You are on page 1of 99
INSTRUCTION AND MAINTENANCE MANUAL SMIT BOLNES DIESEL ENGINE TYPE 300 HDK THC HOLLAND PARTS:& SERVICES BV Department SERVICE DIESELMOTOREN Tel: 31 — (0)78 — 6910443 Fax: 31 — (0)78 — 6910349 E-mail: sdm@ihcps.com PREFACE xcfepatias VOoRWOORD Deze handlelding heeft tot doel het personeel, dat bij de motor dienst doet, een algemene indruk te geven van het ontwerp, de konstruktie, de werking en het onderhoud van de ,.Smit-Bolnes” motor. ‘onderdeleniiist maakt het mogelljk snel van elk atzonderllik onderdeel het nummer te vinden. Het zal duldelljk zlia, det het binnen het kader van deze handleiding onmogellk is om alle handelinger ‘die moeten worden verricht, gedetallloerd op te sommen, reden waarom de verantwoording voor een eventueel onvoldoende behandeling bij de gebrulker zal biljven berusten. PREFACE ‘This manual serves the purpose of giving the personnel in charge of the engine a general impression of the design, the construction, the operation and maintenance of the ,,Smit-Bolnes” engin In the parts list the partnumber of every part of the engine can found. {tis obvious that within the scope of this manual it is not possible to sum up in detail all operations to be performed. ‘Therefore the responsibility for inadequate manipulation will rest with the user. VORWORT Mit dieser Druckschrift soll das Personal, das zur Bedienung des Motors angewiesen ist, allgemeino Kenntnisse der Konzeption, der Konstruktion, der Funktion und der Wartungs und Pfiegevorschritten des .Smit-Bolnes” Motors erhalten. in der Teilliste kann die Nummer jedes einzelnen Toils schnell und bequem gefunden werde Es Ist klar, dass Im Rahmen dieser Erlduterung unmdglich sdmtliche erforderlichen Arbeltsgange aut- gofiihrt werden kénnen. ‘Aus diesem Grunde wird der Benutzer auch weiterhin das Risiko eventueller Falschbe tragen haben. enung zu —————— INHOUD. CONTENTS: INHALTS VERZEICHNIS ijkste gegevens Main data Hauptdaten 2. Algemene beschrijving General description Allgemeinbeschreibung 3. Brandstof, smeerolie, koelwater Fuel, oil and cooling water Brennstoff, Schmierdl, Kuhlwasser 4, In bedrifstelling Putting into operation Inbetriebsetzung 5. Bulten bedrijstelling Putting out of operation ‘Ausser Betriebsotzung 6. Onderhoudsschema Maintenance scheme Wartungsschema 7. Storingen Troubles Stérungen 8 Ondorhoud en reparatie Maintenance and repair Wartung und Reparatur nN wen X biz/page/Seite 4 25 30 7 i t i i BELANGRUKE GEGEVENS » MAIN DATA HAUPTDATEN \7 ° BELANGRIJKSTE GEGEVENS Motornurmmer Motoriype Boring 300 mm Slag 550 mm Aantal cllinders ‘Omwentelingen per minuut Gontinu vermogen (vollast) EPK Bedieningsziide Links/rechts Omkeerbaar Ja/nee Draairiohting, gezien tegen viiegwielzijde Engine number Type of engine Bore Stroke Number of cylinders Rovolutions per minute Power (continuous rating) Manoeuver side Reversibility Direction of rotation looking at flywhee! Motornummer Motortyp Bohrung Hub Zylinder Zant Drehzahl U/min, Dauerleistung (vollast) Bedienungsseito Umstouerbar Drehrichtung, schwungradseitig gesehen MAIN DATA HAUPTDATEN Links om/rechtsom 300 mm 350 mm BHP. Lotv/right Yes/no ‘Counter-clockwise/clock 300 mm 550 mm Ps Links/rechts ) \ks/rechts Rechtsum/linksum ees 7 j Utvoerng rechts Krukes rachis uineembesr Bedloringestand recs Execution right handed orkahaft removable on the ght side Conta ‘Auafbrang recht ker hernsonsimboe Bectonungesot recs Unveerng rochts Kula rechis utnsembaar Bedieningustand recto Execution right handed rankabat removable on tho righ aide (Canto se ight handed ‘Ausfng rechts Bedlenungssete rests ight handed velwelareckse99 Untvoarng tks Kruias lnk utneembesr Bedioningostand inks Execoton let handed the lf ide Corral side lft hordes Auetoheung te KurbelweleInkeostig her be Unvoerng teks Kukea tke utnaambeer Bedieningestand lino Execution lt hended Crankahett removeble on ‘tohwung tks KurbetwelaUnksetig here ‘uenahmbar Bedlenungssot inks su BOER ns ‘ALGEMENE BESCHRUVING ox ‘GENERAL DESCRIPTION suiEsoaes ‘ALLGEMEINBESCHREIBUNG VF er 201. 201. 201. 2.02. 2.02. 2.02. Principe De Smit-Boines HDK motor is een enkelwerkende tweetakt kruishoofd dieselmotor met twoe- traps drukvutti De eerste trap is de door de uiltlaatgassen gedreven drukvulgroep, de tweede trap Is het als ‘spoelpomp ultgevoerde cilindrische kruishoofd, Na beide trappen wordt de lucht gekoeld. Principle ‘The Smit-Bolnes HDK engine is @ single-acting two-stroke crosshead diese! engine with two stage ‘air charging. ‘The first stage is the exhaust driven turbo charger, the second stage is the cylindrical cross- head used as a scavenging pump. After both stages the air is cooled. Prinzip Der Smit-Bolnes HDK Motor ist ein eintachwirkender Zweltakt-Kreuzkopt-Dieselmotor mit zweistufiger Ladung. Die erste Stufe is der von den Auspuffgasen gotriebene Turbolader, die 2weite Stufe ist der zylindrische und als SpOlpumpe wirkende Kreuzkopf. Nach beiden Stufen wird die Spdlluft gekihit, Konstruktie Het frame is geheet gelast ult hoogwaardige staalplaat en enkele gietstalen of smeedstalen delen. Het speciale ontwerp, waarblj de krukas zijdelings gemonteerd en gedemonteerd wordt, geeft een frame uit én stuk met grote stijtheld. De krukas is opgebouwd ult hoogwaardig smeedstalen krukstukken met aangesmede contr ‘gewichten, waarin de ashalzen zijn gekrompen. ‘Construction ‘The all- welded frame is made of high quality steel plate and some stee! castings and forgings. ‘The special design, in which the crankshaft is mounted and removed sideways, gives a one- piece frame of great rigidity. The crankshaft is built up from high grade forged steel crankwebs with forged on balance weights and shrunk-in crankpins. Bauart Das vallig geschweisste Gestell wird aus hochwertigen Stahiplatten hergestelit mit einzelnen Stahlguss- und Schmiedestiicken. Die Spezialkonstruktion, In der die Kurbelwelle seitlich montiert und ausgebaut wird, gibt ein Uungeteiltes Gestell, mit grosser Steifigkeit. Die Kurbelwelle ist aufgebeut aus Kurbelhdben aus gesenkgeschmiedetem Stahl mit ange- schmiedeten Gegengowichten und daarin geschrumpften Flaschwellen SSeS 0 DRUKVULLING oj} TURBOCHARGING surpoces AUFLADUNG 2.03. 2.08. 2.03. Fa 4 Drukvulling De door de drukvulgroep gecomprimeerde lucht wordt aangezogen door de kruishoofd-spoel- pompen in de neerwaartse slag. In de opwaartse slag wordt deze lucht verder samengeperst en in de receivertuimte gebracht. De lucht komt dan door de spoelpoorten in de cilinder, de verbrandingsgassen voor zich ult drijvend door de uitlaatklep. Door de tangentiale plaatsing van de spoelpoorten wordt de lucht In werveling gebracht voor ‘een betere menging van de ingespoten brandstot (zie fig. 4) Na de drukvulgroep en na de spoelpomp wordt de lucht gekoeld. Turbocharging ‘The air, compressed by the turbocharger, is sucked by the crosshead-scavenge pumps d jownward stroke. During the upward stroke this air is again compressed and delivered to the air receiver. The alr then enters the cylinder through the scavenge ports, driving out the combustion gas through the exhaust vaive. The scavenge ports, being placed tangentially, give the alr a whirling movement for better ‘mixing with the injected fuel (see fig. 4). ‘After the turbocharger and after the scavenge pump the air is cooled. Autladung Die vom Turbolader komprimierte Luft wird angesaugt von der Kreuzkopt-Spilpumpe. Die Luft wird dann weiter komprimiert und in den Spilluftraum zugefibrt. Die Luft kommt dann durch die SpUlschlousen in den Zylinder wo sie die Verbrennungsgase austreibt durch das Auslassventi Durch die Schragsteliung der Spilschlousen wird die Luft in Wirbelung gebracht zwecks einer besseren Mischung mit dem eingespritzten Kraftstoff (siehe Abb. 4). Die Luft wird nach dem Turbolader und nach der Spllpumpe gekihit, 1 i ! ' KOELSYSTEEM ‘COOLING SYSTEM KOHLSYSTEM eesaaaen | doe 5] we on cover { 3| | snesrmner ene) Sees } Tal rr ure > —_ ‘SEA WATER PUMP: OUTBOARD eet on zout koohwetorachoma Scheme of feeh and ses water cous Salzmasser- und Stsshthiwassereystem Schama 1 2.04, 2.04. 2.04. Koelsysteem De cilindervoering en de cilinderkop worden met zoetwater gekoeld. De inlaattemperatuur van het koelwater dient niet lager te ziin dan 68° C en de uitlaattem- peratuur niet hoger dan 85°C. De temperatuur wordt geregeld door de thermostat, die het Lit de motor Kemende koelwater zodanig verdeelt over kosler en omloopleiding dat de tempe- ratuur binnen nauwe grenzen constant wordt gehouden. Ter voorkoming van cavitatie moet de druk in het Koeiwatersysteom niet dalen beneden de dampspanning, die bij de watertempera- {uur behoort. Om dit te bereiken moeten de opvoerhoogten van de pomp en de leidingweer- stand aan elkaar aangepast zijn, terwijl de expansietank (die zo hoog mogelijk geplaatst dient te zijn) moet worden aangesloten aan de zulgzijde van de pomp (zie schema 1). Voor anti-corrosie toevoegingen, zie Hoofdstuk 8. Een afzonderljk zoutwatersysteem verzorgt de koeling van de spoellucht, het zootwater en de smeerolie. Cooling system The cylinderliner and the cylinderhead are fresh water cooled. The inlet temperature of the coolingwater must not be lower than 68° C and the outlet ‘temperature not higher than 85° C. The temperature is controlled by the thermostat, which distributes the water from the engine over the cooler and the by-pass in such a way that the ‘temperature is kept constant within a narrow range. In order to avoid cavitation the pressure in the coolingwater circuit must not fall below the vapour pressure corresponding to the water ‘temperature. To achieve this the delivery of the pump should be adapted to the pipe resistance, ‘whilst the expansion vessel (which should be placed as high as possible) shoud be connected to the circuit at the suction side of the pump (scheme 1). A separate saltwater circuit provides for the cooling of the charge air, the fresh cooling water and the lubricating oil. Kahisystem Die Zylinderblichsen und das Zylinderdeckel werden gekihit mittels Stisskihiwasser. Die Eintrttstemperatur des Kuhlwassers im Motor soll nicht unter 68° C liegen, dio Aust temperatur nicht Uber 85°C. Die Temperatur wird goregelt von einem Thermostat, der das austretende Kihiwasser derart vertelt auf Kuhler und Umlaufleitung, dass die Temperatur innerhalb engen Grenzen Konstant gehalten wird. Um Kavitation zu vermeiden dart der Druck im Kahlwasserkreistauf nicht unter die zur Wassertemperatur gehdrende Dampfspannung sinken. Um dies zu erreichen sollen die Auffihrhdhen der Pumpe und der Leitungswiderstand mit einander in Ubereinstimmung sein, wahrend das Expansionsgefiss (das so hoch wie maglich fanzuordnen ist) an der Saugseite der Pumpe an den Kreislauf anschliessen soll. (siche ‘Schema 1). FUr korrosionshemmende Zusatze, siehe Abschnitt 3. Ein separates Salzwasser- system versorgt die Kihlung von Ladelutt, Sisskihiwasser und Schmier6l —_—_—— see ry ‘SMERING - ZUIGERKOELING LUBRICATION - PISTON COOLING SCHMIERUNG - KOLBENKOHLUNG ® Sm 2.05. 