You are on page 1of 39

Handleiding voor toekomstig gebruik bewaren.

Montage-, Bedrijfs- en
Onderhoudshandleiding

Centrifugaalpompen
SERIE „S“
Lagerstoel S3

Deze documenten zijn aan onze afnemers toevertrouwd en mogen niet, zonder onze
uitdrukkelijke schriftelijke toestemming, worden vermenigvuldigd of aan derden worden
doorgegeven.

Auteur: HPp/Grinschgl, Arnus Wijziging: PTe/Ka 1996-07-10üfer:


DOKUMENTVOORBLAD ............... .....
Controle:

Deckblad delta.DOC,06-09-22
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

INHOUDSOPGAVE

1. Technische beschrijving Pagina 2

2. Veiligheid Pagina 3-6

3. Plaatsen Pagina 7-9

4. Ingebruikneming en uitschakelen Pagina 9

5. Onderhoud Pagina 10 - 25

6. Demontage en montage Pagina 26 - 30

7. Reserveonderdelen Pagina 31 - 33

8. Krachten en momenten Pagina 34

9. Maatschets type “S”, vrij aseind Pagina 35 - 36

10. Maatschets type “S”, met fundatie Pagina 37

11. Maatschets type S, vrije opstelling Pagina 38

12. Adressen en contactpersonen Pagina 39


BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

1. Technische beschrijving

1.1 Wijze van constructie

Enkeltraps centrifugaalpomp uitgevoerd in een procesconstructie, waaier, slijtplaten,


pakkingbusdeksel, aspakking en lagersteun kunnen als uitbouweenheid (Back pull out unit)
gedemonteerd c.q. gemonteerd worden terwijl het pomphuis tussen de zuig- en persleiding
kan blijven staan.

1.2 Waaier

Open waaier met drie of zes schoepen garanderen een goede efficiëntie.

1.3 Lagering

De pompas is gelagerd door olie of vetgesmeerde, goed gedimensioneerde, kogellagers.


De overmaats bemeten pompas garandeert een trillingsvrije loop.

1.4 Aspakking

Al naar gelang de gestelde bedrijfseisen kunnen verschillende asafdichtingen ingebouwd


worden (zie 5.2):

A) Eenvoudige mechanical seal (standaard)


B) Mechanical seal in tandem opstelling
C) Zachte aspakking
D) Dubbel mechanical seal
E) Hydrodynamische asafdichting

1.5 Technische gegevens

Zie het bijgevoegde gegevensblad, pompcurve, maatschets en doorsnede.


BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

2. Veiligheid

Deze handleiding bevat fundamentele instructies, die bij de plaatsing, het gebruik en het
onderhoud in acht moeten worden genomen. Daarom moet deze handleiding absoluut vóór
de montage en de ingebruikneming door de monteur alsook door de verantwoordelijke
vakmensen/eindgebruiker gelezen worden en moet ze permanent beschikbaar zijn op de
plaats waar de machine/installatie wordt gebruikt.

Niet alleen de algemene veiligheidsinstructies die in deze paragraaf Veiligheid vermeld staan
moeten worden opgevolgd, maar ook de bij de andere paragrafen ingevoegde, speciale
veiligheidsinstructies. Dit zijn bijv. de instructies voor privé-gebruik.

2.1 Markering van instructies in de handleiding

De veiligheidsinstructies die in deze handleiding vermeld staan en die - als ze niet opgevolgd
worden - een gevaar voor personen kan opleveren, zijn voorzien van het speciale algemene
gevarensymbool

veiligheidsteken volgens DIN 4844 - W9

en bij een waarschuwing voor elektrische spanning van het

veiligheidsteken volgens DIN 4844 - W8.

Bij veiligheidsinstructies, die - als ze niet worden opgevolgd - gevaren kunnen opleveren voor
de machine en de werking ervan, is de tekst

Let op
ingevoegd.

Direct op de machine aangebrachte instructies zoals


• de draairichtingspijl
• aanduiding voor de spervloeistof aansluitingen

moeten absoluut in acht worden genomen en in volledig leesbare staat worden gehouden.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

2.2 Kwalificaties en opleiding van het personeel

Het personeel dat verantwoordelijk is voor de bediening, het onderhoud, de inspectie en de


montage moet de kwalificaties hebben om deze werkzaamheden te verrichten. De
verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de controle van het personeel moeten door de
eindgebruiker precies geregeld zijn. Indien het personeel over onvoldoende kennis beschikt,
dan moet het geschoold worden en de juiste instructies ontvangen. Indien nodig, kan dit in
opdracht van de eindgebruiker van de machine gebeuren door de fabrikant/leverancier.
Bovendien dient de eindgebruiker ervoor te zorgen dat het personeel de volledige inhoud van
de handleiding begrijpt.

2.3 Gevaren bij het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies

Indien de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan dit zowel gevaar opleveren voor
personen als voor het milieu en de machine. Indien de veiligheidsinstructies niet worden
opgevolgd, kan dit ertoe leiden dat men elke aanspraak op schadevergoeding verliest.

Niet opvolgen van de instructies kan bijv. de volgende gevaren opleveren:

• Belangrijke functies van de machine/installatie werken niet meer

• De voorgeschreven methodes m.b.t. het onderhoud en de instandhouding werken niet


meer

• Gevaar voor personen als gevolg van elektrische, mechanische en chemische inwerking

• Gevaar voor het milieu als gevolg van lekkage van gevaarlijke stoffen

2.4 Veiligheidsbewust werken

De veiligheidsinstructies in deze handleiding, de geldende nationale voorschriften aangaande


de ongevallenpreventie alsook eventuele interne werk-, gebruiks- en veiligheidsvoorschriften
van de eindgebruiker dienen in acht te worden genomen.

