Professional Documents
Culture Documents
Frames
- Mental models gebaseerd op eigen achtergrond (bewust van zijn)
- Maps
- Mind-sets
- Scheme’s
- Cognitive lenses
“Frames for territory understanding” (and rapid cognition)
o Camera waarop je verschillende lezen kan zetten, om dingen dichtbij te halen,
verschillende dingen te belichten
o Begrijpen van organisatielandschap en het situaties te herkennen.
Dominantie in de Dominantie in
besluitvorming de Relevantie bij Relevantie bij
besluitvormin organisatie verandering organisatie
g verandering
Methaphor Factory/machine Family Jungle Carnival
for temple
organizatio theater
n
Central Rules, roles, goals Needs, skills, Power, conflict, Culture,
concepts policies, technology relationships competition, org.politics meaning,
environment methaphor,
ritual,
ceremony,
stories,
heroes
Image of Social architecture Empowerment Advocacy and political Inspiration
leadership savy
Basic Attune structure ot task, Align Develop agenda and Create faith,
leadership technology, environment organization power base beauty,
challenge and human meaning
needs
Arbeidsplaatsenstructuur Delegeren en Belangenbehartiging en Inspireren
zelfsturing politieke handigheid
Structurering en Organisatie Bestuurskundig Overtuiging
inrichting en person fit
Frames lopen in elkaar over in de realiteit
Relevance of Reframing
Managerial wisdom versus artistry
- Organizations are complex
- Organizations are surprising
- Organizations are deceptive (camouflage mistakes)
- Organizations are ambiguous (doen verschillende dingen zich voor)
Organisatiewetenschappen is pluriform (niet eenzijdig)
Hoorcollege 2: structural frame
Assumpties Structural Frame en Scientific Management
- Organisaties bestaan om bepaalde doelen te bereiken
- Rationaliteit is het belangrijkste startpunt en niet bijvoorbeeld persoonlijke voorkeuren en
ervaringen consistent handelen op basis van rede. Ideevorming en handelen vindt plaats
op basis van feiten met kennis van oorzaak en gevolg.
- Structuren worden ontworpen afgestemd op de organisatie omgeving (inclusief technologie)
o Wat heb je nodig om je organisatie optimaal in te richten?
- Specialisatie en arbeidsdeling verhogen efficiency en organisatie prestatie
- Strakke coördinatie en toezicht om individuele en teamdoelen te verbinden aan hogere
organisatie doelen
o Vertrouwen is goed, maar controle is beter mensen niet teveel verantwoordelijkheid
geven
- Prikkels (straf/belonen) leiden tot juiste motivatie
o Hierop is de meeste kritiek gekomen, werkt zelden.
o Als werk cognitief is, gaat prestatiebeloning niet werken
Historie
- A. Smith (19th C) econoom principe van specialisatie en arbeidsdeling is meest efficiënt
- F. Taylor (1911) organisatiekundige
- H. Fayol (1900) structuurprincipes
Figuur 1 Configuraties
Mintzberg gaat structuur van organisaties op een andere manier bekijken, nieuwe structural frame
zie figuur 1 configuraties
- Eenvoudige structuur
o Kleine beginnende bedrijven (MKB); geen techno-structure en supportstaff
- Machine bureaucratie (massaproductie)
o Directeur niet alle taken; supportstaff en techno-structure groot
- Professionele bureaucratie
o Universiteiten, ziekenhuizen; kleine techno-structure, grote supportstaff
- Divisie structuur
o Multinational; meerdere machinestructuren binnen de organisatie, groter geheel
supportstaff, kleine techno-structure
- Adhocratie (organische/bewegelijke structuur)
o Operationele adhocratie: houdt zich bezig met het bedenken van het product en het
uitvoeren ervan; filmprojecten creatief
o Bestuurlijke adhocratie: creëren eigen ideeën en voeren die zelf uit
Structural dilemmas (Bolman & Deal) zie samenvatting boek voor uitleg structural dilemmas
- Differentiation versus integration
o Complexe organisaties
o Complexity of a role structure tightly coupled enterprise
o Complexity organizations ^ = sophisticated coordination strategies ^ (also costs ^)
Aanpassen aan de situatie (differentiatie) vs. One-size fits all (integratie)
CERN: zeer gefragmenteerd onderzoek, lastige coördinatie
- Gap versus overlap
o Hoe zorg je ervoor dat er een samenhang blijft tussen eenheden binnen een
organisatie?
