Professional Documents
Culture Documents
400Saldo
10,000- 2,600
NCW
-$144
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Restwaarde
400-
400-
400-
400 2,600 2,600 2,600 2,600
Ad (*): Uitgangspunt: kasbesparingen verlagen de aftrekbare kosten met Euro 3000 per jaar en de afschrijvingen van de desktop verhogen de aftrekbare kosten met Euro 2.000 per jaar.
C. Relevante kasstromen bij 40% belasting en vervangingseffecten
Jaar 0
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Investering in desktop
10,000Kasbesparingen
3,000 3,000 3,000
Schrootwaarde oude d
650
Belasting (*)
260-
400-
400-
400Saldo
Jaar 4
Jaar 5
Restwaarde
3,000 3,000
400-
400 2,600 2,600
Ad (*): Uitgangspunt: kasbesparingen verlagen de aftrekbare kosten met Euro 3000 per jaar en de afschrijvingen van de desktop verhogen de aftrekbare kosten met Euro 2.500 per jaar.
Verder dient over de boekwinst te worden afgedragen (voor de eenvoud is hier verondersteld dat deze afdracht direct plaatsvindt).
Copy Copy
A. Traditionele DCF methode zonder flexibiliteit
Relevante kasstromen alternatief 'Uitbesteden' t.o.v. 'Zelf doen'
Vermindering vaste kosten (veronderstelling: dit zijn jaarlijkse uitgaven)
Variabele kosten (veronderstelling: ook dit zijn jaarlijkse uitgaven en 5 servicebeurten per jaar)
Kosten uitbestedingscontract (bij 5 servicebeurten per jaar)
Saldo
NCW
2,640,000
5,000,000
7,500,000140,000
1,400,000
2,340,000
940,000
Conclusie o.b.v. traditionele DCF methode: uitbesteden heeft ten opzichte van zelf doen een gunstige NCW.
B. Uitstellen beslissing met 1 jaar
Relevante kasstromen alternatief 'Uitbesteden' t.o.v. 'Zelf doen' bij 4 servicebeurten
Vermindering vaste kosten (veronderstelling: dit zijn jaarlijkse uitgaven)
Variabele kosten (veronderstelling: ook dit zijn jaarlijkse uitgaven en 4 servicebeurten per jaar)
Kosten uitbestedingscontract (bij 4 servicebeurten per jaar)
Saldo
NCW (uiteraard rekening houdend met jaar uitstel)
2,640,000
4,000,000
6,000,000640,000
5,760,000
1,260,000
3,240,000-
Trommel
Aandachtspunten voor de uitwerking
Jaar 1
Jaar 2
200000
-432000
5000
-227000
fl 1,682,556
188.2%
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
Jaar 7
432000
Jaar 8
Jaar 9
Jaar 10
-432000
64000
Jaar 11
36000
160000
240,000
160000
240000
160000
240000
0
240000
0
240000
0
240000
0
240000
240000
240000
240000
400000
400000
832000
240000
240000
240000
240000
-128000
240000
240000
36000
Jaar 1
Jaar 2
200000
-432000
5000
-240000
-467000
fl 1,608,383
99.0%
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
Jaar 7
432000
Jaar 8
Jaar 9
Jaar 10
-432000
64000
Jaar 11
36000
160000
240,000
160000
240000
160000
240000
240000
0
240000
0
240000
0
240000
0
240000
240000
240000
240000
400000
400000 1072000
240000
240000
240000
240000
-128000
240000
240000
36000
Vraag 1
Alternatieven:
0. het zelf produceren van Shiny X50 met de bestaande productiefaciliteiten;
1. het zelf produceren van Shiny X50 met nieuwe productiefaciliteiten van C&S Equipments;
2. het door C&S Equipments laten produceren van Shiny X50.
Alternatief 1 heeft ten opzichte van alternatief 0 een positieve NCW van Euro 50.000. Bedrijfseconomisch gezien kan alternatief 1 worden
verkozen boven alternatief 0 en kan alternatief 1 derhalve worden gehanteerd als vergelijkingsbasis voor de evaluatie van alternatief 2.
Strategische overwegingen die bij de keuze tussen alternatieven 0 en 1 een rol spelen betreffen onder meer:
> de afhankelijkheid van M-Shine ten opzichte van C&S Equipment (C&S Equipment streeft verticale integratie na en zou de nieuwe installed base bij M-Shine kunnen
aanwenden voor het realiseren van deze strategie);
> de ervaringen die M-Shine kan opdoen met het samenwerken met C&S Equipment.
Hierna is de economische waarde van alternatief 2 vergeleken met die van alternatief 1 (obv productiekostenverschillen)
'Nu' Jaarlijks (jaren 1 t/m 5) Jaarlijks (jaren 6 t/m 10) Einde van jaar 10
Gemiste economische waarde alternatief 1
-50000
Opbrengst productiefaciliteit
100000
Belastingeffect opbrengst prod.fac.
-17500
Vermindering eigen productieuitgaven
2630000
2630000
Vermindering algemene kosten en verkoopkosten
84000
84000
Productieuitgaven outsourcing
-2975000
-2975000
Belastingeffect kostenverschil
87850
91350
Gederfde opbrengstwaarde faciliteit
-50000
Belastingeffect verkoopopbrengst prod.fac. over 10 jr.
17500
Investeringen/desinvesteringen werkkapitaal
0
0
0
Saldo
32500
-173150
-169650
-32500
Hierna volgt een alternatieve kwantificering (obv van vrije kasstroomverschillen)
'Nu' Jaarlijks (jaren 1 t/m 5) Jaarlijks (jaren 6 t/m 10) Einde van jaar 10
Gemiste economische waarde alternatief 1
-50000
Opbrengst productiefaciliteit
100000
Belastingeffect opbrengst prod.fac.
-17500
Vrije kasstroom alternatief 1 (na belasting)
-101000
-97500
Vrije kasstroom alternatief 2 (na belasting)
-72150
-72150
Gederfde opbrengstwaarde faciliteit
-50000
Belastingeffect verkoopopbrengst prod.fac. over 10 jr.
17500
Investeringen/desinvesteringen werkkapitaal
0
0
0
Saldo
32500
-173150
-169650
-32500
Opmerkingen
Opmerkingen
De NCW is derhalve sterk negatief. Dat betekent dat bedrijfseconomisch gezien het best gekozen kan worden voor het vervangen van de productiefaciliteit.
