You are on page 1of 128

Spuitpompen

A616S InCare
A616S TCI

Gebruikershandleiding
Versie maart 2019

nl
Overzicht

Overzicht

Afbeelding 1 Vooraanzicht A616S InCare

1 Netvoedingsbedrijf-LED 6 Koppelingshendel
(accu laadt op) 7 Klemhendel
2 Status-LED 8 Aandrijfarm
3 LCD-display 9 Spuitgeleider
4 Numerieke toetsen 10 Spuithouder
5 Zuigerklem

Het vooraanzicht van de A616S TCI is vergelijkbaar met afbeelding 1, alleen is het
displayfolie blauw.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 3


Overzicht

Afbeelding 2 Achteraanzicht A616S InCare en A616S TCI

1 Netaansluiting
2 Combinatieklem
3 Oproep verpleging
4 Ethernet (geen functie bij deze editie)

4 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Overzicht

hh Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij het
docking station voor gedetailleerde
informatie.

Afbeelding 3 Infusiepompen en docking station

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 5


Voorwoord

Voorwoord

Geschiedenis

Documentversie Versie Datum Belangrijkste wijzigingen


14.589_A_UM_en_A616S A Maart 2017 Eerste versie
14.589_B_UM_en_A616S B Juli 2017 Firmware-update, kleine wijzigingen
14.589_C_UM_en_A616S C Mei 2018 Firmware-update, nachtmodus
14.589_D_UM_en_A616S D Maart 2019 Firmware-update, alarmen en audio-
updates

Over deze handleiding

Deze gebruikershandleiding (GH) is geschreven voor gebruikers van de CODAN


A616S spuitpompen. Deze handleiding geldt voor de beide productvarianten InCare
en TCI. Naar de A616S zal verder worden verwezen als het apparaat.
Wij hebben ons uiterste best gedaan om ervoor te zorgen dat de informatie in deze
GH op het moment van publicatie volledig en accuraat is. Producten van
CODAN ARGUS AG worden continu verder ontwikkeld; wij behouden ons het recht
voor om zonder aankondiging vooraf wijzigingen aan te brengen.
Handleidingen, documenten en actuele informatie
Download handleidingen, gegevensbladen, andere documenten en actuele
informatie van www.codanargus.com/Login. Als u geen toegang hebt tot het
inloggedeelte, vul dan de eenmalige registratieprocedure in.

Fabrikant

CODAN ARGUS AG
Oberneuhofstr. 10
CH-6340 Baar codan@codanargus.com
Switzerland www.codanargus.com

Algemene opmerkingen

Beveiliging en veiligheid

U moet zorgen voor gebruik van sterke wachtwoorden, gegevensbescherming, anti-


virussoftware, bescherming tegen diefstal van gegevens en onbevoegde manipulatie
van gegevens. Daarnaast raden wij gebruik van een ononderbroken
stroomvoorziening aan. Servicetechnici zijn ervoor verantwoordelijk dat de
beveiligings- en veiligheidsmaatregelen worden nageleefd.
Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke distributeur of uw
servicetechnicus.

6 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Algemene opmerkingen

Systeeminformatie

Als u via e-mail contact opneemt met de Technische Serviceafdeling van


CODAN ARGUS AG, verstrek dan de volgende informatie. U vindt de informatie
door naar de configuratiemodus van het apparaat te gaan, of via ARGUSservice
(neem contact op met uw servicetechnicus).

Op het apparaat
U vindt de informatie in het menu
VERSION INFO (VERSIE INFO):
• Software-editie (SW-Rel.)
• Bootloader-versie (BL-Ver.)
• Serienummer apparaat (S/N)

In ARGUSservice
xx Systeeminformatie – hoe weer te geven
1 Start ARGUSservice en sluit het apparaat
aan.
2 Klik op de knop MAINTENANCE
(ONDERHOUD) op het START-scherm.
De volgende informatie en opties verschijnen
voor elk aangesloten apparaat:
• Apparaattype en aangesloten COM-poort
• Serienummer apparaat (S/N)
• Firmware-versie (FW)
• Gebruiksinformatie (tijd, volume)
• Indien geïnstalleerd: Geneesmiddelenbiblio-
theek (MedDB), naam en versie
• Standaard veiligheidsinspectie (SSC)
• Service-PIN wijzigen
• Rapportbestand maken
• S/N verzenden

66 

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 7


Hoe deze handleiding te gebruiken

Hoe deze handleiding te gebruiken


Bewaar deze gebruikershandleiding altijd op een veilige en makkelijk toegankelijke
plek. In deze handleiding worden specifieke gevallen voor het bedienen van het
apparaat stap voor stap uitgelegd met behulp van instructies in het volgende
formaat:
xx Hoe te …
1 …
2 …

66 
Om informatie snel te kunnen vinden raadpleegt u de inhoudsopgave. Ook zijn de
volgende lijsten beschikbaar om u te helpen:
• Termen en afkortingen
• Een lijst met tabellen, afbeeldingen en instructies
Elementen van de gebruikersinterface zoals knoppen, dialoogtitels, toetsen op het
toetsenbord worden met hoofdletters geschreven. Aanvullende namen van toetsen
worden tussen vierkante haken gezet, bijv.:
• Menu PUMP SETTINGS (POMPINSTELLINGEN); selecteer BOLUS MAX
(BOLUS MAXIMAAL)
• ENTER-toets; kortweg: ENTER
• [F7]-toets; kortweg: [F7]

Uitleg van veiligheidsaanwijzingen


Dit is de veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
WAARSCHUWING duidt op een gevaarlijke situatie die, wanneer deze niet wordt
vermeden, tot de dood of ernstig letsel kan leiden.
Dit is de veiligheidsaanwijzing VOORZICHTIG
VOORZICHTIG duidt op een gevaarlijke situatie die, wanneer deze niet wordt
vermeden, tot lichte of matige verwondingen kan leiden.
Dit is de veiligheidsaanwijzing LET OP
LET OP duidt op mogelijke schade aan het apparaat of dat er een milieuprobleem
kan ontstaan als de instructies niet worden opgevolgd.

Dit is een advies


Het LAMPJE-symbool duidt op speciaal advies dat niets met veiligheid of risico's
te maken heeft, maar waar de gebruiker wel op moet letten.

8 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Hoe deze handleiding te gebruiken

Symbolen, termen en afkortingen

De symboolconventies, termen en afkortingen die in deze handleiding gebruikt


worden zijn als volgt:

Symbolen
Begin van een instructie
Einde van een instructie
Kruisverwijzing
Lijstitem
Tabel 1 Symbolen

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 9


Hoe deze handleiding te gebruiken

Termen en afkortingen

Item Definitie

A300P, A300M, A500P, CODAN A300/A500/A600 P&M – docking stations


A500M, A600P, A600M
A600S ARGUS 600 S – spuitpomp
A606S ARGUS 606 S – spuitpomp
A60P, A60M, A100P, A100M A60/A100 P&M – docking stations
A616S CODAN A616S – spuitpomp
Productvarianten: A616S InCare, A616S TCI
A707V, A708V CODAN A707V, A708V – volumetrische infusie-
pompen
A717V, A718V CODAN A717V, A718V – volumetrische infusiepom-
pen
ARGUSservice Windows-gebaseerde servicesoftware voor de
configuratie en het onderhoud van apparaten van
CODAN ARGUS
KVO Keep Vein Open (houd ader open)
MRI Magnetische Resonantie Imaging
PDMS Patiënt Data Management Systeem
SSC Safety Standard Check (standaard veiligheidsin-
spectie)
TCI Target Controlled Infusion (doelgeoriënteerde infu-
sie)
Technische Services CODAN ARGUS Technische Serviceafdeling
TIVA Totale IntraVeneuze Anesthesie
TPV Totale parenterale voeding
VTBI Volume To Be Infused (te infuseren volume)
Tabel 2 Termen en afkortingen

10 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Inhoud

Inhoud

Overzicht 3

Voorwoord 6

Algemene opmerkingen 6

Hoe deze handleiding te gebruiken 8

1 Inleiding 15
1.1 Beoogd gebruik................................................................ 15
1.2 Medisch doel.................................................................... 15
1.3 Beoogde gebruiker........................................................... 15
1.4 Patiëntpopulatie................................................................ 16
1.5 Toegang tot het lichaam................................................... 16
1.6 Toepassing – omgeving, locatie, gebruiksfrequentie....... 16
1.7 Contra-indicatie................................................................ 16
1.8 Verwachte levensduur...................................................... 17
1.9 Werkingsprincipe.............................................................. 17
1.10 Systeeminterfaces............................................................ 17
1.11 Leveromvang.................................................................... 17
2 Veiligheidsaanwijzingen 18

3 Systeemveiligheid 19
3.1 Technische storingen ...................................................... 21
3.2 Alarmen............................................................................ 21
3.3 Vooralarmen..................................................................... 21
3.4 Kennisgevingen................................................................ 22
3.5 Controle van het apparaat en zelftest.............................. 22
3.6 Spuit.................................................................................. 23
3.6.1 Spuitidentificatie.......................................................... 23
3.7 Keep Vein Open (KVO) modus......................................... 25
3.8 Registratie (geschiedenis-/gebeurtenislog)...................... 25
3.9 Oproep verpleging............................................................ 25
3.10 Voeding en energiebeheer............................................... 26
3.11 Tijdsynchronisatie............................................................. 26
4 Bedieningselementen 27
4.1 Gebruikersinterface.......................................................... 27
4.2 Gebruikssymbolen............................................................ 28
4.2.1 Toetsfuncties............................................................... 29

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 11


Inhoud

4.2.2 Softkey-functies.......................................................... 30
4.2.3 LED's........................................................................... 30
4.2.4 Display........................................................................ 31
4.3 Apparaatlabels.................................................................. 31
4.3.1 Symmbolen op de apparaatlabels.............................. 31
4.3.2 Label met korte instructies.......................................... 33
5 Algemeen gebruik 34
5.1 Overzicht van menu's en schermen................................. 34
5.2 Toepassingsgebied........................................................... 40
5.3 Oproep verpleging............................................................ 40
5.4 Energiebeheer.................................................................. 40
5.5 Ingebruikname.................................................................. 41
5.5.1 Voor ingebruikname.................................................... 41
5.5.2 Installatie..................................................................... 41
5.5.3 Apparaat voorbereiden voor gebruik.......................... 42
5.6 Infuusset ontluchten......................................................... 44
5.7 Hanteren van de spuit...................................................... 45
5.7.1 Vrije stroming voorkomen........................................... 46
5.7.2 Bewaken van de spuit................................................. 46
5.7.3 Selecteren en bevestigen van de spuit....................... 46
5.7.4 Spuit verwisselen........................................................ 46
6 Therapieprofielen 48
6.1 Basistherapie.................................................................... 48
6.1.1 Specificeren van de infusiesnelheid........................... 48
6.1.2 Specificeren van volume en tijd.................................. 50
6.1.3 Infusieparameters controleren.................................... 51
6.1.4 Infusie wijzigen en resetten voor
de start van de infusie................................................. 51
6.1.5 Infusiesnelheid wijzigen tijdens de infusie.................. 52
6.1.6 Totaal volume wijzigen tijdens de infusie.................... 53
6.1.7 Infusieparameters resetten......................................... 54
6.1.8 Infusieparameters terugroepen.................................. 54
6.1.9 Bolustoediening.......................................................... 55
6.2 MedDB (optioneel)............................................................ 59
6.2.1 Medicatie selecteren met MedDB.............................. 59
6.2.2 TIVA (Totale IntraVeneuze Anesthesie)...................... 63
6.3 TCI (Target Controlled Infusion)....................................... 66
6.3.1 Inleiding....................................................................... 67
6.3.2 Ondersteunde farmacokinetische modellen............... 67

12 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Inhoud

6.3.3 Aanbevolen medicatieconcentraties........................... 69


6.3.4 Belangrijke richtlijnen.................................................. 69
6.3.5 Alarmen, vooralarmen en kennisgevingen in
de TCI modus.............................................................. 71
6.3.6 Onderdelen hoofdscherm........................................... 72
6.3.7 TCI-menu – belangrijkste functies.............................. 73
7 Programmeerbare opties 82
7.1 Toetsslot........................................................................... 82
7.2 Transportmodus............................................................... 83
7.3 Instellingen (zoemer - luidspreker - stand-by).................. 83
7.3.1 Aanvullende opties..................................................... 84
7.4 Geaccumuleerd volume................................................... 84
7.5 Drukinstelling.................................................................... 85
7.6 Nachtmodus..................................................................... 86
7.6.1 Activeren en deactiveren van de nachtmodus............ 87
8 Alarmen en fouten herstellen 89
8.1 Technische foutmeldingen................................................ 89
8.2 Alarmen............................................................................ 90
8.3 Vooralarmen..................................................................... 92
8.4 Kennisgevingen................................................................ 93
9 Service en onderhoud 99
9.1 Accu-onderhoud............................................................... 99
9.2 Accessoires en reserveonderdelen................................ 100
9.3 Verzorging van het apparaat.......................................... 100
9.3.1 Reiniging en desinfectie............................................ 100
9.3.2 Opslag en transport.................................................. 101
9.4 Versie-informatie over het apparaat............................... 101
10 Productspecificaties 102
10.1 Aanbevolen spuiten........................................................ 102
10.2 Alarmvertraging in geval van een occlusie.................... 102
10.3 Bolusvolume na een occlusie......................................... 102
10.4 Nauwkeurigheid meting volgens IEC 60601-2-24.......... 103
10.5 EMC-beperkingen.......................................................... 103
10.5.1 Emissies.................................................................... 104
10.5.2 Immuniteit voor interferentie (alle componenten)..... 104
10.5.3 Immuniteit voor interferentie
(levensondersteunende systemen)........................... 105
10.5.4 Aanbevolen afstanden

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 13


Inhoud

(levensondersteunende systemen)........................... 107


11 Garantie 108

12 Snelgids 109

Lijst met tabellen 115

Lijst met afbeeldingen 116

Lijst met instructies 117

Verklarende woordenlijst 119

14 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Inleiding

1 Inleiding

De CODAN A616S – spuitpomp is een met de nieuwste technologie uitgerust


apparaat, dat voortdurend verder wordt verbeterd.
Er zijn 2 productvarianten van het apparaat – A616S InCare en A616S TCI (met
geneesmiddelenbibliotheek op aanvraag).
De standaardtaal van het display is Engels. Uw servicetechnicus kan een tweede
taal op uw apparaat laden om de bediening gemakkelijker te maken.
De informatie die nodig is voor onderhoud en reparatie vindt u in de servicehandleiding.
Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke distributeur, uw
servicetechnicus of de Technische Serviceafdeling van CODAN ARGUS.

1.1 Beoogd gebruik

Dit apparaat is bedoeld voor afgifte van de vloeistof in de spuit via een klinisch
aanvaarde toedieningsroute die op een vooraf gedefinieerde wijze op een patiënt
is aangesloten, en om te worden gebruikt door geschoolde medische vakmensen,
onder voortdurend toezicht van gekwalificeerde gezondheidszorgprofessionals die
op passende wijze zijn geïnstrueerd en opgeleid in het gebruik van de spuitpomp.

1.2 Medisch doel

Dit apparaat is ontworpen voor de infusie van vloeistoffen (uitgezonderd gassen)


die bedoeld zijn voor infusietherapieën, waaronder begrepen maar niet beperkt tot:
• Geneesmiddelen zoals anesthetica, sedativa, analgetica, catecholamines,
antistollingsmiddelen, enz.
• Bloed en bloedcomponenten
• Totale parenterale voeding (TPV)
• Lipiden
• Enterale vloeistoffen
Dit apparaat is bedoeld voor intermitterende of continue toediening van parenterale
en enterale vloeistoffen via klinisch aanvaarde toedieningsroutes.
De medisch specialist moet op grond van de gegarandeerde eigenschappen en de
technische gegevens beslissen of de toepassing ervan geschikt is.

1.3 Beoogde gebruiker

Dit apparaat is bedoeld om te worden gebruikt door:


• Verpleegkundigen, BIG-geregistreerd: professioneel personeel dat afgestudeerd
is aan een verpleegkundigenopleiding en dat voldoet aan de eisen die de
overheid stelt aan het verkrijgen van een licentie als verpleegkundige, bijv.
gebruik van het apparaat volgens de vooraf gedefinieerde instructies,
voorbereiden van behandelingen, enz.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 15


Inleiding

• Medisch ondersteunend personeel, zonder licentie: para-professioneel


personeel dat personen met een zorgbehoefte ondersteunt en geheel onder de
supervisie van een geregistreerd verpleegkundige zorg aan het bed verleent.
• Artsen: professionals die zijn afgestudeerd met een universitaire graad, die hen
volgens de wetgeving van het betreffende land het recht geeft een gelicentieerd
of geregistreerd medisch beroep uit te oefenen. Artsen zijn gekwalificeerd en
worden geacht om medische beslissingen te nemen, en zijn ervoor
verantwoordelijk om verpleegkundigen behandelingsinstructies te geven.

1.4 Patiëntpopulatie

Dit apparaat is bestemd voor gebruik bij volwassenen, kinderen en pasgeborenen.

1.5 Toegang tot het lichaam

Verbinding met de patiënt loopt via een klinisch aanvaarde toedieningsroute. Deze
routes omvatten, maar zijn niet beperkt tot intraveneus, intra-arterieel, subcutaan,
epiduraal en enteraal. De enige beperking is dat er tussen de spuitadapter en de
naald een infuusslang moet worden geplaatst.

1.6 Toepassing – omgeving, locatie, gebruiksfrequentie

Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt onder voortdurend toezicht van
gekwalificeerde gezondheidszorgprofessionals die op passende wijze zijn
geïnstrueerd en opgeleid in het gebruik van de infusiepomp.
Dit apparaat moet in overeenstemming met deze GH worden gebruikt. Gebruikers
zijn verplicht deze GH gelezen en begrepen te hebben en deze op te volgen, waarbij
met name aandacht moet worden geschonken aan alle waarschuwingen.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een temperatuur van 5 °C tot 40 °C bij een
relatieve luchtvochtigheid tussen 20 % en 90 % (niet-condenserend). Het apparaat
is bedoeld om te worden bewaard bij een temperatuur van 0 °C tot 40 °C en te
worden getransporteerd bij een temperatuur van -20 °C tot 60 °C.
Dit apparaat mag worden gebruikt in instellingen zoals ziekenhuizen, artsenpraktijken,
poliklinieken (dagbehandeling) en revalidatieklinieken, SEH-afdelingen en
verzorgingstehuizen. Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving
waar geen toezicht is.
Dit apparaat is ontworpen voor een veilig continu gebruik (24 uur per dag) gedurende
de verwachte levensduur, op voorwaarde dat het zoals aangegeven in deze GH en
in de SH wordt gebruikt en onderhouden.

1.7 Contra-indicatie

Dit apparaat is niet ontworpen of goedgekeurd:


• voor thuisgebruik
• voor gebruik in ambulance of helikopter
• voor gebruik in een hogedrukkamer

16 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Inleiding

• voor gebruik in een MRI-omgeving


• voor gebruik met niet-gekwalificeerde spuiten
• voor gebruik door niet-gekwalificeerd, niet-geschoold personeel.

1.8 Verwachte levensduur

De verwachte levensduur van dit apparaat is 10 jaar, op voorwaarde dat het zoals
aangegeven in deze GH en in de SH wordt gebruikt en onderhouden.

1.9 Werkingsprincipe

Dit apparaat maakt gebruik van elektrische energie voor het aansturen van een
motor, die een mechanisch systeem aandrijft dat op een vooraf gedefinieerde
manier een axiale kracht uitoefent op de plunjer van een injectiespuit.
Dit apparaat levert via een klinisch aanvaarde toedieningsroute die op een patiënt
is aangesloten vloeistoffen door een vooraf vastgelegde beweging van een
mechanisch systeem, die de plunjer van de spuit op een vooraf vastgelegde manier
door de cilinder van de spuit laat gaan.

1.10 Systeeminterfaces

Dit apparaat heeft een communicatie-interface die het mogelijk maakt om gegevens
met betrekking tot de werking van het apparaat aan een extern IT-systeem te
leveren (PDMS via CODAN ARGUS docking station). Zulke verbindingen moeten
volgens de GH tot stand worden gebracht.
Dit apparaat heeft een interface met een systeem voor het oproepen van de
verpleging.
Dit apparaat heeft een interface met de CODAN ARGUS service-tool ARGUSservice.

1.11 Leveromvang

Bij levering van het apparaat bevindt zich het volgende in de verpakking:
• Het apparaat A616S InCare of A616S TCI
• Combinatieklem voor bevestiging aan een infusiestandaard
• Netsnoer
• Gebruikershandleiding
• Gegevensblad
• Lijst met gekwalificeerde spuiten
Optioneel:
• Verlengde combinatieklem voor aanvullende bevestiging aan een rail
Een overzicht van accessoires en reserveonderdelen voor de A616S InCare en
A616S TCI vindt u in een aparte catalogus.
hh Download de reserveonderdelencatalogus via www.codanargus.com

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 17


Veiligheidsaanwijzingen

2 Veiligheidsaanwijzingen

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van alle veiligheidsaanwijzingen. Als u zich hier
niet aan houdt, kan dit leiden tot onverwacht gedrag van het apparaat of storingen
die de veiligheid van de gebruiker en de patiënt in gevaar kunnen brengen.
hh Zie Uitleg van veiligheidsaanwijzingen, pagina 8
Alleen voor professionele gebruikers
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik door de volgende professionele
gebruikers. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot een verkeerde bediening
die de veiligheid van de patiënt in gevaar kan brengen.
• Geregistreerde verpleegkundigen • Artsen
• Medisch ondersteunend personeel
Verwijderen van de toedieningsset
Zorg dat de patiënt is losgekoppeld van het apparaat voordat u de toedieningsset
van het apparaat verwijdert.
Vervangend apparaat bij de hand houden
Als zeer krachtige of levensreddende medicatie moet worden toegediend, zorg dan
dat er een vervangend apparaat klaar staat dat direct continu kan worden ingezet
voor het geval dat er een storing in het apparaat optreedt.
Veiligheidsaanwijzing voor PDMS: prioriteit van meldingen
In het geval dat er door het PDMS andere informatie getoond wordt dan op het
apparaat, reageer dan op de informatie op het infusieapparaat.
Vatbaar voor wijzigingen
De informatie in deze handleiding is correct op het moment van drukken. Wij
behouden ons het recht voor om zonder aankondiging vooraf wijzigingen aan te
brengen.
PIN-code van het apparaat
Wij raden ten zeerste aan om de PIN-code van het apparaat regelmatig te wijzigen,
met name na de ontvangst van het apparaat. Neem contact op met uw
servicetechnicus.

18 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Systeemveiligheid

3 Systeemveiligheid

Apparaten en MRI-omgevingen
Het apparaat is niet ontworpen of goedgekeurd voor gebruik in een MRI-omgeving.
Omgevingscondities
Gebruik het apparaat altijd binnen de gespecificeerde omgevingscondities, bijv.
omgevingsdruk, vochtigheid en temperatuurbereik, volgens de productspecificaties.

Storingstoestanden
Zorg altijd dat de patiënt adequaat wordt bewaakt wanneer hij op een infusiepomp
is aangesloten, zodat u indien nodig direct kunt ingrijpen. In geval van een storing
dient u een van de volgende maatregelen te treffen:
• Koppel de canule los
• Schakel het apparaat uit
• Verwijder de spuit wanneer het apparaat is uitgeschakeld
Gevaarlijke situaties
Vervangend apparaat bij de hand houden
Als zeer krachtige of levensreddende medicatie moet worden toegediend, zorg dan
dat er een vervangend apparaat klaar staat dat direct continu kan worden ingezet
voor het geval dat er een storing in het apparaat optreedt.

Vervang het apparaat in de volgende gevaarlijke situaties:


• In plaats van met de inductiefase start het apparaat met de onderhoudsfase
(TIVA)
• Sensor infusiesnelheid vertoont mankementen
• Zelftest of zelftest bij opstarten is mislukt en daarom wordt ten onrechte een
defect apparaat gerapporteerd
• Het apparaat activeert vaker vooralarmen dan gespecificeerd
• Het apparaat toont ten onrechte een technische storing
• Het apparaat detecteert de verkeerde voedingsbron, gebruikt een hogere
laadstroom dan het docking station kan leveren. Docking station onderbreekt
voedingsstroom
• Het apparaat toont een te lange verwachte looptijd op accu
• Het apparaat activeert geen alarm BATTERY EMPTY (ACCU LEEG) wanneer
dat zou moeten
• Therapie start niet vanwege een defect apparaat
Technische storingen

Technische foutmeldingen blijven zichtbaar nadat het alarmsignaal is stilgeschakeld


(met behulp van de AAN/UIT-toets) en blijven op het scherm staan totdat het
apparaat UIT en weer IN is geschakeld.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 19


Systeemveiligheid

Alarmen, vooralarmen, kennisgevingen, adviezen

Alarmen, vooralarmen en kennisgevingen blijven zichtbaar nadat het alarmsignaal


is stilgeschakeld (met behulp van de MENU-toets) en blijven op het scherm staan
totdat het alarm is bevestigd met de AFSLUITEN-toets. Als de oorzaak van het
alarm niet wordt verholpen, wordt bij elke poging om de infusie voort te zetten het
alarm opnieuw geactiveerd.
Technische storingen houden verband met de technische problemen met het
apparaat, ongeacht bedieningsfouten of de infusieperiode, en zijn alleen van nut
voor servicetechnici.
Alarmen en vooralarmen hebben een verschillende prioriteit. Alarmen hebben de
hoogste prioriteit, omdat deze verband houden met infusieperiodes of
bedieningsfouten.
Kennisgevingen hebben te maken met mogelijke schade aan het apparaat of
invloed op de omgeving.
Een advies geeft tips hoe u het best kunt werken en hoe u een verkeerde werking
kunt voorkomen.
hh Zie Uitleg van veiligheidsaanwijzingen, pagina 8
Controleer de alarminstellingen voor iedere nieuwe patiënt of nadat deze naar een
andere afdeling is gebracht.
Priori- Displayaan- Status-LED Geluids- Vereiste actie
teit duiding aanduiding
Technische Hoog Numerieke Knipperend X hh Zie 8.1 Tech-
storing storingcode rood nische fout-
meldingen,
pagina 89
Alarm Hoog Alarmtype, Knipperend X hh Zie 8.2
extra rood Alarmen,
informatie pagina 90
Vooralarm Laag Alarmtype, Continu geel X hh Zie 8.3 Voor-
(3 korte extra alarmen, pa-
tonen/ informatie gina 92
piepjes)
Kennis- Informatie - X hh Zie 8 Alarmen
geving en fouten
herstellen,
pagina 89
Advies Hint hh Zie Uitleg van
veiligheidsaanwijzingen,
pagina 8
Tabel 3 Alarmprioriteiten

20 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Systeemveiligheid

3.1 Technische storingen

Technische storingen zetten het apparaat stop.


