You are on page 1of 11

DE ROEPING VAN MOZES

Bijbelse geschiedenis - Willibrordvertaling 2012

Gillian Storme

Inleiding Oud Testament II


1. INLEIDING........................................................................................................................... 3
2. TEKSTEN............................................................................................................................ 3
3. ANALYSE............................................................................................................................ 8
3.1. Gelijkenissen............................................................................................................... 8
3.2. Verschillen................................................................................................................... 8
3.2.1. Algemene verschillen......................................................................................... 8
3.2.1. Verschillen in namen.......................................................................................... 9
3.2.1. Inhoudelijke verschillen...................................................................................... 9
4. REDEN VOOR VERSCHILLEN.........................................................................................10
5. GEBRUIK...........................................................................................................................10
5.1. Liturgisch................................................................................................................... 10
5.2. Vormselcatechese..................................................................................................... 10
6. MIJN MENING................................................................................................................... 11
7. SLOT.................................................................................................................................. 11
8. BRONNEN......................................................................................................................... 11

2
1. INLEIDING
In deze paper leg ik twee verschillende versies van het roepingsverhaal van Mozes naast
elkaar. Deze fameuze passage staat vooral bekend als het verhaal van de brandende
braamstruik. Kort samengevat gaat Mozes, een man die zijn hele leven tussen de Egyptenaren
leefde met Hebreeuwse roots, de berg op en ontmoet er God. Daar vertelt God dat Hij Mozes
heeft uitverkoren om de Israëlieten te redden uit Egypte en dat hij ze moet leiden naar het
beloofde land. Mozes weigert deze taak eerst, maar aanvaardt ze uiteindelijk toch en laat ze
slagen na veel moeite.

Hier leg ik de originele Willibrordvertaling van de Bijbel uit 2012 naast een vereenvoudigde
versie uit 1948. Die versie komt uit het boek Bijbelse geschiedenis. Het boek komt uit
Roermond en is geschreven door ene Mirjam. Dit boek vertelt zo goed als de hele Bijbel na,
maar in een korte en makkelijk te begrijpen versie. Er moet mee rekening worden gehouden
dat in de tijd dat dit boek uitkwam de Bijbelstudie nog lang niet stond waar ze vandaag staat.
Dit boek dateert van voor het Tweede Vaticaans Concilie, dus werd de Bijbel in de liturgie in
het Latijn voorgelezen. Dat maakte dat de Bijbel niet voor iedereen even verstaanbaar was in
die tijd. Dit boek toont eigenlijk een beter begrijpelijke en compacte inhoud van de Bijbel.

Verder ga ik in deze paper in op de verschillen en gelijkenissen tussen de twee versies, op de


bedoeling van de auteur en op het hedendaags belang ervan in de Kerk. Ten slotte geef ik
mijn persoonlijke mening hierover.

2. TEKSTEN

De Bijbel Willibrordvertaling 2012 Bijbelse Geschiedenis


Exodus 3
Op een dag is Mozes weg gedwaald.
1 Mozes hoedde de kudde van zijn
Ver weg! 't Wordt hem in huis zo nauw. Hij
schoonvader Jetro, de priester van Midjan.
kan Egypte en zijn arme verdrukte broeders
Eens dreef hij de kudde tot ver in de
daar niet vergeten. Hij dwaalt ver de
woestijn en kwam hij bij de berg van God,
woestijn in, tot bij de berg Horeb.
de Horeb. 2 Toen verscheen hem de engel
Plots ziet hij een gloed! Wat is dat?
van de HEER, in een vuur dat opvlamde uit
Een braambos staat in brand. Hoog
een doornstruik. Mozes keek toe en zag dat
slaan de vlammen er uit. En toch.... Hij ziet
de doornstruik in lichterlaaie stond en toch
nog takken en blaren. Wat vreemd ze
niet verbrandde. Hij dacht: 'Ik ga eropaf om
verbranden niet. Hoe kan dat? Hij gaat
dat vreemde verschijnsel te onderzoeken.
dichterbij om dat geheimzinnige vuur beter
Hoe komt het dat die doornstruik niet
te bekijken. Opeens een stem, midden uit 't
verbrandt?' 4 De HEER zag hem naderbij
bos: "Moses, Moses".
komen om te kijken. En vanuit de
,,Hier ben ik!"
doornstruik riep God hem toe: 'Mozes,
,,Moses, kom hier niet dichterbij,
Mozes.' Hij antwoordde: 'Hier ben ik.' 5
maar doe de schoenen van je voeten; want
Toen sprak de HEER: 'Kom niet dichterbij
de plaats, waarop je staat, is heilige grond.

