You are on page 1of 22

University of Groningen

Niet van deze wereld? Geestelijke verzorging en zingeving vanuit godsdienstpsychologisch


perspectief
Zock, Hetty

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from
it. Please check the document version below.

Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date:
2007

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):


Zock, H. (2007). Niet van deze wereld? Geestelijke verzorging en zingeving vanuit
godsdienstpsychologisch perspectief. KSGV.

Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the
author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license.
More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne-
amendment.

Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately
and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the
number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

Download date: 11-11-2023


N I E T VA N D E Z E W E R E L D ?
Hetty Zock

Niet van deze wereld?


Geestelijke verzorging en zingeving
vanuit godsdienstpsychologisch perspectief

rede

in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding


van het ambt van bijzonder hoogleraar

met als leeropdracht


levensbeschouwing en geestelijke volksgezondheid,
met bijzondere aandacht voor het domein van de geestelijke verzorging

aan de Faculteit der Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap


van de Rijksuniversiteit Groningen
op dinsdag 13 maart 2007

k s g v Tilburg
Deze bundel is uitgegeven door het KSGV met steun van de Vereniging voor
Vrijzinnig Protestanten in Nederland – beweging voor eigentijds geloven.

Het ksgv is een wetenschappelijke vereniging die een geestelijk gezonde omgang
met levensbeschouwing, zingeving en religie wil bevorderen door middel van
publicaties, studiedagen en bijzondere leerstoelen.
Voor Arie
De vvp is een beweging voor eigentijds geloven en staat voor:
• een persoonlijke manier van geloven, geworteld in het christendom
• een vrije en kritische omgang met bijbel en christelijke traditie
• openheid naar cultuur en samenleving, gericht op menselijkheid.
De vvp neemt haar plaats in binnen de Protestantse Kerk in Nederland,
terwijl het gesprek met anderen in alle openheid wordt gezocht.

ksgv-publicaties verschijnen onder redactie van


Ad van Heeswijk, Jacques Kerssemakers,
Rien van Uden, Lia Vergouwen en Hetty Zock

uitgegeven door ksgv


Postbus 90153
5000 le Tilburg
(013) 466 33 42
ksgv@ksgv.nl
www.ksgv.nl

Copyright © 2007 by ksgv, Tilburg


Omslag en boekverzorging: Trudy Willems, Nijmegen
Druk: vanGrinsven drukkers bv, Venlo

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in
enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan dient men de
daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Repro-
recht (www.reprorecht.nl; Postbus 3051, 2130 kb Hoofddorp). Voor het overnemen
van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie-
werken dient men zich tot de uitgever te wenden.

i s b n / e a n 978-90-75886-33-7
n u r 711
Mijnheer de Rector Magnificus,
Leden van het bestuur van het KSGV, studiecentrum voor levensbeschou-
wing en geestelijke volksgezondheid,
Leden van het bestuur van de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten in
Nederland, beweging voor eigentijds geloven,
Zeer gewaardeerde toehoorders,

‘Hoe gaat het met u?’, vraagt de geestelijk verzorger aan mevrouw Sikke-
ma. Ebeltje Sikkema, een alleenstaande vrouw van 61 jaar die geopereerd
is aan wat men ‘etalagebenen’ noemt, zit lusteloos op de stoel naast haar
ziekenhuisbed. ‘Ach, wat zal ik zeggen ... de operatie schijnt geslaagd te
zijn ... de fysiotherapeut zegt alleen dat ik beter moet oefenen ... maar ik
slaap zo slecht ... ik weet het geloof ik niet meer ...’ ‘Het loopt allemaal niet
zo’, vat de geestelijk verzorger samen.

Volgens het protocol had mevrouw Sikkema eigenlijk al thuis moeten


zijn, maar haar herstel vordert niet. Ze is somber, slaapt slecht en blijkt al
een tijdje een antidepressivum te slikken. De verpleegkundigen krijgen
moeilijk contact met haar en vragen de geestelijk verzorger om bij haar
langs te gaan. In het gesprek dat volgt vertelt mevrouw Sikkema iets over
haar leven. Ze komt uit een van oorsprong communistisch gezin uit
Oost-Groningen, was leerkracht op een basisschool, en is een jaar gele-
den vervroegd met pensioen gegaan. Gelukkig kon dat nog, want het
werd haar te zwaar, met die voortdurende reorganisaties. Ook jammer,
want ze had haar werk altijd met veel plezier en inzet gedaan. Nu ze in
het ziekenhuis ligt, komen vragen boven als: Waar leef ik eigenlijk nog
voor? Wat zou ik verder willen doen? Mevrouw Sikkema zoekt een nieuw
toekomstperspectief, een zinvolle invulling van de rest van haar leven.1

7
Dames en heren, deze casus roept twee vragen op. Ten eerste: wat bete- Als er één ding is waar geestelijk verzorgers het over eens zijn, dan is het
kent het voor het werk van een geestelijk verzorger dat net als mevrouw dat hun vak op een of andere manier betrekking heeft op zingeving. De
Sikkema steeds minder mensen in deze tijd behoren tot een duidelijk term ‘zingeving’ staat centraal in de definitie van geestelijke verzorging
omschreven religieuze of levensbeschouwelijke groep? En ten tweede: zoals die gehanteerd wordt door de Vereniging van Geestelijk Verzorgers
wat is in deze situatie de verhouding tussen de geestelijke verzorging en in Zorginstellingen (V G V Z ): geestelijke verzorging is ‘de professionele en
de psychologie? Was het gezien de aard van de problemen van mevrouw ambtshalve begeleiding van en hulpverlening aan mensen bij zingeving
Sikkema niet net zo goed mogelijk geweest om een psycholoog in te aan hun bestaan, vanuit en op basis van geloofs- en levensovertuiging
schakelen? Deze vragen zullen vanmiddag centraal staan. en de professionele advisering inzake ethische en/of levensbeschouwe-
lijke aspecten in zorgverlening en beleidsvorming’.6 Onder ‘zingeving’
verstaat de VGVZ: ‘het continue proces waarin ieder mens, in interactie
g e e st e l i j k e v e r z o r g i n g va n d a a g : met zijn omgeving, betekenis geeft aan zijn leven’ (Beroepsstandaard
van religieuze functionaris naar zingevingsdeskundige 2002, 13). Daarmee is nog niet veel gezegd. Zingeving is – zoals dat met
populaire termen vaak het geval is – een breed en variabel begrip. In de
Eerst wat achtergrondinformatie.2 Geestelijk verzorgers zijn werkzaam geestelijke verzorging wordt de term zingeving vaak in één adem
in de zorg, de krijgsmacht en in gevangenissen. Oorspronkelijk waren genoemd met existentiële vragen of levensvragen, ook wel ‘trage vra-
het christelijke pastores, later kwamen daar humanistische raadslieden gen’ genoemd (Kunneman 2000, 73). Het gaat om vragen rond leven en
bij en recentelijk imams en pandits. Zij werken in de regel met een zen- dood, om wat van werkelijk belang is en het leven de moeite waard
ding van hun religieus of levensbeschouwelijk genootschap: de zoge- maakt, om morele dilemma’s en richtinggevende waarden en idealen.
naamde ‘ambtelijke’ of ‘levensbeschouwelijke binding’. De achtergrond Dit is een formele omschrijving van zingeving. Daarnaast wordt zinge-
hiervan is het grondwettelijke recht op vrijheid van godsdienst. Mensen ving ook meer inhoudelijk opgevat en dan in verband gebracht met ‘zin-
hebben het recht om in vrijheid hun religie of levensbeschouwing te gevingssystemen’: religieuze en levensbeschouwelijke tradities, filosofi-
beleven en te uiten, en als zij noodgedwongen langer dan 24 uur uit hun sche theorieën en normatieve uitgangspunten. De term duidt dus ener-
thuissituatie weg zijn, dient de staat dit te faciliteren.3 Geestelijke ver- zijds op de existentiële zinbeleving van personen en daarmee verbonden
zorging in de zorg – waartoe ik me in deze rede beperk – is sinds 1 april psychische processen zoals ‘coping’, en anderzijds op filosofische reflec-
1996 juridisch verankerd in de Kwaliteitswet zorginstellingen.4 Deze wet tie op de zin van het leven. Kortom: zingeving is een omvattende term
bepaalt dat instellingen zorg dienen te dragen voor geestelijke zorg die die religieuze en niet-religieuze, minder en meer afgebakende vormen
zo veel mogelijk aansluit bij de godsdienst of levensovertuiging van de van levensbeschouwing aanduidt, die zowel functioneel als inhoudelijk,
patiënten of bewoners. praktisch en theoretisch benaderd kunnen worden.
Maar wat betekent voor mevrouw Sikkema ‘geestelijke verzorging die In de geestelijke verzorging is het accent in toenemende mate komen
zo veel mogelijk aansluit bij haar godsdienst of levensovertuiging’? De te liggen op begeleiding bij zingevings- en existentiële vragen in plaats
oplossing kan toch niet zijn om een voormalig communistisch geestelijk van op begeleiding vanuit een bepaalde religieuze of levensbeschouwe-
verzorger bij haar bed te roepen ... Door de veranderingen op levensbe- lijke traditie. Hiermee is de geestelijk verzorger eerder een ‘zingevings-
schouwelijk gebied is het minder duidelijk dan vroeger wat geestelijke deskundige’ dan een religieuze functionaris geworden.
verzorging inhoudt. Geestelijk verzorgers verlenen steeds minder vaak
religieuze of levensbeschouwelijke zorg in de traditionele zin. Maar wat
doen zij dan wel? Welke methoden hanteren zij, wat is het doel van de
geestelijke zorg, en welke bijdrage levert deze aan zorg en hulpverlening
in het algemeen?5
8 9
t r a n s f o r m at i e va n r e l i g i e e n z i n g e v i n g i n n e d e r l a n d sociale en politieke functie van religie weer sterker in de belangstelling
te staan. Religie speelt als onderdeel van groepsidentiteit een grote rol in
De populariteit van het begrip zingeving duidt op verschuivingen in de belangenconflicten en politieke strijd tussen groepen in de samenle-
rol die religie vandaag de dag speelt. Mensen zoeken steeds meer op een ving. Deze sociale en politieke functie van religie staat uiteraard niet los
individuele manier naar zin en oriëntatie in het leven, buiten de traditio- van persoonlijke zingeving, maar dit laatste is in de westerse wereld wel
nele religieuze en levensbeschouwelijke instituties om. In een recente steeds centraler komen te staan.8 De geestelijk verzorger in instellingen
‘verkenning’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid zal vooral te maken krijgen met de persoonlijke zingevende functie van
(WRR) over ‘Geloven in het publieke domein’ wordt gesproken van ‘een religie, en alleen indirect met de sociale en politieke dimensies ervan.
religieuze transformatie, waarin een eerdere kerkgebonden zingeving
verdwijnt’ (Van de Donk et al. 2006, 69). Er is sprake van ontkerkelijking,
pluralisering en individualisering van religie en levensbeschouwing. g e v o lg e n v o o r d e g e e st e l i j k e v e r z o r g i n g
Opvallend is dat de term ‘zingeving’, opgevat als ‘de diepere betekenis die
Nederlanders aan hun leven geven, en hoe zij dit tot uiting brengen’ (Van De geschetste ontwikkeling van institutionele religie naar individuele
de Donk et al. 2006, 68), in de WRR-verkenning eveneens gebruikt wordt zingeving heeft ook grote gevolgen voor de inhoud en de organisatie van
als algemene en overkoepelende term voor het terrein van religie en de geestelijke verzorging. Geestelijk verzorgers in instellingen krijgen
levensbeschouwing. steeds meer te maken met mensen die op een geheel eigen wijze zin en
Ongeveer een derde van de Nederlanders beschouwt zichzelf op dit levensoriëntatie zoeken. Zowel cliënten als managers, politici en zorg-
moment als lid van een religieuze of levensbeschouwelijke groepering verzekeraars verwachten in toenemende mate iets anders van geestelij-
(en dat is inclusief de moslims), en men verwacht dat dit percentage nog ke verzorging dan levensbeschouwelijke zorg in traditionele zin. In dit
verder zal teruglopen. Daarnaast is er een categorie van zogenaamd ‘spi- verband wordt – ten eerste – de vraag gesteld op grond waarvan geeste-
ritueel ongebonden’ mensen. Zij maken vrijelijk gebruik van elementen lijke verzorging bekostigd kan worden. Deze vraag is acuut geworden
uit verschillende religieuze tradities. Ze bidden, lezen mystieke auteurs door het nieuwe ziektekostenverzekeringsstelsel, de bekostiging via de
en voeren allerlei rituelen uit buiten traditionele religieuze contexten diagnose-behandelcombinaties (dbc’s) en de toenemende extramurale
om. Te denken valt aan spontane stille tochten, bermmonumenten en zorg (CVZ 2006). Wat is in deze situatie de functie van de geestelijke ver-
ceremonieën zoals die bij het overlijden van Pim Fortuyn en de begrafe- zorging, en hoe kan geestelijke zorg bekostigd worden? Ten tweede is de
nis van André Hazes in de Amsterdamse ArenA. Spiritueel ongebonden vraag gerezen wat in dit verband nog de betekenis is van de ambtelijke
mensen stellen hun eigen levensbeschouwing samen aan de hand van of levensbeschouwelijke binding van de geestelijk verzorger. Welke rol
verschillende tradities – levensbeschouwelijke ‘bricolage’ noemt men speelt de eigen levensbeschouwing van geestelijk verzorgers in hun
dat. Ook binnen religieuze organisaties zelf gaat men op een meer geïn- dagelijks werk en wat betekent de band met hun levensbeschouwelijke
dividualiseerde wijze met tradities om. Het is bijvoorbeeld goed mogelijk achterban? Is een ambtelijke binding een vereiste voor een goede uitoe-
dat iemand lid is van een christelijke kerk en tegelijkertijd in reïncarnatie fening van het beroep? Op dit moment werkt 25 procent van de geeste-
gelooft en aan transcendente meditatie doet. lijk verzorgers zonder een ambtelijke binding en blijkt men weinig
We kunnen concluderen dat ‘zingeving’ op dit moment beschouwd waarde te hechten aan het ambt voor de fundering en uitvoering van
wordt als een kernfunctie van religie.7 Nu heeft religie in de loop der eeu- het werk (Smeets 2006, 116-119 en 206v; Smeets 2007). Bovendien: als
wen beslist ook andere functies vervuld dan zingeving, en vervult zij die minder dan een derde van de Nederlandse bevolking zich rekent tot een
ook nu nog (Schilderman 2006; Wils 2007). Zo komt de laatste jaren door religieuze of levensbeschouwelijke organisatie, dan rijst de prangende
de toenemende culturele en religieuze pluriformiteit in Nederland de vraag of het niet merkwaardig is om uitsluitend geestelijk verzorgers uit

