You are on page 1of 100

Emmaüsinstituut TSO-BSO

Sint-Gerolflaan 20-22
9880 Aalter

Praktijk

CNC

2de graad MT

Leerling:........................................................................................................
Emmaüsinstituut TSO-BSO
Sint-Gerolflaan 20-22
9880 Aalter

Deel 1: Algemeenheden
Emmaüsinstituut Aalter

1. Betekenis CNC

1.1 Wat is NC?


NC is een anoniem voor ……………………………, dit wil zeggen een numerische
sturing of nog anders uitgedrukt een sturing door middel van ………………………
In een programma met getallen en letters worden geometrieën beschreven en de nodige
technologie toegevoegd om uiteindelijk het werkstuk te kunnen fabriceren.
Wil je de vastgelegde informatie wijzigen dan is dit slechts moeizaam te verwezenlijken.

Een NC machine

1.2 Wat is CNC?


CNC is een anoniem voor …………………………………………………, dit wil zeggen
een numerische sturing waarbij gebruik wordt gemaakt van een ……………… Door het
gebruik van software kunnen herhalingen van geometrieën, veranderingen in de
werkvolgorde, wijzigingen van werktuigen … sneller en efficiënter worden uitgevoerd.

Een CNC machine

Dhr. Afschrift 1
Emmaüsinstituut Aalter

2. Historiek CNC

NC was een reeds veel gebruikte techniek tijdens WOII. Om de productie van wapentuig
op te schroeven werd gewerkt aan de opvolger, CNC. De ontwikkeling is tijdens de jaren
40 in een sneltreinvaart geraakt, maar was te laat klaar om nog een rol te spelen binnen de
wapenwedloop in die tijd. De dag van vandaag zijn de G-code's en M-code's nog
veelvuldig in gebruik, maar toch is het zo dat er een nieuw soort sturing op de markt komt,
die het frezen en draaien vergemakkelijkt. Deze wordt de dialoogsturing genoemd. Hierbij
"praat" de programmeur tegen de machine in een gebruiksvriendelijke omgeving. Zo
worden bijvoorbeeld bochten niet meer ingegeven als een G-code maar als een commando
bocht, met een radius en een begin en middelpunt. Hierop kan dan bijvoorbeeld een
raaklijn worden aangezet die de machine zelf volledig berekent. Deze sturing is
gemakkelijker omdat deze logischer is voor de gebruiker. Het kan maanden duren voor
men alle G- en M-codes kent, maar met een uurtje uitleg en gezond verstand kan men al
werken met een dialoogsturing. Een voorbeeld van zo'n toegepaste sturing is Siemens
Shopmill op bijvoorbeeld een Chevalier 1418VMC of een Mazak draaibank met een
Mazatrol sturing. Deze laatste is echter vrijwel onbekend en is opgebouwd op een gewoon
en simpel uitziend Windows programma. Onderliggend is dit nog steeds een G-code
programma.

Chevalier 1418VMC

Chronologisch zou je de ontwikkeling van de NC-techniek als volgt kunnen samenvatten:

- ………: In opdracht van de US-luchtmacht wordt de eerste numerisch gestuurde


freesmachine voor het bewerken van aërodynamische profielen ontwikkeld.
- ………: Inzetten van de eerste NC-machines in Europa.
- ………: Verdere ontwikkeling van NC naar CNC.
- ………: Verdere ontwikkeling van de “dialoogsturing”.

Dhr. Afschrift 2
Emmaüsinstituut Aalter

3. Voor- en nadelen van CNC

3.1 Voordelen
▪ ………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
▪ ………………………………………………………………………………………
▪ ………………………………………………………………………………………
▪ ………………………………………………………………………………………
▪ ………………………………………………………………………………………
▪ ………………………………………………………………………………………
▪ enz.

3.2 Nadelen
▪ ………………………………………………………………………………………
▪ ………………………………………………………………………………………
▪ enz.

3.3 Conclusie
Wanneer we de voor- en nadelen naast elkaar zetten, zien we dat product-technisch de
voordelen van doorslaggevende aard zijn.

Dhr. Afschrift 3
Emmaüsinstituut Aalter

4. Dataverwerking bij CNC-machines


Zoals onderstaand schema laat zien wordt het CNC-programma door een programmeur
geschreven. Meestal vertrekt men vanuit een tekening waarbij een computerprogramma
zelf het programma schrijft. Het heeft immers weinig zin dit te laten doen door de
machinebediener, omdat dit een lange stilstand van de machine tot gevolg zou hebben.
Eens dat het programma geschreven is, wordt dit via een datadrager tot in de machine
gebracht. Principieel gezien zal de machinebediener geen wijzigingen meer aanbrengen. Er
kan natuurlijk wel ingegrepen worden bij technologische fouten of bij een eventuele
verbetering van het productieproces. De sturing zorgt dan voor de juiste vertaling van deze
gegevens naar de machine toe.

………………...

……………… N010 G01 X15


N020 G01 Y16.2
……………… N030 G00 Z2

…………..

.....................
.....................

……………
……………

Dhr. Afschrift 4
Emmaüsinstituut Aalter

5. Datadragers

5.1 Algemeen
Een CNC-programma intikken is een secure en tijdrovende bezigheid. Om te voorkomen
dat je dit telkens opnieuw zou moeten doen, bestaat de mogelijkheid om dit op te slaan op
datadragers. Zij laten toe om het programma van de PC naar de machine over te brengen,
uitwisseling te doen tussen verschillende machines, het programma later op papier af te
drukken en een archief aan te leggen.

5.2 Harde schrijf


Dit opslagmedium is enkel te gebruiken in samenwerking met een computer. Door de
grote opslagcapaciteit en de snelle verwerking van de gegevens zijn harddisks sterk aan te
raden. Het uitwisselen van gegevens naar de machine toe gebeurt via de seriële poort
(RS232C), een aangepaste kabel en een overdrachtprotocol. Om het risico op dataverlies te
beperken is het aan te bevelen om bij gebruik van de harddisk de data ook op
……………………… te bewaren.

Harde schijf

5.3 USB stick


Een USB (……………………………………………) stick is een datadrager die men de
laatste jaren veel aantreft, ook bij CNC-machines. Er zijn veel verschillende formaten: 512
MB, 1 GB, 8 GB, … Door de compacte afmeting, de grote opslagcapaciteit en goede
afscherming is dit een veel gebruikt medium. Dataverlies kan beperkt worden door een
veiligheidskopie te maken en goed zorg te dragen voor deze datadrager.

Dhr. Afschrift 5
Emmaüsinstituut Aalter

Een USB stick

5.4 Netwerk
Een netwerk is onmisbaar in het bedrijf de dag van vandaag.
Alles wordt via kabels en verbindingen doorgestuurd, met andere woorden men
heeft in principe geen ……………… meer nodig. Een programma kan rechtstreeks
van de computer naar de sturing van de CNC-machine gestuurd worden.
Natuurlijk zijn de datadragers niet overbodig geworden maar worden ze zeker nog
gebruikt om gegevens en programma’s te bewaren.

Een netwerk waarbij computers met elkaar verbonden zijn

6. Gestel of frame
Van CNC-machines is bekend dat ze een grote precisie hebben en dat de nauwkeurigheid
een paar ……………………… mm is. Om deze hoge precisie te kunnen bereiken, wordt
van het gestel of frame een hoge stijfheid vereist, zodat er zich bij plotse richtings- en
snelheidsveranderingen geen vormveranderingen zouden voordoen die de baan van het
gereedschap kunnen beïnvloeden.
Vooral bij het frezen van harde materialen zal het concept van het gestel een belangrijke
rol spelen.

Dhr. Afschrift 6
Emmaüsinstituut Aalter

7. Bewegingsassen bij CNC-machines


De juiste asbenamingen voor CNC-machines zijn vastgelegd in DIN 66217. Onder assen
verstaat men de bewegingsrichting van de beweegbare machinedelen. Bij de meeste CNC-
machines zul je de volgende bewegingsassen aantreffen:

CNC freesmachine
- X-as: ………………………………………………………………………
- Y-as: ………………………………………………………………………
- Z-as: ………………………………………………………………………

CNC draaibank
- X-as: ………………………………………………………………………
- Z-as: ………………………………………………………………………

Bewerkingscentra voor gecompliceerde stukken beschikken over extra bestuurbare


assen. Men spreekt van een 4de en / of 5de as.

Extra assen

Dhr. Afschrift 7
Emmaüsinstituut Aalter

8. Verplaatsingselementen

8.1 Sturingsmotoren
Sturingsmotoren zorgen ervoor dat de voedingsbewegingen van de tafel of het gereedschap
juist verlopen. Aangezien bij het bewerken van een werkstuk op het ene moment grote
krachten optreden en het volgende moment weer niet, vraagt dit van de sturingsmotoren
bijzondere eigenschappen. In alle omstandigheden moeten deze motoren zorgen voor
gelijkmatige en juiste verplaatsingen tijdens de voedingsbewegingen.
We maken daarom gebruik van ………………………………… omdat deze motor aan de
meeste eisen voldoet.

Stappenmotor

8.2 Voedingsassen
Om de draaiende beweging van de sturingsmotoren om te zetten in een rechtlijnige
beweging, zijn de CNC-machines meestal uitgerust met assen die voorzien zijn van een
speciale schroefdraad. Het CNC-programma rekent met exacte cijfers en niet alle sturingen
houden rekening met onvolmaaktheden van de machine.
Om die reden onder andere mag er geen speling zijn tussen de schroefas en de moer.
In zeer veel gevallen zal de constructeur gebruik maken van een …………………………
dat toelaat om de speling te regelen en een zekere voorspanning te geven. Hierdoor is het
mogelijk om de voedingsassen links en rechts te laten draaien zonder rekening te moeten
houden met de speling.

Dhr. Afschrift 8
Emmaüsinstituut Aalter

Schematische voorstelling van een kogelomloopspil

.........................

…………………………...
……………..

