You are on page 1of 44

Certificaten en wetgeving

Alle informatie, bijlages en nog meer aanvullende informatie staat ook op:
Cumlaude: 4.Marine engeering/ certrificaten
1
Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................3
Historie...................................................................................................................................................3
Wie legt de regels op?............................................................................................................................4
IMO........................................................................................................................................................4
International Labour Organization (ILO).................................................................................................9
Vlaggenstaat...........................................................................................................................................9
Codes (regels) en certificaten (keuringsbewijzen)................................................................................10
Nederlandse wetgeving........................................................................................................................11
Lokale voorschriften.............................................................................................................................13
Klasse bureau.......................................................................................................................................13
Certificaten Algemeen..........................................................................................................................14
Certificaten index.................................................................................................................................14
Survey regels........................................................................................................................................17
Rapporten............................................................................................................................................18
Machine certificaat...............................................................................................................................25
Droogdok..............................................................................................................................................26
Type droogdok.....................................................................................................................................27
Werk tijdens dokking............................................................................................................................29
Port state control (PSC)........................................................................................................................33
Filmpjes................................................................................................................................................34
Vragen..................................................................................................................................................35
Bron vermelding...................................................................................................................................35
Bijlage 1 : Voorbeeld certificaten lijst...................................................................................................36
Bijlage 2: ABS Rules 2011, Part 7..........................................................................................................39
Bijlage 3: voorbeeld machinery rapport..............................................................................................39
Bijlage 4: voorbeeld status rapport.....................................................................................................39
Bijlage 5: voorbeeld survey rapport.....................................................................................................39
Bijlage 6: INTERNATIONAL SEWAGE POLLUTION PREVENTION CERTIFICATE.......................................40
Bijlage 7: VoorbeeId scheepssurvey rapport HWTK.............................................................................41
Bijlage 8: Diverse documentatie Lloyd’s:.............................................................................................43
 ISM an ISPS pocket checklist.....................................................................................................43
 Maintenance guide checklist....................................................................................................43
 Port state inspections pocket checklist.....................................................................................43
 ILO MLC pocket checklist..........................................................................................................43
 Rules and Regulations for the Classification of ships................................................................44
2
Bijlage 9: Overige documenten............................................................................................................44
 Scheeepvaartrecht voor zeeschepen, R. A. van Hessem..........................................................44

Inleiding
Er zijn erg veel voorschriften en regels om de scheepvaart veilig te houden. Regels kunnen zowel
internationaal, nationaal of regionaal zijn. Ook bij het veiligheidsdoel kun je kijken naar kosten,
veiligheid bemanning en omgeving en het milieu.
In dit hoofdstuk willen we vooral kijken naar de technische kant van de voorschriften.

Historie
Scheepseigenaren wilde in het verleden hun schepen ook gaan verzekeren, om de risico’s goed te
kunnen beoordelen is als één van de eerste organisaties Lloyd's Register opgericht in 1760 met als
doel het beoordelen en classificeren ( is keuren) van schepen van de handelsvloot.
Classificatiebureaus geven regels en voorschriften uit voor de bouw , onderhoud en de uitrusting van
schepen. Zij houden toezicht op de bouw en volgen de levensloop van een schip door periodieke
controle.
Door deze beoordeling kunnen verzekeraars hun risico's beter overzien en beheersen. Lloyd’s is nog
steeds de meest toonaangevende organisatie voor het classificeren van schepen.

Tegenwoordig zijn er meer dan 50 classificatiebureaus, waaronder de grote drie: Lloyd's Register
(LR), Det Norske Veritas- Germanischer Lloyd (DNV-GL) en American Bureau of Shipping (ABS).

Er is een overkoepelende organisatie, de International Association of Classification Societies, (IACS)


die in Londen het overkoepelend orgaan is van 12 classificatie bureaus is. IACS werd opgericht door
de 7 belangrijkste bureaus op 11 september 1968. De huidige leden zijn :

 Lloyd’s Register of Shipping (LR)


 Det norske Veritas en Germanischer Lloyd zijn na fusie DNV-GL geworden
 American Bureau of Shipping (ABS)
 Bureau Veritas(BV)
 Registro Italiano Navale (RINA)
 China Classification Society (CCS)
 Croatian register of shipping ( CRS)
 Korean register of shipping (KR)
 Nippon Kaiji Kyokai (NK)
 Polish register of shipping (PRS)
 Russian Maritime Register of shipping
 Indian Register of Shipping (IRS), is een soort aspirant lid.
3
IACS is de enige niet-gouvernementele organisatie met waarnemer status die regels mag ontwikkelen
en toepassen in de IMO, ( internationale Maritieme organisatie) . De status van de ontwikkelde regels
is vastgelegd in de International Convention for the Safety of Life at Sea (SOLAS).

Oorspronkelijk richtten de classificatiebureaus zich op alles wat met de veilige vaart te maken had
voor schip, opvarenden en lading. Dit gold onder meer voor:

 de sterkte van de scheepsromp


 de toestand van de uitrusting en de machinerie
 voorschriften voor de maximale diepgang en de schottenindeling
 voorschriften voor onder andere de belading, bevelvoering en navigatie
In de loop der jaren zijn de laatste twee punten overgenomen door de lokale wetgevers, later
internationaal onder de Internationale Maritieme Organisatie.

De IACS heeft een aantal handleidingen gemaakt met instructies voor keurmeesters (surveyors) voor
het uitvoeren van een keuring (survey). Zo’n keuring kan te maken hebben met nieuwbouw,
reparatie of herkeuring, van verschillende schepen of off- shore installaties.

Elke vlaggenstaat stelt eisen aan zaken als stabiliteit, veiligheid en milieu. Vaak worden
classificatiebureaus geautoriseerd om deze zaken te controleren. In Nederland werd dit geregeld
door de Inspectie Leefomgeving en Transport, voorheen de Scheepvaartinspectie, die hiervoor zeven
bureaus heeft erkend.

Wie legt de regels op?


Er zijn veel organisaties die zich met de regelgeving bemoeien, en waarvan uit voorschriften
voortkomen. De regels moeten wel door nationale overheden worden goedgekeurd. Dit geldt ook
voor regels van de IMO en ILO, welke beide onder de UN ( United Nations) vallen.
Regels van een klasse bureau kunnen apart worden opgelegd.

IMO

De International Maritime Organization (IMO) , doet voorstellen voor voorschriften voor veiligheid
en milieu. Ook juridische zaken worden hier geregeld (kosten). De IMO is in 1948 opgericht en er zijn
nu 171 landen lid van. Bijeenkomsten zijn er om de twee jaar, en er zijn diverse commissies die
technische voorstellen doen die na goedkeuring worden ingevoerd.

