You are on page 1of 4

Vandaag, 25 maart, vieren we een grote feestdag gewijd aan de Maagd Maria die

we noemen Aankondiging van de Heer of Maria Boodschap.

God stuurde de engel Gabriël naar Nazaret, een stad


in Galilea. Elisabet was toen zes maanden
zwanger. De engel ging naar Maria, een jonge
vrouw die zou gaan trouwen met Jozef. Jozef
kwam uit de familie van koning David. De
engel zei tegen Maria: ‘Ik groet je, Maria. God
heeft jou uitgekozen. Hij zal bij je zijn.’ Maria
schrok van de woorden van de engel. Ze vroeg
zich af wat hij bedoelde. Toen zei de engel
tegen Maria: ‘Je hoeft niet bang te zijn, Maria.
God heeft je uitgekozen voor iets moois. Je
zult zwanger worden en een zoon krijgen. Je
moet hem Jezus noemen. Jezus zal heel
belangrijk zijn, hij zal Zoon van de allerhoogste
God genoemd worden. En God, de Heer, zal
hem koning maken, net zoals zijn voorvader
David dat was. Jezus zal voor altijd koning van Israël zijn. Aan zijn macht komt
geen einde.’ Maria zei tegen de engel: ‘Maar ik slaap nog niet met een man. Hoe
kan ik dan zwanger worden?’ De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal bij je
komen. En door de kracht van de allerhoogste God zul je zwanger worden.
Daarom zal jouw kind bij God horen, en zal hij Zoon van God genoemd worden.
Ook je familielid Elisabet krijgt een zoon. Iedereen dacht dat zij geen kinderen kon
krijgen. Maar nu is ze al zes maanden zwanger, terwijl ze toch al oud is. Voor God
is alles mogelijk!’ Maria zei: ‘Ik wil God dienen. Laat er met mij gebeuren wat u
gezegd hebt.’ Toen ging de engel weg

Stilstaan bij ...

Elizabet
Zij was al heel oud toen ze haar kindje kreeg. Ze dacht dat ze geen kinderen meer
kon krijgen. Daarom zag zij de geboorte van haar zoon als een geschenk van God.
Haar zoon was Johannes de doper, die Jezus gedoopt heeft in de Jordaan.
Engel
In de bijbel zijn engelen de vertegenwoordigers van God. Zij zeggen wat God aan
de mensen wil zeggen. Deze speciale aankondiging van de geboorte van Jezus
toont aan dat Hij een unieke relatie met God heeft en bij God hoort vanaf het
allereerste begin van zijn leven.

Gabriël
De naam ‘Gabriël’ betekent ‘Man van God’. Echt wel een goed gekozen naam
voor een engel.

Nazaret
een ‘stadje’in het halfheidense Galilea, staat in contrast met Jeruzalem, de heilige
stad, waar Zacharias op de meest heilige plaats , de tempel, de engel heeft
ontmoet. Betekenis: God laat zich ook kennen in het doodgewone, het
onopvallende.

David
Dé grote koning van de joden. Zij herinneren zich zijn tijd als een gouden tijd: voor
het eerst zwierf het volk niet meer, had het een vaste stek gevonden. Lucas vindt
het belangrijk om die verre voorouder van Jozef te vernoemen omdat hij Jezus in
de lijn en in de uitstraling van David wil plaatsen.

Genade
Dit is de liefde van God, die elke mens krijgt als een groot cadeau.

Zoon
Met zoon wordt niet alleen bedoeld: kind van zijn vader, maar ook: hij die
realiseert van zijn vader wilt, wat zijn vader hem opdraagt.

Jezus
Deze naam is de Latijnse vorm van de veel voorkomende joodse jongensnaam
Jehoshua, of Jozua. Een vreemde, aparte naam is het dus zeker niet! De naam
'Jezus' betekent 'God zal bevrijden'. In deze naam ligt de vervulling van het
eeuwenoude verlangen naar een Messias.
Vul de volgende woorden in op de goede plaats:
hulp - Elisabet - mensen - engel - Nazaret - God - zoon - zorgen

De ..............Gabriël komt bij Maria. Hij is door ................. gezonden. Hij zegt: 'Je
zult een ....................... krijgen. Hij zal de verlosser van de ..........................zijn.' De
engel zegt ook dat .................... een kindje verwacht. Elisabet is de nicht van
Maria. Maria denkt: 'Ik zal voor mijn nicht .................................... Elisabet is al wat
ouder en kan mijn ........................best gebruiken. En Maria gaat op weg
van ....................... naar de stad waar Elisabet woont. Ze blijft er drie maanden.

Bidden tot Maria

De kinderen spreken in eigen woorden tot Maria.


Of:
Ze maken een eigen gebed waarbij elke nieuwe zin begint met een andere
letter van de eigennaam van Maria:

M .......................................................................................................
A............................................................................................................
R............................................................................................................
I ............................................................................................................
A ..........................................................................................................

Welke naam moest Maria van de engel Gabriël aan haar kindje geven?
....................................................................................................................................
....................................................................................................................................
...................................................................................................................................

- Waarom moet Maria precies deze naam geven? Is het


omdat.............................. ..........................................................................................
....................................................................................................................................
....................................................................................................................................
....................................................................................................................................
..........................................

You might also like