2.05.4. 2.05.2. 2.08. 2.05.1 2.082. 2.08. 2.08.1 2.05.2. ——f]rresine res ave & TOTTTTTT am one 1 T ua ox Pe clachome ‘Scheme of Moreton ol ystem —_ Hauptechmiereystem Schema 2 ‘Smering ~ Zuigerkoeling Het hoofdsmeeroliesysteem zorgt voor de smering van: krukaslagers, drijstanglagers, kruishoofdlagers, kruishoofden, nokkenaslagers, tuimelaar- lagers, nokken en rolgelelders,top Klepstee! en veerschotel, en tevens voor de kooling van de zuigers. De oliedruk wordt geregeld door de drukregelklep. De hoofdverdest-leiding verdeelt de olle over de verschillende hoofdlagers en de aftakking naar de nokkenas. Via de krukas, drifstang, krulshootd en zulgorstang wordt de olie geleid naar de zuiger, en door de zuigerstang en het kruishoofd weer afgevoerd naar de krukkast. De zuigerkoeling Is oon z.n. shaker” kooling Het emeeroliefilter wordt direct voor de motor-entree geplaatst (zie schema 2). Het aan de motor aangebouwde smeertoestel verzorgt de cillindersmering en de smering van de klepgelelders. Elke cilinder heeft twee smeerpunten. De hoeveelheld van deze speciale smeerolle kan per smeerpunt worden gedoseerd. Benodigd is 0.6 - 08 gr/epkh voor cilindersmering. Voor het cilindersmeertoestel zelf raadplege mon de afzonderlijke beschrijving Lubrication - Piston cooling The main lubricating system provides for the lubrication of main bearings, crank pin bearings, crosshead bearings, erossheads, camshaft bearings, cams and roller guides, rocker arm bearings, valve stem tops and valve spring guide, and also for the piston cooling. The oll pressure is controlled by the overflow valve. The main line distributes the oll to the main bearings and the shunt line to the camshaft. ‘Through the crankshaft, connecting rod, crosshead and piston rod the oil is led to the piston ‘and through the piston rod and the crosshead it is discharged into the crankcase. The pistoncooling is a so-called “shaker” cooling, ‘The lubricating oil filter is placed directly before the engine oil inlet (scheme 2). ‘The central lubricator on the engine provides for the cylinder lubrication and the lubrication of the valve guides. The quantity of this special lubricating oil can be regulated per lubricating point. Every cylinder has two lubrication points. For cylinder lubrication 0,6 - 0,8 gr/epk/h is needed. For the lubricator: ‘see separate manual. Schmierung - Kolbenkihlung Das Hauptschmiersystem versorgt die Schmierung der Hauptlager, Pleuellager, Kreuzkopt- lager, Kreuzkdpfe, Nockenwellenlager, Nocken, Rollenfihrungen, Kipphebellager, Kopf der Ventilschacht, die Ventilfederfihrung, und weiter die Kolbenkihlung Der Oldruck kann goregelt werden mittels des Oberlautventis Die Hauptschmierdlleitung vertellt das Ol Uber die Hauptlager und die Abzweigung far die Nockenwello, Das O! wird dann durch die Kurbelwolle, Pleuelstange, Kreuzkopf und Kolben- sstange zum Kolben geleitet und fliesst wieder zurlick durch Kolbenstange und Kreuzkopf ins Kurbelgehduse. Die Kolbenkthlung ist eine sogenannte ,,Shaker” Kahlung Das Schmiaréifiter wird direkt vor dem Eintritt im Motor angebaut (siehe Schema 2). Der am Motor angebaute Zentraldler liefert das Schmierél fir die Zylinder und die Venti {Uhrungen. Die Menge Schmierél kann fir jede Schmierstelle separat eingestellt werden. Jede Zylinderbichse hat zwei Schmierstelen. Die Zylinderschmierung braucht 0,6 - 0,8 gramm pro PS pro Stunde. Fur den Zentraldler Ist dio soparate Beschreibung zu beachten, 3 SRANDSTOFSYSTEEM - OMKERING a ! FUEL SYSTEM » REVERSING scfm ee | BRENNSTOFFOYSTEM = UMSTEUERUNG OF o j ; chy mel Oo: Pe “fA { sara. 18 ! =e =E Aeaatscana oe enka mt radians voor setonlanbre mtr . Fe achone fo arbi es are tention capes Ne cram Naor sana Semele meen Mor Schone 9 208, Brandstoteysteem - Omkering De motor heot 66n brandsotpomp por clinder, dle de brandsiot naar de Géngats vertuver —) perst. De openingsdruk van de verstuiver is 230 kg/om#. Bij omkeerbare motoren perst de pomp de brandstof via een omkeerschuif nae wel naar een andere cllinder (zie schema 3 en 4), de eigen dan 2.06, Fuel system - Reversing ‘The engine has one pump per eylinder, which delivers the fuel to the one-hole injector. The ‘opening pressure of the injector is 230 kg/om*. In the case of reversible engines the pump delivers the fuel through a reversing slide valve either to its own cylinder or to another one (scheme 3 and 4). 2.08. _Brennstoffsystem - Umstouerung Der Motor hat eine Brennstoffpumpe pro Zylinder, die den Brennstoff zur Einlocheinspritzdise fordert, Der Offnungsdruck der Einspritzdise betrgt 230 kg/oms. ) Bol umsteuerbaren Motoren férdert die Pumpe den Brennstoff Uber einen Umsteverschieber tentweder zu seinen eigenen oder zu einen anderen Zylinder. (siehe Schema 3 und 4). a ‘ZWARE BRANDSTOF HEAVY FUEL, mf SCHWEROL 7 Www) Www SEPARATOR g | | Ts ~ ‘A. Vorwanmdo tank voor ongerenigde zware brandsit Duplex fiter ‘Schema 8 Heated tank for unclesned heavy fuel Duple titer Enhitzungoinetalatin for ungeoiigtsa Schwerst Doppeiter Brenntotiter B Verwandte tark voor gorainigde zwar brandetot FBrandstofopvoerpomp Heated tank for clean Beaty Foe! booster pump Eritzungsinaalation for Schwers 2afohrpumpe © Gavoltank (Gael take Beennstffooh rstofveneamer heater Erhtzungsnsaltion Brometetfpurpen 207. Zware brandstot Bi het gebruik van zware brandstot wordt deze via een reinigings- en verwarmingsinstallatie toegevoerd aan een ringleiding van waaruit de brandstofpompen aanzuigen. In deze ringleiding wordt 3-4 maal de benodigde hoeveelheid brandstof rondgepompt, ook door de brandstofpompen (zie schema 5). 2.07. Heavy fuel ing residual fuels the fuel is delivered through @ cleaning installation and a heater to a circulating circuit In this circuit 3 - 4 times the required quantity of fuel is circulating, also through the fuel pumps (scheme 5). 2.07. Schwer8l Wenn Schwerdl angewandt wird, wird dieses Uber eine Reinigungs- und Erhitzungsinstallation an einer Ringleitung zugefahrt. In dieser Ringleitung zirkuliert die 9 bis 4 fache Brennstoffmenge, auch durch die Brennstott- pumpen (siehe Schema 8). 5 NOKKENAS ‘CAMSHAFT. NOCKENWELLE 2.08. Nokkenas - Klophefmechanisme De nokkenas wordt via een rollenketting door de krukas aangedreven. Het kettingwiel, de brandstofnokken en de uitlaatnokken ziin op de gladde nok- konas bevestigd volgens het SKF system (le fig. 5). de nokken drijven via cilindrische rol- goleiders de brandstofpompen resp. de Litlaatkleppen. Het tuimelaarmechanisme op de cilinder- kop is in een gesioten huis ingebouwd. In dit huls is ook een echeiding gemaakt tus- sen de ruimte waarin de smeerolie van do tulmelaar terug loopt in de nokkenbak fen vandaar in het carter, on die waarin de smering van de klepgeleider on de langs de klopstee! lekkende uitlaatgassen terecht komen. Deze gassen kunnen in 2.08, MAINTENANCE SCHEME ira WARTUNGSSCHEMA 7 pale io 6.1, ledere wacht 6.1. Tap de verbruikte smeerolie uit de spoelluchtkasten af. ontinu aftap is mogeliik door de aftapkraan continu open te houden. 641.2. Controleer het ollepell in het cllindersmeertoestel en de goede werking ervan. ‘Automatisch vullen d.m.v. een hoger gelegen vultank met niveauschakelaar is mogelijk. 641.3. Reinig indien nodig en aanwezig de brandstoffters on brandstotreinigingsinstallatie (zware brandsto. ‘Automatisch werkende zelfreinigende filters en Installatie kunnen worden toegepast. 6.1. Every watch 6-11, Drain the excess lubricating oil from the air receiver boxes. Continuous drain is possible by keeping the drain cocks continuously slightly open. 6.1.2, Check the oil level in the cylinder lubricator and if itis functioning well The lubricator can be filled automatically by means of @ highly placed filing tank with levet switch. 613. Clean when necessary and present, the fuel filters and the fuel purifying equipment (heavy fuel) ‘Automatic self-cleaning filters and purifying equipment can be applied. 61. Jede Wache 6.1.1. Schmlerd! aus den SpilluttrAumen ablassen. Kontinu ablassen ist mdglich durch die Ablasshahne Kontinuierlich etwas offen zu halten. 6412, Den Olstand im Zentraléler und gute Wirkung kontrollieren. Der Oler kann automatisch voll gehalten werden durch Anwendung eines Fulltanks mit Stand- schalter. 6.1.3. Wenn notwendig und anwesend die Brennstofffitor und Brennstoftreinigungsantage (Schwerdl) reinigen. ‘Automatisch wirkende selbstteinigende Filter und Reinigungsanlagen kénnen angewandt werden, 62, Dagelliks 62.1. Tap het water uit de brandstofdagtank. 622 Controleer het peil in de smeerolieatiooptank. 623. Controleer het pell in de koelwater expansietank. 624. Conttoleer door de kijkglazen op het cllindordeksel of zich luchibellen in het koelwater bevinden. Dit kan duiden op: = Lekkage van de pakkingring onder het cilinderdeksel; = De mogelikheld dat ergens in het koolwatercircuit de druk lager is dan de stoomdruk. 625. Smeer alle draaipunten in het bedieningsmechanismo. 628. Controleer de beweegbaarheid van de omkeerschuifjes door de biokkeerpen weg te nemen ‘en do schuifjes te draaien. 62.7. Controleer de beweegbaarheld van de startkleppen door deze even in te drukken. Biijt een klep In open stand hangen dan kan deze d.my. het zeskant worden gedraaid. 628, _Relnig de compressoren van de drukvulgroepen d.m.v. het reinigingstankje. 629. Controleer de smeeroliefilters en reinig deze indien nodig. 