You are on page 1of 7

Proeftentamen IB

13 mei 2014

Tip van de docent.


Deze vragen lijken sterk op die van het tentamen, mc met 4 keuzemogelijkheden. Test jezelf echt
door het verbergen van de antwoorden, en ná het instuderen van alle topics. Maar wacht niet te
lang, als je snel genoeg bent kun je tijdens de komende colleges nog vragen stelen m.b.t. de inhoud…

Legal disclaimer: het behalen van een ‘voldoende’ voor deze proeftest betekent inderdaad dat je
wellicht wat beter, mooier en intelligenter bent dan je dacht, maar garandeert géén voldoende voor
het werkelijke tentamen. Blijf studeren.

vraag 1
Welke van de volgende uitspraken over internationale handel sluit het meest aan bij de realiteit?
a. Internationale handel wordt beïnvloed én beïnvloedt milieufactoren zoals politiek, klimaat,
olievoorraden, terroristische aanslagen, enz
b. Internationale handel beïnvloedt nauwelijks milieufactoren zoals politiek, klimaat,
olievoorraden, terroristische aanslagen, enz
c. Internationale handel beïnvloedt milieufactoren zoals politiek, klimaat, olievoorraden,
terroristische aanslagen, enz
d. Internationale handel wordt beïnvloed door milieufactoren zoals politiek, klimaat,
olievoorraden, terroristische aanslagen, enz

vraag 2
Internationalisering heeft ook nadelen. Welke van onderstaande lijstjes bevat uitsluitend nadelen
van internationale handel?
a. verlies van getalenteerde werknemers, afhankelijkheid van politieke goodwill
b. verlies van economische groei, afhankelijkheid van politieke stabiliteit in het Midden-Oosten
c. verlies in lokale tewerkstelling, afhankelijkheid van buurlanden
d. verlies in economische activiteit, verlies van intellectueel eigendom

vraag 3
De BRIC-landen worden geassocieerd met sterke economische groei. Waar staat BRIC voor?
a. Brazil, Russia, India, China
b. Bulgaria, Roumenia & Indo-China
c. Behavioral Results In Competition
d. British Rule for International Commonwealth
vraag 4
De financiële crisis van 2008 in de VS leidde tot de economische crisis waarin we ons nog steeds
bevinden hier in Nederland. Dit is een voorbeeld van:
a. de sterke link tussen de financiële en de economische wereld, waardoor een crisis in de ene
leidt tot een crisis in de andere omgeving. Dit heeft geen geografische dimensie.
b. de voordelen van internationalisering, want dankzij internationale handel waren we minder
blootgesteld aan de gevolgen van de financiële crisis in de VS.
c. de voordelen van internationalisering, want zonder internationale handel waren we minder
beschut tegen de gevolgen van de financiële crisis in de VS.
d. de nadelen van internationalisering, want door de internationale handel waren we minder
beschut tegen de gevolgen van de financiële crisis in de VS.

vraag 5
Hieronder staan een aantal voorbeelden van protectionistische maatregelen. Welke is GEEN tarifaire
maatregel?
a. grensbelasting
b. quota
c. veiligheidsvoorschriften
d. invoerrechten

vraag 6
Hieronder staan een aantal voorbeelden van protectionistische maatregelen. Welke is GEEN non-
tarifaire maatregel?
a. subsidie
b. douaneformaliteiten
c. technische voorschriften
d. administratieve procedures

vraag 7
Opportuniteitskosten zijn
a. gemiste opbrengsten verbonden aan de keuze waarvoor je hebt gekozen maar geen rekening
voor zult ontvangen.
b. gemiste opbrengsten verbonden aan de keuze waarvoor je niet hebt gekozen.
c. kosten die verbonden zijn aan een interessante business kans in het buitenland en waarvan
je vermoedt dat die meer dan behoorlijk zou bijdragen aan de winst van de organisatie.
d. gemiste opbrengsten verbonden aan de keuze waarvoor je niet hebt gekozen maar wel een
rekening voor zult ontvangen.
vraag 8
Hieronder de arbeidsuren voor de productie van auto's en PC’s in de VS en de EU. De getallen in de
tabel stellen eenheden arbeid voor die nodig zijn om een standaardhoeveelheid auto's en PC’s te
maken.
Auto’s PC’s
VS 400 300
EU 600 400

a. De EU zou idealiter de PC’s moeten produceren en de VS de auto’s.


b. Zowel de VS als de EU zou idealiter evenveel PC’s als auto’s moeten produceren.
c. De VS zou idealiter de PC’s moeten produceren en de EU de auto’s.
d. De VS zou idealiter de PC’s moeten produceren en de EU de harde schijven daarvan.

vraag 9
The Triple Bottom Line heeft betrekking op het combineren en meten van
a. milieu-, financiële- en juridische prestaties van de onderneming.
b. milieu-, financiële- en politieke prestaties van de onderneming.
c. sociale-, milieu- en financiële prestaties van de onderneming.
d. sociale-, fiduciaire- en milieuprestaties van de onderneming.

vraag 10
Volgens Hall zijn de volgende culturen low-context:
a. Culturen in geïndustrialiseerde landen
b. Culturen in ontwikkelingslanden.
c. Duitsers, Zwitsers, Amerikanen
d. Japanners, Arabieren, Latijns-Amerikanen
vraag 11
Onderstaande figuur toont een relatie tussen recht en ethiek.