Technische foutmeldingen worden weergegeven met een numerieke code, bijv.
2106. Meldingen gaan vergezeld van een knipperende rode status-LED en een
constant geluidssignaal. Hoe om te gaan met technische foutmeldingen:
hh Zie 8.1 Technische foutmeldingen, pagina 89
Als het display defect is, is een melding van een technische storing te herkennen
aan de continu rode status-LED en/of een constant geluidssignaal. Het toetsenbord
wordt vergrendeld om te voorkomen dat er nog iets wordt ingevoerd.
Foutmeldingen worden opgeslagen in de geschiedenis (data-log) om het lokaliseren
van de storing te vereenvoudigen. Ook na een complete stroomonderbreking
worden alle invoeren in de geschiedenis opgeslagen.

3.2 Alarmen

Alarmen onderbreken de infusie en stoppen het apparaat.


Een luid, herhaald geluidssignaal van 10 pulsen en de rood knipperende alarm-LED
duiden op een fout. U moet het alarm op afstand kunnen herkennen. Uw
servicetechnicus kan de herhaling van het geluidssignaal configureren. Op het
scherm van het apparaat wordt de foutmelding weergegeven (pictogram en tekst).
Voordat u de infusie hervat, moet de oorzaak van de storing verholpen zijn. Hoe om
te gaan met alarmmeldingen:
hh Zie 8.2 Alarmen, pagina 90
Tijdens een standaard veiligheidscontrole (SSC) moet het alarmsysteem worden
gecontroleerd.
hh Zie 9 Service en onderhoud, pagina 99
Druk op de MENU-toets om een alarm stil te schakelen, druk op de AFSLUITEN-
toets om het alarm te bevestigen. De oorzaak van het alarm/melding blijft aanwezig
totdat de oorzaak is verholpen, of totdat u op de AFSLUITEN-toets drukt. De
alarmlampjes blijven actief als de oorzaak niet wordt verholpen nadat u het alarm
hebt bevestigd. De tijd tussen de detectie van een alarm en het alarmsignaal
bedraagt maximaal 1 seconde.

3.3 Vooralarmen

Vooralarmen onderbreken de infusie niet.


Een vooralarm wordt weergegeven door een melding (pictogram en korte tekst),
vergezeld van een constant brandende gele status-LED en een geluidssignaal
(3 korte tonen/piepjes). Als u het vooralarm bevestigt, blijft het gele lampje branden
zolang de voorwaarden voor het vooralarm aanwezig zijn, d.w.z. tegen het einde
van de infusie of als de accu bijna leeg is. Zodra de oorzaak van het vooralarm is
verholpen, keert het apparaat terug naar het vorige menu/de vorige status; anders

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 21


Systeemveiligheid

kan er een alarm optreden en stopt de infusie. Hoe om te gaan met vooralarmmel-
dingen:
hh Zie 8.3 Vooralarmen, pagina 92
Wanneer u het vooralarm stilschakelt, wordt het geluidssignaal uitgeschakeld
gedurende een ingestelde tijdsduur (standaard: 2 minuten). Uw servicetechnicus
kan de tijd configureren dat het geluidssignaal stilgeschakeld blijft. De tijd tussen
de detectie van een vooralarm en het vooralarmsignaal bedraagt maximaal
1 seconde.

3.4 Kennisgevingen

Kennisgevingen onderbreken de infusie niet.


Kennisgevingen zijn meldingen die bedoeld zijn om schade aan het apparaat te
voorkomen en de aandacht te vestigen op een mogelijk onjuiste werking. Hoe om
te gaan met kennisgevingen:
hh Zie 8.4 Kennisgevingen, pagina 93

3.5 Controle van het apparaat en zelftest

Defecte apparaten
Gebruik nooit een apparaat dat zichtbare mankementen vertoont of waarvan u
vermoedt dat het mankementen heeft. Laat het apparaat nakijken door uw
servicetechnicus.

Wanneer u het apparaat inschakelt, gaat de


status-LED rood branden en zijn er twee ge-
luidssignalen te horen. De apparaatvariant en
het FW-versienummer worden weergegeven.

Uw servicetechnicus kan in plaats van het FW-versienummer de naam van een


afdeling configureren.
Houd tijdens het opstarten de automatische controleroutine die op het LCD-display
wordt weergegeven in de gaten. Als u fouten constateert, laat het apparaat dan
nakijken door uw servicetechnicus.
Een elektronische zelftest loopt continu in stand-by-, normale en configuratiemodus.

22 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Systeemveiligheid

3.6 Spuit

In dit hoofdstuk beschrijven we hoe de spuiten door het apparaat worden


geïdentificeerd en hoe u moet handelen als de spuit niet correct wordt geïdentificeerd.
De spuit plaatsen en vrije stroming voorkomen
Controleer voordat u de infusie start of de spuit correct in het apparaat is geplaatst.
U dient beide bevestigingsmechanismen te sluiten (zuigerklem en cilinderhouder
voor de spuit). Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot vrije stroming of een
onbedoelde bolus die de veiligheid van de patiënt in gevaar kan brengen.

hh Volg de instructies in 5.5.3 Apparaat voorbereiden voor gebruik, pagina 42

3.6.1 Spuitidentificatie

De meeste door vooraanstaande fabrikanten geleverde standaard drukgeteste


spuiten binnen de industrie zijn in het apparaat geconfigureerd. Uw servicetechnicus
kan de gewenste spuiten activeren.
De geplaatste spuit wordt door diverse sensoren in de zuigerklem en de
cilinderhouder geïdentificeerd. De geïdentificeerde spuit wordt in het gedeelte
linksboven in het scherm weergegeven.
Controleer het type en formaat van de weergegeven en de geplaatste spuit. Deze
moeten overeenkomen.
xx Spuit – hoe handmatig te selecteren
1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te schakelen.
Afhankelijk van de configuratie wordt nu mogelijk het menu SEL. THERAPY
PROFILE (SEL. THERAPIEPROFIEL) weergegeven. Selecteer het gewenste
infusieprofiel en druk op ENTER om te bevestigen.
Als er geen spuit is geplaatst en u probeert de
infusiesnelheid in te voeren, verschijnt het vol-
gende scherm tegelijk met een geluidssig-
naal.
2 Plaats een spuit. Als het apparaat de spuit
niet kan identificeren, drukt u op de
AFSLUITEN-toets.
3 Als de spuit automatisch wordt
gedetecteerd, drukt u op ENTER om te
bevestigen; anders drukt u een aantal
malen op SELECTEREN om de spuit te
selecteren en daarna op ENTER om te
bevestigen.

66 

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 23


Systeemveiligheid

xx Spuit – hoe automatisch te bevestigen


1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te schakelen.
Afhankelijk van de configuratie wordt nu mogelijk het menu SEL. THERAPY
PROFILE (SEL. THERAPIEPROFIEL) weergegeven. Selecteer het gewenste
infusieprofiel en druk op ENTER om te bevestigen.
2 Plaats de gewenste spuit in de spuithouder van het apparaat.
3 Het apparaat detecteert de geplaatste spuit automatisch en geeft deze weer op
het display.
4 Druk op ENTER om te bevestigen.

66 
xx Spuit – hoe automatisch te selecteren
1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te schakelen.
Afhankelijk van de configuratie wordt nu mogelijk het menu SEL. THERAPY
PROFILE (SEL. THERAPIEPROFIEL) weergegeven.
Selecteer het gewenste infusieprofiel en druk op ENTER om te bevestigen. Op
voorwaarde dat de spuit toen het apparaat was uitgeschakeld met rust is gelaten,
zal het apparaat de spuit nu doorgaans automatisch detecteren. Het spuittype
wordt linksboven in het display weergegeven.

66 
Als de geïdentificeerde spuit niet eenduidig
aan een specifiek type spuit kan worden
toegewezen, dan verschijnt het menu
SELECT SYRINGE (SELECTEER SPUIT).
Selecteer een spuit en druk op ENTER om te
bevestigen.
De aanbevolen spuiten:
• CODAN spuiten 10 tot 50/60 ml
hh Zie 10.1 Aanbevolen spuiten, pagina 102
Neem contact op met uw servicetechnicus voor:
• De complete lijst met aanbevolen spuiten die door CODAN ARGUS zijn
goedgekeurd
• Als op het display geen lijst met de benodigde spuiten wordt weergegeven.

24 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Systeemveiligheid

3.7 Keep Vein Open (KVO) modus

Nadat u de infusie hebt gestopt, blijft het apparaat een kleine hoeveelheid vloeistof
afgeven om de veneuze toegang open te houden.

Fabrieksinstellingen
De KVO-modus wordt geactiveerd en automatisch gestart zodra u de infusie stopt.
De KVO-snelheid wordt ingesteld op 0,1 ml/h.

Specifieke configuraties
Uw servicetechnicus kan de KVO-modus configureren:
• KVO bij stop: KVO-modus wordt geactiveerd wanneer een infusie wordt
gestopt.
• KVO nadat VTBI is bereikt: KVO-modus wordt geactiveerd nadat het
gedefinieerde totale volume (VTBI) is bereikt.
KVO bij stop Actief Actief Inactief Inactief
KVO nadat VTBI is bereikt Actief Inactief Actief Inactief
Modus tijdens infusie KVO KVO STOP STOP
Modus na infusie KVO STOP KVO STOP

Wanneer u de infusieparameters reset, wordt de KVO-modus automatisch


gedeactiveerd.

3.8 Registratie (geschiedenis-/gebeurtenislog)

Tijdens het gebruik worden betekenisvolle gebeurtenissen in chronologische


volgorde geregistreerd in de geschiedenislog van het apparaat. Deze informatie
blijft ook behouden wanneer u het apparaat uitschakelt. In geval van een
stroomstoring bewaart het apparaat de geschiedenis van gebeurtenissen. Wanneer
het maximale aantal gebeurtenissen is bereikt, wordt de oudste gebeurtenis
overschreven. U kunt de geschiedenis uitlezen met behulp van ARGUSservice.
Het apparaat ondersteunt opslag van maximaal 1000 geschiedenissen. Elke
geschiedenisinvoer krijgt volgens de onderstaande regel een unieke identificatie:
• De index is een continu oplopend getal, beginnend met 0.

3.9 Oproep verpleging

Uw servicetechnicus kan het apparaat aansluiten op het verpleging-oproepsysteem.


Hiermee kunt u alarmen en vooralarmen bewaken.
Oproep verpleging aansluiting en signalering
Zorg ervoor dat het apparaat is verbonden met en geconfigureerd voor het verple-
ging-oproepsysteem binnen het ziekenhuis en dat het volledig binnen dit systeem
functioneert. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot onverwachte, valse
en gemiste alarmen die de veiligheid van de patiënt in gevaar kunnen brengen.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 25


Systeemveiligheid

3.10 Voeding en energiebeheer

Sluit het apparaat alleen aan op netvoeding binnen een spanningsbereik dat
overeenkomt met de technische gegevens van het apparaat.
Elektrostatische ontlading
Als er elektrostatische ontladingen ≥ 15 kV plaatsvinden op de connectors aan de
achterkant van het apparaat, kan de stroomvoorziening beschadigd raken. Als de
netvoedings-LED van het apparaat niet gaat branden, koppel het apparaat dan
direct los van de netvoeding en probeer de oorzaak van het probleem te achterhalen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als de oorzaak van het probleem is
gevonden en verholpen; anders gaat u verder met zoeken.
Het is raadzaam eerst vooral de volgende onderdelen te controleren:
• Zekering
• Hoofdkabel
• Voedingskaart
• Hoofdkaart

Wanneer u het apparaat aansluit op netvoeding, gaat de voeding-LED groen


branden. De accu wordt opgeladen. Alleen door het netsnoer uit het stopcontact te
trekken kunt u het apparaat volledig loskoppelen van de netvoeding.
In geval van een stroomstoring kunt u het apparaat bedienen met de interne accu
om een onderbreking van de infusie te voorkomen. De infusie-instellingen worden
opgeslagen en het apparaat blijft normaal werken op accustroom.
Accupakketten voor het apparaat
Het apparaat mag alleen worden uitgerust en gebruikt met een volledig functionerend
accupakket dat door CODAN ARGUS AG geleverd en goedgekeurd is.

3.11 Tijdsynchronisatie

U kunt de datum en tijd op het apparaat instellen. Uw servicetechnicus kan met


ARGUSservice (besturingselement DATE & TIME (DATUM & TIJD)) het apparaat
configureren op de systeemtijd van de aangesloten pc. Neem voor meer informatie
contact op met uw servicetechnicus.

26 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Bedieningselementen

4 Bedieningselementen

4.1 Gebruikersinterface

Een druk op een toets wordt bevestigd door een kort geluidssignaal. Het
geluidssignaal bij een druk op een toets kan door uw servicetechnicus
geconfigureerd worden (ARGUSservice).

Afbeelding 4 Bedieningspaneel A616S InCare en display

1 Status-LED 7 MENU/STIL-toets
2 Voeding-LED 8 ENTER-toets
3 Naam van het apparaat 9 SELECTEREN/WISSEN-toets
4 Numerieke toetsen 10 INFO/AFSLUITEN-toets
5 BOLUS/BOLUSMENU-toets 11 Display
6 START/STOP-toets 12 AAN/UIT-toets
De bedieningselementen en aanduidingen op de A616S TCI zijn hetzelfde als die
op de A616S InCare.

Afbeelding 5 Bedieningspaneel A616S TCI en display

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 27


Bedieningselementen

4.2 Gebruikssymbolen

Deze symbolen tonen de desbetreffende gebruiksstatus van het apparaat.

De volgende symbolen worden knipperend getoond:


Als deze symbolen niet knipperen, is het display vastgelopen. Schakel het apparaat
onmiddellijk uit en verbreek alle contacten van het apparaat met de patiënt. Neem
contact op met uw servicetechnicus.

Apparaat is momenteel gestopt

Infusie loopt; de status-LED brandt constant groen

Keep Vein Open (houd ader open) is actief; status-LED knippert groen

Toedieningsset wordt voorgevuld.

Een stilgeschakeld alarm is actief.

Deze waarschuwingsdriehoek verschijnt bij de meeste volgende


• Alarmen
• Vooralarmen
• Kennisgevingen

Algemeen alarm

Er wordt momenteel een bolus toegediend

De volgende symbolen worden zonder knipperen getoond:

Apparaat is aangesloten op de netvoeding (AC)

Apparaat wordt gevoed via de interne accu

Apparaat is aangesloten op het docking station

Toetsslot is actief

Totaal volume of totale infusieduur. De tijd wordt aangegeven in uren en


minuten.
Reeds geïnfuseerd volume of verstreken infusieduur. De tijd wordt
aangegeven in uren en minuten.
Resterend infusievolume of resterende infusieduur. De tijd wordt
aangegeven in uren en minuten.

28 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Bedieningselementen

Resterend volume in de spuit

Onder normale drukomstandigheden blijft dit symbool neutraal. Als de


druk in de toedieningsset toeneemt, wordt het symbool geleidelijk (ca.
20 % van de ingestelde limiet per stap) gevuld met zwarte balkjes.

Kennisgeving: sluit het apparaat tijdens het ontluchten nooit aan op een
patiënt
Een automatische bolus loopt tot het gedefinieerde totale volume van de
bolus bereikt is. U kunt dit proces op elk ogenblik onderbreken door op
de START/STOP-toets te drukken.
Een handmatige bolus loopt zolang de BOLUS-toets wordt ingedrukt tot
het gedefinieerde totale volume van de bolus bereikt is.

4.2.1 Toetsfuncties

Een druk op een toets wordt bevestigd door een kort geluidssignaal. Het
geluidssignaal bij een druk op een toets kan door uw servicetechnicus geconfigureerd
worden (ARGUSservice).
Als u het apparaat uitschakelt, worden alle infusieparameters op nul gezet. U kunt
het apparaat niet uitschakelen terwijl er een infusie bezig is.

AAN/UIT-toets
Apparaat in- of uitschakelen
START/STOP-toets
Infusie starten of stoppen
Het feedback-geluidssignaal (piepjes) kan geconfigureerd worden
AAN/UIT. Met elke druk op deze toets verschijnt nu altijd visuele
feedback/een schermmelding.

ENTER-toets
Invoer of selectie bevestigen (ENTER-functie)
Hoofdscherm of submenu activeren (SELECTIE-functie)
WISSEN-functie
Druk tegelijkertijd op de twee toetsen om de ingevoerde waarde
terug te zetten op nul
MENU-toets
Druk op de toets om de menu's weer te geven of een alarm stil te
schakelen.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 29


Bedieningselementen

Numerieke toetsen
Druk op deze toetsen om infusiesnelheid/
infusievolume/tijd in te voeren. De toetsen
corresponderen met de cijfers op het display (van
links naar rechts). Druk op een toets om de
betreffende waarde met één stap te verhogen.

4.2.2 Softkey-functies

Een druk op een toets wordt bevestigd door een kort geluidssignaal.

De softkey-functies worden geregeld door de software. Ze veranderen afhankelijk


van het geselecteerde menu/submenu.
SELECTEREN-toets
Omlaag scrollen in het display
SELECTEREN-toets
Omhoog scrollen in het display
INFO-toets
Schakelen naar het overzicht met infusieparameters
TERUGROEPEN-toets
Terugroepen van de laatste infusieparameters
WISSEN-toets
Wissen van de huidige infusie, leidt tot de start van het menu NEW
THERAPY? (NIEUWE THERAPIE?).
AFSLUITEN-toets
Afsluiten van het menu of submenu
TERUG-toets
Zonder wijzigingen terugkeren naar het laatste menu/submenu
Geen functie toegewezen

4.2.3 LED's

hh Zie Afbeelding 1 Vooraanzicht A616S InCare, pagina 3

Netvoedingsbedrijf (#1)
De LED brandt groen als het apparaat op netvoeding werkt en de accu wordt
opgeladen.

30 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Bedieningselementen

Status-LED (#2)
De meerkleurige status-LED geeft het volgende aan:

Constant Apparaat geeft aan dat het correct werkt tijdens normale
infusie, bolus of ontluchten.
Knipperend Apparaat geeft aan dat het correct werkt in KVO-modus.
Infusie is in stopmodus.
Constant Het apparaat geeft een vooralarm aan (bijv. SYRINGE EMPTY
SOON (SPUIT BIJNA LEEG), LOW BATTERY (ACCU
BIJNA LEEG) of PUMP UNUSED (POMP ONGEBRUIKT).
Het vooralarm moet worden bevestigd.
Constant Het apparaat geeft een technische fout aan.
Knipperend Het apparaat geeft een alarm aan. Onmiddellijke actie is
vereist.

4.2.4 Display

Voor meer bedieningsgemak kunt u kiezen tussen uw eigen taal of Engels. Uw


servicetechnicus kan de helderheid en het contrast van het scherm aanpassen. De
nachtmodusfunctie is configureerbaar om de helderheid periodiek en automatisch
te reduceren.

4.3 Apparaatlabels

4.3.1 Symmbolen op de apparaatlabels

Deze symbolen staan op het typeplaatje aan de onderkant van het apparaat of direct
op de behuizing van het apparaat. Ze geven belangrijke informatie over het
algemene gebruik van het apparaat.

Naam en variant van het apparaat

Netspanning/stroomfrequentie

Spanning van de netvoeding

Bescherming tegen binnendringen van water en vuildeeltjes

Referentienummer

Fabricagedatum

Serienummer

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 31


Bedieningselementen

Zekeringtype

Accutype

CE-teken geeft aan dat het product voldoet aan de RMH 93/42/EEG

Het apparaat bevat recycleerbare materialen. Verwijdering conform


AEEA 2002/96/EG en landspecifieke voorschriften.

Defibrillatiebestendig type CF toegepast deel

Elektrische bescherming van klasse II (dubbele isolatie)

Adres van de fabrikant

Oproep verpleging: aanvullend, direct alarmsysteem. Kan worden


aangesloten op het interne verpleging-oproepsysteem van het
ziekenhuis

Raadpleeg de GH/gebruiksaanwijzing (GA)

Temperatuurbereik voor gebruik

Vochtigheidsbereik

32 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Bedieningselementen

4.3.2 Label met korte instructies

Het label met korte instructies bevindt zich aan de bovenkant van heteapparaat.

Afbeelding 6 Label met korte instructies

Verklaring van de symbolen:


hh Zie 4.3.1 Symmbolen op de apparaatlabels, pagina 31

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 33


Algemeen gebruik

5 Algemeen gebruik

5.1 Overzicht van menu's en schermen

Dit overzicht beschrijft de beschikbare menu's en de volgorde van hun


beschikbaarheid. Afhankelijk van de configuratie zijn op uw apparaat mogelijk niet
alle menu's geactiveerd. Neem voor meer details contact op met uw servicetechnicus.
De MENU-toets leidt u door alle geactiveerde menu's. Druk herhaaldelijk op MENU
tot het gewenste menu wordt weergegeven.
Een aantal menu's is alleen actief direct nadat u het apparaat hebt ingeschakeld of
nadat u de spuit of een toedieningsset hebt vervangen. Om veiligheidsredenen zijn
deze menu's na de eerste start van de infusie gedeactiveerd.
Als u geen bedieningsstappen/acties uitvoert, keert het apparaat na een
gedefinieerde tijd terug naar het hoofdscherm en verschijnt er een vooralarm PUMP
UNUSED (POMP ONGEBRUIKT). (ARGUSservice)
De screenshots die hier worden gebruikt, kunnen afwijken van wat u op het scherm
van uw apparaat ziet. Wat getoond wordt is afhankelijk van de productvariant en
de configuratie. Reageer altijd op de informatie die daadwerkelijk op uw apparaat
wordt weergegeven.

Druk op AAN/UIT.
Bij het opstarten toont het apparaat altijd het
splash screen. De onderste tekstregel kan
desgewenst door uw servicetechnicus
worden aangepast.
hh Zie 5.5 Ingebruikname, pagina 41
Melding na het opstarten
Reageer altijd op eventuele meldingen na
het opstarten van het apparaat voordat u een
infusie start. Tot de mogelijke meldingen
behoren:
• PERFORM SAFETY CHECK (VOER VEILIGHEIDSINSPECTIE UIT)
• BATTERY EMPTY (ACCU LEEG)
SELECT SYRINGE (SELECTEER SPUIT)
Gebruik dit menu om handmatig de
benodigde spuit te selecteren als deze niet
automatisch wordt gedetecteerd.
CONFIRM SYRINGE (BEVESTIG SPUIT)
Gebruik dit scherm op een automatisch
gedetecteerd spuittype te bevestigen.

34 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Algemeen gebruik

SEL. THERAPY PROFILE (SEL.


THERAPIEPROFIEL) (InCare)
Gebruik dit menu om BASIC THERAPY
(BASISTHERAPIE) of MED DB (MedDB) te
selecteren. Dit scherm is niet beschikbaar als
alleen BASIC THERAPY (BASISTHERAPIE)
beschikbaar is.
SEL. THERAPY PROFILE (SEL.
THERAPIEPROFIEL) (TCI)
Gebruik dit menu om BASIC THERAPY
(BASISTHERAPIE), TCI of MED DB (MedDB)
te selecteren.

NEW THERAPY (NIEUWE THERAPIE)


Gebruik dit menu om een nieuwe therapie te
starten/terug te navigeren naar het menu SEL.
THERAPY PROFILE (SEL. THERAPIEPRO-
FIEL). Als alleen BASIC THERAPY (BASIS-
THERAPIE) beschikbaar is, keert het appa-
raat terug naar het hoofdmenu voor basisthe-
rapie.
BASIC THERAPY (BASISTHERAPIE)
Handmatig invoeren van infusie/therapie-
instellingen, snelheid, volume en tijd.

MED DB (MedDB)
Selecteer een afdeling en therapie-instelling,
bij. ANAES_IPS en ACTRAPID.

Navigeer door de submenu's van de MedDB


om de benodigde medicatie te vinden.

Gebruik dit menu om een therapiegroep te


selecteren.

Gebruik dit menu om patiëntdetails en dosisin-


stellingen in te voeren, kies VERIFY (CON-
TROLEREN) en CONFIRM (BEVESTIGEN)
voor de instelling.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 35


Algemeen gebruik

De MedDB-therapie kan worden gestart.

TCI
Gebruik dit menu om een TCI/MODEL te
selecteren.

Gebruik dit menu om de modus TCI/MODEL


te selecteren.

Navigeer door de reeks schermen van TCI/


PATIENT (TCI/PATIËNT) en voer alle
patiëntdetails in.

Gebruik dit menu om TCI/DRUG CONC. (TCI/


MEDICIJNCONC.) te selecteren en in te
stellen.

Gebruik dit menu om de TCI/SETUP (TCI/


INSTELLING) te bevestigen.

Wachten op informatie over de doelconcentratie

De TCI-therapie kan worden gestart.

RUNNING INFUSION (INFUSIE LOOPT)


Bekijk de lopende/actuele infusiewaarden.
Druk op de INFO-toets.

INFO BOLUS
Bekijk alle details van de boluswaarden die op
dit moment worden toegediend. Druk op de
INFO-toets als deze op het scherm te zien is,
druk vervolgens één keer op de MENU-toets.

36 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Algemeen gebruik

INFO ACCUMULATED VOLUME (INFO


GEACCUMULEERD VOL.)
Bekijk een samenvatting van het geaccumu-
leerd volume. Druk op de INFO-toets als deze
op het scherm te zien is, druk vervolgens twee
keer op de MENU-toets.
INFO MED. DATABASE
Bekijk details over de geïnstalleerde MedDB.
Druk op de INFO-toets als deze op het scherm
te zien is, druk vervolgens drie keer op de
MENU-toets.
INFUSION ON HOLD (INFUSIE GESTOPT)
Bekijk een samenvatting van de voortgang
van de huidige infusie. Druk op de INFO-toets.

NEAR END (BIJNA KLAAR)


Het scherm NEAR END (BIJNA KLAAR)
verschijnt als een infusie het einde nadert. Dit
scherm in configureerbaar AAN/UIT met
behulp van ARGUSservice.
Voorbeeldscherm

PREVIEW (VOORPROEF)
Biedt een PREVIEW (VOORPROEF) van de
configuratie van het infusievolume voor
ingebruikname/op de START/STOP-toets
drukken. Druk op de INFO-toets op het scherm
OVERVIEW (OVERZICHT) om het scherm
PREVIEW (VOORPROEF) te bekijken.
RECALL (TERUGROEPEN)
Een voorgaande infusie/therapie terugroepen.
Selecteer RECALL (TERUGROEPEN) in het
menu SEL THERAPY PROFILE (SEL. THE-
RAPIEPROFIEL) en druk op ENTER. Druk
nog een keer op ENTER.
Druk op ENTER in het scherm CONFIRM
RECALL (BEVEST. TER.ROEP).

