Professional Documents
Culture Documents
Bij een dienstverlenende onderneming is de vooraftrek lager → er zijn weinig inkoopkosten (over
loonkosten wordt geen belasting betaald).
4) Bij de werkelijke winst bereken je het precies hetzelfde als bij begrote winst.
5) Als je de nacalculatorische winst vergelijkt met de voorcalculatorische winst, kan je een
analyse maken van de verschillen. In een verschillenanalyse probeer je de oorzaken te
achterhalen waardoor het verschil is ontstaan.
→ Winst na belasting = nettowinst = onverdeelde winst = resultaat na belasting
Constante kosten veranderen niet als de afzet stijgt/daalt. Constante kosten kunnen wél
veranderen als de capaciteit wijzigt of door prijswijzigingen van de constante kosten.
→ wijziging van capaciteit → bij een uitbreiding van de capaciteit, zijn machines nodig
bijvoorbeeld, waardoor de constante kosten stijgen.
- het maximale aantal goederen die een handelsonderneming kan verkopen
- het maximale aantal diensten dat aan dienstverlenende onderneming kan leveren
- het maximale aantal producten dat een dienstverlenende onderneming kan maken
→ prijswijzigingen → Als bijvoorbeeld de huurprijs toeneemt, nemen de vaste kosten toe.
2) De break-evenafzet: afzet waarbij geen winst en geen verlies is. Is de afzet groter, dan
maakt ze winst / Is de afzet kleiner, dan maakt ze verlies.
De break-even omzet = break-evenafzet x verkoopprijs. Je hebt de gegevens nodig:
- De verkoopprijs per stuk
- De variabele kosten per stuk
- De totale constante kosten per periode
Als een onderneming meerdere producten verkoopt kan je alleen de break-evenomzet voor
alle producten samen berekenen: dan heb je nodig →
- De brutowinstmarge als percentage van de omzet
- De variabele kosten als percentage van de omzet
- De totale constante kosten per periode
Als je de gemiddelde verkoopprijs weet, kan je ook de break-evenafzet uitrekenen
Voorbeeld:
Omzet = 100%
Variabele kosten = 85%
Dekkingsbijdrage = 100 - 85 = 15%
Constante kosten = $195.000 = 15% dus 100% is $1.300.000
→ Kan ook via TO=TK → 100% = 85% + $195.000 → 15% = $195.000
Als je wil weten hoe hoog de omzet moet worden, voor een bepaalde winst, heb je de break-
evenomzet berekening nodig:
Ipv op de plek van winst = 0 → zet je nu winst = 60.000 neer
De berekening verandert dan van 15% = $195.000 + $60.000
of TO - TK = $60.000
C V
Het uurtarief per vaste activa (machine-uurtarief) = +
N B
Als het begrote aantal producten niet bekend is, maar wel de samenstelling van TK → leg je een
opslag voor de dekking van de constante kosten op de variabele kosten. Het
opslagpercentage is dan: constante kosten / variabele kosten x 100%.
Nadeel: als de variabele kosten hoger zijn dan verwacht, neemt het opslagbedrag voor de
constante kosten ook toe, terwijl de constante kosten dan niet hoger zijn.
Dit is op te lossen door een opslagpercentage te nemen voor de variabele kg of uur, ipv de totale
variabele kosten → Dan deel je de constante kosten door het aantal kg of uur.
2) Resultaten:
Er zijn bij variabele kosten verschillende resultaten (verschil begroot en werkelijk) mogelijk:
- Het efficiencyresultaat: meer/minder van een productiemiddel verbruikt dan
toegestaan.
- Het prijsresultaat: meer/minder voor een productiemiddel betaald dan toegestaan
Efficiencyresultaat formule:
= (sh−wh) x sp → (standaardhoeveelheid - werkelijke hoeveelheid) x standaardprijs
= (sh x sp)- (wh x sp)= voordelig of nadelig resultaat x sp
Prijsresultaat formule:
= (sp−℘)x wh → (standaardprijs - werkelijke prijs) x werkelijke hoeveelheid
= (sp x wh)- (℘ x wh)= voordelig of nadelig resultaat x wh
Het budgetresultaat: het verschil tussen de toegestane kosten en de werkelijke kosten. Het
bestaat uit: efficiencyresultaat, het prijsresultaat + een eventueel bezettingsresultaat.
Het bezettingsresultaat: in welke mate de constante kosten worden gedekt. Dit gaat via de
normale productie. Als de ck = n dan worden ze volledig gedekt. Onderbezetting: niet volledig
gedekt / overbezetting: winst want te veel gedekt. Een bezettingsresultaat komt alleen voor bij
constante kosten. Het vormt alleen een afwijking als B en N verschillen.
c
Bezettingsresultaat formule: (B−N ) x
n
Hoofdstuk 33: Absorption costing:
Bij absorption costing (integrale kostencalculatie) worden de constante kosten en de variabele
ck
kosten opgenomen → variabele kosten+ = standaardkostprijs →
gemiddeld uren/ producten
standaardkostprijs x winstopslag → verkoopprijs x btw = klaar
Liquiditeitsbegroting is inclusief btw → dus alle betalingen van de debiteuren en crediteuren zijn
inclusief btw.
Social accounting: