You are on page 1of 68

Samen

vatting
Een klein overzicht van 13 hoofstukken, 466 blz.
tekst……2021
Vandaag
• Experiment
• Terug kijken
– Samenvatting van de stof
– Highlights

• Vooruit kijken
Sociale
psychologie
Hoofdstuk 1 & 2
HOOFDSTUK 1 & 2

individuen in een groep in een situatie

Individu Groep

Situatie
HOOFDSTUK 1 & 2

Drie aspecten

Cognitie Affect

Gedrag
HOOFDSTUK 1 & 2

vergelijkingen

• Binnen personen

• Tussen personen

• Binnen groepen

• Tussen groepen
HOOFDSTUK 1 & 2

Een definitie

“Sociale Psychologie bestudeert de manier waar op


de gevoelens, cognities en gedrag van mensen
beïnvloed worden door de impliciete dan wel
expliciete aanwezigheid van andere mensen.”
Sociale
cognitie
hoofdstuk 3
11

HOOFDSTUK 3

Definitie
• Het denken over onszelf en anderen

• Vier basis processen:

– Aandacht

– Interpretatie

– Oordeel

– Geheugen
HOOFDSTUK 3

Drie doelen

Zuinigheid/efficiëntie Zelfbeeld Accuraat zijn


beschermen
Bijv. heuristieken Bijv. als het
Bijv. sociale belangrijk voor je is
vergelijkingen
HOOFDSTUK 3

De cruciale rol van cognitieve resources

• In een onderzoek van Pendry en Macrae (1994)


werd proefpersonen gevraagd om te werken aan
een probleem met “Hilda,” een 65-jarige
• Sommige proefpersonen werd verteld dat ze geld
konden verdienen door samen met Hilda te
werken
– Dus, doel om accuraat te zijn
• Anderen werd verteld dat hun beloning slechts
gebaseerd zou zijn op hun onafhankelijke
prestatie
HOOFDSTUK 3

De cruciale rol van cognitieve resources

• Aan de helft van de proefpersonen in elke conditie werd


gevraagd een 8-cijferig getal te onthouden (bijv. 97856482)

– Het getal onthouden hield de studenten cognitief bezig

• Taak: Profiel van Hilda bekijken, met daarin stereotype


consistente en inconsistente informatie

• Afhankelijke variabele: Indruk van Hilda


HOOFDSTUK 3

De cruciale rol van cognitieve resources

Cognitief bezig Niet bezig

4
Stereotype van indruk van Hilda

3,5

2,5

2
Geen Doel om accuraat te zijn doel om accuraat te zijn
College 3….Hoofdstuk 4
Sociale perceptie:
Hoe we andere mensen leren begrijpen
Het Covariatiemodel: Interne versus
externe attributies (1 van 3)
• Een theorie die stelt dat om een attributie te
vormen over wat het gedrag van een persoon
veroorzaakte, mensen systematisch het patroon
tussen de aan- of afwezigheid van mogelijke
oorzakelijke factoren en het al dan niet voorkomen
van het gedrag opmerken.
Het Covariatiemodel: Interne versus
externe attributies (2 van 3)
• Richt zich op hoe het gedrag "covarieert"

– over tijd, plaats, acteurs en doelstellingen

• Onderzoekt hoe de waarnemer een interne of


externe attributie maakt
Het Covariatiemodel: Interne versus
externe attributies (3 van 3)
• We maken keuzes over interne versus externe
attributies door gebruik te maken van drie
informatiebronnen

– Consensus

– Onderscheidend vermogen

– Consistentie
Causale attributie: Waarom schreeuwt de
baas tegen Hanna?

Consensus is laag
(Niemand anders schreeuwt tegen
Hanna)

Onderscheidend Interne attributie


vermogen is laag (Baas is een zielig figuur)
(Baas schreeuwt tegen iedereen)

Consistentie is hoog
(Baas schreeuwt elke dag vd week
tegen Hanna)
Causale attributie Waarom schreeuwt de
baas tegen Hanna?

Consensus is hoog
(Iedereen schreewt tegen Hanna)

Onderscheidend Externe attributie


vermogen is hoog (Hanna is een zielig figuur)
(Baas schreewt alleen tegen Hanna)

Consistentie is hoog
(Baas schreewt elke dag vd week
tegen Hanna)
College 4
…Hoofdstuk 5
Het Zelf:
Onszelf begrijpen in een sociale context
Zelfperceptietheorie (Bem, 1972)
• Zelfperceptietheorie

– Theorie die stelt dat wanneer


onze attitudes en gevoelens
onzeker of dubbelzinnig zijn, we
onze conclusies daarover
baseren op observaties van ons
gedrag en de situatie waarin dat
gedrag voorkomt.

