον τη μα- perpetuus. Opificia autem conditor el artifex on
καριότητα των φιλούντων τον Κύριον , τάς λογικάς nium eo in stati perfecit, spiritualem lucein, eorum
και αοράτους φύσεις , και πάσαν την των νοητών qui Dominum diligunι beatitudini consonan, ratio
διακόσμησιν , όσα την ημετέραν διάνοιαν υπερβαίνει, nales et invisibiles naturas, et intelligibilium crea
ών ουδε τας ονομασίας εξευρεϊν δυνατόν. Ταύτα (53) Curarum que nostrum capturn superant ornatum
του αοράτου κόσμου συμπληροί την ουσίαν , ώς δι- omnem : quorum ne nomina quidem possumus ex
δάσκει ημάς ο Παύλος , λέγων· "Οτι εν αυτώ εκτί- cogitare. Hec complentinvisibilis mundi essentiam,
σθη τα πάντα, είτε ορατά, είτε αόρατα, είτε θρό- velut nos docet Ρaulus , dicens : Quonians in 1μεο
νοι, είτε κυριότητες, είτε αρχαι, είτε εξουσίαι, B condita sunt universa , sive visibilia , siveinvisibilia ,
είτε δυνάμεις , είτε αγγέλων στρατιαι , είτε αρχαγ- sive throni, sive dominationes , site principalus, οιυε
γέλων επιστασίαι· ότε δε έδει λοιπόν και τον κόσμον polestates, sive virtutes 8, sire angelorum exercitus ,
τούτον έπεισαχθήναι τοίς ούσι , προηγουμένως (56) sive archangelorum prefecture. Turn denιum opor.
μεν διδασκαλείον και παιδευτήριον των ανθρωπίνων 1ebat, et launc mundum rebus jain exstantibus ad
ψυχών· έπειτα μέντοι και απαξαπλώς πάντων των jungi, qui essel in primis idoneus Iocus elocendis
εν γενέσει και φθορά επιτήδειον ενδιαίτημα. Συμ- ainabus hominum atque erudiendis : dein in uni
φυής άρα το κόσμο και τους εν αυτώ ζώοις τε και versum, ulapίum cunctis rebus que generationi et
φυτούς και του χρόνου διέξοδος υπέστη , επειγομένη corruptioni obnoxic sunt, domicilium forel. Itaque
αεί και παραρρέουσα , και μηδαμου παυομένη του huic mundo productisque in ipso tum animalibus
δρόμου . "Η ουχί τοιούτος ο χρόνος , ού το μεν παρελ- tun plantis 6 affinis facta est temporis successio,
θόν ήφανίσθη , το δε μέλλον ούπω πάρεστι , το δε que seinper urgetur, praterfluitque , nec uoquam a
παρόν πρίν γνωσθήναι διαδιδράσκει την αίσθησιν ; cursu quiescit. Annon ejusmodi est tempus , cujus
Τοιαύτη δε τις και των γινομένων ή φύσις , ή αυ- pars prelerita evanuit, futura nondum adest , prae
ξανομένη πάντως, η φθίνουσα , το δε ιδρυμένον , sens sensum prius fugit quarm cognoscatur ? Quin
και στάσιμον ουκ επίδηλον έχουσα. "Έπρεπεν ούν ° etiamtalis exsis it eorum quae funt natura, aut al
τοις ζώων τε και φυτών σώμασιν , οιονεί (37) δεύ- gescens Onmnino, aut deficiens , nec conspicuam
ματί τινι προς ανάγκην ενδεδεμένοις , και τη προς firnitalem aut stabilitaten obtinens. Itaque anima
γένεσιν ή φθοράν αγoύση κινήσει συνεχομένοις , υπό limno stirpiumque corpora, qua ad duxioneir quan
της του χρόνου φύσεως περιέχεσθαι , συγγενή τοίς pian necessitate astringuntur, quoque molioni ge.
άλλοιουμένοις κεκτημένου (38) την ιδιότητα. Εντεύ- neralionis corruptionisque conciliatrici obnoxia
Οεν οικείως επέβαλε τα περί αυτόν λόγω ο σοφώς sunt, par erat a temporis natura proprietaleim nula
(59) ημάς του κόσμου την γένεσιν εκδιδάσκων, εί - bilibus cognitain habenle contineri. Dinc qui nos
πών: Εν αρχή έποίησε τουτέστιν, εν αρχή ταύτη ηundi ortum sapieiler edocet, habendum de ipso
τη κατά χρόνον . Ου γαρ δή κατά πρεσβυγένειαν πάν-, serionem aple aggressus est , dicens : In principio
των των γενομένων προέχειν αυτόν μαρτυρών λέγει fccit ; hoc est,in eo leuporis principio. Εtenim non
εν αρχή γεγονέναι, αλλά μετά τα αόρατα και νοού- quod mundum rebus omnibus conditis antiquitate
μενα των ορατών τούτων και αισθήσει ληπτών την praire lestetur, ait eumin principio faciumfuisse ;
αρχήν της υπάρξεως διηγείται. Λέγεται μεν ούν sed narrat has res visibiles ac sensibiles post invi
• Coloss. 1 , 16.
Basilium hanc sententiam non proprie proposuisse D (56) Reg. quintus προηγούμενον. Editi et multi
ul suam , sed ut alioruin . Scio quidem voces ws ÉOL- mss . Toponyouuéxws. Mox Colb . primus tūv õueté.
xe redili posse aliquando ul consial, plune, utique, pwy yuywy.
seil hæc interpretandi rörlio rara est et insolita ; et (37) Edili olov . At mss. quatuor olovei. Slaliin
solini adhiberi debet tom , cum series orationis ita Colb. primus YÉVEO !V ral 90.
postulal : id quod hic locum non habere vident, opi- (38 ) Hic inter se variant nostri tum calamo 10
nor , omnes. Ad hæc Basilius liom . 2, mun. 5, se ipse lati, ium typis descripti libri. Editio Basil. et Regii
clare ac diserte explicill ,dum ail : Elep Ti Tv apo primus el septimus cum Colb . secundo el cum Cuisl .
της αισθητού τούτου και φθαρτου κόσμου συστάσεως, itidem secundo κεκτημένο. Editio Pari.. κεκτημένης.
Si quid erat ante constitutionem mundi hujus sensin Colb. primus κεκτημένοι. Reg. Sexιας κεκτημένοις.
bilis atque corruptioni obnoxii, ant si inodo fuerit Regii secundus el quintus cum Coist, primo xexta
quidpiam , elc . Ex quibus intelligitur, Basilium hanc usvou : quam ultimam lectionem , (æieris præluli
de angelorum prieexsistentia sententiam dubitanler, imus; non quod convenial magis quand lectio edin
non asseveranter proposuisse. lionis Parisiensis , sed quod aliquol codicuin aucio
(35) lia cditio Basil. elmss . sepleu . Editio Pae risale nilalur.
Γis. ταύτα γάρ (39) lia Wus . quinque. Edili vero ó 00265.
15 S. BASILII MAGNI
sibiles ac spirituales exsistere cepigse. Ει φιuidem A αρχή και η πρώτη κίνησις· ώς, 'Αρχή οδού αγαθής
primus etiam motus principium dicitur : exempli το ποιεϊν δίκαια: από γάρ των δικαίων πράξεων
causa : Principium είt bone, facere justa . Nam a πρώτον κινούμενα προς τον μακάριον βίον λέγεται
justis actionibus primum movemur ad beatamvilarm . δε αρχή και όθεν γίνεται τι, του (40) ενυπάρχοντος
Rursus principίum etiam dicitur unde it aliquid; αυτώ ετέρου, ως επί οικίας θεμέλιος, και επί πλοίου
cum scilicet aliud inest, uti fundamentum in domo, η τρόπες, καθό είρηται· 'Αρχή σοφίας φόβος Κυ
el carim in navi ; juxta quam acceptionem dictum ρίου. Οίων γάρ κρηπίς και βάθρον (41) προς την
est : Principium sapientia , timor Domini 10. Pietas τελείωσιν ή ευλάβεια . 'Αρχή δε και των τεχνικών
enim est velut basis ac fundamentum ad perfectio- έργων η τέχνη ως η σοφία Βεσελεήλ, του περί την
nem. Est et artifcialium operum principίum ars ; σκηνήν κόσμου. Αρχή δε πράξεων πολλάκις και το
sicut Beseleelis sapientia, ornalius tabernaculi prin• εύχρηστον τέλος των γινομένων· ώς της ελεημοσύνης
cipίum erat. Quin et utilis fnis eorum quae sunt , η παρά Θεού αποδοχή, και πάσης της κατ' αρετήν
plerumque actionum est principίum, verli gralia , ενεργείας το έναεπαγγελίαις αποκείμενον τέλος.
concilianda Dei gratia eleemosynæ principium est. Item promissorum linis, actionis cujuscunque a vir
mille proficiscentis est principium .
6. Cum igitur 1οι modis dicatur principium , con- Β 6. Τοσαυταχώς oύν λεγομένης της αρχής, σκόπει
sideres velim, eane vos singulis significalis conve- ει μη πάσι τοις σημαινομένοις η παρούσα φωνή
niat. Εtenim a quo tempore structura nundi hujus εφαρμόσει. Και γάρ αφ' ου χρόνου ήρξατο και του
ceperit. discere potes ; si modo ex presenti ad Al- κόσμου τούτου σύστασις, δυνατόν σοι μαθείν , εάν γε,
periores elales progressus, primam originis mundi εκ του παρόντος εις το κατόπιν αναποδίζων, φιλονει
dieminvenire contendas. Ηoc namque pacto repe - κησης (42) ευρείν την πρώτην ημέραν της του κόσμου
ries, unde insit tempori molus primus : deinde, γενέσεως. Ευρήσεις γαρ ούτως, πόθεν τω χρόνω ή
φιιod tanquam fundamenta quedam ei Dases colum τρώτη κίνησις, έπειτα, ότι και οιονεί θεμέλιοί τινες
el terra praestrucia Sint : tum, quod sit industria και κρηπίδες προκατεβλήθησαν ο ουρανός και η γη
quaedam ratio que, uti tibi vos principii indicat, είτα, ότι έστι τις τεχνικός λόγος και καθηγησάμενος της
rerum visibilium praeest ornatui ac ordini. Denique των δρωμένων διακοσμήσεως, ως ενδείκνυται σοι ή
deprehendes excogitatum fuisse mundum non temere φωνή της αρχής και το μη εική μηδε μάτην, αλλά
neque frustra , sed ad inem quemdarm utilem , et πρός τι τέλος ωφέλιμον και μεγάλην χρείαν τοις ούσι
τηagno Usui cunctis rebus futurum: siguidern est συνεισφερόμενον έπινενοήσθαι (43) τον κόσμον, είπερ
revera animarum ratione preditarum gymnasium; τω όντι ψυχών λογικών διδασκαλείον και θεογνωσίας
el Iocus est in quo Dei comparatur cognitio : quippe 6 εστί παιδευτήριον, διά των δρωμένων και αισθητων
per res visibiles sensibilesque men em quasi manu χειραγωγίαν τώ νώ παρεχόμενος (44) προς την θεω
ducit adinvisibilium contemplationem; uti ait Apo- ρίαν των αοράτων , καθά φησιν ο Απόστολος, ότι
siolus : Invisibilia o creatura mundi , per ea quα Τα αόρατα αυτού από κτίσεως κόσμου τους ποιή
acta sunt , intellecta conspiciuntur 11. Αut fortasse μασινοούμενα καθοράται. "Η τάχα διά το ακαριαίον
quia opifcium illud in momento el citra ullam και άχρονον της δημιουργίας είρηται το, Έν αρχη
temporis τηOram absolutum est ,ideo dictum 7 fuit : εποίησεν , επειδή αμερές τι και αδιάστατον η αρχή .
In principio fecit; quandoquidem principium est Ως γάρ η αρχή της οδού ούπω οδός , και η αρχή της
quiddar insecabile , ac dimensionis expers. Quem- οικίας ουκ οικία , ούτω και η του χρόνου αρχή ούπω
admodum enim principium vie , nondum est via, χρόνος , αλλ' ουδέ μέρος αυτού το ελάχιστον. Ει δε
et domus principium , nequaquam domus est : είς φιλονεικών τις χρόνος είναι λέγοι την αρχήν, γινω
el temporis principium, nondum tenuρις est , imo σκέτω, ότι διαιρέσει αυτήν εις τα του χρόνου μέρη.
neque pars ipsius minima. Quod si quispiam alier- Ταύτα δε έστιν, αρχή, και μέσα (45), και τελευτή.
cans dical principίum tempus esse ; is sibi illud in 'Aρχήν δε αρχής επινοείν παντελώς καταγέλαστον.
temporis partes dividendum esse sciat. He autem η Και ο διχοτομών την αρχήν δύο ποιήσει αντί μιάς,
sunt, principium, medlium, et Gnis . Αιφuί princi- μάλλον δε πολλές και απείρους , του διαιρεθέντος αεί
ium principii excogitare prorsus ridiculum est. Ει εις έτερα τεμνομένου. "Ινα τοίνυν διδαχθώμεν ομου
• Prov. Χνι, 5 . 10 Proν. 1 , 7. 11 Rom. 1 , 20.
(40) Editi el mss. Donnulli τι του ενυπ. Αlii sex (42) Editi cum Colh. secundo φιλονεικήσεις . Αlii
mss. τι ενυπάρχοντος . Addidimus vocern ετέρου ex quinque mss. φιλονεικήσης.
Colb . secundo. Μox Reg. quintus ώσπερ επί οικίας (45) Codex υnus επινοείσθαι .
Θεμέλιοι. (44) Edisi Trapexóuevov. Antiqui octo libri trap
(41) Codex Comber. cum duobus aliis Úno6 . EYÓUEVOS : quam scripluram ex eo veram esse intelli
Opa . Ad marginem Coisl. primi in modum scholii gitur, quod vox xosuos subaudialur, ad quam re
apposita sunt illa, υποβάθρα, θεμέλιος , έστι δε και ferri lebel Vox παρεχόμενος .
είδος υποδήματος. Ιllud, υποβάθρα , est fundamen. (45 ) Codex Combel. cum aliis sex mss. el com
lum , est quoque genus calceamenii. Beseleel autem , editione Basil. Mésa : ubi suppleas velini ueen . Eddi
cujus slalim commendatur sapientia , ille eral præ tio Paris. Mésov. Hoc ipso in loco Colb . secundus
cipuus ac sapiens artifex, qui præfectus fuerat con - xal tesutaia , Coisl. primus céan .
ficiendo tabernaculo , etc ., Exodi xil .
17 HOMILIA I IN HEXAEMERON. 18
τη βουλήσει του Θεού άχρόνως συνυφεστάνει τον κό- A qui bipartito principium Becat, pro uno duo efficiet;
σμον, είρηται το, Εν αρχή εποίησεν. "Όπερ έτεροι ino multa et infinila ; dum quod dividitur, id sem
των ερμηνευτών (46), σαφέστερον τον νούν εκδιδόντες, per in alia resecabitur. Igitur ut mundum voluntale
ειρήκασιν· Εν κεφαλαίω εποίησεν ο Θεός, τουτ- Dei citra ullam temporis moram simul substitisse
έστιν, αθρόως και εν ολίγω. Τα μεν ούν περί αρχής, eloceamur, dictato est : In principio fcit. Quot
ώς ολίγα από πολλών ειπείν, επί τοσούτον . ipsum interpreles alii sententiam dilucidius red
derles , dixerunt : In capitulo ſecit Deus , hoc est , subilo et brevi. Al enim hactenus de principio , ut
pauca demultis dicamus.
7. Επειδή δε και των τεχνών αι μεν ποιητικαι 7. Jam vero cum artium alia συidein dicantur
λέγονται , αι δε πρακτικαί , αι δε θεωρητικαί· και effectrices, alie vero practice, aliae autem specu
των μεν θεωρητικών τέλος εστίν ή κατά νουν ενέρ- Iatrices ; cumque speculatricum fnis sit ipsa men
γεια, των δε πρακτικών αυτή η του σώματος κίνησις, tis operatio; practicarom vero, ipse corporis mo
ής παυσαμένης ουδέν υπέστη ουδε παρέμεινε τοις ( us, quo cessante nihil subsistit, nihil superest vi
ορωσιν· ορχήσεως γάρ και αυλητικής τέλος ουδέν, dentibus : inis enim saltationis et artis tibia ca
αλλ' αυτή εις εαυτήν η ενέργεια καταλήγει : επι δε nendi nullus est, sed ipsa in seipsam desinin actio :
των ποιητικών τεχνών, και παυσαμένης (47) της B contra,in artibus effectricibus, cessante etiam ope
ενεργείας, προκείμενόν εστι το έργον » ως οικοδομι- ratione, οριις remanet; exempli causa , opus artis
κης και τεκτονικής και χαλκευτικής και υφαντικής, edificandi, fabricandi, exculendi, texendi, et alia
και όσαι τοιαύται , αι (48), κάν μή παρή ο τεχνίτης, ταm quarumcunque artium ejus generis : que ar•
ικανώς εν εαυταίς τους τεχνικούς λόγους εμφαίνουσι, cilice vel alhsente aliunde in seipsis causas soleries
και έξεστι σοι θαυμάσαι τον οικοδόμον από του έργου, ac industrias exhibent; polesque edificatorem
και τον χαλκέα και τον υφάντην. "Ινα ούν δειχθή, ότι αrariuinque et textorem post opus admirari. Proin
ο κόσμος τεχνικόν έστι κατασκεύασμα , προκείμενον de οι mundus demonstrelar esse artifcialis strie
πάσιν εις θεωρίαν, ώστε δι' αυτού τήν του ποιήσαντος clura, omnibus ad contemplationem proposita, adeo
αυτόν σοφίαν επιγινώσκεσθαι, ουκ άλλη τινι φωνή Οι per ipsum conditoris ejus sapientia cognoscatur ,
εχρήσατο ο σοφός Μωύσης περί αυτού , αλλ' είπεν (49): ηοη alia ulla voce sapiens Moyses usus est, dum
Εν αρχή εποίησεν · ουχί ενήργησεν, ουδέυπέστησεν, de eo sermonem habuit ; sed dixit : 1η principio
αλλά Έποίησεν. Και καθότι πολλοί των φαντασθέν- fecit. Non autem dixit, operatus est, aut informa
των συνυπάρχειν εξ αϊδίου τω Θεώ τον κόσμον, ουχί vit, sed fecit. Et quia complares eorum qui mun
γεγενήσθαι παρ' αυτου (50) συνεχώρησαν, αλλ' οιονείς δωmab elerno una cum Deo exsistere opinati sunt,
αποσκίασμα της δυνάμεως αυτού όντα αυτομάτως ab ipso factum esse nequaquam concesserunt : sed
παρυποστήναι » και αίτιον μεν αυτού ομολογούσε τον eum per se , quasi esset potentiae ipsius adumbratio
Θεόν, αίτιον δε απροαιρέτως, ώς της σκιάς το σώμα, quellarm , guadain rudi ratione substitisse affirma
και της λαμπηδόνος το απαυγάζον• την ούν τοιαύτην ront : et quia causam quidem ipsius Deum esse
επάτην επανορθούμενος ο προφήτης, τη ακριβεία ταύ- Talentur, sed causani non voluntariam : perinde
τη των ρημάτων έχρήσατο είπών • Εν αρχήεποίησεν atque corpus umbre ; aut res queilluminat, splen
ο θεός. Ουχί αυτό τούτο (51) την αιτίαν του είναι , doris causa est ; errorem certe ejusmodi corrigens
παρέσχεν, αλλ' εποίησεν ως άγαθος το χρήσιμον, ως propheta , hoc accurato verborum delectu usus est,
σοφός το κάλλιστον , ώς δυνατός το μέγιστον. Μόνον δίcens : In principio fecit Deus. 8 Νeque idipsum
(46) Veleres quatuor libri épurveur@ v . Alius co . in editis legitor Eestl os , in ocio codicibus scriptum
les των ερμηνευόντων. Editi ei duo niss. ερμη- invenimus έξεστί σοι.
véwy. Aquilain indicat Basilius, uti ex Hexaplis die (49) E -litio Basil. elmulli inss. & .X' einsy. Editio
scimus, el ex Hieronymo lib. Quresi . Hebraic . in Paris. &XX' elteiv . Moos mss. pleriquc oinnes oùyl.
Genesim, initio. Hec sunt verba Aquilae : 'Εν κεφα- Eliti ουκ ενήργησεν.
λαίω έκτισεν ο Θεός συν τον ουρανόν, και συν την D (50) Ιta uterque Duc. et alii non pauci. Editio Ba
Yov: In capitulo creavit Deus cælunt et terram . sil. cum nostra editione Paris. Tiap' auto .
Ambrosius, ut alia mulla , ita hæc a Basilio mue (51) Rug. prinius o'yl ajtio couTW .Reliquimss. et
lualus est. Ejus hæcsunt in Heracm . p . 8 , nom . edlili aúrd coûts, neque idipsum in causa fui! cur
16 : Denique, inquit, alii didn'uni, įv xspadalo , essel, hoc est, non res cæca, non res coacta , non
quasi in capite, quo significatur, in brevi el in exiguo res in vile el prizler voluntatein agens in causa ſuit,
momento , summa operalionis in plela . Härc Aquilic cur mundus exstiterit. Hoc igitur dicit Basilius ,
interpretatio , in capitulo , in s:anima, non parum opi- Deuin aliter agere, atque corpora opaca aul lucida.
njoni ſavet Augustini, qui lib . iv De Genesi ad liit., Nam corpus opacom producil umbrain vi atque ne.
cap . 33 , contendit creata esse oinnia simul, et ono cessitate, nec liberius agit corpus lucidum : Deus
eodemquemomento. Eidem favel el explicatio Ba - vero omnia nulu conficit et voluntale. Illuil, e troln .
el brevi, aut si navis, acervalim et brevi, Lege alio modo el intellexit el interprelaliis est Eusta
Prel. num . 21. thins. Illius subjicimis verba : Non causam præsli.
(47) Antiqui duo libri et edili navoQuévns. Alii lil, ul essel solum , sed fecit ut bonus ulilem . Am
seplem tavou dévwv. Lectionem utramque admilli brosius pag. 9 , niin . 18 , hunc eumilem Basilii lo
posse arbitraniur. cum sic expressil : Non dizil quia subesse ſecil ,
(48 ) Edili el duo mss. a ?s, male . Rursus duo mss. non dixit quia causam mundo, ut esset, prurebuil :
2 , non melius. Ai Regii secundus et septimus cum sed fecil cunsi bonus quod forelulile. Græca Latinis
Otroque Coisl. a ?, optime. Nec ila muillo post, ubi longe præstare neino , opinor, non videt. - OuX ?
19 S. BASILII MAGNI 9
on causa fait cur essel ; sed uti bonus fecit quod A γάρ (32) ουχί τεχνίτην σοι έδειξεν εμβεβηκότα τη
utile est; uti sapiens , quod pulcherrimum est; uti ουσία των όλων, και τα καθ' έκαστον μέρη προς άλ
polens, quod maximum est. Νam ostendit tibi arti - ληλα συναρμόζοντα, και το παν ομόλογον εαυτό και
Heem tantum non rerum omnium substantiam inva- σύμφωνον και εναρμονίως έχον αποτελούντα. Έν
dentem, et parles singulasinter se coagmentantem, αρχή εποίησεν ο Θεός τον ουρανόν και την γην .
efficientemque universum mundum concordem sibi Εκ δύο των άκρων (53) του παντός την ύπαρξιν
el corsonum atque concinnum. In principio fecit παρηνίξατο, τα μεν ουρανό τα πρεσβεία της γενέ
Deus colum et terram. Extremis duobus significavit σεως αποδούς, την δε γην δευτερεύειν φάμενος τη
orbis totius substantiam, celo quillemtribuens or - υπάρξει. Πάντως δε (54) και εί τι τούτων μέσον,
tus praerogatival: terrain vero origine secundam συναπεγενήθη τους πέρασιν. "Ωστε καν μηδέν είπη
esse aslruens . Si quid aulein in istis medium est, περί των στοιχείων , πυρός, και ύδατος, και αέρα ,
id utique una cum ipsis finibus factum est. Quanm- αλλά συ τη παρά σαυτού συνέσει νόει , πρώτον μεν
obrem etiaussi de reliquis elementis, igne, aqua ότι πάντα εν πάσι μέμικται, και εν γή εύρήσεις και
el aere ilil dixerit, ιule tamen omnia in omnibus ύδωρ, και αέρα, και πύρ,είγε εκ λίθων μεν πυρ εξάλ
primum permista fuisse pro tua solertia intellige ; λεται, εκ σιδήρου δε , ός και αυτός από γης έχει την
atque adeo aquain, aeremque et ignem in terra re- Β γένεσιν, πυρ άφθονον εν ταις παρατρίψεσι πέφυκεν
perturus es . Nam ex lapidibus quidemignis exsilis : απολάμπειν . “Ο και θαυμάσαι άξιον, πώς εν μέντοις
ex ferro vero, quod ipsum etiam e terra originem σώμασινυπάρχον (53) το πύρ, αβλαβώς εμφωλεύει:
tralii, ignis abundans in affrictu einicare solei. προκληθέν δε επί το έξω, δαπανητικόν εστι των φυ
quoque par fuerit admirari, quomodo ignis quiin- λασσόντων τέως. Την δε του ύδατος φύσιν ενυπάρχου
est corporibus, in ipsis citra detrimentum delile - σαν τη γή οι φρεωρύχοι δεικνύουσι • και την του αέρος
υι foras eductus est, absurmat. Dermonstrant autem σης αναπεμπόμενοι. "Έπειτα μέντοι και ει φύσει τον
poleorum fossores aque naturain terrae insilam άνω τόπον ο ουρανός επέχει , ή δε γη το κατώτατον
esse : quin et aeris naturam terrae inesse coιnpro- εστι · διότι επί μεν τον ουρανόν τα κουφα φέρεται,
bant emisse illie sursum e terra Inumectata el a επί δε την γήν τα βαρέα πέφυκε καταρρέπειν, έναν
sole calefacta exlhalationes. Deinde cum colum na- τιώτατα δε αλλήλοις το άνω και το κάτω· ο των πλεί
tura Iocum supernum occupel , Terra vero infiana στον διεστώτων κατά την φύσιν επιμνησθείς, και τα
sit : quippe feruntur in column levin; gravia Vero την μέσην τούτοις εκπληρούντα χώραν συνεκδοχικώς
ex se vergrol in terram, cum que maxime contra- παρεσήμανεν. "Ώστε μή ζήτει (56) την των καθ' έκα
ria sint inter se supernum et infernum; qui rerum & στον επεξήγησιν, αλλά τα σιωπηθέντα νόει διά των
longissime inter se nalura diversaruin mentionem Onwlévtwy.
fecii, eliam ea quæ regionein mediam in his explent, acervalim signiſicavit. Quare ne singulorum
exquiras narrationem , sed ea quæ sunt silentio præterita , per ea quae indicata siint intellige.
8. In principio (ecio Deus celum el terram. In- 8 . 'Εν αρχη εποίησεν ο Θεός τον ουρανόν και
quisitio que de singularum rerum essentia fieret, την γην. Η περί της ουσίας έρευνα εκάστου των
sive earum que sub nostrano contemplationem ca - όντων, και των κατά θεωρίαν υποπιπτόντων ημίν , ή
dunt, sive earum que nostris sensilius oljiciuntur , των προκειμένων ημών τη αισθήσει , μακρόν και
serionern longum el excurrentemin nostrain in- απηρτημένον λόγον επεισάγει τη εξηγήσει , ώς πλείο
terpretationem induceret , quandoquilein in lioc νας εν τη περί του προβλήματος τούτου σκέψει κατ
problemale expenlendo verba plura insunenda es- αναλίσκεσθαι λόγους των λοιπών , όσα ενδέχεται ρη
sent quam in reliquis, quæ de singulis quæsilis θηναι περί εκάστου των ζητουμένων προς το (57),
dici possunt. Prelerea Inaud opere pretiumfuerit μηδε πρεύργου τι είναι εις την της Εκκλησίας οικο
ad Ecclesie edificationem in his tempus terere. δομήν το περί ταύτα κατασχολείσθαι . Αλλά περί μεν
Verum circa coli essentiam salis nobis sunt ea της ουσίας του ουρανού αρκούμεθα τους παρά του
que dicta sunt al Isaia , qui νulgaribus verbis na- "Ησαίου ειρημένοις· ός εν ιδιωτικούς ρήμασιν ικανήν
Care ipsius cognitionein sufficientem nobis indidit, ημίν της φύσεως αυτού την διάνοιαν ενεποίησεν , ει
dum dixit : Qui frmavit colum quasi fumum11, hoc πών: Ο στερεώσας τον ουρανών ώσει καπνόν:
11 152.Li, G.
αυτό τούτο την αιτίαν του είναι παρέσχεν. Verte : D (55) Veteres duo libri ενυπάρχον. Aliquando post
Non hoc solum præstilii, causam ul esset mundus, mss. nonnulli ėti iš Esw .
id est, non nudam et simplicem mundo creationen . (56) Libri Anglici curi Colb . primo el cum Reg.
prirsiilit, sed ut bonus fecit quod ulile est, ul sapiens sexco Snceiv ... voečv. Al literque Duc. cum Coisl.
quod pulcherrimum . D . Fr. MARANOS. primo ei cum aliis quibusdam mss. vulgatam luetur
(52) Eilili uovovouyi yap. Al miss. non pauci ut in lectionem : cui lectioni vetus interpres Eustathius
coulextil. Ibidem unius codex elo6€6nxóta , Subinde favel : Non ergo quæras, inquit, de singulis ralio .
Cell». prinus τα καθέκαστα , nem : sed illa quoque qux silencio Scriptura primlerii,
(53 ) Edilio Basil, tõv å gyõv, ex duobus princi ex liis, quæ relata sunt, debebis adveriere.
piis. Ibidem miss. TOŪ TT &VTós. Deest articulus in (57 ) Codices nonnulli otpos u . Alii cum editis
pulgatis. πρός τό.
(34) Antiqui libri πάντως δε. Edit. Paris. παντός δέ.
24 HOMILIA I IN HEXAEMERON .
τουτέστι, λεπτήν φύσιν και οι στερεάν ουδε παχείαν Α est, qui tenuem, non solidlam neque crassam na»
εις την του ουρανού σύστασιν ουσιώσας. Και περί του turam, ad constituendam celi substantiam condi
σχήματος δε ικανά ημίν τα παρ' αυτού , ειπόντος εν dit. De Agura quoque sufficiunt nobis que ipse in
δοξολογία Θεού : Ο στήσας τον ουρανόν ώσει κα- Dei glorificatione dixit : Qui statuit column sicut ca
μάραν. Τα αυτά δε ταύτα και περί της γης συμβου- meram 15. Ceterum hac eadem et de terra nobis
λεύωμεν (58) εαυτοίς , μη πολυπραγμονείν αυτής ipsi suadeamus, ut ne qualis tandem sit ejus sub
την ουσίαν ήτις ποτέ εστι, μηδε κατατρίβεσθαι τοις stantia , curiosius perscrulemur, 9 neque in sub
λογισμoίς αυτό το υποκείμενον εκζητούντας , μηδε ζη- jecto perquirendo ratiocinalione lefatigemur : ne
τείν τινα φύσιν έρημον ποιοτήτων, άποιον υπάρχου- que naturam quampiam qualitatibus destinatam, et
σαν τα εαυτής λόγω, αλλ' ευ ειδέναι, ότι πάντα τα qualitatum sua ipsius conditione experienm exqui
περί αυτήν θεωρούμενα εις τον του είναι κατατέτακται ranus : sell probe scianus omnia quecunφue in ea
λόγον, συμπληρωτικά της ουσίας υπάρχοντα. Είς ου- considerantur, ad ipsius exsistendi rationem spe
δεν γάρ καταλήξεις, εκάστης των ενυπαρχουσών αυτή clare , quippe que ipsius compleant essentiaτη .
ποιοτήτων υπεξαιρείσθαι τω λόγω πειρώμενος. Εάν Elenim, si qualilates singulas, quas obtinet, ratione
γάρ αποστήσης το μέλαν, το ψυχρόν, το βαρύ, το auferre coneris , es in nihilan desiturus . Νam si
πυκνον, τας κατά γευσιν ενυπαρχούσας αυτή ποιότη- B amoreris nigritudinem, frigiditalem, gravitatem,
τας, ή εί τινες άλλαι περί αυτήν θεωρούνται, ουδέν densilalem, et qualitates ipsius ad gustum perti
έσται το υποκείμενον (59). Ταυτά τε ούν καταλιπόντα nentes, aut si quae alice in ea conspiciuntur , super
σε, μηδε εκείνο ζητείν παραινώ, επί τίνος έστηκεν. crit subjeclum nullum. His igitur omissis, ne illud
Ιλιγγιάσει γάρ και ούτως ή διάνοια, προς ουδέν ομο- quidem inquirenilun moneo, videlicet super quo
λογούμενον πέρας διεξιόντος του λογισμού. Εάν τε slet fulcimento . Nam et lιος paclo vertigiue mens
γάρ αέρα φής υπεστρώσθαι (60) πλάτες της γης, laborabit , quandoquidem ad certum nullum duein
απορήσεις, πως η μαλθακή και πολύκενος φύσις αντ- perventura est ratiocinalio. Sive enim aerenm lati
έχει υπό τοσούτου βάρους συνθλιβομένη , αλλ' ουχί tudini terrae substratum esse dixeris ; ambiges qu!
διολισθαίνει πάντοθεν την συνίζησιν υποφεύγουσα, fieri possit ut natura mollis valdeque inanis tanto
και αεί προς το άνω υπερχεομένη του συμπιέζοντος. pondere compressa renitalur, et non potius diloba
Πάλιν, εάν υποθης εαυτώ (61) ύδωρ είναι το υποβε- ιur undelibel, Ilanc molen subsidentem aufugiens,
βλημένον τη γή, και ούτως επιζητήσεις , πως το βαρύ seque sursum perpetuo super id quod ipsam com
και πυκνον ού διαδύνει του ύδατος, αλλ' υπό της primit didfundens. Rursum, si aquam terrae subje
ασθενεστέρας φύσεως το τοσούτον υπερφέρον τω βά- ciani esse lecum statueris , etiain sic inquires, φuo
ρει κρατείται προς το και (62 ) αυτού του ύδατος G modo grave el densum corpus μου penetrel aguan,
την έδραν επιζητεϊν , και πάλιν διαπορείν τίνι στε- sell res Ionge gravior a debiliore natura delineatur.
γανω και αντερείδοντι ο τελευταίος αυτού πυθμών Ad haec ipsius etiam aque investigalis busin, 20
επιβαίνει. rursum dubitabis, cuinam solido el renilenii fulcro
ultimum ejus fundum incumbal.
9. Εάν δε έτερον σώμα της γής εμβριθέστερον 9 . Quod si ponas aliud corpus esse terra gravius
υποθή κωλύειν την γήν προς το κάτω χωρείν , ενθυ- ac solidius, quo terra ne ad inua deciclat inspelia
μηθήση κάκείνο ομοίου τινός δείσθαι του στέγοντος tur ; in animum induclurus es illud etiam aliquo
και μη έώντος αυτό καταπίπτειν. Κάν τι δυνηθώμεν alio simili indigere , quod alterum suffalciat, nec
εκείνω συμπλάσαντες υποθείναι , το εκείνου πάλιν corruere sint. Ει si confictum quid illi substernere
αντέρεισμα ο νούς ημών επιζητήσει, και ούτως εις polerimus, rursus ejus fulcrum m eius mostra inqui.
βάθροις έτερα πάλιν επινοούντες. Και όσο επί πλείον per praeter inventa fundamenta, alia rursus excogi
τα λόγω προτεμεν, τοσούτω μείζονα την συνερει- tanles. Ει quanto longius ratione progrelimur, in:
στικών αναγκαζόμεθα (64) δύναμιν υπεισάγειν, ή το majoren renitendi ac suffalciendi vim cogimur
προς όλον ομού δυνήσεται το υπερκείμενον αντιβαί- ρ inducere, que Ioli sinial nuoli superposite possit
18 Isa. Χι, 22.
(58) Codex Combef. et unus Duc. cum Regio melius. Aliquanto post sex mss. αντέχει. Editi cum
sexio el cum editione B : sil. outboudeuousy. Coll». secundo αντέχη. Subinde aliquoι mss. παντα
( 59) Reg. sexlus el Colo. primus ουδέν έσται το χόθεν.
υπολειπόμενον, guod superest, nihil erit , sen, nihil ( 61) Sic uterque Duc. cum aliis tribus codicibus.
supererit. Αlii mss. el editi ουδέν έσται το υποκεί- Colb. Secunilus σεαυτώ. Editio Paris, αυτώ
uevov. Ile-l, 11t loquuntur philosophi, nullum super (62) Antiqui duo libri pos tô xai. Paulo post
erit subjecium . Esi hodiejue magnis inter pbiloso- codex unus Els To xátw .
phos agirala contentionibus quirostio , silme corporis (63) Ulerque Colli, Š u TEGOÚuela . Mox editi cum
forma en! ilas quirdim , ali sulum diversus partium vtroque Colb . pole usv. Alii quidam mss. apo
silus, molus, etc. Videllir Bisilius aut nibil, aut usv.
non ild multum a recentioribus dissentire ( 64) Veteres aliquot libri αναγκαζόμενοι. billerm
( 60) Eliti υποστόρεσθαι , corruple. Co ex unus Regii tres codices cum uno Colb. επεισάγειν. Είίίί
στoρέσθαι , non male. Αι Coisl . primus υποστρώσθαι ,
 93 S. BASILII MAGNI 2!
oliniii. Quamobrem modum tesque menti impo. Α νειν. Διά τούτο όρους επίθες τη διανοία, μήποτέ σου
ne ; ne quando curiositatem tuam, qui incompre- της πολυπραγμοσύνης και του Ιω6 λόγος καθάψηται
liensibilia perscrutaris, redargust Jobbi sententia : περισκοπούντος τα ακατάληπτα, και ερωτηθής παρ'
neve to quoque ab eo interrogeris , Super quo circuli αυτού και συ, Επί τίνος (65) οι κρίκοι αυτής πε
cjus tsi sint 1 . Sed etsi in Psalmis aliquando all- πήγασιν . Αλλά κάν ποτε εν ψαλμοίς ακούσης: Εγώ
dieris : Ego confirmari columnas ejus 18; vim illam έστερέωσα τους στύλους αυτής της συνεκτικήν
gua in suo stato confirmatur, columnas dictas esse αυτής δύναμιν στύλους ειρήσθαι νόμισον. Το γάρ,
pula. Nam illud : Super maria fundavit eam16 : quid Επι θαλασσών έθεμελίωσεν αυτήν , τι δηλοί, ή
aliud significat, quam aque naturam undique terra το πάντοθεν περικεχύσθαι τη γη την του ύδατος φύ.
esse circumfusam? Quomodo igitur aqua quamvis σιν ; Πώς oύν ρυτόν υπάρχον το ύδωρ και επί το πρα
sit Ouida, el in declive snaple natura feratur, ina- νες πεφυκός καταπίπτειν, μένει απαιωρούμενον και
net suspensa , el nusquam definit ? Tu vero non con- ουδαμού απορρέον ; Συ δε ου λογίζη (66), ότι τηναύ
sideras quod terra per se suspensi , earndem aut τήν ή και έτι πλείονα απορίαν τω λόγω παρέχει η
etiam adhuc majorem pariat ratiοni hesitandi Io . γη καθ' εαυτήν κρεμαμένη , βαρυτερα την φύσιν ούσα.
cum, quandoquidem natura gravior est. Verum 10 . Αλλά ανάγκη , κάν γήν καθ' εαυτήν είναι δωμεν,
rhus consistere, sive super aqas jaclari dixerimus, μηδαμου αναχωρείν της ευσεβούς διανοίας, αλλά πάντα
nunquam de pia sententia discedere, sed fateri si- ομου συγκρατείσθαι ομολογείν τη δυνάμει του κτί.
mul omnia per conditoris potentiam contineri. Ita - σαντος. Ταύτα ούν χρή εαυτοίς τε λέγειν και τους
que tum nobis ipsis tum aliis interrogaturig D08, διερωτώσιν ημάς , επί τίνος το άπλετον τούτο και
quo fulcro ingens illud nec ulli ferendum terræ αφόρητον της γης ερήρεισται βάρος , ότι Έr τη χειρί
onusinnium είt, dicamus haec oportet : In manu Dei του Θεού (67) τα πέρατα της γης. Τούτο ασφαλέ
sunt ines terre ". Hoc nobis fatissimum est ad com- στατον ημίν προς νόησιν και ωφέλιμον τοίς ακού
parandam intelligentiam , et auditoribus conducibile. Ουσιν .

10. Jam vero playsici nonnulli etiam ob eiusmodi 10. "Ήδη δέ τινες (68) των φυσικών και τοιαύταις
paratu verborum dicunt. Ninmirum quod melliam Ως άρα διά τό την μέσην του παντός ειληφέναι χώ
orbis regionem occupavit, et quod quo se magis in- ραν, και διά την ίσην πάντοθεν προς το άκρον από
cliner, μου habet, utpote al extremis equaliler oιnni στασιν, ουκέχουσαν όπου μάλλον αποκλιθή, αναγκαίως
ex parte dissila ; hinc eam in seipsa necessario per- C μένειν εφ' εαυτής, αδύνατον αυτή παντελώς την επί
manere asseverant , cum circunijacens undelibel τι ροπής της πανταχόθεν περικειμένης ομοιότητος
αqualitas facial, ut non queat omnino in ullain par - εμπoιoύσης. Την δε μέσην χώραν μή αποκληρωτικώς
tem declinare. Contendunt itidem terram medium την γην, μηδε εκ του αυτομάτου λαχείν, αλλά φυσι
Iocum non sorie, neque casu naclan esse ; sed hunc κήν είναι ταύτην τη γη και αναγκαίαν τήν θέσιν.
esse terre naturalem ac necessarium situn. Nam Του γάρ ουρανίου σώματος την εσχάτην χώραν ως
cum celeste corpus regionem extremam sursum προς το άνω κατέχοντος , άπερ αν, φησίν (69), υπο
versuin obtineat; quaecunque sane , inquiunt, pon- θώμεθα βάρη εκπίπτειν από των άνω, ταύτα παντα.
«lera ex supernis elabi posuerimus, es undique ad χόθεν επί το μέσον συνενεχθήσεται. Εφ' όπερ (70)
medium deferentur. Ει cerle, in quod deferuntur δ' αν τα μέρη φέρηται, επί τούτο και το όλον συν
partes, in id utique etiam folum deirudetur. Elenim ωσθήσεται δηλονότι. Ειδε λίθοι και ξύλα και τα γεηρά
si lapides , et ligna, et terrestria onwnia deersum πάντα φέρεται προς το κάτω, αύτη αν είη και τη όλη
versus corruunt, hic utique fuerit etian Loti terre γη οικεία και προσήκουσα θέσις · κάν τι των κούφων
proprius ac conveniens silus : at si quid levium e φέρηται από του μέσου , δηλονότι προς το ανώτατον
medio evebatur, profecto Suprema pelet. Quare κινηθήσεται. " Ωστε οικεία φορά τοις βαρυτάτους και
motio deοrsum tendens, gravium est propria ; int- D προς το κάτω κάτω δε ο λόγος μέσον έδειξε. Μη
Diurn autem, medium esse ex dictis palet. Ne igitur oύν θαυμάσης ει μηδαμου εκπίπτει η γη , την κατά
mireris , si nusquam excidal terra, quippe quae nie - φύσιν χώραν το μέσον έχουσα. Πάσα γαρ ανάγκη
"* Job XXXVIII, 6. 1* Psal. LXXIV, 4. * Psal. Ixm , 2. 17 Psal. xciv, 2.
(65 ) Illa , čocl tivos, etc . , desumpla sunt ex Job , (68 ) Quod ait Basilius sensisse qnosdam philoso .
XXVIII, 6 , vt legere est apud Lix . Sed Aquila et phos de telluris quiele , id pariter nostra ælale a
Theodotio ex Hebræo verterunt, al sáceis, bases. quibusdam defenditur. Nam utrum lerra in centro
Nec aliter legitur in Vulgata , Super quo bases illius mundi inimola maneat, an sol hunc situin obtineat,
snliaalæ sunt ? Symmachus ol xazárnyes, pali . Plura quæstio est eligionum inter pbilosophos perquam
qui cupio , nolas Ducæi legere polest, el Hexapla . celebris, et magna utrinque contentione agilala .
( 56) Veleres quinque libri λογίζη . Editi λογί. ( 69) Editio Basil. et ses mss. άπερ αν φησιν.
ζεις . Editio Paris. φασίν. Ιbidem Colb. primus βάρη
(67) Colb. primus “ Οτι εν τη χειρί του Θεού πέ- εμπίπτειν.
λαγος . " Οτι εν τη χειρί αυτού τα τέρ. Quia in manu ( 70) Ιta sex mss . Αι editi και εφ' όπερ. Paulo
Dei est mare. Quia in manu ejus sunt fines, elc. post Colb. Secundus συνωθισθήσεται.
23 HOMILIA I IN HEXAEMERON . 20

της οικείας έδρας εξίστασθαι. Τούτων δ' αν σου Omnino enim ipsam in eo Ioco manere necesse
δοκή ( 71) τι πιθανόν είναι των ειρημένων, επί την fuerit, aut eain prieler naturain molain a propria
ούτω ταύτα διαταξαμένην ( 72 ) του Θεού σοφίαν με- sele dimoveri. Jam si quid eorum quae dicta sunt,
τάθες το θαύμα. Ου γαρ έλαττονται επί τοις μεγί- prolabile tibi videatur, ad Dei sapientiam, que llec
στους έκπληξις, επειδάν ο τρόπος καθ' όν γίνεται το ita ordinavit , admirationem transfer. Qui enim
των παραδόξων εξευρεθή · ει δε μή, αλλά το γε απλούν maximas ob res accedit stayor , nequaquain ideo
της πίστεως ισχυρότερον έστω των λογικών αποδεί- minuίtur quod nodus quo quid fiat stupendorum,
ξεων. adinventus est; sin minus, sallem lidei simplicitas
plus habeat roboris, quam quæ ex ratione peluntur demonstrationes.
11 . Τα αυτά δε ταύτα ( 73) και περί ουρανού εί- 11. Πec endem de celo quoque dixerimus, cla
ποιμεν, ότι πολυφωνότατοι πραγματείαι τοίς σοφοίς mosissimas scilicet ac verbosissimas de coli natura
του κόσμου περί της ουρανίου φύσεως καταβεβλην- a mundi sapientibus propositas fuisse commenta
ται. Και οι μεν σύνθετον αυτόν εκ των τεσσάρων tiones, Αlii quidem ipsum ex quatuor elementis
στοιχείων ειρήκασιν, ώς άπτον όντα και ορατόν, και η εοιιflatum esse dixere : quippe cum in langendi ac
μετέχοντα γης μεν διά την αντιτυπίαν, πυρός δε, " ceruendi sensum cadat, sitque terrae quidem parti
διά το καθοράσθαι, των δε λοιπών διά την μίξιν (74): ceps oυ soliditalein ; ignis vero, quia conspicitur;
οι δε τούτον ως απίθανον παρωσάμενοι τον λόγον, reliquorum tanden, ου πιisturam. Αlii autem lac
πέμπτην τινά σώματος φύσιν εις ουρανού σύστασιν opinione, tanquam que verisimilis non esset, re
οίκοθεν και παρ' εαυτών ( 73 ) αποσχεδιάσαντες επεισ- jecta, quintam quandam corporis naturam ad con
ήγαγον. Και έστι τι παρ' αυτούς το αιθέριον σώμα, και stituendum celum suople ingenio, et a seipsis le
μήτε πύρ, φασι, μήτε αήρ, μήτε γη , μήτε ύδωρ, mere atque inconsulte introduxerunt. Est et apud
μήτε όλως όπερ εν των απλών · διότι τοις μεν απλοίς ipsos elliereum 11 quoddam corpus, quod neque
οικεία κίνησις ή επ' ευθείας , των μεν κούφων επί το iguein dicunt esse, neque aeren», υeque terram,
άνω φερομένων, των δε βαρέων επί το κάτω. Ούτε nec aquam, nec quidquarm oιnuino es simplicibus,
δε το άνω και το κάτω τη κυκλική περιδινήσει ταυ proplerea quod proprius simplicium motus rectus
το · και όλως την ευθείαν (76) προς την εν τώ κυ est, levibus quidein sursum , gravibus vero deorsum
κλω περιφοράν πλείστην απόστασιν έχειν. "Ων δε αι lendeutibus. Νeque vero sursum ac deοrsum ferri,
κατά φύσιν κινήσεις παραλλαγμέναι τυγχάνουσι, idem est atque in orbem versari ; el in summa ,
τούτων ανάγκη, φασί, παρηλλάχθαι και τας ουσίας. C rectum et orbicum uolum plurinato inter se dir
'Αλλά μήν ουδε εκ των πρώτων σωμάτων, και δη στοι- ferre censent. Quorum autem motiones secundum
χεία καλούμεν, σύνθετων είναι δυνατόν ημίν υποθέ - natural diverse sunt, Ιιοrum etiam necesse est ,
σθαι τον ουρανόν , τώ τα εκ διαφόρων συγκείμενα μή inquiunt, essentiam esse diversam. Sed ne es pri
δύνασθαι ομαλήν και αβίαστον έχειν την κίνησιν, mis quidem corporibus que elemeula νοcalmus, ce
εκάστου τωνενυπαρχόντων απλών τους συνθέτοις άλ- Ian componi, slaluere possumus ; eo quod ea que
λην και άλλην ορμήν παρά της φύσεως έχοντος. Διό es diversis constant, motum qui equabiliter ac
πρώτον μεν καμάτη συνέχεται εν τη συνεχει κινήσει sine vi edatur, habere non possunt; cum singula
τα σύνθετα, διά το μίαν κίνησιν μή δύνασθαι πάσιν quae in coιnposilis insunt simplicia , aliuin atque
ενάρμοστος είναι και φίλην τους εναντίοις · αλλά την alium a natura Sortiantur impetuum . Quocirca res
το κούφω οικείαν πολεμίαν είναι το βαρυτάτω. cooposite primum quidem in continuo molu agro
“ Οταν μεν γαρ προς τα άνω κινώμεθα, βαρυνόμεθα continentur, quod unus notus omnibus contrariis
τη γεώδει · όταν δε προς τα κάτω (77) φερώμεθα, non polest congruus esse et amicus : sed is qui rei
βιαζόμεθα το πυρώδες, παρά φύσιν αυτό προς το κά- levis proprius est, gravissiane adversatur. Cum
τω καθέλκοντες. Η δε προς τα εναντία διολκή των enium sursuin versus movemur, per id quod terrein
στοιχείων διαπτώσεώς έστιν αφορμή. Το γάρ ήναγκα- D est, gravatur; cum vero deοrsunι νolvimur, vin
σμένον και παρά φύσιν, επ' ολίγον αντισχον, και του- facinus igneo, quippe qui ipsum deοrsuoi tralhamus
το βιαίως και μόλις , ταχύ διελύθη εις τα εξ ών συν- praeter ualurarm . Ηaec autem elementorum in con
ετέθη (78), εκάστου των συνελθόντων προς την οι- Ir:aria distractio, ruine et dissolutiouis causa exsi
κείαν χώραν επανιόντος . Διά μεν δή ταύτας, ώς φασι, stit. Quod enim c0actum est , et praeter naturam,
των λογισμών τας ανάγκας, τους των προαγόντων cum parvin resistal, idque violenler et egre, brevi

(71) Voculam 8£ ex duobus mss. aiddidimus. qasi.

Hoc ipso in Ioco duo mss. σοι δοκoίη. (76) Codex unus ή ευθεία.... έχει. Ηoc ipso in
(72) Antiqui duo libri ούτω τα πάντα διατ. Μox loco Colb. Secundus αποστασίαν έχειν. [ Cod. 476 ε
δυο ιuss . ευρεθή. Αlius εξευρεθείη. recentiorinanu Exel.
( 75 ) Codices duo τα αυτά δε πάντα. (77) In aliquibus niss. legitur προς το ανω ...
(14) Codex Coombef. λοιπών διά την μέθεξιν. Com. προς τα κάτω. Aliquaulo infra Reg. primus cum
helisius holat hanc opinionem csse Platonis , in altero ins. uso SAXOVTES.
Timæo : sequentem , Aristolelis. (78) Codices duo εξ ών συγκειται και συν
( 73) Colb. primus παρ' εαυτοίς. Μox editio Ba- ετέθη .
sil. e quinque muss Tue , popol. Aditio Paris.
 S. BASILII MAGNI 23
in ea quibus constat dissolvitur, dum singula que Α αθετήσαντες λόγους, οικείας υποθέσεως έδεήθησαν οι
in unum conveuerant, ad proprium redeunt locum. πέμπτης σώματος φύσιν εις την ουρανού και των
Sane olh lias, ut aiunt, ratiocinationumangustias, ii κατ' αυτόν αστέρων γένεσιν υποτιθέμενου. 'Αλλος δε
qui quintam corporis naturam ad celi stellarumque τις των σφριγώντων κατά πιθανολογίαν επαναστάς
ipsius constituendanw generationem cominenti sunt, πάλιν τούτοις, ταύτα μεν διέχεε και διέλυσεν, οικείαν
rejectis priorum opinionibus, argumentis propriis δε παρ' εαυτού αντεισήγαγε δόξαν. Περί ών νυν λέ.
opus habuere. At quivis alius arte suadendi pre- γειν επιχειρούντες, εις την ομοίαν αυτοίς άδολεσχίαν
pollens, rursus ios alorlus, haec confulasit, dis• εμπεσούμεθα. Αλλ' ήμείς εκείνους υπ' αλλήλων εά
solvitque, et de suo opinionem propriani invexit. De σαντες καταβάλλεσθαι, αυτοί του περί της ουσίας
guillus si nunc dicere aggreliemur.in easdem pugns αφέμενου λόγου, πεισθέντες Μωϋσεί (79), ότ: Eποίη
atque illi incidemus. Verum sinentes nos, ut sese σεν ο Θεός τον ουρανόν και την γην, τον αριστο
invicem everial refellanique,jam oιnisso de essen. τέχνην των σοφώς και εντέχνως γενομένων δοξάσω
tia sermone, Aden Moysi adhibentes, quod Fecit μεν, και εκ του κάλλους των όρωμένων τον υπέρκα
Deus column el terram, artifici optimo pro his quae λον εννοώμεθα, και εκ του μεγέθους των αισθητων
Sapienter ac industrie peracta sunt, gloriam denus, τούτων και περιγραπτών σωμάτων αναλογιζώμεθα
el ex pulchritudine eorum quae videntur, eum φui και τον άπειρον και υπερμεγέθη και πάσαν διάνοιαν εν
ononem pulchritudinem superat, mente concipia- τώ πλήθει της εαυτού δυνάμεως υπερβαίνοντα. Και
mus : et ex magnitudine sensibilium liorum el cir - γάρ ει και την φύσιν αγνοούμεν των γενομένων, αλ.
cunuscriptorum corporuun , illuum qui infinitus est et λά τό γε ολοσχερώς υποπίπτον ημών τή αισθήσει
immensus, quique omnein pre potentiae sue multi- τοσούτον έχει το θαύμα, ώστε και τον εντρεχέστατον
tudine cogitationem exsuperat, intelligamus. Ειεί νούν ελάττονα αναφανήναι (80) του ελαχίστου των
enim eorum que facta sunt naturam ignoramus : εν τω κόσμω, προς το και δυνηθήναι αυτό κατ' αξίαν
at certe quidquid oroni ex parte sub nostros sensus επεξελθείν, ή τον οφειλόμενον έπαινον αποπληρώσαι
cadit, tantum pro se fert admirationis, ut vel acu- τα κτίσαντι · ώ πάσα δόξα, τιμή (81) και κράτος , εις
tissing mens ilupar esse comperiatur, que aut nmi - τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
niinum quid corum quæ in mundo suni, pro rei dignitate explicel, aut debitam laudem rependat
Creatori, cui omnis gloria , bonor et imperium , in sæcula sæculorum . Amen.

HOMILIA II. ΟΜΙΛΙΑ Β'.

De eo quod invisibilis eral terra ει ιndigesta 18. Περί του , 'Αόρατος ήν η γη και ακατα
σκεύαστος (82).
12 1. Mane in paucis explicandis verbis immo- 1. Μικρούς έωθεν ( 83) ενδιατρίψαντες ρήμασι, του
rati, tantarm sentenlie profunditatem recondilarm σούτον αποκεκρυμμένον το βάθος της διανοίας εύρο
invenimus , ut de iis que sequuntur, omnino despe- μεν, ώστε των εφεξής παντελώς απογνώναι. Ει γάρ
remus. Νam si sanctorum alria talia sunt, et tem- τα προαύλια των αγίων τοιαύτα , και τα προπύλαια
pli vestibula adeo veneranda sunt, atφue magnifica , του ναού ούτω σεμνά και υπέρογκα τη (84) υπερβολή
Οι pulcliritudinis sue praestantia oculos nientis του κάλλους τους οφθαλμούς της διανοίας ημών περι
nostrie perstringant, qualia sun' Sancta sanctorum? αστράπτοντα, ποταπά τα "Αγια των αγίων; και τις
ecquis tandem comperielur idio.eus, qui adyla in- ικανός κατατολμήσαι των αδύτων; ή τις επόψεται τα
gredi ausit? aut quis conspecturus est arcana ? απόρρητα ; 'Απρόσιτος μέν γάρ αυτών και η θέα ,
Siquidem vel eorum aspectus est inaccessus ; el ea δυσερμήνευτος δε παντελώς των νοηθέντων ο λόγος.
que mente concepta sunt, agreomnino verbis pos . Πλήν αλλ' επειδή παρά το δικαίω κριτή , και υπέρ
sunt explicari. Altamen, cum apud justum judicem μόνου του προελέσθαι τα δέοντα, ουκ ευκαταφρόνητοι
vel ob id solum, quod quis officium suum sibi fa- D είσιν άφωρισμένοι μισθοί , μη αποχνήσωμεν (85) προς
cienduin proposuerit, constitula merces sil, eague την έρευνας. Ει γάρ και της αξίας απολειπόμεθα,
non contemnends ; ne ad perscrutandum fuerimus αλλ' εάν του βουλήματος της Γραφής μη εκπέσωμεν
* Gen. 1, 2.
(79) Colb. secundus αυτοι τους περί της ουσίας muς του αυτού περί υδάτων και φωτός, ομιλία δευ .
αφέμενοι λόγους πιστευθέντες Μωϋσει. Αlius codex τέρα. Coisl. priniς του εν αγίοις Πατρός ημών Βα
quoque αφέμενοι λόγους . Αt Coisl. prinιus vulga : σιλείου εις την α' ημέραν της ' Εξαημέρου . Ομιλία
tam lectionem luetur. δευτέρα. Αlier Coisl. εις τα πρώτα της γενέσεως.
(80) Elici et duo niss. αν φανήναι. Αι alii qua (83 ) Reg. sexius cuin Culb . primo uixcois Europos
tuor IIss. conjuncle αναφανήναι. osv, paulo ante. Al edili cum uiroglie Coisi, et
(81) Codices quatuor δόξα, τιμή. Coisl. primus ή cin: 0 aliis aliis niss . μικροίς έωθεν, mane. Lege
η δόξα και το κράτος. Doc.
(82) Tilulus nullus legitur neque in Reg . quinto , (84) Sic editio Basil. et mss. plurimi. Editio
neque in Colb. secundo. In duobus inss. verba Scri Paris. υπέρογκα και τη . Aliquanto post mss. se
plure , ή δε γή ήν αόρατος και ακατασκεύαστος , ple απρόσιτος μεν γαρ αυτών και η . Editi απρόσιο
loco smt tituli. Ali tres mss . cum editis περί του , τος γάρ αυτών η θέα .
αόρατος ην η γη και ακατασκεύαστος . Colb. pri - (85) Colb. primus μη αποκνησαίμην.
 HOMILIA 11 IN HEXAEMERON . 30
τη βοηθεία του Πνεύματος, και αυτοί ουκ απόβλητοι Λ segniores. Νam, tametsi rerum non possumns asse
οικοδομήν τινα τη 'Εκκλησία του Θεού παρεξόμεθα. Spiritu auxilianle, non excidamus, etiam ipsi non
Η δε γη ήν , φησίν, αόρατος και ακατασκεύαστος. onlino rejectanei judicabimur; ac gratia coope
Πώς αμφοτέρων ομοτίμως γενομένων ουρανού και rante, non nihil priestalbimus edificationis Eccle
γης, ο μεν ουρανός απηρτίσθη, ή δε γη έτι ατελής site Dei. Terra autem, inquit , erat invisibilis :
εστι και ανεξέργαστος (86) ; " Η όλως, τι το ακατά- incomposita . Quomodo conditis pariter utrisque
σκευον (87) της γης και διά ποίαν αιτίαν αόρατος celo el terra , celum quidem omnibus numeris
ήν ; "Έστι μεν ούν τελεία κατασκευή γης ή απ' αυτής alisolatum est, terra vero adhuc imperfecta est et
ευθηνία : φυτών παντοδαπών βλαστήσεις• δένδρων rudis ? Αut omnino, quid est terra incomposita? aut
υψηλοτάτων προβολαι καρπίμων τε και ακάρπων· ου quain causam erat invisibilis ? Sne perfectus
ανθών εύχροιαι και ευωδίαι · και όσα μικρόν ύστε - terre apparatus ipsa illius fertilitas est, generatio
ρον (88) μέλλει τα προστάγματι του Θεού επανατεί- les quarumcunque plantarum, altissimarum arbo
λαντα τη γη την γεννησαμένην κατακοσμείν. "Ων rum tum frugiferarum tum infecundarum Orlus ;
επειδή ουδέν ούπω ήν, ακατάσκευον αυτήν είκότως ο Ποrum colores speciosi ac odores grati, et quecun
λόγος ώνόμασε. Τα αυτά δε ταύτα και περί (89) ου- Β que paulo post Dei jussa e terraemergentia genitri .
ρανού είπομεν· ότι ουκ έξείργαστο ούπω ουδε αυτος, cem suam erant ornatura . Quarum rerum quoniam
ουδέ τον οικείον απειλήφει κόσμον, άτε μήπω ( 90) σε. nihildum erat, merito Scriptura ipsam nominavit
λήνη μήτε ηλίο περιλαμπόμενος, μηδέ τούς χορούς των incompositain. Ηinc eadem et de colo dixerimus;
άστρων κατεστεμμένος. Ούπω γάρ ταύτα (91 ) εγεγό- quandoquidem vel ipsium nondum erat excultuυ,
νει . "Ωστε ουχ αμαρτήσεις της αληθείας, κάν τον ου- neque proprium receperat ornatum, utpole quod
ρανόν ακατάσχευον είπης. Αόρατον δε την γήν προσ nondum sole aul luna splendesceret, neque astro
είπε διά δύο αιτίας ή ότι ούπω ήν αυτής ο θεατής rum clioris coronarelur. Necdum enim isliac con.
άνθρωπος ( 92 ), ή ότι υποβρύχιος ούσα έκ τού επιπο- dila erant. Quare a veritate non aberraveris, si
λάζοντας τη επιφανεία ύδατος ουκ ήδύνατο καθορά- celum quoque dixeris fuisse incompositumn. Ter
σθαι. Ούπω γάρ ήν συναχθέντα τα ύδατα εις τα οι- Farm autem duas ob causas appellavii invisibilem ;
κεία συστήματα, άπερ ύστερον ο Θεός συναγαγών aut quod nondum essel qui ean conspicerel liomo,
προσηγόρευσε θαλάσσας. 'Αόρατον ούν τι εστι ; Το aut quod ea videri 13 minime posset, quippe quo
μεν, και μη πέφυκεν οφθαλμοίς σαρκός καθοράσθαι, ως aquis super ipsius superficiem innatantibus essel
ο νους οημέτερος · το δέ, και τη φύσει ορατόν υπάρχον, e submersa. Nondum enim erant aque in suas sta
δια την επιπρόσθεσιν του επικειμένου αυτώ σώματος tiones congregate : quas postea aggregalas Deus
αποκρύπτεται, ώς ο εν τω βυθώ σίδηρος. Καθ' ό ση- maria nuncupavit. Invisibile igitur quid est ? Ali
μαινόμενον νυν αόρατον ηγούμεθα προσειρήσθαι την quando quidem id quod ex se oculis carnis cerni
γην καλυπτομένηνυπό του ύδατος. "Έπειτα μέντοι, και non potest, cujusmodi est mens Hostra : aliquando
μήπω του φωτός γενηθέντος, ουδέν ήν θαυμαστών vero id quod ex natura Sna polest conspici, sed
την εν σκότω (93) κειμένην, διά το αφώτιστον είναι incunilbentis ei corporis occultatur interjeclu, vel
τον υπέρ αυτής αέρα , αόρατον και κατά τούτο παρά ui ferrum, quod inimo gurgile jacet. Juxta quam
της Γραφής προσειρήσθαι . notionem , nunc invisibilem ducimus vocatam esse
lerram , utpote quæ ab aquis occultaretur. Deinde vero cum necdum essel facta lux, nihil erat miri si
lerra in tenebris sila , quod aer super eam non illuminarelur, ob id eriam a Scriplura invisibilis ap
pellala sit .
. 2. 'Αλλ' ου παραχαράκται της αληθείας , οι ουχί 2 . Αι vero veritatis adulteratores qui suam ipso
τη Γραφή τον εαυτων νούν ακολουθείν εκδιδάσκοντες, rum mentem Scripture obtemperare nequaquarm
αλλά προς το οικείον βούλημα την διάνοιαν των Γρα- docent, sed ad propriam sententiam detorquent
φών διαστρέφοντες, την ύλην φασί διά των λέξεων Scripturarum sensum, materiam hisce verbis aiunt
τούτων παραδηλούσθαι. Αύτη γάρ, φασί (94), και P significari. Ηuc enim, inquiunt, est etinvisibilis el
αόρατος τη φύσει και ακατασκεύαστος, άποιος ούσα inconsposila suaple natura : quippe cum ex sua
( 86) Codex unus cum editis ανέργαστος και αν- (91) Elili ούπω γάρ αυτά. Αι mss. quinque uti
ataotlstog. Alii sex inss. ut in contextu . in contextul. Mox miss. 0« 10 åxatásXavov. Edili cui
(87) Antiqui octo libri axatásmevov. Edili cum Cois . primo ακατασκεύαστον.
Cois . primυ ακατασκεύαστον. (92) Sic illuqni sepiem libri. Vax á vo OWTOs in
(88) Colex unus όσα μικρώς μετ' ολίγον ύστερον. elitis desiderabatur. Infra Colo. Secundus εκάλεσε
Nec ita ulto infra octo mss. ακατάσχευον αυτήν θαλάσσας.
είκότως ο λόγος . Editi ακατασκεύαστον αυτήν ο λόγος ( 953 ) Editi el duo mss. εν κόσμω, in mundo, de
είκότως . Coisl. primus ακατασκεύαστον αυτήν εικό pravate. Αι Regii duo cum Colb. Secundo el cum
πως ο . Coisl. itidem secundo Šv oxótŲ , in lenebris, emen
(89 ) Corlices seplem xiv inspi. Edili cum ano aut dale . Codex Coinber. el alii duo mss. Šv oxétel . Nec
allero mss. xal Theol. Vox outw paulo post recens ils mullo post quinque mss. cum editioue Basil.
accessit ex sex codicibus. αόρατον και. Editio Paris . και αόρατον.
(90 ) Vleres quinque libri äte unaw . Edili cum (94) Edilio Basil. cum sex mss. qnoi. Editio Pa
Coil. primo όγε μήπω. Αlius codex ώστε μήπω. ris. φασί.
 S . BASILII MAGNI * 30
ipsius conditione careal quacunque qualitate , al- Α τα εαυτής λόγω, και παντός είδους και σχήματος
συe ab omni forma ac igura sit separata ; quam κεχωρισμένη, ήν παραλαβών και τεχνίτης τη εαυτού
assumptain pro sua sapientia conformavit artifex , σοφία έμόρφωσε, και εις τάξιν ήγαγε , και ούτω δι'
et in ordinem redegit, et ita per ipsam rerum visibi - αυτής ουσίωσε τα δρώμενα. Ει μεν ούν αγέννητος
lium essentias constituit. Quod si ingenita est bec , αύτη, πρώτον μεν ομότιμος τω Θεώ, των αυτών
primum quidem par ei ac Deolonor tribuendus est: πρεσβείων (95) άξιουμένη. Ο τί αν γένοιτο ασε
quandoquidem eodem antiquitatis jure dignabi- βέστερον, την άποιον, την ανείδεον, την εσχάτην
tur. Quo quid magisimpίum esse possil ? materialη άμορφίαν, το αδιατύπωτον αίσχος ( τοίς γάρ αυτών
scilicet qualitatis ac forme experlem, extremam εκείνων (96) προσρήμασι κέχρημαι) της αυτής
ipsam deformitatem, Γeditatem ipsam figura desli- προεδρίας άξιούσθαι τη σοφώ και δυνατό και
tulam (ipsis enim eorum utor vocabulis) pari cum παγκάλω δημιουργώ και κτίστη των όλων ; "Έπειτα
sapienti et potente ac perpulchro opifice ac univer. ει μεν τοσαύτη εστίν (97), ώστε όλην υποδέχεσθαι
sorum couditore praerogativa ac dignitate cohone- του Θεού την επιστήμης και ούτω, τρόπον τινά, τη
slari ? Deinde quidern si tanta est maleria ut lolain ανεξιχνιάστη του Θεού δυνάμει αντιπαρεξάγουσιν
Dei suscipiat scientiam ; et sic aliquo pacto ipsi Dei αυτής την υπόστασιν, είπερ εξαρκεί όλην του Θεού
equiparant, cum omnem Dei intelligentiam per se- η ύλη της του Θεού ενεργείας , και ούτως εις άτο
ipsain abunde possil dimeliri : si vero, maleria ope- πωτέραν βλασφημίαν αυτοίς ο λόγος (99) περιτρα.
ratione Dei inferior est, Sic etiain hac eis verba in πήσεται, δι' ένδειαν ύλης άπρακτον και ανενεργητον
obsurdius convicium vermentur, quippe qui Deunυ και των οικείων έργων τον Θεόν κατεχόντων. Αλλ' εξ
perficiendis et absolvendis suis operibus propier ηπάτησε γάρ αυτούς της ανθρωπίνης φύσεως ή πενία.
nalerie defectus abarceant. Verum illos decepit Και επειδή παρ' ημίν εκάστη τέχνη περί τινα ύλην
humane nature inορία. Ει quoniain ars quelibet άφωρισμένως ήσχόληται, οίον χαλκευτική μεν περί
apud nos circa aliquam τηaleriam separalian versa- τον σίδηρον, τεκτονική δε περί τα ξύλα και εν
tur, velut ars ferraria circa ferrum, lignaria vero τούτοις άλλο μέν τι (1) εστι το υποκείμενον, άλλο δε
circa ligna ; atque in his aliud est subjeclum, aliud το είδος , άλλο δε το εκ του είδους αποτελούμενον·
forma, aliud id quod ex forma conficitur : et quia και έστιν ή μεν ύλη έξωθεν παραλαμβανομένη , το
materia quidem forinsecus assummitur, ab arte vero δε είδος παρά της τέχνης εφαρμοζόμενον, αποτέ.
apiatur forina, efectifs autem ex vrisque, ex ma- λεσμα δε το εξ αμφοίν συντιθέμενον εκ τε του ε!.
Ieria scilicet et ex foruna componitur; Sic etiameri- c δους και της ύλης: ούτως οίονται και επί της θείας
stimant in divino opificio , mundi quidem Agram και δημιουργίας, το μεν σχήμα του κόσμου παρά της
Sapientia conditoris universorum esse inductarm , σοφίας επήχθαι (2) του ποιητού των όλων, την δε
materialm autem estriasecus Creatori adveclam ac ύλην έξωθεν υποβεβλήσθαι το κτίσαντι , και γεγε
Bulbjeclam fuisse, inundumque compositum exsti- νήσθαι τον κόσμον σύνθετον , το μεν υποκείμενον
tisse, υιρole qui subjeclun el essentiam aliunde και την ουσίαν ετέρωθεν έχοντα, το δε σχήμα και
habeat, βguram vero ac formain a Deo acceperit. την μορφήν παρά Θεού προσλαβόντα. Εκ δε τούτου
Ηinc allein Πι, οι Deuni inagnum constitutions re- αυτοις υπάρχει αρνείσθαι μεν τον μέγαν Θεόν της
ruin prefuisse 14 negent : sed eum tanquam sym» συστάσεως των όντων προεστηκέναι, οίον δε εράνου
Dolam quamdam supplenlerim , modicam quandam τινος πληρωτήν, ολίγην τινά μοίραν εις την των
portionem ad rerum generationein de seipso con όντων γένεσιν παρ' εαυτού συμβεβλήσθαι · ου δυνη
τωlisse : quandoquidem prse ratiocinationun igno- θέντες διά λογισμών ταπεινότητα προς το ύoς ( 3)
Dilitate, ad veritatis sublimitatem respicere non po- απιδείν της αληθείας· ότι ενταύθα μεν αι τέχναι
ιuere; quia arles hic materia sunt posteriores, αι - των υλών ύστεραι , διά το αναγκαίον της χρείας
poio ob usus necessitatein in vitam introducli:. παρεισαχθείσαι το βίω. Το μεν γαρ έριον προϋπ
Lana enim prius exstitil : ars vero textoria succes- Dήρχεν, η δε υφαντική επεγένετο, το της φύσεως
sit, defectum nature et se expletura Sic lignunι ενδέον παρ' εαυτής εκπληρούσα. Και το μέν ξύλον
quidem eral : ac succedens ars lignaria , materia ad ήν, τεκτονική δε παραλαβούσα, πρός (4) την επιζη
usus quotidie expelitos conformalo, Tignorum nobis τουμένην εκάστοτε χρείαν διαμορφούσα την ύλην,
Ostendit utililalem, nautis remun, agricolis venti- την ευχρηστίαν ημίν των ξύλων υπέδειξε, κώπην

(95) Editio Paris. ομότιμος έσται των αυτών
πρεσβείων. Αι editio Basil. ita ut edidimus.
(96 ) Sic seplem inss. Vox èxelywy in editis desi
deratur.
(97) lia codex Combeſ. et alii septem . Editio Pa
ris. έπειτα δε τοσαύτη έσται. Editio Basil . έπειτα
μεν τοσαύτη εστίν. Μox Colb. Drinus δυνάμει αντ
επεξάγουσιν .
(98) Illa , ει δε ελάττων, ita ad verbum interpre
lali sumus : si vero maleria operatione Dei inferior
Cu , hoc est , si vero maleria esi delerioris conditionis,
quam ut Dei operatio ad eam sese extendat .
(99) Editio Basil. El antiqui sex libri autois !
λόγος. Editio Paris. αυτών ο λόγος.
( 1) lia codices seplemi. Deesi ti in vulgalis.
(2) Colb. primus ůrñxoal. Mox idem codes ße.
βλήσθαι.
(3) Colb. primus els od ubog. Paulo post Colb .
Secundus παρεισήχθησαν .
(4) Editio Paris. παραλαβούσα και πρός . Sed con
juictio xal in inultis inss. non reperitur, pegue in
editione Basileensi.
 JIOMILIA II IN HEXAEMERON .
μεν ναύταις , γεωργούς δε πτύoν, οπλίταις δε δόρυ A labrum, et armalis militibusliaslam subministrans.
παρεχομένη. Ο δε Θεός, πρίν τι των νυν (5) όρω- Αι vero Deus, priusquam quidpiam eorum que nunc
μένων γενέσθαι, εις νούν βαλόμενος και ορμήσας videntur exstitisset , cum in animum induxisset ,
αγαγείν εις γένεσιν τα μη όντα , ομού τε ενόησεν statuisselque ea que non erant in lucem clere : si
οποίόν τινα χρή τον κόσμον είναι, και το είδει αυτού mul atque cogitavit qualemnam mundum esse opor.
την αρμόζουσαν ύλην συναπεγέννησε. Και ουρανό 1eret, materiarm formae ipsius convenientem pro
μεν άφώρισε την ουρανο πρέπουσαν φύσιν · τω δε duxit. Ει celo quidem naturarm assignavit, celo
της γής σχήματι την οικείαν αυτή και οφειλομένην convenientem : figure vero terrae congruam deli
ουσίαν υπέβαλε. Πυρ δε και ύδωρ και αέρα διεσχη- lamque substantiain subjecit . Ignem autem, aquam
μάτισέ τε ώς ( 6) εβούλετο, και εις ουσίαν ήγαγεν ώς que el aerem , uti voluit , conformavit , et al sub
ο εκάστου λόγος των γινομένων απήτει . "Ολον δε stanliano evexit, prout singularum rerum ηue fie
τον κόσμον ανομοιομερή τυγχάνοντα άρρήκτω τινί bant, ratio poslulabat. Cæterum inundum loluin di
φιλίας δεσμώ (7) εις μίαν κοινωνίας και αρμονίαν versis partibus constantem indissolubili quodam
συνέδησεν· ώστε και τα πλείστον αλλήλων τη θέσει amicilie vinculoin unam societatem et harmoniam
διεστηκότα ηνώσθαι δοκείν διά της συμπαθείας . Παυ - colligavit : adeo ut ea eliano que plurimum inter se
σάσθωσαν ούν μυθικών πλασμάτων, εν τη ασθενεία B situ distant, conjungi per concentuπι videantur. Ces
των οικείων λογισμών την ακατάληπτον διανοίας (8) sent igitur a fabulosis commentis ii, qui potestatem
και άφατον παντελώς ανθρωπίνη φωνή δύναμιν εκ- menti incomprehensibilein , et quam humana vox
μετρούντες. exprimere nullo modo possit, cogitationum suaruni
imbecillilale admeliuntur.
3. Εποίησεν ο Θεός τον ουρανόν και την 5. Fecit Deus celum et terram ; utrumque non ex
Την · ουκ εξ ημισείας εκάτερον, αλλ' όλον ουρανόν dimidia parte, sed folum celum, totamque terrain ,
και όλην γην, αυτήν την ουσίαν τώ είδει συνειλημ- ipsam substantiam cum forma conjunclam. Non
μένην. Ουχί γάρ σχημάτων εστιν ευρέτης , αλλ' enim inventor est figurarum, sed ipsius nature
αυτής της φύσεως τωνόντων δημιουργός. Επεί απο- rerum opifex. Alioqui respondeant nobis , quonair.
κρινέσθωσαν (9) ημίν , πώς αλλήλοις συνέτυχον ή τε pacto inter se tu effectrix Dei potentia, tum pas
δραστική του Θεού δύναμις και η παθητική φύσις siva maleriei natura conveuerint, haec quidern abs
της ύλης ή μεν το υποκείμενον παρεχομένη χωρίς que forma subjectum exhibens, ille vero sine male
μορφής, ο δε των σχημάτων την επιστήμην έχων ria scientiam habeus igurarum, ut id quod defue
άνευ της ύλης, ίν' εκατέρω το ενδέον παρά θατέρου rit alieri, ab altero tribuatur, opifici quidem, ut ha
γένηται • το μεν δημιουργώ το έχεις όπου την τέ- beat unde specimen del sue artis : materiei vero,
χνην ενεπιδείξηται (10), τη δε ύλη το αποθέσθαι την unde deformitaten el forme privationem deponal.
αμορφίαν και του είδους την στέρησιν. Αλλά περί Sed de: his hactenus. Jam ad proposituτη releamus.
μεν τούτων επί τοσούτον » προς δε το εξ αρχής Erat autem terra invisibilis ac incomposita. Cum
επανίωμεν . Η δε γη ήν αόρατος και ακατασκεύα- dixit : In principio fecit Deuscαlumet terram, malia
στος (11 ). Ειπών, Εν αρχή εποίησεν ο Θεός tacuit, aquam, aerem, ignem, emergentes ex his
τον ουρανών και την γην , πολλά απεσιώπησεν, affectiones : que sane omnia, tanquam quae mun
ύδωρ, αέρα, πυρ, τα εκ τούτων απογεννώμενα πάθη " dunt compleant, procul dubio una cum universitale
α πάντα μεν ως συμπληρωτικά του κόσμου συν- rerum substiterunt ; omissa sunt autem istinc ab
υπέστη τω παντί δηλονότι (12)• παρέλιπε δε η ιστο- listoria , ut dum reliqua ex paucis argumentis tra
ρία , τον ημέτερον νούν γυμνάζουσα προς εντρέχειαν, dit estimanda, menlein nostram ad industriam di
εξ ολίγων αφορμών παρεχομένη επιλογίζεσθαι τα ligentiainque exerceat. Itaque cum dictum non sit
λειπόμενα. Έπει ούν ούκ είρηται περί του ύδατος, Deuni aquam fecisse: sed dicium 15 sit terram
ότι εποίησεν ο Θεός, είρηται δε , ότι αόρατος ήν ή fuisse invisibilem; ιule tecum reputa quo velamine
γη : σκόπει συ κατά σεαυτόν τίνι παραπετάσματι operta non appareret. Νeque igitur ignis operire

(5 ) Codex Combef. el alii sex tõy yŪy Vocula D (8) Editio Basil. el Bodl. el alii nostri mss. ĈLO.-
vuv in editis deeral. Mox Coisl. primus et Colb . iti volais. Editio vero l'aris. Olavolą . Mox Colb. primus
derm primus cunι Regiis quatuor βαλόμενος , out ανθρωπίνη φύσει, et quam humana natura narrare
nullo modo possil .
(6) Ατιιίqui sex libri διεσχημάτισέν τε ώς. Editi (9) Veteres aliφιοι libri αποκρινάσθωσαν. Codex
κατεσχημάτισε. alius έπειτα αποκρ.
(7) Colb . primus et Coisl. secundus et alii qua (10) Sic Regii primus et quinliis. Reg. quarius
tuor Regii αρρήκτω τινι φιλίας θεσμό , invincibili ενεπιδείξεται. Editi cum Colb. secundo επιδείξε
quadam amicitive lege. Editio Basil. cuin Coisl. pri. tal. Colb . primus cuin Reg . tertio È IT!Olentai.
Do αρρήτω τινί φιλίας θεσμώ, occulta quadam αni- ( 1) Πla , ή δε γη ήν αόρατος και ακατασκεύα
citiæ lege. Editio Paris. cum Reg. quarlo å poń - Otos, desunt quidem in editis : sed in seplein mss.
κτα τινί φιλίας δεσμώ, indissolubili φuodam amici reperiuntur.
liæ vinculo : quam scripturam ideo secuti sumus , (12) Codex Bodl. el quatuor alii cum editione
quod ita legerit velus interpres Eustathius, cujus Basil. Onàovori. Editio Paris. el duo mbs. 11ox
hæc sunt verba, inviolabilibus cujusdami concordice ότι.
vinculis .
Patrol. Gilll. XXIS ,
 3) ' S BASILII MAGNI
terram polerat. Ignis siquidem affert lucem, ac ea A καλυπτομένη ουκ έξεφαίνετο. Ούτε ούν πυρ αυτήν
quilus accedit, illustrat potius, quam tenebras of. καλύπτειν ήδύνατο. Φωτιστικών γάρ και καταφά
fundat. Νeque itidem aer erat lunc terra:legumen- νειαν παρέχον οίς αν προσγένηται μάλλον (15)
Tunι. Rara enim et pellucida est aeris natura, que σκοτώδες το πυρ. Ου μήν ουδε αήρ προκάλυμμα ήν
cuncias rerum visibilium species excipit , el ad in- τότε της γης. 'Αραιά γάρ και διαφανής του αέρος ή
1uentium oculos transmittit. Reliquum igitur est, ut φύσις, πάντα τα είδη των ορατών δεχομένη , και
cogitemus nos , aquain superficiei terrie innalasse , ταις των ορώντων όψεσι παραπέμπουσα. Λειπόμενον
cum nondum essel liquida is13 substantia in pro- τοίνυν εστι νοείν ημάς (14) ύδωρ επιπολάζειν τη
yriam selein segregala . Ηinc autein terra non erat επιφανεία της γης, ούπω προς την οικείαν ληξιν της
solum invisibilis, sed erat etiam inornata. Quippe υγράς ουσίας αποκριθείσης. 'Εκ δε τούτου ου μόνον
humoris redundantia etiamnum fructuurn partum αόρατος ην η γή , αλλά και ακατασκεύαστος. Η γάρ
impedit. Εadem igitur causa est, cur et invisibilis του υγρού πλεονεξία έτι και νυν εμπόδιον (15) εστι
essel et incomposita. Nam terre apparatus , ille πρός καρπογονίαν τη γή. Η ούν αυτή αιτία και του
ipse est Ornalus qui ei proprius est ac naturalis, μή οράσθαι, και του ακατασκεύαστος είναι είπερ
pula uidantes in convallibus segeles, prata viren- κατασκευή γής , και οικείος αυτή και κατά φύσιν
1ia et diversis floribus referta, floridi saltus ac non- κόσμος , λήία μεν ταίς κοιλότησιν εγκυμαίνοντα,
tium cacumina silvis inumbrata : quorum nondum λειμώνες χλοάζοντες και ποικίλους άνθεσι βρύοντες ,
Diabebat quidquam, parturiens quidem omnium Or- νάπαι ευθαλείς, και όρων κορυφαί ταίς ύλαις κα
tum, ob inditam sibi ab opifice facultatem, sed lein- τάσκιοι • ών ουδέν είχεν ουδέπω · ωδίνουσα μεν την
pora congrua exspectans, ul juxta divinum præce πάντων γενησιν διά την εναποτεθείσαν αυτή παρά
plum ſelus suos in aperlum proferrel. του δημιουργού δύναμιν, αναμένουσα δε τους καθήκον
τας χρόνους, ίνα τω θείω κελεύσματι προαγάγτ (16)
εαυτής εις φανερόν τα κυήματα.
4. Sed et lenebræ , ail, super abyssum . Alie 4. Αλλά και σκότος , φησίν, επάνω της αβύσ
rursum fabularum occasiones , et coιumentorum σου. Πάλιν άλλαι μύθων αφορμαι, και πλασμάτων
nagis impiorum causae ; cum hac verba ad suns δυσσεβεστέρων αρχαί πρός τάς ιδίας υπονοίας πα
divertant opiniones. Tenebras enim non expo- ρατρεπόντων τα βήματα. Το γάρ σκότος ουχ, ώς πέ
nunt, ut mos est, aerem quemdam Iucis exper - φυκεν, εξηγούνται αέρα τινά αφώτιστον, ή τόπον εξ
1em , aut locum objectu corporis olbumbralum, aut αντιφράξεως σώματος σκιαζόμενον (17), ή όλως καθ'
denique Iocum quacunque ex causa lumine pri- c οποιανούν αιτίαν τόπον φωτός έστερημένον, αλλά δύ
valum, sed potentiano malanm : imo malum ipsin ναμιν κακήν, μάλλον δε αυτό το κακόν, παρ' εαυτού
a seips0 originem traliens, oppositum Dei bonitali την αρχήν έχον, αντικείμενον και εναντίον τη αγαθό
atque contrarium. Εtenim si Deus Iux est 19, abs- τητι του Θεού εξηγούνται το σκότος. Ει γάρ ο Θεός
que dubio, aiunt, allversans ei potentia tenebre φώς έστι, δηλονότι η αντιστρατευομένη αυτή δύνα
utique fuerint, juxta sententiae consequentiam. Te- μις σκότος αν είη. φασί (18), κατά το της διανοίας
nebre ab alio non habent quod sint, sed sunt 12. ακόλουθον. Σκότος , ού παρ' ετέρου το είναι έχον,
lum per se genitum. Tenebre hostes animarum, αλλά κακόν αυτογέννητον. Σκότος πολέμιον ψυχών,
mortis conciliatrices, virtutis adversarize : que per θανάτου ποιητικών, αρετής εναντίωσις · όπερ και
liaec propliele verba , ut falso putant, el sullsistere, υφεστάναι, και μη παρά Θεού γεγενήσθαι , υπ' αυ
nec tamen a Deo prodiisse indicantur. Ex hoc sane των μηνύεσθαι των του προφήτου λόγων εξαπατών
principio quid non pravorum et impiorum dogma ται. 'Εκ δή τούτου τι ουχί συνεπλάσθη των πονηρών
tum confictum est ? Qui Iupi graves, gregem Dei και αθέων δογμάτων και Ποίοι λύκοι βαρείς (19) δια .
discerpentes 10, sumριο alb hac parva voce initio, σπώντες το ποίμνιον του Θεού, ούχι, από της μικρής
anima3 non invaserunt ? Nonne hinc Marciones ? ταύτης φωνής την αρχήν λαβόντες, επεπόλασαν ταις
nonne Valentini ? noune abominanda Manichaeorum D ψυχαίς ; Ουχί Μαρκίωνες ; ουχί Ουαλεντίνου εντεύ
liaresis, quam si quis putrediuem appellet Eccle- θεν; ουχ ή βδελυκτή των Μανιχαίων αίρεσις, ήν ση
19 Jan. 1, 5. 10 Act. Xx, 29.
(13) lla codes Combeſ. el alii novem mss. cuin (17 ; Jia sex mss . editi el alius codex à Tosx1a56
editione Basil. Editio Paris. sola uberius προσγε- μενον. Μox duo mss. τόπον τινά. Subinde Colb.
νηται και οτιούνγε μάλλον , οι ignis est cujusυίε na prinus αντικείμενον και έναντιούμενον .
turæ polius quam lenebrosus. (18) Multi mss. et editio Basil. είη φησί. Editio
(14 ) Codex unus vosiv uuãs. Mox mss. non pauci Paris . paol. Nolabo præteriens, vocem saol raro
NÓ OUTOS Tv . Deest hy in editione Paris. in mss. nostris legi. Mox Colb . primus tap' til.
(13) Antiqui tres libri et eliti εμπόδιον. AllΑlii ρω.
quinque mss. Èu Tróô:05. Aliquanto post codex Come (19) Legilor quoque Actorum XX , 29 , in Græco
bef. παντοίους και ποικίλους. aúxoc Bzpeis, lupi graves, inſesti : al in Vulgala in
(16) Colby. primus topojayáyy . Hain longe Colb . terpreiatione pro graves legimus rapaces. Haud
cundus σκότος ήν. Editio Paris. επέκειτο επάνω. Jouge (res mss. ποίμνιον του Χριστού. Aliquando
Sed sex mss. et sacer textus simplicitler σκότος post mss. nonnulli ου Μαρκίωνες , ου Ουαλεντί
επάνω της αβύσσου, νοι.
37 HOMILIA II IN TEXAEMERON. 38
πεδόνα τις των Εκκλησιών προσειπών ουχ αμαρτή- A siarum, a decoro non aberrabit ? Quid procul a
σετα: (20) του προσήκοντος ; Τι μακράν αποτρέχεις , verilale recedis, o liomo, ibi ipsi exitii causas ex
της αληθείας, άνθρωπε, αφορμάς σεαυτό της απ- cogitans ? Simplex est dictio, et ab omnibus com
ωλείας επινοών; Απλούς ο λόγος, και πάσιν εύληπτος. prehendi facile polest. Eται, inquit, invisibilis terra.
"Αόρατος ή η γη, φησί. Τις η αιτία ; Επειδή άβυσ- Quanam est catisa ? Quiz circumfusam sibi alys
σον είχεν επιπολάζουσαν έαυτή. 'Αβύσσου δε έννοια sum habebat. Quid autein alyssus significat ? Co
τις ; "Ύδωρ πολύ δυσέφικτον έχον εαυτού το τέρας piosarm aquam, cujus fundus vix potest attings
έτι το κάτω. 'Αλλ' έγνωμεν πολλά των σωμάτων και deorsum versus. Al complura corpora per lenueni
δι' ύδατος λεπτοτέρου και διαυγούς πολλάκις διαφαι et translucentem aquam scimus non raru videri.
νόμενα. Πώς oύν ουδέν μέρος της γης διά των υδά- 16 Quomodo igitur nulla terre pars sub aspecluυ
των εδείκνυτο; "Οτι αλαμπής έτι και εσκοτισμένος cadetbat per aquas? Quia effusus super eam aer,
(21) ήν ο υπέρ αυτού κεχυμένος αήρ. Ακτίς μέν γάρ obscurus adhuc erat, et tenebris obluctus. Νar
ηλίου, δι' υδάτων διικνουμένη, δείκνυσι πολλάκις τας solis radius cum per aquas penetrat, sepe in iτης
εν τω βάθει ψηφίδας · εν νυκτί δε τις βαθεία ουδενί gurgile calculos ostendit ; at vero in profunda nocle
αν τρόπο τα υπό το ύδωρ κατίδου. "Ωστε του αέρα- ueno ea quae sub aqua sunt, allo pacio videre po
τον είναι την γήν κατασκευαστικόν εστι το επαγό- B test. Itaque id quod subjungitur, abyssus incumbe
μενον, ότι και άβυσσος ην η επέχουσα (22), και αύτη Dat, et ea eral lenelbris obducta , in causa est cur
εσκοτισμένη. Ούτε ούν άβυσσος δυνάμεων πλήθος terra fuerit invisibilis. Νeque igitur abyssus adver
αντικειμένων, ώς τινες εφαντάσθησαν, ούτε σκότος sariarum polestatum est multitudo, ut quidamims•
αρχική τις και πονηρά δύναμις αντεξαγομένη το ginati sunt : neque tenebrae sunt principalis quae
αγαθώ. Δύο γάρ εξισάζοντα αλλήλοις κατ' εναντίω- daim ac mala potentia , bono opposita . Duo enim
σιν φθαρτικά έσται πάντως της αλλήλων συστάσεως · inter se contrarietate paria mutuo suam naturato
και πράγματα εξει διηνεχώς και παρέξει απαύστως destruent ; ac indesinenter capient, exhibebunique
τρός άλληλα συνεχόμενα τω πολέμο. Κάν υπερβάλλη molestias, jugi inter se bello implicali . Quod si
δυνάμει των αντικειμένων (23) το έτερον, δαπανητι- adversantiumn alterum alieri viribus praeslet, victum
κον εξ άπαντος του κρατηθέντος γίνεται."Ωστε ει μεν omnino absumit. Quare si mali contrarietatem cum
ισόρροπον λέγουσι του κακού της προς το αγαθόν bono equilibrein esse dicant, continuum Delluιι
εναντίωσιν, άπαυστον εισάγουσι πόλεμον και διηνεκή perpetuainque corruptionem inducunt ; quandoqui
την φθοράν, κρατούντων εν μέρει και κρατουμένων : dem parliam vincunt , partim vincuntur. Jam και
ει δε υπερέχει δυνάμει το αγαθόν, τίς η αιτία του viribus prepolles bonum; quid fuit cause, cur mali
την φύσιν του κακού μή παντελώς ανηρήσθαι ; Ει ° natura non funditus sublata sit ? Sin aliter, quod
δε, και μη (24) θέμις ειπείν, θαυμάζω πως ουχί φεύ- μου licet dicere, miror quomodo se ipsi non abhor
γουσιν αυτοι εαυτούς πρός ούτως αθεμίτους βλασφη reant, ad lim nefanda maledicia delapsi. At neque
μίας υποφερόμενοι. Ου μήν ουδε παρά Θεού το κα- τnalum a Deo generalum esse, dicere fas est, pro
κον την γένεσιν έχειν ευσεβές εστι λέγειν, διά το μη- plerea quod nullum contrarium a contrario gigna
δεν τών εναντίων παρά του εναντίου γίνεσθαι. Ούτε ιur. Neque enim vita mortem general, neque lene
γάρ η ζωή θάνατον γεννα, ούτε το σκότος φωτός εστιν bre lucis principium sunt, neque niorbus opifex
αρχή , ούτε η νόσος υγιείας δημιουργός , αλλ' εν μέν est sanitatis : sed in afectionum comimulationibus,
ταις μεταβολαις των διαθέσεων εκ των εναντίων προς e contrariis ad contraria fiunt transitiones : in ge
τα εναντία αι μεταστάσεις : εν δε ταϊς γενέσεσιν ουκ nerationibus vero , res singulae quae funt, non ex
εκ των εναντίων, αλλ' εκ των ομογενών έκαστον των contrariis, sed ex congeneribus producuntur. Pro
γινομένων προέρχεται. Εί τοίνυν, φησι (23), μήτε inde, inquiunt, si neque ingenitum est malum, ne
αγέννητον, παρά Θεού γεγονός, πόθεν έχει την φύ. que a Deo genitum, unde naturam habet? Nano
σιν ; Το γαρ είναι τα κακά ουδείς αντερεί των μετε- mala esse nemo vitae particeps negaverit. Quid igi
χόντων του βίου. Τί ούν φαμεν ; " Οτι το κακόν έστιν ρ ιur diciunus ? Malum scilicet non substantiam esso
ουχί ουσία ζώσα και έμψυχος, αλλά διάθεσις εν ψυ- viventem, aut animalam : sed animae affectionen
χη εναντίως έχουσα προς αρετήν, δια την από του virtuti contrariam, desidiosis ac inertibus, propter
καλού απόπτωσιν τοίς ραθυμοις έγγινομένη. ea quod a bono deciderunt, indilam .
5 . Μή τοίνυν έξωθεν το κακόν περισκόπει, μηδέ 5. Malum itaque forinsecus ne circumspicias ,

(20) Antiqui tres libri αμαρτήσεται. Editi αμαρ-
τήσει. Colb. primus αμαρτήσει του δέοντος . Μox
(Colb . secundus, αφορμάς σαυτό της ασεβείας, imm
pietatis occasiones.
(21 ) Veteres duo libri διεσκοτισμένος. Ιbidem
editio Basil, et qualuor mss. Regii cum utroque
Colb. o υπέρ αυτού · que vox αυτού referri potest
ad vocem Edwp, quæ paulo ante legiliir . Editio Pa
ris. Úncep autñs. Arbitramur aulein ila emenda -
lumn ab aliquo, qui sibi falso persuasissel necessa-
rio legi oportero asinis, ut hoc pronomen ad vocem
γή referretur. Paulo infra quinque mss. ηλίου υδά.
των.
( 22 ) Eliti ήν επέχουσα. Αι Inss. sex ή επ
έχουσα.
(23) Editio Paris. του αντικειμένου. Editio vero
Biisil. et codex Combef. cum aliis septem tūv áv
τικειμένων, ( olh, primus τώ αντικειμένω.
(24 ) In viss. non p :iucis legirur o urdé.
(25 ) lia mss. cum cuilione Basil. Editio Paris.
wasi.
 S. BASILII MAGNI 40
ieve primigeniam quaindlanm nmaliguitatis naturam A αρχέγονον τινα φύσιν πονηρίας (26) φαντάζου · αλλά
comminiscare : sed sug: quisque malitie se ipsum της εν εαυτώ κακίας έκαστος εαυτόν αρχηγών γνω
agnoscat auctorein. Nam semper eorum que fiunt, ριζέτω. 'Αεί γάρ των γινομένων τα μεν εκ φύσεως
alia quidem a natura nobis contingunt, ut senectuς ημίν επιγίνεται, οίον γήρας και ασθένειαι (97), τα
et infirinitales : alia vero a casu, puta inopinali δε από ταυτομάτου , οίον αι άλογοι περιπτώσεις αλλο
quarumdam rerum sape tristium, aut etiam lala- τρίαις αρχαίς επισυμβαίνουσαι, σκυθρωπων τινων
rum eventus, ex alienis principiis alnascentes : πολλάκις ή και των φαιδροτέρων: ως το φρέαρ
velut puleum ſodienli, thesauri inventio , aut ad ορυσσoντι ή του θησαυρού εύρεσις, ή τα προς την
forum progredienti , rabidi canis occursus; alia αγοράν ώρμημένη και του λυσσώντος κυνός έντευξις :
tandem in nostra potestate el arbitrio sunt posita, τα δε εφ' ημίν τυγχάνει, ως το κρατήσαι των επι
ut cupiditates superare, aut voluptatibus Πιodum θυμιών, η μη κολάσαι τας ηδονάς: ως το κατασχειν
non ponere : velut iram continere, vel in eum qui οργής, η χείρας επαφείναι το παροξύναντι αλη
injuria lacessivit , manum injicere : item verum θεύειν, ή ψεύδεσθαι · επιεική το ήθος είναι και μέ
moderatum, aut Lumidum et superbia elatum. Quo- "Ων τοίνυν αυτός εί κύριος, τούτων τας αρχάς μη ζη
rum itaque tu ipse dominus es , cave queras ho- Β τήσης (28) ετέρωθεν, αλλά γνώριζε το κυρίως κακόν
rum principia 17 aliunde : sed malain proprie εκ των προαιρετικών αποπτωμάτων την αρχήν ειλη
dictum noveris a voluntariis lapsibus incepisse. φος. Ου γαρ αν, είπερ ακούσιον ήν (99), και μη εφ'
Nam si malum non esset voluntarium, nec in nostra ημίν, τοσούτος μεν εκ των νόμων ο φόβος τοις άδι-
potestate situm, injuriam inferentibus non impen- κούσιν επήρτητο, ούτω δε απαραίτητοι των δικαστη
derel tantus timor a legibus, sicque judiciorum ρίων αι κολάσεις, το πρός άξίαν τους κακούργοις
pena que meritam maleficis rependent mercedem, αντιμετρούσαι. Ταύτα δε μου ειρήσθω περί του κυ
forent inevitabiles. Αιφui haec mihi de eo quod ρίως κακού . Νόσον γάρ και πενίαν και άδοξίαν και
proprie malum est, dicta sint. Morbum enim, pau- θάνατον, και όσα λυπηρά τους ανθρώποις , ούτω και
pertalem, ignominian, Inoriem, et omnia quacun- εν τη μοίρα των κακών καταλογίζεσθαι άξιον, διά το
que hominibus molesta sunt in malorum numero μηδε τα αντικείμενα τούτοις εν τοις μεγίστοις ημάς
par non est recensere : eo quod neque ea que his των αγαθών αριθμείν ' ών τα μεν εκ φύσεώς έστι,
opponuntur, inter maxima bona annumeramus : τα δε και συμφερόντως πολλοίς απαντήσαντα φαίνε
quorum aliqua insuit natura : aliqua vero etiain ται. Πάσαν ούν τροπικών και δι' υπονοίας εξήγησιν
utiliter multis accidisse constat. Οιnnein igitur in- . έν γε τώ παρόντι κατασιγάσαντες, του σκότους την
terpretationein, Iropis et allegoriis constantem, in “ έννοιαν απλώς και απεριεργάστως (30), επόμενοι τω
presentia pretermittentes , tenebrarum notionerm βουλή ματι της Γραφής, εκδεξώμεθα. Επιζητεί δε και
simpliciter el citra curiositatem, sensum Scripίure λόγος, ει συγκατεσκευάσθη τω κόσμω το σκότος, και
Secuti , accipiamus. Inquirit autem ratio, an simul εί αρχαιότερον του φωτός , και διά τι το χείρον πρε
cum mundo facia sint tenebre, et utrum antiquio - σβύτερον. Λέγομεν τοίνυν και τούτο το σκότος μή
res sint luce , el cur id quod delerius est prius ex - κατ' ουσίαν ύφεστηκέναι, αλλά πάθος είναι περί τον
slilerit ? Dicimus igitur hasce tenebras non secun αέρα στερήσει φωτός επιγινόμενον. Ποίου τοίνυν φω
dum substantia substitisse : sed fuisse in aere τος άμοιρος αιφνιδίως ο εν τω κόσμω τόπος ευρέθη ,
affectionerm, ex lumilis privatione provenientem. ώστε το σκότος επάνω είναι του ύδατος : Λογιζόμεθα
Ει vero nundi Iocus cujusnamlucis illico inveilus τοίνυν ότι, είπερ τι ήν (31) προ της του αισθητού
est exsors , adeo ut lenebræ super aquam essent ? τούτου και φθαρτου κόσμου συστάσεως, εν φωτί αν
Sane si quid ante erat, quam hic nundus sensibi- ήν δηλονότι. Ούτε γάρ αι των αγγέλων αξίας, ούτε
lis atque corruptioni obnoxius constitueretur, pro- πάσαι αι επουράνιοι στρατιαι, ούτε όλως εί τι εστιν
fecto id arbitramur in lumine fuisse. Neque enim ώνομασμένον ή ακατονόμαστον τών λογικών φύσεων,
angelorum dignitales, neque celestes quotquot sunt και των λειτουργικών πνευμάτων εν σκότω διήγεν,

26 ) Colb. secundus quoit Toompáv. Aliquanto o picari, ipsas retinendas esse ob banc Eustathii in
post ires miss . el yap tūv. Edili cum Colb . secundo lerpretationem , Neque enim simalum ex necessilale
αεί γάρ τών. descenderet, tanlus peccantibus legum melus incum
(27 ) Reg . sexliis et Colb . secundus xal å slévela . berel : id tamen non continuo colligi debere pula
Mox unus codex ta è E. mus. Hinc enim non efficitur Eustalbiuin voces to
(28) Colb. Secundus μή ζήτει. xaxóv invenisse in aliquo exemplari, sed sequitur
129 ) Codex Bod ), et sex alii åxouglov Sv. Vox duntaxat eum has voces, quæ non obscure subir
uliima in edilis desideratur. Ibidein edilio Paris. xa ! Telligebantur, de suo e superioribus supplevisse .
un conquisto yaxóv. Moniaculis aulem , teste Statim ibi Basilius loquitur de eo quod proprie na
Ducæo, allirinalillud, tò xayov, ex aliquibus mss . lum est, ubi intelligi peccatuin nemo non vide !.
additum fuisse . Sed laneo be due voces neque in (50) Reg. Sexlus έννοιαν άπασαν απεριεργάστως
editione Basil., neque in Ducei codicibus, neque in επόμενοι,
Coinbef., neque in Bodl., neque in septein aliis re- (31) Eirop te nv , elc ., Sane si quid ante eral quam
periuntur. Unde eas lol codicunn auctoritate expuin - hic mundus, cic. Legas velim notam b , pag. 5 (101.
gere non dubitavimus. Possit au !em quispiam sus - 34, supra col. 12).
 HOMILIA II IN REXAEMERON . 49
αλλ' εν φωτί και πάση ευφροσύνη πνευματική την Α exercitus, neque tandem si que alie sunt rationales
πρέπουσαν εαυτοίς κατάστασιν είχε. Και τούτοις ου- nature, aut si qui alii sunt administri spiritus, sive
δεις αντερεί, ούκουν όστις γε (32) το υπερουράνιον habeant nomen, sive non, degebant in tenebris :
φώς εν ταις των αγαθών επαγγελίαις εκδέχεται, περί sell in luce et in omni letitia spirituali statum sibi
ου Σολομών φησι • Φως δικαίοις διά παντός και ο convenientem habebant. Αtque his contradicet ne
'Απόστολος : Ευχαριστούντες τω Θεώ και Πατρί 1mo, non is certe, qui in bonorum pronmissis cα
( 33) τώ ικανώσαντι ημάς εν τη μερίδι του κλή- lestem lucem exspectat, de qua Salomon ail : Lux
ρου των αγίων εν τω φωτί. Ει γάρ οι καταδικαζό- justis semper 11; et Apostolus : Gratias agentles Deo
μενοι πέμπονται εις το σκότος το εξώτερον , δηλονότι οι Pairi qui dignos nos fecit in parte sortis sancto
οι τα της αποδοχής άξια ειργασμένοι, εν τώ υπερκο- rum in lumine 31. Elenim si damnati mittunturin
σμία φωτί την ανάπαυσιν έχουσιν (34) . Έπει ούν tenebras exteriores 18 : utique qui opera laude ac
εγένετο ο ουρανός προστάγματι Θεού αθρόως περι commendatione digna percgerunt, in cælesti lumine
ταθείς τους εντός υπό της οικείας αυτού περιφερείας requiem possident. Quoniam igitur Dei jt:ssu est
απειλημμένοις, σώμα έχων συνεχές, ικανόν των έξω celum facium, sic ut rebus intra suam ipsius cir
διαστήσαι τα ένδον (53), αναγκαίως τον εναπολει - cumferentiam contentis derepenle circunfundere
φθέντα αυτά τόπον (36) άφεγγή κατέστησε, την B tur; haberetque corpus continuum quod ab exter
έξωθεν αυγήν διακόψας. Τρία γάρ δεί συνδραμείν nis interna sejungere posset 18 necessario Iorum
επί της σκιάς, το φώς, το σώμα, τον αλαμπή τόπον. a se derelicium ac separalum obnubitavit, interciso
Το τοίνυν έγκόσμιον σκότος τη σκιά του ουρανίου scilicet externo splendore. Tria enim ad umbram
σώματος παρυπέστη. Νόησον δέ μοι από παραδεί- concurrere oportet, lucem, corpus, obscurum Io
γματος εναργούς το λεγόμενον, έν σταθηρα (37) με- cum. Ιtaque per celestis corporis Umbram mun
σημβρία σκηνήν τινα εκ πυκνής και στεγανής ύλης date constiterunt tenebrae . Quod autem dicimus, id
εαυτώ περιστήσαντα, και εν σκότω αυτοσχεδίω εαυ- intellexeris evidenti exemplo, si in meridie ferven.
τον καθειργνυντα. Τοιούτον ούν κακείνο το σκότος tissima tabernaculum aliquod ex densa el impene
υπόθου, ού προηγουμένως υφεστηκός, αλλ' επακολου- trabili materia tibi ipse circumposueris, atque in
θησαν ετέροις. Τούτο δή το σκότος και επιβαίνειν tenebris extemporalibus teipsum incluseris. Velim
λέγεται τη αβύσσω, επειδή τα έσχατα του αέρος πέ- igitur ponas et has tenebras tales fuisse, nec per
φυκε ταϊς επιφανείαις των σωμάτων συνάπτεσθαι. se substitisse, sed alias subsecutas esse. He sane
Τότε δε ύδωρ ήν τοις πάσιν επιπολάζον. Διόπερ tenebre etiam abysso insidere dicuntur, quod ex
αναγκαίως το σκότος επάνω υπάρχειν είρηται της Cremae aeris partes cum corporum superficie solent
αβύσσου . C conjungi. Tunc autem aqua omnibus superslabal.
Quapropter necessario lenebras super abyssum exstitisse dictum est.
6. Και πνεύμα Θεού, φησίν, έπεφέρετο επάνω 6. Ει εpiritus Dei, inquit, ferebatur super αφμας.
11 Proν. ΧΙΙΙ, 9 . 1 Coloss. 1, 12. 10 Μatth. ΧΧιι, 13.
(32) Editi αντερεί όστις γε. Αt Coisl. secundus et Colb. Secundus cum duobus Regiis εναπολειφθέντα,
Coinber. årtepai, ouxoUV ÖGTIS ys• ubi oŰxouy male relictum a se locum . Editio Paris. et Regii duo èy
in aliquibus codicibus scribitur cum accentu cir - atoanvévta , comprehensum a se locum . Lectionem
cumflexo ouxouv . Ibidem editi Šv tais twy Sylwy primam seculus est Eustathius, qui sic interprela
ÈTayyerlais, in sanctorum promissis. Nostri septem lur : 0b hoc necessario posl se regionem reliciam ,
inss. cum codice Combef. el cum utroque Duc. È carentem luce constituil, ulpole fulgore qui desuper
ταις των αγαθών επαγγ., in bonorum promissis, seu radiabal, excluso. Et ita legendduin esse pulo , cum
in bonis promissis : quæ lectio, uti pionel Ducæus, per lucem externam , tivEwOev, ea debeat intelligi,
legilur apnd Theodoretum . Accedit etiam , quod au - que desuper radiabal. - 'Erano leLVOÉrta auto
ciorilale Eustachii confirmari possit, qui sic inler. Conor, locum a se derelictum . Legendum poticas, ut
prelatur : in bonorum promissionibus operitur. i: edit. Paris. cl duobus Regiis codicibus, įvatoan
(33) Codex Combcf. cum Reg. quarto tū o xal D 90évta , locum a se comprehensum . Ibidem enim
Πατρί, que lectio noatur in Testamento Oxoniensi. similiier legitur, τοίς εντός... απειλημμένοις , rebus
Nec aliter legii Eustathius, qui vertil ; gralias intra ipsius circumferentiam contentis. Negal Basilius
agenles Deo el Palri. tenebras naluram esse a Deo creatain : sed earum
(55) Codex unus την απόλαυσιν έχουσιν. Μox co- originein sic repelit. Si quid aute mundum sensibi
dices duo ο ουρανός . Deest articulus in vulga lem et corruptibilem exstitit, id in lumine fuit,
lis. neque enim angeli in tenebris degebant, sed in luce .
135 ) Ducæi in hunc locum verba non pigebil re . Sed hæc lux corporis opaci interjectu intercidi de
ferre . Rursus, inquit, quod sequitur, inverso ordine buit. Quare cum cæluni, quod est corpus opacum ,
exhibet Theodoretus, ικανών των ένδον διαστήσαι τα creatum est, quaecunque intra illius circumferen.
Egw , quod possil ea quae foris sila sunt, separare ab liam comprehensa fuerunt, luce illa , quie est extra
iis , quæ intra se comprehendii. El banc ſuisse le - inundum sensibilein el corruptibileui, caruere. Co
clionem Basilii cx Eustathio conjici potest, qui lum ergo non locum a se derelictum obnubilavil, sed
vertit : Ut possil en qua: extrinsecus habentur , ab locum a se comprehensum . MARAN .
interioribus separara. Huc usque vir doctissimus. (37) Rey . sexlus ÚTobou HOL ÉV oraOnpă. Sed
Ul ut hæc sunt, omnes nostri libri ium calamo 110 . illud ,' ÚTÓBou uoi, neque in aliis mss., lieque in
lati, tumn typis exclusi habent constantler ικανόν των editis legitur . Voces περιστήσαντα .... καθειργνυν
έξω διαστήσαι τα ένδον. ta videntur adhibilie fuisse in modum casus abso
(36 ) Thcouvrelus, editio Basil., lilcryjne Duc. cl luti.
 S . BASILJI MAGNI
Sive spiritum nunc dical difusionem esse aeris, A του ύδατος. Είτε (58) τούτο λέγει το πνεύμα,του
parles mundi tibi a scriptore enumerari in- αέρος την χύσιν, δέξαι τα μέρη του κόσμου καταρι
telligas : quippe fecit Deus colum , terrain , θμούντά σου τον συγγραφέα , ότι εποίησεν ο Θεός ου
aquam, aerem, eumque difusum jam el dinuen- ρανόν, γην, ύδωρ, αέρα, και τούτον χεόμενον ήδη
em. Sive, guod et verius est, et majoribus nostris και δέοντα : είτε , ο και μάλλον αληθέστερόν (39) εστι
comprobalum, Spiritus Dei , Sanctus ille licius sit: και τους προ ημών εγκριθέν, Πνεύμα Θεού, το άγιον
eo quod observatum est Scripturam eum ejusmodi είρηται · διά το τετηρήσθαι τούτο ιδιαζόντως και
appellatione peculiariter ac praecipue dignari, ac εξαιρέτως της τοιαύτης μνήμης υπό της Γραφής
nullum aliun Spiritum Dei nominare, quam san- άξιούσθαι, και μηδέν άλλο Πνεύμα Θεού, και το άγιον
ctum illum, qui divinam et beatam Trinitatem con- το της θείας και μακαρίας Τριάδος (40) συμπληρω
plet. Ηanc quoque sententiam si admiseris, plus ex τικών ονομάζεσθαι. Και ταύτην προσδεξάμενος την
rebatur super aquas? Dicam tibi non nieam, sed Πώς oύν έπεφέρετο τούτο (41) επάνω του ύδατος ;
viri Syri sententiam, qui tantum a mundi dictabat Ερω σοι ουκ έμαυτού λόγον, αλλά Σύρου ανδρός σο
sapientia , quantum ad rerum verarum scientiam , φίας κοσμικής τοσούτον άφεστηκότος , όσον εγγύς ήν
appropinquabat. Aiebat igitur vocem Syrorum et ° της των αληθινών επιστήμης. "Έλεγε τοίνυν την των
significantiorem esse, et ob suam cum Hebraica lin - Σύρων φωνήν εμφατικωτέραν τε είναι, και διά την
gua cognationem, quodam modo ad Scripturarum προς την Εβραϊδα γειτνίασιν μάλλον πως τηνέννοια
sensum propius accedere. Itaque lalem dicebat esse των Γραφών προσεγγίζειν. Είναι ούν την διάνοιαν
aujus dicti sententiarm. Illud, inquiebat, verburn (e- του ρητου τοιαύτην. Tο, Επεφέρετο , φησίν, εξ.
rebatur, interpretanles sumunt pro verbo, confove- ηγούνται αντί του , συνέθαλπε, και έζωογόνει την
bat, et ita nature aquarium vimtribuebat fetificandi, των υδάτων φύσιν , κατά την εικόνα της επωαζούσης
instar incubantis avis , et vitalenm quamdam facu!- ορνιθος, και ζωτικήν τινα δύναμιν ένιείσης τα;
talenι iis que foventur imparlientis. Talem quan- υποθαλπομένοις. Τοιούτον τινά φασιν (42) υπό της
lam intelligentiam aiunt hac voce indicari. Nimi- φωνής ταύτης παραδηλούσθαι τον νούν, ώς επιφερο
rum ferebatur spiritus super αφμας, hoc est , natu- μένου του πνεύματος: τουτέστι, πρός ζωογονίαν
ram aque ad feturam preparabat. Quare quod a την του ύδατος φύσιν παρασκευάζοντος · ώστε ικα
αυibusdam quaeritur, satis ex hoc liguet, nempe ab γως εκ τούτου το παρά τινων επιζητούμενον δείκνυ .
acto creandi Spiritum sanctum non abfuisse. σθαι, ότι ουδέ της δημιουργικής ενεργείας το Πνεύ
C μα το άγιον απολείπεται (43).
7. Ει diait Deus, Fiat lur 14. Prima Dei vox lu- 7. Και είπεν ο Θεός, Γενηθήτω φως. Πρώτη φω
cig naturam creavit , dissipavit tenebras, dispalit νή Θεού φωτός φύσιν εδημιούργησε , το σκότος φά
mestitiam, mundum illustravit, el acervatim gra - νισε, την κατήφειαν διέλυσε, τον κόσμον έφαίδρυνε,
sum ac jucundum aspeclum universis imperiivit. πάσιν αθρόως χαρίεσσαν όψιν και ηδείαν επήγαγεν.
Νam et celum apparuit, antea in tenebris delite- Ουρανός τε γάρ εξεφάνη κεκαλυμμένος τέως τω σκό
scens ; visa est et ipsius pulchritudo, eaque lanta τη, και το (44) απ' αυτού κάλλος τοσούτον , όσον έτι
quantam etiam nunc oculi testantur. 19 Illustra - και νυν οφθαλμοί μαρτυρούσι. Περιελάμπετο δε αήρ,
batur autem aer ; imo permistan sibi lucem lisa- μάλλον δε έγκεκραμένον εαυτώ όλον διόλου είχε το
* Gen. 1, 3.
(38) Codices non pauci elte. Edili elye. Mox locum Ambrosius de more in suum Hexaemeron
Colb. Secundus συγκαταριθμούντα. translulii. Denique Syrus, inquit, qui vicinus lle
(39) Sic mss. septem . Editi vero xal uádlota bræo est, et sermone consonai in plerisque el con
ärroéstepov. Ibidein edili cum aliquibus niss. gruil , sic habet : Et Spiritus Dei fovebal aquas, elc.,
εγκριθέν. Αlii mss . έκκριθέν. lib . i Heraem ., cap. 8 , num . 29 . Quin etiam Dio
(10) Colb . sccundus javapias vai áyias Tei. Ibi- D dorus non aliter intellexit vocem Hebraicain , at.
dem(41) idem codex μείζονα τινα απ. que vir ille Syrus, il videre est in nolis lum Dui
Sic multi mss. Deest touto in editis. Mox cæi, tum nosiri Montfauconii. Haud immerilo exi
ärld Púpou à vopós, sed viri Syri, elc . Monet Tille- slimat Tillemontius esse verisimile , Augustinuin e
monlius hic intelligi posse Euscbium Sainosalensem ; Basilii opere excerpsisse ea, quæ leguntur de doclo
sed convenit fere inter doctos , designari polius quodam Syro lib. i De Genesi ad lill., num . 36 . Lege
Ephrem diaconuin Syrum . Quod autem alliviel ad Præf. num . 22.
viri illius Syri explanationem , eam omnino conlir (42) Ilamss . septem . Edili el Colb , secundusonslv,
mat llieronyinus, 10m . II , Quæsl. llebr.. columna Ibidein Colb. primus iš tos ouviis.
5 :18 . Pro eo, inquit, quod in nostris codicibus scri- (43 ) Sic plures muss. Edi&Theintal. Mox bạc
pirum est, ſerebatur , in Hebrieu habel , mørefeih , verba, try mató elav Océussy , desunt in edilis, le
quod nos appellare possimus incubabal, sive conſo . guntur vero in seplem mss., quam lectionem agro
vebat, in similirindinem volucris, ova calore animalie vil Eustalbius, qui vertil : Mæroremque dissolvil .
ris. , Montfauconius noster, qui verbum Hebraicum (44 ) Sic Regii primus, Tertius, quartus , quintus
sic exscribit lilleris Græcis hapaevél , interpretauir el sexius cum Colb . secundo et cum Coisl. itidem
Jocum istum boc modo : El spiriilis Dei molilabat secundo . Al editi téWS Tŷ xósulu , xai tó. Idem inen
super facies aquarum . LXX verterunt, É te pépeto , dum in libros editos paulo ante irrepseral. Coisl.
superſerebatur. Alii tres interpretes, Alquila , Symo velustior téw , co oxótet.
machus cl Theodolio , È TO! Spousvov. Huic Basilii
45 HOMILIA JI IN HEXAEMER .
ON
φώς, οξείας τάς διαδόσεις της αυγής επί τα όρια A Debat totam in se Iola, celeres Fulgoris distributio
εαυτού (45) πανταχού παραπέμπων. "Ανω μέν γάρ nes ad suos ipsius terminos quaquarersumtrans
μέχρι προς αυτόν αιθέρα και ουρανόν έφθανεν εν δε mittens. Sursum enim ad ipsum usque ethera et
το πλάτει πάντα τα μέρη του κόσμου, βόρεια τε και usque ad celum pervenit : inlatitudine vero omnes
νότια και τα εώα και τα εσπέρια , εν οξεία καιρού τηundi partes, tumaquilonares, tum australes,tum
ροπή κατεφώτιζε . Τοιαύτη γάρ αυτού ή φύσις ,λεπτή orientales, tum occidentales , in brevitemporis nic
και διαφανής, ώστε μηδεμιάς παρατάσεως χρονικής menlo illuminabat . Talis est enim ipsius natura ,
προσδείσθαι το φώς δι' αυτού πορευόμενον. " Ωσπερ tenuis scilicet et pellucida ; adeo ut lux per ipsum
γάρ τάς έψεις ημών άχρόνως παραπέμπει προς τα transiens, nulla temporis niora indigeat. Quemad
δρώμενα , ούτω και τας του φωτός προσβολάς ακα- modum enim contuitus oculorum nostrorumad ea
ριαίως , και ώς ουδ' αν επινοήσει τις ελάττονα χρό- quae sub aspeclum cadunt, citra temporis noram
νου ροπήν, επί πάντα εαυτού τα πέρατα υποδέχεται. deducil : sic etiain luminis accessum minima mora
Και αιθήρ ήδίων μετά το φως και ύδατα φανότερα, et temporis momento ita brevi, ut a nemine possit
ου μόνον δεχόμενα την αυγήν, αλλά και παρ' εαυτών excogitari brevius, in omnes suos fines suscipit.
αντιπέμποντα κατά την ανάκλασιν (46) του φωτός, Quin etiam elher post ortam lucerm jucundior eva
μαρμαρυγών πανταχόθεναποπαλλομένων του ύδατος. Β sit, necnon aqua limpidiores fuere , non fulgoreno
Πάντα η θεία φωνή προς το ήδιστον και τιμιώτατον modo suscipientes, sed eum ex se ipsis etiam per
μετεσκεύασεν. " Ωσπερ γάρ οι εν τω βυθώ ενιέντες lucis repercussum remittentes, vibrato undelibet al)
το έλαιον καταφάνειαν εμπoιoύσι τω τόπω, ούτως ο aqua splendore. Divina Vox ad jucundissimum et
ποιητής των όλων, εμφθεγξάμενος (47), τω κόσμω praestantissimum statum transmutavit omnia. Ut
την του φωτός χάριν αθρόως ενέθηκε. Γενηθήτω enim qui oleum in aqua fundum immittunt, in il
φως . Και το πρόσταγμα έργον ήν· και φύσις εγέ- lum locum inducunt clarilatein : ita universorums
νετο (48), ής ουδε επινοήσαι τι τερπνότερον εις από- conditor statim atque Iocutus est, lucis graliano
λαυσιν δυνατόν εστι λογισμούς ανθρωπίνοις. "Οταν mundo repente intulit. Fiat lur. Sane hoc prince
δε φωνήν επί Θεού και δημα και πρόσταγμα λέγω- ptum ορυς eral; et facta est natura, qua jucunuius
μεν (49), ου διά φωνητικών οργάνων εκπεμπόμενον quidquam ad fruendunt ut excogitare quidem po..
ψόφον, ουδε αέρα διά γλώσσης τυπούμενον, τον θείον test humana ratio. Cum autem in Deo vocem rer
λόγον νοούμεν, αλλά την εν τω θελήματι ροπήν διά bumque et praceplum dicimus, non sonum per vo.
το τοις διδασκομένους ευσύνοπτον (50) ηγούμεθα εν calia organa emissum, non aeremlingua conforma
είδει προστάγματος σχηματίζεσθαι. Και είδεν ο tum, divinum sermonem intelligimus : sed volun.
Θεός το φως , ότι καλόν. Τίνα αν είποιμεν ημείς « tatis nutum, ut discentium oculis res subject:
του φωτός άξιον έπαινον, και προλαβον την παρά του esset, in praecepti speciem adaptari arbitramur. Eι
κτίσαντος μαρτυρίαν έχει, ότι καλόν ; Και παρ' ημίν υidit Deus lucem quod esset pulchra 28 . Quasnant
ει ο λόγος τους οφθαλμοίς παραπέμπει την κρίσιν, laudes luce dignas dixerimus nos : quam pulchram
ούτως ουδέν έχων ειπείν τοσούτον, όσον η αίσθησις esse conditor in antecessumtestatus est ?Imo vero
μαρτυρεί προλαβούσα ( 51). Ει δε το εν τω σώματι apud nos ipsis oculis judicium deferi oratio , cuαι
20 Gen. 1, 4 .

(45 ) Sic editio Basil. cum utroque Coisl, el cum el caliganti mundo lumen emicuit , quando si quis
aliis inultis , e quorum numero est ipsissimus codex inter aquas mersus, oleum ore emiserit , clariora fa
Combeſ. Edlilio Paris. autoū. Ibidem editio utraque cial ea quæ profundis legebuntur occullis ?
παραπέμπον, nempe φώς. Αι collex Coulef. et alii (47 ) Melic.έμφεγξάμενος,illucens, a fulgens. Hanc
Sex παραπέμπων, nempe αήρ. Quod autem scribit lectionem ait Duceus non esse contemnendam: Com
Combelisius , legi oportere non TapattéPTTUV , sei belisius vero allirmat eanı purum mendum esse. Ibi
Ta po céu Trov , de eo nobis longe aliter videlur. Nani D dem Colb . secundus êv çaySáuevos é ñue , verbum
pra'lerquam quod TapaTrÉM TIWv in omnibus nostris unuin proferens.
miss. legitur, praeterea non recte diceretur lux ce
leres fulgoris listributiones ad suos insills terminos (48)
( 8 ) Reg. quintus φύσις εγίνετο. Ιbidem Colb . se
vibrasse : sed hoc idem optimedici potest de aere . cundus ns ovoEV.
qui acceptos a luce radios in suos ipsills lerminos (49 ) Codices ires Aéyousv. Slatin editio Paris ,
transmiilit. Cum igitur vox élutoù debeat referri Tu Tousvov , percussum : sed Duc. uterque et Bodl.
ad vocem åne , consequens est ut legamus T2O2 - el Comber. cum omnibus nostris mss. et cum edi
πέμπων, που παραπέμπον : quippe lioc participίum tiοne Basil. τυπούμενον. Vox utraque τυπόμενον
vox éXutoū . Ibidem codices s 'x övw yev yje ubye! percussum , verbera!um . Nam secundum Hesychium ,
poz. Vox Méxp: abest al edius. Colb . secundus ul monel Combelisius, TUTTOUTO idem valet atque
άνωθεν. 1bilem idem Col ». Secundus έφθασεν. πλήσσεται .
(46) Reg. Sexus μετά την αντανάκλασιν. Μox edi . (50) Regii tertius et quintus, itemque Coisl. 9€
lio Paris . 00 :W távca . Sed vox 00 :0 seest in edi- cundus EjJÚvetov. Eiliti cum Rcg. quarto el cuin
lione Basil. inque noalris mss. Jufra oi sy to Suco , Coisl. primo sůGÚVOTITOV.
etc. Discimus ex Ambrosio, lily, i in lexaeni. , cali. ( 51) Sic mss. Combef. cum aliis Regiis tribus, et
9 , num . 33 , olemm illud quod ad lucem afferendam cum utroque Coisl. Eliti TapahaboðJA . Mox mss .
profunditur , ore emirli . Sic autem habet Doctor (res y ciuati . Alij quatuor ėy ców.a.s .. Editi sv To
esimius : Quid miranir, si Ders locu !'ls esi 111col , closesti,
 17 S . BASILII MAGNI
tanturm nihil queat predicare, quantum sensus an. A καλών εκ της προς άλληλα των μερών (52) συμμε
levertens declarat. Sed si corporis pulchritudo ex τρίας, και της επιφαινομένης ευχροίας, το είναι
partium inter se symmetria , ac apparente coloris έχει, πως επί του φωτός απλού την φύσιν όντος και
bonitale oritur, quomodo in luce que natura sim- ομοιομερούς, και του καλού διασώζεται λόγος ; " Ή ότι
plex est, similibusque constat partibus, pulchritu- τω φωτί το σύμμετρον ουκ εν τοις ιδίοις αυτού μέρε .
dinis ratio conservatar ? Num propterea quod lucis σιν, αλλ' εν τω προς την όψιν αλύπη και προσηνεί
temperatio non in propriis ipsius partibus, sed in μαρτυρείται ; Ούτω γαρ και χρυσός καλός , ουκ εκ
quadain hilaritate et lenitale visui se oferente in- της των μερών συμμετρίας, αλλ' εκ της ευχροίας
esse perhibetur ? Sic enim 20 pulchrum est etiam μόνης , το επαγωγών προς την όψιν και το τερπνόν
auram, quod non ex partium commensu, sed ex sola κεκτημένος. Και "Έσπερος αστέρων κάλλιστος, ου διά
coloris bonitate, illiciani, et jucundilalem ad visunι το αναλογούντα έχειν τα μέρη (53) εξ ών συνέστηκεν,
exhilarandum obtinet. Hesperus quoque stellarum αλλά διά το άλυπόν τινα και ηδείαν την απ' αυτού
est pulcherrimus , non quod in partibus quibus con- αυγήν εμπίπτειν τοις όμμασιν . "Έπειτα νύν ή του
stat, insit proportio et symmetria , sed quod jucun- Θεού κρίσις περί του καλού, ου πάντως προς το εν
dus quidam et suavis splendor ex ipso ad oculos όψει τερπνόν αποβλέποντος, αλλά και προς την εις
accedat. Praeterea hoc Dei de pulchritudine judi- Β ύστερον απ' αυτού ωφέλειαν προορωμένου γεγένηται.
cium, non modo ad visus delectationem respicientis, Οφθαλμοί γάρ ούπω ήσαν κριτικοί (54) του εν φωτί
sed etiam ad futuram ipsius utilitatem prospicieu- κάλλους. Και διεχώρισεν ο Θεός ανά μέσω του
tis, factual est. Nondum enim pulchritudinis lucis φωτός , και ανά μέσον του σκότους. Τουτέστιν,
judices erant oculi. Ει divisit Deusinter lucem, et άμικτον αυτών τήν φύσιν και κατ' εναντίωσιν αντι
inter tenebras 16. Hoc est, utrarumque naturam mi- κειμένην ο Θεός κατεσκεύασε . Πλείστα γάρ τω
slure cujuscunque incapace », el alteram alieri ex μέσω διέστηκεν (53) απ' αλλήλων αυτά και δι
adverso opposilam Deus reddidit. Hiec enim magno spicev.
inter se intervallo discrevit ac separavit.
8. Ει νοcavit Deus lucem, diem, et tenebras voca. 8. Και εκάλεσεν ο Θεός το φως ήμέραν, και το
vit noclem 11. Nunc quidem de reliquo post solis σκότος εκάλεσε νύκτα. Νυν μεν λοιπόν μετά την
generationem dies est aer ipse , a sole illuminatus, ηλίου γένεσιν ημέρα εστίν ο υπό ηλίου πεφωτισμένος
dum in lienisplario quod super terram est, Iucet : αήρ,εν τώ υπέρ γην ημισφαιρία λάμποντος, και νυς
Ποx vero est, que occultanle se sole intervenil tel.. σκίασμα γης, αποκρυπτομένου ηλίου, γινόμενον (536).
Iuris obscuratio . Tunc autem nonsecundum notaur: , Τότε δε ου κατά κίνησιν ηλιακήν, αλλ' αναχεομένου
solarem, sed primigenia illa Iuce effuss, et rursus " του πρωτογόνου φωτός εκείνου. και πάλιν συστελλο
contracta, secundum prafiditam a Deo inensuram, μένου κατά το ορισθέν (57) μέτρον παρά θεού,ημέρα
fiebat dies, et nox succelebat. Ει facta est vespera, εγένετο, και νύξ αντεπήει. Και εγένετο εσπέρα, και
a factum est mane, dies unus 18. Vespera igitur liei εγένετο πρωί, ημέρα μία. Έσπέρα μεν ούν έστι
ac noctis est comunis 1eriminus : el similiter κοινός όρος ημέρας και νυκτός και πρωία ομοίως η
nane, est noctis cum die vicinilas. Ιι:ιque ut prio- γειτονία νυκτός πρός ήμέραν. "Ίνα τοίνυν τα πρεσβεία
ris generationis prerogativam diei tribueret, prius της γενέσεως αποδώ τη ημέρα , πρότερον είπε το
comineinoravit finem diei, deinde noctis , velut in- πέρας της ημέρας, είτα το της νυκτός, ώς έφεπο
sequenle diem nocie . Nam qui slalus in mundo ſuit μένης της νυκτός τη ημέρα . Η γάρ προ της γενέ
ante lucis generationem, is non erat nox, sed lene - σεως του φωτός εν τω κόσμω κατάστασις ουχί νυξ
bre : quod autem a die distinguelbatur, eique op- ήν, αλλά σκότος: το μέντοι αντιδιασταλέν προς την
ponebatur, id nor appellatum est ; quod iden) re- ήμέραν, τούτο νυξ ωνομάσθη όπερ νεωτέρας και της
centiorent etiam appellationem post diem obtinuit. προσηγορίας μετά την ημέραν τετύχηκεν. 'Εγένετο
Facta est igitur vespera, el Tactum est mane. Diei oύν εσπέρα, και εγένετο πρωί. Το ημερονύκτιον(58)

16 Gen. 1, 4. 27 ibid . 5. 18 ibid .

(52) Ιta Reg. quintus, Coisl. primus, Colb. se- D
cuidus et edili. Regii vero tertius, quutus et sex-
lus cum Coisl. secundo toy genov, membrorum . Nec
ila mullo post Reg. quintus ó toj xílious.
(55) Sic Regii quartus el sentiis et Colb . secun.
dus cuni utroque Coisl. Edili cum Regiis lerlio el
quinto έχειν τα μέλη . Que lectio vetustissima est,
cum Eustathius interpretalus sil: Non propler exi-
miam compaginationem membrorum . Allamen cum bic
igallir de corpore generalin : sumpio , peon magis
arridet quam néan . Non multo post Reg. sexlus
(54) 11. edi i cuin quatuor mss. Alii tres mss . 6.2 -
κριτικοί. Μου Reg. quintus ανάμικτον αυτών, υe -
dose .
(55) Hec verba, πλείστω γάρ τω μέσω διέστηκεν
απ' αλλήλων αυτά και διώρισεν, desunt in elitis, Se:
leguntur in omnibus nostris mss. Præterea eadem
verlit Enstathius.
(56) Reg. serius vÙ Ę årrooxlagua yñs utid jaloo
OutTouévou yivóuevov .
(57) Reg. Sexlus το ώρισμένον. Stalin Reg. qui .
tus nuspa ėyivsto. Infra Reg. quintus yaisvia
voxtos.
(58 ) Edilio Basil. cum sex mss. præler Boill. tout
to uspovoxtlov. Editio Paris. cum Cuisl. prinio lu .
sius πρωί ήμέρα μία τό. Μox multi iss. και ουκέτι.
Ibideni Reg : sexlus tipoonyópEUGEVýuépay zal vuxt:1.
Αι editi cuu multis mss. ημέρα και νύξ.
49 HOMILIA II IN HEXAEMERON . Ε0
λέγει. Και ουκέτι προσηγόρευσεν, ημέρα και νύξ, Aet noctis dicit spatium. Nec amplius usus est his
αλλά το επικρατούνται την πάσαν προσηγορίαν απ- nominibus, dies ει (not : sed praestantiori Ioam
ένειμε. Ταύτην αν και εν πάση τη Γραφή την συν- tribuit appellationem. Ηanc utique consuetudinem
ήθειαν εύρους, εν τή του χρόνου μετρήσει ημέρας invenies in tota Scriptura observalam : nimirumin
αριθμουμένας, ουχί δε και νύκτας μετά των ημερών. meliendo tempore dies enumerari , non nocles una
Αι ημέραι των ετών ημών , ο Ψαλμωδός φησι (59). cum diebus. Dies annorum meοrum, ait Psalmorum
Και πάλιν ο Ιακώβ· Αι ημέραι της ζωής μου μικραι calor 10. Ει iterum Jacob : Dices file men parvi et
και πονηραι. Και πάλιν: Πάσας τας ημέρας της mali *0. Item rursus : Omnibus diebus file mee 1.
ζωής μου. "Ωστε τα νύν εν Ιστορίας είδει παραδο- Quare que nunc in historia speciem tradita sunt ,
θέντα νομοθεσία εστι προς τα εξής. Και εγένετο ad ea que sequuntur regulae sunt atque legislatio
εσπέρα, και εγένετο πρωί, ημέρα μία . Τίνος ένε- nes. Ει facta est vespera, et factum est mane, dies
κεν ουκ είπε πρώτην, αλλά μίαν; καίτοιγε ακολουθο- unus. Quam ob causam non dixit primum, sed unum
τερον ήν τον μέλλοντα επάγειν δευτέραν, και τρίτην, diem, quanquam erat convenientius, ut is qui se
και τετάρτην ημέραν, την κατάρχουσαν των εφεξής cundam, tertiam, et quartam diem subinde memora
πρώτην προσαγορεύσαι. Αλλά μίαν είπεν, ήτοι το turus erat, eam diem, quae subsequentium exordium
μέτρον ημέρας και νυκτός περιορίζων, και συνάπτων B fuit, pritnam nuncuparel ? Sed unain dixit , qui sci
του ημερονυκτίου τον χρόνον, ώς των είκοσιτεσσάρων licet diei el noctis definierit mensuram, et diei ac no
ωρών μιας ημέρας εκπληρoυσών διάστημα, συνυπ- ctistempus simul conjunxerit : quandoquidem unius
ακουομένης δηλονότι τη ημέρα και (60) της νυκτός, diei spalium complent viginti quatuor horse , si videli
ώστε καν εν ταίς τροπαίς του ηλίου συμβαίνη cet dies et nox simul intelligantur. Quamobrem etiam
την ετέραν αυτών υπερβάλλειν, αλλά το γε αφ- si in 21 solstitiis alterarm ab altera accidatsuperari,
ωρισμένο χρόνο εμπεριγράφεσθαι πάντως αμφο- tamen definito tempore spalium utriusque omniro
τέρων τα διαστήματα· ώσανει έλεγε, το των τεσσά- circumscribitur ; tanquam si dixisset : viginti qua
ρων και είκοσιν ωρών μέτρον μιάς έστιν ημέρας ιuor horarum mensura, unius diei est spalium
διάστημα· ή , ή του ουρανού (61) από του αυτού vel, celi ab eodem signo ad idem reditus, uno die
σημείου επί το αυτό πάλιν αποκατάστασις εν μιά peragitur . Ιtaque quoties vespera et mane mun
ημέρα γίνεται ώστε οσάκις αν εσπέρα και πρωία dum occupant per solis conversionem , non pro
κατά την του ηλίου περιφοράν επιλαμβάνη τον κό- lixiore tempore, sed in unius diei spatio expletur
σμον, μη εν πλείονι χρόνω, αλλ' εν μιάς ημέρας circuilio. An ea ratio in arcanis tradita , potior est
διαστήματι την περίοδον εκπληρούσθαι. "Η κυριώτε- , ac validior, quod Deus qui temporis constituit na:
ρος ο εν απορρήτους παραδιδόμενος λόγος ( 62), ως “ ιuram, mensuras ei ac signa , nimirum dierunι
άρα και την του χρόνου φύσιν κατασκευάσας Θεός, με- spalia imperitivit, ac hebdomade ipsum dimelieus,
τρα αυτό και σημεία τα των ημερών επέβαλε δια- hebdomadem qua temporis molus enumeratur ,sem
στήματα, και εβδομάδα αυτόν εκμετρων, αεί την per in se ipsamjubet revolvi, rursusque unum die
εβδομάδα εις εαυτήν ανακυκλούσθαι κελεύει, εξαρι- ubi in se ipsum septies redierit, hebdomadem coi
θμούσαν του χρόνου την κίνησιν · την εβδομάδα δε fcere ? Hec est autem orbiculata figura , que a s0
πάλιν εκπληρούν την ημέραν μίαν , επτάκις αυτήν ipsa incipit, et in se ipsam desinit. Quod sane hu
εις εαυτήν αναστρέφουσαν. Τούτο δε κυκλικόν εστι το jus etiam saeculi proprium est, reverti in se ipsum,
σχήμα, αφ' εαυτού άρχεσθαι , και εις εαυτό κατα- nec usquam terininari. Ηanc ob causam temporis
λήγειν. "Ο δή και του αιώνος ίδιον, εις εαυτόν ανα.. caput, non primam diem, sed unam vocavit ; ut ex
στρέφειν, και μηδαμου περατούσθαι. Διά τούτο την ipsa etiam appellatione cognationeim cum evo lia
κεφαλής του χρόνου ουχί πρώτην ημέραν , αλλά μίαν beat. Dies enim, qui principii unici et alleri inso
ονόμασεν· ίνα και εκ της προσηγορίας το συγγενές ciabilis exhibet characterem, proprie el apposite
έχη προς τον αιώνα. Του. γάρ μοναχου και ακοινω- unus nuncupatus est. Quodsi plura saecula uobis
νήτου προς έτερον ή τον χαρακτήρα δεικνύουσα ( 63) ρ ου oculos ponit Scriptura , dum multis in locis di
οικείως και προσφυώς προσηγορεύθη μία . Ει δε πολ- cit : Saculum seculi, et sacula seculorum; illic
λους ημίν αιώνας παρίστησιν ή Γραφή , αιώνα tamen neque primum, neque secunduin, neque ter .
αιώνος, και αιώνας αιώνων πολλαχού λέγουσα, αλλ' tium saculum nobis enumeratum est. Quapropter
ούν κακεί ουχί πρώτος, ουδε δεύτερος , ουδε τρίτος nobis potius statuum, variarumque rerum diferen

* Psal. LΧΧΧΙΧ, 10. 30 Gen. ΧLVΙΙ, 9. 1 Psal. XXI, 6.

(39) Deest φησίν in editione Basil. el in quatuor Tilmannus. Editio Paris. ή του ηλίου. Ιbidem Reg.
mss., legitur vero in editione Paris. et in Rey. Sextus auto gradiv onueiov.
quario . Aliquanto post aliqui mss. tpos to. (62) Hic est ordo multorum mss. Edili xuplcótepOS
( 60) Sic editio Basil. cum blroque Duc. et cum εν . , . . ο λόγος. Ιbidenu Coisl. prinus τήν του κό.
Anglic. uno el cum aliis sex mss. Editio vero Paris . quou susit. Aliquanto post Reg. sexlusautóv dva
τη ημέρα μιας και , male . Reg . Sextus συνεξακουο- μετρών. Statim quatuor niss. ανακυκλούσθαι . Δε
μένης. elili ανακυκλείσθαι.
(61) lia edilio Basil. cum sex mss ., el ila legil (63) Aliquot mss. Deixvīga.
 31 S . BASILII MAGNI
cie, non aulein circunscriptiones finesque el succes- Α ήμίν αιών απηρίθμηται (64) · ώστε μάλλον κατα
siones seculorum ex hoc demonstrantur. Dies enim στάσεων ημίν και πραγμάτων ποικίλων διαφοράς,
Domini, inquit, magna est et illustris 31. Ει iterum : αλλ ' ουχί περιγραφές και πέρατα και διαδοχάς αιώ
Οι φuid eos querilis diem Domini ? Ει ea est lene - νων εκ τούτου δείκνυσθαι. Ήμέρα γάρ Κυρίου, φησί,
bra , et non lux 13. Νam utique iis qui digi sunt μεγάλη και επιφανής και πάλιν: "Ινα τί υμίν ζι
tenebris, lenebrae sunt. Eniveroillam diem vespe- τείν την ημέραν του Κυρίου (65 ); Και αύτη εστί
ra carentein , successioriisque et finis experienυ σκότος, και ου φώς. Σκότος δε (66), δηλονότι τοις
Scriptura novit : quam etiam Psaluorum calor, αξίοις του σκότους. Επεί ανέσπερον και αδιάδοχος
propterea quod extra hoc leinpus seplenarium sila και ατελεύτητον την ημέραν εκείνην οίδεν ο λόγος,
sit, oclavam vocavit 31. Quare sive licia, sive S . ήν και ογδόην ο Ψαλμωδός προσηγόρευσε, διά το έξω
culum dixeris, eamlem dices sententiam. Sive igi- κείσθαι του εβδομαδικού τούτου χρόνου. "Ωστε καν
tur dies, status ille licatur ; una est, et non mulle : ήμέραν είπης, κάν αιώνα , την αυτήν έρείς έννοιαν.
sive appelletur srculum, unicum utique fuerit, et Είτε ούν ημέρα η κατάστασις εκείνη λέγοιτο, μία
non multiplex. Quare ut ad futuram vitain cogita- εστί , και ου πολλαί • είτε αιών προσαγορεύοιτο, μο
tionem nostram transferret, earn diein unam dixit, ναχός αν είη και ου πολλοστός. "Ινα ούν προς την
que seculi est imago, primitie dierum, luci coeva, B μέλλουσαν ζωήν την έννοιαν απαγάγη (67), μίαν
sancta Dominica, Donmini resurrectione lionOrata. ώνόμασε του αιώνος την εικόνα, την απαρχήν των
Facta est igitur vespera, inquit, et factum est mane, ημερών, την ομήλικα του φωτός, την αγίαν Κυριακής,
dies una. Αι enin hi sermones quos de i!la Vespera την τή αναστάσει του Κυρίου τετιμημένην . Εγένετο
instituimus, duo a presenti vespera allinguntur, oύν εσπέρα, φησί, και εγένετο πρωί, ημέρα μία.
ic orationi nostre finem imponunt. Paler autem 'Aλλά γάρ και οι περί της εσπέρας εκείνης λόγοι (68)
vere lucis, qui diem celesti Iainine decoravit , quί υπό της παρούσης εσπέρας καταληφθέντες ενταύθα
ignis splendoribus illustravit noclem , qui futuri ημίν τον λόγον ορίζουσιν. Ο δε Πατήρ του αληθινού
seculi requiem spirituali jugique luce instruxit, φωτός, και την ημέραν κοσμήσας τώ ουρανίω φωτί, ο
illuminet in agnitione veritatis corla vestra, ve- την νύκτα φαιδρύνας ταϊς αυγαίς του πυρός , και του
stramque vital conservel inoffensanm, largiens vo- μέλλοντος αιώνος την ανάπαυσιν ευτρεπίσας τώ νοερό
bis, ut in die honeste anibuletis : ut eluccalis in και απαύστω φωτί, φωτίσειεν (69) υμών τας καρδίας
splendore sanctorum veluti 301, ad neam ipsius εν επιγνώσει της αληθείας, και απρόσκοπον υμών
exsultationem, in lie Clhristi, cui gloria et inpe- διατηρήσεις την ζωήν, παρεχόμενος υμίν, ώς εν
rium in sæcula sæculorum . Amen . ημέρα εύσχημόνως περιπατείν , ίνα εκλάμψετε , ώς ο
ήλιος εν τη λαμπρότητα των αγίων, είς καύχημα έμοι , είς ήμέραν Χριστού (70), ώ ή δόξα και το κρά
τις εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.

HOMILIA INI. ΟΜΙΛΙΑ Γ'.

De firmamento. Περί του στερεώματος (71).
22 1. Primæ, seu potius unius diei memorala 1. Tα της πρώτης ημέρας έργα, μάλλον δε τα της
sunt opera, Absit enim υι ei eam odimanus digni- μιάς · μή γάρ ούν αφελώμεθα αυτης το αξίωμα, και εν
talem, quam in natura obtinet, lyole a conditore τη φύσει έχει, παρά του κτίσαντος καθ' εαυτήν έκδο
searsum elita, nec in ordine aliarum annumeral2. θείσα, ουκ εν τη πρός τάς άλλας συντάξει αριθμη
Αιιamen postquam ea que in ipsa facta sunt re- θείσα • πλήν αλλ' ότι τα εν αυτή γενόμενα χθές επελ
censuit hesterna oratio; et postquain divisa audito- θών ο λόγος και διελών την (72) εξήγησιν τοις άκρω.
ribus enarratione, ut malulinain animirum alino- μένους, την μεν εωθινήν τροφήν των ψυχών, την δε
21 Joel 11, 11 . 33 Amos V, 13. 3• Psal. VI, 1 ; Χ1, 1 .
(61) Reg . sextus cuin Colb . primo à 20:Queitai. D Hunc lilulum , quem exhibent quoque codices non
(65 ) Ad sensum , ut votal Duceus, respexii Basi- pauci, emendandum esse putat Ducæus, vulique li
risis , non ad verba. Sic versil Ambrosius : Uiguid brarios ex oscitantia scripsisse πρώτων μιο τρόπων,
" obis quærere diem Domini ? lib . 1 in Beinem ., de modis generalionis. Verum illius conjectura co
1] . 10. dicis nullius auctoritale stabilitur. Coisl. secundus
(66 ) Sicmulti mss. Desideralur ce in edilis. εις τα πρώτα της γενέσεως, in prima generationis.
(67) Reg. Sexlus επαγάγη. Col . primus αγάγη Alicubi loco liiuli leguntur verba Scripturæ , Kai
( 68) ta mss. Combef . cum utroqu Cois . al : - είπεν ο Θεός: Γενηθήτω στερέωμα. Col . primuς περί
qu : lionnullis. Elinio Paris. à à à xai oi toep tñi ; του στερεώματος, de trianmento : quem titulum a
εσπέρας εκείνοι λόγοι. 5ιο niss. αλλά γάρ καί. Μ .x posuimus uli simpliciorem et ad proposilumimaxime
Colo. prious εσπέρας καταλειφθέντες, nale . facientem . Cælerum non est quod nullum simus
(69) Coll), primus wisel. Slalim Coisl. literque sollicili de litulis harum orationum , cum alii alios
el :ilii non pauci απρόσκοπον. Editi απρόσκοπτον, suo ipsorum arbitralu conlinxisse videantur.
ale. Μox Colb. prinus υμών χειραγωγήσειε την (72 ) Colb. primus cum Reg. quinto και διελθών
sov. Quasi manu ducal vilam vestrum . την. Efiti cum quibusdam aliis mss. και διελών
( 70) Sic Septem mss. Editi ημέραν Κυρίου. τήν, recle.
( 71 ) Ε.lilio Puri . περί των πρώτων της γενέσεως .
 55 HOMILIA III IN HESAEMERON . 56
εσπερινήν ευφροσύνην ποιησάμενος , νύν επί τα της Α niam, ita vespertinam laetitiam efecit , nunc ad se
δευτέρας θαύματα μεταβαίνει. Λέγω δε τούτο ουκ cundae diei miracula transit. Ηoc aulent dico, nec
επί τήν του εξηγουμένου δύναμιν αναφέρων, αλλ' tamen refero an enarrantis facultatem, sed ad eo
επί την χάριν τών (73) γεγραμμένων, φυσικώς έχου- rum quae scripta sunt gratiam, que a natura id
σαν το ευπαράδεκτον, και πάση καρδία προσηνές τε habet ut facile excipiatur , onnique cordi eorum
και φίλον, των το αληθές του τιθανού προτιμώντων. qui veritatem probabili anteponunt, blanda sit et
Καθο και ο Ψαλμωδός (74) εμφατικότατα το εκ της grata. Juxta quod et Psilies significantissime suavi
αληθείας ηδύ παριστών, Ως γλυκέα, φησί, το λά- lalem exhibens veritalis, ait : Quana dulcia fauci
ρυγγί μου τα λόγια σου, υπέρ μέλι του στόματι bus meis eloquia tuα , super mel ori meo 4. Post
μου. Χθες τοίνυν, καθόσον ην δυνατόν (75 ), τη περί quam itaque hesterna de Dei eloquiis tractatione,
τα λόγια του Θεού διατριβή τας ψυχάς υμών ευφρά- quantum in nobis situmfuit, animas vestras exhila
ναντες, πάλιν απηντήσαμεν (76) σήμερον εν δευτέρα ravimus : iteruin liodie secunda die convenimus,
ή μέρα , τών της δευτέρας ημέρας έργων τα θαύματα miracula operuin secunde diei spectaturi. Αι enin
κατονόμενοι. Αλλά γαρ ου λέληθέ με, ότι πολλοί non me latel, multos artium mechanicarum opices
τεχνίται των βαναυσων τεχνών , αγαπητώς έκ της circumstare nos, qui sibi ex diaria opera vix pa
εφ' ημέραν εργασίας την τροφήν εαυτοίς (77) συμπο- Β rantes viciuna, nos sermonem discindere ac decur
ρίζοντες , περιεστήκασιν ημάς, οι τον λόγον ημίν are cogunt, ut ne diuius all opera distraliantur.
συντέμνουσιν, ίνα μή επί τολύ της εργασίας αφέλ- Istis quid dicam? Niamirumistam temporis parlem,
κωνται. Προς ούς τί φημι; "Οτι το δανεισθεν τω Deo fenori datin, nequaquam perdi, sed magno
θεά του χρόνου μέρος ουκ αφανίζεται, αλλά συν με- cum incremento ab ipso rependi. Elenim quicun
γάλη αποδίδοται παρ' αυτού τη προσθήκη. Και γάρ que casus impedimentum afferunt, eos Deus aver
όσαι περιστάσεις ασχολίας ποιητικαί , ταύτας ο Κύ- tet ; ac corpori robur, animo alacrilalem, facilita
ριος παραπέμψει » και σώματι τόνον , και ψυχή προ- 1em commercii et prosperitatem per Totam vitam
θυμίαν, συναλλαγμάτωνευμάρειαν, και την εις πάντα iis qui spiritualia prelulerint, largiturus est. Eisi
τον βίον ευοδίαν τοις τα πνευματικά προτιμότερα autem in praesenti non secundum sperm succellunt
ποιουμένοις διδούς. Κάν εν τω παρόντι δε μή κατ' nostra studlia, al certe Spiritus doctrina pro futuro
ελπίδας ημίν (78) εκβή τα σπουδαζόμενα, αλλά προς seculo tliesaurus Donus est. Tolle igitur ex corde
γε τον εφεξής αιώνα αγαθός θησαυρός η διδασκαλία omnein victus sollicitudinein,totumque te ipse mihi
του Πνεύματος. "Ανελε τοίνυν της καρδίας πάσαν collige. Nec enim quidquam ex corporis presentia
του βίου μέριμναν, και όλον μοι σεαυτόν ενταύθα συν- percipitur emolumenti, si tuum cor in terreno the
άγαγε. Ου γαρ όφελός τι της του σώματος παρου - " souro comparando occupalur .
σίας, της καρδίας σου περί τον γήϊνον θησαυρών πο
νουμένης.
2 . Και είπεν ο Θεός : Γενηθήτω στερέωμα εν 2. Ει dicit Deus : Fiat Armamentum in c:ad:
μέσω του ύδατος, και έστω διαχωρίζον ανά μέ aqua , el sil discernens inler aquam et aquam. " .
τον ύδατος και ύδατος. " Ήδη και χθες ηκούσαμεν Jaim audivinus heri Dei verba : Fiat lur. Ει hodie :
Θεού ρημάτων: Γενηθήτω φως και σήμερον : Γε- Fiat firmamentum. Amplius allein quiddam habere
τηθήτω στερέωμα. Πλέον δέ τι έχειν δοκεί τα παρ- videntur presentia : quandoquidem sermo non in
όντα , ότι ουκ απέμεινεν (79) ο λόγος εν ψιλό το nudo precepto permansit, sed causani etiam cur
προστάγματι, αλλά και την αιτίαν καθ' ήνεπιζητείται βrnamenti structura requiralur, declaravit, dan
του στερεώματος και κατασκευή προσδιώρισεν· "Ινα ail : Uι είt discernens inter 23 αφuam et aquam.
διαχωρίζη, φησίν, ανά μέσον ύδατος και ύδατος. Ρrimum quidem quod susceptum est, id inquira
Πρώτον μεν ούν αναλαβόντες ζητώμεν, πώς ο Θεός mus, quomodo Deus Ioquatur . Nun more nostro,
διαλέγεται. Αρα τον ημέτερον (80) τρόπον , πρότε- prius rerum species imprimitur in intellectu :
ρον μεν και από των πραγμάτων τυπος εγγίνεται τη D deinde post conceplan animo imaginei proprias
8 Psal. CΧVΙΙ, 105. 36 Gen. 1, 1,
(73) Colb. primus επί της χάριτος των. vis vocis Syarntos. Qui pulantessecum bene actum ,
(74 ) Edili cumi 110linullis mss. Ó Canuóz, et ita le - si victum ex diurna opera sibi comparent. lloc est,
gil Eistalbius. At vero 111ss. quinque ó Yaauwcós. victum vix parantes, et parasse satis habentes. Mox
( 75) Colh. primus καθόσον πάσιν δυνατόν , prou niss. septem λόγον ημίν συντ. Efiti λόγον ημών. Ιn
quisque poteral. Haud multo post edilio Paris . cum fra tò ôaveislév. Lege notam Ducri, qua vimi verbi
Kegiis tertio ct quarto turiş üuwv, el sic legit Elie Oaveikslai explicat. Sic verlit vir doclus : Quanı
sialhius. Sed editio Basil. cum quinque mss. yuyàs portionem commodarinl.
ημών. * (78) Ita inss . Combcf. cum aliis quinque mss.
" (76) Colb . priinus åteysi owusv. lbidem edili èv Ec!ili cum Regio lerlio úuiv .
OEUTépz . Sed deest articuliis ill sex mss. lloc ipso (79) Sic editio Basil. cum septem mss. Editio
in Ioco quatuor mss. δευτέρας ημέρας έργων. Deest Paris. επέμεινεν.
uépas in editis elin nonnullismss. Colb . secundus (80 ) Edili yatà toy fuétegov . Deest xatá in mas.
ργων τα θαυμάσια. Aliquasilo post tres miss. ÇaviadiWOīvai, non dig
(77) Colb . primus opuerveautāv. Ea videtur cssc simili sensu.
83 S, BASILII MAGNI
εt unicuique subjecto accommodas significationes Α νοήσει , έπειτα μετά το φαντασθήναι, από των υπό
seligens, enuntiat ? num denique vocalium organo- κειμένων τας οικείας και προσφυείς εκάστου σημα
rum ministerio cogitala committerns , ita demum σίας εκλεγόμενος εξαγγέλλει ; είτα της υπηρεσία των
distinctum accommodatam , cogitationem internam διά της τού αέρος τυπώσεως, κατά την έναρθρον της
manifestat ? Ει quomodo non fabulosum est, dicere φωνής κίνησιν, εν τω κρυπτώ νόημα σαφηνίζει ( 81 ) ;
Deum ad suas cogitationes declarandas circuitione Και πώς ου μυθώδες της τοιαύτης περιόδου λέγειν
voluntatem divinam , primumque motionis in- "Η ευσεβέστερον λέγειν, ότι το θείον ( 82) βούλημα και
telligentis impetum , Verbum esse Dei ? Porro η πρώτη ορμή του νοερού κινήματος , τούτο Λόγος εστί
verborum ambitu ipsumn adumbrat delineatque του Θεού ; Σχηματίζει δε αυτόν διεξοδικώς ή Γραφή,
Scriptura , al demonstrel guod non voluerit ίνα δείξη, ότι ουχί γενέσθαι μόνον εβoυλήθη την κτί
solum fieri creaturam, sed enim etiam in lu- σιν, αλλά και διά τινος συνεργού παραχθήναι ταύτην
cem edi per quempiam operis sui socium ac con- εις γέννησιν. Εδύνατο γάρ, ώς εξ αρχής είπε, περί
Sortem. Polerat eniin, uti initio locutus fuerat, de πάντων επεξελθείν: Εν αρχήεποίησεν ο Θεός τον ου
singulis dicere : In principio fecit Deus celum et Β ρανόν και την γην · είτα : Έποίησε φώς (83): είτα:
terram; deinde : Fecit lucem; tum : Fecit frma - 'Εποίησε το στερέωμα. Νύν δε τον Θεόν προστάτ
m, uum. Nunc autein Deum imperantem et collo- τoντα και διαλεγόμενον εισάγουσα, τον ώ προστάσσει
quontem inducens Scriptura ,illum cuiimperat, et και η διαλέγεται κατά το σιωπώμενον υποφαίνει, ου
quocum loquitur, facile subindicat, quippe que βασκαίνουσα ημίν της γνώσεως, αλλ' εκκαίουσα
nobis non invideal cognitionem, sed ad desiderium ημάς προς τον πόθον, δι' ών ίχνη τινα και εμφάσεις
nos accendat; dum arcani vestigia quaedam ac υποβάλλει του απορρήτου . Το γάρ πόνο κτηθέν πε
judicia commonstrat. Quod enim labore partum ριχαρώς υπεδέχθη και φιλοπόνως διεφυλάχθη: ών
est, cuin gaudio suscipitur, el diligenter conserva- μέντοι πρόχειρος και πορισμός, τούτων ή κτησις ει
tur : contra, que facile comparantur, ea cum con- καταφρόνητος. Διά τούτο εδώ τινι και τάξει ημάς εις
templa possidentur. Quapropter via quadam et or- την περί του Μονογενούς έννοιαν προσβιβάζει (84).
dine nos ad Unigeniti notitiam perduciι. Ει certe Καίτοιγε του εν φωνή λόγου ουδε ούτως ήν χρεία τη
vocali sermone non erat opus incorporeae nature : ασωμάτη φύσει , αυτών των νοηθέντων μεταδίδοσθαι
quandoquidem quae fuerant cogitata, istliec cum δυναμένων των συνεργούντι. " Ωστε τις χρεία λόγου
eo qui operis socius ac consors erat, polerant com- , τοις δυναμένοις εξ αυτού του νοήματος κοινωνείν αλ
municari. Quamobrem quetiam erat sernoonis ne- " λήλους των βουλευμάτων ; Φωνή μέν γάρ δι' ακοήν,
cessitas iis, qui ipsa cogitatione se invicem suorum και ακοή φωνής ένεκεν· όπου δε ουκ αήρ, ουχί
consiliorum poterant facere participes ? Νam vox γλώσσα, ουχί ούς, ού πόρος σχολιός έπί τήν εν τη
propier auditum, et auditus propter vocem. Porro κεφαλή συναίσθησιν αναφέρων τους ψόφους, εκεί ουδε
ubi non est aer , nec lingua , nec auris, nec meatus ρημάτων χρεία, αλλ' εξ αυτών, ώς αν είποι (85) τις ,
intortus Sonos ad sensum in capile repositum refe- των εν καρδία νοημάτων του θελήματος ή μετάδοσις.
rens : ibi neque verboruin usus est : sed ex ipsa, " Οπερ ούν έφην, ώστε διαναστήναι τον νούν ημών
ut ita dicam, animi cogitatione in voluntatis com- προς την έρευνας του προσώπου προς όν οι λόγοι, σο
municatio. Quare , quod aiebam, ut ad inquisitio - φώς και εντέχνως το σχήμα τούτο της διαλέκτου παρ
nem personae ad quam hic sermo dirigitur, excita- είληπται.
relur mens nostra, sapienler alque scile illa 10
quendi forma usurpala est.
3. Disquirendum est secundo loco , an hoc fr- 3. Δεύτερον εστιν εξετάσαι, ει έτερον παρά τον
mamentum sit aliud quid ab eo celo , quod in prin- εν αρχή πεποιημένον ουρανόν το στερέωμα τούτο, ο
cipio facium fuerat : quod ipsum itidem appellatum D και αυτό επεκλήθη ουρανός , και ει όλως ουρανοί δύο:
sit celum, vel, utrum duo oιnnino sint caeli. Sed qui όπερ οι τα περί ουρανού φιλοσοφήσαντες (86) έλoιντ'
de cielo disseruere philosophi, amillere linguas suas αν μάλλον τας γλώσσας προέσθαι, ή ώς αληθές παρα
Imalint, quam id cen verum admittere. Ponunt enim δέξασθαι. "Ένα γάρ υποτίθενται ουρανόν , και ουκ
celuin unumesse, nec ejus esse nature, ut secundam, έχειν αυτώ φύσιν , δεύτερον , ή τρίτον , ή πολλοστόν
aut .ertium, aut multiplex ei accedat, cuπι, ut putant , προσγενέσθαι, πάσης της ουσίας του ουρανίου σώμα
20la celestis corporis substantia ad unicum consti- τος εις την του ενός συστασιν άπαναλωθείσης, ως

(81) Colb. primus σαφηνίζεται . (84) Reg. primus cum Colb. primo προβιβάζει.
(82) Ita quinque mss. Editi cum uno aut altero (85) Sic septem mss. Editi ως άν είπη. Πideo
ms. το όσιον. Regii primus, lertius, quarlus el quintus év xapoir.
(83) Ιta codices septem. Illud, είτα εποίησε φώς, Editi cum aliquibus mss. των εγκαρδίων. Reg. Sex
desideratur in edilis . Mox editio Basil. cum Boul. tus των εγκαρδίων θελημάτων.
et cum pluribus aliis mss . προστάσσει. Νec ita (86) Colb. primus φιλοσοφούντες. Siatim Boll.
multo post voce åttooditou , arcani, intclligit Basic cum aliis duobus mss. ws aangūs. Ibidem Colb.
lius Verbum , quasi Deus cum Verbo in condendo primus únicô ÉSata .
inundo fuissel colloculus.
 HOMILJA III IN IEX.AEMERON .
οίονται. “Εν γάρ φασι (87) το κυκλοφορικόν σώμα, A tuendum fuerit consumpta. Είcnim corpus in orben
και τούτο πεπερασμένον · όπερ ει συναπήρτισται τα 24 circumaclum, unum esse aiunt, illudque Anitan
πρώτο ουρανό, μηδέν υπολείπεσθαι προς δευτέρου esse : quod sale si otonino insumptum est al pri
ή τρίτου γένεσιν. Ταύτα μεν ούν οι ύλην αγέννητον mum celuin conficiendum, consequens fuerit ut
επεισάγοντες τη δημιουργία φαντάζονται, εκ της nihil jam ad secundi vel tertii generationem super
πρώτης μυθοποιίας προς το ακόλουθον ψεύδος υπο- sit. Hec quidem fingunt, qui opifici ingeniiam nma
φερόμενοι (88) · ημείς δε αξιούμεν τους των Ελλή- 1eriam subministrant, ex hoc primo commento fa
νων σοφούς μή πρότερον ημάς καταχλευάζειν πριν buloso ad subsequelis mendaciuin delapsi : nos vero
τα προς αλλήλους διάθωνται. Εισί γάρ εν αυτοίς οι Grecorum sapientes Yogainus, ut ne prius nos irri
απείρους ουρανούς και κόσμους είναι φασιν , ων όταν deant, quam inter se convenerint . Sunt enim inter
απελέγξωσιν το απίθανον οι εμβριθεστέραις ταις απο- ipsos , qui celos el mundos aiunt esse infinifos :
δείξεσι χρώμενου , και ταϊς γεωμετρικαϊς ανάγκαις quorum cum ineplias redarguerint ii, qui argu
συστήσωσι μή έχειν φύσιν άλλον ουρανόν γενέσθαι, inentis utuntur gravioribus, atque geometricis de
παρά τον ένα, τότε και ( 89) μάλλον καταγελασόμεθα τηonstrationibus prolaverint id nature repuguare,
της γραμμικής και εντέχνου αυτών φλυαρίας, είπερ οι celum aliud prwler unum fial; tunc eorum li
ορώντες πομφόλυγας διά της ομοίας αιτίας γινομέ . Breares artificialesque nugas elian magis dericlebi
νας μίαν τε και πολλάς, είτα αμφιβάλλουσι περί ου- mus. Siquidem etsi ob similenn causain teri vident
ρανών πλειόνων , ει εξαρκεί αυτούς και δημιουργική sive unam, sive mulius ballas, nihilominus de ce
δύναμις παραγαγείν εις το είναι. " Ων την ισχύν και Iorum multitudine dubitant, an potestas effectrix
το μέγεθος ουδέν ηγούμεθα διαφέρειν της κοίλης νο- eos in lucem edere potuerit. Quorum robur ac ima
τίδος της υπερφυσωμένης εν τοίς κρουνοίς , όταν προς guitudinem, cum ad divine potentiae praestantiam
την υπεροχής της του Θεού δυνάμεως αποβλέψωμεν. respicimus, ab eo humore concavo qui in fontibus
" Ωστε καταγέλαστος αυτούς (90) και του αδυνάτου λό- salientibus intumescit , nihil diferre putamus . Quare
γος. Ημείς δε τοσούτον απέχομεν τώ δευτέριο άπι - id fieri non posse ridicule dicunt. Sed tantum abest,
στεϊν, ώστε και τον τρίτον επιζητούμεν, ου της θέας μt nos de altero colo dubitemus, ut etiam tertium
ο μακάριος Παύλος (91) ήξιώθη. Ο δε ψαλμός , ονο- cujus aspectu beatus Paulus dignatus est , 7 inqui
μάζων ουρανούς ουρανών, και πλειόνων ημίν έννοιαν rainus. Psaloιus autem dum nominat colos celo
ενεποίησεν. Ου δή που δε ταύτα παραδοξότερα των ruin 28, plurium etiam tribuit nobis notitiam. Ne:
επτά κύκλων, καθ' ών οι επτά αστέρες σχεδόν παρά que vero haec stupenda sunt magis, quam septeam
πάντων συμφώνως ομολογούνται φέρεσθαι , ούς και circuli : in quibus stellas septem ferri omnes uno
ένηρμόσθαι φασιν ετέρω τον έτερον, κατά την εικόνα fere consensu confidentur : quos etiam alterum al
των κάδων των εις αλλήλους εμβεβηκότων. Τούτους 1eri, instar cadorum in se mutuoinsertorum, apla
δε τηνεναντίον τω παντί φερομένους ( 92 ), περισχι- 1ος esse astruunt. Quin etiam bosce circulos con
ζομένου του αιθέρος αυτούς, εύηχόν τινα και εναρμό- trario universi motui cursu abreptos , difisso ab
νιον αποδιδόναι φθόγγον , ώστε πάσαν την εν μελ- ipsis ethere, gratum quermdam ac concinnum 60
φδίαις ηδονήν υπερβάλλειν. Είτα επειδάν τήν διά της num contendunt reddere, adeo ut melodiae suavita
αισθήσεως πίστιν οι ταύτα λέγοντες απαιτώνται, τι tein omnem exsuperet. Deinde cum ii qui talia di
φασιν ; "Οτι διά την εξ αρχής συνήθειαν προς τον ψό- cunt, sensuum fidem ac testimonium rogantur, quid
φον εκ πρώτης γενέσεως συνεθισθέντες αυτώ, εκ respondent ? Nos ob eam quam initio cum sono
πολλής της περί το ακούειν μελέτης την αίσθησιν habemus consuetudinem , huic eidem sono a primo
αφηρήμεθα · ώσπερ οι εν τοις χαλκείοις συνεχώς τα ertu assuelos, sensu isto prae frequenti audiendi
ώτα κατακρουόμενοι. "Ων το σεσοφισμένος και σαθρον exercitatione privari ; perinde atque hi quorum au
διελέγχειν, ούτως εναργώς εκ πρώτης ακοής πάσι res in officinis Trariis assidue oblunduntur. Quo
καταφαινόμενον, ουκ έστιν ανδρός ούτε χρόνου είδό- ruin confutare cavillationem ac futilitatem, ita
της φείδεσθαι , ούτε της συνέσεως των ακουόντων D aperte omnibus ex primo auditu se prodentem, viri
στοχαζομένου . Αλλά τα τών έξωθεν τοίς έξω καταλι- non est, qui aut parcere sciat leinpori, aut audien
πόντεςήμείςεπί τονεκκλησιαστικώνυποστρέφομεν(93) tium intelligentiam conjeclet . Verum externa exter
λόγον. Είρηται μεν ούν τισι των προ ημών, μη nis relinquentes, nos ad ecclesiasticum revertinour
31 I Cor. XII, 2 . 38 Psal. cxlviii, 4 .
(87) Νonnulli mss . φησί Ducaum , de cælorum numero . Ibidem Colb. secun
188) Colb . secundus late &POLevot. Ibidem Reg. dus ο δε Ψαλμωδός. Aliquanto post sex mss. Ου δή
primus των Ελλήνων παίδας, Graecorum pueros, που δε ταύτα. Editi ου δήποτε δε.
(89) Sic mss, nulli. Deesi xal in editis. Subinde
Codices duo της γραμματικής καί. Stalim mss. nostri plerique omnes cum Bodl. eu
( 90) Coll». prious αυτών. Edidi cunt utroque ηχόν τινα. Editio Paris . ένηχόν τινα, πon ita recle.
Coisl , el cuin aliis mullis autois. Haud inullo post (93 ) Sic codex Combef. cum aliis tribus mss.
editio Basil . cum decem mss. απιστεϊν, ότι και Editi et Colb. primus υποστρέψωμεν . Reg. quintus
τόν. Editio Paris. ώστε και τον. υποστέφωμεν. Aliquanto post Colh . prinus παραδί
(91) Codices tres ο μακάριος απόστολος Παύλος, δοσθαι. Statim codex ide ) ενταύθα δε έτεργαστικών
Editi cuin Colb. prino ο μακάριος Παύλος. Lege τερον,
19 S , BASILII MAGNI
Bermonem. Dictum est igitur a quibusdam, qui nos A δευτέρου ουρανού γένεσιν είναι ταύτην , αλλ' επεξ.
precessere, non secundi coli generationem hanc ήγησιν του προτέρου, διά το εκεί μέν εν κεφαλαίω
esse , sed ampliorem prioris explanationem : pro- παραδεδέσθαι ουρανού και της ποίησιν , ενταύθα δε
plerea quod illic celi el terre creatio in summa επεξεργαστικώτερον τον τρόπον καθ' ον έκαστον γέ
(raditur, hic vero Scriptura modum quo singula γονε την Γραφήν ημίν παραδιδόνα .. Ημείς δε φαμεν
facta sunt , accuratius nobis et perfectius exponit. ότι επειδή , και (94) όνομα έτερον και χρεία ιδιάζουσα
Nos autem, cuno el nounen aliud ei nuous secundi του δευτέρου ουρανού παραδέδοται, έτερός έστι παρά
celi proprium traditum sit, dicimus hoc cellum ab τον εν αρχή πεποιημένος ούτος , στερεωτέρας φύσεως,
eo quod in principio conditum fuit, aliud esse : si- και χρείαν εξαίρετον το παντί παρεχόμενος.
quidem solidioris est naturæ , ac præcipuam universo afferi commotila lem .
4. Ει dixit Deus : Fiat firmamentum in medio 4. Και είπεν ο Θεός : Γενηθήτω (95) στερέωμα εν
αφια, et sit discernens inler αφια et 25 αquam. μέσω του ύδατος, και έστω διαχωρίζουν ανά μέση
Ει fecit Deus firmamentum : et divisit Deus inter B είδατος και ύδατος. Και εποίησεν ο Θεός το στε
αquam quα eral sub firmamento, et inter aquam quα ρέωμα και διεχώρισεν ο Θεός ανά μέσον του
eral super firmammentum 39. Sed anlea quam Scri- ύδατος και την υποκάτω του στερεώματος, και ανά
pluris sententiam alling: nus, id quod ab aliis oloji- μέσον του ύδατος του επάνω του στερεώματος.
citur, dissolvere eitanιur. Percontanlur enim nos, Και πρό γε του άψασθαι της διανοίας των γεγραμ
si splierale est firmamenti corρις , ut ipsi testintur μένων, πειραθώμεν το παρά των άλλων αντεπαγόμο
οιuli, si itidem aqua diffluere et e supernis qua- νον διαλύσαι. Ερωτώσι γάρ ημάς , εί σφαιρικόν μεν
quaversum dilali soleat, gnomodo poluerit in gibba το σώμα του στερεώματος , ώς ή όψις δηλοί, ρυτόν
firmamenti circumferentia relineri ? Quidnam ad δε το ύδωρ και περιολισθαίνον τοίς υψηλοίς , πως αν
how respondebimus ? In prirnis quiderm, quod etiamsi εδυνήθη (96) επίτης κυρτής περιφερείας του στερεώμα.
quidpiam a nobis rotundum conspiciatur secundum τος ίδρυνθήναι ; Τι δή προς τούτο έρουμεν ; "Οτι μά
internam convexitolem, nequaquam necesse sit ex - λιστα μεν ούκ, εί τι προς ημάς κυκλοτερές οράτει
terna etiam superficie ad sphere nmodum confe- κατά την ένδον κοιλότητα , τούτο ανάγκη και την
clum fuisse, aut totum esse perfecte Tornatile, ac έξωθενεπιφάνειαν (97) σφαιρικώςαπηρτίσθαι, και άλο ,
plane et equabiliter circumduclum : quandoquidenn ακριβώς έντορνον είναι και λείως περιηγμένον· όπου
Japidea balaeorum lecta, et ediumin antri specieτη γε ορώμεν των τε λουτρών τους λιθίνους ορόφους και
odificatarum structuras videmus ; que licet in se- τας των αντρωδών οικοδομημάτων κατασκευές , και
τηicirculi formam ex parle interni aspectus circum- κατά την ένδον όψιν εις ημικύκλιον σχήμα περ:·
ducantur, sepe Lanmen in superioribus tecli partibus ηγμένα, εν τοις άνω του τέγους (98) ομαλήν έχει ποι
levem ac planam habent superficiem. Neque igitur λάκις την επιφάνειαν. " Ωστε τούτου γε ένεκα μήτε
hujus rei gratia facess:ant negotia sibi ipsis , neque αυτοί εχέτωσαν πράγματα, μήτε ημίν παρεχέτωσαν,
ιobis exhibeant, quasi quam in supernis partibus ως ου δυναμένους το ύδωρ κατασχεϊν εν τοις άνω.
delinere non valeanmus . Consequens allein fuerit Έξής δ' αν είη λέγειν, τίς ή φύσις του στερεώματος,
dicere , que sit natura firnamenti, et ob quain cau- και διά τίνα αιτίαν μεσιτεύειν ετάχθη τώ ύδατι ( 99).
sam juss3 sit melium quendant inter aquam locum Το του στερεώματος όνομα σύνηθες τη Γραφή επί
obtinere. Solex Scriptura in iis rebus que rolhore των κατ' ισχύν υπερβαλλόντων τάσσειν ώς όταν λέ .
3c viribus prepollent, nomen firinamienti usurpare : γη : Κύριος στερέωμα μου και καταφυγή μου:
velut cum dicit : Dominus trnamentum meum , et και, Εγώ έστερέωσα τους στύλους αυτής και
refugium meum ; et : Ego confirmavi columnas το, Αινείτε αυτόν εν στερεώματι δυνάμεως αυτού.
ejus 1; et illud : Laudale eumin framento virtutis p οι μεν γάρ εξωθεν στερεών λέγουσι σώμα το οίον να.
ejus * . Ει quidem philosoplhi Ιιου corpus dicunι στον και πλήρες, και προς αντιδιαστολής του μαθημα
lirium, quod quasi solidum est et plenum, quod τικου λέγεται. "Έστι δε το μεν μαθηματικών το εν
ila appellatur, ut a mathematico distingualur. Est μόναις ταις διαστάσεσι το είναι έχον, εν τω πλάτει,
autem nailhematicum, quod in solis consisti di- λέγω και τω βάθει, και το ύψει (1) : το δε στερεών και
• Gen. 1, 6, 7. ** Psal. xvu, 3. - Psal. Ι.ΧΧιν, 4 . 5 Ρ:sal. CL, 1 .
(94) Ila miss. plures. Deest xal in edilis . et sexliis cum Colb . secundo el cum utroque Coisi,
(95) Sic Diss. plerique omnes cum sacra texn. Editio Basil. εν τω πλάτει λέγω, και το ύψει, και
Hec verba, και έστω διαχωρίζον ανά μέσον ύδατος τω βάθει : quibus vocibus percelebres tres dinnen
sal võatos, desiderantur in vulgalis. siones intelliguntur, latom , proſundum el longum .
(96 ) Reg . primus trūs äv OuvrOein . Reg . sexlus ây Nam Báo; hic sumi videl!ır pro uixos, hoc est,
ηδυνήθη. pro longilu line. El vero docet Budæus, Boos alli
(97) Colb. primus έξωθεν περιφέρειαν, ettermann iudinem dici, que refertur ad od uñxos. Lege The
: ircumferentiam . saurum llenrici Stephani ad vocem þúoos . Editio
(98) Nonnulli mss. του στέγους. Μox mss. τούτου Paris. εν τω πλάτει λέγω και το μήκει και το
με ένεκεν. Editio Paris. ένεκα. Colb . printus του Báosi. Optime quidem : sed codex nullus huic le
των γε ένεκεν. ctioni suffragalur . Unde lypographi Parisienses sic
(99) Colb. primus το ύδωρ. excudisse videntur non ex fide codicum miss., seal
(0) Sic Regii prinus, lerlius, quarius, quintus de suo. Nolo tamen cos fraudis accusalos aut falla .
ει HOJILIA IU IN UEX.AEMERON . 69
προς τους διαστήμασι και την αντιτυπίαν έχει. Τη δε Α meusionibus, in latitudine, inquan), ac profunditale
Γραφή σύνηθες το κραταιών και ανένδοτον στερέωμα et Iongitudine. Firmum autem illud est, in quo prae
λέγειν, ώς και επί αέρος πολλάκις κατάπυκνωθέντος Ιer dimensiones durities etiam et renixυς inest.
τη φωνή ταύτη κεχρήσθαι · ώς όταν λέγη : “ Ο στε- Porro Scriptura, quod validum est et indexibile,
μεων βροντήν . Τήν γάρ στεφρότητα και αντιτυπίαν firmamentum vocare consuevit, ita ut etiam 3erein
του πνεύματος του εναπολαμβανομένου ταίς κοιλό- valde densatum designatura , Stepe Ihac ipsa voce
τησι των νεφών (2), και διά το βιαίως εκρήγνυσθαι utatur, velut cum dicit : Firmans Ionitru 3. Solidi
τους κατά τάς βροντάς αποτελούντος ψόφους, στερέω- talem enim et renixum spiritus, qui in nubiunt fini
σιν βροντής ή Γραφή προσηγόρευσε. Και νύν τοίνυν bus inclusus, ob violentam eruptionem fragorein
ηγούμεθα επί τινος στεριάς φύσεως στέγειν του Ionilruum edit, Ionitrui firmitatem Scriptura appel
ύδατος το ολισθηρόν και ευδιάλυτον (3) εξαρκούσης, lavit. Itaque et hic lianc vocem pro irma quadain
την φωνήν ταύτην τετάχθαι. Και ου δήπου, επειδή natura que aquam 26 lubricain ac facile dissolu
κατά την κοινήν εκδοχήν εκ του ύδατος δοκεί την γέ. bilem continere possit, usurpalam esse arbitramur.
νεσιν εσχηκέναι, ή ύδατι πεπηγέτι έμφερές είναι Nec vero, quoniam firmamentum ex communi ac
προσήκει νομίζειν, ή τινι τοιαύτη ύλη εκ της του ceptione ab aqua orium Iraxisse videtur, putandum
υγρού διηθήσεως την αρχήν λαμβανούση, οποία έστιν est illud simile esse aut aque congelalie , aut ali
ή τε του κρυστάλλου λίθου , όν δι' υπερβάλλουσαν cuidam malerie, ex humore percolato principium
του ύδατος πήξιν μεταποιείσθαι φασιν, ή ή του σπέ- accipienti. Qualis est natura aut crystalli Japidis ,
κλου φύσις (4) εν μετάλλους συνισταμένη. Λίθος δέ queen ob prestantissimam aque congelationem
εστι διαυγής , ιδιάζουσαν και καθαρωτάτην την δια- transmutari aiunt : aut specularis lapidis, qui inter
φάνειαν κεκτημένος , ός, εάν κατά την εαυτού φύσιν metalla concrescit. Est autem hic lapis pellucidus,
ακριβής ευρεθή, μήτε κατεδηδεσμένος σηπεδόνι τινι, peculiari ac purissima claritate donatus, qui si pro
μήτε το βάθος υπερβηγμένος ταϊς διαφύσεσι , μικρού san natura silucerus et absolutus repertus est, ne
το αέρι την διαύγειαν έoικεν. Ουδενί ούν τούτων εί- que ulla exesus putredine, μeque fissuris sese all
κάζομεν το στερέωμα. Παιδικής γαρ τω όντι και interiores usque partes extendentibus divisus, splen
απλής διανοίας τοιαύτας έχειν περί των ουρανίων (5) dore aeri fere similis exsistit. Nulli igitur horum
τάς υπολήψεις. Ου μήν ουδέ ει πάντα εν άπασίν έστι, comparamus firmamentum. Puerilis enim revera et
πυρ μεν εν γή, αήρ δε εν ύδατι, και των άλλων ώσαύ- simplicis animi est, tales de celestibus liabere opi
τωςεν ετέρω το έτερον · και μηδέν των αισθήσει υπο- niones. Nequetamen quoniam cuncta in cunclis in .
πιπτόντων στοιχείων ειλικρινές εστι και αμιγές ήc sunt, ignis quidem in terra, aer vero in aqua, el ex
της προς το μέσον, ή της προς το αντικείμενον κοι- aliis similiter alterum in altero ; nec ut allum est
νωνίας : τούτου ένεκεν καταδεχόμεθα το στερέωμα ή elementorum sub sensus cadentium purum et sin
εξ ενός των απλών, και το από τούτων μίγμα φήσαι cerum, omnem sive cum nmedio, sive cum opposito
υπάρχειν, δεδιδαγμένοι παρά της Γραφής, μηδέν societatem excludens, Don idcirco dicere audemus,
επιτρέπειν ημών τα νώ πέρα των συγκεχωρημένων firmamentum aut ex uno simpliciumconflari, aut ex
φαντασιούσθαι. Μή παραδράμη δε ημάς μηδε εκείνο his perimistionem quamdam esse : quandoquide:n
απαρασήμαντον , ότι μετά το προστάξαι τον Θεόν, edocti sumus a Scriptura , ut nihil menti nostre,
43 Amos iv 13 .
cit, cum per asteriscum eo Ioci appositum, leclo- _ (3) Reg. sextus ολισθηρόν και ευδιάχυτον. Infra
rem monere videantur, se sus, non codicum aucto . Colb. primus νομίζειν του αέρος την χύσιν.
riliate ita edidisse. Illud autem omittere non debe- (4) Editio Basil . cum quibusdam Anglicis , quibus
mus, codicem Bodleianum habere unxel xal to adjungendi sunt duo Duc. et Regii primus, terlius,
Uvel. Sed, nisi me mea fallil opinio , vox uñxos pri- quartus, quinlus et sexlus et Bodl. cum utroque
mum apposita est ad marginem , eo consilio , ut Coisl. toŨ GTTÉx .ou quois • quam lectioneni pulat
monerelur lector per vocem ubos, qua usus erat Ducæus mendosain esse atque vitiosam . Hinc, nisi
Basilius, hic intelligi profundum ; deinde hæc ea - valde fallor, factum est, ul editio Paris. habeal toû
dem vox üyos, quod sæpe factum est, in textuin ir- texhaplou quois . Verum non facile adducar ut
repsit. credam cum Ducano lectionem hanc σπέκλου inter
(2 ) Multi mss. νεφελών. Μox editio Paris. άπο- nmenda recensendam esse. Libentius Iot codicum
TELOÚVTOS, prout emendaverat Moniaculius ex An- sequor auctoritalem , arbitrorque vocem OTTÉXÀOU
glicis miss. Editio Basil. cum Regiis primo et quinto substantivuin esse, unde vox adjectiva ottexá
el cuin duobus Colb . itemque cum Coisl. utroque plos derivalur. El vero vox specularis, quæ respon
et Bodl. ÀTOTEAOūvto.s. Ulerque Duc. cum Regiis del vocisexláplos , adjective sunitur apud Plinium
terlio el quarto et cuin aliis duobus Regiis áttOTE lib . II , cap . 31, ubi hæc leguntur : Melallis... lota
λουμένους. Deest και ante διά in mss. nonnullis. ferme Hispania scatel : Citerior et specularibus la
Cornarius hunc locum sic interpretalır : Eo quod pidibus. Ei lib . XXI, cap. 14 : Mulia alvearia specu -
violenler erumpant strepilus loniirua efficientes. Eu- larilapide recere. Quamobrem edidiinus, uri in codici
staibius vero, qua spiritus conceptus in nubibus, vio . bus mss. legitur, toj onėxhou quois, Aut qualis
lenterque proruplus efficil sonum lonitrualem . Alle est specli nalura, hoc est, specularis lapidis.
glica lectio αποτελούντος geriwana est ac genuina : (5) Editi cum aliquibus inss. των ουρανίων • alii
quippe vox & TOTEÀOŪVTOS ad vocem superiorem quidam mss. Tūv oupavāv. Mox editio Basil. cum
πνεύματος refertur, nisi dicere mavis attractionen miss. plurimis inter quos numeraji'uir Coisl. uterque
esse . el Bodl. ουδε ει. Editio Paris. ουδε ότι.
 S. BASILII MAGNI
Disci . Nos autem ne hoc quidem annotare omilia- νετο στερέωμα• αλλά, Και εποίησεν ο Θεός το στε
nus, quod posteaquam preceperat Deus : Fiat fir - ρέωμα και πάλιν, Διεχώρισεν ο Θεός. Οι κωφοί,
mamentum , non dictum est simpliciter : Ει faclum ακούσατε, και οι τυφλοί , αναβλέψατε . Και τις κωφός
est firmainentant ; sel, Ει fecit Deus firmamentum; αλλ' ή και μη ακούων ούτω μεγαλοφώνως εμβοώντος (6)
et rursunι : Divisit Deus. Audite , surdi, ci caci, του Πνεύματος ; Και τις τυφλός ; Ο μη ενορών ταις
suspicile. Sed ecquis surdus est , nisi is , qui Spi- ούτως εναργέσι περί του Μονογενούς αποδείξεσι.
ritum non audit, magna adeo νοce inclainantem ? Γενηθήτω στερέωμα. Αύτη ή ( 7) φωνή της προκα
Ecquis vero cecus est ? Ille ipse est qui adeo clara ταρκτικής αιτίας. Εποίησεν ο Θεός το στερέωμα.
de Unigenito argumenta non villet. Fiαι firmamen. Αύτη της ποιητικής και δημιουργικής δυνάμεως μαρ
tum . Hæc vox est primarie el principalis causæ cup!a.
Fecit Deus firmamentum . Hoc est effectricis polen
tiæ atque creatricis testimoniun .
5. Sed ad interpretationem continuandarm sermo- 5. 'Αλλ' επί τα συνεχή της εξηγήσεως τον λόγον
nem revocemus. Sic discernens, inquit , inter αφuam επαναγάγωμεν. "Εστω διαχωρίζον, φησίν, ανά μέ
ει αquam. Infinita erat, ut videtur , aquarum efu-· Β τον ύδατος και ύδατος. "Απειρος μεν ήν, ώς (8)
sio, cum quaquaversus inundarent terram, ac su- έοικε, των υδάτων ή χύσις , πανταχόθεν επικυμαι
pra ipsam suspenderentur : ita ut ipsas inter et νόντων τη γή και απαιωρουμένων αυτής: ως και την
catera elementa videatur esse proportio nulla. Pro- προς τα άλλα στοιχεία δοκείν αναλογίαν έκβαίνειν.
pterea enim dicebatur antea abyssus terram unli - Διά τούτο γάρ εν τοις κατόπιν ελέγετο άβυσσος (9)
φue circumdedisse. Verum ejus copie causam in πανταχόθεν περιβεβλήσθαι τη γή. Την δε αιτίαν του
sequentibus proferemus in medium. Profecto autem πλήθους εν τοις εξής αποδώσομεν. Πάντως δε ουδείς
nemo vestrum, ne eoruto quidem qui mentem ha - υμών ουδέ (10) των πάνυ κατησκημένων τον νούν,
bent valde exercitatam,atque in hac mortali et fluxa και περί την φθειρομένην ταύτην και ρέουσαν φύσιν
natura acute vident , opinionem hanc impelet , quasi οξυωπούντων, επισκήψει τη δόξη (11 ) , ως αδύνατα
res que secundum rationem fieri non possunt , aut ή πλασματώδη υποτιθεμένων κατά τον λόγον ουδε
que commentitiae sunt, proponannus : neque a Πο- απαιτήσει ημάς ευθύνας , επί τίνος και των υδάτων
bis exiget, αι 27 ειpra quo fulcro natura aqua- ήδραστo (12) φύσις. "Ο γάρ λόγω την γην βαρυτέραν
rum frmala sit, disquiralmus. Qua enim ratione oύσαν του ύδατος απαιωρούσι του μέσου των εσχάτων
terram aqua graviorem ab extremis abducunt et in , απάγοντες, τω αυτώ δήπου πάντως και το μυρίων
inedio pensilein collocant : eadem sane omnino et " ύδωρ εκείνο διά τε την κατά φύσιν επί το κάτω φο
infinitam illam aquain lum propter naturalem quem ραν και διά την πανταχόθεν ισορροπίας περί την γην
dam deorsum versus impetum, tuor propter quale άτρεμείν συγχωρήσουσιν . Ουκούν άπλετος ή του υδα
ex omni parte pondus , circuin terrano quiescere τος φύσις τη γή περιεκέχυτο (13), ουχί συμμέτρως
concessuri sunt. Igitur terre circumfusa eral imm- έχουσα προς αυτήν, αλλ' εις το πολλαπλάσιον υπερ
mensa aque natura, nec lainen ipsi cum ea ineral βάλλουσα, ούτως εξ αρχής του μεγάλου τεχνίτου
proportio, sed eamIouge superabat, opifice magno προβλεψαμένου το μέλλον, και δια την εφεξής χρείαν
futurum sic initio prospiciente : ac propter neces- τα πρώτα διαθεμένου . Τίς ούν χρεία του αμύθητον
sitatein consequenlein prima ordinante. Quid igitur όσον υπερβάλλειν το ύδωρ ; Επειδή αναγκαία τω
opus erat, ul aqua amplius quam dici queal exsu παντί του πυρός ή ουσία , ου μόνον προς την των
peraret ? Quoniam ignis substantia necessaria est περιγείων οικονομίαν, αλλά και προς την συμπλή
universo, non ad constituendas solum res terrestres, ρωσιν του παντός. Κολοβον γάρ αν ήν το όλον εν τω
Sed ad universum etiam complenduro . Nain mutilum μεγίστω και καιριωτάτω πάντων (14) ελλείπον. ' Α
essel ιοίuro , si uno hoc maximo et omnium oppor- τικείμενα δε ταύτα αλλήλοις, και φθαρτικόν έτερον
tunissimo elemento destitueretur. Jam vero hec η του ετέρου πυρ μεν του ύδατος , όταν επικρατή δυ
sibi mutuo adversantur et alterum alterius pariινάμει · ύδωρ δε πυρός, όταν υπερβάλλη το πλήθει .

(6) Reg. quintus Boûvtos. Ibidem deest tis in

nonnullis mss. Hoc ipso in loco Anglici libri αλλ' ο
lech È vooWv • quam lectionem leclicni vulgalæ præ -
leri Ducæus. Sed pulo virum doctum scribere vo -
Juisse : αλλ' ή και μη ενορών. Editi cum armbobus
Duc. el cum reliquis nostris mss. simpliciter και μη
ενορών.
(7) Sic aliqui mss. Abest ab editis . Statim co -
dex Combef . ποιητικής του Υιού και. Νec ila multo
post muli mss . επαναγάγωμεν. Editi επανάγω
μεν.
(8 ) lla miss. plerique omnes. Editi " Afte!pos ud
ούν, ώς . Μox editi cum mss. nonnulliς υδάτων ή
χύσις • alii quidam codices υδάτων ή φύσις , αquarium
nalara ,
(9) Reg. Sextus ελέγετο άβυσσον. Infra Colb. se
cundus εν τοις έφεξής .
(10 ) Editio Basil. et sex mss, oùbEis huwv, ouoé.
Codex Combel . et Regii sextits el octavus oubels
υμών, ουδέ. Editio Paris. ουδείς, ουδέ. Aliquando
post Colb. secundus δέουσαν σοφίαν .
(11) Sic mss. plerique omnes cuin editione Ba .
sil. Editio Paris. tñ ã659 Auñv. Bene, sed non ſa
vent mss.
(12) Reg. sextus ή δρασται . Aliquanto post illem
ms. άπάγοντες και την μέσην στάσιν αυτή διδόντες, ει
medium siluin ei tribuentes .
(13) Sic multi iss. Editi περικέχυτο.
(14) Col ». Secundus και κυριωτάτω πάντων, om
nium polissimo.
 HOMILIA UI IN UEXIEJERON .
"Εδει δε μήτε στάσιν είναι προς άλληλα , μήτε εν τη Α corruptionem: corrumpil nimirum aquam ignis ,
παντελεί του ετέρου εκλείψει αφορμήν παρασχεθήναι cum prastal viribus : lestruit vero iguem aqua,
τω παντί προς διάλυσιν. Τοσαύτην (13) του υγρού cum copia prevalet. Oportebat autem neque seli
την φύσιν οικονομών το πάν προαπέθετο, ώστε μέχρι lioneminter se esse, neque «lissolutionis dari oc
των τεταγμένων όρων της του κόσμου συστάσεως casionem universo, ob integrum alterius defectun .
κατά μικρόν τη δυνάμει του πυρός εξαναλισκόμενον Tanlani humoris naturam priestituit totius gulber
αντισχείν. Ο τοίνυν άπαντα σταθμό και μέτρω δια- nator, ut usque ad statulos constitutionis mundi
ταξάμενος (αριθμηται γάρ αυτώ, κατά τον Ιώβ, και terminos , dum paulatim ignis vi absumitur, resi
σταγόνες εισίν υετού) ήδει πόσον τω κόσμω χρόνον sterel. Elvero qui cuncta pondere et mensura dis
αφώρισεν εις διαμονήν, και πόσην χρή το πυρί posuit * ( numerabiles enim sunt ipsi secundumJob
προαποθέσθαι δαπάνην. Ούτος ο λόγος της του ύδατος vel plusie gallar *), noveral ille quando tempore
περιουσίας κατά την κρίσιν. Αλλά μήν τό γε του secundum prescriptumsuum duraturus essel mun
πυρός αναγκαίον τω κόσμω, ουδείς ούτως έξω του dus, quapluinque pabuli oporteret igni preparatum.
βίου παντάπασιν, ώστε της έκ τού λόγου διδασκαλίας Eam ob causam aqua in creatione sic abundavit .
προσδείσθαι· ου μόνον ότι αι συνεκτικαι της ζωής Αιφui nullus usque adeo extra vitam positus est,
ημών τέχναι της εμπύρου εργασίας επιδέονται πάσαι, Bei αι sit opus, ut ignem mundo necessariani esse
υφαντική , λέγω, και σκυτοτομική , και οικοδομική, ratione cdocealer : non solum quod arles quilus
και γεωργία, αλλ' ότι ούτε δένδρων βλάστησις (16), nostra vila conservatur , ignis eficientia indigeant
ου καρπών πέψις, ου ζώων εγγείων ή των ενύδρων omnes, lexloria,inquam, sutoria,architectonics et
γένεσις, ουχ αί τούτων τροφαί ή εξ αρχής αν συν- agricultura, sed quod neque arborum germinatio,
έστησαν, ή προς χρόνον διήρκεσαν, του θερμού μή 1eque malarilas fructuun , neque au terrestriuin
παρόντος . Ουκούν αναγκαία μέν του θερμού ή κτίσις auι aqualilium animalium generatio , neque ho
δια την των γιγνομένων σύστασίν τε και διαμονής: rum alimenta, aut constitissent ab initio , aut al
αναγκαία δε του υγρού ή δαψίλεια, διά το άπαυστον tempus perseverassent , calore non presente. Ne
είναι και απαραίτητος του πυρός την δαπάνην. cessaria igitur est caloris creatio ; ut ea que gi
guuntur, et coagmentari possint et permanere. Rursus aquæ abundantia eral pernecessaria, quod vis
ignis consumens interquiescere non queat, neque vitari.
6 . Περίβλεψαι πάσαν την κτίσιν , και όψει του C 6. Circumspice omnes res creatas, el caloris vim
θερμου την δύναμιν τοίς εν γενέσει και φθορά πάσιν in omnibus quae generantur ac corrumpuntur, vi
ενδυναστεύουσαν. Διά τούτο πολύ το ύδωρ υπέρ της debis doininari. Ιdcirco alla aqua effusa est su
κεχυμένον, και υπερέκεινα των δρωμένων απενεχθέν, per terram, atque ultra ea que sub aspectum ve
και προσέτι παντί τω βάθει της γης ένεσπαρμένον. niunt, transvecla est, et insuper ιοιι terre profun
"Οθεν πηγών αφθονίαι, και φρεάτων σύρροιαι, και dilati fuit inspersa. Unde fontiumn copia, congeries
ποταμών ρεύματα, χειμάρρων τε και αεννάων, υπέρ que puteorum, et duenta fluviorum, lain eorum qui
του εν πολλοίς και ποικίλους ταμείοις διατηρείσθαι torrentes sunt, quam eorum qui perennes , ut in
την υγρασίαν (17). Εκ μέν γε της έω απο μεν χει - multis el variis promptuariis conservarelar homi
μερινών τροπών ο Ινδός δεί ποταμός, ρεύμα πάντων ditas. Ει quidem ex oriente ab hibero solstilio In
ποταμίων υδάτων πλείστον, ώς οι τις περιόδους της dus luvius manat , farmen omnium luvialium
γης αναγράφοντες ιστορήκασιν· από δε των μέσων aquarum maximum , velut hi qui terre circuitun
της ανατολής και τε Βάκτρος, και ο Χοάσπης, και ο (18) descripsere, prodiderunt : a medio autem Orientis
'Αράξης, αφ' ου και ο Τάναϊς αποσχιζόμενος εις την Bactrus, et Choaspes , et Araxes, a quo el Tanais
Μαιώτιν εξεισι λίμνην και προς τούτοις ο Φάσες , των didissus in Meotidein 28 paludem dilabitur. Eι
Καυκασίων ορών απορρέων, και μυρίοι έτεροι από P preter hos Phasis a Caucasiis Montibus cfluens, et
των άρκτώων τόπων επί τον Εύξεινος Πόντον φέρον - innumeri alii a sepιentrionalibuslocis in Ponlun Eu
ται» από δέ (19) δυσμών των θερινών υπό το Πυρη- xinυπι feruntur. Contra, ab occasu testivosub Py
ναιον όρος Ταρτησός τε και "Ιστρος : ών ο μεν επί reneo monte ei Tarlessus et Ister : φuorum ille
την έξω Στηλών αφίεται θάλασσαν, ο δε "Ίστρος, διά quidem in mare extra Columnnas exoneratur ; Ister
της Ευρώπης δέων, επί τον Πόντον εκδίδωσι. Και τι vero per Europam Muens, in Pontum effauditur. Eι
δει τους άλλους απαριθμείσθαι, ούς αι Ριπαι γεννώ- quid attinet alios enumerare, quos Ripei montes,
* Sap. x1, 21. * Job XXXVI, 27.
(13) Editio Paris. τοσαύτην ούν. Αι desideratur (19) Editi cum aliquibus mss. dd őt. Abest
OÙY in editione Basil. inque codicibus mss. Hand oś ab aliis mss. Monitum lectorem volo , hic mulla
longe Colb . secundus et Reg . Oclavus o olxovouwr. dici a Basilio ex opinione vulgi : que si diligentius
Infra ilein Colb. Secundus πάντα σταθμώ. expendantur, a vero lorige abesse constabit. Quare
(16 ) Ita mului mss. Editi cum Reg. oclavo Be- si quis vult edoceri orlum , cursum , magnitudinein
στήσεις ... πέψεις... γενέσεις. fluminuin eorum , de quibus hic fit mentio , ei auctor
(17) Colb . primus et Reg . octavus cum ms. Coin . sum ul consulat Prolemæum , Strabonein , aliosque
bel. την υγράν ουσίαν, hunmidanw substantiani. geographiæ perilos.
non pauci.Abest articulus ab e:lit.
(18 ) Ila codices
PATROL. GR. XXIX .
 S. BASILII MAGNI
φαι ultra intimam Scylliam siti sunt, generant ? Ασι, τα υπέρ της ενδοσάτω Σκυθίας όρη ; "Ων εστι και
Quorum ex numero est el Rhodanus cum infinitis ο Ροδανός (20) μετά μυρίων άλλων ποταμών, και
aliis luviis, iisque navigalbilibus , qui occidentales αυτών ναυσιπόρων, οί, τούς εσπερίoυς Γαλάτας και
Galatas Cellasque et vicinos ipsis barbaros preler - Κελτους, και τους προσεχείς αυτοίς βαρβάρους παρα
labentes, in occidentale pelagus omnes influunt. Αlii μειψάμενοι, επί το εσπέριον πάντες είσχέονται πέλα
eneridie a supernis plagis per Ειhiopiam partim γος. "Αλλοι εκ (21) της μεσημβρίας άνωθεν διά της
in nostrum perveniunt mare, partim in iHud quod Αιθιοπίας, οι μεν επί την προς ημάς έρχονται θά.
extra navigabile jacel, exonerantur ; Egon nimi- λασσαν, οι δε επί την έξω της πλεομένης (99) απο
rum ei Nyses, et Chremes quem vocant, et Nilus κενούνται· ό τε Αιγών και ο Νύσης, και ο καλούμενος
quoque, qui neque fluviis natura est similis, cum Χρεμέτης, και πρός γε έτι ο Νείλος , ος ουδέ ποτα
justar maris inunder Egypίum. Sic hujus terre μοίς τήν φύσιν έoικεν, όταν ίσα θαλάσση πελαγίζη
nostre halbitabilis locus aqua circumseplus est , et την Αίγυπτον. Ούτως και της καθ' ημάς οικουμένης
adeo multiplici alligatus mari, ac innumeris fugiis τόπος ύδατι περιείληπται, πελάγεσί τε απλέτoις εν
perennibus irriguus per ineffabilem sapientiani ejus, δεδεμένος και μυρίους ποταμούς αεννάοις κατάρρυτος,
qui adversano igni naturam consumi vix posse sla- διά τήν άρρητον σοφίαν του την αντίπαλον τώ πυρί
tuit. Erit quidem tempus cum et igne ardebunt B φύσιν δυσεξανάλωτον είναι οικονομήσαντος . "Εσται
omnia; velut ait Isaias, ubi Deuτη alloquitur uni- μέντοι οτε και πάντα καταφρυγήσεται το πυρί, ως
versorum : Qui dicis abysso, Desolaberis , et omnes φησιν Ησαΐας εν οίς προς τον τών όλων Θεόν διαλέ
Παυλος tuos arefaciam 6. Quamobrem sapientia , γεται: Ο λέγων (23) τη αβύσσω: 'Ερημωθήση,
que il failunta est, abjecta, suscipe nobiscum veri . και πάντας τους ποταμούς σου ξηρανώ. "Ωστε,
Ialis doctrinam, imperilam quidem sermone, Sta- απορρίψας την μωρανθείσαν σοφίαν, κατάδεξαι μεθ'
bilem vero firmamque cognitione. ημών το διδασκάλιον της αληθείας, ιδιωτικών μεντω
λόγω, αδιάπτωτον δε κατά την γνώσιν .
7. Ιdcirco Fiat firmamentum in medio αφια, et 7. Διά τούτο Γενηθήτω στερέωμα εν μέσω του
sil discernens inter αquam el αφuam. Dictum est quid ύδατος, και έστω διαχωρίζον ανά μέσων ύδατος
significer in Scriptura firmamenti vocabulum. Νi- και ύδατος . Είρηται τι το σημαινόμενον παρά τη
mirum firmaniellum non dicit quamdam esse na- Γραφή το του στερεώματος όνομα: "Οτι ουχί την
turiam resistenterm ac solidam, gravilale et renixu αντίτυπον και στερέμνιον φύσιν, την έχουσαν βάρος
preditam. Αlioqui hoc pacto id sibi nominis potius και αντέρεισιν, ου ταύτην (24) λέγει στερέωμα. Η
vindicasset terra. Sed quia natura superiorum cor- , ούτως αν κυριώτερον ή γή της τοιαύτης κλήσεως ήξιώ
porum tenuis est et rara , nec ullo polest sensu θη. Αλλά διά τήν φύσιν των υπερκειμένων λεπτών
percipi, ideo Armamentum hoc vocavit , compara- ούσαν και (23) αραιάν και ουδεμιά αισθήσει καταλη
tione eorum que tenuissima sunt, nec sub ullum πτην, στερέωμα τούτο ώνόμασε , συγκρίσει των λεπτο
sensum cadunt. Porro quemdam mihi locum cogita , τάτων και την αισθήσει ακαταλήπτων. Και νόει μοι
humoris discernendi facultate preditum, qui humo- τόπον τινα διακριτικός του υγρού : το μεν λεπτών και
rem quidem tenuem et percolatum sursum trans» διηθούμενον επί τα άνω διιέντα, το δε παχύτατον και
miliat, crassissimum vero et terreno deοrsumver- γεώδες εναφιέντα τους κάτω, ίν' εξ αρχής μέχρι τε.
sus demitat, ut , subtrahentibus se paulatim humo- λους ή αυτή εύκρασία συντηρηθή, κατά μέρος της
ribus, ab initio ad finem usque temperies eadem ύφαιρέσεως (26)των υγρών γινομένης. Συ δε τω μεν
6 Isa . ΧLΙV , 27.
(20) Variant inter se codices. Reg. sexlus cuin Regii primus, terlius, quinlus, sextus et oclavus,
Coisl. velustiore ó 'Poðavós, Rhodanus. Editi cum cum Colb . sccundo et cum utroque Coisl. Editio
Regiis tertio el octavo, itemque cum Colb. Secundo Paris. έξω τοϊς πλεομένοις, mendose. Mox Colb.
και Ηριδανός, Pad us. Coisl. aller ο Ιροδιανός. Regii secundus ός ουδέ ποταμός. Subinde Inss. plerique
primus el quintus ο Ραδανός pro Ροδανός. Credere , omnes ίσα θαλάσση. Editi ίσα θαλάσσης.
par est priorem lectionem gerinanam esse ac genui- D (23 ) 'Odérur,"Qui dicis. Interpretati sumus ad
jam , cum huic lectioni faveal Eustathius, qui sic sensum Basilii, non ad sensum prophetæ . Nam , ut
interpreialus est : Quorum esl Rhodanus. Adde ser- notat Ducæus, neque jam prophela pos cov Didy
ononem institui de Galliae lumine, non de Italie διαλέγεται, aut, ut volunt quidam, προφήτης περί του
fluvio, qualis est Eridauus, seu Padus. Ambrosius Θεού, sed potius προς τον λαόν ο Θεός, populum
neurri lectioni favel, cum de utroque fluvio Pado el Deus alloquilur. liaque recle Vulgala Latina, Qui
Rhodano mentionem facial. Sic enim loquilur lib . dico profundo, Desolare. Unde el sequiturGræce, xal
11 , cap. 3 , num . 12 : Padus marilimorum commea - Tous notauous sou Enpa vw et pumina lua arefaciam .
Inum Ilalicis subsidiis fidus invector, Rhodanus ra Huc usque vir doctissimus , cujus nolam legas sua
pido concilus cursu Tyrrheni a'quoris freta scindens. deo.
Verum sive legas 'Poồavós, sive 'Hpôžvós, fatenduin (24) Edili cum Reg. tertio et cum Coisl. velu
estea quæ hic narrantur, falsa esse .Nam fluviusneuter slivre ou tauir,v. Deest où in aliis qualuor mss. et
ex nonlibus Riphæis orilur, aut in occidentalem in Combel.
Oce:inuin induit. Lege Ducæum etLexicon Michae (25) Ιta codices octo. Editi διά τό τήν φύσιν των
lis Baudran. υπερκειμένων λεπτών είναι και. Μox editi cuin Reg.
(21) lia edili cum Reg . tertio et cum Coisl. primo. primo el Colb. secundo xataan itwy, inale. Regii
Reg. primus αλλ' εκ της : alii tres iss. αλλά και ierlius, quintus, sextus et octavus, cum utroque
έχ. Colo. Secundus αλλά και οι εχ. Coisl. etcuin Combef. ακαταλήπτων, bene.
(22) Sic cuilio Basil. el aller Duc. el Boill., et (26) E liti cum uno aut altero ms. Úpalpesow ; ;
69 HOMILIA NI IN HEXAEMERON .
τλήθει του ύδατος απιστείς , προς δε του θερμού το A conservclur. Τα 29 vero lianc aque copiam a fde
πλήθος ουκ αποβλέπεις: 3, κάν ολίγον ή τω μεγέθει, abhorrere censes : sed ad copiam non respicis Ca
πολλής έστι διά την δύναμιν αναλωτικών υγρασίας . Ιoris, qui tametsi quantitate parvus, nullum tamen
'Εφέλκεται μεν γάρ το παρακείμενον υγρόν, ως δη- humoris vi sua consumere polesl. Allrahit quidem
λοι ή σικα δαπανητικόν δε εστι του ελκυσθέντος adjacentem humoreum, velut indicat cucurbitala .
κατά την εικόνα του λυχνιαίου πυρός, ό, διά της consumit vero attractum, instar videlicet ignis lu
θρυαλλίδος την παρακειμένην τροφήν επισπασάμε- cernarum, qui per. ellyclinium alimentum vicinuin
νον, ταχέως διά της μεταβολής απηθάλωσε. Τον δε allrabens, cito illud in fuliginem transmutat. Jann
αιθέρα τις αμφιβάλλει μή ουχί πυρώδη είναι και vero ethera quis ambigit esse ignitum et ardenlenm ?
διακαή ; ος ει μή τα αναγκαία του ποιήσαντος αυτόν qui nisi ineluctabili Conditoris prescripιο coerce-
όρω κατείχετο, τί αν εκώλυσεν αυτόν πάντα φλογί- retur, quidnaim eum prolibuisset, contiguis omri
ζοντα (97) και καταπιμπρώντα τα συνεχή, πάσαν bus rebusillammatis ac combustis , omnem simul
όμου τηνεν τοις ούσιν εξαναλώσαι νοτίδα ; Δια ταύ- earum humiditalem absuiere ? Quapropter aqua
τα ύδωρ αέριον (28), νεφουμένου του άνω τόπου εκ aeria oritur tum, cum locussupernus ab eveclis sur
της αναφοράς των ατμών, ους ποταμού, και κρήναι, sum vaporibus, quos fluvii, fontes, vada, paludes ac
και τενάγη , και λίμναι, και πελάγη πάντα προΐεν- 6 πιaria omnia eimittunt, obnulbilatur, ut ne ellierin .
ται, ώς αν και πάντα πυρακτών και αιθήρ επιλάβου: vadat, concreinetque universa : cum hunc etiams0
διάβροχον πολλάκις και τεναγώδη χώραν εν βραχυτάτη nosam regionem plerumque humoris prorsus exper
πάνοντα. Που τοίνυν εκείνο το ύδωρ; Δεικνύτωσαν guere . Quo ques0 abiit aqua illa? Ostendant nobis illi
ημίν oι τα πάντα δεινοί. Αρ' ουχί παντί δηλον, ότι τη rerumomniumscientia predliti. Annon cuisis liquel,
θερμότητα του ηλίου διατμηθέν ανηλώθη ; Καίτοιγε eam caloresolis in vaporemsolutam esse atque con
ουδέ θερμόν(29)είναι τον ήλιον εκείνοι λέγουσι τοσού- sumptam? Quamobrem ne calidum quidemsolem esse
τον αυτούς του λέγειν περίεστι. Και σκοπείτε ποτα- illi dicunt : adeo Ioqui ipsis vacat. Verumconsiderate
πη αποδείξει ερειδόμενοι προς την ενέργειαν (30) quali demonstrationenixi,evidentiae reluctantur. Quo
αντιβαίνουσιν. Επειδή λευκός έστι, φασι, την χροιάν, niam, inquiunt, colore albus est, που autem sub
αλλ' ουχί υπέρυθρος, ουδέ ξανθός , τούτου ένεκεν ruber , nec favus, ideo neque staple natura ignitus
ουδέ πυρώδης την φύσιν αλλά και τούτου φασί το est : sed et ejus calorerm ex veloci circumaclu affir
θερμόν εκ της ταχείας είναι περιστροφής. Τι εντεύ· , mant oriri. Quid sibi inde consmodi asciscunt ? Uι
θεν εαυτοίς διοικούμενοι ; Ως μηδέν δόξαι τωνυγρών nihil consumere luniorum sol existimetur . Ego vero,
άπαναλίσκειν τον ήλιον. Εγώ δε , κάν μή αληθές ή tamelsi id quod ab ipsis dicitur , verum non est,
το λεγόμενον, αλλ' ώς συγκατασκευάζον εμοί τον λό- tamen id ipsum, tanquam quod metum sententiam
γον ουκ απωθούμαι. Ελέγετο γάρ διά την εκ του comprobet , non respuo. Nam aquaruin copia ob cam
θερμού δαπάνην αναγκαίον είναι των υδάτων το πλή- que a calore efficitur consumptionem, necessaria
θος . Διαφέρει δε ουδέν εκ φύσεως είναι θερμόν, ή εκ esse dicebatur. Jam vero ad eosdem in eisdem ma
πάθους έχειν την πύρωσιν πρός γε το τα αυτά συμ- teris producendos' effectus nihil interest, utrum sol
πτώματα περί τας αυτάς ύλας απογεννάν. Εάν τε Snaple natura sit calidus, an ex afectione ardor ei
γάρ τριβόμενα ξύλα προς άλληλα πυρ και φλόγα accesserit. Sive enim ligna inter se mutuo confri
ανάψη, εάν τε εκ φλογος αναπτομένης κατακαυθή, cla, ignem ac flammam exsuscilent, sive accensa
ίσον εστί και παραπλήσιον εξ αμφοτέρων το τέλος. launma combusta fuerint, par el consimilis fois ex
Καίτοιγε δρώμεν την μεγάλην του τα πάντα κυβερ- utroque resilie. Ceterum magnam ejus qui omnia
νώντος σοφίαν, μετατιθείσαν (31) τον ήλιον εξ ετέ- gubernal sapientiam cernimus, solem aliunde alio
ρων εις έτερα, ίνα μή, τοίς αυτοίς αεί προσδιατρί- transmoventem, ut ne in iisdem locis seinper com
βων, τη πλεονεξία του θερμού λυμήνηται την διακό- D morans, rerum ordinem per caloris reilundanian

sex alii codices &calPÉGEWS. Slalim Bodl, cum aliis
oclo mss. et cum editione Basil. Üdatos à TILOTEIS
bene. Editio Paris . ύδατος ουκ απιστείς. Νec aliter
legisse videtur Eustathius, qui sic verlat : Sed lu
iet inendum illud in aliquot codices irrepsisse.
(27 ) Colb . secundus xatagoylGovta . Mos mss.
plerique omnes de Guverõ . Abest articulus ab edi-
lione Paris.
(28) Editio Paris . αέριον γίνεται. Deest γίνεται in
editione Basil, et in Octo mss. præter Bodi. Ali
quanto post Reg . terlius Štteá69 . Statim edili év
ώρα . Abest εν ab octo mss.
(29) Καίτοιγε ουδέ θερμόν . Vetus illa quorum-
dam philosophorum opinio, qui, soleni calidum
esse negaules,aflirmabant illius calorem nihil aliud
esse nisi velocem quemdam circumaclum et molum ,
lemporibus nostris viget maxiine, place que quan
plurimis.
(30) Sic Regii primus el oclavus cum Colb . se
cundo et cum Coisl. itidem secundo ; et ita legil
Eustathius, cujus hæc sunt : El considerate quo
freli documenlo , rebus evidentissimis adversanlur.
Edili cum Regiis lerlio el quinto cumque Coisl.
primo προς την ενέργειας. Μox multi Diss. αλλ'
ουχί . Editio Paris . αλλά ούχ. Subitude Colb. Secun
dus τούτο το θερμόν.
(31) Sic nostra editio Basil. cum seplem miss.
Edilio Paris. uetalaisav. Morellus cilatnescio quam
editionen Basil. in qua legitur μετατιθέντος , Ilec
que subilil : Farent 101 gignendi casus inox subjecii,
'Attexūs. Bene, scd refragantur mss.
 S. BASILII MAGNI
Jevastel. Sed nunc quidem all anstrinam partem A qur,s!y• är vūv gey ajtóv Ti to vorlov uspei;
circa hilterna solstitia Iransvelit, nunc vero ad κατά τας χειμερινές τροπάς απάγοντα (52), νύν δε
equinoctialia transfert signa : et inde ad scien- επί τα ισημερινά σημεία μετατιθέντα , κακείθεν επί
trionalia in estivίς solstiliis relucil : adeo ut, eo τα προσάρκτια υπό τας θερινές τροπάς επανάγοντα :
transeunle , inlocis terrenis leperies conservelur. ώστε τη κατά μικρόν αυτού μεταβάσει τα περί την
Videant autem an ipsi secum non 30 pugnent, qui τόπο την εύκρασίαν φυλάσσεσθαι . Σκοπείτωσαν δε
scilicet mare dicant Ouminilus Που redundare ob ει μή αυτοί εαυτοίς περιπίπτουσιν, οί γε την θάλασ
eam qua a sole sit consumptionem, ac insuper sal- σαν λέγουσι μήτε πλημμυρεϊν τοίς ποταμοίς εκ της
suim el amarum relinqui, eo humore qui tennis est του ηλίου δαπάνης, και προσέτι αλμυράν και πι.
ac potui aplus, absurmpio, quod ipsum accidit na- κράν απολείπεσθαι , του λεπτού και ποτίμου υπό της
xione ex ea quam sol Ilibel discernendi facultale, θέρμης αναλωθέντος · όπερ εκ της του Ιλίου μάλιστα
qua id quolleve est, auripit, crassum vero el ter-. γίνεται διακρίσεως, το μεν κουφον απάγοντος (55),
restre tanquam linum et fecem relinquil : unde το δε ταχύ και γεώδες οίόν τινα ιλών και υποστά
amaritudo, el salsugo, el siccandi facultas mari in. θμηνεναφιέντος · εξ ού το πικρόν και αλμυρών και
est. Porro qui talia de mari garriunt, rursus nu- ξηραντικόν τη θαλάσση προσεϊναι (5%). Οι δη ταύτα
1:ala sententia lιumorem a sole nihil imminai affir- υ περί Θαλάσσης λέγοντες, πάλιν μεταβαλλόμενοι, μη
mant.
δεμίαν του υγρού γίνεσθαι μείωσιν εκ του ηλίου
φασί.
8. Ει υocavit Deus (firmamentum cαlum , ita ut 8. Και εκάλεσεν ο Θεός το στερέωμα ουρανό
proprie quidem convenial alteri istliac appellatio, ως κυρίως μεν ετέρων της προσηγορίας εφαρμοζού
similitudine vero firmamentum φuoque hujus nomi- σης, καθ' ομοίωσιν δε και τούτου μεταλαμβάνοντος
nis sit particeps. Ceterum aspectibile hunc locum της κλήσεως (55). Τετηρήκαμεν δε πολλαχού τον
dici column supe observavimus, ob densitatem con • δρώμενον τόπον ουρανόν λεγόμενον (36) (διά το να
tinuitatemque aeris, offerentis se clare nostro aspe- στον και συνεχές του αέρος εναργώς ήμών ταις όψε
clui, et ex eo quol videtur, coli nomen obtinentis , σιν υποπίπτοντος , και παρά το οράσθαι της του ου
ubi videlicet ait Scriptura : Volucres coli 8. Ει ile- ρανού (37) προσηγορίας άξιουμένου εν οις φησι: Τα
rum : Τ'olantiα secundum frmamentum cαli 9. Tale πετεινά του ουρανού και πάλιν : Τα πετόμενα
cst et illud : Ascendunt usque ad calos 50. Ει Moyses κατά το στε, έωμα του ουρανού. Τοιούτόν εστι και
benedicetus tribui Joseph, a tructibus celi el Fore, το· 'Aναβαίνουσιν έως των ουρανών. Και Μωυσής,
et a solstitiis et coitionibus lunarum, et a vertice η ευλογών την φυλήν του Ιωσήφ, από ωρών (38) ου
naonlium, et collium eteruorum benedictiones im- ρανού, και δρόσου, και από τλίου τροπών, και συν
perlit 1: quippe quod circumjacens telluri locus per όδων μηνών, και από κορυφής ορέων και βουνών αε
* Gen.1, 8. 4 Psal, vu, 9. 0 Gen. 1, 20. 30 Psal. cνι, 26. 65 Deal. , 15-15.
(32) Editio Paris . τροπας απάγοντος... σημεία quempiam e regione vocis τόπον per modum scholii
μετατιθέντος... τροπάς επανάγοντος . Nostra editio al Inarginnen sui codicis apposuisse τούτον αέρα,
Basil. el uiterque Coisl. et Bodi. cum Regiis primo, el hinc factum esse , ut librarii alii hanc lectionem
lerlin , quinto et sexto , el cum Colb . secundo , prout inseruerint lexlui. Nec parum hanc nostram conje
edidimiis. Cælerum arbitramur, editores Marle pro- curam adjuval, quod Eustathium constel TóttOY le
prio non ex fide codicuin mss. edidisse ustati Év- gisse, cum sic vertal : Scinus tamen sæpissime cce
105... & Thyovtos, etc., ut ne videretur Basilius luon dici locum spissum densalumque aeris. Voccin
coulra regulas grammatices peccasse. El vero si ra - aulem aeris , ul alias permullas, videlur de suo ad
tio haberetur regularum grammaticarum , debuisset didisse Eustathius, explanationis causa.
Basilius Scribere απάγουσαν, nempe σοφίαν. Sed (37) llæc quidem sonant oplime in Græcis, quod
constat exemplis multis insiglies niagnosque ora vox Opavós el verbum ópãslui habeant iriter sc
lores ad præcepla grammatica non semper allen - cognationem quamdain : in Lalinis non item , quod
dere, sed ea 11onnunquam negligere . Itaque non inler vocem cælum el verbum videri convenientia
jam ea participia &nayovta , elc ., referas ad vocem D nulla sit.
σοφίαν, sed ad vocem subintelleclan, κυβερνή- edili (38) Από ωρών , α (ructibus . Quam lectionem non
την. solum exhibent, sed etiam Sixt. Biblia , Coisl.
(33) Colb. secundlus κούφον ανάγοντος. secundus, Colb . secundus, Regii quinlus el octavus
(54) Reg. prinus προσιέναι. cum Medicæo, Henricianus vero cum Regiis primo
(55) Colb. secundus κλήσεως· ούτως ώς είρηται. et tertio opwv, a montibus, quæ ultima lecijo, leste
Vult Basilius firmamentum non proprie cælum non Flaminio Nobilio , reperitur in quibusdam Deutero.
inimari, sed duntaxal cæli nomine insigniri per nomii codicibus. Ambrosius procul dubio legit amb
quam lain similitudinem . όρων, cumlib. II in Heaemm ., cap. 4, ηum. 16, sic
(36 ) Coll . secundus et Roz. oclavus cum Coisl. habeat : Denique et Moyses benedictiones Iribui Jo
secundo τον δρώμενον τούτον αέρα ουρανον λεγόμε- sepli α inibus cαli . Nec aliter legit Eustailsius, qui
yov, Cæterum aspectabilem hunc aerein dici cælum verlal : ex finibus coli. Vulgata , de pomis cæli. Vox
sæpe observavimus. Edici el Regii primus el quintus Rebrics, inquil Ducæus, delicias ci delicalos Irucius
cum Coisl. velustiore τον ορώμενον τόπον ουρανόν signilical. Linde Pagninus ad verbum , de delicalis
de Yousvov , Observavimus autem non raro visibilem culorum . Ciclerum ad exemplum aliorum vertimus,
hunc locum cælum appellari. Equidem non inficias a fructibus : quanquam üpa non tam siguilicel fru
iverim , admini posse lectionem ulramque : milii cluin , quam maluri fructus eximium colorem alque
Lamen nescio quomodo verisimilius lit , posteriorem graliani. Lege Ducxum .
priori esse anteponendam . Suspicor enim librariuin
15 HOMILIA HII IN TEXAEMERON . 14
ναων τας ευλογίας δίδωσιν, ώς του περί γην τόπου A horumlenperien fecundetur. Quin et in maledictis
διά τής εν τούτοις ευταξίας ευθηνουμένου . Αλλά και Israeli, Ει erit, inquit, tibi celunt quod super ca .
εν ται: κατάραις το Ισραήλ ( 9 ), " Εσται σοι, φη- φuι εοι , αneum 31 . Quid his verbis indicare vult ?
σιν, ο υπέρ κεφαλής ουρανός χαλκούς. Τι τούτο Omnimodain siccitatem, et aquarum aeriarum de
λέγων: Την παντελή ξηρασίας και επίλειψιν των αε - fecturn , quibus telluri fertililas fructuum con
ρίων υδάτων, δι' ών τη γη το γόνιμον των καρπών fertur. Cum igitur eleferri decelo forem aut plu
ενυπάρχει. "Οταν ούν εκ του ουρανού φέρεσθαι λέγη viam dicit, tum aquas eis quae superlain regionem
δρόσον ή υετόν, περί υδάτων νοούμεν όσα την άνω occupare jusse sunt, intelligimus. Collectis enium
κατέχειν διατέτακται χώραν. Συναγομένων γάρ των in sublini vaporibus, et aere per ventorum com
αναθυμιάσεων περί το ύψος, και πυκνουμένου του pressionem condensato , ulbi humiditates , prius
αέρος ταϊς εκ των πνευμάτων πιλήσεσιν, όταν μέν in modum vaporis tenuilerque nubi insperse ,
αι τέως ατμοειδώς και λεπτώς ενεσπαρμέναι το νέ - inter se mutuo colleserunt, tunc gignilur gutle,
γίνονται, τω βάρει των συγκριθέντων φερόμεναι προς atque hic est pluvia ortus. Cuum vero hunior vi vein
το κάτω και αύτη υετού γένεσις · όταν δε το υγρόν ιorum dissectus, in spuinam redaclus est, cumque
εξαφρισθή, ταις βίαις των ανέμων ανακοπέν,. είτα Β deinceps sumine refrigesceiis , Iotus oιnnino couge
εις άκρον καταψυχθέν, όλον διόλου παγή, θραυομέ- Iatus est, tum fracta nube nix delabitur. Ει in sun
νου του νέφους , η χιών καταφέρεται. Και όλως, κατά nia, ob eandem rationem licet tibi omnem humoris
την φύσιν περί τον υπέρ κεφαλής ημών αέρα συν- cernere . Nemo autem spiritualium serimonum siro
ισταμένην. Και μηδείς τη περιεργία των περί ουρα - plicitalenm ac incullum cum curiositate eorum qui de
νού φιλοσοφησάντων το απλούν και ακατάσχευον των cælo philosophali sunt, comparel. Quanto eoim ca
πνευματικών λόγων παραβαλλέτω. "Οσω γάρ το έν starum pulchritudo merelricia praestabilior est,tanto
ταις σώφροσι (20) κάλλος του εταιρικού προτιμότε - sermones nostri externis pricstant. Hi nunique pro
ρον, τοσούτον και των ημετέρων λόγων προς τους babilitatem vi exiorlain suis sententiis conciliant :
έξωθεν το διάφορον. Οι μεν γάρ καταναγκασμένον hic vero nuda 31 et ab artificiis vacua proponitur
το πιθανόν τοις λόγοις έπάγουσιν· ενταύθα δε γυμνή veritas. Sed quid opus est nos in mendaciis ipso
τεχνασμάτων ή αλήθεια πρόκειται. Και τι δεί πρά- rumconfulandis fatigari, quibus satis fuerit, si li
γματα έχειν ημάς το ψευδές αυτών διελέγχοντας, οίς bris ipsorun inter se collatis, belli ipsorum specia
εξαρκεί τάς αυτών εκείνων βίβλους αλλήλαις αντιπα- , ιores in sumino olio sedeamus ? Nam neque nuinero
ραθέντας εν ησυχία πολλή θεατάς αυτών του πολέμου " pauciores neque digitate inferiores, seu Ioquacitale
καθήσθαι ( 41) ; Ούτε γάρ αριθμό ελάττους, ούτε etiam longe praestantes contrarie sibi opinioni re
αξιώματι ύφειμένοι, πολυφωνία δε και παρά πολύ fragantur, ii qui universun aiunt comburi, ac ile
διαφέροντες προς τον εναντίον αυτοίς αντικαθίσταν- τατη ex seminalilius quibusdam rationibus quae in
ται λόγον , οι το πάν εκπυρούσθαι λέγοντες , και ανα- rebus exustis reimanent, reviviscere. Unde elian
βιώσνεσθαι πάλιν εκ των σπερματικών λόγων των infinitas τηundi corruptiones et regenerationes in
εναπομενόντων τους εκπυρωθείσιν· όθεν και απείρους ducunt . Verum illi quidem utrinque a veritate dis
φθοράς κόσμου και παλιγγενεσίας εισάγουσιν. 'Αλλ' sili,linc et inde ad errorem sibi ipsis diverticula
εκείνοι μεν, εφ' εκάτερα της αληθείας αποσχιζόμενοι, inveniunt.
ένθεν και ένθεν τας επί την πλάνην εαυτοίς εκτρο
πάς εξευρίσκουσιν,
9 Ημίν (49) δε και προς τους από της Εκκλη- 9. Quinetiam aliquis nobis adversus ecclesiasticos
σίας εστί τις λόγος περί των διακριθέντων υδάτων, quostlam scripiores de discretis aquis liabendus est
οι προφάσει αναγωγής, και νοημάτων υψηλοτέρων, serino : qui anagoges et sublimioris intelligentise
εις αλληγορίας κατέφυγον, δυνάμεις λέγοντες πνευ- D nomine confugerunt ad allegorius, adeo ut spiritales
ματικές και ασωμάτους τροπικώς εκ των υδάτων ση - el incorporeas virtutes asserani per aquas tropice
μαίνεσθαι» και άνω μεν επί του στερεώματος μεμενη- significari : et sursum quidern supra irnmomentum
κέναι τας κρείττονας , κάτω δε τους περιγείοις και Iransisse prestabiliores, deοrsumvero in terrestri
υλικούς τόπους προσαπομείναι (43) τάς πονηράς. Διά bus crassisque locis insalignas subsedisse. Propterea
τούτο δή , φασι , και τα επάνω των ουρανών ύδατα «licunt et eas aquas que Supra caelos Iocate sunt,
αινείν τον Θεόν· τουτέστι, τάς αγαθάς δυνάμεις Deum laudare, Ιιοc est, Monas potestales , ob mentis
αξίας ούσας διά καθαρότητα του ηγεμονικού τον πρέ- Mundiliam dignas , que convenientem Conditorilau
32 Deut. ΧΧν1, 23.
(39) 11:a editi cium Reg. 1ertio et can Coisl. velu- (41) Reg. sextus πολέμου καθίστασθαι.
stiore. Γιeg. Sexus το Ισραήλ ο Ιερεμ. έσται. Αlii (42) In confess0 est apud onnes ιων antiquos
quatuor iss. i:afe :ι Ιερεμία μro Ισραήλ. Lolli recentiores hic courgui Origenem , Lege Pril.
( 10) Editi et Coisl . Velusior εν ταις σώφροσι. μοι. 97.
Αlii septem Iss . εν τοις σώφροσι. Λιος διο uss . ( 5) Res . Sexus προσανα μείναι.
τοσούτω και
 73 S . BASILII MAGNI 76
dem exsolvant : aquas vero infra celos constitutas, Α ποντα αίνον (44) αποδιδόναι το κτίσαντι • τα δε υπο
spirituales maliguitates esse, a naturali sublimitate κάτω των ουρανών ύδατα τα πνευματικά είναι της
ad inam nequiliam delapsas : quas, alpole turbu- πονηρίας, από του κατά φύσιν ύψους είς τό της κα
Ιεntas seditiosasque et affectum tumultibus ex- κίας βάθος καταπεσόντα : άπερ, ώς ταραχώδη όντα
estuantes , docent maris nomine fuisse vocatas, olb και στασιαστικά, και τους θορύβουςτων παθών κυμαι
Emotuum a voluntate proficiscentium instabilitatem. νόμενα, θάλασσαν ωνομάσθαι διά το ευμετάβλητον
atque inconstantiam. Tale porro sermones veluti και άστατον των κατά προαίρεσιν κινημάτων. Τους
somniorum interpretationes et aniles fabulas reji- δη τοιούτους λόγους ως όνειράτων συγκρίσεις και
cientes, aquam aquam intelligamus, et secretionem γραώδεις μύθους αποπεμψάμενοι , το ύδωρ ύδωρ νοή
a firmamento faclarm juxta allatam rationem acci- σωμεν, και την διάκρισιν την υπό του στερεώματος
piamus. Verum etiainsi aque ille supra colos con- γενομένης κατά την αποδοθείσαν αιτίαν δεξώμεθα( 45 ).
stitute nonnunquam ad universorum communem Και μέντοι, καν εις δοξολογίαν ποτέ του κοινού
Dominum laudanduin adlileantur ; non idcirco eas των όλων Δεσπότου τα υπεράνω των ουρανών παρα.
naturam rationalent esse putamus. Νeque eniin ani- λαμβάνεται ύδατα, ού λογικήν αυτά φύσιν παρά
n: ali sunt celi, eo quod Dei enarrant gloriam88 : τούτο τιθέμεθα. Ούτε γάρ οι ουρανοί έμψυχοι, επει
neque Armamentum animal est sensu preditum, eo B δη Διηγούνται δόξαν Θεού · ούτε το στερέωμα
quod Opus manuum ipsius annuntial 86. Ει si dical ζώόν έστιν αισθητικόν, επειδή Αναγγέλλει ποίησιν
quis celos quidem esse contemplativas virtutes, fir- των χειρών αυτού. Κάν λέγη τις ουρανούς μεν εί
mamentum vero potestales actuosas, et eorum que ναι τάς θεωρητικές δυνάμεις, στερέωμα δε τας πρα
decent effectrices : hunc sermonem quiden 1an- κτικές και ποιητικές των καθηκόντων, ως κεκομ
quam solerter confictum suscipimus, sed verum esse ψευμένον μεν τον λόγον αποδεχόμεθα, αληθή δε είναι
non omnino concedenmus. Sic enim et ros, el pruina, ου πάνυ τι δώσομεν. Ούτω γαρ αν και δρόσος , και
et frigus, et estus , propterea quod apud Danielem πάχνη, και ψύχος, και καύμα, επειδή υμνείν παρά
laudare universorum Ορίβcem jussa sint 83, erunt τώ Δανιήλ (46) τον των όλων Δημιουργόν επετάχθη,
spiritualis gardam et invisibilis natura. Sed bec νοερά τις έσται και αόρατος φύσις. 'Αλλ' ο εν τού
Ioquendi ratio, si in illis locis a sagacibus modo τους λόγος , παρά των νούν εχόντων τεθεωρημένως
spiritali accipiatur, Creatoris laudationem complet. εκλαμβανόμενος, συμπληρωτικός έστι (47) της δοξο
Elenim non solumaqua supra caelos reposita **, tan- λογίας του κτίσαντος. Ου μόνον γάρ το επάνω των
quam quae praecipuis honoribus ob praestantiam in ουρανών ύδωρ, ώς προηγούμενον ταϊς τιμαίς διά την
se ex virtute insidentem condecoretur, Dee laudem ρ εξ αρετής προσούσαν αυτό υπεροχήν τω Θεώ τον αι
persolvil : sed etiam, Ι.audale eum, inquit, et quα " νον αποπληροί, αλλ', Αινείτε γάρ αυτόν, φησί, και
er terra estis, dracones et omnes abyssi 51. Quare et τα εκ της γης, δράκοντες και πάσαι άβυσσοι.
allyssus quam in pejorem 32 parlem ii qui allegoriis " Ώστε και η άβυσσος , ήν εις την χείρονα μιραν οι
utualur, rejecerant, ne ipsa quidem Psalinorum can- αλληγορούντες απέρριψαν, ουδέ αυτή απόβλητος
1ori visa est aspernabilis et rejectanea, cum in com- εκρίθη τω ψαλμωδώ (48),εις την κοινήν της κτίσεως
nnierm ascita sit clorum creaturarum : inno ctiam χοροστασίας παραληφθείσα· αλλά και αυτή κατά
illa pro indiko sibi modo concinne hymnorum ean- τους ενυπάρχοντας αυτή λόγους αρμονίως συμπλη
lum imperlit Conditori. ροί την ύμνωδίαν τω ποιητή .
10. Ει υidis Deus, quia pulchrum est 88. Oculis Dei 10. Και είδεν ο Θεός , ότι καλόν . Ουχί οφθαλ
jucundialeim res ab ipso facle nequaquam affe- μoίς Θεού τέρψιν παρέχει τα παρ' αυτού γινόμενα,
runt : neque talis est apud ipsuin rerum pulchra - ουδέ τοιαύτη παρ' αυτώ ή αποδοχή των καλών, οία
rum commendatio, qualis apud nos : sed id pul- και παρ' ημίν αλλά καλόν το τώ λόγω της τέχνης
chrum est , quod ad artis rationem perfecturn el εκτελεσθέν , και προς την του τέλους ευχρηστίαν
absolutum est , atφue ad finis utilitatem tendit. συντείνον. Ο τοίνυν εναργή (49) τον σκοπών των
Qui igitur manifesturm eorum quae funt finem sibi p γινομένων προθέμενος , τα κατά μέρος γινόμενα ως
proposuit, res singulas uti nem complentes ad συμπληρωτικά του τέλους τους τεχνικούς εαυτού
artis sue rationes recognoscens, comprobavit. Ει- λόγοι, επελθών ( 30) απεδέξατο. Επει και χείρ καθ'
enism si manus seorsum, aut oculus privatim, aut εαυτήν, και οφθαλμός ιδία, και έκαστον των του
82 Psal. 1991, 2. 85 ibid . 58 Dan. 114, 67 , 68. 86 Psal. CXLV1, 4. 67 ibid. 7. 88 Gen. 1, 10.
(44) Ιta mss. octo. Editi πρέποντα ύμνον. (48 ) Sic codices sex. Ejiti cum duobus aut tri
(45) Reg. Sexlus γινομένης κατά την δοθείσαν bus mss. παρά τω ψαλμ.
αιτίαν δε ξόμεθα . (49) Ita illerque Duc., uterque Coisl., Regii pri
(46 ) Reg . sexliis tapa tou Aav. Slatim Reg. pri- mus, ieriius, quinlus, sexlus et octavus, cuni Colb .
ηυς των όλων Θεόν επετ . secundo . Nec aliser legit Eustathius. Editio Paris .
(47) Duo mss. e nostris cum Cornbef. συμπληρω- εν αρχή, εη principίο. Editio Basil. uno verbo
τικός έσται. Νec ita multo pos: editi cum Reg. έναρχή .
octavo el cuin utroque Coisl. toponyouuevov . Alii (50) Reg . sexlus ė TravzaOuv. Aliquanto post editi
1res uss, προηγμένον, Colb. secundus προηγουμέ cum aliquibus mss. διηρημένως . Regii tertius,
Vως. quintus el sextus διερριμμένως, fortuito.
 HOMILIA IV IN HEXAEMERON . * 78

νείη καλά τα τυχόντι » προς. δε την οικείαν τάξιν hacc utique non cuivis pulchra viderentur : si vero
αποτεθέντα, το έκ της αναλογίας, εμφανές (31) μό- in proprium locum ac ordinem reponantur, tum
λις ποτέ , και των ιδιώτη παρέχεται γνώριμον . O pulchritudo ex proportioneemergens, quae modo vix
μέντοι τεχνίτης και προ της συνθέσεως οίδε το εκά- in conspectum veniebat, jam vel cuivis rudi et in
στου καλόν , και επαινεί τα καθ' έκαστον, προς το perito manifesta evadit. Verum artifex ante com
τέλος αυτών επαναφέρων την έννοιαν. Τοιούτος ούν missuram novit cujusque partis pulchritudinem,lau
δή τις και νύν έντεχνος επαινέτης των κατά μέρος datque singula, utpote qui ad eorum finen animum
έργων ο Θεός αναγέγραπται · μέλλει δε τον προσ - intendat. Deus itaque el nunc depingitur ceu talis
ήκοντα (32) έπαινον και παντί δμού τω κόσμω απαρ- quispiam artifex, qui opera singula laudal ,imo
τισθέντι πληρούν. Αλλά γαρ ενταύθα ήμίν οι περι etiam Ioli simul mundo absoluto congruam laudern
της δευτέρας ημέρας καταληξάτωσαν λόγοι, ώστε non dubital tribuere . Celerum nostri de secunda
τοις μεν φιλοπόνους ακροαταίς καιρόν παρασχεϊν της die sermones hic desinant, quo studiosis auditori
ών ήκουσαν εξετάσεως , ώστε εί τι χρήσιμον εν αυ - bus temporis opportunilas prefeatur . ea que audi
τοις, τούτο τη μνήμη συσχεϊν (53), και διά της φιλο - verunt expendendi, ut si quid utile in ipsis sit, idi
πόνου μελέτης, οίον διά τινος πέψεως, τήν τών ωφε - B ipsum memoria conservent, ac per sedula medita
λίμων ανάδοσιν αναμείναι: τοις δε περί τον βίον εionem velut per quamdam coctionem, eorum quae
ασχολουμένοις δούναι σχολήν διά του μέσου χρόνου utilia sunt exspeclent digestionem : υιque detur
τας φροντίδας διαθεμένοις (54), καθαρά μεριμνών τη οιίum iis qui victu comparando occupantur, ut in
ψυχή προς την εσπερινήν των λόγων εστίασιν απαν- terrmedio tempore neglia disponenles, anima curis
τήσαι. Ο δε τα μεγάλα δημιουργήσας Θεός, και τα purgata ad vespertinas sermonum epulas occurrant
μικρά ταύτα λεχθήναι οικονομήσας , δώη υμίν σύνεσιν Deus autem qui tanta effecit, et quo disponenle
εν παντί της εαυτού αληθείας, ίν' εκ των όρωμένων pauca Inec dicta sunt, tribual vobis in omnibus sue
τον αόρατον εννοήτε, και εκ μεγέθους και καλλονής veritatis intelligentiam, ut per visibilia invisibilerm
των κτισμάτων την πρέπουσαν δόξαν περί του κτί cognoscalis, atque ex magnitudine ac pulchritudine
σαντος ημάς αναλαμβάνετε (55). Τα γάρ αόρατα creaturarum decentem de Conditore nostro opinionem
αυτού από κτίσεως κόσμου τοϊς ποιήμασι νοού- concipiotis. Invisibilia enim ipsius a creatura mundi,
μενα καθοράται, ή τε αΐδιος αυτού δύναμις και per ea qμα facta sunt,intellecta conspiciuntur: sem
θειότης" ώστε και εν γή, και εν αέρι, και εν ουρανώ, piterna φuoque ejus virtus et divinitas 89 : aleo ut
και εν ύδατι, και εν νυκτί, και εν ημέρα, και εν πάσι , in terra, in aere,incelo, in aqua, in nocle, in die,
τοις όρωμένοις εναργή λαμβάνειν ημάς του ευεργέ- " et in omnibus visibilibus, non obscure ejus qui no
του τα υπομνήματα (56). Ούτε γάρ αμαρτίαις καιρόν bis benefecit recordemur . Neque enim peccalis oc
τινα δώσομεν, ούτε τα εχθρό τόπον εν ταις καρδίαις casionem ullam sumus daluri , neque inimico in
ημών καταλείψομεν, διά της συνεχούς μνήμης ένοι- nostris cordibus locum relicturi, si modo per a3si
κον έχοντες εαυτών (57) τον Θεόν · ώ πάσα δόξα και δuam memoriam Deum in nolis inhabitantenn ha
προσκύνησις νυν και αει, και εις τους αιώνας των beamus : cui omnis gloria et adoratio, nunc et
αιώνων 'Αμήν. semper, et in sæcula seculorum . Ainen .
ΟΜΙΛΙΑ Δ'. HOMILIA IV .
Περί συναγωγής των υδάτων ( 18). De aquarum congregatione.
1 . Εισί τινες πόλεις παντοδαπούς θεάμασι θαυμα- 33 1. Sunt quedam civilates , quae omnigenis prae
τοποιών από βαθέος όρθρου μέχρις εσπέρας αυτής stigialorum spectaculis a summo mane ad ipsala
εστιώσαι τάς όψεις. Και μέντοι και μελών τινων (59) usque vesperam oculos pascunt. Et certe quainvis
κεκλασμένων και διεφθαρμένων και παντάπασι πολλήν cantilenas quasdam dissolutas corruptasque et on .
ακολασίαν ταις ψυχαίς εντικτόντων,επί πλείστον ακού- D nibus modis multain in animis impuritalengigneples.
39 Rom. 1, 20.
(51) Regii primus et sexlus cum Colb . secundo et (56 ) Ita mss. oclo. Eustathius vertit, monumenta
cuin utroque Coisl, Grecavés. Edili cum duobusmss. certissima. Edili úttoos!Yuata , exempla . .
ευφανές. Codex Coinbef. cum Reg. octavo συμ- (57) Colb. Secundus έχοντες εαυτοίς. Μox editi
φυές. cun: Reg. tertio εις τους σύμπαντας και ατελευτή
(52) Sic Regii primus , tertius, quintus, sextus, τους αιώνας. Voces σύμπαντας και ατελεύτητους
ociavus, Colb . secundus et Conibef. cum utroque desunt in quinque codicibus.
Coisi. Editio Paris. ο Θεός. 'Αναγέγραπται δε τούτο (58) Reg. octavυς περί συναγωγών υδάτων. Coisl.
τον πρόσ. Editio vero Basil . αναγέγραπται δε τον primus simpliciter ομιλία τετάρτη.
τρόσ . Utraque male. (59) Sic octo mss. Editi τινές. Verisimile mihi i1 ,
(33) Sic codices sex. Editi et Coisl. primus ouve lypographos sua ipsoruin auctoritate contra fidem
έχειν. Γmss. edidisse τινές μro τινών, ne nmendum subesse
(54) Ιta quatuor mss. Editi διατιθεμένοις. vileretur, et ut vox τινές cum voce ακούοντες colh
(53 ) Sic Regii primus, tertius, seslus el Colb . strui posset. Sed hæc eorum emendatio necessari:
secundus, bene, Coisl. uterque el edili , ci Reg . quin non eral, cum vox axouoVtes queal referri ad gene
tus αναλαμβάνειν . rale quoddamli noi . 1 , pula toital.
7) S. BASILII MAGINI
vel diuissianeaudieur, equaquain exsatianlur. Quin A οντες ουκ εμπίμπλανται. Και τους τοιούτους δήμους
etiam tales populos multi pr.elicant Deales, φuod, πολλοί μακαρίζουσιν, ότι, τας κατ' άγοράν εμπορίας,
relicilis Tori mercaluris, aut artium advitam Iula - ή τας εκ των τεχνών προς το ζην επινοίας καταλι
dam spectantium inventiouillus neglectis, in omni πόντες (60), διά ραθυμίας πάσης και ηδονής τον
olio atque voluptate tempus vita sibi prostitulum τεταγμένον εαυτοίς της ζωής χρόνον διαπερώσιν, ουκ
transigunt; nescientes orchestram quae spectaculis ειδότες ότι ορχήστρα ευθηνουμένη θεάμασιν ακολά
impuris abundat, his qui illic consident connuuein στους κοινόν και δημόσιον διδασκαλείον ασελγείας
ac publicam esse lascivie officinan. Quin et ille τοίς συγκαθημένους εστί, και τα παναρμόνια των
ibiarum modulationes perquain concinna, ac me- αυλών μέλη και άσματα πορνικά, εγκαθεζόμενα ταις
retricie cantioues, auclientium animis insidentes , των ακουσάντων ( 61 ) ψυχαίς, ουδέν έτερον ή πάντας
cunctis, utpole cilliarolorum aut tibicinuir ulsium ασχημονείν αναπείθει, τα των κιθαριστών ή τα των
aimulantibus, nihil aliud quam obscenitalein suadent. αυλητών κρούματα (62 ) μιμουμένους . "Ήδη δέ τινες
Jan vero nonnulli qui equis supra modum delectan- των ιππoμανoύντων και όναρ υπέρ των ίππων μάχον
tur, vel in somnis pro cquis contendunt, transjun ται , άρματα μεταζευγνύντες και ηνιόχους μετατιθέν
gentcs currus, aurigas transimulantes, et in summa τες, και όλως της μεθημερινής αφροσύνης ουδε εν
ne in somniorum quidem visis a diurina insipientia ταϊς καθ' ύπνον φαντασίαις αφίστανται. Ημείς δε
vacant. Nos awlein , quos Douninus, magnus rerun άρα, ούς ο Κύριος, ο μέγας θαυματοποιός και τεχν!-
mirabiliumefector ac opifex , ad sua commendancta της, επί την επίδειξιν συνεκάλεσε των οικείωνέργων,
opera convocavit, num in couleimplandis et auscul- αποκαμούμεθα προς την θέαν (63), η αποκνήσομεν
1andis Spiritus eloquiis aut fatiscernus,aut pigri eri- προς την ακρόασιν τών λογίων του Πνεύματος;
mus? Nonne potius , magnam illam variamque di- 'Αλλ' ουχί το μέγα τούτο και ποικίλων της θείας
vii opificii officina0 circunstantes , el unusquis - δημιουργίας εργαστήριον περιστάντες, και προς τους
que ad transacta tempora mente relregressi , άνω χρόνους επανελθόντες τη διανοία έκαστος , εφό
moudi totius ordinationem contemplabimur ? cm. μεθα την διακόσμησιν του παντός; ουρανόν μεν
Iam quillem juxta propluelicuin sermonem in mo- ιστάμενον (64), κατά τον προφητικόν λόγον , ώσει
dum fornicis couflatum60 : terram vero magni- καμάραν · την δε, την άπειρον μεγέθει και βάρει ,
tudine ac gravitate infinilam,ipsam seipsa inniram: αυτήν εφ' εαυτής εδραζομένην · αέρα κεχυμένον μα
diffusurm aerenm, nollem et suaple natura humidum, λακών και υγρόν τη φύσει, οικείαν μεν και διηνεκή
proprium et perpetuum respirantibus alimenturm τροφήν τοις αναπνέουσι παρεχόμενον, υπείκοντα δε
suppeditanlein , cedentem autem, et pre mollitia ac και περισχιζόμενον τοις κινουμένοις δι' απαλότητα,
corporibus molis sese interscindi sinentem, nihil nι ως μηδέν εμπόδιον είναι παρ' αυτού τοίς ορμώσιν,
impedimenti sit per ipsum meantibus ; cum ad ter - αεί προς το κατόπιν των τεμνόντων αυτών αντιπερι
gum eorum qui ipsuin indunt, recipial se facile 20 ισταμένου (63) ραδίως και περιρρέοντος. "Υδατος
difnual. Aqua denique naturam, tum ejus φuα δε φύσιν του τε τροφίμου και του κατά τας άλλας
alimentum subιninistrat, tum ejus quae ad alios no- χρείας ημίν ευτρεπισθέντος , και την εύτακτον τούτου
stros usus destinator, simulque ordinatam ejusdem προς τους άφωρισμένους τόπους συναγωγήν, εκ των
ad definita loca congregationeio, ex his que nnolo αρτίως ήμίν ανεγνωσμένων κατόψει .
nobis lecta sunt, conspicies.
2.34 Ει digit Deus : Congregetur αφμα quesub celo 2. Και είπεν ο Θεός: Συναχθήτω το ύδωρ το
est in congregationem umam, el appareat arida. Ει υποκάτω του ουρανού εις συναγωγήν μίαν , και
factum est sic : et congregata est aqua que sub celo οφθήτω (66) ή ξηρά. Και εγένετο ούτως , και
eral in congregationes suas : el apparuit arida. Ει συνήχθη το ύδωρ το υποκάτω του ουρανού εις
νοσανίt Deus aridam, terram, et collectiones αφuarum τάς συναγωγάς αυτών , και ώφθη ή ξηρά. Και
vocail maria 1. Quanta mili in superioribus ser- εκάλεσεν ο Θεός την ξηράν, γην, και τα συστή
nonibus exlibuisti negotia ,dum causam requireres, D ματα των υδάτων εκάλεσε θαλάσσας. Πόσα μου
quomodo terra fuerit invisibilis: quandoquidem cui - πράγματα παρείχες εν τοις κατόπιν λόγοις, απαιτών
libel corpori naturaliter inest color, et ouris color την αιτίαν πως αόρατος η γη (67), παντί σώματι
0 Isa, XL , 29 . 61 Gen.1, 9, 10.
(60) Νonnulli mss. καταλείποντες. primus αντιδιισταμένου.
(66 ) Regii primus el quinius els tas guva ywyàs
( 61 ) Colb . secundus ακουόντων.
( 62 ) Sic mss. quinque. Editi cum duobus mss. αυτών , και ορθήτω. Editi cum nullis niss. el cum
κρούσματα. Lege Ambrosium lib. μι In Heraem., Sacro textu είς συναγωγήν μίαν. Μox Sacer textus
cap. 1 , num . 5 , in quo legendum snspicor : morli el edili et ins “, multi lioc secundo loco habent eis
feri cantus cromalum scenicorum , aut potius cruma. τάς συναγωγάς αυτών, και ώφθη ή, etc. Reg. SexTas
ium scenicorum , ob auctoritatem Basilii, qui hic in utroque loco habet siç guvaywyn flav. Infra
hac ipsa voce ulilar. Anglici mss. θάλασσαν, contria files reliquoria
(65) Colb. Secundus θέαν και έρευνας, contem- Diss. in quibus legitur θαλάσσας,
plandis el scrulandis, etc. (67) Reg. quiminis Fiv yn . Ibidem Colb . secun
(64) Regii sextus et octavus cum Colb . secundo dus παντί μέν. Αlii cluo mss. simpliciter παντί σώ
ιστάμενον. Editi curn aliquibus mss . ιστώμενον. ματι φυσικώς χρώματος αισθητού τη δράσει καθ
(65 ) Sic ass. quingic. Edliti TEP :LOTAVÉVOU , Res. ETIT.x6 .09. Edili cuin aliis mss. fusius el rectius.
 JIOMILIA IV IN HEXAEMERON . 82
φυσικώς χρώματος συμπαρόντος, παντός δε χρώμα- A visus sensu apprclientlitur ? Ει forte qua prolata
τoς αισθητού τη δράσει καθεστηκότος ; Και τάχα σοι sunt salis esse lili non videbantur, cum dicereus
ουκ έδόκει αυτάρκως έχειν τα ειρημένα , ότι προς videlicet vocerin,invisibile, non respectu nature, sed
ημάς το αόρατον, ου προς την φύσιν είρητο (69) respectu nostri, ου aque 1erra onnen launc ope
διά τήν του ύδατος επιπρόσθησιν, και τότε την γην rienatis interpositain , adlibitum fuisse ac usurpal .
πάσαν περιεκάλυπτεν . Ιδού νύν άκουε αυτης εαυτήν Ecce nunc audi ipsium Scripίurano , seipsam expla
της Γραφής φανερούσης . Συναχθήτω τα ύδατα, και nanlem. Congregentur αφuα, οι αppareat arida. Con
ορθήτω η ξηρά. Συνέλκεται τα παραπετάσματα, ένα trahuntur rela , μι aspectui sese oljicial ea, quise
εμφανής γένηται η τέως μή όρωμένη. "Ισως δ' όν antea non conspicielbatur. Fortassis autem quisplain
τις κακείνο προς τούτοις επιζητήσειε. Πρώτον μεν, illud etian preter Insec inquisierit. Priηuυ φαίdem,
διά τι και κατά φύσιν υπάρχει τώ ύδατι φέρεσθαι προς Cur quod ex natura competit aquae , ut scilicet ad
το καταντες, τούτο επί το πρόσταγμα του Δημιουρ- declive feratur, ilipsum referat Scriptura al Opi
γου ο λόγος ανάγει ; "Εως μεν γαρ άν επί του ισο- dicis iniperium. Quandia enim in equo planode
πέδου κείμενoν τύχη (69) το ύδωρ, στάσιμόν έστιν, solo sita est aqua , stabilis est, quippe quia non line
ουκ έχων όπου μεταρρυή : επειδάν δέ τινος πρανους bel φυο «limuat : sed posteaquam declivem aliquem
λάθηται , ευθύς ορμήσαντος του προάγοντος , το 8 Ιocum nacla est, slatino ut precclens est concilata,
συνεχές αυτώ την βάσιν του κινηθέντος επιλαμβά - ea que ipsi colleret, sederm ejus que mola est, 0C
νει , και την εκείνου το έφεπόμενον · και ούτως cupal : illius itidem locum ea que consequitur : et
υπεκφεύγει μεν αεί το προάγον , έτωθεί δε το επερ- sic senmper auf .gi quidem que preceilii , adurgις
χόμενον και τοσούτω οξυτέρα η φορά γίνεται, όσω- vero que insequitur ; etimpetus tanto il velocior,
περ αν και το βάρος η πλείον του καταφερομένου , φuanto amplior fuerit gravitas ejus que defertur ,
και το χωρίον κοιλότερον, προς και η επίδρυσις . Ει ούν locusque ad quem fit fluxio , fuerit depressior . Iraqιιο
ούτω πέφυκε το ύδωρ, παρέλκοι αν το πρόσταγμα si Isrc est aque natura, preceptum quod ipsam ju
το κελεύον συναχθήναι εις συναγωγήν μίαν. "Έμελλε Dei in unara cogi collectionem, inane est utique ac
γάρ πάντως διά το κατάρρoπoν της φύσεως, επί την Supervacaneum. Nam profecto futurum erat ut,
πάντων κοιλοτέραν χώραν αυτομάτως συνδίδοσθαι, propter naturalem suam ad img proclivilalem, all
και μη πρότερον στήσεσθαι πρίν ομαλισθήναι τα locum maxime omnium decliveio sponte sua cou
νώτα. Ουδέν γάρ ούτω χωρίον ισόπεδον, ώς ή του celeret , et not prius st:albilis permaneret, quain
ύδατος επιφάνεια. "Έπειτα πώς, φησίν, εις συναγω- cjus exquarelur superficies. Nulla enim exstal re
γην μίαν εκελεύσθη τα ύδατα συνδραμείν, όπουγε , gio perseque plana , ac ipso esi atque superficies .
φαίνονται πολλαι ούσαι θάλασσαι , και πλείστον αλλή- Deinde, inquiet quis, quomodo jusse sunt aqua in
λων τη θέσει διωρισμέναι ; Προς μεν ούν το πρότε- una concurrere collectionem, cum multa conspi
ρον των επιζητηθέντων εκείνο φαμεν ότι μάλιστα ciantur maria, plurimoque inter se intervallo 20
μεν συ μετά το πρόσταγμα το δεσποτικόν επέγνως situ disparati ? Ad id igitur quod prino guesitum
του ύδατος τάς κινήσεις, ότι τα περιρρεπές (70) εστι est , dicimus , quod ια οριime quidem post Dominicum
και αστήρικτον, και προς τα πρανή και κοίλα φέρε - imperium motum aque cognoveris, aquam videlf
ται κατά φύσιν· προ τούτου δε , πως είχε δυνάμεως cel quoquo versum fuere, instabilemque esse, et
πρίν αυτώ τον εκ του προστάγματος τούτου εγγε- Suaple natura ad levera el concava loca dilabi. Sed
νέσθαι δρόμον , ούτε είδες αυτός, ούτε ιδόντος ήχου. quid prius obtinuerit virium, ante nimirum quarm
σας. Νόησον γάρ, ότι Θεού φωνή φύσεώς έστι ποιη - cursus lic ei isto princepto ingigueretur , nec nosti
τική, και το γενόμενον τότε τη κτίσει πρόσταγμα ipse, nec quenquam qui noverit, audisti. Cogita
την προς το εφεξής ακολουθίαν τοις κτιζομένους enim Dei vocem nature esse effectricem, ac per
παρέσχετο. Ημέρα και νύξ άπαξ εδημιουργήθη , precepίum illud, quod creatura datum tunc est,
και εξ εκείνου και νυν αλλήλας διαδεχόμεναι , και moduino ordinen creatis relius in futuruno inponi.
κατ' ισομοιρίαν διαιρούμεναι τον χρόνον ουκ απολή - D Creata sunt enim seinel diesel μοx ; et ex illo mo
γουσιν . menilo etiain nunc sibi invicem succedere , ac in
parles æquales lempus dividere non desinunt.
3. Συναχθήτω τα ύδατα. Εκελεύσθη τρέχειν των 3. Congregentur αφμα . Jussa est currere aquarum
υδάτων ή φύσις (71), και ουδέποτε κάμνει το προσ- natura, nec unquain praecepto illo eam semper ur
τάγματι εκείνη κατασπευδομένη διηνεκώς . Τούτο gente fatigatur . Ηoc autem dico, ad luillam aqua
δε λέγω, προς την δυτήν αφορών των υδάτων μοί rum sorlem respiciens. Aliæ quidem sua sponte
ραν. Τα μεν γάρ αυτόματα δεί, οίον τα κρηναία και θαunt, cujusmodi sunt fontance et luviatiles : alie
τα ποτάμια · τα δε συλλογιμαίά εστι και απόρευτα. vero sunt collectitiæ et stabiles. Atqui nunc mihaei
'Αλλ' εμοι νύν περί των ορμητικών υδάτων ο λόγος. serimo est le aquis impetu quodam coιμmolis . Con

(68) Reg. sextus είρηται . πές. Reg. tertius ότι διαρρεπές. Ιbilein deest εστι in
(69) Sic quinque mss. Eilisi túyo!. Mox quatuor editis : sci reperilor in muss. Omnibus.
mss. cum Bodl. μεταρρυή, bene. Elini μεταρρή. (71) Editi υδάτων φύσις. Αι μss, multi υδάτων και
(70) Reg. primus cum Courbef. ότιπερ περιρρε - φύσις.
 S. BASILII MAGNI 64
gregentur aque 1η congregationemumam. Num un- A Συναχθήτωτα ύδατα είς συναγωγήν μίαν .Εί ποτέ
quain tibi propter 35 Γουlem aquam copiosam ege- σοι επί κρήνης εστώτι άφθονον ύδωρ αναδιδούσης
rentenι slanti insedit cogitatio, quis ex terrae sinu im- έννοια έγένετο, τίς ο ωθών εκ των λαγόνων της γης
pellat illam aquam? quis ipsa τη ulterius adurgeal ? τούτο (72 ) το ύδωρ; τίς ο επείγων επί τα πρόσω ;
qualia sint promptuaria undle procedit? quis sit Io- ποία ταμεία όθεν προέρχεται; τίς ο τόπος εφ' όν
cus ad quem festinat? quomodo tandem neque lire επείγεται και πώς και ταύτα ουκ εκλείπει (73), κακείνα
deficiant, neque illa expleantur ? Isthsec ex prima illa ουκ αποπίμπλαται; Ταύτα της πρώτης εκείνης φωνής
voce dependent. Inde incitata aqua est adcurrendum. ήρτηται. Εκείθεν του τρέχειν τω ύδατι το ενδόσιμον.
Ad omnerm aquaruri historiain, prime illius vo- Κατά πάσαν ιστορίαν υδάτων, μέμνησο της πρώτης
cis, Congregentur αque, meimor esto. Oportebat eas, φωνής: Συναχθήτω τα ύδατα. "Έδει δραμείν αυτά,
ut proprium locum occuparent, decarrere ; deinde ένα την οικείαν καταλάβη (74) χώραν· είτα γενόμενα
ipsas in statutis locis coactas, in seipsis maluere, εν τοις άφωρισμένους τόπους, μένειν εφ' εαυτών, και
nec ulterius progredi. Quapropter secundum lianc μή χωρείν περαιτέρω. Διά τούτο, κατά τον του (73)
Ecclesiaste sententiam, Omnes torrentes vadunt in Εκκλησιαστού λόγον, Πάντες οι χείμαρροι επί την
mare, et mare non est impletum 65 . Nam et launt θάλασσαν πορεύονται, και η θάλασσα ουκ έστιν
aque vi divini precepti, et maris intra suos lerini- " εμπιμπίλαμένη. Επειδή και το δείν τοίς ύδασι διά
nos circumscriptio a prima legis sanctione pendet : το θείον πρόσταγμα, και το είσω των όρων περιγε
Congregentur aquα in congregationem umam. Uι ne γράφθαι (76) την θάλασσαν, . από της πρώτης εστί
difluens aqua, in regiones ipsam excipientes edusa, νομοθεσίας : Συναχθήτω τα ύδατα εις συναγωγής
transgrediens semper , atque alias post alias explens, μίαν. "Ένα μήτο επιρρέον ύδωρ, τών δεχομένων αυτο
omnenterram continenleum inundaret, jussa est in χωρίων υπερχεόμενον , μετεκβαίνον αεί και άλλα εξ
unam congregationem colligi. Ου id sapenumero άλλων πληρούν, πάσαν κατά το συνεχές επικλύση
ventis-furens mare , et pre ductibus in maxiinam al- την ήπειρον, εκελεύσθη συναχθήναι εις συναγωγήν
titudinem exsurgens, ubi littora solum alligit, in- μίαν. Διά τούτο μαινομένη πολλάκις εξ ανέμων ή
petu in spuinam dissoluto, revertitur . An me now θάλασσα, και εις ύψος μέγιστον διανισταμένη τους
timebilis, dicit Dominus, φuί posui arenam terminum κύμασιν, επειδάν μόνον τών αιγιαλών άψηται, εις
mari 68 ? Mare cujus violentia ferri non potest , re αφρόν διαλύσασα την ορμήν επανήλθεν. " Η έμε
Omnium invalidissima , arena scilicet refrenatur ac ου (77) φοβηθήσεσθε, λέγει Κύριος, τον τιθέντα
coercetur. Alioqui φuid prohiberet mare Rubrum άμμον δριον τη θαλάσση ; To ασθενεστάτω πάντων
Omnem Egyptain se ipso demissioreminvadere, ei - τη ψάμμο ή ταϊς βίαις αφόρητος χαλινούται. Έπει
que pelago, quod Egypto adjacen conjungi, nisi essel τι έκώλυε την Ερυθράς θάλασσαν πάσαν την Αίγυ
Conditoris praecepto alligatum? Νam qui maria Ey- πτον κοιλοτέραν ούσαν έαυτής επελθείν, και συναφθη
ptiacum eu Indicum, in quo est mare Rubrum, inter ναι το παρακειμένω τη Αιγύπτω πελάγει, ει μη το
se conjungere voluerunt, ii Egypίum mari Rubro προστάγματι ήν πεπεδημένη του κτίσαντος ; "Οτι
demissiorem esse nobis reipsa persuaserunt. Quam- γάρ ταπεινοτέρα της Ερυθράς θαλάσσης η Αίγυ
obrem destilere ab incepto Egyptiusille Sesostris, πτος, έργωέπεισαν ημάς οι θελήσαντες αλλήλους τα
qui id aggressus est primus,tumque Darius Medus, πελάγη συνάψαι, τό τε Αιγύπτιον και το Ινδικών, εν
qui hoc ipsuin perficere in animuin induxerat. Hec η Ερυθρά εστι (78) θάλασσα. Διόπερ επέσχον
a me dicta sunt, ut vim atque efficaciar» intelliga- τηνεπιχείρησιν ή τε τρώτος (79) αρξάμενος Σέσω
mus illius, Congregentur αφμα in congregationem στρις ο Αιγύπτιος, και ο μετά ταύτα (80) βουληθείς
unam. Hoc est, Alia post hanc congregatio minime επεξεργάσασθαι Δαρείος ο Μήδος. Ταυτά μοι είρη
fiat , sed id quod collectum est,in prima collectione ται, ίνα νοήσωμεν του προστάγματος την δύναμιν
permaneat. Συναχθήτω τα ύδατα εις συναγωγήν μίαν. Τουτ .
έστιν,"Αλλη από ταύτης μη απογενηθήτω, αλλ' εν
D τη πρώτη συλλογή απομεινάτω το συναγόμενον .
4 . Deindle qui aquas dixit congregari in unam 4. "Έπειτα δείπών συναχθήναι τα ύδατα εις συν
» Eccle. 1, 7. • Jer. ν, 92.
( 72 )Ila mss . permulij. Deest toūto in editis. sex aliis mss. non secus ac in editione Basil. Elle
(73 ) Ita plurimimss. Editi cum Reg . tertio 7th stalbius tamen interpretalur, Jussu Dei violentium
λείπει. maris frenat. Aristoteleni seculus Basilius aflir
(74) Reg. sextus xatarábol. Aliquanto post Reg. mavil Ægyptum mari Rubro depressiorem esse
primus μη συγχωρείν. atque humiliorem : sed Strabo natione Ægyplins
(75 ) Sic mss. nostri. Deest tou in editione Paris. falsum id esse Tradit lih . XVII . Legas veliin Du
Anglici quidam in Ducei notis Εκκλησιαστικού , cæum ea de re erudite disserentem .
contra auctoritatem librorum tum excusorun , tuin (78) Ιta editio Basil. cun sex mss. Deest εστι in
calamo exaratoriin . editione Paris.
(76) Sic quinque mss. Editi περιγράφεσθαι .
(77) Reg. quinciis el èjè ou. LXX un thé ou. Sta Deesi öte 'in edilis.
Πτη Reg. ηuintus όρια τη. Μox editio Paris. χαλινού - (80) Και ο μετά ταύτα. Reg. sexlus είτα ο. Ιnfra
ται θάλασσα : que vΟΣ θάλασσα reperitur quidem in idem Ωις. είχον πάσαν των υδάτων συλλογήν.
Anglicis libris : sed deest in utroque Duc, el in
85 HOMILIA IV IN HEXAEMERON . 86
αγωγήν μίαν. έδειξέ σοι ότι πολλά ήν κατά πολλούς A congregationein, plurimas fuisse aquas per mulia
τόπους διηρημένα τα ύδατα. Αϊ τε γάρ των ορών Ioca divisas tibi indicavit. Νam montium concava ,
κοιλότητες, φάραγξε βαθείαις υπερβηγμέναι, είχον profundis convallibus perrupta, collectitias aquas
των υδάτων την συλλογήν. Και προσέτι πεδία πολλά continebant. Quin el campi multi , iique supini ,
τε και ύπτια ουδέν ( 81). των μεγίστων πελαγών nihil maximis pelagis magnitudineimpares, et val
κατά το μέγεθος αποδέοντα, και αυλώνες μυρίου, les innumera , convallesque aliis et aliis modis ex
και αι κοιλάδες κατ' άλλα και άλλα σχήματα κοιλαι- cavate, quae omnia tunc aquis replebantur, praecepιο
νόμεναι, πάντα υδάτων τότε πεπληρωμένα , απεκε - divino evacuata sunt, aqua undelibel in unam con
νώθη το θείω προστάγματι, προς μίαν συναγωγήν gregationent conveniente. Ει nemo dical omnino
του πανταχόθεν ύδατος συνελασθέντος. Και μηδείς necesse esse , si aqua terrae superstaret, cava omnia
λεγέτω, ότι, Είπερ ήν ύδωρ επάνω της γης, πάντως que lunc pelagus suscepere, fuisse referla . Quo igi
πάσαι αι κοιλότητες, αι νύν την θάλασσαν υποδεξά- tur, concavis jam occupatis, collecture se erant
μεναι, πεπληρωμέναι υπήρχον. Πού τοίνυν έμελλον aqua ? Αd hoc sane respondebimus, preparala Lanc
γίνεσθαι των υδάτων αι συλλογοι (82), προκατειλημ- fuisse receptacula, cum 36 aquam oporterer in
μένων των κοίλων; Προς δή τούτο ερούμεν, ότι τότε , unam secerni coacervationem. Neque enim eral il
και τα αγγεία συγκατεσκευάσθη , ότι έδει μίαν σύστα- ° Ιud quod est extra Gades mare, neque nmagnam il
σιν αποκριθήναι το ύδωρ.Ου γαρ ήν ή έξω Γαδείρων Jud et liorrendum navigantibus pelagus , quod Bri
θάλασσα ουδε το μέγα εκείνο και ατόλμητον πλω- tannicaminsulam et occidentales Hispanos ambit :
τηρσι πέλαγος, το την Βρεττανικήν νήσον και τους sed posteaquam Dei mandato instructus est locus
εσπερίoυς "Ιβηρας περιπτυσσόμενον· αλλά τότε της amplissimus,tunc in ipsum se recepere aquarum
ευρυχωρίας το προστάγματι του Θεού δημιουργη. copie. Ad hoc autem, quol nostra de mundi opift
θείσης, επ' αυτήν συνεδόθη των υδάτων τα πλήθη. cio sententia experientiae adversetur (constat enim
Προς δε το , ότι υπεναντίως έχει τη πείρα και της παρ' non in unam congregationem aquam omnem con
ημίν κοσμοποιίας λόγος (ού γάρ εις μίαν συναγω- currisse), multa dicere licet, eaque omnibus per se
γήν υδάτων το ύδωρ άπαν φαίνεται συνδραμόν), nola . Sed fortasse etiam cum talibus certare ri
πολλά μέν έστιν ειπείν, και πάσιν αυτόθεν γνώριμα: diculum est. Nunquid debent palustres aquas, et
μήποτε δε και το διαμάχεσθαι τοις τοιούτοις γελοίον. eas quæ ex imbribus aggregantur , nobis opponere,
00 δήπου γάρ και τα τελματιαία , και τα εξ όμβρων atque arbitrari, se nostram sententiam opo illarum
συναθροιζόμενα προφέρειν ημίν οφείλουσι, και διά refellere ? Enimvero nmaximum amplissimumque
τούτων τον λόγον ημών ελέγχειν οίεσθαι ; 'Αλλά την aquarum concursum congregationen unam nuncu.
μεγίστης και τελεωτάτην (83) συνδρομήν των υδά - pavit. Νain pulei, collectiones aquarum sunt manu
των ώνόμασε συναγωγήν μίαν. Και γάρ τα φρέατα Facta , cum in cavatain terre partem humor ei in
συναγωγαί υδάτων εισί χειροποίητου, επί το κοιλαν - spersus intuit. Noυ ergo quaslilvet aquarum co
θέν της γής της ενεσπαρμένης νοτίδος επιρρεούσης. acervationes congregationis appellatio indicat, sed
Ο τοίνυν τα τυχόντα των υδάτων αθροίσματα και της precipuam el maximam, in qua lotum elementum
συναγωγής (84) εμφαίνει προσηγορία, αλλά την έξ- concervatum ostenditur . Quemadmodum enim ignis
έχoυσαν και μεγίστην, εν ή πάν το στοιχείον αθρόον et in minutas partes pro nostro usu dissectus est,
διαδείκνυται. " Ωσπερ γάρ το πυρ και εις μικρά κα- et acervation in ethere diffusus ; item quemadmoduin
τακεκερματισμένον έστιν επί της ώδε χρείας , και aer divisus quidem est in exiguas partes , el tamen
αθρόον επί του αιθέρος κέχυται και ο αήρ διήρηται adjacentia telluri Ioca acervatim occupavil : ita et ir:
μεν και κατά μικρά , και αθρόως δε τον περίγειον aqua tametsi parva quaedam collectiones fuerunt
εκπεριείληφε τόπον ούτω και επί του ύδατος, ει και separate, tannen una est congregatio, guae toterm a
μικραί τινές εισι διηρημέναι συστάσεις, αλλά μία γε celeris segregat elementum. Nam stagna tum ea
έστι συναγωγή (85) ή το όλον στοιχείων των λοιπών que ad partes septentrionales sita sunt, turn ea que
αποκρίνουσα (86). Αί μέν γάρ λίμναι, αί τε κατά τα p jacent circa Gracorum tracturn , Ian que Macedo
μέρη της άρκτου, και όσαι περί τον Ελληνικόν εισι niam ac Bithynorum Palestinorumque regionem ob
τόπον, τήν τε Μακεδονίαν, και την Βιθυνών χώραν, tinent , sunt quidem congregationes : sed nunc de
και την Παλαιστίνων κατέχουσαι, συναγωγαί εισι δη- ea que omnium maxima est, quoque magnitudine
λονότι αλλά νύν περί της μεγίστης απασών και το 1elluri αqualis est, habetur sermo. Copiam autein
μεγέθει της γης παρισoυμένης ο λόγος. "Ας πλή- in illis contineri aquarum negabit nemo, nec Lanier
θος (87) μέν έχειν ύδατος ουδείς αντερεϊ:ου μην θαλάσ- quisquam eas congrus appellatione maria νοcaverit,
(81) lia sex mss. Editi otoé . (85) Regii quintus et sexlus έστιν αγωγή. .
182) Regii quintus, sextus et octavis ÚõátWY OUV (86 ) lia mss. quinque cum Coinber. Edili cum
αγωγαί. Editi cum aliis quibusdam Inss . αι συλλο- Colb. secundo αποκρίνασα. Μox Reg. sextus αϊ τε
γαί. κατά μέρος της.
(83) Omnes fere mss. cum editione Basil. xal (87 ) Editio Basil. et Boul., el alii plurimimss. & ;
τελεωτάτην. Editio Paris. cuin Reg. tertio τελειο πλήθος. Editio Paris. εκείνας δε πλήθος . Aliquando
τάτην. posi mss. plerique omnes Oanaosaç ye. Abest
(84) Reg. primus Ótiis uzãs suvay. Slalim idem ye ab edilis
colex εξέχουσαν και αρίστην εν η .
27 S . BASILII MAGNI
etiamsi nonnulla plurimum salsi ac terrei perinde A σας γε άν τις αυτές κατά τον είκότα λόγον κοσ
atque magnum umare habeant : uti est in Judica ειποι· ουδ' αν ότι μάλιστα το αλμυρών και γευδές τι
Asphaltilis lacus, et Serbonitis ille, qui Agypίum νες παραπλήσιον έχωσι τη μεγάλη θαλάσση, ώς ή τε
inter el Palestinam per Arabiam desertain proten. 'Ασφαλτίτις λίμνη επί της Ιουδαίας , και η Σερβων
dilur. Hec enim stagna sunt : at mare, ut qui ler - τις ή μεταξύ Αιγύπτου και Παλαιστίνης την 'Αραβι
ramIustravere narrant, unum est. Quanquamsunt κήν έρημον παρατείνουσα. Λίμναι γάρ εισιν αύται,
qui Hyrcanum et Caspίum mare in seipsis circuir - θάλασσα δε μία, ως οί την γην περιοδεύσαντες ιστη
scripta esse arbitrentur ; si qua tamen files iis qui ρούσιν. Ει και την Υρκανίαν οίονται τινες, και την
geograpliiaan conscripserunt , adhibenda est , inter Κασπίαν περιγεγράφθαι καθ' εαυτάς · αλλ' ει γέ
se τηutuo perforata sunt, et omnia in maximuΑΙ τι (88) χρή ταις τωνιστορησάντων προσέχειν γεωγρα .
Inare per angusta quellan ostia concidunt, quein- φίαις, συντέτρηνται προς αλλήλας , και προς την
almodum el mare Rubruin cum eo quod ultra Ga» μεγίστην θάλασσαν άπασαι συναναστόμωνται (89):
les est, connecti ferunt. Quomodo igitur , inquiunt , ως και την Ερυθράς θάλασσάν φασι προς την επ
Deus collectiones aquarum nuncupavil maria ? Quia έκεινα Γαδείρων συνάπτεσθαι. Πώς oύν, φησίν, ο Θεός
concurreruit quidem atque in unam congregalio- τα συστήματα των υδάτων εκάλεσε θαλάσσας ; " Οτι
nem : sed aquarum concervationes, id est sinus, B συνέδραμε μέν (90) εις συναγωγήν μίαν τα υδαια:
qui secundum proprian figuram a terra circunja- τα δε συστήματα των υδάτων, τουτέστι τους καλ
cente compreliensi sunt, maria Dominus appellavit. πους τους κατ' ίδιον σχήμα υπό της περικειμένης
Sunt quippe mare septentrionale, ntare austrinum, γής άποληφθέντας , θαλάσσας ο Κύριος προσηγό
orientale mare , et occidentale 37 rursum aliud est. ρευσε . Θάλασσα βόρειος , θάλασσα νότιος, ένα θάλασ
Sunt itidem nomina marium propria : Pontus Eu- σα, και εσπερία τάλιν ετέρα. Και ονόματα των πε
xinus, Propontis , Hellespontus, figeum et Ionium, λαγών ιδιάζοντα: Πόντος Εύξεινος, και Προποντίς(91),
Sardonicum pelagus ei Siculum, et Tyrrhenim aliud Ελλήσποντος , Αιγαίος και Ιώνιος , Σαρδονικών πε
est. Quin el infinita sunt marium nomina, qua loil λαγος και Σικελικών , και Τυρρηνικόν έτερον. Και
gun nunc fuerit ac plane ineptum accurate recein- μυρία γε ονόματα πελαγών, ά μακρόν αν είη νυν(92 )
Sere ac numerare. dcirco Deus coacervationes aqua- και απειρoκαλίας μεστον δι' ακριβείας απαριθμήσα
rum maria nuncupavit. Verum ad hoc quidem nos σθαι. Διά τούτο ώνόμασεν ο Θεός τα συστήματα των
deduxit Orilionis series : Bed ad id quod initio pro- υδάτων θαλάσσας. 'Αλλ'εις τούτο μεν ημάς εξήνεγκεν
posuinius, redeamus. ή ακολουθία του λόγου , ημείς δε προς το εξ αρχής
επανέλθωμεν.
5. Ει dirit Deus, Congregentur aque in congrega. C 5. Και είπεν ο Θεός : Συναχθήτω τα ύδατα εις
tionem una » , et appareαι αrida. Νοιι dixit : Ει ap- συναγωγήν μίαν, και ορθήτω η ξηρά. Ουκ είπε:
parent terra ; le iterum ipsam ostendal incomposi- Και οφθήτω η γή, ίνα μή πάλιν αυτήν ακατάσχευον
tain, cenosain , aquse immislam, necdum propria επιδείξη , πηλώδη ούσαν, και αναμεμιγμένην τω
forma aut virtute indutain. Simul etiam, ne aridita- ύδατι, ούπω την οικείαν απολαβούσαν μορφήν ουδε
lis causan soli altribueremus, terre aridilalem ge- δύναμιν. Όμου δε, ίνα μή τώ ηλίω την του αναξη
neratione solis effecit Opifer vetustiorem. Allende ραίνειν την γην αιτίαν προσθώμεν , πρεσβυτέραν της
alein eoruno que scripta sunt, sententiam, quod του (93) ηλίου γενέσεως την ξηρότητα της γης και
ιοιι solum redundans apua e terra lefluxerit , sed Δημιουργός παρεσκεύασεν. Επίστησον δε τη έννοια
eli:τη quod quidquid per profundiora Ioca ipsi add- των γεγραμμένων, ότι ου μόνον το πλεονάζον ύδωρ
nislum erat, id quoque inevitabili Donini imperio απερρύη της γης, αλλά και όσον ανεμέμικτο αυτή
obtemperans recesserit. Ει factum est ilα. Ηuc in- διά βάθους , και τούτο υπεξήλθε το απαραιτήτω
ductio sal lemonstralian Opifcis vocem ad efectuται προστάγματα του Δεσπότου πεισθέν. Και εγένετο ού
pervenisse ; adjecitιo esttamen in multis exemplari- τως. 'Αρκούσα αύτη ή επαγωγή προς το δείξαι εις
bus : Ει congregala est aqua que sub clo eral in έργον ελθούσαν του Δημιουργού την φωνήν. Πρόσκευ
congregationes εμας, et apparuit arida. Que sane ver D ται δε έν(94) πολλοίς των αντιγράφων. Και συνήχθη
(88) Sic inss. Editi αλλά γε εί τι. (94 ) Sic Regii primus, tertius, quintus, sexlus et
(89) Sic qualior mss. cum Bodl. Excusi cum octavis cum vitroque Coisl. el Colb . secundo. Ediii
Reg . prino συνεστομωνται. Év TIOL. Paulo post mss. habent Eripa. Derst
(90 ) la multi mss. e nostris præter Bodl. Editi in editione Paris . Verina illa, και συνήχθη το ύδωρ
συνέδραμεν εις .
(91) Editio Basil. cum aliquibus mss. Προπόν- και ώφθη ξηρά , Ει congregata est αφμα , φκα sub
τιος . Editio Paris. cum aliis niss. Προποντις. cælo , in congregationes $11015, el apparuil arida ,
(92) Ila codices sex. Deest vūv in editis. Mox etiamnum leginiiur apud LXX . Sed ueque Debrzo.
quinque mss. απαριθμείσθαι. Elili cuin Reg. primo rum exemplar , neque Vulgata , neque Aquila , neque
el cuin Coisl, primo å tap:Outraslai. Mox edilio Symmachus, neque Theodosio ea agnoscuni. Am
Basil. cuni quinque mss. dvorasev . Editio Paris. brosius tamen lib). III in Heraem ., inilio capitis
covouaxev. Subinde codex Cumber. Muã; 5172 . quinti, hoc LXX interprelun adıltamentum com
probat. Nulla enim , inquit, non oliose a Sepiua
(93 ) Reg . quintus Tipsbuté pav aütñs TOū . Infra gina viris llebraicæ ferlioni addilu el adjuncia
Bulli mss. ösov å veueu :270. Stalim Rig . quinillis comperimus.
τούτο επεξήλθεν.
 X
EMERO
89 10.MILIA IV IN IIEXI . ΟΟ
το ύδωρ το υποκάτω του ουρανού εις τας συν- Α D: nulliex reliquis interpretibus traclidere, nec usus
αγωγάς αυτών, και ώφθη ή ξηρά· άπερ ούτε τινές lebritorum habere videtur. Νamrevera post testi
των λοιπών εκδεδώκασιν ερμηνέων (95), ούτε η χρή - nmonium illud, Factum est ita, eatlein iterum narraro
σις των Εβραίων έχουσα φαίνεται. Και γάρ τω όντι est superracianeum. Nolata sunt igitur oliclo exein
παρέλκει μετά την μαρτυρίας του , ότι 'Εγένετο ού- plaria accuratiora : ovelus autem signum est repu
τως, ή των αυτών πάλιν επεκδιήγησις. Τα τοίνυν diationis. Ει υocavit Deus arida , terram ; el colle
ακριβή των αντιγράφων ώβέλισται· ο δε οβελός άθε - cliones αφuarum vocarii maria. Cur et supra dictum
τήσεως σύμβολον. Και εκάλεσεν ο Θεός την ξηράν, est : Congregentur aque in congregationem unam,
γην, και τα συστήματα των υδάτων εκάλεσε θα- el appareat arida ; non autem scriptum est : Ει ap
Συναχθήτω τα ύδατα εις συναγωγήν μίαν , και rocavit Deus aridam, terram? Quia arida quidem,
οφθήτω η ξηρά, αλλ' ουχί γέγραπται, Και οφθήτω est velut proprietas quietlan, que subjecti naturam
η γη ; και ενταύθα πάλιν: " Οφθη ξηρά, και εκάλε - quasi exprimit ac designat : terra vero, nuda que-
σεν ο Θεός την ξηράν, γήν ; "Οτι η μέν ξηρά το ιδίω- lam est rei appellatio. Quemadmodum enim ra
μα εστι, το οιονεί χαρακτηριστικών της φύσεως του ionile liominis proprium est : htec vero vox ,
υποκειμένου η δε γη προσηγορία τις έστι ψιλή του homo, animal ipsum cui illa proprietas inest, si
πράγματος. Ως γάρ το λογικόν ίδιον εστι του ανθρώ- gnificat : sic etiam aridum, proprium est terrie ,
που, ή δε άνθρωπος φωνή σημαντική εστι του ζώου ή eique peculiarc. Cui igitur proprie inest aridilas,
υπάρχει το ίδιον ούτω και το ξηρόνίδιον εστι της γης id vocatum est terra : perinde atque cui proprio
και εξαίρετον. " Ο τοίνυν ιδίως υπάρχει το ξηρόν, τούτο hinnibile adest , id nuncupalain est equus. Νec in
επικέκληται γη ώσπερ ώ ιδίως πρόσεστιτό χρεμετι- terra solum id se ita hallel : sed cuilibel etiam
στικόν, τούτο επικέκληται ίππος. Ου μόνον δε επί της aliorum elementorum suppetit propria el sorte ol
γης έστι τούτο ,αλλά και των άλλων στοιχείωνέκαστον tenta qualitas, qua el seccrnitur a cirleris, et quale
ιδιάζουσαν και αποκεκληρωμένην έχει ποιότητα, δι' υnumquodque sit, internoscitur. Aqua quidem lla -
ής των τε λοιπών αποκρίνεται, και αυτό έκαστον Det propriam qualitatem , frigiditatem : aer vero,
όποϊόν έστιν επιγινώσκεται. Το μενύδωρ ιδίαν ποιό- ιumiditalen: Ignis autein , caliditalem. Ratio autem
τητα την ψυχρότητα έχει · ο δε αήρ την υγρό- ad eum quem diximus modern isthaec 38 tanquam
τητα: το δε πυρ την θερμότητα. Αλλά ταύτα μεν prima rerum compositarum eleinenta speculatur :
ως πρώτα στοιχεία των συνθέτων κατά τον ειρη- que vero jain in corporibus digesta sunt, el sub
μένον τρόπον το λογισμό θεωρείται , τα δε ήδη , sensum cadunt, conjuncias inter se qualitates he
εν σώματι κατατεταγμένα και υποπίπτοντα τη αι- ° bent. Νec quidquam eorum que visai ac sensibus sub
σθήσει συνεζευγμένας έχει τάς ποιότητας . Και ουδέν jacent, est absolute singulare, aut simples, aut ρι
απολελυμένως έστι μοναχών ουδε απλούν και ειλι- rum : sed terra cuidem arida et frigidla est: aqua
κρινές των δρωμένων και αισθητων · αλλ' η μεν vero lbumida et frigida : rursus aer calidus et hu
ο δε αήρ θερμός και υγρός, το δε πυρ θερμόν και conjugalam qualitatem singula singulis possunt per
ξηρών. Ούτω γαρ δια της συζύγου ποιότητας ή misceri : Aiquidem vicino elemento unumquodque
δύναμις προέρχεται (97) του αναμιχθήναι εκάστω commiscetur per communein qualitalem , et per
προς έκαστον τώ τε γαρ γείτονι στοιχείω διά της earn guam cum afini habet societatem contrario
κοινής ποιότητος έκαστον ανακίρναται, και διά της conjungitur. Exempli gratia : terra, quae arida est
προς το σύνεγγυς κοινωνίας τωναντικειμένω (98) el frigida , cum aqua ob frigiditatis εfinitalern co
συνάπτεται. Οίον, ή γη , ξηρά ούσα και ψυχρά , pulatur : jungitur autem per aquam aeri; quando.
ενούται μεν τώ ύδατι κατά την συγγένειαν της ψυ - quidem aqua,inter utruinque niedia constitula , vel
χρότητος , ενούται δε διά του ύδατος το αέρι » επειδή μι duabus injectis manibus per utramque qualita.
μέσον αμφοτέρων τεταγμένον το ύδωρ, οιονεί χειρών D tem elementa proxima attingit, terrani per frigidi
δύο επιβολή εκατέρα ποιότητα των παρακειμένων talem, aerem per humiditatem. Aer iterum pugnan
εφάπτεται, τη μεν ψυχρότητα της γης, τη υγρότητι 1ern aque et ignis naturam suo interpositu conci
δε του αέρος. Πάλιν ο αήρ τη εαυτού μεσιτεία διαλ- liat, cum aque per humiditatein ,igni vero per calo
λακτής γίνεται της μαχομένης φύσεως ύδατος και remi conjungalur. Ignis autem qui suaple satura
(95) Reg. sexlus tpunveutűy. PulalDucæns verba legantur et in editis libris , et in mss. codicibus
illa quæ sequuntur, ta toivuv åxp :6ñ , etc., ad finem omnibus , pula in utroque Coisl., in Regiis lertio ,
usque periodi, a Basilio inter concionandun pro - quinto et oclavo , atque in reliquis. Addam repe
lata non ſuisse ; cum , inquit, verba isla non agno , risse nos verba controversa in iis ipsis quos Ducicus
scat Eustathius. Sed ea in re viro doctissiino non contulit codicibus.
queo assentiri. Nain fieri poluit ut verba illa ex ( 96 ) Editio Paris , èxádege Badassa ) . Al mss. et
Gscilantia librarii onnissa sine in eo codice, ad cujlis edilio Basil. Baddocas.
fidem interpretatio Eustachii excusa lypis est. lino (97) Duo mss. aposépyetal. Editi cum aliis qui.
nihil inirum videri debet, si Eustathius ipse in co - busdain mss. To poéBretal, longe melius.
dicem mulilum vitialur: que incideril. Et certe (98 ) lia , ins. Comber. cum aliis quinque. Ediu tây
alterutruin par est cogitare , cum verba laud:ila αντικειμένων.
91 S. BASILII MAGNI
calidas est et siccus, colligatur cum aere per calo. A πυρός , τα ύδατι μεν διά της υγρότητος , το τυρί δε
renm, ac rursus per siccitatem ad terrae societatem διά του θερμού συμπλεκόμενος. Το δε πυρ, θερμών
redit. Αιφue ita omnibus consentientibus ac mu- και ξηρόν υπάρχον τήν φύσιν, το μεν θερμώ (99)
tuuin quemdam ordinem inter se habentibus, cir- προς τον αέρα συνδείται, το ξηρώ δε πάλιν προς
culus it, ac concinnus cliorus. Unde el proprie ipsis την κοινωνίας της γης επανέρχεται. Και ούτω γίνε
adaptata fait appellatio eleinentorum. Hee a me ται κύκλος και χορός εναρμόνιος , συμφωνούντων
dicta sunt, ut causain afferrein cur vocaverit Deuς πάντων και συστοιχούντων αλλήλοις. "Οθεν κυρίως
aridain, terrain ; nectamen terranm, aridam appel- αυτούς και η προσηγορία των στοιχείων εφήρμο
laverit. Nimirum quia aridum non ex his est que σται (1). Ταυτά μοι είρηται παριστώντι την αιτίαν
Terra in posterum accesserunt, sed ex his quae ab δι' ήν ο Θεός την ξηράν εκάλεσε γήν, αλλ' ουχί την
initio essentiam ipsius constituunt. Porro que in γήν προσείπε ξηράν. Διότι το ξηρόν ουχί των υστε
causa sunt eur aliquid exsistat, iis que postea acce - ρον (2) προσγινομένων εστι τη γή, αλλά τών εξ αρχής
dunt, natura sunt priora ac prestauliora . Quai: - συμπληρούντων αυτής την ουσίαν. Τα δε αυτήν του
obren note aliquae ex anterioribus et vetustio- είναι αιτίαν παρέχοντα, πρότερα τη φύσει των μετά
ribus ad terram designandam sunt jure excogi- ταύτα προσγινομένων και προτιμότερα. " Ωστε εικό
lalæ .
ενοήθη τη γη τα γνωρίσματα.
6. Ει vidit Deus, quod pulchrum esset. Non lioc 6. Και είδεν ο Θεός, ότι καλόν . Ούκ αυτο τούτο
indical Scriptura, nempejucunduno queundam maris τερπνήν τινα όψιν θαλάσσης ο λόγος ενδείκνυται τα
aspectum fuisse Deo exhibitum. Non enim oculis Θεώ πεφηνέναι ( 3). Ου γαρ οφθαλμοίς βλέπει τα
pulchritudinen creature intuelur Conditor, sed que κάλλη της κτίσεως και ποιητής, αλλά τη αρρήτω σο
funt, sapientia inefabili contemplatur. Est quidem φία θεωρεί τα γινόμενα. Ήδύ μέν γάρ θέαμα λευ
grilmspectaculum equorinalbescens, curn stabilis καινομένη θάλασσα , γαλήνης αυτήν σταθεράς χατ
tranquillitas ipsum occupal : rursus est etiam gra- εχούσης • ηδύ δε και όταν πραείαις αύραις τραχυνο
tum, cumipsius superficiesleinibus auris exasperata, μένη τα νώτα, πορφύρoυσαν χρόαν η κυανήν τοις
cernentibus purpureuin aut cæruleum colorein of. ορώσι προσβάλλη (4)· ότε ουδέ τύπτει βιαίως την
ſert: quando neque violenter verberat vicinam ler γείτονα χέρσον , αλλ' οίον ειρηνικαίς τισιν αυτήν πε
ram , sed velut paciſicis quibusdam amplexibus eam ριπλοκαίς κατασπάζεται. Ου μην ούτω και Θεω
complectitur. Non tamen pulanduin est, ad hunc oiegbaeχρή
μια οίεσθαι yöt την Γραφήν ειρηκέναι καλήν και ηδείαν
modum dixisse Scripluram ,mare Deo visum fuisseIS56 ώφθαι την θάλασσαν, αλλά το καλόν εκεί τω λόγω
Dulclirum ac jucundum : Sed hic ex opificii ratione της ( 5) δημιουργίας κρίνεται. Πρώτον μεν, ότι πηγή
dijudicatur pulchritudo. Primum quidem , quia ma της περίτούτο
γήν μεν
απάσης
εν τοιςνοτίδος
ris aqua totius terreni humoris Kons et origo est. ύδωρ. εστί πόροις
άφανέσι το τηςδιαδιδόμε
θαλάσσης
Haec quidem per occullos meatus distribuitur; uti γον , ώς δηλούσιν αι σομφώδεις των ηπείρων και
laxe atque lliantes terrae , quas duidum mare subit, ύπαντροι , ύ άς και δρώδης διαυλωνίζουσα θάλασσα,
indicant : quod ubi in obliquis, not autem recta teli - επειδάν σχολιαίς και ου (6) προς το όρθιον φερομέ
dentibus, diverticulis 39 inclusum est, impulsum ναις εναποληφθή διεξόδοις, υπό του κινούντος αυτήν
que ſuit a vento illud movente , tum superficie dis πνεύματος ώθουμένη, φέρεται έξω την επιφάνειας
ruptaforas erumpit ; atque einendante amaritudinem διαρρήξασα, και γίνεται πότιμος εκ της διηθήσεως
percolatione, potui apίum evadit. Jaim vero cali- το πικρόν ιαθείσα. " Ήδη δε και θερμοτέρας εκ με
diore qualitate etiam ex metallis in transitu accepta , τάλλων ποιότητος κατά την διέξοδον προσλαβούσα,
ex eadem moventis causa fervidum fit ut plurimum εκ της αυτής του κινούντος αιτίας ζέουσα γίνεται,
el ardens : id quod in multis insulis, multisque ma- ώς τα πολλά, και πυρώδης: όπερ πολλαχού μεν των
ritimis locis fas est intueri. Quineliain, ut parva νήσων, πολλαχού δε των παραλίων τόπων έξεστιν
magnis comparemus , in mediterraneis regionibus p ιστορήσαι. " Οπου γε και κατά την μεσόγειαν (7)
simile quiddam perpeliuntur loca quedam aquis τόποι τιμές των ποταμίων υδάτων γείτονες, ως μι
Πανialibus confinia. Quid est igitur cur hoc a me κρά μεγάλοις εικάσαι, τα παραπλήσια πάσχουσι.
2weatus ex inaris principiis subtermeanle, cuniculis εστιν ή γή , διά πόρων αφανών εκ των αρχών της
reſerla esl ac repleta. θαλάσσης υπονοστούντος του ύδατος .
7. Pulchrum itaque est mare Deo, ob humorem 7. Καλή τοίνυν η θάλασσα τω Θεώ και διά την εν
(99) Dυο mss . το μεν θερμόν : quorum aller habet quinque mss. Reg. Sextus αλλά το καλόν εκεί, το
το ξηρόν δε πάλιν. Αlii tres mss. τω μεν θερμώ..... καλό της, etc. Editio Paris. καλόν έχείνω το λό
το ξηρό δέ . Μox Reg. primus χορός παναρμό γω.
νιος . ( 6) Sic Combef. cum Reg. octavo el cum Colb.
(1) Reg. tertius στοιχείων προσήρμοσται. secundo. Deest où in editis et in multis mss.
(2) Multi mss. ύστερον . Editi υστέρως . (7) Sic Regii tertius, quintus et sexlus cum utro .
(3) Reg. sextus τω Θεώ πεφυκέναι. que Coisl. Edili cuin quibusdam aliis mss. xata
( 4) Codices duo προβάλλη. την μεσόγειον.
15) lia editio Basil. el ins. Combeſ. cum aliis
 95 HOMILIA V IN HEXAEM . 94
ERON
το βάλει της ικμάδος υπoδρoμήν· καλή και διότι, A periliana Ioca sulleundem: pulclirum item, quod
ποταμών ούσα (8) δοχείον , εις εαυτήν τα πανταχόθεν cum sit Duviorum receplaculum, Duenta undelibelin
καταδέχεται ρεύματα, και μένει των όρων είσω των se recipit, atque intra Slos terminos manel. Pul
εαυτής καλή και διότι τοίς αερίοις ύδασιν αρχή τις chrum etiam, quoniam aeriarum aquaruτη origo
έστι και πηγή, θαλπομένη μεν τη ακτίνι του ηλίου, quaedam ac fons est, tepescens quidem solis radio,
αποτιθεμένη δε το λεπτόν του ύδατος διά των ατμών, enitiens vero per vapores aquam tenuiorem: quae in
όπερ ελκυσθέν εις τον άνω τόπον, είτα, καταψυ- supernurn locum allracta, deinde refrigescens co
χθέν διά το υψηλότερον γενέσθαι της από του εδά- quod radiorum a solo reflexorum repercussu allior
φους ανακλάσεως των ακτίνων, και ομού της εκ του evasil, simulque nubis umbra refrigerationeminlen
νέφους σκιάς την ψύξιν επιτεινούσης, υετός γίνεται , dente, pluvia fit , acterram pinguefacil .Aιque liis nemo
και πιαίνει την γήν. Και τούτοις ουδείς απιστεί prorsus fident detracturus est, qui admolos igni le
πάντως τους υποχαιομένους λέβητας εννοήσας, οί, betes consideraverit : qui hunmore pleii, e0 toto quod
πλήρεις όντες υγρού, πολλάκις κενού κατελείφθη- coquebatur, in vapores resoluto, sepe vacu remon
σαν ( 9), εις ατμόν παντός του εψομένου διακριθέντος. Sere. Quineliarm ipsam maris aqua in a navigauli
'Αλλά και αυτό έστιν ιδείν το της θαλάσσης ύδωρ . bus concoqui videre licet, qui vaporcs spongiis ex
παρά των ναυτιλλομένων εφόμενον · οί , τους ατμούς B cipientes, in necessitatibus utcunque penuriaan eler
σπόγγοις υποδεχόμενοι (10), την χρείαν μετρίως vant. Pulclaru est autem et alio modo apud Deum
εν ταις ανάγκαις παραμυθούνται. Καλή δε και άλλως quod constringii et coercet insulas, eis tum orna
παρά Θεώ, ότι περισφίγγει τάς νήσους, ομού μέν tum, tum securilalein simul per seipsum imper
κόσμον αυταίς, ομού δε και ασφάλειαν παρεχομένη tiens: deinde eliani, quod terras plurimum a se invi
δι' εαυτής · έπειτα και ότι τάς πλείστον αλλήλων cen distantes per se conjungit, ac navigantibus ex
διεστώσας ηπείρους συνάπτει δι' εαυτής, ακώλυτον peditun: commercium praestat : per quos et historias
τους ναυτιλλομένοις την επιμιξίαν παρεχομένη :. δι' rerum ignolarum largitur, el divilias mercaloribus
ών και ιστορίας των αγνοουμένων χαρίζεται, και parit, et facile vite nuedetur necessitatibus : quippe
πλούτου πρόξενος εμπόρους γίνεται, και τας του βίου iis qui rerun copia afluunt, id largitur ut res su
χρείας επανορθούται ραδίως, εξαγωγήν μεν των πε- perfluas alio exportent : indigentibus vero, ut id
ριττών τοίς ευθηνουμένοις παρεχομένη, επανόρθωσιν quod sibi deest comparent. Sed unde mihi licet to
δε του λείποντος χαριζομένη τοίς ενδεέσι. Και πόθεν 1am maris pulchritudinem, quanta Conditoris oculo
εμοι όλον ιδείν μετά ακριβείας της θαλάσσης το κάλ- visa est, sedulo atque accurate conspicere? Quodsi
λος , όσον το οφθαλμό του ποιήσαντος κατεφάνη και ο mare pulclirum ac laudabile est apnd Deuin, nonne
Ει δε θάλασσα καλή και επαινετή τω Θεώ, πως ουχί pulchrior est hujusce consessus frequentia :in quo
καλλίων εκκλησίας τοιαύτης σύλλογος, έν ή συμμι- permistus Sonus virorum mulierumque el infan
γής ήχος, οιόν τινος κύματος ήίόνι προσφερομένου, tiam, velut fluctus cujusdam ad littus illisi, per no
ανδρών και γυναικών και νηπίων, κατά τας προς τον stras ad Deum precationes enittitur ? Hunc autem
Θεόν (11) ημών δεήσεις , εκπέμπεται και Γαλήνη δε conservat inconcussum profunda tranquillitas, cum
βαθεία ασάλευτον αυτήν διασώζει, των πνευμάτων .nalignitatis spiritus euin hereticis dogmalibus per
της πονηρίας ταράξαι αυτήν τοίς αιρετικούς λόγους turbare non potuerint. Fiatis igitur Domini laude
μή δυνηθέντων. Γένοισθε ούν άξιοι της αποδοχής του digni, disciplinam istam decentissime observantes ,
Κυρίου, την ευταξίαν ταύτην επί το ευπρεπέστατον in Christo Jesu Domino nostro, cui gloria et impe
διασώσαντες (12), εν Χριστώ Ιησού τω Κυρίω rium in secula seculorum. Amen.
ημών, ώ ή δόξα και το κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
ΟΜΙΛΙΑ Ε'. HOMILIA V .
(13) Περί βλαστήσεως γης. De germinatione lerroe .
3 . Και είπεν ο Θεός: Βλαστησάτω η γη βοτάνην 40 1 . Ει dicit Deus : Germinei terra herbam feni,
χόρτου, σπείρον σπέρμα κατά γένος, και (14) seminans semen juxta genus, et lignum fructiferum,
ξύλον κάρπιμον ποιούν καρπόν κατά γένος, ου faciens fruciumjκαια genus, cujus semen in ipso 4.
το σπέρμα αυτού εν αυτώ. Ακολούθως μετά το Haud inepte posleaquam terra, deposito aque pon
αναπαύσασθαι την γήν (15) αποσκευασαμένην το βά . dere, interquievit, jussa est primo herbam, deinde
ρος του ύδατος , το πρόσταγμα αυτή γέγονε βλαστή - Iignum germinare; quod ipsum sane etiamnum fieri
• Gen 1, 11.
(8) Reg . sextas ποταμοίς ούσα. . (14) Ita editio Basil. et Vulgata cum nostris oclo
(9 ) Ila inss. sexenostris prælerCombeſ. Editi xat mss ., quibus adjungendi suiit ·Comber. et Bodl.
ελήφθησαν. Editi cum LΧΧ κατά γένος και καθ' ομοιότητα . Sed
(10) Reg. Sextus σπόγγοις αποδεχόμενοι . in sequentibus illa , και καθ' ομοιότητα, reperiuntur
(11) Multi Hass. προς τον Θεόν. Abest articulus ab el in editis et in mss.
editis. Paulo post Reg. quiulus αιρετικούς λογι. (15 ) Regii quintis et sexllis el Colb . secundus
σμοίς . can Coisl. secundo μετά το αναπαύσασθαι την γην.
(12) Colb . Secundus διασώζοντες. Editi cum aliis qualuor mss. non malæ nola áve
(13) Deest titulus in aliquibus mss. Coisl. pri- πνεύσαι. Sensus eodem relit.
Οιus Ομιλία ε'.
 S. BASILII MAGNI
videmus. Vox enim illa tunc onissa, ac primum A σαι πρώτον βοτάνην, έπειτα ξύλον όπερ έτι και νυν
illud praecepίum, velut lex quindam nature evasil, ορώμεν γινόμενον. Η γάρ τότε φωνή, και το πρώτον
itharesilique terra, ac ei generandi, Γruclusque in po- εκείνο πρόσταγμα, οίον νόμος τις εγένετο φύσεως,
slerum ferendi vim contulit. Germinei terra. Primum και εναπέμεινε τη γή, την του γεννάν αυτή (16) και
guiddar est in grauinis generatione germinatio : καρποφορείν δύναμιν εις το εξής παρεχόμενος. Βλα
deinde , cum promiuuerint paululum germina, herba στησάτω η γή. Πρώτον έστιν εν τη γενέσει των
fil : post capίο incremello , funum est tum, cum φυoμένων ή βλάστησις · έπειτα, όταν προκύψη μικρών
paulatim grannina suis jar articulis distinguuntur, τα βλαστήματα, βοτάνη γίνεται είτ' επειδάν αυξη
ci ad seruinis usque perfectionem perveniunt. ler- θή, χόρτος εστι, κατά μικρόν διαρθρουμένων των
Descunt enim pari prorsus ratione ac virescunt ou- φυομένων, και μέχρι της επί το σπέρμα τελειώσεως
nia. Cerminei terra herbalm feni. Terra per seipsam προϊόντων. Το γάρ χλοερόν και ποάζον παραπλήσιών
γιοferal germinationem, nullo auxilio aliunde indi- έστιν απάντων. Βλαστησάτω η γη βοτάνην χόρ
geus . Quoniam arbilurantur nonnulli solem, dum per του. Καθ' εαυτήν η γη προφερέτω την βλάστησιν,
caloris attractionem vim eximis partibus ad super - ουδεμιάς συνεργείας (17) ετέρωθεν δεομένη. Επειδή
ficien Irishit, eoru que ex terra producuntur cau- τινες οίονται τον ήλιον αίτιον είναι των από της γης
sm esse : ideo tellaris ornatus sole est antiquior ; Β φυομένων, τη ολκή του θερμού προς την επιφάνειας
υι και φτεί errore decepti sunt ,soleni tanquam rerum την εκ του βάθους δύναμιν επισπώμενον· διά τούτο
ad vitam pertinentium auctorem desinant adorare. πρεσβυτέρα του ηλίου και περί γην διακόσμησις · ένα
Itaque, si persuasumipsis fuerit, omnem terram ante και του προσκυνείν τον ήλιον, ώς αυτήν την αιτίαν
insius solis exortum fuisse excultan, etiam immo- της ζωής παρεχόμενον, οι πε πλανημένοι παύσωνται.
dicam de ipso conceptam admirationem reamilient , Έάν άρα πεισθώσιν, ότι προ της εκείνου γενέσεως
dumveniet eis in nentein , oriumillius feno el herba τα περί την γην πάντα (18) διακεκοσμητο, και του
esse posteriorem. Num igitur pecoribus quidem prae- αμέτρου περί αυτόν θαύματος καθυφώσιν, ενθυμη
paratus est pastus, nostruin vero alimentum provi. θέντες , ότι χόρτου και βοτάνης νεώτερός έστι κατά
deutis nulla visumest ligourm ? Ino qui tous equis - την γένεσιν.' Αρα ούν τοις μεν βοσκήμασιν ή τροφή
que preparavit pastiouem, tibi maxime divitias ac προαπετέθη, το δε ημέτερον ουδεμιάς εφάνη προνοίας
commoula parat. Νain pecora tua quί pascii, tibi άξιον; Αλλά μάλιστα μεν ο βουσί και ίπποις τον χελών
supellectilenm vitae adauget. Deinde seuminum ortus προαποθέμενος , σοι τον πλούτου και την απόλαυσιν
quid aliud est, nisi vitae tue appariatus ? Accedit παρασκευάζει και γάρ τα κτήνεά σου διατρέφων την
quod plura eorum quae alllluc lierte ei olera sunt, σήν (19) συναυξει του βίου κατασκευήν έπειτα η
baciminuin exstant alimentum . C των σπερμάτων γένεσις τι άλλο εστι, και ουχί της
σης διαγωγής παρασκευής προς τα πολλά τών έν πόαις έτι και λαχάνους όντων τροφήν ανθρώπων(20)
υπάρχειν.
2. Germinei terra herbamfeni , seminans senmen , 2. Βλαστησάτω ή γή βοτάνην χόρτου , σπείρου
inquit, secundum genus. Quanquam igitur alignoll σπέρμα, φησί, κατά γένος. "Ωστε , κάν τι γένος
herbse genus animantibus reliquis prodest , linea βοτάνης ετέροις διαφέρη, κακείνων το κέρδος προς
illorum utilitas ad nos revertitur, nobisque semi- ημάς επανέρχεται, και ημίν η χρήσης των σπερμά .
num assignatus est usus; adeo ut lalis sit eorum των αφώρισται· ώστε είναι ( 21 ) τον νούν των ειρημέ
quae dicta sunt, sensus : Germainei terra herbamfeni, νων τοιούτον : Βλαστησάτω η γη βοτάνην χόρτου,
el semen senminifcans secundum genus. Νam ita el και σπέρμα σπείρου κατά γένος . Ούτω γαρ και το
verborun ordo ac series restitui poterit ( nunc enim της λέξεως ακόλουθον αποκαταστήναι δυνήσεται,
constructio inepta ac incongruens esse videtur ), ακαταλλήλως νυν της συντάξεως έχειν δοκούσης, και
( 16 ) Anglici mss. toủ yavvậv au -ñs. Plurini mss . D nisse quod alias s.rpe, ut typographi rari aliquot
αυτή, υcle. Αlii duo mss. αυτήν και. viliuni inesse, immutarint do suo nonnibil , el vo
(17) Edlili cum quinque miss. Guvepyelas. Reg. cem unam in alierius locum sullecerint. Quare
quintus antiquissimus cilin Reg . sexio Ouvepya . non longe absum ut credam xthuara legi oportere,
Glas, cultura nulla indigens. Haud contemnenda lion x -tv:2 . Eoque magis coulirmor in sententia ,
lectio. Reg. octavus ενεργείας. quod xtñua generale nomen sit, quo significalor
(18) Ιta multi mss. Editi τα περί γήν άπαντα. quidquid a quopiam possidctur, el quod ui reliqua,
Ibidein Colb . secundus LEXEXOgLnto. Edili cuin ila ta xtøvea ipsa comprehendal. Vi ut hæc sunt,
aliquibus niss. lonico more Olaxsxbgunto . Reg . ler
tius διακεκοσμηται . all'occus erit, ita leget.
(19) Elilio Paris. ο γάρ τα κτήνεά σου διατρέ- (20) Colb. secundus τροφήν ανθρώπους .
çwv, try chv. Optime quidem : sed nullus ms. hanc (21) lla coilices non pauci. Editio Paris.
ivelur scripturam . Regii primus, tertius, quinius elva !. Hic Scriplurie verba, Baaotycácwn to Botá
el sextus, cum Colb. Secundo o γαρ τα κτήματά σου νην χόρτου, σπείρον σπέρμα κατά γένος , visa Silit
παρασκευάζων και διατρέφων , etc. Coisi. Secundus Basilio all usitato Ioquendi genere delleclere, Igi.
orta utluata , mendose, pro xthuata . In reliquis (ur ea ad grammatices regulas redigere atque re
vero consentit cum prioribus codicibus. Reg . ocla vocare conaluir. Qued ut præstel , primum de suo
τις ο γάρ τα κτήματά σου αύξων και διατρέφων, etc. particularm και addit : deinde harum vocum σπεί
E . quibus intelligitur in codicibus omnibiis legi pov otrépua ordinein in vertil. Lege lexlum .
Yτήματα , ιοιι κτήνεα. Ηinc suspicio oritur, hic eve
 ON
97 HOMILIA V IN HEXAEMER . 99
το αναγκαίον των υπο της φύσεως οικονομουμένων A atque necessaria quedam eorum que a natura dis
διασωθήσεται. Πρώτον μεν γαρ βλάστησις, είτα pensantur, consecutio conservabitur . Primum qui
χλόη, είτα χόρτου αύξησις, είτα ο απαρτισμός των derm germinatio, deinde virens herba : tum feni
αυξομένων (92) διά του σπέρματος . Πώς oύν, φασί, incrementum, postremo absolutio perfectioque au
πάντα είναι τα εκ της γης φυόμενα σπερματικά ο gescentium per seen . Quomodo igitur , inquiunt,
λόγος ενδείκνυται, όπου γε ούτε κάλαμος, ούτε άγρω- omnia ex terra nascentia , in semen abire ostendit
στις, ούτε η μίνθη, ου κρόκος , ου σκόρoδoν, ου βού- Scriptura , cum neque arundo, neque gramen, neque
τομον, ουδ' άλλα μυρία γένη φυτών σπερματίζοντα mentha, non crocus, non allion, non butomon, ne
φαίνεται; Προς δή τούτό φαμεν, ότι πολλά τών φυο- que innumera alia plantarum genera semen produ
μένων εκ της γης επί του πυθμένος και της (23) δι- cere videantur : Sane ad hoc dicimus, multa ex terra
ζης έχει την δύναμιν των σπερμάτων. " Ωσπερ ο κά. nascentia in iuis suis partibus et in radice viam ac
λαμος μετά την επέτειον αύξησιν από της ρίζης αφ- virtutem seminum includere. Esempli causa , arun
έτσι τινα προβολήν, σπέρματος λόγον έχουσαν προς do, post annuum auctum, projectum quermdam, qui
το μέλλον. Τούτο δε ποιεί και άλλα μυρία , όσα διά in futurum rationem seminis habet, a radice emit
γης νεμόμενα εν ταις ρίζαις την διαδοχήν κέκτηται. , tit. Ιd autem faciunt et alia innumera, que per Ier
"Ωστε παντός εστιν αληθέστερον το εκάστω των φυο- 2 ram dispersa , in radicibus successionem conclu
μένων ή σπέρμα είναι, η δύναμίν τινα σπερματικήν dunt. Quare omni re id verius est,in singulis slir .
ενυπάρχειν. Και τούτο εστι το, Κατά γένος . Ου γαρ pibus all semen, aut seminalem quamdan virtutem
ή προβολή του καλάμου ελαίας έστι ποιητική , αλλά inesse. Atque hoc est quod dicitur, Justa genus.
έx καλάμου μεν έτερος χάλαμος , εκ δε των σπερμάτων Siquidem ille arundinis projectus nequaquam oli
τα συγγενή τους καταβληθείσιν αποβλαστάνει. Και van producit : sed ex arundine 3rundo alia nasci
ούτω το εν τη πρώτη γενέσει προβληθέν παρά της ιur; atque ex seminibus, cognata iis quae fuerant
γής μέχρι νύν διασώζεται, τη ακολουθία της διαδοχής Jacta , germinant. Ει ita quod in prima generatione
φυλασσομένου του γένους. Βλαστησάτω η γη. Νόη - a terra editom est, id etiamnum, servato per suc--
σόν μοι εκ μικράς φωνής, και προστάγματος ούτω cessionis consecutionera genere, conservatur. Ger- .
βραχέος , την κατεψυγμένην και άγονον ωδίνουσαν minei terra. Cogites velim terram frigescenlem et
αθρόως και προς καρπογονίαν συγκινουμένην, ώσπερ infecundam , hac voce parva praeceptoque adoo
τινά σκυθρωπήν και πενθήρη απορρίψασαν περιβο- brevi confestim parturientem, et ad edendum fru
λήν, μεταμφιεννυμένην την φαιδροτέραν και τους οι- clum concitatam, et veluti mesto quodam ac lu
κείους κόσμους αγαλλομένην, και τα μυρία γένη των c gubri amicio abjecto , splendidiore veste indui, ac
φυομένων προβάλλουσαν. Bούλομαί σοι σφοδρότερον propriis ornamentis exsultantem, iuβnita plantarum
της κτίσεως ενιδρυνθήναι το θαύμα, εν' όπου περ αν genera precreare. Yolo imprimi in to vehementius
ευρεθής, και οποίαδήποτε γένει των φυoμένων παρα- creaturae admirationem, φuo, ubicunque reperiaris ,
στης, εναργή λαμβάνης του ποιήσαντος την υπό- et cuicunque occurreris plantarum generi , plane
μνησιν. Πρώτον μεν ούν όταν τδης βοτάνην χόρτου Creatoris mermineris . Primum quidem cum herbain
και άνθος, εις έννοιαν έρχου της ανθρωπίνης φύσεως , feni et forem conspereris, veniai tibi in menlerm
μεμνημένος της εικόνος του σοφού Ησαΐου , ότι Πα- humana natura, hanc: sapientis Isaiae imaginem re
σα σαρξ ως χόρτος, και πάσα δόξα ανθρώπου ως cordanti : Omnis caro us fenum, et omnis gloria ko
άνθος χόρτου. Το γαρ ολιγοχρόνιον της ζωής , και minis αι Που eni 6 . Nam File brevitas, el prospo
το εν ολίγω περιχαρές και ιλαρόν της ανθρωπίνης ritatis humanae letitia hilarilasque hand dia dura
ευημερίας , καιριωτάτης παρά τω προφήτη τετυχηκε tura accommodatissimam apud prophetam sortita
της εικόνος . Σήμερον ευθαλής τω σώματι, κατασε- est similitudineim. Hodie qui Moret corpore, qui prae
σαρκωμένος υπό τρυφής, επανθούσαν έχων την ευ- deliciis carinosus est, qui colorem prae elalis More
χροιαν υπό της κατά την ηλικίαν ακμής, σφριγών eflorescentem pro se fert, qui νigel et acer est, et
και συντονος, και ανυπόστατος (24) την ορμήν, αύριον D cujus nequit sustineri impetus , hic idem cras mi
και αυτός ούτος ελεεινός, ή τω χρόνω μαρανθείς , ή νό- serabilis est, aut tempore marcidus, aut morbo dis
σω διαλυθείς. Ο δεινά περίβλεπτος επί χρημάτων solutus. Quispiam divitiarum copia inclaruit, ipsum
περιουσία και πλήθος περί αυτον κολάκων · δορυφο- que adulatorum circumstal multitudo : adest Relo
φία φίλων προσποιητών την απ' αυτού χάριν θηρευόν- rumamicorum gratiam illius venantium comitatus:
των (23) : πλήθος συγγενείας, και ταύτης κατεσχη- frequentes sunt consanguinei , fique simulationis ar
ματισμένης · εσμός των εφεπομένων μυρίως των τε tificio eruditi : adest agmen sequacium innumero
« Isa . L, 6.
(22) Colb . secundus cum Reg. octavo tūv augam (25) Editio Paris.χάριν θηρευόντων. Regii primus,
ομένων. terlius, quintus el sexius , icemque Colb . secundus
(23) Sic multi mss. Deest της in editione Pa cum Coisl. utroque et cum editioue Basil. χάριν
ris. θεραπευόντων, haud dissimili sens ». Reg. octavas
(24) Regii primus et quintus ενυπόστατος. Editi την αυτού χρείαν θεραπευόντων. Colex Comber. την
emam aliis Inss . ανυπόστατος , belie. Μox lures τωss.
απ' αυτού χρείαν θηρευόντων.
αύριον αυτός . Codex Coubef. αύριον ούτος .
PATROL. Gn. XXIX .
90 S. BASILII MAGNI 104
ram, qui partim parandi cibi gratia, partim ob alias Α επί σιτίων και των κατά τας χρείας αυτό προσεύ
necessitates ipsi astant : guos dum et abiens , et ρευόντων, ούς και προϊών και πάλινέπαντών επισυρό
iterum 42 rediens secum traliit, in se occurren- μενος επίφθονός έστι τοίς εντυγχάνουσι. Πρόσθες το
tium concitat invidiarm. Adde divitiis etiam civilen: πλούτο και πολιτικήν τινα δυναστείαν, ή και τας εκ
aliquam potestalem, aut etiam delatos o regibus βασιλέων τιμάς· η εθνών (26) επιμέλειαν· ή στρατο
διonores, aut gentium gubernationem, aut exerci- πέδων ηγεμονίαν · τον κήρυκα μέγα βοώντα προ αυ
1ηum imperium : praeconem nmagna voce ante ipsum του : τους ραβδούχους ένθεν και ένθεν βαρυτάτην κα
clamantem : liciores hinc et inde subditis timoreum τάπληξιν τοις άρχομένους εμβάλλοντας τις πληγές
gravissimum inferentes : plagas, publicationes bo. τάς δημεύσεις τας απαγωγάς (27) : τα δεσμευτήρια,
norum, exsilia, vincula : e quibus intolerabilis ille εξ ών αφόρητος και παρά των υποχειρίων συν
subjectorum metus concrescit. Quid vero post hoc? αθροίζεται φόβος. Και τι μετά τούτο; μία νυξ, και
Jna nox, aut una febris, aut pleuritis, aut pulmo. πυρετός είς, ή πλευρίτις, η περιπνευμονία, αν
isinflammatio, hunc hominem ex hominibus ab- άρπαστον εξ ανθρώπων απάγουσα τον άνθρωπος
repίum abducit, illico omnem illius scenam ηudat, oύχεται, πάσαν την κατ' αυτόν σκηνήν εξαπίνης
nique gloria illa ceu gomnium esse convincitur. , απογυμνώσασα, και η δόξα εκείνη ώσπερ ενύπνιον
Quare propliela humananm glorian cum debilissimo P απηλέγχθη. " Ωστε επιτέτευκται (28) το προφήτη και
Hore comparavil. προς το αδρανέστατον άνθος ομοίωσις της ανθρωπίνης
δόξης.
3 . Germinei terra herbam feni , seminans semen 3 . Βλαστησάτω ή γή βοτάνην χόρτου, σπείρου
secundum genus et secundum similitudinem. Etiam- σπέρμα κατά γένος και καθ' ομοιότητα. Έτι και
nuin nascentium ordo ordinationem primaim testa- νυν η τάξις των (29) φυoμένων μαρτυρεί τη πρώτη
tur : quippe herbam omnem, oιnneque gramen an- διακοσμήσει. Η γαρ βλάστησις καθηγείται πάσης
tecedit geraninatio . Sive enim quidpiam a radice βοτάνης και πάσης πόας. Είτε γάρ από ρίζης εκδίδο
ex interiori projects profunmpit, ut crocus et gra- ται τι έκ της κάτωθεν προβολής, ως κρόκος και
nmen, id oportet germinare, et foras prominere : άγρωστις, αναβλαστήσαι δεί και επί το έξω προκύ
sive a seinine gignitur, etiam sic necessario it pri- ψαι είτε από σπέρματος, και ούτως ανάγκη πρώτου
mum germinatio ; deinde therlba , tum virescil fe- βλάστησιν, είτα βοτάνην γενέσθαι, είτα χόρτον χλοά
num, postremo fructus in aridojani et crasso culmo ζοντα, είτα τον καρπόν επί ξηράς ήδη και παχείας
Eurgescit. Germinet terra herbum feni. Cum semen της καλάμης αδρυνόμενον (30). Βλαστησάτω η γη
in terram hunmore el calore moderato preditam in- C βοτάνην χόρτου. " Οταν εις γην καταπέση το σπέρ
cidit ,Iaxum evadens, ac plurimis plenum meatibus μα συμμέτρως νοτίδος και θέρμης έχουσαν, χαυνον
terram adjacentem complexun, propria sibi et co- γενόμενον και πολύτoρoν, της παρακειμένης γης πε
gnata ad se altrahit. Verum tenuissime terrae par - ριδραξάμενον, τα οικεία και σύμφυλα προς εαυτό
les meatibus illis allapsa , et cis sese inserenles , επισπάται. Έμπίπτοντα δε τοις πόρους και περιoλι
amplius molem ipsius dratant : adeo ut deοrsum σθαίνοντα της γης τα λεπτότατα μόρια , επί πλέον
quidern agat radices, sursuin vero promineat, του ανευρύνει τους όγκους αυτού (31) : ώστε ριζούσθαι
culmis videlicet , quol ralices sual, emergentibus. μεν εις το κάτω,επί το άνω δε προκύπτειν, ίσαρίθμων
Tepescente autem seniper germine, alltractus per ταις ρίζαις των καλάμων προβαλλομένων » θαλπομές
radices humor , per caloris allractionem modera- νου δε αεί του βλαστήματος, συρομένην διά των α
1um de terra alimentuin allucit; idque in culorum, ζών την νοτίδα , τη ολκή του θερμου συνεπάγεσθαι
et in corticem, et in frumenti thecas, el in ipsum του τροφίμου της γης όσον μέτριον, και τούτο κατα
ιriticum, et in aristas dispertitur. Αtque quelibet μερίζειν εις καλάμην και φλοιών, και τας θήκας του
res nascens, increineillo sic paulatin accepίο , ad σίτου , και αυτόν τον σίτον και τους ανθέρικας και
idoneam propriamque pervenit mensuram, sive ad ούτω κατά μικρόν της αυξήσεως γινομένης, επί το οι
frumenti, aut leguminis, aut oleris, aut fruticis ge- D κείoν μέτρον έκαστον των φυoμένων αποκαθίστασθαι,
nus pertineat. Unum fenum, lierbaque una totam είτε τι των σιτηρών, είτε των χερρόπων, είτε των
Iuam lenlein in ea, ex qua proliit, arie conside- λαχανωδών ή φρυγανικών τυγχάνοι. Είς χόρτος και
randa , Occupare potest : quomodo geniculis prie- μία βοτάνη εξαρκεί την διάνοιάν σου πάσαν εις την