10 11
dergelijke organisaties te rekruteren wanneer zij verantwoordelijk die- intrinsieke motivatie. Samen met veel geestelijk verzorgers, studenten
nen te zijn voor de geestelijke zorg van alle cliënten, patiënten dan wel en collega’s ben ik ervan overtuigd dat goede zorg voor zingeving in de
bewoners.9 hedendaagse, complexe maatschappelijke en culturele context vraagt
In de praktijk van de zorg zien we de laatste jaren een kentering: om een andere organisatie van de geestelijke verzorging dan via de
Steeds meer geestelijk verzorgers werken zonder ambtelijke binding. In levensbeschouwelijke instituties alleen.
1995 is de Vereniging voor Geestelijk Werkers Albert Camus opgericht, die Overigens: niet iedereen die op dit moment betrokken is bij niet-amb-
pleit voor niet-gebonden geestelijke verzorging.10 ‘Albert Camus’ heeft in telijk gebonden opleidingen of die als niet-ambtelijk gebonden geeste-
2005 een Beroepsstandaard opgesteld, welke overigens sterk geënt is op lijk verzorger werkt, behoort per definitie tot de ‘spiritueel ongebonden’
die van de VGVZ, met uitzondering van de kwestie van de ambtelijke bin- groep. Velen zijn lid van een religieuze organisatie of laten zich inspire-
ding. Verder ontstaan er steeds meer ‘vrijgevestigde praktijken’ waarin ren door een religieuze traditie, maar voor de uitoefening van hun
geestelijk verzorgers met allerlei achtergronden zonder ambtelijke bin- beroep oriënteren zij zich niet op hun levensbeschouwelijke achterban.
ding werken, en is in 2006 het Werkverband Vrijgevestigd Geestelijk Ver- Dat geldt ook voor mij. Zelf ben ik lid van de Protestantse Kerk in Neder-
zorgers opgericht.11 En ten slotte zien we de laatste jaren aan bijna alle land, en daarbinnen lid van de Vereniging van Vrijzinnige Protestanten,
universiteiten met een opleiding theologie of religiestudies studievari- de VVP.13 De VVP heeft altijd een christendom voorgestaan dat open is
anten geestelijke verzorging ontstaan, die niet specifiek aan een levens- naar cultuur en wetenschap, humaniteit hoog in het vaandel heeft staan
beschouwing gebonden zijn. en wil inspelen op actuele culturele ontwikkelingen en nieuwe vormen
De Groningse theologische faculteit ontwikkelde als eerste een derge- van religiositeit. Het is dan ook geen toeval dat de VVP deze leerstoel
lijke studievariant geestelijke verzorging. De professionele eisen die in ondersteunt.
de hedendaagse culturele context aan de geestelijk verzorger gesteld De toename van het niet ambtelijk-gebonden werken stelt de
worden, staan daarin centraal (zie Jenner & Rebel 1998). De ethica Els beroepsgroep voor een lastige, maar belangrijke opgave: de rol van
Maeckelberghe en de godsdienstpsycholoog Patrick Vandermeersch levensbeschouwing en in het bijzonder de rol van de levensbeschouwe-
waren vanaf het begin betrokken bij organisatie en onderwijs van deze lijke instituties voor het beroep van geestelijk verzorger moeten
opleiding. De theoloog Jaap Rebel (1993) was de eerste bijzonder hoogle- opnieuw doordacht worden.
raar geestelijke verzorging. Hij werd opgevolgd door Johan Bouwer
(1998a). In 2003 is de studievariant omgevormd tot een zelfstandige
masteropleiding die veel, enthousiaste en gemotiveerde, studenten d e l e v e n s b e s c h o u w i n g va n d e g e e st e l i j k v e r z o r g e r
trekt.12
Deze ontwikkeling binnen de opleidingen kan deels begrepen wor- De geestelijk verzorger concentreert zich op de vraag hoe levensbe-
den tegen de achtergrond van het marktdenken aan de universiteit: er schouwelijke inhouden (religieuze en niet-religieuze overtuigingen,
moeten meer studenten komen, en met de krimpende markt van de ker- waarden en idealen) persoonlijke betekenis krijgen in het leven van
ken – de grootste afnemers van studenten theologie – moet er gezocht mensen.14 Het gaat om de wisselwerking tussen levensbeschouwelijke
worden naar nieuwe afzetgebieden. ‘Extrinsieke motivatie’, zo noemen inhoud en psychische betekenisgeving.15 Om te begrijpen hoe levensbe-
psychologen dat. Je doet iets, niet omdat je het in zichzelf waardevol en schouwelijke voorstellingen, beelden en rituelen voor mensen een per-
interessant vindt, maar omdat je er iets anders voor krijgt, zoals geld, sta- soonlijke betekenis krijgen, dienen geestelijk verzorgers in deze tijd ken-
tus of invloed. Ik zal niet zeggen dat extrinsieke motivatie bij mij niet nis te hebben van een steeds groter wordende diversiteit in religieuze en
meetelt. Zonder deze ontwikkelingen zou ik hier vanmiddag niet staan. levensbeschouwelijke opvattingen en praktijken. Verder wordt het in de
Maar dit is slechts één kant van het verhaal. Er is ook nog zoiets als huidige pluriforme en complexe levensbeschouwelijke situatie van

