Professional Documents
Culture Documents
1. Inleidingsoefeningen
A. Brainstorming
Waaraan denk je als je het woord geluk leest? Schrijf hieronder alle woorden
waaraan je kan denken die een verband hebben met het thema geluk. Je krijgt 3
minuten. Kom ze dan op het bord schrijven en wees klaar om met elk woord een
coherente zin te maken.
4. Eerlijkheid …
a. Vind je het soms moeilijk om eerlijk te zijn?
b. Vind je dat je vrienden en vriendinnen altijd eerlijk zijn?
c. Heeft dat invloed op je relatie met hen en op je eigen gedrag?
5. Aandacht ...
a. Heb je aandacht voor wat anderen voelen?
b. Hoe reageer je op de gevoelens van je vrienden of vriendinnen?
c. Praat je er gemakkelijk over?
2. Woordenschatoefeningen
afwijken (week af, afgeweken) – de indruk hebben (dat) – het onderwerp - net als –
benieuwd zijn (naar) – ten opzichte van (t.o.v.) – van een leien dakje lopen – pech
hebben – omringen – het standpunt – een overzicht
De volgende citaten werden in twee gesplitst. Breng de stukjes citaten terug bij elkaar.
1 Een man die zijn tegenstander geluk wenst a We glimlachen zachtjes om het
na een nederlaag, geluk.
2 Om het geluk in de liefde te leren kennen b iets te doen te hebben, iets om
van te houden, en iets om voor te
hopen.
Zet de woorden terug onder de passende foto’s en schrijf vervolgens een coherente tekst
met ten-minste 10 van de hier onderstaande woorden of uitdrukkingen:
een goed loon verdienen – ruzie – verwend worden – in een luxe sportauto rijden –
onveiligheid – ziektes – rampen – armoede – verbondenheid –hongersnood – geweld –
oorlogen – altijd goedgezind zijn – erkend worden – trouwe vrienden – optimistisch
zijn – veel zakgeld krijgen – met vrienden uitgaan – goede resultaten behalen – verlies
– elektronische snufjes bezitten – een positief zelfbeeld – veel vrije tijd hebben – op
wereldreis gaan – lieve ouders – een boeiende baan – zelf mogen kiezen – beroemd
worden – een knus woninkje – glimlachen