………………………………

Werkelijk weergave van een kogelomloopspil

9. Meetprincipes

9.1 Gesloten kringloop of lusketen


De ingegeven waarde wordt omgezet in elektrische impulsen. Iedere impuls veroorzaakt
een hoekverdraaiing van de sturingsmotor (stappenmotor). Deze hoekverdraaiing wordt
door de schroefas omgezet in een rechtlijnige beweging van de machineslede. De
afgelegde weg is hier afhankelijk van het aantal impulsen.
Dit systeem meet continu de werkelijke verplaatsing van de slede en stuurt de resultaten
van de meting door naar een rekeneenheid. Is de juiste verplaatsing niet bereikt dan
worden door het systeem impulsen gegeven om de afwijking te corrigeren.

Dhr. Afschrift 9
Emmaüsinstituut Aalter

................. ………
................. ………
………… …………… ………
…………… ………...
………… …………. ………
………
………….

9.2 Relatieve meetmethode


Bij deze meetmethode wordt gebruik gemaakt van een streepjesraster met afwisselend
lichte en donkere velden. Iedere meting gebeurt met incrementen of kleine stapjes.
De besturing telt bij elke verplaatsing het aantal incrementen tussen de nieuwe en oude
positie van het meetsysteem. Aangezien deze meting altijd refereert naar de vorige positie,
is de positie t.o.v. het machinenulpunt (schijnbaar) niet onmiddellijk gekend.
Hiervoor beschikt de machine in de meeste gevallen over een opstartprocedure die een
………………………………… aanloopt. Eens dat de coördinaten van dit referentiepunt
gekend zijn, weet de sturing waar ze zich bevindt en kan de relatieve meting beginnen.

Relatieve meetmethode

Dhr. Afschrift 10
Emmaüsinstituut Aalter

10. Verplaatsing

10.1 Lineaire interpolatie G00/G01


Lineaire interpolatie betekent: ………………………………………………………
(………………………………………………………………). Bij lineaire interpolatie
berekent de besturing een aantal punten op de rechte die moet worden gevolgd.

10.2 Circulaire interpolatie G02/G03


Circulaire interpolatie betekent: …………………………………………………………
…………………………………………………… In plaats van een straal kan men ook
waarde opgeven van het middelpunt van de boog tot het beginpunt.

11. Soorten besturingen

Volgens het sturingsprincipe kun je CNC-machines indelen in 3 categorieën:


- ……………………………………………
- ……………………………………………
- ……………………………………………
Iedere besturing heeft zijn eigen principiële kenmerken en toepassingen.

11.1 Puntbesturing
De puntbesturing is een eenvoudige besturing waarbij het gereedschap in ijlgang en
volgens een rechte baan naar een bepaald punt wordt gebracht. Afhankelijk van de
besturing worden de assen gelijktijdig of na elkaar ingeschakeld tot de juiste positie is
bereikt. Tijdens de verplaatsing is geen controle op de gevolgde weg en mag er ook geen
snijbeweging van het werktuig zijn.

Puntbesturing

Dhr. Afschrift 11
Emmaüsinstituut Aalter

De puntbesturing wordt toegepast voor het sturen van …………………………………


…………………………………………………… Puntbesturingen zijn een eerste
toepassingsgebeid geweest voor het invoeren van CNC-technieken.

CNC boormachine CNC puntlasmachine CNC ponsmachine

11.2 Lijnbesturing
De lijnbesturing is een uitbreiding op de puntbesturing. De verplaatsingen gebeuren per as
en zijn (steeds) evenwijdig aan de assen van de machine. Tijdens het verplaatsen kan een
bewerking worden uitgevoerd met een bepaalde voedingssnelheid.
Hiervoor moeten de motoren dus variabel te bedienen zijn.

Lijnbesturing

Dhr. Afschrift 12
Emmaüsinstituut Aalter

De lijnsturing wordt toegepast bij eenvoudige frees- en draaibanken. Een aantal


plotters kunnen via het toetsenbord van de plotter zo worden bestuurd.
De lijnbesturing kan ook worden gebruikt als ………………………… De positionering
verloopt dan in ijlgang.

Flatbed-plotter CNC draaibank CNC freesmachine

11.3 Contourbesturing
Dit is het meest geavanceerde besturingssysteem. Door 2 of meer assen tegelijk te
besturen, kan deze besturing willekeurige banen beschrijven.
Het werktuig of de tafel kan tijdens het beschrijven van de baan met een bepaalde
voedingssnelheid worden voortbewogen.

Contourbesturing

Bij de lineaire interpolatie zijn voor het volgen van een rechte lijn alleen de coördinaten
van het begin en het einde van de lijn nodig.
Bij de circulaire interpolatie worden aan de sturing de coördinaten van het begin- en
eindpunt en de straal van de boog medegedeeld.

Dhr. Afschrift 13
Emmaüsinstituut Aalter

11.4 Soorten contourbesturingen


Contourbesturingen kunnen worden onderverdeeld in 2D-; 2,5D- en 3D-besturingen.
Dit is afhankelijk van de mogelijkheid of de machine ……………………… assen
gelijktijdig kan besturen.

1. 2D-contourbesturing
Bij de 2D-contourbesturing kan een lineaire of circulaire baan worden beschreven
met 2 vaste assen. Wanneer een CNC-machine 3 assen heeft en voorzien is van een
2D-contourbesturing, zal een contour in een bepaald vlak kunnen worden
beschreven in voedingssnelheid. De derde as (………) is onafhankelijk van de
twee andere (………………………).

2D-contourbesturing

2. 2,5D-contourbesturing
Bij de 2,5D-contourbesturing kan een lineaire of een circulaire baan worden
beschreven met 2 vaste assen en dit in meer dan één vlak. Het is dus mogelijk om
in een horizontaal of een verticaal vlak een bepaalde interpolatie uit te voeren.
Praktisch gezien zijn altijd maar 2 assen aan het bewegen in voedingszin. Meestal
kunnen 3 assen in ijlgang samen bewegen.

De 2,5D-contourbesturing wordt door sommige machinefabrikanten anders


geïnterpreteerd. Kijk dus goed na wat in de machinebeschrijving staat.

2,5D-contourbesturing

Dhr. Afschrift 14
Emmaüsinstituut Aalter

3. 3D-contourbesturing
De 3D-contourbesturing laat toe om lineaire en circulaire banen te beschrijven in
de ruimte. Hiervoor moet de machine beschikken over …..... bewegingsrichtingen
die tegelijkertijd kunnen actief zijn. Met actief zijn wordt hier bedoeld dat de 3
assen van de machine tegelijkertijd in voedingssnelheid kunnen bewegen. Niet alle
3-assige machines beschikken altijd over een 3D-contourbesturing.

3D-contourbesturing

12. Assenstelsels en coördinatenstelsels

12.1 Algemeen
Wanneer je een CNC-programma opstelt, moet je je voor het beschrijven van de
gereedschapsbaan kunnen oriënteren op een zekere referentie. Hiervoor gebruik je een
……………………………………. Geef je ook nog aan het gereedschap de juiste
technologische waarden mee, dan kan uiteindelijk het werkstuk worden gefabriceerd.

12.2 Opbouw van een coördinatenstelsel

12.2.1) Tweedimensionaal stelsel

Een tweedimensionaal stelsel wordt gevormd door twee loodrecht op elkaar staande assen.
De zin van iedere as wordt aangeduid met een pijltje. Iedere as heeft een positief en een
negatief bereik. Waar de twee assen elkaar snijden ontstaat de ………………… of het
nulpunt van het coördinatenstelsel.
Binnen het vlak van het coördinatenstelsel zijn alle punten éénduidig te omschrijven.
Hiervoor ga je de loodrechte afstand bepalen t.o.v. de coördinaatassen.

Dhr. Afschrift 15
Emmaüsinstituut Aalter

Een tweedimensionaal assenstelsel

Een punt in een tweedimensionaal coördinatenstelsel éénduidig omschrijven, vraagt dus


om twee coördinaten. Wanneer de twee coördinaten een bepaalde absolute waarde hebben
verschillend van nul, ligt het punt in het vlak. Wanneer één coördinaat nul is, vind je het
punt terug op een coördinaat-as. Twee coördinaten nul betekent dat het punt in de
…………………………… ligt.

12.2.2) Driedimensionaal stelsel

Om een ruimtelijk gelegen punt te bepalen, moet je beschikken over een coördinatenstelsel
met drie assen. Deze drie assen staan onderling ………………………………………
(loodrecht op elkaar). Daar waar de assen elkaar snijden ontstaat de oorsprong of het
nulpunt van het coördinatenstelsel. Iedere as heeft een positief en een negatief bereik.

Dhr. Afschrift 16
Emmaüsinstituut Aalter

Een driedimensionaal assenstelsel

Een hulp bij het bepalen van de assen is de …………………………… Hierbij geeft de
duim, wijsvinger en de middelvinger de respectievelijke positieve X-as, Y-as en Z-as aan.

De rechterhandregel

Het coördinatensysteem volgens de rechterhandregel wordt ook het rechtsdraaiend


coördinatenstelsel genoemd. Tijdens het programmeren wordt altijd verondersteld dat het
werkstuk stilstaat en het gereedschap beweegt. Ook als de machine deze manier van
werken niet volgt, ga je tijdens het programmeren ervan uit dat dit wel zo is. Om zoveel
mogelijk punten in de ruimte te kunnen bereiken, is bij de moderne CNC-machines iedere
coördinaatas verdeeld tot op één ……………………… van een mm. In een kubus van 100
mm zijde kunnen er dan 100 000 x 100 000 x 100 000 = 1 000 000 000 000 000
(……………) punten worden omschreven. De machine heeft in dit geval een resolutie van

Dhr. Afschrift 17
Emmaüsinstituut Aalter

één duizendste mm. Het is belangrijk om weten dat er een verschil bestaat tussen de
resolutie van de machine en de nauwkeurigheid. Een machine met een resolutie van
duizendsten mm zal zeker deze nauwkeurigheid niet halen. Onder invloed van een hele
reeks factoren zal de nauwkeurigheid niet hoger zijn dan een paar …………………... mm.

