You are on page 1of 7

OPO PB1 & PIV

Herhalingsoefeningen vak II en vak IV


Academiejaar 2022-2023

OEFENING 1

De vrouw van Karel Peeters overleed in 2021. Karel opteert ervoor om voor aanslagjaar 2022 belast
te worden als alleenstaande. Zijn gezamenlijk belastbaar inkomen bedroeg in 2021
38 310,32 EUR. Het inkomen van zijn overleden vrouw bedroeg 24 961,90 EUR.

Karel heeft twee kinderen, Lise (°13/8/1999) en Milan (°24/7/2005). Lise ontving in 2021 een
werkloosheidsvergoeding van in totaal 2 060 EUR omdat ze 4 maanden werkloos was. Daarnaast
werkte ze in 2021 gedurende 8 maanden en ontving daarvoor 11 200 EUR. Milan werkte in de
zomermaanden als jobstudent en ontving hiervoor 3 120 EUR in 2021. De twee kinderen wonen nog
bij Karel.

Ook de vader van Karel, Hubert (°15/2/1953), maakt deel uit van het gezin. Hubert ontving in 2021
een maandelijks bruto belastbaar pensioen van 1 750 EUR. Daarnaast verhuurt Hubert een eigen
woning voor 935 EUR per maand (KI 1 000 EUR).

Vul voor Karel vak II van zijn aangifte personenbelasting in (aanslagjaar 2022) en bereken de
belastingvrije som waarop hij recht heeft.

Lise:

- Voorwaarde 1: deel van familie? ok


- Voorwaarde 2: NBM? 2060 + 11200= 13260- 2652( 20%)= 10608 > 4920  niet ok
- Voorwaarde 3: geen bezoldigingen ten laste van de belastingplichtige  ok
- Voorwaarde 4: geen student-zelfstandige met bepaalde bedrijfsleidersbezoldigingen  ok
 Niet ten laste

Milan:

- Voorwaarde 1: deel van familie? Ok


- Voorwaarde 2: NBM? 3120 – 2 840 EUR ( vrijstelling)= 280-280= 0> 4920 EUR
- Voorwaarde 3: ok
- Voorwaarde 4: ok
 Wel ten laste

Hubert:

- Voorwaarde 1: ok
- Voorwaarde 2: 21000  vrijgesteld tot 27300 EUR 0> 3410 EUR
11220( 40%) – 4488 EUR ( met max. 1 000* 2/3*4,63= 3086,67)= 11 220 – 3086, 67= 81
333,33 EUR > 3410 EUR  niet ok
- Voorwaarde 3: ok
- Voorwaarde 4: ok
 Niet ten laste
EERST ALTIJD VRIJSTELLING DAN BEROEPSAFTREK
belastingvrije som:
 9050+1650+1650= 12300 euro

 Aangifte
 1010-57
 1011-56
 1013-54
 1030-37

OEFENING 2

Greet en Brecht zijn gehuwd sinds 1/7/2015. Ze hebben 2 kinderen (Cas °12/5/2013 en Fleur
°4/9/2016). Alle voorwaarden zijn voldaan om ze fiscaal ten laste te nemen. De kinderen gaan niet
naar de kinderopvang.

Brecht heeft een bruto belastbare bezoldiging ontvangen in 2021 van 34 080,50 EUR. Daarnaast
heeft hij ook een bedrijfswagen ter beschikking die hij zowel beroepsmatig als privé mag gebruiken.
Het totaal belastbaar voordeel alle aard bedraagt 2 180,33 EUR.
Daarnaast heeft Brecht een loonbonus van 1 700 EUR ontvangen. En voor het eerst ontving Brecht
ook sportcheques ter waarde van 100 EUR. Brecht bewijst zijn werkelijke beroepskosten niet.

Greet heeft 19 320 EUR bruto belastbare beroepsinkomsten ontvangen in 2021. Zij ontvangt van haar
werkgever ook een tussenkomst in haar woon-werkverkeer door middel van een treinabonnement,
bedrag 1 200 EUR. Greet woont op 49 km van haar vaste werkplaats. In 2021 heeft zij 202 dagen
gewerkt. Zij bewijst eveneens haar werkelijke beroepskosten niet.

a) Vul de aangifte personenbelasting (aanslagjaar 2022) in van Greet en Brecht.


b) Bereken het netto belastbaar beroepsinkomen van Greet en Brecht.
c) Bereken de basisbelasting van G. en B.
d) Bereken de om te slane belasting van G. en B.

a) Cide 1002-65
b) 1030-37: 2
c) 1250= 34 080,50+ 2180,33-420 = 35840,83
d) 1254: 420
e) 1255: 420
f) 1242: 1700
g) 2250: 19320
h) 2254: 1200
i) 2255: 1200

b) brecht:
34 080 + 2 180,33 – 420 + 1700 – 1700= 35 840, 33
35 840,33 – 30% = 10 752,1 max 4920= 30 920,33

Greet:
19320+ 1200 – 1200= 21720
19320– 30%= 5796 max 4920 = 14 400

Huwelijksqoutient? Neen
(30 920,33+ 14 400) x 30%
= 13 596,25 EUR < 14 400 EUR

c) brecht
art 130
25% ( 13 540-0)
40%( 23 900-13450)=
TOTAAL : 10688,37 EUR

Greet : TOTAAL BASISBELASTING : 3 729 EUR

d) om te slane belasting Brecht:


=> basisbedrag BVS: 9050 EUR
2KI = 4240 EUR
TOTAAL: 13 290 EUR art 134
25%
 Om te slane belasting= 10688,37 – 3 511= 7177,37 EUR

Geert:

Basisbedrag 9050 EUR

25%
TOTAAL: 3 729- 2 262,5 = 1466,50 EUR

OEFENING 3

Lut Verhaegen deed in 2021 volgende verplaatsingen met haar eigen personenwagen (benzine, 106 g
CO2-uitstoot):

- 6 250 km zuivere privéverplaatsingen


- 3 780 km woon-werkverplaatsingen (210 werkdagen, 18 km)
- 23 500 km beroepsverplaatsingen

Zowel voor haar woon-werkverplaatsingen als voor haar beroepsverplaatsingen krijgt zij een
vergoeding van 0,12 EUR/km van haar werkgever.

Lut kan volgende bewijsstukken voorleggen i.v.m. haar autokosten:

- aankoopfactuur (2018, afschrijving over 5 jaar) 26 750 EUR (incl. btw)


- verzekering 400 EUR
- verkeersbelasting 390 EUR
- onderhoudskosten 340 EUR (incl. btw)
- brandstofkosten 2 980 EUR (incl. btw)
Bereken de werkelijke beroepskosten van Lut Verhaegen.
Wat is voor haar het voordeligste: werkelijke beroepskosten of forfaitaire beroepskosten
toepassen?

Werkelijke beroepskosten:

1) Woon-werkverplaatsingen: 3 780 km * 0,15EUR/km= 567 EUR


2) Beroepsverplaatsingen:

- aankoopfactuur (2018, afschrijving over 5 jaar) 26 750 EUR (incl. btw)


- verzekering 400 EUR
- verkeersbelasting 390 EUR
- onderhoudskosten 340 EUR (incl. btw)
- brandstofkosten 2 980 EUR (incl. btw)
TOTAAL: 9460

X (23500/33500) = 6630,18

Verminderd met
(23500*0,12EUR/KM)= 2820 = 3 810,18

120% (- 0,5% * 0,95*106)= 69,65% X 3 810,18 = 2653,79 EUR

Aangifte kostenbewijzer

1254: 453,6 ( 3780 x 0,12)

1255: 0

1258: 3 220,79 ( 2653,79+ 567)

Aangifte niet-kostenbewijzer:

1254: 453,6

1255: 420

1258: /

Tussenkomst ivm beroepsverplaatsingen = in casu


OEFENING 4

Thomas werkt als bediende bij de FOD Financiën. Hij heeft in 2021 een bruto belastbare bezoldiging
genoten van 40 000 EUR. Zijn vrouw, Marie, heeft geen beroepsinkomsten ontvangen.
Thomas wil volgende kosten, die betrekking hebben op zijn beroepswerkzaamheid, bewijzen:

1. Autokosten
- aankoopprijs personenwagen: 24 000 EUR (incl. btw), nieuw aangeschaft in 2018,
afschrijving over 5 jaar, diesel, CO2-uitstoot 147 g
- interesten autolening: 1 000 EUR
- verkeersbelasting: 420 EUR
- onderhoudskosten: 1 250 EUR
- verzekering: 580 EUR
- boete voor te snel rijden op weg naar klant: 150 EUR
- brandstofkosten: 1 200 EUR

Thomas heeft in 2021 volgende verplaatsingen gedaan:


- 12 000 km woon-werkverkeer
- 8 000 km zuivere beroepsverplaatsingen
- 5 000 km privéverplaatsingen

Van zijn werkgever ontvangt Thomas voor de zuivere beroepsverplaatsingen een vergoeding
van 0,10 EUR/km

2. Bureaukosten
- aankoopprijs woning: 200 000 EUR (excl. 60 000 EUR grondwaarde en 15 %
bijkomende aankoopkosten), aangeschaft in 2015, afschrijving over 33 jaar
- interesten hypothecaire lening: 4 000 EUR
- onroerende voorheffing: 800 EUR
- brandverzekering: 300 EUR
- provinciebelasting: 37,50 EUR
- elektriciteit en verwarming (incl. btw): 1 100 EUR

Beroepsmatig gedeelte: 10 %

3. Vakliteratuur: 75 EUR
4. Aankoop computer en printer: 1 000 EUR (incl. btw), aankoop 5 mei 2021, afschrijving over
5 jaar, beroepsmatig gebruik 80 %

Bereken het bedrag van de aftrekbare beroepskosten van Thomas en bepaal de netto belastbare
beroepsinkomsten van Thomas en Marie.

1) Autokosten woon-werkverkeer
12.000 *0,15km/uur = 1.800
+ 1000 *( 12.000/25.000) = 480
TOTAAL: 2.280 EUR

2) Beroepsverplaatsingen:
- Afschrijvingen: 24 000 EUR/5 = 4.800
- verkeersbelasting: 420 EUR
- onderhoudskosten: 1 250 EUR
- verzekering: 580 EUR
- brandstofkosten: 1 200 EUR

TOTAAL: 8.250 EUR * (8.000/25.000)= 2.640


( 8000*0,10 km/uur) = 800
2640-800= 1.840
X (120% -( 0,5% * 1 * 147)) = 46,5%, aftrek dus minimum 50% (art.66)

= 1840* 50%= 920 EUR

- interesten autolening: 1000 EUR x ( 8/25) X 100% = 320 EUR


TOTAAL: 2280 + 1240 = 3.250 EUR

1) Andere werkelijke kosten


- Afschrijving bureau: 200.000 x 10% X 3%= 600 EUR
- Afschrijving aankoopkosten: 200.000 X 15% X 10% X 3%= 90 EUR
- Intresten hypothecaire lening 4000x 10% = 400 EUR
- Onroerende voorheffing: 800 x 10% = 80 EUR
- Brandverzekering: 300 x 10% = 30 EUR
- Provinciebelasting: 37,50 x 10%= 3,75
- elektriciteit en verwarming: 1100X 10%= 110 euro
- vakliteratuur: 75 EUR
- printer : 200* 80%= 160 EUR
- TOTAAL: andere werkelijke beroepskosten: 1548,75
- Totaal werkelijke beroepskosten: 3 520 + 1.548,75= 5068,75

huwelijks quotiënt: 30% x 34 931,25 = 10.479,38 met max 11.170,00

You might also like