62. Dally 62.1. Drain the water from the dally service fuel tank. 622. Check the level in the lubricating oll sump tank. 623. Check the level in the cooling water expan I. 624. Check the presence of bubbles in the fresh cooling water, by, looking through the looking lasses on top of the cylinder heads. These would indicate: = Leakage of the cylinder head gasket; = Somewhere in the cooling water circuit the pressure is lower than the steam pressure. 625. Lubricate all pivot joints in the control mechanism. 626. Check if the reversing slides can be moved by taking away the locking pin and turning the plungers by hand. 62.7. Check if the air starting valves are movable by pushing them in. If @ valve remains open, it ‘can be turned by moans of the hexagon on the stem, 628. Clean the compressors of the turbochargers by means of the cleaning tank. 629. Check the lubricating oll filters and clean them if necessary. ——— ee En onpentounssciena MANTENANGE SCHEME skeen WARTUNGS$CHEMA 7 62. Taglich 621. Wasser aus dem Brennstoffiagestank ablassen. 622. Den Stand im Schmierdlabflusstank kontrollieren, 623. Den Stand im Kihlwasserexpansionsgefass kontrollieren. 624. Die Anwesenheit von Blasen im Siisskihiwasser Uberprifen durch die Beobachtungsglaser auf den Zylinderdeokeln. Dios wirde bedeuten: = Leckage des Zylinderkopfdichtungsringes. = Der Druck irgendwo im Kihlwasserkreis ist niedriger als der Dampfdruck. 625. Alle Drehpunkte im Bedienungsmechanismus schmieren, 628. Die Beweglichkeit der Umsteuerschieber Uberpriifen durch wegnehmen der Blockierstifte und drohen der Schieber. 627. _ Die Beweglichkeit der Anlassventile Uberprifen durch kurzzeitiges Eindrucken. Wenn ein Ventit hangen bleibt kann es mittels des Sechkantes gedreht werden. 628, Die Kompressoren der Turbolader reinigen mit Hilfe des Reinigungstanks. 629. Schmieréifiter kontrollieren und wenn ndtig reinigen. 63. ledere 600 uur 63.1. Inspecteer de krukkast en de nokkenbak (zie 8.01) 63.2, Controleer de kiepspeling (1,2 mm bij koude motor). 633. _Reinig do spoolluchtruimte (zie 8.02). 634. Controleer de Klepjes van do spoolkleppen (zie 8.04). 63.5. _Ontkool en pers de verstuivers (230 ka/emn). De verstuiverhouders moeten worden ‘vastgezet met sleutel nr. 04:9505.05 (zie 8.07.10). 636. Controleer bi warme motor in vooruit- en achteruitpositie of de merkstrepen van de anker- schuiljes goed tegenover de streep in het inspectiegat staan. 63. Every 600 hours 63.1. Inspect the crankcase and the camshaft housing (see 8.01). 63.2. Check the valve clearance (1,2 mm with cold engine) 633. Clean the scavenge air receivers (see 8.02) 634. Check the plates of the scavenge air valves (see 8.04). 63.5. Decarbonize and press the injectors (230 kg/cm) The injector holders have to be tightened by means of wrench nr. 04.9505.05 (see 8.07.10). 63.6. Check with warm engine in forward and astern position if the marks on the reverse coordinate with the mark in the inspection hole, 63. Jede 600 Stunden 63.1. Kurbelgehduse und Nockenwellenkasten inspizieren (siehe 8.01). 63.2. Ventilspiet nachpriifen (1,2 mm bei kaltem Motor). 633. Spiillufrdume reinigen (siche 8.02). 63.4. Blattfedem der Spilluftventile prifen. 635. pritzdisen entkohlen und abstellen (230 kg/cm). Die Disenhalter sollen mit Hilfe des Schldssels Nr. 04,9505.05 angezogen werden (siehe 8.7.10) 63.6. Bol warmem Motor kontrollieren ob die Markierungsstriche in Vorwarts- und bei Rickwarte- stellung gegendber dem Strich im Beobachtungsloch stehen. | ‘ONDERHOUDSSCHEMA = MAINTENANCE SCHEME sufrpones WARTUNGSSCHEMA XY 64. tedere 6000 uur 64.1. Demonteer het cllinderdeksel en ontkool de verbrandingsruimte. Controleer de afdichtings- Vlakken (zie 8.07). 64.2. Demonteer en kontroleer de uitlaatkieppen. Gontroleer de Klepzittingen en de klepgeleiders (zie 8.07). 6.43. Demonteer en controleer de startkleppen (zie 8.07). 64.4. Demonteer de zuigers en de 2uigerveren en reinig deze. Controleer de maten van zuigerveergroeven, zuigerveren en cilindervoeringen (zie 8.12 en 8.19) 64.5. — Inspecteer de uitlaatgasreceiver. 64.8. Moet de krukasultsiagen (zie 8.05}. 6.47. Reinig, indien nodig de drukvulgroepen en luchtkoelers. 6.4.8. _Inspecteer de smeerolio- en koclwaterkoelers en reinig deze indlen nodig. 649. Controleer de brandstofpompen (zie afzonderllk voorschritt) = Bij toepassing van zware brandstoften (boven 100 sec - RWI) moeten de punten 1, 2 en 4 in overleg met de motortabrikant na een kortere periode worden uitgevoerd. 64, Every 6000 hours 64,1. Remove the cylinderheads and decarbonize the combustion chambers. Check the sealing surfaces (see 8.07). 642, Remove and check the outlet valves. Check the vaive seats and the valve guides (see 8.07). 643. Dismantie and check the starting air valves (see 8.07). 8.44. Remove the pistons and the piston rings and clean them. Check the width of piston ring grooves, piston rings and the diameter of the cylinder liners (600 8:12 and 8.13). 6.4.5. Inspect the exhaust gas receiver. 8.4.6. Check the crankshaft alignment (see 8.05). 64.7. Clean, if necessary, the turbochargers and air coolers. 648, Inspect the lubricating oll- and cooling water coolers and clean them If necessary. 849. Check the fuel pumps (see separate manual). = When using heavy fuel (above 100 sec RWI) the points 1, 2 and 4 have to be carried out more frequently in consult with the engine manufacturer. 64. Jede 6000 Stunden 64.1. Zylinderdeckel abnehmen und Verbrennungskammer entkohlen. Dichtflache kontrollieren (sieho 8.07). 642. Auslassventile ausbauen und kontrollieren. Ventilsitze und Ventifdhrungen kontrollieren (siehe 8.07). 643, Anlassventile ausbauen und kontrollieren (siehe 8.07). 84.4. — Kolben und Kolbenringe ausbauen und reinigen. Die Masse von Ringnuten, Kolbenringe und Zylinderblichsen nachprilfen (siehe 8.12 und 6.19). 645. Ausputtsammolieitung inspizioren. 648, _ Kurbelwelledurchbiegung nachmessen (siehe 8.05). 64.7. Wenn nétig Turbolader und Luftkihler reinigen. 6.48, Schmlorél- und Kuhlwasserkihler inspizieren und wenn ndtig reinigen. 649. Bronnstoffpumpen kontrollieren (siehe separate Vorschit) = Wenn auf Schwerdl (mehr als 100 sec RWI) gefahren wird, sollen dle Handlungen 1, 2 und 4 nach Oberlegung mit dem Motorfabrikanten mit kirzeren Zwischenzeiten ausgefilhrl werden. ONDERHOUDSSCHEMA ~ MAINTENANCE SCHEME sult WARTUNGSSCHEMA, VW 65, tedere 12000 uur 65.1. Demonteer een kruishoofd, controleer dit, en controler tevens de voering op slijtage (zie 8.06). 65.2. Demonteer de kruishootdpen en inspecteer de pen en de lagerbus (zie 8.06). 65.3. Demonteer en controler de hoofdaanzetklep (zie 8.~-), 65.4. Demonteer en controleer de aanzetluchtverdeler (zie 8.14) 6 Controteer en reinig het cilindersmeerapparaat. 65.8. Controleer het brandstofregelmechanisme en het omkeermechanisme (zie 8.10 en 8.11). Laat de regulateur door de fabrikant reinigen en testen, 65,7. Reinig de drukvulgroepen en de luchtkoelers. 658, Inspecteer de hoofdlagers, drijistanglagers, nokkenaslagers en tuimelaarlagers (zie 8.05, 8.01 en 8.07). 65. Every 12000 hours 65.1. Remove one crosshead and check it with its liner for wear (see 8.06). 65.2. Remove the crosshead pin and check the surfaces of pin and bearing liner (see 8.08). 65.3. _Dismantle and check the main starting valve (see 8.~) 654. Dismantle and check the starting air distributor (see 8.14). 655. Check and clean the cylinder lubricator, 65.8. Check the fuel regulating mechanism and the reversing mechanism (see 8.10 and 8.11). Let the governor be cleaned and tested by the manufacturer, 65.7. Clean the turbocharger and the air coolers. 65.8. Inspect the main bearings, connecting rod bearings, camshaft bearings and rockerarin bearings (see 8.05, 8.01 and 8.07). 65. Jede 12000 Stunden 65.1. Ein Kreuzkopf ausbauen, Kreuzkopf und Zylinderbichse auf Verschieiss nachmessen (siehe 8.08). 65.2. Kreuzkoptbolzen ausbauen, Bolzen und Lagerbiichse inspizieren (siehe 8.06). 653, Hauptanlassventil auseinander nehmen und priifen. (siehe 8.—). 65.4, Anlassluftverteiler auseinander nehmen und prfen. 655. Zylinderdler priifen und reinigen. 65.6. _ Brennstottregelgestnge und Umsteuergestange nachprifen (siehe 8.10 und 8.11). 657. Turbolader und Luftkihler reinigen. 658. Hauptlager, Pleuellager, Nockenwellenlager und Kipphebellager inspizieren (siehe 6.05, 8.01 und 8.07) STORINGEN TROUBLES: STORUNGEN ‘Oorzaak/Cause/Ursache a suitaous VF ‘Maatregelen/Measures/Massnahmen 7A. ‘Motor draait niet op startlucht. Engine does not run on starting air. Motor Hiuft nicht mit Anlassluft, 1. Tomwerk staat Ingeschakeld. Uitschaketen. Turning gear is engaged. Disengage. ‘Tomngerat Ist eingeschaltot. ‘Ausschalten, 2. Vang op asleiding staat vast. Controteren. Shaft locking device is engaged. Check. Sporre auf Wellenleitung. Kontrollieren. 3. Geen toevoer van startlucht. Stand van afslulters controleren. No starting air supply. Check position of vaives. Keine Zufuhr von Anlassluft. Stand der Vente kontrollioren. 4, Startluchtdruk to laag. Druk opvoeren tot boven 15 Kg/om*. Starting air pressure too low. Ralse pressure up to above 15 Kg/cm*. Anlassiuftdruck zu niedrig. Druck erhdhen bis oben 15 Kg/om*. 8. Hoofdaanzetklep opent niet. Demonteer toevoerleiding naar startluchtverdeler ‘en controleer of daaruit lucht stroomt, Indien niet, hoofdaanzetklep demonteren. Main starting valve does not open. Disconnect supply pipe to starting air distributor and check whether air is coming through. If not, dismantle the starting ar valve. Hauptantassventil otfnet nicht Luftleitung nach Antassluftverteiler losnehmen und nachprifen ob Luft darauskommt. Wenn nicht, Hauptantassventil demontieren. 