You are on page 1of 35

Thermodynamica

Een grafische samenvatting

Jullie dachten dat elektriciteit


spannend was?
Bij thermodynamica zul je pas
echt de druk voelen!

Hildo Bijl
Inhoud

Ideale gassen

1. Thermodynamische processen
2. Gesloten systemen en kringprocessen
3. Open systemen en enthalpie
4. Entropie en de tweede hoofdwet
5. Gasturbines

Niet-ideale gassen

6. Dampen en diagrammen
7. Stoomturbines
8. Koelmachines en warmtepompen
1
Thermodynamische processen

Toegepaste Thermodynamica, hoofdstukken 2, 3, 4

Gassen spelen in onze wereld een belangrijke rol

Het is voor een ingenieur dus cruciaal om te


begrijpen wat je ermee kan doen, en wat niet

1.1. Wat is een gas?

Gassen zijn niets meer dan een grote


verzameling snel rondvliegende moleculen Als je het volume verkleint,
dan zullen de moleculen vaker
tegen de wand botsen

De druk stijgt

Als moleculen
tegen een wand
aanbotsen, dan
veroorzaken ze Het wordt wel
samen een druk wat druk hier ja

Je kunt ook een gas verwarmen Vanuit deze Algemene gaswet: pV = nRT
om de druk te laten stijgen gedachten vinden we
p druk [Pa]
de algemene gaswet V volume [m3 ]
n aantal moleculen [mol]
R universele gasconstante [J/mol·K]
T temperatuur [K]

De universele gasconstante is
voor alle gassen hetzelfde
De moleculen vliegen dan
sneller rond, waardoor ze
Daarom noemen ze
vaker en harder tegen de
hem “universeel”
wanden botsen

1
De praktische vorm van de
Het aantal moleculen algemene gaswet: De specifieke gasconstante hangt
tellen is vaak lastig,
pV = mRs T af van welk specifiek gas je hebt
en daarom gebruiken
we in de praktijk m massa [kg]
Vaak zoek je hem op in
Rs specifieke gasconstante [J/kg·K]
een aangepaste vorm een tabel of een bijlage
van de gaswet
Voor normale lucht geldt
Rs = 289 J/kg·K

Als we twee van de drie eigenschappen Pas op! De gaswet werkt


van een gas weten, dan kunnen we nu alleen voor ideale gassen
altijd de derde berekenen!
Dat zijn gassen waarbij de
Oké, mits we het soort gas
moleculen zo ver uit elkaar
en de massa ervan weten
zitten dat ze praktisch niet
onderling met elkaar botsen
p

T V

Dit is niet het geval als het gas zo koud is, of


zo onder druk staat, dat het bijna vloeibaar is

In dit geval werken onze formules


niet, en hebben we grafieken nodig

We gaan in 1.2. Gassen verwarmen


hoofdstuk 6 en gaseigenschappen
pas uitzoeken
hoe dat
precies werkt

Als je een vast voorwerp van één kilogram Bij een gas hangt de soortelijke warmte óók af
één graad Celsius warmer maakt, dan is daar van de manier waarop we het gas verwarmen
een vaste hoeveelheid warmte voor nodig
We kunnen het gas bijvoorbeeld verwarmen
We noemen dit de soortelijke warmte c terwijl we het volume constant houden

Hij hangt alleen af van het soort materiaal


We hebben dan
de “soortelijke
Q = mc ∆T warmte bij
Q toegevoegde warmte [J] constant volume”
c soortelijke warmte [J/kg·K] cv nodig

2
We kunnen het gas ook verwarmen De soortelijke warmten hangen
terwijl we de druk constant houden wederom af van het soort gas
Er is nu meer
We zoeken ze dus op
warmte
(energie) Zo geldt het volgende
nodig, omdat bijvoorbeeld voor lucht
het gas
tijdens het
opwarmen ook
cv = 716 J/kg·K
nog arbeid zal
verrichten cp = 1005 J/kg·K

We rekenen nu met de “soortelijke


warmte bij constante druk” cp

Als we met ideale gassen gaan rekenen,


Als we de soortelijke
dan beginnen we dus altijd met het
warmten van een gas van Rs = c p − c v
bepalen van de vier gaseigenschappen
elkaar aftrekken, dan cp
vinden we de specifieke k=
cv Hierbij geldt: als we
gasconstante Rs
er twee weten, dan
kunnen we de andere
Daarnaast is ook de twee direct berekenen
verhouding k tussen
de soortelijke cv Rs
warmten belangrijk

Voor lucht is die k = 1.4 cp k

Er zijn veel dingen die we


met een gas kunnen doen

Verwarmen

1.3. Soorten processen Samendrukken

En nog meer ...

We hebben een gestructureerd


overzicht nodig!

Wet van Poisson: Dankzij de algemene Wetten van Poisson:


pV n
= constant gaswet kunnen we de
pV n = constant
wet van Poisson ook op
andere manieren schrijven Tn
= constant
pn−1
T V n−1 = constant
Bij veel processen is
er een speciaal getal
n zodat pV n grofweg
constant blijft

Als dit geldt, noemen we


het proces een polytroop

3
Voor de duidelijkheid: een proces waarbij
Druk constant Isobaar n=0 c = cp
geen warmteuitwisseling plaatsvindt,
Volume constant Isochoor n=∞ c = cv dus met perfecte isolatie waardoor
Q = 0, noemt men adiabatisch
Temperatuur constant Isotherm n=1 c=∞
Als een adiabatisch
Entropie constant Isentropisch n=k c=0
proces óók geen
verliezen als wrijving
heeft, dàn pas noemt
De waarde van n Een paar men het isentropisch
hangt dus niet af processen zijn
van het type gas, zo belangrijk dat Het concept van
maar van het ze hun eigen entropie wordt in
soort proces naam hebben hoofdstuk 4 uitgelegd

In theorie is elke waarde van n


mogelijk, maar in de praktijk
zit hij vaak tussen 1 en k in

Als we n weten, dan


kunnen we direct de
soortelijke warmte c van 1.4. Het p-V-diagram
het proces berekenen

Rs
c = cv −
n−1

Je kunt een proces p p2 2

handig visualiseren De vorm van


n=k
in een p-V-diagram p1 1 p
n=∞ de lijn hangt
n=1 af van het
V2 V1
V soort proces
n=0
Isobaar

Isotherm
Hierin teken je hoe
de druk en het Isochoor
Isentroop

volume veranderen
V
tijdens het proces

Soms tekenen we p T hoog

ook isotherme lijnen,


lijnen met gelijke
temperatuur, in
het p-V-diagram T laag
V

1.5. Een proces doorrekenen


Zo zien we waar
de temperatuur
hoog is en waar
juist laag

4
Stap 1: zorg dat p V T
Als we een proces
we op één punt
door willen rekenen, Gaswet
alle eigenschappen 1
zijn er vijf stappen
(p, V en T) weten
om te volgen 2