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 37


Algemeen gebruik

OVERVIEW (OVERZICHT)
Dit menu geeft een overzicht van de infusie/
therapie die wordt toegediend met BASIC
THERAPY (BASISTHERAPIE). Dit menu is
niet beschikbaar in de MedDB-modus.
BOLUS MENU (BOLUSMENU)
Met dit menu kunt u de bolusparameters in-
stellen. De BOLUS-toets initieert de bolusaf-
gifte, handmatig of wanneer de instelling auto
is vastgelegd.
SETUP (CONFIGURATIE)
Hier worden de infusieparameters weergege-
ven, de infusiesnelheid, het totale volume en
de infusieduur. De medicatieconcentratie (ml/
ml) en informatie over de op dat moment ge-
selecteerde medicatie of infusie is ook te zien
in het bovenste gedeelte van het scherm.
BATTERY INFO (ACCU INFO)
De resterende capaciteit van de accu wordt
weergegeven als percentage; de resterende
looptijd wordt weergegeven in uren en
minuten. De laadstatus wordt geïllustreerd
met een pictogram.
PRESSURE SETTING (DRUKINSTELLING)
De instelling van de occlusiedruklimiet wordt
getoond. Tijdens gebruik kunt u deze tijdelijk
wijzigen. Als de ingestelde waarde wordt over-
schreden, toont het apparaat een drukalarm.
De occlusiedruklimiet wordt automatisch op de standaardwaarde gezet als:
• u het apparaat uit- en inschakelt
• u een andere spuit hebt geselecteerd
Dit is afhankelijk van de configuratie van de spuit. Elk spuittype heeft een andere
occlusiedruklimiet.
ALARM PRESETS (ALARM
VOORINSTELLINGEN)
De standaardinstellingen voor diverse alarmen
worden getoond. Uw servicetechnicus kan
deze configureren met ARGUSservice.

38 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Algemeen gebruik

KEY LOCK (TOETSSLOT)


Als deze functie is ingeschakeld, kunt u een
PIN invoeren om het toetsenbord te
vergrendelen/ontgrendelen. Neem voor meer
informatie contact op met uw servicetechnicus.
De numerieke toetsen worden gebruikt om
een PIN in te stellen en in te voeren.
MENU NIGHT MODE (NACHTMODUS)
Als de automatische lichtdimfunctie NIGHT
MODE (NACHTMODUS) geactiveerd is
(ARGUSservice), dan is het menu NIGHT
MODE (NACHTMODUS) beschikbaar.
Schakel deze functie in of uit met behulp van
de toetsen SELECTEREN en ENTER.
SETTINGS (INSTELLINGEN)
Wijzig in dit menu het volume van de zoemer
en de luidspreker en de onderbreking voor het
stand-by-alarm. Wanneer u het apparaat
uitschakelt, worden de instellingen teruggezet
op standaard.
Uw servicetechnicus kan de standaardwaarden aanpassen.
Als u het volume van het geluidssignaal verlaagt, denk er dan aan dat dit ook van
invloed is op het alarmvolume. Er is een risico dat u het alarm niet kunt identificeren.
Druk een keer op MENU om terug te keren naar het hoofdscherm. Druk op de
AFSLUITEN-toets om vanuit ieder willekeurig menu direct terug te keren naar het
hoofdscherm.
PURGE (ONTLUCHTEN)
De huidige ontluchtingssnelheid wordt weer-
gegeven. De BOLUS-toets start de afgifte
voor ONTLUCHTING. Het standaardvolume
voor PURGE (ONTLUCHTEN) is 2 ml.
OVERSCHAKELEN OP TCI
Wanneer de infusie is gestopt, kunt u op de
INFO-toets drukken om het scherm INFUSI-
ON ON HOLD (INFUSIE GESTOPT) weer
te geven. Druk op de WISSEN-toets om het
scherm NEW THERAPY? (NIEUWE THE-
RAPIE?) weer te geven.
Kies YES (JA) om van de huidige infusie
over te schakelen op TCI. Als u niet wilt
wijzigen, kiest u NO (NEE). Druk op ENTER
om te bevestigen.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 39


Algemeen gebruik

5.2 Toepassingsgebied

Aan het bed


U kunt het apparaat aan het bed gebruiken als stand-alone of in combinatie met
andere infusiepompen, bijv. aan een docking station bevestigd.

Stand-alone
Als u het apparaat als stand-alone gebruikt, kunt u het op een tafel, aan rails, op
een standaard of in een docking station plaatsen. Als u een docking station van de
versie CODAN M gebruikt, kunt u zowel de stroomvoorziening als de verbinding
met het gebruikersnetwerk gebruiken, bijv. voor het oproepen van de verpleging.

Docking station
U kunt voor de bediening van het apparaat zowel de M- als de P-versie van A300/
A500/A600 P&M – docking stations gebruiken.
• P-versie: alleen stroomvoorziening
• M-versie: voeding en verbinding met het gebruikersnetwerk, bijv. oproep
van de verpleging.
hh Zie de GH voor de A300/A500/A600 P&M – docking stations

5.3 Oproep verpleging

Oproep verpleging aansluiting en signalering


Zorg ervoor dat het apparaat is verbonden met en geconfigureerd voor het
verpleging-oproepsysteem binnen het ziekenhuis en dat het volledig binnen dit
systeem functioneert. Neem bij twijfel contact op met uw servicetechnicus.

Uw servicetechnicus kan het apparaat verbinden met het verpleging-oproepsysteem,


waar u alarmen en vooralarmen gemakkelijk in de gaten kunt houden.

5.4 Energiebeheer

Sluit het apparaat alleen aan op netvoeding binnen een spanningsbereik dat
overeenkomt met de technische gegevens van het apparaat. Alleen door het
netsnoer uit het stopcontact te trekken kunt u het apparaat volledig loskoppelen van
de netvoeding. U kunt het apparaat in- en uitschakelen met behulp van de AAN/
UIT-toets. Het apparaat staat in stand-bymodus wanneer het met het net is
verbonden maar niet is ingeschakeld. In de stand-bymodus wordt de accu opgeladen
op de achtergrond.

40 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Algemeen gebruik

5.5 Ingebruikname

5.5.1 Voor ingebruikname

Defecte apparaten
Gebruik nooit een apparaat dat zichtbare mankementen vertoont of waarvan u
vermoedt dat het mankementen heeft. Laat het apparaat nakijken door uw
servicetechnicus.
Geschikte accessoires, verbruiksartikelen en reserveonderdelen
Bedien het apparaat met accessoires en verbruiksartikelen die door
CODAN ARGUS AG geschikt zijn bevonden. Gebruik voor onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen reserveonderdelen die door CODAN ARGUS AG
zijn goedgekeurd en geleverd.

Neem voor de gebruikte spuiten de gebruiksaanwijzing van de fabrikant in acht.


Gebruik het apparaat nooit in explosieve omgevingen, bijv. in aanwezigheid van
ontvlambaar anesthesiemateriaal. Gebruik het apparaat altijd met een volledig
opgeladen accu voor het geval dat er een stroomstoring optreedt.

5.5.2 Installatie

Combinaties van infusietypen


Een combinatie van infusietypen, bijv. zwaartekracht, injectienaald en peristaltisch
op één slang naar de patiënt kan een risico zijn voor de veiligheid van de patiënt.

U kunt het apparaat voor gebruik op een tafel zetten. U kunt het ook met behulp
van de combinatieklem aan een standaard bevestigen (< ø 38 mm). Met verlengde
combinatieklemmen (optioneel accessoire) kunt u het ook aan wandrails bevestigen.
Als u het apparaat zonder CODAN docking station gebruikt, dek de DC-aansluiting
dan af met de meegeleverde rubberen dop.
hh Zie Afbeelding 2 Achteraanzicht A616S InCare en A616S TCI, pagina 4,
item 1
Als u het apparaat in combinatie met een CODAN docking station gebruikt, dan kunt
u op een ruimtebesparende manier meerdere apparaten tegelijkertijd gebruiken.
hh Zie de GH voor de A300/A500/A600 P&M – docking stations
De behuizing beschermt het apparaat tegen binnendringen van vloeistof. Voorkom
dat vloeistof binnendringt in het apparaat of de stekker van het apparaat.
Zorg er tijdens de installatie voor dat u het apparaat in geval van nood, bijv. lekkage
van vloeistoffen, snel van de netvoeding kunt loskoppelen.
Plaats het apparaat niet meer dan 1,3 m boven of onder het niveau van het hart van
de patiënt. Het drukbewakingssysteem van het apparaat werkt het nauwkeurigst
als het op het niveau van het hart van de patiënt wordt geplaatst.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 41


Algemeen gebruik

Voorkom dat het apparaat tijdens de infusie van positie verandert. Dit kan een
tijdelijke overdosering (apparaat hoger geplaatst) of onderdosering (apparaat lager
geplaatst) veroorzaken. Deze problemen treden vooral op bij lage infusiesnelheden.
Het fysische effect wordt veroorzaakt door de hogere of lagere druk vanwege het
verschil in hoogte. Pas als deze druk is vereffend, zal het apparaat de afgifte met
de vereiste snelheid voortzetten.
Toegang tot de netstekker van het apparaat
Zorg er voordat u de infusie start voor dat het apparaat stevig aan een standaard
is gemonteerd of op een tafel is geplaatst om bewegen, omvallen of schade te
voorkomen.

Voordat de infusie start


Zorg er voordat u de infusie start voor dat het apparaat stevig aan een standaard
is gemonteerd of op een tafel is geplaatst om bewegen, omvallen of schade te
voorkomen.

5.5.3 Apparaat voorbereiden voor gebruik

Het apparaat ontluchten


Zorg dat vóór aansluiting op de patiënt alle lucht uit de toedieningsset, de spuit en
de canule is verwijderd (ontlucht).

Adequate patiëntbewaking
Zorg ervoor dat de bewaking van de patiënt adequaat is en afgestemd op de ernst
van de toegediende therapie.
De volgende nummers (#) verwijzen naar:
hh Overzicht, pagina 3
xx Ingebruikname – hoe het apparaat voor te bereiden op gebruik
1 Sluit het apparaat aan op de netvoeding en schakel het apparaat in.
2 Sluit de toedieningsset aan op de spuit.
3 Druk de koppelingshendel (#6) en klemhendel (#7) tegelijk naar elkaar toe en
schuif de aandrijfkop zo ver mogelijk naar rechts.
4 Trek de cilinderhouder voor de spuit (#10) naar buiten en draai hem naar links
om hem open te zetten.
5 Plaats de spuit in de spuitgeleider (#9). Zet de cilinderhouder (#10) terug in de
rechte positie en laat hem voorzichtig los om de cilinder van de spuit op zijn
plaats te houden.
6 Controleer of de vleugels van de spuit zowel boven als onder in de spuitgeleider
(#9) zitten.

42 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Algemeen gebruik

De spuit plaatsen en vrije stroming voorkomen


Controleer voordat u de infusie start of de spuit correct in het apparaat is
geplaatst. U dient beide bevestigingsmechanismen te sluiten (zuigerklem en
cilinderhouder voor de spuit). Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot
vrije stroming of een onbedoelde bolus die de veiligheid van de patiënt in gevaar
kan brengen.
7 Druk de koppelingshendel (#6) en de klemhendel (#7) tegelijk in.
8 Schuif de aandrijfkop naar links zodat hij de zuiger van de spuit raakt. Laat de
koppelings- en klemhendel los, zodat de zuigerklem (#5) om de zuigerkop van
de spuit komt te liggen.
9 Zorg dat de aandrijfkop stevig vastzit op de zuiger van de spuit.
10 Druk op de AAN/UIT-knop om het apparaat aan te zetten.
Er wordt eerst een interne zelftest uitgevoerd, waarna de rode status-LED (#2)
gaat branden. Tot slot wordt een startsignaal van 2 tonen gegeven.
11 Controleer of het type en de grootte van de weergegeven spuit overeenkomen
met die van de spuit die in het apparaat is geplaatst. Deze moeten overeenkomen.
12 Ontlucht en vul de toedieningsset.
hh Zie 5.6 Infuusset ontluchten, pagina 44
13 Sluit de toedieningsset aan op de patiënt.
14 Voer de infusieparameters in en controleer deze.
15 Druk op START/STOP om de infusie te starten.
16 Controleer het apparaat en de voortgang van de infusie regelmatig.

66 
Verwijderen van de toedieningsset
Zorg dat de patiënt is losgekoppeld van het apparaat voordat u de toedieningsset
van het apparaat verwijdert.

xx Infusie – hoe te beëindigen


1 Druk op START/STOP om de infusie te stoppen.
2 Houd AAN/UIT ingedrukt om het apparaat uit te schakelen.
3 Koppel de patiënt los van het apparaat.
4 Trek de cilinderhouder voor de spuit (#10) naar buiten en draai hem naar links
om de houder open te zetten.
5 Druk de koppelings- en klemhendel (#6 en #7) tegelijk in en schuif naar rechts.
6 Verwijder de spuit.
7 Draai de cilinderhouder naar rechts en maak deze voorzichtig los.
8 Druk de koppelings- en klemhendel (#6 en #7) tegelijk in en schuif naar links.
9 Reinig het apparaat voor volgend gebruik.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 43


Algemeen gebruik

10 Sla het apparaat op volgens de productspecificaties.


hh Zie 10 Productspecificaties, pagina 102

66 
Als u het apparaat uitschakelt, worden alle infusieparameters teruggezet op nul.

5.6 Infuusset ontluchten

Standaard ontluchtingsvolume
Het standaard ontluchtingsvolume is 2 ml. Neem voor configuratie contact op met
uw servicetechnicus.

Deze functie maakt automatisch vullen van de toedieningsset mogelijk om alle


luchtbellen te verdrijven. De functie is alleen direct nadat het apparaat is ingeschakeld
beschikbaar en alleen als deze door uw servicetechnicus geactiveerd is.
Het apparaat ontluchten
Zorg dat vóór aansluiting op de patiënt alle lucht uit de toedieningsset, de spuit en
de canule is verwijderd (ontlucht).

xx Toedieningsset – hoe te ontluchten


1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te schakelen.
2 Druk op MENU om het menu PURGE
(ONTLUCHTEN) weer te geven.
De weergegeven ontluchtingssnelheid
komt overeen met de geconfigureerde
waarde.
3 Druk op ENTER om de ontluchtingssnel-
heid te activeren.
4 Gebruik de WISSEN-functie om de
ontluchtingssnelheid terug te zetten op
nul.

OF

5 Voer met de numerieke toetsen de nieuwe


ontluchtingssnelheid in.

6 Druk op ENTER om te bevestigen.

44 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Algemeen gebruik

7 Houd de BOLUS-toets ingedrukt totdat de


eerste druppels uit de punt van de naald
komen.
Na 2 ml vulvolume stopt de ontluchtings-
procedure. Als de toedieningsset niet he-
lemaal is ontlucht, kunt u de procedure
herhalen.

66 
Tijdens het ontluchten wordt de occlusiedruklimiet automatisch verhoogd tot de
maximale waarde van 1200 mbar. Belangrijke alarmfuncties worden gedeactiveerd.
Wanneer de ontluchtingsprocedure is voltooid, keert het apparaat terug naar het
hoofdscherm.

5.7 Hanteren van de spuit

Patiënt en plaatsen van de spuit


Zorg dat de spuit correct is geplaatst en door het systeem is gedetecteerd voordat
u de apparaat op de patiënt aansluit. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden
tot vrije stroming of een onbedoelde bolus die de veiligheid van de patiënt in gevaar
kan brengen.
Patiënt en verwijdering van de spuit
Zorg dat de patiënt is losgekoppeld van het apparaat voordat u de spuit van het
apparaat verwijdert. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot vrije stroming
of een onbedoelde bolus die de veiligheid van de patiënt in gevaar kan brengen.
De spuit plaatsen en vrije stroming voorkomen
Controleer voordat u de infusie start of de spuit correct in het apparaat is geplaatst.
U dient beide bevestigingsmechanismen te sluiten (zuigerklem en cilinderhouder
voor de spuit). Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot vrije stroming of een
onbedoelde bolus die de veiligheid van de patiënt in gevaar kan brengen.
Houd een beperkte set spuiten aan
Zorg dat de gebruikte set spuiten beperkt blijft tot de spuiten die binnen uw instelling
worden gebruikt om het risico van een verkeerde spuitkeuze te verminderen.

hh Volg de instructies in 5.5.3 Apparaat voorbereiden voor gebruik, pagina 42


Als u de spuit correct hebt geplaatst en beide bevestigingsmechanismen hebt
gesloten, kan de plunjer van de spuit niet per ongeluk worden bewogen.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 45


Algemeen gebruik

5.7.1 Vrije stroming voorkomen

Als de spuit niet correct is geplaatst, geeft het apparaat waarschuwingen over het
desbetreffende spuitbevestigingsmechanisme weer om een vrije stroming te
voorkomen, tot de spuit helemaal correct is geplaatst.

5.7.2 Bewaken van de spuit

5.7.3 Selecteren en bevestigen van de spuit

hh Zie 5.5.3 Apparaat voorbereiden voor gebruik, pagina 42


Controleer het type en het formaat van de weergegeven en de geplaatste spuit,
deze moeten overeenkomen. Het apparaat identificeert de geplaatste spuit
automatisch. De spuiten die beschikbaar zijn voor identificatie, moeten met behulp
van ARGUSservice geactiveerd worden. Als de geplaatste spuit niet eenduidig aan
een geactiveerd type spuit wordt toegewezen, kunt u de spuit handmatig selecteren:
xx Spuit – hoe te selecteren uit de lijst beschikbare spuiten
De automatische spuitidentificatie is mislukt. De geplaatste spuit komt niet
overeen met een geactiveerd spuittype.
Het menu SELECT SYRINGE (SELECTEER SPUIT) wordt weergegeven.
1 Druk op SELECTEREN om de juiste
spuit te selecteren.

2 Controleer het type en formaat van de weergegeven en de geplaatste spuit.


Deze moeten overeenkomen.
3 Druk op ENTER om te bevestigen.
4 Druk op AFSLUITEN om het menu te verlaten.

66 
Neem contact op met uw servicetechnicus als de gewenste spuit niet in de lijst
staat.

5.7.4 Spuit verwisselen

xx Spuit – hoe te verwisselen


1 Druk op START/STOP om een lopende infusie te stoppen.
2 Druk de spuithouder en koppelingshendels van de spuit in en schuif de
aandrijfarm naar rechts.
3 Open de spuithouder en verwijder de spuit. Op het scherm verschijnt NO
SYRINGE (GEEN SPUIT).

46 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Algemeen gebruik

4 Plaats een nieuwe spuit. Het apparaat identificeert de geplaatste spuit en toont
deze op het scherm.
5 Controleer het type en formaat van de weergegeven en de geplaatste spuit.
Deze moeten overeenkomen.
Als de geplaatste spuit niet eenduidig aan een geactiveerd type spuit wordt
toegewezen, kunt u de spuit handmatig selecteren.
hh Zie 5.7.3 Selecteren en bevestigen van de spuit, pagina 46
6 Druk op START/STOP om de infusie te herstarten.

66 

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 47


Therapieprofielen

6 Therapieprofielen

Inleiding
Er zijn maximaal drie manieren om een infusietherapie in te stellen: handmatig
invoeren van snelheids-, volume- en tijdwaarden met behulp van Basic Therapy
(basistherapie), gebruik van vooraf gedefinieerde waarden in MED DB (MedDB)
(indien geïnstalleerd), of gebruik van de TCI-modus.

Starten en stoppen van een infusie


Als extra veiligheids-/feedbackfunctie en alleen voor de basis- en MedDB-therapieën
verschijnen nu de volgende schermen wanneer u een infusie/therapie start of stopt.

INFUSION START (INFUSIE START)


Wanneer u een infusie start (START/STOP-
toets), verschijnt kort het volgende scherm
INFUSION START (INFUSIE START) voordat
het infusiescherm wordt getoond.

INFUSION ON HOLD (INFUSIE GESTOPT)


Wanneer u een infusie stopt (START/STOP-
toets), verschijnt kort het volgende scherm
INFUSION ON HOLD (INFUSIE GESTOPT)
voordat het scherm infusie KVO/STOP wordt
getoond.
Hierna volgt een gedetailleerde beschrijving van elke methode voor het instellen
van een infusie/therapie.

6.1 Basistherapie

Menu SEL. THERAPY PROFILE (SEL. THERAPIEPROFIEL)


Als de basistherapie de enige geconfigureerde optie op het apparaat is, wordt het
menu SEL. THERAPY PROFILE (SEL. THERAPIEPROFIEL) niet weergegeven,
alleen het hoofdmenu.

6.1.1 Specificeren van de infusiesnelheid

Controleer of het type en de grootte van de weergegeven spuit overeenkomen met


die van de spuit die in het apparaat is geplaatst. Deze moeten overeenkomen.

48 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

xx Infusiesnelheid – hoe te specificeren


1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te
schakelen.
Het apparaat start met het splash screen.

2 Als er na het opstarten een melding


verschijnt, volg dan deze instructies
voordat u een infusie start.
Mogelijke meldingen:
• PERFORM SAFETY CHECK …
(VOER VEILIGHEIDSINSPECTIE
UIT ...)
• BATTERY EMPTY … (ACCU
LEEG …)
Het menu SEL. THERAPY PROFILE
(SEL. THERAPIEPROFIEL) wordt weer-
gegeven.
3 Druk op SELECTEREN om het gewenste
infusietype te selecteren.
4 Druk op ENTER om te bevestigen.
5 Druk op de numerieke toetsen om de
gewenste infusiesnelheid in te voeren.

6 Controleer de infusiesnelheid voordat u de


infusie start.

De maximale instelbare infusiesnelheid is afhankelijk van het formaat van de


gebruikte spuit.

7 Druk op START/STOP om de infusie te


starten.
Het scherm INFUSION START (INFUSIE
START) wordt weergegeven.
8 De infusie start.

66 

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 49


Therapieprofielen

6.1.2 Specificeren van volume en tijd

Controleer of het type en de grootte van de weergegeven spuit overeenkomen met


die van de spuit die in het apparaat is geplaatst. Deze moeten overeenkomen.
Wanneer u het infusievolume en de infusieduur invoert, wordt de infusiesnelheid
automatisch berekend.
xx Volume en tijd – hoe te specificeren
1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te schakelen.
2 Druk op SELECTEREN om het gewenste
infusietype te selecteren.
3 Druk op ENTER om te bevestigen.

4 Druk op SELECTEREN om het volume


weer te geven.

5 Druk op de numerieke toetsen om het


gewenste infusievolume in te voeren.

6 Druk op SELECTEREN om de tijd weer te


geven.

7 Druk op de numerieke toetsen om de


gewenste infusieduur in te voeren.

8 Druk op ENTER om te bevestigen.


Controleer uw invoer in het scherm OVER-
VIEW (OVERZICHT).

9 Druk op START/STOP om de infusie te


starten.
Het scherm INFUSION START (INFUSIE
START) wordt weergegeven.
10 De infusie start.

66 

50 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

6.1.3 Infusieparameters controleren

xx Infusieparameters – hoe te controleren

De weergegeven infusieparameters zijn afhankelijk van het infusietype van dat


moment. Deze kunnen afwijken van de hier beschreven screenshots.

1 Terwijl de infusie loopt, kunt u op INFO drukken om de parameters van


RUNNING INFUSION (INFUSIE LOOPT) weer te geven.
Rij 1 Totaal volume/totale infusieduur
Rij 2 Geïnfuseerd volume en verstre-
ken infusieduur
Rij 3 Resterend volume en tijd tot de
infusie eindigt
Het totale volume en het geïnfuseerde volume worden gespecificeerd in milliliter
tot één cijfer achter de komma. De gebruikte doseereenheden worden tijdens
de berekening afgerond. De tijdspecificatie wordt overeenkomstig gewijzigd.
2 Druk op AFSLUITEN om het menu te verlaten.
OF
3 Wanneer de infusie is gestopt, drukt u op
INFO om de parameters van INFUSION
ON HOLD (INFUSIE GESTOPT) weer te
geven.
4 Druk op AFSLUITEN om het menu te
verlaten.

66 
6.1.4 Infusie wijzigen en resetten voor de start van de infusie

xx Infusie – hoe te wijzigen, resetten, terug te roepen voor de start van de


infusie
U kunt de infusiesnelheid, het totale volume en/of de infusieduur wijzigen.
De laatste twee gewijzigde parameters leiden tot een herberekening van de 3 e
parameter. Nadat de infusie is gestart, kunt u de infusieduur niet handmatig
wijzigen.
xx Infusiesnelheid – hoe te wijzigen voor de start van een infusie
1 De infusieparameters worden ingevoerd
en weergegeven. Infusie is niet gestart.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 51


Therapieprofielen

2 Druk op de numerieke toetsen om de


infusiesnelheid te wijzigen.

3 Druk op ENTER om te bevestigen.


Controleer uw invoer in het scherm OVER-
VIEW (OVERZICHT).

4 Druk op START/STOP om de infusie te


starten.
Het scherm INFUSION START (INFUSIE
START) wordt weergegeven.
5 De infusie start.

66 
6.1.5 Infusiesnelheid wijzigen tijdens de infusie

xx Infusiesnelheid – hoe te wijzigen tijdens een infusie


Actuele lopende infusiesnelheid.

1 Druk op de numerieke toetsen om de


infusiesnelheid te wijzigen. De nieuwe
infusiesnelheid knippert 15 seconden.
2 Druk op ENTER om de nieuwe infusie-
snelheid te bevestigen. De nieuwe infusie-
snelheid wordt ingesteld, de infusie wordt
voorgezet.

66 

52 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

6.1.6 Totaal volume wijzigen tijdens de infusie

xx Totaal volume – hoe te wijzigen tijdens een infusie


1 Druk op START/STOP om de lopende
infusie te stoppen. Het scherm INFUSION
ON HOLD (INFUSIE GESTOPT) wordt
weergegeven.

Het apparaat schakelt over op KVO-/


stopmodus.

2 Druk op SELECTEREN om de invoer voor


het volume weer te geven.

3 Druk op de numerieke toetsen om het in-


fusievolume te wijzigen. U kunt het totale
volume niet op nul zetten (geen eindvolu-
me).
4 Druk op ENTER om te bevestigen

Controleer uw wijzigingen in het scherm


OVERVIEW (OVERZICHT).
5 Druk op START/STOP om de infusie te
starten. Het nieuwe totale volume is actief.

