Professional Documents
Culture Documents
Hoofdstuk 7. Veroveraars en Bestuurders Van Een Groot Rijk Met Antwoorden
Hoofdstuk 7. Veroveraars en Bestuurders Van Een Groot Rijk Met Antwoorden
Pagina 1 van 13
die stadstaat in de volgende vijf eeuwen zou uitgroeien tot het centrum
van een enorm rijk.
-2-
1.1 O p d r a c h t 1 : L o s o n d e r st a a n d e v r a g e n o p
-3-
1.2 O p d r a c h t 2 : O n d er z o e k wa a r o m e n h o e d e
R o m e i n e n h u n r i j k v e r o v e r d en
Fase 1:
Tussen 1000 v.C. en 500 v.C. groeide Rome van enkele kleine
nederzettingen uit tot een stadstaat. In de beginperiode van de
nederzettingen op de heuvels voelden de bewoners zich wellicht af en
toe bedreigd door buurvolken. Alle volwassen mannen vormden
dan samen een leger om de eigen nederzettingen te verdedigen.
Toen Rome een stadstaat was geworden, werd het leger vaker
ingezet om controle uit te oefenen over de ruime omgeving. De
Romeinen veroverden daar meer landbouwgronden om de
groeiende stadsbevolking te voeden.
Fase 2:
Tussen 500 v.C. en 300 v.C. voerden de Romeinen heel vaak oorlog met
hun buren op het Italiaanse Schiereiland, met wisselend succes.
Maar uiteindelijk slaagden ze erin om alle stadstaten en de landelijke
gebieden op het schiereiland te onderwerpen. Ook de Griekse poleis
in Zuid Italië kwamen zo onder Romeins toezicht. De bewoners van de
veroverde gebieden werden verplicht om manschappen te leveren voor
het Romeinse leger. Zo werd dat leger, naarmate de veroveringen
vorderden, steeds groter.
Fase 3:
Fase 4:
-4-
Tijdlijn
Fase 1:
- Van ?...? tot ?...?
- Gebied: ?...?
Fase 2:
- Van ?...? tot ?...?
- Gebied: ?...?
Fase 3:
- Van ?...? tot ?...?
- Gebied: ?...?
Pagina 4 van 13
Fase 4:
- Van ?...? tot ?...?
- Gebied: ?...?
Pagina 5 van 13
-5-
Triomftocht
Lucius Papirius Cursor was de Romeinse aanvoerder van het Romeinse leger dat ca. 300
v.C. in verschillende veldslagen de Samnieten, een buurvolk van de Romeinen,
versloeg. Hij hield [...] zijn triomftocht in een voor die tijd schitterende stijl.
Infanteristen en ruiters marcheerden of reden voorbij en trokken de aandacht
met hun onderscheidingen [...]. De buitgemaakte wapenrustingen van de Samnieten
werden tentoongesteld [...]. In de stoet werden ook adellijke krijgsgevangenen
meegevoerd. Ze waren beroemd om hun heldendaden en die van hun vaders. Er
werd 2 533 000 pond koper meegedragen, de opbrengst van de verkoop van de
krijgsgevangenen, en nog eens 1830 pond zilver dat uit de steden van de vijand was
geroofd. Al dat koper en zilver werd in de schatkist opgeborgen [...].Een
triomftocht bezorgde de gevierde generaal een enorm prestige. Dat was een groot
voordeel voor zijn verdere politieke carrière. De auteur Livius leefde in de tijd van keizer
Augustus, toen Rome al veel eeuwen van veroveringen achter de rug had. Zijn
lezers maakten van dichtbij de drie grote triomftochten van keizer Augustus mee.
Oudere lezers herinnerden zich vast nog de spectaculaire triomftochten van Julius
Caesar. Dat was nog wat anders dan de stoet uit ca. 300 v.C. In de vroege eeuwen
van de Romeinse veroveringen had een generaal recht op een triomftocht als hij
minstens 5000 vijanden had gedood. In Livius’ tijd was dat een peulschil. De dodentol
van Caesars verovering van Gallië bedroeg een miljoen mensenlevens!