Het aanhouden van de bedienings- en onderhoudshandleiding dient absoluut door de


eindgebruiker worden gewaarborgd.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

2.5. Veiligheidsinstructies voor de eindgebruiker/bediener

• Indien hete of koude machineonderdelen een gevaar opleveren, moeten deze onderdelen
ter plaatse tegen aanraken beveiligd worden.
• Contactbeveiligingen voor bewegende onderdelen (bijv. koppelingen) mogen bij lopende
machine niet verwijderd worden.
• Lekkages (bijv. in de aspakking) van gevaarlijke stoffen in de pomp (bijv. explosief, giftig,
heet) moeten zodanig weggeleid worden dat er geen gevaar kan ontstaan voor personen
en het milieu. De wettelijke regelingen dienen in acht te worden genomen.
• Gevaren door elektrische energie dienen te worden voorkomen (kijk voor meer informatie
hierover bijv. in de voorschriften van de VDE en het plaatselijke Energiebedrijf).
• Om lagerschade voortijdig te ontdekken en een mechanische vonkenvorming te
voorkomen, is het noodzakelijk de olietemperatuur te controleren en eventueel
vibratiemetingen uit te voeren.
• De pomp is door haar opstelling automatisch geaard.
• De beschermkap mag geen beschadiging of vervorming vertonen, omdat dit tot een
vonkvorming kan leiden. Indien er een beschadiging en/of vervorming is ontstaan, dient de
pomp direct uitgeschakeld te worden, om door vonkvorming een eventuele brand en/of
explosie te voorkomen. (Dit geldt vooral bij pompen met opstelling in het Ex-gebied)
• Het onderhoud van de rubbers in de koppeling dient volgens paragraaf 5.4 te worden
doorgevoerd, om een mogelijke vonkvorming te verhinderen.

2.6 Veiligheidsinstructies voor onderhouds-, inspectie- en


montagewerkzaamheden

De eindgebruiker dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie- en


montagewerkzaamheden door bevoegd, gekwalificeerd en vakkundig personeel verricht
worden en dat deze persoon voldoende informatie heeft gekregen door de handleiding
grondig te bestuderen.
Alle werkzaamheden mogen uitsluitend bij stilstaande machine verricht worden. Bij het
stilzetten van de machine dient u exact deze handleiding te volgen.
- Motor ontkoppelen (spacer van de koppeling demonteren)
Pompen of pompaggregaten die een media verpompen die gevaarlijk zijn voor de
gezondheid, moeten van gif worden ontdaan.
Direct na afloop van de werkzaamheden moeten alle veiligheidsvoorzieningen en
beschermende voorzieningen weer aangebracht c.q. in werking gesteld worden.
Vóór hernieuwde ingebruikneming dient u de in paragraaf Eerste ingebruikneming vermelde
instructies op te volgen.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

2.7 Eigenmachtige ombouw en fabricage van reserveonderdelen

Het ombouwen en veranderen van de machine is alleen toegestaan indien daarover


afspraken met de fabrikant zijn gemaakt. Originele reserveonderdelen en door de fabrikant
goedgekeurde toebehoren zijn er voor uw eigen veiligheid. Indien andere onderdelen worden
gebruikt, bestaat er geen aansprakelijkheid voor de schade die daarvan het gevolg is.

2.8 Ongeoorloofde wijzen van gebruik

De garantie van een veilige werking van de geleverde machine bestaat alleen als de
machine op doelmatige wijze en volgens de handleiding wordt gebruikt. De grenswaarden
die in het informatieblad vermeld staan, mogen in geen geval worden overschreden.

De pomp mag niet in bedrijf zijn indien er geen vloeistof in het pomphuis aanwezig is, dit om
een vonkvorming en/of oververhitting te voorkomen.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

3. Plaatsen

3.1 Het aggregaat monteren en afstellen

a ) Plaats de pompaggregaat op een vlak fundatie met oplegrails (h = 50 - 100 mm).


Stel het af op het zuigstuk c.q. op andere richtpunten.

Fundatie oplegrails
Afbeelding 1
b ) Boor door de gaten van het fundatieplaat heen en breng de pluggen aan.

Fixatiemoer voor het fundatieplaat

Schroefdraadstang M20

Fundatieplaat
Oplegrails
Instelmoer
Fixatiemoer voor schroefdraadstang

HILTI compacte pluggen HKD M20

Afbeelding 2

c ) Breng de schroefdraadstang van boven af in. 2 Schijven en 2 zeskant moeren tussen


het fundament en het fundatieplaat schroeven en schroefdraadstang in plug schroeven.
Schroefdraadstang met fixatiemoer in de plug vastdraaien.

d ) Met de instelmoer het pompaggregaat optillen en oplegrails verwijderen.

e ) Pompaggregaat instellen met de instelmoer en met de fixatiemoer voor fundatieplaat


vastdraaien.

f ) Schroefdraadstang met 5 mm overmaat afzagen en ontbramen.

g ) Fundatieplaat met gietbeton ingieten en laten uitharden.


BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

h ) Motormontage, voor zover de motor nog niet is opgebouwd. Geboorde koppelingshelft


vlaksluitend op de motoras vastzetten en met een stelschroef op spie fixeren.
De fundatieplaat is ontworpen voor de grootste motor van het pomptype. Indien een
kleinere motor wordt opgebouwd, dan dient de passtukken die meegeleverd zijn te
worden gebruikt.
Voor de motorbevestiging gebruikt men doorloopbouten of afgekorte draadstangen.

i ) De koppeling centreren

Koppelingstype Flender (N-EUPEX) H 95 110 125 140 160 180 200 225 250
Koppelingstype ATP (ELKU-N) H 10 16 25 40 63 100 160 200 250
s 2 [mm] 5 5 5 5 6 6 6 6 8

Geoorloofde afwijking s 2 [mm] +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1


Max. haakse offset K [mm] 0,15 0,18 0,21 0,24 0,27 0,30 0,34 0,38 0,42
Max. radiale offset K [mm] 0,15 0,18 0,21 0,24 0,27 0,30 0,34 0,38 0,42

Tabel 1
KAV
KAV

Afbeelding 3

KAV: Koppeling uitlijnvoorziening 1 … Naaf pompzijde (rubbers)


2 … Naaf motorzijde
6 … Spacer
7 … Ring met klauwen

De koppeling dient met de juiste speling volgens tabel 1 te worden gemonteerd. Na afstellen
van de koppeling behoort deze conform de overheidsvoorschriften met een originele
beschermkap te worden voorzien.