Het scherm INFUSION START (INFUSIE


START) wordt weergegeven.

6 De infusie start.

66 
Wanneer u het totale volume wijzigt, wordt de totale infusieduur herberekend.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 53


Therapieprofielen

6.1.7 Infusieparameters resetten

xx Infusieparameters – hoe te resetten


1 Druk op START/STOP om de lopende
infusie te stoppen. Het scherm INFUSION
ON HOLD (INFUSIE GESTOPT) wordt
weergegeven.
2 Druk op INFO om het menu INFO weer te
geven.
3 Druk op WISSEN [C].

Het scherm NEW THERAPY? (NIEUWE


THERAPIE?) wordt weergegeven.
4 Druk op ENTER om te bevestigen.

5 Het scherm SEL. THERAPY PROFILE


(SEL. THERAPIEPROFIEL) wordt
weergegeven. Druk op ENTER om te
bevestigen.
6 Stel de nieuwe infusie in.

66 

6.1.8 Infusieparameters terugroepen

Onderbrekingen van de infusie


U moet de terugroepfunctie gebruiken om ervoor te zorgen dat na een onbedoelde
onderbreking van de infusie de toediening van medicatie op de juiste manier wordt
voortgezet. Stel geen nieuwe therapie in.

U kunt de laatst ingestelde infusieparameters terugroepen na:


• Opnieuw starten van de pomp
• Reset van de infusieparameters
• Onbedoelde beëindiging van de infusie
U kunt infusieparameters terugroepen om dezelfde infusie met dezelfde patiënt te
herhalen of te hervatten. Alle infusieparameters worden teruggeroepen en
weergegeven, afhankelijk van de teruggeroepen vorige infusie. Controleer de
teruggeroepen infusieparameters voordat u de infusie start.

54 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

xx Infusieparameters – hoe terug te roepen


Nadat u infusieparameters hebt gereset of gewist of het apparaat aan of uit hebt
gezet, voert u de volgende stappen uit om de laatste infusieparameters terug te
roepen.

1 Druk op SELECTEREN om in het menu


RECALL (TERUGROEPEN) te selecteren.
OF

Selecteer het pictogram TERUGROEPEN


wanneer dit wordt weergegeven.
2 Druk op ENTER om te bevestigen.
De infusieparameters met betrekking tot de
laatste infusie worden weergegeven in het
menu RECALL (TERUGROEPEN).
3 Controleer de teruggeroepen infusiepara-
meters.
4 Druk op ENTER om te bevestigen.
5 Druk op ENTER om CONFIRM RECALL
(BEVEST. TER.ROEP) in het menu te se-
lecteren.

6 Druk op START/STOP om de infusie te


starten.

Het scherm INFUSION START (INFUSIE


START) wordt weergegeven.

7 De infusie start.

66 

6.1.9 Bolustoediening

Uw servicetechnicus kan het BOLUS-menu activeren/deactiveren. U kunt een bolus


handmatig of automatisch toedienen. Automatische bolus is alleen beschikbaar als
deze is geconfigureerd. Uitzondering: voorinstellingen uit de geneesmiddelenbiblio-
theek zijn verplicht. Tijdens bolustoediening wordt de occlusiedruklimiet automatisch
verhoogd tot het maximum van 1200 mbar. Controleer voor het toedienen van de
bolus of de gewenste bolusfunctie (handmatig of automatisch) correct is ingesteld.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 55


Therapieprofielen

xx Bolus – hoe een handmatige bolus in te stellen


U kunt de instellingen in het BOLUS MENU (BOLUSMENU) tijdens een lopende
of gestopte infusie wijzigen.
1 Druk op MENU of BOLUS om BOLUS
MENU (BOLUSMENU) weer te geven.

2 Druk op ENTER om het submenu BOLUS


RATE (BOLUSSNELHEID) weer te geven.
3 Druk op de numerieke toetsen om de
gewenste bolussnelheid in te voeren.
4 Druk op ENTER om te bevestigen.
Het maximale bolusvolume is geselec-
teerd.

5 Druk op ENTER om het submenu BOLUS


MAX (BOLUS MAXIMAAL) weer te geven.
6 Voer het maximale bolusvolume in.
7 Druk op ENTER om te bevestigen.
8 Controleer of MODE (MODUS) op
MANUAL (HANDMATIG) is gezet.
BOLUS MENU (BOLUSMENU) wordt
weergegeven. Het apparaat is klaar voor
bolustoediening.
9 Druk op AFSLUITEN om het BOLUS-menu te verlaten en terug te keren naar
het hoofdscherm.

66 
Het maximaal instelbare bolusvolume is afhankelijk van de spuitgrootte. Bij het
openen van het menu worden de instellingen teruggezet op de standaardwaarden
van het apparaat of op standaardmedicatie.
xx Bolus – hoe een handmatige bolus te activeren
U kunt de bolus activeren wanneer de infusie loopt of is gestopt.
1 Druk op MENU of BOLUS om BOLUS
MENU (BOLUSMENU) weer te geven.

2 Controleer alle bolusparameters voordat u de bolus toedient.


Het apparaat is klaar voor de bolustoediening.

56 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

3 Houd de BOLUS-toets ingedrukt tot het


vereiste bolusvolume wordt toegediend.

66 

Wanneer het maximale bolusvolume wordt toegediend, wordt de bolustoediening


automatisch gestopt.

Het toegediende bolusvolume en de bolussnelheid worden weergegeven in het


onderste gedeelte van het scherm.
xx Bolus – hoe een automatische bolus in te stellen en te activeren
U kunt instellingen in het BOLUS MENU (BOLUSMENU) bij een lopende of gestopte
infusie wijzigen. U kunt de bolus activeren wanneer de infusie loopt of is gestopt.
De functie is beschikbaar als dit door uw servicetechnicus is geconfigureerd.
1 Druk op MENU of BOLUS om BOLUS
MENU (BOLUSMENU) weer te geven.

2 Druk op SELECTEREN om MODE (MO-


DUS) te selecteren.

3 Druk op ENTER om het submenu MODE


(MODUS) weer te geven.
4 Druk op SELECTEREN om AUTO te se-
lecteren.
5 Druk op ENTER om te bevestigen. AUTO-
modus is geactiveerd.
6 Druk op SELECTEREN om BOLUS RATE
(BOLUSSNELHEID) te selecteren.
7 Druk op de numerieke toetsen om de
bolussnelheid in te voeren.
8 Druk op ENTER om te bevestigen.
9 Druk op SELECTEREN om BOLUS TO-
TAL (BOL. TOTAAL) te selecteren.
10 Druk op de numerieke toetsen om de
totale bolus in te voeren.

Voor de automatische bolus is een totale bolus vereist. De maximaal instelbare


waarde is afhankelijk van de spuitgrootte, de geconfigureerde maximumwaarde
en de beperkingen van de geselecteerde medicatie.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 57


Therapieprofielen

Als u de bolusmodus wijzigt, wordt het


bolusvolume op nul gezet.
11 Druk op ENTER om te bevestigen. De
totale bolus is actief.
12 Controleer alle weergegeven bolusparameters. Het apparaat is klaar voor de
bolustoediening.
13 Controleer of MODE (MODUS) op AUTO
is gezet.

14 Druk op BOLUS om de automatische


bolus toe te dienen.
Druk op START/STOP om de bolustoedie-
ning op elk willekeurig moment te stoppen.
Het toegediende bolusvolume en de bolussnelheid worden weergegeven in het
onderste gedeelte van het scherm.
Wanneer u het BOLUS-menu verlaat, worden alle waarden teruggezet op de
standaardwaarden.

66 
xx Bolus – hoe bolusinformatie weer te geven
U kunt informatie van de laatste 3 toegediende bolussen tijdens lopende of gestopte
infusie terugroepen.
1 Druk op INFO om de infusieparameters
weer te geven.

2 Druk op MENU om het menu INFO


BOLUS weer te geven.
De laatste 3 toegediende bolussen van de
huidige infusie worden getoond. De infor-
matie op de 1e regel is de laatst toege-
diende bolus.
Kolom 1 Toegediende bolussnelheid
Kolom 2 Toegediend bolusvolume
Kolom 3 Tijd die sinds de bolustoediening verstreken is

58 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

3 Druk op AFSLUITEN om het menu te


verlaten.
Het hoofdscherm wordt weergegeven.

66 

6.2 MedDB (optioneel)

6.2.1 Medicatie selecteren met MedDB

Het is mogelijk om een CODAN ARGUSmedDB (MedDB) te bestellen waarbij een


geneesmiddelenbibliotheek in de infusiepomp is opgeslagen. De MedDB kan voor
elke zorginstelling individueel geprogrammeerd worden. Om er zeker van te zijn dat
de juiste doseringen resp. concentraties voor de diverse geneesmiddelen
geprogrammeerd worden, heeft CODAN ARGUS een geschreven bestelling van
een arts nodig. De geprogrammeerde MedDB kan vervolgens eenvoudig door uw
servicetechnicus op de pomp geïnstalleerd worden.
Als er harde rails (doseringslimieten) zijn ingesteld voor bepaalde geneesmiddelen
in de geneesmiddelenbibliotheek, mag u deze niet overschrijven. U kunt soft rails
overschrijven nadat u de betreffende kennisgeving hebt bevestigd. U kunt elk
geneesmiddel specificeren met een verschillende doseereenheid, die mogelijk ook
de invoer vereist van het gewicht van de patiënt. Verschillende specificatieniveaus
zijn beschikbaar:
1. Alleen de naam van het geneesmiddel wordt gespecificeerd.
2. De naam van het geneesmiddel en de standaardinstellingen worden
gespecificeerd. Wanneer u het geneesmiddel selecteert, worden deze parameters
geactiveerd. De instellingen zijn richtwaarden. Controleer deze ieder keer en pas
ze (zo nodig) aan.
3. De naam van het geneesmiddel, de standaardinstellingen en soft en hard rails
worden gespecificeerd. Wanneer u het geneesmiddel selecteert, worden deze
parameters geactiveerd.
Controleer de instellingen altijd zorgvuldig voordat u de infusie start.
Uw servicetechnicus kan een verplichte keuze van een geneesmiddel in de
configuratie activeren/deactiveren.

U kunt de huidige geneesmiddelparameters van de huidige infusie op ieder gewenst


moment in het scherm SETUP (INSTELLING) controleren. Druk op de MENU-knop
om naar het scherm SETUP (INSTELLING) te gaan.
U kunt alleen de geneesmiddelen selecteren die in de geneesmiddelenbibliotheek
worden weergegeven.
U kunt geneesmiddelen alleen selecteren na:
• opnieuw starten van het apparaat
CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 59
Therapieprofielen

• reset van de infusieparameters


De onderstaande MedDB-schermen dienen ter illustratie en kunnen afwijken van
de schermen op uw apparaat. Volg altijd de aanwijzingen op uw apparaat.
xx MedDB – hoe te handelen bij het selecteren van een geneesmiddel
1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te
schakelen of de infusieparameters te
resetten.
2 Het menu SEL. THERAPY PROFILE
(SEL. THERAPIEPROFIEL) verschijnt.
Druk op SELECTEREN om MED DB
(MedDB) te selecteren. Druk op ENTER
om te bevestigen.
3 Als geneesmiddelen voor meerdere afde-
lingen gedefinieerd zijn, drukt u eerst op
SELECTEREN om de afdeling te selecte-
ren. Druk op ENTER om te bevestigen.
4 Geneesmiddelen worden alfabetisch ge-
rangschikt in iedere index voor de gese-
lecteerde afdeling. Druk op SELECTE-
REN om een index te selecteren. Druk op
ENTER om te bevestigen.
5 Vervolgens worden geneesmiddelen ver-
der alfabetisch gerangschikt binnen iede-
re index. Druk op SELECTEREN tot het
gewenste geneesmiddel is geselecteerd.
Druk op ENTER om te bevestigen.
6 Druk op SELECTEREN om de
geneesmiddelparameter(s) in te stellen.
Druk op de numerieke toetsen om de
gewenste waarde(n) in te voeren. Druk op
ENTER om de instellingen te bevestigen.
7 Controleer alle andere parameters en pas
deze indien nodig aan met de numerieke
toetsen. Druk op ENTER om de INSTEL-
LINGEN te CONTROLEREN.
8 Druk op ENTER om de INSTELLINGEN
te BEVESTIGEN.

60 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

9 De medicatie/therapie is ingesteld. Druk


op START/STOP om de infusie te starten.

Het scherm INFUSION START (INFUSIE


START) wordt weergegeven.

De infusie start.

66 
xx MedDB – hoe een geneesmiddelselectie te controleren
U kunt de geneesmiddelenbibliotheek identificeren die naar het apparaat is
gedownload.
1 Wanneer de MedDB-infusie is gestopt,
drukt u op de INFO-toets.
2 Druk 3 maal op MENU (afhankelijk van de
configuratie).
De volgende informatie wordt weergegeven:
• MedDB NAME (MedDB NAAM)
• MedDB VERSION (MedDB VERSIE)
• DOWNLOAD NAME (DOWNLOAD NAAM)
• DOWNLOAD VERSION (DOWNLOAD
VERSIE)

66 
Als u dosisberekening wilt gebruiken, dan is een geneesmiddelenbibliotheek
vereist. Als er geen geneesmiddelenbibliotheek beschikbaar is op het apparaat,
neem dan contact op met uw plaatselijke distributeur of met uw servicetechnicus.

hh Zie 5.5.3 Apparaat voorbereiden voor gebruik, pagina 42


xx Dosisberekening – hoe voor te bereiden
1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te
schakelen of de infusieparameters te
resetten.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 61


Therapieprofielen

2 Het menu SEL. THERAPY PROFILE


(SEL. THERAPIEPROFIEL) verschijnt.
Druk op SELECTEREN om MED DB
(MedDB) te selecteren. Druk op ENTER
om te bevestigen.
3 Als geneesmiddelen voor meerdere afde-
lingen gedefinieerd zijn, drukt u eerst op
SELECTEREN om de afdeling te selecte-
ren. Druk op ENTER om te bevestigen.
4 Geneesmiddelen worden alfabetisch ge-
rangschikt in iedere index voor de gese-
lecteerde afdeling. Druk op SELECTE-
REN om een index te selecteren. Druk op
ENTER om te bevestigen.
5 Vervolgens worden geneesmiddelen ver-
der alfabetisch gerangschikt binnen iede-
re index. Druk op SELECTEREN tot het
gewenste geneesmiddel is geselecteerd.
Druk op ENTER om te bevestigen.
6 Stel de parameter PAT. WEIGHT (PAT.
GEWICHT) in met de numerieke toetsen
om de gewenste waarde in te voeren.
Druk op ENTER om te bevestigen.
7 Stel de parameter DOSE RATE (DOS.
SNELH.) in met de numerieke toetsen om
de gewenste waarde in te voeren. Druk op
ENTER om te bevestigen.
8 Stel de parameter DOSE (DOSIS) in met
de numerieke toetsen om de gewenste
waarde in te voeren. Druk op ENTER om
te bevestigen.
9 Stel de parameter TIME (TIJD) in met de
numerieke toetsen om de gewenste
waarde in te voeren. Druk op ENTER om
te bevestigen.
10 Controleer alle andere parameters en pas
deze indien nodig aan met de numerieke
toetsen. Druk op ENTER om de INSTEL-
LINGEN te CONTROLEREN.
11 Druk op ENTER om de INSTELLINGEN
te BEVESTIGEN.

62 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

12 De medicatie/therapie is ingesteld. Druk


op START/STOP om de infusie te starten.

Het scherm INFUSION START (INFUSIE


START) wordt weergegeven.

De infusie start.

13 Terwijl de infusie loopt, drukt u twee keer


op MENU om de infusie-instellingen weer
te geven en te controleren.

14 Terwijl de infusie loopt, drukt u op INFO


om de actuele infusieparameters weer te
geven en te controleren.

66 

6.2.2 TIVA (Totale IntraVeneuze Anesthesie)

TIVA-toediening
Alleen gekwalificeerde en opgeleide medewerkers zijn geautoriseerd om TIVA-
infusen toe te dienen.

Patiëntbewaking en TIVA
Medische experts moeten de patiënt, het apparaat en de TIVA-parameters continu
bewaken tijdens een TIVA-infusie. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot
een onder- of overdosis medicatie, wat de veiligheid van de patiënt in gevaar kan
brengen.

Als u TIVA wilt gebruiken, dan is een geneesmiddelenbibliotheek vereist. Als er


geen geneesmiddelenbibliotheek beschikbaar is op het apparaat, neem dan
contact op met uw plaatselijke distributeur of met uw servicetechnicus.
De geneesmiddelenbibliotheek levert u geconfigureerde geneesmiddelen en hun
standaardwaarden. U kunt deze indien nodig aanpassen. Bijvoorbeeld:
• Patiëntgewicht (indien van toepassing)
• Inductiedosis (microgram)
• Inductietijd
• Onderhoudsdebiet (µg/h)

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 63


Therapieprofielen

hh Zie 5.5.3 Apparaat voorbereiden voor gebruik, pagina 42


De onderstaande MedDB/TIVA-schermen dienen ter illustratie en kunnen afwijken
van de schermen op uw apparaat. Volg altijd de aanwijzingen op uw apparaat.
xx Medicatie – hoe te selecteren
1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te schakelen of de infusieparameters te
resetten.
2 Het menu SEL. THERAPY PROFILE
(SEL. THERAPIEPROFIEL) verschijnt.
Druk op SELECTEREN om MED DB
(MedDB) te selecteren. Druk op ENTER
om te bevestigen.
3 Selecteer de gewenste afdeling (indien
beschikbaar) en druk op ENTER om te
bevestigen.

4 Selecteer de gewenste medicatie en druk


op ENTER om te bevestigen.

De geselecteerde medicatie wordt ge-


toond met de standaardwaarden zoals die
in de geneesmiddelenbibliotheek zijn op-
geslagen.
5 Stel de parameter PAT. WEIGHT (PAT.
GEWICHT) in met de numerieke toetsen
om de gewenste waarde in te voeren.
6 Druk op ENTER om te bevestigen.
7 Stel de parameter INDUCTION
(INDUCTIE) in met de numerieke toetsen
om de gewenste waarde in te voeren.
8 Druk op ENTER om te bevestigen.
9 Stel de parameter INDU. TIME (INDU.
TIJD) in met de numerieke toetsen om de
gewenste waarde in te voeren.
10 Druk op ENTER om te bevestigen.
11 Stel de parameter MAINTENANCE
(ONDERHOUD) in met de numerieke
toetsen om de gewenste waarde in te
voeren.
12 Druk op ENTER om te bevestigen.

64 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

13 Controleer alle andere parameters en pas


deze indien nodig aan met de numerieke
toetsen. Druk op ENTER om de INSTEL-
LINGEN te CONTROLEREN.
14 Druk op ENTER om de INSTELLINGEN
te BEVESTIGEN.

15 De medicatie/therapie is ingesteld. Druk


op START/STOP om de infusie te starten.
De infusiesnelheid (ml/h) wordt automa-
tisch berekend.
Het scherm INFUSION START (INFUSIE
START) wordt weergegeven.

De infusie start.

U kunt de inductieparameters nu niet meer wijzigen. Als u de parameters moet


wijzigen, wis de infusie dan en selecteer een nieuwe.

16 Druk nogmaals op START/STOP om de


inductie op elk willekeurig moment te stop-
pen. Het scherm INFUSION ON HOLD
(INFUSIE GESTOPT) wordt weergege-
ven.
17 Wanneer u op START/STOP drukt terwijl
de inductie gestopt is, verschijnt CONTI-
NUE INDUCTION? (DOORGAAN MET
INDUCTIE?):

• Kies YES (JA) om de inductie voort te


zetten.

• Kies NO (NEE) om het onderhoudsde-


biet te activeren.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 65


Therapieprofielen

Het onderhoudsdebiet dat door de medicatie is gedefinieerd, wordt toegepast


nadat de inductie is voltooid. Anders verschijnt er een melding om het
onderhoudsdebiet handmatig te starten. U kunt het onderhoudsdebiet op elk
moment wijzigen.

18 Terwijl de infusie is gestopt, drukt u een


keer op MENU om de infusie-instellingen
weer te geven en te CONTROLEREN.
Druk op AFSLUITEN om terug te keren
naar het hoofdscherm.
19 Terwijl de infusie loopt, drukt u op INFO
om de actuele infusieparameters weer te
geven en te controleren.

66 

Tijdens de inductiefase wordt de occlusiedruklimiet automatisch verhoogd tot de


maximale waarde van 1200 mbar.

Wanneer u het apparaat tijdens de TIVA inductiefase uitschakelt, kunt u alle


infusieparameters terugroepen. Maar u kunt de inductie niet herhalen of voortzetten.
Het onderhoudsdebiet wordt direct toegepast.

6.3 TCI (Target Controlled Infusion)

TCI-toediening
Alleen gekwalificeerde en opgeleide medewerkers zijn geautoriseerd om TCI-
behandelingen te geven. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot een onder-
of overdosis medicatie, wat de veiligheid van de patiënt in gevaar kan brengen.
Patiëntbewaking en TCI
Medische experts moeten de patiënt, het apparaat en de TCI-parameters continu
bewaken tijdens alle TCI-behandelingen. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit
leiden tot een onder- of overdosis medicatie, wat de veiligheid van de patiënt in
gevaar kan brengen.
TCI-parameterlimieten en -bereiken
Zorg dat u zich voor alle TCI-parameters strikt houdt aan de gedefinieerde limieten
en de toegestane bereiken. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot een
onder- of overdosis medicatie, wat de veiligheid van de patiënt in gevaar kan
brengen.

66 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

Voordat TCI-behandelingen worden toegediend


Voordat u een TCI-behandeling start, moet u bevestigen dat de patiënt geen
resterende medicatie heeft. Dit kan het geval zijn om de volgende redenen:
• het apparaat moet worden vervangen
• de vorige infusie onbedoeld is afgebroken
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot een onder- of overdosis medicatie,
wat de veiligheid van de patiënt in gevaar kan brengen.

6.3.1 Inleiding

Met TCI kunt u in plaats van de infusiesnelheid de gewenste doelconcentratie in het


menselijk lichaam definiëren. Het apparaat berekent de vereiste infusiesnelheden
om deze doelconcentratie te bereiken en onderhouden. De berekeningen zijn
gebaseerd op een farmacokinetisch model. Dit farmacokinetisch model is een
wiskundig model dat de distributie van een geneesmiddel binnen het menselijk
lichaam beschrijft.

Het apparaat kan worden gebruikt in 2 verschillende TCI-modi:


1. Plasma-modus
U stelt de gewenste geneesmiddelconcentratie in het bloedplasma in. Het
apparaat berekent de vereiste infusiesnelheden om deze doelconcentratie in
het plasma zo snel mogelijk of binnen de gedefinieerde inductietijd te bereiken.
2. Effect-modus
U stelt de gewenste geneesmiddelconcentratie op de effectlocatie in. Het
apparaat berekent de vereiste infusiesnelheden om deze doelconcentratie op
de plek waar het effect nodig is zo snel mogelijk te bereiken. Als gevolg hiervan
zal een tijdelijke overshoot in de plasmaconcentratie optreden.
Uw servicetechnicus kan de plasma-modus/effect-modus voor het gewenste
farmacokinetische model activeren/deactiveren met ARGUSservice.

6.3.2 Ondersteunde farmacokinetische modellen

Het apparaat ondersteunt de volgende farmacokinetische modellen voor TCI:


• Model Schnider voor Propofol
• Model Minto voor Remifentanil
Raadpleeg de onderstaande tabel en de desbetreffende wetenschappelijke
publicaties voor gedetailleerde informatie over de farmacokinetische parameters.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 67


Therapieprofielen

Schnider 1998 1999 1, 2, Minto 1997 3 ,


Propofol Remifentanil
Vc (l) 4,27 5,1 – 0,0201 x (leeftijd – 40)
+
0,072 x (LBM – 55)
K10 (min.-1) 0,443 + 0,0107 x (gewicht – 77) [2,6 – 0,0162 x (leeftijd – 40) +
- 0,0191 x (LBM – 55)]/Vc
0,0159 x (LBM – 59)
+
0,0062 x (lengte – 177)
K12 (min.-1) 0,302 – 0,0056 x (leeftijd – 53) [2,05 – 0,0301 x (leeftijd – 40)]/Vc
K13 (min.-1) 0,196 [0,076 – 0,00113 x (leeftijd – 40)]/Vc
K21 (min.-1) [1,29 – 0,024 x (leeftijd – 53)] [2,05 – 0,0301 x (leeftijd – 40)]
x /
[18,9 – 0,391 x (leeftijd – 53)]-1 [9,82 – 0,0811 x (leeftijd – 40) +
0,108 x (LBM – 55)]
K31 (min.-1) 0,0035 [0,076 – 0,00113 x (leeftijd –
40)]/5,42
Ke0 (min.-1) 0,456 0,595 – 0,007 x (leeftijd – 40)
LBM Man: 1,10 x gewicht – 128 x (gewicht/lengte)2
Vrouw: 1,07 x gewicht – 148 x (gewicht/lengte)2
Tabel 4 Ondersteunde farmacokinetische modellen

1 Schnider – Minto – Shafer – Gambus – Andresen – Goodale – Youngs. The influence of age on
propofol pharmacodynamics. Anesthesiology 1999; 90: 1502 – 1516
2 Schnider – Minto – Gambus – Andresen – Goodale – Shafer – Youngs. The influence of method of
administration and covariates on the pharmacokinetics of propofol in adult volunteers.
Anesthesiology 1998; 88: 1170 – 1182
3 Minto – Schnider – Egan – Youngs – Lemmens – Gambus – Billard – Hoke – Moore – Hermann –
Muir – Mandema – Shafer. lnfluence of age and gender on the pharmacokinetics and pharmaco-
dynamics of remifentanil. Anesthesiology 1997; 86: 10 – 23

U kunt het model Schnider en Minto gebruiken voor de volgende patiënten:


Leeftijd 15 – 99 jaar
Gewicht 30 – 199 kg
Lengte 80 – 249 cm
Maximale body mass index (BMI) Vrouwen: 35
Mannen: 42
Minimale body mass index (BMI) Vrouwen, mannen ≥ 10
Het apparaat accepteert geen patiëntparameters buiten deze bereiken.
Uw servicetechnicus kan de farmacokinetische modellen deactiveren met
ARGUSservice. Dit kan u helpen als u altijd meerdere apparaten met hetzelfde
farmacokinetische model gebruikt, bijv. model Schnider voor Propofol.