o Key responsibilities not clearly assigned (gap and overlap)
Gap: eiland vorming
Overlap: inefficiency; dubbelwerk etc.
o Ziekenhuis
Zorgpaden; afstemmen van taken met patiënt als leidend
- Underuse versus overload
o Employee engagement (uitdaging, ‘flow’, passie, identiteit, etc.) versus stress op het
werk, vermoeidheid en burnout klachten
Empolyee engagement: iets uit de private sector
o Hoe zorg je ervoor dat mensen optimaal gebruikt worden? Dat ze het werk niet saai
vinden en dat het werk niet te zwaar wordt?
- Lack of clarity versus lack of creativity
o Rolconflicten: onduidelijkheid over rol
Symbolic frame
o Nurse pratcittioner: rol onduidelijkheid doordat ze niet bij de medisch specialisten of
verpleegkundige hoorden
- Excessive autonomy versus excessive interdependence
o Wetenschappelijke integriteit
o Affaire D. Stapel
Data gefingeerd
Enerzijds extreme autonomie Hoogleraar Stapel
Anderzijds grote afhankelijkheid van junioren (AIOs, postdocs en UDs) van
Hoogleraar
- Too loose versus too tight
o Ondanks structuur binnen bedrijven toch “olifantenpaadjes”
- Goalless versus goalbound
o Locke & Latham: goal setting theory (1990s)
Als je de juiste en ambitieuze haalbare doelen stelt gaan mensen zich daar
ook naar gedragen
o Balanced scorecard (Kaplan & Norton, 1992)
o Koppeling organisatie doelstelling en individuele doelstellingen
Welke reputatie hebben wij? Hoe zijn onze organisatieprocessen intern
geregeld? Niet alleen kijken naar winst
Targets aan koppelen
o Metrics & Analytics
- Irresponsible versus unresponsive
o Regels versus het buigen van regels
o Grijs gebied
Maar hoeveel fouten kan/mag je maken in een omgeving met grote risico’s
zoals:
Ziekenhuis
Kerncentrale
Luchtvaartmaatschappij
Soms moet je buiten de lijntjes kleuren om een hoger doel te bereiken of een
gevaar af te wenden. Maar hoe? En wanneer?
o BASF: controle is goed, maar vertrouwen is beter
Hoorcollege 3: political frame
Basisconcepten
- Political
”Political frame does not blame politics on individual foibles such as selfishness, myopia, or
incompetence.
Instead, it proposes that interdependence, divergent interests, scarcity and power relations
inevitably spawn political activity”
o Het is naïef en romantisch te hopen dat politiek (en macht) uit organisaties te
verwijderen is
o In plaats daarvan
De politieke dynamiek erkennen
Deze leren te doorgronden
Er niet voor weg te lopen
o Politics in the political frame is: the realistic process of making decisions and
allocating resources in a context of scarcity and divergent interests
Iedere organisatie wordt gekenmerkt door politiek gaat ervan uit dat een organisatie
bestaat uit onderling afhankelijke mensen, schaarste heerst, uiteenlopende belangen
- Macht
o Macht is “de mogelijkheid om, eventueel tegen de wil van anderen in, te krijgen wat
men wil”
Weber (1922), Wirtschaft und Gesellschaft
o Power is “the potential ability to influence behavior, to change the course of events, to
overcome resistance, and to get people to do things they would not do otherwise”
Pfeffer (1992), Managing with power, (geciteerd in B&D 2017: 186)
- Machtsverhoudingen
o Macht is geen ding dat je wel of niet hebt. Macht is integraal onderdeel van alle
menselijke relaties.