3
en doe uw sandalen uit, want de plaats waar Ik ben de God van je vader, de God van
u staat is heilige grond.' En Hij vervolgde: Abraham, de God van Isaak en de God van
'Ik ben de God van uw vaderen, de God van Jacob."
Abraham, de God van Isaak en de God van Moses bedekt zijn gezicht met
Jakob.' Mozes bedekte zijn gezicht, want hij allebei zijn handen. Sterven zal hij, als hij
durfde niet naar God op te zien.7 De HEER opziet naar God.
sprak: 'Ik heb de ellende van mijn volk in Jahweh gaat verder: Ik heb de
Egypte gezien, de jammerklachten over hun ellende van mijn volk in Egypte gezien. Ik
onderdrukkers gehoord; Ik ken hun lijden. 8 heb hun noodkreten gehoord. Hun lijden is
Ik ben afgedaald om hen te bevrijden uit de Mij bekend. Ik wil hen uit de macht van
macht van Egypte, om hen weg te leiden uit Egypte verlossen en uit dit land brengen
dit land, naar een land dat goed en ruim is, naar een mooi en uitgestrekt land; naar een
een land dat overvloeit van melk en honing, land, dat druipt van melk en honing, naar
het gebied van de Kanaänieten, Hethieten, Kanaän. "Ik zal jou, Moses, naar den Farao
Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en sturen en jij moet mijn volk, de kinderen
Jebusieten. De roep van de Israëlieten is nu van Israël, uit Egypte wegvoeren".
tot Mij doorgedrongen en Ik heb ook gezien Moses schrikt. Wat kan hij? Wie ben
hoe de Egyptenaren hen onderdrukken. 10 ik, Heer, dat ik naar Farao kan gaan om de
Ga er dus heen, Ik zend u naar de farao. U Israëlieten uit Egypte te leiden?"
moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte Maar Jahweh zegt: Ik ben met je! En
leiden.' 11 Maar Mozes sprak tot God: 'Wie als je het volk uit Egypte geleid hebt, zul je
ben ik dat ik naar de farao zou gaan, en dat mij vereren op deze berg".
ik de Israëlieten uit Egypte zou leiden?' 12 Moses ziet het al gebeuren. Heel 't
God antwoordde hem: 'Ik zal u bijstaan, en volk achter hem en rondom deze berg! Vrij!
dit is het teken dat Ik het ben die u zendt: als Jahweh dankend! Toch maakt hij nog
u het volk uit Egypte hebt geleid, zult u Mij tegenwerpingen. Als de Israëlieten nu
vereren op deze berg.' 13 Maar Mozes sprak vragen: Wie is het, die u gezonden heeft?
opnieuw tot God: 'Als ik nu bij de Hoe is zijn naam? Wat moet ik dan
Israëlieten kom en hun zeg: "De God van antwoorden?"
uw vaderen zendt mij naar u", en zij vragen: ,,Ik ben", stuurt mij tot jullie. Dit is
"Hoe is zijn naam?" Wat moet ik dan mijn naam! Jahweh, de God van jullie
antwoorden?' 14 Toen sprak God tot Mozes: vaderen, de God van Abraham, de God van
'Ik ben die er is.' En Hij zei: 'Dit moet u de Isaak, de God van Jacob. Ga nu en roep de
Israëlieten zeggen: "Hij die er is zendt mij oudsten van 't volk bijeen en zeg hun, dat Ik
naar u." ' 15 Bovendien zei God tegen hen wil wegvoeren uit 't land van Egypte,
Mozes: 'Dit moet u tegen de Israëlieten naar een land, dat druipt van melk en
zeggen: De HEER, de God van uw vaderen, honing. Ga dan met die oudsten naar den
de God van Abraham, de God van Isaak en Farao en zeg: ,,Jahweh, de God van de
de God van Jakob, heeft mij naar u Hebreeën is ons verschenen. Wij moeten
gezonden. Dit is mijn naam voor altijd. Zo drie dagreizen de woestijn in om aan
moet men Mij aanspreken, door alle Jahweh, onzen God, een offer te brengen.
generaties heen. 16 Ga nu, roep de oudsten Maar de koning zal jullie pas onder dwang
van Israël bijeen en zeg hun: "De HEER, de laten gaan. Maar Ik zal mijn hand