68 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

6.3.3 Aanbevolen medicatieconcentraties

Het apparaat ondersteunt de volgende medicatieconcentraties in de spuit:


Propofol 10 mg/ml (1 %), 20 mg/ml (2 %)
Remifentanil 20 tot 50 µg/ml
Uw servicetechnicus kan deze medicatieconcentratiebereiken beperken. Wij
adviseren de configuratie in te stellen op alleen die medicatieconcentraties die
daadwerkelijk in uw ziekenhuis worden gebruikt. Hiermee verkleint u het risico dat
u per ongeluk de verkeerde medicatieconcentratie invoert.
De medicatieconcentratie heeft een direct effect op de resulterende infusiesnelheden
in ml/h. Hogere medicatieconcentraties resulteren in lagere infusiesnelheden in
ml/h. Voor een optimale nauwkeurigheid moet de medicatieconcentratie laag
genoeg zijn om infusiesnelheden > 1 ml/h tijdens de onderhoudsfase te bereiken.

6.3.4 Belangrijke richtlijnen


TCI-toediening
Alleen gekwalificeerde en opgeleide medewerkers zijn geautoriseerd om TCI-
behandelingen te geven. Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot een onder-
of overdosis medicatie, wat de veiligheid van de patiënt in gevaar kan brengen.

Het apparaat mag alleen in TCI-modus worden gebruikt door gekwalificeerd,


geschoold personeel dat ervaring heeft met de principes van TCI en gekwalificeerd
is voor anesthesie. Daarnaast dient het bedienend personeel van de eigenschappen
van de door het apparaat gebruikte TCI-modellen en van de desbetreffende literatuur
op de hoogte te zijn. TCI vormt geen beperking van de verantwoordelijkheid van de
anesthesist voor het toedienen van de medicatie. De gebruiker is verantwoordelijk
voor de naleving van de doseringsvoorschriften van het betreffende land.
De TCI-modus in het apparaat houdt geen rekening met farmacokinetische en
farmacodynamische interacties tussen anesthetische geneesmiddelen. U bent zelf
verantwoordelijk om hierop te letten.
Bij TCI krijgt de patiënt een berekende bolus toegediend, gevolgd door een onder-
houdsinfusie. In EFFECT-MODUS is er een overshoot in de plasmaconcentratie,
resulterend in een hogere bolusdosis dan in plasma-modus. Wij adviseren de infu-
sie met een lagere doelconcentratie te beginnen, zodat u nadelige effecten van de
medicatie als gevolg van het toedienen van de bolus kunt vermijden. Verhoog de
doelconcentratie vervolgens geleidelijk totdat het gewenste effect van de medicatie
is bereikt. Dit is met name belangrijk voor oudere patiënten of voor patiënten met
een ernstige systemische aandoening (ASA-score 3 en 4). De berekende plasma-
concentratie komt nooit boven de volgende maximale plasmaconcentratie:
• Propofol 15 mg/ml
• Remifentanil 20 µg/ml

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 69


Therapieprofielen

Voordat u een wijziging in de doelconcentratie bevestigt, worden de berekende


bolus en onderhoudsparameters getoond. U bent verplicht te controleren of deze
parameters overeenkomen met de parameters die u zonder TCI zou gebruiken.
Gebruik TCI uitsluitend in operatiekamers of op de intensive care. Vanwege de
eigenschappen van de anesthesiemedicatie bent u verplicht de patiënt goed in de
gaten te houden. Zorg dat er altijd gekwalificeerd personeel en alle benodigde
apparatuur beschikbaar zijn om nadelige effecten van de medicatie te behandelen
(bijv. ademhalings- of cardiovasculaire apparatuur).
De TCI-berekeningen gaan ervan uit dat er niet al medicatie van het betreffende
type in de patiënt aanwezig is wanneer de TCI wordt gestart. Houd hier rekening
mee als u het apparaat tijdens een infusie om de een of andere reden moet
uitschakelen.
In dat geval gaat alle informatie over het TCI-model en de infusiestatus verloren.
Als u het apparaat weer inschakelt en op dezelfde patiënt gebruikt, komt de status
van het TCI-model niet overeen met de patiëntstatus. Het apparaat vereist dat er
geen medicatie van het betreffende type in de patiënt aanwezig is. Als er wel
medicatie in de patiënt aanwezig is, zullen de TCI-berekeningen niet correct zijn en
is een overdosis medicatie mogelijk. In dat geval moet u de TCI-modus ofwel niet
gebruiken, ofwel de TCI opnieuw starten met een zeer lage doelconcentratie.
Vervolgens verhoogt u de doelconcentratie voorzichtig op basis van de waargenomen
reactie van de patiënt.
Zorg ervoor dat de medicatieconcentratie die in het apparaat wordt ingevoerd, gelijk
is aan de medicatieconcentratie in de spuit. Anders zijn de berekende concentraties
in het plasma en op de effectlocatie en de hieruit volgende infusiesnelheden niet
correct.
Als u het apparaat in plasma-modus gebruikt, definieer dan een inductietijd tijdens
het instellen van de infusie. Deze inductietijd wordt alleen gebruikt voor de eerste
inductie nadat de infusie is gestart. Zodra de inductiefase is gestopt of als u een
nieuwe doelconcentratie invoert, wordt er geen rekening meer gehouden met deze
inductietijd. Het apparaat stelt de infusiesnelheden in om de doelconcentratie zo
snel mogelijk te bereiken (volgens een inductietijd van 0).
TCI-modus
Houd in de TCI-modus rekening met het volgende:
• Er is geen bolusfunctionaliteit
• Geen KVO-modus (Keep Vein Open)
• Geen toetsslot
• Geen gedimde verlichting

70 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

6.3.5 Alarmen, vooralarmen en kennisgevingen in de TCI modus

In dit hoofdstuk beschrijven we de speciale alarmen, vooralarmen en kennisgevingen


tijdens TCI.

NOT READY (NO SYRINGE)


(NIET KLAAR (GEEN SPUIT))
Er is geen spuit gedetecteerd. Een reden kan
zijn dat de spuit niet correct is geplaatst.
NOT READY (INVALID TARGET
CONCENTRATION) (NIET KLAAR
(ONGELDIGE STREEFCONCENTRATIE))
Stel de doelconcentratie > 0 in om TCI te
starten.
NOT READY (UNKNOWN SYRINGE)
(NIET KLAAR (ONBEKENDE SPUIT))
Het gedetecteerde spuittype is onbekend. Een
reden kan een onbekend formaat of model
spuit zijn.
OK? ↑C↑
De waarde voor de doelconcentratie is
ongewoon hoog. Druk op ENTER om verder
te gaan OF voer een andere waarde voor de
doelconcentratie in.
HIGH TARGET CONCENTRATION
CONTINUE? (HOGE
STREEFCONCENTRATIE DOORGAAN?)
De waarde voor de doelconcentratie is
ongewoon hoog. Druk op ENTER om verder
te gaan OF voer een andere waarde voor de
doelconcentratie in.
CONCENTRATION CHANGE NOT
CONFIRMED (WIJZIGING CONCENTRATIE
NIET BEVESTIGD)
U hebt de wijziging van de doelconcentratie
niet bevestigd. Druk op AFSLUITEN en voer
de doelconcentratie opnieuw in. Druk op EN-
TER om de gewijzigde waarde te bevestigen.
SYRINGE VOLUME TOO LOW
(SPUITVOLUME TE LAAG)
Deze melding geeft aan dat het volume van
het geneesmiddel in de spuit onvoldoende is
om de inductie te voltooien.
CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 71
Therapieprofielen

BOLUS KEY NOT SUPPORTED IN TCI


(BOLUSTOETS NIET ONDERSTEUND IN TCI)
U hebt op de BOLUS-toets gedrukt, maar TCI
ondersteunt geen BOLUS. Dit is een
KENNISGEVING.

TCI configuratieparameters
Uw servicetechnicus kan de volgende parameters configureren:
• Geactiveerde modellen (Schnider/Minto)
• Geactiveerde modi (plasma/effect)
• Standaard afnameconcentratie
• Minimale en maximale medicatieconcentratie voor Propofol en Remifentanil
De volgende parameters kunt u aanpassen (apparaatmenu):
• Model (Schnider voor Propofol/Minto voor Remifentanil)
• Plasma-/effect-modus
• Patiëntgegevens: geslacht, leeftijd, gewicht, lengte
• Medicatieconcentratie, bijv. Propofol 10 mg/ml
• Doelconcentratie
• Inductietijd (alleen in plasma-modus)

6.3.6 Onderdelen hoofdscherm

In dit hoofdstuk beschrijven we de belangrijkste onderdelen van het TCI-display op


het apparaat.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Afbeelding 7 Informatie op het TCI-scherm

1 TCI-status 8 TCI-model en medicatie


2 Voeding 9 Huidige plasmaconcentratie
3 Geplaatst spuittype 10 Huidige effectlocatie-concentratie
4 Doelconcentratie – symbool 11 Drukindicatie
5 Doelconcentratie – eenheid 12 Afnameconcentratie en afnametijd
6 Doelconcentratie – waarde
7 Infusiedosisdebiet per kg patiëntgewicht

72 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

6.3.7 TCI-menu – belangrijkste functies

De softkeys SELECTEREN en INFO hebben dezelfde functie als bij andere


therapieën.
Instellingen met doelconcentratie van 4 µg/ml

Bekijken concentratiecurven (voorspelling


voor huidige doelconcentratie).

Bekijken afnameconcentratie (voorspelling


voor concentratie wanneer de infusiesnelheid
van het geneesmiddel 0 is).

Bekijken patiënt-, model- en medicatiegege-


vens.

Bekijken parameters van de lopende infusie.


Tijdens lopende infusie kunt u geen actie
ondernemen.

Bekijken parameters van de gestopte infusie.


Druk op WISSEN om een nieuwe infusie te
selecteren.

Selecteer een nieuw infusietype.

In TCI-modus kunt u met de MENU-toets de volgende submenu's selecteren:

TCI SETTINGS (TCI-INSTELLINGEN)


Druk op de numerieke toetsen om de gewens-
te waarde voor de afnameconcentratie bij te
werken.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 73


Therapieprofielen

TCI THERAPY HISTORY (TCI THERAPIE


HISTORIE)
De voortgang van de huidige infusie wordt
getoond. U kunt door de lijst omhoog en
omlaag scrollen.
BATTERY INFO (ACCU INFO)
De capaciteit van de accu wordt getoond. Ook
wordt de resterende looptijd bij de huidige
snelheid getoond.
PRESSURE SETTING (DRUKINSTELLING)
De druklimiet voor het activeren van het occlu-
siealarm wordt getoond.

SETTINGS (INSTELLINGEN)
U kunt de instellingen voor het zoemer- en
luidsprekervolume aanpassen.

xx TCI – hoe in te stellen


1 Druk op AAN/UIT.
Het apparaat start met het splash screen.

2 Als er na het opstarten een melding


verschijnt, volg dan de instructies voordat
u een infusie start.
Mogelijke meldingen:
• PERFORM SAFETY CHECK …
(VOER VEILIGHEIDSINSPECTIE UIT ...)
• BATTERY EMPTY … (ACCU LEEG …)
Het menu SEL. THERAPY PROFILE
(SEL. THERAPIEPROFIEL) verschijnt.
3 Druk op SELECTEREN om TCI te
selecteren.
4 Druk op ENTER om te bevestigen.
5 Druk op SELECTEREN om het gewenste
TCI-model te selecteren (Schnider/Minto).
6 Druk op ENTER om te bevestigen.

74 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

7 Druk op SELECTEREN om de TCI-


modus te selecteren (PLASMA/EFFECT).
8 Druk op ENTER om te bevestigen.

9 Druk op SELECTEREN om het geslacht


van de patiënt te selecteren.
10 Druk op ENTER om te bevestigen.

11 Druk op de numerieke toetsen om de


leeftijd van de patiënt in te voeren.
12 Druk op ENTER om te bevestigen.

13 Druk op de numerieke toetsen om het


gewicht van de patiënt in te voeren.
14 Druk op ENTER om te bevestigen.

15 Druk op de numerieke toetsen om de


lengte van de patiënt in te voeren.
16 Druk op ENTER om te bevestigen.

17 Druk op de numerieke toetsen om de ge-


wenste medicatieconcentratie in te voe-
ren.
18 Druk op ENTER om te bevestigen.
19 Controleer de ingestelde parameters.
20 Druk op ENTER om te bevestigen.

Het hoofdscherm wordt weergegeven.

21 Druk op de numerieke toetsen om de


doelconcentratie in te voeren, bijv.
4 µg/ml.
22 Druk op ENTER om te bevestigen.
23 Druk op START/STOP om de infusie te
starten.
U kunt de voortgang bekijken via de
getoonde parameters.

66 

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 75


Therapieprofielen

xx TCI – hoe de inductietijd aan te passen in plasma-modus


hh Voer TCI – hoe in te stellen, pagina 74, item 1 – 3 uit
1 Druk op SELECTEREN om PLASMA te selecteren (TCI-modus).
2 Druk op ENTER om te bevestigen.
3 Voer de benodigde patiëntgegevens in.
hh Zie TCI – hoe in te stellen, pagina 74, item 8 – 14
4 Druk op ENTER om te bevestigen.
5 Druk op de numerieke toetsen om de
gewenste inductietijd in te voeren.
6 Druk op ENTER om te bevestigen.

7 Druk op de numerieke toetsen om de


gewenste medicatieconcentratie in te
voeren.
8 Druk op ENTER om te bevestigen.
9 Controleer de ingestelde parameters.
10 Druk op ENTER om te bevestigen.

Het hoofdscherm wordt weergegeven.

11 Druk op de numerieke toetsen om de


doelconcentratie in te voeren, bijv.
4 µg/ml.
12 Druk op ENTER om te bevestigen.
De infusie is klaar om te starten.
13 Druk op START/STOP om de infusie te
starten.
U kunt de voortgang bekijken via de
getoonde parameters.

66 

76 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

xx TCI – hoe de inductietijd aan te passen in effect-modus


In de effect-modus zijn er geen manieren om de inductietijd aan te passen, zoals
dat kan bij de plasma-modus. De enige mogelijkheid is om de doelconcentratie
geleidelijk te verhogen tot het gewenste effect van de medicatie is bereikt.
xx TCI – hoe de doelconcentratie te wijzigen
1 Druk op de numerieke toetsen om de doelconcentratie aan te passen. Het is
niet nodig om de infusie te stoppen.
2 Druk op ENTER om te bevestigen. De gewijzigde doelconcentratie is actief.

66 
Afhankelijk van het feit of de effect- of de plasma-modus wordt gebruikt en of de
doelconcentratie is verhoogd of verlaagd, worden de volgende parameters getoond.

Effect-modus – verhogen van de doelconcentratie


Ce Huidige effectlocatie-concentratie
CpPeak Maximale plasmaconcentratie tijdens
inductie
Bolus Bolusdosis tijdens inductie (per kg
patiëntgewicht)
Imaint Initiële infusiesnelheid (per kg patiëntgewicht) tijdens de onderhoudsfase
Stop Tijd terwijl infusie is gestopt tussen bolustoediening en de start van de
onderhoudsfase

Effect-modus – verlagen van de doelconcentratie


Ce Huidige effectlocatie-concentratie
(effect-modus)
Bolus Bolusdosis tijdens inductie (per kg
patiëntgewicht)
Imaint Initiële infusiesnelheid (per kg patiëntgewicht) tijdens de onderhoudsfase
Stop Tijd terwijl infusie is gestopt tot de doelconcentratie is bereikt

Plasma-modus – verhogen van de doelconcentratie


Cp Huidige plasmaconcentratie
Bolus Bolusdosis tijdens inductie (per kg
patiëntgewicht)
Imaint Initiële infusiesnelheid (per kg patiënt-
gewicht) tijdens de onderhoudsfase
Stop Tijd terwijl infusie is gestopt tussen bolustoediening en start van de
onderhoudsfase (in plasma-modus is deze waarde altijd nul)

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 77


Therapieprofielen

Plasma-modus – verlagen van de doelconcentratie


Cp Huidige plasmaconcentratie
Bolus Bolusdosis tijdens inductie (per kg
patiëntgewicht)
Imaint Initiële infusiesnelheid (per kg patiënt-
gewicht) tijdens de onderhoudsfase
Stop Tijd terwijl infusie is gestopt tot de doelconcentratie is bereikt

xx TCI – hoe de afnameconcentratie in te stellen


De standaard afnameconcentratie kan voor elke medicatie individueel worden
ingesteld door uw servicetechnicus.
1 Druk op MENU om TCI SETTINGS (TCI
INSTELLINGEN) weer te geven.
2 Druk op de numerieke toetsen om de ge-
wenste afnameconcentratie in te voeren.
3 Druk op ENTER om te bevestigen.
4 Druk op AFSLUITEN om het menu te ver-
laten. Het hoofdscherm wordt weergege-
ven. De bijgewerkte afnameconcentratie
wordt in het gedeelte rechtsonder in het
scherm weergegeven.

66 
xx TCI – hoe de spuit te verwisselen

Zelfde medicatieconcentratie
1 Druk op START/STOP om de infusie te
stoppen.
2 Verwissel de spuit. Het menu TCI DRUG
CONC. (TCI MEDICIJNCONC.) verschijnt.
3 Druk op ENTER om te bevestigen. De weergegeven medicatieconcentratie is
actief.
4 Druk op START/STOP om de infusie te herstarten.

66 

78 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

Gewijzigde medicatieconcentratie
1 Druk op START/STOP om de infusie te stoppen.
2 Verwissel de spuit. Het menu TCI DRUG
CONC. (TCI MEDICIJNCONC.) verschijnt.
3 Druk op SELECTEREN om MODIFY
(WIJZIGEN) te selecteren.

4 Druk op de numerieke toetsen om de gewenste medicatieconcentratie in te


voeren.
5 Druk twee keer op ENTER om te bevestigen.
6 Druk op START/STOP om de infusie te herstarten.

66 
xx TCI – hoe de huidige status te bekijken

1 U kunt op elk gewenst moment de huidige status controleren. Druk op INFO


om de volgende parameters weer te geven.

Afbeelding 8 Bekijk de lopende TCI-infusie.

1 Geïnfuseerde medicatiedosis en infusiesnelheid


2 Geïnfuseerd volume en verstreken infusieduur
3 Resterend volume en tijd tot de spuit leeg is

2 Druk op AFSLUITEN om het menu te verlaten. Het hoofdscherm wordt


weergegeven.
Wanneer u geen verdere actie onderneemt verschijnt na een tijdje automatisch
het hoofdscherm.

66 
xx TCI – hoe de plasma- en locatie-concentratie te bekijken
1 Druk op MENU om het hoofdscherm weer
te geven.
2 Druk op SELECTEREN om de voorspelling
voor de huidige doelconcentratie weer te
geven.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 79


Therapieprofielen

De verticale lijn staat voor het huidige moment. Het gebied links van de verticale
lijn illustreert het verleden, het gebied rechts van de verticale lijn het voorspelde
verloop. In totaal kunnen 15 minuten van het voorspelde verloop op een bepaald
moment worden getoond. Er kan tot 45 minuten verstreken verloop worden
getoond, afhankelijk van hoe lang de infusie al loopt.
Er worden twee concentratiecurven weergegeven:
• een plasma-concentratiecurve, getoond als een ononderbroken lijn, en
• een effectlocatie-concentratiecurve, getoond als ononderbroken lijn, waarbij
het gebied tussen de effectlocatie-concentratiecurve en de x-aslijn gevuld is
met puntjes
Op de verticale as tonen een driehoek en een getal de doelconcentratie.
Op de horizontale as is de therapietijd te zien.
3 Druk op AFSLUITEN om het menu te verlaten. Het hoofdscherm wordt
weergegeven.

66 
xx TCI – hoe de afnameconcentratie te bekijken
1 Druk op MENU om het hoofdscherm weer te geven.
2 Druk tweemaal op SELECTEREN om het
scherm DECREMENT CONCENTRATION
(AFNAMECONCENTRATIE) weer te
geven.

Deze grafiek toont de plasma- en effect-afnameconcentraties voor het komende


uur (voorspelling voor concentratie wanneer de infusiesnelheid van het
geneesmiddel 0 is). Er worden twee concentratiecurven weergegeven:
• Plasmaconcentratiecurve (ononderbroken lijn)
• Effectlocatie-concentratiecurve (ononderbroken lijn), waarbij het gebied
tussen de effectlocatie-concentratiecurve en de x-aslijn gevuld is met puntjes
De horizontale streepjeslijn staat voor de afnameconcentratiewaarde en de
afnametijd.

66 
xx TCI – hoe de infusiegeschiedenis te bekijken
1 Druk twee keer op MENU tot TCI THERA-
PY HISTORY (TCI THERAPIEGESCHIE-
DENIS) wordt weergegeven.
De voortgang van de huidige infusie wordt
getoond.

80 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Therapieprofielen

2 Druk op OMLAAG SELECTEREN of OMHOOG SELECTEREN om door de


infusiegeschiedenis te scrollen. De lijst bevat informatie sinds het moment dat
de infusie is gestart.
Houd OMLAAG SELECTEREN of OMHOOG SELECTEREN ingedrukt om
sneller te scrollen.
3 Druk op MENU om TCI THERAPY HISTORY (TCI THERAPIE HISTORIE) te
verlaten.
4 Druk op MENU tot het hoofdscherm wordt weergegeven.

66 
xx TCI – hoe een nieuwe infusie te starten

Menu NEW THERAPY (NIEUWE THERAPIE)


1 Druk op START/STOP om de infusie te
stoppen.
2 Druk op INFO om TCI INFUSION STOP-
PED (TCI INFUSIE GESTOPT) weer te
geven.
3 Druk op WISSEN.
Op het scherm verschijnt NEW THERAPY?
(NIEUWE THERAPIE?).
4 Druk op SELECTEREN om YES (JA) te
selecteren.
5 Druk op ENTER om te bevestigen.
Nu kunt u een nieuwe infusie starten. Ga verder zoals beschreven in:
hh TCI – hoe in te stellen, pagina 74
OF
Druk op SELECTEREN om NO (NEE) te selecteren. Druk op ENTER om te
bevestigen.
U verlaat het menu zonder de infusie te wijzigen. Het hoofdscherm wordt
weergegeven.
6 Druk op START/STOP om de infusie te herstarten.

66 

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 81


Programmeerbare opties

7 Programmeerbare opties

Configureer het apparaat volgens het toepassingsgebied en het beoogde gebruik.


Ingestelde parameters worden altijd opgeslagen. In geval van een stroomstoring
blijft het apparaat werken op accustroom volgens alle opgeslagen parameters.

7.1 Toetsslot

Uw servicetechnicus kan deze functie in de configuratie activeren/deactiveren. U


hebt een PIN van 1 tot 4 cijfers nodig om de toetsen te vergrendelen. Neem contact
op met uw servicetechnicus als u de PIN niet weet. Al het betrokken personeel dient
de PIN-code voor het toetsslot te kennen. Vergeet niet de PIN door te geven bij de
overdracht tussen diensten.
xx Toetsslot – hoe te activeren
1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te schakelen.
2 Selecteer een infusie/therapie; anders is het toetsslotmenu niet beschikbaar.
3 Druk meerdere keren op MENU tot KEY
LOCK (TOETSSLOT) wordt weergegeven.
4 Druk op de numerieke toetsen om de PIN
in te voeren.
5 Druk op ENTER om te bevestigen.
6 Druk op AFSLUITEN om het hoofdscherm
weer te geven.
Het pictogram voor het geactiveerde slot
wordt weergegeven.
Na de afsluiting kunt u de infusieparameters
niet meer wijzigen. Als u dit toch probeert,
wordt het scherm LOCKED ENTRY NOT
ALLOWED (VERGRENDELD INVOER
NIET TOEGESTAAN) weergegeven.

66 
U kunt geen infusie STARTEN of infusieparameters instellen/wijzigen zolang het
toetsslot geactiveerd is. Stel een infusie in en START deze voordat u het toetsslot
activeert. U kunt een infusie wel STOPPEN terwijl het toetsslot geactiveerd is. Om
wijzigingen aan te brengen moet u het toetsslot eerst opheffen.
xx Toetsslot – hoe te deactiveren
1 Druk meerdere keren op MENU tot KEY LOCK (TOETSSLOT) wordt
weergegeven.
2 Druk op ENTER om te bevestigen.
3 Druk op de numerieke toetsen om de PIN in te voeren.

82 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Programmeerbare opties

4 Druk op ENTER om te bevestigen.


5 Het toetsslot is gedeactiveerd.
U kunt alle toetsen en functies normaal
gebruiken.

66 

7.2 Transportmodus

Er zit geen afzonderlijke transportmodus op dit apparaat.


Apparaat en patiënttransport
Het apparaat is niet ontworpen of goedgekeurd voor gebruik tijdens het transport
van een patiënt, bijv. in een ambulance, helikopter of vliegtuig.

7.3 Instellingen (zoemer - luidspreker - stand-by)

Instellingen wijzigen
In het menu SETTINGS (INSTELLINGEN) kunt u diverse parameters tijdelijk
wijzigen tot u het apparaat uitschakelt. Uw servicetechnicus kan deze parameters
permanent wijzigen met behulp van ARGUSservice.
xx Geluidssignalen – hoe het volume te wijzigen
U kunt het volume van de zoemer tijdelijk verhogen of verlagen (niveau 1 – 10). Het
verminderen van het volume van de zoemer heeft ook invloed op het volume van
het geluidsalarm. Om veiligheidsredenen kunnen de zoemer en de luidsprekers niet
helemaal worden uitgeschakeld. Het volume moet worden aangepast aan het
geluidsniveau van de omgeving. Een alarm moet duidelijk te horen zijn.
1 Druk op AAN/UIT om het apparaat in te schakelen.
2 Druk op MENU tot het menu SETTINGS (INSTELLINGEN) verschijnt.
3 Druk op ENTER om het submenu
BUZZER VOLUME (ZOEMER VOLUME)
te activeren.
4 Druk op SELECTEREN tot het gewenste
volume wordt weergegeven.
5 Druk op ENTER om te bevestigen.
6 Druk op AFSLUITEN om het hoofdscherm weer te geven.
7 Als u het luidsprekervolume wilt wijzigen, herhaalt u de bovenstaande procedure
met de optie SPEAKER VOLUME (LUIDSPREKER VOL).

66 

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 83


Programmeerbare opties

xx Stand-byalarm – hoe te wijzigen


Als u geen bedieningsstappen/acties uitvoert, keert het apparaat na een
gedefinieerde tijd terug naar het hoofdscherm en wordt er een vooralarm PUMP
UNUSED (POMP ONGEBRUIKT) gegeven.
U kunt de tijd voordat het vooralarm PUMP UNUSED (POMP ONGEBRUIKT) wordt
geactiveerd tijdelijk wijzigen, totdat u het apparaat uitschakelt (1 – 60 minuten).
Neem contact op met uw servicetechnicus als u de stand-bytijd wilt wijzigen.
1 Bevestig het alarm met een willekeurige
toets.

2 Druk op MENU om het menu SETTINGS


(INSTELLINGEN) te selecteren.
3 Druk op SELECTEREN om STANDBY
ALARM te selecteren en druk op ENTER
om te bevestigen.
4 Voer met de numerieke toetsen de gewenste tijd in (1 tot 60 minuten) en druk
op ENTER om te bevestigen.
De waarde voor het alarm PUMP UNUSED (POMP ONGEBRUIKT) blijft actief
tot u het apparaat uitschakelt.

66 
Uw servicetechnicus kan het alarm PUMP UNUSED (POMP ONGEBRUIKT) met
behulp van ARGUSservice zo instellen dat het slechts een keer wordt gegeven.

7.3.1 Aanvullende opties

Uw servicetechnicus kan de volgende parameters configureren:


• Weergavecontrast
• Weergavehelderheid (normale modus)

7.4 Geaccumuleerd volume

Uw servicetechnicus kan deze functie in de configuratie activeren/deactiveren. U


kunt het infusievolume voor verschillende therapieën accumuleren. Wanneer u het
apparaat uitschakelt, wordt het geaccumuleerd volume op nul teruggezet.
xx Geaccumuleerd volume – hoe te resetten
Het hoofdscherm wordt weergegeven.
1 Druk op INFO.

84 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Programmeerbare opties

2 Druk twee keer op MENU om INFO


ACCUMULATED VOLUME (INFO
GEACCUMULEERD VOLUME) weer te
geven.
Het geaccumuleerd volume van de huidige
infusie wordt getoond.
3 Activeer de WISSEN-functie om het
geaccumuleerd volume tijdens gebruik
terug te zetten op nul.
OF
Druk op AFSLUITEN om terug te keren naar het hoofdmenu.

66 
7.5 Drukinstelling

Occlusiedruklimiet is te laag
Als er een occlusiedrukalarm wordt geactiveerd zonder dat er occlusie is, dan is
de occlusiedruklimiet te laag ingesteld en moet direct worden aangepast.

De elektronische bewakingseenheid bewaakt het apparaat tegen ongewenste


drukinvloeden. De bewakingseenheid is extreem gevoelig en activeert alarmen
binnen zeer korte tijd. In geval van een occlusiealarm verlaagt het apparaat de druk
automatisch, waardoor onbedoelde bolustoediening tot een minimum wordt beperkt.
Bij levering van het apparaat wordt de druk weergegeven in mbar. Optioneel kan
het apparaat worden geconfigureerd om mmHg, psi, kPa of cmH2O weer te geven.

Standaardwaarde
De occlusiedruklimiet is geconfigureerd in het apparaat. Als deze limiet tijdens
gebruik wordt overschreden, geeft het apparaat een occlusiealarm. U kunt een
waarde tussen 200 en 1200 mbar selecteren in stappen van 10 mbar. Het apparaat
is in de fabriek ingesteld op een occlusiedruklimiet van 1000 mbar. Deze limiet moet
worden geïnterpreteerd als een richtwaarde; de nauwkeurigheid ervan kan variëren
naargelang het gebruikte spuittype. Tijdens het toedienen van een bolus wordt de
occlusiedruklimiet verhoogd tot de maximale waarde van 1200 mbar.

Tijdelijk instelbare occlusiedruklimiet


Tijdens het gebruik kunt u de occlusiedruklimiet tijdelijk aanpassen aan de eisen
van de situatie van dat moment.
Iedere keer wanneer u het apparaat inschakelt, wordt de occlusiedruklimiet
teruggezet op de standaardwaarde.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 85


Programmeerbare opties

Wijzigen van de druklimiet


Met deze functie kunt u de druklimiet voor het activeren van een alarm tijdelijk
wijzigen. U kunt deze parameter bij een lopende of gestopte infusie wijzigen. Een
permanente wijziging van de standaard drukwaarde of de eenheid kan geconfigureerd
worden door uw servicetechnicus.
xx Druklimiet – hoe tijdelijk te wijzigen
1 Druk op MENU tot het menu
PRESSURE SETTING
(DRUKINSTELLING) wordt
weergegeven.
2 Druk op ENTER om het menu te activeren.
3 Druk op de numerieke toetsen om de
gewenste waarde in te voeren.
4 Druk op ENTER om te bevestigen. De
nieuwe druklimiet is actief.
5 Druk op AFSLUITEN om het menu te
verlaten.

66 
Wanneer u de occlusiedruklimiet wijzigt, verandert daarmee ook de tijd tot er een
alarm wordt geactiveerd.
Wanneer u de occlusiedruklimiet wijzigt, blijft deze waarde opgeslagen tot:
• U het apparaat uitschakelt
• U een nieuwe spuit selecteert
Wanneer u het apparaat inschakelt, wordt weer de standaard druklimiet geactiveerd.

7.6 Nachtmodus

Een functie waarmee de helderheid van de achtergrondverlichting en de LED's van


het frontpaneel van het apparaat automatisch wordt gedimd. Als NIGHT MODE
(NACHTMODUS) op het apparaat is ingeschakeld, is een afzonderlijk menu
beschikbaar waarmee u de functie kunt aanzetten.
Nadat NIGHT MODE (NACHTMODUS) > LIGHT DIMMING (VERLICHTING
DIMMEN) is ingesteld op AUTO (ON (AAN)), worden de helderheid van de
achtergrondverlichting en de LED's op het frontpaneel van het apparaat na inactiviteit
geleidelijk gedimd. Inactiviteit is gedefinieerd als verstreken tijd waarin het volgende
niet plaatsvindt:
• Geen interactie met een gebruiker (er wordt bijv. niet op toetsen gedrukt)
• Er wordt geen alarm, vooralarm of kennisgeving geactiveerd
• Er is geen bron van een alarm of vooralarm actief
• Er is geen alarm, vooralarm of kennisgeving die nog niet is bevestigd

86 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Programmeerbare opties

Zolang de achtergrondverlichting van het apparaat en de LED's gedimd zijn, zijn


alle toetsfuncties op het frontpaneel uitgeschakeld, met uitzondering van de START/
STOP-toets. Met het oog op voorschriften en de patiëntveiligheid heeft een druk op
de START/STOP-toets onmiddellijk effect, d.w.z. de infusie wordt gestopt.
De werking van alle toetsen op het frontpaneel wordt hersteld zodra de helderheid
van de achtergrondverlichting en de LED's op het frontpaneel is teruggezet naar
het niveau van vóór het dimmen.
De helderheid van de achtergrondverlichting en LED's op het frontpaneel wordt in
de volgende omstandigheden onmiddellijk teruggezet naar het niveau van vóór het
dimmen:
• Wanneer een alarm, vooralarm of kennisgeving optreedt/wordt weergegeven op
het apparaat
• Wanneer een spuit wordt verwijderd of aangebracht
• Wanneer interactie met een gebruiker plaatsvindt, zoals een druk op een toets
op het voorpaneel
Nadat de helderheid is hersteld, blijft de functie voor automatisch dimmen van de
achtergrondverlichting actief (ON (AAN)) totdat u NIGHT MODE (NACHTMODUS)
> LIGHT DIMMING (VERLICHTING DIMMEN) instelt op OFF (UIT).
Als u het apparaat uitzet met de AAN/UIT-toets, wordt de functie voor dimmen van
de achtergrondverlichting in het menu NIGHT MODE (NACHTMODUS) automatisch
ingesteld op OFF (UIT).
Uw servicetechnicus kan de duur van de periode van inactiviteit (in ARGUSservice)
instellen van 1 tot 3600 seconden.

7.6.1 Activeren en deactiveren van de nachtmodus

xx Nachtmodus – hoe te activeren


1 Druk herhaaldelijk op MENU tot het menu NIGHT MODE (NACHTMODUS)
wordt weergegeven.
2 Druk op ENTER om het menu te activeren.
3 Druk op SELECTEREN om AUTO te selec-
teren.
4 Druk op ENTER om te bevestigen.
NIGHT MODE (NACHTMODUS) is nu ac-
tief (ON (AAN)).
5 Druk op AFSLUITEN om terug te keren
naar het hoofdscherm.

66 

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 87


Programmeerbare opties

xx Nachtmodus – hoe te deactiveren


1 Druk herhaaldelijk op MENU tot het menu NIGHT MODE (NACHTMODUS)
wordt weergegeven.
2 Druk op ENTER om het menu te activeren.
3 Druk op SELECTEREN om OFF (UIT) te
selecteren.
4 Druk op ENTER om te bevestigen.
NIGHT MODE (NACHTMODUS) staat nu
uit.
5 Druk op AFSLUITEN om terug te keren
naar het hoofdscherm.

66 

88 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Alarmen en fouten herstellen

8 Alarmen en fouten herstellen

Hier beschrijven we de technische storingen, alarmen, vooralarmen en kennisge-


vingen die kunnen optreden terwijl u het apparaat gebruikt.
Onderbrekingen van de infusie
U moet de terugroepfunctie gebruiken om ervoor te zorgen dat na een onbedoelde
onderbreking van de infusie de toediening van medicatie op de juiste manier wordt
voortgezet. Stel geen nieuwe therapie in.

8.1 Technische foutmeldingen

Technische foutmeldingen blijven zichtbaar nadat het alarmsignaal is stilgeschakeld


(met behulp van de AAN/UIT-toets) en blijven op het scherm staan totdat het
apparaat UIT en weer IN is geschakeld.
Technische storingen hebben de hoogste prioriteit, en zijn alleen van nut voor
servicetechnici.
1e regel De eigenlijke technische foutmel-
ding met TECHNICAL ERROR
(TECHNISCHE FOUT) en het
betreffende nummer
2e regel Aanvullende informatie, bijv. FW-
versie, modulenummer,
modulerevisie, regelnummer.
Deze informatie is van belang
wanneer u contact opneemt met
CODAN ARGUS AG.

De getoonde informatie wordt opgeslagen in het geschiedenislogboek. Uw


servicetechnicus kan met behulp van ARGUSservice de geschiedenis uitlezen.

U kunt de laatst gebruikte infusieparameters na een technische storing terugroepen.


Wanneer u de functie voor het geaccumuleerde volume hebt gebruikt, is dit volume
verloren gegaan.
xx Technische storing – hoe te handelen in geval van een technische storing
1 Druk op de AAN/UIT-toets om het geluidssignaal stil te schakelen.
2 Druk op de AAN/UIT-toets om het apparaat uit te schakelen.
3 Druk op de AAN/UIT-toets om het apparaat opnieuw te starten. Het apparaat
staat in de normale modus.
4 Als dezelfde foutmelding meerdere keren wordt weergegeven, laat het apparaat
dan nakijken door uw servicetechnicus.

66 
CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 89
Alarmen en fouten herstellen

8.2 Alarmen

Alarmen hebben altijd een hoge prioriteit en de infusie wordt daarbij altijd gestopt.
De betreffende melding wordt weergegeven, vergezeld van een geluidssignaal
(10 piepjes) en de rode, knipperende LED's voor een algemeen alarm.
Alarmmeldingen blijven op het scherm staan totdat het alarm wordt bevestigd met
de AFSLUITEN-toets. Als de oorzaak van het alarm niet wordt verholpen, wordt bij
elke poging om de infusie voort te zetten het alarm opnieuw geactiveerd.
Alarmen worden alleen doorgegeven via het verpleging-oproepsysteem als deze
functie op het apparaat is geactiveerd.
xx Alarm – hoe te handelen in geval van een alarm
1 Druk op MENU om het geluidssignaal stil te schakelen. De LED's voor
algemeen alarm blijven knipperen en er verschijnt een alarmmelding.
2 Druk op de AFSLUITEN-toets om het alarm te bevestigen.
3 Verhelp de oorzaak van het alarm. De LED's voor algemeen alarm stoppen met
knipperen en de alarmmelding verdwijnt.
4 Zet de infusie voort.

66 
U moet de oorzaak van het alarm verhelpen. Als het alarm opnieuw optreedt, dan
hebt u de oorzaak nog niet verholpen. Controleer altijd de volledige toedieningsset.

OCCLUSION (OCCLUSIE)
De stromingsdruk heeft de occlusiedruklimiet
overschreden. Zoek en verhelp de oorzaak.
Tot de mogelijke oorzaken behoren:
• Knik in de toedieningsset
• Geblokkeerde katheter
• Gesloten 3-wegkraan
• Occlusiedruklimiet te laag ingesteld in verhouding tot de viscositeit van het
geneesmiddel
END OF INFUSION (EINDE VAN INFUSIE)
Dit alarm wordt weergegeven als het totale
volume VTBI is bereikt of als de infusieduur is
verstreken.
END OF BATTERY (ACCU LEEG)
Dit alarm wordt weergegeven als:
• de accu bijna leeg is.
• de resterende gebruiksduur van de accu
minder dan 3 minuten is.

90 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Alarmen en fouten herstellen

De infusie stopt en het alarm gaat nog 3 minuten door (afhankelijk van het
accuniveau). Vervolgens wordt het apparaat uitgeschakeld. Sluit het apparaat
direct aan op de netspanning.

INFUSION STOPPED DURING KEYLOCK


(INFUSIE GESTOPT TIJDENS TOETSSLOT)
Dit alarm wordt weergegeven als de infusie
wordt gestopt terwijl het toetsslot actief is.
NO SYRINGE INSERTED (GEEN SPUIT
GEPLAATST)
Dit alarm wordt weergegeven als de spuit
ontbreekt of niet correct is geplaatst. Plaats de
spuit of controleer of de spuit in de juiste
positie zit.
CHECK PISTON CLAMPS (CONTROLEER
ZUIGERKLEM)
Dit alarm wordt weergegeven als de spuitkop-
peling wordt ingedrukt. Verhelp de oorzaak en
start de infusie opnieuw.
CHECK SYRINGE HOLDER (CONTROLEER
SPUITHOUDER)
Dit alarm wordt weergegeven als de spuithou-
der niet in de juiste positie staat. Controleer en
corrigeer de positie.
SYRINGE EMPTY (SPUIT LEEG)
Dit alarm wordt weergegeven als de spuit leeg
is of als u probeert een infusie te starten met
een lege spuit. De infusie wordt gestopt.
SYRINGE EMPTY; THERAPY VOLUME
NOT REACHED (SPUIT LEEG; VOLUME
THERAPIE NIET BEREIKT)
Dit alarm wordt weergegeven als het resteren-
de volume in de spuit tijdens een lopende in-
fusie nul is en het vereiste infusievolume nog
niet is bereikt.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 91


Alarmen en fouten herstellen

DRIVE ARM HAS REACHED


MECHANICAL LIMIT (AANDRIJFARM
HEEFT MECHANISCHE LIMIET BEREIKT)
Dit alarm wordt weergegeven als de
aandrijfarm in de uiterst rechtse of linkse
positie staat en niet meer verder kan worden
bewogen.

8.3 Vooralarmen

Vooralarmen hebben een lagere prioriteit dan alarmen en leiden niet tot een
onderbreking van de infusie. Ze vormen een aankondiging van een gebeurtenis in
de toekomst die om actie vraagt. Een vooralarm wordt weergegeven door een
pictogram en een korte tekst, vergezeld van een constant brandende gele status-
LED en een alarmsignaal van 3 korte tonen/piepjes. Als het apparaat is verbonden
met een verpleging-oproepsysteem, worden ook vooralarmen doorgegeven.
xx Vooralarm – hoe te handelen in geval van een vooralarm
1 Druk op de MENU-toets om het
geluidssignaal stil te schakelen.
2 Druk op de AFSLUITEN-toets om het
vooralarm te bevestigen. De gele status-
LED blijft AAN zolang de voorwaarde voor
het vooralarm van kracht is.
3 Verhelp de oorzaak van het vooralarm.

66 
PUMP UNUSED (POMP ONGEBRUIKT)
Het vooralarm PUMP UNUSED (POMP
ONGEBRUIKT) wordt geactiveerd als:
• Het apparaat gedurende een ingestelde
periode nadat het is ingeschakeld niet
gebruikt wordt.
• Het apparaat zich in infusie STOP/
KVO-modus bevindt en gedurende een in-
gestelde periode niet gebruikt wordt. (De
periode is configureerbaar tussen
1 – 60 minuten in ARGUSservice).
TCI: het interval is niet configureerbaar (altijd
1 minuut).

92 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Alarmen en fouten herstellen

INFUSION ENDS SOON (INFUSIE BIJNA


KLAAR)
Dit vooralarm wordt weergegeven als een
totaal volume (VTBI) of infusieduur is ingesteld
en de ingevoerde waarden bijna zijn bereikt of
de infusieduur bijna is verstreken.
Uw servicetechnicus kan:
• dit vooralarm deactiveren/activeren
• de tijd tot het einde van de infusie configureren
SYRINGE EMPTY SOON (SPUIT BIJNA
LEEG)
Dit alarm wordt weergegeven als de spuit
spoedig leeg zal zijn.
TCI: Het resterende medicatievolume is minder dan 10 % of de
tijd tot de spuit leeg is, is minder dan 3 minuten.
Standaard infusie: De tijd van het vooralarm kan geconfigureerd worden (tijd
tot de spuit leeg is).
Uw servicetechnicus kan:
• dit vooralarm deactiveren/activeren
• de tijd tot het einde van de infusie configureren
LOW BATTERY (ACCU BIJNA LEEG)
Dit vooralarm wordt weergegeven als:
• accuspanning te laag is
• resterende functietijd van accu
< 45 minuten is (bij de huidige snelheid)
Mogelijke oorzaken zijn:
• Het apparaat wordt lange tijd gebruikt zonder aansluiting op een spanningsbron.
• Stroomstoring
• De accu is niet volledig opgeladen.
Sluit het apparaat direct aan op de netspanning

8.4 Kennisgevingen

Kennisgevingen zijn meldingen die u helpen het apparaat te bedienen en uw


aandacht vestigen op mogelijke bedieningsfouten. Kennisgevingen onderbreken de
infusie niet.
xx Kennisgeving – hoe te handelen in geval van een kennisgeving
1 Druk op de MENU-toets om het geluidssignaal stil te schakelen.
2 Druk op de AFSLUITEN-toets om de kennisgeving te bevestigen.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 93


Alarmen en fouten herstellen

3 Verhelp de oorzaak van de kennisgeving.

66 
Voorbeeld van een kennisgeving
Kennisgevingen worden weergegeven met
een tekst en een knipperend pictogram. De
volgende lijst met kennisgevingen bevat de
kennisgevingstekst en de reden van verschij-
nen.

Kennisgevingstekst Deze kennisgeving verschijnt als:


TARGET CONCENTRATION U hebt de doelconcentratie gewijzigd
CHANGE NOT CONFIRMED maar de wijziging niet bevestigd.
(WIJZIGEN VAN
STREEFCONCENTRATIE NIET
BEVESTIGD)
BOLUS KEY NOT SUPPORTED U hebt tijdens TCI op de BOLUS-toets
IN TCI (BOLUSTOETS NIET gedrukt.
ONDERSTEUND IN TCI)
ONGELDIGE U hebt geprobeerd de initiële TCI-thera-
STREEFCONCENTRATIE pie te starten met een doelconcentratie
0,0 µg/ml (voor Propofol) van 0.
0,0 µg/ml (voor Remifentanil)
VALUE OUT OF RANGE U hebt een waarde ingevoerd die buiten
(WAARDE BUITEN BEREIK) het bereik in het menu PRESSURE
VALID (GELDIG): 50 – 1200 mbar SETTINGS (DRUKINSTELLINGEN)
ENTERED (INGEVOERD): ligt.
1600 mbar
KVO RATE IS HIGHER THAN KVO is gestart (door u of nadat de infu-
INFUSION RATE. (KVO-SNELHEID IS sie was voltooid) en de KVO-snelheid
HOGER DAN INFUSIESNELHEID.) ligt hoger dan de eerder geconfigureer-
MINIMAL RATE IS USED FOR KVO. de infusiesnelheid.
(MINIMALE SNELH. WORDT
GEBRUIKT VOOR KVO.)
BOLUS NOT POSSIBLE. U hebt tijdens omgekeerde infusie op de
(BOLUS NIET MOGELIJK.) BOLUS-toets gedrukt om naar het
STOP REVERSE menu BOLUS te gaan.
INFUSION FIRST
(STOP EERST
OMGEKEERDE INFUSIE).
NO MED DB INSTALLED (GEEN U hebt de menuoptie MedDB geselec-
MEDDB GEÏNSTALLEERD) teerd maar er is geen geneesmiddelen-
bibliotheek op het apparaat geïnstal-
leerd.
94 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG
Alarmen en fouten herstellen

Kennisgevingstekst Deze kennisgeving verschijnt als:


NO TCI MODEL ENABLED. (GEEN U hebt het menupunt TCI geselecteerd
TCI-MODEL GEACTIVEERD.) maar er is geen TCI-model geactiveerd.
BOLUS VOLUME BIGGER THEN VTBI (te infuseren volume) is > 0 en het
REMAINING VTBI (BOLUSVOLUME resterende VTBI is < het automatische
GROTER DAN RESTERENDE bolusvolume.
VTBI)
NO BOLUS POSSIBLE U hebt op de BOLUS-toets gedrukt,
(GEEN BOLUS MOGELIJK) maar het menu BOLUS is gedeactiveerd.
REMAINING MEDICATION LESS In de spuit zit niet genoeg medicatie om
THAN INDUCTION DOSE de TIVA inductiefase te voltooien.
(RESTERENDE MEDICATIE
MINDER DAN INDUCTIEDOSIS)
PRESSURE CALIBRATION NOT U hebt geprobeerd een infusie te starten
DONE (DRUKKALIBRATIE NIET hoewel de drukkalibratie van het appa-
UITGEVOERD) raat niet is uitgevoerd.
CHECK PISTON CLAMPS U hebt geprobeerd een infusie te starten
(CONTROLEER ZUIGERKLEM) hoewel de spuithouder niet in de juiste
positie staat. De infusie start niet.
CHECK SYRINGE HOLDER U hebt geprobeerd een infusie te starten
(CONTROLEER SPUITHOUDER) hoewel de spuithouder niet in de juiste
positie staat. De infusie start niet.
SELECT SYRINGE De automatische spuitselectie op basis
(SELECTEER SPUIT) van de gedetecteerde spuitafmetingen
is mislukt. U moet de spuit handmatig
selecteren.
INSERT SYRINGE (PLAATS SPUIT) U hebt geprobeerd een infusie te starten
hoewel er geen spuit is geplaatst.
SYRINGE DEVICE NOT U hebt geprobeerd een infusie te starten
CALIBRATED (SPUIT NIET hoewel de spuitkalibratie van het
GEKALIBREERD) apparaat niet is voltooid.
INVALID MEDICATION SELECTED U hebt geprobeerd een infusie te starten
(ONGELDIGE MEDICATIE hoewel het infusietype en de geselec-
GESELECTEERD) teerde medicatie niet bij elkaar passen.
WRONG PIN (VERKEERDE PIN) U hebt een verkeerde PIN-code inge-
voerd.
NOT ENOUGH REMAINING U hebt geprobeerd een automatische
VOLUME TO START AUTOMATIC bolus te starten hoewel er niet genoeg
BOLUS. (ONVOLDOENDE medicatie in de spuit zit om de automa-
RESTEREND VOLUME OM tische bolus te voltooien.
AUTOMATISCHE BOLUS TE
STARTEN.)

