You are on page 1of 25

Wetenschapsfilosofie

voor
kunst- en cultuurwetenschappers
Hoorcollege 3
Marx/Marxisme
en
Kritische Theorie
Wat gaan we doen?
• Samenvatting vorige week/weken
• Marx en marxisme
• Gramsci
• Frankfurter Schule: Benjamin, Adorno
(+Habermas en excursen)
Karl Marx en Marxisme
• Das Kapital (1867)
De vroege Marx:
• Ökonomisch-philosophische Manuskripte (1844)
• Thesen über Feuerbach (1845)
• Die deutsche Ideologie (met F. Engels, 1845/46)
• Het manifest van de communistische partij (1948)

• Het dialectische materialisme:


Niet de geest (als Hegel stelde) maar de
economisch-maatschappelijke productiewijzen
(b.v. feodalisme of kapitalisme) bepalen
historische ontwikkeling.
Karl Marx en Marxisme
• Geest = ‘bovenbouw’: afhankelijk, ideologisch
• Economische verhoudingen = ‘onderbouw’:
eigenlijke historisch-maatschappelijke ontwikkelingen

Geschiedfilosofische consequentie:
• ‘geschiedenis’ betekent
geschiedenis van klassenstrijd!
• de kapitalistische productiewijze (gebaseerd op
uitbuiting en vervreemding) wordt overwonnen
door het van zichzelf bewuste proletariaat
(dus de internationale arbeidersklasse)
als het revolutionaire subject.
Karl Marx en Marxisme
Dialectiek – twee functies:
1. Kentheoretische en methodologische rol:
bemiddeling van het bijzondere en het algemene,
verbinding van het concrete met het abstracte
niet als formeel concept, maar in de materiele
concretie van historische gebeurtenissen!
2. Historisch-materiele kant:
het proces van historische ontwikkeling
is op zich dialectisch!
Dit is de eigenlijke geschiedfilosofie
(of teleologie) van het marxisme:
in de schoot van de oude maatschappij wordt
de nieuwe, toekomstige geboren!
De filosofen hebben de wereld slechts verschillend geïnterpreteerd, nu komt het erop aan haar te veranderen.
(11. These über Feuerbach)
Marx
Marxistische Frankfurter Schule:
literatuur- Benjamin
en taaltheorie: Horkheimer
Voloshinov Adorno
Bakhtin Marcuse
Habermas
Lukács Gramsci
Marx
Marxistische Frankfurter Schule:
literatuur- Benjamin
en taaltheorie: Horkheimer
Voloshinov Adorno
Bakhtin Marcuse
Habermas
Lukács Gramsci

Structuralisme
Literatuurwetenschap
Marx
Marxistische Frankfurter Schule:
literatuur- Benjamin
en taaltheorie: Horkheimer
Voloshinov Adorno
Bakhtin Marcuse
Habermas
Lukács Gramsci

Structuralisme
Literatuurwetenschap
Cultural Studies

Subaltern Studies group


Marx
Marxistische Frankfurter Schule:
literatuur- Benjamin
en taaltheorie: Horkheimer
Voloshinov Adorno
Bakhtin Marcuse
Habermas
Lukács Gramsci

Structuralisme Etc.
Literatuurwetenschap
Cultural Studies
sociale wetenschappen

Subaltern Studies group Geesteswetenschappen;


