You are on page 1of 50

Vogelvrij

sophie andresky

Vogelvrij
Oorspronkelijke titel: Vögelfrei
© 2009 Willem Heyne Verlag en Sophie Andresky
© 2011 Nederlandse vertaling Uitgeverij Manteau /
WPG Uitgevers België nv, Mechelsesteenweg 203, B-2018 Antwerpen
en Olga Groenewoud
www.manteau.be
info@manteau.be
Vertegenwoordiging in Nederland
WPG Uitgevers België
Herengracht 370/372
NL-1016 CH Amsterdam
Vertaling: Olga Groenewoud
Omslagontwerp: Hanna Maes
Omslagconcept: Yellow Farm
Foto omslag: Norbert Gauthier
Vormgeving binnenwerk: Ready2Print
Foto achterplat: Gabriele Bärtels
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens-
bestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,
hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of
op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de uitgever.
Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van de uitgave werd
besteed, kan de redactie of de auteur noch de uitgever aansprakelijk-
heid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voort-
vloeien uit enige fout die in deze publicatie zou kunnen voorkomen.
isbn 978 90 223 2619 0
d/2011/0034/430
nur 340
Voor Marcus, in liefde,
omdat de katers spinnen als ze
jou zien, en het mij net zo vergaat. Omdat
je serieus bent, maar niet alles serieus
neemt. En omdat we nog altijd zoveel
samen kunnen lachen.

Bedankt Eric Manussen


voor alle ondersteuning en
Katharina voor de vele nuttige
opmerkingen en suggesties.
‘Het zijn niet de penissen die het probleem vormen,
het zijn de banden;
en je hebt ze in diverse maten (...) en gradaties van ergernis.’

IRVINE WELSH, Porno


INHOUD

1 MAREI 9

2 HILDE 25

3 LEO 53

4 SAMIR 85

5 GEMMA 115

6 MALTE 157

7 LEANDER 179

8 MAREI 203
1
MAREI
APERITIEF:
Champagne met vlierbessenbloesem in siroop

Ik ben een romantica.


En ik hou van mooie dingen.
Maar seks op zich, als het tenminste geile seks is, als twee
glibberige, vol doorbloede lichaamsdelen in elkaar glijden,
als bezwete lichamen zodanig met elkaar verward zitten dat
er hier een vetkwab rolt en daar een bot naar buiten steekt,
als de gezichten vertrekken, de oogleden vliegensvlug knip-
peren en de betrokkenen grommende geluiden produce-
ren die nog het meest doen denken aan een mengeling van
een aangeschoten beer en een kalvende hinde, dan is dat
noch romantisch noch mooi te noemen in de traditionele
zin van het woord. En toch is het fantastisch. Het heeft niets
te maken met wapperende negligeetjes in de maneschijn of
met zoetgevooisd gefluister als gesuikerde rozenblaadjes.
Dat is dan echte seks. Seks voor grote meisjes. En daar gaat
het om. Om neuk-me-helemaal-suf.
Ik kijk om me heen. Hier in mijn paleis, waar vanavond
het feest plaats zal vinden, is alles wonderschoon in de tra-
ditionele zin van het woord: de brandende kaarsen op reus-
achtige zilveren kandelaars verbreiden een flakkerende
zwoelheid, een knisperende, zinderende oaselucht in mijn
salon. Over de banken en stoelen liggen nonchalant bro-
kaatstoffen gedrapeerd alsof ze daar zijn achtergebleven na
een overhaast beëindigde orgie. Mijn twee dikke gecastreer-

9
de katers liggen er languit op te spinnen terwijl ze hun pluim-
staart en de zachte pelsvacht op hun buik likken. Hun geluid
komt sterk overeen met dat van de verzameling kleine en
grote, gekleurde en zilveren dildo’s die ik over verschillen-
de bloempotten heb verdeeld, waardoor het net abstracte
kunst lijkt. Aan het plafond hangen de vogelkooitjes die ik
de afgelopen jaren op vlooienmarkten en veilingen heb ge-
kocht en waar nu kluwen bontgekleurde zijden stoffen,
schaaltjes met dampend droogijs en bloemen in te bewon-
deren zijn. In het vertrek hangt de geur van vanille en van
mijn lelietje-van-dalenparfum en op de overdadig gedekte
tafel zie ik tussen het fonkelende bestek, de kristallen gla-
zen en de boeketten van papegaaibloemen de glinsterende
pomelopartjes.
Bij alle zeven couverts staat een schaaltje met salade en
daarop – als geopende, vochtige kutspleetjes – het vrucht-
vlees van de pomelo’s. De gasten kunnen elk moment hier
zijn en ik geef Jannik een teken dat hij de vlierbessenbloe-
sems over de glazen kan verdelen, om ze vervolgens spaar-
zaam te bedekken met de siroop en er dan de champagne
over te gieten. Die is zo koud dat de glazen beslaan. Zijn wit
behandschoende handen plaatsen het vlierbessenaperitief
op het bijzettafeltje. Ik neem nog een glas als hij met het
dienblad langsloopt.
Ik heb al het nodige gehad, maar in aangeschoten toe-
stand ben ik als gastvrouw nou eenmaal op mijn best. Dat
is een wet: de vis in de pan moet zwemmen en de gastvrouw
aan tafel eveneens. Daar zorgen niet te verwaarlozen hoe-
veelheden champagne voor – maar wat doet het ertoe, daar
heeft mijn man genoeg van in de kelder opgeslagen liggen.
Ook onder de tafel, tussen de benen van de gezelschaps-
dame, dient het vochtig te zijn.
Daar zorgt in mijn geval de cateraar voor. Dat had ik al

10
lang voordien bij de planning van dit feest besloten. Hij is
zogezegd de amuse-gueule van mijn dinnerparty, de groet
uit de keuken, en als zodanig ook voor mij een verrassing.
Ik ben namelijk niet van tevoren alle delicatessenzaken af-
gestruind op zoek naar de meest attractieve chauffeur. Ik
heb geen plompe, witte slagershanden vergeleken met de
gebronsde, slanke exemplaren van de Spaanse medewerkers.
Ik heb gewoon het eten besteld en afgewacht wat er op me
af zou komen. Wie er op me af zou komen. Vanavond neem
ik bij wijze van opmaat iedereen – dat hoort bij het spel.
Een laatste blind date tot slot. Seksroulette zou je het kun-
nen noemen, rien ne va plus.
Hij wordt het dus.
Hij is amper een meter zestig lang en begint te kalen. Alle
geruchten over de samenhang tussen mannelijke haargroei
en potentie, dat mannen met een apenvacht ook net zo kun-
nen neuken als hun maatjes uit de dierentuin, zijn onzin.
Ik ken weliswaar kale mannen die zo op het oog veel weg-
hebben van een wandelende reuzenpenis, terwijl er tussen
hun benen slechts een zielig wormpje hangt dat hooguit
geschikt is om mee te gaan vissen, maar die yetiachtig uit-
geruste types met rastalokken voldoen ook lang niet altijd
aan de verwachtingen. Waar het op neerkomt is dat je aan een
man niet kunt zien wat hij meebrengt, je moet het uitpro-
beren.
Aanvankelijk is de cateraar nog verlegen als hij binnen-
komt en zijn piepschuimbakken en tassen neerzet. Hij neemt
de hele ruimte in zich op met zijn glanzende makakenogen.
Ik kan duidelijk zien dat hij zich afvraagt of hij misschien in
een bordeel is beland. Vooral Jannik kan hij niet plaatsen,
hoewel die zelf geen spier vertrekt en als een zwijgzame, be-
drijvige pinguïn heen en weer loopt, de rekening voor het
eten voldoet en met zijn witte handschoenen een uitnodi-
gend gebaar in mijn richting maakt.

11
Wat de cateraar niet weet, is dat hij niet alleen de opmaat
vormt voor een grootse dinnerparty, maar dat hij ook de
laatste onbekende is met wie ik in het nu net afgeronde jaar
zal neuken. Dit vormt namelijk het klinkende slotakkoord
van mijn seksuele carte blanche. Een jaar lang heb ik een be-
wijs voor vrij reizen gehad, door mijn man zelf ondertekend.
Twaalf maanden lang mocht ik neuken, naaien, cohabite-
ren, likken, zuigen en algemeen gezegd alles doen en laten
wat ik maar wilde, met wie, hoe vaak, waar en wanneer dan
ook. En daar had ik niet alleen toestemming voor, ik had er
recht op.
En zo sta ik hier nu tegen de vleugel geleund in mijn
strakke, zwarte jurk en ik vlij mijn blote armen over de toet-
sen. Het brede litteken dat als een stamteken verticaal over
mijn rechterarm loopt, is bij de schemerige verlichting met
de vele flakkerende kleuren en spiegelingen nauwelijks
zichtbaar en gaat hem bovendien niets aan. En hoewel de
tientallen piepkleine knoopjes langs de zilveren boord die
de jurk van de hals tot aan de enkels bij elkaar houden geen
van alle gesloten zijn, en hij dus vrij zicht heeft op mijn naakte
huid, mijn borsten, mijn spiegelgladgeschoren kutje, pro-
beert hij toch om naar mijn gezicht te kijken. Dat siert hem,
maar het heeft geen zin, want de jurk heeft op de rug een
grote witte capuchon die ik tot over mijn voorhoofd heb
getrokken, zodat ik als een oogloze priesteres aan de vleu-
gel sta en ondertussen mijn benen tegen elkaar wrijf.
Hij weet niet wat hij moet doen, friemelt aan zijn uni-
formjasje, slikt moeizaam, trappelt van de ene voet op de
andere. Ik leg mijn hoofd in mijn nek, pak het glas cham-
pagne, neem eerst een slok, laat dan echter de helft over mijn
lichaam stromen tot aan mijn blote voeten.
Ik draag nooit schoenen met hoge hakken, ook niet bij
een avondjurk. Hoge hakken zijn een uitvinding van man-

12
nen die het grappig vinden als een vrouw in een film op de
vlucht voor aliens struikelt, in de modder valt en dan haar
blouse stukscheurt. Maar zo’n vrouw ben ik niet. Aliens zou-
den eerder bang zijn voor mij. Bij een half genarcotiseerd
slachtoffer allerlei koude instrumenten in het achterwerk
duwen, daarbij het kleine groene alienpiemeltje melken en
dat alles dan onder het motto van de wetenschap, neem me
niet kwalijk, maar is dat pervers?
Ik wenk de cateraar dichterbij te komen. Hij trippelt als
een renpaard in de startbox en zet dan een grote stap naar
mij toe. Ik neem zijn gezicht tussen mijn handen, kijk hem
diep in zijn ogen, die verrassend katachtig grijs zijn, glim-
lach en lik dan langzaam en genotzuchtig over zijn kin:
afwisselend met de hele tong en met het puntje – sommige
postzegels zijn lekkerder – totdat ik bij zijn mond aanbe-
land en mijn tong tussen zijn lippen steek. Hij staat er stok-
stijf bij en merkt mijn hand niet op die van de vleugel is
gegleden en tussen zijn benen grijpt. Ik hoor hem scherp
inademen en hij draait zijn blik in de richting van Jannik,
die onaangedaan het zilver nog wat oppoetst en pralines
over ijsgekoelde schaaltjes verdeelt. Ik zet een voet op de ven-
sterbank naast de vleugel, laat de laatste slok champagne over
mijn lichaam lopen en trek het hoofd van de cateraar aan
zijn nek tussen mijn borsten.
De rode plek van de laserbehandeling vlak boven mijn
hart negeert hij. Hij begint gehoorzaam te likken, eerst tus-
sen mijn borsten, dan begint hij razendsnel ook aan mijn
tepel te zuigen. Hij hapt ernaar alsof hij denkt dat hij in vei-
ligheid zal zijn zodra hij is vastgekoppeld. Mannen hebben
op dit punt hetzelfde probleem als zuignappen in de bad-
kamer. De muur is altijd sterker. En dan liggen ze daar op
de badkamervloer, met een plop op de tegelvloer gevallen,
waar ze vastgekoekt komen te zitten in een plakkerige laag