12.2.3) Machinecoördinatenstelsel

Dit coördinatenstelsel is machinegebonden. In veel gevallen zal de X-as evenwijdig lopen


aan de voorzijde van de machine en worden de positieve waarden naar rechts uitgezet.
De Y-as staat loodrecht op de X-as en de Y-as bevinden zich samen in een horizontaal
vlak. Bij de meeste CNC-(frees)machines voor metaalbewerking zal de werkstuktafel of de
opspantafel het horizontaal vlak vormen. De Z-as heeft steeds betrekking op de
………………… of de aangedreven spil. Bij draaibanken daarentegen zie je dat de Z-as
horizontaal loopt omdat de hoofdspil in het horizontaal vlak ligt.

13. Nulpunten

13.1 Algemeen
De besturing van een CNC-machine gebeurt met behulp van coördinatenstelsels.
Uiteraard moeten deze coördinatenstelsels ten opzichte van elkaar ook gerefereerd zijn met
nulpunten. Deze punten geven aan de besturing de juiste informatie hoe de
coördinatenstelsels zich t.o.v. elkaar gedragen en maken het mogelijk de juiste plaats van
de bewerking te bepalen.
Naast de noodzakelijke nulpunten beschikt iedere machine over een aantal
referentiepunten om het programmeren en de bediening te vergemakkelijken.

…………………………………………
Nulpunten:
…………………………………………

Dhr. Afschrift 18
Emmaüsinstituut Aalter

13.2 Machinenulpunt
Het machinenulpunt wordt door de constructeur ………………… Bij CNC-freesmachines
is dit meestal de hoofdspindel helemaal omhoog en het bed in de linkerbenedenhoek. Bij
draaibanken daarentegen is dit dikwijls de rechterbovenhoek.
Het machinenulpunt is het nulpunt van het coördinatenstelsel en het uitgangspunt van alle
andere hulpcoördinatenstelsels van de machine.

Voorstelling machinenulpunt Machinenulpunt aan de hoek van de freestafel

13.3 Werkstuknulpunt
Bij het schrijven van een CNC-programma kan de programmeur vrij het werkstuknulpunt
kiezen binnen het werkbereik van de machine. Het werkstuknulpunt legt de positie vast
van het werkstukcoördinatensysteem ten opzichte van het machinenulpunt.
Om moeilijkheden tijdens het programmeren te vermijden, leg je best het werkstuknulpunt
niet zomaar op een willekeurige plaats. Volgende punten kunnen de plaats van het
werkstuknulpunt beïnvloeden:

- ………………………………………………………………………………
- ………………………………………………………………………; het is beter
het werkstuknulpunt zodanig te kiezen dat bij het indringen van het werktuig
een negatief teken moet worden geprogrammeerd

Dhr. Afschrift 19
Emmaüsinstituut Aalter

Bepaalde werkstukken kunnen worden geprogrammeerd met verschillende


werkstuknulpunten. Sommige CNC machines hebben specifieke codes voor verschillende
nulpunten. Bij andere machines moet men in het CNC-programma met gepaste codes
nulpuntverschuivingen uitvoeren.

Voorstelling werkstuknulpunt Werkstuknulpunt op een logische plaats

Dhr. Afschrift 20
Emmaüsinstituut TSO-BSO
Sint-Gerolflaan 20-22
9880 Aalter

Deel 2: Programmeren
Emmaüsinstituut Aalter

1. Wat is programmeren?

Programmeren betekent een werkvolgorde schrijven voor een bewerking in een taal die de
besturing verstaat.
Als je een werkstuk afwerkt op een conventionele machine, heb je een ……………… en
een ………………... nodig. Als deze elementen voorhanden zijn, kun je daaruit de nodige
informatie halen over het gebruikte materiaal, nodige gereedschappen, opspanwijze, …
Het afwerken van een werkstuk op een CNC-machine vraagt andere denkwijzen. Alle
bewerkingsstappen, samen met de nodige informatie over toerentallen, voedingen, … zul
je hier op voorhand in de juiste volgorde moeten schrijven in een programma. Deze
informatie zal in een verstaanbare taal voor de besturing geschreven moeten worden.
Eens dat het programma is geschreven, kan de machine het werkstuk afwerken. Het
aanbrengen van wijzigingen in de geometrische of de technologische gegevens moet
steeds in het programma gebeuren. Samengevat mag je stellen dat volgende informatie ter
beschikking moet zijn:

a) Geometrische informatie over


- ……………………………………………………………………………
- ……………………………………………………………………………
- ……………………………………………………………………………

b) Technologische informatie over


- ……………………………………………………………………………
- ……………………………………………………………………………
- ……………………………………………………………………………

Al deze informatie wordt aan de besturing doorgegeven in de vorm van een programma
dat bestaat uit tekstregels. Regels bestaan uit woorden die op hun beurt bestaan uit letters
(adressen) en cijfers (numerieke waarden).

Dhr. Afschrift 1
Emmaüsinstituut Aalter

2. Programmeermethoden

Programmeren aan de machine is niet gemakkelijk. De meestal lawaaierige omgeving en


de soms niet logische opstelling van de toetsen rond het scherm, zorgen wel eens voor
fouten. Tijdens het programmeren is in veel gevallen de machine niet actief en ligt de
productie stil. Deze redenen, en nog vele andere, vragen om een rustige
programmeerplaats waar de concentratie maximaal kan zijn.

2.1 Handprogrammeren

We spreken van handprogrammeren wanneer het programma rechtstreeks wordt


ingevoerd aan de ……………………… zelf. Handprogrammeren wordt toegepast voor
relatief eenvoudige werkstukbeschrijvingen op eenvoudige CNC-machines.

2.2 Programmeren via programmeerpost


Hier wordt het programma doorgegeven aan een computer.
Na de ingave van het programma kan men een simulatie volgen om te zien of de
programmatie juist is. Zoniet, kan men nog aanpassen waar nodig.

2.3 Met aftastapparatuur of laserstraal

Hierbij wordt uitgegaan van een ………………………… Door het aftasten van een aantal
punten kan een gelijkende vorm worden gereproduceerd. Hoe meer punten je aanloopt,
hoe nauwkeuriger de reproductie van de vorm zal zijn. Dit wordt hoofdzakelijk gebruikt
om bestaande vormen te kopiëren, op voorwaarde dat de kopie niet exact moet zijn.

2.4 Programmeren met behulp van CAD/CAM

De werkstuktekening handmatig tekenen wordt nog amper toegepast.


Bijna alle bedrijven beschikken nu al over een ……………………… Hierdoor is het
mogelijk tekeningen juister en sneller te maken. Wanneer de tekening op het scherm is
afgewerkt, kun je daar een plot van maken die dan op zijn beurt handmatig of
computerondersteunend wordt omgezet in een CNC-programma.

Dhr. Afschrift 2
Emmaüsinstituut Aalter

Een betere methode is de tekening rechtstreeks om te zetten in een CNC-programma. In


dit geval kun je niet meer echt van programmeren spreken. Het programma wordt door het
………………… systeem gegenereerd, op voorwaarde dat de passende technologie werd
toegevoegd. Alle bedrijven in de metaal- en houtbewerking werken reeds met CAD/CAM.

Een werkstuktekening

3. regelopbouw en belangrijke adressen

3.1 Algemeen
Een regel bestaat uit verschillende woorden, die in een wel bepaalde volgorde aan de
besturing moeten worden medegedeeld. De omschrijving is vastgelegd in de norm
DIN 66025.

N… G… X… Y… Z… F… S… T… M…

Bij het programmeren wordt iedere regel voorafgegaan door een N-woord.
Omwille van overzichtelijkheid en gebruiksgemak bij het wijzigen van een programma is
het aangewezen de nummering telkens met 10 te laten stijgen. Hierdoor wordt het
mogelijk om later nog regels tussen te voegen zonder de rest van het programma te
wijzigen. Het is aan te bevelen om de gegevens in de juiste volgorde aan de besturing door
te geven zodat zich geen crashsituaties voordoen.

Dhr. Afschrift 3
Emmaüsinstituut Aalter

Een overzicht van de belangrijkste adressen:

N… : ………………………………………, vb.: N10, N20, …


G… : ………………………………………, vb.: G00, G01, …
X…, Y…, Z… : ………………………………………, vb.: X10, Y20, Z-5, …
F… : ………………………………………, vb.: F100, F200, …
S… : ………………………………………, vb.: S500, S1400, …
T… : ………………………………………, vb.: T01, T0602, …
M… : ………………………………………, vb.: M03, M30, …

Let op! Altijd hoofdletters!!

Een groot aantal instructies zijn modaal. Hieronder wordt verstaan dat de functies actief
blijven tot ze worden overschreven door een andere. Je hoeft ze dus niet iedere regel te
programmeren. Bij niet modale functies of instructies moet de programmering iedere regel
worden herhaald. De besturing zal dit maar één regel actief houden.

3.2 Regelnummer N

Bij het programmeren wordt iedere regel genummerd met een N-woord. Om tijdens het
opstellen van een programma zo weinig mogelijk problemen te hebben, kun je best de
nummering telkens met 10 verhogen. Hierdoor kun je later nog regels tussenvoegen
zonder de rest van het programma te veranderen.
Door de regelnummering wordt het programma duidelijker en kunnen bepaalde blokken
terug worden opgeroepen.
Vb.
N10
… Hier kunnen later nog regels worden tussengevoegd
N20
… Hier kunnen later nog regels worden tussengevoegd
N30

Dhr. Afschrift 4
Emmaüsinstituut Aalter

3.3 Geometrische instructie G

Er zijn in principe 99 codes voor diverse functies mogelijk. In de genormeerde lijst van
DIN 66025 zijn niet alle codes ………………………………… Machinefabrikanten
maken hiervan gretig gebruik om eigen functies aan deze codes toe te kennen. Het getal
achter de G-code geeft aan op welke wijze een beweging plaatsvindt, bijvoorbeeld in
ijlgang, rechtlijnig, boogvormig, …

3.4 Coördinaten X, Y, Z

Elk punt in de ruimte is bepaald door drie coördinaten. Elke coördinaat wordt
geprogrammeerd in mm en kan ook een …………………………… bevatten met drie
cijfers na de komma.

X: is de adresletter die de verplaatsing aangeeft volgens de X-as.