(26) Ιta mss. multi. Deest ή in editis ante εθνών, (30) Reg. Sextuς καλάμης βαρυνόμενον.
Paulo post edili cum quatllor iss . tous faboou (51) Editi τους όγκους αυτού, vitlelicet σπέρμα
χους. Αlii quatuor τους ραβδοφόρους. Tos : quam lectionem cxhibel quoque Coisl. prinius,
(27) Reg. sextus ei ulerque Coisl. cum Colb . secunda manu einendalus, Alii septeni codices aja
secundo tas ÉTQywyás, id est, pænas, captiviiniem , της, videlicet βοτάνης. Statim duo mss. άνω δε
et omnia quæ inferri possunl mala . Slatiin Hiss. sex 1600x. Totsly. Eviti cum aliis mss . pOXURTE! , re
συναθροίζεται. Elili αθροίζεται. clills .
(28 ) lia codices sex. Edita Š TILTétaxta!, male . Mox (32 ) Sic mss. ser, optime. Editio Paris. Ferpya .
Co!) . Secunduς προς το αδρανέστερον.
(29) Sic miss. Dcest twv in editis. Slatiin mss. vns.
μιαξει εκδίδοται τι. Desider: fur τι ι editis.
101 HOMILIA Y IN HEXAEMEROX . 100
ασχολήσαι· πως γόνασι διαζώννυται η καλάμη του σί- dam facilius spicarum pondus ferant , cum fruct
του, ένα ώσπερ σύνδεσμοί τινες ραδίως το βάρος των bus plenae , in terram proclinantur. Quapropier averna
άσταχύων φέρωσιν, όταν πλήρεις όντες καρπών προς quilein omnino est vacua, cujus scilicet caput re
την γην κατακλίνωνται. Διά τούτο ο μεν βρόμος δι- nulla gravelur : contra , vinculis his triticunι com
όλου κενός, άτε μηδενί την κεφαλήν βαρυνόμενος τον inunivil natura. In theca vero granum recondidit ,
δε σίτον τοίς συνδέσμους τούτοις η φύσις κατησφαλί- De facile a frugilegis avibus diripiatur. Insuper et
σατο. Εν θήκη δε τον κόκκον αποθεμένη, ως μη ευ- aristarum eminentia, quasi cuspidibus, animalium
διάρπαστον είναι τοίς σπερμολόγους (53): έτι και τη parvorum nοxam arcel atque detrimenta.
προβολή των ανθερίκων οίον ακίσι τας εκ των μικρών
ζώων αφίστησι βλάβας.
4. Τι είπω; τί σιωπήσω ; Εν πλουσίους της κτί 4. Quid dicam ? quid silentio præteribo ? In opu-
σεως θησαυροίς άπορος μεν η εύρεσις του τιμιωτέ- lentis creationis thesauris perdificile quidem est
ρου, δυσφορωτάτη δε ή ζημία του παρεθέντος. Βλα- rem praestantiorem invenire : si tainen omittitur,
στησάτω η γη βοτάνην χόρτου. Και ευθέως συνεξ- vix jactura illius potest tolerari. Germinet terra
εδόθη τοίς τροφίμοις τα δηλητήρια · μετά του σίτου herbam feni. Ει statim una cumedulibus 3 pro
το κώνειον, μετά των λοιπών τροφίμων Ελλέβορος, Β lata sunt nociva, cicula cum frumento, cumescu
και ακόνιτον, και μανδραγόρας, και ο της μήκωνος leitis reliquis helleborus , aconitum , mandragora ,

ριν ομολογείν, εγκαλέσομεν τώ Δημιουργώ επί τοις Contieri oιnitentes, Conditoren ob ea que nostria:
φθαρτικoίς ημών της ζωής και εκείνο δε ου λογισόμεθα, vita exiliosa sunt , accusabimus ? illud autem non
ότι ου πάντα της γαστρος ένεκεν της ημετέρας δεδη- reputabimus, quod non oιonia ventris nostri gratia
μιούργηται ; Αλλ' ημίν μεν αι αποτεταγμέναι τρο- creata sunt ? Porro nobis quidem destinata alimenta
φαι πρόχειροι, και πάσιν εύγνωστοι» έκαστον δε των obvia sunt, et omnibus probe Dota : singula vero
γενομένων ιδιόν τινα λόγoν εν τη κτίσει πληροί. Μή que condita sunt, propriam quamdam rationem in
γάρ, επειδή σοι δηλητήριον το ταύριον αίμα, τούτου creatione explent. Num enim quia taurinus sanguis
ένεκεν έδει η μη παραχθήναι το ζώον, η παραχθέν toxicum tibi est, ideo animal illud, cujusrobore in
αναιμον (34) είναι, ού της ισχύος προς τοσαύτα ημών οι et lantis rebus vita nostra indiget, aut non pro
επιδείται ο βίος ; Αλλά σοι μεν αυτάρκης ο σύνοικος duci, aut productum exsangue esse oportuit ? Sed
λόγος προς την φυλακήν των ολεθρίων. Ου δήπου γαρ tibi contubernalis ac domestica ratio ad res exilia .
πρόβατα μεν και αίγες ίσασιν αποφεύγειν τα κα- , les vitandas sufficit. Nunφuid enim oves quidem et
χούντα αυτών την ζωήν, μόνη τη αισθήσει το βλα- “ capre scient ea que sue vite nocent, declinare,
βερον διακρίνοντα· σοι δε, ώ και λόγος πάρεστι, και solo sensu noxia discernenles : tibi vero, cui adeal
Ιατρική τέχνη το χρήσιμον εκπoρίζουσα, και η των el ratio , et ars nmedica, quod utile est oferens , et
προλαβόντων πειρα, των βλαπτόντων την φυγήν υπο- eorum qui le anteverterunt exemplum, quo de fuga
βάλλουσα, χαλεπόν έστιν, ειπέ μοι , εκκλίναι τα δηλη- nocivorum admoneris , didicile est, dic , gues0, και
τήρια; Έστι δε τούτων ουδεν αργώς, ουδέν αχρήστως venenis cavere ? Νihil autem horum frustra , nihil
γεγενημένον. "Η γάρ τροφήν παρέχει τινι των αλό- est inutiliter in lucem editum. Αut enim alicui bru
γων, ή και ημίν αυτοίς παρά της ιατρικής τέχνης εις torum animalium subaninistrant alimentum , aut
etiam nobis ipsis a medica arle ad deliniendas qnas
Το μεν γάρ κώνειον οι ψάρες βόσκονται, διά την κα- dam egrotationes inventa sunt. Νam cicuta vescun
τασκευής του σώματος την εκ του δηλητηρίου βλάβην ιur sturni, et tamen veneni exitium declinant ob
αποδιδράσκοντες · λεπτούς γάρ έχοντες τους επι (56) corporis constitutionem : cum enimin eorum corde
της καρδίας πόρους, φθάνουσιν εκπέψαι το καταπο- insini tenues meatus, devoralarm cicatam prius con
θέν, πριν την απ' αυτού ψύξιν των καιρίων καθάψα- coxere, quamipsius frigus principales parles attin
σθαι. 'Ελλέβορος δε ορτύγων εστι τροφή , ιδιότητι ρ gat. Helleborus vero colarnicum, quae per tempe
κράσεως της βλάβην αποφευγόντων. "Έστι δε και rationis proprietalem Οxam efugiunt, alimentum
αυτά ταύτα εν καιρώ ποτε και ημίν χρήσιμα. Διά est. Quinetiam sunt haec ipsa pro temporis oppor
μεν γαρ του μανδραγόρου ύπνον ιατροί κατεπάγου - Tunitate nonnunquam nobis conducibilia . Nam per
σιν · οπίω δε τάς σφοδρές οδυνας των σωμάτων mandragoram Inducunt somnum medici : conNO
κατακοιμίζουσιν. " Ηδη δέ τινες τα κωνείο και το pίunt itidem velementes corporum dolores opio.
λυσσώδες των ορέξεων κατεμάραναν και το ελ - Jam vero nonnulli cicula obtuderunt rabiosam ap
λεβόρα πολλά των χρονίων παθών εξεμόχλευσαν. petentiam, atque inveleratas egritudines nec pal .
“Οστε και ενόμιζες έχεις κατά του κτίσαντος έγκλη- cas helleboro exstirparunt. Quare, quam te existi .
(55) Collh, secundus τοίς σπερμολόγους των ορνί- (31) Sic Regii primus et octavus cum Coisl . se
Bwv. Mor Colb . secundius cum Reg. oclavo äriopos cundo el cim Colb . itidein secundo. Edili cum ali
Hey h alpeous, difficilis esl oplio ineliorum . Lectio quot mss. Å & valuov, mutile.
optima. Edili et Coisl. literque, el Regii primus et (35 ) lia sex mss., bene. Vox abowotnu átwv de .
tertiuς άπορος μέν ή εύρεσις • cui lectioni favet sideritur in editis.
Eustathius, Juin vertil : Est quidem diſſicilis assecito (36) Codices sex τους επί. Editi τους από.
lio meliorum . Ibidem codex Combif. roj red wiátou,
 S . BASILII MAGNI 04
Imalias habere contra Creatorem accusationem, ea A μα, τούτο σοι είς προσθήκην ευχαριστίας περιελή
libi in gratiarum actionis additamentum cessit. Au ev.
5. Germinet terra herbam feni. Quoι alimenta 3. Βλαστησάτω η γη βοτάνην χόρτου. Πόστην
εponte nature eimergentia Iiis verbis complectitur , αυτόματον λέγει τροφήν εν τούτοις, τήν τε εν ρίζαις,
tum in radicibus, tum in ipsa herba, tum in fru » και την εν αυτή τη βοτάνη, και την εν καρπούς ήδη !
cultura nobis accedunt 1 Non statim jussit seinen γινομένην! Ουκ ευθύς εκέλευσε σπέρμα και καρπών
el fruclum proferri, sed germinare et virescere αναδοθήναι, αλλά βλαστήσαι και χλοάσαι την γην,
terram, tuinque ad seinen pervenire; ut prina illa και τότε εις σπέρμα τελειωθήναι (57) , ένα πρώτον
preceptio ad futuraln Successionem essel nature εκείνο πρόσταγμα διδασκάλιον τη φύσει γένηται
documenti Ioco. Quomodo igitur, inquίunt, lellas προς την εξής ακολουθίαν. Πώς oύν κατά γένος , φα
secundum genus edit seina, cum , disseminato σιν (58), ή γή προφέρει τα σπέρματα, οπότε , σίτον
sene tritico, nigrum hoc frumenturn colligamus? πολλάκις καταβαλόντες, τον μέλανα τούτον πυρών
Verum hoc ipsum nequaquam est ad aliud genus συγκομίζομεν; Αλλά τούτο ουχί προς έτερον γένος
transmutatio,sed velut morbus quidam, 44 a semi- και εστί μεταβολή , αλλ' οιονεί νόσος τις και αρρωστία
nis egritudo. Non enim frumentum esse desiit, του σπέρματος . Ου γαρ απέθετο το είναι (39) σίτος ,
sed, ut et ex ipsa appellatione discere est, per adu- αλλ' έμελάνθη διά της καύσεως, ως και εξ αυτής έστι
stionem nigrum evasil. Naun oimio frigore adustum, της προσηγορίας μαθείν. Τη υπερβολή γάρ του
in alium colorean ac saporem degeneravit. Αtque κρύους υπερκαείς (40), προς ετέραν και χρόαν και
etiam si modo idoneam terram, ac bene tempera- γευσιν μετέπεσε. Και μέντοι και πάλιν λέγεται, έπει
ιum aerem nacium sit , rursus ad pristinam for» δάν γης επιτηδείας και αερων ευκράτων λάθηται,
nmam redire ferunt. Quare nihil practer praceptum προς το αρχαίον είδος επανιέναι. "Ωστε ουδέν παρά το
illud in rebus nascentibus fieri comperias. Pοrrο πρόσταγμα εύρους αν εν τοις φυoμένους επιτελούμε
Iolium quod dicitur, et reliqua adulterina sermina, νον . Η δε λεγομένη αίρα, και όσα λοιπά νόθα σπέρ
quæ cui esculentis commiscentur, quxque nuncu ματα τους τροφίμοις εγκαταμέμικται, άπερ ζιζάνια
pare zizania consuevit Scriplura, non ex frumenti προσαγορεύειν σύνηθες τη Γραφή, ουκ έκ τής του (41)
commutatione proveniunt, sed ex proprio subsi
stunt principio, propriumque genus obtinent. Que στη, ίδιον έχοντα γένος . "Απερ την εικόνα πληροί
profectoimaginem esprinunt eorum, qui documell- των παραχαρασσόντων τα του Κυρίου διδάγματα,
ta Domini adulterantes, nec legitime sermoneine και μη γνησίως μαθητευομένων τω λόγω, αλλ' εx
edocli, sed a maligoi doctrina corrupi, tamen cum της του πονηρού διδασκαλίας διεφθαρμένων, καταμι
sano Ecclesiae corpore seipsos permiscent, οι clan- γνύντων δε εαυτούς (42) το υγιαίνοντι σώματι της
culumn errores suos in simpliciores transfundant. Εκκλησίας, ίν' εκ του άφανούς τάς παρ' εαυτών
in ipsum crediderunt, seminum increinento compa- ριος και την τελείωσιν τών εις αυτόν πεπιστευκότων
ral, dicens : Quemadmodum oi homo projecerit se- τη των σπερμάτων αυξήσει παρειχάζει, λέγων• Ός
men in terram, et dormiαι, et ersurgat nocle et die, όταν άνθρωπος βάλη τον σπόρον επί της γης,
ει semen surgat, et increscat, dum nescit ipse. Ultro και καθεύδη, και εγείρηται νύκτα και ημέρας ,
enim terra fructical prinium herbam, deinde εφί- και ο σπόρος εγείρηται, και μηκύνηται, ώς ουκ
cani, deinde plenum frumentumin spica ". Germinet οίδεν αυτός . Αυτομάτη γάρ ή γη καρποφορεί
terra herbanι. In minimo etiam temporis momento πρώτον χόρτον , είτα στάχυν, είτα πλήρη στον
a geraninatione exorsa terra, ut Conditoris leges εν τω στάχυτ. Βλαστησάτω η γη βοτάνη ». Και εν
servaret, per omnem accretionis speciem progre- ακαριαία χρόνου ροπή από της βλαστήσεως αρξαμένη
diens, confestin germina deduxit ad perfectionem. ή γή, ίνα φυλάξη τους νόμους του κτίσαντος, πάσαν
Αιφue prala quidem feni copia erant depress2 ; ac D ιδέαν αυξήσεως διεξελθούσα, ευθύς προς το τέλειον
66 Marc.IV, 26-28.
(37 ). Reg. primus ct Colb. secundus huiv tesla sæpius permulasse, quoties videlicet sensus nome
Opvai. Ibidem ellitio Basil. cuin multis mss. ?va rum multitudinis postulabat, De his semel monuisse
Tó. Abest articulus ab editione Paris. Hoc ipso in satis sit. Tempus male locare arbitraremuſ, si
Joco Regii sextus et octavus Õloarxácov . Edili cum deinceps editorum et cndicum mss. ea in re discre
quibusdam aliis mss. 61020xzheiov , non ita recle. pantiam accurate notaremus, cum nibil iutersit hoc
Moc eniin nomen scholam , in qua juventusdocetur, an illo modo legatur.
proprie signilical : quam nolionem huic loco non (39 ) Sic mss. plerique omnes. Editio Paris. & .. .
belle convenire vident, ut opinor, omnes. θετο του είναι. Editio Basil. απέθετο είναι.
(38 ) Editio Basil. cum multis mss. y noiv. Ellilio (40 ) Ila quinque mss . Edili vero Texxasis . Am
Paris. paolv . Monere libel, illud, pasiv , rarissimo brosius sic ad verbum interpretatur : Si aul frigore
legi in antiquis miss., sed semper fere reperiri sono adurantur : in quo videlur , Virgiliuin imitalus, qui
ol. Nihil tamen impedit quominus illud , snoć, pos . Georg . scripseral ,
sit verii, aiunt, inquiunt, cum non raro noinen Aul Borere penetrabile frigus adural.
collectivum sit subintelligendum . Exempli causa : Jbidem Reg . priinus els Étépav.
Secta philosophorum ail, aut aiunt. Quod cum non (41) Sic evilio Basil. cum multismss. Editio Pa .
animailverterent editores Parisienses , videnlur ris. Šx toj. Mox Colb . secundus eixova Ordoi.
Marle proprio contra lidemu mss . corsiv in gaoly (49 ) Γιa quatuor mss. Editi et unus ms. αυτούς .
103 HOMILIA Y IN HEXAEMERON . 106
γαγε τα βλαστήματα. Και λειμώνες μεν ήσαν βα- A fertiles cauρί, segetibus horrescenles , pelagi fu
θείς τη αφθονία του χόρτου, των δε πεδίων τα εύ- cluantis imagine per spicarumIuolunrepresenta
καρπα φρίσσοντα τοις ληίοις (43), εικόνα πελάγους runt. Οuis auten. Ilerba, ac omie oleraceuni ge
κυμαίνοντος εν τη κινήσει των άσταχύων απέσωζε. nus, et si quid in fruticibus aut in legunminibus re
εν φρυγάνοις , και εί τι εν οσπρίοις , κατά πάσαν cabat. Νeque enim infelix ullus successus iis que
αφθονίαν τότε της γής υπερείχεν. Ουδε γάρ από - tunc producebantur, eral estimescendus, cum ne
τευγμά τι ήν εν τοις τότε προβληθείσιν , ούτε γεωρ- que agricolarumimperilia, neque aeris inleimperies ,
γών απειρίας, ούτε αερων δυσκρασίας, ούτε τινός neque alia ulla causa rebus nascentibus noceret.
άλλης αιτίας τους γινομένοις κ υ μ αινα
λυμαινομένης. Ου μην Verum enim vero damnatorium judiciumtumimpe
όδις τη ευθηνία της γης.
ουδε η καταδίκη ένεεππόδιζε dimento non erat telluris fertilitati. Istbec enim
Πρεσβύτερα άρ ταύτα της αμαρτίας , δι' ήν κατεκρί-
Ρα γγάρ antiquiora sunt peccato , cujus gratia ad live sumus
ημεν εν ιδρώτα του προσώπου ημών εσθίειν τον
θθημεν damnati, μι polein in sudore nostri νulius corneda
άρτον . mus é ?.
6. 'Αλλά Και ξύλον κάρπιμον , φησί, ποιούν 6. Sed Ει lignumfructiferum,inquit, faciens fru
καρπόν, ού το σπέρμα αυτού εν αυτώ κατά γένος Β clum, cujus semen ejus sit in ipso secundum genus et
και καθ' ομοιότητα επί της γης. Επί τούτο το secundum similitudinem super terranι “8. Sane Ιιοα
δήματι πάσαι μεν λόχμαι κατεπυκνούντο πάντα δε verbo deusaballur neDora omnia ; omnesque enter
ανέτρεχε δένδρα, τά τε προς μήκιστον ύψος διαν- sere arbores, quae scilicet in Iougissinain altituli
ίστασθαι (44) πεφυκότα, ελάται και κέδροι, και κυ- neur exsurgere solent, abieles , cedri, cupressi, μί.
πάρισσοι, και πεύκαι• πάντες δε θάμνοι ευθύς ήσαν ce : : itein, frutices omnes illico conati fieball el
αμφίκoμοι και δασείς και τα στεφανωματικά λε- densi. Proliere etiam plante que dιcuntur coro
γόμενα των φυτών, αί τε δωδωνιαι, και μυρσίναι, και narie, rosets , yrii et lauri. Omnia que prius
δάφναι, πάντα εν μία καιρού ροπή , ουκ όντα πρό- super terram non exstabant, in uno temporis pun
τερον υπέρ της γης, εις το είναι παρήλθε (45) μετά clo eo devenere ut essent, cum sua quaeque pro:
φοραίς από των ετερογενών χωριζόμενα, οικείω δε iis que diversi generis sunt, discreta, singula 12
έκαστον γνωριζόμενον χαρακτήρι. Πλήν γε ότι το ρό- inen proprio clharactere insignita . Verun rosa lume
δον (46) τότε άνευ ακάνθης ήν, ύστερον δε τώ κάλλει sine spina erat, poslei Vero Moris pulcliritudini
του άνθους η άκανθα παρεζεύχθη, ένα το τερπνό , fuit spina adjuncta , οι fruende voluptati forei dolor
της απολαύσεως εγγύθεν έχωμεν παρακειμένην την “ contiguus, dum recorlareinur peccati, cujus causa
λύπην, μεμνημένοι της αμαρτίας, δι' ήν ακάνθας και ad hoc dain nala Terra est, οι υobis spinas profer
τριβόλους ημίν ανατέλλειν κατεδικάσθη η γη. Αλλά rel atque tribulos 0. Sed, inquiunt, jussa est terra
προσετάχθη, φησί, Σύλoν κάρπιμον , ποιούν καρ- producere Liguan (ructiferum, faciens fructum su
πόν επί της γης, ού το σπέρμα αυτού εν αυτώ, γer terram, cujus semen ejus είt in ipso ; el amen
έκδούναι η γη : πολλά δε των δένδρων ορώμεν ούτε counplures arbores cerninus, neque fructibus , ne
καρποίς ούτε σπέρματι (47) κεχρημένα. Τί ούν ερού- que seminibus praedilas . Quid ergo dicturi suntus ?
μεν ; "Οτι τα τιμιώτερα τη φύσει προηγουμένης της Qινod res que natura priestant, primaria mentione
μνήμης τετύχηκεν · έπειτα, ότι ακριβώς θεωρούντι dignale sunt : deinde, quod accurale consideranti
και πάντα φανήσεται η σπέρματι κεχρημένα, ή τα constabil, aut omnia semen ferre , aut vim φuani
ισοδυναμούντα τοις σπέρμασιν έχοντα . Αίγειροι γάρ daim senminibus equalens habere. Νam populi nigrin,
και Ιτέαι, και πτελέαι, και λευκαι, και όσα τοιαύτα, salices , ulmi, albe populi, et alice ejusdem generis,
• Gen. J11, 19. * Gen. 1, 11 . 0 Gen, μι, 18.
(43) Colb. secundus Bploovta tois Arlois, segeri- D locutus est Basilius de altis arboribus, slalim lo
bus onusti. Haud mala lectio . Edili cum aliis inss. qullur de plantis coronariis, quarum plerique fere
spisoovta , horrescentes. Sic Virgilius di Georg ., repunt bumi. Animadvertas veliin illud, tà ta
39 : Horrescunt segetes el campi. Ad inarginem Treivá, a veleri interprele agnilum non fuisse.
Reg . primi in moduill scholii apposila sunt illa : 'H (45 ) Reg. sexlus tto.pñadov . Edili cum aliis mss.
φρίξις λέγεται η ανάστασις και η πυκνότης των παρήλθε . Reg . tertiuς εις το είναι παρήχθη. Station
& stayúww• Horror dicitur agitatio ' alque densilas edili cum tribus aut qualuor mss. yapibueva . Pice
ομίcαrum. gii primus, quintus et oclavus cum Colb . secundo
(44) Reg. guiolus ύψος ανίστασθαι. Μox editio χαριζόμενον.
Paris. και τα ταπεινά πάντες δε • sed illud, τα τα. * 6) "Οτι το ρόδον. Seculus est Basiliano Annbro
KELVÁ , desideratur in editione Basil. el in oclo inss. sius lib . III in Heraem ., cap . 11. Idem docet Ange
Coisl. vetustior ngŪxat xal ToáVTES 6è Dauvolat flinus quoque lib . i De Genesi conlra dlanichæos,
particula xal deest in aliis mss. Suspicamur aulem cap . 13 . Sed poslea , ul notat Duceus, lib .si De
illud, cá taneesya , additum fuisse a lypograpbis , aut Genesi ad lilleram , cap. 18 , sententiam inuta .
a quibusvis, eo consilio, ul antithesis quædam in vil.
Basilii verbis reperirelur : sed propterea quidquam (47) Colb . secundus out onio:105!. Aliquando
addi necesse nou fuit , cum sine ulla accessione sa post idem cudes cum Reg . sexlu Hotéqui51
tis superque conspicua sil antithesis. Postquam eniin %879.
107 S. BASILII MAGNI 108
Crucium quidem nullum aperte a ferre videntur ; Α καρπόν μεν ουδένα δυκεϊ φέρειν εκ του τροδήλου,
tic tamen si quis diligenter expenderit, singulas σπέρμα δε έκαστον τούτων έχουν ακριβώς άν τις εξ
istas arbores seven habere coιnperier. Enimvero ετάζων εξεύροι (48). Ο γάρ υποκείμενος το φύλλο
granum iMad quod folio subjectum est, quodque κόκκος, ον μίσχον τινές των περί τας ονοματοποιίας
connulli in nominibus confingendis operam navan- έσχολακότων προσαγορεύουσι , τούτο σπέρματος
les, misclion appellant, viin semiuis atque virtutem έχει δύναμιν. "Οσα γαρ από (49) κλάδων γίνεσθαι
obtinel, Quecunque enium 2 ramis solent oriri , inde πέφυκεν, εντεύθεν ως τα πολλά προβάλλει τις ρίζας.
al plurimum radices emillunt. Fortassis auteni se Τάχα δε σπέρματος επέχουσι λόγον και αι των ριζών
inis rationen habent , et ipsi qui ex radicibus pul- αποφύσεις, ας παρασπώντες οι φυτοχόμο. (50) το γε
2:nlant surculi : quos duoavellunt plantarum cuίιο- νος αύξουσι. Πρότερον μέντοι, ώσπερ έφαμεν, μνή
res, genus earum multiplicant. Prius tamen , uti μης ήξιώθη τα συνεκτικότερα της ζωής ημών, όσα
diximus, ese arbores nuevorale sunt, que nostram έμελλε , τους οικείους καρποίς τον άνθρωπον δεξιού
vitam magis conservant, quoque propriis fructibus μενα, άφθονον αυτό παρασκευάζειν την δίαιταν άμ.
Dominem dosantes, Inculentum illi victum erant πελος μέν οίνον γεννώσα ευφραίνειν μέλλοντα καρδίαν.
suppedilature: vitis quidem, generatura vinum, quo ανθρώπου · έλαία δε καρπόν παρεχομένη ιλαρύνειν
Fullum in oleo exhilarare potest, fructum allatura. ταυτόν ήπειγμένως υπό της φύσεως παραγόμενα ! Η
Qιοι festinanter in um concurrerunt, producta ρίζα της αμπέλου : τα κλήματα εν κύκλο ευθαλή και
a natura ! Radix vitis, palunites orbiculatin vire- μεγάλα υπέρ γής κεχυμένα: ο βλαστός, οι έλικες, ο
scelles, valdeque super terram diffusi, gerunch, ομφαξ, οι βότρυες (51). Αρκεί σου τη όψει και άμ
clavicule, υva acerba, raceini. Vitein si tuis oculis πελος συνετώς δραθείσα υπόμνησίν σοι της φύσεως
allente conspexeris , vel ipsi te satis ad nature me- εμποιήσαι. Μέμνησαι γάρ δηλονότι της του Κυρίου
Dorian revocat. Meinisti enim Domini similitu. εικόνος , ότι άμπελον εαυτόν λέγει, και τον Πατέρα
dinenm, qua se ipsum vitein, et Ρatrein agricolarm τον γεωργών, και τους καθ'ένα ημών διά της πίστεως
υυιιcupal ® : nos item singulos Ecclesiae per fidem εμπεφυτευμένους (52) τη Εκκλησία κλήματα προσ
insertos, palumiles appellavit , atque ad mulinι ηγόρευσε και προσκαλείται ημάς εις πολυκαρπίαν,
Tructum aferendum invital nos 11, ne inutilitatis ίνα μή αχρηστίαν καταγνωσθέντες τα πυρί παραδο
Annati, igni tradamur ; nec cessat hominum ani - θωμεν· και ου παύεται πανταχού τας ψυχάς των αν
10as ubique vilibus comparare. Vinea namque, in- θρώπων (53) ταίς αμπέλοις εξομοιών. Άμπελών
quit, facta est dilecto in cornu, in loco pingui 78 ; et , γάρ εγενήθη τώ ηγαπημένω, φησίν, εν κέρατι, εν
Vineam planι αυi, el sepem circundedi15. Αυimas " τόπο πίονι• και, 'Αμπελώνα έφύτευσα, και πε
humanas plane viueam dicit, quas sepe, mandalo- ριέθηκα φραγμόν . Τας ανθρωπίνας ψυχάς δηλονότι
rum scilicet tutela et angelorum custodia circum- λέγει (54) τον αμπελώνα , αις φραγμόν περιέθηκε την
dedit. Immillel enim angelus Domini in circuitu ti- εκ των προσταγμάτων ασφάλειας και την φυλακήν
menuίumeum75». Deinde etiam, constitutis in Eccle- των αγγέλων. Παρεμβαλεί (55) γκιρ άγγελος Κυρίου
gia prinιυιη apostolis , secundo propluelis, tertio do . κύκλο των φοβουμένων αυτόν. Έπειτα και οιονεί
cloribus74, quasi villa nobis defixit. Αιφue antiquo- χάρακας ημίν παρακατέπηξε θέμενος εν τη Εκκλη
rum ac beatorum virorum exemplis in sublime eve- σία πρώτον αποστόλους, δεύτερον προφήτας, τρίτον
xil nostrali uentem, nec cam prosterini huani, aut διδασκάλους. Και τοίς των παλαιών και μακαρίων
conculcatione dignam esse sivit. Vulc autern nos ανδρών (36) υποδείγμασιν εις ύψος ημών ανάγων τα
clarilalis auplexibus ceu quibusdam claviculis 46 φρονήματα, ουκ αφήκεν ερριμμένα χαμαι, και του
proximum nostrum complecti, ac in ipsis acquie- πατείσθαι άξια. Βούλεται δε ημάς και οιονεί έλιξί τι
Scere, ut jugi impeii sursuin versus contendentes , σι ταις περιπλοκαίς της αγάπης των πλησίον αντέχε
instar vinearum quaruandam arbores conscenden- σθαι, και επαναπαύεσθαι αυτοίς, ίν', αεί προς το
tium , nosmetipsos rerum aliissimarum verticibus D άνω την ορμήν έχοντες, οίόν τινες αναδενδράδες ταις
adeleinus. Quin et a nobis exposcit, ut dum de- κορυφαίς των υψηλοτάτων έαυτούς παρισάζωμεν.
fodimur, sustineamus. Defoditur autem anima, cum 'Απαιτεί (57) δε ημάς και το καταδέχεσθαι σκαπτο
mundi curis, que cordibus nostris sunt oneri, se- μένους. 'Αποσκάπτεται δε ψυχή εν τη αποθέσει των
• Ioan. Xv, 1. 11 ibid , 5 . 11 Isa . V, 1 . 18 Matth. ΧΧΙ, 33. 13* Psal. XXXII, 8. • 1 Cor. Σιι, 28.
(48) Μss . duo εξευρίσκοι, Αlii duo εύρο! . (53) Codices tres ψυχάς ημών των ανθρ.
(49 ) lia editio Biisil. cum octo miss. e nostris (54) Reg. sextus ανθρωπίνας δυνάμεις ψυχάς δη
printer Boll. Elitio Paris. όσα δε από. λονότι λέγει.
(50) Editio Basil. cum Coinbef. el cum multis (55) Παρεμβαλεϊ, etc. Vulgata, Immillet angelus
aliis mss. φυτοκόμοι . Editio Paris. φυτηκόμοι, niale. Domini in cireuilu lin :enlium eum .
infra Colb. secundus συνέτρεχε κατά ταυτόν τον (56 ) Vox åvopūv deest in editis et in multis mss.,
καιρόν. scd legitur in Regiis lerlio et sexlo . Paulo post
(51) Quatuor mss. οι βότρυες. Editi cum uno aut codex Coinbef. cum Reg. octavo ερριμμένους ,
altero ms. βότρυς. male,
(32) Codices aliquot εμφυτευομένους. Μox editi (57) Reg. Sextus απαιτείται.
προκαλείται • at ses mss. προσκαλείται ,
109 HOMILIA V IN HEXAEMERON . 119
του κόσμου μεριμνών, αι βάρος εισι ταϊς καρδίαις Α ipsam exuit . Quamobrem qui carneum amorem,
ημών. " Ωστε και την σαρκίνης αγάπης αποθέμενος, και au suum erga divitias studium deposuit, aut qui
την προς τα χρήματα φιλίαν, ή την περί το δύστη- misere hujus gloriolae libidinem conspuendani et
νον δοξάριον τούτο πτόησιν απόπτυστος και ευκατα- aspernabilem duxit, is veluti defossus est , ac, ter
φρόνητον ήγησάμενος, ώσπερ έσκάφη και ανέπνευ- rene afectionis inani pondere excusso, respiravit.
σεν αποσκευασάμενος το μάταιον βάρος του γηίνου Oportet autem secundum proverbii sententiam, ut
φρονήματος. Δεί δε, κατά τον λόγον της παροιμίας, neque silvescanus, lioc est, minime jaclanter de
μηδε υλομανείν, τουτέστι, μή επιδεικτικώς πολιτεύε- gamus, neque alh externis aucuneimur laudem, sed
σθαι, μηδε τον παρά των έξωθεν έπαινον θηρά- simus fructuosi, veroque agricole specimina ope
σθαι (58), αλλ' έγκαρπον είναι, το αληθινό γεωργώ rum asservenmus. Tu vero Sicut olivα fructifera είς
την επίδειξιν των έργων ταμιευόμενον. Συ δε και in domo Dei 78, nec unquam spe denuderis, sed sem
" Ως έλαια κατάκαρπος έσο εν τώ οίκο του Θεού, per in leipso habeas floridam salutem per idein.
μηδέποτε γυμνούμενος της ελπίδος, αλλ' αεί θάλ- Sic enim hujus plante perpetuam imitaturus es vi
λουσαν έχων περί σεαυτόν τήν διά πίστεως σω- riditalerm ; ac ejus fecunditatem emulabere , si
τηρίαν. Ούτω γάρ το αειθαλές του φυτού μι- ulberrimanm omni tempore largiare eleemosynam.
μηση, και το πολύκαρπον δε αυτού ζηλώσεις , άφθονον την ελεημοσύνην εν παντί καιρώ παρεχόμενος.
χων διατάξεων. Πόσα τότε γένη φυτών επανέδραμε, rendus releamins. Quot tunc arborum genera
τα μέν έγκαρπα, τα δε ερέψιμα, άλλα προς ναυ- emersere, alia quidem frugifera , alia vero con
πηγίαν επιτήδεια, άλλα προς καύσιν! Εν τούτοις Struendis lectis idonea, line ad fabricandus naves
πάλιν ποικίλη μεν εν εκάστω δένδρων ή των apla , illa ad cremationem destinals ! In his rur
μερών αυτού διακόσμησις, δυσέφικτος δε και η sus varia est partiunt uniuscujusque arboris dis
εξεύρεσις της εκάστου ιδιότητος, και η θεωρία της positio : singularum autem arborum proprietas
προς έκαστον των ετερογενών διαφοράς. Πώς τα vix invenitor; et earum que diversi generis sunt ,
μεν αυτων βαθυρριζα, τα δε ακρορριζα και τα μεν discrimer vix animadvertitur. Quomodo alice ar .
ορθοφυή και μονοστέλεχα, τα δε χαμαίζηλα και bores in profundum agant radices, aliae easilem
ευθύς από της ρίζης εις πολλάς εκφύσεις διηρημέ- in superacie habeant: the recle assurgant, sinlud
να. Πώς όσων μέν (59) οι κλάδοι προμήκεις επι unistirpes, illis depriananlur humi , atque statim
πολύ του αέρος εκτεταμένοι , τούτων και αι ρίζαι a radice in plures caudices dividantur . Quomodo
βαθείαι, επί πλείστον έν κύκλω διανεμόμεναι, οίον quarum ronmi prolisi sunt, ac in aerem valde ex
θεμελίους τινάς αναλογούντας τω βάρει των άνωθεν passi , harum etiam profunde sint radices, et la -
υποτιθείσης της φύσεως. Πόσαιτων φλοιώναι διαφορα !! tissime in orbem distribute : perinde quasi fund:
Τα μεν γαρ λειόφλοια των φυτών, τα δε ρηξίφλοια τηenta quedam oneri impendentium accommodata
και τα μέν μονόλοπα αυτών, τα δε πολύπτυχα . “ Ο δε subjecissel natura . Quot corticum sunt discrimina !
θαυμαστόν, ότι και της ανθρωπίνης νεότητος και Νam aliis arboribus leVis, aliis SCaber est cortex :
του γήρως εύροις αν και εν τοις ουτοίς παραπλήσια aliae unico, aliae multiplici leguntur cortice. Quod
τα συμπτώματα. Τοις μεν γάρ νέους και ευθαλέσιν vero mirandum est, ea que plantis accidunt, ea
και φλοιός περιτέταται (60)· τοις δε γηράσκουσιν οίον comperias Diodo Inaud dispari juventuti holiouni
ρυσσούται και εκτραχύνεται. Και τα μεν κοπέντα ac senectuti accidere. Enimvero novellis ac vigen
επιβλαστάνει τα δε μένει αδιάδοχα, ώσπερ τινά θά- tibus cortex circum extenditur : ubi senuerint,
νατον την τομήν υπομείναντα . " Ηδη δέ τινες τετηρή - quasi rugosus el asper evalii. Ει afice germinant
κασιν εκτεμνομένας ή και επικαιομένας τάς πίτυς licet incise : alie autein citra successionem el pro
είς δρυμώνας μεθίστασθαι. Τινά δε και την εκ φύ- paginem rermanent, casuran perinde ut morten
σεως κακίαν επιμελείαις γεωργών θεραπευόμενα quamdam perpessie. Jam vero succisas, aut etiam
έγνωμεν· οίον τάς οξείας ροιάς, και των αμυγδαλών combustas pinus quidain observarunt in querceta
τας πικροτέρας, όταν διατρηθείσαι το προς τη ρίζη D verti. Porro naturalia quarumdam arborum vitia
στέλεχος σφήνα πεύκης (61) λιπαρόν της εντεριώνης agricolarium diligentia curari lovimus; cujusmodi
μέσης διελαθέντα δεξωνται, εις εύχρηστίαν μεταβάλ- Sunl nmali punice acidae , et amygdale amariores,
λουσι τότε του χυμού την δυσχέρειαν. Μηδείς ούν εν gue, ubi perforato ad radicem trunco pinguee
κακία διάγων, εαυτόν απογινωσκέτω, ειδώς ότι γεωρ- picere cuneum per mediam medullam adaclus
για ( 62 ) μεν τας των φυτών ποιότητας μεταβάλλει,ή δε susceperint, lunc succi 47 acerbilalem. in bonuin
16 Psal. LI, 10.
(58) Coll». secundus έπαινον θηράσαι. genere medicari ferunlur agricole , ut ex amaris
(59) Ila qualuur mss. Deest uby in editis et in dulces fiant fructus, ut el lerebrent ejus radicem ar
' Colb . secundo. boris, el in medium inserant surculum ejus arboris,
(60) Ila sex mss. Edili TrapatÉTATO !, non ita recle. quam Græci nesúxty, nos picean dicimus : quo facio
( 61) " Όταν .... σφήνα πεύκης, etc. Hunc locum succi amazitudo deponitur.
paulo aliter expriinii Ambrosius lib . iii in fleraen ., (62) Reg . quintus, o yewprós, agricola .
cap. 13, num. 56 : .Jmygdalis quoque, inquit , hoc
 S . BASILII MAGNI 19
transmutant. Neino igitur in vitio degens, de A κατ' αρετήν της ψυχής επιμέλεια δυνατή εστι παν
8e Ipse desperet : haud nescius , plantarum quali- τοδαπών άρρωστημάτων επικρατήσαι. Η δε περί
tales ut agricultura coιητηulari : ita animi dili . τας καρπογονίας διαφορά των καρπίμων φυτών του .
gentia , quae in consequenda virtute adlibenda est, αύτη, όσην ουδ' αν επελθείν τις δυνηθείη τω λόγω.
infrmitales omnes superari posse . Αt vero larila est Ου γαρ μόνον εν τοις ετερογενέσιν αι διαφοραι των
frugiferarum arborum in edendis fructibus dife- καρπών, αλλ' ήδη και εν αυτώ τω είδει (63) του
rentia , ut ne possil quidem quisquam eam verbis δένδρου πολύ το διάφορον όπουγε και (64) άλλος μεν
explicare . Νon enim solum in arboribus genere χαρακτήρα του καρπού των αρρένων, άλλος δε των
diversis diversitas reperitur fructuum : sed in ipsa θηλειών, παρά των φυτουργών διακεκριται, οι γε
etiam arboris specie multum est discriminis ; και τους φοίνικας εις άρρενας και θηλείας διιστώσι.
quandoquidein alia in marium, alia in fenminarum Και ίδοις άν ποτε την παρ' αυτών ονομαζομένην θή
scilicet palaias etiam in nares ac feirinas dividant. συμπλοκής εφιεμένην του άρρενος , τους δε θεραπευ
Διque aliquando videias eam quae ab ipsis femia τας των φυτών εμβάλλοντας τους κλάδους, οιόν τινα
nuncupatur , demitteulem rainos , velut libidine σπέρματα των αρρένων , τους λεγομένους ψήνας:
concilatam, marisque ampleruin appetentem. Vi- Β και ούτως οίον εν συναισθήσει της απολαύσεως γί
deas itiderm harunice arborum cultores velut gue- νεσθαι και ανορθούσθαι πάλιν τους κλάδους , και προς
dam mascularum semina que paenes vocantur , το οικείον σχήμα του φυτού την κόμην αποκαθίστα .
ramis ejus iromittere; sicque ipsam quasi in frui. σθαι. Τα αυτά δε ταύτα και περί των συκών φασιν.
tionis sensu constitutam, iterum ramos erigere, et " Οθεν οι μεν τας αγρίας (63) συκάς παραφυτεύουσα
bujus arboris comam ad propriam formam redire. ταις ημέρους • οι δε τους ολύνθους εκδήσαντες ,
Porro idipsum etiam narrant de lcis. Unde alii των ευκάρπων και ημέρων συκών την ατονίαν
φuidern icos silvestres juxta hortenses conserunt : ιώνται, δέοντα ήδη και σκεδαννύμενον τον καρπών
alii vero grossos capriβci fructuosis ac domesticis τοις ολύνθοις επέχοντες . Τι σου το παρά της φύσεως
Acis alliganles, ipsarum medentur infirmilati, jam- αίνιγμα βούλεται (66); " Οτι χρή πολλάκις ημάς και
que difluenlem ac evanescentem fructum grossis παρά των αλλοτρίων της πίστεως εύτονίαν τινά
caprifci continent. Quid νult sibi illud nature προσλαμβάνειν εις την των αγαθών έργων επίδειξιν.
exemplum! Quod nos vel ab iis qui a de alieni Εάν γάρ ίδης τον εν βίω εθνικώ, ή από τινος αιρέ
sunt, impetum quemdam ac vigorem ad dandum σεως ενδιαστρόφου της Εκκλησίας απεσχισμένο;
bonorum operum εpecirnen saepe accipere debe- βίου σώφρονος και της λοιπής κατά το ήθος ευταξίας
1nus. Εtenim si videris eum, qui aut vitam ethni- ° επιμελούμενον, πλείον σεαυτού το σπουδαίον επίτει
cam agit , aut ob perversanm quandam heresim ab νον, ίνα γένη παραπλήσιος τη καρποφόρω συκή, εκ
Ecclesia albscissus est, probe ac continentis vita, της των αγρίων παρουσίας αθροιζούση την δύναμιν,
ct relique moralis disciplinae studiosum esse ; Luam και την μεν δύσιν επεχούση, επιμελέστερον δε τον
Diagis illende sedulitatem, ut fructiferae fico ex καρπών (67) εκτρεφούση.
caprifcorum præsentia colligenti vires et defluviuin cohibenti, fruclumque diligentius enutrienti, similis
evadas .
8. Tales igitur sunt circa generationis modum 8. Τοιαύται μεν ούν αι περί τον τρόπον της γενέ.
diferentice plantarum, ut pauca admodum de plu- σεως αυτών διαφοραι , ως ελάχιστα ειπείν από πλεί
rimis dicamus. Ipsorum autem frucluum varieta- στων. Αυτών δε των καρπών τίς αν επέλθοι την ποικι
tem, figuras, colores, saporum proprietalero , unius- λίαν, τα σχήματα, τας χρόας, των χυμών την ιδιότη
cujusque utililalem quis recensere possit ? Quomodo τα, το αφ' εκάστου χρήσιμον ; Πώς τινά μέν γυμνά
quidalnudi coquantur a sole , quidam vero puta - πέπτεται το ηλίω (68), τινά δε εν ελύτροις κεκα
minibus contecti , coupleantur; el quarum arbo- λυμμένα πληρούται ; και ών μεν απαλός ο καρπός,
rum tener est fructus, in iis crassum είt folii legu- " παχύ του φύλλου το σκεπαστήριον , ως επί της συχής ,
1nentum, velutin ico : quarum vero fructus sunι ών δε οι καρποί στεγανώτεροι, ελαφρά των φύλλων
Armiores , leve sit foliorunι εulamen , uti in nuce. ή προβολή (69), ως επί της καρύας; " Οτι εκείνα
Nam illis ob debilitalein subsidio Imajore opus erat : μεν διά το ασθενές πλείονος εδείτο της βοηθείας τού
bis vero anictus crassior propter frondium On- τοις δ' αν προσβλαβής εγένετο η παχυτέρα περιβολή
brant nocuisset. Quomodo difissum sit vitis folium, εκ της απ' αυτών σκιάς. Πώς κατέσχισται της αμπέ
υι uva et aeris injuriis resistat, et radium sqlis λου το φύλλον, ίνα και προς τας εκ του αέρος βλάβας
per illius raritatem ubertim suscipiat , Nihil sine και βότρυς αντέχη, και την ακτίνα του ηλίου διά της
(63) Editio Basil. cum octo mss., εν αυτώ τω (68) Colb. secundus γυμνά πε παίνεται τώ ηλίω
είδει. Editio Paris ., εν τω αυτώ είδει. παραδεικνύμενα , ηuda coquuntur, si soli eipoman
(64) Sic miss. Ires. Deest xalin excusis. Tur. Reg. tertius πέπτεται τη θλίω παραδεικνύ
(65) Ιια sex mss. Eliί αγρίους . μενα .
166 ) Ila Reg . octavus cuin Colb . secundo et Com ( 69) Colb. Secundus φύλλων ή περιβολή, folioruna
bet. Abest βούλεται ab editis. amicius. Lectio oplina. Edili cuin aliis niss. $ TEOG
(67) Elili cuin uno aut aliero ms. τους καρπούς. βολή. Reg . tertius αι ελαφραι των φύλλων αι προ
Αι Coubef. cum aliis quatuor us. τον καρπόν. βυλα !.
 13 ROMILIA V IN HEXAEMEROX.
αραιότητος δαψιλώς υποδέχεται ; (Ουδέν αναίτιον: A causa , nihil tenere faciam est : omnia ab ineffails
ουδέν από ταυτομάτου : πάντα έχει τινά σοφίαν quadam sapientia proficiscuntur. Quenar. Oratio
απόρρητον. Τις αν εφίκoιτο λόγος ; Πώς ανθρώπινος possit omnia assequi ? Quonmodo omnia accurate re
νούς πάντα μετ' ακριβείας επέλθοι, ώστε και κατ- censere possit mens humana, adeo ut proprietales
ιδείν τας ιδιότητας, και τας προς έκαστον διαφοράς cognoscat, secernal clare singulorum differentias,
εναργώς διακρίναι, και τας κεκρυμμένας αιτίας ανεν- ei occultas causas certo proferat ? Una aqua per
δεώς παραστήσαι; “Εν ύδωρ, διά της ρίζης έλκόμε- radicean attracta, aliter nutrit ipsain radicein , aliier
νον, άλλως μεν τρέφει την διζαν αυτήν, άλλως δε trunci corticem , aliler lignum , aliter medullam .
τον φλοιόν του στελέχους, και άλλως το ξύλον, και Εadem et folium Λι, et in majores ac in minores
την εντεριώνην ετέρως. Το αυτό και φύλλον γίνεται, ramos discindiιur, K8 et praestal fructibus incre
και εις άκρέμονας και κλάδους κατασχίζεται, και mentum : lacrymae etiam et succus plante ex ea
φυτου και όπως εκ της αυτής αιτίας (70) προέρχεται· ferant, nullus serimo explicare possit. Alia est eniro
οίς πόση προς άλληλά εστιν η διαφορά , ουδείς αν λόγος lentisci lacryma, alius balsami Succus : quedan
εξίχοιτο . "Αλλο γάρ του σχίνου το δάκρυον , και άλλος etiam ferulae in Egypto e in Libya stillant aliud
ο οπός του βαλσάμου και νάρθηκές τινες επί της και succorum genus. Ferunt quoque electruin , succuυ
Αιγύπτου και Λιβύης έτερον όπων γένος αποδα- esse plantarum, in lapidis naturain concretun» .
κρύουσι. Λόγος δέ τις έστι και το ηλεκτρον oπόν είναι Porro opinionis hujus testimonium suιιι festuce in
φυτών είς λίθου φύσιν αποπηγνύμενον . Μαρτυρεί δε όρεο apparentes , ac bestiole tenuissime, gue, pro
τα λόγω τα εμφαινόμενα κάρφη και τα λεπτότατα pieres quod in tenero ac molli succo consederint,
των ζώων, άπερ, απαλού όντος του οπου, εναπο - delinentur inclusae. Ει in sumina , qui non experi
ληφθέντα κατέχεται. Και όλως την κατά τάς ποιότη- niento edoctus est, quantum inter se discrepent
τας των οπών διαφοράν ο μή τη πείρα διδαχθείς ουδ- 8uccorum qualitates , is ad eorum vim et efica
ένα λόγον εύρήσει την ενέργειαν παριστώντα. Πώς ciam explicandarm nullum reperturus est sermo
πάλιν από της αυτής νοτίδος εν μέν τη αμπέλω οίνος Dem. Quomodo iterum ab eodem humore in File
συνίσταται, εν δε τη ελαία το έλαιον ; Και ου τούτο quidem vinum producitur, in olea autem oleum?
μόνον θαυμαστόν, πώς ώδε μεν το υγρόν απεγλυ - Αιφue non id soluτη mirandum est, quonan paclo
κάνθη, εκεί δε λιπαρόν γέγονεν, αλλ' ότι και εν τοις humor hic dulcis, illic pinguis evaserit : sed quod
γλυκέσι καρποίς αμύθητος ή παραλλαγή της ποιότη- etiam in dulcibus fructibus inenarrabilis est qua
τος . "Αλλο γάρ το εν αμπέλω γλυκύ, και άλλο το εν c lilalis commutatio. Alia est enim in vile dulcedo,
μηλέα, και συχω, και φοίνικι. Έτι σε βούλομαι περί alia in malo, in fico, ac in palma. Volo insuper, ut
την εξέτασιν ταύτην φιλοτεχνήσαι, πως το αυτο ύδωρ lac majori studio et arte perscruteris : quomodo
νύν μεν λείον εστι τη αισθήσει, όταν εν τoίσδέ τισι aqui eadem nunc sensoi lenis sit, cumin quibus
τοίς φυτοίς γενόμενον απογλυκανθή • νύν δε πληκτι - dam plantis commorans dulcescit : nunc vero
κόν έστι της γεύσεως, όταν δι' άλλων φυτών ενεχθέν pungal gustum, cum per alias plantas diduela
αποξύνηται. Και πάλιν εις την εσχάτην πικρότητα acesciι. Αc rursus in extremam amaritudinema
μεταβάλλον εκτραχύνει την αίσθησιν, όταν εν αψίνθω versa , sensum exasperat , cum in absinthio aut
ή σκαμμωνία (71) γένηται· και εν μέν ταις βαλάνοις scainmonea insederit. Quinetiam in glandibus, aut
ή το καρπό της κρανείας προς την στυφήν και αυστη- in corni fructu , ad astringentem asperamque qua
ραν ποιότητα μεταβάλλει εν δε ταις τερεβινθους και δilalem transit : in terebintliis vero el nucibus, ia
ταις καρύαις προς απαλήν και ελαιώδη φύσιν μεθ- tenerali et oleosan naturaln transinutatur.
ίσταται.
9. Και τι δεί τα πόρρω λέγειν, όπου γε επί της 9. Ει quid opus est procul dissila proferre, cum
αυτής συχής προς τας εναντιωτάτας μεταβαίνει ποιό- in eadem feu in qualitates laxine contrarias
τητας ; Πικρότατον μεν γάρ έστιν εν τω οπω, γλυκύ- D colonigret? Est enim in succo amarissima : con
τατον δε εν αυτώ (72) των καρπώ. Και επί της αμπέ- tra, dulcissima est in ipso Γruclu. Ει in vite, astria
λου στυπτικώτατον μεν επί των άκρεμόνων, ήδιστον gentissima est in ramis, in uvis vero suavissinia .
δε εν τοις βότρυσιν. Αν δε κατά τας χρόας διαφορα Quot aulem differentia sunt coloruns! Videas enim
πόσαι! "Ιδοις αν εν λειμώνι το αυτο ύδωρ ερυθραι in pralo eamdem aquam in hoc quidem flore rube
ρούν (75), και κυανόν εν τώδε, και εν ετέρω λευκόν • alio albam : atque iterun differentiana Majoreia
και πλείονα πάλιν της εν ταις χρόαις ποικιλίας την exhibet in odoribus, qualu ipsa est colorum va
κατά τις οδμας διαφοράν παρεχόμενον. Αλλά γαρ rielas. Sed enim Orationerm meam cerin0 ου υex

(70) Reg . lertius ex tñs cosaúons aitlas, Ibidem
Reg. ηuintus προσέρχεται.
(71) Colb . secundis H doxou uwvez . quam quo-
que lectionem exhibet quidem Reg. sexliis, sed se
cundis curis . Ejili, Coisl. ulerque , el Regii lertius
el quinlus Oxaf wvia . Scaminonia aulem , seu
scawaonea, berba est regionulli isällsmarinaru :ll,
quæ præsertim in Asia et in agro Colophonio cre
scit , cujus succus valet ad mediciuas. Piura qui
Chipiel, Ruellium legere poterit.
172) lia edilio B .isil, cum codice Combeſ. el cum
aliis sex mss. Editio Paris. év autoü cä .
(73) Codex Combeſ, cum Reg. oclavo topqupozv.
Edili cum Reg . quintu topospóv.
 S. BASILII MAGNI 16
ple!bile ista speculandi desiderium , ultra modum Α όρω μου τον (74) λόγον τη απληστία της θεωρίας εις
excrescere : quarm nisi astrinxero, revocaveroque άμετρίαν εκπίπτοντα, όν εάν μή δήσας πρός ανάγκης
ad creationis legen , dies me deficiet magnam απαγάγω της κτίσεως,επιλείψει με η ημέρα της με
vollis sapientiano ex niinimis rebus exhibentem. γάλην σοφίαν (75) εκ των μικροτάτων υμίν παριστών
Cerminei terra lignum frueliferum, faciens fructum τα. Βλαστησάτω η γη ξύλον κάρπιμον, ποιούν
super terram. Ει subito monium cacumina Co- καρπόν επί της γης. Και ευθύς αι κορυφαί των
nantia comparebant , et solerier concinnabantur δρέων εκόμων • και εφιλοτεχνούντο παράδεισοι, και
borti , et Loviorum ripe infinitis adornabamur ποταμών όχθαι μυρίοις γένεσι φυτών ώραΐζοντο.
plantarum generibus, Αιμιe lie quidem ad exOr- Και τα μεν την ανθρωπίνην τύτρέπιστη κατακoσμή
nandam Ιιοτηinuin inensam ordinabantur : ille vero σαι τράπεζαν» τα δε βοσκήμασι τροφήν παρεσκεύαζεν
ex frondibus fructibusque aliunenlarm pecoribus εκ των φύλλων , εκ των καρπών . "Αλλα τας εκ της
præstabant. Aliæ conferunt nobis medicina subsi
dis, succos, liquores, festucas , cortices, fructurn : ιατρικής
οπούς, ταωφελείας
κάρφη,ημίν
τουςπροεξένει»
φλοιούς, τους χυλούς, τους
τον καρπόν και
el uno verbo, quecunque nobis invenit distina ex- άπαξαπλώς όσα ημίν η χρονια πείρα εξεύρεν,εκ των
perientia , dum 49 ex singulis casilbus id quod κατά μέρος περιπτώσεων συλλεγομένη το χρήσιμον,
utile est colligit; lic omnia perspicax Collitoris B ταύτα ή οξεία του κτίσαντος (76) πρόνοια, εξ αρχής
providentia , ab initio res prospiciens , edidit ac προβλεψαμένη , εις γένεσιν ήγαγε . Συ δε όταν τους
proluxit . Tα vero cum videris hortensia , silvestria , τα ήμερα , τα άγρια, τα φίλύδρα , τα χερσαία , τα
aquatica, terrestria, lorifera auι μου lorentia, in ανθοφορούντα , και τα ανανθή , εν μικρώ τον μέγαν
parvΟ magnum agnoscens, Semper tuain magis ac επιγινώσκων, πρόσθες αεί το θαύματι, και αύξησόν
magis intendas admirationem , 10 velim augeas
ac velim augeas μου την αγάπην του κτίσαντος. Εξέταζε, πως τα μεν
amorem in Creatorein 1100€τη
luum . , Expende, quomodo αειθαλή εποίησε , τα δε γυμνούμενα και των αειθα
alias arbores perpetuo virentes, alias vero nuda- λών τά μέν φυλλοβόλα, τα δε αείφυλλα. Φυλλοβολεί
lioni obnoxias condiderit : et quomodo inter Lor eas5 γαρ και έλαια και, πίτυς, ει και λεληθότως υπαλλάσ
quze semper virescunt, aliæ amillant frondes, aliΜια σει τα φύλλα , ώστε μηδέποτε δοκείν της κόμης απο
semper ipsas servent. Enimvero olea el pinus γυμνούσθαι. "Αείφυλλον δε ο φοίνιξ, τω αυτο φύλλο
eruuntur foliis ; lamelsi sensim occulteque frondes c2
alternant, adeo ut nunquain coma denudari videan°C εκΈπειτα
της πρώτης βλαστήσεως εις τέλος συμπαραμένων.
(77) κακείνο σκόπει, πως η μυρίκη ώσπερ
lur. Palma autem perpeluo folia retinet, ulpule
quæ cum eisdem foliis a prima germinatione ad αμφίβιόν
και κατά
έστι, και τοις φιλύδροις συναριθμούμενον,
τας ερήμους πληθυνόμενον. Διό και ο Ιε .
Gnein usque permaneat. Deinde et illud animado
verie, quomodo myrica est veluti anceps : annu ρίζοντα των ηθώντατωπονηρότερα
ρεμίας δικαίως
τοιούτω
(78) και επαμφοτε
φυτω παρεικάζει.
Deratur nimirum et inter aquatica , el in scliludie
Bibus abundat. Quapropter eliam Jeremias pejores el ambiguos mores huic plantæ merito comparal " .
10. Germinei terra. Hoc perbreve praceplum 10. Βλαστησάτω η γή. Το μικρόν τούτο πρόσ
statim magna natura el artificiosus serimo erat, in- ταγμα ευθύς φύσις μεγάλη και λόγος έντεχνος ήν,
Humeras stirpium proprielales cogitatione nostra θάττον του ημετέρου νοήματος τάς μυρίας των
cilius proferens . Praceptum illud, quod etiam nunc φυoμένων ιδιότητας εκτελών. Εκείνο έτι και νυν
terrae inest , eain φuolannis urget, ut facultalein ενυπάρχον (79) τη γή το πρόσταγμα, επείγει αυτήν
suain oιonem, qua ad herbas, Semina , arboresque καθ' εκάστην έτους περίοδον εξάγειν την δύναμιν
generandas praedita est , exserat. Quemadmodum εαυτής όσην έχει πρός τε βοτανών και σπερμάτων
enium turbines ex primo ictu ipsis incusso, eos qui D και δένδρων γένεσιν. Ως γάρ οι στρόβιλοι εκ της
deinceps sequuntur gyros conficiunt , cum in se- πρώτης αυτοίς ενδοθείσης πληγής τάς έφεξής ποιούν
Ipsis , fixo centro, circumferuntur : sie et nature ται περιστροφάς, όταν πήξαντες το κέντρον εν εαυ
ordo ab hoc primo precepto exOrsus, ad orane τοις περιφέρονται ούτω και η της φύσεως ακολου
versi consummationem pervenerit. Ad quam el μου μένη (80), προς πάντα τον εφεξής διεξέρχεται χρό
omnes referti fructibus, ac bonorum operum pleni νον, μέχρις αν προς την κοινήν συντέλειας του παν
festinemus, ut plantali in dono Domini, ia atriis της καταντήση. Εφ' ήν και ημείς πάντες έγκαρποι
Dei nostri 77 eflorescamus, in Christo Jesu Doimino και πλήρεις έργων αγαθών επειγώμεθα, ίνα, φυτευ
16 Jer. ΣΥα, 6. 17 Psal . Xcι, 14.
( 74 ) Reg. primus opco you tóv, Edili cum multis generatione ad finem usque permanentes serval.
mss. ορώ μοι τόν. (78 ) Colb). secundus the counpótata. Ibidem Reg.
(75) Colb. secundus cum Reg. sexto copiav toū secundus και αμφοτερίζοντα.
xtloavtos. Sed illud , toũ xtLoavtos, desideralur in (79) Ila Duc. uterque el alii quinque mss. Edili
aditis et in aliis mss. υπάρχον.
(76) Reg. quintus του κτίσοντος . ( 80 ) Reg. sextus την απαρχήν δεξαμένη. Ιbidem
( 77 ) Reg. sextuς ο φοίνιξ το αυτό φύλλον εκ της mss. quatuor διεξέρχεται. Editi cum duobus aut
πρώτης βλαστήσεως εις τέλος συμπαραμένον έχων. ιrilbus niss . διέρχεται,
" E TELTS , etc. Palma quæ eusdeni frondes a prima
17 KOMILIA VI IN HEXAEMERON. 128
θέντες εν τω οίκω Κυρίου , εν ταις αυλαίς του Θεού και μοstro, cui gloria et imperium in secula Executo
ημών εξανθήσωμεν εν Χριστώ Ιησού τω Κυρίω rum. Anen.
ημών, ώ ή δόξα και το κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
ΟΜΙΛΙΑ ς'. ITOMILIA VI.
Περί γενέσεως φωστήρων ( 81 ). De generalione luminarium .
1. Τον αθλητών θεατήν μετέχειν τινός προσήκε 1 . Spectatoren allhletarum oportet et ipsum con:
και αυτόν εύτονίας . Και τούτο εκ των πανηγυρικών Ιentionis participem esse. Idque ex panegyricis le
το στάδιον ( 82 ) γυμνή καθήσθαι τη κεφαλή διαγο- ει:s, nudo capite selere julient : u quisque, les qui
ρεύουσιν· έμοι δοκείν (83), ίνα μη θεατής μόνον dem sententia , non sit solum decertantium specla
αγωνιστών, αλλά και αγωνιστής έκαστος αυτός εν τor, sed etiam aliqua ex parte athleta exsistat. Sic
τω μέρει τυγχάνη. Ούτω τοίνυν και τον των μεγά- sine etiam mignorum atque admirabilium specta
λων και υπερφυών θεαμάτων εξεταστήν, και τον της , culorum inquisitorein , illiusque vere sun me ae
άκρας όντως και απορρήτου σοφίας ακροατήν προσ- " ineffabilis sapientiae audiorem, dann accedit, par
ήκεν οίκοθεν έχειν ήκοντά τινας αφορμές προς την Γuerit quelino al res proposilas contemplandas in
θεωρίαν των προκειμένων, και κοινωνείν εμοί της citainenta ex se habere , ac nmecum pro viribus esse
αγωνίας εις δύναμιν, ουχί κριτήν μάλλον και συναγω- certaininis consortem, nec magis judicein astare,
νιστήν παρεστώτα μήποτε άρα διαλάθη ήμάς της quarm concertantem; ne forte praetereal nos veritatis
αληθείας ή εύρεσις, και το εμόν σφάλμα κοινή ζη inventio, ac meus error commune audientium dam
μία των ακουόντων γένηται. Προς ούν τι ταύτα λέ- num Cial, Omorsum 50 lic tandem? Quia cuin in
γω ; " Οτι,επειδή πρόκειται ημίν εις τήν του κόσμου quirenzla nobis proρonalur mundi constitutio, uni
σύστασιν εξέτασης και θεωρία του παντός, ουκ εκ Versique contemplalio, quae ex inundi sapientia ne
της του κόσμου σοφίας τας αρχάς έχουσα, αλλ ' εξ ών quaquam principίum ducit, sed ex iis quae suum
τον εαυτού θεράποντα ο Θεός εξεπαίδευσεν, εν είδει servino Deus docuit, illi in specie, non per enigma
λαλήσας προς αυτόν , και ου δι' αινιγμάτων, ανάγκη 15 locutus : necesse est omnino, ingenium specta:
αγύμναστον έχειν τον νούν προς την των προκειμέ- aram nobis rerum perceptionerm inexercitatun .
νων ημίν κατανόησιν. Ει ποτε ούν, εν αιθρία νυκτε - ς 11:nque si unquam in nocturna serenitale, inenarra
νίσας , έννοιαν έλαβες του τεχνίτου των όλων, τις o spiciens, de universorun opifice cogilasti, quisnam
τοις άνθεσι τούτοις διαποικίλας τον ουρανόν, και όπως is sit, φui his floribus celun: distinxit, et quomodo
εν τοις δρωμένους πλέον του τερπνού το αναγκαίον in rebus visibilibus major sit utilitas, quain volu
εστι πάλιν εν ημέρα εί νήφονται το λογισμό μιαςκαι τursus si interdiu Jiei miracula didicisti, per
κατέμαθες τα της ημέρας θαύματα, και διά των diligentem meditatiouein, invisibilemque per visibi
δρωμένων ανελογίσω τον ουχ ορώμενον, έμπαρά- Tia estimasti, paratus accedis auditor , ac dignus qui
σκευος ήχεις ακροατής και πρέπων τα πληρώματι venerandum illud 20 Dealum theatrum conpleas.
του σεμνού τούτου και μακαρίου θεάτρου. Δεύρο δή Age igitur, quemadmolain qui urbium insuelos ,
ούν, ώσπερ οι τους αήθεις των πόλεων της χειρός manu appreliensa , circunducunt : ita et ipse ad
λαβόμενοι περιηγούνται, ούτω δή και αυτός επί τα occulta magnie islius civitalis miracula vos tan
κεκρυμμένα θαύματα υμάς της μεγάλης ταύτης quam peregrinos conducan. In civitate illa, in qua
πόλεως ξεναγήσω. Εν τη πόλει ταύτη,έν ή η αρχαία est vetus patria nostra, ex qua expulit nos demon
πατρίς ημών (83), ής μετανέστησεν ημάς ο άνθρω- hormicida ille, qui suis illecebris hominem redegio
ποκτόνος δαίμων, τους εαυτού δελεάσμασιν ανδραπο- D in servillem : inluebere hic primam hominis ge
δίσας τον άνθρωπον· ενταύθα κατόψει την πρώτην nerationem, et illam que nos statim appreliendit
του ανθρώπου γένεσιν, και τον ευθύς ημάς επικατα- moriein : quanι peperit peccatum, primogenitus ille
λαβόντα (86) θάνατον · δν εγέννησεν η αμαρτία, το demonis malorum auctoris partus . Quin et le ipsum
πρωτότοκον έκγονος του αρχεκάκου δαίμονος . Και nosces ul natura terreum, ita manuum divinarum
γνωρίσεις σαυτόν γήινον μεν τη φύσει , έργον δε opus : viribus quidem Ionge brutis animalibus in
θείων χειρών• δυνάμει μεν και παραπολύ των αλόγων parem, irrationalium vero et inanimatorum princi
λειπόμενον, άρχοντα δε χειροτονητών των αλόγων pein constitulum : inferiorem quidem naturali appa
και των αψύχων· ταις μεν εκ της φύσεως παρα- ratu, eum vero, qui rationis praestantia possis ad
(81) Illa , Και είπεν ο Θεός• Γενεθήτωσαν φωστη - νιστών έκαστος.
ρες εν τω στερεώματι του ουρανού , reperiuntur initio (84) Nonnulli τηss. των αστέρων.
orationis in uno aut altero codice : seil desunt in ( 83) Codex Boll. η αρχαία πατρίς, ατρίς ημών,
antiquioribus, puta in utroque Coisl. Nos oinisi- vetus illa palria, patria nostra.
mus . (86 ) lia Combeſ. cum aliis qualuor mss Editio
(82) Εις το στάδιον , etc. Lege Duceum. Paris. καταλαβόντα .
(83) Reg. Sextus εμοι δοκεί . Μox unus ms. αγω
 113 S . BASILII MAGNI 120
Ipsum celum evchi. Istlisec si fuerimus edocli , A σκευαίς ελαττούμενον, τη δε του λόγου περιουσία
Iosietipsos cognoscemus, sumus Deum cognitari, προς ουρανόν αυτόν υπεραρθήναι δυνάμενον. Εάν
adorabianus Conditorem , Domino servierous, glori- ταύτα μάθωμεν, εαυτούς επιγνωσόμεθα , θεον γνω
ficibimus Patrein, nostruin amalimus nutritoreia, ρίσομεν, τον κτίσαντα προσκυνήσομεν , το Δεστόση
reverebimur benefacientein, nostrae vite presenlis δουλεύσομεν , τον Πατέρα δοξάσομεν , τον τροφία
el future auctorem colere non desineimus : qui sci- ημών αγαπήσομεν, τον ευεργέτην αιδεσθησόμεθα,
licet per eas quas jam largitus est divities, etiam τον αρχηγών της ζωής ημών της παρούσης και της
Douis promissis idein facial , ac ea que exspect: - μελλούσης προσκυνούντες ούκ απολήξομεν, τον δι '
tur, praesentium) experioiello nobis confirinet. Ει- ού παρέσχετο ήδη πλούτου (87) και τα έν επαγγε
enium si temporaria Lalia sunt, qualia erunt alerns ? λίαις πιστούμενον , και τη πείρα των παρόντων
Itein si visibilia aleo pulclira sunt, qualia ceusenda βεβαιούντα ημίν τα προσδοκώμενα . Ει γάρ τα προ
sunt invisibilia ! Si celi magnitudo exsuperar hu- καιρα τοιαύτα , ποταπά τα αιώνια ; Και ει τα ορώ
mane intelligentio inensuraii, quisnan intellectus μενα ούτω καλά, ποταπά τα αόρατα ; Ει ουρανού
valeat seampilernorum natural perscrutari ? Si sol μέγεθος μετρον ανθρωπίνης διανοίας έκβαίνει , των
ille corruptioni obnoxius, adeo pulclier est et adeo αϊδίων τήν φύσιν τις άρα νούς εξιχνιάσαι δυνήσεται;
Diagnus, cuo velox ad nnolunm , tum ordinatos cir- Β Ει ο τη φθορά υποκείμενος ήλιος ( 88) ούτω καλός,
cuitus explens, magnitudinem quidem ad universuan ούτω μέγας , οξύς μεν κινηθήναι, ευτάκτους δέ τις
ita accommodalam naclus, οι eara , quam cum uni- περιόδους αποδιδούς , συμμετρον μεν έχων το μέγεθος
verso habet, proportionem non excedat , sua vero τω παντί, ώστε μη έκβαίνειν την προς το όλον ανα
pulchritudine tanquam nature oculus quidam pel- λογίαν · τω δε κάλλει της φύσεως οίόν τις οφθαλμός
Tucidus res creatis condecorians : lιujus si insatia- διαυγής έμπρέπων τη κτίσει · ει ακόρεστος τούτου και
bilis est aspectus, quali pulcliritudine sol justitise θέα , ποτατος τώ κάλλει και της δικαιοσύνης ήλιος ; Εί
preditus est ? Si launc solerm son conspicere, cacO τυφλώ ζημία τούτον μή βλέπειν , ποταπή ζημία το
deirinellum est : quale est peccatori dispendium αμαρτωλώ του αληθινού φωτός στερηθήναι ;
luce vera carere !
2. Ει digit Deus : Fiant luminιτία in frmanmento 2. Και είπεν ο Θεός : Γενηθήτωσαν φωστήρες
cali ad illuminationemsuper terram : κι 51 discer . εν τω στερεώματι του ουρανού εις φαυσιν επι
nant inler diem et nocleni 18. Celum et terra prie- της γης » ώστε διαχωρίζειν (89) ανά μέσον της
cesserant : post liaec fuerat lux creata : dies el nox ημέρας και ανά μέσον της νυκτός . Ουρανός προει
discrete fuerant : ilein factum eral Grimanientum, ο λήφει και γή : το φώς επί τούτοις δεδημιούργητο
el arida fuerat detecla. Collecla erat aqua in sla- ημέρα και νύξ διεκέκριτο · πάλιν στερέωμα , και
bilean ac definitain congregationem. Terra propriis ξηράς φανέρωσις. Το ύδωρ συνήθροιστο εις συν
gerininibus eralreferta : quandoquidem et innumera εστηκυίαν και αφωρισμένην συναγωγήν. Η γη πε
protulerat herbardin genera , et o ninolis planla » πλήρωτο τους οικείους γεννήμασι , τά τε μυρία γένη
runo speciebus erυuerabat. Necdumtamen erat sol, των βοτανών εκβλαστήσασα , και παντοδαπούς είδεσι
neque luna : ne solem Iucis auctorem ac patrem φυτών ευθηνουμένη . "Ήλιος δε ούπω ήν και σελήνη,
appellareal, neve qui Deumignorant, ii arbitraren- ένα μήτε φωτός αρχηγός και πατέρα τονήλιον ονομά
tur ipsum rerum e terra nascetulium opificem esse. σωσι, μήτε των εκ της γης φυoμένων δημιουργών οι
Quapropter quarta jam dies accesserat, el tunc Deus τον Θεόν αγνοήσαντες (90) ηγήσωνται. Διά τούτο
dixit : Fiant luminaria in frniamento celi. CumIo. τετάρτη ημέρα και τότε είπεν ο Θεός • Γενηθήτω
quentenι non ignores, illico mente audieilleur coιι- σαν φωστήρες εν τω στερεώματι του ουρανού .
junge. Dixit Deus, Fiant luminaria..... et fecit "Οταν τον είπόντα διδαχθής ,ευθύς τη έννοια συναπτε
Deus duo luminaria ». Quis dixit, et quis fecit ? τον ακούσαντα. Είπεν ο Θεός : Γενηθήτωσα φω
Νonnein his duplicem personan percipis ? Ubique στηρες , και εποίησεν ο Θεόςτους δύο φωστήρας.
historia inspersum est mystico inolo theologiae D Τις είπε, και τις εποίησεν; Ουκ εννοείς εν τούτοις το
logino. Additur etiam generaidorum Iuminariuαι (91) διπλούν των προσώπων ; Πανταχού τη ιστορία
ταm 84 . Si Iucis generalio precesserat, quomolo Και η χρεία πρόσκειται της των φωστήρων γενέσεως
μυυc sol iteruio dicitur ad illuminationem editus ? Εις φαύσιν , φησίν , επί της γης. Εί προειλήφει
Primum quide:η singularis isilhec Ioquendi ratio του φωτός ή γένεσις , πώς νύν ο ήλιος πάλιν εις
Bullum tibi risuan πιoveat : siquidem vestrun istum φαύσιν λέγεται γεγονέναι ; Πρώτον μεν ούν της λέ.
verborum delectum non seguimur, neque concinne ξεως (92) το ιδιότροπον μηδένα σου κινείτω γέλωτα ,
18 Gen. 1, 14. • ibid. 18. • ibid.
(87) Reg . primus, sexlus el octavus cum aliis ( 90) Ιta quinque mss. Editi vero αγνοούντες .
trilius mss . πλούτου υπαρξιν. Vocenι ύπαρξιν neque (91) Reg. Sexιυς εν τούτω το. Aliquanto post Colb,
editi agnoscunt, neque alii tres mss. secondus χρεία πρόκειται.
(88) Reg . Sextus υποκείμενος ούτος ο ήλιος secun (92) Regii tertius et octavης λέξεως ημών. Desi
(89) Ila Regii primus ei oclavus, el Colb . - deratur nuwv et in editis et in aliis niss. Moi eiliui
dus. Deest üste in edilis et in aliquibus inss. LXX tap' duwv. At mss. quiuque ut in lexlu . Coules
vero et Coisl. primus του διαχωρίζειν. Coiber. cum allero nis. Tap tuis, non ita recle .
191 HOMILIA VI IN HEXAEMERON 199
είπερ μη επόμεθα ταίς παρ' υμίν εκλογαίς των ρη- A eorum constructioni studemus. Αpud nos enim non
μάτων, μηδέ τό της θέσεως αυτών εύρυθμον επιτη- sunt qui verlba tornando esspoliant, neque curse
δεύομεν. Ου γαρ τορευται λέξεων παρ' ημίν » ουδε το sunt sonora voces , sed ubique nominum claritatem
εύηχον των φωνών , αλλά το εύσημον των ονομά- anteponimus. Vide igitur, num satis quod volebat,
των 93) πανταχού προτιμότερον . Σκόπει τοίνυν ει μή per hanc vocem illuminationem expresserίι : quippe
διά της φαύσεως αρκούντως ένέφηνες δεβούλετο : pro splendore illuminationem dixit. Ηoc autem cum
αντί γάρ του φωτισμού την φαύσιν είρηκεν."Έστι δε iis que de lace dicta sunt, nihil pugnal. Tunc enim
ουδέν μαχόμενον τούτο τους περί του φωτός ειρημέ- producta estipsalucis natura : nunc autein est 80
νοις. Τότε μεν γαρ αυτή του φωτός ή φύσις παρήχθη: lare illud corpus conditum, vehiculum ut sit pri
νύν δε το ηλιακόν τούτο σώμα όχημα είναι το πρω- mogenile illi Iuci. Quemadmodum enim aliud est
τογόνω εκείνω φωτί παρεσκεύασται. Ως γάρ άλλο ignis, aliud Iucerna : illi quidem vis juest illumi
το πυρ, και άλλο ο λύχνος · το μεν τήν του φωτίζειν nandi, haec vero ad lumen egentibus praebendum
δύναμιν έχον, το δε παραφαίνειν τοις δεομένοις fabricata est : Sic etiam luci illi parissime since
πεποιημένον · ούτω και το καθαρωτάτω εκείνη και reque et malerio experti ceu vehiculum illalumi
ειλικρινεί και αυλα φωτί όχημα νύν οι φωστήρες naria nunc preparata sunt. Sicut enim Apostolas
κατεσκευάσθησαν. Ως γάρ ο Απόστολος λέγει τινάς Β quosdam ait esse Iuminaria in mundo 1 ; sed est
φωστήρας εν κόσμω, άλλο δε εστι φως του κόσμου το tamen alia Ius mundi vera ; cujus participatione,
αληθινόν , ού κατά μέθεξιν οι άγιοι φωστήρες εγί- Sancti facii sunt animarum quas erudiebant lumi
νοντο των ψυχών, ας επαίδευον, του σκότους αυτάς naria , dum eas ignorantie lenebris eximerent : ita
της άγνοίας δυόμενοι ούτω και νυν τον ήλιον του- etiam nunc solein bunc, post splendidissimam illain
τον τώ φανοτάτω εκείνη επισκευάσας φωτί και των lucem conditum, in mundo exsuscitavit conditor
όλων δημιουργός περί τον κόσμον ανήψεν. univerrurum .
5 . Και μηδενι άπιστον είναι δοκείτω το ειρημένον, 5. Nec cuiquam incredibile videatur quod dictum
ότι άλλο μέν τι του φωτός και λαμπρότης, άλλο δε τι est, Iucis scilicet splendorem aliud quiddam esse :
το υποκείμενον τώ φωτί σώμα. Πρώτον μεν ούν (94) aliquid vero aliud, ipsum corpus Iuci subjectum.
εκ του τα σύνθετα πάντα ούτω παρ' ημών διαι Priinum quidem ex eo quod composila omnia sic a
ρείσθαι, είς τε την δεκτικήν ουσίαν και εις την επι- nobis dividantur, et in recipienlein substantiam,
συμβασαν αυτή ποιότητα. Ως ούν έτερον μέν τι τη el in qualitaterm ipsi advenienlern. Quemadmodum
φύσει ή λευκότης, έτερον δε τι το λελευκασμένον igitur aliud natura est albor, aliud corpus dealba
σώμα, ούτω και τα νύν ειρημένα, διάφορα όντα της tum : sic etiam que modo retulimus, licet natura
φύσει (95), ηνωται τη δυνάμει του κτίσαντος. Και diversa, tamen Creatoris potentia fuere conjuncle .
μη μου λέγε αδύνατα είναι ταύτα απ' αλλήλων διαι- Nec mihi dixeris feri non posse, ut Insec a se invi
είσθαι. Ουδε γαρ εγώ την διαίρεσιν του φωτός από cem separentur. Neque enim aio lucis a solari cor .
του ηλιακού σώματος εμοί και σοι δυνατήν είναι φημι, pore separationem mihi el tibi esse possibilem :
αλλ ' ότι & ημίν τη επινοία έστι χωριστά, ταύτα δύ- sed que nostra cogitatione dividi possunt, ea dico
ναται και αυτή τη ενεργεία παρά του ποιητού της a 59 naturae conditore etiam reipsa sejungi posse.
φύσεως αυτών διαστήναι. Έπει και σοι την καυστι- Nam et la vim ignis adurentem a splendore sepa
κήν δύναμιν του πυρός από της λαμπρότητος χω- rare nequaquam potes : Deus vero, qui famulum
ρίσαι αμήχανον· ο δε Θεός, παραδόξο θεάματι τον suum slupendo miraculo allrahere volebal, ignem
εαυτού θεράποντα επιστρέψαι βουλόμενος, πύρ επ in rubo imposuit, qui ellicaciam a solo splen
έθηκε τη βάτω από μόνης της λαμπρότητος ενερ- dore mutuabatur, vim autem trendi habebat
γούν, την δε του καίειν δύναμιν σχολάζουσαν έχον . otiosam. Velut etiam Psalies leslator, dicens :
“Ως και ο Ψαλμωδός (96) μαρτυρεί λέγων· Φωνή Vog Domini intercidentis Mammam ignis 18 . Unde
Κυρίου διακόπτοντος φλόγα πυρός. " Οθεν και etiam cum rerum in vita gestarum merces relri
εν ταις των βεβιωμένων ημίν ανταποδόσεσι λό- D buelur , arcanus quidam sermo nos docet na
γος τις ημάς εν απορρήτη παιδεύει, διαιρεθήσεσθαι turam ignis divisum iri , et lucem quidem in
τοίς δικαίοις, το δε της καύσεως οδυνηρόν τοις χο- niendis destinandam esse . Deinde vero etiam ex
λαζομένους αποταχθήσεσθαι. "Έπειτα μέντοι και εκ Iune vicissitudinibus dem quaesilis aferre pot
των περί σελήνην παθών δυνατον ημάς την πίστιν sumus. Enimvero dum desinis , et decrescit, Μου
των ζητουμένων ευρασθαι. Λήγουσα γάρ , και μειου- ιοιο sui ipsius corpore consumitur , sed circum
μένη, ουχί τω παντί εαυτής σώματι δαπανάται , positam lucem deponens, et iterum assunens, de

41 Philipp. 11, 15. * Psal. XXIII, 7

(93) Reg . quintus τo εύσημον των νοημάτων. τη φύσει, desiderator in elitis . Ιbidem idem codex
(94) Sic quinque mss. Deest oύν id editis. Statim Combef. et alii duo ήνωνται.
Colh. secundus παρ' ημίν. (96) Νonnulli mss. ο ψαλμός. Μου υηυς ms . δια
(95) Ila codex Combef. cum ex aliis mss. Illud, κοπόντος.
 S. BASILII MAGNI 12
crementi specierm et incrementi nobis exhibet. Quod Α αλλά το περικείμενον φώς αποτιθεμένη και προσλαμ
que cernimus, evidenler probant. Νam in 3ere paro φαντασίας παρέχεται. Του δε μή αυτό το σώμα αυτής
ληγούσης άπαναλίσκεσθαι εναργές μαρτύριον τα όριών
iguram habet luna, licet tibi observare ac videre , μενα. "Έξεστι γάρ σου και εν καθαρώ τα αέρι και
parlem ipsius obscuram ac luce destitutan, a tapla πάσης αχλύος απηλλαγμένω, όταν μάλιστα μηνοειδής
curvatura circumscribi, guanta in pleniluuiis totam τυγχάνη κατά το σχήμα επιτηρήσαντ: (97), κατιδειν
ipsam explct. Quamobrem circulus absolutus clare το αλαμπές αυτής και αφώτιστον υπό τηλικαύτης
Conspicitur, si modo visus opacon el caliginosum αψίδος περιγραφόμενον, ήλίκη (98) εν ταις πανσε
sinum ad parlem illuminatam referat. Νec dicas , λήνoις την πάσαν αυτην εκπληροί. " Ωστε τηλαυγώς
queso, lucem Iung adventitiam esse, eo quod in-
iterum at-
απηρτισμένον καθοράσθαι τον κύκλον τα περιλαμπο
μένω μέρει τον σκιερόν και αερώδη κόλπον συνανα
minuitur , dum ad solein accedit, vero
gelur, duin discedit. Νeque enim illud nobis in φερούσης της όψεως. Και μη μου λέγε επείσακτον
presenti investiganum proponitur , sed quod aliud είναι της σελήνης το φώς, διότι μειούται μεν προς
est corpus ipsius, aliud vis illuminals, Sane tale ήλιον φερομένη αύξεται δε πάλιν αφισταμένη. Ουδε
quidpian mihi cogita et de sole : prieterquain quod B γάρ εκείνο ημίν εξετάζειν εν τις παρόντι πρόκειται,
hic lucein , quam semel accepit ac sibi allenpera- αλλ' ότι έτερον μεν αυτης το σώμα, έτερον δε το φω
lani habuit, minime deponit : illa vero, dum assi - τίζον. Τοιούτον δή τι μου νόει και επί του ηλίου:
dae velit eruit et rursus induit lucem, per seipsam πλήν ότι ο μεν, λαβών άπαξ και εγκεκραμένον εαυ
ea etiam, que de sole dicta sunt, confirmat. Ηaec τω (99) το φώς έχων, ουκ αποτίθεται η δε , συνεχώς
Iaminaria jussa sunt quoque diem ac noclem inter οίον αποδυομένη και πάλιν επαμφιαζομένη το φως ,
8e separare. Elenium superius a telieliris lucem di- δι' εαυτής και τα περί του ηλίου ειρημένα πιστούται.
visit Deus; tuncque naturam ipsorumin contrarium Ούτοι και διαχωρίζεινετάχθησαν ανά μέσον της ημέ
partilus est : Οι inter ipsa intercedal admistio nulla , ρας και ανά μέσον της νυκτός. 'Ανω μέν γάρ διεχώ
et luci cum tenebris nulla sit societas. Quoll enim ρισεν ο Θεός ανά μέσον του φωτός και ανά μέσον του
est in die un:bra, idipsum esse noctu tenebrarum σκότους τότε δε την (4 ) φύσιν αυτών προς το έναν
naturam putandum est. Νam si omnis umbra , splen- τίoν απέστησεν· ώστε αμίκτως έχειν προς άλληλα,
dore aliquo illacescente, in partem luci adversion και φωτί πρός σκότος μηδεμίαν είναι κοινότητα . Ο
a corporibus excidit, et inane quidem ad occasun γάρ εν ημέρα εστιν ή σκιά , τούτο οίεσθαι χρή εν
prolenditur, vespere vero ad orienlein versus ver : , νυκτί του σκότους είναι την φύσιν. Ει γάρ πάσα
giι, διque in nieridie seplentrionalis : etiam σκιά (2 ), αυγής τινος διαφαινούσης , αντικειμένως τη
in parles radiis opposilas seceilii, cum secundum φωτί από των σωμάτων εκπίπτει · και έωθεν μεν
naturam nihil aliud sit quarm terre umbra. Quern - προς δυσμάς τέταται, εσπέρας δε προς ανατολήν
admodum enim umbra illeo in die subsistit, quod αποκλίνει, εν δε τη μεσημβρία αρκτώα γίνεται και η
aliquid luceum olstruit : ita naturaliter nox nasci- νυξ επί το εναντίον ταίς ακτίσιν υποχωρεί, ουδέν
Tur, cuni aer terre circumfusisou bralur. Ιιιιe έτερον ούσα κατά την φύσιν ή σκίασμα γης. Ως γάρ
idipsum est quod dictum fuit : Deus divisit lucenυ εν ημέρα η σκιά τω αντιφράσσοντι την αυγήν παρ
a tenebris 18 : quandoquidem lucis accessum decli- υφίσταται, ούτως ή νύξ σκιαζομένου του περί γην
nanttenebre, cum alienatio naturalis in prima pro- αέρος συνίστασθαι πέφυκε. Τούτο τοίνυν εστί το εί
creatione inter se instituta sit . Nunc autem diei ρημένον, ότι Διεχώρισεν ο Θεός ανά μέσον του
meliendo solem praefecit : lunam vero , cun: in pro- φωτός και ανά μέσον του σκότους» επειδή το σκό
prio circulo onmnibus suis nunieris absoluta est , τος υποφεύγει του φωτός τάς επιδρομάς , εν τη πρώ
noclis moderatricem 53 statuit. Tunc eniin fere τη δημιουργία φυσικής αυτοίς της αλλοτριώσεως κα
es dianmetro inter se opposita sunt luminaria . Nann τασκευασθείσης ( 3) προς άλληλα. Νύν δε ήλιον επ
Tupa in pleniluuiis, exoriente sole, e conspeclu eva- ρ έταξε τοίς μέτρους της ημέρας και σελήνην, όταν
nescit : contra, occidente sole, hac ipsa sepenu- ποτέ προς τον ίδιον κύκλον απαρτισθή, αρχηγών
mero ab oriente emergit. Quod si caleris in formis εποίησε της νυκτός. Σχεδόν γαρ τότε κατά διάμετροι
lunare luinen una cum nocte non es equo perfici- οι φωστήρες αλλήλοις αντικαθίστανται. 'Ανατέλλον
tur, nihil ad institutum scrionem refert. Verum-. τος μεν γάρ του ηλίου, εν ταις πανσελήνους καταφέ
lainen cum suum statum perfectissimum aliigit , ut ρεται προς το αφανές η σελήνη» δυομένου δε πάλιν
noctis obtinet principalum, proprio lumine ac splen- του ηλίου, αύτη πολλάκις εξ ανατολών αντανίσχει (;).
* Gen.1, 4.
(97 ) Ita editio Basil. cum Cornhef. el cum aliis sex octavo tóte ož chv. Aliquanto post Reg . quintus
mss. Αι editio Paris. κατά το σχήμα η σελήνη. είναι κοινωνίαν.
(98) Editio Basil, cum sex nostris mss. tàixov. (2 ) lia quatuor mss. Editio Paris. Hyåp ox:
Edició Paris . Hàixt). Ibidem Colb . secundus Trãoay Toasa . Deesi oxiá in editione Basil.
αυγήν εκπληροί. (5) Coll . secundus αλλοτριώσεως παρασκευη
(99) Colo. secundus εγκεκραμένον εν εαυτώ. σθείσης.
(4) Quinque niss. τότε μεν τήν. Εliti cui Reg. (4) Reg. primυς ανίσχει.
123 HOMILTA VI IN HEXAEMERON . 126
Ει δε κατά τα άλλα σχήματα ου συναπαρτίζεται τη A dore astra superans, et tellurem illustrans : ita
νυχτι το σεληναίον φώς, ουδέν προς τον προκείμενον temporis spatia cum sole ex equo partitur.
λόγον. Πλήν ότι, όταν έαυτής τελειοτάτη τυγχανη, κατάρχει μεν της νυκτός των ιδίω φωτί τα άστρα
υπεραυγάζουσα και την γήν περιλάμπουσα (5), εξίσου δε προς τον ήλιον του χρόνου διαιρείται τα μέτρα.
4. Και έστωσαν εις σημεία , και εις καιρούς, και 4. Ει sintin signa, et in tempora , et in dies, et in
εις ημέρας, και εις ενιαυτούς. Αναγκαίαι προς τον αnnos. Necessaria sunt ad humanam vitam note
ανθρώπινον βίον αι από των φωστήρων σημειώσεις. luminariuum atque significationes. Elenim si quis
Εάν γάρ μή (6) τις πέρα του μέτρου τα απ' αυ - signa eorum non ultra molum exploral, utiles ips ).
των (7) σημεία περιεργάζηται, χρησίμους αυτών τας rum observationes ex longa experientia comperier.
εκ της μακράς εμπειρίας παρατηρήσεις ευρήσει. Μulta namque de plusiis, multa de siccitale, leque
Πολλά μέν γάρ περί επομβρίας έστι μαθείν, πολλά ventorum molu, tum particularium, tum universa
δε περί αυχμών και πνευμάτων κινήσεως, ή μερικών Tum, violentorum aut remissorum liscere licet .
και καθόλου , βιαίων ή ανειμένων. "Εν γάρ τι των από Profecto unum aliquod solis signum etiam Dominus
του ηλίου παραδεικνυμένων και ο Κύριος ημίν πα- nobis exposuit, cum ait : Tempestas ειil : triste est
ραδέδωκεν (8) ειπών, ότι Χειμών έσται στυγνάζει Β enim rubens cαlum 84. Cum enim per nebulam ft
γέρ πυρράζων ο ουρανός. Επειδάν γάρ δι' αχλύος solis ascensus , obscurantur quidem ralii ; sed sol
ή αναφορά γένηται του ηλίου, αμαυρούνται μεν αι carbonum in moreum rutilans el colore sulacruenius
ακτίνες, ανθρακώδης δε και ύφαιμος τήν χρόαν ορά- conspicitur, hanc oculis speciem oljiciente aeris
ται, της παχύτητος του αέρος ταύτην εμπoιoύσης την crassiludine. Constal autem aerent illunι condensa .
φαντασίαν ταίς όψεσι. Μή διαχυθείς δε υπό της ιum ac compactum, cum a radio non difunditur, ob
ακτίνος ο πεπυκνωμένος τέως και συνεστώς αήρ δηλός vaporum e terra exsurgentium duxionem contineri
εστι δια την επιρροιαν των εκ της γης ατμών κρα- non posse : sed in his regionibus circa quas cogitur,
τηθήναι μή δυνηθείς , αλλά το πλεονασμό του υγρού 1empestaten ol humoris copiano excitaturum. Si .
χειμώνα επάξων τοίς χωρίοις περί & συναθροίζεται. ιniliter etiain cum undelibel restagnal luna , el area,
Ομοίως δε και επειδάν η σελήνη περιλιμνάζηται· και quas vocant, solein circumscribunt, lunc aut aqua
τωηλίω δε όταν αι λεγόμεναι άλωες (9) περιγραφώ- aerese albundantiam, aut vehementium ventorum
σιν, ή ύδατος αερίου πλήθος, ή πνευμάτων βιαίων(10) motum significant : quineliani ii quos adversos S0
κίνησιν υποφαίνουσιν· ή και, ους ονομάζουσιν ανθ- les appellant, quando una cum solis conversione cir
ηλίους,όταν συμπεριτρέχωσι τη του ηλίου φορά, συμ- cuncursant, aeriorum quorundain casuum fiunt
πτωμάτων τινών αερίων σημεία γίνεται. " Ωσπερ ούν presagin. Ita et virge illie que iridis imitantur co
και αι ράβδοι, αι κατά την χρόαν της έριδος εις ορθόν C lorem, ac recte in nubibus apparent , pluvias aut
τους νεφεσιν εμφαινόμεναι, όμβρους ή χειμώνας εξ- ingentes procellas, aut denique maximaim aeris
αισίους, η όλως την επι πλείστον μεταβολής του αέρος inimulationem portendunt. Mulla quoque indicia
ενδείκνυνται. Πολλά δε και περι σελήνην αυξομέ- circa crescentem vel decrescent enlunarm observa
νην (11) ή λήγουσαν οι τούτοις έσχολακότες τετηρή- verunt, qui rebus istis operam impendere ; quast
κασι σημειώδη, ως του περί γήν αέρος αναγκαίως aer terre circumfusus, siimul cum ipsius figuris ne
τοίς σχήμασιν αυτής συμμεταβαλλομένου. Λεπτή μέν Cess: rio permutetur. Cum enim circa tertium diem
γάρ ούσα περί τρίτης ημέρας και καθαρά, σταθεράν tenuis est et pura , firmam constantemque sereni.
ευδίαν κατεπαγγέλλεται: παχεία δε ταις κεραίαις και talem pronuntial : sin autem cornibus crassa , et
υπέρυθρος φαινομένη, ή (12) ύδωρ λάβρον από νεφών, subrubicunda cernitur , aut copiosoni aquain e nu
ή νότου βιαίαν κίνησιν απειλεί. Την δε εκ τούτων bibus lapsuram, aut violentan) austri niotiοneim fu
σημείωσιν όσον τω βίω παρέχεται το ωφέλιμον, τις ιuram ninatur. Jam vero quantum afferant utilita
αγνοεί; "Εξεστι μεν γάρ τώ πλωτήρι είσω λιμένων tis generi humano harumce rerum observationes,
κατέχειν το σκάφος , τους εκ των πνευμάτων κινδύ - η quis ignorat ? Nam naute pavem intra portus con:
νους προορωμένω: έξεστι δε τω οδοιπόρω πόρρωθεν ιinere licet , pericula e ventis imperidentia previ
εκκλίνειν τάς βλάβες, εκ της στυγνότητος του αέρος denti. Fas est viatori eininus incommoda declinare ,
την μεταβολής αναμένοντι. Γεωργοί δε, οι περί τα ex celi tristitia aeris mutationemexspeclanti. Agri
σπέρματα και τας των φυτών θεραπείας πονούμενοι , cole quoque, qui circa semina ac plantarum culiui
πάσας εντεύθεν ευρίσκουσι τας ευκαιρίας των έρ- occupantur, inde conjectant omnem faciendorum
γων. " Ήδη δε και της του παντός διαλύσεως εν ηλίω operuin opportunitalem. 54 Jam vero et dissolu
και σελήνη και άστρους σημεία φανήσεσθαι ο Κύριος ιίοιuis universi signa in sole lunaque et astris pra
* Μatth . Χνι, 3 .
(5 ) Regius primus et Colb: secundus και την κτί- ηus παρέδωκεν ημίν.
σιν περιλάμπουσα. (9) Codices duo άλλωες. Regii itidem duo cum
(6) Editi εάν γάρ μη. Deest γάρ in nostris septem Coisi. secundo άλωες. Editi άλως.
mss . (10 ) Ejilio Basil. cum quinque mss. Blalay. Edi
( 7) Codices duo επ' αυτών. Αlii quatuor mss. απ' tio Paris . curn duobus aliis ss. βιαίων.
αυτών, Editi vero υπ' αυτών. Aliquanto post editi ( 1) Colices duo σελήνην αυξανομένην.
πολλά δέ καί. Deest και in quinque mss. 112) lia editio Basil. cuin multis mss. Editio Pa
(8 ) lia seplem inss. Edili napłówxev. Coisl. pris ris . n xal. Ibidem Colb , secundus Und vsçõv.
197 S. BASILII MAGNI 128
dixit Domninus apparitara esse : Sol rertetur in san- A προηγόρευσεν· Ο ήλιος (13) μεταστραφήσεται εις
guinem, el Luna non dabit lumen suum. Hec sunt αίμα, και η σελήνη ου δώσει το φέγγος αυ
consummationis universi signa . της. Ταύτα σημεία της του παντός συμπληρώ
σεως.
6. Sed qui dnes prelergrediuntur, sententian 3. 'Αλλ' οι υπέρ τα εσκαμμένα πηδώντες (14), επί
illam ad defendeadam genethliacorum artem Cra την συνηγορίας της γενεθλιαλογίας τον λόγον έλκουσι,
ount ; dicuntque vitam nostraw a celestian motu και λέγουσι προσηρτησθαι την ημετέραν ζωήν τη
pendere ; ideoque ea que nobis accidunt , a Chal- κινήσει των ουρανίων και διά τούτο εκ των άστρων
deis astrorum ope siguidcari. Αιφue simplicem γίνεσθαι παρά των Χαλδαίων τάς σημειώσεις των
hanc Scrίριαre dictionem , Sint in είgνα, non de περί ημάς συμπτωμάτων . Και απλούν όντα της
aeris affectionibus, neque de temporumimmutatione , Γραφής τον λόγον, Έστωσαν εις σημεία, ουχί των
sed de vite sorte, suo arbitrate accipiunt . Quid eniin περί τον αέρα τροπών, ουδε των περί τας ώρας με
dicunt 1 Quod horum astrorum quae moventur coin - ταβολών, αλλ' επί της των βίων αποκληρώσεως , προς
γ-lexus, ubi cum, iis stellis quae in zodiaco sile sunt, το δοκούν εαυτοίς , εξακούουσι . Τί γάρ φασιν ; Ότι
secundum taleni Aguram inter se concurrerint , τώνδε μεν των κινουμένων άστρων και επιπλοκή , προς
tales generationes efficit : contria , quodtalis eorain- Β τους εν τω ζωδιακό κειμένους (13) αστέρας κατά
dem habitus , vile Sorlein reddit contrarian. De τοιόνδε σχήμα συνελθόντων αλλήλοις , τας τοιάστε
αυibus forte explanationis gratia , re paulo altius γενέσεις αποτελεί και δε τοιάδε σχέσις τών αυτών την
repelita , inutile non fuerit disceptare . Nihil autem εναντίαν αποκλήρωσιν του βίου ποιεί. Περί ων ουκ
inei ipsius proprium dicturus sum, sed ad eos con- άχρηστον ίσως σαφηνείας ένεκεν μικρών άνωθεν ανα.
fulandos suis ipsorum verbis ular : ut preoccupatis λαβόντας ειπείν. Έρώ δε ουδέν έμαυτού ίδιον, αλλά
guiderm jam hoc morbo alteram aliquod reliediaτη , τοίς αυτών εκείνων προς τον κατ' αυτών Ελεγχος
reliquis vero, ne in similes errores incidant , muni- αποχρήσομαι, τοις μεν ήδη προειλημμένοις εις την
men el tutelam. Ηanc genethliologiam qui invenere, βλάβην ίασίν τινα παρεχόμενος , τοις δε λοιπούς
Inulas in temporis latitudine ac spatio iguras a se ασφάλειας προς το μή τους ομοίοις περιπεσείν. Οι της
ignorari cum julelligerent, mensuras lemporis in γενεθλιαλογίας ταύτης εύρεται, καταμαθόντες, ότι
angustum prorsus contraxerunt : quasi vel infra εν τω πλάτες του χρόνου πολλά τών σχημάτων αυτούς
Ioinimum ac brevissimum intervallum , quale dicit διαφεύγει , εις στενών παντελώς απέκλεισαν του χρέ
Apostolus, In puncio temporis, in icιu oculi ", maxi- νου τα μέτρα ώς και παρά το μικρότατον και ακα .
Inum discrimen intercedal inter ortum et orium. C ριαίον, οιόν φησιν (16) ο Απόστολος , το ένα άτομο,
Αιφνο hinc quiin hoc momento genitus fuit, urbium και το εν ριπή οφθαλμού, μεγίστης ούσης διαφοράς
res est, et Iocupletissimus ac potens populorum γενέσει προς γένεσιν και τον εν τούτω (17) τω άκα.
est, mendicus quispiam futurus est, et vagus, 4 δήμων, υπερπλουτουντα και δυναστεύοντας τον δε εν
foribus ad Cores quotidiani victus comparandi causa τη ετέρα ροπή του καιρού γεννηθέντα, προσαΐτην
transiens. Quamobrem eo orbe, qui signifer appel- τινά και αγύρτην, θύρας εκ θυρών αμείβοντα της εφ'
lator, duodecim in parles diviso, quoniam sol tri- ήμέραν τροφής (18) ένεκα. Διά τούτο τον ζωοφόρου
giola dierum spatio, globi illius, qui inerrans dici- λεγόμενον κύκλον διελόντες εις δώδεκα μέρη, επειδή
tur , duodecimal parlem pertransit, ideo είngulas διά τριάκοντα ημερών έκβαίνει το δωδέκατον της
sunt. Deinde singulis partibus in sexaginta divisis , μοίρας των δωδεκατημορίων έκαστον διεγρήκασιν.
Singulas rursus exagesimas sexagies secuerunt . Είτα εκάστην μοίραν εις εξήκοντα διελόντες (19),
Jam vero nascentium ortuin pretiuientes , videa - έκαστον πάλιν των εξηκοστων εξηκοντάκις έτεμον.
μουs an hanc exaclam temporis divisioιuein conser• D Τιθέντες τοίνυν τάς γενέσεις των τικτομένων, ίδωμεν

* 1 Cor. 10,32.
(13) Ο ήλιος , etc. Videtur Basilins confulisse
versum 31 capitis 11 Joelis cum versu 29 capitis XXIV
Mallhei. Qua de re ut cuique existimare liceal,
utriusque verba proferam . Joelis igitur hec sunt : 0
ήλιος μεταστραφήσεται εις σκότος , και η σελήνη εις
alua . Sol converielur in tenebras, et luna in sangui-
nem . Apud Matthæum vero sic legitur : '0 fàco , oxo-
τισθήσεται, και η σελήνη ου δώσει το φέγγος αυτής:
Sol obscurabilnr, et liina non dabil lumen suum .
(14) Πλυl, υπέρ τα εσκαμμένα πηδάν, in proverbio
dici solebal, pro eo quod est, lines rei alicujus tran -
silire, eofjue usiis esi Liicianus in Gallo, c. 6 .
(15) Reg . sexlus et Boull. cum eililione Basil. Šv
το ζωδιακή κινουμένους . Editio Paris . cuin quibus
dam aliis mss , κειμένους.
(16 ) llat quinque muss. Editi 8 pnoiv .
(17) Reg. sextus και τον επί τούτω.
(18) Codices tres της εφημέρου τροφής. Αlii qai
δει mss. της εφ' ημέραν τροφής. Ηox coles Com.
bel. cum duobus aliis mss . toy (wólapópoy , Leyte
uevov . Edlili cuin Regiis tertio et quiino Wonocov.
Statim sex mss . επειδή διά. Εliti έπει διά .
(49) Henricianus coles εξήκοντα διαιρούντες. Μe
diceus cum sex aliis mss.. διελόντες. libikleim editio
Basil. cuin utroque Duc, et cum aliis septem run
Enxos toy éğrxovtáxis. Dcest €57,XOOTWY in editione
Paris.
129 TIOMILIA VI IN DEXAEMERON . 150
ει την ακρίβειαν ταύτην της του χρόνου διαιρέσεως A vare possint. Νam simulatque natus est pier, quo:
απoσώσαι δυνήσονται. Όμού τε γαρ ετέχθη το παι- genitum est,idne mas sit an femina obstetrix explo
δίον, και η μαία κατασκοπεί το γεννηθέν άρρεν η rat : subide exspectat vagitum , guod vita ejus
θηλυ• είτα αναμένει τον κλαυθμών, όπερ σημείον εστι qui natus fuit, signum est. Quo vis per hoc tempus
της ζωής του τεχθέντος. Πόσα βούλει εν τούτω τώ praeterilisse sexagesimas partes? Chaldes declarat,
χρόνω παραδραμείν εξηκοστά; Είπε (20) το Χαλδαίω quod natum est. Quot minutissimas partes, interes
το γεννηθέν. Διά πόσων, βούλει , θωμεντων λεπτοτά- dum olbstetris Ioqueretur, vis ponamus 55 preter
των της μαίας την φωνήν παρελθείν» άλλως τε και iisse , presertim si contingat , οι extra gynaceuin
ει τύχοι (21) έξω της γυναικωνίτιδος εστώς και την stelerit qui horain colligit ac exponit 1 Oportet cnim
ώραν αποτιθέμενος ; Δεί γάρ τον τα ωροσκοπεία κα- eum qui horarum natalium scientiam discere vult,
ταμαθείν μέλλοντα προς ακρίβεια , την ώραν απογρά- tempus et horarm accurale describere, sive diurne ,
φεσθαι, είτε ημερινά ταύτα, είτε νυκτερινα τυγχά. sive nocturne sint. Quanta iterum sexagesionarum
νοι. Πόσων εξηκοστων σμήνος εν τούτω πάλιν παρα- noullitudo per lioc tempus preterfluit? Necesse est
τρέχει το χρόνω; 'Ανάγκη γαρ ευρεθήναι τον ωροσκο- eniminveniri sidus natalilium, non juxta quolain
πούντα αστέρα ου μόνον κατά πόστου ( 22 ) δωδεκατη- modo duodecidinam partem sit, sed juxta quas etiam
μορίου εστίν, αλλά και κατά ποίας μοίρας του δωδε - B duodecime partis partes occurrat, et in quola sex: -
κατημορίου , και εν πόστο εξηκοστή, εις & έφαμεν gesima, in quas partes parlem unamquamque di
διαιρείσθαι την μοίραν (23) ή, ίνα το ακριβές ευρεθή, vidi diximus : aut, ut certa rei veritas inveniatur ,
έν ποστω εξηκοστό των υποδιηρημένων από των in quota sexagesma ex iis que a primis sexagesi
πρώτων εξηκοστών. Και ταύτην την ούτω λεπτήν mis subdivise sunt. Ει hanc adeo tenuem et in
και ακατάληπτον εύρεσιν του χρόνου εφ' εκάστου compreliensibilem leimporis investigationem in qui
των πλανητών αναγκαίον είναι ποιείσθαι λέγουσιν, busque planesis fieri necesse esse aiunt, ut com-
ώστε ευρεθήναι ποταπήν είχον σχέσιν προς τους perturn sit ct exploratum, qualem habeant cum
απλανείς, και ποταπόν ήν το σχήμα αυτών προς άλ- inerrantibus stellis habiturn, el qualis eorum inter
λήλους εν τη τότε γενέσει του τικτομένου. "Ωστε ει se essel figura in ejus qui lunc natus est oria. Quire
της ώρας επιτυχείν ακριβώς αδύνατον , η δε του βρα- si teri non possit, ut horam accurate assequatur,
χυτάτου παραλλαγή του παντός διαμαρτείν ποιεί, et tamen brevissimi teinporis immutatio in cat sa
καταγέλαστοι και οι περί την ανύπαρκτον ταύτην sit cur a toto aberretur, deridendi sunt et ii qιι
τέχνην έσχολακότες , και οι προς αυτούς κεχηνότες, in hac arte imaginaria excolenda studium ponunt,
ως δυναμένους ειδέναι τα κατ' αυτούς. et ii qui in ipsos aperlo ore intenti sunt, perindo
CC .quasi ea quæ ipsis sunt cventura , cognoscere pos
sint.
6 . οία δε και τα αποτελεσματικά (24); Ο δείνα 6. Quales autem producuntur effectus ? Ηujus
ούλος, φησί , την τρίχα (25), και χαροπος Κριού γάρ capilli, inquiant, futuri sunt crispi, oculive decori :
έχει την ώραν· τοιούτον δε πως οφθήναι το ζώον. Arietis scilicet halbet horam : namque animal illed
'Αλλά και μεγαλόφρων: επειδή ηγεμονικόν ο Κριός : quodammodo est tale aspecta. Quin etiam erit gran
και προετικός (26), και πάλιν ποριστικός • επειδή το di animo et elato; quippe penes Arietem est prin
ζώον τούτο και αποτίθεται αλύπως το έριον, και cipalus : erit et largus , et rursus questuosus ;
πάλιν παρά της φύσεως ραδίως επαμφιέννυται. quandoquidem hoc animal et citra molestiam de.
Αλλά και ο Ταυριανός τληπαθής (27), φησί, και δου- ponit lanam, et rursus facile a natura vestitur. Sed
λιχός : επειδή υπό ζυγόν ο ταύρος. Και ο Σκορ- in Tauro natum, tolerantem esse laborum dicunt,
πιανός πλήκτης διά την προς το θηρίον ομοίωσιν. atque servilem: quoniamjugo laurus subjicitur. Qui
Ο δε Ζυγιανός δίκαιος, διά την παρ' ημίν των ζυγών vero editus est sub Scorpione, erit percussor, ο!»
ισότητα. Τούτων τί αν γένοιτο καταγελαστότερον ; eam guam cum isto animali habet similitudinem.
Ο Κριός, αφ' ού την γένεσιν του ανθρώπου λαμβά - p Qui autem in Libra natus est, futurus est justus.
νεις , ουρανού μέρος εστί το δωδέκατον, εν ώ γενο- propter librarum apud nos equalitatem. Quid his
μενος ο ήλιος των εαρινών σημείων άπτεται (28). magis ridiculum esse possit ? Aries ille, a quo Ιιο
Και Ζυγός , και Ταύρος ώσαύτως , έκαστον τούτων minis natalem destimis , celi pars est duodecim:ι.
δωδεκατημόριον εστι του ζωδιακού λεγομένου κύ- in qua cunι fuerit sol, verna signa allingit. Ει Libra
(20) Sic editio Basil. et nostri septem 18s. At nostri seplem mss. xpro ráp. Editio Paris. xploi
editio Paris. είτα είπε . γάρ. Boll. κριών γάρ.
(21) Reg. serius ει τύχη. (26 ) Variant elivi el mss. Editio Paris, cum Reg .
122) Ila editio Basil." et quinque mss. e nostris ociavo atpoetLXÓS. Editio Basil. cum Reg . lcrtio ad
prtier Combef. Editio Paris. κατά πόσου. curn Boll. προαιρετικός . Coisi. prianus προεκτικός
(23) Nostra editio Basil. cum septem mss. διαι 8$ xal. Coisl. secundus atponyn tixos. Reg. quintus
ρείσθαι την μοίραν. Editio Paris. διαιρείσθαι εκάστην corn Colb. secundo προσεκτικός . Νοtam, qua blue
τριακοστήν μοίραν. locum illustrat Ducæus, legas suadeo.
(24) Editio Basil. et Bodl. cum Regiis primo et ( 27) Reg. Sextus τληταθής φύσει και δουλικός,
quintó el cum Coisl. priino å troTEREOT!vá . Editio laborum tolerans est natura , el servilis
Paris. cum nonnullis inss. αποτελεσματικά . (28 ) 11a codiccs seplem . Edili et Coisl. primus
(25) Editi φασι, mss. φησί . Μox culitio Basil. ct άπτεται.
PATROL, GR. XXIX .
 S. BASILH MAGNI 132
et Taurus similiter , unumquodque ex his signis Α κλου. Πώς oύν εκείθεν τάς προηγουμένας αιτίαςλέγων
ejus circuli qui zodiacus vocatur, pars est duode- υπάρχειν τοϊς των ανθρώπων βίοις , εκ των παρ'
cino. Quomolo igitur illinc praecipuas vite Iiama - ημίν βοσκημάτων των γεννωμένων ανθρώπων τα
η2 «ausas proficisci doces , et ex terrenis pecidi- ήθη χαρακτηρίζεις ; Ευμετάδοτος γαρ ο Κριανός ,
bus nascentium hominum mores exprimis atque ουκ επειδή τοιούτου ήθους ποιητικών εκείνο το μέρος
elingis ? Νam qui in Ariete exoritur, liberalis est, του ουρανού , αλλ' επειδή τοιαύτης φύσεώς έστι το
non quod illa pars cæli morestales elliciat, sed πρόβατον. Τί ούν δυσωπείς μεν ημάς από της αξιο
quod huic pecori talis natura insit. Quid ergo fillem πιστίας των άστρων, πείθειν δε επιχειρείς διά των
ex astris tibi faciens perferrefacis nos, hecque per βληχημάτων; Ει μεν γάρ παρά των ζώων λαθών και
balalus conaris persuadere ? Nam si celum ab ani- ουρανός έχει τα τοιαύτα των ηθών ιδιώματα , και
malibus tales accipit morum proprietales , ipsum αυτός υπόκειται αλλοτρίαις αρχαις, εκ των βοσκη
etiam alienis principiis est subjectum, quippe quod μάτων έχων τας αιτίας απηρτημένας · ει δε κατα
causas ex iis pecoribus dependentes habeat. Quod γέλαστον τούτο είπείν, καταγελαστότερον πολλώ εκ
si id asserere ridiculum sit, Ionge magis ridiculum) των μηδέν κοινωνούντων επάγειν επιχειρείν το
est, ex iis inter que nulla 56 necessitado inter. λόγω της πιθανότητας. Αλλά ταύτα μεν αυτών τα
cedit , conari opinionem illam credibilem prolabi- " σοφά τοίς αραχνείοις ( 29) υφάσμασιν έoικεν, οίς
lenque reddere. Αιφui he istorum argulie aranea- όταν μέν κώνων, η μυία , και τι των παραπλησίως
nusca, aut quodvis animal hisce imbecillibus si- επειδάν δε των ισχυροτέρων τι ζώων εγγίση, αυτό
File inciderit, irrelita delinentur : at cum fortius τε ραδίως διεκπίπτει (50), και τα αδρανή υφάσματα
aliquod animal accesserit, illud et facile pertransit, διέρρηξε και φάνισε .
ei lennent hanc texturami perrumpit ac dissipal.
7. Verum non liis solis contenti sunt, sed etiam 7. Και ουκ επί τούτων ίστανται μόνον (31 ), αλλά
quarum rerum domina est uniuscujusque nostrum και ών ή προαίρεσις εκάστου ημών κυρία (32) (λέγω
voluntas (lioc est, studiorum virtutis aut viiii), illa- δή , των επιτηδευμάτων αρετής ή κακίας), και τού
rum ctiam causas celestibus altribuunt. Quibus των τας αιτίας τους ουρανίοις συνάπτουσιν. 0:ς το
contraulicere alioqui ridiculum est : sed quia plures αντιλέγειν άλλως μεν καταγέλαστον, διά δε το τρο .
eo errore preoccupantur, haec forte necesse fuerit κατέχεσθαι τους πολλούς τη απάτη, αναγκαίον
silenlio non preterire. Primurm quidem illud ipsos ίσως μη σιωπή παρελθείν . Πρώτον μεν ούν εκείνο
interrogabimus, numne stellarumfigure diebus sin - ς αυτούς ερωτήσωμεν, ει μη εφ' εκάστης ημέρας
gulis sexcenties mulentur ? Nam cuin stellite illie μυριάκις αμείβεται των αστέρων τα σχήματα ; Αει
que nuncupantur errantes, semper moveantur, et κίνητοι γάρ όντες οι πλανήται λεγόμενοι, και οι μεν
alie quidem cilius sibi mutuo occurrant, alie vero θάττον επικαταλαμβάνοντες αλλήλους. οι δε βραδυ.
circuitus tardiores conficiant, in eadem hora sepe- τέρας τας περιόδους ποιούμενοι, επί της αυτής ώρας
numero et se invicem respiciunt, et occultantur . πολλάκις και ορώσιν αλλήλους και αποκρύπτονται ,
Ει cum in ortu id maximi sit nonmenti, aut a bene- μεγίστην τε έχει δύναμιν εν ταϊς (53) γενέσεσι το
fica stella , ut ipsi loquuntur, aut a malefca con- ή παρά αγαθοποιού έφoράσθαι , ή κακοποιού , ως
spici ; et cum sape id tempus quo benefica stella αυτοί λέγουσι. Και πολλάκις καθ' άν επε μαρτύρει ο
testimonium prebebat, non assequantur, ob uniuς αγαθοποιός αστήρ τον καιρόν ουκ εξευρόντες, παρά
minutissimi spalii ignorantiam, hanc ipsam veluι την ενές των λεπτοτάτων άγνοιαν, ώς εν τω κα
in mala fortuna situm recensuerunt. Cogor enim κοδαιμονήματι αυτόν κείμενον απεγράψαντο. Τους
ipsis eorum vocibus uti. Sane multum est anientic γάρ αυτών εκείνων (34) συγχρήσασθαι ρήμασιν αναγ
in his verbis, sed longe plus est impieralis. Νam κάζομαι. Εν δη τοις τοιούτους λόγους πολύ μεν
malefica stelle malignitatis suas causarm in s m το ανόητον, πολλαπλάσιον δε το ασεβές . Οι γάρ κα
psarum conditorein Transferunt. Elenium si ipsis a D καποιοι των αστέρων της εαυτών πονηρίας επί τον
malura inest analum, conditor ipse erit mali efe- ποιήσαντα αυτούς την αιτίαν μετατιθέασιν . Ει μεν
ctor . si vero sua sponte et volunlale male eva- γάρ εκ φύσεως αυτών το κακόν, και δημιουργός έσται
dunt, primum quidem animalia erunt eligendi fa. του κακού ποιητής· ει δε προαιρέσει κακύνονται ,
cuill:ile predita, soluto ac libero impetu utentia; πρώτον μεν έσται ζώα προαιρετικά , λελυμέναις και
it! quod de inanimalis ementiri ac fingere, dementiae αυτοκρατορικαις ταις ορμαίς κεχρημένα και μανίας
sime est . Deinde quantum a ratione abhorret, έστιν επέκεινα καταψεύδεσθαι των αψύχων. "Επειτα
nium bonum non pro πιerito cuique distri. πόσον το άλογον, το κακόν και το αγαθόν μή κατά
(29) Codices quatuor tops & paxvlovs . Reg. oclavis
cum aliis quinque mss. προσάπτουσιν . Editi cum
τοίς αραχνείοις. Editi cum Reg. tertio τοίς των Colb. secundo συνάπτουσιν.
αραχνίων υφάσμασιν. Coisl. primus τοις των άρα (53) Sic quinque mss. Edili vero ¿ Te! tais. Sia
Σχνών υφ. Coisl. secundus τοίς των αραχνείων υφ. tim quinque mss. καθ' ον επεμαρτύρει. Editi έμαρ
(50) Οuatuor rmss. εκπίπτει. τύρει.
(51) Colices quatuor μόνον. Editio Basil. μόνων. (34) Colh. secundus αυτών εκείνοις. Lege Morel
(32) Colbi, secundus ñ xupla . Mox eitili cum Rey . lunii in hunc locum .
Secundo on . Alii qualuor mss. oé. Slatim Cumber.
153 110MILIA VI IN HEXAEMERON. 15 :
την αξίαν διανέ μειν εκάστω , αλλ' επειδή εν τώδε Α buere, adeoque profileri, ideo stellano esse benefi
τω τόπω γέγονεν, αγαθοποιόν υπάρχειν (55), και cam, quia in Ιιοε Ιoco stat, et, quoniam ab hine
επειδή υπό τούδε οράται, κακοποιών γίνεσθαι τον conspicitur , idcirco can fieri maleficam : el ean
αυτόν και επειδάν πάλιν μικρόν τι παρεκκλίνη του dem rursus, postquam paululum leclinaverit a bgura,
σχήματος, ευθύς της κακίας επιλανθάνεσθαι ; Και sue protinus oblivisci malignitatis ? Αιφue llege
ταύτα μεν εις τοσούτον. Ει δε καθ' έκαστον ακα- quiden: hactenus. Si vero singulis temporis momen
ριαίον του χρόνου επ' άλλο και άλλο μεθαρμόζονται tis stelle in aliani atque aliam transmutanlur fgu
σχήμα , εν δε ταϊς μυρίαις ταύταις μεταβολαίς , ram, si in his innumeris commutationibus saepe in
πολλάκις της ημέρας (36), οι των βασιλικών γενέ- die regiarum nativitatum figurationes perficiuntur;
σεων αποτελούνται σχηματισμοί διά τι ουκ εφ' cur singulis diebus non nascuntur reges ? aut cur
εκάστης ημέρας γεννώνται βασιλείς . Η διά τι όλως omnino regni successiones paternae apnd ipsos
moje sise Basuhaine simãoyal: os sunt? Neque enim res quilibet diligenter ad re
τεδή τρπουικαγαρσέκαστος
το των βασιλέων παρατετηρη μέ- giam stellarum figuram, filii sui ortum accommodat.
νως (37) εις το βασιλικών των αστέρων σχήμα του Quis enim mortalium talis rei dominus esse possil ?
ιδίου υιού την γένεσεν εναρμόζει. Τι γαο Ανθρώπων . Quoniodo ergo Ozias genuit Joalham, JoathamAclias.
κύριος του τοιούτου ; Πώς oύν Οζίας εγέννησε τον ° Achas Ezechiam, et nullus ex his servillem nativiti
Ιωάθαμ : Ιωάθαμ τον "Αχαζ: "Αχαζ (38) τον Έζε - tis horam nactus est ? Praeterea, si viliorun aut vir
κίαν ; και ουδείς εν τούτοις δουλική συνέτυχεν ώρα τοίum principla non sunt in nobis Sila, sed sunt ne
γενέσεως; Έπειτα ει και των κατά κακίαν και αρετήν cessitales ab orlu pendentes ; inutiles sunt legisla
ενεργημάτων ουκ εκ του εφ' ημίν εισιν αι αρχαι , lores, qui nobis agenda ac fugienda præscribunt:
αλλ' εκ της γενέσεως αι ανάγκαι, περιττοί μεν οι inutiles quoque judices, qui virtutem honore, 57
νομοθέται, τα πρακτέα ημίν και τα φευκτά διορί- vitium penis afliciunt. Non enim Turis est iniquita3,
ζοντες (59) , περιττοί δε και οι δικασται , αρετήν neque homicide; qui ne volens quidein polerat m2.
τιμώντες, και πονηρίαν κολάζοντες. Ου γαρ του num Continere , ob ineluctabilem necessitaters
κλέπτου το αδίκημα, ουδε του φονέως και γε ουδέ psum ad agendum impellentem. Yanissimi autem
βουλομένω δυνατόν ήν κρατείν της χειρός διά το omnium sunt qui artes excolunt : quippe frugibus
αναπόδραστος της ετι πάς πράξεις αυτόν κατεπει . abundabit agricola , tannelsi neque semina in ter
γούσης ανάγκης. Ματαιότατοι δε πάντων και οι περί ram dejicial, neque falcem exacuat. Mercator iti
τάς τέχνας πονούμενοι · αλλ' ευθηνήσει μεν και γεωρ- dem, velit, nolit, supra modum ditescet, falo ei
γος , μήτε σπέρματα καταβάλλων, μήτε δρεπάνην c opes coacervante. Magnae autem ille Christiano
θηξάμενος υπερπλουτήσει δε ο έμπορος , κάν βού- rum spes evanescenles excident nobis. cum neque
ληται , κάν μη , της ειμαρμένης αυτώ συναθροι- justitia honoribus allis afficiatur, neque punialως
ζούσης τα χρήματα . Αι δε μεγάλαι των Χριστιανών peccalum , propterea quod nihil ab bominibus li
ελπίδες φρούδαι (40) ημίν οιχήσονται , ούτε δικαιο bero animi proposito agalur. Nam ubi necessitas
σύνης τιμωμένης, ούτε κατακρινομένης της αμαρ- et Iatum dominatur, 1D1 dignitatis meritique ratio
τίας, διά το μηδέν κατά προαίρεσιν υπό των ανθρώ- nullum locum habet : id quod Lanien praecipuum
πων επιτελείσθαι. "Όπου γάρ ανάγκη και είμαρ- justi judicii fundamentum est. Ει φuidem adversus
μένη κρατεί, ουδεμίαν έχει χώραν το πρός άξίαν, και illos hucusque. Neque enim verbis pluribus egetis
της δικαιοκρισίας εξαιρετόν έστι. Και πρός μεν νοs, qui scilicet a vobis ipsis 8ane mentis silis :
εκείνους επί τοσούτον. Ούτε γάρ υμείς πλειόνων δεί- neque temρας ultra modum adversus eos invehi nos
σθε (41) λόγων παρ' εαυτών υγιαίνοντες, ό τε καιρός sinit.
ουκ ενδίδωσι πέρα του μέτρου προς αυτούς αποτεί
νεσθαι.
8. Προς δε τα εξής των δημάτων ( 49) επανέλθω- 8. Jam ad verba consequentia redeamus. Sini,
μεν. "Εστωσαν, φησίν, εις σημεία, και εις και- D inquit, in signa, et in tempora, et in dies , et in
ρούς, και εις ημέρας, και εις ενιαυτούς. Είρηται annos 88. Dictum est a nobis de signia. Tempora
ημίν τα περί των σημείων, Καιρούς δε ηγούμεθα autern pularus dici ipsis tempestaura notationes,
λέγειν τας των ωρών εναλλαγές, χειμώνος , και lienis, veris, estatis et autumni : φuibus ordina
εαρος , και θέρους, και μετοπώρου · ας ευτάκτως ιus Iulinarium notus tribuit , ut nos ordinale u
86 Gen. 1, 14.
(53) Ιta quatuor mss. Editi vero αγαθόν υπάρ (39) Coll . secundus φευκταία διορ. Μox Reg. quin
χειν, ιninus recle. Πως οι δικάζοντες. Reg. sexlus τιμώνες και κακίαν
" (36) Codices quatuor ποσάκις της ημέρας, quoties κολάζοντες.
in die ? Edili saltem cuin Rep. oclavo uplinæ notæ (40) Codices quinque ελπίδες φρούδας. Editi can
πολλάκις της ημέρας. Reg. octavo A Tribes « poūôol. Nec id mullo post
(57) Colices duo παρατετηρημένον. Εliti cum Boil. και της δικαίας κρίσεως.
aliis mss. παρατετηρημένως. Μox Sex mss. του ιδίου (44) Duo niss. εδείσθε.
viou . Desideralur Lolou in edilis.
(38) Colb. secundus Ιωάθαμ δε έγέννησε τον
(12) Colex Counlief.εξής των ρητών. Reg. sextus
εξής του λόγου επανέλθωμεν.
"Αχαζ. "Αχαζ δέ. Reg . sexus 'Ιωάθαν δε τον.
 135 S . BASILII MAGNI 13
strent. Fit enim hiems, cum sol in austriais conn- A περιοδεύειν ημάς το τεταγμένον της κινήσεως των
moralur partibus, ac multum nocturno unlerie φωστήρων παρέχει. Χειμών μέν γάρ γίνεται , τοις
in bis nostris regionibus eflicit. Quamobrem refri- νοτίοις μέρεσι του ηλίου προσδιατρίβοντος, και πολύ
geratur aer terre circumfusus, ac omnes Ihumide το νυκτερινών σκίασμα περί τον καθ' ημάς τόπον
exlhalationes circa nos concle, imbrium frigorun- αποτελούντος ώστε καταψύχεσθαι μεν τον περί γίν
que el nivium copiosissimarum causa sunt et origo. αέρα , πάσας δε τας υγράς αναθυμιάσεις συνεστα
Αι cum iterum ab australibus regionibus reversus, μένας περί ημάς , όμβρων τε αιτίαν και κρυμών
in medio stelerit, adeo μι ex aquo partiatur diei και νιφάδος αμυθήτου παρέχειν. Επειδάν δε επ
nociisque tempus : quanto plus supra terre Ioca ανιών πάλιν από των μεσημβρινών χωρίων επί του
commoratur, tanto meliorem temperiem per vices μέσου γένηται, ώστε εξίσου μερίζειν νυκτί προς
reducit. Αtque ver accedit, omnibus quidem plan- ήμέραν τον χρόνον, όσο πλείον τοίς υπέρ γης ( 45 )
tis germinaudi auctor , arboribus vero plurimis προσδιατρίβει τόποις, τοσούτω κατά μέρος επανάγει
reviviscendi ansam prebens, omnibusque animali- την εύκρασίαν. Και γίνεται έαρ, πάσι μεν φυτούς
bus Ium terrestribus tum aqualililbus per prolis της βλαστήσεως αρχηγόν, δένδρων δε τοις πλείστους
successionem genus asservans. Ηinc autem jam ad παρέχουνκαι ττην
ην αναβίωσιν, ζώοις δε χερσαίους και
γένος φυλάσσον
solstilium estiνum versusipsum septentrionem per - Ρ ενυδροις άπασι τοτο γένος εκ της των επι .
δεν δδεε ήδη προς θερινές
gens sol, dies nobis maximos adducit. Ει quoniam γινομένων διαδοχής. Εκείθεν
diutissime in aere immoratur, torrefacii ipsum ae- τροπάς επ' αυτήν την άρκτον απελαύνων ο ήλιος ,
rem capiti nostro imminentem, et terrain omnem τάς μεγίστας ημίν των ημερών παρίστησι ( 44 ).
exsiccat, hoc pacto et-seminum maturitatemjuvans, Και διά το επί πλείστον προσομιλείν τα αέρι ,
el arlborum fructus ad concoctionem urgens. Αι αυτόν τε καταφρύσσει τον υπέρ κεφαλής ημών
vero quando laugrantissimus est sol , breves in αέρα, και την γήν πάσαν καταξηραίνει, τοις τε σπέρ
nieridie umbros eficit, propterea quod ex alto re- μασιν εκ τούτου συνεργών προς την άδρησιν (45),
giones nostras illustrat . Νam maximi dies ii sunt, in και τους των δένδρων καρπούς κατεπείγων επί
quibus umbrae sunt brevissimae : et contra , brevis- την πέψιν ότε και φλογωδέστατός εστιν εαυτού και
simi dies ii sunt, qui umbras habent longissimas. ήλιος , βραχείας ποιών τας σκιάς επί της μεσημ
1dque apud nos contingit, qui appellamur heteroscii , βρίας, διά το αφ' υψηλού τον περί ημάς καταλάμ
quίque aquilonares terrae parles habitamus. Ve- πειν τόπον. Μέγισται γάρ εισιν ημερών, εν αις
rum enim vero sunt nonnulli, qui per duos unius- βραχύταται εισιν αι σκιαι , και βραχύταται πάλιν
cujusque anni dies omnino umbra carent, in me- c ημέραι , αι τις σκιάς έχουσαι μακροτάτας. Και
ridie constituti : quos a vertice illustrans sol, ipsos τούτο παρ' ημίν τοίς ετεροσκίοις λεγομένους όσοι
suo Ismine ita ex quo undelibel circumfundit , ut & άρκτώα της γης έποικουμεν• επεί εισί γε ήδη
eliarm puleorum profundorum aqua per angusta Ora τινές οι κατά δύο ημέρας του παντός ενιαυτού
illuininelor : unde quidam illos vocant 58 «scios. και άσκιοι παντελώς κατά την μεσημβρίαν γινόμε
Verum qui ultra terram odoriferam liabitant, in νοι, ούς κατά κορυφής επιλάμπων ο ήλιος , εξίσου
utramque parlem alternant umbras. Soli enim ex πανταχόθεν περιφωτίζει, ώστε και των εν βάθει
his qui hunc nostrum orbem habitabilem incolunt, φρεάτων το ύδωρ διά στομίων στενών καταλάμπε
umbras in meridie ad australes partes denvillunt. σθαι· όθεν αυτούς τινες και ασκίους καλούσιν. Οι δε
Unde eos quidam amphiscios vocarunt. Ubi aulem επέκεινα της αρωματοφόρου (46) γής επ' αμφότερα
sol jam ad aquilonarem partem transiit , tum hac τας σκιάς παραλλάσσουσιν. Μόνοι γαρ εν τη καθ'
omnia funt. Sane quantus sit ardor qui ex radiis ημάς οικουμένη επί τα νότια κατά την μεσημβρίαν
solaribus aeri accedit , qualesve casus producat , ex τας σκιάς αποπέμπουσιν· όθεν αυτούς τινες και
bis conjeclare licet. Ηinc autumni tempus nos exci- αμφισκίους ώνόμασαν. Ταύτα δε πάντα προς το βο
piens, infringit quidem nimium estum, paulatim ρειον μέρος παροδεύσαντος ήδη γίνεταιτου ηλίου . Εκ

(13) Colb. sccundus útèp Yñv. Ibidem Reg. sexlus thu äopuvoiv . Coisl. secundus &opusty.
διατρίβει . (46)'Edili el codices mulli simpliciter tñs àpwule
(44) Codices octo ημερών περιίστησι. Editi παρ- τοφόρου . Colb. secundus el Reg. oclavυς της αρω
Matocópou yñs. Nec fortassis aliter legit Eustathius,
qui sic interpretatur : Illi aulem qui extra terras
(45) Evlili et Regii primus, tertius et quintus cum
(Colb . secundo προς την άδρησιν . Ad quam vocean . odoriſeras habitant. Cornarius vero sic vertit : Qui
explicandam librarius in margine Regii primiappo - vero ulira aromatiſeran Arabiam habitant. Ad mar
suit illa , προς το αδρών και πεπειρον γενέσθαι, Uι ginem autem Regii primi leguntur illa , της Ινδίας ,
semen bene nutrilum sit el maluruin . Coisl. primusτης εν τω νοτίω μέρει διακειμένης : φuibus verlis
otpos thy auEnocy Qopnois, Ubi vemo non videl vo - indicat librarius hic sermonem haberi de India quæ
cem aosnoive margine in lexlum fluxisse . Primum , in australi parle sila est. E regione verborum illo
ut videtur, vox avEngiv posita fuerat in margine ruin, επ' αμφότερα τας σκιάς, idem librarius app
lanquam interprelatio vocis ão onoir : sed postea, suit et illa , ποτέ μεν επί το νότιον μέρος αποπέμ
quod non raro contigit, translata est in lexluni. πoυσι τας σκιάς, ποτέ δε επί το βόρειον , Νunc qui
liaque secunduin hanc interpretationem illud , äopna dem ad australem , nunc vero ad aquilonarem partem
ges, significat hoc loco argmentum . Reg. scxlus aplis umbras demillunt. Lege Ducæum
137 HOMILIA VI IN HEXAEMERON . 138
Αγγινομένην πύρωσιν τώ αέρι, όση τις εστι, και πο- Α ηuediocritatem ad biemem nos citra notam deducit,
ταπών αποτελεστική (47) συμπτωμάτων. Εντεύθεν sole videlicet rursus ab aquiloniis regionibus ad
διαδεξαμένη ημάς του μετοπώρου η ώρα, υποθραύει austriaas remeante. He ipse, que solis motum se
μεν του πνίγους (48) το υπερβάλλον, κατά μικρόν δε quuntur, temporum vicissitudines, vitam nostrari
υφιείσα της θέρμης, διά της κατά την κρίσιν μεσό- moderantur. Sint, inquit, et in dies , non οι dies con
τητος αβλαβώς ημάς δι' εαυτής το χειμώνα προσάγει" ficiant, sed ut diebus praesint. Dies enim et nOΣ Iu
δηλονότι του ηλίου πάλιν από των προσαρκτιων επί minariυμι ortum antecesserunt. Ιdipsum enim nobis
τα νότια υποστρέφοντος. Αύται των ωρών αι περιτρο- psalmus declarat , in quo dicitur : Posuit solem in
παι, ταις κινήσεσιν επόμεναι του ηλίου, τον βίον polestatem diei, lunam et stellas in polesalem no
ημίν οικονομούσιν. " Έστωσαν δε , φησί , και εις clis 866. Quomodo igitur sol diei oltinel polestalem ?
ημέρας ουχ ώστε ημέρας ποιείν, αλλ' ώστε κατάρ- Quia lucem in seips0 circumferens , ubi tandein ho
χειν των ημερών. Ήμέρα γάρ και νύξ πρεσβύτερα rizontem nostrum fuerit preliergressus , dissolutis
της των φωστήρων γενέσεως . Τούτο γάρ ενδείκνυται fugalisque tenebris diem aferi . Quamobrern που
ημίν και ο ψαλμός λέγων· "Εθετο ήλιον εις εξου- erraverit , qui diem ita delniet , υι aerein esse dicint
υουσίας
οσίας τή ημέρας,
σιαστης μ έ ρ α ς,σ ε λ η
σελήνηνν ον είς εις εξ
η τ και αστέρας a sole illuminatum , aut temporis mensuran, quo
της νυκτός. Πώς oύν έχει την εξουσίαν της gol super terram in nostro hemispherio colummoria
ημέρας ο ήλιος ; "Οτι το φώς εν εαυτώ περιφέρων, B tur . Seul et in annos sol et luna ordinati sunt. Luna
επειδάν ποτε τον καθ' ημάς ορίζοντα υπεράρη, ημέ- quidem postquam duodecies βουν perfecit cursuτη ,
ραν παρέχει διαλύσας το σκότος . " Ώστε ουκ άν τις annuno peragil : nisi quod mense interculari sepe
αμάρτοι, ήμέραν ορισάμενος είναι τον υπό του ηλίου opus est ad accuralunm tempeslatum concursum,
πεφωτισμένον αέρα· ή , ήμέραν είναι χρόνου μέτρον velut antiquitus Hebrai, et Graecorum vetustissimi
εν ώ εν τώ υπέρ γήν ή μισφαιρίω ο ήλιος διατρίβει . annum meliebantur. Annus autem solaris, reditus
'Αλλά και εις ενιαυτούς ετάχθησαν ήλιος και σελή- est solis ex eodem signo in iden signυρι per pro
νη. Σελήνη μεν, επειδάν δωδεκάκις τον εαυτής έχ- prium motum.
τελέση δρόμον, ενιαυτού έστι ποιητική πλήν ότι μηνός εμβολίμου δείται πολλάκις προς την ακριβή
των ωρών συνδρομην, ως Εβραίοι το παλαιόν (49) τον ενιαυτόν ήγον και των Ελλήνων οι αρχαιότατοι.
Ηλιακός δέ έστιν ενιαυτός ή από του αυτού σημείου επί το αυτό σημείον κατά την οικείαν κίνησιν του ηλίου
αποκατάστασις.
9. Και εποίησεν ο Θεός τους δύο φωστήρας τους C 9 . Ει fecit Deus duo luminaria magna 87. Cuna ma
μεγάλους. Επειδή το μέγα το μεν απόλυτον έχει gnum modo absolutam habeat intelligentiana, velati
την έννοιαν ώς μέγας ο ουρανός, και μεγάλη η γη, magnum est colum, magna est terra, magnum est
και μεγάλη (50) ή θάλασσα τα δε ώς τα πολλά mare : modo vero, quod νulgo fit, ad alterum re
πέφυκε προς έτερον αναφέρεσθαι, ως μέγας ο ίππος, ferri soleat : cxempli causa, anagnus equυς , auι
και ο βούς ο μέγας (ου γάρ εν τη υπερβολή των του magnus bos : non enim ob anaplam corporee molis
σώματος όγκων , αλλ' εν τη προς τα όμοια παραθέσει quantitatem, sed ob institulam cum similibus com
την μαρτυρίας του μεγέθους τα τοιαύτα λαμβάνει): parationem, testimonium magnitudinis consequun
πώς τοίνυν (51) του μεγάλου την έννοιαν έκδεξόμεθα ; ιur : quomodo igitur Diagni significationen accipie
Πότερον ως τον μύρμηκα, ή άλλο τι των φύσει μικρών, ιnus ? Utruum quemadmodum firmicam aut aliud
μέγα προσαγορεύομεν διά τήν προς τα ομογενή σύγ- quodvis animal staple natura parvum, magnumap
κρισιν την υπεροχήν μαρτυρούντες; ή το μέγα νυν pellainus, ob Γactam cum aliis ejusdem generis coni
ούτως, ώς εν τη οικεία των φωστήρων κατασκευή parationeon , ηuolem solito majorem testificantes ?
του μεγέθους έμφαινομένου ; Εγώ μεν οίμαι τούτο. an nunc magnum accipiendum est, ita ut in propria
Ου γαρ επειδή μείζoυς των μικροτέρων αστέρων, διά , Iaminariumconstitutione acnatura magnitudo appa -
ώστε εξαρκείν την απ' αυτών αναχεομένην αυγήν luminaria majora sunt minoribus stellis, ob id nma
και ουρανόν περιλάμπειν και τον αέρα, και όμου πά- gna sunt : sed quia tantum habent ambitum, ut dif.
ση τη γη και τη θαλάσση συμπαρεκτείνεσθαι. Οί γε Γusus ab ipsis splendor celo ci aeri illustrando satis
κατά παν μέρος του ουρανού γινόμενοι, και ανατέλ- sit, seque simul ad omnem terram el mare exten
λοντες και δυόμενοι και το μέσον επέχοντες, ίσοι dat. Que sane in quacunque celi parte fuerint, dum
πανταχόθεν τους ανθρώπους προφαίνονται, όπερ από- el oriuntur, et occidunt, cl medinin occupant, un
86• Psal. CΧΧΧν, 8, 9. 87 Gen. 1, 16.
(47) Reg. Sextus ποταπών αποτελεσματική . Morelli.
(48) Toù arirous. El hic in marginie Rcgii primi (50 ) Ila Regii quintus el sexlus. Abest ueydan ab
joveniuntur illa, του πνίγους του καύματος . Πνιγεύς editis el a multis mss. Ιbidem editio Basil. cum sex
γάρ ο κλίβανος. Εντεύθεν και πεπνιγμένη όρνις , ή Inss. τα δέ. Editio Paris. το δέ. Stalim mss. plerique
εν κλιβάνω οπτηθείσα . Πνίγους, id est, aestus. Νam omnes ο βους μέγας. Editi βούς ο μέγας.
clibanus est pnigeus. Hinc etiam avis, gure in clibaun (51) Collices aliquot cuni edilis tog tolvuv. Dun
losla esl, astuasse dicirur. mss. πως νυν. Reg . tertius πως ούν νυν. Ιbillenn Rg.
(19) Ως Εδραίοι τι ταιαιι:.Lego 1olas Purei et sexlus έννοιαν έκλαψόμεθα .
139 S. BASILII MAGNI 130
«lique ab hominibus equalia conspiciuntur, id quod , δειξιν έχει σαφή της του μεγέθους περιουσίας, το
imanensam eorum magnitudinem aperle ostendit, μηδέν αυτοίς επισημαίνειν το πλάτος της γης προς
quandoquidemterra latitudo nihil confert, quo ipsa το μείζονας δοκείν ή ελάττονας είναι. Τα μεν γάρ
All majora auι τηinora videantur . Νam ea quelonge πόρρωθεν άφεστώτα μικρότερα πως ορώμεν οις δ' αν
distant, minora quodammodo cernimus : ad que si μάλλον έγγίσωμεν, μάλλον αυτών το μέγεθος εξευ
propius accediimus, melius eorum coιnperimus ma- ρίσκομεν. Το δε ήλίω ουδείς έστιν εγγυτέρω και ου
gnitudinem. Αι soli propinquior est nemo, ab eo δεις πορρωτέρω, αλλά απ' ίσου του διαστήματος τους
neaso renioίior : sed ex equali intervallo quibusvis κατά πάν μέρος της γης κατωκισμένους προσβάλλει.
quamcunque volueris terrie partem habitantibus Σημείον δε , ότι και Ινδοί και Βρεττανοί τον ίσον (53)
obvium se offert . Argumento id fuerit, quod Indi βλέπουσιν. Ούτε γάρ τοις τηνευαν oικoύσι καταδυό
justa ac Britanni ipsum equalem contuentur. Neque μενος του μεγέθους υφίησιν, ούτε τους προς δυσμαις
cnim sol, dum occidit , magnitudinein suam erga coς κατωκισμένους ανατέλλων ελάττων φαίνεται ούτε
qui orientales regiones incolunt,immiouil : neque μήν εν τω μεσουρανήματι γινόμενος , της έφ' εκάτε.
υriens occidentis habitatoribus ininor comparel : ρα (53) όψεως παραλλάττει. Μη εξαπατάτω σε το
neque vero cum mellium celum altingit , in aller - φαινόμενον μηδ' ότι πηχυαίος τους ορώσι δοκεί, το
blrain parlenm in mutal aspectum. Cave le decipian B σούτον αυτόν είναι λογίση. Συναιρείσθαι γάρ πέφυ
species solis; neque quia cubitalis cernentibus esse κεν εν τοις μεγίστοις διαστήμασι τα μεγέθη των
videtur, hanc ipsi inesse magnitudinem pules. Con- oρωμένων, της ορατικής δυνάμεως ουκ εξιχνουμε
Tralii naunque in maximis distantiis solel eorum νης (54) τον μεταξύ τόπον διαπεραν, αλλ' οιονεί εν
que cernuntur magnitudo, quando quidem vis ipsa δαπανωμένης τα μέσα, και κατ' ολίγον αυτής μέρος
ceruendi non potestIoca interposila penetrare : sed προσβαλλούσης τους ορατοίς. Μικρά ούν ή όψις ημών
velαι in medio Spatio alisuuuitur, aut parva sui ipsius γινομένη , μικρά ετιοίησε νομίζεσθαι τα δρώμενα, το
parte, ea que conspiciuntur aliugit. Cum igitur οικείον πάθος τους ορατοίς επιφέρουσα. " Ωστε εί ψεύ
visus noster parvus it, tum in causi est cur ea que δεται (55) η όψις, άπιστον το κριτήριον. Υπομνή
aspiciuntur , repulentur parva, Sua ipsius affectione σθητι δε των οικείων παθών , και παρά σεαυτού έξεις
in res conspectas translala. Quare, si fallilar visus , των λεγομένων την πίστιν. Ε ! ποτε από ακρωρείας
fides nulla judicio illius est adhibenda. Meanineris μεγάλης πεδίον είδες πολύ τε και ύπτιον, ήλίκα μέν
orro tuorum ipsius afectuum, el a le ipso eorum σοι των βοών (56) κατεφάνη τα ζεύγη; πηλίκο: δε οι
due dicuntur liliebis argumentum atque probatio. αρoτήρες αυτοί ; Ει μη μυρμήκων τινά σοι παρέσχον
nem. Si unquam ex magni moniis cacuuine cana- . φαντασίαν; Ει δε και από σκοπιάς επί μέγα πέλαγος
painingenien simul et supinuin conspexisti, quanta " τετραμμένης τη θαλάσση τας όψεις επέβαλες, ήλίκα:
ibi visa suit boum juga ? quanti et ipsi ara. μέν σοι έδoξαν είναι των νήσων αι μέγισται (57); πη
tores ? Annon quandamformicarum ilnagineim tibi λίκη δε σοι κατεφάνη μία των μυριοεόρων ολκάδων
representarunt ? Si vero el a specula ad vastur pe- λευκούς ιστίοις υπέρ κυανής κομιζομένη θαλάσσης;
lagus conversa oeulos in Inare conjecisti , quanlar Eί μή πάσης περιστεράς μικροτέραν σοι παρέσχετο (58)
tibi vise sunt insulae imaxime? 4u30ta rursus fili την φαντασίαν; Διότι, καθάπερ έφην, ένδαπανηθείσα
1pparui una Davis oneraria el ragrindis, albis τώ αέρι η όψις, εξίτηλος γινομένη, προς την ακριβή
velis super caeruleum mare invecta ? Nonne imagi - κατάληψιν των δρωμένων ουκ εξαρκεί. " Ηδη δε που
ιeum oili exhibuit quavis columlia ηuinorem? Quia, και των ορών τα μέγιστα, βαθείαις φάραγξιν έχ
ut dixi , visus in aere consumptus, exilis evadens , τετμημένα (59), περιφερή και λεία ή όψις είναι φησι,
res oculis subject:as accurate apprehendere nequit. ταίς έξοχαίς προσβάλλουσα μόναις, ταις δε μεταξύ
Quin et aspectus maximos montes profundis valli- κοιλότησιν εμβήναι δι' ατονίαν μή δυναμένη. Ούτως
Jus abruριος, rotundos el leves esse judicat , cum ουδε τα σχήματα των σωμάτων οποία έστι διασώ.
sit ad solas eminentias intentus, nec concava inter- ζει ( 0)· αλλά περιφερείς οίεται είναι τους τετραγώ
unelia propter inbecillinaleio ingredi queat. Sic νους των πύργων. " Ωστε πανταχόθεν δηλον, ότι εν
neque corporum iguras quales sunt servat : sedρ ταϊς μεγίσταις αποστάσεσιν ουκ έναρθρον. αλλά συγ
•Juidrangulas Eurres 1ereles esse putat. Quare unde - κεχυμένην τωνσωμάτων λαμβάνει την (61) εικασίαν
(52) Edili cum Regiis tertio c! quinto adv Poov. que editione Basil. et Paris. Aliquanto post duo miss.
(Colo. Secundus τον ήλίω ίσον. Regii Sea Lius el ocli- σοι ταρέσχοντο.
Τως το ίσον, αqualiler, Don: lectio. (57) Codex Couber. cum aliis tribus mss. μέγισται,
(53) Της έφ' εκάτερα. Rursus librarius illemad Elii cum Colo. Secundo μέγιστα. Ιbidemedio Tra
in : rgineni ejusdem Regii primi codicis tocós te ava - ris, traiyn oé . Editio nostra Basil. aixn , bene
τολήν και προς δύσιν , tant ad orientem, quam ad (58) Reg. primus παρέσχεν. Νec la Holio post
occidentem. 1υίdeino Sex iss. τπαραλλάττει. Ιditi q uque uss. εξίτηλος γινομένη. Εliti γενομένη .
διαλλάττει . (59) Sic Regii primus, ierlius, quintus el sextus
(54) lia edilio Basil. cum sex miss. el cum Budi. O'll duobus Colbertinis . Reg . octavus Évtetunuévn .
Edilio Paris . oux. È sapxouuévns. Coisl. primus se Editi gravi endo εκτετηγμένα. Paulo post Reg.
εundis curis ου κατερχομένης. ημιυus έξοχαίς προβάλλουσα.
(55 ) Codex Conibel. cum aliis quinquemss. ŰSTS (60) Coll). Secundus τη αισθήσε: διασώζει, per εεη
γεύδεται. Editi cum Colo. Secundo ώστε εί ψεύδεται. sum observat.
(56) Ila ses niss. Illuil, tūv Bowv, deest in uira ( 52 (Coll, ri! !!ς τομάτως έχει την.
131 HOMILIA VI IN HEXAEMERON . 149
Μέγας ούν ο φωστήρ, κατά την της Γραφής μαρτυ- A libel constat, in maximis intervallis μου perfect:11,
ρίαν, και απειρoπλασίων του φαινομένου. sed confusam corporum eligiem apprehendi. Ma
gnum igitur est luminare, justa Scripturæ lestimo
nium , ac infinito majus quam apparel.
10. Κάκείνο δε σου εναργές έστω του μεγέθους 60 10. Sed et illud tibi evidens sit magnitudinis
σημείον. 'Απείρων όντων τώ πλήθει των κατ ' ουρανόν signum. Quamvis iniumiera sit in colo stellarum
αστέρων, το παρ' αυτών συνερανιζόμενον φώς ουκ multitulo; colleclawι ipsarian lumen ad uoclis tri
εξαρκεί της νυκτός την κατήφειαν διαλύσαι. Μόνος stitiam dissolvendan μου sufficiι. Αι solum illud Iu
δε ούτος , υπερφανείς του ορίζοντος, μάλλον δε Ξ-: inare, simul αι super horizonten apparet, ino
και προσδοκώμενος, πριν και υπερσχεϊν (62) όλες duo alluc exspectitur, priusquam etiam omnino
της γης, φάνισε μεν το σκότος, υπερηύγασε δε τους supra terram eiuineat, et tenebras dissipat, el stel
αστέρας, και πεπηγότα τέως και συμπεπιλημένον Ias splendore Superat, et circumjacentem Telluri
τον περί γήν αέρα κατέτηξε και διέχεεν. "Οθεν και aeren antes concretum el densalum liqueficit 10
άνε μου εωθινοί και δρόσοι εν αιθρία την γην περιο- effundit. Unde el venti thalatini et res in sudo
έoυσι. Τοσαύτην δε ούσαν την γηνπώς αν ηδυνήθη 1erram circumfuunt. Quoιnodo autem terrain to
εν μιά καιρού ροπή την πάσαν καταφωτίζειν, ει μή " : , cun: tanta sit, uno Ieroporis nouiendo illu
άτου μεγάλου του κύκλου (63) την αυγήν επαφίει; sr: re posset, nisi a agno orlie lumen eimitteret ?
'Ενταύθα μου την σοφίαν του τεχνίτου κατάμαθε, πώς Πic disce, queso, opificis sapientiam, quomodo
το διαστήματι τούτω σύμμετρον έδωκεν αυτώ την calorem ipsi contulit tanto hic intervallo conve
θερμότητα. Τοσούτον γάρ έστιν αυτού το πυρώδες, nientem. Is est enim ipsius calor, υι ineque pro
ως μήτε δι' υπερβολήν καταρλέξαι την γήν, μήτε διά μιer Dimietatein alural tellurem, neque per de
την έλλειψιν κατεψυγμένην αυτήν και άγονον απολι- Teclum perfrigeratanι illam infecundaique relin
πείν. 'Αδελφά δε τοις ειρημένους και τα περί της σε. qual. Jam germanum quiddam ac simile liis que
λήνης νοείσθω. Μέγα γάρ και το ταύτης σώμα, και dicta sunt, de luna etiam intelligalur. Est euian et
φανότατόν γε μετά τον ήλιον. Ουκ αεί μέντοι ορατόν corpus ipsius Jagain, el post solem sane splendl -
αυτής διαμένει το μέγεθος · αλλά νύν μεν απηρτισμέ- dissimum. Non tamen semper visibilis permanet
νη το κύκλω, νύν δε ελλείπουσα (64) και μειουμένη ipsius magniti: ds : sed nunc quidemin suo circulo
φαίνεται, καθ' έτερον εαυτής μέρος προδεικνύσα το absoluta nunc vero deficiens atque immins a coli
λείπον. "Αλλω μέν γάρ μέρει σκιάζεται αυξομένη, spicitur, el altera sui parle defectum ostendit. Ει
άλλο δε μέρος αυτής εν τω καιρώ της λήξεως άπο- c enim dum crescit, altera parte obumbratur : altera
τρύπτεται. Λόγος δέ τις άρρητος του σοφού δημιουρ- vero illius pars tempore leereienti occultatur .
γου της ποικίλης ταύτης εναλλαγής των σχημάτων. Ρorro sapienti opificiin linc varia figurarum permi
"Η γάρ ώστε ημίν υπόδειγμα εναργές παρέχειν (65) latione non defail arcana qu:clarm ratio . Aul enior
της ημετέρας φύσεως ότι ουδέν μόνιμον των ανθρω- id it, utnobis nostre nature perspicuum exemplum
πίνων, αλλά τα μεν εκ του μη όντος πρόεισιν εις το priebeat , scilicet nihil tunni stabile esse : Sed alia
τέλειον, τα δε προς την οικείαν ακμήν φθάσαντα και φuidem que non exsistebant, ad perfectionem per
το ακρότατον μέτρον εαυτών αυξηθέντα, πάλιν ταίς duci : alia vero ad proprium vigore progress3 ,
κατά μικρόν αφαιρέσεσι φθίνει τε και διόλλυται, και snounque niensureipsorumincrementumailepta,
μειούμενα καθαιρείται. "Ωστε εκ του κατά την σελή- iler: paulatim decrescendo corrumpi, dissolvique,
νην θεάματος παιδεύεσθαι ημάς τα ημέτερα, και της cl in minula destrui. Quare ex lune aspectu nos
ταχείας των ανθρωπίνων περιτροπής λαμβάνοντας estra erudiimur , οι celerein rerum humanarum
έννοιαν, μή μέγα φρονείν ταίς ευημερίαις του mutationem percipientes , ob vitae felicitatem
βίου , μη επαγάλλεσθαι δυναστείαις , μή επαί- μυη nimium nobis arrogeimus, neque in potentia
ρεσθαι πλούτου αδελότητι, περιφρονείν της σαρκός gloriemur, neque diviliarum incerto altollamur ,
τερ ήν ή αλλοίωσις , επιμελείσθαι δε της ψυχής D sed carnem φue mutatur, aspernemur , animani
ής το αγαθόν έστιν ακίνητον. Ει δε λυπεί σε ή Tero cujus immolum est bonum, curemus. Quod
σελήνη ταϊς κατά μικρών υφαιρέσεσι το φέγγος si Iuna dum splendorem paulatim decrescendo
εξαναλίσκουσα · λυπείτω σε πλέον ψυχή αρετήν absumit, tibi tristitiam cret : dolore le majore af
κτησαμένη (65), και διά απροσεξίας το καλόν άφανί- ficial anima , que, postquam virtutem assecula est ,
ζουσα , και μηδέποτε επί της αυτής διαθέσεως μέ- Ironumamituit ob negligentiam, et nunquam in en..
νουσα, αλλά πυκνά τρεπομένη και μεταβαλλομένη den persistil afectione, sed frequenter ob animi

(62) Reg . quintus atply xal Útspoveiv . Colb . prie
mis xal ÚTOCyelv. Editi cum aliquibus mss. xai
υπερσχεϊν. Ει paulo post Colb. Secundus συμπε πη -
γότα.
(63) Codices non pauci toð muxhou. Desideratur
articulus in exclusis. Infra inss. multi την γήν. Abest
articulus ab editis. Subinde codices duo xata ).LTTE TV
Stalim permulti muss. tis 59). vrs. Dcest articulus
in cxcusis.
(64) Colb . primus ėmas Troūsa . Stalim duo mss.
autīs uépos. Thisdem Reg. quillis cum aliis duobus
niss. προδεικνύουσα. Editi cum Reg. 1ert. o πρoδει
κνύσα. Μox Reg. Sexlus σκιάζεται αυξανομένη.
(65 ) Colb . prinus ta pasyeiv . Infra lirg . primilis
αφαιρέσεσι φθίνει.
(60) Colb . secundus unnorozu.svn . Aut nihil aut
parum releri, addas ani delralias negalionem .
 143 S BASILIT MAGNI
inconstitian ve :file: 0 Mutilur. Vere enim, ut A διά το της γνώμης ανιδρυτον. Τω όντι γάρ , κατά
dictum est, Stullus sicut luna mutatur 86. Quin etiam το ειρημένον , ο άφρων ως σε.λήνη αλλοιούται.
ad animalia constituenda, et al res celeras que Oίμαι δε και τη των ζώων κατασκευή , και τους
ΘΣ terra lascuntur perficiendas, Iune mulationem λοιπούς τους από γής φυoμένοις, μη μικράν υπάρ
που parum conducere arbitror. Aliter enim ea de- χειν εκ της κατά την σελήνην μεταβολής την συντε
crescente, aliter eademincrescenle aficiuntur cor- λειαν. "Αλλως γάρ διατίθεται μειουμένης αυτής, και
Ora. Nunc quideur, eo desinenle, rara fiunt et va- άλλως αυξομένης τα σώματα • νύν μεν ληγούσης
« ua : nuc vero, augescente el ad plenitudinem fe. αραιά γιγνόμενα και κενά , νύν δε αυξομένης και
stinante, etiamipsa rursus replentur ; propterea quod προς το πλήρες επειγομένης και αυτά πάλιν (67)
Inuinorem quemdan calorii nistur, qui ad parles αναπληρούμενα · διότι υγρότητά τινα θερμότητι χε
usque interiores pervenit, lalenler 61 immillit. κραμένην επι το βάθος φθάνουσαν λεληθότως ενίησι.
Id declaran Iam ii , qui sub Iuna doriniunt, copios0 Δηλoύσι δε οι καθεύδοντες υπό σελήνην, υγρότητος
humore capitis eoruna capacitales implente : ιum περισσής τάς της κεφαλής ευρυχωρίας πληρούμενοι:
carnes recens necalse, duo cito permutantur Iunge και τα νεοσφαγή των χρεών ταχύ τρεπόμενα τη
defluvio : tum animalium cerebruto, e marinorum προσβολή της σελήνης και ζώων εγκέφαλοι, και των
Animalium humidissima, el arborum medulle. Que B θαλαττίων τα υγρότατα, και αι των δένδρων εντεριώ
9and wennia mutatione sua commutare non possel, ναι. "A πάντα ουκ άν εξήρκεσε τη εαυτης αλλοιώσει
visi, juxta Scripture testimonium, ei inessel guid . συμμεθιστών, ει μη υπερφυές τι ήν και υπερέχον
piam ingeirs , ac viribus præpollens. δυνάμει κατά την της Γραφής μαρτυρίαν .
31. Sed el que aeri accidunt affectiones , cum 0 . Και τα περί τον αέρα δε πάθη ταίς μεταβολαίς
'une uiutationibus consentiunt, velut testantur no- ταύτης συνδιατίθεται , ως μαρτυρούσιν ημίν αι τε
his et repentine perturbationes, quae dum nascitur κατά την νουμηνίαν πολλάκις από γαλήνης και νη
ana , nubibus exagitatis ac sibi invicem occurren- νεμίας αιφνίδιοι ταραχαι , νεφών κλoνουμένων και
tibus, sæpe post tranquillitalem ventorumque silen συμπιπτόντων αλλήλοις, και αι περί τους ευρίπους
rium exoriuntur : ilem , euriporum refluxus ; ac παλίρροιαι, και η περί τον (68) λεγόμενον ωκεανών
Haris, guod vocatur Oceanus, estus reciproci, quoς άμπωτης , ην ταις περιόδους της σελήνης τεταγμέ
repererunt accolie conversionibus Iuna ordinate νως επομένην εξεύρον οι προσοικούντες. Οι μεν γαρ
respondere. Νam euripi inter reliquas Iune figuraς εύριποι μεταρρέουσιν εφ' εκάτερα κατά τα λοιπά
effluunt in utramque partem : sed orius ipsius lein- σχήματα της σελήνης : εν δε τω καιρώ της γενέ
pore, ne brevissimo quidem nomento quiescunt , σεως ( 69) ουδε το βραχύτατον άτρεμούσιν, αλλ ' εν
Sed in agitatione, atque in continua libratione per- σάλω και ταλαντώσει διηνεκεί καθεστήκασιν, έως
severant, donec rursus apparens haic reciprocationi αν, έκφανείσα πάλιν , ακολουθίαν τινά τη παλιρροια
ordinem aliφuem dederit. Occiduum autem nmare παράσχηται. Ή δε εσπερία, θάλασσα τας αμπώτεις
estibus reciprocis obnoxium est, nunc quidem re- υφίσταται, νύν μεν υπονοστούσα (70), πάλιν δε επι
verlens, nunc vero reslagnans : quasi relrorsum κλύζουσα, ώσπερ αναπνοαις της σελήνης υφελκομένη
subtraheretur lune respirationibus, ac iterumipsius προς το οπίσω, και πάλιν ταίς απ' αυτής χπνοίαις,
exspirationibus ad propriam niensuranimpellere - εις το οικείον μέτρον προωθουμένη. Ταυτά μοι είρη
Tur. Hec a me dicta sunt, ut luminarium demon- ται προς απόδειξιν του κατά τους φωστήρας μεγέ
straretur magnitudo , υιφue constaret in verbis di- θους , και σύστασιν του μηδε μέχρι συλλαβής αργόν
vinilus inspiralis ne ullam quidem syllabam esse τι είναι των θεοπνεύστων ρημάτων· καίτοι γε ουδε
οιiosam : quanquam fere nihil eorum que nionenti νος ήψατο σχεδόν των καιρίων ο λόγος πολλά γαρ
alicujus sunt ac principaliora , Oratio nostra alli- περί μεγεθών και αποστημάτων ηλίου και σελήνης
git : plura nainque de magnitudine, deque distantiis έστιν εξευρείν τοις λογισμούς τον μή παρέργως τάς
solis ac lune ratiocinando excogitare polerit, qui ενεργείας αυτών και τις δυνάμεις επεσκεμμένον.
vim et virtutem eorum liaud perfunctorie expende- D Ευγνωμόνως ούν δει κατηγορείν ημάς ( 74 ) της εαυ
rit. Itaque ingenue accusanda est nostra ipsorum των ασθενείας, ίνα μη το ημετέρωλόγω μετρήται(72)
imbecillitas, ne quis opificia maxinia nostris ver- των δημιουργημάτων τα μέγιστα, αλλά εξ ολίγων
88 Eccli. XXVI, 19 .
(67) Duo niss. και ταύτα πάλιν. Infra Reg. guin (70) Duo mss. απονοστούσα. Statim codices aliquot
tus ευρυχωρίας πληρουμένης.» ώσπερ αναπνοίαις. Αlii quidam mss. cum erlitis
(68 ) ilia, xal ý tepl tóv , elc., sic explicatidem ille å vanvoais. Subinde edilio Basil., Coisl. uerque
cujus jain mentionein feciinus librarius : tixtouévns el alii quinque mss. Šutivolars . Editio Paris . Èx .
γάρ της σελήνης, εν εκείνη τω τόπω του ωκεανού πνοίαις. Ηec Iunce respiralio philosopliis nosti
αποδιίσταται το κύμα, και η γή φαίνετε ( sic , pro temporis non placet. Putant quidem estus recipro
palvetai) , Cum enim luna parii, in illo oceani loco cationem a luna tanquam a causa pendere : sed rem
separat undum , el terra apparel. longe aliter explicant. Possunt eorum libri a curio
(69) Editio Paris. γενέσεως αυτής. Deest αυ - sis legi.
tñs in editione Basil. et in multis inss. Mox Reg . (77) Editio Basil. cum Bodl. et cum multis aliis
sextus σάλα και ταραχή διηνεκεί. llud, ταλαντώσει, mss. κατηγορείν ημάς. Editio Paris. per oscilantis
interprctatur laudatus jam i librarius
librarius per voceny!
oceny!. Tinographor'un üflas.
νήσει. 172! 113 MISS. Pluraque nostra editio. Quare non
 145 HOMILIA VI IN HEXAEMERON . 14€
των ειρημένων παρ' εαυτοίς αναλογίζεσθαι, πόσα A Isis netiatur : sed ex paucis quae retulimus, quoι
τινά εστι και πηλίκα τα παρεθέντα . Μή τοίνυν μηδέ el quanta sint ea quae omnissa fuere , aρυd vos re
σελήνην οφθαλμώ μετρήσης, αλλά λογισμώ, ός πολλώ μυore debetis. Ne igitur oculo lunam meliare, sed
των οφθαλμών ακριβέστερός έστι προς αληθείας εύ- ratione, que ad inveniendam veritaterm oculis longe
ρεσιν. Μύθοι τινες καταγέλαστοι υπό γραϊδίων χω- accuralior est ac certior. Ridicule quedarn abulae
θωνιζομένων παραληρούμενοι πανταχού διεδόθησαν, ab aniculis lensulenlis insipienter confcta, ubique
ότι μαγγανείαις τισί της οικείας έδρας απoκινηθείσα pervulgate sunt, quod luna incantationibus quibus
σελήνη προς την καταφέρεται. Πώς μεν ούν κινήσει dam ex propria sede einola , ad terram deferatur.
γοήτων επαοιδή , ήν αυτός έθεμελίωσεν ο "Ύψιστος ; Quonmodo ergo prastigiatorum incantamentum eam
Ποίος δ' αν και τόπος κατασπασθείσαν αυτήν υπ- emovebit, quain ipse Altissimυς fundavit ? Quianana
εδέξατο ;, Βούλει από μικρών τεκμηρίων λαβείν του vero Iocus detractam ipsam suscipere potuissel ?
μεγέθους αυτής την απόδειξιν ; Αι κατά την οικου- Vis ex exiguis indiciis magnitudinem illius com
μένην πόλεις πλείστον άλλήλων απωκισμέναι ταϊς pertarm habere ? Urbes orbis terrarum, quam Iongis
κατά την ανατολήν τετραμμέναις ρυμοτομίαις εξίσου simo licet inter se dissile intervallo , es equo
πάσαι το σεληναίον φώς υποδέχονται. Ας ει μη πά- Omnes in iis qui orienti obversi sunt vicis , lunare
σαις αντιπρόσωπος ήν, τους μεν επ' ευθείας των ° Ιωmen excipiunt. Quibus omnibus nisi oppositam fa
στενωπών πάντως αν κατεφώτισε , τους δε το πλάτος cien haberet, angiportus quidem recta iρεί respon
αυτής υπερπίπτοντας έγκεκλιμέναις αν ταις αυγαϊς dentes omnino illustraret ; in eos vero 62 qui lati
επί τα πλάγια παραφερομέναις προσέβαλλεν (73). ιudinem ipsius excedunt, inclinalos radios in obli
“Όπερ και επί των λύχνων έστιν ιδείν κατά τους qua delapsOs immilleret . Ιd quod etiam ex accensis
οίκους γινόμενον. Επειδάν πλείους περιστώσιν αυ- in domibus lucernis observare licet. Narm cuin plu
τον, η μεν του κατ' ευθείαν εστώτος σκιά προς το res circumstelerine ipsam Iucernam , umbra ejus
όρθιον αποτείνεται, αι δε λοιπαι καθ' εκάτερον μέρος qui direclo stat, in directum porrigitur , relique
εκκλίνουσιν ( 74). "Ωστε, ει μη άπλετον τι ήν και vero in utramque declinant partem. Quare , nisi
υπερέχον μεγέθει το σεληνιακός σώμα, ουκ αν ομοίως corpus Iunare esset immensum quiddam et pra
αντιπαρατείνετο πάσιν . Ομοίως γάρ αυτής από των grande , non utique ad omnes similiter extendere
σημερινών τόπων ανατελλούσης οϊ τε προσοικούντες se posset. Enim vero qui et zonalm rigentem acco
τη κατεψυγμένη και υπό ( 75) τας περιστροφής της Iunt, et sub urse siti sunt conversionibus, et juxta
άρκτου κείμενοι μεταλαμβάνουσι , και οι κατά τα meridiei cava vicini sunt Zone Corride, hi Igna ab
κοίλα της μεσημβρίας της διακεκαυμένης γείτονες " c equinocialibus locis oriente pariter fruuntur : ad
οις πάσι κατά το πλάτος αντιπαρήκουσα, σαφεστά- quos omnes secundum latitudinem ex advers0 ac
την μαρτυρίαν του μεγέθους παρέχεται. Τις oύν cedens, magnitudinis suae testimoniuminaujfestis
αντερεί μή ουχί παμμέγεθες αυτής είναι το σώμα , simum praebel. Quis igitur inicias ierit maximum
το τηλικούτοις ομού και τοσούτοις διαστήμασιν εξ- esse ipsius corpus, cunι ιοι ac lantis siinal distan.
ισούμενον ; Και τα μεν περί μεγεθών ηλίου και σελή- liis adequetur ? Ει quidem de solis ac lunae magni
νης επί τοσούτον . Ήμίν δε ο χαρισάμενος διάνο:αν εκ ιudine hactenus. Ceteruni qui eanm intelligentiam
των μικροτάτων της κτίσεως την μεγάλην του τεχνί- tribuit, ut ex minimis rebus crealis magnam opit
του σοφίαν ( 76) καταμανθάνειν, παράσχου και εκ των icis sapientiam condisceremus, tribuat etiam ut ex
μεγάλων μείζονας λαμβάνειν τάς έννοιας του κτίσαν- magnis majora de creatore sentiamus concipiamas
τος . Καίτοιγε συγκρίσει του ποιητου ήλιος και σελήνη que. Quanquam conditoris comparatione, sol et luna
εμπίδος και μύρμηκος επέχουσι λόγον (77). Ου γαρ culicis ac formice rationem obtinent . Nolio sigui
έστιν άξίαν του μεγέθους του Θεού των όλων εκ τού- dem quae Dei universorum magnitudine digna είι,
των λαβείν την θεωρίαν, αλλά μικραίς τισι και αμυ- ex iis desumi non potest : sed et parvis quibusdam
δραις εμφάσεσι δι' αυτών προβιβασθήναι (78), ώσπερ et tenuibusindiciis per ipsa quemadmodum et per
και δι' εκάστου των μικροτάτων εν ζώοις η εν βοτά- D singula minutissima a.iimalia , aut etiain per minu
ναις. Αρκεσθώμεν τοίς ειρημένοις · εγώ μεν ευχα- tissimas herbas incitamur. His que dicta fuere ,
ριστήσας τώ την μικράν μοι ταύτην διακονίαν του simus coulenti. Ego quidem gratias ago ei, qui exi
λόγου χαρισαμένω , υμείς δε τη διατρέφονται υμάς guan banc verbi administrationein mihi impertivit ;
ταις πνευματικαίς τροφαίς , ός και νύν υμάς οίον vos vero grales persolvalis ei qui vos spiritualibus
κιθίνω τινί άρτω τη ευτελεία της ημετέρας φωνής nutri alimentis , qui etiain nunc vos vocis mese exi
διέθρεψε και διατρέφοι γε εις αεί, κατά την αναλο- itale Languain Iordeaceo quodam pane enutri

$vcı:ti sumus Ducæum , qui ait legi oportere deteñ . Il ah editis.

ts. Vuit rursus vir doctissimus legi bic debere evac (75 ) Editio Basil. cum quinque mss. xal UTO. Edi
λυγίσησθε, ηοη αναλογίσασθε, ut in vulgatis Iliabetur. tio Paris. και οι υπό.
Sed wstri novem mss. neque αναλογίσησθε, neque (76) Ila noven. mss. At editi μεγάλην του Θεού
αναλογίσασθε preferunt, sell αναλογίζεσθαι . σοφίαν .
( 75) Ιta multi noss. Αι ciliti προσέβαλεν. (77) Duo rss. έχουσι λόγον.
( 75) Sex iss, εκκλίνουσιν. Εliti έγκλίνουσιν. (78) Codices Sex προσβιβασθήναι Elii cum aliis
Μ . :cpic mss prrier Conf. άπλετον τι Allest tilus Iss. προβ : ,ασθήναι.
147 S . BASILII MIGNI 148
νιι. Ει ulinam alau semper, juxta fidei portionem Α γίαν της πίστεως χαριζόμενος υμίν την φανέρωσία
largiens vobis Spiritus manifestationem 89 in Cliri- του Πνεύματος εν Χριστώ Ιησού τω Κυρίω ημών,
sto Jesu Donino nostro, cui gloria et imperium, in ώ ή δόξα και το κράτος εις τους αιώνας των αιώνων.
Siecula sæculorum . Amen . 'Αμήν.

11O.HILIA VII. ΟΜΙΛΙΑ Ζ'.

De replilibus. Περί ερπετών (79).
1. Ει dicit Deus : Producunt αφμα reptilia anima- 1. Καιείπεν ο Θεός: Εξαγαγέτωτα ύδατα ερπετά
rum viventium juxta genus, et volatilia volantia se- ψυχών ζωσών κατά γένος , και πετεινά πετόμενα
cundum frmamentum cαli juxta genus 90 . Post In- κατά το στερέωμα του ουρανού κατά γένος. Μετά
nuinarium creationerm mox aque eliarm replentur την των φωστήρων δημιουργίας και τα ύδατα λοιπόν
animantibus, ut et hac portio exornaretur. Acce- πληρούται ζώων, ώστε και ταύτην διακοσμηθήναιτην
perat enim terra ex propriis gerininibus ornatum, λήξιν. 'Απέλαβε μέν γάρ ή γη τον εκ των οικείων
celum quoque acceperal stellarum fores , ac veluti βλαστημάτων κόσμον απέλαβε δε ο ουρανός των
geminorum oculorum conjectu , magnorum scilicet και άστρων (80) τα άνθη, και οιονεί διδύμων οφθαλμών
2uminarium conjugatione, fuerat adornatum. Reli- βολαίς τη συζυγία των μεγάλων φωστήρων κατ
quum erat, ut aquis etiam suum tribuerelur orna- εκοσμήθη. Λειπόμενον ήν και τοίς ύδασι τον οικείον
uentum. Venil precepίum, el statim fuvii donn- κόσμον αποδοθήναι. " Ηλθε πρόσταγμα, και ευθύς και
tur vi producendi, et singula stagna pariunt sua ποταμού ενεργοί , και λίμναι γόνιμοι των οικείων
naturaliaque genera . Quin et mare omnimoda nala έκαστον αυτών και κατά φύσιν γενών. Και η θάλασσα
tilium genera parturielbat : et ne ei quidem aqu: τα παντοδαπά γένη των πλωτών ώδινε , και ουδε
que erat in limosis ac cenosis locis, permanebat όσον εν ιλύσι και τέλμασι του ύδατος ήν, ουδε τούτο
otiosa : neque a ine in creatione proposito aberra- αργόν , ουδέ άμοιρον της κατά την κτίσιν συντελείας
Dat. Νam certe ex ipsis abunde emergebant range, απέμεινε . Βάτραχοι γάρ και εμπίδες και κώνωπες
muliones, culices. Que enim 63 etiamnumvidentur, εξ αυτών άπεζέννυντο (81) δηλονότι. Τα γα : έτι και
argumentum sunt praeleritoruin. Sic aqua oιnnis νυν ορώμενα απόδειξις έστι των παρελθόντων. Ούτω
exsequi conditoris sui imperiumfestinabal : et quo- πάν ύδωρ ηπείγετο τη δημιουργική προστάγματα
rum ne genera quidem ullus enumerare possit, ho- υπουργείν : και ών ουδ' αν τα γένη τις εξαριθμή
run statim vitarm Imagna ac ineffabilis Dei potentia σασθαι δυνηθείη, τούτων την ζωήν ευθύς ενεργον
efficacem ac molu preditam reddidit , ubi primum C και κινουμένην απέδειξεν (82) ή μεγάλη και άςατος
aqueper illud imperiumad generandum animalido- του Θεού δύναμις , ομου το προστάγματι της προς
nee effecte sunt. Producant αφuα reptilia animarum τοζωογονεϊν επιτηδειότητος εγγενομένης τοις ύδασιν.
riventium. Nunc primum animalum et sensus parti- Εξαγαγέτω τα ύδατα ερπετά ψυχών ζωων . Νύν
ceps aniinal creatur. Νam plante el arbores etiainsi πρώτον έμψυχον και αισθήσεως μετέχον (83) ζωον
vivere dicantur, propterea quod facultalein guan- δημιουργείται. Φυτά γάρ και δένδρα, κάν ζήν λέγη
dain qua nutriuntur augenturque, pariter habent ; ται διά το μετέχειν της θρεπτικής και αυξητικής
non lainen animalia sunt, neque res aniinale. Eam δυνάμεως, αλλ' ουχί και ζώα, ουδε έμψυχα. Τούτου
ob causam, Producant aqua reptilia. Natatile quod- γε ένεκα, Εξαγαγέτω τα ύδατα ερπετά. Πάν το
Tibet, sive in superficie aque innalet , sive in fundo νηκτικόν, κάν τη επιφανεία του ύδατος έπινήχηται,
aquam secet, ad reptilium attinel naturam, quippe καν διά βάθους τέμνη το ύδωρ, της των ερπηστικών
quod per aque corpus sese trahat. Quanquam au- εστι φύσεως, επισυρόμενον τώ του ύδατος σώματι.
tein quaedam ex aqualilibus, pedes habent, ac gra- Καν υπόποδα δε και πορευτικά υπάρχη τινά των
diuntur ( maxime cum horum pleraque sinι amplii- ενυδρων (μάλιστα μεν αμφίβια τα πολλά τούτων
bia , velut plioca , crocodili, laviatiles equi, range , έστίν· οίον φώκαι, και κροκόδειλοι, και οι ποτάμιοι
el cancri), atlamen natalile Iocum praecipuuin ob- ίπποι, και βάτραχοι, και καρκίνου), αλλ' ούν προ
linet. Ρropterea , Producanι αφμα τeptilia. In his ηγούμενος έχει το νηκτικόν. Διά τούτο, Εξαγαγέτω
exiguis verbis quodnam omissum est genus? quid τα ύδατα ερπετά. Εν τούτοις τοις μικρούς ρήμασι
non comprehensum est in hoc opificii precepίο ? τι παρείται (84) γένος ; τι ουκ εμπεριείληπται το
Noone ea que animal pariunt , comprehendun- προστάγματα της δημιουργίας ; Ού τα ζωοτο
80 1 Cor. ΧΙΙ, 7. 50 Cen. 1, 20, 21 .
(79) Coisl. primus simpliciter ομιλία εβδόμη. (82) Coilices duo ŠTÉÔelgev. Subinde Reg. cesius
(80) Editi cum Colb. secundo αστέρων. Αι quin- cum Colb. primo του Θεού σοφία και δύναμις. Nec
que mss. άστρων. ita multo post unus us. εγγενομένης τους .
(81) Editio Paris. απεξένυντο. Editio Basil. απ ' (83) Duo mss. Métoyov. Slalim quatuor mss. Y
εξέγνυντo, utraque Brale. Regis tertius, quintus et λέγεται. Editi cum uno ms. λέγεται. Paulo infrin
sexlus cum Coisl . primio àTECÉVVUvto, ad verbum , codex Bodl. οίον φώκαι και δελφίνες και νάρχαι και
ſervebant, hoc est, scalebant,abunde einergebanı. Re οι ποτάμιοι, etc.
gii vero quarlus et octaviis cuin Colb . secundo à Tio ( 84) Colb. Seruncluς τι ου παρείται , invitis ac re
ESWOūvto, animalia fiebani, animabuntur. Possunt clarivantibus 14901 reliquis mss. iua editis libris, in
duir, ultimæ lectiones ad arbitrium admilli. quibus deesloj.
149 HOMILIA VII IN HEXAEMERON . 150
κούντα, οίον φώκαι και δελφίνες και νάρκαι, και τα Α ιur , ut plioce , delphines , torpedines , et his
έμοια τούτοις , τα σελάχη λεγόμενα; ου τα ωοτόκα , similia , que dicuntur cartilaginosa ? annon ea
άπερ εστί πάντα σχεδόν των ιχθύων τα γένη; ουχ compreliensa sunt que Ova edunt , qualia sunt
όσα λεπιδωτά, ουχ όσα φολιδωτά ( 85 ), ουχ οίςέστι πτε- omnia fere piscium genera ? nonne squamosa om
ρύγια και οις μη έστιν ; Η μεν φωνή του προστά- nia ? nonne omnia corticosa ? noune quibus insunt
γματος μικρά , μάλλον δε ουδέ φωνή , αλλά ροπή pintur, et quibus non sunt ? Vox quidem pracepti
μόνον και ορμή του θελήματος : το δε της εν τω parva , iuo ne vox quidem, sed solum nulus et vo
προστάγματι διανοίας πολύχουν τοσούτον έστιν, όσαι Iunlalis impetus : al vero sententia, que in praece
και (86) αι των ιχθύων διαφοραι και κοινότητες, pio delitescit, tanta est varietas, quanta et ipsa μί.
οις πάσι δι' ακριβείας επεξελθείν ίσον εστι και κύ - scium diferentia, aut societis. Que omnia accurate
ματα πελάγους απαριθμείσθαι, ή ταις κοτύλαις πει recensere, perinde est aique si quispiam fluctus pe
ράσθαι το ύδωρ της θαλάσσης απομετρείν . 'Εξαγα- lagi enumerare, aut manus vola aquam maris all
γέτω τα ύδατα ερπετά. Εν τούτοις ένι τα πελάγια, retiri colaretur. Pro.tucant αque reptilia. In his
τα αιγιαλώδη, τα βύθια, τα πετρώδη , τα αγελαία, τα Sun pelagia, littorea, alia in profundo degentia , alia
σποραδικά, τα κήτη, τα υπέρογκα , τα λεπτότατα petris adherentia : sunt gregalia, solivaga , cele,
των ιχθύων. Τη γάρ αυτή δυνάμει, και το ισω B maximi et minutissimi pisces. Enimvero virtute ea
προστάγματι, τό τε μέγα και το μικρόν μεταλαγχά- dein el aquali praecepίο animal tuo inagnum tum
νει του είναι. Εξαγαγέτωτα ύδατα. "Έδειξέ σοι την parvum in lucem editur. Producant ague . Ostendit
φυσικήν των νηκτών προς το ύδωρ συγγένειαν: tibi ean quain natalilia cum aquis hallent affinita
διό (87) μικρόν οι ιχθύες χωρισθέντες του ύδατος tenm ; eoque pisces paululum ab aqua semoli, inter
διαφθείρονται. Ουδε γάρ έχουσιν αναπνοήν, ώστε eunt. Νeque enim ipsis inest respiratio , οι hunc
έλκειν τον αέρα τούτον · αλλ' όπερ τοις χερσαίοις possint tralhere aerenι : sed quod terrestribus est
έστιν αήρ, τούτο το πλωτό γένει το ύδωρ. Και η aer , id aqua est huic natalilium ges.eri. Ει causa
αιτία δηλη. "Οτι ήμίν μεν ο πνεύμων έγκειται, clara est et manifesta . Νimirum in nobis est pulmo,
αραιών και πολύπορον σπλάγχνον, και διά της του θώ- viscus rarum ac multis meatibus palens, quoll per
ρακος διαστολής τον αέρα δεχόμενον , το ένδον ημών thoracis disiensionem aeren recipiens, internum
θερμόν διαρριτίζει και αναψύχει » εκείνοις δε ή των nostrum calorem ventilal refrigeralque : in illis
βραγχίων διαστολή και επίπτυξις, δεχομένων το vero branchiarum distensio el contraclio , que
ύδωρ και διιέντων, τον της αναπνοής λόγον αποπλη- aquamsuscipiunt et eniiliunt, munus ac vicem ex
ροι. "Ίδιος κλήρος των ιχθύων, ιδία φύσις, δίαιτας plent respirationis . Propria piscium est sors, natura
κεχωρισμένη, ιδιότροπος ή ζωή. Διά τούτο ουδέ τι- propria, victus separatus, peculiaris vita . Ideo ne
θασσεύεσθαι τι των νηκτών καταδέχεται, ουδε όλως que cicurari quidquam ex nat2tilibus polest, neque
επομένει χειρός ανθρωπίνης επιβολήν. ullo modo luinanæ manus contaclum patitur.
2 . Εξαγωγέτω τα ύδατα ερπετά ψυχών ζωσών 2. Producant αque reptilia animarum 64 viven
κατά γένος . Εκάστου γένους τάς απαρχάς νύν, lium secundum genus. Uniuscujusque generis printi
οιονεί σπέρματά τινα της φύσεως, προβληθήναι κε- lias nunc, quasi quedan nature semina , produci
λεύει (88): το δε πλήθος αυτών εν τή μετά ταύτα julbel : eorum autein inultitudo in seculOrain suc
διαδοχή ταμιεύεται, όταν αυξάνεσθαι αυτά και πλη- cessionem reimittitur, cum et aucta oportuerit ac
θύνεσθαι δέη. "Αλλου γένους έστι τα οστρακόδερμα multiplicata. Allerius generis sunt ea que testis
προσαγορευόμενα· οίον κόγχαι , και κτένες, και κο- οperta dicuntur , ceu conclie, peclines , coelhlee
χλίαι θαλάσσιοι, και οτρόμβοι, και αι μυρίαι των marine, Strombi, et innumerie ostreorum differen
όστρέων διαφοραί. "Αλλο πάλιν παρά ταύτα γένος, τα tie. Praeler hoc aliud rursus genus sunt que cru .
μαλακόστρακα προσειρημένα , κάραβοι, και καρκίνου, slacea vocantur : nimirum cariabi , cancri, et his
και τα παραπλήσια τούτοις. "Έτερον παρά ταύτα γέ - sinilia . Αliud preter Insec genus est eorum quae
νος εστί τα μαλάκια ούτω προσαγορευθέντα , όσων D mollia appellant : quorum caro tenera est et laxa,
ή σάρξ απαλή και χαύνης πολύποδες , και σηπίαι, uti polypi, et sepie, celeraque ejusmodi. Ει in illis
και τι όμοια τούτοις. Και εν τούτοις πάλιν διαφορα iterum infinite reperiuntur varielales. Dr:icones
μυρίαι. Δράκοντες γαρ και μύραιναι (89) και έγχέ- elit, murance, el anguille in limosis luminibus et
λυες, αι κατά τους ιλυώδεις ποταμούς και λίμνας γι- in Slagiis nascenles, reptilibus venenatis magis
όμεναι, τοίς ιοβόλοις μάλλον των ερπετών, ή τοίς quam piscilusjuxta nature similitudinem accedunt.
ιχθύσι κατά την ομοιότητα της φύσεως προσεγγί- Pertineot al aliud genus ea que ovum, ad aliud
ζουσιν . "Αλλο γένος το των ωοτοκούντων, και άλλο vero ea que animal pariunt . rocreant autem ani
το των ζωοτοκούντων. Ζωοτοκεί δε τα γαλεώδη και nal ea qua mustelini generis sunt et cynisci, et in

(85) Sic Duc. ulerque el Comber. cum aliis qui- tionc.

biselain inns. Nostra editio Paris. qua:ôutá . (88) Reg . sexius cum Colby. primo įu6anoiva
(86 ) Ita mss. mulli. Abe'st xal ali evilis. xeasúil. Ibidem quatuor miss. c) od Tanlos. abest
(37) Unos is. ô:' öti. Aliquanlu post quinque ôć anle errusis.
: . ότι ήμίν μεν ή, Deest μέν in utraque eli. ( 839) Multi niss . και σμύραιναν.
151 S. BASILII MAGNI 152
inter cele , plurima sunt que animal sigount, del- μενα. Και των κητών τα πλείστα ζωοτόκα : δελφίνες
phines et phocae , que suos atulos recentes adhuc και φώκαι , & και νεαρούς έτι τους σκύμνους , δια .
ac teneros, aliqua ex causa perierritos, in ventrem πτοηθέντας υπό αιτίας τινός, λέγεται πάλιν τη γαστρί
denuo admissos , in tutelam suam recipere narran- υποδεχόμενα περιστέλλειν. 'Εξαγαγέτω τα ύδατα
lar . Producant αφue jurla genus. Αliud cetorum ge- κατά (91) γένος. "Ετερον γένος το κητώδες, και το
nos, aliud exiguorum piscium. Rursusin piscibus in - των λεπτών ιχθύων έτερον . Πάλιν εν τοις ιχθύσι με
namerae sunt diferentiae secundum genera divise : ρίαι διαφοραι κατά γένη διηρημέναι • ών και ονόματα
quarum et nomina propria, et alimentum diversum, ίδια, και τροφή παραλλαγμένη , και σχήμα, και με
el Agura , et magnitudo, et carnium qualitates : γεθος , και σαρκών ποιότητες, πάντα μεγίσταις διαφο
omnia maximis inter se differentiis distincta, in ραις αλλήλων κεχωρισμένα , και εν ετέροις και ετέ
aliis atque aliis speciebus constituuntur. Qui sunt ροις είδεσε καθεστώτα. Ποίοι μεν ούν θυννοσκόπου
igitur hannorum exploratores, qui diversa eorum των γενών τας διαφοράς ημίν απαριθμήσασθαι δύο
genera nobis enumerare possint ? Quanquam in νανται; Καίτοι φασίν αυτούς εν μεγάλαις αγέλαις
Hagnis piscium gregibus dicuntur etiam illorum ιχθύων και τον αριθμόν απαγγέλλειν. Τίς δε των περί
numerum declarare. Quis vero ex iis qui circa litora αιγιαλούς και ακτάς καταγηρασάντων δύναται ημίν
ac ripas consenuere , omnium nobis historiani Β την ιστορίαν πάντων δι’ ακριβείας γνωρίσαι ; Άλλα
curate palefacere ac indicare valeat ? Alia geners γνωρίζουσιν οι την Ινδικήν αλιεύοντες θάλασσαν:
cognoscunt qui in Indico mari piscantur : alia , φαί άλλα οι τον Αιγύπτιον αγρεύοντες κόλπον· άλλα -
in Egyptio siou : alia, insulares : alia , Mauru- σιώται» και άλλα Μαυρoύσιοι . Πάντα δε ομοίως μι
sii. Omnia aute αqualiler tum parva tum magna κρά τε και μεγάλα το πρώτον εκείνο πρόσταγμα και
primum illud nandum, et intenarrabilis illa po- ή άφατος εκείνη παρήγαγε δύναμις. Πολλαι των βίων
Cum circa uniuscujusque generis successionem εκάστου γένους διαφοραί. Ουκ επωάζουσιν οι πλεί
discrimen. Non ut aves , oνis incubant piscium στοι των ιχθύων ώσπερ αι όρνιθες, ούτε καλιάς πή
plurimi : non construunt nidos , neque cum labore γνυνται , ούτε μετά πόνων εκτρέφουσιν εαυτών τα
suos enutriunt fetus : sed aqua elapsam ovum sus- έκγονα • αλλά το ύδωρ, υποδεξάμενον εκπεσόν το
cipiens, animal efficit. Quin et immutabilis et cum ώον, ζώον εποίησεν. Και εκάστω γένει η διαδοχή
altera natura insociabilis successio inest generi απαράλλακτος και ανεπίμικτος προς ετέραν φύσιν·
unicuίque . Non velat mulorum in terra, aut qua- ούχ οίαι των ημιόνων επί της χέρσου, ή και τινων
rumdam volucrum permistiones, quibus adulteran- ς ορνίθων επιπλοκαί παραχαρασσόντων τα γένη . Ουδέν
Iur genera. Nullum piscium genus dimidia ex parte παρά τους ιχθύσιν εξ ημισείας ώπλισται τοίς οδουσιν,
instructum est dentibus, οι bos et ovis apud nος : ως βούς παρ' ημίν και πρόβατον » ουδε γάρ μηρυχί
neque enim ipsorum quisquam ruminat, nisi scarus ζει τι παρ' αυτούς, ει μη τον σκάρον μόνον ιστορούσι
solus secundum quoruundain narrationerm. Αt vero τινες. Πάντα δε οξυτάταις ακμαίς οδόντων καταπε
omnes pieces aculissima condensatorum dentium πυκνωται, ίνα μή τη χρονία μασήσει η τροφή διαρ
acie communiuntur, ne esca dum diutius manditur δέη · έμελλε γάρ, ει μη οξέως κατατεμνομένη τη
didual : nisi enim celeriler dissecta in ventrein γαστρί παραπέμπετο, εν τη λεπτοποιήσει διαφορεί
detruderetur , extenuata per aquam dissiparetur . σθαι παρά ( 92 ) του ύδατος .
65 3 Αliud autein aliis piscibus destinatum est 3 . Τροφή δε ιχθύσιν άλλοις άλλη κατά γένος δι
aliamentumsecundum genus. Quidaim enim limo, qui- ωρισμένη. Οι μεν γαρ ιλύϊ τρέφονται, οι δε τοις φυ
dam vero alga vescuntur; alii herbis in aqua na. κίοις · άλλοι (93) ταις βοτάναις ταις εντρεφομέναις
scentibus sunt contenti. Contra, piscium plurimi τω ύδατι αρκούνται. 'Αλληλοφάγοι δε των ιχθύων οι
Vorant se invicem, minorque apud illos alimentum πλείστοι, και ο μικρότερος παρ' εκείνους βρωμά εστι
est majoris. Ει si unquam contigerit, ut is qui mi . του μείζονος. Κάν ποτε συμβή τον του ελάττονος
norem superaverat, alterius fat preda : amibo in D κρατήσαντα ετέρου γενέσθαι θήραμα, υπό την μίαν
unum et eundem posterioris ventrem ingrediuntur. άγονται γαστέρα του τελευταίου. Τί ούν ήμείς οι
Quid igitur aliud nos hoιnines agious, dum tyran- άνθρωποι άλλο τι ποιούμεν εν τη καταδυναστεία των
Dile et potentia opprirnimus inferiores ? quid και υποδεεστέρων ; τι διαφέρει του τελευταίου ιχθύος και
μωstrelo pisce differe is, qui pre voraci diviliarum τη λαιμαργη φιλοπλουτία τουςαπληρώτους της πλεον
cupiditale in inexplebilibus avariliae sure Huibus εξίας αυτού κόλπους εναποκρύπτων τους ασθενείς ;
(90) Kal cl uvrloroi. Piscis ille cui Græce nomen ginea appellare libeal.
CSC xuvCoxos, Latino dicitur ab Eustathio asellus. (91) Colb . secundus udara épteta xata. Mos
tijushæc sunt verba : Facil aulem catulos muslella , Rog . sextus cum Colb . primo to TWY AETtotá
el :sellus, et omnia que sine squamis sunt, quα sa- των.
lalia Græci nominani. Sed pro salalia legendum pu (92) lla codex Comber. cum aliis quinqne mss.
119 seluchia , ob illud Basilii, td oeddyn . Plinius lib . Deesį ta på in editis. Ibidem codices ocio spoot
JX, cap. 24, sic loquilar : Hæc Græce in universum ιχθύσιν, ειαι τοίς ιχθύσιν . Εliti ιχθύων.
selarne appellavit Aristoleles primus, hoc nomi!le eis " 193) Sic quinque. miss. Edili adot 6ć, Slatim
imposilo . Nosdistinguere non possumus, nisi carlila - R !.g . sexlus cum Colb . primo 627: o .apxocvtal.
 153 110MILJA VII IN HEXAEMERON . 154
Εκείνος είχε τα του πένητος σύ τούτον ( 94) λαβών Α imbecilles abscondit ? Ile possidebal pauperis Dona :
μέρος εποιήσω της περιουσίας σεαυτού . 'Αδίκων αδι- tu ipsum apprehensium fecisti tue ipsius opulentise
κώτερος ανεφάνης, και πλεονεκτικώτερος πλεον - parlem. Injustis injustiorem, et avaro avariorem
έκτου. “Ορα μη το αυτό σε πέρας των ιχθύων εκδέ- te Ostendisti. Cave excipian te idean finis , φuί pi
ξηται, άγκιστρών που, ή κύρτος, η δίκτυον. Πάντως Sces : balnus videlicet, ουι nassa, aut rete . Omnino
γάρ και ημείς πολλά των αδίκων διεξελθόντες (95) . enim et nos , si nullum admiserimus iniquitatis, ul
την τελευταίαν τιμωρίαν ουκ αποδρασόμεθα. "Ήδη δε timam non efugiemus penam. Jam vero etiam in
και εν ασθενεί ζώω πολύ το πανούργον και επιβουλος infirmo animali astutias multas et insidias cunn
καταμαθών, βούλομαι σε φυγείν των κακούργων την perspicis, maleficiorum imitationem fugere le volo.
μίμησιν. Ο καρκίνος της σαρκός επιθυμεί του Appetit ostree carnem cancer : sed didicilis capία
όστρέου » αλλά δυσάλωτος η άγρα αυτώ διά την πε- est ei haec preda, propter testae minimentum. Nam
ριβολήν του οστράκου γίνεται. 'Αρραγεί γάρ ερκίω infragili septo carnis teneritudinem natura commu
το απαλόν της σαρκός ή φύσις κατησφαλίσατο. Διό nivit. Quapropter el hoc animal ostracodermon voca
και οστρακόδερμου προσηγόρευται. Και επειδή δύο tur. Ει quoniam duocavaaccurale sibi invicem con
κοιλότητες ακριβώς αλλήλαις προσαρμοσμέναι το juncta, ostream ambiunt et circumplectuntur, forci
όστρεoν περιπτύσσονται, αναγκαίως άπρακτοί εισιν " pes cancri necessario inefficaces sunt. Quid igitur
αι χηλα του καρκίνου. Τί ούν ποιεί; "Οταν εδη εν molitur ? Cum viderit ostream in tranquillis locis
απονέμους χωρίοις μεθ' ηδονής διαθαλπόμενον , και non sine voluptate apricanlem , et ad solis ra
προς την ακτίνα του ηλίου τας πτύχας εαυτού δι- dios valvas suas explicanlem : tunc clanculum in
απλώσαντα, τότε δή , λάθρα ψηφίδα παρεμβαλών, δια- jecto calculo, plicaturam impedit ; atque quod viri
κωλύει την σύμπτυξιν και ευρίσκεται το ελλεί- bus deerat, id astu et dolo obtinere deprehendilar.
πον (96) της δυνάμεως διά της επινοίας περιεχό- Hec est eorum que neque ratione, neque voce pre
μενος . Αύτη ή κακία των μήτε λόγου μήτε φωνής dita sunt, malitia. Ego autem volo, οι ια cancrorum
ευμήχανον των καρκίνων ζηλούντα, της βλάβης των a proximorum noxa incommodisque tibi teniperes,
πλησίον απέχεσθαι. Τοιούτός έστιν και προς τον αδελ - Talis est qui ad fratrem frauduleuter accedit ,
φόν πορευόμενος δόλο, και ταις των πλησίον ακαι- adversaroque proximi fortunam insidiose impetit,
ρίαις επιτιθέμενος , και ταις αλλοτρίαις συμφοραίς et alienis insultat calamitatibus . Cave emuleris Ilio
εντρυφών. Φεύγε τας μιμήσεις των κατεγνωσμένων. mines improbatos. Tuis sis contentus rebus. Pauper
Τους οικείους αρκού. Πενία μετά αυταρκείας αλη- C Cas, cum rerum necessariarum copia vere suppetit,
θούς πάσης απολαύσεως τοις σωφρονούσι προτιμο- voluptali omni a sapientibus anteponitur. Non polyρί
τέρα. Ουκ αν παρέλθουμι το του πολύποδος δολερόν praelerierim dolum ac furatilalem , qui qualicunque
και επικλοπον, ός οποία ποτ' άν εκάστοτε πέτρα πε- tandem saxo adheeserit, illius induit colorem. Quani
ριπλακή (97), την εκείνης υπέρχεται χρόαν • ώστε obrem plerique pisces improvide nalantes in poly
τους πολλούς των ιχθύων απροόπτως νηχομένους το pum uti in petram incidunt, paralamque versuto illi
πολύποδι περιπίπτειν, ώς τη πέτρα δήθεν, και έτοι- predam sese offerunt. Talibus moribus sunt praediti,
μον γίνεσθαι θήραμα τω πανούργω. Τοιούτοι εισι το qui Beniper polestalibus dominantibus assenlantur,
ήθος οι τας αει κρατούσας δυναστείας υπερχόμενοι, seseque ad quoslibet modos ususque accommodant,
και προς τας εκάστοτε χρείας μεθαρμοζόμενοι, μη nec in eadem animi sententia semper persistunt,
επί της αυτής αει προαιρέσεως βεβηκότες, αλλ' άλλοι Bed alii atque alii facile effecti , temperantiam cum
και άλλοι ραδίως γινόμενοι, σωφροσύνην τιμώντες temperantibus venerantes,impudici cum impudicis,
μετά σωφρόνων, ακόλαστοι δε εν άκολάστoις, προς sententiam mulant ad uniuscujusque gratiam conci
την εκάστου αρέσκειαν τας γνώμας μετατιθέμενοι. liandam. Quos didicile est evilare, sibique ab ipso
Ούς ουδε ράδιον εκκλίναι, ουδε την απ' αυτών φυλά- ruτη nocumentis cavere, propterea quod eorum con
ξασθαι βλάβην, διά το εν τω προσχήματι της φι- D cinnala pravilas sub amicilie specie alta contegitar.
λίας (98) βαθέως κατεσκευασμένην την πονηρίαν Μores hujusmodi appellat Dominus rapaces lupos,
κατακεκρύφθαι. Τα τοιαύτα ήθη λύκους άρπαγας in oνίum indunentis sese ostentantes 1. Fuge bosca
ονομάζει ο Κύριος , εν ενδύμασι προβάτων προφαινο- mores varios 20 nmultiplices : imo sectare veritatem,
μένους. Φεύγε το παντοδαπών και πολλαπλούν του sinceritatem, simplicitatem. Variusest serpens, el ob
τρόπου · δίωκε δε αλήθειαν, ειλικρίνειαν, απλότητα. id ad 68 replandum condemnatus est. Justus Actio
Ο όφις ποικίλος· διά τούτο και έρπειν κατεδικάσθη. ne caret, qualis fuit Jacob 1. Quapropter Dominus
* Μatth. ντι, 15. * Gen. ΧΧν, 27.
(94) Ita editio Basil. cuin duobas Duc. el com (96 ) Ila sex mss. Editio utraque cd deittov.
aliis quinque mss. Editio Paris, où touto. Subinde (97) Reg. sextus cum Colb. primo πέτρα συμπλα.
quatuor mss. εφάνης. Editi cum uno cut aliero us. κή. Infra quinque mss . περιπίπτειν τη . Editi cum
ανεφάνης. Reg. oclavΟ περιπίπτειν ώς τη, reclius.
(95) Reg. Sextus cum Colb. primo αδίκων υπευελ. (98) Ιta seplein mss. Editi εν τω προσχήματι της
Obvtes. Aliquanto post ideilt ws. com vodem Civil). Eulab : ias, sub pielalis specie.
μειου φυγείν των κακών την μίμησιν.
155 S . BASILI MAGNI 16
iuliabilare facit unius moris in domo 2. loc mare A Ο δίκαιος άπλαστος , οποίος και Ιακώβ (59). Διά τούτο
magnum et spaliosum : illic reptilia , quorum non Κατοικίζει Κύριος μονοτρόπους εν οίκω. Αύτη ή
est numerus : animalia pugilla cuum magnis 95. Sed θάλασσα η μεγάλη και ευρύχωρος εκεί ερπετά,
tamen est in illis sapiens quaedam et probe ordinata ών ουκ έστιν αριθμός ζωα μικρά μετά μεγάλων.
dispositio. Non enim solum accusare pisces possu- 'Αλλ' όμως σοφή τις έστι παρ' αυτούς και εύτακτος
mus ; sed sunt etiam que opere pretium est imitari. διακόσμησης . Ου γαρ μόνον κατηγορείν έχομεν των
Quomodo singula piscium genera regionein sibi ipsis ιχθύων (1 ), αλλ' έστιν ά και μιμήσασθαι άξιον. Πώς
idoneam partita, alia in aliorum sedes non transeunt, τα γένη των ιχθύων έκαστα την επιτηδείαν εαυτοίς
sed intra proprios fines diversantur ? Geometra nul- διανειμάμενα χώραν, ουκ επεμβαίνει αλλήλους , αλλά
Ius habitationes apud haec piscium genera distribuit ; τοις οικείους όρους ενδιατρίβει ; Ουδείς γεωμέτρης
non circumscripta sunt muris, non finibus divisa, παρ αυτοίς κατένειμε τας οικήσεις : ου τείχεσι πε
el quod cuique prodest, id cuique sponte naturae ριγέγραπται · ουχ οροθεσίους διήρηται · και αυτο
genera pascii, ille alia : et que hic abundant, ea γαρ ο κόλπος τάδε τινά (2) γένη των ιχθύων βόσκει,
alibi vix invenias. Nullus nons aculis verticibus κακείνος έτερα και τα ώδε πληθύνοντα άπορα παρ'
vius : sed quadam est nature les , que aque juste- διίστησιν , ου ποταμός της διάβασιν αποτέμνεται :
que pro uiuscujusque commodo vivendi rationem αλλά νόμος τις εστι φύσεως ίσως και δικαίως κατά
quasi sortilo singulis præscribit. το εκάστου χρειώδες την δίαιταν εκάστοις αποχλη
ρων (3).
4.Nos vero nequaquam cales sumus. Unde ? Quod 4. 'Αλλ' ουχ ημείς τοιούτοι. Πόθεν; Οίγε μεται
ipsi terminos eternos transferimus, quos 98 patres ρομεν όρια αιώνια , & έθεντο οι πατέρες ήμών.
nostri posuerunt. Perperam scindimus tellurem ; Παρατεμνόμεθα (4) γήν, συνάπτομεν οικίαν προς
domum donui, agrum agro adjungimus, ut a proxi- οικίαν και αγρόν προς αγρόν, ένα του πλησίον αφ
Γmo aliquid auferannus. Norunt cele vivendi genus ελώμεθα τι. Οίδε τα κήτη την άφωρισμένην αυτοίς
sibi a natura constitulunm. Occupan id mare, quod παρά της φύσεως δίαιτας, την έξω των οικουμένων
υltra habitaliles plugis situm, insulis caret , cui χωρίων κατειληφε θάλασσαν, την ερήμην νήσων, ή
continens nulla terra e regione opponitur. Quain - μηδεμία προς το αντιπέρας αντικαθεστηκεν ήπειρος .
obrem innavigabile est, nec ullum cognoscendi stu . Διόπερ άπλους εστίν, ούτε ιστορίας ούτε τινός χρείας
dium , nec ulla necessitas illud Lenlare unquam κατατoλμάν αυτης τους πλωτήρας αναπειθούσης.
naulis persuasil. Hoc mare occupant cele , maximis " Εκείνην καταλαβόντα τα κήτη, τοις μεγίστοις των
moribus magnitudine similia, velut Iii qui viderunt oρών κατά το μέγεθος έoικότα, ώς οι τεθεαμένοι
Inarrant: manent intra proprios terminos, nec in- φασί, μένει εν τοις οικείοις όροις , μήτε ταις νήσους,
sulas neque urbes maritimas infestant. Sic igitur μήτε ταϊς παραλίοις ( 3) πόλεσι λυμαινόμενα. Ούτω
unuinquodque genus in definitis sibi maris partibus, μέν ούν έκαστον γένος , ώσπερ πόλεσιν, ή κώμαις
perinde atquein civitatibus , aut vicis quibusdam, τισιν, ή πατρίσιν αρχαίαις, τους αποτεταγμένους αυ
aut antiquis patriis, imrmoratur. Jam vero quidam τοίς της θαλάσσης μέρεσιν εναυλίζεται. Ήδη δε
ex piscibus peregrinantes , velut a communi curia in τινες και αποδημητικοί των ιχθύων , ώσπερ από
externas regiones ablegali , omnes sub uno signo κοινού βουλευτηρίου προς την υπερορίαν στελλόμε
prolciscuntur. Cum enin prescriptain felandi tem- νοι , υφ' ενί συνθήματι πάντες απαίρουσιν. Επειδάν
pus institerit, alii ab aliis ermigrantes sinibus, com- γάρ ο τεταγμένος καιρός της κυήσεως (6) καταλάβη.
mini nature lege concilati, ad Imare aquilonium άλλοι απ’ άλλων κόλπων μεταναστάντες, το κοινό
festinant. Ει quidem ipso ascensus tempore pieces της φύσεως νόμω διεγερθέντες , επί την βορεινής
coaclos per Propontidem in Euxinum Ponlum in- επείγονται θάλασσαν. Και έδους αν κατά τον καιρόν
fuentes, uti torrentem quemdam videre possis. D της ανόδου ώσπερ τι ρεύμα τους ιχθύς ηνωμέ
» Psal. LXV1, 7. * Psal. cιι, 25 26. 98 Proν, ΧΧιι, 28. + 3, 5 4
(99) Ila qualuor mss. Deest arliculus in editis. In (3) Editi cum Reg . tertio et cum Colb . primo èxá.
aliis tribus inss. legitur xal o lazú6. Colb . privius OTO 'S & Troxanpwy . Codex Combef. cum aliis qualuor
και ο Ιώβ. Νec aliier legit Eustathius, qui sic inter- Inss. αποπληρών.
prelatur : Jus!usnihil habet ficium sicui Job. Respi- (4 ) Nolat Ducæus legi in editione Basiliensi poste
cit Basilius ad illud , Ιακώβ δε , άνθρωπος άπλαστος , riori παραπείνομεν , aitque Cornarium male einen
oικών οικίαν, Jacob autem homo simplex , habitans disse, cuo ex παραπείνομεν effecit παρατείνομεν,
domum (Gen . XXV, 27 ). Particula xai, quæ , ut nola ampliamus terram . Cælerum DucæiCodices æque
vimus, in aliquot mss. reperitur, lere facit ut le . ac nostri habent rapateuróuela , secamus.
genduin suspicer οποίος και Ιακώβ και ο Ιώβ. (5 ) Codices aliquot cum editione Basil. Tao
(1 ) Colb. secundus των τοιούτων ιχθύων. Μox idein αλίαις. Editio Paris. cum aliis quibusdam mss. παρ
ms. και μιμείσθαι. αλίοις .
(2) Sic quatuor mss. Elili cum duobus τηss. τά ( 6) Editio Basil. καιρός της κινήσεως, et ita legi :
δε ανα τά . Statim editi άπορα παρ' εκείνοις. Αι sex Cornarius. Sed Duc. Uterque el Anglici Inss. et
mss. παρ' ετέροις. Τυidein ellinio Basil. cuin Bodl. et Combef. cum sex nostris καιρός της κυήσεως. New
cuin seplem aliis inss. ojo y opo ;. Editio Paris. ojos aliter legerunt Ambrosius ct Eustalbius.
όρος .
157 HOMILJA VIL IN HEXAEMERON .
νους (7), και διά της Προποντίδος επί τον Εύξεινον A Ecquis movei ? quodnam est regis imperium? qualia
δέοντας. Τίς ο κινών ; ποίον πρόσταγμα βασιλέως ; elicia in foro exposila , prefinitum tempus indi
ποία διαγράμματα κατ’ αγοράν ηπλωμένα την προ- cint ? qui sunt Jospitum advenarumque ductores ?
θεσμίαν δηλοί και οι ξεναγούντες τίνες ; "Οράς την Vicles divinafm ordinationem cuncta complenlenυ .
θείαν διάταξιν πάντα πληρούσαν, και διά των μι- atque per minutissima pervadenlein . Piscis divina:
κροτάτων διήκουσαν. Ιχθύς ουκ αντιλέγει νόμω legi non adversatur, nos vero salutaribus praeceptis
Θεού, και άνθρωποι σωτηρίων διδαγμάτων ουκ αν. Πon obsequimur. Cave pisces asperneris, quod muli
εχόμεθα . Μή καταφρόνει των ιχθύων, επειδή άφωνα sunt, et omnino ralionis 67 experies: sed time, ne
και άλογα παντελώς· αλλά φοβού μή και τούτων etiam his inferior sis ratione, ordinalioni conditoris
άλογώτερος ής, τη διαταγή του κτίσαντος ανθιστά - obsistens. Audi pisces, qui per ea que faciunt, tan
μενος. "Ακουε των ιχθύων μονονουχί φωνήν αφιέν- tum non emittunt hanc vocem : Nos ad perpetuain
των δι' ών ποιούσιν, ότι: Εις διαμονής του γένους generis conservationem in longinquam lianc pere
την μακράν ταύτην αποδημίαν στελλόμεθα. Ουκ grinationem mittimur. Nonipsisinest propria ratio ;
έχoυσιν ιδιον λόγον έχουσι δε τον της φύσεως νό- sed nature legem hallent sibi fortilei insidentem,
μον ισχυρώς ενιδρυμένον, και το πρακτέον υποδει- , et quod agendum est suggerentem. Eamus, inquiunt,
γος ( 8). Γλυκύτερον γάρ της λοιπης θαλάσσης εκείνο quam reliquum mare, proptere: quod sol brevi tem.
το ύδωρ, διότι επ' ολίγον αυτή προσδιατρίβων και pore in eo commorans, non ex eo per suos radios
ήλιος , ουκ εξάγει αυτής όλον διά της ακτίνος το elucil φuidquid potui aptum est. Gaudent et marina
πότιμον. Χαίρει δε τοις γλυκέσι και τα θαλάσσια • aquis dulcibus : unde et ad lumina sepe enalant,
όθεν και επί τους ποταμούς ανανέχεται πολλάκις , proculque a mari discedunt. 10: c de causa cirleris
και πόρρω θαλάσσης φέρεται. Εκ τούτου προτιμό- similus ab ipsis prefertur Pontus, velut ad fetus
τερος αυτούς ο Πόντος των λοιπών εστι κόλπων, ως elendos atque elnutrientos idoneus. Postquam vero
επιτήδειος εναποκυήσαι και εκθρέψαι τα έκγονα. id quoll in volis erat, expletum abunde fait ; rursus
Επειδάν δε το σπουδαζόμενον αρκούντως έκπλη - omnes catervatim ad propria revertuntur. Ει que
μωθή, πάλιν πανδημεί πάντες υποστρέφουσιν οί- sit redeundi ratio, a mulis audianus. Aquilonare
καδε. Και τίς ο λόγος, ακούσωμεν παρά (9) των εquor, inquiunt, profundum non est, cuique Su
σιωπώντων. Επιπόλαιος, φασίν, και βορεινή θάλασσα , pinum sil , violeilis ventis exponitur, ac Titiora
και υπτία προκειμένη των ανέμων ταϊς βίαις , ολί- pauca el paucos recessius habet. Quapropier ctiam
γας ακτές και υποδρομάς (10) έχουσα. Διό και εκ ρ ab imo solo ipsumfacile concutiuol venti, aleo ut
πυθμένος οι άνεμοι δαδίως αυτήν άναστρέχουσιν , arena que in fundo subsidlebat , 1λυctibus peroni
scealur. QUIn
ώς και την βυθίαν ψάμμον τοίς κύμασιν αναμίγνυ- Scentur. Quin et frigidum est hiemis lempore, quippe
σθαι. Αλλά και ψυχρά χειμώνος ώρα , υπό πολλών quod a multismagnisque fluviis repleatur. Propierea
και μεγάλων ποταμών πλήρουμένη. Διά τούτο εφ' ipso in estate Mollerate politi , rursus hieme οι ad
όσον μέτριον απολαύσαντες αυτής εν τω θέρει πά. teporem in profundo conservatuo , ita et ad aprica
λιν χειμώνος loca properant, atque septentrionales venlos graves
προσήλια τωνεπί την ενεπείγονται
χωρίων τω βυθώ ,αλέαν (11) και τατο
και φυγόντες et infestos Tugientes, in sinus linus exagitalos Vel
δυσήνεμον των άρκτώων, τοίς επ' έλαττον τινασσομέ- ut in portas Sese recipίunt.
νους κόλποις εγκαθορμίζονται.
5. Eίδον ταύτα εγώ, και την εν πάσι του Θεού 5 . Vidi isthac ego ipse, et Dei in omnibus 82
σοφίαν εθαύμασα. Ει τα άλογα επινοητικά και φυ- pientiam admiratus sum. Bruta si prospiciunt sibi,
ρετόν αυτό και το φευκτον και ιχθύς · τί ερούμεν quid sibi eligendum sit aut effugiendum: quid nos
ημείς οι λόγω τετιμημένοι, και νόμω πεπαιδευμέ- Sumus dicturi, qui ratione collonesiati , lege eruditi ,
νοι, επαγγελίαις προτραπέντες, Πνεύματι σοφισθέν- D pollicitationibus invitati, et Spiritu elocii, adhuc
τες, είτα των ιχθύων άλογώτερον τα καθ' εαυτούς tamen res nostrasineplius quam pisces ipsi dispo
διατιθέμενοι ; είπερ οι μεν ίσασι του μέλλοντός τινα nimus? Illi enin futura φuodaininolo providere no
ποιείσθαι πρόνοιαν, ημείς δε εκ της προς το μέλλον runt : nos autem spe futuri aljecta in belluinis vo
ανελπιστίας δι' ηδονής βοσχηματώδους την ζωήν (12) Ιυptatibus vitam nostram assumimus. Piscis (οι
αναλίσκομεν. Ιχθύς τοσαύτα διαμείβει πελάγη υπέρ mutal maria, ut aliquid invenit enolumenti ; quid
του ευρασθαί τινα ωφέλειαν· τί έρείς συ και τη αργία ια dicturus es, qui in olio ac desidia vitam degis ?
συζών ; 'Αργία δε κακουργίας αρχή. Μηδείς άγνοιαν Οιium autem, mali faciendi origo. Nemo ignorall
προφασιζέσθω. Φυσικός λόγος οικείωσιν ημίν του tiam pretexat. Iusita est nobis naturalis ratio , que

(7) Colices quatuor τους ιχθύας . Εliti τους
ιχθύς.
*(8 ) Colb. primus ŠTE.TO Böoslov spoz . ad aqui-
lonarem parlem . Infra duo mss. yaips! yip this.
(9) Codex Combef. άκουσαν παρά.
(10) Editi cum Reg. tertio υποδρόμους. Αlii sex
mss. υπoδρoμάς. Puto autem voce υποδρομή signi
ficari hic profundum aliquem recessum .
(11) lia Regii primus, ierlius, quintus, sextils et
octaviis, æque ac Colb . secundus cum Comb . AI
edilio utraque Ŝv co bude daarav, mendose .
(12) Cell . prius ζωήν ημών.
139 S. BASILII MAGNI 160
Dwas nobis vindicanda esse, no10a vero fugienda Λ καλού, και αλλοτρίωσιν από των βλαβερών υπο
submonet. A narinis exemplis nequaquam discedo: δεικνύς εγκατέσπαρται. Ουκ αφίσταμαι των θαλασ
quando quidem isthaec nobis expendenda proponun- σίων υποδειγμάτων, επειδή ταύτα ημίν πρόκειται
tur. Audivi a quodam maritimo, echinum marinum, εις εξέτασιν (13). " Ήχουσα εγώ των παραλίων τι
parvum prorsus et aspernabile animal, saepenumero νος , ότι ο θαλάσσιος εχίνος , το μικρόν παντελώς και
tranquillitatis et tempesialis navigatoribus monito- ευκαταφρόνητον ζώον, διδάσκαλος πολλάκις γαλήνης
rem deri. Qui cum ventorum praesenserit commo- και κλύδωνος τους πλέουσι γίνεται. " Ος, όταν προίδη
cionem, validum aliquem calculum subit, et in ipso ταραχήν εξ ανέμων, ψηφιδά τινα υπελθών γενναίαν,
Lanquamin anchora trimiter Πυctual, ejusque pon- επ' αυτής, ώσπερ επ' αγκύρας , βεβαίως (14) σα
dere delinetur, ne facile a lactibus abstrabatur . Ηoc λεύει, κατεχόμενος το βάρει προς το μη ραδίως τους
signum ubi viderio nautici, violentam ventorum κύμασιν υποσύρεσθαι. Τούτο όταν ίδωσιν οι ναυτικοί
agiationen imminere sciunt. 68 Astrologus nullus, το σημείον, ίσασι την προσδοκωμένην βιαίαν κίνησιν
nullus Chaldeus, ex astrorum ortu aeris turbatio - των ανέμων. Ουδείς αστρολόγος , ουδείς Χαλδαίος,
nas conjectans , isthsec echinum docuit : sed paris ταις επιτoλαίς των άστρων τας των αερων ταραχές
el ventorum Dominus vel parvo aniinali evidens et , τεκμαιρόμενος , ταύτα τον εχίνον εδίδαξεν, αλλ' και
apertum magnae sue sapientiae vestigium impressit. P θαλάσσης και ανέμων Kύριος και τα μικρά ζώα
Improvidum nihil, nihil a Deo fuit neglectum. Spe- της μεγάλης εαυτού σοφίας εναργές ίχνος ενέθηκεν.
culatur omnia oculus ille insopίtus. Οιnnibus adest, Ουδέν απρονόητον, ουδέν ήμελημένον παρά Θεού (15).
υnicuique salutis consequendae facultalem largiens. Πάντα σκοπεύει και ακοίμητος οφθαλμός. Πάσι πάρ
Deus si echinum a sua providentia non excludio, εστιν, εκπορίζων εκάστω την σωτηρίαν. Ει εχίνον
rebus tuis non prospicit ? Viri, diligile stores . έξω της εαυτού επισκοπής ο Θεός ουκ αφήκε, τα
Quamvis eileral inter vos sitis, tamen in conjugii σα ουκ επισκοπεί ; Οι άνδρες. αγαπάτε τας γυναι
societaleno convenistis. Ηoc nature vinculum, hoc κας , κάν υπερόριοι αλλήλους προς κοινωνίας γάμου
jugum per benedictioneum impositano, distantium sit συνέλθητε. Ο της φύσεως δεσμός , και διά της ευλο
Conjunctio. Vipera reptilium exiliosissima ad marine γίας ζυγός , ένωσις έστω των διεστώτων. Έχιδνα ,
murcene nupias accurrit : et ubi sibilo suam prae- το χαλεπώτατον των ερπετών, πρός γάμου απαντά
sentiam denuntiavit , ipsam a fundo ad nuptialen της θαλασσίας μυραίνης (16), και συριγμώ την
Complexum evocat. lla autem obtemperat, et cum παρουσίαν σημήνασα εχκαλείται αυτήν εκ των βυ
venenata bestia copulatur. Quid sibi νult hic sermo ? θών πρός γαμικήν συμπλοκήν. Η δε υπακούει, και
Νimirum necesse esse, αι conjux maritum perferat, ο ενούται τω ιοβόλω. Τι βούλεταί μοι ο λόγος ; ότι καν
licet asperum, licet moribus ferum, nec ob ullam τραχύς ή , καν άγριος το ήθος και σύνοικος , ανάγκη
causam conjunctionem dirimere velit. Percussor φέρειν την ομόζυγα, και εκ μηδεμιάς προφάσεως (17)
Θει ? Sed vir tuus est. Temulentusne ? Αι είbi καταδέχεσθαι την ένωσιν διασπών. Πλήκτης; Αλλ'
est natura conjunclus. Durusne et implacidus? Αι ανήρ. Πάροινος ; Αλλ' ηνωμένος κατά την φύσιν.
membrum jam tuum est, et membrorum praestan- Τραχύς και δυσάρεστος ; Αλλά μέλος ήδη σόν, και
tiasinsum . μελών το τιμιώτατον.
6 . Αυdiat autem et vir convenientem sibi admoni- 6. 'Ακουέτω δε και ο ανήρ της προσηκούσης αυτώ
tionem. Vipera ηυριias reverita , virus evomit : ια παραινέσεως. Ή έχιδνα τον ιον εξεμεί , αιδουμένη
anini duritiam et inhumanitatem ob conjunctionis τον γάμον σύ το της ψυχής απηνες και απάνθρω
reverentiam non depones ? Aut fortassis nobis et πον ουκ αποτίθεσαι αιδοί της ενώσεως ; "Η τάχα το
adulterium quoddam est hic ille vipera et murena μεύσει (18), ότι μοιχεία τις εστι της φύσεως και της
complexus. Discant igitur qui alienis insidiantur έχιδνης και της μυραίνης επιπλοκή. Διδαχθήτωσαν
oupliis, quali replili sit consimiles. Ecclesiam un- ούν τους αλλοτρίοις επιβουλεύοντες γάμους, ποταπω
delibel edificare unus milii scopus est. Sedentur D εισιν ερπετώ παραπλήσιοι. Εις μου σκοπός, παντα.
incontinentium libidines, tum terrenis lunm marinis χόθεν οικοδομείσθαι την Εκκλησίαν. Καταστελ
frenate exemplis. Hic et corporis infirmilas et tem- λέσθω (19) τα πάθη των ακoλάστων, και εγγείους
pus advesperascens finem loquendi facere me co » και θαλαττίοις υποδείγμασι παιδευόμενα. Ένταύθα
gunt , etsi bis qui libenter audiunt, complura adhuc, με στήναι του λόγου και τε του σώματος καταναγ
" Eohes. v , 25 .
(13) Sic mss . Αι editi εις την εξ. Νec ita multo Goclissimus Ducæos, quod n .c de muränis dicitur ,
post duo mss. το μικρότατον. ' id quivelto a quibusdam scriptoribus aflirmari , ab
(14) lia editio Basil. coin quinque mss. Editio aliis vero negari. .
Paris . cum Reg. octavo αγκύρας βεβαίας. Ταnquam (17) Colb. secundus την ομόζυγον , και μηδε εκ
in anchora firma. Aliquanto post editio Paris. cum feeds repopárews. Reg. prinius habet quoque rhy
aliquotαποσύρεσθαι
inss. υποσύρεσθαι. Αlii quidam mss. cum ομόζυγον. Αlii inss . cum editis την ομόζυγα , ele.
Bodl. . (18 ) Codices sex xpnOIMEÚDEL. EJLi cuin Reg .
(15) Reg. secundus cum Colb . secundo tapa quinto xenolusúe:.
θεώ. (19) Colb. secundus καταστελλέσθωσαν. Satin
(16) Colex Counlef. τη θαλαττία μυραίνη. Μox ideal us. παιδευόμενα.
Colb. prinις σημαίνασα εγκαλείσθαι. Μotel vir
 161 110MILLA VIL IN HEXAEMERON . 162
κάζει ασθένεια, και το της ώρας ψε : επεί πολλά A eaque admiratione digna, de rebus in mari nascen
έτι προσθείναι είχον τοίς φιληκόους θαύματος άξια tilbus opponere poteram. Νimirum de ipso inari :
δαπέστος λεους δεν το είδοωνροτήγου περί θα
περί των φυoμένων εν τη θαλάσσης περί θαλάσσης
αυτής, πώς είς άλας το ύδωρ πήγνυται· πώς και πο-
quomodo in sale concrescit aqua : quomodo pre
εiosissimus lapis corallium, in mari quiden herba
τέτω ζώα τα μεταπ αέρα έστιν εν
λυτίμητος λίθος το κουράλιον, χλόη μέν έστιν εν τη
θαλάσση, επειδάν δε εις τον αέρα εξενεχθή , προς
est, postquam veroin aerem educius fuerit, in la
pidis soliditatem conmpingitur : unde in vilissima
λιθου στερεότητα μεταπήγνυται · πόθεν τω ευτε- bestia Ostrea margaritam perquam pretiosarm na
λεστάτω ζώω τω οστρέω τον βαρύτιμον μαργαρί- tura inclusii. Que enim concupiscuot regum clie
την (20) ή φύσις ενέθηκεν· α γαρ επιθυμούσι θη- Snari, ea circa littora ripasque el asperas petras
σαυροι βασιλέων, ταύτα περί αιγιαλούς και ακτάς lisjecta sunt, in Ostreorum testis recondila ; unde
και τραχείας πέτρας διέρριπται, τοίς ελύτρους των pione auream larnain nutriunt , quam infectorum
όστρέων εγκείμενα πόθεν το χρυσούν έριον αι πίν- nullus hactenus est imitatus ; unde cochlete regibus
ναι τρέφουσιν, όπερ ουδείς των ανθοβάφων μέχρι largiuntur purpuram, que pralorum eliain flores
νυν (21) εμιμήσατο· πόθεν αι κοχλοι τοίς βασιλεύσι coloris praestantia superant. Producant αφμα. Εc.
τις άλoυργίδας χαρίζονται, αι και τα άνθη τών λει- quid necessariorum fictum non est ? quill prelio30.
μώνων τη ευχροία παρέδρα μον. Εξαγαγέτω τα * rum latum non est vil:e ? Hec quidern ad hominum
ύδατα (22). Και τι ου γέγονε των αναγκαίων ; τί ministerium, illa vero ad contemplatiοnein : qua
δε ουχί των πολυτελών έχαρίσθη το βίω ; τα μεν creationis miraculum contenaplamur. Alia sunt
εις υπηρεσίαν ανθρώπων, τα δε εις θεωρίας του horribilia, desidiam nostram erudientia. Creavit Deus
περί την κτίσιν θαύματος. "Αλλα φοβερά , παιδαγω- cete grandia 91. Non quia majora Sunt quam seguilla
(23). 'EΕποίησεν
dávuoy (23).
γούντα ήμών το ράθυμον okos
colncer ο Θεός el mæna, idcirco grandia dicta sunt: sed quia maxi
τα κήτη τα μεγάλα. Ουκ επειδή καρίδος και mis montibus mole corporis adequantur : que certe si
μαινίδος μείζονα, διά τούτο μεγάλα είρηται · αλλ' unquamadsummam aque superficieum 69 enalarint,
επειδή τοις μεγίστοις όρεσι το όγκο του σώματος Spenumero specien) referunt insularum. Hec qui
παρισάζεται· ά γε και νήσων πολλάκις φαντασίαν dem certe, utpole tanta,non circa ripas neque circa
ποτα. Επειδή, ποτε επι την άκραν επιφά- littora diversantur : sed in eo mari quod Atlanticum
νειαν του ύδατος ανανήξηται. Ταύτα μέντοι τηλι- vocatur, inhabitant. Talia sunt animantia , que ad
καύτα όντα ου περί ακτάς , ουδέ αιγιαλούς (24) Ιerrorem stuporemque nobis incutiendum creata
διατρίβει , αλλά το 'Ατλαντικών λεγόμενον πέλαγος sunt. At si pisciculuτη minimum, remoram scilicet,
ενοικεί. Τοιαύτά εστι τα προς φόβον και έκπληξιν , maxima navigia , expassis velis vento secundo uten.
ημετέραν δημιουργηθέντα ζώα. Εάν δε ακούσης , " tia ,facile sistere audieris ; ita ut navim diutissima
ότι τα μέγιστα των πλοίων ηπλωμένοις εστίοις εξ delineat inmotain, quasi in ipso mari radices
ουρίας φερόμενα το μικρότατον ιχθύδιον ή έχενείς egisset , nonne etiam in hoc exiguo pisce eadem
ούτω ραδίως ίστησιν , ώστε ακίνητον επί πλείστον Creatoris polentia tibi significatur ac ostenditur ?
φυλάσσειν την ναύν ώσπερ καταρριζωθείσαν (23) Non enim solum gladii, serre, canes , balene et
εν αυτώ τα πελάγει, άρ' ουχί και εν τω μικρό τούτω zygænæ formidanda sunt; sed et aculeus pastinaca
την αυτήν της του κτίσαντος δυνάμεως λαμβάνεις liarine, ejusque mortuie , et lepus nmarinus non mi
απόδειξιν ; Ου γαρ μόνοι (26) ξιφίαι, και πρίονες, και nus sunt meluendi, cum celerem inevitabilemque
κύνες, και φάλαιναι και ζύγαιναι, φοβερά, αλλά και interitum afferant. Ita le per omnia vigilare vult
τρυγόνως κέντρον της θαλασσίας, και ταύτης νεκράς, Conditor, ul, reposila in Deo spe, detrimenta ab ipsis
και λαγωος και θαλάσσιος , ουχ ήττον εστι φοβερά , τα- impendentia declines. Sed enim ab imis gurgitibus
χείαν και απαραίτητον την φθοράν επιφέροντα . Ούτω remeantes, ad continentein releamus. Νam opificii
σε διά πάντων εγρηγορέναι ο κτίστης βούλεται, ίν' miracula alia ex aliis nobis occurrentia , velut qui
εν τη προς Θεόν ελπίδε τάς απ' αυτών βλάβας απο- da luctus , crebris allernisque excursionibus 10
διδράσκης. Αλλά γάρ αναδραμόντες εκ των βυθών, O strum subtnersere sermonem. Quanquam id milli
επί την ήπειρον καταφύγωμεν. Και γάρ πως άλλα utique fuerit admirationi , si meus nostra , admi
* Gen.1, 21 .
(20) Νonnulli mss. τον πολύτιμον μαργαρί- θεν εν, Henricianus codex et Coisl. secunduς φυλάτ.
την. σειν την ναύν ώσπερ καταρριζωθέν, lauguam si id
( 21) Sic mss . Septem. Voces μέχρι νυν deside. ad vocemιχθύδιον referendum siι. Μelicaeus, Comb. .
rantur in vulgalis. Colb, securibus et Reg. oclav:is quadrosty tv vauv
(22) Colb . primus aliquando fusins, šsayayłtw tak ώσπερ καταρριζωθείσαν : cu: lectioni favent et
Bôata preta Yuyūv Swody, producant aquce repti - Ambrosius ei Eustathius. Nostra erlilio Paris. XQ
lia animarum viventium ταρρωθείσαν.
( 23) Rursus Colυ. primus, ημών την ραθυμίαν. (26) ( olices quinque ου γάρ μόνοι. Editi ου μόνον
(24) Codires oclo , ouôš aiyladous. Edili cuin Colb . ráo. Mox editio Basil, cuin mis . Combeſ .el cum aliis
Secundo ουδε περί αιγιαλούς. Ιloidein Colb. Secuu Moverm prieter Bodl. φοβεραί. Editio Paris . φοβε
δus τω Ατλαντικού λεγομένω πελάγει ένοικεί. pal. Zygiena aulem piscis est, quem nonnulli libel .
(25 ) Variant inter se veieres linn calamo nolali, lam vocant. Hanc piscem vocat Tilmajous 09
tum typis descripti libri. Editio Basil. cum Bodl. et cam .
cum aliis multis mss. φυλάσσειν ώσπερ καταρριζω
PATROL. GR . XXIX
 153 S. BASILII MAGNI
rabiliora in tellure nacln, rursus in mare ad Joue. A επ' άλλους καταλαβόντα ήμάς της δημιουργιας τα
exemplaun non aufugiat. Videtur autem mihi ora- θαύματα, οιόν τινα κύματα, ταϊς συνεχέσι και έπαι
tio delapsa in innumera miracula, modi oblita esse, λήλοις επιδρομαις υποβρύχιον ημών τον λόγον ήγαγε
el idem perpessa fuisse quod ii qui navigant in (27). Καίτοι θαυμάσαιμι αν, ει μη, μείζοσι τοις κατ'
pelago, qui ex nullo termino fixo motum conje- ήπειρον παραδόξοις η διάνοια ημών εντυχούσα, πά
clandes, sepius quantum ab ipsis sit decursuin λιν κατά τον Ιωνανεπί την θάλασσαν δραπετεύσει.
spalii ignorant. Quod sine nobis etiam videtur "Έοικε δέ μοι ο λόγος εμπεσών εις τα μυρία θαύ
accidisse , quippe sermone creaturam percur- ματα επιλελήσθαι της συμμετρίας, και ταυτό πε
rente , eorum que relata sunt copiam non per - πονθέναι τοίς εν πελάγει ναυτιλλομένοις , οί , προς
cepimus. Verum licet veneralbile illud theatrum li- μηδέν πε πηγός (28) την κίνησιν τεκμαιρόμενοι ,
benler audial, el miraculorum heriliuτη narratio sit αγνοούσι πολλάκις όσον διέδραμον. “Ο δή και περί
servorum Αuribus jucuada : hic tamen Orationem ημάς έoικε γεγενησθαι , τρέχοντος του λόγου διά της
sistentes , diem ad ea quan desunt absolvenda , ex- κτίσεως, μή λαβείν του πλήθους των ειρημένων την
speclenus. Οιnnes igitur exsurgentes pro his que αίσθησιν. 'Αλλ' ει και φιλήκοον το σεμνον τούτο
commemorata sunt, gratias agamus ; et ut ea que θέατρον, και γλυκεία δούλων ακραίς δεσποτικών
supersunt compleanlur, postalenus. Utinam autem B θαυμάτων διήγησις, ενταύθα τον λόγον ορμίσαντες,
et inter sunendos cibos sint vobis in meinsa, Ioco μείνωμεν την ημέραν προς την των λειπομένων
colloquii, ea que tum malulina Lum vespertina ora- απόδοσιν. 'Αναστάντες δε πάντες ευχαριστήσωμεν
tione explicavi : urinam etiam harum rerum cogita- υπέρ των ειρημένων, και αιτήσωμεν των λειπομέ
tionibus per somnium occupati, letitia diurna vel νων την πλήρωσιν (29) . Γένοιτο δε υμίν και εν τη
dormientes fruanini, ut dicere possitis : Ego dormio, μεταλήψει της τροφής επιτραπέζια διηγήματα , όσα
el cor nieum vigilat 11 , utpote quod nocte dieque τε έωθεν υμίν, και όσα κατά την εσπέραν επήλθεν και
legein Domini meditetur, cui gloria etimperium in λόγος και ταις περί τούτων εννοίαις υπό του ύπνου
sæcula sæculorum . Ainen . καταληφθέντες , της μεθημερινής ευφροσύνης και
καθεύδοντες απολαύσοιτε , ένα έξη υμίν λέγειν · 'Εγώ καθεύδω, και η (30) καρδία μου αγρυπνεί, μελε
τωσα νυκτός καιημέρας εν τω νόμω Κυρίου , ώ ή δόξα και το κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.

HOMILIA VIIJ. ΟΜΙΛΙΑ Η'.

De volatilibus el aquaticis. Περί πτηνών και ενυδρων (31).
70 1. Ει dirit Deus: Producarterra animam viven- 1. Και είπεν ο Θεός : Εξαγαγέτω η γη ευχήν
team juxta genus, quadrupedia, el reptilia et bestiας ζωσαν κατά γένος , τετράποδα και ερπετά κιιι
juαία genus. Ει factum est sic 98. Venit preceptun θηρία κατά γένος. Και εγένετο ούτως. " Ηλθε το
ordine procedens , et terra quoque proprium accepit πρόσταγμα οδώ βαδίζον, και απέλαβε και η γη τον
Ornatum. Ilic , Producant αφια reptilia animarum ίδιον κόσμον . Εκεί, Έξαγαγέτω τα ύδατα ερπετά
virentium29 : Ibic , Producat terra animam viventem. ψυχών ζωσών · ώδε , 'Εξαγαγέτω η γη ψυχήν
Nunquid animala est terra ? Jamne Iocum habent ζωσαν. "Έμψυχος άρα η γη ; και χώραν έχουσιν οι
desipientes Manichei, qui terre indunt animam ? ματαιόφρονες Μανιχαίοι, ψυχήν εντιθέντες τη γη και
Non quia dixit : Producat, id quod in ipsa silun Ουκ επειδή είπεν, Εξαγαγέτω, το εναποκείμενον
erat, protulit : sed qui preceptum dedit, etiam vim αυτή προήνεγκεν · αλλ' ο δούς το πρόσταγμα και
el facultatem producendi ei contulit. Neque ein την του εξαγαγείν αυτή δύναμιν έχαρίσατο. Ούτε
cum audivit terra, Germinel herbam feni el lignum γάρ ότε ήκουσεν η γη , Βλαστησάτω βοτάνην (32)
fruciferum , fenum quod in se reconditum Italie - χόρτου και ξύλον κάρπιμον , κεκρυμμένον έχουσα
Ioat, protulit ; neque palmanm , aut quercurn, aut cu- D τον χόρτον εξήνεγκεν ουδε τον φοίνικα, ή την δουν,
pressum, in ima quapiam sui uteri parte occultata, ή την κυπάρισσον κάτω που εν ταις λαγόσιν εαυ
extra superficiem eduxit: sed divinus sermo, eorum της αποκεκρυμμένα ανήκε προς την επιφάνειαν ·
quae fiunt natura est. Germinet terra ; non quod haliet, αλλ' ο θείος λόγος φύσις έστι των γινομένων( 53).
edal : sed quod non habet, acquirat, quandoquidern Βλαστησάτω η γη ουχ όπερ έχει προβαλλέτω, αλλ'
Deus agendi et producendi viin ei largitur. Sic etiam και μή έχει κτησάσθω, Θεού δωρουμένου της ενεργείας
nunc, Producal terra animam, non eam que ineralin την δύναμιν. Ούτω και νυν, Εξαγαγέτω η γη
ipsa : sed eam, que ei per preceptum a Deo data est. ψυχήν (34), ου την ενα ποκειμένην, αλλά την δεδο
07• Cant. v, 2 . 98 Gen. 1. 24. 99 ibid. 20, 21. 1 ibid . 11 .
(27) Reg. Sextuς τον λόγον κατήγαγεν. ( 32 ) Codices aliquoι Βλαστησάτω η γη βοτ.
(28) Colb. secundus μηδέ μικρών πεπηγός. Reg. Unus Duc. ούτε γάρ ότε ήκουσε, Βλαστησάτω η γη
secundus μηδέν έμπεπηγός. βοτάνην.
(29) Reg . Sextus λειπομένων την δήλωσιν . (33) Editio Basil. cum aliquot mss . φύσις έστι των
(30) Sic mulli mss. æque ac LXX. Deest articulus yevouévwv. Edilio Paris. yevouévwy. Ibidem codices
in edilis . ηση pauci Βλαστησάτω η γη , ουχ. Αι editi cum Reg .
(51) Colb. primus hunc prefert titulum, περί quinto βλαστησάτω, ουχ
ερπετών και θηρίων ομιλία ογδόη . Reg. octavus του (34) Colb. prinus την ψυχήν ζώσαν. ibidem iden
αυτού εις την Γένεσιν ομιλία η'. Coisl. primus όμι- codex cum Reg. sexto oυ την αποκειμένην, αλλά την
λια η' διδομένην.
 • 163 | HOMILIA VIII IN HEXAEMERON . 160
μένην αυτή παρά του Θεού διά της επιταγής. A Deinde etiam sermoin contrarian eiscedet. Εtenim st
"Έπειτα και εις το εναντίον αυτοίς ο λόγος περιτρα- animam produxit terra , se ipsani anima destitulain
· - -

πήσεται. Ει γάρ εξήνεγκεν η γη την ψυχήν, ερήμην dereliquit. Sedillorum quiderm exsecrabilis sententia
εαυτήν κατέλιπε της ψυχής. 'Αλλ' εκείνων μεν το ex se ipso palet. Cur autem aque jusse sunt reptilia
βδελυκτον αυτόθεν γνώριμον. Διά τί μέντοι τα μεν animarum viventium producere, terra vero animatm
ύδατα ερπετά ψυχών ζωσών εξαγαγείν προσετάχθη, viventem? Arbitramur natalilium quidem naturana
'

ή δε γη ψυχήν ζώσαν; Λογιζόμεθα τοίνυν, ότι των videri vitae quodammodo imperfectioris participem
μεν νηκτών ή φύσις ατελεστέρας πως δοκεί ζωής esse, propterea quod in aque crassitudine degunt.
μετέχειν, διά το εν τη ταχύτητα του ύδατος διαι- Nam et illis inest auditus gravis, hebesque visus ,
τάσθαι. Και γάρ ακοή παρ' εκείνους βαρεία, και utpote per aquam cernentibus : nec ulla est in illis
ορωσιν αμβλύ διά του ύδατος βλέποντες, και ούτε τις memoria, neque imaginatio , neque ullius consuelu
μνήμη παρ' εκείνους, ούτε φαντασία, ούτε του συν- dinis cognitio. Quapropter quasi declarat sermo,
ήθουςεπίγνωσις . Διά τούτο οιονεί ενδείκνυται ο λόγος , vitam carnalem aniinalibus motibus praeesse in
ότι η σαρκική ζωή τοίς ενύδρους καθηγείται των aquatilibus : in terrestribus vero, utpote vita pers
ψυχικών κινημάτων• επί δε των χερσαίων , ως τε- fectiore preditis, principalum omnem anime de
λειοτέρας (35) αυτών ούσης της ζωής, η ψυχή την * ferri. Nam et pleraque quadrupeda sensibus perspi
ηγεμονίαν επιτετραπται πάσαν. Αί τε γάρ αισθήσεις cacioribus uluntur, et res presentes aculius perci
μάλλον τετράνωνται και οξείαι μεν των παρόντων piunt, preteritorumque accurate reminiscuntur.
αι αντιλήψεις , ακριβείς δε μνή μαι των παρελθόντων Quamobrem in aquatilibus quidern , ut videtur, anic
παρά τους πλείστους των τετραπόδων. Διά τούτο, mala corpora sunt creata ( reptilia namque viven
ως έoικεν , επί μέν των ενυδρων σώματα εκτίσθη Lium animarum ex aquis producta sunt) , in terres
εψυχωμένα (36) (ερπετά γάρ ψυχών ζωσών εκ των stribus autem anima que corpora gubernaret, genes
υδάτων παρήχθη) , επί δε των χερσαίων ψυχή σώ- rari jussa est ; tanquam ea quae super terrain di
ματα οικονομούσα προσετάχθη γενέσθαι, ώς πλέον τι versanair, aliquid amplius de vitali facultale parti
της ζωτικής δυνάμεως των επί γης διαιτωμένων cipent. Terrestria quidem sunt quoque rationis
μετειληφότων. "Αλογα μεν γαρ και τα χερσαία · αλλ' expertia : sed tamen uou mquodque per naturae vo
όμως έκαστον τη εκ της φύσεως (37) φωνή πολλά cem multas anime affectiones indicat. Νam et gan
των κατά ψυχήν παθημάτων διασημαίνει. Και γάρ dium, et tristitiam, et 71 consuetudinis agnitionem,
και χαράν και λύπην, και την του συνήθους επίγνω et alimentiinopiam, et eorum que simul pascebantur
σιν, και τροφής ένδειαν, και χωρισμός των συννόμων, , separationem, et innumer:as affectiones quodam sono
και μυρία πάθη το φθόγγω παραδηλοί. Τα δε ένυδρα “ patefaciunt. Aquatica vero non solum muta sunt ,
ου μόνον άφωνα, αλλά και ανήμερα, και αδίδακτα , sed etiamimmansueta, et indocilia , et ad omnem
και προς πάσαν βίου κοινωνίας ανθρώποις αμετα- vile societatem hominibus intractabilia . Cognovit
χείριστα. "Εγνω βούς τον κτησάμενον, και όνος 6ος possessorem suum, et asimus presepe domini
την φάτνην του κυρίου αυτού•ιχθύς δε ουκ αν εui 1 : piseis autem neque suum aliorem agnoscere
επιγνοίη τον τρέφοντα . Οίδε την συνήθη φωνήν ο potuit. Novit familiarem et consuetam vocem asi
όνος· οίδεν οδόν ήν πολλάκις εβάδισε και που και nus : iter quod saepius ambulavit, cognovit ; inno
οδηγός ενίοτε αποσφαλέντι γίνεται το ανθρώπω. To vero nonnunquamdux fi homini aberrati. Audiendl
δε οξυήκοον του ζώου ουδέ άλλο τι έχειν λέγεται των autem subtilitatem qua hoc animal preditum est,
χερσαίων. Το δε των καμήλων μνησίκακον, και βα. ne ullum quidem aliud terrestre habere dicitur. Cae
ρύμηνι, και διαρκές προς οργήν, τί αν μιμήσασθαι terum quodnarm ex marinis queat in camelisimilari
των θαλαττίων δύναιτο; Πάλαι ποτέ πληγείσα κά- injuriarunι memoriam, iram graven, iracundiae le--
μηλος, μακρό χρόνο ταμιευσαμένη την μήνιν, επει- Dacitatem? Camelus pridem percussus, ira perdia
δαν ευκαιρίας λάθηται , το κακόν αντιδίδωσιν.'Ακού. recondita, ubi occasionem nacius fuerit , malum
σατε , οι βαρύθυμοι, οι την μνησικακίαν ώς αρετήν D reddit. Audite vos , qui graviler irascimini, quiin
επιτηδεύοντες , τίνι εστε έμφερείς, όταν την κατά του juriarum memoriam veluti virtutem colitis, cui silis
πλησίον λύπην, ώσπερ τινα σπινθηρα κεκρυμμένον assimiles , cum animi in proxiinum agritudinem,
εν στoδιά, μέχρι τοσούτου φυλάσσετε , έως αν, ύλης
ceu scintillam quamdanm in cinere occultatam, tan
λαβόμενοι (58), οίον φλόγα τινά τον θυμόν ανακαύ-
dia servatis, donec materia arrepla, iram iteruro
σητε. velut flammam aliquam accendalis .
2 . 'Εξαγαγέτω η γη ψυχήν ζώσαν. Διά τι ή γή 2 . Producαι terra animam υίtentem. Cur pro
ψυχήν ζώσαν εξάγει ; "Ίνα μάθης διαφοράς ψυχής ducit terra animam vivenlern ? Οι quid inter ani
κτήνους και ψυχής ανθρώπου. Μικρόν ύστερον γνώ- am peculis et inler animam hominis intersit ,
• Is... Χ, 3.
(33) Reg. primus ώς τελεωτέρας. Aliquanto post Mox Colh. primus ζωσών από των
tres miss . ai uvñuar. Deest articulus in editis ei in (37) Sic mss. plerique omnes. Edili èx quoews.
aliis quibusdam miss . (58) Duo Inss. ύλην λαβόμενοι. Editi cum aliis us9.
(36) Codices quatuor εμψυχώμενα . Colb. primuς ύλης λαβόμενοι .
εμψυχόμενα. Editi cuin Reg. quinto εψυχωμένα.
167 S . BASILII MAGNI 168
discas. Quomodo hominis anima formala sit, paulo Αση, πώς η ψυχή του ανθρώπου συνέστη: νυν δε
post scies : nunc vero de brulorum anima audi. άκουε περί της των αλόγων ψυχής. Επειδή κατά το
Cum juxta id quod scripίum est , animalis cujus- γεγραμμένον παντός ζώου η ψυχή το αίμα αυτού
que anima sanguis ipsius sit, sanguis autem con- έστιν (39) · αίμα δε παγεν εις σάρκα πέφυκε μετα
crelus soleatin carnem transmutari, caro vero cor- 6άλλειν · η δε σαρξ (40) φθαρείσα εις γην αναλύεται:
rupla in terrain resolvatur : jure ac merito est γεηρά τις έστιν είκότως η ψυχή των κτηνών. 'Εξ.
quid terrenum anima brulorum. Producat igitur αγαγέτω ούν ή γή ψυχήν ζωσαν. "Ορα την ακολου
terrα αnimam viventem. Anime vide affinitatem cum θίαν ψυχής προς αίμα, αίματος προς σάρκα , σαρκός
Sauguine, sanguinis cuin carne, carnis cum tellure : προς την γην και πάλιν αναλύσας διά των αυτών
el rursus ordine invers0 per eadem regredere a αναπόδισαν από γής εις σάρκα, από σαρκός εις αίμα,
terra ad carnem, a carne ad sanguinem, a sanguine από αίματος εις ψυχής και ευρήσεις , ότι γη έστι
ad animam; el pecorum animam terrain esse com- των κτηνών ή ψυχή. Μή νόμιζε πρεσβυτέραν είναι
peries . Cave existimes animam esse corporis ipso- της του σώματος αυτών υποστάσεως , μηδέ επιδια
rum constitutione vetustiorem, aut ipsam post μένουσαν μετά την της σαρκός διάλυσιν (41). Φεύγε
carnis dissolutionem permanere. Arrogantium phi- φληνάφους των σοβαρών φιλοσόφων, οι ουκ αισχύ
Iosophorum fuge deliranetula, quos non pudel suas Β νονται τας εαυτών ψυχάς και τας κυνείας ομοειδείς
ipsorum animas el canum ejusdem inter se spe- άλλήλαις τιθέμενοι • οι λέγοντες εαυτούς γεγενήσθαι
ciei esse slaluere, cum se ipsos aliquando el mulie - ποτε και γυναίκας και θάμνους και ιχθύας θαλασ
res et frutices et pisces equoreos fuisse doceant. σιους. Εγώ δε ει μεν εγένοντο ποτε ιχθυς ουκ αν
Ego equidem, an unquam fuerint pisces, sane non είπoιμι· ότι δε εν ώ ταύτα έγραφαν των ιχθύων
άxerim : sed eos, dum haec scriberent, ratiοuis ma- ήσαν άλογώτεροι, και πάνυ εντόνως διατειναίμην.
gis fuisse experies quain pisces vel constantissime Εξαγαγέτω η γη ψυχήν ζώσαν. Τίνος ένεκεν, του
alirmarim. Producαι terra animam vivenlem. Mi- λόγου τρέχοντος αθρόως, απεσιώπησα χρόνον ουκ
Γantur fortassis multi cur sermone affalirm currente , ολίγον, ίσως θαυμάζουσιν οι πολλοί • αλλ' ουχί οίγε
tempore non inodico conticueriin : sed studiosiores φιλοπονώτεροι των ακροατών άγνοούσε την αιτίαν της
auditores silentii causam minime ignorant. Quo αφασίας. Πώς γάρ; οι διά του προς αλλήλους οράν
modo enim ? qui scilicet per nauluos intuitus ac και εννεύειν επιστρέψαντές με προς εαυτούς, και εις
nutus me ad se ipsos converterint, et ea que fue- έννοιαν αγαγόντες των παρεθέντων. Είδος γάρ όλον
rant pretermissa , in meuleim revocaverint. Νam της κτίσεως , και ουκ ελάχιστον τούτο, παρέλαθεν
integra creature species , eaque non minima , ΠOS και ημάς, και μικρού απιών ώχετο, ανεξέταστον παν
praeteriit, atque fere oratio nostra ipsain omnino τελώς ο λόγος καταλιπών. Εξαγαγέτω γαρ τα ύδα
inexploralarm reliquit . Producant enim ague repti- τα ερπετά ψυχών ζωσών κατά γένος, και πετεινά
lia animarum viventiumjuσια genus, et volatilia volan- πετύμενα επί της γης κατά το στερέωμα του
Για ouper terramsecundum frmamentumcoeli . De nila- ουρανού. Είπαμεν τα περί των νηκτών, όσα ο καιρός
tilibus, quantum per tempus vespertinuin 72 licuit, ενεδίδου εσπέρας • σήμερον μετέβημεν επί τήν τών
disseruious : hodie ad terrestrium exainei trans- χερσαίων εξέτασιν. Διέφυγεν ημάς το πτηνόν εν τω
jvimus. Volatile in media narratione nos effugit. μέσω. 'Ανάγκη τοίνυν , κατά τους επιλήσμονας
Necesse est itaque instar obliviosorum viatorum, των οδοιπόρων, οι , επειδάν τι των καιρίων κατα
qui cuin rein alicujus momenti reliquerint, eliainsi λίπωσι (42), κάν επιπολύ της οδού προέλθωσι .
Dultum confecerint itineris, iterum eodern rever- πάλιν την αυτήν υποστρέφουσιν , αξίαν της ρα
Iuntur , dignam desidia sua penarm , laboreim itine- θυμίας δίκην τον εκ της οδοιπορίας κόπον υπ
ris atque molestianm perferentes : sic utique el nobis έχοντες, ούτω και ημίν , ώς έoικε , την αυτήν
idenn iter relegendum est. Νeque enim aspernabile πάλιν βαδιστέον. Και γάρ ουδέ ευκαταφρόνητον
est quod relictum est : sed tertia ex animalibus crea- εστι το παρεθέν, αλλά το τρίτον έoικεν είναι της
tis pars esse videtur. Tria siquidem sunt animaliuin D εν τοις ζώοις κτίσεως, είπερ τρία ζώων εστί γένη,
genera, terrestre , volatile, aqualile. Producunt, in - τό τε χερσαίον και το πτηνόν, και το ένυδρον,
quit, αφue reptilia αnimarum ventiumjuαία genus, Εξαγαγέτω, φησί, τα ύδατα ερπετά ψυχών ζωσών
οι υolatilia volantia super terram sub firmamento κατά γένος , και πετεινά πετόμενα επί της γης
celi juαία genus. Cur ctiam volatilibus ex aquis Or- κατά το στερέωμα (43) του ουρανού κατά γένος.
και Levit. XVII, 11 .
(39) Colb . primυς ζώου το αίμα η ψυχή αυτού (41) Reg. primus ανάλυσιν. Reg. Sexlus διάλυσιν ,
εστιν . φύγε. Aliquaulo post codex Comief. ιχθύς θαλάσ
(40) Colb. secundus ει δέ σάρξ. Statim editi νεκρά σης.
τις έστιν, est aliquid ηιοτιuum. Nec aliier legisse (42) Duo mss. καταλείπωσι.
videtur Eustathius, qui sic rerial : Merito ergo la (43) Κατά στερέωμα , secundum frnamentum.
bida est unima junientorum . Altamen codex Com Malini, inquit Combelisius, cum Ambr. vel cum
bef. cum aliis oito miss. habel yenpá tis, est quid Viilg. etAugusl., sub firmamento. Allamen legimus
dam lerrenum . Quain lectionem paulo post confirmat in Ambr. lib. V , cap . 1 , secundum firmanientum . Imo
Basilius ipse,his verbis : xai eueñoels ,Öte yñ ŠOTL TWY etiam hoc ipso in libro cap . 12, legitur, secus fir
κτηνών η ψυχή, Αιque pecorum animamterram esse mamentum, id quod repetit cap. 14 libri ejusden.
comperies. Al vero sanctus Augustinus utroque loquendi genere
 169 HOMILIA VIII IN HEXAENERON . 170
Διά τι εξ υδάτων και τοις πτηνούς την γένεσιν έδω- A tum dedit ? Quia volatilia inter et nafatilia quae
χεν ; "Οτι ώσπερ συγγένειά τίς έστι τους πετομένοις dam est veluti cognatio. Quemadmodum enim pisces
προς τα νηκτά. Και γάρ ώσπερ οι ιχθύς το ύδωρ aquam secant,ad ulteriora motu pinnarum progre
τέμνουσι, τη μεν κινήσει των πτερύγων ( 44) εις το dientes, el candie mutatione tum circuitiones in
πρόσω χωρούντες, τη δε του ουραίου μεταβολή τάς recios motus sibi ipsis dirigentes : sic et in volati
τε περιστροφές και τας ευθείας ορμάς εαυτοίς οίακί libus videre est, quandoquidem alis similimodo ae.
ζοντες · ούτω και επί των πτηνών έστιν ιδείν, διανη- rem Irajiciunt. Quare cum nalandi proprietas in
χομένων τον αέρα τοις πτεροίς κατά τον όμοιον τρό- utrisque sit uns, una quaedam ipsis affinilas per
aquarum generationem collata est. Sed tamen vo
σθαι, μία τις αυτοίς ή συγγένεια έκ τής των υδάτων latile nullum pedibus caret, quod vicium suppealitat
γενέσεως παρεσχέθη. Πλήν γε ότι ουδέν των πτη lerra omnibus, ei omnia pedum ministerio necessa
νων απουν, διά το πάσι την δίαιταν από της γης rie indigent. Rapacibus quidem acies unguium ad
υπάρχειν , και πάντα αναγκαίως της των ποδών capiendam praedam, reliquis vero ob aliinentuin
υπουργίας προσδείσθαι. Τοις μεν γάρ αρπακτικούς comparanduin et ad reliquam vitam transigendam
προς την άγραν αι των ονύχων ακμαι• τοις δε λοι- peduin usus necessario concessus est. Porro pauce
πούς διά τε τον πορισμός της τροφής και διά τήν λοι- B sunt volucres, quae Dialos habeant pedes, quaeque
πην του βίου διεξαγωγήν αναγκαία των ποδών ή sive al ambulandum, sive ad venandurnidonese non
υπηρεσία δεδώρηται. 'Ολίγοι δε των ορνίθων κακό- sin pedibus , ceu hirundines, que neque aubulare,
ποδές εισιν, ούτε βαδίζειν ούτε αγρεύειν τοις ποσίν neque venari possunt, et aves Ποιuine drepanes ,
επιτήδειοι · ώς αϊ τε χελιδόνες εισί (45), ούτε βαδί - quibus alimonia ex iis quae feruntur in aere, provisa
ζειν ούτε αγρεύειν δυνάμεναι, και αι δρεπανίδες λε- est.Ceterum volatus terre vicinus in hirundine pe
γόμεναι, οίς η τροφή από των εν τω αέρι έμφερο- dum explet officium.
μένων επινενόηται. Χελιδόνι δε το της πτήσεως πρόσ
γειον αντί της των ποδών υπηρεσίας εστίν.
3. Είσι μέντοι γενών διαφοραί μυρίαι και εν τοις 3. Sunt autem innuniere generum differentice
ορνισιν, ας εάν τις κατά τον αυτόν τρόπον επίη καθ' etiam in volucribus : quas si quis percurrat eo modo,
ον εν μέρει και της των ιχθύων εξετάσεως εφηγά- quo partim piscium examen altigimus; υιuin qui•
μεθα, ευρήσει εν μέν όνομα των πετεινών, μυρίας dem volucrum nomen , sed infinilas magnitudinis
δε εν τούτοις διαφοράς έν τε τοις μεγέθεσε και εν τοις figurarumque el colorure differentias in his reper
σχήμασι και εν ταις χρόαις και κατά τους βίους, ιurus est. Ad vitam etiam, et ad actiones moresque
και τις πράξεις, και τα ήθη, αμύθητον ούσαν αυτοίς c quod special, inenarrabilern quandam inter ipsis
την προς άλληλα παραλλαγήν. "Ηδη μεν ούν τινες deprelierudel varietatem. Jam vero conati sunt non
επειράθησαν και ονοματοποιίαις χρήσασθαι, ίν', nulli conficiis nominibus uti, ut, veluti per inustas
ώσπερ δια καυτήρων τινών της ασυνήθους και ξέ- quaslani insolite el peregrina appellationis notis,
νης ονομασίας, το ιδίωμα εκάστου γένους επιγινώ- cujuslibel generis proprietas cognoscatur. Ει alias
σκηται. Και τα μεν ωνόμασαν σχιζόπτερα (16), ως quidem aves nouinarunt schizopteras , uti aquilas :
τους αετούς: τα δε δερμόπτερα, ως τάς νυκτερίδας • alias vero derinopιeras, ut vespertilioues : alias
usus est, secundum firmamentum , et sub firmamento . hic scriptum invenimus de coleopleris. id non pro
Lege Nobilium . Tertullianis Adv. Hermog .,per fire bilur Petro Pelilo . Igitur lib. iv Miscellanearum oli
mamentim : que interpretatio maximie convenit cum servationum , cap . 16 , loquitur hoc modo : Hujus
miente Basilii. Cum eniin Paler gravissimus per vo . itaque volatilium secundum alarum difcrentias divi.
cem stapéwua nihil aliud intelligat nisi aerem , uti sionis, cælera quidem bene, el ex Aristotelis sententia ,
legilur sub finem hujusce oralionis, sequitur si vo - unde accepil : in voce xOULEOTITE Da non mediocriler
Jalilia volent per aerem , ipsa per firinanienlum quo hallucinatus videtur, cum putal significari hoc nomi
que volare. D ne inseciorum illud genus, que involucris quibus
(44) Aliquot mss. Twy tetepuylwv. Staljin Colb. dam concepla el fola ad aliquod tempus, postmodum
prinus τάς τε περιτροπάς. putamine disruplo evolant i ul de cicadis Lucrelius
(45 ) lia Regii priimus, quinlus, sexliis et octaviis memoral lib. v :
cum duobus Colb. Editi vero ysacõóves eigi xal ai, Folliculos ut nunc lereles æstale cicada
mutile. Ibidem xal al pattavloss , el drepanès. Sic Linquunt sponte sua , vicluui vilanique pelentes.
visum est verlere cu Plinio. qui hac 'ipsa voce Plane id verba hæc Basilii sonant : 050 év Orxals
lib. XI, cap. 47, uti nondubit: ι. Ejus nec Sunt ver- τισι και περιβολαίς γεννηθέντα περιρραγέντος, etc .,
ba : Quineyanıvolucrem ullam sine pedibus esse, con - quibus, quæ proprie xoud.contepa dicuntur, explical.
Armani el apodos habere, el Oien , el drepanin , in eis Al falso elpræler mentem Aristotelis, qui longe diver
quæ rarissime appurent. Interprcles veleres, El em so sensu id nomen usurpat. Non enim ab iis lolli
quæ falculæ nuncupantur, aut ripariæ . tas aves 10 culis κουλεόπτερα υuli dici, sell ab ελύτροις, ταginis,
cat Eustathiusmeropos. quibus ulæ eorum muniuntur. Nam Grucis xou
(46 ) Libuit, quod non suppelerent verba Lalina, deóv vagina est. Unde Theodorus eos volucres vagini
sic vertere schizopterus, etc . Aves autem schizople pennes Larine veriit. Ita enim Græcum nomen xovasó.
ræ , eæ dicuntur, quæ habent pennam discretani, TITE poy sane non infeliciterexpressil. Alarum proinde
alas lissas. Dermopleras eas vocellius, quibus eillis hæc dillerenlia est el proprielas, non luci in quo fit
pro pennis est. Piilolæ ex intelligunrur, quæ sicca generulio . Quod ipsa divisio dristo'elis indicat, qua et
membrana volant. Denique coleopteras appellare alarum differentiis volucrum differentias venalur, lib .
solent eas quarum penna vagina continentur. Quod !, cap . 5 ; cic.
471 S . BASILII MAGNI 172
pilotas, ut vespas : alias rursus coleopteras, 73 utsca- Α τα δε πτιλωτά, ως τους σφήκας: τα δε κολεόπτερα ,
rabeos , et quaecunque in thecis quibusdam et amicu- ως τους κανθάρους, και όσα, εν θήκαις τισι και πε
lis generale, crusta ab ipsis distracta, ad volandum ριβολαίς γεννηθέντα, περιρραγέντος αυτούς του ελύ
expedite evadunt . Verum sufficiens nobis nola est τρου, προς την πτησιν ήλευθερώθη. 'Αλλ' ημίν αρ
ad generum proprietatem assignandam, communis κουσα σημείωσις προς την των γενών ιδιότητα ή
usus, et allata a Scriptura de mundis et immundis κοινή χρήσις, και οι παρά της Γραφής περί τε καθα
scuntur, accomonstitutio, ad modum "arom genus pρών
distinctiones. Αliud itaque carnivorarum genus üv zaκαιte onακαθάρτων
esto διορισμοί. "Αλλο μεν ούν γένος
Θst , aliaque constitutio, ad modum quo ipse ve- το των σαρκοφάγων, και άλλη κατασκευή πρέπουσα
scuntur , accommodata ; unguium acies , el rostrum τω τρόπο της διαίτης αυτών, ονύχων ακμαι , και
incursum, et penna velox , ut et facile arripiatur χείλος αγκύλον, και πτερών οξύ , ώστε και συλληφθη
prada, el dilaniata alimentum fiat predatrici, Alia ναι ραδίως το θήραμα, και διασπαραγεν (47) τροφήν
earum constitutio est, que semina colligunt : alia τώ ελόντι γενέσθαι. "Αλλη των σπερμολόγων κατα
Θarum, qua omni re obvia nutriuntur. Ει in his σκευή : άλλη των εκ παντός τρεφομένων του συντυ
plurime differentiae . Ipsarum enim quaedam, grega- χόντος . Και εν τούτοις πλείσται διαφοραί. Τα μεν
les sunt : exceptis rapacibus, inter quas societas , γάρ αυτών εστιν (48) αγελικά, πλήν των αρπακτι
nulla est preter conjugalem conjunctionem. Sunt P κών: τούτων δε ουδέν κοινωνικών εκτός του κατά τας
vero alie innumere, que collectivam amplectantur συζυγίας συνδυασμού. Μυρία δε άλλα τόν άθροισμα
vilam, αι columbe, grues,slurni, graculi. Rursus in τικόν ήρηται βίον, ώς περιστεραί (49), και γέρανοι ,
sui juris ; aliae duci subjici non recusant, velut άναρχά εστι και οίον αυτόνομα · τα δε υφ' ηγεμόνι
grues. Iam vero etiam alia quaedam est in his dif- τετάχθαι καταδεχόμενα, ώς αι γερανοι. " Ήδη δε τις
ferentia, juxta quam alice nunquain sedem mutant, και ετέρα εν τούτοις έστι διαφορά , καθ' ήν τα μεν
et hieme appropinquante οι plurimum in alium Io. πέφυκε πορρωτάτω, και χειμώνος εγγίζοντος εκτο
cum sese recipere . Quin et complures aves, dum elu- πίζειν ώς τα πολλά. Χειρoήθη δε και τιθασσά τα
cantur, mansuescunt cicuranturque, praler debiles πολλά, των ορνέων εκτρεφόμενα γίνεται, πλήν γε δή
ac infirmas, quae ob nimiam timiditatem ac formi- των ασθενών, & δι'υπερβάλλουσαν δειλίαν και αναν
dinem, assiduarm molestiam sibi manu exhibitam non δρίαν την συνεχή της χειρός ενόχλησιν ουχ υφίστα
patiuntur. Sed et humana consuetudine volucres ται (50). Αλλά και συνανθρωπιστικοί τινες των ορ
quaedam gaudent, et easdem atque nos ipsi habita - c νίθων εισι, τας αυτάς ημίν οικήσεις καταδεχόμενοι
tiones recipiunt : alie incolunt montes ,ac solitudine άλλοι δε όρειοι και φιλέρημοι. Μεγίστη δε διαφορά
deleclantur . Illa uniuscujusque proprietas que ad και η περί την φωνήν ιδιότης εκάστου. Οι μεν γάρ
vocem pertinet , maximum etiam discrimen efficit. κωτίλοι και λάλοι των ορνίθων εισίν οι δε σιγτλοι.
Alia enim volucres loquaces sunt et garrule ; alice Και τα μεν ωδικά και πολύφωνα· τα δε άμoυσα
1aciιurne. He quidem canore, et multum clamose; παντελώς και ώδης άμοιρα. Και τα μεν μιμηλά, η
illeomnino modulationis ac cantus experies. Quedam εκ φύσεως έχοντα το μιμείσθαι, ή εξ ασκήσεως
sunt imitatrices , emulationem illam vel a natura vel προσλαβόντα (51): τα δε μονότροπον και αμετάβλη
all exercitio accipientes : quedain eamdemsermper ac τον την φωνήν αφιέντα. Γαύρον ο άλεκτρυών: φιλό
immutabilem vocem emiliunt. Superbus est gallus : καλον ο ταώς: λάγνιοι αι περιστερα και αι κατοι
ornatus et elegantia amator est pavo : libidinose κίδιοι όρνεις, επί παντός καιρού το συνουσιαστικών
columbie, perinde algue galline domestice, que έχουσαι. Δολερόν ο (32) πέρδιξ και ζηλότυπον,
nullo non tempore libidini indulgent. Dolosa el ze- κακούργως συμπράττων τοϊς θηραταϊς προς την
Jotypa perdix est, venatoribus ad predam capien- άγραν.
dain malitiose suam operam præstans.
4. Innumera sunt, ut diximus, et actionum et D 4. Μυρίαι, ώς έφαμεν, και των πράξεων και των
ve discrimina . Porro quedarm ex his brulis ani - βίων διαφοραί. "Έστι δέ τινα και πολιτικά των αλό
mantibus sunt quoque politice : siquidem civilis ad. γων, είπερ πολιτείας ίδιον, το προς έν πέρας κοινών
ministrationis proprium est, ut ad unum commu- συννεύειν την ενέργειας των καθ' έκαστον, ως επί
nem finem singulorum actiones concurrant, ut quis- των μελισσών άν τις ίδοι . Και γάρ εκείνων κοινή μεν
que in apibus intueri polest. His enim communis ή οίκησις , κοινή δε η πτήσεις,εργασία δε πάντων(55)
(47) Reg. primus cuin Colb . itidem primo ÔLaSTa lectio litraque admilli : scd cum constanter hoc ipso
ραχθέν . jui loco reperialur in omnibus mss . Totuitov,
(48) Colb . primus αυτών είσιν. Μox idem nms. κατά dubium non babeo quin legendum sit coas póv .
συζυγίαν. (53 ) Edili cum multis mss. Távtwr, Colb . secun :
(49) Editios al nep!Stepal. Articulus deest in mss. dus statūv. Neino non videl correctionem esse igna
Suvinde multi mss. 4 ñpes. Edili tápss. ri librarii, qui quod vox ucosa feminini generis
(50) Reg . sextus úsistanta .. Jbidem Cod .Combeſ. sit , ila emendandum esse pulavil. Sed nihil necesse
συνανθρωπικοί. fuil. Nam ut alias sape , ila nic generale aliquod no
(51) Codices duo προσλαμβάνονται . 'n subaudilur, pula Güov . Slalim idem codex xal
(59) Regii primus, tertius et quintus δολερός και. ταξιάρχη.
Edili cuin multis aliis inss . Ooh povó. Polest quidein
125 HOMILIA VI IN HEXAEMERON .
μία και το μέγιστον , ότι υπό βασιλεί και ταξιάρχω Α «st habitatio , communis volatus, unaque el earlem
τινί των έργων άπτονται, ου πρότερον καταδεχόμεναι omnium aclio : et quod preciριιum est , sub rege,
επί τούς λειμώνας ελθείν, πριν αν ίδωσι κατάρξαντα el sub quodam prefecto operan aggrediuntur ; Που
τον βασιλέα της πτήσεως. Και έστιν αυταίς ου χειρο- prius ad prata proficisci 74 ausse , quam regen vis
τονητός ο βασιλεύς ( πολλάκις γάρ άκρισία δήμου (34) derint volatui praeundem. Rex auderm apud ipsas
τον χείριστον είς αρχήν προεστήσατο), ουδέ κληρω- suffragiis non creatur, vulgus namque judicii in
την έχων την εξουσίαν (άλογοι γάρ αι συντυχίαι των opia pessimumspenumero al principitum evexit :
κλήρων επί των πάντων έσχατον πολλάκις το κράτος neque Sorte potestatem assequitur, temerarii enim
φέρουσαι), ουδε εκ πατρικής διαδοχής τους βασιλείοις sortium casus imperiumsape in omnium delerri
εγκαθεζόμενος ( και γάρ και ούτοι απαίδευτοι και muin conferunt : nec ex paterna successione in re
αμαθείς πάσης αρετής διά τρυφήν και κολακείαν ώς gali throno collocatur, nam et ii rudes experlesque
τα πολλά γίνονται), αλλ' εκ φύσεως έχων το κατά virtutis omnis, ob delicias et assertationes plerum
πάντων πρωτείον, και μεγέθει διαφέρων και σχήματι que fiunt ; sed a natura in omnes obtinel principa
και τη του ήθους πραότητι. " Έστι μέν γάρ κέντρον ιum : quippe et magnitudine et forma et morum le
τη βασιλεί, αλλ' ου χρήται τούτω προς άμυνας. Νό- nitale antecellit.Inest quidem regi aculeus : sed eo
μου τινές εισιν ούτου της φύσεως άγραφοι, αργούς Β non utitur ad ultionem. He sunt quedarm natura
είναι προς τιμωρίαν τους των μεγίστων δυναστειών leges minime scripta, ut lardi sint ad vindiclan» ,
επιβαίνοντας. Αλλά και ταις μελίσσαις, όσαι αν μη qui ad maximam potentiam sunt evecti. Sed et
ακολουθήσωσι τω υποδείγματι του βασιλέως , ταχύ quaecunque apes regis non sequuntur exempluτη,
μεταμέλει της άβουλίας, ότι τη πληγή του κέντρου eas statium lemerilalis sue penitel ; propterea quod
επαποθνήσκουσιν (55). 'Ακουέτωσαν Χριστιανοί, οίς aculei ictu intereunt. Audiant Christiani, qui nulli
πρόσταγμά εστι μηδενι κακόν αντί κακού αποδιδό- malum pro milo reddere, sed in bono malum vin
ναι, αλλά νικάν εν τω αγαθώ το κακόν. Μίμησαι της cere juventur •.Inmilare propriam aρίς indolem, que
μελίσσης το ιδιότροπον , ότι, ουδενί λυμαινομένη, nulli officiens, neque fructurn alienum corrumpens,
ουδέ καρπόν αλλότριον διαφθείρουσα, τα κηρία συμ - favos construit ac compingit. Νam ut ceram ex lo
πήγνυται. Τον μέν γάρ κηρόν από των ανθών φανε ribus aperle colligit : ila mel, humorem scilicet

εσπαρμένην νοτίδα τους άνθεσιν , επισπασαμένη τώ in favorum cava iamrnituit. Unde etiam primo liqui
στόματι, ταύτην ταϊς κοιλότησι των κηρίων ενίησιν. dum est : deinde leinporis processu concoctum, ad
"Οθεν και υγρόν παρά την πρώτην εστίν · είτα τώ , propriam concretionemsuavilalemque pervenit. Apis
χρόνω συμπερθέν, προς την οικείαν σύστασιν και “ praeclaras et convenientes laudles a Proverbio con
ηδονήν επανέρχεται. Καλών και πρεπόντων αύτη secula est, que scilicet appelletur sapiens et labo
των επαίνων παρά της Παροιμίας (57) τετύχηκε, riosa . Hoc modo, ut diligenter apis pabulum conge
σοφή και εργάτις ονομασθείσα ούτω μέν φιλοπόνως rit (cujus labores , inquit, reges et privati ad sanita
την τροφήν συναγείρουσα ( ής τους πόνους, φησί, tem assumuni ), ila sapienter el artificiose mellis
ούτω δε σοφώς φιλοτεχνούσα τας αποθήκας του μέ nam cera , crebra et inter se continua cavacon
λιτος (είς λεπτόν γάρ υμένα τον κηρόν διατείνασα , struit, ut frequentia illa atque densilas, qua minu
πυκνάς και συνεχείς αλλήλαις συνοικοδομεί τάς κοι tissima quæque secum invicem colliganliir , operi
λότητας), ως το πυκνον της των μικροτάτων προς ιοιι fulcruin sit et firmamentum. Nam cellula que
άλληλα δέσεως έρεισμα γίνεσθαι το παντί. Εκάστη libet alieri adheret, tenui septo ab ea sejuncta, el
γάρ φρεατία (58) της ετέρας έχεται, λεπτό προς αυ - eidem simul conjuncta. Deinde fistule alice su
την διεργομένη τε ομού και συναπτομένη τωνδιαφρά- per alias edificate, duas tresve habent cunligna-
γματι. Έπειτα διώροφοι και τριώροφοι αι σύριγγες tiones. Cavel enim continuain anarm eficere caver
αύται αλλήλαις επωκοδόμηνται. 'Εφυλάξατο γάρ (59) η ηulam, ne humor foras propter gravitatem diftunt.
μίαν ποιήσαι διαμπερές την κοιλότητα, ίνα μή τωDisce quomodo geometric inventa accessio sint
βάρει το υγρόν προς το εκτός διεκπίπτη. Κατάμαθε opera ac laboris ejus, quem apis sapientissima sus
πως τα της γεωμετρίας ευρέματα πάρεργά εστι της cipίt. Omnes ein favorum cavernular sunt sexan
σοφωτάτης μελίσσης. Εξάγωνοι γάρ πάσαι και ισό- gile , el qualia latera habent : non aliae aliis d
πλευροι των κηρίων αι σύριγγες, ουκ επ' ευθείας recto incunilunt , ne fundi intervallis Vacuis adjuncti
• Rom. XII, 17, 21 . * Proν. ν1, 6, sec. LΧΧ.
(34) Regii tertius, quintus el sextus cum Cois) . (57) Παράτης Παροιμίας. Locus est Prov. cap. V ,
primo et cum Colb . secundo åx.oasia onuov , vulgi v . 6 , apud LXX . Sed hicc absunt ab Hebraicis exem
pelulanlia . Editi et Coisl. secundus cum Regiis primio plaribus. Lege Ducxum .
et octavo άκρισία δήμου. Reclius. (58) Tia codices sex e nostris preler Combeſ. et
( 53) Duo Inss. εναποθνήσκουσιν. Boll . Editi εκάστη γάρ φρεατίς . Slalion Reg . Sexus
(36) Codices quatuor φανερώς συνάγει. Editi προς αυτήν διηρημένη τε ομού .
cum Colb . Secundo el cuΟι Reg. tertio συναγεί (59) Colo . Secunilus εφυλάξαντο γάρ. Aliquando
ρει. Pos! Reg. sextus διαπίπτη.
 113 S . BASILII MAGNI 176
Cliscant : sed sexangularum inferiorum cavernela- Α αλλήλαις κατεπικείμεναι, ίνα μή κάμνωσιν οι πυ
rum anguli basis sunt ac fuleimentum superiorunι, θμένες τους διακένοις εφηρμοσμένοι· αλλ' αι γωνίαι
Οι ιuto supra se onera allollant, et separatim in των κάτωθεν εξαγώνων, βάθρον και έρεισμα των
unoquoque concavo humor continealur.
τεωρίζειν τα βάρη, και ιδιαζόντως εκάστη κοιλότητα
το υγρόν εγκατέχεσθαι.
5. Quomodo cuncias proprietales ad volucrum vi- 5 . Πώς άν σοι πάντα δι’ ακριβείας επέλθουμι τα εν
1am pertinentes accurate tibi recensere possim? τους βίους των ορνίθων ιδιώματα; πως μεν αι γέρα
Uι grues vicissim constituunt excubias; el quidem νοι τας εν τη νυκτί προφυλακάς (60) εκ περιτροπής
sis Securitatem per Somnum exhibent; deinde tem- περιούσαι, πάσαν αυταίς εν τω ύπνω παρέχονται
pore vigiliarum peraclo,Incquidem claugore edito την ασφάλειαν· είτα , του καιρού της φυλακής πλη
ad somnum convertilur : illa Vero 75 succedeus, ρουμένου , η μεν βοήσασα προς ύπνον έτράπετο ( 61 ),
Securitatem quam accepit, sua vice reddit. Obser - η δε , την διαδοχήν υποδεξαμένη, ής έτυχεν ασφα.
vabis et lunc ordinem in ipso volatu. Alia enim λείας αντέδωκεν εν τω μέρει. Ταύτην και εν τη
interdum itineris dux est ; sed uli per aliquod lein- Β πτήσει την ευταξίαν κατόψει. "Αλλοτε γάρ άλλη την
ριις slalalum volatai prafuit, retro se recipiens, οδηγίαν εκδέχεται , και τακτον τινα χρόνον προκα
vie ducatum insequenti tradit. Ceterum ciconia - Θηγησαμένη της πτήσεως, εις το κατόπιν περιελθου
rom agendi modus, non procul a rationali intelli- σα, τη μεθ' εαυτήν την ηγεμονίαν της οδού παραδί
gentia abest. Uι enim omnes uno et eodemtempore δωσι. Το δε των πελαργών ουδέ πόρρω έστι συνέσεως
ad has regiones accedunt : ita sub uno signo omnes λογικής • ούτω μέν κατά τον ένα καιρόν πάντας επι
discedunt. Slipant autem ipsas cornices nostrales, δημεϊν τοις τήδε χωρίοις · ούτω δε υφ' εν συνθήματι
eascue nien quidem sententia deducunt, et nonni- πάντας απαίρειν. Δορυφορούσι δε αυτούς αι παρ'
hil adversus hostiles aves praestant subsidii. Illud ήμίν κορώναι, και παραπέμπουσιν, εμοί δοκείν , και
primo ejus rei argumentum est, quod eo tempore συμμαχίαν τινά παρεχόμεναι προς όρνιθας πολε
nulla prorsus corinix appareat : deinde cum vulne- μίους. Σημείον δε πρώτον μεν το μή φαίνεσθαι υπό
ribus relevantes, aperta tulele el presidii collati τον καιρόν εκείνον κορώνην παντάπασιν, έπειθ' ότι
indicia referint. Quis apud ipsas prescripsit hospi- μετά τραυμάτων επανερχόμεναι εναργή του συνασπι
lalitatis jura ? quis ipsis desertionis militaris accu- σμού και της επιμαχίας τα σημεία κομίζουσι. Τις
satione minatus est , adeo ut nulla a comitata se c παρ' αυταίς τους της φιλοξενίας διώρισε νόμους (62),
subiralhal ? Audiant ii qui erga hospiles «luri sunt et τις αυταίς ηπείλησε λειποστρατίου γραφήν ως μη
inofficiosi, foresque occludunt, et ne bieme quidem δεμίαν απολείπεσθαι της προπομπής ; Ακουέτωσαν
aul noctu advenas lecto recipiunt. Porro cura quam οι κακόξενοι, και τας (63) θύρας κλείοντες, και μηδε
ciconice senio confectis exhibent, liberos nostros, si στέγης εν χειμώνα και νυκτί τοις επιδημούσι μετα
allendere vellent, ad parentum amorem satis exci διδόντες. Η δε περί τους γηράσαντας των πελαργών
tarel. Nemo enian hono est, qui ita prorsus neite πρόνοια εξήρχει τους παίδας ημών, εί προσέχειν
destiluatur , ut pulore dignum μοι judicel eum, quί έβούλοντο, φιλοπάτορας καταστήσαι. Πάντως γάρ
avibus perquam Drtutis virtule inferior foret. Illar ουδείς ούτως ελλείπων κατά την φρόνησιν, ώς μη
genilorena pre senio pennarum deflaviis laboranlein αισχύνης άξιον κρίνειν των αλογωτάτων ορνίθων
circumstantes, suisniel pennis calefacinnt, suppe- υστερίζειν κατ' αρετήν. Εκείνοι τον πατέρα υπό του
litanique abundle alimentum : quin subsidium ei, γήρως πτερορρυήσαντα περιστάντες εν κύκλο τους
quoad fieri potest , in ipso vol:la praestant , μtrin- οικείοις πτεροίς διαθάλπουσι, και τας τροφάς άφθο
que alis suis leniler Sublevantes. Atque Ιιοc ita νως παρασκευάζοντες, την δυνατών και εν τη πτήσει
apud ories decantalun est, ut jam quidam benefi . παρέχονται (64) βοήθειαν , ηρέμα τα πτερω κουφί
ciorum remunerationem antipelargosium appellent. Dζοντες εκατέρωθεν. Και ούτω τούτο παρά πάσι δια
Nemo de paupertale doleil : neque is de sua vita βεβόηται, ώστε ήδη τινές την των ευεργετημάτων
desperet, cui nullae domi supersunt opes , ubi ipse αντίδoσιν αντιπελάργωσιν (63) ονομάζουσι. Μηδείς
respexerit ad birundinis industriam. Il enim ni- πενίαν οδυρέσθω μηδέ απόγινωσκέτω εαυτού την
dum construens, festucas quidem ore defert : Iu- ζωήν ο μηδεμίαν οίκοι περιουσίαν καταλιπών, προς
tum vero colligere pedibus cum non queat, penna- το της χελιδόνος ευμήχανον αποβλέπων. Εκείνη γαρ,
run extrevoilates aqua madeficiens, subinde le- την χαλιάν πηγνυμένη, τα μεν κάρφη τα στόματι

(60) Jla sex Iss. Editi simpliciter φυλακάς.
(61) Codices duo ετρέπετο. Reg. Sextus τρέπεται.
Colb . secundus è cpátin . Duo alii mss. cuin editis
topáTIETO. Nec sa nullo post muss. plerique omnes
cum editione Busi!. κατόψει. Editio Paris. κατ.
όψεις.
( 69 ) Rg. ser!υς διώρισε θεσμούς
(63) Reg. sextus κακόξενοι οι τάς
(64) Ιdem Reg. Sextus πτήσει παρέχοντες.
(65) Αντιπελάργωσιν ,id est , benefcii acceptarema
nerationem . Idcirco aulem grali animi significatio avo
τιπελάργωσις dicebatur, quod πελαργός, ciconia, be
Deliciorum a parentibus acceploruin niemor sil.
 IIOMIL !A VIIL IN TEXAEMERON . 178
τα άκρα των πτερών ύδατι καταβρέξασα (66), είτα Α cogitat ; atque pantalian festucas inter se Iulo velut
τη λεπτοτάτη κάνει ενειληθείσα, ούτως επινοεί του glutine qaolam colligans, pullos in ipso nido enu
πηλού την χρείαν και κατά μικρόν αλλήλοις τα tril : quorum si quis oculos expungal, a natura
κάρφη οίον κόλλη τινι το πηλό συνδήσασα, εν αυτή medicam quamdam artem accepit, per quam sure
τους νεοττους εκτρέφει · ών εάν τις εκκεντήση τα prolis visum ad sanitaterm relicit. Πec le commo
όμματα, έχει τινά παρά της φύσεως ιατρικής (67), neant, οι μe all maleficia convertare propter pal
δι' ης προς υγείαν επανάγει των εκγόνων τάς όψεις. pertilem; neve in gravissimis calamitatibus, onni
Ταύτά σε νουθετείτω μή διά πενίαν πρός κακουργίαν spe albjects, oliosus ac iners nianeas : sed ad Denim
τρέπεσθαι " μηδε εν τοις χαλεπωτάτοις πάθεσι, πά- confugias, qui si tirandini tanta largilur , quando
σαν ελπίδα δίψαντα , άπρακτον χείσθαι και ανεν- majora iis qui ipsum toto corde invocant, concessu
έργητον · αλλ' επί Θεόν καταφεύγειν, ός, ει χελιδόνι Fus est ? Π::lcyon avis marring est. Hec depositis in
τα τηλικαύτα χαρίζεται (68), πόσω μείζονα δώσει ipsa arena ovis, secundum ipsa litora fetificare 80
τοις εξ όλης καρδίας επιβοωμένοις αυτόν; Αλκυών Iel : el circa mediain fere hieinem pullos excludit
εστι θαλάττιον όρνεον. Αύτη παρ'αυτούς νοσσεύειν (69) tum, cum inare multis el violentis ventis ad terram
τους αιγιαλούς πέφυκεν,επ' αυτής τα ωά τηςψάμμου alliditur. Altamen consopiuntur venti omnes, quie
καταθεμένη και νοσσεύει κατά μέσον που τον B scunt guorei luctus per septem dies, quibus hal
χειμώνα, ότε πολλούς και βιαίοις ανέμους η θάλασσα cyon osis incubat. Νam totidem diebus solum pul
τη γη προσαράσσεται . 'Αλλ' όμως κοιμίζονται μεν los excludit. Cum autem et victu ipsis opus est ,
πάντες άνεμοι, ησυχάζει δε κύμα θαλάσσιον, όταν alios Septein dies ad pullorun) incrementum Deus
άλκυών επωάζη τας επτά ημέρας. Εν τοσαύταις γάρ minificentissimus minimo huic animali prestiti.
μόναις εκλεπίζει τους νεοττούς. Επει δε και τροφής 76 Quamobrem et omnes naute hoc sciunt, dies
αυτοίς χρεία , άλλας επτά (70) προς την των νεοττών que illos appellant halcyone0s. Bes ille per Deiin
αύξησιν ο μεγαλόδωρος Θεός το μικροτάτω ζώω παρ- bruta provilentiam sancile sunt et ordinate, uι εά
άλκυονίδας τάς ( 71) ημέρας εκείνας προσαγορεύoυσι. Deo exposeas. Quid tua causa, qui factus es ad Dei
Ταυτά σου εις προτροπής του αιτείν παρά Θεού τα imaginem, etiam praeter exspectationem fieri non
προς σωτηρίαν διά της περί τα άλογα του Θεού προ » possit , cuτη Δviculie adeo exigue gratia , vastain
νοίας νενομοθέτηται . Τί ουκ αν γένοιτο των παρα- el horrendum mare in media hiene quiescere jus
δόξων ένεκεν σου , ός κατ' εικόνα γέγονας του Θεού , sun, delineatur ac freuetur ?
όπουγε υπέρ όρνιθος ούτω μικράς η μεγάλη και φοβερά κατέχεται θάλασσα, εν μέσω χειμώνι γαλήνην
άγειν (72) επιταχθείσα;
6. Την τρυγόνα φασι, διαζευχθεϊσάν ποτε του ομό- C 6. Ferunt turturem a conjuge separatam, nun
ζυγος, μηκέτι την προς έτερον καταδέχεσθαι κοινω - φuam cum alio inire societalein , sed villuam perina
νίαν, αλλά μένειν ασυνδύαστον, μνήμη του ποτέ nere : utpote que, ob prioris conjugis nemoriam,
συζευχθέντος την προς έτερον κοινωνίαν απαρνου- alterius conjugium albuunt. Audianl inulieres, quo
μένην. 'Ακουέτωσαν αι γυναίκες, όπως το σεμνόν της modo vel apud Drula animalia , frequentium nuptia.
χηρείας και παρά τοις αλόγους του εν ταις πολυγα- rum dedecori anteponatur viluitatis pudicitia ho
μίαις απρεπούς προτιμότερον. 'Αδικώτατος περί την nestasque. Aquila in ellucanda prole iniquissima
των εκγόνων εκτροφής (73) ο αετός.•Δύο γάρ εξαγα- est. Εtenim ubi pullos duos exclusit, horum alle
γων νεοσσούς, τον έτερον αυτών εις γην καταρρή - rum dejicit in terram, ac pennarum verberibus
γνυσι, ταις πληγαίς των πτερών απωθούμενος τον protrudit : alterum autem dunlaxal assumptun
δε έτερον μόνον αναλαβών, οικειούται, διά τό της pro suo halbet ; atque quem genuit, propter victus
τροφής επίπονον αποποιούμενος (74) αν εγέννησεν. comparaudi difficultalein abdicat. Sed, at aiant,
'Αλλ' ουκ έα τούτον, ώς φασι, διαφθαρήναι η φήνη • perire hunc non sinit ossifraga : πιο ipsum susce
αλλ' υπολαβούσα αυτόν τους οικείους εαυτης νεοσσοίς ριιι una cum propriis suis pullis elucil. Tales
συνεκτρέφει. Τοιούτοι των γονέων οι (75) επί προ- sunt parentes illi, qui paupertalis pι εlextu infan

(66 ) Sic quinque mss. e nostris præler Combeſ. D loco , quo Ambrosius de hac ipsa ave loquitur, levem
Elili vero pésaca. Quod aliquanto anle ait Basi- quidem illam , sed quæ tamen pegolii aliquid faces
Jins, ciconiis cornices peregrinationum comites et sere possit rudioribus. Ubi ergo legimus lib . v in
lanquain salellites adjungi, de eo aliier sentire Ari Hexaem . cap. ' 13, num . 40, Placidum venlis slal
slolelem docet idem ille quem jam noniinavi Pelrois mure, donec ora ſoveal halcyone sua , legendum cen
Perilus. Legas velim ejus opusculum lib . iv , cap . seo , donec ova foveal halcyon sun . Illud Basilii, nou .
17. χάζει δε κύμα θαλάσσιον όταν αλκυών επωάζη, ad
(67) Colb, Secundus φύσεως ιατρείαν. Μox Reg. verbum , all vident omnes, expressil Ambrosius.
Sexlus εις κακουρ. ( 71) Νonnulli mss . αλκυονίτιδας τάς.
(68) Reg. sexus εί χελιδόνι ταύτα χαρίζεται. (72 ) Colb. Secundus γαλήνην έχειν.
(69) Editio Basil. cum multis mss . νοσσεύειν... ( 73) Codices ηοιι pauci εξάγων. Ιbidein Reg.
νοσσεύει . ΕlitioParis . νεοσσεύειν... νεοσσεύει. Infra quinlus έτερον άγων εις .
Bodl. μόναις εκλέπει τους. (74) Reg. quintus αποσπασάμενος .
(70) Codices duo άλλας επτά ημέρας. Quando ser (75) Editi cum Colo. Secunilo γονέων οι σκληροί,
nu est de halcyone, maculam lullere conabor ex eo sed illud , ol xat,pol, deest in seplem mss ., lier du
17) S. BASILII MAGNI 1ο
9 exponunt, aut etiam in patrimonio distribuendo Α φάσει πενιας εκτιθέμενοι τα νήπια ή και εν τη
niquissimi sunt erga lilieros. Quemadmodum eniin διανομή του κλήρου ανισώτατοι προς τα έκγονα.
cuique, ut esset, ex quo tribuere, ita equum est, Δίκαιον γαρ, ώσπερ εξ ίσου μεταδεδώκασιν εκάστω
ut eis vite agende facultatem pari qualique ra - του είναι, ούτω και τας προς το ζην αφορμάς ίσως
tione suppeditent. Cave inviteris earum avium qui- αυτούς και ομοτίμως παρέχειν. Μή μιμήση των
bus ungues aliunci sunt, crudelilalenm : que ubi γαμψωνύχων ορνίθων το απηνές• ού, επειδάν έδωσε
viderini suos fetus jan.jam volatui naturos, alis τους εαυτών νεοττοις κατατολμώντας λοιπόν της
eos verberiantes, ac expelleules, ex nido ejiciunt, ac πτήσεως, εκβάλλουσι της καλιάς, τύπτοντες τους
deinceps nullam eorum curan suscipiunt. Laudan- πτερούς και ωθούντες , και ουδεμίαν επιμέλειαν
dus est cornicis in stos pullos amor , que ipsosjη ποιούνται προς το λοιπόν. Έπαινετών της κορώνης το
volantes comitatur, alinioniamque subministrans, φιλότεχνον ή και πετομένοις (76) ήδη παρέπεται,
illos diutissime enutrit. Mullis avium generibus ad σιτίζουσα αυτούς και εκτρέφουσα μέχρι πλείστου.
conceptum nihil opus est copula narium : sed in Πολλά τών ορνίθων γένη ουδέν προς την κύησιν
aliis generibus edita citra coitum Ova, infecunda δείται της των αρρένων επιπλοκής· αλλ' εν μέν τοις
sunt. Ferunt autem sine coitu ut plurimum parere άλλοις άγονά εστι τα υπονέμια , τους δε γυπάς φασιν
νultures, licet naxime Iongevos : quippe quibus 5 ασυνδυάστως τίκτειν ώς τα πολλά, και ταυτα μακρο
vita ad centum usque annos plerumque protendatur. βιωτάτους όντας " οίς γε μέχρις εκατόν ετών ως τα
1d velim notatum et observalum ex aliium historia : πολλά παρατείνεται ( 77 ) η ζωή. Τούτο μοι έχε πα
ut si guardo nonnullos videris mysterium nostrum ρασεση μειωμένον εκ της περί τους όρνιθας ιστορίας,
irridere , quasi fieri nequest, et quasi sit a natura ίν', επειδάν ποτε ίδης γελώντας τινας το μυστήριον
alienum, ut virgo , virginilale ejus intenerala per - ημών, ώς αδυνάτου όντος και έξω της φύσεως , παρ
nianeule , pepererit, venial in mentem tilbi, Deum, θένον τεκείν , της παρθενίας αυτής φυλαττομένης
cui per predictionis stullilian credentes salvos αχράντου, ενθυμηθής, ότι ο ευδοκήσας εν τη μωρία
facere libuit , innumera incitanenta, ab ipsa na- του κηρύγματος σώσαι τους πιστεύοντας, μυρίας εκ
tura desumpta, ad file rebus stupendis concilian- της φύσεως αφορμές προς την πίστιν των παραδόξων
dam in antecessum proposuisse . προλαβών κατεβάλετο (78).
7. Producant aqua reptilia animarum 77 viven- 7. Εξαγαγέτω τα ύδατα ερπετά ψυχών ζωσών ,
tium, et volatilia volantia super terram, secundum και πετεινά πετόμεναεπί της γης, κατά το στε
frmamentum celi. Jussa sunt super terrain quidein ρέωμα του ουρανού. Επί μέν της γης εκελεύσθη
volare, propterea quod omnibus alimentuin terrac πετάσθαι, διά το πάσι τηντροφήν από της γης υπάρ
su!iministrel : Secundum firmwarmentum autem coli, χειν ' Κατά δε το στερέωμα του ουρανού, ως προ
propterea quod, ut ante diximus, aer hoc loco λαβόντες αποδεδώκαμεν ( 79 ), ουρανού ενταύθα παρά
appelletur celuin, ceu ουρανός, videlicet a verbo το οράσθαι του αέρος προσειρημένου στερεώματος
δράσθαι, quod est videri. Quin et firmamentum di- δε, διά το πυκνότερόν πως είναι, συγκρίσει του
citur, ideo quod aer ille, qui nostro capiti imminet, αιθερίου σώματος , και μάλλον πεπιλημένον ταις
thereo corpori comparatus, quodammodo densio- κάτωθεν αναφοραίς τον υπέρ κεφαλής ημών αέρα
ris sit coagimenti, magisque o exlhalationes ab "Έχεις ούν ουρανόν διακεκοσμημένον , γην κεκαλλω
imis locis ascendentes constringalur. Habes igitur πισμένην, θάλασσαν ευθηνουμένην τοις οικείους γεν
celum exornatum, terrain decoratam, mare pro- νήμασιν, αέρα πλήρη των διιπταμένων αυτόν ορνί
priis fetibus exulberans, aerein avibus referium, θων. Πάντα προστάγματι Θεού εκ του μη όντος εις
precepto e nihilo in lucem edita sunt, el reliqua την επί πλείον εν τούτοις διατριβήνεκκλίνων, ως αν
que nostra Oratio nunc pralerinisit, diuturniorem μή δόξη υπερεκπίπτειν(80) του μέτρου , κατά σεαυ
in his moran declinans, ut ne modum excedere τον συλλογισάμενος, όγε φιλόπονος, την εν άπασι του
videatur, tu tecum, utpote studiosus, reputans, et D Θεού σοφίαν καταμανθάνων, μή λήξης ποτέ του θαύ
Dei in omnibus sapientiam addisceus , ne unquain ματος, μηδέ τού διά πάσης της κτίσεως δοξάζειν τον
* I Cor . 1, 21.
bito quin melius absit, cum id non agnoverit Eu- dicerel, Consule Cicerone, ei adulabantur omnes . Igr
stalbius, qui sic vertit : Tales sunt nonnulli parentes turmodo non dissimili verba Græca, si pronomenaj.
hominum qui pauperlaiem causali, elc. tois suppleamus, poterunt construi hoc modo : 7 .
(76) Editi και πετομένοις. Αι mss. octo πετομέ- τομένων τέκνων, αυτοίς παρέπεται, υolantibus pullis,
vwv. Magnus ille codicum mss. consensus fere me eos comitatur. Lege ut libebit.
a Iducit ul credain Basilium πετομένων, που πετομέ- ( 77) Reg. Sexlus παρεκτείνεται. Μox codices octo
νοις scripsisse, atque hoc loco contigisse, quod alibi έχε παρασεσημειωμένον. Editi έχε παρά σεαυτώ σε.
sæpe, ut lypographi, quod mendum subesse arbi- onuerwuévov.
Trarentur, casum unum in alium transmutarint. Dum (78 ) Duo mss. Xate6áraeto. Infra mss . tres TÉTE
igitur viderent verbum TTapétouai dalivum , noa olar. Edili cum duobus aliis mss. Tetāslai,
genitivum regere, πετομένοις pro πετομένων Marle (79) Reg. Sextus προλαβόντες απεδώκαμεν. Νec ita
proprio contra fidem mss. fortassis scribere non du- multo post mss . tres διά το πυκνόν.
bilarunt. Seid si teTOLÉVWV scriptura vera sit, dicas (80) Codices quinque ÚTTEPTÁTITELV . Mox Colb. se
iecesse est casum esse absolutum, ac si quis Latine cundus εν πάσι του.
181 HOMILIA VIII IN HEXAEMERON . 182
ποιητήν. "Έχεις εν τω σκότει τα νυχτερόβια γένη A desinas mirari, neque gloriam ex qualibel creatura
των ορνίθων• εν τω φωτί τα ημερόφοιτα . Νυχτερίδες conditori dare. Habes in tenebris quedaim volucrum
μεν γάρ, και γλαύκες, και νυχτοκόρακες , των νυκτι - genera, quae vitam nocturnam ducunt : inluce alia,
νόμων εισίν. "Ωστε σοι ποτε εν καιρώ μή παρόντος queinterdiu vagantur. Vespertiliones enim, nocture,
του ύπνου εξαρκεϊν και την εν τούτοις διατριβήν, και corvique nocturni, noctu pascuntur. Quare cum
την τωνυπαρχόντων αυτοίς ιδιωμάτων εξέτασιν , προς aliquando per aliquod tempus tibi non alerit som
δοξολογίας του ποιητού. Πώς άγρυπνον η αηδών, όταν nus, si in his immoraris, el eorun expendis pro
επωάζη, διά πάσης νυκτός της μελωδίας μη απολή- prietates, ea ad conditorem gloria aficiendum tibi
γουσα. Πώς τετράπουν το αυτό και πτηνόν η νυκτε - sufficient : quomodo vigil sit Iuscinia, cum ovis
ρίς. Πώς μόνη των ορνίθων oδoύσι κέχρηται , και incubat : quandoquidem per totam noclem a canta
ζωογονεί ( 81 ) μεν ωςτα τετράποδα, επιπολάζει δε τω non desistit; quomodo idem quadrupes sit et vola
αέρι, ουχί πτερώ κουφιζομένη, αλλ' υμένι τινι δερ- tile, vespertilio ; quomodo sola ex volucribus deali
ματίνω. Πώς μέντοι και τούτο έχει το ( 82 ) φιλάλληλον bus utatur, et pariat quidein catalos velut quadru
εν τη φύσει, και ώσπερόρμαθος, αλλήλων αι νυχτερί- pedia, vagetur vero in aere, non pennis elala, sed
δες έχονται, και μία της μιάς ήρτηνται » όπερ εφ' membrana quadam coriacea. Quomodo et hoc mu
ημών των ανθρώπων ου δάδιον κατορθωθήναι. Το γάρ Β ιuum amorem natura insitum habeat, sibique invi
απεσχισμένον και ιδιάζον του κοινωνικού και ηνω- cem vesperniliones in πιodum calence adherescant,
μένου τους πολλοίς προτιμότερον. Πώς έoικασι τοις es una ab aliera pendeat : quod non facile fieri
όμμασι της γλαυκός οι περί την ματαίαν σοφίαν inter nos homines solet. Νam sejuncta et privala
εσχολακότες. Και γάρ εκείνης ή όψις νυκτός μεν vita a plerisque societati prefertur, atque con
έρρωται, ηλίου δε λάμψαντος αμαυρoύται. Και τού junctioni. Ut illi qui vanæ sapientiæ student, no
των μεν (83) η διάνοια οξυτάτη μέν έστι προς την cture oculis sunt similes! Νam ul illius aspectus
της ματαιότητος θεωρίαν, προς δε την του αληθινού noclu quidem valet, sole vero illucescenle infusca
φωτός κατανόησιν εξημαύρωται. Εν ημέρα δε σου και tur : ita istorum mens perspicacissiana guidein
πάνυ δάδιον πανταχόθεν συνάγειν (84) το θαύμα του est ad conteinplandam vanitatem, hebescit vero
κτίσαντος . Πώς μεν επ' έργα σε διεγείρει ο σύνοικος ad veram Iaceum intelligendam. Quin el tibi inter
όρνις, οξεία τη φωνή εμβοών και καταμηνύων πόρ- diu facile admodum fuerit undelibet creatorem
ρωθεν έτι τον ήλιον προσελαύνοντα, οδοιπόρους συν- admirari. Uι ad operas excital le avis domestica,
διορθρίζων, γεωργούς δε εξάγων προς αμητόν. Πώς que voce acula inclamitans, el solein adhuc e Ιοιι
άγρυπνον το των χηνών γένος, και προς την των ginquo accedenlein prenuntians, vigilar una cum
λανθανόντων αίσθησιν οξύτατον, οί γε ποτε και την 6 viatoribus, atque agricolas ad unessem educit.
βασιλίδα πόλιν περιεσώσαντο, πολεμίους τινάς, υπό pervigil est anserum genus; atque id quod latct,
γής δι' υπονόμων ( 85) αφανών ήδη μέλλοντας την aculissime sentia . Hi videlicet regiam urliem olim
άκραν της Ρώμης καταλαμβάνειν, καταμηνύσαντες. conservarunt, dum 78,liosles quosdim sub terra
Έν ποίω γένει των ορνίθων ουκ ίδιόν τι θαύμα ή per lalentes cuniculos jamjamin urbis Roun:e ar
φύσις δείκνυσι ; Τίς ο (86) τοις γυψι προαπαγγέλλων cem occupaluros prodiderunt. In quonam avium
των ανθρώπων τον θάνατον, όταν κατ' αλλήλων επι- genere rerm quamdann singularein admiratione di
στρατεύσωσιν ; "Ιδους γάρ αν μυρίας αγέλας γυπων guain natura non ostendit ? Quis prenuntial valta
τους στρατοπέδους παρεπομένας, έκ τής των όπλων ribus horminum mortem tum, cuin sibi inviceπι
παρασκευής τεκμαιρομένων την έκβασιν. Τούτο δε inferunt bellum? Videas enim innumeros greges
ου μακράν (87) εστι λογισμών ανθρωπίνων. Πώς σου νulturum exercitus sequentes , el ex armorum ap
τας φοβεράς επιστρατείας της ακρίδος διηγήσομαι» paratu exitum conjectanles. Hoc autem non procul
ή,υφ' εν συνθήματι πάσα αρθείσα και στρατοπε- a ratiocinationibus humanis abest. Quonam pacio
δευσαμένη κατά το πλάτος της χώρας , ου πρότερον terribiles Iocast:e expeditiones tibi enarravero ,
άπτεται των καρπών, πρίν ενδοθήναι αυτή το θείον ο qua: Universa sub uno signo elala , atque secunlun
πρόσταγμα; Πώς η σελευκές εφέπεται ίαμα της regionis latitudinem castramelaus, non prius Tru
πληγής, απέραντον έχουσα του εσθίειν την δύναμιν , cius altingit, quam divinum preceptun sit ei da
του φιλανθρώπου Θεού ακόρεστον αυτης την φύσιν tum ? Quomodo Iocustain insequitur seleucis avis
επ' ευεργεσία των ανθρώπων κατασκευάσαντος (88) ; que plage indicle reniedium est : quandoquidem
( 81 ) Sex mss. ζωογονεί. Editi ζωοτοκεί. δι' υπονόμων. Ιd aliier ab aliis historicis narralur.
(82) Sic qualuor miss, Alediti cuin uno aut allero Lege Ducæum .
ms. Exel Tb. Aliquanto post editio Paris. xal yap (86 ) Ila sex mss . Deest ó in editis. Ibidem duo
ώσπερ. Deest γάρ in editione Basil. et in quinque mss. προσαγγέλλων. Elili cum aliis iss. προαγ
Inss . γέλλων.
(83) Ila qualuor mss. Deest dév in excusis. (87) Sic multi mss . At editi τούτο δε ουδε μακρόν.
(84) Colex Comhef . cum aliis quinque mss. συν (88) Codices qualior e nostris prieler duos Duc .
άγειν. Elii cuo Colb. Secundo συναγαγείν. Haud παρασκευάσαντος. Εliti cum uno aut altero ins.
longe edili cum Reg . terlio ouvõlop pićwv. Alii κατασκευάσαντος. Μox Sex niss. και πώς. Deest xιε
qualor mss. συνορθρίζων. in cuilis,
( 83) Ιta mss. octo. Elili πολεμίους τινάς αφανείς
393 S. BASILII MAGNI 184
illa perpetuam liabet edendi facultatein , benigno A Τις ο τρόπος της μελωδίας του τέττιγος ; Και πώς έν
Deo insatialbilem naturam hominum gralia ei appa- τη μεσημβρία εαυτών εισιν ώδικώτεροι, τη δική του
rante ? Que sit modulandi ratio cicada ? quomollo αέρος , ήν εν τη διαστολή ποιούνται του θώρακος ,
in meridie solito magis canorae sunt , dum aeris εκδιδομένου του φθόγγου; Αλλά γάρ έoικα πλείον
attractione, que in thoracis distentione fit, editur απολείπεσθαι τα λόγω του θαύματος των πτηνών, η
Sonus ? Αι enim mihi videor magis impar esse ser- ει τοις ποσίν αυτών επειρώμην έφικνείσθαι του
nionein explicandis volatilium miraculis, quam si τάχους. "Οταν ίδης τα έντομα λεγόμενα των πτηνών,
pedibus conarer velocitatem ipsorum assequi. Cum oίoν μελίσσας και σφήκας (ούτω γαρ αυτά προσειρή
videris ea volatilia que insecta vocantur, ut apes κασι, διά το πανταχόθεν έντομάς τινας φαίνειν),
el vespas : sic enim ipsa appellarunt, propterea ενθυμού , ότι τούτοις αναπνοή ουκ έστιν, ουδέ πνεύ
quod quasdam undique incisuras pre se ferunt: μων, αλλ' όλα δι’ όλων τρέφεται το αέρι. Διόπερ και
venial tibi in mentem, respirationem atque pulmo- ελαίω καταβραχέντα φθείρεται, των πόρων αποφρα
nem in iis non reperiri : sed Lola omnino aere nu- γέντων• όξους δε ευθύς επιβληθέντος πάλιν αναβιώ
triri. Quapropter oleo madefacta , occlusis meati- σχεται, των διεξόδων ανοιγομένων. Ουδέν περιττότε
bus, pereunt ; cum vero statim acelum affunditur, ρον της χρείας, ούτε μήν ελλειπόν τινι των ανα
reclusis foraminibus rursus reviviscunt. Inler ea B γκαίων ο Θεός ημών έκτισε. Πάλιν τα φίλυδρα των
φue Deus noster creavit, nihil est citra necessita - ζώων καταμαθών, ετέραν εν αυτοίς κατασκευής
1em, nihil deest necessariorum. Rursus si anima - εύρήσεις πόδας ούτε διεσχισμένους, ως τους της
lia aque amantia considerabis, aliam in ipsis stru- κορώνης, ούτε αγκύλους, ως τους των σαρκοφάγων:
Clurain comparies : pedes videlicet minine diffis- αλλά πλατείς και υμενώδεις, ένα ραδίως επινήχωνται
80s, velut cornicis : non aduncos, velut carnivoro- τω ύδατι, οιονεί κόπαις τισι τοις των ποδιών υμέσα
rum: sed latos ac membranaceoς, υι facile undis το υγρόν διωθούμενοι . Εάν δε καταμάθης , όπως,
innalent, pedum niembranis velut quibusdam re- εις βάθος και κύκνος καθιείς τον αυχένα , κάτωθεν
mis aquam impellentes. Quod si animadverleris , εαυτό την τροφήν αναφέρει, τότε ευρήσεις την σο
quemadmoolum cycous collo in profundam aquam φίαν του κτίσαντος , ότι διά τούτο μακρότερον των
iintnisso, ab imo cibum sibi efferat: tunc Dei de- ποδών τον αυχένα προσέθηκεν, ίνα, ώσπερ τινά ορμιάν
prehensurus es sapientiam, qui scilicet collum pedi- κατάγων, την εν τω βάθει κεκρυμμένην τροφήν
bus longius ideo tribuil, ul illud velut lineam pie x topishtal
scatoriain demillens, escam in imo delitescenlem
exquirat ac extrahat .
8. Verba Scripture si simpliciter legantur, parve 8. Απλώς αναγινωσκόμενα τα βήματα της Γρα
quedam sunt syllabae : Producant ague volatilia φής, συλλαβαί τινές εισι μικραί (89): Εξαγαγέτω
νolantiα super terram secundum frmamentum cαli : τα ύδατα πετεινά πετόμενα επί της γης κατά το
sed cum verborum pervestigalur sententia , tunc στερέωμα του ουρανού • ερευνωμένης δε της εν τοις
Diagnum sapientia conclitoris miraculum apparel. ρήμασι διανοίας, τότε έκφαίνεται το μέγα θαύμα
Quot volatilium previdit discrimina ? quomodo της σοφίας του κτίσαντος. Πόσας προείδετο διαφοράς
alia ab aliis juxta genus sejunxit ? quomodo sin- πτηνών , όπως αυτά κατά γένος διέστησεν απ’ αλ
gula distinctis proprietatibus insignivit ? Deficit λήλων και πως έκαστον κεχωρισμένους εχαρακτήρισεν
nie dies aeria vobis miracula exponenlem. Invital ιδιώμασιν; Επιλείπει (90) με η ημέρα , τα εναέρια
nos ips1 continens ad feras reptiliaque et pecora υμίν θαύματα διηγούμενον. Καλεί ημάςήχέρσος προς
in niedium proferenda : quandoquiderm aliquid quod την των θηρίων και ερπετών και βοσκημάτων επί
plantis et natalilium generi et cunctis volatililas δειξιν, ετοίμως έχουσα ομότιμα τοις φυτούς και το
ipar που sit, vicissian exhibere parala est. Pro- πλωτή γένει και τοις πτηνούς πάσιν αντεπιδείξασθαι.
ducal terra animam entem pecorum et bestiarum Εξαγαγέτω η γη ψυχήν ζώσαν κτηνών και θη
ι τeptilium juxta genus. Quid dicitis vos qui fillem η ρίων και ερπετών κατά γένος . Τί φατε , οι άπι
fiel mutationem, cum mulia aeria formas com- αλλοιώσεως, ορώντες πολλά των αερίων τάς μορφές
mulantia videalis ? Qualia etiain de Indico verme μεταβάλλοντα ; 'Οποία και περί του Ινδικού (91)
cornigero narr. ntur, 79 qui primum in erucam σκώληκος ιστορείται του κερασφόρου · ός, εις κάμπιν
transmulatus, deinde temporis progressibomlaylus τα πρώτα μεταβαλών, είτα προϊών βομβυλιός γίνεται
il : nec in hic foruna manet, sed laxas et lalas και ουδε επί ταύτης ίσταται της μορφής, αλλά χαύ
bracleas pro alis suscipit. Cum igitur voς πιulie- νους και πλατέσι πετάλους υποπτερούται. "Οταν ούν
res selelis, horum opera nenles, lila scilicet dico καθέζησθε την τούτων εργασίας αναπηνιζόμεναι, αι
quae ad vos Iransiniιιυηι Seres ad inolles vestes γυναίκες, τα νήματα (99 ) λέγω, & πέμπουσιν υμίν οι

(89) Sic codex Conibef. cum aliis quatuor mss.
AIediti είσι μακραί.
(90) Umns ms. Todeller. Aliquanto post mss. sex
καλεί ημάς ή χέρσος . Elii ήμάς ή ήπειρος.
(91 )"Regii leriius, quintus et octavus cuin Colb .
secundo toŨ 'Ivõixoő . Edili cum uno aut allero ms,
TOū ' Ivooū . Quæ legunturde verme illo :apud Ambro
sium el apud Eustathium , mendis non carent. Lege
Praf. num . 28.
(92, lia sex mss. Editi od výjaza ã.
185 HOMILIA VIII IN HEXAEMERON . 188
Δήρες προς την των μαλακών ενδυμάτων κατα- A concinnanlas, turn animalis hujus nιulationem in
σκευήν, μεμνημέναι της κατά το ζώον τούτο μετα- memoriam revocantes, manifestam resurrectio
βολής, εναργή λαμβάνετε της αναστάσεως έννοιαν, bis notionem accipiatis, neque fidem ei mutalioni

κατεπαγγέλλεται. Αλλά γαρ αισθάνομαι του λόγου qui orationem meam modum excedere adverio.
την συμμετρίαν έκβαίνοντος. "Οταν μεν ούν απίδω Cum igitur ad eorum quae dicta sunt copiam ocu
προς το πλήθος των ειρημένων, έξω εμαυτόν ορώ los conjicio, ultra Fines el niodum ferri me video :
του μέτρου φερόμενον · όταν δε πάλιν προς το ποι- cum autein iterum ad sapientie.in opificiis splen
κίλον της εν τοις δημιουργήμασι σοφίας αποβλέψω, descenlis varietatem respicio, ne incepisse qui
ουδε ήρχθαι νομίζω της διηγήσεως. "Αμα δε και το dem narrationem arbitror. Αιφue etiam diutius
παρακατέχειν υμάς επί πλείον ουκ άχρηστον. Τί γάρ deltinere vos non fuerit inutile. Quid enim quis
αν τις και ποιοι τον μέχρι της εσπέρας χρόνον ; ab hoc tempore ad usque vesperam facere possil ?
Ουκ επείγουσιν υμάς οι εστιάτορες • ουκ αναμένει Yos n00 urgent convivalores, non vos compota
νηστεία εις την των ψυχών ευφροσύνην αποχρησώ- nio ad exhilarandas animas ulemur. Sepe inser.
μεθα. Πολλάκις υπηρετήσας τη σαρκι προς από- Β visti carni ad voluptatem capiendam : hodie
λαυσιν, σήμερον τη διακονία παράμεινον της ψυχής. anime servire persevera. Delectare in Domino, et
Κατατρύφησον του Κυρίου, και δώσει (94) σοι τα dabit tibi peritiones cordis tui 1. Si divitiarum slu
αιτήματα της καρδίας σου. Ει φιλόπλουτος εί,έχεις diosus es, babes divilias spirituales : Judicia Do
πλούτον πνευματικόν: Τα κρίματα Κυρίου τα αλη- mini vera, justifcata in idipsum: desiderabilia ou
θινά, τα δεδικαιωμένα επιτοαυτό, τα επιθυμη- per durum et lapidem pretiosum multum 8. Si doli
τα (93) υπέρ χρυσίον και λίθον τίμιον πολύν. Ει ciis deditus es, et voluptatis armans : tibi presto
απολαυστικός και φιλήδονος, έχεις τα λόγια του Θεού sunt Dei eloquia, que viro spirituales sensus 8a
τω την πνευματικήν αίσθησιν έδρωμένω γλυκύτερα nos habenti dulciora sunt super mel et [αυum1.
όντα υπέρ μέλι και κηρίον . Εάν υμάς διαφώ, και Si dinamisero vos, ac concionem dissolvero, sunt
διαλύσω τον σύλλογον , οι μεν επί τούς κύβους δρα- qui ad tesseras current. Juramenta sunt illic, gra
μούνται (96). " Ορκοι εκεί, και φιλονεικίαι χαλεπαι, vesque contentiones, et avarilie stimuli. Astat
και φιλοχρηματίας ωδίνες . Δαίμων παρέστηκε , διά demon per Ossa compuncta furorem accendens,
των κατεσταγμένων οστέων την μανίαν εξάπτων, και et easdem pecunias ad utramque partem transfe
τα αυτά χρήματα προς εκάτερον μέρος μετατιθείς, rens. Modo effert hunc victoria, modo illi Iristi
νύν τούτον έπαιρων τη νίκη , κακείνω κατήφειαν C tiam creat ; rursus autem illum superbientem, hunc
εμποιών, πάλιν δε εκείνον γαυριώντα δεικνύς, και vero erubescenlem reddit. Quid prodest, quaeso,
τούτον κατησχυμμένον (97). Tι όφελος νηστεύειν τω corpore jejunare , animam vero innumeris malis
σώματι, την δε ψυχήν μυρίων κακών εμπεπλήσθαι ; referlam esse? Qui vero lesseris non Iudit, alias
Ο μη κυβεύων, σχολήν δέ άλλως άγων, τι ου φθέγ- autem olium agit, quid non Ioquitur vani ? quid
γεται των ματαίων ; τι ουκ ακούει των ατόπων ; albsurdi non auscultat ? Nam otium, Dei timore
Σχολή γάρ άνευ φόβου Θεού πονηρίας διδάσκαλος τοίς destitulum, iis, qui tempore uti non porust, ma
άκαιρουμένοις εστί. Τάχα μεν ούν τι και όφελος έν gister est pravilalis. Fortassis igitur aliqua etiam
τοις λεγομένοις ευρήσεται (98): ει δε μή, αλλά το γε utilitas ex iis qua dicuntur, percipienda vobis est :
μη αμαρτάνειν εκ της ενταύθα υμίν ασχολίας πε- sin minus, sallem licet vobis per presenteum occu
ριεστιν. " Ωστε το επί πλέον κατέχειν, επί πλέον εστίν palionerm non peccare. Quare diutius vos delinere ,
υμάς των κακών υπεξάγειν. Ικανά [και] τα ειρημένα est diutius vos a deliciis annovere. Allaimer guar
ευγνώμονι κριτή , εάν μή τις προς τον πλούτον της memorata sunt, salis sunt equo estimatori, si
κτίσεως αποβλέπη, αλλά προς το της ημετέρας δυνά- modo non respicial quis ad divilias creationis, sel
μεως ασθενές , και προς το αυταρκες εις ευφροσύνην , ad nostrarum viriuτη imbecillitatem, et ad ea quie
των συνεληλυθότων. Η γη υμάς ταϊς οικείαις βλά- " voluptatis ergo convenientibus suficere possunt.
σταις (99) εδεξιώσατο · η θάλασσα τοις ιχθύσιν , ο Excepit vos continens propriis germinibus, mare
αήρ τοις πτηνούς. Έτοιμη η χέρσος ομότιμα τούτοις piscibus, aer volatilibus. Parala est terra sua vice
αντεπιδείξασθαι. Αλλά τούτο μέτρον έστω της εωθι- iis non imparia exhibere. Sed hic inis modusque
1 Psal. ΧΧΧνι, 4. 8 Psal. XV1, 10. 9 ibid . 11 .
(93) Οuatuor mss. και μή άπιστήτε. Editi cuτη διαδραμούνται . Μox editio Basil. et quinque mss.
uno aut altero ms. και μή απιστείτε. Μox quatuor δαίμων παρ. Editio Paris. δαίμων τε.
iss. llavhos tão . Edili cum Reg . quinto Öttadi. (97 ) Ediii cum Colb . secundo el cum Reg. lertio
(94 ) Ita Regii primus et sexlus et Colb . secundus OELXVù ;, xäxeivov xatn . Alji tres mss. Hielioris nola
cum I.XX . Edili vero coin Regiis tertio et octavo δεικνύς και τούτον. Silium codex Combef. cuin Reg.
και δώη σοι . Reg. quintus κατατρύφησον τώ Κυρίω, octavo κακών εμπίπλασθαι.
και δώσει σου . (98) Reg. quinlus Euproete. Colb . secundus ev
(95) Sic ambo Duc. et alii quatuor cum LΧΧ. Αι ρίσκεται.
και. 1lla, τις ει, desuntin sex mss. post Colb. Secundus τούτοις τινά αντεπ.
( 96 ) Sic quinque muss. Edili cuin Colb . secundo
187 S. BASILII MAGNI 188
esto matulini istius convivii, οι ne salietas nirmia Α νής εστιάσεως, ίνα μή ο υπερβάλλων κορος αμβλυ
hebetiores vos ad vespertinas epulas 80 sumendas τέρους ύμάς προς την των εσπερινών απόλαυσιν κα
efficial . Porro qui sua creatione omnia complevit, ταστήση. Ο δε τα πάντα πληρώσας της εαυτού
atque in omnibus perspicua miraculorum suorum κτίσεως , και εν πάσιν ημίν των οικείων θαυμάτων
nionumenta nobis reliquit , repleat corda vestra εναργή τα υπομνήματα καταλιπών, πληρούτω (1)
omni Ietitia spiritali, in Christo Jesu Domino no- υμών τας καρδίας πάσης ευφροσύνης πνευματικής
stro, cui gloria et imperium in secula seculorum. εν Χριστώ Ιησού τω Κυρίω ημών, ώ ή δόξα και το
Amen . κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.