3.2 De pers- en zuigleidingen aansluiten

Sluit de zuig- en persleiding spanningsvrij aan en controleer nogmaals de afstelling van het
aggregaat en verdraai de pompas met de hand. Sluit de sperwaterleiding aan. Als er iets aan
de diameter van de zuigleiding verandert, moet u excentrische zuigstukken (speciale
toebehoren) of excentrische overgangsstukken gebruiken (zie afb. 20).
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

3.3 Elektrische aansluiting van de motor

Zie de bedieningsinstructie van de motorleverancier

4. Ingebruikneming en uitschakelen

LET OP 4.1 Ingebruikneming

4.1.1 Controle op mogelijke vreemde voorwerpen (gereedschap enz.) in de pomp vóór


ingebruikneming, zodat beschadigingen aan de aspakking c.q. aan de waaier worden
voorkomen.
4.1.2 Optische controle van de pomp in het bijzonder de beschermkappen op eventuele
vervormingen.
4.1.3 Bij oliesmering: Voorgeschreven olie volgens 5.1 tot aan het midden van het
oliestandkijkglas.
Bij vetsmering: Controle, of de lagers reeds voldoende gesmeerd zijn.
4.1.4 Open de zuig- en drukafsluiter, zodat de pomp met medium gevuld is.
4.1.5 Open de sperwaterleiding (tandem-seal, dubbelseal, pakking).
4.1.6 Controle van de draairichting zonder medium:
- Spacer van de koppeling (deel 6, afbeelding 3) demonteren.
- Voor controle van de draairichting, motor kort in- en uitschakelen.
- Motor beveiligen
- Spacer van de koppeling (deel 6, afbeelding 3) volgens 3.1.i monteren.
4.1.7 Controle van de draairichting met medium:
- Pomp vullen, open de zuig- en drukafsluiter, zodat de pomp met medium gevuld is.
- Sperwaterleiding openen bij asafdichtingen met sperwater.
- Motor kort in- en uitschakelen voor controle van de draairichting.
Waarschuwing: Voor de draaiende delen, zoals de koppeling.
- Beschermkap monteren.
4.1.8 Motor inschakelen en even waarnemen of alles in orde is.

4.2 Uitschakelen

Motor uitschakelen, en bij servicewerkzaamheden beveiligen. Bij langdurige stilstand en


servicewerkzaamheden, de zuig- en persleiding en sperwaterleiding sluiten.
Pomp leegmaken c.q. doorspoelen.

Waarschuwing: Bij het uitlopen van de pomp, de motor niet inschakelen.


BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

5. Onderhoud

Bij alle onderhoudswerkzaamheden dient de motor tegen onbedoelde


ingebruikneming beveiligd te worden (verwijderen van de hoofdzekering,
motorbeveiligingsschakelaar,...) Indien noodzakelijk dient een protocol te worden opgesteld.

5.1 Oliesmering

Eerste olievulling na 200 bedrijfsuren verversen, daarna jaarlijkse olieverversing.

Geschikte soorten smeerolie:

BP BP Energol HLP 68
Esso Teresso 68
Mobil D.T.E. Heavy Medium
Shell Shell Tellus Oil S 68
Castrol Hyspin AWS 32
Tabel 2
Vereiste hoeveelheid olie:

Lagergrootte Pomptype Hoev. olie [ l ]


S80-265
Gr. 28-S3 S100-265 ≈ 1,0
S125-265
S100-350
Gr. 38-S3 S125-350 ≈ 1,5
S150-330
S125-400
Gr. 42-S3 S150-400 ≈ 2,5
S200-380
S150-470
Gr. 55-S3 S200-470 ≈ 4,0
S250-430
S350-470
Gr. 80-S3 ≈ 9,0
S500-600
Tabel 3

Controle:
Het olieniveau behoort in het midden van oliestandkijkglas te staan.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

5.2 Vetsmering

Bij de fabrieksmontage worden de lagers met vet gesmeerd. Voor het in bedrijf nemen van
de pomp moeten de lagers met 2 tot 10 gram vet, afhankelijk van de lagergrootte worden
nagesmeerd.

Geschikte vetsoorten:

Voor bedrijfsomstandigheden, waarbij de oppervlaktetemperatuur van de lagerstoel onder


60 °C ligt, zijn de volgende smeermiddelen toe te passen:

Exxon Exxon Beacon 2


Mobil Mobilux EP 2
Shell Shell Alvania RL 2
SKF SKF LGMT 2
FAG FAG Arcand L71V
Tabel 4

Smering:

De lagers dienen volgens de volgende tabel 5 nagesmeerd te worden.

Eerste smering en nasmering (50Hz, Toerental)

Nasmeerinterval 1) (Uren,
Eerste smering (g) Nasmering (g)
Lagerstoeltemperatuur.< +60°C)
Lagerstoel
Waaier- Koppelings- Waaier- Koppelings-
zijde zijde zijde zijde 740 rpm 980 rpm 1480 rpm 2950 rpm

Gr. 28-S3 30 50 10 15 16.000 12.000 8.000 3.000


Gr. 38-S3 55 85 15 25 14.000 10.000 6.500 2.500
Gr. 42-S3 85 135 20 30 12.000 8.000 6.000 2.000
Gr. 55-S3 180 300 30 50 10.000 7.500 5.000 -
Gr. 80-S3 250 420 45 65 8.500 6.000 3.500 -

1)
Elke verhoging van de oppervlaktetemperatuur met 15°C verkort de smeerinterval met de helft.

Tabel 5
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Voor het in bedrijf nemen van de pomp dient het voor de smering toegepaste smeermiddel
(olie of vet) van de pomp en het aandrijflager te worden gecontroleerd.

GEVAAR Door verkeerde smering van de pomp!

Dit kan tot gevaarlijke situaties voor personen en tot beschadigingen aan de machine leiden.

De pomp mag onder geen enkele omstandigheid zonder een geschikt smeermiddel in bedrijf
genomen worden.

Nooit verschillende smeermiddelen door elkaar heen gebruiken en/of vermengen.


BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

5.2 Asafdichting

A) ENKELVOUDIG MECHANICAL SEAL (Afb. 4 en 5):


Smering door pompmedium. (zonder externe spoeling)

230 Waaier
161 Pakkingbusdeksel 556.1
211 Pompas 556.2
504 Afstandsring
433 Mechanical seal
556.1 Afstelring
556.2 Afstelring

Afbeelding 4
Lagerstoel Gr.28-S3 Gr.38-S3 Gr.42-S3 Gr.55-S3 Gr.80-S3
Ø D1 38 48 53 65 90
L1 45 45 47,5 52,5 65

Afbeelding 5

Tabel 6
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Wisselen van het mechanical seal:


- Uitschakelen van de pomp volgens 4.2
- Beschermkap demonteren
- Spacer van de koppeling demonteren
- Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1
- Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren
- Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren
- Mechanical seal verwisselen (Originele mechanical seal toepassen en nieuwe seal
volgens bijgaande voorschrift inbouwen)
- Voor de montage: Controle van de slijtdelen, o-ringen en indien nodig nieuwe originele
onderdelen monteren
- Monteren in omgekeerde volgorde

Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen


BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

B) TANDEM MECHANICAL SEAL en


MET DRUK TOEGELATEN TANDEM MECHANICAL SEAL (afb. 6 en 7):
Asafdichtingsuitvoering Type MG12/MG12:

Het mechanical seal aan de mediumzijde wordt door het medium gesmeerd, als het medium
uitvalt, gebeurt het smeren door secundaire spervloeistof aan de atmosferische zijde,
thermosifon of continue externe spoeling.
Een drukbegrenzing in het sperwatersysteem van 1 bar is noodzakelijk, om het openen van
het mechanical seal aan de medium zijde te voorkomen.

Asafdichtingsuitvoering Type 587SP/502 of Type 587SP/2100:

Het is aanbevolen, het sperwatersysteem Het wordt aanbevolen, de sperwaterdruk hoger uit
te voeren dan de pompdruk, om zodanig de smering van beide mechanical seals met de
juiste sperwaterhoeveelheid te waarborgen. Bij uitval van de sperwaterdruk wordt het
mechanical seal aan de mediumzijde door het medium gesmeerd en voorkomt het openen
van dit mechanical seal.

Benodigde sperwaterdruk:
- Bij Tandem-normseal Type MG12/MG12 max. 1 bar
- Bij druk toegelaten Tandem-normseal Type 587SP/502 of Type 587SP/2100
max. 3 bis 6 bar, Benodigde hoeveelheid vloeistof, zie Afb. 18

230 Waaier
161 Pakkingbusdeksel
506 Opsluitring
211 Pompas
504 Afstandsring
500.1 Stelring
433 Mechanical seal
556.2 Afstelring
556.2 Afstelring

Afbeelding 6
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Lagerstoel Gr.28-S3 Gr.38-S3 Gr.42-S3 Gr.55-S3 Gr.80-S3


Ø D1 38 48 53 65 90
L1 45 45 47,5 52,5 65
L3 65 66 68 74,5 90,5
Tabel 7

Afbeelding 7

Flow diagram: Drukloos TANDEM-NORMSEAL

Afbeelding 8
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Flow diagram: Druk toegelaten TANDEM-NORMSEAL

Afbeelding 9

Wisselen van het seal:


- Uitschakelen van de pomp volgens 4.2
- Beschermkap demonteren
- Spacer van de koppeling demonteren
- Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1
- Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren
- Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren
De afstandsring (504) wordt alleen bij een mechanical seal type MG12 of type 2100
toegepast
- Mechanical seal aan medium zijde (433.1) demonteren
- Sealdeksel (506) losmaken
- Pakkingbusdeksel (161) met achterste slijtplaat demonteren
- Mechanical seal aan de atmosferische zijde (433) demonteren
- Mechanical seals verwisselen (Originele mechanical seals toepassen en nieuwe seals
volgens bijgaande voorschrift inbouwen)
- Voor de montage: controle van de slijtdelen, o-ringen en indien nodig nieuwe originele
onderdelen monteren
- Monteren in omgekeerde volgorde
- Mechanical seal aan de atmosferische zijde op de maat L3 volgens tabel 7 met
stelring (500.1) fixeren.

Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen


BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

C) ZACHTE ASPAKKING (afb. 10 en 12):


Er wordt gebruik gemaakt van voorgeperste aspakking volgens tabel 8.
Smering gebeurt door middel van toevoer van sperwater.

230 Waaier Sperwater in


451 Pakkingbusdeksel
452 Gland
211 Pompas
524 Asbus
461 Aspakking
458 Lantaarnring
556.2 Afstelring
556.2 Afstelring

Afstelring

Afbeelding 10

Flow Sheet: Zachte aspakking

Afbeelding 11

Lagerstoel Gr.28-S3 Gr.38-S3 Gr.42-S3 Gr.55-S3 Gr.80-S3


Ø D1 38 48 53 65 90
T 36 36 40 40 56
Aspakking 48x68x10 60x80x10 65x85x10 75x95x10 105x130x12
Lange Pakking ca. 190 mm ca. 230 mm ca. 245 mm ca. 275 mm ca. 380 mm
Aantal 1 + 3 stuks 1 + 3 stuks 1 + 3 stuks 2 + 3 stuks 2 + 4 stuks

Tabel 8
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Lagerstoel
Compleet

Afbeelding 12

Wisselen van de aspakking:


- Uitschakelen van de pomp volgens 4.2
- Beschermkap demonteren
- Spacer van de koppeling demonteren
- Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1
- Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren
- Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren
- Tweedelige gland (452) demonteren
- Aspakking ringen aan de atmosferische zijde (461) met pakkingtrekker uittrekken
- Lantaarnring (458) demonteren (met 2 haken of pakkingtrekker bij openingen
uittrekken)
- Aspakking ringen aan de mediumzijde (461) met pakkingtrekker uittrekken
- Aspakking verwisselen, aanbevolen zijn voorgeperste aspakking
- Monteren in omgekeerde volgorde

Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen

Let tijdens het inbouwen resp. het vervangen van de pakkingringen op het volgende:
- Controle van sperwaterleiding op verstopping
- De controlemaat „t“ volgens tabel 8
- Het aansluiten van de pakkingringen; met 180 ° offset
- De toestand van de asbus bij revisies
- De moeren van de gland alleen met de hand aandraaien
- Na de controle voor ingebruikname en na het inlopen van de pomp, de gland licht
nastellen, zodat het sperwater licht druppelt
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

D) DUBBEL MECHANICAL SEAL (afb. 13 en 15)


Smering gebeurt door middel van externe spoeling.