Bijv. zwerver / baby (ook zij kunnen macht uitoefenen)
o Iedereen heeft macht; er is sprake van wederzijdse afhankelijkheid
o Machtsstrijd ontstaat door machtsverschillen, uiteenlopende belangen en
schaarste
- Machtsanalyse
1. Wie strijdt met wie? coalities? Wie hoort bij wie?
2. Wie zijn de spelers?
3. Wat staat er op het spel? geld, prestige, etc.?
4. Wat zijn de machtsbronnen?
5. Hoe wordt het spel gespeeld?
- Machtsbronnen
o Position power (machtspositie) wie heeft de positie om macht uit te oefenen, bijv.
rechter (invloed uitoefenen), eigenaar van een zaak
o Control of rewards (controle van beloningen) wie heeft het vermogen om een
baantje te vergeven
o Coercive power (afdwingbare macht) afdwingbare macht, bijv. vakbonden
(resultaat afdwingen)
o Access and control of agendas (toegang en controle over agenda’s) als je controle
hebt over de agenda heb je heel veel invloed, wie bepaalt de agenda?
o Alliances and networks (samenwerkingen en netwerken) bekende netwerken zo
krijg je meer gedaan, bijv. beroepsverenigingen
o Information and expertise (informatie en expertise) kennis is macht, degene met
veel kennis van de organisatie die er al lang zit krijgt waarschijnlijk meer geregeld dan
een nieuwkomer
o Framing (controle over betekenisgeving van een organisatie) wie heeft er controle
over hoe de organisatie wordt uitgelegd of verklaard, bijv. influencers framen
producten
o Reputation (reputatie) je hebt meer macht vanwege je reputatie
o Personal power (persoonlijke macht) charismatisch oogpunt, bijv. Nelson Mandela
Combinatie van machtsbronnen nodig binnen een organisatie
Basisassumpties
1. Coalities
– In organisaties vormen zich coalities van individuen
2. Belangen
– Die coalities hebben verschillende en soms tegengestelde belangen
Niet alleen op individueel niveau, maar ook binnen groepen en organisaties
3. Schaarste
– De belangrijkste beslissingen in organisaties hebben betrekking op de verdeling van
schaarse middelen (wie krijgt wat?)
4. Conflict
– Door de structurele verschillen en de schaarse bronnen zijn conflicten een centraal
kenmerk van de organisatiedynamiek; deze conflicten doen zich horizontaal (tussen
afdelingen of groepen op hetzelfde niveau) en verticaal (tussen de top en onderaan)
voor; en gaan over zowel de structuur als cultuur van de organisatie
5. Onderhandelingen
– In organisaties worden doelen gesteld en beslissingen genomen op grond van
onderhandelingen tussen concurrerende (coalities van) belanghebbenden
6. Ethiek
– Het omgaan met macht vraagt om ethiek (morele principes hoe om te gaan met de
toegekende macht)
7. Context
– De aard en mate waarin zich coalities, belangenverschillen, strijd om schaarse
middelen, onderhandelingen en conflicten voordoen, is contextafhankelijk
• Extern
– Sector, economisch getij, etc.
• Intern
– Omvang organisatie, historie, cultuur, helderheid missie, etc.
- Machtsarena’s
o Organisatie als arena’s
Politieke actoren in organisaties
Machtsstrijd binnen organisaties
Hoe trachten (groepen) individuen binnen organisaties hun doelen te
bereiken?
o Organisaties in arena’s
Organisaties als politieke actoren
Machtsstrijd tussen organisaties
Hoe worden organisaties (groepen) individuen gebruikt om hun doelen te
bereiken?
Toepassing
- Conflict vanuit het structural en political frame
o Structural frame
Conflicten verhinderen effectiviteit
o Political frame
Conflicten zijn onvermijdelijk en onderdeel van het spel om de macht, ten
gevolge van concurrentie om schaarse bronnen, uiteenlopende belangen en
coalitievorming
- Conflicthantering
Hoe omgaan met diepgaande conflicten in organisaties?
o Structural frame
Structuurverandering
o Politcal frame
Meer nadruk op strategie en tactiek in omgaan met conflicten dan op
oplossing ervan.
Niet: conflicten oplossen, reduceren of hanteerbaar maken, maar: het spel
spelen.
Inclusief: conflicten analyseren, veroorzaken, verplaatsen, bagatelliseren,
uitdiepen, tijdrekken en natuurlijk winnen!
