Professional Documents
Culture Documents
Hulpmiddelen om
historisch te leren denken
Hier vind je jouw gereedschapskist voor het vak
geschiedenis. Deze strategiefiches en hulpmiddelen
kun je gebruiken bij moeilijke opdrachten.
Strategiefiches helpen je stapsgewijs te werk te gaan. Je zet ze bijvoorbeeld in
als je redeneert met en over bronnen of als je moeilijke teksten of afbeeldingen
bestudeert. Na verloop van tijd heb je ze zo vaak gebruikt dat je de stappenplannen
niet meer nodig hebt. Dat is ook de bedoeling: we streven ernaar om je op het einde
van het schooljaar zo veel mogelijk zonder de geheugensteuntjes te laten werken. In
je Histokit vind je verder ook hulpmiddelen zoals begrippenregisters. Ook die kun je
inzetten als je moeilijke opdrachten zelfstandig moet uitvoeren.
Histokit 205
Ik leer historisch
denken: strategiefiches
1
00 Stroomschema: historische beeldvorming
Hoe komt ons beeld van het verleden tot stand?
verleden
stap 4: 02k+l+m+n
beeldvorming
constructie
vraag beantwoorden beargumenteren
geschiedenis
1
01 Historische vragen
Hoe stel en onderzoek ik historische vragen? Welke soorten historische vragen bestaan er?
Er bestaan historische vragen over het verleden, over de relatie tussen heden, verleden en
toekomst, over de totstandkoming van historische kennis en over representaties van het verleden.
206 Histokit
1
02 Bronnenstudie
Welke stappen volg ik bij het redeneren met en over bronnen?
1
02a Bronnen identificeren
Ik begin een bronnenstudie altijd door contextgegevens over de bron te verzamelen. Vaak staan die
in het bijschrift. Soms kan ik niet alle identificerende vragen beantwoorden. Als ik geen antwoord
heb of vind op die vragen, gebruik ik dat in stap 3 bij de beoordeling van de bron.
✓ Ik bepaal wie de auteur of maker van de bron is. Ik maak zo nodig het onderscheid tussen
de originele maker en een uitgever of iemand die de bron bewerkt heeft.
Histokit 207
1
02b Soorten bronnen: bronnen en werken onderscheiden
Hoe maak ik het onderscheid tussen soorten historische bronnen en werken van historici?
HISTORISCHE BRON
HISTORISCH WERK
= een overblijfsel uit het verleden
= een werk dat gebaseerd is
directe getuige = primaire bron op historische bronnen
indirecte getuige = secundaire bron
1
02c Tijdlijn
Waar op de tijdlijn kan ik dit situeren?
↑
Bekijk het
instructiefilmpje.
.
C
v.
n
oe
.
C
.
ilj
C
v.
v.
m
45 0
50
00
00
50
19 180
,5
.3
.3
.8
.5
.1
.
ca
ca
ca
ca
ca
ca
1
VROEGMODERNE
HEDENDAAGSE
MODERNE TIJD
TIJD
TIJD
GESCHIEDENIS
00
50
00
0
50
10
12
15
.
.
ca
ca
ca
ca
208 Histokit
1
02d Kaarten
Waar in de ruimte kan ik dit situeren?
De wereld vandaag: staatkundig
Histokit 209
210
Europa vandaag: staatkundig
Histokit
1
02e Maatschappelijke domeinen
In welk(e) maatschappelijk(e) domein(en) kan ik dit situeren?
Tot het politieke domein behoren Tot het sociale domein behoren
zaken die te maken hebben met: zaken die te maken hebben
bestuur, macht, afspraken, met: individu, groep, rollen,
rechten en plichten ... verhoudingen tussen mensen …
POLITIEK SOCIAAL
ECONOMISCH CULTUREEL
Histokit 211
search Stap 2: Ik observeer de bron.
1
02f Leesstrategieën
Hoe lees ik een tekstbron of een geschreven historisch werk? Wat kan ik doen om een tekst of bron
grondig te begrijpen?
✓ Ik behoud het overzicht door een rode draad doorheen de tekst te zoeken.
✓ Ik herlees zinnen waarin de auteur iets moeilijks beschrijft. Ik zoek naar concrete
voorbeelden om de betekenis van de zin te interpreteren.
✓ Ik ontcijfer beeldspraak:
— Ik bespreek het met een klasgenoot.
— Ik gebruik het internet. 04
— Ik vraag hulp aan mijn leraar.
212 Histokit
1
02g Kijkstrategieën
Hoe kijk ik naar een visuele bron? Hoe lees ik een tabel of grafiek in een historisch werk? Hoe
bestudeer ik een historische kaart?
✓ Ik oriënteer me op het ‘grote plaatje’: wat of wie staat er op de afbeelding? Wat is het
thema?
✓ Ik neem een blad en dek een deel van de afbeelding af (bv. de boven-, onder-, linker- of
rechterkant). Ik kijk opnieuw en let op details.
✓ Ik zoek symbolen. Wanneer ik me de betekenis van de symbolen niet herinner, zoek ik die
op.
Histokit 213
search Stap 3: Ik interpreteer de bron.
1
02h Bronnen contextualiseren
Om bronnen te kunnen interpreteren moet ik ze in hun historische context
plaatsen. Als ik interpreteer in welke historische context de bron is gemaakt,
begrijp ik beter de bedoelingen van de maker en/of de betekenis van de bron
voor het doelpubliek.
↑
Deze hulpvragen kunnen me daarbij helpen: Bekijk het
instructiefilmpje.
✓ Voor welk doelpubliek is de bron gemaakt?
✓ Welke boodschap had de auteur/maker voor ogen? Waarom werd de bron gemaakt?
1
02i Bronnen evalueren: hoe bruikbaar, betrouwbaar en
representatief is een bron?
1 HOE BRUIKBAAR IS EEN BRON?
Ik gebruik historische bronnen en werken om historische vragen te beantwoorden.
Een historische vraag kan ik maar goed beantwoorden als ik bruikbare bronnen heb. ↑
Bekijk het
instructiefilmpje.
✓ Een bron kan bruikbaar zijn als ik er een (deel van het) antwoord op
een (historische) vraag in vind.
214 Histokit
Om de bruikbaarheid van een bron te beargumenteren gebruik ik deze schrijfkaders:
De bron geeft me enkel informatie over … Ik kan daardoor slechts een deel van de
historische vraag met de bron beantwoorden.
De maker van de bron is goed / slecht geïnformeerd over …, en dus is de bron wel / niet
betrouwbaar.
De maker van de bron weet er veel / weinig over, dus is de bron wel / niet betrouwbaar
om … te beantwoorden.
De maker van de bron kiest partij voor … Hij geeft partijdige en dus onbetrouwbare
informatie.
De maker van de bron wil het publiek misleiden. Daarom is de informatie die hij geeft niet
betrouwbaar.
De maker van de bron wil … bereiken. Daarom is de bron wel / niet betrouwbaar om … te
onderzoeken.
De bron is niet betrouwbaar, er zijn immers andere bronnen die de bron tegenspreken, nl. …
Histokit 215
3 HOE REPRESENTATIEF IS EEN BRON?
Ik gebruik historische bronnen om historische vragen te beantwoorden. Als ik
de kenmerken van een samenleving tijdens een bepaalde periode ken, kan ik
onderzoeken hoe typisch (representatief ) een bron is voor die samenleving of
periode.
↑
Bekijk het uitgewerkte
✓ Een bron kan representatief zijn als … voorbeeld.
Als … zegt dat …, dan geldt dat enkel voor … Andere mensen denken er anders over, bv. …
… is kenmerkend voor de periode van … tot … In de periode van … is dat niet kenmerkend
voor die samenleving.
1
02j Presentatie van bronnen
Als ik historische bronnen onderzoek of als die worden weergegeven in een historisch werk, moet ik
me afvragen hoe ze worden gepresenteerd. Op welke manier is de bron bewerkt?
De bron is wel / niet bewerkt. Er is slechts een fragment van bewaard of weergegeven. Dat
werd gedaan door …
Doordat enkel dit fragment van de bron gebruikt wordt, wekt men de indruk dat …
216 Histokit
search Stap 4: Ik beantwoord de historische vraag.
Ik heb nu alle stappen van het onderzoek doorlopen. In deze laatste stap moet ik een antwoord formuleren
op de onderzoeksvraag. Schrijfkaders helpen me om mijn antwoord correcter te formuleren.
✓ Ik verwijs in mijn antwoord naar hoe betrouwbaar, bruikbaar of representatief de bron is.
1
02k Historische redeneerwijzen: verband
1 OORZAKEN EN GEVOLGEN
Historische fenomenen hebben meestal meerdere oorzaken en/of gevolgen. Als er geen
oorzakelijk verband is, dan is iets toeval.
INCIDENTELE
BEDOELD GEVOLG
OORZAAK
GEVOLG OORZAAK TOEVAL
STRUCTURELE
ONBEDOELD GEVOLG
OORZAAK
Er zijn verschillende oorzaken voor …, namelijk ten eerste …, ten tweede … en ten derde …
… had verschillende gevolgen, namelijk ten eerste …, ten tweede … en ten derde …
ONBEOOGD EFFECT
DOEL FUNCTIE
BEOOGD EFFECT
Het doel van … is dat … De maker wil op die manier bereiken dat …
Dat was de bedoeling: het (beoogde) effect dat hij daarmee nastreefde was dat …
Dat was niet de bedoeling: het (onbeoogde) effect van … was dat … gebeurde.
Histokit 217
1
02l Historische redeneerwijzen: continuïteit en verandering
analyseren
verandering in
schokken
Tijdens de periode van … tot … bleef … onveranderd. Het is dus een voorbeeld van
continuïteit in het … domein.
Tijdens de periode van … tot … vond er een plotse / geleidelijke verandering plaats: na …
hebben we plots bronnen die wijzen op …
Tijdens de periode van … tot … vond er een plotse / geleidelijke verandering plaats: de
kenmerken van het … domein veranderden.
218 Histokit
1
02m Historische redeneerwijzen: multiperspectiviteit
Door een fenomeen vanuit verschillende perspectieven te bestuderen
krijg ik meer begrip voor hoe en waarom mensen iets doen: voor hun
standplaatsgebondenheid dus. Bij elk maatschappelijk domein horen
verschillende deelperspectieven die me helpen om te redeneren vanuit meerdere ↑
perspectieven. Bekijk het
instructiefilmpje.
DOMEIN
CULTUREEL
ECONOMISCH
(normen, religie, ethiek,
(financiën …)
wetenschap …)
POLITIEK
SOCIAAL
(macht, recht, nationaal,
(stand, klasse, gender …)
internationaal …)
FENOMEEN
RUIMTE
TIJD
(regionaal, nationaal, westers,
(hedendaags, historisch)
niet-westers …)
1
02n Historische redeneerwijzen: veralgemenen en stereotyperen
Historici veralgemenen graag om helderheid te scheppen in de chaos van het verleden. Een
veralgemening kan helpen om structuur aan te brengen in de chaos. Toch kunnen veralgemeningen
ook onterecht of overdreven zijn. Je moet dan ook voorzichtig zijn als je veralgemeent. Stereotypes
zijn onterechte of overdreven veralgemeningen. Als ik bronnen onderzoek, moet ik dus kritisch
nagaan of de veralgemeningen terecht zijn. Als ik kritisch nadenk over bronnen, kan ik
veralgemening en stereotypering van elkaar onderscheiden.
Histokit 219
1
03 Kunst en cultuur
Welke stappen volg ik bij het redeneren met en over kunst- en cultuuruitingen?
interpreteren
interesse
identificeren waarnemen (analyseren en
toelichten
contextualiseren)
✓ Ik vergelijk mijn waarneming van de kunst- of cultuuruiting met die van anderen: 02h
ik zoek verschillen of gelijkenissen.
✓ Ik onderzoek het doel en/of de reden waarom het gemaakt is (bv. decoreren, informeren,
in vraag stellen, schoonheid creëren, identiteit vormgeven, commercieel belang, praktisch
gebruik …).
✓ Ik vergelijk mijn interpretatie van de kunst- of cultuuruiting met die van anderen: ik zoek
verschillen of gelijkenissen.
220 Histokit
Stap 4: Ik licht mijn interesse voor de kunst- of cultuuruiting toe.
✓ Ik vergelijk mijn ervaring nadat ik de kunst- of cultuuruiting onderzocht met wat ik er eerst
van vond. Heeft mijn onderzoek iets veranderd aan de manier waarop ik ernaar kijk?
✓ Ik vergelijk mijn esthetische ervaring met die van anderen (bv. klasgenoten, andere
toeschouwers, huisgenoten …)
1
04 Online opzoeken
Hoe zoek ik informatie op het internet?
✓ Ik kies een geschikte zoekmachine (bv. Google, website bib, databank …).
Stap 4: Ik herhaal stap 1 tot en met 3 zolang ik onvoldoende of ongeschikte informatie vind.
Histokit 221
Ik leer historisch
denken: hulpmiddelen
Kernbegrip
Hulpbegrip
1
05 Historische begrippen
De groene begrippen zijn kernbegrippen waarbij verschillende voorbeeldbegrippen horen. In de derde kolom
vind je het hoofdstuk waarin het begrip voorkomt. Zo kun je bij elk begrip in het juiste hoofdstuk opzoeken
wat je erover geleerd hebt. Cursieve begrippen zou je al uit de eerste graad moeten kennen.
Politiek
2, 3, 4, 5, 6,
bestuurlijke organisatie wijze waarop een samenleving ingericht en bestuurd wordt
7, 8
hoogste titel voor het hoofd van een monarchie, bv. Romeinse
keizer 2, 3, 4, 6, 7, 8
keizer, Byzantijnse keizer, Chinese keizer
koning titel voor het hoofd van een monarchie, bv. de Franse koning 2, 4, 6, 7, 8
222 Histokit
Politiek
edelman met adellijke titel zoals bv. graaf, hertog, koning, keizer,
vorst 2, 4, 6
kalief
gebied waarin er regels zijn die zowel voor de burgers als voor de
rechtstaat 1
machtshebbers gelden
2, 3, 4, 5,
territorium grondgebied, bv. een gebied waarover bestuurd wordt
6, 7
Histokit 223
Sociaal
basisrechten die elk mens ter wereld zou moeten hebben, zoals
mensenrechten 1
recht op leven, arbeid, onderwijs
sociale groep die zich door een eigen cultuur en/of religie
minderheid onderscheidt en slechts een beperkt deel van een bevolking 4, 5, 6, 8
uitmaakt
224 Histokit
Sociaal
Cultureel
halfronde ruimte van een basilica of een kerk. In een kerk stond
absis 2
het altaar in de absis.
architectuur bouwkunst 2, 4
langgerekte ruimte van een kerk die zich voor het koor en/of de
schip (van een kerk) 2
absis bevindt
levensbeschouwelijke wijze waarop mensen met eenzelfde geloof of met dezelfde visie 2, 3, 4, 5, 6,
organisatie op het leven zich organiseren 7, 8
Histokit 225
Cultureel
abt geestelijke die aan het hoofd staat van een abdij of klooster 5
geestelijke die aan het hoofd van een bisdom, een kerkelijk
bisschop 2, 3, 5, 6
gebied, staat
christelijke kerk in het Byzantijnse rijk die zich vanaf het groot
Oosters-Orthodoxe Kerk 3, 6, 8
schisma afscheurde van de Rooms-Katholieke Kerk
paus geestelijke leider die aan het hoofd van de Katholieke Kerk staat 2, 3, 6, 8
religie godsdienst 3, 4
kahtedraalschool onderwijs gegeven door een bisschop of een van zijn vervangers 5
226 Histokit
Cultureel
Economisch
Duur
historische periode tijdvak. We verdelen het verleden in zeven tijdvakken met een verschillende duur.
periode waarin een planeet rond haar ster draait. De aarde heeft 365 dagen,
jaar
6 uren, 9 minuten en 10 seconden nodig om rond de zon te draaien.
datum of jaartal dat verwijst naar een verandering die eigenlijk langer
symbolische datum duurde, verwijst naar één belangrijke gebeurtenis in een langere keten van
gebeurtenissen
Verandering
scharniermoment moment van grote maatschappelijke verandering, overgang tussen twee periodes
228 Histokit
Verband
menselijke factor bijdrage van individuele mensen tot een gebeurtenis of fenomeen
incidentele oorzaak die op korte termijn verklaart waarom iets gebeurt. Het gevolg ervan is
oorzaak direct.
structurele oorzaak die op lange termijn verklaart waarom iets gebeurt. Het gevolg ervan is
oorzaak indirect.
Bewijs
argumentatie redenering waarbij je met behulp van een aantal argumenten iets aantoont
drogredenering argumenten en/of redeneringen die niet juist zijn, maar wel juist lijken
representativiteit mate waarin een bron typisch is voor een bepaalde groep of samenleving
vooroordeel mening waarvoor geen bewijs is geleverd, bv. op basis van traditie of intuïtie
beschrijving van een groep of individu op basis van een overdreven of onterechte
stereotypering
veralgemening
Histokit 229
Plaats
West-Europees uit regio in Europa waartoe de huidige Benelux, Frankrijk en Duitsland horen
regio streek
open ruimte regio of continent dat in contact staat met andere regio’s
wel of niet behorend tot het Westen. Dit is een verwijzing naar de cultuur, politiek
(niet-)westers en economie van West-Europese samenlevingen en bij uitbreiding van andere
regio’s die die gebruiken hebben overgenomen.
Standplaatsgebondenheid
analogie overeenkomst
Wanneer we het verleden bestuderen vormen we ons een beeld van het verleden.
beeldvorming Dat beeld is niet noodzakelijk een correct beeld. Daarom moeten we kritische
vragen stellen aan historische bronnen en werken.
contextualisering het analyseren van kennis (over het verleden) vanuit verschillende perspectieven
wetenschap die probeert een beeld te vormen van het verleden door de studie
geschiedenis
van historische bronnen
perspectief gezichtspunt
230 Histokit