13
van kattenbakkorrels en haarspray, maar de muur blijft
staan. En hoe vaak de mond zich ook als een vacuüm rond
de tepel sluit: de vrouw waar de man aan hangt is niet zijn
mama en het gevaar zal nooit geweken zijn.
Toch voelt het wel prettig, zoals hij nu zuigt. Mijn tepels
worden hard en beginnen te branden. Hij is werkelijk een
begaafd tepelzuiger. Ik ben wel eens bang geweest dat een
man er elk moment eentje kon afbijten, maar de cateraar
zuigt met zachte lippen, terwijl hij zijn mond wijd open-
spert en hij omspeelt de harde topjes met zijn tong, zodat ik
zachtjes begin te kreunen en zijn hoofd naar beneden duw.
Gehoorzaam begint hij over mijn buik te likken, kringelt
met zijn tong door mijn navel en knielt dan voor me op de
grond.
Ik maak een holle rug. Tussen mijn benen is het inmiddels
zo nat dat ik het gevoel heb dat ik vanbinnen overstroom.
Hij aarzelt niet meer, maar drukt zijn gezicht stevig tegen
mijn kut. Zijn neus duwt mijn schaamlippen uiteen en zijn
mond ligt over mijn kut en mijn klit als een vochtige, geile
kwal. Wie had ooit kunnen denken dat deze kleine, gezet-
te Danny de Vitokloon zijn tanden zo onder controle zou
hebben. Ik voel ze niet, zojuist aan mijn rozenknopjes niet
en ook niet hier op mijn schaamlippen. Er is alleen een zuig-
napzachte mond met een tong die naar buiten schiet en tril-
lend aan mijn klit begint te likken. Ik moet aan Mick Jagger
denken en zijn reusachtige muil. Als die hier op zijn knieën
zou zitten om mij te likken, zou het waarschijnlijk aanvoe-
len alsof er een plopper tussen mijn benen zat. Mijn getalen-
teerde cateraar schakelt over op een ander tempo, hij neemt
wat meer afstand en beweegt nu alleen nog het puntje
van zijn tong tussen mijn schaamlippen heen en weer, en
telkens wanneer hij over mijn klit likt, krimp ik in elkaar.
Dan maakt hij zijn tong heel hard en begint hem zo ver

14
mogelijk naar binnen te stoten. Als hij vervolgens met zijn
tong gelijkmatig mijn hele kut begint te bestrijken, kom
ik klaar zonder zelfs maar met mijn oogleden te knippe-
ren. Dat hoeft hij ook helemaal niet te weten. Ik ben geen
koninklijke orgasmeverkondigster c.q. oppepster van het
mannelijk ego. Maar aardig ben ik wel. Als ik goed gelikt ben
tenminste.
Denk ik, nu ik zo mild gestemd ben, aan mijn man? Best
wel. Heb ik een slecht geweten? Zeer zeker niet. Het is per
slot van rekening alleen maar seks. Dat waren letterlijk zijn
woorden: ‘alleen maar seks.’ Inmiddels weet ik dat het nooit
‘alleen maar seks’ is. Net zomin als het ‘alleen maar een kern-
splijting’ is. Seks is de grootste, machtigste en gevaarlijkste
kracht die we hebben. Dan moet je oppassen dat je niet per
ongeluk een hele wereld opblaast vanwege een paar stuip-
trekkingen. Dat is tenminste wat mij overkwam toen hij
het vertelde. Tot dat moment had ik het perfecte huwelijk.
De perfecte man. Het perfecte geluk. De Grote Liefde. Ja, dat
is kitscherig, maar daarom niet minder waar. En dan komt
hij op een dag thuis en vertelt over een affaire, dat die in feite
al zo goed als voorbij is en hij verontschuldigt zich met die
miserabelste aller zinnen: ‘Het was alleen maar seks.’ Eer-
lijk gezegd, mijn liefste, voor mij was het mijn hele leven.
Maar dit is niet het juiste moment om weer kwaad te wor-
den. Er staat een opgezwollen cateraarpik voor me die daar
allemaal niets aan kan doen.
De rest van deze neukpartij is dus pure beleefdheid. Ik
verplaats mijn gewicht richting vensterbank, zodat ik daar
met mijn achterste tegenaan kan leunen. Naast wat papieren
en stukken folie liggen hier de capsules met ijzerdraad van
de champagneflessen en die drukken in mijn blote kont en
vormen op mijn huid een patroon van kleine tandradertjes.
Een uurwerk op licht gebruinde, sappige dijen, misschien

15
om te symboliseren dat ook mijn klok tikt en ik niet eeuwig
een seksgodin zal blijven, maar ooit de overgang zal maken
naar de periode van de ‘dame’ – wat nog niet betekent dat
ik dan eerbaarder zou zijn, alleen maar dat ik dan van jaar
tot jaar minder word geneukt. Zulke waarschuwingstekens
op je achterwerk zijn geil noch romantisch, maar toch zijn
alle mannen ter wereld van mij, en ik neem wie me maar be-
valt.
Als de cateraar zijn pik uit zijn spijkerbroek bevrijdt, is
Jannik meteen ter plaatse om op een zilveren dienblad een
condoom aan te bieden dat de cateraar gehaast omdoet –
waarbij hij ook niet vergeet om met een klein knikje te be-
danken. We zijn hier vanavond nu eenmaal allemaal erg
beschaafd en gecultiveerd.
Hij dringt bij me binnen en ik voel hoe de metalen kro-
nen hun weinig fraaie patroon in mijn vlees persen. Het voelt
een beetje alsof ze proberen me te bijten. Ik vraag me af of ik
met midden dertig echt nog moreel verplicht ben om een
vreemdeling die zo vriendelijk is geweest mij al likkend een
orgasme te bezorgen een afsluiting te gunnen. Dat doe ik
vandaag voor het laatst. De tijd waarin ik me iets van der-
gelijke conventies aantrok, is voorbij.
Die was voorbij op het moment dat mijn man zijn biecht
had beëindigd en ik langzaam, heel langzaam weer wat lucht
kreeg. Wat er die avond verder nog gebeurde, vertel ik liever
niet, maar uiteindelijk kwamen we tot de volgende deal: een
jaar heb ik van hem geëist. Revanche, compensatie, boete.
Een jaar waarin ik mag doen wat ik maar wil. Aanvankelijk
was het alleen maar wraak, daarna nieuwsgierigheid, maar
intussen is het lust, want sindsdien weet ik dat ‘alleen maar
seks’ nooit ‘alleen maar seks’ is, ook voor mij niet. Het heeft
altijd in me gezeten, die kracht, dat geweld, die honger. Je
zou kunnen zeggen dat ik waar voor mijn geld heb gekre-

16
gen. En dan moet ik glimlachen, terwijl de cateraar met
korte, harde stoten in mijn kut neukt en ik tegen de ven-
sterbank geleund op mijn horloge kijk om te zien of de gas-
ten ons wellicht elk moment kunnen verrassen. In feite is
deze wip met de cateraar precies het juiste aperitief, want
vanavond zal er heel veel voor het laatst gebeuren.
Het is een logisch, bijna symbolisch en bovendien wer-
kelijk aangenaam – nee, hoogtepunt is het juiste woord niet,
daarmee zou ik de snuivende cateraar al te veel eer aandoen,
maar toch een fraai slotakkoord. En tegelijk een geslaagde op-
maat voor de avond en de gasten die nu inderdaad prompt
aanbellen. Dat komt goed uit, zo hoef ik geen conversatie
meer te voeren en hoef ik de cateraarpik, die inmiddels ge-
heel ontladen is, alleen nog maar uit mijn kut te bevrijden,
mijn jurk dicht te knopen, de capuchon naar achteren te
slaan en met een vriendelijk knikje afscheid te nemen van
de goede man.
Hij grijpt zijn spijkerbroek rond zijn middel bij elkaar,
kijkt even om zich heen of hij niks vergeten is, buigt een
paar keer terwijl hij naar buiten loopt, stoot daarbij tegen
een stoel en doet in zijn verwarring sterk denken aan zo’n
hectisch door een labyrint dolend figuurtje in een compu-
terspel. Jannik ruimt de papieren en champagnekronen uit
de vensterbank op en begeleidt de cateraar naar de keuken.
Beter dat hij zich daar eerst weer wat fatsoeneert, anders
wordt hij buiten nog opgepakt wegens exhibitionisme.
Blootsvoets, met opgestoken haar, oriëntaals opgemaak-
te ogen en een glas champagne in de hand wrijf ik langs mijn
vochtige voorhoofd. En zo verwacht ik de gasten van mijn
soiree die, daar ben ik van overtuigd, heel anders zal wor-
den dan sommigen van hen verwachten.
Ik loop in gedachten nog een keer na wie ik heb uitge-
nodigd. Zes gasten, vier mannen en twee vrouwen, die alle-

17
maal iets gemeenschappelijk hebben, namelijk mij. Alleen
weten zij dat niet. Ik heb ze het afgelopen jaar leren kennen,
de een heb ik liefgekregen, de ander ben ik gaan haten. Als
ik bedenk wie er niet bij ons aan tafel zal zitten, komt er een
bitter gevoel bij me naar boven als zwarte zeepbellen. Ik
wou dat ik onverschillig was, maar op dit soort momenten
mis ik hem nog altijd, mijn man. Ik nip van mijn cham-
pagne, maar het doffe gevoel in mijn maagstreek blijft. Met
al mijn gasten heb ik geslapen. Seks is iets wat ik kan: mijn
lichaam is ervoor gemaakt. Mijn geest ook. Ik ben geen mens
om seks te overladen met een hoop theorie. Neuken doe je
vrolijk – en klaar is Kees. Voor mij is het een groot vat vol
energie dat ik kan aansteken en dat mij in leven houdt.
Maar er zijn nachten waarin zich in mijn hoofd dromen
ontvouwen die me verontrusten. Mijn gespreide benen in
close-up, vingers die in mijn kut glippen, tongen op mijn
klit en tussen mijn billen, steeds meer handen. Pikken die
in me binnendringen, van voren en van achteren, kutten
die tegen me aan wrijven, die tegen me aan drukken, stro-
men sap en sperma, mensen die toekijken, die aanwijzingen
geven, commentaar leveren. En midden in dat alles ik, die
kronkelt en zich aanbiedt. En de opwinding is zo groot dat
ik bang ben dat ik ga exploderen. Het tafereel wordt steeds
wilder; ik lig in een bed, midden in een café, op het toneel
van een theater, ik word gestreeld, geneukt, met tongen, vin-
gers, pikken. En telkens kom ik tot aan het punt waar de
ontlading moet komen, al die opgehoopte geilheid, op het
hoogste punt van de achtbaan waar je alleen nog je han-
den in de lucht kunt steken en schel krijsend naar beneden
stort. Maar bij mij gebeurt er in die dromen niks. Helemaal
niks.
Het gevoel van opwinding lijkt tot in het oneindige te
kunnen toenemen, maar ik voel geen ontlading. De vingers,

18
de tongen, de pikken stoten steeds heftiger, de cuts tussen
de afzonderlijke instellingen worden steeds sneller, alleen
kan ik de spanning niet te boven komen. Ik kom nooit klaar
in die dromen. Wat in wakkere toestand zo eenvoudig voor
me is, is dan onmogelijk. Op een gegeven moment word ik
compleet geradbraakt wakker, ik voel me mishandeld en ge-
bruikt, ben geprikkeld en agressief, en oneindig teleurge-
steld.