556.1
556.2
230 Waaier Sperwater
451 Pakkingbusdeksel uit
506 Sealdeksel
211 Pompas
504 Afstandsring
433 Mechanical seal
500.2 Steunring
556.1 Afstelring
556.2 Afstelring

Sperwater
in

Afbeelding 13

Lagerstoel Gr.28-S3 Gr.38-S3 Gr.42-S3 Gr.55-S3 Gr.80-S3


Ø D1 38 48 53 65 90
L2 90 90 95 105 130
L4 61 67 62,5 71,5 77
Tabel 9

Flow diagram: BACK to BACK NORMSEAL

Afbeelding 14
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Afbeelding 15

Wisselen van een dubbel mechanical seal:


- Uitschakelen van de pomp volgens 4.2
- Beschermkap demonteren
- Spacer van de koppeling demonteren
- Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1
- Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren
- Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren
- Sealdeksel (506) losmaken
- Pakkingbusdeksel (451) met achterste slijtplaat (135.2) demonteren
- Mechanical seals (433.1) demonteren
- Mechanical seal verwisselen (Originele mechanical seal toepassen en nieuwe seal
volgens bijgaande voorschrift inbouwen)
- Voor de montage: controle van de slijtdelen, o-ringen en indien nodig nieuwe originele
onderdelen monteren
- Monteren in omgekeerde volgorde

Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen


BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

E) HYDRODYNAMISCHE ASAFDICHTING (Afb. 16 en 17)

De werking van deze asafdichting zonder sperwater is als volgt:


In bedrijf, als gevolg van het roteren van de repeller ontstaat er een stroming van het medium
terug naar het pompgedeelte. Dit veroorzaakt een druk, die de druk achter de waaier opheft.
Bij stilstand neemt een “stilstand” pakking de afdichting over.

230 Waaier
211 Pompas
135.3 Achterste slijtplaat -
Dynamic seal
161 Pakkingbusdeksel -
Dynamic seal
235 Repeller
410 “Stilstand” pakking uit PTFE
500.3 Stelring
511 Steunring
540 Asbus
932.1 Klemring
904.2 Borgschroef
904.3 Borgschroef
556.1 Afstelring
556.2 Afstelring

Afbeelding 16

Lagerstoel Gr.28-S3 Gr.38-S3 Gr.42-S3 Gr.55-S3 Gr.80-S3


Ø D1 38 48 53 65 90
Tabel 10

Afbeelding 17
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Wisselen van het dynamic seal:


- Uitschakelen van de pomp volgens 4.2
- Beschermkap demonteren
- Spacer van de koppeling demonteren
- Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1
- Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren
- Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren
- Stelring (500.3) demonteren (Borgschroef (904.3) losschroeven)
- Asbus borging (904.2) losschroeven
- Complete eenheid (achterste slijtplaat, pakkingbusdeksel, repeller, “stilstand”-pakking
en asbus van de pompas demonteren
- Steunring (511) en de “stilstand”-pakking (410) demonteren
- Reinigen en een nieuwe originele “stilstand”-pakking uit PTFE toepassen
- Voor de montage: Controle van de slijtdelen, o-ringen en indien nodig nieuwe originele
onderdelen monteren
- Monteren in omgekeerde volgorde

- Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen


- Pompas met de hand doordraaien en controleren of alles in orde is
- Bij de start kan er kort lekkage ontstaan

Instellen van het dynamic seal:


- Uitschakelen van de pomp volgens 4.2
- Losdraaien van de borgschroeven (904.3) - 3 stuks. – van de stelring (500.3)
- Met gevoel de stelring met de draairichting van de klok mee draaien tot de opening
tussen de “stilstand”-pakking (PTFE – pakking) en de stelring gesloten is (geen
lekkage meer aanwezig)
- Gelijkmatig (synchroon) aandraaien van de borgschroeven (904.3), om verdraaien van
de stelring te voorkomen (kan weer lekkage veroorzaken)
- Pompas met de hand doordraaien en controleren of alles in orde is
- Bij de start kan er kort lekkage ontstaan
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Wisselen van de repeller:


- Uitschakelen van de pomp volgens 4.2
- Beschermkap demonteren
- Spacer van de koppeling demonteren
- Lagerstoel uitbouwen volgens 6.1.1
- Borgplaat (931.1) open buigen, waaiermoer (922) demonteren
- Waaier (230), afstandsring (504) en afstelringen (556.1, 556.2) demonteren
- Stelring (500.3) demonteren (Borgschroef (904.3) losschroeven)
- Asbus borging (904.2) losschroeven
- Complete eenheid (achterste slijtplaat, pakkingbusdeksel, repeller, “stilstand”-pakking
en asbus van de pompas demonteren
- Achterste slijtplaat (135.2) van pakkingbusdeksel (161) demonteren
- Klemring (932.1) demonteren
- Wisselen van de repeller
- Reinigen en een nieuwe originele “stilstand”-pakking uit PTFE toepassen
- Voor de montage: controle van de slijtdelen, o-ringen en indien nodig nieuwe originele
onderdelen monteren
- Monteren in omgekeerde volgorde

- Let op: Niet vergeten! Waaiermoer met borgplaat (931.1) borgen


- Pompas met de hand doordraaien en controleren of alles in orde is
- Bij de start kan er kort lekkage ontstaan
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Let op 5.3 Sperwater voor asafdichtingen

Als Sperwater voor de zachte aspakking moet schoon water aangevoerd worden. In de
toevoerleiding dient een afsluiter te worden geplaatst, zodat de druk geregeld kan worden.