– Vgl. met attributie theorie!!


Attributies hebben consequenties….

• Intrinsieke motivatie

– Een activiteit ontplooien omdat je ervan geniet of het


interessant vindt, niet op grond van beloningen of druk
van buitenaf.

• Extrinsieke motivatie

– Een activiteit ontplooien vanwege externe redenen,


niet vanwege plezier en interesse.
Attributies hebben consequenties….

• Veel leraren of ouders belonen kinderen voor


goede cijfers met complimenten, snoep, gouden
sterren of speelgoed.

• Andere programma's belonen kinderen voor het


lezen van boeken.

• Maar neemt de liefde van een kind voor lezen toe


of af door deze programma's ?
College 5…Hoofdstuk 6
De behoefte om ons handelen te rechtvaardigen:
De kosten en baten van dissonantievermindering
Wanneer cognities/gedrag botsen
Cognitieve dissonantie:

• Het ongemak dat mensen


ervaren wanneer twee cognities
(overtuigingen, houdingen) met
Leon Festinger
elkaar botsen of wanneer ze zich
gedragen op een manier die in
tegenspraak is met hun
zelfbeeld.
Dissonantie
Dissonantie een negatieve vorm van fysieke arousal

Dissonantie

Geen arousal= geen dissonantie = geen behoefte


om er wat aan te doen
College
6…Hoofdstuk 7
Attitude en Attitudeverandering:
gedachten en gevoelens beïnvloeden
Definities

•“Affect for or against a psychological “the categorization of a stimulus object along an evaluative
object” - Thurstone (1931) dimension” - Zanna & Rempel (1988)

“an association in memory between a given • “A state of mind of the individual toward
object and a given summary evaluation of the
an object” - Thamas & Znaniecki
object” Fazio (1995)
(1918)

“a psychological tendency that is expressed by “a general and enduring positive or


evaluating a particular entity with some degree of favor negative feeling about some person,
or disfavor” Eagly & Chaiken (1993) object, or issue” Petty & Cacioppo
(1981)

• “A learned predisposition to think feel and behave


toward a person (or object) in a particular way” -
“an overall evaluation of an object that is based on
Gordon Alport (1954) cognitive, affective, and behavioral information” Maio &
Haddock (2010)
Tripartite model van attitudes

• De attitude bestaat uit drie componenten:


– Cognitief component

§ Onze gedachten en opvattingen over het attitude object

– Affectief component

§ Onze gevoelsmatige reactie op het attitude object

– Gedragsmatig

§ Onze neiging tot handelen ten opzichte van het attitude object
waarom bestuderen we attitudes?

Attitude Behavior
LaPiere (1934)

Zijn Chinezen welkom in uw hotel?

92% zeiden nee 0.40% zei daadwerkelijk nee


Weg dus met die attitudes?
• Nee, attitudes kunnen toch voorspellend zijn voor
gedrag
• 2 redenen voor de zwakke relatie:
– Methodologisch
– Theoretisch
Theorie over gepland gedrag (Ajzen, 1980)

Attitude t.o.v. gedrag

Gedrags-
Subjectieve norm Gedrag
intentie

Gedragscontrole
College 7…Hoofdstuk 8..
Conformisme: sociale invloed en aanpassing van
gedrag
Definitie van Sociale Beïnvloeding
• Sociale beïnvloeding verwijst naar een
gedragsverandering die tot stand komt via echte
of voorgestelde druk van anderen
• Attitudeverandering is DUS niet noodzakelijk (mag
wel)
3 typen van sociale beïnvloeding
• Conformisme (conformity)
• Instemming (compliance)
• Gehoorzaamheid (obedience)
CONFORMISME

Sherif (1936)

• Lichtpunt in donker ruimte lijkt te


bewegen
– Autokinetisch effect
• Sherif (1936):
– Schatting hoe ver heeft de stip bewogen
– Alleen en dan in groepssessies met zijn
drieën
5
CONFORMISME 6

Asch (1951)

• 7 ‘proefpersonen’
beoordelen lengte van
lijnen
• 1 echte proefpersoon
geeft als laatste antwoord
GEHOORZAAMHEID

milgram (1963)
Twee doelen van sociale beïnvloeding
• Informationele sociale beïnvloeding
– Anderen worden gebruikt om te bepalen wat juist of
gepast is (bijv., Sherif)
• Normatieve sociale beïnvloeding
– De invloed van anderen om erbij te horen (en niet
gestraft te worden; bijv. Asch)
College
8..Hoofdstuk 9
Groepen en Sociale Dilemma's
definitie
Sociale facilitatie (Zajonc)
Social loafing (Ingham et al 1974)
Social loafing vs. social facilitation