Er is in mijn leven maar één enkele man geweest naast wie


ik, toen ik van hem hield, kon slapen en dromen en in mijn
droom kon klaarkomen. Bij wie ik niet leed aan slaapfrigi-
diteit. Alsof louter zijn aanwezigheid naast me in bed vol-
stond om de knoop te ontwarren. Die orgasmen, die me
tegelijkertijd gedroomd en lichamelijk, bewusteloos en wa-
kend overkwamen, braken me open en lieten een lichaam-
loos, zwevend, puur geluk achter. Ik heb hem dat nooit ver-
teld. Het enige wat hij ervan merkte was mijn bijzonder
goede humeur de volgende dag.
Geen enkele andere man heeft mij ooit zo diep weten te
raken. En uitgerekend hij is vanavond niet onder mijn gas-
ten, terwijl ik hem zo graag aan mijn zijde had gehad, onder
het damasten tafellaken zijn knie tegen me aan voelen en
zijn hand op mijn bovenbeen. Het liefst zou ik vanavond
alleen met hem zijn, zou ik mijn hoofd in zijn schoot leg-
gen en mijn ogen dichtdoen, maar dat gaat niet. Eerst moet
ik dit hier afronden.

En dat gaat het best in een goed humeur, want je schiet er


niks mee op om bij een feest, wat de aanleiding ook moge
zijn, te gaan zitten kniezen. En dus neem ik nog een slok
champagne, ik sta licht wankelend op mijn blote voeten en
hoor voetstappen die de trap naderen.

19
Korte, kleine stapjes met een zacht geklak dat, ik raad het
meteen, afkomstig is van ouderwetse schoenen met ges-
pen. Hilde komt de kamer binnen getrippeld. Mijn red-
ster. Mijn verraadster. Als altijd is ze lieftallig en elegant als
een revuemeisje uit de jaren twintig – een gestorven of spo-
kend revuemeisje, moet ik zeggen, want Hilde is zo bleek
dat ze bijna doorzichtig lijkt. Haar korte perzikkleurige
jurkje wiegt bij elke stap die ze zet en haar in een pagekopje
geknipte haar valt als een helm om haar hoofd. Ze toont
nooit enige huid. Haar dunne benen zijn gehuld in zilver-
kleurige kousen. Rond haar nek heeft ze een staande kraag
tot onder haar kin dichtgeknoopt, met een lange chiffon-
sjaal er als een stropdas omheen gebonden. De mouwen gaan
bij de ellebogen naadloos over in lange satijnen handschoe-
nen.
Hilde staat voor me en zwijgt. Ze weet kennelijk niet wat
ze van mijn uitnodiging moet denken en vraagt zich af of
het misschien een val is. Maar ik ben blij dat ze is gekomen,
want ik hou niet van open rekeningen en ze moet weten wat
ik weet: we staan quitte. Ik loop naar haar toe en kus haar,
zonder iets te zeggen, op haar mond. Ze doet haar mond met-
een open, niet lustvol, maar een beetje geschrokken.
‘Hilde’, zeg ik alleen maar als ik haar weer loslaat. ‘Fijn dat
je er bent.’
Ze knikt, nog altijd zwijgend, neemt een glas champagne
aan en trippelt nauwelijks merkbaar van de ene voet op de
andere als een klein meisje dat naar de wc moet.
‘Ach, daar hebben we het befaamde houten kistje’, zegt ze
ten slotte en ze wijst naar een nis achter mij. Speciaal daar
neergezet en indirect belicht. Een beetje verschroeid, al
behoorlijk gehavend. Het kistje, zo groot als een schoenen-
doos, voorzien van een hangslotje, was het enige wat ik bij
me had toen ik doorweekt en rillend van de kou, gewond

20
en bloedend en zo alleen als nooit eerder in mijn leven voor
Hilde stond.
Voordat we herinneringen kunnen gaan ophalen en het
grote ‘weet-je-nog-toen?’ kan beginnen, worden we afge-
kapt door een lichtflitsaanval die in de schemerig verlichte
ruimte als vuurwerk overkomt. Leo maakt ter begroeting
foto’s van ons met zijn reusachtige camera. Ik til mijn jurk
op, zet een pruilmondje op en poseer als een pornoster op
een beurs voor voorbindpenissen. Hilde fronst haar voor-
hoofd en stapt uit het beeld.
Leo komt lachend op me af, neemt me in zijn armen en
geeft me een Hollywoodachtige kus tot ik geen adem meer
krijg. Mijn lippenstift is daarna een zootje, maar wat kan het
schelen. Het is een spelletje tussen ons dat is begonnen toen
we gedurende een hele korte tijd samen met seks geld ver-
dienden.
Als we elkaar opbellen, noemen we vaak alleen maar de
een of andere versekste filmtitel en dan weten we meteen of
het goed gaat met de ander. Leo roept: ‘Hé! Daar hebben
we de ster uit Cockzilla, en wie heeft haar niet zien schit-
teren in Sperms of Endearment?’ Ik antwoord: ‘En jij? Leo
Lolli, onvergetelijk in The Sperminator en Fill Jill!’ Ik krijg
de hik van het lachen en Leo demonstreert hoe je het best
champagne kunt gorgelen.
We zijn nog niet uitgegiecheld als Jannik Samir aankon-
digt, die als maharadja gekleed is. Hij kust mijn hand en ik
maak zelfs een kleine kniebuiging. Zijn weerspiegeling in de
muurhoge spiegel bevalt hem kennelijk, hij bekijkt zichzelf
uitvoerig, de grote, breedgeschouderde man met zijn don-
kere huid en fluweelzwarte haar. Zijn violetkleurige zijden
overhemd met het rijkelijk bestikte brokaatvest knispert
bij de kleinste beweging. Hij staat daar maar, nipt af en toe
aan zijn aperitief terwijl hij ons opneemt.

21
Niemand zegt iets. Tussen Hildes wenkbrauwen staat
een verticale rimpel. Natuurlijk heeft ze Samir herkend en
ze begint te vermoeden dat er hier vanavond geen sprake
is van een onschuldig etentje. De arme ziel. Voor Hilde is
alles altijd zo snel te veel, ze beschouwt zichzelf als een teer
plantje waar je heel voorzichtig en behoedzaam mee om
moet gaan, omdat het anders in het niets opgaat zoals een
paardenbloem waar je tegen blaast. En daarbij vergeet ze
dat de paardenbloem een tamelijk gewelddadige stengel
heeft die zelfs door asfalt heen breekt.
De volgende gast komt binnen.
Malte, die het als altijd niet nodig heeft gevonden om zijn
designeroverhemd te strijken of zijn grijze zesdagenbaard-
je te scheren. Hij komt op me af gesloft, kijkt om zich heen,
ontdekt de zoemende dildo’s overal rondom en grijnst.
Ik blaas hem een luchtkus toe en fluister geruststellend
dat dit echt alleen maar een etentje is en het zeer zeker niet
tot een uitwisseling van lichaamssappen zal komen. Hij kijkt
naar de overvloedig gedekte tafel, wrijft over zijn buik en
gromt iets instemmends. Ik zet hem met zijn glas naast Leo
neer, die zich zo te zien afvraagt waar Malte hem bekend van
voorkomt, maar hij kan er niet opkomen. Omdat niemand
iets zegt, wijst Malte naar het half verkoolde geishamasker
aan de muur en zegt met zijn rokerige stem: ‘Dat heb je dus
weten te redden.’
Ik knik.
Hij slaat zijn hand tegen zijn voorhoofd alsof hij nu alles
begrijpt en roept instemmend: ‘Nou snap ik het, dit wordt
een feniksfeest! Een gevalletje van brandstichting! Flink
verzekerd zeker?’
Hij maakt een beweging met zijn armen die de hele ruim-
te omvat. ‘Dat moet je ongelooflijk handig hebben aange-
pakt als niemand erachter is gekomen! Gewoonlijk doen ze

22
bij een brand meer onderzoek dan bij een moordzaak. Van-
wege het geld.’
Ik schud mijn hoofd en zeg: ‘Geen feniksfeest’, en proost
nogmaals tegen iedereen.
We zijn bijna volledig. Onopvallend en stilletjes is Leander
naast me komen te staan. Ik had helemaal niet gemerkt dat
hij was binnengekomen. Hij heeft twee glazen in zijn han-
den – dat van mij is kennelijk alweer leeg – en proost met
me. In zijn aanwezigheid voel ik me nog altijd een verlegen,
maar plotseling hitsige maagd die voor het eerst een ver-
moeden krijgt van de vreugden die haar te wachten staan.
Hij is de mangaprins uit een Japanse strip, met lang, zwart
haar en opgemaakte ogen, dun en ondanks zijn hooggehak-
te laarzen nauwelijks langer dan ik. Ik geef hem een lange kus
en mijn hart slaat sneller als onze tongen elkaar beroeren.
Ik zou graag mijn voorhoofd tegen het zijne leggen en mijn
hand op zijn hart, hem vragen hoe het met hem gaat en me
daarbij, zoals altijd als hij me omhelst, voorstellen dat uit
zijn rug twee grote, gitzwarte vleugels groeien. Ik verlang
naar het gevoel van zijn meisjesachtige, lichte lichaam op me,
naar het gevoel van hoe hij bij me binnendringt en fluistert
hoe mooi ik ben en dan te antwoorden: ‘Nee, jij bent mooi.’
Terwijl we daar in elkaar verzonken staan en elkaars ge-
zicht strelen, slaat de grote deur dicht en Gemma verschijnt
in de kamer. Natuurlijk is zij de laatste. Gemma heeft behoef-
te aan een grootse entree en ze is er goed in. Ik zie meteen
dat Hilde haar herkent. Ze zal haar uit het kleine cafeetje bij
haar in de buurt kennen. Ook Leander duikt in elkaar als hij
haar ziet, maar hij heeft zichzelf gauw weer in de hand.
Gemma is de Zwarte Magica van de plaatselijke erotica-
scene. Haar privéclub, waarin je alles kunt meemaken wat
je je maar kunt voorstellen, van latextangoparty’s tot ver-
fijnde sm-ensceneringen, is beroemd en berucht. Gemma