Vraag 2.
Het gaat hier om twee relevante alternatieven t.o.v. het 0-alternatief (doorgaan met huidige faciliteit):
1. het nu vervangen van de productiefaciliteit door de nieuwe productiefaciliteit van C&S Equipment;
2. het over een jaar vervangen van de productiefaciliteit door de nieuwe productiefaciliteit van C&S Equipment.
50,000
56,818
Flexibiliteitswaarde
> tijdwaarde
> flexibiliteitwaarde exclusief tijdwaarde
6,818
12,500
-5,682
Vraag 3.
Investering in beveiligingssysteem
Kasbesparingen
Schrootwaarde oude systeem
Belasting (*)
Saldo
NCW (obv 10% Wacc)
Jaar 0
50,000-
Jaar 1
3,250
1,300-
48,050-
Jaar 2
15,000
6,000-
9,000
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Restwaarde
-$13,933
Ad (*): Uitgangspunt: kasbesparingen verlagen de aftrekbare kosten met Euro 15.000 per jaar en de afschrijvingen van het systeem verhogen de aftrekbare kosten met Euro 10.000 per jaar.
Verder dient over de boekwinst te worden afgedragen (voor de eenvoud is hier verondersteld dat deze afdracht direct plaatsvindt).
Vraag 4.
WACC (= ICR x 0,5 x (5,5% + 1,5%) x (1-40%) =
10.0% na belasting
De nominale marktrente dient te worden gehanteerd (5,5% + 1,5%) daar het bedrijf rekent met de nominale bedragen (dus tegen huidige prijzen).
Het gewenste rendement op eigen vermogen na belasting bedraagt
Vraag 5.
B/S
Vaste activa
2002
250,000
Vorderingen
Voorraden
125,000
100,000
Liquide middelen
25,000
Totaal
Eigen vermogen
500,000
250,000
62,500
125,000
Crediteuren
Totaal
62,500
500,000
15.8%
P/L
Omzet
Productie-, distr. en verkoopkosten
1,000,000
825,000
Bruto marge
175,000
Operationele overhead
125,000
Rente
Winst voor belasting
25,000
25,000
Belastingen (40%)
10,000
15,000
Waardebepaling
Op. bedrijfsres. na belasting (NOWAK)
Wacc na belasting
Groei
Waarde operationele activiteiten (excl. reductie
inkoopkosten)
30,000
10% Wacc van C&S Equipments
2% Het groeipercentage van 4% is hier niet relevant.
382,500
24,750
219,149 Uitgangspunt: de oude schulden zijn na 10 jaar afgelost en het rentepercentage
voor de jaarlijkse groei van de schuld bedraagt 7% (de marktrente), zodat de
economische waarde van de toevoegingen van de schuld gelijk is aan 0 (ontvangen
leningsbedragen zijn ook relevante kasstromen).
2002
187,500
2003
168,750
2004
150,000
2005
2006
131,250 112,500
nvt
nvt
18,750
14,625
18,750
13,163
18,750
11,700
32,030
29,392
26,914
2007
93,750
2008
75,000
2009
56,250
2010
37,500
2011
18,750
2012
-
18,750
10,238
18,750
8,775
18,750
7,313
18,750
5,850
18,750
4,388
18,750
2,925
18,750
1,463
24,589
22,407
20,361
18,444
16,648
14,968
13,395
219,149
12,660-
200,761
Synergiewaarde
Extra verlaging inkoopkosten (elk jaar 5% van 10%
Verlaging debiteurentermijn met 10%
235,078
540,938
Als C&E Equipments in staat is sneller dan in 10 jaar de lening te saneren en Ballpark inderdaad nog lang vast zit aan de ongunstige leningsvoorwaarden, dan kunnen partijen wellicht tot elkaar komen.
Vraag 6.
B/S
Vaste activa
2002
250,000
Vorderingen
Voorraden
125,000
100,000
Liquide middelen
25,000
Totaal
Eigen vermogen
500,000
250,000
62,500
125,000
Crediteuren
Totaal
P/L
Omzet
Productie-, distr. en verkoopkosten
62,500
500,000
1,000,000
825,000
Bruto marge
175,000
Operationele overhead
125,000
Rente
Winst voor belasting
25,000
25,000
Belastingen (40%)
10,000
15,000
72,800
59,600
13,200
1.60
4,300-
Voor de juiste definities van de kasstroombegrippen wordt verwezen naar hoofdstuk 3 ' Basisconcepten' van het collegemateriaal voor college 1 (d.d. 14 maart 2003).
Echter, in stap 2 van de basisaanpak voor beslissingscalculaties is beoogd aan te geven dat naast de investeringskasstromen betreffende vaste activa uiteraard ook de kasstromen,
die de investeringen in werkkapitaal betreffen, dienen te worden betrokken in de calculatie. Deze opmerking is geplaatst bij investeringskasstromen.
Dit laat onverlet dat de definitie van operationele kasstromen ook de kasstromen omvatten die het werkkapitaal betreffen.
Indien uit de uitwerkingen blijkt dat hierover door de plaats van de opmerking in de omschrijving van stap 2 misverstanden zijn ontstaan en
dat de mutaties werkkapitaal wel goed zijn verwerkt in de vrije kasstroom 2002, dan is door het niet meenemen van deze mutaties in de operationele
kasstroom 2002 geen puntenvermindering toegepast.
MONTER BV
Indicaties uitwerking
Vraag A
Berekening WACC en risicovrije rente
WACC (= 0,6 * 8% * 3) =
Bijdrage kosten vreemd vermogen (= 0,6*8%)=
Dus bedraagt bijdrage REV (= 0,4*REV):
Dus bedraagt REV:
REV = Rf + beta*(Rf + risicopremie)
Dus 24% = Rf + 1,33*(Rf + 0,5*Rf) = 2*Rf; dus Rf =
14.40%
4.80%
9.60%
24.00%
voor belasting =
voor belasting =
voor belasting =
voor belasting =
9.36%
3.12%
6.24%
15.60%
na belasting
na belasting
na belasting
na belasting
8% voor belasting
21,200
Vlottende passiva
4,920
Capital Employed
16,280
Now(n)ak
CoC (obv WACC)
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
23,000
5,320
17,680
24,200
4,920
19,280
25,200
4,520
20,680
26,200
4,020
22,180
1,400
1,589
1,600
1,730
1,400
1,870
1,500
2,006
RI (obv WACC)
Break even WACC
189-
7.92%
130-
8.30%
470-
6.77%
5066.76%
Uit deze indicatieve cijfers volgt dat het residual income van Monter gedurende de toekomstige vier jaren negatief is (volgens de prognoses).
