You are on page 1of 2

Les 3 break-even uitwerkingen

Opgave 10-14.2
Gegeven
De Rotterdam Academy verkoopt op het jaarlijkse introductieprogramma voor studenten
belegde broodjes voor €1,95 per stuk. De variabele kosten bedragen in totaal €0,43 per
broodje. De constante kosten bedragen €350

Gevraagd:
Bereken de break-even omzet

Uitwerking:
TO = TVK + TCK + TW
1,95Q = 0,43Q + 350
1,52Q = 350
Q = 350/1,52 = 230,3.
Breakeven omzet is 230,3 x € 1,95 = € 449,09
Afronden op hele getallen is ook correct, bij Q=350/(1,95-0,43) = afgerond 230 is de BEO = €
448,50

Opgave 10-15.2
Gegeven
Hamburgergigant BRAC (Bourgondisch Rotterdam Academy) verwacht in 2021 een
jaaromzet van€ 2.600.000. De contributiemarge wordt geschat op 43% van de omzet. Alle
exploitatiekosten (lonen, afschrijvingen, verzekeringen enzovoort) worden als constant e
kosten beschouwd. De nettowinst wordt in 2021 begroot op€ 180.000.

Gevraagd
Bereken de verwachte break-even-omzet in 2021.

Uitwerking:
De contributiemarge bedraagt 43%. De omzet bedraagt € 2.600.000.
De contributiemarge bedraagt 0,43 x € 2.600.000 = € 1.118.000.
Hiervan is € 180.000 winst.
De contante kosten bedragen dus € 1.118.000 - € 180.000 = € 938.000. De break-evenomzet
is € 938.000/0,43 = € 2.181.395,35.
Opgave 10-16.2
Gegeven
Onderneming Omawaving bezit in het centrum van Amsterdam een naaiatelier onder de naam
'Oma first '. De winkel bezit 12 naaimachines die gemiddeld elk 8 uur per dag actief zijn. De
gemiddelde duur van één naaiprogramma bedraagt gemiddeld 2 uur. De integrale kostprijs per
naaiprogramma bedraagt € 6 en is voor 65% opgebouwd uit constante kosten. De
onderneming berekent de verkoopprijs per naaiprogramma door de kostprijs met 45% te
verhogen. Voor het jaar 2021 gaat men uit van de volgende gegevens:

Normale productie in naaiuren 25.000


Verwachte productie in naaiuren 27.000
Totale proportioneel variabele kosten € 33.000

Gevraagd
Hoeveel naaiprogramma’s moet Oma first in rekening brengen om quitte te spelen?

Uitwerking:
De integrale kostprijs bedraagt € 6.
Het constante kostentarief bedraagt 0,65 van € 6 = € 3,90 per naaiprogramma. Een
naaiprogramma duurt 2 uur.
De constante kosten per naaiuur bedraagt (0,65x6) € 3,9/ 2 = € 1,95
De contante kosten bedragen 25.000 naaiuren x € 1,95 = € 48.750.

De prijs van een naaiprogramma bedraagt 1,45 x € 6 = € 8,70.


De variabele kosten per naaiprogramma bedragen € 6 - € 3,90 = € 2,10. De contributiemarge
per naaiprogramma bedraagt € 8,70 - € 2,10 = € 6,60

Het break-even-aantal naaiprogramma’s bedraagt € 48.750/(8,70 – 2,10) = 7.387 (afgerond)

You might also like