23
beschouwt zichzelf als een hoer uit passie. Ze weet dat seks
macht betekent en dat bedwelmt haar. Met haar gladge-
schoren hoofd en piercings valt ze zelfs in een stad als de
onze op. Haar afgetrainde lijf vol tatoeages is in een eenvou-
dige zwarte nylon jurk tot aan de grond gestoken, een soort
slang eigenlijk, die er spectaculair uitziet omdat hij volle-
dig doorzichtig is. Je ziet de kousen zonder jarretelhouder
eronder en verder niets dan naakte huid. Gemma draagt
nooit ondergoed. De ring door haar tepel glinstert, ze ste-
vent op me af als de meesteres van de hel en ik neig welwil-
lend en eerbiedig mijn hoofd. Dan neem ik haar stevig, heel
stevig in mijn armen en tegen mij aan gevlijd wordt deze
harde, strenge meesteres ineens zacht en zusterlijk, ze kust
me op mijn wang, drukt me nog een keer tegen zich aan en
giechelt als een schoolmeisje. Gemma is de meest praktische,
patente, rechtlijnige vrouw die ik ken. In haar magere, geta-
toeëerde, gepiercete borst slaat het grootste hart dat je je
kunt voorstellen en haar verstand is zo scherp als de mesjes
die ze bij haar bijzondere diensten gebruikt.
Daar zijn ze dan, mijn gasten. Ze staan in een halve cirkel
om me heen en wachten af. Samir als wantrouwende maha-
radja, Leo die aan één stuk door foto’s maakt, Malte als altijd
erop bedacht niemand te na te komen, Gemma die tegen
me knipoogt in haar fetisjhuid, Leander vlak naast me, ver-
legen en mooi als een uit zijn koninkrijk verdreven prins,
en Hilde die haar lippen op elkaar perst en aan haar strop-
dassjaal frummelt. En ik.
Ik moet nu dringend iets eten, anders ben ik weldra stom-
dronken. Ik geef Jannik een teken dat we gaan beginnen en
nodig iedereen aan tafel.

24
2
HILDE
VOORGERECHT:
Salade van zuring met verse pomelo’s

Malte propt het damasten servet achter zijn verkreukelde


overhemd alsof hij spaghetti of spareribs gaat eten. Vroeger
nam een tante mij altijd mee naar zo’n afschuwelijke steak-
houseketen. Eigenlijk was het meer een op Mexicaanse leest
geschoeide rundvleesverwerkende instelling met taaie lap-
pen vlees en dubieuze bijgerechten die er ofwel uitzagen als
hazenkeutels of als diarree – en dat allemaal in zulke reu-
zenporties alsof je geacht werd na afloop geketend de mij-
nen in te gaan om naar erts te graven. Bij de maaltijd wer-
den kledingbeschermers geserveerd die je om je nek moest
binden en waarop stond: ‘Soms spettert het vet, maar op-
gelet! Met mij om je nek blijven je kleren zonder vlek.’ Ik
heb me destijds vaak afgevraagd hoe je na een etentje in
een dergelijke gelegenheid nog naar bed kon gaan met een
man die de hele avond met een slabbetje om tegenover je
had gezeten, knoeiend als een reuzenbaby.
Malte pakt het schaaltje met de salade, houdt het voor
zijn neus en ruikt eraan. Ook Gemma en Leo zien er honge-
rig uit. Ik proost tegen ze. Het is goed als er overal aan tafel
genietend en genoeglijk wordt gegeten. Hilde houdt haar
vork onhandig vast, ze lijkt niet goed te weten wat ze ermee
aan moet. Malte stoot met zijn elleboog tegen haar aan, hij
heeft al een slablaadje in zijn mond en terwijl hij een stuk
vijg aan zijn vork prikt, kijkt hij de kamer rond. Ten slotte
wijst hij naar het houten kistje.

25
‘Wat is dat eigenlijk voor een kistje?’ vraagt hij. ‘Dat past
hier totaal niet.’
‘De schat van Marei van den Brouck’, verkondigt Hilde
alsof ze een filmtitel citeert. Malte knikt.
‘Ik heb het al wel eens eerder gezien, maar ik bedoel: wat
zit erin?’
Voordat ik iets kan zeggen, legt Hilde uit: ‘Een klein
schepje. Vrij smerig. Zo eentje waar je bloemen mee plant
in een bloembed.’
Malte kijkt me verbijsterd aan en ook de anderen wach-
ten op een uitleg, maar die is er niet. Nog niet. In plaats
daarvan vertel ik hoe het komt dat Hilde dat weet, want ik
draag het kistje weliswaar altijd bij me als ik onderweg ben,
maar ik maak het nooit open.
‘Ik heb de sleutel ervan pas gekocht nadat ik Hilde heb
ontmoet’, begin ik. ‘En dat was ongeveer precies een jaar ge-
leden.’
‘Precies een jaar geleden vandaag’, onderbreekt Hilde met
een licht beledigde ondertoon.
Gemma heft haar glas. ‘Aha, we zijn hier om een jubileum
te vieren, een vriendinnenjubileum’, toost ze en ze drinkt,
hoewel ik mijn schouders ophaal en mijn hoofd schud.

Hildes hak was afgebroken en ze zag er ongelukkig uit op


de trap voor een groot huizenblok. Later zou ik erachter ko-
men dat dat allebei vaker gebeurde: de kapotte schoenen
en het grote ongeluk. Ze had een tik voor antieke mode,
vooral voor de jaren twintig, kocht stoffen, kleren en vooral
schoenen op vlooienmarkten en veilingen. Sommige van die
dingen kon ze restaureren, andere waren al zo afgedragen
dat ze letterlijk op haar lichaam de geest gaven. Ooit stond
ik op een feest ineens met een mouw van een chiffonjurk-
je in mijn hand, terwijl ik haar alleen maar even kort had

26
vastgepakt in het gedrang, en toen ik haar een keer in haar
jas wilde helpen, scheurde de ruginzet van haar avondjurk.
Maar het meest teleurgesteld was ze toen ze een keer ergens
charlestonschoenen had ontdekt die er op het eerste gezicht
nog stevig en intact uitzagen, maar toen midden op straat
onder haar voeten wegbraken. Dat nam ze die schoenen per-
soonlijk kwalijk. In het begin dacht ik dat Hilde zo dun was
en ik haar nooit eens vol overgave zag eten omdat ze haar
gewicht zo laag mogelijk probeerde te houden met het oog
op haar kostbare pumps.
Hilde zat daar dus op de trap met een lijkbiddersgezicht.
Het begon al te schemeren en toen ze mij zag viel haar kost-
bare schoen pardoes uit haar hand. Ze kwam op me af en
leunde tegen mijn schouder.
‘Laten we die stomme schoen vergeten. Kom mee, ik zal
wel voor u zorgen’, was het eerste wat ze tegen mij zei. En
dat deed ze dan ook. Een dokter wilde ik niet, maar dat vroeg
Hilde niet eens, ze gaf me een arm en nam me mee naar haar
woning die volgepropt was met stoffen, kleren en oude
meubels.
Het leek niet zozeer een museum als wel een magazijn.
Hilde schoof haar naaimachine op de keukentafel aan de
kant, draaide de tulpvormige lamp mijn kant op en bekeek
mijn gezicht. Van de slaap tot aan het jukbeen liep een grote,
bloederige schram. Ze haalde een scherp riekend goedje, wat
gaas en een pincet uit een la en begon de wond schoon te
maken. Ik dook een paar keer in elkaar en elke keer zei ze
zachtjes: ‘Het is goed, alles is goed nu, ik ben bij u.’ Ten slot-
te depte ze jodium op mijn huid en net toen ze de bloedige
knokkels van mijn vingers wilde gaan desinfecteren merk-
te ze dat er bloed langs mijn arm naar beneden droop. Ze
trok voorzichtig mijn jack uit, knoopte mijn blouse open
en bekeek mijn bovenarm. ‘Dat is een steekwond’, zei ze.

27
Ik knikte, maar meer zou ik haar niet vertellen. Ik kon
het zelf amper geloven. Een paar uur geleden had de liefde
van mijn leven opgebiecht dat hij me had bedrogen en nu
ineens was ik alleen en vogelvrij.
‘U moet een tetanusprik hebben en de wond moet wor-
den genaaid. Ik zal iemand bellen die dat kan.’ Nog onder-
weg naar de telefoon vroeg ze: ‘Ook de politie?’ en ze liet
dat laatste woord tussen ons in hangen tot ik mijn hoofd
schudde.
Ze probeerde me niet te bepraten en een kwartier later
zat er een jonge, zwijgzame Arabier met tulband in de keu-
ken voor me, die handschoenen aantrok, me een prik gaf
en de wond dichtnaaide. Hilde gaf hem op de gang geld; ik
hoorde haar nog zachtjes iets zeggen, maar tegen die tijd was
ik al zo versuft dat het me niet echt interesseerde. Ik heb haar
later ook nooit gevraagd wie dat eigenlijk was en waarom hij
zich bereid had verklaard tot dit toch ietwat merkwaardige
huisbezoek.
Hilde stopte me in een piepend bed dat onder het schuine
dak stond en onder een donzen dekbed dat zo dik was dat ik
er alleen overheen kon kijken als ik erin slaagde mijn hoofd
op te tillen. Als verpleegster was ze grandioos. De middag van
de volgende dag zag ik dat ze mijn kleren had gewassen en
versteld. De mouw van mijn blouse was gescheurd en mijn
rok had helemaal onder de modder gezeten – nu lagen ze
keurig gestreken over een stoel samen met schoon wit lin-
nen ondergoed en glanzende lange nylonkousen met kan-
ten randje en jarretelgordel. Ernaast stonden het houten
kistje dat ik bij me had gehad en mijn handtas. Dat was alles
waarmee ik was gekomen.
Ik had voor mezelf bedacht dat Hilde misschien een cos-
tumière was, maar toen ze met een dienblad binnenkwam
en mij een bord dampende rijstepap voorzette, vertelde ze
dat ze cursussen gaf in een wijkcentrum.

28
‘Van alle soorten hulp een beetje’, zei ze. ‘Naaien, juridisch
advies, levenshulp, turnen, huiswerkhulp, Duits, eerste hulp.’
‘Maar wat bent u van beroep?’ informeerde ik.
‘Hilde. Laten we alsjeblieft jij zeggen, Marei.’ Ze kuste me
met donzig zachte lippen iets langer dan per se noodzake-
lijk was op mijn wang, pal onder de grote schram, terwijl ze
haar hand warm en licht om mijn nek legde.
Ik vroeg me ondertussen af hoe ze mijn naam wist, maar
ze had natuurlijk mijn identiteitsbewijs bekeken.
‘Je kunt hier blijven’, zei ze.
Ik drukte haar hand en knikte. ‘Voorlopig, tot ik weet hoe
het verdergaat. Bedankt.’
Maar daar wilde ze niets van horen. ‘Ach wat, het is een
geluk voor mij dat je er bent. Echt een geluk.’ Maar toen viel
ik alweer in slaap.