Verder stijgen de kosten harder dan de omzet, zodat ook de ontwikkeling een ongunstig beeld geeft.
Dit beeld wordt nog versterkt door het feit dat het werkzaam vermogen groeit.
Vraag B
Verwezen wordt naar onder meer het in de reader opgenomen artikel van C. Izeboud, "Aandelenwaardering, een kwestie van (ac)centen!",
blz. 3 en verder.
Intrinsieke waarde: nominaal eigen vermogen
Rentabiliteitswaarde: winst voor belasting na interest/rendementseis voor belasting
Economische waarde: dmv WACC verdisconteerde saldo vrije kasstromen operationele activiteiten (activa) -/- dmv marktrente verdisconteerde
saldo kasstromen die samenhangen met de schulden
Vraag C
Intrinsieke waarde
De intrinsieke waarde bedraagt Euro 16 mio; dit is de boekwaarde van het eigen vermogen zoals opgenomen in de beginbalans van jaar 1.
Rentabiliteitswaarde
De bedrijfseconomische en fiscale rentabiliteitswaarde kan als volgt worden berekend.
(NB: Onderstaande berekening levert zelfde resultaat als het verdisconteren van de bedrijfsresultaten na rente (in casu nihil) voor belasting
met REV voor belasting.)
(Bedragen x 1.000)
Winst na belasting bedrijfseconomisch (commercieel):
Verdisconteerd (op basis van REV na belasting):
Totaal:
Jaar 1
1,400
1,211
4,155
Jaar 2
1,600
1,197
Jaar 3
Jaar 4
1,400 1,500
906 840
(Bedragen x 1.000)
Winst na belasting fiscaal:
Verdisconteerd (op basis van REV na belasting):
Totaal:
Jaar 1
1,600
1,384
4,719
Jaar 2
1,800
1,347
Jaar 3
Jaar 4
1,600 1,700
1,036 952
Restwaarde (=gekapitaliseerde winst na belasting na 4 jaar; verondersteld wordt dat dit bedrag gelijk is aan Euro 1,7 mio) =
10,897
Verdisconteerd (op basis van REV na belasting):
5,279
(NB: Er is hier een behoudende calculatie toegepast waarbij geen rekening is gehouden met de mogelijkheid dat 5% groei. Indien deze
groei wel wordt meegecalculeerd dient de daartoe geigende kapitalisatie-/restwaardeformule te worden gehanteerd. Bij de beoordeling
zijn beide mogelijkheden goedgekeurd, mits toegelicht.)
RW (commercieel)
RW (fiscaal):
9,433
9,998
Synergie-effecten na belasting:
> distributiecentrum (=500*0,65 gekapitaliseerd en verdisconteerd voor eerste jaa
> werkkapitaaldaling (=5%*(9800-5320) verdisconteerd voor eerste jaar):
> totaal:
3,175
205
3,380
13,377
Economische waarde
De economische waarde kan worden bepaald aan de hand van onderstaande calculatie.
(Bedragen x Euro 1.000)
Bedrijfsresultaat (commercieel):
+ Afschrijving
-/- Investeringen werkkapitaal
Operationele kasstroom
-/- Belasting (*)
-/- Investeringen vaste activa
Vrije kasstroom
Jaar 1
2,260
3,600
-600
5,260
-860
-4,400
0
Jaar 2
2,570
3,400
-1,000
4,970
-970
-4,000
0
Jaar 3
2,260
3,200
-800
4,660
-860
-3,800
0
Jaar 4
2,416
3,100
-1,700
3,816
-916
-2,900
0
Jaar 5 e.v.
2,416
3,100
0
5,516
-916
-2,900
1,700
Ad (*): Als gewerkt wordt met 35% van bedrijfsresultaat (commercieel), dient ook voor de latentie te zijn gecorrigeerd.
Economische waarde (=1.700 gekapitaliseerd en verdisconteerd):
11,611
(NB: Ec. waarde van de schuld = 0; de passiva bestaan namelijk alleen uit EV, voorzieningen en tot werkkapitaal behorende vlottende passiva).
+ Synergie
3,380
14,991
Lecomte
Indicaties uitwerking
8.72%
2004
6,656
2,330300
2007
4,704
1,6461,450
2008
4,704
1,646-
2009
4,704
1,646-
2010
###
1,646###
4,626
9,858
6,796
4,508
41,308 (=NPV bij voornoemde wacc)
3,058
3,058
3,058
2007
6,804
2,3811,950
2008
5,504
1,9261,500-
2009
5,504
1,9261,500-
2010
###
1,926500
350-
1,376
4,258
7,881
6,373
41,283 (=NPV bij voornoemde wacc)
2,078
2,078
3,728
8.72%
2004
1,656
580300
2005
8,551
2,9934,300
2005
4,551
1,5931,300
2006
2,301
8055,300
2006
3,201
1,1205,800
Omdat de waarde van de schulden in beide gevallen gelijk is, heeft voor Lecomte scenario 2 de voorkeur boven scenario 1.
2011
4,704
1,6462,300
23,200
28,558
2011
5,504
1,92641,028
41,028
28,000
1,250 Boekverlies:
4,550 CW van gedurende 5 een jaarlijks bedrag van 35% van het boekverlie
1,250
16,982 Jaarlijkse kasstroom na belasting ((2.360-500)*0,65+500)
1,709 CW van deze waarde voor 24 jaren:
46,232
11,682 (=waarde bezittingen (46.232) -/- waarde van de schulden per 31/12/2003 (regels 17, 18 en 19))
6,758
6,733
C. Bod Laiteur
Nu verkopen aan Laiteur:
Nu verkopen en over 4 jaar terugkopen
> overnamebedrag nu
> CW terugkoopbedrag over 4 jaar
> CW kasstromen jaren 5, 6, 7 en 8
> CW rente + aflossingen + leningbedrag
>> in 2008
>> in 2009
>> in 2010
>> in 2011
Totale waarde:
12,000
12,000
8,58920,198
86779275613,2577,937
Nominaal: -1.274
Nominaal: -1.256
Nominaal: - 1296
Nominaal: -1.836 + 500 -23.200
D. Conclusies
Als Lecomte aandeelhouder blijft dan levert de activa-passivatransactie de hoogste waarde voor Lecomte.
