Dit blad dient als basis om zelf op onderzoek uit te gaan, en

bestaat uit verschillende delen:

- Onderzoeksvraag analyseren.
- Onderzoek uitvoeren.
- Waarnemingen noteren.
- Besluit noteren.

We weten welke ingrediënten er nodig zijn om pannenkoeken te maken,

maar welke weg leggen producten af van producent tot bij ons thuis?

Onderzoeksvraag analyseren
Wat moet je doen? Kleur het juiste bolletje

O Ingrediënten opzoeken.
O Opzoeken hoeveel kilometers de verschillende ingrediënten onderweg zijn.

Hypothese
Ik denk dat de basis ingrediënten (melk, eieren, bloem, gist), te vertrekken
van de producent tot bij ons, …………. Km onderweg zullen zijn. Je mag de
producten en plaatsen al bekijken op volgende pagina en kijken op een kaart
van België.

Vul de afgelegde km’s aan, gebruik hiervoor een

routeplanner, gps of google maps.
 melk eieren gist graan
Plaats: Dadizele Plaats: Neeroeteren Plaats: Gent Plaats: Landen

1.…………. km 2.…………. km 3.…………. km 4.…………. km

zuivelfabriek bloemmolen Ceres

Campina
Plaats: Aalter Plaats: Brussel

5.…………. km 6.…………. km

Distributiecenter

Plaats: Ninove

7.…………. km

winkel

Plaats:……………………………

8.…………. km

thuis/school

Plaats:………………………………
 Als je de som maakt van de afstanden, hoe ver is je
pannenkoek dan onderweg geweest?

…………… km

Kwam je hypothese in de buurt van het

onderzoeksresultaat? Je mag er 100km naast zitten.

O Ja O Neen

Stel je resultaat voor aan de ganse klas.

Vertel ook eens met eigen woorden hoe een eenvoudig product van producent
tot verbruiker komt.

Evaluatie: Principes van TS in functie van het TP onderzoeken 6.36

Onderzoeken van Je hebt nog Je hebt meer Je hebt alle Je hebt alle
transportmogelijkheden niet de helft de helft van de tussenafstanden tussenafstanden
van de tussen tussenafstanden berekend maar berekend en zat
Tec 6.36.2.2 afstanden berekend en zat zat er tussen er in het totaal
berekend er meer dan 100km en minder dan
200km naast. 200km naast. 100km naast.
Ik
De leraar
 Evaluatie: Wetenschappelijke onderzoeksmethode toepassen ET6.47

Je kent het Je kent één of geen Je kent twee Je kent drie Je kent de vier
wetenschappelijk van de stappen van stappen van stappen van stappen van een
concept om een een wet. een wet. een wet. wetenschappelijk
onderzoek te doen onderzoekje. onderzoekje onderzoekje en onderzoekje en kan
en kan dit kan dit dit uitleggen.
STEM 6.47.1 uitleggen. uitleggen.

Juiste stappen van Je hebt geen Je hebt niet Je hebt alle Je hebt alle
het onderzoek onderzoek gedaan. alle stappen stappen stappen uitgevoerd
volgen correct uitgevoerd en hebt een juist
uitgevoerd. maar hebt geen besluit.
STEM 6.47.2 juist besluit.
Ik
De leraar
De juiste Je hebt niet de Je hebt de juiste
onderzoekstechniek juiste onderzoekstechniek
toepassen. onderzoekstechniek Toegepast.
toegepast.
STEM 6.47.3
Ik
De leraar

Evaluatie van de attitude nauwkeurig werken.

Stipt zijn Ik heb mijn Ik heb niet Ik heb alle Ik heb steeds stipt
onderzoek niet of alle waarnemingen mijn waarnemingen
Nauwkeurig niet volledig waarnemingen gedaan, maar gedaan.
werken afgemaakt. gedaan. niet steeds
op de juiste
tijd.
Ik
De leraar