You are on page 1of 6

Karel de Grote HogeschoolCampus Hoboken

25 MEI 2021 P.21.0326.N/1

Download date: 14/11/2023


Hof van Cassatie van België

Arrest

Nr. P.21.0326.N

A. M. S.,

beklaagde, aangehouden,

eiser,

met als raadsman mr. Raf Jespers, advocaat bij de balie Antwerpen,

tegen

Marjo KEMPENAERS, met kantoor te 2140 Antwerpen (Borgerhout), Joe


Englishstraat 63 bus 34, voogd ad hoc van de minderjarigen K.Q.D., H.M.M.,
N.M.K., Q.M.K., S.M.K. en M.Q.A.,

burgerlijke partij,

verweerster.
Karel de Grote HogeschoolCampus Hoboken
25 MEI 2021 P.21.0326.N/2

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen,
correctionele kamer, van 11 februari 2021.

De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan.

Download date: 14/11/2023


Raadsheer Filip Van Volsem heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal Bart De Smet heeft geconcludeerd.

II. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Eerste middel

1. Het middel voert schending aan van de artikelen 3 en 6.1 EVRM, artikel 149
Grondwet en artikel 394 Strafwetboek: met de redenen die het bevat, oordeelt het
arrest niet wettig dat de eiser schuldig is aan poging tot moord, dit is een poging tot
het opzettelijk en met voorbedachten rade doden; de appelrechters konden niet oor-
delen dat de eiser de intentie had zijn dochter te doden en stellen ook de constitu-
tieve bestanddelen van de voorbedachtheid niet vast; hierdoor miskent het arrest
ook de motiveringsverplichting.

2. Het middel verduidelijkt niet waardoor het arrest de artikelen 3 en 6.1 EVRM
zou hebben geschonden.

In zoverre is het middel niet ontvankelijk.

3. Een misdrijf wordt gepleegd met voorbedachten rade wanneer de dader, in


een voldoende stabiele gemoedsgesteltenis en op een overwogen en geplande wijze,
besluit tot het plegen van een misdrijf en er een voldoende tijdsverloop is tussen het
besluit en de uitvoering ervan opdat de dader op zijn besluit zou kunnen terugko-
men. De gegevens die aantonen dat de dader op een overwogen en geplande wijze
het besluit heeft genomen tot het plegen van het misdrijf, kunnen ook aantonen dat
de dader dit besluit in een voldoende stabiele gemoedsgesteltenis heeft genomen.

In zoverre het middel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het naar recht.
Karel de Grote HogeschoolCampus Hoboken
25 MEI 2021 P.21.0326.N/3

4. De rechter oordeelt onaantastbaar in feite of een beklaagde die wordt ver-


volgd wegens een poging tot moord, heeft gehandeld met voorbedachten rade in de
voormelde zin. Het Hof gaat na of de rechter uit zijn vaststellingen geen gevolgen
afleidt die daarmee geen verband houden of op grond daarvan niet kunnen worden
verantwoord.

Download date: 14/11/2023


5. Door eigen redenen (arrest, p. 10-11) en door de overname van de redenen
van het beroepen vonnis (p. 9) verantwoordt het arrest als volgt het oordeel dat de
eiser opzettelijk en met voorbedachten rade heeft gepoogd zijn dochter te doden:

- op grond van de verklaringen van zijn dochter, de moeder en de oudste zoon


staat vast dat de eiser de intentie tot het doden van zijn dochter kenbaar heeft
gemaakt vanaf het moment dat hij haar opmerkte aan de tramhalte en dit thuis
nog meerdere malen herhaald heeft;

- de eiser heeft zijn gezinsleden uit de kamer gezet en vervolgens getracht zijn
dochter te wurgen met een USB-kabel;

- daarna heeft de eiser met een sjaal opnieuw een lus rond de nek van zijn dochter
geknoopt, die zij snel heeft losgemaakt, waarna ze naar haar moeder wou gaan,
waarop de eiser haar heeft tegengehouden, op haar buik en haar been ging zitten
en haar mond dichthield zodat ze niet meer kon roepen;

- de moeder van het slachtoffer kwam tussen en trachtte de eiser te kalmeren,


waarop hij even is gestopt, waarna hij opnieuw trachtte zijn dochter te doden
door een lus rond haar nek te doen en aan te trekken;

- hierop heeft de moeder haar oudste zoon ongemerkt verplicht de politie, die in
de straat was, om hulp te vragen;

- op het ogenblik dat de politie binnenkwam zat de eiser hevig zwetend met zijn
knieën op de buik van het slachtoffer met zijn handen links en rechts op de grond
terwijl hij over het slachtoffer hing, zodat ze niet kon ontsnappen, waarbij naast
het hoofd van het kind een GSM-kabel lag;