4
God van uw vaderen, is mij verschenen, de uitstrekken om Egypte te treffen met al mijn
God van Abraham, Isaak en Jakob, met deze wonderen. Dan pas laat hij jullie vrij".
boodschap: Ik draag zorg voor u, want Ik
zie wat men u in Egypte aandoet. 17
Daarom heb Ik besloten: Ik zal u uit de
ellende van Egypte wegvoeren naar het land
van de Kanaänieten, Hethieten, Amorieten,
Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten, een
land dat overvloeit van melk en honing." 18
Zij zullen luisteren naar wat u zegt. Dan
moet u met de oudsten van Israël naar de
koning van Egypte gaan en hem zeggen:
"De HEER, de God van de Hebreeën, is
naar ons toegekomen. Laat ons daarom drie
dagreizen ver de woestijn ingaan om offers
op te dragen aan de HEER onze God." 19 Ik
weet dat de koning van Egypte u niet zal
laten vertrekken als geen sterke hand hem
dwingt. 20 Daarom zal Ik mijn hand
opheffen en Egypte treffen met allerlei
wonderen die Ik er zal verrichten. Dan zal
hij u wel laten gaan. 21 En Ik zal de
Egyptenaren gunstig stemmen tegenover dit
volk, zodat, als u dan weggaat, u niet met
lege handen gaat. 22 Laten alle vrouwen aan
hun buren en huisgenoten vragen om
gouden en zilveren sieraden en om kleding.
Die moet u uw zonen en dochters aandoen,
en er van Egypte beroven.'

Exodus 4
1 Mozes antwoordde: 'Maar ze geloven me Moses vindt de opdracht van
niet, ze zullen niet naar mij luisteren; ze Jahweh alles behalve prettig. Hij is een
zullen zeggen dat de HEER mij niet stijlkop en blijft maar op zijn standpunt
verschenen is.' 2 De HEER vroeg hem toen: staan!
'Wat hebt u daar in uw hand?' Hij ,,Ze zullen me niet geloven en
antwoordde: 'Een staf.' 30 De HEER beval: zeggen: Jahweh is je niet verschenen’’
'Laat hem hem op de grond vallen.' Mozes ,,Wat heb je in je hand, Moses?"
liet op de grond vallen en de staf werd een ,,Een staf. Heer".
slang. Mozes sprong achteruit. 4 Toen sprak ,,Gooi hem op de grond!" Moses
de HEER tot Mozes: 'Steek uw hand uit en doet 't en zie, de staf wordt een slang. Moses
grijp haar bij de staart.' Hij stak zijn hand gaat op de vlucht!
uit, pakte de slang vast en in zijn greep werd

