Professional Documents
Culture Documents
Elizabet
Zij was al heel oud toen ze haar kindje kreeg. Ze dacht dat ze geen kinderen meer
kon krijgen. Daarom zag zij de geboorte van haar zoon als een geschenk van God.
Haar zoon was Johannes de doper, die Jezus gedoopt heeft in de Jordaan.
Engel
In de bijbel zijn engelen de vertegenwoordigers van God. Zij zeggen wat God aan
de mensen wil zeggen. Deze speciale aankondiging van de geboorte van Jezus
toont aan dat Hij een unieke relatie met God heeft en bij God hoort vanaf het
allereerste begin van zijn leven.
Gabriël
De naam ‘Gabriël’ betekent ‘Man van God’. Echt wel een goed gekozen naam
voor een engel.
Nazaret
een ‘stadje’in het halfheidense Galilea, staat in contrast met Jeruzalem, de heilige
stad, waar Zacharias op de meest heilige plaats , de tempel, de engel heeft
ontmoet. Betekenis: God laat zich ook kennen in het doodgewone, het
onopvallende.
David
Dé grote koning van de joden. Zij herinneren zich zijn tijd als een gouden tijd: voor
het eerst zwierf het volk niet meer, had het een vaste stek gevonden. Lucas vindt
het belangrijk om die verre voorouder van Jozef te vernoemen omdat hij Jezus in
de lijn en in de uitstraling van David wil plaatsen.
Genade
Dit is de liefde van God, die elke mens krijgt als een groot cadeau.
Zoon
Met zoon wordt niet alleen bedoeld: kind van zijn vader, maar ook: hij die
realiseert van zijn vader wilt, wat zijn vader hem opdraagt.
Jezus
Deze naam is de Latijnse vorm van de veel voorkomende joodse jongensnaam
Jehoshua, of Jozua. Een vreemde, aparte naam is het dus zeker niet! De naam
'Jezus' betekent 'God zal bevrijden'. In deze naam ligt de vervulling van het
eeuwenoude verlangen naar een Messias.
Vul de volgende woorden in op de goede plaats:
hulp - Elisabet - mensen - engel - Nazaret - God - zoon - zorgen
De ..............Gabriël komt bij Maria. Hij is door ................. gezonden. Hij zegt: 'Je
zult een ....................... krijgen. Hij zal de verlosser van de ..........................zijn.' De
engel zegt ook dat .................... een kindje verwacht. Elisabet is de nicht van
Maria. Maria denkt: 'Ik zal voor mijn nicht .................................... Elisabet is al wat
ouder en kan mijn ........................best gebruiken. En Maria gaat op weg
van ....................... naar de stad waar Elisabet woont. Ze blijft er drie maanden.
M .......................................................................................................
A............................................................................................................
R............................................................................................................
I ............................................................................................................
A ..........................................................................................................
Welke naam moest Maria van de engel Gabriël aan haar kindje geven?
....................................................................................................................................
....................................................................................................................................
...................................................................................................................................