You are on page 1of 3

Marx 1818-1883 – Sociale strijd in de 19e E – Het materialisme van Marx

→ analyseert de sociale ongelijkheid (op een bijna wiskundige manier)


→ geboren in Trier
→ journalist, linkse rakker
→ filosoof van de praxis (praktijk, hij wil iets veranderen, niet enkel denken)
→ buitengezet in Duitsland
→ Manifest der Kommunistischen Partei, 1848, Brussel
→ buitengezet in België
→ Das Kapital, 1867, London
→ heeft een belangrijke historische rol, hij weegt op de geschiedenis
→ heeft de arbeidersklassen (proletariërs) een stem gegeven, gezegd, verenigt u
→ sociale wetgeving vanaf 1880 doorheen Europa (verdienste van Marx)

• Het sociaal-economisch en historisch materialisme

→ Marx heeft een ander mensbeeld (bij de Grieken → de geest belangrijkste)


→ materialistisch mensbeeld → homo faber (de makende mens)

→ een mens moet arbeidend bezig zijn, arbeid is de motor tot de geestelijke ontplooiing,
bewustwording (niet zoals bij de Grieken de geest)

→ Individuele mens en maatschappij ontwikkelen zich via arbeid en arbeidsorganisatie

→ vb. al arbeidend bezig zijnde ga je jouw kennis over speculaas bakken verbeteren
→ vb. door het ophangen van schilderijen vergroot u kennis over vijzen, nagels en hamers

→ al doende leert men, geest wordt scherper al doende

• Ontwikkeling van de mensheid = fasen in een arbeidsproces

→ 1e fase: primaire overlevingsfase

→ 2e fase (en volgende): via arbeid vooruitgang, techniek, privébezit en vervreemding


→ techniek brengt vooruitgang
→ wie techniek beter beheerst vergaard privébezit,
→ kan anderen voor zich laten werken

→ dit ziet Marx altijd en overal gebeuren


• Geschiedenis van elk volk = de geschiedenis van een klassenstrijd

→ Altijd en overal ter wereld zien we uitbuiters (hebben materieel bezit) en uitgebuitenen
(kunnen enkel arbeid aanbieden)

→ De uitbuiting is structureel
→ Uitbuiting is eigen aan het economisch systeem
→ Concurrentiesysteem (dwingt bv. kledingketens om nog goedkoper te produceren in bv.
Bangladesh, je moet wel uitbuiten om mee te kunnen → volgens Marx)

• heersende klasse (uitbuiters) beheerst:

– materiële goederen → onderbouw

• fabrieken
• grondstoffen
• vastgoed
• wegen infrastructuur
• transport
• geld, aandelen
• banksystemen

→ zij bepalen de bovenbouw


→ vb. godsdienst, grondwet, onderwijssysteem van de 19e E → van de Bourgeoisie

– geestelijke goederen → bovenbouw

• politiek
• godsdienst
• cultuur
• wetenschap

→ dit noemt Marx het sociaal-economisch determinisme (determiner → bepalen)


→ uw sociale economische plaats bepaalt alles

• Het sociaal-economisch materialisme is ook historisch

→ onderbouw evolueert → ook de bovenbouw evolueert mee


→ zo veranderen met economische verhoudingen ook politiek, godsdienst, opvoeding,
moraal, ..
→ kaarten kunnen geschud worden bv. na de Franse Revolutie werd de Bourgeoisie de
heersende klasse
→ de uitbuiting blijft overeind
• Godsdienst? Bovenbouw

→ atheïsme vanaf de 19e E (vroeger al bij de Grieken)


→ Marx is de eerste die zegt: God bestaat niet
→ God is een uitvindsel van de bovenbouw

→ opium voor het volk: laat ze maar geloven, op die manier blijven ze rustig, blijven ze hun
lot aanvaarden en komen ze niet in opstand

→ opium van het volk: het geloof is ontwikkeld door het volk om hun leven op aarde
draaglijker te maken, om een lichtpunt te hebben, hoop op een beter bestaan

• Dialectisch materialisme

→ Systeem zal zichzelf vernietigen


→ systeem evolueert volgens een bepaald patroon
→ These – Anti-These – Synthese

You might also like