HOMILIA IX . ΟΜΙΛΙΑ Θ .
De terrestribus. Περί χερσαίων (2).
1. Qualis vobis matulina sermonum mensa visa 1. Πώς υμίν η εωθινή των λόγων τράπεζα κατ
est ? Milhi equidem venit in nientem orationem εφάνη ; Εμοί μέν γάρ επήλθεν εικάσαι τάξεμαυτού
weam cuτη pauperis cujusdam convivaloris bene - πένητός τινος εστιάτορος φιλοφροσύνη» ός, των ευ
volentia conparare : qui dum inter eos qui men- R τραπέλων τις είναι φιλοτιμούμενος , απορία των
Sins opipare exstruunt, numerari cupit, ob rerum πολυτελεστέρων αποχναίει τους δαιτυμόνας , την
sumptuosarum penuriatη τηerore alicit convivas : πενιχράν παρασκευήν δαψιλώς επιφέρων τη τρα
propier ea quod niense apparatuin pauperem πεζη : ώστε περιίστασθαι αυτώ εις άπειρoκαλίας
afluenter infert, adeo ut in ineptiae probruin ei όνειδος το φιλότιμον. Τοιούτον δή τι και το ημέτε
ejus ambitio cedat. Essel certe tale aliquid Inec no- ρον, ει μή τι υμείς άλλο λέγετε . Πλήν οποία ποτ'
slra agendi ratio, nisi vos quid aliud dicitis. Verum αν ή (5 ), ουκ εξουδενωτέον υμίν. Ουδε γάρ Ελισσαίον
qualiacunque landeur, sinι διαc, neutiquam vobis ως φαύλον εστιάτορα παρητούντο οι τότε, και ταύτα
sunt spernendo . Neque enini Eliseum ut noalarm λαχάνoις αγρίους εστιώντα τους φίλους. Οίδα νό
convivalorem aversalbantur illi quibuscum vivebat, et μους αλληγορίας, ει και μη (4) παρ' εμαυτού εξευ
Larnen oleribus silvestribus excipiebat amicos. Novi ρων, αλλά τους παρ' ετέρων πεπονημένους περιτυ
leges allegorie, etiamsi eas non ex meipso excogila- χών. “Ας οι μη καταδεχόμενοι τις κοινές των γεγραμ
rium , sed in aliorum inciderin labores. Quas Scri- μένων εννοίας το ύδωρ ουχ ύδωρ λέγουσιν· αλλά τινα
plurarum communes notiones qui non suscipiunt, άλλην φύσιν (53 ), και φυτών και έχουν προς το εαυ
aquam non aquam dicunt, sed aliam quandam na- τοίς δοκούν ερμηνεύουσι, και ερπετών γένεσιν και
tura , el plantam el piscem secundum suam ipso- C θηρίων επί τάς οικείας υπονοίας παρατρέψαντες εξ
ruto sententiam interpretanlur. Quin etiam repli- ηγούνται, ώσπερ οι ονειροκρίται των φανέντων εν
lium el pecorum generationem ad suas allegorias ταις καθ' ύπνον φαντασίαις προς τον οικείον σκοτών
deloriam perinde exponunt, ut quidam rerum sese τας εξηγήσεις ποιούμενοι. Εγώ δε , χόρτον ακούσας,
imaginalioni per somnum objicientium interpretes, χόρτον νοώ, και φυτόν, και ιχθύν, και θηρίον, και
qui suas interpretationes ad proprium scopumac- κτηνος, πάντα ( 6) , ως είρηται, ούτως εκδέχομαι.
commodant. Ego vero cum fenum audio, fenum Και γάρ ουκ επαισχύνομαι το Ευαγγέλιον. Ουδε
intelligo ; et plantana , el piscem, et besliam et pe- επειδή οι τα περί κόσμου γράψαντες πολλά περί
cus, omnia uli dicta sunt, sic eccipio. Non enim σχημάτων γης διελέχθησαν, είτε σφαίρα εστιν, είτε
crubesco Ευαngelium10. Neque quoniam qui res ad κύλινδρος, είτε και δίσκω έστιν εμφερής ή γή, και
mundurm pertinentes conscriμsere, multa de terre εξίσου πάντοθεν ( 7) αποτετόρνευται, ή λικνοειδής
figuris disseruerunt , utrum terra sphera sit, an εστι, και μεσόκοιλος (προς πάσας γάρ ταύτας τας
cylindrus, utrum sit disco similis et ex quo unde- υπονοίας οι τά (8) περί του κόσμου γράψαντες υπ.
libet tornala , an speciem habeat vanni, sitque in ηνέχθησαν, τα αλλήλων έκαστος καταλύοντες), ού πα
medio concava ( nimirum ad has omnes sententias ρα τούτο προαχθήσομαι άτιμοτέραν ειπείν την ημε
hi qui de mundo scripsere, delapsi sunt, alii alio- D τέραν κοσμοποιίαν, επειδή ουδέν περί σχημάτων και
ruin placita dissolvenles), idcirco adducar uι no- του Θεού θεράπων Μωϋσής (9) διελέχθη, ουδε είπε
10 Rom. 1, 16.
(1) Codices Sex πληρώσαι, auι πληρώσαι. Editio bef. cum Colb. secundo et cum Reg. octavo και
Paris. πληρώτω. Reg. quintus καταλείπων πλη- φυτών και ιχθύν. Deest φυτόν in editis et in qui
ρωσει. busilam mss.
(2 ) In Regiis sexto el octavo inesi bic lilulus, (6 ) Colb . secundus xal Trávta . Ibidem tres mss.
του αυτού εις την Γένεσιν ομιλία . Titulus nullus est ώσπερ είρηται.
in aliis quibusdain mss. Coisl. primus ou ria èvátn . ( 7) Duo mss. πανταχόθεν.
(3 ) Qualuor mss. Otroiá Trot' äv ein. Edili cuin (8 ) Ila mss. plerique omnes. Deest tá in edilis.
Reg. Sexlo αν η. Ιbidem quatuor mss. εξουδετητέον. Haud multo post nonnulli mss. προσαχθήσομαι.
Edili cum Colb . secundo ÉEQUÔ:vwtéov. 19 ) Colb . secundus cuin Reg . Octavo Os páTIWY
(4 ) lia ellitio Basil. cum quinque ipss. Editio Paris. Mwüsns. Illud, Mwürñs, deest in ediis et ili allis
ει μη καί. Stalia Colo. Secundus κοινάς των γραμ- ass. Paulo post Reg. Sextus σταδίων την διάμετρον
μάτων. έχειν. Duo mss. την περίμετρον. Edili cuiu tribus
(5 ) Sic mss. cum editione Basil. Editio Paris. mss. To tispljetpov.
oscilantia typographi äarv zugev . Mox mss . Com
189 HOMILIA IX IN TEXAEMERON . 190
δέκα και οκτώ μυριάδας σταδίων το περίμετρον έχειν A strano de mundi structura narrationem inferiorem
της γης και το απ' αυτής σκίασμα εν τη υπό γην esse dicin, quia nullum de figuris verbum Dei ser
του ηλίου κινήσει επί πόσον χωρεί του αέρος ου δι- νuς Moyses fecit : aut quia non dixit terre Circui
εμέτρησε και πώς τούτο τη σελήνη προσενεχθέν τάς ιun centum et ocloginta stadiorum illia liabere :
εκλείψεις ποιεί. Επειδή τα μηδέν προς ημάς ως aut quia non dimensus est in quantain aeris spa
άχρηστα ημίν απεσιώπησεν· άρα τούτου (10) ένεκεν εium procedal ejus umbra tum cum sol sub terra
άτιμότερα ηγήσομαι της μωρανθείσης σοφίας τα του movetur : aut quomodo eadem lune objecta pro
11νεύματος λόγια ; ή μάλλον δοξάσω τον μη απασχο- creet deliquia, praesertim cum ea que all nos vilhil
λήσαντα τον νούν ημών επί τά μάταια, αλλά πάντα attinent, tanquant nobis inutilia 81 silentio price
εις οικοδομής και καταρτισμών των ψυχών ημών termiseril : nam ideo, queso, Spiritus sancti elo
γραφήναι οικονομήσαντα ; "Ο μοι δοκούσι μή συν. quia censuero infaluala Sapientia esse viliors ?
ειδότες τινές, παραγωγαίς τισι και τροπολογίαις Νonne potius ei dedero gloriam, qui menlein 10
σεμνότητά τινα εκ της οικείας αυτών διανοίας suram in rerum vanarum occupatione non delinuit ,
επεχείρησαν (11) τούς γεγραμμένους επιφημίσαι. sed omnia ad edificationem et perfectionem anima
Αλλά τούτο εστιν εαυτόν σοφώτερον ποιουντος των rum nostrarum conscribi Sanxit ? Id quod quidam
λογίων του Πνεύματος , και εν προσποιήσει εξηγή- B mihi videntur nοιι intellexisse : qui captionibus
σεως τα εαυτού παρεισάγοντος. Νοείσθω τοίνυν ως quibusdam atque tropologiis ex suo ipsorum inge
γέγραπται. Jio aliquid Scripturis asciscere auctoritatis conati
sunt. Verum id ei competit, qui se ipsum Spiritus sancti oraculis constituit sapientiorem , quique in -
Lerpretationis prætextu commenta sua inducit. Haec ilaque, ul scripla sunt, intelliganiur.
2 . Εξαγαγέτω η γη ψυχήν ζώσαν κτηνών 2. Producαι terra animam υientem pecorum et
και θηρίων και ερπετών. Νόησον δήμα Θεού διά bestiarum et reptilium 11. Considera Dei vocean per
της κτίσεως τρέχον , και τότε αρξάμενον, και μέχρι res creatas pervadentem, que et tunc incepit, et
νυν ενεργούν, και εις τέλος δεξιόν, έως αν ο κόσμος usque adhuc efficax est, ac in finem transitura est,
συμπληρωθή. Ως γάρ ή σφαίρα , επειδάν υπό τινος quoad consuminatus fuerit mundus. Quemadmoduτη
απωσθή (12), είτα πρανούς τινος λέβηται, υπό τε enim globus, cum a quopiarm fuerit motus, ac dein
της οικείας κατασκευής και της επιτηδειότητος του ceps decliven aliquem locum nactus fuerit, et ex
χωρίου φέρεται προς το καταντες , ου πρότερον ιστα- propria structura , et ex loci opportunitate deor.
μένη πρίν άν τι των ισοπέδων αυτήν υποδέξηται· sun fertur, nec prius quiescit, quam planities ali
ούτω η φύσις των όντων, ενί προστάγματι (13) κινη- C qua ipsurn exceperit ; ita rerum natura uno pre
θείσα, την εν τη γενέσει και φθορά κτίσιν ομαλώς cepίο incitata , res condilas equabiliter in genera
διεξέρχεται, τας των γενών ακολουθίας δι' ομοιότητος tione e: in corruptione penetral , servatque per si
απoσώζουσα, έως αν προς αυτό καταντήση το τέλος . Toilitudinen successiones generuun, douec ad ipsum
"Ιππον μέν γάρ ίππου ποιείται διάδοχον, και λέοντα perveneric finem. Nam equum equi successorem
λέοντος, και αετον αετού · και έκαστον των ζώων ταϊς facit, leonean leonis, aquilain aquile : imo singula
εφεξής διαδοχαίς συντηρούμενον μέχρι της συντελείας animalia consequentibus successionibus conservala,
του παντός παραπέμπει. Ουδείς χρόνος διεφθαρμένα usque ad universi consummationem transmittit.
ή εξίτηλα ποιεϊ (14)των ζώων τάιδιώματα, αλλ' ώσπερ Tempus nullum destruit animalium proprietales
άρτι καθισταμένη η φύσις αει νεαρά το χρόνο συμ- sed tanquam ηuper constituta natura sil, seloper
παρατρέχει. Εξαγαγέτω η γη ψυχήν ζωσαν. Του. recens una cum lenmpore excurrit. Producαι terra
το εναπέμεινε τη γη πρόσταγμα, και ού παύεται εξ- animam viventem. Hoc praeceptain terra illhaesit,
υπηρετουμένη το κτίσαντι (15). Τα μεν γάρ εκ της nec ea Creatori desinil farmulari. Alia enim ex
διαδοχής των προϋπαρχόντων παράγεται» τα δε έτι Successione eorum quae prius exstinere, producun
και νυν εξ αυτής της γης ζωογονούμενα δείκνυται. tur : alia vero ex ipsa terra etiam nunc adhuc vi
Ου γαρ μόνον τέττιγας έν επομέρίαις ανίησιν , ουδε D tam accipere compertum est. Non enim solum plu
άλλα μυρία γένη των έμφερομένων το αέρι πτηνών, vio tempore edit cicadas , aut alia innumera volati
ών ακατονόμαστά εστι τα πλείστα διά λεπτότητα , αλλ' lium in aere vagantium genera, quorum plurina
ήδη και μυς και βατράχους εξ αυτής αναδίδωσιν • propter tenuilalem sunt anonyma : sed mures
όπου γε περί Θήβας τας Αίγυπτίας, επειδάν ύση λά- etiam el ranas ex se ipsa profert. Νain circa The
βρως εν καύμασιν, ευθύς αρουραίων μυών η χώρα Das Egyptias, ubi in estibus large pluit, statim
καταπληρούται. Τάς δε εγχέλεις (16) ουδέ άλλως Campestribus nuribus regio completur. Quin etiarm
11 Gen. 1, 24.
(10) Tres mss. άρα τούτου γε. Reg. sextus τούτου (14) Ιta codex Combef. cum Reg. oclavo. Editi
(14) Sex mss. cum ms. Combef. επεχείρησαν. vero cum ceteris mss. χρόνος εξίτηλα ποιεί.
επιχειρήσαι
Editi , ηuale. (15) Reg. Sextuς εξυπηρετουμένη τώ προστάγματι
(12 ) Sic mss. nιulii. Editio Paris. απωθή. του κτίσαντος, Νec Creatoris imperio desini famu
lari.
(13) Reg. sextus όντων έν προστάγματι . Μox plu- 16) Duo mss . τάς δε εγχέλυς.
res us3. τήν εν τη γεν. Deest τη in editis .
10! S. BASILII MAGNI
enguillas vidimus non aliter quam ex limo consti- Α δρώμεν ή εκ της ιλύος συνισταμένας· ων ούτε τον
Cui , ac generari : quarum successionerm neque ούτε τις άλλος τρόπος την διαδοχήν συνίστησιν, αλλ'
ονum, neque ullus alius modus confcit, sed ipse εκ της γης έστιν αυτοίς ή γένεσις (17). Εξαγαγέτω
ex terra orturn habent. Producαι terra animom. η γη ψυχήν . Τα κτήνη γήινα και προς την νενευκό
Pecora sunt terrestria , et versus terram inclinata : τα ' αλλά το ουράνιον φυτός ο άνθρωπος όσον το σχή
liomo vero quί planta celestis est, quanto corporea ματι της σωματικής διαπλάσεως , τοσούτον και τω
conformationis forma , tanto etiam anime digni» αξιώματι της ψυχής διενήνoχε. Των τετριπόδων το
Lale priestat. Qualis est quadrupedum forma ? Capuι σχήμα ποταπόν ; Η κεφαλή αυτών επί γην προσνέ
ipsorum in terram pronunm est, respicit ad ven - νευκεν (18), επί γαστέρα βλέπει, και το ταύτης του
Irem, ejusque delectationein omnimodo prosegui- εκ παντός τρόπου διώκει. Η ση κεφαλή προς ουρανός
tur. Erectum est ad celuin capαι ιuum : oculi tui διανέστηκεν• οι οφθαλμοί σου τα άνω βλέπουσιν (19):
Superina intuentur . Quod si unquain et tu carnis ώς, εάν ποτε και συ τοις πάθεσι της σαρκός εαυτόν
affectionibus le ipse dedecoraveris, ventrique et iis ατιμάσης, γαστρί δουλεύων και τους υπό γαστέρα ,
que sub ventre sunt, servieris : Comparatus es Παρασυνεβλήθης τοις κτήνεσι τοις ανοήτοις, και
jumentis insipientibus, et similis factus es illis 11. ώμοιώθης αυτοίς. " Αλλη σου μέριμνα πρέπουσα, τα
Deceu te alia cura , querere nimirum ea Que sur- Β άνω ζητείν, ου (20) ο Χριστός εστιν , υπέρ τα γήι
sum sunt, ubi Christus est 15, ac neutem super ler - να είναι τη διανοία. Ως διεσχηματίσθης, ούτω διά
restria surrigere. Uι conformatus es , ita etiam θου σεαυτού και τον βίον. Το πολίτευμα έχε εν ουρα
dispone tuam ipsius vitam. Conversatio ta sit in νοίς . 'Αληθινή σου πατρίς η άνω Ιερουσαλήμ, πολί
celis 14 : vera tua patria est superna Jerusalem; ται και συμφυλέται οι πρωτότοκοι, Οι απογεγραμμέ
cives et tribules, primogeniti ipsi : Qui conscripti rou er ovparois.
sunt in cælis " .
82 3. Producαι terra animam viventem. Que igi- 3. Εξαγαγέτω η γη ψυχήν ζώσαν. Ού τοίνυν
tur brulorum anima emersit, ea non erat in terra εναποκειμένη τη γή ή ψυχή των αλόγων εξεφάνη:
recordina ; sed simul cum praecepto ortum habuit. αλλ' ομού τω προστάγματι συνυπέστη. Μία δε ψυχή
Una duleil est brulorum anima ; siφuidem rationis των αλόγων . Εν γάρ αυτήν το χαρακτηρίζον εστίν,
privatio, illius character est : diversis vero proprie- ή αλογία . Ιδιώμασι δε διαφόρους έκαστον των ζώων
tatibus singula distinguuntur animalia . Est enim κέκριται (91). Ευσταθής μεν γάρ ο βούς, νωθής δε ο
bos constans el trimus, asinus piger , ardens equus όνος , θερμός δε ο ίππος προς επιθυμίαν του θη
ad appelerdom feminam, nequίι cicurari lupus , λεος (22) , ατιθάσσευτος ο λύκος, και δολερόν ή αλώ
dolosa esi νulpes, timidus cervus, formica laboriosi, & πηξ, δειλόν και έλαφος, ο μύρμης φιλόπονος, ευχάρι
Canis gratus est, el amicitiae meinor. Eniinvero si- στον ο κύων και πρός φιλίαν μνημονικόν. Όμου τε
mulatque quodlibet animal creatum est , inducta γάρ εκτίσθη έκαστον, και συνεπηγάγετο ( 23) εαυτό
est ei naluræ suæ proprielas. Producta est una cum της φύσεως το ιδίωμα. Συναπεγεννήθη ο θυμός τω
leone veheimentia animi , vivendi ratio solitaria , in- λέοντι, το μοναστικόν αυτού της ζωής, το ακοινώνη
doles quaedam cum suis tribulibus insociabilis. Nan) τον προς το ομόφυλον. Οτον γάρ τις τύραννος των
velut quidain brutarum animantium tyrannus, ob αλόγων, διά την εκ φύσεως υπεροψίαν την προς τους
naturae superbiam, multos sibi pares esse et equa- πολλούς ομοτιμίαν ου καταδέχεται . " Ο: γε ουδε χθι .
les non sinit . Qui sane neque testernum alimentυτη ζήν τροφήν προσιεται, ουδ' αν τα λείψανα της εαυτού
alinittit, neque ad suae praedge reliquias redit : cui θήρας επέλθοι · ώ και τηλικαύτα της φωνής τα όργα
aninmalia Ionge ipso velociora, solo saepe Γυgito Ca- βάλλοντα τη ταχύτητα, μόνω πολλάκις αλίκεσθαι τω
piantur. Veliemens est panthera, et ad impetus re- βρυχήματι. Ραγδαίον ή πάρδαλις, και οξ
neuτη, quodque animae motibus convenit, ei con- η τη υγρότητι και το κούφω, τοίς της ψυχής κινήμασι
junctum est. Pigra est urse natura, indoles peculia- συνεπόμενον. Νωθρά ή φύσις της άρκτου , ιδιότροπον
ris, mores subdoli, et alle Lecti. Indula est etiam και το ήθος, ύπουλον, βαθύ ενδεδυκός (24). “Ομοιον

Psal. XLV1, 13. * Coloss . 1, 1. 16 Philipp. 11, 20. 18 Ηebr. Xu, 22, 23
(17) Reg. quintus αυτοίς ή γέννησις . Aliquanto
posi edilio Basil, cum multis miss. o ăvo pw Tros. Deest
articulus in editione Paris.
(18) Codex Coubef. cum quibusdam mss. νενευ-
κεν. Editi cum quibusdam aliis προσγένευχεν. [ Conf.
Mel lium in Crameri Anecdot. Tilll. p. 7. 1
(19) Veteres quinque libri βλέπουσιν. Reg. sextus
σκοπούσιν έως άν. Editi σκοπεύουσιν.
(20) Colo. Secundus ζητείν όπου ο. Salim Reg.
quintus ούτως διάθου σεαυτόν.
(21) Colo. Secundus ζώων διακεκριται.
( 22) Editio Basil. cuμι Sex iss. επιθυμίαν του
θήλεος . Sed typographi Parisienses, quod hunc 10
cum viliosuin esse pularent, scripserunt : sis 07
λεος, sell perperam. Graeci eniin dicunt ο θηλυς ελέ
φας, femina elephas : ο θήλυς ίππος, εquα. Ιgitur
post has voces, του θήλεος , suppleas velim ίππου.
Ibidem Regii sexlus el Octavus & iOSOSEUTOV. Edili
cum aliis viss. & ti0 ágosUTOS. Nihil refert hoc an illo
modo legas. Ιbidein Dulti inss. και δολερόν. Deest
και in editis . Mox Reg. Sextus μύρμηξ φιλόπονον.
(23) Rog. St Xlus συναπηγάγετο.
(24 ) Ms. Combef. cum Reg . octavo Bato xal ėyo
δεδυκός. De: sl και in editis el in aliis iss.
 193 HOMILIA IX IN HEXAEMERON . 19 !
έμφίεσται και το σώμα, βαρύ , συμπεπηγός , αδιάρ- A simile corpus, grave, compacturm, articulis Ilaud
θρωτον (25), πρέπον τω όντι φωλάδι κατεψυγμένη. distinctum, ferae frigida in lustris degenti plane
Εάν επερχώμεθα το λόγο πόση τους αλόγους του- accommodatum. Quod si sermone percurranmus
τους ενυπάρχει αδίδακτος και φυσική της εαυτών quanta hisce brulis animalibus ad conservandam
ζωής επιμέλεια, ή προς την ημών αυτών φυλακήν Slam vitarn insii diligentia, quam edocta non sunt,
και της των ψυχών σωτηρίας πρόνοιαν κινηθησόμε- Sed quam natura habent, aut ad nos ipsos custo.
θα (26), η επιπλέον κατακριθησόμεθα, όταν ευρεθώ. «lienclos , el ad salutem animarum curandam impel
μεν και της μιμήσεως των αλόγων απολειπόμενοι. Ιentur, aut amplius condemnsibimur,cum depreliensi
"Αρκτος πολλάκις , βαθυτάταις κατατρωθείσα πλη- fuerious etiam ab imitatione pecorum abesse.
γαϊς, εαυτήν ιατρεύει (97), πάσαις μηχαναίς τη φλό- Ursa sapenumero profundissimis plagis Saucials ,
μω τούτω ξηράν τήν φύσιν έχοντι τάς ωτειλάς παρα- sibi ipsa medetur, dum omni arie llerbasco 11atura
6ύουσα. "Ιδοις δ' αν και αλώπεκα το δακρύω της πί- siccan habente vulnera oblurat. Vulpem quoque
τυος εαυτήν ιωμένην. Χελώνη δε, σαρκών έχιδνης sibi ipsi pini lacrymis niedicantem videre possis .
έμφορηθείσα, διά της του δριγάνου αντιπαθείας φεύ- Testudo vero vipere carnibus essaliata, noxain
γει την βλάβης του ιοβόλου. Και όφις την εν τοις sibi a venenata Destia impendentem per adversian
οφθαλμοίς βλάβην εξιάται βοσκηθείς μάραθρον (28). U origani naturam evitat. Quin et servers festiculo
Αι δε προγνώσεις της περί τον αέρα μεταβολής ποίαν pastus oculorum lesiomi reinelium adhibet. Quarm
συχί σύνεσιν λογικήν αποκρύπτουσιν ; όπου γε το μεν rationalem prudentiam non superint aeres nula
πρόβατον, χειμώνος προσιόντος, λάβρως την τροφήν είonis prenotiones ? Quandoquilera ovis, acceleuta
επεμβάλλεται, ώσπερεπισιτιζόμενος προς την μέλ. bieme, pasium avide voral ; quasi pro futura pemili
λουσαν ένδειαν· βόες δε, κατακεκλεισμένοι χρονίως ria vicium sibi pararet. Boves autem diu lieunis
εν ώρα χειμερινή, ήδη ποτέ του έαρος προσιόντος , tempore inclusi, jam laudem redeunte vere, natu
τη φυσική αισθήσει την μεταβολήν έκδεχόμενοι, εκ r:ili sensu mutationein percipientes, el stabilis all
των βοοστασίων (29) πρός τάς εξόδους όρώσι, πάντες exitus spectant et omnes ceu uno signo dalo faciem
υφ' ενί συνθήματι μεταβαλόντες το σχήμα (30). " Ηδη convertunt. Jam vero nonnulli ex iis, qui studiosi
δέ τινες των φιλοπόνων και τον χερσαίον εχίνον ετή- sunt, terrestrem herinaccurn observariant spirami
ρησαν διπλάς αναπνοές τη εαυτού καταδύσει μηχα- na gemina lustro suo struxisse, 83 alque aquilone
νησάμενον, και μέλλοντος μεν βορέου πνείν, απο- spiraturo, aquillonium spiraneo 0: struere : Contra ,
φράσσοντα την άρκτώαν νότου δε πάλιν μεταλαμβά- austro iterunt succedente, all seplenlerionale trans
νοντος (31), εις την προάρκτιον μεταβαίνοντα. Τί , ire. Quid per Inc nobis Ioninibus indicalar ? Non
διά τούτων ημϊν υποδείκνυται τους ανθρώποις; Ού “ solum edocemur conditoris nostri diligentiacu
μόνον το διά πάντων διήκειν του κτίσαντος ημάς την ranique omnia pervadere, sed etiain quedam fu
επιμέλειαν, αλλά και το παρά τοις αλόγους είναι τινα turi sensum pecoribus inesse : ut nos presenti vita
του μέλλοντος αίσθησιν, ώστε και ημάς μη τη ταρ- non simus addicti, sed ad futurun seculum omne
ουση ζωή προστετηκέναι, αλλ' υπέρ του μέλλοντος studium conferamus. Non tibi ipse magnopere labo
αιώνος την πάσαν έχειν σπουδήν. Ου φιλοπονήσεις rabis, ο Ιιοιno ? non in presenti srculo recoudes
περί σεαυτού , άνθρωπε ; ουκ εν τω παρόντι αιώνι que ad vi futuri requien spectant, ubi ad formi
προαποθήσεις τάς του μέλλοντος αναπαύσεις, προς ce exemplum respexeris ? Que in estale sibi ipsi
το υπόδειγμα του μυρμηκος αποβλέψας; "Ος εν θέρει recondit biennale alimentum , et propterea quoll
την χειμέριον τροφήν εαυτό θησαυρίζει, και ουχ ότι ποιlur adsunt incommoda hiemis , nequaquam
μήπω πάρεστι (52) τα του χειμώνος λυπηρά , διά ρα- segniler leinpus Traducil : at invicta quadam lili
θυμίας παραπέμπει τον χρόνον · αλλά σπουδή τινι gentia ad operam se ipsa urger, donec sufficienien
απαραιτήτω προς την εργασίαν εαυτόν κατατείνει, in cellulis reposuerit alimonium : neque id negli
έως αν την αρκούσαν τροφήν εναπόθηται τους τα.. genter : sed ellicit sapienti quadam solertia , ut
χειείοις · και ουδε τούτο ραθύμως , αλλά σοφή τινι p ipsum alimentum quan diutissime conservelur.
επινοία την τροφήν επιπλείστον διαρκείς (33) μηχα- Dissecat enim suis ungulis medios fructus, ne ger
(25) Reg. quintus αδιόρθωτον. Αlii mss. cum Εliti saltem cum Reg. tertio μεταβαλόντες τας
editis αδιάρθρωτον . Μox editio Basil. cum inullis όψεις. Ιdem est sensus. Ιbidem Πιs . Contier. cuum
mss. et cum codice Comlief. φωλάδι κατεψυγμένη . Regiis 1ertio et octavo ήδη δέ τινες.... έτήρησαν. Αι
Editio Paris. και κατεψυγμένη . vero editi cum aliquilius Iuss. ήδη δέ τις. ... έτήρησε.
(26) Μss. Sex κινηθησόμεθα . Editi κινησόμεθα. (31) Duo mss. μεταλαβόντος. Reg. oclavus opti
Mox exilio Basil. cuilt sex iss. praler Bill. xa ! nipi nola: ustabałóvtos. Colb . secundus Metabah
της μιμήσεως τών. Elitίο Paris. Iocal Ιι: ιο : rli - λοντος. Ιbidem Reg. φuintus εις την προσαρκτίαν.
cul: ι και ante των. Reg. sextus
( 32 )codex και ουχ ότι ου πάρεστι. Aliquanto
(27) Colb . secur://wς εαυτήν θεραπεύειν. Lege post lein εαυτόν κατεπείγει έως. Leclio
θεραπεύει , vel supple λέγεται. optima : sed non laveril cæleri mss., in quibus sic
(28) Editio Basil. cum multis Diss. μάραθρον, κατατείνει
ut et in editis legitur εαυτόν . Μox aliqui
Ejitió Paris . uspalov , mendose . Πιss . τοίς ταμείοις.
(99) Codex Conbef. cum Sex aliis mss. βοοστα (35) Reg. sexus επι πλείστον διαρκέσειν. Αlii
σίων. Εliti βουστασίων. miss. el edili ô: 2pxeir. Aliquanto post Budl. tpositiv
(30) sMs.
ociaru
Combeſ. el Regii primiis, quibus plato ÉVO! ).
cum Colb . secuno leta gaibviec to 1 .2
PATROL .GR. S . TS.
193 S . BASILII MAGNI 195
minarles sibi ad nutrituentum inutiles reddantur. Α νώμενος. Διακόπτει γάρ ταις εαυτού χηλαις των
Eosdem etiam exsiccat, tum, cum eos sentir made- καρπών το μεσαίτατον, ώς αν μη έκφυέντες άχρη
factoς : Itec omni tenapore eos expromit, sed cum στον πρός τροφήν αυτώ γένοιντο. Και διαψύχει τού
acrem in Sereno statu mansurum esse presenserit. τους , όταν αίσθηται αυτών διαβρόχων · και ουκ εν
Non utique videas imbrem ex nubibus defluentenι, παντί προβάλλει καιρώ, αλλ' όταν προαίσθηται του
quando tempore a formicis expositum frumentum αέρος εν ευδινή (34) καταστάσει φυλαττομένου.
auditus ? quodnam tempus salis erit dicendis enar - παρ' όσον χρόνον εκ των μυρμήκων ο σίτος προβέ
randisque opifcis miraculis omnibus ? Dicamus et βληται. Τις εφίκηται (33) λόγος και ποια χωρήσει
nos cum Ρroplieta : Quam magnificata sunt opera ακοή και τις εξαρκέσει χρόνος πάντα ειπείν και διηγή
κα, Domine ! omnia in sapientia fecisti 16. Ιtaque σασθαι του τεχνίτου τα θαύματα ; Είπωμεν και εμείς
haud excusari poterimus, quod ea que conducibilia μετά του προφήτου : Ως έμεγαλύνθη τα έργα του ,
sunt, litteris non sumus edocli : quandoquidem id Κύριε· πάντα εν σοφία εποίησας. Ου τοίνυν ( 56)
quod utile est, per legein nature citra doctrinam ημίν προς απολογίαν αυταρκες το μη γράμμασι δι
nobis eligere licet. Scis quid a le boni praestandum δαχθήναι τα συμφέροντα, τώ αδιδάκτο της φύ
sit proximo ? Quod tibi ipsi ab altero vis fieri. B σεως νόμω την του λυσιτελούντος αίρεσιν δεξαμέ
Nosti quid sil malum ? Quod ipse nolis ab alio pali. νοις. Οίδας τί ποιήσεις το πλησίον καλόν; “Ο
Nulla secandarum radicum ars, nullum herbardin σεαυτώ βούλει παρ' ετέρου γενέσθαι. Οίδας και τι
experimenlum brutis animalibus utilium cognitio ποτέ εστι το κακόν ; “ Ο ουκ αν αυτός παθείν
nein contulit : sed naturaliter unumquodque animal έλoιο παρ' ετέρου. Ουδεμία ριζοτομική τέχνη , ουδε
safatis comparande rationem cognovit, habetque εμπειρία βοτανική των ωφελίμων τοίς αλόγους
iuenarrabilem quamdam cum eo quod secundum την διδασκαλίαν εξεύρεν· αλλά φυσικώς έκαστον των
naturam est necessitudinem , ζώων της οικείας εστι σωτηρίας ποριστικών, και αρ
ρητόν τινα κέκτηται την προς το κατά φύσιν οί
κείωσιν.
4. Insident autem et nobis virtules secundum 4. Εισί δε και παρ' ημίν αι αρεται κατά φύσιν,
naturam, cum quibus inest anime afnitas quedam προς ας ή οικείωσις της ψυχής (37) ουκ εκ διδασκα .
non ex doctrina hominum, sed ex ipsa natura. λίας ανθρώπων, αλλ' εξ αυτής της φύσεως ενυπάρ
Quemadmodum enim nulla disciplina nos edocet χει. Ως γάρ ουδείς ήμάς λόγος διδάσκει την νόσον
morbum odisse, sed ex nobismelipsis ea que mo- , μισείν, αλλ' αυτόματον έχομεν την προς τα λυπούντα
lestiam creant, aversaur : ita el anima a malo διαβολήν» ούτω και τη ψυχή (38) έστι τις αδίδακτος
declinal citra doctrinam. Οmne autem vitium gri - έκκλισις του κακού . Κακόν δε πάν άρρωστία ψυχής:
tudo est aniine : virtus vero rationem obtinel sani- η δε αρετή λόγον υγιείας επέχει. Καλώς γαρ ωρί
lalis. Quidam enium qui sanitalerm recte definierunt, σαντο τινες υγίειαν είναι την ευστάθειας των κατά
dixere eam esse actionuin naturalium bonam liabi- φύσιν ενεργειών. “Ο και επί της κατά ψυχήν ευεξίας
tudinein . Quod idenm si quis quoque de bono anime είπών, ουχ αμαρτήσει του πρέποντος. "Οθεν ορεκτι
Irabitu dixerit, a decoro non aberrabii. Quare ani- κή του οικείου και κατά φύσιν αυτή (39) αδιδάκτως
1:a citra doctrinam id quod sibi proprium est, έστιν η ψυχή. Διό επαινετή πάσιν η σωφροσύνη και
quodque sibi natura convenit, appelit. Ηinc leinpe- αποδεκτή η δικαιοσύνη και θαυμαστή και ανδρεία :
rantia ab omnibus laudatur, approbatur justitia : και η φρόνησις περισπούδαστος. "Α οικειότερα εστι
fortitudo est almirationi : prudentia valde exopla- τη ψυχή μάλλον ή τω σώματι η υγεία . Τα τέχνα,
Tur. Quae virtules magis proprie 84 ad animal αγαπάτε τους πατέρας (40). Οι γονείς , μή παροργί
pertinent, quam ad corpus sanitas. Vos filii, dili- ζετε τα τέκνα. Μή και η φύσις ταύτα ου λέγει ; Ού
gile parentes. Vos parentes, nolite ad iracundiam δεν καινόν παραινει Παύλος, αλλά τα δεσμά της φύ
μτοιοcare ilios 11. Nunquid her non dicit et na- η σεως επισφίγγει. Ει η λέαινα στέργει τα εξ αυ
tura ipsa ? Νihil novi monet Ρaulus : sed nature της (41), και λύκος υπέρ σκυλάκων μάχεται, τι εί
vincula constringit. Si leena amat fetus suos , el πη (42) άνθρωπος και της εντολής παρακούων και
16 Γsal.cu, 24. 17 Epies. VI, 4.
(34) Nonnulli inss. Šv Euôleivi. Mox sex mss. ¿x (59) Ms. Combeſ. cum Regiis primo, quinto , sexlo
νεφών επιδρυέντα. Editi απορρυέντα. cl octavo κατά φύσιν αυτή . Editi vero cum duobus
(35) Reg.
κοιτο.
oclavus cum niss.
Editi cum aliquilibus Colb .εφίκτηται
secundo tis ¿ Q iss. αυτή.
. Eplies. νι, 1, υπακούετε τους γονεύ.
Legiturparentibus.
(36 ) Regii primus, tertius, quinlus et octaviis , Cl,(40)obedile
itemql:e Colb. Secundus εποίησας · ου τοίνυν. Εliti (41) Editi cum Reg. tertio τα εξ αυτης τέχνα .
εποίησας " που τοίνυν. Aliqualilo post Reg. Sextus Colo. Secunilus τα εαυτής τέκνα. Sed vox τέχνα
qúoews aóyo : sed genuina lectio lezilur in mar deest in Boill. el ini codicibus melioris molæ . Nec
gine, φύσεως νόμω. Viilile amo !lm dubilo quummelius abisit, lum quod
(37) Mulli mss. tñs cuyos. Editi vero cum Colb . ellipsis hoc loco ciegantic aliquid habere videalur ,
secundo τη ψυχή . 111m (pod vox céxva a liolibet facile suppleri pos
(38) lia sex mss. Eiliti OÚTU) Ya! surñs. Mox sil. .
Reg. Sextus αρρώστημα ψυχής. (12) Codices quinque sirom . Elili sir....
197 HOMILIA IX IN TIESIEMERON . 198
την φύσιν παραχαράσσων, όταν η παίς ατιμάζη γή- A lupus μro suis calulis pugnat , quiduam dixerit
ρας πατρός, ή πατήρ διά δευτέρων γάμων των προ- hormo, qui et praecepto non obtemperat, et ipsani
τέρων παίδων επιλανθάνηται ; 'Αμήχανός έστιν ή adulteral naturam, cum aut alius inlionestal patris
στοργή τους αλόγους τέκνων και γονέων προς άλληλα, seneclulem, aut paler propter secundas Duplies
διότι ο δημιουργήσας αυτά Θεός τήν του λόγου έλλει- priorum filiorum obliviscitur ? Summus est in bru
ψιν διά της των αισθητηρίων περιουσίας παραμυθή- tis anim:inlibus sobolis ac parentum inter se amor,
σατο. Πόθεν γαρ εν μυρίοις προβάτους αρνειός των φυol Deus ipsorum opifex, rationis defectum cum
σηκών έξαλλόμενος οίδε μεν την χροιάν αυτήν και την υajore sentiendi facultale compensavit. Unde enim
φωνήν (43) της μητρός, και προς αυτήν επείγεται, inter innunieras oves agnus e stabulis exsiliens
επιζητεί δε τας οικείας πηγάς του γάλακτος ; Κάν ipsum mauris colorem vocenmque novit, et ad ipsain
πενιχραις ταις μητρώαις περιτύχη (44) θηλαίς, εκεί- festival, et proprios lactis Toutes inquirit ? Imo si
ναις αρκείται, πολλά παραδραμών ούθατα βαρυνόμε- in egenas malris maininas inciderit, tamen est illis
να. Και η μήτηρ εν μυρίους αρνάσιν επιγινώσκει το contenιus, multa plena el gravia ubera priclergres
ίδιον; Φωνή μία , χρόα ή αυτή, οσμή παρά πάντων sus. Unde itidem mater inter agnos quam pluriinos
ομοία, όσον τη ημετέρα οσφρήσει παρίσταται · αλλ' proprium agnoscit ? Vox una , klein color, similis
όμως έστι τις αυτοίς αίσθησις της ημετέρας κατα- * οιnium odor, quanlun odoratui nostro objicitur :
λήψεως οξυτέρα, καθ' ήν εκάστω πάρεστιν ή του sell tamen quidam inest in ipsis sensus, nostra
οικείου διάγνωσις (45). Ούπω οι οδόντες τα σκυλακι, comprehensione acutior, quo cuique quod suum
και όμως διά του στόματος αμύνεται τον λυπή- est dignoscere licet. Nondum sunt dentes catalo, et
σαντα. Ούπω τα κέρατα το μόσχω, και οίδε που tamen adversus eos qui molestiam sibi afferunt ,
τα όπλα αυτά εμφυήσεται. Ταύτα απόδειξιν έχει sese per os fuetur. Noudum cornua sunt vitulo :
του αδιδάκτους είναι τας φύσεις απάντων, και μηδέν lamen novit ubi sibi arma enascenlur. Ex lis li
είναι άτακτον μηδέ αόριστον εν τοις oύσιν, αλλά quet, quo in omnibus inest natura , id doctrina non
πάντα ίχνη φέρειν της του ποιήσαντος σοφίας, έν comparari, nihilque in rebus esse aut inordinatum,
εαυτούς δεικνύντα, ότι εμπαράσκευα προς την φυ - aut improvidum : sed res onnes sapientiae con
λακήν της οικείας αυτών σωτηρίας παρήχθη. Λό- dioris sui vestigia pre se ferre ; cum se ita produ
γου μεν άμοιρος και κύων, ισοδυναμούσαν δε όμως το clas esse declarent, ut sinι paralae ad suamsalutem
λόγω την αίσθησιν έχει. " A γάρ οι κατά πολλήν σχο- servandam. Ει quidem canis expers rationis est :
λήν του βίου καθεζόμενοι μόλις εξεύρον ο τού κό- allainen sensum rationi liaud imparem habet. Quce
σμου σοφοί ,τας των συλλογισμών λέγω πλοκάς , ταύτα c enim mundi sapientes per multum vile olium desi
δείκνυται παρά της φύσεως ο κύων πεπαιδευμένος. dentes vix invenerunt , videlicet ratiocinationut
Το γάρ ίχνος του θηρίου διερευνώμενος, επειδάν εύ - ambages, haec ab ipsa natura edoctus canis perhi
ρη (46) αυτο πολυτρόπως σχιζόμενον, τάς έκασταχού betur. Cum enium fere indagal vestigium, ubi ipsum
φερούσας εκτροπάς επελθών, μονονουχί την συλλογι- multipliciter issum repererit , diverticula quoquo
στικήν φωνήν αφίησι δι' ών πράσσει : " Η τήνδε , φη- versum ferentia rimalus, lalum non ratiocinali
σιν , ετράπη το θηρίον , ή τήνδε, ή επί τόδε το μέρος• vam vocem per ea que agit, emittit : Fera , inquit,
αλλά μήν ούτε τήνδε , ούτε τήνδε, λειπόμενόν εστι aut liac, aut illac divertit, aut in hanc parlern :
τηδε ώρμησθαι (47) αυτό και ούτως τη αναιρέσει alqui neque hac, neque illac : reliquum est, ut ea
των ψευδών ευρίσκει το αληθές.Τι περισσότερον ποιού - istac digressa fuerit : atque ita , falsis rescissis, ve
σιν οι επί των διαγραμμάτων σεμνώς καθεζόμενοι, rum invenit. Quid aluplius faciunt, qui in clieore
και την κόνιν καταχαράσσοντες , τριών προτάσεων malibus deinonstrandis cum gravitate desident, qui
αναιρούντες τας (48) δύο, και εν τη λειπομένη το que lineis pulveri insculptis, ex tribus propositio
αληθές εξευρίσκοντες ; Το δε μνημονικών της χάριτος nibus duas rejicientes,in ea que reliqua est, verum
του ζώου τίνα των άχαρίστων προς ευεργέτας ου κατ- inveniunt ? Porro beneficii meinoria ab hoc animali
αισχύνει ; όπου γε και φονευθείσι δεσπόταις κατ' D conservala, cui viro in beneficos ingrato pudorem
ερημίαν πολλοί των κυνών επιποθανόντες μνημο- non incutiι ? Siquidem canes multi, dominis in de
νεύονται. " Ήδη δέ τινες επί θερμώ τω πάθει και οδηγοι serio loco interfectis , et ipsi immortui fuisse me
τοις εκζητούσε τους φονέας εγένοντο, και υπό την πιοrantur. Quin etiam canes nonnulli, dum recens
δίκην αχθήναι τους κακούργους εποίησαν. Τί είπωσιν essel cedes , iis qui ειomicidas inquirebant , via
οι τον ποιήσαντα αυτούς και τρέφοντα Κύριον ού μό- etiam duces exstiterunt, 85 atque in causa fuere,
νον ουκ αγαπώντες (49), αλλά και φίλοις κεχρημένοι car ad penam nmalefici raperentur. Quid dicturi

(43) Sic niss . Combef. cum Reg. octavo. Editi τήνδε ορμάσθαι. Μox Reg. 1 επί των γραμμάτων.
cum aliis Γmss. οίδε μεν την φωνήν. (48) Κeg . sextus καθεζόμενοι και την καταχαράσ
(44) Ιια sex mss. Editi περιτύχοι. Μox Colb. se- σοντες τριών προτάσεων αναιρούσι τάς , terram si
cunduς πολλά δε παραδ. gnan' es.
(43) Μss. quinque διάγνωσις. Editi επίγνωσις.
Reg. Sextuς γνώσις.
(49) Sic Regii sexliis et octavus. Editi cum aliis
mss. sinopliciter Κύριον ουκ αγαπώντες. Μox Multi
(46) Sex mss . επειδάν εύρη. Εliti εύροι. mss. της αυτής αυτοίς τραπέζης: que verba aliter
(47) Reg. sextus τήνδε ώρμήσθαι. Reg. tertius disponuntur ineditis.
 199 S . CASILII MAGNI 200
sunt, qui Donlinum conditorem ac nutritorem suum Α τοις λαλούσι κατά του Θεού αδικίαν, και της αυτής
non solum non diligunt, sed amicis etiam utunlar αυτοίς τραπέζης μετέχοντες, και παρ' αυτήν την
iis, qui adversus Deimloquuntur iniquitatem, atque τροφήν των κατά του τρέφοντος βλασφημιών ανεχί
ejusdem cum ipsis mensæ parlicipes sunt, ac inter fevol ;
ipsum sumenduin cibum impia el contumeliosa in
nutrilorem verba lolerant ?
3. Αι vero ad rerum creatarum redeamus con- 5. 'Αλλ' επί την θεωρίας της κτίσεως επανέμεν.
1emplationem. Animalia que facilius capiuntur, Τα ευαλωτότερα των ζώων πολυγονώτερα. Διά τούτο
Sunι fecundiora . Ouocirca lepores el agrestes capr: πολυτόχοι λαγωοι, και αίγες άγριαι, και πρόβατα
niulios procreant fetus , ovesque silvestres geminos άγρια διδυμοτόκα, ένα μή επιλείπη το γένος υπό των
partus edunt, ut ne genus ab animalibus cruda car- ώμοβόρων (50) εκδαπανώμενον. Τα δε φθαρτικά των
ne vescentibus consumptum , delicial . Sed em fere άλλων, ολιγοτόκα. " Οθεν λέοντος ενός μόλις ή λέαινα
quae celeras vorant, parum sunt fecundie . Quare μήτηρ γίνεται. Ταϊς γάρ ακμαίς των ονύχων δια
leena vix unius leonis mater efficitur. Νam, ut σπαράξας την μήτραν, ούτω πρόεισιν, ώς φασι και
aiunt, lacerato unguium acie ulero, prodit : vipere έχιδναι τάς μήτρας έκφαγούσαι προέρχονται, πρέ
quoque, eros0 ulero, nascuntur, neritam mercellein B ποντας τη γεννησαμένη τους μισθούς εκτιννύουσαι
parenti rependentes. Adeo nihil non providumin (51). Ούτως ουδέν απρονόητον εν τοις oύσιν, ουδε
rebusest, nihil est cure eis delit expers. Quod της επιβαλούσης αυτούς επιμελείας άμοιρα (32). Κάν
si ipsa animalium membra consideraveris, nihil su- αυτά τα μέλη των ζώων καταμάθης, εύρήσεις, ότι
perfluum a Conditore adjectum, nihil necessarium ούτε περιττόν τι ο κτίσας προσέθηκεν, ούτε αφείλε
detractum fuisse comperies. Carnivoris animalibus των (53) αναγκαίων. Τοις σαρκοφάγοις ζώοις οξείς
aculos apravit dentes : talibus enim opus erat ob τους οδόντας ενήρμοσε : τοιούτων γάρ ήν χρεία προς
alimenti speciem. Que vero dimidia ex parte denti. το της τροφής είδος . "A δε εξ ημισείας ώπλισται
bus armala sunt, ea multis ct variis alimentorum τοις οδούσι, πολλαίς και ποικίλαις αποθήκαις των
receptaculis instruxit. Νam quia prima vice non S2- (54) τροφών παρασκεύασε. Διά γάρ το παρά την πρώ
tas est cibum deglutilum iterum revocandi, ut ru- έδωκεν αυτοίς το καταποθέν πάλιν αναπεμπάζεσθαι,
minatione contritus, ei quod alitur accommodatus ώστε καταλεανθέν (53) τώ μηρυκισμό προσοικειού
sit. Quibus animalibus gule, omasa, reticula el ma- σθαι τώ τρεφομένω. Στόμαχοι, και εχίνοι, και κεκρύ
gna intestina insunt, ea in iisdem non inutiliter re- ς φαλοι, και ένυστρα , ουκ αργώς έγκειται (56) των
conduntur : sed unumquodque usum ac τηunus ne- ζώων τους έχουσιν , αλλ' αναγκαίων χρείαν έκαστον
cessarium explet. Longum est carmeli collum, ut par εκπληροί. Μακρός ο τράχηλος της καμήλου , ένα τοις
sit pedibus, et eam qua vescitur lierb: m allingal. ποσίν εξισάζηται και εφικνήται (57) της βοτάνης εξ
Urse,leonis, tigridis et celerarum hujus generis ani- ής αποζή . Βραχύς και τους ώμους ενδεδυχώς ο τρά
malium collar: breve est, et humeris insilum : pro- χηλος της άρκτου · και λέοντος δε, και τίγριδος, και
pterea quod herba ipsis alimentum non est, nec των λοιπών, όσα τούτου του γένους· ότι ουκ εκ της
necesse habeant inclinare se ad terram, cum carni- πόας αυτοίς ή τροφή, ουδε ανάγκη προς την γην κα.
Vora sint , ac sese ex animalium przeda Sustantent. τακύπτειν, σαρκοφάγοις ούσι, και εκ της άγρας των
Quid sibi νull proboscis in elephanto ? Quia animal ζώων διαρκουμένοις. Τι βούλεται η προνομαία τω
magnum, et terrestrium maximum, ad injiciendum ελέφαντι ; "Οτι μέγα το ζώον, και των χερσαίων το
occurrentibus terrorean producium, carnosi et obesi μέγιστον, εις τήν τών εντυγχανόντων έκπληξιν παρ
et pedibus par tribulum fuisset, vix posset tractari, νον το σώμα. Τούτω ει μέγας και αναλογών τοις πο
ulpole quod ob η υiam gravilalem semper deοrsun σιν ο τράχηλος προσετέθη, δυσμεταχείριστος αν ήν,
(50) Regii terlius el sexlus ÚTTO TŪy aluo66- Dovta , nullo negotio possil suppleri. Legas velim con
pwv, ab animalibus sanguinem calerorum sigentibus. ieriumi. Slalim Regii priinus, tertius et octavus
Ιbidem Reg. Sextus τα δε φθαρτικά των ζώων ολιγ . cunι Colb. Securdo τα μέλη. Editi cum duo aut altero
Colb. Secundus φθαρτικά των άλλων ζώων. Αlii mss. ms. τα μέρη .
et edili ut in contextu . Nou est quod scrupulosius (53 ) Codex Combeſ. cum aliis quinque apoias
his omnibus fidem adhibeamus, cum non parca es tūv.'Edili doslato tūY.
vulgi opinione, narrentur. Neque tamen reperluan (54) Codex Combeſ. el Reg. oclavus TOÚTOLS TO
milia Summo viro rebus gravioribus intenlo conto. ποικίλας ταις τροφαίς παρεσκεύασεν.
nare nulil. (55 ) Codices qualuor preler Combeſ. WOTS
(51) Colex Combef. cum multis aliis miss. ÈXTIV - xatadeavoèv tõ . Colb. secundus cum Reg. serlo et
νύσαι. Elii cum Coisl. secundo εκτιννύουσαι. Sta - cuum Boll. ώστε καταλεανθέντα τω. Editi καταλειαν
Το duo usS. ουδε της επιβαλλούσης. θέντα .
152 ) Codices septem äuolpa . Evlili et Coisl. pri (56 ) Codices quingiie Éyxeitar. Edili cum Colb .
mis őuoipov. El hic quoque librarii oli vanum so - secundo Zyxelvtal.
læcismi melum videntur ä loipov pro őUolpa scrie (57) Golb . secundus oux Šolxntar. Aliquanto post
psisse , eo videlicel consilio, μι VOX άμοιρον νοci mss. aliquoι ότι ουχί εκ της. Editi cuni Colb. se
ουδέν responderet. Sed nihil necesse, cum illud, τα cundo ότι ουκ .
201 HOMILIA IX IN TEXAEMERON . 202
το υπερβάλλοντι βάρει καταρρέπων αεί προς το κά- A vergerei . Nunc autem caput quidem per paucas
τω. Νυν δε η μεν κεφαλή δι' ολίγων των του αυχέ- cervicis compages cum dorsi spina conjungitur :
νος σφονδύλων προς την ράχιν συνάπτεται· έχει δε habei vero proboscidem, colli officio ac munere fan
την προνομαίαν, την του τραχήλου χρείαν αποπλη- gealerm, per quam et aliamentum assumit, et potum
ρούσαν, δι' ής και την τροφήν προσαγεται, και το cxhaurit. Sed et pelles ipsius articulis minime dis
ποτών ανιμάται. Αλλά και αδιάρθρωτοι αυτό οι πό. tincii, velut column conjuncle, onus suffalciunt.
δες, οιονεί κίονες ηνωμένοι, το βάρος υποστηρίζου - Elenim si laxi et flexibiles peles ei fuissent suppo
σιν. Ει γάρ χαυνα αυτό και δίυγρα υπετέθη (58) τα siti , crebrae facle fuissent articulorum e suis sedibus
κώλα, συνεχείς αν εγίνοντο των άρθρων αι εκτροπαι , motiones : quandoquidem dum lexis genilbus con
συνοκλάζοντος και διανισταμένου κουφίζειν το βάρος sideret, aut exsurgeret, ferendo ponderi pares non
μη εξαρκούντων(59). Νυν δε βραχύς αστράγαλος υπό- essent. Nunc vero parvus talus subjicitur elephantis
κειται το ποδι του ελέφαντος ούτε μέντοι εις αγκύ• pedi : 86 neque tamen ad curvaturam, neque ad
λην ούτε εις γόνυ διήρθρωται. Ου γαρ αν υπήνεγκε genu compactus articulis est. Νam articulorum in-
το των άρθρων ολισθηρόν την πολυσαρκίαν του ζώου coustantia ac mobilitas multam animalis corpulen
πολλήν αυτώ περικεχυμένην και περιτρέμουσαν. iam, ipsi circunfusan ac itabanlein, ferre nequa
"Οθεν χρεία γέγονε του μυκτήρος εκείνου μέχρι πο . Β quam potuisset. Unde nasus ille ad pedes usque
δων καθισμένου . Ούχ ομάς εν τοις πολέμοις, ότι οι denissus, fuit necessarius. Νonne vides in bellis,
ονεί πύργοι τινές έμψυχοι της φάλαγγος προηγούνται; quod velut animale quedam turres acietn prece
η βουνοί τινες σάρκινοι, ανυπόστατον έχοντες την όρ- dant ? aut quod velut carnei quidam colles, intole
μην, των εναντίων τον συνασπισμός διακόπτουσιν ; rabiliimpetu impulsi, densata hostium agrmina per
Oές ει μή ήν αναλογούνται τα κάτω, προς ουδένα αν ruimpant ? Quibus nisi partes inferno responderent,
χρόνον το ζώον διήρκεσε . Νύν δε ήδη τινές ιστορούσι lempore ullo persistere animal illud minime posset.
και τριακόσια έτη και πλείω τούτων βιούν τον ελέ- Nunc autem referunt nonnulli trecentis annis ct
φαντα · διά τούτο συμπεπηγός (60) και ου διαρθρω- amplius vivere elephantern : propterea pedes ejus
μένον τα κωλα. Την δε τροφήν, ώσπερ έφαμεν, ή compacii sunt, nec ullis articulis dividuntur. Cae
προνοματα χαμόθεν επί το ύψος διακομίζει, οφιώδης term, uti lixiinus, proioscis e terra sursum cffert
λόγος, ότι ουδέν περιττόν ουδε ελλείπον εν τοις κτι- que ex sua natura facilius lectilur. Adeo vera illa
σθείσι δυνατόν ευρεθήναι. Τούτο μέντοι τοσούτον όν sententia est, nihil quod aut redundet, aut deficial,
το μεγέθει, υποχείριον ημίν κατέστησεν ο Θεός in rebus creatis inveniri posse. Αtqui illud tanle
( ώστε και διδασκόμενον συνιέναι , και τυπτόμενον magnitudinis animal nobis Deus subdidit : adeo υι
καταδέχεσθαι), εναργώς ημάς εκδιδάσκων, ότι πάντα si locealur, intelligat; si percutitur, perferat. Ni
υπέταξεν ημίν, διά το κατ' εικόνα ήμάς πεποιήσθαι mirum clare nos clocal quod ad Creatoris imagi
( 61) του κτίσαντος. Ου μόνον δε εν τοις μεγάλους των 1em conditi sumus , oli id nobis fuisse subjecta
ζώων την ανεξιχνίαστον σοφίαν έξεστι κατιδείν, αλλά onia. Non solum autemin magnis animalibus in
και εν τοις μικροτάτοις ουδέν έλαττον συναγείραι το pervestigabilem sapientiam vidlere est , sed etiam in
θαύμα. " Ωσπερ γάρ ου μάλλον θαυμάζω τας μεγά- minimis nillilo minora miracula colligere licet.
δας των όρων κορυφας, αί τώ πλησίον είναι των νε- Quemadmodum enim magna onlium cacanina,
φών τη συνεχει περιπνοία διασώζουσι το χειμέριον, que ob nubium vicinitalein per continuos natus hi
ή την εν ταις φάραγξι κοιλότητα, ου μόνον το δυσή- Iernum frigus conservant, non miror magis , quam
νε μον των υψηλών διαφεύγουσαν, αλλά και αλεεινόν :illium concava, que non solum ventorum subli
άει τον αέρα συνέχoυσαν· ούτως και εν ταις των miumsevitiew declinant, sed etiam lepidum aerem
ζώων κατασκευαίς ου μάλλον άγαμαι τον ελέφαντα Simper relinent : sie etiain in animalium constitu
του μεγέθους και τον μυν, ότι φοβερός έστι το ελέφαν. ione , non magis admirar elephantem ob magni
τι · ή το λεπτότατον του σκορπίου κέντρον , πώς εκοί- D !ndinem, quam murem, qui metuendus est elephan
λανεν ώσπερ αυλόν ο τεχνίτης, ώστε δι' αυτού τον Ιω : vel, quam tenuissimum scorpii aculeum, quo
ίον τοίς τρωθείσιν ενίεσθαι. Και μηδείς εγκαλείτω modo eum artifex ipse tanquam tibiam cavavit , ut
τούτου ένεκεν το ποιητή, ότι ιοβόλα ζώα και φθαρ- per illum virus saucialisinvitatur. Nec quisquam
τικά και πολέμια τη ζωή ημών επεισήγαγεν · ή ούτω incluset Conclitorem, quod animalia venenata exilio

(58 ) Reg. primus É TESTÉOr;. Reg. sextus tepore
ετέθη.
(59) Regii primus, quintus et oclavus Exoxoûv -
τα. Elii cum aliis mss. non paucis εξαρκούντων.
(60 ) Illa , Oiż toūto GU U TESTY Yós, etc., ita reddila
sunil á veleri interprele, ul dicas elephantem idcirco
tot annorum spalio vivere, quod pedes habeat com
pacios, nes articulis ullis distincios. Sed ea non est
verboruni Basilii sententia . Hoc autem dicit, inde
constare pedes elephaniis coirpingi, el articulis
destitui , duod elephus lauto Ieroporis spalio vival.
Pulalat enim ſulurum fuisse, ul tantæ molis ani
mal non potuissel stare el consistere, nisi pedes
ejus articulis caruissent : sed stalim suo ipsius pon
dere ruiturum . Ita quidem sensisse Basilium arbi.
tror : negre lainen continuo velim hanc opinionem
pru vera haberi. Probe enim scio gravissimum Pa
Trem , cui res ejusmodi diligenter expendere non
vacabal, eas que sua xlale vigebant opiniones non
raro in his libris incaul ' s secillum esse .
(61) Reg . primus qua : tois001. Colb . secundus
διά το κατ' εικόνα γενέσθαι του χτίσαντος.
203 S . BASILII MAGN 204
Saque ac vitae nostre adversantia produxit : aut pari Αδ' άν (62) τις και παιδαγωγώ εγκαλoίη εις ταξιν
ratione possit quis vituperare pedagogum, qui pue- άγoντι την ευκολίαν της νεότητος, και πληγαις και
rorum levitatem inconstantiamquein ordinem redi- μάστιξι το ακόλαστον σωφρονίζοντι.
geret, quique plagis ac flagellis eorum lasciviam ac
prolervitalem castigarel .
6. Fidei argumentum sunt pestice . Domino confi. 6. Πίστεώς έστιν απόδειξις τα θηρία. Πέπoιθας
dis ? Super aspident et basiliscum ambulabis, et con- επί Κύριον ; Επί ασπίδα και βασιλίσκον επιβή
culcabis leonen el draconem 18. Αιque per fidem ση, και καταπατήσεις λέοντα και δράκοντα. Και
polestatem habes ambulandi super serpentes ac έχεις την διά πίστεως εξουσίαν πατείν (63) επάνω
Scorpios . An non vides , viperan Paulo Sarinella όφεων και σκορπίων. "Η ουχ οράς, ότι φρυγανιζο
colligenti adhereulem, nulluingue ei detrimentum μένω τώ Παύλο ενάψας και έχεις ουδεμίαν προσετρί
inferentem 10, quod ille Sanctus iuventus est file ψατο βλάβην, διά το πλήρη πίστεως ευρεθήναι (64)
plenus ? Quod si file cares, non magis lineas lie- τον άγιον ; Ει δε άπιστος εί, φοβού μή μάλλον το θη
stiain, quan Iuam ipsius incredulilatein , qua le ρίoν ή την σεαυτού απιστίαν, δι' ής πάση φθορά
ipsum omni corruptioni obnoxiuum effecisii. Atqui σεαυτόν ευάλωτον κατεσκεύασας. Αλλά γαρ αισθά
jamdudum adverio a me expostulari generationis Β νομαι πάλαι τα (63) περί της του ανθρώπου γενέ
hominis explanationem, el milhi videor tanlum Που σεως απαιτούμενος , και μονονουχι ακούειν δοκώ μοί
audire auditores in cordibus clamantes : Nostra των ακροατών εν ταις καρδίαις καταβοώντων, ότι τα
guidein qualia ex sua natura sint edocetur , nos μέν ημέτερα οποία τινά εστι την φύσιν διδασκόμεθα ,
Vero Ipsos ignoramus. Necesse 87 est igitur, cun- ημάς δε αυτούς αγνοούμεν. 'Ανάγκη ούν ειπείν, τον
clatione omni qua delinebantur, repulsa , de his disse- κατέχοντα ήμάς όκνον παρωσαμένους. Τώ όντι γάρ
rere. Ει vero se ipsum cognoscere, videtur esse res έoικε πάντων είναι χαλεπώτατον εαυτόν επιγνώναι.
omnium difficillima . Non ein solum oculus extrin- Ου γαρ μόνον ( 66) οφθαλμός τα έξω βλέπων εφ' εαυ
8eca prospiciens , add senet conspiciendum visu non τον ου κέχρηται τα οράν, αλλά και αυτός ημών και
utitur : sed et ipsa mens nostra, acute peccatum νούς , οξέως το αλλότριον αμάρτημα καταβλέπων ,
alienum intuens , ad propria agnoscenda delicts Ear - βραδύς έστι προς την των οικείων ελαττωμάτων
da est. Ιdcirco el nunc oratio nostra, licet aliena επίγνωσιν. Διά τούτο και νύν ο λόγος , οξέως επελθών
diligenter transegerit , ad ea que ad nos pertinent, τα αλλότρια, νωθρός έστι και όκνου πλήρης προς
investiganda , segnis est, et tarditale plena : quan. την των οικείων εξέτασιν · καίτοι ου μάλλον εξ ούρα.
quam non licet nmagis ex celo el terra, quam . νου και γής τον Θεόν έστιν επιγνώναι, ή και εκ της
ex nostra propria constitutione Deum cognoscere , οικείας ημών κατασκευής τον γε συνετώς εαυτόν
ei certe , qui seipse prudenler scrutalus fuerit , εξετάσαντα, ώς φησιν ο προφήτης: Eθαυμαστώθη
uti ait Propheta : Mirabilis ( acta est scientia tuα η γνώσις σου εξ εμού · τουτέστιν , έμαυτόν κατα
es me 10 : lioc est , ubi ne ipse novi , praestan- μαθών, το υπερβάλλον της εν σοι σοφίας έξεδιδά
tissimam tual sapientiam ipse didici, Ει diail χθην. Και είπεν ο Θεός · Ποιήσωμεν άνθρωπον.
Deus : Faciamus hominem11. ULί , queso, Judaeus Πού μοι ο Ιουδαίος , ος εν τοις κατόπιν, ώσπερ διά
est , qui in superioribus, dum theologie lumen θυρίδων τινών του της Θεολογίας φωτός διαλάμ
velut per fenestras quaslam illucesceret, ac se- ποντος , και δευτέρου προσώπου του υποδεικνυμέ
cunda quidem persona mystice demonstraretur , νου (67) μέν μυστικώς , ούπω δε εναργώς εκφανέν
necdum taineir clare edulgeret , pugnsibil adver - τος , προς την αλήθειαν απε μάχετο, αυτόν εαυτό λέ
sus veritatem, atque ipsuαι Denim ad seipsum It- γων τον Θεόν διαλέγεσθαι; Αυτός γάρ είπε , φησί,
qui affirmall:ι ? Ipse enim , inquit , dixit , et ipse και αυτός εποίησε. Γενηθήτω φως , και εγένετο
fecit. Fiαι ιμα , ει (acta est lug 11. Erat igitur et φώς. "Ην μεν ούν και τότε πρόχειρος εν τοις παρ'
tunc in ipsorum verbis obvia manifestaqueineplia. αυτων λεγομένοις ή ατοπία . Τίς γάρ χαλκευς , ή τέ
Quis enim faber ferrarius , aut lignarius , aut quis D κτων , ή σκυτοτόμος , επί των οργάνων της τέχνης
sutor, solus inter artjs instrumenta selens , adju» μόνος καθήμενος (68), ουδενός αυτό συνεργούντος,
yanle ipsum tenuine , dical ipse sibi : Faciamus λέγει αυτός εαυτώ Ποιήσωμεν την μάχαιραν, ή συμ
gladium, aut aratrum compingamus , aut conficia- πήξωμεν το άροτρον , ή απεργασώμεθα το υπόδημα :
mus calceamentum? Αη non potius quod sibi con- αλλ' ουχί σιωπή την επιβάλλουσαν ενέργειανεκτελεί ;
venit opuscum silentio absolvit ? Sunt enim profecto Φλυαρία γάρ τω όντι δεινή , άρχοντά τινα εαυτού και
μugeinsigues , si quis sedeal, imperelque , et pre- επιστάτην καθήσθαι, δεσποτικώς εαυτού και σφοδρώς
18 Psal. XC , 13. 19 Αα. ΧΧνιιι, 3-6. 20 Psal. CΧΧΧνι1,6. 11 Gen.1, 26. 12 Gen . 1, 3.
(69) Ιta quinque mss. Editi vero ούτω γ' άν. cum aliis quibusdam mss. μόνον.
(63) Reg. Sextus εξουσίαν περιπατείν. Μox editi ή ( 67) Editio Basil. cum quinque mss. preter Bodl.
our opãs . Deest in duobus mss. του υποδεικνυμένου. Deest articulus in editione
(6 ) Codices quίque πίστεως ευρεθήναι. Editi Piris.
πίστεως είναι. (68) Quatuor mss . μόνος καθεζόμενος. Editi cuπι
(63) Colb. Secundus αισθάνομαι πάλιν τα. duobus mss. καθήμενς.
(66 ) Tres niss. optimæ nolæ au yap Óvos . Edili
205 KOMILIA IX IN HEXAEMERON .
κατασπεύδοντα. Αλλ' όμως οι αυτόν τον Κύριον συ- A sit silbi, atque domini more vehementer se ipse
κοφαντήσαι μή κατοχνήσαντες, τι ουκ άν είπoιεν γε- μrgeal. Veriantamen qui ipsum Dominum calum
γυμνασμένης προς το ψεύδος την γλώσσαν έχοντες ; uiari veriti non sunt, quid dicere non possint , lin
" Η μέντοι παρούσα φωνή παντελώς αυτών αποφράσ- guam habentes ad mendacium exercitatam? At
σει το στόμα: Και είπεν ο Θεός· Ποιήσωμεν άν - presens vox omnino os ipsorum oppilat. Ει digit
θρωπον. Μή και νύν, είπέ μοι, μεμονωμένον εστί το Deus : Faciamus hominem. Nunc jam, die milii ,nan
πρόσωπον; Ου γαρ γέγραπται· Γενηθήτω άνθρωπος, φuid unico est persona? Non enim scriptum est :
αλλά, Ποιήσωμεν άνθρωπον. "Έως ούπω ο διδασκό- Fiat liomo , sed , Faciamus hominem. Quandia
μενος παρεφαίνετο, εν βάθει έχεκάλυπτο της Θεολο- μondum apparebat qui doceretur , in profondo oc
γίας τo (69) κήρυγμα ότε λοιπόν ανθρώπου γένεσις culta eral theologiae predicatio : cum autem Iro
παραδηλούται της αληθείας το δόγμα. Ποιήσωμεν άν- que revelatur verilalis dogma. Faciamus hominem.
θρωπον. Ακούεις, ώ Χριστομάχε, ότι το κοινωνώ (70) Audis, ο Christi oppugnalor , ipsum ad officii s0
τηςδημιουργίας προσδιαλέγεται, Δι' ου και τους αιώ- cium Ioqui : Per quem fecit et secula ; qui portal
νας εποίησεν · ός φέρει τα σύμπαντα τω ρήματι omnia verbo virtutis sue 13. Sed non tacite verba
της δυνάμεως αυτού. 'Αλλ' ου γαρ ησυχή παραδέ- B excipit pietatis : at quemadmodum bestia que ho
χεται τον λόγον της ευσεβείας · ώσπερ δε των θηρίων ini sunt infensissime, cum in caveis includuntur ,
τα μισανθρωπότατα , επειδάν τοϊς ζωγροις εναπο- circum sepimenta frendent, atque amariludinem
κλεισθή, περιβρύχεται ( 71 ) τοις κυλίνδρους, το μεν φuidem ac feritaten nature Ostendunt , nec Lansen
πικρόν και ανήμερον της φύσεως ενδεικνύμενα, εκ- furoremsuum possunt explere : ita el gens veritatis
πληρώσαι δε την μανίαν ουκ έχοντα ' ούτω και το inimica , Judai ad angustias redacti, multas aiunt
εχθρών της αληθείας γένος οι Ιουδαίοι, στενοχωρού- esse personas, ad quas Dei serio directus est.
μενοι (72 ). Πολλά, φασίν, έστι τα πρόσωπα προς ούς Dicit enim aslantibus sibi augelis : Fucianus ho
ο λόγος γέγονε του Θεού. Τους αγγέλοις γάρ λέγει νinem14. Judaicum cominentum est , atque levitalis
τοις παρεστωσιν αυτώ· Ποιήσωμεν άνθρωπον. Ιου- inde profecte inventum : ut ne unum suscipiant,
δαϊκόν το πλάσμα, της εκείθεν ευκολίας το μυθολό- inuineros inducunt. Ει Filium reproDantes, famulis
γεμα: ένα τόν (73) ένα μή παραδέξωνται, μυρίους dignitatein attribuunt consilii , et conservos nostros
εισάγουσι. Και τον Υιόν αθετούντες, οικέταις το της efficiunt creatiouis nostre dominos. Ηono perfe
συμβουλίας αξίωμα περιάπτουσι • και τους όμοδούλους ctus ad angelorum eveliitur digitalem. Quale au
ημών κυρίους ποιούσι της ημετέρας δημιουργίας. teuυ ορίficium par esse polest 88 conditori ? Cou
Τελειούμενος άνθρωπος προς την των αγγέλων αξίαν C sidera auten el quae sequuntur : Ad imaginem no
ανάγεται. Ποίον δε δημιούργημα ίσον δύναται είναι stran. Quid dicis ad hoc ? Num el Dei et augelo
το κτίσαντι ; Σκόπει δε και τα (74) εφεξής : Κατ' rum una estin2go ? Filii quidem et Patris eanden
εικόνα ημετέραν. Τί λέγεις προς τούτο; Μή και εί- esse formal onlino necesse est ; forma videlicet ,
κών μία Θεού και αγγέλων ; Υιού μέν γάρ και Πα- uti Deum decet, intellecta, non in corporea figura,
τρος πάσα ανάγκη την αυτήν είναι μορφήν θεοπρε- sed in divinitatis proprietate. Audi et tu qui ex nova
πώς δηλονότι της μορφής νοουμένης, ουκ εν σχήματι concisione es , qui Christianismi nomine atque si
σωματικώ, αλλ' εν τώ ιδιώματι της θεότητος ." Ακουε ηιulatione slabilis Judaisinum. Cui dicit : Ad ima
και συ ο εκ της νέας κατατομής ( 75), και τον Ιου- ginem nostram? Cui, queso , alieri quain gloria
δαϊσμόν πρεσβεύων εν Χριστιανισμού προσποιήσει. splendori , ei substantie ipsius characteri , qui est
Τίνι λέγει: Κατ' εικόνα ημετέραν; Τίνι άλλω γε ή Dei invisibilis imago ? Itaque imagini sue viventi,
το απαυγάσματι της δόξης, και χαρακτηρι της υπο- que dixit : Ego el Paler unum sumus ; et : Qui
στάσεως αυτου ( 76), ός έστιν εικών του Θεού του ne ridis, vidit Palream 16; Iuic dicit : Facianus
αοράτου ; Τη ιδία τοίνυν εικόνα τη ζώση , τη ειπού- hominem ad imaginem nostran. Ubi est inago una,
10 Ηebr. 1, 2, 3. 2 Cen. 1, 26. 25 Joan. x , 30. 26 Joan. ΧΙV , 9.
(69) Ila mss. seplein . Edili cum aliis quibusdam D ( 73) Colb . secundus ive yżo tóv. Bodl, žva toy
mss. κεκάλυπτο της θεογνωσίας το. Tlieologiae aute ένα μή δεξωνται . Statim iden mss. μυρίους έπεισ
predicationem dicit doctrinaui ean, qua person:e άγουσιν. Subinde quatuor mss. το της συμβουλής .
sanctissima Trinitatis aperte prædicantur. Editi cum υιο aut aliero inss. το της συμβουλίας .
(70 ) Sic Regii primus, lerijns et quintus cum ( 74) Μss. plerique omnes και τά. Editi και το.
Colb . secunilo . Edili cum uino all! allero ms. to (75 ) Katatouñs. Vox est Pauli, Philipp . II, 2,
κοινώ. Ifra Reg. Sextiις solus λόγον της αληθείας: βλέπετε κατατομήν, Cavete concisionem. Sic autein
ώσπερ . Apostolus vocabat Judæos per contemptum , eorum
(71) Reg . primus [CYPOLS ÈVA TOOXLA50ň mtep:6pje que concisionem in carne posilani lolam nostre
ystal. Editio Basil cum sext. muss. TTEOL6 púxetai. circumcisioni plane spirituali opponebal.
Editio Paris. περιβρυχάται. (76 ) Editi el Coisl, primus el Reg . oclavus ÚTO
(72) Reg. priιις ούτω και το των εχθρών της στάσεως αυτού . Νec aliter legitur in Epist. ad
αληθείας Ιουδαίων γένος, στενοχωρούμενοι. Reg. Hebr. 1, 3 . Αι least αυτού in sex mss. Que sequun
tertius ούτω και το εχθρόν της αληθείας Ιουδαίων tur verba, ός έστιν, etc., reperiuntur in Epist . all
γένος, στενοχωρούμενοι. Editi cuΟι Iribus mss. ut in Coloss. 1, 15.
τοιι ! ιι .
207 S. BASILII MAGNI 99
quomodo fuerit dissimilitudo ? Ει fecit Deus ho- A ση (77)• Εγώκαι ο Πατήρ έν εσμεν, και, Ο έωρακώς
minem 17. Νon, Fecerunt. Vitavit Ihoc loco per . εμέ, εώρακε τον Πατέρα · ταύτη λέγει· Ποιήσωμεν
Sonarum multitudinein. Postquam autem per illa άνθρωπος κατ' εικόνα ημετέρων. "Οπου μία εικών,
erudivit Judeum, per nec vero errorem gentilium που το ανόμοιον ; Και εποίησεν ο Θεός τον άνθρω
exclusit , tuto recurrit al unilaleum, el Filium παν . Ουχί, Έποίησαν. "Έφυγεν ενταύθα τον πλη
cum Patre intelligas, el periculum multitudinis deo- θυσμών των προσώπων. Δι' εκείνων μεν τον Ιουδαίον
rum efugias. In magine Dei (ecilipsum 28. Rursus παιδεύων, διά τούτων δε τον Ελληνισμόν αποκλείων,
personam ejus qui seruno simul operabatur, intro- ασφαλώς ανέδραμεν επί την μονάδα, ένα και Υιόν
duxit. Non enim dixit : Inimagine sui ipsius ; sed, νοής μετά Πατρός , και της πολυθείας εκφύγης το
η Dei imagine. In quo autem praferat Dei imagi- επικίνδυνον. 'Εν εικόνα Θεού (78) εποίησεν αυ
nem liomo , ct quo pacto similitudinis ejus sit par - τόν. Πάλιν του συνεργού το πρόσωπον παρεισήγαγεν.
liceps, in sequentibus, Deo dante , exponenius . Nunc Ου γαρ είπεν, Εν εικόναεαυτού , αλλ', Εν είκόνι θεού.
autem id solun dicatur, si una estimago, unde Lili Εν τίνι μεν ούν έχει το κατ' εικόνα Θεού ο άνθρω
in mentem venitimpielalein Cam intolerandam pro - πος, και πως μεταλαμβάνει του καθ' ομοίωσιν, εν
fiteri, αι Filium Patri dissimilem licas ? Ο ingratum τοίς εφεξής, Θεού διδόντος, είρήσεται » νύν δε τοσού
animum! quandoquiden similitudinem eam, cujus B τον λεγέσθω, ότι ει μια εικών, πόθεν σοι επήλθεν
factus es particeps , beneficii auctori non rependis, αφόρητα δυσσεβείν, ανόμοιον λέγοντι τον Υιόν τω
el ea que dono concessi sunt, tibi ipsi quidem pro - Πατρί ; "Ώ της αχαριστίας1 ης μετέλαβες ομοιότητος,
pria manere putas , sed μου sinis Isabere Filium ταύτης ου μεταδίδως το ευεργέτης και σαυτώ μεν
cum genitore acceptam a nalura similitudinem . κύρια μένειν τα εκ της χάριτος παρασχεθέντα (79)
Veruin nobis silentium indicit teampus allvespera- νομίζεις, το δε Υιώ την εκ φύσεως ομοιότητα προς
Scens, quippe quod jamdudum solemad occidentem τον γεννήσαντα έχειν ουκ επιτρέπεις ; Αλλά σιωπής
lemiserit. Ηic igitur el nos dictis contenti , Oratio - γαρ ημίν επιτάσσει λοιπόν η εσπέρα πάλαι προς δυ
nem cousopiamus. Nunc quidem quantum studio σμάς τον ήλιον παραπέμψασα. 'Ενταύθα δη ούν τον
vestro excitando salis fuit , sermonem attigious : λόγον και εμείς κατευνάσωμεν ( 80), αρκεσθέντες
sed perfectiorem rerum propositaruminquisitionem τοις ειρημένοις. Νυν μεν ούν όσον διεγείραι υμών τον
in consequentibus, Spiritu sancto adjuvante , adhi - ζηλον του λόγου παροψάμεθα την δε τελειοτέραν
Debimus. Abile Exsultantes , anmans Christi concio , περί των προκειμένων εξέτασιν εν τοις εξής αποδεύ
el omnis obsonii sumptuosi et variorum condimen- σομεν τη συνεργία του Πνεύματος. "Απιτέ (81) μοι
Iorum loco, eorum qua diximus memoria Ilonestas , χαίροντες , η φιλόχριστος εκκλησία, αντί παντός καιρου
vestras mensas instruile. Confundatur qui dissimi- " πολυτελούς και των ποικίλων καρυκευμάτων τη μνή
liludinem inducil : pudore afficialur Judeus : gau- μη των ειρημένων τάς σεμνάς υμών κατακοσμούν
deal pius dogmatibus veritatis : glorificelur Domi τες τραπεζας. Καταισχυνέσθω ο ανόμοιος , εντρεπέ
pus , cui gloria el iniperium in sæcula sæculorum σθω ο Ιουδαίος, αγαλλέσθω τοις δόγμασι της αλη
Anien , θείας ο (82) ευσεβής, δοξαζέσθω ο Κύριος, ώ ή δόξα
και το κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.

MONITUM .

89 Basilii in Psalmos orationes post Opus sex dierum edendas esse judicavimus. Visum csl eniin
Scripturam a Scriplura non separare. Quod si utrasque orationes et in llegaemeron el in Psalmos inter se
comparare volumus , non negabo quidem priores posterioribus longe apud antiquos fuisse celebriores :
sed non facile concedam utiliores esse. El ut semel dicam quod senlio , eloquentia si speclelor alque
varietas argumenti, patiar Hexaemeron anteponi; si fructusatque utilitas, non item .
Ps::Imos paucos interpretallis est Basilius, aut cerle paucorum interpretationem ad nos usque pervenisse
27 Gen.1, 27. 18 ibid.
(77) Sic codices tres. Editi ζώση τε και ειπούση: παύσωμεν. Editi cum aliquibus mss. ut io tesla,
'Errú' te xet 8 . Consenlil lexliis sacer cui mss. (81) Edili @ TILTE yogy. Deest yoūv in nostris ses
(78) Εν εικόνα Θεού· ulti Ι.ΧΧ significantius mss. el in Bodl. Et quidem particula yoûv eo inagis
κατ' εικόνα Θεού . suspecla videri debel, quod Basilio nequaquam ſa
( 79) Reg. quintus σοι παρασχεθέντα. Subitude miliaris sil.
ciliti τω δε Κυρίω την. Αι sex mss. τω δε Υιώ την. (82 ) Colb. secundus δόγμασι της Εκκλησίας και.
διJra Reg. primus εις δυσμάς. Stalin idem codex κράτος , η τιμή και προσκύνησις
(80) Reg. quilus καταπαυσώμεθα, Reg. 3 κατα , εις .
209 HOMILIA IN PSALMUM 1. 210
constat. Mihi quidem dubium non est, quin gravissimus Pater el alios psalmos interprelalus sit, cum vix
pussit afferri ratio , cur bos quos habemus exposuisset unos : sed lamen iis assentirinon queo, qui argli
mentum certissimum alque evidentissimum ex interpretatione psalmi septimi el tricesimi peti posse arbi
trantur. Quod enim aiunt(83), cilari in hac interprelatione explanationem psalmisexti, uec tainen eain us
quam comparere, id futile est omnino el inane. Illa enim psalmi Iricesimi seplinii interprelalio , vli osleni
demus, Eusebii felus est , non Basilii. Præler hos quos habemus psalmos , citari el alios a Melaphrasta
baud ignoramus : sed Melapbraslæ in lilleris auctoritas ea non est, quam cæco impelu sequi cogamur.
Circumferunturnomine Basilii decem el seplem Orationes in Psalmos. Sed fere convenit inter docios,
alleram in vicesimuni octavum psalmum homiliain ad eum minime pertinere : sed opus esse plagiarii ,
vel polius sludiusi cujuspiam , qui se exercere , et Basilium imitari voluerit. Oratio quoque in septimum
el tricesimum psalmum suspecta quidem visa est Combefisio : sed noluit quidquam statuere , aut pru
De his fusius in Præfatione.
Reliquæ quindecim orationes pro genuino Basilii ſelu habentur ab omnibus. Me quidem magnopere lot
eruditorum virorum commovet auctoritas : sed ne in eorum sententiam concedam , prohibent mulla , eaque
gravissima. Res autem inquisitionem longiorem diligentioremque cum poslulel, id commodius mullo in
prirfatione generali præslabimus. Dicam obiler, orationes, quæ vere B : silii sunt, ad populum babitas esses
Inque conventu publico pronuntialas, el quæcunque hanc notam præ se non fert, eam ob id solum suspeo
clam videri debere.
Legenlimihi id opus, quod edendum curavit vir doctissimus Balthasar Corderius , occurrit difculias
baud exigua. Nam maximam partem eorum quæ in Conimentario Theodori Heracleolæ legebam , comperi
nibilaliud esse , nisi ipsam Basilii in Psalmos explanationem , idque ad verbum . Verebar una ex parle ,
Commentarium illum Theodoro adimere, ob velerum librorum auctoritatem , ad quorum lidem hoc ei opus
tribulum est : ( x alicra, oratorum optimum Basilium furti dedecore alqne infamia aspergere non poteram .
Sid non diu suspensus fui et incerlus. Nam slalim agnovi Commentarium eum qui noinine Theodori cire
cunlerlur, Theodori unius opus non esse, sed multorum , Origenis, Eusebii, Basilii ipsius, Didymi, Juan
nis Chrysostomi, Theodoreli, elc. Uno verbo, constabil ex præfatioue , Commentarium hactenus Theodora
lleracle.olx a:tribuluin in Catenarum numero reponiinerilo posse . Ex quo fit, ut Basilius noster longissinie
Jam si quispiam quæral, quo tempore, quo loco babita sint illa Basilij in Psalmos oraliones, respondere
proinplum non crit. Vix eniin ea de re certi quidquam slalui posse arbitramur. Malumus autem de rebus
silere, quain falsum aliquid aut incerluin pronuntiare.
Nemo paulo liumanior nescil, Ambrosiuin , cum suos in llegaemeron libros scriberel , permulta ad ver.
bumi e Basilio sumpsisse. Sed non ita nolum est, eumn loc idein fecisse, cun psalmos quosdam interprela .
relur. Nec cuiquam id miruin videri debel, cum Ambrosius in explanandis Psalmis non inulla admodum a
Basilio mulualus sit. Quoniam tamen non desunt quibus jucundum sit et gratum cognoscere quid alius
scriptor ab alio simpserit, illa Ambrosii loca , quantulacunque suni, suo loco adnotare non pigebit.
Videre estin Lalinis editionibus quædam in Psalmos Scholia , qua: Basilio tribuuntur; sed de iis longius
disserere necesse non videtur. Nolum est enim ea epitomen esse e Chrysostomi el Theodoreti libris malo
consarcinatam . Cum ergo ea Scholia in spuriis atque adulterinis poni oportere fateantur omnes, id semel
polasse satis habebimus, nec usquam ainplius de iis mentionem ullam facicmus. Nam in rebus perspicuis
tempore abulendum el argumentis non putamus (84).

ΤΟΥ ΕΝΑΓΙΟΙΣ ΠΑΤΡΟΣ ΗΜΩΝ SANCTI PATRIS NOSTRI

ΒΑΣΙΛΕΙΟΥ,
'Αρχιεπισκόπου Καισαρείας Καππαδοκίας,
OMAIA EIE TON NPOTON YAAMON (85).
1 . Ilão r papr 0EÓTTVEUSTOS xal üçédijos, orde
COŪTO GUYYpa çeioa tra på toū Ilveumatos , įv', GOTEO
Èv Xolvõ tūv yuxūv iatpelo , Trávtes å v pw T.O! TO
laua toŨ olxelou pilou , čxLotos Tx Eyúuela. "Jana nos omnes quotquot sumus homines ad nostrum
19 II Tim . II , 16 .
(83) Tillem . pag. 290 .
(84) Cf. cap. 41 Vicæ S. Basilii low . I. Evli ,
BASILII,
Cæsareæ Cappadociæ archiepiscopi,
A 110JILIA IN PSALMUM PRIMUM .
90 1. Omnis Scriplura est divinilus inspirala
alque utilis " , idco a Spiritu sancto conscripta , Vi
velut in communi animarum curandarum oflicina,
(8.3) Sic miss. Al cdili cis atv å pytu toŨ Toputou
Çanjoj.
211 S . BASILII MAGNI 219
niorbum Sananduin medelain seligere possinus. A γάρ, φησί, καταπαύσει αμαρτίας μεγάλας. "Αλλα
Mediciuα enim , inquit Scriptura , sed abit peccata μεν ούν προφήται παιδεύουσι, και άλλα ιστορικοί,
Imagna 10. Αliud igitur prophele docent , aliud hi - και ο νόμος έτερα, και άλλα το είδος της παροιμια .
storici, aliud lex , aliud species ejus quae in Prover κης παραινέσεως. Η δε των Ψαλμών βίβλος το έχ
biis inveitur exliortationis. At quidquidin cirleris πάντων ωφέλιμον περιείληφε. Προφητεύει τα μέλ
utile est , hic unus Psalmorum liber complectitur. λοντα ιστορίας υπομιμνήσκει · νομοθετεί το βίω
Yalicinatur futura, animos revocat ad liistoriae me- υποτίθεται τα πρακτέα · και άπαξαπλώς κοινόν τα.
moriam , prescribit vile instituendae modum: quυ μιεϊόν έστιν αγαθών διδαγμάτων, το εκάστω πρέυφο
6unt agenda suggerit. Ει uno verbo, liber hic coτη- ρον κατά την επιμέλειαν εξευρίσκουσα. Τα τε γάρ
mune quoddaum est bone doctrine promptuarium : παλαιά τραύματα των ψυχών έξιάται, και το νεο
qui quidquid cuilibel profuturum sit , diligenter of- τρώτη ταχείαν επάγει (86) την επανόρθωσιν , και το
fert. Νam antiquis aniinarum vulneribus nelletur : νενοσηκός περιποιείται , και το ακέραιον διασώζει:
promptam uper vulneralo sanitatemreddit : quod και όλως εξαιρεί τα πάθη, καθ' όσον οίόν τε , τα ποι
agrum est fover , guod vero incoluine et integrunn, κίλως ταϊς ψυχαίς εν τω βίω των ανθρώπων ενδυνα .
conservat. Ειιandern hic liber, quoad cjus fieri po- στεύοντα και τούτο μετά τινος ψυχαγωγίας έμμε
test , pravos coercel affectus, qui per hominum vi- " λούς και ηδονής σώφρονα λογισμόν εμπoιoύσης.
laim in animos varie grassantur : atque id cum coΝ- Επειδή γάρ είδε το Πνεύμα το άγιον δυσάγωγον
cina quadam suavitate atque voluptate , que ho- πρός αρετήν το γένος των ανθρώπων, και διά το προς
nestas ingeneral cogitationes . Elenirm uli Spirituς ηδονήν επιρρεπές του ορθού βίου καταμελούντας
Sinctus genus hominum perspexit ad excolendam ημάς · τί ποιεί; Το εκ της μελωδίας τερπνόν τοις
virtulent adduci vix posse, et a nobis ob nostramin δόγμασιν εγκατέμιξεν, ίνα τα προσηνεί και λεία της
voluptatem propensionem vial reclamconternii , ακοής το εκ των λόγων ωφέλιμον λανθανόντως υπο
quid agit ? Doginalis immiscuit harmonie dulcel δεξώμεθα · κατά τους σοφούς τωνιατρών, οί, των φαρ
nen», οι rerum auditarumjucunditale ac dulceline μάκων τα αυστηρότερα πίνειν διδόντες τους κακοσί
eloquiorum utilitatem nescientes perciperemus : τους , μέλιτι πολλάκις την κύλικα περιχρίoυσι. Διά
liaud aliter atque sapientes medici , qui nausean- τούτο τα εναρμόνια ταύτα μέλη των ψαλμών ημίν
tibus polionem amariorem dalari , sepius calicem επινενόηται, ίνα οι (87) παίδες την ηλικίαν , ή και
melle circuinliniunt. Ιdeo concini illi psalmoruτη όλως οι νεαροί το ήθος, τω μεν δοκείν μελωδώσε , τη
conceintus excogitali nobis sunι , υι ii qui pueri δε αληθεία τας ψυχάς εκπαιδεύωνται. Ούτε γάρ άπο
sint etale, aut etiamomnino moribus sunt juvenes, ο στολικόν τις ούτε προφητικών παράγγελμα των πολ
dum in speciem quidem cantant , reipsa tamen ani- λων και βαθύμων ραδίως ποτέ τη μνήμη κατα
mas erudiant suas. Vix enim unquain unus aliquis σχών (88) απήλθε " τα δε των ψαλμών λόγια και
e multis et ex desidibus discessit , qui praecepίum κατ' οίκον μελωδούσι, και επί της αγοράς περιφέ
apostolicum aut propheticum memoria relineat : at ρουσι• και πού τις των σφόδρα εκτεθηριωμένων υπό
psalmorum oracula et domi τηodulantur, elin forum θυμού, επειδάν άρξηται το ψαλμω κατεπάγεσθαι ,
circumferunt . Ει etiamsi quis in fere modum valde απήλθεν ευθύς, το άγριαίον της ψυχής τη μελωδία
esluet, ubi psalmis demulceri ceperit, statim con- κατακομίσας (89).
sopila per melodiam animi feritale abil.
2. Psalmus tranquillitas est anitarum , pacis 2. Ψαλμός γαλήνη ψυχών, βραβευτής ειρήνης, το
arbiter, tumultuosas turbulentasque cogitaliones θορυβούν και κυμαίνον των λογισμών καταστέλλων.
compescil. Οι reprimit excandescentiam el aniini Μαλάσσει μεν γάρ της ψυχής το θυμούμενον , το δε
concitationem, ita lasciviarm refrenal. Amicilias ακόλαστον σωφρονίζει. Ψαλμός φιλίας συναγωγός,
concilial psalmus : consociat lissidentes , inter ini- ένωσις διεστώτων, έχθραινόντων διαλλακτήριον. Τις
micos gratiain coιnponii. Quis enim adliuc eum γάρ έτι εχθρόν ηγείσθαι δύναται μεθ' ου μίαν αφήκε
quocum unam ad Deum vocemeuisit, loco inimici D προς Θεόν την φωνήν ; "Ωστε και το μέγιστον των
labere possit ? Itaque el bonorum nmaximum chari- αγαθών την αγάπην ή ψαλμωδία παρέχεται, οιονεί
tale concilial psalmorum caulus , qui concentum σύνδεσμόν τινα προς την ένωσιν την συνωδίαν επι.
ceu quoddam 91 vinculum ad concordliam ineun- νοήσασα, και εις ενός χορού συμφωνίαν τον λαόν
dam adinvenil , populumque ad chori unius sym συναρμόζουσα. Ψαλμός δαιμόνων φυγαδευτήριον,
phoniam congregat. Diemones psalmus fugal, ac της των αγγέλων βοηθείας επαγωγή όπλον έν φόβους
cersit angelorum patrocinium; ministrat arma νυκτερινοίς , ανάπαυσις κόπων ημερινών νηπίοις
contra nocturnos timores, diurnorum laborum est ασφάλεια , ακμάζουσιν εγκαλλώπισμα , πρεσβυτέροις
requies : infantium securitus, ornamentum juve- παρηγορία , γυναιξί κόσμος αρμοδιώτατος. Τις έρη
80 Eccle . 3 , 4 .
(86 ) Reg . sccundus ètravaya'. Ibidem in itraquc lentiam facile concederell.
editione Basil. el Paris. ita legitur, επανόρθωσιν· (87) Codices duo w ; oi.
και το νενοσηκός περιποιείται. Sed illa, και το, etc ., (88) Unus e Colbertinis παρακατασχών.
in nosiris mss. noni reperiuntur. Unde si cui vidc (89) Codex lus κατακουμήσας.
rentur additameuta esse librariorum , in ejus selle
213 HOMILIA IN PSALMUM I. 214
μίας οικίζει, τας αγοράς σωφρονίζει · εισαγομέ- A nuin,senum consolatio, convenientissianum mulie
νοις (90) στοιχείωσις , προκοπτόντων αύξησις, τελειου- run decus, frequental solitudines , forum emendat.
μένων στήριγμα, Εκκλησίας φωνή. Ούτος τας εορτάς Psalmus incipientibus initium est , incrementurn
φαιδρύνει , ούτος την κατά Θεόν λύπην δημιουργεί. proficientibus, perfectis firmamentum ; Vox est Ec
αλμός γάρ και εκ λιθίνης (91) καρδίας δάκρυον εκ- clesize : Melitical dies festos : eam que secunduin
καλείται ψαλμός τό των αγγέλων έργον , το ουρά- Deum est, tristitiam creat. Enimvero psalinus ecorde
νέον πολίτευμα , το πνευματικών θυμίαμα. "Ω της Ιαμίdeo ciet lacrymas. Psalmus angelorum opus est,
σοφής επινοίας του διδασκάλου, ομού τε άδειν ημάς celestis conversatio, spirituale thymiana. O sapiens
και τα λυσιτελή μανθάνειν μηχανωμένου ! όθεν και magistri inventum, qui arlem qua simul caneremus,
μάλλόν πως έντυπούται(92 )ταις ψυχαίςτα διδάγματα. et utilia disceremus, excogitavit ; unde et magis
Βίαιον μεν γαρ μάθημα ου πέφυκε παραμένειν, quodammodo animis precepta impriniuntur. Vis
τι δε μετά τέρψεως και χάριτος εισδυόμενα (95) μο- enim durare solet quod invitus didiceris : quod al
νιμώτερον πως ταϊς ψυχαίς ημών ενιζάνει. Τί γάρ tem jucunde suavilerque acceptum est , tenaciusin
ουκ αν μάθοις εντεύθεν; ου της ανδρίας το με- animis nostris insidet. Quid enim inde discere
γαλοπρεπές ; ού της δικαιοσύνης το ακριβές ; ου non queas ? nonne fortitudinis claritudinem?
σωφροσύνης το σεμνόν; ου το της φρονήσεως τέ- nonnejustitiae integrilalerm , gravitatem temperantic,
λειον ; ου μετανοίας τρόπον; ουχ υπομονής μέτρα ; prudentiae perfectionem ? nonue penitentiae modum,
ουχ ό τι άν είπoις (94) των αγαθών; Ενταύθα ένι aut patientiae mensuram? nonne tandem omnia
θεολογία τελεία , πρόρρησις της διά σαρκός επιδη- quecunque proferri possunt bona ? Ηic perfecta
μίας Χριστού, απειλή κρίσεως , αναστάσεως ελπίς, theologia, hic de Christi in carnem adventu valici
φόβος κολάσεως, επαγγελίαι δόξης, μυστηρίων απο- nium, hic comminatio judicii, resurrectionis spes ,
καλύψεις πάντα, ώσπερ εν μεγάλη τινί και κοινό timor supplicii, glorie promissiones, mysteriorum
ταμιείο, τη βιβλιο των Ψαλμών τεθησαύρισται, ήν, revelatio ; omnia in Psalmorum libro velut in nma.
πολλών όντων οργάνων μουσικών, προς το λεγόμε- ξηo quodam et communi promptuario reconduntur.
νον ψαλτήριον ήρμοσεν ο προφήτης , την άνωθεν, Quem librum, tamelsi diversa sunt instrumenta
εμοι δοκείν (95), ενηχούσαν αυτό χάριν παρά του musica , ad psalterium, quod vocant, Propheta
Πνεύματος ενδεικνύμενος , διότι τούτο μόνον των apiavit. Quippe gratiam, αι mihi videtur, in eo
μουσικών οργάνων την αιτίαν των φθόγγων εκ των desuper a saucio Spiritu resonare ostendit, pro
άνωθεν έχει. Τη κιθάρα μεν γαρ και τη λύρα κάτω- plerea quod hoc solum ex musicis instrumentis
θεν ο χαλκός υπηχεί προς το πλήκτρον · το ψαλτή - c editi soni causam ab altiore Ioco habet. Νam ci
ριον δε τούτο των αρμονικών ρυθμών άνωθεν έχει chare ac lyrie es ex inferiori parte sonitum edit
τάς αφορμάς· ένα και ημείς τα άνω ζητείν μελετώ- ad plectrum; psalterium vero a parte superiori
μεν, και μη τη ηδονή του μέλους επί τα της σαρκός concinna sua nmodulationis originem ducil : ut et
πάθη καταφερόμεθα. Κάκείνο δε οίμαι τον προφη- nos que sursum sunt querere studealnus, et non
τιχόν λόγον βαθέως ημίν και σοφώς διά της του οργά- concentus dulcedine ad carnis spurcitias devolva.
νου κατασκευής ενδεδείχθαι, ότι οι εμμελείς και ευ- nmur. Quin et proplhelica verba per instrumenti
άρμοστοι τας ψυχάς βαδίαν έχουσι (96) την εις τα άνω lujus structuram alia quadam et Spielli ratione
πορείαν."Ίδωμενδε λοιπόν και την αρχήντών Ψαλμών. illud, opinor, nobis ostendunt, quod, quorum ani
mus æquabilis est, beneque composilus, iis expedilum iter ad superiora paleat. Cæterum inilium
Psalmorum videamus.
3. Μακάριος ανήρ, δς ουκ επορεύθη εν βουλή 5. VERS. 1. Βeatus vir , φui non abit in concilio
ασεβών. Οικοδόμοι μεν ούν μεγέθη κατασκευασμά. impiorum. Sane architecti cum in alιum erigunt
των εις ύψος αίροντες , αναλογούντας τω ύψει τους molem edificiorum, fundamenta altitudini conve
θεμελίους υποβάλλονται και ναυπηγοί, μυριοφόρον D nientia faciunt ; tenιgue navium artifices cum
συμπηγνύντες ολκάδα, συμβαίνουσαν τω βάρει των pragrandem et onerariam naveim construunt, cari
αγωγίμων την τρόπιν πήγνυνται. Και εν τη γενέσει nam quae vehendarum mercium oneri par sit sup
των ζώων ή καρδία πρώτη καταβληθείσα παρά της ponunt. Quin el in animantium generatione cor
φύσεως, αναλογούσαν τις μελλοντι συνίστασθαι ζώω guod primum naturaliter forunatur , Structuram
την παρά της φύσεως λαμβάνει καταβολήν· διότι animali figurando idonearm a natura accipii. Qua
συμμέτρως ταις οικείαις αρχαίς περιυφαινομένου του propter cumcorpus convenienter propriis principiis
σώματος, αι κατά τα μεγέθη διαφορα των ζώων constitutum est, tum animalium magnitudo diversa
αποτελούνται. " Οπερ ούν (97) θεμέλιος εν οίκω, και efficitur. Quo igitur modo ad domum se habet fun.
(90) Editi et quinque mss. εισαγομένοις. Αlii duo secundus αποκάλυψις.
mss. εισαγομένων. (95) Edili etmss. aliquot èuol 8oxeiv . Alii quidam
(91) Codices duo από λιθίνης. mss. εμοι δοκεί.
(92 ) Αlii mss.cumed. εντυπούται . Αlii έντυπούνται. ( 96) Editi cum trilus mss. ότι οι... έχoυσι . Αlii
(93 ) Sic major pars miss. Al cuili et mss. non tres mss. ένα οι.. . έχωσι .
nulli το δε... εισδυόμενον. (97) Edili ei qualvor mss. crisp ouv. Alii duo
(91) Coll». Πιις τίπης. Νec ita multo post Reg. ώσπερ ούν.
913 S. BASILII MAGNI 216
damentuin, et ad navim earina , et ad animalis cor - Α εν πλοίω τρόπος, και εν σώματι ζώου καρδία , ταύ
pus cor, eodem ad Psalmorum generale argumen- την μοι δοκεί την δύναμιν έχεις προς την όλην των
ιωτη se habet etiam 92 breve illud proemium. Nam Ψαλμών κατασκευήν [και] το βραχύ τούτο προοί
cum David ad nulla, eaque ardus, et innumeris μιον. Επειδή γαρ πολλά και επίπονα και μυρίων
sudoribus ac laboribus referta in serie orationis ιδρώτων και πόνων γέμοντα παραινείν μέλλει, προϊόν
essel exliortalurus , in antecessum finem Dealuin τoς του λόγου , τοίς της ευσεβείας αγωνισταίς προ
ietatis propugnalorikous coinmonstravit ; ut bono- λαβών υπέδειξε το μακάριον τέλος , ίνα τη ελπίδι των
ruin nobis repositorum spe nnolestias vile animo αποκειμένων αγαθών αλύπως του βίου τα αλγεινά
aquo perferamus.Sic etiain asperum ac difficillinoun διαφέρωμεν (98). Ούτως και οδοιπόροις τραχείαν οδών
iler facientibus ad sustinendos labores levamento πορευομένους και δύσβατον κουφίζει τον μόχθον επι
est cominodum speratumque diversorium; atque τήδειον αυτούς προσδοκηθεν καταγώγιον · και εμπό
mercaloribus ad peragrandum mare animos facit ρους ποιεί της θαλάσσης κατατoλμάν η επιθυμία των
parandarum niercium desiderium: quin el agricolis αγωγίμων και γεωργών υποκλέπτει (99) τους τέ»
1. borum sensum quodammodo spes niessis adiunit. νους ή της επικαρπίας ελπίς. Διό και ο κοινός του
Quarnobrein el counιunis vitae emendator , doctor βίου διορθωτής, ο μέγας διδάσκαλος , το πνεύμα της
iagnus, spiritus veritatis , sapienter ac scile station αληθείας, σοφώς και εντέχνως τους μισθούς προεβά
all initio merceden proposuit , ut supra preselles λετο ( !), ένα , υπερκύπτοντες τους εν χερσί πόνους ,
laliores eveeli, animo ad eleruorum bonorum gal- τη διανοία προς την απόλαυσιν των αιωνίων αγα
dia properemus. Bealus sir, qui non abiit in consi- θών (2) επειγώμεθα. Μακάριος ανήρ, ος ουκ επο
lio impiorum . Quod ergo vere bonum exsistil, in ρεύθη εν βουλή ασεβών. Έστι μέν ούν το κυρίως
primis 10 praecipue leslau prindicandum est. Πού και πρώτως μακαριστόν, το αληθινώς αγαθόν. Τούτο
aulein Deus est . Unde el Pulus de Chiristo men- δέ έστιν ο Θεός. " Οθεν και Παύλος, υπόμνησιν (3)
tionem facturus, ait : Secundum manifestationem μέλλων ποιείσθαι Χριστού . Κατά την επιφάνεια ».
beati Dei, el Salvatoris nostri Jesu Christi 11. Bea- Οι τι του μακαρίου Θεού, και Σωτήρος ημών Ιη
un eim vere est, quod per sc bonum est, ad quod σού Χριστού. Μακάριον γάρ τω όντι το αυτόκαλον,
respiciunt omnia, quod universa desiderit, natura προς και πάντα αποβλέπει, ου πάντα έφίεται, η ατρε
junιutabilis , Ilerilis dignitas, vita perturbation ulli πτος φύσις, το δεσποτικόν αξίωμα, ή αόχλητος ζωή,
ουιιoxia, hilaris vivendi ratio, que alterari autimmin- ή άλυπος διεξαγωγή, περί ήν ουκ έστιν αλλοίωσις ,
Ι:ari nequit,fons Scaturiens, uberrima gr:ilia ,inexlhau. ής ουχ άπτεται μεταβολή: η βρύουσα πηγή, η άφθο
Slus iliesaurus. Αtqui homines ignari , nιundique c νος χάρις, ο αδαπάνητος θησαυρός. 'Αμαθείς δε
amanlis, qui Doiipsius ignorant naturain , res nihili άνθρωποι και φιλόκοσμοι, αγνοούντες αυτού του αγά
sepius astimani, divitias, sanitateur, vile splendo- θου την φύσιν, μακαρίζουσι πολλάκις τα μηδενός
retur : quarum rerum nihil est sua ipsius natura Do- άξια, πλούτον, υγίειαν, περιφάνειαν βίου · ων ουδέν
ιυυ ; Που solum quod facile in contraria mulentur, έστιν αγαθόν τη εαυτού φύσει• ου μόνον καθότι ρα
sel quod ue Dotos quidem valeant possessores suoς δίαν έχει την προς τα εναντία περιτροπήν, αλλ' ότι
reddere. Quis enim ob livilias justus ? quis propter μηδέ αγαθούς δύναται τους κεκτημένους αποτελείν.
Sanitatem temperans ? Imo sane tinc omnia male Τίς γάρ δίκαιος διά χρήματα και τις σώφρων διά
alentibus ad peccandum sepe inserviunt. Beatus υγίειαν; Τουναντίον μεν ούν, και υπηρεσία πολλάκις
igitur ille, qui ea quae plurimi sunt habenda, προς αμαρτίαν τοις κακώς χρωμένοις τούτων έκα
possidet , guίque eorum, que ncqueunt auferri, Ιιο- στον γίνεται. Μακάριος ούν οτα πλείστου άξια κεκτη.
μοruin particeps est . Sed quo pacto hurfc cogno. μένος, και των αναφαιρέτων αγαθών μέτοχος . Τούτον
Scenius ? Qui non abiil in consilio impiorum. Ει δε πως επιγνωσόμεθα; " Ος ουκ επορεύθη εν βουλή
priusauanm exponam quid sit που abiisse in consilio ασεβών. Και πρίν γε ειπείν, τι το μη πορευθήναι
ipiorum, Ioci hujus questionem vobis solvere volo. έν βουλή ασεβών, βούλομαι υμίν το εν τω τόπω ζη
Cur Propheta , inquis , solain hominem eligit, ac D τουμενον διαλύσαι. Διά τι, φησίν, ο προφήτης τον
predical bellum? num mulieres a velitudine άνδρα μόνον εκλεξάμενος μακαρίζει και άρα μη του
exclusic ? Absit ! Enimvero viri et mulieris una est μακαρισμού τας γυναίκας απέκλεισε ; Μή γένοιτο!
virtus : quandoquiden utriusque creatioImonore par Λία γαρ αρετή ανδρός και γυναικός, επειδή και η
est, ac proinde utriusque quoque merces est eadein. κτίσις αμφοτέροις ομότιμος, ώστε και ο μισθός ο αυ
Audi Genesium : Fecit Deus hominem, inquit ; ad τος αμφοτέροις. " Ακουε της Γενέσεως: 'Εποίησε,
31 Tii. 11, 15 .
( 98) Colibertinus Hills υποφέρωμεν. plicarentur .
(99) Pro υποκλέπτει S . ribitur stopliciter in duo- " ( 3) In duobus mss. pro υπόμνησιν legitur επί
bus mss. κλέπτει. uvnouv. Ilic locus, id quod nonnunquam nisi venii,
(1) Codex nus προσβάλλετο. conMalus est ex duobus. Prima pars sumpla er
(2) Edilio Paris. των αποκειμένων αγαθών. Αι va Epist. I add Timoth . 1, 11 : Κατά το Ευαγγέλιον της
riani librimanu exurali, aliorimi in aliis legitur tūv δόξης του μακαρίου Θεού " altera vero ex Epist . all
αποκειμένων αιωνίων αγαθών: io aliis vero simpli- Tino μ , 13 : Και επιφάνειαν. .. Σωτήρος ημών Ιη
ciuς των αιωνίων αγαθών: el ita scripsisse Basilium σου Χριστού.
pulamius, die voces in wy desinentes frustra multi
217 HOMILIA IN PSALMUM 1. 4:3
φησι, ο Θεός τον άνθρωποι κατ ' εικόνα Θεού Α imaginem Dei fecit illum ; masculunm et feminam fe
εποίησεν αυτόν · άρσεν και θηλυ εποίησεν αυ- σιι eos 31. Quorum autem natura una , horum el
τούς. "Ων δε η φύσις μία , τούτων και ενέργειαι αι actiones eadem ; quorum est equale opus, horum
αυτα!( 4): ών δε το έργον ίσον , τούτων και ο μισθός o el tnerces eadern . Quare ergo, viri facia nmentione ,

αποσιώπησεν; "Οτι αρκεϊν ηγήσατο, μιάς ούσης της Carm una si naturaamborum, per precipua partein
φύσεως , εκ του ηγεμονικωτέρου το όλον ενδείξασθαι. totum significare. Beatus 93 igitur vir , qui non abit
Μακάριος ούν ανήρ, ός ουκ επορεύθηεν βουλη ασε- in consilio impiorum. Considera verlborum accura
Eών . Σκόπειτων ρημάτων το ακριβές (3),πώς εκάστη tionem : quomodo quelilieu dictio sententiis referta
λέξις δογμάτων πεπλήρωται. Ούκ είπεν, "Ος ου πο- sit. Non dixit, Qui non albit in consilio imporium;
ρεύεται έν βουλή ασεβών, αλλ', "Ος ουκ επορεύθη. sell, Qui non abiii. Qui enim in liac vita vers ! ur,
διά το άδηλον της εκβάσεως· ο δε συμπληρώσας τα dicandus : qui vero suum expleverit olicium, vitam
επιβάλλοντα, και αναντιρρήτω τέλει την ζωήν κατα- que certo fine clauserit, is jun Dealus Tulo dicitur.
κλείσας, ούτος ήδη ασφαλώς μακαρίζεται. Διά τί ούν Cur igitur beati qui ambulant in lege Donini ? μου
μακάριοι οι πορευόμενοι εν νόμω Κυρίου ; ου γάρ Β enium hic Scriptura eos qui ambulaverunt, sed eos
τους πορευθέντας εκεί, αλλά τους έτι πορευομένους qui adhuc anabulant, predical Dealos : quoniam qui
μακαριστούς ο λόγος τίθεται ότι οι το αγαθόν έρ- faciunt bonum, in ipsa actione consequuntur:apo
γαζόμενοι, εν αυτώ τω έργω το αποδεκτον έχουσιν · Dationem; sed qui vitant nilum, laudanali
οι δε το κακόν φεύγοντες ουκ, εάν άπαξ που η δεύτε- sunt, si forte semel aut iteruni peccaturevilaverint,
ρον εκκλίνωσι την αμαρτίαν, επαινετοι, αλλ' εάν sed si omnino nmali experientiam leclinare possint,
δυνηθώσι του κακού την πείραν εις το παντελές δια - Αιφue etiam altera «lidicultas ex orationis serie Sese
δράναι. Εκ δε της του λόγου ακολουθίας και έτερον nobis oltalit : Cur eum φui coli virtutem, ιοι:
ημίν άπορον ανεφάνη ( 6). Διά τι ουχί τον κατορθoύντα dicat beatum , sed eum , quipeccatum non admisit.
την αρετήν μακαρίζει, ε.λλά τον μή πεποιηκότα την Ηac elito ratione equis,Ios et lapis felices polerunt
αμαρτίαν ; Ούτως γάρ και ίππος, και βούς , και λίθος appellari. Quæ enim res inanimala sletit in via
μακαρισθήσεται. Ποίον γάο άψυχον έστη εν όδω αμαρ- peccatoruna ? aut quae res ralionis expers in calliedlra
τωλών και ποιον άλογονεπί κς θέδρα (7) λοιμών εκάθισε ; pestilentice sedit ? Profecto si paululum exspeclave
Μικρον μεν ούν αναμείνας . ευρήσεις το ίαμα. Επ. ris, remelium invenies. Infert enim ( VERS. 2): Scd
άγει γάρ: ' ή έν (8)τω νόμω Κυρίου το θέλημα in lege Domini voluntas ejus. Porro divince legis
αυτού. Θείου δε νόμου μελέτη επί τον λογικόν μόνον (9) C nieditatio ei soli, qui particeps ralionis est, conve
πίπτει. Ημείς δε κακείνο (10) λέγομεν, ότι αρχή προς nit. Nos autem et illud dicimus, principiun Dono
την ανάληψιν των καλών, η αναχώρησις των κακών. Γam acquireudorum, recessum esse a nialo . Declina
" Εκκλινον γαρ, φησίν , από κακού, και ποίησον malo , επιφuίι, et face bonum 0.
αγαθόν .
4. Σοφώς oύν και εντέχνως προσάγων ημάς εις (11) 4. Ιtaque cum ad virtutem nos induceret, 82
των καλών. Ει γάρ ευθύς προέβαλέ σου τα τέλεια , fecit. Εtenim si statim ea quae sunt perfectla, tibi
απώκνησας αν προς την εγχείρησιν· νύν δε τοις εύ- proposuisset, ad ea lentanda fuisses cunclantior ;
ληπτοτέροις σε προσεθίζει, ίνα κατατολμήσης των nunc vero ad ea que captu faciliora sunt, le assue
εφεξής. Κλίμακι γάρ προσεoικέναι φαίην αν έγωγε facit, ut ea quae sequuntur, aggrediare . Ego equidem
της ευσεβείας την άσκησιν · κλίμακι εκείνη, ήν είδε pietatis exercitationem scala consimilem esse cre
ποτε ο μακάριος Ιακώβ, ής τα μεν ην προσγειά τε diderim, videlicet scale illi, quam beatus Jacob olium
και (12) χαμαίζηλα, τα δε υπέρ αυτόν ήδη τον ουρα- vidit, cujus quidem pars terram langelbat, eral.
νόν άνετείνετο. "Ωστε δεί τους εισαγομένους προς τον D ( 0e humi depressa, pars vero altera ultra ipsumm
ccelum porrigebalur. Quare necesse est, ut ji qui
κατ' αρετήν βίον τους πρώτους βαθμούς επιβάλλειν το sunt ad virlutem instituendi , primis gradibus
ίχνος, κακείθεν αει των εφεξής επιβαίνειν, έως αν adınoveant vestigium , indequead sequentes gravlus
προς το εφικτόν ύψος τη ανθρωπίνη φύσει διά της semper progressi ,tandem paulatin progrediendo, all
κατ' ολίγον προκοπής αναβώσιν. "Ωσπερ ούν επί της altitudinear hurmane naturae non imprem perve
21 Genes. 1, 27. 25 Psal. ΧΧΧνι, 27.
(4) Sic mss . plerique. Abest articulus ab exclusis. (9) Reg. secundus επί των λογικών μόνον. Co!b .
(5) Elilio Paris. σκόπει των ρημάτων το ακριβές, primus επί το λογικόν.
6XÓTS ! TŪs, etc. Sed vox oxótsi primo duntaxat (10) Post vocem xäxeivo in tribus ms. aidillir
loco in mss legitur,nec pirom id videri debel, cun uovov.
secundo loco prorsus redundet. (11) Scriptum invenitur in tribus mss. Eigáywy
Codes unus εφάνη . ημάς πρός. Ιbidem Reg. tertius αναχώρησιν των κα .
((6)
7) Elici et mss. aliquot καθέδρα. Αlii, καθέδρας. κών ποιούμενος , αρχήν των καλών εύρατο.
Αlii , καθέδραν. (12) Editi πρόσγεια και. Αι mss. noulli προσγεια
( 8) Sic iss., quibus favent Biblia. Editi αλλά εν. τε καί.
219 S . BASILII MAGNI 290
niant. Quemadmodumigitur in scala primus gradus, Α κλίμακος πρώτη ανάβασις ή της γής αναχώρησις,
recessus ab huino est : ita in vile instituto quod ούτως επί της κατά Θεόν πολιτείας , αρχή (13) προκε
secundum Deum sit, profectus initium, discessus a πής ο χωρισμός του κακού . "Ολως δε πάσα αργία και
Inalo est. Prorsus auleim facilius est omnino otiari, της τυχούσης πράξεώς έστιν εύμαρεστέρα · οίον, Ου
quain quodvis opus facere: verbi gratia : Nonoccides ; φονεύσεις : ου μοιχεύσεις : ου κλέψεις . Αργίας
non mechaberis ; non furaberis 84. Horum quodliber τούτων έκαστον και ακινησίας δείται. Αγαπήσεις (14)
nieram actionis et motus privationen postulat. Il- τον πλησίον σου ως σεαυτόν · και, Πώλησάν σου
Jud vero, Diliges proximum fuum sicut leipsum35 ; et : τα υπάρχοντα, και δος πτωχοίς · και , Εάν τις
Vende quo habes, et da pouperibus36; el : Si quis le σε αγγαριεύση μιλιον έν , ύπαγε μετ' αυτού δύο,
αυgariaverit mille μαssus, υade cum illo duo 87, digna ενεργήματά έστιν αθληταίς πρέποντα, και ψυχής ήδη
athletis opera sunt , quibus palrandis animojain νεανικής δεόμενα προς κατόρθωσιν. "Ώστε θαύμασαν
forii et strenuo opus est. Quare illius mirare Sa» την σοφίαν του διά των ευμάρεστέρων και εύληπτο
vientisin , qui per ea que faciliora el expeditiora τέρωνενάγοντος ημάς προς την τελείωσιν.Τρία δε προ
sunt, ad perfectionem nos deducit. Tria auten no- έβαλεν ημίν τα φυλακής άξια , μη πορευθήναι έν βουλή
bis proposuit merito cavenda, ne videlicet abeamus ασεβών, μή στήναι εν όδω αμαρτωλών, μή καθεσθε .
in consilioimpiorum, ne stemus in via peccatorum, Β ναι επί καθέδρας (15) λοιμών. Τη φύσει των πρα
ne in calliedra pestilentia sedeamus. Rerum natu. γμάτωνεπόμενος , την τάξιν ταύτην τοίς ειρημένους
Γmseculus, 94verba lioc ordine disposuit. Ρrimum επέθηκεν . Βουλευόμεθα γαρ πρότερον, είτα ιστώμεν
enin deliberamus; deinde deliberationerm drmamus; το βούλευμα , είτα τους βουλευθείσιν εναπομένομεν.
postremo rebus deliberatis insistimus. Anle omnia Πρώτως ούν μακαριστον το εν τη διανοία ημών κα
igitur unentis nostre mundilia declaranda eral Dealo, θαρόν , επειδή ρίζα των διά του σώματος ενεργειών
quoniam cordis propositum actionum corpo το εν καρδία βούλευμα. Η γάρ μοιχεία, εν τη ψυχή
rearum radix exsistit. Adulterium enim in του (16) φιληδόνου πρώτον αναφλεχθείσα, ούτω την
voluptuosi anima prinno incensum , ita eam διά του σώματος φθοράν απεργάζεται. " Οθεν και ο
corruptionem que per corpus it , parit. Un- Κύριός φησιν ένδοθεν είναι τα κοινούντα τον άνθρωπον.
le ei Dominus intus esse ait que coinquinant Επειδή δε ασέβεια κυρίως λέγεται η εις Θεόν αμαρτία,
Μυιminem 88 . Quoniam autem admissum in Deum μη γένοιτο δέξασθαι ημάς εξ απιστίας ποτε αμφιβολίαν
peccatum, impietas proprie dicitur, absit οι un περί Θεού ! Τούτο γάρ έστι το πορευθήναι ένα βουλη
quam de Deo per incredulitatein dubiteinus! Hoc ασεβών , εάν είπης εν τη καρδία σου · Αρα εστι
namque est abiisse in consilio impiorum, si in ιuo Θεός κυβερνών τα σύμπαντα ; άρα έστι Θεός εν ου
corde dixeris : Νum Deus est, qui universa modere- “ ρανώ, οικονομών τά(17) καθ'έκαστον ; άρα κρίσις ; άρα
tur el gubernet ? Num Deus incelis est, qui dispen- ανταπόδοσις εκάστω κατά τοέργον αυτού ; Διά τί ούν
set singula ? estne judicium ? Num anicuique secun- δίκαιοι πένoνται, και αμαρτωλοί πλουτούσιν, ούτο:
dum opera sua retribuenda est merces ? Cur ergo ασθενούσι, κακείνοι έδρωνταικαι ούτοι άτιμοι, κακείνοι
justi egent, peccatores vero albundant opibus? hi ένδοξοι; Μήποτε αυτομάτως ο κόσμος φέρεται, και
egra, illi firma sunt valetudine ? hi inhonorali, illi συντυχίαι τινές άλογοι ατάκτως εκάστω αποκλη
sunt maximo in honore ? Nunquid fortuito fertur hic ρούσι (18) τους βίους ; Εάν ταύτα διανοηθής, επο
mundus, et temerarii quiclam casus uuiuscujusque ρεύθης εν βουλή ασεβών. Μακάριος ούν ος ουκ έλαβε
vitam tenere partiuntur ? Hec si cogitaveris, abiisti περί Θεού δισταγμόν, ο μη μικροψυχήσας περί τα
in consilio impiorun . Beatus igitur, qui de Deo παρόντα , αλλ' αναμένων τα προσδοκώμενα : ος ουκ
nihil liabuit dubitationis , qui circa presentia pusillo έσχε περί του κτίσαντος ημάς υπόληψιν άπιστον.
non est aniino, sed exspecial futura ; cui incredula Μακάριος δε κακείνος, ός εν όδω αμαρτωλών ουκ
de eo, qui nos creavit, suspicio non insedit. Bealus έστη. Οδός μεν ούν ο βίος είρηται διά την προς το
autem et ille, qui in via peccatorum non stelit. Vita τέλος εκάστου των γεννηθέντων έπειξιν. "Ωσπερ γάρ
υιίque dicitur via, quod quilibel in vitam ingres- D οι εν τοις πλοίοις καθεύδοντες αυτομάτως υπό του
sus, ad finei properet. Quemadmodum enim qui πνεύματος επί λιμένας άγονται, καν αυτοί μή αισθά
in navigiis dormiunt, sponte a vento in porius de- νωνται, αλλ ' ο δρόμος αυτούς προς το τέλος επείγει:
ducuntur, et quanmvis ipsi nequaquam sentiant, ούτω και ημείς, του χρόνου της ζωής ημών παραρ
cursus tamen eos ad terminum υrgel : sic et nos ρέοντος, οίόν τινι κινήσει συνεχει και απαύστω προς
difluente vite nostre tempore, insensibili vite no» το οικείον έκαστος πέρας τω λανθάνοντι δρόμο της
molu unusquisque ad propriurn finem festinanmus. χρόνος σε παρατρέχει • εγρήγορας , και ασχολος εί
34 Exol. XX , 13 - 15. 38 Matth. XIA , 39. 26 ibid. 21. 37 Μatth. V, 41 . 38 Matth. xv,18.
(13) Reg. secundus απαρχή. (16) Codex unus εν τη καρδία του . Infra codes
(14) Reg. Secundus το δε, 'Aγαπήσεις. unus αμφιβολίαν τινά. "
( 15 ) El hic quoque in aliquibus inss. legitur ça (17) Colb . sextus Ó olxovouwy to . Slalim alio
καθέδραν. Νec ita multo post mss . nonnulli βουλό- τηss. αντίδοσις. Subinde duo itidem mss . κατά τα
μεθα... βούλημα... βουληθείσιν . Subinde Reg. ter- έργα αυτού.
είως το εγκάρδιον βούλημα. (18 )Reg. secundus el Colb . sextus 81axanpoúst.
921 KONIJLÍA IN PSALMUM I. ΩΣΩ
την διάνοιαν· αλλ' όμως η ζωή δαπανάται, κάν την A Exempli causa , dormis, tenpus le fugit ; vigilas,
αίσθησιν ημών διαφεύγη. Δρόμον ούν τινα τρέχομεν et agitas aliquid mente; nihilorminus Cannell vila ,
πάντες άνθρωποι και προς το οικείον τέλος έκαστος etiamsi non sentiamus, absumitur . Onies ergo al
επειγόμενοι (19 )· διά τούτο πάντες εσμεν εν δυο. propriam quisque melam properantes, cursun
Και ούτω δ'αν λάβοις της οδού την έννοιαν. Οδοιπόρος queundamcurrinus , quamobrem suus in via on
εφέστηκας τω βίω τούτω πάντα παρέρχη, πάντα κατ. nes. Ηoc etiam modo viam intelligere possis .In hac
όπινσου γίνεται. Είδες επί της οδού φυτόν, ή πόαν ή vita viator es ; omnia Iranseunt , post tergum tuam
ύδωρ, ή ότι αν τύχητων αξίων)θεάματος μικρών ετέρ: relinquuntur omnia. Plantam, herbain, aquam, aut
φθης, είτα παρέδραμες. ΙΙάλιν ενέτυχες λίθοις , και quidvis aliud aspectu dignum in via vidisti : pau
φάραγξι, και κρημνούς, και σκοπέλοις, και σκόλοψιν, Jum ollectatus, mox praleris. Rursus in lapides,
90) ή που και θηρίοις , και ερπετούς, και ακάνθαις, και convalles, precipitia , Scopulos et palos, aut etiain
τισιν άλλοις των οχληρών: μικρόν ήνιάτης, είτα κατέλι- in feras,in animalia repentia, in spinas, et in aliud
πες. Τοιούτος ο βίος , ούτε τα τερπνά μόνιμα, ούτε quodvis il:fortunium incidisti : postqvarn es paulu
τι λυπηρά διαρκή κεκτημένος. Η οδός ουκ έστι Ιum aflictus, mox isla reliquisti. Vita est ejusmodi :
ση, αλλ' ουδε τα παρόντα σά. Επί των οδευόντων, neque ejus delicise ineque molestie constanter per :
όμου τε ο πρώτος το ίχνος εκίνησε, και ευθύς ο μετ' B severant. Tua non est haec via, neque tue sunt res
αυτόν την βάσιν ήνεγκε, και μετ' εκείνον ο εφεπο- presentes. Inter viatores, simul ut primus peden
μενος. movil, liuic proximnus inferi gradum , el post hunc
alier qui sequitur.
5 . Σκόπει δε και τα του βίου ει μή παραπλήσια. 5. Velini autem allendas, num eliain site casus
Σήμερον την γην συ εγεώργησας, και αύριον άλλος, sint assimiles. Hodie tu coluisti terram, cras aller,
και μετ' εκείνον έτερος. “Οράς τους αγρούς τούτους post hunc colet et alius . Vides agros lios et doinos
και τάς πολυτελείς οικίας; Πόσα ήδη ονόματα αφ' sumptuosas? Quolies singula , ex quo exsistunt,
ου γέγονε τούτων (21) έκαστον μειψε ! Του δείνος Πomen jam mutavere! Dicebantur hujus esse, post
ελέγετο , είτα μετωνομάσθη προς έτερον προς τον ta ipsis impositum est nomen alterius, ad alium
δείνα μετήλθεν, είτα νύν άλλου λέγεται. "Αρούν(22) transierunt , ιum demum alterius esse dicuntur.
ουχ οδός ημών ο βίος, άλλοτε άλλον μεταλαμβάνων, Νonne ergo vita nostra via est, alio tempore alium
και πάντας έχων αλλήλοις εφε πομένους ; Μακάριος excipiens, et in qua sibi invicem succedunt omnes ?
τύν ός επί της οδού των αμαρτωλών ουκ έστη. Βeatus itaque qui in via pescatorum 95 ηοη sletic.
Το δε , Ουκ έστη, τί έστιν ; "Έτι επί της πρώτης llud autem, Non sletit, quid sibi vult ? Dum in
ηλικίας όντες οι άνθρωποι, ούτε εν κακία εσμεν, ούτε prima alliuc consistimus etale, nec improbi, nec
εν αρετή (ανεπίδεκτος γαρ η ηλικία της εξεως έκα- virtute prediti sumus (ea enim elas habitus utrius
τέρας) : επειδάν δε ο λόγος ημών συμπληρωθή, τότε que capax non est) ; sed posteaquam ratio nostra
γίνεται το γεγραμμένον· Έλθούσης δε της έντο- perfecta est atque cumulala , ταnc it quod scriptum
Δής , η αμαρτία ανέζησεν , εγώ δε απέθανον. est : Αι cum venisset mandatum, peccatum revisit,
'Επανατέλλουσι γάρλογισμοί πονηροί ,εκ των παθών ego autem mortuus sum32. Oriuntur eniin inale co
της σαρκός ταϊς ψυχαίς ημών εντικτόμενου. Το όντι gitationes, que ex carinis cupiditatilus in animis
γάρ ελθούσα η εντολή , τουτέστιν η διάγνωσης των μοstris generantur. Νam reipsa ubi venit manda
καλών, εάν μη κατακράτηση του χείρονος λογισμού , tum, hoc est, boni honestique judicium, si cogita
αλλά συγχωρήση υπό των παθών εξανδραποδισθήναι tioneir pejorem non vicerit, sed a pravis affectibus
τον λογισμόν ανέζησε μέν η αμαρτία, απέθανε δε ο animum in servilulem redigi siverit : revixit qui
νούς, νεκρός γενόμενος τους παραπτώμασι. Μακάριος dem peccatum, nieus vero peccatis interempla mo
συν ο μή έγχρονίσας τη οδώ των αμαρτανόντων (23), ritur. Beatus igitur, qui in via peccatorum non
αλλά λογισμώ βελτίονι προς την ευσεβή πολιτείαν iinamoralus est, sed saniore consilio ad piam con
μεταπηδήσας. Δύο γάρ εισιν οδο! εναντίαι αλλήλαις· D versationem se recepit. Due namque sunt via in
ή μέν πλατεία και ευρύχωρος , η δε στενή και τεθλιμ- 1er se contrarie : una lata et spatiosa , aliera an
μένη. Και δύο οδηγοί, εκάτερος προς εαυτόν επι- gusta el cuarelala . Duo etiam sunt vie duces , quo
στρέφειν (24) επιχειρών. "Έχει ούν ή μεν λεία οδός ram uterque viatorem ad se allrahere conatur.
και πρανής (23) οδηγόν απατηλόν, δαίμονα πονηρόν, Plana quidem et declivis via habet fallacem ducein,
δι' ηδονής προς την απώλειαν τους επομένους επι- malum daemonem qui eos qui se sequuntur ,in in
συρόμενον· η δε τραχεία και ανάντης άγγελον αγα- teritum per voluptatem trahil : aspera vero el ar
θόν, διά των επιπόνων της αρετής προς το μακάριον dua via, bonum angelum, qui sequaces suos por la
39 Rou. VΙΙ, 9 .
(19) Editi επειγόμενοι. Αι mss . quatuor επειγό- (22) Sic mss . plurimi. Deest oύν in cd lione Paris.
με ιος . (23) Reg. Secundus των αμαρτωλών.
(20 ) Sic editio Basil. cum tribus mss. Illud , xal (24) Nostra editio Paris. επιτρέφειν. Αι ηss.
oxboyev , in editione Paris . desiderabatur. επιστρέφειν.
( 21) Sic mss. quatuor. Editio Paris. ονόματα , (25) Editio utraque Basil. et Paris. οδός και πλα
: 0ύτων. τεία και πρανής. Βrevius mss. οδός και πρανής.
993 S. BASILII MAGNI
boriosa virtutis exercilia ad beatum finem perdu- , τέλος τους επομένους άγοντα. "Έως μεν ούν νήπιός
cit. Dum igitur quisque nostrum puer est , presen- έστιν έκαστος ημών, το εν τω παρόντι ήδυ διώκων,
tes persequitur voluptales, neque habet ullam tem- ουδεμίαν του μέλλοντος κηδεμονίαν ποιείται αντο
poris futuri rationein , neque curam : jam autem δε ήδη γενόμενος, μετά τον απαρτισμός των εννοιών,
vir factus, postjudicii perfectionem, videre sibi vi- οίον οράν δοκεί τον βίον αυτώ σχιζόμενον προς άρε
detur vitam in virtutem et vitium divisant ; atque την και κακίαν, και πυκνά (26) προς εκάτερον το
oculis animi in utrunique sepe conjectis , proprie - όμμα της ψυχής μεταστρέφων, παράλληλα κρίνει τα
Tales utriusque inter se equaliter diversas esse εκατέρω προσόντα. Και ο μεν των αμαρτωλών βίος
judicat. Ει quidem peccatorum vita ostendit cun- πάντα δείκνυσι τα του παρόντος αιώνος τερπνά· ο δε
clas presentis Seculi voluptales : justorum vero των δικαίων, μόνα υποφαίνειτα του μέλλοντος αγαθά
vita, sola faluri avi bona commonstrat. Ει certe Και η μεν των σωζομένων οδος όσον καλά υπισχνεί
salvandorum via quanto pulchriora pollicetur Γα- ται τα μέλλοντα, τοσούτον επίπονα παρέχεται τα
tura, lando laloriosiora exlibet presentia : volu - παρόντα · ο δε ήδύς και ακόλαστος βίος ουχί προσδο
plaria autein el impura vita nonin posterain exspe- κωμένην εις ύστερον, αλλ' ήδη παρούσαν τροτείνε
clandes, sed jain priescules delicias propofit. Ita - ται (27) την απόλαυσιν. Ιλιγγια ούν πάσα ψυχή , και
que vertigine lilloral anima omnis, atque itabanti- Β μετοκλάζει τους λογισμούς, όταν μεν ενθυμηθή τα
bus cogitationillus agitatur : cum quidem secum αιώνια, την αρετήν αιρουμένη , όταν δε αποβλέψη
revolvit eterna, eligit virtutem, cum vero respicit προς τα παρόντα, την ηδονήν προτιμώσα. " Ωδε βλέ
ad presentia , voluptatein prefert. Ηic Domain cor. πει σαρκός ευπάθειαν, εκεί δουλαγωγίαν σαρκός :
polis bilitudinem conspicit, ibi carnis servitulein : ώδε μέθην, εκεί νηστείαν· ώδε γέλωτας ακρατείς,
Ilic cbrielalem, ibi jejuniam : hic caclimnos immo- εκεί δάκρυον δαψιλές • ενταύθα όρχησιν , κακεί προς
dicos, ibi plurimas lacryinas : hic sallationem, illic ευχήν αυλούς ώδε, κακεί στεναγμούς " ώδε πορ
preciationen: hic ibias, illic gemilus : hic scorta- νείαν, κακεί παρθενίαν. Επει ούν το μεν αληθινώς
tionem, illie: virginilaleta. Quoniamigitur quol vere αγαθών λογισμό ληπτόν έστι διά πίστεως ( μακράν
bonum est, id dunlaxal ratione per file compre- γάρ απώκισται, και οφθαλμός ουκ είδε , και ούς ουκ
Ilendi polest (louge enim abest, nec vidit oculus , ήκουσε ), το δε της αμαρτίας ηδύ πρόχειρον έχει και
nec auris audivil ), peccati vero Slavitas proin- διά πάσης αισθήσεως ρέουσαν τηναπόλαυσιν· μακά
plain, el per omnes sensus fuentem voluptatem lia - ριος ο μή περιτραπείς εκ (28) των της ηδονής δε
bel ; idcirco beatus , qui propter voluptatis illere- λεασμάτων προς την απώλειαν, αλλά δι' υπομονής
bras non leducius est ad interiturn, sed spem salu- την ελπίδα της σωτηρίας απεκδεχόμενος, και εν τη
tis exspecial per patientiam, ac in utraque via se. C εκλογή των οδώνεκατέρων μη επιβάς της οδού άγου
cernenda viam ad deteriora ducentem non capit. ons êtrl yoipova .
6. VERs. 1. Ει in cathedra pestilentia non sedit. 6. Και επί καθέδρας λοιμών ουκ εκάθισεν . Αρα
Norm illas dicit cathedras, in quibus nostra corpora ταύτας: λέγει τάς καθέδρας , εφ' ών αναπαύομεν
quieri danus? Ecqui est ligui cum peccato socie· ημών τα σώματα ; Και τίς ή από του ξύλου (29) προς
tas, οι cathedram a peccatore preoccupalanlan- αμαρτίαν μετάδοσις, ώστε με την υπό του αμαρτω
quam exitialero fugere debeam? Nonne Grman ac λού προκαταληφθείσαν καθέδραν ως βλαβεράν απο
stabilem in vitiiapprobatione nioramm 96 calliedrain φεύγειν ; " Η νομίζειν ημάς χρή καθέδραν λέγεσθαι
dici nobis putandum est ? Quod caveamus oportet, την εδραίαν και μόνιμον εν τη κρίσει της κακίας
propterea quod studiosa in peccalis inora habitum διατριβήν; "Ο φυλακτέον ημίν, διότι το φιλοπόνως
quendain qui vix excuti potest,in animis ingerie- προσδιατρίβειν ταίς αμαρτίαις έξιν τινά δυσκίνητον
rat. Vix enim stinatur inveleratus animi morbus, ταϊς ψυχαίς εμποιεί. Παλαιωθέν γάρ πάθος ψυχής,
malique exercitatio tempore confirmala :imo vero και κακού μελέτη χρόνω βεβαιωθείσα δυσίατός εστιν,
Sanari omnino non polest, si consuetudo in natu. ή και ανίατος παντελώς, εις φύσιν, ώςτα πολλά, του
ramtranseal , id quod plerumque evenit. Optandum και έθους μεθισταμένου. Ευχής μέν ούν άξιον μή προσ
igitur fuerit, ut ne allingamus maluna. Attainen se - άψασθαι του κακού . Δεύτερος δε πλούς, ευθύς μετά
cunda superest navigatio, ut statim post experien» την πείραν ώσπερ ιοβόλου πληγήν αποφεύγειν, κατά
tiam illud tanquarm bestie venenale plagam decli- το γεγραμμένον παρά του Σολομώντος περί της γυ
nemus, secundum Salomonem de improba muliere ναικός της φαύλης, ότι Μή επιστήσης σον όμμα
scribentem : Ne injicias oculum fuum in cam, sed προς αυτήν, αλλ' αποπήδησον μη έγχρονίσης (30).
resili ; ne moreris 1. Ει vero quosdam novi , qui per Νύν δε οιδά τινας εν νεότητι προς τα της σαρκός
• 1 Cor. 11, 9. 1 Prov, 1x, 18.
(26 ) Pro touxvá legitur in aliquibus inss. Too (50) Ε.lilio Paris. μή χρονίσης εν τω τόπω. Sed
κνον. illud, ÈY TÓTW , in eclione Basil. el in nos ris
(27) Elit. προτείνει. Αι mss . non pauci προτεί Sax inss. deest. Ex quo lit , lll ex Bibliis addiloni
fuisse credi merito possit. El looC 110tan dulu , pro
νεται .
( 28 ) Sic mss . plurimi. Vocula èx in editis deside- xpovions legi in cuiliune Basil. et in aliquot miss.
ratur. έγχρονισης :
(29) Editi από ξύλου . Αι τηss. από του ξύλου.
 3 NOMILIA IN PSALMUM I. 425
πάθη κατολισθήσαντας, και μέχρι πολιάς (31) αυτής Α 8uain juventuleim carnis vllia delapsi, ad ipsan
διά συνήθειαν του κακού ταίς αμαρτίαις παραμένον- usque canitiew in peccalis propter mali consuetu
τας . Ως γάρ οι εν βορβόρω καλινδούμενοι (32) dinem perseveraverunt. Quemadmoduin enim sues
χοίροι αεί προσπλάττουσιν εαυτοίς τον πηλόν · ούτως φui sese in ceno obvolvunt, semper magis ac ma
ούτοι το έκ της ηδονής αίσχος καθ' εκάστην ημέραν gisIuto asperguntur : sic ii quotidie magis ac ima
προσαναμάσσονται. Μακάριον μεν ούν το μή δια- gis voluptatis sibi dedecus inurunt. Beatitudo igitur
νοηθήναι το πονηρόν · ει δε κατά συναρπαγήν του est malum non cogitasse : si tamen inimici dolo
εχθρού εδέξω τη ψυχή βουλεύματα ασεβείας, μή στης consilia impietatis receperis in anima, ne steleris
επί της αμαρτίας. Ει δε και τούτο πέπονθας, μή το peccato. Quod si etiam id tibi contigit, in malo
ενιδρυνθής το κακό. Μή τοίνυν καθεσθής επί καθ- ne permaneas. Ne igitur sederis in calliedra pesti
έδρας της των λοιμών. Ει (33) ενόησας καθέδραν τίνα Ιentiarum. Si intellexisti quamnam cathedram di
φησινό λόγος , ότι την διαρκή λέγει του κακού προσ. cal Scriptura, nimirum Iongam in malo perseveran
εδρίαν, εξέτασον λοιπόν τινας ώνόμασε τους λοιμούς. tiam, de catero exquires velim quas pestilenting
Φασι δη τον λοιμον οι περί ταύτα δεινοί , επειδάν nominet. Aiunt harumce rerum perili peslem, ubi
ενός ανθρώπου και κτήνους άψηται , κατά διάδοσιν επί unum hominem, aut jumentum attigerit , in quosque
πάντας τους εγγίζοντας διανέμεσθαι · φύσιν γάρ ° proximos per vices serpere ; conlendunt namque
είναι της νόσου τοιαύτην , το εξ αλλήλων πάντας ανα- hujus Πιοrbi naturam talem esse, ut omnes sese
πιμπλάναι της αρρωστίας. Τοιούτοι δέ τινές εισι και mutuo egritudine repleant. Tales itaque sunt ini
οι εργάται της ανομίας. "Αλλος γαρ άλλη της νόσου quilalis operarii. Nam alter alieri morbum imper
μεταδιδόντες συννοσούσιν αλλήλοις, και συναπόλλυν- lieutes agrolant simul, simulque pereunt. Nonne
ται. " Η ουχ ορας τους πόρνους τους επί της αγοράς cinedos conspicis in fora sedeules, qui castos gno
καθημένους, και καταγελώντας των σωφρονούντων, que irrident, quίque sua turpiludinis opera narran
και διηγουμένους εαυτών τα της αισχύνης έργα , τα tes, tenebrarum studia et cupiditates ignominiosas
του σκότους επιτηδεύματα, και τα πάθη της ατιμίας tanquam praeclare gesta, aut alia quaedam egregia
απαριθμουμένους ως αριστείας, ή τινας άλλας άνδρα- facinora commemorant? Pestes sunt ii, qui in om
γαθίας ; Ούτοι εισιν οι λοιμοί οι το ίδιον κακών επί nes transfundere conantur proprium morbum ,nul
πάντας άγειν φιλονεικούντες, και πολλούς εαυτοίς (34) Losque sibi similes fieri magnopere cupiunt, ut per
παραπλησίους γενέσθαι φιλοτιμούμενοι, ίνα εν τη hanc malorum communicationem infamiam vilent.
κοινωνία των κακών διαφύγωσι τα ονείδη. Ούτε γάρ Nau neque ignis materiam suscipiende flamma
πυρ ευκαταπρήστου ύλης αψάμενον δυνατόν μή ουχί c idoneam nactus, cohiberi potest, quominus subsi
πνεύματος επιφόρου την φλόγα διακομίζοντος · ούτε transfundat daronaln : neque feri potest, υι pecca -
την αμαρτίαν, ενός άψαμένην, μή ουχί επί πάντας tum, quod unum aliquem aligerit, ad omnes vici
τους εγγίζοντας διελθείν, εξαπτόντων αυτών των ΠOS non transeat, si nequilie spiritus illud accen
πνεύμα ουκ ανέχεται εν τω ένα στήναι (33) την ατι- spiritus stupri, sed statim corvi consοciantur:
μίαν, αλλ' ευθυς ηλικιώται συμπαρελήφθησαν· κώμοι, comessaliones , elbrielales , sermones obsceni;
και μέθαι, και αισχρά διηγήματα: εταίρα (56) συμπί- Scorium compotatus , huic arrideris , illum provo
νουσα, τούτω προσμειδιώσα, κακείνον διερεθίζουσα, cans, ad idem peccatuin accendens onones. Num
και πάντας προς την αυτήν αμαρτίαν συμφλέγουσα. parva haec pestilentia , num modica 1sthaec pec
" Αρα μικρός ο λοιμός ούτος, ή μικρά και διάδοσις του cali Contagio ? Quid vero, quisquis avaraun amu
κακού ; Τι δε, και τον πλεονέκτην ζηλών, ή και τον εξ latur, aut eum , φui per aliquod aliud scelus
άλλης τινός πονηρίας περιφανή τινα πολιτικών δυνα. conspicuam quandam ac civileim auctoritatem
στείαν περιβεβλημένον, ή εθνών ηγεμονίαν έχον - adeptus est, aut gentium habet inmperiunt, aut
τα, η στρατοπέδων άρχοντα, είτα τοίς αισχίστοις D exercituum dux est, deinde si affectibus turpissi.
πάθεσιν εμφυρόμενον , ουχί αυτή τη ψυχή τον τηis containinatus fuerit, nonne in anixno excepit
λοιμόν παρεδέξατο , το τού ζηλουμένου κακόν 97 pesteπι, ιum, cum malum ejus quemamulatur,
οικείον ποιούμενος ; Αι γάρ κατά τον βίον λαμ- proprium sibi reddidit ? Nam et vitam eorum qui
πρότητες συναναφαίνουσιν (57) εαυταίς και τους clarent, secun ostendunt ille ipse dignitales vita :
βίους των περιβλέπτων και στρατιώται μεν ως τα et milites quidem plerumque consimiles sunt duci
πολλά τους στρατοπεδάρχαις εξομοιούνται οι δε εν bus; populi vero in civitatibusimitantur magistra
(31) Eliti μέχρι τελευτής. Αι mss. quatuor μέχρι Mox duo mss. διαφεύγωσι.
πολιάς. (35 ) Coisl. cum Reg. lerlio otivat. Edlili cum
(32) Reg . terlios el Coisl. XuAcVoojuevol. Vox aliis inss. otñoai lu mss. nonnullis pro dtiulay
yoipoi deest in niss. nonnullis . Aliquanto infra , legilur ágaprlay : in aliis quibusdam dvoulav .
κατά συναρπαγήν του εχθρού , ad verb , oubre (36) Reg. Iertius εταίρα τούτω συμπίνουσα , κα
ptione inimici : hoc est, fallacia el malo doίo ini - κείνω προσμειδιώσα, τούτω προσομιλούσα , κακεί
mici. νον, etc.
( 33) Sic mss . nostri. Αι editi επεί
και τσάι ει.
ει. (57) Sic mss. plerique omnes . Editi συνεμφαίο
134) Sic niss. Αι vero editi αυτοίς..... γίνεσθαι. νουσιν.
PATROL. GR. XXII.
 27 S. BASILII MICNI
tus. Ει in sunna, ubiuius scelus plebi visuτη fue- Α ταις πόλεσι δήμοι ζηλούσε τους εν δυνάμει. Και
rit irnil:atione dignum , proprie et recte aliqua ani - όλως, επειδάν τo του ενός κακόν μιμήσεως άξιον τοις
Taarum pestis in vita exstare dicetur. Clariludo enim πολλούς νομισθή , οικείως και προσηκόντως λεχθήσε
improbilati juncla, multos eorum qui facile Jabun - ται λοιμός τις ψυχών επιπολάζειν τω βίω. Το γάρ εν
ur, ad simile studium trahit. Quoniam itaque ab κακία περίβλεπτον πολλούς των ευολισθήτων είς του
alio all alteruin corruptio manat, alium anime di- όμοιον ζήλον εφέλκεται (38). Επεί ούν άλλος εξ άλ
c: nur peste affecte. Ne igitur in cathedra pestilen- λου της φθοράς αναπίμπλαται , λοιμώσσειν τας ψυ
tiarum sederis, neve judicii corruptorum el pesti- χάς οι τοιούτοι λεγέσθωσαν. Μή τοίνυν καθίσης επί
ferorum fias particeps, nequein nalis consilis per. καθέδρας λοιμών , ή μή μετάσχης συνεδρίου ανθρώ
maneas. Αιφui oratio in ipsis aliuc proemiis ver- πων φθορέων (59) και λυμεώνων, ή μή εναπομείνες
salur, et tamen illius copiam modum excelere vi- (40) τοίς κακώς βουλευθείσιν. 'Αλλ' ο μεν λόγος έτι
den; adeo ut neque vobis facile sin plurina relinere, εν προοιμίοις , το δε πλήθος ορώ την συμμετρίαν
neque milhi, deficiente me voce, o consuelarm in- έκβαίνον" ως μήτε υμίν δαδίαν είναι των πλειόνων
firmilatein , orationein prosequi. Quanquam aulein την φυλακήν, μήτε εμοί την διακονίαν του λόγου,
ea que diximus , imperfecte dicta sint , cum mali δια την σύντροφον ασθένειαν της φωνής ημάς επι
quidern fuga demonstrala sit , perfectio vero que B λειπούσης. Ει δε και ατελώς είρηται τα ειρημένα,
Douis operibus acquiritur, omissa sit : nihilominus του μεν κακού της φυγής υποδειχθείσης , της δε διά
tanmen presentia benignis auribus commendantes , των αγαθών έργων τελειώσεως παρεθείσης (41),
policemur, Deo dante , reliqua etiam completurος όμως ευγνώμοσιν ακοαϊς παραθέμενοι τα παρόντα,
nos , si modo non omninoin poslerum ad silentium επαγγελλόμεθα, Θεού διδόντος, αναπληρώσεις και τα
redigamur. Tribuat autem Dominus nobis eorum λειπόμενα , εάν γε μή την παντελή λοιπόν υπέλθω
que diximus mercedem, vobis vero eorum que au- μεν σιωπήν. Παράσχοι δε ο Κύριος και ημίν των ει
distis fructuum , gratia Christi ipsius , cui gloria et ρημένων μισθόν , και υμίν καρπόν ών ηκούσατε, χά
imperium in sæcula sæculorum . Amen . ριτι του Χριστού αυτού (42), ότι αυτή η δόξα και το
κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
EJUSDEMIN PSALMUM VII. C ΤΟΥ ΑΥΤΟΥ ΕΙΣ ΤΟΝ Ζ' ΨΑΛΜΟΝ.
Psalmus ipsi David, quem cecini Domino, pro verbis " Ψαλμός τω Δαβίδ, όν ήσε τω Κυρίω υπέρ των
Chusi filii Jemeni. λόγων Χουσί υίου Ιεμενεί ( 43 ).
1. Inscriptio septimi psalmi quodamamodo Re- 1. Δοκεί πως εναντίως έχεις προς την εν ταις Βα.
gnorum historiae ubi de Davide narratur, videtur σιλείαις ιστορίαν, ένθα τα περί του Δαβίδ αναγέγρα
(38 ) Editio Paris. sis cov Õu.olov Sõnov tūv ellohe- faciat, ex cis mutuabiinuir. Ejus igitur hæc sunt,
60ýtwv céaxsta .. Ad verbum interpres, Mullos ad Psalmus pro ignorantia ipsi David , quem cecinii
amulationem similem eorum , qui proni ac lubrici Domino super verbis Æthiopis filii Gemini. Nec
sunt ad peccandum , Irahil. Atnostri sex mss. , ut in aliter Hieronymus, quiex Hebræo sic vertil : lano
lexiu , non diversis quidem verbis , sed alio ordine ; ralio David , quod cecinil Domino super verba Æthio .
quæ diversa verborum collocatio , quantula ea pis filii Gemini. Hæc autem eo reluli, ul planui
cunque est, sententiam tolam mutaverat, vel potius facerem , interpretes quosdam pro Xousl scripsisse
corruperat. ALOloros , liecineple Æthiopis pomine Saulem
(39) Sic mss. ses. Alediti cum duobusmss. 00- Æthiopicis moribus præditum ab eruditis viris in
ροποιών. Ιbidlein mss. duo λοιμεώνων. telligi, ob idque videri Basilium ejus psalmi in
(40) Editi εναπομένης. Αι mss. εναπομείνης. scriptionem cum iis quæ dicuntur il Reg . XVII, 5,
(41) Editio utraque Basil. et Paris. tEXELÚGEWş longe lacilius conciliare potuisse. Nam e re expe
ταρεθείσης. Αι Cois) el sex alii mss. τελειώσεως dieral se, si de duobus, non de uno homine sire
Trapateosions.Ubi nolin Jum est, legi quidem in Reg . monem haberi dixisset, hic de Saule, illic de Chusi
quarto trapaOsions (?), sed particulam un inter duas filio Arachi. Paraplırasim Chaldaicam legas veliui,
lineas additam esse. Ex quo fit, ut non mulluin la - , el Ducæi nolas. Mirum visum est homini doctissimo
borandum sit, utro modo legi debeat, cum ex utra . D Ducæo, quod Basilius aliquanto post dical, neque
que lectione eadem plane sententia eflicialur. Quod Chusi, neque alium quemquam in historia Regum
enim appositum non est, id omissum fuisse necesse filium Gemini reperiri , cuin Semei nominellir Il
est. Coastal igitur, quod ad sententiam alinea, Reg. ΧΙx , 16, υιός Γηρά, υιού Ιεμινεί , ilius Gera,
Bilil referre utrum Iegas τελειώσεως παρεθείσης, filii Gennini. Mirum sane id videri debet, hominein
perfectione omissa, an τελειώσεως μή παρατεθεί- Scripturarum perilissianum Basilium in eiusmodi
ons, perſeclione non uppusila legeris. Quod si quis errorem incidisse : sed monere juvat loluin illuil,
piam jam ex me quaral, ulra mihi scriplura vera
esse videatur, libentius posteriorem defendaul. Cum vwv vid ; 'Isfelvei, in Colbertinis quarto el septimo
enim in nostris seplein mss. constanter tiap2te- non exslare . Uude fortassis alicui suspicio oriri
Ocions legalur, ita quidem scripsisse Basiliuin arbi- possit, hæc verba, in ora libri primum posila , pro
tror : sed voculam un ex Reg. quarto addita ! volo. gressu temporum in ipsum textum irrepsisse. Sed
Ulut hiec sunt, vulgaram lectionem intaclain reli- jmen , ut veruin falear, ila scripsisse Basilium
quimus, cum nihil jilersit , utro modo legalur. puto, nec ob aliam causam prælermissum id fuisse
(42) Reg. tertius χάριτι του Κυρίου ημών Ιησού. in Colbertiaris exemplaribus, quam quod continen
Illud, και το κράτος, e multis mss. addidimus. ler in fine duarum periodoruin scriptum sit vids
(43) Quam varie apud varios posilus sit ejus 'leuevel. Norunt enim qui vellantilluin in ejusmodi
psalmi litulus, ex lexuplis cognosci potest. Sed rebus exercitati sunt, non raro contingere , lol lunc
aquilæ solius iulerpretationem , quod sola ad rem librarii periodum altcram omillant.
229 HOMILIA IN PSALMUM VII. 230
πται , η επιγραφή του εβδόμου ψαλμού. Εκεί γαρ ο A esse contraria. Illic enim Clausi griecipuus φuideia
Χουσίαρχιεταίρος (44) μέν του Δαβίδ, υιός δε Αραχί Davidis anticus, ilius vero Araclhi esse memoratur,
ιστορείται , ενταύθα δε Χουσι υιός Ιεμενεί. "Έστι δε hic autem ilius Vermeni. Verun 98 neque hic, ne
ούτε ούτος, ούτε άλλος τιςει των εκεί φαινομένων que alius quisquam ex iis qui ibi reperiuntur, filius
ωρήσεπειδήτηνμεγάλην
υιός Ιεμενεί. Μήποτε χούν, ριστείας
φιλία )' ααριστείαν Jemeni est. Num igitur, quoniam fortem ac stre
και ανδραγάθημα εκ του περί την φιλίαν σχηματι- ηuam operam ex siτηulata amicilia navavit , dum
σμού ενεδείξατο, προσχωρήσας μεν δήθεν τω 'Αβεσ. videlicet transiens ad Absalonis parles, evertit con.
σαλώμ , διαλύων δε τάς βουλάς του 'Αχιτόφελ, αν- silia Achilophelis, qui viri acerriani et in re mili
δρός εντρεχεστάτου και στρατηγικωτάτου (43) τας 1ari exercitatissimi consilia suggerebat,idcirco filius
γνώμας υποτιθεμένου , διά τούτο υιός Ιεμενεί προσ - Jeuneni appellatus est ? Filius autem Jemeni ilias
ηγορεύθη ; Ερμηνεύεται δε ο υιός Ιεμενει υιός dexlere interpretatur. Cum enim moneret ille, nul
της δεξιάς. Εισηγουμένου γάρ εκείνου μηδένα χρόνον Iain rebus moram interponendam, sed imparatin
εμποιείν τοις πράγμασιν , αλλ' ευθυς απαρασκεύω patrem statim esse adoriendum , non permisit out
(46) όντι επιτίθεσθαι τω πατρί , ουκ είασε παραδε- consilium Achitoplielis admilleretur, Uι inducerer
χθήναι την βουλήν του Αχιτόφελ , "Όπως επαγάνη, Dominus, inquit Scriptura, in Absalonem mala
φησί , Κύριος επί 'Αβεσσαλώμ τα κακά πάντα • 8 omnia 4 : quippe probabiliores causas dilationis 1€
αλλά πιθανωτέρας έδοξεν (47) αναβολάς αυτούς και more ipsis visus est proferre, οι Davidi tempus vi
διατριβάς εμποιείν, προς το δούναι καιρός τώ Δαβίδ rium colligendarum tribuerel. Unde el Absaloni
συλλέξασθαι τάς δυνάμεις. "Οθεν και αποδεκτος ήν erat gratus, dicenti : Consilium Chusi klii Aracli
παρά το 'Αβεσσαλώμ λέγοντι • Αγαθή ή βουλή consilio Achitoplielis longe prestar . Interea Davi
Χουσί του Αραχί υπέρ την βουλήν 'Αχιτόφελ. dem per Sadoc el Abiathar sacerdoles de slalulis
Το μέντοι Δαβίδ διά τών ιερέων Σαδώκ κα. 'Αβιάθαρ certiorem faciebat, el precepit ne in Araboth de.
εδήλου τα οικονομηθέντα, και προσέταξε μη (48) αυ- serii castranielaretur : sed ul transiret, urgebat.
λισθήναι εν τη Αραβώθ της ερήμου, αλλά κατέσπευ- Ouoniam igitur ob Don:im consilium factus est dex.
δεν αυτόν επί την διάβασιν. Επεί ούν εκ της αγαθής 1er et officiosus in Davidem, a praeclaro facinore
συμβουλήςέγένετο δεξιός του Δαβίδ,από του άνδραγα- sortitus est cognomentum. Quapropter Glius Jemeli
θήματος της προσηγορίας τετυχηκε. Διά του τούτο appellatus est, Iloc est , illius dexteric. Hic autem
(49) υιός Ιεμενει προσηγόρευται , τουτέστιν, υιός Scripturae mos est, et pejores potius a peccato quam
δεξιάς. Αύτη δε συνήθεια της Γραφής, και τους χεί- a patribus nonlinare , et meliores ilios ab aliqua
ρoνας από της αμαρτίας χρηματίζειν μάλλον ή από virtute ipsis privalirm conveniente appellare. Ει gui
των πατέρων, και τους κρείττονας υιούς ονομάζειν c dem diabolain alium perditionis Apostolus vocal :
εκ της χαρακτηριζούσης αυτούς αρετής. Τον τοίνυν Nisi enim revelatus fuerit iniquus ille Elius perdi
διάβολον υιόν απωλείας ο Απόστολος ονομάζει : Εάν tionis *. Judam vero in Evangelio Dominus ilium
γάρ μη αποκαλυφθη ο άνομος ο υιός της απ- perilitionis nominavil : Nullus enim, inquit, periit,
ωλείας (30). Και εν τη Ευαγγελία τον Ιούδαν υιον nisi klius perditionis 8. Qui vero in Dei cognitione
απωλείας ο Κύριος είπεν: Ουδείς γαρ, φησίν, άτ- Sunι instituti et conformati, Ιιος νοcal sapientiae
ώλετο, ει μή ο υιός της απωλείας: τέκνα δε σοφίας filios : Justifrata est enim, inquit , sapientia a fliis
τους εν τη θεογνωσία μεμορφωμένους : 'Εδικαιώθη suis 8; et : Si fuerit, inquit, ibi Flius pacis 1. Non
1 1 Reg. Χν11, 14. • ibid. • 1 Thess. 1, 3. •* Joan. ΧVΙΙ, 12. 66 Μatth. ΧΙ, 19. Luc . x, 6.
(44 ) Quod suspicantur viri erudilissiniNobilius (46 ) Legitur in Catena Corderii anaponoidotw
et Duicæus, videri II Reg. xv, 32, pro 8 åpxistai- pro årtapastejo . Sed , nisi valde fallor, nienduit
pos apud LXX legendinin esse ó 'Apzxl, étaipos, est typographorum . Vix enim dubium esse polest.
Chusi Arachi filius, socius David , id nobis probabi- quin legerit vir doctissimus &Tapasxeów , cum
lissimum videtur. Liylel enim Vulgale auctorem verlal, imparalum . Combeſisius vocein åtta dón
11011 aliter legisse , cum sic scripserit II Reg . xvi, Olástw in Calena Corderii cum legisset, eain Lillia
16 : Cum autem venissel Chusai Arachiles, amicus D ne sic reddit, nullis præsidiis tulo : quam interpres
David . Ut ut hic suni, ciim miss. nostri omnes vul- lalionem non omnibus probaluin iri puto . Calerum
galain lectionem à existaipo; exhibeant, procul dii- vox à trzpaoxsúy constanter in oinnibus mss. legi
bio et ita apud LXX legisse , et ita scripsisse putant lur.
dus est Basilius. (47) Editio Paris. Losc@sv. Paulo post legitur in
145 ) Corruptuin esse hunc locuin pitat Combefi - Coib . quarto olatp:6ış.Éjto !ūv.
sius, el ila emendal, ut pro otpathy xwtátou legat (48 ) Editiones l'aris. et Basil. cum seplem mss.
στρατηγικώτατα , -imperatorie. Sed pace viri doclis- προσέταξε του μή . Sed illud, του, που invenitur
siini dixerini, nibil lic inesse vilii, nihilque opuis nequc in Coll . quario , neque in Reg . secundo .
esse emendalione. Quod ut ipsis oculis subjiciamis , Ex quo fit, ut facile credideriin illud toù , delen
verba Basilii eo ordine quo « onstrui debent, collo - dum esse, eoque inagis, quod omnino redundare
citbius : διαλύων δε τάς βουλάς του Αχιτόφελ, υπο- videatur . Aliquanto post Colb. quartus προσηγο
τιθεμένου τάς γνώμας ανδρός εντρεχεστάτου και ρίας έτυχε.
o : pain yixwtátou , Dissolvens consiliu Achitophel , (49 ) Editi 8!á tol TOūto. Sed tou deest in omnia
qui consilia viri acerrimi el in re militari exercilu - bus fere mss. Illud, nepoor y peutat, deest in mss.
lissimi suggerebat : hoc esl : consilin viro acerrinio non paucis.
el in re militari exercitalissimo digna . Prælerea hoc (50) Colb. quartus & TIGxzłupon , ongly, Zvopw
Hostrum judiciuui adjuval, quod Combelisiana con πος της ανομίας ο υιός της, etc. Αι reliqui mss . ut
jectura veleris nullius libri auctoritate nilalur. cditi .
 251 S. BASILII MAGNI 252
igitur mirum videri debet, si nunc quoque corpora- A γάρ. φησιν, ή σοφία από των τέκνων αυτής και,
lis ejus paler Laceatur, praecipuus vero Davidis Εάν ή, φησίν, εκεί υιός ειρήνης. Ουδέν ούν θαυμα
amicus vocatus-sil dextere alius, quippe qui a factis στον και νυν σιωπηθήναι μεν αυτού τον σωματικοι
sibi congruum cognomen acquisieril. πατέρα , δεξιάς δε υιόν τον αρχιεταίρος του Δαβίδ
ονομασθήναι , από της πράξεως πρέποντα εαυτό τον
χρηματισμών λαβόντα.
2 . VERs. 2 . Domine Deus meus, in the operaυι, sal -
2 . Κύριε ο Θεός μου, επί σοι ήλπισα , σώσόν
vum me fac. Putatur simplex quiddam esse, et quod με . Νομιζόμενον απλούν είναι και υπό του τυχόντος
υγιώς αναφέρεσθαι δύνασθαι το , Κύριε ο Θεός μου,
a quoνis recte possil proferri, illud videlicet : Do-
mine Deusmeus, in te speravi, salvum me fac. For επί σοί ήλπισα, σώσόν με, τάχα ου τοιούτον εστιν .
Lassis non ita se res habel. Qui namque in homine Ο γάρ επ' άνθρωπον ελπίζων , η επ' άλλο τι των
sperat, aut qui ob aliquid aliud mundanum efferlur, κατά τον βίον μετεωριζόμενος , οίον επί δυναστείαν,
pula, ob poleslalem , vel ob divilias, vel ob quid . και χρήματα, και τι των παρά τους πολλούς νομιζομένων
piam aliud eorum, guae inter res claras a multis re- είναι λαμπρών,
μου, επί ου δύναται
σοι ήλπισα. Παράγγελμα Κύριεέστιο Θεός
ειπείν· γάρ , μή
putantur, non potest dicere : Domine Deus meus , Β ελπίζειν επ' άρχοντας· και , Επικατάρατος άνθρω
in le operavi 8. Preceptum enim est , non oportere πος , ός την ελπίδα έχει επ' άνθρωπον . " Ωσπερ
in principibus sperare *; ei, Maledictus homo, φuί ουδε σέβειν άλλο τι παρά τον Θεόν προσήχεν, ούτες
conβdit in homine. Quemadmodum nec quidquam ουδε επί άλλον ελπίζειν ή επί τον Θεόν των πάν
aliud oportet preter Deum colere : sic nec in alio, των Κύριον. Ελπίς γάρ μου , φησί , και ύμνησις
quam in Dec 99 omnium Domino spein reponere. μου (53) ο Κύριος. Πώς δε πρώτον σωθήναι εύχετ .:
Spes enim mea, inquit, et cantatio mea Dominus 8ο. εκ των διωκόντων, είτα δυσθήναι ; Η διαστολή σαφή
Sed quomodo rogal , ut primum servetur a perse- ποιήσει τον λόγον. Σώσον γάρ με εκ πάντων των
quentibus , deinde , ut liberetur ? Puncti distinciίο διωκόντων με, και ρύσαι με , μη ποτε αρπάση ως
claram reddel sententiam. Salvum me fac et omnibus 1έων την ψυχήν μου. Τις ούν ή διαφορά του σώ
persequentibus me, 21 litera me, (VERS. 3) ne quando ζεσθαι και του δύεσθαι (32 ); " Οτι της σωτηρίας
ταρίαι ut leo animam meam. Que igitur differentia μεν κυρίως οι ασθενούντες χρήζουσι, του ρυσθήναι δε
inter servari et liberari ? Νimirum proprie salute oι εν τη αιχμαλωσία κατεχόμενοι. Διά τούτο και μεν
opus est debilibus : qui vero detinentur in captivi- εν εαυτώ έχων την ασθένειαν, εν εαυτώ δε λαβαν
tale,indigent ut liberentur. Propterea is quidem qui την πίστιν , υπό της οικείας πίστεως οικονομείται
per se debilis est, et tamen in se retinet fidem, per προς το σωθήναι. Η πίστις γάρ σου, φησί, σέσωκή
propriam idem ad salutem preparatur. Fides σε· και , Γενηθήτω σοι ώς επίστευσας . Ο δε
enim, inquit , ιμα le salram fecit 81; et, Fiat tibi οφείλων (55) ρυσθήναι τιμήν έξωθεν υπέρ αυτού κα.
είcut credidisti 81. Qui vero liberandus est, pretium τατεθήναι οφείλουσαν αναμένει. Ο τοίνυν υπό τον
pro se aliunde persolvendum exspectat. Itaque cui θάνατον ών, ειδώς, ότι είς και σώζων, εις ο λυτρούμε
imminel et impendet mors, is cum sibi conscius sit νος, Επί σοι , φησίν , ήλπισα , σώσόν με από της
salvatorem esse nnum, atque unum liberatorein, ait : ασθενείας , και ρύσαι με από της αιχμαλωσίας .
In le speravi, salvum me fac ab infirmilale, el libera Οίμαι δε , ότι οι γενναίοι του Θεού αθληται , ικανώς
me a capivitale . Existimo autem, strenuos Dei παρά πάντα τον εαυτών βίον τοίς αοράτους εχθρούς
athleias, qui cunι invisibilibus inimicis per omnein προσπαλαίσαντες, επειδάν πάσας αυτών υπεκφύγωσι
suam vitain valde colluctati sunt, postquam eorum τάς διώξεις, προς το τέλει του βίου γενόμενοι, ερευ
omnes insectationes efugerint , prope ville duenι νώνται υπό του άρχοντος του αιώνος , ένα , αν μεν
constituto3, a seculi principe ex:nninari, οι si re- ευρεθώσιν έχοντες τραύματα από των παλαισμάτων ,
periantur auι νulnera ex certaminibus, aut aliquas η σπίλους τινάς, και τύπους της αμαρτίας , κατασχε
laculas, aut peccati vestigia retinuisse , delineall- η θώσιν · εάν δε άτρωτοι ευρεθώσι και άσπιλοι, ως
Cur : sin autem invenianlur invulnerali et inteine- ακράτητοι όντες, ως ελεύθεροι υπό Χριστού αναπαύ
rati , a Christo tanquam invicii et liberi in requiem σωνται. Εύχεται ούν περί τε της ενταύθα ζωής και
transferantur . Oral igitur pro sila presenti et fu- περί της μελλούσης. Σώσον γάρ με, φησίν, ενταύθα
* Psalm . CXVII, 9. " Jerem . Xv11, 5. 50 Psal. Lxx, 5 , 6 . 5. Luc. vii, 50. " Malih . viii, 13.
(51) Vox you addita est ex Reg. serundo el Colh . vir eruditissimus Ducæus illa , Tropeúou els elpovov,
sexto . Ibidem editiones Paris. et Basil, tow oś . addita fuisse ex Oliv . et Anglicis : quæ verba legi
Deest of in mss. Uand longc illa, un outo , autpou - quoque in duobus Regiis mss. non dissimulamus .
μένου, μηδε σώζοντος , addunlar in Coluerinis Sed lamen , cum hæc verba in editione Basileensi
quarto el septiinu post voces Yuxov you . sed cum desint, etin plurimis mss., cumque praelerea seriem
esint in aliis sex ioss. videanturque e glossemale oralionis interrumpere videantur, expungenda ea
Duxisse, idcirco inserere ea contextui noluimus. censuimus.
(52) Codices aliquot gustival. Subinde in tribus (53) Sic seplem mss. æque ac editiones Paris , et
mss. legitur olxoôousita .. Editi vero ei-alii quidali Basil.' at Coll. marlus ei Calen : Corderiauja o
1ss. οικονομείται. Μox editio Paris. Σέσωκέ σε, θέλων .
πορεύoυ εις ειρήνην, και γενηθήτω, etc. Ubi notal
233 JIOMILIA IN PSALMUM VII. 234
από των διωκόντων (34)· ρύσαι δε με εκεί εν τω Α ιura . Salvum enim, inquit, me fac, hic a persequen
καιρώ της ερεύνης , μη ποτε αρπάση ώς λέων την tibus me ; libera me vero illic tempore examinis, ne
ψυχήν μου . Και ταύτα μάθους αν εξ αυτού του Κυ- quando ταμίαι ut leo animam meam. Ει haec ex ipso
ρίου λέγοντος περί τον καιρόν του πάθους : Νύν ο Domino discere potes, circa sue passionis tempus
άρχων του κόσμου τούτου έρχεται , και εν εμοί licente : Nunc princeps hujus mundi venir, et in me
έξει ουδέν. Αλλ' ο μεν, μη ποιήσας αμαρτίαν, non habebit quidquam63. Enimvero qui peccatum που
έλεγεν έχειν ουδέν ανθρώπω δε αυταρκες , εάν τολ- admiserat, nihil habere dicebat ; satis autem fuerit
μήση ειπείν , ότι "Έρχεται ο άρχων του κόσμου τού- ιοιnini , si audeal dicere : Venil princeps mundi
του, και εν εμοί εξει ολίγα και μικρά. Κίνδυνος δε ιujus, et in me liabetit pauca et parva, Αι pericul
ταύτα παθείν, εάν μή έχωμεν τον λυτρούμενον ημάς , Ium est ne haec accidant, nisi adsit qui redimat, et
μηδε τον σώζοντα. Προς τα δύο τα προκείμενα δύο salvos nos facial. Duobus propositis duo subjungun
εστι τα επαγόμενα : Σώσον με εκ του πλήθους των tur. Salvum me [ac ex multitudine persequentium nue,
διωκόντων με, και ρύσαι (55) , ίνα μη ποτε αρπα. et libera nme, ne quando rapiar, quisi μου sit φι:
σθώ, ως μη όντος λυτρουμένου . redimal.
3. Κύριε ο Θεός μου, ει εποίησα τούτο, ει έστιν , 3, VERS. 4 -6. Domine Deus meus, si feci istud, οι
αδικία εν χερσί μου, ει ανταπέδωκα τοίς αντα- ' est iniquitas in manibus meis, si reddidi relribuenti
ποδιδουσί μοι κακά, αποπέσoιμι άρα από των υus mihi mala, decidam ergo ab inimicis oneis inanis.
εχθρών μου κενός . Καταδιώξαι άρα ο εχθρός τήν Persequatur ergo inimicus animam meam, et com
ψυχήν μου, και καταλάβοι. Σύνηθες τη Γραφή το prehendat. Scriptura non solum recepto more re
της ανταποδόσεως όνομα ουκ επί των νομιζομένων, tributionis nomen usurpare solei, cum videlicet bo
ως υπάρξαντός τινος αγαθού η κακού, μόνον λαμβά- num aliquod aul malum precessit , sed in initio
νειν , αλλά και επί των προκαταρχομένων ως επί etiam actionυηι ; ut in loc loco : Retribue servo
του, Ανταπόδος τη δούλη σου. Αντί γάρ του ει- ιuo **. Cum enim dicere debuisset , tribue : dictum
πείν, Δός , είρηται, 'Ανταπόδος. Δόσεις μεν ούν έστιν est, Retribue. Dare igitur,initium est benefaciendi :
η καταρχή της ευποιίας,απόδοσις δε ή τού ίσου αν - reddere vero, actio ejus qui beneficium accepίι, par
τιμέτρησις παρά του ευ πεπονθότος (56)· ανταπόδοσις pari referentis ; retributio autem secundum quod
δε δευτερα τις αρχή και περίοδος των καταβαλλομέ- dam est principium, ac vicissitudo bonorum aut
νων είς τινας αγαθών ή κακών. Οίμαι δε , όταν αντί malorun 100 in quosdam collatorum. Mea quiden
της αιτήσεως οιονεί απαίτησίν τινα ποιούμενος ο λό- Sententia, cuin sermo pro petitione nomen adhibet
γος την ανταπόδοσιν επιζητή , τοιούτον τινα νούν παρ- φuasi repetitionis alicujus, el retributionem requirit,
ιστα ότι, Το παρά της φύσεως αναγκαίως όφειλό- talen) gueindarn sensuin prefert : Providentiae ac
μενον της επιμελείας χρέος τοϊς εγγόνους παρά των cure debitum, quod natura necessario a parentibus
γεννησάντων, τούτό μοι παράσχου. Χρεωστείται γάρ filiis delbetur, loc milhi exhibe. Liberis enim a palre
τέκνοις παρά πατρός κατά την φυσικής στοργήν ή secundum naturaleum annorem debetur rerum ad vi
περί του βίου πρόνοια. Οφείλουσι γάρ, φησίν, οι 1am pertineliutiumcura. Debent enim, inquit , paren
γονείς τοίς τέκνοις θησαυρίζειν, ίνα προς το ζην έτι les aliis thesaurizare 88, ut preter vita , adliuc et
και τας κατά τον βίον αυτοίς αφορμές παράσχωνται. vivendi subsidia eis subministrent. In primis actio
Τοιουτόν εστι πολλάκις επίτης Γραφής εν ταις προ- uibus sepe ad hunc mollumin Scripoura usurpatur
καταρκτικαίς ενεργείαις το απόδομα ή το ανταπόδομα redditio , seu relributio . Nunc autein propluela in eo
παραλαμβανόμενον. Νύν δε έoικε θαρρείν ο λέγων τω videtur confidere, quod nec reddiderit retribuenti
μη αντιδεδωκέναι τοίς ανταποδιδούσι κακά, μη αντ- bus mala , nec similia reddiderit. Itaque, Si fect
αποδεδωκέναι τα όμοια .Ει ούν εποίησα τούτο,και ει 1stud , el si reddidi retribuentibus mihi mala, decidam
ανταπέδωκα τοίς ανταποδιδουσί μοι κακά, αποπέ- ergo ab inimicis meis inanis. Inanis ab inimicis de
σoιμι άρα απότων εχθρών μου κενός . Κενός απο- cidit is , qui es gratia, quae ex plenitudine Cliristi
πίπτει από των εχθρών και της χάριτος της εκ του est , excidit. Persequatur igitur inimicus animam
πληρώματος του Χριστού έκπεσών. Καταδιώξαι άρα meam, et comprehendαι et conculcet in terra Bilani
ο εχθρός την ψυχήν μου, και καταλάβοι, και κα- meam. Justi quidem anima ab affectibus et consor
ταπατήσαι εις γην την ζωήν μου. Του μεν δικαίου είo corporis secreta , vitam habet cum Clhristo abs
η ψυχή , χωριζομένη της προς το σώμα συμπα- condilani in Deo , ut cum Apostolo dicere queat :
θείας (57), την ζωήν έχει κεκρυμμένην συν τω Χρι- Vivo autem jam non ego, visit veroin me Christus88,
» Joan. Χιν, 50. ** Γs:all. cχνη, 17. 18 1 Cor. 11, 14. 16 Gal. 1, 20.
(54) Sic quinque mss . Reg. unus et Colb . sexliis (56) Sic Colberlini quarlus el septimus cum Reg.
xataõlwxóvtwv. Editiones Biisil. et Paris. el Calena sexto . Alii qualvor mss . ciim editis nettovotos.
Corder. xatadlWXÓVtwv ye : sed illud , ue, in mullo Paulo post Cvib . quartus TT :sntei. Ibidem in eodem
ms. reperitur, nisi forle in un10 . Mox Reg . tertius m3. legilur traplotával. Mox duo niss. TéxvW . lloc
habet εύρίσκει pro εξει. ips0 in loco Col » . Sepιιηιις περί τον βίου .
(53) ( olb. quarius διωκόντων , και ρύσαι με. (57) Hic variant veteres libri unler se . In his legi .
Ibidein reperitur toő in aliquibus mss. anle au . Imr συναφείας : in illis, uti in editis, συμπαθείας.
Tpouuévou . Infra in uno vis . perinde ac in Calena Ibidem edilio Paris. { X ?1 thy : sed illa reperitiu
Corler. pro νομιζομένων legitur αντιδιδομένων articuli 11011 reperitur in miss . In aliquibus mss.
Onale. legitur συν Χριστώ
 253 S . BASILII MAGNI 26
N , Quod autem nunc ιιυο in carne, in fde vivo 87. Α στο εν τώ θεω· ώστε δύνασθαι λέγειν κατά τον 'Από
Peccatoris autem, et ejus , qui secundum carnem στoλον, ότι Zώ δε ουκέτι εγώ, ζη δε εν εμοί Χρο
vivit, corporeisque voluptatibus inquinatur, anima, στός · και , “ Ο δε νύν ζω εν σαρκι, εν πίστει ω .
1o carnis cupiditatibus tanquam in Julo volutatur : Του δε αμαρτωλού και κατά σάρκα ζώντος και συμ•
quam conculcalarm magis ac magis inimicus con- πεφυρμένου ταίς του σώματος ήδοναίς η ψυχή οίον εν
Daculare, et veluti lunmo ingesta obruere conatur, βορβορω τοις πάθεση της σαρκός εγκεκύλισται» ήν
irruens in jacentena, el suis pedibus illum in terra και καταπατών ο εχθρός επί πλέον εκμολύνειν και
prolerens, hoc est, in ipso corpore conculcans ejus, οιονεί καταχωννύειν φιλονεικεί,επιβαίνων το πεπτω
quilapsus est, vitara . Ει gloriam meamin pulserenι κότι, και τους εαυτού ποσί καταπατών εις γην, τουτ
deducat . Sanctorum enium qui in celis conversan- έστιν, εις το σώμα της ζωής του ολισθήσαντος . Και
tur, el sibi in liesauris sermpiterais bona conge- την δόξαν μου εις χούν κατασκηνώσαι. Των μεν
runt, gloria in celo est ; terrenorum vero el secun» αγίων το πολίτευμα εχόντων εν ουρανοίς , και θησα »
«fun carnen viveutium gloria in pulvere deniorari ριζόντων εαυτοίς εν τοις αιωνίοις θησαυρούς τα αγα
dicitur. Qui enim in opibus terrenis gloriatur, et Θά, η δόξα εστιν εν τοις ουρανοίς: τών δε χοϊκών και
Διοιminum honorein brevi tempore duraturum pro- κατά σάρκα ζώντων, η δόξα αυτών κατασκηνούν εις
sequitur, ac rerum corporalium copia confidit , is B τον χούν λέγεται. Ο γάρ επί τω χοϊκό πλούτο δοξα
sibi gloriam conciliat , non in celum tendentem, ζόμενος, και την ολιγοχρόνιον τιμήν των ανθρώπων
sed in pulvere perinaneniem . περιέπων, και ο επί τοις σωματικούς πλεονεκτήματα:
πεποιθώς, δόξαν εαυτό έχει, ουκ ανανεύουσαν εις
ουρανόν, αλλ' εις τον χούν εναπομένουσαν.
VERS. 7 . Ersurge , Domine, in ora tua : erallare Αναστηθι, Κύριε, εν οργή σου υψώθητι ( 58)
τη βnibus inimicorum meοrum. Mysterium resurre- εν τοις πέρασιτων εχθρών μου. Το μυστήριον της
clionis jam compleri exopial Propheta , ad peccati αναστάσεως ήδη ενεργείσθαι εύχεται ο Προφήτης εις
eorum abolitionem; aut eamin cruce exaltationen, αθέτησιν της αμαρτίας αυτών και την επί του σταυρου
que futara erat , postquam ad ultimum terminum ύψωσιν, ήτις γενήσεσθαι έμελλε μετά το εις τον έσχα
esset inimicorum malitia evects . Aυι etiam verbis τον όρον την κακίαν των εχθρών υψωθήναι. Η και
illis , Eraltare in tuibus inimicorum eorum, lalis το, Υψώθητι εν τοις πέρασι των εχθρών μου,
quedamsubjecta est nolio : nimirum, quantumlibel τοιούτόν τινα υποβάλλει νούν ότι όσον αν κορυφωθή ή
ascenderit nmalitia, eliamsi ad innensum pervene- κακία, και προέλθη επί το άμετρον και απεριόριστον
rit, seque in infiniton efulerit, ea quo polles vir- χυθείσα, τη περιουσία της δυνάμεως δύνασαι (59),
tutis abundantia , poles 10 , quemadmodum bonus - ώσπερ αγαθός ιατρός προκαταλαβών της νομής τα
medicus depascenlis morbi terminos proccupans , τέρατα, στήσαι την νόσον νεμομένην και έρπουσαν,
sistere morbum grassaulem ac serpeulen, el ejus και διακόψαι αυτής την συνέχειαν ταϊς παιδευτικαίς
continuilalem plagis luis objurgatoriis exscindere. COU Tanyais .
4 . Ει eisurge , Domine Deus meus, in prαcepίο 4. Και εξεγέρθητι, Κύριε ο Θεός μου, εν προσ .
quod mandasti. Polest Ibic serimo et ad resurre - τάγματι ώ ενετείλω. Δύναται μεν και επί το μυστή
ctionis mysteriumn referri : adeo ut Prophetajudicem ριον της αναστάσεως ο λόγος αναφέρεσθαι, παρακα
exhortetur, ut exsurgal ad cujuscunque pecc:nli ul- λούντος του Προφήτου εξεγερθήναι τον κριτήν εις εκ
tionem , et ad nmaudita que nobis ante prescripsit δίκησιν παντός αμαρτήματος, και τις προδιατετα
perficienda. 101 Polest quoque el de slatu rerum μένας ημίν εντολάς τελεσθήναι: δύναται δε και επί
Propliela, μι τωνc erat, accipi, ac si Deu rogel, uι την τότε κατάστασιν των πραγμάτων του Προφήτου
ad vindician precepti quod nandavit, exsurgal. λαμβάνεσθαι, παρακαλούντος εξεγερθήναι τόν Θεόν
Preceptun auten eral a Deo dilun : Honora patrem εις εκδίκησιν του προστάγματος ου ενετείλατο. Πρόσ
1uum et malream 58; quodipsum ejus alius jam fueral ταγμα δε ήν, Τίμα τον πατέρα σου και την μητέ
transgressus. Ideo Deum adliortatur, ut non cun- Dμα (60), παρά Θεού δεδομένον, όπερ παρέβη ο υιός
cianter et illum ipsum corrigat, et multos re- αυτού. Διό παρακαλεί εις αυτού τε εκείνου επανόρ
frenei : sed essurgat in ira , el exsurgens, pro- θωσιν και σωφρονισμών των πολλών μή μακροθυμεϊν
prium vindicel mandalum. Non cuiu, inquit, me τον Θεόν, αλλ' εγερθήναι έν οργή, και διαναστάντα
uleisceris , sed preceptunι ιuum neglectum , quod εκδικήσαι την ιδίαν εντολήν. Ου γαρ έμε, φησίν , έχ
ipse nanlasti. VERS. 8. Ει synagoga populorum δικήσεις, αλλά το πρόσταγμα το σον καταφρονηθέν,
circumidabil ic . Constat eniin fore, ut, castigato im- και αυτός ενετείλω. Και συναγωγή λαών κυκλώσει
probo uno , multi converlantur. Itque ejus malitiam σε. Δήλον δε ότι, ενός αδίκου σωφρονισθέντος , πολλοί
0 Gal. 11, 20. 88 Exod. xx, 12.
(58) Sic Colbertini quarlus el seplinius. Ma, derii male interpungitur. Nam illa , buvausws el
Tyúönti, etc., desiderantur in editis. Theodolio Gúvasai, virgula a se invicem disjunguntur : quie
év Quuo Š TCL tous ÈXO poús you, in furore super ini. Talien sine ulla virgula inter se conjuncta opor
micos meos. Reg . sexliis , Tūvėyopüv gou . Aliquanto cuerat. Collocauda fuerat virgula post verbum yu
post editio Paris , et Reg. sesius xo pãy gou TOLOÙ- Reisa. Interpunciio malo , quod lil,malam interpre .
tyy. Vulgatam el alias iiiss. seculi siinus. lationem peperil.
159) Hic locus lum in elitis , lum in Calena Cor- (60) Colb . quarlusprépa sov.
237 HOMILJA IN PSALMUM VII. 238
επιστρέψουσι. Την ούν τούτου πονηρίαν κόλασον, ίνα A puni, ut multa populorum synagoga le circumdel.
πολλή συναγωγή λαών κυκλώση σε. Και υπέρ ταύ- Ει propter hanc in allum regredere. Propter cir
της εις ύψος επιστρεψον. Υπέρ της κυκλούσης σε cumdantem le synagogam, quam, densittens te per
συναγωγής, ήν έκτήσω διά της κατά χάριν συγκατα- gratiam, et carneminduens, possedisti, regrederein
βάσεως και οικονομίας, επιστρεψον εις το ύψος της altitudinem gloria, guarm ante,nundi ortunn habebas.
δόξης, ήν είχες προ του τον κόσμον γενέσθαι. Κύριος VERS. 9. Dominusjudicabit populos. Multis Scripture
κρινεϊ λαούς. Πολλαχού της Γραφής και περί της κρί- Iocis de judicio inspersus est serimo, tanquam qui
σεως εγκατέσπαρται λόγος, ως αναγκαιότατος και maxime necessarius sit, servelque 10axime in pie
συνεκτικότατος εις διδασκαλίαν ευσεβείας τοίς εις lalis doctrina eos , qui in Deum per Jesum Christum
Θεόν διά Ιησού Χριστού πε πιστευκόσιν. Επειδή δε crediderunt. Quoniam autem diverse de judicio
πολυτρόπως και περί της κρίσεως έγγέγραπται λόγος , scripίus est serino, confusionem quamlam iis vide
δόξει τινά και σύγχυσιν έχειν τοις μή ακριβώς τα bitur parere, qui minus accurate has distinguunt
σημαινόμενα διαστέλλουσιν. Ο πιστεύων γαρ εις significationes . Qui enimcredit in me, non judicatur :
εμε ου κρίνεται και δε απιστών ήδη κέκριται Eί qui autem non credit, jamjudicatus est 88 . Quod si
δε και μη πιστεύων όμοιός ( 61) εστι τώ ασεβεί, πως is, qui non credit, similis est impio, quomodo dic
είρηται το μη αναστήσεσθαι ασεβείς εν κρίσει ; Και Β ιum est impios in judicio non esse resurrecturos60?
εί οι πιστεύοντες υιοι Θεού διά της πίστεως γεγόνασι, Ει si credentes, per idem facti sunt ilii Dei , ac
και διά τούτο άξιοί είσι του και αυτοί θεοί χρηματί- propterea digni sunt qui et si vocentur dii , quo
ζειν, πως Θεός έστη εν συναγωγή θεών, εν μέσω δέ modo Deus stabit in synagoga deorum, in medio
θεούς διακρινεί ; Αλλ' έoικε το κρίνεσθαι ποτέ μεν autern deos dijudicabit 61 ? Verum videtur aliquando
επί του (62) δοκιμάζεσθαι υπό της Γραφής παρα- judicare pro probare a Scriptura accipi : aliquando
λαμβάνεσθαι, ποτέ δε επί του κατακρίνεσθαι· επι vero pro condemnare. Sumitur quidem pro probare,
μεν του δοκιμάζεσθαι, ώς το ,Κρίνόν με , Κύριε, ότι verbi gratia , Judicα me, Domine, quoniam ego in
εγώ έν ακακία μου επορεύθη · επάγει γάρ εκεί- innocentia mea ingressus sum : ibi enim subjungit :
Δοκίμασόν με , Κύριε, και πείρασόν με» επί δε του Proba me , Domine, et lenta me62. Sumitur vero pro
κατακρίνεσθαι, ώς (63 ) το , Ει γάρ εαυτούς εκρίνο- condemnare , ut in illo : Quod si nosmetipsos judica
μεν, ουκ άν έκρινόμεθα· ει γάρεαυτούς εξητάζομεν, remus, non utique judicaremur 63 : si enim, inquit,
φησίν, ουκ άν κατακρίσει υπεβαλλόμεθα. Πάλιν εί- nosipsos perscrutaremur, condeinnationi nequaquam
ρηται κριθήσεσθαιτον Κύριον προς πάσανσάρκα (64): subjiceremur. Rursus dictum est Dominum cum
τουτέστιν, εν τω εξετασμό των βεβιωμένων εκάστω , omni carne judicium subiturum; id est, in exqui
εαυτόν υποβάλλει τη κρίσει, και τα εαυτου προστά. " renda ratione eorum quae cuique dum viveret, acia
γματα αντιπαρεξάγει τους πεπραγμένοις υπό των sunt, judicio se ipse subjicit, et sua precepta op
ημαρτηκότων, απολογούμενος μετά αποδείξεων, ότι ponit factis peccatorum, argumentis ac denionstra
πάντα τα εις αυτόν ήκοντα επί σωτηρία των κρινο lionibus excusans se, quod in salutem judicandorum
μένων πεποίηκεν, ίνα πειθόμενοι οι ημαρτηκότες ως οιmnia que ad se attinebant, fecerit, ut si qui pec
ένοχοι τοίς αμαρτήμασιν , αποδεχόμενοι την θείαν δι caverunt, ubi persuasuin fuerit sibi se peccatis ob
κην, εχόντες προσώνται (65) το επιβάλλον αυτοίς επι- μoxios esse, convenientein sibi penan , approllato
τίμιον. judicio divino, haud inviti perferant.
5. "Έστι δε και άλλο σημαινόμενον υπό τής του 5. Vox autem judicare Iiabet et aliam quoque
κρίνεσθαι φωνής, καθά φησιν ο Κύριος Βασίλισσα significationem , ut cum dicit Dominus : Regina
νότου εγερθήσεται εν τη κρίσει, και κατακρινεί αustri surget in judicio,et condemnabil generationen
την γενεάν ταύτην. Τους γάρ αποστρεφομένους την 1stam66. Qui enim divinam oversanlar doctrinam, el
θείαν διδασκαλίαν, και αφιλοκάλους, και παντελώς decorum honestuumque odio habent, et sapientiae do
απεστραμμένους τα παιδευτικά της σοφίας δόγματα, gmata ad docendum idonea 102 prorsus delestan
συγκρίσει και αντιπαραθέσει των κατά την ιδίαν γε - D ιur, postquam collati fuerint et comparati cum suis
νεαν επί τη περί τα καλά σπουδή διενεγκόντων, βα- αqualibus, qui rerum Donarum studio excelluerint,
ρυτέραν φησί λαμβάνειν την επί τοις παρεθείσι κα- lios dicit ob ea que omiserunt penaln graviorem
59 Ioan. II,18. 60 Psal. 1, 3. 61 Psal. LXXXI , 1. 63 Psal. XXV, 1 , 2, 631 Cor. ΧΙ, 31. • 6 March.
ΥΗ, 12 .
(61) Colb. quarius και αυτός pro όμοιος. Sabinde νεσθαι. Sed religio nobis fuit textum commutare
mss. Bonnulli διακρίνει. contra fidein omnium mss. qui constanter habenlxpl
(62) Non conveniunt inter se mss. hic et infra . θήσεσθαι. Fortassis non ineple verbura κρίνειν pos.
Alii habent ŠT có . Alii TE! tõ . Alij denique com sii lioc loco sumipro eo quod est. comparare, hac
elitis επί του. Ιbidem eliti κατακρίνεσθαι : sed sententia : Dictum est ilerum fore ut Dominus com
Iss. , si unum excipias, κατακρίνειν. parelur in judicio cum omni carne. El vero Domi.
(63) Sic Colb . quartus. Deest ús in edilis et in nus in judicio se ipse quodammodo comparabil cum
aliis mss. Paulo post edilio Paris . Olentácouev : crealuris . Hoc est : præcepla sua comparabil ein
sedl major pars miss. una cilin editione Basil. con - jis quæ in sua quisque vita yesserit.
τάζομεν . (63) Sic tres Inss . Editi vero πρόσoιντο. Col .
(64 ) Monel peritissinius vir Ducas ligi apuit quirtús tipolovtai, Reg. quarulis pólvto. Vox au
Jeremiani XXv , 31 , κρίνεται αυτός προς πάσαν τοίς «lees in elitis, Sell reperitur 10 mss. Mox ver
cáoxa . Hinc concludithic fortasse melius legi xpe. Wir illa , y tñ pijai, a ljecimus ex Eolb . quarto .
233 S. BASILII MAGNI 240
esse daturos . Arbitror autem omnes, quotquot hoc Α τάκρισιν. Οίμαι δε, ότι ουχ ομοίως κριθήσονται πάν
terrestre corpus recepere, peri modo a justo illo τες οι το γήινον τούτο σώμα αναλαβόντες παρά του
judice non esse judicandos, quod quae forinsecns δικαίου κριτού, διότι τα έξωθεν συμπίπτοντα εκάστερ
υnicuique lostrum accidunt, utpole Ionge inter se ημών παρά πολύ διαφέροντα παραλλαγήναι ποιεί την
diversa , uniuscujusque judicium varium efficiant. εκάστου κρίσιν ( 66). "Η γάρ βαρύνει ημίν τα αμαρ
Νam earum rerum concursus, qua in nostra nου τήματα, ή και κουφίζει ή των ουκ εφ' ημίν, αλλ'
sunt potestate, sed nos circundant vel invitos, Auι άκουσίως περιϊσταμένων ημάς συνδρομή. Υποκείσθω
aggravat peccata nostra, aut eficit leviora. Ponas γάρ πορνείαν είναι το κρινόμενον. Αλλά ταύτην ο
enim de stupro ferri judicium. Sed qui id admisit μέν τις ήμαρτε , πονηροίς ήθεσι το εξ αρχής έντε
beccati, pravis erat ab initio institulus moribus : θραμμένος και γάρ και υπό γονέων ασελγών εις τον
είquiden ex impudicis parentibus natus fuerat, et βίον παρήχθη, και συνανετράφη τη περί τα φαύλα
in fagiliorum consuetudine educalus,in ebrietatibus , συνηθεία, μέθαις και κώμους και αισχρούς διηγήμα
in comessationibus, in obscenis sermonibus. Contra, σιν . "Αλλος δε τις, πολλά έχων τα προκαλούμενα
aliquis alius quem plurima ad optima quoque se - αυτόν επί τα κάλλιστα, ανατροφήν, διδασκάλους,
clands invitabant , educatio, magistri, diviniores ακρόασιν λόγων (67) θειοτέρων, αναγνώσματα σωτή
serimones ab eo auditi, lectiones salutares, monita B ρια, νουθέτησιν γονέων, διηγήματα προς σεμνότητα
parentur, colloquia ad gravilalein et ad pudicilian και σωφροσύνην τυπούντα, δίαιταν κατεσταλμέντιν,
informantia , vicius Dioderatus : is si deinceps in είτα υπενεχθείς εις την ομοίαν αμαρτίαν τώ ετέρω,
simile peccatum atque alius delapsus est, nonne και διδούς λόγον των βεβιωμένων, πως ουχί βαρυτέ
vitae peracle rationen redditurus, penas graviores ρας παρά τον έτερον ο τοιούτος δικαίως τιμωρίας
quain alter jure optimo dabit ? Ille eniin ob id soluυ αξιωθήσεται ; Ο μεν γαρ εγκληθήσεται επί μόναις
Accusabitur, quod salutaribus subsidiis animo in- ταις εγκατεσπαρμέναις κατά τάς έννοιας σωτηρίους
spersis recle usus non sit : hic vero praeterea, ob αφορμαϊς, ως ου χρησάμενος αυταίς υγιώς : ο δε προς
id etiam, quod mulia ad salutein adjumenta nactus, τούτο και ως πολλής τυχών εις το σωθήναι συνερ
propter inleimperantiain et temporis brevissimi γείας, και δι' ακρασίας και την εν βραχυτάτω καιρώ
incuriam se ipse prodiderit. Similiter autem et qui απροσεξίαν προδεδωκώς εαυτόν. Ομοίως δε και ο εν
ab initio in pietate fail institutus, omnemque τρεφόμενος αρχήθεν τη ευσεβεία, και πάσαν διαστρο
in Dei dogmatis vitavit perversitatem , et qui φήν εκφυγών εν τοις περί Θεού δόγμασιν, εντρεφό
enutritus est in Dei lege, que omne accusat pecca- μενος δε και νόμω Θεού διαβάλλοντι πάσαν αμαρτίαν
Tum, et al contraria provocat , is non similein , και προκαλουμένω επί τα εναντία, ουχ ομοίαν έξει
habebit idololatrix excusationein, atque ille, qui a “ ειδωλολατρείας απολογίαν τώ από πατέρων ανόμων
parentibus exlegibus elucatus est, et a gentibus ανατεθραμμένω, και εθνών αρχήθεν (68) ειδωλολα
ilololatriam all exordio fuit edoclus. Dominus τρείν δεδιδαγμένων. Κύριος κρινει λαούς. "Αλλως
judicabit populos. Aliler Judgeum, aliler Scytham. τον Ιουδαίον, και άλλως τον Σχύθην. Ο μεν γάρ
le enim in lege acquiescil et in Deo gloriatur , ac επαναπαύεται νόμω, και καυχάται εν Θεώ, και δοκι
pobal meliora. Cum enim ex lege sit instruclus, ac μάζει τα διαφέροντα. Κατηχούμενος ών εκ του νό
reler communes Lotiones prophelica el leg:ilia μου , και προς ταίς κο:ναίς αεί εννοίαις κατεπαγόμε
scripta ei semper canleintur , eademque ab ips0 νος , και παιδευόμενος τα προφητικά και νομικά
eliscantur, si quidpiam preter jus admisisse inve- γράμματα, εάν ευρεθή πταίσας παρανόμως, πολλώ
iatur, inputata sibi peccata habebuntur longe βαρύτερα εξει λελογισμένα τα αμαρτήματα. Σκυθαι
graviora. Αι Scyllbar Nomades agrestibus el inha. δε Νομάδες, ανημέρους και απανθρώπους συντραφέν
nanis educati moribus, rapinis et contumelis muluis τες ήθεσιν, άρπαγαίς και βίαις ταις κατ' αλλήλων
1ssueli, irae impotentissimi, et in se invicem facil- ενειθισμένοι (69), ακρατώς μέν έχοντες θυμού, και
Time iracundia effervescentes, solili omnem conten- ευκόλως εις τους κατ’ αλλήλων παροξυσμούς ερεθιζο.
ionem ferro dirimere, sanguineque prelia Goire η μενοι, πάσαν δε φιλονεικίαν σιδήρο κρίνειν συνει
edocli, si quam Iumanitatem aut bonitatem sibi θισμένοι, και αίματι τάς μάχας λύειν δεδιδαγμένοι,
invicem ostenderint , per praeclara sua facinora εάν τι προς αλλήλους φιλάνθρωπος και χρηστών επι
vindictain acerbiorem nobis paran4. Judica me, δείξωνται, ήμίν βαρυτέραν διά των ιδίων κατορθωμά
Domine, secundum justitiam meam, ει secundum των την τιμωρίαν παρασκευάζουσι. Κρίνον με , Κύ
innocentiano mean super me . He: verba superbi ριε , κατά την δικαιοσύνης μου, και κατά την
aliquid , el quod precalioni Plarisei sese extollenlis ακακίαν μου επ' εμοί. Δόξει τι ο λόγος αλαζονικό
assimile sit, videbuntur habere : attamen candidle έχεις και παραπλήσιον τη ευχή του ύψούντος εαυτο
intmenti , Propleta ab hoc animo procul 103 allesse Φαρισαίου ευγνωμόνως δε σκοπούντι μακράν γενή
judicabitur. Julica me, Domine, inquit , secundum σεται της τοιαύτης διαθέσεως ο προφήτης. Κρίνη

(66) Reg. tertius habet γνώμην pro κρίσιν. Ιbidein
δu eolent colice legitur ήμών τα.
(67) Reg. tertius ακρόασιν λογίων. Statim codex
idcm σωτηρίας .
(68) Col . quartus εθνών εξ αρχής. Ιbidem editio
Paris. δεδιδαγμένων. Editio Basil. cum Regiis prino,
secundo el quario δεδιδαγμένω. Sullinde mss.
omnes κατηχούμενος ών. Editi κατηχούμενος ούν.
(69) Elilio Paris . ηθισμένοι. Elitίο Basil. ενη:
Οισμένοι. Αι πιss. tres ενειθισμένοι.
 241 HOMILIA IN PSALMUM VIJ. 212
με, Κύριε, φησι, κατά την δικαιοσύνην μου. Πο- A justitiam meam. Multiplex est , inquit, de justitia
λύς, φησίν, έστιν ο περί της δικαιοσύνης λόγος, και sermo, acjustitiae perfecte dnes captu sunt difficiles.
δυσέφικτα της τελείας δικαιοσύνης τα πέρατα. "Έστι Εst enim el angelorum justitia quindain, que liu
γάρο και αγγέλων δικαιοσύνη υπεραναβεβηκυία την manam Ionge superat : et si qua est virtus angelis
των ανθρώπων, και εί τις υπέρ αγγέλους δύναμις, Superior , justitiae praestantiam magnitudini sun
αναλογούσαν έχει τα μεγέθει και την της δικαιοσύνης congruentem label. Quin etiam est ipsiusmet Dei
υπεροχήν και αυτού του Θεού και δικαιοσύνη ή υπερ justitia , quæ omnem transcendit intelleclum , qua -
έχουσα πάντα νούν, άρρητος ούσα και ακατάληπτος que inefabilis est, omnique create nature incon
πάση τη γενητή (70) φύσει. preliensibilis.
6. Έμε ούν κρίνον, Κύριε, κατά την εμήν δι - 6. Me igitur judica, Domaine, secundum justitians
καιοσύνην· τουτέστι, την έφικτήν τοις ανθρώπους, meanm ; id est, ea , que ab honminibus acquiri po
και δυνατήν τοίς εν σαρκι ζώσι. Και κατά την ακα lest, quæque corum qui in carne vivunt, vires non
κίαν μου επ' εμοί. Ούτω γάρ μάλιστα συνίσταται superat. Ει secundum innocentians means super me.
ή διάθεσης του λέγοντας πολύ μακράν ούσα της φα- " Sic enim maxinue loquentis afectus procul a Pha
ρισαϊκής υπερηφανίας. 'Ακακίαν γάρ εαυτού ονομά risai arrogantia probalur distare. Eleniin innocent
ζει την οιονεί ακεραιότητα και απειρίαν των χρησί- tiam stain nominat, quasi simplicilatein, ac insci
μων εις γνώσιν, κατά το ειρημένον εν ταις Παροι- tiam eorum quae cognita utilia sunt : sicut in
μίαις, ότι "Ακακος πιστεύει παντί λόγω. Επεί ούν Proverliis dicitur : Innocens credit omni verbo 4 .
τ.ολλοίς άφυλάκτως περιπίπτομεν εξ απειρίας οι άν- Qιοιιiam itaque nos lioniues in multis incaule ex
θρωποι, παραιτείται τον Θεόν και αξιοί συγγνώμης imperilia offendimus , Deum rogat, petitque
τυχείν επί τη ακακία. Εκ δε τούτου δηλόν εστιν ότι veniam propter innocentiam assequalur. Inde 20.
ταπεινοφροσύνην του λέγοντας παρίστησι μάλλον η lem manifestum est Ioquentis humilitalen his dictis
υπερηφανίαν τα ειρημένα. Κρίνον γάρ με, φησι, magis indicari, quam superbiam. Judica me enin»,
κατά την εμήν δικαιοσύνης, και κρίνον με κατά inquit, secundum justitiam meam, et judica me
την ακακίαν τήν ούσαν επ' εμοί. Το μεν δικαίωμά secundum innocentiam in me exsistenlem. Ιtaque
μου τη ασθενεία παρεξετάζων της ανθρωπίνη. ούτω justitian quidem meam fragilitale humana adne
κρίνον με την δε απλότητα των τρόπων μου κατα- lieus, sic judica ne : niorum vero neoruna simpli
μαθών, μή ώς ( 71) εντρεχή με, μηδε ώς εύπερίβλε - C cilaleur doctus, one non ul sagncenι, μεQue ut in
πτον εις τά του κόσμου πράγματα, ούτως αμαρτάνον- mundi negoliis circumspectum , ita peccanlein
τα με καταδικάσης. Συντελεσθήτω δή πονηρία αμαρ- condenmnes. VERS. 10. Consummelur nunc ncquitia
τωλών. "Αντικρυς μαθητής έστι των ευαγγελικών γεccatorum. Hec qui precatur, procul dulbio evan
προσταγμάτων και ταυτα ευχόμενος . Προσεύχεται γαρ gelicorum prαceptorun discipulus est. Oral enior
υπέρ των επηρεαζόντων αυτών , αξιών πέρατα και όρω pro persequentibus ipsum, petitque ut ine et termino
τινί την πονηρίαν των αμαρτανόντων περιγραφήναι. quodam peccatorum inquilas circumscribatur.
" Ωσπερ αν εί τιςυπέρ των καμνόντων τοσώμα προσευ- Quemadmodum, si quis pro iis qui egro Sunι
χόμενος λέγοι: Συντελεσθήτω δή η νόσοςτων καμνόντων. corpore, deprecans, dicerel : Consummelur uunc
"Ινα γάρ με επιπλέονέρπουσα ώς(72) γάγγραινα νομήν agrotintium moribus. Eleni ne serpens latius
λαμβάνη ή αμαρτία ,εύχεται παρά Θεού, στήναι καιόρι- peccalυι », velut gaugrana ulterius depascatur, peti
σθήναι τηνεπί πλέον χύσιν τηςαμαρτίας, οαγαπώντους a Deo , υι sistatur, circuiuscribaturque amplior
εχθρούς αυτού, και καλώς ποιείν τους μισούντας βουλό - peccati efusio : quippe inimicos suos diligebat ,
μενος, και διά τούτο προσευχόμενος υπέρ των επηρεα- iisque quibus invisus erat, volebal benefacere, eι
ζόντων αυτόν. Και κατευθυνεις δίκαιον . Ευσής οδί- ideo precabalar pro persequentibus ipsum. Ει di
καιος ονομάζεται και ευθής ή (73) καρδία 1, κατωρθω• riges justum. Justus nominatur reclus : Item cor ,
μένη. Τί ούν βούλεταιενταύθα ή προσευχή τω Προφήτης virtute ornatum, νοcalur rectus. Quid igitur hic sibi
Εύχεται γαρ τον ήδη έχοντα την ευθύτητα κατευθύνε - νult Proplhelse precatio ? Oral enimut is quijam reclus
σθαι. Ου γαρ άν τις είπoι είναι τιέν το δικαίω σκολιών est, dirigalur. Nemo enim dixerit esse in justo quid
ουδε διεστραμμένον ουδε στραγγαλιώδες . Τάχα δε αναγ- quam obliquum,aut transversum,aultortuosum. For
καία υπέρ του δικαίου η αίτησις, ίνα το κατά πρόθεσιν Iassis autem necessaria est pro justo precauo, οι
αυτού ευθες και το αδιάστρoφoν της γνώμης, τούτο τη reclumanimi ejus propositum, mentisimmutalbilitas
παρά του Θεού χειραγωγία κατευθυνθή, ως μήτε υπό Dei ductu dirigantur, ne quando preinfirmilale a ve
ασθενείας αυτόν απονευσαι ποτε του οιονεί κανόνος itatis quasi canone leflectal, neve cum veritatis ini
της αληθείας (74), μήτε υπό του εχθρού της αλη- micus perversis dogmatis Jedit. Scruians corda et
σε Proν, Σιν, 15 .
(70) Variant fere inter se mss. lum , cum vox coniem me contemnes, non ut sagacem , neque, elc .
γεννητός occurrit . Scribitur enim in aliis codicibus Max Colb. Septinus επηρεαζόντων αυτώ.
cum duplici v : in aliis cun unico . Hoc loco edilio (72) Regii prinius el" leriius įT ! Tchsiov Tepoxá
Basil, el Regii primus el sexlus yavrti . Editio Pac TorovOA ÚS. Alii mss. iit editi.
ris . γεννητή . (75) Sic mss. cum editione Basil. Editio Paris.
( 71 ) Veriorium illorum, μή ώς, etc ., interprela- ευθύς ο..... ευθύς η .
liopein melius intelliges, si ea inverlas , hoc niodo ; (34) Coll). griailus xavbyos tis ejelas.
morum cero meorum simplicitatem docius, in peco.
 210 S. BASILII MAGNI 214
ranes Deus juste. Quandoquilent Scriptura multis A θείας τους ενδιαστρόφοις δόγμασι παραβλαβήναι.
in locis cor pro principali animae parle accipίι, re- Έτάζων καρδίας και νεφρούς ο Θεός δικαίως.
nes vero pro concupiscente , hic quoque idipsum 'Επειδή καρδίαν ή Γραφή πολλαχού επί του ηγεμονί
significat : nimiruun ,Judica me, Deus, tum ex meis κου παραλαμβάνει, νεφρούς δε πολλαχού επί του
circa pietatem dogmatis, tum ex motibus afectuum επιθυμητικού της ψυχής, και ενταύθα το αυτό ση
τηeorum : tu namque corda el renes perscrutaris . μαίνει ότι, ο Θεός, κρίνον με επί τε τοις δόγμα.
Scrutatio proprie est inquisitio , torinentis omnibus σιν οίς έχω περί της ευσεβείας, και επί τοις κινή
adjuncta, quam adversus examinandos adhibent ju- μασι τοις παθητικοίς · συ γαρ εί ο ετάζων καρδίας
dices, ut ii qui in se legunt postulala, id quod late- και νεφρούς. Eτασμός κυρίως εστιν ή μετά πασών
Dat, in medium vi dolorum proferant. Profecto in βασάνων προσαγομένη έρευνα παρά των κριτών τοις
judicis 104 examine omnis erroris experti tam εξεταζομένοις, ίνα οι κρύπτοντες παρ' εαυτοίς τα
cogitationes, quam actiones nostra expenduntur. επιζητούμενα τη ανάγκη των πόνων εις το εμφανές
Neino igitur verunm judicem preveniat, ante tenipus καταστήσωσι το λανθάνον. Εν γάρ τοις απαραλο
julicet nenio , Quoadusque veniat Dominus, qui et γίστοις εξετασμούς του κριτoυ ετάζονται μεν ημών
illuminabil absconditα tenebrarum, el manifestabil οι λογισμοί , ετάζονται δε και αι πράξεις. Μηδείς
consilia cordium 66. Ιtaque dum scrutalur carda et Β ούν προλαμβανέτω (73) τον αληθινόν κριτήν, μηδε
renes Deus, suain ostendit justitiam. Ει quidem exa- προ καιρού τις κρινέτω, "Εως αν έλθη ο Κύριος, ός
minatum est cor Abrahie , 2n Deuin ex Iota sua ani- και φωτίσει τα κρυπτά του σκότους, και φανε
ma et ex foto corde diligeret, quando jussus est ρώσει τάς βουλής των καρδιών . Εν ούν τωετάζειν
Isaac pro Isolocausto oferre : ut compertum essel καρδίας και νεφρούς ο Θεός το εαυτού δίκαιον ανα
alium suum ab ipso supra Denim non amari. Exa- φαίνει. Ήτάσθη μεν ούν ή καρδία του Αβραάμ, ει
minatus est autem et Jacob, fratris insidiis petilus, αγαπά τον Θεόν εξ όλης της ψυχής αυτού , και εξ
ut fraterna ipsius charitas inter tanta Esau peccata όλης της καρδίας, ότε εκελεύσθη ολοκαύτωμα ανενεγ
nihilo remissior appareret. Itaquelorum corda exa- κεϊν τον Ισαάκ, ίνα φανή , ότι ουκ αγαπά τον υιόν
mini fuere subjecta. Quin et renes Josephi expensi υπέρ τον Θεόν· ήτάσθη δε και Ιακώβ επιβουλευόμε
fuerunt, quando, lasciva domina amore ejus insa- νος υπό του αδελφού , ίνα λάμψη εν τοσούτοις αμαρ
niente, voluptali turpissime honestatem pudicilie τήμασι του Ησαύ μή άμβλυνομένη αυτού ή φιλαδελ
pretulit. Ιdeo autem probatus est, ut communi con- φία. Τούτων μεν ούν αι καρδίαι ήτάσθησαν: νεφροί
sensu spectatores judicii Dei falerentur jure ei de- δε τάσθησαν του Ιωσήφ, ότε, επιμανείσης αυτό της
ferri Ilonorem, quod illius castitas in magnis peri- ακoλάστου δεσποίνης, το σεμνόν της σωφροσύνης της
culis mirum in moduin eluxisset. C ασχήμονος ηδονής προετίμησεν. Εις τούτο δε (76)
ήτάσθη, ίνα οι θεαται της κρίσεως του Θεού συνθώνται δικαίως απονεμομένην αυτή την τιμήν, διά το
ένα μεγάλους δοκιμαστηρίοις υπερλάμψαι αυτού την σεμνότητα .
7. VERS. 1. Αugilium meumn a Domino, Proprie 7. Η βοήθειά μου παρά του Θεού. Κυρίως εν
qui oppugnantur, adversus impelus hostiles in bel- πολέμους κατά τας εφόδους των εναντίων τάς βοη
lis auxilium querunt. Ει hic itaque invisibiles suos θείας επιζητούσαν οι τιoλεμούμενοι. Και ενταύθα τοί
inianicos sentiens quispiani , periculumque quod sibi νυν και των αοράτων εχθρών εαυτου επαισθανόμενος ,
ab inimicisipsum circunsedentibus impendet, in- και τον έφεστώτα αυτώ κίνδυνος παρά των περιστρα
Tuens , dicet : Auxilium meum non ex divitiis, ne- τοπεδευομένων αυτον πολεμίων ορών, έρεί • Η βοή
que ex ullo corporali subsidio, neque ex potentia, Θειά μου ουκ εκ πλούτου , ουδέ έκ σωματικών αφορ
auι τηeis viribus, neque ex ulla cognatione humana, μών, ουδε εν δυνάμεως και ισχύος έμής, ουδέ εκ.
sed Auxilium meum a Domino. Quale autem mittal συγγενείας ανθρωπίνης, αλλ' Η βοήθειά μου παρά
auxilium tinuentibus se Donlinus, alibi a psalmo di- του Θεού. Ποταπήν δε συμμαχίας αποστέλλει τοις
dicimus dicente : Immittel angelus Domini in cir- φοβουμένοις αυτόν ο Κύριος, αλλαχού μεμαθήκαμεν
cuitu timentium eum, et eripiet eos 67 . Ει alibi : Αn. του ψαλμού λέγοντος · Παρεμβαλεί άγγελος Κυρίου
gelus qui eruit me 68. Qui saltos facit reclos corde . κύκλω των φοβουμένων αυτών , και ρύσεται αυ
Rectus corde is est , cujus animus neque ad exces- τούς· και αλλαχού: “ Ο άγγελος ο ρυόμενός με.
sum, neque ad defecturn vergit, sed ad mediumvir- D Tού σώζοντος τους ευθείς τη καρδία. Ευθύς
tutis dirigitur. Qui enim a fortitudine ad minora εστι ( 77) τη καρδία και τον λογισμόν μη έχων δέποντα
leflectit, timiditate pervertitur ; qui vero ad ma- προς υπερβολήν μηδε έλλειψιν , αλλ' απευθυνόμενος
jora progreditur , delabitur in audaciam. Quan - προς το μέσον της αρετής. Ο γάρ από της ανδρίας
olorem hujuscemodi homines qui a medio aberrant επί το έλαττον παρεκκλίνας κατά δειλίαν διαστρέφε
vel excessu, vel defectu, obliquos el obtorios Seri- ται · ο δε επί πλέον υπερταθείς επί την θρασύτητα
plura nominal 69 . Quemadmodum enim linea obli- αποκλίνει. Διόπερ τούτους σκολιούς ή Γραφή ονομά
• 1 Cor. ιν, 3. 67 Psal. XXXι,8. 68 Gen. 11.11, 16. 69 Levil. ΧΧν1, 21..
(73) Colb. quarius προλαβέτω. επαισθόμενος. 11.fra Reg. tertius των στρατοπεδευο
(76) Reg. Tertius εις τοσούτον δέ. ΑΙίηι.ιω :) μένων.
Coll. quailus conoclas T,2005!V. Mox islem ausa l ii) Reg. tertius ct Coll. quartus ajons ¢ot!.
245 HOMILIA IN PSALMUM VII. 246
ζει, τους ταίς υπερβολαίς και ελλείψεσι του μέσου A qua fit, cum ejus reclitudo modoin convexum, mod's
διαμαρτάνοντας. " Ωσπερ γάρ σχολιά γραμμή γίνε- in concavum difringitur : Sic etiam obliquum cor
ται, ποτέ μεν επί το κυρτόν , ποτέ δε επί το κοίλον est, quod nunc per jactantiam arrogantiamque ef
της ευθείας διακλασθείσης ούτω και σχολιά καρδία, fertur, nunc autein per molestias et animi demis
νύν μεν ύψουμένη δι' αλαζονείαν, νύν δε ταπεινου - sionem dejicitur. Ιdeo Ecclesiastes ail : Perversunt
μένη διά λύπας και συστολάς . Διόπερ φησίν ο Έκ- non dirigetur 10. VERS. 12. Deus judes justus, et for.
κλησιαστής , ότι Διεστραμμένον (78) ου κατευθυν- tis, et Ionganimis, et non iram adducens per singulos
θήσεται. Ο Θεός κριτής δίκαιος και ισχυρός και dies. Ηos qui aliquando ob rerunt eventus turbaudi
μακρόθυμος, και μη οργήν επάγων καθ' εκάστην erant vellementius adoriens Propluela, hoc dicere
ημέραν ( 79 ). Τούτο έoικεν αποτεινόμενος προς τους videtur , veluti sedans hominum perturbationem, ne
ποτε ( 80) ταραχθησομένους επι τοίς συμβεβηκόσιν o quando providentiae universa moleranti difidant ,
Προφήτης διαλέγεσθαι, οιονεί καταστέλλων των αν- cum viderint patrem, filio in eum insurgente, insul
θρώπων την ταραχήν, μήποτε απιστήσωσι (81) τη ιum relinqui, et nequiliam 105 Alisslouis in iis
περί των όλων προνοία , ορώντες ανεκδίκητον πατέρα que proposuerat feliciter procedere . Itaque stoli
επί υιού επαναστάσει, και την πονηρίαν του 'Αβεσ- das eorum cogitationes corrigens, id eis testimonii
σαλώμ ευοδουμένην εν οίς προέθετο. Διορθούμενος ούν B dedit : Deus judes justus et fortis, et Ionganimis,ει
αυτών το εν τοις λογισμούς ανόητον, διεμαρτύρατο ηοη ίram adduces per singulos dies. Nihil teliere
αυτοίς : “ Ο Θεός κριτής δίκαιος και ισχυρός και fit eorum que geruntur : sed cuilibel Deus ea men
μακρόθυμος , και μη οργήν επάγων καθ' εκάστην sura rependet, qua prior in hac vita actiones suas
ημέραν. Ουκ ακρίτως τι γίνεται τών γινομένων, fuerit dimensus. Quoιuiana igitur peccatum ego ad
αλλά τοις εκάστου μέτρους αντιμετρεί ο Θεός, οίς nisi, pro meo merito vicem recipio . Nolite ergo
προλαβών απεμέτρησε τας κατά τον βίον πράξεις. Ιoqui adversus Deuminiquitatem11 : Deus enim est
'Επεί ούν πέπρακται μoί τις αμαρτία, κατά την judes justus. Νeque ita abjecte de Duo cogitaverilis,
αξίαν την εμαυτού αντιλαμβάνω. Μή τοίνυν λαλείτε ipsum ad ultionem sunmendam invalidum esse ut
κατά του Θεού αδικίαν · ο γάρ Θεός κριτής δε- arbitremini : nam est et fortis. Οuid igitur causso
καιος (82). Μηδε ούτω ταπεινώς διανοείσθε περί est, quod non slatiin penain infligal peccantibus ?
Θεού, ώστε οίεσθαι αυτόν ατονείν προς την εκδίκη Quoniam longaninis est, Non iram adducens per
σιν · και γάρ και ισχυρός έστι. Τίς ούν η αιτία του singulos dies. VERS . 33. Nisi conversi fuerilis, gla
μη ταχείαν επάγεσθαι τοις αμαρτάνουσι την τιμω- dium suum vibrabil. Minax est ille serimo, ad con
ρίαν; Διότι μακρόθυμός εστι, Μή οργήν επάγων , versionem inducens Lardos ad penitentiam. Non
καθ' εκάστην ημέραν. Εάν μή επιστραφήτε την " slalin minatur vulnera , plagas, mories : sed ar
ρομφαίαν αυτού στιλβώσει. 'Απειλητικός ο λόγος, morum vibrationen velut apparatum quemila η Od

είς επιστροφήν ενάγων τους βραδείς εις μετάνοιαν. ultionem. Quemadmodum enim qui lergunt arina ,
Ουκ ευθύς απειλεί τα τραύματα και τις πληγές και suum ad bellum impetum per lioc significant : sie
et Scriptura ubi Dei ad ultionem uolum vuli osten
τους θανάτους, αλλά στίλβωσιν όπλων, και οιονεί πα.
ρασκευήν τινα προς την άμυναν. "Ωσπερ γάρ οι dere, ab ipso vibrari gladiuin dixit : Arcumsuum
διασμήχοντες τα όπλα την επι τον πόλεμον ορμήν tetendit , el parasil illum, (NERS. 14) et in eo parasil
διά τούτου παραδηλούσιν, ούτω και του Θεού την νασα mortis. Non Dervus quispiam est qui arcunι
επί το (85) τιμωρείσθαι κίνησιν έμφήναι βουλόμενος lendau Dei, sed puniendi potentia, que aliquando in
ο λόγος, στιλβούν έφησεν αυτού την ρομφαίαν. Το tensa est, aliquando vero renissa. Peccanti igitur
τόξον αυτού ενέτεινε, και ητοίμασεν αυτό, και εν Scriptura nitialur futura supplicia sibi preparala.
10 Eccle. 1, 15. 11 Psal. LΧΧιν, 6.
(78) Διεστραμμένον , etc . Respexit Basilius ad quod . dem est ac patiens, qui Grace dicitur μακρό
sensum Ecclesiastæ , non ejus verba retulit. Hæc , quyos. Tertia quoque interprelatio adjecta est :
autem sunt 1, 15 : Διεστραμμένον ου δυνήσεται επι- Nunguid irascitur per singulos dies ? quod, sive LΧΧ,
κοσμηθήναι, Perversum non poterit adornari. sive alius quispiam interpretaliis sil, non quasi per
(79) Chrysostomus, και δε Εβραίος , κατά πάσαν interrogationem intellexit, sed per negationem, sic :
Çwtv. Sed aliter legimus in Hexaplis : 'E6 paios el non irascilur per singulos dies , el sine interroga
ζωωνή : melius, ζωώμ. Αldii Clrysostomus : άλλος, tione intelligere videntur Basilius, Theodorus AD
ársacúuevos. Alium autem illum interprelem Aqui- tiochenus, Theodorelus, et de nostris Augusti .
lain esse, ex iisden) Hexaplis discimus. Montfauco - nus, , elc.
nius noster laudat Agellium , qui ila in hunc locum (80) Colb . quartus προς τους ποτε. Editi et reli
edisserit. « Deus judex justus, ſortis et paliens : qui omnes mss. Topds tous cóta.
nunquid irasc:lur per singulos dies ? Obscurior est (81) Colb. quarius à TILGTH Owusv. Mox edili cum
hic versus, el obscuritateum fecit, nisi fallor, diver- Colb. septimo προσέθετο. Αlii Sex iss. προέθετο.
Saruminterpretation0 m, quod i0 editione LXX se- Aliquanto post eliti cum majori parte Iss. τοίς
lel accidere, congestio . Nam verbum , forlis, non εκάστου μέτρους . Duo us. τοις εκάστω μέτρους.
estLXX , 0118ijuam enim in Psalmis sic solent redde (82) ΠΙ::, και ισχυρός και μακρόθυμος, allic
lalione sumplum , qui solei loxupón forlem inter - x2:05.
pretari. Prieierea alterum nomen quod sequilur, et (83 ) Mss. non pauci Šri to . Verba illa, xa !
γαιiens, ex altera interpretatione manavit , compre- ήτοίμασεν αυτό, και εν αυτώ ήτοίμασε σκεύη θα
hendens juo Hebræa verba el zoem , nun irascens, vá :9 ), addidimus ex Colbertinis quarto el soylimo.
9 ;7 S . BASILII MAGNI 215
esse , si in peccato permanserit. Parala sunt enim in Α αυτώ ήτοίμασε σκεύη θανατου. Ου νευρα τις έστιν ή
arcu vas2 inortis . Vasa autem mortis, virtules'sunt, διατείνουσα το τόξον του Θεού, αλλά κολαστική δύνα.
que Dei inimicos exterminant. Sagittas εμας ar- μις, ποτέ μεν εντεινομένη , ποτέ δε ανιεμένη. Το ούν
dentibus effecit. Οι enimignis ob materiam ustioni αμαρτάνοντι απειλεί ο λόγος , ότι έτοιμα αυτό εστι
idonearm a Creatore conditus est ; non enim propter τα μέλλοντα εις κόλασιν αποπέμπεσθαι, εάν επιμένη
adamantem qui ab igne non absummitur, sed propler τη αμαρτία . Ητοιμασται γαρ εν τω τόξω σκεύη θα
ligna damne suscipiende apta, creatus est : ita νάτου . Σκεύη δε θανάτου δυνάμεις εισίν αφανιστικα:
et sagitte Dei ob eas anias, quae facile iguerm con- των εχθρών του Θεού . Τα βέλη αυτού τους καιομένοις
cipίunt, multumque collegerunt ejus substantie , εξειργάσατο . " Ωσπερ το πυρ τη κατομένη ύλη παρά
que terrena est , et ad interitum illones, ab ipso του κτίσαντος εξειργάσθη· ου γαρ δια τον αδάμαντα
effecta sunt. Qui igitur ignitas diaboli sagittas prius εκτίσθη τον μή τηκόμενον υπό του τυοος, αλλά διά
recipiunt, ac intra se retinent, ii Dei excipiunt sa- τα ξύλα τα κατακαιόμενα· ούτω και τα του θεού
gillas. Idcirco ait : Sagitιαε εμας jani ardentibus βέλη ταις ευκαταπρήστους ψυχαίς, ών πολύ το υλι
efecit. Alurunt autemaimano anores ad carnem κον και το προς αφανισμών επιτήδειον συνείλεκται,
Spectanles, opum cupiditas , ire stainles , et ea παρ' αυτού κατειργάσθη. Οι ούν προλαβόντες και
giae animumn urit absumiίque tristitia, et alieni a B έχοντες εν εαυτοίς τα πεπυρωμένα βέλη του διαβό
Deo tiinores. Qui autem est abinimici sagittis ille- λου (84), ούτοι δέχονται τα βέλη του Θεού . Διά τούτο
st: , Deique indulus est armaturam, a leliferis sa - φησι• Τα βέλη αυτού τοίς ήδη καιομένοις έξεις
gilis intaclus permanet. γάσατο. Καίoυσι δε ψυχήν έρωτες σαρκικοί , και
επιθυμίαι χρημάτων, και διάπυροι οργαι, και λύπαι φλέγουσαι και εκτέχουσαι την ψυχήν, και φόβοι οι
αλλότριοι του Θεού . Ο μέντοι άτρωτος υπό των του εχθρού βελών, και ενδεδυμένος την πανοπλίαν του
Θεού, των θανατηφόρων βελών άπειρατος διαμένει.
8. VERS. 15. Ecce parturiil injustitiam, concepit 8. Ιδού ωδίνησεν αδικίαν , συνέλαβε πόνο ,
dolorem, et peperit iniquitatem. Ει quidem , quod και έτεκεν ανομίαν. "Ως μεν προς την τάξιν δοκεί
ad ordinem pertinet, confusa videntur esse hacc συγκεχυμένως η λέξις έχειν · επειδή πρώτον αι
verba. Nam primum concipiunt pregnantes, deinde κύουσαι συλλαμβάνουσιν, είτα ώδίνουσι , τελευταίον
parturiunt , postremo pariunt. Ηic vero primum , δε τίκτουσιν (85): ενταύθα δε πρώτον η ωδίν, είτα ή
puerperii dolores fiunt, deinde concepίio, postre- “ σύλληψις , είτα ο τοκετός · προς δε την της καρδίας
num partus. At litec cordis conceptionem signifi- σύλληψιν εμφαντικώτατα έχει. Αί γάρ άλογοι των
cantissime explicant. Irrationales enim incontinen- ακoλάστων ορμαι και αι μανικαι και παροιστρώσαι
tiumimpetus , insaneque ac furentes 106 libidi- επιθυμίαι ωδίνες ελέχθησαν, διά το μετά οξύτητος
nes, dicuntur puerperii dolores, eo quod cum velo- και πόνου εγγίνεσθαι τη ψυχή. Κατά δε την τοιαύ
citale et dolore in anima innascantur. Qui autein την ορμήν, ο περικρατής των πονηρών μη γενόμενος
ob talemimpetum pravis succubuίι cogitationibus , βουλευμάτων συνέλαβε πόνος και ο τήν εν τη καρ
is dolorem concepίι : et qui cordis malicium per ini- δία κακίαν δια των πονηρών πράξεων εκκαύσας (86)
quas actiones incendit, is peperit iniquitatem. Vide- έτεκε την ανομίαν. "Έοικε δε ταύτα λέγειν αισχυνό
ur autem haec dicere, quod euin pudeal esse iniqui μενος επί τω πατήρ είναι παιδός παρανόμου . Ούα
filii patreo. Non meius , inquit, ilius est , sed ejus έμος , φησίν, ο παίς, αλλά του πατρός γέγονεν υιός .
patris factus est filius , cui se in adoptionem per ώ διά της αμαρτίας εαυτόν εισεποίησε. Διότι κατά
peccatum ancipavit. Νam secundum Joannem : τον Ιωάννην, “ Ο ποιών την αμαρτίαν εκ του δια
Quί facit peccatum, et diabolo natus est 15. Ecce igi. Cόλου γεγέννηται. Ιδού ούν ωδίνησεν αυτόν διά της
tur eum parturiil diabolus per iniquitatem, et con• η αδικίας, και συνέλαβεν αυτόν, οιονεί εν τοις οικειοτά
cepit ipsum : lioc est, in penitissimis sui ipsius re- " τους εαυτού υπό τα σπλάγχνα της ιδίας διαθέσεως
cessibus detentum sub viscera proprii afectus per- ήγαγε και εκυοφόρησεν αυτόν ο διάβολος : είτα απ
Traxit, ac eo gravidus, tum denuin peperit, cum in εγέννησεν αυτόν,έκφανή την ανομίαν αυτού καταστή
apertumillius protulit iniquitatem : siquidem ejus σας , διότι πάσι προεκηρύχθη η κατά του πατρός
in patrem rebellio denuntiala omnibus est per pre- επανάστασης. Λάκκον ώρυξε, και αν έσκαψεν αυ
covem. VERS. 16. Lacum aperuit, el efodit eum. Νο- τόν. Ου πάνυ επί καλού ευρίσκομεν το όνομα του
nien lacus in divinis Scripturis non admodum in λάκκου τεταγμένον εν ταις θείαις Γραφείς: ώς ουδε
bonam parleni iuvenimis acceplum; sicut Deque το φρέαρ ύδατος επί χειρονος. Λάκκος μεν γάρ έστιν
11 Ioan, 50, 8.
(84) Coll». septimuslabel πονηρού pro διαβόλου. J . γενόμενος . Particula μή deest in aliis quatuor mss.
ind, ėEsipyásato, deestin editis : sed addilum est ex (86 ) Sic codices septem . Editio Parisiensis įyxaj
Iribus niss. Ibidem legitur in editis pl in nonnullis 615. Censel vir linguæ Græcæ scientissimus Combe
miss. ÉTELOvula : sed legitur in majori parle mss. ¿ 71l lisius įyxuñoas hic legendum esse. Sed ejus conje .
θυμίαι. Paulo post mss. plerique ournes οι αλλό. cluram non sequimur, non quod displiceal, imopla
TcLOL. Deest articulus in excusis . cel maxime, sed quod nullius ms. auctoritate inni
(83) Editio Basil. el sex mss. sic habent : επειδή : lur. Aliquanto post editio Paris. υίος εκείνου ώ :
πρώτον αι χύουσαι συλλαμβάνουσι, τελευταίον δε ώδί- Sed iss. omnes υιός ώ , bene. Subinde Reg . prints
νουσιν, είτα τίκτουσιν. Editio Paris. el Reg. tertius ut et Colo. Septimus διαβόλου γεγένηται
in lexlu . Jufra edili el Regii primus el sexlus un
 919 HOMILIA I IN PSALMUM XIV . 230
εις ον εβλήθη υπό των αδελφών αυτού Ιωσήφ. Και A poteus aquae in nialam. Lacus enim est, in quent a
ότε πατάσσεται (87) 'Από πρωτόκου Φαραώ έως suis fratrilbus conjectus est Joseph. Ει cum cedes
πρωτοτόκου της αιχμαλώτιδος της εν τω λάκκω. facta est A primogenito Pharaonis, usque ad pri.
Και εν τοις Ψαλμοίς : Προσευλογίσθην μετά των mogenitum captisde in lacu 8. Ει in Psalmis :
καταβαινόντων εις λάκκον . Και εν τω Ιερεμία Estimatus sumcum descendentibusin acum75. Ει in
φησίν: 'Eμε εγκατέλιπον πηγήν ύδατος ζώντος, Jeremia : Me fontem aquae vivar, inquit, derelique
και ώρυξαν εαυτοίς λάκκους συντετριμμένους, runt, et foderunt sibi lacus contritos, qui non pole
οι ου δυνήσονται ύδωρ (88) συνέχειν. Αλλά και τual continere aquam '8. Atque etiamin Daniele la .
ρίπτεται Δανιήλ. Φρέαρ δε ορύσσει 'Αβραάμ και οι ipse. Puleum autem effodii Abraliam : ileim pueri
παίδες του Ισαάκ καιεπί φρέαρ εξελθών ανεπαύετο Isaac : et ad puteuin progressus requiescebat Mo
Μωύσης. Και εντολήν λαμβάνομεν από του Σολομών- ses . Ει jubetur a Salonione aquain bibere ex no
τος πίνειν ύδατα από ημετέρων αγγείων και από Stris Vasis, et ex uteorum nostrorum fonde 16. Quin
ημετέρων φρεάτων πηγής. Και ο Σωτήρ παρά τω etiam Salvator ipse juxta puleum cum Samaritania
φρέατι τη Σαμαρείτιδι περί θείων μυστηρίων διαλέ- le divinis mysteriis disserit. Causam vero cur lacus
γεται. Την δε αιτίαν του επί χειρόνων μεν τους λάχ- Bin peius, pulei vero in melius usurpentur, Ilianc esse
κους τετάχθαι, επί κρειττόνων δε τα φρέατα, νομί- existinasmus ; φuod aqua in lacubus sit adventitia ,
ζομεν ταύτην υπάρχειν · επίκτητον το ύδωρ εν τοις quippe que e colo cadat : in pleis vero aquarum
λάκκους , πίπτον εξ ουρανού · εν δε τοις φρέασι φλέβες vene, antequamIoca effodiantur, aggesta humo ol
υδάτων κεχωσμέναι, πριν ορυχθήναι τους τόπους, rule, jam se prodant, si niolo aggeres eas legen
φανερούνται , περιαιρεθέντων των επικαλυπτόντων tes, aut alia quevis incumbens substantia , quae
χωμάτων, και οιασδήποτε ουσίας επικειμένης, ήτις ipsaniel ιοιο terra est, submoveantur. Ει vero re
πάσα εστι γη . Και εν ταις ψυχαίς τοίνυν εστιν οιονεί Iati fossa est in animalus, in quas cadunt opina ,
όρυγμα, εν αίς καταπίπτει τα κρείττονα μεταβάλ - que nutanlar el adulterantur, cum, cum quispian
λοντα και παραχαραττόμενα , ότε τις τας περί των honesti reciίque cogitationes sibi illapsas pellit, eas
καλών εννοίας πεσούσας εις αυτόν τρέπει , επί το ad pejora , et ad ea quae veritati adversantur, distor
κακουργότερον αυτάς διαστρέφων, και επί τά έναν- quens : quippe nullum Donumfamiliare ac proprium
τία τη αληθεία, ουδέν οικείον βεβουλευμένος έχειν κα- habere statuit. Contra, polei sunt in anima, cuin
λόν . Και πάλιν φρέατα, ότε, περιαιρεθέντων ( 89) Ιus, vitiis qua integebant ablatis, afulgel, el fous
των επικαλυπτόντων χειρόνων, αναλάμπει φως και , aque quae per sermonerm el dogmata polui dari po
πηγή ύδατος εν λόγω και δόγμασι ποτίμου. Διά τούτο ° 1est. Quapropier est unicuique necesse, sibi puleuta
έκαστον εαυτό φρέαρ κατασκευάσαι αναγκαίον, ίνα preparare, ut maudatum memoratum servel, que
τηρήση την προειρημένην εντολήν τήν λέγουσαν: dicitur : Bibe αφuας de fuis rasis, et de puteorum
Πίνε ύδατα από σών αγγείων, και από σών φρεά- tuorum (onle 11. Sic enim prius appellabimur Glii
των πηγής. Ούτω γαρ χρηματίσομεν τέχνα των ορυ- paleos effodientium, Albrahe, el Isaac, el Jacob.
ξάντων τα φρέατα, 'Αβραάμ και Ισαάκ και Ιακώβ. Lacus aulerm faciendus non est, ne in fossan inci
Λάκκον δε ου ποιητέον , ίνα μή εμπέσωμεν (90) εις danus ita, ut hic dicitur, neve audiamus ea quein
το όρυγμα, κατά το ενθάδε ειρημένον, μηδέ ακούσω. Jeremia in peccatorum probrum et dedecus scripta
μεν τα εν τώ Ιερεμία επ' ονειδισμό των αμαρτα- sunt, Deo de ipsis dicente quod paulo ante reluli.
νόντων αναγεγραμμένα , του Θεού λέγοντος περί αυ . πιus : Me (onlem αφια εινα dereliquerunt, et fode
των 4 και προ βραχέως παρεθέμεθα · 'Eμε εγκατέ- runι εibi lacus contrilos , qui non polerunt ipsis con
λιπον πηγήν ύδατος ζώντος , και ώρυξαν εαυτοίς D tinere aquama.
λάκκους συντετριμμένους, οι ου δυνήσονται ύδωρ αυτοίς συνέχειν .

IN PSALMUM XIV (a).

Κύριε, τις παροικήσει εν τω σκηνώματι σου , ή Domine, quis peregrinabitur in tabernaculo tuo, αμι
τις κατασκηνώσει εν όρει αγίω σου ; quιs reguiescel (91) in monte sancto tuo ?
1. Τον τέλειον ημίν ο λόγος υπογράψαι βουλόμε - 1. Scripoura , dum virum perfeclunm nobis descri
15 Εxod. xιι , 29. 7* Psal. LΧΧΧνιι,5 . 18Jerem. 11,13. 16 Proν. ν,15. 1 ibid.
(87) Και ότε πατάσσεται. Ηoc loco ellipsis est . ( 89) Μss. quinque καλόν· και έτερα, ότε , περιαι
Supple vocem Alyurtos, el cum perculilur Æyyprus pell évtwy. Al lectionem Colbs. quarli pretulimus, et
a primogenilo Pharaonis. editorum . Infra miss. The opiata . Deest articulus in
(88) Colbertini quarlus et septimus autnis ūowo. edilis.
Sed vox autois non in LXX soluni, sed etiam in edilis (90 ) Mss . duo xataTÉSW LEV . Alii tres trésWUEY.
el in aliis inss. deest. Paulo post Colb . quarlus ēdos Necila multo post mss. aliquot 8 xal too.
πται. Subinde idem codex ορόσσουσιν. (91) Vulgala habitabil. Augustinus veregrinabia
( a) De hac homilia , quæ hucusque tanquam supposita in Appendice legebatur, hzec babet Aug . Mar. Bandinius lad
cod .'vill, plul. IV, t. I, p. 332 : 1 Ex nostri codicis antiquitate, sæculo xi conscripli, qui forle alicui Græcorum mo
pasterio pro eorum lemporom liturgia inserviebat, argui posset homiliam hanc ante illud tempus eliam S . Basilio ait
Psalmum homiliam supponunt. , Edit.
 231 S. BASILII MAGNI 252
bere vult, eum videlicet , qui adeplurus sit Dealitu· Α νος, τον των μακαρισμών επιτυγχάνειν μέλλοντα,
dinem, ordine quodam ac via in iis, quae circa τάξει τινί και οδο των περί αυτόν θεωρουμένων
ipsum considerantur, usa, ab iis que magis obvia χρησάμενος , από τον προσεχεστέρων και πρώτων
sunt et prima, initium duxit. VERS. 1 . Domine, φuίς την αρχήν πεποίηται. Κύριε, τις παροικήσει εν τω
peregrinabitur in tabernaculo tuo ? Peregrinatio est σκηνώματι σου ; Ή παροικία έστι διαγωγή πρόσ-.
commoratio temporaria, que vitam non stabilem, καιρος, ουχ ιδρυμένην ζωήν, αλλά παροδικήν, επ' ελ
sell transitoriam ob speir ad meliora emigrandi in - πίδι της επι τα κρείττονα μεταστάσεως, υποφαίνου
dicat. Est autern viri Sancti , hanc quidem vitan σα. Αγίου δε ανδρός , παροδεύειν μεν τον βίον του
transire, ad alteram vero festimore. Ideo el David τον, επείγεσθαι δε προς ετέραν ζωήν. Διο και ο Δαδιο
de se ipso ail : Incola ego sum apud le, et peregri- περί εαυτού φησι : Πάροικος εγώ είμι παρά
nus, sicut omnes patres mei78. Incola enim fuit Abra- σοι (99 93), και παρεπίδημος, καθώς οι πατέρες
ham, qui ne assum quidem pedis 1erre proprie μου. Πάροικος γάρ 'Αβραάμ, ουδε βημα ποδός ίδιας
possedit ; sed ulbi opus ei sepulcro fuit, id argento γής κεκτημένος , αλλ' ότε ταφής αυτώ εδέησεν, άρ
mercatus fuisse perlibetur79.80. Ostendit scilicet Scri- γυρίου κτησάμενος ταύτην φαίνεται δεικνύντος του
ptura , in carne viventem, incolam esse oportere, λόγου, ότι ζώντα μεν εν τη σαρκί πάρο:κον είναι
nigrantem vero ex hac vita , in locis propriis re- B προσήκει, μεταβαίνοντα δε από της ζωής ταύτης,
quiescere. Propterea in hac vita incola est cum alie- τους οικείο:ς τόπους εναναπαύεσθαι. Διά τούτο εν μέν
nigenis : in sepultura vero propriam terram corpus τη ζωή ταύτη (94) παροικεί τους αλλοφύλους, εν δε
Suum exceplurain sibi ipse conparavit . Porro bea- τη ταφή οικείαν εαυτώ την δεξoμένην αυτου το σώμα
Tum plane fuerit , rebus terrenis non ul propriis την έπραγματεύσατο. Μακάριον δε τω όντι, μή ως
Senious tanquam οικείους προστετηκέναι τοίς εν τη γη. μηδε ώσπε ο
naturali cuidam patriae allharrere : sed nosse lapsum πατρίδος εινος φυσικής αντέχεσθαι των ενταύθα , αλλ '
le esse a melioribus , leque ex mulla inη Ilachac 1sta
ista ειδέναι την (95) από των βελτιόνων απόπτωσιν, και
vila alllictalum perinde peregrinari , alque peregri την εκ καταδίκης ενθάδε διαγωγήν βαρυνόμενον, ού
nantur illi, qui ob aliqua delicia a judicibus ex pa - τω παροικείν , ώς οι υπό δικαστών τινων επί τισι
tria pulsi sunt in exsilium. Rarus autem is est, qui πλημμελήμασιν εις την υπερορίαν εκ της ενεγκούσης
presentibus non ut propriis studeat, qui diviliarum απελαθέντες. Σπάνιος δε ο τοιούτος , ο μή ως ιδίοις
usun scial ad teampus esse concessium, qui bonam προσέχων τοίς παρούσιν · του πλούτου την χρήσιν
corporis liabitudinem arbitretur brevi tenapore du- πρόσκαιρον επιστάμενος · ό του σώματος την ευεξίαν
raturam, qui humane glorie florein iluconstanlem , ολιγοχρόνιον τιθείς και γνωρίζων της ανθρωπίνης δό
esse agnoscat. Quis igitur peregrinabitur in taberna - ° ξης (96) το άνθος αβέβαιον. Τίς ούν παροικήσει εν
culo ιυο ? Tabernaculum Dei caro dicitur, quam τω σκηνώματι σου ; Σκήνωμα του Θεού και παρ' αυ
ipse animac hominis dedit habitationis Ioco. Quis του δεδομένη σάρξ τη του ανθρώπου ψυχή εις ενοί
huic carni ut aliente allendet ? Quemadmodum in- κησιν ονομάζεται. Τις ως αλλοτρία τη σαρκί ταύτη
cole aliena terra conducta , colunt agrum all locato. προσέξει ; "Ωσπερ οι πάροικοι, αλλοτρίαν εκμισθού
ris voluntatem : ita et nobis ex syngraplia com- μενου (97) γην, προς το βούλημα του εκδεδωκότος
missa est carinis cura ; ut eam decenter excolentes, γεωργούσι την χώραν ούτω και ημίν κατά συγγρα.
largilori frugiferam reddamus. Quod si Deo digna φών ή της σαρκός επιμέλεια παραδέδοται, ώστε προσ
est caro, revera Dei tabernaculum eficitur , ad eum ηκόντως αυτήν φιλοπονήσαντας , έγκαρπον αποδου
ηιodum, quo liabital in sanctis. Jam vero incolate ναι τα δεδωκότι. Εάν δε ή Θεού αξία ή σάρξ, γίνεται
caro est ejusmodi.Ιdcirco ait : Domine, quis pere- τω όντι Θεού σκήνωμα κατά την ενοίκησιν αυτού την
grinabitur in tabernaculo tuo ? Deinde profectus qui- εις τους αγίους. Τοιαύτη δε εστιν ή του παροικούν.
dam et progressio ad quiddan perfectius sit. Ει quis τος . Διά τούτο, Κύριε , τις παροικήσει εν τω σκη
requiescet in monte sancto tuo ? Judeus quidem ter - νώματι σου; Είτα προκοπή και πρόοδος ή επί το τε
φuiescet in monte sancto tuo ? Qui in carne tanquam σου ; Ιουδαίος μέν ο γήϊνος, όταν όρος (98) ακούση,
peregrinus habitavit,in monte sancto tuo requiescet. προς την Σιών αποτρέχει. Τις κατασκηνώσει εν
78 Psal. ΧΧΧVΙΙ , 13. 19 ,80 Gen XXII, 16 ; Act . νιι,10.
lur ; nec aliter exponunt Palres Græci. Jufra mss. (95) Regii terlius et sexlus elolvai távta TOTOY
duo οσίου pro αγίου . τήν, unale.
(92-93) Illud, tapå gol, deestin aliquibusmss.Apud Colh quartus quoews pro 86E95. Non niulio
LXX paulo aliler, πάροικος εγώ είμι εν τη γή, post(90)Reg. el. Colb . quartus τίς δε ώς.
xal, etc . Subinde editio Paris. 'Apadre ñv . Sed vox (97) Reg. secundus et Colb . sexlus èxdecowokus
nu neque in niss. reperitur, neque in editione Basil. Vol. Ibidein legitur in duobusmss. QLAOTIOvh sariis,
(94) Vox ταύτη deest in plurimis mss. Mox mss. habewι φιλοπονήσαντας . Ηoc ipso in loco
quinque mss. babënt 8cEauévnv. Alii quatuor 8:50 . Alii quinque inss. Tapa doūval. Alii tres mss. cum edilis
μένην. Lectio prior favere videtur iis , qui id dictumn αποδούναι.
putant de Abrahamo : posterior iis, qui quemlibet ) Multi mss. et eliti pos. Alii tres pous. Dar
hominem pie el religiose vivenlein boc loco designari lo (98post
arbitrantur . duo mss. Ó o ty. Subinde duo nisso as
αλλοτρία .
233 HOMILIA I IN PSALMUM XIV . 254
τω όρει τώ αγίω σου ; O τη σαρκί παροικήσας εν A Mons ille Iocum calestenm , splendidum el conspi
το αγίω όρει κατασκηνώσει. "Όρος εκείνο, την cuum significat, de quo Apostolus ait : Accessistis
υπερουράνιον χώραν, την περιφανή και λαμπράν • ad Sion montem, el civilalem Dei vivenlis , Jeru
περί ου ο Απόστολος λέγει, ότι Προσεληλύθατε lem celestem, in qua est celebritas angelorum, et
Σιών όρει, και πόλει Θεού ζώντος, Ιερουσαλήμ Ecclesia primitivorum, φui conscripti sunt in celis31.
επουρανίω, εν ή πανήγυρις αγγέλων, και Εκκλησία πρωτοτόκων απογεγραμμένων εν ουρα
νοις.
2. Επαν ούν τις παρέλθη την σάρκα ταύτην 2. Postquamigitur quispiam hac carne quasiin
απροσπαθώς ως αλλοτρίαν παροικών, και (99) ουχ transcursu citra offecluin usus est, eam ut alienaum
ως ιδίας εξηρτημένος, ούτος , διά το νεκρώσαι αυτού incolens, nec ei ut proprio dellitus , is propterea
αξιός έστι της εν τω αγίω όρει κατασκηνώσεως · ής cavil **, exercuitque sanctimoniam, dignus est qui in
επιθυμών ο Ψαλμωδός έλεγεν, ότι Διελεύσομαι εν monte Sancto requiescal, cujus requiei cupidus Psal
τόπω σκηνής θαυμαστής και το, Ως αγαπητά mista dicebat : Transibo in locum tabernaculi admi
τα σκηνώματά σου, Κύριε των δυνάμεων. Εκεί rabilis 83 ; et : Quam dilectα tabernacula tua, Domine
ημάς και η προς τους πλησίον τώ λόγω εκείνης της Β virtulum 8% ! Illic noliis el proximi amor , qui cals:
εν τω όρει κατασκηνώσεως , και η εκ του μαμμωνά requiei illius in monte fruende exilbetur, el amor
της αδικίας γινομένη φιλία (1 ) κατασκηνοί. Ποιή- qui ex mammona iniquitatis nascitur, habitationem
σατε γάρ εαυτούς φίλους εκ του μαμμωνά της prefiet. Facile enim vobis amicos de manimona ini
αδικίας , ίνα, όταν εκ.λίπητε , δέξωνται υμάς quitatis , ut cum defecerilis, recipiant Dos in aterna
εις τας αιωνίους σκηνάς. Περί εκείνης της δια- tabernacula 88. De hac commoratione Dominus
γωγής ο Κύριος εν ευχής είδει έλεγε το (2), Πάτερ per modum precandi ail : Paler saucle , da, ut ubi
άγιε, δός ίνα, όπου εγώείμι, και αυτοί ώσι. Σπάνιος sum ego, et illi sint 86. Rarus autem tum qui in
και ο παροικών εν τω σώματι, και ο κατασκηνών έν corpore tanquam incola habitat, tum qui in moule
παροικήσει ; και, Τίς κατασκηνώσει ; ώς το, Τίς peregrinabitur ? el, Quis requiescet ? 107 Quem
έγνω νούν Κυρίου ; και το, Τίς αναγγελεί υμίν , admodum illud : Quis cognovit mentem Domini 81 ?
ότι πυρ καίεται; και το, Τίς αναγγελεί υμίν τον Ιtem illud : Quis annuntiabit vobis φuod ignis ar
Tirăca o qucris mal del 88 ? El illud : Quis annuntiabil vobis locum æler
ρόνιμος οικονόμος ; Τάχα δε και ερωτηματικός num 89 ? et, Quis, putas, tdelis est , el prudens di
έστι το, Τίς , ως απόκρισιν επιζητούντος παρά του C opensator 90 ? Fortasse autem et illud, Quis, inter .
Κυρίου του αγίου , ώ διαλέγεται. Προς όν η θεία φω- rogative dicitur , quasi responsuin exquirerel a
νή, λύουσα το επερώτημα, τι φησι; Πορευόμενος Domino sanclo, ad quem loquitur. Cui quid respon
άμωμος, και εργαζόμενος δικαιοσύνην. Ει άμω- del divina vox, questionem solvens ? VERS. 2. Ομι
μός εστιν ο μηδενός των αγαθών ελλιπής, από πά ingredilur sine macula , el operatur justitiam . Si is
σης κακίας απταίστως τον βίον εαυτού διεξάγων, τί- qui nullo bono caret, el suam ipsius vitain sine nullo
να έχει προς τον ποιούντα δικαιοσύνην διαφοράν ; " Αρ' peccato inoffense transigil, sine macula est ; in quo
ούν τον αυτόν νούν εν διπλούς ρήμασιν απαγγέλλει • ab eo qui justitiam facil, dilert ? Nuin igitur eum
Πορευόμενος άμωμος, και εργαζόμενος (3) δικαιο- dem sensum enuntiat duplicibus verbis : Qui in
σύνης ; " Η ιδίαν τινά διάνοιαν εκάτερον των ειρη- greditur sine macula, et operatur justitiam? An pro
μένων παρίστησιν ; ίνα ή ο μεν άμωμος και κατά τον priam quandam significationem verbum utrumque
εν κρυπτώ άνθρωπον εις πάσαν τελείωσιν αρετής prefert ? adeo ut is sit sine macula, qui omni virtu
απηρτισμένος, ο δε εργαζόμενος δικαιοσύνης και το tis perfectione absolutus est secundunι absconditum
πρακτικών εαυτού διά των σωματικών ενεργειών τε- Iominen, ille vero operetur justitiam, qui agendi
λειών. Δεί γάρ ου μόνον ποιείν την δικαίαν πράξιν, vim per corporales actiones perficit. Oportet enim
αλλά και από διαθέσεως δικαίας εργάζεσθαι • κατά D non solunι bonum opus facere, sed etiam illud justo
το ειρημένον, ότι Δικαίως το δίκαιον διώξεις : recloque animo agere , juxta id quod diciunt est : Ju
81 Ηebr. Σ . 99 . 81 Coloss. νι , 5. 83 Ps:al. XLI, 5 . 8: Ps:l . LXΊχι, 2 . 88 Luc. XVI. 9 . 86 Join.
XIV , 3. 87 Isa, XL , 13 . 88 Ιs:1. XXXIII, 14. 89 ibid. 90 Luc. 1 , 42.
(99) Sic mss. plerique omnes. Deest wat in (2) Mss. qualuor uno verbo ôleméyeto. Alii mss.
edilis . Stalin illa , Ew ; toj ovoj toŨ Osow, adc cum edilis keys tó. Colb , sextus el Reg. secundus
jecla sunt in Reg. tertio post vocem Dauude simpliciler tasye, Nátep . Jufra Reg. secundus el
otñs : sed hoc vide:ur merui additamentum esse Colb . serius dúousa to spútala. Ibidem Reg. ler
oliosi cujusdain librarii ; eoque inagis, quod ea quielius axohouOw ; tionor.
exscripsimus verba in aliis seplem iss. desinl. (3 ) Editio Paris. cum uno aut altero ms. įprasbo
Haud Ιοιιga in duolus Inss . additur φησίν post μενός φησι : sed Vox φησί deest in aliis septem
εαυτοίς. . iniss. et in editione Basil. Mox Reg . tertius xa
(1 ) Και η... φιλία . Verte, et comparata ex mamm - τα τον κρυπτόν. Infra mss. aliquot δεικνύς φιο τε
monu iniquilalis amicitia , id est, ainici quos nobis aslov, sed ila lainen , ul major pars mss. Diabeat
lacimus ex mammona iniquitatis. Maran . τελειών.
255 S . BASILII MAGNI 256
sle φuod justum est persequeris "; boc est, cum ra- Α τουτέστι, μετά του λόγου της δικαιοσύνης επιτελείς
ιιοne justitiae absolvendum est opus. Idiota, verb την πράξιν. Οίον ποιεί μεν γάρ τι ιατρικών προς
gralia , medicinam quidem aliquam conficit, ad egro- ωφέλειαν φέρον των ασθενούντων και ιδιώτης, αλλ'
Lantium utilitatem tendenlem, sed is hoc non item ουχί και ιατρικώς εποίησεν ο τοιούτος , τη μη
nmedicorum more prestitit, quod nihil artis teneat, έχειν (4) τι της τέχνης τη ενεργεία συνεπόμε
quod ορας comitetur. Ιtaque qui ingreditur site νον. Πορευόμενος ούν άμωμος και κατά νουν τέ
macula , mente perfectus est : qui vero operatur λειός • εργαζόμενος δε δικαιοσύνης και κατά την του
justitiam, secundum vocem Apostoli , inconfusibilis 'Αποστόλου φωνήν ανεπαίσχυντος του Κυρίου ερ
est Domini operarius" . γάτης.
3. Allendas velit. occuratain dictionem. Non di. 3. Πρόσχες δε τη ακριβεία της λέξεως . Ουκ ειπε,
xit, Qui ingressus est sine macula, sed, Qui in- Πορευθείς άμωμος, αλλά, Πορευόμενος άμωμος :
greditur eine macula ; neque, Qui operatus est justi. ουδέ, Εργασάμενος δικαιοσύνην, αλλ', Εργαζόμε
tian, sed, Qui operatur. Non enim actio una virum νος . Ου γαρ μία πράξις τελειοι τον σπουδαίον, αλλά
probum pertcit, sed ad omnein vitam extendi opor - παντί προσήκε τω βίω τας κατ' αρετήν ενεργείας
let virtutis opera. VERS . 3 . Quiloquitur verilalem τη συμπαρατείνεσθαι. Λαλών αλήθειαν εν καρδία
corde εμο, φui non egit dolumin linguα εμα. Rursus B αυτού, ος ουκ έδόλωσεν εν γλώσση αυτού . Πάλιν
et hic isthaec verba, Ioqui veritatemin corde, et που και ενταύθα την αυτήν έχει κοινωνίαν προς άλληλα
agere dolum in lingua sua, eamdern inter se habent το λαλείν αλήθειαν εν καρδία, και το μη δολούν εν
cognationen , que erat inter immaculatum esse , et γλώσση αυτού · οποίαν είχε το είναι άμωμον προς το
operari justitiano. Quemadmodum enim illic et eum εργάζεσθαι δικαιοσύνην. Ως γάρ εκεί και τον εν
qui in abscondito perfectus est, et euin qui agendi κρυπτώ τέλειον , και τον εν τω πρακτική ευοδούμε.
facultale recte utitur , Scriptura exhibet : ita et hic, νον ο λόγος παρίστησιν , ούτω και ενταύθα (3), επειδή
quoniam id quod Ioquimur , ex cordis abundantia το λαλούμενον εκ του περισσεύματός έστι της καρ
provenit , sermone ex interno afectu tanquam e δίας, οίον από πηγής της ένδον διαθέσεως του λόγου
fonte Duente ; prius protulit veritolen in corde ma- ρέοντος , πρότερον είπε την εν καρδία αλήθειαν, είτα
nenleni, deinde ejus qui per linguamemittitur ser- το εν τω λόγω άδολον τώ διά της γλώσσης ενεργουμέ
monis sinceritatem. Duas autem intelligentias repe- νω. Δύο δε τα σημαινόμενα της αληθείας εύρήσομεν·
rimus veritatis : unam, rerum ad bealan vilarm εν μέν την περί των πραγμάτων των επί τόν μακά
conducentium comprehensionein ; alteram Sanato ριον βίον φερόντων κατάληψιν, έτερον δε την περί
cujuscunque rei ad vitam attinentis cognitionein. οιουδήποτε των κατά τον βίον είδησιν υγιή . Εκείνην
Ilain igitur veritatem, salutis adjutricem, in hominis C μεν ούν την αλήθειαν, την συνεργός της σωτηρίας εν
perfecti corde insidentem, oportet sine dolo in om. τη καρδία ούσαν του τελείου, χρή αδόλως εν πάσι το
pibus proximo exhibere. Verum in seculi rebus si πλησίον παραδιδόναι • εν δε τοις κατά τον βίον πρά
forie a veritate excidal vir probus , nihil indeimpe- γμασιν, εάν που και διαπίπτη της αληθείας και σπου
dietur , quominus proposila assequalur. Quot enium δαίος, ουδέν εμπόδιον αυτώ εις τα προκείμενα έσται.
stadia sint terre , vel inaris, quoιve stelle movean- Πόσοι γάρ στάδιοι γης ή θαλάσσης, και πόσοι κι
tur, et quantum altera alieri celeritate preslet, si νούνται των αστέρων, και πόσον έτερος του ετέρου
in iis ignoremus veritatem , nihil prohibebit quin προέχει το τάχει , εάν μη ειδώμεν τήν εν τούτοις
promissam in Evangelis beatitudinem adipiscalnur . αλήθειαν, ουδέν ημίν εμποδίσει προς το επιτυχείς
Fortasse autern et ale quid Scripoura nobis declarat, της έν επαγγελίαις μακαριότητος . Τάχα δε τι και
quod ea quae ad veritatem spectant, hoc est mystics , τοιούτον ημίν ο λόγος παρίστησιν, ότι τα περί αλη
non omnibus dicere convenit, sed proximio : id est, θείας, τουτέστι, τα μυστικά , λαλείν προσήκεν ου
non νulgo prodere , sell mysteriorum participibus. παντί, αλλά το πλησίον · αντί του , ουκ εις τους τυ
Quod si veritas est Dorninus nosters, hanc veritatem χόντας εκφαίνειν, αλλά τους κεκοινωνηκότας των
impressanm ,et quodammodo olhsignalain unusquisque , μυστηρίων. Ει δε (6) αλήθεια ο Κύριος ημών έστιν,
in corde nostro relineamus : de qua nobiscumin Ρεντετυπωμένην και οιονεί εσφραγισμένην τη εαυτού
cordibus Ioquentes, ne verbum Evangeli , dum illud καρδία ταύτην την αλήθειαν έκαστος έχωμεν· περί
Iostro proxiwo predicamus, dolo allo aspergannus. ής λαλούντες εν ταις καρδίαις εαυτοίς, μη δολώμεν
Qui non egit dolum in linguα εμα. Dolus in multis τον λόγον του Ευαγγελίου εν τω αναγγέλλειν τοις
Scripturae Iocis ulinimicus Dei traducitur. Disperdat, πλησίον ημών το κήρυγμα. "Ος ουκ έδόλωσεν εν
inquit, Dominus universa labia dolosa98. Rursus, Do- γλώσση αυτού. Πολλαχού ( 7) ως εχθρός του Θεού και
1 Deut. Χνι, 20. 1 Ι Τim. , 15. * Μatth. Χμ, 24. * Joan. Σιν, 6. * Psal. 15,3.
(4) Τώ μή έχειν . Ηoc est, quia id facit fortuito ac mss . ούτως ενταύθα. Ιbidem quatuor mss. ενδοθεν.
lemiere, non ex artis præceptis. Paulo post 1188. Tres Edili cum quinque mss. [vôov. Paulo post Colb.
hallenι Χριστού pro Κυρίου. Ιbidein Col ». quar- guardως εύραμεν. Infra ideo . έντυχόντας .
ως πρόσεχε. Infra Reg. Sextus συμπαρεκτείνεσθαι . ( 0) Editio Paris. ει δε ή . Ηic articulus που repe
Hoc ipsum verbuin legitur quidem in Colb . quarto rilor neque in nostris mss. neque in editione Basil.
gunque, sed in margine duntaxal. (7) Editio Paris, el mss. quinque Tavtayov . Edino
15) Mss. quinque oûtw xa !. Edili cum qualuot Basil. cum tribus mss. Tod..ayou. l.eclio utraque
 251 HOMILIS I IN PSALMUM XIV . 238
* δόλος έν τή Γραφή διαβεβληται. Εξολοθρεύσαι, φη- A lus in corde fabricantium mala . Porro quodcunque
σι, Κύριος πάντα τα χείλη τα δόλια · και, Δόλος bonum inali perimistione dolo inquinari dicitur. Si :
• εν καρδία τεκταινομένων ( 8) κακά. Πάν δε το vinum dolo inficitur, cum ei quid pejus adjniscetur,
ο κρείττον εν τή του χείρονος επιμιξία δολούσθαι vel cum aqua ipsi affunditur; item aurum dolo aft
- λέγεται, ώς οίνος δολούται το χειρονα αυτώ πα- citur tum cum argento el eri conjungitur : ita et
- ραμίγνυσθαι (9), ή το ύδωρ αυτώ παρακίρνασθαι · veritas dolo delurpatur, si verbis sanctis connectan
* και χρυσός δολούται εν τη προς άργυρον και τωr blaspliermie.
= χαλκών κοινωνία ούτω και αλήθεια δoλoύται, τοίς
αγίοις λόγοις των δυσφημοτέρων παραπλακέντων.
2 4. Ουδε εποίησε το πλησίον αυτού κακόν. Τίνα 4. Nec fecit proximosuo malum . Quem proximum
λέγει τον πλησίον ο λόγος , ουδείς αμφιβάλλει των 100 " isilhsec sententia designer, nemo dubitat eo
ι ακουσάντων του Ευαγγελίου προς τον έρωτήσαντα· runt, qui audierunt Evangelium, quodam inter
- Και τις εστί μου πλησίον ; Ω ο Κύριος είπε την τogante : Ει quis est meus proximus 8? Cui Dominus
Η παραβολής του από Ιερουσαλήμ καταβαίνοντος εις dixit parabolam illius , qui ab Jerusalem in le
- Ιεριχώ· ον και ηρώτησε • Τις τούτων δοκεί σοι richo descendebat : quem et interrogavit : Ουίς
ο γεγονέναι πλησίον ; Κάκείνος απεκρίνατο, Ο ποιή- 5 horum videtur tibi proximus fuisse ? Αι ille re
1 σας το έλεος μετ ' αυτού. Εδίδαξε γάρ διά τού - spondil : Qui fecit misericordianm in illumi . Docuit
και των πάντα ανθρωπον ηγείσθαι πλησίον. Δυσκατόρ- enim his verbis hominem omnem putandum esse
ας θωτον δε και τούτο, και πολλής δεόμενον επιμελείας , proximum. Hoc autem observalu difficile est ,
ν μήτε μικρώ τινι , μήτε μείζονα καταβλάπτειν τον ιultainque requirit diligentiam, neque in parva,
Ε τπλησίον μή εν δήματα (10) βλάψαι• μη αποστερή- neque in magna re proximo nocere : non verlo
: σαι τι των καθηκόντων· μή βουληθήναι αυτό πο- offendere, non eum Donis suis spoliare, ei pou
" νηρόν μή βασκανία χρήσασθαι προς τας ευπρα - male cupere, nonletis ac prosperis proximi re
αι γίας των πελας. Και όνειδισμόν ουκ έλαβεν επί bus insidere. Ει opprobrium non accepit adversus
αι τους έγγιστα αυτού. Αμφίβολος ή λέξις : πότερον proximos suos. Amligua dictio est, utrum ipse ni
και εποίησε, και διά τούτο ουκ έλαβε παρ' αυτών όνει- a proximo, o idque opprobrium ab eo non ac
Ε, δισμών, ή ουδένα των έγγιστα αυτός ονείδισε , των ceperit ; an opprobrio nullum proximorum afe
εν ανθρωπίνοις πταίσμασι γενομένων, ή εν πηρώ- cerit, qui in lunana delicia prolapsi sint, aut cum
μασι σωματικούς , και άλλοις τισιν ύστερήμασι της c mutilatis corporis partibus, aut aliis quibusdain
: σαρκός ευρισκομένων. Ούτε γάρ τον αμαρτάνοντα carnis defectibus fuerint deprehensi. Neque enim
ονειδιστέον κατά το γεγραμμένον· Μή ονείδιζε άν- js qui peccat, probris inseclandus est, uti scri
και θρωπον αποστρέφοντα από αμαρτίας. Ουδε γάρ μιum est : No improperes homini αυertenti se a
έγνωμέν ποτε επ' ωφελεία των πλημμελούντων τον peccato 10. Neque enian novimus unquam ad de
ονειδισμόν παρειλημμένον, του Αποστόλου εν ταις linquentium utilitatem opproprium fuisse adhibi
προς τον εαυτού μαθητής Τιμόθεον υποθήκαις έλεγ- ιur. Νam Apostolas in suis ad discipulumn Ti
χον μεν και παράκλησιν και επιτίμησιν επιτρέψαν- motheuin documentis , reprehensionem quiden el
- τος, ουδαμού δε τον ονειδισμόν, ώς εναντίον, παρα - obsecrationem, et objurgationem permittit11 , ιus
λαβόντος. Και έoικεν ο μεν έλεγχος τέλος έχειν την quam vero oppropriani adinisit, tanquam φuod ad
- διόρθωσιν του αμαρτάνοντος,οδε ονειδισμός επί άσχη- verseιur, ac contrarium sit. Ει videtur quidem ob
μοσύνη (11 ) του έπταικότος γίνεσθαι. Πενίαν δε , ή jurgatio inem habere peccatoris correctionem ,
δυσγένειαν, η αμάθειαν, ή σώματος άρρωστίαν ονει - οpprobrium vero ad lapsi confusiolein inferri.
αι δίζειν πάντη άλογον, και αλλότριον του σπουδαίου. Paupertalem autem, aut ignobilitatem generis, aut
- “A γάρ ουκ εκ προαιρέσεως ημίν συμβαίνει, ταύτα corporis infirmitatem probro vertere, prorsus ab
ακούσια» επί δε τοις άκουσίους ελαττώμασιν ελεεί- D surilun est et a viri probi moribus alienum. Que

- ' Ρτον. Χιι, 20. 8 Luc. x, 29. ? ibid. 36 , 37. 10 Eccli. νιιι, 6. 11 | Tin», ιν, 3 ; 1 Τim. Ιν, 15.
legitur in Reg. secundo. Mox editio Paris. sole . aútdy napag . Regii tertius et quarius habentautns
Opettel. Editio Basil. et quinque inss. •E0100 peú . pro dyloig. Alii sex mss. vulga lam lectionem luen
cal, el ila quoque ellicum invenimus apuiLXX lur.
(8 ) Editi cui majore parle mss. TsXTaivousvwv. (10) Colb . quartus nuasi, lurra edilio Paris. cum
Rryii secundus el quaruuis et Colb , unus una cum uno aut allero ms. Trpose : owuatixti. At seplein
LXX TSXTalYouévou . Hiec in hunc locuin molavit mss. cum ) editione Basil. Tinocuadi owuatixois. Paulo
Combelisius : Videlur esse Prov. XXVI, 24, deflexis post Reg tertius el quartus cum editione Basil, étti
paululum vocibus, nt Basilio non infrequens : sed si otpésporta .
diligentius conquisivisset illain Scripture senten ( 11) Codices octo doyquosuvn . caili cum Colb .
liam , eam jisdein verbis el syllabis reperisset Prov . sepiimo aisyúvg . . Iufra" Reg. sccundus el Colb.
XII, 20.Aquilas Symmachusijue el Theodorio TsX106. Sextiis TOTUyovcas. Alii mss. el editi átugouv.
VÓVtwy. Vulgala Dolus in corde cogilaniinm mala .
"9) Reg. quartus ως ο οίνος δολουται το χειρον:
PATROL. GR. XXIX ,
253 S. B.ISILII MAGNI 200
enim nobis contingunt preter voluntateum , ea non A σθαι μάλλον η καθυβρίζεσθαι τους άτυχούντας προς
sunt soluotaria . Alqui infelices illos ob vilia ci nxev.
era animi sententiam accidentia salius est miserari , quam eos contumelia allicere.
5. VERS. 5. Ad nihilum deduclus est in conspectu 5. Εξουδένωται ενώπιον αυτού πονηρευόμε
ejus malignκε: timentes autem Dominum glorifcaι. νος τους δε φοβουμένους τον Κύριον δοξάζει.
Eat animi prorsus nigi, et inter quascunque bu- Μεγαλοφυούς διανοίας και προς ουδέν κατακλινομένης
manarum rerunn necessitatesi moli,viriquejustitiae των ανθρωπίνων χρεία (12), και ανδρός τήν της
habitu summe exculti, unicuique jus tribuere; atque δικαιοσύνης έξιν εις άκρον κατωρθωκότος , το δια
ad niliiluno delucere malignos , tanetsi principalus νέμειν εκάστω τα προς άξίαν · τούς τε πονηρευομέ
magnos obtinent, tameisi divitiis aldaunt, lanetsi νους εξουδενούν, κάν τας μεγάλος τύχωσι δυναστείας
1:atalium splendore sunt conspicni, latinetsi sibi ipsi περιβεβλημένοι, κάν πλούτο κομώντες καν περι
vinilicant claritudinem, allanien si iniquitas sola Τα φανεία γένους, κάν λαμπρότητα εαυτοίς επιφημι
ipsis deprehenditur , tales all ilhilumn deducere, ζοντες, πονηρία δε μόνη ενυπάρχουσα αυτοίς φωραβή,
hoc est, nilili estimare , Magni, inquan, animi εξουδενούν τους τοιούτους , τουτέστιν αντ' ουδενός
est. Contra, timeules Dominum, quamvis sin pati- λογίζεσθαι. Έμπαλιν δε, τους φοβουμένους τον Κύ.
peres, quamvis obscuris sint orii natalibus , quam- R ριον, κάν πένητες ώσι, κάν αγενείς , κάν ιδιώται
Τις sint sermonis imperiti, aut corpore infrini, τω λόγια , κάν ασθενείς του σώματι, δοξάζειν και
gloria cuimulare, niaximisque laudibus extollere, υπεραίρειν και μακαρίους ηγείσθαι, δεδιδαγμέ
el Dealos existinare , cum ejusmodi viros prae · νον (13) παρά του Πνεύματος μακαρίζειν τους τοιού
licare beatos sit a Spiritu eifoclus. Beati enim, τους Μακάριοι γάρ, φησί , πάντες οι φοβούμενοι
inquit, cunes qui tinment Dominum11. Porro ejusdem τον Κύριον. Της αυτής δε εστι διανοίας τόν τε πο
animi est , el malignum quantinlibet ob clari- νηρευόμενον εξουδενώσαι, κάν υπεραίρηται λαμπρό
tudinem elalum ad nihiluno deilucere, el timenti τητι, και τον φοβούμενον τον Κύριον δοξάζειν, κάν
Dominum, quanquam tenuis est , quanquain in ευτελής ή , κάν πένης εν τω βίω, κάν ευκαταφρόνη
vita pauper, quanquain aspernabilis, quanquain τος , κάν μηδέν των εκτός προκαλουμένων εις άπο
silei , gloriam dare. Qui jural prosimo suo, et και ουκ αθετών . Τι δή ποτε ενταύθα μεν η ευορκία
ιοιι decipit. Cur tandein hic juramentum inler eis, συγχωρείται εν τοις το τελείω πρέπουσιν άνδρα
que virum perfectum deceit, virtutes locum ob- γαθήμασιν, εν δε το Ευαγγελία παντελώς απαγή
tinet, in Evangelio vero prorsus prohibitum est ? ρευται και τις παροικήσει , και τις κατασκηνώ
Quis peregrinabitur et quis requiescet ? Qui jural C σει (14); Ο ομνύων τώ πλησίον αυτού, και ουκ
protimo suo, et non decisit. Hlic vero, Ego autem αθετών . Εκεί δε, Εγώ δε λέγω υμίν μη ομόσαι
dico vobis, ut ne juretis omnino 10. Quid igitur όλως . Τί ούν φαμεν ; " Οτι πανταχού του αυτού σχο
diceumns ? Dominum scopo eiden ubique inline - που έχεται ο Κύριος , προλαμβάνων των αμαρτημά
rere : quippe peccatorum occurril effectibus, et των τα αποτελέσματα, και εκ της πρώτης αρχής
malignitatem a priana origine exsciudit. Quem- εκτέμνων την πονηρίαν. Ως γάρ ο μεν παλαιός
admodum enim dicebat lex antiqua : Νon me. έλεγε νόμος, Ου μοιχεύσεις· ο δε Κύριος, Ουδε επι
quidem : Νon occides16, hic vero perfectiora pre- λειότερα νομοθετών, Ουδε οργισθήση· ούτω δή και
Scribens, Non irasceris17 : sic sane etiam hoc loco ενταύθα ο μεν αρκείται τη ευορκία, ο δε της επιορ
illa quidem couleuta est recle jaraniello : hic κίας την αφορμήν διακόπτει. Ο μεν γαρ ευορκων,
vero perjurii exscindit occasionem. Qui enim recte τυχόν άν (13) ποτε και παρασφαλείη άκων · ο δε μη
ι vere jural, fortasse etiam falli uonnunquam ομνύων, τον τηςεπιορκίας κίνδυνον διαπέφευγε . Τον
polest invitus : qui vero non jurat, perjurii vi- όρκον δε πολλαχού και την αμετάθετον περί εκάστου
1avit periculum. Jim vero etiam multis in locis πράγματος διαβεβαίωσιν ονομάζει· ώς το , "Ώμοσα,
firmum et immulalile de unaquaque re propo- D και έστησα του φυλάξασθαι τα κρίματα της δι
positum, juramentum vocal : ut est illud, Juraνι, καιοσύνης σου και το, "Ομοσε Κύριος , και ου

11 Psal. CΧΧν11 , 1. 12 Matalh. V, 50. 16 Εxod. Xx, 14. 1* Μatth. V, 28. 16 Εxod. 13 , 15.
11 Milli . 6, 22.
1, 2) sic codices sex cuin editione Basil. Editio
Paris, cumquiliusdam mss. της των ανθρώπων χρείας,
male. Nec ita multo post tres miss. tous 770 .
Subinde inss. qualuor qupaon . Editi cum aliis quin
que mss. φωραθείη. Ηοε 1psoin Ioco multi mss. αν.
τι του μηδενός .
(17 ) Reg. lertinis Olasyousvov. volb . quartus de
δυγμένον. Infra Reg. tertius προσκαλουμένων. Su!)-
inde illud, και ουκ αθετών, el mou decipit, ita inter -
pretalur Didymus : Juramentum quod proximo fa
clum est, irrilum non reddil .
(14) illud , éy Spel ayiw sou , sequitur proxime in
tribus mss. voceni xataOXT,VÚTEI. llem Colb). secuir
dus κατασκηνώσει εν όρει τώ αγίω αυτού . Reg. pri
mus habet quoque è Tropei dov, seil in margine
dumtaxal. Facile autem crediderim haec habenda
esse pro additamentis librariorum .
(15) Sic mss. Editi vero τάχα άν. Paulo post aliqui
mss. μηδε ομνύων.
261 HOMILIA I IN PSALMUM XIV . 232
μεταμεληθήσεται. Ούχ ότι Θεόν εις μαρτυρίαν τών Aet statui custodire judicia Justitiae iue10 ; ilen ,
λαλουμένων πιστοποιούμενον αυτού την αμφιβολίαν Juravit Dominus: et non penilebit eum1». Νο:
παρήγαγεν, αλλ' ότι άτρέπτους και ακινήτους δό- φuoll Deum ad dictorum testimonium introdu
γμασε την της επαγγελίας χάριν τω Δαβίδ εβεβαίω- Xerit , 107 ** veluti «dubilationein ipsi ademplu
σεν. Ούτως ούν και ενταύθα δυνατόν ειρήσθαι • O runm , sed quod Deus inconcussis immutabilibusque
ομνύων τώ πλησίον αυτού τουτέστι, διαβεβαιού- decretis prinissionis gratiam Davidi confirmavit.
μενος τώ πλησίον , και ουκ αθετών : ένα ή σύμφωνον Igitur feri potest, οι hic etiam ad eundem mo
τω παρά του Κυρίου ειρημένω, τω, Έστω (16) δε δum dictum sit : Qui jural proximo suo; Ιιος
υμών ο 1ογος, ναι ναι, και ου ου. Περί των τοιού- est , qui non confirmat proximo, el non decipil;
των πραγμάτων διαβεβαιούμενος κατάνευε και περί quo id verbis Domini convenial : Sit autem ser
των μη όντων, κάν πάντες άνθρωποι παρακαλώσι, mo vester : Es!, εει ; Νon , ηοη 10. Res ejusinodi
μή συμπεισθής ποτε παρά την της φύσεως αλήθειαν nulu el ascensu tuo confirma : que vero non
διαβεβαιώσασθαι. Ου γέγονε το πράγμα , άρνησις ita se habent, quamvis omnes lionines adhor
επακολουθείτω γέγονε το πράγμα , συγκατάθεσις 1arentur , ei olsecrarent ; ne inlucaris οι un
διαβεβαιούτω (17). Χωρίς της προς έτερονεπιπλοκής quano preler veritatis nalaran affirmes. Non facia
αυτήν καθ' εαυτήν πειρώ την αλήθειαν παριστάν, 8 est res, negatio sequatur : facta est res, fruelar
φιλαις ταις διαβεβαιώσεσι κεχρημένος. Ο άπιστος assensus. Studeto, citra ullam cum alia re in
έτω την βλάβην της απιστίας. Αισχρόν γαρ παν- plicationen, ipsam per se veritatem exprimere,
τελώς και ανόητον εαυτου κατηγορείν ώς αναξίου simplici ac nud: airmatione usus. Incredulus
πίστεως, και την εκ των όρκων ασφάλειαν επιφέ. incredulinalis damnum perferat. Turpe enim om.
ρεσθαι. Εισί δέ τινες λόγοι , σχήματα μεν όρκων ino et stulturm est seipsum ut Gde indignum
έχοντες , ουχ όρκοι δε όντες, αλλά θεραπεία προς accusare , ac juramentorum securitaleri in uie
τους ακούοντας . Ως ο Ιωσήφ τον Αιγύπτιον οικειού- dium proferre. Sunt autem sermones quidam,
μενος, νή την υγίειαν ώμνυε Φαραώ. Και ο 'Από- φui speciem quidemjuraimentorum prae se ferunt,
στολος την προς Κορινθίους αγάπης εαυτού παρ- nec Lansen juraneula sunt , sed quedam erga
ιστών, έφη: Νή την υμετέραν καύχησιν , ήν έχω auditores observantia . Sic Joseph uι Egyptii
εν Χριστώ Ιησού τω Κυρίω ημών. Ου γαρ παρ- sibi gratiam conciliaret , juravit per Pharaonis
ήκουσε της ευαγγελικής διδασκαλίας και το Ευαγγέλιον Sanitalerm ". Itein Apostolus suam in Corinthios
πεπιστευμένος , αλλά λόγον ψιλόν εν σχήματι παρ- charilaleth commendans , ait : Per gloriationem ve
έδωκεν (18) όρκου, την επ' αυτούς καυχησιν ώς τους είτam quam habeo in Christo Iesu Domino mo
παντός αυτώ αξίαν ούσαν διά του τοιούτου τρόπου stro11. Non enim evangelicam doctrinam neglerie
δεικνύς. is, cui concredilum est Evangelium : sed sins
plici sermone in juramenti modun expresso, gloriationem , quam in ipsis babebat, lanquam omnium
sibi preliosissimam boc modo exhibel.
6. Το αιτούντι σε δός · και από τού θέλοντος 6. Qui petit a te , da ei, et volenti mutuari ale,
δανείσασθαι μη αποστραφής (19). Επί το κοινω- ne αυerlaris . Ad communicationem, et ad nnu
νικών, και φιλάλληλον, και τη φύσει οικείον ο λόγος tuam clarilatein , et ad id quod nature consen
ημάς προκαλείται. Πολιτικών γάρ ζώον και συναγε- taneuro et proprium est, liec verba nos invitant.
λαστικών και άνθρωπος . Εν δε τη κοινή πολιτεία και Homo enim est animal civile , et sociabile. In
τη μετ' αλλήλων αναστροφή αναγκαίον το ευμετά - civili autem et communi vitae instituto , et in
δοτον εις επανόρθωσιν του ενδέοντος (20). Το αι- mutua consuetudine , liberalilas ad sublevandum
τούντι σε δός . Βούλεται σε διά μεν την αγάπην εν inopem necessaria est . Pellenti α ιε, αα. Vuli
απλότητι ανειμένον είναι προς τους αιτούντας , λο- ob clarilalerm quidem in simplicitale prebeas
γισμό δε πάλιν διακρίνειν εκάστου την χρείαν τών Ριο erga pelentes facilein , et e contrario , ra.
16 Psal. Cχνι, 106. 1» Psal. Cix, 4. 10 Μatth. V, 37. 11 Gen. XLII , 15. 11 1 Cor. 1 , 31.
• Matili. V, 49.
(16) Nss. tres συμφωνον το παρά του Κυρίου εί - ουκ έδωκεν επί τόκω, perperam fuerant et ineple
onuévov. " Eotw . Particula xai adjicitur in editis substituta. Quomodo aulem id contigerit, nescimus:
ante oŮ OÚ . sed deest in multis muss . æque ac in Nam novem nostri mss. habent ita , lil edidimus ;
textil sacro . nisi quod in quinque mss. pro δός legatur δίδου.
(17) Editio Paris . διαβεβαιούτω. Sed mss. fere Mox Reg. tertius προσκαλείται,
omnes βεβαιούτω. Ιbidein quinque inss. αυτήν κατ' (20) Elitio nostra Paris . του ενδέοντος. Ού (lege
αυτήν. Μox Reg. tertius halbet λιταίς pr » ψιλαίς . δ) μεν ούν Κύριος εναργώς ημίν διετάξατο λέγων: Το
Infra Inss. tres αγάπην αυτού. Ιbidem editi ήμε αιτούντι σε δός και από του θέλοντος δανείσασθαι μή
τέραν. Αι mss. una cum textu Sacro υμετέραν. . à Trostparne . Ellilio Basil. el muss. ut in con exill.
(18 ) Julii mss. Tipsówxiv.Mox nonnulli inss. TE Lege Prixlalionem . Ibideip eililio Paris. Bojeta . 84 .
αυτοίς. Αlii επ' αυτών. Vox &t abest el a mss. et ab editione Basil. Infra
(19 ) Tolum illud,Tu altoūvei de 663• xzl à TED TOŪ elitin Paris , 6:220142 . E :filio Basil. perinde utmss.
θέλοντος δανείσασθαι μή αποστραφής, deest in edi- διακρίνειν.
one Paris., μro quo Yerba illi , το αργύριον αυτου
255 S . BASILII MAGNI 264
Lione necessitatern uniuscujusque petentis discer - Α προσαιτούντων. Και τούτο μεμαθήκαμεν εν ταις
nas. Quomodo autem id perfici queat ab iis quί Πράξεσι (21 ), τίνα τρόπον δυνατόν κατορθούστα:
scito pietatis propositum explebant, ex Actis didi- παρά των επιστημόνως τον της ευσεβείας σκοτών
cimus: Quotquot enim, ait, possessores agrorum εκπληρούντων : "Όσοι γάρ, φησί, κτήτορες χωρίων
aut donorum erant , vendentes a ferebant prelia ή οικιών υπήρχαν, πωλούντες έφερον τάς τιμάς
eorum φuα vendebanι, οι γοnebant ante pedes apo- των πιπράσκομένων, και ετίθουν παρά τους
stolorum. Dividebatur autem singulis , proui cuique πόδας των αποστόλων. Διεδίδοτο δε εκάστω, καθ
ογκο erat 18 . Cum enim inendicitas, multis neces- ότι άν τις χρείαν είχεν. Επειδή γαρ πολλοί υπερ
8ariorum usuan excelentibus, negotiationis occasio βαίνοντες την χρήσιν των αναγκαίων, αφορμήν έμ
sit, el obscene voluptatis Dialeria : necessario ab πορίας και υπόθεσιν τρυφής ασελγούς ποιούνται την
is quibus pauperum cura concredita erat, colli- αίτησιν, αναγκαίως παρά τους την επιμέλειαν των
gebantur pecunie, ut ex live penu prudenler: ac πτωχών πεπιστευμένους ή συγκομιδή των χρημάτων
provide pro cujusque necessitate distributio fierel εγίνετο, ώστε εκείθεν επιστημόνως και οικονομικώς
necessariorum. Queinadmodum enim agrotantibus ταις εκάστου χρείαις την διανομής των αναγκαίων
plerumque necessarium est vinum, nec Lanien est γίνεσθαι. "Ωσπερ γάρ επί των άρρωστούντων χρεία
cujusvis tempus, ensurain , el qualitatem decer - B μεν πολλάκις οίνου, αλλ' ού παντός έστι καιρού και
nere; al medico ad prefimiendum vii polum opus μέτρου και ποιότητος καταστοχάσασθαι χρεία δε
est : ita certe et dispensatio que ad egenorum per- ιατρού προς την δόσιν του οίνου : ούτω δή και η
tinel curam, non ab omnibus potest utiliter feri. περί την θεραπείας των δεομένων οικονομία ου παρά
Qui euian Iugubria carmina ad inulierculas deci- πάντων ωφελίμως ενεργείσθαι δύναται. Τοις γάρ
piendas componunt , et mutila corporis membra, δη τα θρηνώδη μέλη προς την των γυναικών απά
ac ulcera ad quaestus occasionem inveniendam την συντιθείσι, και τα τηρώματα του σώματος, και
Ostental, iis largum et liberale subsidium nulla τα έλκη προς εμπορίας αφορμήν προτιθείσιν ( 22 ),
ratione profuturuin est. Νam largilas ipsis ma - ου πάντως το δαψιλές της διακονίας ωφέλιμον.
lilis erit occasio et materia. Horum tamen I. Ira- 'Αφορμή γάρ αυτοίς εις κακίαν ή χορηγία γενήσε.
τας ποδica erogatione arcendus est : sed qui in ται. Αλλά μικρά δόσει χρή την των τοιούτων υλακήν
viros, qui res adversas palienter perferre didice- απωθείσθαι , το δε συμπαθές και φιλάδελφον επι
runt, misericordiam et fraterniam claritatem osten- δεικνυμένους (23), εν τοις μεθ'υπομονής την θλίψιν
derint, iis propterea dicetur : Eaurii dedistis φέρειν δεδιδαγμένοις· υπέρ ών και λεχθήσεται αυ
mihi nmanducare16; et quae sequuntur. Ει volenti τοίς , ότι Επείνασα, και εδώκατέ μοι φαγείν , και
mutuari o le , ne apertaris 18. Λιgue Ιιοc precepti C τα εξής. Και από του θέλοντος δανείσασθαι, μη
conseilii cum prioribus. Νam et qui hic petit, cuin αποστραφής. Και τούτο το παράγγελμα έχεται των
pouper sit , a te incluum petit, inhabitantern in ce- προτέρων. Και γάρ και ο ενταύθα αιτών, πτωχός
lis divilem tibi ostendens : qui pro ipso tibi exsol- ών, δάνειον αιτεί παρά σου, δεικνύς σου τον εν ου
vet debitum. Qui enim, inquit, miseretur pauperis, ρανοίς πλούσιον, διαλύοντά σου υπέρ αυτού το χρέος .
Doo Toneral . Colorum autem regnuin pigous est Ο γάρ ελεών , φησί, πτωχόν Θεώ δανείζει. Εχέγ
mului et cautio. Quod utinam omnes nos conse- γυον δε του δάνους και βασιλεία των ουρανών. Ως
qualnur, gratia et benignitate Domini nostri Jesu γένοιτο (24) πάντας ημάς αξιωθήναι χάριτι και φι
Christi , cum quo Patri et Spiritui sauclo gloria λανθρωπία του Κυρίου ημών Ιησού Χριστού, μεθ'
et imperium in sæcula sæculorum ! Anien . ού τω Πατρί και αγίω Πνεύματι η δόξα και το κράτος
εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.