Bij verkoop van de aandelen zou een ongeclausuleerde overname de beste optie zijn; anders zal de activa-passivatransactie de beste optie zijn.
16,982
Chase
Indicatie voor uitwerking
Dat de directie tot verbeteringsmaatregelen besluit en aan de hand van de effecten daarvan beslist over al dan niet voortzetten van bepaalde (ongunstig presterende) producten is verdedigbaar.
Direct beslissen op basis van alleen het portfoliooverzicht zou niet verdedigbaar zijn, doordat het overzicht niet aangeeft wat de kasstroomeffecten zijn van de maatregelen.
Bovendien is het zeer de vraag of het overzicht een representatief overzicht geeft van de toekomstige kasstromen van het voortzetten van het product (zoals dat met Value Mapping wordt beoogd).
Echter voordat besloten wordt voor verbeteringsmaatregelen dient bezien te worden of het overzicht de juiste signalen afgeeft en derhalve of de maatregelen worden gericht op de juiste
objecten' (i.c. producten). Wellicht dat de analyse moet plaatsvinden op basis van productgroepen, klanten of klantgroepen of verkoopkanalen.
In casu valt het een en ander op te merken over de representativiteit van de RI per product.
> het is namelijk de vraag of de realisatiecijfers een reprentatieve weergave vormen voor de komende jaren;
> het is vraag in welke mate de afschrijvingen worden bepaald door het beslag van de producten (het kan zijn dat bepaalde producten meer of minder slijtage veroorzaken dan andere producten);
> het is de vraag of de fabricageoverhead en algemene overhead samenhangen met het feitelijke afzetvolume;
> het is de vraag of de effecten van de toewijzing van capaciteit, personeel en materialen aan producten door producten of door managementbeslissingen worden veroorzaakt;
> het is de vraag of de vermogenskosten op een correcte wijze zijn toegerekend;
> het opstellen van een (correct) overzicht van de RI per klant(groep) zou tot andere inzichten kunnen leiden;
> etc.
Een eerste stap bestaat aldus uit het opstellen van een meer betrouwbaar/representatief portfoliooverzicht naar producten, klanten en eventueel andere relevante perspectieven.
Het resultaat van deze eerste stap is een overzicht dat meer betrouwbare signalen afgeeft over de prestaties van de producten. Deze signalen kunnen aanzetten tot het
bedenken van rendementsbevorderende (lees: waardecreatiebevorderende) maatregelen.
De tweede stap is dan het nemen van besluiten over deze waardebevorderende maatregelen op grond van de effecten van deze maatregelen op de toekomstige vrije kaststromen en de
economische waarde.
11.0%
8.1
09/11/2016
16
Vraag 4: Stand alone waarde Betosco voor Contesco bij aandelentransactie (1,0 p.)
BALANS (X 1.000 EURO) PER:
1-Jan
2010
31-Dec
2010
31-Dec
2011
31-Dec
2012
31-Dec
2013
62,000
42,500
1,400
-34,500
71,400
66,000
47,500
1,400
-36,500
78,400
69,000
50,500
1,400
-34,500
86,400
71,000
52,500
1,400
-35,500
89,400
71,000
58,500
1,400
-38,000
92,900
Eigen vermogen
58,900
65,900
73,900
76,900
80,400
12,500
12,500
12,500
12,500
12,500
2010
2010
2011
2012
2013
400,000
-300,000
100,000
440,000
-330,000
110,000
460,000
-350,000
110,000
500,000
-380,000
120,000
Personeelskosten
Overige kosten
Afschrijvingen
54,700
10,700
17,000
60,150
14,150
16,000
60,850
14,700
15,000
68,310
16,420
14,500
Bedrijfsresultaat
17,600
19,700
19,450
20,770
Rente
Belasting
Compensatie belasting
Winst na Belasting
Cumalieve winst na belasting
-1,000
-5,810
5,810
16,600
16,600
-1,000
-6,545
6,545
18,700
35,300
-1,000
-6,458
2,345
14,338
49,638
-1,000
-6,920
Vaste activa
Vlottende activa
Liquide middelen
Af: Vlottende passiva
Werkzaam vermogen
Omzet
Inkopen
Toegevoegde waarde
09/11/2016
12,851
62,488
17
ICR - werkelijk:
WACC
ICR - normatief
NOPAT
RI
Operational cashflow voor belasting
Belasting op ebit
Compensatie belasting (op ebit)
Operational cashflow na belasting
Investment cash flow
Free cash flow
NCW jaren 2010 - 2013
Restwaarde 2014 e.v. (= PV(8,8 mio/wacc))
Waarde ondernemingsactiviteiten
17.6
19.7
19.5
20.8
17,600
9,353
19,700
10,627
15,338
5,659
13,501
3,464
31,600
-6,160
6,160
31,600
21,000
10,600
30,700
-6,895
6,895
30,700
19,000
11,700
33,450
-6,808
2,695
29,338
17,000
12,338
31,770
-7,270
0
24,501
14,500
10,001
11.0%
8.1
34,646
52,625
87,271
Waarde schuld:
> waarde jaren 2010 - 2013
> Compensatie belasting (op interest)
> waarde jaren 2014
' - aflossing oude lening
' - nieuwe lening tegen marktrente
Totaal waarde schuld voor belastingeffect
Belastingeffect (12923 - 12500) x 35%
Totaal waarde schuld
9,536
0
13,905
492
13,413
73,858
3,387
981
09/11/2016
18
en de nominale (dus niet voor inflatie gecorrigeerde) marktrente voor vreemd vermogen (7,0%).
Vraag 6: Stand alone waarde over te dragen activa en passiva Betosco voor Contesco (0,5 p.)
De waarde voor Contesco van de over te nemen activa/passiva wordt eveneens bepaald door de waarde van de toekomstige cash flows, net
als bij overname aandelen. Het verschil is de tax shield op de goodwill. Het rekenen met boekwaarden van de afzonderlijke activa en passiva
is hier niet correct tenzij expliciet de veronderstelling is aangegeven dat deze boekwaarden ook worden gerealiseerd bij bijv. de verkoop van
bij het stopzetten van het bedrijf (ondanks dat de vraagstelling van het tentamen het tegendeel impliceert).