Social loafing Sociale facilitatie

• Individuele bijdrage • Individuele bijdrage wel


niet identificeerbaar identificeerbaar
• Opgaan in de groep • In the spotlight
• Aanwezigheid anderen: • Aanwezigheid anderen:
relax arousal
Sociale dilemma’s
• Situaties waarin het eigen
belang in strijd is met het
groepsbelang
• De zelfzuchtige keuze is de
meest rationele keuze,
tenzij iedereen de
zelfzuchtige keuze maakt
• Belangrijke afweging
tussen hebzucht en angst
Tragedy of the Commons

• Hardin (Science, 1968)


• Overbevolking
• “Freedom to breed will
bring ruin to all”
8b
Wereldpopulatie

7b
5b
4b
3b
1b
0b
1800 1850 1900 1950 2000 2010 2017
Liefde en
romantische
relaties
Hoofdstuk 10
Waarom affiliëren we met anderen?
• Domein-algemene doelen
– Reinforcement-affect model

§ Klassiek conditioneren
– We zoeken mensen op waar we ons goed bij voelen

– Social exchange theory

§ Kosten/baten
– We zoeken mensen op waar we het goed bij hebben
Affiliatie gaat vanzelf
Mere-exposure
– Des te vaker je een neutrale stimulus ziet, des te meer
je deze leuk vind
MIT Westgate West Apartments
• Vriendschap tussen MIT getrouwde koppels
(Festinger, Shachter, & Back; 1950)
Kenrick et al, 1990 79

Gem. IQ

DATE SEX STEADY MARRIAGE


College
10…hoofdstuk 11
Prosociaal gedrag: waarom helpen mensen?
Definitie van prosociaal gedrag

prosociaal gedrag

Welwillendheid

Puur altruïsme
Bystander effect

Omstanders helpen minder als


er ook anderen zijn omdat:
– Diffusie van verantwoordelijkheid
– Pluralistische onwetendheid.
– Angst dat we het fout doen

Kitty Genovese
Puur altruisme? Batson et al. (1981)
Difficult escape
Easy escape
100%

92
80%
82

60% 63
Helpers

40%

20%
18

0%
Ongelijk Gelijk
College 11
….hoofdstuk 12
Agressie en agressief gedrag
8
WAT IS AGRESSIE? 9

verschillende vormen
Woede
Roddelen Remkabels doorknippen Crime of passion Road rage

Emotionele/vijandige
Indirecte agressie
agressie

VS VS

Instrumentele
Directe agressie
agressie

Fysieke aanval Beledigen Georganiseerde criminaliteit

Bedreigen Sport Blackmail


90

AGRESSIE EN FRUSTRATIE

The frustration-agression hypothesis (herzien)

Elke andere
Frustratie Pijn Hitte onplezierige
ervaring

Negatieve gevoelens

Emotionele Agressie
Bandura, 1973
• Het sociaal leren van agressie
• Experiment met “BOBO”
• Door het observeren van geweld leren kinderen
dat geweld een oplossing is voor problemen, en
passen dat helemaal toe als het ook nog beloond
wordt.
College 12… H13
Vooroordelen, stereotypen,
en discriminatie
Sherif et al. 1988
• Het belang van een gemeenschappelijk doel was
zichtbaar bij de Rattlers en Eagles
Minimale groep paradigma: Tajfel (1970)

• Een experimentele
procedure waarmee je snel,
kunstmatige groepen maakt
om vooroordelen,
stereotypen en discriminatie
te onderzoeken
SOCIALE PSYCHOLOGIE IN TILBURG

Vooruit kijken
Onderhandelen Betekenis

Beslissen Motivatie

Politiek Sociale media

Leiderschap Macht Consumentengedrag

Relaties
Emoties Religie
98

SOCIALE PSYCHOLOGIE IN TILBURG

Vooruit kijken

• Bachelor Social Psychology: – Attitudes and Advertising

– Cultural Psychology – Consumer Behavior

– Group Dynamics • Master Social Psychology:

– Social Cognition – Economic Psychology


– Evolutionary Psychology – Work- and Organizational
Psychology
– Work Psychology
• Research master:
– Organizational Psychology
– Social psychology
– Political Psychology
– Economic Psychology
Conclusie
• Dit is een algemene samenvatting van belangrijke
onderdelen die we hebben besproken
– Maar niet van ALLE belangrijke dingen

• Voor het tentamen: Leer het boek en de


artikelen
Vrijdag
• Vragen
• Oefententamen

You might also like