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 95


Alarmen en fouten herstellen

Kennisgevingstekst Deze kennisgeving verschijnt als:


INVALID BOLUS MAX. OR TOTAL De bolusmodus is gewijzigd (handmatig
VALID RANGE: (ONGELDIGE naar auto), bolusvolume is ingesteld op
BOLUS MAX. OF TOTAAL GELDIG 0,0 ml. De bolus start niet.
BEREIK:) 0,1 – X ml
INVALID BOLUS RATE VALID De waarde van de bolussnelheid ligt
RANGE: (ONGELDIGE buiten het bereik. De bolus start niet.
BOLUSSNELHEID GELDIG
BEREIK:) 0,1 – X ml/h
MANUAL START REQUIRED In de medicatie is geconfigureerd dat u
(HANDMATIGE START VEREIST) de onderhoudsfase na de TIVA inductie-
fase handmatig moet starten.
RATE CHANGE NOT CONFIRMED Tijdens een lopende infusie hebt u de
(SNELHEIDSWIJZIGING NIET infusiesnelheid gewijzigd maar de wijzi-
BEVESTIGD) ging niet bevestigd.
PERFORM SAFETY CHECK Het is tijd voor de standaard veiligheids-
CONTACT YOUR SERVICE inspectie.
DEPARTMENT
(VEILIGHEIDSINSPECTIE
UITVOEREN CONTACTEER UW
SERVICEAFDELING)
WRONG BOLUS MODE SELECTED U hebt automatische bolus geselecteerd
(FOUTIEVE BOLUSMODUS maar > 2 seconden op de BOLUS-toets
GESELECTEERD) gedrukt.
PUMP IS IN REMOTE MODE U hebt op een toets gedrukt die niet is
(POMP IS IN toegestaan in afstandsbedieningsmodus
AFSTANDSBEDIENINGSMODUS) (met of zonder toetsslot).
DO YOU AGREE WITH THE Het apparaat vraagt de gebruiker om
REMOTE MODE? YES/NO bevestiging/goedkeuring voor gebruik
(WILT U DE AFSTANDSBEDIENING van de afstandsbedieningsmodus voor
ACTIVEREN? JA/NEE) de pomp.
YES/NO (JA/NEE) Als de gebruiker hiermee niet instemt
(en NO (NEE) selecteert), kan de infusie
niet worden gestart. Een infusie kan pas
worden gestart nadat deze kennisgeving
is bevestigd.
RESULTING TOTAL VOLUME OUT De berekende dosis (dosisberekening/
OF LIMIT (RESULTEREND TOTAAL volume) ligt buiten het bereik (hard rails
VOLUME BUITEN LIMIET) of technische limieten).
VALID RANGE: (GELDIG BEREIK:)
0,0 – X ml

96 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Alarmen en fouten herstellen

Kennisgevingstekst Deze kennisgeving verschijnt als:


LOCKED ENTRY NOT ALLOWED U hebt op een toets gedrukt (om een
(VERGRENDELD INVOER NIET infusie in te stellen of te wijzigen) terwijl
TOEGESTAAN) het toetsslot actief is.
STOP INFUSION FIRST U hebt tijdens een lopende infusie op de
(STOP EERST INFUSIE) AAN/UIT-toets gedrukt.
SELECT MEDICATION FIRST Er is een geneesmiddelenbibliotheek
(SELECTEER EERST MEDICATIE) geïnstalleerd. U hebt geprobeerd een
infusiesnelheid/volume/tijd in te stellen
zonder eerst een medicatie te selecte-
ren.
RESULTING RATE OUT OF TECHN. De berekende dosis (dosisberekening/
LIMIT (RESULTERENDE SNELHEID volume) ligt buiten het bereik (hard rails
BUITEN TECHN. LIMIET) of technische limieten).
VALID RANGE: (GELDIG BEREIK:)
0,0 – X ml
DEVIANT VOLUME U hebt een medicatie uit de geneesmid-
(AFWIJKEND VOLUME) delenbibliotheek geselecteerd en het
DEFINED RANGE: ingevoerde/berekende infusie-/dosisvo-
(GEDEFINIEERD BEREIK:) lume ligt buiten de gedefinieerde soft
0,0 – X ml rails (< minimale infusie-/dosisvolume of
> maximale infusie-/dosisvolume).
DEVIANT DOSE VOLUME Menu DOSE CALCULATION
(AFWIJKEND DOSISVOLUME) (DOSISBEREKENING):
DEFINED RANGE: infusie-/dosisvolume ligt buiten de soft
(GEDEFINIEERD BEREIK:) rails
0,0 – X ml Hoofdmenu: infusie is gestopt/in KVO-
modus en het infusie-/dosisvolume is
gewijzigd zodat dit buiten het bereik
ligt.
VALUE OUT OF RANGE U probeert een waarde buiten het toe-
(WAARDE BUITEN BEREIK) gestane bereik in te stellen/in te voeren.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 97


Alarmen en fouten herstellen

Kennisgevingstekst Deze kennisgeving verschijnt als:


DEVIANT RATE U hebt een medicatie uit de geneesmid-
(AFWIJKENDE SNELHEID) delenbibliotheek geselecteerd en de
DEFINED RANGE: ingevoerde/berekende infusie-/dosis-
(GEDEFINIEERD BEREIK:) snelheid ligt buiten de gedefinieerde
0,0 – X ml/h soft rails (< minimale infusie-/dosissnel-
heid of > maximale infusie-/dosissnel-
heid).
DEVIANT DOSE RATE DEFINED Menu DOSE CALCULATION
RANGE: (AFWIJKEND (DOSISBEREKENING):
DOSISVOLUME GEDEFINIEERD de infusie-/dosissnelheid ligt buiten de
BEREIK:) 0,0 – X ml/h soft rails
Hoofdmenu:
• Lopende infusie – u hebt de infusie-/
dosissnelheid gewijzigd, zodat deze
buiten het bereik ligt
• Gestopte infusie/KVO-modus – u
hebt de infusieparameters gewij-
zigd, zodat de infusie-/dosissnelheid
buiten het bereik ligt
Tabel 5 Kennisgevingen

98 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Service en onderhoud

9 Service en onderhoud

Sluit tijdens het onderhoud of service nooit een patiënt op het apparaat aan. U bent
verplicht om regelmatig de SSC te doen volgens de instructies in de SH. Voor deze
veiligheidsinspectie zijn intervallen van 24 maanden of 10.000 gebruiksuren
vastgelegd.
De SSC, onderhoud en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel dat is opgeleid en geautoriseerd door CODAN ARGUS AG.

Uw servicetechnicus kan een herinnering voor de SSC activeren/deactiveren in


ARGUSservice.

Tijdens de SSC wordt het volgende gecontroleerd:


• Sensoren voor de bewaking
• Aandrijving op afgiftenauwkeurigheid
• Levensduur van de accu
• Bedieningselementen op hun werking
• Elektrische veiligheidstest
Neem voor meer informatie contact op met uw plaatselijke distributeur of uw
servicetechnicus.
Na een ongeval of val of na extreme externe invloeden (hoge luchtvochtigheid, hoge
temperaturen, enz.) moet uw servicetechnicus het apparaat aan een volledige
controle onderwerpen.

9.1 Accu-onderhoud

Accupakketten voor het apparaat


Het apparaat mag alleen worden uitgerust en gebruikt met een volledig functionerend
accupakket dat door CODAN ARGUS AG geleverd en goedgekeurd is.
Uw servicetechnicus kan de melding BATTERY MAINTENANCE IS DUE (ACCU
HEEFT ONDERHOUD NODIG) activeren/deactiveren.
Wanneer u het apparaat aanzet en dit bericht wordt weergegeven, heeft de accu
onderhoud nodig. U kunt het apparaat echter nog wel gebruiken. Het bericht wordt
weergegeven tijdens het opstarten totdat het onderhoud aan de accu is voltooid. U
kunt ook het apparaat vervangen. Laat het apparaat nakijken door uw servicetech-
nicus.
xx Accu-onderhoud – hoe te handelen
1 Voer deze procedure ten minste elk kwartaal uit, bij voorkeur maandelijks.
2 Sluit het apparaat aan op netvoeding of op een CODAN docking station tot de
accu 100 % is opgeladen.
3 Ontkoppel/verwijder de netvoeding naar het apparaat.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 99


Service en onderhoud

4 Laat het apparaat werken om de accu uit te putten tot het alarm BATTERY
EMPTY (ACCU LEEG) verschijnt.
5 Sluit het apparaat weer aan op netvoeding of op een CODAN docking station
tot de accu 100 % is opgeladen.

66 
9.2 Accessoires en reserveonderdelen

Geschikte accessoires, verbruiksartikelen en reserveonderdelen


Bedien het apparaat met accessoires en verbruiksartikelen die door
CODAN ARGUS AG geschikt zijn bevonden. Gebruik voor onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen reserveonderdelen die door CODAN ARGUS AG
zijn goedgekeurd en geleverd.
Een overzicht van accessoires en reserveonderdelen vindt u in een aparte catalogus.
hh Download de reserveonderdelencatalogus via www.codanargus.com.

9.3 Verzorging van het apparaat

xx Verzorging van het apparaat – hoe te handelen


1 Koppel het apparaat los van de netvoeding voordat u het gaat reinigen.
2 Verwijder alle aansluitkabels.
3 Neem voor de reiniging de volgende waarschuwing in acht.
Voorkom dat vloeistof binnendringt in het apparaat of de stekker van het
apparaat. Als er vloeistof over het apparaat wordt gemorst, koppel het dan direct
los van de netvoeding of verwijder het uit het docking station. Daarna dient u
het apparaat direct grondig droog te maken en te reinigen.
4 Als er ook maar de minste kans bestaat dat er vloeistof in het apparaat terecht
is gekomen, laat het apparaat dan vóór het volgende gebruik nakijken door uw
servicetechnicus.
hh Zie 10 Productspecificaties, pagina 102
5 Het apparaat is niet geschikt om te worden gesteriliseerd in een autoclaaf en
mag niet in vloeistoffen worden ondergedompeld.

66 
9.3.1 Reiniging en desinfectie

Reiniging van het apparaat


Zorg ervoor dat de reinigingsinstructies voor het apparaat strikt worden opgevolgd.

Houd het apparaat en de accessoires schoon en droog. Voor behoud van de


volledige functionaliteit adviseren wij het apparaat regelmatig volgens de

100 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Service en onderhoud

productspecificaties te reinigen. Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen.


De volgende punten voor reiniging en desinfectie moeten in acht worden genomen:
xx Reiniging en desinfectie – hoe te handelen
1 Reinig het apparaat alleen door het af te vegen met een vochtige doek.
2 Het gebruik van lauw water is normaal voldoende.
3 Let erop dat de aansluitingen van het apparaat schoon en droog zijn om
elektrische schade bij het aansluiten op een docking station of op de netspanning
te voorkomen.
4 Voor de desinfectie mogen alleen middelen worden gebruikt die verdunde
alcohol (isopropyl) tot een maximale concentratie van 70 % bevatten. De interne
gespecialiseerde afdeling voor hygiëne kan meer informatie geven over
geschikte desinfectiemiddelen.

66 
9.3.2 Opslag en transport

Voorwaarden voor opslag en transport


• Temperatuur voor opslag 0 °C tot 40 °C 32 °F tot 104 °F
• Temperatuur voor transport -20 °C tot 60 °C 23 °F tot 140 °F
• Relatieve vochtigheid 20 % tot 90 %
• Luchtdruk 500 tot 1060 mbar

xx Opslag en transport – hoe te handelen


1 Sla apparaten alleen onder schone omstandigheden op een koele en droge
plaats op volgens de productspecificaties.
2 Gebruik de originele verpakking om het apparaat te vervoeren, zodat u verzekerd
bent van voldoende bescherming tegen stoten.
3 Laad de accu uiterlijk om de 3 maanden helemaal op om de volledige capaciteit
te behouden. Anders kan de accu te ver ontladen en gaan lekken.

66 
9.4 Versie-informatie over het apparaat

Neem contact op met uw servicetechnicus als u om een of andere reden versie-


informatie over het apparaat nodig hebt.

VERSION INFO (VERSIE INFO)


Software-editie, bootloader-versienummer en
S/N worden getoond.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 101


Productspecificaties

10 Productspecificaties

10.1 Aanbevolen spuiten

Over het algemeen ondersteunt het apparaat spuiten in een bereik van 10 tot
50/60 ml. Hieronder volgen de aanbevolen spuiten van CODAN. Neem voor de
complete lijst met alle aanbevolen en geschikte spuiten van diverse fabrikanten
contact op met uw plaatselijke distributeur of uw servicetechnicus.
• CODAN 10 ml • CODAN 30 ml
• CODAN 20 ml • CODAN 50/60 ml

10.2 Alarmvertraging in geval van een occlusie

Meetseries zijn beschikbaar voor de volgende spuit. Andere spuiten kunnen op


aanvraag worden gekwalificeerd.
Spuittype Infusie- Occlusiereactietijd [hh:mm:ss]
snelheid Druklimiet
200 mbar 1200 mbar
CODAN 50 ml 1 ml/h 00:16:26 ± 0:10:26 1:35:28 ± 0:32:28
5 ml/h 0:02:48 ± 0:03:12 0:18:20 ± 0:06:21

10.3 Bolusvolume na een occlusie

Meetseries zijn beschikbaar voor de volgende spuit. Andere spuiten kunnen op


aanvraag worden gekwalificeerd.
Spuittype Onbedoeld bolusvolume
Drukafname geactiveerd Drukafname gedeactiveerd
CODAN 50 ml Verwaarloosbaar 1,08433 ml

Bolusvolume gemeten bij 5 ml/h, volgens IEC 60601-2-24.

102 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Productspecificaties

10.4 Nauwkeurigheid meting volgens IEC 60601-2-24

In dit hoofdstuk presenteren wij 2 metingen, waarin 2 uur worden weergegeven.


Elke voorstelling bevat 2 diagrammen. De opstartgrafieken tonen het debiet als
functie van de tijd. De trompetgrafieken tonen het percentage afwijkingen als functie
van het observatievenster.

Afbeelding 9 Opstart- en trompetgrafieken bij 1 ml/h (1)

Afbeelding 10 Opstart- en trompetgrafieken bij 5 ml/h (2)

10.5 EMC-beperkingen

Elektrostatische ontladingen
Als er elektrostatische ontladingen ≥ 15 kV plaatsvinden op de connectors aan de
achterkant van het apparaat, kan de stroomvoorziening beschadigd raken. Als de
netvoedings-LED van het apparaat niet gaat branden, koppel het apparaat dan
direct los van de netvoeding en neem contact op met uw servicetechnicus. Als u
zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot onverwacht gedrag en storingen in het
apparaat die de veiligheid van de patiënt in gevaar kunnen brengen.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 103


Productspecificaties

10.5.1 Emissies

Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische straling


De A616S wordt alleen binnen het kader van de volgende beschrijving geleverd voor
gebruik in een omgeving van elektromagnetische velden.
Emissietest Compliantie Elektromagnetische richtlijnen in verband met
de omgeving
RF-emissies Groep 1 De A616S gebruikt RF-energie alleen voor de
CISPR 11 interne functie. De RF-emissies zijn daarom
bijzonder laag, en interferentie met elektronische
apparaten in de omgeving is niet te verwachten.
RF-emissies Klasse B De A616S is geschikt voor alle plaatsen die hun
CISPR 11 elektrische energie direct betrekken van een
Harmonische emissies Klasse A openbaar netwerk voor huishoudelijk gebruik.
IEC 61000-3-2
Spanningsschomme- Wordt
lingen/flikkeremissies nageleefd
IEC 61000-3-3
Tabel 6 Emissies

10.5.2 Immuniteit voor interferentie (alle componenten)

Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische straling


De A616S wordt alleen binnen het kader van de volgende beschrijving geleverd voor
gebruik in een omgeving van elektromagnetische velden.
Test op immuniteit IEC 60601 Compliantielimiet Richtlijnen over de
voor interferentie Testlimiet elektromagnetische
omgeving
Elektrostatische ±8 kV contact ±8 kV contact Geschikte vloermate-
ontlading (ESD, rialen zijn hout, beton
electrostatic of keramische tegels.
±15 kV lucht ±15 kV lucht
discharge) Vloeren van syntheti-
IEC 61000-4-2 sche materialen verei-
(volgens sen een relatieve
IEC 60601-2-24) luchtvochtigheid van
minstens 30 %.
Snelle elektrische ±2 kV voor ±2 kV voor De kwaliteit van het
transiënten en voedingslijnen voedingslijnen net moet vergelijkbaar
lawines ±1 kV voor ±1 kV voor zijn met die van een
IEC 61000-4-4 signaallijnen signaallijnen typisch commerciële
onderneming of een
ziekenhuis.

104 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Productspecificaties

Overspanning ±1 kV tussen twee ±1 kV tussen twee De kwaliteit van het
IEC 61000-4-5 geleiders geleiders net moet vergelijkbaar
zijn met die van een
typisch commerciële
onderneming of een
ziekenhuis.
Kortstondige span- < 5 % UT < 5 % UT De kwaliteit van het
ningsdalingen, korte (0,5 cyclus) (0,5 cyclus) net moet vergelijkbaar
onderbrekingen en 40 % UT (5 cycli) 40 % UT (5 cycli) zijn met die van een
spanningsfluctuaties typisch commerciële
70 % UT (25 cycli) 70 % UT (25 cycli)
in de stroomvoorzie- onderneming of een
ning < 5 % UT < 5 % UT ziekenhuis.
gedurende 5 sec gedurende 5 sec
IEC 61000-4-11
Opmerking: UT staat voor de wisselstroom-netspanning voorafgaand aan het testen.
Netfrequentie 400 A/m 400 A/m Het magnetisch veld
(50/60 Hz) (volgens van de netfrequentie
Magnetisch veld IEC 60601-2-24) moet vergelijkbaar zijn
met dat van een ty-
IEC 61000-4-8
pisch commerciële
onderneming of een
ziekenhuis.
Tabel 7 Immuniteit voor interferentie (alle componenten)

10.5.3 Immuniteit voor interferentie (levensondersteunende systemen)

Richtlijnen en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit voor


storingen
De A616S wordt alleen binnen het kader van de volgende beschrijving geleverd voor
gebruik in een omgeving van elektromagnetische velden.
Elektromagnetisch veld – richtlijnen
Voor permanent geïnstalleerde en mobiele RF-communicatieapparaten moet een minimale
afstand tot elk deel van de A616S worden aangehouden, met inbegrip van het netsnoer.
Deze afstand wordt berekend op basis van de zendfrequentie.
Test op immuniteit IEC 60601 Compliantielimiet Aanbevolen
voor interferentie Testlimiet scheidingsafstand c)
Uitgestraalde RF 10 Vrms V1 = 10 Vrms d = 1,2√P
IEC 61000-4-6 150 kHz tot 80 MHz (geschatte waarde) 150 kHz tot 80 MHz
150 kHz tot 80 MHz
Uitgestraalde RF 10 V/m E1 = 10 V/m d = 1,2√P
IEC 61000-4-3 80 tot 800 MHz 80 tot 800 MHz 80 tot 800 MHz

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 105


Productspecificaties

Uitgestraalde RF 10 V/m E2 = 10 V/m d = 2,3√P


IEC 61000-4-3 0,8 tot 2,5 GHz800 MHz tot 0,8 tot 2,7 GHz
2,7 GHz
P staat voor het maximale nominale uitgangsvermogen van de zenders in Watt (W)
overeenkomstig de gegevens van de fabrikant, en d voor de aanbevolen afstand in
meter (m).
De veldsterkten van de permanent geïnstalleerde RF-zender, overeenkomstig de
elektromagnetische inspectie van het systeem, a) moeten lager zijn dan de compliantielimiet
van elk frequentiegebied.b)
Interferentie kan optreden in de omgeving van apparaten die zijn
voorzien van het volgende symbool:

Tabel 8 Immuniteit voor interferentie (levensondersteunende systemen)

Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het eerstvolgende hogere


frequentiebereik.
Opmerking 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet voor alle situaties. De voortplanting
van elektromagnetische golven wordt beïnvloed door de absorptie en de
reflectie van bouwwerken, voorwerpen en mensen.

a) De veldsterkten van permanent geïnstalleerde zenders, zoals voor bijv. gsm's of


draadloze telefoons, portofoons, radio-amateurzenders, AM-, FM- en televisiezenders
kunnen niet exact worden ingeschat. Om de elektromagnetische omgeving van
permanent geïnstalleerde RF-zenders te evalueren, moet een rapport over de
elektromagnetische situatie van de locatie worden overwogen. Indien de op de plaats
van de A616S gemeten veldsterkten de geldende limieten overschrijden, moet de
pomp regelmatig gecontroleerd worden zodat haar correcte werking gegarandeerd
kan worden. Indien een ongewoon gedrag wordt vastgesteld, zijn aanvullende
maatregelen nodig zoals het anders richten van de pomp of het kiezen van een
andere locatie.
b) Boven frequentiebereiken van 150 kHz tot 80 MHz moeten de veldsterktes < 10 V/m
zijn.
c) Mogelijk kortere afstanden buiten de ISM-banden geven waarschijnlijk geen betere
toepassing van deze richtlijnen.

106 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Productspecificaties

10.5.4 Aanbevolen afstanden (levensondersteunende systemen)

Aanbevolen afstanden tussen draagbare en mobiele RF-apparaten voor


datacommunicatie en de A616S
De A616S is alleen voorzien voor gebruik in een elektromagnetische omgeving binnen het
kader van de volgende aanbeveling en beperkte emissie veroorzaakt door RF-interferentie.
Elektromagnetische interferentie moet worden voorkomen door het aanhouden van
minimale afstanden tussen draagbare en mobiele RF-apparaten voor datacommunicatie
(zenders) en de A616S. Deze worden berekend als functie van het maximale zendvermogen
van RF-apparaten.
Gemeten max. Minimale afstand als functie van de zendfrequentie
zendvermogen van m
het apparaat 150 kHz tot 80 MHz 80 tot 800 MHz 800 tot 2500 MHz
W d = 1,2√P d = 1,2√P d = 2,3√P
0,01 0,12 m 0,12 m 0,23 m
0,1 0,38 m 0,38 m 0,73 m
1 1,2 m 1,2 m 2,3 m
10 3,8 m 3,8 m 7,3 m
100 12 m 12 m 23 m
Voor zenders waarvan het maximale zendvermogen niet is opgenomen in bovenstaande
tabel, kan de aanbevolen afstand d worden geschat in meter (m) met behulp van de for-
mule voor de overeenkomstige zendfrequentie, waarin P het maximale nominale uitgangs-
vermogen is in watt (W) overeenkomstig de gegevens van de fabrikant van de zender.
Tabel 9 Aanbevolen afstanden (levensondersteunende systemen)

Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het eerstvolgende hogere


frequentiebereik.
Opmerking 2: Deze richtlijnen gelden mogelijk niet voor alle situaties. De voortplanting
van elektromagnetische golven wordt beïnvloed door de absorptie en de
reflectie van bouwwerken, voorwerpen en mensen.
Opmerking 3: Voor het berekenen van de aanbevolen afstand moet de factor 10/3
worden toegepast indien een mobiel of draagbaar zendtoestel
onbedoeld in de omgeving van de patiënt is gebracht en interferentie
zou kunnen veroorzaken.
Opmerking 4: EN/IEC 60601-1-2 (4e), de afstand tussen de A616S en de zender moet
> 30 cm zijn.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 107


Garantie

11 Garantie

CODAN ARGUS AG garandeert dat, bij normaal gebruik en bij correct onderhoud,


alle nieuwe infusieapparaten vrij van materiaal- en productiefouten zullen blijven
gedurende een periode van 2 (twee) jaar vanaf de leverdatum door
CODAN ARGUS AG.
Uitgesloten van deze bepaling zijn accessoires, reserveonderdelen en kabels,
waarvoor, bij normaal gebruik en bij correct onderhoud, CODAN ARGUS AG een
garantie biedt van 90 (negentig) dagen vanaf de leverdatum.
De accu is uitgesloten van alle garantieclaims.
De garantie omvat reparatie en vervanging van defecte onderdelen in het geval van
fabricage- of materiaalfouten.
CODAN ARGUS AG aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor vervolgschade,
noch voor indirecte of gevolgverliezen in verband met de aankoop of het gebruik
van producten van CODAN ARGUS AG.
De garantie vervalt indien een product:
• Wordt gedemonteerd, gerepareerd of onderhouden door iemand die niet
opgeleid en geautoriseerd is door CODAN ARGUS AG
• Naar het oordeel van CODAN ARGUS AG is gewijzigd, waardoor de stabiliteit
en de betrouwbaarheid zijn beïnvloed, en zodoende in kwaliteit achteruit is
gegaan
• Wordt gebruikt zonder het originele door de fabriek uitgegeven S/N
• Verkeerd is gebruikt, als ermee geknoeid is, als het verwaarloosd is of bij een
ongeval beschadigd is geraakt
• Tijdens transport beschadigd is geraakt ten gevolge van onvoldoende
beschermende verpakking
• Onvoldoende is onderhouden of niet is gebruikt volgens de door
CODAN ARGUS AG verstrekte instructies
• Is gebruikt op een plaats die niet voldoet aan de eisen van de IEC of de nationale
normen
• Is gebruikt op een manier die niet in overeenstemming is met de
gebruikershandleiding en/of het beoogd gebruik

Geschikte accessoires, verbruiksartikelen en reserveonderdelen


Bedien het apparaat met accessoires en verbruiksartikelen die door
CODAN ARGUS AG geschikt zijn bevonden. Gebruik voor onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen reserveonderdelen die door CODAN ARGUS AG
zijn goedgekeurd en geleverd.
Vatbaar voor wijzigingen
De informatie in deze handleiding is correct op het moment van drukken. Wij
behouden ons het recht voor om zonder aankondiging vooraf wijzigingen aan te
brengen.

108 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Snelgids

12 Snelgids

Overzicht

1. Netvoedingsbedrijf-LED
(accu laadt op)
2. Status-LED
3. LCD-display
4. Numerieke toetsen
5. Zuigerklem
6. Koppelingshendel
7. Klemhendel
8. Aandrijfarm
9. Spuitgeleider
10. Spuithouder

Vooraanzicht

Het vooraanzicht van de A616S TCI is vergelijkbaar met de bovenstaande afbeelding,


alleen is het displayfolie blauw.

1. Netaansluiting
2. Combinatieklem
3. Oproep verpleging
4. Ethernet (geen functie bij
deze editie)

Achteraanzicht

Veiligheidsaanwijzingen
Deze snelgids vormt geen vervanging voor de volledige en gedetailleerde bedieningsinstructies in de
gebruikershandleiding (GH) bij het apparaat. Gebruikers moeten alle veiligheidsaanwijzingen in de GH
in acht nemen. Als u zich niet hieraan houdt, kan dit de veiligheid van de patiënt in gevaar brengen.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 109


Snelgids

Installatie
Bevestig het apparaat (tot een maximumhoogte van 120 cm) en sluit het aan op de netvoeding. De
aanbevolen positie van het apparaat is op een hoogte die gelijk is aan het hart van de patiënt.

Geplaatste spuit
Controleer voordat u de infusie start of de spuit correct in het apparaat is geplaatst. Anders wordt een
alarm gegeven en wordt de infusie gestopt/niet gestart.

Gebruikersinterface

1. Status-LED 7. MENU/STIL-toets
2. Voeding-LED 8. ENTER-toets
3. Naam van het apparaat 9. SELECTEREN/WISSEN-toets
4. Numerieke toetsen 10. INFO/AFSLUITEN-toets
5. BOLUS/BOLUSMENU-toets 11. Display
6. START/STOP-toets 12. AAN/UIT-toets

De bedieningselementen en aanduidingen op de A616S TCI zijn hetzelfde als die op de A616S


InCare.

Resetten
Druk tegelijkertijd op deze twee toetsen om een waarde in een configuratiescherm
terug te zetten op nul. Dit heeft geen invloed op een geaccumuleerd volume.

110 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Snelgids

SELECT SYRINGE (SELECTEER SPUIT)


Als er niet automatisch een spuit wordt geselecteerd,
selecteert u met dit menu de juiste spuit die in het apparaat is
geplaatst. De spuit die op het scherm wordt genoemd, moet
overeenkomen met het geplaatste type.

SEL. THERAPY PROFILE (SEL. THERAPIEPROFIEL)


Selecteer het therapieprofiel, BASIC THERAPY (BASIS-
THERAPIE) of MED DB (MedDB) (indien geïnstalleerd).

BASIC THERAPY (BASISTHERAPIE)


Selecteer BASIC THERAPY (BASISTHERAPIE) in het menu
SEL. THERAPY PROFILE (SEL. THERAPIEPROFIEL). Stel
met de numerieke toetsen een infusiesnelheid, snelheid en
volume, snelheid en tijd of volume en tijd in. De derde waarde
wordt automatisch berekend.

Programmering Snelheid Volume Tijd Controle Start

Invoer Toets Invoer Toets Invoer Toets

Snelheid 200 ml/h

Snelheid + 200 ml/h 100 ml


volume

Volume + tijd 200 ml 1h

Snelheid + tijd 200 ml/h 1h

Resetten en starten van een nieuw type therapie


1. Druk op START/STOP om de infusie te stoppen.

2. Druk op INFO om INFUSION ON HOLD (INFUSIE


GESTOPT) weer te geven.
3. Druk vervolgens op de WISSEN-toets.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 111


Snelgids

4. Kies YES (JA) voor NEW THERAPY? (NIEUWE


THERAPIE?).
5. Druk op ENTER om te bevestigen.
Alle infusieparameters worden gereset.
6. Selecteer een nieuw therapieprofiel uit het menu SEL.
THERAPY PROFILE (SEL. THERAPIEPROFIEL).
7. Stel de nieuwe therapie in.