Het verbruik van schoon water voor de zachte aspakking bedraagt 0,25 – 1,0 l/min.
De benodigde druk vindt U in tabel 11.

Voor smering en koeling van normseals met externe spoeling moet schoon water of
geprepareerd water met een maximum van 30°C en een maximale korrelgrootte van 80µm
aangevoerd worden. Voor een perfecte bedrijfsomstandigheid moet het sperwater door
middel van een speciale sperwaterbewakingseenheid bewaakt worden.
(Zie diagrammen bij de afdichtingvarianten)
De benodigde hoeveelheid voor de normseals met externe spoeling kan worden afgelezen in
afb. 18 en de benodigde sperwaterdruk in de afdichtingruimte kan worden afgelezen in Tabel
11.
Benodigde hoeveelheid

Temperatuur medium
[l/min]

Lagerstoelgrootte

Afbeelding 18

Benodigde sperwaterdruk bij verschillende pomptoerentallen

Lagerstoel n = 1000 min-1 n = 1500 min-1 n = 3000 min-1

Gr. 28-S3 0,7 bar + Pompdruk 1,5 bar + Pompdruk 5,0 bar + Pompdruk
Gr. 38-S3 1,2 bar + Pompdruk 2,5 bar + Pompdruk 6,0 bar + Pompdruk
Gr. 42-S3 1,5 bar + Pompdruk 3,0 bar + Pompdruk 8,0 bar + Pompdruk
Gr. 55-S3 1,8 bar + Pompdruk 3,5 bar + Pompdruk -
Gr. 80-S3 2,0 bar + Pompdruk 3,5 bar + Pompdruk -
Tabel 11

5.4 Koppeling

Minimaal na elke 4.000 tot 6.000 bedrijfsuren moet er een controle van het koppelingspakket
plaatsvinden.
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

6. Demontage en montage

6.1 Demontage

6.1.1 De uitbouweenheid uitbouwen (afb. 19)

Afbeelding 19
R

S: Pomphuis SST
A: Uitbouweenheid
Z: Spacer
R: Reinigingsopening met deksel
SST: Instroomstuk (speciaal toebehoren)

Afbeelding 20
- Uitschakelen van de pomp volgens 4.2
- Zuig- en drukafsluiter sluiten
- Beschermkap demonteren
- Spacer van de koppeling demonteren
- Sperwateraansluiting demonteren
- Bevestigingsschroeven van de voetsteun verwijderen
- Verbinding tussen het pomphuis en de lagersteun losmaken
- Lagerstoel van het pomphuis afdrukken
- Uitbouweenheid volgens afbeelding 19 verwijderen
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

6.1.2 Demontage van de pomponderdelen van de lagerstoel (afb. 21)

Lagerstoel
Compleet

Afbeelding 21

Demontage bij aspakking:

- Borgplaat (931.1) open buigen


- Waaiermoer (922) demonteren
- Waaier (230) demonteren
- Gland (452) verwijderen
- Pakkingbusdeksel (451) met achterste slijtplaat (135.2) van lagerstoel losmaken
- Aspakking (461) en lantaarnring (458) demonteren
- Asbus (524) van de pompas (211) verwijderen
- Voorste slijtplaat (135.1) demonteren uit het pomphuis (102)

De demontage van de andere asafdichtingen is beschreven in hoofdstuk 5.3.


BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

6.1.3 Demontage van de lagerstoel (afb. 22):

Afbeelding 22

- Voetsteun (183) verwijderen


- Spatring (507.90) demonteren
- Spatring (507.91) indien aanwezig, demonteren
- Lagerdeksel aan de zijde van de koppeling (360.2) demonteren
- Radiale afdichtingsring (411.2) demonteren
- Pompas (211) met lagering (320, 322) demonteren, buitenring en kooi van het kogellager
(322) blijven daarbij in de lagerstoel
- Borgplaat (931.2) open buigen en kogellagermoer (923) van de as afdraaien
- Kogellagers (320 en 322) verwarmen en van de as aftrekken
- Lagerdeksel aan de zijde van de pomp (360.1) demonteren
- Radiale afdichtingsring (411,1) demonteren
- Buitenring met kooi van het kogellager (322) uit de lagerstoel (350) demonteren
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

6.2 Monteren

6.2.1 Bij het monteren moet u in omgekeerde wijze te werk gaan als van het demonteren.

6.2.2 Montage van de lagerstoel (afb. 22):


- Controle van de onderdelen op beschadiging en indien nodig nieuwe originele
onderdelen toepassen

- Verwarmen van het lager (koppelingszijde) tot 80°C

- Lager (koppelingszijde) op de pompas schuiven – Opstelling volgens afb. 22

- Borgplaat (931.2) monteren en kogellagermoer (922) op de pompas schroeven


(Uit veiligheidstechnische redenen altijd een nieuwe borgplaat gebruiken) en borgen

- Binnenring van het lager (pompzijde)(322) verwarmen tot 80°C en op de pompas


schuiven

- Kogellager (pompzijde)(322) in de lagerstoel drukken

- Lagerdeksel (pompzijde)(360.1) met de o-ring als afdichting monteren

- Pompas in de lagerstoel verticaal van boven monteren

- Lagerdeksel (koppelingszijde)(360.2) met o-ring als afdichting monteren

- Speling tussen het lagerdeksel (koppelingszijde) en de lagerstoel instellen op 0,1 tot


0,2 mm door middel van vulringen, zodat de buitenring van het vaste kogellager is
gefixeerd
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Let op

6.2.2
Indien de waaier en de slijtplaten worden vervangen, moet u bij het inbouwen van de nieuwe
onderdelen letten op de spleet tussen de waaier en de slijtplaten. De spleet tussen de waaier
en het achterste slijtplaat bedraagt 0,5 mm. U bereikt dit door de desbetreffende
afstandsplaten tussen de pompas en de waaiernaaf te monteren. De spleet tussen de waaier
en de voorste slijtplaat bedraagt 0,5 mm. U bereikt dit door de betreffende afdichtingen
tussen het pomphuis en de voorste slijtplaat te monteren.
Controlematen zie afb. 23 tabel 12. Na het monteren moet u controleren of het aggregaat
exact is uitgelijnd (zie 3.1).