Titus Livius, Ab urbe condita (Sinds de stichting van de stad), Rome, einde 1ste eeuw
v.C.
-6-
Pagina 6 van 13
1.3 O p d r a c h t 3 : B e o or d e e l e e n g e s c h r e v e n br o n e n d e
bruikbaarheid daarvan.
Van 218 v.C. tot 202 v.C. vochten de Romeinen in een bijna uitzichtloze
oorlog tegen hun rivaal Carthago. De Carthaagse generaal Hannibal trok
met zijn leger – en 38 krijgsolifanten – vanuit Spanje over de
Pyreneeën en de Alpen naar Italië. Daar versloeg hij keer op keer de
Romeinse legioenen. Pas na veel vernederende nederlagen slaagden de
Romeinen erin om de strijd te verplaatsen naar Noord-Afrika en
Hannibal in zijn thuisland te verslaan. De Romeinse auteur Livius liet
een uitgebreid verslag na van die militaire confrontatie. Over de
Carthaagse leider Hannibal schreef hij het volgende. Hannibals moed
was weergaloos. Gevaar wuifde hij weg. Hij gaf zijn soldaten een heel
veilig gevoel. Zijn lichaam raakte door geen enkele inspanning
vermoeid. Hij verdroeg zowel kou als hitte. Eten deed hij alleen tegen
de honger, nooit voor het genot. Voor slapen en waken maakte hij geen
onderscheid tussen dag en nacht. Als hij tussen twee acties even tijd
had, sliep hij, om het even of het 3 uur ’s nachts of 4 uur ’s middags
was. Een zacht bed had hij daarvoor niet nodig. Hij sliep gewoon tussen
zijn soldaten, bedekt met een soldatenmantel. Zijn kledij was niet
anders dan die van de gewone soldaten. Alleen aan zijn paard en zijn
wapens was te zien dat hij een generaal was. In elke veldslag bevond
Pagina 7 van 13
hij zich in de voorste linies. Al die heel sterke eigenschappen
contrasteerden met zijn slechte eigenschappen. Hannibal was ongekend
wreed en onbetrouwbaar, de waarheid liet hem koud, niets was voor
hem heilig, hij had geen respect voor de goden, hij bracht geen offers
en daagde ze uit.
?...?
?...?
?...?
Historici zijn het er vandaag over eens dat Livius niet de bedoeling had
om een realistisch portret van Hannibal te schetsen. Hij gebruikte de
figuur van Hannibal en wat hij daarover had horen vertellen om zijn
tijdgenoten een spiegel voor te houden: waren zij wel geschikt om grote
militaire leiders te zijn? Maak op basis van een lijst met kwaliteiten
Pagina 8 van 13
waarover een Romein volgens Livius moet beschikken om een groot
generaal te zijn.
?...?
?...?
H. Livius’ portret van Hannibal gaf de uiteindelijke overwinning van de Romeinen extra
glans. Waarom?
?...?
De rechtvaardige oorlog
Tegen wie de Romeinen ook vochten, ze beweerden altijd dat het een rechtvaardige
oorlog was. Ze voerden bij een oorlogsverklaring zelfs een ritueel uit. Een priester
trok met het leger mee naar de grens van het land van de vijanden. Daar riep
hij naar de vijanden, die meestal niet te zien waren, dat de Romeinen een
tegenprestatie eisten voor het onrecht dat hun was aangedaan. Wanneer de
vijand niet antwoordde, slingerde de priester een speer in het vijandige land. Zo
werd de oorlog een rechtvaardige oorlog. Smoezen vinden om een oorlog aan te gaan,
paste uitstekend in de strategie van de Romeinen. Gewoon zeggen dat ze grondgebied
wilden veroveren, was moeilijk te verkopen. In plaats daarvan kwamen ze met
argumenten dat ze niet anders konden, dat ze zich moesten verdedigen. De vijanden
hadden het zelf gezocht door de Romeinen te beledigen of hun bondgenoten te
bedreigen.
Pagina 9 van 13
Naar F. Meijer, Oud Nieuws, 2001.