- Political skills managers
o Agenda setting
o Mapping the political terrain
Bepalen van informele communicatiekanalen
Identificeren van sleutelfiguren
Analyseren van wegen om steun te krijgen
Anticiperen op contrastrategieën
o Networking and building coalitions
Identificeren van relevante relaties
Bepalen waar de weerstand zit
Relaties leggen met tegenstanders
Voorbereiden van alternatieve methoden
o Bargaining and negotiating
Creating value: win-win (zacht spel)
Claiming value: winner takes all (hard spel)
Ethische dilemma’s
o Structural frame
o HR frame descriptie en prescriptie dicht tegen elkaar aan
o Symbolic frame
o Political frame descriptie sterk, prescriptie laag
Ethische principes
Ethische vragen
Volg je regels die iedereen kent en accepteert?
Voel je je goed bij het bespreken van je gedrag?
Zou je willen dat iemand dit bij jou deed?
Zou je willen dat iedereen dit deed?
Zijn er ethisch sterkere alternatieven?
Beoordelingsmaatstaven: “principles of moral judgment” (Bolman & Deal)
Mutuality
Houden partijen zich aan dezelfde regels van het spel? (tussen
partijen)
Generality
Houden partijen zich aan regels die ook in vergelijkbare situaties
gelden? (tussen situaties)
Openness
Zijn partijen bereid zich publiek te verantwoorden?
Caring
Hebben partijen zorg voor belangen/gevoelens van derden?
Hoorcollege 4: HR-frame
Jaren ’70 & ‘80
- Westerse organisaties (EU & USA) bedreigd door concurrentie uit Azië
- Globalisering
- Meer concurrentie
- Azië hogere kwaliteit & lagere kosten (bijv. Toyota)
- Noodzaak in Europa en USA om activiteiten te richten op hoger segment van de markt
- Dat vraagt om een ander soort personeel kenniswerkers (hoogopgeleid)
- Belang van deze mensen human resources
- Belang van goed management van deze mensen human resource management (HRM)
Innovaties
Vroeger:
Nu (open systemen):
- Promote diversity
o Age
o Gender
o Culture
Afsluitende opmerkingen
- Organisatie en medewerker staan centraal (wisselwerking)
- Focus op houding en gedrag van medewerkers, sterk psychologisch, op individueel en groep
niveau
- Spanning tussen ‘beheersen’ (=managen) en ‘loslaten’ (=vertrouwen)
- Michael Beer:
o Een organisatie is een sociale entiteit (=gemeenschap) naast een economische en
juridische entiteit; succes dus mede bepaald door ‘het sociale’;
o Medewerker invloed (employee influence) is belangrijkste HR-domein; zie
empowerment in HR frame van Bolman & Deal
Conclusie
- Structural frame:
o Rationeel
o Structureel
o Maar tegelijkertijd spanningen, tegenstellingen etc.
- Human Resource frame:
o Rationeel
o Psychologisch (individu staat centraal)
o Spanning organisatie en mens/medewerker
Hoorcollege 5: symbolic frame
Basisconcepten
- Cultuur
o Beschouw organisatie als cultuur
o Cultuur = “shared meaning and their representations in objects and practices”
Subjective ervaringen
Gedeelde betekenissen bijv. je gaat niet naar je werk in een korte
broek en teenslippers ook al is het lekker weer zegt iets over de
cultuur van de organisatie
Objective uitdrukkingen
Objecten en praktijken bijv. witte kleding in ziekenhuizen
Waarden
Objecten
Symbolen
Mythes
Helden/heldinnen
Ceremonies
Rituelen
Metaforen
Humor
o Werpt licht op ‘het tribale karakter’ van organisaties, tot uiting komend in symbolische
representaties
o Meer zichtbaar in de presentatie dan de prestatie van organisaties
Niet alleen de ‘buitenkant’
Ook (vaak diep) innerlijk beleefd! bijv. KLM (kleur van blauw naar bijv. geel
veranderen blauw hoort bij de organisatie, zegt iets over wie de organisatie
is)
- Mythen en verhalen
o “things that never happened, but always are”
o Drukken eenheid, samenhang, helderheid en richting uit
Tegenover de ambiguïteit en onzekerheid van die werkelijkheid met zich
meebrengt
o Het gaat om het verhaal achter het verhaal
Communiceren wie je wilt zijn, waar je voor staat (branding)
Kernwaarden overdragen
Kennis delen
Tot actie overgaan
Samenwerking stimuleren
Het informele circuit temmen
Mensen naar de toekomst leiden
o Inzet als management-tool betekenisgever beïnvloeden, cultuur is niet iets wat je
overkomt maar ook iets wat je kan beïnvloeden
Story telling
o Effect belangrijker dan de waarheid
Bijv. oprichtingsverhalen
o Herbeleving emotionele gebeurtenissen
Bijv. jubilea
o Controle houden en sturing geven
Management of meaning
- Symbolen
o “A symbol is something that stands for or suggests something else; it conveys socially
constructed meanings beyond its intrinsic or obvious functional use”
o Artefacten gericht op (sturing van) betekenisgeving
- Helden en heldinnen
o Voorbeelden/inspriratiebronnen
- Rituelen
o Beteknisvolle routines
o Geven structuur
o Stimuleren sociale binding
o Symbolische betekenis
- Ceremonies
o Kenmerken
Feestelijk
Gepland en gestructureerd
Afgegrensd in tijd en ruimte
Duidelijke rollen voor de ‘spelers’
Herhaalde interactievormen
Markeren historische gebeurtenissen
Markeren transitiemomenten
o Functies
Vieren
Storytelling
Socialiseren
Geruststellen
bijv. trouwerij: rollen zijn duidelijk verdeeld, continu in dezelfde vorm,
historische gebeurtenissen markeren, draagt bij aan storytelling. Zorgt
ervoor dat mensen in aanraking komen met gewoontes en heeft een
geruststellende functie. Je weet wat er gaat gebeuren.
o Initaitierites
o Rite de passage/transitiemomenten
o Productlancering
- Metaforen
Gebruik van metaforen
o Kan helpen complexe vraagstukken begrijpelijk te maken
o Is bedoeld om nieuw/ander gezichtspunt voor te houden
o Is gericht op framing
o Zet aan tot creativiteit en innovatie in denken
In combinatie met humor
o Relativeert ‘serious business’ van organisatie
o Kan sympathie opwekken en mensen (ver)binden (maar ook uitdrukking zijn van
uitsluiting en pestgedrag)
o Kan ‘machtelozen’ stem tegen de ’machtigen’ geven
Data General: Eén van de eerste bedrijven in microcomputers. Eagle group. (Hoofdstuk 13)
- Strucutral Frame: geeft geen oplossing waarom de Eagle group zo goed was.
- HR Frame: ook niet, geen persoonlijk beleid of meer waardering, rol niet erkent.
- Political Frame: ook niet, geen machtsbasis, wel competitieve sfeer maar was geen
machtsstrijd maar spel
- Symbolic Frame: wel, groepsspirit, gedeelde cultuur, samenhangende betekenis was
doorslaggevend, was een echt team (heel divers). Had eigen gemeenschappelijke taal,
informele cultuur. Echte groepsidentiteit. Veel humor en spel. Hierdoor zo succesvol.