Pomptype p p’ s
S 80-265 63 62,5 0,5
S 100-265 70 69,5 0,5
S 125-265 77,5 77 0,5
S 100-350 70,5 70 0,5
S 125-350 81 80,5 0,5
S 150-330 88 87,5 0,5
S 125-400 77,5 77 0,5
S 150-400 89,5 89 0,5
S 200-380 99,5 99 0,5
S 150-470 105,5 105 0,5
S 200-470 115,5 115 0,5
S 250-430 121 120,5 0,5
S 350-470 139,5 139 0,5
S 500-600 156,2 155,5 0,7
Tabel 12

Afbeelding 23
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

7. Reserveonderdelen
Wij adviseren u de volgende reserveonderdelen:
Waaier, onderdeel 230
Voorste slijtplaat, onderdeel 135.1
Achterste slijtplaat, onderdeel 135.2
Asbus, onderdeel 524
Aspakking, onderdeel 461 of
Mechanical seal, onderdeel 433
Kogellager, onderdeel 320, 322
Radiale afdichtingsringen, onderdeel 411.1, 411.2
O-ring pomphuis, onderdeel 412.1
Pakkingringen en afstandsringen, onderdeel 400.1 – 400.4

Bij bestellingen van reserveonderdelen a.u.b. de volgende gegevens vermelden:


- Benaming en onderdeelnr. volgens hoofddoorsnede (zie pag. 32)
- Pomptype met fabricagenr. van de pomp (zie het infoblad)
- Materiaal van het onderdeel (zie het infoblad)
- Bij bestelling van een waaier, het aantal schoepen aangegeven (zie het infoblad)

Register van de kogellagertypes:

Lagergrootte Pomptype Stuks Lager Stuks Lager


pompzijde Koppelingzijde
S80-265
Gr.28-S3 S100-265 1 NU 308 ECP/C3 2 7308 BECBP
S125-265
S100-350
Gr.38-S3 S125-350 1 NU 310 ECP/C3 2 7310 BECBP
S150-330
S125-400
Gr.42-S3 S150-400 1 NU 312 ECP/C3 2 7312 BECBP
S200-380
S150-470
Gr.55-S3 S200-470 1 NU 316 ECP/C3 2 7316 BECBP
S250-430
S350-470
Gr.80-S3 1 NU 320 ECP/C3 2 7320 BECBP
S500-600
Tabel 13
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Lijst van de radiale afdichtingsringen:

Lagergrootte Pomptype Pompzijde Koppelingszijde


S80-265
Gr.28-S3 S100-265 ASL 38 x 52 x 7 ASL 35 x 47 x 7
S125-265
S100-350
Gr.38-S3 S125-350 ASL 48 x 62 x 8 ASL 45 x 60 x 8
S150-330
S125-400
Gr.42-S3 S150-400 ASL 55 x 70 x 8 ASL 55 x 70 x 8
S200-380
S150-470
Gr.55-S3 S200-470 ASL 70 x 90 x 10 ASL 70 x 90 x 10
S250-430
S350-470
Gr.80-S3 ASL 95 x 120 x 12 ASL 95 x 120 x 12
S500-600
Tabel 14
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Afbeelding 24

Positie Stuks Reserveonderdeel Positie Stuks Reserveonderdeel


102 1 Pomphuis 411.2 1 Radiale afdichtingsring (koppelingszijde)
135.1 1 Voorste slijtplaat 412.1 1 O-ring pomphuis
135.2 1 Achterste slijtplaat 433 1 Mechanical seal
161 1 Pakkingbusdeksel 451 1 Pakkingbusdeksel
183 1 Voetsteun 452 1 Gland
211 1 Pompas 458 1 Lantaarnring
230 1 Waaier 461 4 Stopbuspakking
320 2 Kogellager (koppelingszijde) 504 1 Afstandsring
322 1 Kogellager (pompzijde) 524 1 Asbus
350 1 Lagerstoel 642 2 Oliepeilglas
360.1 1 Lagerdeksel (pompzijde) 672 1 Ontluchtingsstop
360.2 1 Lagerdeksel (koppelingszijde) 922 1 Waaiermoer
400.1 4 Pakking PTFE 1 mm 923 1 Kogellagermoer
400.2 4 Pakking PTFE 0,5 mm 931.1 1 Borgplaat voor waaiermoer
400.3 12 Pakking PTFE 0,3 mm 931.2 1 Borgplaat voor kogellagermoer
400.4 12 Pakking PTFE 0,3 mm 507.90 1 Spatring (pompzijde)
411.1 1 Radiale afdichtingsring (pompzijde) 507.91 1 Spatring (koppelingszijde)
Tabel 15
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

8. Krachten en momenten

Leidingaansluitingen:

In principe dienen de pers- en zuigleidingen spanningsvrij gemonteerd te worden.


Voor de eerste in gebruik name bevelen wij een spanningscontrole aan.

De mogelijkheid bestaat dat tijdens bedrijf toch enkele krachten via de pers- en zuigleiding
worden overgebracht op de pompunit. De maximaal toelaatbare krachten staan in de
onderstaande tabel voorgeschreven.