Na nog een nachtje slapen was mijn duizeligheid verdwe-


nen. Mijn hoofd jeukte en ik voelde me plakkerig en be-
zweet. Ik wilde een douche nemen, liep de hele woning door
op zoek naar de badkamer. Tot die tijd was ik alleen naar het
toilet geweest en ook nu kon ik nergens een bad vinden.
Hilde zat in de keuken achter haar naaimachine te worste-
len met de met pailletten bezette zoom van een lichtblauwe
cape. Ze straalde toen ze me zag en schoof meteen haar werk
aan de kant. Ik tilde het beddenlaken waar ik mezelf in had
gewikkeld op, wreef mijn blote benen over elkaar en vroeg
waar de douche was. Ze knikte begrijpend en legde uit dat
er hier geen badkamer in de traditionele zin van het woord
was. Je moest het doen met de keuken.
Ze trok een kamerscherm opzij dat bedolven was onder
de nylonkousen, verenboa’s, sjaals en lange handschoenen
en wees naar een ouderwetse tobbe voor een reusachtige
boiler.

29
‘Ik verwarm hem snel even voor’, zei ze en ze plantte me
aan de tafel, zette een kop warme chocola voor me neer en
een koekjestrommel. Ze bond een wit, gestevend schort
voor, stak haar haar op en ging met de boiler in de weer. Te-
gelijkertijd zette ze op de kachel een grote teil met water:
‘Dan hebben we straks iets om je haar mee uit te spoelen.’
Want een douchekop was bij deze constructie natuurlijk
niet voorhanden. Ze goot wat lavendelwater in de kuip en
legde een grote spons en zeep klaar. Toen reikte ze me een
borstel met een lange steel aan. Ik moest lachen.
‘Je lijkt wel het kamermeisje uit De Familie Bellamy!’
Ze schoot ook in de lach. ‘Vond je dat geen verrukkelijke
serie? Ik stelde me als kind al voor hoe het dienstmeisje Rose
met los haar en fladderend nachthemd in het slaapvertrek
van de jonge heer des huizes staat en dat de dingen dan hun
beloop nemen.’
‘Die vlegel?’ Ik stikte bijna van het lachen en hield mijn
verbonden bovenarm stevig vast. ‘Dan liever zijn zus, hoe
heette die ook weer? Die was te gek!’
‘Elizabeth’, zei Hilde zachtjes. ‘De jonge mevrouw heette
Elizabeth.’
Ze leidde me naar de tobbe en deed er kokend water bij.
Al snel stond het kleine keukentje vol damp. Ze wikkelde
me uit het laken, stak mijn haar op en hielp me het bad in.
Het water was warm, ik ontspande en werd weer slaperig.
Er was verder geen badspul in het water gedaan, dus ik ver-
dween niet onder bergen schuim maar mijn lichaam lag
als in gelei verpakt in de kuip. Hilde ging achter me staan
en bedde mijn hoofd op een opgevouwen handdoek. Nu
pas merkte ik hoe lekker ze rook, naar viooltjes en poeder.
Ze streek mijn haar van mijn voorhoofd, pakte een grote
spons, dompelde hem onder en wrong hem uit boven mijn
gezicht. Ik had kunnen wegsmelten van puur genot en

30
zuchtte zachtjes. Ze wreef met de dikke, zachte spons langs
mijn hals, over mijn schouders en mijn ongedeerde boven-
arm tot aan de elleboog. Toen ze voorover boog, voelde ik het
gewicht van haar bovenlichaam, maar ik bewoog me niet.
Ze pakte mijn hand, dompelde hem onder, legde hem op de
spons en masseerde mijn vingers. De spons bewoog verder,
weer over mijn hals en het sleutelbeen, dieper onder water
tot aan mijn borsten. Toen kwam hij schommelend boven
dobberen.
Hilde boog voorover, masseerde met haar kleine, zachte
handen mijn borsten en draaide de tepels tussen haar vin-
gers. Ze kwam naast de kuip staan, stroopte haar mouwen
op, ging op de rand zitten zodat we elkaar aan konden kij-
ken en liet haar hand in het water glijden. Haar bovenbeen
lag ontspannen op de rand van de kuip, het andere been
hield ze gestrekt – met het puntje van haar voet op de grond
hield ze zich in balans. Ik zag haar ouderwetse kousenban-
den die zich onder haar jurk aftekenden. Haar hand streek
over mijn buik, speelde een tijdje met mijn navel totdat ik
begon te giechelen, toen verdween hij pardoes tussen mijn
benen. Ik deed mijn knie zo ver opzij als in de kuip moge-
lijk was. Als visjes gleden haar vingers langs mijn dijen en
doken dieper. Ik legde mijn nog vochtige hand op Hildes
bovenbeen en probeerde dat te strelen, maar ze schoof hem
terug het water in.
‘Laat je gewoon bedienen’, zei ze. Haar aanrakingen deden
me denken aan waterplanten. Midden in de bloemige beel-
den die ik voor ogen had, hoorde ik haar stem in mijn oor
fluisteren: ‘Je natte kutje zal zich verheugen.’ Bijna had ik
mijn ogen opengedaan, maar ik glimlachte alleen maar
zwak en wachtte af. Een vinger drong tussen mijn dijen. Ik
had graag mijn benen verder geopend of zelfs mijn kuiten
op de rand van de teil gelegd, zodat ze met haar hele hand

31
in mijn kut zou kunnen en me naar hartenlust kon betas-
ten en neuken, maar dat ging niet, ik was gedwongen mijn
knieën keurig bij elkaar te houden.
Haar vinger speelde met mijn schaamlippen, tikte erte-
gen, streelde over de donzige haartjes, bewoog langs de spleet.
Eindelijk ging ze dieper. Ik gleed met mijn achterwerk zo
ver naar voren als ik maar kon om haar tegemoet te komen,
maar ineens schoof de vinger diep, zo diep als hij maar kon,
mijn anus in. Ik piepte verrast, maar ik lag met die hand
tussen mijn benen zo ongeveer klem in de badkuip en kon
me amper bewegen. Haar duim begon nu over mijn spleet-
je te glijden, scheidde de lippen en gleed verder tot aan de
klit, die hij zachtjes begon te masseren, niet steviger dan het
puntje van een tong. Toen begon de vinger in mijn anus
naar voren en naar achteren te glijden en die beweging was
net zo stevig en hard als de vinger op mijn klit zacht was.
Ik had nooit gedacht dat dat me geil zou maken, maar ik
voelde hoe ik regelrecht overstroomde en me opende. Ik
concentreerde me op de twee vingers die nu in me zaten,
die in me stootten en me masseerden. Ik kwam klaar met
een lange zucht en nog terwijl ze de vingers uit mijn stuip-
trekkende kut trok, zag ik van onder mijn half gesloten
oogleden hoe Hilde me glimlachend aankeek.
Voordat ze zou kunnen reageren schoot ik naar voren,
greep haar om haar middel en trok haar het water in. Ze
lachte en we kusten elkaar. Maar het werd al snel te koud en
we klommen uit de tobbe. Ik wikkelde me in een handdoek
die klaarlag terwijl Hilde haar natte spullen uittrok.
Zonder een woord draaide ik haar naar mij om en begon
haar opnieuw te kussen. Haar tong had iets schuws, iets af-
wachtends. Het was bijna niet te geloven dat het woord ‘kut’
zojuist uit haar mond was gekomen. Ik duwde haar tegen
de muur, knielde voor haar neer en ze legde meteen haar been

32
om mijn nek. Ik stond ervan te kijken hoe vanzelfsprekend
en eenvoudig het allemaal was, alsof ik de afgelopen jaren
niet anders had gedaan dan wildvreemde vrouwen in keu-
kens likken. Haar spleetje was klein, ovaal en helemaal gescho-
ren. Mijn tong gleed ongehinderd tussen haar schaamlip-
pen. Ik duwde mijn mond stevig tegen haar kut en nam haar
klit tussen mijn lippen. Die zwol meteen op. Ik likte hem
zo hard en snel ik maar kon van onderen en stopte tegelijk
twee vingers in haar. Hilde kreunde en kronkelde, haar buik
trilde zachtjes. Ik neukte haar niet, omdat ik zo’n vermoe-
den had dat ze daar niet van hield, maar bewoog alleen mijn
hand licht heen en weer en maakte cirkelende bewegingen
met mijn pols. Ze was zo nat, haar sap liep over de rug van
mijn hand. Ze lachte toen ze klaarkwam. Ik perste mijn tong
tegen haar klit en bewoog hem nog een tijdje heel licht, tot-
dat Hilde haar been van mijn schouder haalde en me over-
eind hielp. Ik wikkelde ons samen in mijn reuzenhanddoek
en dicht tegen elkaar aan gingen we in bed liggen.
Op het nachtkastje stond het kistje. ‘Mag ik zien wat daar-
in zit?’ vroeg ze alsof het de oplossing van een diep, duister
geheim betrof. Ik knikte en ze klapte het dekseltje omhoog.
‘Een smerige plantenschep?’ Ze klonk verbaasd. Ik snoof
slaperig, viel al snel in haar armen in slaap en werd voor het
eerst dat ik bij haar was niet midden in de nacht wakker van
de pijn in mijn bovenarm.

‘Is jou wel eens opgevallen dat sommige mannen bij een
orgasme kijken zoals een kater die zit te kakken?’
‘Zo glazig?’ Ik schoot in de lach. Hildes hakken klepper-
den naast me terwijl we door de wijk liepen waar ze werkte.
Haar kleine, koele hand lag stevig in de mijne.
Ze knikte. ‘Je verwacht bijna dat ze na afloop in het laken
beginnen te graven.’ We sloegen een zijstraatje in. ‘Als ze

33
konden, zouden ze vervolgens hun ballen gaan likken.’ Ik
betwijfelde dat en probeerde me te herinneren of ik ooit
ook maar één pornofilm had gezien waarin de actrices niet
na de succesvolle afronding enthousiast aan de pik van de
dekhengst begonnen te likken, ongeacht uit welke kut hij
die net had getrokken. Hilde keek misprijzend en hield met
haar vrije hand de kraag van haar trenchcoat aan de hals
dichter bij elkaar.
‘Maar het domste is toch wel als die meiden elkaar weder-
zijds met een dildo gaan neuken en dan vooraf in extase aan
dat rubberen ding gaan zitten te lebberen.’
‘Het is natuurlijk wel zo prettig als het glijdt als je hem
erin stopt’, zei ik opzettelijk zakelijk. Hilde glimlachte en
zag er vreselijk schattig uit omdat er een lok van haar haar
over haar oog viel.
We waren op weg naar een van haar cursussen. Ik woonde
al bijna twee weken bij haar in en wist nog altijd niet wat
voor cursussen ze nou precies gaf in dat wijkcentrum.
‘Heeft seksuele constellatie iets met die therapie te ma-
ken?’ vroeg ik. ‘Met dat gezinsgedoe?’
Hilde haalde haar schouders op. ‘Soms wel, maar wij ne-
men dat wat ruimer. De mensen komen met een probleem
en ik probeer te helpen, dat is alles.’
‘Ben je therapeute? Waar heb je dat geleerd?’
Ze keek me nukkig aan. ‘Ik kijk, ik denk, ik lees en ik leer.
Het belangrijkste is toch de wil om te helpen.’
‘Je hebt geen opleiding?’ hield ik stug vol. Hilde haalde
haar hand uit de mijne, begon wat sneller te lopen en zei,
terwijl ze haar pols met horloge voor mijn neus hield, dat
we nu echt moesten voortmaken.

