You are on page 1of 4

MEDIAWIJSHEID

THEORIE EN PRAKTIJK – 3 STUDIEPUNTEN

BEGINTERMEN:

De student is vaardig in de eindtermen basisgeletterdheid uit de sleutelcompetentie 'Digitale


competentie en mediawijsheid' uit de 1e graad S.O.

o De leerling demonstreert in functionele contexten basisvaardigheden om digitaal inhouden


te creëren en te delen.
o De leerling demonstreert in functionele contexten basisvaardigheden om digitaal te
communiceren en te participeren.
o De leerling herkent in functionele contexten bouwstenen van digitale systemen.
o De leerling past in functionele contexten een aangereikt algoritme toe om een probleem
digitaal en niet-digitaal op te lossen.
o De leerling past in functionele contexten aangereikte regels van de digitale wereld toe.
o De leerling evalueert in functionele contexten de mogelijkheden en risico’s van eigen
mediagedrag.

EINDCOMPETENTIES:

Je bent coach. De student kan: Toont aan dat hij een lerende professional is die zelfstandig,
creatief en kritisch gebruik maakt van de (nieuwe) mogelijkheden van ICT bij leren, lesgeven
en organiseren van onderwijs.

Je bent inhoudelijk expert. De student kan:

o kan technisch vaardig zijn op sociale media.


o toont aan dat hij kan opdrachten kan opstellen met digitale toetssystemen.
o is in staat om kleine problemen zelf te benoemen en/of te verhelpen.
o toont aan dat hij adequaat gebruik kan maken van zoekmachines en databases om zo
digitaal (leer)materiaal te ontsluiten.
o kan de relaties tussen de elementen van het didactisch kader ICT in het onderwijs
toelichten.
o toelichten wat mediawijsheid in een krachtige leeromgeving betekent.
o toelichten hoe hij, gebaseerd op het didactisch kader ICT in het onderwijs, op een gerichte
wijze ICT in een krachtige leeromgeving kan inzetten.
Je bent onderzoeker. De student kan:

o De student kan zich in het actuele onderwijskundige veld oriënteren door het aanboren
van diverse infobronnen en door het lezen van recente artikels in digitale portaalsites.
o De student kan mogelijke bronnen vinden, begrijpen en kritisch selecteren in portaalsites.
o De student kan de aangeleerde vaardigheden m.b.t. ICT correct uitvoeren en is
zelfredzaam.
o De student kan via een eenvoudige bevraging in kaart brengen met welke media lagere
schoolkinderen momenteel vertrouwd zijn en kan deze gegevens vergelijken met
gegevens uit breder onderzoek.
o De student kan reflecteren op de eigen didactische en pedagogische competenties op vlak
van mediawijsheid.

Je bent mediawijze leerkracht. De student kan:

o Toont aan dat hij creatief, kritisch en bewust kan omgaan met actuele (digitale) media.
o Toont aan dat hij zijn leerlingen bewust kan laten omgaan met de mogelijkheden van
internet en sociale media ten behoeve van het eigen leren.
o Toont aan dat hij educatieve software en apps functioneel kan inzetten in de
onderwijspraktijk.
o Toont aan dat hij foto’s, video’s en audio digitaal kan maken, bewerken/converteren,
publiceren en delen met gangbare toepassingen.
o Kan uitleggen op welke manieren er aan de mediawijsheid van de leerlingen gewerkt kan
worden. Hij kan concrete toepassingen en tips voor de klaspraktijk formuleren.
o Kan aangeven hoe hij, gebaseerd op het didactisch kader ICT in het onderwijs, op een
gerichte wijze ICT in een krachtige leeromgeving kan inzetten.
o Toont aan op methodische wijze ICT-gebruik te analyseren om zo systematisch
verbeterpunten in zijn lespraktijk toe te passen en te beoordelen op effectiviteit.

Je bent lid van de samenleving. De student kan:

o De student kan zijn onderbouwde mening geven over een onderwijsgerelateerd onderwerp
na een lichte studie.
o De student kan reflecteren op de eigen didactische en pedagogische competenties op vlak
van mediawijsheid.

LEERINHOUDEN:

Technisch ICT/media:
o Mediawijze leerkracht in het onderwijs: wat is een mediawijze leerkracht?
o Portaalsites inzetten om digitaal lesmateriaal te ontsluiten.
o Digitale content gebruiken en inzetten met tools uit het Office 365 pakket
o Didactische educatieve tools en apps testen, evalueren en inzetten in de eigen
onderwijspraktijk
o Mediawijsheid bij jongeren: onderzoeksrapport apestaartjaren
o Digitale geletterdheid met computationele vaardigheden in Scratch en Minecraft
Education Edition
o Sociale media en hun risico's en voordelen

Pedagogisch-didactisch:

o Didactische competenties: educatie door middel van media / ICT integreren in het
didactische handelen
o Pedagogische competenties: educatie over media / werken aan de mediawijsheid van
leerlingen
o Reflectievaardigheden: reflecteren op de eigen didactische en pedagogische competenties
op vlak van mediawijsheid.

BEGELEIDING:

o De student kan gebruik maken van de discussiefora om vragen te stellen in eerste instantie
aan medestudenten. De discussiefora worden gemodereerd door de docent. De student
wordt aangemoedigd om het voortouw te nemen in het antwoorden op vragen van
medestudenten.
o De student kan per mail vragen stellen.
o De student kan een persoonlijke afspraak maken met de lector.
o Studiewijzer en studieplanner op BlackBoard.
o Online monitoraat, coaching via sessie Collaborate Live (Blackboard) of Microsoft Teams
of aanverwant naar keuze student om problemen te bespreken en op te lossen
o Zelftoetsen (op Blackboard)

EVALUATIE:

o Groepsopdracht met groepsbeoordeling 20% (buiten de examenperiode en in


augustus).
o Schriftelijk open boek examen, met laptop en toegang tot het internet 80% (juni en in
augustus).
De studenten moeten deelnemen aan alle examenonderdelen. Voor leraren is het belangrijk
dat ze zich goed kunnen uitdrukken. Daarom houden we bij elke evaluatie rekening met je
taalgebruik. Specifiek hanteren we de BACA-normen (Begrijpelijk, Aantrekkelijk, Correct,
Aangepast).

Indien de student aan één examenonderdeel niet deelneemt, krijgt hij een 0 voor dat
onderdeel.Voldoet je (gesproken) tekst niet aan de BACA-normen, verlies je maximum 10%
van de punten.

ONDERWIJSVORMEN:

o O- Blended learning
o W- (Activerend) Hoorcollege
o W- Leergesprek
o W- Werkcollege
o W- Groepsopdracht

STUDIEMATERIAAL:

Op Blackboard.

You might also like