kunst- en cultuurwetenschappen
Marx
Marxistische Frankfurter Schule:
literatuur- Benjamin
en taaltheorie: Horkheimer
Voloshinov Adorno
Bakhtin Marcuse
Habermas
Lukács Gramsci
Antonio Gramsci (1891–1937)
Tegen het economische reductionisme van het orthodoxe marxisme:
- Hegemonie: culturele en ideologische overheersing – niet door middel van
dwang maar ogenschijnlijke consensus voorkomt het revolutionaire
bewustzijn van de arbeiders (christelijke waarden en burgerlijk
wereldbeeld gaan door).
- Subalterne groepen: cultureel ondergeschikt; negatief gewaardeerd als
achterlijk, onbeschaafd, onderontwikkeld en minderwaardig (voorbeeld:
lokale dialecten)
- Organische intellectueel: Verandering van het klassenbewustzijn heeft
organisatie nodig – maar geen partijbureau of ‘elite’. Subalterne groepen
moeten zich zelf kunnen vertegenwoordigen.
Geestes- en sociaalwetenschappelijke bottom-up kennis: een instrument
van emancipatie.
Kritische theorie: de ‘Frankfurter Schule’
• Kritische theorie ≠ traditionele theorie
• Neomarxisme: Waarom vind de revolutie niet plaats?
• Naast Marx: Hegel, Weber, en Freud in de achtergrond
• Drie taken:
§ Historisch-sociaalwetenschappelijke analyse: duiding van het
kapitalisme
§ Immanente kritiek: verschil tussen belofte en werkelijkheid
§ Maatschappelijke emancipatie!
Walter Benjamin (1892–1940)
Beroemdste essay: ‘Het kunstwerk in het tijdperk van zijn mechanische
reproduceerbaarheid’ (1936)
• Een dialectisch-materialistische kunst- en cultuurkritiek (waarin
kunstwerken meer zijn dan weerspiegelingen van economische
onderbouw en klassenpositie)
• Kwalitatieve veranderingen in onze waarneming van tijd en ruimte
door technologische vernieuwingen (materiële historische
ontwikkelingen): radio, telefoon, krant, auto, bioscoop etc.
• Effecten worden duidelijk in het kunstwerk waar de productiesfeer in
een reproductiesfeer is veranderd
Walter Benjamin (1892–1940)
In hoeverre veranderd het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische
reproduceerbaarheid?
• ‘Aura’ wordt verwoest;
‘aura’ = het enigszins mystieke ‘hier en nu’ van het kunstwerk, wat het
onherhaalbare en onvervangbare aspect ervan is
• Negatieve en positieve gevolgen:
• Verwoesting van aura is wel een verlies van emfatische, geavanceerde
betekenis
• Het maakt echter nieuwe – en radicaal andere – vormen van ervaring
mogelijk: kunst kan weer nieuwe doelen nastreven (het burgerlijke ideaal van
l’art pour l’art geldt niet meer)
• Gevaar: fascistische esthetisering van politiek
• Antwoord: communistische politisering van de kunst (denk aan Brecht)
Theodor W. Adorno (1903–1969)
• De beroemdste vertegenwoordiger van de Frankfurter Schule (maar
niet de enigste…)
• Dialectiek van de Verlichting, samen met Max Horkheimer (1947)
• Minima Moralia (1951)
• Negatieve Dialectiek (1966)
• Ästhetische Theorie (1970)
Theodor W. Adorno (1903–1969)
• Maatschappij: een dialectisch proces van onverzoenbare
tegenstellingen; Adornos negatieve dialectiek kent geen opheffing
(synthese) meer!
• Rol van filosofie en (sociale) wetenschappen:
• radicale kritiek op de bestaande maatschappelijke verhoudingen (dus de
realiteit)
• op het negatieve gericht (‘het slechte/foute leven’) om het onrecht af te
wijzen (positieve beelden van de maatschappij als potentieel totalitair)
• Radicale zelfkritiek:
• ‘[A]lleen de overdrijving is waar’
• ‘Es gibt kein richtiges Leben im falchen’/‘Wrong life cannot be lived rightly’ (meestal
geïnterpreteerd als ‘there is no good life in the bad life’)
Dialectiek van de Verlichting
• ‘Reeds de mythe is verlichting, en: verlichting slaat om in mythologie.’
• Rede verwoest zichzelf: reductie tot een zuiver instrumentalistische
denkwijze (‘instrumentele rede’)
→ geen bepaling meer van legitieme doelen, maar alleen nog van middelen
voor welk doel dan ook; middelen worden doelen
Dialectiek van de Verlichting
• ‘Reeds de mythe is verlichting, en: verlichting slaat om in mythologie.’
• Rede verwoest zichzelf: reductie tot een zuiver instrumentalistische
denkwijze (‘instrumentele rede’)
→ geen bepaling meer van legitieme doelen, maar alleen nog van middelen
voor welk doel dan ook; middelen worden doelen

Kennis wordt louter heerschappij


‘een nieuw soort barbarij’

Auschwitz cultuurindustrie
Cultuurindustrie (H4 van Dialectiek van de Verlichting)

• Kunst was ooit zelfreflectie


maar wordt tot louter amusement
• Standaardisering van esthetische cultuur
‘slaat […] alles met eenvormigheid’
• Van actieve recipiënten
tot passieve consumenten
• Functie: mensen gerust stellen,
sociale orde (=heerschappij) en dus de
‘status quo’ van de sociale realiteit
beschermen en verhullen
• illusie van geluk
Cultuurindustrie (H4 van Dialectiek van de Verlichting)

• Kunst was ooit zelfreflectie


maar wordt tot louter amusement
• Standaardisering van esthetische cultuur
‘slaat […] alles met eenvormigheid’
• Van actieve recipiënten
tot passieve consumenten
• Functie: mensen gerust stellen,
sociale orde (=heerschappij) en dus de
‘status quo’ van de sociale realiteit
beschermen en verhullen
• illusie van geluk
Excurs I: Cultural Studies
Receptie van de gemediatiseerde
producten van de ’cultuurindustrie’
is niet passief maar een ingewikkeld
dialoog binnen en met de eigen
socio-culturele context.
Receptie van hetzelfde verschilt in
verschillende subalterne en regionale
groepen.

Stuart Hall (1932-2014)


Excurs II: Angela Davis (*1944)
Kritische theorie moet concreet
woorden in en voor de praktijk van de
vrouwelijke niet-witte bevolking:
• Steun voor Black Panther Movement
• Radical feminism
• Kritiek op gevangenis systeem in de VS
• Connectie van ‘Rape, Race, and the
Capitalist Setting’
• Onderzoek naar Blues muziek
Jürgen Habermas (*1929)
• Taalfilosofische reform van kritische theorie:
er is een alternatief voor strategisch handelen
en instrumentele rede: communicatief handelen
• Legitimatie door het geven en vragen van redenen;
model: ‘ideale gespreksituatie’; doel: consensus
• Afstemming van handelen vind plaats tussen
‘leefwereld’ en ‘systeemmechanismen’ (b.v. markt)
• Systemen worden complexer; leefwereld wordt
gedifferentieerder
• Gevaar: kolonisering van de leefwereld door het
systeem; strategische middelen winnen over
communicatieve doelen – structureel geweld
Marx
Marxistische Frankfurter Schule:
literatuur- Benjamin
en taaltheorie: Horkheimer
Voloshinov Adorno
Bakhtin Marcuse
Habermas
Lukács Gramsci

You might also like