- gelet op deze opeenvolgende reeks van handelingen staat het vast dat de eiser de
volgehouden en voortdurende intentie had om zijn dochter te doden en dat het
enkel ingevolge het verweer van het slachtoffer en door toedoen van haar moeder
Karel de Grote HogeschoolCampus Hoboken
25 MEI 2021 P.21.0326.N/4

en de oudste broer en de tijdige tussenkomst van de politiediensten bij een po-


ging is gebleven;

- de voorbedachtheid is bewezen, gelet op het tijdsverloop tussen het weerzien aan


de tramhalte, de route naar huis en de acties thuis zoals onder meer het wegsturen
van de overige familieleden, dit in combinatie met de gedane uitspraken en de

Download date: 14/11/2023


eigen verklaring van de eiser dat hij “uiterlijk kwaad was maar ‘binnen’ alles
onder controle had”;

- de inhoud van het deskundigenverslag van dr. De Vos staat de vaststelling van
de voorbedachtheid niet in de weg.

Op grond van die redenen kan het arrest wettig oordelen dat de eiser opzettelijk en
met voorbedachten rade heeft gepoogd zijn dochter te doden en is die beslissing
regelmatig met redenen omkleed.

In zoverre kan het middel niet worden aangenomen.

6. In zoverre het middel aanvoert dat uit het psychiatrisch rapport van dr. De
Vos niet kan worden afgeleid dat er sprake was van voorbedachtheid maar hieruit
integendeel blijkt dat de eiser blijk gaf van een gebrek aan planning en een onsta-
biele gemoedstoestand, komt het op tegen het onaantastbare oordeel van de appel-
rechters over de feiten of verplicht het tot een onderzoek van feiten waarvoor het
Hof niet bevoegd is en is het niet ontvankelijk.

Tweede middel

7. Het middel voert schending aan van de artikelen 3 en 6.1 EVRM en artikel
149 Grondwet: de veroordeling van de eiser tot een gevangenisstraf van vijftien jaar
miskent het proportionaliteitsvereiste en houdt geen rekening met de objectieve ge-
gevens van de zaak; bij de strafmotivering mag de rechter zich slechts baseren op
feitelijk juiste motieven; de appelrechters nemen bij de beoordeling van de straf-
maat ten onrechte aan dat de eiser een geradicaliseerde moslim is en zijn fundamen-
talistische levenswijze tracht op te leggen aan zijn gezinsleden, zodat het arrest ook
niet regelmatig met redenen is omkleed.

8. Krachtens artikel 3 EVRM mag niemand worden onderworpen aan folterin-


gen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.
Karel de Grote HogeschoolCampus Hoboken
25 MEI 2021 P.21.0326.N/5

9. Binnen de perken van de wet en de verdragsbepalingen die in België recht-


streekse werking hebben, bepaalt de rechter in feite en bijgevolg onaantastbaar de
sanctie die hij in verhouding acht met de ernst van het bewezen verklaarde misdrijf
en de persoonlijkheid van de dader. De rechter kan bij de bepaling van de straf alle
feitelijke gegevens betrekken die een licht werpen op de omstandigheden waarin de

Download date: 14/11/2023


bewezen verklaarde feiten zijn gepleegd, de gevolgen ervan en de persoonlijkheid
van de beklaagde. Het Hof gaat na of uit de vaststellingen en de overwegingen van
de bestreden beslissing niet blijkt dat er werd geoordeeld met schending van artikel
3 EVRM.

10. Met de vaststellingen en de redenen die het arrest bevat (p. 11-13, nr. 4.2.2.3),
verantwoorden de appelrechters naar recht, zonder schending van de in het middel
aangehaalde bepalingen, de aan de eiser opgelegde straf.

In zoverre kan het middel niet worden aangenomen.

11. In zoverre het middel aanvoert dat de redenen van het arrest volgens welke
de eiser een geradicaliseerde moslim is en hij zijn fundamentalistische levenswijze
tracht op te leggen aan zijn gezinsleden, onjuist zijn en geen steun vinden in het
strafdossier, komt het op tegen het onaantastbare oordeel van de appelrechters over
de feiten of verplicht het tot een onderzoek van feiten waarvoor het Hof niet be-
voegd is en is het niet ontvankelijk.

Ambtshalve onderzoek

12. De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn


in acht genomen en de beslissing is overeenkomstig de wet gewezen.

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep.

Veroordeelt de eiser tot de kosten.

Bepaalt de kosten op 104,01 euro.


Karel de Grote HogeschoolCampus Hoboken
25 MEI 2021 P.21.0326.N/6

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer,
samengesteld uit sectievoorzitter Geert Jocqué, als voorzitter, de raadsheren Filip
Van Volsem, Peter Hoet, Antoine Lievens en Eric Van Dooren, en in openbare
rechtszitting van 25 mei 2021 uitgesproken door sectievoorzitter Geert Jocqué, in
aanwezigheid van advocaat-generaal Bart De Smet, met bijstand van griffier Kristel

Download date: 14/11/2023


Vanden Bossche.

K. Vanden Bossche E. Van Dooren A. Lievens

P. Hoet F. Van Volsem G. Jocqué

You might also like