Pomptype Krachten (N) Momenten (Nm)


Fy Fx = Fz Myz Mzx = Mxy

S80-265 8.500 2.800 650 400


S100-265 8.500 2.800 650 400
S125-265 8.500 2.800 650 400
S100-350 10.500 3.500 850 550
S125-350 10.500 3.500 850 550
S150-330 10.500 3.500 850 550
S125-400 12.500 4.000 1.200 650
S150-400 12.500 4.000 1.200 650
S200-380 12.500 4.000 1.200 650
S150-470 14.000 4.500 1.600 850
S200-470 14.000 4.500 1.600 850
S250-430 14.000 4.500 1.600 850
S350-470 15.000 4.800 2.100 1.100
S500-600 17.000 5.100 3.000 1.500

Tabel 16

Afbeelding 25
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

9. Maatschets: Type „S“, vrij aseind

Afbeelding 26

Maten in mm bindend

DN PN Df kf df s zf bf
x ... Uitbouwmaat
80 10 / 16 200 160 138 19 8 23
100 10 / 16 220 180 158 19 8 24
125 10 / 16 250 210 188 19 8 26
150 10 / 16 285 240 212 24 8 26
200 10 340 295 268 24 8 26
250 10 395 350 320 24 12 26
300 10 445 400 370 24 12 28
350 10 505 460 430 24 16 28
500 10 670 620 585 26 20 34
Tabel 17

Lagerstoel d l e1 e2 e3 g1 g2 p1 p2
Gr. 28-S3 28 60 80 19 19 16 10 31 50
Gr. 38-S3 38 72 100 24 24 21 10 48 70
Gr. 42-S3 42 80 100 28 28 26 10 45 70
Gr. 55-S3 55 100 125 28 28 26 10 60 95
Gr. 80-S3 80 140 125 32 32 29 12 88 115
Tabel 18
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

Type Lager- DNs DNd m n x h1 h2 a1 a2 b1 b2 c1 c2 f


stoel

S80-265 100 80 130 480 100 240 300 160 112 400 315 80 130 370

S100-265 Gr.28-S3 125 100 130 480 100 240 300 160 112 400 315 80 130 370

S125-265 150 125 130 480 100 240 300 160 112 400 315 80 130 370

S100-350 125 100 130 555 140 315 400 200 142 500 400 100 150 414

S125-350 Gr.38-S3 150 125 130 555 140 315 400 200 142 500 400 100 150 414

S150-330 200 150 130 555 140 315 400 200 142 500 400 100 150 414

S125-400 150 125 150 590 140 355 480 260 192 550 450 100 150 440

S150-400 Gr.42-S3 200 150 150 590 140 355 480 260 192 550 450 100 150 440

S200-380 250 200 150 590 140 355 480 260 192 550 450 100 150 440

S150-470 200 150 160 720 180 410 550 270 202 650 550 120 180 530

S200-470 Gr.55-S3 250 200 160 720 180 410 550 270 202 650 550 120 180 530

S250-430 300 250 160 720 180 410 550 270 202 650 550 120 180 530

S350-470 350 350 180 1055 180 500 700 320 230 770 650 180 240 780
Gr.80-S3
S500-600 500 500 340 1072 250 605 895 400 310 960 840 180 240 794

Tabel 19
BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

10. Maatschets: Type „S“, met fundatie

Afbeelding 27
A) Flens zuigzijde
B) Flens perszijde
Maten in mm bindend

Type a b c d e f g h i j k l m n o p q r s
S80-265 1225 450 330 300 412 130 480 28 100 100 180 158 220 19 80 160 138 200 19
S100-265 1225 450 330 300 435 130 480 28 100 125 210 188 250 19 100 180 158 220 19
S125-265 1225 450 330 300 455 130 480 28 100 150 240 212 285 24 125 210 188 250 19
S100-350 1500 550 425 400 511 130 555 38 140 125 210 188 250 19 100 180 158 220 19
S125-350 1500 550 425 400 540 130 555 38 140 150 240 212 285 24 125 210 188 250 19
S150-330 1500 550 425 400 570 130 555 38 140 200 295 268 340 24 150 240 212 285 19
S125-400 1680 600 468 480 574 150 590 42 140 150 240 212 285 22 125 210 188 250 19
S125-400.2 2000 770 502 480 574 150 590 42 180 150 240 212 285 22 125 210 188 250 19
S150-400 1680 600 468 480 625 150 590 42 140 200 295 268 340 24 150 240 212 285 24
S150-400.2 2000 770 502 480 625 150 590 42 180 200 295 268 340 24 150 240 212 285 24
S200-380 1680 600 468 480 680 150 590 42 140 250 350 320 395 24 200 295 268 340 24
S150-470 2170 770 542 550 681 160 720 55 180 200 295 268 340 24 150 240 212 285 24
S200-470 2170 770 542 550 740 160 720 55 180 250 350 320 395 24 200 295 268 340 24
S250-430 2170 770 542 550 800 160 720 55 180 300 400 370 445 24 250 350 320 395 24
S350-470 2595 870 672 700 950 180 1055 80 180 350 460 430 505 24 350 460 430 505 24
S500-600 2895 1100 830 895 1195 340 1072 80 250 500 620 585 670 26 500 620 585 670 26

Tabel 20

Fundatiebevestiging door middel van draadstang M20


BEDRIJFSVOORSCHRIFT
TYPE “S”

11. Maatschets: Type “S”, vrije opstelling

Afbeelding 28

Maten in mm bindend
Type A B C D E F G H J K L
S80-265 1.655 900 405 247,5 50 330 300 80 130 240 1.175
S100-265 1.655 900 405 247,5 50 330 300 80 130 240 1.175
S125-265 1.655 900 405 247,5 50 330 300 80 130 240 1.175
S100-350 1.950 1.000 500 250 50 425 300 100 130 250 1.450
S125-350 1.950 1.000 500 250 50 425 300 100 130 250 1.450
S150-330 1.950 1.000 500 250 50 425 300 100 130 250 1.450
S125-400 2.150 1.050 550 250 50 468 300 100 150 260 1.630
S125-400.2 2.200 1.200 715 242.5 50 502 300 120 150 245 1.415
S150-400 2.150 1.050 550 250 50 468 300 100 150 260 1.630
S150-400.2 2.200 1.200 715 242.5 50 502 300 120 150 245 1.415
S200-380 2.150 1.050 550 250 50 468 300 100 150 260 1.630
S150-470 2.400 1.200 715 242,5 50 542 300 120 160 260 1.585
S200-470 2.400 1.200 715 242.5 50 542 300 120 160 260 1.585
S250-430 2.400 1.200 715 242.5 50 542 300 120 160 455 1.390
S350-470 2.800 1.300 805 247,5 50 672 300 160 180 502,5 1.800
S500-600 3.200 1.550 1.030 260 50 830 300 200 340 320 2.610

Tabel 21

You might also like