Professional Documents
Culture Documents
Investeringselectie
Investeringselectie
Jaar 1 2 3
Opbrengst 850 850 850
Kosten
Winst
Jaar 1 2 3
Opbrengst 850 850 850
Kosten 750 750 750
Winst
Jaar 1 2 3
Opbrengst 850 850 850
Kosten 750 - 750 - 750 -
Winst 100 100 100
Investeringsselectie
Jaar 1 2 3
Opbrengst 850 850 850
Kosten 750 750 750
Winst 100 100 100
Cashflow
Investeringsselectie
Jaar 1 2 3
Opbrengst 850 850 850
Kosten 750 750 750
Winst 100 100 100
Cashflow 400 400 400
cashflow = winst + afschrijvingskosten
400 = 100 + 300
Investeringsselectie
Jaar 1 2 3
Opbrengst 850 850 850
Kosten 750 750 750
Winst 100 100 100
Cashflow 400 400 400
Uitgaande kastroom begin jaar 1 900,- (de investering)
Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 400,- per jaar
Investeringsselectie
De twee meest gebruikte selectiecriteria zijn :
· Terugverdientijd(TVT)
· Netto Contante waarde methode(NCW)
Investeringsselectie
Terugverdienperiode (TVP)
Hierbij wordt berekend na hoeveel tijd is de investering is terugverdiend.
Investeringsselectie
Terugverdientijd
Hierbij wordt berekend na hoeveel tijd is de investering is terugverdiend.
Investeringsselectie
Investeringsselectie
Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud
het maakt natuurlijk wel uit of er na de 2 jaar en 3 maanden nog duizenden euro's binnen
komen of niet. En dit blijft buiten beschouwing
Investeringsselectie
Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud
Stel er zijn twee investeringen met beiden een terugverdientijd van 3 jaar. Bij
investering A komen de cashflows direct binnen en bij B helemaal aan het eind van de
periode.
Investering A is gunstiger: het geld komt eerder binnen (kun je tegen rente op de bank
zetten/binnen is binnen)
Investeringsselectie
Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud
…deze methode houdt wel rekening met “hoe eerder ontvangen hoe beter”
Investeringsselectie
Netto contante waarde methode
Interne rentevoet
is 4%
Investeringsselectie
Netto contante waarde methode
Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 = cashflow eerste jaar contant maken (1 jaar rente)
of met de Grafische RekenMachine: END: FV = 400; i= 4; n=1; PV?
Investeringsselectie
Netto contante waarde methode
contante waarde – investering = netto contante waarde
Investeringsselectie
Netto contante waarde methode
Positieve netto contante waarde (bij bijvoorbeeld 4%) = de investering levert meer op dan 4%
Investeringsselectie
Netto contante waarde methode
Opmerking
Bij jaarlijks gelijke cashflow kun je gebruiken :
400 x 1 -1,04-3
0,04 - 900 = 210
Of: met de Grafische Reken Machine: END: PMT = 400; i= 4; n=3; PV?
NB: zorg ervoor dat je van de contante waarde van de cashflows ook weer de Investering afhaalt.