Y: is de adresletter die de verplaatsing aangeeft volgens de Y-as.
Z: is de adresletter die de verplaatsing aangeeft volgens de Z-as.

Het getal achter het X-, Y- en Z-adres geeft de grootte van de verplaatsing aan in mm
(in inch of duim kan ook). Het plus- of minteken voor deze waarde bepaalt de richting van
de verplaatsing. Bij de meeste besturingen moet geen plus als voorteken worden
geprogrammeerd omdat dit automatisch wordt toegevoegd. De keuze van het
werkstuknulpunt speelt een belangrijke rol in de keuze van het voorteken.

De schrijfwijze van de X-, Y- en Z-adressen verschilt nogal van machine tot machine. Bij
sommige machinesturingen worden de waarden exact ingegeven met het decimaal punt en
de nodige nullen. Andere sturingen veronderstellen als er geen decimaal punt staat dat je
het gedeelte na de komma ingeeft in ……………………… en nog andere denken dat dit
een geheel getal is en voegen automatisch nullen achter de komma toe.

Wanneer we de decimale punt vergeten dan gaan onze machines er vanuit dat men de
……………. mogelijke eenheid gebruikt en verplaatst …………………………… van
een millimeter.

Dhr. Afschrift 5
Emmaüsinstituut Aalter

Hecht dus heel veel belang aan deze decimale punt. Maak er bij het intypen een gewoonte
van. Nadien bij de controle ziet men dit gemakkelijk over het hoofd!
De decimale punt wordt verplicht gebruikt op volgende adressen

X, Z, U, W, I, K, R, E, F

Voorbeeld :
G00 X44 Volgens deze programmaregel zal de beitel in ijlgang naar 
0.044 mm gaan!!
G01 Z-15 Volgens deze programmaregel zal de beitel in voeding naar Z –
0.015 mm gaan!!
G00 X44. Dit is de juiste notatie in mm, wat een heel verschil oplevert
in de uitvoering  44mm   0.044mm

3.5 Voeding F

Voeding F is een afkorting van het Engelse woord …………… en is het adres waarmee
de voedingssnelheid in ………………… (of mm/omwenteling) wordt geprogrammeerd.
Het getal achter het adres geeft de waarde van de voeding aan. Volgende factoren kunnen
de waarde van de voedingssnelheid sterk beïnvloeden:

Werkstuk:
- ………………………………………………………………………
- ………………………………………………………………………
- ………………………………………………………………………
- ………………………………………………………………………
- ………………………………………………………………………

Gereedschap:
- ………………………………………………………………………
- ………………………………………………………………………
- ………………………………………………………………………

Dhr. Afschrift 6
Emmaüsinstituut Aalter

Machine:
- ………………………………………………………………………
- ………………………………………………………………………

Als algemene regel mag je stellen dat bij het vergroten van de voedingssnelheid ook de
productie en de standtijd van het werktuig verhogen. Uiteraard zijn hier zekere grenzen te
respecteren.

3.6 Toerental S

Toerental S is de afkorting van het Engelse woord ………………, wat letterlijk vertaald
snelheid betekent. Bij de CNC-programmatie gebruik je dit voor het toerental van het
snijgereedschap. Om nu het toerental van de frees te kunnen bepalen moet je eerst weten
hoeveel de ……………………………… mag bedragen.

De ideale snijsnelheid is voor de meeste snijgereedschappen bepaald. Het is van groot


belang om de ideale snijsnelheid zo dicht mogelijk te benaderen. Vooral de
afwerkinggraad en de standtijd van het gereedschap kunnen hierdoor sterk worden
beïnvloed.
Door de volgende redenen zal de ideale snijsnelheid niet altijd worden bereikt:

- ………………………………………………………………………
- ………………………………………………………………………

3.7 Werktuignummer T

Werktuignummer T is een afkorting van het Engelse woord ………… De meeste


CNC-machines voor metaalbewerking hebben de mogelijkheid om automatisch een aantal
werktuigen op te roepen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een spiebaanfrees, een
kopfrees, een boor, …
Dit moet aan de besturing kenbaar worden gemaakt via een T-code. Ieder gereedschap
krijgt een T-adres gevolgd door ……………………………… cijferparen.

Dhr. Afschrift 7
Emmaüsinstituut Aalter

Vb.
T0101, T0202, T0303, …
Het eerste cijfer duidt de rangorde aan van het gereedschap. Zo kan T01 een frees zijn,
T02 een zaag en T03 een boor, …
Het tweede cijferpaar roept een reeks gegevens op over het gereedschap (lengte,
diameter, …). Door het gebruik van deze codes moet je tijdens het programmeren niet
altijd alle gegevens opnieuw ingeven.
Bij moderne machines is het schrijven van een tweede cijferpaar niet nodig omdat dankzij
de intelligentie van de besturing de machine automatisch de juiste gegevens opvraagt.

Overzicht van een aantal frezen

Draaibeitels met wisselplaatjes

3.8 Machinefuncties M

Machinefuncties zijn nodig om een juiste verspaning mogelijk te maken. Veel van deze
machinefuncties zijn strikt machinegebonden en zo kan het best zijn dat M-functies een
andere betekenis hebben bij de verschillende merken van metaalbewerkingmachines.

Dhr. Afschrift 8
Emmaüsinstituut Aalter

4. Algemene programmaopbouw

4.1 Inleiding

Een programma stelt een opeenvolging van bewerkingsfazen voor, en is ingedeeld in


regels die we ………… noemen. Deze blokken, regels kunnen o.a; baanomschrijvingen,
of baaninstructies, of technologische informatie, of hulpfuncties bevatten.
Vb:
N0100 G01 X20 Y40
………………

…………………………… ………………………………………
(Dit is een instructie) (Dit is aanvullende informatie)

Regels zijn op hun beurt opgebouwd uit woorden, die dan weer zelf uit een adres en een
getal bestaan.
Vb: ……………….

G 01 X 20 Y 40

……… ……….

4.2 Het programmanummer

De sturing kan verschillende programma’s onthouden. Rechtstreeks zonder dit manueel


hoeven te doen. Men hoeft dus niet expliciet te ………………, te bewaren. Eens
ingegeven wordt het direct bewaard.
Om nu een programma te onderscheiden van een ander, kennen we ieder programma een
nummer toe vooraf gegaan met de letter O.
Vb: O00003
• Ieder programma begint dus met een O-regel die de naam van het
programma is.
• 00000, nul is geen geldige waarde!

Dhr. Afschrift 9
Emmaüsinstituut Aalter

• Afspraak op school is om het persoonlijk praktijknummer tweemaal te


gebruiken gevolgd door het hoeveelste programma de lln mee bezig is; Dus
O34341 is het 1ste programma van de leerling met praktijknummer 34

4.3 Een blok

Een programma bestaat uit meerdere bevelen. Één zo’n bevel wordt een blok genoemd.
Blokken worden van elkaar gescheiden door een blokeinde. De Fanuc-sturing geeft het
blokeinde weer door een ……… Op het klavier vinden we nochtans geen “;”, maar een
toets die bedrukt is met …………… ( --> End Of Block = Einde van het blok).

• Het is mogelijk om elke blok een nummer toe te kennen, aan het begin van elk
blok; dit is dus N gevolgd door maximum 4 cijfers.
• Bloknummers mogen, maar moeten niet worden toegekend.
• De nummers mogen in willekeurige volgorde staan. Maar om begrijpelijke
(menselijke) reden verdient het aanbeveling om ze toch in volgorde te plaatsen.
De verwerking van het programma verloopt niet volgens de chronologische
volgorde van die bloknummers maar zoals ze op het scherm af te lezen zijn.

4.4 Een woord

Één blok kan uit meerdere woorden bestaan. Een woord omvat altijd een adres dat
gevolgd word door getallen. De getallen kunnen eventueel worden voorafgegaan door
een “+” of een “-“. Wanneer geen + of – getypt wordt neemt de sturing aan dat een
………………………………… waarde bedoelt wordt. Een negatieve waarde moet
dus altijd worden geprogrammeerd.
De meeste woorden zijn modaal; dit betekent dat ze in het geheugen en de sturing
werkzaam blijven zolang ze niet met een andere waarde worden overschreven.
Woorden die niet modaal werken, behouden hun functie enkel en alleen tijdens het
uitvoeren van het blok waarin ze geschreven zijn. Moeten zulke woorden verder in het
programma nog gebruikt worden dan moet men ze opnieuw programmeren.

Dhr. Afschrift 10
Emmaüsinstituut Aalter

• Alle adressen zijn steeds …………………………………………


• Een adres mag slechts éénmaal per blok voorkomen;
In één regel kan men dus niet en M03 én M08 schrijven.
Let wel op; sommige codefuncties eisen dit; vb G40/G41/G42 zijn verplicht
voorafgegaan door G01.

5. Werkstuknulpunt

5.1 Positie

Het nulpunt wordt op een willekeurige plaats van het werkstuk gelegd.
Het nulpunt bij draaien is bij voorkeur …………………………………………………
………………………………………………………
Het nulpunt bij frezen is bij voorkeur de ………………………………………………
………………………………………………………

5.2 Verschil machines

Bij de Mini mill en de TL1 krijgen de nulpunten een code (naam) deze gaan van G54
tot G59. Wij gebruiken het meest de G54 voor werkstuknulpunt en de G59 als
gereedschapsnulpunt dit kan natuurlijk eens variëren volgens een bepaalde oefening.

6. Voeding

6.1 Draaien

Bij onze draaibanken wordt de voeding geprogrammeerd en niet de …………………….


…………………!
Dit is zeer belangrijk om weten want als men verkeerd programmeert kan dit tot grote
schade leiden.

Dhr. Afschrift 11
Emmaüsinstituut Aalter

De voeding f wordt uitgedrukt in ……………… Deze waarden hangen af van het soort
materiaal, soort beitel, voordraaien of nadraaien, enz.
Er zijn heel wat factoren die hierin een rol spelen dus als je de voeding wil bepalen zorg je
ervoor dat je goed naar de tabellen kijkt en rekening houdt met de verschillende factoren.

