Waarneming over het kippenei

Doelen
● Enkele verwerkingsmogelijkheden van eieren vaststellen en verwoorden
● De opeenvolgende fasen van de bereiding ontdekken en helpen uitvoeren
● Proeven en verwoorden welke gerechten men lekker/niet lekker vindtµ
● Werkplan uitvoeren volgens een visueel voorgestelde strategie
● Experimenteren met ongekende materialen
● Verschillende soorten gerechten waarnemen en bepalen of er al of niet ‘kip of ei’ is in
verwerkt
● De kleuters verwoorden wat ze lusten en niet lusten
● Verbanden leggen tussen de ingrediënten en het gerecht.
● Relaties leggen bij een vraag- en antwoordspel (i.v.m. kippen en eieren)
● De kleuters kunnen gelijkenissen en verschillen aanwijzen en begrijpen

We stimuleren de kleuters om het voorwerp te verkennen door met hun zintuigen en door met het
materiaal om te gaan. Samen met de kleuters bouwen we een gesprek op over het ei door het
gebruiken van het materiaal op de tafel en hun voorkennis van het ei. Om de kleuters tot grondig waar
te nemen stimuleren stellen we ze gerichte en open vragen. De kleuters vertellen wat ze waarnemen.
Ze vertellen over vroegere ervaringen. We wijzen op aspecten die kleuters kunnen interesseren.

1. Het ei

Vragen:
● Wat is een ei?
● Van waar komt een ei?
● Hoe kan een ei er uit zien?
● Welke dieren komen er, buiten een kip, nog uit een ei?
● Hoe zien die eieren er dan anders uit dan het ei van de kip?
● Wat zijn de verschillende delen van een ei?
● Welke gerechten kan je verwezenlijken met eieren?

2. Verschillende delen van het ei

2.1 De schaal

Vragen:
● Welke kleur heeft de schaal?
● Kan de schaal ook andere kleuren hebben? Zo ja, welke?
● Is het gemakkelijk om de schaal te breken?
● Op welke manieren kan je de schaal breken?
● Waarom heeft het ei de schaal nodig?

Handelingen:
● De schaal inspecteren met het vergrootglazen en pincetten
● De schaal breken
● De schaal breken en tot zo klein mogelijke stukjes krijgen (eierpoeder)
Materiaal:
● Eierschalen
 ● Vergrootglazen
● Pincetten
● Kommetjes
● Lepels

2.2 Het eiwit

Vragen:
● Welke kleur heeft het?
● Hoe voelt het eiwit? Kan je het in je handen nemen?
● Heeft het een geur?
● Lijkt het op iets anders dat je kent?
● Wat zie je in het eiwit? Voor wat zouden die witte draden dienen?
→ hagelsnoeren
● Voor wat zou eiwit dienen? → bescherming dooier

Handelingen:
● Het eiwit ontdekken met behulp van de zintuigen door het aan te raken,
proberen vast te nemen (consistentie), er aan te ruiken en de kleur proberen
te achterhalen
● Het eiwit nauwkeurig onderzoeken op onderdelen zoals; vliezen
● Het eiwit nauwkeurig observeren tijdens de overgangen van verschillende
stadia van het stollen van het ei: rauw, zacht-, hardgekookt en gepocheerd ei
● Het verschil van eiwitvorming beschrijven en vergelijken

Materiaal:
● Waterkoker
● Glazen kom
● Glazen potjes
● Pincetten
● Vergrootglazen

2.3 Het eigeel (dooier)

Vragen:
● Waarom is een eidooier soms geel en soms oranje? → Omdat niet alle kippen
hetzelfde te eten krijgen. Hoe meer maïs en groenvoer, hoe geler de dooier

Handelingen:
● Het eigeel bekijken bij een rauw, zacht en hardgekookt ei.
● Het eigeel bekijken met het vergrootglas
● Het eigeel scheiden van het eiwit.

Materiaal:
● Glazen potjes
● Plastiek flesje
● Bord/kom
3. Verschillende stadia van het stollingsproces
3.1 Het rauwe ei

Vragen:
● Zou je een rauw ei kunnen/mogen eten? Waarom kan/mag dat (niet)?
● Is het eiwit hier ook écht ‘wit’?
● Wat kan je met een rauw ei doen?
● Hoe breek je een rauw ei het best?

Handelingen:
● Het ei bekijken vanuit het potje
● Het ei aanraken, voelen welke textuur het heeft
● Het eiwit scheiden van het eigeel

Materiaal:
● Doorzichtige kommetjes
● Foto’s van het stollingsproces

3.2 Het zachtgekookte ei

Vragen:
● Hoelang zou je een ei moeten koken zodat het zacht gekookt is? → c.a.4 min
● Hoe kan je dit eten? → Eitje ontbijtje → soldaatjes

Handelingen:
● De schaal van het ei verwijderen
● Het zachtgekookt ei opensnijden
● Kijken wat het verschil is met een rauw ei
● Het ei met het vergrootglas bekijken

Materiaal:
● Doorzichtige kommetjes
● Aardappelmesjes
● Vergrootglazen
● Kaartjes met het stollingsproces

3.3 Het hardgekookte ei

Vragen:
● Hoelang zou het ei moeten koken voordat het hardgekookt is?
● Kan je het eiwit en het eigeel gemakkelijk uit elkaar halen?
● Hoe kan je een hardgekookt ei eten? Wat kan je ermee maken?
Handelingen:
● Het hardgekookte ei pellen
● Het hardgekookte ei uit elkaar halen
● De verschillende delen van het hardgekookte ei aanduiden en benoemen

Materiaal:
 ● Kaartjes met het stollingsproces
● Doorzichtige kommetjes
● Eierdopjes om zachtgekookte eitjes op te rusten

4. Wat doen de rest van de kleuters in het lokaal?

● De kleuters kunnen aan de slag in de exploratiebak door er eitjes te bereiden op
verschillende manieren om deze vervolgens op te eten, te verkopen, te verstoppen
voor anderen, enzovoorts...
● In de bouwhoek bouwen de kleuters paasmandjes van Clikx om de eitjes in te
vervoeren. Vervolgens kunnen ze met het mandje rondwandelen, de eitjes
verstoppen voor andere kleuters, enzovoorts...
● In de computerhoek bekijken ze verschillende informatieve filmpjes waarin getoond
wordt hoe chocolade eitjes gemaakt worden, hoe eieren worden geschilderd,
enzovoorts…
● In de poppenhoek, die we omtoverden tot een eitjesrestaurant met een kippenren,
kunnen ze de kippen verzorgen, verschillende soorten eitjes bereiden, opdienen en in
rollenspel treden met andere kleuters.
● Op de speltafel ligt een groot magneetbord waarop het spel over het
voedingsschema van de kip gespeeld kan worden.