6. Commandeerschuif of startklep aan Open alle indicateurkranen. Controleer bij 4 stan- cllinderkop zit vast. den van de krukas of er starilucht uitkomt. Indien niet, commandeerschuif of startkiep controleren. Control slide or starting valve is stuck. Open all indicator cocks. Check whether starting air is coming through in 4 positions of the crank- shaft. If not, check starting valve or contro slide. Stouerschiober oder Anlassver Alle Indikateurhahne 6ffnen. Oberprife bei 4 kklemmt, Positionen der Kurbelwelle ob Aniassiuft daraus kommt. Wenn nicht, Anlassventil oder Stouer- schieber berprifen, 7.2. Motor draait op startlucht, maar slaat niet ai Engine runs on starting alr, but falls to fire. Motor Kiuft mit Aniassiutt, springt aber nicht an. 1. Geen brandstot. Poll van dagtank en stand van afsiuiters contro- leren. No fuel. Check level in dally service tank and position of valves. Kein Brennstoft. ‘Stand im Tagestank und Stand der Ventile kon- trollieren, 2. Brandstoffiter verstopt. Filter schoonmaken. Fuel filter is clogged. Brennstottfiter verstopft. Clean fiter. Filter reinigen. a ) 'STORINGEN o~ ‘TROUBLES suitbonies \STORUNGEN WS (Oorzaak/Cause/Ursache ‘Maatregelen/Measures/Massnahmen 3. Lucht in het brandstofsysteem, Air in the fuel system. Luft im Brennstoffeystem. Brandstofpompen, verstuivers en Ieidingen ont luchten, De-aerate fuelpumps, injectors and pipes. Brennstoffpumpen, Disen und Leltungen entluften. 4. Water in het brandstofaysteem. Water in the fuel system. Wasser in Bronnstofsystem, Water uit dagtank tappen. Drain daily service tank. Wasser aus Tagestank ablassen. 5. Temperatuur van zware brandstof te lag. Temperature of heavy fuel too tow. Temperatur von Schwerdl zu niedrig. 6 Motor is te koud. Engine is too cold. Motor ist zu alt Brandstof tot voroiste tomperatuur opwarmen. Heat the fuel till the required temperature is, reached, Brennstoff aufwirmen bis aut die geforderte ‘Temperatur. Tijdens het starten de brandstofpompen met de hand op ,,vol” trokken. Machinokamer of koolwater verwarmen tot 20° ©. Draw the fuel pumps by hand to “full” during starting. Heat engine room or cooling water up 10 20°C. Beim starten die Brennstoffpumpen von Hand aut Noll” zichen. Maschinenraum oder Kahiwasser faufwarmen bis aut 20° C. 7. Brandstofpompen liven op nul” staan, Fuel pumps remain at zero" position. Brennstoffpumpen bleiben auf null” stehen. Regelas controleren. Check regulating shaft Regelwelle kontrollieren 8. Regulateur biijt op ,nul” staan. Governor stuck at "zero", Rogler bleibt auf ,null” stehen, Regulateurarm controleren, Check governor arm. Regulierhebel_kontroltioren. 8. Slechte compressie Too low compression Zu geringe Kompression. 7.3. Explosies in de cilinders tijdens het starten. the cylinders. Explosions during starting ‘Compressiedruk meten. Uitlaatkleppen controleren op lokkage. Zuigervereg controleren op vastzitten ‘Check exhaust valves for leakage. Check piston rings for sticking. Auslassventile prifen auf Leckage. Kolbenringe kontrollieren aut klemmen. Explostonen in den Zylindern wahrend des Startens. 4. Tandheugel_ van brandstofpompen klemt. Regulating rod of fuel pumps is sticking, Zahnstange der Brennstoffpumpen kommt, Regelas controleren. Check regulating shaft. Regelwelle kontrollieren. | STORINGEN c tmousiss fen STORUNGEN i Oorzaak/Cause/Ureache Maatregelen/Measures/Massnahmen 2. Een of meer brandstofpompen werken niet of onregelmatig. ‘One of more fuel pumps are working itregularly or not at all. Eine oder mehrere Brennstoffpumpen arbeiten nicht oder unregelmassig. 7.4, Motor draait onregelmatig. Engine runs irregularly. Motor léuft unregelmassig. 1. Brandstoftoevoer belemmerd Fuel supply hampered. Brennstoffzufuhr gehindert. 2 Brandstoffilter is vull Fuel filter choked, Brennstoftiter verschmutzt, 3. Inferioure brandstof. Fuol of inferior quality. Minderwertiger Brennstot 4 Regelmeohanisme draait te zwar. Controimechanism sticking, Regelmechanismus droht schwer. 5. Regulateur niet goed afgestela. Wrong adjustment of governor. Regier nicht richtig eingestellt,_ 6. Brandstofpompplunjers bliiven hangen. Fue! pump plungers stick Brennstoffpumpenkolben bleiben angen. 7. Verstuivernaalden blijven angen. Injector needles stick Dasennadein bleiben hangen. 8. Regulateur gaat zwaar. Governor sticks. Rogler arbeitet schwer. Controle ontstekng door vitrekken van rege! O stang per pomp. Check firing by pulling the fuel racks of the pumps. Entzindung kontrollieren mittels Auszichen der Zahnstangen. ‘Stand van afsluiters controleren. Check position of valves. Stand der Ventile kontrolligren. Brandstoffiter schoonmaken. Clean fuel fiter. ° Brennstottfter relnigen. Brandstofmonster nemen. Dagtank controleren op water. Take a sample of the fuel. Inspect daily tank for water. Brennstoffprobe nehmen. Tagestank auf Wasser kontrollieren. Regelas en tandheugel van brandstofpompen controleren. Check control shaft and regulating rod of fuel pumps. Rogelwelle und Zahnstange der Brennstoffpumpen. kontrollieren, ‘Afsellen volgens afzonderlik voorschrit. ) ‘Adjust according to soparate instruction. Einstolion gomass separater Vorschrift. ‘Ontluchtingsschroef iets loszetten en nagaan of cer brandstof uitkomt. Loosen de-aerate screw and see if fuel comes. through. Entldftungsschraube etwas auflésen und Brenn- stoffdurchlass_prifen, Verstuivers testen. Tost Injectors. Dusen prifen Rogulateur Inwondig controloron, Check inside of governor. Rgler innen kontrollieren. 36 i i STORINGEN =~ om TROUBLES: cao ‘STORUNGEN YF | orzaak/Cause/Ursache Maatregelen/Measures/Massnahmen ' © 75. swohteverbrandng- Rokondo ult Bad combustion « Sinke rom exhaust Echochte Verbremung« avchender Atsput 4. Lekkage van spoellucht, Controleer de spoeldruk Indien te laag, controleer alle deksels van spoel- luchtkasten en spoelkleppen op lekkage. Leakage of scavenging ait Check the scavenging pressure. When too low, check all covers of scavenging air receivers and scavenging air valves on leakage. Lockage von Spalut Spaldruck kontoliren, i Wenn zu niedrig, ale Deckel der Spatutbenatter und Spdventilberprifen aut Leckage. 2. Drukvulgroep vervull. Controleer de druk direkt na de drukvulgroep. Indien te taag, drukvulgroep reinigen. Turbocharger dirty. Check the air pressure directly after the turbo- 9 charge ] 4 When too low, clean the turbocharger. i i i Turbolader verschmutzt Luftdruck direkt hinter dem Turbolader kontrol lieren, Wenn zu niedrig, Turbolader reinigen. 2 3, Motor Is overbelast. Uitlaattemperaturen, spoeldruk en _regelstand brandstofpompen opnemen en vergelijken met de proefstandgegevens, Engine is overloaded. ‘Take exhaust gas temperatures, scavening Pressure and position of fuel racks and compare with test bed data, Motor ist Uberbeansprucht, ‘Auspufftemperaturen, Spildruck und Regelstand der Brennstoffpumpen ablesen und vergleichen mit Probestanddaten, 4. Zware brandstof te koud. Juiste temperatuur instelien Heavy fue! too cold Adjust right temperature. Schwerdl zu kelt. Richtige Temperatur einstellen, 5. Verstuivers in slechte condi, Verstuivers testen en afstellen. - Injectors in bad condition. Test and adjust injectors. Einspritzddson nicht eindwandtre Disen prifen und einstellen 8. Brandstofpompen onjulst afgesteld, Vergelik bij vollast de uitlaatgastemperaturen en de stand van de brandstofregelstangen met de proefstandgegevens. : Controleer het inspuitmoment. Indien nodig afstelling corrigeren. Incorrect adjustment of fuel pumps. Compare (at full load) the exhaust gas tempera- tures and position of fuel pump racks with those ‘on the test bed. Check the moment of injection. Adjust when necessary. ) Brennstoffpumpen nicht richtig einge- Bei Volibelasting die Ausputftemperature und den’ stelt Stand der Zahnstange der Brennstoffpumpen mit den Probestanddaten vergleichen. Der Einspritz- moment kontrollieren. Wenn ndtig neu einstelle oF STORINGEN TROUBLES 'STORUNGEN ae ‘Oorzaak/Cause/Ursache 7. Uitlaatklep slult niet goed. Zuigerveren zitten vast. Exhaust valve does not shut properly Piston rings are sticking. Ablassventil schiiest nicht gut. Kolbenringe klemmen. 7.8. Motor vertraagt. Engine speed reduces. Motordrehzahl sinkt ab. 1. Belasting boven 100%. Load more than 100% Belastung ber 100%. egelen/Measures/Massnahmen Compressiedruk meten. Indien te laag, afstelling ‘en conditle van ultlaatklop controleren en zuiger vveren controleren op vastzitten. ‘Measure compression pressure. If too low, check: adjustment and condition of exhaust valve and ‘check piston rings. Kompressionsdruck messen. Wenn zu_niedrig, Einstellung und Zustand von Auslassventil prifen und Kolbenringe kontrollieren. Tot bepaald toerental toelaatbaar. Permissible down to certain speed. Bis einer gewissen Drehzahl zuléssig. 2 Regulateur voigt gewizigde belasting niet. Governor does not follow load variations, Rogler reaglert nicht auf Anderung der Belastung. Werking van regulateur controleren. Indien ,vol brandstof” motor stoppen (zie 3). Check out proper functioning of governor. When "full fuel” stop engine (see 3) Gute Wirkung des Reglers prifen. Wenn voll Brennstoff” Motor abstellen. (siehe 3). 8. Motor loopt zwaar door vretende drijf= werkonderdelen. (zie 7.7). Engine is running heavily. Motor lduft schwer durch fressende Triobwerksteile. Rlegulateur geeft max. brandstof. MOTOR DIREKT STOPPEN. Smeeroliedruk en koelwatertemperatuur contro- leren. Cllinders en spoelpompellinders nakijken op beschadigingen. Cilindersmering controleren, Governor is giving max. fuel, STOP ENGINE IMMEDIATELY. Check lub. oll pressure and cooling water temperature. Check cylinder liners and scavenge pump liners on defects. Check cylinder lubrication, Regler gibt max. Brennstott. MOTOR SOFORT AB- STELLEN, Schmieréldruck und KUhlwassertemperatur_kon- trollieren. Zylinderbiichse und Spulpumpenzylinder ‘auf Beschadigungen kontrollieren. Zylinder- ‘schmierung kontrollieren. 7.7. Warmlopen. Running hot. Heislaufen 1. Onvoldoende smeerolie, druk te laag. Too little lub. oil, too low pressure. Zu wonig Schmiorél, Druck zu niedrig. Controleer smeerolledruk, aandrijving van over- stortklep, afloop uit het carter on zulgleiding, Check pressure, pump drive functioning of over flow valve, overflow from crankcase and suction line. Kontrolliere Schmieréldruck, Pumpenantrieb, Wir- kung des Uberlautventiis, Ablauf vom Kurbelge- hduse und Saugleitung, 8 ‘STORINGEN ~ ‘TROUBLES. outs ‘STORUNGEN OS orzaak/Cause/Ursache Maatregelen/Measures/Massnahmen. 2. Smeeroliesysteeni functioneert niet goed. Lubricating system defective. Schmiersystem nicht in Ordnung, Controleer olieafloop uit alle smeerpunten. Lagers controleren op overmatige speling. Check oll flow from all lubricating points. Check bearings for too much clearance. Olablaut aus allen Schmierpunkten kontrollieren. Lager kontrollieren ob dbermassiges Spiel. 3. Smeerolie inferiour. Lubricating oll of bad quality. Schmierdiqualitat schlecht. ‘Smeerollemonster nomen. Controleer aanwezigheid van water of vull, lek- kage in smeeroliekoeler, beschadiging van smeor- oliefiter. ‘Take sample. Check presence of water or dirt leakage in tubri- ‘eating oil filter. ‘Schmierdlprobe nehmen. Kontrolliere Anwesenheit von Wasser oder ‘Schmutz, Leckage im SchmierdIkihler, Beschadi ‘ung der Schmierdifilter. 4. Cilindersmeerapparaat werkt niet. Gylinderlubricator defective. Zylinderschmieranlage arbeitet nicht. ‘Aandriving en toevoer naar de cilinders contro- leren. heck drive and oll supply to the cylinders. Antrieb und Olzufuhr zu den Zylindern kontrollie- 7.8. -Koelwater te warm. Cooling water too warm. Kuhlwasser zu helss. 1. Thermostaat werkt niet. Thermostat not functioning. Thermostat funktioniert nicht, ‘Thermostat controleren, Check thermostat. Thermostat prifen 2. Lucht in koelwater. Air in cooling water. Luft Im Kahiwas Te constateren door kijkglas op cilinderkop. Pomp en zuigleiding op lekkage controleren. To be seen through looking glass In cylinderhead. Check pump and suction line for leakage. Zu sehen durch Schauglas auf Zylinderkopf. Pumpe und Saugieitung kontrollieren auf Leckage. 38. Verstopping. Blocking. Verstopfung, Controleer waterkanalen in cilindervoering en cl- linderkop. Check passages in cylinderliner and cylinderhead. Wasserkandle in Zylinderbchse und Zylinderkopt kontroliieren, 4. Goon koelwater toevoer. No cooling water supply. Keine Kihiwasserzufuhr. Controleer Koelwaterdruk, pompaandi stand van atsluiters. ingen en Chock cooling water pressure, pump drive and position of vaives. Kontrolliere Kuhlwasserdruck, Pumpenantrieb und Stand der Ventile, 3 ‘STORINGEN ‘TROUBLES ‘STORUNGEN ‘Oorzaak/Caise/Ursache ® Maatregelen/Measures/Massnahmen 5. Geen zoutkoelwater. No salt cooling water. Kein Salzkahiwasser. Controleer druk en pompaandrijving. Controleer i inlaatkast, filter en pomphuis op verstopping. Check pressure and pump drive. Check inlet : chest, filter and pump casing on blocking zs Kontrolliere Druck und Pumpenantrieb. Kontrol- ligre Einlassgehause, Filter und Pumpengehéuse S aut Verstopfung, 6. Koeler vervulld. Cooler dirty. Kihler verschmutzt. Controleer in- en kooler. itlaattemperaturen. Reinig de Check in- and outlet temperatures. Clean cooler. Kontrolliere Ein- und Auslasstemperaturen. Kihler reinigen 7. Pell in expansietank te lag Level in expansion vessel too low. ‘Niveau im Expansionsgefiss zu niedrig. Pail controleren en indien nodig water bijvullen. j heck level and supply water when necessary. °e iveau Kontrollieren und wenn nétig Wasser bei- 7.9. Motor stopt plotseling. Engine stops suddenly. Motor stellt sich pldtzich ab. 1. Beveiliging heeft ingegrepen. Safety device in action. Oberwachung hat eingegritfen. Oorzaak opsporen en verhelpen. Trace the cause and remedy. Ursache aufspiren und abhelten. : 2. Geen brandstoftoevoer. No fuel supply. Keine Brennstotfzutuhr. Peilgias, snelafstuiter en filter kontroleren. Check gauge glass, quick stop valve and filter. Schauglas, Schneliverschluss und Filter pritfen. 8. Brandstof bevat veel water. Fuel contains much water. Brennstoff enthait viel Wasser. Dagtank aftappen. > Drain daily service tank. Tagostank ablasson. 4, Brandstofpompen op nul. Fuel pumps In zero position. Bronnstoffpumpen aut Null. Regelas en verbinding met regulateur controleren. ‘Check regulating shaft and connection with gover- Regelwelle und Verbindung mit dem Reger kon- trollieren, 5. Nokkenas draait niet meer. Camshaft not tuning. Nockenwelle dreht nicht Kettingaandrilving controleren. Check chaindrive, Kettenantrieb kontrollieren, . 6. Warmlopers. Parts running hot. Heisegelaufene Tolle Drijfwerken controleren. Check moving parts. Triebwerk kontrollieren. a STOHINGEN ojé ‘TROUBLES: okaaies ‘STORUNGEN a Oorzaak/Cause/Ursache ‘Maatregelen/Measures/Massnahmen 7. Schroef of pomp vastgelopen. Propeller or pump choked. Sohraube oder Pumpe festgelauten, 7.10, Zware stoten in de motor - Onmiddellik stoppen. Heavy shocks in the engin ~ Stop Immediately. Schwere Schlage im Motor - Sofort abstelien. 1. Klep_gebroken, Broken valve. Venti! gebrochen controleren. Check. Kontrollieren, 2. Zuiger zit los. Piston loose. Kolben lose. Boutverbinding controleren via inspectiedeksel. Check bolts through pection cover. Bolzenverbindung kontrollieren durch Beobach- {angsdeckel. 8. Inspuiting veel te vroeg. Injection much too early. Einspritzung viel zu fri Inspuitmoment bepalen en brandstofpompen na- stellen. Measure start of injection and adjust fuel pumps. ‘Anfang der Einspritzung messen und Pumpen nachstellen. 7.11. Motor wil niet manoeuvreren, Engine can not be manoouvred. Motor nicht zu mandvrieren. 1. Manoeuvreerwie! zit vast. Menoeuvring wheel has stuck. Manévrlerrad fest. Koppel de verbindingsstang in de omkeerbewe- ging los en controleer of de omkeerschuiven be- ‘weegbaar zijn. Indien niet, schuifjes gangbaar maken. Disconnect the reversing mechanism and check if the reverse slides are movable. If not, make slides movable. Zwischenstange der Umsteuerbewegung abkop- peln und prifen ob die Schieber sich bewegen lassen. Wenn nicht, Schieber beweglich machen. 2. Schuifbus in startluchtverdeler zit vast. Sliding bush in starting airdistributor has stuck. Schieberbiichse im Anlassluft verteiler fest. Frontdeksel van startluchtverdeler afnemen en schulfbus controleren. Romovo frontcover of starting air distributor and check sliding bush. Frontdeckel vom Anlassluftverteiler abnehmen und Buchse kontrollieren. a TRILLINGDEMPER zx IBRATION DAMPER suinponies: DREHSCHWINGUNGSDAMPFER X Ne Viskeuze triltingdemper Indien een installatio is voorzien van een trilingdemper is het noodzakelijk om bij ca. 90.000 bedrijfsuren een oliemonster uit de demper te laten onderzoeken door de dempertabrikant of zoveel eerder Wanner vermoed wordt dat de demper niet goed functioneert. Uit het onderzoek kan worden bepaald of de demper moet worden overhaald. Viscous vibration damper It an installation is provided with @ vibration damper it is necessary to have inspected an cll sample from the damper by the manufacturer after about 30.000 working hours or earlier if the behaviour of the installation due to a damper fault is suspected The result may lead to @ damper overhaul Viskositate-Drehschwingungsdimpfer Wenn ein Dampfer montiert ist Ist es notwendig um nach etwa 30.000 Betriebsstunden in Oclmuster nehmen zu lassen durch den Hersteller oder eher wenn eine falsche Wirkung des Dampfers geahnt wird. Hieraus kann erfolgen dass der O&mpfor rekonditioniert werden muss. ‘ONDERHOUD EN REPARATIE oN MAINTENANCE AND REPAIR suit aaries WARTUNG UND REPARATUR Go oO biz INHOUDSOPGAVE —801_Krukkast en nokkenbak 44 8.02 Spoelluchtkasten 46 803 Zuigerstangafdichting 46 8.04 Spoelkleppen 46 8.05 Lagers - krukas 50 808 Krulshoofd - spoelzuiger 88 807. Cilinderkop 6 8.08 Verstuiver met houder 74 8.09 Brandstofpomp 76 810 Brandstofregelmechanisme 80 8.11 Omkeermechanisme 22 812 Zulger 84 8.13 Cllindervoering 20 8.14 Startluchtverdeler en startkleppen 92 0 8.18 Secundaire luchtkoelers 96 page TABLE OF CONTENTS 801 Crankcase and camshattease 44 8.02 Scavenging air receivers 48 8.03. Piston rod sealing 48 8.04 Scavenging valves 43 8.05 Bearings and crankshaft 50 8.08 Crosshead - scavenging piston 60 807 Cylinderhead oa 8.08. Injector and injector holder 7 8.09 Fuel pump B 8.10 Fuel regulating mechanism 80 8.1 Reversing mechanism 82 842 Piston on 813 Cylinderliner 90 8.14 Starting air distributor and starting valves 94 8.15 Secondary aircoolers 96 Seite INHALTVERZEICHNIS 801 Kurbelraum und Nockenwellenkasten 46 802 Spillurtkasten 48 803 Kolbenstangenabdichtung 4B 8.04 Spllventile 48 8.05 Lager und Kurbelwelle 52 806 Kreuzkopt - Spiilkolben 6 807 Zylinderkopt 66 8,08 Einspritzdiise mit Dusenhalter 76 8.09 Brennstof{pumpe 78 8.10 Brennstoftregelmechanismus 80 8.11 Umstouermachanismus 82 812 Kolben 86 8.13. Zylinderiautbachss 92 8:14 Anlassluftverteller und Aniassventile 4 8.15 Sekundare Luttkahler 96 él | | | i i | q | i ' ONDERHOUD EN REPARATIE rx MAINTENANCE AND REPAIR suinponres WARTUNG UND REPARATUR VF a7vVTCC aot 801.01. 01.02. 8.01.03. 8.01.04. 8.01.05, 8.01.06. 8.01.07. 8.01.08. 80. 801.01, 8.01.02. 8.01.08. 8.01.04. 8.01.06. 8.01.06. 8.0107. 8.01.08. ONDERHOUD EN REPARATIE MAINTENANCE AND REPAIR WARTUNG UND REPARATUR Krukkast en Nokkenbak Demonteer de krukkastdeksels en inspecteer de krukkast op vuil en metaaldelen. Krukkast 20 nodig reinigen met poetslappen. Gebrulk nooit poetskatoen. Controleer de binnenzijde van de spoelpompvoeringen en de bout- het kruishoofdlager (borgingen). Controleer de nokkenaskelting: schalmen, Klinkschalm, vrijloop en voorspanning. De voor- spanning moet ca 70 mm bedragen (zie fig. 1-1.) Controleer de volgende boutverbindinger ‘Spoelpompvoering aan frame Kottingwielen met krukas Explosiedeksols op krukkastdeksels, ‘Trekanker in frame Drijfstangbouten Drukbout hoofdlagerkap. Demonteer alle nokkanbakdeksels en Inspecteer de nokkenbak op vuil en metaaldelen. Zo- rnodig rainigen met poetslappen. Gontroleer de nokken en rollen op beschadigingen. Controleer alle boutverbindingen en hun borgingen. Controleer in krukkast en nokkenbak of alle smeerpunten olie krijgen. n moerverbindingen van oo eens Crankease and Camshaftcase Remove the crankcase covers and check on dirt and metal particles. If necessary clean ‘crankcase with cleaning cloth. Never use cotton waste. Inspect the inside surface. of the scavenging pump cylinders and the bolt connections of the ‘crosshead bearing (securings). Inspect the camshaft drive chain: links, riveted link, clearance and tension. The tension must bbe about 70 mm (s80 fig 1.1 Check the following bolt connections: Seavenging pumps cylinder to casing Chain wheels to crankshaft Explosion relief valves to crankcase covers Tensioning bolt in frame Connecting rod bolts (big end bearing) Bolt on main bearing cap. Flemove the camshattcase covers and Inspect the case for dirt and metal particles. It necessary clean with cleaning cloth. Inspect cams and rollers on possible damage. Check the bolt connections (securings). ‘Check in crankcase and camshattcase if all lubricating points are supplied with ee 9 Oo ONDERHOUD EN REPARATIE (MAINTENANCE AND REPAIR WARTUNG UND REPARATUR. ® Fig. 14 ‘ONDERHOUD EN REPARATIE MAINTENANCE AND REPAIR sa WARTUNG UND REPARATUR D eI El 4 NI 8.01. Kurbelraum und Nockenwellenkasten 8.01.01. Nimm dio Kurbelraumdeckel ab und kontrolliere den Kurbelraum auf Schmutz und Metalltello, Wenn ndtig den Kurbelraum mit Putzlappen sauber machen. Keine Putzwolle beniitzen. 