6.2 Frezen

Bij onze freesmachine is het niet de …………………… die je programmeert maar de


voedingssnelheid!
Ook hier worden soms fouten gemaakt die kunnen leiden tot ernstige fouten.

De voedingssnelheid bij het frezen wordt bepaalt door de volgende formule:


Vf = ………………………………………………………………………
Vf = ………………………………………………………………………
fz = ………………………………………………………………………
z = ……………………………………………………………………….
n = ………………………………………………………………………

6.3 Opmerking

Bij conventionele machines werken we ook met een voeding bij draaien en een
voedingssnelheid bij frezen. Het is dus hetzelfde werken als in de praktijk.
Het enige verschil is dat je de voedingssnelheid en je toerental niet afrond want de
machine kan de voedingssnelheid en het toerental draaien dat je ingeeft. Bij conventionele
machines moet je altijd afronden of werken naar tabellen die op de machine aanwezig
zijn, bij een CNC machine niet! We kunnen dus met de uitgerekende waarden werken
waardoor we zorgen voor een mooi afgewerkt product.

Dhr. Afschrift 12
Emmaüsinstituut TSO-BSO
Sint-Gerolflaan 20-22
9880 Aalter

Deel 3: De sturing
Emmaüsinstituut Aalter

Overzicht toetsen HAAS sturing

1. Zwevend inleiding toetsenbord

Het toetsenbord bestaat uit acht gedeeltes:


1) …………………………………………………………………………………………………………………
2) …………………………………………………………………………………………………………………
3) …………………………………………………………………………………………………………………
4) …………………………………………………………………………………………………………………
5) …………………………………………………………………………………………………………………
6) …………………………………………………………………………………………………………………
7) …………………………………………………………………………………………………………………
8) …………………………………………………………………………………………………………………

Bovendien bevat het zwevende toetsenbord aanvullende toetsen en functies die kort worden
beschreven.

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 1


Emmaüsinstituut Aalter

• …………………- Hiermee wordt de machine ingeschakeld (aan-/uitschakelaar).


• …………………- Hiermee wordt de machine uitgeschakeld (aan/-uitschakelaar).
• Spindle Load Meter - Geeft de spindelbelasting in percentages weer
(spindelbelastingsmeter).
• ……………………………………… - Hiermee worden alle assen, de spindel en de
gereedschapswisselaar stopgezet en wordt de koelvloeistofpomp uitgeschakeld (noodstop).
• Jog Handle - Hiermee worden alle assen getornd (tornhendel). Deze hendel kan ook worden
gebruikt om door een programmacode of menuonderdelen te bladeren tijdens het
bijwerken.
• Cycle Start - Hiermee wordt een programma gestart (cyclus start).
Deze knop wordt ook gebruikt om een programma in de grafische modus te starten.
• ………………………….. - Hiermee worden alle assen gestopt (invoer stoppen). Opmerking: De
spindel draait verder tijdens snijden.
• ………………… - Hiermee wordt de machine gestopt (assen, spindel, koelvloeistofpomp en
gereedschapswisselaar worden gestopt). Het gebruik hiervan wordt niet aangeraden om de
machine te stoppen omdat het vanaf dat punt moeilijk kan zijn om verder te gaan.
• Power Up/Restart - Wanneer deze toets wordt ingedrukt, keren de assen terug naar de
machine nulstand en kan er een gereedschapswisseling plaatsvinden
(…………………………/………………………..).
• Restore - Met deze toets kan de operator de gereedschapswisselaar na een abnormale stop
herstellen. Raadpleeg het gedeelte over de gereedschapswisselaar voor meer informatie.

2. Functietoetsen

• Toets F1- F4 - Deze toetsen hebben verschillende functies afhankelijk van de bedrijfsmodus.
Wanneer F1-F4 bijvoorbeeld wordt ingedrukt in de modus Edit (bewerken), heeft dit een
ander resultaat dan wanneer deze wordt ingedrukt in de modus Program (programmeren) of
in de modus Offset (verzetwaarde).
• ………………………………………. (Gereedschapsverzetwaarde) – Wordt gebruikt om de
verzetwaarde van de gereedschapslengte tijdens het instellen op te nemen.
• Next Tool - Wordt gebruikt om het volgende gereedschap uit de gereedschapswisselaar te
kiezen.
• Tool Release - Laat het gereedschap los uit de spindel in de mode MDI, nulretour of hendel
tornen. (Bij ons werkt deze toets niet!)

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 2


Emmaüsinstituut Aalter

• Part Zero Set - Wordt gebruikt om tijdens het instellen van een stuk automatisch de
werkcoördinatenverzetwaarden in te stellen.

3. Torntoetsen

• X/-X, Y/-Y, Z/-Z, A/-A en B/-B (……………………) - Hiermee kan de operator handmatig de assen
tornen door de betreffende toets in te drukken en ingedrukt te houden of op de betreffende
as te drukken met behulp van de tornhendel.
• Jog Lock (…………………………) - Werkt samen met de toetsen voor de assen. Door op jog lock
(tornvergrendeling) en dan op een astoets te drukken, beweegt de as naar de maximale slag
of tot jog lock weer wordt ingedrukt.
• AUX CLNT (Extra Koelvloeistof) - Door op deze toets te drukken terwijl de modus MDI is
ingeschakeld, wordt het optionele systeem Through the Spindle Coolant (TSC) (koelvloeistof
door de spindel) ingeschakeld, door deze een tweede keer in te drukken wordt het TSC-
systeem uitgeschakeld.

4. Opheftoetsen

Met deze toetsen kan de gebruiker de snelheid van niet-snijdende (snelle) asbewegingen,
geprogrammeerde invoeren en spindelsnelheden opheffen.

• -10 - De huidige invoersnelheid wordt met 10% verlaagd.


• 100% - Stelt de opgeheven invoersnelheid in op de geprogrammeerde invoersnelheid.
• +10 - De huidige invoersnelheid wordt met 10% verhoogd.
• -10 - De huidige spindelsnelheid wordt met 10% verlaagd.
• 100% - Stelt de opgeheven spindelsnelheid in op de geprogrammeerde snelheid.
• +10 - De huidige spindelsnelheid wordt met 10% verhoogd.
• Hand Cntrl Feed (……………………………………………………………..) - Door op deze toets te drukken
kan de tornhendel worden gebruikt om de invoersnelheid in stappen van ±1% te regelen.
• Hand Cntrl Spin (………………………………) - Door op deze toets te drukken kan de tornhendel
worden gebruikt om de spindelsnelheid in stappen van ±1% te regelen.
• CW - Start de spindel in een richting met de klok mee (rechtsom).
• CCW - Start de spindel in een richting tegen de klok in (linksom).

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 3


Emmaüsinstituut Aalter

De spindel kan worden gestart of gestopt met de toets CW of CWW op elk moment dat de
machine in de stand Single Block Stop (Enkelvoudig Blok Stoppen) staat of wanneer de toets
Feed Hold (Invoer Stoppen) is ingedrukt. Wanneer het programma opnieuw is gestart met
Cycle Start (Cyclus Starten), keert de spindel terug naar de eerder opgegeven snelheid.
• STOP - Stopt de spindel.
• 5% / 25% / 50% / 100% Rapid - Beperkt de machinebewegingen tot de waarde op de toets.
De toets 100% Rapid is maximale snelheid.
• Gebruik van de Opheffunctie De invoersnelheid tijdens de bediening kan worden aangepast
van 0% tot 999% van de geprogrammeerde waarde. Dit kan worden uitgevoerd met de
toetsen +10%, -10% en 100%. De invoersnelheid kan niet worden opgeheven tijdens tapcycli
G74 en G84. Het opheffen van de invoersnelheid wijzigt niet de snelheid van hulpassen. De
spindelsnelheid kan ook worden aangepast van 0% tot 999% door het opheffen van de
spindel. Deze kan niet worden opgeheven tijdens tapcycli G74 en G84. In de modus Single
Block (Enkelvoudig Blok), kan de spindel stoppen. Deze wordt automatisch weer
ingeschakeld wanneer het programma wordt voortgezet (door op Cycle Start te drukken).
Door op de toets Handle Control Feedrate (hendelbesturing invoersnelheid) te drukken kan
de tornhendel worden gebruikt om de invoersnelheid van 0% tot 999% in stappen van ±1%
te regelen. Door op de toets Handle Control Spindle (hendelbesturing spindel) te drukken
kan de tornhendel worden gebruikt om de spindelsnelheid van 0% tot 999% in stappen van
±1% te regelen. Snelle bewegingen (G00) kunnen worden beperkt tot 5%, 25% of 50% van
het maximale via het toetsenbord. Op de pagina Settings (Instellingen) kunnen de
opheftoetsen worden uitgeschakeld zodat de operator deze niet kan selecteren. De toets
Feed Hold (Invoer Stoppen) werkt als een opheftoets omdat hiermee de bewegings- en
invoersnelheden op nul worden gezet wanneer de toets wordt ingedrukt. De toets Cycle
Start (Cyclus Start) moet worden ingedrukt om na Feed Hold (Invoer Stoppen) verder te
kunnen gaan. De operator kan de koelvloeistofinstelling opheffen door op de toets COOLNT
(koelvloeistof) te drukken. De pomp blijft uit- of ingeschakeld tot de volgende M-code of
wanneer de operator aanpassingen maakt. Opheffingen kunnen worden teruggezet naar
standaardwaarden met een M30 en/of door op Reset te drukken.

5. Displaytoetsen

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 4


Emmaüsinstituut Aalter

Via de displaytoetsen krijgt u toegang tot de schermen van de machine, informatie over de
bediening en helppagina’s. Via sommige toetsen worden extra schermen weergegeven
wanneer deze meer dan een keer worden ingedrukt.