Basisassumpties
- Organisaties maken gebruik van mythes, verhalen, symbolen, metaforen, rituelen,
ceremonies, metaforen en humor
- Deze symbolische representaties
o Geven betekenis en richting
o Drukken waarden, eenheid, samenhang en helderheid uit
o Helpen omgaan met onzekerheid en ambiguïteit
o Worden ingezet als bindmiddel
o Om medewerkers te verenigen
o Om successen te vieren en calamiteiten te beantwoorden
- Er zin productief
o Verscheidene wetenschappelijke publicaties “ofeer impressive longitudinal evidence
linking culture tot he financial bottom line”
- “The symbolic frame focuses on how myth and symbols help humans make sense of the
chaotic, ambiguous world in which they live”
- “It depicts a world distinct from popular canons of rationally, certainty and linearity”
- In symbolic frame ligt focus niet zozeer op…
o … wat er gebeurt, maar wat het betekent
o … hoe de organisatie presteert, maar zich presenteert
- Duidelijk verband tussen de cultuur van een organisatie en de financiële prestaties
- De betekenis of de interpretatie van wat er in de organisatie gebeurt, is belangrijker dan wat er
werkelijk gebeurt
- Organisaties worden gekenmerkt door ambiguïteit en onzekerheid die rationele
probleemoplossing en besluitvorming dwarszit
- Organisaties gebruiken symbolische representaties om deze ambiguïteit en onzekerheid te
reduceren en richting te geven aan hun handelen
Theoretische inspiratiebronnen
- Dramaturgisch perspectief (Erving Goffman)
o Impression management (we proberen indruk te maken op elkaar, mensen gedragen
zich zoals ze denken dat ze zich horen te gedragen)
De wereld (en organisaties) als theater
Waar mensen verschillende rollen (leren) spelen scripted (duidelijk, maar
staat nergens opgeschreven)
Hoe personen hun rollen spelen en zich aan de ander presenteren
Hoe zij indruk op andere trachten te maken
De technieken waarvan zij gebruik maken
o Front stage en back stage performances
Front stage: formeel, uitvoering, geregisseerd, openbaar
Back stage: informeel, voorbereiding, niet zichtbaar voor het publiek, ‘achter
de coulissen’
- Institutioneel perspectief
o Organisaties vaak gezien als technische instrumenten om een doel te bereiken
o Maar organisaties kunnen zich ook ontwikkelen tot instituties: “infused with value
beyound the technical requirements of the task at hand”
o Instituties zijn organisaties:
Met een sterke eigen identiteit en unieke competentie
Met een sterke reputatie en publieke legitimiteit
Met een lange levensduur door een sterk aanpassingsvermogen
o Organisaties passen zich aan maatschappelijke verwachtingen aan en creëren om
ceremoniële redenen geïnstitutionaliseerde diensten, technieken, programma’s en
afdelingen
o Deze innovaties worden niet ingezet om de effectiviteit en efficiency te vergroten,
maar omdat dit de legitimiteit en overlevingskansen van organisaties vergroten
o Veel processen in publieke organisaties hebben ook en soms vooral een symbolische
functie
Reviews, audits, accreditaties, bijv. in het hoger onderwijs, die
kwaliteitscontrole en vertrouwen dienen uit te stralen.
Procedures, protocollen, registraties, verantwoordingsformulieren, bijv.
kwaliteitszorg in ziekenhuizen
Strategische plannen van organisaties (hele zwakke relatie met doelrealisatie,
B&D 2017: 288
o Vooral legitimerende functie: externe rechtvaardiging van beleid in het licht van
maatschappelijke verwachtingen
Hoorcollege 6 DOCU
Structural frame
- Reorganisatie tijdens economische crisis
o Bedrijfsstrategie (familie zijn) dat moest veranderen
o Verandering sfeer: eerst gedecentraliseerd model. Bedrijf werd te groot voor dit model
+ economische crisis. Ontstond nieuwe aanpak die beter aansloot op de nieuwe
omgeving
- Taakverdeling
- Gecentraliseerd businessmodel top-down als leider zeggen wat er moet gebeuren
- Belonen en straffen
- Coach captain
- Er moest structureel plan komen
- Verkoop specifiek bedrag
- Collectief doel: groter worden organisatie
- Cash-machine waren datacenters
- Continuïteit bedrijf prioriteit nr. 1 (bedrijf plus mensen)
- Persoonlijke groei (eig. HR) doel van organisatie
- Duidelijke hiërarchische rolverdeling (hij wordt baas)
- Groeimodel heeft kanttekeningen – variatie aan assets die kwetsbaar maken – (geen echte
controle en grip op organisatie) – gaat vervolgens centralistisch aansturen
Behavioral/HR frame
- Overlap met structural: coach
- Familie (letterlijk) iedereen evenveel verantwoordelijkheid
- Needs persoonlijk geluk
- Autonomie bij aanvang voor crisis
- Vertrouwen (tussen leiders en medewerkers) eerlijkheid transparantie
- Samenwerken collectief
- Spanning tussen wat goed is voor bedrijf en wat goed is voor de werknemer
- Bang?