12 13
steeds groter belang dat de geestelijk verzorger inzicht heeft in, en kan p syc h o l o g i e e n g e e st e l i j k e v e r z o r g i n g
reflecteren op zijn of haar levensbeschouwelijke geschiedenis, positie en
inspiratiebronnen. Dit is ten eerste nodig om adequaat om te kunnen Tot nu toe heb ik betoogd dat met de verschuiving van institutionele reli-
gaan met tegenoverdracht16 en om het gevaar van ‘zending’ dan wel gie naar geïndividualiseerde zingeving de ambtelijke binding van de
‘missie’ bedrijven te vermijden – vergelijkbaar met de reden waarom geestelijk verzorger ter discussie staat. Deze verschuiving heeft echter
psychotherapeuten en psychiaters zelf in therapie geweest moeten zijn nog een ander gevolg: de nadruk is hierdoor minder komen te liggen op
om hun beroep uit te oefenen. Ten tweede is dit nodig om de eigen de inhoud van religieuze en levensbeschouwelijke tradities en meer op
levensbeschouwing adequaat als ‘instrument’ te kunnen inzetten. zingeving als een algemeen-menselijke functie: op zingeving als een psy-
Geestelijke verzorging – ook de niet-ambtelijk gebonden variant – kan chisch proces.18 En hier kom ik bij het tweede punt van mijn betoog: Hoe
dus nooit levensbeschouwelijk ‘neutraal’ zijn. Het is van groot belang te verhoudt de geestelijke verzorging zich tot de psychologie?19 We zien
weten waar je als geestelijk verzorger zelf staat. Wat zijn je eigen over- enerzijds dat de psychologie als discipline een steeds belangrijkere
tuigingen, waarden en idealen? Waar word je door geïnspireerd? Door plaats inneemt in de theorie en methodiek van de geestelijke verzorging,
wie of wat laat je je leiden en waar liggen je grenzen in de begeleiding? en anderzijds dat psychologische hulpverleners – hiermee doel ik op
Geestelijk verzorgers – ook degenen met een ambtelijke binding – blij- psychologen, psychotherapeuten, creatieve therapeuten en psychiaters
ken zich hierbij in toenemende mate niet exclusief op hun eigen levens- – zich momenteel steeds meer met ‘zingeving’ gaan bezighouden (o.a.
beschouwelijke of religieuze traditie te oriënteren. Wim Smeets spreekt Debats 1988; Dijkhuis 1988; Hutschemaekers & Festen 2004; Pieper &
in dit verband van een ‘multilevensbeschouwelijke gerichtheid’ (Smeets Van Uden 2005b; Van Uden & Van Heck 2005).20 De cruciale vraag waar
2007, 39). geestelijk verzorgers aan het begin van de eenentwintigste eeuw voor
Zo moet de geestelijk verzorger van mevrouw Sikkema, een pro- staan, is hoe de professie zich verhoudt tot de psychologie, die zich in de
testants-christelijke man met een gezin, haar helpen op het spoor te vorige eeuw heeft ontwikkeld als de discipline bij uitstek met behulp
komen van wat het betekent om als meisje op te groeien in een seculiere waarvan de moderne mens zijn persoonlijk leven vormgeeft.21 In hoe-
communistische omgeving en om alleen door het leven te gaan; hoe dit verre is de geestelijk verzorger te beschouwen als een psychologische
alles van invloed was op de wijze waarop zij in het leven stond, en wat dit hulpverlener? Wat is het onderscheid tussen psychische zorg en geeste-
betekent voor haar in de moeilijke periode die ze nu doormaakt. Hierbij lijke zorg?
zal de geestelijk verzorger op respectvolle wijze zijn eigen levensvisie en In de Beroepsstandaard van de VGVZ worden bij de kwaliteitseisen voor
levenservaring kunnen inzetten. Dat laatste geldt trouwens zowel voor geestelijk verzorgers psychologische kennis en competenties genoemd.
ambtelijk gebonden als voor niet-gebonden geestelijk verzorgers. In Er wordt gesproken over de psychologie als een ‘ondersteunende’ disci-
ieder geval zullen opleiding en bijscholing van geestelijk verzorgers pline (2002, 18),22 maar wat zorg voor zingeving – het eigen domein van
moeten inspelen op deze situatie en zullen ook andere vormen van legi- de geestelijke verzorging – inhoudt, wordt vervolgens vooral in psycholo-
timatie en kwaliteitswaarborging ontwikkeld moeten worden dan de gische termen uitgelegd.23 Psychologische kaders lijken zo dus niet
via de levensbeschouwelijke instituties tot nu toe gebruikelijke. Dit zou zozeer ondersteunend, maar eerder van centrale betekenis voor het vak
mijns inziens het beste kunnen gebeuren via de beroepsverenigingen te zijn.
zoals de VGVZ.17 Mijn collega-hoogleraar professionele ethiek Anne Ruth Binnen de beroepsgroep van geestelijk verzorgers wordt fel gediscus-
Mackor en ik hebben een onderzoeksproject gestart rond ‘standaardise- sieerd over de rol van de psychologie voor het vak. Kritische vragen die
ring van geestelijke verzorging’, waarin zowel de gevaren als de kansen hier gesteld worden zijn: Brengt het gebruik van een psychologische the-
van deze nieuwe ontwikkelingen voor de geestelijke verzorging centraal orie van zingeving niet een reductie met zich mee van datgene waar het
staan. in religie en levensbeschouwing om gaat? Past de methodiek van de

14 15
psychologie wel bij de geesteswetenschappelijke, hermeneutische bena- geheel’. Volgens geestelijk verzorger Henk Veltkamp (2006, 157) vormt ‘de
dering van de geestelijk verzorger? Men wijst in dit verband op het ‘defi- passie van heelheid en heelwording’ de harde kern van de identiteit van
ciëntiedenken’ in de psychologie (Bruinsma-de Beer 2006) en op de daar de geestelijk verzorger. De praktisch theoloog Gerben Heitink (1998, 41)
gebruikelijke plan- en doelmatige werkwijze, vergelijkbaar met het verstaat onder pastorale zorg de zorg en aandacht die ‘zich richt op “heel
medische model.24 Een andere vraag is of de samenwerking met de mens”, onder het aspect van diens geestelijk functioneren’. Geestelijk
psychologen niet het risico met zich meebrengt dat het doel van geeste- functioneren veronderstelt wat wijsgerig-antropologisch de menselijke
lijke verzorging ondergeschikt wordt aan de behandeldoelen van een intentionaliteit en reflexiviteit genoemd wordt: de mens is een wezen
instelling. Kortom: past de geestelijke verzorging in de systeemwereld wiens zelf tijdruimtelijk bepaald is, maar dat juist in die ervaring besef
van de psychologie? 25 heeft van de eigen begrensdheid en boven zichzelf kan uitkijken.28 Als
Wat de discussie zo lastig maakt is ten eerste dat er niet gesproken de geestelijk verzorger aan mevrouw Sikkema vraagt hoe het met haar
kan worden over ‘de’ psychologie: er is een enorme verscheidenheid aan gaat, vraagt hij haar hoe zij als persoon betrokken is op haar eigen leven
inhoudelijke en methodische uitgangspunten op dit gebied.26 Ten twee- en alles wat daarin gebeurt. Hoe zij zelf aankijkt tegen haar psychische
de is het lastig dat er bij de omschrijving van het eigene van geestelijke en lichamelijke klachten, en welke betekenis zij toekent aan haar gepen-
en psychologische zorg sprake is van een ‘mijnenveld van begrippen, sioneerd-zijn. De geestelijk verzorger heeft dus een holistische benade-
definities en visies’, zoals Johan Bouwer het in zijn oratie als bijzonder ring, let op de samenhang tussen de verschillende niveaus van functio-
hoogleraar geestelijke verzorging in Kampen uitdrukte (Bouwer 2003, 5). neren. Dit betreft ‘heel de mens’, in de zin van de godsdienstpsycholoog
De centrale vraag voor deze kwestie is die naar het onderscheid tussen Han Fortmann (1972).
geestelijk en psychisch functioneren bij zingeving. Ten tweede heeft – zoals al blijkt uit het in één adem noemen van ‘zin-
geving’ en ‘existentiële vragen’ – geestelijk functioneren te maken met
de existentiële dimensie van menselijke evaring. Hieronder versta ik het
g e e st e l i j k e n p syc h i s c h f u n c t i o n e r e n b i j z i n g e v i n g volgende. De bestaanswerkelijkheid is ruimer dan wat hier en nu met de
zintuigen waarneembaar en met het verstand bevatbaar is. Juist omdat
Geestelijk verzorgers en godsdienstpsychologen hebben de laatste tien de mens als reflexief en intentioneel wezen zich bewust is van de eigen
jaar veel gepubliceerd over het onderscheid tussen geestelijk en psy- begrensdheid, is hij of zij in staat tot het stellen van existentiële vragen,
chisch functioneren bij zingeving.27 Met behulp van de psychologie, de ook wel laatste vragen, vragen naar het ‘ultieme’ genoemd: vragen naar
wijsgerige antropologie en de theologie probeert men tot een boedel- wat niet waarneembaar, maakbaar en controleerbaar is. De filosofen
scheiding te komen. Ik ga in op twee onderscheidende kenmerken van Burms en De Dijn (1986, 81) spreken van ‘het vermogen van de mens om
geestelijk functioneren: het uitgangspunt luidt ‘de mens als geheel’, en buiten zichzelf te treden en zich over te geven aan iets dat hem beweegt,
de nadruk ligt op de existentiële dimensie van menselijke ervaring. bezielt of beheerst’. De mens is in staat tot transcendentie, in de zin van
Bij het geestelijke gaat het om de vraag hoe de mens als geheel, op zelfoverstijging. De hierbij horende attitudes zijn receptiviteit, overgave
allerlei verschillende niveaus, functioneert. Psychisch functioneren is er en verwondering. Burms en De Dijn stellen dat in feite elke zinervaring
één van. Het geestelijke omvat dus meer dan het psychische. Onder ver- transcendent is. Zinervaring veronderstelt namelijk een geraakt worden,
wijzing naar de psychotherapeut Agneta Schreurs (2001) stelt Johan een affectieve betrokkenheid die nooit volledig maakbaar is.
Bouwer: ‘De geest omvat het hele leven van de mens en functioneert als Dit menselijk vermogen tot transcendentie kan leiden tot religieuze
context waarbinnen de psychische structuur van een persoon zijn ervaringen: ervaringen van een werkelijkheid die als transcendent
beslag krijgt.’ (Bouwer 2003, 13) De psycholoog Jan-Hein Mooren (1989, wordt beleefd, en voorgesteld als een god of een goddelijke kracht.29 Het
65) spreekt van ‘een werkzaamheid of activiteit van het psychische als transcendente kan echter ook gezien worden als een dimensie van de

16 17
ervaring binnen deze werkelijkheid.30 Dan spreekt men van ‘horizontale enigingen van ‘healthcare chaplains’ om te gaan spreken over ‘spiritual
transcendentie’, een begrip dat in humanistische kring uitgewerkt is care’ in plaats van ‘pastoral care’ (zie noot 9).
door onder anderen Harry Kunneman (2005, 62-81; 2006). We moeten
hier denken aan het transcendente aspect van intermenselijke ervaring:
we ervaren de ander als ‘anders’, als iemand van wie we de liefde niet w i e v e r z o r gt d e g e e st e l i j k e d i m e n s i e ?
kunnen afdwingen en die een moreel appèl op ons doet. Horizontale
transcendentie betreft ook richtinggevende waarden en idealen die de Het mag duidelijk zijn dat de geestelijk verzorger werkt vanuit een op de
horizon van het menselijk streven uitmaken. Ebeltje Sikkema is niet in persoon gerichte, holistische benadering en de nadruk legt op de
een religieuze traditie opgegroeid, maar de geestelijk verzorger kan wel existentiële dimensie van zingeving. Maar wat betekent dit voor de
samen met haar zoeken naar levensbeschouwelijke opvattingen die bij taakverdeling tussen psychologen en geestelijk verzorgers? Johan Bou-
haar passen, en naar verhalen, gedichten, beelden, contacten en acti- wer (2003, 12) pleit op grond hiervan voor een ‘strikte (cursief HZ) onder-
viteiten die haar existentiële beleving uitdrukken en haar helpen zich scheiding tussen de geestelijke [...] en de psychische functie’. Volgens
verder te ontwikkelen. hem gaat het bij psychologische hulp om wat maakbaar is: ‘Psychologi-
De existentiële dimensie is, om het in religieuze taal te zeggen, ‘niet sche hulpverlening kan het mogelijk maken om psychologische blokka-
van deze wereld’, maar krijgt via beelden en voorstellingen van het trans- des om over zin en betekenis te spreken te doorbreken. Dat wil zeggen:
cendente – van dat wat als transcendent ervaren wordt – wel gestalte in het gaat over zaken die binnen het bereik en de macht van het individu lig-
deze wereld, en is nauw vervlochten met psychisch functioneren. Mijn gen.’ (Bouwer 2003, 15; cursief HZ) Doel van psychologische hulp is dus
leermeester Coen van Ouwerkerk heeft mij sensitief gemaakt voor de volgens Bouwer dat het individu weer in staat is zijn leven zelf zin te
complexe psychische processen achter de religieuze ervaring en voor de geven.33 De geestelijk verzorger komt in beeld als het gaat om existenti-
werking van de menselijke verbeeldingskracht hierbij. In zijn werk ele ervaring – om wat niet maakbaar is en om de daarbij horende attitu-
schetste hij op subtiele wijze wat het psychologisch betekent om een des zoals openstaan, verwondering en overgave. Hier is sprake van ‘ultie-
relatie te hebben met iemand die je niet direct kunt waarnemen – een me zingeving’ (Bouwer 2003, 14), die onderscheiden wordt van alledaag-
God die structureel ‘afwezig’ is (Van Ouwerkerk 1986). Mijn eerste weten- se zingeving (vgl. Ter Borg 2000). Kortom: psychologen houden zich
schappelijke liefde, de psycholoog Erik H. Erikson, betoogt dat de existen- bezig met de zin in het leven, geestelijk verzorgers met de zin van het
tiële ontwikkeling, die verbonden is met het besef van begrensdheid en leven.34 Op deze wijze probeert Bouwer voor de beide disciplines –
het vermogen tot zelfoverstijging, nauw verweven is met psychosociale psychologie en geestelijke verzorging – een eigen domein af te bakenen.
ontwikkeling (zie Zock 1990). Volgens mij is een dergelijk strikte onderscheiding niet te maken. Ten
Om deze transcendente dimensie van existentiële ervaring aan te eerste omdat psychisch en existentieel functioneren nauw met elkaar
duiden, wordt ook vaak de term ‘spiritueel’ gebruikt.31 Spiritualiteit ver- verbonden zijn35 en ten tweede omdat psychologen óók aandacht heb-
wijst dan niet naar een apart levensdomein, naast het fysieke, sociale en ben voor geestelijk functioneren. Ik zal dit illustreren aan de hand van
psychische domein, maar juist naar het geestelijke domein waarin alle een tweede casus.
dimensies samenkomen. De godsdienstpsycholoog David Wulff stelt dat
de termen ‘spiritual’ en ‘spirituality’, meer dan ‘religious’ en ‘religion’, ver-
wijzen naar een ‘inner process or attitude’ waarbij in hedendaagse spiri- wupke
tualiteit het veelvuldig ontbreken van ‘an explicit transcendent object
outside of the self’ opvalt (Wulff 1997, 7; vgl. Heelas & Woodhead 2005).32 Wupke is een vrouw van 25 jaar met een borderline persoonlijkheids-
Tekenend hier is ook de beslissing van de vijf grootste Amerikaanse ver- stoornis. Zij is een tijdje opgenomen geweest in een psychiatrische

18 19
instelling, maar handhaaft zich nu in de samenleving. Vanuit de instel- sen die daaraan lijden? Maar ook om de specifieke aspecten van geeste-
ling krijgt zij, als het nodig is, extramurale zorg en begeleiding. Dit keer is lijk functioneren te begrijpen – de niet-maakbare aspecten van zinge-
de aanleiding dat haar relatie op de klippen dreigt te lopen. Zij is niet ving – kan juist uit psychologische theorieën geput worden. Deze zijn
gelukkig met haar vriend, vindt het moeilijk om intimiteit met hem te vooral te vinden in de godsdienstpsychologie. Rien van Uden, mijn colle-
ervaren, maar is tegelijk erg afhankelijk van hem. ga-bijzonder hoogleraar bij het KSGV, heeft aandacht gevraagd voor de
Met de psycholoog werkt Wupke aan de problemen in haar relatie. dimensie van het ontvangen van zin – ‘zinvinding’ – naast het geven, het
Het doel is dat Wupke leert autonomer te worden en zich minder afhan- construeren van zin (Van Uden 1996).37 Hans Alma, hoogleraar psycholo-
kelijk te gedragen ten opzichte van haar vriend. Een van de opdrachten gie en zingeving aan de Universiteit voor Humanistiek, benadrukt in
die zij krijgt is bijvoorbeeld om meer dingen voor zichzelf te gaan doen haar oratie het belang van ‘geraakt worden’: receptiviteit als basis van de
en niet elke avond met hem door te brengen. Met de geestelijk verzorger ervaring van zin. In het verlengde hiervan wijst zij op de esthetische
spreekt Wupke over haar geloofsvoorstellingen. Haar beelden van God ervaring en de verbeelding om te komen tot verbondenheid met en
zijn heel divers en ambivalent. Nu eens ziet zij God als strenge rechter morele betrokkenheid op de wereld om ons heen (Alma 2005).
van alles wat zij fout doet in haar leven, dan weer als een liefdevolle moe- Zowel Van Uden als Alma sluit aan bij de psychologische visie op zin-
derfiguur die ervoor zal zorgen dat er een oplossing komt voor al haar geving van de helaas te vroeg overleden godsdienstpsycholoog Jan van
problemen. der Lans. Hij heeft in zijn werk een brede en rijke, psychologische visie op
Op het eerste gezicht lijkt de taakafbakening tussen geestelijk verzor- zingeving geschetst, waarin ook aspecten van geestelijk functioneren
ger en psycholoog – die overigens regelmatig overleggen – duidelijk. De verwerkt zijn. Onder zingeving verstaat hij ‘een reeks van samenhan-
psycholoog werkt vanuit een cognitief-gedragstherapeutische invals- gende cognitief-affectieve processen, die voorwaarden scheppen voor
hoek aan wat maakbaar is, de geestelijk verzorger spreekt met Wupke inzet en betrokkenheid en voor zinbeleving welke zich manifesteert in
over religieuze inhouden en existentiële beleving. Echter, op een dieper psychisch welbevinden, óf die uitmonden in een zingevingscrisis en
niveau in de psychische structuur blijken deze twee niveaus nauw met gevoelens van zinloosheid’ (2006, 80v). Van der Lans onderscheidt daar-
elkaar verbonden te zijn. De geestelijk verzorger merkt dat Wupke ver- bij twee aspecten: ‘oriëntatie’ en ‘evaluatie’. Oriëntatie betreft betekenis-
langt en zoekt naar God, maar dat God voor haar verborgen en emotio- geving: cognitief-affectieve controle, als resultaat van herkennen en
neel ver weg blijft. Duidelijk wordt dat haar moeizame en ambivalente begrijpen.38 Kan ik begrijpen, verklaren wat er gebeurt? Kan ik het een
relatie met God te maken heeft met een dieper patroon in haar leven: plaats geven? Zo probeert Wupke religieuze betekenis te geven aan haar
haar moeite om intieme relaties aan te gaan – of het nu met haar ouders, relatieproblemen: ‘Ik heb gezondigd als ik mijn relatie verknoei’, zegt ze.
haar vriend of met God is. ‘Ik voel me door niemand echt gekend’, zegt ‘En wat zou God van mij vinden als ik mijn vriend verliet?’ Tegelijk zoekt
Wupke. Haar ontwikkeling op dit structurele, existentiële niveau is van ze naar een medische verklaring van haar neerslachtigheid en grillig-
grote invloed op het aanslaan van de cognitieve gedragstherapie. En de heid. Komt dat niet gewoon omdat er een stofje in haar hersens ont-
praktische oefeningen die zij krijgt van de therapeut kunnen op hun breekt?
beurt haar existentiële ontwikkeling ondersteunen.36 Van groot belang voor de specifieke bijdrage van de geestelijk verzor-
ger is het aspect van zingeving dat Van der Lans ‘evaluatie’ noemt. Of wij
een situatie als zinvol beleven en welke betekenis wij eraan toekennen,
e e n b r e d e p syc h o l o g i e va n d e z i n g e v i n g is afhankelijk van hoe wij die situatie evalueren, dat wil zeggen: welke
waarde wij eraan toekennen. Vind ik het belangrijk? Sluit het aan bij wat
Voor de geestelijke verzorging van Wupke is veel psychologische deskun- ik zelf waardevol vind, bij mijn idealen en verwachtingen, en bij de doe-
digheid nodig. Wat is een borderlinestoornis, en hoe ga je om met men- len die ik in het leven nastreef? ‘Doelgerichtheid is altijd een voorwaarde

20 21
voor engagement,’ stelt Van der Lans (2006, 78). Ieder mens heeft een de persoon zich daartoe verhoudt als nauw met elkaar verbonden
persoonlijk waardesysteem dat gevoed wordt door levensbeschouwe- gezien. De psychiater Gerrit Glas (2001, 79) neemt een dergelijk persoons-
lijke tradities en culturele betekenissystemen en dat nauw samenhangt perspectief in en benadrukt het belang van ‘de betrekking van de per-
met het eigen zelfbeeld. Hoe Wupke bijvoorbeeld haar eigen relatie soon tot zichzelf’ in de therapie. Het gaat daarin ook om iemands
beoordeelt hangt samen met wat haar familie en haar kerkelijke ‘bestaansvragen’, de bestaansdimensie: ‘de structuurmomenten in de
gemeenschap daarover zeggen, met de doelen en waarden die op dat verhouding tot zichzelf, de wereld en het levensontwerp’ (Glas 2001, 159).
moment voor haar van belang zijn, maar ook met welk godsbeeld op dat In de tweede plaats is er in de humanistisch-existentiële traditie in de
moment voor haar overheerst. Als ze God als rechter ziet, voelt ze zich psychotherapie, zoals de ‘client-centered therapy’ van Carl Rogers (1951),
slecht en mislukt wanneer ze ruzie heeft met haar vriend. Maar als ze de logotherapie van Viktor Frankl (1959) en de ‘existential therapy’ van
God als liefdevolle moeder ervaart, voelt ze zich in dezelfde situatie eer- Irvin D. Yalom (1980; May & Yalom 1984) altijd al aandacht geweest voor
der verdrietig en onrechtvaardig behandeld. zingeving en, in het verlengde daarvan, voor religie en levensbeschou-
‘De zinbeleving wordt pas aangetast als het niet begrijpen gepaard wing. Meer recente auteurs die in deze traditie werken zijn Robert A.
gaat met het gevoel dat ons levensproject (het “zelf” met zijn idealen en Emmons (1999) en Roy F. Baumeister (1991). Zij benadrukken, net als Van
waarden) in het geding is’, zo stelt Van der Lans (2006, 78). In zijn der Lans, dat de menselijke doelgerichtheid (en daarmee waarden en
afscheidscollege heeft hij uitgewerkt hoe religieuze ervaringen en esthe- verantwoordelijkheid) een centrale rol speelt in de ‘search for mean-
tische emotie nauw verwant zijn met wat hij ‘kernervaringen’ noemt – ing’.39
ervaringen van het zelf waarin de persoon zich in de kern geraakt voelt. De cliëntgerichte psychotherapeut Martin van Kalmthout (2005, 49)
In alle drie soorten ervaringen speelt de emotie ontroering, die gepaard stelt in zijn boek over psychotherapie en zingeving: ‘De psychotherapeut
gaat met zaken als overgave, verwondering, ontzag en eerbied (Van der is altijd met zin bezig, vanaf het allereerste moment dat hij met de cliënt
Lans 1998, 21): zaken die kenmerkend zijn voor existentiële ervaring. Hier aan het werk gaat.’ Hij spreekt over een religieuze dimensie die in inten-
blijkt dat psychologische zelfontwikkeling en existentiële ontwikkeling sieve therapie altijd aanwezig is: een dimensie die te maken heeft met
niet te scheiden zijn. ‘een bepaalde kwaliteit van leven en ervaren ... het ervaren van het
Toch zijn het niet alleen godsdienstpsychologen zoals Van der Lans mysterie van het bestaan en van onszelf’ (Van Kalmthout 2005, 112). Hier
die dit naar voren halen. Ook andere psychologen en psychotherapeuten zie ik een overeenkomst met de ‘existentiële dimensie’ zoals ik die boven
hebben aandacht voor de geestelijke dimensie van zingeving. geschetst heb. In de cliëntgerichte experiëntiële therapie wordt soms
gebruik gemaakt van ‘focussing’ (E. Gendlin).40 Leijssen (1995, 146) verge-
lijkt focuservaringen met spirituele ervaringen, omdat beide een zelf-
p syc h o l o g e n e n p syc h ot h e r a p e u t e n overstijgend karakter hebben en leiden tot verruimd bewustzijn en groei
o v e r d e g e e st e l i j k e d i m e n s i e in de richting van heelheid. Een momenteel in Nederland gangbare
nieuwe stroming in de cognitieve gedragstherapie, de Acceptance and
In de eerste plaats bestaan er ook psychologische theorieën waarin de Commitment Therapy, schenkt veel aandacht aan waarden (opgevat als
mens als intentioneel en reflexief wezen het uitgangspunt vormt. De ‘gekozen levensrichtingen’) om cliënten te helpen komen tot een ‘zinvol
psycholoog Dijkhuis (1988, 35) bijvoorbeeld spreekt van zingeving als leven’ (Hayes & Smith 2006, 185v, 199; Hayes, Follete & Linnehan, 2007).41
‘een proces waarbij de persoon als totaliteit zich gaat verhouden tot het Onderzoek naar zingeving werd lange tijd vooral verricht vanuit een
universum en het leven zoals zich dat deels aan hem presenteert en zoals theoretisch perspectief en op basis van klinische ervaring. De laatste tien
dat deels door hem wordt gecreëerd’. En in de antropologisch-fenomeno- jaar wordt er in toenemende mate ook empirisch-psychologisch onder-
logische stroming in de psychiatrie worden stoornis en de wijze waarop zoek gedaan naar zingeving (Baumeister 1991; Debats 1996; Maton e.a.

22 23
2005; Wong & Fry 1998), waarbij de logotherapie van Viktor Frankl vaak bare aspecten ervan. Amerikanen hebben sowieso minder koudwater-
fungeert als onderliggend theoretisch kader. Centraal in dit soort onder- vrees voor het spreken over ‘nut’, ook als het over religie gaat.44 Vandaag
zoek staat het effect van (aandacht voor) zingeving op (geestelijke) de dag wordt mijns inziens terecht de vraag gesteld naar de bijdrage van
gezondheid, welzijn en coping.42 Wong & Fry (1998) concluderen in de de geestelijke verzorging aan de zorg in het algemeen, en aan het welzijn
inleiding van The Human Quest for Meaning: ‘regardless of their prefer- en welbevinden van patiënten in het bijzonder. Als we kijken naar de
red models and modalities of therapy, practitioners can no longer ignore casus van mevrouw Sikkema: het mag duidelijk zijn dat zij niet opgeno-
meaning seeking as a major moderator of stress and mediator of well- men is in het ziekenhuis voor een zingevingsprobleem, maar voor etala-
being’ (1998, XXV ). Maar, zullen psychologiekritische geestelijk verzorgers gebenen. Aandacht voor zingeving echter kan haar lichamelijk en psy-
vragen, is dit niet het bewijs dat psychologen inderdaad een instrumen- chisch herstel bevorderen, zodat zij eerder naar huis kan. Dat wil echter
tele en ‘maakbare’ visie op zingeving hanteren? Mijns inziens is dat niet niet zeggen dat haar levensvisie noodzakelijkerwijs gereduceerd wordt
het geval. De existentiële dimensie van zingeving speelt in dit psycholo- tot al dan niet ‘nuttig’.
gisch onderzoek wel degelijk een grote rol. Veel auteurs beschouwen ‘the Maar als ook psychologische hulpverleners aandacht (kunnen) heb-
search for meaning’ als een centraal antropologisch gegeven. Men bena- ben voor de geestelijke dimensie van zingeving, wat is dan nog de eigen
drukt dat zingeving cognitieve, affectieve maar vooral ook motivationele bijdrage van de geestelijk verzorger? Als Wupke behandeld was door een
dimensies heeft. De mens wordt gezien als een wezen dat streeft naar existentieel psychotherapeut, was de geestelijk verzorger dan nog nodig
doelen op basis van waarden (Baumeister 1991) en vanuit een metaposi- geweest?
tie naar zichzelf kan kijken.
Hieraan gekoppeld noemen verscheidene auteurs het vermogen tot
zelfoverstijging. Silberman (2005, 648) spreekt van ‘the basic human d e e i g e n b i j d r a g e va n d e g e e st e l i j k v e r z o r g e r :
need for self-transcendence, a striving that has been described as instru- i n z e t b i j h e t l e v e n sv e r h a a l
mental for accomplishing other strivings and as having especially
strong relations with well-being’. Emmons (1999; 2005) concentreert Met de aandacht voor het evaluatieve aspect van zingeving – waarden
zich in zijn werk op een bepaald soort doelen: ‘spiritual strivings’, die vol- en doelen – komt niet alleen de existentiële beleving, maar ook de
gens hem de centrale elementen vormen van individuele zingevingssys- inhoud van levensvisies naar voren als een belangrijk element van zin-
temen.43 Onder ‘spiritual strivings’ verstaat hij ‘those personal goals that geving. Hier nu ligt de eigen insteek van geestelijk verzorgers. Zij gaan,
are concerned with ultimate purpose, ethics, commitment to a higher zoals we gezien hebben, in hun begeleiding uit van het levensverhaal
power, and a seeking of the divine in daily experience […] Spiritual stri- van de cliënt, of liever: van de verschillende verhalen die de cliënt tijdens
vings are strivings that reflect a desire to transcend the self, that reflect een begeleiding vertelt over hoe deze zijn of haar leven beleeft en bete-
an integration of the individual with larger and more complex units, or kenis geeft. En zij letten daarbij op de wijze waarop deze betekenisge-
that reflect a deepening or maintaining a relationship with a higher ving doorwerkt in het psychische functioneren. Wupkes relatie met God
power’ (Emmons 2005, 736). Emmons en veel andere auteurs in de bun- heeft invloed op hoe zij zich voelt en hoe zij met anderen omgaat. De
del van Wong & Fry zien het zoeken naar verbondenheid als centraal geestelijk verzorger helpt haar teksten en beelden te vinden die dat uit-
voor het menszijn. En zoals Harry Stroeken stelt: ‘Zin heeft te maken met drukken en waar ze een beroep op kan doen als ze neerslachtig is. Deze
het zich deel weten van een geheel en dan komt men snel in een reli- vertaalslag van inhoud naar psychische betekenis was voor pastoraat en
gieuze context.’ (1999, 93; vgl. Sperry 2001) geestelijke verzorging al langere tijd van belang, maar krijgt steeds meer
We kunnen dus concluderen dat het spreken over het ‘nut’ van zinge- gewicht nu levensbeschouwelijke visies steeds diverser, verbrokkelder
ving niet automatisch betekent dat er alleen aandacht is voor de maak- en individueler gestalte krijgen. Het is niet toevallig dat de narratieve,

24 25
hermeneutische benadering momenteel dominant is in het pastoraat slecht zijn voor de zorg. Er is een groot grensgebied waar geestelijk ver-
(Heitink 1998; Zock 2006a; Ganzevoort & Visser 2007; Van Schrojenstein zorgers en psychologen elkaar treffen en vergelijkbare dingen doen. In
Lantman 2007). Hermeneutische vaardigheden worden over het alge- het geval van Wupke vullen cognitieve gedragstherapie en existentiële
meen als centraal voor de beroepsgroep van geestelijk verzorgers gezien begeleiding elkaar goed aan.
(Walton 2006).
Ik heb betoogd dat het voor een adequate vertaling van inhoud naar
psychische betekenis noodzakelijk is dat geestelijk verzorgers zowel her- conclusie
meneutische als psychologische competenties dienen te hebben. Zij
moeten enerzijds kennis hebben van religieuze en levensbeschouwelijke Psychisch en geestelijk welbevinden zijn onlosmakelijk met elkaar ver-
zingevingssystemen en in staat zijn tot filosofische en ethische reflectie bonden en beïnvloeden elkaar wederzijds. Daarom dienen geestelijk ver-
op waarden.45 Hiertoe dienen zij geesteswetenschappelijk geschoold te zorgers en psychologische hulpverleners samen te werken, in het belang
zijn. Anderzijds dienen zij psychologisch geschoold te zijn om de interac- van het welzijn van cliënten, patiënten en bewoners in de zorg. Psycholo-
tie tussen levensbeschouwelijke inhouden en psychologische processen gische competenties zijn daarbij, naast hermeneutische competenties,
te begrijpen. In deze dubbele competentie ligt de eigen bijdrage van de van cruciaal belang voor geestelijk verzorgers – zeker nu geestelijk func-
geestelijke verzorging aan de zorg. De psychologie is mijns inziens dan tioneren steeds losser komt te staan van duidelijk afgebakende levens-
ook meer dan een ondersteunende discipline: zij is van centrale beteke- beschouwelijke tradities. De specifieke bijdrage van de geestelijk verzor-
nis voor de geestelijke verzorging. ger ligt, ten eerste, in een persoonsgerichte, holistische benadering; ten
Dit alles betekent dat geestelijk verzorgers en psychologische hulpver- tweede in aandacht voor de existentiële dimensie van zingeving, in het
leners zich vaak op hetzelfde terrein zullen begeven. Dat zal in meerdere bijzonder voor de grenzen van de maakbaarheid; en ten derde in de
of mindere mate het geval zijn, afhankelijk van de vragen van de cliënt, gerichtheid op de evaluatieve aspecten in het zingevingsproces: de inter-
maar ook afhankelijk van de affiniteit met levensbeschouwing en van actie tussen iemands levensvisie aan de ene kant en psychische proces-
het theoretische kader van de betreffende psycholoog. Er zijn psychologi- sen aan de andere kant. Dit laatste brengt met zich mee dat geestelijk
sche hulpverleners die de mens ook holistisch benaderen en aandacht verzorgers de enige zorgprofessionals zijn die exclusief insteken bij het
hebben voor existentiële ervaring en betekenisgeving, zoals persoonsge- levensverhaal zoals beleefd en verteld door de cliënt.
richte, existentiële en creatieve therapeuten. Een existentieel psychothe- Het contact met de wereld van de psychologie brengt voor geestelijk
rapeut zal bijvoorbeeld veel herkennen in de wijze waarop de geestelijk verzorgers niet noodzakelijkerwijs een reductionistische, door nuttig-
verzorger van Wupke te werk gaat. Er zijn psychologische hulpverleners heid, maakbaarheid en beheersbaarheid gekleurde benadering met zich
die niet doel- en planmatig werken vanuit een medisch behandelmodel, mee. Psychologen en geestelijk verzorgers hebben als het gaat om de
maar vooral hermeneutische methoden hanteren, zoals psychoanaly- zorg voor zingeving meer common ground dan ze vaak denken. Soms
tisch georiënteerde therapeuten. De specifieke expertise van de geeste- zullen geestelijk verzorgers en psychologen hetzelfde doen, soms iets
lijk verzorger ligt in het omgaan met het levensverhaal vanuit levensbe- anders. Zij kunnen dat in goede harmonie doen – zoals dat in het KSGV al
schouwelijk perspectief, maar de geestelijke dimensie van zingeving is lange tijd gebeurt. Godsdienstpsychologen als Jan van der Lans reiken
niet het alleenrecht van geestelijk verzorgers. Ook psychologen hebben bouwstenen aan voor een psychologie van de zingeving waarin de
hier oog voor, hoewel daar in het heersende klimaat van effectiviteit, geestelijke dimensie een plaats krijgt en die als theoretische basis van de
efficiëntie en maakbaarheid – tot verdriet van velen – weinig ruimte geestelijke verzorging kan dienen. In het kader van mijn leeropdracht
voor is. Een strikte boedelscheiding tussen psychologische en geestelijke hoop ik hieraan een bijdrage te leveren.
zorg is mijns inziens dan ook noch mogelijk noch wenselijk: dat zou

26 27
s l ot n ot e n

Hiermee ben ik gekomen aan het einde van mijn rede. Het College van 1. Deze fictieve casus is geïnspireerd op een casus die Henk Veltkamp schreef
Decanen van onze universiteit heeft enige tijd geleden besloten om een in het kader van een ‘expertmeeting geestelijke verzorging’ voor het cvz, het
naar de mening van velen zowel intrinsiek als extrinsiek zinvol element College voor zorgverzekeringen, op 12 januari 2006.
2. Voor een breed overzicht van geestelijke verzorging in de zorgsector, zie
van het oratieritueel af te schaffen: het uitspreken van het dankwoord. Ik
Doolaard 2006. Voor de juridische inbedding van geestelijke verzorging,
moet het dus hierbij laten. Gelukkig is het eveneens zinvolle ritueel van
zie Rebel 2006.
de receptie na afloop niet afgeschaft. Ik hoop u daar dan ook zo meteen 3. Art. 6 van de Grondwet.
persoonlijk te kunnen bedanken voor uw aanwezigheid en voor wat u 4. Art. 3 van de Kwaliteitswet zorginstellingen.
voor mij betekent.46 5. Zie Smeets 2006; Zock 2005, en 2006b.
6. Beroepsstandaard 2002, p. 9. ‘Geestelijke verzorging is begeleiding als het
Ik heb gezegd. zingevingsproces zijn vanzelfsprekendheid heeft verloren en zingevingsvra-
gen aan de orde zijn. ... Geestelijke verzorging is hulpverlening wanneer het
zingevingsproces uit zijn evenwicht is geraakt of een belangrijke rol speelt in
de beleving van de ziekte of stoornis’ (Beroepsstandaard, p. 10, cursivering
h z ). Doel van geestelijke verzorging is het geestelijk welbevinden van de
patiënt. (Op het tweede deel van de definitie kom ik later terug.) Het eigen
domein van de geestelijk verzorger wordt, behalve als betrekking hebbend
op zingeving, ook wel aangeduid als het ‘levensbeschouwelijke’ of het ‘gees-
telijke’, als onderscheiden van het ‘lichamelijke’, ‘psychische’ en ‘sociale’
domein (Hekking 2003).
7. Zie het themanummer ‘Religion as a meaning system’ van het Journal of
Social Issues (Maton et al. 2005).
8. E.Y. Lartey wijst erop dat religie in niet-westerse culturen ook andere dan
persoonlijk-therapeutische functies vervult, zoals ‘liberating’ en ‘empower-
ing’ (1997, 37).
9. Ook in de VS speelt deze discussie. In dit verband heeft de grootste koepel van
verenigingen van ‘healthcare chaplains’ besloten de term ‘pastoral care’ te
vervangen door de meer omvattende term ‘spiritual care’ (Engelhardt 1998;
VandeCreek & Burton 2001).
10. Zie www.vgw-albertcamus.nl.
11. Dit werkverband behartigt de belangen van haar leden en draagt zorg voor
de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Zie
www.geestelijkeverzorging.com/???.htm.
12. Zie www.rug.nl/theol/onderwijs/masteropleidingen/mastergv/index.
13. Zie www.vrijzinnig.nl en www.zinweb.nl.
14. Jan-Hein Mooren, als psycholoog verbonden aan de Universiteit voor
Humanistiek, omschrijft dit adequaat als volgt: ‘De specifieke inbreng van
de [geestelijk] begeleider bestaat daarin, dat hij de levensbeschouwelijke

28 29
implicaties van ervaringen enerzijds en de ervaringsbetekenis van levens- 24.Zie bijvoorbeeld de themanummers van Tijdschrift Geestelijke Verzorging
beschouwelijke noties anderzijds al spiegelend aan de ander teruggeeft, ‘Product of passie’ (2004) en ‘Verrassend professioneel’ (2005). Ik zie een nei-
zodat diens proces van ervaren en beschouwen doorgang kan vinden, en ging tot polariseren (Zock 2006b). De discussie spitst zich vaak toe op de rol
zich zo een visie kan ontwikkelen.’ (Mooren 1989, 56) van levensbeschouwelijke diagnostiek, waarbij vooral Johan Bouwer (1998b,
15. Voor het beroep van geestelijk verzorger spelen hermeneutische competen- 2000) zware kritiek te verduren krijgt van de aanhangers van het zoge-
ties (naast communicatieve en therapeutische competenties) dan ook een naamde presentiemodel van Andries Baart (2001). Voor de discussie over dit
centrale rol (Beroepsstandaard 2002, 13). punt zie Jorna (2005) en Bouwer (2005).
16. Voor de rol van religie bij tegenoverdracht in psychotherapie, zie 25. Men vraagt zich af of geestelijke verzorging op deze wijze niet ingekapseld
Kerssemakers 1989. wordt in het systeem van de zorg- en hulpverlening, waar gedacht wordt in
17. Het beroepsregister dat de VGVZ op 26 maart 2007 heeft ingesteld, is te termen als geprotocolleerd werken, instrumentaliteit, doelgerichtheid en
beschouwen als een eerste stap in deze richting. technische rationaliteit (Mackor 2006; Kunneman 2006). Ook dit is een
18. Het ‘white paper’ over ‘spiritual care’ van de grootste koepel van Amerikaan- reden waarom aanhangers van de presentietheorie in de geestelijke verzor-
se ‘healthcare chaplains’ omschrijft ‘spirit’ als ‘a natural dimension of all per- ging de nadruk op ‘zingeving’ en psychologische theorie en methodiek wil-
sons’ (VandeCreek & Burton 2001, 82). Zie ook noot 9. len vermijden. De vraag of en hoe psychologie en geestelijke verzorging
19. Johan Bouwer (2003, 4) stelt dat de conceptuele verwarring over de specifi- geïntegreerd kunnen samenwerken kan mijns inziens pas beantwoord wor-
citeit van het domein van de geestelijke verzorging ten opzichte van dat van den wanneer vastgesteld is in hoeverre de psychologie gereduceerd kan
de psychologie het grootste is. worden tot deze systeemwereld, en in hoeverre alleen de geestelijke verzor-
20.Zoals ik straks zal laten zien is er in de humanistisch-existentiële stroming in ging datgene representeert wat hier buiten valt.
de psychotherapie altijd al aandacht geweest voor zingeving. 26.Zo is er een groot verschil tussen cognitieve gedragstherapeuten, psycho-
21. Zie o.a. De Groot 1995; Lartey 1997, 55; Van Kalmthout 2005, 23-26. analytisch ingestelde therapeuten en existentiële therapeuten. Binnen de
22. Jan-Hein Mooren (1989) heeft een – nog steeds invloedrijk – boek geschreven psychologie wordt er een discussie gevoerd in hoeverre de psychotherapeut
over de verhouding tussen geestelijke verzorging en psychotherapie. Hij en psychotherapeutische theorieën impliciet een mens- en levensvisie
stelt dat de eigen levensbeschouwing en de wetenschappelijke doordenking bevatten. Stroeken (1999) en Corveleyn (2003) menen van niet; Van Kalmt-
daarvan het ‘primaire referentiekader’ van de geestelijk verzorger vormen, hout (2005, i.h.b. 26-30) meent van wel. De vraag is ook in hoeverre geestelijk
en de psychologie het ‘secundaire referentiekader’. Voor psychotherapeuten verzorgers inzichten, technieken en vaardigheden uit psychologische theo-
is dat omgekeerd. Het primaire referentiekader is ‘het dominante geheel van rieën kunnen gebruiken zonder de impliciete mens- en levensvisie van de
inzichten en opvattingen dat de wijze bepaalt waarop het beroep wordt theorie over te nemen.
uitgeoefend (in ons geval: de wijze waarop de vragen en problemen van de 27. Er zijn ook geestelijk verzorgers die het spreken over ‘geestelijk’ verwarrend
cliënt worden benaderd)’ (p. 29). Dat wil zeggen: het bepaalt hoe je naar of niet zinvol vinden. De praktisch theoloog Doris Nauer pleit er zelfs voor de
mensen kijkt, welke vragen je stelt, en hoe je ermee omgaat. Het heeft dus term ‘geestelijke verzorging’ te vervangen door ‘christelijke zielzorg’ (Nauer
een heuristische en een methodische functie (p. 24). Ik vind dit een overzich- 2004).
telijke indeling, maar ik vraag me af of dit in de huidige tijd nog wel klopt 28.De geestelijk verzorger Guus van Loenen noemt als kenmerk van geestelijk
met de wijze waarop geestelijk verzorgers en psychologen in de praktijk functioneren: ‘het vermogen om vanuit een metapositie naar de psychische
werken. werkelijkheid te kijken’ (Van Loenen 2005, 8; vergelijk Van der Lans 2006,
23. In een toelichting op het gebruik van het begrip zingeving in de Beroepsstan- 87vv; Ter Borg 2000, 13-22). Zoals we verderop zullen zien is deze benadering
daard door Roel Hekking, oud-voorzitter van de VGVZ en mede-auteur van de echter niet het alleenrecht van geestelijk verzorgers. De humanistisch-
Beroepsstandaard, wordt veelvuldig verwezen naar psychologische theorie- existentiële traditie in de psychologie heeft altijd al een dergelijke insteek
en en psychotherapeutische methoden (Hekking 2003). Verder komen in het gehad.
vorig jaar uitgekomen Nieuw Handboek Geestelijke Verzorging veelvuldig 29.De mens is ‘gedisponeerd ... tot het stellen van ultieme zinvragen die kunnen
algemeen-menselijke functies en thema’s aan de orde, zoals ziekte en uitmonden in een religieuze ervaring’ (Van der Lans 2006, 87).
gezondheid, eenzaamheid, pijn, medische macht, suïcide, emoties, autono-
mie en lichamelijkheid (zie o.a. deel iv, ‘Kernthema’s’).

30 31
30.Mijns inziens is er structureel-antropologisch geen wezenlijk onderscheid 41. Ook binnen de C V P P P , de Christelijke Vereniging voor Psychiaters, Psycholo-
tussen beide vormen van transcendentie-ervaring te maken. Burms en De gen en Psychotherapeuten, is er aandacht voor existentiële thema’s in
Dijn (1986, 93) veronderstellen ‘de mogelijkheid het meest transcendente te psychotherapie, waarbij men zich beroept op psychologen als Yalom en
ervaren in het meest concrete’. Ook ervaringen van het goddelijke zijn altijd Frankl (Psyche & Geloof 2006).
aan iets ‘concreets’ gekoppeld: alleen al in de taal, op het moment dat de 42. Zie ook Pieper & Van Uden (2005a).
ervaring benoemd wordt als ‘goddelijk’. 43. ‘... spiritual strivings are primary elements of people’s goal-based meaning
31. Voor een model van zielzorg waarin de existentiële dimensie voorop staat en systems’. Emmons onderscheidt vier categorieën van ‘personal meaning’,
wordt uitgegaan van het menselijk vermogen tot transcendentie, zie Knip- waaronder ‘spirituality’ (2005, 736v).
penberg (2005). 44.Dat geldt ook voor geestelijk verzorgers, zie VandeCreek & Burton (2001).
32. Voor een interessante cultuurhistorische analyse van de interactie tussen 45. Juist een geesteswetenschappelijke scholing, waarbij geleerd wordt te reflec-
verschillende verschijningswijzen van religie en psychologische vertogen, teren op vooronderstellingen en waarden en de verankering daarvan in con-
zie Vandermeersch & Westerink (2007). crete sociale, culturele en maatschappelijke contexten, is een vereiste voor
33. Als er binnen de cognitieve gedragstherapie over zingeving wordt gespro- het goed vervullen van de tweede taak van geestelijk verzorgers volgens de
ken, is het inderdaad meestal in deze zin. definitie van de VGVZ: ‘de professionele advisering inzake ethische en/of
34. Vergelijk Stroeken (1999, 27-36). levensbeschouwelijke aspecten in zorgverlening en beleidsvorming’.
35. Ik voel dan ook meer voor de benadering van Jan-Hein Mooren (1989, 64), die 46.Graag wil ik Hans Alma, Marjo Buitelaar, Arie L. Molendijk, Hanneke
een absolute scheiding tussen het psychische en het geestelijke niet zinnig Muthert en Beate Rose van harte bedanken voor hun bemoedigende kritiek
vindt en eerder spreekt over een verschillend perspectief op dezelfde proble- en stilistische, retorische en inhoudelijke commentaar op eerdere versies
matiek. van deze rede. Mijn mederedacteuren van het KSGV: Ad van Heeswijk, Rien
36.Deze casus is geïnspireerd door casuïstiek van mijn collega aan de Rijksuni- van Uden, Lia Vergouwen en last but not least de redactiesecretaris Jacques
versiteit Groningen Hanneke Muthert, die tevens werkt als geestelijk verzor- Kerssemakers ben ik zeer erkentelijk voor hun als altijd betrokken en zorg-
ger in de psychiatrie. vuldige redactie.
37. Heitink (1998, 152) noemt zinvinding het experiëntiële niveau van zingeving
‘dat het hart van een mens raakt. Wat beweegt mij ten diepste? Hier krijgt
religieuze ervaring existentiële diepte.’ Ook Hekking (2003) verbindt zinvin- l i t e r at u u r
ding, als zijnde de spirituele dimensie van zingeving, met de sfeer van reli-
gie. Alma, H.A. (2005) De parabel van de blinden. Psychologie en het verlangen naar
38. In feite ligt wat Van der Lans ‘betekenisgeving’ noemt dicht aan tegen Johan zin. Utrecht: Humanistics University Press. Inaugurele rede Universiteit voor
Bouwers opvatting van het geestelijke: ‘Geest heeft te maken met de wijze Humanistiek.
waarop de mens zich in zijn wereld oriënteert [...] Hij brengt orde aan in de Baart, A.J. (2001) Een theorie van de presentie. Utrecht: Lemma.
chaos van indrukken die hem vanuit zijn omgeving toestromen. Geest Baumeister, R.F. (1991) Meanings of Life. New York: Guilford.
betreft daarom elke denkwijze met het oog op ordening, elke mentale strate- Beroepsstandaard (2002) Beroepsstandaard voor de geestelijk verzorger in zorg-
gie voor het ontwerpen van een zinvolle samenhang tussen gebeurtenissen instellingen. (2002) Amersfoort: Vereniging van Geestelijk Verzorgers in
en voor het systematiseren en interpreteren van de werkelijkheid, (Bouwer Zorginstellingen. Ook beschikbaar via www.vgvz.nl/beroepsstandaard.pdf
2003, 13, verwijzend naar Bouwer 1998a, 60) Borg, M.B. ter (2000) Waarom geestelijke verzorging? Zingeving en geestelijke
39.Baumeisters model van zingeving (Baumeister 1991) fungeert als belangrijk verzorging in de moderne maatschappij. Nijmegen: ksgv.
methodisch kader in Jan-Hein Moorens boek over humanistisch geestelijk Bouwer, J. (1998a) Grondslagen van geestelijke zorgverlening als wetenschappe-
werk (1999). lijke discipline. Zeist: Christelijke Vereniging van Zorginstellingen. Inaugurele
40.‘Focussing’ is een lichaamsgericht proces van jezelf gewaarworden en con- rede Rijksuniversiteit Groningen.
tact maken met je beleving. Bouwer, J. (1998b) Pastorale diagnostiek. Modellen en mogelijkheden.
Zoetermeer: Boekencentrum.

32 33
Bouwer, J. (red.) (2000) Met meer dan hart en ziel. Levensbeschouwelijke dia- Fortmann, H.M.M. (1972) Heel de mens. Reflecties over de menselijke mogelijk-
gnostiek, geestelijke zorgverlening en context. Gorinchem: Ekklesia. heden. Bilthoven: Amboboeken.
Bouwer, J. (2003) Van de kaart naar het gebied. Het domein van de geestelijke Frankl, V.E. (1959) Man’s Search for Meaning: An Introduction to Logotherapy.
zorgverlening. Kampen: Theologische Universiteit van de Gereformeerde Revised and enlarged edition of From Death-Camp to Existentalism. New
Kerken in Nederland. Inaugurele rede. York: Washington Square Press. Oorspronkelijk: Ein Psycholog erlebt das
Bouwer, J. (2005) Jorna tussen geestelijke begeleiding en geestelijke zorgverle- Konzentrationslager. Wien: Verlag für Jugend und Volk, 1946.
ning (?). Tijdschrift Geestelijke Verzorging 8, nr. 37, 37-48. Reactie op: Ton Jorna Ganzevoort, R.R. & J. Visser (2007) Zorg voor het verhaal. Achtergrond, methode
(2005) De geestelijke dimensie in de geestelijke verzorging. Kritische noties en inhoud van pastorale begeleiding. Zoetermeer: Meinema.
bij Bouwers competenties van het vak. Tijdschrift Geestelijke Verzorging 8, Glas, G. (2001) Angst: beleving, structuur, macht. Amsterdam: Boom.
nr. 34, 36-46. Groot, C.N. de (1995) Naar een nieuwe clerus. Psychotherapie en religie in het
Bruinsma-de Beer, J. (2006) Pastor in perspectief. Een praktisch-theologisch ‘Maandblad voor de Geestelijke volksgezondheid’. Kampen: Kok Agora.
onderzoek naar de competentie van de pastor. Gorinchem: Narratio. Proefschrift Rijksuniversiteit Leiden. Hayes, S.C., V.M. Follete & M. Linnehan
Proefschrift Theologische Universiteit van de Protestantse Kerk in (eds.) (2006) Mindfulness en acceptatie: de derde generatie gedragstherapie.
Nederland, Kampen. Amsterdam: Harcourt.
Burms, A. & H. De Dijn (1986) De rationaliteit en haar grenzen. Kritiek en decon- Hayes, S.C. & S. Smith (2006) Uit je hoofd, in het leven. Een werkboek voor een
structie. Leuven: Universitaire Pers Leuven. waardevol leven met mindfulness en acceptatie en commitment therapie.
Corveleyn, J.M.T. (2003) De psycholoog kijkt niet in de ziel. Thema’s uit de Amsterdam: Nieuwezijds.
klinische godsdienstpsychologie. Tilburg: ksgv. Heelas, P.L.F. & L. Woodhead (2005) The Spiritual Revolution. Why Religion is
CVZ (2006) Rapport uitvoeringstoets geestelijke verzorging. Diemen: College voor Giving Way to Spirituality. Malden: Blackwell.
Zorgverzekeringen. Ook beschikbaar via www.cvz.nl. Heitink, G. (1998) Pastorale zorg. Theologie, differentiatie, praktijk. Kampen:
Debats, D.H.L.M. (red.) (1988) Psychotherapie en zingeving. Een spectrum van Kok. Derde druk: idem, 2005.
visies. Amersfoort: Acco. Hekking, R. (2003) Het domein van de geestelijk verzorger. Overwegingen bij de
Debats, D.H.L.M. (1996) Meaning in Life. Psychometric, Clinical and Phenomeno- Beroepsstandaard. Tijdschrift Geestelijke Verzorging 6, nr.29, 47-55.
logical Aspects. S.l., s.n. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. Hutschemaekers, G., Th. Festen, D. Kal, Ch. Bos, D. Oosterholt, E. Thomas & P. Fijn
Dijkhuis, J.H. (1988) Levensbeschouwing. Een miskende dimensie van psycho- (2004) Vragen naar zin. Het perspectief van de ggz -cliënt. Tilburg: ksgv.
therapie. In: J.H. Dijkhuis & J.H.M. Mooren, Psychotherapie en levensbe- Hutschemaekers, G. & Th. Festen (2004) Waarover praten zij? Over hulpvragen
schouwing (9-25). Baarn: in opdracht van het ksgv uitgegeven door van cliënten en antwoorden van hulpverleners. In: G. Hutschemaekers,
Uitgeverij Ambo. Th. Festen, D. Kal, Ch. Bos, D. Oosterholt, E. Thomas & P. Fijn (2004) Vragen
Donk, W.B.H.J. van de, A.P. Jonkers, G.J. Kronjee & R.J.J.M. Plum (red.) (2006) Gelo- naar zin. Het perspectief van de GGZ-cliënt (15-33). Tilburg: ksgv.
ven in het publieke domein. Verkenningen van een dubbele transformatie. Jenner, J.A. & J.J. Rebel (red.) (1998) Wel bezorgd. Geestelijke verzorging en
Amsterdam: Amsterdam University Press. Ook beschikbaar via www.wrr.nl. gezondheidszorg. Kampen: Kok.
Doolaard, J.J.A. (eindred.) (2006) Nieuw handboek geestelijke verzorging. Jorna, T. (2005) De geestelijke dimensie in de geestelijke verzorging. Kritische
Kampen: Kok. Geheel herziene editie van: Handboek geestelijke verzorging in noties bij Bouwers competenties van het vak. Tijdschrift Geestelijke
zorginstellingen. Kok: Kampen, 1996 Verzorging 8, nr 34, 36-46.
Emmons, R.A. (1999) The Psychology of Ultimate Concerns. Motivation and Kalmthout, M. van (2005) Psychotherapie en de zin van het bestaan. Utrecht:
Spirituality in Personality. New York: Guilford. De Tijdstroom.
Emmons, R.A. (2005) Striving for the sacred: Personal goals, life meaning, and Kerssemakers, J.H.N. (1989) Psychotherapeuten en religie. Een verkennend
religion. Journal of Social Issues 61, 731-745. onderzoek naar tegenoverdracht bij religieuze problematiek. Nijmegen:
Engelhardt, H.T. (ed.) (1998) Generic chaplaincy: Providing spiritual care in a Katholiek Studiecentrum. Proefschrift Katholieke Universiteit Nijmegen.
post-Christian age. Christian Bioethics: Non-Ecumenical Studies in Medical Knippenberg. M.P.J. van (2005) Existentiële zielzorg. Tussen naam en identiteit.
Morality 4, 231-238. Zoetermeer: Meinema.