• Prgrm/Convrs - Geeft het huidige geselecteerde programma weer. Wanneer u in de modus


Edit de toets twee keer indrukt, krijgt u toegang tot de functie Quick Code
(……………………………) en wanneer u de toets drie keer indrukt, krijgt u toegang tot de functie
Visual Quick Code (……………………………).
• Posit (……………………) - Geeft de positie van de machineassen weer. Met behulp van de
toetsen Page Up/Down (pagina omhoog/omlaag) kunt u door operators, machine, werk en af
te leggen afstand bladeren en deze vergroot laten weergeven.
• Offset - Geeft de gereedschapslengtegeometrie, de radiusverzetwaarden,
slijtageverzetwaarden en de stand van de koelvloeistof weer. Door twee maal de toets Offset
of door op de toets Page Up (pagina omhoog) in te drukken krijgt u toegang tot de
werkverzetwaardenpagina.
• Curnt Comds (……………………...) - Geeft informatie over het huidige programma weer
(bijvoorbeeld over G-, M-, H- en T-codes), informatie over de spindelbelasting en de positie
van de assen wanneer het programma draait. Druk op de toets Page Up/Down om de
gereedschapsbelasting/trilling, de levensduur van het gereedschap, onderhoud,
macrovariabelen, programmeertimers en programmacodes te bekijken.
• Alarm/Mesgs (…………………/…………………) - Geeft de status van het alarm en schermberichten
weer. Er zijn drie alarmschermen, de eerste geeft de huidige actieve alarmen weer (druk
eerst op de toets Alarm/Mesgs). Door op de rechter pijltoets te drukken krijgt u toegang tot
het scherm Alarm History (Alarmgeschiedenis) waar u een overzicht van recente alarmen
kunt vinden. Wanneer u nogmaals op de rechter pijltoets drukt, krijgt u toegang tot het
alarmstatusscherm. Hier wordt een alarm weergegeven met bijbehorende omschrijving.
Standaard is dat het laatste alarm van de alarmgeschiedenis. U kunt dan door de alarmen
bladeren met behulp van de pijltjestoetsen Omhoog en Omlaag. Ook kan een alarmnummer
worden ingevoerd en door op Enter/Write (invoeren/schrijven) te drukken worden de naam
en de omschrijving weergegeven. Door nogmaals op Alarm/Mesgs te drukken wordt een
pagina met gebruikersberichten en notities weergegeven. Het toetsenblok kan worden
gebruikt om berichten voor andere operators/programmeurs in te voeren of om notities te
maken over een huidig project. Wanneer er een bericht is, wordt de pagina met berichten

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 5


Emmaüsinstituut Aalter

elke keer weergegeven bij het inschakelen van de machine. Berichten worden totdat deze
worden gewist, weergegeven bij inschakeling.
• Param/Dgnos (………………/…………………) - Hiermee worden de parameters weergegeven die
de werking van de machine definiëren. Om een reeds bekende parameter te vinden, toetst u
het nummer in en drukt u op de pijltoets omhoog of omlaag. Parameters worden in de
fabriek ingesteld en dienen niet te worden aangepast door de gebruiker! Wanneer er
opnieuw op de toets Param/Dgnos wordt gedrukt, wordt de eerste pagina met diagnostische
data weergegeven. Deze informatie wordt vooral gebruikt voor storingzoeken door een
erkende Haas onderhoudsmedewerker.
• Setng/Graph (……………………………/……………………) - Geeft de gebruikersinstellingen weer die
ook gewijzigd kunnen worden. (De instellingen zijn in groepen verdeeld per specifiek
onderwerp.) Om een reeds bekende instelling te vinden, toetst u het nummer in en drukt u
op de pijltoets omhoog of omlaag. Door nogmaals op de toets Setng/Graph te drukken wordt
de Grafische modus ingeschakeld. In de Grafische modus kunt u het gegenereerde
gereedschapspad van het programma bekijken en indien nodig het programma zuiveren voor
u het gebruikt.
• Help/Calc (………../………………………) - Geeft een verkorte handleiding weer. In deze
handleiding die wordt weergegeven op het scherm worden korte omschrijvingen van G- en
M-codes, definities van besturingsfuncties, storingszoeken en onderhoudswerkzaamheden
gegeven. Door nogmaals op de toets Help/Calc te drukken wordt de helppagina van de
calculator weergegeven. Door op de toets Page Down te drukken, bladert u door de
calculatorpagina’s (zie de paragraaf over de calculator).

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 6


Emmaüsinstituut Aalter

6. Cursortoetsen

Met de Cursortoetsen kunt u tussen verschillende schermen en velden van de besturing schakelen en
deze worden gebruikt om CNC-programma’s te bewerken.

• Home - Met deze toets wordt de cursor naar het bovenste item op het scherm verplaatst; bij
bewerken is dit het bovenste linkerblok van het programma.
• Pijltjestoets Omhoog/Omlaag - Hiermee gaat u een item, blok of veld omhoog of omlaag.
• Page Up/Down - Deze toetsen worden gebruikt om een pagina omhoog of omlaag te gaan
wanneer u een programma bekijkt (pagina omhoog/omlaag).
• Linker pijltjestoets - Wordt gebruikt om afzonderlijke bewerkbare items te selecteren tijdens
het bekijken van een programma; beweegt de cursor naar links. Deze wordt gebruikt om
door instellingen te bladeren.
• Rechter pijltjestoets - Wordt gebruikt om afzonderlijke bewerkbare items te selecteren
tijdens het bekijken van een programma; beweegt de cursor naar rechts. De toets wordt
gebruikt om door instellingen te bladeren en beweegt het zoomvenster rechts in de grafische
modus.
• End - Deze toets verplaatst de cursor naar het onderste item op het scherm. Bij bewerken is
dit het laatste blok van het programma.

7. Alfatoetsen

Met de alfatoetsen kunnen de letters van het alfabet en sommige speciale tekens worden ingevoerd.
Sommige speciale tekens kunnen worden ingevoerd door eerst op de toets “Shift” te drukken.

• Shift - Met de shift-toets zijn extra tekens op het toetsenbord beschikbaar. De extra tekens
worden op sommige alfa- en nummertoetsen linksboven weergegeven in het geel. Wanneer
Shift wordt ingedrukt wordt dat teken ingevoerd in de invoerregel. Voor het invoeren van
tekst zijn ……………………………… standaard, om kleine letters in te voeren, drukt u op de Shift-
toets en houdt u deze ingedrukt. Wanneer opnieuw op de Shift-toets wordt gedrukt, wordt
de shift-functie uitgeschakeld.

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 7


Emmaüsinstituut Aalter

• EOB - Dit is het teken Einde-van-blok-teken. Het wordt weergegeven als een ………………… (;)
op het scherm en het betekent het einde van een programmaregel.
• ( ) - Haakjes worden gebruikt om CNC-programmeeropdrachten te onderscheiden van
notities van de gebruiker. Ze moeten altijd als paar worden ingevoerd.
• /- De schuine streep naar rechts wordt gebruikt in de functie Block Delete (Blok
Verwijderen). Wanneer dit symbool het eerste symbool is in een blok en Block Delete (Blok
Verwijderen) is ingeschakeld, dan wordt dat blok tijdens het draaien genegeerd.
• [ ] - Vierkante haakjes worden gebruikt in macrofuncties. Macro’s zijn extra softwarefuncties.

8. Modustoetsen

Met Modustoetsen wordt de bedrijfsstatus van de CNC-machine gewijzigd. Wanneer een


modustoets wordt ingedrukt, worden de toetsen in dezelfde rij beschikbaar voor de gebruiker. De
huidige modus wordt altijd in de bovenste regel weergegeven rechts van het huidige scherm en
tussen haakjes.

• EDIT- Hiermee wordt de bijwerkmodus geselecteerd. Deze modus wordt gebruikt om


programma’s in het geheugen van de besturing bij te werken.
• Insert - Door op deze toets te drukken worden voor de cursor opdrachten in het programma
ingevoerd. Met deze toets kan ook de tekst van het klembord worden ingevoegd bij de plaats
waar de cursor staat en wordt ook gebruikt om codeblokken in een programma te kopiëren.
• Alter - Door op deze toets te drukken wordt de gemarkeerde opdracht of tekst gewijzigd in
een nieuw ingevoerde opdracht of tekst. Met deze toets worden ook de gemarkeerde
variabelen die in de tekst op het klembord staan, gewijzigd en kan een geselecteerd blok
worden verplaatst.
• Delete - Hiermee wordt het item verwijderd waar de cursor op staat of een geselecteerd
programmablok verwijderd.
• Undo - Met deze toets worden de laatste ……………… bewerkingen ongedaan gemaakt.
• MEM (…………………..) - Hiermee wordt de geheugenmodus geselecteerd. Op deze pagina
wordt het huidig geselecteerde programma in de programmalijst weergegeven.
• Single Block - Hiermee wordt een enkel blok in- of uitgeschakeld. Wanneer enkel blok is
ingeschakeld, kan slechts een blok van het programma worden uitgevoerd elke keer wanneer
er op Cycle Start (Cyclus Start) wordt gedrukt.