-7-
Stenen littekens
In het noorden van Engeland strekt de Muur van Hadrianus zich als een groot litteken in
het landschap uit over meer dan 117 km. Keizer Hadrianus (117 ‒ 138) liet deze
verdedigingsmuur door zijn soldaten optrekken om de meest noordelijke grens van het
keizerrijk te controleren. De muur was 4 à 6 meter hoog. Om de 1481 meter (1
Romeinse mijl) was een klein versterkt verblijf voorzien voor de wachters van dienst.
Pagina 10 van 13
Tussen deze versterkingen in stonden telkens twee wachttorens. Verspreid over de hele
muur waren er een tiental castella, grote ommuurde soldatenkampen. De naar schatting
9000 soldaten die de grens bewaakten, hadden er hun basis. Archeologen vonden in de
omgeving van de muur duizenden resten die getuigen van het soldatenleven aan de
grens. Hier zie je er een aantal. Wat vertellen ze ons?
A. Geef drie manieren waarop de Romeinen het veroverde gebied onder controle
probeerden te houden.
- ?...?
- ?...?
- ?...?
-8-
1.5 O p d r a c h t : 6 V e r k e n de r e c h t e n e n p l i c h t e n va n d e
i n w o n e r s v a n h et R o m e i n s e r i j k .
Onderdaan 1
Onderdaan 2
Ik woon en werk in Frusino, een stad ten zuiden van Rome. Toen de
Romeinen onze stad veroverden, boden we veel weerstand. Ook later
kwamen we nog in opstand. De Romeinen hebben ons daarvoor
zwaar gestraft. Onze leiders werden in Rome onthoofd. Sindsdien
Pagina 11 van 13
bestuurt een Romein onze stad. We moeten zware belastingen betalen
en elk jaar hulptroepen leveren.
Onderdaan 3
Alle inwoners van het Romeinse rijk hadden dezelfde rechten en plichten.
?...?
Door goed samen te werken met de Romeinen kon een veroverd gebied gunstige
rechten krijgen.
?..?
Door zich tegen Rome te verzetten kon een veroverd gebied veel schade lijden.
?...?
-9-
S a m e n v a t t i n g V r a a g 1 : H o e k wa m h e t R o m e i n s e gr o o t r i j k
t ot s t a n d ?
Rome begon ca. 1000 v.C. als een kleine landbouwnederzetting aan de
oevers van de Tiber. Pas eeuwen later groeiden verscheidene
nederzettingen uit tot een kleine stadstaat. Het leger van de stadstaat
werd geregeld ingezet om controle uit te oefenen over de omgeving.
De Romeinen veroverden steeds meer landbouwgronden om de
groeiende stadsbevolking te voeden. Tussen 500 v.C. en 300 v.C.
voerden de Romeinen heel vaak oorlog met hun buren. Uiteindelijk
slaagden ze erin om het hele Italiaanse Schiereiland te onderwerpen.
Pagina 12 van 13
Maar daar bleef het niet bij ... Ook in de volgende eeuwen voerden de
Romeinen agressieve veroveringsoorlogen. Ze waren uit op rijke
graangebieden in de mediterrane wereld en wilden controle verwerven
over de handel in grondstoffen. Militaire overwinningen bezorgden de
generaals daarenboven een groot prestige en dat was belangrijk voor
een succesvolle politieke carrière in Rome. Zo groeide het Romeinse
imperialisme: de Romeinen wilden steeds meer veroveren. Vanaf de 1ste
eeuw n.C. heerste Rome over een grootrijk, een rijk dat zich uitstrekte
over de hele mediterrane wereld en de aangrenzende gebieden. Om dat
uitgebreide rijk onder controle te houden bouwden de Romeinen een
groot leger uit. Ze legden een uitgebreid militair wegennet aan. Ze
versterkten de natuurlijke grenzen met een netwerk van
verdedigingswerken. De Romeinen behandelden niet alle veroverde
gebieden op dezelfde manier. Sommige kregen meer rechten dan
andere. Dat hielp de Romeinen om de inwoners onder controle te
houden (‘Verdeel en heers’).
Pagina 13 van 13