Maximale prijs = Y; Y hangt af van waarde tax shield goodwill
Y = 73984 + PV(5 jaren het bedrag 0,35% x (Y-WV+LM)/5)
(Y: Maximale prijs voor synergie; WV: werkzaam vermogen;
LM: Liquide middelen)
75,205
Hulpgetallen
1.293565
18109.91
0.258713
96,400
-13,413
1,400
84,387
94,500
09/11/2016
19
Nu
0
-69,550
62,595
2,434
0
0
-4,521
0
2010
654
2011
743
2012
756
0
-229
0
425
0
-260
0
483
0
-264
0
491
0
-297
0
551
0
-245
0
455
Conclusie: zelfs bij een vervanging van de totale vaste activa op 1 januari 2010 is het rendement van de investering gunstig.
Vraag 3: Werkkapitaalverbetering (1,0 p.)
Werkkapitaal oorspronkelijk
Mutatie oorsponkelijk
Werkkapitaal na 1% verlaging van de vlottende activa
Mutatie op basis van 1% lager werkkapitaal
Verlaging mutatie werkkapitaal
PV
1-Jan
2010
9,400
8,975
425
494.18
31-Dec
2010
12,400
3,000
11,925
2,950
50
09/11/2016
31-Dec
2011
17,400
5,000
16,895
4,970
30
31-Dec
2012
18,400
1,000
17,875
980
20
31-Dec
2013
21,900
3,500
21,315
3,440
60
20
494.18
0
0
0
3,434
3,434
2010
547
-191
356
2011
602
-211
391
2012
609
-213
396
09/11/2016
21
H.B.A. Steens
Puntenverdeling
Opgave 1
> onderdeel 1.A
0.5
1.5
Opgave 2
> onderdeel 2.A
0.8
0.4
0.4
0.4
Opgave 3
> onderdeel 3.A
0.5
0.5
0.5
0.5
Opgave 4
> onderdeel 4.A
0.4
0.4
0.4
0.4
0.35
0.35
0.35
0.35
Opgave 5
> onderdeel 5.A
1.5
0.5
0.5
2.5
11
Onderdeel 1.A
Gegeven:
Netto omzet 2008
Netto winstmarge 2008
Nopat-marge 2008
Werkzaam vermogen ult. 2008
Werkzaam vermogen begin 2008
Vaste activa ult. 2008
Vaste activa begin 2008
Werkkapitaal ult. 2008
Werkkapitaal begin 2008
Marktrente VV 2008 voor belasting
Belastingpercentage
1000
5%
6%
1000
1000
473.68
526.32
526.32
473.68
6%
40%
1000
900
100
-16.67
83.33
-33.33
50
6%
Onderdeel 1.B
Daarvan af te leiden overige kencijfers:
Nopat
Cost of Capital (= Wacc*werkz. verm.)
Residual income (RI)
ROCE (= Nopat/werkzaam vermogen)
60.00
60.00 bij Wacc van 6%
0.00 bij Wacc van 6%
6.00%
De CFROI is derhalve gelijk aan 6%. Bij een Wacc van 6% of meer resulteert een negatieve RI. Dit betekent dat het
Dat blijkt ook later in de opgave (Wacc = 10% na belasting en na inflatie). ROCE die ongeveer even groot is als de m
C u m u la t ie v e o p e r a t io n e le w in s t
Opgave 2
Product
Cumulatieve operationele winst
A
40%
B
70%
C
95%
Portfolioanalyse Q1 2004
12
10
8
6
4
2
0
1
Onderdeel 2.A
Nu
Investering in productiestraat
Kasbesparingen
Opbrengstwaarde oude productiestraat
Jaar 1
10,000,000
2,500,000
2,000,000
800,000-
8,800,000-
600,0001,900,000
Wacc:
17.00%
Bij een restwaarde van Euro 2.500.000 resulteert een positieve NCW en derhalve een waardecreerende investering (b
Daar de Wacc van 10% de reguliere Wacc is voor het bedrijf, zou overwogen moeten worden om een hogere Wacc te
Bij een Wacc van meer dan 11,34% zou het project waarde vernietigen.
Onderdeel 2.C
De controller heeft derhalve gelijk als hij stelt dat de economische waarde van het vervangen positief is. Echter een g
Onderdeel 2.D
Verder is de redenering dat de investering niet moet worden gedaan zolang die de winstgevendheid van product E nie
De operationele winst bedraagt Euro 100 Mio. Daaraan draagt product -15% bij, of te wel -/- Euro 15 Mio. De bespa
de extra afschrijvingskosten van Euro 1 Mio (Euro 10 Mio/10 ten opzichte van geen afschrijvingskosten). De kosten
om product E winstgevend te maken.