5
deze weer een staf. 5 'Zo zullen ze geloven ,,Grijp de slang bij de staart, Moses".
dat de HEER u inderdaad verschenen is, de Moses doet ‘t en in zijn handen heeft hij
God van hun vaderen, de God van weer een staf.
Abraham, de God van Isaak en de God van ,,Zie Moses, als ze dit wonder zien,
Jakob.' 6 Ook beval de HEER: 'Steek uw zullen ze geloven, dat Jahweh je verschenen
hand tussen uw kleed.' Hij stak zijn hand is....’’
tussen zijn kleed. En toen hij haar eruit trok ,,Steek je hand nu onder je kleed en
zat ze ineens vol witte uitslag, het leek wel trek ze dan terug!"
sneeuw. 7 De HEER sprak opnieuw: 'Steek Vreselijk! Wit als sneeuw is ze van
uw hand tussen uw kleed.' En toen hij haar melaatsheid.
eruit trok was ze weer als de rest van zijn ,,Steek weer je hand onder je
huid. 8 'Als ze u niet vertrouwen en aan het kleed".... En de hand is weer gezond en
eerste teken geen geloof hechten, dan zal gaaf. ,,Kijk, als ze nu het eerste teken niet
het tweede hen overtuigen. 9 Laten zij zich geloven, zullen ze het tweede toch geloven.
door deze beide tekenen niet overtuigen en Luisteren ze dan nog niet, neem dan water
luisteren ze nog niet naar u, neem dan water uit de Nijl en gooi het uit over het land. Het
uit de Nijl en giet dat uit op het land. Het zal in bloed veranderen".
water dat u uit de Nijl genomen hebt, zal op Moses zoekt nog uitvluchten.
het land bloed worden.' 10 Maar Mozes Moedig is hij niet! Hij heeft nog de angst te
sprak tot de HEER: 'Neem mij niet kwalijk, pakken, van toen hij dien Egyptenaar
Heer, maar ik ben geen redenaar. Ik ben dat gedood heeft. Ach Heer, ik kan helemaal
nooit geweest, en ik ben het nu nog niet, niet goed praten. Dat heb ik nooit gekund.
ook al hebt U tot uw dienaar gesproken. Ik vroeger niet en nu na al die jaren in de
spreek moeilijk en traag. 11 De HEER woestijn is 't nog erger geworden. Ik ben
antwoordde hem: 'Wie geeft de mens een maar een stamelaar."
mond? Wie maakt stom of doof, ziende of Dan zegt Jahweh: ,,Wie heeft den
blind? Doe Ik, de HEER, dat niet? 12 Ga nu mens een mond gegeven, en wie doet hem
maar, Ik zal u bijstaan als u spreekt en u praten, horen en zien? Ik Jahweh. Ga! Ik zal
ingeven wat u moet zeggen.' 13 Mozes je bijstaan en je ingeven, wat je zeggen
bracht hier tegenin: 'Neem mij niet kwalijk, moet": En Moses, als een dom, koppig kind:
Heer, zend liever iemand anders.' 14 Toen ,,Heer, stuur toch liever een ander".
ontbrandde de toorn van de HEER tegen Nu wordt Jahweh toornig: ,,Is je
Mozes en Hij sprak: 'Is Aäron de Leviet niet broer Aäron er ook niet? Ik weet, dat hij
uw broer? Ik weet dat hij een goed spreker gemakkelijk spreekt! Zie, hij komt je al
is! Hij is op weg naar u en hij zal blij zijn tegemoet en is blij je terug te zien. Hij zal je
als hij u ziet. 15 Spreek met hem, leg hem tolk zijn tegenover het volk. Neem deze staf
uw woorden in de mond. Ik zal u beiden met je mee om er de tekenen mee te
bijstaan als u moet spreken en u ingeven verrichten"
wat u moet doen. 16 Laat hem in uw plaats
spreken tot het volk; hij zal uw mond zijn, u
zijn god. 17 Neem deze staf mee, daar moet
u de tekenen mee verrichten.'

6
Terugkeer van Mozes naar Egypte
18 Mozes ging terug naar Jeter, zijn Eindelijk dan gaat Moses. Eerst naar
schoonvader, en zei tegen hem: 'Ik zou terug huis, naar zijn schoonvader. Hij vertelt hem
willen gaan naar mijn broeders in Egypte alles! Jitro zegt: ,,Ga in vrede" Moses neemt
om te zien hoe zij het maken.' Jetro zijn vrouw en zoons mee en trekt naar
antwoordde hem: 'Ga in vrede.' 19 De Egypte.
HEER had in Midjan tegen Mozes gezegd:
'Ga terug naar Egypte, want alle mannen die
u naar het leven stonden zijn gestorven.' 20
Mozes liet zijn vrouw en zijn zonen
plaatsnemen op de ezel en ging terug naar
Egypte, met de staf van God in zijn hand. 21
De HEER sprak tot Mozes: 'Nu u teruggaat
naar Egypte, moet u zorgen dat u voor de
farao al de wonderen verricht waarvoor Ik u
de macht gegeven heb. Ik zal hem dan
halsstarrig maken, zodat hij het volk niet
laat gaan. 22 En dan moet u tegen de farao
zeggen: Zo spreekt de HEER: Israël is mijn
eerstgeboren zoon. 23 Ik had u bevolen om
mijn zoon vrij te laten vertrekken om Mij te
vereren, maar u hebt dat geweigerd. Daarom
zal ik uw eerstgeborene doden." 24 Toen
Mozes onderweg ergens de nacht
doorbracht kwam de HEER naar hem toe en
wilde hem doden. 25 Maar Sippora nam een
scherpe steen, sneed de voorhuid van haar
zoon af en raakte daarmee zijn benen aan.
Zij zei: Jij bent mijn bloedige bruidegom.'
26 Daarop liet de HEER hem met rust. Zij
had gezegd: 'Mijn bloedige bruidegom', in
verband met de besnijdenis. 27 En de HEER
sprak tot Aäron: 'Ga Mozes in de woestijn Jahweh heeft ook Aäron gewaarschuwd en
tegemoet.' Hij ging op weg, trof hem aan bij deze komt Moses al tegemoet in de
de berg van God, en hij omhelsde hem. 28 woestijn. Wat zijn de broers blij elkaar terug
Mozes bracht Aäron op hoogte van de te zien na zoveel jaren. Wat is er veel
woorden die de HEER tot hem gesproken gebeurd! Moses vertelt alles, wat hem
had en van de tekenen die Hij hem had overkomen is. Samen zullen ze doen wat
opgedragen. 29 Daarop ging Mozes met Jahweh gezegd heeft.
Aäron mee en zij riepen de oudsten van Jahweh zal zijn volk redden! Hij
Israël bijeen. 30 Aäron bracht verslag uit heeft dat volk uitgekozen. Nu is het in nood!
van de woorden die de HEER tot Mozes De machtigen van de wereld willen het
gesproken had, en voor de ogen van het uitroeien. Jahweh heeft jaren gewacht. Nu