EJUSDEM HOMILIA ΤΟΥ ΑΥΤΟΥ ΟΜΙΛΙΑ ΕΙΣ ΜΕΡΟΣ (23)

In parlem psalmi decimi quarti, et contra fenera- τεσσαρεσκαιδεκάτου ψαλμού, και κατά τoκιζόν
lores. των.
1. Heri cum de psalmo decimo quario sermonein . Χθες εις τον τεσσαρεσκαιδέκατον ψαλμόν υμίν
apud vos liaberemus, finem orationis non licuit D διαλεγόμενοι, έξικέσθαι προς το πέρας του λόγου υπό
15• Act. Iv, 54, 55. 16 Μatth. ΧΧν, 35. 18 Malib. V , 19 . 26 Proν. ΣΙx, 17.
(21) Elitio Paris. Πράξεσι των αποστόλων. Sed Gl- D των προτέρω. Ιbidem in aliquillus mss. Και γάρ ο.
lud , ūv & TOOTÓWwv, iieque in mss. legitur,neque in (24) Illa , us révolto, el cælera, ad finem usque,
ediljone Basil. Ibidem editi cum majori parle mss. aui desunt omnino in niss ., aul varie in variis co
κατωρθoύτo. Regii secundus el tertius et Colb. Sexlus dicibus leguntur : lll dubiuin non sit, quiu ea silo
δυνατόν κατορθούσθαι. Station Col . guardως υπερ- quisque arbitralu scripseri .
αναβαίνοντες. Subinde eliti πτωχών εμπεπιστευμέ. (25 ) Sic Reg. primus. Alii duo mss . habent qno
νοις. At mss. πεπιστευμένοις. que εις μέρος . Editi εις τα λείποντα του αυτού ψαλ
(22 ) Codices alii προτιθείσιν, alii προστιθείσιν. μου, και κατά τoκιζόντων. Oliv. et Colb. Septimus
Mox editio Paris. YeVvtOEtAi, non recle . εις τα λειπόμενα. Αliter in aliis niss. titulus legitur.
(23 ) Reg . Secundus el Colb . sexlis Š TOLOSLXVU . Monere juval, nientionem perquam bonorificau fieri
uévois . Colb . septimussTILÒSIXvuojai. Aicikleri miss. hujus homiliæ a Gregorio Nysscuo Oratione coulia
cum edilis & TILSLXVupévous. Aliquanto post Reg. 3 usurarios, 10m . II, pag . 225 .
265 HOMILIA II IN PSALMUM XIV . 26
της ώρας ουκ επετράπημεν. Νύν δε ήκομεν ευγνώ- A nobis per tempus attingere. Nunc autem adsur us
μονες οφειλέται τα χρέα των ελλειφθέντων υμίν άπο- probi debitores, debita que supersunt, vobis pers
τιννύντες. "Έστι δε το λειπόμενον βραχύ μεν το ακού- Iaturi. Quod autein realat, auditu quident Ibreve est,
σαι, ώστε ούτωσι δόξαι, και ίσως τους πολλούς υμών u videtur : et fortassis multos vestrum latuit ; adeo
και παρέλαθεν, ώς μηδε παραλελείφθαι τι του ψαλ- ut ne relicium quizlem fuisse quidquam de eo psal
μου νομισθήναι μεγάλην μέντοι προς τα του βίου Πιο pularint. Αιιamen cum intelligeremus brevem
πράγματα δύναμιν έχειν την βραχείαν ταύτην λέξιν hanc dictionem ad ros vitae multum valere, emolu
καταμαθόντες, ουκ ώήθημεν δείν παρείναι το εκ της mentum quod ex inquisitione el explanatione acces
εξετάσεως χρήσιμον. Υπογράφων τώ λόγω τον τε- Surum lis, μου duxinus negligendum. Propleta
λειον ο Προφήτης, τον της ασαλετου ζωής επιβήσε- enim his verbis perfectum virum, qui ad innula
σθαι μέλλοντα, εν τοις ανδραγαθήμασιν απηρίθμησε Ibilem vitamascensurus erat, describens, inter pra
το αργύριον αυτού επί τόκω μη δούναι. Πολλαχού clara ejus faeiuoria illud numeravit, quod pecaniam
της Γραφής διαβεβληται η αμαρτία αύτη. " Ο τε 8main που dedit feneri. Hoc peccatumin plurimis
γάρ Ιεζεκιήλ εν τοις μεγίστοις των κακών τίθεται Scripture Iocis vituperatur. Νain» Εzechiel " id in
τόκον λαβείν και πλεονασμόν, και ο νόμος διαρρήδην , maximis malis recenset, si Γιenus, et φuidpiano ultra
απαγορεύει· Ουκ εκτοκιείς τώ αδελφώ σου και τη Β soriem accipiatur Quin et les illud Inculenler pro
πλησίον σου. Και πάλιν φησί: Δόλος(26) επί δό.ιω, hilhel : Νon ( eneraθis frati tuo, et protimo Iso 1.
και τόκος επί τόκω. Και περί πόλεως δε της εν Ει rursus ait : Dolus super dolum, et μεura super
πλήθει κακών ευθηνουμένης ο ψαλμός τι φησιν ; Ούκ κεuram 9. Ει de civitate que boulis in malorum
εξέλιπεν εκ των πλατειών αυτής τόκος και δόλος . nultitudline nflueret, quid psalmus dicit? Non defe
Και νύν χαρακτηριστικών της κατά τον άνθρωπον τε- cit de plateis ejus usura et dolns 10. Ει nunc Propheta
λειώσεως το αυτό τούτο παρείληφεν ο Προφήτης, λέ- idipsum tanquam humane perfectionis charactereo
γων: Το αργύριον αυτού ουκ έδωκεν επί τόκω. ac signam usurpavit, dicens : ( VERS. 8) Pecuniane
Τω όντι γάρ απανθρωπίας υπερβολήν έχει τον μεν οuam non dedit ad usuram. Non reipsa perquain int
των αναγκαίων ενδεώς έχοντα ζητείν δάνεισμα εις xiana est inlumanitas, illum quidem qui necessario
παραμυθίαν του βίου, τον δε μη αρκείσθαι τώ κεφα- run indiget, mutuam ad vitae subsidium quaerere,
λαίω, αλλ' επινοείν εκ των συμφορών του πένητος hunc vero sorie contentum non esse, sel sibi es
προσόδους εαυτό και ευπορίας συνάγειν. Ο μεν ούν pauperis calaanitatibus proventus excogitare, opos
θέλοντα από σού δανείσασθαι μη αποστραφής:oc cepit, dicers : Ει volenti mutuari a to, ne averta
δε φιλάργυρος, ορών υπό της ανάγκης άνδρα κατα- ris 1 . Ανarus autein, cum Ιιοιυinem νίdet prae ne
καμπτόμενον τρό των γονάτων ικετεύοντα , τι ου cessitate genuibus provolutum ac supplieen, Θcquid
ποιούντα ταπεινόν ; τι ου φθεγγόμενον; ουκ ελεεί που facientem quod alijectum sit ac humile ! quid
παρ' αξίαν πράττοντα (28), ου λογίζεται την φύσιν , nonloquentenu? ejus qui przeler Bueritum adversa for..
ουκ ενδίδωσι ταις ικεσίαις, αλλ' άκαμπτος και αμεί- tuna utitur, nequaquitan πιiseretur , nullo Ioco habet
λικτος έστηκεν, ου ταίς δεήσεσιν είκων, ου δάκρυ- naturam, non precibus novelur, sed inflexibilis stat,
σιν επικλώμενος , επιμένων τη αρνήσει, εξομνύμε- et implacabilis : non cedit deprecationibus,Iacrymis
νος και επαρώμενος εαυτώ, και μην απορείς παντε- non frangitur, perseveranier negat . Ourat, ac sibi
λώς χρημάτων, και περισκοπείν και αυτός εί τινα vale precans, affirnial carere 80 pecunia omnino,
εύρος των δανειζόντων, και πιστούμενος το ψεύδος διά 8eseque circumspicere num quem ipse quoque feue
των όρκων, κακόν παρεμπόρευμα της απανθρωπίας ratoi ein invenial , ac dilem faciens mendacio per
τηνεπιορκίαν προσκτώμενος. Επειδάν δε και ζητών το juramenta , perjurium ceu Inalum quendam108 el
δάνειον τόκων μνησθή, και υποθήκας ονομάση, τότε adventitiaminhumanitatis questum acquirio. Sed
καταβαλών την οφρύν προσεμειδίασε, και που και ubi qui natuum querit , nieminit fenoris, et no
πατρώας φιλίας ανεμνήσθη (29), και συνήθη είπε D inen pignoris prolulit, tunc deniss0 supercilio
και φίλον και, "Οψόμεθα, φησίν, είπoυ τι εστιν Sulbridet, atque paternae amicitize refrical memo
ημίν αποκείμενον αργύριον. "Έστι δε παρακαταθήκη rism, acf iliarem et amicin appellat ; et, Wi
17 Ezech. ΧΧιι, 12. 10 Deut. ΧΧιι, 19. 19 Jer. 1x, 6. 20 Psal, LIν, 12. * Μatth. ν , 49.
(26 ) Reg . secumulus cu : n sacro lexlu TÓXOS Š T to Sed vox xaxã ; deest el in mss. omnibus et in
x ), xa ! 66los 66w . Faclum id piilo ab aliquo , editione Basil, Arbitramur aulem cam vocem , xa
qui locum prophetæ ob oculos haberel, licere sibi XWS, primum in margine posilam fuisse , ut nionero
ralus, ordinem verborum Basilii mutare, ne aliter lur lecior, illud, icap' à Elav , idem hic valere quod
in Basilio, aliter in propheta legerelur. xaxūs, ac postmodum , quod non raro contigii, in
(27) Sic editio Basil. et mss. Editio vero Pari. Textuin irrepsisse . Aliquanto post vox xonuke
siensis uberis διετάξατο λέγων: Τώ αιτούντι σε δος, των deest in multis mss. Reperitur tamen in non
και τον, etc. Sed illa, το αιτούντι σε δός, buic loco nullis. Mox Colb. quarius tepooxtnojuevos. Subinilo
ineple assula esse patet vel ex ipsa veleri interpretit- Colb . oclavus ÚTOBöxny.
tione, in qua hæc illa verba Latine reddita non (29) Major parsmss . èuvt,o0r. Haud longe legitur
fuisse videmus. in Colb. quario èv auto toss cóxous. Intra idem
(28) Editio Paris. παρ' αξίαν κακώς πράττοντα. codex αυθαίρετονεδέξατο.
967 5 . BASILII MAGNI 968
debinmas, inquit, sicubi quidquam recondatur ar- Α φίλου ανδρός επ' εργασία παραθεμενου ημίν . 'Αλλ'
genti apud nos. Depositum utique vir amicus no - εκείνος μεν βαρείς επ' αυτώ τους τόκους ώρισεν:
bis quaestus ergo concredidit. Verum ilie graves ημείς δε πάντως επανήσομέν τι, και επ' ελάττοσι
Dsuras nulae pecunie exigil : sed nos profecto τοις τόκους δώσομεν. Τοιαύτα κατασχηματιζόμενος ,
aliquid remiitemus, el minori dnturi sumus ferore. και τοιούτοις λόγοις υποσαίνων και δελεάζων τον
Talia confngens, verbisque ejusmodi blanditus άθλιον, γραμματείοις αυτόν προσκαταδήσας, και
misero ac lenocinatus, ubi illumn syngrapliis ol - προς τη καταπονούση πενία έτι και την ελευθερίαν
strinxit, atque, preler urgestein inoplain, liber- του ανδρός προσαφελόμενος, ώχετο . Ο γάρ τόκους
Talem etiam viro abstulit, abίt. Elenian cuin fe- εαυτόν υπεύθυνος καταστήσας, ών την έκτισιν ουχ
Dori, cui solvendo non est, obnoxium se prestitiι, υφίσταται, δουλείαν αυθαίρετον κατεδέξατο διά βίου,
voluntariam, quoad vivet, recepίι servilulem. Pe- Χρήματα, είπέ μοι, και πόρους επιζητείς, παρά του
cunias, dic mihi, el questum, exquiris ab irope ? απόρου; Και ει πλουσιώτερόν σε αποφαίνειν ηδύνατο ,
Sed si ille 10 reillere potuissel litiorem, quid ad τι εζήτει παρά τας θύρας τάς σας; Επί συμμαχίαν
tuas januas quesivisset ? Yenit subsidiumiuventu . ελθών, πολέμιον εύρεν. 'Αλεξιφάρμακα περιζήτων,
rus : sed hostent reperit. Renelium duo requi- δηλητηρίοις ενέτυχε. Δέον παραμυθείσθαι του ανδρός
rerat , in venenum incidit. Obcium fuum fuerat, B την πτωχείαν , συ δε πολυπλασιάζεις την ένδειαν, έχ.
viri sublevareiopiam: al ιω illius adauges eges- καρπούσθαι ζητών την έρημον. "Ωσπερ (30) αν εί τις
talem, hominis destituti facultates quereus exhau- ιατρός προς κάμνοντας εισιών, αντί του υγίειαν αυ
rire. Veluti si quis medicus agrolos invisens , cuin τους επαναγαγείν, ο δε και το μικρών λείψανον της
eis leberet restituere sanitialem, e coutrario eis δυνάμεως προσαφέλoιτο· ούτω και συ τις συμφοράς
vel exiguas virium reliquias adiuerel : sic et ια των αθλίων αφορμήν πόρων ποιή. Και ώσπερ οε
uniserorum calamitilles questus occasionem facis. γεωργοί όμβρους εύχονται εις πολυπλασιασμός των
Ει sicut coloni ad seminυτο multiplicationem inι - σπερμάτων, ούτω και συ ενδείας και απορίας άν
bres exoplant, ita et tu egestatein el inopiam θρώπων επιζητείς, ίνα σοι ενεργά τα χρήματα γένη
Βιωminum oplas, tibi ut quasluose sint pecunise . ται . Αγνοείς πλείονα προσθήκην ταίς αμαρτίαις
An ignoras facere te accessionem majorem pecca ποιούμενος, και τα πλούτη την αύξησιν από των τό
tis, quam opus est incrementom de fonore el- κων επινοών ; Και ο μεν ζητών το δανεισμα (31), μέ
spectatuin ? Ει quidem argentum in fenus qui σος αμηχανίας απειλημμένος, όταν μεν προς την ε
gnerit, consilii inops herei melius. Εtenim cum νίαν απίδη, απογινώσκει την έκτισιν, όταν δε προς
respicit ad paupertalem, de solutione desperat : την παρούσαν ανάγκην, κατατoλμά του δανείσματος .
cum vero presentem consideral egestatein , fuore C Είτα ο μεν ηττήθη υποκύψας τη χρεία · ο δε απέρ
pecunion Sumit. Deinde aliero vicio, ac necessitati χεται, γραμματείοις αυτόν (52) και έχεγγύους αστα
codlenie , alter abit, schedulis cautionibusque com - Alc &uevos.
propilus.

lem splendidus ac hilaris est , el alieno flore πρός έστι και περιχαρής, αλλοτρίω άνθει γεγανωμέ.
oblecl: lus, multatione vitae inclarescit. Lauta enim νος, επισημαίνων τη μεταβολή του βίου · τράπεζα
meus3 est, vestis pretiosior, famuli splendidiore
h: bila induti , adulatores, compolores; fuci doio-
τερον εξηλλαγμένα τελεστέρα οικέται α
γάρ ανειμένη, εσθής πολυτελεστέρα " οικέται προς το
φαιδρότερον εξηλλαγμένοι τω σχήματι, κόλακες,
Tom innumeri. Sed cum sensim diMount pecuniæ , συμπόται• κηφήνες (53) οίκων μυρίου· ώς δε τα μεν
Resupusque progrediens secum fanus advebil, tum χρήματα υποδδεί, ο δε χρόνος προϊών τους τόκους
ei requien non n ferunt nocles, non dies hilaris εαυτό συμπροάγει, ου νύκτες εκείνη ανάπαυσιν φέ
est, non sol jucundus, sed eum vitae Telei. Dies μουσιν, ουχ ημέρα φαιδρά, ουχ ήλιος τερπνός , αλλά
all constitutum teampus festinantes thabet odio , exti - δυσχεραίνει τον βίον, μισεί τας ημέρας προς την
megrit menses tanquam fenoris parentes . Quol , προθεσμίαν επειγομένας, φοβείται τους μήνας ως τό
si dormiat, videifeneratore in somnis , quod - " κων πατέρας , Κάν καθεύδη, ενύπνιον βλέπει τον δα .
μην ερηium est , capiti astisnter : si vero vi - νειστών, κακόν όναρ, τη κεφαλή περιστάμενον καν

30) Colb . quartus " Notep ráp. Ibidem sex mss.
cum edisione Basil. tis latpūv.'Regii secundus et
quartus cum ediljoneParis . tis lateos. Haud procul
illa, outw xal ou,desunt in edilis : sed reperiuntur in
Reg . priino, el in Regii quarti margine , sinon eadem
manu , al antiqua lainen . Subinde Reg, lertius cous
τμβρους .
(31) Reg. tertiuς ζητών το δάνειον.
(32) Vox aútov scribitur in editione Paris . cum
spiritu aspero ; in editione vero B : sil. perinde ac in
quinque mss. cum içvi. Quod si quispiam velit scri.
Here aútov cum lemi, eamque voceni ad debitorem
referre, hunc locum sic polerit interpretari : Alter
vero illinc abil postquam debitorem schedulis alque cau
rionibus siringil, seu obligavil. Quo sensu verbuin
doyaaltoualusurpalus Aci. xvi, 24 : Tous robôas au
tūvioparloato, Pedes eorum strinzil . Ibidem Colb .
quarills ypay datlovs. Paulo post Reg. secundus
άνειμένη και πολυτελεστέρα, εσθής φαιδροτέρα.
(53) Editio Paris . el Reg. tertius κηφήνες άπρα .
XTOL. Vox ultima deest in aliis septem miss. Collier
ini septimus et octavus xnoñves olxwv uupiwv, In
fra eilinio Paris . OaVELOTOŪ yap. Deest yap in mss, el
in ediljone Basil,
969 HOMILIA II IN PSALMUM XIV. 97 )
γειστού , φησί, και χρεωφειλέτου απαντησάντων A nerator, inquit, et debitor inter se conveniunt, tisi
αλλήλοις, επισκοπήν αμφοτέρων ποιείται ο Κύ- Iationem utriusque facit Dominus 1. lle quielein
ριος . Ο μεν ώσπερ κύων επιτρέχει τη άγρα· ο δε quasi canis in predam irruit : bic vero sicut pa
ώσπερ έτοιμον θήραμα καταπτήσσει την συντυχίαν. rata captura occursum exhorret. Αdimit enim ei
'Αφαιρείται γάρ αυτου την παρρησίαν το πένεσθαι. loquendi Gducian paupertas. Uιrisque nest calcu
'Αμφοτέροις η ψήφος επί δακτύλων : του μεν χαί- Ias in digitis ; illo fenoris accessione gaudenle, hoc
ροντος επί τη αυξήσει των τόκων, του δε στενάζον- 109 nmiseriarum incremento ingemente. Bibe
τος επί τη (34) προσθήκη των συμφορών. Πίνε ύδατα αquas de tuis vasis 18 ; ιιοc est, proprias consi
από σων αγγείων : τουτέστι, τας οικείας αφορμές lera facultates , all alienos Fontes ne accelle, sed
περισκόπει, μη επ' αλλοτρίας πηγάς βάδιζε, αλλ' εξ ex propriis laticillus tibi ipse vilge solatia compara.
οιχείων λιβάδων σύναγε σεαυτώ τας παραμυθίας του Halbes vasa area, vestem, jumentum, diversi gene
βίου. "Εχεις χαλκώματα, εσθήτα, υποζύγιον (53), is supellectilena ? Ηac vende : prieter lilbertatem,
σκεύη παντοδαπά ; ταύτα απόδου · πάντα προέσθαι iiiti omnia paliare. Sed me puder , inquit ,
κατάδεξαι, πλην της ελευθερίας. 'Αλλ' αισχύνομαι istliaec voci preconis subjicere. Cur igitur paulo
αυτά δημοσιεύειν, φησίν. Τί ούν ότι μικρόν ύστερον post alius ea exponel, tuorumque bonorum ficiel
άλλος αυτά προκομίσει, και αποκηρύξει τα σα, και * auctionem, et vili prelio ob oculos tuos venilet ?
εν οφθαλμοίς σοίς επευωνίζων αυτά διαθήσεται ; Μή Nς gradiare ad fores alienas. Plane enim Angustus
βάδιζε επ' αλλοτρίας θύρας. Φρέαρ γάρ τω όντι στε. est alienus puteus *. Satius est, arte et industria
νον το αλλότριον (56). Βέλτιον ταίς κατά μικρών επι- paulatin necessitatem levare, qui alienis facul
νοίαις την χρείαν παραμυθήσασθαι, ή αθρόως ,επαρ- ε: tilus subito elatum, deinceps oribus sinal
θέντα τοις άλλοτρίοις , ύστερον πάντων ομού των Douis privari. Si igitur habes unde solvas, cur
προσόντων απογυμνούσθαι. Ει μεν ούν έχεις όθεν presentem egestalem hisce auxiliis non depellis ?
αποδώς, τι ουχί την παρούσαν ένδειαν εκ τούτων των Sim solvendo non es, malum malo curas. Feneri
αφορμών διαλύεις ; ει δε απορείς προς την έκτισιν, ιorem qui le obsessuru , sit, ne admitte. Te velut
κακών κακό θεραπεύεις. Μη δέξη πολιορκούντά σε aliam aliquato predam exquiri ac vestigari ne si
δανειστών. Μή ανάσχη ώσπερ άλλο τι θήραμα (57) nas. Usura nieurdacii principium est ; occasio in
αναζητείσθαι και εξιχνεύεσθαι. Ψεύδους αρχή το δα- grili animi, peridiarque et perjurii. Alia sunt
νείζεσθαι· αχαριστίας αφορμή, αγνωμοσύνης, επιορ- verlha argentumfeuore surventis : alia, cumfenus
κίας. "Αλλα ρήματα του δανειζομένου (58), και άλλα ab ipso exigitur. Utinamtunc tibi non occurrissem!
του απαιτουμένου. Είθε σου μη απήντησα τότε, ήδη utique jam subsidia gundai id nnovendan neces
αν εύρον τας αφορμές προς την απαλλαγής της silalem invenissenι. Νonne milhi invito pecuniam
ανάγκης. Ουχί δε άκοντός μου ενέβαλες τη χειρί τα io noanus dedisti : Porro aurum fuum eral sub
χρήματα ; Υπόχαλκον δε σου το χρυσίον, και παρα- gratum, el muniism2 adulterinum. Sive igitur feine
κεκομμένον το νόμισμα. Είτε ούν φίλος ο δανείζουν, ralor sit amicus, ne ejus amittas amicitiam : sive
μή ζημιωθής αυτού την φιλίαν· είτε εχθρός, μη γέ. inimicus, ne fits adversario ac nalevolo subiitus.
νη τώ δυσμενεί υποχείριος. Μικρόν εγκαλλωπισάμε- Parumper in alienis gloriatus, postea patrimonio
νος τοις άλλοτρίοις, ύστερον και των πατρώων έχ- etiam everleris. Pauper es nunc, sed liber. Argen
στηση. Πένης ει νύν, αλλ' ελεύθερος. Δανεισάμενος tum si fwnore sumpseris, non dilesces, sed liber
δε ουδέ πλουτήσεις, και την ελευθερίαν αφαιρεθήση. 1ale spoliathere. Qui pecuniain sumpsit fenore, fe
Δούλος του δεδανεικότος ο δανεισάμενος, και δούλος neratoris serves est,imo servus stipendiarius , qui
μισθοφόρος απαραίτητον φέρων την λειτουργίας. Οι inevitabile servilium subit. Cones accipiendo unall
Aύνες λαμβάνοντες ημερούνται· ο δε δανειστής λαμ- suescunt ; fenerator verorecipiendlo irritatur. Νου
€άνων προσερεθίζεται. Ου γαρ παύεται υλακτών, enim allstrare lesinit, seul plura exposcit. Si jura
αλλά το πλέον επιζητεί. Εάν ομνύης, ου πι- Veris, non credit : que in alibus halbes, perscro
στεύει (39): έρευνά τα ένδον , τα συναλλάγματά σου D 1atur ; tua diligenter indignt commercia. E culi
21 Proν. ΧΧΙΧ, 13. 10 Proν. V, 15. * Proν. ΧΧιιι, 27.
(34) Elilio Puris. στενάζοντος επί τη. Defit (30) Editi et nonnulli mss. το αλλότριον. Deest nr.
# ! in nosiris seplein miss . perinde arquö in eili. liculus a :11011 LXX - I in qual110r wiss. Mox Reg .
tione B:nsil . Paulo antelegiturin elitiοne Paris. χαί- Sendus χρείαν παραμυθείσθαι.
ροντος έπί τή φu: Tox επί, teest quote in tribus (57) Idilio Paris . ώσπερ αλλότριον θήραμα. Αι
iniss. et in editione B : sil., sed in aliis iiuillis legillir. eilivio B : sil. cum omnibus ius.ris 11043, 63782 Euro
Præpositionem ĠTé all in utroque loco relinquen - tl Qýpada. Colli, quariis õavaisasa!.
dam esse arbitramur , aut ex iilraque tollendam . (38 ) Eilinio B :asil. el qualilor mss. coù ôavei ovТos.
Sane nihil reſert, hoc an illo mod , legeris . Edilió Paris. el qualuor itidem miss. õaversouévou.
(33) Sic editiv Baasil. el miss. sex . Editio vero Paris . Haud procul Rok . secundus çlos ñ o.
et duo mss .υποζύγια. lileo editio Irris . απόδος. ( 59) Nomuli mss. εάν ομνύης , απιστεί. loc ips )
Editio vero Basil. el ocio nostri inss, à tróôou. Mox in iucú illa, äuz ouvius àTaitei, ligulur in Caille .
Reg . Tertius Ti ojvőz! ulxpov i : pov äaiosautà ôr, quarto el in Regiis primo el sexwu . Sed quin ailuis
Moolsújs!. Tioun, etc . Subinde legiiurin editione Pirn Terina sint, non valide admodum dubitarius, linn
ris . Tuis ocis. Deest bicarniculus in muss. elin edilione quod ii lieg . sexo adelit: sul sccunda manu , llini
Basil. Hoc ipso in loco Colberiini seprinunes etocta quodquibusdalbo punciis novada siat in Reg . primo :
νας διαθήσεται. Ουκ αισχύνη : Ν:: Ιε :!ει ? qui diunon raro alicuum quiddali el pesegrinumu
970 S . BASILII MAGNI
culo si progrederis , traliit le alse , el adducit; A πολυπραγμονεί. Εάν προϊης του δωματίου, έλκει
si intus le absconderis, ante domum stat, et fores τρός εαυτόν και κατασύρει · εάν ένδον σεαυτόν κατα.
pulsat, Presenle uxore, affcit le pudore , coram κρύψης, ερέστηκε τη οικία, και θυροκρουστεί. Επί
arnicis imponit contumeliam : in foro fauces con- γαμετης καταισχύνει, επί φίλων καθυβρίζει, εν ταις
stringil : Oralus festi diei occursus : vitam tibi real- αγοραίς άγχει κακόν συνάντημα εορτής: αβίωτον
dit injucundam et intolerallilein . Αι magna, inquit , σου (40) κατασκευάζει τον βίον. Αλλά μεγάλη, φτ
est necessitas, nec alia est parande pecuniae ratio. σιν, η ανάγκη, και ουδείς πόρος χρημάτων έτερος.
Qua , ques0 , utilitas ex liodierna dilatione ? Rursus Τί ούν το όφελος εκ του την σήμερον υπερθέσθαι;
enim venuiet ad te paupertas tanquam bonus cur- Πάλιν γάρ ήξει σοι ή πενία ώσπερ αγαθός δρομεύς,
sor 8, el eadem necessitas cum auctuario alerit. και η αυτή ανάγκη μετά προσθήκης παρέσται. Το γάρ
Fanus enim non omnino liberat , sed consilii et δάνος ουκ απαλλαγήν παντελή, αλλά μικράν αναβο
Jnensis inopism antisper turtlar . Palianur Jodie λην της αμηχανίας παρέχεται Σήμερον πάθωμεν τα
duridiem pauperlatis, et ne ean 110 posterio) εκ της ενδείας δυσχερή , και μη αποτιθώμεθα (41) εις
liem prolrahamus. Εtenim si argentin Immore την αύριον . Μή δανεισάμενος μεν ομοίως έση πέντης
non suis, hodie el postea siniili modo elis pill- και σήμερον και προς το εφεξής · δανεισάμενες
per ; si vero suis, Tenore paupertalem ugeiale , δε χαλεπώτερον εκτρυχωθήση, του τόπου την πενίαν
Acerbius vezabere. Nunc quidem nullus tibi verlit προσεπιτείναντος. Και νύν μεν ουδείς εγκαλεί σοι
probro paupertalen; siquidem m:lun est laud πτωχεύοντι ακούσιον γάρ το κακόν· εάν δε τόκους
voluntarium : si vero Tenori fueris obnoxius, iero υπεύθυνος ής, ουκ έστιν όστις ου μέμψεται σου τη
eril qui le stultitiæ non condenincl. αβουλία.
3. Ιtaque ne nostra slultilia Inalis printer volun- 3. Μή ούν προς τους άκουσίοις κακοίς έτι και αυ
aleim contingentibus etiam alum voluntarium θαίρετον κακόν εκ της ημετέρας ανοίας επισπασώμε
Accersainus. Sulli est aniani se pro open ratione θα (42 ). Νηπιας φρενός μη εκ των παρόντων εαυτόν
non componere, sed incerte spei se committere, περιστέλλειν , αλλ' αδήλοις ελπίσιν επιτρέψαντα φα
ac manifestum el evidens detrimentum experiri, νεράς βλάβης και αναντιρρήτου κατατoλμάν. " Ηδη,
Jam perpende unde siς soluturus. Νam ex iis βούλευσαι πόθεν (43) αποτίσεις . Αφ' ών λαμβάνεις ;
pecuniis quas accipis 9 Sed he et ad necessitatein 'Αλλ' ουκ εξαρκεί και προς την χρείαν και προς την
cohibendarm et ad solutioneir lon Sudiciunt . Quod έκτισιν. Εάν δε δή και τους τόκους λογίση, πόθεν τα
si usuras etiam reputaveris, unde usque adeo mal- χρήματα εις τοσούτον πολυπλασιασθήσεται, ώστε ιδέα
tiplicabuntur pecuniae, ut ex una parte necessitali μέν σου θεραπεύειν την χρείαν, ιδία δε εκπληρούν
tu inedeantur, ex altera vero soriem expleant, " το κεφάλαιον, έξωθεν δε και τόκους απογεννάν; Αλλ'
prelereaque forinsecus usuras gignant. At nequa . ουκ εξ ών λαμβάνεις αποδόσεις το δάνειον. Ετέρω
Guam ex iis, quae accipis, routuυιι reddes. Aυ θεν δέ; Εκείνος ούν αναμένωμεν τας ελπίδας, και
aliunde ? Illas igitur exspeclenius spes, nec, lan- μή έλθωμεν, ώστερ οι ιχθύες επί το δέλεαρ. "Ωστερ
quam pisces , ad :!liciuin properennus . Quemadl- γαρ εκείνοι μετά της τροφής το άγκιστρον καταπί
Οιodum enim illi una cui esca lianum vOrant : νουσιν , ούτω και ( 412 ) ημείς διά τα χρήματα τους
sic nos per pecuniam fwnore transfigimur . Pau- τόκους περιπειρόμεθα. Ουδεμιαν αισχύνην το πένεσαι
perias ignominian Bullam affert. Quid ergo nobis προξενεί. Τί ούν τα εκ του οφείλειν ονείδη εαυτοί,
ipsis opprobria ex ere alieno paramus ? Vulnera προστιθέμεθα (43); Ουδείς τραύματα τραυματι θερα
vulnere cural nemo, neque malum malo sana!, πεύει, ουδε κακό το κακόν ιάται, ουδε πενίαν τί
nec fenore Sublevatur pauperlas. Dives es ? κoις επανορθούται. Πλούσιος ει ; μή δανείζου (46).
2* Proν . Σχιν, 34.
indicant. Aliquanto post edilio Paris . cum aliqui- D siris mss. reperiunr : qua non observara interpres
bus mss. ŠÉOTTXS cm aüiaia . Sed Coisl. com velus a sensu anatoris longe aberravil , Paulo post
alijs sex miss. el cum editione Basil. ÇétTXE to Reg. secundus TIL TOGOūtov .
οικία. (41) Sic major par's mss. Deest xal in editis .
(10) Reg. Secundus αβίωτον σου. (43) Eliti con Reg. Secundo περιτιθέμεθα.
(41) Sic quinquemss. ciim editione Basil. Edicio Reg . primus TopoolOtuela . Ai quinque llisis, ut
Paris . cum 1110 aut allero ins, à nobiyala . Mox in lexlus. Ibideni liss. onines tpaulata . Editi spav .
Colb . oclavus sic to ègesnis . l'aulo post Reg . Lerlinis pa.
προσεπεκτείναντος. legii tertius el sextus εγκα - (46) Πλούσιος εί; μή δανείζου. Ιegendum esse
λέσει σοι , Subide Reg. secundus σου την άβου- μή δάνειζε, Ne des ( @ nore, diuinus in μοι. ad ser
λίαν, monim quillum Symeonis Logothelä pag. 495.
(42) Sic major pars mss. cum editione Basil. Edic Maras. — Lusil Bisilius in duplici ejusdein vois
Tio Vero Paris, cum quibusdam mss, επισπώμεθα , Sensei : @avekZouat enini 110n1 modo pecuniam dore,
Jbidem edilio Paris, untilaç ¿och. Vos ļoti deest in ses! etiam accipere sub fænore signilical : quei lusun
omnibus mss, et in ediljune Basil. Jbillem autův Lalne reddere cuique Laline scienti olivium est,
TEPLOTéhelv,ad verbum , pro upum ratione non se siynileni verbal (enero vel ſæneror eandem amibia
contrahere, non se courclure. Hoc est, impensas file guitaleill ac qavak 0:22 præ se leri. AjTcas sai igitur
culiaribus non meriri. interpretari juvarel, hocmodo : Dires es ? noli file
(45 ) luierpanclii) qua lioc loco usi sumus, in 110 nerare ; pauper (s ? ruli fænerari. Edit. L'ATROL .
273 HOMILIA II IN PSILMUM XIV. 274
Πένης εί ; μή δανείζου. Ει μεν γάρ εύπορείς, ου χρή- A Argentum ne same feuore. Pauper es ? Ne
ζεις δανείσματος · ει δε ουδέν έχεις, ουκ άπο - summe fenore argeilum. Εtenim si Iocuples es,
τίσεις το δάνειον. Μή δως σεαυτού τον βίον εις nihil tibi fuenore opus est : si vero nihil habes,
υστεροβουλίαν, μήποτε μακαρίσης τάς προ των τό- μου pendes usuras. Noli tuam ipsius vitam serie
κων ημέρας. Ενι (47) τούτω διαφέρωμεν των πλου - penitentia oljicere , nequando dies qui fenus
τούντων οι πένητες, η αμεριμνία. Και καταγελώμεν processerunt, Dealos existitnes. Ηoc uno divi
αυτων αγρυπνούντων, αυτοί καθεύδοντες και των tilus pauperes nos prieslanus, curarum vacui
συνεστώτων αει και φροντιζόντων, αυτοί αφροντι late. Illos lum vigilantes , lum curis semper disten
στούντες και ανειμένοι. Ο μέντοι οφείλων και Ios ac sollicitos dericlermus nos, qui loriuimus, qui
πένης εστί και πολυμέριμνος · άυπνος νύκτωρ, αύ- que sollicitudine careinus , ac lileri sumus . Debitor
πνος μεθ' ημέραν, σύννους πάντα τον χρόνον· νυν utique el pauper est, el curis multis conficitur :
μέν τήν εαυτού ουσίαν αποτιμώμενος, νύν δε τάς οι- μocles ac fies ducil insomnes, omni tempore cogi
κίας τάς πολυτελείς, τους αγρούς των πλουσίων, τας latione defxus. Nunc quidem estimat res suas ,
εσθήτας των εντυγχανόντων, τα σκεύη των εστιών- nunc vero dornos sumptuosas, dividum agros, quo
των (48). Eί ταύτα εμά ήν, φησίν , απεδιδόμην τόσoυ Γυliliel in conspectum venientium vestes , Vasa et
και τόσου , και απηλλασσόμην του τόκου. Ταύτα αυ- Β supellectilem eorum a quilius convivio excipitur.
του και νύκτωρ εγκαθέζεται τη καρδία, και μεθ' Iec si nea essent, inquit, Inti et lanti divende
ημέραν τάς έννοίας κατείληφεν. Εάν την θύραν πα- rein, atque liberarer feuore. Isilisec el noctu cordi
τάξης, και χρεώστης υπό την κλίνην. Σφοδρώς εισ ejus insident, el interdiu illius occupant mentem .
έδραμε τις τού δε επάταξεν (49) η καρδία. Υλακτεί Januam si pulsaveris, irrepil sub leclum debitor.
ο κύων : ο δε ιδρώτι περιορείται , και αγωνία συν Velociler accurrit quis, et illius cor palpitat. Canis
έχεται, και περισκοπεί πόθεν φύγη . " Οταν η προ- Iatral ? Πle sudore difluit, el anxietate corripitur ;
θεσμία προσάγη, μεριμνά τι ψεύσεται · ποίαν πλα qnaque via fugiat, conspicil. Ubi dics præscripius
σάμενος πρόφασιν τον δανειστήν διακρoύσεται. Μή justat, anxie Secum reputat quodnam dicturus sit
μόνον λαμβάνοντα σεαυτόν ένδει, αλλά και απαιτού- mendacium , et quo conficio prielexto depulsurus
μενον. Τί πολυτόκο θηρίο (50) σεαυτόν παραζευ- 111 a se sit creditoren. Non autem cogita solumn
γνύεις; Τους λαγωούς φασι και τίκτειν ομού και τρέ- 1e accipere, sed fore, ut etiam id quod acceperis ,
φειν και επικυίσκεσθαι. Και τους τοκογλύφοις τα a le exigalur. Quid le ipse bestic fecundissimae ad
χρήματα ομου δανείζεται και (51) γεννάται και υπο- jungis ? Lepores aiunt simul et parere, el nutrire,
φύεται . Ούτω γαρ εδέξω εις χείρας, και του παρόν - el Superfecare. Sic pecuniae feneratoribus simul et
τος μηνός απητήθης την εργασίας. Και τούτο πάλιν 6 dantur ad pendendas usuras, el signantur, et pollu
δανεισθεν, έτερον κακόν εξέθρεψε, κακείνο έτερον, Iant. Noulum enim in unus accepίςιι , et lanet
και το κακόν εις άπειρον. Διά τούτο και της προσ- presenlis mensis lucrum quaestumve a le exposcunι.
ηγορίας ταύτης ήξίωται το είδος τούτο της πλεον- Ει διαc pecunia rursus Tenore occupala, malla
εξίας. Τόκος γάρ, ώς oίμαι , διά την πολυγονίαν του alterum aluit, et illud alterum, atque sic valuin in
κακού προσηγόρευται. Πόθεν γάρ άλλοθεν ; " Η τάχα infinitum. Quaniolbrem hoc avoritize genus eo no .
τόκος λέγεται διά τάς ώδίνας και λύπας, άς εμποιείν wine appellatur. Elenim, opinor, τόκος , id est par
ταις ψυχαίς των δανεισαμένων (52) πέφυκεν. "Ως ιus , ob ingentem Bali fecundilaleu nominalur.
γάρ ή ωδίς τη τικτούση, ούτως ή προθεσμία το Unde enim aliuncle ? Αυι forte τόκος, hoc est par
υπόχρεω παρίσταται. Τόκος επί τόκω, πονηρών γο- tus, dicitur ob dolores ac molestias, quas animis
νέων πονηρόν έκγονον . Ταύτα λεγέσθω γεννήματα eorum qui fenore acceperunt, soiei creare. Οι enim
έχιδνών, τα των τόκων αποκυήματα. Τας έχιδνας puerperium pariature, ita dies indicta lelbitori in
λέγουσι την γαστέρα της μητρός διεσθιούσας τί- stil. Fienus fenori additum, parentur malorum
χτεσθαι . Και οι τόκοι τους οίκους των οφειλόντων mala est solboles. Di isli usurarum fetus dicantur
έκφαγόντες απογεννώνται. Τα σπέρματα χρόνω φύε- esse progenies viperarum. Aiunt viperas, dum gi
ται, και τα ζώα χρόνια τελεσφορείται· ο δε τόκος D guuntur, ventreio natris corrolere: fuentus quoque,

(47) Reg . Tertius êtti pro éve. Mox Colb . quarius lalım non obscure ostendunt. Nec aliter legisse vie
ci Reg. Sixtus ανιέμενοι. delus interpres, qui verieril : fecunda bestia .
(48 ) Sic Reg. sexliis et Colb , septirirls cuim Oliv. (51) Elici et multi mss. τα χρήματα όμου δανείζε
Editi coin multis mss. 50 :Óviwy. Paulo post mss. ται και, etc. Sed illa , oμου δανείζεται, lesunt omnino
non pauci πατάξης o. Elii vero πατάξη τις. . in Rey . tertio. Reperiimtur quidem in Reg. sexio ,
(49) lunc lociiin emendandum esse censuit Com . sed secunda manu duntaxat. Legundir itidem in
befisius, Scribendumque επτόησε pro επάταξεν · Reg . secundo , sed variis pernicu , nolala siint : qua
sed ejus emendationi mdlas ins. favel. Mox Col. punctoruin adjectione indicavil librarius, quisquis is
bertini duo įsitai, Subinde Reg . secundiis daugn - est, eas voces delendas esse. Quare si quis bias ex
ται... διακρούσηται. pungere velit, per nos licel, eoque magis, quod lec
(50 ) Eilici el nos li mss. Touthóxw Orpiw . Sea verba ad sententiæ integritalem nihil facere videa 1
recte judicavit vir doctissimus Duciens Anglicani tur.
lectionem rcautouw) apriorem esse . longeque huic (52) Colb . quartusyuyais tūv dave .oouévwv. Mor
loco accommodatiorem . Ita enim legenduin esse et Rex . secundus U TEÓPEW % 20istatai. Subinde mulli
ipsa usuræ noio, el exemplum leporis a Basilio il- miss. Bryovoy .
E73 S. BASILII MAGNI 276
erosis ac consumptis debitorum alibus, nascitur . A σήμερον γεννάται, και σήμερον του τίκτειν άρχεται.
Seaninatemporis progressu geriminant, el animalia Των ζώων τα ταχύ τίκτοντα ταχύ του γεννάν παύεται:
teiapore prestitulo fetus edunt suos : usura vero τα δε χρήματα , ταχείαν λαμβάνοντα του πλεονα.
bodie generitur, et Iolie parere incipii. Que ani- σμού (53) την αρχήν, ατέλεστον επιδέχεται την εις το
malia cito pariant, ea 2 parla cito lesis10ml : at πλείον προσθήκην. Των αυξανομένων έκαστον, έπει»
vecuniae celere usurarum origiucun consecut: r, in- δάν προς το οικείον αφίκηται μέγεθος, της αυξή
finilan accessionem magis ac magis crescenter σεως ίσταται • το δε των πλεονεκτων αργύριον τω
suscipiunt. Quidquid crescit, ubi ad propriam ma- χρόνω παντί συμπαραύξεται. Τα ζώα, παραδόντα
gitudinein pervenerit , desiuit augeri : avarorum τοίς εγγόνοις το τίκτειν, αυτά της κυήσεως παύεται:
vero argentum omni tempore augescit. Animalia, τα δε των δανειστών αργύρια και τα επιγινόμενα
ubi suae soboli vim imperliverunt pariendli, superse- τίκτει , και τα αρχαία νεάζει. Μή σύ γε εις πείραν
dent pregnatione : al feneralorum pecuniae el al- έλθους του άλλοκότου τούτου θηρίου.
nascentes pariunt, el veteres renovarlur. Ne iu
porlentosæ hujus bestia : periculum feceris.
4. Liliere νides solen. Quid tibi ipse libertatem 4. Έλεύθερον (34) οράς τον ήλιον . Τι φθονείς
vile invides ? Pugil nullus que adversari plagas B σεαυτό της παρρησίας του βίου ; Ουδείς πύκτης
subterfagit, ac debitor creditoris occursum, occul- ούτω τας πληγές του ανταγωνιστού υποφεύγει, ώς ο
tato pone columnas ac muros capite. Αι, inq::is, δανεισάμενος του χρήστου (55) τάς συντυχίας, προς
quomodo nutriar ? Manus habes, liabes artern ; Iora κίονας και τοίχους αποσκιάζων την κεφαλήν. Πώς
operam tuain Ducri gratia , ministra : multa sunt oύν διατραφώ, φησίν ; "Έχεις χείρας , έχεις τέχνην ·
parandi victus consilia , occasiones mulie. Ilne fa- μισθαρνού , διακόνει : πολλαι επίνοιαι του βίου , πολ
cere lon potes ? Pete a possidentibus. At turpe est λαι αφορμαι. 'Αλλ' αδυνάτως έχεις και προσαίτει παρά
postulare ? Turμίως μιique fuerit creditoren d:ntis των κεκτημένων. 'Αλλ' αισχρον το αιτεϊν ; Αισχρότε
feuori pecuniis lefraudere. Non Inec dico profecto, ρον μεν ούν το δανεισάμενον αποστερείν. Ου πάντως
legem ut feram, sed wι ostendam, omnia tibi tole- νομοθετών ταύτα λέγω, αλλ' υποδεικνύς , ότι πάντα
rabiliora esse, quam argentumfeuore sunere. For - σοι του δανείζεσθαι φορητότερα. Ο μύρμης μεν δύ .
inica etsi neque mendicat, neque notios fuore ναται, μήτε προσαιτών, μήτε δανειζόμενος , διατρό
accipit , potest Tanmen utritι : apis itidem regibus φεσθαι· και μέλισσα τα λείψανα της οικείας τροφής
largilur alimenti sui reliquias : quibus Linien nec βασιλεύσι χαρίζεται οίς ούτε χείρας , ούτε τέχνας ή
manus, nec arles concessit Bal :ri . To vero indi- . φύσις έδωκεν· συ δε το ευμήχανον ζώον ο άνθρω
strium animal homo, inter artes omnes unam ad “ πος μίαν των πασών μηχανήν ούχ εύρήσεις προς την
Transigenclaim vitam non reperies ? Quanquain vide - του βίου διαγωγήν; Καίτοι ορώμεν ουχί τους των
Inus non necessaieruum indigos alfenus confugere : αναγκαίων ενδεείς έρχομένους επί το δάνειον ( ουδε
neque enimsol φui eis credail : aufeuore sliml γάρ έχουσι τους πιστεύοντας ), αλλά δανείζονται
pecuniam homines, qui 112 se in laxiores impen άνθρωποι, δαπάναις ανειμέναις και πολυτελείαις
Sas el in luxum inutile efluidunt, ii videlicel quί ακάρπους εαυτούς επιδιδόντες, οι γυναικείαις του
se muliebribus voluptalilus maicipant. Indigeo, in- παθείαις δουλεύοντες . Εμοί , φησίν, εσθήτα πολυ
quit illa, vestitu sumptuoso, et aureus vasis : egent τελή και χρυσία , τους παιδίους κόσμον αυτοίς ( 56)
ilii decenti et silhi convenienti vestinuerulorum or- ευπρεπή των ενδυμάτων , αλλά και τους οικέταις αν
naniello : quio clian famuli doridis et vario colo- θινά και ποικίλα τα περιβόλαια , τη τραπέζη δαί
re distinclis vestilus Sunl induendi : auta nelsa λειαν. Ο τα τοιαύτα λειτουργών γυναικι επί τον
exstruenda est. Qui talia mulieri niinistrat, ad τραπεζίτην έρχεται, και πρίν χρήσασθαι τοις ληφθεί
trapezitam velit, et priusquam accepta utatur pe- σιν , άλλον έξ άλλου μεταλαμβάνει δεσπότην, και
cunia, alium ex alio dominum mutat, atque fene- μετενδεσμών αεί τους δανείζοντας , τη συνεχεία του
ritores alios aliis semper adjungens, continua illa p κακου φεύγει της απορίας τον έλεγχον. Και ώσπερ
mali successione egestale 1egit, Ει quemadmodum οι υδεριώντες εν υπονοία πολυσαρκίας εισιν, ούτω
hydropici suspecti sunt de pluriana obesitate, sic και ούτος εν φαντασία περιουσίας υπάρχει, αει λαμ
el isle videtur esse dives, seniper accipiens, el sen - βάνων, και αεί διδούς, και εκ των δευτέρων δια
(53) Vous Ticovaquos in sacris Lilieris significa', (55) llic variant edili et mss. inter se . Editio Pa
id quod pricier soriem accipitur. Vide ciip . XX11 ris. et Coisl. toŬ SaveLOTOŨ . Alii iliss, pelotos,
Ezechielis . Mox Regii secundus el sexius aúEoué- aller ypadotou . Colb . quarliis xpnotou. Reg . quar.
vwv. Infra Colb . ociavus è Lyevousva . Ibidem mulli tus el Colb . septimus cum editione Basil . toj xpo
uss. εις πείραν έλθης. OTO », Scio quiniemi nibil ad sensum reſerre, wird
(54) Eliti et niss. omnes ελεύθερον. Sed legend:num quis modo legerit, δανειστού και χρήστου : arbitror
esse chaudepos putant viri doctissiini, jidemque de lamen legi oportere xehotou , ncc aliter Basilium
Basilio nostro opline meriti Ducæus el Combeli- scripsisse. Nam , ut ex dictis palet, mulli niss. aut
Eins quorum sententiie nostrun calculum addere tani vocem plane exhibent, autcerte aliam , quæ ab
unus band inviti, si vel unius ms,huic lectioni lave ipsa non ita mullunni recedit.
rui. Sed cum vulius ei codex suffragelur , vocem tej. (56 ) Yox autors deest in plerisque niss. Mox octo
Ospov retinendam quidem censuimus, scd ita , ut niss, cum editione Basit. xal toixida rá . Edilio Pai
eaiu adverbialiter interprelemur. ris, ποικιλτα περι6.
977 HOMILIA II IN PSALMUM XIV . 273
λυων (57) τα φθάσαντα, την προς το λαμβάνειν A per dans, et ex postenoribus priora dissolvens, 11
αξιοπιστίαν εκ της του κακού συνεχείας περιποιού- que jugi mali successione requisitam ad accipie -
μενος εαυτό. Είτα ώσπερ επί της χολέρας οι το αει durn fdem sibi ipse comparans. Deinde είcut ii g
προϊστάμενον εξερώντε » (58), και πριν παντελώς cholera laborint, id semper quod ante sumptun
καθαρθήναι δευτέραν τροφήν επεμβαλλόμενοι, πάλιν est ejiciunt, el quemadmodum si ante integram
εμούσι μετ' οδύνης και σπαραγμών· ούτω και ούτοι purgalioueim cibum alterum capiunt, hunc rursus
τόκους εκ τόκων μεταλαμβάνοντες, και πριν εκκα- cum dolore, el cum) nervorum coινolsione evo
θάραι τα πρώτα , δεύτερον επεισάγοντες δάνεισμα, 1munt : ita et hi tenus fenore commutantes , et an
μικρόν χρόνον τοις άλλοτρίοις εναβρυνόμενοι , ύστε- lequam pricres usure purgentur , alteram adjicien
ρον και τα οικεία οδύραντο. "Ο πόσους απώλεσε τα tes, paramper in alienis gloriati , tuin denuo rei
αλλότρια αγαθά ! Πόσοι όναρ πλουτήσαντες υπεραπή- etiam familiaris jacturam Iugent. O quoι lionlines
λαυσαν της ζημίας! Αλλά πολλοί , φησί, και εκ δα- perdiderunt aliena Dona ! Ομοι in somnis ditati, in
νεισμάτων έπλούτησαν. Πλείους δε, οίμαι, και βρό- erunnas el calamitates maximas inciderunt! Αι
χων ήψαντο. Συ δε τους μεν πλουτήσαντας βλέπεις, qui, inquis , Multi etiam fenore facti sunt diviles :
τους δε απαγξαμένους ουκ αριθμείς , οι, την επι al vero plures, arbitror, ad laqueos pervenuerunt.
ταις απαιτήσεσιν αισχύνην μη φέροντες (39), τον B Tυ porro dilatos quidem respicis, strangulatos vero
δι' αγχόνης θάνατος του επονειδίστως ζήν προετί- non numeras, qui exacliouis dedecus minine fe
μησαν. Είδαν εγώ ελεεινόν θέαμα, παίδας ελευθε- rentes, sibi morteim maluerunt laqueo asciscere ,
ρους υπέρ χρεών πατρικών (60) ελκομένους εις το quain prolbrose vivere. Vidi ego miserabile specta
πρατήριον. Ούκ έχεις καταλιπείν χρήματα τοις cularm , ingenuos pueros, qui, ut venderentur ,in
παισι ; μή προσαφέλη και την ευγένειαν. "Εν τούτο forum ob patris debita pertrahelbantur. Non halves
διατήρησαν αυτούς το κτήμα της ελευθερίας, την πα- pecuniam quam relinquas aliis ? Cave ingenuitatem
ρακαταθήκην ην παρά των γονέων παρέλαβες. Ού- eis auferas. Unam hanc ipsis conserva libertiatis
δείς πενίαν πατρός ένεκλήθη ποτέ• όφλημα δε πα- possessionem, depositum illud, quod a parentibus
τρώον εις δεσμωτήριον άγει. Μή καταλίπης γραμ- accepisti, Nemini unquam patris paupertas data est
ματείον ώσπερ αράν πατρικήν εις παίδας καταβαί crimini : at paternum debitum . in carcerem ducit.
νουσαν και εγγόνους ( 61 ). Ne relinquas syngraphani ceu palernam exsecra
lionem in filios ac nepoles descendentem .
5. Ακούετε , οι πλούσιοι , οποία συμβουλεύομεν 5: Audile , diviles , quale pauperibus demus consi
τοίς πτωχοίς διά την υμετέραν απανθρωπίαν · έγ- lium ob vestraminhumanitatem, nempe, οι gravissi
καρτερείν μάλλον τους δεινοίς, ή τας εκ των τόκων Ima quaeque constanter ferant potius quain calami
συμφοράς υποδέχεσθαι. Ει δε επείθεσθε τω Κυρίω, tales ex fenore provenientes perpeliantur. Moreno si
τις χρεία των λόγων τούτων; Τίς δε έστιν η συμ- Downino gereretis, quid his verbis essel ορις? Quod
βουλή του Δεσπότου ; Δανείζετε παρ' ών ουκ ελπί- nam autem Domini consilium est ? Mutuam dateiis, 2
ζετε απολαβείν . Και ποίον, φησί, τούτο δανεισμα, ώ quibus non speratis recepίuros vos esse 16. Ει quile,
της αποδόσεως (62) ελπίς ου συνέζευκται ; Νόησον inquit, hoc maluum, cui redditionis spes conjuncia
την δύναμιν του ρητού, και θαυμάσεις την φιλαν- non est? Intellige seulentice vim, et legislatoris nis
θρωπίαν του νομοθέτου . "Οταν πτωχό παρέχειν μέλ. ralere lunanilalen. Ubi pauperi Domini gratia de
λης διά τον Κύριον , το αυτό και δώρον εστι και δά - deris , idem et donum est etfenus; donum φuilein,
νεισμα : δώρον μεν δια την ανελπιστίαν της απολή- quod recepίurumle nihil esse speras : fenius vero, ob
ψεως , δάνεισμα δε διά την μεγαλοδωρεάν του Δεσπό- Domini pro inope persoluturi nunificentiana , qui,
του του αποτιννύντος υπέρ αυτού, ός, μικρά λαβών paucis per paperemacceptis, magna eorumloco real
διά του πένητος, μεγάλα υπέρ αυτών αποδώσει. o dilurus est. Quienim miseretur pauperis,feneral Deo ".
γίρ ελεών πτωχόν (63) δανείζει Θεώ. Ου βούλει Non vis universorum: Dominuo obnoxium tibiipsi hi
τον πάντων Δεσπότην υπεύθυνον έχειν σεαυτώ προς υ Dere al persolvendum? Si quis in civille dives spon
την έκτισιν ; " Η των μεν εν τη πόλει πλουσίων εάν deal se tibi pro aliis soluturuun , nonne filejussionem
τις ομολογήση σου την υπέρ ετέρων έχτισιν , δέχη 113 illius accipis ? at Deum ceu sponsoreal gΗ
αυτού την εγγύης; Θεόν δε υπερεκτιστών των πτω- pro pauperibus soluturus sit, non admittis. Instile
χων oυ πρoσίεσαι. Δος το εική κείμενον αργύριον, ibi argentum da , non gravans illud accessionibus;
* Luc. 1, 34, 35. " Ριον. ΣΙΣ, 17.
(57) Colb. octavus διαλύει. Tentes . MARAN,
(58) Sic Regii tertius el sextus . Reg. quartus et ( 60) Colb. oclavus χρεών πατρώων.
Colb. septimus pro εξερώντες liabenι εξεμούντες, (61) Multi mss. εγγόνους. Editi εκγόνους. Obster
non dissimili sensu . Edili tEaLpo ūvtes,' male . Ali- bic monere libel, vocem êxyovos raro in mss. legi.
quanto post Reg . lertius noply èxxaponval.Mox idem Ibidem quidam mss. ola. Alii noia .
codex απώλεσαν. (62) Reg . Secundus ή της αντοποδόσεως.
(39) oι την επι ταις απαιτήσεσιν αισχύνην (63) Reg. tertius ελεών, φησί. Νec ita multo post
uh séportes. Legendum potius, ut in eodem serm ., mss. ires étépou. Aliinuingue étéowy, Subinde Reg .
μ. 496, απαντήσεσιν, ναdimoniorum dedecus non fe. tertius υπάρχει το.
S79 S . BIŞILII MAGNI 280
el bene ntrique consulturm fuerit. T. bi enim certo 4 μή βαρύνων αυτο ταϊς προσθήκαις, και αμφοτέρας
serv:abitur : ei vero, qui acceperit , Iucrum ex usu έξει καλώς. Σοι μέν γάρ υπάρξει το εκ της φυλακής
accelet. Quod si additamentum etiam requiris , iiς ασφαλές · τω δε λαβόντι το εκ της χρήσεως κέρδος .
que pendenda sunt a Domino, contentus esto .Ipse Ει δε και προσθήκην επιζητείς , αρκέσθητι τους παρά
persolvet pro pauperibus usuras. Ab eo qui vere του Κυρίου. Αυτός υπέρ των πενήτων τον πλεο
benignus est, benignitatem exspecta . Que enim ae - νασμόν αποτίσει. Παρά του όντως φιλανθρώπου
cipίς a paupere, ea omnem inlunanilatis modum ανάμενε τα φιλάνθρωπα. “A γάρ λαμβάνεις , ταύτα
superant. Facis questum ex calamitatilus, ex la - μισανθρωπίας ουδεμίαν υπερβολήν απολείπει (64).
crynis colligis Argentum, uurn strangulas, ver - 'Aπό συμφορών κερδαίνεις , από δακρύων αργυρολο
heras fanmelicum : Husquam risericordia : cogna- γείς, τον γυμνόν άγχεις , τον λιμώττοντα τύπτεις :
ionis ejus, que can divexalo habetur , cogitatio έλεος ουδαμού : έννοια της συγγενείας του πάσχουν
alla animum subil : into quae iude proveniot lu- τος ουδεμία και τα εντεύθεν κέρδη φιλάνθρωπο
cra humana appellas. Ve, qui dicunt anarumdulce, ονομάζεις. Ούαι οι λέγοντες το πικρόν γλυκύ , και το
et dulceamaru 38 , quique inhumanitatem humani- γλυκύ πικρόν (63),και οι την μισανθρωπίαν φιλανθρω
Lalem vocant . Νeque vero proposita a Snisone πίαν προσαγορεύοντες. Ουδε τα του Σαμψών αινίγματα
combitoribus enigmata , erant ejusmodi : A come- Β τοιαύτα ήν, και προεβάλετο τους συμπόταις : Από
denle exiris cibus, et a forti exiii dulce 89 : et ab εσθίοντοςεξήλθε βρώσις , και από ισχυρού εξήλθε
inhumano lunanitas prodiii . Non colligunt de spi- γλυκύ · και από μισανθρώπου εξηλθε φιλανθρωπία.
nis uras, neque de tribulis ficus ho, neque a fænore Oů ovllérovoir àrù ùxariwr craçvlàs, cući
Denignitatem. Οιnnis enim arbor Diarcila fru- από τριβόλων σύκα, ουδέ από τόκων φιλανθρωπίαν.
clus malos facit. Quidam sunt centesimatores el Πάν γάρ δένδρον σαπρόν καρπούς πονηρούς ποιεί.
decimalores : nomina vel auditu horrenda ; men. Εκατοστολόγοι και δεκατη λόγοι τινές ( 66) φρικτά
strui illi repetitores, velut hi denones qui comi- και ακουσθήναι ονόματα μηνιαίοι απαιτηταί, ώσπερ
tialis morbi auctores sunt, ad lune periodos in oι τας επιληψίας ποιoύντες δαίμονες, κατά τας πε
pauperes invadunt. Quod datur, id utrique male ριόδους της σελήνης επιτιθέμενοι τοίς πτωχοίς .
cedit, et danti, el accipienti : huic quidem in pe- Πονηρά δόσις εκατέρω, και τη διδόντι, και το λαμ
cunias, illi vero in ipsam animam lamnum infert. βάνονται τα μεν εις χρήματα, το δε εις αυτήν την
Agricola , spica accepta, seinen rursus sub radice ψυχήν φέρουσα την ζημίαν. "Ο γεωργός, τον στάχυν
non scrutaler : tu vero el frucius liabes, et sorten λαβών, το σπέρμα πάλιν υπό την ρίζαν ουκ έρευνα :
non relinquis. Plantas sine terra ; sine safione nie- σύ δε και τους καρπούς έχεις, και ουκ αφίσταται
tis. Cui congeras , incertum est. Qui oi usuras la- των αρχαίων . "Ανευ γης φυτεύεις : άνευ σποράς
Crynalar, cerlo agnoscitur : φui vero einrum copia θερίζεις. "Αδηλον , τίνι συνάγεις . Ο μεν δακρύων
fruiturus est, non certo. Nam incerturo est utrum επί τοις τόκους πρόδηλος · ο δε απολαύειν μέλλων
που sis aliis divitiarum usum relicturus, et : men τηςαπό τούτων περιουσίας αμφίβολος. "Αδηλον γάρει
tilbi ipse malum iniquitate ascivisti. Neque igitur μη;ετέροις την επι το πλούτω χάριν (67) αφήσεις, το
volentem muluum acc pere, averseris , neque pe - εκ της αδικίας κακόν σεαυτώ θησαυρίσας. Μήτε ουν
cuniam tuamfenore occupaveris. Ex Veteri et ex τον θέλοντα δανείσασθαι αποστραφής, και το
Νονο Testamento conducibilia edoclus, bona cunι αργύριόν σου μή δως επί τόκω, ίνα, εκ Παλαιάς
ερe ad Dominum abeas, bonorum operum usuras και Νέας Διαθήκης τα συμφέροντα διδαχθείς , με:
illic recepίurus : in Christo Jesu Donino nostro, αγαθής της ελπίδος προς τον Κύριον απίης, έχει
ci gloria et imperiunt inscula seculorum, Amen. τους τόκους των αγαθών έργων απολιθόμενος , εν
Χριστώ Ιησού τω Κυρίω ημών, ώ ή δόξα και το κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.

IN PSALNUM XXVIII. ΕΙΣ ΤΟΝ ΚΗ' ΨΑΛΜΟΝ.

Psalmus David in exilu a sabernaculo . Ψαλμός τω Δαβίδ εξοδίου σκηνής (68)
1. Psalmus vicesimus Octavus label quidem D 1. “Ο εικοστός όγδοος ψαλμός έχει μεν και το
perierm inscriptionis communein; Psalmus enim, κοινόν της επιγραφής: Ψαλμός γάρ, φησί, τη Δα
inquit, Daridi : hallel vero et aliquid proprium ; Είδ· έχει δέ τι και ιδιάζον πρόσκειται γάρ, Εξ.
28 Isai. v, 20. 29 Judic. ΧΙV, 14. 10 Matth. ν11, 16 . Μatth. V, 49 .
(64) Reg. tertius καταλείπει. Statίτη ColD. quar. multi δεκατολόγοι. Αlii duo mss. δεκαστολόγοι. Μox
Τως πένητα άγχεις. Οbilein idem codex πνίγεις pro Reg . prinυς τας επιλήψεις. Subinde Reg. Secundus
τύπτεις. επιθέμενοι πτωχοίς .
(65 ) Illa, xal to yauxù treXpov, addidimus ex Re- (67 ) Sic ocio mss. ciim editione Basil. Editio vero
giis secundo el sexio . Wfra Reg . secundus à TO Mie Paris. TAOÚtw yapav. Mox mss. non pauci ini ėx ,
σανθρωπίας. Νec aliter legitur in Reg. Sexto, sed Statim editio Paris. συμφέροντά σοι. Vox σοι 3pest
seculina manu . Edili vero el alii sex mss. & TIO Ub ab omnibus mss.
σανθρώπου . (68) Hla , Ψαλμός τώ Δαβίδ έξοδίου σκηνής, Ιegun
(66) Sic edirio Basil., quam scripturam exhibet tur quidem in Colbertinis secundo el septimo ei in
quoque Heg . sexius, non quidein prima manu , sed editioue Parisiensi : sed in aliis oclo miss . de
antiqua tamen . Editio Paris . non sucus ac mss. sunt.
291 HIOM!LIA IN PSALMUM XXVIII. 282
οδίου σκηνής. Τι δε τούτο εστι ; Νοήσωμεν τί το Α nam additur, In eritu a tabernaculo. Quid antein
εξόδιον, και τις η σκηνή, ίνα εν τω βουλήματι του lioc est ? Considereus quis sit ille exitus, et quod
ψαλμού δυνηθώμεν γενέσθαι. Προς μεν ούν την ιστο- nano sit illud tabernaculum, ut Psalmi intelligen
οίαν δόξει τους ιερεύσι και τοίς Λευΐταις άφεμένοις εi: m 114 assequi valeanius. Quod igitur pertinet
του έργου (69) το παράγγελμα δίδοσθαι τούτο, ώστε ad historiam, id precepti videbitur sacerdotibus et
μεμνήσθαι των οφειλόντων αυτοίς παρασκευασθήναι levitis opere functis datum esse, ut eorum que a se
προς την λατρείαν. 'Εξοδεύουσι γάρ από της σκηνής ad ministerium preparari debent, reminiscantur.
και έξιoύσι λοιπόν ο λόγος διαμαρτύρεται άτινα αυτούς Exeuntibus enim e libernaculo, Scriptura mox de
ετοιμάσαντας προσήκε , τίνα έχοντας (70) προς την clarat, que ipsos parasse par sit, el que oportet
εξής απαντήσαι · ότι, υιούς κριών : ότι, δόξαν και labere, ut ad sequente diem conveniant , nimi
τιμήν · ότι, δόξαν ονόματι αυτού · ότι , ουδαμου άλλα- ruΟι ilios arielum, glorian, Ilonoreia, el glorian
χου λατρεύειν ή εν τη αυλή του Κυρίου και εν τω μoniui ejus; ilen , μusquam alili nisi in alla Do
τόπο του αγιάσματος προσήκε. Προς δε τον ημέτε - mini el satelitalis loco cultumexhiberi debere. Quod
ρον νούν τον τα υψηλά θεωρούντα, και διά της με- vero ad via intelligendi nostram spectat, sublimia
γαλοφυούς και πρεπούσης τη θεία Γραφή διανοίας contempl: nlean, atque magnifica quelain 30 divine
οικειούντα ημίν τον νόμον , εκείνα ημίν υποπίπτει • * Scripture convenienti intelligentia legem nobis
ούτε κριός το άρρεν εν τοις προβάτους νοείται, ούτε fiilitare rullenlem, illa Iobis occurrunt, ut
σκηνή το έκ της αψύχου ταύτης ύλης συμπηγνύμε: « que ories as inter oves accipiatur, neque aber
νον οίκημα, ούτε έξοδος σκηνής και από του ναού Π:iculum edificium ex hac inanimala materia con
αναχώρησις , αλλά σκηνή μεν ημίν το σώμα τούτο, paclut?», neque exitus a tabernaculo discessus a
ως ο Απόστολος ημάς εδίδαξε λέγων, ότι οι όντες le .plo : ael lioc iostrum corpus tabernaculum
εν τω σκήνει στενάζομεν και πάλιν ο ψαλμός : Ποιοis esl : ut nos docuit Apostolus, dicens : Qui
Και μάστιξ ουκ έγγει το σκηνώματί σου. Έξ. sumus in hoc tabernaculo ingemiscinus 2. Ει ile
όδιον δε σκηνής και από του βίου τούτου αναχώρησις, terum psilnius : Ει Παgellum non appropinquabit
προς την παρασκευάζεσθαι ημάς ο λόγος παρεγγυά, Iabernαι ulo fuo 53. Exitus autem a tabernaculo,
τάδε τινά και τάδε κομίζοντας τω Κυρίω · επείπερ ή discessus :-D hac vita est, ad queen he voces nos
ενταύθα εργασία εφόδιόν εστι προς το μέλλον. Και ο preparari jubent ita, ut et hec, et illa Donino
ενταύθα διά των αγαθών έργων ( 71) δόξαν φέρων και aferimus : siguidem que nunc aguntur, vitaticum
τιμήν τω Κυρίω, ούτος δόξαν εαυτό και τιμήν κατά ad futuranm vitam sunt. Ει qui hic gloriam et liono
την δικαίαν του κριτου ανταπόδοσιν θησαυρίζει. Εν , rem Donino per bona opera affert, is sibi gloriam et
πολλοίς μέντοι των αντιγράφων προσκείμενον εύρο- honoren: ex justa judicis remuneratione congerit.
μεν το, Ενέγκατε τω Κυρίω, υιοι Θεού. Και επεί- In multis autem exemplaribus additum reperimus
περ ου παντός δώρον ευπρόσδεκτον τώ Θεώ, αλλά illul : Afferte Domino, filii Dei. Ει quoniam non
του από καρδίας προσάγοντος καθαράς: Ου γαρ cujusvis lonum Deo acceptum est, sed ejus , qui
αγναι (72 ), φησίν, ευχαι από μισθώματος εταίρας: illud cordle puro afferi : Νon enim, inquit, pura
και πάλιν Ιερεμίας, Μή εύχοι, φησί, και κρέα άγια tota de mercede meretricis **; et rursus Jeremias :
αφελουσί σου τας κακίας, ή τούτοις έση καθα- Nunquid ola , inquit, et carnes sancle auferent
ρός και διόπερό ψαλμός πρότερον ημάς βούλεται υιούς malitias Tuvas, aut propter ισια ματus eris 58 ? ideo
είναι Θεού, είτα τότε απαντάν επί το προσκομίζειν τα psalmus vult nos prius filios Dei esse : leitude tall
δώρα τω Θεώ, και ταύτα ου τα τυχόντα, αλλ' οία αυ- lem all afferenula Deo dona accedere, nec quielibel,
της διετάξατο. Πρότερον είπε, Πάτερ, είτα αίτησον τα sed que ipse prescriμserit. Prius die, Paler , deitude
εφεξής. Δοκίματος δε σεαυτόν εκ ποταπού βίου απήν- pele que sequuntur. Expende autem le ipsunt, ex
τηκας " ει άξιος ει Θεόν τον άγιον πατέρα σεαυτου quali vita accedas; : digis sis qui saucluυ Deum,
ονομάζειν. Δι’ αγιασμού έστιν ημίν ή προς τον άγιον palre ) tuum) appelles. Est nobis cun Siliclo per
οικείωσις . Ει βούλει αεί (13) υιός του αγίου είναι, D sanctimoniam necessitudo, fimiliaritasque. Si vis
έγιασμός σε υιοθετείτω. 'Ενέγκατε ούν τώ Κυρίω Serper filius sancti esse, S3nclitiis le sibi pro alio
ουχ οι τυχόντες, ουδέ οι εκ των τυχόντων, αλλ' υιοι adoptel. Afferte itaque Domino non quilibel, neque
του Θεού. Μεγάλα μέλλει επιζητείν τα δώρα · δ.α ex quil:uslibet prognali, sed filii Dei. Quaesiturus est
τούτο μεγάλους εκλέγεται τους προσφέροντας. "Ινα long m:igua ; ideo mguos viros eligit qui offerant.
γάρ σου μη ρίψη χαμαι τους λογισμούς, μηδέ σε Elenim ne was cogitationes lumi dejicial, ieve in
στοιήση κριόν το άλογον τούτο τετράπουν και βλη - causa sit, cur anielen Drulum illud quadrupes et
χητικών ζώον επιζητείν, ως εκ της τούτου θυσίας Dalais animal inquiras , tanquam hac isla victima
1 1 Cor. ν 4 . 3 Psal. xC, 10. ** Prων. Χικ, 13. ου Jeren . ΧΙ, 15.
(69) Τοίς ιερεύσι και τοίς Λευΐταις άνεμένοις (72) Duo illa quae hic proferuntur testimonia ,
ToŨ Xprov . Verle , sacerdotibus el levilis opus meglis illerum e Proverbiis, alterum e Jeremia , in suis 110
genior facientibus , MARAN . tis illustial Duceus. Mox aliqui mss . Til tid ttpoo .
(70 ) Colberlini secundis el quartus * Tlva Eyovo (73) Vox ås ! Jeest in Colb . quarlo . Infra Colber
9.5. Infra Colb , securidus Acwo!a pro !Qvolas. tini serundus el quartus et alii duo mss.'Wougla .
(71) Sic septem mss. Edili vero cum Regiis primio cov Kúpov. Sel ali sex miss. æquc ac edili theoù .
el Πι3rto καλών έργων. σθαι τον Θεόν .
283 S. BASILII MAGNI
serares Peur placatum iri : Aferte , inquit , Dυ- και προσδοκάν έλεούσθαι τον Θεόν, 'Eνέγκατε, φησί, το

r i a t a l p i a m g n u s s e l v om vol 080
mino, filii Dei. Neque enim opus jam filio, ιι Κυρίω, υιοι Θεού. Ου γαρ υιού χρεία, ίνα υιον αυ
filium ipsum oferas. Sed si ilius est quidpiam Bla - τον προσφέρη (74), αλλ' ει μέγα τι ο υιός, μέγα το
e
ium est. mat dig ma i
gnum , etiam id quod offertur, quidpiam magnum, και επάξιον της τε υιού διαθέσεως και της πατρικής
el filii charitale ac paleria dignitate dignum esse αξίας το προσφερόμενον είναι προσήκες. Υιούς ούν,
opere prelium est. Aferte igitur, inquit , ilios φησίν, ενέγκατε κριών : ένα και αυτοί οι προσφε
arietum, ut ii etiam qui a vobis offeruntur, ex ρόμενοι παρ' υμών από του είναι υιοι κριών εις το
filiis arielum in filios Dei transmulentur. γενέσθαι υιοί Θεού μεταβάλωνται (73).
2. Aries animal est principalum tenens, quod 2. Ο κριός τοίνυν ηγεμονικόν εστι ζώον , καθ
115 oves antecellit ad pascua pabula , et ad aqua. ηγούμενον (76) των προβάτων επί τε νομάς τροφίμους
rumlevamen, rursusque ad stabulum et ad caulis . και αναπαύσεις υδάτων, και πάλιν επι στκούς και
Tales etiam sunt quidam gregis Clhristi prefecti, επαύλεις. Τοιούτοι δέ τινες και οι της ποίμνης του
φui illum ad florida el odorifera doctrince spiritualis Xριστου προεστώτες · προάγοντες μεν επί τάς ευαν.
pabula leducunt, ac Spiritu sancto largienle, aqua θείς και ευώδεις της πνευματικής διδασκαλίας τρο
viva irrigant, et erigunt, et ad frucluum prollucen- φάς, και ύδατι ζωντι τη επιχορηγία του Πνεύματος
dum enutriunt, conducunique ad requiem, ac euin B άρδοντες και ύψούντες και προς καρποφορίαν εκτρέ
filios a Dei filiis ad Dominum adduci νuli. Quoll si των επιβουλευόντων ασφάλειαν. Τούτων ούν τους
arieles duces sunt aliorum, horum utique ilii fue- υιούς παρά των υιών του Θεού προσάγεσθαι βούλεται
rint, qui per bonorum operum studium ex prae- τω Κυρίω ο λόγος. Ει δε κριοι οι προηγούμενοι των
fectorum doctrina ad vitam virtute ornatam formati λοιπών ( 77), υιοι αν τούτων είεν οι προς τον κατ'
Sunt. Afferte igitur Domino, filii Dei, afferte Do- αρετήν βίον διά της των αγαθών έργων σπουδής εκ
mino Elios arielum. Didicisti ad quem sermo habea- της διδασκαλίας των προεστώτων μεμορφωμένος .
Tur? didicisti le quibus ? Aferte Domino, inquit, 'Eνέγκατε ούν τώ Κυρίω, υιοι Θεού, ενέγκατε τη
gloriam ei honorem. Quomodo igitur μοs, qui terra Κυρίω υιούς κριών. Έμαθες τίνι διαλέγεται και έμα
Surnus el ciuis 66, Douuino Diagno gloriam aferi- θες περί τίνων (78) ; Ενέγκατε τω Κυρίω , φησί ,
nus ? quomodo el monorem ? Gloriam quidenι, per δόξαν και τιμής. Πώς oύν ημείς, η γη και σποδός,
Dora opera, cum Juxerint opera 10slr: coram lio- τω μεγάλη Κυρίω δόξαν προσφέρομεν (79); πως δε
linibus, adeo υι Ιιοιιines operillus nostris conspe- και τιμήν ; Δόξαν μεν διά των αγαθών έργων, όταν
clis Patrem nostrum qui in celis est aliciant glo- λάμπη τα έργα ημών έμπροσθεν των ανθρώπων,
ria 1. Ileni per leimperantiam ac per sanctimoniam C ώστε ιδόντας τους ανθρώπους τα έργα ημών δοξάσαι
iis qui pietatem profileilur conveniente potest τον Πατέρα ημών τον εν τοις ουρανοίς . Και διά σω
quis Deo gloriam dare, juxt: Pauli adinoitionein , φροσύνης και του επιβάλλοντος τους την ευσέβειαν
dicentis : Clarificate Deum in membris vestris 8. επαγγελλομένους αγιασμού δοξάσαι δυνατόν έστι τον
Ηanc etiam gloriam Dominus requirit ab iis, qui in Θεόν κατά την του Παύλου παραίνεσιν , λέγοντος ·
ipsum credlunt, et adoptionis munere dignati sunt. Δοξάσατε δή τον Θεόν εν τοις μέλεσιν υμών (80).
Filius enim, inquit , glorificat patrem 68 ; et, Si pa- Ταύτην και απαιτεί παρά των εις αυτόν πιστευόντων
ter ego sum, ubi est gloria mea 80. Honorem vero και τα χαρίσματα της υιοθεσίας τετιμημένων την
31/fert Deo is, qui secundlum Proverbium 81 ex justis δόξαν ο Κύριος . Υιός γάρ, φησίν, δοξάζει πατέρα
suis laboribus Deun touoral, ac ei de justitiae sue και, Ει πατήρ ειμι εγώ, που έστιν ή δόξα μου;
fructilus lau priuilias. Ει quisquis de rebus divinis Τιμήν δε φέρει το Θεό και κατά την Παροιμίαν τιμών
ordinale scileque disserit, adeo οι semper recte τον Θεόν από των δικαίων εαυτου πόνων, και απαρ
sential de Patre, de Unigeniti divinitiale , deque χόμενος αυτώ από καρπων αυτού δικαιοσύνης. Και
Spiritus sancti gloria, Domino deferle gloriam eι πάς δε και επιτεταγμένως ( 81) θεολογών , ως μη απο
honore ». Glorian autem auget, qui rationein red- πίπτειν της ορθής περί Πατρός εννοίας, και περί
* Gen. XVII, 27. 1 Μatth. V, 16. 81 Cor. Υι, 20. 19 Malach. 11, 6. 80 ibid. 81 Proν. ιι, 9.
(74) Elilio Paris. ίνα υιών αυτών προσφέρη. Editio D ( 77) Nonnulli τηss. άλλων pro λοιπών. Μox Reg.
Vero Basil. el duo mss. ίνα υιών προσφέρη. Reg. secundus μεταμορφούμενοι. Subinde vor oύν deest
secundus ennendalus ivot xodu auto . Ad Abraballl in plerisque miss.
videtur Basilius respicere. Hoc igitur dicere pulan- (78) Editio utraque cum interroganti nola , Trepi
dus est, non jain opus esse, lil quis exemplo Abra - tivwv ; sed ejusmodi nola in multis mss . non repe
biae filium oleral : sed salis esse, si Gilii arieluin ritur.
odteranlur. (79) Codices octo φέρομεν. Editi vero cum u:10
(75 ) llic variant veleres lum calaino nolali, tum ani allero miss. poo' Épousv. Mus Colberlini se•
Ινφίs descripιι libri. Elilio Paris. μεταβάλλωσιν . cundus el quartus ώστε ειδότας.
Editio Basil. cum duolus iss. μεταβάλωσιν. Reg. ( 80) TextusSne Δοξάσατε δή τον Θεόν εν τω σώ.
quarius μεταβληθώσιν, Regii Secundus el sexus ματι ύμών.
can Col . quario μεταβάλωνται, et ita edeinduιι (81) lia Reg. quarius el Colb . sexlus cuin C :
curavimus . lenia Corderii. Ai edili cuid citleris mss. ÈRITETEV
(76 ) Sic ocio miss. Ejili vero cum Colb . sepliino Ypéww .
καθηγούμενος.
 HOMILIA IN PSALMUM XXVIII.
της του Μονογενούς θεότητος, και περί της του αγίου A dere potest qua creata sint omnia, quaque conser
Πνεύματος δόξης, ούτος φέρει τω Κυρίω δόξαν και ventur, providentia ipsius ad minima usque pertin
τιμήν. Επιτείνει δε την δόξαν και δυνάμενος τους λό- gente , et qua post temporarian administrationem
γους αποδιδόναι καθ' ους έκτισται τα σύμπαντα, και το judicium adducantur. Qui claris inconfusisque
καθ' ους συγκρατείται, τηςαπ' αυτού προνοίας μέχρι cogitationibus potest et ipse singula speculari, et
των μικροτάτων δειχνουμένης, και καθ' ους μετά την posteaquam ipse speculatus fuerit, etiam aliis ar
ώδε οικονομίαν υπό την κρίσιν αχθήσεται . Ο τρα- cana Donit:!is Dei ac justi judicii ipsius paleficere
νοις και ασυγχύτοις λογισμούς αυτός τε θεωρήσαι τα polest, hic ille est, qui Domino : fert gloriam et
καθ' έκαστον δυνηθείς, και μετά το αυτός τεθεωρη- honorem, itemque, qui congrueller ejusinouli con-
κέναι, δυνάμενος και ετέροις τα περί της αγαθότη- templationi visit. Νam viri ejusmodi lux elucescit
τος του Θεού και της δικαίας κρίσεως (82) αυτού coral Ιιοιminibus, siφuidem Paler qui in calis est,
παραστήσαι, ούτός έστιν ο φέρων τω Κυρίω δόξαν el verlbo et opere, et pc . praeclara omnis generis
και τιμήν, και και το αρμόζονται τη τοιαύτη θεωρία facinora glorificialur. Non autem Domino glorian
κεχρημένος βίω. Του γάρ τοιούτου λάμπει το φως el Ionorem affert , qui impotenti humane gloriae
έμπροσθεν των ανθρώπων, και λόγω και έργω και desiclerio Π. grat ; non qui argentum label in pre
διά παντοδαπών ανδραγαθημάτων δοξαζομένου του Β ιιο; non qui corporis voluptates plurimi facit, κe
εν ουρανοίς Πατρός. Ου φέρει δε τω Κυρίω δόξαν και que qui aliena a pietate dogmata admiratur . Quell•
τιμήν και περί την ανθρωπίνην επτοημένος δόξαν » ουδε adriodum enim per bona opera Domino aferinus
ο τιμών αργύριον· ουδε ο τάς ηδονάς τιμών του σώ- gloriam : il: per nala opera accidit contrarium.
ματος · ουδε ο θαυμάζων τα αλλότρια της θεοσεβείας Quid enim dicit percantibus ? Nomen meum per υος
δόγματα. "Ωσπερ γάρ δια των αγαθών έργων δόξαν blaspheniatur imler gentes 81. Ει rursus Apostolus •
φέρομεν τω Κυρίω, ούτω διά των πονηρών έργων το Per pravaricationen legis Deum whonoras 30. Nam
εναντίον. Τοις γάρ αμαρτάνουσι τί ( 83) λέγει ; Το despectio legum atque conteioplus containelia est
όνομά μου δι' υμάς βλασφημείται εν τοις έθνεσι. legislatori. Quineliani si donus male guliernatur,
Και πάλιν ο Απόστολος: Διά της παραβάσεως του in qua videlicet est ira, clamor, contumelia, 116
νόμου τιν Θεόν ατιμάζεις. "Ύβρις γάρ έστι τώ νο- risus, luxus, lascivia , impuritas et pelalantia, e0
μοθέτη ή των νόμων υπεροψία και καταφρόνησις . Και rum que fiunt igionisia el furnitudo in eum qui
οικίας κακώς οικουμένης εν ή θυμός και κραυγή, donum occupat , recidunt. Consequens anlein
ύβρις και γέλως, τρυφή και ασωτία, ακαθαρσία και fuerit, nl intelligamus nos, quod quemadmodum
ασέλγεια ,επί τον κρατούντα αυτής η ατιμία και ή , ex Donis operibus honoratur Deus , ita ex ma
αισχύνη των γινομένων επανεισιν. 'Ακόλουθον δε 6 lis inimicus lionoretur. Cum enim , membris
νοείν ημάς , ότι, ώσπερ εν τοις αγαθοίς έργοις δοξά- Clhristi ablatis , fecero merelricis nuenibra και ,
ζεται ο Θεός , ούτως εν τοις πονηροίς δοξάζεται ο gloriam ab eo qui ine servat, ad eum qui nue
εχθρός. "Οταν γαρ, άρας τα μέλη του Χριστού , perdit , transluli. Ει φιί infilelis est , gloriam
ποιήσω μέλη πόρνης, μετήνεγκα την δόξαν επί incorruptibilis Dei in imaginem corruptibilis ho
τον απολλύντα με από του σώζοντος με . Και ο άπι- minis , el volucrum, et quadrupedωτη el serpentium
στος μεταλλάσσει την δόξαν του άρθάρτου Θεού εν εί - in terra degentium transinutat 68. Ει quisquis colic
κόνι φθαρτου ανθρώπου, και πετεινών, και τετραπό- et veneralur creaturam, preterito creatore , non Deo,
δων και ερπετών των επί της γης. Και ο σεβόμενος sed creaturis affert gloriam. Ιtaque qui creatural
και ο λατρεύων τη κτίσει παρά τον κτίσαντα (84), ου aliquid esse ait, deinde aloral, is noscat suam par:
τω Θεώ φέρει δόξαν, αλλά τοις κτίσμασιν . "Ωστε ο lein , cum qua ordinalbitur. Timeamus igitur ne glo
κτίσμα λέγων τι, είτα προσκυνών, γνωριζέτω εαυτού riam el exsullalioueil diabolo per nostrum pecca
την μερίδα μεθ' ης τετάξεται. Φοβηθώμεν ούν μη, ιum afferentes , una cum ipso ignominise elerie
βόλα προσφέροντες (85 ), μετ' αυτού τη αιωνία αισχύ- p riam cellat ejus, qui illius in nobis auctor est, id es
νη παραδοθώμεν. "Οτι γαρ η αμαρτία ημών δόξα τω similitudine intellige.Alorientibus se invicem luci
ενεργούντι αυτήν εν ημίν γίνεται, νόησον δι' εικόνος bus duolus,cum line agen vincit, imperator ipsius
το λεγόμενον. Δύο στρατηγών αντεπιόντων αλλήλοις , refert gloriam : cum agnen contrarium superat,
όταν μεν τούτο νικά το τάγμα , ο στρατοπεδάρχης rursus honor ad illius lucem transfertur. Similizer
αυτού την δόξαν φέρεται όταν δε το εναντίον επι- οι Dominus est qui in bois Tuis operibus gloriει
κρατή, επ' εκείνον πάλιν η τιμή μεταπίπτει. Ούτως Alicitur : ita in contrariis operibus inimicus. Ει ue,
εν μέν τοις αγαθοίς σου έργοις Κύριός έστιν ο δοξα. questo, existines liustes longe a le esse dissilos, ne
5* Rom. II, 24. 88 ibid. 23. * T Cor. 1, 15. 58 Roιn. 1, 23.
(82) Reg. 1ertius nno verlbo δικαιοκρισίας, et ila Iud, παρά τον κτίσαντα, positum hic esse pro αντι
legitur apud Apostolum , Rom . II, 5 . Mox Colb . Toj xtídavtos, arbitrorghe e Scriptura. seilsa non
quarius oέρων τω Θεώ. aberradurum qui sic interpretareiur : Quisquis et
(85 ) Deest tl in Reg . secundo . Deest us itidem in colil el veneratur creaturam pro Grenlore, seii, loco
eodem ins. post ou Govtos. Mos mss. TETE!VWv. Eliti Creatoris . Ducieus ul alias, ila bic quoque oplima
vero πετηνών. docel.
(84) Quam facillime mibi persuaderi possit, il (83) Reg. tertius φέροντες.
287 S . BASILII MAGNI 988
ve duces procul specta : sed le ipse inspice, et om- A ζόμενος , εν δε τοις εναντίοις και εναντίος. Και μή κα
uem similitudinis veritateminvenies . Nam cum ra. κράν μοι περινόει (80) τους πολεμίους, μηδέ πορεία
είo cum cupiditate luclatur si per contentionem el θεν αποσκοπει τους στρατηγούς· αλλά σεαυτόν επί
attentionein vicerit, de cupiditate victoriam refert, et σκεψαι, και τασαν την αλήθειαν της εικόνος εύρήσεις.
Deum per se veluti coronal; curn vero emollita suc- "Οταν γαρ νους παλαίη το πάθει, εάν μεν δι' ευτο
cumbit , voluptali peccatorum efecta serva , captiva- νίας και προσεχείας επικρατή , φέρεται κατά του
que , gloriam, jactationenique et superbie materiain πάθους τα νικητήρια , και οιονεί στεφανοί δι' εαυ
adversario congerit. του τον Θεόν. " Όταν δε καταμαλακισθείς υποκύψη τη
ηδονή , δούλος και αιχμάλωτος ταίς αμαρτίαις γενόμενος, καύχημα και έπαρσιν και υπερηφανίας προσ
τίθησι των εχθρώ.
3. Adorale Dominum in aula sancta ejus. Post al. 3. Προσκυνήσατε τω Κυρίω εν αυλή αγία αι
lalos fructus earum rerum que requirebantur , ne- του. Μετά την καρποφορίας των επιζητουμένων ( 87) ,
cessaria est adoratio . Adoratio autem, non ea que αναγκαία η προσκύνησις. Προσκύνησις δε ή ουκ έξω
βι extra ecclesian, sed que in ipsa Dei aula perfi- της Εκκλησίας , αλλ' εν αυτή τη αυλή του Θεού τελου
citur. Ne mili, inquit, privalas aulas aut ecclesias και μένη. Μή μοι, φησίν, ιδίας αυλές και συναγωγάς (88)
excogitelis. Una est aula sancta Dei. Synagoga Ju· ° επινοείτε. Μία εστίν αυλή αγία του Θεού. " Ην αυλή
deοrum prius aula erat : sed post admissum in πρότερον ή των Ιουδαίων συναγωγή : αλλά μετά την
Christum peccaturn facta est habitatio eorum de- εις Χριστόν αμαρτίαν εγένετο η έπαυλις αυτών ήρη
Berla 56. Quapropier et Dominus : Ει alias oves ha- μωμένη. Διά τούτο και ο Κύριος : Και άλλα πρό
beo, que non sunt ex loc ouili 87. Cum autem Ioqua- βατα έχω, α ουκ έστιν εκ της αυλής ταύτης. Τους
tur de iis qui ex gentibus ad salutein primordinati από των εθνών προωρισμένους εις σωτηρίαν λέγων,
dit. Non igitur extra sanctam hanc aulanm adorare τοίνυν έξω της αγίας ταύτης αυλής προσκυνείν προσ
oportet, sed intra ipsarm ; ne quis extra ipsam con- ήκε τώ Θεώ(89), αλλ' ένδον αυτής γενόμενον· ίνα μή
stitulus, aut ab iis qui extra illam sunt , allraclus, έξω τις αυτής ών, μηδε έλκόμενος υπό των έξω , απ
in aula Domini esse desinal. Intersunt enim multi in oλέση το είναι εν αυλή Κυρίου. Πολλοί γάρ έστάσιν εν
habitu quidem precalionis, nec sunt line 117 σχήματι μεν προσευχής, ούκ εισι δε εν τη αυλή , διά
in aula ob mentis evigationem, et animi eoruin ab- την του νου περιφοράς και τον αφελκυσμός της δια
errationem, ex vanis ac inutilibus curis nascenlerm. νοίας αυτών υπό της εν τη ματαιότητι μερίμνης.
Quin etiam aula sensu adhuc sublimiori potest cele- C Δυνατόν δε αυλήν έτι επαναβεβηκότως (90) νοήσαι
in doio sunt Domini, que est Ecclesia Dei viventis, νοι ενταύθα εν τω οίκω Κυρίου , ήτις εστίν Έν
illie in atris Dei nostri lorebint 88. Qui autem ven- κλησία Θεού ζώντος , εκεί 'Εν ταις αυλαίς του Θεού
Irem, aut gloriam, aut argentum, aut quidvis aliud, ημών εξανθήσουσιν. Ο δε θεοποιών κοιλίαν , ή δο
quod reliquis omnibus pluris estimat, Deum fecerit, ξαν, ή αργύριον, ή άλλο τι, και πάντων μάλλον τετίμη
is neque adora Dominum, neque in aula sancta est, κεν, ούτε προσκυνεί τω Κυρίω, ούτε εν τη αυλή εστ:
etiamsi videatur esse lignus, qui al sensibiles con- τη αγία , κάν άξιος των αισθητών συνάξεων είναι
ventusadmittalur. VEns. 3. Vor Domini super αφμας . δοκή. Φωνή Κυρίου επί των υδάτων. Πολλαχού αν
Nomen vocis invenias πιullis in locis usurpalum. εύροις το της φωνής όνομα κείμενον. "Ωστε υπέρ του
Itaque utintelliganus quae sit vox Domini, opera νοήσαι, τις έστι του Κυρίου η φωνή, άξιον εστι συν
pretium fuerit,ea que de voce scripta sunt, pro vi- αγαγείν ημάς κατά το δυνατόν εκ της θείας Γραφής
ribus ex sacra Scriptura colligere ; velut in illo τα γεγραμμένα περί φωνής: ως εν τω προς Αβραάμ
quod Abrillano dalum est Oraculo: Ει statim υο χρηματισμό : Και ευθέως φωνή εγένετο λέγουσα :
86 Psal. LΧνιιι, 26. 61 Joan. Χ , 16. 58 Psal. XCI,14.
(86 ) Reg. secunaus uou voal. Ibidem Reg. tertius D se ferunt, nec tamen , elc. Al libens quærerein a
περινει τους πολέμους. viro doctissimo, num ii soli bic arguantur, qui
(87) Μετά την καρποφορίας των επιζητουμέ- Stanles non pie orabant. Imo, nisi valde fallor, ar.
rur. Verle : Post oblationem eorum quæ pelila jue- guntur hoc loco cum illi, qui slantes non.pie ora
:'uni. MARAN . rent, luin alii quivis, qui quocunque lempore el quo
(88) Reg . secundus el Colb . Sixliis trapasuvayw - cumque corporis babilu male et irreligiose preca
yás, falans synagogas. Eilili et alii novem uss . Sim - rentur. Non igitur ullus corporis habitus exprimi
bliciler συναγωγάς. Μox editio Paris. μία εστίν αυ debuit, cuin unus non magis quam aller intelligatur,
λή αγία του Θεού Εκκλησία Sed Ox Εκκλησία alest sed omnes oινoino pariter compreliendantur. Nec
ab omnibus nostris undecim lliss. el ab edilione vox ¿stãoLy quemquam movere debet. Constat enim
Basil. verbuin totával, pro eo quod est, adesse, seu , in
(89) Reg. 1erlius προσήκε τον Θεόν. lla, Πολλοί teresse, non raro apud oprinos quosque scriptores
γάρ εστασιν εν σχήματι μέν προσευχής, sic Verterat usurpari. Nec aliler de verbo stare apud Lalinos
interpres veliis , Plures enim speciem oralionis prie judicandum , cum illud pro eo quod est, adesse, seu ,
ferre videnlur, qui lumen , ele . Sed conquerilur Due interesse, sæpius positum videamus.
cælis omissum luisse corporis stalili , queni lamen (90) Colbertini terlius el quartus Étava6€67xó
expressumi oportueral, ob idque verba illa sic Laline 125. Alii inss. cuin edilis Štrava6s6nxótw .
reddidit , Multi eni:ut slantes orulionis speciein prie
289 HOMILIA IN PSALMUM XXVIII. 290
Ου κληρονομήσει σε ούτος και επι Μωύσεί · Και Α facta est dicens : Νon Mareditabit te Isle 89. Item in
πάς ο λαός εώρα την φωνήν και τας λαμπάδας : Moyse : Ειomnis populus υidebαι υocem et lampa
και παρά τω Ησαΐα πάλιν : Φωνή λέγοντος· Βέη- des €0 . Ει apud Isaiam rursus: Yor dicentis, Clama 61.
σον . Η μεν ούν παρ' ημίν φωνή ή αήρ έστι πεπλη- Vox quidem est apud nos aut aer percussus, aut
γμένος , και το γινόμενον είδος περί τον αέρα, προς και species quedam in aere impressa, quam qui pronun
( 91) βούλεται τυπούν και εκφωνών. Τί ούν η φωνή του fiat , exprimere vulc. Quid igitur est vox Domini ?
Κυρίου και πότερον πληγή περί τον αέρα νοοίτο; ή αήρ percussionein aereintelligi debet , an aer percussus,
πεπληγμένος φθάνων μέχρι της ακοής του προς τον ad aures usque perveniens ejus , ad quem ft vox ?
γίνεται η φωνή ; " Η ουδέτερον τούτων, αλλ' ετερογε- Utrum neutrum horum, sed alterius generis hec
νής τις έστιν αύτη , φαντασιουμένου του ηγεμονικού Vox est, que in mente horumce hominum quos vult
των ανθρώπων ούς αν ακούειν βούληται της ιδίας Deus suam vocem audire, recipiatur , consignetur
φωνής ο Θεός • ώστε αναλογίαν έχεις την φαντασίαν gue, ita ut haec phantasia cum ca que sepius in
ταύτην προς την εν τοις ονείροις γινομένην πολλάκις . Soninis fit, habeat cognationem atque convenientiam.
"Ωσπερ γαρ, ου πληττομένου του αέρος, λαμβάνομέν Quemadmodum enim, aere non percusso , quamdam
τινα εν ταις καθ' ύπνον (92) φαντασίαις ρημάτων , verborum et sonorum memoriam in phantasiis per
τινών και φθόγγων μνήμην, ου διά της ακοής δεξά- E somnum accipimus, quanquam vox per auditum non
μενοι την φωνήν, αλλ' αυτής της καρδίας ημών τυ- recipitur , sed in ipso corde nostro imprimitur;
πωθείσης · τοιαύτην τινά χρή νομίζειν και την παρά etiam ejusmodi vocemin prophetis a Deo productam
του Θεού φωνήν εγγίνεσθαι τους προφήταις. Φωνή fuisse credere par est. You Domini super αφμας.
Κυρίου επί των υδάτων. Ως μεν προς το αισθητόν, Quod quidem ad sensibile attinet ; quoniam nubes
επειδή αι νεφέλαι, επειδάν ύδατος ώσι πλήρεις , ήχον simul ut aquis conferte sunt , sonum strepitumque,
και ψόφον αποτελούσε συγκρουόμεναι προς αλλήλας, dum inter se colliduntur, edunt, ideo ait : You Do
Φωνή , φησί , Κυρίου επί των υδάτων». Αλλά και εί mini super αφμας. Sed et sicubi fiat strepitus aqua
που (93) ψόφος υδάτων περιρρηγνυμένων τισί των rum ob renitentem aliquem obicem diruptarum, et
αντιτύπων γίγνοιτο, και ει η θάλασσα πνεύμασι τα- si mare ventis agitatum exestuet , et violentum elit
ρασσομένη κυμαίνοιτο, και βίαιον ήχον εκπέμπου , τα Sonum, he res inanimatae a Domino habent vocem :
άψυχα ταύτα την παρά του Κυρίου έχει φωνήν , δει - quippe Ostendit Scriptura, omnes res crealas Opifi
κνύντος του λόγου, ότι πάσα ή κτίσις μονονουχί βοά cem suum annuntiaitestantum non clamare 61. Quol
τον εαυτής δημιουργών αναγγέλλουσα. Κάν βροντή δε sitonitru es nubibus obstrepit, nihil aliud putandum
από νεφών (94) εκραγή, ουκ άλλο τι χρή νομίζειν, c est, nisi quod Deus majeslatis intoηuerit, et quod
ή ότι ο Θεός της δόξης εβρόντησε, και ότι Κύριόςέστιν Dominus sit, qui per seipsum humidam continent
και την υγράν φύσιν συνέχων δι' εαυτού . Κύριος επί naturam. Dominus super αφuας multas . Agnovimus
υδάτων πολλών. Μεμαθήκαμεν γαρ εν τη κοσμο- enim in mundi procreatione aquarm super caelos,
γενεία ύδωρ επάνω των ουρανών, ύδωρ πάλιν το της aquam rursus alyssi , item aliain aquam , neinbe
αβύσσου, έτερον τα συστήματα των θαλασσών. Τις congregationes maris 63. Quis igitur est qui haec con
ούν έστιν ο συγκρατών ταύτα , και μή εών αυτά τη tineat, nec ea sinal naturali pondere deοrsum ferri,
φυσική ροπή φέρεσθαι προς τα κάτω (93), ή ο Κύ- nisi Dominus, qui nilhil non pertingit, quique aqua
ριος και τοις πάσιν εμβεβηκώς, ός και των υδάτων rum habet imperium ? Forsan vero el magis mystice
έχει το κράτος; Τάχα δε και μυστικώτερον, Φωνή Vor Domini super aquas erat , cum baptizalo Jesu
Κυρίου επί των υδάτων , ότε βαπτισθέντι τω Ιησού facta est superne Vox : Ηic est Filius meus dite
εγένετο άνωθεν φωνή , ότι Ούτος εστιν ο Υιός μου ο clus 64. Γunc enim Dominus super multas 118
αγαπητός. Τότε γάρ ο Κύριος μέν ήν επί υδάτων aquas erat : quippe qui per baptisinum aquis cor
πολλών, αγιάζων τα ύδατα διά του βαπτίσματος : ο ferret sanctitatem : Deus autem glorie alla testi
δε Θεός της δόξης τη μεγαλοφωνία της μαρτυρίας monii sui voce desυρer into ? uit. Αιφue etiam relicta
παρά του Κυρίου καταλειφθείσα φωνή επιλέγεται• Eunles enim, inquit, bapticate in nomine Patris , et
Πορευθέντες γαρ, φησί , βαπτίζετε εις το όνομα Filii, et Spiritus sancti 68. Vos igitur Domini super
του Πατρός, και του Υιού , και του αγίου Πνεύ- αφμας. Fit autem Ionitra , quando spiritus siccus
ματος. Φωνή ούν Κυρίου επί των υδάτων». Συν- et violentus ,in nubis concavo inclusus, ac velhe
89 Gen. XV, 4 . 60 Εxod. Xx, 18. 61 Isa. XL , 6 . 61 Psal. XVII, 9 . 63 Gen. 1, 7-10. 6* Μatth. 111, 17.
* Μatth. ΧΧVΙΙΙ , 19.
(91) Sic mss. cum editione Basil. Editio vero Pa- oroi, nec in Reg, secundo, nec in Colb. sexto repe
ris. tpos öv, niale. Slalim codex Corderianus noó- riliir , idque melius. Ibidem mss. duo fbxoş èdi cùy
τερον pro πότερον, haud recle. Αlioquio enim scri- υδάτων. Statim nonnulli mss. cum editis γένοιτο.
plör allirmarei quod mes negaturus est. Corilerins Alii yivo: to . Alii numero plures ylyvolto.
falsa scriptura deceptus, sic interpretalur : Primum (9 ) Regii secundus et quartus από νεφελών. Ιbi
percussio circa aerem intelligatur, vel aer, etc. dem Regii lervius et quartus xen vosiv , Rursus hoc
(92) Sic mss . el editio Basileensis . Illud , xal' ipso in loco Reg. lertius aliquanto l'usius į6 pórtne
ύπνον, in editione Paris. oιnissuum fuisse videtur σεν επί υδάτων πολλών, etc .
oscilantia typographorum . (93) Colb. quartus προς το κάτω.
(93) Éditi et mss. non panci el nou, yrsi. Illud ,
PATROI.. GR. XXIX .
 S . BASILII MAGNI 992
291
menti impetu per nubiuin cava circumvolutus, ex. A ίσταται δε και βροντή , όταν πνεύμα ξηρών και βίαιον
ire el foras erunopere querit. Nubes igitur pre in- κοιλότησε νεφέλης εναποληφθέν (96), και υπό ευτο
genti compressione obnileules, ου lianc spiritus colli. νίας τους κοιλώμασι των νεφών ενστρεφόμενον, ζητή
sionerm asperum illum fragorem efficiunt. Postquam διέξοδος προς τα έξω. 'Αντέχουσαι μεν ούν υπό της
vero nubes ille spiritu in Ιnolum bullarum disten. άγαν πιλήσεως αι νεφέλαι, τον τραχύν εκείνον εκ της
1e amplius resistere , el sustinere nequeunt, violen- του πνεύματος παρατρίψεως αποτελούσιν έχον· έπει
ter confracle, spiritumque ad externam respiratio- δάν δε ώσπερ πομφόλυγες περιταθείσαι το πνεύματι
nem propellentes, strepilus touilruun producunt. επιπλέον αντέχεις και στέγειν (97) αδυνατίσωσι,
Hoc autem solel fulgur etiam efficere. Dominus igitur βιαίως απορρηγνύμεναι και προς την εξω αναπνείν
est, qui et super aquas constitulus, et ingenieu ιο . διείσαι το πνεύμα , τους κατά τάς βροντάς αποτε
nilrui fragarcin excitans , Sonumlonge maximum in λούσι ψόφους. Τούτο δε και αστραπής εργάζεσθα:
molli aeris natura conficil. Ceterum traditionen πέφυκε. Κύριος ούν έστιν ό και επί των υδάτων ών,
quae post baptismum per magnam Evangelii vocean και ο τους μεγάλους ψόφους της βροντής ενεργών, εν
Πι 10 aliis eorum qui jam perficiu:nlαι , poles απαλή του αέρος φύσει τοσαύτην ψόφου υπερβολήν
etiamjuxta ecclesiasticum sermonem Ionitru appel- εργαζόμενος . Δυνατόν δέ σοι και κατά τον εκκλησια
J.are . Quod enior Evangelium Ionitru sit, discipuli και στικόν λόγον την μετά το βάπτισμα γινομένην εκ της
ipsi qui multo nonline filii Ionilrui a Doriino ap- μεγαλοφωνίας του Ευαγγελίου εν ταις ψυχαίς των
pellati sunt 66 , ostendunt. Quamobrem vox touilrui ήδη τελειουμένων παράδοσιν βροντήν ονομάζειν.
lijusmodi non est in quolibel ; sed si quis fuerit " Οτι γάρ βροντή το Ευαγγέλιον, δηλούσιν οι παρά
dignus qui rola noιninetur. You enim, inquit, toni- του Κυρίου μετονομασθέντες μαθηται και υιο: βον
trui tui in rota 67. Si quis fuerit qui se ad anteriora της χρηματίζοντες. Διά τούτο ουκ εν τώ τυχόντι της
extendat, veluti rol:i, Modici sui parle terrain allin» τοιαύτης βροντής ή φωνή , αλλ' εάν τις άξιος ή ενη
gens, et oιnnino lalis , qualis erat ea , de qua loque- μάζεσθαι τροχός . Φωνή γαρ της βροντής σου,
Dalar Ezechiel : Ει υidi, el ecce rota una in terra, φησίν , εν τω τροχώ. Εάν τις ή τοις έμπροσθεν
juncia quatuor animalibus, et species eorum, et fa- επεκτεινόμενος , ώσπερ ο τροχός , ολίγω μέρει της
ciura eorum quasi species Tharsis 68 . γης εφαπτόμενος , και όλως τοιούτος (98), όποίος ήν
περί ου έλεγεν Ιεζεκιήλ: Και είδον , και ιδού τροχός είς επί γης εχόμενος (99) των ζώων τος τές
σαρσι, και το είδος αυτών και η ποίησις αυτών ως είδος θαρσείς.
A. Deus ergo majestatis illonuit, Dominus super C 4. Ο Θεός ούν της δόξης εβρόντησε, Κύριος
aqμας τηultas . Aquae sunt et ipsi sancti, ob idque επί υδάτων πολλών . "Υδατά εισι και οι άγιοι, διότι
de ventre eorum launt lunnina , Ιιοc est, spiritualis ποταμοί δέουσιν εκ της κοιλίας αυτών, τουτέστι,
doctrina, quae audientium animas irrigat. Ει rursus, πνευματική διδασκαλία άρδουσα τας ψυχάς των
accipiunt aquam salientem in vitam elernam, que ακουόντων. Και πάλιν, λαμβάνουσιν ύδωρ αλλόμενων
in iis qui eam rite acceperint, ellicitur fons aque εις ζωήν αιώνιον, όπερ γίνεται εν τοις καλούς λαβούσι
8alientis in vitam eternalm " . Ιtaque super tales πηγή ύδατος αλλομένου εις ζωήν αιώνιον. Έπί των
aquas Dominus est. Memineris autem et historiæ τοιούτων ούν υδάτων ο Κύριος. Μνήσθητι δε και της
Eliæ , quando annis tribus et inensibus sex clausum ιστορίας ' Ηλίου, ότε έκλείσθη ο ουρανός έτη τρία και
est cælum ; quando, occupante verticem Carmeli μήνας έξ · ότε , αιθρίας ούσης επί την κορυφήν του
sudo, aquarum multarum vocern audivil : mox fa- Καρμήλου, ήκουσε φωνής υδάτων πολλών είτα επιχο
clum est, ut et Ionitru tieret, et aque Duerent e nu- λούθησε το και βροντήν γενέσθαι εκ νεφελών και ύδωρ
bibus 71. Dominus ergo super αφμας mulias. VERS . 4. ρυήναι. Κύριος ούν επί υδάτων πολλών. Φωνή Κι
Von Domini in virtule. Sicut in rota vox fit : ρίου εν ισχύι. "Ωσπερ εν τω τροχώ η φωνή γίνεται,ού
sic in virtute vox Donlini consistit. Qui enim on - τως εν ισχύι η φωνή συνίσταται του Κυρίου . Ο γάρ
nia polest in eo qui ipsum corroborat Cliristo 18, πάντα ισχύων εν τω ενδυναμούντι αυτόν Χριστώ, ού
is audit Domini mandata , el facil. Vox igitur Do- τος ακούει των εντολών του Κυρίου, και ποιεί. Φωνή
mini non in debili el dissoluta anima, sed in ea quae oύν Κυρίου , ουκ εν τη ασθενεί και εκλελυμένη ψυχή,
strenue ac viriliter bonum pericit. You Domini in αλλ' εν τη εντόνως και ισχυρώς κατεργαζομένη το
magnifcentia. Magnificentia est virtus eleganter αγαθόν. Φωνή Κυρίου εν μεγαλοπρεπεία. Η μεγα
Magna. igitur res magnas qui decenter conficit, λοπρέπεια αρετή εστιν εκπρεπώς μεγάλη (1). Ο
hic audit magnificus. Proinde cum anima a carnis oύν πρεπόντως αποδίδους τας περί των μεγάλων
66 Marc. 1, 17. 61 Psal. LXXVI, 19. 68 Ezech. 1, 15. 69 Joain. VII, 38. 70 Joan. IV, 14. 71 III Reg.
Σνι, 42 seqq. 11 Philipp. IV, 12.
(96) Νonnulli mss. εναπολειφθέν, et ita legisse (98) Codicus non pauci όλος τοιούτος.
videtur interpres velus, qui verteril : spiritus re- 199) Nonnullimss. tpoxos sts ėyouevos. Alii sposa
licius. Sed major pars niss. εναποληφθέν, spiritus χός εχόμενος . Editi τροχός είς επί γης εχόμενος.
delenlus, inclasus. Opline. Ibidem Colb . quartus LXX itidem tpoyos eis ÉTi tñs yns ėYÓLEVOç. Sb
των νεφελών επιστρεφόμενον. in Colb. quarius είδος αυτού .
( 97) Legitur in tribus Inss . περιστέλλειν pro στέ- ( 1) Editio Paris . αρετή έστιν ευπρεπώς μεγάλα
νειν. Ιbidem quatuor mss. διιείσαι. Sed Dojor πράττουσα . Αι mss. omnes simpliciυς ευτρεπώς.
pars mss. cum editis διείσαι . auι εκπρεπώς μεγάλη.
255 10:IILIA IN PSALMCM XSVIII. 09 ,
πράξεων ενεργείας, ο τοιούτος ακούει μεγαλοπρε- A affectibus fuerit libera, acceperitque magnitudinem
πής. "Οταν ούν ψυχή αδούλωτος ή το φρονήματι της ac dignitatem, quae 119 profacultatum a Deo ac
σαρκός, μέγεθος δε και (2) αξίωμα πρέπον εαυτη ceptarum cognitione silhi convenit, tum in illa 6ι
εκ της συναισθήσεως των προσόντων αυτή από Θεού vox Domini. Quamobrem qui magnifice cogitant de
αναλάβη, εν ταύτη γίνεται η φωνή του Κυρίου. Οι Deo , et creationis rationes alle speculati sunt,
ούν μεγαλοφυείς μέν έχοντες τας περί Θεού εννοίας, et aliquantum saltem bonitatem providentie Dei
υψηλώς δε τεθεωρηκότες τους περί κτίσεως λόγους, assequi potuere, insuperque parci non sunt in ΓΑ
και δυνηθέντες επί ποσόν γούν επιβαλείν το αγαθό ciendis sumptibus, et in sullevandis fratrum ne
της του Θεού προνοίας, και προσέτι εν ταις δαπάναις cessitalilhus liberalessunt; hi,inquam,sunt magnifici,
αφειδείς, και μεγαλόδωροι εν τω τας των αδελφών in quibus vox Domini inhalilat. Εtenim qui vero
χρείας επανορθούσθαι, ούτοι εισιν οι μεγαλοπρεπείς , magnificus est, res omnes corporeas aspernatur , ac
εν οίς η φωνή του Κυρίου εμπολιτεύεται. Τα όντι preinvisibilibus eas facit nihili. Adversitas nulla
γάρ ο μεγαλοπρεπής υπερορά πάντα τα σωματικά, nmagnificum aficiel tristitia, nulla prorsus mala sant
ουδενός είναι άξια κρίνων λόγου τη παραθέσει των illum perturbatura : neque improborum el despi
αοράτων. Τον μεγαλοπρεπή ουδεμία λυπήσει περί- ciendlorum Ionunculorum peccata eum connmove.
στασις · ουδε όλως πάθος τι αυτόν έκταράξει, ουδέ Β Isunt , neque ipsum deprimei carnis impuritas.
ανθρωπαρίων φαύλων και ευκαταφρονήτων αμαρ- Affectiones enim que demittunt , abjicianique ,
τήματα κινήσει · ουδέ ακαθαρσία της σαρκός αυτόν vir aditum ad illum inveniunt , cum ne aspicere
ταπεινώσει. Δυσπρόσιτος γάρ έστι τοίς ταπεινωτι- quidem ipsum ob mentis altitudinen gueant.
κοις πάνεσιν , ουδε προσβλέπειν αυτό δυναμένους Dicitur auten el quedam Dei magnificentia , οι
διά το ύψος της γνώμης. Λέγεται δε τις και Θεού με- in hoc loco : Elevata est magnificentia tua super
γαλοπρέπεια· ώς το, Επήρθη η μεγαλοπρέπειά celos . Qui igitur magna de Deo sentiunt, lii
σου υπεράνω των ουρανών. Οι ούν τα μεγάλα περί ipsius exfollunt magnificentiam.
Θεού δοξάζοντες, ούτοι υπεραίρουσιν αυτού την με
γαλοπρέπειαν.
5. Φωνή Κυρίου συντρίβοντος κέδρους. Η κέ- δ . VERS. 5. Ver Domini confringentis cedros. Ce.
δρος ποτέ μεν ως μόνιμον , και σήψεως βέλτιον, και drus Diodo ut res Stabilis, et palreadinis expers,
ευώδες, και σκέπην ικανόν παρέχεσθαι παρά της odoralique, et ad pribendum legmen apla a Scri.
Γραφής επαινείται ποτέ δε ώς άκαρπον και δυσκαμ- plura laudatur ; modo ut infructuosa el mare
τες διαβάλλεται, ώς και εικόνα πληρούν του ασεβούς. lexibilis vituperatur, adeo ut inpii etiamimagine
Είδον γιο τον ασεβή υπερυψούμενον και έπαιρό- G ferat , impleatque. Vidi enim impium erallatum,
σημαινόμενον και νυν παρελήφθη. Η γάρ φωνή tione etiam nunc accepta est. Vox enim Domini
του Κυρίου συντρίβει κέδρους. "Ωσπερ γαρ εν τη confringit cedros. Ut enim nec in magnifica
μεγαλοπρεπεί ψυχή γίνεται, ούτω τους είκή φυ- anima fil : ita Monairnes temere inflatos, qui seipsos
σιουμένους, τους επαίροντας εαυτούς εν τοις νο- efferunt, ob ea que in hic inundo alla ac sublimia
μιζομένοις υψώμασι του κόσμου τούτου, πλούτου, putantur, neipe ob divilias, aut gloriam, aut
ή δόξης, η δυναστείας , ή κάλλους σώματος , η δυ- imperium, aut corporis pulchritudinem, aut po
νάμεως, η ισχύος, συντρίβειν λέγεται. Και συν- testalem , aut vires , dicitur confringere. Eι
τρίψει Κύριος της κέδρους του Λιβάνου . Οι τοις confringer Dominus cedros Libani. Alienis relius
αλλοτρίοις πράγμασιν επιβαίνοντες, και απ' εκείνων qui insident , et ex eis gloriam fastumque sili
εαυτοίς την αλαζονείαν συνάγοντες, ούτοί είσι κέδροι confant, ii sunt cedri Libai. Quemadmodum enim
του Λιβάνου. "Ωσπερ γάρ αι κέδροι, καθ' εαυτάς ου- ceitri per se alle com sint, tamen, propterea
σαι υψηλαι, τω επ ' όρους υψηλού πεφυκέναι, εκ της quod in allo mole nascuntur, funt ex montis
προσθήκης του όρους περιφανέστεραι γίνονται ούτω ο accessione magis conspicue : sic quoque qui luxίς
και οι τοίς φθαρτοις του κόσμου πράγμασιν επε ρει- ηundi relius fulciuntur, cedri quidem sunt of»
δόμενοι κέδροι μέν εισι διά την αλαζονείαν και το της arrogantiam ac mentis elationein , sed vocantur
διανοίας έπαρμα, Λιβάνου δε κέδροι προσαγορεύον- Libani cedri, quod aliena superbiant altitudine et
ται, διά το τώ αλλοτρίω υψώματι επαγάλλεσθαι , και e terra relies que terrestrius tanquam e Lilbani
υπό γης και των γηίνων τραγμάτων, οίον υπο της vertice all faslum et superbiam exiollantur. Non
κορυφής του Λιβάνου, προς αλαζονείαν επαίρεσθαι. autem cedros omnes, seu Libani cedros confringit
0 ' πάσας δε τας κέδρους συντρίβει ο Κύριος, αλλά Doninus. Νam cum Libanus idololairie sit Iocus ,
τάς του Λιβάνου. Επειδή γάρ ειδωλολατρείας τόπος quecunque anime se contra Dei cognitioner
ο Λίβανος , όσαι ψυχαι επαίρονται κατά της γνώσεως efferunt, Ile ced:i Libani nuncupantur, et censen
15 Psal. νΙΙ, 9 . 16 Psal. ΧΧΧνι, 33
(2) Verbs illa, μέγεθος δε και, etc., ita interpres quantum a scopi aberrarit.
veliis Latine reddidit , ut illud ,å76 ) Ozou, all verbuni (3 ) Sic mss. nonnulli, bene. Editio Paris. Quico
åvanábn relulerit, cum referri lamen ad vocem vocabulo xaló .
Tipoobytov debcat : qui parva negligentia mirum
093 S. BASILII MAGNI 296
ur dignae que conterantur. Sant autem quaedam A του Θεού , αύται του Λιβάνου ονομάζονται (4), και
Dei cedri , quas arbusta vinea que ex Egyριο συντριβής αξιoύνται. Εισί γάρ τινες κέδροι του Θεού,
Translata est 7", operiunt , ut in Psalmis didicimus : ας αι αναδενδράδες της απ’ Αιγύπτου μετατεθείσης
Operuit montes unibra ejus, et arbuεία ejus cadros αμπέλου καλύπτουσιν, ώς εν Ψαλμοίς μεμαθήκα .
Dei 76. Proinde cum inter ceteras de Christo 00- μεν: Εκάλυψεν όρη η σκιά αυτής, και αι ανα
tiones Dominus noster vitis etiam dicatur: Ego enim δενδράδες αυτής τάς κέδρους του Θεού. Έπει
sum, inquit, sitis, υος palmiles11; cedri Deisuntii, qui oύν μετά των άλλων των περί Χριστού έννοιών
anlea quidemfuere steriles et ad comburendum apli: και άμπελος ο Κύριος ημών λέγεται• Εγώ γάρ
sed ubi legumentum subierunt Christi, illumque ειμι, φησίν, η άμπελος , υμείς ( 3) τα κλήμα
velutinduerunt, per ipsius gratiam sterilitatem suae τα κέδροι εισί του Θεού οι τέως μεν άκαρποι και
vite colegunt . Dei ergo cedros 120 fructuosa ar- προς καύσιν επιτήδειοι, υπελθόντες δε την σκέπην
Jusla circumplicata custodiunt : cedros vero Lilbani του Χριστού, και οιονεί ένδυσάμενοι αυτόν, εκ της
confringii Dominus. VERS. 6. Ει commanuel eας παρ' αυτού χάριτος το άκαρπον της εαυτών ζωής
Tanquam vitulum, Libanum. Vitali illius de quo συγκαλύπτουσι. Τάς μεν ούν κέδρους του θεού ανα
mentio it in Εxodo 78, nemineris, quein in idolo- δενδράδες εύκαρποι περιπλακείσαι φυλάττουσι • τις
Iatria effinxerunt , quemque cominimulum Moyses B δε κέδρους του Λιβάνου συντρίβει ο Κύριος. Και λε
dedit populo polandum. Itaque lotuna Libanium el πτυνει αυτάς ώς τον μόσχον τον Λίβανον . Μνή
consuetudinemidololatri in eo invalescentem per- σθητι του μόσχου του εν τη Εξόδω, ον κατά την εί
inde ut illum vitulum exlerininabit. Ει dilectus δωλολατρείαν ανέπλασαν, όν ελέπτυνε Μωύσης και
sicut ilius unicornium. Unigeritus Filius, qui mundo επότισε τον λαόν. Εκείνο τοίνυν το μόσχω παρα
dal vitam70, cum hostiam el oblationem pro pec- πλησίως όλον τον Λίβανον και την εν αυτώ κρατού
catis nostris seipsum Deo offert 80, et Dei agnus, et σαν συνήθειαν της ειδωλολατρείας εξαφανίσει. Και ο
ovis nominalur . Ecce enim, inquit, agnus Dei 81. ηγαπημένος ως υιός μονοκερώτων. Ο μονογενής
Ει rursus, Tanquam otis ad occisionem ductus est 85 . Υιος , ο διδούς ζωήν τω κόσμω, όταν μέν προσ
Cum vero potentalum genus hominum adorientem, φέρη θυσίαν και προσφοράν εαυτόν τω θεώ υπέρ
illam videlicel effuralarm el exasperatam polestatem των αμαρτιών ημών, και αμνός ονομάζεται του
ulcisci et everiere oportet, Ian filius usicornium Θεού και πρόβατον. "Ιδε γάρ, φησίν, ο αμνός
appellatur. Unicornis enim, ut in Job didicimus, του Θεού (6) · και πάλιν : Ως πρόβατον επί
est aniinal insuperabili virtute preditum , homi- σφαγήν ήχθη . " Οταν δε αμύνασθαι δέη και καθ
nibus laud subjectum. Non enim , inquit , ipsum ελεϊν την δυναστείαν την επιφυομένην τω γένει των
Ioro alligabis, neque dormiet in presepi 82. Ει multa G ανθρώπων, εκτεθηριωμένην τινά και απηγριωμένην
in liac prophetic parte dicta sunt, ex quibus constat δύναμιν, τότε υιός μονοκερώτων ονομάζεται. Ζώον
animalillad liberialis amans esse , neque obsequi ho- γάρ, ώς εν τω Ιώβ μεμαθήκαμεν, ο μονόκερως (7)
minibus. Observatum est autem, Scripturam in εστιν άμαχον την δύναμιν, ανυπότακτον τοις ανθρώ
Hramque parlem similitudine unicornis uti, modo πoις. Ου γαρ δήσεις αυτόν, φησίν, ιμάντι, ουδε
cumlaude, modo cum vituperatione. Erue enim, in - κοιμηθήσεται επί φάτνης. Και πολλά περί του
quit, a frameα αnimam meam, et a cornibus unicor- ελευθεριάζειν το ζώον και μη υπείκειν τους ανθρώ
niumlumililalem meam84. Dicit liec ,insimulans de- ποις εν εκείνω τώ μέρει της προφητείας είρηται.
diιum bello μopulum, tempore passionis in se insur - Και παρατετήρηται, ότι επ' αμφότερα κέχρηται τη
gentem. Rursus vero : Exaliabitur, inquit, sicut uni- εικόνα του μονοκέρωτος ή Γραφή: ποτέ μεν επαινε
cornis, cornu meum88. Videtur igitur propter insitum τώς, άλλοτε δε διαβεβλημένως. Ρύσαι γαρ, φησιν,
animali studium ulciscendi, sepe in malam similita- εκ ρομφαίας την ψυχήν μου, και από κεράτων
«liuem accipi ; contra, propter cornu altitudinem el μονοκερώτων την ταπείνωσίν μου. Τον πολεμο
libertalem, in bonam similitudlinern abduci. Ει ιη ποιόν λαόν διαβάλλων ταύτά φησι παρά τον καιρόν
suin ma, quoniam invenire est cornu a Scriptura και του πάθους επαναστάντα αυτώ ( 8). Πάλιν δε , Υψω
sepe pro gloria usurpatum . verbi gratia, Egaliabit θήσεται, φησιν, ως μονοκέρωτος το κέρας μου.
78 Psal. LXxtx, 9. 76 ibid. Ι . 17 Joan. Yv, 3 . 78 Exod. XXX0, 4 . 70 Joan. VI, 33. 80 Ephes. V, 2.
4 Joan. 1 29 . 81 Acl. VΙΙ, 32 : Isa. LΙΙ 7. 88 Job XXXIX, 10. 8• Psal. XXI, 22. 84 Psal. XCI , 11.
( 4) Editio Paris. Λιβάνου κέδροι ονομάζονται. Vox αμαρτίαν του κόσμου. Haud ita longe duo mss .
κέδροι deest in nostris undecian Inss. perinde atque υιός μονοκέρωτος .
in editione Basil. El vero quid necesse sit vocem (7 ) Scripior non ipsa Scripturæ verba relulit : ea
xéopol hic apponi, non video. Nam ex se satis in - si quispiain videre cupit, Jobum legat XXXIX, 9 et
1elligitur, ac nullo negotio a quolibet suppleri po- _10. Aquila pro μονόκερως scripsit ρινόκερως . Unde
jest. Aliquanto post Reg. secundus X015 TOŪ ŠTb- Vulgaia , Nunquid rolet rhinoceros servire libi ! ...
νοιών. Nunquid alligabis rhinocerola ? Aliqua hoc loco re
(5 ) Sic editio Basil. cum plerisque mss. Al edin dundare in editione Venela monet vir doctissimus
lio Paris, jueis 6é. Mos in Colberlinis secundo el Ducæis.
quarto legirur Meoő pro Xpistoū . Ibidem Reg . se (8 ) In se . Hoc est, in Christum Dominum , de quo
cundus υπελθόντες δε τη σκέπη. Tolus ille psalmus iulelligendus est.
(6) Colb. secundus αμνός του Θεού και αίρων την
297 TIOMILIA IN PSALMUM XXVIII. 29S
“ Εοικεν ούν διά μεν το αμυντικών του ζώου επί την Α cornu populi sui86 ; et, Cornu ejus erallabitur in
των χειρόνων εικασίαν (9) πολλάκις παραλαμβάνε- gloria 37 ; aut etiam quia cornu pro virtule accipitur,
σθαι, διά δε το υψίκερων και ελευθέριον προς την υι est illud : Protector meus, el cornu salutis med 88;
του βελτίoνος άγεσθαι εικασίαν. Και όλως, επειδή το Christus autem Dei virtus est 89; ideo unicornis ap
κέρας υπό της Γραφής αντί τηςδόξης πολλαχού παρει. pellatus est, tanquam qui unum habeat cornu, id
λημμένον έστιν ευρείν, ώς το, Υψώσει κέρας λαού est, unam cum Patre cominutein potenti: υ.
αυτού (10)· και , Το κέρας αυτού υψωθήσεται εν δόξη: η και επειδή το κέρας αντί δυνάμεως πολλάκις
παραλαμβάνεται ως το, Υπερασπιστής μου και κέρας σωτηρίας μου: Χριστός δε Θεού δύναμις:
διά τούτο ώς έν έχων κέρας, τουτέστι μίαν δύναμιν έχων την του Πατρός, μονόκερως προσηγόρευται.
6 . Φωνή Κυρίου διακόπτοντος φλόγα πυρός . 6. VERS. 7, Vor Domini intercidentis damnman
Διεκόπη μεν και κατά την ιστορίας των παίδων των ignis. Intercisa est quidem eliani ignis flamma Billy
τριών εν τη Βαβυλωνία (11) η φλόξ του πυρός, ότε Ιone, secundum trium puerorum historiam90, quali
νος, ενεπύριζε δε τους κύκλω πάντας : διακοπείσα δε est, ac circumstantes omnes ambussil : e diverso,
το προστάγματι του Θεού, πνεύμα εδέξατο εν εαυ- Β eadem Dei precepιο intercisa , in se ipsa aurai
τη , ήδίστην αναπνοής και ανάψυξιν , ώσπερ εν σκιά recepίι ; respirationem jucundissimam, refrigera
τινι φυτών, εν ειρηνική καταστάσει παρεχομένη τοϊς ιionemque pueris in tranquillo statu velut in aliqua
παισίν. Εγένετο γάρ, φησίν, ώσει πνεύμα δρόσου arborum umbra constitutis suppelitans, exhibens
διασυρίζον (12). Και θαυμαστότερόν γε πολλά πυ - que. Facta est enim, inquit, sicut spiritus roris ειδί
ρος φύσιν διακοπήναι, η καταδιαιρεθήναι την Ερυ- Ians 1. Ει certe multo admirabilius est ignis natu
θράν θάλασσαν εις διαιρέσεις . 'Αλλ' όμως η φωνή ram intercidi, quam mare Rubrum in partes dividi,
του Κυρίου και το συνεχές τη φύσει και ηνωμένον Altanmen Domini vox ignerm Snapte natura consi
του πυρός διακόπτει. Καίτοι ατμητος και αδιαίρετον ηuum ac sibi 121 coherentemintercidit. Quanquain
επινοίαις ανθρωπίναις το πυρ είναι δοκεί, αλλ' όμως igitur ignis consiliis humanis insecabilis ac in
προστάγματι Κυρίου (13) διακόπτεται και διίσταται. dividuus videtur esse, nihilonious tamen Domini
Οίμαι δε, ότι το πυρ το ήτοιμασμένον εις κόλασιν τώ jussu interciditur 20 dividitur. Ignem autem , qu:
διαβόλω και τους αγγέλους αυτού διακόπτεται τη φω- diabolo el angelis ejus in supplicium paratus est 5,
νή του Κυρίου · ίνα, επειδή δύο εισίν εν τω πυρί δυνά- νοce Dornini intercidi reor : ut cum duo sint in
μεις, ή τε καυστική και η φωτιστική (14), το μέν igne facultates , quaruno una comburit, altera il
δριμύ και κολαστικών του πυρός τους αξίοις της καύ- C Iustrat , ignis quidem asperitas, ac torquendi pro
σεως προσαπομείνη, το δε φωτιστικών αυτού και prietas iis qui adustione digni sunt servetur : illius
λαμπρόν τη φαιδρότητα των ευφραινομένων αποκλη- vero splendor et clarilas ad hilaritatem eorum qui
ρωθή . Φωνή ούν Κυρίου διακόπτοντος φλόγα πυρός lelam ac bealin vilano acturi sunt, destinetur.
και μερίζοντος , ως αλαμπές μεν είναι το πυρ της Vox igitur Domini intercidentis , ac dividentis lam
κολάσεως, άκαυστον δε το φως της αναπαύσεως απο- mam ignis, adeo ut supplicii quidem ignis obscurus
μείναι. Φωνή Κυρίου συσσείοντος έρημον . Επ’ sit , lux vero requietis , vi careal comburendi.
ευεργεσία της ερήμου και συσσεισμός αυτή παρά του VERS. 8. You Domini concutientis desertum. Con
Κυρίου οικονομείται, ίνα, μεταβαλούσα από του έρη - cussio illa a Domino dispensatur desertoin loco
μος είναι, γένηται γη κατοικουμένη, και αποθεμένη beneficii, ut ipsum jam permulalum ex deserto liat
το της ατεκνίας όνειδος, της πολυπαιδίας λάβη τον terra habitata , et , deposito slerilitatis prolbro,
έπαινον ( Πολλά γαρ τα τέκνα της ερήμου, μάλλον mulle fecundilatis laudem accipiat. ( Multi enim
ή της εχούσης τον άνδρα), και των υδάτων του ilii desert , magis quam ejus que habet virum98),
πνεύματος πληρωθείσα, γένηται η προ τούτου έρημος et id quod antea desertum erat, postea aquis spiritus
εις λίμνας υδάτων. Και συσσείσει Κύριος την έρη- conferium, in stagna aquarum fiat. Ει commovebit
μον Κάδης. Ού πάσαν ούν έρημον ο Κύριος συσσεί- ν Dontinus desertum Cades . Itaque desertum omne
σει (15), αλλά την Κάδης , τουτέστι, τον αγιασμόν : non commovebit Dominus, sed desertum Cades , hoc
Κάδης γαρ αγιασμός ερμηνεύεται. Φωνή Κυρίου est, sanctificationem : Cades enim est, si quis in
καταρτιζομένη ελάφους. 'Ομότιμα χρή τους προ- terpretetur , sanctificatio. VERS. 9. You Domini
86Malib
Peal. XIV,
CXLVIII, 14. Isa.
87 Psal. CΧΙ, 9. 83 Psal. XVII , 3. 891 Cor. 1, 24. 10 Dan. J10, 47. 1 ibid . 30.
11 . 41. 8 Lιν,1.
(9) Reg. Secundus επί των χειρόνων εικασία . bilo . Sed egre fert Dueeus Tilmannum de suo γO
(10) Tolum illud, παρειλημμένον έστιν ευρείν, ώς ceu Παmma addidisse : Convelisius vero addilam
TO, ' Y %únel xépas daoù aútov , in nostris undecim eain fuisse ad mentem Basilii aflirmat. Plura qui
mss. desideralur . Videre est hoc loco in mss. et volel, scriptoris utriusque nolas legere poterit.
alias parvi momenti variationes, quas referre ut (13 ) Colb . quarliis toportátuati Osov .
inutile , ita fuerit molestim . (14) Sic editi et tres mss. Αι sex alii mss. φωτί
(11) Colbertini secundus et quarius εν τη Βαβυ · ζουσα pro φωτιστική . Paulo post imss. octo και συσ
λώνι. Μox editi υπερεξεχύθη. Αι Major pars υπερ- σεισμός. Editi ο σεισμός.
εξεγέθη. ( 15 ) Sic mulli mss. Al editi cum quibusdam inss.
(12) JIla , Εγένετο γάρ, φησίν, ώσει πνεύμα δρό- συσσείει . Statim ubi legitur in elitis et in rosIris
GOU ÔLa suplcov , sic verterai 'filmanmus : Föcla ést, riss. XataprIGOVÉn, edition invenimus apud LXX
inquit ,Pamma reluli spirilus roris suari spirons si . 225765 DÉVO ),
209 S. BASILII MAGNI 80
γης parans cervos. Quie de preparatione cervorini A άγουσιν αποδοθήναι (16) και τα περί του καταρτι
per vocean Donini facta dicuntur , etiam eodem σμού των ελάφων, δν η φωνή του Κυρίου ενεργεί.
odo quo priora explicanda sunt. Quoniam igitur Επεί τοίνυν ή έλαφος τοιαύτης έτυχε της κατα
cervus ita a natura comparatus est, ut nullam a ser- σκευής ως κρείττων (17) είναι της εκ των ερπετών
pentibus accipiatioxin:imo vero, ut aiuntii qui nec βλάβης, αλλά και καθαρτήριον αυτή έστιν, ώς φασιν
observavere, vipere esus vim ejus purgaudi habeat, oι τα τοιαύτα τετηρηκότες, το της έχιδνης βρώμα ,
el quoniam venenata omnia animalia cum malis et πάντα δε τα ιοβόλα προς την των πονηρών και αντι
adversis virtutibus comparantur, cum Dorninus di- κειμένων δυνάμεων εικόνα λαμβάνεται(18) ( του K
cal : Dedi vobis polesalemcalcandi supra serpentes, ρίου λέγοντος · Δέδωκα υμϊν την εξουσίαν πατεν
ο scorpiones, et super ominenι υirtulena inimici 3* ; et επάνω όρεων , και σκορπίων , και επί πάσαν την
cum rursus psalnius Proplhelse promitial : Super αερί- δύναμιν του εχθρού και του ψαλμού πάλιν επαγ
dem ei basiliscum ambulatis95, necesse est ut cum γελλομένου το προφήτη, ότι Επί ασπίδα και βασι
nomen cervi in Scripoura audimus, sermonem ad δίσκον επιβήση)· ανάγκη, όταν ελάφου όνομα ακούω
meliorem similitudinem tralianus. Νam Montes μεν εν τη Γραφή, προς την βελτίονα εικόνα τον λόγον
excelsi cervis 96; item : Desideral cerυus ad fontes έλκειν . "Όρη γάρ τα υψηλά ταις ελάφοις · και,
uguarum 1. Proinde cum et justus onlis in altissi- » Επιπoθεί η έλαφος επί τας πηγής των υδάτων .
iis conmoretur, Jusια scopum persequens ad bra- Eπει ούν και πάς δίκαιος εν υψηλοίς έχει την δια
riumsuperna vocalionis 88, etiam ad poculentos for• τριβήν, Κατά σκοπόν διώκων επί το βραβείων (19)
1es accurrit, lieologie principia prima requireus. της άνω κλήσεως, και προς τάς ποτίμους πηγές
Trait aulein cervus oris sui respiratione venena13 ανατρέχει, τάς πρώτας αρχάς της θεολογίας αναζη
: inalia lalilantia, eaque vi spiritus sui e latioulis των. "Έλκει δε ή έλαφος τη αναπνοή του στόματος τα
« ducit. Quemadurodumigitur sanctus aquila dici- φωλεύοντα των ιοβόλων, και από των καταδύσεων έξ
Tur, quod sublimia pelat, et plurimum a terra di- άγει τη βία του πνεύματος. " Ωσπερ ούν αετός (20)
stel; el quemadmoduin dicitur ovis ob ansuetu- λέγεται ο άγιος διά το μετεωροπόρον, και διά το
«linen et rerunn Suarum communicationein ; el διηρμένον από γης επί πλείον · και ως πρόβατον διά
aries ob imperium; et columba propter innocell- το ήμερον και μεταδοτικόν ών έχει και κριός διά το
Let adversus priva repugnantiain. Ideo et Salo. έλαφος διά τήν προς τα πονηρά εναντίωσιν. Διό και ο
non ail : Cerυus amicitiae, el pullus tuarum gratia - Σολομών φησιν : "Έλαφος φιλίας, και πώλος σών
2μm confabuleur lecum29. Nos ilen docet nemora» , χαρίτων όμιλείτω σοι · διδάσκων ημάς τους προει
Ios cervos ad illeologie doctrina esse idoneos. ρημένους ελάφους επιτηδείους είναι προς θεολογίας
διδασκαλίαν.
7. 122 You Domini prαγαrans cervos. Cum 7. Φωνή Κυρίου καταρτιζομένη ελάφους. Όταν
an en um
igitur querpi Dei Ιιοιuin perfect el absolu - ούνίδωμέν τινα άνθρωπον Θεού τέλειον και κατηρτι.
Turn viderimus, utilitatem ex ejus congressu quae- σμένον, την από της ομιλίας αυτού ωφέλειαν μετα
ramus. Nun cervo presente serpentium fugatur διώκωμεν. "Όπου γάρ ελάφου παρουσία , φυγαδεύεται
nalitia ouιuis. Non enim hujus animalis olorera πάσα των ερπετών ή κακία. Ου γάρ φέρει την οσμήν
virulenta animaulia perferunt, ut que vel ad cor- του ζώου τα ιοβόλα, όπου γε και τοις κερασιν αυτών
ιuum cervinorum suflitun secedant. Ει τevelalit υποθυμιωμένοις υποχωρεί. Και αποκαλύψει δρυ
φοudensa. Primur vox Domini preparat cervos : μούς (21). Πρώτον η φωνή του Κυρίου καταρτίζεται
deinde revelat condensa Ioca, videlicet consita, al- τας ελάφους · έπειτα αποκαλύπτει δρυμούς, τους συμ
que 3gresti ac infructuosa aleria condensala ; in φύτους και από αγρίας και ακάρπου ύλης πεπυκνω
φue Ioca animalia venenala maxime recipere se μένους τόπους, οίς μάλιστα προσφεύγειν τα ιοβόλα
solent. Quoniam igitur per preparationem a Do- πέφυκεν. Επεί ούν ήδη τετελείωται διά τον παρά του
nuino faclam jam absolutus cervus est, qui ei assi - D Κυρίου γενόμενον καταρτισμόν ή έλαφος , ο ταύτη
nilatur justus revelit condensa, ut vile nostre όμοιούμενος δίκαιος αποκαλύπτει τους δρυμούς, ένα
corruptores nudi et expediti oljiciantur . Ει quiz γυμνοί και έτοιμοι παραδοθώσιν οι φθαρτικοί της
Lignum omne, quod non facit fructuηι bonum, exci- ζωής ημών. Και επειδή Πάν ξύλον μη ποιούν
* Luc. Χ, 19. 98 Psal. ΣC, 15. 16 Psil. cur, 18. 7 Psal. XLI, 2. 98 Philipp. 11, 14. * Prov. ν, 19.
(16 ) lia Regii secundus el quartus cum Colber- ( 0) Im duobus mss. legilur ÜSTED yap at-o .
lino sexly . Edili cum aliquibus mss. å tro Oūvar. Slatim ires jiss. &inenuévoy. Alii ss. cuim edisis
Subinde Coll . 2 tolasins Baye, non diverso sensi . Con puévov. Paulo post Coll . quarlus babel copia ;
(17) Noiat Ducrus s.mile quiddam de cervis apud μια φιλίας.
Plinium warsari, el apud Æliana ). (21) Hunc locum legit Augustinus ita ut verliinus.
(18 ) lla quinque miss. Cum ellitione Basileensi. Vulgala , El revelabil condensa . Paulo post ubi legi
Editio Paris. παραλαμβάνεται . Infra illud, πάλιν, tur in multis mss. et in editis ouupútous, babetur
deest in duobus mss. Subinde Reg . secundus axos . in Catena Corderiana douloutous, sine ordine con
σωμεν. sila .Eisi aulem scriptura plane diversa est, sensus
(19) Colbertini secundus et quartus επί το άνω tamen eodem redit. Quod enim a natura sine arte
Bp2c . Ibideni vox à práz o Typographo unuissa luerat producitur, id proniiscue el sine ordine Dasei
Ist editio::e Paris. solei.
S01 HOMILIA IN PSALMUN SXVIII. 52
xug.zi'x tulir #rxzttetal vad ris utírns,vai tiç A ditursecuri,ci in ignem conjicirur ', necessario con
πι . ι.ι.ιεται, αναγκαίως οι δρυμοί ανακαθαίρον- lense silva , ipse videlicet inuine silvestres,in qui
ται , αι υλώδεις ψυχαι , εν αις, ώσπερ τινά θηρία , τα us Varie peccatorum affectiones, velut quedan
ποικίλα πάθη των αμαρτιών εμφωλεύει, υπό του λό- ferit, latitant, all co Sermone, qui quovis gladio
μον. Επει δε πολλοί (92) των ανθρώπων , πεφορτι Seil cum multi homines vila curis aggravali, ini
σμένοι ταις βιωτικαίς μερίμναις , οιόν τινα την mas suas quasi spiniſeram quandam icrram ha
έκανθοφόρον τας εαυτών ψυχάς έχoυσι, και ουκ εώ- Ibeaut, lec sinant eas ad ferenduin divini Serious
σιν αυτές είς τήν του λόγου καρποφορίανέντρέφεσθαι, fructum educari, revelat Dominus condensa , hoc
αποκαλύπτει ο Κύριος τους δρομους, τουτέστι, το e-t, curarumin hac vita exsileiuliano deformittein
άχη μου και απρεπές και βλαβερον των εν τω βίω et fiditatem etincommodum : il Ioto borii ac mili
τούτω φροντίδων, ένα, τρανωθέντος του περί του αγα- detecto, non peiverse de relius judicent lowines
€ού και κακού τόπου, μή έχωσιν οι άνθρωποι υπό pr inscilia , Multi etian Dona, quando laboriosa et
αμαξίας τις περί των πραγμάτων κρίσεις ενηλ- diliicilia sunt, mala existinant : nula vero ob iisi
λιμένας. Πολλοί γάρ τα μεν αγανά , όταν επίπονα 1ai sibi voluptatein , ut Irona consectanlur ; algie
η . κακά νομίζουσι • τα δε κακά διά την προσούσαν 8 ioninum erroreum iule proficiscentem perditlicile
00:015 tcoviv üç ay20 j ustao:ombus! yai à 2007,- est dicere. Perlinell igitur ad bonorum noluisam
τος (15) εν ανθρώποις ή περί τα τοιαύτα πλάνη . Γιuctifera ligna ac ceilri omnes, que etiam ad lau
" Εστι μεν ουν τηςτων αγαθών φύσεως ξύλα καρπο- dem accipiuntur : ad malorum vero naturam con
φόρα και πάσαι κέδροι, ά και προς τον αίνον παρα- lensa : que, le decipiantur qui utilem aliquet.
λαμβάνεται τών κακίων οι δρυμοί, ούς, υπέρ του fructumin eis inventuros se putant, revelat, ac de
μη απατηθήναι τους νομίζοντας εύρήσειν τινά καρ- Igit Dei vox. Ει in templo ejus omnes dicent glo
του Θεού φωνή. Και εν τω ναώ αυτού πας τις λέ- gui prolixos Insilvent sermones. Quid licit psaluις ?
γει δόξαν. 'Ακουέτωσαν των ρημάτων του ψαλμού , Qui in templo Dei est, ιιοη convicia , μου res vans,
και έντρατίτωσαν οι τους μακροις λόγοις εαυτούς οι verba viscenis rebus referta profert , sed in
επιδιδόντες. Τί φησιν ο ψαλμός ; Ο εν τω ναώ του leiplo ejus quisque dicit gloriam. Astant sancti
Θεού γενόμενος ου κακολογίαν, ου ματαιότητα, ουκ angeli, qui ει:ec verba describant: allest Dominus,
αισχρών πραγμάτων γέμοντα ρήματα απαγγέλλει, φαι animumingredientium inluetur. Preces unis
αλλ' εν τω ναώ αυτού πάς τις λέγει δόξαν. Εστή - cujusque imalifeste Des sunt ; quis ex affeclu, quis
κασιν (24) οι απογραφόμενοι τα βήματα άγιοι άγγε- scite exquiral celestia ; quis perfunctorie et cxtre
λοι • πάρεστιν ο Κύριος τις διαθέσεις των εισιόντων iis laris verba pronuntiet, cor vero ipsius procul
επισκοπών. Η προσευχή εκάστου πεφανέρωτα: 1 Deo sit. Quod si oral, cariis Sailaleum , opesque
Θεω· τίς εκ διαθέσεως, τις επιστημόνως επιζητεί τα corporeas et iuinanam gloriam eflagitat. Πorum
επουράνια · τίς αφωσιωμένως άκροις τοις χείλεσι τα autem nihil pelendum est, ut Scriptura docel : seil
βήματα φθέγγεται, ή δέ καρδία αυτού πόρου απέχει in templo ejus unusquisque dicit glorian. Cali
από Θεού. Κάν εύχηται, υγίειαν σαρκός, και σωματι- enarrant gloriam Dei . Deum gloria afficere ange
κον πλούτον, και δόξαν ανθρωπίνην επιζητεί. Δεί δε Torum munus est . Ηoc unum est totius calestis
ουδέν τούτων, ως ο λόγος διδάσκει, αλλ' εν τω ναώ exercitus officium, referre Creatori glorian. Crea
αυτού πάς τις λέγει δόξαν. Οι ουρανοί διηγούνται Tura omnis, un sileus, tum Ioquens, ιumcelestis,
δόξαν Θεού . 'Αγγέλοις έργον δοξολογείν Θεόν (25). Tum terrena, dit glorian Conditori. Miserabiles
Πάση τη στρατιά των επουρανίων έν τούτο έργον, δό - vero homines, postquam edibus suis reliciis ad
ξαν αναπέμπειν το κτίσαντι. Η κτίσις πάσα, ή τε templum codicurrerunt, quasi quidpiam 123 cou
σιωπώσα, και η φθεγγομένη , ή τε υπερκόσμιος, ή τε secunturi emoluumenti, tamen Dei verbis aures 1ο
περίγειος δοξάζει τον κτίσαντα . "Ανθρωποι δε ελεει- Dprevent, suam ipsorum naturaln non sentiunt :
νοι, καταλιπόντες τους οίκους και επί τον ναόν συν- preoccupati peccato, non allliguntur ; non merest
δραμόντες , ως δή τι εαυτούς ωφελήσοντες, ουχ υπ- lin: reminiscuntur peccatorum; non timent juli
έχoυσι τας ακράς λόγους Θεού , ου λαμβάνουσιν cium; sed arrilenles, et iuler Se jungentes dexllas,
αισθησιν της εαυτων φύσεως , ου λυπούνται προλη- preciationis domum in locumi iodice Ioquacila
φθέντες υπό (26) της αμαρτίας · ου λυπούνται εις is vertunt, aspernati psalmum declarauleim ac di
* Μatth. 111 , 10. • lelbr. IV, 12 . 3 Psal. Χνι, 2.
(22) Reg. secundus επειδή πολλοί. Μox Reg. S . nec mirum, cum satis ex se suppleri possit.
cundus , quarlus et sextus cum edisione Basil. yov (21) Editin Paris. ÉGTÝKAJ! yap . Deest particula
à xavovópov , terram spinas fereniem , bene. Editio áp in multis miss . Neque vero dubiro quin melius
P .iris. äravoooooooy , Nec ita mulio post edilio Pa - al sit, cum hoc loco siiperflua esse videatur.
ris.εκτρέφεσθαι. Αι sex Inss. εντρέφεσθαι. (95) Reg. Secundus δοξολογείν Θεώ.
(23) Edilio Paris . el Reg . quarnuis xa ! ålurtos (26 ) Rursus Reg. secundus où 2. TOūvta . Tapocari
ÈSTIV . Illud, È stiv , deest in aliis sex miss. Ibidem θέντες υπό. Reg. quartus προσληφθέντες. Μulti mss.
Tres niss. περί ταύτα πλάνη. Statim editio Paris. τροληφθέντες. Μox Reg. tertius άφικόμενοι , Infir:
εαυτούς εν τη Εκκλησία επιδιδόντες : 5ed illud, εν τη Reg. secundus να αυτού τάς, new olitei: Ιegitur
'Erzarsiz , ill 10 : Iris undecim il's non invenitur, Ipud LXX.
303 S . BASILII MAGNI 30
cellem : In templo ejus unusguisque dicit gloriam. A μνήμην των αμαρτιών αφικνούμενοι, ου τρέμουσι
es impedimento , qui eum tibi reddas attentum, al- εμβάλλοντες , τόπον μακρολογίας τον οίκον ποιούνται
que per tuum tumultumsonum majorem edas quam της προσευχής, παρακούοντες του ψαλμού του δια
Spiritus doctrina. Cave ne quando abeas, una cum μαρτυρομένου και λέγοντος, ότι Εν τω ναώ του
iis qui impia el contumeliosa verba in Dei nomen Θεού πας τις λέγει δόξαν. Συ δε ου μόνον ου λέ
evomunt, condemnatus, cuin debuisses mercedem γεις, αλλά και ετέρω εμπόδιον (27) γίνη επιστρέφων
pro rerum divinaruum celebratione recipere. Habes προς εαυτόν, και των ιδίω θορύβω υπερηχών την δι
psalmurn, lhabes propluetiam, precepta evangelica, δασκαλίας του Πνεύματος . "Ορα μη ποτε απέλθτς,
apostolorum predicationes . Lingua psallat, mens αντί του μισθον λαβείν επί δοξολογία , τοίς το όνομα
eurum, quae dicta sunt, scrutetur intelligentiarm : του Θεού βλασφημούσι συγκαταδικασθείς. Ψαλμών
υι psallas spiritu, psallas ilein el meine . Deus έχεις, προφητείαν έχεις , ευαγγελικά παραγγέλματα ,
enim minime indiget gloria : sed le γuli esse di- τα των αποστόλων κηρύγματα. Η γλώσσα ψαλλέ
gnum, qui gloriam consequare. Quapropier Quod τω, ο νούς ερευνάτω την διάνοιαν των ειρημένων,
senminat homo, hoc et melet *. Seniina glorificatio- ένα ψάλλης το πνεύματι, ψάλλης δε και το νοί. Μη
Tem, ut coronas honoresque et laudes in regno B γάρ δόξης επιδέεται ο Θεός, αλλά σε βούλεται άξιον
celorum metas. Hec non abs re per digressionerm είναι του δοξασθήναι. Διότι “Ο σπείρει άνθρωπος,
dicta sunt in hunc locum : Intemplo ejus μιμεquis- τούτο και θερίσει. Σπείρον δοξολογίαν, ίνα θερίσης
que dicit gloriam, quod sunt qui loquendi finem in στεφάνους και τιμές και επαίνους εν τη βασιλεία
Dei teniplo nunquam faciant, ac inutiliter ingre- των ουρανών. Ταύτα ουκ αχρήστως εν παρεκβάσει
dianlur. Ulinam inutiliter, non cum delrimento . είρηται εις το, 'Εν τω ναώ αυτού πάς τις λέγει
δόξαν, διά το τους εν τω ναώ του Θεού άπαυστα (28)
γλωσσαλγούντας και ανωφελώς εισιόντας· είθε δε α
ωφελώς και μη επιβλαβώς.
8 . VEns. 10. Dontinus diluvium inhabitare faciel. 8. Κύριος τον κατακλυσμόν κατοικιεϊ (99). Κα
Biluviuαι inundatio aque est, quidquid subest con- τακλυσμός ύδατός εστιν επίκλυσις εξαφανίζοντος πάν
legentis, et quidquid prius sordescebat expurgan- το υποκείμενον, και καθαρίζοντος άπαν το προεδρυ
is. Baptisini itaque graliani diluvium nominat, πωμένον. Την ούν του βαπτίσματος χάριν κατακλυ
aleo ut anima peccatis ablata, et veleri homine σμάλονομάζει, ώστε την αποπλυναμένην τα αμαρτή
expurgata , flat deinceps idonea, que in Spiritu ha- . ματα ψυχήν, και αποκαθηραμένην τον παλαιών α
bitatio sit Dei. Porro que etiam dicta sunt in psal- “ θρωπον, επιτηδείαν είναι λοιπόν προς κατοικητήριον
no tricesimo primo, cum his conciuunt. Postquain του Θεού εν Πνεύματι. Συνάδει δε τούτω και τα εν
enim dixit : Injustitiam meam cognitum feci, et pec- τω τριακοστό πρώτο ψαλμώ ειρημένα. Μετά γάρ το
catwn meunm non abscondi ; item illud : Pro hac ειπείν, ότι Την ανομίαν μου έγνώρισα, και την
orabit ad le omnissanctus,subjunxit : Verumtamenin αμαρτίαν μου ουκ εκάλυψα και το, ότι Υπέρ
diluυίο αφμαrumηuliarum ad euni non appropinqμα . αυτής (50) προσεύξεται προς σε πας όσιος : επ
bunt . Non enim peccata appropinquabunt ei, qui per ήγαγε : Πλήν εν κατακλυσμό υδάτων πολλών
aquam et Spiritur baptisma remissionis deliciorum προς αυτόν ουκ έγγιούσιν. Ου γαρ εγγιούσιν αι
receperit. Sell el in Michaece prophelia guiddamliis αμαρτίαι τω λαβόντι το βάπτισμα της αφέσεως των
affine invenitur : Quiavolens misericordianm est, rever - παραπτωμάτων διά του ύδατος και του Πνεύματος.
tetur el miserebitur nostri : demerget peccala nostra, Συγγενές δε τούτω και εν τη προφητεία Μιχαίου ευ
el projicientur in profunda maris 1. Ει sedetit Domi- ρηται · " Οτι θελητής ελέους έστιν, επιστρέψει
nusres in elernum. Anime ex diluvio splendentiinsi- και ελεήσει ημάς· καταδύσει τας αμαρτίας
lens Deus, eam sibi veluti ilironum efficit.VERs. 11 . ημών , και απορριφήσονται εις τα βάθη της θα
Dominus virtutem populo suo dabit ; Dominusbenedice: D λάσσης. Και καθιείται Κύριος βασιλεύς εις τον
populo suo in pace. A populo quiden peccatore robυ- Serwiψυχή από
αιώνα. Τη λαμπούση selesai
s saτου κατακλυσμού
Sluτη el robustanm auferei Dominus 8 : justitiam vero ενιδρυθείς (31) ο Θεός , οιονεί θρόνον αυτήν εαυτό
facienti robur confert. Νam Omni hailenti dabitur απεργάζεται. Κύριος ισχύν τω λαώ αυτού δώσει
Celeruno qui al perficiendla Dona opera corrobor1. Κύριος ευλογήσει τον λαόν αυτού εν ειρήνη.
tus est, is it dignus Dei benedictione. Pax autein 'Aπό μέν του αμαρτωλού λαού αφελεί Κύριος ισχύον
•1 Cor. ΧΙV, 15. Gal. 1, 7. • Psal. XXXI, 5, 6. 1 Miclise. TII, 19. 6Isa. 1:1, 1. ο Matth. Σαν, 29.
(97) Reg. tertius ετέρω εμπόρο εμπόδιον. Quid est Augustinus. Aliquanto post Reg. tertius έρου
autem ilud, εμπόρω, hoc loco sibi velit, non video. πωμένον.
(28) Colb . Secundus απαύστως. (30) Reg . secundus και ότι υπέρ ταύτης. Νec ita
(29) Sic editio Basil. et oliv. cum nostris decem multo post Colb . quartus αφέσεως των αμαρτιών
mss., nec aliter edilum ſuit apud LXX . Editio vero vai tūv Tha patitw látwy. Subinde mss . duo habent
Paris. et unusaut allerms. e nostris xatoixei: quam elpntai pro süpntal,
lectionem quoque , leste Nobilio , tuentur ei alii (31) Reg . secundus èvcôpuvels. Mox mss. duo
quidam libri. Certe ex Hebrieo veriit llieronymus, autoŰ Haud longe Reg . secundus åpeheitai.
Hominus diluvium inhabilni. llieronymum seculus
3:15 HOMILIA IN PSALMUM XXIX . 306
τα και ισχύουσαν, το δε δικαιοπραγούντι (52) δίδω- A que mentis est firmilas 124 quadam atque con
σιν ισχύν. Διότι Τω έχοντι παντι δοθήσεται. Έν- slantia, benedictionum perfectissima esse videtur ;
δυναμωθείς δε προς τηντων αγαθών έργων ενέργειαν, guare pacifici viri character in compositis ac se
άξιος γίνεται της από του Θεού ευλογίας . "Έοικε δε dalis moribus situs est : contra , qui a cupiditatibus
τελειοτάτη των ευλογιών είναι η ειρήνη , ευστάθειά oppugnatur, nondurm pacis Dei particeps est, quam
τις ούσα του ηγεμονικού» ώστε τον ειρηνικόν άνδρα pacem discipulis suis Dominus dedit, quae cumin
εν τω κατεστάλθαι τα ήθη χαρακτηρίζεσθαι· τον δε tellectum omnem superet , eorum, gui digni sunt,
πολεμούμενον υπό των παθών μήπω της από Θεού animas tuebitur. Ηanc apostolas Ecclesiis appreca
ειρήνης μετεσχηκέναι, ήν ο Κύριος έδωκε τοις εαυ- tur, dlcens : Gralia vobis et par multiplicetur 11.
-του μαθηταίς, ήτις, υπερέχουσα πάντα νούν, φρου - Urinam igitur postquam strenue certaverimus, ac
ρήσει τας ψυχάς των αξιων. Ταύτης και ο Απόστολος carnis afectum qui inimicitia adversus Deus)
επεύχεται ταις Εκκλησίαις, λέγων · Χάρις υμίν και est, in servilulem redegerimus, anima in tranquil
ειρήνη πληθυνθείη. Γένοιτο ούν ημίν καλώς αγωνι- lilale ac quieto statu constitula , Glii pacis appelle
σαμένοις, και το φρόνημα της σαρκός καταστρεψαμέ- mur, atque in pace famus benedictionis Dei par
νοις , ό έστιν έχθρα εις Θεόν, έν γαληνιώσει και ακύ- ticipes : in Christo Jesu Donino nostro , cui gloria
μονι καταστάσει της ψυχής γενομένης, ειρήνης ημάς Bet imperium, nunc et semper , et in secula seculo .
υιούς χρηματίζειν, και της ευλογίας του Θεού μετα- rum. Amen.
σχειν εν ειρήνη ,εν Χριστώ Ιησού τω Κυρίω ημών, ώ ή δόξα και το κράτος νυν και αει, και εις τους αιώ
νας των αιώνων. Αμήν.
ΕΙΣ ΤΟΝ ΚΘ' ΨΑΛΜΟΝ. IN PSALMUM XXIX .
Ψαλμός ωδής του εγκαινισμού του οίκου
Δαβίδ (53). Psalmus canlici in dedicatione domus David .
1 . Ψαλτήριον μεν τροπικώς, και όργανον ήρμο- 1. Structura corporis, psalterium quidem est
σμένον μουσικώς εις ύμνους του Θεού ημών, ή του per metaphoram , instrumentumque , quod ex
σώματός έστι κατασκευή : ψαλμός δε αι διά του σώ- musica regulis ad concinendos Peo nostro byronas
ματος πράξεις , αι εις δόξαν Θεού αποδιδόμεναι, όταν adaptatum est : ipsa vero corporis actiones psal
υπό του λόγου ήρμοσμένου μηδέν εκμελές αποτελώ- mus sunt : quae ad Dei glorian referuntur tum, cum
μεν εν τοις κινήμασιν. "Ωδή δε έστιν, όσα θεωρίας , ratione ita concinni efficinur, ut inconcinnum nihil
έχεται υψηλής (34) και θεολογίας . " Ωστε ο ψαλμός 1 in nostris motibus peragamus. Quidquid autem
λόγος έστι μουσικός , όταν ευρύθμως κατά τους αρ- sublimi contemplationi ac theologie conjungitur,
μονικούς λόγους προς το όργανον κρούηται· ωδή δε canticum est. Psalmus itaque sermo est nmusicas,
φωνή εμμελής αποδιδομένη εναρμονίως, χωρίς της cum concinne apιeque ex harmoniae ratione ad or
συνηχήσεως του οργάνου . Ενταύθα τοίνυν, επειδή ganum pulsatur : canticum vero vox est concin na,
επιγέγραπται, Ψαλμός ωδής, ήγούμεθα την ακό- que modulate citra organi sonumenittitur . Proinde
λουθον πράξιν τη θεωρία τον λόγον αινίσσεσθαι. Ού- cum hic inscriptio sit, Psalmus cantici , putamus
τος δε ο ψαλμός της ωδής, κατά την επιγραφήν, του his verbis significari, quod conleniplationem aclio
εγκαινισμού του οίκου περιέχει τινάς λόγους. Και sequalur. Ηic vero psalmus cantici , secundum in
έoικε κατά μέν το σωματικών , επί των χρόνων του scriptionem , quædam de domus dedicatione argu
Σολομώντος , ανεγερθέντος (53) του περιβoήτου ναού, menta continet. Ει quod ad corporalemsensum al
ο λόγος διεξοδεύεσθαι, προς το ψαλτήριον μελωδούμε- linet, videtur hic sermo temporibus Salomonis, ce
νος κατά δε το νοητόν, την ενσωμάτωσιν του Θεού leberrinno illo deinplo exstructo, recitatus fuisse ,
Λόγου σημαίνειν (36), και τον εγκαινισμών του και- atque ad psalterii inolulationem accommodatus ;
ενώς και παραδόξως αυτού κατασκευασθέντος οίκου , al vero secundum spiritualem intelligentiam, Dei
10 Philipp.1 , 7. 1 IPetr.1, 2.
(32) Ubi legitur in editis ÔixaLOT PAYOūvti, scri- D ipsa nativa , xalá . llæc ille. Cum tamen in nostris
bitur in Colbertinis secundo el quario Olxalw xal duodecim mss. legalur quoque xal opravov, quem .
gún pattovti. Sed , nisime fallit animus, lioc l'actum adinodum et in Oliv. libro, longe tulius duximus
est a librario , qui, quod vox Olxalon pa yoūvte sibi scripturam lot codicum testimonio confirmatamı
parum elegans videretur, eojendare voluit, Slalim sequi, quam incertam illam ac levem bominis alio
vox Epywv deest in aliquibus mss. qui eruditissimi conjecturan).
( 33) ΙΠΙΑ, Υψώσω σε, Κύριε , ότι υπάλαβές με, (34) Sic Colberlini icrljus et quartus cum Regiis
reperiuntur in editione Paris . post vocem Aablo quario et sexlo . Editi et major pars mss. Exetat te
sed cum in miss. desint, ea delevimus. Ipso psalmi añs, male . Nam vocem yeañs buic loco accommo
initio hallent editi κατ' όργανον. Αι Ducaeus eniell dari non posse vident, opinor, omnes. Subindo
dandum censei ex Oliv. scribendumque και όργα- nonnulli mss. θεωρία των λόγων.
νον. Αit quidem Combelisius illud, κατ' όργανον, (35) Ubi in editis legitur ανεγερθέντος, habetur
mendosum esse : sed in ipsa Ducæi emendatione, in quibusdamn mss. avate0 ÉVTOS, in aliis vero & vaota .
vitium quoque subesse allirmat. Legendum igitur évtos, haud dissimili sensu .
putit xao' spravov, id quod ipse ila interpretatur, (36 ) Colb . quarlus onpalvel. Aliquanto post idem
gua organum musice coaplaluni. Fefellil, inquit, covex eŰpayey ły.
aspiratio , sequente leni : sed illa non a leni esl, sed
307 S. B.JSILII MAGNI jas
Verbi incarnationcm sig! ilicare videtur inscriptio , A - v obycare origjv. ll . cüpour ey sin
alque domus nova etinaudita arle construcice deili- çahua tojo ë % T.POJÚttou cjkupiov 27yrchia
cationem indicare. Nam in hoc psalurio mulla inve- rleva. "II cáza gizov vorsal 7.095125! Etv 0 :26.0
nimus ex persona Domini pronuntiata . Aut lor'assis Loulévny Úrs X8. 575 ] 'Enansizv . zaows 721 ó
Ionum intelligere convenit eliticalan a Claris1ο Παύλος εν τη προς Τιμόθεον'Επιστολή γράφει: Ιοε
Ecclesiam; quemadmodum et Ρaulus in sua l Ti- είδης πως δεί εν οίκω Θεού αναςτιέρεσθαι , ήτις
molheum Epistola scribit : 01 scias quomodo opor- ¿vrir 'Enrlncia Deoù (wrroc. 'Eyza:visu v ce is
Leat in donio Dei conversari, quo est Ecclesia Dei Εκκλησίας υποληπτέον την ανακαίνωσιν του νοός ,
virenlis 18. Dedicatio vero Ecclesie, existimama est envo:ż co dy!0) Ilusup.2705 ytvouévry (37) sci;
mentis renovatio , 125 quam in unoquoquc corpus % 20' éva tūY GU;3.Far,posvtun tù JŪul ofis 'Ezzin .
Ecclesie Christi complente Spiritus sanctus efficil. 5:25 toð Xp!570]. "EsI1 C1 * 0:id zal zou 'zt, ap
E -tautem divina etmusica harınonia , non quæ verba povis , où trepiéyou Já tiva ; lo;ous azony surpzivov
quædam cornplectitur aures demulcentiis, sed coer - tas, ära à xatastéovias mal matar.palvova; ci
centia ac mitigantia malignos spiritus, qui obnoxias Évoyłoūvia Trovod uveu .ca tais EUETT,gåsto : 5
injuriis animas iuſestant. Vers. 2 . E.raltabo le, waię. Týnow ce, kúpie, üri Üdélaiks ue , mui
Domine, quoniam suscepisti me, nec delectusti ιni - Β ούκ είχανας τους εχθρούς μου επ' εμέ. Πώς δεν
ricosmeos super me. Quomodo qui in aliis habital 13 ci raciz %950:XūY ÚLouca! Vad tūv TV 1975:
exaltatur ab iis qui huntilem locum Sortiti sunt ? νήν χώραν λαχόντων; ει γάρ ο Θεός εν τω ουρανό
elenim si sursum in cælo Deus, lu vero deorsum in Övo ), xa ! JÙ v tñ ñ xirw , -!viäv spitiw cox Ozdv
lerra, quonani pacio Deum queas exillare ? Quid útb5e!05 ; Ti Ouy Bojl.sta ! Ju -. 60iron 77S
igitur sibi vult isihec prophetæ promissio ? num 2:3 ; 2007: UVOJJOC : nézzzz! siūv 22
furle Deus exallari dicitur ab iis, qui magna Deo- : 0807.03r., voziv 2 ajtoj (33) ĉuvQuévwy, 221
que digna, de ipso intelligere possunt, el ad Deiglo . ¿y to row eis õigav Oso ; '0 uży owy stejov
riain vivunt ? Qui igitur ad beatiludinem scienter uzz' ¿TistrHTS ÉT! Try p.9.2.3.6:6-7,79.YO cov Osby .
festinal, is Deum exaltat; qui vero contrariam viam o ĉi tiv tvxvoiau tperousvos, o uros Ocinis siziy,
capit, is , quod ne dicere quidem fas est, quantum ad ögov Šp' £iure cov 02) T173.VI.
in se est, Deum deprimit.
2. Sed et omuem slalum rebus nostris convenien - 2. Kai risav osa7:46:00 59V cois repaylasiv
lein quasi Deo iribuimus. Idcirco , dormitantibus fpüs xatásTQI:V Giovei ospiti ejuev to Ozo . AL
nobis, el segniler agentibus, dormire dicitur Deus, c Toj -o, vustašÓViwy idūv xai vwopois éveproivity,
indignos nos judicans provida sua in nos vigilantia . ÚTIVOūv aéyeta : o Oids, åvazio: 5 iuis xpiveur : 15
Allam ubi aliquando detrimentum ex somno sen - É TILSYOTQvOns nuāscypryopewç ajtoū . 'Erciòày cé
lientes, dixerimus : Ersurge , quare obdormis , Do. Tos a:500uevo: +15 (39) éx. coj Ürvou Sužars 2!
18ine 162 Non dormitabit , neque dormiel tunc quί πωμεν · 'Αναστηλι , ένα τί υττοις , Κύριε ; Ού
custodil Israel 18 . Alque alii quidam Dei a se oculos ruordeel, oil üzrúcal tótɛ ó sviluccwl curs
velul averlund ob lurpes suas Deique oculis indie 'Icpal. Ka! 372.0 : Tuvės ciove! 07:05tpécout: 0

faciemιμαι αvertis 16 ? Sunt preter illos et alii , quί ανάξιον των οφθαλμών του Θεού · ο μεταμεληθέντες
e memoria Dei ejecti, el veluti sui ipsorum oblivio - réyouJir• " Ira :i to apóconór cev unccipé etc ;
nein Deo creantes, dicunt : Oblivisceris inopiæ no - Kad 02.20. Teapå toÚTOUS eisiv oi èx6,r,Oév :s ; 7
stræ el tribulationisnostræ ??. Et uno verbo, quæ ex punutis toŬ DEIŪ (40), xai olovci àýOr,y aito èil
humano affectu dicuntur de Deo , ea homines fa. TIOLODVTES ÉQUtūv . Ožtive; àéyou giv, õti 'E.71.lur .
ciunt, talem sibi Neum fingentes, qualem se quisque várn this arwyelaç rijūr zal ons Oliyewç rijwr .
prius constituit. Exaltabo igitur te , Domine, quo- Kal & Timbarnūs, cà av pusToralos hayózva hep?

(37) Reg . secundus toy ávaxalvisiv toŨ vods thy D stris duodecim mss, certo et constanter legi. Solat
lertins el quartis àvo.xalv!! !V . quoque in Colb), li ct in Alontac, et Angli, sed
(38 ) Illud , Tie pl autoù , abest a Reg . secundo.Mox quo in Colbertino ila legerit, dicere promplum 110
idem Reg . secundus ö len Oégis. bis non est. Cerle quidem in Colberiinis omnibus
(59) Reg. secundus orhots alolavóusvou tis. Ibi autem quæ mihi videre contigit exemplaribus (nullum
dem unus us. tñs TÔ ÜTVW . lufra Colb. quarius fugisse me prito) reperi txar,bentes al in
ol leta6 .70évies. eis ne vestigium quidem inveni vocis èxbaróviss.
(40 ) Ubi edilum invenimus in editione Paris . o! Præterea quid allinebil Combelisium codices Mon
€262.névies TVS uvjers zoī Ozoő , ejecli e memoria iac, el Angl.memorare, quasi ii libri inter se distin
Dei, nonci Ducitus, Volaterranum , leste Montarlle querentur, quos tamen eosdein esse plane constal ?
10, scriptum reperisse in suis codicibus, oi è267. Nam in Ducäei nola , unde Conbelisius accepit quid .
Móvies is u.výuns coy Ocón, ejicientes e memerint quid dixit hoc loco, ii soli libri laudaniur , quos
Deum . Sed qui sint codices illi, quoque terrarum olim , leste Monaculio , viderat vir doctus Vola
angulo serveulur, nescio : sed scio lectionem Pari- lerranus.
siensemn el in Oliy el inl editione Basil. el in 10
509 HOMILIA IN PSALMUM XXIX , 310
θεου άνθρωποι εργάζονται, τοιούτον εαυτοίς ποιούν- A niam suscepisti me ; nec delectasti inimicos neos ou
τες τον Θεόν , οίον αυτός εαυτόν έκαστος τροευτρεπί- per me. Nihil nimirum humile , nihil abjectum in
ζει . Υψώσω σε ούν, Κύριε, ότι υπέ.λαβές με, και vila mea perferam. Unde vero facultas milii le exal
ουκ εύγρανας τους εχθρούς μου επ' εμέ, μηδέν (audi ? Quoniam Iu me preveniens Buscepisti. Per
ταπεινόν μηδε χαμαίζηλον επί του βίου μου φέρων. spicue dixit, Suscepisti me, pro, Sublevasti me, el su
Και πόθεν μου ή του ύψουν ενυπάρχει δύναμις ; perioreminsurgentibus in nie effecisti. Veluti si quis
Επειδή συ με προλαβών ύπέλαβες. Εμφαντικώς(41) puerum quenmpiam natandi imperituin manu susci
ειρηκε το , Υπέλαβες, αντί του, 'Eμετεώρισας με, piens, eum aquis alliorem Sustineat. Qui igitur,
και ανώτερον των κατεπανισταμένων με εποίησας. opilulante Deo, a casu se erigit, is grali animi signi
Οιονεί παϊδά τινα απείρως έχοντα προς το νήχεσθαι, ficatione per bona opera exaltationem Deo police
τη χειρί τις υπολαβών, μετεωρότερον άγοι του ύδατος. ιur. Aul velut si quis lebilem queiopiam luctato
Ο ούν εκ της του Θεού βοηθείας ανανεύσας από του ream suffaleiens, ab iinninelle lapsu liberet, ac co!
πτώματος, ούτος υπό ευγνωμοσύνης διά των αγαθών luctanle reddal superiorem; illi quidem victoria
έργων ύψωσιν επαγγέλλεται τώ Θεώ (42). " Η ώσπερ prevel occasionem, huic vero conceplam de lapsu
τινα παλαιστήν ασθενούντα υποστηρίξας τις από του alteriusletitiam adimit. Noυ autem erunne, pro
κινδυνευομένου πτώματος , και επανώτερον ποιήσας p balionis causa Sauctis indiclie , invisibilibus nostris
του συμπαλαίοντος , τω μεν της νίκης παρέσχε την inimicis gaulium aferunt : sed cum afflictati frall
αφορμήν, του δέ τήν επί τω πτώματι αυτού ευφρο- gimur, cumque cogitationes nostre, nobis ob fre
σύνην αφείλετο. Ουχί δε αι θλίψεις , αι δοκιμασίας queules molestias animum despondentibus, cor
ένεκεν προσαγόμεναι τοις αγίοις, ευφροσύνην τοις clantur , tunc obleclantur, plaudualque el insullalit.
εχθροίς ήμών τοίς αοράτους προξενούσιν · αλλ' όταν Velut in Job contigit. Aniserat possessiones, orlia
απαγορεύσωμεν θλιβόμενοι , και στενοχωρηθώσιν ιus 126 erat iliis, tabo et vernibus scalelbal ejus
ημών οι λογισμοί,άπειρηκότων ημών προς το πυκνον caro ; necdum tamen idletitia aficit adversarium.
των κακώσεων, τότε ευφραίνονται και κροτούσι και Sed si laboribus fractus , contumeliosum aliquol
επιχαίρουσιν. Οίον επί του Ιώβ. 'Απολωλέκει την verbum ex uxoris consilio protulisset, tunc in ipso
κτησιν · τέκνων εστέρητο· ίχώρας αυτό και σκώ- ollectati essent inimici. Quin et in Paulo esuriente ,
ληκας ή σάρξ απέςεσεν (45): ούπω τούτο ευφροσύνη siliente , nudo, colapliis ces0 , laborante, de Ioco in
των αντιπάλω. Ει δέ ένδούς προς τα επίπονα ειρήκει Iocum migrante non delectabatur inimiciις ; imo
1. δύσφημον δήμα κατά την συμβουλήν της γυναι- vero conferebatur, dum eum videret sic certantina
κός, τότε αν ευφράνθησαν οι εχθροί επ' αυτώ. Τούτο perferentem, ut contemplim diceret : Quis nos sepa
και επί Παύλο πεινώντι, και διψώντι, και γυμνη - C rabit a charitate Christi 18 ?
τεύονται, και κολαφιζομένω, και κοπιώντι, και άστατούντι · ουκ ευφραίνετο ο εχθρός • το εναντίον μεν
ούν, συνετρίβετο βλέπων ούτω τα αγωνίσματα φέροντα, ώστε λέγειν αυτόν καταφρονητικώς: Τις
ημάς χωρίσει από της αγάπης του Χριστού ;
5. Κύριε ο Θεός μου,εκέκραξα προς σέ, καιιάσω 5. VEns. 3. Domine Deus meus, clamaui ad le , et
με. Μακάριος και την εν τω βάθει πληγήν εαυτού σαnasti me. Beilus qui intestinalm suam plagam
γνωρίζων, ώστε δύνασθαι τώ ιατρό προσιέναι και cognoscit , adeo ut ad medicum quest accedere, ac
λέγειν · "Ιασαι με, Κύριε, ότι εταράχθη τα οστά dicere : Sana me, Domine , quoniam confurbata sunt
μου · και, 'Εγώ είπα, Κύριε, ελέησόν με , ίασαι ossa mea 19; el: Ego diai, Domine, miserere mei, sana
την ψυχήν μου, ότι ήμαρτον σοι. 'Ενταύθα μέν- animam meant, quia peccati tibi 10. Ηic quidem ob
του ευχαριστία εστίν υπέρ της επαχθείσης αυτώ adhibitam sibi curationem gratias agil : Domine,
Ιατρείας: Κύριε γάρ, φησίν, ο Θεός μου. Ου τάν enim , inquil, Deus meus. Deus non omnium Deus
των Θεός ο Θεός , αλλά των οικειωθέντων αυτώ διά est, sed eorum qui ei sunt charitale conjuncti. Deus
της αγάπης. Θεός γάρ 'Αβραάμ, και Θεός Ισαάκ, enim Abrahanm est, et Deus Isaac, el Deus Jacob.
και Θεός Ιακώβ. Ει δε πάντων ήν Θεός , ουκ άν Ειenium si omnium essel Deus, non utique id eis
εκείνοις ώς εξαίρετον τούτο προσε μαρτυρείτο. Και tanquam quidpirn singulare ac exionium tribuisset.
πάλιν ο Ιακώβ· 'Eβοήθησέ σοι (44) ο Θεός ο έμός. Ει iterum Jacob : Adjuvit te Deus meus 11. Ει Tho
Και Θωμάς μετά την πληροφορίαν κατασπαζόμενος mas, semola dubilatione omni, Dominum amplexus,
τον Δεσπότην, " Ο Κύριός μου, φησί, και ο Θεός D Dominus meus, inquit, et Deus meus 11. Affectus
μου. Ενδιάθετος ούν ή φωνή ή, Κύριε ο Θεός μου, igitur vox est, Domine Deus meus, et que proplie
18 Rom. VΙΙ, 35. 10 Psal. νι, 3. 20 Psal, XL , 5. 21 Gen. XLIX, 25. 21 Joan. Xx, 28.
(44 ) Reg. secundus εμφατικώς. Μox editio Paris. του δέ τήν. Αlii τηss. numero plures τώ δε την. Ιbi
χατε πανισταμένων μου. Editio vero Basil. el nover den Colύ. quarius αφείλατο.
- 3. κατεπανισταμένων με. Ιbidem editio Paris. (43) Reg. secundus curn Colb. quinto σάρξ έπ
Οίον. Αι mss . Οίονεί. έζεσεν. Μox editio Paris . αντιπάλων. Deest ήν ι
(42 ) Editi et nonnulli mss. υψώσεις επαγγέλλεται uss. Subinde Reg. Secundus είρηκε τι.
soy Bebv, Atmajor parsmss. cum Oliv. et Anglic. (44) Colb. secundus cuin altero ms. ¿60407,oé
ila, ul eilidimus. Nec ila multo post Reg . lertius poi, Paulo post mss . Tress own , Kúp :ε . Edili
και ανώτερον. Subitude editio Puis. et tres mss . φωνή , Κύριε.
31 : S . BASILII MAGNI 339
tico statui convenit. Claasi ad le , et sanasti me. A και πρέπουσα τη προφητική καταστάσει. Εκέκραξα
Nihil intercessit medii iller vocem meam et tuam προς σέ, και Ιάσω με. Ουδέν εγένετο μέσον της
gratiam, sed simul atque clainavi, medela acces- έμής φωνής και της σης χάριτος , αλλ' ομού τε έχε
sit. Αdliuc enim loquente le , inquit , dicam, Ecce κραξα, και προσήλθεν η ίασις. "Ετι γάρ λαλούντες
adsum . Proinde magna voce Ioqui oportet eum, σου, φησίν, έρω: Ιδού πάρειμι. Μεγάλα ούν δει
qui Deum precatur, ut cita proplaque sanatio no- φθέγγεσθαι ευχόμενον τώ Θεώ, ίνα ταχεία ημίν επ
bis exoriatur. VERS . 4 . Donmine , eduxisti ab inferno ανατείλη (45) ή ίασις. Κύριε, ανήγαγες έξ άδου την
animam meam. De hac sanalione gralias Deo agit ψυχήν μου. Περί ταύτης της ιάσεως ευχαριστεί το
is, qui descendit quidem ex infirnmilale in infernum, Θεώ ο κατελθών μεν εξ ασθενείας εις άδην, αναχθείς
sed revocalor ex inferno per potentiam eius, qui δε από του αδου διά της δυνάμεως του υπέρ ημών
pro nobis mortis principem ac dominatorem expu- καταπαλαίσαντος τον το κράτος έχοντα του θανάτου.
g :/avit. Saltasti me a descendentibus in lacum. Se- " Έσωσάς με απο των καταβαινόντων εις λάκκον .
penumero lacus nominantur subterranee fosse, all Πολλαχού μεν ο λάκκοι ονομάζονται τα υπόγεια
vinctorum custodiain adaptata . Sic enim dictum est ορύγματα, εις φυλακήν δεσμίων επιτετηδευμένα.
in Exodo : A primogenilo Pharaonis , usque ad pri- Ούτω γάρ είρηται εν τη Εξόδω: 'Από πρωτοτόκου
mogenitum captiva , que erat in lacu 14. Sed et Je. B Φαραώ έως πρωτοτόκου της αιχμαλωτίδος της εν
reniam in lacuta deniserunt 18; et Josepli in lacu τω λάκκω. Αλλά και τον Ιερεμίαν εις λάκκον εν
auam non habente fratres pre invidia incluse. έβαλον και τον Ιωσήφ υπό του φθόνου οι αδελφοί
runt 16. Ιtaque actio quelibet aut nos peccato gri- λάκκω εναπέκλεισαν ύδωρ μη έχοντι. Έκάστη σύν
valos ad inferiora deprimit, aut nos quasi pennis ad πράξις ή επί τα κάτω ημάς κατάγει, βαρύνουσα
Deum elaios ad superiora evehit. Me igitur prius ημάς (46) διά της αμαρτίας, ή επί τα άνω κουφίζει,
vitam iniquam agentlem servasti, atque a descen- πτερούσα ημάς προς τον Θεόν. "Έσωσας ούν εμέ πρό
lentibus in tenebrosun ac frigiduin locum sejun- τερον όντα εν βίω πονηρώ, χωρίσας από των κατα
xisti. Idipsum igitur significatur verbis illis, Succe- βαινόντων εις τον εσκοτισμένος και κατεψυγμένον
sum impetu, ut ne deleclaudi de me occasio inimicis Επανήγαγές με από της εις το κάτω φοράς, ως μη
daretur. Quod igitur alibi ait : Qui perfecit pedes meos δούναι καιρόν επευφρανθήναι μοι τους εχθρούς. “ Ο
Ianguαηι cervi, et super excelsa statuens me 17 ; id hic oύν αλλαχού είρηκεν , ότι Καταρτιζόμενος τους πί
reditum ad excelsa, liberationem a lacususceptionem- δας μου ώσει ελάφου , και επί τα υψηλά ιστών
que appellat. VERS. 3 . Psallite Domino , sancti ejus. . με (47), την εις τα υψηλά επάνοδον λάκκου απαι
Non continuo si quispiam psalmi verba ore profert, λαγήν και υπόληψιν ονομάζει. Ψάλατε τω Κυρίω, c!
hic Domino psallit : sed guicunque ex puro corde de- όσιοι αυτού. Ουκ εί τις το στόματι προφέρει τα του
promunt psalinodiam, 127 et quoiquot sunt sanciί, ψαλμου βήματα, ούτος ψάλλει τώ Κυρίω· αλλ ' όσοι
« ui erga Deum servant justitiam, ii in rlylirmis Spi- από καρδίας καθαράς αναπέμπουσι τάς ψαλμωδίας,
ritualibus concinno ordine psallere Deo possunt. και όσοι εισίν όσιοι, σώζοντες την προς Θεόν δικαιο
Quot ſoruicalores , quot fures hic slant ? Quot sunt σύνην, ούτοι (48) δύνανται ψάλλειν τώ Θεώ τοις ριν
qui dolum acmendacium in corde abscondunt? Psal θμούς τους πνευματικούς αρμοζόντως ακολουθούντες.
lere quidem putantur , revera autem non psallunt. Πόσοι από (49) πορνείας έστάσιν ενταύθα, πόσοι από
Sanctum enim ad psalmos concinendos sermo inνί- κλοπής! πόσοι δόλον, πόσοι ψευδολογίαν εν ταις καρ
at. Non potest arbor mala bonos fructus facere 18, δίαις κρύπτοντες ! Ψάλλειν οίονται, τη αληθεία μη
neque cor imalum vitae verba proferre . Facite δια- ψάλλοντες. "Οσιον χάρ καλεί προς ψαλμολογίας ( 0)
que arborem bonam, et fructus ejus bonos 19. Pur- ο λόγος . Ου δύναται δένδρον πονηρών καρπούς
gale corda ut in spiritu fructum feralis, et possilis αγαθούς ποιείν, ουδέ καρδία πονηρά ρήματα ζωής
sancti effecti, prudenter Domino psallere. εκβάλλειν. Ποιήσατε ούν το δένδρον καλόν, και
τους καρπούς αυτού καλούς. Καθάρατε τας καρδίας, ένα καρποφορήτε τω πνεύματι, και δυνηθήτε,
όσιοι γενόμενοι, ψάλλειν συνετώς τω Κυρίω. 4. Και εξομολογείσθε τη μνήμη της αγιωσύ
4. Ει contιemini memoria sanctitatis ejus. No
10 Isa. LVΙΙ, 9. 14 Exod, XII, 29. 28 Jerem. ΧΧΧνμι, 6 . 16 Gen. XXXVII , 24 . 11 Psal. Χνιι, 34. 18 Mattl .
VII, 18. 29 Malib . XII , 33 .

(45) Legitur in duobus mss.επανατέλλη.
(46 ) Elici et nonnulli inss. Ba púvousa" huãs. sed
deest nuās in majori parle mss. Mox Reg : secun -
duς "Έσωσάς με ούν πρότερον όντα εν τω βίω τω
πονηρώ.
(47) Elitio Paris. επι τα ύψη με ιστών. Αι Γmss.
septein ul in coniesiu . Nec ita ipullo post aliqui
Jss. προσφέρει τά .
(48) Colb. Secundus αλλ' οι από καρδίας καθαράς
αναπέμπουσι τας ψαλμωδίας και όσοι εισί δίκαιοι
εγγίζοντες τη προς Θεόν δικαιοσύνη, ούτοι, etc. Sed
qui ex corde puro depromunt psalmodiam , et quol
quol sunt justi qui ad Dei justitiam appropinquant,
hi, etc. Aliquanto post Colb. secundus ρυθμούς του
(49) Editio Paris. πόσοι δε από. Sed vocula
é jon legilur in sex mss., neque in editione Basil.
(50) Reg. tertius πρός ψαλμωδίαν. Νec procul
Reg. Secundus καθαρίσατε, sedita, μι Ιectio alia ,
καθάρατε, in margine ascripta sit.
313 HOMILIA IN PSALMUM XXIX . 314
γης αυτού. Ουκ είπεν, Εξομολογείσθε τη αγιωσύνη A dixit, Confitemini sanctitati ejus , sel , Memoria
αυτού, αλλά , Τη μνήμη της αγιωσύνης αυτού · εαnctitatis ejus : hoc est, Gratias agile. Confessio
τουτέστιν, Ευχαριστείτε. Η γαρ εξομολόγησις εν- namque hic pro gratiarum actione accipitur. Gra
ταύθα αντί ευχαριστίας λαμβάνεται. Ευχαριστείτε lias igitur agile , quod in memoria sanctitalis ejus
ούν , ότι εν μνήμη της αγιωσύνης αυτού εγένεσθε sitis : qui prius, utpote profunda immersi militia,
οι πρότερον, διά το εμβαθύνειν τη κακία , και ταϊς et carnis spurciliis contaminati, in ejus φui vos
ακαθαρσίαις της σαρκός εμμολύνεσθαι (51) , εις condidit oblivionem veneralis. Ιtaque ad obtinell
λήθην ήλθετε της αγιωσύνης του ποιήσαντος υμάς. dam peccatorum veniam, de his quo antea a vo
“Υπέρ ούν του εξιλασμού των ημαρτημένων, εξομο- bis non recte gesta sunt confiteamini. VERS. 6. Quo
λογείσθε περί των ουχ υγιώς υμίν προπεπραγμένων. niam ira in indignatione ejus, et vita in voluntate
" Οτι οργή εν τω θυμώ αυτού, και ζωή εν τω θε - ejus. Prius triste quiddam dixit, iram in indigna
λήματι αυτού. Πρότερον είπε το σκυθρωπόν, οργήν εiοne Dei : deinde aliquid letius, vitam in volun
εν τω θυμό του Θεού · είτα το φαιδρότερον, την ιale ejus. Videtur repetitio esse, iis qui signifcato
ζωήν εν τω θελήματι αυτού. Δοκεί ταυτολογία είναι rum intelligentiam accuralam assequi non possunt:
τοις μη δυναμένους της ακριβείας των σημαινομέ- , quandoquidem propheta dicit jram esse in Dei in
νων εφάπτεσθαι, του προφήτου λέγοντος οργήν εί- 2 dignatione, quasi ira et indignatio idem sint, cum
ναι (52) εν τω θυμό του Θεού , ώς του αυτού όντος tamen plurimuno diferant. Indignatio enim est
οργής και θυμού · πλείστον δε το διάφορον. Θυμός judicium de infligendis merenti certis quibusdam
μεν γάρ έστιν η κρίσις του επαχθήναι τάδε τινά τα tristibus : ira vero labor et supplicium, quod a
σ::υθρωπά το αξίω οργή δε ο πόνος ήδη, και η justo judice pro injustitiae mensura jam infertur.
κόλασις ή από του δικαίου κριτου κατά το μέτρον Quol autem dico , id exemplo manifestius fier.
της αδικίας επαγομένη. Από παραδείγματος δε Medicus si quam parten: inflammatione afectam,
σαφέστερον δ λέγω γενήσεται (53). Σημειωσάμενος et sanie occulta refertam observaverit, incisionen
ο ιατρός το φλεγμαίνον μέρος και ύπουλον, εγκρίνει judicat esse Pgrotanti necessariam. Illud Scriptura
την τομήν αναγκαίαν είναι το κάμνοντι. Τούτο θυ- indignationem vocat. Sed post prolatam a medico
μον ονομάζει η Γραφή. Μετά δε την επί τω βοηθή- de afferendo remedio sententiam, actio landern 8e
ματι κρίσιν του ιατρού επακολουθεί λοιπόν η ενέρ- quitur , qua quod decretum est perficitur, ferrum
γεια εις έργον (34) άγουσα τα κριθέντα, και ο σί- que, quod incidit, et dolorem parii incisionem pa
δηρος τέμνων και οδύνην έμποιών των διακοπτο- ienti , adhibetur . Illud jra Dei appellatum est. Ve
μένω. Τούτο οργή Θεού ωνόμασται. Ελθε τοίνυν c nias ergo ad propositum, et hujus sententiae conse .
επί το προκείμενον, και ευρήσεις το ακόλουθον της guentiam invenies. Quoniam ένα in indignatione
εννοίας. "Ότι οργή εν τώ θυμώ αυτού . Τιμωρία , ejus. Pena, secundum justum Dei judicium : Vita
κατά το δίκαιον κρίμα του Θεού· Ζωή δε εν τω vero in voluntate ejus. Quid ergo dicit? Quod Deus
θελήματι αυτού . Τί ούν φησιν ; "Οτι ο μεν θέλει και νule, hoc esse, ut vitae ejus sint participes omnes .
Θεός, τούτο εστι, πάντας μετέχειν αυτού της ζωής : Mala autem non ejus voluntale funt, sed merito
τα δε περιστατικά, ουχί τω θελήματι αυτού ενερ. eorum qui peccaverunt inferuntur. Vitam igitur
έκαστο επάγεται.
γείται, αλλά τη αξία των ημαρτηκότων
την ατουτόιδίω
ζωήν ο Θεός
Την μενμεν ούνούν ζωήν καλεκάστω cuique Deus propria voluntate tribuit : iram vero
ύψεως sibi quisque congerit In die ire, et revelationis, et
Την ς θελήματι
χαρίζεται, την δε οργήν αυτός έκαστος εαυτό θη- justi judicii Dei 20. Tristia autem ante res Ietas
σαυρίζει (33) Εν ημέρα οργής και αποκαλύψεως collocare solet Scriptura , propterea quod delectatio
και δικαιοκρισίας του Θεού. Σύνηθες δε τη Γραφή jacundior est, tum, cum que merorenm afferunt,
προτάσσειν τα σκυθρωπά των χρηστοτέρων · διότι ipsam praecesserunt. Ego enim, inquit, occidam,
ήδίων εστίν η απόλαυσις, προκαθηγησαμένων αυτής οι υivere faciam ". Benefcium pena est posterius.
των λυπούντων. 'Εγώ γαρ αποκτενώ , φησί, και Percutiam, et ego εαnabo 1. Ipse enim affert dolo
ζην ποιήσω. Δευτέρα και ευεργεσία μετά την κό- p rem, et rursus recreat : percussit, et manus ejus
λασιν. Πατάξω, καγώ Τάσομαι. Αυτός γάρ αλγειν Sanaverunt. Antecedunt mala , quo 128 nobis be
ποιεί , και πάλιν αποκαθίστησιν· έπαισε , και αι neficia stabiliora fant atque frmiora , quippe qui
χειρες αυτού ιάσαντο. Προλαμβάνει τα κακούντα, lunc magnopere data custodiamus. Ad vesperum
ένα μονιμώτεραι ημίν αι χάριτες γένωνται, σφοδρώς demorabitur fetus, et ad matutinum latitia. Remi
αντιποιηθέντων ημών της φυλακής των δοθέντων. piscere lemporis passionis Domini, el verborum
Το εσπέρας αυλισθήσεται κλαυθμός, και εις το invenies intelligentiam. Ad vesperam enim demori
πρωί αγαλλίασις. Μνήσθητι του καιρού του κατά το tus est letus in Domini discipulis, cum eum vide
* Roιη. 1, 5. 11 Deut. XXXII, 39. 11 ibid .
31) Editio Paris. μολύνεσθαι . Αι mss. εμμολύνε- tertio 'Aπό παραδείγματος δε ο λεγω σαφέστερον γε .
σθαι. Μox tres mss. εξομολογήσασθε. Ιbidell Colb . νήσεται • ex quo vario verborum ordiiie errorum
Secundus υμίν πεπραγμένων . typographis objeclum esse suspicamur.
(52) Deesi elval in aliquibus mss (54) Reg. secundus εις έν έργον . Μox editio Paris.
(53) Ubi corruple legitur in editione nostra Paris . o réuvwv. Deest articulus in illiss.
"Από παραδείγματος δε ο σαφέστερον ο λέγω γενή- (55) Nostra editio Paris. θησαυρίζειν. Αι niss. θη
σεται, scripίου invenitur in aliquibus mss. Από σαυρίζει.
παραδείγματος δε σαφέστερον ή, etc., in Reg. vero
515 S. BASILII MAGNI 316
rent in cruce pendentem : ad matulinum veroleli - Α πάθος του Κυρίου, και (36) ευρέσεις τα σημαιά
tia, cum post resurrectionem currerent, ac faustum μενα. Εσπέρας γάρ ηυλίσθη κλαυθμός τους μαθη
illum nuntium quo Dominus visus fuisse nuntiaba- ταϊς του Κυρίου, ότε έβλεπον αυτόν έτι του σταυρου
tur, sibi invicem cum gaudio deferrent. Αut forte κρεμάμενον · το δε πρωί αγαλλίασις , ότε μετά την
etiamin universum, vespera seculum Ιιοc dicitur, ανάστασιν διέτρεχον μετά χαράς αλλήλοις διδόντες
in quo qui beate leverint, adveniente postmodum τα ευαγγέλια της οπτασίας του Κυρίου. Η τάχα
n:lutino, consolationem accipient. Beali enim qui και καθολικώς εσπέρα ο αιών ούτος λέγεται, ενώοι
Ingent ; φuoniam ipsi consolabuntur 33. Βeati qui μακαρίως κλαύσαντες, της πρωίας επελθούσης , πα
lent, φuoniam iρεί τidebunl . Quiigitur dies hujus ρακληθήσονται. Μακάριοι γάρ οι πενθούντες , ότι
seculi jam consuminationem allingenlis , et all αυτοι παρακ.ληθήσονται. Μακάριοι οι κλαίοντες,
Suum occasun vergentis, in plorandis peccalis suis ότι αυτοί γελάσουσιν (57). Οι ούν τας ημέρας του
absumpserunt, hi vero illo malutino adveniente gau- αιώνος τούτου επί συντελεία ήδη όντος , και προς
debunt. Qui enim seminant nunc in Iacrymis, in τας εαυτού δυσμάς αποκλίνοντος (58), εν τις απο
eisultatione meleni 38, nimirum in futuro seculo. κλαίειν τας εαυτών αμαρτίας διαγαγόντες , ούτου
της αληθινής εκείνης πρωίας επελθούσης αγαλλιάσονται. Οι σπείροντες γαρ εν δάκρυσι νύν, έν άγαλ
λιάσει θεριούσι: δηλαδή προς το μέλλον.
5. VERs. 7. Ego autem dici in abundantia nmea , Β 5. 'Εγώ δε είπα εν τη ευθηνία μου: Ου μη
Non movebor in eternum. Quemadmodum earum σαλευθώ εις τον αιώνα. " Ωσπερ πόλεώς έστιν ευ
rerum quae in foro venduntur copia, civitatis est θηνία ή των ωνίων κατ’ αγοράν αφθονία (59) , και
abundantia ,el quemadmodum regionem quae fructi- χώραν εύθηνείσθαι λέγομεν την πολλούς ευφορήσασαν
bus multis referta est, abundare dicimus : sic et τους καρπούς: ούτω και της (60) ψυχής τις εστιν
animae quedam est abundantia , dum omnigenis ευθηνία της πεπληρωμένης παντοδαπών έργων · ήν
operibus repleta est : quap primum quidem multo πρώτον μεν γεωργηθήναι δεί φιλοπόνως , και τότε
cum labore excoli oportet, tumque uberi celestium ταϊς αφθόνους των ουρανίων υδάτων επιρροίαις πιαν
aquarum irrigatione saginari, adeo ut fructurn tri - θήναι, ώστε καρποφορήσαι έν τριάκοντα , και εν εξής
cesimum, aut sexagesinium, aut centesianum afe- κοντα, και εν εκατόν, και τυχείν της ευλογίας της
ral 18, ac benedictionem obtineal dicenlein : Bene - λεγούσης : Ευλογημέναι αι αποθήκαι σου, και τα
dicια αμοιhecce tκα, et reliquiα tum 37. Nam con- εγκαταλείμματά του. Ο ούν αισθανόμενος (61)
stantie sue qui conscius est, dicet confidenter , της εαυτού βεβαιότητος, πεποιθότως έρεί, και διαθε
Mfirmabitque fore, ut ab adversario non evertatur , Caιώσεται μή περιτραπάναι (62) υπό του ανταγων
velut ager plenus, cui benedixit Dominus. VERS. 8. ζομένου, ως αγρός πλήρης, ον ευλόγησεν ο Κύριος:
Domine, in voluntate ua prestilisti decori meo υir - C Κύριε, εν τω θελήματι σου παρέσχου (63) τα
Pulem. In investiganda virtulunm ratione qui se exer - κάλλει μου δύναμιν . Οι περί την εξέτασιν του περί
cuere, alias quidemvrioles dixerunt ex contempla- αρετών λόγου κατατριβέντες τας μέν των αρετών εκ
tionibus constare, alias vero silas non esse in con- θεωρημάτων έφασαν συνεστάναι, τάς δε αθεωρήτους:
templatiοne : verbi gratia , prudentiam quidem ex οίον, φρόνησιν μεν εκ θεωρημάτων συνεστάναι, εν
contemplationibus constare, cum de bonis ac malis τα περί αγαθών και κακών τόπω (64) · σωφροσύνην
agitur : hinc vero teinperantiam oriri, quod specu- δε εκ του περί των αιρετών και φευκτών• δικαιο
Innur que sint eligendula aut fugienda : hinc justi-- σύνην δε εκ του περί των απογεμτέων και ουκ
tiam, quod speculamur , quae distribuenda sint, aut απονεμητέων· και ανδρείαν εκ του περί δεινών και
non distribuenda : hinc fortitudinem, quod specula- ου δεινών· κάλλος δε και ισχύν αθεωρή τους είναι
33 Matth . v, 5. * Luc. vi, 21. 38 Psal. CXIV, 5. 36 Maith . XUI, 8. 37 Deut. XXVIII, 5 .
(56) Colb. Secundus πάθος του Χριστού και. D ( 64) Elith el nostri duodecim mss. constanter εν
(57) Legitur in duobus mss. γελάσονται. τα περί αγαθών και κακών τόπω, silioscurius. Ca
(58) Editi cum aliquius mss. αποκλίναντος. Αlii ena vero Corderiana εν τη περί αγαθών και κακιων
αποκλίνοντος, nelius. Paulo post Reg. Secundus επί yvúsei, clare quidem : sed nii fallor, non vere. Nain
δάκρυσι. Μox illa, γάρ νύν, desuntin Reg. tertio. inagnus ille toi codicum consensus facit, uil ila alle
Subinde Coll . quarulis apostà Méxovta . lbidein Talum putem ab aliquo , qui sibi plus justo indulsis .
duo mss. είπον. se credi possit. Idque eo facilius accidisse arbiisor,
(59) Colb . secundis ' viwv xat' ayopdv EůOnvía . quod vos tÓTOS hic non ita mullum convenire vi
160) Edilio Paris. yai A oñs. At muili mss. xal dealur. Add verbain : In loco de bonis ac malis. lloc
της esi, Ubi agilur de bonis ac mulis, Ubi bona a malis
( 61) Reg . Secundus, αισθόμενος . discerni oporlet. Jam si conjectare nobis liceal, su
(62) Edili teapatpatīvol. Al seplem mss. pr:rier spicor vetere!n ipsam interpretationem Lillinam in
Combeſ. Tepltpatrova ., longe inelius. Mox multi causa fuisse , cur vox yvoset in Catena Corderiana
miss. Ó Kúplos. Deest articulus in editis . reperiatur. Cum enim Cortierius in veteri interpre
(63) Ila sex mss. cum editione Basil. Al nostra lalione editum inveniret in cognitione bonoruit ac
editio Paris . el alii ires niss. Trapásyou . Ubi nolat malorum , facile sibi persuadere poluit interprete :
Nobilius, legi quoque Tipásyou ab Apollinario , ci rcterem yvóssi, non cot ), legisse, atque operae pre
in psalterio Ælniopico , atque in aliis quibusdam li lium esse hunc locum restituere , et ila cjere, uti
bris. legisse veterem interprelem pulabal.
317 110MILIA IN PSALMUM XXIX . 518
αρετάς, επακολουθούσας ταίς εκ θεωρημάτων. Κατά A nur, que formidanda sunt, aut non formidanila.
γάρ την συμμετρίαν και αρμονίαν τών της ψυχής Verum aiunt pulchritudineim ac robur virtutes spe .
θεωρημάτων, ένιοι των σοφών νενοήκασι το κάλλος : culiatrices non esse,cum sint speculatricibus posterio
κατά δε το αποτελεστικόν των υποβαλλομένων εκ Tes . Namex convenientia lharmoniaque129 conten
των θεωρητικών αρετών, την ισχύν νενοήκασι. Πλήν plationum anime, sapientes quidem pulcliritudinem
ένα και κάλλος επιγένηται τη ψυχή , και δύναμις intellexerunt : al vero ex vi efficiente eorum que a
των δεόντων επιτελεστική , θείας εις τούτο χάριτος virιutibus speculatricibus proponuntur, robur coni
χρήζομεν. Ως τοίνυν άνω είρηκεν, " Οτι ζωή εν τω τηenti sunt. Verumlaren ut et decor anim acce
θελήματι αυτού ούτω νύν υψοί τον Θεόν διά της dat , et adsit vis eorum qua: olicii sunt effectrix,
ευχαριστίας λέγων (65), ότι 'Εν τω θελήματι σου nobis ad hoc opus est divilia gratia. Uι igitur antea
παρέσχου τα κάλλει μου δύναμιν . Καλός μέν γάρ dixit, Quoniam vita in voluntate ejus : sic nunc
ήμην κατά την φύσιν, ασθενής δε διά το εξ επι- Deum gratiarun actione exaltat dicens : In volun
βουλής του όφεως νεκρωθήναι τα παραπτώματι. ιate tuα prestitisti decori meo εirtutem. Pulcher
Το ούν κάλλει μου , και παρά σου έλαβον εκ της πρώ- quidem eram secundum naturn; sed languidus,
της κατασκευής, προσέθηκας δύναμιν την των δεόν- propterea quod ex serpentis insidiis peccato nor
των πρακτικήν (66). Καλή μεν ούν πάσα ψυχή και Β ιuus eram. Pulchritudini ergo mete , quam ex le in
εν συμμετρία των οικείων δυνάμεων θεωρουμένη : prima creatione accepί, addidisti virtulein , eorum
κάλλος δε αληθινόν, και έρασμιώτατον, μόνο το qua ad officium pertinent efficientem. Pulclira igitur
τον νούν κεκαθαρμένω θεωρητόν, το περί την θείαν est anima omnis, qua in propriarum virtutum syn
και μακαρίαν φύσιν. Ου ο ένατενίσας ταις μαρμα- inetria conspicitur. Pulchritudo autem vera, ama
ρυγαίς και ταις χάρισι, μεταλαμβάνει τι απ' αυτού, Dilissimaque , quam is solvus qui param mentenι
ώσπερ από τινος βαφής , αίγλην τινά άνθηραν εις habet contemplari potest , circ: divinatm ac bealan
την οικείαν όψιν αναχρωννύμενος. " Οθεν και Μωϋ- naturam consistit . Cujus Iulgores et gratias qui
σης, τω μετειληφέναι του κάλλους εκείνου εν τω intente conspexerit, ab ea velut :sb aliqua tinctura
ομιλείν Θεώ, εδοξάσθη το πρόσωπον. Ο ούν αισθό- nonnihil mutualur, floridum quemdam splendorein
μενος της εαυτού αρετής, την ευχαριστικήν ταύτην in propriam faciem imprimens. Unde el Moysis
αφίησι φωνήν· Κύριε, εν τω θελήματι σου παρ- facies simul atque ex familiari cum Deo congressr1
έσχον τα κάλλει μου δύναμιν. "Ωσπερ δε ταις pulchritudinis illius particeps fuit, clarificata est.
θεωρητικαίς αρεταίς αθεώρητοι ακολουθούσι, τό τε Proinde virtutis sue qui conscius est, Ilanc voce
κάλλος και η δύναμις , ούτως εισί τινες κακίαι , grales rependentem emittit : Domine, in voluntate
αθεώρητοι, ή τε αισχρότης και η ασθένεια . Τί γάρ ικα prαslitisti decori meo virtutem. Quenalmodum
άωρότερον και ειδεχθέστερον ψυχής εμπαθούς ; "Ιδε autem et virtutes que in contemplatione site non
μοι τον θυμούμενον, και την εν αυτώ αγριότητα. sunt, virtules speculatrices sequuntur, puta decor
Θέασαι τον λυπούμενον, και το εν αυτώ ταπεινών et robur : sic sunt quadam Filia collermplalioni
και συμπεπτωκός της ψυχής. Τον δε λαγνείαις ή πon subjects , nempe feditas et debilitas. Quid enim
γαστριμαργίαις υποπεπτωκότα, ή φόβοις επτοημέ- invenustius ac defornius dedita affectibus anima ?
νον, τίς αν και προσβλέψαι ανάσχοιτο; διαβαινούσης Vide , queso, iritum, et cam quam pre sc fert teri
μέχρι των περάτων του σώματος της κατά ψυχήν talem. Tristem ac maestum considera , ejusque
διαθέσεως· ώσπερ ούν και τα (67) ίχνη του κάλλους demissionem et animi abjectionem intuere. Quis
της ψυχής εν τη καταστάσει του αγίου διαφαίνεται. vero libidini aut gule inservientem, aut terroribus
Προνοητέον τοίνυν του κάλλους ημίν, ίνα και ο νυμ- consternatum, vel aspicere queal? cum iuc animi
φίος Λόγος αποδεξάμενος ημάς είπη: " Όλη καλή ή affectio ad extrema usque corporis pervalat, queni
πλησίον μου, και μώμος ουκ έστιν εν σοί. admodum e contrario vestigia etiam pulchritudinis
animæ in viri sancii habilu resplendent. Comparanda itaque nobis est isthæc pulchritudo, ut spon
sus Verbum approbans nos dical : Tola pulchra, proximamea , elmacula non est in le 3*,
γήθην τεταραγμένος . "Έως μεν ότε , φησίν, αι conturbatus. Quandia eninι, inquit, inspectionis lure
ακτίνες της επισκοπής σου επέλαμπόν μοι , εν ευ- radii mili affalsere, in slalu firnio atque tranquillo
28 Cant.IV, 7 .
(63) Reg. Secundus εν τω θελήματι σου: ούτω que lectione effici posse constal : sed quin πρακτι
νυν ύψοί τον Θεόν διά της χάριτος λέγων. Ιbidden xý v legi oporteal, Jubilari non posse arbitramur.
editio nostra Paris. Tapásyou . Mulli inss. Tag. Eienim si nihil alind , ipsa cerle orationis series ita
έσχου . legendum esse aperte ostendit. Cum eniin Basiliis
(66) Regii primus, secundus et quintus crm Col- paulo ante scripserit, και δύναμις των δεόντων επι
bertinis quinio el sexlu Ouvzury thu tùy ôc óvtwy telectix , debuit sane , si sibi constare voluit, hic
παρεκτικήν, Vim ea quα officii sunt Targicnicm. Αι πρακτικην scribere, ut vox una alteri omnino re
Ires alji miss. Regii ei seplem Colbertini cu edilis 'spondeat. Nam cò ¿ Triteleotixó el to ttpaxtixó
el cum Catena Corderiain : ou vaquv thy tūv osóviwv plane idem valere nemo, opinor, negabit.
STPIXTIXTV, Vim eorum qure officii sunt electricem . (67) Sic ocio mss. Al edirio Paris . Ő STEP xal
Aplam quidem et idoneam sententiam ex ulra - ti .
319 S. BASILII MAGNI 380
visi ; postquam vero avertisti faciem (uam, perlur- Α σταθεί καταστάσει και αταράχω διήγoν• επειδή δε
Dalio aniane tumuliusque deprelienditur. Avertere απέστρεψάς σου το πρόσωπον, το εμπαθές και τε
autemfaciem suam dicitur Deus tum, cum affictionis θορυβημένος της ψυχής απηλέγχθη. 'Αποστρέφειν
tempore tentationibus expositos relinquit , ut forli- λέγεται το εαυτου πρόσωπον ο Θεός , όταν εν τοις
Tudo certantis cognoscatur. Proinde si pax que των περιστάσεων καιρούς εκδότους αφίη τους (68)
intellectum omnem Superat 20 custodieri corda πειρασμούς, επί το γνωσθήναι το εύτονον του αγω
nostra , cupiditatum tumultum confusionemque νιζομένου. Εάν ούν η ειρήνη και υπερέχουσα πάντα
vitare possumus. Cum igitur Dei voluntati aversio νούν φρουρήση τας καρδίας ημών, δυνάμεθα την
Mpponatur, pulchritudini vero el decori virtuti- ταραχών και την σύγχυσιν των παθών διαφυγείν.
que perturbatio ; utique perturbatio fuerit de for- Έπει ούν αντίκειται το μεν θελήματι του Θεού και
nilas et infrmilas anime, ex alienatione a Deo αποστροφή , το δε κάλλει και τη ώραιότητα και τη
proveniens. Precemur itaque semper nobis ut af. δυνάμει η ταραχή : είη αν η ταραχή (69) αίσχος και
fulgeat Dei facies , ut in sancto ac religios0 statu ασθένεια ψυχής, εκ της από Θεού αλλοτριώσεως εγ
simus, el miles, et modis omnibus tranquilli , ex γινομένη. Ευχώμεθα ούν αεί επιλάμπειν ημίν το
animi ad bona preparatione. Paralus 190 sum πρόσωπον του Θεού , ίνα εν καταστήματι ωμεν
enim, inquit, et non sun turbatus 0 VERS. 9. Ad ° ιεροπρεπεί, και πράοι, και παντί τρόπω ατάραχοι έχ
le, Domine, clamabo, el ad Deum meum deprecator. της προς τα καλά ετοιμότητος. ' Ητοιμάσθην γάρ,
Sepe dictum est de clasnore ad Dominum, quod sit φησί, και ουκ εταράχθην. Πρός σε, Κύριε , κεκρά
ejus solius qui magna et celestia cupii, clamare. ξομαι, και προς τον Θεόν μου δεηθήσομαι . Πολ.
Si quis autem parva et terrena a Deo pelierit , is λάκις είρηται περί του κεκραγέναι προς Κύριον, ότι
parva et demissa voce, eaque non ad sublime per- μόνου του μεγάλα και επουράνια επιθυμούντός έστι
tingente, nec ad Domini aures perveniente utitur. το κράζειν. Ει δέ τις μικρά και επίγεια αιτοίη τον
VERS. 10. Que utilitas in sanguine meo , dum de- Θεόν , μικρά και ταπεινή κέχρηται τη φωνή, μη
scendo in corruptionem? Cur, inquit, clarnavi ? et φθανούση εις ύψος, μηδέ έρχομένη εις τας ακούς
quae Le Dominum nicum ac Deum neum rogavi ? του Κυρίου. Τις ωφέλεια εν τώ αίματι μου, εν τω
Quid, inquit, bona carnis habitudine, autnullo san- καταβαίνειν (70) με εις διαφθοράν ; Τι, φησίν,
gaine mihi opus est : cum corpus dissolutioni com- εκέκραξα; και περί τίνος εδεήθην πρός σε τόν Κύ
τηuni statimtradendum sit ? Αι castigo corpus meum, ριόν μου και τον Θεόν μου ; Τίς μου χρεία, φησί,
et in servitulenm redigo *, υt ne vigente, nimisque σαρκός ευπαθείας και αίματος πλήθους , μέλλοντος
erestuanle meo sanguine , corpulentia occasio fiat c όσον ουδέπω παραδίδοσθαι τη κοινή διαλύσει του σώ.
peccati. Carni tuxe ne obsequare, somno, balneo, ματος ; Αλλ' υπωπιάζω ( 71) μου το σώμα , και
ac mollibus culcitris, semper hanc repetens senten- δουλαγωγώ, μήπως ενεκτούντος και υπερζέοντός
tiam : Que utilitas in sanguine meo, dunt descendo μοι του αίματος, αφορμή προς αμαρτίαν ή πολυσαρ
in corruptionem? Quid loves quod paulo post inter - κία γένηται. Μή κολάκευε σου την σάρκα ύπνους και
Murum est 3 quid saginas le ipsum et pinguefacis ? λουτρούς και μαλακούς στρώμασιν , αεί επιλέγων το
An ignoras guod quanto pinguius tibi corpus cons- δημα τούτο : Τις ωφέλεια εν τώ αίματί μου, εν τω
cia, tanto graviorem carcerem anime struis ? Nun- καταβαίνειν με εις διαφθοράν ; Τι περιέπεις το
quid contiebitur tibi pulvis , αul annuntiabil verita- μικρόν ύστερον φθαρησόμενον ; τι καταπιαίνεις σεαυ
lem tuam ? Quomodo enim terrestris ac carneus τον και περισαρκοϊς ; "Η άγνοείς, ότι όσο παχυτέραν
Ιιοιηο εibi Deo confirebitur ? quomodo vero etiam την σάρκα σεαυτώ ποιείς, τοσούτω βαρύτερον τη
annuntiabit veritatem, qui neque disciplinis dedit ψυχή κατασκευάζεις το δεσμωτήριον; Μή εξομολc
Tempus ullum, el cujus mens in tanta carnis mole γήσεταί σοι χούς, ή αναγγελεί την αλήθειάν σου ;
defossa est ac obruta ? Ob id igitur carnem meam Πώς γαρ ο χοϊκός άνθρωπος και σαρκινος εξομο
snacero, nec parco nmeo sanguini, qui in carnem λογήσεταί σοι τω Θεώ ; πως δε και αναγγελεί την
coalescere solei, ut impedimentum nullum milhi sit D αλήθειαν (72 ) ο μήτε μαθήμασι καιρόν δούς , και
ad confessionem, neque ad veritatis intelligentiam. εν τοσούτω βάρει της σαρκός τον νούν εαυτού συγ
κεχωσμένον έχων ; Διά τούτο τοίνυν εκτήκω μου την σάρκα, και αφειδώ του αίματος όπερ εις σάρκα πέ
φυκε μεταπήγνυσθαι , ένα μηδέν μοι ή (73) προς εξομολόγησιν ή προς την της αληθείας κατανόησιν έμ
ποδίζον.
7. VERS . 11. Audiuit Dominus, et miserius est mei: 7. " Ηκουσε Κύριος , και ηλέησέ με· Κύριος εγέ
30 Philipp. 1ν , 7. 50 Psal. CΧVΙΙ, 60. 41Cor.IX, 27.
(68 ) Editio Paris . dyein tois . Al mss. sex doln . duo Útottlátw , corrupte , pro UTIWTILÁGW . Nonnulli
Reg . sextus apinoi. Ibidem aliquimss. Štrl tó . " " alii υποπιέζω. Μox Regii secundus et tertius υπερ
(69) Illa, είη αν η ταραχή , desunt in duobus mss. ζέοντός μου. Editi et alii quidam inss. υπερζέοντος
Aliquanto post nonnulli mss. ευχόμεθα. Αlii ευχώ- μοι . Νec ita multo post Reg. tertius habet ρητον
μεθα. Μox editi ήσυχοι και πράοι . Sed vox ήσυ- pro δημα . Subinde quatuor niss. εν τω καταβαίνειν.
mss. Editio vero Paris . εν τω καταβήναι.
you( 70) quartusundcciin
in nostris
deestColb. perinde atque LΧΧ εν τω ( 72 ) Unus ins. αλήθειάν σου. Ιbidem editio Paris.
καταθηναι. Editi vero el niss. non pauci εν τω κα- μαθήσει καιρόν. Sed mss. octo μαθήμασ..
ταβαίνειν. (75) Illud, ñ, deest in Colb . quarto . In eodem
(71) Duo mss. cum textu sacro υπωπιάζω. Αlii illo codice statim legitur εμποδίζοι. Haud Ionge
321 HOMILIA IN PSALMUM XXIX . 392
γήθη βοηθός μου. Μετά το διηγήσασθαι τίνα ήν A Dominus factus est adjutor meus. Postquam narra”
και προς τον Θεόν εκέκραξεν, ευθύς αισθόμενος της αν- νίι quienam fuerint que ipse ad Dominum cla
τιλήψεως του Θεού , παρορμών ημάς προς την των mavit, statim Dei sentiens auxilium, nos ad pe
ομοίων αίτησιν, "Ήκουσε, φησί, Κύριος , και ή.λέησέ lenda similia provocat. Audiuit , inquit , Dominus,
με · Κύριος εγενήθη βοηθός μου. Ευχώμεθα ούν el misertus est mei : Dominus factus est adjudor meus.
και ημείς , και κράζωμεν την πνευματικήν βοήν, Orenius igitur et nos, ac spiritualeni clatuorerm cla
σιτούμενοι τα μεγάλα, μη αντιποιούμενοι της σαρκός menus, non parva pelentes, nec carni studentes
( Οι γαρ εν σαρκί όντες, Θεώ αρέσαι ου δύνανται), ( Qui enimin carne sunt, Deo placere non possunt *)
ένα και ημών επακούση ο Κύριος, ελεήσας ημών το ut et nos exaudiat Deus, lebilitatem nostra mise
ασθενές, και της θείας βοηθείας απολαύσαντες και ratus , atque auxilio divino fruiti etiam nos dica •
muey Eczasilan qor yoqstór uove sic mus : Vers. 12. Converlisti planctum meum in gan .
χαράν έμοί. Ού τη τυχούση ψυχή ή από Θεού χαρά dium mihi. Non in quilibel anima iuest gaudinin
εγίνεται, αλλ ' ει τις πολλά την αμαρτίαν τήν εαυ- Dei : sed si quis multum peccatumsun planxerit,
διηνεκέσιν, ως επί τεθνεώτι εαυτώ κοπετόν εποιή - perindle quasi se ipse mortuum planxisset, huic isti
σατο, του τοιούτου ο κοπετός εις χαράν στρέφεται. 8 pluctus in garliam vertitur. Quolautem laudabi
" Οτι δε έστιν επαινετώς κόψασθαι , δηλούσιν οι εν lis sit luctus quidam, Ostendunt pueri in foro selen.
ταις αγοραίς καθήμενοι παίδες , οι λέγοντες· Eθρη- tes ac dicentes : Lanmentati sumus vobis, et non plo
γήσαμεν υμίν, και ουκ εκόψασθε (74): ηυλήσα- ταstis : cantabimus vobis libiis, et non saltastis 8.
μεν υμίν , και ουκ ώρχήσασθε. "Έστι δε ο αυλός όρ Tibia autem instrumentum musicum est, quod na
γανον μουσικών πνεύματι συνεργώ προς την μελ lus ope melodie inservit. Idcirco sanctum quemli
ωδίαν χρώμενον. Διόπερ οίμαι πάντα άγιον προφήτης bet prophclam tibiain per translationem nominari
αυλόν τροπικώς ονομάζεσθαι διά την εκ του αγίου arbitror , ob sancti Spiritus molum. Quamobren ,
Πνεύματος κίνησιν. Διόπερ, φησίν, Ηυλήσαμεν inquit, Cantavimus vobis tibiis , et non saltastis.Nu
υμίν, και ουκ ώρχήσασθε. Οι γάρ προφητικοί λόγοι provlielici sermones adhortantur nos ad sancte pro
προτρέπονται ημάς επί την εύρυθμον της αγίας plielize concinnam actionem, que dicta13lest salt
προφητείας ενέργειαν, ήτις είρηται όρχησις. 'Αλλά ιίο. Quin etiam nostra causa lainentantur prophetae, ad
και θρηνούσιν ημίν οι προφήται , εις κοπετόν ημάς lucturn nos coliortantes , ut per propheticos serio
προκαλούμενοι, ίνα, εις συναίσθησιν ελθόντες εκ των Des peccatorum nostrorum conscii effecti, cxilium
προφητικών λόγων επί τοις εαυτών αμαρτήμασι, κα- , nostrumlugeanmus, laboribus ac erumnis carnem
ταπενθήσωμεν ημών την απώλειαν , εν κόποις και “ nostram castigales. Tali igitur lionini Iuctuosa ve
μόχθους την σάρκα ημών καταπιέσαντες (75). Τα stis conscinditur, quamcum peccatum suum plan
τοιούτω τοίνυν περιορήγνυται μεν το πενθικόν έν - geret, induerat. Denique ei circumponitur unic:
δυμα, και καταπενθών εαυτού την αμαρτίαν περιεβά- latitiae, et palliaπι salutis, splendida scilicet illa el
λετο. Περιτίθεται δε αυτώ ο χιτών της ευφροσύνης, nuptialia indumenta, quillus si quis fuerit ornatus,
και το ιμάτιον του σωτηρίου , τα φαιδρά ταύτα και e nuptiali thalamo non ejicietur. Conscidisti sacces
γαμικά ενδύματα, οίς ο κεκοσμημένος εκ του νυμφώ- meum, et circumdedisti me lalitia. Saccus adjumento
νος ουκ εκβληθήσεται. Διέρρηξας τον σάκκον μου, est ad pænitentiam , cum signum sit humilitatis .
και περιέζωσάς με ευφροσύνην. Συνεργός εις μετά- olim enim, inquit, in sacco οι cinere sedenles peni
νοιαν ο σάκκος, ταπεινώσεως υπάρχων σύμβολον(76). tentiam egerunt *. Quoniam vero Apostolas , reve
Πάλαι γάρ αν εν σάκκω, φησί, και σπoδώ καθ- Iata facie, ad eamdem imaginem transformatur 6
ήμενοι μετενόησαν. Επει δε ο Απόστολος (77) ανα- gloria in gloriam 8; idcirco datam sibi a Domino gra
κεκαλυμμένο προσώπω την αυτήν εικόνα μετα- liaτη , proprian gloriam vocat. VERS. 13. Οι center
μορφούται από δόξης εις δόξαν, την δοθείσαν αυτό tibi gloria mea. Gloria justi, spiritus qui in ipso est.
χάριν από του Κυρίου ιδίαν λέγει δόξαν. "Όπως αν D Quisquis igitur spiritu psallit, dicat : Οι canlet tibi
ψάλη σοι ή δόξα μου. Δόξα δικαίου το πνεύμα το εν gloria mea , et non conubungar. Non amplius, inquit,
αυτώ. Ο ούν ψάλλων τα πνεύματι, λεγέτω· " Οπως admillan ulla, ob que jure ac nerito cor meum

Θlitio Paris. αντιλήψεως της του . Sed illud, της,
delit in quinque miss.
(74) Textus sacer έκλαύσατε.
175 ) Colb . quarliis TELÉFAUTSS. Stalim pluriini
mss. περιεβάλετο. Editio Paris . περιεβάλλετο. Ιbi-
dem ajor pars Iss. περιτίθεται δε αυτού .
(76) Editio nostra Paris. cum uno Colb. σύμβου -
λον. Αι ιulti mss. σύμβολον. Ιbidem editio εν
σάκκω, φησίν, οι πατέρες , etc . At illud , οι πα -
répes, deest in miss . perinde atque in edizione B :1-
sil. Ibidem multi inss. cum editione B.isil. xuonusvai.
Αlii Diss. cum editione Paris . καθήμενοι .
PATROL. GR. XXIX
(77) Αlii mss. cum editis ο Απόστολος . Αlii και
άγιος , οιnissa voce , Απόστολος. Regius secundus
exhibel utramque lectionem , unam in conlexili, alle
rain in margine. Reg. quintismiraingue junxil, o öylos
'Απόστολος . Τkespίcil Basilius ad caput tertium Se
cundæ Epistolie ad Corinthios vers. 18 , ubi Apo
Stolus sic Ioquitur : "Ημείς δε πάντες ανακεκαλυμ
μένω προσώπω..... την αυτήν εικόνα μεταμορφού
μεθα από δόξης εις δόξαν, Nos vero omnes revelata
jacie . .. . . in camdem imaginem transformumur a
claritate in clarilalem . Ibidem plurimi mss. É ter
δή ο.
 343 S. BASILII MAGNI
compungatur, Confodiaturque ob peccati mei me. A αν ψάλη σοι ή δόξα μου , και ου μη κατανυγω.
moriam. Domine Deus meus, in alernum contiebor Ουκέτι μη, φησι, ποιήσω άξια του κατανύτσεσθαι
εibi : Ιιοc est, Agam gratias. Cum enim propter pe- και καταχεντείσθαι την καρδίαν επί τη υπομνήσει
uilentiam mihi veniain dederis, neque, sublato pec- της αμαρτίας μου . Κύριε ο Θεός μου, εις τον
catorum dedecore, ad gloriam reduxeris, ideo in αιώνα εξομολογήσομαί σοι· αντί του, Ευχαριστήσω.
Omne evam confitebor tibi. Quod enim tantum esse Επειδή γαρ έδωκάς μου την έκ της μετανοίας συγ
possit temporis intervallum, quod lantorum bene- χώρησιν, και επανήγαγές με εις δόξαν, την εκ των
ficioruin oblivionem anime me : inducere queat ? αμαρτημάτων αισχύνην περιελών, διά τούτο εις
πάντα τον αιώνα εξομολογήσομαί σοι. Τι γάρ αν γένοιτο τοσούτον χρόνου διάστημα , και τη εμη ψυχή
λήθην των τηλικούτων ευεργεσιών εμποιήσαι δυνήσεται;
IN PSALMUM XXXII. ΤΟΥ ΑΥΤΟΥ ΕΙΣ ΤΟΝ ΛΒ' ΨΑΛΜΟΝ.
Domino : reelo, decelcollaudatio. Aγαλλιάσθε, δίκαιοι, εν Κυρίω· τοις ευθέσι
πρέπει αίνεσις.
1. Scripturae familiaris est exsultationis vox, per- D 1. Συνήθης τη Γραφή της αγαλλιάσεως ή φωνή,
quam hilaren ac lelum animae slalum in his qui φαιδροτάτην τινά και περιχαρή κατάστασιν της ψυ
letitia ligni sunt ostendens. Εσεultate itaque, justi, χής επί τοις αξίοις ευθυμίας εμφαίνουσα. 'Aγαλ
in Domino; non cum res domi vobis prospere suc- λιάσθε ούν, δίκαιοι, εν Κυρίω· μή όταν υμίν ευ
cedunt, non cum bona fuerit corporis habitudo , θηνται τα κατά τον οίκον ( 78), μή όταν ευεκτήτε
Πon cum agri fructibus omnigenis referti sunt : sed τω σώματι, μή όταν αι αρουραι πληθύνωσε καρπών
nilate, tali sapientia preditum. Suficiat vobis ea κάλλος, τοιούτον δε την αγαθότητα, την σοφίαν τοι
letitia quein ipso est. Ει quisquis in re aliqua quam oύτoν. Αρκείτω υμίν η επ' αυτώ ευφροσύνη. Και
plurimi facit, cumleuilia ac gaudio exsultat, ad έoικεν και μετ' ευφροσύνης και χαράς επαγαλλόμενος
eunι modum in ea exsultare videtur . Quapropter τινι των περιστουδάστων , ούτως αγαλλιάν (79) επ'
justos sermo adhortatur, οι sualm digitales per- αυτώ. Διό τους δικαίους παρορμά ο λόγος αισθάνε
sentiant ; iteroque ut exsullent quod Lilis Domini σθαι μετά του αξιώματος, ότι τοιούτου Δεσπότου
Servi esse dignali sint, in illius servitio cum gaudio δούλοι είναι κατηξιώθησαν, και επαγάλλεσθαι αυτού
iMenarrabili el cum tripudiis, corde ex allata dile- τη δουλεία μετά χαράς αμυθητου και σκιρτημάτων,
ctionis boni quasi subsiliente. Si quando tuo cordi C της καρδίας οιονεί πηδώσης τω ενθουσιασμό της
lux quaedam quasi illapsa, repentinalm Dei cognitio- αγάπης του αγαθού . Εί ποτέ σου τη καρδία οιονεί
nerm indiderit, atque animani Luam illustraverit , φώς εμπεσον αθρόαν Θεού έννοιαν ενεποίησε , και
aleo Οι Deum diligas, mundum 132 vero at res περιέλαμψε σου την ψυχήν, ώστε αγαπήσαι μεν τον
omnes corporeas conterminas, ex obscura illa et brevi Θεόν, καταφρονήσαι δε κόσμου και των σωματικών
similitudine omnem justoruτη staluna intellige qui πάντων, εκ της αμυδράς εκείνης και βραχείας
equabiliter indesineuterque in Deo delectantur. εικόνος γνώρισαν την όλην των δικαίων κατάστα
Tibi quidem Dei dispensatione aliquando, sed raro σιν, ομαλώς και αδιακόπως την επί τω Θεώ ευ
incidit eiusmodi exsullalio, ut le per modicum hunc φροσύνην κατορθoύντων. Σοι μεν γάρ εμπίπτει
gustum, eorum quibus privatus es, admoneat. Αι ποτέ σπανίως εκείνο το αγαλλίαμα κατ' οίκονο
vero justo perpetua est divina ac celestis lelitia , μίαν Θεού, ίνα σε διά μικρου γεύματος είς υπό
quod semel in ipso inli:abitat Spiritus ; primus au- μνησιν άγάγη οίων εστέρησαι (80) : το δε δικαίω
rem Fructus spiritus est charitas, gaudium, par *8. διαρκής εστιν η θεία και επουράνιος ευφροσύνη,
Ensullale igitur, justi, in Domino. Velut Iocus ju- διότι άπαξ αυτώ ενοικεί το Πνεύμα πρώτος δε
storum est Dominus capas , in quo qui est, eumle- Καρπός του Πνεύματός εστιν αγάπη , χαρά,
tari et exsultare omnino necesse est. Fi etiam ju- Ρ ειρήνη. 'Aγαλλιάσθε ούν, δίκαιοι , εν Κυρίω.
slus,Iocus Donlino,cumillumin se recipίt. Quivero Οίονεί τόπος χωρητικός έστι των δικαίων ο Κύριος:
peccal, Iocum dal diabolo , non obtemperans es qui εν ώ τον γενόμενος πάσα ανάγκη ευθυμείσθαι και
dicit : Nolite locum dare diabolo M : neque Eccle- ενευφραίνεσθαι. Γίνεται και ο δίκαιος τόπος τω Κυ
siaste, Si Spiritus potestatem habentis ascenderit ρίω, λαμβάνων αυτόν εν εαυτώ. Ο μεν αμαρτάνων
super le, locumfuum ne dimiseris 8. In ipso itaque ( 81) δίδωσι τόπον το διαβόλω, παρακούων του λέγον
Domino exsistentes, el quantum nobis licet , ejus τος : Μηδε δίδοτε τόπον το διαβόλω • και του
mirabilia speculati, ita ex lhuc contemplatione cor - Εκκλησιαστού : 'Εάν πνεύμα του εξουσιάζοντας
dibus nostris letitian comparemus. Recios decel αναβη επί σε, τόπον σου μη αφής. Εν αυτώ ούν
* Gal. 1, 22. " Ephes. IV , 27. 68 Eccle. Σ, 4.
(78) Major pars mss. κατά τον οίκον. Εliti cum ( 79) Multi mss. ούτος αγαλλιάν. Editio Paris.cum
duobus aut tribus mss. κατά τον βίον, res ad vitam Reg. quarlo el Colb. septimo ούτως αγαλλιάν.
spectantes . Diversus non est sensus. Mox duo mss. (80) Colb . quartus ayáyou ūv ÈOTÉpnoai. Paulo
αρουραι πλήθωσι. Colb. guarius πλήθουσι. Reg. post multi pss. διό. Αlii διότι .
quinius tearOÚvouri. Editio vero Paris . el alii duo (81) Reg. sccundus ó duap. Regii terljus es
OSS . πληθύνωσι, quartus ο μεν γάρ. Stalin Reg. tertius δότε,
395 HOMILIA IN PSALMUM XXXIJ . 326
,
γενόμενοι τω Κυρίω, και καθόσον εσμέν δυνατοί κατ- A laudalio . Quemadmodum pes obtorias calced rec!Ο
οπτεύοντες αυτού τα θαυμάσια, ούτω συναγάγωμεν non adaptatur; ita neque distortis cordibus laudi
εκ της θεωρίας ταϊς καρδίαις ημών ευφροσύνην. εio Dei convenit. Quapropter , opinor, quoniam ser
Το?ς ευθέσι πρέπει αίνεσις · ώσπερ σκολιός πους mo qui de Servatore habetur clienionum os non de
ορθώ υποδήματι ουκ εναρμόζεται, ούτως ουδέ καρ- cel, idcirco cis adimit facultatem, ut ne manifestuu
δίαις ειδιαστρόφους η αίνεσις του Θεού επιπρέπει ipsum faciant. Ει Fyllionemincrepal Paulus 9, ut
( 82). Διά τούτο, oίμαι , ως ου πρέποντας το στόματι ne ab impuro Sanctus commendetur. Tale est lioc ,
των δαιμόνων του περί του Σωτήρος λόγου , αφαιρεί- Peccatori autem dicit Deu : Quare tu enarras ju .
ται αυτών την εξουσίαν, ίνα μή φανερόν αυτών ποιή- stilias meas 80 ? Coneinur igitur fugere one opus
σωσι. Και τώ Πυθωνι ο Παύλος επιτιμά , ίνα μή obliquum ac tortuosum; atque inentem nostranet
από ακαθάρτου ο άγιος συνιστάται . Τοιούτον και animijudicium in modum recle regulce dirigamus,
το, Το δε αμαρτωλό είπεν ο Θεός • "Ινα τι συ ut cumrecti fuerimus, deceal nos Domini laudalio.
εκδιηγή τα δικαιώματά μου ; Φιλοτιμώμεθα ούν Ιta enim peccati auctor serpens, obliquus dicitur ,
φυγείν πάν σκολιών έργων και στραγγαλιώδες, και et gladius Dei induciturin draconem serpenteam tor
τατορθώσωμεν ως ευθή κανόνα τον νούν ημών και tuosum , quod spiras ac divortia in itinere facial.
το κριτήριον της ψυχής, ίνα γενομένοις ημίν εύ- B Elenium dum serpentis tractus ducitur, interra ia .
θέσιν επιπρέψη ή αίνεσις του Κυρίου . " Ωσπερ γάρ & qualiter imprimitur : cum aliter procedant ante
και την αμαρτίαν καθηγησάμενος όφις σκολιός λέγε- riores partes , el oblique insequantur consequentes ,
ται, και επάγεται η του Θεού μάχαιρα επι τον δρά- et rursumcaude parles in contrarium vergant. Οuare
κοντα τον όφιν (85) τον σκολιόν, ότι πολλές ελκλί- qui serpenlein sequitur, suam vitam obliquanι In
σεις και εκτροπάς εν τη πορεία ποιείται. Συρόμενος equalemque el contrarietatibus referta demonstra
εγάρο όλκός του όφεως ανωμάλως τη γη επισύρεται, bit : qui vero pone Dominum Deum incedit, reclas
άλλως ορμώντων των έμπροσθεν, και πλαγίως έφε- seinilos el recta vestigia pedum suorum facil. Rectus
πομένων των εξής , και πάλιν των ουραίων προς enim Dominus Deus nosler, et quo recta sunt υidit
το εναντίον απονευόντων. " Ώστε ο μεν τώ όφει επο- facies ipsius 81 . Regulae due si juxta se collocentur ,
μενος σκολιών και ανώμαλον και εναντιωμάτων γέ- earum reclitudo inter se convenit ; si vero distore
μοντα τον βίον εαυτού επιδείξεται · ο δε οπίσω Κυ- ιun lignum ad regularm apponatur, obtorium repe
ρίου του Θεού πορευόμενος ευθείας ποιείται τάς (81) ritur recto non congruere. Quoniam igitur recia
τρίβους , και ορθάς τάς τροχιάς των ποδών αυτού. est Dei laudalio, reclo opus est corde, et ut laυς
Ευθής γαρ Κύριος ο Θεός ημών, και ευθύτητας convenial coιnpetalgue . Quod si neino valet dicere
είδε το πρόσωπον αυτου. Εάν δύο κανόνες αλλή- " Dominum Jesuτη nisi in Spiritu sancio , quomodo
λους παρατεθώσιν , η ευθύτης αυτών συναρμόζει proferes laudem, cuυι rectum spiritum non habeas
αλλήλοις · εάν δε διάστρoφoν ξύλον κανόνι παρατεθή, in this viscerilus innovalum15:
ασυνάρμοστον ευρίσκεται το ορθώ το στρεβλόν. Επει ούν ευθής εστιν ή του Θεού αίνεσις , ευθείας
χρεία καρδίας ,ίνα έπιπρέψη αυτή και εφαρμόση ο (85) αίνος. Ει δε ουδείς δύναται ειπείν Κύριον Ιησούν ει
μη εν Πνεύματι αγίω, πως αν ενέγκης τον αιν: ιη έχων το ειθες πνεύμα εγκαινισθεν εν τοις εγκάτοις
σου ;
2. Εξομολογείσθε τω Κυρίω εν κιθάρα, εν 2. VERs. 2. Conftemini Domino in eithara , the
ψαλτηρία δεκαχόρδω ψάλατε αυτώ. Πρότερον εν psalterio decem chordarum pallile illi. Primum in
κιθάρα δεί εξομολογήσασθαι (86) τω Κυρίω του- cilliara Domino confieri oportet ; hoc est, corporis
τέστι, τας διά του σώματος ενεργείας αποδούναι actiones concinne absolvere. Quoniam enim 133
εναρμονίως. Επειδή γαρ εν τω σώματι ήμαρτομεν, in corpore peccavimus, cum nostra membra serva
ότε παρεστήσαμεν τα μέλη ημών δούλα τη αμαρτία peccato ad iniquitatem prabuimus, corpore etiain
εις την ανομίαν, τω σώματι και εξομολογησώμεθα, confteamur, eodem ulentes instruniento ad peo
το αυτό κεχρημένοι οργάνω προς την ανάλυσιν της ιum dissolvendun) . Convictatus es ? benedicas.
αμαρτίας. 'Έλοιδόρησας ; ευλόγησον. 'Έπλεονέκτη - Eripuisti aliena ? reddito. Inebriatus es ? jejuna:
σαςκαι απόδος. Εμεθύσθης (87) ; νήστευσον. 'Ηλαζο- D Superbus fuisti ? esto humilis. Invidisti ? obsecra.
νεύσω ; ταπεινώθητι. Έφθόνησας; παρακάλεσον. Occidisti ? nmartyrium perferas; vel quod martyrio
Εφόνευσας; μαρτύρησαν και τα ισοδυναμούντα το par est, per confessionem corpus Cuum alige. Εε
» Act. YVI, 18. 6o Psal. XLIX , 16. 81 Isa . XXVII, 1. ει· Psal. Xcι, 16; 3, 8. 81 TCor. χιι, ό.
• Psal. L , 19. 14 Rom. VI, 19.
(82) Reg. tertius Θεού πρέπει.
183 ) Editio Paris . tov 6LV . Deest
.
articulus in
οnonμη.... εν τοις εγκάτους αυτού ; Quomodo o qui
habet , etc.
omnibus, quos mihi quidevi videre contigit, co (86) Ita quinque mss. cum editione Basil. Éditið
dicibus. vero Paris. et nonnulli mss . εξομολογείσθαι . Μox
(84) Colb. quartus ποιεί τάς. editi cum Reg. quario αποδούναι εναρμονίως . Αι
( 85) Colb. quarius και εφαρμοσθή ο. Μox Regii alii quinque mss. εναρμονίως αποδιδόναι.
tertius el sexlus cum editione Basil. conjunctim to (87) Reg . secundus cum Colb . quinto ćutouoasi
avevėyxns. Edilio Paris. cum Reg. quinto separalim Alii mss . cum edilis tueQuoons, Slalim Colb . quins
αν ενέγκης. Reg. secundus cum Colb. septimo πώς tus λαζονεύθης.
ανενέγκεις. Colb. quartuς πως αν ενενέγκη του αίνον
 321 S . BASILJI MAGNI 32s
lunc post confessionem, dignus es qui in deca- A μαρτυρίω, διά της εξομολογήσεως σεαυτού το σώμα
chordo psalterio Deo psallas 55. Prius enim cor- κάκωσον. Και τότε μετά την εξομολόγησιν άξιος ει
poris aciones oportet emendari , ut congruenler εν ψαλτηρίω δεκαχόρδω ψάλλειν τω Θεώ (88). Δεί
divino verbo convenienterque perficiantur, sicque γάρ πρότερον κατορθώσαι τάς διά του σώματος ενερ
queas ad rerum intelligibilium contemplationem γείας , ώστε αρμονίως το θείο λόγω αποτελείν, και
ascendere . Fortassis enim niens, quae superna ούτως επί την θεωρίαν των νοητών αναθήναι. Ψαλ
querit , psalterium dicta est , quod hujus organi τήριον γάρ τάχα ο νούς είρηται και τα άνω ζητών, διά
struclura a superiori parle vim resonantem ac το την κατασκευής του οργάνου τούτου την ηχούσαν
cipit. Corporis itaque opera velut ex inferis con- δύναμιν εκ των άνωθεν έχειν. Τα μεν ούν του σώ
filenler Deo : que vero per nientein annuntiantur ματος έργα οιονεί κάτωθεν εξομολογείται τω Θεώ:
mysteria , e supernis occasionem habent , menle τα δε διά του νου επαγγελλόμενα (89) μυστήρια της
velut sonum per spiritum adipiscente. Qui igitur αφορμάς άνωθεν έχει, οιονεί ενηχουμένου διά του
ad omnia praecepta respicit , ex eisque velut con- πνεύματος. Ο τοίνυν επί πάσας τας εντολάς επιβλέ.
centum ac Symphoniam facit, is in decachordo πων, και οιονεί συνωδίαν αυτών και συμφωνίας
cepta secundum prima legis traditionem con- Β διά τό δέκα είναι τας γενικές εντολάς κατά την
Scripta sunt. VERs. 3. Cantale Domino canticum no- πρώτης του νόμου παράδοσιν γεγραμμένας. ' Ασατε
summ. Hoc est , Non in vetustate littera, sed in no. τω Κυρίω άσμα (90) καινόν». Τουτέστιν , Μή εν τη
Bilale spiritus Deum colite 86. Qui non corporaliler παλαιότητι του γράμματος, αλλ' εν τη καινότητα
legem accipit, sed illius novit spiritalem sensum , του πνεύματος λατρεύετε τω Θεώ. Ο μη σωματικώς
lie conticum novum cantat. Νam velus el Sene- εκλαμβάνων τον νόμον, αλλά το πνευματικών αυτού
scens Testamentum pertransiit , τιοναm vero et γνωρίζων, ούτος άδει το καινόν άσμα. Διότι το μεν
instauralum canticum doctrine Domini non exce- παλαιούμενον και γηράσκον της Διαθήκης διέβη το
μίι, quejuventulein nostram, velut aquilie, reno- δε καινών και ανανεούμενον άσμα ημάς της του Κυ
val 61 , ubi corruperinus externum lionline , et ρίου διδασκαλίας διεδέξατο ( 91 ) , ήτις ανακαινίζει
renovati fuerinus de die in diem 88. Sed et qui se ημών, ώς αετού,την νεότητα, όταν φθείρωμεν μεν τον
ad anteriora extendit semper se ipso recentior it. έξω άνθρωπος, ανακαινώμεθα δε ημέρα και ημέρα.
Οuare qui se ipso it semper recentior, recentius 'Aλλά και ο τοίς έμπροσθεν επεκτεινόμενος αεί εα
Canticum Deo canit. Recentius autem ex more di- του καινότερος γίνεται. "Ωστε ο αεί καινότερος εαυ
citur vel id quod est admirabile , vel id quod recens του γινόμενος καινότερον άσμα άδει τω Θεώ. Καινό
orium habuit. Sive igitur Incarnationis Domini no- C τερον δε και το παράδοξον υπό της συνηθείας λέγεται,
dum admirabilem et natura omni superiorem par- ή το προσφάτως παρελθόν εις την γένεσιν (92 ). Εάν
res, recentius ac insolitum canticum concionis : τε ούν τον θαυμάσιον τρόπον και πάσαν την φύσιν
sive totius undi per peccatum invelerati regene- υπερβαίνοντα της ενανθρωπήσεως διηγή του Κυρίου ,
Γationem renovationemque recerseas, ac resurre- καινότερον άσμα και ξένον άδεις : εάν τε την αναγέν
clionis annuntio veris mysteria, sic quoque μονum νησιν και ανανέωσιν του παντός κόσμου του υπο της
ac recens canticum canis.
σεως απαγγέλλης μυστήρια , και ούτω καινόν και
πρόσφατον άδεις το άσμα.
3. Βene psallite ei in voriferatione . Audite pre- 3. Καλώς ψάλατε αιτω εν αλαλαγμό. Ακούετε
ceptum. Bene psallile ; nmente allenta, sincero afe- του παραγγέλματος . Καλώς ψάλατε : αμετεωριστω
clu . Ιη υociferatione psallile. Veluι boni quidem τη διανοία, ειλικρινεί τη διαθέσει. 'Εν αλαλαγμα
imilites post parta de hostibus victoriarm, referte γάλατε. "Ωσπερ τινές καλοί στρατιώται μετά τα
Ιιymnos auctori victoriae. Conflite, inquit, ego vici νικητήρια τα κατά των εχθρών , ανενέγκατε ύμνους
mundum89. Quis hominum adversus diabolun bel- η τω αιτία της νίκης. Θαρσείτε, φησίν, εγώ νενίκηκα
Turn gerere possit , nisi al presidium potentia in- τον κόσμον . Τις ανθρώπων ικανός αντιστρατεύσα.
peratoris confugientes , illinc per idem que in σθαι το πονηρό, εάν μή τη σκέπη του αρχιστρατή
ipso est, inimicum nostrum feriamus ac sagittis γου (93) της δυνάμεως προσφυγόντες , εκείθεν από

68 Psal. XC1, 4. 56 Rom. VΙΙ, 6. 81 Psal. cιι, 5. 58 Cor. 19, 16. • 10an. Χν1, 15.
(88) Reg. secundus cum altero ms. Vaidelv cu
Κυρίω. Αlii mss. τω Θεώ. Νec ita multo post editio
Paris. ώστε εναρμονίως. Αι quinque miss. ώστε αρ
μονίως. Stalina Colo. quarius θεωρίαν των νοημά -
των.
(89) Nostra edilio Paris, el nonnulli mss. È Tezy- .
γελλόμενα . Αlii Sex IIss . αταγγελλόμενα. Οbiler
inonebimus, mutiluin esse hunc locum in mullis
2nss., qui sic habenl : Μυστήρια άνωθεν ενηχου-
μένου διά του πνεύματος : ο τοίνυν. Sed integer III-
venitur in Regiis tertio el quarto el in Colb . se
plino.
(90) Reg . secundus cum Coisl. άσατε αυτά άσμα.
( 91) Reg . Secundus cum Coll . primo εδέξατο
Mox codices Sex ανακαινούμεθα. Elilio Paris. ανα
(92) Ita quinque mss. Editio Paris. γέννησιν.
(93) Notal Combelisius vocem à pristpåtmiyo; er
Josue V, 14 , sumptain esse : qui uile intellecta
aύuleDanlur: Arial .
329 HOMILIA IN PSALMUM XXXII. 530
της εν αυτώ πίστεως βάλωμεν( 94) ημών τον εχθρών, Α impelamus? Bene igitur psallite in υociferatione.
στι τοξεύσωμεν; Καλώς oύν ψάλατε εν αλαλαγμώ. Εst autem vociferatio vox qualam confusa, cunι ii
"Έστι δε ο αλαλαγμός φωνή τις άναρθρος, συμφώνως qui in bello se invicem aginine conferio adoriuntur,
αλλήλους των συνασπιζόντων εν τω πολέμω συν- consonam vocem edunt. Itaque in concenta et in
επηχούντων. Εν συμφωνία ούν και εν συμπνοια, και concordia , et in charitatis conjunctione psallite.
τη διά της αγάπης ενώσει ψάλατε. Τί ούν δεί ψάλλον - Quid igitur psallentes dicere oportet ? Νimirum
τας λέγειν; " Οτι ευθής ο λόγος του Κυρίου. Διά 134 VERS. 4 : Quod rectum est verbum Domini. Id
τούτο πρότερον τους ευθείς καλεί (93) προς την circo reclos prius ad laudationem vocat, quod re
αίνεσιν, επειδή ευθής έστι και ο μέλλων δοξάζεσθαι clum est etiam illud Domini Verbum, quod erat
Λόγος , και του Κυρίου , και εν αρχή ών προς τον Θεόν , gloria aficiendum, quod in principio erat apud
και Θεός ών. Ευθής ούν ο Πατήρ ευθής ο Υιός ευθες Deum, et Deus erat 60. Reclus itaque Pater , rectus
το άγιον Πνεύμα. Και πάντα τα έργα αυτού έν Filius , rectus Spiritus sanctus. Ει omnia opera ejus
πίστει. Τίέστιν ο λέγει; "Έργον ο ουρανός, έργον ή in Ede. Quid est quod dicit ? Opus est celan,
γη , έργον η θάλασσα , ο αήρ, τα άψυχα πάντα, τα opus terra , opus mare, aer, inanimata omnia , ani
έμψυχα, τα λογικά, τα άλογα. Πώς oύν εν πίστει mala, rationalia , irrationalia . Quornodo igitur. in
πάντα; ποία πίστις εν τοις αψύχοις; ποία πίστις ή 5 tide omnia ? Quenain in inanimatis iles? qualis
των αλόγων ; Ποία δε πίστις εν τω λίθω; ποία δέ est fides brutorum? Quenamfides in lapide? rursus
πίστις εν τώ κυνί; Ούτε άψυχον, ούτε άλογον εν que des in cane ? Νeque inanimatum, neque bru
πιστει. Η μέντοι απόφασις ουδέν υπεξείλετο (96), ιum in fide est. Ηaec tamen sententia nihil excepίt,
αλλά πάντα περιείληφεν ειπούσα • Πάντα τα έργα Sed ornia comprehendit , diceus : Omnia opera ejus
αυτού εν πίστει. Τί ούν έστιν δ λέγει ; Εάν τε ου- in ide. Quid igitur est quod dicit ? Sive, inquit,
ρανόν, φησιν, ίδης, και την εν αυτώ τάξιν , πίστεώς contemplere celum ejusque ordinem, fidei dux
έστιν οδηγός • δείκνυσι γάρ τον τεχνίτην δι' εαυτού• est ; artifceim enim per se ipsum ostendlit : sive
εάν τε τάς περί την γήν διακοσμήσεις, πάλιν και διά terra ornatum, rursus quoque hoc pacto augetur
τούτων αύξεται σοι ή περί τον Θεόν πίστις. Ου γαρ ιua in Deum ides. Non enim carneis oculis Deun
σαρκίνους οφθαλμοίς καταμαθόντες τον Θεόν, πεπι - edocli, in ipsum credidimus, sell vi nietatis per vi
στεύκαμεν εις αυτόν, αλλά τη του νου δυνάμει διά sibilia invisibileim conspicimus. Omnia ergo opera
των όρωμένων τον αόρατον καθορώμεν. Πάντα ούν τα ejus in ide. Sive lapidem consideraveris , ballet
έργα αυτού εν πίστει. Κάντον λίθον καταμάθης , έχει etiam ipse aliquam potentiae conditoris demonstra
και αυτός τινα της δυνάμεως του πεποιηκότος από- εiοnem; sive formicam, sive culicem, sive apem.
δειξιν καν μύρμηκα , κάν εμπίδα, κάν μέλισσαν. " Sepe vel in minimis elucet opificis sapientia. Qui
μιουργού διαφαίνεται. Ο γάρ ουρανόν διαπλώσας, talerm eftudiu, ille ipse est, qui tenuissimum etiain
και τα άπλετα μεγέθη των πελαγών αναχέας, ούτός apis aculeum veluti istulant excavavit, ut per id
έστιν ο και το λεπτότατον κέντρων της μελίσσης κοι - virus effunditur . Omnia igitur opera ejus in ide.
λάνας ώσπερ αυλών, ώστε δι' αυτού τον ιον αποχεί- Nulla tibi sit incredulialis occasio. Ne dixeris :
σθαι . Πάντα ούν ταέργα αυτού εν πίστει.Μηδέν σου Hoc temere factum, et illud casu evelit. Nihil in
απιστίας εφόδιον έστω. Μή είπης: “Ως έτυχε, γέγονε ordinatum est , interminatum nihil, nihil frustra
τούτο, και αυτομάτως απήντησε τόδε. Ουδέν άτακτον, facium, neque quidquam reruno fortuito fertur.
ουδέν αόριστον, ουδέν είκή γενόμενον , ουδε ώς έτυχε Neque dicas: Malus casus, aut Prava hora. Voces
φερόμενον εν τοις ούσιν. " Η , Κακή συντυχία, ή , Πο - ipsiae sunt ineruditorum. Νonne duo passeres asse
νηρά ώρα. 'Aπαιδεύτων αύται αι φωναι. Ουχί δύο veueunt, et unus es illis non cadet sine divina νο
στρουθία ασσαρίου πωλείται , και εν εξ αυτών ού lunlale 61 ? Quot capilli capitis ! Unus ex his tra
πεσείται άνευ του θείου θελήματος (97). Πόσαι αι dilus non est oblivioni 61. Vides divinum oculum,
τρίχες της κεφαλής ! Μία αυτών ουκ έστιν επιλελη- p quomodo nilil minutissimarum rerum inspectionerm
σμένη. Όράς τον θείον οφθαλμών, ώς ουδέν των μι- ejus efugiat ? VERs . 3 . Diligil misericordiam et ju
κροτάτων την επισκοπήν αυτού διαφεύγει (98) ; dicium Dominus : misericordia Domini plena est
'Αγαπά ελεημοσύνης και κρίσιν ο Κύριος του terra. Si separalim el secunduin se Dei judicium
ελέους Κυρίου πλήρης ή γη. Εί καθ' εαυτήν forel : ita ut nobis severe pro meritis eorum que
υπήρχεν και του Θεού κρίσις , αποτόμως ημίν κατά την egimus, rependerel, que spes superesset? quis ex
αξίαν ημών αποδιδόντος πρός & εποιήσαμεν, ποία ήν omnibus salvus fieret ? Nunc autein Diligil miseri
ελπίς ; τίς αν εσώθη των πάντων; Νύν δε 'Αγαπά cordiam et judicium. Posteaquain misericordian
• Joan. 1, 1 . 61 Mallll. X, 29. 61 ibid . 30.
(94) Sic Regii quartus el sextus cum Colb . Quar- ris. Επειδή ευθής εστι.
to . Editio Paris. Báðawuey. Mox Reg. secundus cuin (96 ) Colb . quartus úgebeldato. Reg . tertius cuin
Colb . primo tobúwusv. Slatim Colb . quartus žot! Colb . primo ÚgeEelhetO. Regii quartus el sexius
γάρ ο. υπεξείλετο .
195 ) Colb . quarlis éxádzi. Ibidem novem mss . (97) Colb . quartus Oslou Sourplatos.
cum editione Basil. Επειδή ούτός έσ... Elilio Pa (98) Reg . tertius φεύγει.
351 S. BASILII VIGNI
velut sili assidentem et ante regium judicii thro - Α ελεημοσύνης και κρίσιν . Οίονεί πάρεδρον εαυτό
ηum stanlein constituit, ita singulos adducit in ju . (99)τηνελεημοσύνην ποιησάμενος, και προβληθείσαν
«licium. Si iniquilales observeris , Domine, Do- το βασιλικό της κρίσεως θρόνω, ούτω παράγει εις κρί
nine, φuis sustinebit 12 ? Neque nuisericordia sine σιν έκαστον. Εάν ανομίας παρατηρήσης , Κύριε ,
judicio , neque judicium sine misericordia. Ante Κύριε, τις υποστήσεται; Ούτε η ελεημοσύνη άκρι
judicium igitur diligit misericordiam, et post Hi- τος, ούτε η κρίσις ανελεήμων. Προ της κρίσεως ούν
sericordlium, venit ad judicium. Hec autem inter αγαπά ελεημοσύνην , και μετά την ελεημοσύνης
s0 conjuncta sunt : misericordia cum judicio : ne έρχεται επί την κρίσιν. Ταύτα δε αλλήλοις συν
aul nmisericordia sola molliticin pariat , aut judi- έζευκται , ο έλεος μετά της κρίσεως · ίνα μήτε ο έλεος
ciun solum : ferat desperationem. Vali tui niise- μόνος χαυνότητα εμποιήση, μήτε μόνη η κρίσις
rcri jules, leque miserationum sunrun facere par - απόγνωσιν ενεργάσηται. Βούλεται σε ελεήσαι, και
ticipein : si olo post peccatum reperit le loumi- των εαυτου οικτιρμών μεταδούναι ο κριτής · αλλ' εάν
lem, contritum, prava opera multum deploranle:», εύρη σε μετά την αμαρτίαν ταπεινόν , συντετριμ
ac ea que claun facta sunt evulgantem citria pudo. μένον, πολλά μετακλαύσαντα επί τους πονηροίς έργους,
rem, rogantem fratres tibi ut sint adjumento ad τα γενόμενα κρυφή ανεπαισχύντως δημοσιεύσαντα ,
accipiendam nmedlelein. Uno vero si connaisera - Β δεηθέντα αδελφών (1) συγκαμείν σοι προς την ίασιν,
ione 135 dignum viderit, abunde tibi suam im- όλως ελεεινόν σε γενόμενον εάν ίδη, άφθονον σοι την
pertielut misericordian» ; si vero cor penitere εαυτού ελεημοσύνην επιχορηγεί : εάν δε καρδίαν
lescium, mentem superbam , animum future se- αμετανόητον , φρόνημα υπερήφανον, απιστίας του
culo non credentem , ac nullum judicii timorem αιώνος του μέλλοντος, αφοβίαν της κρίσεως, τότε
conspexerit , tunc in le judicium diligit. Ita eniin αγαπά επί σοι την κρίσιν. Ως γάρ ιατρός έμμελής
onus 20 humanus mellicus founentis prius ac re- και φιλάνθρωπος καταντλήμασι πρότερον και πε
mediis mollibus twniorem Seclare conatur : post- ριπλάσμασιν απαλοίς πειράται καταστείλαι το οίδη
duain vero viderit molem nihil remittere, atque in- μα· επάν δε (2) ίδη ανενδότως και σκληρώς αντιτυ
luralam reniti ; tuno demum rejeclis oleo ac nnol- πούντα τον όγκον, δίψας το έλαιον και την μαλακήν
.iore curandi ratione , ferri usum allilbet. Diligiι αγωγήν, αιρείται λοιπόν την του σιδήρου χρήσιν.
gitur misericordiam in penitentilus : diligit vero 'Αγαπί ούν ελεημοσύνην επί των μετανοούντων:
in obstinatis judicium. Tale quid Isaias etiam dicit αγαπά δε και κρίσινεπί των ανενδότων. Τοιούτον τι
Deo : Misericordia tua in pondus 64 . Nano et ille και ο Ησαΐας λέγει τω Θεώ, ότι Η ελεημοσύνη
misericordiam cum judicio exhibet ejus, qui libra, σου είς σταθμόν (3). Και γάρ κακείνος την μετά
el numero 10 pondere pro cujusque merito vices κρίσεως ελεημοσύνην παρίστησι, ζυγώ και αριθμό
rependit.
τος .
4. Misericordia Domini plena est terra. Ηic dis- 4. Του ελέους Κυρίου πλήρης ή γή. Ενταύθα
juncta est a judicio misericordia . Sola enim διέζευκται από της κρίσεως ο έλεος. Μόνου γάρ του
anisericordia Domini plena est terra , judicio in ελέους Κυρίου πλήρης ή γή , της κρίσεως εις τον
constitutum teampus reservato. Ηic itaque nise- ώρισμένον καιρόν ταμιευθείσης. Ενταύθα μεν ουν
ricordia est sine judicio : non enim venit uι j0- έλεός έστι χωρίς κρίσεως · ου γάρ ήλθεν ένα κρίνη
«licet mundom, sed ut salvet mundum 68. lic vero τον κόσμον, αλλ' ίνα σώση τον κόσμον. Εκεί δε
non est unisericordia judicium, propterea quo! ουκ έστιν η κρίσις χωρίς ελέους, διά το μή δύνα
liomo a sordibus purus reperiri nequeal , si vel σθαι άνθρωπον καθαρών ευρεθήναι από ρύπου, μη
unarm diem vixerit 66. Quare si quis malitiam quo- δε εάν μία ημέρα και της γενέσεως αυτού (4). "Ωστε
lilie grassanlem , et fragile hominum genus , Ihn- εάν τις ίδη την κακίαν όσημέραι νεμομένην, και το
bita peccatorum ratione, innunneris mortillas επικηρον γένος των ανθρώπων άξιον μυρίων θανά
digun videat, admirabitur divlias Ionitatis Dei, p των, όσον επι τοις αμαρτήμασι τυγχάνον, θαυμάσει
patientiaeque ipsius, et leitatis 61. Sie dum in τον πλούτον της χρηστότητος του Θεού , και της ανοχής
terra sumus, misericordia opus nolis est. Νam qui αυτού και της μακροθυμίας. Εν τη γη μέντοι όντες
in celis Tersantur, digii sunt, qui beati pralicen- του ελέους χρήζομεν. Οι γαρ εν τω ουρανό του μα
tur, non quorum misereamur. Αnt fortassis pro- καρίζεσθαι εισιν, αλλ' ουχί του ελεείσθαι άξιοι. Η
pler condemnationem in nos olh peccatum prolac: ι τάχα διά την εκ της αμαρτίας ημίν επενεχθείσαν και
3 Psal. CΧΧΙΣ , 5. 6. Isa. ΣΧVΙΙ , 17. 6* Joan. 11, 17. 66 Jab xιν, 4, 5, juola LΧΧ . : Rom. ΙΙ, 4.
(99) No::Oulli miss. tautoj. Alii cauto . Nec ila quibusdam mss . Tov Leov. Ar Colbertini primus et
11o post seulem miss. 7ta patrpíon . Reg . quarliis quartus cum Reg . quarto to ë) alov, optime. Elanim
el Colb . septimus cum edilis el cum lex111 sacro Tiaga- cm hic servo sii de molliore curandi ratione,
τη ρήσης. Infra Reg . Secu: !ι: s εργάζεται. olem prriermission ton oportuit, quod in primis
11) Reg . quint115 cum Colb . primo aconsóv. Nec ad vilem tractandi moduin perlinere notum est:
aliler videlor legisse interpres, qui vertal : Si frn (75 ) Coll». quartus είς στάθμιον.
trem ornveris. Eilicio Paris, com muliis ass , äoci (4 ) Reg . secundes el Coll . primis is yeVvý
çov. Aliquando posi Coli). prionus è ! 59ū výv. 6 :05. Mox Colb . quar'llis % zi od :22:pnv, lempo
(3) Reg. secundus St.2: ä . Mox evil cum rarinn .
335 GOMILIA IN PSALMUM XXXII. 314
ταδίκην γη λεγόμεθα ημείς οι ακούσαντες παρά Θεού A terra dicimur nos qui illud a Deo audivinus : Terra
το, Γη εί, και εις την απελευση: οι πλήρεις εσμέν σε, et in terram ibis 8. Porro repleti sumus Dei omi
των οικτιρμών του Θεού · Νεκρούς γάρ όντας ημάς serationibus; cum enim Nortui essemus deliciis et
ταίς αμαρτίαις και τους παραπτώμασιν ελεήσας o peccatis, ηuisertus Deus vivifcavit noscumChristo ».
θεός συνεζωοποίησε το Χριστό. Τα λόγω Κυρίου VERS. 6. Verbo Domini cali tromati sunt, el spirits
οι ουρανοί έστερεώθησαν, και το πνεύματι του oris ejus omnis virtus eorum. Uul sunt qui Spiritum
στόματος αυτού πάσα ή δύναμις αυτών. Πού οι occifaciunt ? ubi sunt qui illum a potentia crea
το Πνεύμα εξουθενούντες και που οι χωρίζοντες αυτο trice separant? ubi qui ipsunt a Patris ac Filii con
από της δημιουργικής δυνάμεως; που οι της προς junctione dirimunt ? Audiant psalmuin dicenlen :
Πατέρα και Υιον συναφείας αυτό διατέμνοντες ; Verbo Domini celi frmati sunt, el spiritu oris εjus
Ακουέτωσαν του ψαλμού λέγοντος · Τα λόγω Κυρίου omnis virtus eorum. Neque enian Verbum existima
οι ουρανοί έστερεώθησαν , και το πνεύματι του bitur communis haec locutio esse , que ex nomini
στόματος αυτού πάσα ή δύναμις αυτών. Ούτε bus ac dictionibus consistil : neque Spiritus vapor
γάο Λόγος (5), η κοινή αύτη λαλιά , νομισθήσεται εξ in aera difusus; sed et Verbum, quod in principio
ονομάτων και ρημάτων την σύστασιν έχουσα , ούτε το erial apud Deum , et Spiritus Sanctus, qui hanc
Πνεύμα ατμις εις αέρα διαχεομένη αλλά και Λόγος ο Β proprie sortilus est appellationem. Quemadmodum
εν αρχή ών προς τον Θεόν, και Πνεύμα το άγιον, και igitur Verbum opifex frmavit celum, sic Spiritus
ιδίως της προσηγορίας ταύτης τετύχηκεν. Ως ούν ο qui ex Deo, qui a Palre procedit, Iloc est, qui ex
δημιουργός Λόγος έστερέωσε τον ουρανόν, ούτω το ore illius est ( ut ne ipsum externam quamdam rer
Πνεύμα το εκ του Θεού, και παρά του Πατρός εκπο- aut creaturam esse judices, sed tanquam hyposta
ρεύεται (τουτέστιν, ο εκ του στόματος αυτού, ίνα μή sim ex Deo habentein glorifices), onines ejus νir
των έξωθέν τι και των κτισμάτων αυτό κρίνης, αλλ' tales simul intulit. Itaque celestis omnis virtus Spi
ως εκ Θεού έχον την υπόστασιν δοξάζης), απάσας τάς ritu armala est : hoc est , soliditatem, Gritale )-
εν αυτώ δυνάμεις συνεπέφερε. Τώ ούν Πνεύματι πα- que et constantiam, in sancticale, et omni virtute
σα ή δύναμις ή επουράνιος ( 6) εστερεώθη· τουτέστι, sacris polestatibus conveniente, ex Spiritus auxilio
το εύτονον και πάγιον και βέβαιον εν αγιασμό, και habet. Ηic igitur Spiritus oris ejus scriptus est.
πάση τη πρεπούση ταϊς ιεραϊς δυνάμεσιν αρετή, εκ Inveniemus autem alibi et Verbum oris ipsius 136
της του Πνεύματος επικουρίας έχουσιν. Ενθάδε μέν dictum, ut intelligatur Salvator ipse, et sanctus
ούν Πνεύμα στόματος αυτού αναγέγραπται · ευρήσο - ejus Spiritus ex Patre. Quoniam igitur Servator
μεν δε αλλαχού και Λόγον στόματος αυτού ειρημένον , . Verbum Domini est, et Spiritus saucius oris ipsius
ένα νοηθη ο Σωτήρ ( 7), και το άγιον αυτού Πνεύμα “ Spiritus est, ulerque autem in celis et eorum vir
εκ του Πατρός. Επεί ούν Λόγος μεν Κυρίου ο Σωτήρ, ιuibus creandis pariter operam contulit, idcirco
και Πνεύμα του στόματος αυτού το άγιον Πνεύμα, dictum est : Verbo Domini coli firmati sunt, et Spi
αμφότερα δε συνήργησε τη κτίσει των ουρανών και τits oris ejus omnis υιτιus eorum. Νihil enim sancti
των εν αυτοίς δυνάμ διάέστούτο είρηται · Το Λό-
αυτοίς δυνάμεων, ε::term adipiscitur, nisi per Spiritus sancti praesell
τερεώθησα"κ, αι και
γω Κυρίου οι ουρανοί έστερεώθησαν δύναμτοις tiam. Ιtaque quod angeli sunt, ab opifice Verbo
Πνεύματι του στόματος αυτού πάσα ή δύναμις universorum conditore habent : eis vero sanctila
αυτών. Ουδέν γάρ αγιάζεται , ει μη (8) τη παρουσία lem Spiritus sanctus imperlivil. Non enio infantes
του Πνεύματος. 'Αγγέλων γούν την μεν εις το είναι creati sunt angeli, deinde paulatim exercilio per
πάροδον και δημιουργός Λόγος ο ποιητής των όλων fecti, sic ficti sunt digni qui Spiritum reciperent;
παρείχετο · τον αγιασμόν δε αυτούς το Πνεύμα το sed in prima constitutione, et una cum substantie
άγιον συνετέφερεν. Ου γαρ νήπιοι κτισθέντες οι άγ- Suae quasi mixtura infusann habuere sanctilalem.
γελοι, είτα τελειωθέντες τη κατ' ολίγον μελέτη, ού- Quapropier etiaru agre a0 malitiam convertere se
τως άξιοι της του Πνεύματος υποδοχής γεγόνασιν » possunt, quippe qui illico Sanctionia , veluti tin
αλλ' εν τη πρώτη συστάσει και το οιονεί φυράματι , ctura quadain corroborali sint, Mrmilalenmque in
της ουσίας αυτών συγκαταβληθείσαν (9) έσχον την ” virtute ac constantiain doιo Spiritus sancti acce
αγιότητα. Διό και δυσμετάθετοί είσι προς κακίαν, ευ- perini.
θύς, οιονεί βαφή τινι, το αγιασμό στομωθέντες, και το μόνιμον εις αρετήν τη δωρεά του αγίου Πνεύματος
έχοντες.
8 Gen. 1, 19. 60 Eplies. H, 3. 10 Joan. 1, 1.
(5) Edilio Paris . o Abyos. Sed deest articulus in multis niss., nec legalur quoque in Cominentariis
sex miss. Mox Reg . securius Ilvsūuz od äylov åtuis. Eusebii, id huc ineple accersiluin fuisse baud in
( 6 ) Colb. prious ή ουράνιος . juria credi potest.
(7) Reg. tertius ένα νομισθη ο Σωτήρ. Vox αυ (8 ) Editi'elReg . sexlus et Colb . quintus el jeho
tou, quæ proxime sequitur, deest in multis mss. Deest el in Eusebii Commentariis , el in quinque
Sed earn male omissan esse a librariis pulamus, mss. Mox editio Paris . ο δημιουργός των όλων και
tum quod in multis aliis miss. legalur, lum maxime Toinens Abyos napeixeto, coufuse. Restituimus et
quod invenialur in Eusebio : a quo lolum illud ex miss. et ex ipsis Eusebii Commentariis pristinum
fragmentuin , uti in präſalione ostenditur, sumplum ac genuinum verburuw ordinem .
est. Aliter de illo, Éx toū larpos, judicandum cen (9) Colb . quarlus guyxatabandalons, non recte.
semus. Cuin enim illud, $% toj natpós, desil in Paulo post quinque mss. w5 23xóv. Euili was
355 S. BASILII MAGNI 36
5. VERs. 7. Congregans sicet alrem αφμας maris , A . 5. Συναγων ως ασκον ύδατα θαλάσσης , τιθείς έν
ponens in thesauris abyssos. Non dixit, Congregats θησαυρούς αβύσσους. Ουκ είπε, Συνάγων τα ύδατα
aquas inaris sicut in utre, sed, Uι utrenm, ita aquas της θαλάσσης ώς εν ασκώ, αλλ' Ως ασκόν , ούτω τα
maris congregans. Jam vero considera, ques0 , ύδατα της θαλάσσης συνάγων. Νόησον δέ μοι τήν του
υιris naturam, que nunc quidern inflatur, cum co- ασκού φύσιν, νύν μεν διαφυσωμένην, όταν το ένατο
riani intercluso spiritu distentum est ; nunc vero ληφθέντε (10) πνεύματι το δέρμα περιταθή · νυν δε
contrabitur, cum latus ille quo distendebatur se- συστελλομένην, όταν υποχωρήση το διατείνον. Ούτω
cessit. Sic itaque mare aliquando inlumescit ac τοίνυν η θάλασσα ποτέ μεν εκφλεγμαίνει και ζει τους
efervescit ventis efTeralum ac lumens, aliquando πνεύμασιν άγριαινομένη και εξοιδαίνουσα ποτέ δε
vero rursus tranquillitale in humile contrabitur. πάλιν υπό γαλήνης εις ταπεινόν καταστέλλεται. Ως
Τgitur ut alrea, ita contrahit ac deprimit Dominις ούν ασκήν, ούτως συστέλλει και ταπεινοί το ύδωρ της
aquam maris. Inveninus autein in quibusdam ex - θαλάσσης ο Κύριος. Εύρομεν (11 ) δε έν τισι των αν
emplaribus, Congregans velut in utre αφιας ηuaris : τιγράφων, Συνάγων ως εν ασκώ ύδατα θαλάς
quibus verbis ad velerem historiam cleducimur, σης, επί την παλαιάν ιστορίας του λόγου ημάς άνα.
cuum mare Rubrum, nemine id neque dividente ne- . πέμποντος, ότε η Ερυθρά θάλασσα, ουδενός αυτήν
que continenle, ipsum ad se ipsum contractum est, ο διαιρούντος, ουδε συνέχοντος, αυτή προς εαυτήν συν
quasi in utre quodam colligatum, divino mandato ειστήκει, οίον ασκώ τινι ενδεδεμένη (12), του θείου
illud efundi non sinenle. Ponens, inquit, in thesau- προστάγματος προχυθήναι αυτήν ουκ έώντος . Τιθείς,
τις avyssos. Erat sententiae coniuni magis con- φησίν, έν θησαυροίς αβύσσους. Ακολουθότερον ήν
gruuu dicere : Ponens in allyssis liestauros : hoc ως προς την κοινήν έννοιαν ειπείν, Τιθείς εν αβύσ
est, in mysterio divilias continens suas. Nunc σοις τους θησαυρούς · τουτέστιν, εν μυστηρίου συν
vero velut opes quasdain divinis thesauris dignas, έχων τον εαυτού πλούτον. Νύν δε ώσπερ τινά κειμή
abyssos ipsas esse dicit. Nunquid ergo judicii di- λια άξια των θείων θησαυρών τας αβύσσους είναι φη
vini rationes inexarrabiles et humano captui in- σι. Μή ποτε ούν οι περί της θείας κρίσεως λόγοι, άρ
comprehensibiles , abyssi dicuntur, cum in sola Dei ρητοι όντες και ακατάληπτοι ταις ανθρωπίναις εν
cognitione reposit sint rationes, juxta quas sin- νοίαις, άβυσσοι λέγονται, εν μόνη της του Θεού γνώσει
gula moderatur ? Quod enim lala de singulisjudicia αποκειμένων των λόγων, καθ' ους'έκαστα οικονο
alyssus vocala sint, in alio psalmo didiciimus di- μεϊ (13); "Οτι γάρ τα περί έκαστον κρίματα άβυσσος
cenle, Judicia ιμα αθyssus mulia . Quapropier si προσηγορεύθη, εν ετέρω ψαλμω δεδιδάγμεθα λέγον
Διοc incolarumloco brevientur, cur injustus secunda ζητής, διά τί του μεν αμαρτωλού η ζωή παρατείνε
utatur fortuna, justus adversa, cur sit puerulus rin- ται, του δε δικαίου αι ημέραι της παροικίας (14) συν
plus ante elalis perfectionen, unde bella , cur naufra- τέμνονται, διά τί ο μεν άδικος ευθηνείται, ο δε
gia , terrae motus, siccilates, pluvin, cur que lela- δίκαιος θλίβεται , διά τι το παιδίον πρίν εις τελείωσιν
lia sunt hominibus creata sint, 137 cur hic servus , ελθείν ανηρπάσθη, πόθεν πόλεμοι, διά τι τα ναυάγια,
ille liber, cur alius dives , alius pauper ( atque etiam οι σεισμοί, οι αυχμοί, αι επομβρίαι, διά τι τα φθαρ
nullum est discriminis in peccatis ac recte factis : τικά των ανθρώπων δε δημιούργηται, διά τί ο μεν
ec enim lene vendit , i in peccato est, illa vero δούλος, ο δε ελεύθερος, ο μεν πλουτεϊ, ο δε πένετα:
ab initio herau bonam nacia, in virginitate edu. ( πολύ δε και εν τοις αμαρτανομένους και κατορθουμε
cala est), cur liac affecta beneficio sit : illa vero νοις έστι τό διάφορον ή μέν γάρ πορνοβοσκώ πρα
condennata ; et quid sit unicuique horum a judice θείσα πρός ανάγκην εστίν εν τη αμαρτία · η δε ευθύς
retribuendum ; quibus omnibus tibi in menleu ve- αγαθής (15) δεσποίνης επιτυχουσα συνεξετράπη τη
nientibus, cogita Dei judicia abyssos esse, nec 2 παρθενία), διά τι αύτη μεν ευηργετήθη , εκείνη δε
quolibet facile comprellenidi posse , quod in divinis κατεδικάσθη και τις η εφ' εκάστου (16) τούτων παρά
Thesauris conclusa sunt. Sed el credenti data pro- ρ του κριτου ανταπόδοσις· ταύτα πάντα λαβών εις έν
missio est a Deo, videlicet, Pabo tibi iliesauros ab- νοιαν, ενθυμήθητι, ότι άβυσσός έστι τα κρίματα του
scondilos et invisibiles 11 . Postquain igitur ea cogni- Θεού, και τα τοις θησαυρούς τους θείους εναποχε
tione que est facie ad faciem, digni liabili fuerimus, κλείσθαι, ουχ εύληπτα τοίς τυχούσι. Και το πιστεύ

71 Psal. Xxxν, 7. 11 Is1. Σιν, 3.

(1 ) Colbertini primus et quartus εναπολειφθέντι .
Editi vero et : lii mss. εναποληφθέντι, bene. Mox
Reg. tertius εμφλεγμαίνει. Νec ita multo post se
plein τηss. εις ταπεινόν καταστέλλουσα . Editi cum
quibusdam mss. καταστέλλεται.
(11) Colb. quartus εύραμεν. Stalim Colbertini
primus el quarius ώς εις ασκόν.
* (12) Reg. Secundus in contextu ενδεδεμένη , cin-
clum : sed idem codex vulgalam lectionem, ενδε-
δυμένη, preferi quoquein margine.
(13) Νonnulli mss. οικονομείται . Αlii οικονομεί.
(14 ) Editi el Regii quarius et sexliis cum Colls,
septino αι ημέραι της παροικίας : sed illud, της
παροικίας, deest in multis Iss .
(15) Colb. quarius ή δε οδηγού αγαθής, etc., na
cla heram bonum , qure viam commonstrabal.
(16) Codices nonnulliέφ' εκάστω. Αlii έφ' εκάστου.
Infra Reg. secundus επαγγελία δίδοται.
337 HOMLIA IN PSALMUM XXXII. 358
οντι δε επαγγελία δέδοται παρά Θεού, ότι Δώσω σοι A etiam eius quein Dei thesauris sunt abyssos islue
θησαυρούς αποκρύφους, αοράτους . Επειδάν ούν bianur. Quod si ea quae in Scriptura de utribus dicta
καταξιωθώμεν της πρόσωπον προς πρόσωπον γνώ- sunt, collegeris, proplhelica senteutieintelligential
αβύσσους. Συνάγων δε τα εν τη Γραφή περί ασκών vanlur, el vinum novum a vera vile accipiunt, utres
ειρημένα, μάλλον γενήση εν περινοία του βουλήματος πανί esse in Evangelio dicuntur. Qui vero nondum
του προφητικού (17). Οι μεν ούν ανακαινούμενοι ημέ- veteren hoιnine exuerunt, sunt veteres utres,
ρα και ημέρα, και τον καινον οίνον από της αμπέλου φuibus suscipiendi vini novi facultas concedi non
της αληθινής χωρούντες, ασκοί είναι λέγονται εν τω olest. Nemo enim illit vinum μονη in utres
Ευαγγελία καινοί • οι δε μηδέπω τον παλαιόν άνθρω- veteres, ut ne el vinum efaudatur, et illi utres pe
πον αποθέμενοι ασκοί εισι παλαιοί, μη δυνάμενοι πι- ilus pereant 18, nullam amplius venian consecu
στεύεσθαι την υποδοχής του νέου οίνου. Ουδείς γαρ ιuri , si bonum ac novum vinum ineffondant.
βάλλει οίνον νέον εις ασκούς παλαιούς , ίνα μή και ο Novum enim vinum in utres novos est itlendum.
οίνος εκχυθή (18), και πάντη απόλωνται εκείνοι οι Vinum guod nowmac spirituale sit, quolique Sρί.
ασκοί , ουδεμιάς αξιούμενοι συγγνώμης έτι, εάν τον ritu sancto fervent, ipsam videlicet veritatis intelli
καλόν και καινόν εκχέωσιν οίνον. Οίνον γάρ καινόν B gentiam nunquam veterascentem, in novun homi
εις ασκούς καινούς βλητέον. Τον καινόν και πνευ- nein millere operie pretium est ; qui, quod semper
ματικών οίνον, και το Πνεύματι τώ αγίω ζέον- mortificationem Jesuin corpore circumfert 76, aler
τα, τον μηδέποτε παλαιούμενος της αληθείας νούν novus dici nierito potest.
εις τον καινόν άνθρωπον βλητέον ός , διά το πάντοτε την νέκρωσιν του Ιησού εν τω σώμα.
τι περιφέρειν, ασκός αν λέγοιτο είναι καινος δικαίως.
δε σαλευθήτωσαν πάντες οι κατοικούντες την αutem commoveantur omnes inhabitantes orbem.
οικουμένην. Επειδή φόβος Κυρίου αρχή αισθή- Quandoquiden timor Domini initium est sensus 18,
σεως (19), οι τά γήινα φρονούντες διά φόβου παιδευέ- terrena qui sapiunt, per timorem erudiantur. Ti
σθωσαν. Ως μέν γάρ εισαγωγικός εις ευσέβειαν inor enim velut ad pietaten introducens, necessa
αναγκαίως παραλαμβάνεται ο φόβος , αγάπη δε, λοι- rio adhibetur : charilas vero deinceps succedens ,
τον παραλαβούσα τους ρυθμισθέντας από του επιστη- eos quos timor ad erudiendum idoneus concinna -
μονικού φόβου , τελειού. Πάση ούν τη γή φόβον παρ- , vit, perficit. Itaque terrie oιnni verba isllisec tium
αγγέλλει ο λόγος. Σαλευθήτωσαν δε, φησί, απ' αυ- " rern precipiunt : Commoleantur dulem, inquit, αν
του πάντες οι κατοικούντες την οικουμένην. o omnes inhabitantes orbem. Νimirum motus οι .
Οιονεί πάν κίνημα, είτε κατά νούν, είτε κατά σωμα- nis, tum qui ex menle, tum qui ex corporali actione
τικής ενέργειαν επιτελούμενον, κατά το βούλημα αυ- οτίιur, secundum Dei voluntalein ab ipsis perficia
τοίς του Θεού ενεργείσθω. Ούτω γαρ νοώ το, Σαλευ- tur . Sic enim intelligo illud , Comnmoveantur ab eo.
θήτωσαν απ' αυτού. Οιονεί μήτε οφθαλμός σαλευε- Exeiapli gratia , neque oculus moveatur sine Dro,
σθω (20) άνευ Θεού · μή χείρ κινείσθω άνευ Θεού : neque manus agiletur sine Deo, nec cor cogitel
μη η καρδία διανοείσθω τα μη ευάρεστα τω Θεώ. quæ Deo non placent. El in summa, a nullo alio
Και όλως από μηδενός άλλου σαλευθήτωσαν, μηδε τηoveantur : neque ipsos quidquam moveat, lisi
αυτούς τι κινείτω, ει μή και του Θεού φόβος . "Οτι αυ- Dei timor. VERS. 9. Quoniam ipse dixit, et facia
τός είπε, και εγενήθησαν · αυτός ενετείλατο, και sunl; ipsemandavit, el creata sunt. Duobus præce
εκτίσθησαν. Προς δύο τα προάγοντα δύο επήγαγε : dentibus duo subdidit : primuni, Timeat omnis le:.
Φοβηθήτω πάσα ή γή, και, Σαλευθήτωσαν πάντες τα , et, Commoυcantur omnes inhabitantes orbem :
οι κατοικούντες την οικουμένην, το, Αυτός είπε, lyse dixit, et facta sunt : deinde, Ipse nuandalis,
και εγενήθησαν, Αυτός ενετείλατο, και εκτίσθη- η el creata sunt. Quando corposilus hono est ex
σαν. Έπειδή σύνθετος ο άνθρωπος έκ τε του γηίνου terreno Sigmento, et ex inhabitanle in corpore
πλάσματος και εκ της ενοικούσης ψυχής τω σώματι, anima : id quod e terra formalum est, terra dici
γή μεν λέγεται το εκ της γης πεπλασμένον, κατοικιών lur : anima vero habitationem in corpore sortita,
δε την οικουμένην , ή την εν σώματι διαγωγήν λαχού- orbeminlhabitans vocatur. Ιtaque 138 congruenter
σα ψυχή . Καταλλήλως oύν τη γή αποδέδοται το, Αύ- terrie convenienterque editum est : Ipse dixit, et
τός είπε, και εγενήθησαν (21): επι μέν του πλά facta sunt; cumilla verba , Facta sunt, le nostro fig
18 Matth. 18, 17. 16 II Cor, IV , 10. 18 Proν. 1, 7.
(17) Regii tertius et sextus προβλήματος του προ - tertiης διανοείτω.
YT TIXOū. Reg. secundus scripturam utramque ex . (21) Editio Paris. et nonnulli mss. και εγενήθη
libel : unam in contexlil, allerain in marginie. σαν. Αυτός ενετείλατο, και εκτίσθησαν. Sed totum
(18) Reg. quartus εκχεθή . illud, Αυτός ενετείλατο και εκτίσθησαν, deest in
(19) Editum invenimus in veteri interpretatione . quatuor mss. et in editione Basil. Cerle cum verba
Timur Domini initium est sapientice , male. Ejus loci jlla paulo ante prolata sint, slalim eadem repeti
pars media sumpla est ex psalmo cx, 10, altera inutile omnino esse arbitramur. Vocula uév, quia
vero ex Prov. 1, 7. mox sequitur, abesl a mss.
(20) Colb. quarius οφθαλμός σαλευθήτω. Μox Reg.
539 S. BASILII MAGNI 50
mento e terra constante accipiantur: haec vero, Creala Aσματος ημών του από της γης το, Έγενήθη επί δε
sunt, de anima ad Dei imaginem condita intelligantur. της κατ' εικόνα του Θεού κτισθείσης το, 'Εκτίσθη.
Quoniam vero creatio sepe pro quadam in melius Επειδή δε ή κτίσις επι της μετακοσμήσεως και
transmutatione sunlitur, ut est illud : Si quα in Chri- βελτιώσεως πολλάκις λαμβάνεται, ώς το, Εί τις εν
ειο ηονα creatura 16 ; itein illud : Οι duos creared in Χριστη καινή κτίσις · και το, "Ινα τους δύο κτίση
κηum πουum liominent 71 : Γωriassis illud, Facta sunt. εις ένα καινόν άνθρωπον· τάχα το μεν, Έγενή.
de prima liominis procreatione dicitur : hoc vero, θη,επί της πρώτης ουσιώσεως του ανθρώπου λέγεται:
Creata sunt, de secunda per Cliristi gratiain regenera- το δέ, Έκτίσθη, επί της δευτέρας διά της χάριτος
ιιοne. Quantum autem sermoni nudo prestal prae- του Χριστού αναγεννήσεως. "Οσον δε λόγου ψιλού εν
ceplum Dei, tanlun creatio generatioi antecellit. τολή Θεού διαφέρει, τοσούτον κτίσεως προς γένεσιν
VERS. 10. Dominus dissipat consilia gentium; repro- εστι τό διάφορον. Κύριος διασκεδάζει βουλάς
bal autem cogitationes populorum. Expositio est pre- εθνών : αθετει δε λογισμούς λαών. Εξήγησις έστι
cedentis, quomodo Deus in se credentes creaverit, του προάγοντος, πως έκτισεν ο Θεός τους εις αυτόν
ex eo quod stalia populorum consilia dispersit, quae πεπιστευκότας, εκ του διασκεδάσαι τας ασυνέτους
super idololatria universaque vanitate habuerunt, βουλάς των λαών, ας είχον περί ειδωλολατρείαν και
el ex eo quod reprobat consilia principum. Possunι Β περί πάσαν ματαιότητα, και αθετειν τας βουλής των
autem haec et ad passionis tempus referri , quando αρχόντων. Δυνατόν δε και επί τον του πάθους και
hi quidem putaliant se crucidgere regem gloria, ille ρον αναγαγείν ταύτα (99), ότε οι μεν ενόμιζον σταυ
vero per crucis dispensationen genus hominum re- ρούν τον βασιλέα της δόξης, ο δε διά της του σταυ
movabat. Elenim in resurrectione, ut dissipabatur ρου οικονομίας ανενεούτο την ανθρωπότητα. Εν γάρ
consilium gentium, Pilati et militum, reliquorumque, τη αναστάσει διεσκεδάζετο μεν η βουλή των εθνών ,
quotquot crucis supplicium inferebant : ita consilia του Πιλάτου και των στρατιωτών , και όσοι τα περί
principum, pontificum, scribarumque el regum po- τον σταυρόν ενήργουν: ήθετούντο δε αι βουλαί των
puli reprobabantur. Resurrectio enim omne eorum αρχόντων , αρχιερέων και γραμματέων και των βα.
artificium dissolvit. Quod si in singulis historiis re- σιλέων του λαού. Η γάρ ανάστασις πάσαν αυτών
legeris quae Deus gessit erga infideles gentes, vim διέλυσε την επίνοιαν. 'Αναλεγόμενος δε τα έφ' εκά.
nullam juxta corporalem etiam intelligentiam in στης ιστορίας όσα περί τα άπιστα έθνη ενήργησεν ο
dis verbis inesse cooperies. Quando enim Joram Θεός, εύρήσεις και κατά τον σωματικών νούν πολλήν
slius Aeliaath regnavit in Israel, tunc rex Syrice έχον την δύναμιν το ρητόν. "Οτε γάρ Ιωράμ υιός
ilius Ader mulla virtute ac gravi manu, instructor 'Αχαάβ εβασίλευσεν εν Ισραήλ (23) , τότε ο βασιλεύς
exercito obsedit Samariam, adeo ut deessent ipsis Συρίας υιός 'Αδέρ, πολλή δυνάμει και βαρεία χειρί
necessaria , el asini caput quinquaginta siclis ar - στρατηγήσας, περιεκάθητο την Σαμάρειαν , ώστε
genti, et quarta pars cali slercoris columbini quin - επιλιπείν αυτοίς τα αναγκαία, και κεφαλήν δνου πεν
gue argenti siclis enteretur 18. Tunc itaque ut Elisei τήκοντα είναι σίκλων αργυρίου, και τέταρτον κάβου
promissio impleretur, dissipala sunt Syrie consilia , κόπρου περιστερών πέντε σίκλων (24) αργυρου.
suisque tabernaculis ac cuuctis opibus reliciis fuge- Τότε τοίνυν , ίνα ή επαγγελία του Ελισσαίου πλη
runt, lantain in Samaria rerum copiam relinquentes, ρωθή, διεσκεδάσθησαν αι βουλαί της Συρίας , και κα
at simile mensura siclo, el due hordei mensure si- ταλιπόντες τας σκηνάς εαυτών και πάσαν την πε
clo uno venirent 10. Sic igitur Dominus novit gen- ριουσίαν έφυγον , τοσαύτην ευθηνίαν καταλιπόντες εν
tium consilia dissipare. Quomodo vero reprolbet τη Σαμαρεία, ώστε μέτρον σεμιδάλεως σίκλου , και
consilia principum,in Achitophele didicimus , quando δίμετρον κριθής ενός σίκλου πωλείσθαι. Ούτω μεν
David Oravit , dicelis : Dissipa nunc consilium oύν ο Κύριος οίδε διασκεδάζειν βουλάς εθνών. Πώς
Achitophel 86. Cum igitur audieris quernpian magna δε άθετεί βουλάς ( 23) αρχόντων, επί του Αχιτόφελ
minilanlein , jaclantesque se tibi omnis generis μεμαθήκαμεν, ότε ηύξατο ευχήν ο Δαβίδ λέγων ·
erumnas, damna, aut plagas , aut mortem illatu- D Διασκέδασαν δή την βουλήν 'Αχιτόφελ. "Οταν
ram, respice ad Dominum gentium consilia dissi- oύν ακούσης τινός απειλούντος μεγάλα, και επαγγελ
pantem, et populorum cogitationes reprobanlem. λομένου σοι παντοδαπάς επάξειν κακώσεις , ζημίας,
η πληγάς, ή θανάτους, απόβλεψον προς τον Κύριον τον διασκεδάζοντα βουλάς εθνών, και αθετούντα λο
γισμούς λαών.
16 II Cor. 1, 17. 11 Ephes . 1, 15. 18 ΙV Reg. VI, 25, sec. LΧΧ. 78 IV Reg. νυ, 1, 16, 18. 80 II
Reg. Χν, 31.
(22) Colb. primus ανάγειν ταύτα. dere est et lectionem aliam névte in margine Regii
(23) Ita mului mss. cuin edilis. Reg . secundus et autem illud , xal téta ptov xácou
secundi. Toluin
Colb. sextus cun Calena Corder. εν Ιερουσα- κόπρου περιστερών πέντε σίκλων αργυρίου, dees in
anu , sed ita tamen , ut Calena Corder. leciionem Reg. quario . Mox multi miss. oxnvas čautwy. Editio
vulgatam 'lopana exbibeat quoque in margine. Paris . αυτών.
(24) Regii terlius, quintus el sextus et Colb . se . (25 ) lia quinque mss. Editi vero & etsi loyi
ptioιus cum editis πέντε σίκλων. Αι Collbertini pri- σμούς, τeprobαι cogitationes. Siatim nostra editio
inus, lerlius, quarlus, quintus el sexlus cuin Regiis Paris . operarum incuria, está selv xaxúde! . Editio
primo et secundo εκατόν σίκλων, gravy mendo. Vi. Basil. el niss . πιulti επάξειν.
 HOMILIA IN PSALMUM XXXII. 542
7. Η δε βουλή του Κυρίου εις τον αιώνα μένει: Α 7. VERS. 11 . Consilium autem Domini in elernum
λογισμοί της καρδίας αυτού εις γενεάν και γε- manel : cogitationes cordis ejus in generationem et
νεάν . Ούχ οράς τα των εθνών δόγματα, την ματαίαν generationem. Non vides gentium dogmata, Vanam
ταύτην φιλοσοφίαν, όπως λεπτοί και περιττοί περί lianc philosophiam, quam subtiles sint et eximiii
τάς εύρήσεις των δογμάτων εισιν έν τε λογικούς θεω- circa dogmalum inventiones , tum in rationalilus
ρήμασι και ηθικαίς διατάξεσι, και φυσιολογίαις τισι contemplationibus, 139 turn in moralibus praece
και δόγμασιν άλλους τους εποπτικούς (26) λεγομένοις ; ptionibus, etin playsicis quibusdam rationibus aliis
πως διεσκέδασται πάντα, και ήχρείωται, μόνη δε έμ- φιe epopticis, quae vocant, dogmatibus ? quomodo
πολιτεύεται νυν το κόσμο η αλήθεια του Ευαγγε- dissipata sint omnia, el inutilia facia , una vero
λίου ; Πολλαί γάρ αι βουλαί έν καρδία ανθρώπων : Evangelii veritas nunc in mundo vigeal ? Multi enium
αλλ' ή βουλή του Κυρίου εκράτησε . Και αναγκαίον in hominuin cordilus volatanlur cousilia ; seu pre
γε, ει μέλλοι (27) μόνιμος και εδραία ή ταρά του valuit Dommini consilium. Ει quidem necesse est, si
σκεδασθήναι πρότερον εν ημίν τους ανθρωπίνους λο- permanere debet, ut prius in nobis cogitationes
γισμούς . " Ωσπερ γάρ ο γράφειν μέλλων εν κηρώ, , lunmance dissipentur. Queniadnodum enim qui in
προκαταλεαίνων πρότερον, ούτως επιβάλλει τους τύ- 8 cera scripturus est, ea prius couplanata, ita lemum
πους ους εάν θέλη· ούτω και καρδίαν χρή την μέλ - quas vuli formasimprimil : sie et cor quod divina
λουσαν τρανώς υποδέχεσθαι τα θεία λόγια , καθαράν oracula clare suscepίurum est , purun a contra
εκ των εναντίων λογισμών αποδειχθήναι. Λογισμοί riis cogitationibus reldi oportet. Cogitationes cor
της καρδίας αυτού εις γενεάν και γενεάν . Επει dis ejus in generationem et generationem. Itaque
ούν δύο εισιν οι εκλεκτοί (28) λαοί , και δύο αυτοίς populi electi duo cum sint, duoque eis tradita le
διαθήκαι εισι δεδωρημέναι , δύνανται κατά το, Λο- stamenta, per illud, Cogitationes cordis ejus in ge
γισμοί της καρδίας αυτού εις γενεάν και γενεάν , nerationem et generationem, possunt , generatione
σμοί • είς μεν καθ' όν την προτέραν εδεξάμεθα Δια- Una φuillem secundum quam prius Testamentum
θήκην, έτερος δε και την καινήν και σωτήριον του accepitous : altera vero, que novam et salutaren
Χριστού διδασκαλίαν ημϊν χαρισάμενος. Μακάριον Christi doctrinam nolis largila est. VEns. 12. Beata
το έθνος ου εστι Κύριος ο Θεός αυτού, λαός ον gens cujus est Dominus Deus ejus ; populus quem
εξελέξατο εις κληρονομίαν εαυτώ. Ουδείς μακαρί- elegit in hereditalem sibi. Nemo lealum praedical
ζει τον λαόν των Ιουδαίων, αλλά τον λαόν τον από Juditorum populum, sed eum populum, gui ex on:
Σ.
πάντων των λαών άριστίνδην εξειλεγμένον. Ημείς nibus populis sic electus est. ut optimi quique se
γάρ εσμεν το έθνος , ών εστι Κύριος ο Θεός ημών• lecti sint. Suius enim gets illa Ios, quorum est
εμείς εσμεν και λαός ον εξελέξατο είς κληρονομίαν Dominus Deus roster : nos sumus etiam populus,
εαυτώ έθνος μεν, διά το εξ εθνών πολλών συνει- quem elegitin thereditatem sibi 81; gens quidem, quia
λέχθαι, λαός δε, διά το αντί του αποβληθέντος λαού ex multis gentibus collecti sunus81 : populus vero,
προσκληθήναι. Και επειδή Πολλοί κλητοι, ολίγοι guia in populi abjecti locum advocali sumus. Ει quo
δε εκλεκτοι , μακαρίζει ουχί τον κληθέντα, αλλά τον niain Multi sunt vocali, ναuci vero electi 85, beaturn
εκλεχθέντα. Μακάριος γάρ αν εξελέξατο (29). Τίς δε dicit non vocatum, sed electum. Beatus namquequein
η αιτία του μακαρισμού ; H προσδοκωμένη κληρο- elegit. Quo autem beatitudinis causa ! Exspectala
νομία των αιωνίων αγαθών. "Ή μήποτε κατά τον bonorum alernorum lierelilas. An forte quoniarm
Απόστολος, επειδή , όταν το πλήρωμα των εθνών juxta Apostolan 85, postquam genlison plenitudo
εισέλθη, τότε πάς Ισραήλ σωθήσεται , τρώτον μα- intraverit, tunc Israel oιnnis salvabitur , primum
καρίζει το πλήρωμα των εθνών , έπειτα τον ύστερον beatan predical gentium pleniludinem : deindle
σωζόμενον Ισραήλ ; Σώζεται δε , δηλονότι , ουχ ο Israelem, qui postremo salvatbitur ? Salvus autem
τυχών, αλλά το λείμμα μόνον το κατ' εκλογήν χά- it non quivis , sed reliquise solun , que erunt se
ριτος . Διά τούτό φησι• Λαός όν εξελέξατο εις κλη- eundum electionen gratie 68. Ιdeo dicit : Populus
ρονομίαν εαυτό. quem elegil in hæredilalem sibi.
8. Εξ ουρανού επέβλεψεν ο Κύριος είδε πίν:- D 8 . VERS. 13, 14. De colo resperit Dominus ; εidit
τας τους υιούς των ανθρώπων εξ ετοίμου κατοικη- omnes ilios hominum de praparalo habitaculo suo.
τηρίου αυτού. Τους (50) μένοντας επί του ιδίου αξιώ- Eos qui manent in propria digitale , el hunmane
81 Petr. 1 , 9 . 81 ibid. 83 Matth. xx,16. 85 Rom. Χι, 3 . 85 ibid.
(26 : Dogmala illa quæ hic epoplica vocantur, sa indicare, Edilio vero Paris. Súvavtal xatá to, 10
cratiora quædam arcana esse pitamus. Mox illa , vūv yusuol, etc. ut in contexlii. Vereor, ne præler illa
TW xósuw , desunt in editis : sed reperinntur in quæ e Commentariis Eusebii sumpta esse nolavimus,
Regiis sccundo , lertio el quarto, atque in Colbertini ; alia quoque orationi Basilianæ admista sint : qua
primo el quarto . de re aliorum erit judicium .
( 27) Ιιη ηualvor mss. Editio vero Paris, ει μέλλει . (29) Editio Paris. εξελέξατο, φησί. Deest φησί in
( 28 ) Colb . quartiis ouo eigi Osoũ c77extoi, dio jis quos vidiniuis collicibus.
sunt Dei populi electi. Stalim octo miss. Ouvata ! to (50) Sic editio Paris. cum vetustissimo Reg.
τογισμοί... δύο νοείσθαι και λογισμούς, φιasi verlot quito e! Colb . septimo. Αlii tres mss. cumeditions
Viisoa : hic sumidebeat pro co , quodest, esprimere, Basil. to') gèv ov 05. Reg. tertius cous pdvojvõvtas.
515 S . BASILII MAGNI 344
nature officiiimplent, superne aspicit Dominus : eos Α ματος, και ποιουντας τα επιβάλλοντα τη φύσει τη
vero qui ad extreniam aliiian delapsi sunt , aliler ανθρωπίνη άνωθεν έφορά ο Κύριος τους δε προς το
intuitur, propterea quodipse descendit. Clamor enim, έσχατον της κακίας (31)υπενεχθέντας έτέρως επισκέ
inquit, Sodomorum et Gomorrhus multiplicatus est, πτεται διά του αυτός καταβαίνειν. Κραυγή γάρ, φησί,
et peccata eorum magna valde. Descendens ergo υι- Σοδόμων και Γομόρρας πεπλήθυνται , και αι
debo, αn secundum clamorem ipsorum venientem ad αμαρτίαι αυτών μεγάλαι σφόδρα. Καταβάς ούν
me consumnment 86. Ει rursus : Descendit υidere ci- όψομαι ει κατά την κραυγήν αυτών τήν έρχομέ

num 87. Πic vero, De cαlo resperii Dominus ; υidit ιδείν την πόλιν και τον πύργον, όν ώκοδόμησαν
omines filios hominum.Considera altumn spectatorenι: οι υιοί των ανθρώπων . Ενταύθα δε , 'Εξ ουρανού
140 considera inluenlein res humanas clesuper. επέβλεψεν ο Κύριος είδε πάντας τους υιούς των
Quocunque lauden perrexeris, quidquid egeris, sive ανθρώπων. Σκόπει τον υψηλών θεατήν, σκόπει τον
in tenebris , sive in die , prospicientem Dei oculum άνωθεν εγκατακύπτοντα τοις ανθρωπίνοις πράγμα
halles. Eα preparato habitaculo suo. Λοι aperiuntur σιν. " Όπου περ αν βαδίζης, ό τι περ αν ενεργής , καν
port: , non contralhuntur vels, expeditum est Ibibi - εν σκότει, κάν εν ημέρα, επισκοπούντα έχεις τον του
1aculum Dei ad vielesidum. O nes Imominum filios B Θεού οφθαλμόν. 'Εξ ετοίμου κατοικητηρίου αυτού.
aspicit. Ne unus quidern fugit ipsius conspectum : Ου πύλαι ανοίγονται οι παραπετάσματα συνάγονται:
on tenebra, non parieles occultant , nihil Dei ocu- ετοιμόν έστιν εις θέαν το κατοικητήριον του Θεού .
lis est impedimento. VERs. 13. Qui failun abest uι Πάντας εφορά τους υιούς των ανθρώπων. Ούτε είς
υπumquemque non suspiciat, ut etiam corda intro - διαφεύγει αυτού την θέανου σκότος , οι τοίχοι παρα
spicial, que ipsa sine ulla vitii admissione fixit. καλύπτοντες , ουδέν εμπόδιον εστιν οφθαλμοίς Θεού.
Deus hominum conditor cor simplex finxit, adeo ut "Ος γε τοσούτον απέχει του μή καθέκαστον(53 ) έφορών,
inninginem secundum se servaret ; postea vero im» ότι και τας καρδίας έφορά , ας αυτός έπλασεν άνευ
niistis carnis affectionibus, id varium ac valde mul. της προς το χείρον επιμιξίας. Απλήν (54) αυτήν έπλασε
tiplex effecimus nos, divinarm illius speciem, et sin - καθ' εαυτήν εικόνα σώζουσαν την καρδίαν ο δημιουρ
plicitalein canloremque corrumpeutes. Quaniob- γός των ανθρώπων Θεός · ύστερον δε αυτήν τη προς
rein cum cordium sit opifex, propterea etiamomnia τα πάθη της σαρκός επιπλοκή ποικίλες εποιήσαμεν
Iostra opera intelligit. Opera autem dicimus et ver- και παντοδαπής ήμείςτην καρδίαν, το θεοειδές αυτής
ba, el cogitationes , el generatin omnem liominis και απλούν (55) και μονότροπον διαφθείραντες. Έπει
volurm. Νam quo animo, quo proposito agamus , . ούν καρδιών εστι δημιουργός , διά τούτο και συνίησε
utrum ul placeamus Ιιοιuinibus, an ut datis a Deo " πάντα τα έργα ημών. "Έργα δε λέγομεν και τους
praeceptis obsequamur, solus novii, qui nostra om- λόγους και τας εννοίας, και πάσαν άπαξαπλώς την
nia opera intelligit. Quapropter etiam cujuscunque του ανθρώπου κίνησιν. Ποια γάρ διαθέσει και τίνι
verbi oliosi rationem redditmus 88. Αιφue mercedlem προθέσει, πότερον εις ανθρώπων αρέσκειαν, ή εις
ne pro poculo quillenn aque frigidae perilimus 88, υπουργίας των δεδομένων (50) ημίν προσταγμάτων
propterea quod intelligit Dominus omnia opera n0- παρά Θεού , μόνος οίδεν ο συνιείς πάντα τα έργα
sira . ημών. Διά τούτο και περί παντός δήματος αργού
διδόαμεν (57) λόγον. Και έως ποτηρίου ύδατος ψυχρού τον μισθόν ουκ απόλλυμεν, διά το εις πάντα ημών
τα έργα συνιέναι τον Κύριον .
9. VERs. 16. Non saluatur ret per mullam virtu- 9. Ου σώζεται βασιλεύς διά πολλήν δύναμιν. Ου
lem. Non militaris potentiae copia, Ποιι civitatuin στρατιωτικής δυνάμεως περιβολή, ου τείχη πόλεων,
nicenia , non pedestris phalanx , non equestris po- ου πεζική φάλαγξ, ουχ ιππική δύναμις , ού ναυτικής
le-las, non navalium viriumapparalas regi salutein ισχύος παρασκευή βασιλεί την σωτηρίαν περιποιεί.
affert. Dominus eniin constituit reges ac destituit, Κύριος γάρ καθιστά βασιλείς και μεθισ :i , και ουκ
et non est polestis nisi a Deo constituti 20. Serva- έστιν εξουσία ει μη υπό Θεού τεταγμένη. Σώζεται

96 Gen. XV11, 20, 21. 87 Gen. x1, 5. 88 Μatth. x1, 56. 39 Malili. , 42. 22 JRom. XII ,1.
(31) Sic qualuor mss. Editio Paris. επενεχθέντας. D (54) Editi Απλούν γάρ. Deest γάρ in iss . Mos
Mox. Biblia Sixι, πεπλήθυνται προς μέ, immpletus est, Col!». quintuς των απάντων ανθρώπων.
vel, multiplicalus es! ad me : hic vero simpliciter le . (35 ) Sic ires mss. Editio Paris. autisod Thou ,
gitur πεπλήθυνται, nec aliter in Vulgala, multiplica- Nec ita multo post Reg. Secundus συνίησι πάντων
lus est. τα έργα ήμών, ο:nniunt nostrum opera.
(32) Συντελούνται, consummeni : aut si mavis, εοη- (30) Multi mss. των δεδομένων. Reg. quintus el
sunimentur. Nam utro quis modo interpre lalus fue- sextus et Colb . scplimus cum edilis oouévwv.
ril , peccatorum non pulo . Secundum Hebræun, an (57) Eilicio Basil. el ses mss. Ecógusy. Editio
fecerint consummationem , Symmachus, Tscédecav Paris. ooouer . Certe quidem lol codicuin aucto
το έργον, αη perfecerint opus. Vulgata, opere con rilate adducor , ut hic lcgcndum esse 6:862 usy
plererint. credain . Nec tamen dissimulabo vocem o:ova ue'
(33 ) Nostri decem mss. un 2aOéxastov . Edili vin mihi non viileri Basilianam , quu lil lil magis suspi
à xaléxastov. Mox seplem iuss, opă.. Edili cum Reg . cer non nihil icmere a librariis verbis Basilii addi
sexio et Colb . quinto ècopă. tum fuisse .
543 HOÀILIA IN PSALMUM XXXII. 346
ούνβασιλεύς ου παρά την πολλήν δύναμιν, αλλά παρά Alar igitur rex non per multam virtutem, sed per
την θείαν χάριν. "Ωστε αληθή και τούτοις είναι τον divinam gratiam. Quare el erga hos vera sunt verba
λόγον, ότι Χάριτι εστε σεσωσμένοι. "Ωσπερ ουδέ illa, Gralia salvati estis 1 . Ιta ne agricola quidem
γεωργός τοσούτον διά την γεωργικών επιμέλειαν per agricolationis diligentiam tantain fructum as
τυγχάνει του γεωργικού μέρους , όσον διά τον αύξοντα sequitur, quantum per Deum segeles augentem. Ne
τα γεωργούμενα Θεόν. Ούτε γάρ ο φυτεύων εστι que enim qui plantal, est aliquid, neque quί τίgαι ;
τι, ούτε ο ποτίζων, αλλ ' ο αυξάνων Θεός . Ει δε sed qui incrementumdat Deus 1. Quo l si cor reg
καρδία βασιλέως εν χειρί Θεού , ου σώζεται διά την in manu Doi 93 : non per armorum potentiam, sed
οπλιτικήν δύναμιν, αλλά διά την θείαν χειραγωγίαν. per divinum presidium Servalur. In manu autein
Εν χειρί δε Θεού έστιν ουχ ο τυχών , αλλ' ο άξιος Dei non est quilibet, sed qui dignus exsistil regis
της του βασιλέως προσηγορίας. Ωρίσαντο δε τινες appellatione. Definieruntautem quidam regnum esse
βασιλείαν είναι την έννομον επιστασίαν , ή την επι legitimum dominatum, aut principalum in omnes,
πάσιν αρχήν ανυπεύθυνον αμαρτία . Και γίγας ου sic ut peccato obnoxius non sil. Ει gigas non sal
σωθήσεται ένα πλήθει ισχύος αυτού. Γίγαντα λέ- rabitur in multitudine virtutis out. Gigantem dicit
γει τον φυσική δυνάμει και τόνω σωματικό κεχρη- eum, qui naturali vi el corporali pollel robore. Neque
μένον. Ούτε ούν βασιλεύς την εκ του οπλιτικού βοή- Pigitur rex ex armis sufficiens ad salulem auxilium
θειαν αρκούσαν έχει προς σωτηρίαν, ούτε ο άνδρείος habet, neque fortis vir sibi ad omnia sufficere potest .
εαυτω προς πάντα επαρκείς έστιν ικανός. 'Ασθένεια Imbecillitas enim et infirmilas sunt omnia simul hu
γάρ έστι και αδυναμία πάντα όμου τα ανθρώπινα nana , si cum vera potentia comparentur. Propterea
προς την αληθινήν δύναμιν παραβαλλόμενα. Δια Infirma mundi elegit Deus, ut confundαι forlia » ;
τούτο Τα ασθενή του κόσμου εξελέξατο ο Θεός, et ex ore infantium et lacientium perfecitlaudem, υι
ίνα καταισχύνη τα ισχυρά και εκ στόματος destrual inimicium et uliorem31 . Nanm divina gratia
νηπίων και θηλαζόντων κατηρτίσατο ( 38) αίνον, 141 in infantibus ac rudibus operans , maxime
ένα καταλύση τον εχθρών και εκδικητήν. Μάλι-resplenduit. VERS. 17. Fallar equus ad salutem : in
multitudine autem rirtutis sum non saluabitur. Ex
στα γάρ έλαμψεν η θεία χάρις εν τοις νηπίους και
ανοήτοις ενεργουμένη . Ψευδής ίππος εις σω clusus est ab usu sanctorum equus. Sed neque Is
τηρίαν · εν δε πλήθει δυνάμεως αυτού ου σω- rael dum ei res in bellis ex animi sententia succe:
θήσεται. Εκβεβληται της χρήσεως των αγίων και derent, unquam equestri potentia usus fuisse conn
ίππος . Και ούτε εν πολέμοις ευημερών ο Ισραήλ eritur , neque quisquam sanctorum privatium usum
ιππική δυνάμει ποτέ φαίνεται κεχρημένος , ούτε ιδίας equorum velut convenientem adinisit. Αt vero Pha
τις των αγίων την χρήσιν των ίππων ως αρμόζου- ra0 equilalu utitur 18, et superbus ille Sennaclierib
σαν παρεδέξατο: Φαραώ δε ίππω (39) χρηται, και de equorum multitudine gloriatur 1 . Quamobrem
Σεναχηρείμ ο υπερήφανος τη περιουσία των ίππων Pharaonis equum el ascensorem projecit in mare18 :
μέγα φρονεί. Διόπερ του μέν Φαραώ ίππον και ανα- omnes vero Sennacherib equites dorinilaverunt *.
βάτην έρριψεν εις θάλασσαν » του δε Σεναχηρείμ Unde etiam.1:ita per Moysen de regum oliciis lex
ενύσταξαν πάντες οι επιβεβηκότες τοίς ίπποις · όθεν ita sancil : Νon multiplicabit είbi equitatum . In
και ο διά Μωϋσέως νόμος τα περί βασιλέων (40) νο- multitudine autem virtutis sum non saluabitur. Cumm
μοθετών, Ου πληθυνει, φησίν, εαυτώ ίππον . 'Εν εnim, inquit, inβrmor, tunc potens sum:. Nain cor
δε πλήθει δυνάμεως αυτού του σωθήσεται. "Οταν porearum viriurm multitudo salati spiritus obst:10.
σωτηρίαν του πνεύματος.
μένους αυτόν. 'Αλλαχού μεν είρηται · ' Οφθαλμοί eum. Alibi quidem dictum est : Oculi Domini
Κυρίου επί δικαίους ενταύθα δε , Επι τους φοβου super justos 3; hic vero, super meluentes eum. Ubi
1 Epies. 1, 5. 95 1 Cor. 1, 7 . 93 Prov. XXI, 1. 96T Cor. 1, 97, 98 Psal. VΙΙΙ, 3. 9* Exod. Xιν ,
9, 23 . 97 IV Reg. ΧΙx, 23 . 98 Exod. XV, 1 . 991V Reg. ΧΙx, 33. 1 Deut. XVII, 16. 1 1 Cor. ΧΙΙ, 10.
Psal. XXXII, 16.
(38) Ubi legitur in editione Paris. et in multis D time vero, si scribas , perfecit, ut destruat,
mss. xatnptiow , perſecisti, scriplum invenimus in (39) Editi et Colberlini terlius el sextus ( TETICO).
Reg . quarto et in Colb . quinto xatnetloato, perfe- Alii quinquemss. Itt , ubi suppleri oporlel ouvż
cil, et ita legendum esse arbitramır. Cum enii mei. Hoc ipso in loco legitur in aliquibus mss. xé
anle scriptual sit, Τα ασθενή του κόσμου εξελέξατο χρηται . Subinde septein mss. μέγα φρονεί. Editio
ο Θεός , ίνα καταισχύνη τα ισχυρά, Infirma mundi Paris. μεγαλοφρονεί.
elegit Deus, ut confundai fortia, verisimile nobis it, (40) Editio Paris. περί των βασιλέων. Αι inss. Sex
hic legi debere κατηρτίσατο, ένα καταλύση, perfecit, περί βασιλέων. ΑΕgre est Combelisio, quodinterpres
ul destruut, etc. Nail hoc pacto melius cohærebit in editione Romana Græca sic reddiderit, Von mul
oratio . Quod si ejusinodi ratio levior videbitur ; tiplicabil sibi equum . Contendit verli oporluisse,
illud gravius , quod editio et Basil. et oinnes mss. Non multiplicabit sibi equiles, seu equitalun. Sed
præferant xataúon , destrual, uti perperam edilum conqueritur, ut mibi quidem videlur, non jure.Nam
est iu editione Parisiensi. Sed si legeris yatzaúon, hoc loco equum pro equilalu sumi vel cæco apparet.
legas xatnpticato plane necesse est. Non enim co . Vellem prius legisset nolas Nobilii, quam eum re
hærebil oratio , si dicas, perfecisti, ut destrual : op - prehendisset.
 347 S . BASILII MAGNI 348
ad Dominum respererinus , fuerinique oculi A μένους αυτόν. "Οταν ήμείς επί τον Κύριον αποβλέ
nostri in ipsum intenti, adeo ut dicere possimus : πωμεν, και ώσιν ημών οι οφθαλμοί προς αυτόν, ώστ '
Ecce sicut oculi servorum ad manus dominorum αν ειπείν ημάς· 'Ιδού ως οφθαλμοί, δούλων εις
suorum, ita oculi nostri ad Dominum Deum ηο- χείρας των κυρίων αυτών , ούτως οι οφθαλμοί
ειrum : tunc veluti ad μοs inspiciendos oculum ημών προς Κύριον τον Θεόν ημών · τότε οιονεί
Dounini altraliimus. Sperantes in misericordiamm εφελκόμεθα προς την επισκοπήν ημών των οφθαλμών
αφείμε. Humilitatem eorum qui Domino serviunt, του Κυρίου. Τους ελπίζοντας (41) επί τοέλεος αυ.
Ostendit : quomodo in ejus misericordia sperent. του. Το ταπεινόν των δουλευόντων τω Κυρίω έμφαί
Qui enim suis preclare gestis non confidit, nec ex νει, πως επί το έλεος αυτού ελπίζουσιν. Ο γάρ μη
operibus se justificatum iri exspecial , is unicam πεποιθώς επί τοις εαυτού άνδραγαθήμασι , μηδε
8:lutis spens in Dei misericordia reponit. Cum enim προσδοκών εξ έργων δικαιωθήσεσθαι, μόνην έχει την
cogitaverit illud : Ecce Dominus et merces ejus , ut ελπίδα της σωτηρίας τους οικτιρμούς (42) του Θεού .
reddat unicuique juxta opus suum, et prava su : "Όταν γαρ ενθυμηθή το, 'Ιδού Κύριος και ο μισθός
opera secun reputaverit , fiuiet suppliciuin , el αυτού, αποδούναι εκάστω ως το έργον αυτού, και
minas forιmidit. Verum, ut ne absorbentur pre λογίσηται εαυτού τα πονηρά έργα, φοβείται μεν την
tristitia, Dona Spe preditus est , dum ad miseratio - Β κόλασιν και υποπτήσσει τους απειλουμένοις · προς
nes el benignitatem Dei respicil. VERS. 19. Speral δε το μή καταποθήναι υπό της λύπης, εύελπίς έστι
enim animam sun a morie liberandam esse, atque προς τους (43) οικτιρμούς του Θεού και το φιλάνθρω
ab ipso in fame pascendam. VERS. 20. Anima autem πoν αποβλέπων. Ελπίζει δε , ότι ρυσθήσεται η ψυχή
nostra patiens erit Domino, quoniam adjuior el pro- αυτού εκ θανάτου, και διατραφήσεται υπ' αυτού εν
lector ποείer est. Ad patientiam horiatur hic sermo ; λιμώ. Η δε ψυχή ημών υπομενεϊ (44) τώ Κυρίω,
υι si quando ab uno aliquo divexantiuum nos op- ότι βοηθός και υπερασπιστής ημών έστι. Παρά
primamur,tamen a caritate Dei, que est in Christo κλησιν έχει προς υπομονήν ο λόγος• ώστε κάν ποτε
Jesus, nequaquam secedamus, sed auxilium a Deo καταληφθώμεν υπό τινος των εκθλιβόντων ημάς, μη
exspeclantes, anima Cola res adversas perferamus. χωρισθήναι από της αγάπης του Θεού της εν Χριστώ
VERS. 21. Quoniam in ipso Ιαιαβitur cor nostrum, Ιησού , αλλ' όλη ψυχή υπομένειν τα επίπονα , την
et in nomine εαncio ejus εμεravimus. Hoc consolin παρά Θεού βοήθειαν αναμένοντας. " Οτι εν αυτώ
est cum his quae in principίο psalini dicta sunt : ευφρανθήσεται η καρδία ημών , και εν τω ονόματι
Essultale , justi , in Domino. Eι , η ipso Iatabitur τώ αγίω αυτού ή.λπίσαμεν . Τούτο συνάδει τοίς εν
cor nostrum. Ει τηihi videtur Apostolus convenien- τη αρχή του ψαλμού · 'Aγαλλιάσθε, δίκαιοι , εν
ter his dixisse illud : In his omnibus superamus Κυρίω· και, 'Εν αυτώ ευφρανθήσεται η καρδία
propter εum qui dileriι πιος 1; 142 et illud : Non ημών . Και μοι δοκεί κατά ταύτα ειρηκέναι ο Από
soίuυ ακιent , sed et gloriantes η ιτίύulationibus 8. στoλoς τo (45), 'Εν τούτοις πάσιν υπερνικωμεν
Na cuin Psalmista dixissel : Anima nostra paliens δια του αγαπήσαντος ημάς · και το, Ου μόνον δέ.
es! Domino, ut leinouslrei quod non coactus , neque αλλά και καυχώμεν οι εν ταις θλίψεσιν . Ειπών
ab angustiis pressus palientiam ostenlet, sed cum γάρ ο Ψαλμωδός , ότι Η ψυχή ήμών υπομενεί τη
omni gaudio pro nomine Domini suscipial erumnas, Κυρίω, ίνα δείξη, ότι ουχί βιαίως ουδε καταπιεζόμε
Non solum , inquit, patientes sumus, sed etiam Iη νος υπό των θλίψεων την υπομονήνεπιδείκνυται ( 46),
έρεοΙαιαbitur cor nostrum , et in nomine sancto ejus αλλά μετά πάσης χαράς υποδέχεται τας υπέρ του
ευεravimus. Salis nobis est ad omnes adversariorum ονόματος του Κυρίου κακώσεις, ου μόνον, φησιν,
evilandos insultus, si nominemur Christiani. San- υπομένομεν, αλλά και 'Εν αυτώ ευφρανθήσεται η
clum autem esse Dei nomen dicitur, non alique ex καρδία ημών , και εν τω ονόματι τώ αγίω αυτού
e0 quod in syllabis ullam sanctitatis conferendae ήλπίσαμεν . Αρκεί ημίν το ονομάζεσθαι Χριστια
vim habeat, sed quod omnis Dei proprietas, et in- νους προς το πάσαν εκφυγείν την από των εναντίων
• Psal. CΧΧΙΙ , 2. Isa. XL , 10. • Rom. VII , 39. 1 ibid. 37. • Room, , 3 .
(41) Tous ÈXTiCortas, sperantes. Vulgala , Et in D cum eo. Unde satis nobis probabile videlur illud uer'
eis qui sperant super misericordia ejus, quasi lege- aútoū , a librariis prætermissum hic ſuisse.
rit interpres και τους ελπίζοντας. Sed vOcula0 ( 43 ) Colb. quartις εις τούς.
xal non præferunt neque edili, nequc miss., neque (44 ) Edili ei quinque mss. U TOUavsi , paliens erit .
LXX , neque antiqui interprelesGræci. Nec aliter legil Augustinus. Colb . quarius el editio
(42 ) Editio Paris, el Colb . sepliinus è al couş ole Romana Útouévet , patiens est. Vulgaia quoque, susti
xtipuous. Alii duo mss. cis touçoixtipuous. Sed lum net. Aunolandum , hic legi quidem in Reg . quario
codice ÚTouével, paliens est: scd infra , ubi lioc ver
quarto el quinto, el in Coisl. el in editione Basil. bum repelilur, scriplum inveninius in eodem illo
Neutra etiam reperiur in Reg. sexto prima manu ; ms. U trouevsi, paliens erit.
quanquam secundis curis vocula eis addila est. Po (45 ) Editio Basil, et quinque mss. Thy 'ATÓGTO
test quidem hoc loco addi præpositio : sed quin ine- dov . Editio Paris. el nonnulli 1995. • 'ATÓOTO
lius absil, mihi dubium non est. Aliquanto post À03. Nec ila multo postColb . quiplus æque acdes lus
editio Paris. μισθός μετ ' αυτού. Αι decei mss. cuin sacer καυχώμεθα.
editione Basil. μισθός αυτού. Editio Ronana μισθός (66) Reg. Secundus ενδείκνυται . Statim Sex mss.
αυτού μετ' αυτού : cui consentir Vulgala, Merces ejus ονόματος του Κυρίου . Editi ονόματος αυτού.
 549 HOMILIA IN PSALMUM XXXIII. 330
επήρειαν. "Αγιον δε το όνομα είναι λέγεται τού Α telligentia eorum quae praecipuein ipso contempla
Θεού , ου πάντως διά το εν συλλαβαίς έχειν τινά mur , sancta est el pura . VERS . 22. Fiat, Donline ,
δύναμιν αγιαστικήν, αλλ' ότι πάσα ή ιδιότης του misericordia ιωα εuper nos , quemadmodum operasi
θεού , και η έννοια των εξαιρέτως περί αυτόν θεωρου - mus in te . Vides quomodo scile ac prudenter ora
μένων αγία εστί και αγνή . Γένοιτο, Κύριε ,το έλεός verit ? Proprium afectum, mensuram fecit largilio
σου εφ' ημάς, καθάπερ ήλπίσαμεν επί σοι. Οράς nis miserationum Dei. Tanta , inquit , flat miseri
πώς επιστημόνως προσηύξατο ; Την ιδίαν διάθεσιν cordia ta super nos , quantom in te spem priores
μέτρον εποίησε της επιχορηγίας των οικτιρμών του conjecimus . Reverti autem in requierm , Iota nostra
Θεού. Τοσούτος , φησί, γένοιτο ο έλεός σου εφ' ημάς, Spes est, ut corpore humilitalis nostretransforimato,
όσην φθάσαντες ημείς επί σοι την ελπίδα κατεβαλό- hoc idem agnoscanιus corpori gloriae Christi con
μεθα. Πάσα δε ημών η ελπίς επιστρέψαι(47) εις την forme efectum.
ανάπαυσιν, ίνα , μετασχηματισθέντος του σώματος της ταπεινώσεως ημών, νοήσωμεν αυτό τούτο γενό
μενον συμμορφον τω σώματι της δόξης (48).