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 8


Emmaüsinstituut Aalter

• Dry Run - Deze toets wordt gebruikt om een machinebeweging te controleren zonder dat
een stuk wordt bewerkt (proefdraaien).
• Opt Stop (…………………………) - Hiermee worden optionele stoppen in- en uitgeschakeld.
Wanneer deze functie is ingeschakeld en een M01 (optionele stop)-code is geprogrammeerd,
stopt de machine wanneer deze de M01 bereikt. De machine gaat weer verder wanneer op
Cyclus Start is gedrukt. Wanneer de toets Optional Stop is uitgeschakeld negeert de machine
een M01.
• Blok Verwijderen - Hiermee wordt de functie Blok Verwijderen in- of uitgeschakeld. Blokken
die een schuine streep (“/”) bevatten als eerste teken worden genegeerd (niet uitgevoerd)
wanneer deze functie is ingeschakeld. Wanneer een schuine streep in een regel of code
staat, worden de opdrachten na de schuine streep genegeerd wanneer deze functie is
ingeschakeld.
• MDI/DNC - De MDI-modus is de modus “Manual Data Input” (……………………
…………………) waarin een programma kan worden geschreven, maar niet in het geheugen
wordt opgeslagen. In de modus DNC, “Direct Numeric Control” kunnen grote programma’s
‘druppelgewijs’ worden ingevoerd in de besturing waar het wordt uitgevoerd.
• Coolnt (………………………………) - Hiermee wordt de optionele koelvloeistof in- en
uitgeschakeld.
• Orient Spindle - Draait de spindel naar een bepaalde positie en vergrendelt de spindel dan.
Kan tijdens het instellen worden gebruikt om stukken aan te geven.
• Atc fwd - Draait de gereedschapsrevolver naar het volgende gereedschap. Om een bepaald
gereedschap in de spindel te laden, schakelt u de modus MDI in, voert het
gereedschapsnummer (T8) in en drukt u op ATC FWD.
• Atc rev - Draait de gereedschapsrevolver naar het vorige gereedschap. Om een bepaald
gereedschap in de spindel te laden, schakelt u de modus MDI in, voert het
gereedschapsnummer (T10) in en drukt u op ATC REV.
• HAND JOG - Hiermee selecteert u de as-tornmodus .0001, .1 - 0.001mm voor ieder
onderdeel op de tornhendel (hendel tornen).
• .0001/.1, .001/1., .01/10., .1/100. - Het eerste getal (bovenste getal), selecteert de afstand
die getornd moet worden met elke klik van de tornhendel. Wanneer de freesmachine in
modus mm staat, wordt het eerste getal vermenigvuldigd met tien wanneer de as wordt
getornd (bijvoorbeeld .0001 wordt .001 mm). Het tweede getal (onderste getal) wordt
gebruikt in de proefdraaimodus en wordt gebruikt om de invoersnelheid en asbewegingen te
selecteren.

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 9


Emmaüsinstituut Aalter

• ZERO RET (…………………………) - Hiermee selecteert u de modus Nulretour en wordt de


aslocatie in vier verschillende categorieën weergegeven: Operator, Work G54, Machine en
Dist to go (……………………………………). U kunt omhoog of omlaag bladeren om elke categorie in
detail te bekijken.
• All (…………………) - Hiermee keren alle assen naar het machinenulpunt (alle assen). Dit is gelijk
aan de functie Power Up/Restart (inschakelen/herstarten) behalve dat er geen
gereedschapswisseling plaatsvindt. Deze kan worden gebruikt om de beginnulstand van de
assen vast te stellen.
• Origin - Hiermee worden de displays en de timers op nul gezet.
• Singl (…………………) - Hiermee wordt een as teruggezet op het machinenulpunt. Druk op de
betreffende as-letter en druk vervolgens op de toets Singl Axis. Deze kan worden gebruikt
om de beginnulstand van de as vast te stellen.
• Home G28 - Hiermee keren alle assen terug naar het machinenulpunt in een snelle
beweging. Home G28 laat op dezelfde wijze een enkele as terugkeren wanneer u een as-
letter invoert en op de toets Home G28 drukt.
LET OP! Er is geen waarschuwing om de operator attent te maken op een mogelijke botsing.
Een botsing kan bijvoorbeeld plaatsvinden wanneer de Z-as tussen stukken op de tafel
omlaag staat wanneer X of Y wordt genuld.
• LIST PROG (……………………………) - Hiermee worden de programma’s die zijn opgeslagen in de
besturing weergegeven.
• Select Prog - Hiermee wijzigt het gemarkeerde programma in de programmalijst in het
huidige programma. Opmerking: In de programmalijst wordt het huidige programma
aangegeven met een “*” ervoor.
• Send RS-232 - Hiermee worden programma’s via de seriële RS-232-poort verzonden.
• Recv RS-232 - Hiermee worden programma’s via de seriële RS-232-poort ontvangen.
• Erase Prog - Hiermee wordt het gemarkeerde programma in de modus Memory
(…………………………………) of het hele programma in modus MDI, gewist.

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 10


Emmaüsinstituut Aalter

9. Numerieke Toetsen

Met de numerieke toetsen kunt u cijfers en een paar speciale tekens invoeren in de besturing.

• Cancel - Met deze toets wist u het laatst ingevoerde teken (……………………….).
• Space - Deze toets wordt gebruikt om opmerkingen die zijn geplaatst in programma’s of in
het notitiegedeelte op te maken (…………………………).
• Write/Enter - Entertoets voor algemene doeleinden (………………../……………...).
- - (Min-teken), Hiermee worden negatieve getallen ingevoerd.
- . (Decimaalpunt), Wordt gebruikt voor het aangeven van decimalen.

Dhr. Afschrift Overzicht toetsen HAAS sturing 11


Emmaüsinstituut Aalter

Bediening van de HAAS sturing

Hier leert je de belangrijkste toetsen van de HAAS sturing kennen die je in de volgende delen nodig
zult hebben.

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 1


Emmaüsinstituut Aalter

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 2


Emmaüsinstituut Aalter

1. Machine inschakelen

Voorwaarde: Hoofdschakelaar “ON”

POWER ON selecteren

Ontgrendel de EMERCENCY STOP (Noodstop)

RESET selecteren tot alle alarmen weg zijn

(ENKEL BIJ MINI MILL) ALARM CYCLE DOOR opheffen (Deur open/dicht)

2. Machine uitschakelen

Druk op de EMERCENCY STOP (Noodstop)

POWER OFF selecteren

3. Referentiepunt aanlopen

a) 1ste manier (alle machines behalve nieuwe TL-1)

POWER UP/RESTART selecteren (alle assen gaan naar het


machinenulpunt en de machine neemt de eerste tool in zijn hoofdspil)

b) 2de manier (alle machines behalve nieuwe TL-1)

ZERO RET selecteren

ALL indrukken (alle assen gaan naar het machinenulpunt)

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 3


Emmaüsinstituut Aalter

c) Referentiepunt aanlopen voor de nieuwe TL-1 (volgorde belangrijk!)

ZERO RET selecteren

“X” indrukken bij de alfatoetsen (EERST DE X-AS)

Druk daarna SINGLE

“Z” indrukken bij de alfatoetsen (DAN DE Z-AS)

Druk daarna SINGLE

“A” indrukken bij de alfatoetsen (Dit is de gereedschapswisselaar)

Druk daarna SINGLE

4. Assen met de hand bedienen

a) 1ste manier (alle machines)  handwiel en as blijven indrukken

Functiemodus HANDLE JOG selecteren

Beweegsnelheid selecteren (Per draaistap aan het handwiel:


.0001 = duizendsten/.001=honderdsten/.01=tienden/.1=millimeters)

/ / As selectie die je wenst te bewegen

1) As met handwiel verrijden


/ 2) As bewegen door as-selectie knop blijvend ingedrukt te houden

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 4


Emmaüsinstituut Aalter

b) 2de manier (enkel freesmachines)

Beweegsnelheid selecteren

JOG LOCK selecteren

/ / As selectie die je automatisch wenst te bewegen

c) 3de manier (enkel draaibanken)

/
As selectie in combinatie met RAPID ingedrukt houden om in ijlgang te
bewegen

d) 4de manier (enkel oude TL-1)  shift assen los

Functiemodus HANDLE JOG selecteren

SHIFT toets indrukken bij de alfatoetsen

X-as selecteren

SHIFT toets indrukken bij de alfatoetsen

Z-as selecteren

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 5


Emmaüsinstituut Aalter

5. Hoofdspil laten draaien

/ MDI of HAND JOG selecteren om in de juiste modus te staan

Geef het gewenste toerental in met de cijfers van het numeriek


toetsenbord

Druk CW (frezen) of FWD (draaien) om de hoofdspil rechtsom te laten


/ draaien

STOP selecteren om de hoofdspil te laten stoppen met draaien

6. Gereedschap wisselen

a) Aanliggend gereedschap kiezen

MDI selecteren om in de juiste modus te staan

1) Draaien
• TURRET FWD = volgend gereedschap
• TURRET REV = vorig gereedschap
---------------------------
2) Frezen
• ATC FWD = volgend gereedschap
• ATC REV = vorig gereedschap

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 6


Emmaüsinstituut Aalter

b) Willekeurig gereedschap kiezen

MDI selecteren om in de juiste modus te staan

Druk T (alfatoetsen) en nummerkeuze van positie in het magazijn


(numerieke toetsen)

1) Draaien: Druk op TURRET FWD of TURRET REV om te wisselen


naar de gewenste positie in het magazijn
---------------------------
2) Frezen: Druk op ATC FWD of ATC REV om te wisselen naar de
gewenste positie in het magazijn

7. Een nieuw programma ingeven

Functiemodus LIST PROG selecteren

Programmanummer met aan het begin de letter “O” invoeren


(programmanummer bestaat uit 5 cijfers: vb. O15001)

Druk WRITE ENTER om het nieuwe programma in te geven

8. Programma selecteren/activeren

Functiemodus LIST PROG selecteren

Met pijltoetsen of handwiel programma markeren

1) Druk WRITE ENTER om het programma te selecteren


/ 2) Druk SELECT PROGRAM om het programma actief te maken

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 7


Emmaüsinstituut Aalter

9. Programma’s bewerken

Functiemodus EDIT selecteren

Gebruik de alfatoetsen en numerieke toetsen om een nieuw


woord/block in te voeren: vb. Z15.

Druk WRITE ENTER om het woord/blok in te geven

Met ALTER kun je een woord wisselen

Met DELETE kun je een gemarkeerd woord wissen

10. Programma simuleren

Voorwaarde: Programma is actief

Punctiemodus MEMORY selecteren

SETTING GRAPHIC selecteren

SETTING GRAPHIC opnieuw selecteren (grafische modus)

Druk CYCLE START om de simulatie te starten

Gebruik de toets F2 om in de zoomfunctie te komen


1) Met PAGE UP kun je inzoomen
2) Met PAGE DOWN kun je uitzoomen
3) Met de pijltoetsen kun je het scherm verplaatsen

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 8


Emmaüsinstituut Aalter

11. Programma voor de eerste maal uitvoeren

Voorwaarde: Programma is actief

Punctiemodus MEMORY selecteren

CURRENT COMMANDS selecteren (met de pijltoets tot de


/ coördinatenpagina gaan)

Druk SINGLE BLOCK om het programma blok per blok uit te voeren

Druk op 5% RAPID om te ijlgang snelheid van de machine te verlagen

Druk CYCLE START om te starten

Maak gebruik van de opheftoetsen om de voedingssnelheid en toerental


aan te passen tijdens het verspanen

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 9


Emmaüsinstituut Aalter

12. Werkstuknulpunt vastleggen (frezen)

• Span je werkstuk op een correcte en goede manier vast in de machineklem.