8.01.02. innenseite der Spilpumpen-Laufbichsen und die Bolzenverbindungen des Kreuzkopflagers (Sicherung) kontrollieren. 8.01.03. Antriebskette der Nockenwelle kontrollieren (sich Abb. 1-1.) 8.01.04. Folgende Bolzenverbindungen kontrolieren: 41. Spilpumpenlaufbichsen am Gestel! 2. Kettenréidor an der Kurbelwelle 3. Explosionsdeckel auf die Kurbelraumdeckel 4, Zugbolzen im Gestell 6, Plevelstange 6. Hauptlagerdruckbolzen. 1.01.05. Nimm die Deckel der Nockenwellenkasten ab und kontrolliere den Raum auf Schmutz und Metallteile. Wenn nétig sauber machen mit Putzlappen, 8.01.06. Nocken und Rollen kontrollieren auf Beschadigungen. 8.01.07. Kontrolliere alle Bolzenverbindungen und ihre Sicherungen, 8.0108. Oberpriife ob alle Schmierstellen im Kurbelraum und in den Nockenwellenkasten von Ol ver- sehen werden. 8,02. Spoelluchtkasten 8.02.01. Demonteer de deksels en verwilder het grove vull met een schraper. Reinig de ruimtes verder met postslappen en eventueel met gasolie, Vooral de zuigerstangafdichting en omgeving dienen schoon te zijn. 8.02.02. Controleer de aftapleidingen en blaas deze zonodig door met werklucht. 8.02.03. Relnig de spoeipoorten en de smecroliegroeven in de cilindervoering. 102.04. Controleer door draaien aan het emeerapparaat of de cillnders smeerolie krijgen. 8.3. | Zulgerstangafdichting Fig. 3.1. £80301. Controle de boutverindingen. 8.0802, Na demontage to contolren: 1 Ot de rngen bream) zn Stine or ae ringer, Tecgostao stage Is 0.5 mm op de itt on 02 mm op de hooate van do ringen. a. Siftage van not hus. De hoogte van de kamer mag max. 262 mm 2 4.0000, Bi montage ef op letter, dat de schraapkant van de ringon naar boven is gericht 8.04. Spoelkleppen 8.04.01. De sposlkleppen dienon te worden gecontroleerd op: = goed slulten van de plaatkleppen = eventuele beschadiging van de plaatkleppen = bevestiging en pakkingen. 8.04.02. Bij montage van de plaatkleppen in de klep dient de holle zijde (gemerkt) naar de viakke kant van het tussenstuk gericht te zijn. oe ‘ONDERHOUD EN REPARATIE MAINTENANCE AND REPAIR WARTUNG UND REPARATUR, Fig. 14 | wins Fig 34 a ‘ONDERHOUD EN REPARATIE MAINTENANCE AND REPAIR. WARTUNG UND REPARATUR , ® 8.02, 8.0201 8.02.02. 8.02.08. 8.02.04. 8.03. 0301. 8.03.02. 8.03.08. 8.04. 0401. 8.04.02. 8.02. 8.02.01 8.02.02, 8.02.08. 8.0204. 8.03, 8.08.01. 8.03.02. 8.03.08. 8.04, 8.0401 8.04.02. e Scavenging air receivers Flomove the covers and remove the dirt with a scraper. Clean the recelvers with cloth and if necessary with dieseloll Especially the piston rod sealing and its surroundings have to be clean. Check the drain pipes and if necessary blow them through with working air. Clean the scavenge ports and the lubricating grooves in the cylinder liner. Check by turning the oylinder lubricator if all cylinders have oil supply. Piston rod sealing (see fig. 9.1.) ‘Check the bolt connections. After dismounting following points have to be checked: 4. Are the scraper rings free from burrs. 2. Wear of the rings. Permissible wear is 0,5 mm on thickness and 0,2 mm on height. 3, Wear of the housing, The height of the chamber may not be more than 26,2 mm. When remounting the scraper rings, be sure that the scraping edges point upwards, ‘Scavenging valves The following points have to be checked: = Shutting of the valve plates = Damage of the valve plates = Bolt connections and packings. When mounting new valve plates the hollow (marked) side of the plates has to be at the flat side of the intermediate pieces. Spilluftkasten Nimm die Decke! ab und entferne den Schmutz mit einem Schieber. Saubere die Réume mit Putzlappen und eventuel! mit Gasél Besonders die Kolbenstangenabdichtung und Umgebung soll sauber sein. Ablassleitungen kontrollieren und wenn nétig mit Arbeitsluft durchblasen. Splilschlitze und Schmiernuten in der Laufbichse saubern. Durch drehen des Zentralélers Oberprifen ob die Zylinder Schmierd! bekommen. Kolbenstangenabdichtung (Abb. 3.1.) en. Bolzenverbindungen kontrol Nach Ausbau kontrollieren: 1. Ob dle Abstreifringe Grattrei sind. 2. Abnitzung der Ringe. Zulassige Abnitzung ist 0,5 mm auf die Breite und 0,2 mm aut Hohe der Ringe. ‘3. Abnitzung des Gehauses, die Hahe der Kammer darf nicht mehr sin als 26,2 mm. Bei Einbau darauf achten, dass die Abstreitkanten nach oben weisen. Spillventile Die SpAlventile sollen gepraft werden auf: = gute Abdichtung der Ventiiplatten — Beschédigung der Ventilplatten — Befestigung und Packungen. Bei Montage von Ventilplatten im Ventil soll die hohle Seite (markiert) gegen die flachen Seiten der Zwischenstiicke kommen, ONDERHOUD EN REPARATIE MAINTENANCE AND REPAIR, WARTUNG UND REPARATUR uN ‘ONDERHOUD EN REPARATIE CN MAINTENANCE AND REPAIR suiEHOKes WARTUNG UND REPARATUR a 805. Lagers - Krulias 8.05.1. Hootdlagers. 2206.11. Stalon schaal met 11mm Ioodbrons en 0,06 mm witmetaal. Wenddlikte 10 mm. Speling 0,23 - 0,52 mm. 805.12. Demontage 1. Na demontage van de drukbout de hoofdlagerkap wegnemen. Hiertoe een oogbout in de kap draaien en daardoorheen een lange staat stoken, die aan de andere 2jde van de motor gesteund wordt (fig. 5... 2. Met behulp van de staaf de lagerkap verticael optilen (niet tegen de krukas stoten) en over 4o staaf naar buiten schuiven. De bovenscheal gaat met de kap mee, 8. De onderschaa! uittomen naar de open frameziide toe met behulp van de tornpen 04.9602.06, Deze draairichting bij het ultornen Is nodig wegens het ,neusje” aan de lagorschaal aan do open tramezide (fg 5:1.) 8.05.13. Montage 1. De onderschaal op de krukas leggen en met de hand 20 ver mogolik onder de krukas draaien vanaf de open trameziide. 2, Meeneempen plaatsen en montagekap 04.9602.02 aanbrengen en vastzetten met de druk- bout (handvast) (fig. 5.1. en 52), 3. Lagerschaal onder de krukes tornen. Er op letten dat het ,neusje" in de uitsparing valt en it to ver wordt getornd (zichtbaar door uitsparing in moniagekep) 4. Bovenschaal in lagerkap leggen (neusj in uitsparing) en met behulp van cogbout en lange staaf de kap weer inbrengen (niet tegen de krukas stoten) 805. Bearings and crankshatt 8.05.1. Main bearings 05.11, Steel shell with 1 mm of lead- bronze and 0,06 mm of white metal. Wall thickness 10 mm. Clearance 0,28 - 0,32 mm, 8.05.12, Dismounting 41. After loosening the boit the bearing cap can be removed. Mount an eyebolt in the cap and ush @ long rod through it, which is supported on the other side of the enginetrame (fg. 54). 2 Lif the cap in vertical direction with the rod (do not fet the cap touch the crankshaft) and push along the rod. The upper bearing shell will remain in the cap. 3, Tum the lower bearing shell trom under the crankshaft by means of the turing pin 04.9602.06 in a direction towards the open side ofthe crankcase. This dlrection Is necessary because ofthe ,nose" on the bearing shell, whichis at the open side ig. 6.1). 8.06.18, ‘Mounting 1. Lay the lower bearing shell on the crankshaft journal and turn it by hand as far as possible in @ direction towards the closed side of the crankcase. 2, Place the tuming pin, mount the special mounting cap 04,9602.02 and fix it with the bolt (fig. 5.1. and 52). 3, Turn the lower bearing under the crankshaft. Be sure that the nose comes in the recess and that the shell is not tured too far (visible through a recess in the mounting cap), 4. Lay the upper shell in the bearing cap (nose in recess) and place the cap again with rod and eyebolt (do not let the cap touch the crankshaft). j f ‘ONDERHOUD EN REPARATIE MAINTENANCE AND REPAIR WARTUNG UND REPARATUR @ ONDERHOUD EN REPARATIE cy MAINTENANCE AND REPAIR sur RoLes WARTUNG UND REPARATUR A 8.05. 8.05.1. 8.05.11, 8.05.12. 8.05.18. 8.08.14, 8.05.5. 8.05.14, 8.05.15. Lager und Kurbelwelle Hauptiager Stahlschale mit 1 mm Bleibronze und 0,06 mm Weissmetall Wanddicke 10 mm. Lagerspiel 0,28 - 0,32 mm. ‘Ausbauen 1. Nach Wegnehmen des Druckbolzens die Hauptlagerkappe ausnehmen. Dazu einen Augen- bolzen in der Keppe schrauben und eine lange Stange dadurch stecken, die an der anderen. Seite des Motorgestolls unterstitzt wird (Abb. 6.1.) 2, Mittols der Stange die Lagerkeppe vertikal autheben (nicht gegen der Kurbelwelle stossen) lund Uber die Stange nach aussen schieben. Die obere Lagerschale bleibt in der Kappe. laufen. 3. Die Unterschale austérnen mit Hilfe des Témstiftes 04.0602.06 in der Richtung der offenen Seite des Gestells. Diese Drehrichtung ist notwendig wegen der ,Nase” an die Lagerschalo an die offene Gesteliseite (Abb. 5.1.) Einbauen 1. Die Unterschale aut die Kurbelwelle legen und von Hand so weit wie méglich unter der Welle drehen in Richtung der geschlossenen Gesteliseite. 2 Témstift anbringen und Hillskappe 04.9602.02 einbauen und mit dem Druckbolzen (von Hand) sicher (Abb. 5.1 und 62). 3. Unterschale unter die Kurbelwelle drehen. Darauf achten, dass die Nese gerade in die ‘Aussparung kommt und dass nicht zu weit gedreht wird (sichtbar durch eine Aussparung In der Hilfskappe). 4. Oberschale in die Lagerkappe legen (Naso in Aussparung) und mittels Stange und Augen- bolzen wieder einbringen (die Kappe nicht gegen die Kurbelwelle stossen lassen). tzetten drukbout (fig. 53.) 1. Plaats de drukbout en zet deze met de hand vast. Boiviakken en schroefdraad insmeren met Molykote pasta G. 2 Klem de hoekmeter 04,9604.00 om het onderste dee! met de merkstreep nr. 1. tegenover de merkstreep op het bovenste deel, 3. Met steeksleutel 04.9508.02 (siw 60) de bout aandraaien tot merkstreep nr. 3 4, De bout losdraaien, opnieuw handvast zetten en de hoekmeter weer op merkstreep 1 zetten. Deze handelingen driemaal herhalen (tot geen verandering in de stand van de hoekmeter ‘meer optreedt). 