You are on page 1of 1

5.

3 Assimilatie en dissimilatie
 Gaswisseling = de opname & afgifte van
gassen
- Plant gebruikt huidmondjes voor
gaswisseling
 Chlorofyl in planten absorbeert verschillende golflengtes  kaatst groen terug
= wat wij zijn
 Intensiteit van de fotosynthese = snelheid waarmee bij de fotosynthese
glucose wordt gevormd & zuurstof vrijkomt
- 2 dingen nodig:
1) In licht: hoeveelheid O2 die een plant afgeeft / hoeveelheid CO2 die
plant opneemt (positief)
2) In donker: hoeveelheid O2 die plant opneemt / hoeveelheid CO2 die
plant afgeeft (negatief)
- Intensiteit fotosynthese = opname zuurstof + afgifte zuurstof
- Wordt bepaald door beperkende factor = factor die die het minst
gunstig is
vB: neem de fotosynthese toe bij een toenemende hoeveelheid licht?
 licht is beperkende factor
 Opslag van assimilatieproducten
- Vorming glucose overdag > verbruik glucose bij dissimilatie
- Groot deel van gevormde glucose overdag omgezet in zetmeel 
tijdelijk opgeslagen in bladeren  ’s nachts: zetmeel omgezet in
sacharose (suiker)  via bastvaten naar andere delen van plant

You might also like