You are on page 1of 13

Oefenvragen: hoofdstuk spannings-en vermogensverlies in

wisselstroomleidingen.

1) Wat bedoelen we met het begrip “spanningsverlies” in een leiding?

Spanningsverlies UV is het rekenkundig verschil tussen de spanning aan het begin van de leiding U B en
het einde van de leiding Ue

2) Teken het vectordiagram van een eenfasige leiding. Duid de spanningsval Ul en het
spanningsverlies UV aan.

3) Bouw uit het vectordiagram de formule op die je toelaat het spanningsverlies UV te


berekenen.

4) Een eenfasige motor neemt een stroom op van 7,5A, de arbeidsfactor bedraagt 0,9. Hoe
groot is het spanningsverlies in de toevoerleiding van 30m met een doorsnede van
2,5mm²?

Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 1


I∗ρ∗l
UV = ∗cos φ
A
7.5∗2∗0.0175∗30
UV = ∗0.9=2.84 V
2.5
Maal 2 omdat een enkelfasige is.

5) Op een bouwwerf wordt een haakse slijpschijf met een vermogen van 2300W aangesloten
op een verlengkabel van 25m met een aderdoorsnede van 2,5mm². De arbeidsfactor is 0,8.
Hoeveel percent bedraagt het spanningsverlies t.o.v. de beginspanning van 230V?

I∗ρ∗l
UV = ∗cos φ
A
P 2300
I= = =10 A
U 230
10∗2∗0.0175∗25
UV = ∗0.8=2.8 V
2.5
2.8 V
percentage= ∗100 %=1.22 %
230V

6) Bouw de formule op waarmee je de draaddoorsnede van een eenfasige leiding kunt


berekenen in functie van een maximaal toegelaten spanningsverlies en in functie van de
lijnstroom. Vorm die formule om zodat je ze kunt gebruiken als het vermogen gekend is.

Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 2


Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 3
Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 4
Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 5
7) 40 TL-lampen nemen ongeveer een stroom op van 10A, de arbeidsfactor bedraagt 0,9. De
afstand van de schakelkast tot de lampengroep is 50m. Hoe groot moet de
draaddoorsnede minstens zijn, als er een maximaal spanningsverlies van 3% mag zijn t.o.v.
de beginspanning van 230V?

200∗ρ∗l∗I∗cos ⁡(φ) 200∗0.0175∗50∗10∗0.9


A min= = =2.28 mm ²
x∗Ub 3∗230

 Amin=2.5 mm2 ∈de handel

Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 6


8) De eenfasige generator (230V) van een noodgroep bevindt zich op een afstand van 300m
van de te voeden toestellen. Het vermogen van de verbruikers is 4kW. Het
spanningsverlies mag 5% bedragen. Hoe groot moet de aderdoorsnede van de kabel zijn?

200∗ρ∗l∗P 200∗0.0175∗300∗4000
A min= = =15.88 mm ²
x∗Ub² 5∗230²

Je kan ook de formule afleiden en dan bekom je dit:

P 4000
200∗ρ∗l∗( ) 200∗0.0175∗300∗( )
Ub 230
A min= = =15.88mm ²
x∗Ub 5∗230

9) Bouw de formule op waarmee je de draaddoorsnede van een eenfasige leiding kunt


berekenen in functie van een maximaal toegelaten vermogensverlies.

10) Een eenfasige motor neemt een stroom op van 7,5A, de arbeidsfactor bedraagt 0,9. De
toevoerleiding is 30m lang en heeft een doorsnede van 2,5 mm². Hoe groot is het
vermogensverlies in de leiding?

200∗ρ∗l∗P
A min=
x∗U b 2∗cos ²(φ)

Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 7


200∗0.0175∗30∗(7.5∗230)
2.5= 2
x∗230 ∗0.9²
x=1.69 %
Dus dan doej 1.69 naar 2.5 voe ne standaardmaat te krijgen, en dan 7.5²* (0.0175*30)/2.5=11.8W en
dan is hier die 11.8W je vermogensverlies in de leiding!