Verder zal structureel verlies niet samengaan met waardecreatie, derhalve lijkt investeren in een structureel verlieslat
blijkbaar geen beter alternatief (zelfs afstoten van het product is dan niet beter). Dan moet wel worden bezien of de c
gecorrigeerd voor onderlinge subsidiering e.d.). Daarbij kan ook de waarde die per klant wordt gerealiseerd belangri
Opgave 3
Onderdeel 3.A
Beslissingsboom bij flexibiliteit:
Investeren in basiscapaciteit
25%
50%
25%
Niet vervangen
Nu
: Beslissing
: Gebeurtenis
Beslissingsboom zonder flexibiliteit:
Investeren in volledige
capaciteit
25%
50%
25%
Niet vervangen
Nu
Onderdeel 3.B
Bij een substantiele investering (zoals deze investering) dient een evenredig deel van de overheadkosten te worden m
In casu kan uitholling ontstaan als de oorspronkelijke (ook overheadkosten dragende) producten successievelijk wor
Onderdeel 3.C
Flexibiliteit (voorkeursleverancier)
Scenario
Gunstigste afzetgroei
Gemiddelde afzetgroei
Ongunstige afzetgroei
Verwachtingswaarde
10,000,000
5,500,000
1,000,000-
25%
50%
25%
2,500,000
2,750,000
250,000-
5,000,000
25%
50%
25%
2,000,000
2,568,180
1,250,000-
3,318,180
1,681,820
8,000,000
5,136,360
5,000,000-
Flexibilteitswaarde:
Onderdeel 3.D
Daarin besloten aandeel van de tijdwaarde van geld:
> investering in additionele capaciteit (als uitbreiding van de basiscapaciteit) komt een jaar later:
Dus de flexibiliteitswaarde die samenhangt met de optie van het kunnen spreiden van de investeringsbesli
1000.00
900.00
100.00
-16.67
83.33
-33.33
50.00
Begin
473.68
526.32
1000.00
1000.00
900.00
100.00
-16.67
83.33
-33.33
50.00
Begin
447.37
552.63
1000.00
2009
EBIT
Nopat
Afschrijvingen
Mutatie werkkapitaal
Mutatie voorzieningen
Operationele kasstroom
Investeringskasstroom
Vrije kasstroom
100.00
60.00
5.00
-26.32
0.00
38.68
21.32
60.00
2011
60.60
61.81
NB1: Investeringskasstroom is gelijk aan de balansmutatie vaste activa plus de afschrijvingen. De opgave biedt ruim
(1) Het werkzaam vermogen is gelijk gebleven terwijl het werkkapitaal is toegenomen. Dat betekent dat de va
(2) Het werkzaam vermogen is alleen veranderd voor wat betreft het werkkapitaal (dat met 5% is toegenomen)
Beide interpretaties zijn goed gerekend; uiteraard dienen de bijbehorende calculaties in lijn met de interpretatie te zij
NB2: de wacc van 10% is na inflatie.
Omdat de vrije kasstromen zijn gebaseerd op het huidige prijspeil, dient geb
Onderdeel 4.B
151.07
538.28
689.35
22%
78%
100%
Onderdeel 4.C
Waarde schuld:
Van de verstrekte cijfers kan worden afgeleid dat de feitelijk betaalde rente nagenoeg gelijk is aan de marktrente. De
tevens de economische waarde van de schuld representeert.
De economische waarde van de schuld:
252.78 (waarde ultimo 2008!)
Onderdeel 4.D
Stand
alone
onderneming:
waarde
van
de
436.58
Onderdeel 4.E
De synergiewaarde (na belasting):
Onderdeel 4.F
De maximaal te betalen prijs:
100.00
60.00
1,000
10%
100
40-
247
Onderdeel 5.B
Zie collegemateriaal en reader.
Onderdeel 5.C
Monte-Carlo simulatie op basis van de additionele beslissingsopties (zoals het kunnen aankopen van extra capaciteit
Ultimo
Begin
747.22
252.78
1000.00
Gemiddeld
697.22
302.78
1000.00
277.78 (=16,67/6%)
RI. Dit betekent dat het zeer aannemelijk is dat in 2008 waardevernietiging heeft plaatsgevonden.
er even groot is als de marktrente van de schuld vormt een indicatie voor een marginaal renderende operatie.
D
115%
E
100%
Jaar 2
Jaar 3
###
600,000-
1,900,000
Jaar 4
2,500,000
Jaar 5
###
600,000- 600,000-
1,900,000 1,900,000
Restwaarde
2,500,000
2,500,000
600,000-
1,900,000
1,000,000
3,500,000
10%
creerende investering (bij een restwaarde van ruim Euro 1.830.000 resteert een NCW van 0).
om een hogere Wacc te hanteren voor het waarderen van individuele investeringsvoorstellen.
positief is. Echter een gevoeligheidsanalyse op basis van diverse variabelen kan inzicht geven in de
dheid van product E niet positief maakt niet zonder meer juist maar ook niet zonder meer fout.
Euro 15 Mio. De besparingen bedragen Euro 2,5 Mio (kasbesparingen) verminderd met
ingskosten). De kostenbesparingen van Euro 1,5 Mio zullen derhalve lang niet voldoende zijn
en structureel verlieslatend product inderdaad niet zinvol. Als de investering wel zinvol is, dan is er
l worden bezien of de cijfers een goede reflectie van de realiteit zijn (is afdoende
dt gerealiseerd belangrijke inzichten opleveren.
Gunstigste afzetgroei
Investeren in uitbreiding
Euro 10 Mio
Continueren basiscapaciteit
Investeren in uitbreiding
Continueren basiscapaciteit
Investeren in uitbreiding
Continueren basiscapaciteit
Gemiddelde afzetgroei
Ongunstige afzetgroei
Na project
Euro 10 Mio
Gunstigste afzetgroei
8,000,000
Gemiddelde afzetgroei
5,136,360
Ongunstige afzetgroei
5,000,000-
Na project
ten successievelijk worden vervangen door producten die de overheadkosten niet meer dragen.
(A)
(B)
(C) = (A) -/- (B)
Ultimo
Begin
747.22
252.78
1000.00
Ultimo
697.22
302.78
1000.00
Begin
797.22
202.78
1000.00
747.22
252.78
1000.00
=6,18*((1+2%)^(jaar-/-2012+1))
eringen en die van de tegenpartij, het verkrijgen van een extra onderbouwing van de waarderingen en
q. de acquisitieprijs zo laag mogelijk te krijgen.
Initieel
Besparing operationele kosten
Mutatie afschrijvingen
Verhoging EBIT
Verhoging NOPAT exclusief tax shield boekwaardemutatie desinvestering
Tax shield boekwaardemutatie desinvestering verwerkt in jaar 1
Verhoging NOPAT inclusief tax shield boekwaardemutatie desinvestering verwerkt in jaar 1
Mutatie werkzaam vermogen
Mutatie cost of capital
Verhoging EP
NPV
Jaar 1
Jaar 2
18000
-2400
15600
11700
1000
12700
4000
400
12300
-4000
Jaar 3
18000
-2400
15600
11700
0
11700
1600
160
11540
Jaar 4
18000
-2400
15600
11700
0
11700
-800
-80
11780
Jaar 5
18000
-2400
15600
11700
0
11700
-3200
-320
12020
Restwaarde
18000
-2400
15600
11700
0
11700
-5600
-560
12260
-1500
-1500
-8000
-800
-700
40,997
DCF-methode - indirect:
Initieel
Verhoging NOPAT inclusief tax shield boekwaardemutatie desinvestering verwerkt in jaar 1
+ Afschrijving
+ Verlaging werkkapitaal (aanname: 0)
Operationele kasstroom
Investeringskasstroom
Vrije kasstroom
NCW
Jaar 1
Jaar 2
12700
2400
0
15100
0
15100
-8000
Jaar 3
11700
2400
0
14100
0
14100
Jaar 4
11700
2400
0
14100
0
14100
Jaar 5
11700
2400
0
14100
0
14100
11700
2400
0
14100
0
14100
Restwaarde
-1500
-8000
-9500
40,997
DCF-methode - direct:
Initieel
Operationele kasstroom verlaging
Belastingeffecten:
- tax shield depreciation
- tax shield op. kasstroom verl.