Pas na de ramp met de Titanic in 1912 kwam het tot verdere internationale veiligheidseisen voor de
scheepvaart. Tot dan toe had ieder land zijn eigen wetgeving met betrekking tot het ontwerpen,
bouwen en uitrusten van schepen. Hierin kwam verbetering met het SOLAS-verdrag uit 1914. Dit
behandelde echter nog niet alle onderwerpen die aan bod waren gekomen tijdens de conferentie
van 1889. Het zou echter duren tot de oprichting van de Verenigde Naties voor het zover kwam. Op 6

4
maart 1948 werd op een internationale conferentie in Genève met het IMCO-verdrag de
Intergouvernementele Maritieme Consultatieve Organisatie (IMCO) formeel opgericht. Het duurde
echter tien jaar voordat voldoende landen dit verdrag geratificeerd hadden, zodat het pas op 17
maart 1958 in werking trad, enkele maanden voor het in werking treden van het OILPOL 54-verdrag,
de voorloper van het MARPOL-verdrag.
Vanaf dan begon de organisatie verdragen af te sluiten die de overige agendapunten van de
conferentie van 1889 omvatte. De organisatie bezat geen rechtspersoonlijkheid en had een
consulterende functie. De eerste grote actie was het tot stand brengen van een nieuw SOLAS-
verdrag. Door de jaren heen is SOLAS gewijzigd, aangepast aan de moderne inzichten en de nieuwe
mogelijkheden van de techniek. Het ongeluk met de tanker Torrey Canyon op 18 maart 1967, waarbij
119.000 ton Kuwait crude (aardolie) in het water kwam, zette het vervuilingsprobleem hoog op de
agenda. De genomen maatregelen richtten zich echter niet op het voorkomen van rampen, maar op
het verminderen van operationele vervuiling. Een en ander resulteerde in 1973 in het MARPOL-
verdrag, die voordat het in 1983 van kracht werd in 1978 werd aangevuld met een protocol tot
MARPOL 73/78. Het ongeval met de Torrey Canyon was ook de aanzet om zich om te vormen tot
IMO, International Maritime Organization, een organisatie met rechtspersoonlijkheid. Dit vond plaats
in 1982. Tegenwoordig beheert de IMO zo'n 30 verdragen, onderverdeeld in veiligheid, milieu,
aansprakelijkheid en compensatie en overige verdragen. Daarnaast bestaat er een vergelijkbaar
aantal codes, waarvan het merendeel de bepalingen uit het SOLAS verdrag nader specificeren.

Het hoogste orgaan van de organisatie is de Algemene Vergadering (Assembly, A) waarin alle 171
leden zitting hebben. De Algemene Vergadering komt eens in de twee jaar bijeen en is
verantwoordelijk voor het goedkeuren van het programma en het vaststellen van het budget. Als het
nodig is kan er ook een buitengewone vergadering bijeengeroepen worden. Verder kiest de
Algemene Vergadering ook de leden van de Raad (Council, C).

De Raad, bestaande uit 40 leden, is verantwoordelijk voor het werk van de organisatie. Zij voeren het
werk uit van de Algemene Vergadering, behoudens het adviseren van overheden.

5
Naast de Algemene Vergadering en de Raad zijn er nog een vijftal commissies:
 Maritime Safety Committee (MSC),
 Marine Environment Protection Committee (MEPC),
 Legal Committee (LEG
 Technical Co-operation Committee (TC)
 Facilitation Committee (FAC).

Verder zijn er nog subcommissies die de commissies ondersteunen met hun werkzaamheden.

De Maritieme Veiligheidscommissie of Maritime Safety Committee (MSC) is het hoogste technische


orgaan van de Organisatie.

Het doel van de Commissie voor maritieme veiligheid is om "alle aangelegenheden binnen de
werkingssfeer van de Organisatie te voorzien van regelingen voor de navigatie, de bouw en uitrusting
van schepen, de bemanningseisen vanuit veiligheidsstandpunt. Regels ter voorkoming van
aanvaringen, het hanteren van gevaarlijke ladingen, maritieme veiligheid vereisten en procedures.
Standaardisering hydrografische informatie, logboeken en navigatierecords. Ongeval onderzoeken,
berging en redding en andere zaken die direct van invloed van de maritieme veiligheid".

Deze MSC commissie heeft 7 subcommissies:

 Sub-Committee on Human Element, Training and Watchkeeping (HTW);


 Sub-Committee on Implementation of IMO Instruments (III);
 Sub-Committee on Navigation, Communications and Search and Rescue (NCSR);
 Sub-Committee on Pollution Prevention and Response (PPR);
 Sub-Committee on Ship Design and Construction (SDC);
 Sub-Committee on Ship Systems and Equipment (SSE);
 Sub-Committee on Carriage of Cargoes and Containers (CCC).

6
Vaak wordt het specialistische werk door de commissies uitbesteed aan de subcommissies die
concept-resoluties opstellen. Dit wordt voorgesteld aan de commissies en de Algemene Vergadering
die er wijzigingen in kunnen aanbrengen. Resoluties worden dan vervolgens opgebracht door de
Algemene Vergadering, de Raad of de commissies.

Als tussen de landen een akkoord is bereikt liggen de data en voorwaarden van aanvaarding vast.
Landen kunnen daarna tot een bepaalde datum bezwaar uiten; als het benodigde aantal, dat vooraf
vastgesteld is niet behaald wordt, wordt de wet- of regelgeving ingevoerd.
Een voorbeeld is de SOLAS contvention van 1974 geweest, deze moest door minimaal 25 staten en
minimaal 50% van het wereldwijde gross tonnage hadden goedgekeurd worden. Voor andere
conventies kunnen andere eisen gesteld worden, deze liggen vast in het voorstel.

Vervolgens moet de conventie verplicht opgenomen worden in de wetgeving van de aangesloten


landen.
De reden hiervoor is dat het verdrag alleen handhaafbaar is en er gesanctioneerd kan worden, als het
is opgenomen in de nationale wetgeving.

De IMO en ILO voorstellen zijn onderdeel van het VN-zeerechtverdrag hierin worden de rechten
aangegeven van kuststaten in hun maritieme rechtsgebieden, de territoriale wateren, de
aansluitende zone en de exclusieve economische zone. Het is echter vooral de vlaggenstaat die
regelgeving invoert en toeziet op de naleving daarvan.
Elke staat heeft daardoor verschillende belangen. Een staat met een grote vloot en een relatief klein
kustgebied zal de nadruk leggen op de belangen van die vloot, terwijl andersom de belangen van de
kustwateren en havens de boventoon zullen voeren.
Door de opkomst van de goedkope vlag kan een land met veel rederijen relatief weinig schepen
onder zijn vlag hebben varen, maar daar wel een economisch belang bij hebben. Andere belangen
zijn die van landen met veel scheepsbouw of scheepssloop, landen die veel bemanningen leveren en
landen die een belangrijk aandeel leveren in de financiering van de scheepvaart.
Al deze verschillende belangen hebben hun invloed op het ontwerp van de regelgeving door de IMO.

Gezien het moeizame proces van ratificeren is de IMO overgegaan op een beleid van stilzwijgende
aanvaarding bij amendementen. Dit betekent dat deze wijzigingen van kracht worden als binnen een
bepaalde periode geen bezwaar is ontvangen van een minimumaantal landen. Dit heeft het proces
van ratificatie aanmerkelijk verbeterd.