Als we er twee van de


drie weten, dan vinden we
de derde met de gaswet

Het is heel handig om hier


een tabel voor te maken

Stap 2: bepaal het soort proces p 2


Stap 3: bepaal
?
hoever het proces
voortgezet wordt 1
Is p constant?
Is V constant? V
Is T constant?
Wordt er geen warmte
overgedragen? ( Q = 0 )
Hiermee vinden we op
het andere punt één van
Dit vertelt ons de waarde de drie eigenschappen
van n, en dus ook van c (p, V of T)

Stap 4: gebruik de Stap 5: gebruik de


p V T p V T
wetten van Poisson om gaswet om de laatste
de tweede eigenschap 1 eigenschap te vinden 1
te berekenen Poisson’s wet
Daarmee zijn we klaar! Gaswet
2 2

Soms hoeft dit niet (We kunnen ook nogmaals


eens: als het volume Poisson’s wet toepassen,
bijvoorbeeld constant maar de gaswet is iets
blijft, dan kun je dat makkelijker op te lossen)
ook gelijk invullen

Als een gas uitzet - het volume


neemt toe - dan verricht het arbeid

We noemen deze arbeid “Volumearbeid”

Hij is gelijk aan de


1.6. Arbeid druk maal het
verschil in volume

W = p ∆V
W arbeid [J]

5
Waar komt deze Voor een proces
formule vandaan? W = Fs met constante p W1−2 = p(V2 − V1 )
F = pA druk is de arbeid 1 2
Het is een combinatie niet heel moeilijk
van drie formules die ∆V = As
te berekenen W1−2
we eigenlijk al kennen
V

s De arbeid is gelijk aan


de oppervlakte onder
p het p-V-diagram!

−1
Bij elk ander W1−2 = ( p 2 V 2 − p1 V 1 ) Let op: als het gas
n−1 Negatieve arbeid
proces is de arbeid p uitzet, en arbeid p
ook gelijk aan de 1
levert, dan rekenen 2
oppervlakte onder 2 we dit als positief 1
het p-V-diagram W1−2 W1−2
Als het volume
V afneemt, en we dus V
arbeid op het gas
uitoefenen, dan is de
Alleen de formule is arbeid juist negatief!
wat ingewikkelder
Dus van links naar rechts
Gelukkig zijn daar is positief, en van rechts
formulebladen voor naar links is negatief

Stel, we hebben een hoeveelheid gas

De warmte Q De arbeid die


W
die erin gaat het gas levert
noemen we Q noemen we W

1.7. De eerste hoofdwet: Als er juist Als we juist arbeid


warmte uitgaat, op het gas leveren,
behoud van energie dan is Q negatief dan is W negatief

De eerste hoofdwet De eerste hoofdwet geldt


zegt dat energie
Eerste hoofdwet: altijd, zelfs voor vloeistoffen!
nooit verloren gaat Q = ∆U + W
U inwendige energie [J] Voor ideale gassen geldt verder: hoe meer
∆U = U2 − U1 inwendige energie, hoe hoger de temperatuur

Als we warmte aan het gas U2 − U1 = mcv (T2 − T1 )


toevoegen, dan neemt de
inwendige energie U toe
Voor niet-ideale gassen,
Als het gas arbeid levert,
bijvoorbeeld kokend water met
dan neemt de inwendige
waterdamp, is dit niet altijd zo!
energie U juist af

6
2
Gesloten systemen en kringprocessen

Toegepaste Thermodynamica, hoofdstuk 6

Een systeem kan “gesloten” of “open” zijn

2.1. Definities van


systemen en processen Bij gesloten Bij open
systemen systemen
gaat er stroomt er
geen gas in wel continu
of uit gas door

Als eerste bestuderen we gesloten systemen

p 3
Stel, we pakken een p 2 Er zijn vele soorten Isotherm

gesloten systeem met gas kringprocessen 4


Isentroop
Isentroop
We laten dit gas meerdere 3
1 Een erg bekende is 2
thermodynamische processen het Carnot-proces Isotherm
1
achter elkaar ondergaan V
V
Als deze stappen het gas
terug naar de begintoestand Dit proces bestaat
brengen, dan noemen we uit vier stappen:
het een kringproces isotherme compressie,
isentrope compressie,
Kringprocessen zijn handig, isotherme expansie en
want we kunnen ze herhalen isentrope expansie

p 3

W2−3
W1−2 1

2.2. De arbeid V
van kringprocessen
Bij een kringproces stoppen we
vaak eerst arbeid in een systeem

W1−2 en W2−3 zijn dan dus negatief

De pijlen lopen immers van rechts naar links

7
Bij de volgende p 3
We zien nu dat de p
Wt = W1−2 + W2−3 + W3−4 + W4−1
3
stappen levert het 4 totale arbeid gelijk
gas juist arbeid is aan de ingesloten 4

2 oppervlakte!
De pijlen lopen nu Wt

van links naar rechts W3−4 2


W4−1 1 Deze totale arbeid
1
W3−4 en W4−1 zijn V noemen we ook wel
hier positief de netto arbeid of de V
technische arbeid Wt

Het begrip
“technische arbeid”
komt in hoofdstuk 3
nog verder aan bod

Een kringproces 3 Positief kringproces 3 Negatief kringproces Een kringproces


waarin de pijlen met p Wt > 0 p Wt < 0 waarin de pijlen
de klok mee gaan 4 2
tegen de klok in gaan
heeft een positieve Wt Wt heeft een negatieve
netto arbeid 2 4 netto arbeid

Het proces levert 1 1


Het proces heeft
dus nuttige arbeid V V juist arbeid nodig

We noemen dit een We noemen dit een


positief kringproces negatief kringproces
Bekende voorbeelden
Bekende voorbeelden zijn
zijn koelmachines en
turbines en generatoren
warmtepompen

Bij elke stap in het


kringproces geldt de
eerste hoofdwet

Q = ∆U + W
2.3. De energiebalans
We kunnen deze
energiebalans ook
voor het gehele
kringproces bekijken

Omdat we bij Bij positieve Bij negatieve


een kringproces Q1−2 = (U2 − U1 ) + W1−2 kringprocessen zijn kringprocessen zijn
weer bij punt 1 Q2−3 = (U3 − U2 ) + W2−3 Qtotaal en Wt positief Qtotaal en Wt negatief
terugkeren, geldt
Q3−4 = (U4 − U3 ) + W3−4
iets heel simpels Er gaat dus netto Er gaat dus netto
Q4−1 = (U1 − U4 ) + W4−1 warmte in, en er warmte uit, en er
+ wordt netto arbeid wordt netto arbeid
Qtotaal = Wt
geleverd door het van buitenaf in het
gas naar buiten toe gas gestopt

De netto toegevoegde
warmte is gelijk aan
de geleverde arbeid!