ΤΟΥ ΑΥΤΟΥ ΕΙΣ ΤΟΝ ΛΓ' ΨΑΛΜΟΝ (49). Β IN PSALMUM XXXIII.

Το Δαβίδ, οπότε ήλ.λοίωσε το πρόσωπον αυτού Ipsi David , quando immulαυit faciem suam coram
εναντίον 'Αβιμέλεχ, και απέλυσεν αυτόν , και Abimelech , el dinisit ipsum , el abiil.
απήλθεν .
1 . Επί δύο υποθέσεις έλκει η έννοια του ψαλμού. 3. Psalmi hujus intelligentia nos ad duo argin
Τα τε εν τη Νομβά τη πόλει των ιερέων γενόμενα menta trahit. Que enim tum in Nomba civitate
παρά του Δαβίδ δοκεί οικείως έχειν τη επιγραφή, τα sacerdotum, tum in Gei apud Anchus alienigena
τε εν τη Γεθ παρά τω Αγχους τω βασιλεί των αλλο- ram regem a Davide gesta sunt , ea inscriptioni
φύλων. Hλλοίωσε μέν γάρ αυτού το πρόσωπον και νidentur convenire. Νam in mutavit facierm suam,
ότε το 'Αβιμέλεχ διελέγετο τώ ιερεί, κρύπτων μεν cum Abimelech sacerdotem alloqueretur, sic αι
την φυγήν , σπουδάζειν (50) δε δή προστάγματι occultata fuga, ad regium mandatum exsequendum
υπουργείν βασιλική προσποιούμενος, ότε και τους festinare se simulaverit , quando el panes proposi
άρτους της προθέσεως έλαβε, και την ρομφαίαν του tionis accepit, et gladium Goliath. Rursus suam int
Γολιάθ. Hλλοίωσε δε αυτου το πρόσωπον και ότε εν mutavit faciem, cum in medio hostium captus , eos
μέσοις τοις πολεμίοις άποληφθείς , επειδή ήσθετο inter se Ioquentes , et se ad vindicism preparinles
αυτών διαλεγομένων προς αλλήλους, και παρασκευαζο- c oudivit. Direrunt enim ,inquit , pueri Anchus inter
μένων εις άμυναν(51). Είπον γάρ, φησίν, οι παίδες se : Nonne lic est David res 1erτα ? Nonne Music
'Αγχους προς εαυτούς · Ούχ ούτος Δαβίδ ο βασι- cantabant in choro , dicentes : Percussil David in
Δεύς της γης ; Ουχί τούτω εξήρχον εν χορώ λέ decem millibus suis, el Saul in millibus suis ? Ellj.
γουσαι (52) , 'Επάταξε Δαβίδ εν μυριάσιν αυτού, muit, inquit, David a facie Anclius , ac suam faciem
και Σαούλ εν χιλιάσιν αυτού ; Και εφοβήθη, φησί, ante illorum oculos immutail . Quoιodo igitur
Δαβίδ από προσώπου Αγχους, και ήλλοίωσε το inscriptio noiminat Abimelech , historia autem Αη
πρόσωπον αυτού κατ' οφθαλμούς αυτών. Πώς oύν chus Getlieorum regerm memorat? Talem quamdam
ή μεν επιγραφή 'Αβιμέλεχ ονομάζει, ή δ' ιστορία rationem ex traditione ad nos usque transmissam
'Αγχους παραδίδωσι τον βασιλέα Γετθαίων ( 53) ; lenemus, quod alienigenarum reges commune φu
Τοιούτον λόγον τινά φθάσαντα εκ παραδόσεως εις dem noinen Abinelech liabuerunt, 143 quilibet
ημάς έχομεν, ότι οι βασιλείς των αλλοφύλων κοινών vero proprium, quo appellabatur. Hunc ad moduin
μεν είχον όνομα το 'Αβιμέλεχ, ίδιον δε έκαστος και el in Romano imperio videre est , Casares et Au
προσηγορεύετο (54). Ως και επί της Ρωμαϊκής έστι gustos in communi appellari , sed tamen eos alia
βασιλείας ιδείν, Καίσαρας λεγομένους κοινώς και Αυ- nomina propria habere. Νonner Pliara0 est ejus
γούστους, άλλα δε τα κύρια εαυτών κεκτημένους D modi etiam apud Agypoios. Νam et Pharaonem
ονόματα. Τοιούτον και παρ' Αίγυπτίοις εστί το Φα- constal vocari eum , qui tempore Joseph regnavil ;
• I Reg. Σχι , 11 - 13.
(47) Επιστρέψαι, ut revertamur Respicere vide- mss. cum editione Basil. ειπαν. Reg. quartus είπον.
tor Basilius ad psal. CΧΙν, 7, επίστρεψον, ψυχή μου, Elitio nostra Paris. είπεν, ηοη emendlile.
(52) lia Regii quartus, quintus el sexlus cum
quiem luam . Vulgala el edilio Romana, Convertere Colberlinis quinto el seplinio el ciim editione Ba.
sit. Editio vero Paris. εξήρχον έγχορεύουσαι γυναίκες
(48) elc.
anima, Multi mss. δόξης του Χριστού , nihilque λέγουσαι. Editio Rom. « Το Col . primo εξήρχον αι
anoplius. Editi vero cum duobus mss. σώματι της χορεύουσαι λέγουσαι. Nolandυιιι Ιamen vocell γυ
δόξης , εν Χριστώ Ιησού τω Κυρίω ημών· ώ ή ναίκες in aliquiύus mss. reperiri.
δοξα , etc. (53) Editio Paris. των Γετθαίων. Deest articulus in
(49) Reg . quartus lauds to Aq618, et ita quoque ocio inss. Slulim ubimentio lit de quadam traditione,
Augustinus. Al vox yadubs in multis mss. deest, librarius in margine Regii quarti ascripsit illa , 16
nec expressa invenitur in Vulgala . Plura qui volel, Yos ÈX na paoosews å ypapou , sermo traditionis ejus
molas Nobilii legere poteril. quæ scripla non est. Hoc idem legere est in margine
(50) Ιlla, σπουδάζειν δέ, etc., referenda esse ad 31 . Colb . Sexti.
brim 'i Regum xxi, 9, obscurum non est, (51) Reg. secundus el Colb. sexlus 8 poonyopeu
( 51) Reg. tertius προς άμυναν. Ιbidem quatuor το. Reg . quarius ώ προση.
 551 S. BASILII MAGNI 353
Pliara0 item, quί post quatuor generationes Moysis Α ραώ. Φαίνεται γάρ Φαραώ λεγόμενος και ο επί Ιω
alate rex Egypti fuit ; Pharao quoque, qui Salomo- σήφ: Φαραώ και ο επί Μωυσέως μετά τέσσαρας γε
nis tempore rerum poliebatur: Accepit enim, inquit, νεάς εγερθείς βασιλεύς Αιγύπτου Φαραώ και ο κατά
Eliam Pharaomis 10; et qui tempore proplielize τους χρόνους Σολομώντος : "Έλαβε γάρ, φησί, την
Jeremie vixit , Pliarao vocatus est . Sic etiain Abi- θυγατέρα Φαραώ » και ο κατά τους χρόνους της
melecli atale Abrilia erat, et etale Isaac : el alius προφητείας (53) Ιερεμίου Φαραώ προσηγορεύετο.
nunc temporibus Davidis dicitur. Ει de eo quidem Ούτω δε και 'Αβιμέλεχ κατά τους χρόνους ήν 'Αβραάμ,
qui tempore Abraliae erat, dictum est : Ει dixit και κατά τους χρόνους Ισαάκ και ο νυν λεγόμενος
Abimelech, el Hochoaath pronubus ejus , ει Ρhiloch επί των καιρών Δαβίδ. Επί μεν γαρ 'Αβραάμ ειρη
princeps exercitus ejus ad Abraham dicens 1. Ει ται , ότι και είπεν Αβιμέλεχ, και 'Οχοζιτο γυμ
ilerum de eo qui leiapore Isaac νixit : Fuit duleim φαγωγός αυτού, και Φιλόχ ο αρχιστράτηγος της
multo tempore ibi. Cumvero prosperisset Abimelec δυνάμεως αυτού προς Αβραάμ, λέγων . Και πάλιν
res Philistiim per fenestram, υidit Isaac cum Re- περί του Ισαάκ : Εγένετο δε πολυχρόνιος εκεί.
becca Iudenlem 11 . Sic igitu: el nunc Davidis lein• Παρακύψας δε 'Αβιμέλεχ (56) ο βασιλεύς Φιλι
pore Albinelech in inscriptione dictus est, communi στείμ διά της θυρίδος, είδε παίζοντα τον Ισαάκ
regni nomine. Verum Anclius nomen traditum ab B μετά Ρεβέκκας. Ούτως ούν και νυν κατά τους χρό
historia est , quod scilicet ei privatim a nativitate νους Δαβίδ 'Αβιμέλεχ είρηται εν τη επιγραφή, το
impositum esset. Itaque coram hoc immutavit fa - κοινόν της βασιλείας όνομα. Αγχους δε παραδέδοτα:
cienm sum, asportatus manibus servoruno, et obstre- υπό της ιστορίας, όπερ ιδίως ήν αυτώ εκ γενετής
pens ad portas civitalis , distillansque, inquit, sali- επικείμενον. Επί τούτου τοίνυν ήλλοίωσεν εαυτού
Yanm suamin Darlain : ita ut diceret Anclius ad fa- το πρόσωπον , παραφερόμενος εν ταις χερσί των οικε
nulos : Οuare adduxistis eunt ad me ? Nuin ego opus των, και ψοφών παρά τας πύλας της πόλεως , και
habeo commitiali τηorbo correptis ? quippe introlux - καταρρέων (57), φησί , τα σιελα αυτού επί τον πύ
slis eum, ut morbo conmiliali coram me corriperetur. γωνα • ώστε ειπείν τον 'Αγγους τοίς παισι - Τί είσ
Ει sic illiuc linissus, silvum se recepit, inquit , in εφέρετε αυτόν πρός με ; Μή επιδέομαι επιληπτων
speluncam Odollarn 13. 1gitur languarm ex Diagno εγώ, ότι εισηνέγκατε αυτόν επιληπτεύεσθαι επ' εμέ;
periculo elapsus, hanc gratiarunι actionem rependit Και ούτως απολυθείς εκείθεν, διεσώθη, φησίν, εις το
suo liberatori Deo. VERs. 2. Benedicam Dominum, σπήλαιον Οδολλάμ. Ως ούν εκ μεγάλου κινδύνου
inquit , in omni tempore. Ereplus ex morte , quasi διεκφυγών (38), ταύτην αναπέμπει την ευχαριστίαν
terminos vitae sibi ipse prescribit , suamque ani- τω δυσαμένω αυτόν Θεώ. Ευλογήσω, φησί , τον Κύ
mam instituit ac format ad accuralius vivendi ge- C ριον εν παντί καιρώ. Διεκφυγών εκ του θανάτου,
nus, adeo uι nullo tempore benelictionem inleriniz οίον όρους εαυτώ τίθεται της ζωής, τυπών εαυτού
tat, sell rerum tum magnaruin tum parvarum princi- την ψυχήν προς το της πολιτείας ακριβές" ως μη
pίum referat in Deum. Non existimabo , inquit , dili- δένα καιρόν διαλιμπάνειν της ευλογίας, αλλά και μεγά
gentia mea quidquain fieri ; neque fortuito concursu λων και μικροτέρων πραγμάτων επί τόνΘεόν αναφέρεις
contingere,sed In omni tempore benedicam Dominum; την αρχήν. Ουχί ηγήσομαι, φησί, κατά την εμαυτού
nonin vile solum prosperitate , sed in temporibus επιμέλειαν γίνεσθαι, ουδε εκ της αυτομάτου συντυχίας
etiam adversis atque calarmilosis. Ηinc edoclus Pau- συμβαίνειν, αλλ' εν παντί καιρώ ευλογήσωτον Κύ
Ius, ait : Semper gaudete, εine intermissione orate,in ριον , ουκ εν ταις ευημερίαις μόνον του βίου, αλλά και
omnibus gratias agile 15. Videll' quanta fuerit cliari- εν τοις περιστατικούς καιρούς. 'Εντεύθεν μαθητευθείς
las viri? Μ :alorum assiduilalem animo inίquo non ο Απόστολος, Πάντοτε, φησί, χαίρετε, αδιαλείς
ferelat , can non solarm ex petria pulsus, el a co- πτως προσεύχεσθε, εν παντί ευχαριστείτε. Ορίς
gnalis (Iomesticisque sejunctus , ac Donis spoliatus : ήλίκη του ανδρός η αγάπη ; Ουκ απεδυσπέτει προς
veruin etiam cum hostibus esset per viin traditus , την συνέχειαν των κακών, ότε ου (39) μόνον πατρίδες
ita οι fere ab eis meinluratim dilaniarelur . Νοιι dixit: απελήλατο, και συγγενείας, και οικείων, και κτημά
Ouousque malorun assiduitas ? non despondil ani - P των , αλλά και τοις πολεμίοις παραδοθείς υπό της
num propter a flictionis 144 prorogationein , haud ανάγκης, μικρού διασπάσθαι παρ' αυτών έμελλεν.
ignorans, Quod fribulalio patientiam operatur, pα- Ουκ είπε · Μέχρι τίνος και συνέχεια των κακών ; ουκ
lientia autem probationem , probatio vero spem 18. άπεδυσπέτησε προς την παράτασιν της θλίψεως, εί
10 II. Reg. 1, 1. 11 Gen. ΧΧι , 22. 15 Gen. ΧΧνι , 8. 101 Reg. ΧΧΙ , 13 ; XXII, 1 . 1• 1 Thess. V, 16, 18.
15 Rol. V, 3 , 4.
(55) Illud, tñs topoenteias, deest in Rrg . Ierlio. Pater gravissimus adumbrari vult sanctissimam Eu
Stalin Rey . secundus rursus tepoonyópeuto. charistiam , quando videlicet Dominus in ultima
(56 ) Sic inss . qualvor. In editione Paris. ponitur cæna se ipse suis inauibus tulit.
articulus ante 'Αβιμέλεχ. Aliquanto post Reg. se (57) lia movein mss. cum editione Basil . Editio
cundus είρηταιεν τη Γραφή . Sed scripturam veram vero Paris. κατέρρεον.
Év tñ ŠTtlypas prixleri quoque in piargine . Infri, (58) Nonnulli mss. Olaguyúv. Slalim septem mss.
ubi legitur παραφερόμενος, etc., sic editumest apιιι ΓΟrsus διαφυγών εκ του.
LΧΧ : παρεφέρετο εν ταις χερσίν αυτού . Unde Au- (59) ΙReg. Secundus ότι ου .
gustinus ; Ferebatur in manibus suis : quibus verbis
535 I:OM :LIA IN PSALMUM XXXIII. 35!

υπομονή δοκιμήν, η δε δοκιμή ελπίδα. Το όντι alimenta ac exercitationes sunt bene preparatis al.
γάρ τοίς καλώς παρεσκευασμένους αι θλίψεις οιονεί que instructis : quae athletam ad paternam glorian
τροφαί τινές εισιν αθλητικαί και γυμνάσια, επί την delucunt; si quando conviciis impetiti benedixeri
πατρώαν δόξαν τον αγωνιστήν προβιβάζουσαι · όταν mus, blasphemiis lacessili obsecraverimus, diverali
λοιδορούμενοι ευλογώμεν , βλασφημούμενοι παρακα egerimus gratias, aMicli in :Miccione gloriati fueri
λώμεν, καταπονούμενοιευχαριστώμεν, θλιβόμενοι επί mus 16. Turpe enim est nos benedicere in rebus se
τη θλίψει καυχώμεθα. Αισχρόν γαρ ευλογείν μεν cundis, silere vero in tristibus ci adversis.Imo tunc
ημάς επί τοις χρηστοτέροις, σιωπάν δε επί τοις σκυ - etiam gratites uberiores agere oportet, cum noveri
θρωποτέροις και επιπόνοις πράγμασιν. 'Αλλά τότε nus quod Quent diligii Dominus, castigαι ; Παgellat
και πλέον ευχαριστείν δεί, ειδότας, ότι " Ον αγαπά ακtent omnem flium guem recipit 11. Semper laus
Κύριος παιδεύει μαστιγοι δε πάντα υιον όν πα- εjus in ore mco. Videtur proplieta id quod deri non
ραδέχεται Διαπαντός ή αίνεσις αυτού εν τω potest, polliceri. Quomodo enim semper aus Dei in
στόματί μου. Δοκεί αδύνατον τι επαγγέλλεσθαι o ore hominis esse polest ? Cum consuela et ad vite
προφήτης. Πώς γαρ διαπαντός ή αίνεσις του Θεού εν usum spectantia colloquia finci , in ore laudem Dei
το στόματι ανθρώπου ( 0) είναι δύναται ; "Οτε δια- Β non halbet. Cum dormit, onlino silebit. Quomodo
λέγεται τάς συνήθεις και βιωτικές ομιλίας, ουκ έχει vero edentis aut Dilbentis os laudem Dei depromet ?
τον αίνον του Θεού εν τω στόματι. "Οτε καθεύδει, Ad Ιιοc respondemus, quoddam etiam esse hominis
σιωπήσεται πάντως. Εσθίοντος δε και πίνοντας πως interui spirituale 08 atque intelligibile, quo nutritur,
ενεργήσει το στόμα την αίνεσιν ; Προς δή τούτο λέ- daim verbum File recipίt, qui est penis, qui de celo
γομεν, ότι έστι μέν τι και νοητον στόμα του ένδον descendit 18. De illo ore etiam Propheta loquitur :
ανθρώπου, ώ τρέφεται (61) μεταλαμβάνων του λόγου Os meum operui et attrari spiritum ». Hortatur nos
της ζωής, ός έστιν άρτος εκ του ουρανού καταβάς. etiam Dominus, ut omplum os habeamus, quo co
Περί εκείνου του στόματος και ο Προφήτης φησιν piosius uberiusque alimenta veritatis accipiamus.
ότι: Το στόμα μου ήνοιξα , και είλκυσα πνεύμα. Ditata enim, inquit, os tuum, et implebo illud 10.
Εκείνο και ο Κύριος προκαλείται ημάς ευρύχωρον Itaque Dei cogitatio semel impressa , el quasi in
έχειν εις υποδοχήν αφθονωτέραν των τροφών της precipua anime parte obsignala, Iaus Dei appellari
αληθείας. Πλάτυνον γιρ, φησί, το στόμα σου, potest, semper in anima insidens. Polest autem ct
και πληρώσω αυτό. Δύναται ούν ή εντετυπωμένη juxta apostolicam admonitionem vir probus omnia
άπαξ και οιονεί (62) εσφραγισμένη τώ ηγεμονικό της , agere au Dei gloriam, ita ut aclio omnis , omneque
ψυχής περί Θεού έννοια αίνεσις ονομάζεσθαι Θεού , verbum, el spiritualis omnis operatio vim laudis
διαπαντός ενυπάρχουσα τη ψυχή. Δύναται δε και, otineat. Sive enim edit justus , sive bibit , omnia
κατά την αποστολικήν υποθήκην, ο σπουδαίος πάντα in Dei gloriam facit 1". Εo lorimiente, cor vigilat
ποιείν εις δόξαν Θεού, ώστε πάσαν πράξιν, και πάν juxta eum, qui in Cantico canticorum dicit : Ego
βήμα, και πάσαν ενέργειαν νοεράν, αινέσεως επέχειν dormis , et cor meum vigilar . Elenimvisae in somnis
δύναμιν. Είτε γάρ έσθίει ο δίκαιος, είτε πίνει, πάντα species sunt non raro diurnarum cogitationumima
εις δόξαν Θεού ποιεί. Τού τοιούτου καθεύδοντος ή gines.
καρδία έγρήγορες, κατά τον ειπόντα εν τω "Ασματα των ασμάτων: 'Εγώ καθεύδω, και η καρδία μου
γρηγορεί. Ως γάρ επί πολύ τα καθ' ύπνον φαντάσματα της μεθημερινής εννοίας έστιν απηχήματα.
2 . Εν τω Κυρίω επαινεθήσεται η ψυχή μου. 2 . VERS . 3 . In Domino laudabitur anima mea .
Μηδείς, φησί , την εμήν έπίνοιαν , καθ' ήν διεσώθην Nullus, inquit, mearn industriam, per quano e peri
εκ των κινδύνων, επαινείτω. Ου γαρ εν δυνάμει αν- culis incolumis evasi , lauder. Neque enim in polen
θρώπου, ουδε έν (63) σοφία, αλλ' εν τη χάριτι του tia hominis, neque in sapientia , sed in Dei gratia
Θεού έστιν η σωτηρία. Μή καυχάσθω, φησίν, ο πλού- , salus est. Non glorietur, inquit, dives in divitiis suis,
σιος εν τω πλούτη αυτού, μήτε ο σοφός εν τη ° neque sapiens in sapientia suα, neque fortis in forti
σοφία αυτού, μήτε ο ισχυρός εν τη ισχύϊ αυτού· ιudine suα : sed in hoc glorietur qui gloriatur, quod
αλλ' ή έν τούτω καυχάσθω ο καυχώμενος , εν το intelligit et cognoscit Dominum Deum suum 11. Vides
συνιείν και γινώσκειν Κύριον τον Θεόν αυτού. quomodo Apostolus adjadores Evangelii lauder ?
“Οράς τον Απόστολον πώς τους συνεργούς του Ευαγ. Qui est conservus et minister vester in Domino 16. Si
γελίου επαινεί ; " Ως εστι σύνδουλος και διάκονος quis autem ob corporis elegantiam, aut parentum
υμών (64) εν Κυρίω. Εάν μέντοι τις επί σώματος claritudinem laudatur, non in Domino laudalur
16 Cor . IV, 12, 13. 17 JHebr. x1, 6. 16 Joan. VI , 35. 19 Psill. CΧVΙΙ, 131. • Psal. LΧΧΧ, 11. 111Cor.
3 , 51. 15 Cant. v, 2. 10 Jeren. IX, 23, 24. 16 Coloss. IV , 7 .
(60) Multi mss. ανθρώπου sine articulo. Editi του (63) Editio Paris . ή εν. Αι quinque mss. ουδε
ανθρώπου. εν.
(61 Νonnulli mss. Ο τρέφεται. Αlii mss. cum editis (64) Editio Paris . cum Colb. sexιο διάκονος ημών,
et ila legeral interpres, minister nosier. Editio veru
" (69 ) Nonnulli mss. οιονεί. Editi οίον. Ιbidem Reg. Basil. ei octo mss. διάκονος υμών, recle.
Certius ένεσφραγισμένη.
Patrol. GR. XXIX , 12
535 : S. BASILII MAGNI 356
anima ipsius : sed quisquis Ialis est, in vauitate A κάλλει, ή γονέων περιφανεία επαινείται, ουκ εν Κυ
constituitur. Neque enim mediae artes laudem vere ρίω επαινείται αυτού η ψυχή, αλλ' εν τη ματαιότητά
merentur : gubernatores , medici, oratores aut ar- εστι των τοιούτων έκαστος. Ουδέ γάρ αι μέσαι τέ.
chitecti, qui urbes, aut pyramides, autlabyrinthos, χναι (63) το αληθινώς επαινετόν έχουσι, κυβερνήται,
aut aliam quamdam sumptuosam ac superliam eli- ιατροί, ρήτορες, η αρχιτέκτονες πόλεις οικοδομούντες
ficioruminoleum exstruunt. Ob haec qui laudantur, η πυραμίδας, η λαβυρίνθους, ή άλλας τινάς δαπανη
Πο: in Domino sual liabent aniznam. Satis est no. ράς ή υπερόγκους οικοδομημάτων κατασκευάς. Οι
Dis ad omnein dignitalein, auti Domini servos 10- επί τούτοις έπαινούμενοι, ουκ εν Κυρίω (66) έχουσε
minari. Nunquid enim qui regi 145 famulatur , se την έαυτών ψυχήν. Αρκεί ημίν προς άπαν αξίωμα
ideo jactabit quod in loc aut in illo ministerii or - το τηλικούτου Δεσπότου δούλους ημάς ονομάζεσθαι.
dine collocatus est : φui vero dignus habitus est quί Ου δή του γάρ βασιλεί μέν τις υπηρετών μέγα φρο
Deo serviat , aliunde laudes sibi excogitabit, quasi νήσει, διά το εν τήδε τη τάξει της υπηρεσίας τε
d omnem glorie splendorisque cumulum appellatio τάχθαι: Θεώ δε καταξιωθείς λατρεύειν, αλλαχόθεν
Domini sibi non sufficient ? In Domino igitur lauda- τους επαίνους εαυτο περινοήσει , ώς ουκ ά κούσης
bitur anima mea. Αudiant mansueli, el telentur. αυτό της επικλήσεως του Κυρίου προς πάσαν δόξης
Quandoquidem sine prelio , inquit, ex sola faciei B και περιφανείας υπερβολήν; Εν τω Κυρίω ούν έπαι
inmanulatione inimicis per Dei auxilium deceptis , rεθήσεται η ψυχή μου. 'Ακουσάτωσαν πριείς,
inibi para salus est : Audiant mansueti, feri posse και ευφρανθήτωσαν . Επειδή άνευ πολέμου , στσι,
ut el quiescentes erigant Cropeum, et minime pu- κατωρθώθη μοι (67) ή σωτηρία εκ μόνης της κατά
gnanles, viciores declarentur : Ει Ιαlentur, ad imall- πρόσωπον αλλοιώσεως , διά της του Θεού συνεργίας
suetudinemamplectendam meo exeioplo conβrinati . απατηθέντων των πολεμίων: Ακουσάτωσαν πραείς.
Hoc enim accepi muneris a Deo, quod mansuetudi- ότι δυνατόν και ησυχάζοντας εγείρει τρόπαιον, και
nein implevi. Memento, Domine, David , et oninis uen uayouévous vixntas å tropavošva :• Kalεuepur
mansuetudinis ejus ". Maxima enim virtutumn, τηan- θήτωσαν, βεβαιούμενοι εις την πραότητα των κατ'
suetudo est, quapropier et inter Deatitudines adnu- εμε υποδείγματι. "Έλαβον γάρ ταύτην την χάριν
meratur. Beati enim, inquit , miles, quonians ιμεί μου· παρά Θεού , επειδή κατώρθωσα την πραότητα. Μνή
εidebunt terram 16. Nam terra illa, calestis Jeru- σθητι, Κύριε, του Δαβίδ και πάσης της πραότητος
salein, εpolium non est pugna:ilium : sed equani αυτού. Μεγίστη γάρ των αρετών η πραότης : διο
morum ac mansuelorum virorum ligereditas proρο- και τοίς μακαρισμούς εγκατείλεκται. Μακάριοι γάρ,
nitur. Ilerm autem valei hoc, Audiant manoueli, al- , φησίν, οι πραείς , ότι αυτοί κληρονομήσουσι την
que illud , Audiant Christi discipuli. Fortassis autem “ γην. Εκείνη γάρ ή γή, η επουράνιος Ιερουσαλήμ, ου
propletice νult miraculum beneficii a Deo in se γίνεται των μαχομένων λάφυρον, αλλά μακροθύμων
collati ad nos usque pervenire . Audiant enim φui και πραϋπαθών ανδρών πρόκειται κληρονομία. Ίσαν
multis post generationibus futuri sunt discipuli δε δύναται το, 'Ακουσάτωσαν πραείς , και το , Ακου
Christi. Siquidem nos nominavit mansuelos , qui σάτωσαν (68) οι Χριστού μαθηται. Τάχα δε προ
Due Dominus ait : Discile a me quia mitis summ et φητικώς βούλεται μέχρις ημών διαβήναι το θαύμα
humilis corde 11. Qui enim sedatis sunt moribus, της του Θεού εις αυτόν ευεργεσίας. 'Ακουσάτωσαν
el ab omnii cominotione liberi, adeo ut nulla insit γάρ οι πολλαίς ύστερον γενεαίς γενήσεσθαι του Χρι
in eorum animis perturbatio ,ii mansueli appellan- στου μαθηταί μέλλοντες. Τούτους γάρ ώνόμαστε
tur. Quapropier etiam Moyses supra omnes homi- πραείς, οίς ο Κύριος διαλέγεται• Μάθετε απ' εμού ,
nes lerræ mansuetus fuisse perhibetur 28. ότι πραΐς είμι (69) και ταπεινός τη καρδία. Οι
κατεσταλμένοι τα ήθη και παντός πάθους απηλλαγμένοι , ώς μηδεμίαν έχειν ταραχήν ένοικούσαν αυτών
ταις ψυχαίς, ούτοι πραείς προσαγορεύονται. Διό και Μωϋσής μεμαρτύρηται πραύς είναι παρά πάντας
ανθρώπους επί της γης.
3. VERς. 4. Magnifcate Dominum mecum. Con- D 3. Μεγαλύνατε τον Κύριον συν έμοί. Πρέποντα
venientem sibi cliorum ad Dominuin glorificandum εαυτώ χορόν εις δοξολογίας του Κυρίου παραλαμβά.
11 Psal. CXXXI, 1 . 16 Μatth. V , 4. 17 Mattl . X1 , 29. 18 Nun. Xu, 3.
(63) Editio Basil. cum Colb. 1ertio αι εν μέσω τέ- τροι ή ρητορες.
yval. Alii decein inss. el Calena Corder. ai ués (66 ) lia seplem mss. Nec aliter legisse videlne
obyvai : quæ eadem lectio legitur quoque in margine interpres, qui verteril : in Domino . Editi cum Rex .
Coib. Ieriii. Sed cum illuil, téyvai, non probarelur quario y Xpisto . Ilic pro uxov suspicalur Cona
Ducæo, ex eo texvitaleffecit, el ila in ellilione Paris. Delisius legeiidum xayynorv , allt aivedly : sed ejus
edendum curavit. Nos vero scripturam eam , quie conjecturam codex nolius lielur.
tol librorum auctoritale confirmaretur, retinendall (67) Nonnulli mss. xatwpoon you. Alij mss. cloist
esse judicavimus. Nec Combelisio quoque Duceana editis κατωρθώθη μοι.
emendatio magis placuil. Postquain eniin in medium ( 68) Για Iss. olo, Elili vero δύναται τω, 'Αχου
protulit inulia, quibus falsa illa Scriptura infirmari σάτωσαν πραείς και ευφρανθήτωσαν, το, 'Ακουσά
possit, notain suam cuncludil his verbis : Nihil eryo, TwJIV .
inquit, violenie ab artibus ad artifices Iransil Basie (69) Nonnulli inss. Őt! Tupãós eljl.
lius, sed docle ac rhetorice. Mox miss. aliqul ola
357 HOMILJA IN PSALMUM XXXIII. 558
νει. Μηδείς ταραχώδης, μηδέ τεθορυβημένος , μηδε εκ A assumil. Nenio turbulentus, nemo perturbatus, nec
των παθών της σαρκός την ψυχήν παροιστρών (70) quisquam qui carnearum afectionum estro exali
εγκαταμιγήτω μοι· αλλ' υμείς οι πραείς , οι τό βεβη- mulet animan, mihi adjungatur : sed vos mansueti
κός και ευσταθές της ψυχής κατωρθωκότες, το δε qui stabilitatem armitatemque animi consecuti estis,
νωθρόν και υπνώδες προς τας των καθηκόντων ενερ- socordiamautem ac soporem ad officia essequenda
γείας αποσειόμενοι, υμείς μεγαλύνατε τον Κύριον excussistis, vos magnificate Deminum mecum. Ma
συν έμοί. Μεγαλύνει δε τον Κύριον και μεγάλη διανοία gorical autem Dominum is , qui magna mente , et
και γαύρο το φρονήματι και επηρμένο τους υπέρ elaio ac erecto spiritulentationes pro pietate swsti
της ευσεβείας πειρασμούς υπομένων. "Επειτα δε net. Deinde etiam, qui magno animo et profundis -
και ο μεγάλη τη διανοία και θεωρήμασι βαθυτάτους simis couleuplationibus magnitudines creationis
τα μεγέθη της κτίσεως καθορών, ίν'εκ του μεγέθους considerat, ut ex magnitudine creaturarum et pal
και της καλλονής των κτισμάτων τον γενεσιουρ chritudine orlus earum auctorem contemplelur.
γών ( 71) αυτών θεωρήση. " Οσω γάρ τις επι πλείον Quando enim quis altius penetral rationes, quibus
εμβαθύνει τους λόγους καθ' ους γεγένηται τα όντα, condila sunt ac reguntur universa, tanto imagis Do
και καθ' ους οικονομείται, τοσούτω μάλλον θεωρεί nini magnificentiam speculatur, et quantum in 18
την μεγαλοπρέπειαν του Κυρίου, και το όσον εφ' Β est, Dominum magnifcat. Quoniamigitur una mens,
εαυτώ , μεγαλύνει τον Κύριον. Έπει ούν εις νους el unius viri meditatio ne ad breve quidem tempus
και ενός άνδρός μελέτη , ουδε προς βραχύ αυταρκεί sufficit ad magnifica opera Dei comprehendenda .:
προς την των μεγαλείων του Θεού κατάληψιν, πάντας omnes simul mansuelos ad hujus actionis societa
όμου τους πραείς εις την κοινωνίαν ταύτης της ενερ. lem assumit. Oportet enim ab externis lumultibus
γείας παραλαμβάνει. Δεί γάρ τασαν σχολήν άγειν omnino 146 vacare , et onini quiete in abscondito
από θορύβων τών έξωθεν, και πάσαν ήσυχίαν εν τω cordis recessu constitula, tum demum veritatis con
κρυπτώ της καρδίας βουλευτηρίω ποιήσαντα, ούτως templationi animum adjicere. Audis condientem
επιβάλλειν τη θεωρία της αληθείας. Ακούεις του peccatum , quid dicit ? Turbalus est ab ira oculus
εξομολογουμένου την αμαρτίαν, τι φησιν ; 'Ετα- meus 10 . Νοn autem ira solarm, sed concupiscentia
θαλμόν ψά και επιθυμε
ράχθη από θυμού ο οφθαλμός μου. Ού μόνον δε etiam et timidilas, et invidia oculum anime con.
θυμός , αλλά και επιθυμία, και δειλία, και φθόνος turbat ; et in universum, commotiones omnes aciem
οφθαλμόν ψυχής έκταράσσει και άπαξαπλώς πάντα animi atque perspicacitatem confundunt ac pertur
τα πάθη συγχυτικά και έκταρακτικά του διορατικού Danl. Ει quemadmoduin deri non potest ut accurate,
της ψυχής εστι. Και ως ου δυνατόν τεθολωμένο oculo furbato deprehendantur visibilia : sic etiam
οφθαλμώ ακριβή λαβείν των κρατών την κατάληψιν, & turbato corde, ad veritatis contemplationem incom
ούτως ουδέ τεθολωμένη καρδία τη κατανοήσει της bere non possumus. Secedere igitur oportet a mundi
αληθείας επιβαλείν. 'Αναχωρήσαι ούν δεί τών του rebus, et neque per oculos, neque per aures, neque
κόσμου πραγμάτων, και μήτε δι' οφθαλμών, μήτε per alium ullum sensurn cogitationes alienasin ani.
δι' ώτων, μήτε δι' άλλης τινός αισθήσεως επεισάγειν mam introducere. Que enim ex carnis elatione ex
αλλοτρίους λογισμούς τη ψυχή. θορύβων γάρ ασιγή- oriuntur bella, tumultibus continuis etinplacabilibus
των και στάσεων αδιαλλάκτων αναπιμπλώσι τα έν- seditionibus interiora complent. (VERs. 3.) Esquisini
δον οι τού φρονήματος της σαρκός επανιστάμενοι πό- Dominum, ι εταudisit me. Hec , inquit , audiant
λεμοι. Εξεζήτησα τον Κύριον, και επήκουσέ μου. mansueli, quod ego difficili illo tempore cum omnis
Ταύτα , φησίν, άκουσάτωσαν οι πραείς, ότι εγώ εν inimicorum ira moveretur contra me , omnisque
τω καιρώ εκείνω τα χαλεπώ, ότε πάς μεν θυμός των manus adversus me armaretur, ego vero nudus et
μνησικακούντων εκινείτο ( 72 ) κατ' εμού, πάσα δε intermis ad omne supplicium perferendum expositus
χειρ επ' εμέ ωπλίζετο , γυμνός δε εγώ και άοπλος liostibus essem, non tanien ιunc confusus sunanimo
έτοιμος εις πάσαν αικίαν εξεχειμην τους πολεμίοις, pre timore, non sum a Dei cogitatione avocatus ,
τότε ου συνεχύθην τους διαλογισμούς τω φόβω, ουκ η non salutem meam desperavi, sed equisini Domi
εξεκρούσθην έκ τής του Θεού εννοίας , ούκ απέγνων ηum. Non quesivi solum simplici quadam et tem
της εμαυτού σωτηρίας, αλλ' εξεζήτησα τον Κύριον poraria in Dominuin spe , sed exquisivi . Elenim
Ουχί εζήτησα μόνον απλήν τινα και χρονικήν προς euphasis verbi crquirere amplius quiddarn signia
τον Κύριον ελπίδα, αλλ' εξεζήτησα. Πλείον γάρ τι(73) cat , quam verbum querere, quemadmodum elian
δηλοί παρά το ζητήσαι η έμφασις του εκζητήσαι, perscrutalio plus dicit guam scrutatio. Defecerunt
ώς και παρά την έρευναν η εξερεύνησις . 'Εξέλιπο» εnim perscrutantes perecrutationes *. Μultumigitur
γάρ εξερευνώντες εξερευνήσεις . Πολλήν ούν τινα olii ac tranquillitalis exhibet hic sernmo per illam
σχολής και αταραξίαν ο λόγος παρίστησι διά της exquisitionem.
εκζητήσεως.
15 Psal. γι 8. 10 Psal. LXIII , 7 .
(70) Sic multi mss. Αι editi έμπαροιστρών. (72) Reg . Lerlius èxexlvnto. Mox Reg . tertins in
(71) Nostra editio Paris. operarum oscilantia γεν . contexια λογισμούς, η Margine vero διαλογισμούς.
νεσιουργόν pro γενεσιουργόν, uti in mss. legitur. ( 73) Ιta multi mss. Editio vero Paris. γάρ τοι,
Stalin Reg. Secundus τοσούτον μάλλον. Slatim Reg. secundus Ethel TOY.
 539 S BASILII MAGNI 360
4. Ει ex omnibus tributationibus meis eripuit A 4. Και εκ πασών των θλίψεών μου ερρύσατο
me . Toto justi villa in addictionibus posita est, et με. Πάσα ή του δικαίου ζωή τεθλιμμένη εστί, και
Arctα αιφue angusta est via 11 ; el Muliα tribu- Στενή και τεθλιμμένη η οδός " και, Πολλαι αι
Iationes justorum ". Ιdcirco el Apostolus ait : Τη θλίψεις των δικαίων. Διά τούτο και ο Απόστο
omnibus alicti *; et, Quoniam per mulias tribu- λός φησιν, Εν παντί θλιβόμενοι και, "Οτι διά
Iationes oportet nos intrare in regnum Dei 34. Life:- πολλών θλίψεων δεϊ ημάς εις την βασιλείαν του
ral autem ex tribulatione sanctos suos Deus , υοι Θεού εισελθείν. Ρύεται δε εκ θλίψεως τους αγίους
quod illos citra probationem relinquat, sed quod αυτού ο Θεός, ουκ αδοκιμάστους αυτούς καταλιμπά
patientiam ipsis largiatur. Νam si Tribulatio pα- νων, αλλά την υπομονήν αυτοίς χαριζόμενος. Ει γάρ
tientiam operatur, patientia vero probationem 8, φuί Η θλίψις υπομονήν κατεργάζεται, ή δε υπομονή
tribulationerm deirecial, probatioue se ipse privat. δοκιμήν · και την θλίψιν αφαιρούμενος της δοκιμής
Quemadmodum ergo nemo coronatur sine adversa- εαυτόν απεστέρησεν. Ως ούν ουδείς στεφανούται άνευ
rio : sic neque probalus quisquam pronuntiari μο- ανταγωνιστού , ούτως ουδε δόκιμος αποφανθήναι δύ
test, nisi per tribulationes. Es omnibus igitur fri. ναται ει μη (74) διά θλίψεων. Εκ πασών ούν των
bulationibus meis me cripuit, non quod divexari ple θλίψεων ερρύσατό με, ουχί μή εών με θλίβεσθαι ,
non sinat, sed quod cum lentatione exituoi etiam B αλλά συν τω πειρασμό και την έκβασιν , του δύνα
praebeat, adeo ut ferro valeam 16. (VERS. 6.) Acceline σθαι (73) υπενεγκείν , χαριζόμενος. Προσέλθετε
ad eum, et illuminatini ; et facies vestre non con- προς αυτόν, και φωτίσθητε » και τα πρόσωπα
fundentur. Qui in tenebris et in unbra mortis se- υμών ου μη καταισχυνθη. Τοις καθημες εν
dent, eos horiatur ut ad Dominum accedant 21, ac σκότει και σκιά θανάτου, τούτοις παρακελεύεται προσ
radiis divinitatis ipsius appropinquent , ut ex ap- ελθείν τω Κυρίω, και εγγίσαι αυτού ταις ακτίσι της
propinqualione per veritatem illustrati, illustralio - θεότητος, ίν', εκ του προσεγγισμού ελλαμφθέντες τη
nem ejus per gratiam in se ipsos recipiant. Sical αληθεία, χάριτι τόν (76) φωτισμόν αυτού εις εαυτούς
enian liclux sensibilis non omnibus similiter exori- χωρήσωσιν. " Ωσπερ γάρ το αισθητόν τούτο φώς ου
tur,sed iis qui habent oculos,147 vigilantque , elsiue πάσιν ομοίως ανατέλλει , αλλά τους έχουσιν οφθαλ
ullo impedimento solis presentia frui possunt : ita μους, και εγρηγορόσι , και υπ' ουδενός κωλύματος
etiam justitiae sol 38, Vera Ius, quo illuminαι om- απολαύειν δυναμένους της του ηλίου επιδημίας ούτω
new hominem venientemin hunc mundum », non και ο της δικαιοσύνης ήλιος, Το αληθινόν φως, και
omnibus splendorerm suum largitur, sed iis , qui φωτίζει πάντα άνθρωπον ερχόμενον εις τον κό
dignam ipso vitam degunt. Lut enim, inquit, orta σμον , ου πάσι την εαυτού φαιδρότητα χαρίζεται , αλλά
est , non peccatori, sed justo 8. Uι enim ortus est τοις αξίως αυτού πολιτευομένοις . Φως γάρ , φησιν ,
sol, sed on vespertilionibus, nec aliis animalibus ανέτειλεν, ουχί τω αμαρτωλό, αλλά το δικαίω. Ως
DOcta ad pabulum proleunlibus : ita quoque Iux γάρ ανέτειλε μεν ο ήλιος , αλλ' ουχί (77) ταις νυχτε
sus quidem natura splendida est, ac i illuminaudi ρίσιν, ουδέ τοις άλλοις ζώοις τοις νυκτινόμοις · ούτω
predita ; non lanien omnes clarilalis ejus participes και το φως τη μεν εαυτού φύσει λαμπρόν εστι και
sunt. Sic et Omnis qui mala facit, odit lucem, et φαιδρυντικόν » ου πάντες δε αυτού της λαμπηδόνος
non venii ad lucem ut non manifeslentur ejus μεταλαμβάνουσιν. Ούτω και Πάς και τα φαύλα πράσ
opera N. Accedite igitur ad eumet illuminamini,ei fα - σων μισεί το φως , και ουκ έρχεται προς το φως ,
cies vestra non confundentur. Bealus, qui in die ίνα μη φανερωθή αυτού τα έργα. Προσέλθετε ούν
justi judicii Dei, cuo venerit Dominus ad illumi προς αυτόν και φωτίσθητε, και τα πρόσωπα υμών
andum abscondita tenebrarum, el manifestanlui ου μη καταισχυνθή. Μακάριος ο εν τη ημέρα της
consilia cordium , aususfuerit illam exaiminis lu- δικαιοκρισίας του Θεού , όταν έλθη ο Κύριος φωτίσα:
cem subire, ac reversus fueril non pudibundus, ex τι κρυπτά του σκότους, και φανερώσαι τάς βουλές
eo quod conscientiam pravis operibus contain:a. των καρδιών, τολμήσας υπό το φωςεκείνο των ελέγχων
tam non habeat. Qui enim nala patriarunt, in on- D γενέσθαι , και επανελθών ανεπαίσχυντος (78) το
probriain ac confusionem resurgent, in se ipsis αμόλυντον έχειν το συνειδος από πονηρών έργων. Οι
turpiludinem et formas peccatorum impressas in- γάρ τα φαύλα πράξαντες εις ονειδισμόν και αισχύνην
spicientes. Ει Γfortassis ea confusio, in qua ternun αναστήσονται , ενορώντες εν εαυτοίς το αίσχος και
vivent peccatores, liorrenda est magis, quam lene- τους τύπους των ημαρτημένων. Και τάχα φοβερω
31 Μαιο . νιι. 14. 31 Psal. Xxxl . 20. 33 II Cor. IV , 8. 3» Act. xιν, 21 . 88 Ron:. ν . 3 . 4. 16 ΙCor. Σ .
15. 17 Luc. 1, 79 . 38 Mal:ich. Iv, 2 . 38 Joan. 1, 9. 60 Psal . xcv , 1 . 1 Jonn. , 20. 451 Cor. , 5.
( 74 ) Editi et Reg . quarlus et Colb . seprimus el veriialis gralia illustrali. Al edili cum majori parte
μή. Αι deest ει in multis mss. Ιbidem Reg. tertius mss. ελλαμφθέντες τη αληθεία , χάριτι τον, etc.
διά θλίψεως. Slalim Reg. tertius et Colb. quintus (77) la quatuor mss. Evlilio vero Paris. & XX
ούν των θλίψεών μου. Αι deest μου in multis Diss. ου. Illud quod mox sequitur, φαιδρυντικόν, dupli
el in editis. cem habei intelligentiam . Nam viin illuminandi,
( 75) Editio Paris. τώ δύνασθαι. Sed quatuor mss. aut vim exhilarandi significare poiesi.
perinde atque textus sacer του δύνασθαι. (78 ; Scripluin inveniluir in margine Reg. secundi
(76 ) Colbertini primus el sextus cum Reg . Tertio dvaara !OXúvtws. Mox qualuor miss, čautois . Editio
ελλαμφθέντες τη της αληθείας χάριτι, τον, elc., Paris , αύτοϊς.
531 HOMILIA IN PSALMUJI X .XXIII. 302
τέρα του σκότους και του πυρός του αιωνίου ή αισχύνη A Dra et ignis eternus, cuum vestigia alinissi in carne
έστιν , ή μέλλουσι συνδιαιωνίζειν οι αμαρτωλοί , αεί peccati in molunm indelebilis cujusd:in tincture
εν οφθαλμοίς έχοντες τα ίχνη της εν σαρκί αμαρ- semper sint lialitari ob cculos : que perpetuo in
τίας, οιονεί τινος βαφής ανεκπλύτου, τη μνήμη της online eorum πιemoria permansura sunt. Pauro
ψυχής αυτών εις το διηνεκές παραμένοντα. Ολίγων rum autem est accedere al verani Iucem, ac reve
δε εστι το προσελθείν τω φωτί το αληθινό, και απο- lare, et post occultorum evelationen facie non
καλύψαι, και μετά την αποκάλυψιν των κρυπτών, μή confusa abire.
απελθείν αισχυνθέντας τα πρόσωπα. .
5 . Ούτος ο πτωχός εκέκραξε, και ο Κύριος είσ - 5 . VERS. 7. lic pauper clamavit , et Dominus
ήκουσεν αυτού. Ουκ αεί επαινετή η πτωχεία , αλλ' eraulicit eum. Non Semper laudabilis est pauper
ή εκ προαιρέσεως κατά τον ευαγγελικών σκοπόν κατ- tas, sed quo juxta evangelicum consilium ex liber.
ορθουμένη . Πολλοί γάρ πτωχοί μεν τη περιουσία , voluntate perficitur. Siquidem multi sunt pauperts,
πλεονεκτικώτατοι δε τη προαιρέσει τυγχάνουσιν· ούς Iacultates si species : al proposito avarissimi Stunt,
συχ η ένδεια σώζει, αλλ' ή προαίρεσις κατακρίνει. quos non salvat indigentia, sed: propositum con-
Ού τοίνυν ο ενδεής πάντως μακαριστός, αλλ'ο κρείτ- leinnat. Non igitur qui eget, continuo beatus pra
τονα ήγησάμενος των του κόσμου θησαυρών την εν- B dicandus est, sed qui Christi mandaluin inundi Elie
τολήν του Χριστού. Τούτους και ο Κύριος μακαρίζει Suris antiquius label. Hos el Donlinus beatos di
λέγων: Μακάριοι οι πτωχοί το πνεύματι» ουχ οι cit, «licens : Beati pauperes spiritu 8; non qui, quod
πένητες κατά την περιουσίαν, αλλ' οι την πτωχείαν ad facultales attinct, pauperes sunt, sed qui pau
εκ (79) ψυχής προελόμενοι. Ουδέν γάρτών άπροαιρέ- pertatem ex animo selegerunt. Quidquid enim vo
των μακαριστόν. Διότι πάσα αρετή, μάλιστα δε αύτη luntarini non est, Ventum dici non oportet. Νain
προ πάντων,τώ(80) εκουσίω χαρακτηρίζεται. Ούτος virtus omnis , el Ilac maxime, in primis libero ar
ούν, φησίν , ο πτωχός εκέκραξε. Τη δεικτική φωνή Diario ceu clairticlere insignitur. Ηic igitur, inquit ,
επί τον πτωχεύοντα κατά Θεόν, και πεινώντα, και ραμμer clamavit. Denmonstrativa voce ad paupercrm ,
διψώντα, και γυμνητεύοντα , την διάνοιάν σου προ. et esurientem, el silientero, et nudum secundum
καλείται • Oύτος ο πτωχός , μονονουχί δακτύλιο Deum , protrahilmenteni luam : Hic pauper, lantuna
δεικνύς: Ούτος ο μαθητής Χριστού. Δυνατόν και εις μου ligito ostenlens : lic Christi discipulus. Po
Χριστόν ανάξαι τον λόγον (81), ός , πλούσιος ών τή test et al Christum hic sermo referri , qui naturis
φύσει, διότι πάντα τα του Πατρός αυτού έστι , δι' lives cum esset, propterea good omnia bona Pa
ημάς επτώχευσεν, ίνα ήμείς τη εκείνου πτωχείας Iris ipsius sunt, propter nos pauper factus est , ut
πλουτήσωμεν. Σχεδόν γάρ παντός έργου του προάγον . " nos illius paupertale dilesceremus **. Elenim on
τος επί τον μακαρισμός αυτός ήρξεν ο Κύριος , πα - nem fere actionem que nos al beatitudinem provo
ράδειγμα τοις μανθάνουσιν εαυτόν προτιθείς 'Επάν- cat, Dorninus ipse auspicatus est, se ipsum propo
τκε επί τους μακαρισμούς, και έκαστον εξετάσας nens exeniplun discentibus. Reli ad beatitudines ;
ευρήσεις, ότι προέλαβε την εκ του λόγου διδασκαλίαν et singulis expensis, eum invenies operibus locuri
τοις έργοις . Μακάριοι οι πραείς . Πώς oύν μάθωμεν nam verli prevertisse. Beati omites . Quomodo
την πραότητα; Μάθετε απ' εμού, φησίν, ότι πράός igitur didicerinus 148 inansuetudinem? Discie α
είμι και ταπεινός τη καρδία . Μακάριοι οι ειρηνο- me, inquit, qμία ηuilis sumu et lumilis corde 6. Beats
ποιοί. Τις ημάς διδάξει το της ειρήνης καλόν ; Αυτός μαcifci 1. Qui nos docetit pacis Donum? Ipse ille
ο ειρηνοποιός, ο ποιών ειρήνην, και αποκαταλλάσσων pacificus, qui facit pacem, et reconciliat duos in
τους δύο εις ένα καινόν άνθρωπος » ο ειρηνοποιήσας unum novum liominen 8; qui pacilicavit per san
ουρανοίς είτε τα επί της γης. Μακάριοι οι πτωχοί. terra Sunt 9. Βeati pauperes **. Ipse est qui pouper
Αυτός εστιν ο πτωχεύσας, και κενώσας εαυτόν εν τη fuit, et se ipsum in forma servi exininivil *", ut nos
του δούλου μορφή , ένα ημείς πάντες εκ του πληρώ - O omnes ex ejus plenituline accipianus, et gratiain
ματος αυτού λάβωμεν, και χάριν αντί χάριτος. Ε : μro gratia 81. Si quis igitur a sancto el benigno Sμί
τις ούν, από του ( 82 ) αγίου και φιλανθρώπου Πνεύ- ritu duclus, in semelipso μου elatus, sed sese lu
ματος αγόμενος, μή φρονών εφ' εαυτώ, αλλά ταπει- nmilians, ut alios erallel, spiritu clamel magna ro
νών εαυτόν, ίνα τους άλλους υψώση, κράζοι το πνεύ gans, nec quidquam abjecluin alil bumile loqua
ματι τα μεγάλα ευχόμενος , και μηδέν μικροπρεπές ιur, ex eo quol terrena el inundana querat, lalis
μηδε ταπεινόν φθέγγοιτο εκ του τα επίγεια και viri claor a Domino exaudietur. Quisinam igitur
* Μatth. ν, 3. 6 II Cor. ναι , 9. 68 Matilh. ν, 5. * Μatth. Χ1, 29. * Μatth. ν , 9 . 68 Ephes. 11 , 13.
• Coloss . 1, 20. ** Μatth. ν, 3. 81 Philipp. 1, 7. 35 Jan. , 16.
(79) Reg. tertius oi thy greviav ÈX . Ibillem Reg. TOV Móyov, in quinque mss. non leuitur : sed repe
quarius ελόμενοι. Μox Reg. Ierlius ότι πάσα. rilor in Regiis quarto el sexto el in Colb . quinto
(80 ) Ita seplem miss., et ila legi oportere salis æque ac in editis.
porspicuum esl. Eiliti vero cuin Colb . quinto - (82) lia quinque mss. Editio vero Paris. Tada
λιστα δή πάντων τω. του .
( 81 ) Toιumillud, δυνατόν και εις Χριστόν ανάξα:
363 s. BASILII MAGNI 36!
auditionis dois est : Liberari ex omnibus tribula- Α κοσμικά ζητείν (85), του τοιούτου η κραυγή είσ
ionibus, adeo ut non sis 8oυcialus, non frangaris, ακουστή τω Κυρίω. Τί ούν το τέλος της ακοής; Το
Icque carnis afectai manciperis. Quis igitur nuolus ρυσθήναι από πασών των θλίψεων άτρωτον, μη υπο
per quem liberatur pauper ? (VERS . 8.) Castra melabi- κατακλιθέντα, μηδε δουλεύοντα το φρονήματι της
tur angelus Domini in circuitu finmentium eum, οι σαρκός. Τίς ούν και ο τρόπος δι' ου δύεται ο πτωχός;
cripiet eos . Interpretatus est quem dical pauperem, Παρεμβαλεί άγγελος Κυρίου κύκλο των φοβου
timentem videlicet Dominum. Ιdcirco φui timet, μένων αυτών, και ρύσεται αυτούς. Ηρμήνευσε τίνα
adhuc in servi ordine est : qui vero charilate per- λέγει τον πτωχόν, τον φοβούμενον τον Κύριον. Διότι
fectus est, jam ad alii dignitatem ascendiι. Ηinc o φοβούμενος έτι εν τη του δούλου τάξει εστίν. Ο δε
servus etiam pauper dicitur, propterea quod nihil υπό της αγάπης τετελειωμένος προς την του υιού
habet proprii : ilius vero jam dives est, quod ono- λοιπόν αξίαν ανέδραμε ( 84). Διόπερ ο μεν δούλος και
ruτη paternorum sit heres. Castra igitur metabitur πτωχός λέγεται , το μηδέν ίδιον έχειν · ο δε υιός
angelus Domini in circuits timentium eum. Assileu ήδη και πλούσιος , το κληρονόμος είναι των πατρι
angelus cuilibet in Dominum credenti, nisi nos i)- κών αγαθών. Παρεμβαλεί ούν άγγελος Κυρίου κύ
Ium operibus pravis abiganιus. Quemadmodumenim κλωτων φοβουμένων αυτόν . Παντί πεπιστευκότι
fumus apes fugat, et fetor columbas expellit : sic B εις τον Κύριον άγγελος παρεδρεύει, εάν μήποτε αυ
angelum vite nostrae custoderm lacryinabile ac gra - τον ημείς εκ των πονηρών έργων αποδιώξωμεν. Ως
veoleus peccatum abigit. Opera custodice angelice γάρ τάς μελίσσας καπνός φυγαδεύει, και τας περι
digna in tua anima si habeas, et mens in veritatis στεράς δυσωδία εξελαύνει ούτω και τον φύλακα της
couleuplatione dives in le inhabitel, ob divilias ζωής ημών άγγελον η πολύδακρυς και δυσώδης αφ

pulatores tibi et custodes constituit, Ιeque angelo- αγγελικής έργα , και νους πλούσιος εν τοίς της αλτ
rum communit custodia . Considera autem quanta θείας θεωρήμασιν ενοική σου διά τον πλούτος των
sit angelorum natura, quandoquidem exercitui ιοιι τιμίων έργων της αρετής, αναγκαίως φρουρούς σο!
el castris frequenti milite refertis angelus unus και φύλακας παρακαθίστησιν ο Θεός , και περιτειχί
comparatur. Propier magnitudinem igitur ejus quί ζει σε φυλακή αγγέλων. Σκόπει δε ήλίκη εστί των
te custodit, Dominus castra tibi impertil : propter αγγέλων ή φύσις · ότι όλω στρατοπέδω και παρεμ
fortitudinem vero angeli, tutela ipsius ceu muro βολή πολυανθρώπω παρεικάζεται και είς άγγελος . Διά
undelibet le munit. Νam illud, In circuitu, hoc ip- μεν ούν το μέγεθος του φυλάσσοντός σε παρεμβολήν
sun significat . Quemadmodum enim urbium nurio σου χαρίζεται ο Κύριος · διά δε την ισχύς του αγγέλου
in circuitu omni ex parte circumducti, undecunque οιονεί περιτειχίζει σε πάντοθεν τη απ' αυτού ασφα
hostium assaultus arcent : ita etiamangelus el pre- λεία. Τούτο γάρ σημαίνει το, Κύκλω. " Ωσπερ γάρ
nuit a fronte, et a tergo custodit , nec quidquam oι των πόλεων περίβολοι , κύκλω πάσαις (85) περι
utrinque incustoditum relinquit. Ea de causa Cα- κείμενοι , πάντοθεν τας των πολεμίων προσβολές
dent a Calere tuo mille , et decem millia a destris απείργουσιν · ούτω και ο άγγελος , και προτειχίζει
Iwis » ; ad to autem ne plaga quidem cujusquam εκ των έμπροσθεν, και οπισθοφυλακεί , και ουδέ τα
hostis appropinquabit , quoniam angelis suis manda - εκατέρωθεν αφύλακτα καταλείπει. Διά τούτο Πεσείς
bil de ie.
ξιών σου · προς σε δε ουδέ πληγή τινος τών (86) εχθρών έγγιεί, ότι τους αγγέλους αυτού εντελείται
περί σου.
6. VERS. 9. Gustate, ει υidele quoniam εμαυί: est 6. Γεύσασθε, και ίδετε ότι χρηστος ο Κύριος.
Dominus. Multis in locis observavitous, facultates Πολλαχού τετηρήκαμεν , ότι τοίς έξωθεν μέλεσιν
anirne iisdem nominibus atque externa membra ομωνύμως αι της ψυχής προσαγορεύονται δυνάμεις.
appellari. Cum autein Dominus noster panis verus sit, Επει δε άρτος εστίν αληθινός ο Κύριος ημών, και η
« t ejus caro verις cibus ; necesse est 149 volupta- σάρξ αυτού αληθής εστι βρώσις " ανάγκη την ηδονήν
tein Ietitiae panis per gustum spiritualerm in nobis D της ευφροσύνης του άρτου διά γεύσεως ημίν νοηττης
gigni. Quemadmoduin mellis natura non eque ser- εγγίνεσθαι. Ώς του μέλιτος ή φύσις ου τοσούτον το
mone, ac ipso gustus sensu exbilieri inexpertis po - λόγω δύναται παραστήναι (87) τοις απείροις, όσον
test : sic Tieque celestis verbi bonitas documentis απ' αυτής της κατά την γεύσιν αισθήσεως ούτως
clare exponi potest, nisi, dogmalibus veritatis dia- ουδε ή χρηστότης του ουρανίου λόγου εναργώς πα
tius examinalis, bonitalem Domini possimus nostra ραδοθήναι διδασκαλίαις (88) δύναται, εάν μή, τα της
» Psal. xc, 7.
(83 ) Sic seplem mss. Al cilili ypovely. Mox quin - (86 ) la quinque mss. Paulo aliter legilor in edi
ηue mss. από πασών. Eliί εκ πασών. Sullinde dis, Moc modo : προς σε δε ουκ έγγιεί ουδε πληγή
quinque mss. δουλεύοντα. Εliti δουλεύσαντα. Reg. τινος τών, etc. Reg. tertius προς σε δε ουδε πληγή
ομίntuς δουλωθέντα.
(84) Reg. secundus ενέδραμε. Reg. tertius έδρα με. Μox duo miss. επειδή άρτος .
Αlii mss. cum editis ανέδραμε . (87) Reg. quintus παραστήσαι, non ita recle.
( 3) Editi et tres mss. πάσαις. Αlii tres niss. τά (88) Sic septem mss. Editi διδασκαλίας λόγοις.
ση.
365 HOMILIA IN PSALMUSI XXXIII. 586
αληθείας δόγματα επί πλέον βασανίσαντες, δυνηθώ- A ipsorum experientia oppretiendere . Gue le pulena,
μεν τη οικεία πείρα την χρηστότητα καταλαβείν του inquit , non autem implearnini. Nam μιμες ουίdern
Κυρίου . Γεύσασθε δε , είπε, και ουχί εμπλήσθητε : ex parte cognoscimus, et per speculum ac per eni
διότι νύν μεν εκ μέρους γινώσκομεν , και δι' εσόπτρου gma videmus veritatem * : veniet autem tempις
βλέπομεν και αινίγματος την αλήθειαν· ήξει δέ ποτε cum praesens arrhabo, et hic gratiae gustus ad per
ότε ο νυν αρραβών, και το γεύμα τούτο της χάριτος fectam fruitionem nobis vertetur. Uι enim ii qui
εις τελειότητα ημίν της απολαύσεως καταντήσει, stomaclio 1:aborant nauseanique aversales cibos,
"Ωσπερδε οι στομαχούντες και οι κακόσιτοι, αποστρε- all hac molesta affectione curantur a medicis, si ap
φόμενοι τα σιτία , υπό των ιατρών θεραπεύονται το pelentiain excitent per quermdarm ciliorum appara
δυσάρεστον, διεγειρόντων τάς ορέξεις διά τινος επι- ιum ; adeo ut, sensu per illam condituram irritato,
τηδεύσεως της εν τοίς βρώμασιν, ώστε , υπό της κα- appelentia magis ac magis semper augealar : ita et
ρυκείας εκείνης ερεθιζομένης της αισθήσεως , αει in verbo veritatis, Ipsa, inquit, experientia ad insa
προς το πλείον (89) επιτείνεσθαι τάς ορέξεις ούτω liabilem apperitum vos semper provocabit. Ιdcirco,
και επί του λόγου της αληθείας, Αυτή, φησίν , υμάς ait, Gustate , υι beati silis seinper esurientes silien
ή πείρα προς το ακόρεστον της επιθυμίας αεί προσκα- lesque justitiam. Βeatus oir qui εμεrat in eum. Qui
λέσεται. Διά τούτο, φησι, Γεύσασθε,ένα μακάριοι γέ- 5 jugiler verbi desiderio teneur, in nulla re alia quam
νησθε αεί πεινώντες και διψώντες την δικαιοσύνην. Μα- in Domino sperm reponet.( VEns. 10.) Timele Domi
κάριος ανήρος ελπίζει επ' αυτόν . Ο αεί ενεπιθυμία πιm, omnes sancti ejus : quoniam non est inορία
ών του λόγου, επ'ουδέν έτερον θήσεταιτην ελπίδα ή επί 1imentibus cum. Νisi timor instituerit vitam no
τον Κύριον. Φοβήθητε τον Κύριον , πάντες οι άγιοι Stram,sanctimoniain corpore comparari non potest,
αυτού• ότι ουκ έστιν υστέρημα τους φοβουμένοις Contge, inquit, timore two carnes nucas 88 . Quem
αυτόν . Εάν μή φόβος παιδεύη ημών την ζωήν ( 90), adinodum enim qui clavis transfixi sunt, niembra
αμήχανον κατορθωθήναι τον αγιασμόν εν τω σώματι. corporis ad agendum innmobilia lialient : sic quo
Καθήλωσαν γάρ, φησί, εκ του φόβου σου τας ruin anima divino timore correpta est, ii omnem
σάρκας μου. Ως γάρ οι υπό των ήλων διαπεπαρ- perturbationen ex peccati afectionibus provenien
μένοι τα μέλη του σώματος ακίνητα έχουσι προς lein vitant. Timenti itaque non est inopia ; hoc est,
ενέργειαν, ούτως οι το θείο φόβω την ψυχήν κατει- qui per timoremab omni indecora el albsurda actio
λημμένοι πάσαν την εκ των παθών της αμαρτίας ne arcelur, ei nilil deest ad quamlibet virtutem,
ενόχλησιν διαφεύγουσι. Τω ούν φοβουμένο ουκ έστιν sed perfectus est, nullo bono humanae nature con
υστέρημα · τουτέστι, πρός ουδεμίαν αρετήν εστιν , venienti destitulus. Ut enim perfecles in corpore non
ελλιπής και υπό του φόβου από πάσης ατόπου πρά- est, cui aliqua pars necessaria desit, sed imperfe
ξεως κωλυόμενος, αλλά τελειός έστι, μηδενός των ctus est secundum eam quae deest partem: ita etiam
επιβαλλόντων τη ανθρωπίνη φύσει καλών απολειπό- φui vel unum preceptum aspernatur, propterea
μενος. Ως γάρ ουκ έστι τέλειος εν τω σώματι (91) o quod eo caret, imperfectus est juxta id quod de
έν τινι μέρει των αναγκαίων ελλιμπάνων, αλλ' ατε - ficit. Contra, qui perfectum timorem suscepίt, 10
λής εστι καθ' δ ελλείπει · ούτω και ο περί μίαν omnia timet circumspecio melu , nihil peccabit, cum
των εντολών καταφρονητικός διακείμενος , διά το nihil contemnat ; inopiam autem non experietur,
υστερείν αυτής, ατελής εστι κατά το ελλείπον. quoniam perpetuo ei adest timor in oninibus.
Ο δε τον τέλειον φόβον ανειληφώς , και πάντα καταστήσσων δι' ευλάβειαν, ουδέν μεν αμαρτή
σεται το μηδενός υπεροράν· ουχ εξει δε υστέρημα, τω επι πάντα διαρκώς παρείναι αυτό τον
φόβον.
7. Πλούσιοι επτώχευσαν και επείνασαν » οι δε D 7. VERS. 11. Diviles guerunt et courierunt; in
έκζητούντες τον Κύριον ουκ ελαττωθήσονται quirentes autenm Dominum non minuentur omni bono.
παντός αγαθού. Οικοδομείτω μεν ημάς και προς lic sermo abundantiae pecuniarie inconstantino
την καταφρόνησιν του σωματικού πλούτου ο λόγος , edocens, nos etiam ad corporales divitias spernen
το αβέβαιον της των χρημάτων περιουσίας εκδιδά - das adiicet. Νam facile dilabuntur diviliae, et in
σκων. Ευμετάπτωτος γάρ ο πλούτος, και οιονεί κύμα star unde vi ventorum Iue illuc solent difluere.
* ICοr.Σι, 12. * Psal.cχνη, 120.
( 89) Ιta quinque mss. Editi vero προς το πλεί. mentio, neque apud Ducæum , neque (quod equi
στον. dlem sciamı) apud quemquain alium . Suspicari for
(90 ) Nonnulli mss. qo6o ñuñv TALOE VEL thy lasse possit quispiam , unum aliquem librariuin
ζωήν. scriptum reperisse in aliquo codice èy, xew , in cor
(91) Editio Paris. τέλειος εν τω σώματι , perfectus pore , sed de suo , quod vilii aliquid subesse (also
11 corpore. Editio Basil. et nosiri undecim mss. té. existimarel, pro εν χρω posuisse εν τω Κυρίω,
λειος εν τω Κυρίω, perfectus in Domino. In quo pri. hincque faclum esse ut error ex uno coilice in alios
mun miror lectionem Basileensem , quam ineplis sese iransfuderil . Ul ut haec sunt, nihil in contexto
simam esse neno inficiabitur, in loi codicibus tam mulandum censuimus. Eo magis , quoll ad sensum
constapler reperiri : deinde, qua auctoritate , quove nihil referal, sive tv xpõ , sive èv rýciójati len
testimonio cditum sit a lypographis Parisiensibus év geris.
Bu sópati, cubi ejus lectionis susquaill ulla lial
 367 S. BASILIT MAGNI 368
Art forte etiam divileim dicit populunIsraeliticunι, Α υπό της ( 92 ) βίας των ανέμων άλλοτε προς άλλα με.
quorum est alloplio ac divinus cultus, quoruni sunt ρη πεφυκώς μεταρρείν. Και πλούσιον λέγει τάχα τον
promissiones, ex quibus sunt patres . Hi itaque Ισραήλ · ών η υιοθεσία και η λατρεία, ών αι επαγ
« b peccatum in Dominum alιnissuin eguerunt . Qui γελίαι, εξ ών οι πατέρες . Ούτοι τοίνυν διά τήν εις τον
vero illorumloco inquisierunt Dominuin, non ni- Κύριον αμαρτίαν επτώχευσαν. Οι δε αντ' εκείνων εκ
Hlentur omni bono. 150 Eguerunt autein quo- ζητήσαντες τον Κύριον ουκ ελαττωθήσονται παντός
dammodo el esurierunt. Postquam enim panein vi. αγαθού. Επτύχευσαν δε πως και (95) επείνασαν.
1:υ 87 interfecerunt, velit super ipsos fames panis : Επειδή γαρ απέκτειναν τον άρτον της ζωής, ήλθεν
« ! postquam fonti aque vivre 58 struxere insidias, επ' αυτούς ο λιμός του άρτου και επειδή επεβούλευ
31ccessit ad illos sitis, ac supplicium sitis ipsos in- σαν τη πηγή του ύδατος του ζώντος, ήλθεν αυτοίς ή
Vasit : faines allein , non panis Sensibilis , neque δίψα, και επετέθη (94) αυτοίς ή εκ της δίψης κόλα.
sitis aque, sell fames audiendi verlbum Donini 59. σις· λιμός δε ουχί άρτου αισθητού, ουδε δίψα ύδατος,
Eguerunt itaque el esurierunt. Αι vero qui ex genli - αλλά λεμος του ακούσαι λόγος Κυρίου. Επτώχευαν
Jus Dominum inquirere didicerunt, non minuentur μεν ούν και επείνασαν . Οι μέντοι από των εθνών
quo non minuenfur quotquot exquirunt ipsum. Νου και παντός αγαθού. Το παντέλειον αγαθόν αυτός έστιν ο
enim milii quispian incruditus, qui perversum dle Θεός · ου ουκ ελαττωθήσονται πάντες οι εκζητούντες
Dono ac malo judiciou ferint, Donum nominei enim, αυτόν. Μή γάρ μοι τις απαίδευτος, αδιάκριτον έχων
η voluptatem temporaria atque una cum corρο- ιον περί του αγαθού και κακού τόπον (95), αγαθών
ris Corruptione trauseundem habet. Qui enim cor- ονομαζέτω τον πρόσκαιρον έχοντα την απόλαυ
poreas opes et praerogativas corporales in boni Or- σιν (96) και τη φθορά του σώματος συναπερχομέ
linem religio , is reverendum el soli Deo con- νην. Ο γάρ τον σωματικών πλούτου και τα σωματικά
Veniens nomen all res viles et nullius momenti προτερήματα είς τήν του αγαθού τάξιν κατάγων, εις
transfert, et simul in contrarietatem incidet gravis - πράγματα ευτελή και ουδενός λόγου άξια άγει το σε
simain . Αut enim dicet apostolos, propterea quod μνών και μόνο Θεώ πρέπον όνομα, και άμα εναντιώ
Don inιgoisieruni Dominum, assecutos non esse ματι χαλεπωτάτω περιπεσείται. " Η γάρ τους αποστό
Corporalia bona : aut si euin inquirentes, talia Dona λους έρεί, παρά το μή εκζητήσαι τον Κύριον, μη
non compararunt, Scripturam ipsam accusabit, guae τετυχηκέναι των σωματικών αγαθών και ει εκζη
licit eos qui Dominuum inquirunt, bono nullo de- τούντες άπετύγχανον των τοιούτων αγαθών, της Γρα .
stitui. Sed et inquisierunt sancti Dominum, et com- . φής αυτής κατηγορήσει λεγούσης μηδενός αγαθού
preliensione ejus qui inquisitus est, non caruerunι, ° ελαττούσθαι τους εκζητούντας τον Κύριον. Αλλά και
neque bonis in aterna requie repositis sunt spoliati. εξεζήτουν οι άγιοι τον Κύριον , και της αυτού του ζη
bono. Namcorporee voluptales plus molestie quam κειμένων εν τη αιωνία αναπαύσει (97) αγαθών έστε
jucundialis habent. Procreant enim nuptic sterilita- ρήθησαν . Περί εκείνων γάρ λέγοιτο αν κυρίως το,
1eum, viduitatem, stupra; agriculturainfecundilatern; Παντός αγαθού. Αι γάρ σωματικαι απολαύσεις
nercatura naufragia ; divitioinsidias; deliciae salietas- πλείον το οδυνηρόν έχουσι του ήδέος · οι γάμοι τας
que et assiduae voluptates morbos varios ac divers:ι άπαιδίας, τας χηρείας, τας διαφθοράς : αι γεωργίας
: ffectionum genera . Paulus utique el inquirebat την ακαρπίαν · αι εμπορίαι τα ναυάγια : οι πλούτοι
Dominum, et nihil ei defuit bonorum. Verum quis τας επιβουλάς · αι τρυφαί και οι κόροι, και αι συν
corporis molestias, in quibus per totam Slam vitam εχεις απολαύσεις το ποικίλον των νοσημάτων, και το
visit, annumeraret ? Τer virgis cesus est,semel est πολυειδες των παθών . Παύλος μέντοι και εξεζή
lapidalus, ler naufragium fecit, υoclem ac diemin τει (98) τον Κύριον, και ουδέν αυτώ έλειπε των αγα
profundo egit, in itineribus sepe, in fame el siti, in Οθών. Καίτοι τίς αν εξαριθμήσαιτο τα του σώματος
jejuniis spe, in labore et erumna, in necessitati- ρ οχληρά, οίς παρά πάντα τον εαυτού βίον συνέβη ;
Its sape 0. Usque ad extremam horam et esuriens Τρις ερραβδίσθη, άπαξ ελιθάσθη, τρίς εναι·άγησε,
homo, et siliens,et nudus ac colaphis cesυς 61, quo- νυχθήμερον εν τω βυθώ πεποίηκεν, εν οδοιπορίαις
* Roin. 18, 45. 31 Joan. VI, 48. 58 Joan. , 10 seqq . 89 Amos νιι, 11. • 1 Cor. x1, 25, 27.
61TCor Ov, 10
. .
(92) Reg. secundus από της. Μox editi πεφυκός. ( 96) Elii el Ostri undecim mss. τον πρόσκαι
Αι seplein Diss. πεφυκώς. ρον έχοντα τηναπόλαυσιν. Sed vir doclissianus illeni
(93) Deest xal ini aliquibus mss . Mox Regii que confidentissimus Ciumbelisius silo periculo legi
quartus et sextus ή λιμός . vull od otpornolpov šyoy, etc., id quod ita ipse La
line redelitit, Bonum nuncupet, quod leniporaneata
δ:μα , επετέθη. habet jucundiinieni. Alii quidlibet sibi licere pula.
(95) Πla , αδιάκριτον έχων... . τόπον, sic interpre- Verial ; al ibis religio fuerit editorumsimul el του
latur Cowbelisius, Haud sanum habens judicium : collicum mss. auctoritalew spernere.
quam interpretationem salis probalum iri intelli (97) Reg. 1ertius αιωνία απολαύσει, et ila legitar
genlibiis puilo, cuin vix dubium esse possit, quin in margine Reg . secundi.
hoc loco vox 10.; pro force 4 :00:29 posila (98, lia sex miss Al evlisi , !. Reg. secundus
sil. ε: ε'.
369 HOMILIA IN PSALMUM XXXIII . 50
πολλάκις , έν λιμώ και δίψει (99), εν νηστείαις πολλά- Α τηodo non minuebatur corporatibus bonis ? Evelie
κις, εν κόπο και μόχθω, εν ανάγκαις πολλάκις. Μέ- igitur, quaso, mentem ad id quod vere bonuin est,
χρι της εσχάτης ώρας και πεινών άνθρωπος, και οι et Scripture consensionem intelligas, et ne coll
διψών, και γυμνητεύων, και κολαφιζόμενος, πώς ουκ jicias de in ullam sententiae ambiguitatem.
ήλαττούτο των σωματικών αγαθών; 'Ανάγαγε ούν μοι την διάνοιαν επί τό όντως αγαθόν, ίνα και την
συμφωνίας τηςΓραφής επιγνώς, και σε αυτόν μη καταβάλης τη αμφιβολία της έννοίας.
8. Δεύτε, τέκνα, ακούσατέ μου· φόβον Κυρίου 8. VERS. 12. " nite, flii, audite me ; timorem Do
διδάξω υμάς . 'Ενδιαθέτου (1) διδασκάλου φωνή , ηmini docebo vos. Benevoli magistri vox est, al di
προσκαλουμένου εις μάθησιν διά πατρικής ευσπλαγ- sciplinam paterina coιnnaiseratione invitontis . Eι
χνίας. Και γάρ τέκνον εστί πνευματικών του διδασκά- enim discipulus alius spiritualis est magistri. Qui
ευσεβείας δεχόμενος, ούτος οιονεί διαπλάττεται παρ' velut informatur ab ipso , el compingitur, perinde
αυτού, και εις συστασιν άγεται, ώσπερ και υπό της μι a pregnante infantes , qui in ea formantur.
κυοφορούσης τα εν αυτή διαμορφούμενα (9) βρέφη. Unde etiam Paulus totam Galatarium Ecclesiam, a
" Οθεν και Παύλος όλην την Εκκλησίαν των Γαλα- Β prioribus disciplinis dilapsam, et 151 quasi abor
των, εκ των προτέρων διαπεσούσαν μαθημάτων, και είvam iterum suscilans , ac denuo in illis Christurn
οιονεί άμβλωθείσαν, πάλιν αναλαμβάνων , και μορφών forumans , ilios appellabat: et quonian collapsos cuin
άνωθεν εν αυτοίς τον Χριστόν, τέκνα έλεγε και dolore el angustia emendabat, spiritu parturire se
επειδή μετ’ οδύνης και θλίψεως έποιείτο των εσφαλ- dixit, ob conceptam de lapsis tristitiain. Filioli mei,
μένων την επανόρθωσιν, ώδίνειν έλεγε τη ψυχή διά quos iterum parturio, donec formetur in vobis Chri
την επί τοις αποπεσούσι λύπην. Τεκνία μου, οις stus 68 . Yenile igitur, fli, audite me. Quid tandern
πάλιν ώδίνω, άχρις ού μορφωθή Χριστός εν υμίν . Ποs spiritualis noster pater docere vult ? Timoreum
Δεύτε ούν, τέκνα, ακούσατέ μου. Τι ποτε άρα διδά- Domini, inquit, docebo vos. Postquam superius Jus
σκειν μέλλει ο πνευματικός ημών πατήρ; Φόβον, sii Dominum titnere , Iucrumque quod ex timore
φησι, Κυρίου διδάξωυμάς. Επειδή άνω προσέταξε percipitur , ostendit his verbis : Quoniam non cst
φοβείσθαι τον Κύριον, και το εκ του φόβου κέρδος inopia timentibus eum ; tum denuin nobis tradit
υπέδειξεν, είπών, “Ότι ουκ έστιν υστέρημα τους aliquam divini timoris doctrinaim. Naam quod recle
φοβουμένοις αυτόν · νυν και διδασκαλίαν τινά του valere oporteat , cujuslibet vel iliote fuerit dicere :
θείου φόβου ημίν παραδίδωσι. Το μεν γάρ, ότι χρή quomodo vero comparanda Sanitas sit, illud jain
υγιαίνειν, παντός εστιν ειπείν, και του ιδιώτου : το C proprium est illius , qui arlem medicalm novit. Νοιι
δε , πως χρή κτήσασθαι την υγείαν, τούτο ίδιον ήδη enim quivis timor bonus est out salutaris, imo est
του την ιατρικής τέχνην επισταμένου. Ου πάς φόβος etiam quidam hostilis timor, quera deprecatur Pro
αγαθόν εστι και σωτήριον, αλλ' έστι τις και εχθρός pliela, ne ipsius animae accedat, dicens : A timore
φόβος, ον απεύχεται ο Προφήτης εγγενέσθαι αυτού τη nimico ετιρε αninsam meam 64 . Inirnicus enim liinor
ψυχή, λέγων· 'Aπό φόβου εχθρού (3) εξελού την est qui nobis parit mortis metum, nobisque, ut per
ψυχήν μου. 'Εχθρός γάρ φόβος και θανάτου ημίν δει- solarum dignitales formidemus, Suadet. Quomodo
λίαν έμποιών, και προσώπων υπεροχάς καταπτήσσειν emian φui istlic metuit , poterit tenopore Inartyril
ημάς αναπείθων . Πώς γαρ ο ταύτα φοβούμενος δυνή- ad mortem usque peccato resistere, ac Domino qus
σεται εν καιρώ μαρτυρίου μέχρι θανάτου προς την pro nobis mortuus est el resurrexit, debitum exsol
αμαρτίαν αντικαταστήναι (4), και αποδούναι το Κι- Vere ? Ει qui a demonibus facile perierretur, in sa
ρίω την οφειλής, το υπέρ ημών αποθανόντι και ipso inimicum titmorem halbet. Ει uno verbo , hujus
εγερθέντι; Και ο υπό δαιμόνων εύπτόητος τον εχθρόν iodi titnor perturbatio quaedam ex incredulinale
έχει φόβον εν εαυτώ. Και όλως, ο τοιούτος φόβος απι- prognata videtur esse. Nemo enim qui sibi adessa
στίας έoικεν έγγονον είναι πάθος . Ουδείς γαρ πι- credit fortem auxiliatorein , timet aliquein eorum,
στεύων ισχυρών αυτώ παρείναι τον βοηθόν φοβείται ° qui ipsum conturbare conantur. Timor autein quί
από τινος των επιχειρούντων αυτώνέκταράσσειν . Φό- salutaris est, et ιίοιor qui conferi sanctitatem, timor
βος δε ο σωτήριος, και φόβος αγιασμού ποιητικός, qui de industria , et non secundum affectionem ani
φόβος και κατ' επιτήδευσιν, και ουχί κατά πάθος έγγι- no accidit , vis exponam qualis sit ? Ad aliquod peC
νόμενος τη ψυχή, ποιός (5) εστι βούλει διηγήσωμαι ; calum inspelli le curn videris, horrendum illud et
• Gol. , 19. » Psal. LXII, 2.
(99) Coib .primus xal ol4n . prelein velerein imprudenter Vulgatam seculuni
(1) Vox èvôlåOetos mihi lioc loco jilem valere vi. fuisse, nec psalmiverba bic verti lebuisse. a lie
detur quod vox εμπαθής : magistri intus affecti, more inimici, sed , n limore inimico . Res 11:1 perspic
ainanlis , benevoli. Sed paulo aliier sentit Corübeli cha est, ut nemo, opinor , homo qui hunc locuin
sius, cujus haec sunt : ενδιαθέτου διδασκάλου , quasi aliente legeril, ea de re dubitalurus sit .
Šuyuyou , ex animo loquenlis magistri vox : sincere : (4 ) Reg. secundus καταστήναι. Μox mss. Sex έγερ
sive etiam , inlus, in corde. θέντι. Editi vero αναστάντι
(2) Για sex niss. Editi vero κυοφορούσης τα βρέφη (5 ) lia qualuor muss . cum editione Basil. Elitio
τι και αυτή διαμορφούμενα . Vero Paris. oπoίoς.
(3 ) Recie ac scilc annotavit Combeſisius inter
371 S . BASILII MAGNI 379
intolerabile Christi tribunal, queso , cogita : in quo A "Οταν μέλλης επί τινα ορμάν αμαρτίαν,εννόησόν μου
Driesilet quidem judex in alto guodam et sublinii εκείνο το φρικτόν και ανύποιστον του Χριστού διχα .
shrono,omnis vero creatura ob gloriosum ejus con- στήριoν, εν ώ προκαθέζεται μεν επί θρόνου τινός
spectumn contremiscens astal;imo vero futurum est υψηλού και επηρμένου ο κριτής, παρέστηκε δε πάσα
at singuli adducamur, eorum que in vita egerimus ή κτίσις υποτρέμουσα την επιφάνειαν αυτού την έν
examen subituri. Deinde ei, qui multa mala per vi- δοξον · παράγεσθαι δε μέλλομεν καθ' ένα εις εξέτα.
tam perpetraverit, horribiles quidam ac morosi an- σιν των βεβιωμένων ημίν. Είτα τα πολλά πονηρά
geli assident , ignem ex oculis emittentes, ignem πεποιηκότι κατά τον βίον φοβεροί τινες και κατηφείς
spirantes, propter animi acerbitalero, nocii νullu παρίστανται άγγελοι, πυρ βλέποντες, πυρ αναπνέον
similes , ob faciei tetricitatem et Ihominual odium. τες, διά την πικρίαν της προαιρέσεως, νυκτί έoικό
Postea animo tibi fugas Marathrum profundum, le- τες τα πρόσωπα, διά το κατηφές και μισάνθρωπον.
nebrasimpenetrabiles , ignem splendoris experlem, Είτα βάραθρον βαθύ , και σκότος αδιεξόδευτον , και
viin quidem Brendi in tenebris Malbentenι, sed luce πυρ αλαμπές : εν τω σκότει την μεν καυστικήν δύνα
destitutum : subinde vermium quoddam genus ve- μιν έχον, το δε φέγγος αφηρημένον. Είτα σκωλήκων
nenatuin ac carnivorum, edeius insatiabiliter, nec γένος ιοβόλον και σαρκοφάγον, απλήστως έσθίον, και
unquam exsaliatum, intolerabiles dolores morsibus B μηδέποτε κορεννύμενον, αφορήτους οδύνας έμποιούν
inducens : postremo supplicium omnium gravissi- τη καταβρώσει. Είτα την πασών χαλεπωτάτην κόλα
Inum, probrum illud et dedecus sempilerium. Ηaec σιν, τον ονειδισμόν εκείνον και την αισχύνην την αιώ
time, el hoc timore eruditus, quasi reno quodam a νιον. Ταύτα φοβού · και τούτω τώ φόβω παιδευόμε
pravis concupiscentiis tuam cohibe animaim. Ηanc νος , οιονεί χαλινω τινι ανάκοπτε την ψυχήν από της
Domini limorem 152 doclurum se nos pater ille προς τα φαύλα επιθυμίας. Τούτον τον φόβον του Κυ
promisit ; non indiscriminatim quidem docturum, ρίου διδάσκειν ημάς ο πατήρ επηγγείλατο : ουχ απλώς
sed eos, qui ei ausculare volunt, non diu colla- διδάσκειν, αλλά τους ακούειν αυτού προαιρουμένους
psos, sed eos, qui propter salutis desiderium ac- ου τους μακράν αποπεσόντας (6), αλλά τους δι' επι
currunt : non esίraneos αTestamentis , sed eos, qui θυμίαν του σωθήναι προστρέχοντας ου τους ξένους
ex baptismale verbo adoptionis ei conjuncti sunt. των Διαθηκών, αλλά τους εκ του βαπτίσματος της
Propterea , inquit, venite ; hoc est, per bona opera υιοθεσίας οικειουμένους τω λόγω. Διά τούτο, φησί,
ειppropinquale ad me, ilii, digni liabili qui per re- δεύτε · τουτέστι, διά των αγαθών έργων εγγίσατέ μοι,
generationem alii lucis essetis N. Audite, vos qui τέκνα, υιοί φωτός γενέσθαι διά της παλιγγενεσίας
aures cordis liabetis apertas; timorent Dommini docro καταξιωθέντες . Ακούσατε, οι έχοντες τα ώτα (7)
6ο υοε ; eum videlicet quem vobis aliquando alle της καρδίας ανεωγμένα : Φόβον Κυρίου διδάξω
descripsimus. υμάς · τούτον, δν μικρώ πρόσθεν ο λόγος υμίν υπ
έγραψεν.
9. VERS. 13. Quis est homo quί υuli vitam, diligens 9. Τις έστιν άνθρωπος και θέλων ζωήν , αγα
dies videre bonos ? Si quis, inquit, vuli vitam, ηοη πως ημέρας ιδείν αγαθώς ; Εί τις θέλει, φησί,
communem hanc, quam et bruta viνunt, sed eam ζωήν, ου την κοινήν ταύτην ήν και τα άλογα ,
que vere vita est, et morte non dirimitur. Nunc αλλά την όντως ζωήν την θανάτω μή διακοπτομένην.
enim, inquit, Olorimini, Ει υλια nostra est abscondiια Νυν γαρ, φησιν, αποθνήσκετε, Και η ζωή ημών (8)
cunt Christo in Deo: cum vero Christus αμparuerit , κέκρυπται συν τω Χριστώ εν τω Θεώ: όταν δε και
eila nostra , tunc et νοε αρραrebitis cumipso in glo. Χριστός φανερωθή, η ζωή ημών , τότε και
τία ". Ιgitur vere vita est Christus, et nostra in ύμείς συν αυτώ φανερωθήσεσθε εν δόξη. Ουκούν
ips0 conversatio vita vera est. Similiter autein et και ή όντως ζωή ο Χριστός, και η ημετέρα εν αυτώ
dies alii sunt boni, quos in promissione proponit διαγωγή ζωή έστιν αληθινή. Ομοίως δε και αι ημέ
Propheta. Quis est homo quί νuli vitam, diligens dies ραι άλλαι εισίν αγαθαι , ας έν επαγγελία προτίθησιν
videre bonos? Dies enim hujus seculi, mali sunt : Do Προφήτης . Τις έστιν άνθρωπος και θέλων ζωής,
είquidem et hoc seculum, mensura cum sit mundi, αγαπών ήμέρας ιδείν αγαθάς ; Αι γάρ του αιώνος
situs est " , nature mundi, quem dimelitur , assi- του κόσμου μέτρον υπάρχων , περί ου είρηται, ότι
nilater. Hi autem dies parles sunt hujus temporis. Ο κόσμος όλος εν τω πονηρώ κείται, συναφομοιού
Quapropter dicit Apostolus : Redimenles Tempus, ται τη φύσει του κόσμου όν εκμετρεί. Μέρη δε του
quoniam dies mali sunι 68. Itemque Jacob : Dies, χρόνου τούτου αι ημέραι αύται. Διά τούτο φησιν ο
inquit, annorum ηueorum pauci et mali sunt 69. Ita- Απόστολος : Εξαγοραζόμενοι τον καιρόν , ότι αι
* Ερλhes. 11,12. * Thess. ν, 5. 66 Coloss. 111, 3, 4. • Joan. V, 19. 68 Ephes. V, 16. * Gen.
XLV11 , 9
( 6) Τους μακράν αποπεσόντας , verte : eos qui retextu. Editio Paris. ζωή υμών. Ιlla que paulo
procul lapsi sunt. MARAN . infra leguntur , τότε και υμείς συν αυτώ φανερωθή.
(7) Its mss., non pauci. Editi έχοντες ώτα. Ιbidlem σεσθε εν δόξη, desunt quilein in quatuor mss ., sed
('ο!υ. prius ήνεωγμένα . reperiuntur in aliis perinde atque in editis.
(8 ) Sic miss, el edilio Basil. cum vulgato Scriplu
373 HOMILIA IN PSALMUM XXXIII. 374
ημέραι πονηραί εισι. Και ο Ιακώβ δε (9 ), Αι ημέ- A que nunc in vita non sumus, sed in morte . Idcirco
ραι , φησί, των ετών μου μικραι και πονηραι. Ουκ- etiam orabal Apostolus, dicens : Quis me liberabit
ούν νύν μεν ουκ εσμεν εν ζωή , αλλ' εν θανάτω. de corpore mortis hujus 70 ? Alia autem quaedam vita
Διό και ηύχετο ο Απόστολος , λέγων: Τίς με ρύσεται est , ad quam vocant nos istlisec verba ; el nunc qui
εκ του σώματος του θανάτου τούτου ; "Αλλη δε dem dies nostri unali sunt, alii vero quidam sunt
τις έστι ζωή, προς την καλεί ημάς ο λόγος και νυν boni, quos nox non intercidit. Erit enim Deus ipso
μεν αι ημέραι ημών πονηραι , άλλαι δε τινές εισιν rumIux senmpίterna, eos gloriae sue luce illustrans.
αγαθαι, ας νύξ ου διακόπτει· έσται γάρ ο Θεός αυ- Ne igitur cum audieris dies bonos, presentem is
των φώς αιώνιον , καταλάμπων αυτάς τα φωτί της 1ain vitam existimes tibi proponi in protnissionibus.
εαυτού δόξης. Μή τοίνυν, όταν ακούσης ημερών αγα- Νam quos dies sol sensibilis peragit, ii sunt caduci :
θών, την ενταύθα σου νομίσης ζωήν εν επαγγελίαις nihil autem caducum poterit esse conveniens do
προκείσθαι. Φθαρται γάρ εισιν αύται, ας και αισθητός num corruptionis experti. Elenim si anima corre
ήλιος απεργάζεται• ουδέν δε φθαρτον άρμοζόντως μίioni nequaquam obnoxia est , nec etiam corru.
αν δώρον γένοιτο το άφθάρτω. Ει γάρ άφθαρτος ή plioni obnoxia fuerint ipsius dona. Prelerit autem
ψυχή, άφθαρτα αυτής και τα χαρίσματα. Και Παρ- Egura hujus mundi 71 . Quod si lex umbram habet
άγει το σχήμα του κόσμου τούτου. Ει δε σκιάν B futurorum bonorun: 75 , efingas velim animo Sab
έχει ο νόμος των μελλόντων αγαθών , νόει μoί τινα Data quedam jucunda, sancta, ex eternis diebus
Σάββατα τρυφερά , άγια , εκ των αιωνίων ημερών , conflata , nascenles lunas, festa : sed intellige sta ,
νεομηνίας, εορτάς · και νόει μοι αξίως του πνευμα- οι legem spiritualem decet. ( YERS. 14.) Prohibe lin
τικού νόμου. Παύσουν την γλώσσάν σου από κα- gnani tuam a malo, et labia tua ne loquantur dolum.
κού, και χείλη σου του μη λαλήσαι δόλον. Ει Si vis in diebus esse bonis, si diligis villain, prece
βούλει εν ταις ημέραις γενέσθαι ταις αγαθαίς , ει plum vitae perfice. Qui enim, inquit , diligit me , pre
αγαπάς την ζωήν, ποίησον την εντολήν της ζωής (10). cepta mea servabit 18. Ρrimum autem precepίum
Ο γάρ αγαπών με , φησί , τας εντολάς μου est, prohibere lingualm a malo, et labia, ne Ioquan
τηρήσει. Πρώτη δε εντολή το , παύσαι την γλώσσαν tur dolum. Peccatum enim quod per linguam ad
από κακού , και χείλη του μή λαλήσαι δόλον. Σχεδόν mittitur, omnium fere familiarissimum est, atque
γάρ ή προχειροτάτη και πολύτροπος αμαρτία ή διά multiplicem formam habet. Iratus es ? jam lingua
γλώσσης έστιν ενεργουμένη. Ωργίσθηςκαι και η precurrit. Concupiscis ? etiam ante ουnia linguam
γλώσσα προτρέχει. Έν επιθυμίαις εί ; και την γλώσ- Inabes quasi quamdam lenam el conciliatricem, pee
σαν έχεις προ πάντων οιονεί τινα μαστραπόν και ο cati 153 adjutricem, ac verborum lenocinio pre
προαγωγών, συγκαταπρασσομένην τη αμαρτία , καθ - xiinos subducentem. Quin etiam lingua armorum
υποκρινομένην (11) τους πλησίον. Και όπλον σοι Ιoco tibi est ad iniquitatem, cum ex corde non lo
φθεγγομένη, αλλά τα προς απάτην προφέρουσα. Και verbis persequi omnia linguae peccala ? Vita nostra
οι δεί πάντα το λόγω επεξιέναι των δια γλώσσης referta est lingue deliciis. Verba obscena, scurrili
αμαρτανομένων και Πεπλήρωται ημών ο βίος των από tas, stultiloquiuni, alia non convenientia , oblrecla
γλώσσης πταισμάτων (12). Αισχρολογία , ευτραπε- tiones, oliosus sermo, perjuria, falsa testimonia,
λία, μωρολογία, τα ουκ ανήκοντα, καταλαλιαι, λό- omnia bec mala, el his adhuc plura , linguae sunt
γος αργός, επιορκίαι (13), ψευδομαρτυρίαι, πάντα opificia. Qui vero adversus Dei gloriam os aperiunt,
ταύτα τα κακά, και έτι πλείω τούτων, της γλώσσης el iniquitatemin excelsum effutiunt , per quid aliud
εστι δημιουργήματα. Οι δε ανοίγοντας το στόμα nisi perlingueinstrumentumimpielalem perficiunt ?
κατά της δόξης του Θεού , και αδικίαν εις το ύψος Quoniam igitury Eα ιuis verbis justifcaberis, el en
λαλούντες , άλλα τινί την ασέβειαν και ουχί τω δρ- νεrbis ιuis condemnaberis 14, prohibe linguamtuam
γάνη της γλώσσης εργάζονται ; Επειδή ούν 'Εκ των a malo, nec thesauros lingua mendaci efficias va
λόγων σου δικαιωθήση, και εκ των λόγων σου , η0s. Insuperque prohibe labia tua, ne Ioquantur
κατακριθήση, παύσουν την γλώσσάν σου από κακού, dolum : hoc est, ιoιum organum ad sermonis nu
και μη ενεργήσης θησαυρίσματα γλώσση ψευδεί μά- us tibi concessum a prava operatione coerceas.
ταια. Παύσον δε και τα χείλη σου του μή λαλήσαι Est autem dolus occultum maleficium, sub offcio
δόλον: αντί του, "Ολον το όργανον το προς την διακο- ruτη specie proxiino illatum.
νίαν του λόγου σου δεδομένων σχολάζειν από της πονηράς ενεργείας ποίησον. "Έστι δε ο δόλος κακοποιία
λαθραία εν προσποιήσει των βελτιόνων τώ πλησίον προσφερομένη.
10 Roτη . νι, 24. 111 Cor. νιι, 31. 11 Ηebr. Χ, 1. 12 Joan. Σιν, 25. 74 Μatth. ΧΙΙ, 37.
(9) Editio Paris. Ιακώβ σε . Αι tres niss. Ιακώβ ιio Basil. καθυποκριναμένην. Αι niss. καθυποκρινο
δε . μένην .
(10) Ιta septem mss. Editi vero τήρησον τάς της (12) Editio Basil. el tres mss. των από γλώσσης
ζωής εντολάς. Statim editio Basil. et nonnulli mss. πταισμάτων. Εlitio Paris . τών από της γλώσσης
γλώσσάν σου... χείλη σου . Vocula σου deest in edi - πτ. Αlii quatuor uss. των απ' αυτής πτ.
lione Paris. et iii aliis quibusdam inss. (13) Codices quinque mss. επιορκίαι. Elili cuu
(11) Nostra editio Paris . καθυποκλινομένην. Eli - Reg. σuarto επιορκία.
275 S. BASILII MAGNI 316
10. VERs. 13. Declina a malo, ει [ac bonum : in- A 10. "Εκκλινον από κακού , και ποίησαν άγα
quire γαcenm, et persequere eam. Elementaria suit θόν · ζήτησον ειρήνην , και δίωξον αυτήν. Στοι
he almonitiones, et ad pietalern introducunt : qui- χειώδεις αι παραινέσεις, και εισαγωγοί είς ευσέβειαν
bus elocemurlinguain diligenter continere, a dolo- ακριβούσαι γλώσσης κρατεϊν, δολερων επιβουλευμά
sis insidiis abstinere, a malo declinare. Νon eniι των απέχεσθαι, εκκλίνειν από κακού . Ου γαρ τελείες
perfecto convenit abstinentia mali : sed eum φuί πρέπουσα(14) η αποχή του κακού , αλλά τοάρτι στοί
recens eleinenlis instituitur , ab illo in malum in- χειουμένο εκνεύσαι προσήκει από της επί το κακόν
pelu resilire opere pretiuum est, atque a prave vite φοράς, και οιονεί οδού κακής της εν τω πονηρό βίω
consuetudine velut a via mala discedenlein , ita συνηθείας απαλλαγέντα, ούτως άψασθαι της των αγα
deturn honorum operum exercilium aggredi. Enim θών ενεργείας. Αμήχανον γάρ άψασθαι του άγα
vero nisi quis prius omnino desciverit ac declina - θου μη αποστάντα πρότερον παντελώς και εκνεύσαντα
verit a nialo , bonuin assequi non potest : siculi fieri του κακού » ως αμήχανον υγείαν αναλαβείν μή της
non potest υι quis sauitatem recuperet, nisi de- νόσου απαλλαγέντα • ή εν θερμότητι γενέσθαι τον μη
pulsius morbus sit : vel it quis calefial, nisi plane, καθαρώς (13) πεπαυμένον της καταψύξεως : ανεπί
βelatum sit frigus ; neque enim haec simul consi- δεκτα γάρ ταύτα αλλήλοις . Ούτω και τον μέλλοντα
slere possunt. Similiter et qui bona vitam agere 5 εν αγαθώ βίω γενέσθαι πάσης προσήκει της επί το
cupίι , eum par est ab omni malo consortio rece- κακόν συναφείας απαλλαγήναι. Ζήτησον ειρήνη ,
dere. Inquire pacem, et persequere eam. De hac di- και διωξον αυτήν. Περί ταύτης είρηκεν ο Κύριος
xit Dorminus : Pacem relinquo τobis, pacem meam Ειρήνην αφίημι υμίν, ειρήνην την εμήν δίδωμι
do vobis ; non quomodo mundus dal pacem, ego do υμίν · ου καθώς ο κόσμος δίδωσιν ειρήνην , εγώ
vobis 18. Ιι:quire igitur pacem Domini, et persequere δίδωμι υμίν .. Ζήτησον ούν την του Κυρίου ειρήνην,
eam. Persequeris autem non aliter, quam currens και δίωξον αυτήν. Διώξεις δε ουκ άλλως η κατά σκο
secundum scopum ad bravium superue vocatio- που τρέχων εις το (16) βραβείον της άνω κλήσεως.
nis 16. Pax enim vera in supernis exsistit. Εtenim "Ανω γάρ έστιν η ειρήνη και αληθής. Επει όσον γε τη
quandia ad carnen astricti sunιus, multis, iisque σαρκι συνδεδεμεθα χρόνον, πολλοίς και τους έκταράσ
perturlationem nobis creantibus, Sunus conjuncti. σουσιν ημάς συνεζευγμεθα. Ζήτησον ούν ειρήνην,
Inquire igitur pacein, solutionem videlicet a mundi λύσιν τών του κόσμου τούτου θορύβων• κτήσαι γα.
tumultibus : compara mentem quielam, tranquil- ληνιώντα νούν, ακύμονά τινα και ατάραχον κατά
lum queundam et imperturbatum animi statum, φuί στασιν της ψυχής, μήτε υπό παθών σαλευομένην (17),
neque cupiditatibus agitetur , neque huc illue a fal. , μήτε υπό των ψευδών δογμάτων διά πιθανότητος
sis dogmalibus per verisimilitudinem ad assensunι " προκαλουμένων εις συγκατάθεσιν περιελκομένην, ένα
invitantibus trabatur, Dei οι pacem consequare , κτήση την ειρήνην του Θεού την υπερέχουσαν πάντα
que omnem exsupera: intellectum 1, ιuumque cor νούν, φρουρούσαν την καρδίαν σου. Ο ζητων ειρήνην
custodit. Qui quaerit pacein, Christum inquirit : Χριστόν εκζητεί, ότι αυτός έστιν η ειρήνη (18), ός
quia ipse est pax nostra : qui duos in unum novunι έκτισε τους δύο εις ένα καινόν άνθρωπον, ποιών ειρή
hoιninein condidit, faciens pacem 8, atque per san- νην, και ειρηνοποιήσας διά του αίματος του σταυρου
guinem crucis suae , sive que in celis, sive quae in αυτού , είτε τα εν τοις ουρανοίς είτε τα επί της γης.
lerra sulll , pacificans "'.
11 .154 VERS.16.Oculi Dominisuperjustos, et αures 11. Οφθαλμοί Κυρίου επί δικαίοις , και ώτα
cjus in preces eorum. Quenmadmodumsancti corpus αυτού εις δέησιν αυτών . " Ωσπερ οι άγιοι σωμά
sunt Clhristi, et membra ex parte ; et posuit Deus in εισι Χριστού και μέλη εκ μέρους και έθετο ο θεός
Ecclesia quosdam quidem ut oculos , quosdam vero εν τη Εκκλησία τους μεν οφθαλμούς, τους δε γλώσ
ut linguas, alios qui manuum, alios qui pedum vi- σας, ετέρους (19) τον των χειρών, και άλλους τον
cem obtineant 80 : sic etiam sancte virtules spiri- των ποδών επέχοντας λόγον ούτω και αι άγιαι δυ.
tuales , etin celesti Ioco diversantes, aliis dicuntur νάμεις αι πνευματικοί και περί τον ουράνιον ούσαν
* Joan. ΧΙV , 27. 16 Pilipp. II, 14. 11 Philipp. 10, 7. 78 Eplies . 11, 14, 15 Coloss. 1. 20. 86 1 Cor.
χι, 27, 28.
(14) Για sex mss. Αι editi τελείω προσήκουσα. D 1:55. Statim, ubi eliti coiffuse επισκοπήν ημών πα
(16) Ita Sex niss. At editi παντελώς, Sensit non ραδέχεσθαι ή πιστευθήναι, octo niss. velius et sim
dissinili . plicus Italient επισκοπήν ημών πιστευθήναι. Que
(16 ) Sic miss. septem ). E li èal tó. Mox editi ń autem ejus rei causa exstileril, quilibel paulo hu
αληθινή . Αι sex mss.et quartus
ή αληθής.cuin Colb , septimo ga manior facile videi. Librarius igitur, sive quod ejus
(17) Regii terlius qiem describebat libri scripluram salis certo ac
λευομένης.... περιελκομένης. Αι Regii quintus et liquido perspicere non posset, dubitarelque hoc an
sextus cum Colb. Sexto et cum editis σαλευομένην... illo modo scriptum foret, sive quod aliud in aliis
TEPLEAxouévny, non diversa sculentia . Ibillem Reg. exemplaribus scriplum reperisset , utrumque po
tertiuς προσκαλουμένων. silil, el lectorum judicio permisit, ulruin verius vi
(18) Sic octo niss. Αι editi ειρήνη ημών. Verisi dereliir. Id fieri solitum jamdiu Jocuit earum rerum
mile vobis ſit , quod usu venire solel, vocem nuwy oplimus judex Murelus lib. xv Var, lect ., c. 16 ,
ex vulgato Scriplurie lexlu additam esse . cujus verba exscribcre non dubilavimus,
(19) Edii ετέρους δέ , Vocula δε deest in Septem
377 HOMILIA IN PSALMUM XXXIII. 578
τόπον , αι μεν οφθαλμοί λέγονται , τω την επισκοπής Α oculi, quod concreditum eis sit munus nos inspi
ημών πιστευθήναι, αι δε ώτα, το παραδέχεσθαι ημών ciendi, alie aures, quod nostras preces excipiant.
τας δεήσεις. Νυν ούν την εποπτικήν ημών δύναμιν, Νunc igitur potentiarm que nos inspicit, el polen
και την των ευχών αντιληπτικήν, οφθαλμούς είπε tiam que preces suscipit, oculos dixit et aures.
και ώτα αυτού εις δέησιν αυτών. Επειδή πάσα preces eorum. Quoniam omnis justi aclio digna est
πράξις του δικαίου αξία της θεωρίας του Θεού , και quæ a Deo inspiciatur, et omne verbum , cum nihil
πάν δήμα , το μηδέν αργώς λέγεσθαι παρά του oliose a justo dicatur, actuosum est el efficax, id .
δικαίου, ενεργόν εστι και έμπρακτον, διά τούτο αει circo justom semper conspici et semper exaudiri
εφoράσθαι και αει εισακούεσθαι τον δίκαιον ο λόγος häc illa verba docent. (Vers. 17.) Vullus aulem Do
φησί. Πρόσωπον δε Κυρίου επί ποιoύντας κακά, mini super facientes mala, ut perdal de terra me
του εξολοθρεύσαι εκ γης το μνημόσυνον αυτών . moriam eorum . Arbitror aperlum ac conspicuum
Πρόσωπον (20) oίμαι την πεπαρρησιασμένην και Domini ad judicium adventum dici νultum. Qua
φανεράν του Κυρίου επιδημίαν την επί της κρίσεως propter et oculi Domini, velut adliuc erminus DO8
λέγεσθαι. Διό και οφθαλμοί Κυρίου, ώς έτι (21) πόρ- inspicientis, justum intueri dicuntur 81 ; ipse autem
ρωθεν επισκοπούντος ημάς , επιβλέπειν τον δίκαιον B vulus dicitur apparilurus, ad omnem iniquitalis
ειρηνται αυτό δε το πρόσωπον επιφανήσεσθαι, επι memoriam de terra delendam. Cave enim cogites
το εξολοθρεύσαι εκ γης παν το της πονηρίας μνημό- Dei νullum corporali specie esse conformatun.
συνον . Μή γάρ μοι σωματικώς διαπεπλασμένον το Alioquin ita quoque absurdum videbitur quod Scri
τρόσωπος του Θεού νοήσης (22)· έπει ούτω γε και plura dixit, searsum quidem oculos esse qui justo
άλογον είναι δόξει το παρά της Γραφής ειρημένον, affalgeant, seorsum vero νultum qui in malos in
ιδία μεν οφθαλμούς υπάρχειν επιλάμποντας το δι- tentus sit. Ει vero neque oculi sine νultu sunt, ne
καίω, ιδία δε το πρόσωπον επιφερόμενον τοίς πονη- que vultus expers est oculorum. Homo igitur non
ροίς. Καίτοι ούτε οφθαλμοί χωρίς προσώπου (23), videbit faciem Domini, et vivel 81 : angeli vere eo
ούτε πρόσωπον οφθαλμών εστιν άμοιρον. "Ανθρωπος rum qui in Ecclesia pusilli sunt, semper vident fa
μεν ούν ου μη ίδη το πρόσωπον Κυρίου, και ζήσε ciem Patris nostri, qui in colis est 8 . Quare nunc
παντός βλέπουσι το πρόσωπος του Πατρός ημών (24) aspectum, ob carnis debilitatem nos circumdanlein,
του εν τοις ουρανοίς. Διότι νύν μέν χωρήσαι ημάς apprehendanus; angeli vero , φuod nullum tale
την θέαν της ενδόξου επιφανείας δια την ασθένειαν , velamentum habent carni nostrie consimile, re nulla
της σαρκός την περικειμένην ημίν αμήχανον οι μέν. impediuntur quominus faciem glorie Dei jugiler
τοι άγγελοι , το μηδέν έχειν προκάλυμμα τοιούτον contemplentur. Quare el nos , posleaquam alii facts
παραπλήσιον τη ημετέρα σαρκι, υπ' ουδενός έμπο- fuerimus resurrectionis, tunc ea que est facie ad
δίζονται διηνεκώς ένατενίζειν τώ προσώπων της aciem cognitione dignabianur . Tunc enim justi con
δόξης του Θεού. "Ωστε και ημείς, επειδάν γενώμεθα specium quidem vulius in exsultatione consequen
υιοί της αναστάσεως, τότε καταξιωθησόμεθα της πρόσ- ιur , peccatores vero in judicio ; cum futurum sit ,
ωπον προς πρόσωπον γνώσεως. Τότε δε οι μεν δί- ut peccatum omne justa Dei seulentia extermine
καιοι εν αγαλλιάσει της θέας του προσώπου και- ιur.
αξιωθήσονται οι δε (23) αμαρτωλοί εν κρίσει, μελλούσης εξολοθρεύεσθαι παρά της δικαίας κρίσεως του
θεού πάσης της αμαρτίας.
12. Εκέκραξαν οι δίκαιοι, και ο Κύριος είσ- 12. Vens. 18. Clamaverunt justi, et Dominus
ήκουσεν αυτών , και εκ πασών των θλίψεων αυτών eraudiuit eos , el en omnibus tribulationibus eo.
ερρύσατο αυτούς. Νοητή των δικαίων ή κραυγή, εν τum liberavit eos. Spiritalis est justorun clainor ,
τω κρυπτώ της καρδίας την μεγαλοφωνίαν έχουσα, in occulto cordis recessu vocem aliam edens, quip
δυναμένη εφικέσθαι (26) και αυτών των ώτων του P pe qui ad ipsas eliasm Dei aures queal pertingere.
Θεού. Ο γάρ μεγάλα αιτών , και περί επουρανίων Qui eniin magna pelit, apprecaturque celestia , is
ευχόμενος , oύτoς κράζει , και ακουστήν αναπέμπει clamal et preces quae exaudiantur ad Deum trans
* Psal. XIII, 16. 81 Exod. Xxxi, 20. 83 Matth. ΧVΙΙ, 10.

(20) Eliti cum nno ms. πρόσωπον δέ . In reliquis
vero mss. vocula dé omillilur. Ibidem , ubi in edilis
(estum ac formidabilent adventum, stripo inveni-
Inus in novem mss . τήν τεπαρρησιασμένην και φα-
νεράν , αφετιε ε! conspicumadven! ιη.
(21) Octo uss. διό οφθαλμοί μεν ώς έτι. ΔMox
multi mss. επι τω.
(22) Editi έννοήσης. Αι septem inss. νοήσης. Αli -
quanto postmss. scx lola ráp. Edili jóla jév. Reg.
quartus el Colb . septimus lola olanuous.
(23) Editi χωρίς του προσώπου. Αι mss. non pau
ci wpis TIPOGOTOU. Mox loco verborum illorum ,
elitione Basil. ούτε πρόσωπον χωρίς εστιν οφθαλ
μών.
(24) Ita mss. seplein . Edili cum Reg. sexto Da
τρός αυτών.
(25) Οι δέ, etc. Peccatores in judicio. Supple από
κοινού, της θέας του προσώπου καταξιωθήσονται,
conspectu vultus dignabuniur, se:1 cremebundi.
(26) Reg . tertius δυναμένην εικέσθαι.
379 S . BASILII MAGNI 380
nailuit. Clamaverunt itaque justi; nihil abjectum, Α τω Θεώ τηνευχήν. Εκέκραξαν ούν οι δίκαιοι • ουδέν
nihil terrenum, nihil humile inquisierunt. Ρropter- μικροπρεπές, ουδέ γήϊνον, ουδε ταπεινόν επεζήτησαν.
ea vocem ipsorum suscepίt Dominus, 155 et ex Διά τούτο αυτών παρεδέξατο την φωνήν ο Κύριος ,
onmnibus tribulationibus eorum liberavit eos. Ta» και εκ πασών των θλίψεων αυτών ερρύσατο αυτούς :
men non tam eos a rebus adversis liberavit, quam oού τοσούτον απολύων αυτούς των οχληρών, όσον κρείτ .
Dominus iis qui contrilo sunt corde, et humiles ερί- Κύριος τους συντετριμμένοις την καρδίαν , και
rita saluabir. Sua ipsius bonitale omnibus appropin» τους ταπεινούς το πνεύματι σώσει. Τη εαυτού
quat Dominus : nos vero removenus nostnetipsos αγαθότητι πάσιν εγγίζει: μακρύνομεν δε εαυτούς
per peccatum. Ecce enim,inquit , qui elongant s6 ημείς διά της αμαρτίας. Ιδού γαρ, φησίν, οι μα.
abs le, peribunt 8%. Quapropter Moyses Deo appro - κρύνοντες εαυτούς από σου, απολούνται . Διά
pinquare dicitur88 ; et si qui alius ei similis est, per τούτο Μωϋσής εγγίζειν λέγεται τω Θεώ » και εί τις
prieclara facinora et actiones bonas Deo prope ac άλλος παραπλήσιος εκείνω, δι' ανδραγαθήματα και
cedit. Hec autem verba prophetiam adventus Do- πράξεις αγαθάς εγγύς γίνεται του Θεού . Αντικρυς
mini palam continent, consentiunique cumpriori- δε προφητείαν έχει ο λόγος της επιδημίας του Κυ
bus. Illic enim dicebatur : Vulius Domini super Bρίου , και σύμφωνος τώ προάγοντι. Εκεί μέν γάρ
facientes mala , lioc est, ejus in judicio conspectus ελέγετο : Πρόσωπον (27) Κυρίου επί ποιούντας
ad disperdendam omneminiquitaten fiel : hic vero, κακά τουτέστιν, η επιφάνεια αυτού κατά την κρίσιν
Prope est Dominus iis qui contrito sunt corde, Do- επί αφανισμό πάσης πονηρίας γενήσεται » ενταύθα
mini in carne adventurm prenuntial, appropinquan. δε , 'Εγγύς ο Κύριος τους συντετριμμένοις την
tem jam, et non procul distanlem. Αιφue hujus rei καρδίαν , την επιδημίαν τήν του Κυρίου την εν
facial tibi idem proplielia Isaise : Spiritus eniin σαρκι προαγγέλλει , εγγιζουσαν ήδη , και ου μακράν
Domini super me : propter quod until me : evange- άφεστηκυίαν. Και τούτο σοι πιστόν εκ της Ησαΐου
Lizare φαμμeribus misil me , sanare contritos corde, προφητείας γενέσθω• Πνεύμα γάρ Κυρίου επ' εμέ,
praedicare captivis tenuissionem, et cecis visum 86. ού ένεκεν έχρισε με ευαγγελίσασθαι πτωχοίς
Cum enim medicus milleretur contritis corde , απεσταλκέ με , ιάσαθαι τους συντετριμμένους
Prope , inquit, Dominus est : vobis dico qui lumiles την καρδίαν, κηρύξαι αιχμαλώτοις άφεσιν , και
estis , quique fastum vestrumcontrivistis, vos simul τυφλοίς ανάβλεψιν . Επειδή γαρ ιατρός απεστέλ
leiificalurus, et per gaudiuin rerum futurarum ad λετο των συντετριμμένων την καρδίαν , Εγγύς,
tolerantiam inducturus. Contritio autein cordis φησί, Κύριός έστιν υμίν λέγω τοις ταπεινοίς και
exsirpalio est laumanarum cogitationum. Qui prae - C συντρίψασιν εαυτών το φρόνημα (28), ευθυμοποιών
sentia contempsit, ac se ipse Dei addixit verbo, υμάς και εις μακροθυμίαν ενάγων τη χαρά των προσ
meulemque suam ad eas cogitationes que homi- δοκωμένων. Συντριμμος δε καρδίας εστίν ο αφανισμός
nem superant , ac magis divine sunt , appulit , is των ανθρωπίνων λογισμών. Ο καταφρονήσας των
utique fuerit qui contritum cor ballet, quique suum τήδε , και αποδεδωκώς εαυτόν το λόγο του Θεού , και
Cor sacrificium quod a Domino non despicitur, έμπαρέχων εαυτού το ηγεμονικών τους υπέρ άνθρω
effecit. Cor enim contritum et humiliatum Deus ηοη πον και θειοτέροις νοήμασιν , ούτος αν είη ο συντε
despiciel 87 . Prope est igitur Dominus contritis corde, τριμμένην έχων την καρδίαν , και ποιήσας αυτήν
el humiles spiritu saluabii. Qui nihil hallel elationis, θυσίαν ουκ εξουδενωμένην υπό του Κυρίου. Καρδίαν
neque ob ullam rem Iumalarm superbit , hic et γάρ ( 29) συντετριμμένην και τεταπεινωμένης και
contritus est corde, et humilis spiritu . Est quidem Θεός ουκ εξουδενώσει. Εγγύς ούν Κύριος τους
humilis et is qui in peccato ainbulat, cum pecca - συντετριμμένοις την καρδίαν, και τους ταπεινούς
Turn omnium maxime humilem reddat. Ηinc lici- τω πνεύματι σώσει. Ο μηδέν έχων έπαρμα, μηδε
πιus humilialam esse et eam que corrupla est, ac φρονών επί τινι των ανθρωπίνων , ούτος και συντε
virginitalis sanctimoniam anisit. Sic Annou , ill- , τριμμένος έστι τη καρδία, και ταπεινός το πνεύματι.
quit, virn Thamar inferens 88, Humiliavit ipsana 85. D " Έστι μεν ταπεινός και ο κατά την αμαρτίαν πορευό
Quicunque igitur altitudinem ac sublimitatein animi μενος , διότι ταπεινωτική μάλιστα πάντων ή αμαρ
amisere, per peccatum in terrani dejecti, et quasi τία. Καθό και την εφθαρμένην και απολέσασαν τον
prostrati, non aliter gradientes quam serpentes, της παρθενίας αγιασμόν λέγομεν ταπεινούσθαι. Ως
decunbunt; cumque iidem nullo modo surrigere se o 'Αμνών , φησίν, επαναστάς τη θάμαρ , Εταπεί
Πon enimlaudabilis est illorum humilitas. Qui vero της ψυχής απολωλέκασιν (50), υπό της αμαρτίας κα
habent spiritus sancti graliaro , Inaud inviti se ipsos ταβληθέντες εις γην, και οιονεί εδαφισθέντες, ομοίως
** Psal. LΧΧΙΙ, 27. 88 Exod. ΧΧιν, 2. 86 Isa. LXI, 1. 87 Psal. 1, 19. * I Reg. ΧΙΙ, 14. * Deut.
XXII, 29.
(27) Sic mss. sex. Editi πρόσωπον δε. Mox Reg. secundus OuYXÚTETOUS! 6ć, Aliquanto pos!
(28) Reg. tertius τα φρονήματα. ex mss. του Πνεύματος του αγίου. Editi cuin Reg.
(29) Editi γάρ, φησίν. Deest φησίν in Inss. sexto του αγίου Πνεύματος .
(50) Γιa quinque mss. Editi cui Reg. απολώλασιν.
381 HOMILIA IN PSALMUM XXXIII. 3822
το όφει συμπορευόμενοι συγκύπτουσι , μη δυνάμενοι A humiliant , subjiciuntque inferioribus : quippe qui
ανορθωθήναι εις το παντελές , ούτοι τεταπείνωνται juxta Apostolum dicant esse se quorunmvis qui in
μεν, ου μην το πνεύματι » ου γαρ επαινετή αυτών η Christo sunt, servos 90, et Omnium rejectamentumad
ταπείνωσις. "Οσοι δε έχοντες την του Πνεύματος του . hunc μεque diem 1 ; et iterum : Tanquam purga
αγίου χάριν, έχοντες εαυτούς υποταπεινούσι τοις menta mundi [acti sunmus 1. Qui secundum spirituin
υποδεεστέρους , κατά τον Απόστολον λέγοντες εαυ- humilitate utuntur, sese omnium faciunt postre
τους είναι δούλους τινών εν Χριστώ ( 31 ), και Πάν- mos, ut primi in regno caelorum fiant . Ηos pre
των περίψημα έως άρτι και πάλιν· Ώς πε- dical quoque beatos Dominus , dicens : Beati pou
ρικαθάρματα του κόσμου εγενήθημεν• οι πνευ - peres spiritu *. (VERS. 20.) Multα tribulationes juείο
ματικώς τη ταπεινώσει κεχρημένοι , πάντως εαυτούς τum, et er omnibus his liberavit eos Dominus. In
ποιoύντες εσχάτους , ίνα πάντων πρώτοι γένωνται εν omnibus, inquit, 156 tribulationem patimur, sed
τη βασιλεία των ουρανών. Τούτους και μακαρίζει ο ηοη αηgustiamur 98 . Ρropterea etiam Dominus ail
Κύριος λέγων· Μακάριοι οι πτωχοί τω πνεύματι. discipulis suis : In mundo pressuram habetis ; sed
Πολλαι αι θλίψεις των δικαίων , και εκ πασών contdite , ego Dici ηιundum 6. Quare si quando vi
αυτών ρύσεται αυτούς ο Κύριος. 'Εν παντί, φησί, deris justos in morbis, in corporis detruncationi
θλιβόμενοι, αλλ' ου στενοχωρούμενοι. Διά τούτο Bbus,in propinquorum amissione, in plagis,in igno
φησι και ο Κύριος τους εαυτού μαθηταίς • Εν τω miniis, in omni inopia ac rerum necessariarum
κόσμω θλίψιν έχετε αλλά θαρσείτε, εγώ νενίκηκα egestale delineri , memor fueris quod Mulle sunt
τον κόσμον. "Ωστε εάν ίδης ποτέ εν νόσους , έν (32) tribulationes justorum, et φuod ex onmnibus his libe
πηρώσεσι σώματος , εν αποβολή των οικείων, εν πλη- rabit eos Dominus. Qui autem dicit justo non con
γαϊς, εν ατιμίαις, εν πάση ενδεία και ύστερήσει των venire tribulationem, nihil aliud dicit nisi athlete
αναγκαίων τους δικαίους υπάρχοντας, μνήσθητι , ότι non congruere adversarium. Sed athlete non de
Πολλαι αι θλίψεις των δικαίων, και εκ πασών (53) certanti quae erunt occasiones coronarum? Jam vero
αυτών ρύσεται αυτούς ο Κύριος. Ο δε λέγων μη quater in hoc psalmo dicitur, qua ratione eos quos
πρέπειν το δικαίω την θλίψιν, ουδέν έτερον λέγει η Dorninus liberare vult , a tribulatione liberet. Pri
μη αρμόζειν τώ αθλητή τον ανταγωνιστής. Μή mum enien ( VERS. 5 ) : Erouisini Dominum, οι
αγωνιζόμενος δε ο αθλητής τίνας έξει των στεφάνων ecaudirit me , et es omnibus tribulationibus meis eri
τις υποθέσεις ; " Ήδη δε τέταρτον λέγεται εν τω puit me; secundo (VERS . 7) : Hic pauper clamaοίι,
ψαλμό τούτω, τίνα τρόπον από θλίψεως ρύεται και οι Dominus eraudivit eum, et ex omnibus tribulato
Κύριος , ους εάν θέλη δύσασθαι. Πρώτον μεν γάρ c nibus ejus salvavit eum; tertio (VERS. 18) : Clama
'Εξεζήτησα τον Κύριον , και επήκουσέ μου , και verunt justi , ei Dominus eraudiuit eos , et ex omni
εκ πασών των θλίψεών μου ερρύσατό με· δεύτε- bus tribulationibus eorum liberavit eos. Poslrerno
ρον δε πάλιν: Ούτος ο πτωχός εκέκραξε, και ο (VERS. 20): Mulle tribulationes justorum, et de om
Κύριος εισήκουσεν αυτού, και εκ πασών των θλι- nibus his liberavit eos Dominus.
ψεων αυτού έσωσεν αυτόν και τρίτον : 'Eκέκραξαν οι δίκαιοι , και ο Κύριος εισήκουσεν αυ
τών, και εκ πασών των θλίψεων αυτών ερρύσατο αυτούς και τελευταίον : Πολλαι αι θλίψεις των
δικαίων , και εκ πασών αυτών ρύσεται αυτούς ο Κύριος .
13. Φυλάσσει Κύριος πάντα τα οστά αυτών • 13. VERS. 21. Custodii Dominus omnia οεεα εο .
& εξ αυτών ου συντριβήσεται. Πότερον δεί επί rum. unum er his non conferetur. Nunm in littera
της λέξεως μεϊναι , και αρκεσθήναι τη κατά το πρό- herere oportet, et en notione que statim auditai
χειρον προσπιπτούση ταίς ακοαις ημών εννοία, ότι τα nostro illabitur, contentum esse , quod videlic et
οστά ταύτα, τα της σαρκός υποστηρίγματα , ου συν- istillec justorum Ossa , carnis fulcra , non conferen
τριβήσεται των δικαίων διά την παρά του Κυρίου δε- ιur ob datam sibi a Donino custodiam? Ει utrum
δομένην αυτοίς φυλακήν; Και πότερον ζώντος μόνον justi ossa, quandliu wivel solum et in vita diversa .
και εν τω βίω τυγχάνοντος ασύντριπτα του δικαίου Ditur, custodientur a fraclura omni illes3 ? an ji: sto
φυλαχθήσεται (34) τα οστά ; ή και απολυθέντος του etiam corporis vinculo exsoluto, nulla fracture
δεσμού του σωματικού, μηδέν αίτιον επισυμβήσεσθαι Ρ causa futura sit ? Αιφui experientia didicimus nulla
συντριβής το δικαίω; Και μην πολλά με μαθήκαμεν Ossa justorum, qui sese quibusvis suppliciorum ge
επί της πείρας οστά δικαίων συντετριμμένα , των εν nerilous pro dato de Christo testimonio tralidere,
τοις υπέρ της εις Χριστόν μαρτυρίας παραδόντων contrita atque conminuta fuisse. Jani enim et φuo
εαυτούς παντοίους είδεσι παθημάτων. " Ηδη γάρ τι- rumdam crura coufregerunt persecutores , atque
νων (53) και σκέλη κατέαξαν οι διώκοντες , και χεί- manus ac capita clavis stepe transfixerunt. Ει la
* II Cor. IV, 3. 91 T Cor. 16 , 13. 91 ibid. 18 Malib . Xx, 16. * Μattli. V, 3. * 1 Cor. ιν, 8
* Joan. XV1 , 33.
(31) Facit inore suo Combefisius, ut aliquid ad sov. Nec ila mullo post Colb . primus el un apuso
arbitrio sil!lm mutel. Ubi igicur legimus el in edi. Serv . R . Ierlins el un un apuokstv . Alii iliss. CUIQ
τις etin Iss. Onibus, τινών εν Χριστώ, νull legi elius ή μή αρμ .
oportere twv év Xploto . Vulgatam lectionem reli- (54) Colin, primus quaayohoovtal.
niendam esse duximus . ( 35) Ila mss . ocla . Editί τινων αυτών. Μox edis
(52 ) Editi νόσοις ή εν. Deest ή in septem mss. Καίτοιγε . Deest γε in nostris mss.
(53) Regii tertius et quarius δικαίων, αλλ' εκ πα--
 383 S . BASILII MAGNI 384
Men quiis contradicens affirmarit eos qui martyrio A ρας και κεφαλάς διέπειραν τοϊς ήλοις πολλάκις . Και
consummati sunt , non omnium esse justissinos ? τοι τις αντερεί μη ουχί πάντων είναι δικαιοτάτους
Sed fortassis , quemadmodum homo dicitur, hoc τους εν τω μαρτυρία τετελειωμένους ; Αλλά μήποτε,
est, anima et mens humana, ita et ipsius inembra ώσπερ άνθρωπος λέγεται, τουτέστιν , ή ψυχή (36), και
eodem nomine ac corporis partes vocaular. Νam ο νούς και ανθρώπινος ούτω και τα μέλ.η (37) αυτού
8ape interioris hominis inembra Scriptura nomi- ομωνύμως ονομάζεται προς τα της σαρκός » ως πολ
ial ; ut cum dicit : Sapientis oculi in capite ejus 1; λάκις ονομάζει η Γραφή του κρυπτου ανθρώπου , εν
Ιιοc est, occulta et recondita sapientis pars, pro- τω λέγειν · Του σοφού οι οφθαλμοί εν κεφαλή (38)
vida est el circumspecia. Ει rursus tum carnis ocu- αυτού · τουτέστι προορατικόν έστι και περιεσκεμμέ
los similiter dicit, non solum in ea quana alluli- νον το κρυπτών του σοφού. Και πάλιν οφθαλμούς
nus sententia, sed etiam ubi ait, preceptum Do- ομοίως λέγει τούς τε της ψυχής και της σαρκός , ω
mini lucidum esse, et illuminans oculos 28. Quid μόνον εν ή παρεθέμεθα λέξει, αλλ' εν τω φάσχειν
vero oportet dicere de hoc : Qui habet αures αυ- την εντολήν Κυρίου τηλαυγή είναι και φωτίζουσαν
diendi, audiat 88 ? Comperium est enim et perspe- οφθαλμούς. Τί δε δεί λέγειν περί του, “ Ο έχων ώτα
clum, aliquibus inesse aures ineliores praestantio- ακούειν, άκουέτω; Δήλον γάρ, ότι κέκτηνται τινες
resque , que Dei possint verba audire. Ad eos au- Β ώτα κρείττονα δυνάμενα ακούειν λόγων Θεού. Προς
1ein qui non habent illas aures , quid dicit ? Surdi, δε τους μη έχοντας εκείνα τα ώτα τι φησιν ; Οι κω
audite, el ceci, suspicile 1. 151 Itein : Οι ηmeum φοί , ακούσατε, και οι τυφλοί, αναβλέψατε · και,
aperuί, el attragi spiritum 1. Ει, dentes peccatorum Το στόμα μου ήνοιξα, και είλκυσα πνεύμα και,
Talibus, que spiritali alimoniae ac doctrine spirilali είρηται προς τας υπουργούσας δυνάμεις επί την νοη
inserviunt. Tale est et illud : Ventrem meum doleo “; την τροφών και τον νοητόν λόγον. Τοιούτον δε και το,
et, Pes justi non impingeι 8. Οιmnia enim alia de Την κοιλίαν μου αλγώ» και το, Ό πούς του δι
interiori homine relata sunt. Jam vero juxta eam- καίου ου μη προσκόψη. Πάντα γάρ επί του έσω
dem rationein fuerint etiam quodam Mominis in- ανθρώπου κατείλεκται τα τοιαύτα . Κατά δε τον αυ
terni ossa, quibus colligatio liarmoniaque faculta - τον λόγον και οστά τινα αν του εν τω κρυπτο, εν οίς
tum anime continelur. Et quemadmodum Ossa ir- ο σύνδεσμος και η αρμονία των ψυχικών εστι (39) δυ
milale propria communiunt carnium teneriludineim : νάμεων συγκροτουμένη . Και ώσπερ τα οστά τη οικεία
sic et in Ecclesia sunt quidam, qui ob constantliam εύτονία των σαρκών περιστέλλει την απαλότητα,
suam debilium iambecillitales ferre possunt. Ει υι ούτω και εν τη Εκκλησία εισί τινες, οι διά την οικείαν
inter se conneciuntur Ossa, cum per nervos el colli- C στερεότητα τα ύστερήματα δύνανται των ασθενούν
gationes per artuum commissiras inter se allic- των βαστάζειν. Και ώσπερ τα οστά συνάπτεται αλ .
λήλοις κατά τας διαρθρώσεις νευροις και συνδέσμους
rescunl : ita quoque fuerit charilalis et pacis vincu-
Jum, concretioueim quandam et conjunctionem επιπεφυκόσιν , ούτως αν είη και ο της αγάπης και της
spiritualium ossium in Dei Ecclesia efficiens. De ειρήνης σύνδεσμος, συμφυίαν τινά και ένωσιν των πνευ
ejusinodi ossibus, ab harmonia solutis , et velul ματικών οστέων εν τη Εκκλησία του Θεού κατεργαζό
luxolis , dicit Propheta : Dissipala sunt ossa nostra μενος . Περί τούτων των οστέων των λυομένων από της
secus infernum6. Αιφue si unquam haec Ossa con• αρμονίας,και οιονεί εξάρθρων γινομένων, φησίν ο Προ
turbatio conquassalioque apprehenderit, Orans ait : φήτης : Διεσκορπισθησαν (40) τα οστά ημών παρά
Sana me , Domine , quoniam conturbata sunt οεεα τον άδην. Και εάν ποτέ γε ταραχή αυτά και κρα
mea 1. Tbi veroIlarinoniam propriam servaverint, 4 δασμός καταλάβη, ευχόμενος λέγει : "Ιασαι με , Κύ
Dounino custodita , ne unum quidem ex his confere- ριε , ότι εταράχθη τα οστά μου. "Οταν δε σώζη την
tur, sed digna sunt, que Deo gloriam referant. Onm- οικείαν αρμονίαν , φυλαττόμενα υπό του Κυρίου, ουδε
nia enim, inquit, ossa mea dicent : Domine, Do- εν αυτών συντριβήσεται , αλλ' άξιά έστι δόξαν ανα
mine, quis similis tibi 8? Yidisti rationalium Ossium φέρειν τώ Θεώ. Πάντα γάρ , φησί, τα οστά μου
naturaun ? Fortassis autels Ecclesia possit dicere il• D έρούσι : Κύριε , Κύριε , τίς ( 41 ) όμοιός σοι ; Είδες
17 Eccle. 11, 14. 98 Psil. Χν1, 9. 90 Luc. νιι, 8. • Isa. XLII , 18. : Psal. CΧνιιι , 133. Psal, 11, 8.
•Jerem. IV, 19. 8 Proν. μι , 23. 6 Psal. CXL, 7. 1 Psal. VΙ, 3 . 8 Ρ . ΧΧΧΙν, 18.
(36 ) Sic mss. seplem . Editio Paris . ŐOT.Epó áv- xãe. Al mss. seniem ita , ul edendum curavimus .
θρωπος λέγεται η ψυχή , etc . (39 ) Deest ļoti in mullis mss. Mox editi cixels
(37) Salis Verisimile videri potest μέρη μro μέ- δυνάμει. Αι mss. Seplewι οικεία εντονία. Reg . ter
an legenduin esse. Aple enim dicimus, Parles animi lius tñ idla Eŭtovla . Nec ila nullo post idem Re:.
præcipuæ : non aple, nec de more, Menbra animi terlius cuin edilione Basil. Súvavtal TŪy đouvi
præcipua. Conjecturam adjuval, quod Cornarius ila των .
Jegisse putandus sit, cum verieril : Parles ipsius (40 ) Ila miss. sex. Editi et Colb , quintus et LXX
(animal. Cum tamen hic agatur de nomine impro διεσκορπίσθη. Siatim mss. quinque ποτέ γε. Deest
prio el æquivoco , dubium non habemus, quin déan ye in editis . '
hoc loco legi oporteat. Accedit quod déan in mss. (41) Edili et Colbertini terlius et quintus cum
perinde atque in editis reperialur. Cois1 . Κύριε, Κύριε, τίς . Vox Κύριε semel legilar
in LXX, el in aliis mss. Nec dissenlit Vulgala, Do
(38) Ediii et Reg. quarlus ėy tñ xegaan. At mine,
niss. quinque el editio Romana Šv xewaan . Mox quis similis libi ?
editi λέγει ομοίως τούς τε της σαρκός και ψυ
55 HOM:LIA IN PSALMUM XXXIII. 386
λογικώνοστεων φυσιν; Τάχα δ' αν τούτο η Εκκλησία Α Iul, Omnia ossa mea dicent, secundumresurrectionis
λέγοι , το, Πάντα τα οστά μου έρούσι, κατά το mysterium. Ηac enim, inquit, dicit Dominus os si
της αναστάσεως μυστήριον. Τάδε γάρ , φησί, λέγει bus his ” . Ecce ego Hero in vos spiritum ile , et dubo
Κύριος τοίς οστέοις τούτοις : Ιδού εγώ φέρω εις εuper vos nervos, et reducam super vos carnes, el
υμάς ( 49) πνεύμα ζωής, και δώσω εφ' υμάς νεύρα, υivelis, et cognoscetis guod ego sum Dominus. lac
και ανάξω εφ' υμάς σάρκας (43), και ζήσεσθε, itaque Ossa , resumpta vita , resurrectioιuis eorum
και γνώσεσθε, ότι εγώ είμι Κύριος. Ταύτα ούν auctori gratias persolventia , dicent : Domine, Do
τα οστά, απολαβόντα την ζωήν, ευχαριστούντα το mine. quis similis tibi ?
αναστήσαντι, έρούσι • Κύριε, Κύριε, τις όμοιός σοι (44) ;
14. Ακριβώς πρόσκειται το,Θάνατος αμαρτωλών 14. Αccurate adjectum est : VERς. 22 . Mors pecca
πονηρός · διότι εστί τις επί των δικαίων θάνατος ου ιοrum mala. Nam est quedarn mors justoruτη, 1: -
πονηρός τήν φύσιν, αλλ' αγαθός. Οι γάρ συναποθα- tura non mala, sed bona. Qui enim Christo commo :
νοντες των Χριστώ εν αγαθό θανάτω γεγόνασι• και riuntur, in bona morte versantur ; et qui τηorini
οι αποθανόντες τη αμαρτία των αγαθών και σωτήριον , sunt peccato, bona ac salutari morte mortui sunt.
αποτεθνήκασι θάνατον. Ο μέντοι των αμαρτωλών Αι vero peccatorum mors mala est. Excipit enim
πονηρός. Διαδέχεται γάρ αυτούς ή (45) κόλασις, ως illos supplicium, juxta atque divitein purpura et
και τον πλούσιον τον ενδεδυμένον πορφύραν και βύσ- bysso indutum, et singulis diellus splenilide epalan
σον, και ευφραινόμενον καθ' ημέραν λαμπρώς. Και tein 10. Ει φui oderunt justum delinquent. Qui quod
οι μισούντες τον δίκαιον πλημμελήσουσιν . Οι in deliciis vivunt , odio habent justum : quipe
και διά το εν πλημμελείαις ζην μισούσε τον δίκαιον: moribus justi tanquain regule rectitudine isti ita
ως υπό της εν τω κανόνι ευθύτητος , τω τρόπο του redarguuntur, melioris scilicet comparatione. Eι
δικαίου , ούτως αυτοί τη παραθέσει του βελτίoνος quoniam in peccatis viνunt , odio prosequuntur
ελεγχόμενοι. Και διότι εν αμαρτίαις ζώσι, μισητικώς justum, propter objurgatioηun timorem : et quia
διάγουσι προς τον δίκαιον φόβο των ελέγχων και oderunt , iterum sese peccalisinvolvunt. Mulle enim
διότι μισούσι, πάλιν αμαρτίαις εαυτούς περιβάλλουσι. sunt cause, ob quas justus odio lisabe:ilur; nimirum
Πολλαί γάρ αι προφάσεις δι' ας αν μισηθείη ο δί illa redargrendi libertas. Odio enim habent redar.
καιος · ή τε παρρησία ή εν τοις (46 ) ελέγχους . Μι- guentemin portis 11, el sermonem sanctum abomi
σούσι γάρ έν πύλαις ελέγχοντα , και λόγον όσιον βδε- nantur 11. Ambitio item prioris Ioci, principalusque
λύσσονται . Και η φιλοπρωτία δε και η φιλαρχία , cupiditas, ηultorum 158 olia in prestantiores
πολλούς εκίνησεν εις το μισείν τους κρείττονας· έσθ' ° concitaruml; nonnunquam etiain ignorantia Fam:
ότε δε και άγνοια του περί του δικαίου λόγου , και justi, et quis sitjustus. Mors peccatorum mala . Aut
του , τις και δίκαιος (47). Θάνατος αμαρτωλών πονη- etiain vitain omnem, mortein appellat, quod carnein
ρός. " Η και την ζωήν άπασαν θάνατον ονομάζει • IlancApostolas orien vocavit, dicens 11 : Quis me
διότι την σάρκα ταύτην θάνατον προσηγόρευσεν ο liberabit de corpore mortis hujus ? Qui autem hoc
"Απόστολος , είπών: Τίς με ρύσεται εκ του σώμα- corpore male uluntur , clicianique ut peccato onni
τος του θανάτου τούτου ; Οι δε κακώς κεχρημένου inservint, malam sibi mortem praparant. VERS. 23.
τω σώματι τούτω, και πάσης αμαρτίας αυτο υπηρε - Redimet Dominus animas servorum suorum, et non
σίαν ποιούμενοι , πονηρόν εαυτούς τον θάνατον κατα- delinquent omnes qui sperant in eo. Quandoquidem
σκευάζoυσι. Λυτρώσεται Κύριος ψυχάς δούλων ii qui ideo creati erant it Domino Servirent , sub
αυτού, και ου μή πλημμελήσουσι πάντες οι ε... inimici servilule delineliantur, illorum animos pre
πίζοντες επ' αυτώ (48). Επειδή κατείχοντο υπό ioso suo sanguine redimet . Quapropter nullus en
την αιχμαλωσίαν του εχθρού οι κτισθέντες (49) επί rum qui in ipsum sperant, in deliciis versabitur .
τω δουλεύειν τω Κυρίω, τούτων τας ψυχάς λυτρώσεται το τιμίω αυτού αίματι. Διό ουδείς εν πλημμε
λείαις εξετασθήσεται των ελπιζόντων επ' αυτόν.
• Εzech. ΧΧΧν1, 5, 6. 10 Luc. XVI, 19 11 Isa. ΧΧΙΧ, 21 . 15 Isa. V, 24. 11 Roιη. νιι, 24.
(42) Ila sexmss. Aiedili cuin LXX vepw Q ' juãs. D (47) Inter causas, ob quas jusliis odio haberi so
(45) Sic mss. novem el editio Basil. Αι editio let, recenseur άγνοια του περί του δικαίου λόγου και
Paris. uberius σάρκας, και εκτενώ εφ' υμάς δέρμα, του , τίς ο δίκαιος, illa igoratio quα sit justitia ralιο
και δώσω πνεύμα μου εις υμάς : sed illa, και εκ. el quisjustus. MARAN.
TEVW , etc., perperam ab otiosis ex vulgalo Scripla (48) Sic septeni muss. Al editi cum uno aul allero
Til lexlii addita esse arbitramur. ros. επ' αυτόν.
(44) llic rursiis edili el Colh . Tertius cum Coisl. Kj. (49) Utraque erlilio et Basil. etParis, conjunctim ol.
pie , Kúpie . Rursus quoque in aliis qualilor mss. vox XT160évtes. Unde interpretes, Misericordiam conse
Κύριε sevel ponitur. Ibiklein editio Paris. όμοιός σοι . culi, di Catena Corilerian: el nostri novem in -8.
Θάνατος αμαρτωλών πονηρός. Ακριβώς, etc. Sell se- separatim οι κτισθέντες, Qui creati erant. Que scri
plem miss . el editio Basil. ilat, ul in contextu . Colb . pliira quin vera el geminat sit, nemo dubitabil ,
tertius αληθώς πρόσκειται. qui bunc locum paulo attenlius consideraverit. Moon
(43) Ila quatuor uss. Deest articulus in editis. codices octo εν πλημμελείαις . Εliti εν πλημμελεία .
Mox editio Paris. πλημμελήσουσι . Και. Αι quinque Siatim eliti et nonnulli iss.επ' αυτόν. Αυτή η δόξα
inss. ita, uti edidimus. και το κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
(46 )Ila 111ss. quinque . Editiza donola èy tois. Scri. Sed illa , auto H 8652 , elc ., in aliis oclu in s. non
plor, quisquis luit, cum verbis illis usus est,Migoje legatur. Nec dubito quin inelius absint, ut inepla
8! nåp iv a . è . respexisse videlor ad Isil. xxix, 21. illa l'epelilio , Qüzby zisto , vilelur.
Patrol. GR. XXIX . 13
38 : S . B. SILII MAGNI

IN PSALMUM XLIV . ΕΙΣ ΤΟΝ ΜΔ' ΨΑΛΜΟΝ.

In Enem, pro tis φui immutabuntur, iliis Core ad Εις το τέλος , υπέρ των αλλοιωθησομένων , τοις
intellectum , canticum pro dileclo. υιοίς Κορέ εις σύνεσιν , ώδή υπέρ του αγαπητού .
1. Videtur et hic psalmus ad perficiendam natu- 1. Φαίνεται μεν και ούτος ο ψαλμος τελειωτικός
rum humanamidoneus esse, atque iis qui secundlin τις ών της ανθρωπίνης φύσεως, και εις το προκεί.
virtutem vivere statuerunt , ad propositum inein μενον τέλος τους κατ' αρετήν βιούν προτρημένους την
19sequendum utilis. Νam proficientibus opus est ωφέλειαν παρεχόμενος. Tοίς γάρ προκόπτουσι χρεία
doctrina ad perfectionem, quam hic psalmus exhi- της εις το τελειωθήναι διδασκαλίας, ήν ο ψαλμός ου
Diet, comparandam. Ejus autem inscriptio haec est : τος παρέχεται , επιγραφήν έχων , Εις το τέλος υπέρ
In them pro iis qui immutabuntur. Tecle auleim των αλλοιωθησομένων . Κεκρυμμένως δε είπεν,
«dixit, pro hominibus. Nos enim, maxiine omnium υπέρ των ανθρώπων . Ημείς γάρ εσμεν οι μάλιστα
1ationalium, varietatibus ac mutationibus diebuς πάντων των λογικών αλλοιώσεσί τε και τροπαις ταις
singulis ac fere horis subjicimur. Neque enim cor- εφ' εκάστης ημέρας και ώρας σχεδόν υποκείμενοι.
pore neque mente iidem nos sumus. Sed corpις ούτε γάρ σώματι ούτε γνώμη οι αυτοί εσμεν εαυ
quidem nostrum semper forum ac dissipalioni ob- Β τους, αλλά το μεν σώμα ημών, αεί δέον και σκεδαν
noxium in mola ac mutatione versatur , aut ex parvo νύμενον , εν κινήσει έστι και μεταβολή , ή από μικρού
najus factum, aut ex perfecto ad minorem niolem εις το μείζον (50) αυξόμενον, ή από του τελείου προς
contractum. Non enim puer qui jam scholam petit, το έλαττον συστελλόμενον. Ου γαρ και αυτός έστι το
el ad artes ac disciplinas percipiendas idoneus inve- άρτιγενεί παιδία ο εις διδασκαλείον φοιτών ήδη παις,
nitur, idem est ac ille qui nuper natus est infins. και προς τας των τεχνών και μαθημάτων αναλήψεις
Αlius autem rursus ab illo est sine dubio epliebus, επιτηδείως έχων· έτερος δε πάλιν ταρά τούτον όμο
«ηui jam juveniles exercitationes experiri polest . λογουμένως εστίν ο έφηβος, ήδη των νεανικών απτο
Atque ab ephebo alius est vir, et firmitate et ma- σθαι δυνάμενος. Και παρά τον έφηβον ο ανήρ άλλος
gnitudine corporis , el rationis perfectione. Cum τις έστι και στερεότητι και μεγέθει σώματος , και τη
anlem ad vigorem pervenerit , atque elalis stabili. του λόγου συμπληρώσει . Εις ακμήν δε ελθών, και το
1alem fuerit conseculus, iterum paulatiαι τηiηui in- στάσιμον της ηλικίας απολαβών, πάλιν άρχεται κατά
cipit, difluente sensim corporis ipsius vigore, atque μικρών υφαιρείν προς το έλαττον , υπολεούσης
corporeis viribus decrescentibus; donec pro sele- αυτώ λεληθότως της του σώματος έξεως, και των
cιule incurvatus, ultimam virium detractionen) per- σωματικών τόνων έλαττουμένων, έως αν, υπό γηρος
vetiatur . Nos ergo sumus qui mutanmur ; ac nos ho. C κατακαμφθείς, την εις έσχατον δυνάμεως υφαίρεσιν
mines per hanc vocem hic psalmus sapienter sigui - υπομείνη. Ημείς τοίνυν εσμέν οι άλλοιούμενοι , και
ficavit . Non enim mutationem admittunt augeli. σοφώςήμάς τους ανθρώπους διά της φωνής ταύτης και
Nullus enim inter illos puer est , nullus adolescens , ψαλμός παρηνίξατο . Ου γαρ άγγελοι επιδέχονται την
Senex nullus : sed in quo statu ab initio creati sunt, αλλοίωσιν . Ουδείς γάρ παρ' εκείνοις ταϊς , ουδε νεα .
in eo permanent ; cum eorum substantia simplex et νίσκος , ουδε πρεσβύτης (51), αλλ' εν ήπερ εξ αρχής
inmutabilis conservetur. Nos autein mutalnur, se- εκτίσθησαν καταστάσει, εν ταύτη διαμένουσιν, ακς
cundum corpus quidem , uti ostensum est ; secundum ραίας αυτούς και άτρέπτου της συστάσεως σωζομέ
animam vero et interiorem hominem , 159 senten νης. Ημείς δέ άλλοιούμεθα , κατά μέν το σώμα,
tius unacum accidentibusrebus semper coininutanus. ώς δίδεικται, κατά δε την ψυχήν και τον έσω άνθρω
Αlii namque sumus dum letanmur, omniaque in vita που, τοίς αεί προσπίπτουσι πράγμασι συμμετατ:.
nobis feliciter succedunt : alii vero calamitosis lein- θέντες τας διανοίας. " Αλλοι μεν γάρ εσμεν εύθυμού
poribus, cum in aliquas res adversas inciderinus. μενοι, και πάντων ημίν των κατά τον βίον κατά δουν
Inmutamur et in ira , ferino quodam Slala assumplo. προϊόντων • άλλοι δε εν τοις περιστατικούς καιρούς,
Immulatuur et in concupiscentiis , brutis similes , επειδάν τινι των άβουλήτων προσπταίσωμεν. 'Αλ
effecti, per vitae libidinem. Equi in feminas furelles λοιούμεθα δε και κατά τις οργάς, θηριώδη τινά κα
ficii sunt ii , qui amore uxorum proximi insa- τάστασιν αναλαμβάνοντες. ' Αλλοιούμεθα και κατά
niunt 14. Ει dolosus quideio vulpi comparatur , uti τας επιθυμίας, κτηνώδεις γινόμενοι διά του κα5
Ierodes 8 : impulens vero canis vocatur, οι Naval ηδονήν βίου . "Ιπποι θηλυμανείς εγενήθησαν οι ταις
Carmelius 16 . Vides varielaterm ac immutationis γυναιξί των πλησίον επιμαινόμενοι . Και ο μέν δολε
Πostre diversitatem ? Almirare igitur eum qui coin - ρος αλώπεκι παρεικάζεται , ως Πρώδης · ο δε άνα:
node convenienterque hanc nobis appellationen δής κύων προσαγορεύεται, ως Νάβαλ ο Καρμήλιος.
aplavit. Οράς το ποικίλον και πολυειδές της αλλοιώσεως
ημών; θαύμασον ούν τον προσφέρως την προσηγορίαν ταύτην ημίν εφαρμόσαντα.
11 Jer: V, 8. * Luc. Στη, 32. * I Reg. ΧΧν, 3, seg. LΧΧ.
(50) Reg. quartus et Colb. sextus προς το μείζον. mss. προς το έλαττον.
1bauen Reg . leilius arsavusvgy. Sialim quinque (51) Colb . primus 235EVtE6u6.
359 JIOMILIA IN PSALMUM XLIV. 550
2. Διόπερ δοκεί μοι τις των ερμηνευτων (52) κα- Α 2 . Quare videtur milhi quidaminterpres belle et
λώς και ευθυβόλως την αυτήν διάνοιαν δι' ετέρας opposite eamdem sententiam aliis verbis expres
προσηγορίας εκδεδωκέναι , αντί του, “Υπέρ των άλ. sisse , dum Ioco Pro iis qui immutabuntur : dicit ,
1οιωθησομένων , είπών αυτός , Υπέρ των κρίνων. Ρro liliis. Florem videlicet cito inarcescenle «li
Το ωκίμoρον των ανθέων (53) άξιον ενόμισε συγκρί- gnum putavit, qui nature humana fragilitati con -
δε εις τον μέλλοντα χρόνον εγκέκλιται η φωνή (είρη- tempus infectitur: ( dictum est enim Pro his qui
ται γάρ Υπέρ των αλλοιωθησομένων, ώς ύστερόν 1mmutatuntur , tanquain in posterum aliquando
ποτε της αλλοιώσεως ταύτης αναφαινομένης ημίν ), ηutatio istlianc nolis declaranda sit ) : considere
αινίσσεται λόγον, εν ή ή αλλοίωσις ημίν δοθήσεται » qua inutatio nolis d:ibitur; immutatio antenι τη
αλλοίωσις δε επί το βέλτιον και πνευματικών Σπεί- aliquid unelius atque spirituale. Νam seminatur, in.
ρεται γάρ, φησίν, εν φθορά, εγείρεται εν αφθαρ- quit ", in corruptione, resurgit in incorruptibilitate.
σία. Οράς την αλλοίωσιν ; Σπείρεται εν ασθενεία, Perspicis mutationen ? Seminatur in infirmilale, re
εγείρεται εν δυνάμει . Σπείρεται σώμα ψυχικόν, εμrgitinpotentia. Seminatur corpus animale, resurgic
εγείρεται σωμα πνευματικόν » ότε και πάσα ήμίν B corpus spirituale 18 ; quo tempore etiam corporer
η σωματική κτίσις συναλλοιούται. Και γάρ και οι o nis creatura nobiscum immutalbitur . Enimvero
ουρανοί ώς ιμάτιον παλαιωθήσονται, και ώσει Celi quoque sicut vestimentum veterascent, et sicu
περιβόλαιον αλλάξει (34) αυτούς ο Θεός, και άλ. opertorium mutabit eos Deus, el mutabuntur 18. Tune;
λαγήσονται. Τότε και ο ήλιος έσται επταπλασίων et sol sepίuplo major se ipso erit, secunduna Isaiam;
εαυτού , κατά τον Ησαΐαν, και η σελήνη κατά το νύν el erit Iune magnitudo, que nunc solis 10 . Ooonian
υπάρχον μέγεθος του ήλιου. Επειδή δε ου πάσι γέ- autem non omnibus eloquia Dei scripta sunt , sed
γραπται τα λόγια του Θεού , αλλά τους έχουσιν ώτα habentibus aures secundum interiorem hominem ,
κατά τον έσω άνθρωπον, Τοις άλλοιωθησομένοις inscriptionem posuit, Pro iis quiimmutabuntur; ni .
επέγραψεν· ώς oίμαι, τους εαυτώνεπιμελομένοις ( 5), nirum, ut arbitror, pro iis qui sui ipsorumcuram
και αεί διά των γυμνασίων της ευσεβείας επί το μεί- gerunt, quίque per exercitia pietatis semper magis
ζον προκόπτουσιν. Αύτη γάρ έστιν ή καλλίστη αλλοίω- ac magis proficiunt. Ηoc est enim optima iminula
σις, ήν ή δεξιά χαρίζεται του Υψίστου : ης και είo, quain largitur Allissimi deglera ; quam etiam
ο μακάριος Δαβίδ επήσθετο, ότε , γευσάμενος των Dealus David expertus est tum, cum legislatis Do
καλών της αρετής , τους έμπροσθεν επεξέτεινε. Τι , nis virtutis , ad anteriora se extendlit. Quid enim
γάρ φησι; Και είπα: Νύν ήρξάμην · αύτη ή αλ- " ait? Ει diri, Nunc cαγί : hac mutatio deutera Al
λοίωσις της δεξιάς του Υψίστου. "Ώστε ο προκά- tissimi 31. Quare qui in virtute progressus facil ,
πτων εις αρετήν ουκ έστιν ότε ουκ άλλοιούται. "Οτε nunquam non immutatur. Cum enim, inquit, essem
γάρ ήμην, φησί,νήπιος , ελάλουν ως νήπιος. εφρό- parvulus,loquebar ut parυuίus, sapiebam ut parvulus,
νουν ως νήπιος , ελογιζόμην ως νήπιος . "Οτε δε cogitabam ut parvulus. Quando autemfactus sumvir ,
γέγονα ανήρ, κατήργηκα τα του νηπίου. Και πάλιν ευαcuαυi quo erant parυuli . Ει iterum cum vir
γενόμενος ανήρ, ουχ έστατο (56) της ενεργείας, αλλά factus esset, finem agendi non fecit , sed ca Quæ a
Των όπισθεν επιλανθανόμενος , και τοις έμπρο- Iergo sunl obliviscens , et 160 ad ea que a fronte
σθεν επεκτεινόμενος , κατά σκοπόν εδίωκεν επι sunt enilens, juxta proposilum insequebatur ad
το βραβείον της άνω κλήσεως. 'Αλλοίωσις ούν εστι brariumsuperκα υocationis 8 . Immutalio igitur est ,
του έσω ανθρώπου ανακαινουμένου ημέρα και ημέρα. cum internus homo de die in diem renovatur " .
"Επεί ούν απαγγέλλειν ημίν μέλλει τα περί του αγα- Quoniam vero Proplieta nuntiaturus nobis est ea ,
πητού , ός την οικονομίας της σαρκώσεως υπέρ ημών que spectant ad dilectum, qui dispensationem in:
ανεδέξατο, υπέρ των αξίων της χάριτος ταύτης την carnationis pro nolis suscepίt, pro iis qui isto digni
17 ΙCor. xv, 42. 18 ibid. 43, 44. 19 Psal. Cι, 7. 20 Isa. XXX, 26. 11 Psal. LΧΧνι, 11. 11 Cor .
XIII, 11. 15 Philipp. 111, 13, 14. * 1 Cor. IV, 16.
(52) Fidelur scriptor de interprete Aquila lo - D Imo vero interpres Theodoreli putandus est legisse
qui, cujus haec sunt in Hexaplis : Tô veXOTOLU) ÈTL AIESLS, cuni verlal, volves. Non diſliteniur quidem ,
τοίς κρίνους των υιών Κορέ , επιστήμονος άσμα προσ Theodoreti interprelemn , cum verba Symmachi verle .
pialas : Victori super liliis filiorum Core, scientis rel, scripsisse, mutabis : sed cum ipsa Theodoreli
canlicum amicitia .. verba reididit Latine, en lunc volves scripsisse plate
(53) Colb . quinlus cum Reg . lerlio & vowy. Mox ne consial. Lege Theodorelum in vers. 27 pxalm . ci.
Regii tertius et sextus ώς εις ύστερον. Ascribam Eusebii verba , quæ hæc sunt : Ka! távo
(34) Regii primus, quintus et sextus cum editis αλ- τες ως ιμάτιον παλαιωθήσονται , και ώσει περιβόλαιον
dábel, muiabil. Ai Colbertini priinus, quintus el se ελίξεις αυτούς, και ελιχθήσονται : Ει omnes sicut
plimus cum aliis tribus Regiis élEsi, volvel, El ila vesiimentum veterascent, el velul amicium volves eos,
quoque legitur in margine Regii sexli. Colb , sexlus el volvenlur.
na cum LΧΧ ελίξεις,τolves. Theodoretus, qui ipse (35 ) Ila russ. Αι editi επιμελουμένοις. Ιbiderm Reg.
odláEELS,mulabix .Monemur in Heraplis, legi apud veram pietatem , sell , per rera pielatis opera . Lectio
Theodorelum £X!EELS, volves : sed viileri ejus inier . alia yuuvasiwy apposita est ad marginem .
prelem olim legisse årágeis , cum verlal, mintubis. (50 ) Reg. Lertius 30sto pro istQt0.
 391 S. BASILII MAGNI 392
sunt beneficio , hoc se cantici aliis Core edidisse ail. Α ωδήν ταύτην έκδεδωκέναι τοις υιοίς Κορέ φησιν και
Canticumenim est , που psalmus : quippe nuda voce, Προφήτης. Ωδή γάρ έστι, και ουχί ψαλμός · διότι
organo non simul sonum edente, cum concinna νο- γυμνή φωνή, μη συνηχούντος αυτή του οργάνου, μετ'
cis modulatione emissum est. Canticum autem pro έμμελούς της έκφωνήσεως παρεδίδοτο. Ωδή δε υπέρ
dilecto. Tibine indicalio eum, guern Scriptura dicit του αγαπητού . Αρά σου διηγήσομαι τον αγαπητόν,
dilecium ? an etiam prius nosti quam enarrein , όντινα ο λόγος είναι φησιν ; ή και τρό των ημών λό
evangelice vocis nuenior ? Ηic est Filius meus dile - γων επίστασαι, μεμνημένος της εν τω Ευαγγελία
cus in quo milli bene complacui, ipsum audite 18 . Nam φωνής ; Ούτός έστιν ο Υιός μου ο αγαπητός ενώ
1:lectus Patri quidem est un Unigenitus ; οιnni vero ευδόκησα (57): αυτού ακούετε. 'Aγαπητός γάρτώ
creatura ut paler benignus et bonus praeses. Idem Πατρί μεν ως Μονογενής , τη κτίσει δε πάση ως
autem est natura el dilectum et bonum. Quapropter πατήρ φιλάνθρωπος και αγαθός προστάτης. Το αυτό
recle jun definierunt quidam , bonum esse quod δε εστι τη φύσει και αγαπητόν και αγαθόν. Διότι
omnia erpetunt. Non autem cujuslibet est ad clia• καλώς ορίσαντο ήδη τινές, αγαθόν είναι ου πάντα
rilalis pervenire perfectionem , et eum agnoscere εφίεται. Ού του τυχόντος δε έστιν εις το τέλειον χω
qui vere est dilectus : sed ejus, qui jam exuit ve - , ρήσαι της (58) αγάπης , και τον όντως αγαπητόν
Ierem hominem, in desideriis erroris corruptum , & επιγνώναι · αλλά του έκδυσαμένου ήδη τον παλαιών
induit vero novum, qui renovalur ad agnitionerm άνθρωπον, τον φθειρόμενον κατά τας επιθυμίας της
secunduu imaginem conditoris 16. Ειenim φui pe- απάτης, και ενδυσαμένου τον νέον, τον ανακαινούμε
« unias diligit, corporumque pulchritudinem per . νον εις επίγνωσιν κατ' εικόνα του κτίσαντος. Έπει
ituram impolenler consectetur , et name prefert ό γε χρήματα αγαπών, και περί το φθαρτόν των σω
gloriolant, vi diligendiin iis,in quibus non decebal, μάτων κάλλος επτοημένος , και το δοξάριον τούτο
insumpia , is excecalus est ad vere dilecti con- υπερτιμών, την του αγαπάν δύναμιν (39) εφ' μη
templationem. Ideo ait : Diliges Dominum Deum προσήκεν αναλώσας, προς την του αληθινώς άγα.
uum ex toto corde tuo, et er ιοια anima tua , et er πητού θέαν απετυφλώθη. Διά τούτο φησιν · 'Aγαπή
Iola mente tuα 17 Verum illud Εε ιοια , nullam in σεις Κύριον τον Θεόν σου εξ όλης της καρδίας
ilia partitionem admittit. Quantum enim dilectionis σου, και εξ όλης της ψυχής σου, και εξ όλης της
in hac inferiora insumpseris, tantum fibi necessario διανοίας του. Το δε , 'Εξ όλης, μερισμών εις έτερα
leerit a ιοιο. Quapropter pauci ex omnibus , amici ουκ επιδέχεται. " Οσον γάρ (60) αν της αγάπης παρ
Dei appellati sunt ; quemadmodum lileris proditum αναλώσης επί τα κάτω , τοσούτον σου λείψει εξ
est Moysen fuisse amicum 18 ; item Joannem : ς ανάγκης από του όλου. Διά τούτο ολίγοι εx πάντων
Amicus enim,inquit, sponsi, ελαηs, gaudio gaudet 19 : φίλοι Θεού προσηγορεύθησαν· ως Μωύσης αναγέ
hoc est, qui sabilem et immobilein in Christum γραπται είναι φίλος ως Ιωάννης : Ο γάρ φιλος ,
anoreim liabet ,is dignus est ipsiusamicilia. Ιdcirco φησί, του νυμφίου, εστώς , χαρά χαίρει · τουτέστιν,
eliain discipulis jam perfectis Dominus ait : Νon και το στάσιμον έχων και αμετακίνητος της εις Χρι
amplius vos dico servos sed amicos : φuia sernus στον φιλίας, ούτος άξιος της αυτού φιλίας. Διό και
nescit quid facial dominus ejus 10. Perfecti igitur τους μαθηταίς ήδη τελειουμένους ο Κύριος , Ουκέτι,
est, vere dilectum cognoscere. Ει revera, soliamici φησίν, υμάς λέγω δούλους, αλλά φίλους · ότι ο
Dei, et inter quos intercedit mutua anmicilia, sancti δούλος ουκ οίδε τι ποιεί ο κύριος αυτού. Τελείου
sunt : nemo autemimproborum aut stuliorum anni- τοίνυν εστι τό τον όντως αγαπητόν επιγνώναι. Και
cus est. Νeque enim amicitia (Donum in pravum τω όντι μόνοι φίλοι Θεού και αλλήλοις οι άγιοι • ου
a fectum cadit , quoniam nihil turpe aut inconcin. δείς δε των πονηρών και αμαθών φίλος . Ουδε γάρ
num in amicilie concordiani ingredi potest. Malum πίπτει το της φιλίας καλόν εις μοχθηράν διάθεσιν·
enim non bono solum, sed ipsum etiam sibi ipsi διότι ουδεν αισχρόν και ανάρμοστος εις συμφωνίαν
contrarium est. Jam vero ad verba psalini expen. δύναται χωρήσαι φιλίας. Το γαρ κακόν ου τω αγαθώ
denda progrediamur. D εναντίον εστί μόνον, αλλά και αυτό εαυτώ. "Ηδη δε
3. VERS. 2. Eructavit cor meum verbum bonum. και3.επίΕξηρύξατο
την (61 ) εξέτασιν των μου
η καρδια ρημάτων
μόνον προθωμεν.
αγαθόν.
Jaun αuiden nonnulli existimavere isthinc ex per. Ήδη μέν τινες ώήθησαν εκ προσώπου του Πατρός
15 Μatth. Χνι, 5. 16 Ephes. IV, 29, 24. 11 Marc. 20 , 30. 18 Εxod. XXX0, 1 . 15 Joan. II , 29.
30 Juall . XV, 15 .
(57) Colbertini quintus, sextus el septimus cum του αγαπητου δύναμιν.
editione Paris. el cuum Reg. quarlo ενώ ευδόκησα, ( 60) Its mss. Deest γάρ in editione Paris. Mor
Plita legitur apud Mullhæum XVII , 5 . At illud , Švý mss. sex touc6 001. Ediii vero cosOūTÓv gor, Jon
Eůbbxnga , non reperitur neque in eilicione Basil. cum est utrumque in Reg . secundo, TOGOŪTOV Toutó
neque in Regiis secundu el lerlio, neque apud Li σοι .
can Ix, 55 . (61)
(58 ) llit mulli mss. Decsl ñ ; in edilis el in aliis mss. sexEliti cum
nepl tóv . ono
Quæ aut
nioxaltero ms. Èil týv. AL
sequuntur, 'Enpeu Fato
msø, 110n1 paucis. llind giro mex sequiluir, eis Šrilo xa pola uou abyov gyalov , leguntur quidemu in edi.
vw giv , abest a tribusmss. lione Parisiensi, seil desunt ei in nosiris niss. el in
(59 ) Eilicio Piris . c:11 Co !h . sexlo THU toj aya - edilione B :1sil.
Tğv õuvauin. E kilio vero Basil, el norein inss. tipy
393 HOMILIA IN PSALMUM XLIV . 394
λέγεσθαι ταύτα περί του εν αρχή όντος προς αυτόν A sona Patris de Verlio apud ipsum in principio ex
Λόγου, δν εκ της οιονεί καρδίας και αυτών των sistente dici : quod, inquiίunt, velut ex corde el en
σπλάγχνων, φασι, προήγαγε (62) και από αγαθής ipsis visceribus produxit ; atque ex bono circle
καρδίας αγαθός λόγος προήλθεν εμοί δε δοκεί ταύτα Ιιοιιum verbum prodiii. Milli vero videntur haec 161
επι το προφητικών αναφέρεσθαι πρόσωπον . Τα γαρ ad Proplhelae personam referenda esse. Νam quie
εφεξής του ρητού ουκέτι ομοίως εξομαλίζει ημίν την Iranc leinceps sententiam sequuntur, non amplius
περί του Πατρός εξήγησιν. Ούτε γάρ αν περί της εφue planant exhibent nobis de Patre narrationem.
εαυτού γλώσσης ο Πατήρ είπεν, ότι (63) Η γλώσσα Νeque enim de gua ipsius lingua Paler dixerit :
μου κάλαμος γραμματέως οξυγράφου. Ωραίος Lingua mea calamus scribe velociter scribentis.
κάλλει παρά τους υιούς των ανθρώπων. Ου γαρ VERS. 3. Speciosus forma pra Eliis hominum. Non
εκ της προς τους ανθρώπους συγκρίσεως τηνυπεροχήν enim pulcliritudinis praestantiam ex humana coun
του κάλλους έχει.Και προϊών φησι • Διά τούτο έχρισε paratione mutualur. Ει progressus ait * : Propterea
σε ο Θεός, ο Θεός σου, έλαιον αγαλλιάσεως. Ού until te Deus , Deus tuus , oleo latitia . Non enim
γαρ είπεν : "Έχρισά σε εγώ ο Θεός, αλλ', "Έχρισέ σε: dixit, Unxi te ego Deus , sel , Unsit le Deus; adeo
ώστε εκ τούτου παρίστασθαι έτερον είναι το διαλε. αι ex lioc constel aliam esse Ioquentem personam.
γόμενον πρόσωπον. Ποίον ούν εστι τούτο και ο Προ - Β Queigitur linc est, nisi Propheta ipse, qui aflatum
φήτης και χωρήσας την του αγίου Πνεύματος εις αυτόν Spiritus Sancti in se difusum recepit ? Eructavit
γενομένην ενέργειαν ; Εξηρεύξατο, φησίν , ή καρδία cor meum, inquit , verbuni bonum. Cum enim ructus
μου λόγον αγαθόν. Επειδή γαρ ή ερυγή έστι πνεύ- latus sit occultus , qui , bullis o sumpti alimenti
μα κρύφιον κατά την ζέσιν της τροφής απορρηγνυ- fervorein erumpentibus , sarsunt versus diflatur ;
μένων των πομφολυγων επί το άνω διαπνεόμενον, ο qui nutritus est pane illo vivenle , qui de caelo
τραφείς τω ζωντι άρτω τώ εκ του ουρανού καταβάντι descendit, datque vitam mundo 1, et omni verbo ex
και διδόντι ζωήν τω κόσμω, και ο εμπλησθείς παντί ore Dei proceunte 8 saturatus est, juxta consuelam
ρή ματι εκπορευομένω διά στόματος Θεού, κατά την Scriptura tropologiam, anima , inquam, sacris enu
της Γραφής συνήθη τροπολογίαν, ή τραφείσα τοϊς ίrita disciplinis, convenientem eduliis ructunt emit
ιερούς μαθήμασι ψυχή , πρόσφορον τοίς βρώμασι ii. Quapropter cuni spiritalis esset , optimusque
τρούεται την ερυγήν. Διά τούτο, επειδή λογική ήν cibus, Propheta verbum bonum eructat. Bons: enim
και αγαθή ή τροφή , λόγον αγαθόν εξερεύγεται ο Προ- homo es bono coralis sui thesauro bonum profert *.
« ήτης . Ο γάρ αγαθός άνθρωπος εκ του αγαθού Quaramus itaque et nos a verbo cibum, ad anima
θησαυρού της καρδίας αυτού προφέρει το αγαθόν. c rum nostrarum saturitatem (Justus enim , inquit ,
Ζητήσωμεν ούν και ημείς την από του λόγου τροφήν comedens implel animani suam 18), ut pro ratione
είς πλήρωσιν των ψυχών ημών ( Δίκαιος γάρ, φησίν, eorum quibus alimur, non vulgare , sed bonum
εσθίων , εμπίπλησι την ψυχήν αυτού), ένα κατά verbum enillamus. Νam analus homo , dogmatis
την αναλογίαν ών τρεφόμεθα, ου τον τυχόντα λόγον, pravis enutritus, ex corde pravum verbunm erula .
αλλά αγαθόν αναπέμπωμεν. Ο γάρ πονηρός άνθρω- Non vides qualia eruclent ora haereticorum? quam
πος, υπό μοχθηρών δογμάτων ανατραφείς , εξερεύ- gravia , quan) fetida , magnum φuendam morbuλι
γεται τη καρδία λόγον πονηρόν. Ούχ οράς οποία τα in intimo miserorum illorum pectore indicantial
στόματα των αιρετικών απερεύγεται; ώς χαλεπά και Nano malus homo es malo cordis sui thesauro pro
δυσώδη, πολλήν τινα την εν τω βάθει νόσος των fert malum 10. Ne igitur pruriensauribus, concerves
άθλίων κατηγορούντα ; Ο γάρ πονηρός άνθρωπος tibi magistros 11 , qui visceribus fuis morbuιιι in
εκ του πονηρού θησαυρού της καρδίας αυτού προ- ferre vleant , tibique pravorum verborum ructurn
μέρει το πονηρόν . Μή δή ούν, κνηθόμενος την ακοήν, creare, or quae in die judicii condennalionet) Sub
έπισωρεύσης σεαυτώ διδασκάλους, νόσον ενεργάσασθαι ilurus sis. Eα νerbis enim fuis, inquit, justifcaberis ,
τους σπλάγχνοις σου δυναμένους, και πονηρών σο: ει ex verbis tuis condemnaberis 38. Dico ego opera mea
δηματων ερυγήν προξενήσαι (64), δι' ών μέλλεις έν D regi. Maxime adducil nos , ut Propluele perstnam
τη ημέρα της κρίσεως καταδικάζεσθαι. Έκ γαρ των intelliganus, et hoc verbum : Dico ego opera mied
λόγων σου, φησί, δικαιωθήση, και εκ των λόγων τegi : hoc est , Confitebor judici , et accusaloreal
σου καταδικασθήση. Λέγω εγώ τα έργα μου το anteverdam, per operum propriorum delalio .2!».
βασιλεί. Πάνυ προσάγει ημάς τη διανοία του προ- Iosi enim mandatum accepimus , quod sic liabel :
φητικού προσώπου και τούτο το ρήμα • Λέγω εγώ τα Dic tu primus iniquitates tuας , ut iustifceris ".
έργα μου τώ βασιλεϊ: αντί του , Εξομολογήσομαι Linguα men calamits scribe velociter scribentis.
τα κριτή, και προλαμβάνω τον κατηγορον, διά της Quemadmodum calmus instrumentum est scriριο
περί των ιδίων έργων απαγγελίας. Εντολήν γάρ εί- rium, φuem periti cujusdam manus movet ad for.

1 Joan. Χν, 8. Joan. VI, 33. 30 Dent.νι, 3 ; Mattl . IV, 4. * Μatth. Χμ , 35 . 38 Proν. Σι, 23.
* * Μatth. ΧΙΙ , 35. 17 J1 Tino. , 3 . 38 Matth. ΧΙΙ , 37. * Isa. XLIII , 26.
(62) Reg. secundus σπλάγχνων, φησί , προσήγαγεν. (61) Sic Brgii srcundusel tertius cuni Coll . pri :
(6 ) Sic quinque mss. Deest ot! in edilis. πιο . Εliti » Paris . προξενούσαν.
593 S. BASILII MAGNI 59 ;
μ .indos eorum que scribenda sunt cliaracteres , its Αληφαμεν τήν λέγουσαν · Λέγε σε πρώτος ανομίας
et justi lingua, Spiritu sancto eam oveule, in cre- σου, ίνα δικαιωθής (63). Η γλώσσα μου κάλαμος
•ntium cordibus verla vile aleria inscribit ; γραμματέως οξυγράφον. "Ωσπερ (66) o κάλαμος
Σω» 2lramento' tincta , sed Spirits Dei vivi 0. όργανόν εστι γραφικών , της χειρός του επιστήμονες
Scriba igitur est Spiritus sanctus, quoniam sapiens κινούσης αυτόν εις την περί των γραφομένων αποστ
est, et omnes docens; velociter vero scribens , μείωσιν· ούτω και η του δικαίου γλώσσα, κινούντα
«juia velox est mentis motus. Cogitationes au - αυτήν του αγίου Πνεύματος , εγγράφει τα βήματα της
tem nobis inscribit Spiritus , Non in tabulis αιωνίου ζωής ταις καρδίαις των πιστευόντων · βαπτι
Ι.ομίdeis, sed in tabulis cordis canalibus ». Celer μένη ου μέλανε, αλλά Πνεύματι Θεού ζώντος . Γραμ
ro ratione latitudinis cordis , plura vel pauciora ματεύς ούν το άγιον Πνεύμα, διότι σοφόν εστι και
Spiritus cordibusInscribit : que tul manifesta sual διδακτικών απάντων : οξυγράφον δε , διότι οξεία της
omnibus, aut obscuriora, secundum puritatis pre- διανοίας η κίνησις. Νοήματα δε ημίν εγγράφει το
parationem. Ob scriptoruin vero celerilalem jam Πνεύμα, Ουκ εν πλαξί Αιθίναις, αλλ' εν πλαξί
Iotus terrarum orbis Evangelio repletus est. Que καρδίας σαρκίναις . Κατά δε την αναλογίαν του πλά
alem sequuntur, ea nobis visum est sumere e τους της καρδίας, πλείονα ή ελάττονα έγγράφει ταις
proprio principio , nec 162 superioribus connec- καρδίαις το Πνεύμα, ή εκφανή πάσιν, ή αμυδρότερα ,
tere, sed sequentibus adjungere. Illuaenim, Speciosus κατά την προπαρασκευής της καθαρότητος . Διά &
forma , ad Dominum referri ducinus , persona το τάχος των γραφομένων πλήρης πάσα λοιπόν η
commulala. οικουμένη του Ευαγγελίου γεγένηται. Το δε εφεξής
το εφεξής (67). Το γάρ, Ωραίος κάλλει, προς τον Κύριον ηγούμεθα λέγεσθαι, κατά την αποστροφήν
του προσώπου.
4 . Speciosus forma pre filiis liominum. Diffusa est 4. “ Ωραίος κάλλει παρά τοις υιούς των ανθρώ
gralia in labiis fuis. Inducunt autem nos in Ilanc πων . 'Εξεχύθη η χάρις εν χείλεσι σου. Προσ
sententiam et Aquila el Symmelius; ille quidem άγεται δε ημάς τη διανοία ταύτη ό τε 'Ακύλας και ο
com dixit : Pulchritudine exornatus es pra iliis Σύμμαχος" ο μεν ειπών : Κάλλει εκαλλωπισθης
hominum; Symnaclius vero, Pulchriludine pulcher παρά τους υιούς των ανθρώπων · ο δε Σύμμαχος :
** ρτα fliis hominum. Speciosum igitur forma Do- Κάλλει καλός εί παρά τους υιούςτων ανθρώπων.
linum appellat , cum aciem nmentis intendisset in c "Ωραίον ούν κάλλει προσαγορεύει τον Κύριον ο εν
ejus divinilstein. Non enim carnis pulchritudinen) ατενίσας αυτού τη θεότητι. Ου γαρ το της σαρκός
Indat. Vidimus enim eum, et non liabebat speciem , ανυμνεί κάλλος. Eίδομεν γαρ αυτόν, και ουκ είχες
κεgue decorem: sed species ejus inhonorata , deficiens είδος, ουδε κάλλος, αλλά το είδος αυτού άτιμον ,
για fliis hominum 1. Proinde pala est , Prophe- εκλείπον παρά τους υιούς των ανθρώπων. Δηλον
ε: in, ubi claritatem ejus inspexisset , essetque oύν, ότι ενιδών αυτου τη λαμπρότητα και των εκείθεν
splendore ilinc proficiscenle repletus, et prae pul- μαρμαρυγών αναπλησθείς (68) ο Προφήτης, πληγείς
chritudine illa animo perculsus, ad divinum spiri- την ψυχήν τούτο το κάλλει, προς τον ένθεον έρωτα
tualis pulchritudinis armorem permotum esse : qua της νοητής ώραιότητος εκινήθη · ής επιφανείσης τη
suime humant adulgente, omnia quecunque prius ανθρωπίνη ψυχή, πάντα αισχρά και απόβλητα τα
diligebantur, turpis esse videntur atque abomi- τέως αγαπώμενα καταφαίνεται. Διά τούτο και ο Παν
tanda. Quapropter etiam Paulus, simul ut vidit λος, ότε είδε τον ωραίον κάλλει (69), πάντα ηγήσατο
speciosum illuum forma, omnia duxit pro slercori - σκύβαλα , ένα Χριστόν κερδήση. Οι μέν έξω του λό
Eus ChristumIucrifacerel 5. Qui quidem exter- γου της αληθείας μωρίαν ονομάζουσι του Ευαγγε
dictionis Scripίurarum couterpia, Evangelii predi- D Γραφών εξουθενούντες · ημείς δε οι καυχώμενοι εν
* I Cor. ι , 3. 55 ibid . 52 Isa. LΙιι , 2 , 3. 8 Philipp. μι, 8.
(65 ) Hjeronymus in caput xliii Isaiæ monel illa :At vlūs & vopotwy, Pulchritudine ornalus es a pliis ho
γε σε πρώτος ανομίας σου, ένα δικαιωθής , Dic tu pri- minum. lic aut illic vitium inesse conslat : sed lie
mius iniquilules luas, il justificeris, inter addilamen
1: LXX Interpretuin ponenda esse. interpretes owles de eo inter se consentiant, quo !
( 66) Colb. prius " Ωσπερ γάρ. de pulchritudine humanam pulchritudinem supe.
(67) Sic Colli , quinlus cuin Reg. sexlo prima rante loquantur, vix est ut credam Aquilam ab
m: nu. Elilio Paris. προστιθέναι των εφεξής, Inaud aliorum interpretatione ita recessisse , ut ipse de
reccle. Colb. Sexlus προστιθέναι των εφ. Αlii Iss. pulchritudine qui ab hominibus tribuatur loculos
com Reg. sexto secund3 manu poot! 0évai to É Q - sil. Quare probabilius mullo duci:iis scripsisse
εξής.Ιenique editio Basil. συντιθέναι τω εφεξής, ηοη Αιγilan, κάλλει εκαλλωπισθης παρά τους, etc. : Puί-
male. Mox interpretis Aquilie verba et in bliss. el in chiiludire exornalus es præ filiis hominum .
111raq110 leditione Basil. el Paris, ita leguntur, vál (68) Sic quinque mss. cum editione Basil. Editio
λει εκαλλωπισθης παρά τους υιούς των ανθρώ- Tero Paris. εμπλησθείς.
Twv, Pulchriludire exornalus es præ filiis hominum : (69) Reg. Secundus w paiov ėy yakast. Mur Rea
seit lon ; e aliter edila inveniuntur in Commentariis tertius oi uvoir ,
Eusebii ; vienine hoc hlodu , % 21 ? : bxa17:1007 : 25
357 HOMILIA IN PSALMUM XLIV . 308
το σταυρό του Χριστού, οίς εφανερώθη διά του A cationem stuftitiam nominant * : nos vero qui in
ΙΠνεύματος τα υπό του Θεού χαρισθέντα ημίν, ουκ εν cruce Clhristi gloriamur 8, quibus nnnnifestata sunt
διδακτούς ανθρωπίνης σοφίας λόγοις , οίδαμεν, ότι per Spiritum ea, qua donata sunt nobis a Deo, που
πλουσία χάρις εστίν εκκεχυμένη παρά Θεού επί τοίς in doctis humane sapientiae verbis 66 , novious
περί Χριστού λόγους. Διά τούτο εν ολίγω τω χρόνω gratiam eam, que a Deo in traditis de Christo do
πάσαν σχεδόν την οικουμένην διήλθε το κήρυγμα, cirinis didusa fuit , divitem esse. Quamoliream brevi
επειδή πλουσία και άφθονος η χάρις εκκέχυται επί lenmpore in universum prope terrarun orbem illa
τους κήρυκας του Ευαγγελίου, ούς και χείλη Χριστού predicatio pervenit, propterea quod dives et abun
ώνόμασεν η Γραφή. Διά τούτο εν ευκαταφρονήτοις dans gralia effusa est in Evangelii pricciones , quos
λεξειδίοις πολύ το αγωγόν (70) και προς σωτηρίαν etiam Christi 1abia Scriptura noιninavic . Οua -
ελκόν έχει του Ευαγγελίου το κήρυγμα. Και πάσα propter Evangelii praedicatio in contemptibilibus
ψυχή κεκράτηται δόγμασιν ακινήτους, διά της χάρι- dictiunculis vim multam habet persuadendi et all
τος προς την ασάλευτον εις Χριστόν πίστιν βεβαιου - salulem illiciendi. Ει anima omnis immobilibus
μένη. " Οθεν φησίν ο Απόστολος: Δι' ου ελάβομεν dogmatis subacta est, per gratiam in inconcussa in
χάριν και αποστολήν εις υπακοήν πίστεως και Christum fide confirmata. Unde aii Apostolus :
πάλιν : Περισσότερον αυτων πάντων εκοπίασα • B Per guem accepimus graliani et apostolatum, ut obe
ουκ εγώ δε, αλλ' ή χάρις του Θεού, η συν έμοί. diatur idei 8. Ει rursus ; Abundantius illis on: nibus
laboravi ; non ego autem , sed gratia Dei , quæ est
mecum 49:
5 . 'Εξεχύθη χάρις εν χείλεσί σου· διά τούτο 5 . Diffusa est gralia in labiis luis : propierea
ευλόγησε σε ο Θεός εις τον αιώνα. Γέγραπται έν benedicille Deus in lernum. Scripίurn est in Evan
το Ευαγγελίω, ότι Έθαύμαζον επί τοις λόγοις της gelio, quod Mirabantur in verbis gratia, quα proce
χάριτος τοις εκπορευομένοις διά στόματος αυτού. debent de ore εμείus 50. Οuamobrem significanter
Διόπερ εμφαντικώς ο ψαλμός, το πλήθος της χάριτος ultitudinem gratiae verborum Domini nostri osten
των παρά του Κυρίου ημών ρημάτων παραστήσαι dere volens psalmus , Diffusa est , inquit, gratia in
βουλόμενος, 'Εξεχύθη χάρις εν τοις χείλεσί σου, Iabiis fuis, ob gratiae quae in sermone est exilverall
είπε, διά το άφθονον της εν τω λόγω χάριτος . Ευλό- lein copiam. Benedicii te Deus , inquit, in eternum.
γησε σε, φησίν, ο Θεός εις τον αιώνα. Δήλον δε, ότι Pilano est autem nec ad humanitialem referri, qui
επι το ανθρώπινον χρή αναφέρεσθαι ταύτα, καθά tenus proficit sapientia el Plate el gralia 81; secull
προκόπτει σοφία και ηλικία και χάριτι. Κατά του- dim quanm , intelligious gratiain quoque ceu pre
το (74) δηλον , ότι και αθλον ανδραγαθημάτων αυτώ C clarorum faciuorum pramium ei dalam fuisse.
νοούμεν δεδόσθαι την χάριν. "Ομοιον δε τούτο το: Ηujus 169 autem simile est illud 51 : Dileristi
'Ηγάπησας δικαιοσύνην, και εμίσησας ανομίαν : justitiam, et odisti iniquitαlen ; propterea unit
διά τούτο έχρισε σε ο Θεός, ο Θεός σου, έλαιον 1e Deus, Deus tuus oleo Iglili pra consortibus
αγαλλιάσεως παρά τους μετόχους σου. " Ω παρα- ιuis. Cui afine est et illud Philippensibus a Paulo
πλήσιον εστι και το Φιλιππησίους παρά Παύλου γρα- scripίum : Humiliaoil semetipsumm actus obediens
φέν, ότ: Εταπείνωσεν εαυτον γενόμενος υπήκοος usque ad mortem, mortem autem crucis , propter
μέχρι θανάτου, θανάτου δε σταυρού, διό και o quod et Deus eralιαυίt illum13. Quare liguel isilac
Θεός αυτόν υπερύψωσεν. " Ωστε δηλον (72), ότι de Salvatore uι homine dici : aut quoniam Ecclesia
ταύτα περί του κατά τον Σωτήρα ανθρώπου λέγεται : corpus est Domini, el ipse caput Ecclesiæ : quem -
ή επειδή η Εκκλησία σώμά εστι του Κυρίου, και admodum celestis verbi ministros labia esse
αυτός κεφαλή της Εκκλησίας • ώσπερ αποδεδώκαμεν Christi diximus ( uli erat Paulus in se ipso habens
χείλη είναι του Χριστού τους υπηρετουμένους τω ου - Christurm Ioquentem 88 , et si quis il!i par virtute
ρανίω λόγω ( ώσπερ Παύλος εν εαυτώ έχων (73) τον est) : Sic etiam reliqua corporis Christi ment
Χριστόν λαλούντα, και εί τις εκείνη την αρετήν , bra Sunus quotquot credidimus. Si quis ergo
παραπλήσιος): ούτω και τα λοιπά μέλη του σώμα- " datam Ecclesize benedictionem ad Dominum re
τος του Χριστού , οι καθείς των πεπιστευκότων tulerit , is neutiquam aberraverit. llud itaque ,
εσμέν. Την ούν τη 'Εκκλησία δεδομένην ευλογίαν Benedirit le Deus, id est, membra tua, et corpus
επί τον Κύριον και αναφέρων ουχ αμαρτήσει (74). Το ιωumiomplevit bonis suis, in aternum, hoc est, in in
ούν, Ευλόγησε σε ο Θεός, τουτέστι, Τα μέλη τα σά finitum. VERs. 4, 5. Accingere gladio tuo super fenmar
και το σώμα το σον επλήρωσε των παρ' εαυτού άγα- ιμum, potentissime. Specie tua et pulcliritudine tuα.
* T Cor, 1, 91. 8 Galat. VI, 14. 6 Cor, 11, 12 , 13. 7 Luc. Χ , 16. 8 Rom. 1, 5 . 19 1Cor. Χν, 10
50 Luc. Iv, 22. 81 Luc. 1, 59 . 35 Vers. 8. 53 Philipp. 1 , 8, 9. * 1 Cor. Χρι, 3 .
(70, Editio Basil. et quatuor Inss. αγωγόν. Eli- ( 72) Reg. tertius 8θεν δηλον.
liv voro Paris. et tres piss. ŠToa ywyóv. Mox editio (75 ) Ila multi mss. cum editione Basil. Al edilis
I' vil. el sex mss. όλκόν έχει. Editio Paris . έφολκόν Ρaris. εν αυτώ έχων.
ε ει. . (74) Reg. tertius ουχ αμαρτήσεις. Αlii luo us .
171) Colh . primus 7.20 . Sialin qualuor mss . oux ágzotron . Edini vero cum legiis quarto co
τους , τό. Editi τούτο τω. Seal ουχ αμαρτήσει,
3 :59 S . BASILII MAGN 400
Arbitralnur itaque illud Iropice referri ad νίνη Α θών εις τον αιώνα, τουτέστιν , εις το απέραντον.
sermoneta Dei, ut card conjungitur : qui est ER- Περίζωσαι
δ τον ρομφαίαν σου επί τον μηρόν σου,
υνατές Τη
rus et penetrantior omni gladio ancipili, ει pertin- δυνατό. δε τώραιότητί
οίνυν σου και το κάλλει σου.
9 ης κεφue ad divisionem αninια simul ac spiritus, Ηγούμεθα τοίνυν τροπικώς αναφέρεσθαι εις τον
ώστε συνάπτεσθαι τη σαρκι,
compagnumque et medullarum, et discrelor cogitatio- ζώντα του Θεού λόγον,, ώστε
num et intentionum cordis 88, Fenur enim actionis ός έστιν 'Ενεργής και τομώτερος υπέρ πάσαν μά
Al generationem pertinentis symbolum est. Η χαιραν δίστομον , και δικνούμενος άχρι μερισμού
euinm, inquit, anime, quα εgressa sunt defemore Ja- ψυχής τε και πνεύματος , αρμών τε και μυελών ,
cob 8. Queinadmodumigitur vila est , el via , el pa- και κριτικός ενθυμήσεων και εννοιών καρδίας.
iis et vitis , et vera Jux ; atque aliis innumeris Διότι ο μηρός σύμβολόν εστι της κατά την γένεσιν
odis Dominus n0sler Jesus Christus nominatur : ενεργείας. Αύται γάρ, φησίν, αι ψυχαί αι εξελθού
sic et gladius partem aniinae afectui inservientem cαι εκ των μηρών Ιακώβ. Ως ούν ζωή έστι, και
«lividens, el motus concupiscertise mortificans. Dein- οδός, και άρτος, και άμπελος, και αληθινόν φως, και
de , quia Deus Verbum sese carnis infirmitati con- άλλα μυρία ο Κύριος ημών Ιησούς Χριστός ονομάζε
juncturus erat, pulchre additur, Polentissime ; ται· ούτω και μάχαιρα διατέμνουσα το παθητικών
φαίppe illud est potentiae maxime argumentum, 8 μέρος της ψυχής , και νεκρούσα τα προς επιθυμίας
posse Deum in Ihumana natura esse. Νam celi ac κινήματα. Είτα, επειδή μέλλει τη ασθενεία συνάπτε
Terrae conformatio, el nmaris el aeris et maxiinorum σθαι της σαρκός ο Θεός Λόγος , καλώς πρόσκειται το,
elementorum generatio, el si quid supra inundum, Δυνατέ · διότι μεγίστης ( 73) απόδειξιν δυνάμεως
aut si quid subtus terramintelligitur, non lain Dei έχει το δυνηθήναι Θεόν εν ανθρώπου φύσει γενέσθαι.
Verli .commendat potentiam, quam Incarnationis Ου γαρ τοσούτον ουρανού και της σύστασις , και
lispensatio , et illa ad humilitate et infirmilaleum θαλάσσης , και αέρος, και των μεγίστων στοιχείων ή
Mature humaine demissio . Specie ιμα el pulchritudi- γένεσις , και εί τι υπερκόσμιον νοείται, και εί τι κα
we two. Species 2 pulchritudine difert. Ιd enίοι ταχθόνιον, την δύναμιν παρίστησι του Θεού Λόγου,
speciosum dicitur, quod completum fuitidoneo tem- όσον η περί την ενανθρώπησιν οικονομία , και η προς
pore ad usque propriam maturilalein. Exeiapli το ταπεινόν και ασθενές της ανθρωπότητος συγκα
causa , illud fruinentum speciosum dicitur , quod τάβασις . Τη ώραιότητί σου και το κάλλει σου.
naturun jam est ad messem : atque is vitis fruclus Το ωραίον του κάλλους διαφέρει (76) : ότι το μεν
speciosus est , qui per annitempestalein coctiοnein ωραίον λέγεται το συμπεπληρωμένον εις τον επιτή
propriani ad suam perfectionem comparavit, quique . δειον καιρόν προς την οικείαν ακμήν ως ωραίος και
Jsuί οριως exsistit. Puleliritudo vero concinnitas ea σίτος , και ώριμος ήδη προς θερισμός και ωραίος και
est, quein meinbrorum corpositione sita est, eflo- καρπός της αμπέλου, και την οικείαν πέψιν εις τε
rescentem ex se gralian habens. Accingere igitur gla- λείωσιν εαυτού διά της του έτους ώρας απολαβών,
dio tuo super femur tuum, potentissime. Specie ιμα,Ιιος και επιτήδειος εις απόλαυσιν · κάλλος δε (77) εστι το
est, in pleniludinetemporum; ι pulchritudine tuα, εν τη συνθέσει των μελών ενάρμοστον επανθούσαν
videlicet , divinitale que contemplatione el ratione αυτώ την χάριν έχον. Περίζωσαι ούν την ρομφαίαν
intelligi potest. llud enim vere pulchrum est, quod σου επί τον μηρόν σου, δυνατέ. Τη ώραιότητί

excedit, quodque meille sola queas contemplari. Νο- τα κάλλει σου , τη θεωρητή (78) και νοητή θεότητι.
verunt autem ejus pulchritudinein discipuli, quibus Εκείνο γάρ το όντως καλόν, το κατάληψιν πάσαν
privation parabolas solvebat. Viderunt etiam ipsius ανθρωπίνην και δύναμιν υπερβαίνον, και διανοία μόνη
μιlebritudinein Petrus el alii Ionitrui in monte, θεωρητόν. Και εγνώριζον αυτού το κάλλος οι μαθη
Iulgore suo splendorem solis superanlem , atque ται, οίς επέλυετάς παραβολάς κατ' ιδίαν. Eίδον δε (79)
hliti sunt digni, φui gloriosi ejus adventus exordia αυτού το κάλλος Πέτρος και οι υιοί της βροντής εν
cialis perciperent 8. Ει Intende,inquit, et prospere 0 το βρει, υπερλάμπον τήν του ηλίου λαμπρότητα,
μτoccde, et regna . Hoc est, homninum cura per και τα προοίμια της ενδόξου αυτού παρουσίας οφθαλ
currem aggressius, impeinde diligelilian Suminium μοις λαβείν κατηξιώθησαν. Και "Εντεινον (80).
( oustainleinque el nunquam deficientem. Hoc enim φησί, και κατευοδού, και βασίλευε, Τουτέστιν,
viam cursumue pr: bebit predications, el ones 'Aρξάμενος της των ανθρώπων διά σαρκός επιμε»
11o suljiciet imperio. Nequo vero illud nobis ins0 λείας , σύντονοςκαι διαρκή και μηδέποτε υπεκλυομέ
55 lebr. 10, 19. ** Εxod .1, 3. " Joan. xιν, 6; νι, 31 ; Χν, 1, 5 ; 1, 9. 88 Μatth. Χνιι, 1.9 ; 11
1 , 1, 16, 17.
(75 ) Rogii secundus, qu::stis el sexliis ciim Colb . (78 ) lia Colbertini primiis, quininis et serruts
quinto el cual editione Basil. asyistyy , masimuni cum Regiis secundo el sesio , bene. Eiliti el Reg.
plantie argumentum Editio vero Paris. cum Culo quarelis Bewertuxn .
Trotinis sexio PC septinio 66TL layiotrz, rectius. (79) Sic miss Äl edilio Paris. : ĉé. Reg. se
(76) Reg. Tertius το ωραίον του καλού διαφέρει. cundus fusius Eδον δε αυτου το κάλλος οι μαθηται
(77) Reg. tertius καλον δέ . Stalin idem rolex Πέτρος και οί, ele .
itidi cościgrov. Alii mss . cum cditis as 19:19 (80) Reg. secundus 7.9.! Bytt! 73. Reg. terius
σ : , ν. * Ειναι.
 01 HOMILIA IN PSALMUM XLIV . 402
νην ποιού την επιμέλειαν. Τούτο γάρ οδόν και δρό- A lens esse videatur , quod imperative dictun: sil,
μον παρέξει τα κηρύγματι, και πάντας υποτάξει τη Prospere procede,cum ea quae optantur , semper hoc
βασιλεία σου. Μη ξενιζέτω δε ημάς το προστατικώς ηuodo Agurare Scriptura soleat. Niunirum, Fiαι υο
λέγεσθαι το, Κατευοδού, διά την συνήθειαν της Iuntas tuα 69, pro , utinam fat. Item : Advenial re
Γραφής ούτως αει σχηματιζούσης τα ευκτικά. Γενη- gnum fuum 0, pro, utinam adveniaι.
θήτω γάρ το θέλημά σου, αντί του, γενηθείη και,
Ελθέτω η βασιλεία σου, αντί του, έλθοι (81).
6. "Ένεκεν αληθείας και πραότητος και δικαιο- 6 . Ρropter veritatem, el mansuetudinem , el justi
σύνης και οδηγήσει σε θαυμαστώς ή δεξιά σου. tiam; et deducet le mirabiliter deilera tuα. Rursus
Πάλιν ο λόγος ομοίως εσχημάτισται, ώσπερεί μισθον hic sermo figuratus est , perinde ac si Dominus
ταύτα λαμβάνοντος του Κυρίου , το κατευοδούσθαι uercedis Ioco accipiat illa , prospere procedere, et
και βασιλεύειν, υπέρ αληθείας, και πραότητος, τegnare, nempe, propter veritatem, et mansuetudi
και δικαιοσύνης. Δεί δε ούτω νοείν • ότι επειδή το nem, et justitiam. Oportetautem intelligere hoc no
ψεύδει προδιέστραπται τα ανθρώπινα, ίνα επισπείρης do : quoniam res humane inverse sunt nmendacio,
την αλήθειαν, βασίλευε εν τοις ανθρώπους τοίς βασι- υt seras veritatem, regna in hominibus peccato sub
λευομένους υπό της αμαρτίας · συ γάρ εί η αλήθεια. " jectis : tu enim es ipsa veritas. Eι, Ρropter man
Και, "Ενεκεν πραότητος, ένα το κατά σε υποδεί- σuetudinem, ut omnes exemplo tuo ad clementiam
γματι πάντες εις επιείκειαν και χρηστότητα προαχθώ- el bonitatem perducantur. Quaniobrem etiam Do
σε (82). Διό και ο Κύριος έλεγε: Μάθετε απ' εμού, mious dicebat : Discile a me quod milis sum et huni
ότι πράός είμι και ταπεινός τη καρδία. Και από- lis corde 1. Quin et istam mansuetudinem faciis
δειξιν παρείχετο της πραότητος επ' αυτών των ipsis ostendit : quippe Lacebat conviciis lacessitus και
έργων • λοιδορουμενος, εσιώπα : μαστιζόμενος, ήνεί- Magris cesus , perferebat. Ει deducet le mirabilizer
χετο. Και οδηγήσει σε θαυμαστώς ή δεξιά σου. dealera ιμα. Νοn columna nubis, non ignis splendor,
Ουχί στύλος νεφέλης, ουδέ φωτισμός πυρός, αλλ' sed ipsa dextera tua. VERS. 6. Sagitte fuα αιμία ,
αυτή η δεξιά σου. Τα βέλη σου ήκονημένα, δυ- potentissime. Acute potentis sagitte serimones sunt
γατέ ( 83 ). Βέλη του δυνατού ήκονημένα εστιν οι εύ- appositi ac soleries, qui auditorum pertingual cor
στοχοι λόγοι , οι καθικνούμενοι της καρδίας των da, feriunique et sauciant animas sensu facili ac
ακροωμένων, βάλλοντες και τιτρώσκοντες τας ευαι- proιηριο preditas. Verba enim, inquit, sapientium,
σθητους ψυχάς. Λόγοι γάρ, φησί, σοφών ώς τά βού- είcut stimuli bonum61. Quare ei Psalinista a dolosis
κεντρα. Διό και ο Ψαλμωδός ρυσθήναι ποτε από c hominibus elalis sue aliquando liberari cupiens,
εις θεραπείας γλώσσης δολίας τα βέλη του δυνατού remedio . Querit itidem carbones adesse desolato
ήκονημένα ζητεί. Επιζητεί δε και τους άνθρακας τίοε , αι quos ob callosam cordis durilien non
παρείναι τους ερημικούς· ώστε όσων αν μη καθ - tangunt spirituales sagitta , is parentum sit sup
άψηται διά την πώρωσιν της καρδίας τα λογικά βέλη, plicium, quod carbones elias0 desolatorios appella
τούτοις ετοίμην είναι την κόλασιν, ήν και ερημικούς vit Quicunque enim Deum deseruere, iis carbonum
άνθρακας προσηγόρευσεν. Οσοι γάρ ερήμους του desolatoriorum apparatus necessarius est. Nunc igi
Θεού κατέστησαν εαυτούς, τούτοις αναγκαίος ο ευτρε - ιur Sagittα tue acuta . Que fidem amplexite sunt
πισμός των ερημικών ανθράκων. Νυν ούν Τα βέλη anime, his sauciantur sagittis ; el ubi summain Deum
σου ήκονημένα. Έκ τούτων των μελών τιτρώσκον• charitate exarserint, pariter ac sponsa dicunt : Vul
ται αι παραδεξάμεναι την πίστιν ψυχαι , και εις την nerata charitate ego sum " . Porro verbi pulchritudo,
άκραν του Θεού αγάπην εκκαυθεϊσαι λέγουσι παρα- sapientiae species , ac Deiin ipsiusimagine forma in
πλησίως τη νύμφη το, Τετρωμένη αγάπης εγώ είμι. explicabilis est ac inefabilis. Beati igitur, qui coι
*Ανεκδιήγητον δε και άρρητον το του λόγου κάλλος , templande vera illius pulcliritudinis sunt cupidi.
και η της σοφίας ώραιότης, και η του Θεού εν τη Ρ Nam velut huic alligati per dilectionem, celestem.
εικόνα αυτου μορφή. Μακάριοι ούν, οι του αληθινού que el plane beatum amantes amorem , propinquo
κάλλους φιλοθεάμονες. Οιονεί γάρ προσδεθέντες αυτό τum obliviscuntur et amicorum: itein domus obli
δια της αγάπης, και τον επουράνιον και μακαριστόν viscuntur et ορum oιonium ; imo 165 etiam cor
ερώντες έρωτα, επιλανθάνονται μεν οικείων και φί- poralem edendi et bibendi necessitatem obliti, soli
λων επιλανθάνονται δε οίκου και περιουσίας απά- divino ac puro amori affixi sunt. Intelligere autem
σης: έκλαθόμενοι δε και της σωματικής εις το εσθίειν possis sagitιας αculas eos etiam, qui ad disseminan
** Μatth. VI,10. 60 ibid. " Mauli x1, 29. * Eccle . 11, 11. 8 Psal. CΧΙx, 4. ** Cant. 1, 3.
181) Sic quinque inss. cum editione Basil. Ai (83) lia quoque legitur apud LXX, sed vocem eu .
pililio Paris. 207. Ner ilamulio post quinque más. vaté non agnoscit Eusebius, nec dubium quin abesse
Y' o åndelas. Editi "Evexav årDeias. Stilim quae oporteat. Noral enim Hieronymus ad Suniain , id
tilor inss. cum editione Basil. To pocolestparital. Edie vocabulum redundare , atque e superiore loco addi.
lio vero Paris. cum Colb . SCX10 Topogo:éstpa - tum esse.
πτο . (84 ) Vox loyixã in aliquibus niss . non reperitur.
(82) Eliti ενοχθώσιν. Αι mss . quinque προαγώσ!).
405 S . BASILII MAGNI
luυ in universo orbe Evangelium missi sunt ; qui, Α και πίνειν ανάγκης, μόνο το θείο και καθαρά
quod exacuissent sese , operibus justitiae fulgebant, προστετήκασιν έρωτα. Νοήσεις δε ήκονημένα βέλη και
el subtiliter in discentium animos irrepebant: nam τους αποστελλομένους επί το ( 83) επισπείραι πάση
ι:e sagitte quaquaversum praemisse, populos, ut se τη οικουμένη το Ευαγγέλιον · οί, διά το ήκονήσθαι,
submitterent Christo , preparabant. Videtur autem έλαμπον τοίς της δικαιοσύνης έργοις , και λεπτώς επί
anilhi isthsec seulentia aplius per hyperbalon restitui, τας των διδασκομένων ψυχάς παρεδύοντο · ταύτα γάρ
adeo ut is sit sensus : Intende, el prospere procede, τα βέλη , πανταχού προπεμπόμενα, παρεσκεύαζε ( 86)
el regna, et deducet le mirabiliter dealera ιμα, et po- τους λαούς υποκάτω πίπτειν του Χριστού. Δοκεί δε
puli suo le cadent ; propterea quod sagitte tu acute μου ακολουθότερον ή λέξις αποκαθίστασθαι δι' υπερ
sunt in corde inimicorum regis. Nullus Deo adversa. βατού, ώστε τοιούτον είναι τον νούν: "Έντεινον (87)
rius, aut arrogans , aut superbus subjicit se Deo, και κατευοδού και βασίλευε, και οδηγήσει σε θαυ
Sed qui fidei obtemperavere . Sagitte autem, eoruτη μαστως ή δεξιά σου , και λαοί υποκάτω σου πε
qui regis aliquando inimici erant cordibus illapse, σoύνται: τω τα βέλη σου ήκονημένα είναι εν
ipsos ad veritatis desiderium trabunt,ipsos tralhunt καρδία των εχθρών»του βασιλέως. Ουδείς θεομάχος
ad Dominum, υι inimici Dei exsistentes, ei per do- και αλαζών και υπερήφανος υποκάτω τίπτει του
clrioain reconcilienlur. Β Θεού , αλλ' οι την εκ πίστεως υποταγήνκαταδεξάμενοι.
Τα δε βέλη , ταις καρδίαις εμπεσόντα των ποτε εχθρών του βασιλέως, έλκει αυτούς εις τον περί της
αληθείας πόθον, έλκει αυτούς προς τον Κύριον , ώστε , εχθρούς όντας τω Θεώ, καταλλαγήναι αυτή
διά των διδαγμάτων.
7. VERS. 7, 8. Sedes ιμα, Deus, in seculum - 7. Ο θρόνος σου, ο Θεός , εις τον αιώνα του
culi ; virga reclitudinis, virga regni lui. Dileristi ju. αιώνος ράβδος ευθύτητος, ή ράβδος της βασι
stitiam et odisti iniquitatem; propterea until te Deus, λείας σου. Ηγάπησας δικαιοσύνης και εμίση
Deus tuus oleo latitia pre consortibus fuis. Poslea- σας ανομίαν· διά τούτο έχρισε σε ο Θεός , ο θεός
quam ad naturam humanarm inlentus, multis verbis σου, έλαιον αγαλλιάσεως παρά τους μετόχους
le ea disseruit, nunc orationem et altitudinem glo - σου. Επειδή πολλά προς το ανθρώπινον ανατεινό
rize Unigenidi reducit. Sedes ιμα , Deus, inquit,in μενος διελέχθη, επανάγει νύν επί τα ύψη της περί
s @ culumseculi : hoc est regin tuum ultra secula του Μονογενούς δόξης τον λόγον. Ο θρόνος σου,
Se porrigit, estque omni intelligentia antiquius. Ει φησίν, ο Θεός, εις τον αιώνατου αιώνος • τους
pulchre post populorunι obedientiam, regni Dei 101. έστιν, η βασιλεία σου επέκεινα των αιώνων, και
gnificentiain celebrat. Virga rectiludinis , virga re- G εννοίας πάσης εστί πρεσβυτέρα . Και καλώς μετά την
gui lui. Quapropter et ei propriam reddidit appel. των λαών υποταγήν το μεγαλοπρεπές της βασι
lationem, ipsum clare appellans Deum : Sedes Για, λείας (88) του Θεού ανυμνεί. Ράβδος ευθύτητος ή
Deus. Castigatrix est virga Dei : que du castigat, ράβδος της βασιλείας σου. Διά τούτο και απέδωκεν
recia , non perversa judicia profert. Quamobrem αυτή την ιδίαν προσηγορίαν , σαφώς αυτόν αναγο
virga reclitudinis virgi regni ipsius nuncupala est. ρεύσας Θεόν : “ Ο θρόνος σου, ο Θεός . Παιδευτική
Si enim dereliquerint filii ejus legem ηueam, et in τις έστιν ή ράβδος του Θεού · παιδεύουσα δε, ευθείας
judiciis meis nor ambulaverint ; visilato in virgα και ου παρατετραμμένας επάγει τας κρίσεις. Διά
iniquitates ipsorum 68. Vides justom Dei judicium ? τούτο ράβδος ευθύτητος ή ράβδος της βασιλείας αυ.
Non in quoslibet utitur, sed in peccatores . Haec au- του προσηγόρευται. Εάν γάρ εγκαταλίπωσιν οι
1em et consolationis virga dicitur : Virga eniam, in- υιοί αυτού τον νόμον μου, και ( 89) τοίς κρίμασί
quίι, οι baculus tuus, εμεα me consolata sunt 66. Est μου μη πορευθώσιν , επισκέψομαι εν ράβδω τις
et haec virga contritionis. Reges eos in virga ferrea, ανομίας αυτών. “Οράς την δικαίαν κρίσιν του Θεού;
ταnquam ναs iguli confringes eos 61. Confringuntur Ουκ επί των τυχόντων χρήται, αλλ' επί των αμαρ
autem larrea ac lutea , gratia eorum φui reguntur και η τανόντων. Αύτη δε και παρακλήσεως λέγεται ράβδος
quemadmodum etiam traduntur Ιninterilun carnis, " Η ράβδος γκίρ σου , φησί, και η βακτηρία τους.
111 spiritus salvus sit 68 . αύται με παρεκάλεσαν. Αύτη και συντριμμου έστι
ράβδος. Ποιμανείς γάρ αυτούς εν ράβδω σιδηρά, ως σκεύος κεραμέως (90) συντρίψεις αυτούς.
Συντρίβεται δε τα χοϊκά και πήλινα επ' ευεργεσία των τουμαινομένων καθο και παραδίδοται Εις λε
θρον της σαρκός, ίνα το πνεύμα σωθή.
8. Ρropterea until de Deus, Deus tuus oleo latilia 8. Διά τούτο έχρισε σε ο Θεός, ο Θεός σου,
pra consortibus fuis. Quoniam par eral ut typicuan έλαιον αγαλλιάσεως παρά τους μετόχους σου .
•* Psal. LΧΧΧν11, 31 ,33. 66 Psal. xxii, 4. 67 Psal. 1, 9. 68 1 Cor. V , 3.
( 85) Αlii mss. επι τω. Αlii επί το. quartus cum Colb . priino , bene. Elitio Paris . cum
( 86) Colb. primuς παρασκευάζει. Col ». Sexto υιοί σου τον και, ilii tui .
( 87) Reg. Secundus έντεινε. ( 90 ) Illud, % : pouéws, deest in editione Parisiensi :
(88 ) lla inss. sex . Illud , 75 39.5!2213s, desidera sed reperitur in qualilor inss, et in editione Basil.
Dalur in edilis. in qua pro oxajos legillir 52cór . Necila mullo pusi
(89) Sic editio B il. el Regii secundus, lectus et dulo nisi, cum Euilione Basil. 73362ooovi2. .
4 (! ) HOM !LA IN PSALMUM XLIV . 40;
Επειδή έδει σχηματίσαι το τυπικόν χρίσμα, και τους A clirisma typicos Ium pontifices tum reges adumbr:
τυπικούς αρχιερέας και βασιλέας, εχρίσθη το αλη- ret, caro Donini vero christmale inuncta est, ipso
Οινο χρίσματι η σάρξ του Κυρίου, τη του αγίου Sancti Spiritusin eain adventu : quo lietitiae oleum
Πνεύματος εις αυτήν επιδημία , όπερ αγαλλιάσεως appellatum est. Unctus est aulenι φτα consortibus
έλαιον προσηγόρευται. 'Εχρίσθη δε παρά τους μετ - suis, hoc est, prae omnibus hominibus qui Cliristi
όχους αυτού τουτέστιν, υπέρ πάντας ανθρώπους sunt participes. Nam illis quidem aliqua tribueba
τους μετέχοντας του Χριστού. Διότι εκείνοις μεν ιur Spiritus communicatio; at vero Spiritus sanclus
μερική τις εδίδοτο Πνεύματος κοινωνία , επί δε τον in Dei Filium descendens, ut all Joannes , Super
Yίον του Θεού κατελθόν το Πνεύμα το άγιον , ώς έμεum ηuansit 69. Recle autem Spiritus oleum Intities
φησιν Ιωάννης, "Έμεινεν επ' αυτόν. Καλώς δε Dominiatur, cum unus ex fructibus quos Sanctus Spi
αγαλλιάσεως έλαιον το Πνεύμα προσαγορεύεται , rilus producit , gaudiuin sit 70. 166 Quoniam vero
επειδή και είς των υπό του Πνεύματος αγίου γεωρ- mistus est de Servatore sermo, propter livinitatis
γουμένων καρπών εστιν η χαρά . Επειδή δε μικτός naturam et incarnationis dispensationem, rursus all
έστιν ο περί του Σωτήρος λόγος διά τε την φύσιν της Dei humanitatem respiciens, ait : Dileristi justi
θεότητος, και την οικονομίας της ενανθρωπήσεως, tiana, el odisti iniquitalent ; perinde quasi dicerel :
πάλιν εις το ανθρώπινον του Θεού αποβλέψας, φησίν B Reliqui quidem lionines labore exercitioque el al
Ηγάπησας δικαιοσύνης, και εμίσησας ανομίαν • Ιentione plerumque virtutis habitain assequuntur ,
αντί του , οι μεν λοιποί άνθρωποι πόνο και ασκήσει abhorrentque a vitiis ; tibi vero naturalis quzdain
και προσοχή πολλάκις κατορθούσε την προς το καλόν est cuτη bouo conjunctio ac necessaludo, aliena
διάθουν, και την τών φαύλων αποστροφήν· σοι δε ιioque ab iniquitate. Quinetiam nobis, si volumus ,
φυσική τίς έστι προς το αγαθόν η οικείωσις, και προς difficile non est annorein justitie , el iniquitatis
την ανομίαν ή αλλοτρίωσις. Και ήμίν δε ( 91) oυ odium suscipere. Οιnnem enimfacultatem rationali
χαλεπόν βουληθείσιν αναλαβείν τήν προς την δικαιοσύ- animae utiliter dedit Deus ; ι arnoris, ita quoque
νην αγάπην, και το προς την ανομίαν μίσος . Πάσαν odii : ut ratione directi diligamus virtutein, odio
γαρ δύναμιν ο Θεός χρησίμως έδωκε τη λογική ψυχή. vero habeamus iniquilalem. Licet enim aliquando
ώσπερ τήν του αγαπάν, ούτω και την του μισείν' ένα etiam laudabiliter odio uti. Νonne eos qui oderant
λόγω ευθυνόμενοι αγαπώμεν μεν την αρετήν, μισώ- le, Domine , odio habui, el super inimicos Iuos labe
μεν δε την κακίαν. "Έστι γάρ ποτε και επαινετώς τω 8cebam ? Perfecto odio oderan illos "".
μίσει χρήσασθαι. Ουχί τους μισούντάς σε, Κύριε, εμίσησα , και επί τους εχθρούς σου εξετηκό.
μην (92) ; Τέλειον μίσος εμίσουν αυτούς.
9. Σμύρνα και στακτή και κασσία από των Ιμα- C 9. VERS. 9, 10. Myrrha el gutta el casia a vesti
τίων σου από βάρεων ελεφαντίνων, εξ ών εύερα. mentis fuis a donibus eburneis, ex quibus delectave
ναν σε θυγατέρες βασιλέων εν τη τιμή σου. Υπο- runt le clie regum in honore tuo. Propheticus ser
καταβαίνων ακολούθως ο προφητικός λόγος, και πάσι πιο paulatim ordine descendens , ac prius ea omnia
τοίς κατά την οικονομίαν προεπιβαλών, το ένατενισμώ quae ad incarnationis dispensationem altinent, pro
του Πνεύματος (93) του αποκαλύπτοντας αυτά τα seculus, vehementi quodam Spiritus ei occulla re
κρυπτά, ήλθεν επί το πάθος • Σμύρνα γάρ, φησί, velantis afflatu, venit ad passionem : Myrrha ein,
και στακτή και κασσία από τών ιματίων σου. Η δuguit, et quila el casία α vestimentis Iuis . Quol
μεν ούν σμύρνα ότι ταφής έστι σύμβολον, και ο εύ- φuiden myrrlia symboluin sit sepulturae , etian
αγγελιστής ημάς Ιωάννης εδίδαξεν, είπών υπό Ιω- evangelista Joannes nos docuit , qui dicat euin 4
σήφ του 'Αριμαθαίου εντεταφιάσθαι μετά σμύρνης Joseph ab Αrinathea cu , myrrha el aloe sepulιων
και αλόης. Η δε στακτή και αυτή σμύρνης εστίν esse 15 . (Gulla vero etiam ipsa nyrrlia species est
είδος το λεπτότατον. Έκθλιβέντος γάρ του αρώμα- tenuissima . Postquam enim confusum est arouna ,
τος , όσον μεν αυτού ρυτόν, εις την στακτήν απομερί- quidquid in eo est liquidi, in guilarm Separatur ,
ζεται το δε παχύτερον (94) απομένον σμύρνα προσα. quod crassius superest, myrrlia appellatur. Ιtaque
69 Ioan. 1, 32. 10 Gal. v, 22. 1 Psal. CΧΧΧνι1ι, 21, 22. 11 Joan. ΧΙΧ, 39.
(91) Vocula oś abest ab editione Basil. el ab ali- D ila nihil velare videluir quominus de illo priore,
quibus miss. και επί τους εχθρούς εξετη κόμην, idemquoque sein..
( 92) lla, και επί τους εχθρούς σου εξετακόμην, tiamus. Uιu Iliac sunt, iliil quidquam context
in
addita fuisse editioni Basil. ex Oliv, el Anglic. dio mulavjinus. Quod enim addendum judicavit is,
cel vir peritissimus Ducæus. Notal lamen idem ille quem modo dixi, vir erudilissimus, id sine cerlo
legi in Oliv. επι τοίς εχθρούς σου , που, υι in vulgatis arglimento expungi debere non putamus.
libris , Štuk tajs €70 pous cou. Ea auiem que vidi. 193) Vehemielitein quemdam Spiritus atllalun voce
inus exemplaria non conveniunt inter se. In aliis įvateviguw significari obscurum non est. Verlera !
enim verba illa, και επί τούς, etc ., reperiuntur interpres velus, Spirilus intentione, non alio qui
quidem : sed in aliis liom palicis desiderantur. Ibia dem , pulo , sensu : sed ambigue el improprie . To
«lein post illa , εμίσουν αυτούς, scripίum iuvenilur ατενισμό του Πνεύματος. Vertendum videtur,
in Colbertinis primo el sexto é iş éyo pous syévovtó accepla a spiritu contemplatione . MaRAN.
hot, Inimici facti sunt mihi. Sed quemadmodum (94 ) Edili nayú. At quinque miss. Thayutepov. Sia
ultinum illud, εις εχθρούς εγένοντο μοι, credi μο- lio editi αποπνέει μέγ. Vacula μέν lees! in Dss,
pest cs Bibliis adjeclun ſuissc ab aliquo librario : non paucis
307 S . BASILII MAGNI 408
Christi bonus odor myrrham quidem spirat, ob A γορεύεται. Ουκούν και αποπνέει και του Χριστου ευωδία,
passionem : sullam vero, quod non immobilis nec σμύρνης μεν διά το πάθος, στακτης δε διά το μή
ομοsus auι inefficax permanserit tribus illis diebus ακίνητον μείναι μηδέ ανενεργητον εν ταις τρισιν
ac noctibus, sell in infernum descenderit, ob resur- ημέραις και ταις τρισι νυξιν, αλλά κατελθείν εις άδου
rectionis dispensationen , ut omnia que ad se της περί την ανάστασιν οικονομίας ένεκεν, ίνα πλης
spectabant expleret. Casiam tandem spirat, quod ρώση εαυτού τα σύμπαντα. Κασσίας δε αποπνέει,
casia cortex est tenuissimus, et bene olens, Tign - διότι η κασσία φλοιός τις εστι λεπτότατος και ευώ
sum obtendens calamum. Fortassis igitur crucis δης , ξυλώδει κάρφει περιτεινόμενος. Μήποτε ούν το
passionem gratia universe creature susceptam του σταυρού πάθος ,επ'ευεργεσία της κτίσεως πάστης
alie nobis ac sapienter per casie nomen inιuit παραληφθέν, βαθέως ημίν και σοφώς ο λόγος διά του
Scriptura. Habes ergo myrrhain ob sepulturam, της κασσίας ονόματος παρηνίξατο. "Έχεις ούν σμύρ
gullain oi descensum ad inferos ( quandoquidenυ ναν μεν διά την ταφήν, στακτήν δε διά τήν εις άδου
omniis deοrsum fertur) , casianm vero, ob carnis in κάθοδον (επειδή πάσα σταγών επί τα κάτω φέρεται),
ligno dispensationem. Ex hoc autem causa Delecla - κασσίαν δε διά τήν της σαρκός περί το ξύλον οικονο
verunt, inquit, le fliα τegum in honore tuo. Que μίαν. Εκ δε ταύτης της αιτίας Εύφρανά, σε, φτ
vero fuerint flie reguum nisi generose magneque B σι, θυγατέρες βασιλέων εν τη τιμή σου. Θυγατέ
el regiae aniane ? que propter hanc ad humana ρες δε βασιλέων τίνες αν είεν ή ευγενείς και μεγάλα:
demissionem Chrisiumcognoscentes , ipsum delecta. και βασιλικαί ψυχαί; αι, διά την προς τα ανθρώπινα
verunt in honore, in vera fide et charitate perfecta, συγκατάβασιν επιγνούσαι τον Χριστόν, ευφραναν αυ
gloriain divinilali ejus dailes. All autein nec aro- τον έν τή τιμή , εν αληθινή πίσσει και αγάπη τελεία,
nata non parce adesse Christi vestimentis (liaec est δοξάζουσαι αυτού τήν θεότητα. Τα δε αρώματα ταυ
Serimonum parabola el dogmatum 167 apparatus), τα ου μικρολόγως φησι προσείναι τοίς ιματίοις του
sed a lotis ediciis aferri. Domos enim dicit editicia Χριστού (τουτέστιν, και παραβολή (95) των λόγων και
10agina , eaque ex ebore constructa : Civilein illum και των δογμάτων κατασκευή) , αλλ' από όλων των οί
Christi ergs mundum dilectionem edocente, opinor, κοδομημάτων φέρεσθαι. Βάρεις γάρ τους μεγίστους
Prophela. Aslilil regina a dexiris luis in vestilu των οίκων λέγει (96), και τούτους εξ ελέφαντος είναι
deauralo , circundatα υarietale. De Ecclesia jam κατεσκευασμένους, το πλούσιον, oίμαι, της του Χρι
verba facit, de qua in Cantico didicimus ", quod στου περί τον κόσμον αγάπης του προφήτου διδάσκον
na sit perfecta Christi columba , que eos qui bonis τος. Παρέστη η βασίλισσα εκ δεξιών σου, εν
operibus conspicui sunt, ad destrain Christi sedern ιματισμό διαχρύσω περιβεβλημένη, πεποικιλμέ
almittit, segregans ipsos a pravis, sicut pastor se- C γη. Περί της Εκκλησίας ήδη διαλέγεται, περί ής εν
gregat oves ab hediς . Astat igitur regina , anima τω "Ασματι μεμαθήκαμεν, ότι μία εστι τελεία του
videlicet sponsali Verbo copulata, peccati imperio Χριστού περιστερά, ήτις εις την δεξιάν χώραν (97)
Inseud sulbjecta , sed regni Christi particeps, a dextris του Χριστού λαμβάνει τους επ’ έργοις αγαθοίς γνω
Salvatoris in vestilu deaurato, hoc est, in spiritua ριζομένους, διακρίνουσα από των φαύλων, ώσπερ ο
libus dogmatibus, iisque interiextis ac variegatis : ποιμήν διακρίνει τους άρνας από των ερίφων. Παρ
quippe que venuste et religiose se ips: exOrnet. ίσταται ούν η βασίλισσα, ή το νυμφική Λάγω (98)
Quonianm autem non unius speciei sunt doginata, καθηρμοσμένη ψυχή, η μη βασιλευομένη υπό της
sed diversa variaque, morales ac naturales et mysti- αμαρτίας, αλλά της του Χριστού βασιλείας μετέχου
cos sermones complectentia, idcirco Scriptura diciι σα, εκ δεξιών του Σωτήρος εν ιματισμό διαχρύσω "
sponse vestitum variegalum esse . τουτέστιν, εν δόγμασι νοεροίς καθυφασμένους και πε
ποικιλμένοις, σοβαρώς εαυτήν και ιεροπρεπώς κατακοσμούσα. Επειδή δε ου μονοειδή τα δόγματα, αλλά
ποικίλα και πολύτροπα, ηθικούς τε και φυσικούς και τους εποπτικούς λεγομένους περιέχοντα λόγους , διά
τούτο πε ποικιλμένον είναι τον ιματισμός της νύμφης ο λόγος φησίν .
10. VERs. 11, 12 . Audi, ilia, el side, et inclina D 10. "Ακουσον , θύγατερ, και ιδε, και κλινη
autemtuam, et obliviscere populum fuum, et domum το oύς σου, και επιβάθου του λαού σου, και του
patris tui : a concupiscel rer decorem tuum: quo - οίκου του πατρός σου και επιθυμήσει ο βασιλεύς
niam ipse est Dominus tuus , et adorabunι εum. τού κάλλους σου· ότι αυτός έστι Κύριός σου, και
* Cant. VΙ, 8. * Μatth. ΧΧV, 32.
(95 ) Combefisius multis prohiare conalur, pro que el editi et nostri octo mss. el Calena Corder.
TE2026oan legenduin usse TIE PL602n : sed cum eiliti vulgatam lectionem lueantur, ab ea recerlendum
" I nostri orlo mss. el Calena Corder. vocem trapa - 11011 pulavimus.
Goan constanter præferant, illius conjecturam quau (98 ) Fecit quidem silo more Combefisius, nil ali
tuin vis bonam secuti non siinus. quid illandim suspicetur : sed bic modestins,
(90 ) Eilicio Basil. et sepiem mss. Bác: 15 yåp oi quam solei. Duliital igitur num legi debeat vu uplo
μέγιστοι των οίκων λέγονται. Αι elitis Paris. el Λόγω, Sponso Verbo, pro νυμφικό Λόγω, sponsali
Clena Corder. lit in contexlil. Verbo . Sed ut alias sæpius, ita bic el edili et mss.
197 ; Riirsiis conjicil Combeſisius pro 65cày yes. ei adversantur.
fev leyendum esse € 6 :3v yeipx ' sed cum hic yuu
109 HOMILIA IN PSALMUM XLIV . 410
προσκυνήσουσιν αυτώ (99) Προσκαλείται την Εκ- A Exliortalur Ecclesiain ad audienda servanda,ue
κλησίαν επι την ακρόασιν και την τήρησιν των προσ- precepta, eamque sibi ipsa appellatione asciscil in
τασσομένων, και προσο.κειούται αυτήν διά της προσ- familiaritatem, illain appellans Glianm ; quasi ean
ηγορίας, θυγατέρα αυτήν προσαγορεύων (1) : οιονεί sibi pro ilia per charilalem adoplassel. Audi, ilia,
τεκνοποιούμενος αυτήν διά της αγάπης. "Ακουσον, et vide. Docet hoc verbo, Vide, Ecclesian Iraliere
θύγατερ, και έδε. Διδάσκει αυτήν γεγυμνασμένον mentem ad contemplationem exercitalain. Cousi
έχειν τον νούν προς θεωρίαν διά του , "Ιδε . Κατανόη - dera, inquit, res creatas atque intuito ordinis illa
σον, φησί, την κτίσιν, και ωφεληθείσα από της κατ' rum adjala, ita demumadipsiusniel Creatoris con
αυτήν τάξεως, ούτως ανάβαινε προς την του κτί- templationent ascende. Deinde altum superbie col
σαντος θεωρίαν. Είτα κάμπτων αυτής τον υψηλόν Ιuminlectens, Inclina,inquit, aurentuum. Ne cur
της αλαζονείας τράχηλον, Κλίνον , φησί, το ούς ras ad externas fabulas, sed huntilem sermonis
σου. Μη αποδράμης προς τους εξω μύθους, αλλά evangelici vocem suscipe : Inclina aurem tuam all
κατάδεξαι το ταπεινόν της εν τώ ευαγγελική λόγω hanc doctrinam, ut obliviscare pravaraτη illarum
φωνής: Κλίνον το ούς σου προς την ώδε διδασκα- consuetudinum atque paternorum docunientorin.
λίαν, ίνα επιλάθη των μοχθηρών εθών εκείνων και Quapropter Obliviscere populum fuum, et domum
των πατρικών διδαγμάτων (2). Διό 'Επιλάθου του Β patris fui. Omnis enim qui facil peccalam, et diabolo
λαού σου, και του οίκου του πατρός σου. Πας natus est 18. Abjice, inquit , deinonum doctrinas,
γάρ ο ποιών την αμαρτίαν εκ του διαβόλου γεγέν - obliviscere sacrificiorum, nocturna choree, fallula
νηται. "Έκβαλέ μοι, φησί, τας των δαιμόνων διδα- rum ad stuprum et omnem libidinen infannial
σκαλίας, επιλάθoυ θυσιών, χορείας νυκτερινής, μύ- Lium. Ιdcirco le mei ipsius iliarm vocavi, οι enin
θων είς πορνείαν και πάσαν ασέλγειαν εκκαιόντων. parentem oderis, qui le prius ad perditionein ge
Διά τούτο θυγατέρα σε εμαυτού προσηγόρευσα, ένα nueral. Elenim si per oblivionem maculas pravo
μισήσης τον πατέρα τον πρότερον σε γεννήσαντα εις τum documentorum deleveris, ιuυ proprio decore
απώλειαν. Εάν γάρ διά της λήθης απαλείψης τους assumpto, desiderabilis apparebis sponso et regi.
σπίλους των πονηρών μαθημάτων, απολαβούσα το Quoniamipse est Dominus tuus, et adorabunt έφευη.
ίδιον εαυτής κάλλος, επιθυμητή φανήση το νυμφίο Necessitatem obedientie declarat , his verbis :
και βασιλεί. "Οτι αυτός έστι Κύριός σου, και Ipse est Dominus tuus . Adorabunt autem ipsum,
προσκυνήσουσιν αυτώ(3). Το αναγκαίον της υπο - nermpe Onmnes res create. Nam In nomine Jesu Christi
ταγής παραδηλοί διά του, Αυτός έστι Κύριός σου. omne genu lectetur, calestium, terrestrium et infer
Προσκυνήσουσι δε αυτώ (4), πάσα ή κτίσις. Διότι , norunm 16. 168 VERS. 13. Ει flia Tyri in muneribus .
'Εν τω ονόματι Ιησού Χριστού παν γόνυ κάμψει 4 Vultum fuum deprecabuntur divites plebis. Videtur
επουρανίων, και επιγείων, και καταχθονίων. Και idololatria in Chananea regione immodicis studiis
θυγάτηρ Τύρου εν δώροις. Το πρόσωπόν σου λιταν - esculta fuisse . Metropolis autem Chanaan Tyrus.
είσουσιν (5) οι πλούσιοι του λαού. Δοκεί ήυπερβο- Ecclesiam igitur ad obedientiam exliortans sermo .
λή της ειδολωλατρείας εν τη Χανανίτιδι χώρα επιτε - Etiam ilia , inquit, Tyri veniet aliquando cum mu.
τηδεύσθαι. Μητρόπολις δέ της Χαναάν η Τύρος . Προ- neribus. Ει νullum fuum adorabant diviles plebis
τρεπόμενος ούν εις υπακοήν την Εκκλησίαν ο λόγος, in muneribus. Non dixit, Te adorabunt in muneri
Και θυγάτηρ, φησί, Τύρου ήξει ποτέ μετά δώρων. bus, sed, Yultum tuum. Ecclesia enim non adora
Και το σον δε πρόσωπον οι πλούσιοι του λαού προσ . ιur, sed caput Ecclesiae Christus " , quem Scriptura
κυνήσουσιν εν δώρoις (6). Ουκ είπε , Σε προσκυνή- υultum appellavit.
σουσιν εν δώρους, αλλά, Το πρόσωπον το σόν. Ου γαρ Έκκλησία προσκυνείται, αλλά της Εκκλη
σίας ή κεφαλή ο Χριστός , ον πρόσωπον ώνόμασεν η Γραφή.
11 . Πάσα η δόξα της θυγατρός του βασιλέως D 11 . VERS. 14, 15. Omnis gloris Elia regis ab in .
έσωθεν, εν κροσσωτοις χρυσοίς περιβεβλημένη, tus, in Ambriis aureis circumamiciα, υariegala. Afe
πεποικιλμένη. Απενεχθήσονται τα βασιλεί παρ- rentur regi virgines post eam. Postquam purgata est
θένοι οπίσω αυτής. Επειδή έκαθάρθη (7) από των al antiquis lequitie doctrinis , utpole locumento
" Joan. ΙΙ, 8. 16 Philipp. 1, 10. " Ephes. V, 23.
(99) Hic dissident inter se libri, il videre est in Adorabit autem eum omnis creaturn .
notis Nobilii el in Hezuplis. Editio Paris. el luo (5 ) Sic mss. Al edilio Paris. ditaVEVONOIV. Haul
mss . προσκυνήσουσιν αυτώ, Adorabunt eum. Editio longe Colbertini primus el Sextuς μητρόπολις δε
Basil. et Sex Tiss. προσκυνήσεις αυτώ. Adorabis της Χανανίας ή. Editi vero cum multis mss. μητρό
eum , et ita legi in Bibliis miss. Tum Regiis luin πολις δέ της Χαναάν η .
Colbertinis auctor est Ferrandus . (6 ) lia Regii secundus, tertius, quartus, quinlus
(1) Regii secundus et terlius cum Colb . primo el sexlus : quibus plane consentimiel Ciolena Cor
7.POSA YOpeúsi. Alii vero mss. cum edilis Troosayo . der . el Colbertini primus, quintus, sexliis el septi .
ρεύων. nus. Editi vero To σον δε πρόσωπον προσκυνήσου
( 2) Reg. tertiης των πατρικών παραδόσεων, pater- σιν οι πλούσιοι του λαού , λιτανεύσουσιν εν δώροις.
marum traditionum . (7) Edilio Paris. cum Reg. quarto el Colb . se
(3) llic rursus alii mss. TEPOOXUVÝSSIS auto · alii plimo èxalapon . Editio vero Basil, el Regii secun
1:τοσκυνήσουσιν αυτώ. dus el tertius cum Colb . Sexto καθήρθη.
(6) Regii tertius et sextus προσκυνήσει δε αυτώ,
 S . BASILII MAGNI 312
obsecula , el oblity populi sui el lous patris sui, A παλαιών διδαγμάτων της πονηρίας , υπακούσασα το
narrat que ipsam spectant Spiritus saiclus. Ει διδάγματι, και επιλαθομένη του λαού αυτής, και του
φuoniam reconditam munditiam illius vidit : Omnis, οίκου του πατρός αυτής, διηγείται τα περί αυτής τη
inquit, gloria hlia regis, id est, spoisir Cliristi, que Πνεύμα το άγιον . Και επειδή είδε την εν τω κρυπτο
tanden per adoptionem filia regis eflecta sit, intus καθαρότητα, Πάσα, φησίν, ή δόξα της θυγατρός
est. Ηoriantur haec verlba , ut ad intinua ecclesiasti» του βασιλέως, τουτέστι ( 8), της Χριστού νύμφης,
cie gloric arcana penetremus, quod sponse pulcliri- της γενομένης λοιπόν διά της υιοθεσίας θυγατρός του
Tudo intus essistat . Qui enim se adornat Patri in βασιλέως, έσωθέν έστι. Προτρέπει ο λόγος επί τα εν
21bscondido videnti 78, precalarque, et omnia per- δοτάτω χωρείν της εκκλησιαστικής δόξης μυστήρια,
agit, non υι videatur ab hominibus 79, sed ut soli ως ένδον όντος του κάλλους της νύμφης. Ο γάρ ευ
Deo innolescal ; is perinde ac regis ilia gloriam τρεπίζων εαυτόν τω Πατρί τω βλέποντι εν τω κρυ
omnem intrinsects lisabet. Quin etiam Gmbriae au- πτώ, και προσευχόμενος, και πάντα πράσσων ου προς
ree quibus tota circumamicta est ac variegata , το θεαθήναι τους ανθρώπους, αλλά προς το μόνο
intus sunt. Nillil queras in exterio auro el corpo- φανερωθήναι Θεό· ούτος έχει πάσαν την δόξαν έσω
rali varietate . sed amictum quendam intellige, θεν , ώς και η θυγάτηρ του βασιλέως. Και τα κροσσω
qui dignus sit qui cum qui secundum conditoris B τα τοίνυν τα (9 ) χρυσά, οίς περιβεβληται και πεποι
imaginem est exornet, ut aii Apostolus : Eropolian- κιλται όλη, έσωθεν. Μηδέν ζήτει εν τω έξω χρυσιν
tes veterem hominem, et induentes πουum, φui reno- και τη σωματική ποικιλία αλλά περιβολήν νόει τινά
ratur ad αgnitionem secundum creatoris imaginem80. άξίαν κοσμήσαι τον κατ' εικόνα του κτίσαντος , ώς
Ει, qui induit Viscera misericordia , benignitalem, φησιν ο Απόστολος • Εκδυσόμενοι τον παλαιό
humilitatem, patientiam, mansuetudinem 81, is in- άνθρωπον , και ενδυσάμενοι τον νέον , τον ανα
trinsecus amicius est, et secundum interiorem Iso- καινούμενον εις επίγνωσιν κατ' εικόνα του κτί
τηineim ornalus. Sed et Ρaulus admonet, ut indua- σαντος. Και ο ένδυσάμενος δε (10) Σπλάγχνα οι
mus Domninuin Jesum 81 , non secundum externum χρηστότητα, ταπεινοφροσύνην, μακρο
κτιρμού,
hominem, sed ut mentem nostram Dei memoria θυμίαν, πραότητα, ενδοθεν περιβεβληται, και τον
circumlegal. Arbitror autem spirilaleno prelexi έσω άνθρωπον κεκοσμηται. Και ο Παύλος δε παραινει
vestem, cum actio doctrine verbo comes adjungi- ενδύσασθαι (13 ) τον Κύριον Ιησούν, ού κατά την εξα
tur. Quenmadmodum enim corporalis vestis legitur, άνθρωπον, αλλ' ίνα τον νούν ημών και του Θεού μνήμη
cum subtegmen innectitur slamini, ita ubi verbum περισκεπάζη. Ομαι δε το πνευματικών ιμάτιον
processit, si modo actiones consentanee subjun- . εξυφαίνεσθαι, όταν το διδακτικό λόγο η ακόλουθος
gantur, venustissimus amicius anime confici potest, " επιπλέχηται πράξις. "Ωσπερ γάρ το στήμονι της
cujus scilicet vita ex prescripιο virtutis acta , ser- κρόκης επιπλεκομένης το σωματικών ιμάτιον εξυφαί
mone et opere compleatur. Finbrise autem pendent νεται ούτω του λόγου προύφεστώτος, εν ακολούθως
a vestitu, spirituales et he ips , ob idque auree αι πράξεις επάγoιντο, σεμνοτάτη τις αν γένοιτο τε
esse dicuntur. Quoniam sane verbum majus est ριβολή της ψυχής, λόγω και έργα τον κατ' αρετήν
opere, idcirco est velut finibria quaedam a textura βίον συμπεπληρωμένον εχούσης. Κροσσοί δε απαιω
ad actionem redundans. Sequuntur aulein Donini ρούνται του ιματίου , νοητοι και ούτου · διό και
sponsam aniinae quedam, queseminibus alienarum χρυσοί είναι λέγονται. Επειδήτερ ο λόγος πλείων
doctrinarum haud susceptis , adducentur regi, se- εστί του έργου, οιονεί κροσσός τίς έστιν από του
quentes sponsam. Sed et audiant que virginitatem προς την πράξιν υφάσματος περισσεύων. “Έπονται
Domino voverunt, quod virgines regi adducentur ; δε τη νύμφη του Κυρίου ψυχαί τινες, αί μή παρα
virgines, inquam, quae proximae sunt Ecclesiae , que δεξάμεναι σπέρματα (12) λόγων αλλοτρίων, αίτινες
post ipsam sequuntur, nec aberrant ab ecclesiastica απενεχθήσονται τα βασιλεί , ακολουθούσαι τη νύμ
disciplina. VERs. 16. Αdducentur 169 autem virgi- φη. 'Ακουέτωσαν δε και αι την παρθενίαν επαγγελ
1es in latitia et easultatione, ducentur in templum η λόμεναι τώ Κυρίω, ότι παρθένοι απενεχθήσονται τα
regis. Non que coacle virgiuitatem subierunt, που βασιλεί · παρθένοι δε, αι πλησίον ούσαι της Εκκλη
que ex Iristitia aut necessitate castam vitam sunt σίας, αι οπίσω αυτης επόμεναι, και μη αποπλανώ
aplex : sed que in letitia et exsultatione ob pra- μεναι της εκκλησιαστικής ευταξίας . Απενεχθήσον .
clarum lioc facinus gaudent, he adducentur regi, ται δε αι παρθένοι εν ευφροσύνη και αγαλλιά
ducenlarque non in vulgarem Iocum, sed in tem- σει, αχθήσονται εις ναόν βασιλέως . Ούχ αι κατ
plum regis . Nann vas2 sacra, que non inquinavit ηναγκασμένως υπελθούσαι την παρθενίαν, ουδε αι
18 Matth. V1, 4 , 6. 19 ibid. 1 . 80 Colos 111, 9 , 10. 81 ibid. 12. 81 Rom. χιι, 14.
(8) Totum illud, της θυγατρός του βασιλέως, τουτ- Reg. 2 cum vulgalo textu Greco οικτιρμών.
Éste, in nostris seplem mss. desideralor. (11) Sic Regii sccundus, quarius et sestus alle
(9) Sic mss. quinque. Editi κροσσωτά δε τά. ac Colberiini primus, sexlus et septimus. Editi
(10) lia Regii secundus, quarlus el sexlus cum vero cum Reg . quinto ¿võugadhe.
Colberlinis sexto ei septimo. Vocula o deest int (12) Eilili con uno aut allero ms. OTépua . Al ses
elitis. bidenι edili ci quinque mss. οικτιρμού. mss. σπέρματα.
. 13 HOMILIA IN PSALMUM XLIV .
έx λύπης ή εξ ανάγκης καταδεξάμεναι τον σεμνόν A humanus ustus, in sancta sanctorum introducentur,
ο βασιλειαίρουσαι (13), α επί τω είσαι
βίον, αλλ' αι εν ευφροσύνη και αγαλλιάσει επι τω eisque licebit ad adyla accedere, ubi profani pelles
τοιούτω κατορθώματι χαίρουσαι (13) , αύται απ- non ambulabunt. Quanta autem res sit in templum
ενεχθήσονται τα βασιλεί, και αχθήσονται ουκ εις τον regis adduci, Propheta ipse ostendit, pro se ips
τυχόντα τόπον, αλλ' εις τον ναόν του βασιλέως. Τα Orans ac dicens 63 . Unam pelii a Domino, hanc requi
γάρ ιερατικά σκεύη , και ουκ έμόλυνεν ανθρωπίνη ταm: μι inhabilem in domo Domini omnibus diebus
χρήσις , εις τα άγια των αγίων εισενεχθήσεται, και oil med; ut videam voluptatem Domini, el visitem
εξουσίαν έξει της εις τα άδυτα παρόδου , όπου βε- templum ejus.
βηλοι πόδες ου περιπατήσουσιν. Ήλίκον δε εστι το αχθήναι εις ναόν βασιλέως, ο Προφήτης δείκνυσιν, υπέρ
εαυτού προσευχόμενος και λέγων · Μίαν ήτησάμην παρά Κυρίου, ταύτην ζητήσω: το κατοικείν με
έν οίκω Κυρίου πάσας τας ημέρας της ζωής μου, του θεωρείν με (14) την τερπνότητα Κυρίου, και
επισκέπτεσθαι τον ναόν αυτού.
12. Άντι των πατέρων σου εγεννήθησαν (15) 12. VERs. 17. Pre patribus fuis nati sunt ilii tai :
οι υιοί σου• καταστήσεις αυτούς άρχοντας επί constitueseos principes super omnent terram. Quando
πάσαν την γην . Επειδή άνω προσετάχθη επιλαθέσθαι , quidem supra preceptum est ei ut oblivisceretur
του λαού, και του οίκου του πατρός , εις αντίδoσιν populi el doιnus patris, in obedientiae remuneratio
της υπακοής νυν αντί των πατέρων λαμβάνει υιούς, nem nunc pro patribus accipit filios Mantis dignit:i
έν τηλικούτοις αξιώμασι διαπρέποντας, ώστε κα- tibus insignitos, υι constituantur principes super
ταστήναι (16) αυτούς άρχοντας επί πάσαν την ominemterram. Qui sunt igitur Ecclesiae alii ? Nini
γήν . Τίνες ούν οι υιοί της Εκκλησίας : "Ήτοι οι run Evangelii alii, qui orbi universo imperarunt .
υιοί του Ευαγγελίου, οι πάσης της γης άρξαντες. In omnem enim,inquit, terram etivit sonus eorum 86,
φθόγγος αυτών και , Καθεσθήσονται επί δώδεκα duodecim tribus Israel 88. Si quis auten sponsae pa
θρόνους, και κρινουσι τάς δώδεκα φυλάς του tres intelligal patriarchas, ita quoque intellecta sen
'Ισραήλ. Εάν δε τις πατέρας της νύμφης λάβη 1entia al apostolis aliena non est. Νam pro illis nati
τους πατριάρχας, και ούτως ο λόγος των αποστόλων sunt et alii per Christum, facientes opera Abrale 86,
ου διαπίπτει. Αντί γάρ εκείνων εγεννήθησαν αυτή et ideo aque honorali ac ipsi, quod eaderm egerunt
υιοί διά του Χριστού , οι ποιoύντες τα έργα του que illi, ob guie Ihonorilus magnis dignali sun
'Αβραάμ και διά τούτο ισότιμοι αυτοίς χρηματί- patres . Principes vero universe Terrae sunt saucli,
ζοντες (17), εκ του πεποιηκέναι τα αυτά εκείνοις , C ob suam cunι bono necessitudinem, cum ipsa boni
αφ' ών των μεγάλων τιμών ηξιώθησαν οι πατέρες . natura eis principalum tribuit, sicutJacobo pote
"Αρχοντες μέντοι εισίν απάσης της γης οι άγιοι διά slalem in ipsum Esau prebuit. Fias enim, inquit,
την προς το καλόν οικείωσιν , αυτής της του καλού dominus fratris tui 81. Quicunque igitur honore p.ι
φύσεως περιτιθείσης αυτοίς το πρωτείον, ώς περι- tribus pares facili sunt, atque per virtutis exercita
έθηκε το Ιακώβ την κατά του Ησαυ εξουσίαν. Γί tionem omnibos præstiterunt, el filii spons: Chri
νου γάρ, φησί, κύριος του αδελφού σου. Οι τοί- sti sunt, et a propria malre principes super omnean
κατά πάντων υπεροχήν διά τήν της αρετής άσκησιν quanta sit reginae potestas, sic ut creet ac praficial
προσλαβόντες , και υιοί της Χριστού νύμφης εισι , principes super omnem terram. VERS. 18. Hemor
και παρά της ιδίας μητρός καθίστανται άρχοντες ero nominis lui in omni generatione et generalione.
επί πάσαν την γην. Σκόπει δέ μοι την εξουσίαν της Ρropterea populi confiebantur tibi in seculum et in
βασιλίδος, όση τις επ' αυτής έστι: χειροτονείν άρ- sculum εαculi. Post omnia tanquam ex Ecclesize
χοντας επί πάσαν την γην. Μνησθήσομαι του ονό- persona dictum est illud, Memor ero nominis tuiin
ματός σου εν πάση γενεά και γενεά. Διά τούτο omni generatione el generatione. Que autem est hac
λαοί εξομολογήσονταί σοι εις τον αιώνα και εις D Ecclesiae memoria ? Confessio populorum.
τον αιώνα του αιώνος. Έπί πάσιν ώς εκ προσώπου της Εκκλησίας ο λόγος είρηται, ότι Μνησθήσομαι
του ονόματός σου εν πάση γενεά και γενεά. Τίς δε έστιν ή της Εκκλησίας μνήμη; Η εξομολόγησις
των λαών.
85 Psal. XXVI, 4. 8» Psal. XVII, 5. 8 Matili. ΣΙx , 28. 8* Join. VI, 39 87 Gen. XXVII, 29.
( 13) Vir quidem doctissimus, leste Ducæo, con - in editione Paris. Ibidem Reg . secundus ady vady
jecerat ita emendandum esse, επί το τοιούτο κατόρ- τον άγιον αυτού .
θωμα χωρούσαι • sell Duceus ipse vulgatamlectio . (15) Codices tres εγενήθησαν, facti sunt.
lein , επί τώ τοιούτω κατορθώματι χαίρουσαι, reli
l'endam cerisuil, ad idque probandum Testimonio
codicis Oliv. usus est : cui codici addi possunt Reg.
άοεο.Είναι χρήματα απ'eum
(16) Sic mss. quinque. Editi ως καταστήναι.
(17) Sic Regii secundus, lerlius el quartus cum
Colbertinis primo el sexto. Eliti χρηματίζουσιν.
qarlus, Colb , sexlus el alii nonnulli. (18) Sic quatuor mss. Αι editi γινόμενοι.
(14 ) Sic editio Basil. el miss . quinque. Deest de
 413 S . B .ISILII MAGNI 6

170 IN PSALMUM XLV. ΕΙΣ ΤΟΝ ΜΕ' ΨΑΛΜΟΝ.

In finem pro filiis Core : pro arcanis psalmis. Els to telos Ute Twr ylor Kup
κρυφίων ψαλμός.
1. Prophetiam de rebus que in fine eventure 1. Προφητείαν μοι δοκεί περιέχειν ο ψαλμός περί
sunt, continere mihi videtur bic psalmus. Quein - των κατά το τέλος. "Όπερ τέλος ειδώς και ο Παύλος,
nem intuitus etiam Paulus, dicit : Deinde finis, cum φησίν : Είτα το τέλος , όταν παραδώ (19) την
tradiderit regnum Deo el Patri 88. Αυι quonian βασιλείαν τω Θεώ και Πατρί. "Η επειδή αι πράξεις
actiones nostre deducunt nos ad Gnem, unaquae- ημών απάγουσιν ημάς προς το τέλος , εκάστη το
que ad proprium sibi ipsi ; idcirco bona quidem ad οικείον εαυτή, η μεν αγαθή προς την μακαριότητα,
Dealitudinem, mala vero ad eternam daninationem: η δε φαύλη προς την αιωνίαν κατάκρισιν αι δε
el quoniam consilia a Spiritu in hoc psalmo tra» παρά του Πνεύματος εν τω ψαλμω τούτω παραδι
dila, obtemperatules ad Donum finem deducunt ; hac δόμεναι (20) συμβουλοι προς το αγαθόν τέλος απ
de causa inscriptus est, In Enem, quod ejus docu- άγουσι τους πειθομένους · τούτου ένεκεν επιγέγρα
nenta ad bentum humanae vite tnerm referantur. πται Εις το τέλος · ώς της αναφοράς των διδαγμά
Pro iliis Core. Filius autem Core dictus est et hic των επί το μακάριον τέλος της ανθρωπίνης ζωής
psalmus, quos Spiritus sanctus ideo non dividit , Β υπαρχούσης. Υπέρ των υιών Καρέ. Τοις δε υιοίς
quod velut una anima et una voce cum omni inter Κορέ και ούτος είρηται ο ψαλμός, ούς ου διαιρεί το
se concordia sermones propleticos emiserunt, ni- Πνεύμα το άγιον , διότι ώσπερ μιά ψυχή και μια
hil quidquam alio praeter alios vaticinante , sed pro- φωνή μετά πάσης της προς αλλήλους συμφωνίας
plhelico dοιιο equaliter eis concesso, ob equalem τους προφητικούς λόγους προϊεντο (21): μηδέν του
arcanis dictus est psalmus ; id est, pro occultis , αλλ' ίσου αυτούς του προφητικού χαρίσματος δωρτ
el reconditis in myslerio . Postquam autem singu. θέντος διά τό ίσον αυτών της προς αλλήλους εις
as hujus psalmi sententias alligeris , verborum τα καλά διαθέσεως . Υπέρ δε των κρυφίων είρη
arcana docebere ; ac disces non cujusvis esse imy- ται ο ψαλμός : τουτέστιν , υπέρ απορρήτων , και
sleria divina contemplari, sed ejus solius, quiim- τών έν μυστηρίω κεκρυμμένων. Γενόμενος δε εν τοις
plendi promissi organum concinnum Geri possit, κατά μέρος ρητοίς του ψαλμού, μαθήση το κεκρυμ
sic ut psalterii loco anima illius movealer ab ope- μένον των λόγων και ότι ου του τυχόντος εστίν εν
refugium et virtus, adjutor in tribulationibus , quα μένου γενέσθαι της επαγγελίας εναρμόνιον οργανον,
invenerunt nos nimis. Auxilio multo opus est liomini C ώστε αντί ψαλτηρίου κινείσθαι αυτού την ψυχήν
omni, ob insitam ei natura infirmitalein : sigui- υπό του ενεργούντος αυτή αγίου Πνεύματος. Ο
dem mulle ei molestie erumnaque accidunt. Dum Θεός ημών καταφυγή και δύναμις , βοηθός εν
igitur de omnibus calamitatibus refugium quaerit, θλίψεσι ταϊς ευρoύσαις ημάς σφόδρα. Πολλές
quasi ad futurm Iocum aufugiens, vel ad acutum βοηθείας δέεται πάς άνθρωπος , διά την εκ φύσεως
quemden verticem forti nιuro circumseptum sese προσούσαν αυτό ασθένειαν, πολλών αυτώ προσπι-
recipiens, propter Iliostium incursum, ita demum πτόντων ανιαρών και επιπόνων. Τήν ούν (25 εκ
ad Deum confugit, ralus lianc solam sibi requiem πάντων των περιστατικών καταφυγήν επιζητών,
esse, si in ips0 permaneat. Refugiumn itaque ad ώσπερ επι άσυλον φεύγων (24) χωρίον, ή επί τινα
Deuin palere, in confesso est apud omnes : sed , κορυφήν οξείαν καρτερώ τείχει περιειλημμένην κα
quod ad salvantis electioneim attinet, non parum ταφεύγων, διά την των πολεμίων επιδρομήν· ούτως
erroris confusionisque invexit inimicus. Εteninι επί τόν Θεόν καταφεύγει , μόνην είναι ηγούμενος
dum insidiatur velut hostis, rursus quibus insidia- ανάπαυσιν την εν αυτώ διαμονήν. "Οτι μεν ουν επί
tus est, eos deceptos inducit, ut ad se ceu custo- τον Θεόν η καταφυγή παρά πάσιν ώμολόγηται ,
dem confugiant . Quare duplex eis malumimminet : η πολλήν δε πλάνην και σύγχυσιν ο εχθρός ενεποίησε
quippe aut per vim capiuntur , aut ex fraude per- " περί τήν του σώζοντος εκλογήν. Επιβουλεύων γιο
eunt. Eain ob rem ad demones perfugiuntincreduli, ως πολέμιος, πάλιν τους επιβουλευθέντας εξαπατο ,
el ad idola, veri Dei cognitione ex illata sibi a dia- αυτό προσφεύγειν ως φύλακι, ώστε διπλούν αυτοίς
bolo confusione Spollati. Sell et qui Deum agno- περιίστασθαι το κακόν ή βιαίως ληφθείσιν, ή εξ
gunt, in ferendo de rebus judicio errant , duin in- απάτης απολομένοις . Διά τούτο προς δαίμονας και
88 1 Cor. xv, 24.
(19 ; lia Colbertini primus, quintus et sexilis cuir. (22) Editio Basil. el quinque mss. i jovou. Edilio
duobiis Regiis, nec aliier legitur apud Paulum , Paris. μόνον.
I Cor. xv , 24 . Edili vero cum Reg . secondo tapx (323 ) Voculam oùy addidimus ex Catena Corile .
8:06 . Reg. sexlus prima manu Tiapaolow , secundariana . Ibidem Colb , septimus TEPISTAT:Xüy.
παραδώ . (24) Elili καταφεύγων. Αι mss. septem φει.
(20) Sic m . s . septein . Edili vero ÔLo6ueva !. yov. Aliquanto posi Reg. lerlius toeuiwy xa :1
(21) Colh. primus πρoσίεντο . Νec il: nullo post δρομήν.
Sex mss. cis cá . Edili ct Col!), sexlus tispliź .
117 JIOMILIA IN PSALMUM ILY . 119
είδωλα (23) καταφεύγουσιν οι άπιστοι , του όντως A seite utilia postulant, ac quedam petual υι ιιοΡΑ,
Θεού την γνώσιν υπό της παρά του διαβόλου γενο- eis sape non conducibilia , alia vero ut mala decli
μένης αυτούς συγχύσεως αφαιρεθέντες. Και οι επι- nant, que sibi aliquando 171 malium all.ntura
γινώσκοντες δε τον Θεόν περί την των πραγμάτων erant emolumenti. Exempli causa : agrolat quis ?
διάκρισιν σφάλλονται, απαιδεύτως τάς αιτήσεις των Morbi molestiam fugiens, rogat sanitalem. Amisit
συμφερόντων ποιούμενοι, και αιτούντες τινα ως pecurias ? Ob hanc jacluram inaximo angitur do
αγαθά, ουκ επί συμφέροντα πολλάκις αυτών, και Iore. Erit enim utilis saepenumero vel morbus, cυιιι
φεύγοντες άλλα (26) ως πονηρά , πολλήν αυτοίς videlicet peccantern refrenabil. Ει μocus est sani .
ενίοτε την ωφέλειαν φέροντα. Οίον, νοσεί τις ; Φεύ- las tum cum ea fruenti βι μeccali occasio. Sic et
γων το έκ της νόσου επίπονον , εύχεται την υγίειαν, pecuniae quibusdamjamad libidineminservierunt :
'Απέβαλε χρήματα ; Περιώδυνός έστι τη ζημία. paupertas vero plurimos ad vilia magnopere pro
Έστι δε πολλάκις και η νόσος ωφέλιμος , όταν παι- pendentes repressit. Νeque igitur refugias que non
δαγωγείν μέλλη τον αμαρτάνοντα · και η υγίεια oportet : nec confugias ad quem non oportet. Uι.um
βλαβερα, όταν εφόδιον γίνεται προς αμαρτίαν τω porro vilandum tibi est, peccaturn videlicet, et uni
έχoντι. Ούτω και χρήματα ήδη τισιν υπηρεσία προς . cum ex malis refugium tibi sit Deus. Ne contdile
ακολασίαν εγένετο και πενία πολλούς εσωφρόνισε principibus 89 ; ne eferainini animo in incerto di
των ώριμημένων κακώς. Μήτε ούν φύγης & μή δεί , vitiarum 20 ; ne superbiatis ob corporis vires ; Μα
μήτε προσφύγης ή μη δεί. 'Αλλ' έν σοι φευκτον humanae gloria prosequamini splendorem. Νiliil
ήτω, ή αμαρτία , και μία καταφυγή εκ των κα - horum ducit ad salutem; temporaria omnia, οιmnia
κών (97), ο Θεός . Μή, πεποίθετε (28) επ' άρχοντας • fallacia . Refugium unicum, Deus. Maledictus hommo
μή επαίρεσθε επί πλούτου άδηλότητι μή φρονείτε φuί open ponit in homine 1, aut in aliqua re hu
επί δυνάμει σώματος : μή της ανθρωπίνης δόξης το mana.
περιφανές διώκετε . Ουδέν τούτων σώζει» πάντα (29) πρόσκαιρα, πάντα απατηλά. Μία καταφυγή, ο Θεός .
Επικατάρατος άνθρωπος και την ελπίδα έχων επ' άνθρωπον , ή επί τι των ανθρωπίνων.
2. Ο Θεός ούν ήμών καταφυγή και δύναμις . 2. Deus igitur noster refugium et virtus. lli qui
μουντί με Χριστώ, δύναμις έστιν ο Θεός. Πολλών ιαι Christo , virtus est Deus. Multorum quidem est
μεν ούν έστιν ειπείν, Ο Θεός ημών καταφυγή: dicere : Deus noster refugium; el, Domine , refugium
και το, Κύριε , καταφυγή εγενήθης ημϊν · το δες factus es nobis 8 : id vero eodem ac Propheta ani.
από της αυτής διαθέσεως ειπείν τω Προφήτη πάνυ mo dicere, perquam paucorum est. Panci enim sunt
ολίγων. Ολίγοι γάρ οι μη τεθαυμακότες τα ανθρώ- qui humalia non mirentur, sed oti pendeant ex Deo,
πινα, αλλ' όλοι ήρτημένοι του Θεού, και αυτόν ανα- ipsumque spirent, ac in ipso oιnnen spem ac adu
πνέοντες, και πάσαν ελπίδα και πεποίθησιν έχοντες. ciam habeant. Ει sane arguunt nos res ipse, cum
Και ελέγχει γε ημάς τα πράγματα, όταν εν ταις in aflictionibus ad quelibei potius quam ad Deuin
θλίψεσιν επί πάντα μάλλον και επί τον Θεόν τρέχω- recurramus. Egrotal flius ? Mox tu conjectis quo
μεν. Νοσεί το παιδίον ; Και συ τον επαοιδον περι quoversum oculis, magum requiris, vel quempiam
σκοπείς, και τον τους περιέργους χαρακτήρας τοίς qui vanos cliaracteres collo innocentium puerorum
τραχήλους των αναιτίων νηπίων περιτιθέντα • ή το γε circumponat ; vel postremum, eo qui servare po
τελευταίον επί τον ιατρόν έρχη και τα φάρμακα , test neglecto, ad medicum devenis, et ad medic:
του δυναμένου σώζειν καταμελήσας. Κάν ενύπνιον menta . Insomnium si le sollicitat, curris ad con
φοβηθής εχθρον, προστάτης ένα των ανθρώπων πε- adjuiorem altendis. Ει in summa, convinceris in
ρινοείς. Και όλως έφ' εκάστης χρείας ελέγχη , δή- quacunque necessitate, verbo quiden Deum refn
ματι μεν τον Θεόν ονομάζων καταφυγήν, έργω δε D gium nominare, sed re ipsa ex inutilibus valuisque
την εκ των ανωφελών και ματαίων βοήθειαν επι- rebus auxiliumtibi accersere. Estautem justo verum
σπώμενος . "Έστι δε το δικαίω αληθινή βοήθεια και auxilium Deus. Quemadmodum enim imperator
Θεός. " Ωσπερ τις στρατηγός οπλιτικών γενναίον forti militum manu instructus , ad opem parti
εξηρτημένος έτοιμος αει βοηθείν τω καταπονου - oppressae ferendam semper paratus est : ita Deus
μένω μέρει• ούτως ο Θεός βοηθός ημών έστι, και adjutor noster est, et auxiliator cuilibet contra dia
89 Psal . CXLV, 2 . 20 ΙΤim. VI, 17. 91 Jer. XVII, 5. 5 Pliilipp. IV, 13. * Psal . LΧΧΧΙΧ, 1.
(25 ) Illud , xai elowia , addilum fuisse contextui (28 ) Colbertini primus el sextus cum R -8 . secolo :
er Oliv. elAnglic . Iradit vir eruditissimus Duceus : do el cum Coisl. Ite Toldate , Edili cum Regiis quarto
quibus codicibus lum Colbertinos quintum et sextum el sexto TETOLOETE .
el septimum , luin Regios quartum et sextum ad (29) Sic mss. el editio Basil., nec aliter legeral
jungi oportere monemus. Falendum tamen id in interpres . Sed vox πρόσκαιρα operarum negligentia
liegiis secundo el tertio deesse . in editione Paris . oinissa füerai. Mox mss . sepler
(26) Editi φεύγοντές τινα. Αι sex mss. φεύγοντες επικατάρατος : qua ex voce in editione Paris. fal:e
άλλα. Sunι due, έπει' κατάρατος . Subinde mss. Cres επί
(27) Eliti εκ πάντων κακών. Αι mss. Sex simi - τινι των.
pliciter εκ των κακών.
PATROL. GR. XXIX .
 419 S . BASILII MAGNI 420
boli insidias pugnanti, cmillens administratorios Α σύμμαχος παντι των στρατευομένων κατά της μεθ
εpiritus ad indigentium salulem. Invenit autem οδείας του διαβόλου, αποστέλλων τα λειτουργικά
at ictio omnem justum, ob vitae institutan ralio- πνεύματα προς την σωτηρίαν των δεομένων. Ευ
nein . Qui enim declinal lalam ac spatiosam viain , ρίσκει δε η θλίψις πάντα τον δίκαιον διά την του
ambulat autem angustam el arctam viam *, is a βίου επιτήδευσιν. Ο γάρ εκκλίνων μεν την πλα
tribulationibus invenilur. Rem ad viνum expressit τείαν και ευρύχωρον οδον, οδεύων δε την στενήν
Propheta , cum dixit : In tribulationibus, que inve- και τεθλιμμένην, ευρίσκεται υπό των θλίψεων.
nerunt nos nimis. Nos enim ceu animala animalia Έμψύχως τον λόγον εσχημάτισεν ο Προφήτης
depreliendunι tribulationes, quae patientia in produ- ειπών • 'Εν θλίψεσι ταϊς ευρoύσαις ημάς σφόδρα .
cunt, et per patientiam probationem, et per proba- " Ώσπερ γαρ ζώα έμψυχα καταλαμβάνουσιν ημάς,
tionem spem 98. Unde et Apostolus ait : Per muίιας εργαζόμεναι υπομονήν, και διά της υπομονής δοκι
Multα tribulationes justorum91.172 Sed qui gene - στολός φησι: Διά πολλών θλίψεων δεί ημάς εισελ
rose et intrepide tribulationis tentationem sustinue- θείν εις την βασιλείαν του Θεού (50) · και , Πολ.
Γίι, iicel : In his omnibus superamus propier eum φuί λαι αι θλίψεις των δικαίων. 'Αλλ' ο γενναίως και
dilezil nos 98. Αc tantum abest at animum despon- * αταράχως τον εκ της θλίψεως πειρασμόν υπομείνας
deal, ac torpeat in tribulationibus, ut etiam glo- ερεί, ότι 'Εν τούτοις πάσιν υπερνικώμεν διά του
riandi occasionem ex malorum magnitudine desu- αγαπήσαντος ημάς. Και τοσούτον απέχει απαυδάν
mal, dicens : Νon solum autem, sed et gloriamur και αποχνείν εν ταις θλίψεσιν, ότι και καυχήματος
in tribulationibus " . αφορμήν το υπερβάλλον των κακών ποιείται λέγων,
ότι ου μόνον δε , αλλά και καυχώμενοι εν ταις
θλίψεσι.
3. VERς. 3. Ρropterea non linmebimus dum turba- 3. Διά τούτο ου φοβηθησόμεθα εν τω ταράς
tur terra, el transferuntur montes in corda mατίum. σεσθαιτην γην , και μετατίθεσθαι όρη ε καρδίας
Magnam firmitatem fiduciæ in Christum ostendit θαλασσών . Μέγα επιδείκνυται το στερέωμα της εις
Prophela : nimiruin , etiamsi omoia sursum deor Χριστόν πεποιθήσεως (31) ο Προφήτης , ότι καν
sum provolvantur, etiamsi terra turbata invertatur, πάντα άνω και κάτω γένηται, κάν η γη στρέφεται
eliamsi monles , propria sede relicta ,transferantur ταρασσομένη, κάν τα όρη την οικείαν έδραν καταλι
In medium mare, Non timebimus : quod Deum ba- πόντα, προς τα μέσα μεθίσταται της θαλάσσης : Ού
beamus refugium virtutemque el adjatorem in tric φοβηθησόμεθα, διά το έχεις τον Θεόν καταφυγήν και
bulationibus , que invenerunt nos nimis. Cujusdam δύναμιν και βοηθόν εν θλίψεσι ταϊς εύρoύσαις ημάς
cor impavidυτη adeo, cujusmann cogitationes adeo σφόδρα . Τίνος ούτως απτόητος ή καρδία , τίνος ου
sunt imperturbate, αι illius animus in tanta confu- τως ατάραχοι οι λογισμοί, ώστε εν τη τηλικαύτη
sione sit ad Deum intentus, ac propter repositam συγχύσει τετάσθαι τη διανοία προς τον Θεόν, και
τη ipso spem ex nullo rerum eventa perturbetur ? διά την προς αυτόν ελπίδα, επί μηδενί των γινομέ
Nos vero hominis iram non sustinemus; aut impe- νων εκπλήττεσθαι ; Ήμείς δε ανθρώπου οργήν ουχ
lente nos cane, aut alio quoνis animali, non ad υπομένομεν · ή κυνός επιδραμόντος , ή άλλου τινός
Deum respicimus adjatorem nostrum in tribulatio - θηρίου , ου προς Θεών αποβλέπομεν τον βοηθόν ημών
nibus, sed stupefacii ad nos ipsos convertismur . εν ταις θλίψεσιν, αλλά διαπτοηθέντες προς εαυτούς
VeRs. 4. Sonuerunt el curbatæ suni aquæ eorum . επιστρεφόμεθα. " Ηχησαν και εταράχθησαν τα
Dixit telluris conturbationem ac montium trans- ύδατα αυτών. Είπε γης ταραχήν, και όρων μετάθε
lationem : maris quoque counmotionem dicit et σιν· λέγει και θαλάσσης σάλος και ανατροπήν, μέσον
eversionem, montibus in medium pelagus ruenti- των ορέων τους πελάγεσιν εμπιπτόντων. Ηχησαν
bus. Sonuerunt et turbate sunt αφμα eorum; marium και εταράχθησαν τα ύδατα αυτών των θαλασσών
videlicet. Ampliorem autem perturbationem exci- D δηλονότι. Επί πλέον δε ποιείται την (52) εν τοις
tant in aquis Dionles ipsi, si in mari firmi non sunt, ύδασι ταραχήν αυτά τα όρη μή ενιδρυμένα τη θα
sed propria agitatione multum aquis afferunt com. λάσση, αλλά το οικείων σάλο πολύν εμπoιoύντα τον
anolionis. Cum igitur terra turbatur, et aque ma- κλόνον τοίς ύδασιν. "Οτε τοίνυν η μεν γη ταράσσε
rium edell sonum, et ex profundo ebullient, cum ται , ύδατα δε θαλασσών ηχήσει και αναβρασθήσεται
montes transferuntur el perturbationem multanm εκ βυθών, όρη δε μετατίθεται και πολύν υπομένει τον
Sustinent , per exsuperantem Domini potentiam : τάραχον, διά το υπερβάλλον της δυνάμεως του Κυ
tune , inquit, cor imperturbatum permanet, quod ρίου : τότε, φησίν, απτόητος ημών ή καρδία του ασ
* Μatth. VI, 13, 14. 18 Rom. V, 3 , 4 . 16 Act. Χιν, 21. 97 Psal. XXXIII, 20. 98 Rom. VΙΙ, 37.
99 Roπι. ν, 3 .
(50 ) Ila mss . novem cum vulgalo Scripturæ lexiu . Sextus el editio Paris. της εις Θεόν πεποιθήσεως.
Editi την βασιλείαν των ουρανών. Μox editicum Reg. (32) Colb . primus Trolei týv. Nec ila mullo infra
quinto Ó yevvaios. Alii sex mss. O yevvalws, et ita quinque.mss. cum editione Basil. TOLOÙvta . Editio
legendum esse , si non aliunde, al ex proxima ta vero Paris. cum Colb , sexto ÈJU TIOLOūvta . Subinde
mien voce åta páxus, plane consiaret. mss . tres ή μεν γή . Vocula μέν in editis desidera
(31) Sic ocio mss. cum editionc Basil. Al Colb. balur.
421 MOMILIA IN PSALMUM XLV. 129
φαλείς και βεβαίας έχειν επί Θεόν τας ελπίδας. A tulas frmasque in Peo spes habeat. Turbati sunt
'Eταράχθησαν τα όρη εν τη κραταιότητι αυτού. montes in fortitudine ejus. Poles etiam dicti hujus
Δύνασαι και τροπικώς έκλαβείν την διάνοιαν του ρη- sensum per metaphoram exponere, montes appellans
του , όρη ονομάζων τους μεγαλοφρονούντας επί τω eos, qui ob suam magnitudinein insolescunt, Dei
εαυτών μεγέθει, αγνοούντας δε την του Θεού κρα- vero fortitudinem ignorant, et exfollunt sese con
ταιότητα, και υπερυψουμένους κατά της γνώσεως του Ira Dei scientiarm : qui tamen postmodum ab iis
Θεού, είτα νικωμένους υπό των μετά δυνάμεως και φui cum virtute et sapientia verbum sapientiae
σοφίας πρεσβευόντων τον της σοφίας λόγον , και μετά predicant, superantur vincunturque , el sue ipso
την συναίσθησιν της εαυτών πτωχείας φοβουμένους rum inopic facii conscii, timent Dominum, ac se
τον Κύριον, και υποταπεινουμένους τη κραταιότητι ejus potentiae submittunt. Αut fortassis el princi
αυτού . "Η τάχα και οι άρχοντες του αιώνος τούτου, pes seculi hujus, et patres sapientice periture,
και πατέρες της απολλυμένης σοφίας, όρη και αυτοί οιontes dicuntur et ipsi, qui turbati sunt in Christi
λέγονται, ταρασσόμενοι εν τη του Χριστού κραταιό- fortitudine, quam in crucis certamine contra eum
τητι , ήν εν τω αγώνι διά του σταυρού (53) προς τον qui imperium nortis habebat , ostendit. Exulus
το κράτος έχοντα του θανάτου επεδείξατο. Απεκδυ- enim veluti generosus quispiam athleia, principa
σάμενος γάρ, ώσπερ τις γενναίος αγωνιστής, κατ- Β ιus ac potestates superavit , ac Ostentarii palani,
επάλαισε τας αρχάς και τάς εξουσίας , και Έδειγ- triumphans de illis in ligno 1.
μάτισεν εν παρρησία , θριαμβεύσας αυτούς εν τω
ξύλο.
4. Του ποταμού τα ορμήματα ευφραίνουσι (34) 4 . Vers. 5. Fluminis impelus lætificant civitatem
την πόλιν του Θεού . Τα μεν αλμυρά ύδατα σφο- Dei. Marine guidern aque vehemenler a ventis per
δρώς υπό των πνευμάτωνέκταρασσόμενα ήχησαν και
ade de COū toca uoù souhuara edoconal impetus sine strepitu procedenles , et quoiquot
προϊόντα, και ήσυχή τους αξίοις της υποδοχής επιρ digni sunt qui eos recipiani, iis leniter anlabentes,
δέοντα, ευφραίνουσι την πόλιν του Θεού. Και νύν ο Ι.elificant civitatem Dei. Ει nunc justus bibit
δίκαιος πίνει το ζων ύδωρ, και ύστερον δε πίεται aquam vivann , atque postea coρίοsius bibet, cum
άφθονώτερον, ηνίκα άν πολιτογραφηθή εν τη πόλει Civilati Dei ascriptos fuerit.1 3 Αtqui nunc quideπι
divis . per
του Θεού. 'Αλλά νύν μεν δι' εσόπτρου και ενdu" αινίγ- speculum et in ænigmale 8 bibit , ob exiguam
per Spect
ματι πίνει , διά την κατά βραχύ κατάληψιν των divinarum contemplationum perceptionem : tunc
θείων θεωρημάτων τότε δε όμου πλημμυρούντα τον . Vero simul restagnanlem fluvium excepίurus est.
ποταμον υποδέξεται, πάσαν δι' ευφροσύνης επικλύ- " qui totam Dei civitalerm letitia inundare possiι.
ζειν δυνάμενον την πόλιν του Θεού . Τις δ' αν είη Quis autem fuerit Πανίus iste Dei, nisi Spiritus
ο ποταμός του Θεού και το Πνεύμα το άγιον, έκ της Sanctus, qui dignis illabitur, secundum fidem eo
πίστεως τών εις Χριστόν πεπιστευκότων εγγινόμενον rum qui in Christum crediderunt ? Qui enim , in
τους αξίοις ; Ο γάρ πιστεύων, φησίν , εις εμέ, πο quil, credil in me, flurii de venire ejus fluent . Etrur
ταμοί εκ της κοιλίας αυτού ρεύσουσι και πάλιν sus : Si quis biberit et aqua quam ego do , tet in
Εάν τις πίη εκ του ύδατος ού εγώ δίδωμι, γενή- eo fons αφμα salientis in vitam αternani 8. Ηic ita
σεται εν αυτώ πηγή ύδατος αλλομένου εις ζωήν que luvius omnem simul Dei civitatem latifical,
αιώνιον . Ούτος τοίνυν ο ποταμός ευφραίνει πάσαν nempe cetum eorum, qui suam in celis conversa
όμου την πόλιν του Θεού , ήτοι την Εκκλησίαν τών είonem habent : aut omnem creaturam intellectu
το πολίτευμα εχόντων εν ουρανοίς · ή πάσαν την νοη- preditam, a virtutibus celestibus usque ad animas
την κτίσιν από των υπερκοσμίων δυνάμεων μέχρι humanas , civitatem intelligi oportet , Spiritus
των ανθρωπίνων ψυχών πόλιν χρή νοείν ευφραινομέ- Sancti inundatione letificatam. Εtenim nonnulli
νην υπό της επιρροής του αγίου Πνεύματος. Ορι- ita civitatem definiunt, ut dicant stabilem esse con
ζονται γάρ τινες πόλιν είναι σύστημα ιδρυμένον, D gregationem, secundum legen) administratam. Tra
κατά νόμον διοικούμενον. Εφαρμόζει δε και τη άνω dita autem definitio civitatis, etiam illi que sur
Ιερουσαλήμ τη επουρανίω πόλει ο αποδοθείς όρος sum est Jerusalem celesti civitati congruit. Νam
της πόλεως . Σύστημα γάρ κακεί των πρωτοτόκων, et illic est primogenitorum descriptorum in celis
των απογεγραμμένων εν ουρανοίς · και ιδρυμένον congregatio, atque ea ob immutabilem vitae san
τούτο διά το αμετακίνητον της διαγωγής των αγίων, ctorum rationem stabilis ac firma est, et ex lege
και κατά νόμον τον ουράνιον (53) διοικούμενον. Την celesti gubernatur. Illius itaque civitatis ordinem
τοίνυν διάταξιν εκείνης της πολιτείας, και πάσαν την ac ornatum omnem perdiscere humanae nature που
διακόσμησιν καταμαθείν, ουδεμιάς έστιν ανθρωπίνης est. Illa sunt , Que oculus non υίdit, neque auris

1 Coloss. 11, 15. • Joan. IV, 10. 11 Cor. x11, 12. • Joan. V11, 38. Joan. 19, 15.
(33) Ila sex mss. Al editio Paris. įy to årūve in veleri vero perinde alque in Vulgala, impelus
σταυρού. lælifical.
(34) Τα ορμήματα ευφρίνουσι, impetuslatificant , (55) Nostra editio Paris. operarum oscitantic
el ila legitur in nova Auglistini Operum editione : pro oůpávcov habel ojpavóv.
 193 S . BASILII MAGNI 124
audiuit, neque in cor hominis ascenaerunt : que pre- Α φύσεως. Εκείνα γάρ έστιν, Α οφθαλμός ουκ ει
paravit Deus iis qui diligual illum ; preterquam δεν, ούτε ούς ήκουσεν, ούτε επί καρδίαν ανθρώ
quod ibi reperitur innumera angelorum multitudo, που ανέβη , 4 ήτοίμασεν ο Θεός τους αγαπώσιν
Sanctorumque conventus, et Ecclesia primogenito- αυτόν πλήν ότι μυριάδες αγγέλων εκεί , και τον
Γυαι descriριοrum in celis 1. De illa dicit David : ήγυρις αγίων, και Εκκλησία πρωτοτόκωναπογεγραμ.
Gloriosa dicta sunt de le, civitas Dei *. Civitali illi μένων εν ουρανοίς . Περί εκείνης φτσίν ο Δαβίδ: Δε
per Isaiam policetur Deus : Pona m te exsullalio- δοξασμένα ελαλήθη περί σου, ή πόλις του Θεού.
nem eternum, Tatitiam generationum generationi. Εκείνη τη πόλει διά του Ησαίου επαγγέλλεται ο
bus; et non erit contrilio , neque miseria in lernminis Θεός , ότι θήσω σε αγαλλίαμα αιώνιον, ευφροσύ
tuis ; sed salutare vocabuntur muri tui . Erectis igi- την γενεών γενεαίς· και ουκ έσται συντριμμα
Our anicne oculis , ut res Supernas decet, quaere quae ουδε ταλαιπωρία εν τοις ορίοις σου · αλλά αλη
sunt civitatis Dei. Quid porro Deatitudine illa dignum θήσεται σωτήριον τα τείχη σου. Έπάρας ούν τους
a quoquam excogitari possit, quam Intifical qui . οφθαλμούς της ψυχής, αξίως των άνω ζήτει τα περί
Deus ipse 10 ? Sanctifcasil tabernaculum suum τος επάξιόν τις έννοηθείη, ήν ευφραίνει μέν ο ποτα
Altissimus. Forlassis carnerm dicit deiferam, ex Β μός του Θεού , τεχνίτης δε και δημιουργός εστιν και
conjunctione cum Deo sanctificatam. Ex quo in- Θεός ; Ηγιασε το σκήνωμα αυτού ο "Υψιστος .
telliges tabernaculum Allissimi, ipsuαι Dei adven- Τάχα την σάρκα λέγει την θεοφόρον , αγιασθείσαν
lum , qui estper carnem . διά της προς τον Θεόν συναφείας . " Ωστε νοήσεις
σκήνωμα του Υψίστου την διά σαρκός επιφάνειας
του Θεού.
3. VERS. 6. Deus in medio ejus , et non commovebitur . 5 . Ο Θεός εν μέσω αυτής, και ου σαλευθήσε
Adjuυαbit eam Deus mane diluculo. Ει quoniain ται. Βοηθήσει αυτή ο Θεός, το πρός πρωί πρωί.
hit , primo Iucis ortu openm ei afferens. Sive igitur λευτον χαριείται αυτή , την βοήθειαν αυτή παρεχό
illi que sursum est Jerusalein 11, sive Ecclesie μενος εν ταις πρώταις ανατολαίς του φωτός . Είτε ούν
Sanctifcavit in ea tabernaculum suum Allissimus. πόλεως εφαρμόσει όνομα , Ηγιασεν εν αυτή τη
Αιφue per hoc tabernaculum in quo inhabitavit σκήνωμα αυτού ο Ύψιστος. Και διά του σκηνώ
Deus, in medio ipsius fuit , id ei largiens ut non , ματος τούτου, η κατασκήνωσεν ο Θεός , εν μέσω αυ
commoνeatur. In rmedio autem civitatis est Deus, “ της εγένετο, χαριζόμενος αυτή το μη σαλεύεσθαι.
equales undelibel ermillens radios sua providentice 'Εν μέσω δέ εστι της πόλεως ο Θεός , ίσας πανταχό
ad usque ines orbis. Sic enim Dei justitia conser - θεν επί τα πέρατα του κύκλου της εαυτού προνοίας
valur , quandoquidem omnibus eamdem bonilalis τας ακτίνας εκπέμπων. Ούτω γαρ το δίκαιον του
mensuram disperlit. Adjuvabit eam Deus mane di Θεού διασώζεται, το αυτό μέτρον της αγαθότητος
luculo. Sensibilis sol malatinum quidem tempus διανέμοντος άπασι. Βοηθήσει αυτή ο Θεός το πρός
Αpud nos efficit , postquam supra nostrum horizon- πρωί πρωί. Την μεν (36) oύν παρ' ημίν πρωίαν και
tem entinuerit; 174 matulinum vero Sol justitiae 18 αισθητός ήλιος ποιεί, επειδάν τον καθ' ημάς ορίζοντα
in anima perficit, orls Iucis spiritualis producers υπερκύψη την δε εν τη ψυχή πρωίαν και της δικαιοσύ
diesin eo qui ipsum suscepit . Io nocle enim surmus νης " Ήλιος αποτελεί τη ανατολή του φωτός του νοττου
πος homines per hoc ignorantie termpus. Post- ποιών ημέραν εν τω παραδεξαμένω αυτόν. Έν νυκτ!
quam igitur, nostra mente expassa , susceperiuς γάρ εσμεν παρά τον καιρόν της άγνωσίας οι άνθρω
glorie splendorem 8, et seampiterna illa luce illustrali ποι. Επειδάν ούν, αναπετάσαντες εαυτών τo ηγεμο
fuerimus, tunc Adjuυαbil eam Deus mane diluculo. νικών, υποδεξώμεθα το απαύγασμα της δόξης, και
Ubi facii fuerinus filii lucis, noxque apud nos pro- η περιλαμφθώμεν τω φωτί τω αιδίω, Βοηθήσει αυτη
gressa fuerit , dies vero appropinquaveril 14, tunc ο Θεός το πρός πρωί πρωί (57). Επειδάν γενώμεθα
Dei auxilio digni efficimur. Adjuval igitur Deus ci- τέκνα φωτός, και η νυξ μεν ημίν προκόψη , ή &
vitatem, per proprium exortum et adventum, ma- ημέρα εγγίση, τότε άξιοι της του Θεού βοηθείας γι.
Iulinam ei lucemindueens. Ecce enim homo, in. νόμεθα. Βοηθεί ούν τη πόλει ο Θεός, διά της ιδίας
quit, Oriens women ei ". Quibus igitur exorta fuerit ανατολής και επιφανείας πρωίαν αυτή εμπoιών.
Ius spiritualis, discussis ignorantieimprobitatisque Ιδού γαρ άνθρωπος , φησίν, Ανατολή όνομα αυτώ.
tenebris, is tempus malatinum accedit. Quoniam Oις αν ούν επανατείλη (58) το νου τον φώς , λυο
• 1 Cor. 1, 9 . 1 Ηebr . ΧΙΙ, 23. 6 Psal. LΧΧΧνι, 3. • Isa, LX, 15- 18. 10 Ηebr. ΧΙ, 10. 11 Galat. J *.
26. 11 Malach. IV, 2. 13 Ηebr. 1, 3 1* Roιu. Χυ, 12. 13 Zach. VI, 12.
(36 ) Sic Reg. Tertius el Calena Corder. Al Culb . qualuor mss. At in duobus aliis æque ac in efilis
septimus την μεν γάρ. Elili την μεν παρ' ημίν. reperiuntur.
Silium eliti την δε της ψυχής πρωίαν. Αι υss. Se - (58) Editi επανατέλλη. Αι mss. quinque επανα.
plem ul in conilexlll. τείλη.
(57) Ιe voces, το πρός πρωί πρωί, desunt in
425 NOMILIA IN PSALMUM XLV . 455
μένου του εκ της άγνοίας και πονηρίας σκότους, Aergo Iux in mundum venit, ut qui ambulat in ea ,
πρωία τούτοις εγγίνεται. Επει ούν φώς εις τον non οfendar 16, ejus auxilium tempus malatinum
κόσμον ελήλυθεν, ίνα και περιπατών εν αυτώ μή προσ- affert. vel forte quoniam multo mane erat resur
κόπτη, η βοήθεια αυτού πρωίας εστί παρεκτική. "Η rectio , adjuvabit Deus civitatem nane diluculo,
τάχα επειδή όρθρου βαθέος ή ανάστασις ήν, βοηθήσει quippe qui tertia resurrectionis die matulina victo
ο Θεός τη πόλει το πρός πρωί πρωί (39), και την κατά rian a morte reportarii.
του θανάτου νίκην πρωία τη τρίτη ημέρα της ανα
στάσεως εργασάμενος .
6. 'Εταράχθησαν έθνη , έκλιναν βασιλείαι, 6. VERS. 7 . Conturbala sunt gentes, inclinata
έδωκε φωνήν αυτού ο Ύψιστος, εσαλεύθη η γη. sunt regna : dedit vocem suam Allissimus, commmota
Νόησόν μου τινά πόλιν επιβουλευομένην παρά των est terra. Cogila civitatem aliquam esse, cui insi
επιστρατευόντων αυτή πολεμίων, τέως μεν περικαθ diæ struantur ab oppugnantibus eam hostibus, quam
εζομένων (40) αυτήν εθνών πολλών και βασιλέων interim olsideant gentes multae et reges , qui singu
των καθ' έκαστον έθνος τα σκήπτρα διαλαχόντων: larum nationum sceptra sortiti sint ; deinde ducent
είτα τινα στρατηγόν , άμαχον την ρώμην , αθρόως aliquem, robore invictum , derepente conspici ad fc
επιφανέντα εις βοήθειαν τη πόλει ταύτη , λύοντα Β renduin hic civitati auxilium, φui, soluta obsidione,
μεν την πολιορκίαν , σκεδαννύντα δε την συστρο- genitium dissipei dispergatque multitudinem, ac reges
φήν των εθνών, εις φυγήν δε τους βασιλείς συν- ipsos in fugan vertat , si solum eos cum potentia
ελαύνοντα εκ μόνου του εμβοήσαι ( 41) αυτοίς μετά inclamet, eorumque corda vocis frmitate perierreal.
δυνάμεως, καταπλήξαι τε αυτών τας καρδίας τη Quanlarm igitur verisimile est turbationein excitari,
στερεότητι της φωνής. Πόσην ούν εικός ταραχήν δum gentes fugantur , et reges in fugam vertun
συστήναι, των εθνών διωκομένων, και των βασι- ιur ? qualem quoque clauiorem confusum, et soni
λέων εις φυγήν εκκλινάντων· θρούν δέ τινα άσημον ιun perpetuum ex tumultuosa illorum fuga edi ?
και ήχον ακατάπαυστον εκ της τεθορυβημένης αυ- Νonne credere par est locumomnemiis qui price
των φυγής αναπέμπεσθαι, πάντα δε τόπον πλήρη timore fugati sunt, repleri ? adeo ut alique in urli
εγγίνεσθαι πανταχού ταϊς υποδεχομέναις αυτούς πο- ιio. Talein igitur spem civitati Dei a Salvatore dan
λεσιν ή κώμαις; Την τοιαύτην ούν παρίστησε τη πό- dam esse ostendit, dum dicit : Conturbata sunt
λει του Θεού παρά του Σωτήρος αντίληψιν εν τω λέ- gentes, inclinata sunt regna, dedit vocem suam Altis
έδωκε φωνήν αυτού ο " Υψιστος, εσαλεύθη η γη. “ ιum nobiscum, susceptor nosler Deus Jacob. Vidis
Κύριος των δυνάμεων μεθ' ημών , αντιλήπτωρ incarnatum Deum, vidit es sancta Virgine genitium
ημών ο Θεός Ιακώβ (42 ). Είδε τον ενανθρωπήσαντα Ειninanuel : φuod si quis interpretetur, Sonal No
Θεόν, είδε τον εκ Παρθένου αγίας γεννηθέντα Εμ- biscum Deus 11 ; et ac de causa prophetice excla
μανουήλ · ό έστι μεθερμηνευόμενον Μεθ' ημών και Μat : Dominus virtutum nobiscum; ostendeius hunc
Θεός και διά τούτο προφητικώς εκβοά • Κύριος esse qui sanctis prophetis apparuit atque patriar
των δυνάμεων μεθ' ημών · δεικνύς , ότι ούτός έστιν cliis . Susceptor noster, inquit, non alius Deus prae
και τοις αγίοις προφήταις και πατριάρχαις εμφανισθείς. 1er eum φui traditus est a propluelis ; sed Deus Ja
'Αντιλήπτωρ ημών , φησίν , ουχί άλλος Θεός παρά cob qui in oraculo ad serium suum edito locutus
τον υπό των προφητών παραδιδόμενον· αλλ' ο Θεός est : Ego sumu Deus Abraham, Deus Isaac, et Deus
Ιακώβ (43), ο εν τω χρηματισμό προς τον εαυτού Jacob 18
θεράποντα διαλεχθείς: 'Εγώ ειμι ο Θεός 'Αβραάμ,
και ο Θεός Ισαάκ , και ο Θεός Ιακώβ .
7. Δεύτε και ίδετε τα έργα του Θεού, α έθετο τέ- 175 7. VERs. 9,10. Venile el ridele opera Dei, que
ρατα επί της γης, ανταναιρών πολέμους μέχρι ρ posuit prodigia super terram, auferens bella μεque ad
των περάτων της γης. Τους μακράν όντας του λό- ines terre. Eos, qui proculsunt a verbo veritatis ,
γου της αληθείας εις την διά της επιγνώσεως εγγύ- Scriptura invitat wι ad eam per cognitionem pro
16 Joan. Σι, 9, 10, 11 Matth. 1, 23. 18 Εxod. 10, 6
(39 ) Vox nowt semel duntaxat legitur in editis to pooÚTW , adjuvabit eam Deus vultu .
el in inss . nonnullis : sed bis scribitur in quatuor ' (40 ) Sic keg. secundus, tertius, quarlus et sexlus
aliis. Ηoc ipso in loco editio Paris. και τη κατά του cum Colb. primo. Editi των επιστρατευομένων.
θανάτου νίκη πρωίαν τη τρίτη, etc. Qui per victorians ( 41) Editio Basil. et mss . Πούτιulli εκβοήσαι. .
ex morte reportalam ieriia resurrectionis die malu . (42) Nostra editio Paris. cum duobus inss. Re
linum tempus effecil. Al Regii tertius, quarius el giis Švavo cw Tolsavta . Al quinque alii mss. ¿vavo pw .
quinlus non secus ac Colberiini primus, quintus et Toysavta .
sextus cum Coisl. et cum quadam quam Ducæus (45) Reg. secundus å vtiahrtwp huwy o Beds 'IQ
laudat Calena, ut in contextu . Nec aliler legitur in x06 : oùyl. Ibidem edili nuiy ttapaðlodevov. Ubi
exlitione Basil. et in Regiis secundo el sexio , nisi observandum primum vocem huiv in nostris ocio
quod hi libri pro πρωί , babeant πρωί . Αpud LXX mss. deesse : deinde pro παραδιδόμενον in codicibus
autem sic editum iuvenimus, βοηθήσει αυτή ο Θεός μουμullis Iegί παραδεδομένο ».
 417 S. BASILI. MAGNI
pius accedunt, dicens : Yenite et fidele . Quemad- Α τητα προσκαλείται ο λόγος λέγων· Δεύτε και ίδετε.
modum enim in corporeis oculis, intervalla magna "Ώσπερ γάρ επί των σωματικών οφθαλμών αι μεν
obscuram reddunt eorum quae sub conspectum ca- επί πολύ αποστάσεις αμυδράν ποιούσι την των όρω
dunt comprehensionem ; contra accessio intuentium, μένων κατάληψιν, οι δε προσεγγισμοί των θεωρευν
couspicuam reddit rerum visendarum agnitionern : των εναργή παρέχονται των βλεπομένων (44) την
sic etiamin mentis contemplatione , quise per opera επίγνωσιν· ούτω και επί των κατά νουν θεωρτμά
Dec non conjungit, nec appropinquat, opera illius των, και μή διά τών έργων οικειωθείς και πλησιάσα ;
ηris mentis oculis videre non potest. Ιdcirco ve- Θεώ ιδείν τα έργα αυτού καθαροίς τους διανοίας οφθαλ
n.le , appropinquate prius ; deinde videte opera Do- μoίς ου δύναται . Διά τούτο, Δεύτε , προσεγγίσατε
iiii, prodigiosa sane el mirabilia ; quibus percul. πρότερον (43), είτα ίδετε τα έργα Κυρίου τεράστια
sas gentes, easque anlea hostiles et seditiosas, ad όντα και παράδοξα : υφ' ών καταπλαγέντα τα πρό.
quietem Iranstulit. Venile, ilii, audite me19 ; item, τερον πολέμια και στασιώδη έθνη πρός ήσυχίαν μετ
Venile omnes qui laboratis, et onerali estis 10. Ρa- έβαλε. Δεύτε, τέκνα, ακούσατέ μου · και, Δείτε
terna vΟΣ est, expansis ulnis ad se invilantis eος πάντες οι κοπιώντες, και πεφορτισμένοι. Πατρική
qui hactenus rebelles fuere. Qui igitur audieril ή φωνή, ηπλωμέναις αγκάλαις προς εαυτόν καλούν
vocalionem, appropinquaveritque el imperanti ad- Β τος τους τέως άφηνιάζοντας. Ο ουν ακούσας της κλί
lieserit, is eum visurus est qui cuncta per crucem σεως , και εγγίσας , και κολληθείς το προστάξαντι,
pacificavit, Sive quα in terra sunt, sive que in ce- όψεται τον ειρηνοποιήσαντα τα πάντα διά του σταυ
lis 11. Arcum conteret, et confringer arma, el scula ρού , Είτε τα επί της γης, είτε τα εν τοις ουρανοίς.
comburet igni. Vides pacificum animum Domini vir- Τόξον συντρίψει, και συνθλάσει (46) όπλον , και
tutum, quod invisibiles legionum angelicarum po - θυρεούς κατακαύσει εν πυρί. “Οράς το ειρηνικήν
«estales secum habeat ? Vides fortitudinem simul et Kυρίου των δυνάμεων, ότι έχων μεθ' εαυτού αορά
humanitatem summi ducis virtutum ? qui sane Do- τους δυνάμεις αγγελικών καταλόγων ; Οράς το αν
minus cum sit virtutum, ac omnes legionum ange- δρείον ομού και φιλάνθρωπος του αρχιστρατήγου
Ticarum turmas habeat, nusquamtamen ullum vul- των δυνάμεων ; ός γε , Κύριος ών των δυνάμεων, και
nerat adversariorum, neminem prosternit , allingit πάντα έχων τα συστήματα των αγγελικών καταλό
leminem : sed arcus conterit et arma, ac scuta γων, ουδαμου τινα τιτρώσκει των πολεμίων, ουδένα
comburis in igne. Arcum quidem conferit, ut non καταβάλλει (47), ουδενός άπτεται· αλλά τόξα συντρι
aimplius ignita tela per eos emiltantur : confringet βει, και όπλα, και θυρεούς κατακαίει εν πυρί . Τόξον
auten arina ,quibus cominus pugnatur, ut qui prope c μεν συντρίβει, ώστε μηκέτι τα πεπυρωμένα βέλη
sunt, insidiis petiti , vulnera recipere nequaquam εκπέμπεσθαι δι' αυτών· όπλα δε συνθλάσει (48) τα
posSint. Et scula comburet igni, adversarios Spo - αγχέμαχα, ως μη δύνασθαι τους σύνεγγυς τραύματα
lians suis munimentis, alque inimicorum gratia δέχεσθαι επιβουλευομένους. Και θυρεους κατακαύσει
omnia faciens . εν πυρί, γυμνών τους αντικειμένους από των προ
βλημάτων, και πάντα επ' ευεργεσία των εχθρών
ενεργών.
δ. ERS. 11 . Vacate et fidele, quoniam ego sumu 8. Σχολάσατε και γνώτε, ότι εγώείμι ο Θεός. Έφ'
Deus. Quaudiu quidem alienis a Deo relius vaca- όσον μεν τοις έξω Θεού σχολάζομεν πράγμασιν , ου
onus, Dei politiam suscipere non possibus . Οuis δυνάμεθα χωρήσαι γνώσιν Θεού. Τίς γάρ μεριμνών
enim de mundi rebus sollicitus, acinniergens sese τα του κόσμου , και εμβαθύνων τους περισπασμούς
carnis occupationibus , queat verbis Dei altendere , της σαρκός, δύναται τους περί Θεού λόγους προσέχειν,
atque tot ac fantis rebus accurale diligenterque spe- και τη ακριβεία των τηλικούτων θεωρημάτων αρχείων;
culandis par esse ? Non vides, delapsum in spinas Ούχ οράς, ότι και εις τας ακάνθας έμπεσών λόγος υπό
verbum spinis sufocari ? Spine autem sunt carnis των ακανθών συμπνίγεται ; "Ακανθαι δέ εισιν ηδοναι
voluptales, el divitie, et gloria, el en que ad vi- D σαρκός , και πλούτος και δόξα, και βιωτικαί μέριμνα:.
larm pertinent cure 19. Ceterum ab is omnibus Πάντα δε (49) τούτων έξω δεήσει γενέσθαι τον επι
alienatum esse oportebit euin, qui Dei cognitionenι δεόμενον της γνώσεως του Θεού, και σχολάσαντα από
desideral; el ubi vacaverit ab affectibus , ita denmunι των παθών, ούτως αναλαβείν την επίγνωσιν του Θεού.
Dei recipere cognitionem. Quomodo enium animani Πώς γαρ εισέλθη εις ψυχήν στενοχωρουμένην υπό
a mentis evagationibus se preoccupantilus oppres- των προκαταλαβόντων αυτών διαλογισμών και περί

• Psal. XXXII, 19. 20 Μatth. Χ1, 28. » Coloss. 1, 20. 18 Malib. XIII , , 2 .