8. Definitief vastzetten van handvast en hoekmeter op merkstreep 1 tot merkstreep 2. (= 75° verdraaiing). Borgen Zook de gunstigste stand voor de borgplast 04.1056.00. Zet de plaat vast met de tapbout (0062.03 en borg deze met borgdraad @ 2 mm (0561). Tightening of the bearing cap bolt (fig. 53) 1. Place the bolt and tighten it by hand. Grease the spherical surfaces and the thread with Molykote paste G. 2, Place the angle measuring piece over the lower part and fix it with mark nr. 1 opposite to the mark on the upper part of the bolt, 8. Tighten the bolt with the wrench 04.9508,02 (60 mm) as far as mark nr. 3 4. Loosen the bolt, tighten by hand again, replace the angle measuring piece on mark nt. 1 ‘This has to be repeated three times (till no change is necessary any more in the position of the angle-measuring piece) ‘5. Tighten the bolt definitely from mark nr. 1. to mark nr. 2. (= 75° angular displacement). Securing Fix the locking plate 04.1056.00 in its best position with the bolt 0082.03 and secure it with wire & 2mm (0561) ‘ONDERHOUD EN REPARATIE oN [MAINTENANCE AND REPAIR suitpouies WARTUNG UND REPARATUR WA ‘ONDERHOUD EN REPARATIE MAINTENANCE AND REPAIR WARTUNG UND REPARATUR , cy 8.05.14, 2.05.15, 8.052. 3.0521. 8.05.22. 8.05.23, 8.05.24. 8.052, 8.05.21. 8.05.22. Anziehen des Druckbolzens (Abb. 53.) 1. Bring den Bolzen ein und ziehe an mit der Hand. Kugelf6rmige Tolle und Gewinde mit Molykote Paste G einschmieren, 2 Befestige den Winkelmesser auf das untere Bolzentell mit Markierung 1 gegeniber den Strich auf dem oberen Bolzenteil 3, Ziehe den Bolzen an mit Schidssel 04.9508.02 (60 mm) bis an Markierung 3. 4. Mache den Bolzen wieder los, ziche sie wieder an mit der Hand und stelle den Winkel~ messer wieder auf Markierung 1. Diese Handlungen dreimal wiederholen (bis der Winkelmesser nicht mehr verstelit zu werden braucht) 5. Endgiitig anziehen von handfest bis Markierung 2 (= 75° Winkelverdrehung). Sichem Suche den ginstigsten Stand fir Sicherungsplatte 04.1056.00 und fixiere sie mit dem Bolzen (0082.03. Sichere diesen Bolzen mit Drant @ 2 mm (0561). Drijtstanglagers Sialen schaal met 1 mm loodbrons en 0.06 mm witmetaal. Wanddikte 7,5 mm. Speling 0,23 - 0,32 mm, Demontage 1, Plaats de kruk in een stand juist door het bovenste dode punt heen aan de open framezijde. 2, Maak de bouten Ios en neem de kap met de onderschaal weg. 3. Plaats twee bronzen pennen 04.9602.00 in de spoelpoorten en behoed de drijfstang voor ‘wegzwaaien met een touw (tig. 6.4). Alternatief alleen bij V-motor: bevestig de klembeugel 03.9614.15 om de drifstang. Gebruik aan gesloten zijde de hulpsteunen 03.9614.11 (2 x) en ketelklemmen 03.9614.12 (2x). 4. Draai de krukas verder door tot de dristang vrijkomt van de krukpen. Het bovenlager kan ‘hu door tikken met een zachte hamer worden losgenomen, Montage De montage verloopt in omgekeerde volgorde. Let op, dat de ,.neusjes” van de lagerschalen in de ulteparingen vallen in de stang en kap. Voorkom stoten van drifstang of kap tegen de krukpen. Vastzetten drifstangbouten De drijfstangbouten worden vastgezet met een moment van 60 kgm. De schroefdraad en het smoerviak in te smeren met Molykote pasta G. De gunstigste plats zoeken voor de splitpen en desnoods de bouten iets vastor trokken. Connecting rod bearings Stee! shell with 1 mm of lead-bronze and 0,06 mm of white metal, Wall thickness 7,5 mm. Clearance 0,23 - 0,82 mm. Dismounting 1. Place the crank in a position just through top dead centre towards the open side of the frame. 2. Loosen the bolts and take away the cap with the lower bearing shell. 3. Place two bronze pins 04.9600.00 in the scavenging ports and tie the connecting rod with ‘2 rope to prevent it from swinging away (fig. 5.4). Alternatively for V-engine only: Clamp the strip 03.9614.15 on the connecting rod. Use on the closed side support 03.9614.11 (2x) and clamp 08.9814.12 (2x), 4. Turn the crankshaft until the connecting rod is coming free from the erankpin. The uppet bearing shell can now be removed after loosening by hammering with a soft hammer. 4 J ‘ONDERHOUD EN REPARATIE MAINTENANCE AND REPAIR WARTUNG UND REPARATUR @ Fig. 64 ‘ONDERHOUD EN REPARATIE MAINTENANCE AND REPAIR WARTUNG UND REPARATUR : > g 8.0523. 8.05.24. 8.052. 8.0521. 805.22. 8.0528. 8.05.24, 8.0525. 8.05.28. 8.0526. ‘Mounting Mounting is to be done in the opposite order. Bo sure that the ,noses” of the beating shells are in the recesses in rod and cap. Be careful rot to touch the crankpin with rod or cap. Tightening of the bolts They are tightened by a torque of 60 kgm. The thread and the face of the nut to be greased with Molykate paste G. Determine the best place for the splitpin and if necessary tighten the bolts a bit more. Pleuellager Stahlschale mit 1 mm Bleibronze und 0,08 mm Weissmetal. Wanddicke 7,5 mm. Lagerspie! 0,28 - 0,82 mm. ‘Ausbauen 1. Bring den Kurbel in eine Position etwas vorbei den oberen Totpunkt an der offenen Gosialiseite. 2 Mache die Bolzen lose und nimm die Kappe mit untere Lagerschale weg. 3, Zwei Bronze-Bolzen 04,9608.00 in die Spilschiltzen hangen und die Pleuelstange mit einem ‘Sell vor ausschwinken schitzen (Abb. 5.4.) Alternativ allein fir V-Motor: Klemmstick 08.9614.15 auf die Pleuelstange befestigen Gebrauche an der geschlossenen Gesteliseite die StUtze 03.9614.11 (2x) und Klemme 08.9814.12 (2). 4. Die Kurbelwelle weiter drehen, bis die Plouelstange frei vor: Kurbelzapfen ist. Die Ober- schale kann dann mit einem santten Hammer geldst werden und ausgenommen. Einbauen Das Einbauen geht in umgekehrter Richtung. ‘Achte darauf das die Nase der Lagerschalen in dle Aussparungen in Stange und Kappe kommen. Lass nicht Pleuelstange oder Kappe gegen die Kurbelwelle stossen. ‘Anziehen der Bolzen Die Bolzen werden angezogen mit einem Moment von 60 m.Kp. Gewinde und Auflege-Flache der Mutter einschmieren mit Molykote Paste G. Suche dann den glinstigsten Platz fir die Schiitastitte und ziehe wenn ndtig die Bolzen noch etwas weiter an. Demontage van drifstanglagers Is ook mogelijk na demontage van het kruishoofd (zie 8.06). Voor het naar buiten draaien van het kruishoofd moet dan eerst de voorste bout worden gede- ‘monteerd. Voor het demonteren van de tweede bout na het naar buiten draaien moet de kap ‘met touw en cogbout worden vastgemaakt. Dismounting of the connecting rod bearings is also possible after dismounting the crosshead (eee 8.08). Before bringing the crosshead out the nearest connecting rod bolt has to be removed, Before removing the second bolt the cap has to be secured with a rope and an eyebolt. ‘Ausbauen der Pleuellager ist auch mdglich nach Ausbau des Kreuzkopfes (siehe 2.06). Ehe ‘den Kreuzkopt nach aussen zu bringen soll dann erst den néhesten Pleuelstangen-Bolzen aus- ‘genommen werden. Ehe den zwelten Bolzen nach Ausbau des Kreuzkopfes auszunehmen soll zuerst die Kappe mit einem Sell aufgeh’ngt werden. cy ‘ONDERHOUD EN REPARATIE =~ MAINTENANCE AND REPAIR sea WARTUNG UND REPARATUR SS i i oon] i Fig 84 = ow ONDERHOUD EN REPARATIE yaa MAINTENANCE AND REPAIR exfens WARTUNG UND REPARATUR 7 6053. Krukao 2.053. 8.053, 8.08. 8.06.1. 8.06.11. 806.1.2. 8.06.1.3. 8.081.4 8.08.16. 8.08.1.8. De ligging van de krukas wordt bepaald door meting van de variatie van de afstand tussen de twee krukwangen van één kruk over een omwenteling. Daartoe wordt een krukasklok 04.9532.01 tussen de wangen geplaatst op de buitenrand van de ashals, recht tegenover de krukpen op een afstand van 270 mm vanaf de krukpen. De meetkiok wordt op nul gesteld bij de onderste stand van de krukpen. De verandering van de afstand tussen de krukwangen wordt opgenomen per 80° verdraaling van de krukas (tig. 5.5). Toeleatbare waarden: bij nieuwbouw 0,045 mm. ra revisie 0.08 mm. Korte tijd draaian met een uitslag van 0,10 mm is nog toegestaan als uiterste. Crankshaft ‘Tho alignment of the crankshaft is determined by measurement of the variation in distance between the two webs of one crankpiece during one revolution, For that purpose @ special clack micrometer 04:9532,01 is placed between the webs on the ‘outer diameter of the Journal opposite to the crankpin at a distance of 270 mm from the crank pin. The clock is adjusted at zero with the crankpin in its lowest position. The distance variation between the webs is ragistrated every 90° angular displacement of the crankshaft (fig. 55). ‘Admissible values: new engine 0,045 mm after overhaul 008 mm. Running for a short time with deflections of 0,10 mm can be tolerated as a maximum Kurbelwelle Der Stand der Kurbelwelle wird bestimmt durch eine Messung der Distanzvariation zwischen den zwei Kurbelschenkeln einer Kurbel wahrend einer Umdrehung. Oazu wird eine Kurbel- wellenmessuhr 04.9592.01 zwischen den Schenkeln angebracht auf die Aussendurchmesser der Hauptzapfen gegeniber den Kurbelzapfen auf 270 mm vom Kurbelzapfen entfernt. Die ‘Messuhr wird auf Null gestellt in der unteren Position des Kurbelzaptens. Die Distanzanderung zwischen den Schenkein wird jede 90° Verdrehung der Kurbelwelle abgelesen (Abb. 5.5.) Zuléssige Werte: Neubau 0,045 mm Nach Revision 0,08 _ mm Wahrend kurzer Zeit ist drehen mit einer Variation von 0,10 mm als Ausserstes noch gestattet. Kruishootd - Spoelzuiger Demontage (zie fig. 6:1.) Zulgorstang losmaken van het krulshoofd en de zulger opvangen met pen 04.9608.00 (ti. 5.4.) Torn de kruk zo ver, dat de onderrand van het krulshoofd nog ca. 10 mm binnen de voering bit. Bavestig in deze stand de klembeugel 04.9610.60 om de dristang (in langsrichting van de motor) als steun voor de ondervoering, Bevestig het speciale gereedschap voor krulshoofddemontage 02/03.9610.35 aan frame en drijstang, Draal met een dopsleutel de bevestigingsmoeren van de ondervoering los. Torn de kruk langzaam naar de onderste stand, tot de ondervoering vrijkomt van de tapeinden. Bij verder tormen van de krukas kan dan gelijkmatig het kruishoofd met de ondervoering naar buiten worden gedraaid met het speciale gereedschap. De krukas kan zover worden gedraald, dat de drifstang rustend op de onderrand van de frameopening (aluminium plat 04.9610.63 er onder) in horizontale stand komt. In die stand kan de voering van het kruishoo!d worden geschoven en kan ook de kruishoofd- pen van de drijtstang worden losgemaakt. De drijfstang kan met behulp van het hijsgereedschap 02/03.9610.34 naar bi bracht en later weer worden ingebracht (fig. 6.1.) n worden ge- ‘ONDERHOUD EN REPARATIE MAINTENANCE AND REPAIR WwaaTUNG UND REPARATUR ON = kruk ~ onder = kruk naar gesloten framezijde = crank in bottom rank at closed side = Kurbel im UTP. Kurbel am geschlossenen Gesteliseite TT eetpunien measuring points — Meszstelion 2 3 3 = kruk - boven uk naar open framoziide = crank in top rank at open side = Kurbel im O.TP. = Kurbel am offenen Gestellseite Fig. 85 “Yawn assess Fig. 8 ONDERHOUD EN REPARATIE. uw MAINTENANCE AND REPAIR sxigpotes \WARTUNG UND REPARATUR wd 8.06.2. Montage 8.08. 8.084 06.1.1 8.06.13. 8.06.14. 8.08.1.5. 8.06.16. 8082. 8.08, 8.081. 806.1... 3.08.12, 8.08... 8.06.16. 2.062, Letten op samenvallen van: = Merkstrepen op krulshoofdpen, lagerbus en krulshoofd;, = Cllindernummer op drijfstang en kruishootd, Crosshead - Scavenging piston Dismounting (see fig. 6.1) Disconnect the piston rod from the crosshead and support the piston with pin 04:9609.00 (tig. 54). Turn the crank down til the lower edge of the crosshead is siill about 10 mm above the lower edge of the liner. Clamp in this crank position the strap 04.9610.60 on the connecting rod (in length direction of the engine) as a support of the lower liner. Mount the special tool for dismounting of the crosshead 02/03,9610.35 to frame and connecting rod. Loosen all nuts of the connection of the lower liner and the frame. Turn the crank downwards slowly, which frees the lower liner from its studs. While turning further downwards, the crosshead with its lower liner can be tilted outwards by means of the ‘special tool ‘The crank can be turned so far that the connecting rod, lying on the lower edge of the frame ‘pening (on an aluminium plate 04:9610.63 comes into a horizontal position. In that position the lower liner can be taken from the crosshead and also the crosshead pin can be disconnected from the connecting rod. ‘The connecting rod can be taken out with use of the holsting equipment 02/03.9610.34, with which it later can be brought in as wel (fig. 6.1.) Be sure that: = Matks on crosshead, pin and bearing coincide. = Cylinder numbers on connecting rod and crosshead coi Kreuzkopt - SpUlkolben (siche Abb. 6.1.) ‘Ausbau Kolbenstange lSsen vom Kreuzkopf und Arbeltskolben abfangen mit Stitt 04.9609,00 (Abb. 5.4). Kurbel so weit nach unten drehen, dass die Unterseite des Kreuzkopfes noch ungefahr 10 mm. ‘ber die Unterseite des Zylinders bleibt. lemme dann den Bagel 04.9610.60 an die Pleuelstange (in stitzung der untere Zylinderhaitt Befestige das Spezialgerdt 02/03,9610.35 flr Kreuzkopfausbau an das Gestell und an die Pieuel stange. \gsrichtung des Motors) als Unter- |. L8se alle Muttern der Verbindung des unteren Zylinders am Gostell mit einem Steckschlissel. 5. Drehe die Kurbel langsam nach unten, bis der untere Zylinder frei kommt von den Schrauben. Beim Weiterdrehen kann dann gleichmassig der Kreuzkopf mit dem unteren Zylinder nach aussen gedreht werden mittels des Spezialgerates. Die Kurbelwelle kann so weit gedreht werden, dass. die Plouelstange in eine horizontale Position kommt, aufliegend (auf eine Aluminium Platte 04.9610.63 auf dem unteren Rand der Gehausedtinung. In dioser Position kann der untere Zylinder abgenommen werden und kann auch der Kolbenbolzen von der Pleuelstange geldst werden. Die Pleuelstange kann ausgenommen werden mit Hilfe des Gerates 02/03.9610.34 mit welchem sie spater auch wieder eingebracht werden kann (Abb. 6.1.). Einbau Dafiir sorgen dass: = Markierungen auf Kreuzkopf, Bolzen und Bichse zusammentallen; = Zylindernummer auf Pleuelstange und Kreuzkopf zusammentallen. Cy oO MAINTENANCE AND REPAIR ‘ONDERHOUD EN REPARATIE CN WARTUNG UND REPARATUR. ot ‘ONDERHOUD EN REPARATIE mn MAINTENANCE AND REPAIR exigzones WARTUNG UND REPARATUR 8.083, 3.083. 8.08.3.2 8.0630. 2.08.4. 8.0835. 8.08, 3.08.1. 8,063.2 8.0833. a0. 8.085. 8.063. 8.08.31 8.08.3.2. Inspectie van kruishoofd en voering Voeringen De voering mag sliten tot een diameter van max. 400,20 mm. is het krulspatroon van de hoon- bewerking nog zichtbaar, dan is meten van de diameter overbodig. ‘Kruishootdpen De belangrijkste eis voor goed functinoneren van het kruishooldlager is dat de pen zeer glad is (@ ru). In gevel van aanwezigheid van ruwe plekken of beschadiging de pen en de lagerbus vervangen. ‘Krulshoofdlagerbus Eyenals de kruishoofdpen visuee! beoordelen (montage en demontage fig. 6.2). De krulshoofdlagerbus heeft evenals de krukaslagers een laag van 1 mm loodbrons met daerop 0,06 mm witmetaal Kruishootd ok hier visuele beoordeling, voornamelilk op de drukvlakken: De bultendiameter, gemeten op halve hoogte en in de richting loodrecht op de kruishoofdpen, mag niet kleiner worden dan 399,70 mm, Zuigerveren Mogen max. 0,3 mm speling in de hoogterichting hebben. De slotopening, te meten met de veer in het onderste deel van de ondervoering geschoven, mag max. § mm zijn. (Zie tabel blz, 87.) Inspection of crosshead and line Liners Liner wear can be accepted up to max. diameter of 400,20 mm. When the honing pattern is still visible, measurement of the diameter is not required. Crosshead pin For a good functioning of the crosshead bearing it is most important that the crosshead pin hhas a very smooth surface (max. 3 ru). In case of rough spots or damage replace the pin and the bearing Crosshead bearing ‘The bearing shell has also to be judged visually (mounting and dismounting fig. 6.2). Like the crankshaft bearings the crosshead bearing has a lead-bronze layer of 1 mm and 0.08 mm of waite metal. Crosshead Visual check on the outside, especially the load surfaces. The outer diameter, measured at half height and cross over the pin may not be smaller than 899,70 mm. Piston rings May have not more than 0,3 mm vertical clearance. ‘The slot has to be less than 5 mm, measured on the ring while mounted into the lower part of the lower liner. (See list on page 87.) Inspektion von Krouzkopf und Laufbichsen Laufbiichsen Diese dirfen abnehmen bis auf einen Durchmesser von 400,20 mm. Sind die kreuzende Honrillen noch sichtbar, dann ist messen des Durchmessers nicht ndtig. Kreuzkoptbolzen Die wichtigste Voraussetzung fUr eindwandtreies Funktionieren des Kreuzkopfiagers ist die ‘sehr glatte Oberflache des Bolzens (max. 3ru = 0,3 mm max. Rauhtiefe). Sind rauhe Stellen dda oder Beschadigungen, dann Bolzen und Bichse auswechsein. ONDERHOUD EN REPARATIE cx MAINTENANCE AND REPAIR, suipores WARTUNG UND REPARATUR i Demontage krulshoofdbus Dismounting crosshead bush ‘Ausbau Kreuzkopflagerbiichse Lessczzon Montage kruishootdbus Mouting crosshead bush Einbau Kreuzkopflagerbiichso Fig, 62 ONDERHOUD EN REPARATIE ay (MAINTENANCE AND REPAIR suitaoLies: WARTUNG UND REPARATUR YF VCC 8.06.33, Kreuzkopflagerblichse Ebenso wie der Boizen soll auch die Biichse visuell beurtellt werden (Aus- und Einbau Abb. 8.0834. 30635, aor. 807.1. 072. 073, a7, 8.07. 072. 8.073, 62), Die Bachse hat wie die Kurbelwellenlager, eine 1 mm Bleibronze Schicht mit daraut 0,08 mm Weissmetall. Kreuzkopt ‘Auch diesen visuell bourtellen, hauptschlig aut die Tragflachen. Der Aussendurchmesser, gemessen aut halber Hohe und quer auf dem Bolzen, dart nicht kleiner werden als 399,70 mm, Kolbenringe Durfen max. 0,3 mm Spiel im Verticaler Richtung haben. Die Stosséfinung darf nicht grésser sein als 6 mm, gemessen Im unteren Teil der untere Laufbiichse. (Siehe Tabelle Seite 80.) Citinderkop Demontage Koelwater aftappen en alle leidingen en de pijp om de stootstang losmaken. Deksel van klepmechanisme afnemen en controleren of de uitlaatklep in gesloten stand staat. Indien niet, dan de krukas zo ver tornen, dat dit wel het geval is. Met behulp van het hydraulisoh spanapparaat 04,9618.01 (zie 8.07.12) de vier moeren losmaken. ‘Cogbouten plaatsen en cilinderkop met een stalen strop van de motor lichten (fig. 7.1.) Montage Zorg dat de afdichtingsviakken van cilinderkop en voering goed schoon en glad zijn. Gebruik altijd een nieuwe pakkingring en controleer de rubber O-ring. Plaats de cllinderkop op de voering. Plaats het hydraulisch spanapparaat op de cilinderkop fen zet met behulp hiervan de moeren vast (zio 8.07.12) Controle Controleer de afdichtingsrand op beschadigingen. Kleine beschadigingen kunnen met behulp van het schuurgereedschap 04.9625.00 worden weggewerkt, Bij zwaardere beschadigingen kan de afdichtingsrand worden nagedraaid (in profiel), waarbij ddan tevens de bodem van de verbrandingsruimte most worden gedraaid. Dit kan tot max. 2.5 mm. De afdichtingsrand in de voering kan worden geschuurd met de ring 04.9625.03 Maak de verbrandingsruimte schoon en controleer deze. Cylinderhead Dismounting rain the coolingwater and loosen all pipes and the tube around the push-rod. Remove the cover from the. valve mechanism and check whether the valve is in closed position. If not, turn the crankshaft until the valve is closed. Loosen the four nuts using the hydraulic spanner 04.9616.01 (see 8.07.12). Place two eyebolts and lift the cylinderhead with a steel sling (tig. 7.1). Mounting ‘Take care that the sealing surfaces of cylinderhead and cylinderliner are clean and smooth. ‘Always use new packing-rings and check the rubber O-ring. Place the cylinderhead on the ‘oylinderliner. Place the hydraulic spanner on the cylinderhead and tighten the nuts (see 8.07.12). Inspection Check the sealing surface for possible damage. ‘Small irregularities can be removed using the grinding device 04.9625.00. In case of more severe damage, the surface should be machined (with profile). Then the bottom of the combustion chamber has to be machined as well Machining can be done up to ‘a maximum of 2.5 mm depth. ‘Tho sealing surface of the cylinder liner can be ground using the grinding ring 04:9625.03. lean the combustion chamber and check it ! i

You might also like