7
8
Elk zeegaand handelsschip van 100 ton en groter heeft een IMO-nummer

International Labour Organization (ILO)


International Labour Organization (ILO) – Is één van de oudste onderdelen van de UN organisaties
en geeft voorschriften voor de leefomstandigheden aan boord , minimum salaris, voorkomen
ongevallen, arbeids- en rusttijden, medisch zorg en voeding.

Bij het dagelijks werk aan boord zul je het meeste te maken krijgen met de rusttijden. Belangrijkste
regel voor iemand ouder dan 18 jaar zijn:
 Minimaal 10 uur rust per 24 uur
 Rust mag niet over meer dan twee periodes verdeeld worden, waarvan één periode
minimaal 6 uur moet zijn.
 Periodes van rust mogen niet meer dan 14 van elkaar liggen, ( max. werktijd dus 14 uur
achter elkaar).
 Na 6 uur werk is pauze van kwartier verplicht
 Per week moet minimaal 77 uur gerust zijn.

In noodgevallen mag er van de regels worden afgeweken, maar alarmen of werkzaamheden tijdens
stille wacht tellen wel als werktijd. Stille wacht is het toezicht houden op de machinekamer als er
niemand in de machinekamer aanwezig is .

Vlaggenstaat
Geschiedenis
Al vanaf de veertiende eeuw werd door schepen de vlag gevoerd van de stad of het land van
herkomst. Vanaf de negentiende eeuw werden schepen werkelijk geregistreerd en was er sprake van
een formele binding tussen schip en staat wat tot uiting in het voeren van de betreffende vlag. In
1958 werd dit internationaal vastgelegd in het Verdrag inzake de volle zee en vanaf 1982 in het VN-
zeerechtverdrag.

Soorten vlaggenstaten
Ten tijde van het Verdrag inzake de volle zee werden schepen vooral geregistreerd door de
traditionele maritieme staten. Door de opkomst van de goedkope vlag ontstonden echter ook andere
vormen. Tegenwoordig wordt wel onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten vlaggenstaten:
 nationale vlaggenstaat;
 quasi-nationale vlaggenstaat;
 internationale vlaggenstaat;
 pseudo-nationale vlaggenstaat.

9
Een vlaggenstaat is het land waarin een schip geregistreerd is en waarvan het daarom
de handelsvlag voert. Deze staat hoeft geen soevereine staat te zijn in de zin dat deze internationale
betrekkingen aan kan knopen met andere landen volgens het Montevideo-verdrag. Het recht om
schepen te registreren is vastgelegd in artikel 91 van het VN-zeerechtverdrag.
Dit gecodificeerde gewoonterecht is echter veel ouder dan dit verdrag. Zo hebben de Verenigde
Staten dit verdrag getekend, maar hoewel het nog niet is geratificeerd, kunnen schepen wel de vlag
van de Verenigde Staten voeren.
Door zich te registreren in een bepaald land is het betreffende schip verplicht zich te houden aan de
nationale wetgevingen van dat land. Vaak zijn deze wetten echter overgenomen uit
internationale overeenkomsten en wordt daarmee het internationale zeerecht gevolgd.
Elke staat die schepen onder zijn vlag heeft varen, moet volgens artikel 94 van het VN-
zeerechtverdrag toezien op de naleving van zijn wetten in verband
met milieu, veiligheid en beveiliging. Van belang hierbij is de wil en de mogelijkheden om
de handhaving uit te voeren. Indien het schip voldoet aan deze eisen, krijgt het voor elk onderdeel
een scheepvaartcertificaat. De inspecties aan boord worden door de vlaggenstaat vaak uitbesteed
aan erkende classificatiemaatschappijen.

In het VN-zeerechtverdrag worden de rechten aangegeven van kuststaten in hun territoriale


wateren, de aansluitende zone en de exclusieve economische zone. Het is echter vooral de
vlaggenstaat die regelgeving invoert en toeziet op de naleving daarvan. Omdat verschillende staten
verschillende wetgevingen hebben, veranderen veel schepen van vlaggenstaat naarmate ze ouder
worden. Sommige rederijen proberen hun schepen te registreren in landen die de laagste
belastingen heffen en een mild inspectiebeleid voeren. Op die manier kan de vlaggenstaat van een
schip een indicatie zijn voor de kwaliteit van de exploitatie van het schip. Doordat niet alle goedkope
vlaggen hun verantwoordelijkheden nakwamen met betrekking tot inspecties van schepen onder hun
vlag, ging de kwaliteit daarvan in de jaren zestig en zeventig dusdanig omlaag dat andere staten zich
hun mogelijkheden als havenstaat gingen gebruiken om schepen te inspecteren.
In 1982 kwam het met de Paris Memorandum of Understanding (Paris MoU) die betrekking had op
Europa en het Noord-Atlantische gebied tot de eerste havenstaatcontrole (PSC). In de jaren daarna
volgden ook andere gebieden.

Codes (regels) en certificaten (keuringsbewijzen)


Er zijn dus heel veel verschillende codes (regels) en certificaten (keuringsbewijzen)

International Convention for Safety of Life at Sea ,SOLAS 1974.


International Code on Intact Stability, 2008, Intact Stability Code (IS Code)
International Convention for the Control and Management of Ship’s Ballast Water and Sediments
(BWM Convention)
International Convention on Load Lines, ICLL
International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers
(STCW 78/95)
International Convention for the Prevention of Pollution from Ships , MARPOL 73/78.
International Convention on Tonnage Measurement of Ships
International Grain Code – The International Code for the Safe Carriage of Grain in Bulk.
International Gas Carrier Code (IGC Code)
International Ship and Port Security Code (ISPS Code)
International Oil Pollution Prevention Certificate (IOPP Certificate)
International Safety Management Code, (ISM Code)
10
Organisaties die zich wel met de regelgeving proberen te bemoeien maar geen regels kunnen
opleggen zijn onder andere:

INTERCARGO, een organisatie die de belangen van scheepseigenaren en vervoerders


vertegenwoordigd.
International Chamber of Shipping (ICS) Lijkt erg op INTERCARGO, maar kijkt meer naar de belangen
van scheepseigenaren.
Institute of Marine Surveyors (IIMS)
IMCA, vertegenwoordigd reparatie firma’s en scheepshandelaren.
INTERTANKO – International Association of Independent Tankers Owners
International Ship Suppliers Association (ISSA)
International Shipping Federation (ISF)
International Towing Tank Conference (ITTC)

Behalve met deze regels heb je dus ook nog te maken met regels van nationale en lokale overheden,
denk aan bijvoorbeeld Nederlandse regels uit het schepenbesluit of voorschriften in de haven Den
Helder of Rotterdam.