( 44) Ιta mss. septem. Editi vero των θεωμέ -

Vων .
el sextus cuin Reg. quitto κατακαύσει.
(48) Hic mss. Sex συγκλάσει. Reg. vero Sexlus el
(45) Editi πρώτον. Αι mss, Septem πρότερον. Colo. quintus cum editis συνθλάσει. .
(46 ) Editio Basil. et Regii seruudus, quintus et (49) Editio Basil, et quatuor mss. πάντων δε. Eli
extus una cum aliis tribus Colbertinis ouvolasst. tio vero Paris. et tres inss. πάντων ούν. Μox Col
Editio vero Paris. συγκλάσει. bertiniprimus et scilus cum Reg . lertio ÉTTLO .Za
(47) Reg. tertius βάλλει. Μox Colbertini primus μενον της γνώσεως,
 HOMILIA IN PSALMUM XLV . 470
Θεού έννοια ; Οίδε (50) δέ και Φαραώ, ότι ίδιόν εστι Α sarm ingredietur Dei cognitio ? Αιφui et Pliara0 no
του σχολάζοντος εκζητείν τον Θεόν, και διά τούτο vi proprium esse vacantis, Deum inquirere , et lac
ονειδίζει τον Ισραήλ : Σχολάζετε, σχολασταί έστε, και de causa exprobran Israeli : Vacalis, oliosi estis,
λέγετε : Κυρίω τω Θεώημών προσευξόμεθα (51). Αύτη et dicitis : Domino Deo nostro vota jaciemus 1 . Ει
μεν ούν ή σχολή αγαθή τα σχολάζoντι και ωφέλιμος , φuidem ea vacatio bona utilisque est vacanti, que
ήσυχίαν έμποιούσα προς την των σωτηρίων διδαγμά- ad salutares doctrinas recipiendas quietem affert.
των ανάληψιν: πονηρά δε σχολή ή των Αθηναίων, 176 Olium vero Αtheniensium malum erat, qui Ad
οίς Είς ουδέν άλλο εύκαιρουν ή λέγειν τι και nihil aliud vacabant nisi ad dicendum. αιι αudien
ακούειν καινότερον · ην και νυν ανες μιμούνται, dum aliquid novi" .Quod otium etiam nunc imitantur
τη του βίου σχολή προς την αεί τινος καινοτέρου δόγμα . nonnulli, dum abuntuntur otio, ut semper novunu
τος εύρεσιν αποχρώμενοι. Η τοιαύτη σχολή φίλη έστιν aliquod dogma comminiscantur. Tale olium anni
ακαθάρτους και πονηρούς πνεύμασιν. "Όταν εξέλθη, cum est immundis ac pravis spiritibus. Cum erie
φησί, το ακάθαρτον πνεύμα από του ανθρώπου, τit, inquit, immundus spiritus at homine , dicit .
λέγει, Πορεύσομαι εις τον τόπον όθεν εξήλθον. Revertar in locum unde etiri. Ει veniens invenit do
Και ελθών ευρίσκει τον οίκον εκείνον σχολάζοντα mum illam vacantem et scopis mandalam 13. Absit
και σεσαρωμένον. Μη γένοιτο ούν ήμάς σχολήν B igitur ut nos per otium editum adversario praebea
ποιήσαι το αντικειμένω προς την είσοδον , αλλά mus ; imo interiorem nostram domum occupalain
ασχολήσωμεν ημών τον έσω οίκον , προενοικίσαν- teuenmus, adeo υt prius in nobis ipsis Christum
τες (52) εν εαυτοίς διά του Πνεύματος τον Χριστόν. per Spiritum excipianus hospilio. Postquam igi
Μετά γούν το χαρίσασθαι την ειρήνην τοίς τέως tur iis qui hactenus tu babantur ab hostibus, pa
ταρασσομένοις υπό των πολεμίων , τότε λέγει το, cerm largitus est, tunc dicit : Vacale a distrahen
Σχολάσατε από των περισπώντων υμάς έχθρών, ένα tibus vos inimicis, utin quiete verba veritatis con
εν ησυχία τους περί της αληθείας θεωρήσητε λόγους. templari possitis. Quapropter etiam Dominus ait :
Διά τούτο και ο Κύριος, Πάς όστις ουκ αποτάσσε- Omnis qui non renuntial omnibus que possidet, non
ται, φησί, πάσι τοις υπάρχουσιν , ου δύναται μου potest meus esse discipulus 16. Vacare igitur oportet
είναι μαθητής. Σχολάσαι ούν δεί από των γαμικών ab operibus nuptia!ibus, ut vacenmus precations :
έργων, ένα σχολάσωμεν τη προσευχή σχολάσαι από vacare a diviliarum studio, ab hujus gloriole cu
των περί τον πλούτον σπουδών, από της περί το δοξά- piditale , ab usu voluptatum, ab invidia et omni in
ριον τούτο επιθυμίας , από των προς απόλαυσιν ηδο- nostrum proximum malignitate, ut, obtinente trali
νών, από φθόνου και πάσης της εις τον πλησίον ημών , quillitatem anima nostra, el nullo effects earm con
πονηρίας, ένα, γαληνιώσης ημών της ψυχής και υπ' “ turbanle, illustratio Dei tanquam in aliquo speculo
ουδενός πάθους ταρασσομένης, οίον εν κατόπτρω pura exspersque tenebrarum efficiatur. Exaliabor in
τινί καθαρά γένηται (53) και ανεπισκότητος η έλ - gentibus, exaltator in terra. Palam haec de sua pas
λαμψις του Θεού . Υψωθήσομαι εν τοις έθνεσιν, sione dicit Dominus, quemadmodum in Evangelio
υψωθήσομαι εν τη γή. Σαφώς ταύτα λέγει περί scriptuin est : Et ego cum exallalus ſuero , omnes
του καθ' εαυτόν πάθους ο Κύριος, καθώς εν τω Ευαγ- traham ad me ipsum 17. Ει sicut Moyses evaliavit ser
γελία γέγραπται • Κάγω , όταν υψωθώ , πάντας pentenin deserto', ita erallari oportet Filium ho
ελκύσω πρός έμαυτόν. Και ότι (54) ώσπερ Μωϋ minis in terra 18. Quoniam igitur pro gentibus erat
σης ύψωσε τον όφιν εν τη ερήμω, ούτω δεί υψω in crucem exallandus, et pro universa terra susce
θήναι τον Υιόν του ανθρώπου επί της γης. Επει plurus illam exaltationem, propterea dicit : Εται
ούν υπέρ των εθνών έμελλενυψούσθαι προς τον σταυ- tabοr in gentibus, erallabor in terra. VERS. 12, Do .
ρόν, και υπέρ πάσης της γης την ύψωσιν καταδέχε - minus virtutum nobiscum, susceptor noster Deus Ja
σθαι, διά τούτό φησιν• Υψωθήσομαι εν τοις έθνε- cob. Exsultans ob Dei auxilium, bis vocem eamden
σιν, υψωθήσομαι εν τη γη. Κύριος των δυνάμεων protulit : Dominus υirtutum nobiscum, quasi insul
μεθ' ημών, αντιλήπτωρ ημών ο Θεός Ιακώβ. η taret ac insilerei hosti, ob perfeclam quam in ani .
Επαγαλλόμενος τη του Θεού βοηθεία , δις την αυτήν marum nostrarum Salvatorem habebat fiducian ,
φωνήν εξεβόησε : Κύριος των δυνάμεων μεθ' ημών • quod, eo juvanle, nihil passurus esset . Si enim Deus
οιονεί επεμβαίνων και εναλλόμενος το εχθρό , διά pro nobis, quis Pontra ηοε 29 ? Qui Jacob dedit vi
την τελείαν επί τον Σωτήρα των ψυχών ημών πεποί cloriam , ac post luclam ipsum Israel designavit 30,
θησιν, ώς ουδέν πεισόμενος παρ' αυτού (53). Ει γάρ hic est susceptor Doster ; ipse pro nobis pugnat. Nos
ο Θεός υπέρ ημών, τις καθ' ημών ; Ο τω Ιακώβ autein quiescarmus, quod Ipse est par nostra, qui
10 Εxod. v , 17. 16 Act. XVII, 21. 18 Matili. Χιι , 43, 44, 16 Luc. Χιν , 55. 17 Join. Xu, .
18 Joan. μι , 14. 19 Rom. VΙΙΙ, 31. 30 Gen. XXXI, 28.
(50) Ila mss . quingne. Deest 6ć in edilis . 53 ) Sic seplem mss. cum editione Basil. Ai edi
(31) Nostra editio Paris. προσευξώμεθα. At mss. tio Paris. εγγένηται. Colb. sextus έγγένεται.
προσευξόμεθα . Αpud LXX ita legitur : Διά τούτο (54) In septem mss. Deest ότι in editis . Stalim mss.
λέγετε: Πορευθώμεν , θύσωμεν τω Θεώ ημών. Pro- novein των ανθρώπων, pro honminibus. .
plerea dicilis : Eamus, sacrificemus Deo nostro . (35) Ως ουδέν πεισόμενος παρ' αυτού. Verία,
(52) Reg. tertius ενοικίσαντες. ut nihil ab hosepassurus. MARAN .
151 S . BASILII MAGNI 432
fecit utraque unum, κι αμος condai in unum novum Α την νίκην χαρισάμενος , και μετά την πάλην αποδεί
hominen " . ξας (56) αυτόν Ισραήλ, ούτός έστιν αντιλήπτωρ ημών:
αυτός πολεμεί υπέρ ημών. Ημείς δε ησυχάσωμεν, ότι Αυτός εστιν· η ειρήνη ημών , ο ποιήσας τα
αμφότερα έν , ίνα τους δύο κτίση εις ένα καινόν άνθρωπον .

IN PSALMUM XLVIII. ΕΙΣ ΤΟΝ ΜΗ ΨΑΛΜΟΝ.

In finem , filiis Core psulmus. Εις το τέλος , τοίς υιοίς Κορέ ψαλμός (57).
1 . Νonnulli ex iis etiam qui exlerini sunt, de hu- 1 . Eφαντάσθησαν μέν τινες και των έξω περί
nno fine sibi aliquid animo finxerunt , ac in varias του (58) ανθρωπείου τέλους, και διαφόρως ήνέχθησαν
de fine sententias abiere. Αlii enim finem scientiam εις την περί του τέλους έννοιαν. Οι μεν γάρ απεφή
esse statuerunt, alii practicam 177 operationem, ναντο τέλος είναι την επιστήμην, οι δε την πρακτι
alii diversum vite vel corporis usum : alii bellini κήν ενέργειαν· άλλοι το διαφόρως χρήσθαι τώ βίω
cum essent, voluptatem finem esse affirmarunt. No. και το σώματι• οι δε βοσκηματώδεις ηδονήν απεφή
bis inis cujus gratia omnia peragimus, et ad quem ναντο είναι το τέλος . Η μίν δε τέλος, ού ένεκεν πάντα
festinalnus, beatum illud est vile institutum in fa - Β πράττομεν, και προς και επειγόμεθα , ή μακαρία δια
1uro seculo . Hoc autein completur tum, cum a Deo γωγή εν τω μελλοντι αιώνι. Αύτη δε συμπληρούται
regimur. Νam hoc fine ne excogitari quidem quid- εν τω βασιλεύεσθαι υπό του Θεού. Τούτου γάρ ουδε
quam praestantius possil a rationali natura. Atque μέχρις επινοίας βέλτιόν τι (59) εξευρεθείη τη λογική
pos ad hanc vite rationem excitit Apostolως : φύσει » και προς ταύτην κινεί ημάς ο Απόστολος,
Deinde inis, cum tradiderit regnum Deo el Pali31. λέγων· Είτα το τέλος , όταν παραδο (60) την a
Quod idem etiam proponit in proplhelia Sopliolins, 'σιλείαν τω Θεώ και Πατρί. "Όπερ και ο Σοφονίας
ex Dei persona dicens : Quia judicium meum in εν τη προφητεία παρίστησι, λέγων εκ προσώπου του
congregationes gentium: ut suscipiam reges, ut ef- Θεού· "Ότι το κρίμα μου είς συναγωγάς εθνών,
fundam super eosindignationem meam. Inigne enim του εισδέξασθαι βασιλείς , του εκχέαι επ' αυτούς
seli mei consummetur omnis terra : quia tunc con- την οργήν μου. Εν γάρ πυρί ζήλου μου κατ.
verιam super populos mulios linguam in generatio - αναλωθήσεται πάσα ή γή : ότι τότε μεταστρέψω
nein ejuε, κι εηυocent omnes nomen Domini, κι ser - επί λαούς πολλούς γλώσσαν εις γενεάν αυτής,
νίαηι ει out jugo uno ».Adlιunc igitur finem utilita - του επικαλείσθαι πάντας το όνομα Κυρίου, του
tein psalmorum pulo referri, eorum, qui hanc lia - δουλεύειν αυτώ υπό ζυγόν ένα. Εις τούτο ούν οι.
Dent inscriptionem. Quin etiam ii qui inscripsere, C μαι το τέλος αναφέρεσθαι τάς από των Ψαλμών ωφε
Ad victoriam, aut Epinicium, aut Victori, huic sen. λείας, των ταύτην εχόντων την προγραφήν. Συνάδου
lentice astipulantur. Elenim quoniam Absorpta est σι δε τη έννοία ταύτη και οι επιγράψαντες , Εις τί
πιοrs in victoria 14 , et consumpta est ab eo qui di- κος, ή 'Επινίκιον, ή Το νικοποιώ : Επειδή γάρ
xil : Ego vici mundum 38 ; el quoniam omnia victa Κατεπόθη ο θάνατος εις νίκος, και εξαναλώθη (61)
Snt a Christo, et In nomine ejus genu omne fecte- υπό του ειπόντος : 'Εγώ γενίκηκα τον κόσμον και
1er celestium, et terrestrium et infernorum 86; jure επειδή πάντα νενίκηται υπό του Χριστού , και 'Εν τω
ac merito Spiritus sanctus ea que nobis proponun- ονόματι αυτού πάν γόνυ κάμψει, επουρανίων , και
Tur, in odis triumphalibus praeciuit. VERS. 2. Αυ- επιγείων , και καταχθονίων, είκότως το Πνεύμα το
dile hoc, omnes gentes , αuribus percipite , omnes άγιον ενέπινικίοις ωδαίς τα αποκείμενα προαναφωνεί.
φui habitatis orbem (VERS. 3), φuίque terrigend oι Ακούσατε ταύτα, πάντα τα έθνη , ενωτίσασθε,
filii hominum, simul in unum dives et pauper . Ma- πάντες οι κατοικούντες την οικουμένηνοί τε τη
ximum sane auditorium est eius, qui gentes on- γενείς και οι υιοί των ανθρώπων , επί το αυτό
1es, et omnes quotquot orbem habitationibus ex. πλούσιος και πένης. Το μεν ακροατήριον μέγιστον,
plent, ad psalmumaudiendum convocal. Trallil au- πάντα τα έθνη συγκαλούντος εις την ακρόασιν του
leim, opinor, et terrigenas, et alios hominum, et * ψαλμού, και πάντας τους την οικουμένην ταις οική.
«liviles el pauperes, eosque alιο hoc praconio ad σεσιν εκπληρούντας. "Έλκει δε, oίμαι, και γηγενείς,
audiendum convocat. Quae specula usque ade) Su- και υιούς ανθρώπων, και πλουσίους , και πέντητας,
per oιnnein terrameinet, υι e sublimi gentes om. και το υψηλό (62) κηρύγματι τούτω προς την ακρία.
1es videat, ac totum orbeim oculis collustret ? Quis σιν συγκαλείται. Ποια σκοπιά της γης τοσούτον απά
31 Ephes. 11 , 14, 15. 311 Cor . xv, 94. 33 Soplh. 1, 8, 9. 3* I Cor, XV , 51. 28 Jo: n. II, 55 .
* Philipp. 1 , 10.
(56) Sic codices octo. Editi αναδείξας. Colb. pri. Αlii ανθρωπίνου.
Dils únicôsiEns. Nec ita mullo postlovein mss. Aqueis (59 ) Deest ol in Reg . secundo el ill editione Ba
cé. Vocula ôs a best ab edilis. sil. Mox Reg . Tertius ti å vo pwrivn surel.
(57 ) Ila inss. septem . Vox yahuós deest in editis (60 ) in aliis mss. legilur Tia paco), in aliis Tia 62
Nl in Reg . secundo . Ibidem prima psalmi verba , &r .
Ακούσατε ταύτα, πάντα τα έθνη, Statiuo post itu. (61) Ιta sex mss . At editi εξαντλώθη. Colb. se
Juin leguntur in editione Parisiensi : sed desint in plinus ¿Envaloon .
povem miss. et in edilivne Basil. (62) Editio Paris . και το υψηλώ. Αι particula και
(58) Colbertini primus el sexius că nepi toū , lloc deest in mss. et in editionc Basil.
iuso in loco quidam mss. cum edivis à voow Titics,
 433 HOMILIA IN PSALMUM XLVIII. 434
σης υπερανέστηκεν, ώστε εξ απόπτου πάντα ιδείν τα A adeo vocalis praeco, υι inclamen quod a lot auribus
έθνη , και πάσαν την οικουμένην οφθαλμώ περιλα- simul audiatur ? Quis Iocus ad concionem venien
€είν ; Τίς ούτω μεγαλοφωνότατος κήρυξ , ώστε τοσαύ- Ies queal excipere ? Quantus autem doctor, et quali
ταις ομου ακοαϊς εξάκουστων εμβοήσαι ; Τίς και δέχε- sapientia praeditus, αι documenta invenial consessi
σθαι δυνάμενος χώρος τους εκκλησιάζοντας; Πηλίκος tanto digna ? Exspecta parumper, et ea que sequun
δε και διδάσκαλος και ποταπός την σοφίαν, ώστε άξια tur, promissis indigna non esse edisces . Siquidem
της τηλικαύτης Εκκλησίας ( 65) εξευρεϊν τα διδάγμα- concionalor, et qui omnes preconio cogit, Para
τα ; Μικρών ανάμεινον, και μαθήση, ότι άξια του επ clelus est, ille Spirilus veritatis, per prophetas et
αγγέλματός έστι τα έφεξής. Ο μεν γάρ εκκλησιάζων apostolos eos congregans qui salutem consecuturi
και πάντα συγκαλών τα κηρύγματι ο Παράκλητος erant : quorum quia In omnem terram erivil sonus
- στι,το Πνεύμα της αληθείας, διά προφητών και απο- εorum, et in fines orbis terra verba eorum 87 ; idcirco
στόλων συνάγων (64) τους σωζομένους · ών επειδή dicit : Audite, omnes gentes, et omnes qui habitalis
Εις άπασαν την γην εξήλθεν ο φθόγγος αυτών», orbem. Quspropier et Ecclesia ex omnibus collecta
και εις τα πέρατα της οικουμένης τα βήματα αυ- est conditionibus , ut nemo qui exsors sit utilitatis
των · διά τούτο φησιν · 'Aκούσατε, πάντα τα έθνη, relinqualur. Elenim congregationes tres sunt voca
και πάντες οι κατοικούντες την οικουμένην . Διό και ιorum, quibus omne hominum genus comprehendi
και η Εκκλησία εκ παντοδαπών επιτηδευμάτων συν- tur ; gentes el liabitantes orliem; terrigent et alii
είλεκται, ένα μηδείς έξω της ωφελείας απολειφθή. hominum, diviles et pauperes. Quem igitur extra
Τρείς γάρ εισι συζυγίαι των κεκλημένων, εν αις auditorium reliquii ? Alieni a fide, per genres vocati
άπαν το των ανθρώπων περιέχεται γένος · έθνη γάρ 178 sunt. Qui nmanent in Ecclesia , ii sunt, qui ha
οι κατοικούντες την οικουμένην γηγενείς και οι υιοί Dilani orbem. Terrigence sunt qui terrena sapίunt ,
των ανθρώπων πλούσιοι και πένητες . Tίνα τοίνυν el cariis placita assequuntur. Filii Ιισminum sunt,
έξω καταλέλοιπε της ακροάσεως; Οι αλλότριοι της qui quodam modo rationem curant exercentque;
πίστεως διά (63 ) των εθνών εκλήθησαν. Οι εν τη nam ratio propria hominis est. Divilum ac paupe
Εκκλησία εισιν, οι κατοικούντες την οικουμένην. rum proprietas per se: cognoscitur : illi quidem
Γηγενείς οι τά γήινα φρονούντες, και των θελημάτων superabundant rerum necessariarum possessione,
της σαρκός αντεχόμενοι. Υιοί των ανθρώπων οι επι- hi vero in earumdem inopia degunt. Cum auteur
μέλειάν τινα και άσκησιν του λόγου ποιούμενοι • medicus animarum non venerit, ut justos vocet ,
ίδιον γάρ του ανθρώπου το λογικόν. Πλούσιοι και πέ- sed peccatores ad penitentiam18 : quod in qualilet
νητες αυτόθεν έχουσι γνωριζομένην την ιδιότητα : οις conjugatione repreliensioni obnoxium erat alque
μεν υπερβαίνοντες την κτησιν των αναγκαίων, οι δε dominationi, id primum in vocatione posuit. De
εν ενδεία τούτων καθεστηκότες. Επειδή δε ο ιατρός Ιeriores enim sunt gentes quam qui habitant Or
των ψυχών ουκ ήλθε καλέσαι δικαίους, αλλά αμαρτω- bem: sed tamen preposite sunt in vocatione, ut
λους εις μετάνοιαν, πρώτον έταξεν εν τη κλήσει εν φui male liabent priores a medico percipiant utili
εκάστη συζυγία το κατεγνωσμένον. Χείρονα γάρ τα talem. Rursus terrigene ante ilios hominum re
έθνη των κατοικούντων την οικουμένην · αλλ' όμως censiti sunt; et divites ante pauperes. Desperatus
προτετίμηται (66) εις την κλήσιν, ίνα οι κακώς έχον- ordo, et qui difficulier salutem consequitur, anle
τες πρότερον μεταλάβωσι της εκ του ιατρού ωφε- vocatus est quam pauperes. Ηujusmodi enim est
λείας. Πάλιν οι γηγενείς προ των υλών των ανθρώ- benignitas medici : prius opemfertimbecillioribus.
πων ετάχθησαν και πλούσιοι προ των πενήτων. Το Simul autem pacis etiam conciliatrix est commu
απεγνωσμένον τάγμα, και δύσκολον έχουν την σωτη- nitas vocalionis , aleo ut qui iaclenus inter se in
ρίαν, πρότερον κέκληται των πτωχών. Τοιαύτη γάρ noribus dissenserant, ob hunc conventum mutua
ή του ιατρού φιλανθρωπία τους ασθενεστέροις · προτέ - assuescant charitali . Agioscat enim dives se cum
ρους (67) μεταδίδωσι της ωφελείας. Ομoυ δε και ει- paupere preconio pari vocatum esse . Simul in unum
ρήνης εστί συναγωγών η κοινωνία της κλήσεως , ώστε D cnim, inquit , dives el pauper . Posteaquam foris
τους έχοντας τέως εκ των επιτηδευμάτων προς αλλή - reliqueris eam qua inferiores superas praestantian,
λους υπεναντίως, τούτους διά της Εκκλησίας προσ- el eam que ex divitiis oritur elationem, ita denum
εθισθήναι αλλήλοις εις την αγάπην. Γινωσκέτω γάρ ο ingredere in Ecclesiam Dei. Neque igitur dives
πλούσιος , ότι ομοτίμω κηρύγματι κέκληται προς τον pauperein despiciat, neque pauper formidet Iocu
πένητα. Επι το αυτό γάρ, φησί , πλούσιος και pletum potentiam: neque filii liominum terrigenas
πένης. "Έξω καταλιπών την προς τους καταδεεστέ- parvipendant, nec rursus ab illis sese abalienent
ρους υπεροχήν, και το εκ του πλούτου φρύαγμα, ού- terrigene. Jmo gentes cum iis qui habitant orbem,
31 Psil , Σνι, 3 . 38 Matth. , 13 .
(63) Editio Basil. τηλικαύτης σοφίας. Editio Pa - ab editione Basil.
ris. illi miss. traux.outrs 'Exxinolas, bene. Ibidem (66) Sic quinque mss . Al edili cum Reg. sexlo nepo
e-fiti ανάμενον και μαθήσει . Αι mss . Sex ανάμεινον τετίμηνται.
και μαθήσει . (67) lia octo mss. el edilio Basil. Editio vero
(6 ) Iia sex mss. A eliti συνάγον. Paris. cum Calena Corder, πρότερον.
(63 ) Editio Paris. xa ! 0 : . Alesi xal el a inss, el
435 S. BASILII MAGNI 455
consuetudine conjungantur : et qui orbem habitant, Α τως εισέρχου εις την Εκκλησίας του Θεού (€8). Μετε
peregrinos a testamentis per charitatem suscipiant. oύν και πλούσιος τον πένητα υπερηφανείτω, μήτε και
πένης την δυναστείας των ευπορούντων ύποπτησσέτω: μήτε οι υιοί των ανθρώπων τους γηγενείς εξου
θενείτωσαν, μήτε οι γηγενείς τούτων πάλιν απαλλοτριούσθωσαν. Και τα έθνη εθιζέσθω προς τους κατοι
κούντας την οικουμένην, και οι την οικουμένην οικούντες τους ξένους των διαθηκών δια της αγάπης
προσλαμβανέσθωσαν.
2. VERS. 4. Os meum loquetur sapientiam, el me- 2. Το στόμα μου λαλήσει σοφίαν, και η μελέτη
diratio cordis mei prudentiam. Quoniam, secundum της καρδίας μου σύνεσιν. Επειδή, κατά τον 'Aπό
Apostolum, Corde creditur ad justitiam, ore autem στoλον, Καρδία πιστεύεται εις δικαιοσύνην, στό
confessio ft ad salutem39, et utraque dum efficiun - ματι δε ομολογείται εις σωτηρίαν, και η αμφοτέρων
Tur, perfectionem declarant; propterea sermo ultra- εν τούτοις ενέργεια υποβάλλει την τελειότητα: διά
que simul complexus est, tum oris actionem, ιum τούτο αμφότερα ο λόγος εν τώ αυτό συνείληφε , την
cordis meditationem. Εtenim si bonum in corde τε του στόματος ενέργειαν, και την της καρδίας μελέ
prius non fuerit repositum, quomodo thesaurum την. Εάν τε γάρ μή ή το αγαθόν εν τη καρδία προ
per os proferet qui non possidet illum in occullo? B αποκείμενον, πώς προενέγκη (69) τον θησαυρόν διά
qui vero bona cordis habet, ea si verbo non divul- του στόματος και μη κεκτημένος εν τω χρυττο ; εάν τε
get, dicetur illi : Sapientia absconsa , et thesaurus έχων τα της καρδίας αγαθά μή δημοσιεύη το λόγο,
invisus, que utilitas in utrisque40 ? Idcirco ut ad λεχθήσεται αυτό : Σοφία κεκρυμμένη, και θησαυ
aliorum utilitatem 03 meum Ioquatur sapientiam, ρος αφανής, τις ωφέλεια εν αμφοτέροις; Διόπερ
ita ad nostrum ipsorum profectum cor prudentiam είς μέν των ετέρων ωφέλιμον (70) το στόμα μου λg.
meditetur. VERS. 3. Inclinabo in parabolam auren λείτω σοφίαν, εις δε τηνημέτεραν αυτών προκοπήν
meam, aperiam in psalterio propositionem meam. ή καρδία μελετάτω σύνεσιν. Κλινω εις παραβολήν το
Albuc Propheta suamipsius personam commendat, oύς μου, ανοίξωνψαλτηρίωτο πρόβλημάμου. Έτσι
at ne ipsius serimones tanquam ex invento humano το εαυτού πρόσωπον συνίστησιν ο Προφήτης, ένα μη
prolati condemnerentur. Que, inquit , a Spiritu do- ευκαταφρόνητοι ώσιν οι λόγοι ώς από ανθρωπίνης ευ
ceor , ea vobis annuntio, nihil diceus quol meum ρέσεως προφερόμενοι. "A διδάσκομαι, φησί, παρά του
sil, 179 aut Ihumanum : sed quia auditor sumfa- Πνεύματος , ταύτα υμίν αναγγέλλω (71), ουδέν ε ον,
ctus propositionum Spiritus, in mysterio tradenlis ουδέν ανθρώπινον λέγων· αλλ' επειδή κατήκοος εγε
nobis ipsam Dei sapientiam, aperio vobis el mani- , νόμην των προβλημάτων του Πνεύματος, εν μυστη
festam facio propositionem, aperio autem non aliterρίω παραδιδόντος ημίν τήν του Θεού σοφίαν, ανοίγω
quam per psalterium. Est autem psalterium instru- ημίν και φανερόν καθίστημι το πρόβλημα, ανοίγω δε
nmentum musicum, Sonos concinne reddens ad vo- ουχ έτέρως ή διά ψαλτηρίου. "Έστι δε το ψαλτήριον
cis modulationem. Rationale igitur psalterium tum όργανον μουσικών, εναρμονίως τους φθόγγους απιδι
maxime aperitur, cum actiones sermonibus con- δον προς την εκ φωνής μελωδίαν. Το τοίνυν λογικών
sentanee redduntur ac concordes . Et ille est spiri- ψαλτήριον τότε ανοίγεται μάλιστα , όταν αι πράξεις
tuale psalteriuιιι, qui fecit et docuit . Ηic in psalinis ώσι συμφώνως τοις λόγοις αποδιδόμεναι. Κάκείνος
aperit propositionem, documentorum possibilitatenι εστι πνευματικών ψαλτήριον, ο ποιήσας και διδάξας.
Suo ipsius exemplo proponens. Tanquam igitur Ούτος εν ψαλμοίς ανοίγει το πρόβλημα, το δυνατόν
nullius rei inconcinna aut rationi dissentanee sibi των διδαγμάτων εκ του καθ' εαυτόν υποδείγματος
in vita conscius, ita confidenler sermones sequentes προτιθείς . Ως ούν μηδέν ανάρμοστον, μηδέ εκμελές
profert. Cur timebo in die mala? Iniquitas calcunei εαυτό συνειδώς κατά τον βίον, ούτως έν πεποιθήσει
mei non circumdabit me. Malam diem, judicii diem ποιείται τους λόγους τους εφεξής: "Ινα τί φοβούμαι
dicit, de qua dictum est : Dies Domini immedicabi- εν ημέρα πονηρά; Η ανομία της πτέρνης μου
tis 54 in omnes gentes : in qua, ait propheta, unurm - D ου κυκλώσει με ( 72). Πονηράν ήμέραν την της κρί
35 Rom. Χ, 10. 60 Eccli. Xx, 32. 61 Isa. ΣΙΙ, 9.
(68) Ita elliti cum Regiis sexto el secundo. Alii dw . Mox edili cum Reg . quinio dėyw . At Oliv, et
Sex iss. 'Εκκλησίας του Κυρίου, Ecclesiam Do- Anglic. cum aliis septem mss. λέγων.
mini . (72) Editio utraque Basil. el Paris . ου κυκλώσει
( 69) Sic mss. quinque. Reg. Secundus προσ ue, Non circumdabit me. Sed neque Hebr., neque
ενέγκη. Editi Vero cun: Regio quinto προενέγκει. LXX, neque mss. nostri particulam neganten er
hibent. Hinc contentio est inter peritissimos viros
Haud longe Reg . tertius Onuorisúon .
(70) Editio Basil. cum Regiis secündo et sexlo to Ducæum et Combelisium , Hic voculam ou retinen.
εκατέρων ωφέλιμον, et ita legisse videtur interpres, dam , ille Jelendain esse existimal. Favet Ducpo li .
qui veriat : Ad utriusque usum . Al edilio Paris. et brorum mss. auctoritas : favet Comhefisio series
codex Combef. cum alijs qualuor et cum Catena orationis, quæ , ut palet, voculam où necessario
Corder. ut in lexlu , bene. Siatim Reg . tertius xap exigit. Aut igitur Basilius cum hæc scriberet, ſalsus
dia you. Ac deest nou in editis el in aliis mss. memoria est : aut in aliquo exemplari ou legisse
(71) Sic. Oliv. et Anglic. cum aliis quatuor mss. putaodus est. Uirum non facile dixerim , alterum
et cum editione Basil. Al Colbertini quinlus et
Sextus cum Regio Terlio cl cum Catena Corder, äve riæ plus æquo confidens, falso crediderit hoc loco
syvedū , annuntiabo. Editio nostra Paris. avayye . porticulanı où in Scriptura reperiri, sive in Bibliis
437 HOMILIA IN PSALMCM XLVIII. 458
σεως λέγει, περί ης είρηται· Ημέρα Κυρίου ανία- Α quemque circumdabunt consilia sua 1. Tunc ita
τος επί πάντα τα έθνη, εν ή , φησίν ο προφήτης, ότι gue, quia nihil a me iniqui in vitae via patratum
κυκλώσει έκαστον τα διαβούλια αυτού . Τότε ούν, διά est, malam non timebo diem. Nanm peccatorum ve
το μηδέν μοι πεπράχθαι άνομον εν τη οδώ τη κατά stigia non me circumsistent, neque circumdabunt,
τον βίον, ου φοβούμαι την ημέραν την πονηράν. Ου 1acita accusatione me objurgantia . Nullus enim
γάρ περιστήσεταί μοι τα ίχνη των ημαρτημένων, ου - alius accusator toi sistetur, quam ipsa facta , cum
δε κυκλώσει με, εν τη σιωπώση κατηγορία των sua quaeque forma asfantia : adulterium, farium,
έλεγχόν μοι επάγοντα. Ουδείς γάρ σου έτερος κατ- stuprum, cum nocle, cum modo, guam proprietati
ήγορος στήσεται η αυταί αι πράξεις μετά της ιδίας bus id designantibus, et in summa, unumquodque
μορφής εκάστη παρισταμένη • η μοιχεία , η κλοπή , ή peccatum cum proprio charactere producetur, cla
πορνεία , μετά της νυκτός, μετά του τρόπου, μετά rain afferens recordationem. Me igitur vestigia pec
των χαρακτηριζόντων αυτών ιδιωμάτων, και απαξ- catorum non circumdalbunt : quippe quia inclinavi
εναργή φέρουσα την υπόμνησιν παραστήσεται. Έμε propositionen meam.
ούν ού κυκλώσει τα ίχνη των ημαρτημένων· διότι έκλινον εις παραβολήν το ούς μου , ήνοιξα εν ψαλτηρίω
το πρόβλημά μου.
5 . Οι πεποιθότες επί τη δυνάμει αυτών, και επί Β 3. VERS. 7. Qui confidunt in virtute εμα, el in mul
τώ πλήθει του πλούτου αυτών καυχώμενοι. Προς titudine diuitiarum suarum gloriantur. Ad duas per .
δύο πρόσωπα τω Προφήτη ο λόγος εστί • πρός τε γη- Sonas Proplhelm sermo est: et ad terrigenas, et ad
γενείς και προς τους πλουσίους . Τοις μεν γάρ διαλέ- diviles. Illos enim alloquitur , sic ut existimationem
γεται, καθαιρών την επί τη δυνάμει αυτών οίησιν, quain de se ipsis ob potentiam conceperant, ever
τοις δε την επι τη (73) περιουσία των κτημάτων έπ- tat : has vero, sic ut destruat ipsorum ob opum
αρσιν. Υμείς, φησίν, οι πεποιθότες επί τη δυνάμει copiam elationem. Vos, inquit, qui in vestra virtute
αυτών. Ούτοι γάρ οι γηγενείς , οι ισχύϊ σώματος επ- confiditis. Hi enim sunt terrigene, qui in corporis
ελπίζοντες, και οιόμενοι αυτάρκη είναι την ανθρωπί- viribus spem ponunt, et humanain naturam sufi
νην φύσιν προς το δυνατώς επιτελείν & βούλεται. Και cientem esse putant, ad strenue perficienda que
υμείς, φησίν, οι πεποιθότες επί πλούτου αδηλότητι, νult. Ει vos, inquit, qui in incerto diviliarum 3
ακούσατε. Λύτρων υμίν χρεία προς το εις την ελευ - fiduciam habuistis , audite. Prelio redemptionis vo
θερίαν εξαιρεθήναι, ήν αφηρέθηκε νικηθέντες τη βία . bis opus est, ut asseramini in libertalem, qua spo
του διαβόλου, ός, υποχειρίους υμάς λαβών, ου πρότε- liali fuistis, vi diaboli victi, qui captivos vos reli
ρον της εαυτού τυραννίδος αφίησι, πρίν άν τινι λύ- nens, non prius a sua tyrannide abire Liberos sinet,
ερω αξιολόγω πεισθείς ανταλλάξασθαι υμάς έληται. & quam condigno aliquo redemptionis pretio addu
Δεί ούν το λύτρον μη ομογενές είναι τοις κατεχομέ- ctus, permutare vos velit. Proinde redemptionis
νοις, αλλά πολλά διαφέρειν τα μέτρω, ει μέλλοι εκών pretium non ejusdem generis esse oportet cum is
αφήσεις της δουλείας τους αιχμαλώτους. Διόπερ qui delinentur, sed modo mensuraque longe prae
αδελφός υμάς (74) λυτρώσασθαι ου δύναται. "Ανθρω- stantius, si futurum est utlabens captivos servitute
πος γάρ ουδείς δυνατός έστι πείσαι τον διάβολον liberet . Quamobrem frater vos nequoquam redimere
προς το τον άπαξ αυτω υτοπεσόντα εξελέσθαι από valet. Nullus enim homo persuadere diabolo possit,
των οίός τε εστι εξέλασμα δούναι το Θεό. Γιώς oύν sua eximat : qui scilicet ne pro suis quidem 180
ισχύσει τούτο υπέρ ετέρου πράξαι ; Τί δ' άν και το - peccatis Deo queat piaculare sacrificium offerre.
σούτον κτήσαιτο εν τώ αιών: τούτω, ως αυταρκες Quomodo igitur poterit id pro alio efficere? Quid
έχειν της ψυχής αντάλλαγμα της φύσει τιμίας, διότι rursus lanti pretii in hoc seculo possederit, ut id
κατ' εικόνα του κτίσαντος αυτήν εγένετο ; Ποιος δε cum anima que preliosa est natura , idonee possit
κάματος του ενεστώτος αιώνος αυταρκες εφόδιον του coimmutari, siquidemad Creatoris imaginent facta
μέλλοντος αιώνος της ανθρωπίνη ψυχή ; Τοσούτον μεν , est. Οualis autemlabor presentis seculi esse possit
ούν απλούστερον ταύτα νενοήκαμεν. Κάν των μεγα pro futuro seculo viaticum sufficiens humane na
τις δυναμένων εν τω βίω τούτω είναι δοκή, κάν πλή - turs ? lactenus quidem haec simplicius intellexi
θος κτήσεως περιβεβλημένος ή, διδάσκει καθείναι της mus. Eliamsi quis in hac vita magnopere poteus
οιήσεως ο λόγος, και ταπεινωθήναι υπό την κραταιάν sibi esse videatur, elianisi divitiarum copia slipa
χείρα του Θεού, και μήτε επί νομιζομένη δυνάμει ιus sit, eum sermo docet hanc illam existimationem
πεποιθέναι, μήτε επί το πλήθει του πλούτου καυ- deponere, atque humiliatum esse sul polenti Dei
χάσθαι. Δυνατόν μέντοι και μικρόν τι προσαναθήναι manu 4, et neque in ea quam animo concipit po
τη διανοία, και τους πεποιθότας επί τη δυνάμει αυ- tentia fidere, neque in opum multitudine gloriari.
» Ose.V11, 2. 3 Ι Τim. VI, 17. 66 Petr. V, 6.
inendosis ita legerit : quoniamtamen Oralio sine ου Stalin Reg. secundus επί τη εαυτών δυνάμει.
coherere non posse videlur, idcirco eain vocem (74) lia mss. At edili suãs. Mox edilio Paris .
jelinculam cs- e judica vimus. cum Colb. Sexto "Ανθρωπος γάρ. Deest γάρ in Sex
173) Edlili thy v tñ . Al 1955, mulli ! 7 . ss. perinde alquc in editione B : sil.
459 S . BASILI: MAGNI
no possumus etiam mentem paulo allius erigere , A των, και επί το πλήθει του πλούτου αυτών καυχω.
et eos qui in sua potentia confidunt, ac de suarum μένους νοήσαι επί των δυνάμεων της ψυχής, ώς ουκ
divitiarum copia gloriantur, de animae facultatibus αυτοτελούς ούσης ουδ' αυτής προς σωτηρίαν. Και
intelligere, utpote que ne ipsa quidem per se sibi γάρεάν τέλειος τις ή εν υιοίς ανθρώπων, της από του
sufficieus sit ad salutem. Nain etiamsi quis perfe- Θεού σοφίας απούσης, εις ουδέν λογισθήσεται . Κάν
elus sit in aliis hominum, si Dei sapientia absit, πλήθος ή περιπε ποιημένος εαυτό θεωρημάτων εκ
pro nillilo reputabitur . Quod si quispiam sibi co- της του κόσμου σοφίας, και πλούτόν τινα γνώσεως
piam conteinplationum ex mundana Sapientia com- συνειληχώς (75), ακουέτω πάσαν του πράγματος την
paraverit, et quasdam cognitionis divitias sortilus αλήθειαν · ότι πάσα ανθρωπίνη ψυχή υπέκυψε το πο
sit, omnein audiat rei verilalem : nempe, animam νηρώ της δουλείας ζυγό του κοινού πάντων εχθρού.
onnen humanam succulhuisse malo servitutis jugo και την παρά του κτίσαντος αυτήν ελευθερίαν αφαι
communis omnium inimici ; et ea quam a Crealore ρεθείσα, αιχμάλωτος ήχθη διά της αμαρτίας. Παντί
acceperial libertale privatain, captivam duclaim esse δε αιχμαλώτω λύτρων χρεία προς την ελευθερίαν.
per peccatum. Jam vero captivo omni opus est Ούτε ούν αδελφός τον εαυτού αδελφόν δύναται λυτρώ
redeinptionis pretio ad libertatem recuperandain. σασθαι, ούτε αυτός έκαστος εαυτόν· διότι πολλά βελ
Νeque igitur frater fratrem suum potest redirnere, Β τίoνα δεί είναι τον λυτρούμενος του κεκρατημένου
neque ullus se ipsum; quod redemplorern eo, qui και δουλεύοντος ήδη. Αλλά και ουδε όλως άνθρωπος
captivus est , et jam servit, oportet esse Ionge pre- εξουσίαν έχει προς Θεόν, ώς και εξιλάσθαι (76) περί
stantiorem. Sed et ne ullo quidem modo eam facul- ημαρτηκότος, έπει και αυτός αμαρτίας υπόδικος.
tatem habet homo erga Deum, ut pro peccatore eum Πάντες γάρ ήμαρτον, και υστερούνται της δόξης
placet, cum et ipse peccati sit reus. Omnes enim του Θεού, δικαιούμενοι δωρεάν τη αυτού χάριτι
peccaverunt, et egent gloria Dei , justifcati gratis per διά της απολυτρώσεως της εν Χριστώ Ιησού το
gratiam ipsius, per redemptionem quæ est in Christo Kuplo njür .
Jesu Domino nostro * 8.
4. Vers.8. Non dabitergo Deo placationem suam , 4. Ου δώσει ούν τώ Θεώ εξιλασμα εαυτού, και
et pretium redemptionis animæ suæ . Neque igitur την τιμήν της λυτρώσεως της ψυχής αυτού. Μήτε
fratrein in redemptionem quere , sed aliquem oύν τον αδελφόν ζήτει εις απολύτρωσιν , αλλά τον
qui tuam excedat naturam : neque hominem nuduin, υπερβαίνοντά σου την φύσιν μήτε άνθρωπον ψιλον,
sed hominem Deum Jesu Christum, qui solus pro αλλ' άνθρωπον Θεόν Ιησούν Χριστόν, ός και μόνος
nobis omnibus Deo dare potest placationem, quod , δύναται δούναι εξίλασμα τω Θεώ υπέρ πάντων ημών,
eum Proposuit Deus propiliationem per ident san- ότι αυτόν Προέθετο ο Θεός ελαστήριον διά της
guine ipsius **. Fraler erat Israel Moyses ; et tamen πίστεως εν τω αυτού αίματι. 'Αδελφός ήν του
ipsum redirmere non potuit. Quomodo igitur hoιηο Ισραήλ ο Μωϋσής · και όμως λυτρώσασθαι αυτόν ουκ
aliquis e vulgo liberabit ? Quamobrem illud qui . ηδυνήθη (77). Πώς oύν ο τυχών λυτρώσεται άνθρω
dem pronuntial : Fraler non redimit : Ιιοc vero cum πoς ; Διό το μεν αποφαίνεται · 'Αδελφός ου λυτρού
gravitate per interrogationem subdit : Redimet hoc ται· το δε ερωτηματικώς μετά βαρύτητος επιφέρει:
πιο? Non enim a peccato populum liberavit Moyses, Λυτρώσεται άνθρωπος ; Ου γαρ της αμαρτίας Ελευ
sed Dei ob peccatum cominotionem averlit. llic θέρωσε τον λαόν, αλλά του Θεού την επί τη αμαρτία
etiain ne dare quidem potuit placationem pro se παρητήσατο κίνησιν. Ούτος δε ουδε δούναι ηδυνήθη
ipso, cum esset in peccato. Nam post ιωt ac tanta εξιλασμα εαυτού , γενόμενος εν παραπτώματι • ότι
prodigia ac signa que viderat, vocem illain dubi- μετά τοσαύτα και τηλικαύτα τέρατα και σημεία και
lationen pre se ferentem euisit : Audite me, in - είδε, την διστακτικής εκείνην αφήκε φωνήν 'Ακού
creduli. Nunguid es petra hac educemus αφuam νο- σατέ μου, οι απειθείς . Μη εκ της πέτρας ταύτης
bis 61 ? Quaproριer ei Dominus ob Ιιοc verbum dixit εξάξομεν (78) υμίν ύδωρ; Διόπερ και ο Κύριος επί
ad 181 Moysenel Aaron : Quia non credidistis mihi, D τω βήματι τούτο είπε προς Μωϋσήν και Ααρών»
ut sancticaretis me corant Fliis Israel, ob hoc non " Ότι ουκ επιστεύσατε εν εμοί, του αγιάσαι με(79)
introducelis vos ianc congregationem in terraης εναντίον υιών Ισραήλ, διά τούτο ουκ εισάξετε
quam dedi εις 8. Non igitur pro se ipso dabit Deo υμείς την συναγωγήν ταύτην εις την γην ήν
placationem. Quid enim anti polest liano invenire , έδωκα αυτούς. Ου δώσει ούν τώ Θεώ εξέλασμα ευ
υι dei pro redemptione anime sue ? Sed unum in- του . Τί γάρ δύναται άνθρωπος ευρείν τηλικούτον, ένα
ventum est, pro omnibus simul hominibus sufficiel)- δω υπερ λυτρώσεως της ψυχής αυτού ; 'Αλλ' εύρέθη
tissimum, quod in pretium redemptionis anime εν ομου πάντων ανθρώπων (80) αντάξιον , και εδόθη εις
60 Rom. 11, 25, 24. 8ibid. 25. * Num. ΧΧ, 10. 18 ibid.12.
(75 ) Sic Regii secundus, terlius, quartus et sex - (78 ) Codd . 3 Efa & w liev. Alii cum edilis
lus ; non secus ac Colbertini quinlus , sexlus el (79) Vulgala quideni consentit cum Basilianis :
septimus cuni Coisl. Al edili guvecangus. sed ab iis recedunt LXX , apud quos ila legimus :
(76) Editi εξιλάσχεσθαι. Col . primus εξιλάσα- " Οτι ουκ επιστεύσατε αγιάσαι με, Quia non credi
θαι. Αlii octo mss. εξιλάσθαι. distis sanctificare me.
(77) Ιta quinque niss. Editi vero εδυνήθη. (80 ) lia edizio Paris, cum mss. nonnullis . Vox toy
 HOMILIA IN PSALMUM XLVIU . 433
τιμήν λυτρώσεως της ψυχής ημών, το άγιον και πο- Α nostre datum est, sanctus ille ac preliosus sanguis
λυτίμητον αίμα του Κυρίου ημών Ιησού Χριστού, ο Domini nostri Jesu Christi, quem pro nobis 0:nni.
υπέρ ημών εξέχεε πάντων· διόπερ και τιμής ήγο- bus erudit : quamobrem pretio etiam empti Su
ράσθημεν. Ει ούν αδελφός ου λυτρούται, λυτρώσεται τηus 9. Ιtaque si frater non redituit, redimet homo ?
άνθρωπος . Ει δε άνθρωπος λυτρώσασθαι ημάς ου Si vero relimere nos non polest homo : αυί rele
δύναται, ο λυτρωσάμενος ημάς ουκ άνθρωπος (81). mit nos , homo non est. No igitur, propterea quod
Μή ούν, διά το εν ομοιώματα σαρκός αμαρτίας επι- in similitudine carnis peccati nobiscum diversalus
τ ή ν της θεότητα μόνον υπολάβης
δεδη μηκέναι ημίν, άνθρωπον μόνον υπολάβης τον est , hominem solum existines Dominum nostrum ,
Κύριον ημών , την της θεότητος δύναμιν αγνοήσας : divinitatis polentiam ignorans : cui opus non eral
ρείαν έσχε(82) δούναι τω Θεώ εξίλασμα εαυ-
όόςς οουυ χχρείαν Deo dare placationem suam, neque propriam redi
του , ουδε την ιδίαν απολυτρώσασθαι ψυχήν, διότι niere animalm , quia Peccatum non fecit, nec iuventus
Αμαρτίαν ουκ εποίησεν , ουδε ευρέθη δόλος εν est dolus in ore ejus 80 . Nenuo igitur se ipse redimera
το στόματι αυτού. Έξωνήσασθαι μεν ούν εαυτόν polest, nisi veniat qui capivitalem populi convertal,
ουδείς ικανός, εάν μή έλθη και την αιχμαλωσίαν του non cum pretiis , neque cum donis, sicut in Isaia
λαου επιστρέφων, ου μετά λύτρων, ουδε μετά δώρων, Scriptum est 11 , sed in suo sanguine. Hic auten.
ως εν Ησαΐα γέγραπται, αλλ' εν τω εαυτού (83) B cum non essemus fratres, sed essemus inimici faciς
αίματι. Ούτος δε ουχί αδελφούς ημάς όντας , αλλ' ob peccala, neque ipse homo nudus, sed Deus, post
εχθρούς ήμάς γενομένους τους παραπτώμασιν, ούτε libertalem quam nobis largitur, etiam nos fratres
άνθρωπος ψιλός ών, αλλά Θεός , μετά την ελευθερίαν suos appellat. Narrabo enim, inquit, nomen ιuum
ήν χαρίζεται ημίν, και αδελφούς ημάς εαυτού προσ - fratribus meis 81. Ιtaque qui redeunit nos, si natural
αγορεύει. Απαγγελώ γάρ, φησί, το όνομά σου quidem ipsius perpendas, neque frater, neque liomo
τοίς αδελφούς μου. Ο ούν λυτρωσάμενος (84) ημάς, est : si vero ipsius ad nos demissionem ex gratia
εάν μεν τήν φύσιν αυτού σκοπής, ούτε αδελφός, ούτε faciam, et nos fratres nominat, et ad humanitale »
άνθρωπος εάν δε την εκ χάριτος αυτού προς ημάς descendit : qui Non dabit Deo placationemsuam,sed
συγκατάβασιν, και αδελφούς ημάς ονομάζει , και ιοιίας mundi. Non enimindigel placatione, sed ipse
προς τον ανθρώπινον καταβαίνει, ός Ου δώσει το propiliatio est. Talis enim decebaι μι essel nobis
Θεώ εξιλασμα εαυτού, αλλά του κόσμου παντός. pontifer : Sanctus, innocens , impollutus, segregatus
Ου γαρ έλασμού δείται, αλλ' αυτός έστιν ιλαστήριον. α peccatoribus, et excelsior celis faclus; qui non
Τοιούτος γαρ ημϊν έπρεπεν αρχιερεύς όσιος , άκα- habet necessitatem quotidie , quemadmodum sacerdo
κος, αμίαντος, κεχωρισμένος από των αμαρτω- Tes, prius pro suis deliciis loslias offerre, deinde pro
λών, και υψηλότερος των ουρανών γενόμενος δς C populi ignorantiis 83 . Postea dici! (VERS. 9) : Ει la
ουκ έχει καθ' ημέραν ανάγκην, ώσπερ οι αρχιε- boravit in elernum, (VERS. 10) el sivel in Anem. Ipsa
ρείς, πρότερον υπέρ των ιδίων αμαρτιών προσφέ- per se vita, ipsa virtus , et indefessa natura labora.
ρεις θυσίας, έπειτα των του λαού αγνοημάτων . vii in lioc seculo, quando Faligatus es itinere, se
Είτά φησι: Και εκοπίασεν εις τον αιώνα, και ζήσε- debat supra fontent 84.
ται εις τέλος . Η αυτοζωή, η δύναμις, ή ακάματος φύσις , εκοπίασεν εν τω αιώνι τούτω, ηνίκα Κεκο
πιακώς εκ της οδοιπορίας έκαθέζετο επί της πηγής.
5. " Ος ουκ όψεται καταφθοράν, όταν ίδη σοφούς 5 . VERS. 11 . Qui non videbit interilum, cum uide
αποθνήσκοντας του δώσει γάρ τον όσιον αυτού και τit sapientes morientes ( non dabit enim Paler, ut
Πατήρ ιδείν διαφθοράν), όταν οι την καταργουμένην Sanctus suus videat corruptionem**), ιum cumno
σοφίαν αυχούντες αποθνήσκωσιν. Ει δε βούλει και rientur qui sapientian desinenlem jaclant. Quod
επί ανθρώπων δικαίων λαβείν τα ειρημένα, μνήσθητι si eliasm de justis quoque liominibus hac verba ac
του Ιώβ λέγοντας: "Ανθρωπος γεννάται κόπο και cipere volueris , reminiscere Job dicentis : Homo
πάλιν του Αποστόλου , ότι Περισσότερον αυτών D nascitur ad laborenm 36 ; et rursus Apostoli : Abun.
ρως . Ο ούν κοπιάσας εν τω αιών: τούτω, ούτος αυundantius 38. Qui igitur in hoc seculo laboravit,
ζήσεται εις τέλος · ο δε εν τρυφή και πάση εκλύσει hic vivel in finem : qui vero in deliciis ac onal
διάγων , διά το άθροδίαιτος πορφύραν και βύσσον intemperantia degit , ob nnollitiem indulus purpιι
ενδυόμενος , και ευφραινόμενος καθ' ημέρανλαμπρώς , rain el byssuτη, et epulans quotidie splendide :
και φεύγων τους υπέρ της αρετής καμάτους, ούτε laboresque ob virtutem perferendos fugiens, is ne
εκοπίασεν εν τω αιώνι τούτο, ούτε ζήσεται εν τω que in hoc seculo laboravit , neque vivet in futuro :
μέλλοντι, αλλά μακράν όψεται την ζωήν, βασανιζό- sed einus vitain videbit, in canini lamina cru
μενος εν τη φλογή της καμίνου . Ο δε μυρίοις τοις ciatus. Qui vero innumeris certainibus pro vir
191Cor. ν 90. 80 IPetr. 1. 29 . 61 Isa,Lη, 3 . 5 Psal. XXI, 23. 83 Helbr. νιι, 26, 27. 8» Joan. IV, 6.
66 Psal. Χν, 10 ; Act . JJ, 27. 56 Job v, 7. 871 Cor. XV, 10. 58 II Cor. XI, 23. 89 Luc. Χνι, 19.
Opiórwv deest in majori parle mss. Mox seplein (82) Editio Basil. cum mss. χρείαν έσχεν. Editio
vero Paris. χρείαν έχων.
( 81) Ουκ άνθρωπος, Non homo . Hoc est, non (83) Ιta quinque mss. Editi vero εν τω αυτού.
homo simplet, sed Deus homo. (84) Coisi. Ο ούν λυτρούμενος.
443 S. BASILII MAGNI
tute desudarit, 182 gnique , ut eam assequeretur, A υπέρ της αρετής αγώσιν ενιδρώσας, και υπέρ του
laboribus pluribus tentatus fuerit , victurus est in αναλαβείν αυτήν εν κόποις περισσοτέρως εξετασθείς,
finem, velut ille ipse qui multum laboravit in aftli- ούτός έστιν ο ζήσειν μέλλων εις τέλος , ως και πολλά
elionibus Lazarus 60 : velut ille ipse qui in certainini- κοπιάσας εν θλίψεσι Λάζαρος : ως ο κατάκοπος γενο
bus contra adversarium defessus est Jobus. Ιbienim, μενος εν τοις προς τον εναντίον αγώσιν Ιώβ. Εκεί,
inquit, requieverunt fessi 61. Quapropter etiam Domi- γάρ, φησί, κατάκοποι ανεπαύσαντο. Διό και ο Κύ
nus eos quilaborant ac onerali sunt , all requiem in - ριος καλεί (83) προς την ανάπαυσιν τους κοπιώντας
viat 65. Quoιnodo igitur qui in bonis operibus labo- . και πεφορτισμένους. Πώς oύν οι κοπιώντες έν έργοις
millentes semina suα : venientes autem venient cum επορεύοντο και έκλαιον , βάλλοντες τα σπέρματα
επεullalione , portantes manipulos suos 68 fructibus ple- αυτών ·ερχόμενοι δε ήξουσινεν αγαλλιάσει, αίρον
nos, qui pro ratione eorum quae sala fuere , ipsis τες τα δράγματα αυτών πεπληρωμένα καρπών,
redditi sunt. Onerati itaque dicuntur, qui, quod semi- των κατά την αναλογίανεσπαρμένων αποδοθέντων αυ
naruntin benelliclionibus, de benedictionibus et me- τοϊς. Περφορτισμένοι ούν λέγονται οι , διά τό σπείρα:
Tuni61, el cuin lelilia sempilerna manipulos spiritua- , επ' ευλογίαις, επ' ευλογίαις και θερίζοντες ( 86), και
lian fructuurn sibiipsis reponunt. Qui ergo redem- Ρ μετ'ευφροσύνης αιωνίου τα των πνευματικών καρ
plus est per Deunm , qui pro eo dedit placationem, is πων εαυτοίς επαναθέμενοι δράγματα. Ο ούν λυτρω
quidem in hoc seculo laboravit , postea vero vivet θείς διά του δεδωκότος Θεού υπέρ αυτού εξιλασμα ,
in ineun . Hic etiam Non videbit interium,cum side- ούτος εκοπίασε μεν εις τον αιώνα τούτον, μετά δε
τιιsapientes morientes. Qui angustam et laboriosa η ταύτα ζήσεται εις τέλος. Ούτος και Ουκ όψεται κα
vitam pre plana ac molli elegerit,in tempore visi- ταφθοράν , όταν ίδη σοφούς αποθνήσκοντας. Ο
alionis Dei , cum abducentur ad alternatn penam την στενών και έγκoπoν οδόν προ της λείας και ανει
ii qui, ut non crediderunt verbis Dei, ila post vani μένης εκλεξάμενος, εν τω καιρώ της επισκοπής του
sui cordis desideria ambulaverunt, hic non videbit Θεού , απαγομένων εις την αιωνίαν κόλασιν των απι
elernum interitum, affictionem videlicet illam per- στησάντων μεν τοίς λόγοις του Θεού , πορευθέντων
petuo duraturam. Sapientes autem dicit autin astu· δε οπίσω των θελημάτων της καρδίας αυτών της μα
lia exercitalos, de quibus ait Jeremias : Sapientes ταίας (87), ούτος την αιώνιον καταφθοράν , την εις το
sunt, ut faciant mala , bene autem facere nesciunt 8 : διηνεκές κακοπάθειαν ουκ όψεται. Σοφούς δε λέγει
aut sapientes dicit ctiam pereuntiuun principum hu- ήτοι τους δεινούς εν πανουργία, περί ών φησι Ιερε
jus sesali discipulos , qui Dicentes se esse sapientes, C μίας (88), ότι Σοφοί είσι του κακοποιήσαι , το δε
stulti [ acti sunt 66 . Nano Sapientia hujus mundi siul- καλόν ποιήσαι ου γινώσκουσιν · ή σοφούς λέγει και
tilia est apud Deum 67. Ει quia haec sapientia stal- τους μαθητές των αρχόντων του αιώνος τούτου των
Ios facil, ideo Deus perditurum se esse dicit sapien- καταργουμένων, οίτινες, φάσκοντες είναι σοφοί,
tiam sapientium , et prudentiain prudentium repro έμωράνθησαν . Διότι Η σοφία του κόσμου τούτου
Dalurum 68. Persuasiones igitur hujus scientiae falso μωρία παρά τω Θεώ. Και διά το είναι μωροποιών
nominate , iis, qui eas exceperint, mortis causam την σοφίαν ταύτην, απολέσειν φησίν ο Θεός (89) την
aferunt : quam mortem Ion videbit qui redemplus σοφίαν των σοφών, και την σύνεσιν των συνετών
est ab eo, cui visun est in predicationis stultilia αθετήσειν. Α! ούν πιθανότητες της ψευδωνύμου γνώ
credenles salvare. σεως, θανάτου αιτίαν τους παραδεξαμένους παρέχον
ται · όντινα θάνατον ουκ όψεται ο λυτρωθείς υπό του ευδοκήσαντος εν τη μωρία του κηρύγματος σωσαν
τους πιστεύοντας.
6. Simulinsipienset stulius peribunt, et relinquent 6. Επί τό αυτό άφρων και άνoυς απολουνται ,
alienis diuitias suας : (VERS. 12) el sepulcra eorum, και καταλείψουσιν αλλοτρίοις τον πλούτο αύ
domus illorum in elernum. Tabernacula corum in D των. Και οι τάφοι αυτών οικίαι αυτών εις τον
progeniem et progeniem, υocαυerunt nomina sua in αιώνα. Σκηνώματα αυτών εις γενεάν και γενεάν.
terris. In superioribus un0 generali nomine sapien- Επεκαλέσαντο τα ονόματα αυτών επίτων γαιών.
tes vocavit, quos nunc dividens, insipientes dicit "Ανω εν ονόματι το γενικό προσηγόρευσε σοφούς,
et stallos. Palam est ipsum eos sapientes vocasse, oυς νυν υποδιαιρών, άφρονας και άνους λέγει ( 90).
Ιιοc nomine ex eorum opinione usum. Quemadmo- Δηλον ότι σοφούς μεν αυτούς είπεν, από της οιήσεως
«tum et nominat deos, qui dii non sunt natura , er- της εκείνων συγχρησάμενος τώ ονόματι. Ως και
60 Luc. Χνι, 20 seqq. " Job 11, 17. 62 Μatth. Χ1, 28. 6. Psal. CΧΧν, 6. 66 II Cor. IX , 6. 65 Jer,IV,
29. 66 Ron . 1 , 29 . 6" I Cor. Uι, 19 . 63 Isa. ΧΧΙΣ , 14; 1 Cor . 1 , 19.
( 85) Ita mss. Septem. Editi προσκαλειται. mss. et in editione Basil. Slatim editio Paris. mo
(86) Sic Regii tertius, quarius et Sextus cum verbo καλοποιήσαι . Editio vero Basil. et ses mss.
duobus aliis Colbertinis et cum Coisl. Al edili et duabus vocibus xaldy trocñcal.
Donnulli mss. διά τό σπείραι επ' ευλογίαις , και θε (89) Sic Colbertini priipus, quinlus, sestus et
ρίζοντες. sepliinus cum aliis tribus Regiis el cuin Coisl.
(87) Reg. tertius των ματαίων. Ιbidem in aliqui- Editi vero cuυ υηο aul altero ms. φησί τον Θεόν.
bus mss . Icgitur alúviov, in aliis alwvlav. (90) Ιιa niss. Sex . Editi άνους καλεί.
(83) Elilio Paris. ο Ιερεμίας . Deest articulus in
 HOMILIA IN PSALMUM XLVIII. 446
θεούς ονομάζει τους μη φύσει όντας, τη συνηθεία A rantium secutas consuetudinem : ita quoque sa
τών ηπατημένων επόμενος , ούτω και σοφούς είπε pientes , insipientes et stultos dixit. Insipientem
τους άφρονας και ανοήτους. Δυνατόν ούν τη επινοία igitur a sculio cogitatione licet distinguere. Siqui
διελεϊν τον άφρονα από του ανοήτου. "Αφρων μεν γάρ dem insipiens est qui prudentia privalus, in corn
έστιν ο έστερημένος φρονήσεως, και ο προς τα κοινά munibus ac humanis relbus perspicax non est. Sic

συνήθεια φρονίμους καλεί τους εν τοις κατά τον βίον negotiis, utile et noxium discernunt, juxta quod di
πράγμασι το ωφέλιμον και βλαβερών (91) διακρίνον- clum est et in Evangelio : Quia alii hujus saculi
τας: καθό είρηται και εν τη Ευαγγελία: " Οτι οι υιοί prudentiores filiis lucisin generatione suα sunt 80. Non
του αιώνος τούτου φρονιμώτεροι υπέρ τους enim prudentiores sunt simpliciter, sed ad degen
υιούς του φωτός εις την γενεάν την έαυτών dam hanc in carne vitam. Rursus et villici 18
εισιν . Ου γαρ απλώς φρονιμώτεροι , αλλ' εις την illi iniquitatis prudentes dicuntur, quod prudenter
διεξαγωγής της ζωής ταύτης της εν τη σαρκί (92). vitam suam institnant. Prudentes quoque sunt ser
Ούτοι δε και οικονόμου αδικίας λέγονται, διά το φρό- pentes 70, secundum hanc significationem, quippe
νιμον της περί τον εαυτών βίον οικονομίας. Κατά qui sibi ipsis parent latibula, atque in periculis onni
τούτο το σημαινόμενον, φρόνιμοί εισιν και οι όφεις, Β unodo plagas capitis evilent. Stullus aulein is diei
καταδύσεις εαυτοίς ευτρεπίζοντες , και εν τοις κινδύ- tur, qui non habet ea, que sunt hominis praecipua.
νοις παντί τρόπω τας επί την κεφαλήν πληγάς απο. Ηec autem sunt, Dei Patris notitia, et Verbi, quod
φεύγοντες. "Ανους δε λέγεται ο ουκ έχων τα του αν- erat in principio apud Deum 71, doctrina a majori
θρώπου εξαίρετα. Ταύτα δε εστι Θεού Πατρός κατα- bus accepta, et a sancio Spiritu procedens illustra
νόησις, και η του εν αρχή όντος προς τον Θεόν Λόγου tio : quant mentem habent, qui possunt cum Paulo
παραδοχή (93): και ο παρά του αγίου Πνεύματος dicere : Nos autem mentem Christi habemus 11 . Αι.
έγγινόμενος φωτισμός : όντινα νούν έχουσιν οι δυνά- lamen his vocibus vicissim ac promiscue uti solet
μενοι μετά Παύλου λέγειν · Ημείς δε νούν Χρι- Scriptura, utpole que impium vocet insipientem,
στού έχομεν . Κέχρηται μέντοι και ενηλλαγμέ- videlicet Ioco illo , Dixit insipiens in corde suo :
νως τους ρήμασι τούτοις η συνήθεια της Γραφής, Νon est Deus 74. Ει iterum id, quod vitae nocel,
τον μεν άθεον άφρονα λέγουσα εν τώ, Είπεν άφρων stultum nominat ; quemadmodum Apostolus de iis
έν καρδία αυτού · Ουκ έστι Θεός • και πάλιν το qui in concupiscentias stiltas et noxias incidunt 74.
περί τήν ζωήν βλαβερών ανόητον ονομάζουσα : Ποc unique pacto insipiens et stullus deferuntur ad
ως ο Απόστολος περί των εμπιπτόντων είς επιθυ- unum communem finem , perditionem78 videlicet.
μίας ανοήτους και βλαβεράς. Ούτω μέντοι (94) και « Possit etiam quis dicere, insipientem quidem ap
άφρων και ο άνους προς εν κοινόν τέλος την απώ- pellaturm esse eum , qui niore vivit gentium .
λειαν καταφέρονται . Δύναται δέ τις ειπείν άφρονα slulιum vero eum, qui more Judaico Secunduin
Ιουδαϊκώς κατά την ψιλήν του νόμου τήρησιν πολι - insipienti dixit Deus, ob eam quae in ipso erat
τευόμενον. Τούτο γάρ τώ άφρονι είπεν ο Θεός διά impietatem : Insipiens , Mac nocle tuam αnimam
την ενυπάρχουσαν αυτώ αυεότητα : "Αφρον , εν αuferunt a te 16. Israel autem, qui secundum car
ταύτη τη νυκτί την ψυχήν σου αφαιρούσιν από nein est , vocatus est stullus, juxta prophetam
σου (95). "Ανους δε και κατά σάρκα Ισραήλ ώνόμα- dicenteum : Ει erat Ephraim quasi columba stalia :
σται κατά τον προφήτην, ός φησι : Και ήν Εφραίμ ΑΕgypίum innocabat , et ad Assyrios iύαι 11. His
ως περιστερά άνους : Αίγυπτον επεκαλείτο (96), igitur per suam ipsorum inscilitain simul contritis ,
και εις 'Ασσυρίους επορεύετο. Τούτων ούν κοινή alieni nos divitiaruno Suarum heredes elicimur.
υπό της ιδίας αγνοίας συντριβομένων, ημείς οι άλ- Nostra enim sunt praecepta , nostri propluete,
λότριοι αυτών κληρονόμοι του πλούτου γινόμεθα (97). nostri patriarclie ; nostri sunt qui a seculo justi
Ήμών γάρ αι εντολαί , ημέτεροι οι προφήται, η fuere. Suas nobis divitias reliquerunt qui in sua
69 Luc. XVI, 8. το Μatth. Χ, 16. 11 Join. 1, 2. 72 1 Cor. 1, 16. 73 Psal. 1 , 1. 76 Rou. 1, 51.
16 1 Τim. VI, 9. 16 Luc. ΧΗ, 20. 11 Ose. VI, 1.
(91 ) Editi το βλαβερών και ωφέλιμον. Legitur vero τoς μέντοι. Coisl. Ουτος μεν ούν άφρων. Editio vero
in sex mss. invers0 ordine το ωφέλιμον και βλαβε- Basil. et Regii secundus et sextus cuin Colb. primo
ρόν . Ούτως, melius.
( 92) Editi εν σαρκί. Αι mss. multi τη εν σαρκί. (95 ) Voces and coû desunt in sex niss. et in edi.
(93) 1lla, και η του εν αρχή όντος προς τον Θεόν tiοne Basil.
Λόγου παραδοχή, sic verteral interpres : Item Verbi, ( 96) Colbertini primus, sextus et septimus cum
quod in principio erat apud Deum , assumplio . Sed duobus Regiis Texadécato. Ibidein edili et major
νο , ασεumptio visa est Combelisio reinotior, ob pars mss. επορεύετο. Αlii quidam inss. επορεύοντο.
idque interpretari maluit, Verbi in principio apud S.XX quoque numero inulliludiuis usi sunt, è tropaú
Deum tradicio el fides. Vim vocabuli si spectemus, Ongav.
παραδοχή proprie erit susceptio Verbi : vel potius (97) Colb. septimus γενόμεθα. Reg. Secundus γι-
doctrina , quam a majoribus de Verbi susceprione visuela . Hoc ipso in loco septem diss. 'Huiv ráp.
acrepiinus. Edili vero cum uno aut altero ins. nuwe yap.
194) Editio Paris. cum quinque aut sex mss. 00.
147 S. BASILII MAGNI 48
insipientia periere. Horum autem domus, insipientis A ημών οι πατριάρχαι• ημών οι απ' αιώνος δίκαιοι.
el Blului, sepulcra sunt in elernum. Quorum enim Ημίν κατέλιπον τον πλούτον εαυτών οι εν τη (98)
urier
vita mortuis operibus ex omni peccato scaturien- αφροσύνη εαυτών απολλύμενοι. Τούτων δε αι οι
κιαι . Το αιώνα.
tibus repleta est , iorum doinus sepulcra sunt in και, του άφρονος και του ανοήτου , τάφοι εισιν
eternum. Qui enim mortuus est per peccata , ηοη
Ας πεπλήρο γαρ εκεί, α .
εις τον αιώνα. "Ων γάρ ο βίος νεκρών έργων των
domum habitat , sed sepulcrum , cum anima ejus από πάσης αμαρτίας πεπλήρωται , τούτων τάφοι
mortua sit. Νam domum habitat moruminteger ac εισιν αι οικίαι εις τον αιώνα. Ο γάρ νεκρός γενο
simplex Jacob, de quo scriptum est , quod erat μενος τους παραπτώμασιν ουκ οικίαν οικεί , αλλά
Homo sincerus ac bonus , liabitans domum 18 : se· τάφον, της εαυτού ψυχής νενεκρωμένης. Οικίαν μεν
pulcrum vero liabitat is, qui omnino malus est, γάρ οικεί ο άδολος το ήθος και απλούς Ιακώβ, περί
atque ne penitentio quidem fundamentum de oύ γέγραπται , ότι ήν "Άνθρωπος απλαστος και
morιuis operibυς jacit : sed similis sepulcro deal- αγαθός, oικών οικίαν τάφον δε οικεί και παμπό
Daio efficitur , quod quidem forinsecus Conspicuum νηρος , μηδέ θεμέλιον μετανοίας καταβαλλόμενος
est, intrinsecus vero mortuorum ossibus cunctisque από νεκρών έργων, αλλά παροιμοιάζων τάφω κεκο
Sordibus refertum est 1 . Quamobreim talis dum νιαμένω· ος έξωθεν μεν εμφανής (99) ών, έσωθεν
Ioquitur; non os aperit verbo Dei , sed sepulcrum B δε γέμων οστέων νεκρών και πάσης ακαθαρσίας.
habei apertum, suum scilicet guttur. Si quis igitur Διόπερ ο τοιούτος φθεγγόμενος ουχί στόμα ανοίγει
in Christum credens, actiones edit Gdei non con. λόγω Θεού , αλλά τάφον έχει ανεωγμένον τον λάρυγγα
sentaueas , is propterea quod prava allenderit do- αυτού. Εί τις oύν εις Χριστόν πιστεύων , μή ακολού
gmala, Scripturaeque perverterit sensum, in pelra θως τη πίστει τας πράξεις αποδίδωσιν, ούτος διά το
sibi ipse sepulcrum incidil. μοχθηροίς δόγμασι προσεσχηκέναι, και διά το παρ
εκδέχεσθαι το βούλημα της Γραφής, λατομεί εαυτώ εν τη πέτρα μνημείον.
7. Tabernacula eorum in progenieu et progeniem; 7. Σκηνώματα αυτών εις γενεάν και γενεάν :
hoc est , sepulcra domus eorum sunt in eternum. τουτέστιν , οι τάφοι οικίαι αυτών εισιν εις τον αιώνα .
Deinde explanans de quibus intelligat sepulcris , Είτα ερμηνεύων τίνας βούλεται είναι τάφους, ένα
υι se de corporibus sermonem habere ostendat , in δείξη, ότι περί των σωμάτων λέγει, οίς αι διά τήν
quibus anime per nequiliam mortue inhabitant , πονηρίαν εναπονεκρωθείσαι ψυχαι ενοικούσι , προσ
184 adjunxitipsis, Tabernacula eorumin progeniem έθηκεν αυτοίς : Σκηνώματα αυτών εις γενεάν και
et progeniem : quippe ex consuetudine , humana γενεάν, κατά την συνήθειαν, σκηνωμάτων των α
corpora semper tabernacula appellantur. Hi autem C θρωπίνων σωμάτων αει λεγομένων. Ούτοι δε και
νοcant quoque nomina sua in terris. Non enim επικαλούνται τα ονόματα αυτών επί των γαιών. Ού
impii nomen scribitur in libro viventium , neque γάρ εγγράφεται ασεβούς όνομα εν βίβλο (1) ζώντων,
numeratur cum Ecclesia primogenitorum qui nu - ουδε αριθμείται μετά της Εκκλησίας των πρωτο
et brevein vitan tabernaculis elernis pretulerunt , αυτών εναπομένει τα ονόματα, διότι την παροδικήν
Πomina ipsorumin terra permanent. Non vides eos ταύτην ζωήν και ολιγοχρόνιον των αιωνίων σκηνών
qui edificant in urlibus fora ac gymnasia , ex• προετίμησαν. Ούχ οράς τους οικοδομούντας εν ταις
struunt mcenia , aquæductus construunt, quomodo τόλεσιν αγοράς και γυμνάσια , τείχη ανιστώντας,
eorum nomin: his terrenis indita sint editiciis ? υδραγωγούς επισκευάζοντας, πως τα ονόματα αυτών
Jan vero nonnulli , nomine suo armentis etiain τούτοις επικέκληται τοίς γηίνους κατασκευάσμασιν ;
equorum imposito, induxere in animum, ut in " Ήδη δέ τινες, και αγέλαις ίππων τας εαυτών προς
18 Gen. Χαν, 27. 19 Malilh. Σπιιι, 27. 80 Psal. LΧνιιι, 29 . 81 Ηebr. ΧΙΙ, 23.
(98) Ιta legitur in editiolie Paris. οι πατριάρχαι . . νος δίκαιοι, aul, ημέτεροι οι, etc . Quod si quispiam
Οι απ' αιώνος δίκαιοι ημίν κατέλιπον τον πλούτον D illud ot, quod vocean πατριάρχαι proxime sequitur,
tautūv, xal ol Šy tñ . elc., in quibus vitii aliquid legere malit cum accentu simul et spiritu , ol, au
nesse constal. Primum , voces Olxalol ruiv simul clor ei sum ulila vertal : Nostri patriarchæ , qui a
conjunguntur, quæ erant tamen puncio disjungen sæculo justi fuerunt. Sed nescio quomodo placuit
i demde , conjunclio xal la ineple bic poniliir , mihi magis prior illa interprelandi ratio : Nostri
ul absurdam admodum sententiain etlicial. Hoc enim quotquot a sceculo fuerunt. Accedit etiam , quod of
diceret Basilius, lum eos qui a sæculo justi fiicre, cum accentu simul et spiritu legisse usquam nou
cum eos qui in sua slullitia periere, suas nobis di- inemini. Calerum , ne quis nos conjectura ducios
vitias pariter reliquisse : quod tamen ei ne-in quidquain fecisse suspicetur, monere juvat voces
nientem quidem venisse pulo. Basilii igitur verbal OiXQLOL huiv puiicio iu editione Basileensi disjungi :
ila interpungi debent , uti interpungenda diximus : ilein , conjunctionem xal in hac ipsa editione aque
deinde voculam xal e loco queni wale occupal, pe - ac in nostris novem mss. deesse. Legitur ,quidem
milus amoveri oper:c pretium est, Hoc posilo, vere paulo aliter in Coisi., nempe hoc modo , Oi sou
boa Basilii sic interpretari licebit : Nostra enim sunt αιώνος δίκαιοι πλούσιοι ημίν κατέλιπον τον πλούτον
præcepla, nostri prophetæ , nostri palriarchæ , nostri autūv, oi ėy tñ , etc., sed nibil inde adjumenti ai
quoiquot a sæcu.o justi fuere. Suas nobis divitias re . ejus loci explanationem affertur.
liquerunt qui in suu insipientia periere : quæ inter (99) Sic edilio Basil. et quinque mss. At editio
Se upline cohærere reino, opinor, negabit. Ex quo Paris. cum duobus aut tribus miss. Eupavhs.
intelligitur bic ellipsiin csse vocis fuwy, aut vocis . (1) lia nuss. septem . Edili Ša ! Bibay .
ημέτεροι , sicque suppleri debere, ημών οι απ' αιώ
4:9 HOMILIA IN PSALMUM XLVIII. 4: 0
ηγοριας ένσημηναμενοι, επί πολύ συμπαραταθήνα: A longum vile tempυς sua ipsorum memoria exten
τω βίω την μνήμην έαυτών επενόησαν και εν τά- deretur, quin etiam magnificentia in sepulcris
φοις δε μεγαλουργίαν επιδειξάμενοι, τοις μνήμασιν ostensa , monumentis nomina sua insculpserunt.
εαυτών έναρήκαν τα ονόματα. Ούτοι εισιν οι τα Hi sunt qui terrena sapiunt, et presentem glorian
γήϊνα φρονούντες , και την ενταύθα δόξαν, και το at: hominum recordalionem sibi ad felicitatem satis
παρά τους ανθρώπους μνημονεύεσθαι αυταρκες εαυ- esse existimant. Quod si quem etiam videris eorunι ,
τοίς εις μακαριότητα λογιζόμενοι. Καν ίδης δέ τινα qui ob falsi nominis scientiam superbiunt, et pri
των επί ψευδωνύμιν γνώσει μέγα φρονούντων (2), vis quibusdam dog inalibus assentiuntur, ac loco
και προσγεμόντων εαυτούς μοχθηρών τινων δογμά- nominis Christiani, ab uno aliquo heresiarcha sibi
των συγκαταθέσεσι (3), και αντί του ονόματος των nomen asciscunt, puta a Marcione , aut Valentino ,
Χριστιανών, αφ' ενός τινος των αιρεσιαρχησάντων aul ab aliquo eorum qui ex ignotis nunc conspicui
εαυτούς ονομάζοντας, Μαρκίωνος, η Ουαλεντίνου , ή sunt: velim noveris los quoque sua nomina
των νυν επιπολαζόντων τινος, γίνωσκε, ότι και ούτου νοcasse in terris , ut qui hominibus corruptis ac
επεκαλέσαντο τα ονόματα αυτών επί των γαιών, plane terrenis sese addixerint.
φθαρτοις ανθρώπους και το όλον γηινους εαυτούς
προσνειμαντες.
8. Και άνθρωπος έν τιμή ών , ου συνηκε · 8. VERS. 13, 14. Ει homo cum in honore essel ,
παρασυνεβλήθη τοις κτήνεσι τοϊς ανοήτοις, και non intellecit: comparatus est jumentis insipientibus,
ώμοιώθη αυτοίς . Αύτη η οδός αυτών σκάνδαλον ει similis [actus est illis. Ηαε νια illorum scandalum
ευδοκήσουσι. Μέγα άνθρωπος , και τίμιον ανήρ homo, et pretiosum quildain vir misericors, digni
ελεήμων, το τίμιον εν τη φυσική κατασκευή έχων. Latem excellentiamquein naturali sua constructione
Τί γάρ των επί γης άλλο κατ' εικόνα του κτίσαντος habens. Quid enim aliud ex iis quæ in terra suni,
γέγονε ; Τίνι ή κατά πάντων (4) αρχή και εξουσία ad Conditoris imaginem factum est 89 ? Cui princi
των τε χερσαίων και ενύδρων και εναερίων ζώων patus et polestas in omnia animalia Lum terrestria,
κεχάρισται; Βραχύ μεν υποβεβηκε την των αγγέλων ιuim aqualilia,tum aerea Concessa est 88 ? Est quidem
αξίαν διά την προς το γεώδες σώμα συνάφειαν · τον paulo inferior angelis dignitate **, ob suam cum
μεν ουν άνθρωπος εποίησεν από της γης, και τους terrestri corpore conjunctionem : quippe lhominen
Δειτουργούς αυτού πυρός φλόγα· αλλ' όμως και γε fecit de terra 88 , Ει ministros suos Kammam
του νοείν και συνιέναι τον εαυτών Κτίστης και Δη- ignis 86. At certe vis intelligendi et cognoscendi
μιουργόν δύναμις και εν τοις ανθρώποις υπάρχει. C Conditorem et Opifcenm suuin inest etiamin homi
Ενεφύσησε γάρ (5) εις το πρόσωπον · τουτέστι , nibus. Insufflαυit enimin faciem ; hoc est, aliquant
μοιράν τινα της ιδίας χάριτος εναπέθετο τω αν- gratiae proprie 185 partem in hominem immisit,
θρώπω, ίνα τώ ομοίω επιγινώσκη το όμοιον. Αλλ' ut simile per simile cognoscar. Attamen cum in
όμως έν τιμή ών τηλικαύτη, εκ του δεδημιουργή - tanto esset honore , ex eo quod ad Conditoris ima
σθαι κατ' εικόνα του κτίσαντος, υπέρ ουρανόν, υπέρ ginem conditus esset , magis celo , magis sole,
ήλιον, υπέρ τας των αστέρων χορείας τετιμημένος magis stellarum choreis honOratus (ecquod enim
(τίς γάρ των ουρανών (6) εικών είρηται του Θεού colorum imago Dei allissimi dictum est ? qualen
του υψίστου; ποίαν δε ήλιος εικόνα σώζει του κτί- ctiam imaginem conditoris sui servat sol 3 quid
σαντος ; τι η σελήνη; τί οι λοιποί αστέρες και άψυχα lana ? quid relique stella ? corpora inanimala
μεν και υλικά, διαφανή δε μόνον τα σώματα κεκτη- quidem et ex materia constantia ac solum pellucida
μένοι , εν οίς ουδαμού διάνοια , ου προαιρετικαι Sortile , in quibus nusquam mens est , non volun
κινήσεις , ουκ αυτεξουσιότητος ελευθερία αλλά δούλά 1arii motius, non liberium arbitrium ; sed serviunt
έστι της επικειμένης ανάγκης, καθ' ήν απαραλλά- iucumbenti necessitati, per quam semper modis
κτως αει περί τα αυτά αναστρέφεται) : υπέρ ούν intmutabilibus circa eadem versantur) : homo ,
ταύτα ταίς τιμαίς προηγμένος ο άνθρωπος, ου συν- Ρ inquam, nmagis his lionoratus , non intellexit, sed,
ήκεν, αλλά καταλιπών το έπεσθαι Θεώ, και ομοιού- quod cum sequi, et Conditori similis fieri neglexit ,
σθαι το κτίσαντι, δούλος γενόμενος των παθών της servus efectus cupiditatum carnis , Comparatus est
σαρκός , Παρασυνεβλήθη τοις κτήνεσι τοίς ανοή- jumentis insipientibus, et similis [ actus est illis.
88 Gen. 1, 27, 88 ibid. 28. 8: Psal. VΙΙ, 6. 85 Gen . 1, 7. 86 Ηebr. 1, 7. 1 Gen. 1, 7.
( 2) Editi cum Reg. quarto μεγαλοφρονούντων. Αι (6) Sic Colbertini quintus, sextus et septimus
Inss. octo μεγαφρονούντων . cuin duobus Regiis el cum cititione Basil. Edilio
(3 ) Sic mss. Oclo , a quibus non differunt editi , vero Paris. Tl yåp tōv oupaviwv, Ecquid enim ex
nisi quod pro μοχθηρών Ι:abeant πονηρών. Αι ία cælestibus, etc. A quibus omnibus non parum dissi.
Reg. tertio sic legitur, προσνε μόντων έαυτούς πονη del Colb. quillis, in quo sic legilur, Tis ráp tây év
ρων τινων δογμάτων συγκαταθέσεις. ou pava , Ecquis enim corum qui in cælo sunt, dictus
(4) Editi πάντα. Οclo vero mss. πάντων. Νec ita esi imago , elc. Verba illa quæ mox sequuntur, tolav
Taulo post duo Iss. προς το γαιώδες. oź, etc. , eo ordine leguntur in mss. quo cdidinius :
(5 ) Edili ráp groov . Deest onoiy in quinque sed aliter in edilis disponuntur, videlicet lioc inodo :
miss. ποίαν δε εικόνα σώζει ο ήλιος του κτίσαντος.
PATRO1.. GR. XXIX .
 S. BASILII MAGNI 432
Nunc quidem tanquam equus amore furens femi- A τους, και ώμοιώθη αυτοίς· νυν μεν ώς ίππος θη
narum, adhinnit proximi sui uxori 88 : nunc vero λυμανής χρεμετίζων επί την γυναίκα του πλησίον
Tanquam lupus rapax alienis insidias struit 88 :inter - αυτού · νύν δε ως λύκος άρπαξ εφεδρεύων τοις άλ
dom ob adhibituno adversus fratrein dolum, ver- λοτρίοις · άλλοτε δε (7) διά του προς τον αδελφών
suliæ vulpis assimilatur " . Est autem cumulus δόλου τη πανουργία της αλώπεκος εικαζόμενος.
staltitiae et dementiae plane belluine, eum qui con- Υπερβολή δε της ανοίας και της κτηνώδους αλογία ;
dilus est ad Creatoris imaginem , neque primam τω όντι μήτε της εξ αρχής εαυτού κατασκευής έπαι.
suam constitutionem percipere, neque lot ac tanta σθάνεσθαι, δημιουργηθέντα κατ' εικόνα του κτίσαν
pro se dispensala mysteria intelligere velle , et ne τος, μήτε τάς τηλικαύτας υπέρ αυτού γενομένας
ex illis quidem dignitatem suam cognoscere : sed οικονομίας νοείν βούλεσθαι (8), και απ' εκείνων
iramemorein esse, quod abjecla rei celestis ima- γούν έαυτού γνωρίζειν το τίμιον· αλλ' αμνημονείν,
gine, rei terrence imaginem sumpserit. Αtque ut ότι αποβαλών την εικόνα του επουρανίου, ανέλαβε
ne in peccato permaneat, propter eum Verbum caro την εικόνα του χοϊκού. Και ίνα μή εναπομείνη τη
factum est, el habitavit in nobis 61, el usque adeo αμαρτία , δι' αυτών Ο Λόγος σαρξ εγένετο, και
se ipsum depressit , ut factus sit Obediens usque ad έσκήνωσεν εν ημίν , και επί τοσούτον εαυτόν ετα
morlenm , mortem autem crucis 91. Prime tue ori- Β πείνωσεν , ώστε γενέσθαι Υπήκοος μέχρι θανάτου,
ginis si memor non es , ex persoluto pro te pretio θανάτου δε σταυρου. Ει μη της πρώτης σεαυτού
qualemcunque dignitatis due notionem accipe; ad γενέσεως μέμνησαι, εκ της καταβληθείσης υπέρ σου
pretium illud quo commutatus es respice , tuani- τιμής λάβε του αξιώματος έννοιας: απόβλεψόν σου
que agnosce dignitatem. Emplus es pretiosissimo προς το αντάλλαγμα, και γνώθι σεαυτού την αξίαν.
Christi sanguine; peccati ne fias servus. Intellige Τα πολυτιμήτη αίματι του Χριστού ήγοράσθης :
uam praestantiam , ut ne jamentis insipientibus μη γίνου (9) δούλος της αμαρτίας. Σύνες σεαυτού
assianileris. VERs. 14. Η ας υia eorum, scandalum της τιμής, ίνα μη παρεικασθής τους ανοήτοις κτή
εφείς. Οui res nostras moderatur Deus , obsistit νεσιν. Αύτη η οδός αυτών σκάνδαλον αυτοίς. Ο
nobis per malitie viam incedentibus, offendicula el οικονομών τα ημέτερα Θεός εμποδίζει ημίν διά της
impedimenta objiciens , ut a vita rationis experie κακίας βαδίζουσιν, προσκόμματα ημίν και κωλύ
resilientes, postea in nostro ore complaceamus , ματα τιθείς , ίνα, αποστάντες της κατά αλογίαν
ubi corde quidem crediderimus ad justitiam , ore ζωής, μετά ταύτα εν τω στόματι ημών ευδοκήσω
vero confessi fuerimus ad salutem23. Persequebatur μεν, καρδία μεν πιστευσάντων εις δικαιοσύνης,
Paulus, devastabat Ecclesiam Christi 4, suum ad , στόματι δε ομολογησάντων εις σωτηρίαν. Έδίωκε
nequiliam cursum acceleravit : deinde in ore suo “ Παύλος, επόρθει την Εκκλησίας του Χριστού, εν
coιnplacuit, cum annuntiaret in Synagogis , Quod ήκεν αυτού τον δρόμον τον επί την πονηρίαν (10)
hic est Christus •8 . μετά ταύτα εν τω στόματι αυτού ευδόκησε, καταγ
γέλλων εν ταις συναγωγαίς, "Οτι ούτός έστιν ο
Χριστός.
9. VERS. 13. Sicut oues in inferno posuit, mors 9. Ως πρόβατα έν άδη έθετο (11), θάνατος
depascet eos. Quicunque autem belluini sunt ac ποιμανει αυτούς. Τους δε κτηνώδεις και παρασυμ
comparati fuere stolidis pecoribus , velut oves βληθέντας τους ικτήνεσι τοις ανοήτοις, ώς πρόβατα
neque intellectum neque defendendi se facultatem ούτε σύνεσιν έχοντα, ούτε την προς το αμύνασθαι
habentes, is qui ad capivitatem rapίι , cum inimi- δύναμιν, ο διαρπάζων εις την αιχμαλωσίαν, εχθρός
cus sit , 186 jam in suam ipsius arcerm conjecit , ών, ήδη κατέβαλεν εις το ίδιον αυτού οχύρωμα ,
ac morti tradidit pascendos . Depascebat enim mors και παρέδωκε τώ θανάτω ποιμαίνειν (12). Εποί
ab Adam ad usque Moysis administrationem 96, μαινε γάρ ο θάνατος από 'Αδάμ μέχρι της κατά
donec venit verus pastor , qui suam animam pro Μωϋσέα πολιτείας, έως ου ήλθεν ο αληθινός που μέν,
ovibus posuit 21, sicque eas secum excilatas, el exp ο θείς την εαυτού ψυχήν υπέρ των προβάτων, και
inferni carcere ad resurrectionis maluminum edu - ούτως εαυτώ συναναστήσας και εξαγαγών εκ της
88 Jerem. V, 8 . 89 Ezech. XXII, 27. 90 Ezech . ΧΙΙ, 4 ; Luce , ΣΠΙ . 59 . 91 Joan. 1, 14. 95 Philip. 1, 8 .
18 Κοιν. , 10. • Acl. VΙνι , 3. 95 Aci . , 22. 96 Rou. V, 14. 97 Joan. Χ , 15.
( 7) Deest δε in mss. non paucis. ÈQUTOUS, Lonstiluerunt se ipsos. Nam ita scripsisse
18) Ila editi cum solo Colb . septimo. Al alii de. Syminachuni locupletissimi Iesles Eusebius el
cem mss. νοείν βουληθείς . Theodorelus lilleris prodiderunt,
(9 ) lia sex mss . Edili vero un rivn . (12) In editione Paris . ila editum invenitus tu la .
(10) Colbertini primus et sextus δρόμον, ον επι νάτω ποιμαίνειν. Και κατακυριεύσουσιν αυτών οι
την πονηρίαν έτρεχε : quod quin ex aliquo glosse- ευθείς το πρωί, Ει dominabuntur eorum Tecli 12
male in lexlum irrepserit, non dubilo . maιulino. Sed illa, και κατακυριεύσουσιν, etc., in
(11) Apud LXX pro Eleto , posuit, legitur coavto, mss. desiileranlur. Nec valde admodum dubitamus,
positi sunt, nec ab eis dissenlit Vulgata. Symma: quin hæc, el alia mulla , e Bibliis contextu a qui
chus, si Nobilio fides habealur, ita interpretalus busdain librariis adjecla sint, eoque magis , quod
est, ως βοσκήματα άδου έταξεν αυτούς, Sicut pecora seriemi Oralionis intercidere videalilur. Quare ipsa
inferni constiluil eos. Sed facile crediderim eum delere satius duximus. Hoc ipso in loco edili 'E20
falli , atque pro έταξεν αυτούς legendum esse έταξαν μανε γάρ. Αι Iss. Eποίμανς .
45 HOMILIA IN PSALMUM XLVIU , 434
φυλακής του άδου εις την της αναστάσεως πρωΐαν, A clas, reclis tradidit, loc est , sanctis suis angelis ,
παρέδωκε τοις ευθέσι, τουτέστι , τοις αγίοις αυτού cas ut pascerent. Ειdominabuntureorum recii in ma
αγγέλοις, εις το ποιμαίνειν αυτούς. Και κατακυριεύ- tulino . Cuilibel cnim fidelium est angelus adjunctus,
σουσιν αυτών οι ευθείς το πρωί (13). Εκάστω γάρ qui dignus est qui diversanterm in celis Palrein
των πιστών εστιν άγγελος παρεζευγμένος , άξιος νίdeal. Hi igitur recti eis ex alnarissima servitute
του βλέπεις τον Πατέρα τον εν τοις ουρανοίς . Ούτοι liberalis dominabuntur , ct dominabuntur ipsis con
ούν οι ευθείς κατακυριεύσουσιν αυτών εκ της πικρο-
stitutis in malatino , hoc est, ad lucis exortunm nc
τάτης δουλείας ελευθερωθέντων, και κατακυριεύ ccdentibus. Considera omnem verborum Scripturæ
σουσι των γενομένων (14) εν τη πρωΐα, τουτέστι, serieum : Homo cum in honore esset , non intellecil ;
των υπελθόντων την ανατολήν του φωτός. Θέασαι comparatus est jumentis insipientibus. Qui ex $12
πάντα τον ειρμόν των γραφικών σημάτων. "Άνθρω- conditione habet dignitatem, el propter inhabitans
πος, έν τιμή ών , ου συνήκε» παρασυνεβλήθη τοίς in ipso peccalum , non cognoscit se ipsum , is ju
κτήνεσι τοις ανοήτοις. Ο διά μέν την κατασκευής mentis comp.ralus est. Deinde quod a verbo Dei
έχων το τίμιον, διά δε την ενοικούσαν εν αυτώ αμαρ- sese abalienavit, efectum brulum, velut ovem pa
τίαν ουκ αισθανόμενος εαυτού, ούτος παρασυνεβλήθη store destitula0 inimicus abripuit, posuitque in
τοϊς κτήνεσιν. Είτα διά το αλλοτριώσαι εαυτόν του Β inferno, et morti tradidit pascendum. Quapropter
θεού λόγου (15), γενόμενον άλογον, ως πρόβατον inde exemplus, et a valigno pastore liberatus , ait :
αποίμαντον ο εχθρός διαρπάσας εν τώ αδη έθετο, και Dominus pascil me 98, et non amplius inors, sed
παρέδωκε τώ θανάτω ποιμαίνειν. Διά τούτο ο εκείθεν vita : non amplius casus, sed resurrectio : non ani
δυσθείς, και του πονηρού ποιμένος απαλλαγείς, λέ . plius mendacium, sed veritas. Ει auxilium eorum
γει το, Κύριος ποιμαίνει με. Και ουκέτι θάνατος , velerascel in inferno. Aul loquitur de morte , quae
cum omni suo præsidio eos , quos pascebat, deli
αλλά ζωή • ουκέτι πτώσις , αλλ ' ανάστασις· ουκέτι το
ψεύδος, αλλ' η αλήθεια . Και η βοήθεια αυτών πα- nere non potuit, propter illumn a quo destructus est
λαιωθήσεται εν τω άδη. " Ήτοι περί του θανάτου is qui mortis liabebat imperium 8 ; quorum omne
λέγει, του μή δυνηθέντος μετά πάσης αυτού της auxilium vetus et infirmum est. Tuncque redargue
βοηθείας αντισχέσθαι των υπ' αυτού πουμαινομένων tur auxilium hominum eorum, qui mente decepιι,
διά τον καταλύοντα τον το κράτος έχοντα του θανά- ob divilias gloriamque et potestalem se ipsi mul
του · ών πάσα η βοήθεια παλαιά και ασθενής. Και τα efferunt. In inferno velerascet ιum, cum fuerit
τότε εξελεγχθήσεται η βοήθεια των ανθρώπων των eorumimbecilitas deprehensa. Αut forte auxilium
ή πατημένων (16) τη διανοία , τα πλούτη, και δόξη, justorum quos redermit Dominus, in inferno pro
και δυναστεία μέγα φρονούντων. Εν τω βίδη πα- tendetur. Nondum enim acceperant promissiones,
λαιωθήσεται, ελεγχομένης αυτών της ασθενείας. quod Deus de nobis melius quid provideral '; ne ii
"Η μήποτε η βοήθεια των δικαίων των λυτρωθέντων qui praiverant , sine nobis consuin marentur. VERS.
παρά Κυρίου ταραταθήσεται εν τω άδη. Ούπω γάρ 16. Verumtamen Deus redimet animam meam de
έκομίσαντο τας επαγγελίας, του Θεού περί ημών (17) manu inferi, cum acceperit me. Palain predicit Do
κρείττον τι προβλεψαμένου, ίνα μή χωρίς ημών τε miniad inferos descensum , qui una cum aliis ipsius
λειωθώσιν οι προειληφότες. Πλήν ο Θεός λυτρώσε- etiam Prophete animam liberabit, ut ne illic re
ται την ψυχήν μου εκ χειρός άδου, όταν λαμ- maneat.
βάνη με. Σαφώς προφητεύει την του Κυρίου κάθοδον (18) εις άδου, ός μετά των άλλων και αυτού λυ
τρώσεται του Προφήτου την ψυχήν, ως μη εναπομείναι εκεί.
10. Μή φοβού, όταν πλουτήση άνθρωπος, ή 10. VERS. 17. Ne timueris, cum dives [actus fue
όταν πληθυνθη η δόξα του οίκου αυτού . Μή φο- rii homo , vel cum multiplicata fuerit gloria domus
βού, φησίν, όταν πλουτήση άνθρωπος (19). Αναγ- ejus. Ne timueris, inquit, cum dives factus fuerit
καίον και τούτο το κήρυγμα τοϊς την οικουμένην κατ- homo. Necessaria est et haec predicatio iis qui or
οικούσι, τούς τε γηγενέσι και τους υιούς των ανθρώ- , bem habitant, terrigenisque ac fliis hominum, di
πων, πλουσίοις τε ομού και πένησε. Μή φοβού , Ρ vitibusque simul el pauperibus. Ne timueris , cun:
όταν πλουτήση άνθρωπος. "Οταν ίδης, φησίν, άδι- dives [ actus fueril homo. Cum videris, inquit, inju
κον μέν πλουτουντα, δίκαιον δε πενόμενον, μη φοβη- stum dilescentem, justum vero egentem, ne timcas
θής κατά σεαυτόν μη πτοηθής τη διανοία , ώς άρα opud temetipsum ; ne consterneris animo, tannual
18 Psal. XXII, 1. 99 Helhr. 11, 14. 1 Ηebr. xι, 40.
(13) Sicmss. qualuor. Editi cum Reg. sexto co (17) Illud, περί ημών, albest a quatuor mss.
πρωί . (18) Reg. tertiuς του Χριστού κάθοδον . Ιbidlein
(14) Colbertini priτης el sextus cum Reg. 1er- editio Paris. την εις άδου. Deest την in iis quos vi-.
tiο τους γενομένους... τους υπελθόντας. Αι alii niss. dimuis codicibiis el in editione Basil.
non pauci cuin editis it in textu . (19) 1lla, Μή φοβού , φησίν, όταν πλουτήση άν
( 15 ) Reg . leriius Oelou abyou, a verbo divino.
το . OPM TOS, desuni quideni in editis et in Culb . sepli
(16 ) Ita Colbertini prionis , quintis, sextus el mo : sed leguntur in Regiis primo, secondo, lerijo ,
septimus, perinde alque Regii leriius el quartus. quarto et sexto , inque Colbertinis primo, quinto et
Editi cuin Regiis secundo el sexlo ήπατημένη. sex ' o . Station Reg. tertius Éti xal tois viois .
€35 S , BASILII MAGNI 46
si nusquam sit providentia Dei, que res humanas A ουδαμού έστι πρόνοια Θεού επισκοπούσα τα ανθρώ
inspiciat ; aut sit quidem fortassis inspectio divina, πινα· ή έστι μέν που τάχα η θεία επισκοπή, ου μην
sed ea nequaquam ad terrestrem locum pertingat, και προς τον περίγειον τόπον φθάνει, ώστε και το
adeo ut res quoque nostras 187 inlueatur; elenim ημέτερα έφοράν. Ει γάρ πρόνοια ήν, εκάστω μερί
si esset providentia , unicuique distribuerel propria , ζουσα τα οικεία, ώστε πλουτεϊν μεν τους δικαίους ,
sic ut diviles quidem essent justi, qui divitiis uti τους επισταμένους τα πλούτη χρήσασθαι, πένεσθαι
scirent : pauperes vero essent mali, quibus divitie δε τους πονηρούς τους έχοντας (20) όργανον της οι
instrumentuin forent sueipsorum iniquitatis. Cum κείας πονηρίας τον πλούτον. Επεί ούν πολλοί εισιν
igitur multi sintinter gentes atque terrigenas, qui εν τοις έθνεσι και τους γηγενέσιν οι τα τοιαύτα φρο
talia sentiunt , quique propter apparenten inequa- νούντες , και διά την φαινομένην ανωμαλίαν του επι
Titatem distributionis rerum ad vitam pertinentiam, μερισμού των βιωτικών πραγμάτων απρονόητον εί
undum citra providential regi suspicantur ; hos ναι τόν κόσμον υπολαμβάνοντες · τούτοις διαλέγεται
compellat sermo, iueruditain ipsorum motuτη coer - ο λόγος , καταστέλλων αυτών την απαίδευτον κίνησιν
cens : quos ips0 elian initio ad audienda dogmata oύς και εν προοιμίοις επί την ακρόασιν των διδαγμά
invitabat. Αnt etiain privatim ad solain pauperiς των εκάλει. "Ή που και προς μόνον ιδίως το πρόσ.
personal orationem convertit , dicens : Ne timeαε, Β ωπον του πένητος αποτείνεται λέγων· Μή φοβού, όταν
cum dives facius fuerit homo. Hi enim vel maxime πλουτήση άνθρωπος. Ούτοι γάρ και μάλιστα παρα
indigent consolatione , ne potentiores reformident. μυθίας δέονται προς το μη υποπτήσσειν τους υπερ
Nulla enim, inquit, utilitas est diviti morienti, cuan έχοντας. Ουδέν γάρ, φησίν, όφελος των πλουσίω άπο
non queat secum auferre divitias; qui scilicet id θνήσκοντι, μή δυναμένω λαβείν τον πλούτον συν
ex earun possessione lucratus sit solum, quod εαυτώ · ός γε τοσούτον από της απολαύσεως εκέρ
ipsius anima in hac vita al adulatoribus beata pre- δαινε μόνον, όσον την ψυχήν αυτού εν τη ζωή
dicata sit. Verum cum moritur , non assumet, in- ταύτη (21) παρά των κολάκων μακαρισθήναι. Έν
quit, oιnnem hanc opulentiam : vix indumentum δε τώ αποθνήσκειν, ου λήψεται, φησί, πάσαν ταύτην
accipiet , quo pudenda ejus legantur, idque, si vi. την περιβολήν μόλις ένδυμα λήψεται καλύπτον αυ
Sum fuerit famulis ipsuin amicientibus. Bene cuτα του τα άσχήμονα και τούτο , εάν δόξη των οικετών
e0 actuam fuerit, si exiguam terral sortiatur, ein- τοϊς περιστέλλουσιν. 'Aγαπητόν αυτώ γης ολίγες
que ipsi a funeris curatoribus data m ob.conimise- λαχείν και ταύτης δι' οίκτον διδομένης αυτό παρά
rationem : qui ei isthrc priestant, ob communis των κηδευόντων, οίτινες αυτό παρέχονται ταύτα αι
sed humanam naturam Isonore aficieules. Proinde " αυτώ χαριζόμενοι, αλλά τιμώντες την ανθρωπότητα.
ne sis pusillo animo circa presentia : sed exspecia Mή μικροψύχει ούν περί τα παρόντα , αλλά ανάμενε
vealanm illain el perpetuani villain. Tunc enin vi- την μακαρίαν εκείνην ζωήν και απέραντον. " Όψει

privationem ei qui justus est bene cedere. Ει ne και η άδοξία , και η στέρησης της τρυφής. Και μη
confurberis nunc propter ea quae pulantur bona, ταραχθής νυν επι τοις νομιζομένοις αγαθοίς , ώς αδί
13nquanι injuste sint divisa. Αudies enim quomodo κως μεριζομένοις . 'Ακούση γάρ πως το μεν πλου
dicetur diviti quiden : Recepisti bona tua in vitα σίω λεχθήσεται» 'Απέλαβες τα αγαθά σου εν τη
ιμα 1; pauperi vero quod acceperit mala in vita sua. ζωή σου · τω δε πένητι, ότι απέχει τα κακά εν τη
Quapropter ut hic jure ac merito reperit consola - ζωή αυτού. Διόπερ ακολούθως ο μεν παρακαλείται.
είonein , ita ille dolore crucialur. VERs. 19. Confile- ο δε οδυνάται. Εξομολογήσεταί σοι, όταν αγαθύ
bor libi, cum benefeceris ei. Loquitur de liomine γης αυτώ (23). Περί του χοϊκού ανθρώπου και αγαθά
terreno, et qui bona esse existimal solus vite hu- νομίζοντος είναι μόνα τα του βίου τούτου προτερή
jus praerogalivas, spes , sauitatemque et potentiam. ματα, πλούτον, και υγίειαν, και δυναστείαν, περί
De lioc isto dicit, quod Deo conflebitur, cum fuerit τούτου φησίν, ότι εξομολογήσεται τω Θεώ, όταν αγα
affectus beneficiis ; in adversis autem omnem pro- θύνηται · εν δε τοις περιστατικούς πάσαν αφίησι
feral blaspliernian . Nam relicio paupere, Deum jam δυσφημίαν. Καταλιπών γάρ τον πένητα , προς τον
::lloquitur: in redarguendis divitiis etiam hoc adhi- Θεόν ήδη ποιείται τον λόγον· εν κατηγορία τη του
Dens, quod dives in sola opulentia Deo agai gratias, πλούτου (24) παραλαμβάνων και το εν τη ευθηνία
* Luc. XVI, 25.

(20) Sic Regiiprimus, secundus, terlius el sex -
tus, non secus ac Colbertini terlius, quintus et
septimus cum editione Basileensi. Editio vero Pa
ris. cum Colb. sexlo τους μη έχοντας , non even
date.
(21) Reg. tertius εν τη ζωή αυτού .
(22) Sic quinque mss. Deest xal in editis.
(25) Sic inss. octo cuni editione Romania . Edili
Vero el Colo. Sextus αγαθύνης αυτόν. Μox Colyer .
tini sexlus et septimus cum Reg . tertio ĉEouchort.
osta ..
(24) Editi cum mss. non paucis év xatnyopla si
του πλούτου. Αι Coisl. εν κατηγορία τη του πλού
tou. Combefisius ex Calena legendum censel Èy ti
κατηγορία του πλούτου : a qua conjectura coder
Cuisi. nou mulium abludit. Ibidem editi et mss.
nonnulli xal tÒ Èv tñ. Alii quidam mss, xat couco
εν τη. Reg . (uartus και τούτο το εν τη .
4 :7 110MILIA IN PSALMCM XLVIII. 4:58
μόνη ευχαριστείν τω Θεώ, σκυθρωπoτέρων δέ τινων A nec amplius ilen permanent , ubi res aliquae Iri
περιστάντων, μηκέτι τον αυτόν διαμένειν. Τοιούτον stiores acciderini. Taie enim est etiamillud diaboli,
γάρ έστι και το του διαβόλου είς κατηγορίας προσφε- in criminis Ioro oljectum Jobo, quod Job non gra
ρόμενον τώ (25) Ιώβ, ότι ου δωρεάν σέβεται 'Ιω6 tis colat Doninum , sed divilias merceden pietatis
τον Κύριον, αλλά μισθόν έχει της ευσεβείας τον πλού- obtineat , et reliqua. Ιdcirco etiam ad ostendendam
τον , και τα λοιπά. Διό και είς απόδειξιν της του αν- viri virtutem, eum iis quae possidebal privavit Deus,
δρός αρετής εγύμνωσεν αυτόν ο Θεός ών είχεν, ίνα ut in omnibus gratus liominis in Deum animus in
διά πάντων διαφανή το πρός Θεόν ευχάριστον. του nolesceret.
ανθρώπου .
11. Εισελεύση(26) έως γενεάς πατέρων αυτού. 11 . VERS. 20. Introibis usque in progenies patrum
Οίμαι λέγειν περί του αμαρτωλού , ότι τοσούτον επι- ipsius. 188 Arbitror eum lioc de peccatore dicere,
γινώσκει Θεόν (27), όσον ή των πατέρων αυτού συν- quod tantum cognoscit Deum, quantum patrumipsius
ήθεια παραδέδωκε τη δε οικεία του φρονείν δυνάμει consuetudo tradidit ; propria vero Sapienzli facul
ουδέν πλέον προσκτάται, ουδε προστίθησιν εαυτώ εις tate nihil amplius acquirit , neque parat sibi quid
τήν της αληθείας επίγνωσιν. Τοσούτον ούν, φησί, quam ad veritatis agnitionem. Tantum igitur, in
παραγίνη συ, ο Θεός , και τοσαύτη εστίν εν αυτώ ή Β quit, accelis tu, Deus, et tanta ei de le inest intel
περι σου έννοια, όση εν τη γενιά των πατέρων αυτού ligentia , quanta in generatione patrum ipsius
υπήρχε. Και ενταύθα το αργόν πολύ της διανοίας exstilit. Ει 1:ic animum valde inerlem et Iolum
και όλον γήϊνον και φιλόσαρκον του εν πλούτο και terrenum ac carni addictum exhibet ejus , qui in
τρυφή κυλιομένου παρίστησι, και του υπέρ των βιω- divitiis deliciisque volu !atur, ac mentem habet hu
τικών μεριμνών καταπεπνιγμένον τον νούν έχοντος . jus vitae curis sufocalam. Quapropter usque in ter
Διά τούτο έως αιώνος ουκ όψεται φως. Οι γάρ τυ- ηum non videbit lumen. Qui enim se czecis doctori
φλοίς διδασκάλους την οδηγίαν εαυτών επιτρέψαντες bus ducendos commiserint, semelipsos lucis usu
εστέρησαν εαυτούς της του φωτός απολαύσεως. privaverunt . Quin et lalem quemlam sensum habet
"Έχει δέ (28) καί τινα τοιούτον νούν το, Εισελεύση illud , Introibis usque in progenies patrum ipsius.
έως γενεάς πατέρων αυτού. Τουτέστι, τους εν πο- Hoc est, eos, qui in mala vita et dogmatibus pa
νηρώω βίω και δόγμασι πατρίοις μεν, αλλοτρίως δε ternis quidem, sed a pietate alienis, depreliensi
έχoυσι προς την ευσέβειαν, καταληφθέντας (29), ουκ sunt, non ulcisceris niodo, sed auctores etiam pra
αυτούς εκδικείς μόνον, αλλά και τους αρχηγούς των Forum dogmatum inquiris . Αιφue hoc est quod li
μοχθηρών διδαγμάτων επιζητείς. Και τούτο εστι το , citur : Introibis usque in progenies patrum ipsius .
λεγόμενον (30): Εισελεύση έως γενεάς πατέρων " Non enim solum qui prave de Deo sentit, reus est :
αυτού. Ου γαρ μόνον ο πονηράς έχων περί Θεού εν- sed etiam qui aliis ad hanc perditionerm preivit.
νοίας υπαίτιος, αλλά και ο τούτων προς την απώλειαν Εjusmodi autem sunt et qui majorum malignitater»
ταύτην καθηγησάμενος. Τοιούτοι δε οι και την προ- Suscepere : que , quod diutina consuetudine corro
γόνων κακίαν διαδεξάμενοι, και δυσέκνιπτον έχοντες, borata est, elui vix potest. Usque in alernum non
διά το χρονίω έθει βεβαιωθήναι. "Εως αιώνος ουκ υίdebitlumen. Mittuntur enim In tenebras exteriores,
όψεται φώς. Πέμπονται γάρ Εις το σκότος το εξώ - ubi erit letus el stridor dentium ; idque justo Dei
τερον · εκεί έσται ο κλαυθμός και ο βρυγμός των judicio paliuntur, cum in Itae vita inter mala pa -
οδόντων και τούτο κατά την δικαίαν κρίσιν του tranda oderint Iuinen. VERS. 21. Homo cum in ho
Θεού υπομένουσιν, επειδή εν τω βίω τούτω, διά του nore esset, non intellecit ; comparatus est jumentis
τα φαύλα (31) πράσσειν, εμίσουν το φώς. "Ανθρω insipientibus, el similis factus est illis. Miserabilis
πος , έν τιμή ών , ου συνηκε παρασυνεβλήθη τοίς Vox. Homo, paulo angelis inferior 8, de quo et Salo
κτήνεσι τοις ανοήτοις, και ώμοιώθη αυτοίς. Σχε . Πιοn ait : Magnum quiddam est loino, el res pre
τλιαστική η φωνή. "Ανθρωπος, ο βραχύ τι παρ' αγ- , iosa vir misericors 6 : hic ipse , eo quod propriani
• Job 1, 9. • Matth. ναι, 12 . * Ηebr. ΙΙ, 7, 9. 6 Proν. Xx, 6.
(25 ) Codex Combeſ. cum Coisl. Toorspóuevov lloc idem peccalum el in edilione Basil. el in Re
tū . Aliquanto postColb . priinus toy @ zóv. giis secundu , tertio et quarto pariter reperitur ,
(26) Regii secundus, tertius el sexlus et editio Sed lamen scripturam veram, τοσούτον επιγινώσκει
Basil. elgeleúon , introibis : quam scripluram et bi Oby , luentur ium editio Parisiensis , lim Colberii.
Tres codices et editio Basil. in duobus locis se- mi quintus, sexliis ?t seplimus. Ibidem editio Bursil.
quentibus constanter exhibent. Et ita scripsisse el Regii secundus, lertius et quartus cum Coisl. Öz!
Basilium Iola orationis Series aperle ostendit . Ita τη των πατέρων αυτού συνηθεία παραδέδοται .
quoque olin legebatur apud tres interpretes , auctore (28 ) Sic mss. septem . Abest oé ab editis .
Theodorelo . Ai Colberlini sexlus el septimis , et ( 29) Editio Basil. el quatuor mss . καταλειφθέν
Reg. quartus, el Oliv. et LXX el edilio Paris. 125. Editio vero Paris. cuin Colb . quinto el ( 11113
εισελεύσεται, introibit. Ubi Hot: ndum, hic quidem Reg. Sexto καταληφθέντας .
in ultimis tribus codicibus legi εισελεύσεται : Sci (50) Regii tertius et quarius λεγόμενον ότι. Sta
infra in iisdem semel aut iterum legi εισελεύση. tin Reg . tertius αλλά και ο τούτου, Editi el mu!!i
(27) Air Combefisius legi fado errore in Calena , ass. τούτων.
τοσούτον επιγινώσκει ο Θεός, id quod ita rellidil (51) Reg. 1ertiας δια το τι φαύλα .
Curierius, quod landiin cognoscal eum Deus , che,
 159 S. BASILII MAGNI 4.0
τιου percepit dignitatem, sell cariis cupiditatibus A γέλους ελαττωθείς, περί ου και ο Σολομών φησι
succubuit, Comparatus est junmentis insipientibus, et Μέγα άνθρωπος , και τίμιον ανήρ ελεήμων · ούτος
similis fnctus est illis. διά το μή αισθανθήναι του οικείου αξιώματος, αλλ'
υποκύψαι τοις πάθεση της σαρκός, Παρασυνεβλήθη τοις κτήνεσι τοις ανοήτοις, και ώμοιώθη αυτοίς.
IN PSALMUM LIX . ΕΙΣ ΤΟΝ ΝΘ ΨΑΛΜΟΝ (32 ).
1. Cum vestrain ad audiendum alacritatem, mea . 1. Προς το πρόθυμον αφορώντα της υμετέρας ακοής,
τωνque virium debiliralemintueor, similitudo pueri και το της έμαυτού δυνάμεως ασθενές, υπήλθε με τις
cujuspian animum subit : qui quidem jam robustior εικών παιδίου νεανικωτέρου λοιπόν, ούπω μέντοι απο
est, neculum tainen a lacle depulsus fuit, sed nma- γεγαλακτισμένου , διοχλούντος δε (53) την μητρώαν
terinam na millan pre infirmitate exsiccalam di- θηλήν υπ' αρρωστίας κατεψυγμένην · ώ κάν αισθά
Vexat : cui nmater, etiani si siccos lactis Fontes ha- νηται η μήτηρ ξηράς έχουσα τάς πηγάς του γάλα .
bere se sentiat , φuia tameio trabitur et ab ipso κτος , ελκομένη και σπαρασσομένη παρ' αυτού
vellicatur, mammam porrigit ; non αι nutrial in- τον μαζών επιδίδωσιν ουχ ένα θρέψη το νήπιον,
fauleim , sed ut ipsum ejulianlem sedet. Ει qui- αλλ' ένα παύση κλαυθμυριζόμενον. Και τοίνυν ει
dem tametsi vires nostre Ionga 189 hac ac B και τα ημέτερα κατεξηραμμένα τη μακρά ταύτη και
varia corporis agritudine exaruerunt, nihilomi- ποικίλη του σώματος άρρωστία , όμως πρόκειται
nus tamen presto sunt vobis , non ministra- υμίν, ουκ απόλαυσιν αξιόλογον, αλλά πληροφορίας
ture delicias eximias, sed quod utcunque vobis τινά παρεχόμενα, διότι της αγάπης ύμών το υπερ
satisfacere possit : quippe amoris vestri magniti- βάλλον αρκείται και μόνη τη φωνή τον εφ' ημίν πό
lini salis est, si vel sola voce desiderium in ne θον (34) καταπραύναι. Προσειρήσθω τοίνυν και του
vestrum leniatur . Salutelar igitur Dei Ecclesia, ac Θεού Εκκλησία, και διδασκέσθω λέγειν όπερ αρτίως
dicere discal quod modo legelhamus : VERS. 13. Dα ελέγομεν: Δός ημϊν βοήθειαν εκ θλίψεως , και μα
nobis augilium de tribulatione : et ναna salus homi- ταία σωτηρία ανθρώπου. "Ωστε τάχα ουδε το προφα
nis . Quare foriassis ne causari quidem infirmila σίζεσθαι άρρωστίαν ημϊν ή του ψαλμού διάνοια συγ
1em sini psalmi sententia : siquidem aflictio, non χωρεί, είπερ ή θλίψις βοηθείας πρόξενος, αλλ' ουχ
debilitatis pretextus auxilium opemque conciliat. ασθενείας εστίν αφορμή. Τοις ούν απωσμένους διά
gni ergo sunt repulsi ob eccala, ac deinde Dei τας αμαρτίας , είτα διά φιλανθρωπίαν Θεού (35) πάλιν
misericorilia rursus admissi, iis fuerit opportunam προσδεχθείσιν εύκαιρον λέγειν · Ό Θεός, απώσω
dicere : VERS. 3 . Deus, repulisti nos , et destruristic ημάς, και καθείλες ημάς· ώργίσθης, και ώκτεί
quoniam de psalini sententia incidit sermo, age, γος της του ψαλμού διανοίας ενέπεσε, δεύρο μετρίως
expositioneum ejus aliquatenus aluingamus. άψώμεθα αυτού της εξηγήσεως .
2 . Historia presentis psalmi, ad verbum quidem, 2. Η ιστορία του προκειμένου ψαλμού αυτολεξεί
secundum inscriptionem, pusquam hoc tempore in μεν , κατά την επιγραφήν, ουδέπω και νυν εύρητα!
Traditis divinilus historiis invenitur. Altamen aliqua που κειμένη των θεοπνεύστων ιστοριών • τα μέντοι
huic non imparia ab iis qui diligenter inquirunt, in ισοδυναμούντα αυτή τοις φιλοπόνως ερευνώσιν εν τη
secundo Regnorum libro reperientur, in quo scri. δευτέρα βίβλω των Βασιλειών ευρεθήσεται, εν ή
ptum est : Ει percussil David Adrazar Elium Raab, γέγραπται· Και επάταξε Δαβίδ τον 'Αδραζάρ υιών
τegenu Soba, cum irei ipse ad imponendam manum Ραάβ (36), βασιλέα Σωβα, πορευομένου αυτού
suam super lumen Euphratem. Ει cepit David de επιστήσαι την χείρα αυτού επί τον ποταμόν Εύ
rebus ejus mille currus, et septem millia equitum, et φράτην . Και προκατελάβετο Δαβίδ των αυτού χι
riginti millia virorum peditum. Ει dissolvit David λια άρματα, και επτά χιλιάδας ιππέων , και εικο
omnes currus, et dereliquit es eis centum currus 1. σι χιλιάδας ανδρών πεζών. Και παρέλυσε Δαβίδ
Ει paulo post dicit : Ει regnavit David super Israel, D πάντα τα άρματα, και ύπελείπετο εξ αυτών έκα

(32) Elilio Paris. Τού αυτού εις τον ν0' ψαλμόν. δέ in multis aliis mss. et in editis .
Εις το τέλος τοις άλλο! ωθησομένοις · έτι εις στηλο (34) Editio Basil, el Regij seciindus, tertius e!
γραφίαν τώ Δαβίδ εις διδαχήν, οπότε ενεπύρισε την Sexliis cum Colb . tertio toy Šod úuiv ToOuv. Editio
Μεσοποταμίαν Συρίας και, τηνΣυρίαν Σοβά, και Paris. el nulti alii mss. τον εφ' ημίν πόθον ,
φάραγγι των 'Αλών, δώδεκα χιλιάδας. Ιn inem iis 110lavil Ducæus ex Anglic. et Oliv , addila ſuisse .
gnei immulabuntur ; adhuc in liluli inscriptionem Annotare nostrum est, lioc idem el in nostris quo
ipsi David in doctrinam , cun succendit Mesopola que codicibus inveniri. lofra pro ¿Egyjosus legilur
mian Syrire , el Syriam Soba , el convertil Joab, et in Reg. Tertio Ôny osws.
percussii Edom in valle Salinurun , duodecim millia . (56) Editio Paris. υιόν Ραά6. Editio Basil, et
Ilic litulus neque in nostris undeciin miss. neque in Tres mss. vidu 'Paág . At collex Combeſ. et alii ser
editione Basileensi reperitur . Idcirco autem addi mss. vidy Mwá6 . Ibidem editi e! Colb . septimus
10101 eum ſuisse a typographis putamus, quod lucis Bagihéws Ew6ã . Sed Oliv, ct Anglic , cum aliis decem
aliquid Basiliane explanatiuni allerre vidcatur. usS, βασιλέ , Σωία.
(53) lla Regii secundus, tertius et quar!lis. Pecs!
461 HOMILIA IN PSALMUM LIX . 462
τον άρματα. Και μετά βραχέα λέγει: Και εβασί- Aει εrat David faciens judicium et justitiam, el Joat
λευσε (37) Δαβίδ επί Ισραήλ, και ήν Δαβίδ ποιών filius Sarvia super exercitum erat 8. Nec multo post :
κρίμα και δικαιοσύνην, και Ιωάβ υιός Σαρουΐας Ει miserunt Flii Ammou, el mercede conducerunt
επί της στρατιάς. Και μετ' ολίγα. Και απέστειλαν Syrian Rhoob, et Syriam Soθα υiginti millia homi
οι υιοί Αμμών , και εμισθώσαντο την Συρίαν ηum: el vidit Joab, quod esset ad se contraria facies
Ροώ6 (38), και την Συρίαν Σωβά είκοσι χιλιάδας pralii; et elegit es omnibus fliis Israel, el struce
αντιπρόσωπος του πολέμου, και επέλεξεν (39) εκ παr, quod ceciderunt ante Israel, et transfugerunt ad
πάντων των υιών Ισραήλ, και παρετάξαντο (40) Israel, el servierunt eis . Inscriptionem psalini huic
εξεναντίας Συρίας. Και είδον οι δούλοι Αδρα- fragmento historice reperimus convenire , nisi quod
ζαρ, ότι έπταισαν απέναντι Ισραήλ, και ηυτο- tituli hujus inscriptio id tempus spectat , quo David ob
μόλησαν επί Ισραήλ, και εδούλευσαν αυτοίς . res bello fortiter gestas, multo clarissimus eral ac
Ταύτη τη περικοπή (41) της ιστορίας ευρίσκομεν illustrissianus. Quare par fuerit querere, qua ratione
την επιγραφήν του ψαλμου συμβαίνουσαν πλήν γε a luctu et lamentis ordiatur , cum ipsum ob preclara
ότι ο χρόνος έστι της στηλογραφίας ταύτης, καθ' όν facinora perlatum esse oporteret ac valde hilaren.
λαμπρότατος εαυτού και περιφανέστατος ήν εν τοις D Alie enim sunt festum diem agentium voces, alie
κατά πόλεμον ανδραγαθήμασιν ο Δαβίδ. " Ωστε ζητή- tristium. Epinicia autem argumentum sunt commu
σεως άξιον, πώς από οδυρμών και θρήνων άρχεται, nis celebritatis , non militibus solum, sed etiam
δέον περιχαρή είναι και εύθυμον επί τοις κατορθώ- agricolis et mercatoribus et articibus, et omnibus
μασιν. "Αλλαι γάρ εορταζόντων φωναι, και άλλαι qui bonorum pacis participes fiunt. Quonmodo igi
σκυθρωπαζόντων. Επινίκια δε εορτής υπόθεσις παν- ιur, Deus, repulisti nos, el destruristi nos ? Αιφω
δήμου, ου στρατιώταις μόνον, αλλά και γεωργοίς, eos efecerat victores. Quomodo auleno destruxit,
και εμπόρους, και χειροτέχναις , και πάσι τοις μετ- quoς adeo locupletavit, tradens ipsis arma , el cur
έχoυσι των αγαθών της ειρήνης. Πώς oύν (42), Ο Γus, et equos, el subditos, ac regionen vectigale »,
θεός, απώσω ημάς, και καθεϊλες ημάς; Και μην Arabiam omnem, Phenice », Mesopotamiani ? Ναι
προσελάβετο τους νενικηκότας. Πώς δε καθεϊλεν ούς vitium aliquod ingrali animi verba isilhsec 190
τοσούτον ηύξησε, προσθείς αυτοίς όπλα, και άρματα, pra se ferant, scire opere pretiuum est. Quι enim
και ίππους, και υπηκόους και χώραν υπόφορον, την prius Adrizar regem Soba evertit , cique currus
'Αραβίαν πάσαν, την Φοινικήν (43), την Μέσην των mille eripuit, el septem millia equitum, et viginti
ποταμών ; "Αξιον επιστήσαι, μή τινα αχαριστίαν έχεις millia pediturn, quique rursus Syrie regen Iaps0
τα ρήματα. Ο γάρ ανελών μέν πρότερον τον 'Αδρα - suppelias fereulem redegit in servilulem, fecitate
ζαρ βασιλέα Σωβά, λαβών δε παρ' αυτού χίλια άρμα- veciigalein , ac in uno temporis momento viginti duo
τα, και επτά χιλιάδας ιππέων, και είκοσι χιλιάδας millia ipsius occidit, et tertia victoria ilios Aιη
πεζών, πάλιν δε τον Συρίας βασιλέα επιβοηθούντα ιηοιι, qui aciem instruxerant juxta civitatis portant,
το έπταικότι δουλωσάμενος, και υπόφορον καταστή- per Joab exercitus ducem devicii, qui viribus suis
σας, και εν μιά καιρού ροπή είκοσι και δύο χιλιά- in duas partes divisis, aliis quidem occurrit a frente,
δας (44) αυτού καταφονεύσας , και τρίτην νίκην τους alios vero a tergo adorlus subegit : quomodo post
υιούς 'Αμμών νικήσας παραταξαμένους παρά την ejusmoli strenua facta, adeo tristia ac niesta pro
θύραν της πόλεως διά Ιωά6 του άρχιστρατήγου, ός fert, diceus : Deus, repulisti nos, el destruristi nos :
Φελών δίχα την δύναμιν , τοις μεν απήντα κατά iratus es, el misertus es nostri ? Porro tempus qui
πρόσωπον, τους δε κατά νότου περιελθών εχειρώ- dem inscriptionis tituli, illud erat, quo egregia fa
σατο· πώς επί τοις τοιούτοις ανδραγαθήμασι στυγνά cinora perpelravit : vis vero eorum quae scripta
ούτω και κατηφή φθέγγεται, λέγων · “ Ο Θεός, απ.. sunt , ad finem refertur ; eum autem finer
ώσω ημάς, και καθεϊλες ημάς · ώργίσθης, και dicit, qui in saeculorum consuformatione eventu
ώκτείρησας ημάς ; Αλλ' ο μεν καιρός της στηλο- D rus est. Quapropter el iis , qui immutabuntur,
γραφίας ούτος ήν και των κατορθωμάτων · η δε δύναμις scripιem psalmum esse dicit. Polest autem id
των γεγραμμένων εις το τέλος έχει την αναφοράν intelligi de omni oιnnino Mominum genere, quod
• 1 Reg. VΙΙ, 15,16. • II Reg. 1, 6, 9, 19.
(37) Ita mss. seplem . Editi toacideve. Ibidein lur, nihil innovandum censuimus.
editiv Paris , Éti trávta 'Ispana . Sed quin fuerit ex ( 41) Edition poxoni. Al Oliv , et Anglic. cuin
Bibliis adjecia VOX távta , dubitari vix posse arbi- nosiris duodecim mss. tñ Teplxonn, bene.
Iramur, cum et in editione Basil. cl in nostris une (42) Sic edilio Basil." cum sex mss. Editio vero
decim mss. pariter desit. Paris. Πώς oύν φησιν. Μox editi πως δε και. Deest
(38 ; Editio Paris . 'Pas6 , Almss. Ircs cum LXX xai ini mss. non paucis.
Ροώ6. ( 43) Alia est interpunctio in Coisl. 'Αραβία »,
(39) Elitio Basil. el mss. septem επέλεξεν. Editio πάσαν την Φοινίκην, Arabian, Phenicen onne ».
Paris. Cum Bibliis επελέξατο. Reg. Secundus επέλε. (44) Videtur legisse interpres είκοσι χιλιάδας,
ξαν. cuin vertal, viginti millia. Sed el ini Oliv. clin aliis
(40 ) Corrigendum esse hunc locum ex Oliv. el miss , non paucis legilur eixos! yu! Ojo yuláčas,
Anglic. putat Ducæus, aitque pro trapstábavto le . viginti duo millia , ci ita cililum invenimui ll lieg
gendum esse trapetá bato. Sed cum vulgatam leclio . VIII, 5 .
bem el miss. nostri omnes el LXX ex illo lveau
463 S. BASILII MAGNI 4 .
Ad omnes lujus psalami utilitas perveniat. Qui enim Α τέλος δε λέγει το επί συντελεία των αιώνων έκβήσε.
immutantur, et qui immutabuntur, ii sunt qui ne- σθαι μέλλον. Διό και τοις άλλοιωθησομένοις γεγράφθαι
que ΘBmdem corporis habitum servant, neque in φησι τον ψαλμόν . "Έστι δε άπαξαπλώς περί παντός
eadem semper persistunt sententia : sed qui ut cor - του γένους των ανθρώπων νοήσαι, ώς εις πάντας της
pore alii efficiuntur juxta elalum vicissitudines , ita από του ψαλμού διαβαινούσης ωφελείας. 'Αλλοιούμε
nmente pro casuum varietatibus permulantur. Αlii νοι γάρ και άλλοιωθησόμενοι οι μήτε την του σώμα
12mque sumus pueri, alii puberes, alii viri jam τoς έξιν την αυτήν διασώζοντες, μήτε επί της γνώ
facii, ac consenescentes iterum omnino immula- μης αεί της αυτής βεβηκότες , αλλά το μεν σώμα κα
Dur. Ει alii quidem sumus in leliore rerum slalu : τα τας των ηλικιών μεταβολάς άλλοιούμενοι , την δε
alii vero ex aliis efficimur, asperiore temporain διάνοιαν πρός τάς ποικιλίας των συμπτωμάτων με
casu usi : alii duo rgrolanus, alii dum valemus : τατιθέμενοι. "Αλλοι μεν γάρ εσμεν παίδες, και άλλοι
alis in nupiiis, alii in Inclu. Αut quoniam dictum έφηβοι, και ανδρωθέντες έτεροι, και απογηράσαντες
ιοι est, is qui immutantur, sel, Iis qui immuta - πάλιν παντελώς άλλοιούμεθα (43). Και άλλοι μεν εν
Dunlur, voxque speciem prophelia pre se fert, ταϊς φαιδροτέραις εσμέν καταστάσεσι των πραγμά
quod futuri si termporis ; convenientius fuerit, ut των • άλλοι δε εξ άλλων γινόμεθα τραχυτέρα συντυ
inimulandos intelligatus eos, qui, relicta vana Bχία καιρών κεχρημένοι• άλλου νοσούντες, και άλ
patrum Suorum consuetudine, ex Evangelii disci- λοι ευπαθούντες · άλλοι έν γάμοις, και άλλοι εν
plina vitam suam erant instituluri. Ιtaque non illius πένθεσιν. "Η διά το μή ειρήσθαι, Τοις άλλοιουμέ
lalis Iudeis hic psalmus scriptus est, sed nobis νους , αλλά, Τοις άλλοιωθησομένοις , και την φωνήν
in mutandis, qui deorum multitudinemin pietatem, ένδειξιν έχειν προφητείας, τω εις το μέλλον (46) έχ
ac idolorum errorem in Conditoris nostri cognitio- κεκλίσθαι τον χρόνον , ακολουθότερον εννοείν τους αλ
Denm mutavimus : qui pro repιιgnaule legi voluptate, λοιωθησομένους τους μέλλοντας, την προς τα μάταια
consentientem legi temperantiam eleginιus : qui των πατέρων συνήθειαν (47) αφέντας, τη κατά το
pro tibiis et clioris ac ebrielale psalmum jejunium- Ευαγγέλιον ακριβεία κανονίζειν την πολιτείαν. Ου
quo et precationem nobis vindicavi:nus . Proinde τοίνυν τους τότε Ιουδαίοις ο ψαλμός γέγραπται, αλλ'
qui nunc psalmum dixerit scriptum nobis esse, a ήμίν τοις άλλοιωθησομένοις , τους την πολυθείαν εις
veritatis scopo haud aberrabil. Oleo et nostra Sunι ευσέβειαν διαμείβουσι, την περί τα είδωλα πλά
divinilus missa, in singulis conventibus leguntur, τοίς αντί ηδονής παρανόμου σωφροσύνην έννομον αι
velut alimentum quodlain animarum, quod a Spi. . ρουμένοις · αντί αυλών , και χορών, και μέθης, ψαλ
ritu subministretur. Sed er hic psalmus scriptus est μον, και νηστείαν, και προσευχήν μεταλαμβάνουσιν.
υι in columna inscribatur; lioc est, non negligen- Ημίν ούν γεγράφθαι τον ψαλμόν είπών τις, ουκ αν
ter el perfunclorie andliatur ; neque, quemadmo- αμάρτοι της αληθείας . Διό (49) και ημέτερα εστι τι
dum cito deleintur que in materia se 191 facile θεία λόγια , και τη του Θεού Εκκλησία , ως θεό
corrumpente scribuntur : sic in ιuo animo istlisec πεμπτα δώρα , καθ' έκαστον σύλλογος υπαναγινώ
ad breve tempus niemoriae insculpas, deinde ipsa σκεται, οίόν τις τροφή ψυχών χορηγουμένη διά του
confundi ac oblitterari sings ; sed in tua anima ceu Πνεύματος. Αλλά και εις στηλογραφίας γέγραπται
in columna incisa sint; id est, immutabiliter ac και ψαλμός : τουτέστι, μη πάρεργος έστω αυτού ή
firmiter per omne tempus in memoria insideant. ακρόασις· μηδέ , ώσπερ τα εν τη εύφθάρτω ύλη γρα.
Quod si nos repulerit Judeus, velut a scriptis alie- φόμενα ταχύν (50) λαμβάνει τον αφανισμόν, ούτως
ιος ; per haec que scripta sunt, ipsum afficiamus εν τη σεαυτού διανοία προς όλίγον έγχαράξας τη μνή
pudore : sic ut ostendamus nixtam vocationem μη, είτα συγχωρήσης αυτά συγχυθήναι (51) και
esse, que distantia colligit, et ea que procul absunt αφανισθήναι· αλλ' έχε ενεστηλιτευμένα σου τη ψυχή
convocat, ac per idem in Christum efficit noullos τουτέστιν ακίνητα και πάγια εις πάντα τον χρόνον
unum. VERS. 7. Meus est, inquit, Galaad, et nieus η ενιδρυμένα τη μνήμη. Εάν δε παρωθήται ημάς και
εει Manasses . Ει Ephraim dixit, et Judam assumpsit , Ιουδαίος ως αλλοτρίους των γεγραμμένων, εκ των
el annuuneravit Moab. Quin etin Idurmaam ascensu- γεγραμμένων αυτόν δυσωπήσωμεν · δηλούντες το
Γum se minalur , ac oιnniuτη simul subjeclionem an- σύμμικτον της κλήσεως · όπως τα διεστώτα συνάγει,
nuntial : VERs. 10. Milii alienigen® subditi sunt. τα μακράν συγκαλεί, ένα ποιεί τους πολλούς διά της
εις Χριστόν πίστεως (52). Έμός έστι, φησι, Γαλαάδ και έμός έστι Μανασσής. Και τον Εφραίμ

(45) Reg. tertius αλλοιούμενοι . μένοις. Secunda editio Paris. ήρημένοις. Αι mss.
(46) Nostri unclecio rss. Ιbibent είς το μέλλον. αίρουμένοις.
Elili się zdy uénovra . Ibidein Tres mss. ¿YXEX 1- (49) Ila sex mss. cum editione Basil. Al editio
σθαι. Statim quisque mss. ακολουθότερον νοείν, Paris, διότι.
(47) lia Oliv , el Comphel. cum aliis sex miss. Al (50 ) Codices alignol tagú, celeriter.
eliti et Reg. Sxtuς των ανθρώπων συνήθειαν. (51) Eliti συγχεθήναι. Αι mss. seplein συγχυθή
(18) Colberlini primus el sextus cuni Rey , quarto vai. lloc ipso in loco editio Paris . ¿VOTTA !TEVÉva .
την περί τα είδωλα πτoίαν, καιemilolorum nietun. Αι quatuor mss . ενεστηλιτευμένα. Col . Sexlus
Multi alii Inss. cum editiς την περί τα είδωλα τλά - εστηλιτευμένα .
voy Ncc ita multo post nostra cuilio Paris. uion (52) Colberlini primus, quarlus, quintus, sex!!!
455 HOMILIA IN PSALMUM LIX , 466
είπε, και τον Ιούδαν προσελάβετο και συναρίθμησε τον Μωά6. Και της Ιδουμαίας επιβήσεσθαι απειλεί
και πάντων ομου την υποταγήν ευαγγελίζεται• Εμοι αλλόφυλοι υπετάγησαν.
3. Ο Θεός ούν απώσω ήμάς. Τους μακρύνοντας Α 3. Deus igitur repulisti nos. Eos qui senetipsos
εαυτούς από σου κατά την αναλογίαν των αμαρτη- a te elongant, pro ratione deliciorum repulisti.
μάτων απώσω. Τα συστήματα της πονηρίας ημών Destruxisti iniquitatis nostre congeriem, ου infromi
καθείλες, [ευεργετών ημάς διά της ασθενείας.] Ωρ- talent nobis benefaciens. Iratus es, cum natura
γίσθης, ότε ήμεν φύσει τέκνα οργής, ελπίδα μη έχον essemus iræ filii ^0, spem non habentes, el ne Deum
τες, και άθεοι εν τω κόσμω. "Ωκτείρησας ημάς , ότε quidem in mundo agnoscentes 11. Miserlus es nostri
τον Μονογενή σου προέδου ιλαστήριον υπέρ των ιum, cum Unigeniturn ιuum pro nostris peccatis
αμαρτιών ημών, ίνα εν τώ αίματι αυτού την απολύ- propiliationem proposuisti, οι in ejus sanguine in
τρωσιν εύρωμεν. "A ουκ άν εγνωρίσαμεν ευεργετού- venirenius redemptionein . Que utique non agnovis
μενοι, ει μη επότισας ημάς Οίνον κατανύξεως. Benmus beneficio tuo nobis contigisse, nisi nos
Οίνον λέγει τον λόγον τον την πεπωρωμένην καρδίαν (Vers. 5 ) Vino compunctionis polasses. Vinum au
είς συναίσθησιν άγοντα. "Έδωκας τοίς φοβου- lem appellat sermonem, quo obduralium cor al
μένους σε σημείωσιν, του φυγείν από προσώπου Sensum deducitur. VERs. 6. Dedisti meluentibus te
τόξου . Μωϋσής μεν τας φλιάς των Ισραηλι- significationem, utfugiant a facie arcus. Moyses φui
συ δε έδωκας ημίν σημείωσιν, αυτό το αίμα του και viι 12 ; ιυ vero nobis dealisti significationem, san
αμώμου αμνού του σφαγιασθέντος υπέρ της αμαρ- guinem ipsum incontaminati agni, qui pro mundi
τίας του κόσμου. Και Ιεζεκιήλ επί τα μέτωπα peccato immolatus est . Ει Εzechiel in frontes fa
των προσώπων δίδοσθαι λέγει το σημείον. Πορεύε- cierum signum datum esse dicit 18 : Ambulate enim,
σθε γάρ, φησίν, οπίσω αυτού, και κόπτετε" μή inquit, post ipsum, et perculite, ne peperceritis, ne
φείσησθε (34) : μηδέ ελεήσητε. Πρεσβύτερον , και que misereamini. Seniorem, et juvenem, et infantem,
νεανίσκον, και νήπιον , και παρθένον , και γυναί- ει υirginem, el mulieres interficite ad internecionem:
κας αποκτείνατε εις εξάλειψιν : επι δε πάντας , ad omnes vero, in quibus est signum, ne appropin
εφ' ούς εστι το σημείον, μη εγγίσητε. Ο Θεός guelis . VERς. 8. Deus locutus est in sancto suo, Le
ελάλησεν εν τώ αγίω αυτού, Αγαλλιάσομαι, και ιαbor, et partibor Sicimanm. Sicina peculiare pre
διαμεριώ Σίκιμα (53). Σίκιμα το εξαίρετον χωρίον, dium, Josepho a Jacobo dalum , figura actypus est
τω Ιωσήφ παρά του Ιακώβ δεδομένον, τύπος της testamenti , quod Israeli soli traditum esse videtur.
διαθήκης της μόνω δοκούσης το Ισραήλ δεδωρήσθαι. Ιtaque peculiare illud testamentum hereditatemque
Την τοίνυν εξαίρετον διαθήκην και κληρονομίαν του populi adducam in divisionem, ac cum caeteris
λαού ταύτην εις μερισμόν άξω, και κοινήν ποιήσω c communicabo. Postquam ergo testamentum inter
προς τους λοιπούς. Διαμερισθείσης ούν της διαθήκης omnes distributum fuerit, et illius utilitas om
εις πάντας, και του απ' αυτής ωφελίμου κοινού πά- nibus beneficio a Deo affectis facia fuerit com
σι τοις ευεργετουμένους παρά Θεού γινομένου , τότε monis, tunc etiam convallis tabernaculorum melie
και η κοιλάς των σκηνών διαμετρηθήσεται • τουτ - ιur : hoc est, Iolus terrarum orbis habitaculis per
έστιν, η οικουμένη πάσα , οιονεί κλήροις τισί, ταϊς singula Ioca quasi quibusdain sortibus dividetur .
καθ' έκαστον τόπον παροικίαις διαιρεθήσεται. Τότε Tune demum distantia conjangel is , Qui pacifical
και τα διεστώτα συνάψει, 'Ο ειρηνοποιών είτε τα sine qua in terris , sive quo in cαlis sunt 15 : Ει me
επί της γης, είτε τα εν τοις ουρανοίς . Και το dium parictem maceria solvens, utraque unum fa
μεσότοιχον τού φραγμού (56) λύσας, τα αμφό- ciel 16.
τερα ποιήσει έν.
4. 'Eμός έστι Γαλαάδ , και έμός έστι Μανασ- 4. Meus est Galaad, et meus est Manasses. Ga
σης. "Έγγονος του Μανασσή ο Γαλαάδ: ίνα δείξη laa] 192 Manasse est solboles ; ut patriarcharuin
τήν των πατριαρχών ακολουθίαν παρά Θεού καθή- serieum ostendal ex Deo descendentem, ex quibus
κουσαν, εξ ών ο Χριστός το κατά σάρκα . Και 'Εφραίμ Christus est secundum carnem. Et Ephrain susce
αντίληψις της κεφαλής μου · Ιούδας βασιλεύς D plio capitis mei ; Judu ret nieus. Abscissas partes
μου. Τα απορραγέντα μέρη συνάπτει διά της όμο- connectic per concordiam. VERS. 10. Moab Spet les
10 Ephes. 11, 3 . 11 ibid. 19. 15 Εxod. XII . 7 . 15 Ειech. IX. 5 . 6. 16 Gen. XLVi, 22. 15 Coloss. 1, 20.
16 Ephes. 11, 14.
et septimus cum Reg. tertio της εις Χριστόν κλή- χωρίον, sic verlerat interpres, precipuumpradion:
GEWS, haud recte. Editi cuin Regiis quario el sesto, Sed , meo quidem judicio, melius reddidit Combeli
ut in textu . sius, peculiare prædium . Jacobus enim agrum il
(53) Colb, quartus φλιάς των Ισραηλιτών θυρών, Ium Joseplio extra Sorlenm tradidisse dicitur Gen.
posles portarum Israelitarum . Sed abest Oupūy a vill, 22.
mollis aliis mss. el ab edilis . (56 ) lia editio Basil. el mss. non pauci. Abril
(54) Reg. quarlus el Colb . scxius æque ac LIX arliculus ab editione Paris. Aliquanto post editio
φείδεσθε. Editi cum plurimis niss. φείσησθε. Basil, el duo mss. Éyyovoç. In illo quod mox sequi.
(55) Sic Colbertini primus, quarius ei sexlus com lur, iva delen , ellipsim inesse videni, opinor,omnes.
Reg . tertio . Vox Elxlra semel duntaxat reperitur lloc est : Hac ideo dicit, ut ostendul patriarcha.
in aliquibus mss. el in calicis. Illud, dėszigetov ruin successionem ex Deo desceral:
367 S. BASILII MAGNI 4GB
bes. Αυι, Lebes Ιαυαcri , ait alius quidaminterpres : Α νοίας. Ο Μωάβ της ελπίδος λέβης. "Η , Λέβης,
aul , Lebes securitalis ; hoc est, vilis et abjectus φησί , λουτρού (57), άλλος τις των ερμηνευσάντων:
Ιιοιιο, cui cum minis interdictum est, ne in Donini ή, Λέβης αμεριμνίας • τουτέστιν, ο απόβλητος άν
Ecclesiam ingredialur. Non enimintrabit Moabiles θρωπος , ο απειλήν έχων μη εισελεύσεσθαι εις Ex
et Ammonites usque ad tertiam, et usque ad leci- κλησίαν Κυρίου . Ουκ εισελεύσεται γάρ Μωαβίτης και
Imam generationen , el usque ad eternum tempus. 'Αμμανίτης έως τρίτης και έως δεκάτης γενεάς, και
Quoniam talen baptisma renaissionein habct pec- εις τον αιώνα χρόνον. "Ομως επειδή το βάπτισμα
Calorum, ac debitoribus aferi securitatem ; idcirco, άφεσιν έχει αμαρτημάτων, και αμεριμνίας πρόξενη
faclam per baptisimum redemptionem et conjunctio - γίνεται τοις καταχρέους , την διά του βαπτίσματος
nem cuno Deo ostenlens , Moab ,inquit, lebes εει απολύτρωσιν και προς Θεόν οικείωσιν ενδεικνύμενος,
Ιαυαcri , auι Lebes securitalis. Οmnes igitur alienige- Μωάβ, φησί , λέβης εστί λουτρού, ή , Λέτης αμερι
μα subiliti sunt, utpote quise Clhristijugo submise- μνίας. Πάντες ούν αλλόφυλοι υπετάγησαν το ζυ
rint : quare in Idumeamsuum extender calceannen- γω του Χριστού υποκύψαντες· διά τούτο επί την
tun. Divinitatis autem calceamentum caro est Ιδουμαίαν επιβαλεί το εαυτού υπόδημα. Υπόδημα
Dei gestaltrix , per quam ad homines accessit. δε της θεότητος η σαρξ (58) ή θεοφόρος, δι' ής επέβη
Ου hanc spem Propheta Deatum praedicans tem- υ τους ανθρώπους. Επί ταύτη τη ελπίδι μακαρίζων τον
μας adventus Domini , ait ( VERS. 11) : Quis de- καιρόν της του Κυρίου αποδημίας ο Προφήτης φησί -
ducet me in civitatem munitionis ? Fortassis Eccle- Τις απάξει με εις πόλιν περιοχής ; Τάχα την Έκ
sian dicit, que quidem civitas est, quod sit celus κλησίαν λέγει · πόλιν μεν , διά το σύστημα είναι νο
φui legibus regitur : civitas vero munitionis, ου μίμως oικoύμενον ( 39) : περιοχής δε διά τήν της πί
fidei munitmentum. Undeinterpres quidain significan- στεως περιβολήν. "Οθεν εύσημότατά τις των ερμη
tissime reddidit : 1η civitatem circummunilam. Quis νευσάντωνεκδέδωκεν, Εις πόλιν περιπεφραγμένη .
igitur dalbit mihi, ut magnum illud spectaculum Τίς ούν δώσει μοι το μέγα τούτο θέαμα ιδείν , Θεόν
conspiciam, Deuro inter homines diversantes ? Illud ανθρώποις (60) επιδημούντα ; Τούτο εστι το ειρημέ
est, quod a Domino dictum fuit : Multi prophete et νον παρά του Κυρίου · ότι Πολλοί προφήται και
justi cupierunt videre quα υίdetis, et non viderunt 11. δίκαιοι επεθύμησαν ιδείν και βλέπετε , και ουκ
είδον .
5. Do nobis auxilium de tribulatione. Auxilium 5. Δός ημϊν βοήθειαν εκ θλίψεως. Μή από
ne queranus a robore, ne a bona corporis liabilu- ισχύος ζητήσωμεν την βοήθειαν· μή από ευπα
dine : ne ab ullo eorum qui clari et illustres lio- ς θείας σαρκός : από μηδενός (61) των παρά ανθρώ.
ninibus habentur , opean consequi velimus. Non in ποις νενομισμένων περιφανών αξιώσωμεν τυχεϊν της
peculiarum exsuperantia , non in potentia fastu , αντιλήψεως . Ουκ εν περιβολή χρημάτων, ουκ εν
non in gloria: sublimilale sila victoria est : sed ex δυνάμεως όγκω , ουκ εν υψώματι δόξης το κρατεί
Summa tribulatione largitur Dominus auxilium iis περιγίνεται , αλλ' εκ της καθ' υπερβολήν θλίψεως
qui ipsum inquirunt. Talis erat et Ρaulus, qui in χαρίζεται Κύριος τοις εκζητούσιν αυτόν την βοήθειαν.
suis glorisbatur tribulationibus 18. Quare dicere po- Τοιούτος ήν και ο Παύλος , καυχήματα εαυτού τάς
teral , Cuminfrmor , ιunc potens sum 19. VERS. 13. θλίψεις ποιούμενος . Διά τούτο ήδύνατο λέγειν · " Οταν
Da nobis igitur, Domine, auxilium de tribulatione ; ασθενώ, τότε δυνατός ειμι. Δός ούν ημίν , Κύριε,
cum tribulatio patientiam operetur, patientia pro- βοήθειαν εκ θλίψεως επειδή η θλίψις υπομονήν
bationem, probalio spen) : spes autenm non confun- κατεργάζεται, η δε υπομονή δοκιμήν, ή δε δοκιμή ελ
dai 10. Vides quo tribulatio le subvehat ? Ad spenι πίδα , η δε ελπίς ου καταισχύνει. Όράς που ανάγει
que non confundit. ΑΕgrolas? Candle, quia , Quent σε ή θλίψις ; Εις την ακαταίσχυντον ελπίδα. Νοσείς ;
diligii Dominus , castigaι 11. Pauper es ? Letare , ευθύμει , ότι " Ον αγαπά Κύριος , παιδεύει. Πτι
11 Matth. Χτι,17. 18 Rom. ν, 3. • 1 Cor.Xu, 10. 10 Ron. , 5-3. 11 Ηebr. ΧΙΙ . 6.
(57) Editio Paris. cum Colb. sepliano του λου- 0 Theodoretum, pro περιπεφραγμένηνlegi simpliciler
Tooû . Deest toő in plurimis mss. et in editione πεφραγμένην. Sed suspicor illud, περί, a librariis
Basil. ulroque in loco omissum esse, lui quod vos Tepe
(58 ) Sic Regii terlius et quartus æque ac tres Tev payuévrv significanilior sit, lum quod in Hesa .
Colbertini. Edili vero cum Reg. sexto Qeopópos plis ita ex mss. editum fuisse videamus.
Sh.pg. Hæc Basilii verba cilal Theodorelus tom . IV , (60) Colb. quariuς Θεόν εν ανθρώποις. Hautd
Dial. 1, pag. 40. longe duo mss. Δος ούν ημίν.
( 59) Air ComDefisilas suo periculo pro οικούμε (61) Totum illud, από μηδενός , etc., sic Latine
νον legendum esse οικονομούμενον : sed quid neces reddituin in editione Paris. invenimus : A nulla,
se sil ila legi contra auctoritalein omnium librorum inquam , re quac quamlibet apud homines præslans sit
lim mss., tum excusoruin , ego non satis intelligo. el eximia , dignum esl ut ab ea deposcas libi impar
Nam utriusque verbi olmetodai et olxovoueiola ! liri veluti redemplionem . Sed Basilii verba de per.
eamdein sæpe significationem esse , vel ex lexicis sonis non de rebus intelligenda esse pulo. Hoc igi.
constal. Interpretem illum qui mox a Basilio lauda - tur dicit, neque a rebus, neque ab hominibus
liir , Symmachuni esse docent Eusebilis et Theodo - quamlibet claris ullum auxilium exspectandum
relus. Noiandum lanca apod . Fusebiiam el grud esse. Nam omnia excludit, et rcs el personas,
469 HOMILIA IN PSALMUM LXI. 470
χεύεις ( 62 ) ; ευφραίνου , ότι Λαζάρου σε τα αγαθά A quia Lazari bona e excipient 18. Ignominia afice
διαδέξεται. 'Ατιμάζη διά το όνομα του Χριστού ; ris propter Christi nomen? Beatus es, guia tunni
Μακάριος εί, ότι σου (63) η αισχύνη εις αγγέλου δό- dedecus in angeli gloriarum vertetur. Nobis, fratres,
ξαν μεταβληθήσεται. Πείσωμεν εαυτούς , αδελφοί , έν tentationis tempore persuadeamus, ut ne ad huma
καιρώ πειρασμού , μή προς ανθρωπίνας ελπίδας απο- nas spes confugiamus, nec 193 inde nobis que
τρέχειν, μηδε εκείθεν εαυτοίς τάς βοηθείας θηράσθαι, ramus auxilia : sed in lacrymis et suspiriis, et se
αλλ' εν δάκρυσι και στεναγμούς, και φιλοπόνω προσ- dula obsecratione, et intentis vigiliis preces per .
ευχή , και αγρυπνία εντόνω τας δεήσεις ποιείσθαι. agamus. Bic enim e tribulatione presidiuin accipίι,
Ούτος γάρ λαμβάνει βοήθειαν εκ θλίψεως, και της αν- qui opem hunianam ut vanam aspernatur, ac spe
Ορωπίνης βοηθείας ώς ματαίας καταφρονών , και τη nititur illius , qui nos salvos facere potest, in Chri
επί τον σώζειν δυνάμενον ημάς ελπίδι στηριζόμενος, slo Jesu Domino nostro, cui gloria et iumperium in
εν Χριστώ Ιησού τω Κυρίωημών, ώ ή δόξα και το secula saeculorum. Anen.
κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
ΕΙΣ ΤΟΝ ΞΑ' ΨΑΛΜΟΝ. B IN PSALMUM LXI.
Εις το τέλος υπέρ Ιδιθούμ , ψαλμός τω Δαβίδ. In finem pro Idilhum , psalmus Davidi.
1. (64) Δύο ψαλμούς έγνωμεν Υπέρ Ιδιθούμ 1 . Psalmos duos novimus, quibus inscripιίo est
έχοντας την επιγραφήν· τόν τε τριακοστόν όγδοον ΓPro Idillhun, tricesimum octavun, et hunc quein
και τον εν χερσί. Και λογιζόμεθα μεν Δαβίδ (65) Inabeuus in manibus. Ει arbitramur quide -a Ba
είναι την σύνταξιν της πραγματείας: το μέντοι Ιδι- vide compositum opus esse, datum vero Idillium
θούμ δεδόσθαι εις ωφέλειαν αυτού , επί διορθώσει pro utilitate ipsius, ad corrigendas aniince aflectio
των εν τη ψυχή παθημάτων , και εις μελωδίαν την nes, et ad concinnandam coram populo melodiam,
επί του λαού· δι' ής και ο Θεός εδοξάζετο , και οι per quam et Deus aficiebatur gloria , el mores eo
ακούοντες της αρμονίας επανωρθούντο τα ήθη. " Ην qui harinoniam audiebant emendabantur. Eral
γάρ και ο Ιδεθούμ ιεροψάλτης , ως μαρτυρεί ημίν ή euin el Iditbumipse sacrorum psalmorum cantor ,
ιστορία των Παραλειπομένων, λέγουσα· Και μετ' αυ- ιι ιobis testalur Paralipomenon historia, dicens :
τών (66) Αιμάν και Ιδιθούμ, σάλπιγγες τε και Ει cum ipsis Eman et Idithum, et tube et cym
κύμβαλα του αναφωνείν , και όργανα των οδών 6ala ad resonandum, et organa canticorum Dei 15.
του Θεού. Και μετ' ολίγα φησί • Και έστησε Ει paulo post ait : Statuit David rer el principes
Δαβίδ ο βασιλεύς και οι άρχοντες της δυνάμεως 4 exercitusad opera ilios Agaph et Eman et 1dithum,
εις τα έργα τους υιούς 'Ασαφ, και Αιμάν (67), και 80nos edentes in cilliaris, et in nablis, et in tympa
Ιδιθούμ, τους αποφθεγγομένους εν κινύραις, και nis 14. Ιtaque de patientia psalmus ulerque pluri
εν τάβλαις, και εν τυμπάνοις . Περί υπομονής τοί- ηιυη Iraclat, per quam υι sedalur animi indigna
νυν εκάτερος ψαλμός την πλείστην ποιείται (68) πρα- lio , ita omni Superbia exterminata , humilitas
γματείαν , δι' ής καταστέλλεται μεν της ψυχής το acquiritur . Fieri enim non potest, ut is qui infimo
θυμούμενον, υπερηφανίας δε πάσης εξορισθείσης, ultimoque loco erga omnes haberi non vult, queal
κατορθούται ταπείνωσις. 'Αμήχανον γάρ τον μή κα- Πnquam aut dum conviciisimpetitur, irie dominari,
ταδεξάμενον το προς πάντας υποδεές και έσχατον (69) aut dum afflictatur, per patientiam lentationes Su
δυνηθήναι ποτε ή λοιδορούμενον θυμου κρατήσαι, ή perare . Qui enim ad summam humilitatem perve
θλιβόμενον διά μακροθυμίας περιγενέσθαι των πει- it, is cuni in conviciis Suam vilitatein majorem
ρασμών. Ο γάρ την άκραν ταπείνωσιν κατορθώ- prior: agnoscal, ob verb: ignoniniosa animo non
σας, εν μέν ταϊς λοιδορίαις πλείονα εαυτού προκατα- εon movebitur : sed si appelletur pauper, novit se
γνούς την ευτέλειαν, ου κινηθήσεται την ψυχήν υπό ipsum pauperem esse, et omnium indignum, ac quo
των ρημάτων της ατιμίας· αλλ' εάν μεν ακούση η tidiano Donini stipendio opus habere ; si vero Vo
πένης , οίδεν εαυτόν πτωχόν όντα, και πάντων ενδεή, celur ignobilis et obscurus, prius sibi in suo corale
και της καθ'ημέραν παρά του Κυρίου χορηγίας επι- conscius est, procreatum esse se ex luto. Quapro
δεόμενον· εάν δε ακούση δυσγενής και εξ αφανών, per illic quidem ait, Dizi: Custodiam Dias meas 15,
*Luc. XVI, 29. 28 ΙParal. XV1, 49. 24 Pariil. XXV, 1. 18 Psal. ΧΧΧνιι, 2.
(62) Sic edilio Basil. cum quinque mss. Al 1031ra (66 ) Colb . quartus zal uet' autoū ,nec aliter LXX ,
edilio Paris . TitWYEÚSSLS, roji ila recie . Mox Res. i Paralip . XVI, 41 . Al editi com qualuor miss. xal
Secundus cum editione Basil. διαδέξονται. μετ' αυτών.
(63) Editio Basil, com qualuor niss. Ötl cou , (67) in Anglic. Alláv legilur pro Aluáv. Sed
Elitio Paris , cum mss. non paucis Öte 601. Statim vulgaram lectionen Aluáv exhibent et Oliv. el
Colb. primus Πείσωμεν ούν. nosiri mss. una cum LXX . Mox Colb . quartus év
164 ) Initium Basilianæ explanationis iribuillir Xevúpa .
Theodoro in Caiena Corderiana . Illud quoque (68 ) la sex mss. Ai edili tolei.
fragmenluin quod proxime in ea Anonymi cujusdam ( 69) Reg. Secundus επιδεές και έσχατον. Νec it:
homine edituin esi, ad nostrum Basiliuu similiter multo posi edilio Basil . cum duobus mss . Todelov
pertinet. εαυτού, Elilio Paris. cum multis mss. πλείονα εαυ
(65 ) Sic mss. pt cdilio Basil. Al edilio Paris. roj sou.
11 :δ.
271 S. BASILII MAGNI 472
peccatorisque conjurationem narrat, et proprian Λ προειλημμένον έχει εν τη εαυτού καρδία το εκ πτίου
patientiam. Cum enim , inquit, consisteret peccator γεγενήσθαι. Διά τούτο εκεί μέν φησιν, Είπα, Φυλάξω
adversum me, obmului et humiliatus sum, et silui τάς οδούς μου, και διηγείται του αμαρτωλού την
a bonis 16. Postea progrelliens ait : Verumtamen επισύστασιν, και την οικείαν μακροθυμίαν· 'Εν τω
omnia vanilas, omnis homo rivens "7; deinde, The- ovornrai ràp,onol, tor dyaptw .lor ėrarrior uov ,
εαurizat, et ignoral cui congregabit ea 18. Αιio prie - εκωφώθην και εταπεινώθην , και έσίγησα εξ αγα
senti psalmo dubitanler orditur, velut ad animam θών · είτα προϊών λέγει · Πλήν τα σύμπαντα μα
Suam Ioquens, tanquam si isthaec ex prius dictis ταιότης, πας άνθρωπος ζων · είτα, Θησαυρίζει,
consequerentur. Elenio ne anima sensui carnis sub- και ου γινώσκει τίνι συνάξει αυτά. Εν δε το
dita , ad iras el tristirias provocetur : Cur, inquit, προκειμένω ψαλμό άρχεται διαπυρητικώς, οιονεί τη
affectionuin malarun servam facio oniam, cui εαυτού ψυχή διαλεγόμενος , ως εξ ακολουθίας των
corporis affectionumque ejus 194 principalus προειρημένων. "Ινα γάρ μή τα φρονήματι της
Deo, qui eam condidit, concreditus est ? Οportet σαρκός ή ψυχή υποταγεϊδα, προς οργάς και λύπας
itaque imperare affectibus, et servire Doo. Fieri διερεθίζηται , ίνα τί, φησί, δούλην ποιούμαι (70)
enim non potest, ut ipsa el a peccato el a Deo re- πονηρών παθών την ψυχήν, παρά του κτίσαντος αυ
gatur : sed of malitie oportet en donminari, ila την Θεού την ηγεμονίαν του σώματος και των εν
Domino universorum subjeclaim esse. Quare Pro- αυτό παθημάτων πεπιστευμένην ; Δεί τοίνυν άρχειν
plieta insurgens in eum, qui tentationes inclucit , μέν των παθών, δουλεύειν δε τω Θεώ. 'Αμήχανον γάς
multamque malorum Iurlbaum et excitat, et suunι αυτήν και υπό της αμαρτίας βασιλεύεσθαι, και υπό
studium in id conferi, ιι spiritus celsilalem redigaι του Θεού· αλλά δεί κακίας μεν επικρατείν, το Δε
largueus vanam illius adversum se versuliam, linc νόμενος ο Προφήτης το επάγονται τους πειρασμούς ,
dicit : Quid me servire cogis iis quibus fas non est ? και τον πολύν όχλον αυτό των κακών ( 74) επεγεί
Milli Dominus est , agnosco verunt Regen. ροντι, και σπουδήν έχοντι δουλαγωγήσαι το φρόνημα
του πνεύματος , και υποδείψαι αυτό τη σαρκι , οίον ελέγχων αυτού ματαίαν ούσαν την κατ' αυτού επί
νοιαν, ταύτά φησι : Τί με βιάζη δουλεύειν οίς με θέμις ; " Έχω Δεσπότην, γνωρίζω τον αληθώς Βασιλέα.
2. Νonne Deo subjectα εrit anima mea ? ab ipso 2. Ουχί τω Θεώ υποταγήσεται η ψυχή μου ;
enim salutare meunm . Causam dixit cur subjici stu- παρ' αυτού γάρ το σωτήριόν μου. Την αιτίαν είπε
deat : quoniam a Deo salutare est . Ρropriumenim της περί την υποταγήν σπουδής: ότι το σωτήριον
Opifcis est, opifciorum suorum incolumilatem cu- παρά του Θεού . "Ιδιον γάρ Δημιουργού το των εαυτού
Tare. Yel, Ab ipso salutare est; quoniam prophe- ποιημάτων ( 72 ) της ασφαλείας φροντίζειν. " Η , Παρ'
Lice prevideus futuram esse gratiam incarnationis αυτού το σωτήριον · επειδή προφητικώς προορώμε
Domini, haec dicit : nimirum Deo 8ervire oportere, νος την μέλλουσαν έσεσθαι χάριν της ενανθρωπήσεως
et ipsum diligere, qui beneficiuin tantum prior con- του Κυρίου , ταύτά φησιν · ότι δουλεύειν δει τω Θεώ,
tulerit in hominum genus, ut ne proprio αυidem και αγαπάν αυτόν, ός τηλικαύτην ευεργεσίαν εις το
Filio pepercerit , sed pro nobis omnibus illum tra. γένος των ανθρώπων προκατεβάλετο , ώς μηδέ του
«diderit ". Mos est enim Scripture, ut Christum ιδίου Υιού φείσασθαι, αλλ' υπέρ πάντων ημών παρα
Dei, salutare appellet ; sicut alicubi etiam Simeon δούναι. Σωτήριον γάρ έθος ονομάζειν τη Γραφή τον
ail : Nunc dimitris servum tuum, Domine , quia vi- Χριστον του Θεού· ώς που και Συμεών φησι • Νη
derunt oculi mei salutare tuunυ . Subjiciamur igi- απολύεις τον δούλόν σου, Δέσποτα(73): ότι είδος
sit salutare, explicat. Non nuda quedan est ope - μεθα ούν τώ Θεώ, διότι παρ' αυτού το σωτήριον.
atio , aliquam nobis beneficentiam aferens, qua Τι δε εστι το σωτήριον, ερμηνεύει. Ουκ ενέργεια
ab infirmitate liberemur, bonaque corporis liabi- D τις ψιλή, χάριν τινά ημίν παρεχομένη είς απαλ
ιudine ulamur. Sed quid est salutare ? VERs. 5. Ει- λαγήν ασθενείας, και σώματος ευεξίαν. 'Αλλά τι
εnim ipse Deus meus el Salvator meus, susceptor έστι το σωτήριον ; Και γάρ αυτός Θεός μου
neus ; non movebor multum. Filius, qui ex Deo est, και Σωτήρ μου, αντιλήπτωρ μου ου μή σα
Deus noster est. Ιdem etiam Salvator est generiς λευθώ επί πλείον (74). Θεός ημών έστιν ο εκ του
humani, debilitatem nostram faleiens, ac coιηιο- Θεού Υιός. Ο αυτός και Σωτήρ του γένους των
16 Psal. ΧΧΧνι, 3. 27 ibid. 6. 18 ibid. 7. 101 Cor. 1x, 27. 20 Rom. VΙΙ, 32. 31 Luc. 1, 29, 30.
(70) Colb. quartus δούλην ποιούμεν. posse videalur ad Basilianam explanationein , nos
(71) Reg. ierliusoxlov tûv tabūv, lurbam cupidi- cum Combelisio mullum interpreiarimaluimus. At.
Tatum, que hanc nostram interpretandi rativnem a Scri
(72) Colb . quartus tūv Šautoū ônucoupynuátwy. plura sensu non aberrare, ex Hexaplis cognosci
(73) Ita editio Basil . et orlo mss. Alin editione polest. In iis enim ex Hebræo sic vertilur , Non la
Paris . post vocem AÉstota addita sunt illa , yata to bar mullum . Hoc idem ostendit et Aquilas, dum
ρημά σου εν ειρήνη και sed quin ex Evangelio Iue ita interpretatus est oύ σφαλήσομαι πολλήν, New
iranslala sint, dubium non habeo. labar mullam . Mox operarum negligentia pro ÚR
(74) Verierat interpres ex Vulgata , Non movebor spalow fullum ſueralin editione Paris. Útepdov.
amplius. Sed cum vos amplius accommodari vix
 HOMILIA IN PSALMUM LXI. 174
ανθρώπων, και το ασθενές ημών υπερείδων, και τον A lionem ex lentationibus animis nostris advenier
εκ των πειρασμών έγγινόμενον ταις ψυχαίς ημών tem corrigens. Non movebor multure. Humano mo
σάλον επανορθούμενος . Ου μη σαλευθώ επί πλείον " re confitetur cominotionem. Μultum. Fieri enim
ανθρωπίνως ομολογεί τον σάλον. 'Επι πλείον , non potest ut in hominis natura commolio nulla
"Αμήχανον γαρ εν ανθρώπου (75) ψυχή μη γενέσθαι excitetur a lentationibus. Dumigitur parva et pau
τινά σάλον από των πειρασμών. "Εως μεν ουν μι- ca peccata committimus,leniler quodammodo com
κρά αμαρτάνομεν και ολίγα, ώσπερ τα φυτά υπό movemur, velut plante quo a leni aura agilantur :
πρασίας αύρας περιδονούμενοι ( 76), ηρέμα πως σα- ubi vero plura majoraque fuerint mala , pro ratione
λευόμεθα · επειδάν δε πλείω και μείζονα ή τα κακά, increnienti peccatoru..., etiam commotio augeri s0
κατά την αναλογίαν της των αμαρτημάτων αυξήσεως let . Ει alii quidem multum comoioventur : alii vero
και ο σάλος επιτείνεσθαι πέφυκε . Και οι μεν επί usque adeo, ut etiam radicitus cversi dejiciantur,
πλείον σαλεύονται οι δε μέχρι του και αυτόρριζοι cum spirituales nequilie quasi radices anime, qui
ανατραπέντες καταβληθήναι, όταν λαίλαπος πάσης bus per fidem in Deum subixa erat, omni turbine
βιαιότερον τα πνευματικά της πονηρίας τις οιονεί νiolentius abruperint. Ego itaque, inquit, commolus
ρίζας της ψυχής, ας έπεστήρικτο (77) τη πίστει τη quidem surn at homo; sed unullum non commove
κατά Θεόν, απορρήξη . Εγώ τοίνυν, φησίν,εσαλεύθην B bor, quoniam suffalcior dextera manu Salvatoris.
μεν ως άνθρωπος : επί πλείον δε ου μή σαλευθώ, διά
το αντιστηρίζεσθαι τη δεξιά χειρί του Σωτήρος.
3. "Έως πότε επιτίθεσθεεπ' άνθρωπον ; φονεύετε 3. Vers. 4. Quousque irruilis in hominem ? inter
πάντες υμείς , ως τοίχω κεκλιμένω και φραγμώ fcilis 195 universi vos Ianquam parieli inclinato a
ωσμένω; Πάλιν τους πονηρούς υπηρέταις του δια- nmacerie depulse ? Rursus adversus pravos diaboli
βόλου μάχεται, την άμετρίαν αιτιώμενος ο λόγος της ministros pugnal hic sermo, in modicas que ab
παρ' αυτών επαγομένης επιβουλής. " Οτι οι μεν άν ipsis struuntur insidias accusans. Nimirum homi
θρωποί είσι ζώον ασθενές • υμείς δε επιτίθεσθε , ουκ ne; animal debile sunt ; νοs autem irruitis , primo
αρκούμενοι τη πρώτη προσβολή αλλά και δευτέραν assultu non contenli : sed el secundum et tertium
και τρίτην επάγετε , έως αν ούτω την ψυχήν του πα- inferlis, donec sic animam ejus qui in vos incide
ραπεσόντος υμίν καταστρέψετε (78), ώστε γενέσθαι ril, subverlatis, ita ut parieti inclinalo el macerie
παραπλησίαν τοίχω κλιθέντι και φραγμό ανατραπέν- dirate fiat consimilis. Paries autem quandis qui
σιν, πάγιος μένει επειδάν δε κλιθή, ανάγκη πάσα , vero inclinatus fuerit, ipsum dissolutum cadere
αυτόν διαλυθέντα πεσείν. Τα μεν γαρ ηνωμένα βάρη ° omnio necesse est. Νam pondera ex uno constan.
μετά την κλίσιν ορθούται (79), τα δε εκ πλειόνων εia post inclinationem eriguntur : sed ea quae ex
συγκείμενα, επειδάν εφ' εν την ροπήν πάθη , ουκέτι ρluribus corponuntur, postquam inclinationem ad
δέχεται τηνεπανόρθωσιν. Ενδείκνυται τοίνυν ο λόγος, unam parlem perpessa fuerint , denuo erigi non
ότι η φύσις ή του ανθρώπου, σύνθετος ούσα,εκλίθη μεν possunt. Ostendit igitur sermo, naturam hominis
υπό της αμαρτίας,λυθήναιδε πάντως αυτήνχρή · ώστε, cum composila sit , inclinatam quidemfuisse a pec
υπό του εξ αρχής οικοδομήσαντος αυτήν τεχνίτου πά- calo , sed ipsam penitus solvi oportere, utab artifice
λιν ανασκευασθείσαν, το ασφαλές και ακατάλυτον και qui eamabinitio editcavit rursus reparata , statum
προς δευτέραν πτώσιν ανεπιβούλευτον απολαβείν. accipiat tulum, indissolubilemque, et insidiis alie
Θεού γεώργιον , φησί, Θεού οικοδομή εστε. Την rius casus inaccessum. Dei agricultura, inquit, Dei
οικοδομήν ταύτην κατέσεισεν ο εχθρός · τα γενόμενα αdifcatio estis 25 . Edificationem istain concussi
εν αυτή ρήγματα ανεσκεύασεν ο Δημιουργός. Ού- inimicus, at fracturas in ea factas Opifex instaura
τως αναγκαία μέν ή πτώσις διά την αμαρτίαν, με - vit. Sic necessarius quidem est casus, propter pec
γάλη δε η ανάστασις διά την αθανασίαν. Πλήν την catum : sed magna est resurrectio, ob iminortali
τιμήν μου έβουλεύσαντο απώσασθαι· έδραμον (80) D talem. VERS. 5. Verumlanmen pretium meum cogitare
11 Cor. 1Π1, 9.
( 75) Colb. quarius επ' ανθρώπου , Jbidem tres runt , ακολουθίαν orationis constare non posse, ce
mss . γίνεσθαι. culiat necesse est. Rem gralam faclirum me sla
(76 ) Editio Basil. Tesplôovoúueva . Editio vero Pa . diosis existimavi, si hoc loco edenda curarem quie
ris. ei Anglic . el Oliv. et nosiri novem mss . Trep !- olim in hunc locum annotavit antiquissimus inter
δονούμενοι . . quartas & TreotńPixto. Slalim editi 'Eyù pres Eusebius. Ejus igitur bæc siini, psalınum sexa
(77) Colb gesimum primuminlerprelaniis : " E &payor år divel
την εμήν απώλειας θεάσασθαι διψώντες. Αντί δε
conlexly . του, εν δίψει, εν διαψεύσματιο 'Ακύλας · ο δε Συμ
(78) lia Colberlini quin iis, sexliis et septimus μαχος,εν ψεύσματι· η δε ε'έκδοσις, ενψεύδει και πά.
cum Reg. tertio el cum editione Basil. Αlii quilaυ λιν ετέρα έκδοσις , εν δόλω, ερμήνευσαν. Είκος ούν και
Inss. corn editione Paris. καταστρέψησθε. εν τη καθ' ημάς αναγνώσει κείσθαι μεν πρότερον το,
εν ψεύδει : ίνα ή το λεγόμενον · "Εδραμον εν ψεύδει ,
((79) έδραμον,oρθούνται.
llud,secundus
80) Reg. ita in Vulgata et apud Lali τουτέστιν, οι εχθροί μου , και οι επιβουλεύοντες οι
TIOS Patres espressum invenilur , cucurri : el ita συν αληθεία , τον κατ'εμού δρόμου και την κατ' εμου
quoque, invito Ba ilio , interpretalis est Tilman σπουδήν έποιούντο , όλους δε αυτούς τω ψεύδει παρα.
nus. Elenim quί μου videt, nisi vortalur cucurre- δόντες σφάλμα δε γραφικών γεγονέναι εν τοις μετά
273 S . BASILII MAGNI 476
runt repellere; cucurrerunt in sili, ore suo benedice - Α εν δίψει, τώυτόματιαυτώνευλόγους, και τη καρδία
θαnt, el cordesuo malediccbant. Ρretium Diominis est αυτών κατηρώντο. Τιμή ανθρώπου το αίμα του
sanguis Christi : Ρτειιο enim, inquit, empli estis : Χριστού : Τιμής γάρ, φησίν, ήγοράσθητε" μή γί
nolite keri servi hominum 10. Hoc igitur pretium in- νεσθε δούλοι ανθρώπων . Ταύτην ουν την τιμήν
utile nobis reddere cogitaverunt militesIujus mali- βουλεύσαντο άχρηστον ημίν καταστήσαι , τους
gui, semel liberalos rursus in servituleim adducen - άπαξ ελευθερωθέντας πάλιν εις δουλείαν ενάγοντες ,
les. Cucurreruntin sili. Concitationem ac vehemen- οι στρατιώται του πονηρού. "Εδραμον εν δίψει. Το
tiain insidiarum demonurn einuntial : quippe adver - συντονον λέγει της των δαιμόνων επιβουλής , ότι
sum nos currunt , interilum nostrum silientes. Ore τρέχουσι καθ' ημών, διψώντες ημών την απώλειαν.
suo benedicebant, et corde suo maledicebant . Multi Το στόματι αυτών ευλόγους, καιτηκαρδία αυτών
sunt qui privas comprobant actiones; el dicacem κατηρώντο. Πολλοί είσι (81) τάς πονηράς πράξεις
quidemlepidum dicunt, eum vero qui obscena ver - αποδεχόμενοι, και χαρίεντα μεν τον ευτράπελον λέ
ba profert, politicum : amarulentum etiracundum, γοντες, τον δε αισχρολόγον πολιτικόν » τον πικρών
non contemnendum dicunt : laudant parcum et illi- και οργίλον ακαταφρόνητον ονομάζουσι• τον φειδω
beralem ut economicum, prodigum tanquam libe- λον και ακοινώνητον ως οικονομικών επαινούσι, τον
ralem, Scorialorem et lascivum, ut virum genio in Β άσωτον ώς ελευθέριον , τον πορνον και ασελγή
dulgentem, el animi solutioris : denique vitiumomne απολαυστικόν τινα και ανειμένον · και άπαξαπλώς
specioso nomine virtutis adjacentisappellant. Tales πάσαν κακίαν εκ της παρακειμένης αρετής υποκο
ore quidem benedicunt, corde vero maledicunt 2 . ρίζονται. Οι τοιούτοι το στόματι μεν ευλογούσι, τη
Nam verbis bene ominalis omnein exsecrationem δε καρδία καταρώνται. Εν γάρ τή των ρημάτων
vile illorum ingerunt, ipsosque eterna damnationis ευφημία πάσαν κατάραν επάγουσιν αυτών τη ζωή,
reos per ea queapprobanι, constituunt. Rursusallo- υποδίκους αυτούς τη αιωνία κατακρίσει (82 ) δι' ών
quitur animam, cjus erga Deum obedientiam196 αποδέχονται καθιστώντες. Πάλιν τη ψυχή διαλέ
adaugens. VERS. 6. Verumtamen, inquit, Deo sub- γεται, την υποταγήν αυτής της προς τον Θεόν επι
jecta esto, anima mea, quoniamm ipso palientia mea. τείνων. Πλήν τω Θεώ, φησίν, υποτάγηθι, η ψυχή
Indical tentationum magnitudinem, et illud Αpo- μου, ότι παρ' αύτου (85 ) η υπομονή μου . Ενδεί
stoli dicit, quod non sinei tentari nos supra id quod κνυται το μέγεθος των πειρασμών, και το του 'Απο
sustinere possumus 8. Αb ipsoenim patientia nmed. στόλου λέγει • ότι ουκ εάσει ημάς πειρασθήναι
υπέρ και δυνάμεθα υπενεγκείν. Παρ' αυτού γάρ ή
ο υπομονή μου
4. VERS. 8. In Deo salutare meum, et gloria " 4. 'Επί τω Θεώ το σωτήριών μου και η δόξα μου
nea : Deus auxilii mei, el spes mea in Deo est. Bea - ο Θεός της βοηθείας μου, και η ελπίς μου επί τω
tus qui ob nullam vite rem quantumvis sublimen Θεώ. Μακάριος ο μηδενί ( 84) των κατά τον βίον υψη
casultat, sed suam gloriam Deum Isabel : qui in λών επαγαλλόμενος , αλλά Θεόν έχων την εαυτού
Christo gloriatur , ac secundum Apostolum dicere δόξαν• ο καύχημα έχων εαυτού τον Χριστόν · ο δυ
polest : Μihi autem absit gloriari, nisi in cruce νάμενος λέγειν κατά τον Απόστολον: Εμοί δέ μηγέ
Christi 16. Nunc vero multi de corpore gloriantur, νοιτο καυχάσθαι ει μή εν τω σταυρωτου Χριστού .
qui sese in gymnicis exercuere certaminibus, aut Νυν δε πολλοί μεν ένδοξάζονται σώματι, οι περί τους
omnino ob talis lorem vigent : multi itidem effe- γυμνικούς εσχολακότες αγώνας, η όλως οι επί τη
runtur de bellica fortitudine , qui etian tribulium ακμή της ηλικίαςσφριγώντες (85): πολλοί δε τη κατά
(: lein virtutem esse ducunt. Enivero rerum ίη τούς πολέμους ανδρία, οι και το φονεύειν τους ομο
bellis bene gestarum praemia, ac troplisea al impe. φύλους αρετήν τιθέμενοι. Η γάρ εν τοις πολέμοις
ratore et a civitatibus erecta , pro clis magnitu- αριστεία και τα τρόπαια υπό στρατηγού και πόλεων
line Gunt. Αlii glorianlur ob ductos circum civilates εγειρόμενα κατά την του φονεύειν περιουσίαν γίνε
lurOS : alii ob aqueductuum structuras, ct nmagno- D ται. "Αλλοι δοξάζονται , τείχη πόλεσι περιβάλλοντες:
151 Cor. νιι, 23. 2* Psal. LX1, 5 . 38 T Cor. , 13. 36 Galal. 1, 14.
ναύτα συνέβη χρόνους, ώστε αντί του, εν ψεύδει, εr tiοne Basil. et in quinque mss. Statim Reg. tertius
είψει γραφήναι. « Cucurerunt in sili, meam cernere ακαταπόνητον.
pernicien silientes. Pro illo autem , o in sili, Aquila, (82) lla inss. plerique omnes. Editi xpidel.
in fallacia ; Symmachus vero, in mendacio ; quinta (83) Sic elliti cum Reg . sexio et cum Colb . lerlio.
edilio , in filso ; el alia ilem edirio , in dolo, interpre- Al mulli mss. el hic el paulo post itap' auto . Sub
lali suni. Verisimile ilaque est in nostra quoque le . inde ejitio Basil, et qualior mss. xal to tou. Edi
crione posilum primoſuisse, in mendacio , ila ul di. liv Paris, cuin uno aui allero mis. xal tà toő .
cerelur, cucurrerunt in mendacio , id est, inimici et 184 ) Sic novem nuss. cum ellitione Biisil. At editio
insidinlores mei, non duce veritale, sed cum sese 10 - Paris . Til unevé.
los mendacio tradidissent, cursum el sludium suum (85) Codices tres pro σφριγώντες Ι :: bent φρονούν
punira me direxerunt : sed sequentibus lemporibus tes. Colb . quartus ueyoo povoūtes. Vos que sequi.
ίψου graphico pro illo, εν ψεύδει, in mendacio, εν lur, å protela , fere significat fortitudinem , aut price
ilyel, in siii, posilum fuisse. clarum facinus : sell ita interprelali sumus, ul sen
181) Evlilio Paris , como cigly ol. Deesi oi in cdi. Sus poslulare videbalur.
 477 HOMILIA IN PSALMUM LXI. 178
και άλλοι έν υδραγωγών κατασκευαίς, και γυμνασίων A rum gyronasiorum odificia. Ille opes suas in bestia
μεγάλων οικοδομήμασιν. Ο δείνα δε τον πλούτον rios insumens, et vanis populorum acclamationibus
εαυτού θηριομάχοις προσαναλίσκων, και ταις ματαίαις exsultans, laudibus inflatur , ac magnifice de se sen
των δήμων φωναίς επαγαλλόμενος , φυσάται τους επαί- ιιι ιum,cum gloriam in sua turpiludine collocal 17 :
νοις, και μέγα φρονεί, την δόξαν έχων εν τη αισχύνη qui etiam in patentibus urbis Iocis suum peccatum
αυτού - ός γε και έγγραφον εν τοις περιφανέσι της Labulis inscriptain ostental. Efertur alius ob divi
πόλεως την έαυτού αμαρτίαν επί των πινάκων δείκνυ- ties : alius, quod rhelor sit callidus, et invincibilis,
σιν. "Αλλος επί πλούτο (86) δοξάζεται • και άλλος, aut mundance sapientiae peritus. Quorum omniuυ
ότι ρήτωρ έστι δεινός τις και άμαχος , ή της κατά τον glorie misereri par fuerit, et beatos predicare eos,
κόσμον σοφίας έμπειρος. " Ων πάντων ελεειν την qui Deum suam ipsorum gloriarm constituunt. Ει
δόξαν προσήκε μακαρίζειν δε τους τον Θεόν εαυτών enim si quis sese magnopere jactat, quod servus sit
δόξαν ποιουμένους . Ει γάρ ο δείνα μέγα φρονεί, ότι regis, atque in magno honore apud eum habeatar:
δούλός έστι βασιλέως, τιμώμενος παρ' αυτού τα με- quantum convenit gloriari te apud temetipsum,
γάλα πόσον σοι προσήκεν επι σαυτο μεγαλύνεσθαι, quod Regis Diagni servus es , ab ipso accitus ad sum
ότι δούλος εί του μεγάλου Βασιλέως , προσκληθείς παρ' main familiaritatem , promissionis Spiritu accepιο :
αυτού εις την άκραν οικείωσιν , λαβών το Πνεύμα της But inipso obsignatus, Dei filius eficiare ? Cum autem
επαγγελίας, ώστε σφραγισθείς εν αυτώ υιός αποδει- sincere in Deum spei utilitatemin semelisso agno
χθήναι Θεού; Εν.εαυτό δε γνούς (87) το όφελος τηςγνη- scerel Propheta , populum ad parem secum emula -
σίας επί Θεόνελπίδος, επί τόν ίσον εαυτού ζήλον παρα - tionem invitat dicens : VERS . 9. Sperate in eo,omnis
καλεί τον λαόν, λέγων· 'Ελπίσατε επ' αυτόν , πάσα congregalio populorum, efundile coramillo corda ve
συναγωγή λαών, εκχέατε (88) ενώπιον αυτού τάς stra. Fieri non potest, ut divine gratic capaces
καρδίας ύμών. Αμήχανόνεστι χωρητικούς ημάς γενέ- reddamur, nisi malitie affectiones, quae animas no
σθαι της θείας χάριτος μή τα από κακίας πάθη προ - Stras occupaverant, expulerimus. Novi ego medi
κατασχόντα τας ψυχάς ημών εξελάσαντας. Είδος cos, qui non priussalutaria medicamenta Iradebant,
ιατρούς εγώ μή πρότερον διδόντας τα σωτήρια φάρ- quam materiain morbidam per vomitum evacuns
μακα, πριν εμετούς αποκενώσαι την νοσοποιόν ύλην, sent, quam intemperantes illi ex malo victa sibi
ήν εκ πονηράς διαίτης εαυτοίς οι ακόλαστοι ένα - pepererant. Sed et in vas graveolenti quopiam li
έθεντο. Αλλά και αγγείον προκατειλημμένον υπό quore imputurm , nisi fuerit elolum, unguentum non
τινος δυσώδους υγρού, μη εκπλυνθεν, ου μή δέξηται infunditur. Ea ergo que prius inerant, efundi
του μύρου την επιρροήν. Δεί τοίνυν εκχυθήναι τα , oportet, ut quin immittuntur, recipi possint. VERS.
προϋπάρχοντα, ίνα δυνηθή χωρηθήναι τα επαγό- ° 10. Verumtamen vani Elii hominum. Novit non
μενα. Πλήν μάταιοι οι υιοί των ανθρώπων . Είδε μή omnes suum sequi nonitum, neque spem in Deum
πάντας ακολουθούντας αυτού των παραγγέλματα (89), suscipere , sed spem reponere in hujus vite vanita
μηδε καταδεχομένους ελπίζειν επί τόν Θεόν , αλλ' Libus. Idcirco ail : Verumtamen vani filii hominum ,
έχοντας την ελπίδα επί τά μάταια του βίου. Διά mendaces flii hominum. Cur vani? Quia mendaces .
τούτό φησι: Πλήν μάταιοι οι υιοί των ανθρώπων, Ubinam maxime mendacium eorum deprehenditur ?
ψευδείς οι υιοί των ανθρώπων . Διά τι μάταιοι ; 1η staleris, inquit, ad fraudandum faclis. De quali
Επειδή ψευδείς. Που μάλιστα αυτών το ψεύδος bus staleris Ioquitur ? Nunquid enim omnes 197
ελέγχεται ; ' Εν ζυγοίς, φησί, του αδικήσαι. Ποίοις homines uluntur staleris ? num omnes Iange Vendi.
φησί ζυγοίς ; Μή γάρ πάντες άνθρωποι ζυγοστατού - Iores sunt, aut macellarii; aut aurum aut argentum
σι ; μή πάντες έριοπώλαι , ή κρεωπώλαι, ή χρυσόν (raclant, aut omnino in bisce materiis operatin et
ή άργυρον διατίθενται, η όλως περί ταύτας τάς ύλας studium ponunt, quas mercatores cum slaleris ac
την σπουδήν έχουσιν, ας ζυγούς και σταθμούς πεφύ- ponleribus solent divendere ? Αιφui multa sunt
κασιν οι έμποροι διαμείβειν ; 'Αλλά πολύ μεν το genera operariorum, qui ad operas suas staleris
των βαναυσων γένος , ζυγών ουδέν εις την εργασίαν η nilil opus habent. Multi enim nauticam exercent
αυτών προσδεόμενον( 90): πολλοί δε οι ναυτιλλόμενου• arlem ; multi etiam circa forum et magistratus 0C
πολλοί δε οι περί τα δικαστήρια και το άρχειν στρε- cupantur, apud quos quident est mendacium, nec
φόμενοι, παρ' οις μεν το ψευδός εστιν, ο δε διά των 1amen per slateras dolus perficitur. Quid igitur est
ζυγών δόλος ουκ επιτηδεύεται. Τί ούν έστιν δ λέγει ; quod dicit? Quodin unoquoque nostruminlus stalera
“Οτι εκάστου ημών (91) εντω κρυπτώ ζυγός τις εστί quedan a nostro Conditore constructa sit,in qua
* Philipp. 111,19.
(86) Reg. Secundus εν πλούτη . (89) Legitur in Catena Corder. autoū tĄ xr,pú
(87) Editio Basil. el sex τηss. Εν εαυτω γνούς . γματι.
At editio Paris . et Reg. Sextus secundis curiς έν (90) Reg. quartus προσδεομένων. Αd marginein
εαυτώ δε. Vero Reg. Sexti scripιιηι invenilur προσδεόμενοι.
(88) Editi et mss. aliquot εκχέατε. Αlii tres mss. Stalim Reg . quartus cum Colb . quarto Olxzotřpha
κχέετε . Ιbidem nostra editio Paris. αμήχανόν εστι και τα αρχεία. Εliti vero cum multis mss. και το
τη χωρητικούς υμάς . Editio vero Basil. cuιη τηultis άοχειν.
Bliss. ut in contextu . (91) Colbertini quartus et quintus εκάστω ημών.
 419) S. BASILII MAGNI 430
rerum naturam discernere ac judicare quest. Posui A παρά του κτίσαντος ημάς εγκατασκευασθείς, εφ' ύ
ante tuam faciem vitam el amortem, bonum el ma- τήν φύσιν των πραγμάτων δυνατόν έστι διακρίσε
us34, duas naturas sibi invicem oppositas : ex- σθαι. "Εθηκα πρό προσώπου σου την ζωήν και τις
penile ipsas in tuo ipsius Trilbunali : pondera dili- θάνατον, το αγαθόν και το κακόν δύο φύσεις αντι
gealer φuid sil fili conclucibilius, utrum leinpo- κειμένας άλλήλαις · αντιστάθμησον αυτάς επί του
rariam eligere vol :palein , ct per eam accipere οικείου σεαυτού κριτηρίου : ζυγοστάτησαν ακριβώς,
alernam moriein : an in virtutis exercitio afflictio - τί σοι λυσιτελέστερον, την πρόσκαιρον έλέσθαι ήδη
nem eligere , et illius ope delicius elernas conse- νην, και δι' αυτής τον αιώνιον λαβείν θάνατον, η
qui ? Mendices igitur sunt homines , corrupta h:1- την εν τη ασκήσει της αρετής ελόμενον κακοπά
bentes alim julicia : quorum ctian miseretur θειαν, ταύτη προξένη χρήσασθαι της αιωνίου τρυ
Proplieta liccus : Υα , φui dicunt tenebras lucem, et φής( 92 ). Ψευδείς ούν οι άνθρωποι, διεφθαρμένα έχον
lucem tenebras : qui dicunt amarum dulce, et dulce τες της ψυχής τα κριτήρια : ούς και ταλανίζει ο
amarum 30. Milii, inquit, preslo sunt praesentia ; Προφήτης λέγων· Ούαι οι λέγοντες το σκότος φως ,
quis vero novit futura ? Male ponderas, cum mala και το φως σκότος : οι λέγοντες το πικρόν γλυκύ,
bonis praferas, vana veris ducas potiora, tempora - , και το γλυκύ πικρόν. Εμοι, φησί, τα παρόντα :
lia alernis anteponas, voluptatem duxam pro leti τίς δέ οίδε τα μέλλοντα; Κακώς ζυγοστατείς, ποντρά
tia perpetua ac perpeti eligas. Mendaces ergo flii των αγαθών άνθαιρούμενος , τα μάταια των αληθι
hominum in staleris ad fraudandum adhibitis. Inju- νων (95) προτιμών, τα πρόσκαιρα των αιωνίων προ
ria afficiunt maxime quidem se ipsos , deinde vero τάσσων, την παρερχομένην ηδονήν αντί της απαύ
proximos : quippe qui et sibi ipsis in suis actionibus στου ευφροσύνης και διηνεκούς εκλεγόμενος . Ψευ
male consulunt, et aliis sunt exemplo malo. Non δείς ούν οι υιοί των ανθρώπων εν ζυγούς του
licesit tibi dicere in die judicii : Νon noveram bo- αδικήσαι. 'Αδικούσι δε προηγουμένως μεν εαυτούς ,
num. Proponuntur tibi tue ipsius lances, bonum ac έπειτα δε και τους πλησιάζοντας, οι και εαυτοις (94)
malum sufficienter discernentes. Nam corporis pon- πονηροί σύμβουλοι επί των πράξεων γινόμενοι , και
dera ex ruline nmomentis estimamus : sed que in ετέροις μοχθηρόν όντες υπόδειγμα. Ουκ έστι σου εί
vita eligenda sunt, libero anime arbitrio secerni- πεϊν εν τη ημέρα της κρίσεως Ουκ ήδειν το αγαθόν.
mus : quod et slateram notninavit , quippe quia Προφέρεται (95) σου τα ίδιά σου ζυγά ικανήν παρ
equalem ad utrumque inclinationem recipere potest. εχόμενα διάκρισιν αγαθού και κακού. Τα μεν γάρ του
σώματος βάρη ταϊς επί της τρυτάνης ροπαις δοκιμάζομεν , τα δε του βίου εκλεκτά το αυτεξουσία της
υγής διακρίνομεν · ό και ζυγόν ονόμασε (96), διά τό ίσην δύνασθαι λαμβάνειν την ροπήν έφ' εκάτερα .
5. VEns. 11 . Nolite sperare in iniquilale, et rapi- 5. Μή ελπίζετε επ' αδικίαν και επί άρπαγμα μη
nas nolite concupiscere . Superius dixit : Sperate in επιπoθείτε. "Ανω είπεν : Ελπίσατε επ' αυτόν,
to, omnis Congregalio populorum. Vidit morein geri πάσα συναγωγή λαών. Είδε το οκνηρόν της υπ
1ardle seguilerque , el pronuntiavit : Verumlanmen ακοής, και απεφήνατο, ότι Π.λήν μάταιοι οι υιοί των
tani filii hominum. Rursus vetat ne speremus in ανθρώπων . Πάλιν απαγορεύει μή ελπίζειν επ' άδι
iniquitate. Qui conclus ex iniquitate divilians sufi- κίαν. Ο τόν εξ αδικίας ήθροισμένον πλούτον έκανεν
cieus sibi adjumentain all robur et potentiam esse εαυτώ πρός τό ισχύειν και κρατείν αφορμήν είναι
judicat, assimilis est egroίo, qui in morbi grasi. κρίνων όμοιός έστιν αρρώστω εν τη περιουσία της
late halsitudinem bonam constituit. Nolite sperare νόσου την ευεξίαν τιθεμένω. Μή ε.λπίζετε επ' άδι
in iniquitate. Haec impedimento tibi ad omnem actio - κίαν. Αύτη σου εμποδίζει προς πάσαν ενέργειαν.
nem. Ει super rαγinam nolile concupiscere. Aliena ne Και επί άρπαγμα (97) μη επιπoθείτε. Μή είναι
concupiscamus, admonet. Diviti si aluant , alile των αλλοτρίων επιθυμητάς παραινεί. Πλούτος εάν
cor apponere. Si videris querapiam prolivilem, ne ρέη, μή προστίθεσθε καρδία (98). Εάν ίδης τινά
vitam ipsius 198 beatam praedicinveris . Si undleli- των υπερπλουτoύντων, μή μακαρίσης αυτού την
bet, et ex uberibus foutibus tibi afluant divitie, ne D ζωήν. Εάν σοι πολλαχόθεν και εξ αφθόνων πηγών
in earum copia acquiescas. Divili si afluant. Αd- περιοδέη τα χρήματα, μή προσδέξη αυτών την πε
mirare vocean. Fluxa est divitiarum natura, tor - ριουσίαν. Πλούτος εάν δέη. Θαύμασαν την φωνήν.
reale citius preferlabitur possessores , alios aliter Ρευστή ή φύσις του πλούτου χειμάρδου οξύτερον
salet mutare. Quemadmodum lavius ab allo labels τους έχοντας παρατρέχει » άλλοτε άλλον πέφυκε πα
38 Deut. Xxx, 13. 39 Isa. V, 90.
(92) Ila editio Basil. el Oliv . et Anglic . cum aliis ( 95 ) Sic Oliv. et Anglic . et Combef. cum aliis sex
quinque mss . Al edilio Paris. cum paucis mss . alv ) - mss. Al edili TopoGÉPETAL.
νίας ζωής, υitam alernam. Coll». septimuς αιωνίου (95) Colb . quarius ώνόμασεν ο Προφήτης. Alos
τρυφής. Ιbidein, Colb. quartus Ψευδείς ούν οι υιοί 5dem codex επί τα αρπάγματα .
των ανθρώπων. (97) Rursus Reg . quartus αρπάγματα .
...αλ(93)
ηθώνIlie
.
sex mss. At edili et mss. nonnulli tūv ( 8 ) Sic seplem mss, tum hoc loco lum aliquanto
posi. Editi vero el LXX xapôlav. Haud longe niss.
(94) Sic mss. qualuor. Elij oι και αυτοίς. Col- seleo αυτού τήν. Editi vero αυτών.
berlini qullus AlSerllis oi uzi autol.
 18 ! SIOMILIA IN PSALUM LXI. 182
ραμείβεσθαι. "Ωσπερ ποταμός αφ' υψηλού φερόμε - A iis quidem qui al ripain 1stant appropinquat, sed
νος εγγίζει μεν τους παρεστώσι τη όχθη , ομού δε simul ut contigit, statim secedit : ita etiam divi
ήψατο, και ευθύς ανεχώρησεν· ούτω και η του πλού - liarum instabilitas velocissimani lubricamque pra
του ευκολία οξυτάτην έχει και ολισθηραν την παρου- sentiam habet, alios ex aliis permutare solita. Hodie
σίαν, άλλους εξ άλλων παραμείβεσθαι πεφυκυία. hujus est ager, cras alterius, et paulo post alius .
Σήμερον τούδε ο αγρός (99 ), και αύριον ετέρου, Respice ad civitalis Ποιος ; quot jam nomina , es
και μετ' ολίγον άλλου . 'Απόβλεψον πρός τάς quo exstructae sunt, accepere, aliler ab alio posses
εν τη πόλει οικίας, πόσα ήδη, αφ' ού γεγόνα- sore appellate. Quin etian aurumseinper e manibus
σιν , ονόματα μετειλήφασιν , άλλοτε απ' άλλου των eius, φuem penes est, elabens, ad alterum transit,
κεκτημένων ονομαζόμεναι. Και χρυσός αεί τάς του et ab illo ad alium. Comprehensar. manu aquam
έχοντος χείρας διαρρέων, εφ' έτερον μεταβαίνει, και facilius possis continere, quam divilias tibi constan
απ' εκείνου προς άλλον. Μάλλον δύνασαι ύδωρ τη 1er servare. Quare recte dictum est : Divitiαι οι af
χειρί περιλαβών κατασχεϊν, η πλούτον σεαυτώ διαρ- fluoul, nolite cor apponere. Ne iis sis animo deditus :
κώς συντηρήσαι . Καλώς oύν είρηται το, Πλούτος sed de ipsis commodum cape, non illas velut soun
εάν βέη, μή προστίθεσθε καρδία. Μή τη ψυχή σου φυodpiaom bonum impensius diligens, aut admirans,
προσπάθης · αλλά το απ' αυτού χρήσιμον καταδέχoυ, B sed earumfamulatum tanquain instrumentum quod
μή ώς έν τι των αγαθών υπεραγαπών και θαυμά- laun admittens. Deinde his dictis omnibus senten
ζων, αλλ' ώς οργανικής αυτού την υπηρεσίαν αιρού- tiam subdit, non er suis ipsius verbis adornalan,sell
μενος. Είτα επάγει πάσι τοις ειρημένους απόφασιν, quam ab ipso Deo audivit. VERs. 12. Semel enim,in
ουκέτι ιδίων ρημάτων, αλλ' ήν παρ' αυτού ήκουσε quit, locutus est Deus, due haec audivi. Nec quemquam
του Θεού. "Απαξ γαρ, φησιν, ελάλησεν ο Θεός , hoc dictum quasi paradoxurn perturbet, quomolo
δύο ταύτα ήκουσα. Και μηδένα ταραστέτω ως πα- Deus quidemseniel locutus sit,Proplieta vero duoaudi
ράδοξον το ειρημένον, πώς ο μεν Θεός άπαξ ελάλη - verit. Fieri eniin potest ut quis semel Ioculus sit , et
σεν, ο δε Προφήτης δύο ήκουσε. Δυνατόν γάρ άπαξ inter semel Ioquendum dicta sint multa. Non hono
μέν τινα λαλήσαι, εν δε το άπαξ πολλά είναι τα λα- quispistin, semel cum aliquo congressus , de noullis
ληθέντα. "Ανθρωπος γάρ τις, συντυχών τιν: άπαξ, disseruit ; ita qui ipsius verba audivit, polest dicere:
περί πολλών διελέχθη · και δύναται ο ακούσας αυτού Surmel quidern me allocutus est, sed de multis sers
των ρημάτων είτεϊν ότι, "Απαξ μέν μοι έφθέγξατο, monein Italuit. Ηoc est, quod modo dictum fuit :
περί πολλών δέ ελάλησε. Τούτο εστι το ειρημένον M: hi quidein seinel apparuit Deus, sed res due
νυν • Η μεν Θεού επιφάνεια άπαξ μο: γέγονε , δύο δε . sunt, quos dixit. Non ail : Uιιum locutus est Deals ,
τράγματά έστιν & ελάλησεν. Ουκ είπεν: “Εν ελάλη. " et latinen litec duo audivί ; sic enim seroquodami
σεν ο Θεός, δύο δε ταύτα ήκουσα · ούτω γαρ ανέδοξε modo secumpugnare videretur . Quce igitur erant duo
τινα έχειν ο λόγος τους εαυτόν εναντίωσεν , Τένα ού , Inec quae audivit ? Polestas Dei est, ( VEAS.13) et tuα.
ήν τα δύο ά ( 1) ήκουσεν ; " Οτι, Το κράτος του Θεού, Domine , misericordiα. Deus , inquit , potens in ju
και σου, Κύριε, το έλεος . "Οτι δυνατός , φησιν, o dicio, et idem nmisericors. Νeque igitur sperate in
Θεός εν τη κρίσει, και ο αυτός ελεήμων. Μήτε ούν iniquit:le, neque divitiis addicti estole, neque am
ελπίζετε επ' αδικίαν, μήτε πλούτω προστίθεσθε, μή- pleclaimini vanilatein, neque animi judicium corru
τε αιρείσθε ματαιότητα, μήτε το της ψυχής κριτή - pίum circumferte. Dominum nostri! m potentem esse
ριον διεφθαρμένον περιφέρετε. Ειδότες (2), ότι κρα - cum non ignoretis , Linuele ejus fortitudinem, Dec
ταιος ημών ο Δεσπότης, φοβήθητε αυτου το ισχυρόν, tamen desperetis le ipsius benignitate. Ει quidem
και μη απογνώτε αυτού της φιλανθρωπίας. Προς bonus est tiinor, ut ne quid aduittamus iniqui :
μεν ούν το μή αδικείν, αγαθός ο φόβος προς δε τον spes vero misericordie Don est , ut ne qui seniel
άπαξ εις αμαρτίαν ολισθήσαντα μη εαυτόν προέσθαι in peccatum prolapsus est, se ipse per desperatio
διά της ανελπιστίας, αγαθή ή ελπις του ελέους. Το Deu perdit. Νam Dei est potestas, et ab ipso est
γάρ κράτος του Θεού, και παρ' αυτού (3) το έλεος. D misericordia. Quia tu reddes unicuique juεια opera
" Ότι συ αποδώσεις εκάστο κατά τα έργα αυτού. suα. Εtenim quα mensura mensi fueritis, remelietar
"Ω γάρ μέτρα μετρείτε , αντιμετρηθήσεται υμίν. νobis 40 .Alixisti fratrem? par exspecta. Rapuisti in
"Έθλιψας τον αδελφόν ; εκδέχoυ τo ίσον. "Ηρπασας feriorum facultates ; puguis pauperes 199 cecidi
τα των υποδεεστέρων, κατεκονδύλισας πένητας (4), sti ; per convicia incussisti pudoreno, calumniatus es,
κατήσχυνας εν λοιδορίαις , εσυκοφάντησας, κατεψεύ- mentilus es, alienis μυριiis paristi insidias, pejera.
σω, αλλοτρίοις επεβούλευσας γάμοις , επιώρκησας, sti, terminos patrum transposuisti, orplianorum in
όρια πιατέρων μετέθηκας (5), κτήμασιν ορφανών vasisti possessiones , viduas oppressisti , Donis pro
επήλθες, χήρας εξέθλιψας, την παρούσαν ηδονήν των missis prelulisti presentem voluptatem? Vicem Ilis
έν επαγγελίαις αγαθών προετίμησας ; εκδέχoυ τoυ- dignam exspecia. Qualia elion unusquisque semi
60 Matili. VII, A.
(99) lia editio Basil. el mss.multi. Elilin Paris.
τούδε αγρός.
(2) Sic sepleim mss. Ateliti αλλ' ειδότες.
(5) Codices Trcs παρ' αυτώ.
(1) Ιιι seplerm mss. Αι editi δύο ταύτα ά. Μox (5) Rey, secundusTunta .
niss. aiths easnuwr. Edili inverso ordine tasy - 5 ) Tilmannus verbis Proverbiorum X811, 28, nisius ,
μων και αυτός. ills, όρια πατέρων, etc. , sic interpretatus τω. ν: ι :
PATROL. GR. XXIX. 16
483 S . BASILII MAGNI 18:
nat , talia et metel 1. Ceteruni si quid etiam boni A των την αντιμέτρησιν. Οία γάρ σπείρει έκαστος, τοι
alis le perpetratum est , reinunerationem prostolare αυτα και θερίσει. Και μέντου και εί τι τών άγα
ilio Iouge majorem. Quia tu reddes unicuique juαία θών πέπρακταί σοι, κακείνων εκλέχου πολλαπλασίους
opera suα. Ηujus sententiae si per omnem (uam vi- τας αντιδόσεις . "Οτι συ αποδώσεις εκάστο κατά
tam mermineris , multa poteris vitare peccata : in τα έργα αυτού. Ταύτης μεμνημένος παρά πάντα
Christo Jesu Domino nostro, cui gloria et imperium σου ( 6) τον βίον της αποφάσεως, δυνήση τα πολλά
in sæcula sæculorum . Amen. των αμαρτημάτων διαφυγείν, εν Χριστώ Ιησου το
Κυρίω ημών, ώ ή δόξα και το κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
IN PSALMUM CXIV. ΕΙΣ ΤΟΝ ΡΙΔ' ΨΑΛΜΟΝ (7).
1. Jamdudum occupato hoc sacro Martyrumtem- 1. Πάλαι προκαταλαβόντες τον ιερών τούτον των
plo, a media nocle ad hanc usque meridiem Deuin Μαρτύρων σηκών, εκ μέσης νυκτός τον Θεόν των μαρ
martyrum, dum adventus noster exspeclaretur , τύρων διά τών ύμνων εξιλεούμενοι, διεκαρτερήσατε
hymnis placare perresistis. Ιtaquevobis parala mer- μέχρι της μεσημβρίας ταύτης, την ημετέραν άφιξιν
somno et quieti pretulerilis. Quod si opus est ut σεως τήν εις τους μάρτυρας τιμήν και την του Θεού
nostram ipsorum defensionem suscipiamus, causam λατρείαν προτιμώσιν , έτοιμος ο μισθός . Ει δε δει και
cur moras interposuerimus, vosque deseruerimus ημάς υπέρ ημών αυτών απολογήσασθαι, της διατρι.
diutius, dicturi sumus : quod alteram huic parem 6ης ένεκεν και τηςεπί πλείστον απολείψεως ύμών (8),
Dei ecclesiam, non mediocri intervallo a vobis dis- έρούμεν την αιτίαν, ότι άλλην ομότιμον ταύτη του
junctam, administrantes, istud diei opalium in ilin - Θεού εκκλησίαν οικονομούντες, ουκ ολίγω προς
sumpserimus. Cum igitur tribuerit Dominus , ut et υμάς διειργομένην τη διαστήματι, τον χρόνον τούτον
apud illos impleverim ministerium , nec sim a ve - της ημέρας καταναλώσαμεν. Επεί ούν έδωκεν ο Κύ.
Stra charilate frustratus, mecum largilori benefico ριος κακείνους πληρώσει την λειτουργίαν, και μη
gratias agile, qui hanc quam videtis corporis nostri διαμαρτείν της υμετέρας αγάπης, απόδοτε μεθ' ημών
debilitaleninvisibili sua potentia levavit. Porro 110 την ευχαριστίαν τώ ευεργέτη, τω την όρωμένην ταύ
diutius deletis vobis simus molesti; ubi pauca ex την του σώματος ημών ασθένειαν τη αοράτω αυτού
eo psalino quem vos canentes deprehendinous, dis- δυνάμει χειραγωγούντι. Ως αν δε μήεπί πλείον παρα
seruerimus , ac verbo consolatorio pro nostris viri- κατέχοντες υμάς ανιωμεν, βραχέα εξ ου κατελάβομεν
bus paverimus vestras animas, singulos ad liabendam c αδομένου υμίν ψαλμού διαλεχθέντες , και τα λόγια της
corporis curam dimitlemus . Quid igitur erat quod παρακλήσεως κατά την προσούσαν ημίν δύναμιν τις
2 vobis canebatur ? VERS . 1 . Dileri, irquit, quoniam ψυχάς υμών θρέψαντες, επί την του σώματοςεπιμέ
εταιdiet Dominus vocem orationis meg. Non cujus: λειαν έκαστον διαφήσομεν (9). Τί τοίνυν ήν το αδί
vis est dicere : Dileri ; sed ejus, qui jam perfectus μενον ; Ηγάπησα, φησίν, ότι εισακούσεται Κύ
est, ac servitutis timorem transgreditur, atque ad- ριος της φωνής της δεήσεώς μοι Ου παντός
optionis spiritum adeptus est. Ει quidemcum di- έστιν ειπείν το, Ηγάπησα, αλλά του τελειουμένου
xit : Dileri, non apposuit , quem; sed subaudiιus, (10) * δη και υπερβαίνοντας τον της δουλείας φόβου,
Deum universorum. Quod clim proprie amabile est, και εν τω πνεύματι γενομένου της υιοθεσίας. Cy
hoc Deus est ; quandoquidemamabile id esse definiunt, πρόσκειται μεν ούν τώ, Ηγάπησα, το , τινά : προσ
σ::od omnia expelunt. Bonum autein est Deus, et υπακούεται δε παρ' ημών ότι, τον Θεόν των 8.ιω :.
primum, et bonorum perfectissimum. Ipsum igitur Το γαρ κυρίως άγατεςτου, ο Θεός επειδή περ αγαπη
dilexi, Deum , eorum quae desiderari possunt, supre- τον ορίζονται είναι, ου πάντα έφίεται. Αγαθόν δε και
mam: atque pro eo has alietationes cuin gaudio Θεός (11), και πρώτος και τελειότατον των αγαθών.
Amplexus Sum. Que autem sint he, paulo post re - Αυτόν τε ούν ηγάπησα τον Θεόν, των ορεκτών όντα
censet. Νimirum commemorat dolores mortis , In• D το έσχατον, και τα υπέρ αυτού τ.αθήματα μετά α.
1 Gal. νι, 8 .
Terminos quos posuerunt patres lui esne transgres Combef. et alii octo simpliciler xataracóviss.
sus ? Sed vim verboruin non satis exprimi recte (8) Colbertini lerlius, quinlus, seslus et septi.
el vere judicavil eruditissimus vir Duceus. Elenim
aliud est limiles agris positos loco movere , aliud Paris. å toasiyensúūv, dereliclionis vestræ . Editio
eosdemn deambulando transgredi. Ilic videre est in vero Basil. et Reg . ierlius aitoa silews nuūv, abstne
editione Parisiensi mullas interrogandi no !us : sed liæ nostræ ,
cum absint a mss. nostris, eis delendas censui- ( 9) Nostra editio Paris. et duo mss. διαφήσωμεν.
mus . Αlii quatuor mss. διαφήσομεν .
(6 ) Colbertini primus el sexlus cum Reg. quarto (10) Colbertini primus et septimus του τελείου
πάντα σου. Deest σου in editis el in aliis mss. μόνου . Col . quartus του τετελειωμένου .
( 7) Prima psalini verba, Ηγάπησα, ότι εισακούσε- (11) Colb. prings 'Αγάπη δε ο Θεός. Edisi cum
ται Κύριος, Dileri, quoniam εταudiet Dominus, le- aliis iss. 'Αγαθόν δε ο Θεός . Μox Colu, quarius
guntur in editione Parisiensi : sed et in editione και τελεώτατον. Subinde idenι codex τα υπέρ αυτού
Basil. et in nosiris novein miss. desiileranlur. Sia On .
liin ipso inicio edili 1600 %2721.265v :: ;. Al coilex
 HOMILA IN PSALMUM CXIV . 486
185
τον διεξέρχεται, τας ωδίνας του θανάτου , τους κιν- ob Dei amorem, et ob spem repositam iis qui ru
δύνους του άδου, την θλίψιν, την οδύνην, άπερ πάντα τηnas nflictionesque pro pietate sustinent, ei anna
αυτό αγαπητά διά την προς Θεόν αγάπην, και την bilia videbantur. Non enim,inquit, pracler volunta
ελπίδα , την αποκειμένην τοίς τα υπέρ της ευσεβείας tem, neque vi, neque necessitate In:arc periuft cer ,
πάθη καταδεχομένοις, εφαίνετο . Ου γαρ παρά προ- lamina, sed amore quodam et afectu hosce labores
αίρεσιν, ουδε βιαίως και καταναγκασμένως υπέμεινα, 200 suscepί, υι possim dicere : Quoniam propter
φησί, τους αγώνας, αλλά στοργή τινι και διαθέσει le mortifcantur ιοια die 1. Αιφue Isec videnturident
υπεδεξάμην τα επίπονα· ώστε έχειν με λέγειν · " Ότι valere ac Apostoli verlba, el eodem affecia ab eo
ένεκα σου θανατούμεθα όλην την ημέραν . Και proferri atque ab Apostolo : Quis nos separabil a
έoικε ταύτα ισοδυναμείν τους του Αποστόλου, και charitate Christi ? tribulatio ? αι αngustin ? αη per
από της αυτής αυτα διαθέσεως λέγεσθαι το, Τίς (12) seculio ? an fames ? an auditas ? an periculum? αη
ημάς χωρίσει από της αγάπης του Χριστού ; gladius 3 ? Dilexi igitur bec omnia , quod scireno Die
θλίψις ; ή στενοχωρία ; ή διωγμός ; ή λιμός ; ή sub spectatore et premiorunm largilore Doιnino uni
γυμνότης ; ή κίνδυνος ; ή μάχαιρα ; Ηγάπησα ούν versorum, pro pietate pericula subire . Quonian
ταύτα πάντα, ειδώς, ότι υπό θεατή και αθλοθέτη το Β ecaudiei Dominus vocem orationis med. Sic enim et
Δεσπότη των όλων τους υπέρ της ευσεβείας διαφέρω quilibet nostrum preceptorum difficultales superare
κινδύνους. "Οτιεισακούσεται Κύριος της φωνής της potest, cum suum vitae institutum universorum Deo
δεήσεώς μου. Ούτω γαρ και έκαστος ημών δύναται velutspectatori patefacit.
το εν ταις εντολαϊς επίπονον διανύειν, όταν οιονεί θεατή τω Θεώ (13) των όλων επιδεικνύμενος ή την
εαυτού πολιτείαν.
2. "Ότι έκλινε το ούς αυτού εμοί. "Έκλινεν, εί- 2. VERs. 2. Quia inclinαυίt autem suam mihi. In
πεν, ουχ ένα σωματικήν τινα έννοιαν λάβης περί climavit , inquit, non οι corporearm quamdam de
Θεού ώτα έχοντος, και ταύτα προς το ήρεμαίον της Deo notiοnein accipias, quasi habeat anres , eas
φωνής επικλίνοντος, όπερ ημείς ποιούμεν προς τους que ad submissam voceminclinet : quod nos erga
μικρόν φθεγγομένους προσεγγίζοντες ημών την illos qui exili voce Ioquuntur , efficimus, aures
ακοήν, ένα εκ του σύνεγγυς τη αισθήσει παραδεξώ- nostras admoventes, αι ex illa proximitate id quod
μεθα το λαλούμενον , αλλ' "Έκλινεν, είπεν, ίνα το dicitur, sensu percipiamus : sed, Inclinavit, ait, υι
εαυτού ασθενές επιδείξηται. "Οτι χαμαι κειμένω μοι , slamipsius detegeret infirmitatem. Quandoquidem
συγκατέβη δια φιλανθρωπίαν' οιονεί, αρρώστου τι- “ ad me diuini jacentem ob suam erga lioinines be.
νός εκ πολλής ασθενείας ουδε φθέγγεσθαι τρανώς δυ- nevolentiam descendit : velut cum benignus medi
ναμένου , φιλάνθρωπος ιατρός προσαγαγών εαυτού cus, si quis egrolus pre multa infirmitate clare lo
την ακοήν εκ του σύνεγγυς μανθάνοι (14) τα αναγ- qui non gueat, ea quae sunt agrolanti necessaria ,
καία το κάμνοναι. " Έκλινεν ούν το ούς αυτού ex propinquo, suis auribus admolis, ediscit. Incli
έμοί. Η γάρ θεία ακοή ου φωνής δείται προς αίσθη- ηαυit itaque aurent suam mihi. Unique auditus di
σιν· οίδε γάρ και εν τω κινήματι της καρδίας γνω- vinus voce τιοιι indiget ad percipiendum, siquidem
ρίσαι τα επιζητούμενα. " Η ουκ ακούεις , ότι Μωϋσής pelita etiamin cordis motu cognoscere valei. Νonne
ναγμούς εντυγχάνων τω Κυρίω, ηκούετο (13) παρά tis suis suspiriis Dominum interpellans , a Domino
του Κυρίου λέγοντος · Τί βοάς πρός με; Οίδεν ο audiebatur dicente : Quid clamas ad me 4 ? Novit
Θεός και αίματος ακούσαι δικαίου , και γλώσσα ου Deus vel sanguinem justi audire , cui nec lingua
πρόσεστιν, ουδε φωνή τον αέρα περώσα. "Έργων δε inest, nec vox aerem permeans. Quin etiam operuin
δικαίων παρουσία μεγαλοφωνία έστι παρά Θεώ. Και justorum presentia clamor magnus apud Denim est.
εν ταις ημέραις μου επικαλέσομαι . Ημείς μεν, εν ο Ει in diebus meis invocalho. Nos equidem cum una
μια προσευξάμενου ημέρα, ή εν μιά ώρα βραχύ τι die oravimus, vel per unam horam brevi aliqua tri
ταις αμαρτίαις ημών επιστυγνάσαντες , αμεριμνώ- stitia ob peccato fuimus affecti, securi vivirnus ,
μεν (16) ώς ήδη τι ποιήσαντες εφάμιλλον τη κακία lánquam si quidpiam quod iniquitatem nostram
ημών. Ο μέντοι άγιος παντί τω χρόνο της ζωής compensaret a nobis patratum esset. Sed hic san
εαυτού παραμετρουμένην επιδείκνυσθαι λέγει (17) ctus confessioneir , que online vila sue tempus ad
την εξομολόγησιν: 'Εν ταις ημέραις γάρ μου, nietiri possit, editarum se affirmat : Omnibus enim,
1 Psal. XLII, 22. 2 Rom. ν111, 33. * Εκod. xιν, 13 .
(12) Sic mss. multi. Editio Paris. τω, Τίς . tertio et sexto ήκουσε. Μox mss. tres ο Θεός. Deest
articulus in editis et in aliis mss. Subinde niss.
Θεώ. Sed cum illud, και αθλοθέτη, in editis et in Dovein δικαίου. Editi δικαίων. .
aliis mss. desil , credi merito polest ab aliquo libra - (16 ) Colb . quartus auspuvõuev. Editi cum plive
rio additum fuisse. rinis mss. αμεριμνούμσν. Toilein quatuor Diss. ώς
(14) Editi cum Colb. quinto μανθάνει. Αι septem ήδη . Editi cuo uno aut altero της. ώς δη .
Γmss. μανθάνου. (17) Ila editio Basil. cum liovem mss., nec aliler
(13) Ita Colbertini primus, quintus et sextus cum legit interpres. Editio Paris. επιδείκνυσθαι μέλλει.
Regiis secundo et quarto . Edili vero cum Regiis
 187 S . BASILII MAGNI 188
inquit, diebus meis invocabo. Deinde ut ne Deum A φησί , πάσαις επικαλέσομαι. Είτα ίνα μη οιηθής
ab ipso propterea iuvocatum fuisse existitnes, ότι ενευημερών τώ βίω τούτω, και πάντων αυτών των
quod in line vita relus secundis uleretur, eique πραγμάτων κατά βούν προϊόντων , επεκαλείτο του
prospere succederent omnia ; narrat calarnitum Θεόν, διηγείται το μέγεθος των περιστάσεων, εν ας
anagnitudinem, in quibus constitutus nequaquam (18) ων ουκ επελάθετο του ονόματος του Θεού. Περι
Πominis Dei oblitus est. VERS . 3. Circumdellerunt έσχον γάρ με, φησίν, ωδίνες θανάτου, κίνδυνοι
me enim, inquit, dolores mortis, pericula inferni άδου εύρoσάν με. Κυρίως μεν αι ωδίνες επί των
invenerunt me. Hi quidem dolores proprie usurpan- κατά τας κυήσεις οδυνών εισι τεταγμέναι, όταν, προς
tur ad significandos puerperii dolores, cum veiler όγκον ή γαστηρ διεγειρομένη , ωθή το έμβρυον προς
ad tumorem usque distentus, foras felum impelliι : το έξω (19): είτα θλιβόμενα τα γεννητικά μέρη, και
deinde vero 201 partes genitales presse , el cir- περιτεινόμενα τώ κυήματι σπασμούς και συνολκαίς
cum fetum disiensionibus contractionibusque ner- τών ινών, οξυτάτα; άλγηδόνας και δριμείας έδύνα
Forum dilatale, acutissimos dolores el acerbos cru- εμποιεί ταϊς τικτούσαις. Mετήνεγκε δε τας ωδίνας
ciatus parturientibus creant. Translulit autem lo» και επί του θανάτου, τις περιϊσταμένας το ζώον εν
Iores parius ad ipsos etiam mortis dolores , qui in τω μερισμα της ψυχής και του σώματος. Ουδέν ούν
anime et corporis divisione animal obsident . Air B φησι μέτριον πεπονθέναι , αλλά μέχρι και αυτών πε
igitur se nihil mediocre passum esse , ino se ips0s πειράσθαι των ωδίνων του θανάτου, και εις κίνδυνος
quoque mortis dolores experium fuisse , atque in της καταβάσεως του άδου αφίχθαι . Αρ' ούν και μόνο
periculum descensus inferni deductanι. Νum igitur ταύτα πέπoνθεν εφ' οίς σεμνύνεται , ή ταύτα μεν
haec sola de quibus gloriatur, pertulit, cum alioqui πολλάκις και ακούσια ; Ουδέν δε των ηναγκασμένων
isleec sape nec voluntaria quidem sint ? Nihil all- επαινετόν. Αλλά βλέπε το μεγαλοφυές του αθλητού .
ten conclum laudabile est. Αt vide hujus athlele Επειδή γάρ Περιέσχον με ωδίνες θανάτου , και
magnanimilalen). Postquain enim Circumdederunt κίνδυνοι άδου εύρoσάν με, τοσούτον απέσχον της
me dolores mortis , et pericula inferni invenerunt me, πειρασμοίς τούτοις υποπεσείν, ότι και πολλώ τούτων
antum abfait ut his tentationibus succubuerim , ut πλείοσι κατά το εκούσιον πειρασμοίς εμαυτόν προ
etiam me-ipse sponte lentaminibus mulio pluribus εθέμην (90). Θλίψιν και οδύνην ώσπερ εχών εμαυτό
objecerim. Aflictionem et dolorem ut volcis niilii επεξεύρον, ουκ ακουσίως υπ' αυτών κατελήφθην. Εν
ipse excogilavi , ila non invilus ab eis apprehensus Mey yao mois xazón ! Kireuro üdov küpocúr ue .
sum . Siquidem in superioribus Periculu inſerniin . ενταύθα δε Θλίψιν και οδύνην εύρor. Επειδή γερ
venerunt Tribulationem
me ; hic vero et dolorem in- , εκεί ανενδότως έχων ευρέθην προς τα παρά του
veni. Cum enim illic adversus ea quae mihi a te!!- " πειράζοντος επαχθέντα, ίνα δείξω την περιουσίας της
tatore ilata sunt, irimus ac consta :ns inventus es- προς Θεον ανάπης, προσέθηκα θλίψιν επι (91) τη βλέ
serm : adjeci, ut men in Deun cliaritatis copiarm Uει , και οδύνην επι τη οδύνη · ου . τή εμαυτού δυνά
Ostenderem, aflictioni aflictionem, et dolori dolo μει των αλγεινών κατεπανιστάμενος , αλλά διότι το
rem : non quod meis viribus obslilerim Ibisce mo- όνομα Κυρίου επεκαλεσάμην. Τοιουτόν έστι και το
lestiis , sed quod nomen Domini invocaverim . Tale του Αποστόλου λέγοντος · 'Εν τούτοις πάσιν (99 )
est et illud Apostoli dicentis : In his onmnibus plus υπερνικωμεν δια του αγαπήσαντος ήμάς. Ν:κι
φuam υίclores summus per eumm qui dilesίt nos 8. Vin- μεν γάρ ο μή ένδιδούς τους πρός ανάγκην επαγομέ
cit quidem , qui ab his , que necessario accidunt , νοις · υπερνικά δε ο και αυθαιρέτως οδύνας εις επί
non frangitur : sell plus quam victor est , qui sua δειξιν της υπομονής επισπώμενος. Ο γενόμενος εν
elian sponte et voluntate dolores ad leinouslrin• αμαρτία τινί τη προς θάνατον λεγέτω: Περιέσχcr
«lam patientiam sibi accersit . Qui letale aliquod με ωδίνες θανάτου. Πάς γάρ, φησίν, ο ποιών την
Deccatum admiserit , dicat : Circumidederunt nie αμαρτίαν εκ του διαβόλου στεγέννηται (93), " Ots
dolores mortis. Omnis enim, inquit, gui facit pecca- ούν ήμην, φησίν, εργάτης της αμαρτίας, και εκυος
Tum, ex diabolo natus est * . Cum igitur , inquit , η ρούμην υπό του θανάτου, τότε και ευρέθην υπό των
peccatum patrarero , et in mortis ulero gestarer, του άδου κινδύνων. Πώς oύν έξιασάμην εμαυτόν;
tunc etiam ab inferni periculis inventus sum. Quo- Επειδή 0.λίψιν και οδύνην εύρον τήν διά της
τηodo ergo sanavi me ipsuin ? Propterea quod tric μετανοίας. Αναλογούσαν γάρ τα μεγέθει της αμαρ
65 Rom. νιιι, 37. ** I Joan. ΙΙ, 8.
(18) Reg. sextus et Colb. terlins ty a?s. At multi (23 ) Oliv , el Regii tertius el quarlus, perinde al
inss. év olois. Imo ita quoque legitur in margine que Colbertini sexliis et seplimus, cum editione
Reg . sexti el Colb . lerlii . Nec ila mullo post editio Basil. Yeyévrtal. Editio Paris . Yeyévvrtal. Colti,
Paris. εύρεσαν. Multi mss . cum LΧΧ εύρoσαν , quintus Πάς γάρ, φησίν, ο ποιών την αμαρτίαν δου
(19) Edis προς τά. Μulti mss. προς το. Μox multi λός έστι της αμαρτίας, και εκ του διαβόλου γεγέννη
mss.(20μέρη. Editi vero μόρια. 121, Quisquis enim , inquit, facit peccatum , serius
) lia ' quinque mss. Al editi nepogEOéuny. Sia est peccati, el ex diabolo nutus esi. Notandum est
lim quatror mss. ¿TEGEūpov. Edili útteEsūpov. Colb . Combelisium eo in codice (nam illius codes, nosier
qaintus εξηύρον. est Colbertinus quintus) pro násmale tws legisse ;
(21) lia edili cum Reg . sexlo . Alii sex mss. 026 nec debuissc eain lectionem , qualem cilal, Tai
μεις επί. Μox-Colb. quartus και οδύνας. quam emendatiorem prædicare. Mox Reg. Tertius
(22) Sic editio Basil. cum multis mss. et cum εργάτης της ανομίας.
Sitero telu. Editio Paris, τούτοις άτασιν,
 489 HOMILIA IN PSALMUM CXIY. 490
τίας την εκ της μετανοίας κάκωσιν έμαυτώ επ- A bulationem et dolorem inveni per penitentiam.
ενόησα, και ούτως ετόλμησα το όνομα Κυρίου επικα- Enimvero taleni penitentiae cruciatum, qui peccati
Η λέσασθαι. Τίνα δε ήν & είπον ; ΤΟ Κύριε, ρύσαι Diagnitudini convenirel, milii ipse excogitavi, et sic
την ψυχήν μου. Κατέχομαι εν τη αιχμαλωσία ιomen Domini ausus sum invocare . Que autem
! ταύτη , συ δος το υπέρ εμού λύτρον, και ρύσαι την erant quæ dixi? VERS. 4 . O Domine, libera animam
ψυχήν μου. meam . In hac delineor caplivitate , lu pro me pre
lium da redemptionis, et libera ánimam meam .
3. Ελεήμων ο Κύριος και δίκαιος . Πανταχού 5. Vers. 5 . Misericors Dominus el juslus. Scri
συνάπτει η Γραφή τους οικτιρμούς του Θεού την δι- plura ubique Dei miserationibus justitiam conjun
καιοσύνην, διδάσκουσα ημάς , ότι ούτε ο έλεος του git : quippe docet nos, neque Dei misericordiam
Θεού άκριτος, ούτε η κρίσις ανελεήμων. Αλλά και judicio carere, neque judicium expers esse miseri
ελεών , κεκριμένως τους αξίοις επιμετρεί τους οι - cordi . Sed et duum nmiseretur, iis qui digni sunt,
Η κτιρμούς και κρίνων, εστοχασμένως της ασθενείας suas cumjudicio miserationes admelitur : atque dum,
ημών επάγει την κρίσιν, φιλανθρωπία μάλλον ή τη judicat, liabita infirmilalis nostra: ratione infert ju .
τού ίσου αντιμετρήσει αμυνόμενος ημάς. Και ο Θεός dicium, benignitate magis, quam par pari referendo
ημών ελεεί. Έλεός έστι πάθος επί τους παρ' αξίαν Β plectens n0s. Ει Deus noster miseretur. Misericor
τεταπεινωμένους, παρά των συμπαθώς διατιθεμένων dia afectio est erga eos qui praeter meritum de
γινόμενον. 'Ελεούμεν τον έκ μεγάλου πλούτου προς την pressi sunt, ab iis qui miseratiοne 202 noventur
(24) εσχάτην πενίαν μεταπεσόντα, τον εκ της άκρας proficiscens. Miseramur eum, qui ex magnis divi
ευεξίας του σώματος εις την εσχάτην ασθένειαν κα- tiis in extremain incidit paupertalem : eum, qui ex
ταβληθέντα, τον επί κάλλει και ώρα σώματος αγαλ- optima corporis habitudine ad summam redactus
λόμενον, και υπό των αισχίστων παθών διαφθαρέντα. est debilitatem : eum, qui ob pulchritudinem ac
Eπει ούν και ημείς μέν ποτε ένδοξοι επί της του elegantiam corporis pregestiebat, sed'a fediasimis
παραδείσου διαγωγής, εγενόμεθα δε άδοξοι και ταπει- ac turpissimis morbis corruptus est. Quoniam igi
νοί διά την έκπτωσιν, “ Ο Θεός ημών ελεει, ορών tur et nos in paradiso degentes, eramus aliquando
ημάς οίοι ανθ' οίων γεγόναμεν. Διά τούτο και τον clari ac spectabiles , et tamen ob ejectionem, in
'Αδάμ ανεκαλείτο τη (23) του ελέου φωνή, λέγων · glorii et abjecti evasimus , Deus nosler miseretur,
Αδάμ, πού εί; Ου γαρ διδαχθήναι εζήτει και πάντα dum quales nos ex qualibus facii simus , videt .
ειδώς , αλλά νοήσαι αυτόν εβούλετο οίος ανθ' οΐου Quapropter el Adamum hac noisericordia voce re
γέγονε . Πού ει ; αντί του, Είς οίον πτώμα κατελήλυ- vocabat, dicens : Adam, ubi es ? Non enim edo
θας από τηλικούτου ύψους; C ceri quærebat omnium gnarus, sed intelligere ipsum
volebal, qualis ex quali factus essel. Ubi es ? quasi dicat : In quam ruinam ex lanta sublimitate inci
disli?
4. Φυλάσσων τα νήπια ο Κύριος · εταπεινώ- 4 . VERS. 6 . Custodiens parvulos Dominus ; hu
θην, και έσωσέ με. Είτε κατά τον φυσικόν λόγον , miliatus sum, et εαιυum me fecit. Sive naturali ra
ουκ αν συνέστη η ανθρωπίνη φύσις, μή των κομιδή tione id accipias, non consisterel humana natura ,
νηπίων και έτι βρεφών υπό του Κυρίου φυλασσομένων. si ii qui sunt prorsus parvuli et adhuc infatules , a
Πώς γαρ ή (26) τα εν τη μήτρα κυοφορούμενα ήδύ- Domino non custodirentur . Quomodo enim qui in
νατο τρέφεσθαι και κινείσθαι εν ούτω στενούς χωρίοις, ulero gestantur, nutriri aut moveri possent, cum in
και μηδεμίαν έχουσιν αναστροφής (27), αλλ' εν σκοτειν spaliis adeo augustis, in quibus nullo modo se con.
νούς τόπους και ενέγροις την ζωήν έχοντα, και ούτε vertere ac versare liceat, diversentur, sed in lene
αναπνείν δυνάμενα, ούτε ζήν την των ανθρώπωνζωήν, brosis et humidis locis vivant, neque respirare, ne
αλλά δίκην ιχθύων τοίς υγροίς έμφερόμενα, ει μή τη que hominum vitam vivere valentes, sed instar pi
παρά του θεού φυλακή διεκρατείτο; Πώς δ' αν είς εcium luidisinnatantes , nisi Dei custodia servaren
τον αήθη τούτον εκπεσόντα τόπον, και από της εν τη ιur ? Quomodo rursus ad insolitum hunc locum
μήτρα θερμότητος τα αέρι περιψυχόμενα καν προς elapsi, et post uteri calorem aere refrigerali, vel ad
το βραχύ διήρκεσεν, ει μη παρά Θεού διεσώζετο; breve tempus persisterent, nisi a Deo conserva
Φυλάσσων ούν τα νήπια ο Κύριος · εταπεινώθην, D rentur ? Custodiens ergo parυulos Dontinus ; humi
και έσωσε με. " Η και ούτω νοήσεις τον λόγον "Οτι liaιus sum, et servanit me. Αut etiam sic verla
επειδή εστράφην, και εγενόμην ως το νήπιον, και istlinc intelligere poteris : Quandoquidem conver
έδεξάμην την βασιλείαν των ουρανών ως παιδίον , και sus sum, et factus sum ut parvulus, ac regnum
διά της ακακίας εμαυτόν εις την των παιδίων ταπεί- colorum velut puer suscepί, meque ipse per inno
** Gen. πι, 9.
(24 ) Sic septem mss. At editi enti tnv. Haud longe quibusdam mss.
Reg. Secundus ασθένειαν μεταβληθέντα , (27) Ila editio Basil. et Oliv . et Combef. cl alii
(25) Reg. secundus ένεκαλείτο. Μox Reg. tertius sepιen. Editio Paris . και μηδεμίαν έχουσιν ανα
οίου γεγένηται. Trvohv, In quibus nec respirare liceal.
126) Sic ' mss. tres. Dcest in editis et in aliis
4:51 S. BASILIT MAGNI 402
centiam ad puerorum humilitatem demisi : Custo- Α νωσιν κατήγαγον: Ο φυλάσσων τα νήπια Κύριος,
diens parυulos Dominus, quoniam humiliatus sum, επειδή εταπεινώθην, έσωσε (28) με.
servaril me.
3 . VERs. 7. Convertere , anima mea , in requiem 5. Επιστρεψον , ψυχή μου , εις την ανάπευ
Tsam, quia Dominus benefecit tibi. Sili ipsi verba σιν σου, ότι Κύριος ευηργέτησε σε. Εαυτό προσ
consolatoria proponit bonus allileta , similiter ac άγει τους παρακλητικούς λόγους ο καλός αγωνιστές,
Paulus , dicens : Boηum certanmen certαυί , cursum παραπλησίως τω Παύλω λέγων · Τον αγώνα τον κα
consummari, idem serυαυι ; in reliquo reposita est λον ήγώνισμαι, τον δρόμον τετέλεκα, την πίστις
mili corona justitia 48. Hec quoque silhi dicit Pro - τετήρηκα λοιπόν απόκειται μοι ο της δικαιοσύ
pliela : Quoniam File lujus cursum salis longum νης στέφανος. Ταύτα λέγει (29) και προς εαυτόν και
explesti, Convertere de celero in requiem tuam, Προφήτης : Επειδή ικανώς του βίου τούτου τον δο.
quia Dominus benefecit libi . Siquidem iis qui legitime λιχόν έξε πλήρωσας, Επίστρεψον λοιπόν εις την
in hac vita decertarunt, sempilterna requies propo. ανάπαυσίν σου, ίτι Κύριος ευηργέτησε σε. Πρό
sita est, que no ex operum delilo tribuitur, sed κειται γάρ ανάπαυσις αιωνία τους νομίμως τον έν.
ex Dei munificenlissimi gralia , iis qui in ips0 spem ταύθα διαθλήσασι βίον, ου κατά οφείλημα των έργων
habuere, dalur. Deinde, priusquam bona illic repo- Β αποδιδομένη (50), αλλά κατά χάριν του μεγαλοδώ
sita enarret, quomodo a mundi molestiis liberalus ρου Θεού τοίς εις αυτόν ήλπικόσι παρεχομένη. Είτα,
sit, recenscns , pro iis gratias agit animarum libe- πριν τα εκεί αγαθά διηγήσασθαι, την αποφυγήν των
ratori, qui ex varia et inevitabili cupiditatum ser- του κόσμου όχληρών διηγούμενος, επί τούτοις εύχι
vilule ipsum exemit. Que autem sunt haec ? VERS. ριστεί το ελευθερωτή των ψυχών, τω της ποικίλες
8 . Quia eripuit animata mean de morte, oculos meος αυτόν (31) και απαραιτήτου δουλείας των παθημά
a lacrymis, et pedes meos α !apsu. Rerum presen- των εξαιρουμένω. Τίνα δε εστι ταύτα ; " Οτι εξ
tium comparatione futuram describit requiem. 13:c ειλετο την ψυχήν μου εκ θανάτου , τους οφθαλ
enim, inquit, circumdederunt une dolores mortis : μούς μου από δακρύων, και τους πόδας μου από
illic vero eripuίt animam meam a morte. Hic oculi ολισθήματος. Συγκρίσει των ώδε την μέλλουσαν
1.scryinantur ex aflictione : 203 illic Tero non ανάπαυσιν διαγράφει. 'Ενταύθα γάρ με , φτσί , πε
qui contemplatione psiclaritudinis majestalis Dei μου εκ θανάτου, Ενταύθα οι οφθαλμοί τo (32) εα
obleclantur. Abstulit enim Deus omnemfacrymam αυ της θλίψεως προχέoυσι δάκρυον· εκεί δε ουκέτι δά
omni facie 0. His magnum est eadendi periculuτη : ς κρυον επισκοτούν ταϊς κόραις των ευφραινομένων
quapropier et Ρaulus aiebat : Qui se existimαι stare τη θεωρία του κάλλους της δόξης του Θεού. Αφείλε
υideal ne cadat 80. Illic autem firmi sunt gressus : vita γαρ ο Θεός πάν δάκρυαν από παντός προσώπου.
inimulabilis ; non amplius periculum est in peccatum Ενταύθα πολύς ο κίνδυνος του ολισθήματος • διό και
prolabendi. Neque enim carnis est rebellio : neque Παύλος έλεγεν• Ο δοκών εστάναι βλεπέτω μη
nulier mutuam ad peccatum conferi operam. Nam πέση. Εκεί δε πάγιοι αι βάσεις: απερίτρεπτος η ζωή
non est masculus et feminain resurrectione, sed una ουκέτι κίνδυνος προς αμαρτίαν υπενεχθήναι. Ούτε γάρ
quzda vita est ac simplex : siquidem qui in re- σαρκός επανάστασις , ούτε γυναικός συνεργία προς
gione vivorun habitant, suoipsorum Domino placcnt. αμαρτίαν. Διότι ουκ ένι άρσεν και θήλυ εν τη αναστά
Mundus hic et ipse interiturus est, et morientium σει, αλλά μία τις εστι ζωή (53) και μονότροπος , ευ
est locus. Quoniam enim visibiliumsubstantia com- αρεστούντων τώ εαυτων Δεσπότη των κατοικούντων
posit: est, ci quidquid compositum est, dissolvi s0- εν τη χώρα των ζώντων. Ο κόσμος ούτος αυτός τε
let, nos qui in mundo exsistimus, cum mundi parles εστι θνητός, και χωρίον αποθνησκόντων (34). Επειδή
simus, necessario nature universi elliciour con- γάρ σύνθετός έστι των όρωμένων η σύστασις, το δε
sories. Quare ,ante etiam quam anima per morterm σύνθετον άπαν διαλύεσθαι πέφυκεν, οι εν τω κόσμο
a corpore separetur, morianur sepe homines. Νe- D όντες, μέρη όντες του κόσμου, αναγκαίως της του
que vero dictum loc tibi videatur paradoxum, sed παντός φύσεως απολαύομεν. Διά τούτο και πριν θα
rei ipsius considera veritatem. Quippe natura com- νάτω την ψυχήν διαζευχθήναι του σώματος , απο

* II Tim. IV, 7, 8. » Isa. ΧΧν, 8. . 80 1 Cor. Χ, 12.

(28) Sic editio Basil. cum quinquemss . Al editio
Paris. cum Colb . sexlo ya ! É owsa. Stalim Colb . Yol in duobus codicibus, quibuscum consentit Vuk
quartus ευεργέτησέ με .
(29 ) Evilio Basil. cum plurimis mss. 2.égei. Eili
rin Paris. déyn . Haud longe mss . nonnulli cún,pré
τησέ με..
(30)Ιa quinque mss. Αι editi αποδεδομένη.
(31) Sic edili cum mulus mss. Al Reg . Terlius
con Colb. SexTο ποικίλης αυτάς, φui ipsis excit.
Coll», quartus ποικίλης ταύτης. Paulo post cdiicu
multis inss . el cum LXX xa : taus roðaç. Deest
g111.
(32) Ediliolanuoi uou. Abesl uou a sex mss.,
nec dubium quin melius desit. Hæc eniin non de
oculis unius, sed de oculis omnium qui vitam æter
nam consequentur, accipienda esse vel cæco appa.
rel.
(53) Ιta multi mss. Αι eliti ή ζωή .
(54) Colb . quartus 2200VT,szóvw r ;i. Voi co
 493 HOMILIA IN PSALMUM CXIV. 40,
φανή (53) σου το λεγόμενον, αλλά σκόπει του πράγμα- Α dibus tres etatis ac vitae vicissitudines ac muta
τος την αλήθειαν. 'Εν τρισί γάρ εβδομάσιν ετών tiones Sustineat, eoque per singulas hebdomades
τρείς υφίστασθαι πέφυκεν αλλοιώσεις και μεταβολάς 1erminus proprius praeterila circuniscribit, ei mia -
ηλικιών και βίων ο άνθρωπος , και καθ' εκάστην nifestam exhibet permutationem. Terminatur den
εβδομάδα ίδιος όρος περιγράφων τα παρελθόντα, και titione etas pueri circa primam hebdomadein. Pre
εναργή παρέχων την μεταποίησιν. Του παιδίου ή ηλι linilum lempus pueri qui jam ad disciplinas ido
κία εν τή των οδόντων αποβολή (36) κατά την πρώ nel:s est, ad pubertatem usque extenditur . Pubes
την εβδομάδα περιορίζεται. Του παιδός λοιπόν του
anno vicesimo
προς τας μαθήσεις επιτηδείου η προθεσμία έστι Iangine genas primo
vestirecomplelus, cum scilicet
el adumbrare
prima:
inceperit
μέχρι της εφηβείας. Ο έφηβος , μέχρι πρώτου και sensim desinit, adolescente jam in virum transeun
εικοστού έτους συμπληρωθείς , όταν δούλοις άρξηται te.
κατασκιάζειν τας παρειάς , αφανίζεται λεληθότως , scereCumet igitur
angeri
videris virum qui per ælalem cre
destiterit, jamque vestigium
firma sit Dre
ratiose
προς τον άνδρα ήδη του νεανίσκου μεθισταμένου . cinatione , nec ullum iuventutis
“ Όταν τοίνυν ίδης άνδρα αποθέμενον μεν την επίδο ſerat, an non ea quæ præterita sunt, in ipso mor
σιν της καθ' ηλικίαν αυξήσεως , βεβηκότα δε ήδη τοίς u: esse existimabis ? Senex rursus in aliam for
λογισμούς , και μηδέν ίχνος της νεότητος φέροντα, B mam el in alium animi affecturm conversus , mani
ούχι τεθνηκέναι εν αυτώ λογίση τα παρελθόντα ; feste alius est , si cum prioribus comparetur . Quare
Πάλιν ο πρεσβύτης , προς έτερον σχήμα και ψυχής vita hominum non solum cum elas mutatur, sed
διάθεσιν μεθαρμοσθείς , έτερός έστι προδήλως παρά etiam cum animae in peccatum labuntur , per mul
τους προτέρους . " Ωστε και η ζωή των ανθρώπων διά 1as mortes Suaple natura explelur . Ubi vero non
πολλών θανάτων συμπληρούσθαι πέφυκεν, ου μόνον est coinmulalio neque corporis neque animz (ne
εν τη κατά τάς μεθηλικιώσεις μεταβολή , αλλά και que enim est rationis eversio, aut sententiae permu
εν τοις καθ' αμαρτίαν πτώμασι των ψυχών. "Όπου talio, si adversitas nulla mentis constantiam ac
δε ούκ έστιν αλλοίωσις ούτε σώματος ούτε ψυχής tranquillitalem aufert), illa est vere viventium re
( ουδέ γάρ έστι λογισμού παρατροπή , ουδε μετάθεσις gio , quippe qui sibi ipsis semper sint consimiles.
γνώμης, ουδεμιάς περιστάσεως το ευσταθές και ατά- In qua universorum Deo maxime consplaciturum
ραχον των λογισμων αφαιρουμένης), χώρα εστιν (57) 204 se policetur Propheta, cum nihil externum
εκείνη το όντι ζώντων, ομοίων όντων αει αυτών impediturum sit, quominus scopum vere et equalis
εαυτούς. Εν ή μάλιστα ευαρεστήσειν τω Θεώ των cum angelis servitutis assequatur : Conlendimus ,
όλων ο Προφήτης κατεπαγγέλλεται, ώς υπ' ουδενός . inquit, είve presentes in corpore, sive a corpore
μέλλων τών έξωθεν διακόπτεσθαι προς τον σκοπόν της peregrinantes , placere illi 81. Viventium illa est regio,
αληθινής και ομοτίμου τους αγγέλοις δουλείας. Φιλο- in qua non est nox, non est somnus mortisimago :
τιμούμεθα, φησίν, είτε ενδημούντες εν τω σώματι, in qua non est cibus, non est polus, infirmilatis
είτε εκδημούντες από του σώματος , ευάρεστοι nostre fulcimenta, non est morbus, non sunt do
αυτό είναι . Ζώντων εκείνη χώρα, εν ή ουκ ένι νυξ, lores, non medicina, non fora, non mercaturæ , non
ουκ ένι ύπνος το του θανάτου μίμημα • εν ή ουκ ένι arles , non pecunie, malorum origo, bellorum causa,
βρώσις , ούκ ένι πόσις, τα της ασθενείας ημών υπ- inimicitiae radix : sed est regio viventiam, ηοιι
ερείσματα, ουκένι νόσος , ουκ ένι αλγήματα (38), ουκ morientium per peccatum, sed veram vitam viveia
ιατρεία, ου δικαστήρια , ουκ εμπορίαι, ου τέχναι, ου tium in Christo Jesu , cui gloria et imperium in
χρήματα, των κακών η αρχή , ή των πολέμων υπό- secula seculorum. Amen.
θεσις, ή ρίζα της έχθρας· αλλά χώρα ζώντων, ουκ αποθνησκόντων διά της αμαρτίας, αλλά ζώντων την
αληθή ζωήν την εν Χριστώ Ιησού (39), ώ ή δόξα και το κράτος εις τους αιώνας των αιώνων. Αμήν.
31 1 Cor. V, 9.
dex idem šv TI XÓcum Çūvtes. Ilæc aliunde sumpla D Basilium , si lalia de pueris warrare staluisset, Topo
esse , nec au Basilium pertinere patet ex Pra:latione 602ñ non å7.0607n scripturum fuisse. Scd , ul verum
Dum. 37. dicain , hæc et alia non pauca Basilianis ineple an .
(35 ) Reg. tertiuς φανήτω σοι το. nexa esse suspicor. Lege Praefationem. - Stabit
(36) Πlud, οδόντων αποβολή , sic reddidit Tilman. certe hujus loci αυθεντία , nisi validiori argumento
nus, deniiunt abjectione : sed quid hac voce abje - impugnelur. Mire enini in auctoris nostri senten
clione intellexerit, ex eo , si viverel, libenter quæ - tiam quadral vox & T0603h, siquidem revera lermi.
rerem . Elenim amissionein el jacturam , quæ est nalur puerilis alas (primorum ) dentium ABJECTIONE ,
propria el nativa vocis å7:06ohn significatio , si ex - circa primam hebdomadem . Edit. PATROL.
primere voluit, sopore gravi correplusſuisse pulan (37) Ila octo miss . At edili xúpa totly èxei.
dus esi, si ex suis verbis sententiam absurdani elici (38) Oliv. άλγημα. Editi cum nιultis mss. αλγή
non animadvertit. Cornarius vero, ut hoc incom - data . Slation Colb . sextus u tropsia . Oliv . È TO
modi vitaret, interpretari maluit, denlium jaclu , ρία.
hoc est, dentium ortu, dentitione. Quibus ex verbis (39) Oliv. et alii tres mss. Iησού τω Κυρίω
aplam quidem sententiam ellici,nemo, opinor, homo ημών. Ιllud quod mox sequitur , των αιώνων, dees
segabit : sed , nisi valde fallor, vim vocis ànon quidem in editis et in uno aut altero codice : sed in
uon exprimi, facillime omnes falebuntur . Pulo cgo multis aliis mss . reperitur.
495 S. BASILII MAGNI 196
-

MONITUM .
205 1. Basilii in Eunomium libros antiquitus celeberrimos fuisse, nemini, qui paulum modo versa
tus sit in hoc litterarum genere, ignolum est. Passim enim laudanlur, passim commendantur apud anti
quos. Horum meminit Hieronymus (40). Amphilochius (41), Theodorelus (42), concilium Chalcedo
nense (43), Leonljus Byzantinus (44), iniperalor Justinianus (45), Ephræmus Antiochensis (46), et alii
multi, quos longum esscl recensere omnes. Imo eorumdem mentionem fecisse videtur Basilius jpse. Cum
enim rescivisset suspeelum se haberi quorundam errorum ab Athanasio Ancyrano, vel potius se ab eo
: perle argui; suspicionem immesilam , ne dicam falsissimam criminalionem , longe ab se removel, his
verbis : Où yapan toisyeypapuÉVOLS Uç ' huwy tapos tous à vóuolov xat'oủolav toautoavtaselasiv còy Yidvxa!
Θεόν τω Θεώ και Πατρί , ή προς τους κτίσμα και ποίημα είναι το Πνεύμα το άγιον βλασφημήσαντας, ταύ
την αν επενεγκείν τήν λοιδορίαν ήνέσχου , και τους μεγάλους άθλους εκείνους και περιβοητους υπέρ της ορθο
Ecklas Eleveyxúv. Non enim ob ea quæ a nobis scripta sunt adversus eos qui Filium et Deum Deo et Patri
secundum subsiantinm inæqualem dicere ausi sunt, aut adversus eos qui Spiritum sanctum creaturam et
opificium esse blasphemo ore docuerunt, calumniam istam inferre voluisses, tu qui magna illa ac celebria
certamina pro recla fide perlulisti. Quibus verbis, ut mibi quidem videlar, Basilius (47) eos quos adversus
Eunomium scripserat libros tam clare designat, ut ipsos tantum non nominare videalur.
2. Causan autem cur libros illos composuerit Basilius, cum nemo melius norerit quam ipse, eum ea
de re loquentem audire poräestat. Verba igitur illius hæc sunt num . 2 : Sed jam , inquil, ad arguendam
uccedam , es ipsa inscriprione sumens exordium . Primus enim omnium dolus, hic ille ei excogiralus esl
dicendimodus, ut in speciem apologiæ ac defensionis doctrinam suam composuerit, ne velut aggressor vi
dealur dogmala impia exponere , sed coacius ad hos sermones devenisse. Cupiebat quidem omni modo pra
oum illud ac impium dogma promulgare ; el quam olim conceperat ac pepererat blasphemiam , proferre in
medium : sed videbal fore, ul si aperie doctoris locum arriperel, præterquam quod id grave admodum essel
ac molestum audientibus, pralerea se eliam fide indignum ac suspectum apud plerosque redderel, qui tide.
licel gloriæ cupidilale aggressus essel innovare. Sin autem simulala apologia verba facerel, el innovationis
se suspiciuneni erasurum pulabat, et hoc pacio auditores magis alleclurum , cum soleant homines omnes
skaple nalura lacessitis favere. Plura qui volet, numerum secundum quo Basilius malam Funomii arlen
luse exigilat, legere poterit.
3. De tempore autem quo illi libri conscripti sint a Basilio, nihil aliud dicere babemus, nisi quod con
Sectos esse eos ab ipso constel ante episcopalim , si modo Pholio credere velimus. Refert enim olympiades
inullas jusumpsisse Eunomium in iis conlulandis, illamque suam responsionem slatim post Basilii mortem
promulgasse . Hæc autem nequaquam fieri poluissent, nisi opus suum Basilius in lucem edidisset anle
episcopalum : quem mollis olympiadibus breviorem fuisse omnes confitenlur. Accedit eliam , quod Basi
Jins, ut ex iuitio libri primi palet, pihildum scripserat adversus hæreticos lum , cum Eunomianæ hæresi
prodigandæ operam navavit. Quod argumento est, eum , cum esset junior, hoc operis suscepisse. Quan
quam autein , ut ipse ail, in hoc scribendi genere inexercitalus eral, eo tamen successu rem gessit, ut,
nisi inexercitatum se mopuisset, exercitatissimum eum in debellandis hæreticis atque paratissimum
fuisse dicas. Nihil enim opere Basilii solidius, nihil absolutius, nihil magis idoneum ad divinitatem
Verbi et Spiritus sancti, quam Eunomius impugnabat, comprobandam . Ipsa Eunomii verba, quo magis
ejus errores innotescerent, referenda esse censuit Pater gravissimus; atque hoc pacto ejus audacia
Lemerilasque ila repressa est, ut responsionem suam , quoad Basilius vixit, publicare ausus non sit. Sed
slalim atque mortuus est vir sanctissimus, impius ille quos diu præparaverat libros in lucem edendos
curavit. Sperabal, nisi valde fallor, non repertum iri qui morlui defensionem susciperet : sed sua eum
spes fefellit. Nam præler Gregorium Nyssepum , cujus etiamnum exstant libri, Theodorus Mopsuesle
nus (48) alque Sophronius Basilii (49), aut, ut melius dicam , Verbi ipsius et Spiritus sancli causam
egisse memorantur,
1. Traditum quidem est ab antiquis aliquot in Euromium libros a Basilio conscriptos fuisse : sed
quol composuerit, Ires ap quinque, ex eisdem cerlo cognosci non potest. Quod si 206 librorum yv ,516
(40) V.ill., c. 116 . (45) Conc. tom . V , pag . 697.
141) Oral. 2 , pag . 18 . (46 ) Phot. cod . ccxxix, pag. 820 , 825 el 828
(42) Dial. 2, p . 97 . (47 ) Epist. olim 53 ,
1431 Conc. loin . IV , pag. 828. (48 ) Phol., c. Jv, pag. 6 .
( 16) Leon . in N . ei E. 19 ) Phol., c. Y, pag. 8 el 9.
497 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 498
ons aul voleia ex multiludine ant ex paucilale leslium penderet, controversix omni finem imponere fa
cillimum esset. Cum enim non amplius tres aut quatuor numerari vulgo soleant, qui duos libros posle
siores pro falsis habuerint : contra innumeros ac celeberrimos viros eosdemque doctissimos reperias, qui
duos posteriores libros perinde ut tres priores Basilio Magno ascribant. Nam , ut inlerim de antiquiori.

nus et alii permulti Basilium horum quinque in Eunonium librorum auctorem faciunt. El quod majus
est, illi quinque libri in concilio Florentino ut a Lalinis, ila a Græcis Basilii nomine pariter cilantur.
Quoniam tamen ejusmodi quæstiones ex lulioribus principiis dijudicari debent, res semper in controver
sia versabitur, donec aliquid certius ad omnem dubitationem tollendam afferalur. Hic esset ea de re lo
quendi satis idoneus locus ; sed tamen hoc argumentum , ut decet, traclare cum longioris sit operæ , id
commodius mullo in Præfatione facturos nos credidimus. Neque tamen , opinor, videbitur alienum , præ
cipuas duas causas, cur posteriores duo libri suspecti sint, hoc loco in medium proferre. Prima igilur hæc
est, quod scriptionis genus lam aperle diversum sit, ut de hoc inter utriusquc opinionis patronos plane
conveniat : altera, quod posteriores duos libros in veleri editione Venela et in aliquibus mss. deesse
constet. De bis, ut dixi, uberius in Præfatione disputatur, $ 8 XI et XII.
5 . Maclenus de Basilii libris : nunc pauca de opere Ennomii. Contigit autem non immerilo , ut luce

Alberlus Fabricius, cum ejusmodi opusculum ad quosdam Basilii locos explanandos utile fore judicassel,
id edendum duobus abhinc annis curavit (50). Nos igitur, viri doctissimiesemplo , hoc idem in Appendice
sussus lypis mandare statuimus, ne, si sccus faciamus, aliquid in postra editione deesse videatur.
(50) lo Bibliotheca Græca , iom . VIII, pag. 262, ed. Vet. Edit.

ΤΟΥ ΕΝ ΑΓΙΟΙΣ ΠΑΤΡΟΣ ΗΜΩΝ

ΒΑΣΙΛΕΙΟΥ
ΑΡΧΙΕΠΙΣΚΟΠΟΥ ΚΑΙΣΑΡΕΙΑΣ ΚΑΠΠΑΔΟΚΙΑΣ
ΑΝΑΤΡΕΠΤΙΚΟΣ
ΤΟΥ ΑΠΟΛΟΓΗΤΙΚΟΥ ΤΟΥ ΔΥΣΣΕΒΟΥΣ ΣΥΝΟΜΙΟΥ (51).

AOTO A .

S . P . N . BASILII ,
CÆSAREÆ CAPPADOCIÆ ARCHIEPISCOPI,
LIBRI
QUIBUS IMPII EUNOMII APOLOGETICUS EVERTITUR .

207 LIBER PRIMUS .

1. El uły èboulovto Trávtes, q ' ous to Evojua toŰ A 1. Si omnes, super quos nomen Dei ac Salvato.
Ocoũ xal Ewrñpos quūv 'IncoŨ XPLOTOŰ ÉTELKÉxan - ris nostri Jesu Chrisui invocatnm est, nihil voluis
til,undèy tñ áànoeią toũ Ecayrahlou tua perxespain, sent tentare el aggredi præler Evangelii vcrilalem ,
(51) Tot sunt fere tituli varii, quol codices. Vir liquo suocodice too dylow... evtléén tixos toŨ 'A759
doctissimus Combelisius sibi legere visus est in an oyntiXOŪ toï Ôuss:Coñş Europios , Confutatio Apo
 4:59 S. BASILII MAGNI
Sell traditione apostolorum Gdeique simplicitale Α τη δε παραδόσει των αποστόλων και τη απλότητι 309 της
contenli esse, nihil nunc opus nobis esset Oratione : πίστεως εξαρκείσθαι , ουδέν αν ημίν έδει λόγων εν τω
sed quam ab initio coluimus laciturnitatem, elian- παρόντι , αλλά και νυν αν πάντως ήν εξ αρχής έτι.
num omnino amplecteremur. At enim cum verita- μήσαμεν σιωπήν ήσπασάμεθα · επειδή δε ο εχθρός
is inimicus preter ea que a principio in Ecclesia της αληθείας προσθήκαις (52) αει το κακόν πλεονά
Dei conserit Zizania , addilamentis semper ma- ζων , πρός οίς εξ αρχής επέσπειρε ζιζανίοις τη του
Ium augest, nuncque instrumenta omnem simul Θεού Εκκλησία, και νύνευρών όργανα πάσαν αθρόως
ejus arterm suscipientia naclus, per Christianisai αυτού την τέχνην υποδεχόμενα, εν προσχήματι Χρι
simulationem, negationem deitatis Unigenili intro- στιανισμού την άρνησιν της θεότητος του Μονογενούς
ducat, externa illa ac vana Sapientia puritatem ac παρεισάγει, τη έξωθεν ταύτη και ματαία σοφία το
simplicitatem doctrine divini Spiritus conturlbans, καθαρόν και απλούν της διδασκαλίας του θείου Πνεύ
ac verbis persuasibilibus 53 simpliciores seducens ; ματος (53) συνταράσσων , και εν πιθανολογία τους
necessario et nos, tum propter vestrum qui impe- ακεραιοτέρους παρακρουόμενος : αναγκαίως και ημείς,
rastis armore , tum propter nostram ipsorum διά τε την υμετέραν των επιταξάντων αγάπην κα!
Securitatem, nostraτη interim imbecilitatem non διά το ήμών αυτών (54) ασφαλές, εν τούτω της ασθε
curantes, quanquam in hoc dicendi genere inexer- Β νείας υπεριδόντες , καίτοι παντελώς αγύμναστοι του
citati sunlus, tamen pro tradita nobis a Domino τοιούτου είδους των λόγων όντες, κατά το επιχορτ
scientice mensura, et veritati patrocinari, el men- γηθέν (55) ημίν παρά του Κυρίου της γνώσεως μέ
dacium confulare recepimus; rali e tribus bonis τρoν, τη τε αληθεία συνίστασθαι, και απελέγχειν το
unum saltemomnino consecuturos nos : nimirum, ψεύδος υπεδεξάμεθα · ηγούμενοι τριών αγαθών ενός
aut iis qui jam preoccupati sunt, confulationein γε πάντως μη αμαρτήσεσθαι · ή γάρ τοις ήδη προει
208 hanc velut morbi remedium daturos, aut sa- λημμένοις άλεξητήριον του κακού τον έλεγχον δώ
nis oblaturos Iulamen qualecunque, aut certe, nos σειν· ή φυλακήν μετρίαν παρέξειν τοις υγιαίνουσιν·
ips0s qui nostris fratribus optime consuluerimus, η πάντως γε αυτοί τών επί τω προελέσθαι (50) τοις
merceilen adepturos. Qui autem primus dicere αδελφοίς ημών τα βέλτιστα μισθών επιτεύξεσθαι.
aperle ac docere ausus est, dissimilem esse sub- "Έστι δε ο μεν πρώτος ειπείν φανερώς και διδάξει
stantia unigenitum Filium Deo el Patri , quantum τολμήσας ανόμοιον είναι κατά την ουσίαν τον μονο
certe nos novimus, Aelius ille est Syrus, de quo γενή Υιόν τω Θεώ και Πατρί, όσα γε ήμείς εσμεν,
non dicam quibus ab initio innutritus artibus, sese 'Αέτιος ο Σύρος , ον ουκ έρω , ποδαπούς (57) το εξ
perniciose in Dei Ecclesias intruserit, ut ne omissa Η αρχής εντετραμμένος επιτηδεύμασι, ταις Εκκλη
confulatione conviciari videar. Atin impietate qui " σίαις του Θεού προϊών εισεφθάρη, ίνα μη δοξω λοι
sticcessit, eamque perfecit, Eunomius hic est Ga. δορείν , των ελέγχων αφέμενος · ο δε εκδεξάμενος την
Tata, φui sibi ipse ex rebus turpissimis claritudinem ασέβειαν και τελειώσας αυτήν Ευνομιος ούτος ο Γα.
comparans ( Gloria enim, inquit, in confusione ipso- λάτης (38), ός, εκ των αισχίστων εαυτώ την περι
run**), cum reposita piis bona postposuissei honori φάνειαν κτώμενος (" Η γάρ δόξα , φησιν , εν τη
ei quem se sperabat acquisiturum, si scriberet que αισχύνη αυτών»), την εκ του γράψαι και μηδείς άλ
» Matili. Σμι, 23. 581 Cor. 1, 4. 5* Philipp. 111, 19.
Togelici impii Eunomii. Seil hona illius venia dicam in editis desideralur.
in es libro non legi αντιρρητικός, sed ανατρεπτι- (53) Colb. el Reg. quintus κατά το επιμετρη
xos, Analreplicus Apologetici impii Eunomii. Nec 06v, eodem sensu , pro admenso nobis scientiemodo.
aliter habenit edilio Ven . el Regii quarlus et quin (56) Colb. εν τω προελέσθαι.
tus, in quibus sic legitur : 'Ανατρεπτικός του απο- , (37) Editi cum aliquibus Inss. ποταπείς. Αlii mss.
λογητικού Ευνομίου. He et illud Ηotandum, legi in D numero plures ποδαπούς .
Reg quinto , aute irulum, του βροντοφώνου και σο- (58) Illud, ο Γαλάτης, deest in Reg. tertio. Nee
VOŨ Bacinelou , Basilii lonanlis ac supientis. Reg . cuiquam mirum videri debet, si vox laatsin hoc
primus simpliciter xat' Eůvoulou , in Eunomium . Reg. libro non legatur , cum Gregorius Nyssenus
Reg. Secundus κατ’ Ευνομίου, αντιβόητικός, contra moneat eam vocem in aliquibus miss. stalim DOSI
Eunomium , conſulalio. Denique codex Colb. toő mortem Basilij inventam non fuisse. Nam conque
αγίου Βασιλείου των προς Ευνόμιον αντιρρητικών senti Euriomio, vocalum se esse a Basilio Galatam ,
aoy. a'. Liber primus antirrheticorum sancii Basilii cuin essel Capp: dox , respondit Gregorius hoc in
conira Eunomium . suis codicibus non reperiri. Ubi nolandum , Grego
(52) Evilio Paris. et mss. non pauci o typos tis rium rem non pegasse, sed simpliciter dixisse, id
αληθείας διάβολος, νεrilalis inimicus diabolus : sed in suis deesse exemplaribus . Imo, ut mox palebil,
vox olá60205 non invenitur neque in Colb , neque in Gregorius ipse Basilium excusavil, tanquam si Eu
Reg . quinto, neque in editione Ven . Unde suspicor nomium Galatam vocasset. Quare Basilius non inju
vocem orábolos primum ab aliquo librario apposi- ria credi polest, in errorem geographicup incidisse :
tam fuisse in ora sui libri, ut indicaret verbis illis, præsertim cum editi el codices omnes, si excipia
και εχθρός της αληθείας, Ioe Ioco diabolumn significari. iur Reg. tertius,magno inter se consensu vocen Ta
Cum autem non raro contingal, ut lectio aliqua e λάτης exlibeant. Puto igitur Basilium scripsisse
margine in textum irrepat, id hic contigisse puto ; Tanárns : sed id nomen delelum fuisse ab aliquo ,
ob idque eam vocem expunxi. qui egre ferrel mendam vel minimam in illius li
(53) Codex Colb. του αγίου Πνεύματος . bris inveniri, quique fortasse arbitraretur se Gre
(54) Antiqui duo libri pay aütov. Vox posterior gorio rem gralam facturum , si lianc maculani e
501 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 502
λος τετόλμηκε πώποτε φιλοτιμίαν των απο " ειμένων A nullus unquam alius ausus fuisset, sic animo elarus
τοίς ευσεβέσιν αγαθών προτιμήσας, υπ' οδόντα ( 39) est, ut blaspliemiam hactenus sul dentibus debla
τέως λαλουμένην την βλασφημίαν επήρθη δημοσιεύ- Ieralam hoc suo splendido opere evulgarit : quippe
σαι το λαμπρό τούτο συνταγματι, αρχηγός και πρω- heresis totius auctor atque architectus prediciari
τοστάτης όλης αιρέσεως αναβόηθήναι φιλοτιμούμε- ' ambibat. Quem sane etiam redarguere in presenti
νος. "Ονπερ ούν και ευθύνειν πρόκειται ημίν εν τω propositum nobis est. Cum autem eadem in utris
παρόντι. Ένός δε κακού εν αμφοτέροις υπάρχον- que improbilas sit , palain est in perfecto discipulo
τος, δηλον, ώς εν τώ μαθητή τω κατηρτισμένο και nagistrum quoque, qui semina impietatis jecit, re
ο διδάσκαλος συναπελεγχθήσεται , και τα σπέρματα fatalum iri ; si modo nobis vestris precillus datum
της ασεβείας καταβαλόμενος (60)» είπερ δή υπάρξειεν Γuerit viin dicendi tantam accipere, ut, exemplo
ημίν δια των προσευχών υμών τοσαύτην λαβείν του s ulaloris illius Phineas 68, utrosque inter se im
λόγου δύναμιν, ώστε κατά τον ζηλωτήν Φινεές τη μια pietale conjuncios uno relargutionis ictu simul
πληγή του ελέγχου αμφοτέρων ομού καθικέσθαι των configarmus. Eisi igitur multa suppetunt mihi, qui
κατά την ευσέβειαν ( 50') συμπατιλεγμένων αλλήλοις. bus ostendere possim eum fuisse in eo libro nell
Πολλά τοίνυν έχων αυτόν εν τούτω δεικνύναι τώ λό- dacem, imperium, convictatorem, cavillatore ,
γω ψεύστην, αμαθή, υβριστήν, είρωνα, βλάσφημον, B blasplienmum: calera quidem obiler commemorabo;
των μεν άλλων την μνήμην εν παρέργω θήσομαι, blasphemian vero quam in subliniilalem gloriae
την δε βλασφημίαν, ήν εις το ύψος της δόξης του Unigenili Ioculus est, ariis involucris detectis, ma
Λίονογενούς ελάλησε , τών εκ της τέχνης πρoκαλυμ- nifestanomnibus facere conabor.
μάτων απογυμνώσας, εμφανή πάσι καταστήσαι πει
ράσομαι.
2. " Ηδη δε βαδιούμαι προς τους ελέγχους, εξ αυ- 2. Sed jam, sumpto ex ipsa inscriptione argu
της της επιγραφής την αρχήν ποιησάμενος. Πρώτον menlo, accedam ad arguendum. Printus enim onm
μεν γάρ αυτώ πάντων κακούργημα το σχήμα τούτο nium dolus, hic ille ei excogitatus est dicendi πλυ
των λόγων επινενόηται, εν απολογίας είδει την δι- dus, utin speciem apologie ac defensionis doctri
δασκαλίαν συνθέντι (61), ίνα μή δόξη προηγουμένως Dam suam componeret , ne velut aggressor videa
ποιείσθαι των δογμάτων της ασεβείας την έκθεσιν, tur dogmala impia exponere , sed coactus ad hos
'Εβούλετο μεν γάρ εκ παντός τρόπου το πονηρόν pravum illud ac impίum dogma promulgari ; et
σον ενεγκείν ή πάλαι συνέλαβε και ωδινε βλασφη- proferre in niedium : sed videbar fore, ut si aperte
μίαν (62) : εώρα δε, ότι το μεν εκ του προφανούς docloris Iocum arripuisset , praeterquam φιιod id
εν διδασκάλου τάξει προκαθεσθήναι , προς το λίαν grave admodum essel ac molestum audientibus,
φορτικό και προσάντει τους ακούουσιν, έτι και απί- praeterea Se ctiam fide indignum ac Suspectum
θανον εαυτόν και ύποπτον τοίς πολλοίς καταστήσει, apud plerosque redderet, qui videlicet glorie cupi
ως δόξης επιθυμία επί το νεωτερίζειν εληλυθότα dilale aggressus esset innovare. Sin autern simulata
ει δε εν απολογίας πλάσματα τους λόγους ποιοίτο, apologia verla faceret, et 209 innovationis se
της τε (65) καινοτομίας το ύποπτον διαφεύξεσθαι, suspicionem evasurum putabat, et boc pacto audi .
και μάλλον τι τούτω προσάξεσθαι τους ακούοντας, Iores magis allecturum, cumsoleant homities omnes
φύσει πάντων ανθρώπων ταϊς ευνοίαις ειωθότων τοϊς suaple natura lacessilis favere. Quapropter accusa
έλαττουμένους προστίθεσθαι. Διά τούτο κατηγόρους tores calumnialoresque culpat, eisque sui scrίρι
αιτιάται και συκοφάντας, κακείνους του λόγου την causam ascribid. Quare ut ejus artificium fiat per
αιτίαν προσάπτει. "Ωστε δε πάσιν αυτού γενέσθαι D spicuum oιonibus, melius fuerit ipsum proloquen
την τέχνην καταφανή , ουδέν χείρον αυτής ακούσαι lem audire. Sic autem habet.
του προοιμίου της λέξεως. "Έχει δε ούτως.
60 Nom. XXV, 8.
fratris charissimi scriptis lolleret. Sed quam levis Mox edili nepostátns. At Reg . terlius, cui prima
sil el pusillus error ille, ostendit fratrum optimus manu cousentit Colbertinus, TOWroctárns.
Gregorius lib. 1 in Eunom . pag . 307 : Mirum vero, (60 ) Anliqui duo librixitabalbusvos. Edili xara
inquil , si eum qui in confiniis duarum regionum Carlóuevos .
habitabat in obscuro quodam Corniaspinæ angulo, (60°) Vel legenduin xati tov dolblav , vel Latine
non Oltiserium , sed Galatam nominavit, si tamen reddendum contra pielalem , quod magis placeret.
nominasse ostendi polest. Non enim hoc reperi in no Præpositionem xatá , etiam sequente accusativo ,
slris codicibus : sed eslo , dixerit hoc Basilius. Aelius contra significare posse, Græce doctis nolum est. Ep.
ille Syrus cujus aliquanto ante mentiv lacla est, ex (61) Colb. GUVTROÉVTL .
jinpietale cogiiomen Alhei accepit. De eo copiosis ( 69 ) Reg. quartus και ώδινεν αδικίαν, el peperit
sime loquuntur lum alii mulli, ium Gregorius Nys- iniquitatem : sed in ora libri legitur rp . saaden
senus, lib . i contra Eunom . pag. 292 el seg . μίαν.
(59) 'Y ' cóvia, blasphemiam sub denie prola- (63) Editi oñis ye. Regii duo tñs ti .
$ani : hoc est , blasphemiam clanculum disseminalım .
305 S. BASILII MAGNI 5:
ΕυχONIUs. Cum calumniari, et pelulanti lingua A ΕΥΝΟΜΙΟΣ.(64) Τομενούν συκοφαντείν και διαβάλ
ac improba mente aliquibus detrahere, opus scia- λειν τινάς εξ ακολάστου γλώττης και γνώμης αγνώ
nus esse hominum Magiliosoruτη , seque simultati- μονος , μοχθηρών και (65) φιλαπεχθημόνων έργον εί
bus obleclantium : contra, si qui per calumniam δότες • το δε τους εκ διαβολής είναι δόξαντας ποντ
pravi esse visi sunt, omni studio mendacium re- ρους πάση προθυμία πειράσθα: το ψεύδος τους ελές
larguendo propulsare conentur, id opus esse viro- χοις αποτρέπειν ανδρών σωφρόνων και μετά της
rum, qui prohi sunt, quique sibi privatim bene ιδίας ευβουλίας την των πολλών ασφάλειας περί πολ
consulentes , multorum securilalein plurimi fa- λού ποιουμένων
ciunt
BASILIUs. Genus igitur orationis tale est , quale ΒΑΣΙΛΙΟΣ.Το μεν ούν σχήμα του λόγου τοιούτον, οίον
esse possit eius, qui nihil simpliciter, nihil sine dolo αν γένοιτο του μηδέν απλώς μηδε αδόλως ποιoύντος .
efficit. Νam etinnovandi suspicionem prelesla apo- Το τε γάρ περί την καινοτομίαν ύποπτον τα της
Cogie legit, et quasi calumnim obierende necessi- απολογίας προκαλύμματι συσκιάζει , και εύνοιαν
benevolentiam. Inde autem illius circa apologiam , διαβολής επι τους λόγους τούτους ελθών. Ελέγχεται
cominentum deprehenditur, quod cum non possit ? δε αυτού και περί την απολογίαν σκηνή, ότι του έγ
hominare accusalorem ullum criminis, cujus causa κλήματος , εφ' ώ διαγωνίζεσθαι προσποιείται, και
se decertare simulat, tamen citra oppositam sibi ήγορον ειπείν ουκ έχων, απρόσωπον το της απολο
personam ad agendan apologie fabularm furtim ac- γίας υπεισέρχεται (66) δράμα · ου διά μακροθυμίαν
runt, nominatim dicere abstinet ( qui enim fieri (πώς γαρ, ός γε τοσαύταις λοιδορίαις πλύνει τους
possit ut id facial gui tantis conviciis contradicen- αντιλέγοντας) , αλλά του ψεύδους το περιφανές υφ
tes impetit ?), sell mendacii evidentiamveritus , cer - ορώμενος , επιφημίζειν εαυτό ώρισμένα πρόσωπα
tas accusatorum personas producere erubuit. Νam κατηγόρων αισχύνεται. Ει γάρ είχε ονομάσαι τί
si nomiare aliquos potuisset, dixisset profecto 20 νάς, είπεν αν πάντως και διεβόησεν· ει και με την
divulgassel : videlicet etiamsi haud explessel suam εαυτού οργήν εκπληρών , αλλά την γε των πολλών
iram, al certe securilati multorum, quibus se ma- ασφάλειαν διοικούμενος · ών δή και μάλιστα προ
xime prospicere profitetur, consuluisset. Elenium qu » νοείν επαγγέλλεται. Λανθάνουσα γαρ πονηρία της
lalet improbitas, perniciosior est quam quae pro- προκεκρυγμένης βλαβερωτέρα. "Ωστε , είπερ έγνω,
mulgata est. Quare cum calumniatores noverimus, C μεν τους συκοφάντας, ράον αν διεφύγομεν τας ακο
eorum linguas pelalantes ac mentem improbarn fa - λάστους γλώσσας αυτών και τας αγνώμονας γνώ
cilius efugere polerimus : ipsis enim sapientissimi μας : αυτοίς γάρ χρήσομαι του σοφωτάτου τους βή
illius ular verbis. At quoniam tanc ob guamvis μασιν. 'Αλλ' επειδή τότε , δι' ήν δήποτε αιτίαν,
Tandem causam conticuit, nunc interrogelur, nunc απεσιώπησε, νύν ερωτάσθα, νυν αποκρινέσθω (67):
respondeat, qui fuerint calumniatores, qui, eum τίνες οι κατηγοροι οί, το προλαβείν ταις διαβολαίς,
calumniis lacessere incipientes , ad respondendum αναγκαίαν αυτή την απολογίας κατασκευάζοντες;
coegerial? unde terrarum venerunt ? qui judices , εκ ποίας οικουμένης ελθόντες; τίνες οι δικασταί,
coram quibus subiit certamen ? quo in consessu hanc εφ' ών διατίθεται τον αγώνα και εν ποία δικαστηρίων
accusationem Sustinui: ? ubi terrarum et marium την γραφήν ταύτην υπεισήλθε (68); που γης και θα
congregatus? Quid enim possit dicere ? In Seleucia? λάττης συγκροτηθέντι; Τί γάρ αν και είπoιεν; Έν
Αι ου silentium convicti sunt, qui scilicet, etiamsi Σελευκεία ; Αλλά σιωπήσαντες (69) εάλωσαν, οι γε,
ad objecta sibi crimina depellenda ab iis qui conve. προκαλουμένων πολλάκις των συνελθόντων εις τάς
nerant sepius invitarentur, tamen no occurrerial; υπέρ των επιφερομένων ευθύνας, ουκ απήντησαν (70).
ob idque damnati sunt. Alloquor enim in communi εφ' οίς δή και κατεκρίθησαν τηνικαύτα . Κοινός γάρ
omnem simul cetum, 210 qui propterimpietatis s0- D μου ο λόγος προς άπαν ομού το σύνταγμα, το διά
cielateio velut morbosumquoddam membrum a sa00 την κοινωνίας της ασεβείας, ώσπερ τι μέλος νενο

(64) Legitur in editis intra contextum Ευν... Τούτο δε πεποιήκασιν, επειδή κληθέντες απολογή
Βασ...; contra, illa, Ευν... Βασ. , in ora Regii Ter- σασθαι εφ' οίς αυτών πλείστον κατηγόρουν, ουκ απέ
tii inveniuntur. Nihil tamen mutandum judicavi. τησαν. Ιdeo αulens hoc fecerunt, quod in jus tocali,
mus. ui a mullis allatas adversum se criminationes depel
(65) Reg . tertius et Colb . αγνώμονος πονηρών lerent, non comparuissent. Loquitur Athanasius de
και. episcopis , qui in concilio Seleucicnsi aut depositi,
(66) Antiqui duo libri εισέρχεται, non la recle. aul communione privati fuerunt. Athanasium secu .
( 67) Codices duo αποκρινέσθω. Εditi αποκρινά- Ius Socrates lib. μ, cap. 40, ita scripsit : Έπει
σθω. ούν πολλάκις καλούμενοι ουκ απήντησαν, καθείλον
(68) Veteres aliquoι υri γραφήν εισήλθεν. Νec αυτόν το 'Ακάκιον, Γεώργιος Αλεξανδρείας, etc. Sed
ita Inullo post Reg. quarlus αν και είποι. quoniam sæpius accersili venire deireclabani, de
(69) Editi and oww TÔVTes : al codices melioris posuerunt el ipsum Acacium , Georgium Aleran
Dole σιωπήσαντες. driæ , etc.
(70 ) Idem docel Aihanasius lib.Desun , num . 12 :
505 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 305
σηκος του υγιαίνοντος σώματος της Εκκλησίας Α Εcclesiae corpore abruptus est. An Constantinopoli ?
απορραγέν. Αλλ' εν Κωνσταντινουπόλει ( 71) ; 'Αλλ' Verum illic ipsis nihil opus erat apologia atque
ουδέν έχει απολογίας έδει και λόγων. Τους γάρ εκ Oratione . Νam cum aula regie viros ac reliquos
της βασιλικής αυλής, και των λοιπών τους τα μέ- qui plurimum pollebant, conciliassent sibi, Iouge
γιστα δυναμένους εαυτών ποιησάμενοι, εκ πολλού superiores eflecli, res aggrediebantur, iidem ipsi
του περιόντος τοις πράγμασι προσεφέροντο · αυτοί accusatores, et judices, et carniices, ct omnia quie
και κατήγοροι, και δικασται, και δήμιοι, και πάντα volebant exsistentes, cum episcoporum alios ejice
όντες όσα έβούλοντο, ότε , των επισκόπων τους μεν rent, substituerent alios in illorumlocum, alios in
εκβάλλοντες, τους δε εγκαθιστώντες, τοις δε τον περί periculum vitae adducerent, ipsi vero magna cum
του ζήν επικρεμώντες (72) κίνδυνον , αυτοί τάς πό- potestate inter se partirentur civitales : turn demum
λεις εν αλλήλοις κατ' εξουσίας πολλών διελάγχανον · quidamex Syrie urbibus pulsus, Constantinopolis
και ο μέν τις τών (73) εν Συρία πόλεων εκπεσών, quasi ob tyrannidem exercendan occupavit. Ηic
την Κωνσταντινούπολιν, ως επί τυραννίδα , κατ - autemiste inexpugnabilis el gravis orator, premium
έλαβεν αυτός δε ούτος ο άμαχος και δεινός λογο- impietatis Cyzicuin retulit : Theeselbio vero post
γράφος (74) άθλον της ασεβείας την Κυζικoν απ- mazimarum blasphemiarum reclargutionerm , Sar
ηνέγκατο · Θεοσεβίω δε μετά τους επί ταϊς άρρήτους B Ciensis Ecclesia propinata est. Taceo autem Billy
βλασφημίαις ελέγχους η Εκκλησία Σάρδεων προ- nos, Paphlagones, Cilices, et omnes quoscunque
επόθη. Και σιωπώ Βιθυνους, και Παφλαγόνας, και depasta est circumlata improbitas. Cujus ergo apo
Κίλικας, και πάντας όσους εν κυκλα ( 75 ) φερό- logiae necessitas Lunc erat? Sel, opinor, Inentiri no
μενον το κακόν επενείματο. Ποίας ούν απολογίας έτι volens quidern potuit. Quare quavis re verius est,
καιρός ήν τότε ; 'Αλλ', oίμαι, ουδε βουλομένω δυ- hanc orationis formam ei ad decipiendum excogi
νατόν ψεύσασθαι. " Ωστε παντός αληθέστερον, ότι το tatam esse. Sed de his hactenus. Que vero paulu
σχήμα του λόγου μηχάνημα αυτό προς την απά- Πατη progressus scribat, considerale. Neque enim
την (76) εστίν. Και ταύτα μεν εις τοσούτον. Ο δε, fortasseinutile fuerit anteaquam confuleimus ejus
μικρόν προελθών, σκέψασθε οία γράφει. Ουδε γάρ impietatem, pauca de fastu ipsius in medium pro
άχρηστον ίσως προ των ελέγχων της ασεβείας ολίγα ferre.
του περί αυτόν τύφου παραδηλώσαι.
3 . ΕΥΝ. Αιτούμαι δε προ πάντων υμάς, τούς τε 3. ΕυΝ. Αnte omnia autem roganus vos, qui el
νυν ακουσομένους και τους εις ύστερον εντευξομέ- nunc audituri estis, et postmodum lecturi, ut ne
νους , μη το πλήθει διακρίνειν έθέλειν της αληθείας velitis ex multitudine verum a falso discernere ,
το ψεύδος, τη πλείονι μοίρα το κρείττον συνάπτον- G parti majori tributa palma ; neque mente cecutire,
(71) Concilium illud cujns boc loco fit mentio , slantino [Constantio : qui cum in ihronum illius
habitum ſuit Constantinopoli anno 360. De eo au . ascendissel, primus celeberrimam vocem emisit, di.
lem nihil allinet dicere, con quale fuerit, salis su cens : Paler est impius, filius pius, ille quidem lau
perque ex verbis Basilii colligi possit. Ejus memi quam nullius cultor, hic vero lanquam cullor Pairis.
nere multi gravesque auctores, Basilius ipse in suis Hæc autem Eudoxii sublilitas risum movit audien .
Epistolis, Socrales lib . II, cap . 41, Soz . lib . iv, tibus, ut auctor est Sozomenus lib . IV , cap . 26 . Pont
ca . 25 el 24 , etc. Μox mss. aliquoι δυναμένους δι' illud , εις τον θρόνον αυτής, sequitur vox quaedam
tautùy, Subinde edili qurol xai. At particula rab ila detrila , ut eam legere non poluerim .
deest in tuullis mss. (14) Vir eruditissimus Ducxus ex suo Regio co
( 7 ) Edili et nonnulli mss. επικρεμαννύντες . Αlii dice, qui est nosler Reg . secundus, post vocem 20
quidam inss. antiquiores $ TT !X DELūvtes. Ibidem mss. γογράφος edenda curavit illa, διά της τούτου προ
εν αλλήλοις. Vocula έν in elitis Tιου invenitur.
(73 ) Reg. secundus xal E665 .03 uży tūv, elc. lio, qui dogma stabilire studebal. Sed cum hæc verba
Unde interpres : Tunc ex urbibus Syriæ pulsus Eu non leganlur neque in reliquis nis3. neque in edit.
dorius. Alii sex mss. cum utraque editione Ven . Ven ., ea expungere non dubitavimus. Ducæus in
el Paris. ut in contexlii, nomine EvôbElos omisso. suis molis jure redarguil quosdam , a quibus Sardica
Quanquain autem nomen Ecoblos non invenitur in D et Sardes, cum duæ sint civilales, confunduntur 1:
iis quos dixi codicibus, bis iamen in ora Regii nien , el oppidum unum elliciuntur, Sardica igitur
quinti legilur. Facit quidein 101 codicum auctorin urbs est Thraciæ mediterranea : Sardes vero, sell
las, ut vix existimem Esdoxium a Basilio nomina Sardis, Lydjie est urbs, ad latus Tmolj montis sitis .
lum ſuisse : sed mihi dubiuin non est, quin de eo Plura qui volet, nolain viri doctissimilegere poterii.
sermonem habuerit. Posiquam eniin duas Syriæ ure Theosebius, uit de eo quoque aliquid dicamus, suc
Les Germaniciam et Antiochiam occupavil, tum den cesserat Heortasio , qui apud Sozomenum lib . iv,
mum ad sedem Constantinopolitanam iranslaliis cap. 24 , in concilio Constantinopolitano anni
est.Lege Socratem lib . 11, cap 37 el 43. Hic notain 360 depositus fuisse dicitur.
quamdam Regii quiuti ascribere non pigebil, lla (75 ) Reg . lerlius oŮs Šv xúxhu .
igitur legere est in extrema pagina : Ούτος ήν (76) Editio Paris. et Reg. secundus προς την των
μεν 'Αντιοχεύς, διεδέξατο δε τον Μακεδόνιον , αντ' απλουστέρων απάτην, ad simpliciores decipiendos.
αυτού παρά Κωνσταντίνου επίσκοπος Κωνσταντίνου Editio Ven. et reliqui sex Diss. Siltopliciter προς την
πόλεως αποκαταστήσας : ος εις τον θρόνον αυτής... απάτην. Quod diximus aliquaulo ante, nolen Εύ
τρώτος την πολυθρύλλητον αφήκε φωνήν, φήσας · δόξιος τη Reg. Secundo additum TOIsse, Τα
“Ο Πατήρ ασεβής, ο Υιός ευσεβής, ο μεν ως μηδένα των απλουστέρων, dici posse arbitratnur Μox eliti
δήθεν σεβόμενος, ο δε ώς σεβόμενος τον Πατέρα . επί τοσούτον . Libri veteres εις τοσούτον. Νec ita
Hic eral Antiochenus, succcssil vero.Macedonio : loco nullo intra editio nostra xal tous ÜSte pov. Antiqui
illius constilulus episcorus Constantinovolis a Con - duo libri ei; Urtepov .
 307 S . BASILII MAGNI 508
«liguitatum liabila ratione ; neque aures oblurare Α τας (77) : μήτε μην αξιώμασι προσέχοντας αμαυ
posterioribus, priorum agmini concessa victoria . ρούσθαι την διάνοιαν, ή τη τάξει των προλαβόν
των το πλέον νέμοντας , αποφράττειν τας ακοάς τους
υστέροις .
Bus. Quid dicis? Palmamne demusantiquioribus ? ΒΑΣ. Tι λέγεις; Μή νείμωμεν το πλέον τοίς προ
ne revereamur multitudinem Christianorum, neque λαβούσι ; μή αιδεσθώμεν το πλήθος των τε νύν
eorum qui nunc sunt , neque eorum qui fuerunι, όντων Χριστιανών, και των όσοι γεγόνασιν άφ' ού
ex quo predicatum est Evangelium ? ne repulemus κατηγγέλη το Ευαγγέλιον ; μή λογισώμεθα το αξί
dignitatem eorum, qui donis spiritualibus cujus- ωμα των εν παντοίους χαρίσμασι διαφανέντων πνευ
cunque generis claruerunt, quibus omnibus inimi- ματικούς, οίς άπασιν έχθραν και πολεμίαν την πο
carm et adversam hanc viam impietatis recens exc0 - νηράν οδόν ταύτην της ασεβείας έκαινοτόμησας ;
gilasti ; sed clausis prorsus anime oculis , el sancti αλλά μύσαντες άπαξαπλώς τους της ψυχής οφθαλ
cujuslibet viri memoria 211 e mente depulsa , μους, και παντός αγίου μνήμην της διανοίας υπερ
unusquisque cor nostrum oliosum ac purgatum ca- ορίσαντες, σχολάζουσαν και σεσαρωμένην την εαυ
μιionibus ac soplismatis tuis subdamus ? Magna pro- η του καρδίαν έκαστος ταϊς παραγωγαίς σου και τους
fecto Torel tua potentia, si que multiplici suo arti- σοφίσμασι φέροντες υποθώμεν ; Μεγάλης μέντ' αν
ficio diabolusconsecutus non est, ea tibi solo impe- είης της δυναστείας επειλημμένος, είπερ ών ταις
rio assequi contingerel : si videlicet perst:asu ac in- ποικίλαις εαυτού μεθοδείαις ο διάβολος ουκ επ
duclu Luo traditionem que per preteritum oιnie έτυχε , τούτων σοι τυχεϊν εξ επιτάγματος περιέσται:
termpus apud tot sanctos obtinuit,impio vestro con - εάν περ, πεισθέντες σου, την εν παντί το παρελ
mento postponeremus . Ηuic autem Satis non est, θόντι χρόνο υπό τοσούτων αγίων κεκρατηκυίαν
eorum dunlaxat qui nunc audiunt animum avocare ; παράδοσιν άτιμοτέραν (78) κρίνωμεν της δυσσεβούς
8ed postulat eliarm, ut ii qui deinceps libellum le- υμών επινοίας. Το δε ουκ εξαρκεί μόνον των νυν
cluri sunt, habeant nientem eamdem. O fastum ! ακουόντων τους λογισμούς υφελέσθαι , αλλ' άξιοι και
putare lilbrunn sibi etiam in posterum superstitem τους ύστερόν ποτε συνεσομένους τώ λόγω την αυτόν
fore, et memoriam suam nunquam perituram. Ει έχειν γνώμην . " Ώ της αλαζονείας ! το και εις ύστε .
nunc quidem tantopere intumescit qui paulo post ρον (79) οίεσθαι αυτώ διαρκέσειν τον λόγον, και δύο
apud auditores joculari quadam simulatione utitur, νατον εις τον επιόντα χρόνον την μνήμην αυτού του
quasi fasium omnem negligens, sicque quos finxit λαχθήσεσθαι. Και ταύτα νύν απαυθαδιάζεται και μετ'
judices alloquens. C ολίγα προς τους ακροωμένους διαθρυπτόμενος ως
τύφου παντός άμελών, ούτωσι λέγων τοίς εν τω δρά
ματι δικασταίς.
Eun. Ad hæc, neque nobis succenseatis , si las, ΕΥΝ. Προς δε τούτοις μηδε ημίν χαλεπαίνειν, ει ,
tum negligentes 20 timorem, gratiseque presenti el τύφου μεν αμελήσαντες και φόβου, της δε παραυ
Securitali praferentes Securitatem ad futura 2ιιί- τικα χάριτος και ασφαλείας την υπέρ των μελλον
uentem , alque intentalas impiis minas magis quam των αδειαν προτιμήσαντες, και πάσης επιγείου κα
errenam omnem alliclionem ac mortem tempora κοπαθείας θανάτου τε προσκαίρου φοβερωτέραν την
.em meluendas esse arbitrati, veritatem nudam abs κατά των ασεβών ωρισμένην απειλή είναι κρίνα
que ullo velainine exponamus. τες , παντός επικαλύμματος γυμνήν εκτιθέμεθα την
αλήθειαν.
Bas. Quam superbiæ immoderationem hæc ver ΒΑΣ. Ποίας αλαζονείας υπερβολήν ο κόμπος ου
Dorum pompo non excedit ? Quin ades1 cavillo etiam τoς των λόγων ουχ υπεραίρει ; Και πρόσεστι τη
contumelia in judices : siquidem , propterea quod ειρωνεία και ύβρις κατά των δικαζόντων » είπερ το
Dona egre ferant, vix possunt quin succenseanι προς τα καλά δυσχερώς έχειν μόλις κατέχονται χ1
viro , qui negligit fastum ac tumoreum ; qui spectan- D λειαίνοντες αμελούντι μεν αυθαδείας και τύφου (80),
tem ad futura securitalem presenti sun securitati της δε εν τω παρόντι ασφαλείας την υπέρ των μελ
anleponit ; qui futurum suppliciuin morle temporali λόντων άδειαν προτιμώντι, και του προσκαίρου θα
horribilius judicat. Quid allein hoc sibi vult ? Νe, νάτου φοβερωτέραν κρίνοντι την εις ύστερον (81)
viri, succensealis nihi, qui ad ipsum virtutis 2pi- κόλασιν. Τούτο δε εστι τι ; Μή χαλεπαίνετε μοι, ώ

(77) Reg. tertius συνάψαντας. potuissent. Mihi, inquil, ne succenseatis , quod

(78 ) Reg. quaruus xouvoiyev : quo in codice legi.
tur quidem ntepivoias : sed ita tamen , ut vera lectio
Ē TILVO !aç in ora libri adiita sil.
(79) Editixa ! Ústepoy. Codices non pauci els
ύστερον.
(80) Horum verborum ea est sententia : Euno -
milis in suos judices contumeliosus est, cum de eis
ila loquatur quasi res laudandas animo iniquo ſerre
fastum ac lumorem neglexeriin , elc. Nemo eniin
non videt Eunomiuin , si bene , ut par eral, de suis
judicibus existimasset, nun :quam verbis ila injurio
sis usurim luisse .
(81) Libri veteres εις ύστερον. Abest εις a Vulgi
tis. lloc ipso in loco edili" Touto oé 55 ! TOLGUTOY.
Tis (sic) un yana talveT2. Antiqui tres libri ul in
colle & ill.
 09 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 310
άνδρες, προς αυτό το ακρότατον της αρετής ανελ- A cern ascendi, qui transcendi terrena , ac convers:-
θύντι , και υπερβάντι μεν τα γήϊνα, πάσαν δε την tionem omnem in celum transluli. Novus hic est
πολιτείαν εις ουρανόν μεταθέντι. Καινος ούτος αλα- arrogantiae nmodus . Quibus namque negligere se fas
ζονείας τρόπος. Δι' ών γάρ αμελείν προσποιείται του tum simulat, iisdem se ipse ad summum animi lu
τύφου, προς την εσχάτην φυσίωσιν εαυτόν υπεραί morem effert. Nam si quibus ostendil venia esse
ρει. Ει γάρ εφ' οίς ενδείκνυται συγγνώμης αξίως digna que gerit, ea evangelice vile capita sunt ;
πράσσειν, της ευαγγελικής πολιτείας έστι τα κεφά- conjectare sinii, qualem se in reliquis preclare ge
λαια, εικάζειν αφίησιν οποίόν τινα αυτόν εν τοις stis haberi convenia1. Ει quidem hre quibus tolius
κατωρθωμένους ηγείσθαι προσήκε . Ταύτα μεν ούν illius animus quasi exprimitur, multis silentio pre
ώσανεί χαρακτήρα της όλης αυτής προαιρέσεως 1eritis, abunde memorata sunt ; ut per ea que men
έχoντα, πολλών αποσ!ωτηθέντων, ικανώς είρηται , tilus est, patrem mendacii in eo locutum cognosca.
ίνα δι' ών μεν εψεύσατο, τον πατέρα του ψεύδους muς 88, discamusque ex ejus arrogantia, quocuum sit
εν αυτώ λαλούντα γνωρίσωμεν· εκ δε των αλαζο- condennalus ; cum aperle dicit Apostolus , fastu
νευμάτων τίν: συγκατακέκριται διδαχθώμεν, σαφώς tumidum in diaboli judicium incidere. JamLandenad
του Αποστόλου λέγοντας τον τυφωθέντα εις κρίμα red:irguendam impietatem accedamus.
εμπίπτειν του διαβόλου » επ' αυτούς δε λοιπόν τους ελέγχους της ασεβείας έλθωμεν.
4. Πίστιν εκτίθεται πρώτον εξ απλών και άδι- Β 4. Fiden proponit primum ex simplicibus ac va
ορίστων λέξεων συγκειμένην, ή έχρήσαντο και τι- gis vocibus compositarii, qua φuidam ex Patribus
νες ( 82 ) των Πατέρων, ουχί πρός ζητήσεις υποκει - usi sunt , ad propositas questiones non attenti, sed
μένας αποτεινόμενοι , αλλ' απλώς ούτως εφ' εαυ- simpliciter sic a seipsis in simplicitale cordis disse
των (85) έν απλότητι καρδίας διαλεγόμενοι. Ε: τε rentes. Quanquam autern Arius , ut aiunt, hanς
κα! (84) "Αρειος , ώς φασι , σοφιζόμενος τον Αλέ- Alexandro obtulit, ipsum 212 decipiens ( nam et
ξανδρον, ταύτην αυτω προετείνατο (και γάρ τούτο Ιιοc dicunι), nihilominus tamen eamdern tanquan
λέγουσιν), αλλ' ομού μεν ταύτην ως ομολογούσαν τη sueipsius sententiae consentaneam profert propter
εαυτού γνώμη προϊσχεται διά δύο προφάσεις : μίαν duas causas : primum quidem , ut innovandi ellu
μεν, ώστε την της καινοτομίας υπόνοιαν εκφυγείν, giat suspiciolin, cunι Patrum Adem tanquain re
εν τώ την των Πατέρων πίστιν ώς ορθώς έχουσαν c:am suscipiat : alteram , ut omnes, verborum ho
αποδέχεσθαι· ετέραν δε , του πάντας απροοράτως rum simplicitati adhibita fide, jucaule in sophi
ταις πάγαις αυτού των σοφισμάτων περιπεσείν τή Smalum ipsius laqueos incidant. Sinιul autern eliano
απλότητι των ρημάτων τούτων καταπιστεύσαντας. illud intellexit, se et suam ipsius sententiam spe
Oμου δε κακείνο συνείδες (85), ότι και την έαυτού ciosa quadam ratione obiter inducturum, si videli
γνώμην ευπροσώπως αυτό παρεισαγαγείν υπάρξει, C cet dicta Patrum exponcret , ct maxime inpielalena
εξηγουμένω δήθεν τα των Πατέρων, και μάλιστα σcculturum. Quod si forte deprellenderetur, putavi
αναίτιος είναι δόξειν, ώς ουδέν οίκοθεν ουδέ παρ' suo, neque a se quidquam diceret, sell aliene Sen
εαυτού τι λέγων, αλλ' αλλοτρίας γενόμενος διανοίας lentie esset interpres. Qua in re admisisse se quid
εξηγητής. Εν τω δή και γελοιότατόν τι παθών ουκ darn risu dignissimum non animadvertit. Postquam
επήσθετο. 'Έπαινέσας γάρ αυτήν (86) πολλά και enim multis ac summis laudibus extulit fidem Ρa
μεγάλα, μικρόν υποβάς, τους αισχίστους πάλιν ονεί- trum, eam probris fedissimis aficit. Sed, ut clarius
δεση περιβάλλει. 'Αλλ' ίνα σαφέστερον δ λέγω γέ- fiat quod dico, librum in partes divisum expendam.
νηται, κατά μέρη τον λόγον διελόμενος εξετάσω. Και Ει primum quidem quam proponit filem, ipsis illius
πρώτόν γε την (87) πίστιν ην τροτείνεται καταμά- verbis appositis, considereinus .
ωμεν, αυτάς τας εκείνου φωνάς παραθέμενοι.
ΕΥΝ. Τήν δε κρατούσαν, φησίν, άνωθεν παρά ΕιΝ. Αι, «nquit, traditionein pinquo al initio
των Πατέρων ευσεβή παράδοσιν, ώσπερ τινά γνώ- apud Ρatres obtinuit, velut aussit ac regiil:in
μονα και κανόνα προεκθέμενοι, ακριβεί τούτω χρη- , quamdam pramillentes, hac accurata judicandi ra
σώμεθα(88) κριτηρίων προς την των λεγομένων επί- " tione ulanmur, υι de iis que referentur seulentin
ſeramus.
36 Joan. V111, 44. 571 Τim. 111, 6 .
(82) Edili exersavto xal tives. Vocula xal in (84) Editi ei ot xal. Libri veleres site xai. Allia
mss. non invenitur. Preclara sententia , dignaque nasius lib . De syn . refert quamdam Arii ad Ale
Basilio Magno. Quotiescunque igilir hiereli i pro - xandrum epistolain , in qua impius ille lidei proles.
ferunt Patrum lestimonia , quæ sibi favere videiil sionem edideral. Lege Epiph. lcr. LXIX , n . 7 el 8 .
lur, si lestimonia illa pelila sint ex peregrinis qui- (85) Reg . terlius yaxsivo JUVLÒsiv .
busdam locis, in quibus Patres de aliqua re non (85) Αυτήν», hoc est, πίστιν των Πατερων , fidcm
consullo, sed forluilo obilerque loquantur, dolies Pairum , de quid alignanto anle.
egregia illa Basilii sententia debet adhiberi. (87) Reg. Tertius culin Colb . ToloTLV AV ¿x = 03
( 85) Ε ' εαυτων , sponte natura , hoc est, prinιο ται, idem quam erponil .
neulis impelu, id quod agitur quasi non cogitan (88) Edili yorcón :04 . Al mss. pierique omnes
e8 . χρησώμεθα.
611 S. BASILII MAGNI 312
ΒΑs. His subjungit Patrum ddenm, hoc modo se Α ΒΑΣ. Τούτοις επάγει την πίστιν έχουσαν ού
habenlem. τως .
EON. Credimus in unum Deum , Patrem omni- EYN. Πιστεύομεν εις ένα Θεόν Πατέρα παντοκρά
polentem, ex quo omnia : et in unuin unigenilunι τορα, εξ ου τα πάντα και εις ένα μονογενή Υιόν του
Filium Dei, Deum Verbum, Dominum nostrum Je- Θεού, Θεόν Λόγον, τον Κύριον ημών Ιησούν Χριστό ,
su Christum, per quem omnia : et in unum Spi- δι' ου τα πάντα και εις εν Πνεύμα άγιον (89), το
ritum Sanctum, paracletum. παράκλητον .
Bis. Deinde slatim adjungiι. ΒΑΣ. Είτα ευθύς επισυνάπτει.
EUN. Simplicior igitur et communis Ades omnium, EΥΝ. Η μεν ούν (90) απλουστέρα πίστης και κα
qui aut videri aut esse Christiani cupiunt, ut com νη πάντων, όσους το δοκείν ή το είναι Χριστιανούς
pendio ac summalim dicam , hæc est. επιμελές , ώς εν επιδρομή κεφαλαιωδέστερον ειπείν,
αύτη.
Bas. Equidem de eorum quae retulit contrarietate, ΒΑΣ. Περί μεν ούν της εν οίς είπεν εναντιότητος
el de impudenti dictorum inter se repugnantia και της αναισχύντου μάχης των ειρημένων προς άλ.
paulo post Ioqueimur. Illud tamen prius in memo- ληλα μικρόν ύστερον έρούμεν (91). Εκείνο δε πρό
riam reduxerimus, lhunc illum esse, qui superius B τερον εαυτούς υπομνήσωμεν, ότι ούτός έστιν ο εν τοις
velamine omni nudam propositurum. Ηic igitur μνήν παντός προκαλύμματος εκθήσεσθαι την αλή
Scriptum est : Crediimus ingenerationerm esse essen- θειαν. Ένταύθα τοίνυν ( 92) που γέγραπται· Πιστεύο
Liam Dei universorum : aut, credimus Unigenilum μεν την αγεννησίαν ουσίαν είναι του Θεού των άλλων,
essentia dissimilem esse Patri. Nam haec scripsis- ή , πιστεύομεν ανόμοιον κατά την ουσίαν είναι τον
set, si, quemadmodum pollicitus erat, doloso nullo Μονογενή το Πατρί. Ταύτα γάρ έγραψεν αν, είπερ,
velamine opinionem suam obumbrasset. Sed, opi - ως υπέσχετο, μηδενί παραπετάσματι δολερό το εαυ
Dor ,insidiosa oratione ubique adhibita , sua reticet, του φρόνημα συνεσκίαζεν. Αλλ', oίμαι, πάσιν επι
ut ne aures inassuelas personans, sibi ipse adinat βούλως τους λόγους χρώμενος , τα μεν παρ' εαυτού
Adem, et suam sententiam receρια didicilem rel- σιωτά, ίνα μή αγυμνάστoις ταις ακταις προσβάλλων
dat : contra proponit Patrum dem, que, utpole απίθανον εαυτόν (93) και δυσπαράδεκτον κατασταση :
verbis indiferentibus constans, nihil quidquam φuod την δε των Πατέρων πίστιν προβάλλεται, ή διά την
Ioli orationis ejus 213 constructioni repugnaret, μεσότητα των εν αυτή ρημάτων ούτε τι εναντίω
exhibitura esset, quaeque cum ac facile consenti- , μα (94) προς την όλην του λόγου αυτώ (93) κατα
ret, si in expositionis modum ad ea que prius dicta " σκευήν παρέξειν έμελλε, και ακολουθήσειν ραδίως εν
essent sermonem traduceret. Quod autem lec vera εξηγήσεως είδει μετάγοντι τον λόγον εφ' & προήρη
sint, hinc liquet. Νam simul ut Patrum idem pro- ται (96). Ως δε αληθή ταύτα, δηλον αυτόθεν. Εκθέ
posuit , statim transilit ad expositionem , tum alio μενος γάρ αυτήν, ευθύς επιπεδα τη εξηγήσει, προ
obtentu, tum quod ea ad crimen diluendum laud- φάσει χρώμενος άλλη τέ τινι, και ότι ουκ εξαρκεί
quaquam sufficeret. Quid est igitur quod ipsam προς την διάλυσιν του εγκλήματος. Τίνος ούν ένεκεν
proposueris , nec statim ad eos sermones devene- αυτήν προεβάλου , αλλ' ουκ ευθύς επ' εκείνους ήρθες
ris , qui et sinceritatem haberent, ct a criminibus τους λόγους, οϊ και το ακριβές είχον, και εξαιρείσθαι
eximere le possent? Nunc autern cam propoiit ceu σε των εγκλημάτων έμελλον; Νύν δε προτείνεται μεν
tulamjudicandi regulam: rursus vero eamdem cor - ως ασφαλές κριτήριον, διορθoύται δε πάλιν, ώς ουδέν
rigit velut nihil saui complectenleim . Hoc porro υγιές έχουσαν. Τούτο δε παντί γνώριμον, ότι, ώσπερ
perspectum ac notum est omnibus, quod opinioni αγκίστρω πρός θάνατον έλκοντι, το εαυτού φρενή.