11) Bepaald de minimum aderdoorsnede die een kabel van 150m moet hebben om een
inductieve verwarming van 4500W te voeden. De arbeidsfactor van het apparaat is
verbeterd tot 0,8. Het vermogensverlies in de leiding mag niet meer dan 3% bedragen

200∗ρ∗l∗P 200∗0.0175∗150∗4500
A min= 2
= 2
=23.3 mm ²
x∗U b ∗cos ²(φ) 3∗230 ∗0.8²

12) Bouw de formule op die je toelaat het spanningsverlies UlV in een driefasige leiding te
bereken, als de belasting in ster geschakeld is.

13) Toon aan dat de formule Ulv =3. Rl. I. cos ϕ ook geldt bij een belasting in driehoek.

Bv. 3 verbruikers van 100 W (actief vermogen)

Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 8


RL = 2 ohm

Ufb = 400 V

 Hoeveel verlies in de kabels :


o ster

100
=0.43
400
√3
o driehoek

100
=0.25
400
0.25∗√ 3=0.43

14) Een drieaderige kabel met een lengte van 500m en een aderdoorsnede van 16 mm² voert
een stroom van 25A. De arbeidsfactor is 0,9. Hoe groot is het spanningsverlies in percent
van de lijnspanning (400V)? Bepaal de aderdoorsnede voor een toegelaten
spanningsverlies van 5%. Hoe groot is dan het vermogensverlies in de leiding?

Spanningsverlies :

U Lv=√ 3∗I∗R L∗cos ( φ )= √


3∗25∗0.0175∗500
∗0.9=21.3 V
16
U Lv 21.3
spanningsverlies= = =5.3 %
U b 400

aderdoorsnede :

A min=
√ 3∗100∗ρ∗l∗I∗cos ⁡( φ) = √ 3∗100∗0.0175∗500∗25∗0.9 =17 mm ²
x∗Ub 5∗400
vermogenverlies :
2
2 3∗25 ∗0.0175∗500
PV =3∗I ∗R L = =965 W
17

15) Bouw de formule op waarmee je de draaddoorsnede van een driefasige leiding kunt
berekenen i.f.v. een maximaal toegelaten spanningsverlies en in functie van de lijnstroom.
Vorm die formule om zodat je ze kunt gebruiken als het vermogen gekend is.

Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 9


Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 10
16) Bouw de formule op waarmee je de draaddoorsnede van een driefasige leiding kunt
berekenen i.f.v. een maximaal toegelaten vermogensverlies.

Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 11


17) Een driefasige motor neemt een vermogen op van 5,5kW. De arbeidsfactor bedraagt 0,89.
De lijnspanning van 400V wordt aangevoerd via een kabel van 60m lengte en met een
doorsnede van 2,5 mm². Hoe groot is het vermogensverlies in de leiding?

Ik heb da azo gedaan;

P = 5.5kW

Cos phi = 0.89

Ul = 400V

L = 60m

A = 2.5 mm²

Gevraagd :

Vermogenverlies = ?

Oplossing :
2
P ∗Rl
Pj= 2
U l ∗cos ²(φ)
φ∗l
Met : Rl=
Amin
φ∗l
Rl=
Amin
0.0175∗60
Rl= =0.42 Ω
2.5

Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 12


2 2
P ∗Rl 5500 ∗0.42
Pj= 2
= 2
=100.25W
U l ∗cos ²(φ) 400 ∗0.89²
18) Een driefasige motor neemt een vermogen op van 4300 kW. Hij werkt op een lijnspanning
van 6kV. De arbeidsfactor bedraagt 0,9. Welke doorsnede moeten de koperen leidingen
hebben als vermogensverlies beperkt moet blijven tot 2%? De leiding is 100m lang.

3
100∗ρ∗l∗Pb 100∗0.0175∗100∗4300∗10
A min= 2
= 2
=12.9 mm ²
x∗U l ∗cos ²(φ) 2∗6000 ∗0.9²

In de handel zullen we een kabel van 16mm² moeten kopen.

19) Een driefase transformator met een schijnbaar vermogen van 100kVA wordt volledig
belast. De arbeidsfactor bedraagt 0,8. Bereken de minimumdoorsnede om een
spanningsverlies van 5% te hebben op de lijnspanning van 400V. De lengte van de leiding is
300m.

Schijnbaar vermogen (S) = 100 kVA

Actief vermogen (P) = S*cos(φ ) = 100*0.8 = 80 kW

Hoofdstuk 2 spanning- en vermogenverlies in wisselstroomleidingen 13

You might also like