Veel regels en wetten veranderen regelmatig, een internet side waarover je hier informatie over kunt
vinden is onder andere:
https://www.classnk.or.jp/hp/en/imo_conv_schedule/conv_list.aspx?year=2019

Nederlandse wetgeving
Voor de scheepvaart zijn er 4 wetten vooral van belang de:

 Schepenwet
 Scheepvaartverkeerswet
 Zeebrievenwet
 Zeevaartbemanningswet

Veel informatie over wetgeving is te vinden in : SCHEEPVAARTRECHT VOOR ZEESCHEPEN, van


R. A. van Hessem maar dit veel te uitgebreid om hier te behandelen.

Ook is er op de internet side “Startpagina Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime”


https://puc.overheid.nl/nsi/ ,veel informatie te vinden

11
De uitvoering van wetten is altijd geregeld in besluiten, voor de schepenwet is dit dus het
Schepenbesluit.

https://wetten.overheid.nl/BWBR0016880/2017-01-01

Een belangrijk onderdeel van de wetgeving en handhaving is ook het leren van fouten.

https://puc.overheid.nl/nsi/doc/PUC_70908_14/20101010/

Bij ongelukken werd in het verleden onderzoek gedaan door de Raad van de scheepvaart.
https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/index/nt00404?searchTerm=

Tegenwoordig wordt dit echter gedaan door de Onderzoeksraad voor Veiligheid.


https://www.onderzoeksraad.nl/nl/page/12061/scheepvaart#eyJoYXNvYmplY3RzIjpbXSwiYW55a2V5
d29yZCI6W10sInR5cGUiOiJsaXN0IiwiZmFjZXRzIjp7fX0=

Op deze onderwerpen gaan we op dit moment niet verder in.

12
Lokale voorschriften
Behalve internationale en nationale regels en wetten, zijn er vaak ook nog lokale voorschriften.
Deze kunnen te maken hebben met de veiligheid, milieu of lokale omstandigheden.
Je kunt denken aan voorschriften voor of bij het bunkeren, het varen door een haven, ( snelheid en
communicatie voorschriften) , zwaardere milieu eisen, eventueel ook voor geluidsuitstoot,
toestemming voor het uitvoeren van reparaties.

Klasse bureau
Hoewel de classes bureaus de zelfde doelstellingen hebben, zijn er (kleine) verschillen in de regels en
keuringsvoorschriften.
Een scheepseigenaar zal bij keuze van een klasse bureau kijken naar kosten en voorschriften die het
bureau oplegt.

Veel classificatiebureaus doen ook andere certificeringen, zoals onder andere voor het ISO 9000-,
systeem, een kwaliteitsborgingssysteem.

Een klasse bureau werkt dus met surveyors ( keurmeesters). Ze voeren keuringen uit voor zowel het
bureau als nationale overheden als deze hierom vragen en het toestaan. Ook de Nederlandse
overheid laat veel keuringen aan de klasse bureaus over .

Een schip krijgt een indeling in een klasse, dat wil zeggen, soort schip, met ook weer een
onderverdeling is bv sterkte ( eventueel ijsklasse), en machinekamer uitrusting ,bijvoorbeeld ( UMS
(unattended machinery space)

Als een schip niet door de keuring komt, zijn er een aantal mogelijkheden.
 Schip mag niet meer varen.
 Nood reparatie, en schip mag een bepaalde maximale periode met deze reparatie of
noodvoorziening varen.
 Reparatie bij eerst komende dokking.

Bij de laatste gevallen wordt op het certificaat een “term” geplaats, is een aantekening op het
certificaat

Schade moet altijd aan het klasse bureau gemeld worden. Dit geldt zowel voor romp schade als ook
schade aan machines aan boord. Dus ook als er een hulpmotor of stand-by smeerolie pomp stuk is
moet dit gemeld worden. Al kun je in principe gewoon blijven varen je hebt geen back-up meer.

13
Er zijn dus heel veel verschillende certificaten zowel voor romp en huid, machines aan boord, ketels
en automatisering . Na een keuring wordt er eerst altijd een voorlopig certificaat uitgeven, wat later
door de society ( hoofdkantoor) wordt omgezet in een definitief certificaat.

Certificaten Algemeen
Om te kunnen en mogen varen zul je heeft papieren nodig hebben. In bijlage 1 een voorbeeld van
een lijst zoals in gebruik op een groot containerschip wat internationaal vaart. Deze lijst niet
compleet omdat groot deel van de technische certificaten onder de verantwoordelijkheid van
hoofdwerktuigkundige vallen . Kapitein blijft natuurlijk wel eind verantwoordelijk.

Certificaten index
De verschillende certificaten zijn niet altijd voor elk schip nodig, dit is afhankelijk van scheepsgrote en
vaargebied. Hier onder een lijst voor de verschillende certificaten.

14
15
16
Survey regels
Elke klasse bureau heeft zijn eigen survey regels.
ABS heeft de regels voor survey na conductie vastgelegd in onderdeel 7.
Andere onderdelen gaan bijvoorbeeld over nieuwbouw en constructie eisen.
Onderdeel 7 heeft de volgende hoofdstukken:

Hoofdstuk 1: Regels voor survey


Hoofdstuk 2: interval van survey
Hoofdstuk 3: Survey van de romp van een schip
Hoofdstuk 4: survey bij dokking
Hoofdstuk 5: Schroefas survey
Hoofstuk 6: survey machines aan boord
Hoofdstuk 7: survey ketel
Hoofdstuk 8: survey beveiligingen en automatiseringssystemen
Hoofdstuk 9: survey aanvullende systemen, denk aan lading systemen of manoeuvreer systemen
dynamic position system (DP), en veiligheidssystemen ( brandmeld- en bestrijdingssystemen)
Hoofstuk 10 t/m 12 gelden alleen voor speciale schepen en constructies

Annuel survey ( jaarlijks) survey moet elk jaar plaats vinden. Bij dit survey wordt vooral gekeken
naar:
 Ankeruitrusting
 Luikdeksels
 Romp, schade en dikte huidplaten
 Conditie (ballast) tanks.
 Conditie ladingsruimte
 Brandmeld- en bestrijdigsuitrusting

Tussentijds survey ( intermediate) , dit moet plaats vinden tussen het 2 de en 3de annuel survey, dus
na ongeveer 2 ½ jaar. Dit lijkt erg op een annuel survey, maar is uitgebreider en vaak wordt dit
gecombineerd onderdelen van het droogdok survey.

Speciaal periodiek survey, ( Special Periodical Survey), na 5 jaar. Tenzij anders vast gelegd.
Dit vindt plaats tijdens een dokking. Hierbij wordt er gekeken naar onder andere :
Het roer, ankers en ankerketting, luikdeksels, dek, algemene conditie van alle ruimtes

Continue survey
Om te voorkomen dat na 5 jaar bij een dokking alle items van hoofdstuk 4 t/m 9 moeten gedaan
worden kan een schip een doorlopend survey systeem aan vragen. ( continuous survey). Dit beteken
dat elk jaar ongeveer 20% van de survey items wordt afgehandeld.
Het schip moet dan wel een goedgekeurd onderhouds- en survey programma hebben. ( Preventative
Maintenance PM).

Droogdok survey
Een droogdok survey moet elke 2 ½ jaar plaats vinden. Het is echter mogelijk om dit survey één keer
in het water te doen ( onderwater inspectie) en pas na 5 dit in een droogdok te doen samen met het
speciaal periodiek survey. Voor oudere schepen kunnen korte periodes verplicht zijn.