(89) Reg. tertius και εις το Πνεύμα το άγιον. Η (95) Veteres aliquot libri αυτό του λόγου, inverse
(90) Editi Ημών ούν απλουστέρα και κοινή πίστις Ρ ordine. Illul, και ακολουθήσειν, quod statim Sequi
πάντων. Αι mss. ut in contextu. tur, videtur sic accipi debere : Rursus proponit
(91) Colb. deEquev. Reg. terlius abEwuey. Exeivo odern, quæ facile cum suis verbis consential.
δε πρώτον. (96 ) Editio utraque cum tribus mss.S å troosi
(92) Respicit Basilius ad aliquam fidei formulam pritai, ad ea quæ dicta sunt. Reg. tertius el Colb .
ha reticorum : quam confessus fuissel Eunomius a Šp' & toporporal, ad ea quce ei libeni, optime, Reg .
se adoplalam esse, si sincere ac sine fuco loqui vo quarlus utramque lectionem præſert, primam ja
luissel. Interpres, Credimus innascibililalein esse contextu, allerain in ora libri. Daud procul Culb .
Dei omnium essentiam. Sell αγεννησία non est in cum altero nms , προεβάλου. Editi προεξάλλου , Sulin
nascibililas, sed ingeneralio : quam naturæ dolcu de Reg. quarius κριτήριον, επιδιορθoύται, - Ε '
qui possidel, natura gigni non potest. α προήρηται. Το us thic locus sic videtur rediteli
(93) Reg. Secundus προσβάλλων την ασέβειαν, dus : Proponit Palrum fidem , quæ , ulpote verbis :
απίθανον εαυτόν, ne duribus inassuelis impietatem differentibus constans, nihil quod toti illius oratio.
ingerens, sibi ipse detrahat fidem , etc. Alii mss. et nis constructioni repugnel, exhibitura eral, eumque
edili nit in contextu , nisi quod in editis legalur TicOJ facile seculura , si sermonem sub espositionis specie
βαλών. ad ea , quae intendii, transferrel, llæc autem leta
(94) Editi ουκέτι εναντίωμα. Αι niss. plerique esse sua sponte liguel . Varas .
omnis ita ut edidimus.
 513 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 314
ματι το απλούν της πίστεως (97), οιόν τι δέλεαρ, πε- A sure velut harno ad morie Iralienti simplicitateur
τεροι, άφυλάκτως το κακό της ασεβείας περιπαρώ- res all id quod apparel festimates, incaule pie
σιν . Ως αν δε μη δόξειεν άνευ ανάγκης τη επιδιορ- Ialis scelere transfgantur. Sed ne videatur citra
θώσει της πίστεως εγχειρείν, ήν αυτός απεσέμνυνε necessitatem emendationem Adei aggredi , quant
ταις υπερβολαις των επαίνων, ταύτην, ώσπερ επιλα- ipse sumnis Iaudibus extulit, videue quomodo el
θόμενος (98) των εαυτού λόγων, σκέψασθε πώς δια- quasi verborum suorum oblitus detralial.
σύρει.
ΕΥΝ. Η μεν ούν απλουστέρα και κοινή πάντων ΕυN. Simplicior igitur et communis files omnium,
πίστις όσοις το δοκείν ή το είναι Χριστιανούς επιμε- qui aut videri, aut esse Christiani cupίunt, ut come
λές , ώς εν επιδρομή κεφαλαιωδέστερον ειπείν, αύτη. peudio 3C summalim dicam , nec est.
ΒΑΣ. Είπέ μοι, η ευσεβής των Πατέρων παράδοσις , Bas. Dic anilii, pia Patrum traditio regulaque ,
και ο κανών, ως αυτός ώνόμασας, και ο γνώμων, και uti ipse nominasti , et annussis , tutaque judicandi
το ασφαλές (99) κριτήριον, νύν όργανον απάτης, και ratio , nunc rursus instrumentum fraudis , el ars
τέχνη σχηματισμού, και τα τοιαύτα πάλιν προσαγο- simulaudi , et alia id genus appellatur ? Elenini st
ρεύεται (1) ; Ει γάρ ουχί τοίς όντως ούσι Χριστιανούς Β eos qui vere Christiani sunt nequaquam decel , at
εφαρμόζει, αλλά τους το δοκείν προ του είναι τετιμη- iis tamen qui videri quam esse malunt, quid aliud
κόσι, τι άλλο περί αυτής υπολαμβάνειν η ταύτα προσ- de ea quam talia sentire convenit ? Quis igitur, pist
ήκε ; Τίς αν ούν, μη παντελώς παραπαίων, τον κα- deniens oιnniuo sit, dixerit regulam recti iis qui
νόνα του ευθέως τους την ψυχήν ενδιαστρόφους αρμό- animo pervers0 sunt convenire , aut veritatisaus»
ζειν είποι, και τον γνώμονα της αληθείας τους εχθρούς sim, iis qui veritatis sunt inimici ? Qui enim vocari
της αληθείας ; Οι γάρ το ονομάζεσθαι Χριστιανοί Christiani quam vere esse maluerunt, simulationem
πρό του αληθώς είναι τετιμηκότες , επί τη των πολ- hanc ad multos decipiendos induentes , procul ab
λων απάτη (2) τον σχηματισμόν τούτον υποδυόμενοι, onni restitudine ac veritate absunt. Νeque igitur
πόρρω πάσης ευθύτητος και αληθείας εισίν . Ούτε distortum dirigetur, velut Ecclesiastes dixit 8 :
ούν διεστραμμένον κατευθυνθήσεται, ώς του Εκκλη- neque veritatis judicia iis qui in sila mendaciumam
σιαστικού λόγος , ούτε τα της αληθείας κριτήρια τοις plexiali suit , convenient : quod quidem huic vi
το ψεύδος κατά τον βίον ήρημένους αρμόσει, όπερ detur.
τούτω δοκεί.
5. Αλλά δι' ας είπον αιτίας εις ούτω προδήλους , 5 . Verum ob eas quas relali causas tam aperia
έναντιότητας υπενέχθη, ίνα οις μεν επαινεί την πί- secum pugnat, ut dum laudat iden, pictalis Pa
στην κοινωνείν τοις Πατράσι της ευσεβείας δόξη, οις δε trum particeps esse videatur : duin vero ipsano
λαμβάνεται πάλιν αυτής, την οδών (3 ) εαυτω προς την rursus criminatur, viam sibi aperial ad expositio
εξήγησιν ύπανοίξη. Διά τούτο την αυτήν και κανόνα nem. Quapropter eandem el regulam appellat, air
λέγει, και προσθήκης φησίν ακριβεστέρας δείσθαι. que eam additamento accuratiore indigere. Hoc
Τούτο δε αυτό (4) και της εσχάτης αμαθείας σημείον ipsum autem etiam extreme ignorantie signuin
έστω, εί τω και τούτο φίλον παρεξετάζειν. Ο γάρ τοι fuerit, si cui id quoque disquirere libuerit. Regula
κανών, ώ σοφώτατε, και ο γνώμων, έως αν μηδέν cnim et amussis, o sapientissiane, quandia nilhil
ενδέη του κανών είναι και γνώμων, ουδεμίαν προσ- defuerit quominus regula sint et 214 amussis,
θήκην εις ακρίβειαν επιδέχεται. Κατά γάρ το ελλεί- accessionem nullam ad integrialeim admittunt. Για
τον και πρόσθεσις. 'Ατελείς δε υπάρχοντες , ουδε των enim accessio ob defectum. Quod si invperfecle
προσηγοριών τούτων υγιώς αν έτι τυγχάνοιεν. Και fuerint, ne has quidem appellationes jam recte ac
ταύτα μεν εις τοσούτον. "Ηδη δε και ους εκτίθεται ceperint. Sed de his salis. Jam vero etiam quos de
περί Θεού λόγους επισκεψώμεθα. Deo proferi sermones consideremus.
EYN. Εις τοίνυν, φησί, κατά τε φυσικήν έννοιαν D EUN. Nos igitur, inquit, unuto Deum etjuxta na.
και κατά την των Πατέρων διδασκαλίαν ημίν ώμολό- turalem notionem et juxta Patruιο doctrinam con
γηται Θεός, μήτε παρ' εαυτού μήτε παρ' ετέρου γε- htenur, neque a seipso , neque ab alio factuτη.

8 Eccle.1, 13.
(97) Editio utraque cuin Reg. quinto το απλούν antiquί περί αυτής.
της επιτάσεως : unde Cornarius : simplicitalent n
crebrescentis oralionis. Ai Colb, el sex alii mss . To
απλούν της πίστεως, sinuplicitalem hdei.
(98 ) Edili étrehaviavouevos. Veleres duo libri èTila
λαθόμενος .
(99) Colex unus και το ασφαλέστατον . Μox Reg.
tertius νυν όργανα.
(0) Editi προσαγορεύονται. Αι mss . προσαγορεύε -
ται. Νοta interrogationis lic invenitur in multis
niss. Statim editi περί αυτού υπολαμβάνειν . Libri
PATROL. Ga. XXIX ,
(2 ) Colb. cuin Reg. tertio επί την απάτην. Locum
Ecclesiastie sic expressere LXX : isotpar uévov OU
δυνήσεται επικoσμηθήναι, Perversum non poterit
adornari. Vulg. Perversi difficile corriguntur.
(5) Editi, δι' ας είπομεν... αυτής οδόν. Codices
melioris nola oi in contextu.
(4) Editi Tojto of astoo. Antiqui duo libri touto
δε αυτό. Αlii loo τούτο δε αυτώ. Quod aliquando post
legitur, 'Ατελείς δε υπάρχοντες , referri debet ad
νυces ο κανών, ο γνώμων.
23 3. BASILII MAGNI 516
cum rerera id quod facil, prius ease oporteal eo quod A επειδή γε δεί κατά αλήθειαν το ποιούν του γινομένου
Ae; et id quod it, posterius eo quod facil. Neque προϋπάρχειν, και το ποιούμενος του ποιoύντος είναι
vero quidquam seipso prius auί posterius esse polest, δεύτερον. Μήτε δε αυτό εαυτού πρότερον και ύστερον
seque aliud quidquam ante Deum. Enivero illud είναι δύνασθαι, μήτε έτερόν τι προ του Θεού . Η γάρ
præ posteriore dignilalem haberel deilalis. αν εκείνο προ του δευτέρου το της θεότητος έσχεν
αξίωμα.
Bas. Quorsum igitur folam hanc ejus apposui ΒΑΣ. Τίνος ούν ένεκεν (5) πάσαν αυτού ταύτην
dictionem? Οι conspicua dal viri vana Ioquacitas, παρεθέμην την λέξιν ; "Ινα καταφανής η αδολεσχία
φua per totum librum utitur. Etsi enim ille ipse του ανδρός, ή χρήται παρά πάντα τον λόγον, γένηται.
dixit evidens esse coinmunibus omnium intelligen- Ειπών γάρ αυτός εναργές υπάρχειν ταις κοινές
tiis, Deum esse ingenitum, hoc lanien nobis nititur πάντων εννοίαις το είναι τόν Θεόν αγέννητον ( 6) , απο
commonstrare. Unde simile quildam facit , ac si δείξεις τούτου κομίζειν ημίν επιχειρεί, παραπλήσιον
quis clara in meridie sanis oculis predilos homines ποιών, ώσπερ αν εί τις εν σταθερά μεσημβρία τους
docere ratione velit, solem celestium omnium stel- ερρωμένους τάς όψεις λόγω διδάσκειν βούλοιτο φανό
larum esse lucidissimum. Quod si deridetur qui ea τατον είναι των κατ' ουρανόν αστέρων τον ήλιον. Ε!
que sensibus nota sunt, ratione ostendit : qui res B δε και τα τη αισθήσει γνώριμα λόγω δεικνύς καταγέλα
es communibus notionibus confessas docet, nonne στoς, και τα ταίς κοιναΐς προλήψεσιν ώμολογημένα δι
amentie ejusden futurus est reus ? Η.ec enim pro- δάσκων πώς ουχί της ίσης παρανοίας υπεύθυνος ;
fecto longe certiora sunt equis rerum estimatori- Πολλώ γάρ δή που ταύτα των διά της όψεως φαινομέ
Dus, guam quae cadunt sub oculos. Ει vero si quis νων τους σωφρονούσι πιστότερα . Ει μεν ούν έν τις και
el eum qui ingenitus est , aut a seipso, aut ab altero νητον ή παρ' εαυτού και παρ' ετέρου γεγεννήσθαι (7)
genitum esse contenderet , haec ista verborum va - διατεινόμενος, είχεν άν τινα τυχόν συγγνώμην ή μα
nitas veniam aliquam fortasse obtinere posset : sin ταιότης των λεγομένων· ει δε ουδείς μέχρι σήμερον
autem nullus ad hunc usque diein , nec eorum ούτε τών έξω του λόγου του καθ' ημάς, ούτε των εξ
qui alieni sunt a nostra doctrina , nec eorum qui αυτής της Εκκλησίας επαναστάντων τη αληθεία, εις
ex ipsa Ecclesia exiere, contra veritateminsurrexe- τοσούτον ήλθεν αποπληξίας, ώστε διαμφισβητείν (8)
runt , eo devenit stupiditatis , ut de ingeniti ingene- περί της αγεννησίας του αγεννήτου : τι κέρδος εα
ratione dubilaret : quid ei lucri ex is verbis acce- των λόγων τούτων, ου συνορώ. "Η των 'Αριστοτέλους
dal, Inaud intelligo. Num vere Aristotelis aut Chry- , όντως ημίν και Χρυσίππου συλλογισμών έδει προς
sippi syllogisinis opus nobis erat, ut discerenius " το μαθείν, ότι ο αγέννητος ου γεγέννηται (9), ούτε
eum qui ingenitus est , neque a seipso , neque ab αυτός υφ' εαυτού , ούτε υφ' ετέρου ; και ούτε πρεσβύ
aliero genitain fuisse : el eundem seipso nec anti- τερος, ούτε νεώτερος αυτός έστιν εαυτού ; Τί ούν αυτό
quiorem, nec juniorem esse? Quid igitur sibi volunt ταύτα βούλεται ; Δοκεί μοι ομού μεν τοίς ακολούθους
haec ejus verba ? Videtur nmihi se inter suos secla- εγκαλλωπίζεσθαι, ως δή πυκνός τις και περιττός την
Iores jaclare, tanquam prudens quispiam ac egre- διάνοιαν, και οξύς μεν υπιδέσθαι το άτοπον, οξύτερος
gia inente preditus, qui cum aculus sit in absurdis δε διαλύσαι το φωραθεν, και διά τούτο εναβρύνεσθαι
prospiciendis , in hoc quod deprehendit dissol. τη των λόγων στροφή, και περί την απόδειξιν λε
vendo acutior est, ob idque in verborum versu - πτoυργείν του μήτε υφ' εαυτού μήτε υφ' ετέρου τον
lia gloriari, et cornari subtiliter el argule illud αγέννητον γεγεννήσθαι. Έπειτα μέντοι ρυδε ενταύθα
demonstrare , quod is goi ingenitus est , nec 2 της εαυτού τέχνης επιλανθάνεται• αλλ' εν τη των
seips0 , nec ab alio genitus sit. Deinde vero ne ομολογουμένων διατριβή, ώσπερ στοιχεία τινα προς
hic quidem ariis suse obliviscitur : sed rebus con- τους εξής λόγους εαυτώ παρεμβάλλει. Ου γαρ αργώς
fessis iminorans, quasi elementa quaedam sibi ipse αυτώ εκείνο έχει, ότι δεί, κατά αλήθειαν, το ποιούν
ad eam quae sequitur doctrinam interserit. Illud p του γινομένου προυπάρχειν. 'Αλλ' ίνα εν τοις περί
enian non oliose dixit, quod oporteal id quod faciι Υιού λόγους προδιωμολογημένον έχη, το ύστερον
revera prius esse eo quod efficitur : sed ut in insti- προσγεγενήσθαι τω Πατρί τον Υιόν, είπερ το ποιούν
tuendis de Filio sermonibus, in antecessum conces- έστι του γινομένου πρεσβύτερον τούτω δε ώς επί
sum habeat 215 Filium postea factum Patri ac- μενον λάβη , το εκ μη όντων τον Υιόν γεγεννή
cessisse , si quidem id quod facit , eo quod fit anti- σθαι (10). ' Αλλ' ο μεν της εις τον Υιόν ασεβείας
quius est : 1em, ut hoc tanquam inde consequens έλεγχος εν τοις οικείους τόπους αναμεινάτω. Εγώ δε
colligat, Filium scilicet ex non exstantibus facium και την του αγεννήτου προσηγορίαν, καν τα μάλιστα
(5 ) Veteres duo libri tlvos Švexa . Mox in iisdem se dissidere, alii aliam scripturani præferentes ;
mss. vox taúrny deest. quæ variatio et in ipsis libris impressis invenitur.
(6) Editi Θεόν αγένητον, Deum non facium, Deum (8 ) Editi ως διαμφισβητεϊν . Αι mss. non pauci
non natum. Αι mss. Θεόν αγέννητον, Deunm non ge- ώστε.
nilum , Deum generationis experiem . ( 9) Reg . tertius αγέννητος ου γεγένηται.
(7) Editi et Reg. Secundus αγέννητον... γεγεννή- (10) Editi τον Υιόν γεγεννήσθαι , Filium genitsa
σθαι. Αlii tres mss. αγένητον... γεγενησθαι. Exarali esse. Αι mss. plerique omnes γεγενησθαι. Μox Reg.
massu libri , cum hæ voces occurruni, solent inler tertius cum Colb , tÓTOLS & vaJevéTW .
 517 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. Β18
δοχή ταις εννοίαις ημών συμβαίνειν , αλλ' ούν ως ου - A esse. Αι inpietatis in Filium confulatio suis locis
δαμού της Γραφής κειμένην, και πρώτον στοιχείον reservelur. Ego vero etiam ingeniti appellationein ,
ούσαν της βλασφημίας αυτών, σιωπάσθαι αν δικαίως quanquam maxime nostro intelligendi modo con
αξίαν είναι φήσαιμι, της Πατρός φωνής ίσον δυνα. gruere videtur, tamen quod nusquam in Scriptura
μένης τώ αγεννήτω, προς το και την περί του Υιού usurpetur, sitque primum impietatis ipsorum ele
έννοιαν συνημμένως έαυτή διά της σχέσεως συνεισ- mentum, hanc silentio jure tradendam esse duxe
άγειν. Ο γάρ όντως Πατήρ και μόνος εξ ουδενός εστιν rim. Quippe vox Patris idem valet quod vox inge
ετέρου · το δε , εξ ουδενός , ταυτόν εστι τω, αγέννητος. niti, praeterquam quod Filii etiam notionem conjune
Ου τοίνυν αγέννητον προσαγορευτέον μάλλον ημίν ή clim per relationem simul preferat. Qui enium rc
Πατέρα , εί γε μη μέλλουμεν είναι σοφώτεροι των δι- vera et solus Paler est, ex nullo alio est : hoc au
δαγμάτων του Σωτήρος, ειπόντος: Πορευθέντες , 1em quod ex nullo est, idem est atque ingenitus.
βαπτίζετε εις το όνομα του Πατρός, αλλ' ουχί του Non igitur magis ingenitus quarm Pater appellandus
αγεννήτου . Και ταύτα μεν εις τοσούτον . Ημείς δε τα nobis est, nisi Salvatoris documenta νoluerimus sas
συνεχή του λόγου διασκεψώμεθα (11). 'Ολίγον γάρ pientia superare, qui dixit : Euntes bapitale in no
προελθών, και οίον συγκεφαλαιούμενος αυτός (12) mine Patris 89, 1on ingeniti. Sed de iis hactenus.
εαυτώ τα ειρημένα, ούτω γράφει. B Nos vero ea quæ proxime refert, expendamus. Niant
ubi paululum progressus est, sibique ipse ea quædixerat velut in suinmam redegit, sic scribit.
EYN. "Αρ' ούν, ει μήτε αυτός εαυτού, μήτε έτε. ΕυΝ. Ιtaque, si osleusum est neque ipsum ante
ρόν τι αυτού προϋπάρχειν δέδεικται, προ δε πάν - seipsum, neque quidquam aliud ante ipsum esse ,
των αυτός, ακολουθεί τούτω το αγέννητον · μάλλον sed ipsum aute oιnnia exstare : sequitur illurn in
δε αυτό έστιν (13) ουσία αγέννητος. generatio : imo polius ipsa esl substantia ingenila .
ΒΑΣ. "Ην τοίνυν εν τούτοις έφωράσαμεν κακουρ- Βλs. Proinde quamin his deprelieridimus impro
γίαν συνιδείν μεν, οίμαι(14), και πάνυ ράδιον τω και bitatem, intelligere quidem, ut puto, facile est 20
μικρών επιστήσαντι, εμφανή δε ποιήσαι τους πολλούς πιolun ei, qui vel leviter allenderit animum : al
ουκ εύμαρές . Πλήν αλλά πειρατέον, την ελπίδα θεμέ- eamνulgo manifestam reddere non ita fuerit facile.
νους επί τον διδόντα βήμα τους ευαγγελιζομένοις, Tenlandumtarnen, posteaquam sperm collocaverious
δυνάμει πολλή. Ειπών, ότι, ει μήτε αυτός εαυτού, in eo, qui dal verbum evangelizantibus, virtute mul
μήτε έτερόν τι αυτού προϋπάρχει, ακολουθεί αυτή ta 60. Dixeral porro quod illud, si neque ipse at:le
το αγέννητον · είτα συνιδών, ότι εκ της των τεθέν - seipsum, neque aliud quidquam ante ipsumest, se
των ακολουθίας προς το εναντίον αυτή περιήλθεν ο qualuringeneratio : sed postmodumintellexit verba
λόγος (εί γάρ ακολουθεί τω Θεώ το αγέννητον, έξω- sua sibi ob jaciorumfundamentorum consequentia
θεν αυτώ παρέπεται δηλονότι. Το δε έξωθεν του Θεού C in contrariam parien cedere. Νam si Deum sequitur
ουκ ουσία αυτού έστιν. Έκ δε τούτων(15) οιχήσεται ingeneratio, ea illi procul dulbio extrinsecus accedit.
διαρρυεν αυτό το σκαιώρημα),ίνα δε μή τούτο πάθη, Quod autemextra Deum est, substantia ejus non est.
τις ποιεί ; Βραχύ φροντίσας του γέλωτος, όν επί τω Ex his autem dolosum illius commentum difnuel ac
τα ανακόλουθα λέγειν υπέχειν έμελλε, τη επιδιορθώ- dilaDelur. Sed hoc eineaccidal, quid facil? Haud mul.
σει απήγαγε τον λόγον πρός & έβούλετο , είπών: 1um curans risum, quem ob pugnantia quae Ioque
Μάλλον δε αυτό (16) εστιν ουσία αγέννητος. Τούτο δε Datur subiturus erat, orationein ad ea quae voluit ,
ουδεμίαν μεν έχει ομολογίαν προς τα προάγοντα • corrigendo convertit, his verbis : lino potius haec
πως γάρ και επόμενον αυτό το (17) αγέννητον ο Θεός ipsa est substantia ingenita. Hoc autem cum iis
** Μatth. 1Σvin, 19. 60 Psal. LIVΙΙ, 12.
(11) Editi εις το όνομα του Πατρός του Πατρός , (14) Editi συνιδείν και , oίμαι. Libri veteres ita,
αλλ' ουχί του αγεννήτου .... σκεψώμεθα. Libri vele- ut edidimus.
res, uti videre est in contextu . (15) E regione horum verborum , Εκ δε τούτων ,
(12) lta antiqui duo libri. Vox autos in editis in margine Reg. tertii scriptum est illud, El Es
ονή de ideralωr. Aliquanto post Reg. tertius έτερόν τι D τούτο δοθείη , Quod si hoc concederetur. Basilius,
Tip autoõ ÚTTá Pyelv & .COôÉOELXtal, demonstralum est. cujus alioqui sermo perspicuus est el clarus , dum
(93) Editio Paris . el Regii primus, secundus et obscuras Eunomii ineptias confutare cogilur , lil et
sexlus, μάλλον δε αυτός έστιν, into vero ipse est ipse quodamuolo obscurus. Ennoniana illa, ακο
substantia ingenila . Regii terlius el quintiis cum λουθεί τούτω το αγέννητον , μάλλον δε αυτό έστιν
Colb. et cum editiolie Ven. μάλλον δε αυτό έστιν, ουσία αγέννητος, Contendit Basilius aler se pugna
imo vero ipsa est substantia ingenila , hoc est od re, nec inter se conciliari posse . Nam , inquit, quod
αγέννητον, νεα ingeneratio, est substantia inge quemquam sequitur, id in eo adventiliumi est, nec
nita. - Μάλλον δε αυτό έστιν ουσία αγέννη est ejus substantia. Ex quo fit, υι το αγέννητον,
toç. In hoc loco, qui infra bis repetitur, mullo cum ex Eunomii sententia Deuin sequalur, adven
clarior erit lola disputatio, si legamus ut in non lilium quidam sit in Deo, nec Deus ipse , nec sub
nullis codicibus mss. et edilis , autó , È stiv. Vel stantia ingenila dici possil. Ex quibus colligi de
polius ipse (Deus) esl substantia ingenila . Teslalur bel, Eunomium , cum .To ayévun toy substantiam in
Basilius p . 223 hæc Eunomiuin de Deo universo genita in esse dicorel, secum nequaquain consen
ruin dixisse ; idque palet es bis quæ protinus addit sisse .
Eunomjiis. Præterea conceptis verbis boc loco non
dicebat Eunomius ipsuin ingeniluin esse essential (16) Editio Paris. cum tribus mss. μάλλον δε αυ
Dei, sed eo speclare illius verba observal Basilius, τος. Αlii φuatuor iss. cum editione Yen. αυτό.
p. 246. MARAN, (17) Editio utraque cum Reg . quirlo aútd 861
 819 S. BASILII MAGNI
quae precesserunt nullo pacto 216 consentio. Quo- A έχει και και πάλιν ουχ επόμενον, αλλ' εν τω της ουσίας
ηιοδο enim Deus ita comparatus est, ut ingeneratio λόγω περιεχόμενον ; όμως γε μην (18) ουκ έα παν
sit in eo el guiddam consequens , et rursus quid. τελώς αυτώ διαφθαρήναι το σοφισμα. Ει γάρ, είπών,
daim non consequens, Ιταο sit aliquid, quod in sub-
stantie ratione contineatur ? Verumtamen non sinit
αι ακολουουκθεί ανκαι είχεν
κέστησεν, όπως κκααιι τηνάλλαγεννησίαν
είχεν,όπως οτε τον επίουσία ,
ότι ακολουθεί αυτό το αγέννητον ,ενταύθα τον λόγον
Cavillationen sibi omnino corruere. Elenim si postea. λέγη του Θεού των όλων, ή αλλοτρίως έχοντα κατ'
quam dixeral ingenerationem Deum sequi , hic αυτήν την ουσίαν (19) τον μονογενή Υιον επιδείξ ,
sermonem stilisset, nec potuissel dicere ingenera- ουδενός δυναμένου των έξωθεν επομένων, Πατρός και
tionem esse substantiam Dei universorum, nec Υιού την κατ'αυτήν την ουσίαν οικειότητα διιστάν (201.
Oslendere, unigerian Filian secundum ipsam sub. Νύν δε τώ επαγαγείν , Μάλλον δε αυτό έστιν ουσία
stantiani diversum esse, cum nihil eorum que ex- αγέννητος, ενεδείξατο , ότι αυτό, όπερ έστιν ο Θεός
trinsecus sequuntur, necessitudinein inter Patrem αγεννησια εστί• τούτο δε όσον αυτό δρόμον (91) αει
el Filium secundum ipsam substantiam dirimera προς την εγχείρησιν της ασεβείας προευτρεπίζει ,
possit. Nune: vero cum subjunxerit : Into potius hac μικρόν τώ λόγω προελθών επιδείξω. "Έστι δ' άρα ,
ipsa est substantia ingenita ; ostendit hoc ipsum και μεν εξ αρχής είπεν, έκ τής των πραγμάτων αλη
quod Deus est , ipsain iugenerationem esse. Hoc au- Β θείας κατά το ακόλουθον των δεδομένων αναφανές:
Term quantum ei cursum ad impietatem stabiliell δε τελευταίον επέθηκεν, εκ του φρονήματος του
dam semper parel, paulo post serimone progrediente αιρετικού προσερρίφη, αναισχυντότατα πάντων του
Ostendam.Porro quodquideminitio dixit,id ex rerum λογογράφου προς την επιδιόρθωσιν του λόγου (29)
veritate per concessorum consequential apparel : μεταπηδήσαντος . Πώς γαρ το αυτό και ακολουθεί
quod vero postremum posuit, id heretico Beiusu ad τω Θεώ, και ταυτόν έστιν αυτώ, πάσιν όντος προδή
jectum est,cumimpudentissime oninium hic Ora- λου , ότι το ακολουθούν έτερόν εστι παρά τον ού έστιν
Ior ad sermonem corrigendum transilierit. Qui enim επακολούθημα; Ο δε, ώσπερ οδού τινος λαβόμενος ,
Meri polest ut idem et sequatur Deum, et idem είt εκ του καθ' υφαρπαγήν αυτώ προληφθέντος (23) λό
quod ipse, cum omnibus comperium sit ac perspe- γου, προς την κατασκευήν εντεύθεν χωρεί του την
clum,id quod sequitur, aliud esse ab eo cujus con- αγεννησίαν ουσίαν είναι του Θεού των όλων, ένα,
sequens est ? Ηic vero quasi via quadam arrepla, τούτου δειχθέντος, ομολογούμενον έχη το ανόμοιον
ex eo quod serimonem furlim occupavit, conβrmat κατά την ουσίαν είναι τον Μονογενή τη Πατρί. Σχο
ingenerationem substantiam esse Dei universorum : πείτε δε ά φησιν (24).
uthoc denionisiralo concessum babeal, Unigenitum secunduin substantiam Patri esse dissimilem . Quæ
aulem dical, perspicile.
Ευχ. Iugenerationem autem dum dicimus , non C EΥΝ. Αγέννητον δε λέγοντες , ουκ ονόματι μόνον,
nomine solum, secundum lunanam cogitandi ra- κατ' επίνοιαν ανθρωπίνην , σεμνύνειν οιόμεθα δείν,
tionem, decorandum Deum putanmus : sed ei per- εκτιννύναι δε αυτώ το πάντων αναγκαιότατον οφλημα
solvendum arbitranur quod maxime Deo debemus, τω Θεώ την του είναι και εστιν ομολογίαν. Τα γάρ το
ut idipsum scilicet quod est conGleamur. Quæ enim κατ' επίνοιαν λεγόμενα, εν ονόμασι μόνον και προφορά
juxta intelligentiam dicuntur, cum in nominibus το είναι έχοντα, ταις φωναίς συνδιαλύεσθαι πέφυκεν.
solum et prolatione exsistentiam babeant, una cum
vocibus dissolvunlur.
ΒΑs . Negat ingenerationem juxta nostrum intel- ΒΑΣ. 'Αναιρεί το (23) κατ' επίνοιαν θεωρείσθαι
Alii sex miss. autó tó. Lectio utraque polest ad- giis tertio et quarlo , nisi quod vox del in eis desil.
miiti. Nec ita multo post mss. duo επιδείξει. Subinde
(18) Ila, όμως γε μήν, verumtanmen non sinit, Colb. et Reg. tertius εκ της των πραγμάτων ακολου
etc., hoc niodo intelligi posse videntur : Eunomius, Θίας.
quantum in se est, ιοιι sinit suuin sopliisina iuers D (22) llud, προς την επιδιόρθωσιν του λόγου, ed
cese et inefficax : sed illud ita proponit, ut ex eo sermonem corrigenduni, debel accipi de illo , Lalov
colligi possil, primuni cò ayévvrtov, ingeneralio. 6 . Elenim hæ voces, imo vero, vel polins, quibus
nem , ipsain esse essentiam Dei universoruni : Græca verba exprimi solent, quædamu sunt corre
deinde, unigenitum Filium non esse Deuin verum . clionis et occupationis formula .
Et vero vir impius illud quasi principium primum (23) Editi ei mss. nonnulli αυτώ ληφθέντος. Co
ponebat, Deum natura gigni non posse : quo semel dex alius cum editione Ven . aspoon Oévtos . Alii
posilo , concludebat Filium , cum genitus sil, Deum Tres mss. rielius apoangévtos, eI iis quæ occupa
non esse. vil, quæ prius dixit.
(19) Editi έχοντα κατά την ουσίαν. Αntiqui tres (24) Reg. Iertius Σκόπει δε οία φησιν. Stalin
libri κατ' αυτήν την ουσίαν. Codex υπας ονόματι μόνο.
(20) Reg. tertius οικειότητα διασπών • que lectio (25) llud, 'Αναιρεί το, etc., ita interpretator Tra
legitur quoque in margine Reg. secundi. pezuntius : Destruil ex commentatione in Deo inge
( 21) Editio utraque τούτο δε αυτώ όσον δράμα • nitum esse perspici , sutobscurius. Verbum αναι
unde Cori :erius, hoc vero quanlun scenicum aclum peiv , nisi valde fallor, hoc loco sumitur pro eo ,
præparel ad impietatis transgressionem . Codices duo quod est, negare, inficiari. El cerie Budæus, cum
όσον αυτώ δράμα αει προς την. Αlius in contexto ait pug. 168 , αναιρείν την διαδικασίαν, nihil aliu4
Quislein habet pouoy · al in margine scriptum in - esse, nisi actionem negare, aperte uobiscum facii.
veoitur manu recentiore δράμα . Reg. secundus όσον Mox Reg. quarius oιόμενος ραδίαν αυτώ εντεύθεν.
αυτώ δρόμον αεί προς την, μυς aliter legitur in Re
521 ADVERSUS EUNOMIUM IIB . I. 399
επί του Θεού το αγέννητον, ηγούμενος εντεύθεν ρα- A ligendi modum in Deo considerari, ratus probata
δίαν αυτή την επιχείρησιν έσεσθαι του την αγεννη- rum se hinc facili conatu, ingenerationem substan
σίαν ουσίαν είναι του θεού (26) · εκ τούτου δε αναν- tiam Dei esse : inde vero evidenler Osleisurum esse
τιρρήτως δείξειν, ανόμοιον είναι κατ' αυτήν την ου- 8e, unigenitum Filium secundum ipsam substan
σίαν τον μονογενή Υιόν τω Πατρί. Διά τούτο προσ- tiam Patri esse dissimilem. Quapropter vocabulo
πλέκεται το ρήματα της επινοίας , ώς ουδεν σημαί- intelligentice inherei tanquam nihil omnino signi
νoντι το παράπαν, αλλ' εν μόνη της προφορά την ficanti, sed in sola prolatione exsistentiam habenti :
υπόστασιν κεκτημένη και ανάξιον είναι Θεού προσ - atque Deo indignum esse simulat, eum videlicet
ποιείται ταις επινοίαις αυτόν αποσεμνύνειν . Εγώ ideis ac perceptionibus ornare ac cohonestare . Ego
δε ει μεν επινοία θεωρητών (27) ή μη το αγέννητον, vero an ingenitum possimus mente assequi; necne,
ούπω διισχυρίζομαι πριν αν υπ' αυτής του λόγου της που prius afirmo, quamab ipsa ratioιuis indlagalione
εξετάσεως διδαχθώμεν. doceamur.
6. Αυτό δε τούτο, τί ποτέ εστιν η επίνοια, ήδέως αν 6. Sed quidam sit perceptio ista, libenter eumin
αυτόν ερωτήσαιμι • άρ' ουδέν παντάπασι σημαίνει terrogaverim : utrum hoc nominis nihil omnino si
το όνομα τούτο, και ψόφος άλλως έστι διά της γλώτ- gniβcel, el sonus sit qui temere ex ore exeidat ? 217
της εκπίπτων ; Αλλά το τοιούτον ουχί επίνοια, πα- Β Αιres hujusmodi non perceptio,sed potius amentis ac
ράνοια δ' αν μάλλον και φλυαρία προσαγορεύοιτο. nugacitas appellari potest. Quod si concesserit sic
Ει δε συγχωρoίη σημαίνειν μέν τι την επίνοιαν , ψευ- gnificari quidem aliquid perceptione, sed falsum
δες δε τούτο παντελώς και ανύπαρκτον, ώς εν ταις quiddam omnino , et quod revera non exsistat ,
μυθοποιίαις κενταύρων δή τινων αναπλασμούς και quemadmodum in fabularum commentis centauri ac
χιμαίρας, πως το σημαινόμενου (27 ) ψεύδος τω ψόφω chimaerae confinguntur : quomolo falsum illud quod
της γλώττης συναφανίζεται , της μέν φωνής πάντως significalun est, una cum linguae sono interit,cum
είς αέρα προχεομένης , των δε ψευδών νοημάτων etsi vox omnino in 3erein difunditur, tamen cogi .
εναπομενόντων (28) τη διανοία ; Ουδε γαρ επειδάν Iationes false remaneant in anirno ? Νeque enia
ποτε ψευδών παντελώς και διακένων αναπλασμών, anima quefalsis prorsus ac vanis commentis sivo
η εν ταις καθ' ύπνον φαντασίαις , ή άλλως εν τοις in somniorum visis, sive alias in vanis animi ino
ματαίους του νου κινήμασιν η ψυχή πληρωθείσα, tionibus repletur , cum semel hac in memoria reli
παρακατάσχη τη μνήμη, είτα διά της φωνής εξαγ- nuerit, et deinde per vocem eferre voluerit, etiam
γείλαι προέληται, ομού τω προενεχθέντι λόγω συν- una cum prolato sermone immagines rerum evalie
ηφανίσθη και τα φαντάσματα Πολλού γάρ αν άξιον , scuit. Εtenim si natura falsi simul cum verbis inter
ήν τα ψευδή λέγειν, είπερ ή φύσις του ψεύδους τοις°irei , opere pretium esset falsa dicere. Sed hoc
λαλουμένους συνδιεφθείρετο· αλλ' ουκ έχον έστι φύσιν certe naturam non Label . Reliquunjam fuerit osten
τούτό γε (29). Υπόλοπον δ' αν είη δεικνύναι, πως dere, quomodo el quibus in rebus consuetudo di
μεν η συνήθεια , και επί ποίων πραγμάτων τη επι- ctione perceptionis utatur, et quomodo divina Elo
νοια χρήται πως δε τα θεία λόγια τηνχρήσιν αυτής quia usum ejus susceperint. Vidermus igitur, quod
καρεδέξατο. "Όρώμεν τοίνυν, ότι εν μέν τη κοινή in communi quidem usu, quae subito nientisimpetu
χρήσει τα ταίς αθρόαις επιβολαίς του νου απλά δο- simplicia esse videntur ac unica , apparent larmen
κούντα είναι και μοναχά, ταις δε κατά λεπτόν εξ- Yaria post accuratam indagationena , praesertim i
ετάσεσι ποικίλα φαινόμενα, και πολλά (50) ταύτα τώ has multas parles Diens dividat , ea ratione sola
να διαιρούμενα, επινοία μόνη διαιρετά λέγεται (51). divisibilia esse dicantur. Exempli causa, corpus
26) Editio Paris . ουσίαν είναι του Θεού. Ρlud, του quinque non dissident, nisi quod vox ψευδών in eis
Ocoû , deest in miss. el in editione Ven , Nolimi lamen desideretur.
expinganlur hæ voces, nisi subaudiantur. (29) Illa , & XX' Oůx Eyov, etc., Trapezuntius sic
(27) Reg . tertius į tolvola Oewpntéov. Cum VOX overlerat : Non est hic istius rei nalura : quit in
È tívola sepius occurral, alienun : non videtur, cam terpretatio cum non placeret Combelisio, vir docius
palicis explicare. Igitiir vore èTivola Eunoniius in - ila emendavit : Al id fieri nequit, impossibile est. Ad
telligebat mentis cogitatii, subtilem quaindain ani. verbum interpretabimur : Sed hoc non hanc nalu .
pii perceptionem , niio verbo , hunc nostrum intelli- ram habel. Hoc est : Mendacium non lale est, ut
gendi mo luin , quo res metaphysice consideramus : sil å vústaPxtoy quiddam , consistatque solum in nga
quam ultimain nincionem omnium aptissimam esse mine el prolativise . Melius fortasse el simplicius sic
arbitramur ad declaranduin hujlis vocis usuin . Qua interpreiari licel : Sed id non ita est.
cunque igitur voce ad nomen &rivola exprimendum (30) Legendum ποικίλα φαινόμενα και πολλά ,
ulamur, ejus quain diximus jolionis meminisse Videmus igirur in communi usu quce subilo me'uis
operis pretium esl. impelu simplicia videntur el unica, accuralius auleni
( 27*; Unus codex aut aller cum vtraque editione inquirendo varia ei mulia, ea dum menle dividun .
TŪS to onuaivov, Quomodo id quod rem falsam si . Tur, sola cogitatione divisibilia dici. Paulo post d . 2 ,
gnifical, simul cum lingue sono interil ? Alii quille lege xat' èrivolav xal tauta . MABAN .
que mss. πως το σημαινόμενον, etc. Quomodo [al (51) Reg. tertius, επινοία μόνη θεωρητά λέγε
sum quod significatur , una cum linguce sono in cui, ratione sola dicuntur esse comprehensibilia .
lerit? Alii sex mss. elutraque editio magnio inter se con
(28. Editio utraque cum Reg. quinto των δε ψευ. Sensυ επινοία μόνη διαιρετά λέγεται, ratione 8οία αν
δών ονομάτων εναπομενόντων, male. Reg. quarius cuntur esse divisibilia.
ψευδών νοημάτων εναπομενόντων : a grocodice alii
525 S . BASILII MAGNI 534
Πιο supervenit, illud multiplex esse ostendit,ipsum τευξις, ποικίλον δε ο λόγος επιών δείκνυσι, τη επινοία
per cogitationen in ea ex quibus compositum est αυτό εις τα εξ ων συγκειται διαλύων, και χρώμα,
dissolvens , in colorem, in figuratm , in duritiem, in και σχημα , και αντιτυπίαν, και μέγεθος , και τα
magnitudinem, inque reliqua. Rursus que non sub- λοιπά. Πάλιν τα ανυπόστατα μέν παντελώς , κατά εε
sistant omnino, sell quadam mentis pictura acima- αναζωγράφησίν τινα της έννοιας και φαντασίαν μό
ginatione solo configuntur, qualia portenta sunt νην ανατυπούμενα, ώς όσα οι μυθοποιοί και ζωγρά
que poete ac pictores cogitatione cominiscuntur, φοι προς την των εντυγχανόντων έκπληξιν τερατεύον
stuporemin legentibus excitaturi, hac quoque ex ται κατ' επίνοιαν και ταύτα θεωρητά υπο της συν .
« Origuetudine dicuntur contemplationi obnoxia esse. ηθείας λέγεται. "Ων ουδενός επιμνησθείς ούτος , η αμα
Quorum nulla mentione facta, sive ex ignorantia θώς η κακούργως, περί της των ανυπάρκτων επι
sive ex n'alitia, de sola rerum non subsistentium νοίας μόνης ημίν έφιλοσόφησε και ουδε ταύτην ώς
perceptione Eunomius disseruίι ; et ne lujus qui- έχει φύσεως εξηγούμενος . Ου γαρ σημαίνειν μέν τι
dem naturana με se habet, exponit. Non enim ait την επίνοιαν, ψευδές δε τούτο, φησίν · αλλά παντε
significari quidquam per animi perceptionem, ne λιώς άσημον είναι το όνομα, και εν μόνη τη έκφωνήσει
falsum quidem: sed dicit nomen esse sine ulla si- Β τηνυπόστασιν έχειν.Καίτοι τοσούτον απέχει του κατά
gnificatione, atque in sola pronuntiatione subsi- των ματαίων μόνων ( 59) και ανυποστάτων φαντασιών
stere. Et tamen tantum albest 11 hoc perceptionis το όνομα τούτο της επινοίας κείσθαι, ώστε μετά το
nomen de solis vanis ac non exsistentibus visis prin- πρώτον ημίν από της αισθήσεως εγγινόμενον νόημα
dicetur, ut post primaim in nobis a sensu impres- την λεπτοτέραν και ακριβεστέραν του νοηθέντος επε »
Sam ideam, sultiliorem accut alioremque rei con- θύμησιν επίνοιαν ονομάζεσθαι · όθεν η συνήθεια
siderationem, perceptionem nomineimus : unde ex καλεί επιλογισμόν , ει και μη οικείως (53). Οίον του
consuetudine, licet improprie, ratiocinalio vocalur. σίτου νόημα μέν απλούν ενυπάρχει πάσι, καθό φα
218 Verbi gralia , trilici simplexintellectus omnibus νέντα γνωρίζομεν εν δε τη ακριβεί περί αυτού εξ
inest, quod ubi apparuerit cognoscimus : al cum di- ετάσει, θεωρία τε πλειόνων (54) προσέρχεται, και
ligentius inquirimus, tunc el rerum multarum con- προσηγορίαι διάφοροι των νοηθέντων σημαντικοί.
teioplatio, et diversa nomina res intellectas signi - Τον γάρ αυτόν σίτον νύν μεν καρπόν λέγομεν, νυν
ficantia sese aniwo offerunt. Enimvero idem trili- δε σπέρμα, και πάλιν τροφήν καρπόν μεν, ώς τέλος
Cuαι nunc fructum, nunc semen, elrursus alimentum της παρελθούσης γεωργίας: σπέρμα δε , ώς άρχήν της
appellamus; fructum quidein, velui praeterile agri: ρ μελλούσης: τροφήν δε , ως κατάλληλον είς προσθήκες
culture Cinem: seinenvero, velut future principium: τω του προσφερομένου σώματι. Τούτων έν έκαστον
alimentum denique, velut corpori comedentis au - των λεγομένων και κατ' επίνοιαν θεωρείται, και το
gendo idoneum. Horum unumquodque et ratione ψόφο της γλώσσης ού συναπέρχεται αλλά τη ψυχή
consideratur , nec tarnen una cum oris sono evane- του νενοηκότος ενιδρυται τα νοήματα. Και άπαξ.
scit: seu cogilala in cogitantis animo fixa manent. απλώς, πάντα τα τη (35) αισθήσει γνώριμα, και απλά
Ει in summa, quaecunque sensu cognoscuntur, ac μεν είναι το υποκειμένω δοκούντα, ποικίλον δε λόγον
in subjecto simplicia quidem esse videntur, variam κατά την θεωρίαν επιδεχόμενα, επινοία θεωρττά
vero rationem per contemplationem admittunt, Dec λέγεται.
omnia animi perceptione sub contemplationem cadere dicuntur.
7. Αd hunc fere modum, eliar a divina Scripoura 7. Εγγύς δή του τοιούτου τρόπου της επινοίας
usum edocenmur perceptionis. Equidelin omillam reli- την χρήσιν και παρά του θείου δεδιδάγμεθα λόγου.
qua ; et quanquam dicere nulla liabeo,tamen unius Τα μεν ούν άλλα παρήσω, πολλά έχων ειπείν , ενός
solius opportunissimi mentionern fucian. Dominusno- δε μόνου του καιριωτάτου μνησθήσομαι. Ο Κύριος
sler Jesus Christus cum de seipso verba faceret , dei- ημών Ιησούς Χριστός (56) εν τοις περί εαυτου λό
alisquein/homines affectum,atque incarnationis gra- η γοις, την φιλανθρωπίαν της θεότητος και την εξ
Siam hominibus declararel, proprietalibus quibusdam, οικονομίας χάριν τους ανθρώποις παραδηλών , ιδεεί
quas in ipsocontemplari possumus, hunc usum sigui- μασι τισι τους περί αυτον θεωρουμένοις απεσήμαινε
1em, pastorem, ac lucem 61 , qui tamen multis nomini- άρτον, και άμπελον, και ποιμένα, και φώς, ου πο
1 Joan . 1, 9; Σιν, 6 ; V1, 31 ; xv, 1 ; Χ, 11 ; νΙΙ,12.
(32) Codices nonnual μόνον. Statim codex unus θεωρία τε πλείων.
φum editis έκ της αισθήσεως . Αι mss. nulli από (35) Editi πάντα τη. Liliri veteres πάντα τα
της. τη.
"(36).. Codices δηο Ιησούς Χριστός. Πoc ipso in
(33) Totum illud, όθεν η συνήθεια καλεί επιλο- loco editi περί αυτού. Αntiqui tres libri περι εαυ
γισμόν, ει και μη ρικείως, Uncle consuetulo attentio-
neni diligentioreni vocal ratiocinalionem , elsi non toð.
proprie, in multis codicibus desiileralır : seu legie (37) Reg . quarius ÚTesÝUTVE taútov. Monere
lur in ulraque editione el in Colb ., elin margine juvat, illud , taúrny, relerendum esse ad vocem su
Regii quinti. periorem την χρήσιν.
(34) Reg. tertius θεωρία τε πλειον. fing. alter
525 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 595
μυώνυμος τις ών· ου γάρ πάντα τα ονόματα εις ταυ- A bus preditus non est ; nec enim nomina omnia iller
τον αλλήλοις φέρει. "Αλλο γαρ το σημαινόμενον φω- se significatum eundem prae se ferunt. Enivero aliud
τος, και άλλο αμπέλου , και άλλο οδού, και άλλο ποι- lux, aliud vitis , aliud via , aliud pastor significant.
μένος. 'Αλλ' εν ών κατά το υποκείμενον , και μία Sed cum unum sit secundum subjectum, είιque una
ουσία και απλήκαι ασύνθετος , άλλοτε άλλως εαυτόν όνο- substartia simplex, et non composito , alias aliler
μάζει , ταϊς επινοίαις διαφερούσας αλλήλων τάς προσ- se ipse nominat, diversas appellationes inter se
ηγορίας μεθαρμοζόμενος. Κατά γάρ τήν των ενεργειών ratione dissidentes sibi ipsi accommodans. Nam
διαφοράν, και την προς τα ευεργετούμενα σχέσιν, pro operationum diversitate , et pro ea liabilodine
διάφορα εαυτώ και τα ονόματα τίθεται. Φώς μέν γάρ quam ad ea habet , que benefciis ejus aficiuntur,
εαυτόν του κόσμου λέγει, τό τε απρόσιτος της εν τη diversa quoque sibi nomima imponit. Νam ideo 8e
θεότητι δόξης τω ονόματι τούτο διασημαίνων, και ως ipsum lucem mundi dicit, quod partim inaccessar
τη λαμπρότητα της γνώσεως τους κεκαθαρμένους το deitatis majestalem hoc nomine significet , partim
όμμα της ψυχής καταυγάζων • άμπελον δε, ώς τους guod splendore scientiae eos qui purgatos animi
εν αυτώ κατά την πίστιν ερριζωμένους επ’ έργων oculos habent, illuminei. Vitem vero , quod eos qui
αγαθών καρποφορίαις εκτρέφων άρτον δε , ως οικειο- in eo per ddenm radices egerunt, Doιorum operum
τάτη τροφή λογικού τυγχάνων, το διακρατείν την B fertilitate enutriat. Panein autem, quod sit cibus
σύστασιν της ψυχής, και το ιδίωμα αυτής διασώζειν , mentis maxime proprius , quippe qui anime sla
αναπληρων (38) αεί παρ' εαυτού το ενδέον, και προς tum sustineat atque proprielalem ejus conserver,id
την εξ άλογίας έγγινομένην άρρωστίαν ουκ εών quod deest explens semper de seipso, nec sensin
υποφέρεσθαι (59 ). Και ούτως άν τις των ονομάτων delabi sinens ad eam quae ex rationis inopia emer
έκαστον εφοδεύων ποικίλας εύροι τας επινοίας ενός git infirmitatem. Quod si quispiano ita nomina sin
εκάστου του κατά την ουσίαν τοις πάσιν υποκειμέ- gala percurrat,rationes varias invenire poterit, tam
νου. Τίς ούν ούτω την γλώσσαν προς βλασφημίαν etsi secundum substantiam unum et idem subjectum
τκόνηται, ώστε τολμήσαι ειπείν ταις φωναίς τάς est omnibus. Quis igitur sic paralam ad blasphe
επινοίας ταύτας συνδιαλύεσθαι; Τί ούν άτοπον ούτω inandum habet linguam, υι dicere audeat, simul
και επί του Θεού των όλων λαμβάνεσθαι τινα κατ’ cum vocibus has perceptiones inlerire ? Quid igitur
επίνοιαν, και αυτό τούτο πρώτον (10), περί ου ο absurdi est, ad hunc etian modum de Deo universo
συμπας ημίν κεκίνηται λόγος ; Ευρήσομεν γάρ ουδα- run 219 quaedam secundum perceptionem accipί, οι
μως έτέρως λεγόμενον το αγέννητον . "Αφθαρτον γάρ hoc ipsum primum, de quo nobis ola instituta est
( 41) και αγέννητον είναι τόν Θεόν των όλων λέγομεν, . disputatio? Nusquamenim reperienmus vocem hanc ,
κατά διαφόρους επιβολής τους ονόμασι τούτοις προσ- ° ingenerationem, aliter usurpari. Incorruptibilent
αγορεύοντες. "Οταν μέν γάρ εις τους κατόπιν αιώνας namque ac ingenitum Deum universorum dicimus ,
αποβλέψωμεν, υπερεκπίπτουσαν πάσης αρχής ευρί- eunυ ρro diversa notiοne bis nominibus appellantes.
σκοντες την ζωήν του Θεού , αγέννητον αυτόν λέγο- Cum enim in transacta Jam secula respicimus, Dei
μεν όταν δε τοις επερχομένοις αιωσι τον νούν επεκ- que vita principίum omne superare a nobis inveni
τείνωμεν , τον αόριστον (42 ) και άπειρον, και ουδενί tur , tunc ingenitum ipsum dicimus : cum vero in
τέλει καταληπτόν προσαγορεύομεν άφθαρτον. Ως futura saecula cogitationem extendimus, eum, cell
ούν το ατελεύτητος της ζωής (45) άφθαρτον, ούτω infinitum ac immensurm , nec ullo ine comprelien
το άναρχον αυτής αγέννητον ωνομάσθη, τη επινοία Sum, vocamus incorruptibilem. Quemadmodum igi
θεωρούντων ημών εκάτερα. Τίς ούν αντερεί λόγος και tur vita fine coreus dicitur incorruptibilitas : ito ea.
επινοείσθαι των ονομάτων τούτων εκάτερον, και όμο- den principii expers vocatur ingeneratio, tum cuin
λογίαν είναι του κατ' αλήθειαν τω Θεώ προσόντος και υtraque per mentem speculamur. Qua igitur ratione
“ Ο δε ώς μαχόμενα ταύτα και ασύμβατα παντελώς(44) negabitur, el nec utraque nomina excogitari , el
απ' αλλήλων διίστησι• το, τι κατ' επίνοιαν τι λέγε- ejus quod revera Deo inest confessionem esse ? Ille
σθαι, και το αποπληρούν τώ Θεώ (45) τήν του είναιόD vero tanquam si Ilaec inter se pugnarent, nec inter
έστιν ομολογίαν. se conciliari ullo modo possent, alterum ab altero
dirimil : inficialırvidelicet, el aliquid dici juxta animi perceptionem , et per hoc ipsum Deo persolvi ejus
quod est conſessionem .
( 38) Veleres aliquot libri και αναπληρων. quinque mss . To dópistov. Ibidem scriptum inve
(39 ) Edliti cum Colb . cl Reg. quinto TOVÉpe nitur in tribus codicibus άληπτον pro άπειρον • sed
olar. Alii quinque niss. ÚTOVÉperlai. Mox editi vex áttelpov legitur in aliis mss, el in ipso Gregorio
ενός εκάστου. Vox εκάστου deest in multis mss. Nysseno , licet alioqui non semper jisdem vocibus
(40) Editi et Reg. secundus και αυτό τούτο το ulatur, quibus Basilius.
αγέννητον πρώτον. llad, το αγέννητον, delevimus, (43) Antiqui tres libri το ατέλεστον της ζωής.(bi
aliorum sex codicum el editionis Ven. auctoritatem dein editi το άναρχον αυτού .... επιθεωρούντων. Αt
secuti. miss. ita , ut edidimus.
(41) 1lla , "Αφθαρτον γάρ, etc., refert Gregorius (44) Editio utraque cum Reg. quinto xa! doótto
Nyssenus, tomo II , pag. 824, eague adversus ca βαντα παντελώς. Αlii sex mss. και ασύμβατα ,
lumnias Eunomii docle et copiose defendit. . recte .
(42) Editi et Reg. guintus τον αόριστον. Αlii (45) Editi του Θεού . Libri veteres τω Θεώ.
(97 S . BASILII MAGNI 523
8. Αι enim ne hoc quidem praetereamus, qualis Α 8. Και γάρ αυ μηδε τούτο παρέλθωμεν, οίον αυτό
ei simulatio pietatis excogitala sit ad auditorum της ευλαβείας το σχήμα επί καταστροφή των ακουόν
eversionem , cum dicit, των επινενόηται εν τω λέγειν,
Ευα, Se ingeniti appellatione Deum non decorare EΥΝ, Μή κατ' επίνοιαν ανθρωπίνην σεμνύνειν τον
juxta Ihumanum intelligendi modum, sed ei persol- Θεόν τή του αγεννήτου προσηγορία, εκτιννύναι δε
vere debitum maxime omnium necessarium; quando- αυτό το πάντων αναγκαιότατον όφλημα, εν τη του
quidem eum id quod est confitetur esse. είναι ό έστιν ομολογία .
BAS. Quibusdam verbis possit pro merito expli- ΒΑΣ. Τίς αν λόγος αξίως της σχολιότητος ταύτης
cari harum versuliarum obliquitas ? Νilitur terrere των τεχνασμάτων εφίκοιτο ; Έκφοβείν τους απλου .
simpliciores ; quasi quod debent non redlant Deo, στέρους επιχειρεί, ως μη αποδιδόντας τα οφειλόμενα
nisi ingenerationem substantiam esse confleantur. τω Θεώ, ει μή ουσίαν είναι ομολογήσειαν το αγέννη
Αιφue 80ain ipsius impietatem debiti solutionem ap- τον , και οφλήματος έκτισαν την ιδίαν ασέβειαν ονο
pelat, ut ne quid videatur a seipso dicere , sed id μάζει, ίνα μη δοξη παρ' εαυτού τι λέγειν, αλλά το
quod necessario Deo debetur , persolvere . Quin et αναγκαίως τω Θεώ οφειλόμενον εκπληρούν. Και τους
reliquis declarat, fore ut, si ingenerationem in sub- λοιπούς ενδείκνυται, ότιεν μέν τη ουσία τιθέμενο: (46)
stantia ponant, innoyii sine pena dimillantur : si 6 το αγέννητον, ανεύθυνοι αφεθήσονται • ει δέ ετέρως
secus juxta pium nmodum acceperint , futurum esse , κατά τον ευσεβή τρόπον (47) υπολαμβάνoιεν, ώς έλλε
ut ipsitanquam qui debitum omniumantiquissimum λο:πότες το πάντων χρεών πρεσβύτατον και αναγκαιό
Tmaximeque necessariumn oιniserint solvere, irarm sus- τατον έκτισμα, απαραίτητον την οργήν εκδέξονται,
tineant implacabilem. Proinde libens eum interro. Ηδέως oύν αν αυτόν (48) εξετάσαιμι, την ευγνωμο
gaverim, utrum Iunc animi candorean pariter in σύνην ταύτην ομοίως επί πάντων των περί Θεού λε
Omnibus que de Deo predicantur servel, anin hoc γομένων φυλάσσει, ή κατά τούτο μόνον το ρήμα ; Εί
dontaxat verbo ? Νam si nihil omnino juxta intel- μέν γάρ ουδέν όλως κατ' επίνοιαν θεωρεί, ίνα μη
ligendi modum speculatur, ut ne humanis appella. δόξη ανθρωπίνεις τον Θεόν σεμνύνειν προσηγορίαις ,
tionibus Deum exornare videntur; omnia que de πάντα ομοίως ουσίαν ομολογήσει τα επιλεγόμενα το
free predicantur, similiter substantiam esse couf- Θεώ. Πώς oύν ου καταγέλαστον, το δημιουργικών
sebitur. Quomollo igitur ridiculum non est, creandi ουσίαν είναι λέγειν; ή το προνοητικόν πάλιν ουσίαν ;
facultatem substantiam esse dicere ? aut etiam pro- και το προγνωστικών πάλιν ώσαύτως (49) ; και απαξ.
videntiam, aut similiter prescientian rursus sub- απλώς, πάσαν ενέργειαν, ουσίαν τίθεσθαι ; Και ει
stantiam esse ? el uno verlo, omnem actionem sub- , πάντα ταύτα προς εν σημαινόμενον τείνει , ανάγκη
stantiam putare ? Quod si omnia haec ad opum si- " πάσα ταυτόν αλλήλοις δύνασθαι τα ονόματα• ως επί
gnification tendunt, necesse oιnino est , ut nomina των πολυωνύμων· όταν Σίμωνα και Πέτρον και Κηφών
idem inter se 220 valeant, quemadmodum it in τον αυτόν λέγωμεν. Ουκούν και ακούσας το αναλλοίωτον
iis qui multis nominibus appellantur : sicuti cuum του Θεού , προς το αγέννητον υπαχθήσεται » και ο
eumdem dicimus Smoieim et Petrum et Cepham. ακούσας το αμερές , προς το δημιουργικόν (30) απο
Quare qui audieri immutabilitatein Dei, deveniel φέρεται. Και ταύτης τί αν γένοιτο της συγχύσεως
ad ingenerationem : itein, qui audierit indivisibile ) ατοπώτερον, αφελόμενον την ιδίαν σημασίαν εκάστου
esse , ad creandi facultatem deferelur. Ecquid liac των ονομάτων, αντινομοθετείς τη σε κοινή χρήσει και
confusione fieri possit absurdius, si quis videlicet τη διδασκαλία του Πνεύματος ; Καίτοι όταν μεν ακού
adempto proprio uniuscujusque nominis significa - σωμεν περί του Θεού, ότι πάντα εν σοφία εποίησε,
to , tum communi usui , tuno Spiritus doctrinae re- την δημιουργικής τέχνην αυτου διδασκόμεθα · όταν
pugnet 9 Ει quidem cum audirnus le Deo , quod δε, ότι ανοίγει την χείρα αυτού , και εμπιπλα πάν
omnia in sapientia fecit 65 , creatricem ipsius artem ζώον ευδοκίας (51), την διά πάντων κεχωρηκυίαν
docemur : cum vero audlimus, quod aperit mann πρόνοιαν · όταν δε, ότι "Εθετο σκότος αποκρυσής
Suam, et imples oιnne aniinal beneplacito , Provi- Ο αυτού , το αόρατος της αυτού φύσεως παιδευόμεθα.
dentiani omnia invadentem discianus : quando autern Πάλιν δε το εκ προσώπου του θεου λεγόμενον (52),

15 Psal.cu, 24. 68 Psal. CΧLΙν , 16.

(46) Reg. quartwς τη ουσία του Θεού τιθέμενοι , οι πάλιν ουσίαν το προγνωστικών ώσαύτως . Alignano
ingenituram in essentia Dei constituant, lloc ( st, si post editi dy aundy Néyouev. Codices mulii dévia
contendant Dei naturam in eo siiam esse, il gene- fev.
rari non possil. llud, κατά τον ευσεβή τρόπον, quod (50) Editi cum Colh. προς το δημιουργόν. Αlii
mox sequitur, videliir sic : cripi debrire : juxta mo
dum qui Eunomio quidem videlur pius ésse , sed (51) Vulg . Ei implet omne animal benedictione.
non est. Suspicari fortasse poleril quispiam , interprelem
( 47) Κατά τον ευσεβή τρόπον . Ilis verbis inter. pro ευδοκίας legisse ευλογίας.
ligit Basilius catholicuin sensum Marcionis seusui (32) Editio Paris . πάλιν δε διά το εκ προσώπου
opposilum . MARAN . του Θεού λεγόμενον. Sed prepositio διά nec in
(48) Codices aliqnol ov av autóv. Vocula & v ab edilione Veni. nec in nosiris codicibus invenilor.
Quare : facile crediderimi addilam eam fuisse a ly .
evlilis abcral,
(49) Antiqui duo libri deyen, GÒ monyoneixby Dographis ut sensus inleger redderelur. Edicio
Γ29 ADVERSUS EUNOMIUM LIB. I. 5: Ο
Εγώ είμι, και ουκ ήλλοίωμαι, το αεί ταυτόν και Α audimus good Possit tenebras Iatibulum suum ,
άτρεπτον της θείας ουσίας μανθάνομεν. Πώς oύν invisibilis nature ejus admonemur. Con rursus au
ουχί μανία σαφής , μη ίδιον σημαινόμενον εκάστω των dimus id quod in persona Dei dicitur : Ego sum, et
ονομάτων υποβεβλήσθαι λέγειν, αλλά, παρά την non mutor 68 , perpetuam identitatem ac imnistabi
ενέργειαν (53), πάντα ταυτόν δύνασθαι αλλήλοις δι lilalem substantiæ divinæ intelligimus. Nonne igitur
ορίζεσθαι τα ονόματα; "Έπειτα εάν και δώμεν τούτο, manifesta est insania , si dicas proprium significa
ουδ' ούτω πλέον αυτοίς ουδέ εις τον σκοπόν περιέσται. tuna unicuique nomini subjectum non esse ? sed
Ει γάρ πάντα ταύτα, επί του Θεού και Πατρός λαμ- contra verlborum vim, decernas nomina omniaidem
βανόμενα, την ουσίαν αυτου σημαίνει, το αναλλοίωτον inter se valere ? Praeterea ctiainsi hoc dederimus,
λέγω, και το αόρατον, και το άφθαρτον, παραπλη- ne sic quidem eis quidquam amplius supererit ad
σίως δηλονότι και επί του μονογενούς Υιού του ιuendum propositum. Εtenim si haec omnia cum de
Θεού (54), ουσίας έσται δηλωτικά . Αόρατον γάρ , Deo el Patre dicuntur, substantiain ejus significant,
και αναλλοίωτον, και άφθαρτον, και αμερή , και τα inanistabile dico et invisibile et incorruptibile : simi
τοιαύτα πάντα, και τον μονογενή Υιον ονομάζομεν. liler sine dubio etiam de unigenito Dei Filio dicta,
Και ούτω το σοφόν αυτοίς εις το εναντίον περιελεύσε . substantiain indicibunt. Nano invisibilem et immu
ται. Ου γάρ (55) μάλλον διά το εν μιά προσηγορία Β 1abilem et incorruptibilem et indivisililerm ac reli
διάφορον ανόμοιον κατά την ουσίαν αποδεικνύειν quis nominibus similibus etiam unigenitum Filium
έξουσιν, ή διά τήν εν τοις πλείοσι κοινωνίαν όμοιον nominamus. Ει ita subtilis eorum argulia ipsis re
ομολογείν υπ' αυτής της ανάγκης των δεδομένων cided in contrarium. Non enim magis propterunius
εκβιασθήσονται. Ει δε λέγοι επί μόνης της του αγεν. appellationis diversitatem, dissimilem in substantia
νητου φωνής τη ευλαβεία (56) ταύτη κεχρήσθαι,επί Filium poterunt demonstrare, quam propter plu
δε των άλλων άφυλάκτως έχειν» πάλιν αυτόν ερωτή- rium convenientiam simileim contieri cogentur, ad
σωμεν, τίς ή αποκλήρωσις (57), τοσούτων όντων των hoc ex concessis necessario adacli. Quod si dixerit
περί Θεού λεγομένων, εν ενί τούτω μόνο την ακρί- in sola ingeniti voce se hac circumspectiοne oti, in
6ειαν επιδείκνυσθαι, και εν ενί τούτω αποπληρούν- reliquis vero incalle se gerere : rursus ipsum pers
τα (38) αυτή την του είναι και εστιν ομολογίαν , έν contemur, quemain sit haec divisio, ut cum ιοι Α21
ετέροις ταμπληθέσιν ανθρωπίναις επινοίαις σεμνύ- Sint quie de Deo dicuntur, tamen in hoc uno solo
νειν μή (59) παραιτείσθαι ; Ο γάρ πλειόνων οφειλέ. diligentiam ostendat, atque in hoc uno ei confes
της ου μάλλον ευγνώμων εν τη του ενός αποδόσει ή sionem persolvat, qua confidetur id eum esse quod
υπερβάλλων αγνωμοσύνη εν τη των πλειόνων αποστε - , est : in celeris vero quam plurimis, eum humanis
ρήσει. Ούτω μεν ούν, ώς τα πανούργα των θηρίων, intelligendi molis decorare non recusei. Elenim
ταις εαυτού τέχναις αλίσκεται, οίς λανθάνειν επιχει- plura φui debel, non magis gratus judicatur ob unius
ρει, τούτοις πλέον διελεγχόμενος. reddisionem ,quam supra modum ingratus ob plu
rium ſraudationem . Sic igitur instar versularuin bestiarum suis ipsius artibus capitur , dum quibus
latere nititur, jis magis convincitur.
6s Psal. XVII, 12. 68 Malac. 1, 6.
Ven. et Reg. quintus πάλιν δε το εκ προσώπου τας ? Ibidem delenda negatio ante παραιτείσθαι.
soj Beoü leyouevov, et ita legendum esse arbi- Clara enim Basilii sententia : arguit adversarium ,
Tror, sicut illari, ötav åxouowulev, subaudiri de . quod essentiam Dei in sola ingenili voce confileri
beat. vellet, in aliis vocibus, nepipe incorrupribilis et in .
(53 ) Reg. tertius perinde atque alii mss. habet visibilis , ejus essentiam pariter confiteri recusarel.
quidem in contexto Švégyerty, contra vim verborum : MARAN.
al scriplum invenitur in margine èvápyelav, contra (58 ) Edili xal ¿v TOÚTI ÖTEOTAn powy. Regii ires
eridentiam . Mibi dubium non est quin interpres ve Šv Švi TOUTW åttomanpoūvta . Colb . manu recenti
tus legerit παρά την αλήθειαν, « η interpretatus , emendatusαποκληρούντα.
sit, contra verilalem : sed qua id auctoritate ſece- 0 (59) Particula un abest a Reg. secundo ; nec in
rit, nescio . cogilanter omissa est a librario , cum in ora ejiis li
( 34) Editi et mss. nonnulli Υιού και Θεού . Αlii bri scripίum sit, το μή περισσόν , particula μή ει
mss. Yίου του Θεού. perflua est. Hoc idem visum est el Combelisio , qui
(55) Hoc dicit Basilius : Patrem Filio substantia ail vocula un contextum aperte vitiosum reddi. Sed
dissimilem esse ex eo colligil Eunomius, quod Pa - ego longe aliter sentio , arbitrorque particulam qih
ler ingenitus sit, Filius vero genilis : sed illud maxime necessariam esse, nedum ejus loci senlen
argumeniandi genus ineplum est et absurdum . Cunn liani corrumpal. Igitur horum verborum hæc est
enim mulla sint in quibus inter se perſectissime sententia : Euromius aliter judicatde voce ingenili,
conveniant Paler el Filius, ob integerrimam illam aliter de vece indivisibilis , iminutabilis, incorru
in pluribus consensionem atque convenientiain , po - pribilis et aliorum similium . Negal Eunomius vocem
tius Eunomium fateri oporiueral, Parrem el Filium ingenili de Deo dici posse ex nostro intelligendi
juler se similes esse , nec debuil ob unius vocis die modo : sed vull pam maluræ divinit ita esse pro
versitalem eos dissimiles pripricare. priani, 11 . naturam ipsam divinam constitual. El
(56 ) Vox evasela sumi videlurhoc loco pro quis enim , ut jam noiavim1s , illud eral argumentum
dal circumspectione, seni, pro accurata quadain præcipuum Eunomii, to årévur,cov, ingenerationem
loquendi el scribendi ratione . Combelisius vertit : substalitiam ipsam esse divinani. Negabal ergo hie
huic religionis larva. relicus ille nonien , ingeniius, dici de Deo possc
(57) Tic 7 0 .70x111mocis ; Quanan haec lemeri . ex humano intelligendi modo : sed latebatur nomina
531 S. BASILII MAGNI 539
9. Qualia vero sint que sequuntur, perpendile. A 9 . Τίνα δε εστι τα εξής του λόγου σκοπείτε (60).
Posteaquam ostendit , ut putat, fieri nequaquam Δείξας, ώς oίεται, ότι αδύνατον έστιν επινοία λαβειν
posse, οι ingeneralio cogitatione concipiatur, sub- το αγέννητον, επάγει»
dit :
ΕυΝ. Νec vero secundum privationem : siguidem EYN. Αλλά μήν ουδε κατά στέρησιν· ει γε των
privationes sunt privationes eorumquae sunt natura , κατά φύσιν α: στερήσεις εισι στερήσεις , και των
suntque habilibus posteriores. εξεων δεύτεραι.
ΒΑs. Quod autem haec ex mundana Sapientia BΑΣ. Ταύτα δε, ότι εκ της του κόσμου σοφίας
garriat, a qua preceps actus, ejusmodi verborum περιλαλεί, υφ' ής εκτραχηλισθείς , ταις τοιαύταις
novitatibus animum adjecit, demonstrare arduum των λόγων επέθετο καινοτομίαις , ου χαλεπόν επιδεί
non fuerit. Sunt enim Aristotelis de habitu et pri- ξαι. 'Αριστοτέλους γάρ εισιν , ώς οι ανεγνωκότες εί
vatione verba , qui posteriores habitibus privalio- πoιεν αν,εν ταις επιγραφομέναις αυτου Κατηγορίαις,
nes esse ait ; quemadmodum ii qui legerunt in li- οι περί έξεως και στερήσεως λόγοι, δευτέρας είναι
bro qui inscribitur Categorie, possunt lestari. Νο- λέγοντος των εξεων τάς στερήσεις. Ημίν δε εξάρκει
bis autein salis erat ostendisse, non ex doctrina δείξασιν αυτόν ουκ εκ της διδασκαλίας του Πνεύμα
Spiritus , sed ex sapientia principum Iujus seculi B τος, αλλ' εκ της σοφίας των αρχόντων του αιώνος
haec eum dicere, ac illud psalmiin ipsum proferre : τούτου λαλούντα, το του ψαλμού προς αυτόν επι
Narraverunt milii iniqui fabulationes, sed non ul let φθέγξασθαι, ότι Διηγήσαντό μοι παράνομοι άδολε
tuα, Domine66. Ει quoniain didiceramus , non ex σχίας, αλλ' ουχ ώς ο νόμος σου, Κύριε · και μα
doctrina Domini nostri Jesu Christi esse quae di- θόντας, ότι ουκ εκ των διδαγμάτων (61 ) του Κυρίου
cuntur, satis habebamus vocis ipsius meaninisse : ημών Ιησού Χριστού έστι τα λεγόμενα , της αυτού
Cun loquitur mendacium, et propriis Ioquitur 61 : φωνής υπομνησθήναι, ότι " Οταν λαλή το ψεύδος,
atque hoc pacio Iongiorem sermonem contrialiere. εκ των ιδίων λαλεί και τούτο το τρόπο τους πολ
Quippe hinc illud onibus conspicuum fecissemus, λούς των λόγων εαυτοίς συντεμείν , εντεύθεν πάσι
quod nihil ipsis nolbiscum sit commune . Elenium καταφανές ποιήσαντας, ότι ουδεμία ημίν προς αυτούς
φuα concordia Christo cum Belial ? αul quα pars - κοινωνία. Τίς γάρ συμφώνησις Χριστώ προς Βε
deli cum infideli 68? Verum ne vide: nur ob redar - λίαρ ; ή τις μερίς πιστώ μετά απίστου ; Ίνα δε μη
gutionum inoniam ad silentium confugere, age, de δίξωμεν δι' απορίαν ελέγχων εις την σιωπήν κατα
iis etiam pauca disseramus. Mulia eorum que de φεύγειν, φέρε, και περί τούτων βραχέα διαλεχθώμεν.
Deo dicuntur, o Enomi, simili Torina eTerri vide- . Πολλά, ώ Ευνομιε , των περί Θεού λεγομένων κατά
nus, υι puta incorruptibilis, immortalis, invisibilis . " τον όμοιον ορώμεν εκφερόμενα τυπον, οίον ο άφθαρ
Jan vero el hanc vocem ingenitus forme ejusdem τoς , ο αθάνατος, ο αόρατος. Του δε αυτού τύπου τι
esse ducimus. Quod si quipiamea quae sunt ejus. θέμεθα είναι και το, αγέννητος. Ει μεν ούν στερη
Modi, nominant privativa , nihil 2d nos. Νeque τικά τινες ονομάζουσι τα τοιαύτα , ού προς ημάς ο
enim artificia novious verborum, neque eos qui λόγος. Ούτε γάρ ίσμεν τεχνολογίας λέξεων , ούτε τους
noverunt imitamur. Veruin cujuscunque landem ειδότας ζηλούμεν. Πλήν γε δή ότι ούπερ αν τεθώσιν
generis existimentur esse voces relique, quas enu - αι λοιπα φωναι άς απηριθμησάμεθα , του αυτού
eravimus : ejusdem generis esse et ingenili ap- είναι φήσομεν και τηντου, αγεννήτου, προσηγορίαν.
pellationem dicturi summus. Quemadmodum igitur "Ως τοίνυν το άφθαρτον το μή τοροσειναι τω Θεώ φθο
incorruptibile significal που inesse corruptionem ράν σημαίνει και το αόρατον το υπερβαίνειν αυτόν
• Psal. CΧVΙΙΙ, 85. 67 Joan. VΙΙ, 44. 68 II Cor. 1, 15.
illa , indivisibilis, incorruplibilis, inimulabilis, etc., scivisse atrum seligi deberet , ob idque utramque
tribui Deo posse secundum nostram concipiendi vocem posuisse, ut pro suo quisque arbitralu lege
rationem . Alque , ut Eunomii verbis utar, recusabal D rel. Redeamus ad Eunomiuni, cujus lola ratiocina
homo impius decorare Dein per ingeniti appellatio . tio eo rcdibal : Quanquam Filius vocatur invisibi
pem ex humano cogilandi niodo ; al non recusabat lis , inimortalis, immutabilis , quemadmodum el Pa
eum decorare ex nostra cincipiendi ratione per ap - ler, lamen Denis vere el proprie non est. Hæc enim
pellationen indivisibilis, immutabilis, etc. Ex quibus nomina nion alliciunt ipsam naluram divinan : sed
planum est et compertum , particulam un minime Deo tribuuntur es humano concipiendi modo . Sed
redundare, imo vero masime necessariam esse, ut aliud nomen est, quod Dei est proprium , quod cba
possimus sic interpretasi : in cæleris vero quam racier est divinitatis, quod ipsam naturam divinam
plurimis eum non recusel humanis intelligendi modis constiluit, quod Deo non tribuitur ex nostro intel
decorare ; qua interpretationemens Eunomii optime ligendi modo , el lanien id nomen non couvenil
exprimitur, qui, utdiximus, nomen uinum Filio crie Filio, imo etiam maxime repugnal; ex quo fit ut
buere ila recusabat, ut reliqua ei dare non recusa - Filius proprie Deus non sil. Illud aulem nomen est
ret. Νec est przelereundum silentio, νοculam μή , το αγέννητον, ingenitum.
ut in editione Parisiensi, ila el in cdilioné Ven . et ( 60) Coilices duo σκοπήσατε. Ιbidem editi Δείξας
in Colb . el ini Regiis tribus codicibus reperiri. Et ráo. Vocula yap deest isi omuibus niss.
illud ainotabo, leyi in Ro'g . primo dellVÚvaly ¿ tap- 161) Edili et Reg . quintus ojx èx tōv Očlwy xa!
αιτείσθαι. Puto autein é scriptum fuisse pro ή, vel, αληθινών διδαγμάτων, non es divinis terisque do -
aul, librariumque indicare voluisse , horum duorum mentis. Alii sex mss. ut in contextu ; nec aliler le
verborum alterum quidem legi oportere : sed ne ferat interpres.
535 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 534
πάσαν την διά των οφθαλμών κατάληψιν και το ασώ- A in Deo : et invisibile, excelere eum omnem oculo
ματoν το μή υπάρχειν αυτού τριχη διαστατήν την rum comprehensionem : et incorporeum, substan
ουσίαν' και το αθάνατον το μηδέποτε διάλυσιν αυ- liani ejus Irina dirnensione non constare : et im
το προσγενήσεσθαι · ούτω φαμέν και το, αγέννητον, πιortale, eum dissolutioni nunquam obnoxium fore :
δηλούν το γέννησιν αυτώ (62) μή προσείναι. Ει μεν eundem ad modum dicimus ingenitumetiam signi
ούν μηδέν τούτων στερητικόν των ονομάτων , ουδέ ficare, generationem in ipso non inesse. Proinle
εκείνο. Ει δε επ' εκείνων δίδως το κατά στέρησιν si nullum ex illis nominibus privativum est , neque
λέγεσθαι , επί της του αγεννήτου προσηγορίας ου Ilioc erit. Quod si concedis illa secundum privatio
συγχωρείς, είπε , τίνος μέν έξεως προλαβούσης στέ- nem dici, sell id in appellatione ingeniti non admit
ρησιν εμφαίνει το άφθαρτον; πως δε ουχί το ίσον las: dic, quo habitu 222 precedente, incorripti
αυτη δύναται το ( 63 ) αγέννητον ; 'Αλλά περί μόνην Dile privationemindicet ? aut quomodo ingenitum
ταύτην την λέξιν κακοτεχνεί, διότι εντεύθεν αυτώ αι non idem quod hoc valeat ? At circa hoc verbum
αφορμαι της ασεβείας ήρτηνται. "Ινα δε σαφές αυ- solum malignis artibus utitur, quod ei hinc impie
του το τέχνασμα γένηται, ούτω ποιήσατε · ους επί tatis dependent occasiones. Sed artificiam ejus ma
του αγεννήτου γυμνάσει λόγους , ότι ούτε κατ'επί- nifestura ut fiat, ita facile : quos le ingenito in
νοιαν ανθρωπίνην , ούτε κατά στέρησιν εύλογόν εστι Β struit serinones, quod neque ex humano conci
περί Θεού λέγεσθαι , τούτους μετενεγκόντες επ' άλ- piendi modo, neque ex privalione de Deo dici par
λου τινός των περί Θεού λεγομένων, σκοπείτε . Εύ- est ; hos translatos in aliud quoddam nomen ex his
ρήσετε γάρ εκάστω ακριβώς εφαρμόζοντας. Και , ε! que de Deo dicuntur, consideretis velim. Unicui
βούλεσθε , επί του αφθάρτου ταύτα λέγωμεν , αυτήν que enim illorum prorsus convenire comperietis .
αυτού την λέξιν μετακομίσαντες. "Αφθαρτον δε λέ - Ει, si νullis, de incorruptibili eadem dicamus, his
γοντες, ου κατ' επίνοιαν ανθρωπίνην σεμνύνειν oιό- ipsis quibus utitur verbis huc transmolis. Incorru
μεθα δείν » αποτιννύναι δε αυτό το πάντων αναγ- ptibilem autem cum dicimus, non secundum iunia
καιότατον όφλημα, την του είναι ό έστιν ομολογίαν· ηum intelligendi modum decorandum esse Deum
αλλά μήν ουδέ κατά στέρησιν (64) : εί γε των κατά arbitralnur : sed persolvendum ei debitum maxinic
φύσιν αι στερήσεις εισί στερήσεις , και των εξεων omnium necessarium, confessionem videlicet, q2
δεύτεραι. Τι μάλλον επί του αγεννήτου πρέπει ταυτα eum id esse quod est confiteamur : sed neque se
φιλοσοφείν ή και επί του αφθάρτου , και όλως εφ' cundum privationem : siquidem privationes sunt
εκάστης φωνής της κατά τον αυτόν τύπον εκφερο- privationes eorum quae sunt natura, Sunique habi
μένης; Αλλ' ουδέν των άλλων αυτώ προς την ασέ- tibus posteriores. Cur magis de ingenito Itec affir
βειαν συνεργεί. Διό των λοιπών ουδέ μέμνηται, και- G mare decet, quam de incorruptibili, et 0:: mino de
του μυρίων όντων των περί Θεού λεγομένων. qualibet νοce, que eolein modo proferatur ? Sed
aliud nihil ei ad impietatem conducit. Quare ne meminit quidem reliquorum , etiamsi innumera
sint que de Deo dicuntur.
10. "Έχει δε ούτως. "Εν μεν ουδέν έστιν όνομα. 3 10. Βabel autem se res hoc nolo . Nullum qui
πάσαν εξαρκεί την του Θεού φύσιν περιλαβόν , ικα- dem nomen est quod totam Dei riaturam comple
νώς εξαγγείλαι πλείω δε και ποικίλα κατ' ιδίαν xorm , sat eam possit enuntiare : plura vero et va
έκαστον σημασίαν , αμυδράν μέν παντελώς και μι- ria, singula in propria significatione, obscuram
κροτάτην, ως προς το όλον, ήμίν γε μην εξαρκούσαν quidem omnino el perquam exigram, si cum 1olo
την έννοιαν συναθροίζει. Εν τοίνυν τους περί Θεού comparetur, nobistamen sufficieulem, intelligentin
λεγομένοις ονόμασι, τα μεν των προσόντων τώ Θεώ congerunt. Itaque inter nomina e que le Deo di--
δηλωτικά εστι , τα δε το εναντίον, τών μή προσόντων. cuntur, aliqua significant que Do insunt : aliqua
Εκ δύο γάρ τούτων οιονεί χαρακτήρ τις ημίν εγγί- vero econtrario indicant quie ei non insual. Ex
νεται του Θεού , έκ τε της των απεμφαινόντων αρνή - his enim duobus, et ex eorum que dissent: ne:
σεως και εκ της των υπαρχόντων ομολογίας. Οίον, sunt negatione, et ex eorum que alsunt confessio
όταν άφθαρτον ονομάζωμεν, δυνάμει (65) λέγομεν Πe, velut quidam Dei cliaracter nobis imprinitur .
εαυτοίς ή τους ακούουσιν , ότι Μή οίου φθορά τον Exempli causa, cum incorruptibilenm nominamus,
Θεόν υποκείσθαι· και όταν αόρατον , ότι Μή υπολά - idem facimus ac si dicamus aut nobis ipsis aut al
6ης αυτόν τη δια των όψεων αισθήσει καταλαμβά- D dientibus : Cave pules Deum subjacere corruptioni :
(62) Reg. Iertius yévso:v quro . Edili el alii mss. aliter de voce dyévvntos. Illa enim privativa sunt,
γέννησιν αυτώ . cum præ se privationem ferant, corruptionis , mor
(63) Editi δύναιτο αν το . Αι mss. quatuor δύναται tis, visus : sed hoc lale non est , cum privationem
τό. non indicet, sed ipsam naturam divinam constitual.
( 64) Editi κατά την στέρησιν, Articulus in mss. Argumenlum autem illud Elinomii quam leve sit et
non invenitur. Neque secundum privationen . Hoc fucile , ex Basilii verbis perspici polest .
est, quemadmodum non putamus Deum decorandum ( 65) Ιlud, δυνάμει, qui ita interpretaretur, αqui
esse per privationem : it: non putamus eum deco - pollenler, bene quidem rem expressurum pun, suid
randum esse per humanon intelligendi modum . Ea non Latine . Aliquanto infra mss . nonnulli uroè apie
igitur videtur fuisse mens Eunomii, aliler judican - yñs.
dum esse de vocibus άφθαρτος, αθάνατος , αόρατος,
 33 S. BASILII MAGNI
et cum invisibilem : Ne existimaveris ipsumn oculo - Α νεσθαι · και όταν αθάνατον , ό:ι Μήποτε οιηθής θάνα
rum sensu counprediendi : et cuan innort:lem, Ab- τον προσγίνεσθαι τω Θεώ. Ούτω δή και όταν αγένντ
sit oι υnquam credas mortem Deo accidere : Sic τον , ότι Μηδεμιάς αιτίας μήτε αρχής εξήφθαι το
igitur et cumingenitum, Ne arbitreris ex ulla causa είναι του Θεού νομίσης. Και όλως, εξ εκάστου τούτων
aut principio exsistentiam Dei dependere. Ει με διδασκόμεθα μη εις απρεπείς εννοίας εν ταις περί
verbo dicalm , ex unoguoque borum docernur, ut ne Θεού υπολήψεσι καταπίπτειν. Ουκούν να το εξαιρε
in indecoras sententias incidamus Ium, cuin de Deo τον ιδίωμα του Θεού επιγνώμεν, απαγορεύομεν αλ
quidpiam cogitamus. Ιtaque ut precipuam Dei pro - λήλοις εν τοις περί Θεού λόγους, μη καταφέρειν τας
prietaleno cognoscamus, alter alteri, cum de Deo διανοίας (66) εις & μη δεί, ίνα μήποτε οιηθώσιν εν
serimo habetur , interdicimus ne cogitatione ad ea των φθαρτων, ή έν των ορατών, ή έν των γεννητών
que non oportet deferamur, ne unquam homines τον Θεόν υπάρχειν οι άνθρωποι. "Ωστε διά τούτων
pulent Deum esse quidquain corruptibile, aut visi - γε (67) απάντων των απαγορευμένων ονομάτων,
bile, aut generatum. Quare per omnia haec prohi- οιονεί απάρνησις τις έστι του αλλοτρίου , διαρθρου
bitoria nomina, ejus quod alienum est fi quasi ne- μένης ημών της διανοίας, και τας περί (68) των μη
Ratio quedam, dum singula distinguens mens 10- προσόντων αυτώ υπολήψεις αποτιθεμένης . Πάλιν,
stra, eorum que in Deo noninsunt opiniones 223 8 αγαθόν λέγομεν τον Θεόν, και δίκαιον, και δημιουρ
exit. Deuin rursus bonum dicimus, et justum, et γον , και κριτήν, και άλλα όσα τοιαύτα. Ως ούν (69)
creatorem, el judicem, aliaque hujusmoli. Quein - επ' εκείνων αθέτησίν τινα και απαγόρευσιν των αλ
admodum igitur in illis he voces reprobationem λοτρίων του Θεού εσήμαινον αι φωναι, ούτως εν
quamdam, ac interdictionem significabant notionum ταύθα θέσιν και ύπαρξιν των οικείων τω Θεώ και
a Des alienarum : ila hic positionem et naturaln πρεπόντως περί αυτόν θεωρουμένων αποσημαίνουσιν.
eorum que propria Dei sunt, convenienterque it, 'Εκ τοίνυν εκατέρου του είδους των προσηγοριών
eo considerantur, significant. Itaque ex utroque διδασκόμεθα, ή περί των προσόντων, ότι πρόσεστιν,
alsunt, quod adsint : aut de iis quae absunt, quod μην αγέννητον των μή προσόντων εστι σημαντικών
absint. Vox autein ingenitum ea quae non adsunt δηλοί γάρ το μή προσείναι γέννησιν τω Θεώ. Τούτο
significat : indicat enim Deo generationerm non δε είτε αφαιρετικόν, είτε απαγορευτικόν ή αρνητικών
adesse. Hoc autem sive quis privationem, sive in- τι τοιούτον βούλοιτο τις προσαγορεύειν , ου διοισό
terdictionem, sive negationeim , sive quid hujusmoli μεθα. "Οτι δε ου των υπαρχόντων τώ Θεώ σημαντι
appellare voluerit, Iand contendemus. Quod autem , κόν εστι το αγέννητον , αρκούντως οίμαι δηλούσθαι
nihil eorum que in Deo insunt significet ingeniti τοίς ειρημένοις. Η δε ουσία ουχ έν τιτων μη προσ
Vox , ex jam dictis satis declaratum esse pulo . Αι όντων εστιν, αλλ' αυτό το είναι του Θεού , όπερ εν
substantia non est quidquarm eorum que non ad- τοίς μη ούσι καταριθμείν παρανοίας έστι της ανω
sunt : sed est ipsum esse Dei, quod inter ea quæ τάτω. Ει γάρ η ουσία εν τοις μη ούσι, σχολή γε
non stunt , 2numerare , Summe amentie est. Εtenim άν (70) άλλο τι των λεγομένων είη Δέδεικται δε άρα
si substantia in numero eorum quae non sunt, Io. το αγέννητον τοίς μη προσούσι συντεταγμένον ( 74 ):
catur, nιulto niinusaliud quidpian eorumque le Deo ώστε ψευδής και τιθέμενος της ουσίας αυτής είναι την
dicuntur, fuerit. Demonstratum est autem, ingeni- φωνήν ταύτην δηλωτικήν.
li vocem inter ea quæ non adsunt, numerari ; mendas
est igitur qui hac voce substantiam significari pilat.
11. Al vero Eunomius aliquid de Deo secundum 11 . Ο δε, ως επ' ατόπο τη κατά στέρησίν τι λέ
privalionen dici egre ferens, tanquam si res esset γεσθαι περί Θεού δυσχεραίνων, επί το ευσεβέστε
absurda, ad religiosiorem scilicet sententiain con- ρον (72) δηθεν καταφεύγει, το εις αυτήν την ουσίαν
(66 ) Scriptum in margine Reg. quarti įvvolas. e .nter ea quæ positiva siint in Deo. Eicnim nihil
Salim ideni codes uhTote oinowyev sed illud quod æque designal in Deo positivum quidilam , atque
paulo post legitur, οι άνθρωποι , eo in codice omit substantia ipsa , quam omninm basim esse constat.
titur. Ex quibus colligi debet, Basilium , ill alias sape , ila
(67) Vocula ye in majori parle mss. deest. hic ÉNELTET!XÛç loculum fuisse , sic ut post vocein
168) lod, xal tas trepi, etc., ad verbum sic in - eľn subaudialur èy ouoi, in exstantibus: quas duas
terpretabere : el deponil opiniones rerum quæ Deo voces Latinas in interprelatione quoque subau .
non adsunt. diendas essemoneo .
(69) Ηaec verlba, Ως ούν, etc ., Sic debent intelligi : ( 71 ) Editi εν τοις μη προσούσι τεταγμένον. Αι mss.
quemadmodum nomina pirivaliva, qualia sunt indi- plerique omnes ut in contexlu .
visibile , incorrupribile, etc., removerit a Deo cogita . (72) Interpres, qui, uil pilo , sibi persuadere non
ljones girasdam : ila ea nomina qu:e privationem polerat, quidquain pie ab Eunomio dirim ſuisse,
non præferunt, quod genus sunit bonus, jusius, crea- sibi visus est legere ri ! To 586ćotepov . lia enim
lor, etc., positivim quiddam io Deo ostendunt. veriil : ad aliud magis impie dicium refugit , sed et
(70) Efiti σχολή γ' άν. IReg . Tertius σχολή γε άν. editi et mss. halbenι επί τό ευσεβέστερον, ad aliquid
Coilex Colb . cum duobus Regiis sy02. . Dene. Moc magis pium conſugit : quod ironice dictum esse ,
dicit Ba :ilius : Si substantia localur inter ea quæ nemo non viilel. Hoc ipso in loro edilio Paris. xa
in Dδο positiva Don sunt : Ionge nuius quilvis ταφεύγει, και αυτήν την ουσίαν τίθεται το αγέννητον.
aliud eoruin , quæ de Deo priedicantur, locabilur Editio Ven . xato.pe' ye!, tip a ' thv, etc ., ui in edi
557 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 53S
τίθεσθαι το αγέννητον , και συνάγων εαυτό τον λόγον A fugit ; eo nimirum, ut in ipsa substantia ingeniium
προς το κεφάλαιον , ούτω γράφει: constituat; sermonemque in summam contrahens ,
ita scribit :
ΕΥΝ. Ουκούν, ει μήτε κατ' επίνοιαν, μήτε κατά ΕυΝ. Ιgitur si neque secundum concipiendi mo
στέρησιν, μήτε εν μέρει (αμερής γαρ), μήτε εν αυ- dum, neque secundum privationem, neque in parte
τώ ώς έτερον (απλούς γαρ), μήτε παρ' αυτόν έτερον (quippe est indivisibilis), neque in ipso velut aliud
(είς γάρ και μόνος αγέννητος) , αυτό αν είη ουσία (simplex namque est), neque preter eurm aliud
αγέννητος. (unus enim est et solus ingenilus) : hoc ipsum fue
rit utique substantia ingenita .
ΒΑΣ. " Ηγαγε τον λόγον εφ' & έβούλετο, και παν- Bas. Perduxit Orationem quo voluit ; et poslea.
ταχόθεν το αγέννητον αποσπάσας , εις αυτήν ( 73 ) quam undelilet ingenitum extrusit, in ipsim, ut
συνήλασεν, ώς φετο, την ουσίαν· ειπών περί του putavit, substantiam intrusit, quippe qui de Deu
θεού των όλων, ότι αυτό αν είη ουσία αγέννητος. universorum dixerit , quod ingenitain ipsa ing »
Εγώ δε την μεν ουσίαν του Θεού αγέννητον είναι nita substantia sit. Ego vero substantiam Dei in
και αυτός αν φαίην, ου μην το αγέννητον την ουσίαν. Βenitam esse, etiamipse dixerian, non autem inge
"Έπειτα μέντοι κακείνα προσέχειν άξιον, ότι το αμε- B nitum esse substantiam. Deinde illud quoque atten
ρες και το απλούν, ταυτόν υπάρχον κατά την έννοιαν dere opere pretium est, quod indivisilbile el sim•
( αμερές τε (74) γάρ έστι το μη εκ μερών συγκείμε- plex, que eadem sunt inter se significatione (indi
νον, και απλούν ώσαύτως το μή εκ πλειόνων την συ- visibile enim est quod ex partibus non componitur,
στασιν έχον), ούτος ώς διαφέροντα των υποκειμένω el simplex similiter quod e pluribus non constat) ;
διίστησιν απ' αλλήλων. Είτα απαγορεύει μη δείν κα- hic qursi diversa sint subjeclo , alterum ab aliero
ταμερίζεις τον Θεόν, μηδε το μέν τι αυτού αγέννη- separat. Postea velat, Deum dividi oportere, auι
τον, το δε γεννητών υποπτεύειν μηδ' αυ εγκείσθαι aliam ipsius partem ingenitan, aliam genitan 8u
ως έτερον εν ετέρω νομίζειν αυτό το αγέννητον. Τού- spicari, autrursus arbitrari, ingeniturn in ipso vel .
των δε το μάταιον αποχνω διελέγχειν. "Έοιχε γάρ ut aliud in alio situm esse. Horum auten terbo
πως συνεξομοιούσθαι τη ματαιολογούνται και αντιλέγων. rum vanilalem pigel ne confulare . Videtur enim
Διόπερ, oίμαι, ο σοφός παρεγγυά Σολομών μή άπο- quodammodo similis Geri ei qui vana dicit, is qui
κρίνασθαι (73) το άφρονι κατά την εκεί που αφροσύ- contradicit. 224 Quapropier, opinor, sapiens Sn
νην. Τους γάρ (76) μήτε ειρημένους μήτε λεχθέντας Ionion adnouel 69, ut re respoudeamus insipienti
ποτε λόγους υπό διαίρεσιν ήγαγεν, ίνα δοξη εν πολ- . juxta insipientiam illius . Que enim neque dicta,
λοις τοις απαριθμημένοις , καθ' ένα μόνον τρόπον, neque prolata sunt unquam, ea bic sue divisioni
οικείως εξευρίσκειν λεγόμενον το αγέννητον . Ημίν subjecit, ut, multis enumeralis, invenire videatur
δε ίσως πλείονος έδει λόγου προς την του ψεύδους ingenitum unico modo proprie dici. Nobis autein
παράστασιν, και προς το δείξαι, ότι περ ουκ ουσία fortasse longiori opus esset oratione, ut mendacium
θεού το αγέννητον, είπερ τα εν τη διαιρέσει παρ' αυ- delegeremus , ingenitumque substantiam Dei nος
του απαριθμημένα μη σαφώς εξελήλεγκτο. Ει γάρ esse demonstraremus : nisi que ab eo per divisio
ισχυρώς είχεν ο λόγος αυτό, ότι ούτε κατ' επίνοιαν nem enumerata sunt, jam liquido refutala essent.
ούτε κατά στέρησιν λαμβάνεται το αγέννητον , ουδ' Νam etiainsi vim haberei allata ab illo ratio , quod
ούτω μεν άν πάντως ακολουθίαν είχε το συναγόμενον. neque ex intelligendi Hmodo, neque ex privatione
Τίς γάρ ή ανάγκη, υπό έν των απαριθμημένων την ingenitain accipitur : utique ne sic quidem id quod
αγεννησίαν πεσείν ; Ου μην αλλ' επειδή αυτός ως colligit, consequeretur. Quid enim necesse est sub
αναγκαίως συνημμένον τοις προάγουσιν επιφέρει τo , uno enumeratorum contineri ingenitum? Sed quo
Ουκούν ει ( 77) μήτε κατ' επίνοιαν, μήτε κατά στε- Diam ipse tanquam aliquid precedentibus necessa
ρησιν, μήτε κατά άλλον τινά των απαριθμημένων rio coιήunctuam inferi illud : Igitur si neque secun
τρόπον, αυτό αν είη ουσία αγέννητος • ούτως ήμείς ρ dum intelligentiam, neque secundum privalionerm,
αντιστρέψαντες είπωμεν, ότι Ουκούν επειδή κατ' neque secundum aliuυ ullum ex enumeratis πιoduin,
επίνοιαν θεωρείται, και στερητικόν εστι το όνομα, ingenilun utique ipsanel fuerit substantia inge

69 Proν. ΧΧνΙ, 4 .
lione Paris. Codex Colb . et alii quinque Regii x2- sententia
(76 ) Horuin verborum , Tous yáo, elc., hæc est
ταφεύγει, το είς αυτήν την ουσίαν τίθεσθαι το αγέν : divisionein illan, μήτε κατ' επίνοιαν,
νητον. Supple ήτοι επί, υι Ιegins ήτοι επί το εις αυ- μήτε κατά στέρησιν, μήτε εν μέρει, Ευιιοιιιus int
try thy, etc . Videlicet eo confugil : aut illuil, chels xii, eamque primus evulgavit.
αυτήν, inverte, ut legs, εις το αυτήν την, etc . , ita ( 77) Πla, Ουκούν εί, ita utellige : Si neque secun
ui arbirrelur illud , ingenitum , ipsani esse substant duiii nostram intelligendi rationem , neque secune
tiam . Elenim principiis suis insistens Eunomius, dum privationein , neque secundum alios quos eny
mox ait illud , ingenilus, ipsam esse substantiall. meraviinus intelligendi modos ingenitum de Deo
( 73) Reg. quartus αποσπάσας επ' αυτήν. dicitur; necesse est ul ingeniium ipsa sil ingenila
(74) Sic miss. tres. Abest is a vulgatis . essencia zubstantiaque.
(73) Autiqui duo libri μη αποκρίνεσθαι.
 539 S. BASILII MAGNI 540
ratione consideratur , et privativum nomen est, non A ελέγχει τα ειρημένα , ουδε ταις προτάσεσιν εαυτού
est substantia Dei ingenitum. Quandia enim quae την ισχύν αποδίδωσιν, ουδεμίαν αυτή χώραν έξει το
nobis dicta sunt non refutat, nec suis propositionibus συναγόμενον .
robur addit, id quod colligit, nullum locum habebit.
12. In summa , quod putal se Dei, qui super 12. "Όλως δε , το οίεσθαι του επί πάντων Θεού αυ
οιnnia est, substantiam ipsam adinvenisse, quan- τήν την ουσίαν εξευρηκέναι , πόσης υπερηφανίας
ix superbiæ est alque elationis ! Fere enim jaclantia εστί και φυσιώσεως ! Σχεδόν γάρ και αυτόν αποκρύ.
superant vel illum ipsum , qui dixit : Super astra πτουσι τη μεγαληγορία τον ειπόντα : Επάνω των
ponam sedem meani'o : qui scilicet non contra siel άστρων θήσομαι τον θρόνον μου· οί γε ουχί αστέ
las autceluminsurgant, sedipsam Dei universorum ρων, η ουρανού κατατολμώσιν, αλλ' αυτήν εμβα
substantiam pervadere se glorientur. Percontemur τεύειν του Θεού των όλων την ουσίαν αλαζονεύον
autem eum, undensin compreliendisse Se eam dicat. ται. Εξετάσωμεν γάρ αυτόν, πόθεν αυτής 97
Fx communine notione ? Αι licec Deumesse, non quid σιν εν περινοία γεγενησθαι. "Αρ' εκ της κοινής
sil, nos admonet. An ex doctrina Spiritus ? Quali, εννοίας (78) ; 'Αλλ' αύτη το είναι τόν Θεόν, ού το τι
aut ubi tradita ? Nonne inagnus ille David cuί oc- , είναι ημίν υποβάλλει. 'Αλλ' εκ της διδασκαλίας
culta absconditaque sum sapientia Deus manifesta.. 2 του Πνεύματος; Ποίας ; ή της που κειμένης ; Ούχ ο
vil, palam confitetur inaccessam esse Dei cognitio: μεν μέγας Δαβίδ, ώ τα άδηλα και τα κρύφια της
lem, cum dicit : Mirabilis facia εει scientia e εαυτού σοφίας εδήλωσεν ο Θεός, φανερώς ομολογεί
me, confortata esl ; num polero ad eam 71 ? Isaias (79) της γνώσεως το απρόσιτον, λέγων· Έθαυμα
autem dum Imajestatem Dei specularetur, quid no- στώθη η γνώσις (80) σου εξ εμού, εκραταιώθη:
bis de divina substantia declaravil ? qui profereus ου μή δύνωμαι προς αυτήν ; Ησαίας δε, ο εν θεω
tionem ejus quis enarralil 75 ? Quid vero vos electio- ουσίας εδήλωσεν ημίν , ός γε εν τη περί Χριστού
nis Paulus, qui Ioquentem in se liabebai Christum, προφητεία διαμαρτύρεται λέγων: Τήν γενεάν αι
qui ad tertium usque celum raplus est, qui arcana του τις διηγήσεται ; Τί δε το σκεύος της εκλογής
audivil verba, quae non licet homini Ioqui ; quam Παύλος , ο λαλούντα έχων εν εαυτό τον Χριστόν, ο
nobis de substantia Dei doctrinam reliquiι ? Ηic ad έως τρίτου άρπαγείς ουρανού , και τα άλότητα ακούτας
particulares providenlie rationes cum respexisset, ρήματα, και ουκ εξόν ανθρώπω λαλήσαι , τίνα ημίν
velut vertigine laborans propter insuperabilem con- περί ουσίας Θεού διδασκαλίαν αφήκεν ; ός γε ότε εις
templandi difficultatem, quasi clanmaus vocem illain , τους μερικούς της οικονομίας διέκυψε λόγους , οίον
emisit : O altitudo civiliarum et sapientia et cogni- " ιλιγγιάσας προς το της θεωρίας αδιεξόδευτον , εκεί
tionis Dei : quam inscrulabilia sunt judicia ejus, el νην εξεβόησε την φωνήν· Ώ βάθος πλούτου και
imperresligabiles για ejus 18 ! Quod si haec illi ipsi σοφίας και γνώσεως Θεού · ως ανεξερεύνητα τα
qui ad mensuram cognitionis Pauli pervenerunt, κρίματα αυτού, και ανεξιχνίαστοι αι οδοί αυτοί !
assequi non possunt ; quanta est superbia eorum, Ε! δε ταύτα τοίς εις το της Παύλου γνώσεως μέτριν
qui se substantiam 225 Dei profilentur cognosce- έφθακόσιν ανέφικτα, πόσος ο τύφος των επαγγελλο
re ? Quos profecto libens interrogaverim, guidinam μένων ειδέναι του Θεού την ουσίαν ; Ούς ήδέως αν
de terra in qua commorantur, et ex qua nati sunt, έρωτήσαιμι περί της γης εφ' ής έστάσι, και αφ' ής
dicant, quain ejus nobis exponant substantiam : uι γεγόνασι , τί ποτε λέγουσι; τίνα αυτής την ουσίαν
si de iis que hurni sunt ac pedibus subjacent, certo απαγγέλλουσιν ημίν ; ίνα, εάν άρα περί των χαμαι
indubitanlerque disserant , tunc eis quoque, cum de και υπό τοις ποσί, κειμένων αναντιρρήτως ημίν δια
rebus intellectum omnent superantibus sententiam λεχθώσι, τότε αυτούς και περί τών επέκεινα πάσης
proferunt , fidem babeaunus. Quae igitur substantia εννοίας διατεινομένοις πιστεύσωμεν. Τίς ούν της γης
est terre? quis comprehensionis Modus ? Respon . η ουσία και ποιος τρόπος της καταλήψεως ; Αποκρινά
deant nobis utruin eam ratio assequatur, an sensus ? p σθωσαν ημίν, πότερον λόγος εφίκετο ταύτης, η αί
8ed si sensum dicent , quo sensu polest comprehen- σθησις ; και ει μεν την αίσθησιν φήσουσι , πoία των
di ? Sisure ? A hic colores percipίt . An Inclu ? Αι αισθήσεών έστι καταληπτή ; Οράσει ; 'Αλλα χρωμά
hic duritiem et mollitiein , caliduin et frigidum, et των εστιν αντιληπτική αύτη. 'Αλλ' αφή ; Και αυτη
alia hujusmodi discernil : quorum nihil ullus, nisi (81) σκληρότητος και απαλότητος , και θερμού και
in summam dementiam lapsus, substantiam dixe- ψυχρού, και των τοιούτων εστι διακριτική , ών ουδέν
rit. De gustu vero, deque olfactu quid aliinei di- άν τις ουσίαν είποι, μη εις έσχατον παρανοίας υπ.

10 Isa. 1Ιν, 13. 11 Psal. CΧΧΧVΙΙΙ , 6. 11 Isa. LΙιι, 8. 18 Rom. Χι, 33

(78) Colb. 'Αρα εκ της κοινής ουσίας ; Aner com- desideratur. Siatimin quatuor mss . reperitur inter
muni essentia ? Male . sogationis nola post vocein authv ; Num polero ad
(79) Reg. tertius εδήλωσε φανερώς ο Θεός , ομολο- eam?
yei, non ita recle . (81) Elili 'Αλλά αφή ; Και αυτή. Αι mss. duo
(80) Libri veteres η γνώσις. Αrticulus in exclusis 'Αλλ' αφή ; και αύτη.
31 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 542
λέγειν ; ών ή μεν χυμών, η δε ετέρα των ατμών την A Auditus denique Sonos percipit et voces, quibus
αντίληψιν έχει. Ακοή δε ψόφων εστί και φωνών αι- nihil est affinitatis cum terra. Reliquum igitur est,
σθητική , των ουδεμίαν εχόντων προς την γην οικειό- αι sermone invenisse se ejus substantiam dicant.
τητα . Λείπεται ούν τώ λόγω φάσκειν αυτούς την ου- Quo tandem ? el quo loco Scripturae editus est ? a
σίας αυτής εύρηκέναι. Ποίω τούτω; που της Γρα- quo sanctorum traditus ?
φής κειμένω ; υπό τίνος των αγίων παραδοθέντι ;
13. Ο μέν γε περί της κτίσεως ημίν διαλεχθείς , 13. Cerie de creatione qui disseruit, tantum do
τοσούτον ημάς εδίδαξεν, ότι 'Εν αρχή εποίησεν ο cuit nos, Deum in principio fecisse celum et ter
Θεός τον ουρανών και την γήν· η δε γη ήν αόρατος rain, atque terram fuisse invisibilenm et iuor02-
και ακατασκεύαστος • εξαρκεϊν ηγούμενος τον ποιή- tam 76 : salis sibi esse ratus, eum qui hanc fecit
σαντα αυτήν και διακοσμήσαντα διαγγείλαι· τίς δέ ή atque exornavit, praedicare : que vero ejus sub
ουσία ταύτης περιεργάζεσθαι, ως μάταιον και άνωφε - Stantia forel, tanquaim si fuissel quiddam vanum
λές τους ακούουσι παρητήσατο. Εί τοίνυν μήτε τη εκ et audientibus inutile, noluit curiosius investigare
της αισθήσεως μαρτυρία, μήτε τη εκ του λόγου δι - Itaque si neque ex sensuum Testimonio, neque ex
δασκαλία , η γνώσις αυτής βεβαιούται, πόθεν έτι φή - sermonis doctrina , cognitio ejus constat, unde jam
σουσι την κατάληψιν αυτής εσχηκέναι ; Το μεν γάρ Β dicent comprehensionerm ipsius adeptos esse? Nam
όσον αυτής αισθητόν, ή χρώμα εστιν, ή όγκος , ή βά- quod in ea sensibile est, aut color est, aut moles ,
ρος, η κουφότης, η πυκνότης, η χαυνότης, ή αντι- aut gravitas, aut levitas, aut derisilas, aut rarilas,
τυπία , η απαλότης, ή ψυχρότης, η θερμότης, ή αι aut durities, aut mollities , aut frigiditas, aut cali
κατά τους χυμούς ποιότητες, ή αι κατά σχήμα δια- dilas, aut humorum qualitates, aut figurie diversi
φορα! ( 82) : ων ουδέν αν ουσίαν είπoιεν ούτοι, ουδε las : quorum i nihil dixerint substantiam, etiamsi
ει πάντα ραδίως λέγοιεν. Λόγω δε πάλιν ουδενί γέ- omnia facile soleant affirmare . Rursus nullo ser
γονε θεωρητή των σοφών και μακαρίων ανδρών » mone sapientium virorum atque beatorum percepta
ποίος ούν έτι τρόπος της γνώσεως υπολείπεται (83) ; est. Quis igitur jam superest Diodus comprelievisio
'Αποκρινάσθωσαν ημίν οι περιφρονούντες μεν πάντα nis ? Respondeant nobis qui cuncta que sub pedi
τα έν ποσί, διαβαίνοντες δε τον ουρανόν, και πάσας bus sunt, despiciunt : celum vero el quaslibel cue
τας υπερκοσμίους δυνάμεις, αυτή δε τη πρώτη ουσία lestes polestates transcendunt, ac ipsi prime sub
δια του νου συναπτόμενοι. 'Αλλ' έoικεν ο τύφος πάν. slantie nmente conjunguntur. Sed videtur arrogantia
των είναι των εν ανθρώποις παθών (84) χαλεπώτα- οιnnium humanorum viliorum gravissimum esse,
τον, και όντως τω του διαβόλου κρίματι περιβάλ- , et quibus inest, eos vere diaboli crimineimplicari.
λειν, οίς αν προσγένηται ( 85). "Οθεν και ούτοι ουδέ ° Unde etiarn thi, ne noscentes quidem qualis sit terre
της γης, ήν καταπατούσι, την φύσιν, ήτις έστιν, quam calcant natura , ipsam Dei universorum sub
επιστάμενοι, αυτήν εμβατεύειν την ουσίαν του Θεού slantiam adire se arroganter asserunt. Et Deus.
των όλων αλαζονεύονται (86). Και τοις μεν αγίοις Sanctis quidem suis, Abrahain et Isaac el Jaco ,
αυτού ο Θεός, το Αβραάμ και το Ισαάκ και το quorum, ob totius virtutis perfectionem, quasi hoc
Ιακώβ, ών, διά το εις πάσαν αρετήν τελεϊν, και το fuisset praecipuum quiddain ac majeslati suae con
Θεός ονομάζεσθαι, ώς τι εξαίρετον και πρέπον τη veniens , Deus etiam nominari voluit, Deum Abra
εαυτού μεγαλειότητι, προετίμησε, λέγων εαυτόν Θεάν ham seipsum appellans, et Deum Isaac, et Deum Ja
'Αβραάμ, και Θεόν Ισαάκ, και Θεόν Ιακώβ · Τούτο cob : Ηoc enim nommen meum est elernum, inquit,
γάρ μού έστιν (87) όνομα αιώνιον , φησί, και μνη- et nmentoriale generationum generationibus 18. His
μόσυνον γενεών γενεαϊς. Τούτοις τοίνυν ουδε το igitur ne suum quidem nomen declaravit Deus, ne
όνομα εαυτού εδήλωσεν ο Θεός, ήπου γε την ουσίαν dum quae sit sua ipsius essentia , revelari . Ego
ήτις εστίν απεκάλυψεν. 'Εγώ γάρ, φησί, Κύριος : enim, inquit Dominus : et visus sum Abraham et
και ώφθην» πρός 'Αβραάμ (88), και Ισαάκ, και Ιεαας 226 el Jacob, Deus ersistens μεorum; et
Ιακώβ, Θεός ών αυτών και το όνομά μου ουκ D nomen meum non indicaui ipsis 76 ; tanquan majus
εδήλωσα αυτοίς · ώς μείζον δηλονότι ή ώστε αν- videlicet, quam ut humane aures capiant. Αι Euno
θρωπίνη ακοή χωρηθήναι. Ευνομία (89) δε, ως έoι- mio, αι videtur, non nomen modo, sed etiam sual
14 Gen.1, 1,2. " Εxod. μι,15. 16 Εxod. ν1 ,2, 3.
(82) Editi διαφοραι, ή μέγεθος. Sed illud, ή μέ- norios reddere. Mox editi ής καταπατούσι. Αι mss.
Yalos, delenduni censuimus, lidem velerum qualuor non pauci v.
Jibrorum seculi. Nec valde admodum dubito , quin (86 ) Editi åha Sovetovtas, negligentia operaruin .
melius absil, cum aliquanto anle vox oyxos posila Aliquanto post Reg. quarlus tñ aútoŨ LETAME!
sil, quæ non raro , ul nolum est, idem valel quod toti.
vox psykoos. Accedit eliam , quod has duas voces (87) Reg. quartus γάρ μοι εστιν. Infra mss. multi
interpres vetus non ognoverit. Ιbidein mss. ουδέν ή που την ουσίαν.
av. Vocula áv in editis deeral. (88) Eliti et unus codex και ώφθην τώ Αβραάμ.
(83) Reg. quartuς γνώσεως υπολέλειπται . Ιbidem Αlii quinque mss. και ώφθην προς 'Αβραάμ, el ita
editi αποκρινέσθωσαν ημίν οι περιφρονούντες πάν- editum invenilur apud LΧΧ .
sa . Codex Colb . et Regii ires ita , ut edidimus. ( 89) Editi ei Reg. secundus χωρηθήναι δυνάμενον.
( 84) Reg. quartwς των ανθρωπίνων παθών, Αlii Tres inss. χωρηθήναι μη δυνάμενον . Regii duo
( 85) Polest hic locus , si libet , verti et hoc modo : et Colb. χωρηθήναι. Ευνομίω, et il: edendurre Judi
ci in quibus inesi, eos vere diuboli condemnationi ob . caviinus. Et vero illud, ūOTË, regit infinitivum yet
843 5. BASILII MAGNI 543
ipsam essentiam Deus palefecit : el arcanuην Ianlunι Α κεν, ου το όνομα μόνον, αλλά και αυτήν αυτού (90)
quod nulli sanctorum fuit apertur, ipse in suis li- την ουσίαν ο Θεός ενεφάνισε και το τοσούτον απέ
bris conscribens prodit, ac temere apud omnes ho- ρητον, ο μηδενί των αγίων εφανερώθη , αυτός εν βέ
mines ebulit. Ει que quidem in promissionibus 6λους γράφων δημοσιεύει και εκλαλεί πάσιν ανθρώ
nobis reposita sunt, humanam omnem cognitionerm πoις απερισκέπτως. Και τα μεν έν επαγγελίαις απο
exceduni, et pax Dei intellectum omnem superal" . κείμενα ημίν υπέρ πάσαν γνώσιν εστιν ανθρωπίνην,
ipsani Vero Dei essentiam supra omnem intelligen- και η ειρήνη του Θεού υπερέχει πάντα νουν αυτήν
tiam el Supra humana omnem cognitionein esse δε την ουσίαν του Θεού ου καταδέχεται υπέρ πάντα
non vult. νούν και υπέρ πάσαν γνώσιν ανθρώπων είναι.
14. Ego vero ipsius comprehensionen non homi- 14. Οίμαι δε ουκ ανθρώπους μόνον, αλλά και πά
nes solum, sell omnem etiam rationalem naturam σαν λογικήν φύσιν υπερβαίνειν αυτής την κατάλη
excedere arbitror . Nunc autem cum dico rationa» ψιν. Λογικήν δε νύν την εν τη κτίσει λέγω. Υιώ γάρ
lein, crealam dico. Nam soli Filio no!us est Paler; μόνο γνωστός ο Πατήρ, και τώ αγίω Πνεύματι ότι
el Spiritui sancio. Nenuo enim πουil Patrem niεί Ουδείς οίδε τον Πατέρα ει μή ο Υιός · και, Το
Filius78. Ει : Spiritus omnia scrutatur, etiam pro.. Πνεύμα πάντα έρευνα, και τα βάθη του Θεού .
funditales Dei. Nemo enim novit, inquit, quæ homi- B Oudeis råp oide, onol, rà toū dripuzov el un
nis sunt , nisi spiritus hominis qui est in eo : el qμε το πνεύμα του ανθρώπου το εν αυτώ ( 91) και το
Dei sunt, nemo πουit , nisi Spiritus qui est er Deo19. του Θεού ουδείς έγνωκεν ει μη το Πνεύμα το εκ
Quid igitur praecipui relinquent Unigenili cognitioni, του Θεού. Τί ούν εξαίρετον τη γνώσει του Μονογε .
aut sancti Spiritus, siguidem ipsi ipsam essentiam νους ή του αγίου Πνεύματος καταλείψουσιν, είπες
comprehendunt ? Nec enim potentiae, bonitatis ac αυτοί της ουσίας αυτής έχουσι την κατάληψιν; Ού
sapientice Dei contemplatiοnean Unigenito attribuen- γαρ δή, της δυνάμεως, και της αγαθότητος , και της
tes, accommodatam sibi esse essentie intelligentiani σοφίας του Θεού τω Μονογενεί την θεωρίαν προσγεί
putabunt. Νam contra omnino, constat ipsam qui- μαντες , σύμμετρον εαυτοίς θήσονται της ουσίας την
dein essentian Hulli nisi Unigenito el Spiritui san- κατανόησιν. Πάν γάρ που το εναντίον, εικός αυτήν
cio cogitabilem esse; sed ab operationibus Dei sub- μεν την ουσίαν απερίοπτον είναι παντί, πλήν εν τω
vectos 100s, et per ea que condila sunt condilorean (92) Μονογενεί και το αγίω Πνεύματι · εκ δε των
intelligentes, sic bonitatem ac sapientiam ejus per - ενεργειών του Θεού αναγομένους ήμάς, και διά των
cipere. De Dec enim nolum est, quod cunctis homi- ποιημάτων τον ποιητήν έννοούντας, της αγαθότητας
nibus Deus manifestavit 80. Νam que apud theo- ρ αυτού και της σοφίας λαμβάνειν την σύνεσιν. Τούτο
logos de essentia Dei conscripta esse videntur, per γάρ έστι το γνωστόν του Θεού (93), ο πάσιν ανθρώ
quasdam Iropologias aut etiam allegorias, ad alias ποις ο Θεός εφανέρωσεν. Επεί γε όσα παρά τας
ποιίones ferunt. Quare si quis citra esarmen secun- θεολόγους περί ουσίας Θεού αναγεγράφθαι δοκεί τρο
dum sensuno magis obvium litere nude insistere πoλoγίαις τισιν ή και αλληγορίαις, προς ετέρας ε
contendat , ad Judaicas el aniles fabulas devolutus, νοίας οι λόγοι φέρουσιν. " Ωστε εί τις άβασανίστως
omnino ejus de Deo notionis, que digna sit, inops κατά την πρόχειρον εκδοχήν ψιλό παρίστασθαι φι
consenescet. Νam preterquam quod materialen λονεικoίη το γράμματα, πρός Ιουδαϊκούς και γραώ
quamdam essentiana Dei intelliget, eaque in re inι- δεις μύθους εκτραπείς , πτωχός παντελώς των αξίων
piis gentibus assentietur , ipsam quoque el varianm περί Θεού νοημάτων καταγοράσει. Προς γάρ τω υλι
el compositam aniino sibi fugei. Cuan enim propliela κήν τινα εννοείν την ουσίαν του Θεού , και κατά τούτο
narrel electrinum quidem Deum esse a lumbis us- τοίς αθέοις των Ελλήνων συμφέρεσθαι, έτι και ποι
que ad superna, ex igne vero inferna coulata es- κίλης και σύνθετον υπολήψεται ταύτην. 'Ηλέκτρινον
se 81 : quicunque ad altiorem intellectum per lite - μεν το απο οσφύος έως άνω τον Θεόν είναι του προ.
ram non ascendit, sed corporeis inherens descri- φήτου διηγουμένου, εκ πυρός δε συμβεβλήσθαι τα
ptionibus, et lalem esse Dei essentiam ab Ezechiele D κάτω και δε μή προς υψηλοτέρας εννοίας αναβαίνων
edoclus, rursus Deum ignem esse a Moyse audiet 85 , διά του γράμματος (94), αλλ' αυτού που ταις σωμα
atque a sapiente Daniele ad alias opiniones deduce- τικαίς εγκαταμένων υπογραφείς, και τοιαύτην του
71 Philipp . 1ν , 7. 78 Matth. 1, 27. 19 1Cor, 11,10, 11 . 80 Rom. 1, 19. 8 Εzech. νιι, 2. 81 Deut. 4 24.

ρηθήναι , nec Tiecesse fait adlere, auι δυνάμενον, πνεύμα .

ani un buvausvov • imo liim boc, ium illud pariler
παρέλκειν oisturum non est.
(90) Codex unus αυτήν εαυτού . Μox editi και το-
σούτον το απόρρητον . iiud, απόρρητον, carel arti -
culo in omnibus nostris codicibus : sed reperitur
in qualuor niss . alle vocelli TOOOU TOV .
(91) Codices non pui το πνεύμα το εν αυτώ.
Elili el Reg. quintuς το πνεύμα του ανθρώπου το έν
αυτώ. Ιbidem editi ει μή πνεύμα το. Libri veleres το
(92 ) Editi et collex unus Thy ñ tñ . Alii sex mss.
πλήν ει τω. Μox editi της σοφίας αυτού . llud, αυ
του, in mss. non invenίιur ; ob idque delendum cen
suius.
(93 ) illud, yowotdy TOT DEOū, ita redditum est in
Vulgala : Quod nolum est Dei ; apud Erasmun , hog
modo : 14 quod de Deo cognosci potest.
( 94) Reg. quartus δια των γραμμάτων.
545 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 540
Θεού την ουσίαν παρά του Ιεζεκιήλ διδαχθείς, πά- Atar 88; atque hoc pacto non falsas solum, sed inter
λιν πύρ είναι τόν Θεόν παρά του Μωσέως ακούσεται, se etiam pugnaniesimaginationes ex Scripturis col
και παρά του σοφού Δανιήλ προς άλλας υπολήψεις Tigere reperietur. Proinde curiosa essentiae inclaga-
απενεχθήσεται » και ούτως ου ψευδείς μόνον, αλλά tione, tanquam que capίum nostrumsuperet, 227
και μαχομένας άλλήλαις εκ τωνΓραμμάτων ευρεθή- relicia , credendum nobis est simplici consilio Apo:
σεται τας φαντασίας αναλεγόμενος. 'Αφεμένοις (95) stoli, qui dicit : Νam primum credere oportet, esse
ούν της κατά την ουσίαν πολυπραγμοσύνης ως ανεφ- Deum, et esse remuneratorem querentibus se 4. Νοι:
έκτου, τη απλή παραινέσει του Αποστόλου πειστέον , enim investigatio qua perscrutamur quid sit, sed
λέγοντος · Πιστεύσαι γάρ δεί πρώτον, ότι έστι confessio qua ipsum esse confireinar, salutem nobis
Θεός, και τοις εκζητουσιν αυτόν μισθαποδότης conciliat. Οuare cum demonstratum sit , essentiam
γίνεται. Ου γαρ ή του τι εστιν εξερεύνησις , αλλ' η Dei ab humana natura intelligi ac explicari nullo
του ότι έστιν ομολογία την σωτηρίαν ημίν (96) πα- modo posse , reliquum est u de ipsa ingeneratione
ρασκευάζει. Επει ούν απερινόητος ανθρώπου φύσει inquiraunus quid sit, et quomodo eam in Deo υni
και άρρητος παντελώς η ουσία του Θεού αποδεδεικται, versorum speculemur.
λειπόμενόν εστι περί της αγεννησίας αυτής τί τε έστι, και πως επιθεωρείται τω θεώ των όλων διεξ.
ελθείν.
15. Ευρίσκομεν ούν λογιζόμενοι, ότι ουκ εν τη B 15. Reperimus itaque rem reputantes, guod
του τι εστιν ανερευνήσει η του αγεννήτου ημίν έν- non in scrutatione, qua quid sit scrutamur , in
νοια υποπίπτει, αλλά μάλλον, ίνα βιασάμενος (97) εί- geniti nobis notio accedit : sed potius, ut co
πω τον λόγον, εν τή του όπως εστίν. Εξετάζων γάρ actus sententiam dicam, in scrutatione, qua scru
ημών ο νούς, ει ο επί πάντων Θεός εαυτού τινα αιτίαν Lamur quomodo sit . Νam cum mens nostra ex
υπερκειμένην έχει, είτα ου δυνάμενος επινοείν ου pendit an Deus qui est super omnia 8s, causam
δεμίαν, το άναρχον αυτού της ζωής αγέννητον προσ- aliquam se superiorem habeat, nec tamen ullam
τγόρευσεν. Ως γαρ εν τοις περί των ανθρώπων λό- excogitare potest , ejus vitam principio carentem,
γοις , όταν λέγωμεν ότι, ο δείνα εκ τούδε γέγονεν, ου ingenitum appellavit. Quemadmodum enim in ser
το τι εστιν εκάστου, αλλά το όθεν γέγονε διηγούμεθα· monibus qui de hominibus instituuntur, cum dici
ούτω και εν τοις περί Θεού η αγέννητος φωνή ού το mus: Ηic ex illo natus est ; non quid sit, sed unde
τί, αλλά το (98) μηδαμόθεν αυτού σημαίνει. Ούτω δ' nalus sit, narramus : sic et in iisqui de Deo halben
αν σαφέστερον ο λέγω γένοιτο. Ο ευαγγελιστής Λου- ιur sermonibus, vox ingenitus non quid sit, sed eum
κάς, την κατά σάρκα γενεαλογίαν του Θεού και Σω- ab alio non esse significat. Quod autem dico , id
τήρος ημών Ιησού Χριστού εκτιθέμενος, και από hoc modo del magis perspicium.Lucas evangelista
των τελευταίων επί τους πρώτους αναποδιζων, ήρ- " genealogiam Dei ei Salvatoris nostri Jesu Christi
ξατο μεν από του Ιωσήφ είπών δε τούτον μεν του secundum carnein exponens, et ab ultimis ad pri.
"Ηλεί, τον δε του Ματθαν , και ούτω κατά ανάλυ - mo8 rediens, incepit quidem a Joseph : sed ubi dixit
σιν (99) προς τον 'Αδάμ την εξήγησιν επανάγων, hunc Heli esse, hunc vero Mathan, sicque ordine
είτα ελθών επι τους άνω, και είπαν ότι ο Σηθ εκ invers0 ad Adam usque narrationem perduxit, tain
του 'Αδάμ, ο δε 'Αδάμ εκ του Θεού, ενταύθα της ad superiores progressus, carm dixisset Seth esse
αναβάσεως έληξεν ουχί τάς ουσίας (1) των απηρι- ex Adam, Adam vero es Deo, hic ascensum terini
θμημένων δηλών εν τη διηγήσει της εκάστου γενέ- navi +6. Nec tamen, cum uniuscujusque generalio
σεως , αλλά τας προσεχείς αρχάς αφ' ής έκαστος γέ- nem narraret, eorum qui enumerati fuerant indi
γονεν εκτιθέμενος. "Ωσπερ ούν εκείνος είπεν, ότι o cavit essentias : sed origines proximas υnde unus
83 Dan. VI, 9. * Ηebr . ΣΙ , 6. 88 Rom. IY, 5. 86 Luc. 11, 23-38.
(95) Codex unus αφε μένους. Αlii quinque mss. D (97) 1llud, ίνα βιασάμενος, etc., ita verterat inter
cuin vulgatis & WELÉVOLS : quam scripturam vitiosain pres : ul quasi coaclus hoc dicam verbum , Al Coin
esse Combeſisius credidit ; el ila hunc locum emen beſisius, rejecia hac interpretatione, hunc locum sic
davit, ut pro dvejuÉVOLS leyat awejévns. Faleor qui- expressit : ui doctrinam proferre nitar. Videlur Ba
dein banc emendationem primo aspectu necessa - silius hoc loco excusare se de minulis illis rebus,
riam videri : sed si quispiam rein paulo allentius quæ ad scholas pertinent, et ad grammaticam ; men
consideret, lectionem aliain defendi posse ſorlasse lelque invitum se his in tricis morari. Ex quo in . .
non negabit, lum ob consensum velerum librorum , telligitur interprelationein Trapezuntii a mente Ba
cum quod vox huiv possil suppleri, hoc modo : Tel- silii non ita alienam videri, ncc tam facile a Com
στέον ημίν αφε μένους της κατά την ουσίαν . . . . τη befisio repudiari debuisse.
átran , elc. Nobis , curiosam essentiæ indagationem (98) Codex unus ού το τι εστιν, αλλά το. Μox
omiiientibus, credendum esl simplici, elc. El cerle edili el unus ins. OYTUJO ! 8' & v. Alii mss. OÚTW
cum Latine dici possit, nobis credendum est Apo- δ' άν.
stolo , non video cur Græce dici non possil, suiv (99) Ιllud , κατά την ανάλυσιν, ita al verbum
πειστέον τω Αποστόλω : quo semel dato, Vox αφ- vertit interpres : per resolutionem. Eat autem
ELÉVOLS ad vocem fuiy aut ad similemireferelur. Le genus loquendi , quo Græci uli solebant, cum res
gitur in Ono codice et in vulgalis λέγοντος πιστευ aliqua inverso ordine atque præpostero dicere
τέον. Αlii mss. habenι πειστέον, λέγοντος. tur.
( 96 ) Editi el unus codex owinpiar nuwy. Alii (1) Antiqui tres libri ou tas ouglas. Mox edili
quinque mss. ημίν. εκθέμενος . Αι IIss. Dulti εκτιθέμενος.
PATROL. GR . XXIX . 18
547 S . BASILII MAGNI 518
quisque natus esset, exposuit. Quemadmodumigitur A 'Αδάμ εκ του Θεού· ούτως ήμείς εαυτούς ερωτήσω .
ille dixit Adam ex Deo esse : sic nos nostnetipsos μεν, ο δε Θεός εκ τίνος; Αρα ουχί πρόχειρόν έστιν
percontemur, Deus autem ex quo ? None in unius- εν τη εκάστω διανοία, ότι εξ ουδενός ; Το δε εξ ουδ.
cujusque menle promptum fuerit respondere , ex ενός το άναρχόν εστι δηλονότι το δε άναρχον το αγέν
nullo ? Quod autem ex nullo est, utique sine princi νητον. Ως ούν επί ανθρώπων ουκ ήν ουσία το έκ τι
μίo est : et quod sine principio est , id ingenitum νος, ούτως ουδε επί του Θεού των όλων ουσίαν έστιν εί .
est. Sicut ergo in hominibus origo ex aliquo, που πεϊν το αγέννητον ( 2) : όπερ ίσον εστί τω εξ ουο
est eorum essentia : εic neque in Deo universorum ενός. Ο δε το άναρχον ουσίαν είναι λέγων παραπλή
ipsum ingenitum φuod idean est atque ex nullo esse, σιον ποιεί , ώσπερ αν εί τις, ερωτώμενος, τίς ή του
ejus essentiam 228 dicere possumus. Porro esse 'Αδάμ ουσία , και τις ή φύσις αυτώ ; ό δε απόκρί
sine principίο , essentiam esse qui dicit, non aliter νοιτο, μη ( 3) εκ συνδυασμού άνδρες και γυναικός,
facit ac si quis interrogalus quae fuerit essentia αλλ' εκ της θείας χειρός διαπλασθήναι. Αλλ' ουχί
Ade, et queipsius natura , respondeat, non ex coitu τον τρόπον της υποστάσεως επιζητώ, φήσειεν άν τις,
viri et mulieris , sed divina manu conformatum αλλ' αυτό του ανθρώπου το υλικόν υποκείμενον · και
eum fuisse. At, inquiet quis, non moduin quo sul - πολλού δέω μανθάνειν διά της αποκρίσεως. Τούτο δε
sistat, inquiro, sed ipsum materiale hominis sub- Β και ημίν συμβαίνει εκ της του αγεννήτου φωνής το
jectum : quod longe absum ut discam ex respon- όπως του Θεού μάλλον και αυτήν την φύσιν διδασκομέ
sione. Hoc autem nobis eliam contingit, cum ex vois.
ingenili voce magis quomodo Deus sil , quam quæ
sil ejus natura edoccamur.
16 . In summa, si quis velit veritatem eorum quæ 16. "Όλως δε ει τις βούλοιτο την αλήθειαν των
a nobis dicuntur perdiscere, se ipse perscrutelur : παρ' ημών λεγομένων καταμαθείν, εαυτόν ανερευ
nunm ad ingeniti notionem pervenial tum, cum vult νάτω: όταν τι νοήσαι των περί Θεού βουληθή , ει εις
aliquid de Deo intelligere. Ego equidem video, quod το σημαινόμενον (4) του αγεννήτου χωρεί. Εγώ μεν
cogitatione velut inventura secula exlenta, Gre γάρ ορώ, ότι, ώσπερ τοις επερχομένους αιώσει την
carentem dicimus eum, cujus vita nullo Ane ternui - διάνοιαν επεκτείνοντες, ατελεύτητον λέγομεν τον ου
natur : ita etiam dum ad superiora sersula con- ενί πέρατα την ζωήν οριζόμενον · ούτω και εις τη
scendentes cogitatione, atque in immensitatem vitae άνω των αιώνων τοίς λογισμούς αναβαίνοντες , χα,
Dei velut in vastum quoddam pelagus intuentes, οίον είς τι πέλαγος αχανές επί το άπειρον της του
cum principium nullum unde sit apprehendere poso Θεού ζωής διακύπτοντες , ουδεμιάς αρχής αφ' ής
Simus; imo cum videamus Dei vitam ultra omne γέγονε λαβέσθαι δυνάμενοι, αλλά του νοουμένου εξω
quod intelleximus, semper extendi ac protralii, hoc, τέραν αεί και υπερεκπίπτουσαν του Θεού την ζωήν
quod in illius vila principio caret et origine, inge- εννοούντες , τούτο το άναρχον της ζωής αγέννη τον
nium vocavimus . Hec est enim vocis ingeniti no. προσειρήκαμεν. Αύτη γάρ του αγεννήτου ή έννοια ,
είo, non habere,aliunde exsistendi principium. Αι το μή έχειν ετέρωθεν την αρχήν του είναι. Ο δε ,
Eunomius, quoniam in solo universorum Deo in- επειδή περί μόνον τον Θεόν των όλων το αγέννητον
genitum inspicitur, facinorosissime omnium hoc ad θεωρείται (3), κακουργότατα πάντων (6) εις την
Unigeniti blasphemiam rapuit. Quid enim progre - κατά του Μονογενούς ήρπασεν αυτό βλασφημίαν. Τι
dieus ait? γάρ φησι προϊών ;
ΕυN. Ingenitus autem cum sit , ut superius de- EYN. 'Αγέννητος δε ών κατά την προλαβούσαν
monstravianus, nunquam potest generationem ad- απόδειξιν , ουκ άν ποτε πρόσοιτο γέννησεν, ώστε της
millere, adeo αι suarm ipsius naturam communicel ιδίας μεταδούναι το γεννωμένω φύσεως , εκφυγοι τε
cum genito : sed omnem comparationem ac parti- αν πάσαν σύγκρισιν και κοινωνίαν την προς το γεν
cipationem cum genito ſugiet. νητόν .
BAS. Ο impudentem et improbam blaspheinian! D ΒΑΣ. Ω της αναισχύντου (7) και πονηράς βλασφη
Ο occullum dolum et multiplicem versutian! quam μίας ! " Ω του κεκρυμμένου δόλου και της ποικίλες
diligenter ex ipso diaboli artificio Ioquitur. Νam ραδιουργίας ! ως ακριβώς εξ αυτής του διαβόλου της
quia dissirnilem Deo ac Patri unigeniturn Filium ac μεθοδείας φθέγγεται ! 'Ανόμοιον γάρ βουλόμενος τω

(2 ) Reg . Tertius et Colb . otly EliteTy To E oue
δενός όπερ ίσον εστι το αγέννητος · ο δε το άναρ-
yov. Ila neque in universorum Deo illud de sub-
slantia licet dicere, quod ex nullo sil, quod idem est
alque generationi obnoxium non esse. Sed præstat
leyi, ut mibi quidem videlur, ill in aliis codicibus
el in impressis libris scriptum invenitur.
( 5) Reg . quartus αποκρίνοιτο το μή. Μox Iss . εκ
της θείας χειρός . Αrticulus leerat in vulgalis.
(4) Editi et sex mss. βουληθή , εις το σημαινό-
μενον . Colex Colb. Secunda quidem manu , sed al-
Liqua lamen, βουληθή ει εις το σημαινόμενον, 8€
ipse perscrutetur an procedal ad notionem ingenili;
el ita legi oportere arbitror, nec ob aliaτη causan
particulaju ei præterinissain ſuisse, quam quod li
brarii ei cum zis confuderint, ultimamque voculam
scribere salis habuerint,
(5 ) Tó árérrntor Dewpeitai, consideratur ingeni
lum , hoc est, ralio ingeni:i, proprielas ingenili, 90
tio ingeniti, el ejus natura.
( 6) Editi πάντως. Codex Colb. et alii quidain
mss. πάντων. Μox duo noss . είς τήν του.
( 7) Editi " Ω του αναισύντου. Αι mss . O της.
 549 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 5Ο
Θεώ και Πατρί τον Μονογενή Υιόν και Θεόν επιδείξαι, A Deum νult ostendere, Patris et Filii nommen silentio
το μεν του Πατρός και του Υιού όνομα σιωπά, απλώς pretermittit , ac sinipliciter de ingenito el genito
δε περί αγεννήτου και γεννητου διαλέγεται και τα disserit. Quin et occultatis salatifera fdei nomini
της σωτηρίου πίστεως ονόματα κρύπτων, ψιλά πα- IMus, blasphemie dogmata nuda tradit, ut, denudata
ραδίδωσι της βλασφημίας τα δόγματα· ίνα, της ασε- in ipsis rebus impietate, ac deinde facto ad perso
βείας εν τοις πράγμασι γυμνωθείσης, είτα της με- nas transitu, videatur ipse nihil dixisse blasphemi,
ταβάσεως επί τα πρόσωπα γενομένης (8), αυτός μεν sed orationis serie blasphemiam concinnalam ha
μηδέν δόξη δύσφημον ειρηκέναι, τη δε του λόγου ακο beal. Ingenitus autem cum sit, inquit, effugit utique
λουθία κατασκευασμένην έχη την βλασφημίαν. 'Aγέν- omnem comparationem ac communionem cam ge
νητος δε ών, φησίν, εκφύγοι αν πάσαν σύγκρισιν και nito. Non dixit: Paler el Filius , sed, Ingenitus et
κοινωνίαν την προς το γεννητόν . Ουκ είπεν, ότι Πα- genitus. Tale est igitur unum , quod ab eo excogi
της και Υιός · αλλ','Αγέννητος και γεννητός (9). "Εν tatum est : alterum vero quale sit considerale. In
μεν δη αυτού τούτο τοιούτον κακούργημα έτερον δε genitus vero cum sit, inquit, nunquam sane admi
ποιον, σκοπείτε. 'Αγέννητος δε ών, φησιν, ούκ άν serit generationem : et subjungit, adeo ut suam
ποτε πρόσοιτο γέννησιν · και επάγει, ώστε της ιδίας ipsius naturam communicel cum genito. Illud, nun.
μεταδούναι το γεννωμένω φύσεως. Tο, ουκ άν ποτε 5 φuam sane admiserit generationem, duo significat :
πρόσοιτο γέννησιν , δύο σημαίνει: έν μέν , ότι τη unam, quod proprise ipsius nature non congruit
ιδία αυτού φύσει ουκ εφαρμόζει (10) γέννησις ( αδύ - generatio ( quippe fieri non potest ut natura inge
νατον γάρ υπό γέννησιν ελθείν την αγέννητον φύ- nila generetur ) : alterium, quod generare non sus
σιν ) : έτερον δε, ότι γεννήσαι ου καταδέχεται (11). tinet. Ηic quidem hac voce secundum posteriorein
Ούτος μεν ούν κατά το δεύτερον σημαινόμενον έχρή- sensum usus est : sed ex priore sensu vulgus lio
τατο τη φωνή : συναρπάζει δε τους πολλούς εκ της minum in suam sententiam trahit. Ειenim quod loc
τροτέρας εννοίας. Επει ότι γε τούτο εστι το κατα- sit quod astruitur, manifeste palet ex eo quod in
σκευαζόμενον, σαφώς το επιφερόμενον δείκνυσιν. fertur. 229 Nam posteaquarm dixit : Nanouam
Ειπών γάρ ότι, Ουκ άν ποτε πρόσοιτο γέννησιν, sane admiserit generationem , subjunxit, adeo και
επήγαγεν· ώστε της ιδίας μεταδούναι το γέννω- suam ipsius naturam communicet cum genito. loc
μένω φύσεως. Τη γάρ δευτέρα (12) εννοία τούτο namque sensai posteriori convenit , siquidem non
έστιν ακόλουθον· ότι ου καταδέχεται γενέσθαι Πα- sustinel Pater fieri , ut ne cum genito natural pro
τηο, ίνα μη μεταδω της ιδίας φύσεως τω γεννω- priam communicel . Impietate liac que possit esse
μένω. Τίς αν γένοιτο της ασεβείας ταύτης χαλεπω- c perniciosior ? quis unquam tantam iniquitatem Io
τέρα και τις ελάλησε τοσαύτην αδικίαν εις το ύψος culus est in celsitudinem ?
ποτέ;
17. Εγώ μεν γαρ φοβούμαι, μή και ημείς , έν 17. Ego equidem vereor , ne nos quoque dum
τω τας αλλοτρίας αναλαμβάνειν βλασφημίας διά του alienas blaspheneias Ore repetimus, mentem nostram
στόματος, μολύνωμεν εαυτών την διάνοιαν, και της polluamus , atque condemnationis eorurn famus
κατακρίσεως αυτοίς κοινωνήσωμεν (13). Παραμυ- participes. Sed consolatur me illud in Evangeliis
θείται δε με το εν τοις Ευαγγελίοις, ότι και το proditum , quod Spiritus sanctus quoque Judeo
Πνεύμα το άγιον την των Ιουδαίων εις τον Κύριον ruin in Dominum blasphemiam scriptam posteris
βλασφημίαν έγγραφον τοις μετά ταύτα παραδούναι tradere non abstinuerit , illorum blasphemianm in
ου παρητήσατο, εκείνων στηλιτεύον εις άπαντα χρό- omne tempus ita notans, at nullam tamen incontς .
νον την βλασφημίαν, ουχί τη αχράντω δόξη του Μο- minale Unigeniti majestali blasphemiam africes ,
νογενούς προστριβόμενον τινα βλασφημίαν (14). Ει Itaque si nunquam generationem admiserit, adeo
τοίνυν ουκ άν ποτε πρόσοιτο γέννησιν, ώστε της ιδίας Οι proprie nature participem facial genitum , non
μεταδούναι τα γεννωμένω φύσεως, ουκ έστι μεν est quilein Paler Deus, non est etiam ; sed prestat
Πατήρ ο Θεός , ουκ έστι δε (15) αλλ' άμεινον ημίν D αι blasphemiam imperfeclam relinquamus. Alter

(8) Editi γινομένης. Libri antiqui γενομένης . Μox (15) IIla , ουκ έστι δέ , sic vertit interpres : sed
Reg. tertius αυτός μεν μη δόξη. non ita est. Quid autem hæc sibi velint, alius vi
(9) Reg. quartus αλλά αγέννητον και γεννητον. deril. Ego arbitror vocem vlós subaudiri debere
(10) Colices duo εφαρμόσει . post illud ουκ έστι δέ , hac sententia : ut Deus non
( 4 ) Γεννήσαι ου καταδέχεται, id non admittit , est Paler , ila non est Filius. Hoc est , nec Denis
ut generel : hoc est, generare non potest : liberum Paler vocari debet Pater, nec Filius Jebel vo
ei non est generare : gignendi non habet faculta cari Filius. Et idcirco Basilius ait relinquere
lem . se blasphemiam Elinomii, imperfectam , quod no
(12) Tñ rdo devrépa . Hoc est : quod sequitur, men viós prælermiserit. Nec ila mullo post B :1 -
να μη μεταδω της ιδίας φύσεως τω γεννωμένω, id silias hoc idem fecit , cum ita scripsit, αυτή τε ή
aperle Ostendit verba illa Eunomiί , ουκ άν ποτε αλήθεια , ο Κύριος ημών Ιησούς Χριστός. Nemo
πρόσοιτο γέννησιν , de acιιυα generatione accipi de- enim non videi vocem ψευδής hic suppleri debere,
bere , sic ut pater gignere non possit. Oιος πιolo : ψευδής αυτή τε η αλήθεια , mendar et
(13) Sic libri veteres. Editi autñs xolywvñow usv. ipsa veritas, etc. Sane non ob aliam causam bas
(14 ) Culb. cum Reg . tertio tiva ousonulav, in duas voces prælermisit Basilius, quam quod impia
ramiam aliquam . Eunomii verba omnia proferre horruerit.
551 S . BASILII MAGNI 552
φuidlem non admisit generationem : alter vero geni- Α αφείναι ατελές το βλάσφημου. Ο μεν γαρ ου προσ
Ioris naturam non participavit. Deinde ipse secum ήκατο γέννησιν· ο δε ου μετέλαβε της τού γεννήσαν
certat, novain blasphemiae mitigationem excogitans, τος φύσεως. Είτα επαγωνίζεται αυτός εαυτό και
non quod quidquam dicat quod ad penitentian νήν (16) της βλασφημίας την παραμυθίαν επινοών,
pertineat, sed quod posterioribus priora superare ου το είπείν τι μετανοίας έχόμενον, αλλά τους δεν
conelur. Quid enim proferre ausus est ? τέροις φιλονεικών αποκρύψαι τα φθάσαντα. Τί γάρ
υπέμεινε φθέγξασθαι ;
Eun. Effugeriiqne aliqne omnem comparationem EYN. 'Εκφύγοι τε αν πάσαν σύγκρισιν και κοι
ac communicationem cum genito . νωνίαν την προς το γεννητόν.
Βλs. At nisi comparatio sit Filii cum Patre, nisi ΒΑΣ. Ει δε μη σύγκρισίς έστι το Υιώ προς τον
sit communicatio cum genitore , mendaces sunt Πατέρα, μηδέ κοινωνία προς τον γεννήσαντα, ψευ
apostoli , πιendacia Evangelia , ipsa etiam veritas, δείς μεν οι απόστολοι, ψευδή δε τα Ευαγγέλια αυτή
Dominus nosler Jesus Christus. Sed ego iterum τε ή ( 7) αλήθεια , ο Κύριος ημών Ιησούς Χριστός.
horreo blasphermiam, quam cuique facile est in- 'Αλλ' εγώ μέν πάλιν φρίσσω την βλασφημίαν· παντί
telligere. Νam si nullam habel comparationem cum δε συνιδείν ράδιον. Ει γάρ μηδεμίαν σύγκρισιν έχει
Patre, quomodo dicebat Philippo : Tanto tempore και προς τον Πατέρα, πώς έλεγε τω Φιλίππω · Τοσού
vobiscum sum, et non midisti me , Philippe 87-88 ? τον χρόνον μεθ' υμών ειμι, και ουχ εώρακάς με.
ct , Qui videt me , videt eum qui misit me 80 ? Νam Φίλιππε; και , “Ο θεωρών έμε θεωρεί τον πέμ
eum qui nec comparationein suscipit nec ullamcυ ψαντα με ; Τον γάρ μήτε (18) σύγκρισιν επιδεχόμε
Filio communionem habet , quomodo in seipso Fi. νον, μήτε κοινωνίαν τινά προς αυτόν κεκτημένον,
lius ostenlere potuisset ? Nec enim per dissimile πως αν έδειξεν εν εαυτώ ο Υιός ; Ου γαρ διά του
aut alienum comprehendi potest quod ignoralur : ανομοίου και αλλοτρίου καταληπτόν εστι το αγνοού
sel ex alini afine solet cognosci. Sic in sigillo in- μενον· αλλά το οικείο πέφυκε το οικειον επιγινώ
spicitur ejus qui se impressit efigies, el perimagi - σκεσθαι. Ούτως εν μέν τώ (19) αποσφραγίσματι ο
nein exemplar cognoscitur, si videlicet compare- του τυπώσαντος χαρακτήρακαθοράται· δι' εικόνος δε
mus nos eam ouæ in utroque est identitatem . ή γνώσις του αρχετύπου γίνεται , συγκρινόντων ημών
δηλονότι την εν εκατέρω ταυτότητα (90).
18. Quare hac una blasphemia voces omnes que 18. "Ωστε διά μιάς ταύτης βλασφημίας πάσας άθε
a Spiritu sancto ad glorificationem Unigeniti tra τείσθαι τας φωνάς τας παρά του αγίου Πνεύματος
lite sunt, reprobantur. Ειφuidem Evangelium docet, εις τήν του Μονογενούς δοξολογίαν παραδοθείσας
quod Hunc Paler ειgnavit 230 Deus 0 : Apostolus του μεν Ευαγγελίου διδάσκοντος ότι, Τούτο ο Πα
vero ait : Qui est imago Dei invisibilis 1. Ilnago , τηρ εσφράγισεν ο Θεός του δε Αποστόλου : " Ος
non inanimata , neque manu elaborata, neque artis εστιν εικών του Θεού του αοράτου. Εικών ουκ
aut industrie opus : sed imago viva, irno vero, ipsa άψυχος, ουδέ χειρόκμητος (91), ουδέ τέχνης έργον και
per se vita , non in figuras similitudine, sed quein ipsa επινοίας αλλά εικών ζώσα, μάλλον δε αυτοούσα ζωή,
substantia similitudinein dissimilitudiniscujuscunque ουκ εν σχήματος ομοιότητι, αλλ' εν αυτή τη ουσία το
esperlem semper retinet. Ego enim illud, in forma απαράλλακτον (92) αεί διασώζουσα. Εγώ γάρ και το ,
Dei esse ", ίderm valere dico, quod hoc , in subslan- έν μορφή Θεού υπάρχειν , ίσον δύνασθαι τω, εν
ia Dei esse. Sicut entin illud , formam assumpsisse ουσία Θεού υπάρχειν , φημί. Ως γάρ το , μορφής
servi 8, significat Dominum nostruin in substantia ανειληφέναι δούλου, εν τη ουσία της ανθρωπότη
Juananae natura natum esse : ita etiam hoc, in τoς τον Κύριον ημών γεγεννήσθαι σημαίνει: ούτω
67.88 Joan. Χιν , 9. • Join.χι, 43. 0 Joan. 1, 27, * Coloss.1, 15. * Philipp. 1, 6. 93 ibid. 7.
(16 ) Recle et vere judicavit vir doctissimus Du - D -óv supplendam esse , sicque hæc verba construi
crus, καινήν ηοιι κενήν hoc loco legi oportere. debere : αύτως εν μέν τώ αποσφραγίσματι καθορά.
Nam, si Regium secundum excipias, ita habent an- ται ο χαρακτήρ του τυπώσαντος εαυτόν, sic in si
liqui omnes tum calamo notali, lum typis descripti gillo corrispiciiur effigies ejus qui se impressit
libri. Prælerea ila legi debere, ipsa orationis series (20) Jure ac merito reprehendit Ducæus Trape
satis ostendit. Ibidem unus codex tapauwo lay tv Zuntium, quolilla, την εν εκατέρω ταυτότητα, ila
νοών. vertisset : in ulroque ; cumenimvertere
(17) Codices non pauci auch È $ . Hoc ipso in debuisset , in ulroque similitudinem
identitatem . Nec licet
Ioco inss. nonnulli ο Χριστός. scriplori Christiano ila Lalinitatis studiosum esse ,
(18) Sic miss. omnes. Vox unts typographis es. 110 voces quoque Christianæ religionis proprias re
ciderat. fugiat, et in earum locum alias substilual , quæ
(19) Editi et Reg . quintus ούτως εν μέσω τω. sententiam aut omnino
Hinc Cornarius : Sic in medio sigillo, ejus qui si. rum corruinpant .
mutent, aut certe non pa
gnificavit figura conspicilur. Alii quinque mss. Regii (21) Reg . tertius codex , optimæ nolæ , ocot ytle
cum ColD. ούτως εν μέν τώ. Ait vir erutilissimus ρότμητος , neque secta manu.
Ducæus, legi alicubi ó TUTÚJAs yapixthe, el ila (22) Ediii 'et Reg. quintus ånapádaxtov aute.
legisse videlur Trapezunlius, qui verlat : Sicut in Vox autń in reliquis sex mss. deest; nec dubium
impressa figura imprimens character inspicilur . Sed habeo quin melius absil , cun inutilis omnino es
editio Ven , et Paris. perinde alque nostri septem superflua esse videatur. Voculam del ex tribus mss.
inss. constanter haberit o toj TUTOÚSAVtos : quod addidimus.
ut melius intelligatur, monere juval , vocein tav
555 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 654
δε και το, έν (23) μορφή θεού υπάρχειν , της θείας A forma Dei esse, prorsus divine substantice proprie
ουσίας παρίστησι πάντως την ιδιότητα. Ο έωρακώς Ileiexhibet. Qui vidit me ,inquit, vidit Palrem ».
έμε, φησίν, εώρακε τον Πατέρα. Ούτος δε αλλοτριών Ηic autemalienu 2 Palre Unigenilun facieus, ac
του Πατρός τον Μονογενή , και παντελώς αποσχίζων prorsus rescindeus ab ejus societale, cognitionis
της προς αυτόν κοινωνίας, την δι' αυτού γενομένην ascensuno qui per ipsum dι, quantuin in ipso est,
της γνώσεως άνοδον, το όσον επ' αυτώ (24), διακό- alisciudit. Qucunque habet Pater, mea sunt, in
πτει. Πάντα όσα έχει ο Πατήρ, έμά έστιν , ο Κύ- qui Dominus 4. Αι Eurounius communionen nul
ριός φησιν. Ευνομιος δε ουδεμίαν λέγει κοινωνίαν εί- Iam esse ait Patri cum eo qui ex ipso est. Eι, Sicut
ναι τω Πατρί προς τον εξ αυτού . Και, "Ώσπερ ο Πα- Pater in scipso oiiam habet, sic dedit ei Filio vitae
της ζωής έχει εν εαυτώ, ούτως έδωκε και το Yίω habere in semelipεο 8. Hoc sumus ab ipso Domino
ζωήν έχειν εν εαυτώ. Τούτο παρ' αυτού δεδιδάγμε - edocli : ab Emionio vero quid? Nempe , nullan
θα του Κυρίου· παρά δε Ευνομίου τι ; Μηδεμίαν εί - esse comparationem geniti cum genitore. Ει uno
ναι σύγκρισιν τω γεννηθέντι προς τον γεννήσαντα. verbo, ut inaginis rationem llac unica voce lollie,
Και άπαξαπλώς, διά μιάς ταύτης φωνής αναιρεί μεν ita splendorem ac characterem esse substantie
τον της εικόνος λόγον, άθετεί δε το απαύγασμα είναι negat. Νeque enim fieri potest, ut imaginent in
και χαρακτήρα της υποστάσεως. Ούτε γάρ εικόνα δυ- B telligas ejus qui nullam habet comparationem, ne
νατον του ασυγκρίτου νοείσθαι, ούτε απαύγασμα εί- que, ut splendor sit ejus qui nullano communionem
και του άκοινωνήτου κατά την φύσιν. Το δε αυτώ secundum naturam habet. Celerato in eodem arti
είδει πάλιν του τεχνάσματος επιμένει, το αγεννήτω δcii genere rursus persistit, dum ait non esse con
λέγων μη είναι προς το γεννητον σύγκρισιν ουχί parationem ingenii curn genito : non Patris, cum
τω Πατρί προς τον εξ αυτού, ίνα ήνπερ αν ταις φω- eo qui ex ipso est, ut quam his vocibus inesse op
ναις ταύταις υπάρχουσαν αντίθεσιν επιδειξη, ταύτην positionerm ostenderit, eam in ipsani Patris el Filii
επ' αυτής της ουσίας του Πατρός και του Υιού μετ- substantiam transferal.
ενέγκη.
19. "Οπως δε μή, πασαις αυτού κατακολουθούντες 19. Sed ne, si omnes ipsius blasphemias perse
ταις βλασφημίαις , και έκαστον ευθύνειν των ειρημέ- quamur, el singula que dixit confulare convenmur ,
νων επιχειρούντες, εις πολύ μήκος τον λόγον εκτεί- Iougius Orationem protrahamus : que quidem ma
νωμεν (95): όσα μεν και πρόχειρον έχει την ασέβειαν, nifest:nn habent impietatem, et per se legentibus
και αυτόθεν φανερά τοις εντυγχάνουσίν έστι, παρ- patent, preteribimus; que vero aliqua ratiοne opus
ήσομεν · & δε λόγου τινος προς τον έλεγχον δείται, . est relarguere, Dire proferemus in medium. Nam
ταύτα παραθησόμεθα. Ποικίλως γάρ το προς τον " ubi variis inodis substantiam Patris Filio incominu
Υιον ακοινώνητος της του Πατρός ουσίας κατασκευά- Dicabileim esse affirmavit , et undecunque, ut sib:
σας, και πανταχόθεν, ώς oίεται, το άτοπον επιδείξας, videtur, ineplian Ostendit , liaec adjungit :
επάγει »
ΕΥΝ. Ου γαρ δή τούτο αν είποιμεν, ώς κοινή Eưn. Non enim dicere possumus, communem qui
μεν αμφοίν ή ουσία: τάξει δε και τοις εκ χρόνου den utrisque substantian esse, ordine vero el tem
πρεσβείοις ο μέν έστι πρώτος, ο δε δεύτερος (26). poris prerogativa illum primum esse , hunc vero
Επειδή γε δεί προσεϊναι εν τοις υπερέχουσι το της secundum. Siquidem certe in iis quae praestant, prae
υπεροχής αίτιον · ου συνέζευκται δε τη ουσία του slantice causam inesse oportet ; substantiae autem
Θεού ού χρόνος , ουκ αιών, ου ταξις. " Η τε γάρ τά- Dei non tempus, non evum, non ordo conjunctus
ξις δευτέρα του τάττοντος · ουδέν δε των του Θεού est. Νam et ordo ordinante posterior est ; nec quid
υφ' ετέρου τέτακται. " Ο τε χρόνος αστέρων ποιά τίς φuam eorum qua Dei sint, ab aliero ordinatum est.
εστι κίνησις (27) : αστέρες δε ου της αγεννήτου μό- Ει tempus quidam 231 est stellarum uolus ad qua
νoν ουσίας και νοητών απάντων, αλλά και των πρώ lilaleum pertinens : Stellae autem non post ingenitam
των σωμάτων γεγόνασιν υστεροι (28). Περί δε ρ solum substantiam ac cuncias creataras Intelligen
αιώνων τι δεί και λέγειν , της Γραφής σαφώς les, seu post prima etiam corpora factae sunt. Jam
διαγορευούσης, προ των αιώνων υπάρχειν τον vero de seculis quid alinea dicere, cum Scriptura
Θεόν ; aperle pronuntiet Deum anle sæcula esse ?
* Joan. Χιν , 9 . * Joan. ΧVΙΙ, 10. 28 Joan. V, 26. ; Ηebr. 1, 3 .
(23) Codex nnus cum editis ούτω λέγων το έν. quoll upus pro εκτείνωμεν habet εκβάλλωμεν.
Αlii tres ούτω λέγων εν. Denique alii tres ούτω δε (26) Antiqui sex libri πρώτος , και δε ύστερος . Editi
xal to èv. Respicit Basilius ad illud Apostoli : Qui et Reg..quintus TPŪTOS, Ó è deútepos , nec aliter
cum in forma Dei essel . . . . . semetipsum exinanivit legitur in Eunonji opere, quod in codice Colbertino
formam servi accipiens, Philipp . II, 6 , 7 . integrum invenitur. Mox vocula èv in duobus mss.
(24) Editi γενομένην .. . . . εφ' εαυτώ. At niss, deest , et in illo ipse opere Eunoιnii .
ires ut in contextu . Illud quod sequitur, å Ostet 69 (27) Reg. 1ertiυς και τε χρόνος ποια τάσις έστιν
to, ad verbum interprelobinjur, reprobal splendorem dotépwy xivnois , et ila quoque habuit codex Col.
osse : hoc est, negai. bertinus manu prima. Alii duo mss. " O Te yap
(25 ) Unus codex Reg. εις πολύ μήκιστον τον λό- χρόνος , etc.
τον εκβάλωμεν. Colb. εις πολύ μήκος των λόγων (28) Editi cum Reg . quinto γεγόνασι δεύτεροι.
έχβάλωμεν. Αlii duo et editi uti in contextw, visi Αlii sex mss. γεγόνασιν ύστεροι.
335 S . BASILII MAGNI 536
Bas . Postquam sumpsit sibi in oratione quae vo- A ΒΑΣ. Υποθέμενος (29) εαυτό κατά τον λόγον
Iuit, et ea que sue cause accommodata sunt posuit, άπερ έβούλετο, και τα ακόλουθα λαβών ταις υποθέ
tum in absurdos sensus seipse detrudens , hinc le- σεσιν, είτα εις ατόπους εννοίας εαυτόν εξωθώ ,
monstrasse se putat, necessario recipienda esse αναγκαίαν εντεύθεν οίεται την παραδοχήν των ιδίων
dogmata sua. Ait enim : Ηoc dicere non possunmus, δογμάτων (30) επιδεικνύναι. Φησί γάρ ότι, Ουκ αν
quod communis quidem sit utrique substantia ; Or- τούτο είποιμεν, ώς κοινή μεν αμφοίν η ουσία · τάξει
dine vero, et temporis prerogativa hic sit primus , δε και τοίς εκ χρόνου πρεσβείοις ο μέν έστι πρώτος,
ille vero secundus. Οuod si communeno substantiam ο δε δεύτερος. Ει μεν ούν το κοινόν της ουσίας ούτε
sic a se acceptam dixerit, ut quamdam ex materia νοήσας είπεν, ώς εξ ύλης προϋπαρχούσης διανομής
prius exsistentle distributionem ac divisionem,in ea τινα και καταδιαίρεσιν (31) εις τα απ' αυτής νοείν,
que ab ipsa sunt, intelligal; nos hanc sententiam ούτ' αν αυτοί καταδεξαίμεθα την διάνοιαν ταύτην·
Που possumus suscipere ; absit ! el qui hoc dicunι , μη γένοιτο ! και τους λέγοντας, εί τινες και εισιν ,
si qui sunt, eos iis qui dissimilitudinem profilentur, ουδέν έλαττον ασεβείν των το ανόμοιον λεγόντων απι
impielate inferiores non esse affirmamus. Si vero φαινόμεθα · ει δε ούτω τις εκλαμβάνoυ τo της ουσίας
quis substantiae communiouein ita accipit, ut unam , κοινον, ώς τον του είναι λόγον ένα και τον αυτόνεπ'
et eamdern essendi rationent in utrisque consideret, ' αμφοίν θεωρείσθαι, ώστε και εί καθ' υπόθεσιν φώς ο
at si ex hypothesi Paler Iux subjecio intelligitur , Πατήρτωυποκειμένω(32) νοοίτο, φώς και την του Mr
Unigenili quoque essentiam lucem confeatur ; et νογενούς ουσίαν ομολογείσθαι, και όνπερ άν τις απο.
quaτηcunque quis essendirationemreddideritin Patre , ευ επί του Πατρός τον του είναι λόγον , τον αυτόν
eandem ei Filio accominodet ; si ita essentiae com- τούτων και το Υιώ εφαρμόζειν· ει οτι το κοινόν της
munio accipitur, admillimus, atque hoc nostrum ουσίας λαμβάνοιτο, δεχόμεθα και ημέτερον είναι το
dogma esse profitebimur. Νam lioc pacio el deitas δόγμα φήσομεν. Κατά τούτο γάρ και θεότης μια
una erit, unitate videlicet secundum essentiae ra- δηλονότι κατά τον της ουσίας λόγος της ενότητος -
ionemintellecta, adeo utin numero quidem etin pro- oυμένης, ώστε αριθμό μεν την διαφοράν (53) υπάρ
prielalibus utrumque designantibus differentia sit : χειν, και ταϊς ιδιότησι ταις χαρακτηριζούσαις εκάτε.
in deilatis vero ralione unitas considerelur. ρον• εν δε τώ λόγω της θεότητος την ενότητα θεωρεί
σθαι.
20. Cum igitur constitutum sit quomodo oporteil 20. Διωρισμένου τοίνυν πώς χρή το κοινόν της ου
communitatem substantiae accipi, que sequuntur σιας εκδέχεσθαι, τα έφεξής εξετάσωμεν, τίνα συ »
expendamus, quam scilicet habeant cum prαcellen- ς αφειαν έχει προς τα προάγοντα. Τάξει δε, φησί , και
tibus connexionem. Ordine vero, inquit, et tempo. τοίς εκ χρόνου πρεσβείοις ο μέν έστι πρώτος , ο δε
ris prerogativa, ille primus est, hic secundis. Quid δεύτερος . Τις η ανάγκη εφ' ών η ουσία κοινή, τάξει
necesse est ea quorum communis est essentia, et τε υποβεβλήσθαι ταύτα, και χρόνου είναι δεύτε
ordini subjici, et esse tempore posteriora ? Non ρα (34); Ου γαρ δυνατόν τη εαυτού εικόν: ( ) άχρό
enim fieri potest , ut nniversorum Deus cum sua νως απαυγασθείση τον Θεόν των όλων μή εξ αιδίου
ipsius imagine que citra teinporis accessioneum il- συνείναι, και μη χρόνον μόνον, και αιώνων δε (55)
Iustrala est, ab elerno non sit, et conjunctionem πάντων επέκεινα την συνάφειαν έχειν. Διά τούτο γάρ
non habeat non solum ultra tempora , sed etiam απαύγασμα είρηται , ένα το συνημμένον νοήσωμεν,

Tur, ut conjunctionem intellignmus : et figura sub- μανθάνωμεν. Αλλά και τάξις ή μεν φυσική τίς έστιν,
stantie , ut consubstantialitatem perdiscamus. Sed και δε κατ' επιτήδευσιν. Φυσική μεν, ώς ή των κτι
98 Ηebr. 1, 3. 99 ibid.
(29) Ilu , Ú TOO Éusvos , sic reddidit interpres : velus : El guaniamcunque aliquis Patri allributio .
Supposuit primo quod voluil. Fateor quidem ver- . nem , hanc ipsam el Filio accommodel : sed quantum
buni u totideslal usilile dici pro eo quod est sup . D a mente Basilii aberrarit , ex Græcis palel. Iliud , y
ponere : sed arbitror hic idem valere quod sumere TOÙ Elvda lógov , ad verbum reddidimus , essendi
alicundemaleriam scribendi. rationem , non Latinc quidem , sed significantis.
(30) Antigui sex libri TOLOÚTWY boyuátov. Editi sime.
el Reg. quiolus των ιδίων. (53 ) Vox olacopá differentiam quidem significat:
(31) Edili et Reg. quintus Olavou ty Tiva xata sed cum nomeni vifferentiæ latissime paleal, ila hic
Slaipeo:v , nec aliter legerat Cornarius, qui ita: ill. el in similibus locis restringendum est, ul proprie
lerpretatus sit : Distributionem quamdam secundum pro distinctione accipiatur. Slalim mss. lionnulli cu
divisionem in ea quæ ab i; sa sunt : quod quid signi- byw to tñs.
ficare possit, ex eo, si viveret , libens quærerein . ( 34 ) Antiqui sex libri cum edilione Ven . xii
Αlii quinque niss. διανομής και καταδιαίρεσιν, μυο χρόνου είναι δεύτερα. Reg. Secundus cum etitione
verbo, bene. Reg. primus διανομήν τινα και κατα Paris. και χρόνου πρεσβείοις είναι δεύτερα . Νcino .
διαίρεσιν , paulo melius. Hoc ipso in Ioco Reg. opinor, homo non videt vocein mp3c6sions es sue
quarlis Švyosiv. perioribus incaule accersitam fuisse , el boc loco
(52) Cum vox υποκείμενον late patent, fortasse ineple repetitani.
debet hoc loco sumi pro ipsa substantia , ut hoc (35 ) Codex unus tñ át autoū eixov! .
dicat Basilius : Si Paler er hypothesi intelligitur luz (36 ) Codices aliquot Móvov, albvwy 6é. Ilidem
esse in se el in sua substan !ia , etc . Qiiod mox se- mss. nonnulli surnuévoy yooney. Subinde Reg .
Juitur, και όνπερ, etc., .ila coliVerters interpres quartus και φυσική μεν ως.
 រ ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 338
σμάτων κατα τους δημιουργικούς λόγους διαταχθεί- Ael ordo alius naturalis est, alius artifcialis. Nata
σα (57), και ώς και των αριθμητών (38) θέσις, και ως ralis quidem, υι creaturarum, qui ex creandi ratione
ή των αιτίων προς τα αιτιατά σχέσις, εκείνου προ- dispositus est, et sicutnumerabilian positio, el cat.
διωμολογημένου του και της φύσεως αυτής ποιητήν sarum ad producta habilus ; cum res confessa sic,
είναι και δημιουργόν τον Θεόν · επιτετηδευμένη δε Deum etiam ipsius nature conditorem esse et opi
και τεχνική, ώς ή εν τοις κατασκευάσμασι, και μα- icem. Excogitalus 232 vero et artificialis, et ille,
θήμασι, και αξιώμασι, και αριθμώ, και τοις τοιού - φτιι deprehenditur in probationilus , in disciplinis,
τους. Τούτων τοίνυν το πρότερον αποκρυψάμενος ού- in dignitatibus , in numero et reliquis hujusmodi.
τος, του δευτέρου είδους της τάξεως επεμνήσθη, και Eunonius itaque horum priore occultato, de se
φησι, μη χρήναι λέγειν επί Θεού τάξιν, επείπερ ή cundo ordinis genere fecit mentionem ; aitque non
τάξις δευτέρα έστι του τάττοντος. Εκείνο δε ή oυ oportere dicere in Deo ordinem esse, quoniam ordo
συνείδεν, ή εκών απεκρύψατο, ότι έστι τι τάξεως ordinante posterior est. Illud vero aut non intelle
είδος, ουκ εκ της παρ' ημών θέσεως συνιστάμενον, sit, aut ultro occuluit, quoddam ordinis esse genus,
αλλ' αυτή τη κατά φύσιν ακολουθία συμβαίνον, ώς το non nostra constitutum ordinatione, sed ipsa ne
πυρί προς το φως έστι το εξ αυτού. Εν τούτοις γάρ . cessitudine naturali contingens, quo se modo hii
πρότερον το αίτιον λέγομεν, δεύτερον δε το εξ αυ- " Dent ignis et lux, que ex ipso est. Νam in iis call
του (39): ου διαστήματα χωρίζοντες απ' αλλήλων Sam priorem esse dicimus : posterius vero id quod
ταύτα, αλλά το λογισμό του αιτιατού προεπινοούν- ab ipsa est, non intervallo llec a se invicem diri
τες το αίτιον. Πώς oύν εύλογον αρνείσθαι την τάξιν, mentes, sed cogitatione causam ante effectumin
εφ' ών εστι πρότερον και δεύτερον, ου κατά την ημε- telligentes. Quonam igitur pacto rationi consenta
τέραν θέσιν, αλλ' εκ της κατά φύσιν αυτοίς ενυπαρ- neum fuerit , ordinem in iis negare, in quibus est

ξιν επί Θεού λαμβάνεσθαι; Ηγείται, ε!(40) επιδείξειε ex naturali quadam rerum consecutione ? Cur igi
μηδαμώς άλλως το πρότερον επί Θεού νοείσθαι, ιur fastidit ordinem in Deo admittere ? Arbitratur,
λειπόμενον έξειν, κατ' αυτήν την ουσίαν την υπερ- si ostenderit non aliter prius in Deo intelligi, reli
οχήν επιδείκνυσθαι (41). "Ημείς δε, κατά μεν την quum se habiturum, in ipsa scilicet substantia prae
των αιτίων προς τα εξ αυτών σχέσιν, προτε- slantiam demonstrari. Nos autem, pro habitu can
τάχθαι του Υιού τον Πατέρα φαμέν• κατά δε την της Sarum ad ea que ex ipsis sunt, Patrem Filio prae
φύσεως διαφοράν, ουκέτι, ουδε κατά την του χρό- poni dicimus : at vero secundum naturae diversita
νου υπεροχήν· και ούτω γε και αυτό (42 ), το Πα- tem, non item, neque secundumtemporis excessun:
τέρα είναι τόν Θεόν, αθετήσομεν, της κατά την " alioquin hoc pacto etiam Deum Patrem esse nega
ουσίαν αλλοτριότητος την φυσικήν συνάφειαν άθε- bimus ; cum alienatio que in essentia reperitur ,
τούσης . conjunctionem naluralem aboleat.
21. Επει μέντοι αφορίσασθαι ημίν του χρόνου την 21. Sed quoniam buc ille in omnibus sapiens pro
φύσιν ο σοφός τα πάντα προήχθη, και ενταύθα (13) gressus est, nobis at definirel temporis naturam, et
αυτού το βέβαιον και περιεσκεμμένον της διανοίας hic quam firma, quam circumspecta sit mens ejus,
ίδωμεν. Χρόνον τοίνυν είναι φησι ποιάν τινα κίνησιν videamus. Tempus ergo certum quendam Skiarum
αστέρων: ηλίου δηλονότι και σελήνης και των λοι · πιοιum esse dicit, solis videlicet etlane ac reliqua.
πών, όσοις καθ' εαυτά (44) κινείσθαι δύναμις έστι. rum, quibus inest qua per se noveantur. Inter
Το τοίνυν από γενέσεως ουρανού και γης μέχρι της vallum igitur quod ab origine celi et terrae ad stel
(57) Editi λόγους ταχθείσα. Veleres quinque lilari (44) Editi cum Reg. Secundo όσοις έν άλλοις κατά
διαταχθείσα. τούτων καθ' εαυτά : quod quin vitiosun sit, dubi
(38 ) Antiqui duo libri toū å p :0 uoū . Alius tūvlari non polest. Et cerle hominibus, qui paulum
αριθμών. Αlii tres cumeditis των αριθμητών. modo in lioc studiorum genere versali suni, erroris
(59) Reg. Iertius το απ' αυτού. Aliquanto post D causam delegere difficile non est. Crculit enim ηuί
codex uuus πρότερον και ύστερον ού κατά. non videl errorem hinc exorlum esse, quod libra
(40) 1lla , ηγείται, εί, etc.,. possunt fortassis Ilioc rius aliquis illa , έν άλλοις κατά τούτων, in ora Sui
miodo intelligi : Eunomius sibi videtur proposituin libri scripsisset, utmonerentur qui legerent, pro xal’
asseculus fuisse, si probaverit , quidquid prius in autá scripluni inveniri in aliis quibusdam exem
Deo concipitur, id necessario prius esse el ævo , et plaribus xata TOÚTWV : ex quo contigit, ut lolum
tempore , et ordine. Sed falli eum conslat. Ειsi illud, έν άλλοις κατά τούτων, ex libri ora in con
enim Filius dicatur posterior esse ordine, inde non lextum irrepseril. Conibelisius vilii aliquid in ini
eſlicilur eum aut Patri esse dissimilem , aut eo po . pressis libris subesse animadverterat quidem : sed
steriorem esse ætate et lempore. Reg . terlius oietai, dum hunc locum ita emendavit , coo 's åv addous
ε : επιδείξεις . κατά τούτους καθ' εαυτά, Π. agis elia0 eum corru
(41) Codex unuς υπεροχήν θεωρείσθαι. pil . Hæc autem recie , ut putabat, emendala sic ver
(42) Illuil, i oŰTW YE, etc ., sic interpretalur Com - ieral : Si quæ aliæ sunt, quibus ut his, a se ipsis
belisius, Hoc, quod est Deum Patrem esse, destrue- morus vis compelil. Codices tres ŐSOLS xal' £autá .
mus. In quo quidem reprehendendus non est, quod Alii lolidem SOLS xao tautous. Cerle ulro quis
rein non expresseril : sed , quod locutus sit minus modo legerit , peccaluruoi eum non pulo . Sed si
Latine, id est, suo more. legas καθ' εαυτά , Supple άστρα : si lega» εαυτούς,
(43) Editi et Reg. quintus και εντεύθεν. Αlii quin- supple αστέρας.
que Iss. και ενταύθα.
539 S . BASILII MAGNI 500
larum usque creationem intercessit, quidam esse A ποιήσεως των αστέρων διάστημα τι ποτε άρα είναι και
decernet eximius ille rerum sublimnium speculator ? δεινός τα μετέωρα ούτος αποφανείται ; Σαφώς γαρ ο
Νam qui mundi creationein virtute Spiritus conscri. την κοσμογονίαν (45) τη δυνάμει του Πνεύματος ανα
psit, inagna illa Iuminaria et reliquas stellas die γράψας τη τετάρτη ημέρα τους μεγάλους φωστήρας
quarta productas esse perspicue narrat 1. Temρις και τους λοιπούς αστέρας γεγενησθαι φησι. Χρό
igitur, ut liquet, in prioribus diebus nequaquain νος ούν ουκ ήν, ώς έoικεν, εν ταις κατόπιν ημέ
eral : siquidem nondum movebantur slellie. Quo- ραις · ου γαρ εχινούντο πω οι αστέρες (46). Πώς γαρ,
nodo enim id deri potuisset, cum ne condile qui- οι γε μηδ' εγεγόνεισαν την αρχήν(47): Και πάλιν,
dem fuissent initio ? Ει iterum, cumJesus Nave ad- ότε επολέμει τους Γαβαωνίταις και του Ναυή Ιη
versus Gabaolitas pugnaret, quoniain sol praecepίο σούς, επειδή ακίνητος ο ήλιος έμεινε (48) τώ προσ
ligalus Danebati sobilis, ac luna in Ioco stabat 1, τάγματι πεδηθείς, και η σελήνη κατά χώραν είστη
Tempus tunc non eral ? Quodnam igitur nomen illi κει, χρόνος ουκ ήν τηνικαύτα ; Τί εκείνο ούν το
diei spatioimponemus ? quam excogitabis appel- διάστημα της ημέρας είπωμεν; τίνα προσηγορίαν
lationem ? Elenim si leroporis defecerat natura , επινοήσεις ; Ει γάρ ή του (49) χρόνου φύσις επιλε .
evunt utique ei successit. At evum exiguan diei λοίπει, αιών αντεισήλθε δηλονότι. Αιώνα δε μικρών
233 partem appellare, quem dementiae modum Β ημέρας μέρος προσαγορεύειν τίνα της ανοίας υπερ
non superar ? Sed, que multa est ejus solertio, pu- βολήν απολείπει ; 'Αλλ' έoικεν εκ πολλής αγχινοίας
1are videtur , diem ac noctem fieri quapiam stella- ήμέραν μεν και νύχτα εν τη ποιά των αστέρων κινή
ruin motione ad qualitatem pertinenle, atque has σει νομίζειν γίνεσθαι, ταύτα δε είναι του χρόνου
esse lenmporis parles: unile tempus statuit quendarn μέρη · όθεν τον χρόνον ποιάν τινα κίνησιν αστέρων
case stellarum motum qualitate prieditain , na id απεφήνατο, ουδε αυτό τούτο συνεις και τι λέγει . Ού
quidem quod dici intelligens. Non enim molarη γάρ ποιαν , αλλ' είπερ άρα, ποσήν, μάλλον ήν ( 0)
ualitate praeditum , sed quantitate donatum, si ta - ειπείν οικειότερον. 'Αλλά τίς ούτω παίς παντελώς
τηen ita Ioqui fas est ,dicere magis conveniebat. Quis την διάνοιαν, ώστε αγνοείν, ότι ημέραι μεν, και ώρα:,
2nim sic omnino puer est unenle, ut ignorel dies, και μήνες, και ενιαυτοί, μέτρα τουχρόνου εισίν (51),
horas, menses, annos, temporis nensuras, non par- ουχί μέρη ; Χρόνος δε έστι το συμπαρεκτεινόμενον τη
1es esse ? Teampus autem opalium est, quod αque συστάσει του κόσμου διάστημα: ώ πάσα παραμε
extenditur atque ipsa mundi constitutio : quo motum τρείται κίνησις, είτε αστέρων, είτε ζώων, είτε ούτι
omnein sive stellarum, sive animalium, sive cujus- νοσούν (32) των κινουμένων, καθο λέγομεν ταχύτε
cunque rei que oιovelur, admetimur, prout dicimus . ρον ή βραδύτερον έτερον ετέρου· ταχύτερον μεν το
alid alio velocius aut tardius esse : velocius qui- ° έν ελάττονι χρόνω πλείον διάστημα μεταβαίνον, θρα
dem, id quod minore tempore plus percuriil spalii ; δύτερον δε το έλαττον εν πλείονι χρόνο κινούμενον.
Tardius vero , quod minus Iongiore leupore movelur . Ο δε, επειδή ενχρόνω οι αστέρες κινούνται, χρόνου
Euroιnius vero quoniain in tempore slella nuoven- αυτούς είναι δημιουργούς αποφαίνεται (53). Ουχούν
Tur, leimporis ipsas esse ορίθces pronuntiat. Proinde κατά τον του σοφωτάτου λόγον, επειδή και κάνθαροι
ex eapientissimi illius sententia, quonian Scarabei εν χρόνω κινούνται, ορισώμεθα τον χρόνον είναι ποιάν
quoque in tempore inoventur, constituatmus leinpus τινα κανθάρων κίνησιν ουδέν γάρ τούτου το παρ'
1: lem quamdato motionem esse Scarabeorum: el - αύτου λεχθέν διαφέρει , πλήν της σεμνότητος των
enim quod dixit, id ab hoc ilhil difert, ιοτιιίουιη ονομάτων. Και ταύτα μεν τοιαύτα, σκέψασθε δε τα
dignitate excepta . Ει lisec quidemita se habent. Quie εφεξής. .
aulem sequuntur , considerale.
99. ΕυΝ. Αιφuί, quίt, ne fieri quidem polest, ut 92. EΥΝ. 'Αλλά μήν (34), φησίν, ουδε ενυπάρχειν
1 Gen.1, 14-19. 1 Jos. 1 , 12,13.
( 45) Sic libri veleres ; editi κοσμογένειαν. D (54) Jlla, 'Αλλά μήν etc.. ita Latine reddens in
(46 ) Edili operarum incuria Où y áo èxiVOŪy tÓTM terpres, Alqui, inquit , ne id quidem fieri potest, ut
ol. Codices duo èxivoūvto tw . Alii quinlain muss. forma quæpiam , vel crassities, vel quantitas sil in
έκινούντο πως. Ιbidem codices duo οι μηδέ. . . substantia Dei, vim vocisquispinnm olov non satis aliendil.
cum viro lorlis
( 47) Πώς γαρ, οι γε μηδ' εγεγόνεισαν την αρ- Suspiciari fortisse possil
zur ; Quomodo enim id fieri poluisset, cum ne con - simo Combelisio , haec dicta fuisse elasitorixūs,
uitre quidem omnino (stella ) ſuissent ? vocenique rióv subaudiendain esse , hoc modo :
(48 ) Edisi bueve . Allliqui tres libri čustve. ουδέ δυνατόν τον Υιόν ενυπάρχειν τη ουσία , etc. Αι
(39) Editi, Ει γάρ του. Colices tres, Ει γάρ ή του: qui, inquit, ne fieri quidcm polesl, ut Filius in Dei
alii duo, " Η γάρ του χρόνου φύσις επιλελοίπει , και substantia etsistat tanquam forma, anl moles, etc.
alúv , aut enim lemporis natura defecerat, aut ævum Faleor quidem halic conjecturam optimam videri,
in locum illius successil. atque ad hunc locum facile acronimodari posse :
(50) Editi μάλλον άν. Libri veteres μάλλον ήν. quoniam tamen apud virum eruditissimum Fabri
(31) Editi χρόνου εστίν. Αι mss. εισίν. ciuni, qui librum Eunomji nuper edidit, ita etitum
(52) Sic Filiri veleres. Editi ή ούτινοσούν. Μox inveniunus, Αλλά μήν ουδε ενυπάρχειν τι ταύτη ου
mss. tres εν ελάττονι. Particula εν ab excusis abest . σία δυνατόν οίον είδος elc., hanc scripturam se } }
Sulinde niss. nonnulli διάστημα διαβαίνον. salius duco . El cerle hoc nostrum judicium non
(53) Reg . quarius Onl !o'spyous à riscovato. Mox parum adjuvat, quod in Colbertino codice, qui et
editi οι κάνθαροι.... ορισόμεθα. Colices μου pauci ipse interrelera οριις Ευποιii complectitur, entern
ut in contextu . plane modu scriptura sil, nisi quod in ipso pro oigt
56, ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I. 362
τι τη ουσία του Θεού δυνατόν, οίον είδος, ή όγκον, ή A quidquam in Dei substantia exsistat, velut fornia ,
πηλικότητα, διά τό πάντη συνθήκης ελεύθερον είναι aut moles, aut quantitas, quod compositione omni
τον Θεόν. Ει δε τούτων και των τοιούτων τι (53) μήτε prorsus immunis est Deus . Quod si cogitare neque
εστι μήτε ποτέ γένοιτ' αν ευαγές επινοήσαι συμπε- fis est, neque unquam fuerit, iorum ettalium quid
πλεγμένον τη ουσία του Θεού (36), ποιος έτι συγχω- quam cum Dei substantia complicatum esse ; que
τήν; της κατ' ουσίαν (57) ομοιότητος , και συγκρίσεως, genitam conferamus ? quippe ea que secundum
ή κοινωνίας, μηδεμίαν υπεροχήν η διαφοράν κατα substantiam est similituilo , sive comparatio , sive
λιπούσης, ισότητα σε σαφώς εργαζομένης, μετά δε communio, nullam praestantiam aut differentiam re
της ισότητος αγέννητον αποφαινούσης τον ομοιούμε- linquit , inno αqualitatem aperle efficit ; alque cuτη
νον, ή συγκρινόμενον. Ουδείς δε ούτως (58) ανόητος equalilale ingenitum demonstral eum, qui assimi
και προς ασέβειαν τολμηρός, ώστε ίσον ειπείν τω Ι.tur, vel comparalur . Nemo autein ita est stolidus
Πατρί τον Υιόν , αυτού του Κυρίου διαρδήδης είπόν- et ad impielalem audax, qui αqualem Patri Filium
τος: Ο Πατήρ ο πέμψας με μείζων μου έστι : dical, cum Dominus ipse palam dixerit : Paler qui
και πάλιν μετ' ολίγα. Αλλ' ότι μεν οις και των πάν- me misit, major me est 8. Ει rursus paulo post. Sed,
των Θεός αγέννητος και ασύγκριτος, πλειόνων όντων B missis pluribus, ea quae diximus satis, puto , de
των παραλελειμμένων, αποχρών ηγούμαι και τα monstrant universorum Deumingenitum atque in
ρηθέντα προς απόδειξιν. comparabilem , unum esse.
ΒΑΣ. "Οταν τινός άπτεσθαι μέλλη πονηρού λόγου , ΒAs. Cum improbum aliquem sermonem vult al
προλαμβάνει (59) τινά συγχωρούμενα παρά πάν- lingere , nonnulla que ab omnibus conceduntur
των, ίνα διά της εν τούτοις ευγνωμοσύνης μηδε περί preunitιι, οι μropterea , quod de iis 234 recle
των λοιπών απιστήται. Ουδέν (60), φησίν, οίόν τε sentii, in reliquis quoque sibi fidem purel. Neque,
ενυπάρχειν του Θεού τη ουσία, ούτε είδος, ούτε όγκον, inquit, fieri potest,utin Dei substantia exsistat quid
ούτε πηλικότητα , διά τό πάντη συνθήκης ελεύθερον quam, neque forma, neque moles, neque quantitas,
είναι τόν Θεόν. Μέχρι τούτων εστιν ευγνώμων εν δε quod Deus prorsus expers est compositionis. Ad
τοις εξής εις εαυτόν επανήλθεν. "Ως γάρ αναγκαίως τιec usque verba equus est : in iis vero que sequun
τοίς προεκτεθείσιν επομένην την βλασφημίαν επισυν- ιur, ad se ipse redit. Νam blasplienim velut neces .
άπτει, λέγων Ει δε τούτων και των τοιούτων τι Sario ex pralissis consequenten adjungit, verbis
μήτε έστι, μηδέποτ' αν γένοιτο ευαγές επινοήσαι illis : Quod si cogitare neque fis est, neque angusta
συμπεπλεγμένον τη ουσία , τις συγχωρήσει λόγος (61) , fuerit, horum et alium quidquam cum Dei substan
προς την αγέννητον όμοιούν την γεννητήν; Ποίαν " tia couplicatum esse, quenam allhuc ratio sinet,
ακολουθίαν έχει ταύτα προς άλληλα, εί ασύνθετος εστιν οι cum substantia ingenita geitain comparerous ?
ο Θεός, ανεπίδεκτον είναι τον Υιόν της προς αυτόν Qualunarm inter se cognationen habent illa , fieri
ομοιότητος και Ειπε γάρ ουχί δε και συ τον Υιόν πα- μου posse, si Deus inconspositus est, ut Filius ei
πηλικότητα έχειν εν εαυτώ , και πάντη συνθήκης dices Filium neque formann, neque noleum, neque
ελεύθερον είναι ; quantitatem in seipso habere, atque prorsus a coin
positione liberum esse ?
25. Εγώ μεν γάρ ουδε μανεντα σε ηγούμαι ποτε 25. Ego equidem, vel si insanires , non puto au
τολμήσειν άλλο τι είπείν τον Υιόν ή ασώματος και surum le esse aliud quid dicere Filium quam incor
ανείδεον και άσχημάτιστον, και πάντα όσατερ αν poreum, quam forte expertem et figure, et oιnnia
επί του Πατρός είπoις . Πώς oύν ουκ ευσεβές τον μή que de Palre dicere possis. Quomodo igitur pium
έχoντα είδος το είδος μη έχοντι παραβάλλειν (63) ; ιonfuerit, eum qui formam non haber, formam non
και τον μη έχοντα πηλικότητα τη μη έχοντι ταυ- habenti comparare ? ilem, eum qui quantitatem non
την ; και τον ασύνθετον όλως το ασυνθέτω ; Ο D label , quantitatem non hallenti ? item, euin qui
• Joan . xiv , 28.
lngalur oùóév.Addidimus igilur ex his libris voculam possil. Stalim ubi legilur in excusis xatadiTousns,
ol, sicque interprelali simus : Alqui, inquit, ne fieri scripluin in duobus codicibus invenilur xetail
quillem polest, ut quidquam in Dei substantia'exsistat πούσης.
languam forma, etc. ( 58 ) Editi et Reg.tertius Ουδείς γαρ ούτως. Αι
(55) Vocula τι deest in nostris Seplem mss. et reliqui niss. Ουδείς δε ούτως .
in editione Ven. sed legitur in editione Paris. et (59) Editi et Inss . multi προσλαμβάνει . Αι Reg.
apud Fabricium . quarius topoagulávs:, l'eclius .
(56) Pro illo, τη ουσία του Θεού, in opere Eunomii (60) Editio Faris, ουδέ. Editio Ven. el nostri niss.
simpliciter legitur taútn : sed ita mulatum a Basic omnes cuõlv .
Jio prilo , ut Elmomii sententia magis paterel. (61) Reg. quarius τη ουσία , τοίος έτι συγχωρήσει
(37) Vox ουσίαν addita est in Reg. 1ertio post λόγος.
vocem ravintýv, si non eadem manu, al aniiqua (62) Sic Colb. ει (!no Regii. Illul, μήτε όγκον, η
lamen : sed cuin neque in vulgalis, neque in aliis vulgaris desideraballır.
miss. reperialur, addendam eain non censuimus ; (63 ) Editi žyovta sib0 ; yet Eyout! Tacabámlery. As
co magis, quod facile ex oralionis scrie suppleri miss. pleriquc omnes ita, ul edidimus.
563 S. BASILII MAGNI 364
omnino incompositus est, incomposito ? Ηic vero A δε το όμοιον εν τώ είδει τίθεται , και το τον εν τω
in forma statuit similitudinem, et in mole αquali- όγκω · την δε πηλικότητα (64), ό τι και οίεται
1aterm : quantitatem autem quid preter molem esse παρά τον όγκον είναι, αυτός αν οικειότερον εξηγή
pulet, ipse sane aplius exposueril. σαιτο.
ΕυΝ. Ιdcirco , inquit, nec equalis , nec similis , EYN. Διά τούτο ούτε ίσος, φησίν, ούτε όμοιος,
quoniarn et quantitate carel et forma. επειδή και άπoσός έστι και αναίδεος.
ΒΑs. Ego vero in Ihoc ipso pono similitudinem. ΒΑΣ. Εγώ δενκατ ' αυτό τούτο την ομοιότητα τίθε
Quemadmodum enim Paler lilier est ab omni con- μαι. Επειδή ώσπερ ο Πατήρ συνθήκης εστι πάσης
positione, ita el Filius simplex oιnnino est atque ελεύθερος, ούτω και ο Υιός απλούς παντελώς, και
incompositus. Quin etiam similitudinem non secun- ασύνθετος , και το όμοιον , μή κατά την του είδους
dumforme identitatem, sed secundum ipsam sub- ταυτότητα θεωρείσθαι, αλλά κατ' αυτήν την ουσίαν.
Stantiam perspici arbitror. Quibus enium forma igu- " Οσοις μεν γάρ μορφή και σχήμα περίκειται, του
raque circumjacel, iis secundumforme identitale:n τους, κατά την ταυτότητα του είδους , η ομοιότης :
juest similitudo : que vero natura nec formam nec την δε ανείδεον και άσχημάτιστον φύσιν εν αυτή τη
figuramadmittit, reliquum est ut in ipsa substantia ουσία λείπεται έχειν την ομοιότητα και το ίσον μη
habeat similitudinem, equalitatem vero nonin mo- Β εν τη των όγκων παραμετρήσει, αλλ' εν τη ταυτότητα
lis dimensione, sed in potentia identitate possideat. της δυνάμεως. Χριστός , φησί, Θεού δύναμις , και
Clhristus, inquit, Dei potentia, el Dei sapientia , tota Θεού σοφία · όλης της πατρικής δυνάμεως εναπόκει
videlicet paterna polestate in ips0 residente. Unde μένης αυτώ δηλονότι. "Οθεν όσαπερ αν βλέπη τον
quecunque videt Ρatrem facienterm, ea el Filius si: Πατέρα ποιούντα, ταύτα και ο Υιός ομοίως ποιεί.
militer facits.
EUN. Sed similitudo , inquit, que secundum sub- EYN. 'Αλλ' ή κατ' ουσίαν, φησίν, ομοιότης, η
stantiam est, aut comparatio , aut communitas , ne - σύγκρισις, ή κοινωνία , μηδεμίαν υπεροχήν η διαφο
que praestantiam, neque differentiam ullam relin- ράν καταλείπουσα, ισότητα σαφώς απεργάζεται (63).
quens, æqualitalem aperle efficit.
ΒΑs. Quomodo igitur differentiam nullam relin. ΒΑΣ. Πώς oύν ουδεμίαν διαφοράν καταλείπει, ουδε
quit, ie eam quidem, que causis inest cum iis quae την τοις αιτίους προς τα εξ αυτών ενυπάρχουσαν;
ex ipsis sunt ? Subjungil poslea : Είτα επάγει:
ΕυΝ. Quis autem ila stolidus est, vel ad impiela- EYN. Τίς δε ούτως ανόητος , ή προς ασέβειαν τολ
tem ila audax, ut equalem Patri Filium dicat? , μηρός , ώστε ίσον ειπείν τον Υιόν τω Πατρί;
BAS. Ad hac dicarnus ei illa prophete : Facies " ΒΑΣ. Είπωμεν αυτώ τα του προφήτου προς ταύτα:
mereiricis facta est tibi ; αnisisti pudorem 235 ότι, "Οψις πόρνης εγένετο σοι· απηναισχύντησας
erga omnes *. Elenium ut ille suis ipsarum probris προς πάντας . Και γάρ εκείναι τα εαυτών ονείδη
Caste viventes aspergunt, ita hic quoque eos qui na- τοίς σεμνώς βεβιωκόσι προστρίβονται και ούτος τους
jestatem Unigeniti magnificare cupiunt, stolidos et την δόξαν του Μονογενούς μεγαλύνειν επιθυμούντας
adjinpietatem audaces vocat, iisdem offensus, qui - ανοήτους αποκαλεί και προς ασέβειαν τολμηρούς ,
bus el Jadei exacerbabantur , dicenles tunc : Eqμα- επί τοίς αυτοίς χαλεπαίνων, εφ' οίς και Ιουδαίοι παρ
lem seipsum jacit Deo ? ωξύνοντο τηνικαύτα λέγοντες ότι, "Ισον εαυτόν
ποιεί τω Θεώ.
24 . El cerle (nemini videatur mirum quod dico ) 24. Καίτοι γε (και μηδενι παράδοξον το λεγόμενον
illi quodammodo consequentiam rerum magis per - δόξη) μάλλον πως εδόκουν εκείνοι το ακόλουθον επι
spicere videbantur. Νam egre ferebant quol Deutη Ελέπειν. 'Ηγανάκτουν γάρ, ότι Πατέρα εαυτού έλεγε
Patrem suum appellaret8 : hanc inde a seipsis con- τον Θεόν : το εφεξής αφ' εαυτών συλλογιζόμενοι, ότι
secutionem colligentes, quod hoc pacto faceret διά τούτου ίσον εαυτόν ποιεί (66) τω Θεώ ως
equalem se Deo ; quasi necessario sequatur, si Ρa- , αναγκαίως επομένου του Πατέρα έχεις τον Θεόν του
Irem habeat Deum, Deo ασualem esse. Eunomius ' ίσον (67) υπάρχειν αυτώ. Ο δε, το πρώτον συγχωρων
autein, prius illud concedens, posterius negat, ac δηθεν, προς το δεύτερον ανανεύει, και την του Κυ
Domini vocem objicit nobis, dicentis : Pater , qui me ρίου φωνήν ημίν προβάλλεται ειπόντος : Ο Πατήρ,
•1 Cor. 1, 24. * Joan. V, 19. • Jerein. 1, 3. 1 Joan. V, 18. 8 ibid .
(64) Eunomium ridet Basilius, quasi dicat : Phi- reperilur inter principium et id quod ab eo origi
losophorum præstantissimus Euomius distinguit dem Irahit . Sed illud differentiæ genus nature iden
molem a quantitale. Dical aulein velim quid sit litatem in Patre et Filio non destruit, imo firmat
discriininis inter utramqilie. el constabilit.
(65 ) Colices aliquoι εργάζεται. Ιbidem mss. tres, ( 66) Edili επoίει. Αι mss. ποιεί .
llos oŭv. Vox ultiina deest in excusis. Ex his con - (67) Edili od (sov , male. Codex Colbertinus cum
stal aliquod differentiæ genus in Palre et Filio a duobus Regiis toù isov, bene : quod ulmelius intel
Busilio, more et exemplo Patrum Græcorum , plane ligalur, ordo verborum sic immilitandus est, so isov
agnosci ; quale est videlicet , quod invenilur inter υπάρχειν αυτώ επομένου τω Πατέρα έχειν τον Θεόν.
Causam et id quod ab ea est, aut quale est, quod
365 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . I 566
o (68) πέμψας με, μείζων μου εστί» του δε 'Απο- Α ηuisit, major me est : nec audit Apostolum, qui di
στόλου λέγοντος ουκ ακούει (69) ότι, Ούχ άρπαγμόν cit quod non rapinam arbitratus sit esse se equa
ηγήσατο το είναι ίσα Θεώ. ( 70) Καίτοι εί κατά τον lem Deo 10. Αιφui si, ut dicis, ingeneratio sub
σον λόγον ή αγεννησία ουσία ήν, έβούλετο δε την stantia esset, voluissetque prestantiam secundum
κατ' ουσίαν υπεροχήν επιδείξαι, είπεν άν : Ο αγέν- substantiam ostendere, dixisset utique : Ingenitus
νητος μείζων μου εστίν. Υμέτερος δέ εστιν ο λόγος, major me est. Νam sententia vestra Mec est, Patris
ότι ή του Πατρός προσηγορία ενεργείας έστι και appellatione operationem non substantiam significari.
ουκ ουσίας σημαντική. Μείζονα ούν λέγοντες του Itaque cum dicilis Patrem Filio majorem, operatio
Υιού τον Πατέρα, μείζονα του έργου φατε την ενέρ- neim opere majorem dicilis . Omnis enim operatio,
γειαν. Πάσα δε δήπου (71) ενέργεια συμβαίνει το proportione servala , iis que ex illa fiunt, congruit και
μέτρα τοις εξ αυτής γινομένοις· και μεγάλη μεν et magua quidenm magnorum operum est, parva vero
λων έργων εστί, σμικρά δε των σμικροτέ- minorum. Proinde majorem Filio Patrem hoc modo
ρων. Το ούν μείζονα του Υιού τον Πατέρα κατά confiteri, niliil aliud est, quam incongruentem operi
τούτον τον λόγον ομολογείν ουδέν έτερόν έστιν, ή operationem statuere, et dicere frustra Deum ad
ασύμμετρον το έργο τίθεσθαι την ενέργειαν, και operationis Imagnitudinem commolain esse ,curn nou
μάτην φάσκειν προς το (72) της ενεργείας μέγεθος Β poluerit effectum operationi adequare. Quare duo
τον Θεόν κεκινήσθαι, ου δυνηθέντα της ενεργεία παρ- rum alterum evenint necesse est, ut aut Paler που
ισώσαι το τέλος "Ωστε το έτερον τοίν δυοίν ( 73 )αναγ- significet operationem,sed substantiam;sicque eva
καίως διαπεσείται ή μή δηλούν ενέργειαν τον Πα- nescet excogitata ab eis similitudinis ratio , gua san
τέρα, αλλά ουσίαν, και ούτως αυτοίς ο σεσοφισμέ- ciunt Filium Patri similem esse, operatione scilicet:
νος της ομοιότητος (74) λόγος διαγεγράψεται, όμοιον qualem enim voluit Paler, inquiunt, talem fecit, quo
τω Πατρί τον Υιόν τιθεμένων, τουτέστι, τη ενερ- etiam pacto voluntatis imaginem eum vocant : aut,
γεία · οίον γάρ ή θέλησεν ο Πατήρ, φησί , τοιούτον si ab hoc sibi caveant, non diceret Patrem majorern
εποίησε , καθό και εικόνα βουλήσεως (75) ονομά- esse. Νam operatio omnis, externa nulla re obstan
ζουσιν· ή τούτο φυλάσσοντας, μή είναι λέγειν μεί- te, label cuan effectilus suis proportionem. Αιφue
ζονα τον Πατέρα. Επειδήπερ πάσα ενέργεια , haec ad confulandaiipsorum in dogmalibus dissen
μηδενός ανθισταμένου των έξωθεν, συμμετρός έστι sionem dicta sint.
τους οικείους αποτελέσμασι. Ταύτα μεν ούν προς έλεγχος της εν τοις δόγμασιν αυτών ασυμφωνίας (76)
ειρήσθω.
25. Εκείνο δε τίνι των πάντων άδηλον , ότι το 25. Ιllud autem cui non est perspicuuum, quod ali
μείζον ή κατά τον της αιτίας λόγον (77), ή κατά quid dici Dossil majus, aut ratione causa, aut poten
τον της δυνάμεως πλεονασμόν , ή κατά την του tise redundantia, aut excellentia dignitatis, aut molis
αξιώματος υπεροχήν, ή κατά την των όγκων περιου - magnitudine ? Itaque non accipi majus secundum
σίαν λέγεται; Κατά μέν ούν τον όγκον μή ειλή- magnitudinem,et lic ipse prior dixit; 236et plane
9 Joan. Χιν, 28. 10 Philip 1 , 6.
(68) Veleres aliquot libri cum eililis, ó llathe similer filium dicunt, id est operationi : qualem
μου ό. Αlii codices melioris Hote, ο Πατήρ ό. " eniil voluit Paler, inquiunt; lalem fecil : unde el
(69) Reg . tertius in contexlı1 quidem habet oux. imaginem voluntatis illum appellant) ; vel si id reli
åxove : : sed in ora libri babel oux à xoucis. Starill meni, major filio Paler dici non possil .
editi ηγήσατο είναι. Libri veteres ηγήσατο το είναι. (74) Colex Col . cum Reg. 1erio ανομοιότητος,
(70 ) lia hoc loco Basilius adversarios adoritur, ut corrupie. Alii inss . et edili Quotóortos, recte. Illud
eos suis ipsorum armis confodial. Dicilis vos, in- quod mox sequitur, ÖLLO!OV to etc., ita interpretans
qnil Basilius, nomen Patris operationem , non sub . Trapezintius, cum Pairi Filium , id est operacioni
sloniliam indicare. Id aute! si verum ese, hinc elli- similem arbitrenlur, sensum verborum alio delor
cilur , l'atrem non substantia Filio majorem esse, , sil. lloc dicit Basilius , arbitrari Eunomianos, Filium
sed operatione duntaxat. i similem esse Patri operatione.
( 71) Editi et unus ms. Πάσα γάρ δήπου. Αlii q : - (75) Reg. tertius εικόνα βουλής. lud, ή τούτο
11or mss. Māsa or Toou . Aliqualilo post duo miss. φυλάσσοντας , s!€ delet accipi. Αυι si dicunt noυ si
ή ασυμμέτρως τώ. guilicari substantiam appellatione Patris, sed ope
72 ) lla, προς το, etc., hoc sensu dicta fuisse ar rationem , vel in vili faleantur necesse est Patrem
bitror. Patrem Filio majorem esse si proſilcamini, Filio majorem non esse. Etenim , ut ait mox Basi
consequens est ut dicalis Deum frustra in id incu lius, operalio omnis habet cum suis effectibus pro
buisse, ut magnum quemdam effectum ederet, cum portionem . Cum igitur operatio Patris infinita sit,
quod vellel assequi non potuerit. Ista est epim vestra et ipse quoque effeclus infinillis esse debet, alioqui
sententia , produclum non fuisse a Deo , cum Filium niec similitudo nec proportio essel operationem in
genuit, cffectum queinpiam , qui aut operationi re ler el effectum .
spondeal, aut cum ea proportionem habeal ullall. (76) Editi et Reg. quintus αυτών συμφωνίας, et
Ex quo fit ui Paler, cum Filium generavil, rem non ita legeral interpres, cum verieril, ad reprehenden
ila magnain produxerit. dam ipsorum in dogmalibus concordian . Alij sex
( 75) "Ωστε το έτερον τοίν δυοϊν, etc . Totus hic Iss. ασυμφωνίας , αιι redarguendam ipsorum in
locus sic videlur reddendus : Itaque alierulrum ex dogmatibus discordiam , optime.
duobus necessario admittent, ita ut vel Paler non si- ( 77) Codices duo ή κατ' αυτόν τον της αιτίας λό
yniſicet operalionem , seul substantiam (sicque illis yov. lbidem edili el unus mis . * xiz'atliv toy trs
eralescet errogitata similitudinis ratio, dum Γatri δυνάμεως . Αlii sex mss. ή κατά τον της δυν...
367 S . BASILII MAGNI 368
res ita se habet ; cum in magnitudine majus tantum A φθαι το μείζον (78) αυτός τε ούτος προλαβών έφησε,
sit, quantum et minus et amplius. Que enim ma » και το εικός ούτως έχει επειδή περ το μείζον εν
gnitudine non possunt comprehendi, ino potius, τοίς μεγέθεσε τοσούτον έστιν, όσον και το έλατιον,
que magnitudine ac quantitate omnino carent , ea και έτι. Τα δε απερίληπτα τα μεγέθει , μάλλον δε
quis possil inter se dimeliri ? quae autem non queunt αμεγέθη και αποσα παντελώς, τίς αν αλλήλους πα
inter se comparari, quomodo in iis id quod excedit ραμετρήσει:ν ; ών δε αμήχανος ή παράθεσις, τίνι αν
cognoscetur ? Dicere audela Christum Dei poten- τρόπω εν τούτοις το υπερβάλλον επιγνωσθείη ; Δυ
tian, potentia inferiorer0 esse, valde puerile est, et νάμει δε λέγειν ελλείπειν τον Χριστόν τήν του Θεού
eorum qui ne audierunt quidem vocem Domini, qιιι δύναμιν κομιδή νηπίων και ουδέ κατακουόντων της
dixit : Ego el Paler unum sumus 11 : φuίque illud, φωνής του Κυρίου (79), λέγοντος • Εγώ και ο Πατήρ
μημm, pro equalitate potentiae accepίι, αι ex ipsis έν εσμεν και το εν αντι του κατά την δύναμιν
Evangelii verbis ostenleous. Cum enim dixisset de ίσου παραλαμβάνοντος, ως εξ αυτών δείξομεν του
iis qui crediderant: Nullus eos o manu mea rapiel; Ευαγγελίου των ρημάτων. Ειπών γάρ περί των
et, Pater qui mihi dedit , major omnibus est ; et, πιστευσάντων ότι, Ου μή τις αρπάση εκ της χει
Nullus e manu Patris mei potest rapere, adjunxit : . ρός μου και ότι ο Πατήρ, ός δέδωκέ μοι, μεί
Ego ei Paler unumsumus 18, sic ut aperte unum pro " ζων πάντων εστί· και, Ουδείς δύναται άρπάσαι
equalitate ac identitate potentiae accipiat . Praeterea εκ της χειρός του Πατρός μου , επήγαγεν : Εγώ
si Dei sedes, ut nos crelianus, digitalis nomen est, και ο Πατήρ έν εσμεν , σαφώς το εν αντί του ίσου
illa Filio a lextris Patris assignata seles quidnam και ταυτού κατά δύναμιν παραλαμβάνων. 'Αλλά
aliud quam digitalis αqualitatem significat ? Quin μην εί γε και ο θρόνος και του Θεού (80), ώσπερ ούν
et Dominus in gloria Patris venturum se pollice ημείς πεπιστεύκαμεν, αξιώματός εστιν όνομα, ή έχ
tur 18. Reliquum est igitur , ut vox majus hic securi- δεξιών του Πατρός άφωρισμένη το Υιώ καθέδρα τι
«lum cause rationein licatur. Νam quoniam a Pa- ποτε έτερον, και ουχί το ομότιμος της αξίας αποστ
tre origo est Filii, hoc τιajor est Paler , quod causa μαίνει ; Αλλά και ήξειν ο Κύριος επαγγέλλεται εν
sil et principium. Quapropter ei Dominus sic dixit : τη δόξη του Πατρός . Λείπεται τοίνυν κατά τον της
Paler meus me major est, proυι Paler videlicet. II- αιτίας λέγον ενταύθα το μείζον λέγεσθαι. Επειδή
Iul autem, Pater , quid aliud indical nisi causa ) γάρ (80 ) από του Πατρός η αρχή το Υιό, κατά τούτο
atque originein esse ejus qui ex ipso genitus est ? μείζων ο Πατήρ, ως αίτιος και αρχή. Διό και ο Κύ
Denique secundum vestram Sapientian, substantia ριος ούτως είπεν : Ο Πατήρ μου μείζων μου έστι,
ipsa substantia non dicitur najor aut minor . Quare , καθό Πατήρ δηλονότι. Το δε, Πατήρ, τι άλλο ση
el secundum illos ipsos, el secundum veritatem μαίνει η ουχί το αιτία είναι και αρχή του εξ αυτού
ipsiu, Vox majoris quae usurpata est , nullo pacto γεννηθέντος ; "Όλως δε ουσία ουσίας , και κατά την
praestantiam secundum substantiain significat. Νec υμετέραν (81) σοφίαν, μείζων και ελάττων ου λέ
vero hic ipse Deum Palrein najorein dixerit secun- γεται. "Ωστε και κατά τούτους, και κατ' αυτήν την
«lum nnolem, qui scilicet statuerit, quantitatem in αλήθειαν, ουδενί αν τρόπο την κατ' ουσίαν υπερ
Deo intelligi non oportere. Superest igitur is, quein oχήν και προκείμενος λόγος του μείζονος εμφαίνει.
Πos diximus, majoris uolus, principii,inquam , et 'Αλλά μήν ουδε κατ' όγκον φαίη αν αυτός ούτος
Cause. Quam itaque blasplieinium circa vocem ma- μείζονα τον Θεόν Πατέραό γε απoφηνάμενος (82) μή
jus lentavil, ea ejusinodi esl. χρήναι περί τον Θεόν υπονοείν πηλικότητα. Υπό
λοιπος ούν έστιν ο παρ' ημών λεχθείς του μείζονος τρόπος , και της αρχής, λέγω, και της αιτίας. Η μεν
ούν κατά το μείζον επιχείρησις αυτού της βλασφημίας τοιαύτη.
26. Illul autem admiratione dignum, quod sic in D 26. Εκείνο δε θαυμάσαι άξιον, ότι ούτως εν βρα
paucis ad sermones perquaminter se contrarios le- χει προς τους έναντιωτάτους λόγους περιτρεπόμε.
lapsus, oculis animi velut quadam circitale percul- νος , καθάπερ αορασία τινί τους της ψυχής οφθαλ
sis, verborum inter se pugnam intelligere non po- μoύς πε πληγμένος, συνιδείν τήν εν τοις (83) λέ
tail : pl.:num ut sit ac conspicuuun , eumtam alienum χθείσε μάχην ουκ εδυνήθη ένα φανή τοσούτον ξένος
esse a Dei pace, quam Dominus noster iis qui vere ών της του Θεού ειρήνης, ήν ο Κύριος ημών τοις
ac sincere in ipsum crediderunt, reliquit, dicens : γνησίως και αδόλως εις αυτόν πεπιστευχόσιν άρ
Pacem relinquo vobis , pacem meam do vobis 16, μι ήκεν, είπών: Ειρήνην αφίημι υμίν , ειρήνην την
μου cum aliis soluιη , sed secuum etiain ipse puguet. εμήν δίδωμι υμίν » ώστε ουχί τοις άλλοις μόνον,

11 Joan. 1, 30. 11 ibid. 28-30. 11 Matth. Χνι, 27. 15 Joan. ΧΙV , 97.
(78) Colex uus to uslova . Aliquanto post editi (80 *) Reg . quarliis napå toū .
osov xz! tó. Vocuia xal in multis iiss. deesi. (81) Elili et Reg. Secundus κατά την ημετέραν.
(79) Editi της φωνής της Κυρίου, libri veteres Αlii quatuor mss. κατά την υμετέραν.
της φωνής του Κυρίου .. . ( 89 ) Editi μείζονα τον πατέρα ή γε αποφαινόμενος.
180 ) Antiqui dui libri Opovos toù Osoū . Ibidem Colb . cum Reg . tertio uli legere est in contestu ..
cliti, " DJT20 OJV Ý ueis. Illud ,ouv, in aliquibus mss. (83) Libri veteres tnv Šv tois. Illuil, hy in edilis
deesi. desiderillur .
569 ADVERSUS EUNOMIUM LIB. I. 57)
αλλά και αυτός εαυτό διαμάχεται. Μείζονα γάρ ει- A Narm ubi Deum et Ρatrem dixi! unigenito Filio m2.
πών τον Θεόν και Πατέρα του Μονογενούς Yίου, και jorem, et eos qui equalein dicunt, dementie insi.
τοις το ίσον λέγουσι μανίαν επικαλέσας (84), ως αυτός ηulavit ; quasi suppeterent sibi ea de re demonstra
αναντιρρήτους έχων τούτου τάς αποδείξεις, μικρόν εiοues, quibus non possit contradii, paululum pro
υποβάς σκέψασθε οία γράφει. gressus qualia scribat, expendile .
ΕΥΝ. 'Αλλ' ότι μεν εις ο τών όλων Θεός αγέν- Ευχ, Verum, quod unus sit universorum Deus
νητος και ασύγκριτος, πλειόνων όντων των παρα ingenitus atque incomparabilis, pluribus omissis, ea
λελειμμένων , αποχρών, ηγούμαι, και τα ρηθέντα για dicta sunt, pulo, sufficiunt ad demonstralio
προς απόδειξιν. nem ,
ΒΑΣ. Eρωτάσθω τοίνυν, ει ασύγκριτος ο Θεός , ΒAs. Interrogetur itaque : si incomparabilis 237
πόθεν αυτού ή υπεροχή κατελήφθη; Το γάρ μείζον est Deus , unde presentia ejus comprehensa est ?
εκ της προς τα υπερεχόμενα παραθέσεως θεωρεί- Quippe id quod majus est ex comparatione eorum
εαι. Πώς oύν και αυτός και μείζων εστί και απαρά - quae superantur, estimatur. Qui igitur fieri potest,
θετος ; Αλλ'ένα μεν παρηλλαγμένην του Θεού την ut iden el major sit et incomparabilis ? Veruin υι
ουσίαν προς την του Μονογενούς επιδείξη, συγκρι- Dei substantiam ab Unigeniti substantia divers.
τικώς λεγόμενον το μείζον εις την της ουσίας δια- B ostenderet,illud, majus, ceu comparative usurpatum
φοράν εξεδέξατο · ίνα δε πάλιν εις το ομότιμον τη pro substantie diversilale accepίι : rursus, ut ad
κτίσει τον Μονογενή καταγάγη, ασύγκριτος είναι creature aqualitatem Unigenitam detrudat, Palream
τον Πατέρα νομοθετεί· καινήν τινα και ασύγκριτον Sancit esse incomparabilem. Novamquidem ac vere
όντως την οδόν της βλασφημίας επινοών · εν προσ incomparabilem blasphemiæ viam commcnlus es :.
ποιήσει δη του ύψουν και εξαίρειν τον Θεόν και φui interea dum exaltare se ac extollere Deum e!
Πατέρα, του Μονογενούς Υιού και Θεού την δόξαν Patrem simulat, imminual Cnigeniti Filii et Dei ma
κατασμικρύνων » του Κυρίου δια μαρτυρουμένου
PAY και jestalem ; quanquam Dominus testaltur ac dicit :
APO
λέγοντος TO τον Υιόν,
· Ο μη τιμών ου τιμά τον Qui non honorat Filium, Patrem non honoral 15 , el ,
Πατέρα και• Ο αθετών έμε ουκ εμε άθετεί: Qui me contemnit, non me contemnit, sed eum qui me
αλλά τον πέμψαντά με. 'Αλλ' ο εχθρός της αλη - misil 16. Sed veritatis inimicus, cujus opera ac im
θείας, και ενεργών τα τοιαύτα λέγειν και γράφειν pulsu isti haec dicunt scributique, illud vidit, quol
αυτοίς, είδεν εκείνο (83), ότι, ει προς την σύνεσιν si eos circa glorie Unigeniti cognitionem exceca
αυτούς της του Μονογενούς δόξης αποτυφλώσειε, και rit, etiam ipsius Dei ac Patris cognitionem simul
την αυτού του Θεού και Πατρός γνώσιν συναφαιρή - ablaturus essel : ut etiamsi videantur prerogalivas
σεται» ώστε , ει και δοκούσιν υπερβολάς τινας νέ- C quasclam Deo et Patri altribuere , nullum tamen in
μειν τω Θεώ και Πατρί , μηδέν αυτοίς όφελος είναι de emolumentum consequantur, cum eis ejus vie,
της προς αυτόν αγoύσης οδού την γνώσιν αφηρη- que ad ipsum ducit, adempla notitia sit. Νam et
μένοις. Επειδή και Ιουδαίοι δοξάζειν τον Θεόν Jadei gloria Deum officere se putant ; el audias gen
οίονται , και Ελλήνων τις ακούσεται βουλομένων tiles nonnullos, qui aliquid veiint magni de Deo di
τι μέγα περί Θεού λέγειν · αλλ' όμως ούκ άν τις cere : sed ab iis absque fide in Christum per quem
είπου μεγαλύνειν αυτούς τον Θεόν άνευ της εις Χρι- ad cognitionem accessus Δι, Deum magnificari dixe
στον πίστεως , δι' ου η προσαγωγή της γνώσεώς τίt nermo.
εστιν.
27. 'Ασύγκριτον ουν τον Θεόν λέγει , ίνα δειξη 27. Incomparabilem igitur dicit Deum, ut Filium
Υιόν ίσον όντα τη κτίσει , εν τώ ομοίως της δόξης in eo creaturis equalem esse ostendat, quod pariter
του Πατρός απολείπεσθαι · διότι τα (86) ίσω μέτρω abest a majestate Patris. Que enim equali supe
υπερεχόμενα ίσα αλλήλοις αναγκαίως εστί. Τοσού- rantur mensura, equalia inter se necessario sunt.
τον δε υπερέχεται κατά τον τούτου (87) λόγον υπό Tantum autem superatur secundum hujus senten
του Θεού και Πατρός και Μονογενής Υιός, όσον και των p tiam a Deo et Ρatre unigenilus Filius, quantum et
άλλων έκαστον. Τοιούτον γάρ έστι το ασύγκριτον, aliorun singula. Νam quod comparari non polest, id
και πάσιν ομοίως έστιν απροσπέλαστος και ανέφικτον. ejusmodi est, ut omnibus pariler inaccessum sit at
Ει δε ίσον (88) τοις άλλοις του Πατρός απολείπε - que impervium. Quare si Filius a Patre aque dist:il,
ται, ίσος εκείνοις έστι μεθ' ών απολείπεται . Τί ούν atque res alie , equalis est iis quibuscium ab illo di .
της βλασφημίας ταύτης χείρον είπoιεν αν Ιουδαίοι ; stat. Quid igitur hac blasphemia pejus dixerint Ju
τί δε των εθνών λεγόντων εστίν ακούειν; Και ουκ dei ? quid deterius ex gentibus audire possunus ?
ερυθριώσιν οι τον του Θεού Λόγον πρεσβεύειν σχη- Nec pudes eos qui se Verlbum Dei colere ungunt,
ματιζόμενοι, Ιουδαίους και "Έλλησι φίλα και προσ - Judeis ac gentilibus jucunda documenta atque fanmi
18 Joan. V, 25 . 16 Luc. Χ, 16.
(84) Reg . Ierlius in margine manu paulo recen 87) Codices aliquot τον τούτων, uti sentiunt Eu
tiore επεγκαλέσας. nomniani.
(83) Reg. quariuς οίδεν εκείνο , πουit illud, el ita (88) Eiili, Ει δε το ίσον. Αι mss. antiquiores , Ει δε
quoque legitur in Colbertino , sed secunda manii . Poov.
186) Codex unus διό τά. Αlii duo διότι και τα.
571 S. BASILII MAGNI
liaria proponere. Νam si Deo el Patri non compara- Α ήγορα (89) διδάγματα προτεινόμενοι. Ει γάρ με
tur, quemadmodum neque angeli, neque cαlum, συγκρίνεται τώ Θεώ και Πατρί (90) , ώσπερ ούτε
sunt ullum, neque plantarum ulla ; quomodo a pro - των εν αυτή ζώων τε και φυτών έκαστον πώς μεν
priis creelaris erit diversus ? contra , unde illi cum την διαφοράν έξει προς τα οικεία κτίσματα ; πόθεν
Palre conjunctio ? Ego, inquit, el Paler unum ει- δε αυτών προς τον γεννήσαντα ή οικειότης ; Εγώ,
mus 11. Rursus enim ejusdem dicti faciamus men- φησί, και ο Πατήρ έν έσμεν. Πάλιν γάρ του αυτού
lionein. Hoc, die mihi, nonne verbum est compa- μνημονεύσωμεν (91). Τούτο, είπέ μοι, ουχί συγκρί
rantis seipsum ? Quid dico comparantis ? inno uniera- νοντος εαυτόν εστι το ρήμα ; Τί λέγω συγκρίνοντος;
tis , ut ita dicam, et nature similitudinem integerri - ενούντος μεν ούν, ως ειπείν, και το της φύσεως
mam hinc declarantis ? Ηic vero incomparabilem απαράλλακτον ( 92) παριστώντος εντεύθεν. Ο δε
esse Deum statuit . Ει bonitas 238 quidem Dei ac ασύγκριτον είναι τον Θεόν αποφαίνεται. Και η μεν
Salvatoris nostri Jesu Christi, homines, prout capere αγαθότης του Θεού και Σωτήρος ημών Ιησού Χρι
possumus , per studium ac exercitationem bonorum στου τους ανθρώπους (93), καθόσον εσμέν χωρητι
operum eo adducit , ut fiant Deo universorum consi- και κοί, διά της μελέτης και της ασκήσεως των αγα .
miles, dum dicit : Silis perfecti sicut et Paler vester " θών έργων τη προς τον Θεόν των όλων όμοιώσει
celestis perfectus est 18; hic autein Unigenitum na- προσάγει εν οίς φησι : Γίνεσθε τέλειοι καθώς και
turali cum Patre conjunctione, quantum in ipso est, ο Πατήρ υμών ο ουράνιος τελειός έστιν ούτος
privat. Sed et haec ratio sic adversus hunc ipsum δε τον Μονογενή την εκ φύσεως αυτό υπάρχουσαν
relorquebitur. Elenim si incomparabilis est Pater, προς τον γεννήσαντα οικειότητα (91) , το εις αυτόν
unde Filium dissimilem esse demonstrabit ? Ει vero, ήκον, αποστερεί. Καίτοι και ούτως ( 95) αυτώ εις το
si ex essentiarum inter se comparatione dissimili εναντίον ο λόγος περιτραπήσεται. Ει γάρ ασύγκρι
Ludinem invenisse se dicturus est , qui fieri polest τος ο Πατήρ, πόθεν λαβών της ανομοιότητος του
ut incomparabilis sit qui talis est ? Sin autem ne Υιού τάς αποδείξεις παρέξεται; Ει μεν γάρ, αντι
comparatur quidem ullo modo, quomodo potuit di- παρεξετάζων τάς ουσίας αλλήλαις, ευρηκέναι φήσει
versitatem cognoscere ? Sic inalum non bono S0- το ανόμοιον, πώς ασύγκριτος ο τοιούτος , ει δε ουδε
luni videtur adversari, sed ipsum eliain sibi. συγκρίνεται την αρχήν (96), πως επιγνώναι το
διάφορον ηδυνήθη; Ούτως έoικε το κακόν ου το αγαθό εναντιούσθαι μόνον , αλλά και αυτό εαυ
τω (97).
17 Joan. 1, 30. 18 Matth. 1, 48.
(89) Illud,saa xal mposhyopa , simavis, ita cum C multo esse, solere aliquid fieri, aliud semper fieri,
Coinbefisio interpretare : jucunda ac favellia . Verba autem privativa solent quidem genitivo rei
(90) Dissident quidem inter se ellili et libri vele- jungi : sed id non semper lieri constat ; imo non rare
res : sed ita, ul sententia eadem semper reinaneal. regunt duos accusativos. Quare nullam video calle
Editi συγκρίνοιτο τω Πατρί. Codex unυς συγκρίνεται Sain , cur editiones veteres tot codicum numero Snf
τω Θεώ Πατρί. Αlius συγκρίνεται τω Θεώ και Πατρί, fulias sequi nobis non licent. Lege Thesaurum. Ve
el ita loqui solet Basilius. Denique alii duu mss. leres aliquoi libri üstápxougav após Toy YEYE VVT,
κότα.
( 91) Editi μνημονεύσομεν. Codices tres μνημο- (95) Editi και ούτος .Libri antiqui και ούτως. Vox
νεύσωμεν, recle. TOLOŪTOS, quæ aliquanto post legitur, lioc loco debet
(92) Illud, td á Ten párlaxtOV , non qualemcunque sumi pro eo qui coinparalur ac confertur cum alio.
similitudinem signilical, sed eam , quæ omnis dissie ( 96) Ilud, την αρχήν, non raro Sumitur adver
militudinis expers sit, sic ut idem si! quod identilas bialitér pro eo , quod esi, inilio, omnino, etc., nec
apud theologos. debueral interpres sic vertere : Quod si nec initium
(93) Hunc locum ila Trapezunlius verterat : quidem comparationis habel.
omnes homines perducit : in quo a Combeſisio jure (97) Post vocem tautò in Regiis primo, secundo
reprehendiluir, quod vocem oinnes de suo addiderit. et sexto sequuntur illa , ou yévolto lutpūsa ! fuis
(94) Editiones Ven. el Basil. el Stepliani et sex χάριτι του Κυρίου ημών Ιησού Χριστού , μεθ' ου το
mss. την εκ φύσεως αυτό υπάρχουσαν.... οικειότητα . ανάρχω Πατρί δόξα συν αγίω Πνεύματι νυν και αεί
Edirtio Paris. et Reg. Secundus της εκ φύσεως αυτών και εις τους αιώνας : quorum verlborum interpreta
υπαρχούσης.... οικειότητος, el ita legendum esse tionem Latinam cum vidissel Ducaus in editione
censel Ducæus. Sed ipsuin audire præstal. Solet Parisiensi, conquestus est Græca ex suo codice
enim , inquii, ex regulis grammatices Otepéw genitivo Regio addita non ſuisse. Sed ea in re viro doctissi .
rei jungi, qua privalur aliquis, ul stepeislan xep2 - mo assentiri non queo, cum ejusmodi clausolas a
añis, otepeislai tos Trólews, capile vel urbe privari. librariis addi solitas, neino qui paulummodo in re
Seu nou animadvertit vir alioqui doctissimus, aliud leribus libris legendis versalus sit, igouret,
573 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . II. 574

ΠΡΟΣ ΕΥΝΟΜΙΟΝ (98) ΛΟΓΟΣ Β'.

ΠΕΡΙ ΥΙΟΥ.

ADVERSUS EUNOMIUM LIBER SECUNDUS.

DE FILIO .

1 . Έν τοίνυν τους περί Θεού των όλων λόγοις Α 1. Ιtaque posleaguam in iis quos de Deo univer .
υποκατασκευάσας όσον αδύνατο τάς εις τον Υιόν του Sorum habuit sermonibus praestruxit , quoad po
Θεού βλασφημίας, αυτό λοιπόν επαφήκε το Μονογε- tuit, in Dei Filium blasphemias , deinceps in ipsum
νει Θεώ την γλώσσαν. Τί γάρ φησι ; unigenitum Deum immittit linguam . Quid enin .
dicit ?
EYN. Και είς Υιός. Μονογενής γάρ, περί ου ενην Eun. Elunus Filius. Unigenitus enim , de quo
μεν τας των αγίων φωνάς παραθέμενον, δι' ών Υιόν sanctorum voces per quas Filium el genituram et
και γέννημα και ποίημα καταγγέλλουσι, ταϊς των creaturam predicant, si protulissemus ; sic po
ονομάτων διαφοραίς και την της ουσίας παραλλα- teramus , substantiae etiam diversitate per nomi
γήν εμφανίσαντας , απηλλάχθαι φροντίδων και πρα- num diversitatem declarala, curis liberi esse al .
γμάτων · διά δε τους σωματικήν την γέννησιν υπο- que negotiis. Sed propter eos qui generationesia
λαμβάνοντας , και ταις ομωνυμίαις προσπταίον- corporearm intelligunt , et quibus voces ambigue
τας, αναγκαίον ίσως και περί τούτων διά βραχέων sunt oftensioni, necesse forte fuerit de iis etiam
είπεϊν. pauca dicere.
ΒΑΣ. Ταύτα μεν (99) o Ευνόμιος . Εγώ δε, ει μεν ΒAs. Hec quidem Eunomius. Ego vero si opor
ούτω χρή διανοείσθαι περί του λόγου παντός, ως B teau de tota Oratione sicut de re ficta sentire, qua
πλάσματος οία εν τοις διδασκαλείοις της ματαιότητος lia in vanitatis scliolis proponuntur adolescentibus
είς μελέτης του εν τω ψεύσματι πιθανού τοις μειρα - ad exercitationem, ut apparent in mendacio verisi
κίοις προβάλλεται (επειδή και παραπλησίως εκείνους militudo (siquidem ut illis contingit, ita hic pugna
πάντα σκιαμαχία προσέoικε : προς κατηγόρους τε adumbrale similia sunt omnia : pugna videlicet
μάχη μη ύφεστώτας και απολογία προς κατηγορίας coulra accusatores qui non exstant : apologia ac
ου προρρηθείσαν · και λόγος (1) προς δικαστές τους responsio ad accusationem non prenuntiatam ;
ουδα μου φαινομένους) : ει ούτω χρή και τούτων Oratio ad judices qui iusquam comparent ) ; si , in
ακούειν, αυτός τε αφίημι την εξέτασιν, και παντί quam, et hoc audire oportet, tumipse de iis in
παραινώ μηδέν των ειρημένων περιεργάζεσθαι · ει quirere desino, tum omnes admoneo, ut nihil en
δε μείζον εστι το επάγγελμα, και πολλοίς γέγονεν rum qua dicta sunt, salagant. Sin majus est quod
υπόνοια (2), είναι τινα παρ' αυτό της αληθείας promittit ; et multis aloria est suspicio, aliquam
φροντίδα , ανάγκη πάσα των ειρημένων έκαστον διευ - esse apud eum veritatis curam, necesse omnino
θύνειν εις δύναμιν. Τις αν ούν τρόπος τηςεξετάσεως fuerit singula 239 verla pro nostra virili parte
δικαιότερος γένοιτο, ή τοϊς διδάγμασι (3) τοίς παρά . confulare. Quis autem expendendi nuodus justior
του Πνεύματος ημίν δεδομένοις τον λόγον συγκρίνον- " fuerit , quam si dalis nobis a Spiritu documentis
τας, ο μέν αν εκείνοις συμφωνούν εύρωμεν καταδέ - Orationen conferentes, quod quidemillis cousonum
χεσθαι , το δε εναντίως έχοντι απιστείς και ως invenerimus, id suscipianus : quod vero iis adver
εχθρόν αποφεύγειν ; salur, id nequaquam credamus atque ut inimicum
effugiamus ?
2. Πρώτον τοίνυν εκείνο δεικνύτω, τίνες των αγίων 2. Ρrimum itaque illud qslendant, qui sint sancti
(98) Regii prinus et sextuς Τού αυτού λόγος β', (1) Codex unus και λόγοι. Αlii tres mss. και λό
ανατροπή του αθέου δόγματος του Ευνομίου . Ejus- γοις, corruple.
cem tiber secundus. Eversio impii dogmalis Eunomii. (2) Codices duo šYYÉyovSv UTÓVO!A .
Reg. Secundlus Του αυτού περί Υιού λόγος δεύτερος, (3 ) Antiqui duo libri ή τοίς δόγμασι , et it: quo
avatpoton, etc., lit supra. Eilinio Paris. Kat' Eůvoulou que legitur in aliis duobus mss., sed in ora liliri
του δυσσεβούς λόγος β' Codex Colb. et Reg. tertius duntaxal, in contextu vero scriplum invenilur fiĉ3
u in contexlil. Yuasi : quam uliishani lectionem prxſerunt quoque
99) Editi Ταύτα μεν ούν. Vox oύν in mss. deest. editi et alii tres inss.
573 S. BASILII MAGNI 576
qui genituram et faclaran Clhristum appellarint? Α γέννημα και ποίημα τον Χριστόν προσειρήκασι ; ποίας
quas Scripturarum voces habeat ad dermonstratiο- έχειφωνές τωνΓραφών είς απόδειξιν ; Ει γάρ τή του
nem ? Nain si beati Petri voce que in Actis apo- μακαρίου Πέτρου φωνή τη εν ταις Πράξεσι των απο
stolorum conscripta est, innstitur, ubi dicit : Sciαι στόλων αναγεγραμμένη επιστηρίζοιτο, ένθα φτσί :
Ποια domus Israel, quod Dontinumipsum et Christum Γινωσκέτω πάς οίκος Ισραήλ, ότι Κύριον αυτόν
fecit Deus, hunc Ιεεum quem vos crucifixistis 19 : και Χριστόν εποίησεν ο Θεός, τούτον τον Ιησούν,
primum quidem id testimonium convenientiam nul- όν υμείς εσταυρώσατε: πρώτον μεν ουδέν οικείον
laim habet cum gunsilo. Nam ostensurum se pro- έχει το ζητουμένω η μαρτυρία . Επαγγειλάμενος
fessus, Filium a sanctis facturam dicturn fuisse, γάρ δείξεις παρά των αγίων ειρήσθαι ποίημα τον
testimonium perlhibet de Deo et Ρatre, quod fece- Υιόν, την μαρτυρίαν παρέχεται περί του θεού και
rit. Non enim illud dixerit, licere sibi, tum cum Πατρός, ότι εποίησεν. Ου γαρ εκείνό γε αν είπου,
de lantis rebus sermo instituitur, derivationes quas . ότι έξεστιν αυτώ εν τοις περί των τηλικούτως λόγους
dam ac variationes nominum excogitare. Enimvero παραγωγάς τινας και παρασχημαστισμούς των ονε
si vel oliosi verbi penas in die judicii dabimus ; μάτων επινοείν ( 4). Ει γάρ και αργού λόγου ευθύ
multo minus si quidquam in lantis rebus innova- , νας υφέξομεν ενημέρα της κρίσεως, ή που γε το περί
mus, id nobis citra penam remittetur. Fortasse P των τηλικούτων καινοτομείν ανεύθυνον ημίν αφεθή
enim illud quidem tanquam consentaneum de Deo σεται. Τάχα γάρ που το μεν ( 5) ώς πρέπον επί Θεού
el, Patre dici, a divina Scriptura edocli sumus : και Πατρός λέγεσθαι παρά του θείου δεδιδάγμεθα
sildendo ostendit. Quomodo igitur tulum fuerit, voce εσιώπησε το Πνεύμα το άγιον ενεδείξατο. Πώς oύν
Fecit immutata, universorum factorem faciuram ασφαλές την, Εποίησε, φωνήν μεταρρυθμίζοντα
dicere ? Elenim si appellatio eiusmodi ei couveni- ( 6), ποίημα λέγειν τον ποιητής των όλων; Ει γάρ
ret, utique non fuisset pretermissa 2 Spiritu silein- έπρεπεν αυτώ προσηγορία τοιαύτη, ουκ αν εσιωπήθη
ιιο. Ιn creaturis quidem reperimus a verbo Fecil παρά του Πνεύματος . 'Αλλ' επί μέν της κτίσεως
desumptam fuisse facture appellationem : in Filio εύρομεν από του , 'Eποίησε , την του ποιήματος
autem Dei non item. In principio enim Deus feciι προσηγορίαν μεταληφθείσαν επί δε του Υιού του
celum et terram10. Ει rursus : In facturis manuum Θεού (7) ουκέτι. Εν αρχή γάρ εποίησεν ο θεός
1uarum meditabar 11 . Ει , Enimavero que sunt invi - τον ουρανόν και την γην • και πάλιν : Εν τοις
sibilia illius , et creatione mundi , dum per facluτας ποιήμασι των χειρων σου έμελέτων · και, Τα ( 8)
innolescunt, perspiciuntur 11. Sic Scriptura in qui- C γάρ αόρατα αυτού από κτίσεως κόσμου τοίς ποι
Dυς opportunum est usurpanς ιoς πomen, id de ήμασι νοούμενα καθοράται. Ούτως εφ' ών εστι
Domino nostro el Salvatore Jesu Christo, tanquam χρήσιμον το όνομα παραλαμβάνουσα η Γραφή, επί
glorie ejus majestalen haud decens, obticuit. Sed του Κυρίου ημών και Σωτήρος Ιησού Χριστού (9),
tamen et asciam, et lapiden angularem, et lapidem ως ου πρέπον το μεγαλείο της δόξης, παρεσιώπησε.
ofensionis, et petram scandali , et aliis ejusmodi Νυν δε αξίνην μεν και λίθον ακρογωνιαίον , και λίθον
nominibus, in quibus non multum videtur inesse προσκόμματος , και πέτραν σκανδάλου, και τοιαύτα
Jaudis, iis, qui uominum significationem non as- έτερα εν οίς ου πολύ δοκεί το εύφημον είναι τοις μη
sequuntur, Doninum glorie appellare non erubescit ; καθικνουμένους της σημασίας των ονομάτων, τον Κύ
at facturam usquam omniuo nominavit . Αι vero ριον της δόξης προσαγορεύειν ουκ επαισχύνεται :
lic ab ipsis Sanctis hoc se nominis accepisse ait, ποίημα δε ουδαμου το παράπαν ώνόμασε. Καίτοι γε
ut non suos solain equales, sed sancios etiam quί ούτος παρ' αυτών ειληφέναι των αγίων το όνομα
olim fuerunt, calumniis suis involval. τούτό φησιν, ίνα ταις συκοφαντίαις μή μόνον (10)
τους κατ' αυτόν περιβάλη, αλλά και τους πάλαι ποτέ
γενομένους αγίους.
5. Verum przelerquarm guol ob periculum non ν 3 . "Ανευ δε του μη χρήναι διά το επικίνδυνον τους
oportet talia audere, neque Domini nonlina a seipso τοιούτοις επιτoλμάν, και τα του (11) Κυρίου ονόματα
Transformare : preterea ne ipsa quidem Apostoli παρ' εαυτού μεταπλάττειν· έτι ουδέ ή του Αποστό

18 Act. 11, 56. 20 Gen. 1, 1. 11 Psal, CX11, 3. 13 Rom. 1, 20.

(4) Reg. quarius in margine ονομάτων επικρα -
τείν.
(5 ) Hoc dicit Basilius : Scriptura cum de Palre
sermonem habel, verbo fecit ulilur, ut ostendal hoc
verbum Patri lanquam rerum omnium conditori
convenire : contra, cuide Filio loquitur, nunquam
vocean faclare usurpat, ut doceanur id nomen ei,
qui pariter rerum conditor est, non congruere. An
ιιααι quatuor libri Τάχα γάρ που το μεν . . . λόγου,
το δέ. Editi τάχα γάρ τούτο μεν ... λόγου, τούτο δέ.
Hoc ipso in loco editi ci duo mss. ουχ αρμόζειν.
Αlii quinque mss. ούχ άρμόζον.
( 6) Editi μεταρρυθμίζοντας. Αntiqui sex libri μετ .
a doublecorta , quomodo lulum ſuerit ei qui ex verbo
fecit vocem factiiræ concinnuvit ?
( 7 ) Alii tou Yio xal OEOU .
(8) Editi και πάλιν τά . Codices multi και τα .
(9) Edili Κυρίου και Σωτήρος ημών Ιησού. Αι
mss. Uli in coniexlil.
(10) Reg. quartις μή μόνους .
(15) Editi επιτoλμάν, κατά του. Αntiqui tres libri
επιτoλμάν, και τα του, recle.
67 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . II. 378
νούς ημίν παρίστησι, περί ής ο λόγος εν τώ παρόντι. A cula fuit subsistentiam : de qua nunc nobis sermo
Ουδε γάρ περί της ουσίας αυτής του Θεού Λόγου , est. Νeque enim de substantia ipsa Dei Verlii, qιιοι!
του εν αρχή όντος προς τον Θεόν , αλλά περί του in principio erat apud 240 Deun 11, sed de eo qui
κενώσαντος εαυτόν εν τη τού δούλου μορφή, και γε- seipsum esinanivil in Torina servi *, ct facius cs!
νομέςκαι στα τούτοτ
νομένου συμμόρφου . ω σώματι της ταπεινώσεως confortuis corpori humilitatis nostre 18, ac cruci.
ημών, και σταυρωθέντος εξ ασθενείας , σαφώς δια » fixus est ex infirmitate ?s, clare ac perspicue disse
λέγεται. Και τούτο παντί γνώριμον τω και μικρών rit. Ει Ιιοc notum est omnibus qui vel parum ad
ης δωσι το
επιστήσαντι της αποστολικής λέξεως τω βουλήματι, apostolice dictionis sensum animum intenderunt,
ότι ουχί θεολογίας ημίν παραδίδωσι τρόπον, αλλά quod non lheologiae nobis modum tradit, sed dis
τους της οικονομίας λόγους παραδηλοί. Κύριον γάρ, pensationis rationes declarat. Dominum enim, in
φησί, και Χριστόν αυτόν (12) ο Θεός εποίησε, quit , et Christum ipsum Deus fecit , hunc Jesumm
τούτον τον Ιησούν όν υμείς εσταυρώσατε , τη quem vos crucifaistis 1 : hac demonstrativa voce
δεικτική φωνή μονονουχί προς το ανθρώπινον αυτού in humanitatem ejus atque in id quod oculis om.
και δρώμενον πάσι προδήλως επερειδόμενος. Ο δε nium subjectum eral tantum non aperle inten..
την, εποίησεν, φωνήν εις την αρχήθεν γέννησιν (13) tus. Hic vero vocem fecit ad earm Unigenili gene
του Μονογενούς μεταφέρει. Και ουδε εκείνο αυτόν B rationem que a principio fuit, transfert. Ει μe il
δυσωπεί, ότι το , Κύριος, ουκ ουσίας εστίν, αλλ' εξου - Iud quidem eum pudore odicit , guod vox Dominus
σίας όνομα. "Ωστε ο ειπών , Κύριον αυτόν και Χρι - γιοη ποιnen sit stilbstantiae, sed potestatis. Quare qui
στόν ο Θεός εποίησε, την κατά πάντων αρχών dixit, Dominumήρεμη οι Christum Deus fecit, prin
και δεσποτείαν λέγει την παρά του Πατρός επιτρα- cipalum ac dominium in omnes ei a Patre traditum
πείσαν αυτώ, ου την (14) εις το είναι πάροδον αυτού dicit, non illius ad esse transitum narrat. Ει qui.
διηγείται. Ταύτα μεν ούν μικρών ύστερον επιδείξο . den: haec paulo post ostendemus; can convinceimus
μεν, όταν ελέγχωμεν αυτόν παρά το βούλημα του illum Scriptura testimonia praeter Spiritus volun.
Πνεύματος τας εκ της Γραφής μαρτυρίας παρατιθέ- talem proferre in inedium : sed nunc ad verba co
μενον νυνι δε επί τα συνεχή του λόγου προϊωμεν. therentia progrediamur . Quid ergo hoc nomen sili
Τί ούν αυτώ βούλεται το όνομα τούτο; και τι δή - νult ? qua .tandem de causa faciuram facto
ποτε ποίημα προσαγορεύειν τον ποιητήν τών όλων τem oιnnium appellare aggreditur ? Ipse se fa
επιχειρεί; Σοφίσματι κιβδήλω παρακρουσάμενος εαυ- cata cavillatione decipiens, substantia etiam diver
τον, οίεται ταϊς των ονομάτων διαφοραίς και της sitatem una cum luminum discrimine Ostendi
ουσίας παραλλαγής συνεκφαίνεσθαι (15). c existimat.
4. Καίτοι τις αν τώ λόγω τούτω σωφρονών πρόσ- 4. Sed quis mentis compos ad Ηanc Nententiam
θοιτο , ότι ών τα ονόματά εστι διάφορα, τούτων παρ- accesserit, quod quorum nomion Sunt diversa, bo.
ηλλάχθαι και τας ουσίας ανάγκη και Πέτρου γαρ και rum etiam substantias diversas esse necesse sit 1
Παύλου, και άπαξαπλώς ανθρώπων πάντων προσ- Petri enim et Pauli, et in summa , hominum cm
ηγορίαι μεν διάφοροι, ουσία δε πάντων μία . Διόπερ εν nium appellationes sunt quidem diversα : sed la
τοις πλείστοις οι αυτοί αλλήλους εσμέν τοις δε ιδιώ- men omnium una substantia est. Οuapropter in
μασι μόνοις (16) τις περί έκαστον θεωρουμένοιςέτερος plurimis iidem inter nos sumus, et solis proprieta
ετέρου διενηνόχαμεν. "Οθεν και αι προσηγορίαι ουχί tibus que in unoquoque considerantur, alter ab

(17) Πέτρον , ου την ουσίαν αυτού νοούμεν εκ του Iar, significant. Itaque cuum audirmus Petrum, non
ονόματος ουσίαν δε λέγω νυν το υλικόν υποκείμενον ejus substantiam hoc nomine intelligitnus (substan
όπερ ουδαμώς σημαίνει τούνομα), αλλά τών ιδιωμά- tiam autem nunc dico materiale subjectum, quod
των & περί αυτόν θεωρείται την έννοιαν εντυπού- nequaquam eo nomine significatur), sed proprieta
μεθα. Ευθύς γάρ εκ της φωνής ταύτης νοούμεν τον D tes que circa eum considerantur, cogitatione de
του Ιωνά (18), τον εκ της Βηθσαϊδά , τον αδελφόν pingimus. Illico enim per hanc vocem intelligimus
» Joan.1, 2. 16 Philip. 1, 7. 21 Philip. 11, 21 . 16 H Cor. 1ιι, 4. • 17 Aci. 1, 56.
(12) Sic antiqui tres libri. Vox auto in vnigaitis Trapezunlji emendans Combeſisius sic scripsit :
desiderabatur. Illud quod mox sequitur, προδήλως quod naclus est, ul exsct, subobscurius. Ad verbum
έπερειδόμενος , sic ad verbum interpretari poteris , vertimus, non Laline quidem , sed fideliter tamen ,
lanium non palam incunibens. Hoc est, apostolus non ejus ad esse transitum narral : hoc est, Nons
Petrus per vocem hunc tantum non commonstravit marrai quomodo huic pervenerit, il sit.
humanitatem Christi Domini : aut, si maris, apo - (15 ) Reg . quarluis ouvel.coalveolal.
stolus Petrus per vocem hunc iam perspicue horma (16) Editi cum Reg. quinto ιδιώμασι μόνον. Αlii
nilalem Chrisii Domini judicavit, uteam lantının quinque inss. μόνοις.
που oculis subjiciat. Reg. tertius προδήλως απερει (17) Cofex unus " Οταν γάρ. Αt Coll». et Reg.
δόμενος . 1ertius "Οταν ούν ακούωμεν. Editi "Οταν γούν ακού
(13) γέννησιν
Reg . tertiuς αρχήθεν γένεσιν . Αlii mss . cum σωμεν.
editis . (18) Eliti νοούμεν Πέτρον , τον του Ίωνα. Vox
(14) Illud , où thu, etc ., ita verterat Trapezunlius, Néspov deest in Colb . el in Reg. tertio ; nec dubiuose
non quomodo esse cæperil, narral. Interpretationem est, quin melius absit. Lege Ducxun ).
ΡΑτιοι.. ( η.ΧΧΙΧ. 19
 579 S. BASILII MAGNI 50
Jone filium, qui fuit ex Betlisaida, Andren fra- Α Ανδρέου , τον από αλιέων εις την διακονίαν τηςαπο
trem, qui ex piscatore ad apostolarus ministerium στολής προσκληθέντα, τον διά πίστεως υπεροχήνεφ'
vocatus est, qui quoniam fide prestabat , Ecclesiae εαυτόν (19) την οικοδομής της Εκκλη μιας δεξάμε
dificationem in seipsum recepίι : quorum nihil νον· ών ουδέν έστιν ουσία, ώς ή υπόστατες (90) νοου
quidquam essentia est, si essentia 1: ιquam sub- μένη. " Ωστε το όνομα τον χαρακτήρα μεν ημίν αφ
stantia intelligatur. Quare nomen cl :iraclerein qui ορίζει τον Πέτρου · αυτήν δε ουδαμού παρίστησε την
«lein Petri nobis circunuscribil : ipsam vero essen- ουσίαν. Πάλιν ακούσαντες Παύλον , ετέρων ιδιωμά
tiam nequaquam exhibet. Rursus,cum Paulum audi των συνδρομήν ενοήσαμεν» τον Ταρσέα, τον Εβραίον,
mus, 241 aliarunm μroprietatum intelligimus con- τον κατά νόμον Φαρισαίον , τον μαθητών Γαμαλιήλ,
Cursina, Tarsensem, Hebreum, secundum legem τον κατά ζήλον διώκτης των Εκκλησιών του Θεού,
Phariseum, Canalielis discipulum, amulationis ergo τoν εκ της φοβεράς οπτασίας εις την επίγνωσιν
Ecclesiarum Dei persecutorem, ex tremendo vis0 ευαχθέντα (21) , τον απόστολον των εθνών. Ταυτα
ad agnitionem pereluctum, apostolum gentium. Hec γάρ πάντα εκ μιάς φωνής της Παύλος περιορίζεται.
enim omnia una Pauli voce circunscribuntur. Αt- Καίτοιγε, είπερ αληθές ήν, ότι ών τα ονόματα δι
φui, si verum esset essentias eorum quorum nomina ενήνoχεν, εναντίως έχουσιν αι ουσίαι , έχρήν δή που
diversa sunt, coatrario modo se habere , oporteret B και Παύλον και Πέτρος και απαξαπλώς ανθρώπους
certe et Ρaulum et Petrum et generatin liomines άπαντας έτερουσίους αλλήλους είναι . Επει δε τουτο
ones diverse inter se essentiae esse. Sed cum neino ουδείς ούτως αμαθής και της κοινής φύσεως ανεπί
sil ita ignarus, ita communis natur :imperitus , qui σκεπτος, ώστ' αν ειπείν τροαχθήναι: Εκ τη.lci
1. dicere animum induct : Ε ιuto enim, inquit, γαρ, φησί , διήρτισαι σι , ώς καγώ ουδέν έτερον
forniatus es tu, sicut et ego 18 ; ubi nihil aliud nisi του λόγου ή τοόμοούσιον πάντων ανθρώπωναποστ μαι
earndent essentiam omnium esse significat Scri- νοντος: ψευδής (92) και τη διαφορά των ονομάτων το της
versitatem essentiae sequi figit . Νec enim rerum μασιν ή των πραγμάτων φύσις ακολουθεί, αλλ' ύστερα
natura nomina sequitur ; sed posterius rebus no- των πραγμάτων εύρηται τα ονόματα. Ει γάρ τούτο
mina invenuta sunt. Elenim si id verum essel : φuo- ήν αληθές , έδει και ών προσηγορίαι (23) εισιν αι εν
Γυαι eadem essent appellationes , eorum etiam ται, μίαν και την αυτήν ουσίαν είναι. Ουκούν επειδή
oporterer unam et eandem essentiam esse. Proin - οι κατ' αρετήν τέλειον της του Θεού τροστγορίας
le cum Dei appellatione 5 dignati sint qui in vir- εξίωνται, ομοούσιοι αν είεν τω Θεώ τών όλων οι άν
tile sunt perfecti, essent utique liomines Deo uni- Ορωποι. 'Αλλ' ώσπερ τούτο λέγειν μανία σαφής,
versorum coessentiales. Αι sicut hoc dicere mani- C ούτω κακείνος ο λόγος της ίσης έχεται ταρανοίας.
fesla insania est, sic et sermo ille dementiam non dissimilcm sapil.
5 . Patel igitur ex dictis, quod nomina non si- 3. Φανερον τοίνυν εκ των ειρημένων , ότι και επί
gnificent quoque in Patre et Filio essentiam, sed Πατρός και Υιού ουχί ουσίαν παρίστησε τα ονόματα,
proprietates designent. Nullum igitur locum habet αλλά τών ιδιωμάτων εστι δηλωτικά ώστε μηδεμίαν
is sermo , qui ex Ποιninuno diversitale essentiarum είναι χώραν τα λόγια , εκ της των ονομάτων παραλ
contrarietatem introducit. Ηoc autem modo seipse λαγής την των ουσιών εναντίωσιν παρεισάγοντε.
anle omnia evertit. Νam si faclara el genitura Ούτω δ' αν προ πάντων (24) εαυτόν καταβάλου. Ε :
diferunt inter se ; Unigenili essentia, ex diversi- γάρ διαφέρει ποίημά τε και γέννημα, διάφοροι έσον
tale Hominum consequentes, erunt diverse. Sed si ται του Μονογενούς αι ουσίαι, τη διαφορά των ονομά.
Ιιοc dicere dementium est, neque illud eorum est των επόμεναι. Ει δε τούτο παραφρονούντων ειπείν,
qui rmentiscoupoles sunt. Ηic auten simulat etiam ουδε εκείνο καθεστηκότων. Ο δε και προσποιείται
Πι :ιbere se innumeras demonstrationes, quod Filius μεν μυρίας έχειν τας αποδείξεις του παρά των αγίων
3 sanctis [actura appellatus sit. Αι quasi ad alia , ποίημα τον Υιόν προσειρήσθαι · ώς δε εφ' έτερά
garlan poliora festinarel , in presenti scilicet " τινα τροηγούμενα σπεύδων, υπερτίθεται δηθεν εν
nmentionern diferi. Est autem et hoc artificiosa τώ παρόντι την μνήμην. "Έστι δε και τούτο τεχνικών
versulaque nmalitis , silentium, cum verbisinops est, το κακούργημα , εν οις άπορεί λόγων, την σιωπής
anleponere. Elenium si umbram haberet Testimonii, προτιμάν(23). Ει γάρ σκιάν μαρτυρίας είχε της τον
28 Job XXXII, 6. 29 Psal. LΧΧΧΙ, 6.
(19) Reg. tertius εφ' εαυτού. Ηunc locum in suis (21) Eliti αναχθέντα. Αι mss. plerique omnes
noiis illusirat vir eruditissimus Dirceus. εναχθέντα.
(20) Antiqui tres libri ουσία ή υπόστασις. Αlii tres (22) Editi ουδέν έτερον ή το ομοούσιον πάντων
mss. cum editis ουσία ώς ή υπόστασις , si essentia ανθρώπων απoσημαίνοντος του λόγου • ώστε ευ
tanquam substantia intelligatur, hoc est, si essentia ons: Veleres qualuor libri ul in conlertu, omissa
sumalur simpliciter pro nalura humana , qua Pe - voce WOTE
trus simpliciler erat animal rationale. Ex quo colli. (23) Editi ών αι προσηγορίαι. Αι πιss. ών προς
gere licei,
hunc locum verii debere, quasi scripsisset nyopiai.
Basilius : ουσία νοουμένη ώς ή υπόστασις. Μox eliti ( 4) Προ πάντων, αnte omnia. Hoc est, Suam
el unus ms. app!5€! TOÙ IIétpos. Al mss. quinque prius, quain aliorum opinionem everlil.
à poc ! ©se tov IIé pou , nobis exhibel personam Peirii (25) Velercs aliquoi libri .pottua.
rel, ui loqurulur philosophi, individuum Peiri.
381 ADVERSUS EUTTOMIUM LIB . II. 599
Μονογενή λεγούσης ποίημα , ουκ αν έχεκώφωτο (26) A quo Unigenitus factura diceretur, nonne jain aures
ημών ήδη τα ώτα περιθρυλλούμενα. Είτά φησι , διά nostre his clamoribus circumsonanles obsurduis
τους σωματικήν την γέννησιν υπολαμβάνοντας του sent ? Deinde ait necesse sibi esse propter eos qui
Κυρίου , και ταις ομωνυμίαις προσπαίοντας, αναγ- corpoream Domini generationem intelligunt, el
καίον αυτώ και περί τούτων είναι διά βραχέων εί- φuibus voces ambigue sunt offensioni, de his etiam
πεϊν. Καίτοι τι έκώλυε, ταϊς εκ των Γραφών μαρ- breviter dicere. Sed quid velabat, Grimala Scriptura
τυρίαις τον λόγον εαυτού πιστωσάμενον , ούτως επί lestimoniis oratione sua, ita lemum ad debiliorum
την διόρθωσιν των ασθενεστέρων ελθείν , και την εκ emendationem accedere, atque Orlam ex ambiguis
της ομωνυμίας βλάβην παραμυθήσασθαι, εί τις άρα νοcibus perniciem emollire , si qua tamen unquam
γέγονε ποτέ τισιν ή γενήσεται ; Τίς γάρ ούτω παν- ulli accidit aut acciden ? Quis enim sic omnino men
τελώς σάρκινος (27) την διάνοιαν , και θείων λόγων e carnalis est, el ita divinarum Scripturarum ru
άπειρος, ώστε, ακούων θείας γεννήσεως, προς τας «lis, ut, divina generatione auditis, ad corporeas
σωματικές καταφέρεσθαι φαντασίας, εν αις συμ- imagines deferatur, in quibus congressus sit viri et
πλοκή μεν άρρενος προς το θηλυ, κύησις δε εν μη- nulieris, conceptio in utero, conformatio, contgu»
τρα , και διάπλασις, και μόρφωσις , και τοις καθ- ratio, ac debilis leinporibus progressus in lucenι ?
ήχουσι χρόνοις πρόοδος εις το έξω (28); Τίς ούτω Β Quis adeo belluminus, οι, dum audit Deum Verbum
κτηνώδης, ώστε, ακούων Θεόν λόγον εκ Θεού προελ. ex Deo prodiisse, atque ex Deo genitam esse sa
θόντα, ακούων δε σοφίαν εκ Θεού γεννηθείσαν, προς pientiam, ad corporeos ειfeelus cogitatione dela
τα σώματος πάθη τοϊς λογισμούς καταπίπτειν ; Dalar ?
6. 'Αλλά και τούτο μετά των άλλων ευπρόσωπον 6. Sed nec quoque speciosa verborum forma
αυτο σχήμα των λόγων επινενόηται , ώς της προς 242 una cum alis ei excogitata est, υι, ob quaT:
τους ασυνέτους των αδελφών ευσπλαγχνίας ένεκεν darn erga inmperitos fratres conomiserationem, 1:
τον κόπον της (29) διδασκαλίας δοκείν καταδέχεσθαι. boriosam hanc docendi provincian suscepisse vi
Και τάς μεν (30) σωματικές υπονοίας , τας επί τη «leatur. Ει corporeas quidem suspiciones que es
προσηγορία ταύτη εγγινομένας, επανορθούται δήθεν' hac appellatione oboriuntur, corrigit scilicet : sed
τας δε εκ του ποίημα τον Κύριον ονομάζεσθαι βλά- detrimenta ea, que ob facture nomen Dominoim
βας ου παραιτείται. Καίτοι ό γε (31) σωματικήν εί - positum nascuntur, nequaquam evital. Ει vero ge
ναι την γέννησιν φανταζόμενος , και αυτός αν και επί nerationerm corporean esse qui animo tingit, idem
τους υλικούς της ποιήσεως τρόπους υπενεχθείη . Ου utique ad materiales etiam factionis modos deduci
γαρ δή που μερισμόν μέν τινα και μετάστασιν και ρύ- , poterit. Νec enim partitionem quampiam et trans
σιν της του γεννώντος ουσίας ( 32 ) εκ της φωνής του 4 ilum aut luxum, gui ex generantis substantia fat,
γεννάν ο ασθενής έννοήσει • ύλην δε έξωθεν εκ του is, qui imbecilis est, ex generandi voce intelligel;
μη όντος εισενεχθείσαν εις την, ως υμείς φατε , του materiam vero que extrinsecus es nihilo ad faclus
ποιήματος υπόστασιν , υπολαμβάνειν ουκ έναχθήσε- ra , ut vos dicitis, constituendam substantiam ad
ται. Τίνος ούν ένεκεν τα αρρωστήματα των λογι- vecta sit, non adducettir ut anino concipiat. Cur
σμών των αδελφών εξ ημισείας ιάται, και των σω- igitur cogitationum agritudira, qua fratres labo
ματικήν την γέννησιν (53) υπολαμβανόντων επιμε rant, media ex parle meletur, et eorum qui corpo
λούμενος, τους τη προσηγορία του ποιήματος περι- ream generationein intelligunt, suscepta cura , c08
πταίοντας παρορά ; "Ότι το μέν γεγεννήσθαι πολέ- quibus faciura appellatio offensioni est, negligit ?
μιoν οίδε τοις δόγμασιν εαυτού , του γεννηθέντος οι- Quonian Ic quidem, genitum esse , suis ipsius 6 .
κείως έχειν οφείλοντος πάντως και απαραλλάκτως gmalibus contrarium novit, cum genitus cum ge:hi
προς τον γεννήσαντα το δε πεποιήσθαι φίλον και ιore conjuncle omnino ac citra diversitatem habere
σύμμαχονταϊς εαυτού υποθέσεσι, διά το αλλοτρίου (34) se delbeat; illud vero, faciumesse, cause sueamicum

(26) Codices tres tolmua , xQv txekúpwro , sine D fingat ant partitionem , a: t transilum , aut aliquem
nota interrogationis, etiam aures nostræ obsurduis- ex generantis substantia Nuxum , is, ubi nomen fa
seni, clure audierit, multo magis excogitabil materiam
(27) Legilor in margine Regii quarti oaoxıxos . aliquam ex nihilo sumplam , ex qua constabil faclile
128 ) Edici els ta ŽEW . AT mss. qualuor eis od ra. Vos igitur, qui de Filio loquentes voce factura
έξω. ulin:ini, nec la4new generationis noroine vii vuiliis,
( 29) Codex unus to oxondy tñs, propositum con - minori malo medemini eoruin , qui corpoream fe
siliumque docendi. nerationem commipisci possunt : sed vobis studio
(50) Ulud, vai tas uer , etc., dictum est per iro - non est , majus malum curare eorum , qui sibi per
piain , hac sententia : Quasi vero Eunomius limei, suadere possunt, substantiam Filii ex nihilo sume
ne , generationis audito nomine, corporei aliquid plam esse .
excogitemus ; nec tamen verelur Filium facturum (55) Reg. tertius την γένεσιν . Αlii sex mss . την
pominare. Scilicet Filio convenil magis nomen für γέννησιν. Ιdern codex υπολαμβανόντων προνοούμε
clurie, quam generationis. νος.
(31) Sic mss. plerique omnes. Editi Καίτοιγε ο. (34) lla , διά το αλλοτρίου, etc ., dicta sunt hoc
Mox editi ούτος αν και. Αι duo Diss . ο αυτός αν sensu : Ideo Eunomius libenter voce facliicæ utilur,
και. quod sue opinioni faveai patrocinelurque. Nam
(52) Iloc dicit Basilius : Si quis, generalionis ali - omnis factura alienum quiddam est el peregrinune
tivo nomine, ob ingenii imbecillitatem sibi animo a faciente , ncc intelligitur naturalem habere cum
E83 S . BASILII MAGNI 58 !
ac subsidiarium agnovit, quod id alieni peregrini- A και ξένου , και πάντα ανοικείου προς τον ποιήσαντα
que, et nullain oninino cum factore conjunctionein την έννοιαν παριστάν. Είτα τούτοις επισυνάπτει
habentis notionem exhibel. Deinde ad hæc aildil, Néywy•
dicens :
ΕυN. Geniluram itaque Filium dicimus, secun. EΥΝ. Γέννημα τοίνυν τον Υιόν φαμεν , κατά την
dum Scripturarum doctrinam, non aliud quid sub- των Γραφών διδασκαλίαν· ουχ έτερον μέν τι την
stantiam intelligentes, et aliud quid quod prepler ουσίαν νοούντες , έτερον δε τι παρ' αυτήν το σημαι
ipsam significetur, sed ipsam esse vpostasio, guar νόμενον, αλλ' αύτήν είναι την υπόστασιν, ήν σημαί
nomen significat , cum substantiæ vere congrual VEC tourolla ETATDevovons to ou old sons Topose
hacappellatio . ηγορίας.
Bas. Et in his ulique veritatem palam oppugnat, ΒΑΣ. Και εν τούτοις τοίνυν τη μεν αληθεία φα
sibiipsi tamen consona loquilur. Quemadmodum νερώς διαμάχεται, εαυτώ δε όμως ακόλουθα λέγει.
epino in Superioribus decernebat in Deo univergo- Ως γαρ εν τοις άνω λόγοις το αγέννητον επί του
θεού των όλων της ουσίας αυτού διωρίζετο είναι ση
ri : ita hic quoque substantiam Filii per genituram μαντικόν , ούτω και ενταύθα το γέννημα την ουσίαν
significari dicil : ut geniti ad ingenitum oppositione, και του Υιού σημαίνειν (33) λέγει · ίν' εν τη του γεννη
Unigenitum secundum ipsam substantiaan contrario του προς το αγέννητον αντιθέσει εναντίως έχοντα τω
modo ad Ρatrem se habere Oalendat. Οuaproper Πατρί τον Μονογενή κατά την ουσίαν αυτήν επιδείξη.
cum Filium genituram appellat, vertha que divino Διά ταύτα νομοθετεί βήματα έξω της χρήσεως όντα
accepit ? ex qua doctrina ? a quo proplieta? a quo Πόθεν λαβών; έκ ποίας διδασκαλίας ; τίνος προφήτου;
apostolo, qui boc ei cognomen tribueril ? Ego equi τίνος των αποστόλων ταύτην αυτή την προσωνυμίαν
dem hanc vocem sic expressam in pullo Scripturae επιφημίσαντος ; Εγώ μεν γαρ ουδαμού της Γραφής
loco invenio. κειμένην ούτω την φωνήν ταύτην εύρον.
7. Αιφui hic isle se lias appellationes non aliun-
7. Καίτοι ουδαμόθεν ούτος ή εκ της του Πνεύματος
de quam a Spiritus doctrina sumpsisse gloriatur. διδασκαλίας ειληφέναι τις προσηγορίας ταύτας άλα .
Parum enim ei fuit hominibus negotium facessere, ζονεύεται. Μικρόν γάρ αυτό τους ανθρώπους αγώνα
nisi in ipsum etiam Spiritum insolesceret. 243 παρέχειν, ει μή και αυτού του (56) Πνεύματος κατα
Patrem quidem genuisse , ex multis locis didici- τολμήσειε. Γεγεννηκέναι μεν γάρ τον Πατέρα πολύ
nus : Filium vcro genituram esse, necdum ad hunc , λαχού δεδιδάγμεθα· γέννημα δενείναι τον Υιόν ουδέπω
usque diem audivimus. Parvulus enim, inquit, na- " και τήμερον ακηκόαμεν: Παιδίον γάρ, φησίν, εγεν.
tus est uobis : ilius et datus est nobis ; atque voca- νήθη ημϊν · υιός και εδόθη ημίν» (37) και καλείται
tur nomen ejus, non genitura , sed Magni consilii το όνομα αυτού ουχί γέννημα, αλλά Μεγάλης βου
angelus 8. Αιφui si genitura substantiam significa- Ζής άγγελος. Καίτοι είπερ το γέννημα ουσίας υπήρχε
rel, non aliud profecto nomen nos docuisset Spiri- σημαντικόν, ουκ αν έτερον όνομα παρά του Πνεύματος
Ius , quarm quod substantiam ejus palam declarare εδιδάχθημεν , ή όπερ εμφανώς την ουσίαν αυτού
Posset. Ει rursum, Petrus qui ob veritatis agnitio- παριστάν έμελλε. Και πάλιν ο Πέτρος , ο διά τήν της
nem illis Dealilalis testimoniis dignatus est, non αληθείαςεπίγνωσιν των μακαρισμών εκείνων αξιω
diait, Tu es genitura : sed : Tu es Christus Filius Θείς, ούκ είπε , Συ εί το γέννημα » αλλά , Συ ει ο
Dei viris . Quin et Paulus, etiamsi omnia sua scri Χριστός ο Υιός του Θεού του ζώντος. Και ο Παύλος,
pia Filii appellatione inpleverit, ηusquam tamen πάσαν αυτού την γραφήν της του Υιού προσηγορίας
geniture mentionem fecisse reperieur : quod no- καταπληρώσας, ουδαμού φανήσεται γεννήματος μνη
nen hic ille , tanquam si illud ex divino documento μονεύσας : όπερ (38) ούτος εκ πολλής της πεποιθή
accepisset, confidentia noulla profert. Nec enim hic σεως , ως εκ του θείου λαβών διδασκαλίου (39), προ
ci pernituendum est, uι, νοce, genuit, que de Patre D φέρει. Ουδε γάρ ενταύθα συγχωρητέον αυτώ , την,
dicitur, transmutata ac transformala, appellet Dei εγέννησε, φωνήν επί του Πατρός κειμένην μετα
Filium genituram. Non enim convenit ut is qui σχηματίζοντι και μεταπλάσσοντι, γέννημα προσαγο
divino timore eruditus est, in id quod ex verborum ρεύειν τον Υιόν του Θεού. Ου γαρόπερ(40 ) ανέκτηςτων
consecutione apparuerit, facile transilial : sed Η ρημάτων ακολουθίας υποφαίνηται ευκόλως επιπεδα ,
* Isa. 11 , 6. * Μatth. XVI, 16.
facienta cognationem . Ex quo lit ut cuique prom . autoū , desint in antiquioribus codicibus, nec eas
pium sit et facile colligere, Filium , si factura sil, agnovil vellis interpres. Quare suspicor purumpli
Patriæqualcm non esse : id quod in primis suadere lum additamentum esse librariorum : eoque magis,
conabatur Eynomius . quod voces peregrina in Reg. primo non raro inre
(53) Colex Colb. ουσίαν του Θεού σημαίνειν, ed. Biantur.
sentiam Dei . (38) "Οπερ, φuod nomen, geniture scilicet .
(56) Sic mss. nostri. Articulus in editis deerai. 159) Eiliti ô ôàoxadelo , ex divina schola , non ma
(37) Editi cum Reg. primo £öcon suiv, ou n å oxi le . Al mss. plerique omnes Oloaoxaaiou , ex diving
επί του ώμου αυτού , cujus principal us super hume- doctrina. .
runt ejus. Sed he voces, ου η αρχή επί του ώμου ( 40) Collex Unus Ουδέ γάρ όπερ.
585 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . II. 586
τούτω τον γε το θείο φόβω πεπαιδευμένον προσήκει, A contentus sit usitatis in Scriptura nominibus, in
αλλ' αγαπάν, τοίς εν τη Γραφή κειμένους ονόμασιν iisque permaneat, et per ipsa , οι Deum decet, gle
επιμένοντα , διά τούτων θεοπρεπώς την δοξολογίαν riβcationem persolvat. Νam si bi qui initio Hebrai
αποπληρούν. Ει γάρ οι εξ αρχής την Εβραίων διά - cam linguam in Grecam converterunt, nomina
λεκτον εις την Ελλάδα γλώσσαν μεταβαλόντες τινών quedaim interpretari ausi non sunt, sed ipsam Ηe
ονομάτων της ερμηνείας ου κατετόλμησαν, αλλ' αυ- braicam vocem retinuere , υι Sabaollh, Adonai,
τήν την Εβραϊκήν φωνήν (41) μετεκόμισαν ως το Eloi, et si quid ejusmodi est, non in divinis solun»
Σαβαώθ, και το 'Αδωναι, και το Ελωί, και εί τι Dominibus, sed in aliis etiam pluribus hanc reve
τοιούτον, ουκεπί των θείων ονομάτων μόνον, αλλά και rentiam ostendenles; quantum decel pos habere
επι άλλων πλειόνων την ευλάβειαν ταύτην επιδεικνύ- timorem circa nonlina Domini ? Quando autem sus
μενοι και πόσον τινά προσήκεν ημάς περί των του Κυ- inuissent illi a seipsis nonnulla nomina conβηgere,
ρίου ονομάτων τον φόβον έχειν ; Καίτοι πότε (42) αν qui ne interpretati quidem ausi sunt aliqua, ne ex
εκείνο [εκείνα] παρ' εαυτών τινα πλάσαι των ονο- pressionis perspicuitateminepto significalu debili
μάτων ήνέσχοντο, οίγε μηδε της ερμηνείας τινών Β tarent ?
καταθαρρήσαντες , ώς αν μη το εναργές της εμφάσεως το ακαταλλήλο των σημαινομένων εκλύσειαν;
8. 'Αλλ' ει εγέννησε, φησίν ,ο Θεός, πώς oύ χρή 8. Sed si, inquit, Deus genuit, quomodo par non
τον γεννηθέντα προσαγορεύειν γέννημα ; " Οτι φοβε- est genitum genituram appellare? Quia horrendum
ρόν ημίν ημετέροις αυτόν ονόμασι προσφωνείν, ώ est nobis eum, cui largitus est Deus nomen quod
έχαρίσατο ο Θεός όνομα το υπέρ πάν όνομα. Υιός est super omne nomen ", nominibus nostris appel
μου ει συ, φησίν, εγώ σήμερον γεγέννηκά σε. Και- lare. Filius Mics: a ,inquit, ego hodie genui le .
του ακολουθότερον ήν κατά τον τούτων λόγον, διά το Αιφui erat imagis consentaneum secundum istorum
γεγεννήσθαι, γέννημα προσαγορευθήναι, και ουχ Υιόν: rationem, propterea quod genitus est, genituram
αλλ' ούκ είρηται. Διόπερ χρή τον προ οφθαλμών νοcari, non Filium; al nequaquam dictum est.
έχoντα το Χριστού (43) δικαστήριον, και ειδότα όσος Proinde oportet euni qui Christi judicium ob oculos
ο κίνδυνος αφελείν τι η προσθείναι τοις παραδεδομέ- habet novitque quam periculosum sit quidpiam
νοις υπό του Πνεύματος, μή παρ' εαυτού φιλοτιμεί- subtrahere auι addere iis que a Spiritu tradita
σθαι καινοτομείν , αλλά τους προκατηγγελμένοις sunt , non conari quidquam a seipso innovare, sed
παρά των αγίων εφησυχάζειν. “Ο τοίνυν ούτε η ι iis quae prius a sanctis nuntiata sunt, acquie
κοινή συνήθεια, ούτε ή των Γραφών χρήσις παραδέ- scere . Quod igitur nec communis consuetudo, nec
δεκται, τούτου καταστολμάν πως ουχί της εσχάτης C Scripιerarum usus admisit ; id audere, nonne 8um
απονοίας έστι ; Τίς γάρ πατήρ ή μήτηρ ευμενώς και me dementie est ? Quis enim pater aut nmaler, si
ημέρως προς τον εξ αυτού διακείμενος, αφείς το benevole 2c blande erga eum qui ex se est, alicia
προσαγορεύειν αυτόν ( 44) υιον ή τέκνον, γέννημα ιur, omisso alii aut nati nomine , genituram ipsum
αν προσείπoι ; Τέκνον γάρ, φησίν, ύπαγε εις τον νοcaverit ? Νale, enim, inquit, vade in eineam 24.
αμπελώνα» και άλλαχού• Ο Θεός όψεται εαυτώ Ει alibi : Deus videbit oven ad victimam, nale 8. Ει
πρόβατον εις σφαγήν, τέκνον και πάλιν ο Ισαάκ• rursus Isaac : Quis es , nate ** ? Ει : 244 Fili, noli
Τις εί ,τέκνον ; και, Υιέ, μή (43) ολιγώρει παιδείας negligere disciplinami Domini 1. Ει : Filius sapiens
Κυρίου και, Υιός σοφός ευφραίνει πατέρα και ει Ιαιitcal patrem 88. Ει si quid aliud ejus generis.
τι τοιούτον . Ουδαμού δε γέννημα τον εξ αυτού έκα Nemo autem eum qui er ipso est , genituram
στος προσειπών επιδείκνυται. Και η αιτία σαφής : αρμelasse usquam perhibetur . Et aperte Doc
ότι ο μεν υιός και το τέκνον εμψύχων εισιν ονόματα, est cause , quod alius quidem ac natus , ani
το γέννημα δε ου πάντως. Γέννημα μεν γαρ δύνα- inatorum sant nonlina, genuitura autem non con
ται λέγεσθαι και το προ του εξεικονισθήναι εν ταις tinuo. Nam id etiam quod antequam conforma
αμβλώσεσιν εκβαλλόμενον · ου μήν και της του τέκνου , ιum sil, in abortibus ejicitur, genitara. nominaM.
προσηγορίας άξιον το τοιούτον. Και γεννήματα μέν P potest, nec tamen hoc nali appellatione dignum
οι καρποί της γης, τέκνα δε ταύτα ουκέτι. Ου γαρ est. Οuinetiam terre fructus vocantur genitura ,
μή πιω, φησίν, έκ τού γεννήματος της αμπέλου nali non item. Non enim bibam, inquit, de geminine
ταύτης. Σπανίως δε επί εμψύχων την προσηγορίαν υitis hujus 30. Raro vero in animalis hanc appella
ταύτην παραληφθείσαν εύρομεν(46). Και όπου γε lionemallibitamingenious. Ει cerle ubi usurpala .