Stelling (bij figuur m.b.t. recht & ethiek): Het apartheid systeem in Zuid-Afrika was een voorbeeld van
een fenomeen dat … was.
a. ethisch en onwettig
b. ethisch maar onwettig
c. onethisch én onwettig
d. onethisch maar wettig

vraag 12
Corruptie wordt verantwoordelijk geacht voor armoede, kindersterfte e.d.. Wat is de correcte
definitie van corruptie?
a. het misbruiken van publieke macht om eigen voordelen te verkrijgen
b. het misbruiken van voordelen om meer macht te verkrijgen
c. het misbruiken van macht om voordeel te halen uit een business deal
d. het misbruiken van andermans macht om eigen voordeel te halen uit een business deal
vraag 13
Een internationaal bedrijf kan onderstaande structuur aannemen.

Dat noemen we:


a. marktgeoriënteerd relatief
b. product-georiënteerd
c. marktgeoriënteerd complex
d. marktgeoriënteerd absoluut

vraag 14
Bij de keuze van welk land om mee handel te drijven kun je de lokale economische gegevens
analyseren, omdat:
a. jouw product heel gevoelig is voor nataliteit, koopkracht en conjunctuur
b. jouw product heel gevoelig is voor nataliteit, koopkracht en lifestyle
c. jouw product heel gevoelig is voor koopkracht, conjunctuur en consumentenvertrouwen
d. jouw product heel gevoelig is voor koopkracht, conjunctuur en verkiezingen

vraag 15
Het Britse medium The Economist heeft een instrument voor externe analyse ontwikkeld waarbij het
de prijs van een Big Mac in verschillende landen vergelijkt. De bedoeling hiervan is om een beeld te
vormen van … in die vergeleken landen.
Kies uit onderstaande mogelijkheden de termen die volgens jou het beste in de voorgaande zin
passen.
a. consumentisme
b. consumentenvertrouwen
c. comparatieve koopkracht
d. absolute eetlust
vraag 16
Een belangrijke handelscijfer voor gebruik in externe analyse is de handelsbalans. Wat betekent het
als bijvoorbeeld Nederland een negatieve handelsbalans heeft met China?
a. Het betekent dat Nederland minder activa heeft in China dan omgekeerd.
b. Het betekent dat China mee exporteert naar Nederland dan omgekeerd.
c. Het betekent dat Nederland meer exporteert naar China dan omgekeerd.
d. Het betekent dat de Nederlandse regering ontevreden is over de huidige exportcijfers naar
China

vraag 17
Joint ventures komen net als alle samenwerkingsvormen met nadelen. Herken hieronder de optie
met het bekendste nadeel van joint ventures.
a. Gedeelde controle, wat tijdrovend is
b. Tijdelijke controle, grote risico’s
c. Hoge investeringskosten, grote risico’s maar weinig cultuurverschillen
d. Tijdelijk karakter, geen controle over de markt

vraag 18
Een joint venture opzetten in het doelland, als entreemodus, dat wordt beschouwd als:
a. een vorm van samenwerkinsverband als entreemodus (E: participatory cooperation)
b. een vorm van offensieve entreemodus (E: predatory entry)
c. een vorm van directe entreemodus (E: direct entry)
d. een vorm van entreemodus via alliantie of contract (E: contractual cooperation)

vraag 19
Risk management bij internationale handel beheers je door één van volgende opeenvolgingen van
handelingen:
a. risk control, risk expatriation, risk level growth, risk engagement
b. risk control, risk expatriation, monitoring, assessment
c. risk assessment, risk control, monitoring, continuity management
d. risk control, monitoring, risk assessment, risk expatriation

vraag20
Er bestaat internationaal recht dat internationale handel in goede banen leidt. Welke van
onderstaande regelt rechten en plichten van de partijen, wanneer vermeld is in hun contract dat
deze Conventie of Regulation van toepassing is?
a. The Rome I Regulation.
b. The Commonwealth Convention on the Maritime, Terrestrial and Avian Trade of Goods and
Services.
c. The Vienna Convention on Contracts for the International Sale of Goods.
d. The United Nations Convention on the International Sale of Goods and Services.
Antwoorden
1= A
2= C
3= A
4= D
5= C
6= A
7= B
8= A
9= C
10= C
11= D
12= A
13= B
14= C
15= C
16= B
17= A
18= A
19= C
20= C

You might also like