You are on page 1of 1

VRAGEN VAN HET WIEL

Draai aan het wiel. Het nummer dat je bekomt, is het nummer van de vraag.

1. Wat kostte het meeste tijd? Had je dat verwacht?


2. In welke volgorde heb je je werk aangepakt?
3. Vind je dat je je werk goed aangepakt hebt? Vertel.
4. Geef jezelf een compliment voor hoe je het werkt aangepakt hebt.
5. Wat was je plan? Hoe ging je het aanpakken? Is je plan ook zo gelopen?
6. Wat weet je nu meer dan voor je begon?
7. Stel: je zou dit niet leren op school. Zou je het dan missen?
8. Stel: jij mag verzinnen hoe je dit doel het beste kunt oefenen. Hoe doe je
dat?
9. Is de opdracht/ verwerking volgens jou goed om aan dit doel te oefenen?
10.Heb je het doel gehaald? Waarom wel/niet?
11.Wat was jouw doel?
12.Geef jezelf een cijfer ... Waarom dit cijfer?
13.Stel: je bent de juf of meester. Waarvoor geef je jezelf een compliment?
14.Hoe werk je meestal bij dit vak? Hoe was dat nu?
15.Wat ga je de volgende keer anders doen?
16.Vind je dat je goed gewerkt hebt? Vertel.
17.Waarop heb je het meeste je best gedaan?
18.Heb je gelachen tijdens het werk? Vertel.
19.Hoe voelde je je tijdens het werk?
20.Wat doe je de volgende keer anders? (en waarom)
21.Vertel wat je van het werk vond.

You might also like