• Plaats de 3D-taster in de hoofdspil.
• Beweeg de taster tegen het werkstuk volgens de X-richting (of Y of Z) tot het scherm 0.000
toont.
• Ga naar de juiste tabel (werkstuknulpunten) door op ……………………… te drukken. Zorg dat je
bij G54 staat (de meest gebruikte code voor werkstuknulpunt)
• Ga naar de juiste as en druk op ………………………………
• OPGELET: bij de Z-as moet de lengte van de taster nog afgetrokken worden van de waarde in
de tabel. Doe dit als volgt:
o Ga naar de gereedschapstabel (OFFSET) en kijk welke waarde er bij tool 10 staat.
o Typ deze waarde in (met een min teken ervoor!) en ga terug naar je werkstuknulpunt
tabel.
o Ga naar de Z-as en druk …………………………………

• Bij de VF-1 kun je gebruik maken van de WIPS. Neem hieronder notities hoe je dit doet:

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 10


Emmaüsinstituut Aalter

13. Werkstuknulpunt vastleggen (draaien)

• Span je werkstuk op in de klauwplaat.


• Meet met een dieptemaat de afstand van het uiterste punt tot aan de klauwplaat.
• Druk op ………………… tot je in je werkstuknulpunt tabel bent en ga naar de Z-kolom.
• Typ de waarde in (doe van de waarde 0,5 mm af als je een kopvlak draait in je programma)
en druk op …………………… om het getal die er al stond te vervangen.

• OPGELET! Bij de ST-10 is het nullen van je werkstuk net iets anders. Noteer hieronder de
stappen:
o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 11


Emmaüsinstituut Aalter

14. Frezen nullen

• Span je gereedschap op en stop het op de juiste plaats in het magazijn.


• Plaats de tooltaster op de vaste bek van de machineklem.
• Activeer de code G59 als volgt:
o Ga naar ……………………………
o Typ G59 en druk op ……………………………………
o Druk daarna op …………………………………...
• Zet je gereedschap rakend tegen de taster. (beweeg op het einde met
een snelheid van 0,001 mm)
• Ga naar de juiste tabel (gereedschappen) door op …………………… te drukken.
• Ga naar lengte (juiste tool) en druk op ……………………………………………………………………
• Geef als laatste nog de diameter in, in de kolom ernaast en druk ……………… om het
bestaande getal te vervangen.

• Bij de VF-1 kun je gebruik maken van de WIPS. Neem hieronder notities hoe je dit doet:

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 12


Emmaüsinstituut Aalter

15. Beitels nullen

• Span de juiste beitel op.


• Z-as nullen:
o Plaats de tooltaster tegen de klauwplaat.
o Beweeg met je beitel tot je de tooltaster raakt (beweeg op het einde met een
snelheid van 0,001 mm)
o Ga naar de juiste tabel (gereedschappen) en zorg dat je bij de Z-as staat.
o Druk dan op ……………………………
o Geef in: “-50.” en druk op ……………………………
• X-as nullen:
o Stop een metalen as van diameter ± 20 in de klauwplaat.
o Neem nu een pas af van het asje en beweeg de beitel weg van het stuk zonder de X-
as nog te bewegen.
o Ga naar de juiste tabel (gereedschappen) en zorg dat je bij de X-as staat.
o Druk dan op ……………………………
o Meet nu de diameter die je nog hebt met een schroefmaat.
o Typ deze waarde in (vb. 24,56) en druk ………………………
• Als laatste geef je nog de juiste Neusradius in alsook het juiste neustipnummer

• OPGELET: de ST-10 gaan we op een andere manier nullen. Noteer hieronder de juiste
stappen:
o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

o …………….…………..……………………………………………………………………………………………….......
….………….…………..……………………………………………………………………………………………….......

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 13


Emmaüsinstituut Aalter

16. Notities

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 14


Emmaüsinstituut Aalter

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Dhr. Afschrift Bediening van de HAAS sturing 15


Emmaüsinstituut TSO-BSO
Sint-Gerolflaan 20-22
9880 Aalter

Deel 4: Oefeningen
Overzicht CNC codes

G-codes

• G00 Rechtlijnige beweging in ijlgang (G00 X20. Y40.) (Lineaire interpolatie)


• G01 Rechtlijnige beweging in voeding (G01 X20. Y40. F245.) (Lineaire interpolatie met voeding)
• G02 Cirkelvormige beweging in wijzerzin (G02 X20. Y40. R25.) (Circulaire interpolatie rechtsom)
• G03 Cirkelvormige beweging in tegenwijzerzin (G03 X20. Y40. R25.) (Circulaire interpolatie linksom)
• G12 Circulaire kamer uitfrezen in wijzerzin (frezen)
• G13 Circulaire kamer uitfrezen in tegenwijzerzin (frezen)
• G17 (XY)/G18 (XZ)/G19 (YZ) Vlakslectie
• G28 Terugkeren machinenulpunt
• G40 Annuleren radiuscompensatie
• G41 Radiuscompensatie links
• G42 Radiuscompensatie rechts
• G43 Gereedschapslengtecompensatie positief (frezen)
• G49 Annuleren gereedschapslengtecompensatie (frezen)
• G54 Benaming werkstuknulpunt
• G64 Annuleren van de G61 exacte stop
• G70 Nadraaicyclus (draaien)
• G71 Uit- en inwendige langsdraaicyclus (draaien)
• G73 Stapboren met gedeeltelijk terugtrekken (frezen)
• G76 Schroefdraadcyclus (draaien)
• G80 Annuleren boorcyclus
• G81 Boorcyclus in 1 stap
• G83 Stapboren met volledig terugtrekken
• G90 Absolute programmatie (Alle coördinaten ten opzichte van het nulpunt)
• G91 Incrementele programmatie (Alle coördinaten ten opzichte van het vorig punt)
• G96 Constante snijsnelheid (draaien)
• G97 Constant toerental (draaien)
• G98 Annuleren referentievlak in boorcyclus (frezen)
• G99 Gebruik referentievlak in boorcyclus (frezen)
• G99 voeding in mm per omwenteling (draaien)
• G150 Rechthoekige kamer (frezen)
M-codes

• M00 Programmastop
• M01 Optionele stop
• M03 Start draaien hoofdspil rechtsom
• M04 Start draaien hoofdspil linksom
• M05 Stoppen met draaien
• M06 Gereedschapswissel (frezen)
• M08 Koeling aan
• M09 Koeling uit
• M30 Einde programma en terug naar begin
• M50 Terug naar gereedschapswisselpunt en presenteer tafel (frezen, eigen code)
• M98 Oproep onderprogramma
• M99 Terug naar hoofdprogramma
Programmablad Frezen

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………… ………………………………………………………………………….. ………/………./………… 2018 - 2019


Programmanaam Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. ……………………………………………… ………………………………………………………………………………..

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Frezen

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………… ………………………………………………………………………….. ………/………./………… 2018 - 2019


Programmanaam Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. ……………………………………………… ………………………………………………………………………………..

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Frezen

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………… ………………………………………………………………………….. ………/………./………… 2018 - 2019


Programmanaam Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. ……………………………………………… ………………………………………………………………………………..

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Frezen

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………… ………………………………………………………………………….. ………/………./………… 2018 - 2019


Programmanaam Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. ……………………………………………… ………………………………………………………………………………..

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Frezen

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………… ………………………………………………………………………….. ………/………./………… 2018 - 2019


Programmanaam Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. ……………………………………………… ………………………………………………………………………………..

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Frezen

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………… ………………………………………………………………………….. ………/………./………… 2018 - 2019


Programmanaam Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. ……………………………………………… ………………………………………………………………………………..

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Frezen

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………… ………………………………………………………………………….. ………/………./………… 2018 - 2019


Programmanaam Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. ……………………………………………… ………………………………………………………………………………..

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Frezen

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………… ………………………………………………………………………….. ………/………./………… 2018 - 2019


Programmanaam Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. ……………………………………………… ………………………………………………………………………………..

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Frezen

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………… ………………………………………………………………………….. ………/………./………… 2018 - 2019


Programmanaam Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. ……………………………………………… ………………………………………………………………………………..

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Frezen

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………… ………………………………………………………………………….. ………/………./………… 2018 - 2019


Programmanaam Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. ……………………………………………… ………………………………………………………………………………..

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Draaien

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………. ………………………………………………………………………….. ………/………/…………… 2018 - 2019


Programmanaam Uitsteeklengte Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. …………………………. ……………………………................. …………………………………………………….

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Draaien

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………. ………………………………………………………………………….. ………/………/…………… 2018 - 2019


Programmanaam Uitsteeklengte Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. …………………………. ……………………………................. …………………………………………………….

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Draaien

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………. ………………………………………………………………………….. ………/………/…………… 2018 - 2019


Programmanaam Uitsteeklengte Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. …………………………. ……………………………................. …………………………………………………….

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Draaien

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………. ………………………………………………………………………….. ………/………/…………… 2018 - 2019


Programmanaam Uitsteeklengte Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. …………………………. ……………………………................. …………………………………………………….

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Draaien

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………. ………………………………………………………………………….. ………/………/…………… 2018 - 2019


Programmanaam Uitsteeklengte Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. …………………………. ……………………………................. …………………………………………………….

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Draaien

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………. ………………………………………………………………………….. ………/………/…………… 2018 - 2019


Programmanaam Uitsteeklengte Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. …………………………. ……………………………................. …………………………………………………….

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................
Programmablad Draaien

Emmaüsinstituut Bovenbouw Aalter TSO – BSO


Klas Naam Datum Schooljaar

………………. ………………………………………………………………………….. ………/………/…………… 2018 - 2019


Programmanaam Uitsteeklengte Materiaal Werkstuk Afmetingen Werkstuk / Machine

……………………………. …………………………. ……………………………................. …………………………………………………….

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

.................................................................... ....................................................................

You might also like