De sessie vond plaats in een gymnastiekruimte. Zo’n dertig


hulpzoekenden waren aanwezig en ik stond te kijken van

34
de autoriteit die Hilde ineens uitstraalde. Achter haar naai-
machine of als ze rijstepap kookte, bij mij in de badkuip stap-
te of kamermeisjesfantasietjes uitdacht, was ze zacht, speels,
moederlijk. Maar hier sprak ze op een duidelijke bevelstoon,
ze commandeerde de vrouwen aan de ene en de mannen aan
de andere kant: matten neerleggen, gaan zitten en ter voor-
bereiding een korte stiltemeditatie.
Terwijl de anderen in kleermakerszit op de harde matten
zaten en het hoofd lieten hangen, keek ik om me heen en
ontdekte bij de ingang een koekjestrommel met een hand-
geschreven papiertje erop: VRIJWILLIGE BIJDRAGE.
Toen schraapte Hilde haar keel en vroeg wie er vandaag als
eerste wilde. Een vrouw meldde zich. Ze vertelde dat ze niet
kon kiezen tussen haar man en diens beste vriend, omdat
die allebei over verschillende kwaliteiten beschikten. Hilde
gaf haar opdracht om onder de aanwezigen drie personen
aan te wijzen die haar en de twee mannen moesten voor-
stellen.
De vrouw liep de kring rond, deels met gesloten ogen. Ze
hield haar handen voor zich uit alsof ze een wichelroede
droeg, bleef staan, trippelde toen toch weer verder en wees
ten slotte naar mij.
‘Ik kies haar’, zei ze en ze hield mijn hand omhoog alsof
ze me zojuist had gekocht. Ze pakte me rond mijn middel
vast en voegde er ter verklaring aan toe: ‘Ik probeer al vijf
jaar om tien kilo af te vallen en zij hier is net zo slank als ik
eigenlijk ben, vanbinnen.’ Ik moest een grijnslach onder-
drukken.
Toen kreeg ik mijn regieaanwijzingen.
Ik moest met een andere cursist copulerend op een mat
gaan liggen, terwijl een tweede achter mij lepeltje lepeltje
lag. De man tegen wie ik aan lag rook vaag naar döner en
verrichtte zijn stootpantomime met zoveel overgave alsof

35
hij hoopte te worden gecast voor een gangbang. De man
achter me lag er stijf als een plank bij, was kennelijk snip-
verkouden en rochelde in mijn nek.
Hilde stond met de twijfelende vrouw over ons heen ge-
bogen. ‘Wat zie je?’ vroeg ze. De vrouw liep om ons heen en
bleef lang staan piekeren. De pantomimespeler voerde zijn
neuksimulatie bloedserieus uit en ik begon te vrezen dat
ik morgen blauwe plekken zou hebben op mijn schaam-
been.
‘Ik zit op de een of andere manier tussen die twee inge-
perst!’ riep de vrouw en ze wees naar mij alsof ze net een
baanbrekend inzicht had gekregen. ‘Maar anderzijds is het
ook wel prettig om zo ingebed te zijn.’ Hilde knikte heftig,
klapte, alle anderen klapten mee en Hilde feliciteerde de
deelneemster die stralend terugliep naar haar plaats.
Ik krabbelde overeind. ‘Dat leidt toch alleen maar tot gi-
gantische problemen als uw man daar achterkomt?’ opper-
de ik. ‘Die ander is per slot van rekening zijn beste vriend.’
Hilde wuifde mijn opmerking weg. ‘Dan moet ie maar
bij mij komen, dan zullen wij ons wel met hem bezighou-
den.’
Ik sloop naar mijn mat en voelde al snel de hand van de
pantomimespeler op mijn achterste. ‘Zonder kleren zou het
nog geiler zijn geweest’, fluisterde hij in mijn oor. Ik stond
op om mijn jack te gaan halen en stapte daarbij per ongeluk
op zijn hand.
Er waren pas twintig minuten voorbij en de bijeenkomst
zou de hele avond duren. Ik vroeg me af hoe ik dat moest
uithouden. De volgende was een man die aanvankelijk niet
wilde zeggen wat zijn probleem was. Hij stond weifelend
midden in de groep. Hilde streelde hem geruststellend over
zijn rug en zei sussend: ‘Laat het maar toe, dan zorgen wij
dat het weggaat.’

36
Toen gooide hij het eruit: hij wilde een relatie aanknopen
met zijn penis. Ik verwachtte dat de groep in lachen zou
uitbarsten, maar er gebeurde niets. Een paar mannen knik-
ten zelfs. ‘Goed, Ludger, zoek dan iemand die je penis moet
uitbeelden.’
Hij liep de zaal door en liet eerst een man opstaan, toen
een tweede, koos toen uiteindelijk een bijna twee meter
lange vent die ook nog eens kaal was en er sowieso uitzag
als een wandelende dildo. Opschepper, dacht ik. Voor de
rol van hemzelf zocht Ludger een dikke, oudere vrouw uit
die bereidwillig haar breiwerkje aan de kant legde en met
behulp van twee andere cursisten opstond.
‘Ik kan het beter abstraheren als ik de rol van mezelf te-
gengesteld bezet’, legde hij uit. Hilde maakte een gebaar als-
of dat volstrekt vanzelfsprekend was. Ludger zette de dikke
vrouw op een klein turntoestel en vroeg haar iets te doen
wat hij gewoonlijk zoal deed, televisiekijken bijvoorbeeld,
of met de spelconsole spelen of de krant lezen.
De lange lijs was inmiddels voorzien van twee opblaas-
ballen die hij links en rechts onder zijn gebogen armen vast-
klemde. Die nam zijn rol duidelijk erg letterlijk.
Dit kan ik nou aan niemand vertellen, schoot het door me
heen, in elk geval niet aan degene aan wie ik het graag zou
hebben verteld, zodat we van de bank af konden rollen van
het lachen. Ik voelde me verdrietig worden, maar schoof dat
gevoel snel aan de kant. Ik had met mezelf afgesproken dat
ik niet meer verdrietig zou zijn en dat was tot dan toe aardig
gelukt. Ik mocht gewoon niet te veel nadenken.
De Ludgervrouw simuleerde een spel met de console en
deed dat zo overtuigend dat ik me afvroeg of ze niet mis-
schien ’s nachts, als alle andere bewoners van de senioren-
woongemeenschap lagen te slapen, op het internet als mees-
teres Brutalia, de helhond-dompteuse, in de een of andere

37
fantasywereld onderweg was om gnomen en monsterkak-
kerlakken af te slachten. De penislijs liep om haar heen te
springen en dansen alsof hij hoognodig even moest wor-
den uitgelaten. De helhond-dompteuse weerde hem af en
speelde verder met haar onzichtbare console. De reuzenpe-
nis werd agressiever, drong zich tussen haar en haar spel,
duwde tegen haar schouder, rende om haar heen en maakte
een heel circus. De dompteuse reageerde geërgerd, draaide
zich om of sloeg naar hem.
Ludger zelf keek droevig toe, hij wees naar de grote lul die
af en toe een van zijn opblaasballen verloor en herhaalde
steeds weer: ‘Precies, precies.’ Ten slotte kon de penis niks
meer bedenken, hij gaf het op, ging in elkaar gedoken aan
de voeten van de dompteuse liggen en het leek alsof hij elk
moment in tranen kon uitbarsten. En toen gebeurde het
onbegrijpelijke, het magische, het therapeutische hoogte-
punt: tussen alle stralende, gefascineerde gezichten merkte
de dompteuse ineens het hoopje ellende aan haar voeten
op, ze liet een hand naar beneden glijden en aaide de mon-
sterpenis zacht over zijn glimmende kop. De penis kwam
dankbaar overeind en vlijde zich tegen haar benen. Ze bleef
hem aaien en hij deed genietend zijn ogen dicht en viel ten
slotte uitgeput tegen haar knie aan in slaap.
De groep applaudisseerde enthousiast en Ludger kon zijn
tranen niet meer bedwingen.
‘Heb je dat gezien?’ riep Hilde. ‘Je moet hem waarderen,
je om hem bekommeren, oog hebben voor zijn behoeftes,
dan zal hij je niet de hele tijd storen, maar je beste vriend
worden.’
In mijn hoofd neurieden afwisselend de tunes van Las-
sie en van Flipper. ‘Tja’, mompelde ik. ‘Rukken kan helpen
als het opgestuwde zaad de hersenen vast dreigt te kleven.’
Ik wurmde me een weg door de klappende menigte heen die

38
Ludger nu op de schouder klopte en gelukwenste, fluisterde
Hilde in het voorbijgaan toe dat ik in het kleine cafeetje op
de hoek op haar zou wachten en maakte dat ik wegkwam.
Ik het voorbijgaan keek ik in de koekjestrommel en zag tot
mijn verbazing dat er alleen maar grotere coupures in zaten.
Nu wist ik hoe Hilde zich al die antieke kledingstukken en
stoffen kon permitteren.

Ik kan achteraf niet meer precies zeggen wanneer het idee


met het huis aan het meer opkwam. Misschien droomde
Hilde er al van lang voordat ik bij haar kwam opdagen. We
waren naar de rand van de stad gegaan om te gaan zwem-
men in een openluchtbad dat betere tijden had gekend,
maar waar het door de week heerlijk rustig was. Hilde wilde
me inwijden in haar nieuwste aanwinst: een donkerblauw
eendelig badpak met veel stof en dikke naden, een origineel
uit de vroege jaren dertig. Ik zwom zelf graag naakt, vooral
als het – ongebruikelijk zo vroeg in de zomer – al zo warm
was. Op een paar andere stellen na hadden we het strand en
het meer voor ons alleen. We zwommen ver het water op,
tot dicht bij het schommelende platform van vaten met
planken erop. Ik vond het altijd een beetje griezelig als de
algen onder water langs mijn voeten gleden, maar Hilde
lachte alleen maar en zei dat ze het heerlijk vond om geen
grond onder haar voeten te hebben.
‘Zou het niet fantastisch zijn...’ riep ze over haar schou-
der terwijl ze voor me uit zwom, gedisciplineerd en elegant
als een eenzame synchroonzwemster, ‘...een huis aan het
water? Alleen voor ons tweetjes? We zouden een therapie-
centrum kunnen beginnen en veel meer cursussen geven.
Ik zou me bezighouden met het inhoudelijke en jij met wat
jij zoal doet.’
Ze wist helemaal niet wat ik ‘zoal deed’. Ze had me nooit