21 Philipp. 11, 9. 11 Psal. 1, 7. * Μatth. YXI, 28. 18 Gen. ΧΧΙΙ , 8. • Cen, XXVII, 18. * Prov. III ,
11. 88 Proν. 1 , 1. 39 Malib . XXVI , 29 .
(41) Editi cum aliquot mss. 'E6 paixnv èxoúmnoty
Collex Colb. et Reg. tertius Εβραϊκήν φωνήν.
(42) Edili rózs. Antiqui libri tróta.
(33) Editi το του Χριστού. Αι ηuss, το Χριστού.
( 44) Voceim αυτόν ex tribus codicibus Regiis ad -
didinus. .
(45 ) Editi Yle you . Vor you in quatuor niss, ile .
est, ncc apud LXX quoillic legitur, Prov, ui, 11.
Sed tamen ea exprimitur et in Vulgala , Disciplinam
Domini, fill mi, ne abjicias, el apud Paulum , Hebr.
X11, 5 , Fili mi, noli negligere disciplinan Domini.
(46) Codex Colb. el Reg. tertius επί εμψύχου την
τοσηγορίαν ταύτην μεταληφθείσαν εύρομεν : goi
buis in codicibus uro elpota! scriplulu in venitur
Uprral.
587 S. BASILII MAGNI 588
est, eam acceptam de animali viluperato el id pra . A είρηται, επι ζώου κατηγορουμένου και εις εικόνα
vitatis imaginein assuuplo videre est. Serpentes πονηρίας παραληφθέντος έστιν ιδείν. " Οφεις γάρ,
enim, inquit, gewinnina viperarum*0. Ear ob cau- φησί, γεννήματα έχιδνών. Διά τούτο, oίμαι, ή το
sam, opinor, el communis consuetulo hanc appet- κοινή συνήθεια την προσηγορίαν ταύτην ήτίμασε,
lationen neglexit, et divina Scriptura enim videtur και η θεία Γραφή παραιτουμένη φαίνεται , και μά
vilare, el nmaxime in unigenito Filio Dei. Sed et λιστα επί του μονογενούς Υιού του Θεού. Αλλά και
Dali appellationem, velut multum humani moris την τέκνου (47) προσηγορίαν, ώς πολύ το ανθρώπινου
habenlein, non aliisit . Ostendit autem id Aposto- έχουσαν, ου προσήκατο. Δηλοι δε ο Απόστολος , Υιόν
Mus, dum Dominum sursum ac leursum Filium vo- μεν άνω και κάτω τον Κύριον αποκαλών, και άλλαις
cat, ac aliis variis nominibus illum celebrat, pri- ποικίλαις προσηγορίαις αυτόν ανυμνών, πρωτότοκον,
mogenitum et imaginerm el splendoreum appellando; και εικόνα, και απαύγασμα την δε του γεννήματος
al geniturae appellationem evitat. Quod si hic auι προσηγορίαν αποφυγών. Ει δέ φησιν ούτος , δειλά
alius quispiam eorum qui doctrine presunt, hanc τω (48), ή άλλος τις των προϊσταμένων του λόγου,
vocenm alimittit, indicet : atque concedenus eis, ut και πάντα αυτούς δώσομεν απαλείψαι. Αλλ' ουκ αν
oninia Liec expangant. Sed nequaquam poterit, nisi έχου• ει μή άρα μιμούμενος τον ασεβή Μαρκίωνα, τα
Marcionem ipίum inuitatus, alia de divinis elo- Β μέν εξαίροι των θείων λογίων (49), τα δε παρεγγρά
quiis lollat, alia Falso interserat. Ηoc itaque modo φοι . Ούτω μεν ούν αλλοτρία της τε κοινής συνηθείας
geniture vocem ct a commuιui consuetudine, et a και της των Γραφών χρήσεως η φωνή του γεννή
Scripturarum usu alienam esse demonstratum est. ματος απελήλεγκται.
Yideamus autem jan utrum fieri possit, ut hoc 9. "Ίδωμεν δε λοιπόν ει δυνατόν το όνομα τούτο
Domen de ipsa Filii substantia usurpetur. Ipse κατ ' αυτής τετάχθαι της ουσίας του Υιού . Φησί γάρ
enim ail : αυτός
Ευα. Fieri nequaquam posse, υι aliud quid sul - EYN. 'Αδύνατον είναι έτερον μέν τι την ουσίαν
stantiain intelligruus, et aliud quid quod praler νοείν, έτερον δέ τι παρ' αυτήν το σημαινόμενον, αλλ'
ipsam significetur, sed ipsam esse Dypostasin , quam αυτήν (50) είναι την υπόστασιν, ήν σημαίνει τούνη
μυϊen significal , cum vere substantiam deuolet μα, επαληθευούσης τη ουσία της προσηγορίας.
hæc appellatio.
Βas. Sunt vere digna judicibus, quos confinsista, ΒΑΣ. "Άξιά γε ως αληθώς των δικαστών, ούς
ista tua doginata. Quemadmodum enimin somnio - C ανέπλασας , ταυτί σου τα δόγματα. Ως γάρ εν ονεί
rum foro, aut eliriorum concione, ubi nemo audiat ρων αγορά (51), η εκκλησία μεθυόντων, και ω
aul intelligat que dicuntur,leges multa cum licen- δενός ούτε ακούοντος ούτε συνιέντος των λεγομέων,
lia sancis, ralus salis esse pro onini demonstra- επί πολλής της αδείας νομοθετείς , αντί πάσης απο
tione dixisse le. Quis enim nescit nomina ea que δείξεωςεξαρχείν ηγούμενος το αυτός είρηκέναι. Έπει
absolute et per se proferuntur, subjeclas sibi res τις ουκ οίδεν, ότι των ονομάτων τα μεν απολελυμέ
significare : ea vero quae respectu aliorum dicun- γως και καθ' εαυτά προφερόμενα των υποκειμένων
tur, liabilun soluπι quem ad ea que dicuntur lia - αυτούς πραγμάτων εστι σημαντικά, τα δε προς έτε
bent, indicare ? Exenigli causa, Ilomo, equus, Mos, ρα (52) λεγόμενα την σχέσιν μόνην έμφαίνει την
un: Inquamque rem que nonlinalur indicant. Filius προς ά λέγεται; οίον , άνθρωπος μεν, και έππος ,
vero, aut servis, aut amicus , solam quam cum και βούς, αυτό έκαστον των ονομαζομένων παρίστη
conjuncto nomine habent affinitatem significent. σιν· υιός δε, ή δούλος, ή φίλος, μόνης της προς το
Itaque geniturism 245 qui audit, non ad quandam συνεζευγμένον όνομα συναφείας έστι δηλωτικά. Ο
substantiam excogitandam nenle fertur : sed cum τοίνυν ακούσος γεννήματος ουκ επί τινα ουσίαν τη
alio junctam eam esse intelligit. Genilura enim, διανοία φέρεται, αλλ' ότι ετέρω εστί συναπτόμενον
alicujus genitura dicitur. Quod autem substantia D εννοεί. Το γάρ γέννημά τινος λέγεται γέννημα. Ο
cujuspiant notiοnein non parit, sed solain all aliud μέντοι ουχ υποστάσεύς τινος έννοιαν έμποιεί(53 ,
* Μatth. ΧΧυ, 55.
(47) Edili shy TOŪ tbxvou. Deest toũ in antiquio - pungi el deleri. Recie etrere judicaverat vir dortis .
ribus codicibus. simus Combelsius, scriptores sacros verbis illis,
(48) Editi , Ει δε , φησίν, ούτος δειξάτω, ή άλ. άλλος τις των προϊσταμένων του λόγου, hoc lot o de
205, elc., quæ verba cum niale interpuncta fuisseni, signari. – Præferenda videtur velus interprela
pejus etiam expressa sunt. lia enim in veteri edi- lio . Maran .
tione legionus : quod si eam usurpal, hic aut alinis (49) Antiqui duo libri θείων Γραφών. Ubi nea
quispiam eorum , qui hujus orationem defendunt, Talidum et illud , in multis mss. pro ¿ Saigo: legi
oslendal. Quie autem ejus loci genuina sententia c52epoir .
sil , mox palebit es interpunclione velerum libro . (50 ) ANX' aürnr, imo ipsam . Hoc est, jimo ail
rum , quär bære est : El oé onory Gjo , oz Fatw , necesse esse , ui intelligamus ipsam esse subsian
virgula non nisi post vocem otros apposita . Ex quo fiam , que nomine significatur.
manilestum est hæc ita accipienda esse : Quod si (51) Codex Coll). cum editione Ven . Ŝy (velcoy
Paulus, aut alius quispiam scriptor sacer voren abyous. Editio Paris , et alii mss. év óvelpwy iyogi.
yonilura usurpal, verba ipsa sive Pauli , sive allen (52) Codices duo regos Ecepoy.
rius proferal Euonius; tuncque equo animo pe- (33) Reg. tertius ουχί υποστάσεως... πως είχε
liamur, quidquid hactenus diximus, id omne ( X - Tis
589 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . II. 590
αλλά μόνην την προς έτερον σχέσιν άποσημαίνει, A labitudinem notat, id substantiam esse sancire,
τούτο ουσίαν είναι νομοθετείς πως ου της ανωτάτω au non Summe amentiae est ? Αιφui paulo superius
παραπληξίας εστί; Καίτοιγε μικρόν έμπροσθεν (34) a nobis demonstratum est, absoluta etiam nonnina,
εδείκνυτο παρ' ημών, ότι και τα απολελυμένα των etiamsi maxime subjectum quiddam significare
ονομάτων, κάν τά μάλιστα δοκή υποκείμενόν τι δη- videantur, non tamen substantiam ipsam exhibere,
λούν, ουκ αυτήν παρίστησε την ουσίαν, ιδιώματα δε εed proprietales quasdani circa ipsam designare.
τινα περί αυτήν αφορίζει.
10. 'Αλλ' ο σοφώτατος, και ταις ματαιοτεχνίαις 10. Sed sapientissimus ille, qui in vanis artibus
άπαντα τον βίον εσχολακώς, ουκ ερυθριά αυτήν την vilarm totam consunipsit, dicere non erubescit, ge
ουσίαν (53) του Μονογενούς σημαίνειν λέγων το γέν- ilura substantiamipsain Unigeniti significari. Quod
νημα. Τούτο δε όσην την ατοπίαν έχει , σκοπείτε. Ει quam absurdum sit, queso, animadvertile. Eleni
γάρ η ουσία γέννημα, και ανάπαλιν, ει τι γέννημα, si substantia genitura sit, et vice versa , si quod
τούτο ουσία · ομοούσια τα γεννήματα πάντα (50) genilura est, hoc substantia sit, genilurae omnes
αλλήλους έσται. Εκ δή τούτου τι συμβήσεται κατά τον erunt inter se consubstantiales. Ηinc jam secun
τούτου λόγον ; Ο δημιουργός των όλων πάσι τοις dum hujus rationem quid evenieu? Coιnperietur
γεννήσεως μετειληφόσι την αυτήν έχων ουσίαν άνα- Β universorum opifex eamdem cum omnibus genera
φανήσεται. Ου γαρ δή επί μεν του Υιού ουσίαν φήσει ιιοnen participantibus substantiam habere. Nec
σημαίνειν το γέννημα, επί δε των λοιπών των μετ- enim dicturus est genituram in Filio substantian
εχόντων γενέσεως ουκέτι την αυτήν έννοιαν αποσύ- significare, in reliquis vero generationis participi
ζειν (37). Eπει λεγέτω τινά αιτίαν σαφή και αναν- bus non eamdem amplius notionem relinere. Alio
τίρρητον του την αυτήν προσηγορίαν μή επί πάντων quί proferat claram quamdain causam cui non pos
ομοίως το ίσον δύνασθαι. 'Αλλ' ουκ αν έχοι. "Ον γάρ sit contradici, cur appellatio eadem eamlem simi
αν επινοήση (38) γεννήματος λόγον, ούτος πάσιν liter in omnibus vini non habeat. At certe non po
ομοίως τοις γεννητοίς εφαρμόσει. Μέγιστον δέ τε- terit. Quancunque enim geniture rationem exco
κμήριον της αληθείας του λόγου και αυτου εκάστου gitaverit, ea omnibus similiter genitis congruel.
των ακουόντων διάνοια. Ερωτάτω γαρ έκαστος εαυ- Verum autein esse quod dicimus, id quod cuique
τον, επειδαν ακούση (59), “Ο δείνα του δείνος γέννη- audientium in mentem venit, maximum signun
μα, τίνα έννοιαν εντυπούται. "Αρα ότι και γεννηθείς est. Interrogel enim unusquisque seipsuin, ubi
ουσία του γεγεννηκότος εστίν ; "Η τούτο μεν κατα- audierit : lic Ihujus genitura est, quid animo coll
γέλαστον, εκείνο δε αληθές, ότι παρ' αυτού γεννητώς , cipiat, Nuum cogitat genitum genitoris substantiam
εις το είναι παρήχθη. Τούτο τοίνυν ομοίως επί τε " esse ? Cerle, μι Ιιοc ridiculum est, ita illud verum,
του (60) Μονογενούς και εφ' ούτινοσούν των γεννη- quod ab eo per generationis modum ad esse pro
θέντων αρμόσει λέγεσθαι. Και μηδείς (επειδή κοινόν ductus sit. Ηoc itaque par fuerit similiter et le
το της σχέσεως) καθαίρεσιν είναι της αξίας του Μο- Unigenito el de quocunque genito dicere. Ει neino,
τογενούς νομιζέτω. Ου γαρ εν τω προς τί πως έχειν quoniam communis habitus est, Unigeniti dignita
η διαφορά τω Υιώ προς τα άλλα , αλλ' εν τη ιδιότητα Lem destrui extstimet. Non enim Filius in eo difers
της ουσίας ή υπεροχή του Θεού προς τα θνητά δια- ab aliis, quod sese ad aliquid certo quodam, mol »
φαίνεται. Σκοπείτε μέντου που της ατοπίας και τούτων habeat : sed Dei praestantia qua res mortales supe
λόγος έκφέρει. Ει το γέννημα ετέρου λέγεται γέννη- rat , in substantiae proprietate ostenditur. Αι con
μα, ώς ή τε κοινή συνήθεια βεβαιοί, και ουδείς αντ . siderate ad quaminepliam doctrina horum deducat .
ερεί, ταυτό δε τούτο και επί του Υιού (61) ουσίαν ση. Si genilura , alterius genitura dicatur, sicut et com
μείνει κατά τον τούτων λόγον · εκείνου έσται ουσία, munis consuetudo confirmat, nec quisquam contradi
ού και γέννημα λέγεται. "Έσται τοίνυν εκ της ακο- cel, Inecipsa autem genitura in Filio quoque secun
λουθίας ταύτης ουκέτι του Μονογενούς την ουσίαν ή dum horum doctrinamsubstantiam significer , substati
του γεννήματος προσηγορία σημαίνουσα, όπερ ούτοι D ta eritillius,cujus genitura slicitur. 246 Ex hac ita
βιάζονται, αλλά του Θεού των όλων. Ει γάρ ουχ οίον que consecutione conficietur, ut genilure appellatio
τε έτερον μέν τι την ουσίαν νοείν, έτερον δε τι παρ' non amplius Unigeniti substantiam significes,id
(54) Elitic Reg. Sextus Καίτοι μικρον έμπρο - (56) Reg. quarius ομοούσια τα γεννητα πάντα ,
olèy. Alii quinque mss. ut in coulesiu . omuia quæcunque generala sunt, erunt inter se
(55) Editio utraque Paris. et Veil, cum Reg. consubsianlialia. Ibidieni miss. qualuor 'Ex 86 . Eliti
quintó el cum Coll . thy ouglav. Regii secundus et cum uno mss. Εκ δή.
Tertius civ ÚTTÓRTASIV . In Reg . quarto in contextu (57) Codex unus αναπoσώσειν.
legitur thv ÚTTOOTAG!V • in margine vero thv où (38) Reg. 1ertius αν επινοήσης.
Giay, Milii autein verisimile fit, scripsisse Basilium (59 ) Elili επάν ακούση Αι ΜSS. επειδάν ακούση.
TUY ÚTOOTQFLV , hyposlasim Unigenili : vocem vero (60) Codices :iliquoι επί τε του . Editi επί του.
ojslav primum in margine ascriptam fuisse al (61) Voces ille, έτι του Υιού , non solurn eras:
aliquo , qui monere vellet, vocem ÚTTÓSTAG !V non sunil in Reg . Tertio, sed omnino desunt in aliis tri
bic stricle sumi pro hypostasi, seu pro persona , bus codicibus itidem Regiis : tamen eas relingi
sed usurpari latiore sensı , videlicet pro ipsa sub- mus, quod in aliis lolidem iliss. et in impressis li:
slavlia. Uluthae sunt, nihil in contestu imulan - bris legantur.
dum censuimus.
591 S . BASILII SIAGNI 392
quod hi tolis viribus adirimatit, sed Dei universO- Α αυτήν τη γέννημα, και ίσον δύναται ( 62 ), ουσίαν τε
rum. Elenim si ieri non potest, ut aliud quid sub- ειπείν και γέννημα του Θεού δε εστι γέννημα ο Υιός,
stantiana intelligamus, et aliud genuituram praeter του Θεού έσται ουσία, είπερ το γέννημα την ουσίαν
ipsam, idem est substantiam dicere ct genituram : δηλοί. Και ούτω το γέννημα ουσία του αγεννάτου
at Filius genitura Dei est, Dei ergo erit Silbstantia, κατά τον τούτου λόγον αναφανήσεται. Ει δε γελοίον
si genitura substantiam signifciat. Αιφue hoc pacto το συναγόμενον, ο θείς τα λήμματα της αισχύνης
genitura , es sententia ejus, ingeniti substantia esse κληρονομείτω. "Έοικε γάρ πως ο λόγος, επειδάν
cooperietur. Sed si ridiculumn est quod sequitur, άπαξ της αληθείας παρενεχθή, εις πολλές και επι
qui antecedentia posuit, is lelecus sibi sumat. Ora - κινδύνους ατοπίας υπό της κατά την πλάνην ακολου
ιίο enim, cum seniel a vero deflexit, ad imultas ac θίας έκφέρεσθαι.
periculosas ineplias quadam erroris consecutione delabi quodam modo videlur.
11 . Sed haec sunt quasi preludia quedam blas . 11. Ταύτα μεν ούν ώσπερ προαγωνές τινες και
plemie atque apparatus ; caput autem mali inferi κατασκευαι της βλασφημίας εισί• το δε κεφάλαιον
in sequentibus, ubi dicit : του κακού εν τοις εξής επιφέρει λέγων·
Ευν. Substantian Filii genitium quidem esse cum B EYN. Την ουσίαν του Υιού γεγεννήσθαι μεν ουκ
1.00 esset ante propriain constitutionem, genilan oύσαν προ της ιδίας συστάσεως, είναι δε γεννηθείσαν
Sanien esse anle omnia voluntate Patris. προ πάντων γνώμη του Ιατρός.
Bus. Lisdemadhuc insistic artificiis. De substan. ΒΑΣ. "Ετι των αυτών έχεται τεχνασμάτων. Περί
lia Filii nobis verba facit, quasi dico, Filium esse της ουσίας ημίν του Υιού διαλέγεται, ως δή τι έτε
aliud quid prieter ipsam, atque hoc modo aures ad ρον λέγων παρ' αυτήν τον Υιόν (63), και τούτω τη
lasplienniam audiendain demulcendo preparat, τρύπα προημεροί τη βλασφημία την ακοήν· ουκ έα
cum non aperle dical genitum esse ex nihilo Fi. του προφανούς λέγων εκ μη όντων γεγεννήσθαι τον
ίδιου; sell ejus substantiam cum non esset, genitam Yίον , αλλά την ουσίαν αυτού γεγεννήσθα: (64) ουκ
case. Dic, anle quas res non eral? Videtis ejus ca . oύσαν. Προ τίνος ουκ ούσαν; είπε. Θεωρείτε αυτού
vitationem? Substantiam cum semelipes comparat, το σοφισμα ; Αυτήν εαυτή συγκρίνει, ίνα πάσι δη
0 tolerabilia dicere omnibus videatur. Nicmirum ανεκτά δόξη λέγειν, ουχί προ των αιώνων λέγων αυ
on dicit eam ante secula non fuisse, neque simpli- την μή είναι, ουδε απλώς μή είναι, αλλά προ της
citer non fuisse, sed anle suam ipsius constitutio - ιδίας συστάσεως. Την δε του Πατρός ουσίαν, είπε
Den non fuisse. Sed, dic nihi, aigne tu Patris sub- ε μοι , πρεσβυτέραν είναι συ φής της ιδίας συστάσεως;
stantiam sua ipsius constitutione esse antiquiorein ? Ει μεν γάρ ουχ υποβάλλει χρόνους του Υιού την ου
Elenim si temporibus non subjicit Filii substan- σίαν, ουδε το πρότερον κατά τούτον τον λόγον επι
Cia , neque prius hac ratione intelligit, inanis et νοεί (65 ), μάταιος μεν αυτώ και αργός ο λόγος , διό
r: est ejus oratio, quapropter le responsione τερ ουδε αποκρίσεως άξιος . Ουχ ήττον μέντου και
quidem digna est. Ει quidem id ipsum non minus επί του θεού των όλων υπάρξει τους βουλομένους με.
de Deo etiam universorum dici poterit, si quis in τακομίζειν την ματαιότητα. Το τε γάρ ουκ είναι λέ
eum hanc inanilalem voluerit transferre . Νam et γειν τον Θεόν προ της ιδίας συστάσεως, και το είναι
dicere Deumable suam constitutionem non fuisse, λέγειν προ εαυτού (66), της αυτής έστιν άφροσύνης.
et dicere eumante seipsumfuisse , ejusdern denmen- Ει δε χρονικώς επί της ουσίας του Υιού το πρότερον
ie est. Quod si temporaliter vocem prius de Filii δέχεται, και εκ μη όντων φήσει την ουσίαν αυτού

(62 ) Edili yévynuz, [sov Dúvarai. Reg. secundus balur Filiuni quoque genitum ſuisse, cum non es
γέννημα , και ίσον δύναται • ubi, ut alibi sepe, par- sel, nec eum o creaturis differre, cuin et ips
licula xal vacal, Reg . quarlus yévvada , isov &$ @ úva . conditæ sint, cum non essent,
ται. Coll». secunda Maria αλλά ίσον δύναται, Δωx D ( 64) Reg. tertiuς γεγενησθαι τον Υιόν, αλλά την
editi et Reg . quintus ei toj 63 Osoũ • sed particula Ouslav autoū asywv yayavñolai. Notandum , statiin
el delit in rcliquis codicibus, ob idque eam expus post vocem odsoua nolam interrogationis in alie
ximus. quibus mss. reperiri : quæ nola ab eililis aberal,
(63) Edili et Colb . cum Regiis tertio el quinto (55 ) Eunomius, ut ex dictis palet, allirmalai sub
To auddy zdy rióv, ad verbum , lanquam aliquid stalliam Filii genitam ſuissc, cum non essetanle
aliud dicens præier ipsum Filium . Al Regii primus, suam constitutionem . Basilius autem prirpositio
60cundus, quartus et sextus παρ' αυτήν τον Υιόν, nem anle hoc loco impugnal ; airyue, aul Euno
quasi dical Filium esse aliud a substaniia : quain mum vana algue inania efl'utire, aui ex ejus rertis
scripluram veram esse et germanam arliitror. Eu- clici, Palrem Filio priorem esse tempore, vel pro,
n10mius enim videbatur de stilistancia Filii loqui, (66 ) Legilur et in editis el in mss. ya! to civar
tanquam de re aliqua, quæ ali ipso Filio disliicia 2 YELÚ • sed Combeſisius pulat ita eu endandumu ,
essel. Sperabid enim fore ul bæresis sua hoc arlie xa ! TÒ CỦx elval héye!v, el dicere ante seipsum non
licio facilius in aures andientium reciperelur Elenim esse. Cerle şi semel cuique pro arbitralii liceal aut
si aperle dixisset, Filium ita genilum e se , ut addere verbis Patrum , aut de iis detrahere , aut
ex nibilo faclus ussel, omnium exasperassol ani- quovis modo eoruin scripta immutare , nibil non
cos; nec ci res bene surcessisset. Quare satis bite malorum inde timenduin est. Stalim edili autos
bebal dicere , substantiam genilam esse, cum 1100 Ēsta:. Autiqui tres libri èssiv ,
isjel. Sed ex hoc impi: principio necessürio seque
593 ADVERSOS ECNOMUM LIB . II. 394
γεγεννήσθαι ( 67), μάλλον δε αυτόν τον Υιόν » ουδέν A substalia accipit, «licatque genitam fuisse ex ni
γάρ διαφέρει πρός γε αυτήν την διάνοιαν ούτως ή lilo substantiam eius,ino Filiumipsum; nihil enim
ούτω λέγειν · πρώτον μεν χρόνον [χρόνων] δεύτερον refert, quod ad sententiam altiner, sie vel sic di.
τίθεται, ει δε βούλει, και αιώνων, τον ποιητής των cere : primum quidem temporibus, alque, si ita vis ,
αιώνων (68): έπειτα μέντοι ακολουθών ταις εαυτού seculis conditorem saculorum constituit posterio
(69) βλασφημίαις, και τον Πατέρα φήσει, ουκ όντα rem : deinde vero blaspbemiis suis insistens diclu
Πατέρα το εξ αρχής, είτα ύστερον γεγονέναι. rus est etiam Patrem , cum Pater non esset ab ini
lio , tuin demum factum fuisse .
19. Καίτοι ει μεν καλών και πρέπον τη μακαριο- 247 12. Αιφui si lhouestum ac decorum est Dei
της: του Θεού το είναι Πατέρα, πώς ουκ εξ αρχής (70) beatitudini Palrerm esse; qui it ut id quod decelbat ,
το πρέπον αυτώ παρήν; "Η γάρ αγνοία του βελτίoνος, ei ab initio non adessel ? Ααι enim melioris igno
η αδυναμία πάντως λογιούνται την έλλειψιν : αγνοία ratiοui, aut omnino impotentiae hunc defectumin
μεν, είπερ ύστερον εξεύρε το βέλτιον , αδυναμία δε, palabunι : iglorationi quidem, si deinceps quod
είπερ ειδώς και συνιείς άπετύγχανε του καλλίστου . inelius est excogitavit; inpolentic vero, s1 sciens
Ει δε (ομή θέμις ειπείν ) ου καλόν αυτό το είναι atque intelligens , quod optimum erat assequi non
Πατέρα , τίνος ένεκεν εκ μεταβολής το χείρον προ- Β potuit. Quod si ( quod as non est dicere) non est
είλετο ; Αλλά τρέπoιτο μεν εις τους (71) αιτίους ή ei Donum Patrem esse, cujus rei gratia coinnoula
βλασφημία · ο δε Θεός των όλων εξ απείρου εστι ιus pejus elegit ? Sed recidat in suos auctores blas
Πατήρ , ουκ αρξάμενός τοτε του είναι Πατήρ. Ούτε plhemia. Nau Deus universorum Paler est ex in
γάρ τη της δυνάμεως ενδεία προς την εκπλήρωσιν tailo, I.ec unquam Paler esse cωρίι. Νeque enim
του θελήματος έχωλύετο, ούτε αιώνων τινών περίοδος polentiae defeclo, ne explerel voluntalern , detineba
ανέμενεν, ένα, ώσπερ επί των ανθρώπων και των ιur : neque llorum seculorum circuitus exspecta
λοιπων ζώων, μετά την της ηλικίας συμπλήρωσιν vit, ut sicutin Ironminibus ac reliquis animalibus, ei
της εις το γεννάν αυτώ δυνάμεως προσελθούσης ( 72 ), generaudi Sacultale post completan elalem acce:
το σπουδαζόμενον περιγένηται ( μαινομένων γάρ dente, quod volebal assequerelar . Insanientium
ταύτα και εννοήσαι και φθέγξασθαι), αλλά τη εαυτού enim est hæc et cogitare, et loqui. Sed , ut ita di
αιδιότητι συμπαρεκτεινομένην έχει την έν' ούτως cam, extentam habet cum sua eternitale paterni
ονομάσω ) πατρότητα. Ουκούν και ο Υιός , προ lalem. Quamobre el Filius cum ante secula sit ,
αιώνος (73) ών, και αεί ών , ουκ ήρξατο του είναι el semper sit, nunquam esse incepίι : seil ex quo
ποτε , αλλ' άφ' ού Πατήρ, και Υιός, και ευθύς τή του Paler est, el Filius est, ct statim una cum Patris
Πατρός έννοια και του Υιού συνεισέρχεται. Ο γάρ Πα- C notione, Filii quoφue notio suprepit. Νain Pater,
τηρ Υιού Πατήρ δηλονότι. 'Αρχή μεν ούν Πατρός Filii utique est Paler. Paris igitur origo nulla :
ουδεμία , αρχή δε του Υιού ο Πατήρ μέσον δε τούτων origo vero Filii, Pater ; inter lios nihil est niedii.
ουδέν. Πώς oύν ουκ ήν το εξ αρχής ( τούτο γάρ έστι Quomodo igitur a principio non eral ( uam illud,
το, προ της ιδίας συστάσεως, εν σοφίσμασι λεγό- ante suam constitutionem, quod ab his per cavilla-
μενον παρά τούτων ) ο μηδέν έχων προεπινοούμενον ειonew profertur , hoc siisi νull,) is, qui nilhil habet
εαυτού, ει μή τον εξ ου έχει το είναι, ού διαστήματι quod ante se intelligatur, nisi illum, a quo esse ha
υπερέχοντα, αλλά τη αιτία προτεταγμένον (74) ; Ει bet, non intervallo precedentem, sell cause digi
τοίνυν αίδιος και του Υιού κοινωνία προς τον Θεόν και 1ale prepositum? Proinde si Filii cum Patre et
Πατέρα αναπέφαντας, της διανοίας ημών από του Deo conjunctio ostensa est eterna, cum nostra co
Υιού δι' ουδενός κενού προς τον Πατέρα χωρούσης, gilatio a Filio ad Palrem per nullum medium de
αλλ' αδιαστάτως τον Υιόν τω Πατρί συναπτούσης, ο veniat,imo absqueintervallo Patri Filium conjun
μηδενί μέσω διοριζόμενος τίνα έτι παρείσδυσιν κατα- got ; is φui nullo uedio sejungitur, quein jam adi
λείπει τη πονηρά βλασφημία των λεγόντων, εκ του 41111 prave blasphemiæ relinquit eorum , qui eum
μη όντος αυτόν εις το είναι παρήχθαι ; dicunt ex non exsistente ad esse productum esse ?
13. Έπειτα μέντοι και της ανοίας αυτούς θαυμά- 13. Al bec ipsorum quoque dementiam mirari
(67) Editi el mss..lion panci yeyevñolai, faciam D mie duæ voces desunt in mss., nec dubito quin de
esse : nec aliter legitur in eo cowice, in quo opnis beant abesse, cum sententiain eliciant contortam
Eunomii inveniri diximus. Codex Colb . Yeyevvn - alque intricatam .
oai, genilam esse. Mihi quidem dubium non esi, 169) Editi autoū . At mss. autoū . Slatim editi
quin illud, μάλλον δε, etc., sie accipiendum sit : αλλ' ύστερον. Libri veteres είτα ύστερον.
Imo vero , si vera ſaleri Elomius vull, palam di (70) Reg. quartus πώς oύν μη εξ αρχής. .
clurus est Filiura ipsuin ex nibilo genitum ſuisse. ( 71) Elini προς τους . Αntiqui sex libri είς τούς.
Aliter lainen hunc locum intellexerat velis inter- 72 ) Eliti el sex mss. Tepoełoouons . Al Reg . ler
pres, qui ita vertissel : Imo primum ipsum Filium lius Tiporziouons, recle.
(nihil enim refert quantum ad rem , hoc vel illo di (75) Editi ei mss. multi Yίος προ αιώνος. Αι
cere modo ) posteriorem quain lenipora ponel. Ibidein Iteg. tertius secunda ( 1: ι Υιός προαιώνιος ών.
editi ridv, xai ovotv. Voculani xalexpunxiin :is , co (74) 'Αλλά τη αιτία προτεταγμένον , causa nomi
dicum duorum lidem secuti. Mos edili outwo . ne præposilum . Lege primum num . 8, 25 , ubi illa
Αι mss. ή ούτως. Joannis xiv, 28 , l'aler majorme est, ut docte ila co
(68) Ediii a !úrwy bejtepoy erva !. Sed ulli. wiose a Basilio explicantur.
393 S. BASILII MAGNI 596
opere pretium est , quod dum ex Ion exstantibus A σαι άξιον, ου συνιέντας, ότι, εκ μη όντων λέγοντες
esse dicunt Filiunι , nequaquam intelligunt quod τον Υιόν , ου του Πατρός μόνον νεώτερον αποφαίνου
eum non Ρatre solum, sed ea etiam re per quam σιν, αλλά και του, και τον Μονογενή ( 73) από του Πα
Unigenilun a Palre separant, posteriorem statiunt. τρός διορίζουσιν. 'Ανάγκη γαρ, είπερ τι είη με
Nam necesse est, si quid sit inter Patrem el Filium, ταξυ (76) Πατρός και Υιού, πρεσβύτερον είναι τούτη
id Filii exsistentia antiquis esse. Quid igitur Ιιου της υπάρξεως του Υιού . Τί ούν αν είη τούτο ; Τ!
esse poterit ? Quidnam aliud nisi auι ανumout lein- άλλο γε ή αιών πάντως ή χρόνος ; Ο γάρ τοι περισ
pus ? Qui enim Patris vitam vita Unigeniti intelligit σοτέραν τήν του Πατρός ζωής της του Μονογενούς
interiorem, qua re alia quam seculorum aut leio- εννοών (77), τίνι γε άλλη παραμετρών, ευρηκένα:
porum quorundam Spalio admelies, excessium αν είπoι το περισσον, η ουχί (78) αιώνων ή χρόνων
invenisse se dixerit ? quod si loc verum est, falsa τινών διαστήματα ; Ει δε τούτο αληθές , ψευδής ή λέ
Scriptura est , quae dicit facta esse per ipsum SP- γουσα Γραφή τους αιώνας δι' αυτού γεγενησθαι, και
cula 1; quaeque docet facta esse per ipsum omnia *, ή διδάσκουσα , ότι πάντα δι' αυτού εγένετο · τοις
cuum certe in omoun numero secula etiam coni- πάσι, δηλονότι, εμπεριειλημμένων και των αιώνων.
preliendantur. Si vero dicturi sunt se non negare Ει δε φήσουσι μη απαρνείσθαι προ των αιώνων του
Filiumante secula 248 genitum esse, sciunt, quod BYίον γεγεννήσθαι, μη λανθανέτωσαν, και τα λόγια
verbis concclunt,id revera abipsislolli.Interrogalli- συγχωρούσι, κατά αλήθειαν αφαιρούμενοι. Ερωτή.
mus enim eos , qui ex non exstantilus substantin σωμεν γάρ αυτούς τους εκ μη όντων (79) παράγου
prolucunι Unigeniti : Quando non erat, ut dicitis, τας του Μονογενούς την ουσίαν · "Οτε ουκ ήν, ώς
quid erat illul interrullum quain ei appellationcin φατε, τι ήν εκείνο το διάστημα ; τίνα αυτό προστγο.
excogitsibilis ? Νam coniunis consuetudo spatial ρίαν επινοήσετε ; Η μεν γάρ κοινή συνήθεια ή χρώ
omne and temporibus aut secul's suljicit. N. νους ή αιώσιν άπαν διάστημα υποβάλλει επειδή
quod in sensibilibus est tempus, loc seculi est 12- όπερ εν τοις αισθητοίς ο χρόνος, τούτο εν τοις υπερ
Tura in rebus unlo Superioribus. Isti vero, si quid κοσμίοις ή του αιώνος φύσις εστίν. Ούτοι δε , εί τι
1erlium pro sua sapientia continiscuntur , dicant. τρίτον εκ της εαυτών σοφίας επινοούσι, λεγέτωσαν.
Sed dum lacubunt, haud ignorent se Unigenili sub- "Έως δ' αν σιωπώσι, μή λανθανέτωσαν δευτέραν
stantiain seculis posteriorein constituere, Elenim αιώνων τήν του Μονογενούς ουσίαν τιθέμενοι . Ει γάρ
si quod spaliumfuit Filio antiquius, quod videlicet ήν (80) τι διάστημα πρεσβύτερον του Υιού, συμπαρ
se αque ac Patris vita extenderit , utique alterum εκτεινόμενον τη ζωή του Πατρός, έν τι τούτων εν
cx iis erat. Sed nec est , nec erit cogitilio Fiii , δηλονότι. 'Αλλ' ούτ' έστιν, ούτε μη γένηται έννοια
exstantia antiquior. Νam omni re, que ordine 11h- " πρεσβυτέρα της του Μονογενούς υποστάσεως. Παν
tiquitatis excogitari potest, anterior invenietur illa τος γάρ του δυναμένου εις αρχαιότητος λόγον επι
Dei Verbi quod apud Deum a principio eral, cxsi- νοείσθαι ανωτέρα η ύπαρξης του Θεού Λόγου του εν
stentia. Etsi enim se ipsa decipiens mens innumeris άρχή όντος προς τον Θεόν ευρεθήσεται. Κάν, μυρίαις
imaginationibus , seque rerum non subsistentium φαντασίαις εαυτόν εξαπατήσας ο νους, και τοις των
commentis occupans, ea que non sunt excogitave- ανυπάρκτων αναπλασμoίς επιβάλλων, τα μη όντα
rit ; nullam omnino inveniel arterm , qua seipsan περινοή (81), ουδεμίαν των πασών μηχανών εξευρή
possit ultra Unigeniti principium extendere, aut σει, δι' ής δυνήσεται της αρχής του Μονογενούς εαυ
vitam ejus qui per se vita est, suo ipsius motu in- τον υπερθείναι και κατωτέραν του ιδίου κινήματος
feriorem relinquere, aut sua cogitatione originem τήν ζωήν καταλιπείν της αυτοζωής και το ίδιο
Dei Verli transcendlere, aut secula Deo sculorum λόγω του Θεού Λόγου την αρχήν υπερβήναι » και
deslilula sibi fingere. αιώνας εποπτεύσαι ( 82) ερήμους του Θεού των αιώ
νων.
4 Ηebr. 1, 2. 1 Joan. 1, 5.
(73) Editio straque Ven. et Paris. αλλά και (80) Editi Είπερ γάρ ήν. Αι mss. Ει γάρ ήν. Sta
τούτω τον Μονογενή, corruple . Regii Secundus et tin mss. nonnulli ουδέ έστιν, ουδε μή. Interpres :
quarius àrdà xal toữ , ý toy Movoyevñ , emendale. Sed nec est, nec erit antiquior sensus Unigeniti sub
Jgitur horum verborum sententia hinc est : Blirari sistentia . Scd , nisi valde fallor , vox ÚTTÓttasis luon
subit Ęmonianos, qui non intelligunt sequi ex hoc , luni similibus locis, non stricle sumitur, pro
suis verbis , Filium non Patre solum posteriorem persona videlicet. Arbitror igitur vocem ÓTÓSTI
esse , sed eum etiam posteriorem esse et ipsa re, 515 hic sunidebere latius, pro substantia , aut pro
per quain ipsum a Paire separant. Mui , coû, natura , sic ut lioc loco ÚTEOSTAGLS idem valeat quod
opline interpretalus est librarius in margine Regii OÚGTCOIS, aut űntapa:s, constitutio , subsistentia , na
secundi, cum ita scripsit, avvo ; o xoovou. lloc Tura, etc. Notandum eliam vocem subsistentia ita
est, Eunomiani elliciunt quoque Filiumi posteriorem familiarem fuisse interpreti, ul quolies vol gusta .
ipso ævo , aut ipsu lempore, quorum intervallo euin OLS occurrit, occurrit autem · æpius, eam semper
a Paire sejungunt. reddal Latine subsistentiam : quod nemo, opinor,
( 70) Colex wις τι ή μεταξύ . homo probaverit, cuin iis in locis non obscure si
( 77) Editi επινοών. Αι mss. ηιulti εννοών. guilicet aliquid , quod Patri ieque ac Filio , conve .
(78) Sic libri VIeres. Elitι περισσόν και ουχί. niat : quod de subsistentia dici non posse coustat.
(79) Eclitiores. Ven el Paris. Siephaneaque cuin (81) Reg. quarius μη όντα επινοή .
Brg . quinto 9% 2. Övtwy. Codex Coll). el Reg ler 182) Edili et aliquot miss, jogT500 52 :. Alii tres
(ius εκ μη όντος. Αlii quatuor μss.εκ του μη όντος. Oss. εποπτεύσαι , reclius.
397 ADVERSUS EUNOMIUM LIB. II. 598
14. Αφαιρούμενος δε την οφειλομένην το Μονο- Α 14. Ceterum ubi debitam Unigenito glorian
γενεί δόξαν, σκοπείτε ποίοις αυτόν αποσεμνύνει λό- abslulit , animadvertile quibus cum verbis exornet.
γοις .
EYN. "Έστι δε, φησίν, η ουσία του Υιού γεννηθείσα ΕυΝ. Εst autem, inquit, substantia Filii genita
προ πάντων, γνώμη του Θεού και Πατρός. ante omnia, voluntate Dei et Patris.
ΒΑΣ. Τούτο μέγα προστίθησι τω Υιό, το πρεσβύ- BAs. Filio hoc tribuit magni , quol antiquior sit
τερον είναι της κτίσεως , και των ποιημάτων αυτών creaturis, et ante ea queipse fecit ; ratus satis esse
των εαυτού προϋπάρχειν, αρκούν εις δόξαν το Δη- ad gloriani Conditoris universorum, si si ante suas
μιουργό των όλων τιθέμενος το κτισμάτων ( 83 ) αυ - ipsius creaturas collocalus. Νam posteaquam eum,
τον των εαυτού προτετάχθαι. Της γάρ προς τον quantum in se fuit, a conjunctione quain cum Deo
Θεόν και Πατέρα κοινωνίας το εις αυτόν ήκον αλλο- et Ρatre labet, alienavit; ei in eo defert glorian,
τριώσας (84), εν τη των κτισμάτων προτιμήσει την φιod ipsum creaturis praeferat. Deinde ad summam
δόξαν αυτώ μαρτυρεί. Είτα προς το αναίσχυντον την impudentiam efferens blaspliemiarm, inevitabili, ut
βλασφημίαν εκφέρων ταϊς αφύκτοις ημάς, ώς oίεται , putal, syllogismorum vi nos circumvallat.
των λογισμών ανάγκαις περιστοιχίζεται.
EYN. "Ήτοι γάρ όντα , φησίν , έγέννησεν ο Θεός Β ΕυΝ. Αut enim exsistentem, inquit, genuit Deus
τον Υιόν, ή ουκ όντα. 'Αλλ' ει μεν ουκ όντα, μηδείς Filium , aut non exsistentem. Αιφui si μοι exsisten
μοι, φησί, τόλμαν έπεγκαλείτω (85)· ει δε όντα, ουκ 1em, nenmo, inquit,incuset me temeritatis. Sin exsi
κοπίας μόνον και βλασφημίας, αλλά και πάσης (86) slentem, non absurditalein solum, et blasplieniam,
ευηθείας υπερβολήν ο λόγος έχει το γάρ όντι ου δεί sed stoliditatem etiam omnem hic serimo excedit :
γεννήσεως ( 87). elenim qui est, generatione non indiget.
ΒΑΣ. Το μεν ούν πολυθρύλλητον σοφισμα, το πά- BAs. Hoc est quidem illa vulgatissima cavillatio ,
λει μεν εξευρεθέν παρ' ετέρων, τελείως δε νύν έν ab aliis olim adinvent: : nunc vero impudentibus
ταις απορυθριασμέναις και αναισχύντοις γλώσσαις el inverecundis istorun linguis absolute atque per
υπό τούτων εξεργασθεν, τούτο εστιν. Ημείς δε fecle expleto . Verum nos illud primum auditores
πρώτον εκείνο τους ακροατές υπομνήσομεν (88), ότι admonebimus, lhunc illum esse , 249 qui , quod
ούτός έστιν ο διά την των πολλών άγνοιαν ανθρωπι - non pauci ex ignorantia generationein Filii humano
κώς εξακουόντων της γεννήσεως του Υιού είς ανάγ- more acciperent, conclus in lios sermones incidit :
κην εληλυθώς των λόγων τούτων ούτος και από των lunc illum esse, qui a corporeis notionibus ad spί .
σωματικών εννοιών επί την πνευματικής θεωρίαν τάς ,, ritualem contemplationem imperitas animas revo
απαιδεύτους ψυχάς επανάγων • ος, επειδή τα γεννώ - " cal : qui, quod animalism, cum prius non sint, deindle
μενα ζώα ουκ όντα πρότερον, είτα γεννάται, και ο generantur, et quo: qui hodie genitus est, lieri non
σήμερον γεννηθείς χθες ουχ υπήρχε, ταύτην καν ( 89) erat, Lianc notioremin Unigeniti substantiam trians
επί τήν του Μονογενούς υποστάσεως την έννοιαν fert. Ει φuoniam genitus est , inquit, ante genera
μεταφέρει. Και επειδή γεγέννηται, φησίν , ουχ tionen μου eral. Adeo magnifice ceu theologos
υπήρχε προ της γεννήσεως. Ούτω μεγαλοφυώς την Unigeniti molis generationem exponit, atque ejus
γέννησιν ημίν του Μονογενούςθεολογεί, και διά τοιού- Modi verbis fratrum nostrorum infirmitatibus ne
των λόγων τα αρρωστήματα των αδελφών ημών επ. delur : dignus, si quis alius, qui auliat proverbium,
ανορθούται, άξιος ών,είπερ τις, ακούσαι της παροι. Μelice, cura leipsum 3. Αιφui quam ei medela2in
μίας, ότι Iατρέ , θεράπευσον σεαυτόν. Τίνα μέντου hoc absurdo animi morbo afferemus, nisi verla
και παραμυθίαν της ατόπου ταύτης νόσου τών λο- que Spiritus Sanctus per Dealum Joannem nolis
γισμών αυτώ προσενέγκωμεν και τα παρά του αγίου Ιocutus est : In principio erat Verbum, et Verbun
Πνεύματος διά του μακαρίου Ιωάννου λαληθέντα erat apud Deunm, ει Deus erat Verbum •? His duabus
ημίν, ότι 'Εν αρχή ην ο Λόγος , και ο Λόγος ήν dictionibuslunc animi niorbum exclusil evangelista,
προς τον Θεόν, και Θεός ην ο Λόγος ; Διά τούτωντων η cum alteram Iranscendere, alteram assequi που
δύο ρήσεων απέκλεισεν ο ευαγγελιστής, μιάς άν- possiιus. Νeque enim fieri potest, ut quidquam
1. Luc. 19, 23. * Joan. 1, 1.
(83) Editi et mss. nonnulli τιθέμενος των κτισμά- (87) Pro γεννήσεως in Reg. tertio legitur γενέ
των. Regii secundus et quartus τιθέμενος το κτι- σεως que varia Scribendi ratio ita frequens est in
σμάτων, recte. libris lum excusis lum manu exaralis, ut eos inter
(84) Monet vir eruditissimus Ducæus, anathema. se consentire, cum alterutra vox occurrit, vix un .
lisinum in concilio Ariminensi ab Arianis prolaluni quam videas. Hic locus aliier editus invenitur apud
sic efferri apud Hieronymsum adversus Luciferianos : virum doctissimum Joannem Albertum Fabricium :
Si quis dixerit creaturam Filium Dei, ut sunt cælerce sed ila lamell, ut cailem sententia eficiatur. lllic
crealuræ , anathema sit. Filium crealuram non nie igitur sic legius : Tώ γάρ όντι τι δεί γενέσεως,
gabant, sed similem cæteris crealiiris. Quid enim opus est orlu , eiqui est ?
( 83 ) Editi et duo Diss . εγκαλείτω. Colb. επικα (88) Codices aliquoι υπομνήσωμεν.
deitw . Reg . primus, cui suffragantur alii duo : S. (89) Sic Reg. quarlus. Vocula mal deest in edilis
secunda manι, επεγκαλείτω. flin aliis miss.
( 86) Ε .liti αλλά πάσης . Αι υss, αλλά και πάσης .
599 BASILII MAGNI 600
principio antiquius queat excogitari ; non eniin forel A υπερβάτου (90) και ετέρας ανεκβάτου. Ούτε γάρ άρ
principίum, si quid ultra se haberel : neque feri χής εστί τι επινοήσαι πρεσβύτερον · ου γαρ έτι αν
polest, ut quisplain illud , Erat , cogitatione Irius » είη αρχή , είπερ έχοι τι εαυτής εξώτερον (91) : ούτε
essus . Nain corecte.Nam si prind alive,contestat la indem er deres, si online.ru
sressus ad intervallum in quo non eral transveliere το "Ην διαβάντας το λογισμώ, εις το ότε ( 92) ού »
se possit. Νain cogitare quod non erat, est dictio- ήν δυνατόν υπερκύψαι. 'Αθέτησις γάρ έστι του
sirucize referunluduun vil bo ejus qui 'incas TheLOAN
nem, Eral, destruere. Νam si principium ex eorum Hν, ή του ότι ουκ ήν επίνοια. Ει μεν γαρ η αρχή
numero essel que referuntur ad aliud, οι prin. των προς έτερον λεγομένων ήν, ώς το αρχή σο
cipίum sapientice , et principίumn Vie bone , et φίας , και αρχή οδού αγαθής, και , 'Εν αρχή
1η principio fecit Deus : forte possemus ejus qui εποίησεν ο Θεός, ήν αν τυχόν, του εκ τοιαύτης
es Iali principio constaret generationern cogi- αρχής ύφεστώτες , δι' ενθυμήσεως υπερβήναι την
tando prietergredi. Sed cum is principii significa - γέννησιν· επειδή δε το σημαινόμενον τούτο της
tus, utpote absolutus , nec ullam ad aliud habi- αρχής απολελυμένον και άσχετον την ανωτάτω φύ
tudinem habens, naturam supremium significer , σιν δηλοί, πως οι καταγέλαστος και τα εξωτέρω
nonne deridendus est qui quidquam ultra illud ταύτης επινοών , η επιχειρών αυτήν τοις λογισμούς
comminiscitur, aut id suis cogitationibus preter - υπερβάλλειν ; Συμπαρεκτείνεται δε και το Ην τω
volare conatur ? Quiuetiam verbum, Εται, egue ex. Ο ανυπερθέτω της αρχής ταύτης (93). Ου γαρ την από
lenditur ac illud principίum dilationis ac morie χρόνου ύπαρξιν το " Ην υποφαίνει, ώς το, 'Αr
cujuscunque nescium. Non enim verbum, Erat, θρωπος ήν εν χώρα τη Αυσίτιδα (94) και , Hr
exsistentiam temporalein indicat, ut illud : Homo άνθρωπος εξ 'Αρμαθαίμ και το , Η δε γη ήν αό
erat in regione Ausilide 8; et : Homo erat es Arma- ρατος · αλλ' αυτος ημίν ο ευαγγελιστής εν ετέρω λό
thim *; et : Terra autem erat invisibilis 1. Sclipse γω του τοιούτου "Ην το σημαινόμενον έδειξεν, εί
nobis evangelista in alio sermone ejus verbi, Erat, πών • Ο ών, και ο ήν , και(95) και παντοκράτωρ. Οίον
significatum ostendit, his verbis : Qui εει, ει φαί γάρ το ων, τοιούτον και το ήν, αΐδιον ομοίως και
erat, et qui est omnipotens *8. Quale enim est illud, άχρονον. Ουκ όντα δε λέγειν τον εν αρχή όντα, ούτε
est, tale est etiam illud, erat, senilernum pariter διασώζοντός έστι την έννοιαν της αρχής, ούτε συν
atque temporis espers . Jim vero non exsistenlein άπτοντος αυτή τηνύπαρξιν του Μονογενούς. Ανεπι
dicere, eum, qui in principio est, neque 250 ejus νόητον μεν γαρ της αρχής το πρεσβύτερον, αχώριστον
est φuί principii notiοnein servat, neque ejus φιά δε ταύτης του Θεού λόγου το είναι. "Ωστε εφ' όσον αν
11ta cum principio substantiam Unigeniti conjun- βουληθής ταίς του νου πολυπραγμοσύναις αναδρα
git. Non enim excogitari potest antiquius quidquam C μείν, υπερβήναι το ήν , και έξω τούτου γενέσθαι τοις
principio, a quo et esse Dei Verbi est inseparabile. λογισμούς ου δυνήση.
Quare quantumcunque voles curiosis mentis disquisitionibus relrogradi, tamen ilma, era', Transgredi, el
ultra hoc cogitationibus ferri non poteris.
15. Interrogetur autem vicissim el a nobis , 15. 'Αντερωτάσθω τοίνυν και παρ' ημών : πότε.
utrum in principio essel apud Demo Deus Verbum, ρον εν αρχή ην προς τον Θεόν ο Θεός Λόγος , η ύστε
au postea accessit. Νam si erat, Coerce linguam. ρον προσεγένετο ; Ει μεν γαρ ήν , Παυσον την
Iuam a malo , ab ea videlicet blasplienia , qua γλώσσάν σου από κακού, της του, ότι ουκ ήν ,
dicis, non erat : sin auteum, quod e fas quidem βλασφημίας· ει δε (96), όπερ ουδέ θέμις ειπείν, τας
* Job 1, 1 . ** I Reg. 1, 1 . 1 Gen. 1, 2, 8 Apoc, 5, 8. » Dsal. ΧΧΧιιι, 14.
90 ) Sic editio utraque Ven . el Paris, enn anti- cum uno Reg. tEoTÉpw . Uiro quis modo legerit,
quis qualvor libris ; al lolum illud , Aid TOUTOY peecaturum non puto .
των δύο ρήσεων απέκλεισεν ο ευαγγελιστής, μιας (92) Vox öte in duobus mss. non invenitur.
ανυπερβάτου και ετέρας ανεκβάτου , «leest in Regiis η (93) Reg. Secundus, quem suo more secuti smal
Secundo, tertio el quinto. Sed liac verba necessa - " Iypographi Parisienses , τω ανυπεράτω της αρχής,
ria esse , si nihil aliull, ipsa cerle orationis series cum hoc principio insuperabili. Alii sex mss. so we
probat. Uι enim illa, Ούτε γάρ αρχής εστί τι επι- υπερθέτω της, cum hoc principίο, quod more expert
vonoei itpso60 tepov, ad dictionem ávu Ttepátou , ila 251 atque dilationis . Cerle cum lectio posterior mul.
haec, ούτε το " Ην διαβάντας το λογισμό, ad dictio: Iorum codicum auctoritate initallur, nec male
nein ávexbátou referri debere obscuirum non esi. conveniat huic loco , eam alteri' præferre non dubi
Interpres, cuin videret casum verbi & Toxhelere tavi. – Verle : Principium quod iranscendi el supe
deasse, existinavit vocem αυτούς ( Ευνομιανούς ) . rari non pulesi. MARAN.
supplendain esse ; ob idque hunc locum ita verlen (94) Τη Αυσίτιδα , τη regione Ausitide. Vulgata,
duin esse , his duabus dictionibus conclusil eos evan . in terra Hus. Hic locus in eruditissimis nolis Du
g 'lisia, Eunomjanos videlicet. Mihi tamen verisi - ( xi illustralur.
muilius fit, supplundaine esse vocem vodov, quæ ali - (95 ) Vocula xal addenda est ex multis codici.
quanto ante legitur, exclusil hunc animi morbum . bus. Πaud Ionge codices aliquoι συνάπτοντες ταύτη
11: nc conjecturam non nihil adjuval, quod & 110 την.
Xhelaev proprie inn sit concludere, sed excludere. 196 ) Post illud, el Gé, suppleri oportel oux fv, si
Mox mss . aliquoi impliciter voñoal TopEstepov . rero non eral. Id auteni cur omissum . sil , Basilias
Noc ipso in loco edili OÚte yap Öv Öte ein å pyn . Li ipse ait hanc esse causam , quod talia proferre nefas
sit. Simili relicentia uso Basiliun videre est ia
bri eleres 1 .i in contexlii.
O1. Flisiel aliquotmss. Burspov. Codex Colb . superioribus.
604 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . II. 602
σοις οικειότερον προς σε χρήσομαι ρήμασιν, ότι ου A est dicere, ιuis adversum le verbis apίius ular,
βλασφημίας μόνον, αλλά και παρανοίας υπερβολήν ο quod non blasphemie solum, sed stoliditatis etiain
λόγος έχει, ανθρώπους απαιτείν των λόγων του Πνεύ- nodum superal hic sernio, homines videlicet ver
ματος τας ευθύνας, και μαθητήν μεν είναι των Ευ - borum Spiritus rationem exposcere, ct profieri se
αγγελίων ομολογείν , αυτών δε τούτων κατεξανίστα- Evangelii discipulum, et tanen in ipsum Evange
σθαι. Σκόπει γάρ τας θείας φωνάς, ως ακριβώς και liuminsurgere. Adverte enim quam diligenter, quam
σαφώς τη πρό αιώνων γενέσει (97) του Υιού μαρτυ - aperie divine voces generationem Fili , quae fait
ρούσιν. Επειδή γαρ ο μεν Ματθαίος της κατά σάρκα ante secula, testimonio suo comprobent. Νam quo
γεννήσεως εξηγητής γέγονεν, ώς αυτός φησι• Βίβλος nian Mattheus quidem generationis secundum car.
γενέσεως Ιησού Χριστού υιού Δαβίδ (98) · ο δε near factus est interpres, ut ipse ail : Liber genera
Μάρκος αρχήν του Ευαγγελίου το 'Ιωάννου πεποίηκε lionis Jesu Christi Flii David 80; Marcus autem
κήρυγμα, είπών• Αρχή του Ευαγγελίου Ιησού Joannis prelicationem initium Evangelii fecit ,
Χριστού, καθώς γέγραπται εν Ησαΐα το προφή- licens : Initium Evangelii Jesu Christi, sicut scri
τη (99)• Φωνή βοώντος εν τη ερήμω · ο δε Λουκάς plum est in Isaia propheta : Vor clamanlis in de
και αυτός διά των σωματικών αρχών τη θεολογία 8erto 31; Lucas vero et ipse per corporalia initia ad
προσέξη: αναγκαίως ο ευαγγελιστής Ιωάννης, τελευ- B clheologiam accessit, necessario evangelista Joannes ,
ταίος ελθών εις το γράφειν, παντός αισθητού , και cum ultimus ad scribendum venisset, mentem su-
χρόνου του τοις τοιούτοις παρεπομένου, την διάνοιαν per one sensibile, ac tempus quod sensibilia se
υπεράρας, μάλλον δε υψωθείς (1 ) τη δυνάμει του quitur, attollens, imo virtute Spiritus erectus, ac
Πνεύματος, αυτό προσέβη των πάντων επέκεινα , μο- cessit ad eum ipsum, qui est ultra omnia, tantum
νονουχί διαμαρτυρόμενος και αυτός, ότι, ει και εγνώ- non allestans et ipse, quod etsi Chrislumsecundum
χαμεν κατά σάρκα Χριστόν , αλλά νύν ουκέτι γι- carnem cognoviimus, nondum tanmen eum nunc co
νώσκομεν. Λαβόμενος γάρ αυτής της αρχής, και πά- 800Scirmus ". Namm 0ccupato Ipso principίο, omini
σας τας σωματικάς τε και χρονικάς εννοίας κατωτέ-
busque corporeis et temportalibus notionibus intra
ρας της εαυτού θεολογίας απολιπών, υπερεφώνησεsuam theologiam relictis, eas que præcesserant
τα προλαβόντα κηρύγματα τη μεγαλοφυΐα της γνώ prædicationes magnificentia cognitionis superavil.
ovärd Non a Maria, inquil, principium , neque ab his
σεως. Ουκ από Μαρίας, φησίν, η αρχή, ουδε από
τωνδε των χρόνων. Αλλά τι : Εν αρχή ην ο Λό- temporibus. Sed quid ? In principio erat Verbum, et
foc. zal o Koroc ir gode för oson xai Asdr hr Verbum erat apud Deum , el Deus erat Verbum 68.
ο Λόγος· την εξ αιδίου ύπαρξιν, την απαθή γέννη - Substantiain elerdam, generationem afectionis
σιν , το συμφυές τω Πατρί , το μεγαλείον της φύσεως C experlem, earm quam cum Patre habet Conjunctic
πάντα εν τοις ολίγοις δήμασι συλλαβών, και τη προσ. nem, naturae majestatem, oιnnia paucis verbis Com.
Θήκη του Ην Αναγαγών (2 ) εις την αργήν, ώσπερ plexus, voce Eται addita, deduxit ad principίum.
αποφράττων τα στόματα των, ότι ουκ ήν , βλασφη . quasi ora occludens eorum , gui blasphemantes
dicunt, quod non eral, et longe ante exscindens
μούντων , και πόρρωθεν τας των τοιούτων σοφισμά. ejusmodi
των παρεισδύσεις υποτεμνόμενος (3), ΕΙτα διά της Cavillationum aditum. Deindo sermone
Θεολογίας οίον υπογραφήν τινα εναργή της φύσεως ιlieologico velut claram quamdam Dature Unigeniti
του Μονογενούς εντυπώσας, ώς ήδη γνωρίζουσιν υπο- descriptionein exprinnens , quasi am cognoscenti
δείκνυσι τη φωνή λέγων· Ούτος ήν εν αρχή προς bus eam commonstrat hac voce, dicens : Ηoc erat
τον Θεόν . πάλιν ενταύθα τη προσθήκη του "Η », η principo apud Deum **. Rursus, voce Eται hic
τ8 αιδιότητα του Πατρός του Μονογενούς συνάπτων adjecla, eternitali Patris generationem Unigeniti
την γέννησιν · και πάλιν: Ζωή ήν, και η ζωή ήν το connectiί. Ει rursus : Vila erat, el cila eral lur
φως των ανθρώπων , και ήν το φως το αληθινόν , ήominum, et erat Ius vera 88. Sed elsi doctrina adeo
' Αλλ' όμως ούτω πανταχόθεν του λόγου ταις του αϊ- undique additainentis eternitatis communita est,
δίου ( 4) προσθήκαις ησφαλισμένου, πάσας παρωσά- tamen omnibus Spiritus testimoniis rejectis, et
μενος τάς μαρτυρίας του Πνεύματος , και ουδέ Ρ quasi ne audire quidem videretur Joannem adeo
ακούειν δοκών ούτως ήμίν πυκνώς εμβοώντος το Ην frecuenter vocern Eral inclamantem : Νοιι exsi
• Matιο, 1, 1. 81 Marc. 1, 1; Isa. XL, 3. 8: ΙΠ Cor v, 16. 88 Joan. 1, 1. 3• ibid . 2 . 38 ibid. 4 , 9.
(97) Codex Colb. γεννήσει του . Reg. tertius γενέ. (3) Pro υπoτεμνόμενος 1egitur in Reg. τετιιοαδ.
σει.
(98) Codex unus Υιού Δαβίδ, Υιού 'Αβραάμ. οιονείυπογραφήν. Editi θεολογίας,υπογραφήν. llud,
did tñs Osoàoylas, pulo sic accipi debere : Per ser
(99) Variare inter se libros initio Evangelii Marci,
vel de Teslamento Oxoniensi cognosci polest. monem quein de divinilale Verbi habuit.
(Greca vulgata ita habent, ως γέγραπται εν τοις (4) Eliti λόγου του αιδίου. Libri veleres ταις του
Tipo pitaus , sicut scriptum est in prophesis. Codices diðlou . Hic locus non ila intelligendus est, quasi
mon pauci év 'Hoata tū nepowton , sicul scriplum est vox @ lernitas reperialur expresse initio Evangelii
in Isaia prophela ; et ita quoque legimus in Vulgala
Lalina . alias voces, quz idein omnino valent, quod ips
(1) Reg. quartus μάλλον δε υπερυψωθείς. vox alernitas.
(2) Codex idem ανάγων.
605 S . BASILII MAGNI 604
sleus, inquit, genitus est. Ergo postea in accessio - A Ουκ ών, φησίν, εγεννήθη. Ουκούν (5) ύστερον προσ
nis 251 modum genitus est. Quod si hoc non erat γεγέννηται. Ει δε τούτο εν αρχή ουκ ήν, ώς φατε,
in principίο, οι νος dicitis ; quam pugnam clario. τίνα περιφανεστέραν μάχην επιδείξειε τις (6) προς
reno adversus Evangeliorum voces quibus credidi- τας φωνές των Ευαγγελίων αίς πεπιστεύκαμεν ;
mus, possit quis ostendere ?
16. Ει φuidem cui rerum aquo estimatori illud 16. Και μην εκείνό γε τίνι ουκ άν των ευγνωμόνων
non prolabitur, quod ut oculus ex locis illuminatis συνδόξειεν, ότι ώσπερ οφθαλμός, των περιλαμπομέ
egressus , necessario ol privilionem luminis al νων τόπων εκπεσών ( 7), αναγκαίως δι' ερημίαν του
actione cessat ; ita quoque et mens si imaginalio- φωτός της ενεργείας ίσταται, ούτω δε και ο νούς,επί
nibus extra id quod est compellatur, veritate instar το έξω του όντος ταϊς φαντασίαις εισβιαζόμενος , οίον
cujusdam Iueis deficiente, confuss , ac stoliditate τινος φωτός της αληθείας επιλειπούσης (8), συγχυ
laborans, intelligere desini 3 Proinde neque oculus θείς και ανοηταίνων της νοήσεως απολήγει; Ούτ' αν
extra lucem visu poterit uti , neque anima extra ούν οφθαλμός έξω του φωτός το οράν χρήσθαι δύναι
Unigeniti notiοnein abrepli, intelligendi usum το, ούτε ψυχή, της του Μονογενούς εννοίας παρεν
habere. Νam a veritate excidere, quadam est in εχθείσα, τη νοήσει κεχρήσθαι. Η γάρ της αληθείας
animo privatio visus atque cecitas. Quare vana est B απόπτωσις αορασία εστί διανοίας και τύφλωσις. "Ωστε
mens, excecataque, et plane intelligentia omni μάταιός έστι νούς και τετύφλωται (9), τω όντι μηδέν
destituta , que se Unigenito antiquiora apprehen- επιστάμενος, o τα του Μονογενούς πρεσβύτερα κατ
disse orbitratur, haud aliler, atque si quis oculo ειληφέναι φρονών· ώσπερ αν εί και οφθαλμώ τις οξυ
qui in tenebras acien defigit, acunien visus inesse ωπίαν προσμαρτυροίη (10), τις εσκοτισμένους ένατεί
1estetur. In lumine enim iuo, inquit, videbimus lu- νιζοντι. 'Εν τω φωτί σου γάρ, φησίν, οψόμεθα
men *6. Qui allem intellexisse se dicit , quando φως. Ο δε εν καταλήψει του ότε ούπω ήν το φώς γε
nondum eral luinen; similis iis est, qui in phrene- γονέναι φάσκων παραπλήσιον πέπoνθε (11) τοις εν
tica mentis einoione, ea quae non adsunt, videre εκστάσει φρενιτική οράν φανταζομένους τα μή παρ
silli videntur. Νam que ultra Filium sunt, non όντα. Τα γάρ υπέρ τον Υιόν ου νοείται. Επειδή ότι
intelliguntur : Siquidern quod oculo est Iuineis sen- περ οφθαλμώ το αισθητόν έστι φώς, τούτο ψυγή και
sibile, ΙιοC animo est Deus Verbum. Eral enim, Θεός έστι Λόγος. Ην γαρ, φησί, το φως το αληθι
inquit , lur vera, que illuminat omnem hominem γόν , ο φωτίζει πάντα άνθρωπον ερχόμενον εις
venientem in hunc undum 81 . Quapropter anima, τον κόσμον "Ωστε αφώτιστος ψυχή αδύνατος εστι
que illuminata non est, nihil polest intelligere. , προς νόησιν . Πώς αν ούν τα υπεράνω της γενέσεως
Quoniodo igitur ultra luminis generationem quid- του φωτός καταληφθείης Χρήν δε , οίμαι, τους και
quam comprehendi possit ? Οportebat autem, puto, μικρον γούν της αληθείας πεφροντικότας, αφεμένους
e0s quibus vel tantulunm cure esset veritas, postea - των σωματικών ομοιώσεων, και του ταίς υλικαίς
quam, Corporeis similitudinibus omissis, Motiones φαντασίαις τας περί Θεού εννοίας καταρρυπαίνειν ,
Dei per materiales imaginationes coinquinare desi τους παρά του αγίου Πνεύματος παραδοθείσαις ημίν
issent, tum denmum traditam nobis a Sancto Spiritu θεολογίαις ακολουθείν, και αντί των ερωτημάτων
theologiain sequi, atque pro iis questionibus quae τούτων, και των γρίφων (12) ουδέν απολείπεται , την
ab enigmalibus nihil absunt, et quas in utramque εφ' εκάτερα υπόληψινεπικίνδυνον εχόντων, νοείν μεν
partem accipere periculosum est, dignam Deo ge- άξίαν του Θεού γέννησιν απαθή, αμέριστον, αδιαίρε
nerationem intelligere, impassibilem, insecabilem, τον (15), άχρονον, κατά την απολάμπουσαν του φω
indivisibileur, sine tempore, instar resplendenlis a τος αυγήν τη θεία γεννήσει προσαγομένους · νοείν δε
luce radii, ad divinam generationem duclos ; intel- εικόνα του Θεού του αοράτου, ού κατά τάς τεχνητάς
56 Psal. XXXV, 10. 17 Joan. 1, 9.
(5 ) Editi et duo mss. Oux ūv. Interpres, non er - D (9 ) Antiqui dio libri xal TETÚYWta ., el inſala ni
sisiens poslea nalus est. Al codex Colli. cum Re- hil omnino inielliyi!. Illud, co byti, in editis locum
giis secundo, tertio el quarto O 'XOūv : Proinde ge - occupabal non suum , uti ex mss. cognoviinus.
neralus est in modum accessionis, seu , per accessio» (10) Editi προσμαρτύρη. Libri veteres προσμαρ
nem, recle. Ιbidem duo Inss. προσγεγένηται. τυροίη .
(6) Codices duo cum editis επιδείξειέ τις. Reg. (11) Codex Colb. et Reg. tertius παραπλήσιος γέ
secundus επιδείξειεν άν τις . Αlii duo Inss. επιδείξαιτ ’ γονε. Stalis mss. duoεπειδή ότι όπερ. Subiude eliti
αν τις. τούτο ψυχής. Αntiqui libri ψυχή, recle.
(7) Edili el Reg. quintus XT18JÚv. Alii sex mss. (12) li editionibus veleribiis legebatur cūv Yca
υπερπεσών. Μox Reg. 1erlius secunda manu ούτω pây : sed vir eruditissiniais Ducimus recle judicavit
δή . Ιbidem editi του όντως. Αι ss. του όντος, extra legendum esse ex Reg. Secundo των γρίφων : nec
rem quæ est : vel simpliciter, exlra rem : exlra ve aliter in reliquis nostris mss. legitur quam in Reg .
rum : extra æquum . Rursushoc ipso in loco duo niss. secundo .
εκβιαζόμενος, (13) Vox adaipetov in aliquibus mss. decsi. Quod
( 8) Editi et unus ms. Eπιλιπούσης. Veteres qua - sequitur, κατά την, etc., sic accipiendum esse at:
luor libri & TT ).ELTTouons. Aliquanto post edili OŰte bilror : Adeo vi ad divinain generationem deduce .
oúv, Codices aliquot Out' äv odv, Subinde mss. duo rentur, eam sibi animno lingeules instar radii a luce
νοήσει κεχρήσεται. Αlii quidan, mss. cun editis κε- resplendentis.
χρήσθαι.
 (43 ADVERSUS EUNOJIUM LIB. II. 606
ταύτας ύστερον απεργασθείσαν προς το αρχέτυπον, A ligere itidem imaginem 120visibilis Dei, non secun
αλλά συνυπάρχουσαν και παρυφεστηκυίαν τω πρω- dum has artificiosas 252 imagines exinde al
τοτύπο υποστήσαντι, το είναι το αρχέτυπον, ού. exemplar elaboratam, sed exsistentem atque sull
σαν (14), ουκ εκτυπωθείσαν διά μιμήσεως, ώσ- sistenlein cuin arclietypo quod eam produxit, que
περ (15)εν σφραγίδί τινι της όλης φύσεως του Πατρός ex hoc est quod est arclietypum : que per imila
εναπoσημανθείσης το Υιω. Ει δε βούλει, οποία των lionem expressa non est, Iola Patris natura in
τεχνών ή υπόστασις (16) εκ των διδασκόντων όλη Filio velutin aliquo sigillo impressa . Quod si mavis,
τους μαθητευομένοις έγγινομένη ούτε λείποντός τι - qualis est artium substantia ex docentibus in disci
νος τους διδάσκουσι, και της τελειώσεως τους εκμαν- pulos transiens tota, adeo ut neque desit quidquam
θάνουσι προσγινομένης. "Η τούτο μεν ουκ ακρι- docentibus, et perfectio cdiscentibus accellati. Cae.
σες προς ομοίωσιν διά την του χρόνου παράτασιν. 1eroquin Ilioc similitudinem perfectam non exhibel,
Οικειότερον δε ειπείν , ότι oπoία των νοημάτων ob temporis moram. Sed illud convenientius polest
ή φύσις τους του νου κινήμασιν άχρόνως συνυφιστα- dici : qualis est cogitationum natura una cum men.
μένη. tis motibus citra ullam temporis dilationem con
sistens.
17. Και μηδείς μο: συκοφαντείτω τον λόγον, ει τι Β 17. Νec quisquam mihi hunc sermonem calum.
των υποδειγμάτων μή πάντη συμβαίνου τους προκει - niose objiciat, si quid in exemplis non omnino pro.
μένους. Ουδε γάρ δυνατόν τα μικρά και φαύλα posito convenial. Neque enim fieri potest, ut parva
τοις θείοις και αϊδίοις μετά ακριβείας αρμόζειν , αλλ' ac vilia divinis atque eternis perfecte accommoden
όσον ελέγξει την ειρωνείαν των ου δυναμένων δή tur : sed quantum satis est, ut dissimulatio confule
γέννησιν απαθή τη διανοία λαβείν. Εικών δε ει. ιur eorum, qui generationem impassibilem non
ρηται και έστιν ο Υιός γεννητή, και απαύγασμά εστι queunt mente concipere. Imago auteni dictus est
της δόξης του Θεού, και σοφία, και δύναμις, Filius, el est imago genita , el splendor estgloriæ Dei,
και δικαιοσύνη Θεού , ουχ ώς έξις , ουδε ώς επιτη- et sapientia, el potentia , et justitia Dei, non at liabi
δειότης, αλλ' ουσία ζώσα και ενεργής, και απαύ- tus, neque ut aptitudo, sed substantia viva et ope
γασμά εστι της δόξης του Θεού . Διόπερ και όλον rans,ac splendor glorie Dei. Quapropier et Ioluo in
έν εαυτό δείκνυσι τον Πατέρα, εξ όλης αυτού της seipso Palream ostendit, ex ola ejus majestate re
δόξης απαυγασθείς. Την τοίνυν δόξαν του Θεού μή splendeus . Quanm absurdum est ergo dicere, glo
έχειν απαύγασμα λέγειν, ή την σοφίαν του Θεού μή riam Dei non habere splendorern, aut sapientiam
συνείναι ποτε τω Θεώ, πάσης της ατοπίας; Αλλ' εις Dei aliquando una cum Deo non fuisse ? Sed si erat,
ήν, φησίν, ου γεγέννηται. 'Αποκρινώμεθα τοίνυν ότι, inquit, genitus non est. Respondeamus ergo, quod
Επειδή γεγέννηται, ήν ουκ αγέννητον έχων το είναι, quoniam genitus est, erat, cum ingenuitum esse που
ών δε αεί και συνών τώ Πατρί, εξ ου και (17) την habeat , sed exsistat semper , et c0exsistal Patri a
αιτίας της υπάρξεως έχει. Πότε ούν εις το είναι quo etiam exsistendi labet causam. Quando igitur
παρά του Πατρός παρήχθη ; 'Αφ' ού έστιν ο Πατήρ; all esse a Patre produclus est ? Ex quo Paler est 1
'Αλλ'εξ αϊδίου, φησίν, ο Πατήρ εξ αϊδίου τοίνυν και Sed ab elerno, inquit, Pater : ab alerno igitur et
όYίος , γεννητώς τη αγεννησία του Πατρός συναπτό- Filius , per generationem ingenile Patris nature
μενος. "Οτε δε ούτος ουχ ημέτερος ο λόγος , αυτάς τάς conjunclus. Quod autem non nostra sit haec Oralio ,
αγίου Πνεύματος φωνά - αυτοίς παρεξόμεθα. Εκ μέν ipsas sancti Spiritus voces eis ob oculos ponemus. Eι

(14) Hunc locum dillicilem esse vel ex eo intelli-
gitur, quod non parum negotii librariis exhibuisse
videatur : quippe alii aliter eum emendare conati
sunt. Fortasse alienuin non fuerit, etsi longum , va -
rias omnes lectiones in medium proferre, ait, quod .
optimum est, ab eruditis hominibus seligi possit. D
Edili igitur ila habent : &ad OUVUTÁCroucav xa !
παρυφεστηκυίαν τω πρωτοτύπω υποστήσαντι, του
είναι το αρχέτυπον, ούσαν. Reg . primus παρυφεστη-
κυίαν τω υπό το πρωτοτύπο υποστήσαντι τω είναι,
reliqua ut in vulgaris. Hic notari potest, voces to
ÚTTÓ manifeste redundiare. Reg. secundiis tu repos
τοτύπω υποστήσαντι το είναι , reliqua ut in editis.
Reg. tertius prima manu υποστήσαντι τω είναι,
cælera ut in excusis. Hic ille ipse codex seconda
manu παρυφεστηκυίαν των υποστήσαντι τω είναι linnen polius legi debere, τω είναι . Αlii meliora.
προς το αρχέτυπον ούσαν. Ει hic adnotabo hunc lo -
cuni a Coin Delisio aliud cogitanti non accurate ex
Scriptorm fuisse. Regii quarius et quintus υποστή -
σαντι τω είναι : in reliquis vero cum vulgatis con -
Alliant. Reg. Sextus priina manu το υποστήσαντι
το είναι, reliqua ut in editis : idem ms. manu re-
centiore τω πρωτοτύπω υποστήσαντι το είναι . De•
nique Colb. prino IHanu υποστήσαντι το είναι , re-
liqua ut in impressis libris . Idem codex secunda
naoυ συνυφεστηκυίαν... τώ είναι. Εx quibus colli
gere licet, has omnes lectiones revocari posse vel
ad hanc, to elvai, vel ad illam , td eival. Si leges,
to Elvai, verboruin constructio hiec eril, ou JAV to
elval od å OYÉTUTTOV. Ad verbuin , quce imago est per
hoc, quod ipsum archelypum est, sei , quæ imago
est hoc ipso, guod archetypum est : si vero legas, το
είναι, videntur haec verlba construi sic posse : ούσαν
υποστήσαντι το είναι αρχέτυπον. Αd verbunm, qμα
imago esl auctori hoc, nempe euin esse archelypum .
Id est, auslor imaginis ab ipsa imagine habel, quod
est archetypum . Ei vero archetypum proprienullum
est, nisi Imago sit, quae ex ipso exprimatur. Ηoc
an illo modo legendum sit, nescio quidem : puito
Τα είναι αρχέτυπον , ούσαν. Verle, Imago, que
hoc ipso quod est archelypum , ersistir. Maran .
(15) Editi μιμήσεως, αλλ' ώσπερ. Aliquoι odices
μιμήσεως, και ώσπερ. Αlii quidaιι niss. μιμήσεως,
ώσπερ.
(16) Τεχνών ή υπόστασις, naturα ατιium αιφue in
dustria.
(17) Reg. quartus Πατρί, παρ' ού και.
607 S. BASILII MAGNI 608
es Evangelio quidem sumanus illud: In principio A oύν του Ευαγγελίου λάβωμεν το, 'Εν αρχή ην ο Λό
εται Verbum88 ; hoc vero es Psalmo velut e per- γος • εκ δε του ψαλμού ως εκ προσώπου του Πατρός
Sona Patris dictum : Ab ulero ante luciferum genuί ειρημένον το, Εκ γαστρος προ εωσφόρου (18) γε
te * ; atque utrisque inter se composilis dicalmus : γέννηκά σε· και συνθέντες αμφότερα, είπωμεν, ότι
Ει erat, et genitus est. Verum vox Genui causam 2 και ήν και γεγέννηται. Αλλά το μεν, Γεγένηκα ,
qua principiam habet essendi, significat : vox au» την αιτίαν αφ' ής έχει την αρχήν του είναι σημαίνει:
lem, Erat, indicat ejus exsistentiain tempore ca » το δε , " Ην, την άχρονος αυτού και προαιώνιον ύπαρ
rentem ac sempilernam. Sed vero pro sua fraude ξιν. Ο δε , επαγωνιζόμενος τη εαυτού απάτη , εις
decertans Euromius, Orationero ad absurdum addu - άτοπον τον λόγον απάγειν oίεται.
ccre se putat.
ΕσN. Si enim , inquit, ante suam generationein EΥΝ. Ει γάρ, φησί, προ της γεννήσεως (19) ήν
Filius erat, ingenilus erat. της εαυτού ο Υιός, αγέννητος ήν.
Bas. Αι illud, anle generationem, o vir vane, aut ΒΑΣ. Αλλά το πρό της γεννήσεως τούτο , ώ
nullo modo subsistit, mentisque nulli subjeclo in - μάταιε , ήτοι ανύπαρκτόν εστι παντελώς , και δια
licereutis commentum est . Sed quid attinet stuliis νοίας αναπλασμός ουδενί ερειδομένης υποκειμένω :
contradicere ? hoc enim perinde est atque cum eo D και τι δεί αντιλέγειν τοις ανοήτους και παραπλήσιον
contendere , cui ratio is usum phrenesis ademerit. γάρ τούτο, ώσπερ αν ει και το τον λογισμόν εκ φρε
Αut si ad quidpiam eorum quae sunt tendit, ad se- νίτιδος παρενεχθέντι διεμαχόμεθα · η ει πρός τι των
culorum quoque notionem deducetur. Verum si se- όντων φέρεται, και προς την των αιώνων έννοιαν
cula omnia infra generationen Unigeniti intelligun- ενεχθήσεται. 'Αλλ' είπερ αιώνες πάντες κάτω που
tur, cum ilius ipsius sint creaturae , vanus est qui της γενέσεως (20) του Μονογενούς νοούνται , αυτού
quid substantia Filii antiquius querit. Nihil enim εκείνου όντες ποιήματα, μάταιος ο επιζητών της
alienius querit, quam si de Patre etiam percontare- υποστάσεως του Υιού τα πρεσβύτερα . Ουδέν γάρ
tur, utrum ante suam constitutionem fuerit, an non. άλλoιότερον έρωτά, η ει και περί του Πατρός επων
Elenium ut alic hic quastio stolta est, 253 querere θάνετο, πότερον υπήρχε προ της ιδίας συστάσεως,
videlicet in eo qui principio carel ac ingenitus estsu- η ουχί. Ως γάρ εκεί ανόητον το ερώτημα , επί του
perius quiddam: ita hic quoque de eo qui ab alerino ανάρχου και αγεννήτου ζητείν το ανώτερον ούτο
est cum Patre, nillilque liabet medii inter se et ge- και ενταύθα, επί του εξ αιδίου τω Πατρί συνόντος,
nitorem, temporales facere de priore quaestiones ; και ουδέν έχοντος μέσον εαυτού τε και του γεννήσαν
equalis plane dementie est. Νam perinde erit, acε τος , χρονικές ποιείσθαι του προτέρου τας ερωτήσεις,
i quis interrogel quid futurum sit post obitum ejus της ίσης όντως ανοίας. Παραπλήσιον γάρ έρωτάν(21),
εui immortalis est, queratque quid exstiterit anle τι έσται μετά την τελευτής του αθανάτου, και επι
generationem sempilerni. Hi autem, quia principii ζητείν τι υπήρχε πρό της γεννήσεως του αιδίου. Οι
in Patre privatio eternilas nominatur , privalionein δε, επειδή το άναρχον του Πατρός αΐδιον ονομάζεται,
principii decernunt idem esse atque elernilalem, et ταυτόν το ανάρχω το αίδιον αποφαίνουσι, και επειδή
quoniam Filius non est ingenitus , ne eternum qui- μη αγέννητος ο Υιός, ουδε αΐδιον είναι ομολογούσι.
dem esse proteilur. Sed tamen haec diferunt plu- Πλείστον δε διαφέρει κατά την έννοιαν. 'Αγέννητον
rimum signicatione. Νain ingenitum dicitur, quod μεν γαρ λέγεται το μηδεμίαν άρχήν εαυτού, μηδε
neque principίum sui ipsius, neque causam ut sit αιτίαν έχον του είναι: αίδιον δε το χρόνου παντός και
habet : eternum vero, quod tempore omni et evo αιώνος κατά το είναι πρεσβύτερον. "Οθεν και ο Υιός,
secundum esse antiquius est. Unde el Filius ut est και ουκ αγέννητος, και αΐδιος. Ήδη δε και τους
non ingenitus, ita elernus est.Jam vero secula etiam αιώνας αξιoύσι τινες της του αιδίου (29) προσηγο
alerni appellatione nonnulli dignanilur, quasi ex eo ρίας, ως εκ του αεί είναι της κλήσεως ταύτης τετν
quod semper sint, hoc nominis adepta sint. Nos au- χηκότας. Ημείς δε της αυτής λογιζόμεθα παρα
1em et creaturis eternilalis testimonium praebere, D νοίας και τη κτίσει προσμαρτυρείν το αίδιον , και τον
et creaturarum Dominum hac confessione privare, Δεσπότης της κτίσεως της ομολογίας ταύτης αποστε
ejusdem esse amentiæ arbitramur. ρείν.
18. Αι orationem ad impudentiam dedecens Eu- 18. Ο δε, προς το αναίσχυντον εκφέρων τον λόγον,
nomius, quid dicit ? τί φησιν ;
ΕσN. Nos auten in iis que el olim a sanctis, et EΥΝ. Ημείς δε, τοίς τε υπό των αγίων και πά
nunc a nobis demonstrata sunt, permanentes , cum λαι (23) και νύν εφ' ημών αποδεικνυμένους εμμένον
** Ioan. 1, 1. 89 Psal. Cl», 3.
(18) Antiqαι duo libri εωσφόρου εγώ σήμερον. (23) Editi των αγίων Πατέρων παλαι. Reg. seen
(19) Codices aliquot γενέσεως. dus των αγίων Πατέρων και πάλαι. Αlii tres mss. et
(20) Cod. 503 οπιίτιίι της γενέσεως. in conleriu . Voceni latépwy non sine causa dele
(21) Reg. quartus to èpwtậv. lam esse hinc conjici potest, quod non reperiator
(22) Editi τινες της αιδίου . Αι mss . της του αϊ• neque in opere Eunomii quod penes nos est, neque
δίου, apud Fabricium .
 609 ADVERSUS EUNOMIUM LIB. II. 610
τες, μήτε της ουσίας του θεού προσιεμένης γέννη- A neque Dei sulbstantia generationem adnitial, neque
σεν, μήτε μην ετέρας τινός υποκειμένης εις Υιού ulla alia ad Filii generationerm subjiceat, που
γέννησιν , μή όντα φαμέν τον Υιόν γεγεννή- exsistentem Filium genitum esse dicimus.
σθαι (28).
ΒΑΣ. Τίς ούτως επ' ευσεβεία φιλότιμος : τις επι BAS. Quis adeo fuit glorie cupidus pietatis no
το φιλόχριστος είναι τοσούτον έκαλλωπίσατο, όσον mine ? quis in Claristoamando tantum gloriatus est ,
ούτοι τοίς της ύβρεως και ατιμίας (25) ρήμασι, και quantum hi de contumeliae ac ignominie verbis ,
καθαιρετικούς της δόξης του Μονογενούς επαγάλλον. iisque majestates Unigeniti subverlentibus , sese
ται ; Ου παύση μη όντα προσαγορεύων, ώ άθεε, τον jactant ? Nuum cessabis Ion exsistenler appellare ,
όντως όντα, την πηγήν της ζωής, τον πάσι τοις ούσι o inpie, eum, qui vere exsistit , qui Γons vite est,
του είναι παρεκτικόν; "Ος οικείας εαυτό και πρέ- qui omnibus quae sunt auctor est ut sint ? qui in
πουσαν τη εαυτού αΐδιότητι εν τω προς τον ίδιον «lato ad suum servum Moysein responso, appellatio
θεράποντα Μωυσέα χρηματισμό προσηγορίαν εξεύ - neur sibi propriaim atque aleritati suae couvenien
ρεν , όντα εαυτόν ονομάσας ; 'Εγώ γάρ ειμι, φησίν, lein invenit, eum qui est, seipsum nominans ! Ego
ο ών. Και τούτοις ουδείς αντερεί μή ουχί εκ προσ. enium, inquit, sum qui sum 0. Αιφue liaec ienio ne
ώπου του Κυρίου (26) ειρήσθαι ' ούκουν όστις γε μη p gaverit in persona Donini dicta fuisse, nemo uti
το Ιουδαϊκόν κάλυμμα επί τη αναγνώσει Μωϋσέως quee, nisi, durn Aloyseinlegit,Judaicum velamen cordi
κατά της εαυτού καρδίας επικείμενον έχει. Γέγρα - suo impositum habeat 1. Scriptum est eniin, quod
πται γάρ, ότι ώφθη το Μωύσει άγγελος Κυρίου επί visus est Moysi angelus Domini in rubo in igue
του βάτου εν πυρί φλογός (97). "Αγγελον τοίνυν προ- Dammae. Sed, postquam angelain in narratione pre
τάξασα της διηγήσεως ή Γραφή, Θεού επάγει την posuit Scriptura, Dei vocem suljungit. Dicit enim,
φωνήν. Είπε γάρ, φησί, τώ Μωύσεϊ• Εγώ ειμι ο inquit, Moysi : Ego sum Deuε μαtris ιui Abraham :
Θεός του πατρός σου Αβραάμ και μετ' ολίγα Ει paulo post rursus: Ego sum qui sum . Quis igitur
πάλιν : 'Εγώ είμι ο ών. Τίς ούν και αυτός και άγγε- idein el angelus et Deus ? Nonne ille, de quo didici .
λος (28) και Θεός ; Αρα ουχί περί ου μεμαθήκαμεν, mus, quod vocatur nomen ipsius magni consilii Αη.
ότι καλείται το όνομα αυτού μεγάλης βουλής "Αγγε. gelus ** ? Ego quidem non 254 puto opus esse plu
λος ; Εγώ μεν ουκ οίμαι πλειόνων δείν προς την από- ribus ad demonstrationem, sed adjnonitionem Chri
δειξιν, αλλά τους μεν φιλοχρίστοις εξαρκείς και την εti amantilus suficere : iis vero, qui curari non
υπόμνησιν, τοις δε ανιάτως έχουσι μηδέν όφελος εκ possunt, nullum emolunmentum arbitror ΘΣ multi
του πλήθους των λεγομένων έσεσθαι (29). Ει γάρ tuline eorum quae dicerentur , accessurum. Nam, elsi
και ύστερον εγένετο της μεγάλης βουλής "Αγγελος, C postea factus est magni consilii Angelus, tamen le:
αλλ' ουδε πρότερον απηξίου τήν του αγγέλου προσ- prius quidem dedignabatur angeli appellationem.
τγορίαν. Ου γάρ (50) ενταύθα μόνον ευρήσομεν τον Non enim hic soluminvenienius Dominum nostrum,
Κύριον ημών και άγγελον και θεόν υπό της Γραφής et angelum et Deunm a Scriptura nonlinatum : sed
ονομασθέντα • αλλά και Ιακώβ, την οπτασίαν ταις Jacob etiam,cuin visionerm mulieribus narraret,ait:
γυναιξί διηγούμενος , φησί• Και είπέ μοι ο άγγελος Ει dixit mihi angelus Dei 68. Ει post pauci ab eo
του Θεού και μετ' ολίγα παρά του αυτού (31): Εγώ dein audimus : Ego sum Deus qui apparui fibi in
ειμι ο Θεός ο όφθείς σοι εν τω τόπω ού ηλειψάς loco, ubi unzisti milhi illic columnam * . Αιφui illic
μοι εκεί στήλην. Καίτοι εκεί επί της στήλης το presente columna ad Jacob dictum est: Ego Domi
Ιακώβ είρηται • Εγώ Κύριος ο Θεός Αβραάμ του ηus Deus Abraham patris ιuί, οι Deus Isaac 1. Οαι
πατρός σου, και ο Θεός Ισαάκ(53 ).“Ο τοίνυν ενταύθα itaque hic angelus dictus est, is illic dicit manife
άγγελος ειρημένος , ούτος εκεί λέγει πεφανερώσθαι statum se Jacob fuisse. Quare compertum est omni
0 Exorl. τω, 14. 1 1 Cor . 1, 15. 1 Εxod. 0, 6. 63 ibid. 14. • Isa. 1x , 6. 64 Gen. ΧΧαι, 11 .
6 ibid. 13. 61 Gen. ΣΧVΙΙ, 13.
(24) Antigui Juo libri yeyeviobai, et ita quoque D gitur èv pãoyl Tupós, in flamma ignis. Sed in Vul.
in ipso E1:10mii opere legillir . gala Latina, in igne pamina : cui lectioni multos
(25 ) Reg. quarius ū6 pew5 xe! & gebelas. Aliquanto codices favere, ex Testamento Oxoniensi perspici
post Reg. tertius Μονογενούς επαγάλλοιντο. polest. Reg . Lerlius èil cñs Sátou.
(26) Elici el duo inss. εκ προσώπου του Θεού, e (28) Regii duo libri xal ayyedos. Vocula xal
persona Dei. Alii quinque mss. ¿x topooúrou toū abest a vulgaris.
Kupiou, e persona Domini, id est, Verbi, el ila le . (29) Antiqui duo libri λεγομένων γίνεσθαι.
gerit inlorpres. Ulut hæc sunt, nemo est, opinor, (30) Eliti Ούτε γάρ. Αι Iss. Ου γάρ.
qui hec Scripturae loca a Basilio de Filio accipi non (51) Illud, και μετ' ολίγα παρά του αυτού, sic ver
vide:il. Ibidem edili tñs aucco. Vcteres quioquc lie teral interpres, el post puuca de eodem : quam in
bri εαυτού. terpretationem non probans Comboſisius, sic inter
(27 ) Edili et nostrimss. corcup Qoyós, in igne prolari maluit, ipsomel loquente el a se. Vix , ut
Rainmine , et ila edililin invenimus apud LXX , el ila mihi quidem videtur, dubitari potest, quin boc loco
quoque legere Justinus marlyr adversus Tryphonem , verbum árovojev slipplenduin sil ; ob idque ila
el Cyrillis, il videre est in nolis Nobilii . Vulgata vertimus : Ei post pauca ab eodem audimus. Quoil
Latina Exodo III, 2 , in punima ignis, et ita legerunt mox sequilin ', ou acea; uoc, etc., ita Liline red .
bulli ex antiquis, ul is, quem modu dixi, vir eru - didil idem Combelisius : Ubi uniisti mihi lilulum .
ditissimus mouet. lo Aelis apostolorum nil, 30 , le - (32) Antiqui duv libri xz ! 'lozim .
Patrol. GR. XXIX . 20
Gi ! S. BASILI YAGNI
bus et exploratin , alicunque idem et angelus el Α τω Ιακώβ. Παντί ούν δηλον, ότι ένθα και άγγελος
Deus appellatus est, Oignitum significari, cun se και Θεός και αυτός προσηγόρευται, ο Μονογενής εστι
Ιιοιυinibus per singulas generationes manifestel, δηλούμενος , εμφανίζων εαυτόν κατά γενεάν τοις ά
suisque sanctis Patris nuntiel volunlalem. Ιtaque θρώπους , και το θέλημα του Πατρός τοις αγίοις εα
qui el coriam Moyse se ipse euro qui est nominavit, του διαγγέλλων. " Ωστε και επί (55) του Μωϋσέως όντα
non alius præler Deum Verbum , qui erat in princi εαυτόν ονομάσας, ουκ άλλος τις παρά τον Θεόν Λό
pio apud Deum , intelligi poleril. γον , τον εν αρχή όντα προς τον Θεόν , νοηθείη.
19. Sed iniquitatem in excelsum qui loquuntur 68, 19. 'Αλλ' οι την αδικίαν εις το ύψος λαλούντες με
veriti non sunt μουexsistente noimare Filium. Ει όντα προσειπείν τον Υιόν ουκ απώκνησαν. Και 'Ο
hi vero non cogitavere solum, sed locati sunt etiamin oι δε ου διενοήθησαν μόνον, αλλά και ελάλησαν εν
pravilale ,imo futuris lenmporibus scripto tradere non πονηρία, και γραφή παραδούναι εις τον έπειτα χρό
caverunt, Denm ausi non exsistentem vocare. Ει quo- νον ού παρητήσαντο, μη όντα τολμήσαντες τον Θεόν
liam ne ipsos quidem daemones videlit lioc negare 70, ονομάσαι. Και επειδή γε ορώσιν ουδε τους δαίμονας
nempe Deum esse : hi al superius termpus mente αυτούς απαρνουμένους το είναι Θεόν, ούτοι , εις τον
reversi, illic impiam suam cupiditatem esplent, non 5 κατόπιν (54) χρόνον επανελθόντες τω λόγω, εκεί την
fuisse aliquando Filium blasphemo ore affirimantes, ασεβή εαυτών επιθυμίαν αποπληρούσι, μή είναι ποτε
Juasi sua ipsius natura non sit, sed dono sit a Deo τον Υιόν βλασφημούντες (55), ως τη μεν εαυτού φύ.
esse productius. Deinde quain Paulus de idolis emisit σει μη όντα, χάριτι δε εις το είναιυπό του Θεού παρ
vocem, dum ail : Serviristis iis qui natura non suit αχθέντα. Είτα ήν ο Παύλος περί των ειδώλων αφίας
dii 71; et Jeremias : Ει juraverunt per eos qui dii φωνήν, είπών: 'Εδουλεύσατε τοίς φύσει μη ούσι
non sunt 11 ; el sapientissima Estlier : Ne tradας , θεοίς · και ο Ιερεμίας : Και όμνυσαν εν τοις μη
Domine, sceptrum iis qui non sunt 11 hanc isti si Deo oύσι θεοίς · και η σοφωτάτη Εσθήρ' Μή παρα
vero dicant, quomodo possint amplius Christiano- δως (36), Κύριε, το σκήπτρον σου τοις μη ούσι:
rum sibi appellationem jure vindicare ? Νam alili ταύτην ούτοι περί του αληθινού Θεού είπόντες, πως
eliam idein ille Apostolus, qui in Spiritu Dei loque. αν δικαίως έτι της Χριστιανών προσηγορίας μετα
batur, non exsistentes appellat gentes, quod essent ποιoύντο ; Και γάρ που και ετέρωθε και αυτός ούτος
Dei cognitione privatæ , cum ail : Quæ non suni 'Απόστολος, ο εν Πνεύματι Θεού λαλών, μη όντα ονο
elegit Deus . Νam, quoniam Deus est, qui est , el μάζει τα έθνη διά το της γνώσεως του Θεού έστερη .
veritas,et vita, φuicunque Dec qui est, conjuncti per . σθαι, είπών, ότι Τα μη όντα εξελέξατο ο Θεός.
idem non sunt, sed per suum circa simulacra erro. Eπει γάρ ών και αλήθεια και ζωή ο Θεός , οι τη
rem addicti sunt mendacio non exsistenti, jure, opi- Θεώ τω όντι μή ηνωμένοι κατά την πίστιν, τη δε
nor, propter veritatis privationem, et a vida aliena - ανυπαρξία του ψεύδους οικειωθέντες διά της περί
tionem, non exsisteules appellati sunt. Sed et Eplie- τα είδωλα πλάνης, είκότως, oίμαι, δια την στέρη
oiis cuum scriberet, eos per excellentiam nonlinavit σιν της αληθείας, και την από της ζωής αλλοτρίω
exsistentes ,tanquam qui ei, qui est, vere essent per σιν, μη όντες προσηγορεύθησαν . Αλλά και τους
ειgnitionem conjuncti : quippe ait: Sanctis qui sunt, 'Εφεσίους επιστέλλων ως γνησίως ηνωμένοις το
ει 255 idelibus in Christo Jesu15. Sic enim et φuί όντι δι' επιγνώσεως, όντας αυτούς ιδιαζόντως ώνόμα
2111le nos fuere tralilerunt, et nos in antiquis exem- σεν, είπών· (57) Τυς αγίοιςτοις ούσι, και πιστοίς
plaribus inveni : Ηic auten ne ea quidem, cujus εν Χριστώ Ιησού . Ούτω γάρ και οι προ ημών πα
68 Psal. LXX1, 8. 69 Psal. Xu, 1. 10 Jac. 1, 19. 71 Galat.Iv, 8. 11 Jeren. V, 7. 72 Esther Σιν, 11.
1% 1 Cor. 1, 28. 15 Eplies. 1 , 1.
(33) Edili "Qste xa! ėml. At duo mss. "Qste xa sunt hæc initio Coinmentarii sui in Epist. ad Ephe.
éril. Aliquanto post editi, őtt oux Esti. Vox öt: sios : Quidam , curiosius quam necesse est, pulant ei
deest in antiquioribus codicibus. Deo quod Moysi dictum sit : Hæc dices filiis Israel :
(54) Illud, élstór ratónir , referendum est aid in Qui est, niisil me, eliain eos qui Ephesi sunt sancii
tempus, quo primuin genitus fueral Filius a P :)- ei fideles, essenliæ vocabulo nuncup los. Uiquomodo
tre . a sancio sancti, a justo justi, a sapientia sapientes :
(35) Edili el recentes quidam mss. toy ridy toj ita ab eo qui esl , hi qui sunt appellentur, et juila
AcOū Baoynuovtes. Codices antiquiores tóv risus primilein Apostolum elegisse Deuin ea quæ non erant,
βλασφ. all destruerel en quæ erant. Basilium qui legeril,
(36 ) Ma, un napadus, etc ., non reperiuntur em ab Hieronymo iinpeli facile sibi persuadebit.
quaein in editivne Romana : sed leguntur in Vul Sed id facit Bodesle , prudenler , circumspecle :
gala , Lalina lib . Esther xiv , 11. 111am redargilendi rationem imitari debuerai Beza.
(37) Vir eruditissimus Dulcitiis hic vehementer in Falebimur nos, videri Basilium rem non salis al.
Bezanu invehitur, Miror equidem , inquil , audaciam Tendisse . Arbitramur ilaqne , Usserium scruti .
sel polius impudentiam Bezæ , qui meran el inanem Pauli ad Ephesios Epistolam circularem fuisse ,
arguliam esse dicit, quæ a sanctissiino Paire hoc loco alique ex x1110 ad oinnes Asix urbes pertinuisse.
proferuntur, elc. Par erat quidem Bezani reveren ilinc contigit ut siinpliciter inscripla sit, toi; á yio
lius de gravissimo Palre algue doctissimo loqui : tois ousi, ut cum millerelur ad aliam urbem , alio
Sed si satis liabuisset illius sententiam non proba - nomine inscriberetur. Hoc in causa ſuil, ut videlur,
se, nibil essel, opinor, quod tantopere objurgari de- cur Marcio epistolain eam que ad Ephesioswissa
huissel. El vero llieronyinas ipsc Basilium petere fuerat, nomine Epistolae ad Laodicenos citei, Leve
videt! r, atque sententiam ejus conſulare. Ejus verba Tertullianum in Marcionem lib . v , c2p. 11, ei rur
C13 ADVERSUS ELNOMIUM LIB. II. 614
ραδεδώκασι, και εμείς εν τοίς ταλαιούς των αντι- A servi Christi participes sunt appellatione Deum 1ιο
γράφων εύρήκαμεν. Ο δε ουδε ής (58) οι δούλοι του strunn voluit cohonest: re : sed eum, qui ex nihilo
Χριστού προσηγορίας μετέχουσιν, ουδε ταύτης αξιώ- ad esse creaturas produxit, non exsistentem appel
σαι τον Θεόν ημών ήνέσχετο, αλλά τον εκ του lavit. Sed quivis inde magis didicerit ejus conten
μη όντος εις το είναι παραγαγόντα την κτίσιν , μή plus, inde decorare se Dominum simulat.
όντα προσείπε . Πλέον δ' άν τις αυτού την καταφρόνησιν καταμάθου , εξ ών προσποιείται δήθεν απο
σεμνύνειν τον Κύριον (59).
ΕΥΝ. Ου κοινοποιούμεν, φησί , του Μονογενούς ΕιΝ. Substantiam Unigenili, inquit, non facimus
την ουσίαν προς τα εκ μη όντων γενόμενα, επείπερ communen iis qnæ ex niliilo facta sunt. Etenim
ουκ ουσία το μή όν · αλλά τοσαύτην αυτώ νέμομεν substantia non est quod non est : sed lanlam ei
την υπεροχήν, όσην έχεις αναγκαίον των ιδίων ποιη- prestauliano tribuimus, quantam necesse est crea
μάτων τον ποιητήν. turem præ suis ipsius crealuris habere.
ΒΑΣ. Διά των κατασκευών εις τούτο τον λόγον Βas. Posteinquam arguinentis suis huc: orationen
προαγαγών , τω ρήματι δηθεν φιλανθρωπεύεται, deduxit, Ihumanior factus, verbo scilicet, aii se Uni
και φησι, μη κοινοποιείν προς τα εκ μη όντων την 5 geniti sulbstantiain iis que ex nihilo sunt, non fa
ουσίαν του Μονογενούς . Καίτοι ει ο Θεός των όλων, cere communem. Αιφui si Deus universorum, quod
διά το αγέννητος είναι , αναγκαίαν έχει την προς ingenitus est, a genitis necessario difert , genita
τα γεννητα παραλλαγήν, τα δε γεννητά σύμπαντα 3ulein omnia communern habent ex nihilo exsisten.
κοινήν έχει την εκ μη όντων (40) υπόστασιν, πως tiam, nonne haec inter se natura necessario con
συχί αναγκαίως ταύτα κατά την φύσιν συνάπτεται ; junguntur ? Quemadmodum enim illic inaccessons
" Ω ; γαρ εκεί το απρόσιτος (41) διίστησι τας φύσεις, quiddarn sejungit Dalaras : ita hic conditionis
ούτως ενταύθα το ομότιμον εις ταυτν αλλήλοις συν- qualitate inter se in unum el idem colliguntur. Etsi
άγει. Εκ μη όντων δε λέγοντες τον Υιόν και τα υπ' enim Filium et ea quae ab ipso facta sunt, dicant se
αυτού γενόμενα, και κοινοποιούντες αυτών κατά ex nillilo, eorumque naturalm secundum hoc faciano
τούτο τήν φύσιν , ου φασιν ομοίαν αυτή προς τα εκ coninunem, negant lainen se ei sulbstantiam factis
μή όντων διδόναι την ουσίαν. Και γάρ αν και τούτο, ex nihilo rebus similem tribuere. Νam rursus, Lal) •
ως αυτός Κύριος ών, όσον βούλεται παρέχειν (49) τώ quam si ipse Dominus sit , ut quantum νult timper
Μονογενεί της αξίας , ούτω ποιείται τους λόγους: tial dignitatis Unigenilo, sie Ioquitur : Tanlam, in
Τοσαύτην γάρ αυτο νέμομεν , φησί , την υπεροχήν, quii, tribuimus ei excellentiam, quanle necesse es1
όσον υπερέχειν αναγκαίον των ιδίων ποιημάτων τον C creatorem proprias creaturis superare. Νon dixit :
ποιητήν. Ουκ είπε , Κατειλήφαμεν η δοξάζομεν (45), Concipimus, aut opinamur, sicut par eral de Deo
ως επί Θεού προσήκον ήν · αλλά , Νέμομεν, ώς αυ- dicere : sed, Triluimus, quasi mensura distributio
τός του μέτρου της διανομής κατάργων. Πόσην δε και nis penes ipsum sit. Quantam vero concedit prestan
δίδωσι την υπεροχήν : "Όσον υπερέχειν (44) , φησίν, tiam ? Quanta, inquit , necessa est Creatorem pro
αναγκαίοντων ιδίων ποιημάτων τον ποιητήν. ούπω prins creaturas antecellere. Νondum hoc diversita
τούτο της κατά την ουσίαν διαφοράς την μαρτυρίαν temsubstantiae declarat. loumines enim arte quidem
έχει. " Ανθρωποι γάρ τέχνη μεν υπερέχουσι των οι - superant sua ipsorum opera , et tamen eamdem cum
κείων έργων, ομοούσιοι δε όμως αυτοίς καθεστήκα. eis thabent substantiam, ut fgulus cum luto, ut na-
σιν ώς ο κεραμεύς τω πηλό , και ο ναυπηγός τοίς vis fabricator cum lignis. Utraque enim sunt siami
ξύλους . Σώματα γάρ ομοίως αμφότερα, και αισθητά liter corpora, Sensibilia pariter et terrena.
ομοίως, και γήινα.
20. Τοσούτον δε τω Υιώ προς την κτίσιν τό διάφο- 20. Postquam autem Filio concessit diversitatem
ρον συγχωρών, ήδη και περί αυτήν την έννοιας του tantam a creaturis, janm et in ipsan Unigeniti no
Ιονογενούς κακουργεί. lionem maligne agit.
EYN. Διά τούτο γάρ, φησί , Μονογενής , επειδή, ο Ευγ. Νam idcirco, inquit, Unigenitus est , quo.
μόνος παρά μόνου τή του (45) αγεννήτου δυνάμει Diam solus a solo polentia ingeniti genitus et crea .
γεννηθείς και κτισθείς, τελειότατος γέγονεν υπουρ- ιus, perfectissimusfactus est minister.
γός.
siis cap . 17. Nec mirum si Pauli epistola nomen quod ejusilem conditionis participes sint. Mox edili
Episiolie al Ephesios rutineril, como Epliesils , el tres mss . recentes åanons Ouvá TITEL. Alii qua
que lolius Asie metropolis est, sinun einomieri po tuor mss.antiquiores αλλήλοις συνάγει.
liis quam urbis alia dare debiieril . (42 ) Reg quarlus παρέχει. Αlii mss. cum editis
(58) Editi O δε , ής. Αutiqui sex lilri Ο δε ουδε Tozpėyelv, rerie. Construciio enim verlorum hier:
esse lefiel : ών Kύριος παρέχειν, Sein , του παρέχειν
(39) Colex unus αποσεμνύνειν τον Υιόν. όσον βούλεταιτο Μονογενεί, quasi ειι Dominus tri
(10 ) Esili el 11110s ms. ¿% rein Ortos, Alii quinque buendi Unigenilo tantum diguilulis, quantum uult.
mss εκ μη όντων. (43) Verie : Non dixil, concipimus aul glorifica
(41) ΠΙΑ, Ως γάρ, etc ., pulo accipi sic debere : mus. MARAN.
Quemadmodum Pater el creaturar ideo nalura inter (44) Edili ösny útte péxelv . Antiqui qualuor libri
se di:ferunt, quod Patris nalura communis esse non Ögov.
possil crealuris : ita , ex sententia Eunomianoruin , (45 ) Regii secundus et tertinis É RELÓN usuas on
Filius el crcaturze ideo natura inter se convenient, COD : quan lectionem scculus fuisse viveiur Tra .
 615 S. BASILII MAGNI
Bas. Ignoro quid eorum que dixit, oporteat mo- A ΒΑΣ. Ουκ οίδα προς και τι χρή πλέον των ειρημέ
lestiυς ferre, utrum versutiam, quam circa 258 νων αγανακτήσα:: πότερον διά την πανουργίαν, ήν
μοnen Unigeniti maligne excogitavit , tam przeler περί το όνομα του Μονογενούς έκακούργησε , παρά
hominum consuetudinem, quam preter piam Scri. τε την των ανθρώπων συνήθειαν και παρά την ευ
plurarum traditionem sensum illius accipiens ( Uni» σεβή των Γραφών παράδοσιν εκλαμβάνων αυτού την
genitus enim non qui a solo factus, sed qui solus διάνοιαν (Μονογενής γαρ ουχ ο παρά μόνου γενόμε
genitus est, in comrouni usu appellatur) ; an crea- νος, αλλ' ο μόνος γεννηθείς , εν τη κοινή χρήσει
Ourae blasphemiam, quam data opera voci genitus προσαγορεύεται) : η περί της (46) του κτίσματος
Conjunxit : ut oslendar geniti appellationem ratione βλασφημίας, ήν εξεπίτηδες συνήψε τα γεννηθείς :
pillilo praestantiore Domino Trilbui, quam creaturis: ίνα δείξη, ότι ουδέν διαφερόντως παρά τα κτίσματα
Sell sicutillud : Filios genui et erallavi 16 : illud iti- της του γεγεννήσθαι προσηγορία : μετεστι τω Κυρίω ·
derm : Filius primogenitus meus Israel 71 ; ita etiam αλλ' ώσπερ το, Υιούς εγέννησα και ύψωσα, και το,
Dominum Filium nominatum esse, non quod habeat Υιός πρωτότοκός μου Ισραήλ : ούτω και τον Κύ
nomen super omne nomen 18, sed quod pariter ac ριον Υιόν ωνομάσθαι, ουχί έχοντα το όνομα το υπέρ
reliqua appellationein conseculus sit. Αι vero hi ad πάν όνομα , αλλ' εξ ίσου τοις άλλοις της προσηγορίας
Salomonis dictionem confugiunt, atque illianc tan- β αξιωθέντα. Οι δε προς την του Σολομώντος καταφεύ.
quam ex aliqua.arce fidemimpetunt. Νam quoniam γουσι λέξιν κακείθεν , ώσπερ εξ ορμητηρίου τινός .
ex persona Sapientiae dictum est : Dominus creavit της πίστεως κατατρέχουσι. Διά γάρ το εκ προσώπου
me 79, licere sibi arbitrati sunt, Dominum creatu» της Σοφίας ειρήσθαι το, Κύριος έκτισε με (87), εξει
ram dicere. Ego vero cum multa de hac voce di- ναι αυτοίς κτίσμα λέγειν τον Κύριον υπειλήφασιν.
cere babeam, primum, quod seinel in tota Scriptura Εγώ δε πολλά έχων ειπείν περί της φωνής ταύτης:
usurpala est : deinde quod in libro adhibita est, πρώτον μεν, ότι.άπαξ εν πάσαις ταις Γραφεις είρη
cujus sensus non parum reconditur, quίque per pro- ται έπειθ', ότι (48) εν βίβλω πολύ το κεκρυμμένου
Verbia parallelasque et sermones obscuros ac eni- της διανοίας εχούση, και διά παροιμιών τε και παρα
gmala υι plurimum procedit, adeo ut oiliil certi, ni- βολών και σκοτεινών λόγων και αινιγμάτων ως τα
bil possil perspicui ex eo excerpi ; dicere hec πολλά προηγμένη, ώστε μηδεν αναμφισβήτητον μηδε
omitto, ut ne longioribus digressionibus protrahanι τηλαυγές απ' αυτής είναι λαβείν » παρίημι λέγειν, ίνα
sermonem, praesertian cuin inquisitio eoruτη quae μη μακροτέροις επεισοδίοις τον λόγον απομηκύναιμ:
ni:ale ab ipsis intellecta sunt, in locum proprium άλλως τε και εν ιδίω τόπω (49) της περί των κακώς
nobis dilata sit, in quo haec quoque pars, Deo lar- αυτοίς νοηθέντων εξετάσεως ημίν υπερτεθείσης, ενώ
gienle, examinabitur. Αc quidem dictionis proposi. 6 και τούτο το μέρος, Θεού διδόντος ,διευθυνθήσεται. Και
1ae quendam sensum(quod favenie Deo dictum sit oίμαι γε, ό τι συν Θεώ δε ειρήσθω, πολλώ ακολου
nullo magis idoneum, et qui nihil afferat periculla Poτέραν έννοιας της προκειμένης λέξεως , και μηδένα
pulo ex inquisitione emersurum. Interim tamen na κίνδυνον φέρουσαν αναφανήσεσθαι τη εξετάσει. Τέως
que illud silentio praeterearnus, interpretes alios» (ε μήν μηδε εκείνο απαρασήμαντον καταλίπωμεν·
qui convenientius Hebraicarum vocum sententiarm 6τι (50) άλλοι των ερμηνέων, οι καιoιώτερον της ση
1* Isa.1, 2. " Εxod. ιν, 22. 78 Philipp. 11, 9. * Proν. νιι , 22.
vezuutius, cum sic verterit : Nam idcirco Unigenic Hexaplis cognoscimus , quorum interpretationem
ins est, quoniam solus ingenili virlule genitis et hic ascribere non pigebil. Aquilas igitur : Kúpros
creatus. Sed hanc interpretationein iis , quae se· έκτήσατο με κεφάλαιον των οδών αυτού αρχήθεν
quuntur, Basilii verbis accommodari non posse , Xatspraguátwv autou , Dominus possedil me capiu
vel cæco apparet. Editio Paris. ÉTTE LÔn tapż jóvou lum viarum suarum a principio operum suyun .
ct toû , etc. Editio Ven . el Regii primius, quaruus, Syinnacluς : Κύριος εκτήσατο με αρχήν οδών αυ
quintus et sextus επειδή μόνος παρά μόνου τη του προ της εργασίας αυτού, Dominus possedit me
coû : quam scripluram veram esse et genuinam , D principium murum suarum ante operarionem suam .
ve ! sola orationis series aperle ostendit. Illud, Theodosio : Kúping ¿YTÝ SITó ue å prov dood aúcou
παρά μόνου, ineple omissum est un in Colbertino προ της εργασίας αυτού από τότε, Dominus possedit
codice, lum in eo libro , ad cujus fideni opus Euno- me principium viæ sure anle operalionem suam es
mii nuper edidit vir eruditissimus Jo. Albertus Fa . Tunc . Nuluin est LXX interpreies pro ext cató
bricius . Basiliuin ensin Unice in vuce jóvou insi- us, possedilme, scripsisse {XTLJÉ us, crenril me :
Here constat. quam lectioncm langnam impio suo dogmati sla.
(46) " Η τερι πης, αn creature blasphemiam. Hoc
esi, An id quod blasphemo ore affirmavit , Filiun miani. Neque vero frustra dixerat Basilius , inter
scilicet creaturam esse. Respicit Basilius ad vocem preles eos, qui vocum Hebraicarum sensum melius
χτισθείς , qua Euronius ulevalur. veriusque consecuti fuerant, verlisse non Extist
(47) Moiluit jampridem vir doctissimus Nobilius, de, creavit me : seil exthoato je , possedit me. Ila
Ambrosium , ili de lide, cap . 4 , scripsisse, Dominus enim Hebraica in Hexaplis ad verbuin vertunter,
creavil me. Plura qui cupit, ejus utilissimas nolas Dominus possedil. me principium viæ suæ ante opera
legal. sua ex tunc. Paulo aliter in Vulgata legitur, nempe
(48) Sic veleres quatuor libri. Vox Eti in edilis boc inodo : Dominus possedil meinicio viarnın sua
desideralur. rum , antequam quidquam fucerel a principio . Sen
(49) Editi απομηκυναιμι· αλλ' ώστε και εν ιδίω. lentiam fratris charissimi Basilii confirmaturus
Al miss , Uli in coiilexiu , recle . Gregorius, tunc eumdem locum tractavit lib . li
(50 ) Interpretes illos, quos non nominal Basilius, adversus lunomium .
Aquilam Symmachunu el Theodolionem esse, ex
 617 ADVERSUS EUNOMIUM LIB. II. 618
μασίας των Εβραϊκών καθικόμενοι , 'Eκτήσατό με, Α 28secuti sunt, Possedit me pro Creavit, edidisse .
ανε! του , "Εκτισεν , εκδεδώκασιν . “Όπερ μέγιστον quod eis erit aximo impellinento ad creatures :
αυτοίς εμπόδιον εσται προς την βλασφημίαν του κτί- blaspliemiano. Qui enim dixit : Possedi hominem
αι κκτίσας
φαίν,ετουχί
αύτηΘεού
ττου ενης αλλά
τίσας τοτονν ΚΚάϊν, πο ,
άνθρωγεννήσας
σματος . Ο γάρ ειπών, Eκτησάμην άνθρωπον διά per Deunυ 80, constat eum hac voce usum esse, μου
guod creassel Cain , sed quod genuisset .
ταύτη φαίνεται χρησάμενος τη φωνή.
21. 'Αλλ' επί το εξ αρχής επανίωμεν. 21. Sed unde incepiinus redeamus.
EYN. Διά τούτο , φησι , Μονογενής , επειδή , παρά Ευν. Ιdcirco, inquit, Unigenitus, quoniam a solo
μόνου γεννηθείς και κτισθείς, τελειότατος γέγονεν genitus el creatus, perfectissinιus factus est ini
υπουργός. nister.
ΒΑΣ. Eί τοίνυν μή παρά το μόνος γεγεννήσθαι, Βλs. Si ergo non quoniam solus genitus est, sed
αλλά διά το παρά μόνου Μονογενής είρηται, ταυτόν quonian a solo, Unigenitus dictus est , si rursus
δε ( 31) εστι κατά σέ το εκτίσθαι το γεγεννήσθαι· τι idem est secundum le genitum esse et creatum esse ;
ουχί και μονόκτιστον αυτόν ονομάζεις , ώ πάντα συ cur non etiam unicrentum eum appellas to , qui
ραδίως και διανοούμενος και εκφέρων ; Μονογενής δε, οιmnia facile et excogitas et profers ? Nemo autem
ως έoικεν, ανθρώπων ουδείς , κατά γε τον ημέτερον 8 hono, ut video, ex vestra sententia est unigeniιας ,
λόγον διά το έκ συνδυασμού πάσιν υπάρχειν την γέν- cum generatio ex duorum coitu insit omnibus. Nec
νησιν. Ουδε η Σάρα μήτηρ μονογενούς ήν παιδός , Sara unigeniti filii 257 mater erat, cum non sola
διότι ουχί μόνη αυτόν, αλλά μετά του Αβραάμ ετε - euin, sed cum Abraham genuerit . Ει certe, si opi
ανώσατο . Και εάν γε κρατη τα υμέτερα , ανάγκη όλον nio vestra obtinet, necesse est oιnne honminum ge
τον βίον μεταμαθείν»(52), μή μονώσεως αδελφών, nus sententia natala discere, non eam solitudinero
αλλ' ερημίας των συντακτώντων δηλωτικών είναι του- que fratrilous caret , sed eam que congenitores που
νομα. " Ηδη δε και η κτίσις παρά την αιτίαν του Θεού lallet , hoc isto normine significari. Iam vero el
Λόγον προς την αξίαν ελάττωται, παρά τοσούτον του creatura Deo Verbo dignitole inferior est causa
και αυτή μονογενής είναι διαμαρτούσα, παρ' όσον ο nomine, cum ob id solum et ipsa unigenita non sit;
Υιός της δημιουργίας τω Πατρί συνεφήψατο και- quod Filius una cum Patre creationem alugit, guan
τοιγε ουδε τούτο παρ' αυτών (53) συγχωρείται. quam πε Ιιοc quidem ab ipsis conceditur . Νam per
Υπουργών γάρ τελειότατον αυτόν ονομάζουσι. Πώς fectissimum nministrum eum nominant. Quomodo
ούν ουχί παρά μόνου και η κτίσις γέγονο καθ' υμάς, igitur non a sola creatura etiam facta est secundom
οίον το όργανον άψυχον τον Θεόν Λόγον τω Πατρί , vos, qui velut inanimalum quoddam id: strumentum
προστιθέντας , ει μή και τον ναυπηγών αφαιρέσεται " Deum Verburn Patri adjungitis ? Νisi quis navis quo
τις μόνον πεποιηκέναι την ναύν, ότι δη οργάνοις que fabricatoren negabit solum navem fabricasse,
προς την κατασκευήν συνεχρήσατο ; " Ώστε μονογενής φuod instrunientis ad eam construendarm asus est.
και η κτίσις , και τα μέρη ταύτης (54): ου μόνον αι Quare unigenita est el creatura ,Γmo et illius partes,
αόρατοι δυνάμεις , αλλά και τα αισθητά σώματα , και non invisibiles virtules solunt, sed corpora etiam
τούτων τα ευτελέστατα, σκνίπες, και ακρίδες, και sensibilia , et liorum iuuilliana, culices, Iocuste ,
βάτραχοι.Αυτός γαρ είπε , και εγενήθησαν (55). Γane. Ipse enim dicit, οι facta sunt . Quo enim
Τένος γάρ αν και υπουργίας δέοιτο ο θελήματι μό- niinisterio indigere possit, qui nuto solo creat, una
νω (36) δημιουργών, ομού τη βουλήσει συνυφιστα- cum voluntale creatura sulbsistente ? Sed quid :
μένης της κτίσεως ; 'Αλλά τι ; πώς (57) και καθ' ημάς quomodo eliam secundum nos oιnnia sunt per Fi
διά του Υιού τα πάντα ; " Οτι το θείον βούλημα , οίον lium ? Quoniam divina voluntas a prima causa tall
πηγής τινος της πρώτης αιτίας αφορμηθέν, διά της quam a quodamfoile profecta, per suamimagine
* Gen iv , 1. 88 l'sal. CXLVIII, 5.
(51) Editi t' aútd 86. Libri veleres Tautóv . D fum ,non errabil. Reliqui ses m185. simpliciter touto
(52) Horun Verboruυ, ανάγκη όλον τον , etc., in- παρ' αύτών.
terprelationem veterem non probans Cuinbelisius, (54) Ejus loci sententia hæc est : Ut mundus in
ejus loco hanc substituil : Necesse est mundum universuin eril unigenilus , ila singulæ ejus partes
omnem , relicto eo, quod humanis ralionibus sedebal, erunt quoque unigenitæ .
norum addiscere, unigenili nomen non id significare, (55 ) Veieres quinque libri et edici xal tyevvhon
quod nullos quis fralres habeat, sed quod uno el al. av. Unde interpres, el genila sunt. Regii terljus et
lero parente prognalus non est. lloc est, homines
omnes, si seinel Eunomio fides habeatur, mulalat legitur apud LXX . In edilione Parisiensi et in
sententia discant oportet, unigenili nomine non hoc duobus mss. post vocern εγεννήθησαν additum in
significari, quod unus aliquis sit solus sine fratre , venitur illud , αυτός ενετείλατο, και εκτίσθησαν ,
guendum concurrerint. ipse mandavit, el creala sunt : tamen cum bæc
* (53) Editio Paris. ουδε τούτο το συνεφάψασθαι παρ' verba
quin Basilius brevisquinque
in reliquis codicib
esse maxim e us desint,non
studeal, alive
el valile
autāv. Illud , co ouvega lasta! , addidisse se ex cu - admodum dubitavi, quin expungi el deleri debe
Jice Henriciano, moriei Ducæus. Sed, dum hunc rent.
corlicem legerem , animadverii in eo non pauca (56 ) Codices aliquot 0eanuatu pórov.
reperiri, qux qui dixerit additameula esse librario (57) Editi 'Αλλά τον τεως. Αι ΒISS, Αλλά τι πώς.
619 S. BASILII MAGNI
Deum Verbuni ad operationein progreditur. Eno- Α οικείας εικόνος του Θεού Λόγου προεισιν εις ενέρ
ius vero unigenitum Filium niinistrum appellaviι, γειαν. Ο δε τον μονογενή Υιον υπουργών προσηγό
hoc ei magnum altribueus, quod ad eoruin quα ρευσε, τούτο αυτό (38) προστεθείς μέγα, ότι εύθετος
Grecipiuntur ministerium idoneus est. Si enim non προς την διακονίαν τωνεπιτασσομένων εστίν. Ει γάρ
In eo quod Devs perfectus sit, ταυjestaten possider, ουκ εν τω Θεός είναι τέλειος την δόξαν κέκτηται, αλλ'
sed in eo quod sedulus sit minister, jam a nuinistria- εν τώ υπουργός ακριβής, τί διοίσει των λειτουργικών
Ioriis spiritilus, qui iuculpale ministerii opus per » πνευμάτων , αμέμπτως το έργον της διακονίας έτι
iciunt, qua in re diferei ? His de causis voci geni- τελούντων και Δια ταύτα των γεννηθείς το κτισθείς
tus vocem creatus conjunxit , ut etiam hinc nullam συνήψεν, ίνα καντεύθεν μηδεμίαν ούσαν Υιού και
inter Filium et creaturam diversilalein esse osten- κτίσματος διαφοράν επιδείξη .
dat.
22. Jam vero operæ pretium ſuerit illius quoque 92 . "Άξιον δε ακούσει και της παραινέσεως.
admonitionem audire.
Ευχ. Non oportet, inquit, cum Patris ac Filii ap. EΥΝ. Ου χρή , φησί, τη του Πατρός και του
pellationem audimus, ejus generationem huuianam Yίου (59) προσέχοντας προσηγορία ανθρωπικήν αυτού
intelligere : nec lionminum generatione adductos , ” την γέννησιν εννοείν, κάκ των εν ανθρώπους γενέ-
Deum cominunionis Moulinibus aut passionibus sub- σεων αναγομένους, τους της μετουσίας (60 ) ονόμασι
jicere . και πάθεσιν υπάγειν τον Θεόν.
ΒΑs. Monet Filium Patri secundum substan- ΒΑΣ. Η μεν παραίνεσις , μη δείν την κατ’ οί
insimilem intelligi non oportere. Hoc enim sibi σίαν Υιού και Πατρός ομοιότητα εννοείν. Τούτο γάρ
vali illa participationis negatio, quasi substantia αυτά βούλεται και της μετουσίας απαγόρευσις , ώς
Patris cum substantia Filii non quest communio - άκοινωνήτου της του Πατρός ουσίας προς την του
new ullam habere. Propterea praclare illae , qua. Μονογενούς υπαρχούσης . Διά ταύτα (61) αι σεμναι
run που ιurban pris lernisimus, noιninum dig- εκείναι των ονομάτων διαστολαί, ών τον όχλον ημείς
tinctiones , quod videlicet non quoruncunque ee- υπερέβημεν ως ουχί όσων αι εκφωνήσεις αι αυται,
dero sunt enuntiationes , ea continuo re quoque ταύτα και τη σημαινομένω ήδη ταυτά , ίνα το Πα
significala eadem sint : ut propter eos qui in terra τέρα είναι του Υιού τον Θεόν διά τους επί γης πα.
patres nominantur, iegel Deuni Filii Patremesse. τέρας ονομαζομένους αφέληται. Εγώ δε , πολλών
Ego vero, cum multa sint que 238 christiani- όντων, και τον Χριστιανισμός από της Ελληνικής
Sinum a gentili errore ac Jaclaica ignorantia diri- C πλάνης και της Ιουδαϊκής αγνωσίας διίστησιν. ού
mant, pullum arbitror in nostre salutis Evangelio δεν ήγούμαι κυριώτερον δόγμα της εις Πατέρα και
juesse potius ac majus dogna, quam in Patreon Yίον πίστεως το Ευαγγελία της σωτηρίας ημών
el Filium fidem. Nam vel ii qui quocunque errore ενυπάρχειν ( 62). Επεί το γε κτίστης είναι και δη
scissi sunt, Deum creatoren ac opificem esse con- μιουργόν τον Θεόν και οι καθ' οποιανδήποτε πλάνη
sitentur. Qui vero falso appellatum Patrem , et απεσχισμένοι συντίθενται. Ο δε Πατέρα ψευδώνυν
Filium nuda appellatione predicat, oiliilque dir- μoν , και Υιόν μέχρι προσηγορίας ψιλής (63) και
ferre arbitralur, vel Patrem yel crealorem profi αγγέλλων, και ουδέν ηγούμενος διαφέρειν, η Πα
eri, et auι Filiumaut facturain dicere, ubi a nobis τέρα ομολογείν ή κτίστην, και ήτοι Υιον λέ
collocabitur ? aut qua in secta nuinerabilar ? Ju- γειν ή ποίημα , που τετάξεται παρ' ημών; ή της
leoramme au gentium ? Nec eniin Christianis se ποίας είναι μερίδος αριθμηθήσεται (64)και της Ίου
aljunget, qui pietatis robur et velut religiouis no- δαίων, και της Ελλήνων; Ου γαρ δη Χριστιανούς
stra characterem iuficialur. Non enim in opificem εαυτόν είστοιήσει, και την δύναμιν της ευσεβείας , και
credidimus, et in facturam : sed in Patrem el Fi- τον οιονεί χαρακτήρα της λατρείας ημών αρνούμε
lium per baptismi gratiam olhsignali sumus. Quali- νος (63). Ου γαρ εις δημιουργών και ποίημα επιστεύ
obrem φui has rejicere voces auder, omneio simul D σαμεν· αλλ' εις Πατέρα και Υιόν διά της εν τω
Evangeliorum vim facit irritani, cum nec Patrein βαπτίσματι χάριτος εσφραγίσθημεν. "Ωστε ο ταύτας
generanlein , nec Filium genitum przelicet. Sed τολμών άθετείν τας φωνάς πάσαν ομού παραγρά
nec dico, inquit, ut passiouis intelligentia e φει (66) των Ευαγγελίων την δύναμιν, Πατέρα με
(58). Edili touio ajtu . Vocula é abest a no- siri inss. Únápxelv .
stris codicibus. (63) Reg . quartus in contextu, ψιλής φωνής :
(39) Libri veleres , και Υιού. Editi, και του Υιού. in ora libri, προσηγορίας ψιλής.
Obilem in editis legitur ανθρωπίνην : Sell in Bostris (64) Codex unus et eliti συναριθμηθήσεται. Αlii
vodicibus scripturn invenirous, ανθρωπικήν. sex mss. αριθμηθήσεται. Vox είναι deest in qua
(60 ) Basilius docet aliquanto jufra , Eunomium tuor codicibus.
vocern Metouola non ita accipere , ut signiticel coni (65) Antigui sex libri com editione Ven . Aller
munionem quanlibel, seu cospinuvionein essen - dovouusvos. Editio Paris. et Reg. secundus pias
liæ . νούμενος.
(01) Codex unus cum edilis ! touto. Reliqui (66 ) Codices non pauci o :aypace , sensu non dis
st Inss. διά ταύτα. simili .
(69) Editiευπάρχειν. Editio Ven. et septem no
C2 ) ADVERSUS EUNOMIUM LIB . II. 699
γεννήσαντα , και Υιόν μή γεννηθέντα κηρύσσων. A Patris voce euascentem fugiam. Verum oportebat
'Αλλά ταύτα λέγω (67) , φησί, την του πάθους έν- cum qui pie agere statuisset, absonum horum ver
νοιαν την έκ τής του Πατρός φωνής έγγινομένην Ι.orum sensum, si qui tamen ineral, adversari, Ποτέ
εκκλίνων. 'Εχρήν δε δή που τον γε ευσεβείν έγνω- tol:in simul vocem reprol : re ; neque indecori
κότα , το απεμφαίνον της εν τοις ρήμασι τούτοις obiente, quidquid ab ea accedit utilitatis, id silnut
διανοίας, εί τι άρα και ενυπήρχε, παραιτησάμενον, rejicere : Sed ut ab humilibus carnalibusque co
μή πάσαν αθρόως την φωνήν αθετειν, μηδε τη προ- gitationibus in divinis dogmatis purum esse , ita
φάσει του άπρεπούς και το όσον απ' αυτής χρήσι- generationein Sanctitali atque apollhite Dei conte
μον συνεκβάλλειν · αλλ' από μέν των ταπεινών και nieutein intelligere : adeo οι uolum quidem quo
σαρκικών νοημάτων εν τοις περί Θεού δόγμασι και Deus genuit, tanquam qui iuerabilis ac incompre
θαρεύειν, γέννησιν δε τη αγιωσύνη και τη αποθεία Eleusibilis sit, praetermillerel , ειd substantie vero
του Θεού πρέπουσαν εννοείν τον μέν τρόπον , καθ' similitudinein per generandi appellationem dedu
αν εγέννησεν ο Θεός, ώς άρρητον και απερινόητον ceretur. Quanquam perspicunm est reputanti, hec
αφιέντα, προς δε την κατ' ουσίαν ομοιότητα εκ της Πουλna , paler el filius, corporalium affectionuin
του γεννάν προσηγορίας οδηγούμενον. Καίτοιγε φα- cogitationem proprie ac primario parere non S0
νερόν σκοπoυμένω, ότι ου σωματικών παθών κυρίως Β Ιere : sed cum per se sola dicuntur, solum habi .
και πρώτως έννοιαν έμποιείν ταυτί πέφυκε τα ονό- tum nuluum indicare. Pater enim est , qui alleri
ματα, ο πατήρ, λέγω, και ο υιός · αλλά καθ' εαυτά exsistendi principiunt secundum similarm sibilipsi
μεν λεγόμενα, την προς άλληλα σχέσιν ενδείκνυ- naturam contulit : ilius vero, qui ex alio per gene
ται (68) μόνην. Πατήρ μέν γάρ έστιν ο έτέρω του rationem principium ut sit habuit.
είναι κατά την ομοίαν εαυτό φύσιν την αρχήν παρασχών· υιός δε και εξ ετέρου γεννητώς του είναι την
αρχήν εσχηκώς .
23. " Οταν μεν ουν ακούσωμεν, ότι άνθρωπος (69) 23.Jague, cum audimus, hominein patrem esse,
πατήρ, τότε και την του πάθους έννοιαν προσλαμ- tunc incidit nobis affectus cogitatio : at vero cut
βάνομεν · όταν δε , ότι ο Θεός Πατήρ, επί την απαθή Deum Patren, tumad impassibilent causarm niente
αιτίαν τοις λογισμούς ανατρέχομεν. Ο δε, επί της altolliamur. Eunomius autem hanc appellationero de
εμπαθούς φύσεως τη προσηγορία ταύτη συνεθισθείς , subjecta affectionibus natura accipere assuetus,
το υπέρ την κατάληψιν των εαυτου λογισμών ως quod rillionis ejus captun superat, id ut impossi
αδύνατον απαρνείται. Ου γαρ, τω πάθει των φθαρ- c bile pernegat. Νοιι enim par eral euin , corrupti.
τών προσέχοντα , τη απαθεία του Θεού απιστεϊν bilium affectionem allendentem , atque substan-
τροσήκεν, ουδε, τη ρευστη φύσει και μυρίαις υπο- iam immutabilem ac inallerabilem naturae luxe
κειμένη μεταβολαις, την άτρεπτoν και αναλλοίωτον et innunieris mutationibus obnoxie comparaulen ,
ουσίαν τιαρατιθέντα (70). Μηδ'ότι τα θνητά ζώα διά Deum non credere affectionibus immunerm. Nec
πάθους γεννα , και τον Θεόν έχρήν ούτως οίεσθαι · quoniam mortalia animalia per affectum generant,
αλλ' εντεύθεν μάλλον οδηγείσθαι προς την αλήθειαν· ita quoque de Deo sentire oportebal : sed hinc
ότι, επειδή τα φθαρτά ούτως, ο άφθαρτος εναντίως. Imagis deduci ad veritalent, quod quoniam corru.
Και μήν ουδε εκείνο γε αν είποι, ως κυρίως και ptibilia hoc modo , is qui incorruptibilis est, iodo
πρώτως επί των ανθρώπων τεταγμένων των ονο- contrario generat. Νeque vero illud dixerit , no
μάτων τούτων, καταχρηστικής ημείς επιλέγομεν ( 71 ) mina hec que 259 proprie ac primario de horoi
το Θεό. Ο γάρ τοι Κύριος ημών Ιησούς Χριστός, uibus usurpala sunt , de Des a nobis dici per al
προς την πάντων αρχών και την αληθή των όντων usum. Εtenim Dominus noster Jesus Christus, al
αιτίαν επανάγων ημάς, Υμείς δε μή καλέσητε, onniunt principium et veram rerunt causain nos
φησί, πατέρα υμών επί της γης· είς γάρ έστι reduceus : Vos autem nolite vocare, inquit, patrem
Πατήρ (72) υμών ο ουράνιος. Πώς oύν ως σαρκι- D vestrum in terra; unus enim est Paler vester ce
κών παθών προηγουμένως ενδεικτικάς ταύτας ημάς testis 81. Quomodo igitur voces has, tanquam si
αξιοί τας φωνάς αποπέμπεσθαι , ας ο Κύριος (75 ), praecipue carnales affectus significarent , reρυ.
ως τη απαθεία του Θεού πρε πούσας, από των αν- tiendas censel : quas Dominus1 noster velut Dei
θρώπων προς αυτόν (74) μετατίθησιν ; Ει δε και αγαlliam decentes ab Inominibus ad ipsum trans
6: Malib. xxIII, 9 .
( 67) Unus aut alier της. cum editis λέγων . . . . . (71) Editi et mss. Που puci επιλέγομεν. Reg.
εκκλίνω. Αlii quinque mss. λέγω..... εκκλίνων. Ierlius επιλέγωμεν.
(68 ) Edili Évos ixvutta! . Veleres quinque libri (72 ) Edili , latýp. Articulus in mss. nostris non
ενδείκνυται. invenitur.
( 69) Editi Paris. ακούσωμεν, ότι άνθρωπος. Editio (75) Editi Κύριος ημών. Vox ulliana in Inss.
Ven. et sex mss. ακούσωμεν άνθρωπος. Sed vocent deest.
öst ineple omissam esse ex eo inielligitur , quort (74) Edili et duo miss. topos autóv. Unde inicr
Stalin legamus όταν δε, ότι ο Θεός Πατήρ. pres : ad se ipsum transferi : quod quin viliosiin
( 70 ) Veteres quatuor libri cum editis Tiap2ti- sit, dubitari nullo modo polesi. Non enim Dominus
θέντα. Αlii duo τηss, παρατιθέναι. Ιbidem editi se ipse vocal Palream : sed id nomen transfert ad
μηδε ότι ..... γεννάν. Libri antiquί μηδ' ότι .... Denm mniversorum , seu ad suuin ipsius Palrei .
γεννά. Coules Colb . et alij tres tipos autor , recic.
023 S. BASILII MAGNI 694
feri ? Quod si et creaturarum nominatur Paler, id A των κτισμάτων Πατήρ ονομάζεται, ούπω τω λόγω
huic nostre sententie nequaqualun repugnat . Quί τώ ημετέρω μάχεται. Ο γάρ τετοχώς βώλους δρό
enim genuit glabas roris secunduin verba Job 2, σου, κατά τον του Ιώβ λόγον, ουχ ομοίως τάς τε
Ιιοιι endem modo glebas el Filium genuit. All si βώλους (73) και τον Υιόν έτεκνώσατο. " Η ει τούτο
hoc dicere audebunt, sic ut roris etiam substan. λέγειν τολμήσουσιν , ώστε εν ίση τάξει και την ουσίαν
liam Bliuin pari ordine nominent, ab oinni nos της δρόσου υιον ονομάζειν, παντός ημάς του προς
adversum ipsos oratione liberabant, cum blasplie- αυτούς απαλλάξουσι λόγου , εις περιφανεστάτην αν
miam ad maniſestissimam impudentiam provexe αισχυντίαν την βλασφημίαν προαγαγόντες ( 76). Ουά
rint. Νeque enim cum Paler omnium nostrum di- γάρ όταν Πατηρ πάντων ημών λέγηται ο Θεός, κατά
citur Deus, eodem modo el noster cl Unigenili τον αυτόν τρόπον ημών τε και του Μονογενούς εστι
Pater est : si vero quod priologenitus Iolius crea- Πατήρ. Ει δε ότι πρωτότοκος πάσης κτίσεως, και
Lure *, et primogenitus in multis fratribυς 88, Do- πρωτότοκος εν πολλοίς αδελφοίς, ο Κύριος προσηγό
minus appellatus est , id eos ad impietalenn erudit ; ρευται (77), τούτο αυτους παιδοτριβεί προς ασέβειαν :
«fiscant ex Evangelio, guod Dominus eos qui sibi διδασκέσθωσαν εκ του Ευαγγελίου, ότι και μητέ.
ex virtutis operibus conjuncti sunt , etiain matrem ρα (78) εαυτού και αδελφούς ο Κύριος τους εκ των
el fratres suos appellat : Que enim εει, inquit, B έργων της αρετής οικειωθέντας προσαγορεύει. Τις
mater mea, a qui fratres mei , nisi φuί facίμαι νο- γάρ έστι, φησί, η μήτηρ μου, και τινες οι άδελ
Intalenn Paris mei qui in cαlis est 16 ? Quare Paler φοί μου, αλλ' ή οι (79) ποιoύντες το θέλημα του
Mosler Deus , neque albusu, neque Translatione , sell Πατρός μου του εν ουρανοίς ; "Ώστε Πατήρ ημών και
proprie el primario el vere nonlinatur : quippe qui Θεός ου καταχρηστικώς ουδ' εκ μεταφοράς, αλλά κυ.
ειος per corporeos parentes ex nihilo ad esse pro- ρεως, και πρώτως , και αληθινώς ονομάζεται διά
luxerit, nobisque sua in nos providentia conjuga- των σωματικών γονέων εις το είναι ημάς εκ του μη
tur. Quod si Dostrum, qui per graliarn adoptione όντος παραγαγών, και ταϊς κηδεμονίαις προση: κειου
ligoi efecti sumus, vere vocatum esse Patrein μένους. Ει δε ημών των χάριτι της υιοθεσίας έξιου
Deal » «licimus, quae ratio prollibebil ne ipse ejus, μένων αληθώς κεκλήσθαι Πατέρα τον Θεόν (80) λέγο
qai walura Filius est, el ex substantia ipsius pro μεν, τις αφαιρήσεται λόγος του κατά φύσιν Υιού, και
venil, Paler jure ac merilo vocelur ? εκ της ουσίας αυτού προελθόντος, μή ουχί πρεπόντως
αυτόν Πατέρα προσαγορεύεσθαι ;
Εσκ. Νon oportet, inquit , propter Patris et Filii EΥΝ. Ου χρή, φησί , διά την Πατρός και Υιο
oppellationem generationem Domini ceu huntana » και προσηγορίαν ανθρωπικήν (81) την του Κυρίου γέν
intelligere .
νησιν εννοείν.
Bis. ego quoque dico. Sed earm divinam et ΒΑΣ. Φημί κάγώ. Θείαν μέντοι και απαθή τί κω
ofectuum experien quid veral pios istos credere ? λύει πιστεύειν τους ευσεβείς (89); 'Αλλ', oίμαι, ουχ
8el, opinor, non οι citra afectum, se οι nullo ένα απαθως γεγεννηκότα τον Θεόν επιδείξη , χρητα:
modo genuisse Deum ostendat, his verbis utilur . τοις λόγοις τούτοις, αλλ' ίνα μηδε γεννήσαντα όλως.
Quomodo igitur to, o optime, in superioribus-sub- Πώς oύν εν τοις άνω λόγοις, ώ βέλτιστε, γέννημα εί
stantiam Unigeniti decernebas esse genituram? ναι την ουσίαν του Μονογενούς απεφαίνου ; Ει γάρ μη
Nam si genitus non est, unde ipse ex tua sententia γεγέννηται, πόθεν αυτώ το γέννημα (83) είναι κατά
genitara esse poterat ! Sed propter contrarieta- τον σον λόγον προσήν; Αλλά διά μέν τήν του γεννη
tem que genito cum ingenito intercedit substan- του προς το αγέννητον εναντίωσιν γέννημα ούσαν
• Job ΣΧΧνι , 98. • Coloss. 1, 15. **Iom. VII, 29. * Μatth.Σι,48, 50.
(75) Hoc loco, ut sepe alias, variant veteres fun της υιοθεσίας ήξιωμένων αληθώς κέκληται Πατερό
calamo nolati , tum lypis descripti libri. In Reg. D Babç. Reliqui sex ins8, ut in contextu , nisi quoil
lerlio el in edilione Parisiensi quemadmodum el vorms, thy sov solun in Regiis primo et sexto re
apud LXX legitur Besãous, globas roris. Alii quinque periantur. Sed , nisi expriinas, subaudiantur ne
mins. Borous, gullas, seu stillas roris . Cerle si quanilo cesse est.
excusanili sunt librarii , ie liguos eos excusatiοne (81) Editi του Πατρός και του Υιού προσηγορίας
renseo , cum o pro w scribere vel diligentioribus fine aviow stívny. Veleres quinque libri ila , ul edidi
cillimon sil. Lege Duczenin . Ibidein Reg . lertius xal mus.
τον Υιόν υπεστήσατο : sell in Ora libri receiliori * (82) Regii duo cum edilione Paris. el cum Colb .
mann scriptum invenitur ĖTEXVÝSato (sic ). τους ευσεβείς, bene. Αlii tres mss. τους ασεβείς ,
(76 ) Alitique duo libri duzyayóviss. Ibidem male, ut mihi quidem videlor. Mihi enim nescio
eliti Oυδέ γάρ ότε . Αι mss. όταν. quomodo magis placet lectio prior, arbitrorque
(77) .Editi προσαγορεύεται. Libri veteres προσ scriptum esse åsebeis ab aliquo, qui recte quidem
ηγόρευται . judicassel Elnonianos, de quibus hic agitur, vere
(78) Editi el Reg. Secundus xal unrepas, malres . Dici non posse pios : sed qui non salis altenderit
Aii tres τηss. μητέρα, matrenυ. eos per ironiam pios vocari poluisse.
(79) Editi μου, αλλ' οί . Codex Colb. cην υπο (83 ) Edilio Paris. auto yévvrua. Editio Ven . et
Reg. μου , αλλ' ή οί. Νec ita molto post ertiti παρ. mss.n oulli αυτό το γέννημα. Αlii tres mss . το
άγων. Veteres quatuor it! ιί παραγαγών. γέννημά τι.
280) Ediii et Rez. quincus E On con 38:::
625 ADVERSUS EUNOMIUM LIB. 11. 696
δεικνύναι (84) την ουσίαν εφιλονείκει · νυνι δε , πάλιν A tiam genituram esse ostendere conabatur. Nunc
τήν της ουσίας οικείωσιν διά της φωνής ταύτης ση- autem rursus substantie 260 conjunctionem hac
μανομένην ορών, το γεγεννήσθαι του γεννήματος νοce significari cum videat , genilurain genitan
αφαιρείται (85). Και μην εί τούτο ώς πάθους δηλω- esse negat. Αtqui si hoc tanquam quod affecturn
τικών παραιτείται, τί κωλύει και το δημιουργών αυ- significer, repudiat, quid prohibet eisler de causis
τον είναι δια τας αυτάς αιτίας μή παραδέχεσθαι ; etiam creatorein ipsum esse negare ? Νam prora
Διότι πάσαις ταις σωματικαίς ενεργείαις η πλείων lione virium ejus quί facit, et pro discrimine ma
τις πάντως ή ελάττων κόπος συνέζευκται, κατά την gnitudinis eorum quae funt , necessario aut major
αναλογίαν της του ποιoύντος δυνάμεως και της προς aut minor labor corporeis omnibus operationibus
τα μεγέθη των ενεργουμένων διαφοράς. Την γε μην conjungitur. Divinana autent ac beatam naturain
θείαν και μακαρίαν φύσιν καμάτω λέγειν συνέχεσθαι dicere labore preini, non minus impίum est, quam
ουχ ήττον ασεβές, και τοις αισχίστοις αυτήν πάθεσιν eam a fectibus turpissimi suljicere. Sin autem
υποβάλλειν. Ει δε απαθώς κτίζει, απαθή είναι δεξα- citra afectum creat, generationem quoque afecta
σθε και την γέννησιν. vacare faleamini.
24. Ως μεν ούν κυρίως και προσηκόντως Πατήρ 24. Quod igitur proprie ac merito Deus dicitur
λέγεται ο Θεός , και ως ουχί πάθους , αλλ' οικειώσεώς Β Paler, et quod non affectus, sed conjunctionis no
έστιν όνομα, ή της κατά χάριν, ως επί των ανθρώ- uen est, aut ejus que it per gratiam, ut in honi
πων, ή της κατά φύσιν, ως επί του Μονογενούς,ικα. nibus, aut ejus que secundum naturam est, ut in
νως είρηται· δωμεν δε είναι τροπικήν, και εκ μετα- Unigeito , salis dictum est. Sed denus et banc
φοράς λέγεσθαι (86), ώσπερ και άλλας μυρίας και vocem tropicam esse, eamque, sicut et alias sexcen
την φωνήν ταύτην. Ως τοίνυν, οργιζόμενον, και tas, per translationem dici. Queinadmodum igitur,
υπνούντα, και πετόμενον ακούοντες τον Θεόν, και cum Deum audinus irasci, dormire, volare, et alia
άλλων τοιούτων απρεπείς κατά τον πρόχειρον νούν τας id genus, que seisu obvio intelligentiam indeco
εμφάσεις παρεχομένων, ούτε τας φωνές του Πνεύμα- rim prae se ferunt, που tamen voces Spiritus es .
τος διαγράφομεν, ούτε σωματικώς των λεγομένων ungirus, nec modo corporeo lisec dicta accipimus ;
ακούομεν· τι δήποτε ουχί και, της φωνής ταύτης ου- quam tandem ob causam, cum hac vox adeo fra
τω συνεχώς παραληφθείσης υπό του Πνεύματος (87), quenter a Spiritu usurpata sit, non etiam conve
τάς θεοπρεπείς αυτής εννοίας διερευνώμεθα; η μόνην μientem Deo intelligentiam investigamus ? num
ταύτην τηςΓραφής απαλείψομεν (88), εκ της ανθρω- Ilanc solam ex Scriptura delebimus, earm ex lu•
σκοπώμεν. Δύο σημαινομένων εκ της του γεννάν Crιn duo significentur generandi voce ex huimano
προσηγορίας κατά την ώδε συνήθειαν, πάθους τε του τηore , generantis scilicet affectus, et conjunctio
γεννώντος και της προς το γεννώμενον οικειώσεως, cum genito; quando a Patre ad Unigenitum dicitur :
όταν παρά του Πατρός το Μονογενεί λέγηται το, Εκ Εα utero ante luciferum genui te 7; et : Filius meus
γαστρος προ εωσφόρου εγέννησά σε. και το, Υιός es lu, ego hodie genui le 38 ; utralm harum significa
μου ει συ, εγώ σήμερον γεγέννηκά σε : πότερον Tionm lioc verbo indicari dicenus? generantiuino
τούτων παρίστασθαι φώμεν διά του ρήματος και το έμ- ειffectuun, an nature conjunctionem? Ego hoc cen
1 χθες των γεννώντων, ή την της φύσεως οικειότητα ; seo; et ne hos quidern, nisi in manifestum alrie
Εγώ μεν γάρ τούτο φημι· και ουδέ τούτους ηγουμαι bilis morbuni incidissent, contradicturos unquam
ποτε μη ουχί εις λαμπράν μελαγχολίαν παρενεχθέν- fuisse arbitror. Quare, si convenit Deo hac vox, cur
τας έναντιώτεσθαι (89). " Ωστε ει μεν οικεία τω Θεώ sicut alienam spermis ? Sin autein ex hominibus
ή φωνή , τι ατιμάζεις ως αλλοτρίαν; ει δε εκ των αν- translala est, suo significatu delecto, fuge dete
θρωπίνων μετακεκόμισται, το υγιές αυτής έκλεξά- τίorem. Nam profecto in dictione que mulia signi
μενος , φύγε το χείρον των δηλουμένων. Εξεστι γαρ ficat, cum ad rectam notionem per ipsa vocera
δήπου εν πολυσήμα τη λέξει, προς την ορθήν έννοιαν ο leducius fueris, licet humilem turpelmque intelli.
οδηγηθέντα διά του ρήματος , το ταπεινόν και αισχρόν gentiam przelerire. Nec ihi dicas : Que vero est
της εμφάσεως υπερβήναι. Και μη μου λέγε : Τίς δε generatio, el qualis, et quomodo fieri potuit ? Nou
1 Psal . Cis, 3. 88 Psal. 1, 7.
(84) Edili elvai SCXVÚval. Vcleres quinque libri el tolvuy : seil pro el tolvoy scriplum in nostris
ουσαν δεικνύναι. Μox mss. nonnulli φιλονεικεί. septem codicibus invenius " Ως τοίνυν.
( 85) Illud, αφαιρείται , ad verb , interpretans (87) Codices aliquoι παρά του Πνεύματος. Vox
Trapezunlius, sic verlil : geniium esse a genimine auriis , quæ slalim sequitur , in quinque mss.
remiorel. Hoc est, negat fieri potuisse , ut genilura decsi.
genila fuerit. Eo special lola Basilii ratiocinatio, 110 (88 ) llaec diverse in diversis distinguuntur. Nam
probet pugnantia loqui Eunomium . El vero proli . in vulgatis el in uno codice virgula posila esl sı)
ieri Filium genituram esse , et lamen negare Filium luni posl vocem yphoews : al ini Regiis secunilo et
genitum ſuisse , quid est, quæso , visi pugnantia lo quarto virgula stotini post verboni anaasilouey col
qui, el secuin noi consentire ? Jocallır. Primai distinguendi rationem secutus est.
186 ) Codex unus et elliti ¿ x. uetaryopás ciprola :. interpres vellis : nos posteriorem .
Reliqui ses mss. Yesha :. Nos legitur in vulgatis (89) Veterus aliquot libri vartiogabla ..
607 S . BASILII MAGN
enim quoniam omnino ineffabilis modus est atque A ή γέννησις ; και ποταπή ; και πως αν γένοινο αυτη :
incompreliensibilis, continuo etiam firmam ac sla- Ου γαρ, επειδή ο τρόπος άρρητος και απερινότητος
bileim in Patrem et Filium fidem abjiciemus. Νal , παντελώς, ήδη και το πάγιον της εις Πατέρα και
si intelligentia nostra voluerimus meliri omnia , el Υιόν πίστεως εκβαλούμεν. Ει γάρ μέλλουμεν πάντα
quod mente capi non potest, id arbitrari omniuo τη καταλήψει μετρείν, και το τοις λογισμούς απερί
non esse, peribit filei, peribit spei merces. Quo- ληπτον μηδε είναι τα παράπαν υπολαμβάνειν, oιχήσε- .
modo autem fuerimus amplius digni beatitudinibus, ται μεν (90) και της πίστεως , οιχήσεται δε και της ελπί.
que in ide rerum non apparentium reposite sunt, δος μισθός . Πώς δ' αν είημεν έτι των μακαρισμών
si 261 iis solis quae ratiοιιι evidentia sunt, filein άξιοι. τών επί τη πίστει των αοράτων αποκειμένων,
habenius ? Unde vant facta sunt gentes , et leue : οι μόνοις τοις κατά λογισμόν εναργέσι πειθόμενοι;
bris obductum est insciens cor eoruin 89 ? Nove, Πόθεν έματαιώθη τα έθνη, και εσκοτίσθη η ασύνετος
quoniam dum ea sequuntur, guae ratiοni verisinti- αυτών καρδία ; Ουκ επειδή τοις εκ των λογισμών (91)
lia videntur, praelicationi Spiritus flenm non alli- φαινομένους ακολουθούντες , τα κηρύγματα του Πνεύ
bent ? Quos autein Isaias Οι perditos deplorat? ματος απειθούσι ; Τίνας δε ο Ησαΐας ως απολωλό
να εαpientibus in seipsis, et coran seipeis scienti- τας οδύρεται; Ούαι οι σοφοί εν εαυτοίς (92 ), και
bus 0. Νonne hos ? Multis igitur ex iis queinter - Β ενώπιον αυτών επιστήμονες. Ού τους τοιούτους;
media sunt, praetermissis, tum iis quibus operle Πολλά τοίνυν υπερβάς των εν μέσω, όσα τε περί του
affirmavit Filium genitum non fuisse, tum iis quae μή γεγεννήσθαι τον Υιόν εκ του προφανούς διετείνα
artificiose excogitavit, hoc αι οι tineat, Unigenitum το, και όσα περί του παραδεχθήναι αυτό (93) το
scilicet creaturam ac faciuram esse, ad pracίρι2 κτίσμα είναι και ποίημα τον Μονογενή ετεχνάσατο,
impietatis capita me convertam, si prius de iis επί τα καιριώτατα της ασεβείας τρέψομαι, τοσούτον
que omissa sunt, hoc solum nolavero quod quam μόνον τους παρεθείσιν (94) επισημηνάμενος , ότι ήν
in antecessuro reipsa concinnavit blasplienia , προλαβών τω έργω κατεσκεύασε βλασφημίαν, ταύτην
banc verbo obtegere , seriuouisque inpudentiamm βουληθείς επισκιάσαι τώ δήματι, και το αναιδές του
delinire, cum vellet, non counein facure se dixit λόγου καταπραύναι, έφη κοινοποιείν τον Μονογεν :
creaturis Unigenituin, suorum ipseniet dognalum προς την κτίσιν, επιλαθόμενος αυτός (95)των εαυτού
oblitus, quae in superioribus clara ac aperla voce δογμάτων, και εν τοις κατόπιν λόγοις γυμνή και απο
exponebat. A quibus rursus in impudenlein ac ρακαλύπτω τη φωνή εξετίθετο. Υφ' ών (96) προς άν
manifestissimam repugnantiam incidit. Sic autei αίσχυντον πάλιν και περιφανεστάτην εναντιολογίας
scribit : εξέπεσε. Γράφει δε ούτως :
ΕυΝ. Νen!O autern cum Filium facturam esse ΕΥΝ. Μηδείς δε, τον Υιόν ακούων ποίημα, δυσχε
audit, moleste feral, quasi Ποιοιinum communitale ραινέσω, ως κοινοποιουμένης της ουσίας υπό της των
communis liat substantia , ονομάτων κοινωνίας.
ΒΑs. Quomodo igitur, o sapientissime, si sub- Β. Σ. Πώς oύν, ώ σοφώτατε , ει τη διαφορά των
stantie diversitas diversitalent rioninuu necessa- ονομάτων το παραλλαγμένον της ουσίας εξ ανάγκης
rio sequitur ( recordlamur enim le Marc in superiori- έπεται (με μνήμεθα γαρ δή που εν τοις άνω λόγους (97)
bus periraclasse), non nunc substantic coτoιnusitas ταύτα διεξιόντος), ούχι νύν τη κοινωνίατων ονομάτων
sermel, neque obiter his verbis usus fuisse compe - ουδε εκ παρέργου τούτον τον λόγον παραφθεγξάμε
ritur. Deitude et nunc, quasi illum eorum quic dixit νος φαίνεται . Επει και νυν ευθύς , ώσπερ μεταμε
penituisset , quod nominum communicatio non ληθείς εφ' οίς είρηκεν, ότι η των ονομάτων κοινωνία
communes etiam faciat substantias, rursus paulo ου κοινοποιήσει και τας ουσίας , πάλιν επάγει
posi, adversarios sios objurgans, illa inducit. μετά μικρόν, των αντιδιατιθεμένων αυτω καθαπι
μενος
• Πολ. 1, 21. 90 Isa, V, 21.

(191)
0) Codices duo μεν ημίν. Dailili ostendit, ac proinde non iis adli quæ præler.
Codex Colb . tū loyiguo , haud male . Editi millebantur, sed iis quiv jam dicta fueraul. Ma
el Diss. non pauci εκ των λογισμών. RAN.
( 92) Edhi et Reg. quintις εν εαυτοίς, 1η se ipsis , (95) Codices non pauci επιλαθόμενος αυτός. Vox
et ita quoque ediluin invenilir apud LXX . Alii sex ajtós in excusis desiderabalur.
uss, παρ' εαυτοίς, apud se με 0s . ( 96 ) Antiqui septem libri u Wx. Edili de'
( 95) Eliί παραδεχθήναι αυτό. Αntiqui libri on - ών.
nes auto . Nec omitiendum , legi paulo ante in (97) Post vocem dóYous additum invenitur in eli
aliquibus mss. διετείνετο. lione Parisiensi et in Reg . secundo ¿y thaoyo toj
( 94) Edit et duo mss. μόνον τοις παρατεθείσιν : παρόντος λόγου. Sell idlem Sentio quod vir doctissi
quam lectionem seculis Cornarius, jia vertil : mais Dicæus, hoc videlicet inter glosseinata recen
Ubi hoc solum aprosilis addidero , ac indicavero. seri merito posse. Nani præterquain quod hæc ver.
Alii quinque mss. uóvoy cois JaosOsiolv, elisa le - ba ini reliquis sex niss . desunt, arbitror cæculire
zi1 Trapozuntius, cum ita interpretatus sit : Ubi id goi non videl addita ea esse eo consilio ul monere
solum e prælermissis collegerc . - Legendum viderur mur, ipsim hujus libri initiuin his verbis , įv rois
(99 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . II. 650
EYN. " Οτι εχρής, είπερ αυτοίς ήν της αληθείας A EUN. Oportebat, inquit, si qua cis essel veritatis
φροντίς, παρηλλαγμένων των ονομάτων , παρηλλα- cura , cum nomina diversa sint, diversas etiam
γμένας ομολογείν και τας ουσίας . substantias confiteri.
ΒΑΣ. Πώς άν τις ευκολώτερον χρήσαιτο λόγοις; ής BAs. Quomodo quis facilius verbis uti possil ?
γε, δι' ολίγου προς τα εναντία περιτρεπόμενος, νυν qui scilicet brevi ad contraria conversus , ηunc
μέν φησι την διαφοράν των ονομάτων αναγκαίως των φuidem dical, nominum diversitatem necessario
ουσιών την παραλλαγήν υποφαίνειν · νύν δε πάλιν substantiarum diversitatem ostendere : unc vero
την κοινωνίαν μή κοινοποιείν τας ουσίας; Αλλ', οί- e contrario, eorum communicationem non com
μαι , προσόμοιόν τι ποιούμεν τοίς τον ανδροφόνον εκ munes substantias facere ? Sed, opinor , perinde
λοιδορίας, ή πληγής, ή τινος των τοιούτων αμαρτημά- facimus atque hi, qui liomicidam convicii, aut vul
των κρίνουσιν . neris, aut hujusmodi peccati accusant.
25. Επί ούν το κεφάλαιον των κακών αυτού με- 25. Ad caput igitur malorum ejus transeamus.
ταβώμεν. Θεασάμενος ούτος, ότι κοινή η πρόληψις Ηic ille cumvidisset anticipatam opinionem oιnnibus
πάσιν ομοίως Χριστιανούς ενυπάρχει ( τοίς γε ως pariter Christianis, qui vere hac appellatione digni
αληθώς της προσηγορίας ταύτης αξίοις) περί του sunt, communem esse, Filium videlicet lucem geni.
φώς είναι τον Υιόν γεννητών, εκ του αγεννήτου Β ε: esse, ex ingenita luce resplendentem, et esse
φωτός απολάμψαντα (98), και αυτοζωήν, και αυτο- ipsam per se vitam, ipsuinque per se bonum, ex vi
αγαθον εκ της ζωοποιού πηγής της πατρικής αγαθό- vificanle fonte alerine bonitalis provenientein :
τητος προελθόντα• είτα ενθυμηθείς, ότι, ει μή ταύ- deinde cuin intellexisset, has nostras notiones nisi
τας ημών τας εννοίας διασαλεύσειεν, ουδέν αυτώ concussisset, fore , ut 262 nihil omnino sibi su
πλέον των σοφισμάτων γενήσεται (99), ως του γε φώς persit praeter sophisinata (qui enim Patrein confle
ομολογούντος τον Πατέρα, φώς δε και τον Υιόν , ιur lucem esse, el Filium quoque esse lucein, cum»
της του φωτός έγνοίας μιας και της αυτής υπαρ- lucis sit una el eadem notio, naturaliter eo deduce
χούσης, αυτομάτως εις την ομολογίαν της κατά tur, ut conjunctionem secundum substantiam confi
την ουσίαν οικειότητος υπαχθησομένου (1) : φωτί γάρ teatur : namluceminter et lucem, secundumipsan
πρός φώς, κατ' αυτόν τον του φωτός λόγον , ουδε- Iucis rationem, nulla neque in prolatione , reque in
μία, ούτε κατά την προφοράν, ούτε κατ' αυτήν την psa significatione diversilas est) : ut igitur hoc
έννοιαν (2), έστι παραλλαγή ίνα ούν τούτο ημών μobis adimal , artificiorum relibus idei doctrinarm
αφέληται, τοις των τεχνασμάτων δικτύοις τον της circumvallat, nec inter se neque ullano compari
πίστεως λόγον περιστοιχίζεται, ασύμβλητα ταύτα , tionem, neque ullam communionem docers lia
και ακοινώνητα παντελώς αλλήλοις είναι διδάσκων, ° Dere : el que est genituminter et ingenitum oppo
και την του αγεννήτου προς το γεννητον αντίθεσιν, sitio , Ilanc diceris etiam esse lucem inter et lucein,
ταύτης και το φωτί προς το φώς είναι λέγων, ή au si hoc aversamur, compositum esse Deum con
τουτο φεύγοντας ημάς ( 3) σύνθετον είναι τόν Θεόν fileri cogens. Sed potius ipsam ejus dictionem au
ομολογείν αναγκάζων. Μάλλον δε αυτης αυτού της diamus.
λέξεως ακούσωμεν .
EYN. Πότερον άλλο τι σημαίνει, φησί, το φώς επ’ ΕυΝ. Utrum aliud quid significat, inquit, lux in
αγεννήτου ( 4) παρά το γεννητον, ή ταυτόν εκάτερον; ingenilo praler genitum, an iden utrumque ? Nanι,
Ει μεν γάρ ( 5) έτερόν τι και έτερον , εύδηλον , ότι si aliud atque aliud , palam est etiam composituat
και σύνθετον το εξ ετέρου και ετέρου συγκείμενον ' il esse , quod ex alio atque alio constat. Quod al
το δε σύνθετον ουκ αγέννητον · ει δε ταυτόν, όσον term compositio est , ingenituum non est. Si vero
παράλλακται το γεννητών προς το αγέννητον , τοσού- idem, quantum dicersum est genitum ab ingenito,
τον ανάγκη παρηλλάχθαι το φως προς το φως, και tantum necesse est lucen a luce diversit esse, et
την ζωήν προς την ζωήν, και την δύναμιν προς την Vilan a vita, et potentiama potentia.
δύναμιν .
ΒΑΣ. Οράτε και συνίετε το της ασεβείας φρι- D EA3 . Videle et intelligile horrendamimpictalen.
κτόν. "Οσον, φησί, το αγέννητον του γεννητου διενή- Quantum, inquit , ingenitum a genito dillert, 12:1
ti: ellicialur.
(98 ) Antigui duo libri anodáubav . Alii mss. et 12 , Edili xarà cry Evvorav. Anliqui tres libri
editi απολάμψαντα. Stalino Reg. Secundus perinde κατ' αυτήν την έννοιαν. Μox Reg. Secundus τούτο
: tque edili inrñs tñs, et fonte palernæ bonilulis. nuãs. Alii diiu mss. Toutou fuās. Edili et Reg.
Reliqui mss. Trysxal tois, ex vivificante fonte, quintus ut in contextu .
exque paterna bonitate progredienlem . (5 ) Ilud , nuas, ex qualuor mss. addidinus.
(99) Ουδέν αυτώ πλέον των σοφισμάτων . Verte, (4 ) Nullus erit sensus nisi legarnus, παρά το αγέν
Nihil illi proderunt sophismaia . MARAN . νητον, πon vero γεννητόν : ita enim paulo post, το δε
(1) Feliti el Reg. quintus σοφισμάτων έσται. Ο σύνθετον ουκ αγέννητον. Sic igitur reddenda Euno
γάρ φώς ομολογών τον Πατέρα..... οικειότητος υπ. ii verba : Ctrum lur ingenilo aliud quid signif
ay05 setAL. Al quinque mss. ut in contex111, nisi quod cal ac ingenilum , an idem utrumque ? MARAN .
ling. tertius pro ye babeal te, el in Rug . quarto (5 ) Codices Tres uèv yap . Vucula ráp in excusis
pro olxeLÓTT, TUS legatur tautóintos. Parum refert desideratur.
utro modo legas, cum utroquemodo eadein sentene
051 S . BASILII MAGNI 632
tum diferei lui a luce, et vita a vita , el potentia Α νoχε, τοσούτον διοίσει το φως προς το φως, και η
a potentia. Interrogemus igitur ipsum, Quanto in- ζωή προς την ζωήν, και η δύναμις προς την δύνα
tervallo ingenitum a genito sejunctum est ? utrum μιν. Ερωτήσωμεν τοίνυν αυτόν: Το δε αγέννητον
parvo aliquo, et tali , ut queant tandern aliquando του γεννητου πόσω μέτρω διώρισται και άρα μικρώ τινι,
in idem inter se convenire ? an thoc omnino impos- και τοσούτω (6), ώστε δύνασθαι ποτε και εις ταυτόν
sibile, et magis, quam eumden mortuuin esse simul αλλήλοις συμβήναι και η τούτο παντελώς αμήχανον, και
et vivere , quam Sanurn simul esse el agrolare, πλέον αδυνατώτερον του τον αυτόν ήν εν τω αυτό
quam vigilare simul et dormire ? Talia nanque sunt και τεθνάναι, και υγιαίνειν κατά ταυτόν και νοσείν,
quaecunque sibi invicem summa oppositione adver - και εγρηγορένα: ομού και καθεύδειν ; Τοιαύτα γάρ
8antur, adeo ut presente altero alterum abesse ue. όσα κατά την άκραν αντίθεσιν αλλήλοις αντικαθεστη
cesse sit : qua ita comparata sunt, ut omnino nec κεν, ώστε παρόντος του ετέρου αναγκαίως απείναι
simul esse, nec inter se conciliari possint. θάτερον, και ασυνύπαρκτα παντελώς και ασύμ
βατα ( 7) είναι πέφυκε .
26. Ιtaque cum ad hunc mollum genito ingeni- 26. Κατά δή ούν τούτον τον τρόπον προς το γεν
tom opponatur , qui Palrem lucein Ποιoinal , Iacer Β νητόν τώ αγεννήτη της αντιθέσεως ούσης, και τον Πα.
iiiderm Filium, quίque hanc lucem ab illa luce lan- τέρα φως ονομάζων, φως δε και τον Υιόν , τοσούτον
tom distare dicit, quantum genitum ab ingenito δε τούτο το φώς εκείνου του φωτός διωρίσθαι λέγων,
distat , ille quinquain humaniorean se verbo simu- όσον το γεννητών από του αγεννήτου διώρισται, ουχί
lat, lucenι scilicet Filium quoque nominans, nonne δηλός έστι, κάν τα βήματα προσποιήται φιλανθρω
sallein vi verborum sententiamin contrariumn operle πεύεσθαι, φώς ονομάζων δηθεν και τον Υιόν, αλλά
abducit ? Considerale enim quid opponatur ingenilo, τη γε δυνάμει (8) των λεγομένων προς το εναντίον
aliudne ingenitum, an genitun ? Geitum utique . απάγων την έννοιαν ; Σκοπείτε γάρ τι αντίκειται το
Quid vero opponitur luci ? Iuxne alia , an tenebre ? αγεννήτω, άλλο αγέννητον, ή το γεννητόν ; Το γε »
Tenebre profecto. Itaque , si quantum diferi geni- νητον δηλονότι. Τι δε αντίκειται το φωτ!; φώς έτε.
turn ab ingenito, tantuum necesse est lacein a luce ρον, ή το σκότος ; Το σκότος πάντως. Εί τοίνυν όσον
diferre, cui ex omnibusimpietas coιnperta non est, παράλλακται το γεννητών προς το αγέννητον , τοσού
quod in appellatione lucis intersereus quod luci τον ανάγκη παρηλλάχθαι το φως προς το φως, τίνι
oρρositum est, Unigeniti substantiain nature lucis των απάντων άδηλος ή ασέβεια, ότι, εν προσηγορία
contrariam esse subanonet ? Ααι ostendat nobis φωτός το αντικείμενον τώ φωτί παρεισάγων, έναν
ucein que luci opporiatur, quoque eum oppositio- τίαν είναι τη του φωτός φύσει την ουσίαν του Μονο
nis modum habeat , qui genito cum ingenito inter - γενούς υποβάλλει; "Η δεικνύτω ημίν φώς αντικείμε
Ceilit. Quod si haec nec est, nec ipse unquam exco. νον τώ φωτί , κακείνο το μέτρον της αντιθέσεις
gilare poterit; ne 263 ignoretur ars, qua blasplie - έχον, και τα γεννητώ προς το αγέννητον εστιν. Ει δε
ulan alte adornat. Νam , quotian putal ingenitum τούτο ούτε έστιν (9), ούτ' αν αυτός επινοήσειε , μη
genito ex advers0 opponi , enderm luci cun Ice αγνοείσθω η τέχνη μεθ' ής βαθέως κατασκευάζει το
υγρositionen adapιι: μι Patris substantiarm osten. βλάσφημον. Επειδή γάρ ofεται το αγεννήτη το γε
dal substantic Unigeriili per omnia contrariam esse νητον κατ' εναντίωσιν αντικείσθαι, την αυτήν το
atque adversanm . Ρropterea nova Inec est doginalual φωτί προς το φώς αντίθεσιν εφαρμόζει , ένα διά πάν
sanctio , qua dicit : Quantum diversum est genitutu των τήν του Πατρός ουσίαν αντίπαλον και πολεμίαν
ab ingenuito, tantum necesse est lucern a luce diver- τη του Μονογενούς επιδείξη. Διά ταύτα η καινή (10;
$211n esse. Αι ingenitum cum genito habet quandam, αύτη των δογμάτων νομοθεσία : "Όσον παρήλλακται
positione verborum, non natura rerum, oppositio- το γεννητών του αγεννήτου, τοσούτον ανάγκη παρτ.Α
Beur, quod torner Iii affirmant : lucis autem cumluce λάχθαι το φως προς το φως. Καίτοι τω μεν αγεν
Dec secundum prolationem nec secundum intelligen. p νητα προς το γεννητον εστί τις , κατά την θέσιν τών
Tianm contrarietas ulla excogitari potest. Sed videtur ρημάτων, εί και μή κατά την φύσιν των πραγμάτων,
fucitis cavillationibus se ipsum decipere. Putal enim, αντίθεσις, όπερ ούτοι κατασκευάζουσι• φωτί δε προς
que ex contrariis sequuntur , eamden inter se pu- το φώς ούτε κατά την προφοράν ούτε κατά την έν
glam liabere, quain habent et principalia contraria, νοιαν επινοήσαί τινα δυνατόν εναντίωσιν. Αλλά για
el cum contrariuni inest alieri contrariorum, ex έoικε σοφίσμασιν απατηλοίς εαυτόν παρακρού.
allero etiam contrarium necessario seculurum. ι, εσθαι (11). Οτεται γάρ, ότι τα τοις εναντίοις επόμενα
(6 ) Vox TOGOŪTOS usilale quidein dicitur pro youth , pejus. Alii duo el editi xalvý , bene .
lanlo, seu pro lan muayno : sed hic sumi debel pro 111) Nibil inirum si bic locus, qui philosophicis
lum brevi, seu pro tan exiguo . subtilitatillis intricatus sit, diflicilis intellectu alque
(7) Editi και ασύμβαντα. Libri veteres ασύμ oliscuriis esse videatur. Basilius impugnat Eunomii
βατα . sententiam , ex qua aperle elliciebaiur rontraria
( 8) Eliti αλλά τη δυνάμει. Reg. secundus αλλ' principalia , et ea quæ non sunt principalia , æque
αυτή γε τη δυν. Αlius Is. αλλά τη γε δυν. sibi invicem adversari ; quod falsum esse Paier
(ο, Ει δε τούτο ούτε εστίν, Ιιοcest, ει δε φώς,etc., gravissimus ostendit, hoc exemplo : Nec enim , in
quod si non est lux mundi hujus . quil, quoniam ex rigiliis vila seguilut , Recessario ir
(10) Suiqui duo libri “ xavti, inale. Alius codex somno sequilur murs. lioc est, si quis vigilai, biue
635 ADVERSUS EUNOMIUM LIB. II. 634
την αυτήν έχει προς άλληλα μάχην, ήνπερ αν έχει A si ex visu Iux sequitur, cx caecitate tenebre : si ex
και τα ηγούμενα και όταν τώ ετέρω των εναντίων vita sensus, ex morte privalio sensium. Hec au
το εναντίον υπάρχη, και το έτέρω πάντως το έναν- ιem observatio quarm delbilis sit, quamque evanida ,
τίον ακολουθήσει. Οίον, εί τη οράσει το φώς έπεται, cuilibet vel paulalum allendenti perspicuum est.
τη τυφλότητι το σκότος : εί το ζήν το αισθάνεσθαι, Nec enim quoniam ex vigiliis vila sequilur, ne
τα τεθνηκέναι το αναισθητείν (12). Τούτο δε ως ασθε- cessario ex sono mors sequitur. Sed nec con
νές και διαπίπτουν το παρατήρημα, παντί γνώριμον Irario modo se habet genitum cumingenito. Ει
τω και μικρών επιστή σαντι. Ου γαρ επειδή τοεγρη- eniin si contraria sunt, jam mutuo se destruent
γορέναι το ζην έπεται, το καθεύδειν 'ακολουθεί πάν
τως το τεθνάναι. Αλλ' ούτε εναντίως έχει το γεννη neque nalura adversa sunt, neque quæ consequun
τον προς το αγέννητον. Ει γάρ εναντία και φθαρτικά ιur, eamdem necessario labelunt distantiam, quant
αλλήλων, όπερ εις κεφαλήν τοίς βλασφημούσι τρέ- el principalia dennonstrabantur habere.
ποιτο, αλλ' ούτε τη φύσει πολέμια , ούτε μην τα επόμενα τούτοις την αυτήν αναγκαίως έξει διάστασιν, ήν
εδείκνυτο έχεις και τα ηγούμενα.
27 . "Η τοίνυν απάλειψον σου το ρήματα, ή μή B 27. Αut igitur tua ipsius verba expunge, aut
αρνού την ασέβειαν. Σή γάρ έστιν η βλασφημία του noli impietatem negare . Est enim blasplienmia fun,
ειπόντος : "Οσον παρήλλακται του γεννητου το αγέν- qui dixisti : Quantin diferi genitum ab ingenito ,
νητον, τοσούτον ανάγκη παρηλλάχθαι το φώς πρός 1antum necesse est lucem a luce differre. Quoro
το φώς . Ουκούν ώς ουδέποτε μεθέξει της αγεννη- quemadmodum qui genitus est , nunquam ingene
σίας (13) ο γεννητός, ούτως ουδέποτε αυτό του φωτός rationis erit particeps : sic eum Iucis participenn
μεταδώσεις (14). Και έσται, κατά σε , η ουσία του nunquam facies. Αιφue Uigeniti substantia ex lu
Μονογενούς ίσον απέχουσα του γε αγέννητος είναι, sententia aque aberit ab eo ut ingenita sit, atque
και του φώς νοείσθαι και ονομάζεσθαι. Αλλά Ιωάν- abest ab eo ut lux esse intelligalur, et nominetur.
νης μεν τη μεγαλοφωνία του Πνεύματος εμβοά σου Αι Joannes magna Spiritus voce inclainal libi, di
λέγων · " Ην το φως το αληθινόν · σοι δε ουκ έστιν cens : Erat fur vera 1. Tibi tamen aures non sunt
προς την αντίπαλον φύσιν, και ασυνύπαρκτον τώ cavillationibus Unigeniti substantiam ad contra
φωτί την ουσίαν του Μονογενούς, τους σοφίσμασιν riam naturam, et quis cum luce esse non possit ,
απελαύνεις. Ου γαρ δή εκείνο ισχυρόν (13) έρείς, detridis. Νec enim profecto validlam illud dices,
ότι και επί του Μονογενούς την προσηγορίαν του φuod ab Unigenito appellationem lucis non alistule
φωτός ουκ αφείλου. Ου γαρ εν ψόφο αέρος , αλλ' εν ris. Non enim in sono aeris ,sell in vi rerum signi
τη δυνάμει των σημαινομένων το ευσεβές. Ο δε ουκ ficatarum pietas est. Bic vero non in his quievit ,
επί τούτων έστη (16), αλλά και την ζωήν και την sed simul et vitam et potentiam inter se ealein
δύναμιν τω συτο μέτρο της εις εναντίον (17) απο- distantise mensura contrarias inducit , cum ait :
γεννητών προς το αγέννητον, τοσούτον ανάγκη παρ cesse est lucem a luce differre, el vilam a vila , el
ηλλάχθαι το φως προς το φώς, και την ζωήν προς potentiam a potentia. 264 Ergo Oigenilus secun
την ζωήν, και την δύναμιν προς την δύναμιν. Ουκούν «dum te nec vita est, nec potentia . AIspermis Dormi
ούτε ζωή, κατά σε, ούτε δύναμις ο Μονογενής. Αλλά ποm ipsum, qui dicit : Ego sum vita 81 ; spernis ili
ταραγράφη μεν αυτόν τον Κύριον λέγοντα : Εγώ dein Paulum, qui dixit : Chrislus Dei potentia 8.
ειμι η ζωή : παραγράφη δε Παύλον τον ειπόντα • Νam quaecunque in superioribus demonstrata sunt,
Χριστός Θεού δύναμις. "A γάρ εν τοις κατόπιν εδεί- ea his quoque nunc accommodabuntur. Νam neque
κνυτο, ταύτα και τους νυν εφαρμόσει. Ούτε γάρζωήν vitam, neque potentiam vita ac potentice opponi
ούτε δύναμιν τη ζωή και τη δυνάμει αντικείσθαι φαίη D quisquam dixerit : sed mortem et impotentian
τις αν· αλλά θάνατον και αδυναμίαν την τελεωτά- οpositionem integerrimam explere. Quilus hic
την (18) αντίθεσιν εκπληρούν. "Απερ ούτος , εν παν- iste, per verboruin versuliarm dolum occultans, alie
* Joan. 1, 9. "Joan. Χιν, 6. » 1 Cor. 1, 24.
quideni optime colligitur eum vivere : sed si quis- voce innascibilitatis uli malint : seil, ut dicam quod
piam dormit, hinc concludi non potest eum mor- senlio , id vocabuluin vim vocis Græca oon salis
iuum esse. Cujus rei hxc est causa , quod , nt Basi exprimere videlur.
lii verbis ular, mors el somnus non sint contraria (14 ) Eliti el codices quidam recentiores fetnou
ηγούμενα, hoc est, principalia. Celerum, si quid in σει. Αι antiquiores el melioris Hole μεταδώσεις.
his subest obscuritatis , non statim ejus vilii accu - (15 ) Eilili ús loyupov. Vocula us in velilsiivriblis
saloin volo Basiliumi : sed potius Eunomium , cui miss . deest. dlux Rey . quiolis el edili oux à pei
obscura proponenti non potuii Basilius respondere , os . Alii quinque mss , oux apsl. w .
quin el ipse obscurus esse videretur . (10) Eliti έστη μόνον . Vox μόνον in nostris mss.
(12) Autiqui duo libri τω τεθνηκέναι το αναίσθη- no legitur.
(17) illud, eis tvav:lov , in tribus miss. deest.
(13) Της αγεννησίας, ugenerationis , loc est , ντο- (18) Elili τελειοτάτην. Libri veleres τελευτά .
arielalis ejus, quu Quild ingeruirun est. Sunt qui friv.
635 S. BASILII MAGNI 636
a : ccle lorrendam impietatem concinnat , atque A oυργία δόλον τον λόγων αποκρυψάμενος (19), βα
eloquentiae artilius Unigeniti naturam ad contra - θέως και περικεκαλυμμένως το φρικτών της ασεβείας
riuum paternae nature avocans, solam non:inuin κατασκευάζει, και τοις των λόγων τεχνάσμασι προς
commendationem relinquit. Quid igitur nos ? quo - το εναντίον τω Πατρί τήν φύσιν του Μονογενούς
ηιodo et ingenitum Patrem el genitum Filium co - αποστήσας, μόνην καταλείπει την ευφημίαν των ονο
litentes , secundum ipsum esse contrarietalem effu μάτων. Τί ούν ήμείς ; πώς, και αγέννητον τον Πα.
gerimus ? quid dicturi sumus ? Quod ut boni Patris τέρα και γεννητόν τον Υιόν ομολογούντες , την κατ'
Ιιοιιus Filius, ita eringenita Jurce lux eterna ellulsiι, αυτό το είναι διαφύγουμεν (20) εναντίωσιν ; τι λέγον
cxque vera vita vivificans Γους prodiit, et ex ipsa τες ; "Οτι αγαθού μεν Ιατρός αγαθός ο Υιός : φωτός
per se polentia Dei potentia emersit : tenebre vero, δε του αγεννήτου φώς εξέλαμψε το αίδιον , και εκ
mors et imbecillitas una cum hujus foundi principe της όντωςζωής η ζωοποιός προήλθε πηγή, και εκ της
tenelirarumque principibus , el spiritualibus pravi- αυτοδυνάμεως ή του Θεού δύναμις (31) έξεφάντ :
talis ministris et omni potestale divine nature ini - σκότος δε, και θάνατος, και ασθένεια τω άρχοντι του
τηica collocalesunt : quanquam ne quidem secundunm κόσμου τούτου, και τους κοσμοκράτορσι του σκότους,
ipsam substantiam Sortiti sunt contrarielaleim ad και τους πνευματικούς της πονηρίας, και πάση τη
Γιοnum ullam (sic cuin reprehensio ad Creatorem B έχθρα της θείας φύσεως δυνάμει συντέτακται , ουδ
redirel ), sed stus ipsorum voluntale per boni pri- τούτοις κατ' αυτήν την ουσίαν προς το αγαθόν λα
vationem in vitium inciderunt. Tanen lingua que χούσι την εναντίωσιν (ούτω γαρ αν η μέμψις επί τον
Deum oppugnal, naturam Unigeniti ad hunc ordi- Δημιουργόν επανίου ), αλλ' εκ της οικείας προαιρέ
lem deducere conata est. Νec enim illud dicere σεως εν τη του καλού στερήσει προς την κακίαν
polest , quod cum Patris substantiam lucem esse απορρυείσιν. 'Αλλ' όμως εις ταύτην την τάξιν ή
« enseal Tanw gloria tum splendore priestanlein,ips: θεομάχος γλώσσα την φύσιν του Μονογενούς περι
quoque Unigeniti substantian existinetIacem esse, αγαγείν επεχείρησεν. Ου γαρ δή εκείνο (99) ειπείν
sed quolainmodo obscurioreum, et veluti infusci - έχει, ότι, την του Πατρός ουσίαν φως είναι τιθέμε.
1:ain. Nam ne Insec quidem aliai pii sunt, quippe νος, υπερβάλλον δόξη τε και λαμπρότητα, την του
quia immaginis similitudo per obscurialein tollitur. Μονογενούς φώς και αυτήν, αμαυρότερον δε πως και
Sed tamen optandum esset, ut eum de his posseintus οιονεί τεθολωμένον ύπέλαβεν (25). Ευσεβούς μεν γάρ
accusare. Νon enim esset nobis οριιs magno certa- διανοίας ουδε ταύτα, τα της εικόνος (24) εν τη αμαν
mine ad illius emendalionem . C ρότητι παραιρείσθαι την ομοιότητα. Πλήν αλλ' ευχής
ην εξιον ταύτα αυτόν έχειν αιτιάσθαι. Ου πολλού γάρ αν έδει του αγώνος ημίν εις διόρθωσιν.
28. Nunc vero genitum inter et ingenitum secun- 28. Νυνί δε τω αγεννήτων προς το γεννητον ουχ
can plus et minus eliversitas non est , nt inter Ig- κατά το μάλλον και ήττον ή διαφορά , ως το ελάτ
cerm minorem et majorem : sed quanta est eorunι τονι φωτί προς το πλείον, αλλ' όση ή των πάντη αλ
que nullo pacto simul esse possunt, distantia. Fieri λήλοις ασυνυπάρκτων διάστασις. 'Αμήχανον γάρ ώ
enim non potest, ut id cui alterum iuest , transeal θάτερον συνυπάρχει (25), εκ μεταβολής όν ποτε προς
unquam ad oppositum per transmutationena, adeo αι το αντικείμενον μεταβήναι, ώστε η εξ αγεννήτου γε »
ad ingenitum transmutetur . Qui itaque semel statuit βαλείν προς το αγέννητον. Τω τοίνυν άπαξ αποφτ
necesse esse , tianlunlucem a luce diferre, quantum να μένω, ότι όσον παρήλλακται τη γεννητών προς το
lifert genilum ab ingenilo, ei ne isla quidem ratio αγέννητον , τοσούτον ανάγκη παρηλλάχθαι το φως
alfugaαι relicta est. Νain lux que pura est, cum προς το φως, ουδ' ούτος ο λόγος (26) προς αποφυγήν
φuodam modo sit genere atque eadem lux tenuior απολείπεται. Φώς μέν γάρ το ακραιφνές του οίον
obscuriorque, intentione sola ab ea 265 difert : εξιτήλου και αμαυροτέρου φωτός, το γένει ταυτόν
ugenitum vero non est geniti intensio , neque geni- , υπάρχον, τη επιτάσει διενήνoχε μόνη : το δε αγέν

(19) Reg. quintus et eliti εν πανουργία τον δόλον Ου γαρ δή εκείνο.

λόγων αποκρυψάμενος, on eroulia dilum verborum (15) Colex unus Regius et editi και ώσπερ τεθο
cuirtegens. Codex Cull). cum alio Rígio Šv TILVOUD swuéva oletal. Alii sex miss. ila ul edenduni curavi
για δίλων τον λόγον αποκρ., per versuliam dolorou mus,
celans doctrinum . Alius. Rey. Év TTZVouprla 60 (24) Edili to tñs Elyóvos. Illud , rõ , in nosiris
awy toy do you, illo , à 20%.puláuevos, omisso , adulo mss. deest quideni , sed in duobus legilur ojat
Teruns doctrinam per versuriui . Alii ires mss. ¿ v Taūta tā tñs . quod prilo viliun esse librariorum ,
πανουργία λόγων τον δόλον αποκρυξάμενος, per qui pro το scripserunt τά.
verborum versuriam dolum occulians : quod verius (25 ) la margine Regii quorli scripium invenilir
adico. Siatin Reg. tertius el Colυ. το κρυπτόν της γάρ τον θατέρω συγκληρωθέντα . Codex Couber.
ασεβείας .
(20) Velcres aliquot libri διαφεύγομεν. (26 ) Notare libet , quod jam nolavit vir doctissi
(21) Colex Coll), cum Regis secundo et lertio mus Courbelisius , in margine Regi teruji repe
του Υιού δύναμις, Filii potentia. Αlii auss. el editi riri id scholii , το είναι τον γιο φως αμυδρόν, εο
και του Θεού δύναμις , Dei potentia. angustire redacti sunt , ill ne dicere quidein possist
(22) Eliti Ou yap ortou éxcivo. Al niss. quingie filium lucem esse obscuran el lenurni.
657 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . II. 658
νητον ουχί επίτασίς έστι του γεννητού • ουδέ μην A Lum ingenili est remissio quedam, sed velut ex dia
το (27) γεννητών ύφεσίς τις έστι του αγεννήτου· αλλ' • metro horum distantia est. Eos igitur, qui genitumel
τίονεί κατά διάμετρον τούτων εστίν η απόστασις. ingenitum substantiam dicunt, htc et adhuc is pl: -
Τοις μεν ούν ουσίαν τιθεμένους το γεννητον και αγέν- res inertiae sequentur. Νam contrarium ex contr: 1ο
νητον ταύτα και έτι πλείω τούτων ακολουθήσει τα genitum erit,atque pro naturali conjunctione, neces
άτοπα. "Έσται γάρ εκ του εναντίου και εναντίον γε- saria quelain scilitio etiam secundum ipsam sub
γεννημένον · και αντί της φυσικής οικειώσεως αναγ- Stantiam ipsis inherit. Ηoc autem majorem inscilliam
καία τις αυτοίς και κατ' αυτήν την ( 8) ουσίαν ή quan impietatem pre se fert, si quis dical subst: 1.
στάσεις αναφανήσεται. Τούτο δε πλείω της ασεβείας tiam per sulnstantina cuisisonion rerum esse
την αμαίαν έχει, την ουσίαν λέγειν και ότινιούν contrarium, cumjam olim res confess1 sit vel apud
των απάντων εναντίαν είναι τη ουσία (29), πάλαι externos sapientcs (quos cum non invenerini hi pro
διαμολογημένου και παρά τοις έξω σορούς (ούς, όταν suis blasphemiis decertainles , ut nullius prelii lio
μη εύρωσιν ούτοι συναγωνιζομένους ταις βλασφη- nines despiciunt), beri non posse, ut in sulbstantia
μίαις αυτών, ώς ουδενός αξίους παραλογίζονται), sit contrarielas. Quod si quispiam,id quoll verum
αμήχανον υπάρχειν εν ουσία της εναντίωσιν. Ει δ' est, genuitum et ingenitum vult esse indices quas .
όπερ έστιν αληθές, γνωριστικάς τινας ιδιότητας επι- Β dam proprietates, que in substantia considerentur,
€εωρουμένας τη ουσία δέχoιτό τις είναι το γεννητον φιαφue al clariam 5c inconfusian Patris el Filii no
και το αγέννητον, προς την τρανής και ασύγχυτον tionem quasi panw lacant, is et impietatis pericu
11ατρός και Υιού χειραγωγούσας έννοιαν, τόν τε της Iun efugiei, el ratiocinationis consecutionein fuelbi
ασεβείας διαφεύξεται κίνδυνον, και το εν τοις λογι- Tur. Νam proprietales , que veluti quida: chara
σμούς ακόλουθων διασώσει. Αί γάρ τοι ιδιότητες, cleres ac forms in substantia considerantur, id
οιονεί χαρακτήρες (50) τινες και μορφα! επιθεωρού. quod counturie est distinguunt φuilleum propriis cla
μεναι η ουσία, διαιρούσι μέν το κοινόν τοϊς ιδιά- racteribus : al sulbstantiae coniuuniller μου diri
ζουσε χαρακτηρσι» το δε ομοφυές της ουσίας ου δια- 10unt. Exempli causa, leitas communis est, pro
κόπτουσιν. Οιον, κοινή μέν (31) ή θεότης, ιδιώματα prietates vero sunt paternilas ei filisatio. Ex utrius
έ τινα πατρότης και υιότης : έκ δε της εκατέρου queautem complexu, lum communis, tum proprii,
συμπλοκής, του τε κοινού και του ιδίου , η κατάληψις innascitur nobis comprehensio veritatis. Proinde
ημίν της αληθείας εγγίνεται · ώστε , αγέννητον μεν cum ingenitain lucem audimus, Patreio intelligi
φώς ακούσαντας, τον Πατέρα νοείν , γεννητον δε φώς, mus : cum vero genitana lucem, Filii accipimus 10
την του Υιού λαμβάνειν έννοιαν καθο μεν φώς και ionem. Νam quatenus quidem lux et lux sunt, nulla
φώς, ουδεμιάς εν αυτοίς εναντιότητος υπαρχούσης, G est in eis contrarietas: quatenus vero genitum et in
καθο δε γεννητών και αγέννητον, επιθεωρουμένης της genitum, apparet opposilio. Hec est enim proprie
αντιθέσεως. Αύτη γάρ τών ιδιωμάτων ή φύσις , εν τη lalum natura, ut in substantiae identitle aliud quid

και αυτά μεν προςάλληλααντιδιαιρούμενα πολλάκις τα
ιδιώματα, προς το εναντίον διίστασθαι,τηνγε μεν ένο .
τητα της ουσίας μή διασπάν· ώς το πτηνών και το πε -
ον, και τοένυδρον και το χερσαίον, και το λογικών και
το άλογον Μιάς γάρ ουσίας τοις πάσιν υποκειμένης,
τά ιδιώματα ταύτα ουκ αλλοτριοι την ουσίαν , ουδε
οιονεί συστασιάζειν εαυτοίς αναπείθει » τη ενερ
γεία (55 ) δε των γνωρισμάτων, ώσπερ τι φώς ταϊς
ψυχαίς ημών εντιθέντα, προς την εφικτήν ταις δια -
νοίαις σύνεσιν οδηγεί. Αλλ' ούτος, την των ιδιω-
μάτων αντίθεσιν προς την ουσίαν μετακομίσας ,
εντεύθεν την αφορμήν της ασεβείας εφέλκεται ,
ώσπερ παϊδας ημάς μορμολυττόμενος τους σοφίσμα-
cuni sæpe inter se ex adverso dividuntur, ad cog
rarium discedant , nec tamen substantie unilalen
divellant : quod genus sunt volatile et pedestre, aqui-
lile el terrestre, rationale et irrationale . Cum enim
Sulbstantia una omnillus subjecta sit , like proprie
lates substantiam non faciuntdiversum , ncque quasi
ad inulua dissidia inducunt : sed indiciorum vi velut
Ιucem quamdam nostris animis ingereales, ad in
telligentiam quam neus assequi possit deducunt.
Ηic autem proprietatum oppositione ad substantiam
translata, hinc impietatis ansain carpit, nos Cavilla -
ιιοιιοι quasi larvis perierrens Tanquam pueros ;
quod si aliud quid fuerit Iux pricler ingenitun, ne

(27) Editi ουδέ ανάπαλιν το. Veteres quinque fi -
bri ουδέ μην το.
(28) Colex Colby, el edili 4.2 + Tautty tv. Alii
du miss. Rugii zat' au crv trv . Aliquanto post edici
TOUTO OŠ xal atasiw . Vucula xai in quinque mss.
dersi.
(29) Illud , rņojola , legitur quidem in duobusmss .
perinde alque in vulgalis : sed in aliis codicibus aut
deest omnino, aut additum est secunda manu .
(30) Antiqui tres libri olovel yapaxtño : ;. Vox
giovei in editis desiderabatur.
(31) Reg. tertiuς κοινόν μέν, est aliquia commune .
(32) Tr:pezunlius vocem &tepórnta ila reddidit,
disinclioneill . Cornarius, diversitatem : quod a ! so
nuin esse, vel ex auribus disci polest. Penuria line
gsic Lilinæ facit, ut ea vox exprimni vix possit.
(55) Reg. Secundus τη εναργεία, evidentia indi
ciuruin . Alii quinque Hiss. ei edili tñ évepreiz , vi
alque efficacia indiciorum . Lectio utraque invenitur
in Reg . tertio, sic ut legatur prima manu tñ évep
yeia , seconda vero on évzpyalz. Hoc ipso in loco
odili olby Ti. Al miss. plerique oinnes ŰJTE 86.
639 S. BASILII MAGNI 6, 0
cessario Deus compositus esse nobis demonstrabi- A σιν· ότι, είπερ έτερόν τε είη το φως παρά το αγένη
lur . τον, αναγκαίως ημίν σύνθετος ο Θεός αποδειχθήσε
τα: (34).
29. Ego vero quid dico ? Νimirum nisi aliud quid 29. Εγώ δε τι φημι ; "Οτι, ει μη έτερόν τι είη
preler ingenitum fuerit lux, eam de Filio praedicari του αγεννήτου το φώς, ουκέτι το Υιώ δυνατόν επιλέ
non posse, sicut nec ipsum ingenitum. Ηinc etiam γεσθαι, ώσπερ ουδε αυτό το αγέννητον. Μάθοι δ' αν
quivis didicerit eorum que his vocibus significantur τις κακείθεν των σημαινομένων υπό των φωνών το
cem indui ". Verum nusquamdicit Scriptura, ipsum σθαι φώς, ουδή που ένοικείν αυτόν τη εαυτού αγεννη
in suo generatione inhabitare , aut eam foriusecus σία, ουδέ έξωθεν εαυτώ περικειμένην έχειν, του
sibi circumdalam 266 habere(celeroquin hac risυ λόγου λέγοντος ( ή ταύτα μεν καταγέλαστα): το δε
digna sunt) : genitum autern el ingenitum indices γεννητών και αγέννητον γνωριστικαί τινές εισιν ιδιό
quedam proprietales sunt. Εtenim si nihil esset quo τητες. Ει γάρ μηδέν είη (55) το την ουσίαν χαρακτη
substantia designaretur, nullo utique modo ad no ρίζoν, ουδενί αν τρόπο προς την σύνεσιν ημών
strain intelligentiam pervenirel. Nam cum una sit διικνοίτο. Μιάς γάρ ούσης θεότητος, αμήχανον ιδιά
deilas, fieri non potest ut propriam Patris auι Filii , ζουσαν(36) έννοιαν Πατρός λαβείν ή Υιού, μη τη των
notionem assequamur, nisi mentis cogitala proprie- ° ιδιωμάτων προσθήκη της διανοίας διαρθρουμένης 37).
lalum accessione distinguantur.Ceterum dicenti ei, 'Αλλά μην πρός γε το σύνθετων αναφανήσεσθαι τον
fore, ut Deus compositus demonstretur nisi pro eo- Θεόν , ει μή ταυτόν ληφθείη το αγεννήτη το φως,
derm Iux atque ingenitum accipiantur, illuc dicere εκείνο ειπείν έχομεν , ότι , ει μεν ως μέρος της ου
possumus, quod si ingenitum tanquam substantia σίας το αγέννητον έλαμβάνομεν, είχεν αν αυτού
parlern acciperemus, baberei locum ea ratio, qua di - χώραν ο λόγος, σύνθετον είναι λέγων το εκ διαφόρων
citur compositum esse quod ex diversis conslat. Si συγκείμενον· ει δε ουσίαν μεν Θεού το φως τιθέμεθα,
vero Dei substantiam lucein esse statuimus, auι vi- ή την ζωήν, ή το αγαθόν, όλον, όπερ έστι, ζωήν
Lam, aut bonum, adeo υι Deus ( olus, quidquid est, όντα (58), και όλον φώς, και όλον αγαθόν , παρεπό
vita είι, et totusIux, et Iolas bouon, si iliderm vita μενον δε έχει η ζωή το αγέννητον· πώς ουκ ασύνθε
ingenitium sibi adjunctum labet ; qui fieri polesi uι τος ο κατά την ουσίαν απλούς ; Ου γαρ δή οι δεικτι
incompositus non si qui secundum substantiam και της ιδιότητος αυτού τρόπου τον της απλότητος (39)
simplex est.? Nec enim ii moli, quibus ejus pro- λόγον παραλυπήσουσιν· ή ούτω γε πάντα, όσα περί
prietates indicantur, simplicitialis ledent rationenυ ; Θεού λέγεται, σύνθετον τον Θεόν ημίν αναδείξει. Και,
alioquin Ιιοε pacto oιonia que de Deo dicuntur, ς ως έoικεν, ει μέλλοι μεν τήν του απλού και αμερούς
compositum esse Deus Μobis monstrabunt. Αιφue, έννοιαν διασώζειν (40), ή ουδέν έρούμεν περί Θεού
ιι videtur, si volunιus simplicis ac insecabilis 10- πλήν το αγέννητον, και παραιτησόμεθα αυτόν ονομά
ionem servare, aut nihil de Deo dicemus praler ζειν αόρατον, άφθαρτον, αναλλοίωτον, δημιουργών,
ingenitum, eunique recusalbious nonlinare invisibi- κριτήν, και πάντα όσα νύν εις δοξολογίαν παραλαμβά
Jean, incorruptibilem, inalterabilen, creatorein ,ju- νομεν· η δεχόμενοι τα ονόματα ταύτα, τι και ποιήση
icem, et onmnia que nunc ad glorificationem assu. μεν ; πότερον εις την ουσίαν άπαντα φέροντες κατα
ιnimus : aut si admillious nec nomina, quid jan) θήσομεν ; Ούκούν ουχί μόνον σύνθετον, αλλά και εξ
facturi sumus ? utrum ad substantiam omnia refe- ανομοιομερών αυτών συγκείμενον αποδείξομεν, διά το
remus ? Proinde non eum modo compositum, sed e άλλο και άλλο υφ' εκάστου τούτων των ονομάτων (41)
dissimilibus etiam partibus compositum demonstra- σημαίνεσθαι · αλλ' έξω της ουσίας έκλεψόμεθα;
binιus, cum aliud atque aliud a quolibei istorum " Ονπερ τοίνυν αν επ' εκείνων εκάστου λόγον επινοή
* I Tiτη . VI, 16. 98 Psal.cυ, 2.
(34) Reg. quariuς αναγκαίως σύνθετος ο Θεός D πιodo : εί τιθέμεθα Θεόν όλον , όπερ έστι, ζωήν όν
ημών αποδειχθήσεται. , rursus si pulamus Deum lolum , quidquid est, ri.
(35 ) Reg . tertiας μηδέν ή . Tam esse, si pulamus Deun lolum , quantus est, vi
( 36) Editi έννοιαν ιδιάζουσαν. Αι mss. ιδιάζουσαν ταm esse. Ex quibus colligere licet, prinou, dias
έννοιαν. has voces člov ei Suta ad vocem Deóv, que subaudi
(37) Illud, μή.... της διανοίας διαρθρουμένης, sic tur, referri debere : deinde , interpunctioneur eam
vertit interpres , nisi cogitatio nostra informelur : qui in Colbertino libro notalur, relinendam esse .
sed rem qui considerarit vel leviler, facile intelli Neque vero le pigebit interpretationem velerein
gel ila polius verlendum esse, nisi id quod niente ascribere ex qua loriasse liic locus facilius intelligi
concepimus, distinguatur. poleril. lia igitur verterat Trapezunlius : Si vero
(38) Editi ei mss. tres αγαθόν όλον, όπερ έστι substantiam Dei lucem, vel filam, vel bonum, ιοίatm
(wiv cvia , virgulin apposita post önv. Regii primus quod esi, viiam lolum lucem , Tulun bonum opinalar;
elsexus αγαθόν όλον ώσπερ έστι ζωήν όντα, sine vilum rero sequilur : quomodos, etc.
ulla interpuiiclione . Codex Culb . el antiquissimis (59) Codex unus Regius απλότητος αυτού.
el opine nole αγαθόν, όλον ζωήν όντα, virgula (40) Reg. tertiuς έννοιαν απoσώζειν.
stalim posila post vocem gyalóv. Fecit, nisi valdo (41) Elili εκάστου των ονομάτων. Αntiqui tres
fallor, ejus loci olbscuritas difficultasque, οι 1ain libri εκάστου τούτων των ονομάτων. Slalio editi
Vario interpungeretur. Πlud, όντα, ma adilucit ut έχληψόμεθα. Ουκούν όπερ αν επ' εκείνων, Veieres
credam vocem DEON supplendam esse, boc fere quinque libri ita ut edidimus.
6 1 ADVERSUS EUNOMIUM LIB. II. 6419
σωσι, τούτου και επί της του αγεννήτου προσηγοριας A nominum significetur : an haec extra substantiain in
καταδειξάσθωσαν. telligemus ? Quamcunque igilur in unoquoque illo
rum excogitaverint rationem , eam quoque de ingen
niti appellatione accipiant.
30. Εμπλήσας δέ τόν (42) λόγον φλυαρίας κενής, 50. Postquam autem orationem inanibus nugis
και πάντων ομού των πώποτε περί τήν του Θεού complevit, simulque adversus omnes, quotquot ull
γνώσιν έσχολακότων κατε παρθείς, ως αυτός οδόν τινα quam Dei cognitionem assequi studuerunt, sese ex
καινήν και πρόσφατον τετμηκώς προς τον Θεόν φέ- tulit , quasi ipse novan quandam ac recentem viam
ρουσαν, ήν ουδείς των προτέρων εξεύρε , τελευταίον al Deum ducenlem stravisset, quam neumo e majo
επάγει, ως παρ' αυτής δεδιδαγμένος του Θεού της ribus invenerit, ιum denum, tanquain ab ipsa Dei
ουσίας, την κατά του Υιού βλασφημίαν. substantia edoctus, hanc in Filium inducii blasphe
miam :
EYN. "Οτι ή μεν ανωτέρω βασιλείας (45) και πάν- ΕυN. Substantia quidem quae regno superior est,
τη γενέσεως ανεπίδεκτος, τούτοις παιδεύουσα την quaeque nullain generationem admittit , his erudiens
μετ' ευνοίας προσιούσαν διάνοιαν, απωθείν ώς πορ- mentem benevole accedentenn , earm comparationem
δωτάτω παρακελεύεται νόμω φύσεως τήν προς έτερον B quae cum alio ft, lege nature quam Iongissime re:
σύγκρισιν (44). pellere jubet.
ΒΑΣ. Αρα ουχί σαφώς ενδείκνυται, ότι αυτός 267 Bas. Annon palain ostendit, dignum se habi.
ήξιώθη της των απορρήτων αποκαλύψεως, μετ' ευ- tumfuisse arcanorumrevelatione , simul ut benevole
νοίας την διάνοιαν προσαγαγών τώ Θεώ ; Και διά Deo mentemadjunxit? Ob idque Unigenituma Patris
τούτο απωθείται ως πορρωτάτω τον Μονογενή της communione repellit quamlongissime, cum ne dignum
του Πατρός κοινωνίας, μηδέ εις σύγκρισιν αυτόν quidemeumexistirmet, quiad comparationemadmilia
αξιών (45) παραδέχεσθαι · αλλά και νόμω φύσεως την ιur; sed lege etiamnaturae, subs'antiam Unigeniti a
του Μονογενούς ουσίαν από της του Πατρός διωρί- substantia Patris separalam esse dicat. Quid sibi νult
σθαι φησί. Τι τούτο λέγων; " Οτι ο Θεός των όλων duin hoc dicit ? Quod Deus universorum, ne si vo
ουδέ βουλόμενος εδύνατο προς την της ουσίας οικειό- luisset quidem, potuissel Unigenitain ad substantise
τητα τον Μονογενή παραδέξασθαι , νόμω φύσεως necessitudinem admittere, eum sibi lege nature
της συναφείας της προς αυτόν εξειργόμενος, ουκ ών, prohibitus admittere, cum, ut ei videtur, gui ipsius
ως έoικεν, αυτός εαυτού κύριος , αλλά τους της μοn essel dominus, sed necessitatis Iernisis sub
ανάγκης όροις υπεζευγμένος (46). Τοιαύτα γάρ έστι , jectus. Ηujusmodi enim sunt, que nature lege com
τα τα της φύσεως νόμω κατειλημμένα , απροαιρέτως prehensa, citra voluntatem ad id quod nature vi .
εις το τη φύσει δοκούνυπαγόμενα. Ως γάρ τώ πυρί Sum fuerit, perducuntur. Quemadmoduum enim ignis
φύσει το θερμαίνειν, ου προαιρέσει, και αναγκαίως natura non voluntale calefacil, el necessario frigi
ανεπίδεκτόν εστι της ψυχρότητος, τα της φύσεως ditatem respuit , lege nature societate ejus priva
νόμω την προς αυτό (47) κοινωνίαν αφηρημένον ούτω tus : sic vuli Deum et Ρatren, lege nature liabere
βούλεται και τον Θεόν και Πατέρα νόμο φύσεως alienam a Filio substantiam. Jamvero naturae leges
ήλλοτριωμένην έχεις προς τον Υιόν την ουσίαν. Και- που ηιuluam inter Patrein el Filium distantiam, sed

(42) Editi Eμπλήσας και τον. Αt inss . quinque gabat Eunomius. Alii sex libri veteres emendate thu
Εμπλήσας δε τον. προς έτερον σύγκρισιν, comparationem cum alio ; et
(43) Editi Paris . "Οτι η μεν ανωτέρω βασιλεία. ita quoque edidii hono doctrina praestantissimus
Unde interpres : cæleste regnum . Editio Ven . el Jo .Albertus Fabricius.
Colb . cuin aliis quinque Regiis " 0 :1 thuêv dvwtépo (45 ) Ethic quoque Reg. quintas el editi cor
βασιλείας, et ita quoque legitur in ips0 opere Eu- ruple μηδε σύγκρισιν αυτών αξιών. Unde Cornarius :
neque comparationem ipsorum admittere volens. Sed
Ioniii . Qui Iocus ul intelligator, vox ουσία Supplein.
«l, est, hoc modo : Η μεν ουσία ανωτέρω βασι- in reliquis sex mss, einendale legitur μηδε εις
λείας, Substantia que regno superior est, hoc est, Dσύγκρισιν αυτόν αξιών, ne ad comparationem gui
dem eum adınillere dignatus.
substantia quæ transcendil id tempus, quo Deus coe -
pit dominium in crealuras habere ; uno verbo, sube (46 ) Edici el Paeg. quintus toevyvjuevos. Alii
stanlia alerna . Quam scripluram veram esse et sex siss. U TTECEUYLévos.
emendatam facile fatebitur, qui paulu allenius le (47) Codex Colb. et Reg. secundus perinde atque
edili thy após autó, el ila quoque habuit Reg. ler
gerit illa quæ præeunt, Basilii verba , us rap'aútñi
δεδιδαγμένος του Θεού της ουσίας , quasi ab ipsa tius prima manu. Αlii tres mss. Regii προς αυτήν,
Dei substantia edoclus. Hoc ipso in loco editi yev Yuxpółnta videlicet. Quod optimum esse fateor, si
vý sews. Antiqui libri yavéOEWS : quod utrumque res ex grammaticorum regulis æstiinelur, cum de
dici posse pulo, cuin affirmaret Eunomius Deum frigiditale sermonem baberi consiel. Mihi lanien
universorum talem esse natura, ut nec gigni nec dubium non est, quin Basilius scripserit aútó, 110
gignere posset. vitaret ambiguilatem , ne videlicet duæ bæ voces aú
(44) Reg. quintus et eliti την προτέραν σύγκρι- την κοινωνίαν a prepositione πρός regi viderentur,
Olv. luterpres comparalionem priorem : quain et cum ipsa socielale. lia tainen hunc locum interpre.
scripluran el interprelalionem nemo, opinor, homo tari convenit, ut suppleatur Topãyua tñs Yuxporn
probabil. Etenim , si semel reciperetur ejusmodi tos. Non habet societatem cuni re frigiditatis , huc
scriplura, aut interpretatio , palain inde sequere est, cum frigiditate. Sic Phædrus, cuni cibumi sim
tur Deum universorum saltem posteriorem aliquain pliciter significare vellet , cleganter scripsit , res
comparalionem admisisse : quod ex æquo perne- cibi.
PATROL, GR. XXIX . 21
G43 S. BASILII MAGNI 614
necessariam et infractam communitatem eficiunt. Α τοιγε οί της φύσεως νόμοι ουχί διάστασιν απ’ αλλ
Elenim si diceret Deum universorum voluntate ef- λων Υιό προς Πατέρα, αλλ' αναγκαίαν και άρρηκτον
fecisse, ut nulla secum esset communio ; ne sic qui- την κοινωνίαν ποιούσιν (48). Ει μεν γάρ βουλήσει
dem bonitatis divine ratio permitteret, ut fde dignuς έλεγε το προς εαυτόν ακοινώνητον κατεσκευακέναι
habereturis qui ait Ρatrem ea que sibi adsunt, ci, τον Θεόν των όλων, ουδ' ούτω μέν αν και της αγαθότη .
qui exipso est,non communicare : sed tamen inesset τος του Θεού συνεχώρει λόγος πιθανόν είναι τον λέ
in dictis consecutio. Αι dicere lege nature esse alie· γοντα ακοινώνητον είναι τον Πατέρα των αυτώ παρ
nationem, ne eius quidem est , qui rerum sensibilium όντων προς τον εξ αυτού• είχε δ' αν όμως ακολου
naturam considerarit, per quam non aliena, neque θίαν τα ειρημένα. Νόμω δε φύσεως λέγειν υπάρχειν
contraria , sed potius conjuncta et cognata a sin- την αλλοτρίωσιν, ουδέ τήν εν τοις αισθητοίς έστι φύ
gulis gigni solent. σιν έπεσκεμμένου: καθ' ην ουχί τα αλλότρια, ουδε τα
εναντία , τα οικεία δε μάλλον και τα προσήκοντα
απογεννάσθαι πέφυκεν υφ' εκάστου.
31. Rursus igitur hic quoque eorum que a se 31. Πάλιν ούν και ενταύθα ου συνείδε την προς
dicta sunt repugnantiam mutuam ΠΟn intellexit. Νam εαυτά των ειρημένων έναντιότητα. Εν γάρ τοις και
in precedentibus cum moleste ferret eos qui Uni- Β όπιν αγανακτών, προς τους όμοιον κατ' ουσίαν τον Μο
genitum dicunt Patri similem secundum substan- νογενή τω Πατρί λέγοντας, έ, ραψεν ούτως ·
liani, sic scripsit :
EUN. Videntur autem mihiomnino hi qui substan- EYN. Την αρχήν δε (49) δοκούσί μοι οι την αδέ
tiam pulli dorminio subditam, et omni causa supe- σποτον, και πάσης μεν αιτίας κρείττονα , πάντων
riorem, et ab omnibus legibus liberam cum substan- δεδε νόμων
νόμων ελευθέραν , τη γεννητή και νόμος
ελευθέραν ουσίαν
tia que genita est ac paternis legibus Serviί , πατρικούς δουλευούση συγκρίνειν τολμήσαντες , ή
comparare ausi sunt, aut nullo modo rerum natu. μηδε όλως τήν τών όλων φύσιν έπεσκέφθαι , ή μη
Fam,considerasse, aut non pura mente de his judi- καθαρά τη διανοία τας περί τούτων ποιείσθαι κρίσεις .
cium fecisse.
BAg. Ouomodo igitur nulli dominio subdita, et ab ΒΑΣ. Πώς oύν ή αδέσποτος και πάντων νόμων
Διonibus legibus libera substantia , nunc visa est ελευθέρα ανεφάνη νυν ούχ εκούσιον έχουσα το ασύγ
Δ Δ 1ihero Orbitrio 10 habere, ut nulli compa - κριτoν , αλλά νόμω φύσεως προειλημμένη , και
retur, sed nature lege prepediri, atque genitum a απροαιρέτως της προς εαυτήν κοινωνίας το γεννητών
communione sui involuntarie repellere, sic ut ob απελαύνουσα , ώστε διά τούτο και αυτώ τυγχάνειν
hoc insi quoque Unigenito inaccessa sit ! Itaque και το Μονογενεί απροσπέλαστος ; Τοσούτον μεν ούν εν
verborumillius repugnantia huc usque progreditur; τους λεγομένοις υπ' αυτού το ασύμφωνον το δε ασε
και αυρηta est impietas ? Dominio quidem nulli βες όσον ; 'Αδέσποτον μεν και ελευθέραν την του
Ancipata0 substantiam 288 Patris eamdemque Πατρός ουσίαν προσαγορεύει (είπερ ούν αδέσποτος ή
liberam dicit (si tamen dominio nulli subjecta est το νόμο της φύσεως υποκύπτουσα): δουλικήν δε εί .
Aubstantia ea , que legi naturae subjicitur) : Servi - ναι εξ αντιθέτου την του Μονογενούς αποφαίνεται,
Iero vero e contrario pronuntial Unigeniti substan- και εντεύθεν το ομότιμον της φύσεως αφαιρούμενος.
tism, hinc etiam nature tollens equalitatem. Nam Δύο γάρ όντων πραγμάτων, κτίσεώς τε και θεότη
onde reg sint, creatura et deilas ; cumque crea- τος και της μεν κτίσεως εν δουλεία και υπακοή τε
ευη αυidem in servitute ac obedientia ordinata sit, ταγμένης, αρχικής δε ούσης και δεσποτικής της θεό.
deilas vero in principala atque dominatione : quί τητος και αφαιρούμενος της δεσποτείας το αξίωμα,
dignitatem follic dominii, et Filium ad servitutis και εις το της δουλείας ταπεινόν καταβάλλων , ουχί
Incilitatem deiicit, nonne manifesto deprehenditur δηλός έστι και διά τούτο συστοιχούντα αυτόν τη
eum per id quoque ad eumdem ordinem redigere , πάση κτίσει δεικνύς ; Ου γαρ δή τούτο σεμνόν αυτό,
Διαυe creaturam omnem ? Nec enim profecto hoc ει των όμοδούλων προέξει. 'Αλλ' ει μη βασιλεύς και
ili gloriosum, si conservis praestat. Sed nisi eum Ο Δεσπότης ομολογούτο, ου τη της φύσεως ελαττώσει,
regem ac Dominum confiteamur, adeo ut non na- τη αγαθότητι δε της προαιρέσεως καταδεχόμενος το
ture submissione , sed voluntalis bonitate obedien- υπήκοον · τούτο χαλεπόν και φρικτον, και όλεθρον
1iam amplectatur : hoc grave, hoc liorrendum, hoc φέρον τοίς αρνουμένοις . Ο δε προστίθησιν·
perniciem affert negantibus. Addit autem :
EUN. Leges nature sequens ipsa Dei substantia, EYN. " Οτι τους νόμους της φύσεως επομένη η
neque cum alio admittit comparationem : sed no. του Θεού ουσία, ούτε την προς έτερον σύγκρισιν
is largitur, ut ejus operationemintelligamus digni- επιδέχεται, και παρέχει ημίν ακόλουθον και προσ

(48) Edili el mss. aliquot non ila antiqui XOLVW
μίαν της φύσεωςυποβάλλουσιν , communionem natu.
rre suggerunt. Codex Colb . et duo Regii áóônxtov
Xorvwviav TtoLOūGIV , communionem infractam efficiunt.
Αlius us . Reg. άρρητον κοινωνίαν ποιούσιν, societatem
arcanam redduni. Lectio, quæ posita est secundo
loco , mibi el aptior videtur et verior.
(49 ) Codices nonnulli å pyoyoé, omisso articulo ;
et ita in codice Colbertiuo legitur, in quo jam mo
nuimus librum Eunomii inveniri. lllud , try åp .
xov, adverbialiter positum esse nemo non videt.
Αlii Iss. et eliti την αρχήν δέ • quod quoque adver
bialiter dici no um est .'
643 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . II. 6. 6
ήκουσαν τώ ιδίω αξιώματι νοείν αυτοίς την ενέρ- A tali proprie consentaneam esse, atque convenien
γειαν. lem .
ΒΑΣ. Τούτο είρηται μεν εκείνω (50) είς απόδειξιν ΒAs. Hoc quidem ab eo dictum est, ut Unigeni.
της αλλοτριώσεως του Μονογενούς προς τον Πατέρα· ιum a Patre alienum ostendat ; at nostrum serino
συνίστησι δε τον ημέτερον λόγον. Ει γάρ ακόλουθον 1em confirmat. Εtenim si Dei substantia hoc dat,
και προσήκουσαν το ιδίω αξιώματι παρέχει νοείν και οι operationem intelligamus consentaneam conve
την ενέργειας και του Θεού ουσία , αξίωμα μέν έστιν nientemque sue dignitati, dignitas quaedam est in
η αγεννησία , ως Ευνομίω δοκεί το δε αυτό (51) genitum, υι Eunomio videtur, rursus id ipsum et
και ουσία κατά τον τούτων λόγον, ενέργεια δε του substantia est ex iorum sententia, Unigenitus au
Θεού ο Μονογενής, ή ενεργείας εικών. Και τούτο κατά tem operatio est Dei, aut operationis inagu ; idque
τον τούτων λόγον · ώστε τούτοις αντιλέγειν παρ. ex horun doctrina : quare his contradicere super
έλκον αν είη , ουδέν έχουσιν (32). "H πολλού αν τιμη- Πuan Iuerit, cum nihil habeant quod nobis adver
σαίμην αρνείσθαι αυτούς βλασφημίαν ταύτην· πλήν, setur . Celeroquin eos facererm plurimi, si hanc
επειδήπερ ειρήκασιν , εξ αυτών των τούτοις ειρημέ- blaspliemiam abnegarent : quoniam tamen dixe
νων συλλογισώμεθα , ότι εις αξίωμα μεν του Θεού η runt, ex ipsis eorum dictis colliganus, quod, si
αγεννησία (53), το δε αυτό και ουσία , ακόλουθος δε Β quedam Dei digilas estingenitum,id autem ipsum
και προσήκουσα τα αξιώματα του Θεού και ενέργεια, substantia quoque est, consentanea vero est et con
αύτη δε εστιν ο Χριστός κατά την τούτων υπόληψιν, veniens Dei dignitati operatio eius, haec autem est
Και τούτων ουδέν έστιν ημέτερον. Αυτά γάρ τα τού- conveniens erit substantie Dei. Αιφue horum nihil
των συνθέντες δήματα, επ' αυτών την δείξιν ποιού nostrum est. Ipsa enim istorum verba componencs,
τα αξιώματι αναλογούσα εστιν η ενέργεια της ενερ- tiam,inquit, sequitur Dei dignitas : habet propor
γείας εικών και Μονογενής και ανάπαλιν, ει της ειonem operatio cum dignitate : operationis image
μεν (54) ενεργείας και Μονογενής εικών, η δε ενέργεια est Unigenitus : et vice versa , si Unigenitus imago
του αξιώματος, το δε αξίωμα της ουσίας, ο Μο- est operationis : operatio vero, dignitatis : dignitas
νογενής έσται της ουσίας εικών. Ούτω και αυτοί πολ- autein, substantia, Unigenitus substantiae eritima
λάκις οι εργάται του ψεύδους, υπό της ενεργείας go. Sic sepe et ipsi mendacii architecti, rerum per
άγχόμενοι , μαρτυρούσι τη αληθεία και μη βουλόμε- spicuitate coacti, velinviti verilalemtestimonio sino
νοι. Έπει. και οι δαίμονες ουχί ευαγγελιστών εποίουν comprobant. 269 Nam et demones non evangelista
έργον, αλλ' αντιβλέπειν μή δυνάμενοι τω της αλη- 6 rum faciebant opus : sed lamen cum veritatis lucem
θείας φωτί, έβόων : Οίδαμέν σε τις ει, ο άγιος του intueri non possent,clamabant : Νουinmus te quis είς
Θεού. nimirum ille sanctus Dei *6.
52 . "Ίδωμεν δε και τα ακόλουθα. 32. Sed videamus et sequentia .
EYN. Είτε γάρ, φησίν , εκ των δημιουργημάτων ΕUN. Si quis enim, inquit, rem ex creaturis con
σκοπούμενος τις, εκ τούτων επί τάς ουσίας ανάγοιτο siderans, ope liarum ad substantias perducatur ,
16 Marc . 1, 24.
(30) Editi είς απόδειξιν εκείνω. Αι mss. εκείνω εις tum abest, ut Eunomiani quidquam nunc proferant
απόδειξιν . quod nobis adverselur, utetiain sententiain nostram
(31) Editi το δε αυτό τούτο. Vox τούτο in codici. confirment, eamque ob rerum perspicuilalem testi
bus antiquioribus deest. Ibidem Rey . quarlus xata monio suo stabilire cogantur. Quod sequitur, ή πολ
τον τούτου λόγον. doo & v , elc., cæleroquin eos facerem plurimi, si hanc
(52) Hic locus visns est homini doctissimo Ducæo blasphemiam abnegareni, non ita accipi debet, quasi
mutilus et mendosus. Sed præstat ejus verba in his blasphemia aliqua contineatur, cum polius
ascribere, quæ hæc sunt : Locus est in Græco muti- sermonein suum inde confirmari dicat Basilius : sed
lus, nec ad eum sanandum salis adjuvat Reg . ms. in hocmodo : Si Eunomjanimalam suam voluntaleir .
guo lego, ώς γε τούτοις αντιλέγεις ουκ έχουσιν, etc. qua ita loquentes Unigenituin a Patre alientum
Fateor quidem hunc locum musilur esse in Regiis ostendere volunt, tandem aliquando abjicerent mu
tribus mss. perinde atque in libro Duc:ei : sed dico larentque, valde adınoduin de boc eos laudarem . Lit
eum mihi integrum et emendatum videri in aliis auiem ita esse facile , opinor, fatebitur, qui ea , quæ
duobus mss. Regiis et in utraque editione Ven , el parlim jam prolulimus, Basilii verba legerit. Hoc
Paris. et in codice Colbertino : in quibus omnibus quidem , inquit, ab eo dictum est, ul Unigenitum a
legitur ila, ut in contextu videre licet. Puto igitur Palre alienum ostendal : al nostrum sermonem con
Basilium ελλειπτικώς, ut sepe alias, Iocutum esse,
sic ut post ouốév vox Švavtlov, aut alia quævis si lus hic locus sic videlur reddendus : Atque id ex
milis subaudialur, quod ita interprelabiinur : Cum eorum doctrina consequitur, ila ul eis superfluum sit
nihil habeant quod nobis adverselur : aut si mavis, contradicere, cum id non possint. Ac magno quideira
cum nihil habeant quod nobis opponere possint. Nec mercarer ut hanc suam impielalem abregeni ; sed
parnm hanc conjecturam adjuvat, quod Basilius quia eam protulerint, etc. MARAN .
paulo ante ila scripserit : Hoc (Eunoinii lestimo- (53) Edili dèy Osoū åysyvnoia . Codes Colb. ei
miuin ) sermonem nostrum confirmat. Et aliquanto Rey . Tertius ilt in contextu . Mox iidem codices o
infra : Sic sæpe et ipsi mendacii architecli, rerum ÉVÉPYela . Articulus in editis desiderabatur.
perspicuilate adacli, rel inviti veritalem Testimonio (54 ) Voculam uby addidi ex duobus Regiis codici
suo comprobani. Quod ideni est ac si diceret : Tan - bus .
647 S . BASILII MAGNI 648
propterea quodingeniti creaturam Filium inveniat, A του μεν αγεννήτου τον Υιόν ευρίσκων ποίημα, του ά
Unigeniti vero, Paracletum, item propterea quod ex Μονογενούς τον Παράκλητον, και της του Μονογενούς
Unigeniti praestantia, operationis confirmet diver- υπεροχής (55) την της ενεργείας διαφοράν πιστού
silaleno , ejus etiam diversitatis que secundum sub- μενος, αναμφισβήτητον λαμβάνει και της κατ' ουσίαν
Sl:intiam est, argumentum certissimum accipit. παραλλαγής την απόδειξιν.
ΒΑs. Primumigitur quomodo substantiae ex crea - ΒΑΣ. Πρώτον μεν ούν πως δυνατόν εκ των δη
Laris 1stinari possint, ego quidem non video. Enim μιουργημάτων τάς ουσίας αναλογίζεσθαι, εγώ μεν
vero polentiam, Sapientiamque el artein, non sub- ουχ όρώ. Δυνάμεως γάρ, και σοφίας, και τέχνης,
stantiam ipsam indicant creature. Inio ne ipsam ουχί δε της ουσίας αυτής ενδεικτικά εστι ποιήματα.
guidern opifcis potentiam totam necessario decla- Και ουδε αυτήν πάσαν του δημιουργού την δύναμιν
Γant ; cum nonnunquam fieri possit , ut artifex non αναγκαίως παρίστησιν, εκδεχομένου ποτέ τον τεχνί
omnes vires suas in agendo exserat, sed sepe re- την μη πάσαν εαυτού την ισχύν εναποθέσθαι ταις
missioremconatumin operibus ariis adhibeat. Quod ενεργείαις,αλλ'ύφειμένοις πολλάκιςεπί τωνέργων της
si totam etiam potentiaτη Iransmoveritin opus, ita τέχνης τους τόνους (56) χρήσασθαι. Ει δε και όλην την
demum futurum est, ut ejus vires operibus nieltia - δύναμιν επί το έργον ανακινήσεις, και ούτως αν
mur, non autem fier uι substantiam, que tandem Β υπάρχοι την ισχύν αυτού διά των έργων αναμετρεί
ea sit, intellignmus. Quod si, quoniam divina na- σθαι, ουχί δε την ουσίαν, ήτις ποτέ εστι , καταλαμ.
tura simplex est atque incomposita , substantian 6άνεσθαι. Ει δε διά το απλούν και ασύνθετον της
existinel una cum potestate concurrere, er, propter θείας φύσεως τη μεν δυνάμει σύνδρομον τίθεται την
innatam Deo bonitatem, dicat totam Patris polen- ουσίαν, και διά την προσούσαν αγαθότητα τω Θεώ
liam ad generationem Filii comniolam , atque ile όλην μεν κεκινήσθαι λέγοι (57) τήν του Πατρός δύναμιν
rum Iolain Unigeniti ad substantiam Spiritus san- εις την γέννησιν του Υιού , όλην δε πάλιν την του
«ii, adeo υι ex Spiritu quidem potentia Unigeniti Μονογενούς εις την υπόστασιν του αγίου Πνεύματος,
conspiciatur , simulque etiam substantia : rursus ώστε εκ μέν του Πνεύματος της του Μονογενούς δύ
vero ex Unigenito, Patris intelligatur et polentia et ναμιν θεωρείσθαι, ομού δε και την ουσίαν, εκ δε του
substantia , advertile quid hinc colligatur. Νam e Μονογενούς πάλιν την του Πατρός δύναμίν τε και
fuibus conatus est substantia dissimilitudinem 08- ουσίαν καταλαμβάνεσθαι · σκοπείτε το συναγόμενον.
Tendere, ex iis cornperitur similitudinein astruere. Εξ ών γάρ επεχείρησε το ανόμοιον συστήσαι της
Εtenim si potestas nihil cumsubstantia habet com- ουσίας, εκ τούτων εφάνη κατασκευάζων την ομοιότη
mune, quomodo ex opificiis quae efectus sunt po- τα. Ει μεν γάρ ουδέν έχει κοινόν η δύναμις προς την
tesatis, ad comprehensionem ipsius deluctus est ? & ουσίαν, πως εκ των δημιουργημάτων, άπερ δυνά
contra, si idem est substantia et potestas: quod μεώς έστιν αποτελέσματα, προς την κατάληψιν αυτής
poleslalem designat, id profecto substantiam etiam οδηγήθη ; ει δε ταυτόν ουσία τέ εστι και δύναμις ,
designalit . Proinde opificia non ad substantie dis- το την δύναμιν χαρακτηρίζον χαρακτηρίσει πάντως
similitudinem, ut dicis, sed ad perfectam simi- και την ουσίαν. "Ωστε τα δημιουργήματα, ως συ
titudinem ducunt. Rursus certe et hic conatus no- φής, ου προς το ανόμοιον της ουσίας, αλλά προς την
stram Πιagis quam ipsius sententiam stabilit. Auι ακρίβειαν της ομοιότητος φέρει. Πάλιν μέντοι και
enim non habet unde ea que dixit demonstre!: auι, τούτο το εγχείρημα τον ημέτερον μάλλον και τον αυτού
si e rebus humanis exeimpla mutuatur, inveniel Ποn λόγον συνίστησιν. " Η γάρ ουδαμόθεν έχει παρασχέ
cx artificis operibus intelligi a nobis ejus essen. σθαι των ειρημένων τάς αποδείξεις , ή είπερ εκ των
tiain, sed ex genito genitoris naturanm cognosci. Nec ανθρωπίνων τας εικόνας λαμβάνου, ευρήσει ουκ εκ
enim fieri potest, ut ejus qui doinum construxit es- των έργων του τεχνίτου εν περινοία της ουσίας αυ
sentia comprehendatur ex doino : at difficile non του γινομένους ημάς , αλλ' εκ του γεννηθέντος την
est ex genitura genitoris nalaranintelligere. Quare του γεγεννηκότος φύσιν έτιγινώσκοντας. Ου γαρ εκ
st Unigenitus creatura est , Patris nobis essentiain
η της οικίας την ουσίαν του οικοδόμου καταλαβειν
non exhibet : si vero Patrem nobis notum per se -
δυνατόν· εκ μέντοι του γεννήματος νοήσαι ράδιον
ipsum facil, non creatura est, sed Filius verus,του γεγεννηκότος την φύσιν. "Ωστε ει μεν δημιούρ
Deiqueimago, et substantie cliaracter. Atque haec
γημα ο Μονογενής, ου παρίστησιν ημίν του Πατρός
quidein suthujusmodi. την ουσίαν· ει δε γνωρίζει ημίν δι' εαυτού τον Πα
τέρα, ουχί δημιούργημα, αλλά Υιός αληθής, και εικών του Θεού, και (58) υποστάσεως χαρακτήρ.
Και ταύτα μεν τοιαύτα.
(55) E regione vocis Útepoxñs. in margine Regii (57) Codices aliquot aéyel.
1ertii legitur hoc scholium, ήν υπερέχεται υπό του (58) Codex Colb. et alii tres Regii αλλά Υιός
llatpós, ex præstantia qua superalur a Palre. Sed xal eixwv & anons xal : quos libros seculus interpres
ail Combelisius, hunc locum sibi videri polius acci sic vertit : Sed Filius et imago eral rera. Editio
piendum de ea præstancia , gna Unigenilus ex Euno ulraque Paris. el Ven , cum Reg. sexo or in con
inianorum sententia Spiritum superabat. lexlii. Reg. quarius in margine ita ut edidimus : in
(56) Irrepsil mendum in editionein Parisiensem contextu vero αλλ ' Υιος , και εικών αληθής του Θεού,
negligentia oprarum : in qua pro tóvous legitur sed Filius, el vera Dei imago .
πόνοις.
619 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . II . 650
33. Η δε παρενθήκη ( 59) της βλασφημίας όση ; A 270 33 . Jam vero quanta est blasphemise acces
Καταφρονήσας της εν τοις Ευαγγελίοις απειλής, ήν sio ? Minas eas quas in Evangelio Dominus in Spi
ο Κύριος τοίς το Πνεύμα το άγιον βλασφημήσασι ritum Sanctum blaspliermantibus perquain formi
φοβερωτάτην επανετείνατο, δημιούργημα λέγει το dandas inleutavit 7,aspernatus, creaturam esse ait
Πνεύμα το άγιον: μικρού μηδέ ζώον αυτό είναι δι- Spiritum sanctum ; sic uι parum alisit, ut ne ani
δούς, τους αψύχοις, ως τα πολλά, της προσηγορίας mal quidern eum esse concedal, cum hac appella-
ταύτης εφαρμοζούσης. Ου γαρ δή , ότι προέλαβε (60) ιιο ιι plurimumn inanimatis accommodetur. Ν
τη βλασφημία ταύτη τον Κύριον , καθυρείναι τι enim profecto, quod hanc istam blasphemiarm prius
ημάς της αγανακτήσεως άξιον. Ου γαρ παραμυθία in Dominum' evomuit, propterea aliquid nos de in
τούτο της ασεβείας, αλλά προσθήκη της κατακρίσεως. dignatione remittere par fuerit. Ηoc enim mitigatio
Επεί και (61) ο Κύριος την μεν εις αυτόν βλασφη- non est impietatis, sed condemnationis accessio.
μίαν δι’αγαθότητα συνεχώρησε και την δε εις το Πνεύμα Narm et Dominus prolalain in se blasplienniam οι
το άγιον αναπόδραστος είναι τοίς τολμήσασιν απεφή- suam bonitalem remisil : al eam quae in Spiritune
ευσεβείας περιαγγέλλεται επιφυέντων τη αληθεία, danw pronuntiavit. Primus ergo illorum φui verita
ταύτην ετόλμησε την φωνήν αφείναι περί του Πνεύ- B team adorti sunt, ex quo pietatis predicatio divul
ματος. Ούκουν τινός μέχρι τήμερον ακηκόαμεν δη- gala est, hanc de Spiritu vocememittere ausus est.
μιούργημα το άγιον Πνεύμα (692) προσειπόντος , ή εν Εtenim qui Spiritum sanclaim creaturam appella
τους καταλειφθείσιν υπ' αυτών λόγους την προσηγο- rit, audivimus neminem ad hodiernum usque diem,
ρίαν ταύτην εύρήκαμεν. Ειτά φησιν· neque in iis quos reliquere libris banc appellatio
nem invenimus. llaquedicit
LIL ::

EYN. Eί εκ των δημιουργημάτων ανάγοιτό τις ΕυN. Si quis subvehalure creaturis ad substan
προς την της ουσίας κατάληψιν, ευρήσει του μεν 1ie conmprehensionen , ingeniti quidem creaturam
αγεννήτου τον Υιόν ποίημα, του δε Μονογενούς τον Filium invenies, Unigeniti vero , Paracleluin .
Παράκλητον.
διπλά βλασφημείν εν ενί δήματα, και την του αγίου dupliciter blaspliemal verbo unico , sanctique
Πνεύματος εξουδένωσιν ως ομολογουμένην λαβόντα, Spiritus contempίu , quasi res confessa sit, posito ,
εντεύθεν ορμήσαι προς την απόδειξιν τής του Μονο- hinc ad demonstrandom Unigeniti imminationem
γενούς ελαττώσεως. Και, ώς έoικεν, Οι μεν ουρανοί , concitatur. Αιφue, υι par est, Cali quiclean enarrant
διηγούνται δόξαν Θεού· το δε Πνεύμα το άγιον την “ gloriam Dei 18 : Spiritus vero sanctus ironminutio
της δόξης ελάττωσιν του Μονογενούς αναγγέλλει. nem glorie Unigeniti nuntial. Ει Dominus de Pia
Και ο μεν Κύριος περί του Παρακλήτου λέγων, racleto Ioquelis : Ille , inquit , me glorificabit 99 ; at
'Εκείνος έμε δοξάσει, φησίν · η δε κατήγορος γλώτ- maledica illa lingua Filium per cum impediri
τα εμπόδιον είναι το Υιό της προς τον Πατέρα pronuntiat , ne cum Patre comprelur. Quoniarm
συγκρίσεως αποφαίνεται. Επειδή γάρ του Πνεύμα- enim, inquit, Spiritus conditor est Filius (sis autem
τος , φησί, ποιητής ο Υιός ( λεως δε ημίν, Κύριε, επί nobis , Domine , de iis quae Ioquimur, propίtius) :
τοις (64) λαλουμένοις είης), τούτο δε τοιούτόν έστιν, hic auten talis est , ut decus nullum tribuat con
ως μηδεμίαν σεμνότητα τη δημιουργήσαντι προστι- ditori , idcirco neque dignus est qui cum Patre
θέναι, διά τούτο ουδε συγκρίνεσθαι τω Πατρί άξιος, comparetur, cum ob eorum quae fecit vililalem,
εκ της ών εποίησεν ευτελείας το ομότιμος της αξίας dignitatis equalitate privalus sit.
αφηρημένος
34. Αρα ακηκόατε ποτε βλασφημίας χαλεπωτέρας; 34. Num unquam audistis blasphemian gravio
αρά τις ούτω περιφανώς εις το άφυκτον κρίμα της rem ? nuin quis adeo perspicue in inevitabile judi
εις το Πνεύμα το άγιον βλασφημίας κατέπεσε ; Μον - ρ cium ob blaspliema in Spiritum sancluo verla
91 Μatth. Xu, 31. 98 Psal.X , 2 . 99 Joan. XVI, 14.
(59) Illud , na pevOhxn, debet accipi ne eo convi. monet Ducæus, in editionibus Basiliensi el Steph .
cio , quo Spiritum sanctum consecialus est Euno pro προσέλαβε legitur προέλαβε : Νon enim guonian
mius : quod tain grave fuit el cam horrendum , ut hoc cunvicio Dominum prius inseculus est , minus
contumeliam ipsam qua Eunomius Filium affecerat, indignari debemus. Raciam illam et emendalam
longe superarit. Hoc ipso in loco mss. nonnulli xa - scripturam secuti sunt Typographi Parisienses :
ταφρονήσας γάρ. Subinde mss. aliquot βλασφη- quos nos imitamur.
μουσι. (61) Edii Eπει και. Αntiqui duo libri Επειδή
( 60) Editio Ven. et nostri septem mss. προσ- και. Μox Reg. quarius την μεν εις εαυτόν.
baba. In quo mirari subit Trapezunijuin uno lille ( 62) Editi μέχρι σήμερον ακηκόαμεν δημιούργημα
sul additamento ila delusum esse, ul lolum ejus to Ilveõua to äylov. Paulo aliier iv mss. nostris , uti
loci sententiam corruperit, interpretans hoc modo : ex contextu perspici polest.
Dominum quoque ad hanc blasphemian conjuncil. ( 63) Antiqui duo libri τρόπος της βλασφημίας,
Non enim Eunomius , ut verbis ular interprelis, modus blasphemiæ .
Dominum ad hanc blasphemiam conjunxit : sed (64 ) Codices duo šiol tois. Illud , tab, iir excusis
Spiritum sanclum . Recic igriur et emendale , ul deeral.
 651 S. BASILII MAGNI 639
collapsus est ? I'nius Montani fuerat adeo in Spiri- Α τανού ήν μόνου τοσούτον μανήναι κατά του Πνεύμα
ιum sanctuτι insanire , eunique tum nominibus τος, και ονόμασι τε αυτό ταπεινοίς καθυβρίσαι , και
humilibus dedecorare, tumipsius naturam ita de- την φύσιν αυτού τοσούτον εξευτελίσαι , ώστε άδοξίας
primere, ut ea dical ignominiam conditori africari. ειπείν τω πεποιηκότι προστρίβεσθαι. Μάλλον δε κά.
Suo vero et ille, ne sui ipsius dejiceret fastu », κείνος έφυγεν αν ταπεινώς ( 65) ειπείν τι περί του
utique de Spiritu aliquid humiliter dicere cavisset. Πνεύματος, ώς αν μη τον τύφον εαυτου καταβά
Sed de lioc quidem per otium dicenmus . Illud vero λοι . Και περί μεν τούτου κατά σχολήν έρούμεν (66).
cui non palet , quod nulla Filii operatio a Patre 'Εκείνο δε τίνι των πάντων άδηλον , ότι ουδεμία ενέρ
divisa sit, nec quidquarm 271 sit in rerum natura, γεια του Υιού αποτετμημένη εστί του Πατρός, ουδε
« uod ad Filium pertineat, et a Patre alienum sit ? εστί τι εν τοίς ούσι τω Υιώ υπάρχον, και του Πατρός
Omnia enim , inquit , mea ιμα sunt , et ικα men 1. ήλλοτρίωται ; Πάντα γάρ, φησί, τα έμά σα εστι,
Quomodo igitur Spiritus causam Unigenito soli και τα σα έμα. Πώς oύν του Πνεύματος την αιτίαν
sttribuit , et ad ejus accusandam naturam hujus το Μονογενεί μόνο προστίθησι , και κατηγόρημα
creationem usurpat? Quod si duo principia inter της φύσεως (67) αυτού την τούτου λαμβάνει δημι
se adversa inducens, haec dicit, una cum Manicles oυργίαν ; Ει μεν ούν, δύο αρχάς αντιπαρεξάγων
et Marcione conferetur; sin autern statuit ab uno B αλλήλαις, ταύτά φησι, μετά Μανιχαίου και Μαρκίω
pendere oιnnia , quod & Filio facium esse dicitur, νος συντριβήσεται· ει δέ μιάς εξάπτει τα όντα , το
id ad primam causam refertur. Quare, etsi omnia παρά του Υιού γεγενήσθαι λεγόμενον προς την πρώ
per Deum Verbum ad esse producta fuisse credi- την αιτίαν την αναφοράν έχει. "Ωστε καν πάντα εις
mus, farmen universorum Deum omnium causam το είναι παρήχθαι διά του Θεού Λόγου πιστεύωμεν,
esse non negamus. Qui autem fieri potest, ut non αλλά το πάντων αίτιον είναι τον Θεόν των όλων ουκ
aperle periculosum sit , Spiritum a Deo dirimere ? αφαιρούμεθα. Πώς δε ου (68) φανερόν έχει τον κίν
rum partim quidem Apostolus conjuncle nobis δυνoν διαιρείν από του Θεού το Πνεύμα και τούτο μεν
traflat ; et modo Christi , modo Dei Spiritum dicat, του Αποστόλου συνημμένως ημίν παραδιδόντος , και
ubi scribit : Si quis autem Spiritum Christi non νύν μεν Χριστού λέγοντος, νύν δε του Θεού, εν οίς
habet, hic non est ejus ; et rursus: Vos autem non γράφει : Ει δέ τις Πνεύμα Χριστού ουκ έχει, ούτος
spiritum mundi accepistis, sed Spiritum qui er Deo ουκ έστιν αυτού · και πάλιν : Υμείς δε ου το
est 1 : partim vero Dominυς Spiritum veritatis no- πνεύμα του κόσμου ελάβετε (69), αλλά το Πνεύμα
ninet ; quippe ipse est veritas , proceditque και το εκ του Θεού· τούτο δε του Κυρίου το Πνεύμα της
Patre. At bic ad destructionem glorie Domini αληθείας λέγοντος (70)· επειδή αυτός (71) η αλήθεια,
ιostri Jesu Christi, ut Spiritunι aufert a Patre, ita C και παρά του Πατρός εκπορεύεται. 'Αλλ' ούτος , εις
eum unice Unigenitoad gloriae eversionem attribuit, καθαίρεσιν της δόξης του Κυρίου ημών Ιησού Χρι
ipsum contumelia , ut sibi videtur, aficiens. Νam στού, αφαιρεί μεν αυτό του Πατρός, τώ δε Μονογε
in retributionis die nullam ob prava dogmala νεί διαφερόντως επί καθαιρέσει της δόξης προστίθη
ultionem exspecial, σιν, έφυβρίζων, ώς oίεται ( 72), ουδεμίαν εκδίκτσιν
επί τοις πονηρούς δόγμασιν (73) εν τη ημέρα της ανταποδόσεως αναμένων.
• Joan.Χνιι, 10. • Rom. ν11, 9. 1 Cor. 11, 12. • Joan. xv, 26.
(63) Eliti αν ταπεινώς. Αι mss . tres αν το ταπει - (68) Reg . quartus Πώς oύν ού.
νώς, 1bidem editi μη τυφον εαυτου καταβάλλοι. Αι (69) Editi et mss. non panci ut in contesli . Al
Juss. apliquiores lit in contextu . Reg. quarius Ημείς δε ... ελάβομεν, Nos autem non
(66 ) Verbum èpoūuer reperiri quidem in editis spiritum mundi accepimus ; el jia apud Paulum le
rol in aliquibus niss. non diffiteor : mibi tamen du - gilur Epistola 1 ad Corinth . II, 12 , quod ex
Bjuin non est, quiu melius absit, luin quod per se eo evenisse videtur, quod librarius putaverit ita
facile a quolibet suppleri polest, tum quod in ve- p apud Basilium scribi oportere, uli apud Paulumn
lustioribus mss. non invenitur. Ex bis autem ver - legebalır.
Dis, nisi valde fallor, colligi merito potest , librum ( 70) Του Κυρίου... λέγοντος, Verde : Cum Domi
silio conscriptum fuisse. el ( A Paire procedit. ) MARAN .
(67) Illud, και κατηγόρημα της φύσεως, etc., et (71 ) Ediii et mss . omnes autós, ubi tamen ex
ad ejus accusandam naiuram , etc., mihi videtur grammaticæ regulis scribioportuissel aúco , OveŪua
accipi posse hoc modo : Eunomius, cum ait ab videlicet ; sed scripsisse Basilium autós pulo , quod
Unigenito creatum Spiritum , verbis quidem videri vir sanctissimus respiceret ad locum Joannis xv,
polest naluran Unigenili extollere : sed re tamen 26 , ubi vox la páxartos adbibelur.
cam deprimit. Ita enim dicit crealum ab Unigenito (72) Colb . secunda manu έφυβρίζων ως οίόν
Spirilum , ut simul aliirmet Unigenitum a Paire To, quantum in se est.
creatum esse : in quo valde admodum deprimi Filii (73) Editio Paris. elmss. nonnulli nuovo,pois éti
naturam alque dejici neino non videt. Ejus rei etuasi xal von uaci, ob prava verba et cogitala Al edi.
aliam causam inventurum pulo, qui librum Euno iio Ven , el codices antiquiores Colb . el Reg . ler.
mii dingeoter legeril, lius simpliciter ut in contexlu .
633 ADVERSUS EUNOMIUM LIB. III. 654

ΚΑΤ' ΕΥΝΟΜΙΟΥ
ΛΟΓΟΣ Γ'.
ΠΕΡΙ ΤΟΥ ΑΓΙΟΥ ΠΝΕΥΜΑΤΟΣ (74).

CONTRA EUNOMIUM LIBER TERTIUS

DE SPIRITU SANCTO.

1. ΒΑΣ. Μόλις ποτέ (75) κορεσθείς των εις τον Α 1. ΒΑs. Vixtandem blasphemiisin Unigenitum ex
Μονογενή βλασφημιών, επί το Πνεύμα το άγιον μετ- satiatus, ad Spiritum sanctum ita transiit, ut de α
ελήλυθεν, ακόλουθα τη όλη αυτου (76) προαιρέσει etiam consentaneum toti suo proposito sermonem
και περί τούτου διαλεγόμενος • γράφει δε ούτως· instituat. Scribit autem sic :
ΕΥΝ. Αρκούντων δε ημίν τοσούτων περί του ΕυΝ. Cum autem haec nobis de Unigenito suf
Μονογενούς, ακόλουθον αν είη και περί του Παρα- iciant, consequens fuerit υι jam de Paracleio quo
κλήτου λοιπόν είπείν • ου ταις ανεξετάστoις των πολ- que dicamus, non vulgi opiniones temerarias se
λών ακολουθούντας δοξαις , την δε των αγίων εν άπασι culi , sed sanctorum in omnibus doctrinam ser
φυλάσσοντας διδασκαλίαν, παρ' ών τρίτον αυτό αξιώ vantes : a quibus cum aidicerimus eum dignitate et
πεπιστεύκαμεν. IDUS.
ΒΑΣ. "Οτι μεν γαρ ουκ οίεται δείν τη απλή και BAS. Quod quidem non pulet oportere in simplici
ανεπιτηδεύτω πίστει των πολλών εμμένειν, αλλά ac nuda multorum fide permanere , sed artifciosis
τεχνικοίς τισι και σεσοφισμένους λόγους πάλιν πρός quibusdam ac captiosis rationibus veritatem
το δοκούν εαυτώ παρακρούεσθαι την αλήθειαν, ικα- rursus ad id , quod sibi videtur, detrudere , satis
νώς εξ ών είπεν εδήλωσεν. 'Ατιμάζων γάρ τήν τών B ex iis que protulit verbis ostendit. 272 Nam mul
πολλών δόξαν, ή δοξάζουσι το Πνεύμα το άγιον, προσ - ιοrum opinione contempla , qua Spiritum sanctum
ποιείται την των αγίων φυλάσσειν διδασκαλίαν, και glorificant, simulat teliere se sanctorum doctrinam:
τους ταύτην αυτό παραδεδωκότας αποσιωπά, και at eos qui eamipsi tradiderunt, facel, etiam nune
νύν, άπερ καν τους περί του Μονογενούς λόγους ποιών faciens ea ipsa , que ab eo dum de Unigenito ser
απεδείχθη. Είτά φησι παρά μεν των αγίων μεμαθη- monem haberet , facia esse demonstratum est .
κέναι το τρίτον είναι τη τάξει και τα αξιώματι, παρ' Deinde dicit a sanctis quidem se didicisse tertium
εαυτού δε πεπιστευχέναι το και (77) τρίτον είναι τη esse ordine et dignitate Spiritum; a se ipso vero
φύσει. Τίνες δε οι άγιοι, και εν ποίοις λόγοις την δι » credere, natura quoque tertium esse . Qui vero sint
δασκαλίαν πεποίηνται, ειπείν ουκ έχει (78). "Αρα Sancti illi , et in quibus scriptis lanc doctrinam
γέγονεν ούτω τολμηρός άνθρωπος , τας περί των ediderint dicere non potest. Fuitne unquam homo
θείων δογμάτων καινοτομίας εισηγούμενος ; Τίς γάρ sic audax, qui divinorum dogmatumn innovationes
ανάγκη, εί τα αξιώματα και τη τάξει τρίτον υπάρ- induceret? Cur enim necesse est , si dignitale ac
(74) Titulus, ut it, alius est in aliis codicibus. C των ιδίων συγγραμμάτων χρησάμενος. Dicunt non
Regii quarlus et sexlus toū autoū nos Eůvoulov, nulli hunc librum sancti Basilii non esse, quod in eo
hepi Ilveúdatos, ejusdem adrersus Eunomium , de reperiantur verba quædam , quæ videntur duriora ,
Spiritu . Reg . secundus too Qútoū uerá).ou Baccaelou quibus non comperitur in alio ullo operum suorum
προς Ευνόμιον, περί του αγίου Πνεύματος, ejusdem uous fuisse. Ea de re in Praefatione.
magni Basilii adversus Eunomiun , de sancio Spiritu . (75) Editi Móds 66. Vocula 66 in mss. antiquin
Reg . tertius et Colb. simpliciter repl toũ Iveúua- ribus deest. Station Reg . quintus et editi uovoyeva
105 toū dylou, de Spirilu sancto. Dubius et incer- Ylóv. Sed in aliis mss. vox Ylóy non legitur.
1118 visus est hic liber quibusdam . lla enim scri. (76) Reg. quartus öar, tautoŨ. Aliquanto iofra
pίum invenitur in ora codicum Regiorum quarii et Inss. tres ακολουθούντες... φυλάσσοντες.
Sexti : Τινές φασι τούτον τον λόγον μή είναι του (77) Editi και το. Αntiqui duo libri το και.
αγίου Βασιλείου , διά το φέρεσθαι ρητά τινα εν αυτώ, ( 78) Has tres voces, ειπείν ουκ έχει, ex quatuor
τραχύτερα είναι δοκούντα, οίς εν ουδενί φαίνεται codicibus Regiis addidimus. .
 655 S. BASILII MAGNI 656
ordine tertius est Spiritus, natura quoque eum esse A χει το Πνεύμα, τρίτον είναι αυτό και τη φύσει ;
tertium ? Dignitate quidem secundam esse a Filio, 'Αξιώματι μέν γάρ δευτερεύειν του Υιού παραδίδω
tradit fortasse pietatis sermo ; al natura lerija uti , σιν ίσως και της ευσεβείας λόγος (79): φύσει δε τρίτη
neque ex sanctis Scripturis erlocti sumus , neque χρήσθαι, ούτε παρά των αγίωνΓραφών δεδιδάγμεθα,
ex prius dictis ulla consecutione colligi potest. ούτε εκ των προειρημένων (80) κατά το ακόλουθου
Quemadmodum enim Filius ordine quidem a Patre δυνατόν συλλογίσασθαι. Ως γάρ ο Υιός τάξει μεν,
secundus est, quoniam ab illo est : dignitate vero, δεύτερος του Πατρός, ότι απ' εκείνου και αξιώ
quonian origo ejus est el causa , ea re quod ipsius ματι, ότι αρχή και αιτία, το είναι αυτου πατέρα
est paler , et quoniam per ipsum accessus adilus- (81), και ότι δι' αυτού ή πρόσοδος ( 82) και προσ
que est ad Deum et Ρatrem , non autem natura αγωγή τρος τον Θεόν και Πατέρα φύσει δε ουκέτι
Secundus, quoniam deitas in utroque una est : ita δεύτερος, διότι η θεότης εν εκατέρω μία ούτω δτ
profecto et Spiritus sanctus , etsi tum ordine tum λονότι και το Πνεύμα το άγιον , ει και υποθέβηκε τον
dignitate secundus a Filio est (ut tandem loc Υιόν τη τε τάξει και τα αξιώματι (ένα και όλως συγ
etiam concedamus), tamen non jure sequi ut sit χωρήσωμεν [83]) , ουκέτ' αν είκότως , ώς αλλοτρίας
aliene nature, hinc patet. Νimirum angeli omnes ut υπάρχον φύσεως, ακολουθείν (84),εκείθεν δηλον."Αγγέ
appellationem unam,ita etiam eamdemomnino inter Β λοι πάντες ώσπερ προσηγορίας μιάς, ούτω και φύ
Be naturam habent : sed tamen ex iis alii quidem σεως πάντως της αυτής αλλήλοις τυγχάνουσιν· αλλ'
prefecti sunt gentibus, alii vero unicuique fidelium όμως οι μεν αυτών εθνών προεστήκασιν, οι δε εν
adjuncti comiles sunt. Quanto autem gens Iota uni εκάστω των πιστών εισι παρεπόμενοι. " Οσο μέντοι
viro prastat, tanto certe necesse est angeli alicui προτιμότερον έθνος όλον ενός άνδρός , τοσούτω δήτου
genti presidentis dignitatem dignitate alterius cui μείζον υπάρχειν ανάγκη αξίωμα του εθνάρχου αγγέ
viri privati tutela concreditur majorem esse . Quod λου παρά το του ενός εκάστου την προστασίαν πεπι
autem unicuique fidelium adsit angelus velut pe- στευμένου (83). Το δε συνείναι εκάστω των πιστών
dagogus quidam et pastor vitam dirigens , nemo άγγελον, οίον παιδαγωγόν τινα και νομέα της ζωής
Contradicet, qui memineric verborum Domini, qui διευθύνοντα , ουδείς αντερεί, μεμνημένος των του
ait : Ne contemnatis unum et his pugillis, eo quod Κυρίου λόγων, ειπόντος : Mή καταφρονήσητε ενός
angeli eorum semper sident faciem Patris mei qui των ελαχίστων τούτων, ότι οι άγγελοι αυτών διά
(79) Locum nullum esse arbitror, aut ipsius Ba- tror. Combeſisius ail quidem legisse se in uno coilie
silii aut aliorum sanciorum Patrum , de quo acrius ce mathe . sell ego qui Regios codices legi el ipse,
in concilio Florent. disputatum sit, quain de illo , in ullo nibil lale reperi. Ex bis autem omnibus quas
& flóuateušvyáp , etc. Lajini, ut patetex sess. 20 , pro exscripsi lectionibus mihi nulla lam placet quan
ferebant codicem velustissimuni in quo sic legeba quæ in Reg. quarto conspicilur, non solum quod
tur : Αξιώματι μεν γαρ δεύτερον του Υιού, παρ' αυ . ex ea eflici videatur idonea sententia, sed quod le
του το είναι έχον, και παρ' αυτού λαμβάνον, και αναγ- clione Regii secundi confirmelar. Monui enim legi
γέλλον ημίν, και όλως της αιτίας εκείνης εξημμέ- eo in libro, αιτία το είναι αυτου πατέρα • ubi videre
vov, etc . Dignilale namque secundum esse a Filio , facile esi, librarium aliud cogitanlem tó scripsisse
cum habeat esse ab ipso , alque ab ipso accipial, ei pro tō · quæ ipsa est scriplura Regii quarli, quo
annuntiet nobis, el omnino ab illa causa dependeal niam principium ejus est et causa per hoc, quod
(serrno pietatis tradit). Græci vero hæc verba , ipsius pater est, Hoc nostrum judicium aljulai,
παρ' αυτού το είναι έχον, et sequentia usque ad vo . quod eodem plane modo Basilius locutus sit lib, 11,
Cein εξημμένον , in suo libro vetustissimo quoque et num. 16, cum ita scripsit, τω είναι το αρχέτυπον,
optimo deesse aflirmabant ; hodieque in editis el in ea re quia archelupum est. El infra ita quoque scri
nostris septem mss. desunt. Sequitur in Græco, non bit ouυ, 6 : το ένα είναι τον Μονογενή , εο φιςod
procul ab initio sessionis 90, παραδίδωσιν και της ευ- unus sit Unigenitus .
σεβείας λόγος , tradit pietatis sermo : sed hic Grieci ( 82 ) Efiti η πρόοδος. Αι Regii tres mss . ή πρόσ
voculam lows omissam esse, aut polius sublatam 0 0 . Nec ila mullo post Reg . secundus el xai
conquerebantur. Consenlit cum libro Latinoruτη υποβεβηκός τον.
nosler Regius secundus, in quo vox lows deest : (83) Élde illis quoque , ira xai .10 ovrywpr
consentiunt vero cum libro Græcorum cum editi D owuer , magno rarijum studio controversum esi in
tuin reliqui sex mss. in quibus omnibus hæc vox concilio Florentino, pag . 340. Sic autem scriptuin
lows invenitur. Monere libet, illa, 'AELÓlati u y invenimus in Colb . et in Regiis secundo el lerlio ,
γάρ, etc ., paulo aliter legi sessione 21 , pag . 314, ένα και όλως συγχωρήσωμεν : in aliis vero quatuor
sed ita tamen . ut eadem plane sententia ellicia . mss. Regiis hoc modo, iva owsxal ouyywprowusy,
lur. vel iv ' öaws, etc., et ita quoque legitur in edilioni
(80) Nostri libri antiquiores εκ των ειρημένων. bus Ven. et Ρaris.
Ibileim mss. nonnulli συλλογίζεσθαι , (84) Editi et duo mss. φύσεως και το ακόλουθον.
( 81) Editio Paris. αιτία του είναι ο Πατήρ. Reg . Reg. Secundus φύσεως ακολουθοίη , non ακολουθείν,
secundus αιτία το είναι αυτου πατέρα. Reg. tertius ut sibi falso visus est legere vir celeroqui docli -si
αιτία του είναι πατέρα αυτού . Reg. quartus αιτία τώ τηus Convefisius. Reg. Sextus ακολουθείη . Reg. Ter
είναι αυτου πατέρα . Αlii tres niss. Regii el editio tius φύσεως ακολουθείν, bene. Aliquanto post For
Ven. αιτία του είναι αυτου πατέρα. Οuid autem in αλλήλοις η ηιulis mss. deest.
hac lectionuin varielale sentiam , aperiain paucis. (85 ) Edili et aliquot mss. dyrehou , itap to fou
Ogitur non valde admodum dubito, guin typograplii ενός εκάστου την προστασίαν πεπιστευμένου . Reg.
Parisienses, inesse vitii aliquid in voce πατέρα de tertius et Colh. αγγέλου, των ενός εκάστου την προ
suo suspicali, πατήρ ediderial : ego Lanen, cum στασίαν πεπιστευμένων. Reg. Secundus αγγέλου,
Vox πατέρα et in ellinione Ven. etin omnibus libris παρά τον ενός εκάστου την προστασίας πε πισιειι
voleribus inveniatur , eaαι retinendam esse arbi- μένον.
657 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . III. 638
παντός βλέπουσι το πρόσωπος του Πατρός μου A incelis est 8. Ει Psalmista dicit : Castra metabitur
του εν τοίς ουρανοίς. Και ο Ψαλμωδός φησι: Παρ- angelus Dominiin circuits timentium 273 ipsum :
εμβαλεί άγγελος Κυρίου κύκλο των φοβουμένων el : Angelus φui liberait me a juventuta mea '; et
αυτόν · και , Ο άγγελος ο ρυσάμενός (86) με εκ quecunque ejusdein generis sunt. Quod autem rur
νεότητός μου και όσα τοιαύτα. " Οτι δε πάλιν εισί sus sint angeli quidam qui gentibus integris prae
τινες άγγελοι και όλων εθνών τροεστώτες , Μωσής posili sunt, docet nos per canticum Moses, dum ait :
ημάς διδάσκει διά της ωδής λέγων· " Οτε διεμέριζεν Quando dividebat Altissimus gentes, quando disper
ο "Ύψιστος έθνη, ως διέσπειρεν υιούς Αδάμ, oil ilios Adam, constituit terminos gentium jurla
έστησεν όρια εθνων κατά αριθμόν αγγέλων αυ- numerum angelarum suorum8. Ει sapiens Daniel in
του. Και ο σοφός Δανιήλ εν τή του αγγέλου οπτασία visione angeli audivii ipsum dicentem: Princeps re
ήκουσεν αυτού λέγοντας ότι, "Άρχων βασιλείας Περ - gni Persarum sletit es adverso mihi : et ecce Mi
σών ειστήκει εξεναντίας μου και ιδού Μιχαήλ chael unus de principibus primis venit, mihi auri
εις των αρχόντων των πρώτων ήλθε βοηθήσαι liaturus : et ipsum reliqui illic cum principe rege
μοι, και αυτόν κατέλιπον εκεί μετά του άρχοντος Persarum2. Ει paulo post ille ipse ait : Ει princeps
βασιλέως Περσών. Και μετ' ολίγα φησίν ο αυτός · Grαcorum veniebat 10. Sed el copiarum Domini ini
Και ο άρχων (87) των Ελλήνων ήρχετο. Αλλά Β perator ac dux dicitur, is, φui Jesu Nave ad Jorda
και άρχιστράτηγος τις (88) της δυνάμεως Κυρίου λέ- nem manifestatus est 11. Ει rursus legiones que
γεται, ο Ιησού τω του Ναυή επί του Ιορδάνου φανε- dan angelorum dicuntur , Domino discipulis di
ρωθείς . Και πάλιν τινές λέγονται λεγεώνες των αγγέ- ceile : Αη γulalis quod non possum rogare Palrem
λων, του Κυρίου ειπόντος τους μαθηταίς: "Η δοκεϊ- meum, el exhibebit milii hic plus quam duodecimle
τε (89) ότι ου δύναμαι παρακαλέσαι τον Πατέρα giones angelorum11 ? Qui igitur dux est exercitus
μου, και παραστήσει μοι ώδε πλείους ή δώδεκα eorum angelorum qui in legionibus recensentur, ille
λεγεώνας αγγέλων ; Ο τοίνυν αρχιστράτηγος των profecto princeps est.
εν ταις λεγεώσι κατατεταγμένων αγγέλων άρχων εστί
δηλονότι .
2 . Προς τι ούν ο λόγος ημίν φέρει; " Οτι ου πάν- 2. Quorsum igitur licec Oratio? Quod non conti
τως, εί τι τη τάξει και τα αξιώματι δεύτερον εστι nuo, si quid ordine ac dignitate secundum est, aut
και τρίτον, τούτο και την φύσιν ετέραν έχει. Ως γάρ tertium, id et naturam alteram habet. Quemadmo
επί των αγγέλων και μέν τις αυτών άρχων, ο δε υπ- dum enim inter angelos princeps alius est , alius
ήκοος, άγγελοι δε όμως τη φύσει πάντες και κατά subditus, et tamen natura angeli sunt omnes: et in
μεν το αξίωμα η διαφορά , κατά δε την φύσιν ή κοι- dignitate quidem diversilas est, in natura vero com.
νωνία ( και γαρ 'Αστήρ αστέρος διαφέρει εν δόξη : muitas (siquidem Stella a stella difert in gloria 18.
φύσις δε πάντων αστέρων μία και πολλαι μοναι πα- natura vero stellarum omnium una est; atque mul
ρά τω Πατρί, τουτέστιν, αξιωμάτων διαφοραί• φύ- te mansiones sunt apud Ρatrem14, Ilioc est, digni.
σις δε ομοία των δοξαζομένων)· ούτω δηλονότι και το talun diversitales, glorificatorum vero natura una):
Πνεύμα το άγιον, ει και αξιώματα και τάξει (90)υπο- sic profecto et Spiritus sanctus, etsi dignitate in
βέβηκεν, ώς λέγουσι (παρειλήφαμεν γάρ αυτό, φησί, ferior est atque ordine, ut aunt (accepimus enian
τρίτον από Πατρός και Υιού αριθμούμενον · αυτού ipsum, inquit,tertium a Patre el Filio numeratum;
του Κυρίου εν τη παραδόσειςτου σωτηρίου βαπτίσμα- cum Dominus ipse in traditione salutaris baptisma
τος παραδεδωκότος την τάξιν εν οις είπε : Πορευ- tis tradiderit ordinem, liis verbis : Eunles baptizale
θέντες , βαπτίζετε εις το όνομα του Πατρός , και in nomine Patris, el Filii, et Spirilus sancti 18); al
του Υιού, και του αγίου Πνεύματος) · αλλ' εις φύ- in quamdam naturam tertiam a Filio et Ρatre eje
* Μatth. XVIII, 30. 6 Psal. XXXII, 8. 7 Gen. ΧLVΙΙ, 16 . 8 Deut. XXXII , 8. 9 Dan. Χ, 13. 10 ibid .
10. 11 Josue V, 14 . 11 Mall . XXVI , 55. 18 1 Cor. XV, 41. 1 Joan. ΧΙV, 2 . 18 Matth. ΧΧVΙΙ, 19.

( 86) Codices non pauci ο δυόμενος. D aberant vero a libro Latinorum , quemadmodum
(87) Elili και άρχων. Αι mss. multi και ο άρχιων. nunc albsunt a Reg. Secundo. Endem voces, ώς λέ
Mox mss. duo άρχοντος Περσών. Yousi, ut aiuni, inveniuntur quidem in Reg . sexto :
(88 ) Sic Reg . secundus et sexlus. Vocula tis sed soloin secunda manu . Vocula uş in Reg . primo
inejlé bis legebatur in vulgalis. deest : sed verbum aéyovol eo in codice legitur. Su.
189) Edilio Paris. * @ox :ës. Editio Ven , et seplcm spicari fortasse possit quispiam Combelisinm le
nostri mss. ή δοκείτε. clionem libri Græcorum secutum esse. Postquain
(90) Antiqui quatuor libri αξιώματι υποβέβηκε ' enim illa , Παρειλήφαμεν γάρ, etc., sic interpreta
και τάξει, alio Ordine. Quod sequitur , ώς λέγουσι, tus est , accepimus enim eum tertium, haec ad ejus
de eo quoque inter se dissidebant Græci et Larini, loci sensum declarandum subjungil : Dalo hoc Ba
uit videre est in concilio Florentino, p : g. 341. Le silius Eunomio, negal illarum , non esse ejusdem ac
pis velim sessiones 19, 20, 21, 22, 23 , aut certe Paler nalura . Non enim si quid damus, sequitur
pginas 310 el 341, ex quibus quid differrent viri ulid eliam concedamus, aut confiteamur. Basilius
que libri Græcorum et Latinorum disci potest. He ergo hoc dare poluisset Erinomianis, tertium esse
voces, ; .éyouoi, ul ad proposilum ne referam , Spiritum , el tamen id non concedere, nec confiteri.
tur in Regiis Terlio , quarto et quinto el in Colb . sius hunc locum intellexcre ,
perinde atque in editionibus Venela et Parisiensi :
639 S. BASILII MAGNI 660
clum eum fuisse nusquam didicimus. Νam cum res A σιν τινά τρίτης από Υιού και Πατρός εκβαλλόμενον,
vilus, potentia sanctificans, et que sanctificatur, των, θεότητός τε και (91) κτίσεως, και δεσποτείας
potentia possidens straple natura virtutem, el que και δουλείας, και αγιαστικής δυνάμεως, και της αγια
eam ex arbitrio comparat ; qua in parte Spiritum ζομένης, της τε εκ φύσεως εχούσης την αρετήν και
locabimus ? Inter eos qui sanctificantur ? at ipse της εκ προαιρέσεως κατορθoύσης, εν ποία μερίδι το
est sanctificatio. An inter eos qui praeclaris ac Πνεύμα τάξομεν ; Εν τοις αγιαζομένοις; αλλ' αυτό
egregiis facinoribus virtutem adepi sunt ? at bo- εστιν αγιασμός. 'Αλλ' εν τοις εξ ανδραγαθημάτων
nus natura est. An inter eos qui ministrant ? at την αρετήν κτωμένοις ; αλλά φύσει έστιν αγαθόν.
alii sunt spiritus ministratorii, qui ad ministeriuτη 'Αλλ' εν τοις λειτουργικούς και άλλ' έτερά εισι λειτουρ
mittuntur 16. Νon ergo principalem natura Spiri - γικά πνεύματα προς διακονίαν αποστελλόμενα. Ού
tum, fas est nobis conservum dicere, neque una τοίνυν ομόδουλον ημίν λέγειν αυτό θεμιτόν, το ηγε
cum creaturis nurnerare eum, qui in divina et μονικόν τη φύσει, ούτε τη κτίσει συναριθμείν, το τη
heala Trinitate pariler 274numeratur. Principalus θεία και μακαρία Τριάδι συναριθμούμενον (92). Αρ
enim et polestates , ac relique ejusmodi creature, χαι μεν γάρ, και εξουσίαι, και πάσα ή τοιαύτη κτί
que ex altentione at studio sanctificationem ha - Β σις, εκ προσοχής και επιμελείας τον αγιασμόν έχου
Jent, dici natura sancte jure non possiunt. Ita enim σαι, ουκ αν είκότως φύσει άγιαι είναι λέγοιντο. Επ
bonum appelunt, ut pro ratione amoris in Deum oρεγόμεναι γάρ του καλού, κατά την αναλογίαν της
sti, sanctitatis mensuram accipiant. Et sicuti fer - προς τον Θεόν αγάπης, και του μέτρου της αγιωσύ
γum in medio igne positum, ferrum quidem esse νης μεταλαμβάνουσι. Και ώσπερ ο σίδηρος, εν μέσω
non desinit , sed ob vehementissimam cum igne το πυρί κείμενος , το μεν σίδηρος είναι ουκ αποβε
conjunctionem ignitum factum, omnemque ignis Eληκε, τη δέ σφοδροτάτη προς το πυρ ομιλία εκπυρ
Jnaturam in se ipsum recipiens , tum colore, tum ακτωθείς, και πάσαν εις εαυτόν τήν του πυρός φύ
ellicacia in ignern transit : sic et sanclæ potestates σιν υποδεξάμενος, και χρώματα και ενεργία προς το
ex communicatione quam habent cum eo qui nalu πυρ μεταβέβηκεν ούτω και αι άγιαι δυνάμεις εκ της
ra sanctus est, ejusmodi sanctimoniam habent que προς το φύσει άγιον κοινωνίας δι' όλης της εαυτών
jam pervaserit per totam earum substantiaim, in υποστάσεως κεχωρηκότα ήδη και συμπεφυσιωμένον
enque coaluerit. Ipse autem in eo a sancto Spiritu τον αγιασμόν έχουσι. Διαφορά δε αύταις προς το
differunt, quod hujus natura sanctitas est : illis Πνεύμα το άγιον αύτη, ότι τα μεν φύσις ή αγιωσύ
vero es participatione inest sanctimonia. Quibus , νη , ταϊς δε εκ μετουσίας υπάρχει το αγιάζεσθαι .
autem inest bonum instauralitium et aliunde colla- " οίς δε επισκευαστών και ετέρωθεν επιδεδομένου υπ.
Tunm , ea sunt mutabilis nature. Νon enim excidis• άρχει το αγαθόν, της μεταπτωτής εισι φύσεως.
set Lucifer , qui mane oritur 17, nec esset in terra Ου γαρ αν εξέπεσεν ο Εωσφόρος ο πρωί (93) ανα
contritus, si deterioris conditionis recipiende non τέλλων, ούτε συνετρίβη επί της γης, ει φύσει υπηρ
fuisset capax natura. Quoιnodo igitur pium est in- χε του χείρονος ανεπίδεκτος. Πώς oύν ευσεβές τη
ler creaturas Spiritum collocare, qui intervallo κτίσει αυτό συντάττειν, τοσούτω μέτρο διωρισμένος
enim ila
Greatura enim
St . Creatura
lanto a creaturis separalus est? της κτίσεως ; Ή μεν γάρ κτίσις πέφυκεν άθλον προ
comparata est, ut si progressum aliquem fecerit, κοπής και της προς Θεόν ευαρεστήσεως τον αγια
placueritque Deo, pro mercede sanctificationem σμόν έχουσα, φύσει δε (94) χρωμένη αυτεξουσία, και
accipiat, quandoquidem libero utitur arbitrio , po- μεταρρέπειν εφ' εκάτερα δυναμένη , προς εκλο
1estque in utramque partem inclinari, ad boni ac γήν του αγαθού και του χείρονος · το δε Πνεύμα
1nali electionem; Spiritus autem sanctus fons est το άγιον πηγή αγιασμού. Και ώσπερ φύσει άγιος και
sanctificationis. Et quemadmodum natura sanctus Πατήρ, και φύσει άγιος ο Υιός , ούτω φύσει άγιον
est Pater, natura itidem sanctus est Filius : ita quo- και το Πνεύμα το της αληθείας · διό και εξαι
que Spiritus ille verilatis natura sanctus est ; ob Dρέτου και ιδιαζούσης της του αγίου προσηγορίας
idque donatus est etiam sancti appellatione , eaque ήξίωται.
peculiari ac propria .
3. Ιtaque, si sanctitas ei natura est, sicuti Patri 3. Ει ούν φύσις αυτώ ο αγιασμός εστιν, ώσπερ
el Filio, quomodo tertiae ac alienae nature est ? Ob Πατρί και Υιώ, πώς τρίτης (95) εστι και αλλοτρίας
16 Ηebr.1, 14. 17 Isa . Χιν, 19.
(91) Antiqui tres libri Osótntós te xal. Vocula licel antiqua. Codex vero Colb . el alii tres mss.
te leest in vulgalis. Regii cum editione Paris. πώς τρίτης, quomodo ter
(92) Codices duo εναριθμούμενον. liæ , etc. Persuasissimum est mihi, eos quos Græci
(93 ) Regii secundus et quartus & repwi. et Lilini in coneilio Florentino prolerebant lib - os ,
(94) Ejili wÚDEL te. Antiqui Ire's libri duoc uno inter se consensu habuisse, tūs toltos, quo
δε. Ιbidem Reg. tertius και μετάραι την εφ' εκά modo lerliæ . Elenim si in his libris scriptum fuis
τερα , corrupte. sel tõs toltoy , quomodo terlius est , dubium rion
(95 ) Editiones Ven . et Basil. cum Regiis quarto est quin Marcus Ephesinus suain jude opinionen
el quinto trūs tpitov, quomodo tertius est. Reg . ler- confirmassel.
Hlus habel quoque trūs tpltov, sed secunda inanu ,
651 ADVERSUS EUNOMIUM LIB II. 662
φύσεως ; Διά τούτο γάρ, oίμαι, και παρά τω Ησαΐα Α id enim, opinor, el apud Isaiam etiam scriptum est
τα Σεραφίμ τρίτον εκβοώντα το άγιος αναγέγραπται, Seraplin 1er sanctus exclamare 18, quod naturalis
ότι έν τρισι ταϊς υποστάσεσιν ο κατά φύσιν αγιασμός sanctitas tribus in typostasibus perspicitur . Nec
θεωρείται. Ού τούτο δε μόνον αυτώ κοινόν προς Πα- vero hoc sanctilalis nomen ci solum commune est
τέρα και Υιόν το της αγιωσύνης όνομα, αλλά και αυ- cum Palre el Filio, sed ipsa est etiam spiritus ap
τη ή του πνεύματος προσηγορία . Πνεύμα γάρ ο pellatio. Deus enim est spiritus ; et eos qui ipsum
Θεός, και τους προσκυνούντας αυτόν εν πνεύμα- adorant, in spiritu et veritate adorare oportet 19. Ει
τι και αληθεία δεί προσκυνείν . Και ο προφήτης proplieta ait : Spiritus ante faciem nostramChristus
φησί • Πνεύμα προ προσώπου (96) ημών Χριστός Dominus, ubi diximus : In umbra alarum opsius oi
Κύριος , ου είπαμεν · 'Εν τη σκιά των πτερύγων venus 20. Quin et Apostolus appellationem spiritus
αυτού ζησόμεθα. Και ο Απόστολος της του πνεύ- in Dominum transfert, cuni dicit : Dominus autem
ματος προσηγορίαν επι τον Κύριον αναφέρει λέγων· εpiritus est 11. Ex his autem cuilibet compertuin est
" Ο δε Κύριος το πνεύμα εστιν . Εκ δε τούτων παν- ac perspectum, non naturae alienationem, sed con
τι δηλον, ότι ουχί άλλοτρίωσιν (97) της φύσεως, αλλ' junctionem cum Palre et Filio per nominum com
οικείωσιν προς τον Πατέρα και Υιον ή κοινωνία των ιunicationem commonstrari. Ει Deus dictus est
ονομάτων παρίστησι. Και αγαθός ο Θεός είρηται, B bonus, et est : bonus autem est et Spiritus sanctus .
και έστιν · αγαθόν δε και το Πνεύμα το άγιον, ουκ bonitatem habens non adventitiam, sed natura sibi
επισκευαστής έχουν την αγαθότητα, αλλ' εκ φύσεως innatam. Αlioqui fuerit omnium absurdissimum, si
αυτα συνυπάρχουσαν. "Η πάντων αν είη αλογώτατον quis dical eum 275 qui natura sanctus est, bonita
το φύσει άγιον μη φύσει λέγειν την αγαθότητα έχειν, tem natura non Isabere, sed quamdam deinceps
αλλ'επιγεννηματικήν (98) και έξωθεν προσγεγενημέ- supervenientem, eique forinsecus accedentem. Quin
νην αυτώ. Ενώ δε είπεν ο Κύριος ότι, Εγώ ερωτή- etiain cum Dominus dixit : Ego Yogabo Patrem, et
σω τον Πατέρα, και άλλον Παράκλητον δώσει alium Paracletum dabit vobis 21, et ipse Paracletus
" Ωστε και η του παρακλήτου προσηγορία ου μικρόν pellatio non parum ad demonstrandam Spiritus
προς απόδειξιν (99) της δόξης του αγίου Πνεύματος sancti majestalem confert.
συντελεί.
4. Και τα μεν ονόματα τοιαύτα του μεγαλείου της 4 . Ει nomina φuidein que majestatcm nature
φύσεως ενδεικτικά : αι δε ενέργειας του αγίου Πνεύ- indicant, sunt ejusmodi : operationes vero Spiritus
ματος (1) οίαι; Τα λόγω του Κυρίου, φησίν, οι ού- Sancti quales ? Yerbo Domini, inquit, celi firmati
cανοί έστερεώθησαν, και το Πνεύματι του στό- sunt, et Spiritu oris ejus omnis virtus eorum 28.
ματος αυτού πάσα ή δύναμις αυτών . Ως τοίνυν ο igitur Deus Verlbumn creator est colorum, ita et
Θεός Λόγος δημιουργός έστι των ουρανών, ούτω και Spiritus sanctus stabilem ac firmam virtuleio pole
το Πνεύμα το άγιον το στερεών και πάγιον της άρε - statibus celestibus imperiit. Ει rursus Job : Spiri
της (2) παρέχεται ταϊς ουρανίαις δυνάμεσι. Και πά- tus Dotini, gui fecit me 24 : non de creatione, ut
λιν ο Ιώβ • Πνεύμα Κυρίου το ποιησάν με · ουκ arbitror, sed de humans virtutis perfectione dis
επί της δημιουργίας, ως oίμαι, αλλ' επί της κατά serens. Quin etiamloquens Isaias ex Donini per
την ανθρωπείαν αρετήν τελειώσεως λέγων. Ο δε Sona, videlicet secundum ejus humanitatem: Domi
"Ησαΐας έκ προσώπου Κυρίου διαλεγόμενος , κατά το mus, inquit, misit ame, et Spiritus ejus 25. Ει rursuan
ανθρώπινον αυτού δηλονότι, Κύριος απέσταλκέ με, Spiritus virtutern universa pervasisse declarans
φησί, και το Πνεύμα αυτού. Και πάλιν ο ψαλμός , psalamus : Quo ibo, inquit, a Spiritu tuo, et quo α
δι' όλων κεχωρηκέναι δύναμιν του Πνεύματος παρ- facie tua fugiam26? Beneficentiae autem quae ab eo
ιστας, Πού πορευθώ, φησί, και από του Πνεύ- a0 nos deveniunt, quales suit et quant ? Sicut
ματός σου, και από του προσώπου σου πού φύ- Dominus ipse iis qui ipsum suscepere, isluc dedit
γω; Αι δε εις ημάς απ' αυτού φθάνουσαι ευεργεσίαι ul licerel filios Dei fieri 21, sic et Spiritus sanctus
οποίαι τινές εισι και ήλίκαι; "Ωσπερ αυτός ο Κύριος D Spiritus est adoptionis 28. Ει quemadmodum Domi
18 Isa. VI, 3. 19 Joan. IV, 24. 10 TIhren, IV, 20. 21 II Cor. 1 ,17. 12 Joan. ΧΙV, 16. 13 Psa.. ΧΧΧ ., ο.
1 Job XXXIII, 4. 28 Isa. ΧLVΙΙ, 16. 36 Psal. CΧΧΧΙΙΙ , 7. 27 Joan. 1, 12 . 18 Rom. VΙΙ, 13.

(96) Regii secundus, tertius et quintus , el Colb. (97) Elitι ουκ αλλοτρίωσιν. Αι mss. ουχί.
cum editione Ven. προ προσώπου , el ita legit in. ( 98) Codices Donoulli επιγενη ματικήν, per uni
terpres, olimque legeral Ambrosius serotone 15 , ut cuin v . Ibidem edili et Colb . itpooyeyevvnuévgy. Alii
olat Coubelisius. Vocula προ in aliis quibusdam tres mss. προσγεγενημένην.
mss. el in editione Paris. deest . Ibidein editio Pae (99) Editi eis & TTÓÔB :Eiv. Almss . antiquiores após
ris. ο Κύριος. Αι in mss. articulus nonlegitur. Sic απόδειξιν.
apud LXX editus est hic Iocus : Πνεύμα προσώπου (1) Edili ενέργειας του Πνεύματος. Veleres libri
ημών Χριστός Κύριος , ού είπαμεν• Εν τη σκιά αυ- ut in contextu. Hoc ipso in loco mss. nonnulli του
του ζησόμεθα. Spiritus faciei nostre Clarislus Do- Κυρίου . Deeral articulus in impressis libris.
minus, de quo diximus : In umbra ejus vivemus. (2) Illud, ons åpetiis , additum est ex tribus Re
Hunc locum in suis notis illustrat vir eruditissimus giis codicibus.
Ducæus,
063 S . BASILI. MAGNI 654
nus noster magister verus est, juxta id quod dictum A έδωκεν εξουσίαν τοις δεξαμένοις αυτόν τέχνα Θεού
2st : Vos autem nolite vocare magistrum vestrum γενέσθαι , ούτω και το Πνεύμα άγιον Πνεύμα
νη terra ; unus enim magister vesler est Chri- υιοθεσίας εστί. Και ώσπερ διδάσκαλός εστιν (3)
slus 89 , sic et Spiritum sanctum omnes, quot- αληθινός ο Κύριος ημών κατά το ειρημένον : Υμείς
quot in nomine Domini crediderint, docere le δε μή καλέσατε διδάσκαλος υμών επί της γης
status est Dominus ipse , cum dixit : Paraclelus είς γάρ καθηγητής υμών έστιν ο Χριστός · ούτω
αulem Spiritus sanctus quem Paler millet, ille υος και το Πνεύμα το άγιον διδάσκειν πάντας τους (4) εις
Τοcebit omnia *0. Ει sicut Pater operationes in eos το όνομα του Κυρίου πεπιστευκότας , υπ' αυτού του
Jui operationibus suscipiendis digni sunt , dicitur Κυρίου μεμαρτύρηται, ειπόντος : “Ο δε Παράκλη
dividere, itelnque dividere Filius administrationes τος το Πνεύμα το άγιον ο πέμψει ο Πατήρ ( 5),
in digilatilus ministeri : sic dividere etiam dona εκείνος υμάς διδάξει πάντα. Και ώσπερ διαιρείν
in eos qui donis excipiendis digni sunt, perhibetur τα ενεργήματα εις τους αξίους της υποδοχής των
Spiritus sanctus . Divisiones enim donorumsunt, sed ενεργημάτων ο Πατήρ λέγεται, και διαιρείν τας δια.
ident Spiritus : et divisiones ministeriorum sunt, sell κονίας ο Υιός εν τοις της διακονίας αξιώμασιν· ούτω
idem Dominus : et divisiones operationum sunt , sed διαιρείν και τα χαρίσματα το Πνεύμα το άγιον εις
idem est Deus , efficiens omnia in omnibus 81. Vides 5 τους αξίους της τών χαρισμάτων υποδοχής μαρτυ
φuomodo hic quoque Spiritus sancti operatio ope. ρείται. Διαιρέσεις γαρ χαρισμάτων (6) εισιν, το
rationi Patris ac Filii conjuncta sit ? Deinde ex eo
δε αυτο Πνεύμα και διαιρέσεις διακονιών εισιν ,
etiam quod sequitur, divinilas nature sancti Spi . ο δε αυτός Κύριος· και διαιρέσεις ενεργημάτων
ritus amplius declaratur. Quid enim ait3 Sed omnia είσιν , ο δε αύτίς Θεός ( 7) εστιν ο ενεργών τα
hoc efficit unus et idcm. Spirilus, dividens privatim πάντα εν πάσιν. "Οράς πώς και ενταύθα ή του
unicuique, sicuti νult 32 . Nihil aliud ei ascribit, nisi αγίου Πνεύματος ενέργεια συντεταγμένη έστι τη
auctoritati ac dominio adjunctam potestalem. Qua- Πατρός και Υιού ( 8) ενεργεία ; Είτα και εκ του επ
propter in Novo Testamento propheta clamarunt : αγομένου μειζόνως το θείον (9) της φύσεως του αγίου
nec dicit 276 Spiritus sanctus 33. Undeautem scru- Πνεύματος φανερούται. Τί γάρ φησι ; Ταύτα δε
(alio profunlitalarm Dei alest Spiritui ? Quemad- πάντα ενεργεί το εν και το αυτό Πνεύμα διαι
modum, inquit , nemo hominum novit ea que ho- ρούν ιδία εκάστο, καθώς βούλεται. Ουδέν έτερον
minis sunt, nisi spiritus hominis qui est in eo : είς ή αυθεντικής και δεσποτικής εξουσίαν αυτό μαρτυ
el ea que sunt Dei , nemo cognouit, nisi Spiritus ρεί. Διόπερ εν τη Καινή (10) Διαθήκη οι προφήται
Dei 24. Uι enim nullus alienus aut peregrinus in - , κεκράγασι• Τάδε λέγει το Πνεύμα το άγιου . Το δε
ternas anime cogitationes polest inspicere : sie “ ερευνών τα βάθη του Θεού , πόθεν τω Πνεύματι πρόσ
profecto si arcani aliquid cium Deo commune lialiet εστιν ; " Ωσπερ, φησίν, ουδείς οίδεν ανθρώπων τα
Spiritus, cum ab eo neque alienus sit, neque pere » του ανθρώπου ει μη το πνεύμα του ανθρώπου το
grinus, profunda judiciorum Dei perscrutari po. εν αυτώ ούτω και τα του Θεού ουδείς έγνωκεν
test. Praeterea et vita nobis a Deo per Christum ει μή το Πνεύμα του Θεού. Ως γάρ ουδείς αλλό
in sancto Spiritu suppealitatur. Vivifical enin Deus, τριος ουδε ξένος τους ένδον λογισμούςεποπτεύειν δύ
ut aii Paulus : Precipio tibi coram Deo , qui vivi- ναται της ψυχής, ούτω δηλονότι, και εί τι των απορ
fical onmnia 38. Vitain autem largitur Christus : Oves ρήτων κοινωνεί τω Θεώ, ουκ αλλότριον (11) αυτού,
enim mea , inquit, vocem meam audiunt, et ego υι - ουδε ξένον, διερευνάν τα βάθη των κριμάτων του
1am eternaην do illis 86. Vivificalnur itidem per Θεού δύναται . Είτα και η ζωή ημίν από του Θεού δια
Spiritur , quemadmodum aii Paulus : Qui ercitavit Χριστού εν αγίω Πνεύματι χορηγείται. Ζωοποιεί μεν
10 Matth. ΧΧΙΙ,10. 30 Joan. ΧΙV, 26. 211 Cor . ΧΙΙ, 4-6. 32 ibid. 11 . 20 Act. XXI, 11. * 1 Cor. 11
10, 11. 25 1 Τim. VI, 13. 36 Ioan. Χ, 27.
(3) Codex unus et editi διδάσκαλός εστιν. Sed in tio corrigere, Sic ut in Orn libri scripserit το μεγα
aliis quinque codicibus vox estev non legitur. D detov , mujeslas naturæ : sed vereor,ne potius hone
(4) Reg. Secundus διδάσκειν πάντως τούς, omnino : locum corruperit, cum et in editis el in quinque
quæ scriplura non displicet quidem Combelisio , mss. constanter to becoy legaiur. Stalim cilili Zv
sed ita lamen, ut legendum putel, διδάσκειν πάντα και αυτό. Libri veteres εν και το αυτό.
tous, docel ominia , eos, qui, etc. Ail enim testimo- (10 ) Pro Kaivn , in Noro , scriplum inrenimus in
nium paulo post a Basilio allalil ex Evangelio , margine Regii tertii mianu admodum recenti, Ila .
εκείνος υμάς διδάξει πάντα , ille vos docetin omnia, λαιά , in Veteri . Sed quicunque ille fuit, qui ita Seri
clare et aperte exposcere, ut ita legalur. Faleor usii, opinione sua falsis est. Basilius enim respicit
coujecturain viri doctissimi niihi quoque valde adc ad Acia apostoloruin XX1, 11, ubi sic legilir : llac
modum placere : tamen cum edili el sex mss. ha - dicit Spiritus sanctus, virum cujus esl zona hxc, etc.,
beant 01665XELV Távtas tous, docere eos omnes Librarius alius melius de hoc loco judicaveral, qiri
qui, etc., quidquam in coulexlu mutandum non ita notaral in margine Regii secundi, ły tais Ilga
judicavi. ξεσιν, in Actis.
( 5) Codex unus Πατήρ μου . (11) Elili αλλότριον όν. Vox oν in sex niss. deest.
(6) Codices non pauci Διαιρέσεις δε χαρισμάτων. Ηunc locum vertinus ila , ut optious interpres
( 7) Libri aliquot veteres εισί, και ο αυτός Θεός. Ducrus. Haud Ionge Reg. quarius χορηγείται.
( 8) Editi τή του Πατρός και του Υιού. Αι iss. Zωογονεί μεν γάρ ο Θεός... Θεού του ζωογονούν
quinque ulin conlexlu . τος .
( 9) Visum est librario vocem Osiov in Reg . ter.
 605 ADVERSUS EUNOMIUM LIB. III. 666
γάρ ο Θεός , ώς φησι Παύλος Παραγγέλλω σοι εν- Α Christum e mortuis, υivitcabit etiam mortalia cor
ώπιον του Θεού του ζωοποιούντος τα πάντα: ζωήν porn vestra , peo ipsius Spiritum inhabitantem in
δε δίδωσιν ο Χριστός (12) : Τα πρόβατα γάρ, φησί, υobis 37.
τα έμά της φωνής μου ακούουσι, και εγώ ζωήν αιώνιον δίδωμι αυτοίς. Ζωοποιούμεθα δε διά Πνεύ
ματος , ώς φησι Παύλος : Ο εγείρας Χριστόν εκ νεκρών ζωοποιήσει και τα θνητά σώματα υμών
διά του ενοικούντος αυτού Πνεύματος εν υμίν,
5. 'Αλλ' ο πάντα τολμηρός ούτος, και μη υποπτήσ- 5. Verum hic iste cum audeat omnia , neque
σων τον επηρτημένον κίνδυνον τοίς τολμώσι (13) periculum, quod cuilibet blaspliemun aliquod ver
βλάσφημον τι ρήμα εις το Πνεύμα το άγιον αποό- Dumin Spiritum sanctum einmittere audenti impen
ρίψαι, αμέτοχον αυτό θεότητος αποφαίνεται, γράφων det, lineat, experlem eum deitatis pronuntiat , sic
ούτω περί του Πνεύματος : de Spirilu scribens :
ΕΥΝ. Τρίτον τάξει και (14) φύσει, προστάγματα EUN. Tertius ordine el natura , Patris quidem
μεν του Πατρός , ενεργεία δε του Υιού γενόμενον, precepίο , operatione vero Filii factus, tertio Ioco
τρίτη χώρα τιμώμενον , ώς πρώτος και μείζον απάν- Ionoratus , tanquam qui sit primum, omniumque
των , και μόνον τοιούτον του Μονογενούς ποίημα, maximum, el solum hujusmodi opificium Unige
θεότητος και δημιουργικής δυνάμεως απολειπόμενον. Β niti, deitate ac creandi potentia carens.
ΒΑΣ. Ο δε τούτο λέγων έoικε μηδέ τήν θεότητα BAS. Hoc qui dicit , nec deitatem habitare in no
πεπιστευκέναι εν ημίν οικείν (15), του Ιωάννου λέ - Ibis videtur credere, etsi de Deo Joannes dicit :
γοντος περί Θεού· 'Εκ τούτου γινώσκομεν , ότι έν Er hoc scimus, quod in nobis est , eg Spiritu, quem
ημίν έστιν , εκ του Πνεύματος ού ημίν έδωκε : nobis dedit 38 ; et Apostolus : Nescilis φuod templum
και του Αποστόλου : Ουκ οίδατε, ότι ναός Θεού Dei estis, et Spiritus Dei habitat in vobis 39 ? el rursus :
έστε, και το Πνεύμα του Θεού οικεί εν υμίν ; και In quo omnis αdificatio coagmentata crescil in tem
πάλιν: Ενώ η πάσα οικοδομή συναρμολογουμένη plum sanctum in Domino, in quo et.φος cordifcα
αύξει εις ναόν άγιον εν Κυρίω, ενώ και υμείς mini in habitaculum Dei in Spiritu 60. Ιtaque, si
συνοικοδομείσθε εις κατοικητήριον του Θεού εν Deus in nobis per Spiritum habitare dicitur, nonne
Πνεύματι. Ε: τοίνυν εν ημίν ο Θεός ενοικείν λέγεται manifesta impietas est, ipsum Spiritum dicere dei
διά του Πνεύματος , πώς ουχί φανεράς ασεβείας έστιν talis exsortem? Ει, si eos qui virtute perfecti sunt,
αυτό το Πνεύμα λέγειν αμέτοχος της θεότητος ; Και, deos nominamus, perfectio autem est per Spiritum;
ει θεούς ονομάζομεν τους κατ' αρετήν τελείους, η δε quomodo qui alios efficit deos, ille ipse destitulus
τελείωσις διά του Πνεύματος , πως το ετέρους θεο- c deitate est ? Nec vero pium fuerit dicere , ut in ho
ποιούν αυτό της θεότητος απολείπεται ; Αλλά μήν minibus, ita et in Spiritu deilalem que participa
ουδέ ευσεβές , ώσπερ επί των ανθρώπων , ούτω και tione acquisita sit, honorari , non autem natura οι
επί του Πνεύματος, μεθεκτήν λέγειν αυτού τήν θεό- compelere. Qui enim doio efficitur Deus, mut:abi
τητα τετιμήσθαι (16), και ουχί φύσει αυτό συνυπάρ- Iis est nature , quae nonnunquam per negligentiam
χειν. Ο γάρ χάριτι θεοποιούμενος της μεταπτωτής a bonitate excidit. Ιd autem aperte salutaris ba
εστι φύσεως , εξ απροσεξίας ποτε και απορρεούσης plismi repugnal traditioni. Eunles, inquit , baptiante
του κρείττονος . Τούτο δε σαφώς μάχεται τη παρα - in nomine Patris, el Fili, et Spiritus sancti M. Est
δόσει του σωτηρίου βαπτίσματος . Πορευθέντες, φησί, enim baptisma sigillum fidei , ides vero assensus
βαπτίζετε εις το όνομα του Πατρός, και του Υιού, est deitali. Nano credere prius oportet , deinde
πτισμα σφραγίς της πίστεως, η δε πίστις θεότητος ex Domini traditione ,innonnen Patris, et 277 Filii,
βαπτίσματι επισφραγίσασθαι. Το δε βάπτισμα ήμών Patri ac Filio conjunclo , cum deilasin Trinitale
εστι κατά την του (18) Κυρίου παράδοσιν, εις όνομα coupleatur . Νam quidquid extra lios est , id omne
Πατρός και Υιού και αγίου Πνεύματος: ουδενός D conservum est, elianisi maxime ob dignitatum prae.
κτίσματος, ουδε δούλου Πατρί και Υιώ συντεταγμέ - .stantiam alia aliis anteponantur.
νου , ώς της θεότητος εν Τριάδι συμπληρουμένης. Το δε έξω τούτων ομόδουλον άπαν εστί, κάν τα μάλιστα
υπερβολαίς αξιωμάτων άλλα άλλων προτετιμημένα τυγχάνη.
6 . Και μή μου πάλιν τα σοφά ταύτα : 6. Νec milhi rursus sapientia illa verba objicias :
ΕΥΝ. Εάν μή κτίσμα εστίν , ουκούν γέννημα, ή EUN. Si creatura που est , igitur genitura auι
11 Rom. VIII, 11 . 38 . Joan. Πι, 24. 39 ICor . II , 16. 60 Epiles. 11, 21, 22. •1 Μatth. ΧΧVΙΙ , 19.
(12) Pars major librorumveterum δίδωσι Χριστός. risiensi addendam esse ex Regio suo codice existi
Stalin Reg. quariuς φωνής μου ακούει. mavil vir eruditissimus Duckus.
(13) Libri aliquot veteres τους τολμήσασι. (16) Libri aliquot veteres και τετιμήσθαι.
(14) Colices Ποιulli και τάξει και. Εliti προστά- (17) Codices nounulli Πατρός και Υιού και αγίου
γματι μέν. Vocula μέν in majori parle mss. leest. Πνεύματος .
(13) Vox οικείν μου legitur in editione Ven. ne- (18) Codex Colb. κατ' αυτήν την του .
que in antiquis sex libris : sed eain in editione Pa
667 S. BASILII MAGNI 668
ingenius. Unus autem Deus est principio carens Α αγέννητον (19). Eίς δε άναρχος Θεός και αγέννητος.
atque ingenitus. Νeque vero genitura est. Restat Ούτε μην γέννημα. Λείπεται ούν κτίσμα και ποίημα
ergo ut ipse creatura facturaque nomipelur. αυτό ονομάζεσθαι.
BAS. Ego vero , si cuncta judicarem cognitione ΒΑΣ. 'Εγώ δε, ει μεν πάντα διωριζόμην κατα.
nostra comprehendi posse, me fortasse puderet ληπτά ημών είναι τη γνώσει, ήσχύνθην αν ίσως ομο
ignorantiain confiteri. Nunc autem innumera, non λογήσαι την άγνοιαν · νύν δε μυρία (20) ου των εν
solurm ex iis quae nobis in futuro saculo recondui- το μέλλοντα αιώνι αποκειμένων ημίν μόνον, ούτε των
tur, et ex iis que nunc in celis sunt, latent nos: νύν όντων εν τοις ουρανούς αποκέκρυπται, αλλ' ούτε
sed neque ea que in nostro corpore insunt , clare των υπαρχόντων ημίν εν τω σώματι τρανή και αναν
ac evidenler comprehendimus. Exempli causa de τίρρητός εστιν ή κατάληψις. Οίον αμέλει περί της
visu, utrum, dum rerum visibiliumn susceptis ima- όψεως, πότερον εισδεχόμενοι τας εικόνας των κρατών,
giuibus , ita demum objecta percipiamus : et quo- ούτω τας αντιλήψεις ποιούμεθα· και πώς ορων τε
et infiniti maris , ac celi ipsius imago in exigua έτι δε (21) και αυτού του ουρανού η εικών τω βραχεί
nostre pupillie Inensura contineatur : an cum 3 μέτρα της κόρης ημών περιέχεται» η εκπέμποντές
nobis quidpiam emittiinus, idque ad visibilia acce- Β τι παρ' εαυτών, και προσπελάζοντος τούτου τοις
dit, sic cadant sub sensum : el quid id sit et quan- ορατοίς, ούτως αυτών την αίσθησιν έχομεν, και τι
tum ; adeo ut expansum sufficial terra marique, ac εστι τούτο και πόσον , ώστε γη και θαλάσση εξαρκείς
locum inter terrarm el celum intercedenten pe- εφαπλούμενον, και περάν μεν τον μεταξύ γης και
nelret, iino ad ipsum cαlum pervenial , tantagne ουρανού τόπον, αυτώ τε προσβάλλειν τώ ουρανό το
Insventur celerilale , οι αquali tempore et corpus σούτω τάχει κινούμενον, ώστε έν έσω χρόνω τό τε πε
circumpositumn , el stelle que in celo sunt, cogno- ρικείμενον σώμα , και τους εν ουρανό αστέρας κα
scantur. Et quid attinet reliqua dicere ? Ino ipsos τα μανθάνεσθαι. Και τι δεί τάλλα λέγειν (22); Αλλά
nmentis rmolus create an gelierare soleat anima, quis αυτά τα του νου κινήματα , πότερον κτίζειν η γεν
certo dical ? Quid igitur miri fuerit, si quoque de ναν πέφυκεν η ψυχή , τίς αν ακριβώς είπoι; Τί ούν
Spiritu sancto citra ruboreim ignorantiam confitea- θαυμαστών και περί του αγίου Πνεύματος ανεπαι·
mur, et tamen glorificationem , que ei testimonio σχόντως ημάς την άγνοιαν ομολογείν ; τήν μέντοι
invicio tribuitur, persolvasmus ? Eleniin que per αναντιρρήτως αυτή προσμαρτυρουμένην δοξολογίαν
Scripturas Iraduntur, ea ipsum supra creatu- αποδιδόναι ; "Οτι μεν γάρ υπέρ την κτίσιν εστιν,
ranm esse salis nobis demonstrant , quandoquidem c ικανώς ημίν παρίστησι τα διά των Γραφών παραδι
feri non potest, ut id quod sanctificat, et ea que δόμενα (23), επειδή γε αδύνατον της αυτής είναι
Sanctificantur, id quod docet , et ea que docentur, φύσεως τό τε αγιάζουν και τα άγιαζόμενα , το διδά .
id quod revelat, et ea que revelatione indigent, σκον και τα διδασκόμενα, το αποκαλύπτουν και τα
ejusdem sint nature. Nemo autein sic prorsις της αποκαλύψεως προσδεόμενα. 'Αγέννητον δε ουδείς
demens est, ut alium przeler Deum universoruin ούτως έξω τπαντελώς εστι του φρονείν, ώστε τολμή
audeat ingenitum appellare , at neque Filiunυ, σαι έτερον πλήν του Θεού των όλων προσαγορεύσαι,
quod unus sit Unigenitus. Quoιnodo igitur euro αλλά μήν ουδέ Υιον , το ένα είναι τον Μονογενή . Τι
vocari oportet ? Spiritum sanctum, Spiritum Dei, oύν αυτό χρή καλείν (24) ; Πνεύμα άγιον, και Πνεύμα
Spiritu Verilalis, qui inittitur a Deo, suppedi- Θεού , και Πνεύμα αληθείας , αποστελλόμενον παρά
tatur per Filium : non servum , sed sanctum, bo- Θεού, διά Υιού χορηγούμενον, ου δούλον, αλλ' άγιον,
num, principalem, Spiritum vivificantem, Spiritum αγαθόν, ηγεμονικόν • Πνεύμα ζωοποιούν, Πνεύμα
adoptionis, omnium quc Dei sunt guarum. Sic pro- υιοθεσίας, επιστάμενον πάντα τα του Θεού . Ούτω δή
fecto in Trinitate conservabitur unilatis ralio , si και έν (23) τη Τριάδι και της μονάδος διασωθήσεται
unum Patrem, unun Filium, unum Spiritum san- λόγος , ένα μεν Πατέρα ομολογούντων, και ένα Υιον,
D και εν Πνεύμα άγιον .
7. Jamvero aferunt argumenta , quibus deinon- 7. Κομίζουσι δε αποδείξεις, προς το κτίσμα ειρή
strenι Spiritum sanctum dictum fuisse creaturaln : σθαι το Πνεύμα το άγιον, μίαν μεν εκ του προφήτου
unum quidem ex propheta dicenle: Qui firmat Ioni- λέγοντος· Ο στερεών βροντήν, και κτίζων πνεύμα
truum, el creaι spiritum15 : alieruin 278 veroes Evan- ετέραν δε την εκ του Ευαγγελίου ότι, Πάντα δι' αι
45 Amos IV , 15 .

(19) Editio Paris . αγέννητον. Αλλ' ουκ αγέννητος .
Είς γάρ. Editio Ven. et quinque Inss. ila , ut edidi-
γέννημα , etc ., usque ad verba Basilii , nec in nostro
codire Colbertino, nec apud Fabricium legitur.
(20) Ita mss. antiquiores et edili. Alii ires mss.
Regii την άγνοιαν · επειδή δε οίδα μυρία... αποχε
xpúbal, et ila leyeral interpres.
( 1) Editi έτι δή. Αι υss. quatuor έτι δε.
(22) Codex Colb. Και τι δεί πολλά λέγειν; Αlii
uidam Inss. τα άλλα . Μox editi θαυμαστόν ή και.
και.
(23) Reg. quartus Γραφών παραδεδομένα.
124) Pars ' inajor librorum antiquorum xpiat
γειν.
(25) Editi Ούτω δ' αν και εν. Reg. tertius et Colb.
ut in contextu .
669 ADVERSUS EUNOMIUM LIB . III. 670
του εγένετο. Ήμείς δε τον προφητικόν λόγον ουκ εις A gelio : Omnia per ipsum facta sunt a. At prophe
το Πνεύμα το άγιον, αλλ' εις την κοινήν ταύτην εicum dictum non ad sanctum Spiritum, sed ad
πνοήν, το τού αέρος πνεύμα, πεπείσμεθα φέρειν. communem hunc latum, aeris videlicet spiritum ,
Δήλον δε εκείθεν. Ου γαρ είπεν, Ο κτίσας πνεύμα, credimus pertinere . Quod inde palet. Non enim
αλλ' Ό κτίζων πνεύμα. Ως γάρ ή βροντή ουκ εν dixit , Qui creavit spiritum, sed, Oui creat spiritum.
υποστάσει τινί εστι σωματική άπαξ κτισθείσα, αλλ' Quemadmodum enim Ionitruum ubi seinel est crea
άει προς το του Θεού βούλημα επί φόβω των ανθρώ- tum, in substantia quadam corporali non est ; sed
πων ενεργουμένη γίνεσθαι και διαλύεσθαι πέφυκεν, semper voluntate Dei ad terrendos homines pro
ούτω και το πνεύμα (26) • νύν μεν γίνεται δίκην ductum, fieri ac dissolvi solel : ita el spiritus nunc
ποταμού ρέοντος του αέρος : πάλιν δε παύεται ατρε- quidem it, fuente instar fluminis aere: rursus vero
μούντος του πρότερον κινουμένου , κατά το βούλημα cessat tum, cum quod prius movebatur quiescit ,
του τα πάντα επί σωτηρία και συστάσει των όλων secundum voluntatem ejus , qui ad universorum
οικονομούντος ώστε διά πάσης της κτίσεως, έκ τε incolumilalem conservationeroque gubernal omnia,
βροντών και ανέμων και της λοιπής δημιουργίας τον ut per omnem creaturam et Ionilruis et ventis et
δημιουργών αναγγέλλεσθαι. Διόπερ μετά το ειπείν ' reliquis operibus conditor annuntietur . Quapropter
“ Ο στερεών βροντήν , και κτίζων πνεύμα, φη- B postquam dixit : Quί firmat Ionitruum et creat spi
σίν. Και απαγγέλλων τοις ανθρώποις τον Χρι- ritum , ait : Ει qui annuntial hominibus Christum
Θεού τους δυναμένοις εξ αυτών τήν του δημιουργού qui ex ipsis possunt conditoris artem estimare : sic
τέχνην αναλογίζεσθαι, ούτω και βροντής ήχοι, και etiam lonitrui fragor ac spirituuin motas conditorem
πνευμάτων κινήσεις , τον δημιουργών αυτών ανα- suum praedicant. Fortasseautem hoc ipsum prophelia
κηρύττουσι. Τάχα δ' αν τούτο και προφητεία είη , est, quæ ad Dominiincarnationem spectat ; siquidem
προς την ενανθρώπησιν του Κυρίου φέρουσα : VOX que de celo facta est , Ionitruum esse vide
ότε η μεν φωνή , η γενομένη (27) εξ ουρανού, batur audientibus 67 : quam Deus et Pater emisil,
βροντή έδόκει τους ακούσασιν είναι, ήντινα αφήκεν ut per eam Christum hominibus annuntiaret. Spi
ο Θεός και Πατήρ , ώστε δι' αυτής αναγγείλαι ritus autem qui excitati sunt, et mare confurba
τον Χριστόν τους ανθρώπους: τα δε πνεύματα τα runt, sed postmodum quieverunt jussu Domini, vel
κινούμενα , και την θάλασσαν συνταράσσοντα, είτα ipsi ejus Christurm hominibus palam annuntia
κοπάσαντα το προστάγματα του Κυρίου , σαφώς και bant 48. Αι vero illud, Omnia peripsumfacίαsunt ,
αυτά ανήγγειλε τους ανθρώπους τον Χριστόν αυτού . nequaquam creatum esse Spiritum sanctum nobis
Το δε, Πάντα δι' αυτού εγένετο, ουδαμώς ημίν κτι- 4 ostendit, quasi Spiritus una cum omnibus nuniere
στόν είναι το Πνεύμα το άγιον παρίστησιν, ως συν- tur. Εtenim si unus est Spiritus sanctus et solus,
αριθμουμένου τοις πάσι του Πνεύματος. Ει γάρ έν quomodo qui singularis cujusdam nature est, una
Πνεύμα άγιον και μόνον, πώς και της μοναδικής εστι cum omnibus comprehendi potest ? Ει neumo putlet
φύσεως, τοις πάσι συμπαραλαμβάνεσθαι δύναται ; Δypostasio alboleri, si Spiritumn creaturam esse
Γαι μηδείς οιέσθω αθέτησιν είναι της υποστάσεως negemus. Νam pie mentis est, que a Scripturis
την άρνησιν του κτίσμα είναι το Πνεύμα. Ευσεβούς Sanctis reticentur, ea vereri de Spiritu sancto di
γάρ έστι διανοίας τα αποσιωπηθέντα εν ταις αγίαις cere : credere vero notitiam ejus , atque accuria
Γραφείς ευλαβείσθαι επιφημίζειν τώ αγίω Πνεύματι, 1am comprehensionem in futurum seculum nobis
πεπείσθαι δε την εμπειρίας αυτού και ακριβή κα- reservari, cum, tempore hoc, in quo veritas per
τάληψιν εις, τον ύστερον ημίν αποκείσθαι αιώνα , speculum el enigma videtur 50, transacto, earn con
όταν, διαβάντες το δι' εσόπτρου και αινίγματος οράν templationem quae ad faciem est fuerimus consc
την αλήθειας, της προς πρόσωπον θεωρίας άξιω- D culi.
θώμεν (28).
» Joan.1, 5. * Amos IV, 13. 8 ibid. 46 Psal, XVI, 2. 7 Joan. Χ1, 29. 68 Matth. VII, 24, 27.
60 Joan. 1, 3. 50 1Cor. Xu, 12.
(26 ) Vocem tveŪua pro vento hic accipi debere, vwv. 'Auýv. In Christo Jesu Domino nostro, cum
vident, opinor, onines ; nec aliter accipienda est quo gloria esl Palri et Spirilui sancio , nunc el sem
per, el in sacula sæculorum . Amen . Sed hæc verba ,
( 27) Editi ή γινομένη... ακούουσιν. Αntiqui qua . εν τω Χριστώ Ιησού et que sequuntur omnia, που
tuor libri ita ut in contexlu legi polest. Antigui duo leguntur nelle in edizione Ven . neque in codici
ουρανού
Tilbri98)proEditi habenι ουρανών. bus antiquioribus, nec dubium habeo quin sint ad .
( αξιωθώμεν, εν τώ Χριστώ Ιησού τω ditamenta librariorum, ob idque delenda esse
Κυρίω ημών, μεθ' ού δόξα τω Πατρί και το αγία existinav
Πνεύματι νυν και αεί και εις τους αιώνας των αιώ
671 S. BASILII MAGNI

279 MONITUM .

Jam diximus non deesse qui hos ultimos duos libros revocent in dubium : sed perpaucos inveniri, no
que eos suam opinionem rationibus satis firmis stabilire ; ob idque adversam opinionem ita vicisse , ut
eam omnes uno consensu amplexi sint, Rursus monere juvat, id argumentum in Præfatione sub finem
Jiligentia quam licuitmaxima tractari.

ΤΟΥ ΑΥΤΟΥ ΑΝΤΙΡΡΗΤΙΚΟΣ

Και κατά Ευνομίου απορίαι (29) και λύσεις εκ των θεοπνεύστων Γραφών , εις τα αντιλεγόμενα
περί του Υιού εν τη Καινή και Παλαιά Διαθήκη,
ΛΟΓΟΣ Δ .

EJUSDEM SERMO CONFUTATORIUS

El contra Eunomium difficultates ac solutiones ex divinis Scripturis , circa ea quæ es
adverso proferuntur de Filio , in Novo ac Veleri Testamento ,
LIBER QUARTUS,
1 . Si Filius natura Deus est, Deus auteum est et Α 1 . Ει φύσει Θεός ο Υιός , Θεός δε φύσει και ο Πα
Pater natura : non aliter Filius Deus est, aliter τήρ, ουκ άλλως Θεός ο Υιός , ετέρως δε ο Πατήρ,
Paler,