- tax shield op desinvestering verwerkt in jaar 1
Operationele kasstroom
Investeringskasstroom
Vrije kasstroom
NCW
Jaar 1
-8000
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
Restwaarde
18000
18000
18000
18000
18000
600
-4500
1000
15100
0
15100
600
-4500
0
14100
0
14100
600
-4500
0
14100
0
14100
600
-4500
0
14100
0
14100
600
-4500
0
14100
0
14100
40,997
Pagina 38 van 47
-1500
-8000
-9500
2011
250
125
100
25
500
250
70
130
50
500
1,000.00
826.00
174.00
124.00
50.00
10.00
40.00
10.00
30.00
37.5
9.9% Wacc van Sandifiek NV dient als verdisconteringsvoet (niet die van ABZystems).
2%
482
41
200 De nominale martkrente bedraagt 5% (= 3,5% + 1,5%) en is gelijk aan de feitelijk betaalde
rente. Daarom kan de boekwaarde van de rentedragende schulden worden gehanteerd.
Indien gewerkt is met 3,5% dan moet
323
Voor de Wacc dient te Wacc van de overnemende partij Sandifiek gehanteerd te worden.
323
10.1%
474
185 (Indien ABZystems nooit meer van de ongunstige lening afkomt.)
4
285 (Uitgangspunt: kostenreductie wordt in context van Sandifiek en niet ABZystems uitgevoerd)
ABZystems zal ongeveer 285 Mio willen ontvangen. Sandifiek zal tussen 282 (= 323 -/- 41) en (minder dan) 323 willen betalen. Dat betekent dat een deal kans van slagen heeft.
Pagina 39 van 47
15.8%
10.6% (Aanname: risico van tax shield is gelijk aan risico van operationele activa.
Dan geldt: kEVu = (kEVl + KVVx(VV/EV))/(1-(VV/EV)). In casu: VV/EV = 1.
Koller, Goedhart, Wessels, 2010, p. 122, formule 6.4)
444
10 Jaarlijks
3 Jaarlijks
30
474 Vergelijking: FCFF operationele activiteiten excl. kostenreductie bedraagt:
Vanwege de projectie op basis van n jaar en de gehanteerde groeivoet is er een verschil met de FCFF-waarde van
1.69%
427.5
25.0
250.0
202.5
214.4
Ten aanzien van de activa-passivatransactie: zie collegestof betreffende de uitwerking van de casus 'Target'.
Pagina 40 van 47
482
Bepalend voor
2, 3
4
4
Waarden (voorbeelden)
Succes, geen succes
Vanaf jaar 2, niet
Vanaf jaar 3, niet
Opmerkingen:
- De variabele 'ontwikkeltijd voor een concurrerend product' kan in de modellering samenvallen met voornoemde variabele 2.
- De variabele 'optreden van concurrentie' kan in de modellering samenvallen met voornoemde variabelen 2 en 3.
- De variabele 'beschikbaar komen van tegenonderzoek' kan in de modellering samenvallen met voornoemde variabele 3.
- De variabele 3 kan worden onderverdeeld in twee variabelen refererend aan de twee soorten onderzoek (naar werking en footprint).
Dit is nuttig als afhankelijkheden, kansen en effecten op omzet anders zijn en als er afdoende informatie over is.
Hier is verondersteld dat dat niet zo is.
v.a. jr.2
Ja
Concurrerend product
Niet
Nee
v.a. jr.3
Omzeteffect: Y
Niet
Omzeteffect: Z
Tegenonderzoek
Omzeteffect: X
Omzeteffect: 0
In deze event tree valt de variabele 1 samen met variabele 2 (i.e. succes betekent concurrentie (v.a. jr. 2), geen succes betekent geen concurrentie).
Decision tree wordt verkregen door bovenstaande event tree uit te breiden met beslissingen inzake de promotionele activiteiten.
B.5. Aanpak
Criteria voor de beoordeling van antwoorden:
- verkrijgen van relevante/representatieve data (feiten en schattingen)
- adequate behandeling van afhankelijkheden tussen variabelen (events en decisions)
Pagina 41 van 47
Nee, p = 30%
Ja, p = 70%
Noodzaak
Pagina 42 van 47
1-Jul
2012
30-Jun
2013
30-Jun
2014
30-Jun
2015
30-Jun
2016
Vaste activa
Werkkapitaal
Werkzaam vermogen - activa perspectief
18,600
13,200
31,800
19,800
14,700
34,500
20,700
15,600
36,300
21,600
16,200
37,800
21,300
18,000
39,300
Eigen vermogen
Rentedragende schuld
Werkzaam vermogen - passiva perspectief
8,000
23,800
31,800
9,498
25,002
34,500
11,322
24,978
36,300
16,085
21,715
37,800
17,872
21,428
39,300
2013
2014
2015
2016
120,000
-86,000
34,000
-26,610
7,390
-1,250
6,140
-1,842
4,298
135,000
-98,000
37,000
-29,145
7,855
-1,249
6,606
-1,982
4,624
142,500
-107,000
35,500
-29,610
5,890
-1,086
4,804
-1,441
3,363
153,750
-114,750
39,000
-32,376
6,624
-1,071
5,553
-1,666
3,887
Marktrente - nominaal
Marktrente - reel
WACC (30% x REV + 70% x Rele marktrente x (1 - T))
WACC obv normatieve ICR van 3,57 en T = 25%
Een Wacc van 7,5% correspondeert met een normatieve ICR va
5%
4%
7.50%
7.50%
3.57 bij T = 25%
(ICR is elk jaar hoger dan 4 en aandeel EV is elk jaar hoger dan bij normatieve financieringsverhouding.)