17
Veel items van een droogdok survey vallen samen met het speciaal periodiek survey, maar er wordt
ook gekeken naar de (verstelbare) schroef, schroefas en de bevestiging, zeeinlaatkasten, buitenboord
afsluiters. En naar eventuele boeg/ hekschroef.

Een schroefas ( Tailshaft survey) moet elke 5 jaar plaats vinden.


Ook dit survey zal tijdens de dokking plaats vinden, men controleert de lagers en afdichtingen, en de
ligging van de schroefas. Het is vooral van belang dat je de temperaturen van de schroefas en tunnel
lagers over de afgelopen periode kunt laten zien, samen met de uitslag van de oliemonsters van deze
lagers.

Bij een ketel ( Boiler survey) maakt het uit of de ketel stoom levert voor de voortstuwing of dat het
een hulpketel is. Voor hulpketels geldt dat als de druk hoger is als 3.4 bar de ketel en appendages
( onderdelen die bij de ketel horen), elke 2 ½ jaar gekeurd moeten worden.

Machine survey (Machinery survey)


In principe moeten alle onderdelen elk jaar onderzocht worden, als ze onderdeel zijn van een
goedgekeurd onderhoudssysteem (PM) kunnen andere intervallen mogelijk zijn.
Onderdelen zijn:
Voortstuwing systeem, hulpsystemen en motoren met leidingwerk en beveiliging. Als ook veiligheids
systemen en stuurmachine, anker gerei, communicatie en bilge systemen, ketels en elektrische
systemen

Survey van Shipboard Automatic and Remote control systems


Hierbij vindt controle van alle alarm en automatiseringssystemen plaats. Dit moet elk jaar plaats
vinden. Er wordt ook gekeken naar de registratie van de alarmen van de afgelopen periode ( print
out en of machinekamer journaal).

survey aanvullende systemen


Hierin worden wel 17 verschillende onderdelen besproken, belangrijkste waar je misschien mee te
maken kunt krijgen zijn:
 Koelinstallaties voor lading
 Thrusters en Dynamic Positioning systems ( DP).
 Vapor emission (tankers)
 Fire fighting ( blus en sleepboten)
 Uitrusting stand- by schepen bij boorplatforms

In bijlage 2 kun je de volledige regels van ABS zien en lezen

Rapporten
Een klasse bureau heeft voor de eigenaar van een schip een status rapport. Een voorbeeld in bijlage
3.
Hierin staan:
 Algemene gegevens
 Gegevens , romp, machines, laadcapaciteit en kranen
 Certificaten
 Survey schema
 Surveys, gepland, gaande, niet compleet, verleden en toekomst
 Klasse aanbevelingen, open en in behandeling
18
 Aanvullende eisen, open en in behandeling
 Klasse records open en in behandeling
 Deficiënties (schade) open en in behandeling
 Overige bijzonderheden
 ISM items
 ISPS items
 Bijzonderheden machinekamer en technische uitrusting
 Survey uitgevoerd laatste 12 maanden
 Verzoeken voor audits en bezoek komende periode

Certificaten zijn er dus onder andere voor:

Classification

Load Line
19
International Load Line Certificate

Solas
 Cargo Ship Safety Construction Certificate
 Document of Compliance for Ships Carrying Dangerous Goods
 Cargo Ship Safety Equipment Certificate
 Record of Equipment for full term the Cargo Ship Safety Equipment Certificate
 ABS Record of Approved GMDSS Radio Installation
 Cargo Ship Safety Radio Certificate
 Record of Equipment for the Cargo Ship Safety Radio Certificate (Form R)
Marpol
 International Oil Pollution Prevention Certificate (Annex I)
 International Oil Pollution Prevention Certificate - Supplement Form A
 International Sewage Pollution Prevention Certificate (Annex IV)
 Engine International Air Pollution Prevention Certificate
 International Air Pollution Prevention Certificate (Annex VI
 International Air Pollution Prevention Certificate (Annex VI HSSC) – Supplement
ISM
 Safety Management Certificate
ISPS
 Addendum to the ISSC (ISPS Code Part B)
 Security Certificate (ISSC)
 Ship Security Plan
Overige
 Anti-Fouling System Certificate
 Record of Anti-Fouling Systems
Hieronder een voorbeeld van een deel van een survey status overzicht

20
Dit werkt met een continue survey systeem voor machinery, alle items hebben een nummer, de
opstaande nummers zijn in een lijst te zien.

Ook is de status van andere survey te zien.

21
Klasse aanbeveling

Hieronder een voorbeeld van een klasse aanbeveling, een scheur in de ontluchting van de brandstof
tanken is slecht tijdelijk gerepareerd, en moet nog definitief gerepareerd worden.

22
Een voorbeeld van een statutory aanvullende aanbeveling zie je hieronder, het gaat om een andere
manier van bevestig sloepslopers (draden). Andere items waren op dat moment veranderingen aan
het Fall Preevnter Devices (FPD) van de sloepen en veranderingen aan het loadline merk op de huid,
in verband met het veranderen van klasse bureau.

Een voorbeeld van een deel van een klasse survey rapport zie je hieronder, te zien zijn de open
staande nummers. De ketel voedingswaterpomp 1 is door de hoofdmachinist volgens het PM
systeem getest en goed bevonden. Terwijl van het brandstof systeem warmtewisselaar 1 van de
hulpmotoren door de Surveyor is getest op druk en gecontroleerd. Te zien is ook dat niet alle items
onder het PM systeem vallen, zo vallen hoofdaslagers hier wel onder, maar bijvoorbeeld verstuivers
weer niet. Deze moeten echter wel voor survey worden aangeboden.

23
Hieronder is dus te zien dat service air compressor 1 is goedgekeurd, ”ge- Credited “. En voor 22
maart 2015 opnieuw gekeurd moet worden.

24
Als een schip een machine onderdeel aanbied voor survey en dit is zelf al getest dan wordt hiervan
een rapport opgemaakt en aan de Surveyor aangeboden, zie voorbeeld bijlage 6

Machine certificaat
Zoals al genoemd vallen eigenlijk alle onderdelen van de technische installatie aan boord onder het
machinery survey. Een aantal onderdelen mag echter niet door een hoofdwerktuigkundige aan boord
zelf gedaan worden. Belangrijkste zijn:
 Hoofdas en krukpen lagers hoofdmotor
 Drukblok en lagers van schroefas en schroefas zelf
 Ketel
 Belangrijkste onderdelen elektrische installatie

In bijlage 5 zie je een voorbeeld van een uitrusting certificaat, in dit geval van het INTERNATIONAL
SEWAGE POLLUTION PREVENTION CERTIFICATE (ISPPC). Maar zo zijn er ook bijvoorbeeld certificaten
voor het bilge en ballast systeem

25
Droogdok
Een droog dokking begint altijd met een stuk planning:
Planning:
 Bestudeer oude dok rapporten
 Maak een reparatie en onderhoudslijst
 Zoek beste en goedkoopste beschikbare werf.
 Sluit contract met werf en maak afspraken over contract , regels, tijd, veiligheid en milieu en
boetes en kosten.
 Bijeenkomsten met werf over bestelling en levering onderdelen, en werk externe firma’s.

