You are on page 1of 2

Gegevens oefening 7:

D = 18 000

Co = 100 EUR

 = 25%

0 – 1000 = 10 EUR

1001 – 2000 = 9,8 EUR

2001 < Q = 9,75 EUR

EOQ zonder korting:

Q* =
√ 2 x 18 000 x 100 = 1200 stuks
0,25 x 10

TC (totale kosten) = 18 000 x 10 + 18 000/1200 x 100 + 1200/2 x 0,25 x 10 = 183 000

Minimale Prijs per eenheid Seriegrootte Totale Totale orderkosten Totale Totale kosten (incl.
bestelhoeveelheid volgens Camp inkoopkoopwaarde per jaar (D/Q x Co) voorraadkosten per inkoop)
per jaar (D x Cp) jaar (Q/2 x  x Cp)
1001 9,8 1212,18 176 400 EUR 1484,93 EUR 1484,92 EUR 179 369,85 EUR
2001 9,75 1215,29 175 500 EUR 899,55 EUR 2438,72 EUR 178 838,27 EUR
Rij 1:

Q* =
√ 2 x 18 000 x 100 = 1212,18
0,25 x 9,8
Totale inkoopkoopwaarde per jaar (D x Cp): 18 000 x 9,8 = 176 400

Totale orderkosten per jaar (D/Q x Co): 18 000/1212,18 x 100 = 1484,93

Totale voorraadkosten per jaar (Q/2 x  x Cp): 1212,18/2 x 0,25 x 9,8 = 1484,92

Rij 2:

Q* =
√ 2 x 18 000 x 100 = 1215,29
0,25 x 9,75
Totale inkoopkoopwaarde per jaar (D x Cp): 18 000 x 9,75 = 175 500

Totale orderkosten per jaar (D/Q x Co): 18 000/2001 x 100 = 899,55

Totale voorraadkosten per jaar (Q/2 x  x Cp): 2001/2 x 0,25 x 9,75 = 2438,72

Besluit: bestelserie van meer dan 2001 stuks met prijs van 9,75 EUR geeft de laagste totale kosten op jaarbasis.

You might also like