7
volk verrichtte hij de tekenen. 31 En het grijpt Hij in. Hij zoekt een mens, om zijn
volk geloofde. Toen zij vernamen dat de plannen uit te voeren. Een kleine mens, die
HEER zich het lot van de Israëlieten had wel geleerd is in aardse dingen, maar heel
aangetrokken en hun ellende gezien had, dom en eigenwijs in de dingen van God.
knielden zij neer en bogen zich eerbiedig. Toch zal die mens het volk redden, omdat
Jahweh het wil. Ik ben" heeft Hij van
zichzelf gezegd tegen Moses. Dat wil
zeggen: Ik ben van alle eeuwigheid. En van
alle eeuwigheid Moses heb ik jou uitgezocht
en jij stribbelt tegen, jij kleine, domme
mens.
Toch zul je mijn plannen uitvoeren.
Mijn volk redden van de ondergang, want
uit dat volk wordt de Verlosser geboren.

3. ANALYSE
3.1. Gelijkenissen
De grote lijnen van het verhaal zijn hetzelfde: Mozes is ver weg van huis en hij komt terecht
op de Horeb. Mozes ziet een struik in brand, maar hij verstaat het niet goed, want de struik
brandt niet af. Er komt een stem vanuit dat vuur. Die stem zegt dat Mozes niet dichterbij mag
komen en zijn sandalen moet uitdoen. God maakt zichzelf bekend en Mozes bedekt daarop
zijn gezicht. God zegt dat Hij het lijden van zijn volk heeft waargenomen vanwege de
slavernij en onderdrukking van de Egyptenaren. Hij wil zijn volk bevrijden en brengen naar
een land van melk en honing. God wil dat Mozes dit volbrengt, maar Mozes begrijpt niet
waarom hij die taak krijgt. God maakt zijn naam bekend en herhaalt zijn plan aan Mozes,
maar Mozes wil de opdracht nog altijd niet aanvaarden en zegt dat niemand hem zal geloven.
Daarom doet God enkele wonderen: wanneer Mozes zijn staf loslaat verandert die in een
slang en als hij zijn hand onder zijn kleed steekt, lijkt zijn hand op die van een melaatse en als
hij het nog eens doet geneest zijn hand. Daarnaast zegt God dat wanneer niemand Mozes
gelooft na de eerste twee wonderen, dat het water van de Nijl in bloed zal veranderen. Mozes
blijft aarzelen en hij wil nog altijd niet de taak op zich nemen. Hij zegt tegen God dat hij geen
goede spreker is. Dan wordt God boos en stuurt hij Aäron, Mozes’ broer, naar het volk omdat
hij wel een goede spreker is. Hierna gaat Mozes terug naar zijn schoonvader. Hij zegt tegen
Mozes: ‘Ga in vrede.', Mozes neemt zijn gezin mee en ontmoet Aäron. Ze vertellen elkaar
alles over Gods plan en vertrekken naar het volk van God.

3.2. Verschillen
3.2.1. Algemene verschillen
Globaal gezien is er duidelijk te merken dat de Willibrordvertaling langer is en meer tekst
bevat dan de ‘Bijbelse Geschiedenis’. De ‘Bijbelse Geschiedenis’ toont eigenlijk een
makkelijker verstaanbare versie van het origineel. Hier komt enkel het meest relevante aan
bod, geschreven op een eenvoudige manier. Details doen er niet veel toe in de ‘Bijbelse
Geschiedenis’; het gaat eerder om het verhaal in grote lijnen en de boodschap.

8
3.2.1. Verschillen in namen
De namen van personen zijn op zich niet zo anders, maar er zijn kleine verschillen in de
spelling ervan. Dat komt vooral door de oudere spelling van de jaren veertig.
De Bijbel Bijbelse geschiedenis
Willibrordvertaling 2012

Mozes Moses

Jakob Jacob

Jetro Jitro

de HEER Jahweh

Een opmerkelijk verschil bestaat erin dat vroeger God op joodse wijze werd geschreven. Dit
is inmiddels al veranderd. Hoogstwaarschijnlijk omdat de joden de naam van God nooit
luidop mogen zeggen en in hedendaags Rooms-Katholieke vertalingen wordt ‘de HEER’
gebruikt voor de naam van God.

3.2.1. Inhoudelijke verschillen


De tekst van de ‘Bijbelse geschiedenis’ heeft toch enkele opmerkelijke verschillen in
vergelijking met de recente Bijbelvertaling.

Het eerste verschil is dat in de 'Bijbelse geschiedenis’ wordt verteld dat Mozes zijn ‘arme
verdrukte broeders niet vergeten is’, maar in de Bijbel staat daar geen woord over. Verder
staat er ook in de Bijbel dat er een engel van God opvlamde uit een doornstruik. In
tegenstelling tot de 'Bijbelse geschiedenis’ is er geen sprake van een engel en er wordt
gesproken over een braambos en niet over een doornstruik. Vermoedelijk gaat het over een
gewone, doornige struik. Verder in de scène waar Mozes zijn gezicht bedekt. In de Bijbel
staat dat hij niet naar God durfde op te zien, maar in de 'Bijbelse geschiedenis’ zal hij sterven
wanneer hij naar God opkijkt. Het beloofde land wordt ook gesimplificeerd. In de ‘Bijbelse
geschiedenis' staat dat het land van melk en honing Kanaän is, maar in de ‘Bijbelse
geschiedenis' is dat een gebied van wel zes bevolkingsgroepen, waaronder de Kanaänieten.

De naam van God is ook verschillend in beide teksten en niet enkel op vlak van de HEER of
Jahweh. In de Willibrordvertaling betekent God: 'Ik ben die er is'. In de 'Bijbelse
geschiedenis’ wordt God gewoon beschreven als: 'Ik ben'. Het betekent praktisch hetzelfde,
maar het één wordt eenvoudiger voorgesteld dan het ander.

Verder vinden we in de Willibrordvertaling heel wat informatie die niet aanwezig is in de


'Bijbelse geschiedenis’. Namelijk Exodus 3, 21-22. In de 'Bijbelse geschiedenis’ staat er niets
over kleding en sieraden en wordt er geen rijkdom aan materialen beschreven bij het
binnengaan van Egypte. Evenzeer wordt er in de Bijbel nooit echt een specifieke reden
aangeduid voor alle aarzelingen van Mozes. In de 'Bijbelse geschiedenis’ wel. Daar staat dat

9
Mozes nog steeds bang is omdat hij een Egyptenaar vermoordde. Dat is dan ook de reden om
zijn taak te weigeren.

In het laatste gedeelte zijn er enkele kleine en grote verschillen aan te duiden tussen de twee
teksten. In de Bijbel staat er duidelijk dat Mozes zijn vrouw, zijn zonen, zijn ezel en zijn staf
meeneemt naar Egypte. Terwijl in de 'Bijbelse geschiedenis’ staat slechts dat hij zijn vrouw
en zijn zonen meeneemt. Maar dan laat de 'Bijbelse geschiedenis’ een groot stuk weg,
namelijk de bevelen van God die over de farao gaan, als ook de poging tot moord op Mozes,
de redding van Sippora en de besnijdenis.