Lastigste is het maken afspraken over kosten voor reparatie van nog niet bekende
(onderwater)schade, of niet bekende conditie verf onderwater.

Aankomst droogdok / werf:


 Zorg dat schip, werf en superintendant zijn voorbereidt
 Zorg dat alle veiligheidsmaatregelen genomen zijn. En ook gecommuniceerd naar iedereen
 Juiste dokking conditie, trim en ballast
 Invaren dok, schip op juiste positie blokken, dok leeg pompen
 Schip aansluiten op wal voorzieningen, stroom en water
 Bodem pluggen verwijderen , wassen, reparatie, gritten, verfen scheepshuid

Tijdens dokking:
 Dagelijkse bijeenkomst bemanning, werf en superintendant
 Zorg dat veiligheidsprocedures werf gevolgd worden
 Zorg dat veiligheidsprocedures schip gevolgd worden
 Zorg dat scheepsbeveilig intact blijft
 Zorg dat brandbestrijding en alarmering altijd werkt en aanwezig is.
 Hot work procedures moeten gevolgd worden ( lassen/ branden/ snijden en werken met
openvuur)
 Encclosed space procedures moeten gevolgd worden (besloten ruimte)

Voordat het schip weer in het water gaat:


 Laatste controle romp en verf
 Controle bodem pluggen
 Controle zee inlaat kasten
 Controle roer, schroef, schroefas afdichting en thrusters
 Controle anodes

Tijdens opnieuw ter water laten


 Starten eigen energie en koelwater voorziening.
 Verbinding wal stroom verbreken
 Contole waterdichtheid tanks en afsluiters

Na dokking:
 Tests voortstuwing, veiligheids- en hulpsystemen
 Schoonmaken
 Certificaten bijwerken en overige administratie
26
Type droogdok
Er zijn verschillende soorten droogdokken:

Gegraven: Drijvend

Marine Rail Dock, scheepshelling

Shiplifts Marine mobile lifts

27
Als een schip in het dok staat zal het ondersteund moeten worden door dokblokken.
Blokken zullen zo geplaatst moeten worden dat schip voldoende steun heeft niet omvalt, en bodem
pluggen bereikbaar zijn. Bodem pluggen zijn proppen die onderuit een tank gedraaid kunnen
worden om tank echt helemaal leeg te krijgen. Pluggen van brandstof en ballast tanks moeten
verschillende zijn. Voordat het schip weer uit het droog dok gaat moeten pluggen gecontroleerd zijn
of ze weer waterdicht zijn.

Dok blokken

Verwijderen bodem plug Vacuum test bodem plug

28
Werk tijdens dokking
Zoals hiervoor al genoemd zullen er tijdens een dokking veel inspecties of survey plaat vinden.
Echter ook is het een goede gelegenheid voor onderhoud, repartie en modificatie

Reparatie schade

Als voorbeeld heirboven schade aan een turbo gevonden tijdens inspectie bij de dokking. Andere
foto is van definitive reparatie ontluchtingsleiding brandstof tank. Er was een tijdenslijke reapartie,
maar klasse bureau had een “condition of classe “gegeven, wat betekend dat in dit geval het bij de
dokking definitief gerepareerd moest worden.

Ook andere ander reparaties kunnen plaats vinden, bijvoorbeeld aan roer of tanken.

29
Modificatie

Als voorbeeld veranderingen ( verkleining) van de bulb , en verhoging van de burg voor betere
zichtlijn.

In de machinekamer worden extra energie maatregel genomen door plaatsing uitlaatgassenketel op


een hulpmotor. Op veel schepen zullen modificaties plaats vinden in verband met de nieuwe milieu
eisen. Dit betekend aanpassingen aan het brandstof systeem of plaatsing scrubbers of ballast
systeem

Onderhoud

30
Dit zullen onderhoudsklussen zijn die niet elk jaar hoeven plaats te vinden , bijvoorbeeld het
overhalen van een regelateur of boegschroef.
Ook schoonmaken en schilderen van de schip plaats vinden.

Vaste keuring items


Er vaste items die bij elke dokking gekeurd moeten worden, vooral wat veiligheidsmiddelen betreft:
 Sloepen en sloepsdavits
 Brandblus system, zowel het vaste systeem als losse blussers
 Perslucht bescherming apparatuur

En zo zijn er nog meer. Ook zijn er meer technische items, bijvoorbeeld testen en overhalen
elektromotoren stuurmachines of controleren en testen warmte wisselaars.

Veel keuring items worden als het even kan gecombineerd met geplant onderhoud.

31
Hoofdschakelbord en één van de luchtkoelers hoofdmotor

Buitenboord afsluiters

Omdat het schip droog staat is het ook de gelegenheid om de buitenboord afsluiters te controleren,
en andere systemen die anders niet bereikbaar zijn.

Veiligheid tijdens dokking

Er gebeuren tijdens een dokking veel ongelukken. Dit komt vooral door:
 Er zijn veel meer mensen dan normaal aan boord, die wel goed moeten samenwerken
 Veiligheidsvoorschriften dok zijn niet in elk land even goed, of er zijn communicatie
problemen
 Er wordt veel meer werk met groter risico gedaan, bijzondere werkzaamheden
 Veel groter gevaar van vallen of uitgeleiden
 Het vele lassen en branden “hot work”wat gedaan wordt. Let er dus op dat niet al je
brandblusmiddelen de wal op zijn voor controle, en ook je vaste brandblusinstallatie altijd
blijft werken en beschikbaar is.

Chinees idee van kabel reparatie en “normale “ rommel aan boord tijdens dokking

32
Port state control (PSC)

Port State Control

Zeeschepen onder buitenlandse vlag moeten voldoen aan internationale wet en regelgeving, zoals
SOLAS, MARPOL, ILO, etc. Port State Control inspecties worden uitgevoerd op basis van de Wet
Havenstaatcontrole die gebaseerd is op Europese Richtlijn 2009/16/EG.
In Europa worden Port State Control inspecties geharmoniseerd uitgevoerd in het kader van het Paris
Memorandum of Understanding (PMOU). De EMSA (European Maritime Safety Agency) geeft
technische ondersteuning voor het monitoren van Port State Control op EU-niveau. Dit houdt in:
 beoordeling van het functioneren van de port state inspectiesystemen die zijn opgezet door
individuele EU-leden
 uitvoeren van uitgebreide analyses van wereldwijde statistieken van schepen die EU-havens
aandoen
 uitvoeren van analyses van data van individuele scheepsinspecties
Doel
Het doel van Port State Control is bij te dragen tot een drastische vermindering van het aantal niet
aan de normen voldoende schepen door o.a. de naleving te verbeteren van de internationale en
relevante wetgeving. Dit op het gebied van de veiligheid op zee, maritieme beveiliging, bescherming
van het mariene milieu en de leef- en werkomstandigheden aan boord van schepen, ongeacht de
vlag.

Dit naar aanleiding van de op 26 januari 1982 afgesloten Paris Memorandum of Understanding (Paris
MoU). Het doel is het elimineren van substandaard schepen.
Er zijn 9 gebieden, het tiende gebied , USA heeft iets andere regels (coast guard).