(Als een lager percentage voor de marktrente is gehanteerd vanwege de huidige feitelijke financieringsverhouding
dan is dat goed gerekend. Aanname: de gegeven risicovrije rente en risicopremie zijn rele waarden.)
(gemiddelde belastingpercentage gehanteerd in de prognoses bedraagt:
30.0% ).
Algemene opmerking: in de opgave wordt een standaard belastingpercentage genoemd van 25% terwijl de in de prognoses van HendyComp wordt gewerkt met 30%. Beide percentages zijn goed gerekend.
ENKELE KENCIJFERS (OVER):
2013
2014
2015
2016
12.3%
6.2%
14.99%
11.6%
5.8%
15.15%
11.4%
4.1%
10.91%
11.7%
4.3%
11.80%
2013
5.0%
30.0%
2,700
4.1
72%
2014
5.0%
30.0%
1,800
4.4
69%
2015
5.0%
30.0%
1,500
3.8
57%
2016
5.0%
30.0%
1,500
4.3
55%
EBIT
NOPAT
Vrije kasstroom (=NOPAT-/-toename werkzaam vermogen)
7,390
5,173
2,473
7,855
5,499
3,699
5,890
4,123
2,623
6,624
4,637
3,137
8,235 (Let op: de cijfers over 2012 en 2013 zijn niet relevant; de waardering betreft alleen de cijfers vanaf 2014.)
53,950 (Aanname: vanaf 2017 blijft werkzaam vermogen stabiel en stijgt de NOPAT met jaarlijks 1%.)
62,185
-31,743 (Aanname: de feitelijke rele rentepercentages (rond 5%) wijken significant af van de rele marktrente (4%).)
2014
86
11421136-
2015
464
264
116148
2014
7,855
5,499
2,723
2,776
2015
5,890
4,123
2,835
1,288
2016
885
705 (4% van de afschrijvingen zijn in mindering gebracht)
221484
392
8,627
53,950
62,577
-31,743
30,834
EBIT
NOPAT
CoC (WACC x werkzaam vermogen)
EP (RI)
Economische waarde operationele activiteiten 2014 - 2016
Economische waarde operationele activiteiten 2017 en verder
Economische waarde operationele activiteiten
Economische waarde schuld
Economische waarde aandelen - stand alone
2016
6,624
4,637
2,948
1,689
1.0%
39,557
19,655
59,212
31,74327,469
EBIT
NOPAT
CoC (WACC x werkzaam vermogen)
EP (RI)
2013
7,390
5,173
2,846
2,327
2014
7,855
5,499
2,995
2,504
2015
5,890
4,123
3,119
1,005
2016
6,624
4,637
3,242
1,395
1.0%
36,561
14,148
50,710
25,002- (Vanwege de marktrente van Urgenta, geldt dat de boekwaarde van de schuld gelijk is aan de
25,708 economische waarde van de schuld).
1.C.2. De economische waarde van de fiscale effecten van de financiering met vreemd vermogen is gelijk aan de economische waarde van de desbetreffende tax shield (meestal betreft dit de belastingaftrek van rente)
verdisconteerd door middel van de unlevered cost of equity (basismethode 1) of de marktrente van vreemd vermogen (basismethode 2). Bron: hoofdstuk 6 van Koller, Goedhart en Wessels (2010).
De tax shield wordt verdisconteerd door middel van de unlevered cost of equity in geval de onderneming naar verwachting de financieringsverhoudingen zo stuurt dat doorgaans een constante debt-to-value zal worden gerealiseerd.
Uitgaande van het slagen van dit financieringsbeleid, zal de waarde van de tax shield meebewegen met de waarde van de operationele activa (de waarde van de operationele activa minus de waarde van de schulden is namelijk gelijk
aan de waarde van het eigen vermogen). In dat geval is het risicoprofiel dat gepaard gaat met de waardeontwikkeling van de tax shield vergelijkbaar met de waardeontwikkeling van de operationele activa.
En dan kan formule (6.3) in hoofdstuk 6 van Koller, Goedhart en Wessels (2010) worden vereenvoudigd tot formule (6.4). In formule (6.4) kan ku worden afgeleid van de waarden van de andere variabelen.
In casu geven de prognoses geen blijk van het sturen op deze verhouding (zie hierna). Daarin kan een argument worden gevonden voor het hanteren van de martkrente van vreemd vermogen voor het bepalen van
de waarde van de tax shield.
2013
2014
2015
2016
Rentedragende schuld
25002.00
24978.00
21715.00
21428.00
EP (RI)
2326.75
2503.75
1004.50
1394.55
Ratio
10.75
9.98
21.62
15.37
1.C.3. De waarde volgens de APV methode:
Interestlasten
Tax shield
Waarde tax shield 2014 - 2016 (op basis van 5%)
Waarde tax shield 2017 en verder (op basis van 5%)
Waarde tax shield
Waarde van de zuivere ondernemingsactiveiten zijn derhalve:
Waarde aandelen volgens APV:
2013
-1,250
313
2014
-1,249
312
2015
-1,086
271
2016
-1,071
268
775
5,564
6,339
44,371 De APV-methode maakt 'slechts' onderscheid tussen de waarde van de tax shield van financieringseffecten en de zuivere ondernemingswaarde.
50,710 Maar de APV methode resulteert in dezelfde waarde. Hier is daarvoor gemakshalve alleen bij de waarde volgende de EP-methode aangesloten.
-500
125
-375
2014
3,000
-4,000
-200
50
3,695
-1,155
250
735
2,375
2015
2016
(Aanname: afschrijvingen oude en nieuwe vaste activa zijn
gelijk; zodat de tax shield op afschrijvingen niet verandert.)
0
3,695
-1,155
2,540
3,695 (kostenverlaging minus afschrijvingen en gecorrigeerd voor realisatie begin jaar T+1)
-1,155 (realisatie begin jaar T+1 = realisatie einde jaar T)
2,540
NPV
6,515
-500
2014
-200
50
250
100
735
2015
2016
0
5,000
1,250
5,000 ----------->
-1,250
6,250
3,750 ----------->
1,000
1,000
0
-61
22
22
-500
161
6,228
3,728
NB: de derde jaarlaag van kostenverlaging heeft effect op de RI/EP van 2017.
Vraag C: Flexibiliteitswaarde
Per voorstel beoordeeld.
Voor flexibiliteit en voorbeelden: zie Koller et al (2010) en collegemateriaal.