Professional Documents
Culture Documents
Stappenplan
1. Bepaal welke soort test het is
2. Definieer nul- en alternatieve hypothese
3. Bereken de toestingsgrootheid met de gepaste formule
4. Bereken de kritieke waarde met de Idf formule.
5. Bereken de p-waarde met de cdf formule
6. Interpreteer:
Kritieke waarde < toetsingsgrootheid
verwerpingsgebied significant
Kritieke waarde > toetsingsgrootheid
aanvaardingsgebied niet-significant
P-waarde > 0,05 niet-significant
P-waarde < 0,05 significant
Univariate hypothesetesten 1 steekproef: situatie waarbij je test
ten opzichte van een bepaalde referentiewaarde
1. Indien σ gekend is: Z-test
2. Indien σ niet gekend is: T-test
2.1. 95 % betrouwbaarheidinterval (met de kritieke waarde).
3. χ 2- test
Parametrische one sample t-test: nagaan of een
populatiegemiddelde al dan niet verschillend is van een bepaald
voropgestelde referentiegemiddelde
Chi-kwadraattest: Nagaan of de populatieproportie al dan niet
overeenkomt met de referentieproportie
Normaliteitstest (Shapiro-wilk): Er wordt nagegaan of de verdeling
normaal verdeeld is.
McNemar-test: nagaan of de verhouding van de karakterisitieken in
de populatie voor beide situaties gelijk zijn
Wilcoxontest: nagaan of het mediaanverschil gelijk is aan 0 is
H0: δ = 0
H1: tweezijdig δ ≠ 0
Tweezijdig: δ < 0
δ>0
Gepaarde student’s t-test: nagaan of het gemiddelde verschil is gelijk
is aan 0
H0: δ = 0
H1: tweezijdig δ ≠ 0
Tweezijdig: δ < 0
δ>0