33
Inspecties vinden plaats aan de hand van nationaliteit van het schip, op welke lijst staat hij. De witte,
grijze of zwarte lijst. Ook wordt er gekeken naar wanneer de laatste Mou inspectie in dit gebied heeft
plaats gevonden. In principe wordt een schip niet meer dan 1 keer per jaar per gebied bezocht.
De gegevens van een inspectie worden gepubliceerd en bij gehouden in een database.
Voorbeeld link:
https://www.parismou.org/inspection-search/inspection-search

Filmpjes
Filmpje over PSC:
https://mega.nz/#!CkEX3YjC!5bDQd97MAiMJpUbV0B0yM7j3IdiQkBUPlj1VOvN43FU

34
Vragen
1. Wat is en doet een klasse bureau?
2. Noem een aantal bekende klasse bureaus
3. Wat is een Surveyor ?
4. Wat is het doel van een survey?
5. Wie kunnen er nationale of internationale regels op leggen?
6. Welke 4 wetten zijn er van belang voor de Nederlandse scheepvaart?
7. Wat betekend de uitdrukking “Term” op een certificaat?
8. Waar wordt bij een jaarlijkse keuring naar gekeken?
9. Hoe vaak moet een schip in het droogdok?
10. Hoe vaak moe een ketel die met een druk 6 bar werkt gekeurd worden?
11. Wat is een comtintue survey?
12. Wat is het voordeel van dit survey? Heeft dit ook een nadeel ?, Zo ja wat.
13. Noem een aantal onderdelen die bij een machinery survey bekeken worden.
14. Wat betekende de term “ge- Credited” in een survey rapport?
15. Welke onderdelen mogen niet door een Hoofdwerktuigkundige zelf aan boord gekeurd
worden?
16. Noem een aantal soorten werkzaamheden die tijdens een dokking plaats kunnen vinden
17. Hoe komt het dat er tijdens een dokking zoveel ongelukken plaats vinden?
18. Wat betekend PSC ?
19. Wat is het doel van een PSC?
20. Welke drie soorten lijsten kent een PSC waar een schip of land op terecht kan komen?

Bron vermelding
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lloyd's_Register
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vlaggenstaat
https://nl.wikipedia.org/wiki/Internationale_Maritieme_Organisatie
Wärtsilä Encyclopedia of Ship Technology
www.iacs.org.uk
www.intercargo.org
www.marisec.org
www.ilo.org International Life-Saving Appliance Code (LSA Code)
www.imca-int.com International Maritime Dangerous Goods Code (IMDG Code)
www.imo.org
visit http://ittc.sname.org.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Classificatiebureau
https://www.ilent.nl/onderwerpen/port-state-control
http://www.imo.org/en/OurWork/MSAS/Pages/PortStateControl.aspx
https://nl.wikipedia.org/wiki/Havenstaatcontrole
https://www.parismou.org/

35
Bijlage 1 : Voorbeeld certificaten lijst

VESSELS CERTIFICATES
1. CERTIFICATE OF CLASS.
- Certificate of Class.
- UWILD.
2. ISM – DOCUMENT OF COMPLIANCE.
- 2. Documents of Compliance.
3. SAFETY MANGEMENT CERTIFICATE.
- 3. Safety Management Certificate.
4. CERTIFICATE F REGISTERY.
- 4. Certificate of Registry.
- 04 Certificate of Registry (English)
5. TRADING PERMIT.
- 5. Trading Permit.
6. SAFETY.
- 6.1 Cargo Ship Safety Equipment Certificate.
o 6.1 Cargo Ship Safety Equipment Certificate.
o Form E.
o Record of Approved Cargo Ship Safety Equipment.
- 6.2 Cargo Ship Safety Construction Certificate.
- 6.3 Certificates of Life rafts.
o 6.3 Certificates of Life rafts.
o Certificates of Personal Certified to carry out the Testing.
7. SECURITY.
- 7.1 ISPS certificate.
- 7.2 Continuous Synopsis Record.
o CSR F1 : D1F1, D2F1, D3F1, D4F1, D5F1, D6F1, D7F1, D8F1
o CSR F2 : D1F2, D2F2, D3F2, D4F2, D5F2, D6F2, D7F2
o CSR F3 : D1F3, D1&2F3, D3F3, D4F3, D5F3, D6F3, D7F3
8. CREW CONDITIONS.
- 8.1 Minimum Safe Manning.
- 8.2 Sanitary Control Exception Certificate.
- 8.3 medicine Chest certificate.
- 8.4 Crew Accommodation certificate.
- 8.5 MLC 2006 Certificate.
o 8.5 MLC 2006 Certificate.
o 8.5.1 DMLC 2006 Part I.
o 8.5.2 DMLC 2006, Part II.
o 8.5.3 regulation 4.2 & 4,2 financial security
- 8.6 Drug & Alcohol certificate’
- 8.7 Sanitary Inspections.
9. ENVIRONMENT.
- 9.1 International Sewage Pollution Prevention.
- 9.2 International Anti-Fouling System certificate.
o 9.20 Certificate aluminum anodes
- 9.3 International Energy Efficiency certificate.

36
- 9.4 ISO 140001 Certificate
- 9.5 Air Pollution Prevention Certificate.
o 9.5 Air Pollution Prevention Certificate.
o Supplement to IAPP.
- 9.6 Engine International Air Pollution Prevention Certificate.
- 9.7 international Oil Pollution Prevention Certificate.
- 9.7 International Oil Pollution Prevention Certificate.
- Form A.
- 9.8 Rate of Discharge of Untreated Sewage.
- 9.9 Ballast water Management
o 9.9.1 USCG BW extension
o 9.9.2 DMA letter
o 9.9.3 ABS letter
- 9.10 vessel general permit (VGP)
10. INSURANCE.
- 10.1 Civil Liability Bunker Certificate.
- 10.2 Certificate of Financial Responsibility (COFR).
- 10.4 Captains Policy.
- 10.5 Certificate of Entry (P&I)
- 10.6 Bridging Letter.
- 10.7 Wreck Removal Certificate.
11. CARGO.
- 11.1 International tonnage Certificate.
- 11.2 International load line Certificate.
- 11.3 DOC for Ship Carrying Dangerous Goods.
- 11.4 hazardous materials certification (USA).
- 11.5 Loadstar certificate.
12. RADIO.
- 12.1 Radio License.
- 12.2 LRIT conformance Test Report.
- 12.3 AIS annual Test Report.
- 12.4 EPIRB Annual Test Report.
- 12.6 GMDSS service Agreement.
- 12.7 Cargo Ship Safety Radio Certificate.
o 12.7 Cargo Ship Safety Radio Certificate
o Form R.
o SSAS Survey Report.
o Record Approval GMDSS Installation.
o 2-way VHF radio GMDSS test report
o Sart test report
o Removal of radio direction finder letter
13. NAUTICAL.
- 13.1 Nautical Subscription Certificate
- 13.2 VDR Certificate of Compliance
- 13.2.1 APT certificate
- 13.3 ECDIS Certificate
o 13.3.1 ECDIS - DoC
o 13.3.2 MED1 450004 M3 Cert
o 13.3.3 MED1 450005 M3 Cert
37
o 13.3.4 MED1 450006 M3 Cert
o 13.3.5 MED1 450007 M3 Cert
o 13.3.6 Radar ECDIS Mod D
o 13.3.7 Radar Cat 1
o 13.3.8 Radar Cat 2
14. INSPECTIONS & PORTSTATE CONTROLE.
- 14.1 Port State Control
- 14.4.1 Paris MoU
- 14.4.2 Tokyo MoU
- 14.4.3 US Coast Guard
- 14.4.6 Indian Ocean MoU
- 14.4.8 Vina del Mar MoU
15. LOCAL CERTIFICATES.
- Panama Canal Certificate.
- 15.2 Suez Canal Certificate.
16. OTHER
- LFA-FFA periodical servicing documents
o High pressure CO2 bottle
o Main valve 5 yearly test
o Portable fire extinguisher
- 16.01 MOB rescue boat annual / 5 yearly inspection
- 16.02 lifeboat Davits
- 16.03 Lifeboat annual inspection & MOB annual inspection
- Elevator certificate
- Unitor medical oxygen
- 16.1 deadweight certificate
- 16.2 Deviation curve
- 16.3 Statement of Non Asbestos
- 16.4 Fresh water Quality
- 16.5 Breathing Apparatus Certificate of inspection
- 16.51 BA apparatus air test
- 16.6 Hand flares certificate
- 16.7 Seagull certificate of training
- 16.8 GLSM Approval certificate
- 16.9 China- Agreement for ship pollution
- 16.10 ABS dry-dock 2017 Class survey report

38
Bijlage 2: ABS Rules 2011, Part 7
https://mega.nz/#!24kRjKjS!dh1MISakAzJFjwzroZGri_rcEmsa59CZ_vZJbxhcULc

Bijlage 3: voorbeeld machinery rapport


https://mega.nz/#!f9UHxAwD!etmVbo9SBy7xhx2zD-IUWnZqYWF3AL3YQ1B0EE5EDZ4

Bijlage 4: voorbeeld status rapport https://mega.nz/#!P48nRKRQ!


OtLeozVZRVFzjJ315a34CUgN29eM8J81Kp6rxFSLr2w

Bijlage 5: voorbeeld survey rapport


https://mega.nz/#!bp0zmCQb!wLkWYAxUR6630tQFI1kB0XpiyZmnY4_xD7br95B795Q

39
Bijlage 6: INTERNATIONAL SEWAGE POLLUTION PREVENTION
CERTIFICATE
Certificate No.: 08205905-2145644-001

INTERNATIONAL SEWAGE POLLUTION PREVENTION CERTIFICATE


Issued under the provisions of the International Convention for the Prevention of Pollution from Ships, 1973 as modified
by the Protocol of 1978 relating thereto, and as amended by resolution MEPC.115(51), (herinafter referred to as "the
Convention") under the authority of the Government of:

The Hong Kong Special Administrative Region of the People's Republic of China
(full designation of the country)
by the American Bureau of Shipping
Number of persons
Distinctive number
N a m e o f s h ip Port of Registry G ro s s to n n a g e which the ship is
o r le tte r certified to carry

M AERSK STOCKHOLM HK-2746 VRGW3 HONG KONG 91427 34

1
IMO Number

9352042

New Ship*
Date on which keel was laid or ship was at a similar stage of construction or where applicable, date on which work for
a conversion or an alteration or modification of a major character was commenced
03 March 2008

THIS IS TO CERTIFY:
(1) That the ship is equipped with a Sewage Treatment Plant and Holding Tank * and a
discharge pipeline in compliance with regulation 9 and 10 of Annex IV of the Convention as follows:
*(1.1) Description of sewage treatment plant:
Type of sewage treatment plant BIOLOGICAL AEROB -Type II system
Name of manufacturer Jonghap Machinery Co. Ltd.
The sewage treatment plant is certified by the Administration to meet the effluent standards as provided for
in resolution MEPC.2(Vl).
EC Type Approval No. 08344/BC EC
IMO Type Approval SWT-1

* ( 1 . 2 ) Description of comminuter:
Type of comminuter N/A

Name of manufacturer N/A


Standard of sewage after disinfection N/A
* ( 1 . 3 ) Description of holding tank :
Total capacity of the holding tank Sewage Collection tank - 3 + Sewage Holding tank 61.5 = Total 64 m 3

Location Sewage Collect tank , Engine Room 2nd Platform and Fr. No. 52- 56 Engine Room Double Bottom Portside

1 In accordance with resolution A.600(15) - IMO Ship Identification Number Scheme, this information may be included voluntarily
*
Delete as appropriate
ISPPC O2K Rev 3 Page 1 of 3

40
Bijlage 7: VoorbeeId scheepssurvey rapport HWTK

Maersk Singapore Pte. Ltd.


11th Floor, Southpoint
200, Cantonment Road
Singapore 08963

Email : GLBTVOCONG@maersk.com
Telephone : +65 64174158
Telefax : +65 62238494
m.v. Maersk Stockholm

Owner : SNC Appoline, France


Operator : Maersk Line
Manager : Maersk Singapore Pte. Ltd.
ABS Class No. : 08205905
Build : 31-07-2008
Gross Tonnage : 91427
Port of Registery : Hong Kong
Flag : Hong Kong, Special Administrative Region
of the People’s Republic of China
Call Sign : VRGW3
IMO. No. : 9352042
Official No. : HK-2746

Place of Survey : At Sea


Date : 2012-01-29

This is to certify that Chief Engineer Peri Avadhani has examined the following

Machinery Items:
Main air compressor No 3

41
Confirm that statement is checked and true.

Chief Engineer: A. Strating


NL - Certificate of Competency no: 8500239671/10122808
Hong Kong Flag CRA ID: NS-001427
Audit Control No. 085964

42
Bijlage 8: Diverse documentatie Lloyd’s:
 ISM an ISPS pocket checklist
https://mega.nz/#!j9VjRCBT!woo-bWSkzb6Q41a-0IFTXi6lI5TbU5GBJ851d5jVkcc

 Maintenance guide checklist


https://mega.nz/#!7tVHRSbT!_FsmQWZD40Acb9n2DrsUnr4qBfzO1pR9EH2tD6mXNYY

 Port state inspections pocket checklist


https://mega.nz/#!ahcHwI5B!UE2EjXNP9397Gf5hyNmiVhPjsRkL34RAA0hcurGYIKI

 ILO MLC pocket checklist


https://mega.nz/#!jlVlEKga!NU0WE_MMZFLR4K0ljSLTSECZyIoXmsj37WNlvVzVquw

43
 Rules and Regulations for the Classification of ships
https://mega.nz/#!G4MHTIZK!SGZxUl0KITMk9szSCJZApm2xKSXmsuOX8FPWpEs5qaU

Bijlage 9: Overige documenten


 Scheeepvaartrecht voor zeeschepen, R. A. van Hessem
https://mega.nz/#!TsEx3CQa!g4tHRjzbrc8EyHk0JVBwpeGtyJIC4AynX_h53FXw2rA

44

You might also like