34 35
Kunneman, H.P.J.M. (2000) Levenskunst en burgerschap in een technopolis. Pieper, J.Z.T. & M.H.F. van Uden (2005b) Religie en coping in de geestelijke
Tijdschrift voor Humanistiek 1, 66-83. gezondheidszorg. Gedrag & Gezondheid 33, 144-153.
Kunneman, H.P.J.M. (2005) Voorbij het dikke-ik. Bouwstenen voor een kritisch Psyche & Geloof (2006) Themagedeelte over existentiële thema’s en levensbe-
humanisme. Amsterdam: Humanistics University Press. schouwelijke noties in de psychotherapie. Psyche & Geloof 17, nr. 4.
Kunneman, H P.J.M.. (2006) Horizontale transcendentie en normatieve profes- Rebel, J.J. (1993) Geestelijke verzorging tussen kruis en munt. Ambivalenties in het
sionalisering: de casus geestelijke verzorging. In: W.B.H.J. van de Donk, werk van de geestelijk verzorger in zorginstellingen. Utrecht: Christelijke Vere-
A.P. Jonkers, G.J. Kronjee & R.J.J.M. Plum (red.), Geloven in het publieke domein. niging van Zorginstellingen. Inaugurele rede Rijksuniversiteit Groningen.
Verkenningen van een dubbele transformatie (367-393). Amsterdam: Rebel, J.J. (1996) Geestelijke verzorging rond 2000. Identiteit en perspectief.
Amsterdam University Press. Ook beschikbaar via www.wrr.nl. Utrecht: Christelijke Vereniging van Zorginstellingen (cvz). Afscheidscollege
Lans, J.M. van der (1998) Kernervaring, esthetische emotie en religieuze betekenis- Rijksuniversiteit Groningen.
geving. Afscheidscollege gegeven bij het aftreden als gewoon hoogleraar in Rebel, J.J. (2006) Geestelijke verzorging en wetgeving. In: J.J.A. Doolaard (red.),
de godsdienstpsychologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op 19 Nieuw handboek geestelijke verzorging (105-109). Kampen: Kok.
juni 1998. Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen. Eveneens opgeno- Rogers, C.R. (1951) Client-Centered Therapy. Its Current Practice, Implications and
men in: J.M. van der Lans (2006) Religie ervaren. Godsdienstpsychologische Theory. Boston: Houghton Mifflin.
opstellen (128-163). Tilburg: ksgv. Schilderman, J.B.A.M. (2006) Religie en zorg in het publieke domein. In:
Lans, J.M. van der (2006) Zingeving en zingevingsfuncties van religie bij stress. W.B.H.J. van de Donk, A.P. Jonkers, G.J. Kronjee & R.J.J.M. Plum (red.), Geloven
In: J.M. van der Lans, Religie ervaren. Godsdienstpsychologische opstellen in het publieke domein. Verkenningen van een dubbele transformatie
(72-127). Tilburg: ksgv. (395-416). Amsterdam: Amsterdam University Press. Ook beschikbaar via
Lartey, E.Y. (1997) In Living Colour. An Intercultural Approach to Pastoral Care and www.wrr.nl.
Counselling. London: Cassell. Schreurs, A. (2001) Psychotherapie en spiritualiteit. Integratie van de spirituele
Leijssen, M. (1995) Gids voor gesprekstherapie. Utrecht: De Tijdstroom. dimensie in de therapeutische praktijk. Assen: Van Gorcum. Schrojenstein
Loenen, A.L.W. van (2005) Voor de geest staan. Zorg voor zingeving als taak van Lantman, R. van (2007) Levensverhalen in het ziekteproces. Over geestelijke
de geestelijke gezondheidszorg. Tilburg: ksgv. verzorging en interdisciplinaire samenwerking. Dwingeloo: Kavanah.
Mackor, Anne Ruth (2006) Te meten, of niet te meten: dat is de vraag. Amsterdam: Silberman, I. (2005) Religion as a meaning system: Implications for the new
Humanistics University Press Inaugurele rede Rijksuniversiteit Groningen. millennium. Journal of Social Issues 61, 641-663.
Maton, K.I., D. Dodgen, M.R. Santo Domingo & D.B. Larson (2005) Religion as a Smeets, W. (2006) Spiritual Care in a Hospital Setting. An Empirical-theological
meaning system: Policy implications for the new millennium. Journal of Exploration. Leiden: Brill. Proefschrift Radboud Universiteit Nijmegen.
Social Issues 61. Themanummer. Smeets, W. (2007) Zending of geen zending. De ambtelijke identiteit van de
May, R. & I.D. Yalom (1984) Existential Psychotherapy. In: R.J. Corsini (ed.), Current geestelijk verzorger. Tijdschrift Geestelijke Verzorging 10, nr. 42, 37-42.
Psychotherapies (354-391). Itasca: Peacock. Sperry, L. (2001) Spirituality in Clinical Practice. Incorporating the Spiritual
Mooren, J.H.M. (1989) Geestelijke verzorging en psychotherapie. Baarn, in Dimension in Psychotherapy and Counseling. Philadelphia: Brunner-
opdracht van het KSGV uitgegeven door Uitgeverij Ambo. Routledge.
Mooren, J.H.M. (red.) (1999) Bakens in de stroom. Naar een methodiek van het Stroeken, H.P.J. (1999) Zoeken naar zin: psychotherapie en existentiële vragen.
humanistisch geestelijk werk. Utrecht: SWP. Amsterdam: Boom.
Nauer, D.A. (2004) Van geestelijke verzorging naar christelijke zielzorg. Pleidooi Tijdschrift Geestelijke Verzorging (2004) Themanummer ‘Product of passie?’
voor een hedendaags zielzorgconcept. Tilburg: Theologische Faculteit Tilburg. Tijdschrift Geestelijke Verzorging 7 (nr. 32).
Inaugurele rede Theologische Faculteit Tilburg. Tijdschrift Geestelijke Verzorging (2005) Themanummer ‘Verrassend professio-
Ouwerkerk, C.A.J. van (1986) In afwezigheid van God. Voorstudies tot een psycho- neel’. Tijdschrift Geestelijke Verzorging 8 (nr. 36).
logie van het geloof. Den Haag: Boekencentrum. Uden, M.H.F. van (1996) Tussen zingeving en zinvinding. Onderweg in de klinische
Pieper, J.Z.T. & M.H.F. van Uden (2005a) Religion and Coping in Mental Health godsdienstpsychologie. Tilburg: Tilburg University Press. Inaugurele rede
Care. Amsterdam-New York: Rodopi. Tilburg

36 37
Uden, M.H.F. van, & G.L. van Heck (red.) (2005) Themanummer ‘Religie, spiritua-
liteit en gezondheid’. Gedrag & Gezondheid 33 (nr. 3). Curriculum vitae
VandeCreek, L. & L.A. Burton (2001) Professional Chaplaincy: Its Role and Impor-
tance in Healthcare. A White Paper. Beschikbaar via www.healthcarecha-
plaincy.org.
Vandermeersch, P.M.G.P. & H. Westerink (2007) Godsdienstpsychologie in cul-
tuurhistorisch perspectief. Amsterdam: Boom.
Veltkamp, H. (2006) Domein, identiteit en passie van de geestelijke verzorging.
In: J.J.A. Doolaard (red.), Nieuw handboek geestelijke verzorging (147-159).
Kampen: Kok.
Walton, M. (2006) Verhalenderwijs. Gedachten over het vak geestelijke verzor-
ging als narratieve methodiek. Tijdschrift Geestelijke Verzorging 9, nr. 34,
34-40.
Wils, J.P. (2007) Sacraal geweld. Aantekeningen over ‘diepe religie’. In:
L. Vergouwen, J. Bodisco Massink, J.-P. Wils, R. Borra & E. Pieters-Korteweg,
Heilig geloof, heilig moeten. Orthodoxie en geestelijke gezondheid (58-87).
Tilburg: ksgv.
Wong, P.T.P. & P.S. Fry (1998) (eds.) The Human Quest for Meaning. A Handbook of
Psychological Research and Clinical Applications. Mahwah: Erlbaum.
Wulff, D.M. (1997) Psychology of Religion. Classic and Contemporary. Second
edition. New York: Wiley.
Foto: Elmer Spaargaren
Yalom, I.D. (1980) Existential Psychotherapy. New York: Basic Books.
Zock, T.H. (2004) A Psychology of Ultimate Concern. Erik H. Erikson’s Contribution
to the Psychology of Religion. Amsterdam-New York: Rodopi. Tweede her-
ziene druk: Oorspronkelijke uitgave: 1990. Hetty Zock (Schiedam 1957) is bijzonder hoogleraar ‘Levensbeschouwing
Zock, T.H. (2005) De geestelijk verzorger in beeld. Tegenstrijdige opvattingen en en geestelijke volksgezondheid, met bijzondere aandacht voor het
verwachtingen. Tijdschrift Geestelijke Verzorging 8, nr. 34, 15-23. domein van de geestelijke verzorging’ bij de Faculteit der Godgeleerd-
Zock,T.H. (2006a) Leven van verhalen. De narratieve benadering in psychologie heid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen. De
en pastoraat. In: A. van Heeswijk, N. ter Linden, R. van Uden & T.H. Zock, leerstoel is ingesteld door het ksgv, studiecentrum voor levensbeschou-
Op verhaal komen. Religieuze biografie en geestelijke gezondheid (78-88). wing en geestelijke volksgezondheid, met steun van de Vereniging van
Tilburg: ksgv.
Vrijzinnige Protestanten, beweging voor eigentijds geloven.
Zock, T.H. (2006b) It takes two to tango. De beroepsidentiteit van de geestelijk
verzorger in een veranderende context. Tijdschrift Geestelijke Verzorging 9,
Zij studeerde theologie en Frans aan de Universiteit van Leiden, waarna
nr. 40, 5-15.
zij twaalf jaar werkte in de pkn (Protestantse Kerk in Nederland), eerst
als pastoraal medewerker voor de jeugd in Den Haag, en daarna tien jaar
als vrijzinnig voorganger in Leiden/Oegstgeest en in Delft. Daarnaast
was zij verbonden aan de Faculteit der Godgeleerdheid in Leiden, waar
zij in 1990 promoveerde op A Psychology of Ultimate Concern, een gods-
dienstpsychologische analyse van het werk van de psycholoog Erik H.
Erikson. Vanaf 1992 was zij als universitair docent godsdienstpsycho-

38 39
logie verbonden aan deze faculteit, en sinds 1999 aan de Faculteit der
Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap in Groningen. Haar huidige
functie is universitair hoofddocent godsdienstpsychologie en coördina-
tor van de masteropleiding Geestelijke Verzorging.

In haar onderzoek houdt zij zich bezig met relationele psychoanalyse,


hedendaagse identiteitstheorieën en de verhouding tussen kunst, reli-
gie en zingeving. Zo publiceerde zij over het werk van de psychoanalyti-
cus Donald W. Winnicott en over het Harry Potter-fenomeen. De laatste
jaren doet zij tevens onderzoek naar de veranderende beroepsidentiteit
van de geestelijk verzorger in de huidige religieuze en culturele context.

Voorts is zij actief op het maatschappelijk vlak, onder meer in het bestuur
en de redactie van het ksgv, en houdt zij regelmatig lezingen en voor-
drachten.

40

You might also like