- Samenwerken voor veranderingen
- Dynamiek: van autonomie naar baas naar autonomie (3 fasen)
- Persoonlijke groei, geluk ontwikkeling kernconcepten
- Conflict mijdend door snelle oplossingen
- Belangen personeel versus belangen bedrijf – kantelt naar continuïteit bedrijf
- Ontslagen medewerkers worden positief behandeld (knuffels – maar is dit wel echt?
Onnatuurlijk) amicale – familie style
- Laagdrempeligheid (eten bij medewerkers in kantine)
Symbolic frame
- De hond symbool van organisatie
- Hek weghalen bomen planten (ceremonies)
- Vereniging bij hetzelfde symbool nieuw sociaal contract (portret ondertekenen,
psychologisch contract)
- Survival kamp bij beurs
- Eigen overtuiging
- Idealistische visie op het bedrijf komt steeds terug
- Geen baas maar coach (in begin)
- Diepere betekenis aan het bedrijf (toekomst)
- On stage op krukje staan
- Documentaire toestaan (met Rudy als held?)
- Vrije geesten (in het begin)
Political frame
- Achter zijn rug om worden zaken geregeld (MT-adviseurs)
- Conflict situatie; mensen waren boos, backstabbing
- Spanning moeder- en dochterbedrijven
- Verliest controle over het bedrijf (aan banken en andere partijen)
- Banken waren boos vanwege verkeerde informatie
- Nieuw contract laat zien dat hij nog in de markt is
- Ongelijkheid en ongelijke machtsverdeling
- Taalgebruik: machtsuiting – horizontaal eruit
Overige opmerkingen
1) Begin familie – later conflict – eindigt eenzaam
2) Daadkrachtig manager –
3) Coldplay momentje: is hij wel oprecht?
4) Docu gaat over hemzelf… (pretendeert collectief te opereren – gaat daar prat op) maar
functioneert alleen
5) Bedrijf is zijn levenswerk, wil het niet loslaten (familiebedrijf kent drieslag – (opzet, uitbouw,
teloorgang); opvolging is moeilijk (loslaten kan hij niet)
6) Vertrouwen versus loyaliteit
7) Eist hetzelfde niveau van dedication (principaal – agent)
8) Intensief, obsessief zijn kenmerken van ondernemer
9) Compliance: deals niet alleen maken, neem mensen hiervoor aan die meekijken
10) Rudy snapt de vier frames niet echt: kijkt vanuit 1 frame en begrijpt andere posities niet
11) Maakt goede analyse van probleemsituatie – maar onderschat de kracht van het political en
symbolic frame bij een crisissituatie
12) Je hebt als manager niet alles in de hand, je moet accepteren dat je geen maximale controle
hebt; zaken overkomen je
13) Illusion of control wordt tijdens een crisis belangrijk: doen lijken dat je controle hebt: kan
backfiren
14) Solidariteit is belangrijk geen vriendschap – wat is de rol van sociale relaties en hoe vul je ze
in.
15) Respecteren en waarderen – maar geen vriendelijke aardige man
16) Rudy is veroorzaker van onduidelijkheid over rollen (rolonduidelijk)
Gereedschap – sterke kanten en beperkingen. Het verkeerde instrument staat in de weg (verergerd).
Het juiste instrument maakt de klus gemakkelijker. Zorg dat je instrumenten hebt – maar realiseer je
die steeds op de juiste manier in te zetten.
Situationeel – context
Welke frame het best passen is, is afhankelijk van…
- Organisatieprobleem dat speelt
- Historische ontwikkelingen van het probleem
- Betrokken personen en hun opvattingen
- Doel van organisatie
- Type organisatie, sector, beleidsdomein
- Stand van de economie/politiek
- Abrupte veranderingen in de omgeving
- Tijdsgeest
Meervoudige analyse
Voorbeeld reframing ‘Verandering’: vgl de situatie waarin Rudy Stroink terecht kwam
Social architecture: Hoe de sociale relaties binnen een organisatie zijn samengesteld,
netwerkanalyses uitvoeren, welke mensen benoemen welke mensen