Ten slotte eindigen beide verhalen anders. In de Bijbel spreekt Mozes via Aäron tot het volk
en het volk nam het aan, knielde en boog neer. In de 'Bijbelse geschiedenis’ staat niets
hierover. Volgens de ‘Bijbelse geschiedenis’ zal Gods plan uitgevoerd worden door Mozes,
die gekleineerd wordt als een ‘kleine, domme mens’. Dan komt er ook nog een profetie over
de Verlosser die ooit uit het volk van Israël zal worden geboren. Dat gaat dan
hoogstwaarschijnlijk over Jezus. Er wordt op het belang van de redding van het volk de
nadruk gelegd, want anders zou Jezus nooit geboren zijn.

4. REDEN VOOR VERSCHILLEN


De 'Bijbelse geschiedenis’ is bestemd voor een jonger publiek. De inhoud is daaraan
aangepast. Er komen ook enkele plaatjes voor, waardoor de lezer zich het verhaal makkelijker
kan voorstellen. Het is duidelijk dat de versie volledig is aangepast aan het doelpubliek zodat
kinderen de Bijbel beter kunnen begrijpen en lezen. Daarnaast is de ‘Bijbelse Geschiedenis’
niet zo’n dik boek, want het bevat slechts 213 pagina’s. Ideaal voor een lezer in groei.
Eenmaal de lezers ouder zijn geworden, kunnen ze met de echte Bijbel aan de slag.

5. GEBRUIK
5.1. Liturgisch
In de liturgie lijkt het mij veel toepasselijker dat de Willibrordvertaling voorrang krijgt,
omdat dat het volledige verhaal biedt en je zo juiste informatie kan ontvangen. In de
eucharistie is ook het mysterie aanwezig en in de echte Bijbel kunnen we vaststellen dat de
verhalen wat mysterieus overkomen. Het is ook moeilijk om delen uit de Bijbel weg te laten
in de liturgie, want de sacramenten vinden hun oorsprong in de Bijbel en de Bijbel is er zoals
die er is.

5.2. Vormselcatechese
In de vormselcatechese lijkt het mij zinvol om de 'Bijbelse geschiedenis’ te gebruiken, want
die is eerder geschikt voor kinderen. Aangezien kinderen meestal niet aangetrokken zijn tot
moeilijke en dikke boeken, kan het beter zijn om een gesimplificeerde tekst te gebruiken
zodat vormelingen de boodschap kunnen begrijpen.

10
6. MIJN MENING
Ik vind dat beide versies belang hebben. Mijn persoonlijke favoriet is de Willibrordvertaling,
omdat dit uiteindelijk de echte Bijbel is, maar dat betekent niet dat de ‘Bijbelse geschiedenis'
geen relevantie heeft. De ‘Bijbelse geschiedenis' is een soort Bijbel voor kinderen en
jongeren. De jeugd weet vandaag niet echt wat er in de Bijbel staat en toont ook weinig
interesse. Daarnaast is de inhoud van de Bijbel niet zo makkelijk te begrijpen in onze
hedendaagse context. Op die manier lijkt het mij interessant dat de ‘Bijbelse geschiedenis'
gelezen kan worden door kinderen en jongeren. Zo krijgen ze een beter en ruimer beeld van
de Bijbel als startpunt. Indien hun interesse zich verder zet, is de gewone Bijbel best wel
handiger om je kennis van de Bijbel uit te breiden. Om de Bijbel te bestuderen en te
doorgronden kan een gewone Bijbel meer betekenen. Ik vind dus dat de echte Bijbel de beste
versie is, maar om de boodschap en het verhaal ervan over te brengen aan sommige
doelgroepen zoals kinderen, lijkt het mij beter om de ‘Bijbelse geschiedenis' te gebruiken.

7. SLOT
Dit was mijn paper over twee verschillende versies van het roepingsverhaal van Mozes in de
Willibrordvertaling en in de ‘Bijbelse geschiedenis'. In de laatste versie komt het verhaal op
hetzelfde neer, maar de inhoud is louter, beperkter en aangepast aan het niveau van kinderen
en jongeren.

8. BRONNEN
Bijbelse geschiedenis, Mirjam, 1948
Bijbel Willibrordvertaling editie 2012

https://nl.wikipedia.org/wiki/Brandend_braambos
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sippora

11

You might also like