Infusie-informatie
Druk op de INFO-toets om informatie over de voortgang van de huidige infusie te tonen.

RUNNING INFUSION (INFUSIE LOOPT)

Totaal volume (ml)/totale tijd (hh.mm)

Geïnfuseerd volume (ml)/verstreken tijd (hh.mm)

Resterend volume (ml)/resterende tijd (hh.mm)

TCI
Selecteer TCI in het menu SEL THERAPY PROFILE (SEL.
THERAPIEPROFIEL).

Volg de aanwijzingen op het scherm, selecteer en stel in:


TCI/MODEL, TCI/MODE (TCI/MODUS), TCI/PATIENT (TCI/
PATIËNT) en TCI/DRUG CONC. (TCI/MEDICIJNCONC.).
Controleer de instellingen en druk op ENTER om te
BEVESTIGEN.
Druk op START/STOP om de infusie te starten.

MED DB (MedDB)
Selecteer MED DB (MedDB) in het menu SEL. THERAPY
PROFILE (SEL. THERAPIEPROFIEL).

112 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Snelgids

Volg de aanwijzingen op het scherm, selecteer en stel details


voor DEPARTMENT (AFDELING), DRUG (MEDICIJN) en
PATIENT (PATIËNT) in.
Controleer de instellingen, druk op ENTER om te CONTRO-
LEREN en vervolgens op ENTER om te BEVESTIGEN.
Druk op START/STOP om de infusie te starten.

MENU
Druk op de MENU-toets om naar de menu's en instellingen van het apparaat te gaan.
Hieronder worden alleen een paar belangrijke menu's in detail beschreven. Raadpleeg de
GH voor een volledige beschrijving van alle menu's.

NIGHT MODE (NACHTMODUS)

Druk meerdere keren op MENU tot het menu NIGHT MODE


(NACHTMODUS) wordt weergegeven. Het menu NIGHT
MODE (NACHTMODUS) is alleen beschikbaar nadat er een
infusieprofiel geselecteerd is. Selecteer AUTO of OFF (UIT)
(raadpleeg de GH voor gedetailleerde informatie).

SETTINGS (INSTELLINGEN)

Druk meerdere keren op MENU tot het menu SETTINGS/BUZ-


ZER VOLUME (INSTELLINGEN/ZOEMER VOLUME) wordt
weergegeven. Selecteer een alarmvolume, laag volume = 1,
hoog volume = 10. De instelling is tijdelijk.

Alarmen
Bij alarmen wordt de infusie altijd gestopt. Alarmmeldingen blijven aanwezig nadat het
alarmsignaal is stilgeschakeld (met de MENU-toets) en blijven op het scherm staan totdat het
alarm is bevestigd met de AFSLUITEN-toets. Als de gebruiker probeert de infusie voort te
zetten zonder het probleem te verhelpen, wordt het alarm opnieuw geactiveerd. Verhelp de
oorzaak van het alarm en start het infusieproces vervolgens opnieuw door op START/STOP
te drukken.

Vooralarmen
Vooralarmen stoppen de infusie niet. Vooralarmen hebben een lagere prioriteit dan alarmen. Het
geluidssignaal voor een vooralarm is nu een serie van 3 korte tonen/piepjes.

Kennisgevingen
Kennisgevingen stoppen de infusie niet. Kennisgevingen zijn meldingen die u helpen het apparaat te
bedienen en uw aandacht vestigen op mogelijke bedieningsfouten.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 113


Snelgids

Voorbeeld van een ALARM

Dit bericht geeft aan dat de spuit leeg is en dat het gewenste
therapievolume niet is bereikt.

Lijst met alarmen


Hier worden slechts een paar alarmen en vooralarmen getoond. Raadpleeg de GH voor een volledige
lijst met alarmen, vooralarmen en kennisgevingen.

OCCLUSION (OCCLUSIE) (aan patiëntzijde)

NO SYRINGE - INSERT SYRINGE (GEEN SPUIT - PLAATS SPUIT)

CHECK PISTON CLAMPS (CONTROLEER ZUIGERKLEM)

CHECK SYRINGE HOLDER (CONTROLEER SPUITHOUDER)

SYRINGE EMPTY (SPUIT LEEG)

DRIVE ARM HAS REACHED MECHANICAL LIMIT (AANDRIJFARM


HEEFT MECHANISCHE LIMIET BEREIKT)
INFUSION STOPPED DURING KEYLOCK (INFUSIE GESTOPT TIJDENS
TOETSSLOT)
PUMP UNUSED (POMP ONGEBRUIKT) (VOORALARM)
INFUSION ENDS SOON (INFUSIE BIJNA KLAAR) (VOORALARM)

LOW BATTERY (CONNECT PUMP TO MAINS) (ACCU BIJNA LEEG


(SLUIT POMP AAN OP NETSPANNING))

114 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Lijst met tabellen

Lijst met tabellen

Tabel 1 Symbolen........................................................................ 9
Tabel 2 Termen en afkortingen................................................... 10
Tabel 3 Alarmprioriteiten............................................................ 20
Tabel 4 Ondersteunde farmacokinetische modellen.................. 68
Tabel 5 Kennisgevingen............................................................. 98
Tabel 6 Emissies...................................................................... 104
Tabel 7 Immuniteit voor interferentie (alle componenten)........ 105
Tabel 8 Immuniteit voor interferentie
(levensondersteunende systemen).................................................. 106
Tabel 9 Aanbevolen afstanden
(levensondersteunende systemen).................................................. 107

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 115


Lijst met afbeeldingen

Lijst met afbeeldingen

Afbeelding 1 Vooraanzicht A616S InCare......................................... 3


Afbeelding 2 Achteraanzicht A616S InCare en A616S TCI............... 4
Afbeelding 3 Infusiepompen en docking station................................ 5
Afbeelding 4 Bedieningspaneel A616S InCare en display.............. 27
Afbeelding 5 Bedieningspaneel A616S TCI en display................... 27
Afbeelding 6 Label met korte instructies.......................................... 33
Afbeelding 7 Informatie op het TCI-scherm..................................... 72
Afbeelding 8 Bekijk de lopende TCI-infusie. ................................... 79
Afbeelding 9 Opstart- en trompetgrafieken bij 1 ml/h (1)............... 103
Afbeelding 10 Opstart- en trompetgrafieken bij 5 ml/h (2)............... 103

116 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Lijst met instructies

Lijst met instructies

Accu-onderhoud – hoe te handelen.................................................. 99


Alarm – hoe te handelen in geval van een alarm.............................. 90
Bolus – hoe bolusinformatie weer te geven...................................... 58
Bolus – hoe een automatische bolus in te stellen en te activeren.... 57
Bolus – hoe een handmatige bolus in te stellen................................ 56
Bolus – hoe een handmatige bolus te activeren............................... 56
Dosisberekening – hoe voor te bereiden.......................................... 61
Druklimiet – hoe tijdelijk te wijzigen................................................... 86
Geaccumuleerd volume – hoe te resetten........................................ 84
Geluidssignalen – hoe het volume te wijzigen.................................. 83
Infusie – hoe te beëindigen............................................................... 43
Infusie – hoe te wijzigen, resetten, terug te roepen voor
de start van de infusie....................................................................... 51
Infusieparameters – hoe te controleren............................................ 51
Infusieparameters – hoe te resetten................................................. 54
Infusieparameters – hoe terug te roepen.......................................... 55
Infusiesnelheid – hoe te specificeren................................................ 49
Infusiesnelheid – hoe te wijzigen tijdens een infusie........................ 52
Infusiesnelheid – hoe te wijzigen voor de start van een infusie........ 51
Ingebruikname – hoe het apparaat voor te bereiden op gebruik...... 42
Kennisgeving – hoe te handelen in geval van een kennisgeving...... 93
MedDB – hoe een geneesmiddelselectie te controleren.................. 61
MedDB – hoe te handelen bij het selecteren van
een geneesmiddel............................................................................. 60
Medicatie – hoe te selecteren........................................................... 64
Nachtmodus – hoe te activeren......................................................... 87
Nachtmodus – hoe te deactiveren..................................................... 88
Opslag en transport – hoe te handelen........................................... 101
Reiniging en desinfectie – hoe te handelen.................................... 101
Spuit – hoe automatisch te bevestigen............................................. 24
Spuit – hoe automatisch te selecteren.............................................. 24
Spuit – hoe handmatig te selecteren................................................. 23
Spuit – hoe te selecteren uit de lijst beschikbare spuiten................. 46
Spuit – hoe te verwisselen................................................................ 46
Stand-byalarm – hoe te wijzigen....................................................... 84
Systeeminformatie – hoe weer te geven............................................. 7
TCI – hoe de afnameconcentratie in te stellen.................................. 78
TCI – hoe de afnameconcentratie te bekijken................................... 80

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 117


Lijst met instructies

TCI – hoe de doelconcentratie te wijzigen........................................ 77


TCI – hoe de huidige status te bekijken ........................................... 79
TCI – hoe de inductietijd aan te passen in effect-modus.................. 77
TCI – hoe de inductietijd aan te passen in plasma-modus............... 76
TCI – hoe de infusiegeschiedenis te bekijken................................... 80
TCI – hoe de plasma- en locatie-concentratie te bekijken................ 79
TCI – hoe de spuit te verwisselen..................................................... 78
TCI – hoe een nieuwe infusie te starten............................................ 81
TCI – hoe in te stellen........................................................................ 74
Technische storing – hoe te handelen in geval van
een technische storing...................................................................... 89
Toedieningsset – hoe te ontluchten................................................... 44
Toetsslot – hoe te activeren............................................................... 82
Toetsslot – hoe te deactiveren.......................................................... 82
Totaal volume – hoe te wijzigen tijdens een infusie.......................... 53
Verzorging van het apparaat – hoe te handelen............................. 100
Volume en tijd – hoe te specificeren................................................. 50
Vooralarm – hoe te handelen in geval van een vooralarm................ 92

118 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst
3-wegklep Apparaat waarmee 2 infusies via een permanente veneuze
katheter tegelijkertijd aan de patiënt kunnen worden
toegediend, achter elkaar of afwisselend
A
A600S Spuitinfusiepomp (met 7-segments display)
A606S Spuitinfusiepomp (met monochroom display)
A616S Spuitinfusiepomp (met monochroom display)
A707V, A708V Volumetrische infusiepomp (met 7-segments display)
A717V/A718V Volumetrische infusiepomp (met monochroom display)
Afsluitkraan Apparaat waarmee twee infusies via een permanente
veneuze katheter tegelijkertijd, achter elkaar of afwisselend
aan de patiënt kunnen worden toegediend.
ARGUSservice Windows-gebaseerde servicesoftware voor configuratie en
onderhoud van CODAN infusiepompen.
ASA Hoogwaardig kunststof: betere chemische bestendigheid en
betere mechanische eigenschappen dan reguliere
kunststoffen.
Autoclaaf Afsluitbaar drukvat voor thermische behandeling van stoffen
onder overdruk
B
Balancering Functie op infusiepompen om het eerder geïnfuseerde
volume terug te zetten op nul zonder dat dit effect heeft op
het geaccumuleerd volume
Basis infusie Een eenvoudige infusie met snelheid, snelheid/volume,
snelheid/tijd en volume/tijd. Infusies die gerelateerd zijn aan
ARGUSmedDB (geneesmiddelenbibliotheek) behoren niet
tot de basistherapieën, bijv. TIVA, dosisberekening.
Bolus De toediening van een losse hoeveelheid medicatie of een
andere samenstelling om de concentratie ervan in het bloed
tot een adequaat niveau te verhogen.
Bolus – automatisch Toediening van een bolus met een gedefinieerd
infusievolume. U start een automatische bolus door eenmaal
op de BOLUS-toets (A616S) of START-toets (A717V/A718V)
te drukken.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 119


Verklarende woordenlijst

Bolus – fysiek Toediening van een bolus op een spuitpomp (A616S) door
de klem- en koppelingshendel van de spuit in te drukken en
de plunjer van de spuit handmatig in te drukken. In
tegenstelling tot een handmatige bolus, die wordt toegediend
door op de BOLUS-toets (A616S) of START-toets (A717V/
A718V) te drukken.
Bolus – handmatig Toediening van een bolus door op de BOLUS-toets (A616S)
of START-toets (A717V/A718V) te drukken tot het
bolusvolume is bereikt.
C
Collectief alarm Alarm met meerdere oorzaken/triggers.
D
Docking station Met de A300/A500/A600 P&M docking stations kunnen
CODAN infusiepompen compact worden gestapeld, voor
gebruiksgemak en ruimtebesparing. M-versies hebben
daarnaast een ingebouwde afstandsinterface om alle
geplaatste apparaten te verbinden met een PDMS of ZIS.
M docking station Het docking station kan communiceren met een verbinding
met een gebruikersnetwerk en zorgt voor stroomvoorziening.
P docking station Het docking station zorgt alleen voor stroomvoorziening.
Dosisberekening Berekening van de dosis voor de individuele patiënt, op
basis van het actieve bestanddeel van het geneesmiddel en
indien nodig op basis van het gewicht van de patiënt
Dosisinstelling Instellingen van de dosis voor elk geneesmiddel in de
geneesmiddelenbibliotheek
Dosislimieten Vooraf ingestelde bovenste en onderste drempelwaarden
voor elk geneesmiddel in de geneesmiddelenbibliotheek
Dosissnelheid De hoeveelheid van een therapeutisch middel die met
inachtneming van de concentratie per tijdseenheid wordt
toegediend; dosissnelheid = (dosis × 60 × lichaamsgewicht)/
concentratie; (dosis in mg/kg/min, 60 in min/h,
lichaamsgewicht in kg, concentratie van het therapeutisch
middel in mg/ml).
Drukbewaking Elektronisch systeem voor de nauwkeurige detectie,
registratie en bewaking van de drukgeschiedenis. Als
vervolgens drempelwaarden worden overschreden, kunnen
er corrigerende maatregelen worden getroffen.
Drukkalibratie Nauwkeurige meting voor de detectie en registratie in
hoeverre het apparaat van de standaardwaarden afwijkt. Bij
het verdere gebruik van de infusiepomp moet rekening
worden gehouden met de vastgestelde afwijking.

120 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Verklarende woordenlijst

E
Edge port Seriële poort in het midden en aan de achterzijde van het
apparaat. De edge port kan het apparaat via een USB-edge-
port-kabel of een seriële kabel met een docking station of
een pc verbinden.
Edge-port-kabel Interfacekabel tussen edge port en pc.
Elektrische veiligheid Het herkennen van, en de te nemen
voorzorgsmaatregelen tegen mogelijke gevaren met
betrekking tot de bediening van elektrische apparaten. Tot de
mogelijke gevaren kunnen elektrische schok, thermische
brandwonden, ontploffing en branden als gevolg van een
vlamboog behoren.
Elektromagnetische compatibiliteit EMC: als elektrische apparaten in
de interactie met hun omgeving geen interferentie
veroorzaken
EMC-beperkingen Voorwaarden voor het gebruik van de CODAN infusiepomp
in een elektromagnetische omgeving.
F
Fabrieksinstelling Instellingen door de fabrikant van de infusiepomp. Afhankelijk
of onafhankelijk van levering.
Firmware Software die in het apparaat is ingebed.
Flowsnelheid  Infusiesnelheid
G
Geaccumuleerd volume Totaal geïnfuseerd volume dat over meerdere
therapieën aan één patiënt is toegediend (functie op
infusiepompen)
Gebeurtenislog  Geschiedenislog
Gebruikershandleiding GH/gebruiksaanwijzing (GA)
Geluidssignaal Waarschuwingssignaal om uw aandacht te vestigen op
vooralarmen en alarmen
Geneesmiddelenbibliotheek MedDB: database met een selectie
geneesmiddelen.
Geneesmiddelhouder Geneesmiddelhouder, bijv. infusiezakken,
infusieflessen, infusieflacons en spuiten.
Geschiedenislog Automatisch geregistreerd protocol met gebeurtenissen
(acties)
H
Hard rails Gedefinieerd in de ARGUSmedDB (geneesmiddelenbiblio-
theek), vaste drempelwaarden voor de infusiesnelheid of het
maximale bolusvolume op het apparaat.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 121


Verklarende woordenlijst

I
Infusie volume – totaal Totaal volume van de infusie
Infusieduur – resterend Resterende tijd tot de infusie is voltooid
Infusieduur – totaal Totale duur van de infusie
Infusieduur – verstreken Tijd sinds de infusie is gestart
Infusiepomp  A600S, A606S, A616S, A707V/A708V en A717V/A718V.
Infusiesnelheid De snelheid waarmee een oplossing wordt toegediend in
ml/h.
Infusievolume – resterend Resterend volume tot de infusie is voltooid
Infusievolume – verstreken Volume sinds de infusie is gestart
Ingebruikname De eerste keer dat een CODAN infusiepomp wordt gebruikt
Intensive care Onderdeel van de verpleging met intensieve bewaking,
ondersteuning van de somatische functies van de patiënt.
IP-code De mate van bescherming van elektrische apparatuur tegen
binnendringen van vaste vreemde voorwerpen en water.
K
Keep Vein Open modus KVO-modus: Nadat de infusie is gestopt, geeft de
infusiepomp een minimale hoeveelheid vloeistof af om de
veneuze toegang open te houden.
Klantconfiguratie Klantspecifieke instellingen op het apparaat
Klemhendel Hendel om de zuiger van het apparaat vast/los te zetten.
Koppelingshendel Hendel om de koppeling van het apparaat vast/los te zetten.
L
Leveringspakket Accessoires en documenten die met het apparaat worden
meegeleverd
LUER-Lock-connector Gestandaardiseerd connectorsysteem voor medische
leidingsystemen, bijv. canules, spuiten, katheters,
3-wegkranen, infuusslangen.
M
Medicatiemanagement Database-ondersteund beheer van medicatie-
informatie
MRI-eenheid Magnetische Resonantie Imaging: beeldgevende methode
voor het weergeven van de weefselstructuur van het lichaam
N
Nachtmodus Een functie waarmee de helderheid van de
achtergrondverlichting en de LED's van het frontpaneel van
het apparaat automatisch wordt gedimd.

122 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Verklarende woordenlijst

O
Occlusie Verstopping, blokkering, geknikte infuusset
Occlusiedruklimiet Drempelwaarde vanaf welke er sprake is van occlusie
Onderhoudsfase TIVA: periode na het toedienen van de inductiesnelheid
waarin de patiënt de medicatie met de onderhoudssnelheid
krijgt toegediend.
Onderhoudssnelheid TIVA: na de inductiedosis worden de desbetreffende
infusiehoeveelheden voor elke patiënt aangepast.
Ontluchten Door het automatisch vullen van de infuusset wordt de lucht
uit de infuusset verwijderd, ook wel primen of vullen
genoemd.
Onveranderlijken Parameters die niet gewijzigd kunnen worden wanneer een
infusie loopt.
Operator Standaardterm die in IEC 60601-1-8 wordt gebruikt voor
degene die een pomp bedient, bijv. een verpleegkundige.
Het verdient aanbeveling deze term in alle documenten te
gebruiken.
Oproep verpleging Intern oproepsysteem van een ziekenhuis voor het
oproepen van het verpleegkundig personeel
Opslagtemperatuur Het aanbevolen temperatuurbereik voor de opslag van
voorwerpen en medicatie.
P
Patiënt Data Management Systeem PDMS: informatiesysteem binnen de
medische informatica.
Patiëntveiligheid Totaal van alle maatregelen om patiënten te beschermen
tegen vermijdbare schade met betrekking tot de medische
behandeling
Pomp – infusie Infusiepomp: doseerapparaat voor intraveneuze toediening
van infusies (medicatie). De fabrikant biedt infusiepompen in
2 varianten aan – spuitpompen en volumetrische pompen.
Pomp – spuit Spuitpomp: doseerapparaat voor intraveneuze toediening
van infusies (medicatie). Infusies kunnen nauwkeurig worden
gedoseerd; dit is essentieel voor langdurige behandelingen.
Hiervoor moet de concentratie van de therapeutische
middelen constant blijven.
Pomp – volumetrisch Volumetrische pomp: doseerapparaat voor
intraveneuze toediening van infusies (medicatie). De
volumetrische pomp zorgt voor een gelijkmatige stroming
met weinig pulsatie en variabel volume. Door het
slangvolume te comprimeren wordt een specifiek volume
infusievloeistof aan het infusiesysteem geleverd.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 123


Verklarende woordenlijst

R
Railbevestiging Mechanisme om het apparaat aan de muur te bevestigen
Rails  Hard rails/soft rails
Repository Opslag voor gegevens, het apparaat heeft 5 repository's:
klantconfiguratie, fabrieksconfiguratie, huidige configuratie,
statussen, onveranderlijken.
Restcapaciteit Resterende capaciteit van de accu tot deze leeg is
S
Serienummer S/N: nummer voor de eenduidige identificatie van een
apparaat, te vinden op het typeplaatje en in de FW.
Soft rails Wanneer ofwel het infusievolume ofwel de infusiesnelheid de
in de ARGUSmedDB (geneesmiddelenbibliotheek)
gedefinieerde waarden overschrijdt, dan volgt er een
waarschuwingsmelding om de gebruiker te informeren over
het mogelijke risico.
Software Programma dat gebruikt wordt op een computer, bijv.
ARGUSservice
Standaard veiligheidsinspectie SSC (Safety Standard Check): Om de
24 maanden of 10.000 gebruiksuren moet elk apparaat aan
basale veiligheidscontroles worden onderworpen. Ook moet
er een SSC worden uitgevoerd als er specifieke technische
omstandigheden optreden, bijv. technische fouten.
Standaard zorg Basisprocedures en mobilisatie op een ziekenhuisafdeling
zonder speciale therapie.
T
Target Controlled Infusion TCI: doelgerichte infusie van medicatie met behulp
van een infusiepomp. Het doel is om een bepaald effect (bijv.
afwezigheid van pijn) te bereiken en te handhaven via een
gedefinieerde plasmaspiegel.
Toedieningsset  Infuusset
Toegepast deel Onderdeel van medisch-elektrische apparatuur, inclusief de
route van de infusievloeistof, dat bij regulier gebruik in fysiek
contact met de patiënt komt om zijn functie te kunnen
uitvoeren. Voor CODAN ARGUS zijn dit de toedieningssets
en infusiepompen.
Toetsslot Een numerieke code kan worden ingevoerd om het
toetsenbord te vergrendelen voor alle menufuncties en
invoer.
Totaal volume Totaal te infuseren volume

124 14.589_D_UM_nl_A616S CODAN ARGUS AG


Verklarende woordenlijst

Totale IntraVeneuze Anesthesie TIVA: Een speciaal soort anesthesie waarbij


het verlies van bewustzijn en de afwezigheid van pijn
uitsluitend wordt veroorzaakt door intraveneuze injectie of
permanente infusie van slaap-inducerende medicatie of een
analgeticum.
Transportmodus In transportmodus, d.w.z. als deze AAN staat, is het
druppelalarm inactief om detectie van te veel druppels
vanwege trilling te voorkomen.
V
Veiligheidsaanwijzingen Productidentificatie om mensen, zaken of de
omgeving te beschermen tegen letsel en schade.
Veiligheidsaanwijzingen bevinden zich op de behuizing van
het apparaat en in de gebruikers- en servicehandleidingen.
Internationaal gestandaardiseerde gevarensymbolen worden
en moeten worden gebruikt.
Volume To Be Infused VTBI:  Totaal volume
Volumekalibratie Een nauwkeurige meting voor de detectie en registratie in
hoeverre de infusiepomp afwijkt van de normale waarde. Bij
het verdere gebruik van de infusiepomp moet rekening
worden gehouden met de vastgestelde afwijking.
Vooralarm Melding om aan te geven dat er een gebeurtenis aanstaande
is die actie vereist. De infusie wordt niet onderbroken.
Vrije stroming Onbedoelde stroming naar een patiënt via een infuusset die
niet gecontroleerd wordt door de infusiepomp, bijv. vanwege
de onbedoelde effecten van zwaartekracht/druk wanneer de
infuusset van de infusiepomp wordt verwijderd.
Z
Zelftest Test die automatisch wordt uitgevoerd wanneer u het
apparaat inschakelt en tijdens normaal gebruik.

CODAN ARGUS AG 14.589_D_UM_nl_A616S 125


CODAN wereldwijd
CODAN staat internationaal bekend als fabrikant en
leverancier van disposable medische transfersystemen.
Over de hele wereld werken meer dan 1500 werknemers
bij de bedrijven van CODAN.
De naam CODAN staat voor betrouwbaarheid, kwaliteit en
precisie, gebaseerd op de kennis en ervaring die in meer
dan 60 jaar onderzoek en ontwikkeling zijn opgedaan.
Productiefaciliteiten en verkoopondernemingen over de
hele wereld van het bedrijf zelf vormen een garantie voor
een efficiënte productie, een fijnmazig verkoopnetwerk en
een eersteklas service voor klanten in de
gezondheidszorgsector.

CODAN productassortiment
• Infuussets
• Transfusiesets
• Connectors voor verleng- en verdeelleidingen
• Infusie- en transfusieaccessoires
• Infusiefilters en filtersystemen
• Producten voor de neonatologie/pediatrie
• Opzuig-, voorbereidings- en toedieningssystemen
CODAN ondernemingen • CODAN CYTO®
• Chemoprotect® producten
CODAN Medizinische Geräte GmbH & Co KG Deutschland • Spuiten voor eenmalig gebruik
• Invasieve bloeddrukbewakingssystemen
CODAN pvb Critical Care GmbH · Deutschland
• Infusiepompen
CODAN pvb Medical GmbH · Deutschland • Andere CODAN producten
CODAN PORTUGAL, S.A. · Portugal
CODAN 11, S.A. · Portugal
CODAN US Corporation · California · USA
CODAN Inc. · California · USA
CODAN NORGE AS · Norge
CODAN TRIPLUS AB · Sverige
CODAN Limited · Great Britain
CODAN FRANCE Sarl · France
CODAN Medical AG · Schweiz
CODAN ARGUS AG · Schweiz
CODAN BV · Nederland
CODAN s.r.l. · Italia
CODAN Medical GmbH · Österreich
CODAN Medical ApS · Danmark
CODAN DEHA ApS · Danmark
14.589_D_UM_nl_A616S

Fabrikant
CODAN ARGUS AG
Oberneuhofstrasse 10 · 6340 Baar, Switzerland
Tel. +41 (0) 41 785 09 44 · Fax +41 (0) 41 785 09 40
www.codanargus.com
The decisive connection

You might also like