8
In kringprocessen 3 Qtoe
wordt in sommige p
4
stappen warmte
toegevoerd en in Wt
anderen juist 2
warmte afgestaan
2.4. Rendement voor Qaf 1

positieve kringprocessen V

De totaal toegevoerde
warmte noemen we Qtoe
De totaal afgestane
warmte noemen we Qaf

Voor positieve
Qtoe Qaf kringprocessen geldt Het rendement η geeft nuttig
aan hoe efficiënt een η=
invoer
Qtoe = Qaf + Wt
positief kringproces is
Wt
Wt η=
Qtoe
Let op: we rekenen
Qtoe , Qaf en Wt hier
allemaal positief
Onthoud: het doel
Hun naam geeft
van een positief
immers al de richting
kringproces is
aan, dus we hebben
arbeid genereren
er geen minteken
meer voor nodig

Het hoogst haalbare


rendement is het Rendement Carnot-proces

rendement van het Tmin


Carnot-proces ηC = 1 −
Tmax
Het Carnot-proces
neemt warmte op bij 2.5. Factoren voor
temperatuur Tmax en
staat het weer af bij negatieve kringprocessen
temperatuur Tmin

Er is geen ander proces mogelijk,


met maximum temperatuur Tmax
en minimum temperatuur Tmin,
met een hoger rendement

Qtoe Qaf Koudefactor van


Bij een koelmachine gebruiken
een koelmachine we arbeid Wt om ergens
nuttig warmte Q uit te halen
ε=
Wt invoer De warmte Q die úít
Qtoe de koelruimte stroomt
Voor negatieve kring- ε=
processen geldt juist Wt is de warmte Qtoe die
Qaf = Qtoe + Wt ín ons gas gaat zitten

Er wordt nu arbeid in We willen Qtoe dus zo


het systeem gestopt hoog mogelijk krijgen
Wederom rekenen we
Qtoe , Qaf en Wt hier Hiermee vinden we
de koudefactor ε
allemaal positief

9
Het doel van een De warmtefactor
Warmtefactor van
warmtepomp is juist om is altijd één hoger

}
een warmtepomp Qaf = Qtoe + Wt
zo veel mogelijk warmte εw =
Qaf dan de koudefactor
nuttig εw = ε + 1
een kamer in te sturen εw = Wt
Qtoe
invoer ε=
Wt
Qaf
Qaf moet dus zo εw =
Wt
groot mogelijk zijn

Hiermee vinden we de Immers, de arbeid wordt


warmtefactor εw, ook ook omgezet in warmte
wel de Coefficient of
Performance (COP) Voor warmtepompen is
genoemd deze warmte nuttig!

De hoogst haalbare Carnot-factoren


factoren zijn die van
Tmin
het Carnot-proces εC =
Tmax − Tmin
Tmax
εwC =
Tmax − Tmin 2.6. Een kringproces
doorrekenen
Er is geen ander proces mogelijk,
met maximum temperatuur Tmax
en minimum temperatuur Tmin,
met hogere factoren

Voor het doorrekenen p V T Voor alles behalve isothermen Als tweede bepalen we
van een kringproces Q1−2 = mc (T2 − T1 ) de warmte Q en de
1
zijn er drie stappen W1−2 =
−1
( p 2 V 2 − p1 V 1 ) arbeid W bij elke stap
om uit te voeren 2 n−1

3 Voor isothermen  
p1
Q1−2 = W1−2 = mRs T ln
4 p2

Als eerste maken we een Als controle kunnen


tabel met de eigenschappen we kijken of Qtotaal
p , V en T voor elk punt gelijk is aan Wt

We vinden die via de Dit moet altijd zo zijn!


methode van hoofdstuk 1

Als laatste berekenen we praktische


zaken, zoals het rendement, de
koudefactor of de warmtefactor

Omdat we alle gegevens


overzichtelijk in een tabel hebben,
is dit vaak niet heel moeilijk meer

10
3
Open systemen en enthalpie

Toegepaste Thermodynamica, hoofdstuk 5

In dit hoofdstuk bekijken we open systemen


Bijvoorbeeld de straalmotor van een vliegtuig
Aan de ene kant gaat lucht erin, en aan
de andere kant komt het eruit, met een
heel andere druk, temperatuur en snelheid
3.1. Hoeveelheden per kilogram

Om met zo’n systeem te kunnen rekenen, ṁ


nemen we aan dat de stroom constant is ṁ
ṁ massastroom [kg/s]
Oftewel, waarden als p1, p2 , T1, T2,
enzovoort veranderen niet met de tijd
Omdat de stroom lucht
Let op: dit betekent niet constant is, is de
dat p1 en p2 gelijk zijn! hoeveelheid lucht die
naar binnen stroomt
gelijk aan wat er aan
p1 , T 1 de andere kant uitkomt
p2 , T 2
We noemen dit de
massastroom ṁ, gemeten
in kilogram per seconde

We hebben nu wel een probleem! 1 kg


1 kg

Eerder gaven we de totaal toegevoegde


warmte aan met de letter Q
We lossen dit op door één
Maar nu voegen we kilogram lucht te bekijken
continu warmte toe, De “toegevoegde warmte
elke seconde weer! per kilogram lucht”
schrijven we ook anders,
De lucht blijft met een kleine letter q
immers doorstromen
q toegevoegde warmte per kg lucht [J/kg]

11
Deze notatie q toegevoegde warmte per kg [J/kg] q specifieke warmte [J/kg] Als we het over
geldt voor alle v volume per kg [m3 /kg] v specifiek volume [m3 /kg] hoeveelheden per
grootheden
w volumearbeid per kg [J/kg] w specifieke volumearbeid [J/kg]
wt technische arbeid per kg [J/kg] wt specifieke technische arbeid [J/kg]
kilogram hebben,
u inwendige energie per kg [J/kg] u specifieke inwendige energie [J/kg] dan spreken we
h enthalpie per kg [J/kg] h specifieke enthalpie [J/kg] over “specifieke”
s entropie per kg [J/kg·K] s specifieke entropie [J/kg·K] hoeveelheden

Nouja ... bijna alle “Specifiek”


betekent dus
Dit is onzin:
p druk per kg [?]
simpelweg “per
T temperatuur per kg [?] kilogram gas”

We kunnen een
˙ t geleverde arbeid per s [W]
P = mw
hoeveelheid “per
Φ = mq
˙ toegevoegde warmte per s [W]
kilogram” ook
omrekenen naar ˙ volumestroom [m3 /s]
V̇ = mv

“per seconde”

3.2. Volumearbeid en
We hoeven dan alleen technische arbeid
met de massastroom
te vermenigvuldigen

Zo vinden we
bijvoorbeeld het
geleverde vermogen

Er is een belangrijk onderscheid tussen Bij onze gasturbine, als de lucht arbeid
volumearbeid en technische arbeid op onze as levert, dan is dat nuttig

De volumearbeid w is alle arbeid Er is echter ook arbeid nodig


dat verricht wordt door een gas om de gebruikte lucht weer
uit de turbine te krijgen
De technische arbeid wt is de arbeid
waar we daadwerkelijk wat aan hebben Dit is wel volumearbeid,
maar geen technische arbeid!

nuttig

wt niet nuttig,
wel nodig

wt
De arbeid, per kilogram

}
F = pA
lucht, die nodig is om de p1 v 1 p2 v 2
P = F c = mw
˙ w = pv
lucht uit de turbine te
V̇ = Ac = mv
˙
duwen is gelijk aan pv
c snelheid van het gas [m/s]

We kunnen dat Totale volumearbeid:


ook zelf afleiden w = w t + p 2 v 2 − p1 v 1

We gebruiken trouwens Om de lucht de turbine in


c als symbool voor de te krijgen, is ook arbeid nodig
stroomsnelheid van de
Deze arbeid wordt echter van
lucht, omdat v al
buitenaf op onze turbine uitgeoefend
gebruikt wordt voor
het specifieke volume We moeten deze dus negatief meerekenen!

12
−1 −n
w1−2 = ( p2 v 2 − p 1 v 1 ) wt1−2 = ( p2 v 2 − p 1 v 1 )
n−1 n−1
p 1 p 1

wt1−2
2 2
w1−2
V V 3.3. De eerste hoofdwet
voor open systemen
Net zo is
Je weet vast nog technische
dat volumearbeid arbeid de
de oppervlakte oppervlakte
onder een links van een
p-V-diagram is p-V-diagram

Bij gesloten systemen was Ten tweede vinden we bij open systemen de
Q = U2 − U1 + W
er de eerste hoofdwet technische arbeid belangrijker dan de volumearbeid
Voor open systemen is er ook een eerste Bij gesloten systemen is dit
hoofdwet, maar die verschilt op enkele plekken onderscheid minder relevant
Allereerst werken we Bij kringprocessen zijn w
bij open systemen met q = u2 − u1 + w
en wt immers altijd gelijk
specifieke grootheden;
per kilogram dus

q = u2 − u1 + wt + p2 v2 − p1 v1

1 2 Potentiële energie per kilogram: ep = gz


Kinetische energie per kilogram: ek = c 1 1 2
2 q = u2 − u1 + wt + p2 v2 − p1 v1 + c22 − c + gz2 − gz1
1 1 2 2 1
q = u2 − u1 + wt + p2 v2 − p1 v1 + c22 − c21
2 2

Als de lucht er met een andere Als het gas er ook op


z2
snelheid c uitgaat dan dat het een andere hoogte z
erin komt, dan moeten we de uitkomt dan dat het
kinetische energie ook meerekenen erin gaat, dan moeten
we dit ook meerekenen

c1 c2 In de praktijk is dit bijna


altijd te verwaarlozen
z1

Enthalpie: De termen u en
H = U + pV [J] pv komen erg
vaak samen voor
Specifieke enthalpie:
h = u + pv [J/kg]
3.4. Enthalpie

Daarom hebben ze
samen een eigen naam
gekregen: de enthalpie

13
Je kunt pV zien als Met behulp van de
de mogelijkheid van enthalpie kunnen 1 1
q = h2 − h1 + wt + c22 − c21 + gz2 − gz1
H = U + pV
een gas om arbeid we de eerste
2 2

te verrichten omdat Energie door druk


hoofdwet een stuk
q = ∆ h + w t + ∆ ek + ∆ ep

}
het op druk is
Energie door warmte
simpeler schrijven meestal nul

Dus pV is grof gezegd


de “energie aanwezig
Dit is de eerste
door de druk”
hoofdwet voor
Je kunt H vervolgens open systemen
zien als de “totale
energie” van het gas

Inwendige energie:
U2 − U1 = mcv (T2 − T1 )
De eerste hoofdwet
u2 − u1 = c v ( T2 − T1 ) geldt altijd, ook voor
Enthalpie:
niet-ideale gassen
H2 − H1 = mcp (T2 − T1 )
h2 − h1 = c p ( T 2 − T 1 )

Voor ideale gassen


kunnen we de enthalpie
h, net als de inwendige
energie u, echter ook
gemakkelijk berekenen

14
4
Entropie en de tweede hoofdwet

Toegepaste Thermodynamica, hoofdstuk 7

De eerste hoofdwet
Warmte
zegt dat energie niet
verloren kan gaan ?
Arbeid

4.1. Observaties
Het kan alleen
omgezet worden in
een andere vorm

Maar is dat wel


altijd mogelijk?

Als we een warm en een koud vat hebben,


We kunnen altijd arbeid dan kunnen we wel arbeid verkrijgen,
omzetten in warmte, Warmte
bijvoorbeeld via een Carnot-proces
bijvoorbeeld via wrijving
Er moet echter altijd een deel
Arbeid van de warmte “geloosd” worden

Twarm Tkoud
Zomaar warmte Carnot-
Qtoe proces Qaf
omzetten in arbeid is
echter niet mogelijk

Warmte lijkt dus een Wt


“minder nuttige”
vorm van energie

We kunnen het proces ook omgekeerd laten Warmte kan ook spontaan van het warme naar het
lopen, en arbeid gebruiken om warmte van het koude vat stromen, zonder arbeid te verrichten
koude vat terug naar het warme te pompen
Als dit gebeurt, dan is de arbeid Wt die we
Het proces is dus omkeerbaar! hadden kunnen krijgen voor altijd verloren!

Twarm Tkoud We noemen dit een Tkoud


Twarm
onomkeerbaar proces Q
Carnot-
Qaf proces Qtoe

Wt

15
Ook wrijving, wat direct arbeid naar
warmte omzet, is onomkeerbaar

Als we zo efficiënt mogelijk arbeid


op willen wekken, dan moeten we
een Carnot-proces gebruiken

Tegelijkertijd willen 4.2. De definitie van entropie


we hier zo weinig
mogelijk onomkeerbare
effecten in hebben

We kunnen onze observaties De entropie s lijkt een beetje op de


omzetten in formules inwendige energie u of de enthalpie h

We kunnen niet precies zeggen hoeveel


Hier gebruiken we het
enthalpie of entropie we hebben
begrip “entropie” voor

We weten immers
Dit is een lastig niet wat “nul
en abstract begrip enthalpie” of
“nul entropie” is

We werken alleen
met verschillen

Stel, we hebben een Als de temperatuur


Entropieverandering: Entropieverandering:
proces op een constante varieert, dan moeten we
Q
temperatuur T ∆S = S2 − S1 =
Q1−2
∆S = gebruik maken van een
T T som of een integraal
q1−2 
∆s = s2 − s1 = dQ
T ∆S =
T

In de praktijk gebruiken
De entropieverandering is we de integraal zelf
dan per definitie gelijk niet, maar wel de
aan de warmtestroom Q formules die eruit komen
gedeeld door de
Die zien we zo, en ze zijn een
aanwezige temperatuur T
stuk makkelijker te gebruiken

Het hele idee van entropie is dat we niet


alleen kijken naar warmtestromen, maar ook
naar de temperatuur waarop ze plaats vinden

4.3. Het idee achter entropie Een warmtestroom op


hogere temperatuur
vinden we minder
waardevol, en daarom
“wegen” we die lichter,
door te delen door T

16
Stel, we hebben een warm en een koud vat
Bij het warme
Twarm = 500 K Er stroomt een warmte Q van vat stroomt er Warm vat:
Tkoud = 200 K het warme vat naar het koude warmte uit Q −1000
Q = 1000 J ∆S = = = −2 J/K
T 500
Wat gebeurt er nu met
Twarm Tkoud de totale entropie S ?
Q

Q is dus negatief, en de
verandering in entropie
∆S vervolgens ook

Omdat de temperatuur hoog is,


neemt de entropie slechts licht af

De tweede hoofdwet zegt nu dat de totale


Bij het koude entropie in het universum nooit af kan nemen
Koud vat: vat stroomt
Q 1000 er warmte in Als ergens de entropie tòch afneemt, dan
∆S = = = 5 J/K
T 200 moet hij ergens anders méér toenemen

Alleen bij omkeerbare


processen blijft de
Q is dus positief, net als de totale entropie gelijk
verandering in entropie ∆S
Die processen kunnen
Omdat de temperatuur hier immers teruggedraaid
laag is, stijgt de entropie sterk worden

Bij onze vaten neemt de totale entropie toe


Immers, warmte stroomt van een hoge
temperatuur naar een lage temperatuur
zonder dat er arbeid verricht wordt
Warmte kan ook niet spontaan, zonder verrichte
arbeid, van lage temperaturen naar hoge stromen 4.4. Entropieverschillen
Dan zouden we de tweede hoofdwet breken! berekenen

Vaak moeten we Voor andere


Isotherme processen: Voor elk proces:
entropieveranderingen q1−2 processen kunnen  
exact berekenen ∆s1−2 =
T
(T constant)
we de algemene ∆s1−2 = c ln
T2
formule gebruiken T1
Isentrope processen:  
Rs
∆s1−2 = 0 (q = 0) c = cv −
n−1

Voor isotherme en Hier hangt de


isentrope processen soortelijke warmte c
is dat relatief simpel zoals gewoonlijk af
van het soort proces

17
   
p2 v2
∆s1−2 = cv ln + cp ln
p1 v1
   
T2 v2
∆s1−2 = cv ln + Rs ln
T1 v1
   
T2 p1
∆s1−2 = cp ln + Rs ln
T1 p2 4.5. T-s-diagrammen

Of, als we de eigenschappen


van het gas al weten, dan
zijn deze formules vaak
makkelijker te gebruiken

Een T-s-diagram Tmax 3 4


Omdat q = T ∆s Tmax 3 4
heeft de temperatuur T geldt dat de T
op de verticale as en oppervlakte onder
q3−4
de specifieke entropie het T-s-diagram
op de horizontale Tmin gelijk is aan de Tmin
2 1
toegevoerde warmte 2 1

s s

Hij is handig, omdat


isothermen en isentropen Zo is de rechthoek onder
hier rechte lijnen zijn lijn 3-4 bijvoorbeeld gelijk
Hier zie je het T-s-diagram aan de toegevoerde
van een Carnot-proces warmte q3−4 van stap 3-4

Op dezelfde manier is Tmax 3 4 Door de eerste hoofdwet Tmax 3 4


de oppervlakte onder T qtoe = wt + qaf zien we nu T
lijn 1-2 gelijk aan q1−2 dat, net als bij een
wt
p-V-diagram, de omsloten
Deze warmtestroom is Tmin oppervlakte gelijk is aan Tmin
echter wel negatief! 2
q1−2 1
de technische arbeid!
2 1

s s

De pijl loopt immers Ook net als bij een


van rechts naar links p-V-diagram geldt: als
de pijlen rechtsom gaan,
Het gaat hier dus ook dan is wt positief, en
om afgevoerde warmte anders negatief

Trouwens, in het
tant

T
p, v
T-s-diagram van een
s

hoog
v con

ideaal gas lopen de


nt
pc
on
sta lijnen met constante
druk, isobaren, van
linksonder naar
p, v
rechtsboven
laag 4.6. Misgelopen arbeid
s

Zo kun je in een
T-s-diagram ook zien
of de druk toeneemt
of juist afneemt

18
   
Q Q Q Tkoud We hadden deze Tkoud
∆Sn,omk = − = 1− Wt = Qtoe ηC = Qtoe 1 −
Tkoud Twarm Tkoud Twarm warmtestroom Twarm
ook kunnen
We bekijken tenslotte nog even de twee vaten gebruiken om
arbeid te krijgen
Door de
warmtestroom Q Twarm Tkoud Twarm Tkoud
krijgen we een Q Carnot-
niet-omkeerbare Qtoe proces Qaf

entropietoename

Wt

Hiermee vinden we
Wgemist = ∆Sn,omk Tkoud de link tussen de
De niet-omkeerbare entropietoename
entropietoename
en de gemiste of
De laagste temperatuur waar we
warmte op kwijt kunnen raken verloren arbeid

Deze vergelijking
geldt altijd, ook als
de entropie om
andere redenen
toeneemt, zoals
bijvoorbeeld wrijving

19
5
Gasturbines

Toegepaste Thermodynamica, hoofdstuk 11

Een Carnot-proces is dan wel efficiënt, maar


het is in de praktijk erg lastig te realiseren

Dit komt door de isotherme stap

Als je warmte of arbeid


5.1. Het Brayton-proces aan een gas toevoegt, dan
stijgt de temperatuur

Om de temperatuur toch
constant te houden, moet
het proces erg langzaam
gaan, en dat is niet handig

Als efficiëntie minder Eerst wordt de lucht isentropisch gecomprimeerd


belangrijk is, dan is T 3
het Brayton-proces Vervolgens verwarmen we het gas isobaar,
een goede oplossing
p2 constant
bijvoorbeeld via het verbranden van brandstof
2 4
Het warme gas drijft vervolgens de turbine aan
p1 constant
1 Uiteindelijk wordt het gas weer gekoeld, of
s
wordt het uitgestuwd en nieuw gas ingezogen

Isentrope Isobare Isentrope


Deze wordt erg veel compressie verwarming expansie

gebruikt in gasturbines, 1 2 3
4
zoals bijvoorbeeld de
motoren van vliegtuigen

Laten we het proces wt1−2 = −(h2 − h1 )


p2 constant
eens doorrekenen = − c p ( T2 − T1 )
T 3
Eerst wordt er
arbeid wt1−2 in p1 constant

het gas gestopt 2 4


T2 − T1
5.2. Gasturbines doorrekenen 1
s

Omdat q1−2 = 0 is deze


arbeid in zijn eentje
verantwoordelijk voor de
toename van de enthalpie

20
q2−3 = h3 − h2 Bij de tweede Bij de derde wt3−4 = − (h4 − h3 )

T
= c p ( T3 − T2 )
stap, een isobaar stap wordt er = c p ( T3 − T4 )
3 T 3
proces, is er geen arbeid geleverd
p2 constant
T3 − T2 technische arbeid p2 constant T3 − T4

2 4 2 4
p1 constant p1 constant
1 1
s s

De toename in enthalpie
komt dus volledig door
de toegevoegde warmte

Een belangrijk getal is p2 p3


Technische arbeid: ε= =
de drukverhouding ε p1 p4
w t = c p ( T3 − T4 ) − c p ( T2 − T1 )
Dankzij Poisson’s   k   k
Rendement: wetten kunnen we deze ε=
T2 k −1
=
T3 k −1

η=
wt
=
c p ( T3 − T4 ) − c p ( T2 − T1 ) eventueel ook via de T1 T4
qtoe c p ( T3 − T2 ) temperatuur berekenen

De efficiëntie hangt alleen


van deze verhouding af
We weten nu voldoende
om de technische arbeid
1
en het rendement te η =1− k −1
kunnen berekenen ε k

In werkelijkheid zijn de isentropische


stappen niet volledig isentropisch

Door wrijving zal de entropie


bij deze stappen licht stijgen

5.3. Het isentropisch Hoe kunnen we deze verliezen meerekenen?

rendement

Als eerste geven we Maar hoeveel verliezen hebben we nu eigenlijk?


dit in het T-s-diagram T 3 Dit wordt samengevat via
aan, door de verticale één getal: het zogenaamde
lijnen iets naar rechts isentropische rendement ηi
4
te laten gaan 2 2 4
Dit is de verhouding tussen
1 de arbeid van het werkelijke
s
proces 1-2 en die van het
isentropische proces 1-2’

De punten die we zouden Het isentropische rendement


hebben gehad, indien er is altijd een getal tussen de
geen verliezen waren, geven 0 en 1, waar 1 betekent dat
we aan met een accent het proces isentropisch is

21
wt1−2 c p ( T 2 − T 1 ) T 2 − T 1 wt3−4 c p ( T3 − T4 ) T3 − T4
ηic = = = ηit = = =
wt1−2 c p ( T2 − T 1 ) T 2 − T1 wt3−4  c p ( T3 − T4 )
 T 3 − T 4

De exacte formule Bij de turbine, stap


verschilt wel bij 3-4, is de arbeid van
de compressor en het isentropische
bij de turbine proces juist groter, en
Bij de compressor, dus moet die onderin
stap 1-2, is de
werkelijke arbeid het Door de verliezen
grootst, en dus moet krijgen we immers
die onderaan de breuk minder geleverde arbeid

Het Brayton-proces is niet heel efficiënt, maar


we kunnen het rendement wel wat verhogen

Eén manier om dit te


doen is via een recuperator
5.4. Verbetering 1:
We gebruiken dan de
de recuperator warmte van de uitgaande
lucht om de ingaande
lucht voor te verwarmen

Zo hoeven we zelf minder


warmte toe te voegen!

We kunnen de qr = c p ( T5 − T6 ) = c p ( T3 − T2 ) De door de
warmtestroom qr
turbine geleverde
ook aangeven in T 4 Rendement:
arbeid wt blijft
ons T-s-diagram wt c p ( T4 − T5 ) − c p ( T2 − T1 )
3 η= = uiteindelijk gelijk
5 
5
qtoe c p ( T4 − T3 )
T3 − T2 T5 − T6
 2 6
2
1
s

Maar omdat de van


Er zijn wel beperkingen buitenaf toegevoegde
aan een recuperator warmte qtoe nu een
Zo kan T3 nooit stuk lager is, is het
groter worden dan T5 rendement wel hoger

Een andere manier


om het rendement T 5
tussendruk
op te hogen is via
tussenkoeling
6
4
5.5. Verbetering 2:
2
3
1

tussenkoeling en herverhitting
s

Hierbij koelen we, halverwege


het comprimeren, het gas af

De compressie kost
hierdoor minder arbeid

22
Op dezelfde We kunnen
T 5
7
manier kunnen we T 3 tussenkoeling en
6
bij de expansie 4
herverhitting ook
8
gebruik maken herhaald toepassen
4
van herverhitting
2
2
3
1 1
s s

Hiermee levert de
Hiermee beginnen de
expansie meer arbeid
isentrope stappen meer op
op zonder dat de
isotherme stappen te lijken
maximum temperatuur
verhoogd wordt Het rendement stijgt verder

Het nadeel van al deze trucs is wel dat


ze onze gasturbine erg complex maken

Tegelijkertijd komen
we nog steeds niet
in de buurt van het
Carnot-rendement
Daarom worden in de
praktijk in plaats van
gasturbines vooral
stoomturbines gebruikt

Die stoomturbines werken


heel anders: met dampen!

23
6
Dampen en diagrammen

Toegepaste Thermodynamica, hoofdstuk 8

We gaan een pan


water verwarmen en T
kijken wat er met de
temperatuur gebeurt kookpunt

of
ist
oe
6.1. Water verdampen:

vl
s
het T-s-diagram van waterdamp
Terwijl we warmte
toevoegen - de entropie
stijgt - zal het water
ook warmer worden
Tot het gaat koken!

Als we nu nog meer Pas als al het water


warmte toevoegen, T verdampt is, en we T
dan stijgt de een gas hebben, kan

m tte
da rhi
temperatuur niet de temperatuur

ve

p
er
ov
vloeistof en damp vloeistof en damp
”natte damp” verder stijgen ”natte damp”
of

of
ist

ist
oe

oe
vl

vl

s s

Wel zal het


water verdampen We hebben nu een
“oververhitte damp”
We krijgen waterdamp!

Zojuist kookten we We kunnen voor veel


het water op 1 bar verschillende drukken
nt

T T
ta
ns
co

het kookpunt bepalen


t
an
p

Bij een snelkookpan


st
n
co
ijn

koken we op 2 á 3 bar
tofl

da
eis

m
vlo

pl
ijn

s s

Door de hogere druk We krijgen hiermee


ligt het kookpunt dan links de vloeistoflijn
ook hoger, op zo'n Net zo krijgen we
120 graden Celsius rechts de damplijn

24
Bij een erg hoge
druk kunnen we

nt
T

ta
kritische punt

ns
het "kritische

co

nt
p

ta
ns
punt" bereiken

co
ijn

p
tofl

da
De druk is dan

e is

m
vlo

pl
zo hoog, dat er 6.2. Rekenen met dampen:

ijn
geen onderscheid s
meer is tussen de dampfractie
vloeistof en damp
In de praktijk
komen we gelukkig
niet in de buurt
van dit punt

Bij dampen is De enige manier om dampen te


Gebied waar de algemene
T gaswet redelijk de algemene analyseren is via grafieken en tabellen
nauwkeurig is gaswet helaas
niet nauwkeurig Deze zijn via experimenten bepaald, en hangen
nt
ta

kritische punt
ns
co

nt
p

ta

af van het soort koelvloeistof dat je gebruikt


ns
co
ijn

p
tofl

da
eis

m
vlo

pl
ijn

s Zorg dus
altijd dat je
Dat betekent dat alle het diagram
vergelijkingen uit eerdere of de tabel
hoofdstukken niet geldig zijn! van het juiste
materiaal
Alleen de eerste en de opzoekt
tweede hoofdwet gelden nog

p1
Als we van een Bij natte damp
nt

nt

T oververhitte damp T kan dit helaas niet


ta

ta
ns

ns
co

co

T1
de temperatuur T1
p

Als we hier de druk


ijn

ijn

en de druk p1
tofl

tofl

weten, dan staat


p en T constant

weten, dan weten


da

da
eis

eis

de temperatuur
m

m
vlo

vlo

we precies waar we
pl

pl
ijn

ijn

namelijk al vast!
s zijn in de grafiek s

We kunnen de
rest van de Of andersom, als we de
eigenschappen kooktemperatuur weten,
dan opzoeken dan staat de druk vast

Om bij natte dampen De dampfractie is,


t

T te weten waar we T per definitie, hoe


an

p1
st
n
co

zijn in de grafiek, ver we horizontaal


t
an

p
st
n
co
ijn

ijn

moeten we naast de van de vloeistoflijn


p

T1
tofl

tofl

x
temperatuur ook de naar de damplijn zijn
da

da
eis

eis
m

m
vlo

vlo

0% 100%
entropie s hebben gegaan, in procenten
pl

pl
ijn

ijn

s1 x: 0% 20% 40% 60% 80% 100%


s s

Op de vloeistoflijn hebben we
In plaats daarvan werken
dus altijd een dampfractie
we echter vaak met de
van 0% en op de damplijn
"dampfractie" x
altijd een fractie van 100%

25
Van entropie naar dampfractie: T
s − sx=0

nt
ta
x=

ns
co
ijn
sx=1 − sx=0

p
tofl
x

da
e is
Van dampfractie naar entropie:

m
vlo

pl
s = sx=0 + x(sx=1 − sx=0 )

ijn
sx=0 s sx=1
s
6.3. Het p-v-diagram
We kunnen tussen de
dampfractie en de entropie
heen en weer rekenen
We moeten dan wel voor de
huidige druk het beginpunt sx=0
en het eindpunt sx=1 opzoeken

Naast het T-s-diagram T c


ons
Als we weer op hog
constante druk
ta eT
zijn er nog vele andere
nt
p T c
ons
p
diagrammen mogelijk
t ant
water koken, dan

lag
kritische punt

lopen we horizontaal

eT
door de grafiek
flijn

T constant water kokend water oververhitte


vloeisto

da met waterdamp damp


m
pl
ijn

v v

Bijvoorbeeld het Aan de hand van de


p-v-diagram, met isothermen kunnen we
ingetekende zien wanneer en hoe de
isothermen temperatuur toeneemt

hog
eT
Van volume naar dampfractie: p
v − vx=0
lag

x=
eT

vx=1 − vx=0
Van dampfractie naar volume:
x
v = vx=0 + x(vx=1 − vx=0 )
vx=0 v vx=1
v 6.4. Het log(p)-h-diagram

Als we de dampfractie
x weten, dan kunnen
we ook het specifieke
volume uitrekenen

Een ander Het is belangrijk


diagram is het p 100
kritische punt om te weten hoe p
p-h-diagram 10 de isothermen en
1
T constant isentropen lopen
h
isc
ijn

T const

rop s
ofl

T constant nt ce
t

0.1 ise pro


eis

nt ant ant isobaar


plij
vlo

ta t t proces
ns ons ons
ant
dam

0.01 co c c
s s s

h h

Officieel heet deze het Een isentropische compressie


log(p)-h-diagram, omdat gaat bijvoorbeeld van
de verticale as, de druk, linksonder naar rechtsboven
logaritmisch geschaald is

26
Een p-h-diagram is q1−2 = h2 − h1 (wt1−2 = 0) p
Van enthalpie naar dampfractie:
handig, omdat je p wt2−3 = −(h3 − h2 ) (q2−3 = 0)
h − hx=0
er gemakkelijk de x=
hx=1 − hx=0
enthalpieverandering 3
∆h in kunt aflezen Van dampfractie naar enthalpie:
x
1 2
h = hx=0 + x(hx=1 − hx=0 )
hx=0 h hx=1
h2 − h1 h3 − h2
h
h

Tenslotte is ook bij dit


Via de eerste hoofdwet
diagram de dampfractie x
kunnen we vervolgens
belangrijk om te weten
direct q of wt bepalen

27
7
Stoomturbines

Toegepaste Thermodynamica, hoofdstuk 10

Een Carnot-proces is moeilijk


te implementeren bij gassen

Dat komt door de


isotherme stap:
het is moeilijk om
de temperatuur
7.1. Het ideale Carnot-proces constant te houden

Als we warmte aan


een gas toevoegen,
dan stijgt de
temperatuur!

Voor waterdamp is dat echter geen probleem Ideaal gezien ziet


T het Carnot-proces,
Als we warmte om arbeid op te
1 verdamping
aan kokend water wekken, er zo uit
2
expansie
toevoegen, dan compressie

blijft de 4 condensatie 3

temperatuur
s
constant!
Via dampen We comprimeren het
kunnen we dus water, verdampen het,
makkelijker een laten het expanderen om
Carnot-proces arbeid te krijgen, en laten
opzetten het tenslotte afkoelen

De temperatuur in De temperatuur in
T de condensor staat T de ketel, en dus ook
in de praktijk vast de druk, moet zo
ketel 2 pk ≈ 100 bar
hoog mogelijk zijn,
1 2 1
Tk ≈ 300 ◦ C

condensor pc ≈ 0,02 bar We lozen immers pc ≈ 0,02 bar voor het rendement
4 3 Tc ≈ 15 ◦ C
onze warmte op 4 3 Tc ≈ 15 ◦ C

omgevingstemperatuur
s s

Door praktische
Omdat het water op beperkingen is de druk
deze temperatuur vaak zo'n 80 tot 120 bar
moet koken, is de
Hiermee ligt de
druk erg laag
keteltemperatuur ook vast

28
In de praktijk kan
een compressor T
niet goed tegen 1 2
natte damp
compressor

4 3

7.2. Nodige aanpassingen:


s
afkoelen en oververhitting
Het is technisch
ingewikkeld om dit op
druk te brengen, en het
kost relatief veel arbeid

Als oplossing In de praktijk is de


koelen we het T temperatuurtoename T
water af tot het van het water
2 2
volledig vloeibaar is tijdens de compressie
pk 1
pc 4 verwaarloosbaar klein 1
3 4 3

s s

Ook de arbeid die voor


De compressor kan de compressie nodig is
het water dan wèl valt te verwaarlozen
gemakkelijk op de
keteldruk brengen Punten 1 en 4 vallen in
het diagram dus samen

Bij de expansie kan De oplossing is


T de turbine ook T
pk
oververhitting van de
niet goed omgaan 2 damp: we verwarmen
met resterende de waterdamp in de
2

waterdruppels
turbine
1 1 ketel isobaar wat na
4 3 4 3

s s

Deze veroorzaken veel


slijtage en schade Hiermee houden
we de hoeveelheid
We moeten de druppels in de
dampfractie x boven turbine beperkt
de 90% houden

Het proces wat we nu hebben noemen Een belangrijke


we het kringproces van Rankine eigenschap van Rendement:
Het wordt gebruikt in bijna alle de turbine is
wt h 2 − h3
elektriciteitscentrales ter wereld het rendement η= =
qtoe h 2 − h1

We vinden de enthalpie
waarden h1, h2 en h3
meestal via tabellen
van stoomeigenschappen

29
In de praktijk loopt
de expansie in de T
turbine vaak niet 2

volledig isentropisch
1
4 3 3

7.3. Verdere beperkingen


s
en uitbreidingen
De toename in
entropie geven
we aan via een
schuine lijn

Om precies te Verder is het in de


wt2−3 h2 − h3
ηi = = vinden waar punt 3 praktijk ook niet T
wt2−3 h 2 − h3 
is, moeten we eerst altijd mogelijk om

2 Tmax
h3 − hx=0 het isentropisch veel oververhitting
x=
hx=1 − hx=0 rendement ηi weten toe te passen 1
4 3
s3 = sx=0 + x(sx=1 − sx=0 )
s

Als we die hebben, Er is immers een


berekenen we de enthalpie maximum temperatuur
h3, dan de dampfractie x
Als de damp te warm wordt
en tenslotte de entropie s3
loopt de turbine schade op

De oplossing is In de praktijk worden ook nog veel


heroververhitting T andere trucs toegepast, zoals het
2 Tmax voorverwarmen van het water, of het
nuttig gebruiken van de geloosde warmte
1 3
4

Met de principes
s
die we zojuist
besproken
hebben, zouden
Halverwege het we ook al die
expanderen voegen we situaties door
nog extra warmte toe kunnen rekenen

30
8
Koelmachines en warmtepompen

Toegepaste Thermodynamica, hoofdstuk 9

Voor koelmachines en
T warmtepompen is er
condensatie 2
ook een Carnot-
proces met dampen
3
expansie
compressie

4 verdamping 1

8.1. Het ideale negatieve s


Carnot-proces
Hier comprimeren we eerst
de damp, laten we het dan
condenseren, expanderen en
vervolgens weer verdampen

Het is belangrijk om Koelmiddel Vervolgens wordt de Koelmiddel

de warmtestromen in warmte afgestaan aan


Qaf
gedachten te houden een warme ruimte
Qtoe
De warmte wordt
Bij een koelkast is dit
uit een koude
de keuken, of waar
ruimte onttrokken
de koelkast in staat
Bij een koelmachine is
dit onze koelruimte Bij een warmtepomp
is dit bijvoorbeeld
Bij een warmtepomp onze woonkamer
is dit de buitenlucht
De temperatuur is De temperatuur is
dus grofweg T = 0 ◦ C dus grofweg T = 20 ◦ C

Bij het verdampen Bij het condenseren


T onttrekt het T raakt het koelmiddel
koelmiddel warmte uit juist warmte kwijt
Tc = 30 ◦ C
de te koelen ruimte aan de omgeving
3 2 3 2

4 4
Tv = −10 ◦ C 1 Tv = −10 ◦ C 1

s s

Om deze warmte te krijgen, Om deze warmte af te kunnen


moet het koelmiddel hier staan, moet het koelmiddel
kouder zijn dan T = 0 ◦ C hier warmer zijn dan T = 20 ◦ C
Vaak gebeurt het verdampen Vaak gebeurt het condenseren
dus op zo'n T = −10 ◦ C dus op zo'n T = 30 ◦ C

31
Bij koelmachines zijn de koelmiddel
temperatuurverschillen 30 ◦ C
veel kleiner dan bij
Qaf
20 ◦ C

compressie
stoomturbines
0 ◦C
Qtoe
−10 ◦ C
8.2. Nodige aanpassingen:
wrijving en druppels
In plaats van water
gebruikt men dus ook
speciale koelmiddelen,
zoals ammoniak
(NH3) of “freonen”

In theorie kunnen we In plaats van een


T bij het expanderen T turbine gebruiken we
arbeid terugwinnen dus een smoorklep om
de druk te verlagen
3 2 3 2

turbine smoorklep

4 1 4 1

∆sn,omk

s s

Omdat er geen arbeid uit


In de praktijk is deze de expansie gewonnen
arbeid erg klein, en de wordt, stijgt de entropie
arbeid terugwinnen is
technisch erg complex Hoeveel deze precies stijgt
is echter niet zo belangrijk

Bij de compressie is Om dit op te


pc
T het een probleem als T lossen zetten we
er nog vloeistofdeeltjes 2
het verdampen door
aanwezig zijn in de tot de damplijn
3 2 3
compressor
compressor
compressor
4 1 4 1

s s

Vervolgens zal de
Via de "vloeistofslag" compressor de droge
kunnen deze druppels de damp zonder problemen
compressor beschadigen kunnen comprimeren
tot de condensordruk

qaf
In een log(p)-h- qtoe wt We kunnen nu direct
Koudefactor:
diagram ziet de de koudefactor ε van
T constant

p qtoe h1 − h4
cyclus er zo uit on sta
nt ε= = onze koelmachine
sc wt h2 − h1 berekenen
pc 3 condensatie
smoring
2 Warmtefactor:
pv 1
compressie
qaf h2 − h3
4 verdamping
εw = =
wt h2 − h1
h

Hetzelfde geldt voor


Je kunt hier direct de warmtefactor εw
de warmtestromen en van een warmtepomp
de arbeid in aflezen

32
In de praktijk verloopt
pc
T 2 de compressie niet
2
volledig isentroop
3

4 1

8.3. Verdere beperkingen s


en uitbreidingen
Er zal een lichte
toename in entropie zijn
We tekenen dit weer
via een schuine lijn

Als we het In een log(p)-h-


isentropisch diagram valt het p
nt
Isentropisch rendement: sta
rendement ηi isentropisch sc
on

ηi =
wt1−2
=
h 2 − h1 weten, dan kunnen rendement mooi pc 3 2

te visualiseren
2
wt1−2 h2 − h1 we de enthalpie h2 pv 1
van punt 2 vinden 4
h 2  − h1

h2 − h1

h
Of andersom, als we de
enthalpie h2 van punt Dat is waarom we bij
2 weten, dan kunnen koelmachines en
we het isentropisch warmtepompen
rendement ηi berekenen voornamelijk met deze
diagrammen werken

Als het erg belangrijk is Bij de smoorklep


dat de compressor niet p kunnen te veel p
nt nt
beschadigd raakt, dan sc
onsta
dampbellen ook sc
onsta

kunnen we voor de 3
wat nadelig zijn 3
pc pc
zekerheid oververhitting 2 2

toepassen bij punt 1 pv


4 1
pv
4 1

h h

We verwarmen dan Ook hier is het handig om


het koelmiddel zelfs het koelmiddel nog enkele
nog enkele graden graden na te koelen,
voorbij de damplijn voorbij de vloeistoflijn

Via een warmtewisselaar Er zijn nog talloze andere handige manieren


kun je zelfs de warmte p om warmte uit te wisselen tussen
t
die bij het nakoelen qww
sc
ons tan
verschillende onderdelen van koelmachines,
vrijkomt gebruiken voor 3 warmtepompen en stoomturbines
pc
de oververhitting 2

pv 1
4

qww

h Wederom geldt: met


de principes die we
besproken hebben
kunnen we dat
Zo los je met één allemaal doorrekenen
oplossing gelijk twee
problemen op

33

You might also like