39
gevraagd waar ik vandaan kwam, hoe ik gewond was ge-
raakt en hoe mijn leven er had uitgezien voor ik haar ont-
moette. Ik vond het prima, want ik wilde zo min mogelijk
aan vroeger denken. Een huis aan het water leek me echter
wat te ver gaan. Ik had nog geen idee wat ik met mezelf
moest beginnen, of en wanneer ik er weer opuit zou gaan.
Ik had er nooit over nagedacht hoe het Hilde eigenlijk ver-
ging sinds ze me van de straat had geplukt en verzorgd.
Als er niet net een schoen van haar het loodje legde, was ze
altijd zo vrolijk en ik zozeer met mezelf bezig dat het me
was ontgaan hoe serieus Hilde onze vriendschap was gaan
nemen.
‘Met hypotheek en teckel?’ riep ik lachend terug om haar
voorstel van zijn ernst te ontdoen. Ik ging naast haar zwem-
men; ze ging op haar rug liggen en dobberde naast me
voort. Ze had haar ogen gesloten en haar gezicht leek in het
water heel klein, net een poppengezichtje.
‘Ik droom van hoge gestuukte plafonds en een oprijlaan
naar het huis’, zei ze. ‘Misschien met vakantiegasten, alle-
maal fraai gekleed, en meisjes in witte schortjes. Ik zou
graag mijn ontbijtthee op het terras drinken, in een door-
zichtige ochtendjas, en dan lees jij me de koppen uit de krant
voor.’
Ik probeerde mezelf in deze belle-époquedroom te zien,
maar het lukte niet. Ik was nog altijd op doorreis en wist niet
of dat ooit zou veranderen. Ik zweeg en streelde in plaats
daarvan onder water haar achterhoofd. Haar haar dreef als
algen aan het oppervlak, ze keek me stralend aan, tilde haar
hoofd op, kuste me en zei: ‘Ik hou zo van je.’
In de dagen daarna gingen we vaak naar het zwembad,
we zwommen tot achter het platform, waar de anderen ons
vanaf het strand niet meer konden zien, en kusten elkaar in
het water. Ze probeerde een paar keer om tussen mijn be-

40
nen te duiken om me te likken, maar dat bleek een al te
grote aanslag op haar lenigheid en dus namen we er genoe-
gen mee elkaars borsten en kutjes te strelen of dicht tegen
elkaar aan op een plek te blijven drijven. Op een keer wrie-
melde ze haar ouderwetse badpak uit, dit keer een heel vroeg
model bikini met bloemetjesmotief, en bleef heel stil op het
wateroppervlak liggen. Ik bewoog mijn hand langs haar li-
chaam, liet de wijsvinger tussen haar schaamlippen glijden
en wreef zacht over haar kittelaar. Toen ze heftiger begon
te ademen, zei ze ineens dat ik mijn andere hand op haar
sleutelbeen moest leggen. En toen gaf ze aanwijzingen hoe
ik haar hoofd onder water moest houden terwijl ze klaar-
kwam.
Ik begreep niet precies wat ik moest doen, maar ze gaf aan
dat het haar gewoon opwond om volledig aan mij overge-
leverd te zijn. Ze vertrouwde mij totaal en vond het fantas-
tisch om zich geheel in mijn handen te weten. Ik bleef verder
over haar klit wrijven en fluisterde nog enigszins onzeker in
haar oor dat ze nu haar adem moest inhouden. Dat deed ze
en ik dompelde haar onder. Het was lastig om haar lichaam
vast te houden; het bewoog onder mijn handen en ik voelde
me totaal idioot toen ik langzaam voor mezelf telde terwijl
ik haar ondertussen masturbeerde. Haar huid voelde koud
en glibberig aan, alsof ik een grote vis aan het vingeren was.
Aan de lichte stuiptrekkingen rond de ingang van haar kut
en aan de beweging van haar benen merkte ik dat ze klaar
was gekomen en ik nam mijn hand van haar sleutelbeen.
Ze hield haar ogen nog steeds dicht en deed ze pas open
nadat ze me lang en uitgehongerd had gekust. Ze zwom
achter me aan, nam me in de ene arm en streelde met haar
vrije arm over mijn borsten. Terwijl haar vingers in mijn
kut glipten en me betastten, fluisterde ze dat ik het ook een
keer moest proberen, dat het fantastisch was.

41
‘Het vertrouwen is grenzeloos onder water’, fluisterde ze
en ze klonk zo geïnspireerd als een van haar cursisten na een
geslaagde sessie. Nou was vertrouwen in die periode niet be-
paald mijn sterkste punt, maar ik was wel nieuwsgierig. Ik
liet me bijna tot aan een orgasme masturberen, haalde diep
adem en hield mijn adem in. Ze boog mijn lichaam ach-
terover naar zich toe en ik voelde het water boven mijn ge-
zicht.
Ik raakte bijna meteen in paniek, verslikte me en begon
woest te trappelen. Vergiste ik me of voelde ik echt een aar-
zeling in haar arm die me vasthield? Ik proestte en sloeg en
trappelde met armen en benen in het rond. Elk spoortje van
opwinding was verdwenen en zonder dat ik had kunnen
zeggen waarom, was ik ineens geïrriteerd.
‘Daar was nou echt niks moois aan’, snauwde ik.
Maar Hilde streelde over mijn haar en merkte laconiek
op: ‘We blijven eraan werken, je zult het zien.’

De dagen daarna had ik geen zin om naar het meer te gaan


en ik liep in mijn eentje door de stad. Ik had me lange tijd
nergens meer om bekommerd en ging om te beginnen naar
een internetcafé om mijn mail te lezen, daarna naar een
geldautomaat om zoveel geld te pinnen als ik nog nooit
had gedaan. Deel van de deal met mijn man was namelijk
dat ik vrij over zijn – zeer aanzienlijke – vermogen kon be-
schikken.
Ik schreef ansichtkaarten aan mijn oma en een vriendin
in New York en kocht nieuwe kleren, die ik met mijn cre-
ditcard betaalde om mijn contante geld niet te hoeven aan-
spreken. In de koffer die ik drie dagen nadat ik bij Hilde was
beland uit het kluisje op het station had opgehaald, zaten
alleen warme spullen.
In een klein boetiekje waar ik vroeger nooit zou zijn bin-

42
nengestapt omdat ik bang was voor de arrogante verkoop-
sters, vond ik een prachtig donkerblauw jurkje met een heel
wijd hangende rok. Het patroon was eenvoudig, maar de
stof bewoog ruisend en knisperend om mijn benen en ik
voelde me net een danseres. Toen ik in de paskamer mijn
oude kleren in mijn tas stopte, trok is vastberaden mijn
slipje uit en stopte dat erbij. Mijn kleine vochtige geheim-
pje zat goed verstopt onder de banen stof die tot op mijn
enkels hingen en ik wilde niet dat iets me kon afleiden van
het gevoel van vrijheid dat in deze jurk zat.
De verkoopster nam mijn creditcard met kennelijke te-
genzin aan.
‘Het is een patroon dat heel gunstig valt, ook bij meer
vrouwelijke figuren.’
Ik wees naar mijn kin en zei met een glimlach: ‘Tegen die
baardstoppels valt wel wat te doen’, en verliet opgewekt en
soeverein de winkel.
Ik nam mijn jurkje mee uit wandelen. In de wuivende
rok voelde ik me alsof ik zweefde. Ik kreeg zin om te gaan
hollen. Ik rende de straat uit, sprong over een rioolputje, ont-
week een paar fietsers en bleef happend naar adem voor een
koffiecafé staan.
Op de bovenste verdieping was het vrijwel leeg. Een paar
tieners keken dicht op elkaar gepakt naar filmpjes op You-
Tube op hun laptop. Twee vrouwen bladerden in tijdschrif-
ten. Een man zat te telefoneren. Ik balanceerde mijn dien-
blad naar het achterste gedeelte van het café en merkte pas
toen ik om de bank met hoge rugleuning heen liep dat ik
daar toch niet helemaal alleen was.
Een jonge, koffiekleurige man met een verkreukeld leren
jasje en afrokapsel zat zacht neuriënd een kaneelbroodje te
eten terwijl hij op zijn iPod zat te tikken. Hij had iets van
een getemde Jimi Hendrix. Ik knikte hem glimlachend toe

43
en ging tegenover hem zitten. Het allerlekkerste van een
koffie verkeerd is voor mij het bovenste laagje melkschuim
waar de cacao net in oplost met het puntje van de tong op te
likken. Ik deed mijn ogen dicht, dompelde het puntje van
mijn tong in de koffie en likte het warme melkschuim op.
Een toefje ervan bleef aan het puntje van mijn neus plakken
en nog voordat ik het kon weghalen, had de jongeman zich
voorovergebogen.
‘Sorry, may I?’ zei hij en hij raakte met zijn wijsvinger mijn
neus aan.
Misschien lag het aan mijn nieuwe jurk of aan de coffe-
ïne, in elk geval voelde ik het meteen knisteren. Ik leunde
glimlachend achterover en vanaf dat moment lieten we
elkaar niet meer uit het oog. Hij neuriede zachtjes verder en
ik roerde met het lepeltje door de koffie. Af en toe lachten
de tieners of ging er ergens een mobieltje over, maar dat
gebeurde allemaal achter de hoge leuning van de bank en
ging ons niets aan. Ik voelde hoe mijn tepels onder zijn blik
hard werden en tegen de nieuwe, ongebruikelijke stof wre-
ven. Jimi Hendrix leunde met zijn hagelwitte tanden glim-
lachend achterover en nam me van top tot teen op. Ik liet
het me met liefde welgevallen en nam hem van mijn kant
ook grondig op: de bruine, glanzende ogen, de volle mond,
het dunne, gespierde bovenlichaam en de ongewoon lange
benen waarvan hij het ene nonchalant onder het andere
had geschoven. Zijn spijkerbroek was strak en afgedragen.
Zijn slanke hand, die zich tot dan toe met zijn iPod had
beziggehouden, gleed langzaam naar zijn schoot en bleef
daar liggen. Zonder mij uit het oog te verliezen begon hij
zijn kruis te masseren. Ik maakte het mezelf gemakkelijk
in mijn stoel en legde een knie over de leuning, zodat de
wijde rok een eindje naar boven gleed. Zo gingen we verder
en stukje bij beetje liet ik meer been, meer dij zien en ten

44
slotte, toen de stof zich al op mijn buik ophoopte, toonde
ik hem mijn kut. Hij slikte zichtbaar, knoopte zijn spijker-
broek los en stak zijn hand naar binnen. Even had ik het
zwarte, kroezige schaamhaar gezien, en ik wist meteen dat
het zou knisperen als ik daar mijn schaamlippen tegenaan
wreef.
Aangezien men mij, weggezakt in de diepe stoel, onmo-
gelijk vanuit de rest van de ruimte kon zien, begon ik ook
met mezelf te spelen terwijl ik me afvroeg hoe ik de tafel die
tussen ons in stond moest overbruggen. Want dat ik geen
genoegen nam met alleen maar vingeren en kijken, stond
wel vast.
Hij knoopte zijn broek helemaal open, viste uit zijn grote
schoudertas verbijsterend snel een condoom tevoorschijn
en van dat moment maakte ik gebruik om de overstap naar
zijn bank te maken. Ik knielde schrijlings over zijn schoot,
zodat ik in zijn gezicht kon kijken, en liet mijn kut heel
langzaam over zijn harde pik zakken. We bewogen niet. Ik
legde mijn armen om zijn nek, we glimlachten en we kus-
ten elkaar. Hij stak zijn hand onder mijn rok en wreef over
mijn dijen en toen begonnen we heel langzaam te schom-
melen.
Voor de tieners die aan de andere kant met hun filmpjes
bezig waren, moeten we een innig knuffelend stelletje heb-
ben geleken. Dat we allang aan het neuken waren had nie-
mand in de gaten, ook de andere gasten niet. Ik had me niet
vergist: zijn schaamhaar knisperde en ik concentreerde me
op het gekriebel dat de licht borstelige krulletjes op mijn
naakte kutlipjes veroorzaakten. Jimi Hendrix begon met
zijn benen te wippen en maakte zo kleine stootbewegin-
gen. Mijn kittelaar wreef tegen zijn schacht en de binnen-
kant van mijn dijen was intussen zo vochtig dat ik bang was
dat we een grote natte plek op de bank zouden achterla-

45
ten. Hij deed zijn ogen dicht en ademde tegen mijn hals. Ik
omklemde hem steviger en wreef meer tegen hem aan dan
dat hij in mij stootte. Nadat ik was klaargekomen, tilde ik
alleen mijn achterwerk een stukje op, zodat hij meer bewe-
gingsruimte had en nog een paar keer steviger kon stoten.
Toen kwam ook hij klaar en hij zei zachtjes en met rauwe
stem: ‘Thank you, honey.’
We kusten elkaar nog een keer heel lang. Vlak daarna
stond ik op, bezweet en plakkerig, ik glimlachte tegen hem
en streek terwijl ik wegliep mijn jurk glad. Mijn wonder-
baarlijke donkerblauwe vrijheidsjurk.

Hilde zat in de keuken te naaien toen ik thuiskwam. ‘Waar


zat je? Ik maakte me ongerust.’ Haar stem klonk opgewon-
den.
‘In de stad.’
Mijn eigen stem klonk ook truttig omdat ik een slecht
geweten had, tot mijn eigen ergernis. Per slot van rekening
was ik vrij om te doen wat ik wilde.
‘En je bent niet van plan om mij te vertellen waar je hebt
gezeten en wat je hebt gedaan?’
Ik zuchtte. ‘Hilde, ik heb een paar dingen afgehandeld,
dat is alles.’
Ik liet haar mijn nieuwe kleren zien, waar ze niet bijster
enthousiast over was. ‘Leuk, maar niet voor de eeuwigheid’,
zei ze.
De rest van de middag brachten we zwijgend door. Ze
praatte pas weer met me toen ze zag dat ik een hangslot had
gekocht voor het houten kistje. ‘Waarom barricadeer je een
kistje met een smerige plantenschep?’
‘Omdat die schep voor mij alles op de wereld betekent’,
probeerde ik kalm en goedgehumeurd te blijven. ‘Het is
het belangrijkste wat ik heb.’

46
Ze keek me aan en merkte na een tijdje op: ‘Het belang-
rijkste wat ik heb, ben jij. Moet ik bij jou soms ook een hang-
slot aanbrengen?’
Ik besloot dit commentaar te negeren. In de loop van de
avond bleek ook bij Hilde het slechte humeur te zijn ver-
dwenen, want ze neuriede bij het naaien voor zich uit en
bracht me later een kommetje rijstepap met een beetje sui-
ker en een heleboel kaneel, zoals ik hem het liefst heb.
‘Moet je niet naar een sessie?’ schoot me ineens te bin-
nen, maar ze schudde haar hoofd.
‘Ik heb opgebeld dat vandaag alles uitvalt. Ik heb hoofd-
pijn, dan blijf ik liever hier zitten naaien.’ Boven de rand van
mijn boek zag ik haar aan de keukentafel zitten. Ze schoot
niet erg op met het verstelwerkje waar ze mee bezig was.
De volgende dag stelde ik vast dat ze mijn kleren had ver-
hangen en van de logeerkamer naar haar slaapkamerkast
had overgebracht. De maat was vol toen ze terugkwam van
het boodschappendoen en totaal overdonderd was dat ik zat
te telefoneren. Ze trok een gezicht alsof ik ter plekke op
haar geliefde blauwe satijnen cape met de huismeester
in de weer was. Ik rondde het gesprek met mijn vriendin in
New York af, die wilde weten hoe het met me ging en waar ik
eigenlijk uithing omdat niemand de laatste tijd nog iets
van me had gehoord. Hilde kookte van woede; zo had ik haar
nog nooit meegemaakt. Ik begreep niet echt waar het eigen-
lijk om ging en vertelde haar kort over Madita, die naar
New York was gegaan en daar aan de universiteit werkte.
‘Ik wist niet dat je een mobieltje had’, siste ze ten slotte.
Daar wist ik niets op te zeggen – had niet iedereen dat?
Het had in mijn koffer gezeten en tot dan toe had ik geen
zin gehad om met iemand te praten. Maar Madita was een
expert op het gebied van opnieuw beginnen en radicaal bre-
ken, en ik had haar gebeld om te vragen hoe ze de eerste tijd
was doorgekomen, helemaal alleen in een vreemd land.

47
Hildes humeur veranderde zo op slag dat ik er duizelig
van werd. Ineens straalde ze weer.
‘Kijk eens wat ik heb gevonden!’ Ze liet me een zwart bad-
pak zien met een rokje. ‘Helemaal origineel. Ik moet alleen
het koordje vervangen en er een paar knopen aan maken, dan
kunnen we het inwijden.’
Terwijl ze aan de keukentafel zat te neuriën ontdekte ik
in haar boodschappenmand op de gang een map met foto’s
van villa’s aan het water. Ik bladerde erdoorheen en vond
ook plattegronden, situatieschetsen en financieringsplan-
nen. Ik zuchtte en bereidde me voor op een moeizame dis-
cussie, maar Hilde zei er niets over.
Op weg naar het meer kletste ze over de badnimfenfilms
uit de jaren vijftig en ik was blij dat deze storm kennelijk
was gaan liggen. Toen we bij het platform kwamen, op de
plek waar het meer het diepst was, liet ze zich naast me drij-
ven, het zware zwarte badpak volgezogen met water.
‘Weet je wat mij nog het meest trekt aan een huis aan het
water?’ Ze klonk dromerig en ik durfde niets te zeggen, om-
dat ze meteen aan mijn stem zou hebben gehoord dat dit
onderwerp me op de zenuwen begon te werken. ‘Dat het
meer voor de deur is, ik bedoel niet alleen het uitzicht of
om te zwemmen, maar ook als mogelijkheid.’
Ze wierp me een snelle blik toe om te zien of ik haar be-
greep, maar dat deed ik niet. ‘Als het leven aan de overkant
van de straat te erg wordt, kan je altijd nog het meer ingaan,
wegzwemmen, je laten drijven en dan langzaam wegzinken.
Dat is net als in slaap vallen, heel eenvoudig.’
Ik staarde haar aan. Ze praatte verder op dezelfde dwepe-
rige toon. ‘En het moet toch wel het absoluut grootste, onge-
looflijkste, wonderschoonste geluk zijn,’ ze laste een korte,
kunstmatige pauze in, ‘om samen het water in te gaan, zo-
als je samen gaat slapen.’

48
Ik vroeg me perplex af waarom ik nooit had gemerkt wat
er in haar omging, wanneer onze zusterlijke kamermeis-
jesvriendschap zo rigoureus was omgeslagen en waarom
ik van de ene ramp de volgende in glibberde. Had ik in mijn
vorige leven bij de een of andere heilige zijn ballen afge-
beten en moest ik daar nu voor boeten?
Ik probeerde de situatie te ontspannen, spatte met water
en lachte een beetje gekunsteld. ‘Jij hebt volgens mij te veel
kitschfilms gezien. Kom, laten we proberen of je lichaams-
bedekkende outfit een wedstrijdje aankan.’
Er was een onweer komen opzetten en nog terwijl we het
water uit kwamen, begon het te regenen. Ik bedankte de
hemel, omdat dat betekende dat we meteen terug moesten
naar de stad. De hele weg naar huis praatte en lachte ik aan
één stuk door, zodat ze de kans niet zou krijgen aan het
woord te komen en haar macabere ideeën voor het voetlicht
te brengen.
‘Weet je wat we nu gaan doen?’ vroeg ze in het trappen-
huis. ‘We gaan picknicken op een dikke deken in de huis-
kamer.’
Ik zei dat ik dat een fantastisch idee vond en voegde er
zuchtend aan toe: ‘Krabsalade! Pomelo’s!’ Hilde knikte met-
een enthousiast en sprong de trap af om alle benodigdhe-
den te gaan inslaan.
Ik wist dat ze naar de delicatessenwinkel en terug zo’n
twintig minuten nodig zou hebben. In sneltreinvaart graai-
de ik mijn spullen bij elkaar, propte alles uit de kast en de
commode in mijn koffer, pakte mijn houten kistje en vloog
het trappenhuis in. Maar kennelijk had Hilde iets vermoed,
want ik hoorde haar klakkende gespjespumps beneden in
de hal. Ik sloop een verdieping omhoog, perste me tegen de
muur en hield mijn adem in, hopend dat ze me niet zou
ontdekken.

49
Net toen ik Hilde na enige tijd toch nog de trap naar mij
hoorde oplopen, ging er naast me een deur open en een slan-
ke, witte hand trok me een woning binnen. Dat was Gemma.
De zachtaardigste, hartelijkste meesteres die de hel ooit heeft
gezien.

‘Pomelo’s.’
Hilde zegt het toonloos terwijl ze een stukje aan haar
vork prikt. ‘Dat doet me denken aan onze picknick die nooit
heeft plaatsgevonden.’
Ik knik. ‘Ik moest gewoon weg’, zeg ik zo zacht ik kan. Het
wordt stil aan tafel. Alleen de twee katers op de bank en de
dildo’s in de bloembakken ronken zachtjes. Iedereen kijkt
naar ons. Jannik schenkt iedereen champagne bij.
‘Je bent niet weggegaan’, zegt Hilde. ‘Je was weg. Als door
de aardbodem verzwolgen. Ik was nog geen tien minuten
weg, maar het leek alsof jij in rook was opgegaan. Hoe heb
je dat voor elkaar gekregen?’
Ze klinkt nu heel beschuldigend. Ik leg mijn hand op de
hare en knik.
‘Dat klopt’, geef ik toe. ‘Ik ben er zomaar tussenuit gekne-
pen en je weet ook waarom. Dat gedoe met het meer, dat was
gewoon niet gezond.’ Ik trek een wenkbrauw op. ‘Inmid-
dels staan we toch weer quitte, jij en ik, niet dan? Onze open
rekening is zogezegd echt in rook opgegaan.’
Ze begint te blozen en slaat haar ogen neer. Maltes bestek
kleppert. Samir bekijkt duister een slablaadje. Hoewel ik
alle redenen heb om kwaad te zijn op Hilde, omdat haar
latere wraak op mij echt gruwelijk was, kan ik er slecht tegen
haar te zien lijden.
‘Ik had me een verdieping hoger verstopt toen je terug-
kwam’, leg ik uit. ‘Gemma heeft een woning boven jou. Ik
ben een nacht bij haar gebleven en vroeg de volgende och-
tend stiekem naar een hotel verhuisd.’

50

You might also like