You are on page 1of 2

Subcutaan injecteren (huidplooitechniek)

Gepubliceerd op 01-09-2022
voorbehouden handeling
Deze werkinstructie is geschikt voor subcutaan injecteren met de huidplooitechniek en kan bij
zowel volwassenen als bij kinderen gebruikt worden.

 Update 1-9-2023
De hoek voor het inbrengen van de naald bij de huidplooitechniek is aangepast naar 45° in
plaats van 45° tot 60°.

 Aandachtspunten en Complicaties
o Deze werkinstructie niet gebruiken voor het toedienen van cytostatica.
o Lees de bijsluiter en dien het medicijn toe volgens voorschrift.
o Kies een geschikt injectiegebied voor een volwassene of kind.
o Houd bij kinderen rekening met pijn en angst.
o Stem de lengte van de naald af op de dikte van het subcutane weefsel.
o Ontlucht een voorgevulde kant-en-klaarspuit niet, tenzij de fabrikant anders
adviseert. De luchtbel in de spuit zorgt ervoor dat de vloeistof volledig wordt
ingespoten. De luchtbel moet bij de zuiger zitten.
o Wissel de injectieplaats af volgens het advies in de bijsluiter.
o Desinfecteer de huid bij cliënten met een verminderde weerstand.
o Gebruik de no-touchtechniek.
o In deze werkinstructie worden geen handschoenen gebruikt. Er is een klein risico dat
na het injecteren een druppel bloed verschijnt door het raken van een haarvaatje.
Deze is op te vangen met een gaasje, zonder dat er direct bloedcontact plaatsvindt.
De zorgverlener kan er voor kiezen om wel handschoenen te gebruiken.

Tijdens de handeling kunnen zich de volgende complicaties voordoen:


o Er treedt tijdens of vlak na de injectie een allergische reactie op.

Overleg met een arts.


o Er ontstaat direct een bobbeltje.

De injectienaald zit intracutaan. Het is onduidelijk hoeveel van de injectievloeistof is


toegediend. Overleg met een arts of er een nieuwe dosis geïnjecteerd mag worden.

 Dit heb je nodig


o toedienlijst
o injectiespuit met voorgeschreven medicijn, bekijk hiervoor de werkinstructie
'Medicijnspuit klaarmaken'
o gaasje
o afvalbak
o naaldenbeker met naaldverwijderaar
 Voorbereiding
o Pas handhygiëne toe.
o Maak een schoon werkveld en zet daarop de benodigdheden binnen handbereik.

 Controleer het medicijn en laat wanneer nodig een


dubbele controle doen
o naam en geboortedatum van de cliënt
o vervaldatum/houdbaarheid
o wanneer van toepassing: kleur en substantie
o vergelijk het medicijn met de toedienlijst:
1. naam van het medicijn
2. manier van toedienen
3. dosering
4. datum en tijdstip van toediening
o Voer wanneer nodig de dubbele controle uit volgens de afspraken binnen de
organisatie.
 Controleer de injectieplaats
o Vraag de cliënt de injectieplaats te ontbloten en zich te ontspannen, of help daarbij.
o Palpeer de injectieplaats en controleer of de injectieplaats schoon, droog en
onbeschadigd is.
 Injecteer het medicijn in het subcutane weefsel
o Huidplooi loslaten
o Huidplooi vasthouden
o Neem de spuit in de injecterende hand en verwijder de naaldhuls.
o Pak met de niet-injecterende hand een brede huidplooi op.
o Steek de naald onder een hoek van 45° halverwege tussen het hoogste en laagste
punt van de huidplooi. Zorg ervoor dat de schuine kant van de naald naar boven
gericht is.
o Laat de huidplooi los, fixeer de spuit en naald met de niet-injecterende hand om
onverwachte bewegingen op te vangen.
o Spuit de vloeistof langzaam en regelmatig in.
o Laat de naald gedurende 10 seconden in de huid.
 Verwijder de naald uit de huid
o Huidplooi loslaten
o Huidplooi vasthouden
o Trek de naald uit de huid en activeer het veiligheidssysteem van de naald met de
duim of vinger van de injecterende hand.
o Houd een droog gaasje gereed voor de opvang van een eventuele bloeddruppel.
Masseer de huid niet.
o Verwijder de injectienaald van de spuit met de naaldverwijderaar. Doe de naald in de
naaldenbeker of doe de injectiespuit in zijn geheel in de naaldenbeker.
 Afronding
o Ruim de materialen op.
o Pas handhygiëne toe.
o Teken de toedienlijst af of noteer datum, tijdstip, soort medicijn, concentratie,
hoeveelheid, wijze van toediening en noteer bevindingen.

You might also like